12.09.2013 Views

Preventief fouilleren - Buro Jansen & Janssen

Preventief fouilleren - Buro Jansen & Janssen

Preventief fouilleren - Buro Jansen & Janssen

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Behandeld door<br />

Telefoonnummer<br />

Ons kenmerk<br />

Uw kenmerk<br />

Datum<br />

Onderwerp<br />

Bijlagen<br />

Arnhemseweg 348<br />

7334 AC APELDOORN<br />

T 055 — 539 72 15<br />

11V www. politieenwetenschap. nl<br />

E info@politieacademie.nl<br />

Mevr. drs. A. Venderbosch<br />

06-13216168<br />

11 april 2013<br />

Wob verzoek <strong>Preventief</strong> <strong>fouilleren</strong><br />

ja<br />

Geachte heer van Amersfoort,<br />

POLITIE Wetenschap<br />

Programma Politie en Wetenschap<br />

Postbus 834<br />

7301 BB APELDOORN<br />

Aan de heer R. van Amersfoort<br />

Postbus 10591<br />

1001 EN AMSTERDAM<br />

Bij brief van 6 februari 2013 heeft u bezwaar gemaakt tegen onze beslissing van 22<br />

januari 2013 naar aanleiding van uw verzoek om informatie op grond van de Wet<br />

openbaarheid van bestuur (Wob).<br />

In onze brief van 22 januari 2013 informeerden wij u dat de publicatie "Onder het<br />

oppervlak. Een onderzoek naar ontwikkelingen en (a)select optreden rond preventief<br />

<strong>fouilleren</strong>" reeds openbaar is. Het onderzoek is immers al geruime tijd voor een ieder<br />

te verkrijgen bij Reed Elsevier. Uw bezwaren zijn dus niet terecht. Om u tegemoet te<br />

komen zenden we u hierbij een exemplaar van het onderzoek toe. Op uw betoog dat<br />

het niet juist is om voor een publicatie van de overheid een prijs te vragen ga ik niet in.<br />

Dit is een onderwerp dat los staat van de vraag of het onderzoek al dan niet openbaar<br />

is. Bovendien maken wij sinds 2011 onze onderzoeken via onze website gratis<br />

openbaar.<br />

U vraagt voorts om openbaarmaking van het contract, stukken van<br />

begeleidingscommissies, e-mail uitwisselingen en het beschikbaar gestelde materiaal.<br />

Hierbij zend ik u het contract dat is gen ten behoeve van het onderzoek en de<br />

bijbehorende algemene voorwaarden. [daarnaast is het onderzoeksvoorstel<br />

bijgevoegd dat indertijd door Bureau Beke en COT is ingediend naar aanleiding van<br />

de Call 2008, evenals twee agenda's van bijeenkomsten van de<br />

begeleidingscommissie en de mails die zijn bewaard.<br />

Voor het overige zijn er geen schriftelijke stukken met betrekking tot dit onderzoek die<br />

ik u kan doen toekomen. De onderliggende stukken van het onderzoek hebben wij,<br />

zoals ik u eerder al berichtte, niet ons bezit. Van vergaderingen van de<br />

begeleidingscommissie waar concept-rapporten worden besproken, worden geen


notulen opgemaakt, aangezien opmerkingen direct in het onderzoeksrapport worden<br />

verwerkt. Ook in dit geval is dat niet gebeurd, uitgezonderd een korte addendum dat<br />

ook is bijgevoegd.<br />

Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.<br />

Met vriendelijke groet,<br />

_ ^`;NUiF'Vti^ n<br />

^d+ ^)^ulaafW.l^OtVF3d"<br />

eké Venderbosch<br />

Programmadirecteur Politie en Wetenschap<br />

Bijlagen:<br />

1. Mail van 23 juni 2009 van Beke met definitief onderzoeksvoorstel als bijlage.<br />

2. Het contract van Politie en Wetenschap met Bureau Beke uit 2009 voor het<br />

onderzoek.<br />

3. Een mail van 19 maart 2010 aan de begeleidingscommissie.<br />

4. De agenda van de begeleidingscommissie van 23 juni 2010.<br />

5. De agenda van de begeleidingscommissie van 23 november 2010.<br />

6. Een mail van 23 februari 2011 van Beke met een addendum met korte<br />

notulen nav bijeenkomst begeleidingscommissie van 23 november 2010.<br />

7. Een mail van 22 april 2011 van Beke waarin het eindrapport wordt<br />

aangeboden. Dit is als boekje bijgevoegd.


Annemieke Venderbosch<br />

Van:<br />

Aan:<br />

Verzonden:<br />

Bijlage:<br />

Onderwerp:<br />

"Venderbosch, Annemieke" <br />


Pagina 2 van 2<br />

Also, The Police Academy of the Netherlands does not guarantee that this e-mail message is free<br />

from viruses or that no other changes were made to this message after it was sent.<br />

If the message is received by anyone other than the addressee, please return the message to the<br />

sender by replying to it and delete the message from your computer.


<strong>Preventief</strong><br />

<strong>fouilleren</strong>:<br />

slim of discriminatoir?<br />

Een onderzoek naar inzet<br />

van preventief <strong>fouilleren</strong><br />

call 2U08<br />

onderzoeksvoorstel<br />

Bureau Beke<br />

ari Instituut voor Veiligheids- en Crisismanagement


<strong>Preventief</strong><br />

<strong>fouilleren</strong>:<br />

slim of discriminatoir?<br />

Een onderzoek naar inzet<br />

van preventief <strong>fouilleren</strong><br />

Call 2 0 08<br />

Onderzoeksvoorstel<br />

Bureau Beke<br />

C<br />

IT Instituut<br />

voor Veiligheids- en Crisismanagement<br />

^ ^^


Inhoudsopgave<br />

1 <strong>Preventief</strong> <strong>fouilleren</strong> in perspectief 1<br />

2 De kern van het onderzoek 4<br />

3 Planning, begroting en projectteam 9<br />

Geraadpleegde bronnen 12<br />

Bijlage 1 — Relevante onderzoeken 13<br />

Bijlage 2 — Enkele belangrijke rechtelijke uitspraken 14<br />

Bijlage 3 — Gespecificeerde begroting in dagdelen 17


1. <strong>Preventief</strong> <strong>fouilleren</strong> in perspectief<br />

<strong>Preventief</strong> <strong>fouilleren</strong>: slim of discriminatoir? - 1 -<br />

Sinds de eeuwwisseling zijn diverse vormen van pro-actief handhaven en opsporen bij de<br />

politie ontstaan. Voor de politie die oorspronkelijk voornamelijk zaak- en incidentgericht<br />

werkt, betekent dit een verandering in haar werkwijze. Bij een pro-actieve werkwijze is<br />

het van belang om vooraf veel kennis te hebben van achtergrondinformatie. De politie<br />

heeft daardoor te maken gekregen met een accentverschuiving in haar wijze van optreden.<br />

Bij pro-actief handhaven valt te denken aan preventief <strong>fouilleren</strong>, identiteitscontrole en<br />

bijzondere verboden gericht op het publieke domein, zoals een gebiedsontzegging. In dit<br />

onderzoeksvoorstel richten we ons op preventief <strong>fouilleren</strong>.<br />

<strong>Preventief</strong> <strong>fouilleren</strong> nader toegelicht<br />

In 2002 zijn de Gemeentewet en de Wet Wapens en Munitie (WWM) zodanig gewijzigd<br />

dat preventief <strong>fouilleren</strong> mogelijk gemaakt is. Het doel van preventief <strong>fouilleren</strong>, is wapenbezit<br />

en wapengeweld terug te dringen en daarmee de veiligheid in het gebied te verhogen<br />

(Tweede Kamer der Staten-Generaal, 2000). Sinds 13 juli 2002 kan de<br />

gemeenteraad bij verordening de burgemeester de bevoegdheid verlenen om `bij — ernstige<br />

vrees voor het ontstaan van — verstoring van de openbare orde vanwege de aanwezigheid<br />

van wapens een gebied aan te wijzen als veiligheidsrisicogebied (VRG)' . Hiertoe<br />

dient een burgemeester (driehoeks)overleg te voeren met de officier van justitie. Daadwerkelijk<br />

preventief <strong>fouilleren</strong>, is pas mogelijk nadat de officier van justitie heeft gelast<br />

dat dit tegenover een ieder in een VRG mogelijk is. Vervolgens kunnen politieambtenaren<br />

op drie manieren controleren op wapenbezit:<br />

■ verpakkingen van goederen, met inbegrip van reisbagage, onderzoeken;<br />

vervoermiddelen onderzoeken;<br />

personen aan hun kleding onderzoeken.<br />

ROTTERDAM I <strong>Preventief</strong> <strong>fouilleren</strong> werkt volgens de gemeente Rotterdam om de<br />

misdaad te beteugelen. Mede door de fouilleringen is volgens de bestuursdriehoek<br />

(gemeente, politie en justitie) het aantal overvallen waarbij wapens werden gebruikt,<br />

sterk afgenomen. Daarnaast is het vertrouwen in de politie in de aangewezen gebieden<br />

waar de politie iedereen kan aanhouden voor onderzoek volgens de Veiligheidsindex<br />

2003 toegenomen. (...) In de periode van 20 september 2002 tot 20 juni 2003<br />

nam de politie bij diverse acties 578 wapens in beslag. Een op de 33 mensen die<br />

werden gefouilleerd, bleek een wapen op zak te hebben. In totaal werden in de genoemde<br />

periode 18.697 mensen gefouilleerd. De politie hield elke maand ruim 50<br />

fouilleeracties. Bron: AD, 2003.


<strong>Preventief</strong> <strong>fouilleren</strong>: slim of discriminatoir? - 2 -<br />

Het belangrijkste en meest karakteristieke kenmerk van preventief <strong>fouilleren</strong> is dat aan<br />

het onderzoek aan kleding, goederen of voertuig, dat uiteraard de persoonlijke levenssfeer<br />

aantast, geen verdenking ten grondslag behoe ft te liggen. Het onderzoek wordt niet gestoeld<br />

op concrete (strafbare) gedragingen van de onderzochte personen. Personen kunnen<br />

worden gecontroleerd omdat ze op een bepaald tijdstip op een bepaalde plaats<br />

aanwezig zijn. Nog anders gezegd: het onderzoek treft geen `verdachten', maar `burgers'.<br />

Juist daarom wordt de wettelijke mogelijkheid tot preventief <strong>fouilleren</strong> bediscussieerd.<br />

<strong>Preventief</strong> <strong>fouilleren</strong>: debat, kritiek en grenzen<br />

<strong>Preventief</strong> <strong>fouilleren</strong> grijpt in op de persoonlijke vrijheid en levenssfeer van burgers zonder<br />

dat er strafbare feiten of verdenkingen daartoe aanleiding geven. Dit is ook een belangrijk<br />

bezwaar van tegenstanders van deze vorm van handhaving. Een tweede<br />

kritiekpunt is dat men vreest voor willekeur en discriminatie bij het inzetten van preventief<br />

<strong>fouilleren</strong>. Een gerichte inzet van deze instrumenten vraagt om selectief optreden en<br />

daar zit nu juist de crux, want het gaat om inzet die zonder tussenkomst van de rechter<br />

gedaan wordt. Tijdens de kamerdebatten voorafgaand aan de invoering van de wet die<br />

preventief <strong>fouilleren</strong> mogelijk maakte, zijn soortgelijke discussies gevoerd. In de Memorie<br />

van toelichting erkennen de ministers dat door het `toekennen van ruimere bevoegdheden<br />

aan de politie het risico op willekeurige selectie bestaat' . Om dit risico tot een<br />

minimum te beperken, heeft men in de wet grenzen gesteld aan het moment en plaats<br />

waarop de politie deze bevoegdheid heeft (Tweede Kamer der Staten-Generaal, 2001).<br />

Dat een willekeurige selectie geen rechtgeldigheid heeft, is evident. Toch hoeft een selectief<br />

optreden niet verkeerd te zijn. In het onderzoek van Van der Torre en Ferwerda<br />

(2005), waarin voor tien pilotgemeenten het preventief <strong>fouilleren</strong> is geanalyseerd, wordt<br />

ingegaan op de toelaatbaarheid van de inbreuk op privacy dat preventief <strong>fouilleren</strong> met<br />

zich meebrengt. Hierbij introduceren zij een `legal opinion' die Mul in 2003 heeft opgesteld.<br />

Mul (2003) zet uiteen dat maatregelen die inbreuk maken op privacy juridisch gezien<br />

aan een aantal eisen behoren te voldoen. Volgens de legal opinion is selectie (bij<br />

preventief <strong>fouilleren</strong>) toegestaan en voor de praktische uitvoerbaarheid vaak zelfs nodig.<br />

Het gaat er in dat geval om dat er objectieve selectiecriteria aan ten grondslag liggen.<br />

Selectie wordt uiteraard begrensd door (grond)wettelijke bepalingen zoals het discriminatieverbod,<br />

het verbod op willekeur en het verbod op detournement de pouvoir (Van der<br />

Torre en Ferwerda, 2005). Van der Tone en Ferwerda (2005) onderscheiden drie manieren<br />

waarop geselecteerd kan worden:<br />

^ ^ - --- - --


<strong>Preventief</strong> <strong>fouilleren</strong>: slim of discriminatoir? - 3 -<br />

1. Iedereen;<br />

2. Aselecte criteria, bijvoorbeeld elke vijfde persoon;<br />

3. Selectiecriteria, zoals kenmerken van risicosituaties, -personen of —groepen.<br />

Bij de inzet van dit middel hangt het sterk van de precieze omstandigheden af hoe de<br />

selectie uitvalt. Het is niet ondenkbaar dat de politie kiest voor het derde selectiecriterium.<br />

Mogelijk is het capacitair voor de politie niet te doen om alle bezoekers van een druk<br />

winkelgebied, ongeacht leeftijd en verschijningsvorm, te <strong>fouilleren</strong>. Naast dergelijke<br />

praktische argumenten voor deze selectievorm zijn er ook andere redenen, bijvoorbeeld<br />

rond de efficiency: de politiecapaciteit moet daar ingezet worden, waar dat het hardst<br />

nodig is. Ook de kerntakendiscussie sluit hier naadloos op aan.


2. De kern van het onderzoek<br />

<strong>Preventief</strong> <strong>fouilleren</strong>: slim of discriminatoir? - 4 -<br />

In het vorige hoofdstuk is uiteengezet dat de grens van preventief <strong>fouilleren</strong> niet volledig<br />

is afgebakend. Om in de termen van Van der Torre en Ferwerda (2005) te blijven: de<br />

`geïndividualiseerde verdenking' wordt steeds individueler. Een vraag die hierbij rijst, is<br />

wanneer de grens is bereikt, bijvoorbeeld als het gaat om aspecten zoals discriminatie en<br />

willekeur. Met andere woorden: waar ligt de grens tussen slim en discriminatoir?<br />

Door een onderzoek uit te voeren naar de ontwikkelingen op het gebied van preventief<br />

<strong>fouilleren</strong> willen we kijken wat er te leren valt van aanpassingen in het beleid en de praktijk<br />

van preventief <strong>fouilleren</strong> door de jaren heen. Waarom zijn gaandeweg het proces<br />

bijvoorbeeld bepaalde veranderingen doorgevoerd? Enkele mogelijkheden hiervoor zijn:<br />

Capaciteitsoverwegingen bij de politie;<br />

Verhoogde media-aandacht;<br />

Overwegingen omtrent de opbrengst van preventief <strong>fouilleren</strong>;<br />

Selectieve inzet van politie-ervaring;<br />

Nieuwe politiestrategieën, zoals ethnic profiling.<br />

Ook kunnen andere afwegingen hieraan ten grondslag liggen. Dit alles is onderwerp van<br />

onderzoek.<br />

Onderzoekvragen<br />

In dit onderzoek wordt het onderwerp preventief <strong>fouilleren</strong> van twee kanten belicht: vanuit<br />

de handhavende partijen en vanuit de rechterlijke macht. Dit levert de volgende onderzoeksvragen<br />

op:<br />

1. Hoe en in welke mate heeft preventief <strong>fouilleren</strong> zich sinds 2002 ontwikkeld?<br />

2. Hoe luiden uitkomsten van belangrijke rechterlijke toetsingen ten aanzien van preventief<br />

<strong>fouilleren</strong>?<br />

Deze vragen kunnen nader worden uitwerkt in de volgende deelvragen:<br />

Wat is het juridische oordeel over de toepassing van preventief <strong>fouilleren</strong>?<br />

Wat zijn de ervaringen in de gemeenten waar de afgelopen jaren is gewerkt met preventief<br />

<strong>fouilleren</strong>?<br />

Welke aanpassingen hebben er in de pilotgemeenten sinds 2002 gedaan? En wat zijn<br />

daarbij de achterliggende redenen?<br />

Wat valt er te zeggen over het bestuurlijk-maatschappelijk draagvlak voor preventief<br />

<strong>fouilleren</strong>?


<strong>Preventief</strong> <strong>fouilleren</strong>: slim of discriminatoir? - 5 -<br />

Welke afwegingen spelen bij de bestuursdriehoek een rol bij de besluitvorming over<br />

het inzetten van preventief <strong>fouilleren</strong>?<br />

Is er een verschil tussen de oorspronkelijke bedoeling (het middel mag niet discrimineren)<br />

en de praktijk op straat?<br />

Hoe gaat de politie in de praktijk om met het middel? Op basis waarvan maken politiefunctionarissen<br />

selecties?<br />

Wat zijn de opbrengsten van het inzetten ervan?<br />

In welke mate staat het niet-discriminatie beginsel de effectiviteit van preventief<br />

<strong>fouilleren</strong> in de weg?<br />

Welke succesfactoren en aandachtspunten benoemen politiefunctionarissen bij de<br />

uitvoering?<br />

Zien politie en politiek betere alternatieven voor preventief <strong>fouilleren</strong> en, zo ja, welke<br />

en waarom?<br />

Onderzoeksopzet<br />

Het onderzoek bestaat uit zes onderzoeksfasen, welke na een korte introductie worden<br />

toegelicht.<br />

Onderzoeksfasen<br />

I: Landelijke basisinventarisatie<br />

Belronde G30<br />

Vragenlijst alle politieregio's<br />

II: Ontwikkelingen preventief <strong>fouilleren</strong> 1<br />

Diepte-interviews 10 politieregio's<br />

Diepte-interviews 11 gemeenten<br />

Participerende observatie bij een drietal acties<br />

III: Analyse relevante jurisprudentie<br />

IV: Inzoomen op drie wijken, per wijk:<br />

Casusanalyse (documentstudie en vijf interviews)<br />

V: Draagvlakonderzoek<br />

Internetscan<br />

Belronde G30<br />

VI: Concept- en eindrapportage<br />

Fase I: Landelijke basisinventarisatie<br />

In deze fase van het onderzoek zullen in eerste instantie de G30-gemeenten telefonisch<br />

worden benaderd om een landelijk beeld te schetsen van de stand van zaken in hun gemeente<br />

rond preventief <strong>fouilleren</strong> (hoe vaak wordt het middel ingezet, op basis van welke<br />

1. Het eerder uitgevoerde onderzoek naar preventief <strong>fouilleren</strong> (Van der Torre en Ferwerda, 2005)<br />

zal de basis vormen van het verdiepende onderzoek bij politie en gemeenten.


<strong>Preventief</strong> <strong>fouilleren</strong>: slim of discriminatoir? - 6 -<br />

gronden, is er sprake van een ontwikkeling in de tijd). Vervolgens zal een vragenlijst<br />

worden opgesteld. Deze zal binnen alle 26 politiekorpsen (dus inclusief KLPD) worden<br />

uitgezet. In de vragenlijst zal gevraagd worden naar de uitingsvormen en de opbrengsten<br />

van preventief <strong>fouilleren</strong>. Verder wordt ingegaan op de basale kenmerken (zoals waar,<br />

wanneer en frequentie) en op de afwegingen die bij de besluitvorming een rol spelen (is<br />

men in de loop der jaren bijvoorbeeld ook anders gaan werken c.q. inzetten). Bij de analyse<br />

van deze gegevens zal gekeken worden naar de geografische spreiding, gerelateerd<br />

aan gemeentelijke problematiek en de groo tte van de gemeenten in de desbetreffende<br />

politieregio's. Vermoedelijk zijn deze factoren van invloed op de inzet en de wijze van<br />

uitvoering van preventief <strong>fouilleren</strong>.<br />

Doel: een landelijk basaal beeld van de stand van zaken rond preventief <strong>fouilleren</strong>.<br />

Fase II: Ontwikkelingen preventief <strong>fouilleren</strong><br />

De informatie uit de vorige fase zal de basis vormen voor de verdiepende interviews die<br />

we willen gaan houden met een aantal gemeenten en politieregio's. In deze fase richten<br />

wij ons op de gemeenten waar het eerder uitgevoerde onderzoek naar preventief <strong>fouilleren</strong><br />

Van der Torre en Ferwerda (2005) heeft plaatsgevonden, inclusief de bijbehorende<br />

politieregio' s.<br />

Interviews met gemeentefunctionarissen<br />

De verdiepingsinterviews zullen worden afgenomen met contactpersonen van de volgende<br />

gemeenten: Amsterdam, Ro tterdam, Den Helder, Haarlemmermeer, Heerlen, Utrecht,<br />

Tilburg, Roermond, Maastricht en Zaanstad. Daarnaast betrekken we ook de gemeente<br />

Den Haag, als onderdeel van de G4, bij deze fase. De focus op deze elf gemeenten heeft<br />

een tweeledig doel: enerzijds kunnen de ontwikkelingen sinds de invoering van preventief<br />

<strong>fouilleren</strong> in kaart worden gebracht. Hierbij is veel aandacht voor de aanpassingen en<br />

achterliggende redenen in het gemeentelijke beleid ten aanzien van preventief <strong>fouilleren</strong>.<br />

In deze fase zal zowel gekeken worden naar de best practices als de aandachtspunten.<br />

(Groeps-)interviews met politiefunctionarissen<br />

In deze onderzoeksfase gaat het om de politieregio's van de elf gemeenten in voorgaande<br />

onderzoekshandeling. Het betreft interviews met vertegenwoordigers van politieregio's<br />

die veel ervaring hebben met preventief <strong>fouilleren</strong>. 2 Ter voorbereiding zullen we eventueel<br />

aanwezige (beleids)stukken opvragen, om zo de selectiecriteria voor preventief <strong>fouilleren</strong><br />

te achterhalen. Vervolgens zullen we tijdens de interviews de focus leggen op de<br />

afwegingen die worden gemaakt om bepaalde individuen wel te benaderen en andere<br />

2. Ondanks dat gemeente Den Haag niet is betrokken bij het onderzoek van Van der Torre en Ferwerda<br />

(2005) zullen we zowel deze gemeente als politieregio Haaglanden meenemen in deze onderzoeksfase.<br />

We komen dan op 11 gemeenten in 10 regio's (Maastricht en Heerlen zijn<br />

opgenomen in politieregio Limburg-Zuid).


<strong>Preventief</strong> <strong>fouilleren</strong>: slim of discriminatoir? - 7 -<br />

groepen niet. De geïnterviewden leggen we diverse persoonstypen en —groepen voor, met<br />

de vraag of ze deze al dan niet zouden willen benaderen voor preventieve fouillering en<br />

waarom.<br />

Participerende observatie bij drie acties preventief <strong>fouilleren</strong><br />

Tijdens de interviews zal nagegaan worden of er in een regio c.q. gemeente op korte termijn<br />

acties gepland staan. Indien dit het geval is zullen we tijdens een drietal acties (in<br />

verschillende gebieden) een dienst mee gaan draaien (van briefing tot debriefing) om<br />

zicht te krijgen op de uitvoering (hoe gaat men ter werk, hoe vinden selecties plaats en<br />

waarom, et cetera). Naast observaties zullen met de aanwezige functionarissen ook gesprekken<br />

gevoerd worden.<br />

Doel: stand van zaken van preventief <strong>fouilleren</strong> in elf gemeenten en inzicht in (discriminatoire)<br />

afwegingen die een rol spelen bij de besluitvorming over het toepassen van en<br />

ervaringen met de uitvoering van preventief <strong>fouilleren</strong>. Tevens wordt een beeld geschetst<br />

van de historische ontwikkelingen en opbrengsten van preventief <strong>fouilleren</strong> in de tien<br />

gemeenten.<br />

Fase III: Analyse relevante jurisprudentie<br />

In deze fase worden belangrijke rechterlijke toetsingen betrekking hebbende op preventief<br />

<strong>fouilleren</strong> geanalyseerd. Rechterlijke uitspraken vormen het juridische sluitstuk van<br />

deze politieactie. Dit traject begint bij de oorspronkelijk bedoelde regelgeving en krijgt<br />

via de uitvoering in de praktijk handen en voeten. Uiteindelijk is het de rechter die echter<br />

oordeelt over de grenzen hiervan. Voor de uitvoering van deze fase zal een jurist ingeschakeld<br />

worden. Enkele voorbeelden van rechtszaken over preventief <strong>fouilleren</strong> zijn in<br />

bijlage 2 opgenomen.<br />

Doel: inzicht in rechterlijke uitspraken over de toelaatbaarheid en grenzen in de uitvoering<br />

van preventief <strong>fouilleren</strong>.<br />

Fase IV: Inzoomen op drie wijken<br />

In deze fase lichten we drie wijken waarin preventief <strong>fouilleren</strong> is uitgevoerd eruit. 3<br />

Daarvoor bestuderen we relevante documenten en spreken we met maximaal vijf sleutelfiguren<br />

die veel over de betreffende wijk weten. Mocht het zo voorkomen dat er tijdens<br />

het onderzoek acties in de wijk gepland staan (zie ook onder fase II) dan zullen we hier<br />

ook mogelijk een dienst meedraaien.<br />

3. Ons voornemen is, om in ieder geval de wijk Kanaleneiland in Utrecht hiervoor te selecteren. In<br />

overleg met de opdrachtgever kan de keuze voor de overige wijken nader bepaald worden.


<strong>Preventief</strong> <strong>fouilleren</strong>: slim of discriminatoir? - 8 -<br />

Doel: inzicht krijgen in de overwegingen om in een bepaalde wijk preventief <strong>fouilleren</strong> in<br />

te zetten en zicht krijgen op de werkwijze op straat.<br />

Fase V: Draagvlakonderzoek<br />

Om de algemene acceptatiegraad van preventief <strong>fouilleren</strong> te achterhalen, voeren we ten<br />

eerste een internetscan uit. Via deze weg willen we te weten komen wat de mening in de<br />

media rond dit fenomeen is. Daarin wordt ook de ontwikkeling in deze meningsvorming<br />

door de jaren heen geschetst.<br />

Een tweede onderdeel hiervan is het bevragen van de gemeentevertegenwoordigers in de<br />

belronde uit de eerste onderzoeksfase. De centrale vraag hierbij is welk standpunt de betreffende<br />

gemeente inneemt rond preventief <strong>fouilleren</strong>, en of dit standpunt mogelijk door<br />

de jaren heen is veranderd. 4<br />

Doel: inzicht krijgen in de historische en heersende opva ttingen over preventief <strong>fouilleren</strong>.<br />

Fase VI: Rapporteren<br />

De resultaten van het onderzoek zullen in een rapport worden weergegeven. Hierin wordt<br />

antwoord gegeven op de onderzoeksvragen. Tevens zullen aanbevelingen en richtingen<br />

voor eventueel vervolgonderzoek opgenomen zijn. Ook zullen, indien hier aanleiding toe<br />

bestaat, suggesties worden gedaan om (onderdelen van) preventief <strong>fouilleren</strong> bij te sturen.<br />

De inhoud van de rapportage zal tevens mondeling aan de opdrachtgever worden gepresenteerd.<br />

Doel: het integreren van de onderzoeksbevindingen in een rapportage.<br />

De praktijkrelevantie van het onderzoek<br />

De beoogde praktijkrelevantie van dit onderzoek kan puntsgewijs als volgt worden omschreven:<br />

Het onderzoek geeft de laatste stand van zaken op het gebied van preventief <strong>fouilleren</strong>,<br />

sinds de ontwikkeling ervan in 2002. Hoe en in welke mate komt dit fenomeen<br />

voor? Er kan worden geleerd van (de laatste) ontwikkelingen die bij gemeenten en<br />

politieregio's gaande zijn op dit terrein.<br />

Het onderzoek geeft zicht op afwegingen die de gemeenten en de politie maakt bij het<br />

al dan niet benaderen van burgers. Vervolgens levert het onderzoek zicht op het oordeel<br />

van de rechter op deze afwegingen.<br />

Het onderzoek geeft inzicht in mogelijke selectiemechanismen op straat. Wie wordt<br />

met andere woorden waarom gecontroleerd?<br />

Het onderzoek geeft zicht op de opbrengsten van preventief <strong>fouilleren</strong>.<br />

4. Deze onderzoekshandeling zal gelijktijdig met de belronde uit onderzoeksfase 1 plaatsvinden.<br />

.<br />

^,_


3. Planning, begroting en projectteam<br />

onderzoeksfasë maand<br />

Fase I Landelijke inventarisatie<br />

Fase II Interviews gemeente (11)<br />

Interviews politie (10)<br />

Observatie tijdens acties<br />

Fase III Analyse jurisprudentie<br />

Fase IV Inzoomen op drie wijken<br />

Fase V Draagvlakonderzoek<br />

Fase V Rapportage s<br />

Overleg met opdrachtgever<br />

<strong>Preventief</strong> <strong>fouilleren</strong>: slim of discriminatoir? - 9 -<br />

Vanaf het moment van opdrachtverstrekking zal het totale traject zes maanden in beslag<br />

nemen. Hieronder wordt het tijdpad van de diverse onderzoeksfasen over de periode<br />

weergegeven.<br />

1 2 3 4 5 6<br />

Begroting<br />

Voor de uitvoering van het onderzoek wordt een bedrag van 69.300 euro 6 in rekening<br />

gebracht.' De gespecificeerde begroting is opgenomen in bijlage 3.<br />

Bureau Beke is hoofdopdrachtnemer. Beke en het COT nemen ieder de helft van de tijdsbesteding<br />

voor hun rekening. Betalingsvoorwaarden: 50% bij opdrachtbevestiging en<br />

50% bij eindrapportage.<br />

Onderzoek in samenwerking<br />

Dit onderzoek is een samenwerkingsverband tussen het COT Instituut voor Veiligheidsen<br />

Crisismanagement en Bureau Beke. Het onderzoeksteam is als volgt samengesteld:<br />

Dr. H. Ferwerda en Dr. E. van der Torre (projectleiding)<br />

Drs. J. Kuppens<br />

Drs. A. Cornelissens<br />

Dr. E. Bervoets<br />

Drs. E. Cachet<br />

Mr. Drs. R. Dammen<br />

5. De conceptrapportage wordt besproken met de opdrachtgever en daarna definitief gemaakt.<br />

Standaard is voorzien in het verstrekken van 20 rapporten aan de opdrachtgever.<br />

6. Inclusief BTW: 82.467 euro.<br />

7. We hanteren voor dit onderzoek een gemiddeld dagdeeltarief van €500,- excl. BTW, voor (senior)onderzoekers<br />

(SO).<br />

^^......_, ^


<strong>Preventief</strong> <strong>fouilleren</strong>: slim of discriminatoir? - 10 -<br />

Henk Ferwerda — is criminoloog, politieonderzoeker en directeur van Bureau Beke.<br />

Sinds 1986 publiceert hij op diverse terreinen van de criminaliteit, veiligheidsbeleid en de<br />

strafrechtsketen. Recente publicaties: vastgoedfraude (Malafide activiteiten in het vastgoed,<br />

2007), afpersing van het bedrijfsleven (Je bedrijf of je leven, 2007), huiselijk geweld<br />

(Huiselijk geweld gemeten, 2008), criminaliteit onder Antillianen (Verborgen<br />

problemen, 2008), notoire ordeverstoorders (Rellen om te rellen, in press) én geweld tegen<br />

politieambtenaren (Bont en Blauw, 2009).<br />

Edward van der Torre - is politieonderzoeker en criminoloog. Hij promoveerde op het<br />

proefschrift Politiewerk: Politiestijlen, community policing, professionalisme (1999). Hij<br />

ontving hiervoor de Van Poelje Jaarprijs 1999. Hij heeft veel onderzoek verricht naar<br />

criminaliteit, zowel criminologisch onderzoek naar de oorzaken en onder de doelgroep,<br />

als bestuurskundig onderzoek naar veiligheidsbeleid en de effecten daarvan. Hij is binnen<br />

het COT Managing Senior van het team Veiligheidsmanagement.<br />

Jos Kuppens — is als socioloog afgestudeerd in de samenstelling van het extreem-rechts<br />

electoraat in Vlaanderen. Voorheen was hij als onderzoeker werkzaam bij de IND en het<br />

Ministerie van Justitie (WODC). Hij deed onder andere onderzoek op het gebied van<br />

drugs, drugsgerelateerde criminaliteit, rechtshandhaving en beleidsonderzoek op het terrein<br />

van Grote stedenbeleid en criminaliteit. Hij is betrokken bij diverse onderzoeken naar<br />

overlast en alcohol- en druggebruik in uitgaanssettings, georganiseerde diefstal in de<br />

wegtransportsector en diverse onderzoeken naar huiselijk en eergerelateerd geweld.<br />

Agnes Cornelissens — criminoloog en is sinds 2006 als junior onderzoeker werkzaam bij<br />

Bureau Beke. Zij is onder andere betrokken bij onderzoek naar de aanpak van probleemgezinnen<br />

met delinquente kinderen, enkele evaluaties van projecten voor delinquente en<br />

problematische jongeren en onderzoeken naar huiselijk geweld en eergerelateerd geweld<br />

Eric Bervoets - is politieonderzoeker en criminoloog. Hij was tot voor kort als onderzoeker<br />

en docent werkzaam bij de Politieacademie. Hij promoveerde op het proefschrift Tussen<br />

respect en doorpakken: de politiële aanpak van Marokkaanse jongeren in Gouda,<br />

Utrecht en Amsterdam (2006). De aandachtsgebieden zijn jeugdcriminologie, jongeren en<br />

openbare ordeproblematiek, politiewerk in probleemwijken en evaluatiemethodologie<br />

(omwille van onderzoek naar good practices). Van zijn hand zijn over deze thema's verschillende<br />

artikelen verschenen in onder andere het Tijdschrift voor Criminologie, Proces,<br />

het Tijdschrift voor Veiligheid en Veiligheidszorg, Tijdschrift voor de Politie, Kwalon en<br />

Policing and Society.<br />

Eduard Cachet — studeerde communicatiewetenschappen. Hij is sinds 2004 werkzaam<br />

bij het COT. Cachet heeft onder meer onderzoek verricht naar drugsproblematiek, lokaal<br />

veiligheidsbeleid en voetbalgeweld. Hij werkt momenteel onder meer aan een onderzoek<br />

^<br />

,u„Z,,,t


<strong>Preventief</strong> <strong>fouilleren</strong>: slim of discriminatoir? - 11 -<br />

naar informatieprocessen bij de aanpak van voetbalgeweld (Politie & Wetenschap, te<br />

verschijnen 2008) en aan een onderzoek naar enkele recente ongeregeldheden in Amsterdam.<br />

Rose Dammen - onderzoeker-adviseur bij het COT Instituut voor Veiligheid- en Crisismanagement.<br />

Bij het COT doet zij onderzoek op twee hoofdterreinen: openbare orde<br />

recht en crisisbeheersing. Voor het stadsdeel Amsterdam Centrum deed zij eind 2007,<br />

begin 2008 onderzoek naar de werking van alcoholverboden in daarvoor aangewezen<br />

gebieden. Op dit moment is zij voor de gemeente Amsterdam betrokken bij de invoering<br />

van Bestuurlijke Ophouding. Verder houdt zij zich onder andere bezig met diverse evaluaties<br />

van de crisisbeheersing.<br />

Over de instituten<br />

Bureau Beke<br />

Heeft ervaring met kwalitatief en kwantitatief onderzoek. Enkele voorbeelden van veel<br />

gehanteerde onderzoekmethoden zijn: dossieronderzoek, waaronder onderzoek van politiedossiers,<br />

grootschalige vragenlijstonderzoek, literatuuronderzoek, diepte-interviews en<br />

observatieonderzoek.<br />

Een grote realiteitswaarde van de onderzoeksresultaten en de adviezen staan bij Bureau<br />

Beke centraal. Resultaten van onderzoek worden vertaald in praktisch bruikbare adviezen<br />

waarvan de uitvoering haalbaar wordt geacht. Tegelijkertijd staat de wetenschappelijke<br />

aanpak garant voor een gedegen onderbouwing van de resultaten.<br />

COT Instituut voor Veiligheids- en Crisismanagement b.v.<br />

Het COT richt zijn activiteiten op veiligheidsvraagstukken en op het management van<br />

crises en andere buitengewone omstandigheden. Het onderzoek naar veiligheid heeft zowel<br />

betrekking op de organisatie en werking van het repressieve complex (politie, justitie,<br />

bestuur) als op de achtergronden en gedragingen van groepen en personen die de rechtsorde<br />

of openbare orde verstoren.<br />

Het COT combineert beleidsonderzoek met criminologie. Die combinatie komt onder<br />

meer tot uitdrukking in het boek `Openbare Orde' en in de methode voor `Strategische<br />

Drugsanalyses' en voor de Strategische Veiligheidsanalyse', alsook in verschillende<br />

(evaluerende) casestudies. Het COT streeft ernaar zelf ter plaatse waarnemingen te doen:<br />

binnen betrokken organisaties, op 'onveilige' stedelijke locaties en gedurende buitengewone<br />

omstandigheden.<br />

In bijlage 1 is een aantal — voor onderhavig onderzoek — relevante onderzoeken opgenomen.<br />

Voor meer informatie over Bureau Beke en het COT verwijzen we u naar<br />

www.beke.nl en www.cot.nl .<br />

^^^


Geraadpleegde bronnen<br />

<strong>Preventief</strong> <strong>fouilleren</strong>: slim of discriminatoir? - 12 -<br />

Mul, V.<br />

Enige juridische kanttekeningen bij het preventief <strong>fouilleren</strong>. Rotterdam: Erasmus Universiteit<br />

Rotterdam. April 2003.<br />

Torre, E. J. van der en Ferwerda, H.<br />

<strong>Preventief</strong> <strong>fouilleren</strong>. Een analyse van het proces en de externe effecten in tien gemeenten.<br />

Den Haag/Arnhem: COT/Advies- en Onderzoeksgroep Beke. 2005.<br />

Tweede Kamer der Staten- Generaal<br />

Voorstel van wet van het lid Van de Camp tot wijziging van de Gemeentewet en de Wet<br />

wapens en munitie in verband met de bestrijding van wapengeweld; Memorie van toelichting.<br />

Vergaderjaar 1999-2000, 26865, nr 5. Den Haag. April 2000.<br />

Tweede Kamer der Staten-Generaal<br />

Wijziging van de Wet wapens en munitie met betrekking tot onderzoek aan de kleding en<br />

het onderzoeken van vervoermiddelen en van de Gemeentewet met betrekking tot de aanwijzing<br />

van gebieden; Memorie van toelichting. Tweede Kamer Vergaderjaar 2000-2001,<br />

27605, nr. 3. Den Haag. Februari 2001.<br />

Nieuwsberichten<br />

AD Rotterdam. Rotterdam: preventief <strong>fouilleren</strong> helpt. 24 oktober 2003.


Bijlage 1 — Relevante onderzoeken<br />

<strong>Preventief</strong> <strong>fouilleren</strong>: slim of discriminatoir? - 13 -<br />

Hierna presenteren we een overzicht van de door Bureau Beke en het COT uitgevoerde<br />

relevante recente onderzoeken.<br />

Dijk, V., Bikkers, B.T. & Torre, E.J. van der.<br />

Evaluatie preventief <strong>fouilleren</strong> Amsterdam: Opbrengsten, wapenincidenten en hot spots,<br />

Den Haag, mei 2008.<br />

Ferwerda, H. en Verhagen, G.<br />

<strong>Preventief</strong><strong>fouilleren</strong> in Leeuwarden. Resultaten van de eerste negen acties in 2004. Arnhem:<br />

Beke. 2005.<br />

Torre, E.J. van der, Arts, N., Ferwerda, H. en Schaap, L.<br />

Wapengeweld en straatroof Een onderzoek naar daders, slachtoffers en gelegenheidsstructuren<br />

in de politieregio Amsterdam-Amstelland. Den Haag/Arnhem: COT/Beke.<br />

2008.<br />

Torre, E.J. van der & Dijk, V.<br />

<strong>Preventief</strong> Fouilleren in Rotterdam: Maatschappelijk draagvlak, opbrengsten en effecten,<br />

Den Haag/Rotterdam, 2007.<br />

Torre, E.J. van der & Dijk, V.<br />

Evaluatie <strong>Preventief</strong> Fouilleren in Amsterdam: Opbrengsten, wapenincidenten en hot<br />

spots, Den Haag, mei 2007.<br />

Torre, E. J. van der en Ferwerda, H.<br />

<strong>Preventief</strong> <strong>fouilleren</strong>. Een analyse van het proces en de externe effecten in tien gemeenten.<br />

Den Haag/Arnhem: COT/Advies- en Onderzoeksgroep Beke. 2005.<br />

Torre E.J. van der, Hoogenboom, A.B., Sienot, F.R., Lansbergen R.<br />

<strong>Preventief</strong><strong>fouilleren</strong> in Amsterdam: een procesevaluatie, Den Haag, mei 2003.<br />

Torre, E.J. van der & Schaap, L..<br />

<strong>Preventief</strong> Fouilleren in Amsterdam: Opbrengsten en Wapenincidenten, Den<br />

Haag/Amsterdam, mei 2004.<br />

Torre, E.J. van der, Schaap, L..<br />

"De derde ronde " <strong>Preventief</strong> Fouilleren in Amsterdam: Opbrengsten en wapenincidenten,<br />

Den Haag, april 2005.<br />

Torre, E.J. van der, Schaap, L., Schaap, S.D. & Dijk, V.<br />

Evaluatie <strong>Preventief</strong> Fouilleren in Amsterdam: de stand van zaken, Den Haag, 2006.


<strong>Preventief</strong> <strong>fouilleren</strong>: slim of discriminatoir? - 14 -<br />

Bijlage 2 — Enkele belangrijke rechterlijke uitspraken<br />

Er is tot twee keer toe een aanwijzingsbesluit — het besluit waarin een gebied als VRG<br />

wordt aangewezen - rechterlijk getoetst. Bij één zaak boog de rechter zich ook over de<br />

last. Het gaat om twee belangrijke zaken. De eerste zaak heeft tot enkele beleidsaanscherpingen<br />

geleid die bij de tweede zaak door de rechter juridisch in orde worden bevonden.<br />

Het betreft de volgende twee rechtszaken:<br />

1. De man die weigerde mee te werken: heroverweging van het aanwijzingsbesluit<br />

Op 19 februari 2004 weigert een man een controle tijdens een actie preventief <strong>fouilleren</strong>.<br />

De man wordt aangehouden en voorgeleid. Hij blijkt geen wapens op zak te hebben en hij<br />

wordt, zonder een verklaring af te leggen, na bijna drie uur heengezonden. De Politierechter<br />

(Amsterdam, 27 januari 2005) veroordeelt de man tot een geldboete van 150 euro<br />

omdat hij niet heeft voldaan aan een krachtens de artikelen 50, 51 en 52 WWM gegeven<br />

bevel.<br />

De man gaat in beroep. Het Hof oordeelt anders: het vonnis wordt vernietigd en de verdachte<br />

wordt vrijgesproken. Het Hof neemt het aanwijzingsbesluit - het betreft de aanwijzing<br />

voor de periode van 1 juli 2003 tot en met juni 2004 - op de korrel: de motivering<br />

schiet in ernstige mate tekort. De aanwijzing is met deze motivering te ruim genomen,<br />

zowel naar tijd als naar het gebied. De desbetreffende aanwijzing (aanwijzingsbesluit<br />

burgemeester, 26 juni 2003), wordt in het besluit als volgt gemotiveerd:<br />

`(...) dat in de genoemde veiligheidsrisicogebieden nog geen significante daling van<br />

(vuur)wapengerelateerde incidenten geconstateerd kan worden;<br />

■ dat ondanks het feit dat er regelmatig preventief fouilleeracties plaatsvinden nog<br />

steeds bij elke actie (vuur)wapens in beslag worden genomen;<br />

dat daarom gewenst is om deze gebieden opnieuw aan te wijzen als veiligheidsrisicogebied'.<br />

Het valt op dat lang niet alle overwegingen, alsmede de gegevens waarop die zijn gebaseerd<br />

(waaronder de overzichten van het aantal wapenincidenten), van de subdriehoek<br />

wapens en burgemeester in het aanwijzingsbesluit worden vermeld.<br />

,<br />

a ^:^.^^^ _ . .\Cii^ :^^^ ^ W..:-:^^ :^: ^«a^ Z^ ^ ^^... ^^. +v ^ .. ^í^^^-c ^. ^^a ^ ' ^v ^ .. . .


<strong>Preventief</strong> <strong>fouilleren</strong>: slim of discriminatoir? - 15 -<br />

Consequenties<br />

Kort voor de uitspraak van het Hof had de burgemeester van Amsterdam een nieuw aanwij<br />

zingsbesluit genomen. Het besluit had betrekking op de twee zelfde VRG's, kende een<br />

vrijwel identieke motivering en een looptijd van 24 maanden, met inwerkingtreding op 1<br />

juli 2005. Er wordt geconcludeerd dat in elk geval een meer uitgebreide schriftelijke motivering,<br />

als onderdeel van het aanwijzingsbesluit, nodig is om een (her)aanwijzing van<br />

de VRG's te motiveren. Bovendien worden consequenties getrokken uit de opmerkingen<br />

van het Hof over de ruim genomen aanwijzing: er wordt afgestapt van een aanwijzing<br />

voor 2 jaar. Er volgt een herziening van het aanwijzingsbesluit: beter gemotiveerd en met<br />

een looptijd van 1 jaar. De motivering is op zich niet echt nieuw: de overwegingen worden<br />

nu echter uitgebreid in het aanwijzingsbesluit vermeld. De burgemeester informeert<br />

de raadscommissie van algemene zaken per brief d.d. 7 oktober 2005 over zijn besluit om<br />

het dan geldende aanwijzingsbesluit aanvullend te motiveren en de looptijd terug te brengen<br />

tot éénjaar.<br />

Naast deze herziening wordt ten behoeve van lopende strafzaken een aanvullende motivering<br />

gegeven van twee aanwijzingsbesluiten: het eerste aanwijzingsbesluit van 23 november<br />

2002 (met een looptijd van een halfjaar) en het tweede van 26 juni 2003 (met een<br />

looptijd van eenjaar). Deze aanvullende motivering — per brief van 10 oktober 2005 -<br />

beschrijft het wapenbeleid en vermeldt dat er nauwgezette analyses zijn gemaakt van de<br />

wapenincidenten in Amsterdam, waaruit blijkt dat er twee gebieden zijn met opvallende<br />

concentraties. Deze gegevens zijn de basis voor de aanwijzing van twee VRG's. Na afloop<br />

van de eerste aanwijzingsperiode is het preventief <strong>fouilleren</strong> geëvalueerd, met aandacht<br />

voor onder meer de wapenopbrengst, de ontwikkelingen in de wapenincidenten, de<br />

wijze waarop gecontroleerd wordt en de oordelen van burgers over het instrument. Dit<br />

levert de grondslag van het aanwijzingsbesluit van 26 juni 2003. De brief van 10 oktober<br />

2005 merkt op dat niet alle argumenten om tot aanwijzing over te gaan, staan vermeld in<br />

het aanwijzingsbesluit, maar louter de hoofdargumenten. De uitwerking van deze argumenten<br />

zijn terug te vinden in onderliggende beleidsstukken.<br />

Hier komt bij dat het Openbaar Ministerie in cassatie is gegaan tegen de uitspraak van het<br />

Hof. Het Openbaar ministerie meent dat het bestuurlijke aanwijzingsbesluit niet getoetst<br />

kan worden door de strafrechter.<br />

_^^_ ,..._....<br />

^,


<strong>Preventief</strong> <strong>fouilleren</strong>: slim of discriminatoir? - 16 -<br />

2. XTC-pillen: rechterlijke instemming met motivering van de aanwijzing en met de last<br />

Op 3 oktober 2003 worden een bestuurder en twee inzi ttenden van een auto gecontroleerd<br />

bij een actie preventief <strong>fouilleren</strong>. Er wordt XTC aangetroffen en de politierechter in de<br />

rechtbank van Amsterdam veroordeelt de bestuurder tot een geldboete van 500 euro subsidiair<br />

10 dagen hechtenis. Er wordt hoger beroep ingesteld. De raadsman van de verdachte<br />

stelt dat zowel het aanwijzingsbesluit van 26 juni 2003 als de door de officier van<br />

justitie afgegeven last van 30 september 2003 onbevoegd zijn genomen en derhalve<br />

rechtskracht ontberen. Er wordt verwezen naar de bovenstaande zaak.<br />

Het Hof beoordeelt dit keer dus niet (alleen) het oorspronkelijke aanwijzingsbesluit van<br />

26 juni 2003, maar ook de aanvullende motivering in de brief van 10 oktober 2005. Het<br />

Hof oordeelt dat de burgemeester in redelijkheid heeft kunnen besluiten tot de aanwijzing<br />

van het VRG, met inachtneming van de omvang van het gebied en van de duur van de<br />

aanwijzing. Het Hof oordeelt dat er geen sprake is van een permanent aanwijzingsbesluit,<br />

omdat de aanwijzing na het verlopen daarvan telkens wordt heroverwogen. De wetgever<br />

heeft volgens het Hof bedoeld dat er een bestuurlijke afweging plaatsvindt over de noodzaak<br />

van een aanwij zing.<br />

Het Hof beoordeelt ook de door de officier van justitie afgegeven last. Voor de officier<br />

van justitie is het zogeheten `sfeerverbaal wapenincidenten' belangrijk. Dit verbaal omvat<br />

de volgende standaardelementen:<br />

Een gebiedsaanduiding van het VRG;<br />

Een omschrijving van de (wapengerelateerde) problematiek op meer concrete locaties<br />

binnen het VRG;<br />

Het handhavingsbeleid in brede zin en reeds uitgevoerde activiteiten;<br />

Een analyse van de wapenincidenten in het gebied;<br />

Een weergave van de wapenincidenten in de laatste maanden;<br />

Een samenvatting;<br />

Een overzicht van recente wapenincidenten.<br />

In de last geeft de officier van justitie te kennen dat preventief <strong>fouilleren</strong> subsidiair en<br />

dringend noodzakelijk is. De last vermeldt ook concrete cijfers over wapenincidenten.<br />

Het Hof oordeelt dat dit feiten en omstandigheden oplevert die de noodzaak van de uit de<br />

last voortvloeiende bevoegdheden voldoende onderbouwen en daarmee de controle op 3<br />

oktober 2003 rechtvaardigen.<br />

-


<strong>Preventief</strong> <strong>fouilleren</strong>: slim of discriminatoir? - 17 -<br />

Bijlage 3 — Gespecificeerde begroting in dagdelen<br />

Onderzoeksactiviteiten SO 8<br />

Belronde G30-gemeenten<br />

voorbereiding 2<br />

Fase I<br />

uitvoering (incl. verwerken)<br />

Landelijke inventarisatie politieregio's<br />

5<br />

voorbereiding 4<br />

uitvoering (incl. analyse)<br />

Interviews (21, met 2 interviewers)<br />

8<br />

Fase II<br />

voorbereiding<br />

uitvoering (incl. uitwerking)<br />

4<br />

42<br />

Observatieonderzoek 3 acties 12<br />

Fase III Analyse jurisprudentie 10<br />

Inzoomen op drie wijken<br />

10<br />

Fase IV documentstudie 6<br />

interviews (5, met 2 interviewers) 10<br />

Fase V Draagvlakonderzoek<br />

internetscan 6<br />

Belronde G30-gemeenten (gelijk met fase 1)<br />

Rapportage<br />

-<br />

Fase VI conceptrapportage 20<br />

eindrapportage 6<br />

Subtotaal in dagdelen 135<br />

Subtotaal in € 67.500,-<br />

Bureau- en reiskosten 1.800,-<br />

Totaal in € 69.300,-"<br />

8. Er wordt een dagdeeltarief van 500 euro in rekening gebracht.<br />

9. De voorbereidende fase omvat ondermeer het verzamelen van gegevens van contactpersonen bij<br />

alle gemeenten.<br />

10. Voor deze fase van het onderzoek zal een jurist ingeschakeld worden.<br />

11. Inclusief BTW: 82.467 euro.<br />

^. ^^.<br />

, , \ \ \ _ . ^ „<br />

z ,<br />

,


Rijnkade 84<br />

6811 HD Arnhem<br />

tel 026 - 443 8619<br />

fax 026 - 442 28 12<br />

info@beke.nl<br />

www.beke.nl


OVEREENKOMST IN HET KADER VAN HET PROGRAMMA POLITIE EN<br />

WETENSCHAP INZAKE <strong>Preventief</strong> <strong>fouilleren</strong>: slim of discriminatoir? — nummer<br />

PW/OG2009/16<br />

DE ONDERGETEKENDEN<br />

De Politieacademie, ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door de directeur van het<br />

Programmabureau Politie en Wetenschap, hierna te noemen: de Opdrachtgever,<br />

en<br />

Bureau Beke, ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door dr. H. Ferwerda, hierna te<br />

noemen: Opdrachtnemer,<br />

OVERWEGENDE<br />

dat in het kader van het Programma Politie en Wetenschap onderzoek is gewenst naar de<br />

grenzen van gericht pro-actief politieoptreden in samenhang met de toepassing van<br />

preventief <strong>fouilleren</strong> in Nederland: hoe heeft de toepassing van preventief <strong>fouilleren</strong> door<br />

de politie zich in de praktijk ontwikkeld en hoe past men daarbij selectie toe? Hoe wordt<br />

dit juridisch beoordeeld?;<br />

dat de Opdrachtnemer het onderzoek zal uitvoeren in een samenwerkingsverband met het<br />

COT, Instituut voor Veiligheids- en Crisismanagement;<br />

dat de Opdrachtgever Opdrachtnemer via de Call 2008 heeft verzocht een offerte uit te<br />

brengen met betrekking tot bovenbedoeld onderwerp;<br />

dat Opdrachtnemer juni 2009 definitief offerte heeft uitgebracht met betrekking tot<br />

bovenbedoeld onderwerp;<br />

dat de Opdrachtgever Opdrachtnemer onder de voorwaarden van deze Overeenkomst<br />

opdracht wenst te verstrekken tot het uitvoeren van de in artikel 1 bedoelde Diensten<br />

en Opdrachtnemer die opdracht wenst te aanvaarden;<br />

VERKLAREN TE ZIJN OVEREENGEKOMEN ALS VOLGT:<br />

Artikel 1 - Voorwerp van de Overeenkomst<br />

1.1<br />

1.2<br />

1.3<br />

Opdrachtnemer zal voor rekening van en ten behoeve van de Opdrachtgever<br />

onderzoek verrichten naar ontwikkelingen in de toepassing van preventief <strong>fouilleren</strong> in<br />

gemeenten en korpsen, met name wat betreft de afweging tussen gericht,<br />

discriminatoir en non-discriminatoire toepassingen, overeenkomstig de offerte d.d. 23<br />

juni 2009, die als bijlage I aan deze Overeenkomst is gehecht en geacht worden<br />

daarvan deel uit te maken.<br />

Opdrachtnemer zal het onderzoek uitvoeren in een gezamenlijkheid met het COT,<br />

Instituut voor Veiligheids- en Crisismanagement.<br />

Opdrachtnemer heeft zich in voldoende mate op de hoogte gesteld van de<br />

doelstellingen van de Opdrachtgever met betrekking tot het onderhavige onderwerp,<br />

zoals weergegeven in de gesprekken ter zake met C. Loef en A. Venderbosch,<br />

Programmamedewerkers Politie en Wetenschap.


Artikel 2 - Duur van de Overeenkomst<br />

2.1 Opdrachtnemer zal de Diensten uitvoeren tussen 1 juli 2009 en 1 maart 2010.<br />

2.2 Opdrachtnemer zal maximaal 67,5 (advies)dagen aan de verrichting van de Diensten<br />

besteden.<br />

2.3 Opdrachtnemer zal uiterlijk op 1 maart 2010 zijn bevindingen presenteren aan de<br />

Opdrachtgever.<br />

Artikel 3 - Uitvoering en rapportage<br />

3.1 Ter zake van de uitvoering van deze Overeenkomst zal door Opdrachtnemer het<br />

volgende Personeel worden ingezet:<br />

a. Dr. H. Ferwerda ( projectleider Beke);<br />

b. Dr. E. van der Torre (projectleider COT)<br />

c. Drs. J. Kuppens (onderzoeker Bureau Beke)<br />

d. Drs. A. Cornelissens (onderzoeker Bureau Beke)<br />

e. Drs. E. Cachet (onderzoeker; COT)<br />

f. Mr. drs. R. Dammen (onderzoeker COT)<br />

g. Dr. E. Bervoets (onderzoeker COT)<br />

Opdrachtnemer zal zowel mondeling als schriftelijk rapporteren aan de<br />

Opdrachtgever. Als contactpersoon voor Opdrachtnemer treedt op dr. H. Ferwerda.<br />

Als contactpersoon voor de Opdrachtgever treden op drs. C. Loef,<br />

Programmamedewerker Politie en Wetenschap en drs. A. Venderbosch,<br />

Programmamedewerker Politie en Wetenschap. Deze vertegenwoordigen de<br />

Opdrachtgever bij de uitvoering van de Overeenkomst. De contactpersoon kan slechts<br />

bindende afspraken maken, voor zover hij/zij daa rtoe uitdrukkelijk bevoegd is.<br />

3.2 Opdrachtnemer zal uiterlijk 1 maart 2010 het eindrapport aan de Opdrachtgever<br />

aanbieden. Naast het eindrapport zal een aparte notitie worden a angeboden waarin<br />

aangegeven wordt hoe de onderzoeksresultaten ve rtaald (zouden) kunnen worden naar<br />

politieveld- en praktijk; de totstandkoming van deze notitie zal in nauw overleg en in<br />

overeenstemming geschieden met de begeleidingscommissie.<br />

3.3 De Opdrachtgever ontvangt nader overeen te komen exemplaren van eind- en<br />

(eventuele) interim-rapporten. De opdrachtgever behoudt zich het recht voor eind- en<br />

(eventuele) interim-rapporten uit te brengen in een aparte publicatiereeks in het kader<br />

van het Programma Politie en Wetenschap (zie ook 6.1).<br />

3.4 Het eindrapport zal een zelfstandige leesbare samenva tting bevatten alsmede een kort<br />

uittreksel (abstract) in het Engels, met daarin opgenomen een verwijzingsindex op<br />

basis van een aantal sleutelwoorden (keywords).<br />

Artikel 4 - Prijs en declaratie<br />

4.1 De Opdrachtgever zal aan Opdrachtnemer de door Opdrachtnemer werkelijk gemaakte<br />

kosten ten behoeve van het verrichten van de Diensten vergoeden. De totale<br />

vergoeding zal niet meer bedragen dan €82.476,-, inclusief BTW, inclusief kosten<br />

voor vervoer en verblijf etc.<br />

4.2 De betaling zal geschieden in 3 termijnen. Een bedrag van € 30.000,- bij wijze van<br />

voorschot bij de start van het onderzoek, een bedrag van € 30.000 na afronding van


fase II maar uiterlijk per 1 december 2009, welke bedragen zal worden verrekend bij<br />

de eindafrekening na aflevering van een door opdrachtgever goedgekeurd eindrapport<br />

en op basis van een uiterlijk 1 maart 2010 door u in te dienen einddeclaratie. Alle<br />

genoemde bedragen zijn inclusief BTW.<br />

4.3 Opdrachtgever is bevoegd zijn verplichtingen uit hoofde van deze overeenkomst op te<br />

schorten, indien Opdrachtnemer met de nakoming van zijn verplichtingen uit hoofde<br />

van deze overeenkomst in verzuim is.<br />

4.4 Opdrachtnemer zal de kosten deugdelijk gespecificeerd declareren. (Voorschot-)<br />

declaraties dienen, met opgave van bank- of gironummer, te worden gezonden aan:<br />

Politieacademie<br />

Programma Politie en Wetenschap<br />

T.a.v. Afd. Crediteurenadministratie KNW<br />

Postbus 834<br />

7301 BB APELDOORN<br />

Artikel 5 - Begeleiding van het onderzoek<br />

5.1 Het onderzoek zal worden afgesloten met een, door de Opdrachtgever samen te stellen,<br />

leescommissie.<br />

5.2 Opdrachtnemer verplicht zich tot het verschaffen van alle benodigde informatie aan de<br />

leescommissie en zal desgevraagd commissievergaderingen bijwonen.<br />

5.3 De leescommissie zal opdrachtgever tijdig adviseren met betrekking tot de<br />

(wetenschappelijke) kwaliteit en (praktijk-)relevantie van eind- en (eventuele) interimrapporten.<br />

Artikel 6 -- Publicaties en follow up activiteiten<br />

6.1 Door de leescommissie goedgekeurde onderzoeksrappo rten worden — in beginsel —<br />

uitgebracht in een van de twee publicatiereeksen van Politie en Wetenschap:<br />

Politiewetenschap en Politiekunde. De beslissing daarover ligt in handen van de<br />

Redactieraad, die van haar besluit de Opdrachtnemer op de hoogte zal stellen.<br />

6.2 Het besluit van de Redactieraad voor opname in een van beide publicatiereeksen kan<br />

inhouden dat Opdrachtnemer wordt gevraagd het voorliggende rapport op onderdelen<br />

aan te passen of aan te vullen. De Opdrachtnemer verplicht zich om, in goed overleg<br />

en binnen redelijke grenzen en een redelijke termijn, gehoor te geven aan het verzoek<br />

van de Redactieraad.<br />

6.3 Opdrachtnemer is gerechtigd de resultaten van dit onderzoek voor (onderwijs- en)<br />

onderzoeksdoeleinden aan te wenden, tenminste 3 maanden na oplevering van een<br />

door Opdrachtgever goedgekeurd eindrappo rt .<br />

6.4 (Wetenschappelijke) publicaties over het onderzoek kunnen slechts na overleg en in<br />

overeenstemming met de Opdrachtgever geschieden. Deze bepaling geldt voor een<br />

periode van 6 maanden na oplevering van het eindrapport.<br />

,,,, ,<br />

^ ^^;


Artikel 7 - Openbaarmaking<br />

7.1 Het uit de Overeenkomst voortvloeiende advies/ onderzoeksresultaat /<br />

onderzoeksrappo rt/ eindverslag zal op een door de Opdrachtgever vast te stellen<br />

tijdstip openbaar worden gemaakt.<br />

7.2 De Opdrachtgever kan vaststellen op welke wijze de openbaarmaking als bedoeld in<br />

het eerste lid plaatsvindt. De in de offerte genoemde landelijke briefing is hierbij<br />

optioneel.<br />

7.3 Openbaarmaking geschiedt (maximaal) 3 maanden na oplevering van een door de<br />

begeleidingscommissie goedgekeurd (eind-)rapport.<br />

7.4 Opdrachtnemer onthoudt zich van commentaar op het uit de Overeenkomst<br />

voortvloeiende advies/onderzoeksresultaat/onderzoeksrappo rt/eindverslag totdat tot<br />

openbaarmaking is overgegaan.<br />

7.5 Indien Opdrachtnemer handelt in strijd met het in dit artikel bepaalde is hij aan de<br />

Opdrachtgever per overtreding een boete verschuldigd van € 4.600,-.<br />

Artikel 8 - Slotbepalingen, Algemene Voorwaarden<br />

8.1 Tenzij hiervan in de tekst uitdrukkelijk is afgeweken zijn op deze Overeenkomst<br />

uitsluitend de Algemene Voorwaarden geldend bij dienstverleningsovereenkomsten<br />

gesloten met de Politieacademie in het kader van het programma Politie en<br />

Wetenschap van toepassing, welke als bijlage II bij deze Overeenkomst zijn gevoegd<br />

en geacht worden daarvan deel uit te maken.<br />

8.2 Mondelinge mededelingen, toezeggingen of (nadere) afspraken of voorwaarden,<br />

hebben geen rechtskracht tenzij deze schriftelijk zijn bevestigd.<br />

Aldus overeengekomen en in tweevoud ondertekend<br />

te Apeldoorn,<br />

op /<br />

o<br />

de voorzitter van het College van Bestuur van<br />

de Politieacademie, voor deze,<br />

de Programmadirecteur<br />

Politie en Wetenschap,<br />

De heer G.C.K.--V`lek<br />

te Arnhem<br />

op c.- —<br />

directeur B reau Beke,<br />

De heer H. Ferwerda


Van: Nieuwenburg, Monique van<br />

Verzonden: vrijdag 19 maart 2010 9:06<br />

Aan: B. Engberts; E. van der Torre; F. Tas; H. Ferwerda; J. Kuppens; K. Loef; L. Rogier; Mw. A.<br />

Niessen (secr. S. Top); Mw. E. Halevi (secr. K. Loef); Mw. H. Kempen; Mw. Y. <strong>Jansen</strong>; S. Top; Tas,<br />

Floris; Venderbosch, Annemieke<br />

Onderwerp: Beg.cie <strong>Preventief</strong> <strong>fouilleren</strong> en ID-controle<br />

Geachte commissieleden,<br />

Het is gelukt een datum te plannen waarop de gehele commissie aanwezig kan zijn nl.: Woensdag 23<br />

juni van 10.00 —12.00 uur. Voor de bijeenkomst is er een vergaderruimte gereserveerd in<br />

Vergadercentrum Hoog Brabant te Utrecht. Bijgaand treft u een routebeschrijving.<br />

De vergaderstukken ontvangt u ongeveer 1 week voorafgaand aan het overleg.<br />

Ik hoop u hiermee, voor nu, voldoende te hebben geïnformeerd.<br />

Met vriendelijke groet,<br />

Monique van Nieuwenburg<br />

Secretariaat Politie en Wetenschap<br />

Tel. 055 - 539 72 16<br />

e-mail: monique.van.nieuwenburg@politieacademie.nl


Agenda begeleidingscommissie <strong>Preventief</strong> <strong>fouilleren</strong> / ID-controle<br />

Locatie: Hoog Brabant, Utrecht<br />

Datum: 23 juni 2010 van 10 uur -12 uur<br />

1. Opening<br />

2. Toelichting op stand van zaken ID-onderzoek<br />

3. Discussie<br />

4. Toelichting op concept-eindrapport <strong>Preventief</strong> Foui lleren<br />

5. Discussie<br />

6. Hoe verder<br />

7. Afsluiting


Agenda begeleidingscommissie <strong>Preventief</strong> <strong>fouilleren</strong> / ID-controle<br />

Locatie: Hoog Brabant, Utrecht<br />

Datum: 23 november 2010 van 14 uur - 16 uur<br />

1. Opening<br />

2. Toelichting op concept-eindrapport preventief <strong>fouilleren</strong><br />

3. Discussie<br />

4. Hoe verder<br />

5. Toelichting op concept-eindrapport ID-controle<br />

6. Discussie<br />

7. Hoe verder<br />

8. Afsluiting


Annemieke Venderbosch<br />

Van: "Venderbosch, Annemieke" <br />

Aan :<br />

Verzonden:<br />

i<br />

maandag 8 april 2013 13:55<br />

Bijlage: Addendum.pdf<br />

Onderwerp: FW: Addendum preventief <strong>fouilleren</strong><br />

Van: Jos Kuppens [mailto:j.kuppens@beke.nl]<br />

Verzonden: woensdag 23 februari 2011 15:05<br />

Aan: Venderbosch, Annemieke<br />

Onderwerp: RE: Addendum preventief <strong>fouilleren</strong><br />

Dag Annemieke,<br />

Stom van me, sorry. Hierbij de juiste versie.<br />

Vriendelijke groeten,<br />

Jos Kuppens<br />

Bureau Beke I Rijnkade 84 1681 1 HD Arnhem I T. 026 4438619 I M. 06 27172367 I www.beke.ni<br />

Van: Venderbosch, Annemieke [mailto:Annemieke.Venderbosch@politieacademie.nl]<br />

Verzonden: dinsdag 22 februari 2011 14:08<br />

Aan: Jos Kuppens<br />

CC: Renske Emmelkamp<br />

Onderwerp: RE: Addendum preventief <strong>fouilleren</strong><br />

Hallo Jos,<br />

Je hebt er de titel van het ID-rapport boven gezet.<br />

Gr Annemieke<br />

Van: Jos Kuppens [mailto:j.kuppens@beke.nl]<br />

Verzonden: dinsdag 22 februari 2011 13:49<br />

Aan: Venderbosch, Annemieke<br />

Onderwerp: Addendum<br />

Dag Annemieke,<br />

Hierbij de aanvulling op het PF-rapport.<br />

Vriendelijke groeten,<br />

Jos Kuppens<br />

Bureau Beke I Rijnkade 84 I 681 1 HD Arnhem I T. 026 4438619 M. 06 271 72367 www.beke.nl<br />

Pagina 1 van 2<br />

De informatie verzonden in dit e-mailbericht is vertrouwelijk en is uitsluitend bestemd voor de<br />

geadresseerde. Openbaarmaking, vermenigvuldiging en/of verstrekking van deze informatie aan<br />

derden is, behoudens voorafgaande schriftelijke toestemming van de Politieacademie niet<br />

toegestaan. De Politieacademie staat niet in voor de juiste en volledige overbrenging van de<br />

inhoud van een verzonden e-mailbericht, noch voor de tijdige ontvangst daarvan. De<br />

Politieacademie kan niet garanderen dat een verzonden e-mailbericht vrij is van virussen, noch<br />

dat e-mailberichten worden overgebracht zonder inbreuk of tussenkomst van onbevoegde<br />

derden.<br />

Indien bovenstaand e-mailbericht niet aan u is gericht, verzoeken wij u vriendelijk doch dringend<br />

10-4-2013


-<br />

Addendum<br />

Rapport<br />

Onder het oppervlak. Een onderzoek naar ontwikkelingen en (a)select optreden rond<br />

preventief <strong>fouilleren</strong>.<br />

De volgende zaken zullen in de onderzoeksrapportage doorgevoerd worden:<br />

Terminologie<br />

'symbolisch'<br />

preventief <strong>fouilleren</strong>: term aanpassen, nog wel als fenomeen (vanuit<br />

gedachte van draagvlak onder burgers) erin opgenomen laten, maar naar het doel<br />

van dit soort preventief fouilleeracties schrijven);<br />

- ethnic profiling/selectie/aselectie beter duiden.<br />

Casusbeschrijvingen<br />

- individuele casussen niet 'veralgemeniseren';<br />

- casusmateriaal Rotterdam-Rijnmond terugleggen naar de aldaar verantwoordelijken.<br />

Kaders voor toekomstig gebruik preventief <strong>fouilleren</strong><br />

- in het laatste hoofdstuk een kader schetsen voor grenzen aan informatiegebruik ten<br />

behoeve van preventief <strong>fouilleren</strong>;<br />

- meer concrete handvatten voor het gebruik bieden.<br />

Terugkoppeling van de leden van de begeleidingscommissie<br />

- geplaatste opmerkingen van de leden doorvoeren.


MSa;,^%G+'^YS ^ikULr Y3^Y^.KWJf WAxY:.Si!iC.KmV b':.*Fi^. ':iL.°:YHi;3oXYS.Y.RF#i('Mli^.2x^ FKYYav«N^KGS^ ^atRY^Jatrw^^2ttF.°AY^y:\L!RAa%ACI^RStialtl'SY.?F!WF. ^: !]ef.`.1hT.' .^I.%!N(PhzF..%'.. a+>o`9`^iV'E^^1iY,al.'.cz °.\ií]2\tY:N'iv`a. .;. a`^Y:;6Y4í .YA'a-4i^.ía:A4'(q..`R.ttil+'<<br />

Van: Jos Kuppens [mailto:j.kuppens@beke.nl]<br />

Verzonden: vrijdag 22 april 2011 14:52<br />

Aan: Venderbosch, Annemieke; 'Kees Loef<br />

CC: Vlek, Frits; Bo Bremmers; 'Henk Ferwerda'<br />

Onderwerp: Rapport PF<br />

Beste Annemiek en Kees,<br />

Hierbij ontvangen jullie de aangepaste versie van het PF- rapport. Het PF-rapport is op basis<br />

van de inbreng van de bcie-leden en de redactieraad aangepast. Daarbij is met name op<br />

verschillende fronten toegewerkt naar criteria voor toelaatbare selectie binnen preventief<br />

<strong>fouilleren</strong>.<br />

Vriendelijke groeten, mede namens Bo en Henk,<br />

Jos Kuppens<br />

Bureau Beke I Rijnkade 84 681 1 HD Arnhem I T. 026 4438619 I M. 06 271 72367 I www.beke.ni

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!