12.09.2013 Views

Inventarisatierapport migratiegeschiedenis zelforganisatie…

Inventarisatierapport migratiegeschiedenis zelforganisatie…

Inventarisatierapport migratiegeschiedenis zelforganisatie…

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Cultureel erfgoed bij zelforganisaties 1<br />

Voorwoord<br />

Voorliggend rapport is het resultaat van een inventariserend onderzoek naar het<br />

Cultureel Erfgoed Minderheden bij zelforganisaties (CEM-Z). Hierin wordt een landelijk<br />

overzicht gegeven van de (on)mogelijkheden van zelforganisaties op dat terrein. In dit<br />

rapport vindt u tevens een groot aantal aanbevelingen om de huidige knelpunten in de<br />

toekomst aan te pakken.<br />

Bij deze wil ik al diegenen, die bij de uitvoering van de inventarisatie betrokken zijn<br />

geweest bedanken. Mijn gedachten gaan daarbij in het bijzonder uit naar de bestuurders<br />

van de zelforganisaties, die bereid bleken te zijn over hun (on)mogelijkheden te<br />

vertellen en de inspraakorganen van minderheden die mij behulpzaam zijn geweest om<br />

sleutelpersonen te selecteren en om gezamenlijke groepsgesprekken te organiseren.<br />

Zonder medewerking van deze organisaties had deze inventarisatie niet plaats kunnen<br />

vinden.<br />

Voor de totstandkoming van dit rapport ben ik tevens dank verschuldigd aan de leden<br />

van de begeleidingscommissie en mensen die de moeite hebben genomen om<br />

commentaar te geven op mijn conceptrapport.<br />

Dr. Kadir Canatan


Cultureel erfgoed bij zelforganisaties 2<br />

INHOUDSOPGAVE<br />

1. OPZET<br />

2. BEVINDINGEN<br />

2.1. KOLONIALE MIGRANTEN<br />

2.1.1. Indische Nederlanders<br />

2.1.2. Molukkers<br />

2.1.3. Surinamers<br />

2.1.4. Caribische Nederlanders<br />

2.2. ARBEIDSMIGRANTEN<br />

2.2.1. Zuid-Europeanen<br />

2.2.2. Turken<br />

2.2.3. Marokkanen<br />

2.3. VLUCHTELINGEN<br />

3. SAMENVATTING EN CONCLUSIES<br />

4. AANBEVELINGEN<br />

Pag.<br />

BIJLAGEN:<br />

Bijlage 1. Lijst van organisaties<br />

Bijlage 2. Lijst van organisaties naar bronnen van cultureel erfgoed<br />

Bijlage 3. Lijst van organisaties naar toegankelijkheid en ontsluiting<br />

Bijlage 4. Vragenlijst ten behoeve van groepsgesprek<br />

Bijlage 5. Topiclist ten behoeve van organisaties<br />

Bijlage 6. Advertentietekst<br />

Bijlage 7. Literatuurlijst


Cultureel erfgoed bij zelforganisaties 3<br />

OPZET<br />

Achtergrond en doel<br />

Dit rapport geeft een globale inventarisatie weer van het cultureel erfgoed van<br />

minderheden bij zelforganisaties. Deze inventarisatie vormt een onderdeel van het<br />

onderzoeksproject Migratiegeschiedenis in het kader van Cultureel Erfgoed Minderheden<br />

(CEM). Naast een inventarisatie bij de eigen organisaties van de minderheden heeft er<br />

parallel een inventarisatie plaatsgevonden bij verschillende musea en archiefvormende<br />

instellingen.<br />

In het kader van Cultureel Erfgoed Minderheden zijn drie grote thema´s gekozen:<br />

<strong>migratiegeschiedenis</strong>, islamitisch erfgoed en slavernijverleden. Dit naar aanleiding van<br />

het resultaat van een onderzoek dat in het voorjaar van 2000 op verzoek van de<br />

Directie Cultureel Erfgoed van het Ministerie van OC&W is uitgevoerd door DOCA<br />

Bureaus. Na een uitgebreide gespreksronde in ´het veld´ kwam dit bureau onder meer<br />

tot de conclusie dat deze thema´s het meest geschikt zouden zijn om een zekere lijn<br />

aan te brengen in een eerste grootschalige aanpak ten aanzien van het culturele erfgoed<br />

van minderheden in Nederland. De Ministeries van OC&W en Binnenlandse zaken<br />

hebben deze aanbeveling overgenomen.<br />

Deze inventarisatie beoogt de deskundigheid, de contacten, en waar nodig de<br />

talenkennis, die minderhedenorganisaties bezitten aan te wenden om op landelijke<br />

schaal een eerste inventarisatie te maken van:<br />

1. Archiefvormende instellingen van minderheden (nationaal, provinciaal, lokaal) en de<br />

wijze waarop zij hun archieven op dit moment beheren en ontsluiten;<br />

2. Sleutelpersonen die een belangrijke rol hebben gespeeld voor hun eigen<br />

migrantengemeenschap en hun kennis van en visie op het cultureel erfgoed van de<br />

eigen gemeenschap;<br />

2. Methoden om belangwekkende privé-archieven over te dragen aan archiefbeherende<br />

instellingen.<br />

Afbakening ten opzichte van andere inventarisaties<br />

1. Deze inventarisatie liep parallel met het project ´De inventarisatie van het Erfgoed<br />

Minderheden betreffende de sectoren “archieven” en “oral history” een gezamenlijk<br />

plan’. Dit plan richt zich, anders dan het voorgaande, op professionele instellingen die<br />

archieven en documentatie verzamelen, ontsluiten en ter beschikking stellen.<br />

Gezien deze taakstelling zijn er geen raakvlakken tussen deze inventarisatie en de<br />

inventarisatie bij musea en archieven.<br />

2. Met de werkgroep ‘islamitisch erfgoed’ worden afspraken gemaakt over wie welk<br />

erfgoed van minderheden inventariseert bij musea en archiefvormende instellingen<br />

afkomstig uit islamitische culturen en bij zelforganisaties.<br />

3. Het project cultureel erfgoed bij de minderhedenorganisaties neemt de<br />

<strong>migratiegeschiedenis</strong> van moslimmigranten (vanaf Tweede Wereldoorlog) als<br />

uitgangspunt. In dit opzicht heeft deze inventarisatie historisch gezien geen raakvlakken<br />

met het islamitisch erfgoed bij gevestigde instellingen en het slavernijverleden.<br />

Gezien de religieuze en culturele verwevenheid bij de moslimminderheden zijn de<br />

inhoudelijke raakvlakken onvermijdelijk tussen het islamitisch en het cultureel erfgoed


Cultureel erfgoed bij zelforganisaties 4<br />

bij zelforganisaties. Om dit enigszins te voorkomen zijn de religieuze zelforganisaties<br />

niet benaderd voor deze inventarisatie, maar wel voor de inventarisatie van het<br />

islamitisch erfgoed. Daarnaast wordt er een ander soort vragen gesteld voor de culturele<br />

en maatschappelijke organisaties. Het etiket ‘islamitisch erfgoed’ wordt bij deze<br />

inventarisatie niet gebruikt.<br />

Definitie van het begrip Cultureel Erfgoed<br />

Tijdens de inventarisatie wordt bewust geen definitie gegeven van het begrip cultureel<br />

erfgoed. De onderzoeker heeft zelf een technische definitie gehanteerd volgens de<br />

bronnen van het cultureel erfgoed.<br />

Er zijn vijf bronnen te onderscheiden:<br />

1. Orale bronnen (sleutelfiguren)<br />

2. Schriftelijke bronnen (kranten, tijdschriften, brieven, e.d.)<br />

3. Audiovisuele bronnen (cassettes, video’s, foto´s, e.d.)<br />

4. Materiële bronnen (gebruiksvoorwerpen, instrumenten, e.d.)<br />

5. Digitale bronnen (website, cd, cd-rom)<br />

Wat wel gedaan is, is het vaststellen van wat migranten zelf verstaan onder het begrip<br />

cultureel erfgoed. Dat is niet alleen nodig om de inhoud van dat begrip vast te stellen,<br />

maar ook om richting te geven aan het onderzoek naar cultureel erfgoed van<br />

minderheden.<br />

Maatschappelijke context en werkwijze<br />

De zelforganisaties worden tot nu toe geanalyseerd vanuit diverse disciplines en<br />

perspectieven. Bij deze onderzoeken worden verschillende functies van zelforganisaties<br />

(ontmoeting, cultuur, recreatie, belangenbehartiging, hulp en informatie etc.) bekeken,<br />

zowel voor de doelgroep als voor de omringende samenleving.<br />

Bij de inventarisatie van het cultureel erfgoed staat een heel andere functie centraal:<br />

zelforganisatie als bron van cultureel erfgoed. Wat betekenen de zelforganisaties voor<br />

het cultureel erfgoed van minderheden? Wat zijn (on)mogelijkheden van deze<br />

organisaties op dat terrein? Deze vragen worden gesteld aan de zelforganisaties, met<br />

name organisaties die landelijk of regionaal georganiseerd zijn en/of een landelijke of<br />

regionale oriëntatie/bereik hebben.<br />

Er wordt volgens de sneeuwbalmethode gewerkt, met “eigen” mensen en organisaties<br />

en opgestart bij:<br />

1. De Werkgroep Migratie van Cultureel Erfgoed Minderheden;<br />

2. Landelijke overlegorganen van minderheden;<br />

2. Landelijk en regionaal overkoepelende zelforganisaties (welzijn en cultuur);<br />

Daarbij zijn onder meer de volgende methoden gebruikt:<br />

1. Groepsgesprekken:<br />

Er worden groepsbijeenkomsten voor de sleutelpersonen uit diverse<br />

minderheidsgroeperingen georganiseerd en aan de hand van een vijftal vragen een<br />

groepsdiscussie gevoerd onder leiding van de onderzoeker (Zie Bijlage Vragenlijst<br />

Groepsgesprekken).<br />

Behalve Indische Nederlanders worden vooral voor andere minderheidsgroepen<br />

groepsgesprekken georganiseerd. De groepsbijeenkomst voor Indische Nederlanders<br />

werd door de vele afmeldingen en geringe deelname geannuleerd. Daarna was er geen<br />

tijd meer voor de organisatie om een nieuwe bijeenkomst te organiseren.


Cultureel erfgoed bij zelforganisaties 5<br />

Voor deze groepsbijeenkomsten worden in samenwerking met de inspraakorganen van<br />

de betreffende groepen 15 à 30 sleutelfiguren (die vaak in de buurt van de eigen<br />

organisaties actief zijn of actief zijn geweest) uitgenodigd om over het culturele erfgoed<br />

van de betreffende gemeenschappen na te denken. Aan deze groepsbijeenkomsten<br />

hebben in totaal ruim 60 personen deelgenomen. De verdeling naar etnische groepen<br />

wordt in onderstaande tabel weergegeven:<br />

Groepen Genodigden Deelnemers<br />

1 Indische Nederlanders - -<br />

2 Molukkers 15 7<br />

3 Surinamers 20 8<br />

4 Caribische Nederlanders 16 4<br />

5 Turken 30 13<br />

6 Marokkanen 15 7<br />

7 Zuideuropeanen 30 15<br />

8 Vluchtelingen 15 7<br />

Totaal 141 61<br />

De opkomst varieerde van minimaal 4 personen tot 15 personen. Deze<br />

groepsgesprekken waren nuttig, niet alleen om een landelijk overzicht te krijgen, maar<br />

ook om de visie van de sleutelfiguren in kaart te brengen over de kwesties rondom het<br />

begrip cultureel erfgoed en de stand van zaken met betrekking tot het cultureel erfgoed<br />

van minderheden.<br />

2. Algemene oproep via advertenties:<br />

Door het plaatsen van advertenties in relevante tijdschriften en mailbestanden van grote<br />

organisaties te gebruiken wordt er een algemene oproep gedaan aan de organisaties en<br />

individuele migranten of ze archieven, collecties en materialen hebben. En zo ja, of ze<br />

dat willen doorgeven aan de uitvoerende persoon en instanties. In dit kader wordt er<br />

een advertentie geplaatst in de landelijke bladen die door migranten(organisaties) vaak<br />

gelezen worden, namelijk de Allochtonenkrant en Contrast (Zie Bijlage<br />

Advertentietekst). Daarnaast worden advertenties in de eigen bladen van de<br />

inspraakorganen geplaatst.<br />

Naast deze algemene advertenties worden er tal van zelforganisaties en individuele<br />

leden van migranten per e-mail benaderd door gebruik te maken van de mailbestanden<br />

van belangrijke organisaties, zoals Islam en Burgerschap, Nederlands Centrum<br />

Buitenlanders en FORUM.<br />

Ten slotte heeft de onderzoeker aan diverse kranten-, radio- en televisieinterviews<br />

meegewerkt over het doel en inhoud van de inventarisatie en een oproep gedaan aan<br />

het allochtone publiek om te reageren.<br />

De reacties via deze kanalen zijn beperkt gebleven. Er hebben in totaal 50 individuele<br />

mensen en organisaties gereageerd. Niet altijd om door te geven dat men materiaal in<br />

huis heeft, maar ook om informatie te vragen over het project en om suggesties te<br />

geven.<br />

3. Contacten met de zelforganisaties:


Cultureel erfgoed bij zelforganisaties 6<br />

Na groepsgesprekken en reacties naar aanleiding van advertenties heeft de onderzoeker<br />

in overleg met de begeleidingscommissie besloten om een aantal strategische<br />

organisaties per doelgroep te bezoeken en te inventariseren wat zij in huis hebben als<br />

het gaat om archief, collecties en materialen. Er zijn in totaal 36 organisaties<br />

geïnventariseerd. De meeste organisaties worden door de onderzoeker bezocht en<br />

betrokkenen worden geïnterviewd. Een klein aantal organisaties worden per mail<br />

benaderd en middels internetonderzoek geïnventariseerd. Het aantal organisaties per<br />

etnische groep wordt hieronder weergegeven. (Daarnaast zie: Bijlage Lijst<br />

geïnventariseerde organisaties).<br />

Groepen Aantal organisaties<br />

1 Indische Nederlanders 5<br />

2 Molukkers 5<br />

3 Surinamers 4<br />

4 Caribische Nederlanders 3<br />

5 Turken 7<br />

6 Marokkanen 4<br />

7 Zuid-Europeanen 5<br />

8 Vluchtelingen 3<br />

Totaal 36<br />

Bij het vaststellen van de strategische organisaties wordt er uitgegaan van een aantal<br />

criteria:<br />

- Organisaties die landelijk of regionaal georganiseerd zijn of een landelijke of regionale<br />

oriëntatie/bereik hebben;<br />

- Organisaties die relatief een lange geschiedenis achter de rug hebben en enig archief<br />

en documentatie hebben opgebouwd;<br />

- Organisaties die verschillende belangen en nationaliteiten vertegenwoordigen<br />

(diversiteit en evenwichtigheid).<br />

Bij de werkelijke keuze van organisaties hebben sleutelfiguren en leden van de<br />

begeleidingscommissie en werkgroep een belangrijke rol gespeeld.<br />

4. Literatuur- en internetonderzoek:<br />

Om enig inzicht te krijgen in de <strong>migratiegeschiedenis</strong> en organisatievorming van de<br />

minderheden wordt er een beroep gedaan op de literatuur en de internetmogelijkheden.<br />

Het is belangrijk om te constateren dat vele migrantenorganisaties eigen websites<br />

hebben en/of bezig zijn om een eigen website te ontwikkelen.<br />

Zoals uit de gebruikte methoden te zien valt, blijkt dat vanuit deze inventarisatie<br />

zelforganisaties benaderd worden als bron van het sociaal en cultureel kapitaal. In dit<br />

opzicht worden de zelforganisaties niet alleen als doelgroep voor het onderzoek<br />

benaderd, maar ook als het referentiekader voor het onderzoek. Uitgaand van het<br />

perspectief van migranten wordt er een visie geformuleerd over de (positie en toekomst<br />

van) het cultureel erfgoed van minderheden. Hun (on)mogelijkheden met betrekking tot<br />

het cultureel erfgoed en documentatie ervan worden in kaart gebracht.<br />

De inventarisatie wordt begeleid door een commissie. De leden van de<br />

begeleidingscommissie bestond uit de volgende personen:


Cultureel erfgoed bij zelforganisaties 7<br />

* De heer Boudewijn Sittrop, Landelijk Inspraakorgaan Zuid-Europeanen (LIZE),<br />

* Mevrouw Edy Seriese, Indisch Wetenschappelijk Instituut (IWI),<br />

* De heer Emad Rashed, Vluchtelingenorganisatie Nederland (VON),<br />

* Mevrouw Hatice Can-Engin, Inspraakorgaan Turken (IOT),<br />

* Mevrouw Geertje Mak, Stichting Melange (SM).<br />

De uitvoering van het project heeft vier maanden geduurd, van april tot en met juli<br />

2002. Het Inspraakorgaan Turken heeft daarbij als formele werkgever gefungeerd.<br />

Indeling van het rapport<br />

De volgende hoofdstukken (2.1, 2.2 en 2.3) geven een beeld van belangrijke<br />

(archiefvormende) zelforganisaties per groep, namelijk koloniale migranten,<br />

arbeidsmigranten en vluchtelingen.<br />

In dit hoofdstuk worden eerst inleidende opmerkingen gemaakt over de<br />

<strong>migratiegeschiedenis</strong> en organisatievorming van de betreffende groep als context van<br />

het culturele erfgoed. Daarna komen de opinies van de sleutelfiguren over het cultureel<br />

erfgoed aan de orde. Een lijst van sleutelfiguren als bron van de orale geschiedenis<br />

maakt hier onderdeel van uit. Ten slotte worden enige conclusies getrokken en<br />

mogelijke knelpunten aangekaart.<br />

De samenvattende conclusies en aanbevelingen volgen in hoofdstuk 3 en 4.


Cultureel erfgoed bij zelforganisaties 8<br />

MIGRANTEN UIT (VOORMALIGE) KOLONIES<br />

Inleiding<br />

De geschiedenis van sommige etnische groepen in Nederland is niet los te zien van het<br />

koloniale verleden van Nederland, namelijk de geschiedenis van Indische Nederlanders,<br />

Molukkers, Surinamers, Antillianen en Arubanen.<br />

Kort na de Tweede Wereldoorlog kreeg Nederland voor het eerst te maken met een<br />

grote stroom immigranten, grotendeels afkomstig uit de voormalige kolonie Nederlands<br />

Indië. Na het beëindigen van de Japanse bezetting begon in deze regio een gewapende<br />

strijd voor onafhankelijkheid. Dit leidde in 1946 tot een migratiegolf van bijna 70.000<br />

personen.<br />

In 1949 moest Nederland onder grote druk van de Verenigde Naties het huidige<br />

Indonesië zelfstandigheid geven. Dit leidde tot grote aantallen immigranten in 1950 en<br />

1951. Het gedwongen vertrek van de overgebleven Nederlanders in 1958 en de<br />

succesvolle claim van Indonesië op Nieuw Guinea in 1962 brachten Nederland opnieuw<br />

kleinere migratiegolven.<br />

In de jaren zeventig werd Nederland opnieuw geconfronteerd met de naweeën van het<br />

kolonialisme. De onafhankelijkheid van Suriname in 1975 leidde tot de eerste golf<br />

migranten vanuit dit land. De meesten werden gedreven door de onzekere politieke en<br />

economische situatie. Toen in 1980 de laatste gelegenheid bestond om automatisch de<br />

Nederlandse nationaliteit te verkrijgen, kwam er een tweede golf naar Nederland.<br />

Ook met de Nederlandse Antillen en Aruba heeft Nederland van oudsher (vanaf 1634)<br />

een hechte band. Migranten van de Nederlandse Antillen en Aruba onderscheiden zich<br />

van andere migranten door hun Nederlandse nationaliteit. Zij kunnen dan ook zonder<br />

veel problemen naar Nederland reizen. Migratie van de eilanden wordt sterk beïnvloed<br />

door de economische situatie. Halverwege de jaren tachtig kwamen per jaar ongeveer<br />

7000 Antillianen naar Nederland vanwege de economische recessie in eigen land.<br />

Halverwege de jaren negentig kwamen er jaarlijks nog maar 3000. De laatste jaren<br />

stijgt het aantal immigranten echter weer tot boven de 10.000.<br />

INDISCHE NEDERLANDERS<br />

Inleiding<br />

In Nederland wonen ruim een half miljoen Indische mensen. De meeste daarvan zijn<br />

kort na de Tweede Wereldoorlog in Nederland gekomen, na vaak een lange<br />

voorgeschiedenis in het koloniale Nederlands-Indië (van begin 17e eeuw tot 1949 ).<br />

Sommige Indische families zijn zelfs al ontstaan in de periode van de Portugese<br />

kolonisatie in de 16e eeuw. Het waren feitelijk de eerste migranten die Nederland na de<br />

oorlog ontving.<br />

Na de Tweede Wereldoorlog werd Indonesië in 1949 onafhankelijk en kozen de meeste<br />

Indische mensen voor repatriëring naar Nederland. Sommigen kozen voor Nieuw-


Cultureel erfgoed bij zelforganisaties 9<br />

Guinea, maar de omstandigheden waren daar slecht. Vanwege de 'colour bar' lieten veel<br />

andere landen alleen migranten toe met Europese gewoonten en een Europees uiterlijk.<br />

Alleen de Verenigde Staten vormden daarop een uitzondering.<br />

De Indonesische regering gaf de Indische Nederlanders in 1949 twee jaar de tijd om te<br />

beslissen of men het Indonesisch staatsburgerschap verkoos (warga negara). Slechts<br />

een beperkt aantal Indiërs koos hiervoor. Velen kwamen na verloop van tijd op dit<br />

besluit terug omdat hun maatschappelijke positie in het nieuwe Indonesië sterk onder<br />

druk stond. Het gevolg was dat velen daarna alsnog kozen voor migratie naar Nederland<br />

('spijtoptanten') en de Nederlandse nationaliteit verkozen boven de Indonesische<br />

nationaliteit. Ruim 300.000 Indische Nederlanders repatrieerden tussen 1946 en 1964 in<br />

vier golven naar Nederland; 50.000 van hen emigreerden weer, onder andere naar de<br />

Verenigde Staten en Canada.<br />

Hun etnische afkomst is van gemengde aard: een combinatie van Indonesische<br />

invloeden en Hollandse invloeden. In het koloniale Indië vormden de Indische mensen<br />

een tussenlaag tussen de autochtone bevolking (de inlanders) en de sociale top van<br />

Europeanen. Doordat de Indische cultuur geruime tijd sterk beïnvloed werd door de<br />

omgang met de autochtone bevolking zijn veel gewoonten, gedrag en bijgeloof bij<br />

Indische mensen sterk verwant aan de cultuur van de autochtone bevolking. Indische<br />

mensen komen voort uit gemengde huwelijken van Indonesiërs en Hollanders en zijn<br />

dragers van een in oorsprong gemengde-, doch autonome cultuur.<br />

Vroeger in de 18e eeuw werd die cultuur ook wel 'mestiezencultuur' genoemd. Later<br />

werd de term Indo-europeanen of Indo's gebruikt. (het woord Indo had ook wel een<br />

negatieve lading). In deze tijd is het gangbaar te spreken van 'Indische Nederlanders'.<br />

Indische mensen tonen zich over het algemeen sterk aanpassingsbereid. Vandaar dat<br />

men hen noemde als een ´geassimileerde groep´. Dat is niet helemaal terecht. Want<br />

vele Indo´s uit de 2e en de 3e generatie zijn bezig met hun eigen Indische identiteit.<br />

Het bewustzijn van eigen roots en de vertrouwdheid met de Indische cultuur waarin je<br />

bent grootgebracht, geeft bij verdere ontwikkeling vaak aanleiding tot het meer<br />

investeren in de Indische kant van jezelf. In Nederland worden in tal van plaatsen<br />

kumpulans en bijeenkomsten gehouden om in de behoefte om met Indo's bij elkaar te<br />

zijn te voorzien. Juist de toenemende belangstelling voor b.v. de Pasar Malam Besar in<br />

Den Haag, die jaarlijks op het Malieveld in Den Haag gehouden wordt, duidt op een<br />

toenemende behoefte om uiting te willen geven aan het Indisch-zijn.<br />

De Indische identiteit wordt in belangrijke mate gevoed door een groot aantal Indische<br />

organisaties. Een deel van deze organisaties is bezig met de Indische cultuur en<br />

geschiedenis. Bij deze organisaties zijn enkele bewust bezig met het verzamelen,<br />

bewaren en presenteren van cultureel erfgoed en <strong>migratiegeschiedenis</strong>. Een ander deel<br />

van deze organisaties is bezig met de belangenbehartiging en hulpverlening.<br />

Anders dan de andere migranten hebben Indische Nederlanders heel veel organisatie die<br />

bezig zijn met de herdenking van burger- en militaire slachtoffers van de oorlog. Ieder<br />

jaar organiseert men verschillende activiteiten om inzicht te verschaffen in wat zich<br />

afspeelde in Nederlands-Indië tijdens de Japanse bezetting en bersiapperiode.<br />

Ten slotte zijn er allerlei groepen die een tijdschrift uitbrengen. Sommige van deze<br />

tijdschriften zijn algemeen, zoals Moesson. Het is een Indisch maandblad bestemd voor<br />

alle generaties binnen de Indische gemeenschap zelf, maar ook voor iedereen die<br />

geïnteresseerd is in Nederlands-Indië en Indonesië. Sommige hebben een eigen blad<br />

van een stichting of vereniging, zoals de Pasarkrant.


Cultureel erfgoed bij zelforganisaties 10<br />

Organisaties<br />

In overleg met de Stichting Indisch Wetenschappelijk Instituut (IWI) en uit het<br />

internetonderzoek is gebleken dat er een groot aantal Indische organisaties zijn die<br />

bezig zijn met de Indische cultuur, cultureel erfgoed en geschiedenis. Hieronder ziet u<br />

een lijst van deze organisaties.<br />

- De Stichting Indisch Wetenschappelijk Instituut (IWI)<br />

- Indische Genealogische Vereniging (IGV)<br />

- Stichting Arisan Indonesia (SARI).<br />

- Indisch Informatiepunt<br />

- Stichting Tong-Tong<br />

- Stichting Het Indisch Huis<br />

- Stichting Vrienden van het Indisch Boek<br />

- Indisch Cultureel Centrum<br />

- Indische Culturele Kring<br />

- Vereniging Indische Nederlanders (VIN)<br />

- Stichting Indisch Familie Archief<br />

- Culturele vereniging N.I.N.E.S<br />

- Stg.Kinderen uit voormalig Ned.Indië.<br />

Bij een nadere verdieping blijkt dat niet al deze organisaties voor ons doel<br />

(inventariseren van archiefvormende zelforganisaties) relevant zijn. Bijna alle<br />

organisaties hebben wij per e-mail benaderd. De meeste hebben op onze mail niet<br />

gereageerd. Organisaties die gereageerd hebben, meldden dat zij geen archieven,<br />

collecties of materialen hadden in verband met het Indische cultureel erfgoed.<br />

Tijdens de inventarisatie zijn er twee reacties binnengekomen. De eerste reactie kwam<br />

van dhr. Rick van den Broeke. Hij is eigenaar van een prachtige website over de<br />

Indische cultuur, geschiedenis en organisaties. Deze website heeft mij in staat gesteld<br />

om heel snel inzicht te krijgen in de Indische sociale kaart van Nederland.<br />

Een andere reactie kwam van St. SARI. Dat is een initiatief van Indische Nederlanders in<br />

Nijmegen en deze stichting wil o.a. de geschiedschrijving over de Indische Nederlanders<br />

na 1950 in Gelderland bevorderen.<br />

Op grond van gegevens die wij uit het internetonderzoek hebben gekregen en via<br />

reacties van de organisaties, hebben wij besloten om een vijftal organisaties (en/of<br />

websites) in kaart te brengen. Dat zijn de volgende organisaties:<br />

- De Stichting Indisch Wetenschappelijk Instituut (IWI)<br />

- Indische Genealogische Vereniging (IGV)<br />

- Stichting Arisan Indonesia (SARI).


Cultureel erfgoed bij zelforganisaties 11<br />

- Indisch Informatiepunt<br />

- Stichting Tong-Tong<br />

De Stichting Indisch Wetenschappelijk Instituut (IWI)<br />

De Stichting Indisch Wetenschappelijk Instituut (IWI) is het enige instituut in Nederland<br />

dat de geschiedenis van de Indische bevolkingsgroep in de kolonie en daarbuiten<br />

centraal heeft staan bij haar collectievorming en bij overige activiteiten. Het doel van de<br />

Stichting is:<br />

“het behouden en toegankelijk maken van Indische cultuurgoederen, d.w.z. die<br />

roerende en onroerende goederen alsmede die onstoffelijke zaken die geacht kunnen<br />

worden uitingen te zijn van de Indische cultuur.”<br />

Zij tracht dit doel te bereiken door:<br />

“die cultuurgoederen te inventariseren, te verzamelen, te ordenen, te catalogiseren en<br />

verder toegankelijk te maken door ze tentoon te stellen.”<br />

Indisch erfgoed<br />

Het IWI bezit een boekerij van ca. 6.000 titels, een beeldarchief van circa 10.000<br />

glasplaten, ansichtkaarten en foto's, ca. 2.000 landkaarten en stadsplattegronden,<br />

honderden videofilms en geluidsopnames en een beperkte collectie objecten, waaronder<br />

persoonlijke bezittingen uit de tijd van de Japanse bezetting, een opgezette krokodil,<br />

een miniatuur wayangset en andere souvenirs, koffers met opdruk Willem Ruys,<br />

rantangs, sapolidi's en oelekans.<br />

Boeken<br />

De IWI-boekencollectie is gebaseerd op de vroegere persoonlijke verzamelingen van<br />

Tjalie Robinson en Lilian Ducelle. Daarna aangevuld met vele schenkingen en<br />

nalatenschappen van mensen die het IWI een warm toedragen. Het IWI-budget laat niet<br />

toe dat ze zelf boeken aanschaffen. Zo is de collectie gegroeid tot een bibliotheek van<br />

ca. 6000 titels.<br />

De boeken vertegenwoordigen een breed scala van onderwerpen: religie, (adat)recht,<br />

Binnenlands Bestuur, scheepvaart, spoorwegen, ondernemingen, aardrijkskunde,<br />

geschiedenis, romans, atlassen, naslagwerken, etc. Van bijzondere betekenis zijn de<br />

(handgeschreven) dagboeken of egodocumenten die een zeer persoonlijke visie geven<br />

op een bepaalde tijdsperiode, vaak de Tweede Wereldoorlog.<br />

Iedereen is welkom op de IWI-locatie om zelf rond te snuffelen en boeken in te zien. Zij<br />

kunnen de boeken helaas niet uitlenen, daarvoor ontbreken ons de faciliteiten. Als u<br />

vragen heeft, staan de medewerkers gereed om u te helpen bij het zoeken.<br />

Iwi is begonnen met het maken van bibliografieën (bijv. 400 jaar Japans-Nederlandse<br />

betrekkingen) en zal dat in de toekomst voortzetten. De collectie leent zich uitstekend<br />

voor scholieren, studenten en anderen die bezig zijn met een onderzoeksproject over<br />

een Nederlands-Indisch onderwerp.<br />

IWI heeft een wisselende voorraad dubbele boeken die voor tweedehandsprijzen te koop<br />

zijn.


Cultureel erfgoed bij zelforganisaties 12<br />

Foto´s<br />

De fotoverzameling van het IWI omvat ruim 250 fotoalbums met ca. 10.000<br />

afbeeldingen, enkele honderden losse foto's, een paar honderd glasplaten, stereofoto's<br />

en toverlantaarnplaten. Voor het IWI zijn vooral de familiealbums belangrijk, zowel in<br />

kwantitatieve als in kwalitatieve zin: deze categorie groeit het snelst en geeft daarbij<br />

een beeld van het dagelijkse leven van Indische mensen in Indië en in de eerste jaren in<br />

Nederland. Met deze verzameling familiekiekjes onderscheidt de IWI-collectie zich van<br />

de grote (volkenkundige) fotocollecties in Nederland.<br />

Deze archieven bestaan voor het grootste gedeelte uit formele fotografie van<br />

wetenschappers en beroepsfotografen uit de negentiende en het begin van de twintigste<br />

eeuw. Zij hielden zich naar de aard van hun opdracht vooral bezig met onderzoek naar<br />

Indonesische culturen, bestudering van de natuurlijk en grondstoffelijke rijkdommen<br />

van de kolonie en met de westerse bijdrage aan de economische en sociale ontwikkeling<br />

van de Indonesische samenleving (weg- en waterbouw, landbouw, onderwijs en<br />

gezondheidszorg).<br />

De fotoverzameling van het IWI geeft juist een beeld van het huiselijke leven, van het<br />

samenzijn op de achtergalerij, van familie-uitjes naar het meer of de bergen, van<br />

festiviteiten in de stad, de werkomgeving van postbodes en politieagenten,<br />

onderwijzeressen en typistes. Kortom, van gewone Indische mensen en hun alledaagse<br />

bezigheden.<br />

Met de conservering van de fotocollectie (in zuurvrije mappen en ordners) zijn de IWImedewerkers<br />

nog druk bezig. Van de fotoalbums is een eerste handmatige beschrijving<br />

in te zien. De losse foto's worden nog uitgezocht.<br />

Ansichtkaarten<br />

De prentenbriefkaartenverzameling van het IWI dateert helemaal uit de koloniale tijd en<br />

is met ruim 5000 exemplaren bijna compleet. Ansichtkaarten waren destijds erg<br />

populair en de onderwerpen waren erop uitgezocht om in de smaak van het grote<br />

publiek te vallen: stadsgezichten, natuuropnames van bergen, meren en watervallen, de<br />

cultures, bevolkingstypen en inheemse ambachten, tempels en monumenten. Van Java<br />

zijn meer kaarten gemaakt dan van Sumatra of de andere eilanden en van de grote<br />

steden weer meer dan van de kleinere.<br />

De prentbriefkaarten, waaronder een aantal originele foto's en bijzondere ingekleurde<br />

exemplaren, is voor het overgrote deel geïndexeerd en goed toegankelijk.<br />

Films<br />

Het IWI bezit voorlopig nog een bescheiden collectie (zo'n 100 stuks) amateurfilms uit<br />

Indië. Maar daarin zal in de nabije toekomst verandering komen: Jan Brocades-Zaalberg<br />

(een van de oprichters van het IWI) en eigenaar van een grote collectie amateurfilms<br />

heeft te kennen gegeven zijn hele collectie aan het IWI toe te willen vertrouwen. Eerst<br />

moeten hierover allerlei afspraken worden gemaakt, allereerst met Brocades-Zaalberg,<br />

maar het IWI zal bijvoorbeeld ook een regeling moeten treffen met de instellingen waar<br />

Brocades-Zaalberg de films professioneel heeft opgeslagen, er moeten zichtkopieën<br />

worden gemaakt op vhs-banden en er moet een geautomatiseerd bestand worden<br />

aangelegd. Het zal dus nog wel even duren voor de films te bezichtigen zijn. Maar dan<br />

weet u alvast dat het IWI in de toekomst over een prachtige filmcollectie zal beschikken,<br />

die net als de fotocollectie vooral een beeld geeft van het dagelijkse Indische leven.<br />

Video's<br />

De collectie video's van het IWI bestaat uit ca. 200 banden van documentaires, die<br />

gedeeltelijk zijn opgenomen van de televisie. Alle videobanden zijn geordend en kort<br />

beschreven. Een van de bestuursleden, Tom van der Geugten, zorgt ervoor dat deze


Cultureel erfgoed bij zelforganisaties 13<br />

collectie zo actueel mogelijk blijft. Als er iets interessants voor het IWI wordt<br />

uitgezonden, neemt hij het op en maakt er een beschrijving van. Deze collectie is op dit<br />

moment nog niet te bezichtigen: het IWI heeft nog geen afspeelapparatuur, maar hoopt<br />

op korte termijn hiervoor de financiën te vinden. In de Nieuwsbrief kunt u lezen vanaf<br />

wanneer u gebruik kunt maken van de videocollectie, of het nu om<br />

onderzoeksdoeleinden gaat of gewoon om een middag videobanden kijken over vroeger.<br />

Wetenschappelijke en ervaringskennis<br />

Het IWI stelt al deze collecties ter beschikking aan tentoonstellingen, symposia en<br />

publicaties die rechtstreeks of zijdelings te maken hebben met (de positie) van de<br />

Indische bevolkingsgroep. Zo voldoet het IWI aan één van haar belangrijkste<br />

nevendoelstellingen: de consequente combinatie van wetenschappelijke en<br />

ervaringskennis van alle (Indische) generaties en alle bevolkingsgroepen die de<br />

voormalige kolonie rijk was. Het IWI is een plaats waar alle Indische mensen zich thuis<br />

voelen. Omdat het Indische er norm is.<br />

Financiën<br />

Het IWI heeft in 1996 het pand Waldeck Pyrmontkade 906 aangekocht met een<br />

eenmalige subsidie van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. De<br />

stichting ontvangt geen overheidssubsidies en heeft ook uit andere bronnen geen<br />

structurele inkomsten. Met het oog op een zo groot mogelijke toegankelijkheid van de<br />

collecties voor het publiek heft het IWI geen bezoekersvergoeding en wil dat ook in de<br />

toekomst zo houden.<br />

Vrienden van het IWI<br />

Het IWI is voor haar werkzaamheden en activiteiten geheel afhankelijk van haar<br />

vrienden/donateurs. De stichting weet zich gesteund door ca. 450 hechte vrienden,<br />

maar hun donaties zijn onvoldoende voor de conservering en automatisering van de<br />

collecties.<br />

Schenkingen<br />

Misschien nog belangrijker dan financiële ondersteuning zijn de schenkingen van<br />

persoonlijk archiefmateriaal, boeken, foto's etc., waarmee het IWI zijn collecties<br />

kwantitatief en kwalitatief kan verbeteren. Het IWI bewaart Indisch erfgoed en schat het<br />

op waarde wat elders als nietszeggend of onbetekenend bij het vuil zou worden gezet.<br />

Het IWI is een plaats waar het Indische verhaal wordt verteld. Ook het verborgen<br />

verhaal.<br />

De Indische Genealogische Vereniging (IGV)<br />

De Indische Genealogische Vereniging, opgericht op 2 juli 1988, bestaat nu dertien jaar.<br />

De initiatiefnemers hadden hun belangstelling voor de eigen Indische<br />

familiegeschiedenis gemeen, doch konden voor hun vragen met betrekking tot het<br />

genealogisch onderzoek naar Europese families in de voormalige Nederlandse koloniën<br />

niet afdoende terecht bij de bestaande landelijke instellingen op genealogisch gebied.<br />

Daarom werd besloten tot het oprichten van een onafhankelijke vereniging, die op een<br />

verantwoorde wijze bezig wil zijn met Indisch genealogisch onderzoek. Daarbij wil de<br />

IGV samenwerken met een ieder die zich bezighoudt met de geschiedenis van de<br />

Nederlanders overzee.<br />

In haar relatief korte bestaan heeft de IGV zich ontwikkeld tot een instelling die richting<br />

geeft aan genealogisch onderzoek naar Europese (Nederlandse) families in Nederlands-<br />

Indië, het Caraïbisch gebied en Zuid-Amerika. Daarbij ligt het zwaartepunt op<br />

Nederlands Oost-Indië.


Cultureel erfgoed bij zelforganisaties 14<br />

Inmiddels hebben velen de weg gevonden naar de IGV. Het publiceren van<br />

onderzoeksresultaten wordt gestimuleerd door de uitgave van het driemaandelijkse<br />

tijdschrift ‘De Indische Navorscher’.<br />

Eenmaal per jaar brengt de IGV een deeltje uit in de serie ‘Bronnenpublicaties’ waarin<br />

originele bronnen toegankelijk worden gemaakt voor de genealogisch onderzoeker.<br />

De Indische Navorscher<br />

Het driemaandelijkse tijdschrift van de IGV draagt de naam ‘De Indische Navorscher’ en<br />

kan worden beschouwd als opvolger van het gelijknamige tijdschrift dat in de jaren<br />

1934-1941 te Batavia onder redactie van P.C. Bloys van Treslong Prins en anderen<br />

verscheen. Mede door de actieve inbreng van zowel de redactie als enige IGV-leden,<br />

heeft ‘De Indische Navorscher’ (nieuwe serie) een vaste plaats in de genealogische<br />

literatuur verworven.<br />

In dit tijdschrift worden genealogieën en kleinere bronnen gepubliceerd.<br />

Het Indisch Repertorium<br />

Het Indisch Repertorium is een generale index op familienamen die voorkomen in<br />

genealogische en aanverwante publicaties betreffende Oost- en West-Indië welke in de<br />

afgelopen 75 jaar zijn verschenen. Het Repertorium pretendeert geen volledigheid, doch<br />

bijna alle vooroorlogse standaardwerken op dit gebied zijn erin opgenomen. Het<br />

Repertorium concentreert zich echter, evenals de IGV, hoofdzakelijk op Oost-Indië. Het<br />

bevat thans ruim 123.500 referenties naar ruim 37.000 familienamen.<br />

Niet alle familienamen in het Indisch Repertorium zijn familienamen uit Indië. Waar in<br />

genealogieën het voorgeslacht en de huidige generaties worden vermeld, komen<br />

onvermijdelijk personen voor met familienamen die niets met Indië te maken hebben.<br />

En uiteraard is het zo dat personen met dezelfde familienaam niet noodzakelijkerwijze<br />

tot dezelfde familie behoren!<br />

De IGV heeft zelf geen eigen bibliotheek en kan u dus ook geen informatie verschaffen<br />

over de in het Indische Reperorium genoemde referenties.<br />

De boeken of publicaties die gebruikt zijn voor het samenstellen van het Indisch<br />

Repertorium zijn in het algemeen aanwezig in de grotere bibliotheken in Nederland.<br />

Niet-commerciële genealogische publicaties zijn aanwezig in de bibliotheek van het<br />

Centraal Bureau voor Genealogie in Den Haag.<br />

Een aantal van de meest gebruikte bronnen zijn echter op CD-ROM uitgebracht.<br />

De CD-ROM Bronnen voor Indisch genealogisch onderzoek, uitgegeven door de Stichting<br />

Historic Future en samengesteld door de Indische Genealogische Vereniging (IGV),<br />

bevat ruim 5700 pagina's met informatie voor Indisch genealogisch onderzoek, waarbij<br />

de nadruk op Oost-Indië ligt. Naast de publicaties van de IGV zelf, zijn enige belangrijke<br />

vooroorlogse standaardwerken opgenomen.<br />

De CD-ROM bevat een lees- en zoekprogramma en is geschikt voor zowel de PC als de<br />

Macintosh.<br />

Met de uitgifte van deze CD-ROM wil de Indische Genealogische Vereniging een extra<br />

stimulans geven aan Indisch genealogisch onderzoek.<br />

Het Indisch Repertorium zal eens per twee jaar worden bijgewerkt. De nieuwste versie<br />

gemaakt voor najaar 2000.


Cultureel erfgoed bij zelforganisaties 15<br />

Stichting Arisan Indonesia (SARI)<br />

De Stichting Arisan Indonesia (SARI) heeft zijn oorsprong in de studiekring Indonesië<br />

van de Katholieke Universiteit Nijmegen: een kring van mensen die door studie, werk of<br />

afkomst een band hebben met Indonesië. Aanvankelijk kwamen zij bijeen in<br />

taalstudiebijeenkomsten om in een informele sfeer, maar op serieuze wijze Bahasa<br />

Indonesia bij te houden. Later werd deze activiteit uitgebreid met informatiedagen over<br />

uiteenlopende onderwerpen. SARI werd steeds meer bekend als een informatiepunt voor<br />

Indonesische en Indische wetenswaardigheden. Vanaf 1996 zijn de activiteiten sterk<br />

toegenomen en ondergebracht in de stichtingsvorm. SARI ontvangt sindsdien subsidie<br />

van het Ministerie van VROM en de gemeente Nijmegen, ook heeft de stichting<br />

leden/begunstigers.<br />

SARI wil de uitwisseling van kennis over de Indonesische en Nederlandse samenleving<br />

in al haar aspecten stimuleren. SARI streeft naar bevordering, verdieping en<br />

versteviging van de Indonesisch-Nederlandse relaties op (sociaal-) economisch,<br />

wetenschappelijk en cultureel terrein. Zij wil activiteiten op dit gebied aansporen door<br />

het beschikbaar stellen van faciliteiten, kennis, begeleiding en diensten. Hieronder een<br />

greep uit de vele activiteiten van SARI.<br />

Kumpulans<br />

Twee keer per jaar organiseert SARI een Indonesië-dag over een bepaald thema. SARI<br />

haalt voor dit doel wetenschappers, journalisten, schrijvers en andere deskundigen naar<br />

Nijmegen. Thema's zijn onder meer: taal, cultuur, geschiedenis, politiek, toerisme.<br />

Bovendien zijn op deze dag meestal organisaties aanwezig die nadere informatie<br />

verstrekken. Voorbeelden van dergelijke organisaties zijn: touroperator Multatuli<br />

Travel, de Lepra Stichting, Komitee Indonesia, INDOC, Stichting Pelita, Baobab Reizen.<br />

De meest recente activiteiten zijn de tentoonstelling De verre oorlog in het stadhuis van<br />

Nijmegen, over Indië tijdens de Japanse bezetting en daarna, een forumdiscussie over<br />

de laatste politieke ontwikkelingen in Indonesië en een manifestatie over natuur en<br />

milieu in Indonesië geweest.<br />

Publicaties<br />

Twee keer per jaar verschijnt de SARI-Nieuwsbrief met informatie over activiteiten van<br />

de stichting, de veelgelezen rubriek Pas verschenen met boekbesprekingen, alsmede de<br />

rubriek Signalementen die een overzicht geeft van tal van actuele of komende<br />

Indische/Indonesische evenementen in Nederland.<br />

In 1997 heeft SARI het boek Indië herinnerd en beschouwd. Sociale geschiedenis van<br />

een kolonie (1930-1957) uitgebracht en tijdens de Indië-herdenking op 16 augustus<br />

1997 in Roermond aangeboden aan de toenmalige Minister van Defensie, dr. J.J.C.<br />

Voorhoeve. Het boek (met foto's) is verkrijgbaar bij SARI.<br />

Cursussen en studiedagen<br />

Sinds 1997 organiseert SARI (ook in opdracht van derden) cursussen en gastcolleges<br />

over taal, cultuur, geschiedenis, voedselvoorziening, landbouw en milieu. Tweemaal per<br />

jaar is er de SARI-taalcursus Bahasa Indonesia voor beginners en gevorderden. Ook<br />

bestaat de mogelijkheid deel te nemen aan een conversatiegroep.<br />

Taalcursussen en conversatielessen vinden plaats in kleine groepjes; deelnemers<br />

noemen steeds weer de prettige en tegelijk stimulerende sfeer waarin het actief<br />

aanleren van het Bahasa Indonesia kan plaatsvinden.<br />

Diensten en producten


Cultureel erfgoed bij zelforganisaties 16<br />

SARI verzorgt in opdracht vertaalwerk van Indonesisch naar Nederlands en van<br />

Nederlands naar Indonesisch. Zij geeft adviezen aan bijvoorbeeld reisorganisaties in<br />

Nederland en Indonesië en voert desgevraagd (markt)onderzoek uit. Tarieven zijn op<br />

aanvraag verkrijgbaar bij SARI.<br />

Samenwerking SARI met Indonesische counterpart PPLH<br />

Sinds 1997 werkt SARI samen met het milieueducatiecentrum Pusat Pendidikan<br />

Lingkungan Hidup (PPLH) in Seloliman (Oost-Java) en Sanur (Bali). Zij doet dit door het<br />

werven van fondsen, informatieverstrekking en ter beschikking stellen van<br />

deskundigheid. Onlangs heeft het Ministerie van VROM een subsidie aan SARI verstrekt<br />

voor de oprichting van een milieueducatiecentrum in Puntondo (Zuid-Sulawesi). SARI<br />

bemiddelt tevens bij stageverzoeken voor het PPLH en verzorgt in Nederland de<br />

voorlichting over het werk van het centrum.<br />

De goed verzorgde webpagina van PPLH vindt u op het adres:<br />

http://www.webcom.com/pplh/ . Via onze pagina PPLH - Nieuws vindt u recente<br />

informatie over de samenwerking tussen SARI en PPLH.<br />

Indische organisaties<br />

SARI heeft het initiatief genomen tot de oprichting van een Indisch Platform in Nijmegen<br />

(PION). Bij het platform zijn de belangrijkste Indische organisaties in en rond Nijmegen<br />

aangesloten: Stichting I.N.D.O., Vereniging Soerobojo, Melati, Stichting Indo Inn,<br />

Reünie Contractpensions Nijmegen e.o., Stichting Maluku Help, De Kerkelijke<br />

Bijeenkomst Heilig Landstichting (KBHLS), de Pasar Malam Kecil uit Overasselt ,<br />

Stichting Muhabbat, en uiteraard SARI. Vanaf najaar 1999 ondersteunt het PION de<br />

Stichting Pelita met het organiseren van de zogenaamde Masoek Sadja voor de regio<br />

Rijk van Nijmegen. Masoek sadja is Maleis voor Kom maar binnen. Tegelijk is het de<br />

naam geworden voor de gezellige en informerende inloopmiddagen voor 55+’ers met<br />

Indische wortels of andere interessen. Het is de bedoeling dat er in 2001 vier<br />

inloopmiddagen worden gehouden.<br />

Reisadviezen<br />

Wie goed geïnformeerd op reis wil, kan bij SARI gericht informatie krijgen over vervoer,<br />

accommodatie, gezondheid, bestemmingen en tal van andere zaken. SARI kan een<br />

geheel op uw persoonlijke wensen en interessen gericht reisadvies maken.<br />

SARI als vraagbaak<br />

SARI streeft ernaar op iedere vraag over Indonesië een antwoord te hebben. Indien<br />

nodig verwijzen ze door of geven aanwijzingen waar informatie te vinden is.


Cultureel erfgoed bij zelforganisaties 17<br />

Indisch Informatiepunt<br />

'Indisch Informatiepunt' is een prachtige website over de Indische cultuur, geschiedenis<br />

en organisaties. Deze website is opgezet in 1997 door dhr. Rick van den Broeke, een<br />

Indo die geïnteresseerd is in zijn “roots”. Over zijn motieven vertelt hij het volgende<br />

verhaal.<br />

“Waarom ben ik in 1997 met deze website gestart?<br />

'Indisch Informatiepunt' voor mij een soort experiment om in een aantal jaren vast te<br />

stellen hoe groot de behoefte van Indische mensen in Nederland en elders is om bezig<br />

te zijn met de eigen 'roots' en daaraan via Internet uiting aan te geven. Er zijn tal van<br />

mensen die zich beroepshalve met de Indische cultuur en geschiedenis bezig houden.<br />

Mij gaat het er echter vooral om de groep van 'niet-professionals', de gewone Indische<br />

mensen in Nederland en elders, te bereiken en vast te stellen hoe 'levend' de Indische<br />

cultuur nog is, 50 jaar na de Japanse bezetting en onafhankelijkheidstrijd van Indonesië.<br />

Daarbij vind ik vooral het verschil in reacties van verschillende generaties Indische<br />

mensen intrigerend.<br />

Zelf ben ik er van overtuigd dat in de loop van de 21e eeuw de Indische gemeenschap<br />

dusdanig opgenomen is in de Nederlandse samenleving (of samenlevingen in de VS en<br />

elders) dat de verwijzing naar het koloniale verleden zelf steeds meer vervaagt en alleen<br />

in musea en archieven nog sporen gevonden worden die informatie geven over het<br />

leven van de Indo's in het koloniale Nederlands-Indië en de periode van assimilatie na<br />

de oorlog in Nederland en elders. Voorlopig blijkt uit alles dat de invloed van oorlog en<br />

bersiap (Indonesische onafhankelijkheidstrijd) nog steeds actueel is.<br />

Iets anders is echter dat het 'Indisch-zijn' ook kan impliceren dat eigenschappen en<br />

verworvenheden in het persoonlijk leven kunnen leiden tot een andere<br />

levensinstelling/houding tegenover veel zaken die Indo's blijven onderscheiden van<br />

anderen.( en dat is dan niet alleen de 'eetcultuur'). In die zin kan het zo zijn dat ook in<br />

de toekomst bij nieuwe generaties het culturele 'estafettestokje' nog steeds<br />

doorgegeven wordt en de Indische cultuur een levende cultuur blijft, waarvan Indo's<br />

vinden dat het de moeite waard is die te koesteren en in stand te houden.<br />

Met het Indisch Informatiepunt wil ik deels een 'kennisbron' bieden op Internet als het<br />

gaat om allerlei wetenswaardigheden over die cultuur en daarnaast voor mij zelf nagaan<br />

hoe mijn eigen Indisch-zijn zich verhoudt tot het Indisch-zijn van anderen. Een<br />

experiment dus, dat uiteindelijk dus ooit weer wordt afgesloten. Wanneer? Voorlopig ga<br />

ik er nog een tijd mee door!!”<br />

Stichting Tong Tong<br />

De doelstelling van Stichting Tong Tong is het stimuleren van de Indische cultuur, en<br />

het bevorderen van de kennis over Indische mensen en hun (cultuur-)geschiedenis.<br />

Belangrijkste middel daartoe is het organiseren van de jaarlijkse Pasar Malam Besar op<br />

het Malieveld in Den Haag.<br />

Daarnaast maakt de Stichting Tong Tong tentoonstellingen; is ze uitgever van boeken<br />

en de gratis Pasarkrant sinds 1986. De Pasarkrant verschijnt drie keer per jaar. De<br />

Sobat is de nieuwsbrief voor donateurs van de Stichting Tong Tong<br />

Op eigen website (http://tongtong.denhaag.org) houdt de Stichting Tong Tong mensen<br />

op de hoogte van haar activiteiten. Nieuws over de Pasar Malam Besar — inclusief de<br />

programma’s die de Stichting Tong Tong daar organiseert — vindt u op een andere<br />

website (www.pasarmalambesar.nl).


Cultureel erfgoed bij zelforganisaties 18<br />

Sleutelpersonen<br />

Tijdens inventarisatie zijn er contacten geweest met de volgende drie sleutelpersonen.<br />

Alle drie zijn actief binnen de Indische gemeenschap en zijn bezig met het cultureel<br />

erfgoed van hun gemeenschap.<br />

- Edy Seriese, directeur IWI<br />

- H.A.J. de la Croix, voorzitter SARI<br />

- Rick van den Broeke, eigenaar website “Indisch Informatiepunt”<br />

Gezien de het feit dat er geen groepsbijeenkomst is georganiseerd met deze groep,<br />

wegens gebrekkige deelname vanuit de organisaties, zijn er geen andere namen<br />

vastgesteld. Via de bovengenoemde organisaties kan men aan andere namen komen.<br />

Knelpunten en conclusies<br />

Er moet geconstateerd worden dat de Indische Nederlanders hard bezig zijn om hun<br />

geschiedenis in kaart te brengen. Dat blijkt o.a. uit de initiatieven die in de afgelopen<br />

periode ontwikkeld zijn op het gebied van cultureel erfgoed en <strong>migratiegeschiedenis</strong>.<br />

Met name heeft de Stichting Indisch Wetenschappelijk Instituut (IWI) een bijzondere<br />

plaats hierin. Dit instituut wist duizenden boeken, foto´s, films, video´s, landkaarten,<br />

stadsplattegronden, geluidsopnames en objecten onder zijn dak te brengen.<br />

Bij de totstandkoming van IWI speelde eenmalige subsidie een belangrijke rol om het<br />

huidige pand te kunnen kopen, maar zonder vrijwilligerswerk van de vele Indische<br />

Nederlanders kon zo´n instituut zichzelf niet langer handhaven en verder ontwikkelen.<br />

Dat geldt ook voor andere initiatieven die niet gesubsidieerd zijn.<br />

Ondanks het vrijwilligerswerk en contributies/schenkingen van de leden of donateurs is<br />

de vraag: hoe lang kunnen de wetenschappelijke en culturele instituties van Indische<br />

Nederlanders zonder subsidie vol houden? Dat is het eerste knelpunt met betrekking tot<br />

de toekomst van het culturele erfgoed van Indische Nederlanders in Nederland.<br />

Een andere knelpunt is dat wij tijdens de eerste fase van het project Cultureel Erfgoed<br />

de opinies van de sleutelfiguren van Indische Nederlanders over het culturele erfgoed<br />

niet kunnen peilen, vanwege korte duur van de inventarisatie. Om verder vorm te geven<br />

aan het cultureel erfgoed is de visie van de betreffende groep op eigen cultureel erfgoed<br />

een essentiële zaak.<br />

Verder moet opgemerkt worden dat de (on)mogelijkheden van lokale organisaties van<br />

Indische Nederlanders buiten het gezichtveld bleef als het gaat om het cultureel erfgoed<br />

gezien de weinig reacties. Dat geldt ook trouwens voor de andere etnische groepen.<br />

Tenslotte is de lijst van sleutelpersonen niet voldoende voor deze groep. In een tweede<br />

stap moet niet alleen een goede lijst van namen opgesteld worden, maar ook moet de<br />

achtergrond van de sleutelpersonen in kaart gebracht worden. Dat is essentieel voor een<br />

database die ter beschikking gesteld kan worden aan de onderzoekers en journalisten<br />

als bron van de orale geschiedenis.


Cultureel erfgoed bij zelforganisaties 19<br />

MOLUKKERS<br />

Inleiding<br />

Het grootste deel van de Molukse migranten is op ongeveer hetzelfde tijdstip<br />

gearriveerd. Dit was begin 1951. Afwijkend ten opzichte van de overige<br />

minderheidsgroepen is voorts dat zich na de eerste stroom in 1951 nauwelijks een<br />

kettingmigratie voordeed. Een uitzondering vormt een categorie van enkele honderden<br />

Molukse immigranten die in 1963 uit het voormalige Nieuw-Guinea naar Nederland<br />

kwamen.<br />

In sociaal-economisch opzicht was het een sterk homogene populatie. De mannen<br />

waren overwegend militairen, hun vrouwen zorgden voor het huishouden. Er kunnen<br />

een groot aantal specifieke condities genoemd worden van het Molukse verblijf in den<br />

vreemde, die bij gedragen hebben bij een sterke groepscohesie en organisatievorming,<br />

te weten:<br />

- het etnische verschil ten aanzien van de Nederlandse omgeving;<br />

- de verspreiding van de groep over, veelal wijd uiteenliggende woonoorden;<br />

- de economische afhankelijkheid;<br />

- het streven naar een politiek ideaal: de verwezenlijking van een vrije republiek<br />

der Zuid-Molukken (RMS);<br />

- de als voorlopig beschouwde aanwezigheid op de Nederlandse bodem;<br />

- interlokale allianties (de pela-verbanden) en religieuze diversiteit, etc.<br />

Het politieke ideaal van een eigen staat wordt niet door de hele gemeenschap gedragen.<br />

Er zijn ook belangrijke groepen die politiek neutraal of pro-Indonesisch zijn. Behalve een<br />

samenbindend element is het RMS-idee ook een factor geweest die scheiding binnen de<br />

Molukse gemeenschap heeft gebracht<br />

Het cultureel erfgoed van Molukkers wordt door een groot aantal organisaties (van<br />

religieuze, sociaal-culturele en politieke aard) in stand gehouden en bewaard. De<br />

doelgroep en grondslag van deze organisaties zijn heel verschillend: religieuze<br />

organisaties (algemeen: kerken en moskeeën, doelgroepenorganisaties, zoals<br />

jongerenvereniging, contactorgaan, vrouwenorganisatie), sociaal-culturele organisaties<br />

en politieke organisaties die RMS-ideaal propageren en belangen van de Molukse<br />

gemeenschap in Nederland behartigen.<br />

Naast eigen organisaties zijn er heel veel sleutelfiguren in de buurt van deze<br />

organisaties die een belangrijke functie kunnen vervullen als orale bron van de<br />

<strong>migratiegeschiedenis</strong> en het cultureel erfgoed.<br />

Opinies van sleutelpersonen<br />

Definitie van cultureel erfgoed<br />

Geconstateerd wordt dat de aanwezigen verschillende definities geven van “cultureel<br />

erfgoed.” Ten eerste wordt het cultureel erfgoed opgevat als tradities die overdraagbaar<br />

zijn aan de jongere generaties. Bijvoorbeeld: bij de Molukkers is het zo, dat wanneer<br />

een man trouwt de familie van hem naar de familie van de vrouw gaat en daar de hand<br />

wil vragen, dat de deur dan niet meteen wordt opengedaan.


Cultureel erfgoed bij zelforganisaties 20<br />

Deze tradities worden niet altijd positief ervaren voor de nieuwe generaties. Eigenlijk<br />

zou je je kinderen niet moeten belasten met bepaalde culturen. Als de derde generatie<br />

vraagt naar het culturele erfgoed, dan zou je moeten kunnen zeggen dat ze deze<br />

moeten zoeken in de “roots”, de wortels.<br />

Ten tweede wordt cultureel erfgoed gedefinieerd als een dynamische gegeven. Want een<br />

cultuur is niet statisch, maar dynamisch en onderhevig aan veranderingen.<br />

Ten slotte wordt vermeld dat het goed is om ons te realiseren dat het culturele erfgoed<br />

breder is dan materiële zaken en tradities. Het is ook de manier waarop mensen leven.<br />

Belangrijke aspecten van cultureel erfgoed<br />

Er wordt ingestemd met de opmerking van de heer Manahutu (cultureel erfgoed is meer<br />

dan materiële en immateriële zaken en tradities) en men is ook blij met de oprichting<br />

van het Molukse museum. De <strong>migratiegeschiedenis</strong> vinden zij erg belangrijk; vooral de<br />

fasen van het migratie– en het vestigingsproces. Ook is de identiteit in verschillende<br />

fasen erg belangrijk. Dit geldt ook voor de geloofs- en religieuze gebruiken.<br />

De verhalen van het volksgeloof zijn aan het wegebben. De Molukkers proberen dit te<br />

voorkomen door zich goed te organiseren en te kijken hoe het gaat in de toekomst. Ook<br />

wordt getracht het dynamische hierin te houden.<br />

95% van de Molukkers in Nederland zijn christelijk, een kleine groep islamitisch. Er is<br />

een collectiviteitgevoel onder de Molukkers. De meeste mensen hebben dezelfde<br />

culturele achtergrond. Er is wel enige verscheidenheid, maar er zijn veel<br />

overeenkomsten.<br />

De Molukse gemeenschap heeft veel vrouwenorganisaties. In die organisaties wordt veel<br />

aandacht besteed aan traditionele kleding en haardracht. Verder wordt hard gewerkt<br />

aan de positie en emancipatie van de Molukse vrouwen.<br />

De Molukse identiteit is vaak door de politiek ingekleurd. In de loop der tijd hebben de<br />

Molukkers verschillende benamingen gekregen: Ambonees, Moluks, Zuid-Moluks, enz. Je<br />

ziet dat sommige mensen moeite hebben met deze politieke bemoeienis en verzetten<br />

zich hiertegen.<br />

Hoe verloopt het integratieproces van de Molukkers?<br />

De Molukkers beheersen over het algemeen de Nederlandse taal goed. De immigratie<br />

van de tweede generatie is gestagneerd. Dit geldt ook een beetje voor de derde<br />

generatie. De Molukkers zijn in vergelijking tot andere groeperingen aardig<br />

geïntegreerd. Een groot deel van de Molukkers ziet zichzelf als wereldburger. Gemengd<br />

huwelijk is bij de Molukkers aardig ontwikkeld. De zelforganisaties hebben een grote rol<br />

gespeeld bij het integratieproces. De Molukkers hebben zichzelf een tijd lang geen<br />

minderheid willen noemen, omdat zij een andere <strong>migratiegeschiedenis</strong> hebben. Door de<br />

sterke overheersing van de christelijke groep wordt de <strong>migratiegeschiedenis</strong> beïnvloed.<br />

De <strong>migratiegeschiedenis</strong> van de overige kleine groepen, bijvoorbeeld van de islamitische<br />

groep, wordt dan onderbelicht.<br />

Stand van zaken m.b.t. archieven, collectie en materialen


Cultureel erfgoed bij zelforganisaties 21<br />

Geconstateerd wordt dat de Molukse gemeenschap sinds 1990 een eigen Moluks<br />

Historisch Museum heeft. Er is veel materiaal in het Moluks Historisch Museum, maar er<br />

is nog veel meer in de kerken en in diverse andere organisaties.<br />

Collecties van religieuze instellingen en politieke organisaties moeten nog<br />

geïnventariseerd worden.<br />

Daarnaast zijn er radioprogramma´s en tijdschriften die een belangrijke bron van<br />

informatie vormen. Er is een wekelijks radioprogramma voor Molukse ouderen: Suara<br />

Moluku. En er is een algemene maandblad (Marijo), een vrouwenblad (Tagalaja) en een<br />

kerkelijk blad (Madjalah).<br />

Wat er bestaat bij de islamitische groeperingen en hun moskeeën is niet bekend.<br />

De Molukkers hebben een eigen website (DLM) over de Molukse cultuur en organisaties.<br />

De meeste Molukse websites hebben een link met DLM.<br />

Er zijn veel personen die persoonlijke archieven en dossiers hebben, die men vasthoudt<br />

en wil overdragen. Mensen zijn soms bang deze af te staan. Op zich is dit niet erg, als<br />

we maar weten wat er is en waar het is. De betrokken instanties moeten aangeven dat<br />

deze slechts geleend worden voor een tentoonstelling of iets dergelijks.<br />

Het kritische moment is als de eerste generatie overlijdt en de kinderen de spullen<br />

weggooien, omdat zij daar niet dezelfde waarde aan hechten. Dus het is van belang om<br />

de inventarisatie zo snel mogelijk te maken. Het belangrijkste is, dat de inventarisatie er<br />

is en dat je met betreffende personen afspraken kunt maken over het feit dat ze geen<br />

spullen moeten weggooien.<br />

Je zou in clusters moeten werken om deze inventarisatie te doen. Het is ondoenlijk om<br />

door heel Nederland te reizen. Je zou eigenlijk moeten kiezen voor een persoonlijke<br />

benadering, dan komt er veel meer los. Verder zou je bepaalde activiteiten moeten<br />

ontplooien om mensen hiervan bewust te maken. Ook zou je bij de zelforganisatie langs<br />

moeten gaan.<br />

De toekomst van cultureel erfgoed<br />

Kiezen voor een eigen instelling/museum of een multiculturele instelling/museum?<br />

Vanwege de bestuurlijke zeggenschap (eigen gezag) is het belangrijk om dit in eigen<br />

beheer te houden. Integratie mag niet leiden tot assimilatie.<br />

Er zijn goede afspraken gemaakt met het Moluks Historisch Museum betreffende de<br />

overdracht van cultureel erfgoed. Molukkers durven hier gerust hun spullen uit te lenen<br />

of te geven. Je moet je in ieder geval institutionaliseren om je eigen identiteit te<br />

behouden.<br />

Moluks Historisch Museum bestaat al 12 jaar. De middelen van het museum bestaan uit:<br />

subsidies, sponsering door zelfstandigen, fondsen en entreegeld.<br />

Samenwerking met andere categoriale instellingen is belangrijk.<br />

Voorwaarden overdracht van archieven, collectie en materialen<br />

Het moet in de geest zijn van de personen die iets overdragen.<br />

Het moet toegankelijk zijn.<br />

Je moet er iets mee doen: promoten/beeldvorming.


Cultureel erfgoed bij zelforganisaties 22<br />

Onderzoeken stimuleren.<br />

Publicaties.<br />

Er moeten middelen zijn om dingen goed te kunnen bewaren. Er moeten faciliteiten<br />

komen van de overheid.<br />

Wat waar bewaard dient te worden hangt af van het soort materiaal.<br />

Of de spullen nu bewaard worden in een algemene instelling of een categoriale<br />

instelling, er moeten hier goede afspraken over gemaakt worden. Op basis van<br />

functies (criteria vastleggen).<br />

Het is belangrijk om cultureel erfgoed mee te nemen in bijvoorbeeld toneelstukken.<br />

Ook moet je kijken wat de kerken aan activiteiten hebben ontwikkeld. Je ziet dan dat<br />

er een grote beïnvloeding heeft plaatsgevonden.<br />

Organisaties<br />

Naast een groepsgesprek met de sleutelfiguren uit de Molukse gemeenschap worden<br />

met een tweetal relevante organisaties gesprekken gevoerd over het cultureel erfgoed<br />

van de Molukse gemeenschap in Nederland en de eigen (on)mogelijkheden met<br />

betrekking tot het cultureel erfgoed, te weten: Moluks Historisch Museum (Utrecht) en<br />

Landelijk Overlegorgaan Welzijn Molukkers (Utrecht).<br />

Omdat het Steunpunt Educatie Molukkers nauw samenwerkt met het Moluks Historisch<br />

Museum wordt deze organisatie relevant geacht om er aandacht aan te schenken.<br />

Stichting Tjandu (Utrecht) heeft zelf gereageerd op onze oproep. Dit krijgt ook enige<br />

aandacht. Ten slotte heeft groepsgesprek en internetonderzoek een relevante website<br />

opgeleverd over de Molukse cultuur. Deze website wordt beheerd door Djangan Lupa<br />

Maluku (DLM).<br />

Het Moluks Historisch Museum<br />

Het Moluks Historisch Museum in Utrecht werd in november 1990 geopend als centrum<br />

voor Molukse geschiedenis en cultuur. Het museum is een geschenk van de Nederlandse<br />

regering aan de Molukse gemeenschap in Nederland uit waardering voor de inzet van<br />

met name de eerste generatie die in 1951 naar Nederland werd overgebracht.<br />

Het museum heeft de taak een beeld te geven van de Molukse geschiedenis en<br />

ontwikkelingen op het gebied van Molukse kunst en cultuur in Nederland te stimuleren<br />

en te ondersteunen.<br />

Het Moluks Historisch Museum beschikt over een bibliotheek en een<br />

documentatieafdeling waar bezoekers en andere belangstellenden terecht kunnen voor<br />

informatie over de Molukken, over Nederlands-Indië en Indonesië, en over Molukkers in<br />

Nederland.<br />

De bibliotheek bestaat uit een kleine studiezaal, boekendepots, een tijdschriftendepot,<br />

een fotoarchief, een krantenknipselarchief en historische archieven.<br />

Studiezaal<br />

De studiezaal is een gezamenlijk project van het Landelijk Steunpunt Educatie<br />

Molukkers en het Moluks Historisch Museum wat zich weerspiegelt in de collectie: veel<br />

aandacht wordt besteed aan onderwijs en taal en aan de Molukse cultuur en


Cultureel erfgoed bij zelforganisaties 23<br />

geschiedenis. In de Materialenbank kunnen (aankomende) docenten, maar ook<br />

scholieren en studenten kant-en-klaar materiaal vinden om te gebruiken bij het<br />

lesgeven in de klas of voor een scriptie of presentatie. De Materialenbank omvat<br />

lesbrieven, taalmethoden, audiovisueel materiaal, lespakketten en tastbaar spel- en<br />

leermateriaal (leskisten). De studiezaal heeft een open opstelling. Naast de<br />

boekencollectie en Materialenbank, is er de mogelijkheid om tijdschriften in te zien en<br />

microfiches te lezen m.b.v. een reader-printerapparaat.<br />

Depots<br />

Boeken, brochures, jaargangen van tijdschriften etc. die niet uitgeleend worden omdat<br />

ze kwetsbaar of uniek zijn, bevinden zich in gesloten depots. Het materiaal is al voor<br />

een deel ontsloten voor publiek via de computer in de studiezaal, waar men het kan<br />

opvragen en inzien. Tevens zijn er kopieerfaciliteiten.<br />

Op de publiekscomputer in de studiezaal kan men zoeken in de volgende<br />

(deel)collecties:<br />

- algemene bibliotheekcollectie van studiezaal en depot<br />

- collectie Materialenbank<br />

- tijdschriften- en artikelencollectie<br />

- historische databank<br />

- fotoarchief<br />

Databank<br />

In een databestand zijn belangrijke jaartallen en gebeurtenissen uit de Molukse<br />

geschiedenis en actualiteit beschreven. O.a. de Tweede Wereldoorlog in Nederlands-<br />

Indië, de RMS-geschiedenis, de woonoordperiode (1951-ca. 1965), en de recente<br />

onlusten op de Molukken (vanaf januari 1999). De databank wordt regelmatig<br />

aangevuld.<br />

Fotoarchief<br />

In het fotoarchief zijn ruim 10.000 foto’s, negatieven en dia’s geordend en beschreven.<br />

Het bevat historische en actuele beelden van de Molukken en van Molukkers in<br />

Nederland (m.n. de woonoordperiode). Op verzoek kunnen afdrukken besteld worden<br />

voor publicaties, tentoonstellingen en privé-doeleinden. Ook is het mogelijk om een<br />

mobiele tentoonstelling te huren voor een bepaalde periode. Deze tentoonstelling<br />

bestaat uit panelen die men kan opbouwen tot een op zichzelf staande wand, en ca. 20<br />

fotolijsten met foto’s, teksten en/of documenten.<br />

Momenteel zijn de volgende tentoonstellingen beschikbaar:<br />

Geschiedenis van Molukkers in Nederland<br />

Herdenkingen en demonstraties<br />

Ambon, april-mei 1950<br />

De mobiele tentoonstellingen kunnen op verzoek aangepast of uitgebreid worden, bijv.<br />

met foto’s van een specifiek woonoord.<br />

Krantenknipselarchief<br />

Het MHM verzamelt, rubriceert en bewaart artikelen uit diverse kranten die betrekking<br />

hebben op de Molukken, Indonesië, Molukkers in Nederland, minderheden, de<br />

multiculturele samenleving en het asielbeleid.<br />

Historisch archief<br />

De collectie omvat archieven van organisaties zoals de BPRMS, Stichting Door De<br />

Eeuwen Trouw, het Inspraakorgaan Welzijn Molukkers, diverse wijkraden en stichtingen,


Cultureel erfgoed bij zelforganisaties 24<br />

maar ook archieven van privé-personen (o.a. mr. K. van Rijckevorsel). De archieven<br />

worden stapsgewijs toegankelijk gemaakt voor wetenschappelijk onderzoek. Op<br />

aanvraag is het mogelijk om archieven in te zien. Alleen archieven waarvan de inhoud<br />

door de museummedewerkers is bekeken en waarop geen embargo rust, komen in<br />

aanmerking voor raadpleging.<br />

Vaste tentoonstelling<br />

De vaste tentoonstelling vertelt de geschiedenis van de Molukse gemeenschap in<br />

Nederland. In de expositie wordt aan de hand van objecten, teksten en bewegende<br />

beelden aandacht besteed aan de ontwikkelingen in Indonesië die uiteindelijk leidden tot<br />

de komst van Molukkers naar Nederland in 1951: de Tweede Wereldoorlog, de<br />

Indonesische revolutie en de onafhankelijkheid van Indonesië, de strijd om de inrichting<br />

van het nieuwe Indonesië, de proclamatie van de Republiek der Zuid-Molukken op 24<br />

april 1950 en de opheffing van het Koninklijk Nederlands Indisch Leger (KNIL).<br />

De tentoonstelling laat ook zien hoe Molukkers in de jaren vijftig woonden in<br />

woonoorden zoals het voormalige Duitse concentratiekamp Vught, dat het Molukse<br />

woonoord 'Lunetten' werd. De ontwikkelingen en gebeurtenissen van de jaren zestig tot<br />

en met negentig worden aan de hand van foto’s en objecten weergegeven. Daartoe<br />

behoren ook de gijzelingen van de jaren zeventig.<br />

Bezoekers die de tentoonstelling bezoeken, kunnen gebruik maken van een handleiding<br />

die bij de balie van het museum te leen is. Ook bestaat er de mogelijkheid om op<br />

afspraak een rondleiding te boeken . Daarvoor wordt een toeslag van 30,00 euro in<br />

rekening gebracht.<br />

In de tentoonstelling bevindt zich ook een computer waarmee pela-relaties<br />

(bondgenootschappen tussen dorpen op de Molukken) kunnen worden opgezocht. Voor<br />

kinderen is tegen betaling van 0,50 euro een puzzelboekje beschikbaar waarmee een<br />

zoektocht door de tentoonstelling kan worden gemaakt .<br />

Voorts is voor 6,00 euro een catalogus van de vaste tentoonstelling verkrijgbaar: Henk<br />

Smeets - Molukkers in Nederland, Utrecht 1991,<br />

Wisseltentoonstelling<br />

Twee keer per jaar worden wisseltentoonstellingen georganiseerd. Deze<br />

wisseltentoonstellingen bewegen zich afwisselend op het gebied van geschiedenis,<br />

cultuur en kunst.<br />

Theater<br />

In het theater van het Moluks Historisch Museum worden theater- en<br />

muziekvoorstellingen gegeven. Ook worden er door het museum en andere Molukse<br />

organisaties themabijeenkomsten, studiemiddagen en workshops georganiseerd.<br />

Geschiedenisproject<br />

Het museum heeft een nieuwe geschiedenisproject gestart waarbij het museum in<br />

samenwerking met bestaande instellingen en plaatselijke gemeenschappen de aandacht<br />

voor het eigen erfgoed wil stimuleren. In Zeeland loopt nu een pilotproject waarbij het<br />

museum, lokale contactpersonen uit de Molukse gemeenschap, het Zeeuws archief en<br />

omroep Zeeland samenwerken . Doel is om de geschiedenis van de Molukse<br />

gemeenschap in Zeeland aan de gand van archieven, interviews in kaart te brengen.<br />

Met name de oral history kant van het verhaal is bedoeld om het perspectief van de<br />

mensen zelf nadrukkelijk in beeld te brengen.


Cultureel erfgoed bij zelforganisaties 25<br />

Het geschiedenisproject in het algemeen wil een aantal van de gesignaleerde hiaten<br />

gaan opvullen: aandacht voor religieuze minderheden binnen de Molukse gemeenschap,<br />

structurele aandacht voor de rol van vrouwen (organisaties)<br />

Openingstijden<br />

Het Moluks Historisch Museum is geopend van: dinsdag t/m zondag van 13.00-17.00<br />

uur.<br />

Op Eerste Kerstdag, Eerste Paasdag, Nieuwsjaarsdag en 25 april is het museum<br />

gesloten.<br />

Studiezaal: dinsdag t/m vrijdag 13.00-16.30 uur<br />

Het verdient aanbeveling om van tevoren een afspraak te maken indien men buiten de<br />

officiële openingstijden wil komen, materiaal uit de depots en archieven wil raadplegen<br />

of wanneer men behoefte heeft aan assistentie of extra informatie.<br />

Het Landelijk Steunpunt Educatie Molukkers (LSEM)<br />

Het Landelijk Steunpunt Educatie Molukkers (LSEM) is werkzaam als landelijke instelling<br />

op het gebied van opvoeding, onderwijs en educatie voor Molukkers. Het heeft tot taak<br />

ondersteuning te bieden, zowel aan Molukkers, als aan beroepskrachten die zich in hun<br />

werk (mede) op de Molukse groep richten.<br />

Het wil een bijdrage leveren aan de emancipatie van Molukkers, als individu en als<br />

groep.<br />

Het Steunpunt richt zich op de volgende hoofdaspecten:<br />

* Identiteitsontwikkeling;<br />

* Verbetering van kansen in school en maatschappij;<br />

* Acceptatie in de Nederlandse (school) samenleving.<br />

Het LSEM probeert deze doelen te verwezenlijken middels cursussen,<br />

voorlichtingsactiviteiten en projecten naast ter beschikking stellen van een studiezaal en<br />

boekhuis.<br />

CURSUSSEN<br />

Het Landelijk Steunpunt Educatie Molukkers streeft ernaar zijn cursusaanbod af te<br />

stemmen op de wensen en behoeften van de betrokken instellingen of groepen<br />

cursisten. In veel gevallen kunnen cursusprogramma's die in voorgaande jaren<br />

ontwikkeld zijn, daarbij als uitgangspunt dienen. Niet alleen de inhoud van cursussen<br />

wordt in overleg vastgesteld, maar ook de aard van de cursus, de omvang en de status.<br />

Zo kunnen er onder bepaalde voorwaarden certificaten aan een cursus worden<br />

verbonden.<br />

Het Steunpunt verzorgt tevens gastlessen, inleidingen, workshops, trainingen en<br />

materiaalpresentaties in het kader van (na)scholing, studiedagen en<br />

voorlichtingsbijeenkomsten. Het Steunpunt-aanbod heeft betrekking op een breed scala<br />

van onderwerpen, die in het bijzonder op de Molukse groep worden toegespitst, zoals<br />

tweetalige opvoeding, Moluks Maleis, taalvaardigheid Nederlands, Molukse taal en<br />

cultuur, sociale kennis en vaardigheden, trajectbegeleiding in school en naar de<br />

arbeidsmarkt, keuzebegeleiding, leesbevordering en opvoedingsondersteuning.


Cultureel erfgoed bij zelforganisaties 26<br />

Het aanbod van het Steunpunt richt zich op een verscheidenheid van doelgroepen, met<br />

uiteenlopende wensen en behoeften. Het kan zowel om instellingen en organisaties gaan<br />

als om individuele Molukkers of Nederlanders.<br />

VOORLICHTING<br />

SteunPuntsgewijs<br />

SteunPuntsgewijs is een nieuwsbrief van het Landelijk Steunpunt Educatie Molukkers<br />

over Molukkers, onderwijs en educatie. Ze informeert de lezer over ontwikkelingen en<br />

activiteiten die een bijdrage leveren aan de emancipatie van Molukkers, met name in<br />

onderwijs en educatie. De nieuwsbrief richt zich op leerkrachten, educatief werkers en<br />

anderen die zich beroepshalve met onderwijs en educatie van Molukkers in alle<br />

leeftijden bezighouden, waaronder ook medewerkers van Openbare Bibliotheken en<br />

Molukse welzijnsinstellingen. De nieuwsbrief is gratis en is hieronder aan te vragen.<br />

Papan Tulis<br />

Vanaf januari 1998 bereikt het Steunpunt de Molukse gemeenschap via het katern<br />

Papan Tulis, in het Moluks maandblad Marinjo. Papan Tulis verschijnt zes maal per jaar<br />

in de Marinjo-nummers van de maanden januari, maart, mei, juli/augustus, oktober en<br />

december. Papan Tulis kent een aantal vaste rubrieken. In die rubrieken wordt de<br />

Molukse gemeenschap geïnformeerd over onderwijs en educatie in de Nederlandse<br />

onderwijsinstellingen, maar vindt men ook handreikingen hoe men zelf kan handelen bij<br />

bepaalde onderwijs- en opvoedingsvraagstukken. Daarnaast heeft Papan Tulis ook een<br />

jongerenpagina, Kapur Tulis, die bestemd is voor lezers in de leeftijd van de basisschool<br />

en het voortgezet onderwijs.<br />

In Kapur Tulis vinden zij strips en verhalen die te maken hebben met de geschiedenis en<br />

de taal van de Molukkers.<br />

STUDIEZAAL<br />

Informatie en documentatie.<br />

Het Moluks Historisch Museum en het Landelijk Steunpunt Educatie Molukkers hebben<br />

een gezamenlijke studiezaal ingericht waar informatie is te vinden over de Molukken,<br />

over Nederlands-Indië en Indonesië, en over Molukkers in Nederland. Onderzoekers,<br />

leerkrachten en andere belangstellenden kunnen hier gebruik maken van de<br />

gespecialiseerde bibliotheek- en archiefcollecties van beide instellingen. Ze omvatten<br />

materiaal van diverse aard:<br />

* documenten uit het historisch archief;<br />

* boeken;<br />

* tijdschriften en tijdschriftartikelen;<br />

* microfiches;<br />

* knipsels;<br />

* foto's;<br />

* audiovisueel materiaal;<br />

* tastbaar spel- en leermateriaal;<br />

Boeken en andere materialen kunnen kosteloos worden geleend. Een deel van de<br />

collecties is onvervangbaar en wordt daarom niet uitgeleend.<br />

Dit betreft in het bijzonder het museumarchief en delen van de museumbibliotheek.


Cultureel erfgoed bij zelforganisaties 27<br />

Wel kan men dit materiaal op de studiezaal inzien en er in overleg kopieën van maken<br />

of laten maken.<br />

Openingstijden.<br />

De studiezaal is geopend van dinsdag tot en met vrijdag, van 13.00 tot 16.30 uur.<br />

Wanneer men prijs stelt op ondersteuning bij het zoeken naar documenten, literatuur of<br />

andere materialen, is het raadzaam van tevoren een afspraak te maken.<br />

HET BOEKHUIS (Toko Buku Maluku)<br />

Toko Buku Maluku is het boekhuis van het Landelijk Steunpunt Educatie Molukkers,<br />

bedoeld om de distributie van lectuur over en voor Molukkers te verbeteren. Het<br />

assortiment van Toko Buku Maluku omvat niet alleen uitgaven op het gebied van<br />

onderwijs en educatie, maar ook allerlei andere publicaties over de Molukken en over<br />

Molukkers in Nederland, en uitgaven van orale cultuur, literatuur en jeugdlectuur.<br />

Om meer bekendheid te geven aan het lectuuraanbod voor en over Molukkers is ook<br />

een catalogus samengesteld. Deze catalogus is ook digitaal te bezichtigen op deze<br />

website. Wie eigen uitgaven in het assortiment van Toko Buku Maluku wil laten<br />

opnemen, kan contact opnemen met de verkoopleider van het Steunpunt, Otis Polnaya<br />

Om de Molukse samenleving te bereiken, bezoekt de Toko Buku Maluku zowel culturele<br />

evenementen, landelijk of regionaal, als plaatselijke Molukse gemeenschappen. Daarbij<br />

wordt gestreefd naar landelijke spreiding van deze dienstverlening.<br />

Landelijk Overlegorgaan Welzijn Molukkers (LOWM)<br />

Het LOWM is de Molukse (politieke) overlegpartner van de Nederlandse regering in het<br />

kader van de Wet Overleg Minderhedenbeleid en maakt deel uit van het Landelijk<br />

Overleg Minderheden.<br />

Het LOWM representeert in democratische zin alle relevante geledingen en stromingen<br />

binnen de Molukse gemeenschap. Het LOWM vervult in het kader van de<br />

beleidsbeïnvloeding en beleidsvorming van het rijksoverheidsbeleid een aantal functies.<br />

Deze zijn: een antennefunctie, een kwaliteitsfunctie, een functie naar de verbreding van<br />

het maatschappelijk draagvlak van het beleid en een kanaliseringfunctie. Het LOWM is<br />

een professionele instelling die streeft naar een harmonische samenleving waarin ruimte<br />

is voor elke etnische minderheidsgroep.<br />

Het LOWM heeft zijn eigen archief ondergebracht bij het Moluks Historisch Museum.<br />

Ruim 1000 boeken over Molukkers en minderhedenbeleid, jaarverslagen,<br />

correspondentie, adviesrapporten, foto’s, notulen en nieuwsbrief LOWM maken deel uit<br />

van dit archief. In eigen kantoor heeft LOWM niet veel materiaal: er zijn enkele<br />

onderzoeksrapporten, recente schriftelijke materiaal op het gebied van correspondentie,<br />

adviesrapport, notulen en jaarverslagen.<br />

Het LOWM heeft een eigen website (www.lowm-maluku.nl) die geeft informatie over<br />

organisatie en actuele ontwikkelingen die relevant zijn voor de Molukse gemeenschap.<br />

Volgens LOWM hebben de aangesloten 7 organisaties nog eigen materialen in huis. Het<br />

gaat om de religieuze, politieke en maatschappelijke organisaties van diverse<br />

doelgroepen (vrouwen en jongeren). De materialen bij deze organisaties moeten nog<br />

geïnventariseerd worden. Daarnaast moet er aandacht komen voor individuele mensen<br />

die beschikken eigen collecties en materialen.


Cultureel erfgoed bij zelforganisaties 28<br />

Djangan lupa Maluku (DLM)<br />

Djangan lupa Maluku (DLM) is sinds augustus 1996 online. Het is een website over de<br />

Molukse eilandengroep, haar bevolking en hun cultuur. Ook met achtergrondinformatie<br />

over het Molukse volk in ballingschap in Nederland en Molukkers woonachtig in de USA<br />

en elders.<br />

Deze site is vanuit het eerste oogpunt bedoeld voor de Molukse gemeenschap in<br />

Nederland. Ook voor de derde, vierde en komende generaties die al met het internet<br />

werken of er in de toekomst absoluut mee te maken krijgen. Hiermee kunnen ze<br />

informatie krijgen over hun cultuur en de geschiedenis van hun groot- en voorouders.<br />

Maar natuurlijk zeker ook voor iedereen die belangstelling heeft voor deze schitterende<br />

eilanden en hun bevolking.<br />

Ook zullen de achtergronden en huidige situatie van de Molukse gemeenschap in<br />

Nederland hier behandeld worden.<br />

DLM is 3 jaar geleden ontstaan als reactie op het destijds schaarse informatieaanbod<br />

over Maluku op het internet en om zo ook tegemoet te komen aan de zoekpogingen van<br />

mensen om meer te weten te komen over de Molukse cultuur en achtergronden van de<br />

gemeenschap op Maluku en natuurlijk ook in Nederland. Niet alleen maar zoals je<br />

Maluku in de reisgidsen ziet. Niet alleen maar als voorheen tropisch Nederland en zeker<br />

niet als een zogenaamde 'provincie' van Indonesië.<br />

DLM is begonnen als een kleine homepage in de zomer van 1996, daarna wegens grote<br />

belangstelling van buitenaf officieël geopend op 21 september 1996 en sinds 1 januari<br />

1997 onder haar eigen domeinnaam te vinden, (www.dlm.org) en nu in 1999 een<br />

strategische website met een overkoepelende functie.<br />

Met name ook als digitale huisvesting voor het informatieaanbod van grote Molukse<br />

organisaties en bedrijven. Van Nederland via Jakarta tot Maluku. En alles wat niet is<br />

ondergebracht bij DLM is wel doorgelinkt.<br />

DLM is verder een absoluut neutrale plaats waar alles samengebracht kan worden. DLM<br />

staat voor Maluku in de breedste zin van het woord. Dus alle bevolkingsgroepen en<br />

eilanden, alle geloofsovertuigingen en groeperingen. En daarnaast ook aandacht voor de<br />

onderdrukking en schendingen van de mensenrechten op de Molukken en de rest van<br />

Indonesië door de Indonesische regering. En de ernstige vernielingen in de eeuwenoude<br />

regenwouden en de vernietigende mijnbouw op diverse Molukse eilanden.<br />

Vanaf het begin is DLM door één persoon opgebouwd en onderhouden. Door de jaren<br />

heen zijn daar een aantal vrijwilligers bijgekomen die ieder hun eigen werkzaamheden<br />

onder DLM verrichten.<br />

Daarnaast zijn er ook veel samenwerkingsverbanden met andere organisaties en<br />

personen welke ook bijdragen aan de groei van de website.<br />

Een zichzelf respecterende website is nooit af. Vandaar dat DLM ook altijd in bewerking<br />

is en ook nog zeker niet volledig zal zijn in haar informatieaanbod. Met het constante<br />

uitbouwen van DLM doen zij een poging tot meerdere doeleinden; het behoud en<br />

verspreiding van de Molukse cultuur, een poging tot eigen nieuwsgeving, educatieve<br />

projecten, interactie en betere communicatie tussen Molukkers wereldwijd op diverse<br />

manieren.


Cultureel erfgoed bij zelforganisaties 29<br />

Stichting Tjandu<br />

De Molukse Stichting Tjandu is een landelijk steunpunt op het gebied van Molukse<br />

drughulpverlening. Zij heeft een groot aantal eigen publicaties (31x) en videobanden<br />

(8x) op het gebied van zijn werkterrein.<br />

Haar beleid is erop gericht om eigen publicaties en bronnen in eerste instantie aan<br />

Molukse organisaties over te dragen als hiervoor aanleiding toe is.<br />

Sleutelfiguren<br />

In samenwerking met het inspraakorgaan van Molukkers wordt er een lijst van 32<br />

sleutelpersonen opgesteld.<br />

- De heer W. Manahutu, (direc. Moluks Historisch Museum)<br />

- De heer J. Pesulima, (beleidsmedewerker LOWM)<br />

- De heer J. Papilaja,<br />

- Mevrouw N. Lawata-Usmany,<br />

- Mevrouw J. Sedoeboen,<br />

- Mevrouw A. Souisa, (Landelijk Steunpunt Educatie Molukkers)<br />

- De heer J. Letsoin,<br />

- Mevrouw J. Kailuhu,<br />

- Mevrouw H. Oosterbroek-Matulessy,<br />

- Mevrouw H. Kapressy-Usmany,<br />

- Mevrouw F. Souhuwat-Tomasoa,<br />

- Mevrouw N. Rolobessy,<br />

- Mevrouw Farida van Bommel,<br />

- Mevrouw N. de Jong,<br />

- Mevrouw T. Solisa,<br />

- Mevrouw A. Manuhutu,<br />

- Mevrouw N. Batawange,<br />

- Mevroow Sylvie Belserang,<br />

- Mevrouw Leonor Suripatty,<br />

- Mevrouw Mella Haulussy,<br />

- De heer J. Fransciscus,<br />

- De heer U. Santi,<br />

- De heer C. Nikijuluw,<br />

- De heer Nj. Suitela,<br />

- De heer V. Patty,<br />

- De heer A. Janwarin,<br />

- De heer D. Tehupelassury,<br />

- De heer F. Manuputty,<br />

- De heer Agus Laupatty,<br />

- De heer R. Tuhuteru,<br />

- De heer F. Rinsampessy,<br />

- De heer A. Lawalata,<br />

- De heer Nico J. Papilaja,<br />

- De heer E. Pinsampessy,<br />

- De heer P. Amukwaman,<br />

- De heer Eli Patty.<br />

Conclusies en knelpunten


Cultureel erfgoed bij zelforganisaties 30<br />

De opening van het Moluks Historisch Museum in 1990 is een keerpunt in de<br />

institutionalisering van het erfgoed van Molukse gemeenschap. Hierbij speelt de<br />

stimulerende rol van de Nederlandse overheid in de vorm van subsidie een belangrijke<br />

rol.<br />

Het Moluks Historisch Museum beschikt over een bibliotheek en documentatieafdeling<br />

waar bezoekers en andere belangstellenden terecht kunnen voor informatie over de<br />

Molukken, over Nederlands-Indië en Indonesië, en over Molukkers in Nederland. De<br />

bibliotheek bestaat uit een kleine studiezaal, boekendepots, een tijdschriftendepot, een<br />

fotoarchief, een krantenknipselarchief en historische archieven.<br />

Het Moluks Historisch Museum heeft een dubbele functie: presentatie van de Molukse<br />

geschiedenis en cultuur en een brug slaan naar de omringende samenleving als bron<br />

van kennis (voor organisaties, media en studenten).<br />

De Molukse gemeenschap ziet een eigen museum als een teken van eigen identiteit in<br />

de Nederlandse samenleving en vindt het belangrijk dat men een eigen categorale<br />

institutie heeft. Vanwege de bestuurlijke zeggenschap is dit de beste vorm van bewaren<br />

en presenteren van eigen cultureel erfgoed.<br />

De Molukse sleutelpersonen hebben een zowel statische als dynamische kijk op het<br />

eigen cultureel erfgoed: ze kijken niet naar het verleden, maar ook naar de huidige tijd<br />

en naar de toekomst. Zij vinden dat het cultureel erfgoed in een tijdsperspectief<br />

geplaatst moet worden zodat de veranderingen beter kunnen worden gevolgd.<br />

De knelpunten die tijdens het groepsgesprek naar voren kwamen, waren tweeledig: aan<br />

de ene kant zijn er nog veel meer materialen in de kerken en in diverse andere<br />

organisaties, zoals bij de vrouwenorganisaties. De overdracht van materialen van deze<br />

organisatie en personen aan het Molukse Historisch Museum is een opdracht voor de<br />

toekomst. Het kritische moment is als de eerste generatie overlijdt en de kinderen de<br />

spullen weggooien, omdat zij daar niet dezelfde waarde aan hechten. Dus het is van<br />

belang om de inventarisatie zo snel mogelijk te maken. Het belangrijkste is, dat de<br />

inventarisatie er is en dat je met betreffende personen afspraken kunt maken over het<br />

feit dat ze geen spullen moeten weggooien.<br />

Aan de andere kant zien Molukkers de inventarisatie van het culturele erfgoed van<br />

Molukkers bij de musea en archiefvormende instellingen als een verdieping en<br />

uitbreiding van het Molukse erfgoed. In dit verband is samenwerking met de<br />

Nederlandse instellingen erg belangrijk. Het cultureel erfgoed van Molukkers moet ook<br />

in algemene instellingen een eigen plaats innemen.<br />

Wat waar bewaard dient te worden hangt af van het soort materiaal. Of de spullen nu<br />

bewaard worden in een algemene instelling of een categoriale instelling, er moeten hier<br />

goede afspraken over gemaakt worden. Op basis van functies (criteria vastleggen).<br />

Molukse sleutelpersonen vinden de manier van omgaan met het cultureel erfgoed van<br />

minderheden bij de algemene instellingen erg belangrijk. Volgens hen moeten de<br />

algemene instellingen een bijdrage leven aan de verbetering van beeldvorming van<br />

minderheden door bijvoorbeeld een tentoonstelling te organiseren over de<br />

<strong>migratiegeschiedenis</strong> van de migranten. Dat is erg belangrijk, want de jonge generaties<br />

weten niet waarom zij in Nederland terecht gekomen zijn.<br />

In dit verband kwam een andere punt aan de orde tijdens het groepsgesprek. Omdat de<br />

<strong>migratiegeschiedenis</strong> door de sterke overheersing van de christelijke groep wordt


Cultureel erfgoed bij zelforganisaties 31<br />

beïnvloed, wordt de <strong>migratiegeschiedenis</strong> van de overige kleine groepen, bijvoorbeeld<br />

de islamitische groep onderbelicht. Dat is een inhoudelijk knelpunt bij de inventarisatie<br />

van het cultureel erfgoed van Molukkers.<br />

Een andere inhoudelijk knelpunt is dat de verhalen van het volksgeloof aan het<br />

wegebben zijn. De Molukkers proberen dit te voorkomen door zich goed te organiseren<br />

en te kijken hoe het gaat in de toekomst. Ook wordt getracht het dynamische hierin te<br />

houden.


Cultureel erfgoed bij zelforganisaties 32<br />

SURINAMERS<br />

Inleiding<br />

Van de doelgroepen van het minderhedenbeleid vormen Surinamers de grootste<br />

immigrantengroep. Zij zijn tevens de grootste etnische minderheidsgroep. De emigratie<br />

van Surinamers naar Nederland was oorspronkelijk een elitemigratie; kinderen uit<br />

gegoede families (overwegend uit de Creoolse bevolkingsgroep) werden naar Nederland<br />

gestuurd om te studeren. In de jaren zeventig was de migratie geen elitezaak meer,<br />

maar kwamen mensen uit alle sociale klassen naar Nederland. De samenstelling van de<br />

Surinaamse gemeenschap in Nederland veranderde daarmee sterk. Uit diverse studies<br />

blijkt dat de Surinaamse bevolking in Nederland zeer heterogeen is naar variabelen als<br />

opleidingsniveau, verblijfsduur en etnisch-culturele achtergrond; daardoor is van een<br />

min of meer homogene sociale positie van Surinamers geen sprake.<br />

De Surinaamse gemeenschap in Nederland wordt gevormd door o.a. Creolen,<br />

Hindostanen, Javanen, Indianen en Bosnegers.<br />

Surinamers wonen sterk geconcentreerd in de grote vier steden. In Amsterdam woont<br />

zelfs een kwart van alle in Nederland woonachtige Surinamers. Dat valt te verklaren aan<br />

de hand van hun <strong>migratiegeschiedenis</strong>. Surinamers en Antillianen kwamen van oudsher<br />

naar Nederland om te studeren. Ze vestigden zich vooral in plaatsen met<br />

opleidingsinstellingen; de stedelijke agglomeraties.<br />

Er is relatief weinig bekend over de Surinaamse zelforganisaties in Nederland. De<br />

organisaties van het eerste uur waren voornamelijk niet religieus van aard. De identiteit<br />

van deze organisaties was vooral gebaseerd op raciale afkomst, een<br />

gemeenschappelijke geschiedenis en omgangstaal.<br />

Vanaf circa 1975 verving religie en cultuur etniciteit als organiserend principe en werden<br />

voornamelijk religieuze en culturele vrijwilligersorganisaties opgericht naar het<br />

voorbeeld van organisaties in Suriname. Etnisch gesegmenteerde organisatievorming en<br />

het bestaande omgangspatroon, zoals men die in Suriname kende, werden in Nederland<br />

gecontinueerd. Creolen en Hindoestanen richtten zelden gezamenlijk organisaties op en<br />

als dat al gebeurde waren dit voornamelijk sportorganisaties. Bij de religieuze<br />

organisaties vond een verdere differentiatie plaats: Hindoes en Moslims richtten hun<br />

eigen organisaties op, waarbij zij zich eerder op respectievelijk India en Pakistan<br />

oriënteerden dan op hun geboorteland.<br />

De institutionalisering is met name onder Hindoes ver ontwikkeld. Zij hebben tal van<br />

lokale en landelijke vrijwilligersorganisaties, naast eigen scholen, radio- en televisieuitzendingen<br />

en ontwikkelingsorganisatie. Deze organisaties zijn sterk gericht op<br />

traditie: zij willen veeleer een als waardevol ervaren traditie behouden, die over het<br />

algemeen geen belemmering vormt voor deelname aan de maatschappij.<br />

Ondanks de sterke etnisch en religieus gesegmenteerde organisatievorming weten de<br />

Surinamers hun krachten te bundelen in landelijke en regionale organisaties om hun<br />

gemeenschappelijke belangen te behartigen. Stichting Surinaams Inspraak Orgaan<br />

(SIO) en Federatie Asha zijn voorbeelden daarvan.


Cultureel erfgoed bij zelforganisaties 33<br />

Opinies van sleutelpersonen<br />

Het begrip “cultureel erfgoed”<br />

Op de vraag wat de aanwezigen verstaan onder deze term en welke inhoud zij hieraan<br />

geven, worden verschillende antwoorden gegeven. Uit deze antwoorden blijkt dat het<br />

begrip cultureel erfgoed zowel statisch als dynamisch wordt benaderd.<br />

Statische benadering<br />

Alles wat de mensen hebben meegenomen uit hun thuisland en waar een culturele<br />

waarde aan wordt gegeven, waar mensen herinneringen aan hebben. Er is een vorm<br />

van identificatie.<br />

Dynamische benadering<br />

Het heeft niet alleen met de geschiedenis te maken, maar ook met de toekomst,<br />

bijvoorbeeld een toneelstuk. Verder heeft het ook met immateriële zaken te maken.<br />

Bepaalde tradities worden geactualiseerd en overgedragen. De waarde die je geeft aan<br />

bepaalde gewoonten. Cultuur is dynamisch.<br />

Verder wordt het belang van inventarisatie vanuit onderwijskundig oogpunt benadrukt.<br />

Cultuur is het kijken met een bepaalde bril naar de wereld. De overheid heeft een aantal<br />

jaren geleden vastgesteld dat de diversiteit in Nederland in kaart gebracht moet worden.<br />

Het is belangrijk dat er een inventarisatie is en dat materiële en immateriële zaken<br />

worden vastgelegd, ook uit onderwijskundig oogpunt. Slechts 20% van de allochtone<br />

kinderen gaat naar musea, ten opzichte van 60% van de autochtonen. Dit komt vooral<br />

doordat de allochtone kinderen zich niet herkennen in de Nederlandse musea.<br />

Belangrijke aspecten en/of elementen van cultureel erfgoed<br />

Het antwoord op deze vraag hangt nauw samen met de visie op de eerste vraag.<br />

Enkele spontane reacties:<br />

- Die zaken die identificatie bewerkstelligen.<br />

- Fasen van <strong>migratiegeschiedenis</strong>; waar mensen tegenaan liepen.<br />

- De processen van emancipatie en opvoeding.<br />

- Alle veranderingen in de omgangsvormen.<br />

- De aanpassingen van cultuur i.v.m. ecologische omstandigheden en de problematiek<br />

eromheen. Bijvoorbeeld het niet kunnen uitoefenen van “Winti”, omdat Winti op de<br />

(begane)grond moet plaatsvinden en veel Surinamers in hoge flatgebouwen wonen.<br />

- De verschillen in methode in opvoeding. In Nederland zijn de kinderen assertief. Dat<br />

wordt hun geleerd, terwijl de migrantenoudere dit gedrag als vrijpostig en brutaal<br />

ervaart.<br />

- Diversiteit in de Surinaamse cultuur. Er zijn veel culturen en talen in Suriname.<br />

Vraag: In welke mate wordt het inzicht van de jongeren geïnventariseerd? Je ziet<br />

namelijk een vervreemding bij de jongeren. Het is belangrijk om ook de mening van de<br />

jongeren te weten.<br />

Antwoord: Jongeren zijn bezig met een mix van culturen, hybrisering. Er ontstaan<br />

zogenaamde hybride culturen. Dit aspect zou aandacht moeten krijgen.<br />

De bestaande instellingen en/of personen die beschikken over archieven,<br />

collectie en materialen


Cultureel erfgoed bij zelforganisaties 34<br />

• Vereniging Ons Suriname. Zij heeft veel materiaal en informatie.<br />

• Rijksarchief: daar kunnen ze doorverwijzen en informatie geven.<br />

• Stichting Detsjing. Website: www.inheemsen.com De stichting houdt zich<br />

bezig met het uitlenen van kunst en culturele voorwerpen.<br />

• Stichting Dufuni, een bosneger organisatie.<br />

• André Mozes. Hij is een individu uit Den Haag, maar weet veel op dit gebied.<br />

Hij is een kunstenaar.<br />

• Website: www.suriname.nu<br />

• Website: www.suriname.helppagina.com<br />

• Stichting Surinaamse Genealogie (S.S.G.)<br />

• Gemeente archief in Amsterdam<br />

• Moria (ouderenorganisatie)<br />

• De heer R. Kiban en de heer Wolfjager (beiden Indianen)<br />

Een persoon vertelt dat hij een onderzoek heeft gedaan naar de missionaire collecties.<br />

Hij gaat met die voorwerpen een tentoonstelling organiseren. Mensen kunnen dan hun<br />

persoonlijke verhalen vertellen. Er is samenwerking met musea, maar deze wordt in de<br />

wijken georganiseerd. We zouden met dit project kunnen samenwerken. In dit project<br />

worden de voorwerpen niet alleen verzameld, maar ook goed gedocumenteerd en<br />

beschreven.<br />

De toekomst van cultureel erfgoed<br />

Kiezen voor een eigen instelling/museum of een multiculturele instelling/museum of een<br />

gevestigde Nederlandse instelling?<br />

Nederlandse musea absoluut niet. Zij gebruiken wat zij nodig hebben en de rest zouden<br />

ze weg kunnen gooien. Het beste is om een eigen museum te hebben en dit categoriaal<br />

te doen. Iedere groep moet zijn best doen om alles te behouden. Mensen moeten zich<br />

hierin kunnen herkennen.<br />

Het museum of het centrum moet een cultureel centrum zijn dat gericht is op de gehele<br />

samenleving. Het moet toegankelijk en laagdrempelig zijn voor de mensen.<br />

Het centrum moet structureel gefinancierd moeten worden via verschillende ministeries,<br />

bijvoorbeeld OC en W en Onderwijs.<br />

Verder moet het centrum een documentatiecentrum zijn, waar ook kranten en boeken<br />

worden gearchiveerd.<br />

Betrokkenheid en verantwoordelijkheid vanuit de thuislanden is belangrijk. Er moet<br />

regelmatig worden gecommuniceerd met de thuislanden.<br />

De jongeren moeten worden gestimuleerd om zich hiermee bezig te houden. Zij moeten<br />

zich ook verantwoordelijk voelen.<br />

Dit centrum moet een bepaalde positie krijgen in de Nederlandse markt van musea.<br />

Voorwaarden overdracht aan instellingen<br />

Er moeten goede afspraken gemaakt worden, voordat mensen hun privé-bezittingen<br />

overdragen. Mensen moeten vertrouwen krijgen.<br />

Er moet een contract gemaakt worden om de spullen in bruikleen ter beschikking te<br />

stellen. Ook moeten de spullen getaxeerd worden.


Cultureel erfgoed bij zelforganisaties 35<br />

Er moet goed geregistreerd worden. Veel spullen hebben niet alleen materiele, maar ook<br />

emotionele waarde.<br />

Als mensen, ondanks de zorgvuldigheid en het vertrouwen, geen spullen willen geven,<br />

die voor hen zoveel waard zijn, zou je ook foto’s van deze kunnen maken en deze goed<br />

beschrijven. Eventueel kunnen spullen nagemaakt worden door kunstenaars (replica).<br />

Organisaties<br />

Na een groepsgesprek wordt besloten om met aantal relevante Surinaamse organisaties<br />

een gesprek te voeren over het archief en de werkzaamheden van die organisaties met<br />

betrekking tot het cultureel erfgoed van de betreffende gemeenschap. Daarvoor zijn de<br />

volgende organisaties gekozen:<br />

- Stichting Surinaams Inspraakorgaan, Utrecht<br />

- Vereniging Ons Suriname, Amsterdam<br />

- Federatie Asha, Utrecht<br />

- Stichting Detsjing, Amsterdam<br />

Stichting Surinaams Inspraakorgaan (SIO)<br />

Het SIO is opgericht in 1983 als het landelijke inspraakorgaan van Surinamers en maakt<br />

deel uit van het Landelijk Overleg Minderheden (LOM). De taak en het doel van SIO is<br />

het behartigen van belangen van de Surinamers door het geven van advies over de<br />

Surinamers aan de Nederlandse regering.<br />

Het SIO heeft een brede vertegenwoordiging binnen het bestuur. Er zijn een 4-tal<br />

organisaties aangesloten, te weten: Hindostaanse, Creoolse, Javaanse en ouderen<br />

organisaties.<br />

Het SIO bewaart zijn correspondenties, adviesrapporten en jaarverslagen sinds de<br />

oprichting in eigen archief. Daarnaast heeft zij ruim 1000 boeken in eigen bibliotheek<br />

over het minderhedenbeleid en Surinamers.<br />

Verder ligt een deel van het archief van Lalla Rookh, een zelforganisatie van<br />

Hindostanen (Hindoes en Moslim) die niet meer bestaat.<br />

Vereniging Ons Suriname<br />

De Vereniging Ons Suriname (VOS) is opgericht in 1919 en bestaat in 2002 dus 83 jaar.<br />

Daarmee is zij de oudste organisatie van Surinamers in Nederland. De VOS heeft als<br />

doelstelling het verbeteren van de positie van Surinamers in Amsterdam (Nederland) op<br />

sociaal-maatschappelijk, politiek, economisch en cultureel gebied.<br />

De VOS tracht dit doel onder meer te bereiken door:<br />

- de verspreiding van informatie over Suriname, haar geschiedenis, cultuur en sociaal<br />

economische omstandigheden en over de positie van Surinamers in Nederland;<br />

- het organiseren van voorlichtingsactiviteiten over relevante en actuele<br />

maatschappelijke ontwikkelingen en vraagstukken, rakende en/of betrekking hebbende<br />

op de Surinaamse gemeenschap in Amsterdam (Nederland);<br />

- het instandhouden van een afdeling bibliotheek en documentatie waar de geschiedenis<br />

van de VOS, de invloed van Nederland op de geschiedenis van Suriname en de


Cultureel erfgoed bij zelforganisaties 36<br />

contributie van Surinamers aan de Nederlandse samenleving wordt vastgelegd,<br />

geordend en toegankelijk gemaakt;<br />

- het instandhouden van het Hugo Olijfveldhuis, gevestigd aan de Zeeburgerdijk 19-21<br />

te Amsterdam;<br />

- een proces van educatie te stimuleren onder Surinamers door middel van<br />

onderwijsgerichte activiteiten, sport en spel, recreatie, zelfwerkzaamheid;<br />

- het actief tegengaan van alle hedendaagse vormen van racisme en<br />

vreemdelingenhaat;<br />

- het bijdragen aan de integratie van Surinamers in Nederland, daaronder te verstaan<br />

het bijdragen aan de totstandkoming van een multiculturele democratische samenleving<br />

waarin ieder mens als uniek wordt gezien en gelijkberechtigd wordt behandeld;<br />

- het verrichten van al hetgeen met het vorenstaande, in de ruimste zin genomen, in<br />

verband staat of daartoe bevorderlijk kan zijn.<br />

Zoals uit de doelstelling en middelen blijken dat de VOS ambitieuze plannen heeft en<br />

richt zich zowel op Suriname als op de Surinaamse bevolking in Nederland. De VOS<br />

heeft in het verleden meer als een politieke organisatie gefunctioneerd en politieke<br />

standpunten verdedigd over de politieke en sociaal economische ontwikkelingen in<br />

Suriname. Als gevolg van migratie vanuit de Suriname naar Nederland begon de VOS<br />

een rol spelen bij de vestiging en integratieproces van Surinamers in de Nederlandse<br />

samenleving.<br />

Vanaf eind jaren tachtig tot nu ontwikkelde de VOS veelal sociaal-culturele activiteiten,<br />

o.a. voorlichting, recreatie, ouderen- en vrouwenactiviteiten, boekenbeurzen, exposities,<br />

historische en hedendaagse surinaams/caraibische kunstuitingen.<br />

Na twee verhuizingen vanwege stadsvernieuwingsoperaties komt de VOS in 1974 in het<br />

Hugo Olijfveldhuis aan de Zeeburgerdijk 19-21 in Amsterdam Oost terecht. Dit pand<br />

wordt in 1994 gekocht van de gemeente en wordt beheerd door de Stichting Hugo<br />

Olijfveldhuis. In dit pand wil de VOS een samenhangend programma van producten en<br />

diensten aanbieden dat is gericht op realisatie en instandhouding van het Hugo<br />

Olijjveldhuis als cultureel centrum.<br />

De VOS heeft al die jaren dankzij de inzet van vele vrijwilligers stand houden en een<br />

bedrijfsfilosofie kunnen ontwikkelen die garant staat voor de uitvoering van de<br />

activiteiten op basis van een aanvaardbare kwaliteit. Voor de realisatie van verdere<br />

plannen is er, behalve menskracht, heeft natuurlijk behoefte aan geld. Deels beoogt de<br />

VOS fondsen te verkrijgen door subsidiegelden te werven. Voor het overgrote deel is de<br />

VOS echter afhankelijk van structurele steun van de zijn leden en donateurs.<br />

Voor de inventarisatie van eigen collecties en materialen verleende de VOS geen<br />

medewerking. Daarvoor noemde directeur van de Vereniging twee redenen. Ten eerste:<br />

waarom wordt zijn organisatie niet uitgenodigd is om deel te nemen aan de<br />

werkgroepen van het project Cultureel Erfgoed. Ten tweede: de VOS heeft geen enkel<br />

belang bij de uitvoering van de projecten.<br />

Volgens het Rapport van vooronderzoek Cultureel erfgoed van minderheden (Doca<br />

Bureaus, 2000) bezit het museum relatief weinig spullen, maar weet wel van wie<br />

materiaal in bruikleen kan worden verkregen. Dit zijn veelal particulieren die spullen die<br />

ze thuis hebben uitlenen. Door de vele ingangen in het veld is dat geen probleem. Uit<br />

deze nood is een nieuwe manier ontstaan om tentoonstellingen te maken.


Cultureel erfgoed bij zelforganisaties 37<br />

Het museum bedient tevens relatief veel onderzoekers die komen voor informatie. Er<br />

komen soms zelfs onderzoekers uit Amerika voor bijvoorbeeld genealogische informatie.<br />

Verder lopen er ook studenten stage bij het museum.<br />

Federatie Asha<br />

De Stichting Federatie Asha is een organisatie van Hindostaanse Surinamers in de<br />

gemeente Utrecht. Het is een overkoepelende organisatie: er zijn 8-tal Hindostaanse<br />

organisaties (Hindoe en Moslim) bij de Federatie Asha aangesloten. De Federatie Asha is<br />

bezig met het behartigen van de sociaal-culturele, religieuze en maatschappelijke<br />

belangen van de Hindostanen in de gemeente Utrecht. Het uiteindelijke doel is het<br />

bevorderen van de emancipatie en integratie van Hindostanen in die stad en het<br />

harmonisch samenleven van verschillende culturen.<br />

De Federatie Asha wil haar doel bereiken, onder meer door:<br />

- de samenwerking tussen de bij haar aangesloten organisaties te verbeteren;<br />

- de samenwerking tussen de bij haar aangesloten organisaties enerzijds en andere,<br />

soortgelijke organisaties in Nederland anderzijds, te verbeteren;<br />

- informatie te geven over de Hindostaanse cultuur en godsdiensten (Hindoeïsme en<br />

Islam) aan zowel Hindostanen als andere bevolkingsgroepen;<br />

- voorzieningen op sociaal-cultureel, religieus, maatschappelijk en educatief terrein;<br />

- exploitatie van haar trefcentrum Oase.<br />

De Stichting Federatie Asha is eigenlijk voorzetting van Stichting Lalla Rookh en in die<br />

vorm heeft het ruim dertig jaar bestaan. Lalla Rookh was opgericht in 1970 als een<br />

zelforganisatie van Surinaamse Hindoes en moslims. Sinds die tijd heeft Federatie Asha<br />

archief opgebouwd. De volgende materialen behoren tot het archief van Federatie Asha:<br />

- Brochures van Lalla Rookh van 1970 tot 1995. Deze brochures zijn verschenen<br />

vier keer per jaar over verschillende thema´s;<br />

- Correspondenties;<br />

- Jaarverslagen;<br />

- Boekjes (50x);<br />

- Videobanden (10x) over migratie en migranten in Nederland;<br />

- Foto´s (heel veel);<br />

- Gebruiksvoorwerpen zoals muziekinstrumenten en kostuums.<br />

Volgens de vertegenwoordiger van Federatie Asha liggen al deze materialen bij<br />

verschillende mensen en instanties. Een deel van deze materialen (met name<br />

correspondenties) is bij de (ex)bestuursleden. Of de bestuursleden hebben deze<br />

materialen goed bewaard, is de vraag! Het spullen van St. Lalla Rookh ligt bij het archief<br />

van Federatie Asha. Een deel van de geschreven materiaal ligt bij de Surinaamse<br />

Inspraak Orgaan.<br />

Federatie Asha constateert dat er weinig materialen te vinden zijn bij de aangesloten<br />

organisaties door de veel wisseling van bestuursleden en de gebrekkige deskundigheid.<br />

De meeste bestuursleden hebben geen kennis van documentatie.<br />

De vertegenwoordiger van Federatie Asha ziet geen enkel probleem om schriftelijk<br />

materiaal van de eigen organisatie, inclusief het materiaal van Lalla Rookh over te<br />

dragen aan een museum of archiefinstelling. De video´s, foto´s en kunstvoorwerpen<br />

mogen alleen in bruikleen gegeven worden of in de vorm van repliek.


Cultureel erfgoed bij zelforganisaties 38<br />

Federatie Asha vindt dat er eerst een goede inventarisatie van cultureel erfgoed van<br />

minderheden gemaakt moet worden. En ook de verhalen van de eerste generatie<br />

moeten op schrift gesteld worden. Naast de eigen organisaties moeten gekeken worden<br />

naar de andere instellingen, zoals de Surinaamse Ambassade, Steunfunctie-instellingen<br />

en gemeentearchieven.<br />

Om al deze inventarisatie zo goed mogelijk te laten lopen moet er eerst een<br />

voorlichtingscampagne gevoerd worden over het belang van cultureel erfgoed en de<br />

inventarisatie daarvan.<br />

Stichting Detsjing<br />

Stichting Détsjing is een nieuw initiatief op het gebied van cultureel erfgoed van<br />

inheemse volken, opgericht op 3 januari 2000 te Amsterdam. Détsjing staat voor "IK<br />

WEET" in de Arowakse taal. De doelstelling van de stichting is het preserveren van<br />

inheemse kennis en cultuur uit Suriname door opslag, verwerking en overdracht aan alle<br />

geïnteresseerden. Daarbij richt de stichting zich vooral op de Surinaamse en<br />

Nederlandse gemeenschap.<br />

Stichting heeft volgende projecten:<br />

- Verzamelen van reeds aanwezige inheemse kennis en deze toegankelijk maken voor<br />

inheemsen en andere geïnteresseerden;<br />

- Creëren van een digitale ontmoetingsplaats voor Surinaamse inheemsen in Suriname<br />

en Nederland;<br />

- Produceren van filmitems over actuele problemen in inheemse leefgemeenschappen in<br />

Nederland & Suriname;<br />

- Surinaamse inheemsen in de gelegenheid stellen gebruik te maken van<br />

audiovisuele middelen en het internet;<br />

Détsjing initieert en ondersteunt projecten door middel van:<br />

- samenwerking met organisaties met gelijk of aanverwant doel;<br />

- het ondersteunen van inheemsen bij opslag, verwerking en overdracht van informatie;<br />

- wetenschappelijk onderzoek over en door inheemsen van Suriname;<br />

- het gebruik maken van nieuwe media, o.a. internet en audiovisuele media.<br />

Website<br />

Op www.inheemsen.com wordt een platform gevormd door de oorspronkelijke bewoners<br />

van Suriname. Inheemse organisaties creëren op deze site een webkring om hun<br />

activiteiten bekendheid te geven. U kunt hier op de hoogte blijven van de laatste<br />

activiteiten en tevens achtergrondinformatie vinden over de inheemse bewoners van<br />

Suriname. De geschiedschrijving, maar ook actuele onderwerpen worden zoveel als<br />

mogelijk belicht.<br />

Documentatiecentrum<br />

Stichting Détsjing heeft een documentatiecentrum opgericht met relevante informatie<br />

gerelateerd aan inheemsen. Hier is kennis aanwezig over inheemsen van Suriname, de<br />

Caraïben, Zuid-Amerika en Noord-Amerika.<br />

Het is een gespecialiseerd documentatiecentrum met specifieke informatie, welke voor<br />

iedereen beschikbaar is ter inzage.<br />

In de bibliotheek is er een bescheiden aantal boeken (20x), foto´s (200x) en videofilms<br />

(5x) aanwezig over de inheemse cultuur, taal, geschiedenis en organisaties.


Cultureel erfgoed bij zelforganisaties 39<br />

Nieuwsbrief Detsjing<br />

Stichting Detsjing heeft een nieuwsbrief en deze wordt een keer per maand uitgegeven<br />

sinds 2002.<br />

Naast deze activiteiten en middelen houdt Stichting Detsjing eigen correspondenties en<br />

jaarverslagen bij.<br />

Stichting Detsjing probeert eigen materialen zoveel mogelijk zelf te presenteren via<br />

eigen middelen. Maar volgens de vertegenwoordiger is het best mogelijk dat de<br />

instellingen (musea en archieven) materialen in bruikleen kunnen krijgen of in<br />

samenwerking met deze instellingen kunnen deze materialen tentoongesteld worden.<br />

Volgens Stichting Detsjing leven Indianen verspreid in heel Nederland. Zij hebben weinig<br />

contacten onderling. Met name de nieuwe generaties vergeten eigen achtergrond en<br />

cultuur. In tegenstellingen tot hun ouders zijn ze helemaal op de Nederlandse<br />

samenleving georiënteerd.<br />

Sleutelfiguren<br />

In overleg met de geïnterviewde organisaties wordt de volgende lijst van<br />

sleutelpersonen als orale bron van kennis opgesteld:<br />

1. de heer A.A. Wolfjager<br />

2. de heer M. Aboikoni<br />

3. mevrouw H. Wijngaarden<br />

4. de heer H. Roseval<br />

5. de heer R. Blanca<br />

6. de heer W. Campbell<br />

7. mevrouw L. Vermaling<br />

8. mevrouw C. Harrevelt<br />

9. De heer R. Soekhlal, Federatie Asha<br />

10. De heer S.R. Autar<br />

11. De heer R. Baldewsingh,<br />

12. De heer R. Somohardjo,<br />

13. De heer R. Djadoenath,<br />

14. De heer R. Gowricharn,<br />

15. De heer W. Heilbron, Museum Suriname<br />

16. De heer R. Mac Intosh,<br />

17. De heer T. Polimé,<br />

18. De heer H. Roseval,<br />

19. De heer R. Sankatsing,<br />

20. De heer G. Willemsen,<br />

21. De heer E. Dap,<br />

22. E. Marshall, onderzoeker<br />

23. De heer Philip Jie, beleidsmedewerker SIO<br />

24. De heer R. Kalka, St. Asha,<br />

25. De heer Alc Bandhoe,<br />

26. De heer A. Hassanmohamed,<br />

27. Mevrouw M. Binda,<br />

28. De heer S. Panday,<br />

29. De heer K. Sietaram,<br />

30. De heer Jaggoe, imam<br />

31. De heer A. Hafiezkhan,


Cultureel erfgoed bij zelforganisaties 40<br />

32. De heer Albert Sabajo,<br />

33. De heer S.C.V. Ikyoshie,<br />

34. De heer Rein Artist,<br />

35. De heer Hercus van der Bosch,<br />

36. De heer E. Marshall<br />

Conclusies en knelpunten<br />

Gezien de eigen cultuurcentra zoals Vereniging Ons Suriname en Stichting Detsjing<br />

voltrekt zich een institutionaliseringproces bij de Surinamers wat betreft de<br />

<strong>migratiegeschiedenis</strong> en het cultureel erfgoed. Daarnaast lijken de koepelorganisaties<br />

bezig te zijn met enige archivering. Zoals de opmerkingen van de sleutelpersonen en de<br />

vertegenwoordiger van de koepelorganisaties blijkt dat de lokale organisaties nauwelijks<br />

bezig zijn met de archivering. Dat is niet iets aparts bij de Surinamers. Dat geldt voor<br />

vele lokale organisaties van migranten.<br />

De sleutelpersonen uit de Surinaamse gemeenschap hanteren een zowel statische als<br />

dynamische benadering van het eigen cultureel erfgoed. Hierbij worden niet alleen de<br />

veranderingprocessen benadrukt, maar ook de interne diversiteit van de Surinaamse<br />

gemeenschap die een evenwichtige aandacht moet krijgen. Ze zijn gericht op eigen,<br />

categorale instituties wat betreft het bewaren en presenteren van eigen cultureel<br />

erfgoed. Blijkbaar is er weinig vertrouwen in gevestigde instellingen.<br />

Als het gaat om de overdracht aan instellingen zijn zij erg voorzichtig en stellen allerlei<br />

voorwaarden. O.a. er moeten goede afspraken gemaakt worden voordat mensen hun<br />

privé-bezittingen overdragen. Er moet een contract gemaakt worden om de spullen in<br />

bruikleen ter beschikking te stellen. Ook moeten de spullen getaxeerd worden. Er moet<br />

goed geregistreerd worden. Veel spullen hebben niet alleen materiele, maar ook<br />

emotionele waarde.<br />

Als mensen, ondanks de zorgvuldigheid en het vertrouwen, geen spullen willen geven,<br />

die voor hen zoveel waard zijn, zou je ook foto’s van deze kunnen maken en deze goed<br />

beschrijven. Eventueel kunnen spullen nagemaakt worden door kunstenaars (replica).<br />

De zelforganisaties die worden geïnterviewd zijn bereid deels eigen spullen over te<br />

dragen, met name schriftelijke materiaal. Andere materialen, zoals foto´s, video´s en<br />

kunst- en gebruiksvoorwerpen mogen slechts in bruikleen gekregen worden of<br />

gerepliceerd worden.<br />

De eigen cultuurcentra willen eigen materialen zo veel mogelijk zelf presenteren. Hun<br />

spullen zijn in principe openbaar toegankelijk. Ze zijn bereid om samen te werken met<br />

de algemene instellingen.<br />

De interne diversiteit is een rijke bron van kennis en cultuur bij de Surinamers aan de<br />

ene kant. Aan de andere is dit punt een zwakte om tot een krachtige eigen cultuurhuis<br />

te komen, want ieder groep heeft eigen plannen en er is weinig samenwerking<br />

onderling.<br />

Een ander knelpunt is dat de lokale zelforganisaties niet bewust zijn of geen<br />

mogelijkheden hebben om hun materialen goed te bewaren en een eigen archief te<br />

ontwikkelen. Een gerichte voorlichtingscampagne is gewenst, maar dat is niet voldoende


Cultureel erfgoed bij zelforganisaties 41<br />

gezien de beperkte deskundigheid, mankracht, middelen en discontinuïteit bij de<br />

zelforganisaties.<br />

Ten slotte moet vermeld worden dat de verhalen van de eerste generatie migranten zo<br />

snel mogelijk op schrift gesteld worden zodat de subjectieve dimensie van<br />

<strong>migratiegeschiedenis</strong> niet verloren gaat.


Cultureel erfgoed bij zelforganisaties 42<br />

CARAIBISCHE NEDERLANDERS<br />

Inleiding<br />

De eerste Antillianen en Arubanen in Nederland zijn gekomen om te studeren. Zij<br />

kwamen uit een relatief rijk land en het waren hoog opgeleide mensen die vertrouwd<br />

waren met de Nederlandse cultuur. Er ontstonden gemende huwelijken. Na 1960 is de<br />

economie in Nederland gegroeid. Er ontstond toen een zuigkracht die ervoor zorgde dat<br />

er veel Antillianen naar Nederland kwamen. Die mensen werden goed opgevangen en<br />

zijn goed geïntegreerd. In 1978 wilde de Nederlandse regering de migratie vanuit<br />

Antillen stoppen.<br />

Er zijn nu ongeveer 124.000 Antillianen in Nederland. Bij de migratie van de Antillen is<br />

alles vastgelegd en gemicroficheerd. Via deze documentatie is het te volgen hoe de<br />

migratie is ontstaan en wat de ontwikkelingen hierin zijn. De Nederlandse overheid heeft<br />

alle informatie hierover.<br />

Belangrijk is om te constateren dat de samenstelling van de groep Antillianen en<br />

Arubanen in Nederland sterk veranderd is in de afgelopen periode. Steeds meer komen<br />

er kansarme mensen naar Nederland: zij hebben weinig opleiding, veelal niet afgeronde<br />

opleidingen, weinig werkervaring en geen duidelijk idee voor ogen wat ze in Nederland<br />

gaan doen of wat hen te wachten staat.<br />

Antilliaanse organisaties zijn lokaal geconcentreerd in Noord-Holland, Zuid-Holland en<br />

Brabant. De Antilliaanse gemeenschap in Nederland heeft een lage organisatiegraad. Er<br />

bestaan klassengebonden verschillen behalve een scheiding per eiland. Er is geen<br />

sprake van een hechte gemeenschap met duidelijke leiders.<br />

Opinies van sleutelpersonen<br />

Het begrip cultureel erfgoed<br />

De onderzoeker vraagt wat de aanwezigen verstaan onder deze term en welke definitie<br />

zij eraan geven.<br />

Enkele spontane reacties:<br />

- Een totaliteit van je culturele erfgoed, die je wel of niet wilt vasthouden. Het is<br />

een bindende factor, bijvoorbeeld: taal, muziek, dans, literatuur, sport<br />

(nationale sport is Honkbal), de keuken.<br />

- De inrichting van een huis. De mensen zijn vaak buiten. Zij hebben hun huis<br />

hierop ingericht.<br />

- Bepaalde gewoonten.<br />

- De religie. 80% van de Antillianen is rooms-katholiek gedoopt en behoren tot<br />

de Pinkstergemeente.<br />

- Een cultuur is een dynamisch gegeven en wordt regelmatig geactualiseerd.<br />

- Madurodam: startkapitaal is geschonken door een rijke familie uit Curaçao,<br />

genoemd naar Maduro.<br />

Belangrijke aspecten en/of elementen van cultureel erfgoed<br />

Het antwoord op deze vraag hangt nauw samen met de visie op de eerste vraag.


Cultureel erfgoed bij zelforganisaties 43<br />

Op wetenschappelijke wijze inventariseren, zo breed mogelijk, waarom de Antillianen<br />

naar Nederland zijn gekomen. Je kunt de geschiedenis van Antillianen geen recht doen<br />

door deze in 10 minuten te vertellen. De Antillianen kwamen in eerste instantie om te<br />

studeren.<br />

Belangrijk is dat de band tussen de Nederlanders en de Antillianen duidelijk en zichtbaar<br />

wordt. Zij zien elkaar niet als rijks- of staatsgenoten. Ook de reactie van de Nederlandse<br />

samenleving op de komst van de migranten is belangrijk. De Nederlandse samenleving<br />

ervaart de Antillianen als lastposten, terwijl zij juist veel hebben bijgedragen aan de<br />

economie en de ontwikkeling van Nederland.<br />

Er zou gewerkt moeten worden aan de negatieve gevoelens van de Antillianen, het<br />

bewustwordingsproces dat zij van Afrikaanse afkomst zijn. De bewustwording is<br />

belangrijk voor het overdragen van cultuur.<br />

De bestaande instellingen en/of personen die beschikken over archieven,<br />

collectie en materialen<br />

Er zijn enkele boeken geschreven over de Antillianen, Arubanen en Surinamers.<br />

Bijvoorbeeld:<br />

- Boek: “In het land van de overheerser”. Antillianen en Surinamers in Nederland.<br />

ISBN: 90 6765 202 4.<br />

- Boek: “Tussen droom en overleven”. Portretten van Antillianen en Arubanen in<br />

Utrecht. ISBN: 90 74897 15 0.<br />

Deze boeken vertellen over de achtergrond van de betreffende groepen en portretten<br />

van mensen. Daarom zijn zij belangrijk voor de <strong>migratiegeschiedenis</strong>.<br />

Het feit dat er zo weinig bekend en gedocumenteerd is over Antillianen en Arubanen<br />

vormde de aanleiding om eind 1995 in een advies aan BZK te pleiten voor de instelling<br />

van cultuurcentra, gericht op het behoud van het cultureel erfgoed van Antillianen en<br />

Arubanen.<br />

Daarnaast zijn er organisaties die beschikken over materialen en archieven. O.a. Forsa<br />

in Amsterdam, Groningen en Zuid-Holland; Overlegorgaan Caribische Nederlanders<br />

(OCAN) in Den Haag en Stichting Welzijnsbevordering Antillianen en Arubanen (SWA) in<br />

Rotterdam.<br />

De rol van Sticusa moet niet vergeten worden: deze instelling had (les)materiaal over<br />

de Antillen, Aruba en Suriname. Wat de Antillen betreft is dit overgegaan naar de<br />

bibliotheek in Den Haag.<br />

Het probleem bij de stichtingen is, dat wanneer zij verhuizen er veel materiaal en<br />

documenten worden weggegooid. Dit is vijf jaar geleden ook gebeurd bij OCAN.<br />

De toekomst van cultureel erfgoed<br />

Kiezen voor een eigen instelling/museum of een multiculturele instelling/museum?<br />

Bij voorkeur niet bij een Nederlandse instelling. Het centrum moet worden gesubsidieerd<br />

door de Nederlandse overheid, en moet toegankelijk zijn voor alle groepen.<br />

Antilliaanse cultuur moet overal in Nederland te vinden zijn, maar het opslaan moet wel<br />

op een centrale plaats gebeuren. Het uitdragen kan wel overal in het land plaatsvinden.<br />

Het moet een multicultureel centrum worden.


Cultureel erfgoed bij zelforganisaties 44<br />

Met de voorwaarde dat in het multiculturele centrum de eigen identiteit behouden moet<br />

worden. Het is niet gewenst dat alles wordt samengesmolten.<br />

Voorwaarden overdracht aan instellingen<br />

Er moet onderhandeld worden over de verdracht van spullen/collecties om deze<br />

eventueel zonder voorwaarde terug te kunnen krijgen.<br />

Er moet een goede inventarisatie en een vertaling vanuit de eigen cultuur komen. De<br />

voertaal blijft Nederlands.<br />

De deskundigheid in huis halen die nodig is voor het archiveren van collecties.<br />

Organisaties<br />

Tijdens het groepsgesprek is gebleken dat de Caribische Nederlanders nog geen<br />

museum of een cultuurhuis heeft om eigen cultureel erfgoed te bewaren en te<br />

presenteren. Wel is het geconstateerd dat er veel lokale en regionale zelforganisaties<br />

zijn die sociaal- en culturele activiteiten organiseren. Om heel snel tot een landelijk<br />

overzicht te komen, hebben wij drie organisaties gekozen om te kijken in hoeverre men<br />

bezig is met de archivering als organisatie en hoe ziet men de situatie van de eigen<br />

groep als het gaat om het cultureel erfgoed. De eerste organisatie is het landelijke<br />

Overlegorgaan Caraibische Nederlanders (OCAN) die heel veel contacten heeft met de<br />

lokale organisaties van eigen doelgroep.<br />

De tweede is de Stichting Welzijnsbevordering Antillianen en Arubanen in Rotterdam.<br />

Deze stichting is een gesubsidieerde instelling en de geschiedenis gaat terug tot midden<br />

jaren zestig.<br />

De derde organisatie is Forsa Amsterdam die als een tweedelijnorganisatie fungeert en<br />

ondersteuning biedt aan de o.a. Caraibische zelforganisaties.<br />

Stichting Overlegorgaan Caraibische Nederlanders (OCAN)<br />

OCAN is een samenwerkingsverband van Antillianen en Arubanen, dat regulier overleg<br />

pleegt met de Nederlandse regering. Dit samenwerkingsverband maakt deel uit van het<br />

Landelijk Overleg Minderheden (LOM).<br />

OCAN is in 1985 opgericht en gevestigd in Den Haag. OCAN kent geen lidorganisaties,<br />

maar streeft naar een evenredige vertegenwoordiging van verschillende doelgroepen in<br />

het bestuur. De samenstelling van het bestuur weerspiegeling van de Caribische<br />

gemeenschap in Nederland.<br />

OCAN is een gesubsidieerde instelling en werkt aan de vorming van een eigen archief<br />

sinds de oprichtingsdatum. Naast eigen jaarverslagen en adviesrapporten heeft men<br />

ruim 1000 boeken in de eigen bibliotheek. De boeken gaan met name over<br />

minderhedenbeleid in het algemeen en over de Caribische gemeenschap in het<br />

bijzonder.<br />

Laatste drie jaar heeft OCAN ook een eigen nieuwsbrief. OCAN-Info is een<br />

driemaandelijks blad en geeft informatie over de werkzaamheden van OCAN en de<br />

beleidsontwikkelingen.


Cultureel erfgoed bij zelforganisaties 45<br />

Daarnaast maakt OCAN verslagen van eigen activiteiten en conferenties. Ten slotte<br />

heeft OCAN stuk of drie honderd foto´s van zijn activiteiten en enkele videobanden van<br />

de recente conferenties.<br />

OCAN krijgt binnenkort een eigen website. Een middel om niet alleen informatie te<br />

geven aan de achterban, maar ook om te communiceren met de mensen die interesse<br />

hebben in de werkzaamheden van OCAN als overlegorgaan van Caribische<br />

gemeenschap.<br />

Volgens OCAN zijn Antilliaanse organisaties lokaal geconcentreerd in Noord- en Zuid-<br />

Holland en Brabant. Dat heeft te maken met de vertrekmotieven van Antillianen naar<br />

Nederland, namelijk om te studeren. De meeste organisaties houden zich niet bezig met<br />

de archivering. De oorzaken zijn verschillend. Er is geen stabiliteit bij de besturen van<br />

de organisaties. De lokale organisaties hebben vaak geen eigen ruimte. Ze werken met<br />

huisadres en huren een zaal als zij iets willen organiseren.<br />

Verder verwijst OCAN naar Nederlandse televisies die over de Antilliaanse gemeenschap<br />

veel programma´s gemaakt en uitgezonden hebben. Deze archiefbeelden vormen<br />

volgens de OCAN een belangrijke bron van kennis over de geschiedenis en cultuur van<br />

de Antilliaanse gemeenschap in Nederland.<br />

Stichting Welzijnsbevordering Antillianen en Arubanen (SWA)<br />

SWA is in 1976 opgericht als een zelfstandige eerste lijnorganisatie in Rotterdam en<br />

omgeving. Doelstelling van de organisatie is:<br />

- bevorderen van welzijn van vooral kansarme Antillianen en Arubanen in Rotterdam en<br />

omgeving;<br />

- van zelfredzaamheid van Antillianen en Arubanen op diverse maatschappelijke<br />

terreinen;<br />

- emancipatie en participatie van de Antilliaanse- en Arubaanse bevolkingsgroep in de<br />

Rotterdamse samenleving.<br />

SWA hanteert het principe: ‘Samen sterk werken aan perspectief’. Het streven is om<br />

door samen te werken met andere organisaties en cliënten meer resultaat te boeken.<br />

Werkzaamheden en activiteiten sluiten aan op de vraag vanuit de Antilliaanse en<br />

Arubaanse doelgroep. Het houden van spreekuren in de wijken bijvoorbeeld voorziet in<br />

de behoefte aan maatschappelijke begeleiding.<br />

SWA heeft tal van projecten en cursussen. Bijvoorbeeld project Nederlands en<br />

beroepenoriëntatie. Doel van dit project is het vergroten van het taalniveau Nederlands<br />

en het voorbereiden op een scholings- en werktraject dat toegang biedt tot een<br />

beroepsbegeleidende opleiding of al dan niet gesubsidieerd een baan te vinden.<br />

De cursussen zijn laagdrempelig en heeft tot doel om sociale redzaamheid in de<br />

Nederlandse samenleving te bevorderen.<br />

SWA is een gesubsidieerde instelling en heeft een eigen archief. De jaarverslagen,<br />

jaarplannen, voorlichtingsmaterialen, knipselkrant, eigen blad Stiwa, videobanden en<br />

foto´s van activiteiten behoren tot het archief van SWA. Stiwa verschijnt 4 keer per jaar<br />

en geeft o.m. informatie over de activiteiten van de organisatie. SWA heeft ook een<br />

eigen website. Daarin wordt uitgebreid informatie gegeven over de organisatie en haar<br />

activiteiten.


Cultureel erfgoed bij zelforganisaties 46<br />

Volgens SWA hebben zelforganisatie heel weinig of geen geschreven materiaal. Dat<br />

komt door het feit dat zij geen ruimte en deskundigheid hebben om een regelmatig<br />

archief op te bouwen.<br />

Een andere punt dat door de SWA naar voren is gebracht dat er bijna niets over de<br />

Arubanen geschreven is.<br />

Forsa Amsterdam<br />

Forsa is een tweedelijns steunfunctie-instelling die streeft naar het verbeteren van de<br />

participatie van Antillianen en Arubanen.<br />

Tweedelijns wil zeggen dat Forsa met en voor organisaties werkt en niet met en voor<br />

individuen.<br />

Steunfunctie wil zeggen dat het welzijnsbeleid van de provincie Noord-Holland door<br />

Forsa omgezet wordt in concrete projecten en activiteiten voor en met Antillianen en<br />

Arubanen in Amsterdam en omgeving.<br />

Uiteraard vertaalt Forsa de ervaringen vanuit het veld naar de provincie Noord-Holland,<br />

zodat zij haar welzijnsbeleid nog beter kan afstemmen op de realiteit. Antillianen en<br />

Arubanen trekken de laatste jaren massaal naar Nederland. Op de eilanden wordt<br />

armoede geleden. De werkloosheid onder de jongeren is inmiddels gestegen naar 36%.<br />

Tweedekansonderwijs is er niet en er is een tekort aan woningen. Er wordt gewerkt aan<br />

structurele oplossingen op de Nederlandse Antillen en Aruba maar dit is een proces van<br />

jaren. Forsa Amsterdam meent dat, als er goede opvang en begeleiding wordt<br />

gerealiseerd, de Antillianen hier kunnen vinden wat zij zoeken; scholing en werk. De<br />

Nederlandse samenleving kan haar voordeel doen met deze instroom van jonge<br />

enthousiaste mensen . Hier is immers sprake van vergrijzing en gebrek aan<br />

arbeidskrachten.<br />

Als Antilliaanse/Arubaans expertisecentrum wil Forsa Amsterdam als brug fungeren<br />

tussen de Antilliaanse/Arubaanse gemeenschap en de Nederlandse samenleving. Forsa<br />

heeft een breed pakket aan diensten zoals advisering, ondersteuning,<br />

methodiekontwikkeling, onderzoek en training. Op deze wijze wil zij de volwaardige<br />

deelname van de Antillianen en Arubanen aan de Nederlandse samenleving bevorderen.<br />

Forsa werkt voor:<br />

- Antilliaanse en Arubaanse organisaties en groepen.<br />

- Organisaties en groepen uit het Caribische gebied zoals Colombianen, Haïtianen en<br />

Dominicanen.<br />

- Algemene instellingen en plaatselijke en regionale overheden.<br />

Forsa biedt ondersteuning aan de Antilliaanse en Arubaanse organisatie in de vorm van<br />

begeleiding bij organisatieontwikkeling en het opstellen van een activiteitenplan.<br />

Daarnaast is er hulp bij het aanvragen van subsidies bij fondsen en meer algemene<br />

fondsenwerving. Via haar zusterstichting Profor kan Forsa de personeelsadministratie<br />

uitvoeren voor zowel reguliere als I/D-banen. Stichting Forsa kan ook ondersteuning<br />

leveren bij netwerkontwikkeling.<br />

Voor de algemene instellingen kan stichting Forsa ondersteuning bij intercultureel<br />

management en methodiekontwikkeling leveren. Daarnaast kan stichting Forsa alle<br />

relevante informatie over Antillianen en Arubanen verzorgen. Stichting Forsa verricht<br />

ook onderzoek waardoor zij haar intermediaire functie nog beter kan uitvoeren.


Cultureel erfgoed bij zelforganisaties 47<br />

Forsa Amsterdam beschikt over een eigen bibliotheek en informatiecentrum.<br />

In het bestand van Forsa vindt u niet alleen de uitgaven, kranten, periodieken knipsels<br />

die betrekking hebben op de Antilliaanse en Arubaanse gemeenschap, maar ook bredere<br />

informatie over allochtonen, statistieken lokaal en nationaal, inhoudelijke stukken etc.<br />

Forsa biedt informatie aan o.a over minderheden in Nederland, educatie en opvoeding,<br />

sociale en maatschappelijke problemen, welzijn en hulpverlening, minderhedenbeleid,<br />

specifieke organisaties en projecten.<br />

In de persafdeling vindt u de uitgaven in het Papiaments: o.a. Resumen, Antilliaanse<br />

Knipselkrant en Nieuwsbrief. Daarnaast vindt u ook periodieken die de multiculturele en<br />

allochtone problematiek behandelen, b.v. Contrast, Allochtonenkrant, Forum<br />

Knipselkrant en veel meer…<br />

De bibliotheek heeft inmiddels haar deuren geopend voor mensen die langs willen<br />

komen. Het materiaal kan ter plekke worden inzien en / of gekopieerd. Sommige eigen<br />

uitgaven zijn te koop.<br />

Sleutelpersonen<br />

In overleg met Stichting Overlegorgaan Caraibische Nederlanders (OCAN) en Stichting<br />

Welzijnsbevordering Antillianen en Arubanen (SWA) wordt de volgende lijst van<br />

sleutelpersonen (21x) uit de Caraibische gemeenschap opgesteld.<br />

- Mevrouw V. Smeulders,<br />

- De heer M. Engelhardt,<br />

- De heer R.A. Capriles Martina,<br />

- Mevrouw J. Gumbs,<br />

- Mevrouw Olivia de Cuba,<br />

- Mevrouw Malva Pattynama,<br />

- Mevrouw Ingrid Gumbs,<br />

- De heer Lionel Martijn,<br />

- De heer Boris Dumfues,<br />

- De heer Kurt Schoop,<br />

- Mevrouw Sandra Kooy,<br />

- De heer Artwell Cain,<br />

- De heer Roy Pieters,<br />

- Mevrouw Brigida Meyer-Cratz,<br />

- Mevrouw Julian Coco,<br />

- Mevrouw Jules Palm,<br />

- De heer Salomon, (Amsterdam)<br />

- Mevrouw D. Schendel-Habega,<br />

- Mevrouw Myriam Shadid,<br />

- De heer Moon Sammy,<br />

- Mevrouw B. Namias de Crasto,<br />

Conclusies en knelpunten<br />

Geconcludeerd moet worden dat er een kloof bestaat tussen wat de Caribische<br />

Nederlanders wensen op het gebied van cultureel erfgoed en de werkelijke situatie. Met<br />

andere woorden: er zijn geen initiatieven om cultureel erfgoed op een institutionele<br />

wijze te bewaren en te presenteren in Nederland.


Cultureel erfgoed bij zelforganisaties 48<br />

Hoewel de gesubsidieerde instellingen (zoals OCAN, SWA en Forsa) bezig zijn om een<br />

eigen archief op te bouwen, hebben de zelforganisaties geen mogelijkheden om een<br />

archief te ontwikkelen. Dat komt door het feit dat de zelforganisatie geen ruimte en<br />

deskundigheid hebben. Ook de verhuizing van een organisatie betekent dat men eigen<br />

materialen die niet meer nodig lijken te zijn, weggooit. Blijkbaar zijn de groepen weinig<br />

bewust van de waarde van deze materialen in het kader van eigen geschiedenis en<br />

culturele erfgoed.<br />

De visie van Caribische Nederlanders op het eigen cultureel erfgoed kan geformuleerd<br />

worden in termen van interactie. Bij deze visie is niet alleen de reactie van migranten op<br />

de Nederlandse samenleving belangrijk, maar ook de reactie van autochtone<br />

Nederlanders.<br />

De sleutelpersonen uit de Caribische gemeenschap vinden dat de Antilliaanse cultuur en<br />

geschiedenis op Nederlandse scholen niet genoeg aan de orde komt. De nieuwe<br />

generaties weten niet wat de vertrekmotieven van Antillianen zijn geweest om naar<br />

Nederland te komen. Daarom moet de <strong>migratiegeschiedenis</strong> en culturele erfgoed van<br />

Antillianen zo goed mogelijk gedocumenteerd worden.<br />

De migratie van de Antillen is volgens sleutelpersonen heel goed vastgelegd en<br />

gemicroficheerd door de overheid. Via deze documentatie is het te volgen hoe de<br />

migratie is ontstaan en wat de ontwikkelingen hierin zijn. De Nederlandse overheid heeft<br />

alle informatie hierover.<br />

Een ander knelpunt is dat over de Arubanen weinig bekend is omdat er niet veel over<br />

deze groep in Nederland geschreven is.<br />

De sleutelpersonen geven een voorkeur aan een aparte migratie-instituut of musea om<br />

het cultureel erfgoed van minderheden te bewaren. Maar het cultureel erfgoed moet niet<br />

alleen bij een categorale instituut geparkeerd worden. Het moet overal aanwezig zijn.<br />

Alleen de interpretatie van het cultureel erfgoed moet vanuit het perspectief van<br />

migranten gedaan worden.<br />

De vraag of de organisaties bereid zijn eigen archieven en materialen over te dragen<br />

aan instellingen is niet makkelijk te beantwoorden door de medewerkers van de<br />

organisaties die de onderzoeker heeft geïnterviewd. Dat is in de eerste instantie<br />

afhankelijk van de beslissing van het bestuur. Ten tweede, als men bereid is, worden er<br />

enige principiële voorwaarden omtrent de institutionele setting, betrouwbaarheid,<br />

privacy en nog andere dingen gesteld.<br />

Op dit moment is slechts de bibliotheek en het informatiecentrum van Forsa toegankelijk<br />

voor mensen en organisaties. De andere organisaties hebben het archief alleen voor<br />

eigen behoefte en gebruik.<br />

Ten slotte moet vermeld worden dat de geïnterviewde organisaties bij de Caribische<br />

organisaties zeer beperkt blijft. Een verder onderzoek naar het cultureel erfgoed bij de<br />

lokale en regionale organisaties is wenselijk.


Cultureel erfgoed bij zelforganisaties 49<br />

ARBEIDSMIGRANTEN<br />

Inleiding<br />

De sterke economische groei in de jaren zestig en begin jaren zeventig in Nederland en<br />

andere West-Europese landen leidde tot een gebrek aan arbeidskrachten. Om dit tekort<br />

aan te pakken werden zogenaamde ´gastarbeiders´ geworven in landen als Spanje,<br />

Portugal, Italië, Griekenland, Turkije en Marokko. De verwachting was dat deze vooral<br />

mannelijke arbeidskrachten slechts tijdelijk in Nederland zouden verblijven. Hoewel dit<br />

meestal wel het geval was bij de Spanjaarden en Italianen, vestigden met name Turken<br />

en Marokkanen zich permanent in Nederland.<br />

Na het uitbreken van de oliecrisis in 1973 werd er een einde gemaakt aan het werven<br />

van gastarbeiders. Toch zou in latere jaren de immigratie vanuit Turkije en Marokko niet<br />

stoppen. De arbeidsmigratie werd in de jaren tachtig en negentig gevolgd door een<br />

zogeheten gezinsherenigende en gezinsvormende migratie. Turkse en Marokkaanse<br />

vrouwen kwamen naar Nederland om zich voorgoed bij hun echtgenoot te voegen. In de<br />

jaren negentig maakt deze gezinsherenigende migratie steeds meer plaats voor<br />

gezinsvormende migratie. Jonge Turken en Marokkanen komen naar Nederland voor een<br />

huwelijk met landgenoten die hier al wonen. Geschat wordt dat gezinsvormende<br />

migratie momenteel ongeveer de helft van de totale migratie uit deze landen vormt.<br />

TURKEN<br />

Inleiding<br />

De Turkse gemeenschap leeft al bijna veertig jaar in Nederland, drie generaties lang. De<br />

organisatiegraad onder de Turken is zo hoog dat sommige Nederlanders beweren dat zij<br />

overgeorganiseerd zijn. Hoewel de organisatievorming langs politieke en religieuze lijnen<br />

teruggaat tot het midden van de jaren zeventig, is de kristallisatie ervan voltooid in de<br />

jaren tachtig. Er worden landelijke federaties opgericht als samenwerkingsverbanden<br />

van de verschillende politieke en levensbeschouwelijke stromingen, maar ook om<br />

gesprekspartner te kunnen zijn van de rijksoverheid. Het Inspraak Orgaan Turken dat in<br />

1985 wordt opgericht als adviesorgaan wordt gevormd door negen koepelorganisatie<br />

van verschillende stromingen.<br />

Een andere ontwikkeling in de jaren tachtig is het ontstaan van gespecialiseerde<br />

organisaties: werkgevers, jongeren, vrouwen, studenten en kunstenaars.<br />

Hoewel al deze organisaties activiteiten ontplooien op het gebied van cultuur en kunst<br />

zijn er echter weinig organisaties die zich specifiek richten op het cultureel erfgoed. De<br />

reden moet niet alleen gezocht worden in de korte <strong>migratiegeschiedenis</strong> en gebrekkige<br />

bewustwordingsproces, maar ook in de nauwe contacten dat men onderhoudt met het<br />

land van herkomst. De grote culturele festivals en concerten die in Nederland<br />

georganiseerd worden, worden gevoed door de kunstenaars en intellectuelen uit Turkije.


Cultureel erfgoed bij zelforganisaties 50<br />

Opinies van sleutelpersonen<br />

Het begrip cultureel erfgoed<br />

Uit de spontane reacties van de aanwezigen blijkt dat het begrip culturele erfgoed zowel<br />

statisch als dynamisch wordt gedefinieerd door de Turkse groep.<br />

De statische definitie legt nadruk op het verleden. Een volk produceert en draagt het<br />

geproduceerde over aan de volgende generatie. Alles wat overgedragen kan worden<br />

(materieel en immaterieel) wordt aangeduid als erfgoed. In dit perspectief wordt de<br />

cultuur die door de eerste generatie is ontwikkeld en geleefd en als zodanig wordt<br />

overgedragen kan worden gedefinieerd als culturele erfgoed.<br />

Bij deze definitie komen de volgende aspecten van het cultureel erfgoed aan de orde:<br />

- De komst van de eerste generatie naar Nederland.<br />

- De periode van de werving van migranten en alles wat er mee te maken heeft.<br />

(deze periode is voor de Turken van grote betekenis)<br />

- De leefwijze van de eerste generatie (vaak in pensions).<br />

- De verschillende fasen van de migratie.<br />

- Gebouwen en plaatsen die een betekenis hebben voor de migranten. Een concreet<br />

voorbeeld: de opbouw en het ontstaan van de zwarte markt in Beverwijk, en alles wat<br />

ermee te maken heeft.<br />

- De ervaringen van de eerste generatie.<br />

Hiertegenover wordt een dynamische definitie van het cultureel erfgoed voorgesteld. Het<br />

culturele erfgoed moet niet alleen met het verleden te maken hebben, maar ook met de<br />

toekomst!<br />

Tevens het begrip moet ruim opgevat worden. Die dingen die niet zichtbaar zijn behoren<br />

ook tot het culturele erfgoed, en niet alleen de materiële dingen.<br />

De behoefte om het culturele erfgoed te onderzoeken en vast te leggen is ontstaan door<br />

de positie van de eerste generatie. Ze sterven af: letterlijk en figuurlijk. Juridisch gezien<br />

kun je pas van een erfgoed spreken wanneer iemand (of een volk) overleden is en iets<br />

wordt overgedragen, terwijl de dingen die nu bestaan nog onderzocht en in kaart<br />

gebracht moeten te worden. Dus kan je nog niet spreken van een erfgoed.<br />

De discussie wordt niet alleen bepaald door de tijdsdimensie, maar ook door de breedte<br />

van de term cultuur toen de vraag gesteld werd wat onder de term “cultuur” wordt<br />

verstaan.<br />

Reactie:<br />

De term cultuur is erg ruim. Moeten wij deze term niet eerst inkaderen?<br />

Als antwoord wordt gegeven: Als je iets onderzoekt moet je trachten zo ruim en breed<br />

mogelijk te onderzoeken om een zo goed mogelijk beeld te krijgen. Wat wil je anders in<br />

het kader van dit onderzoek uitsluiten……?<br />

Reactie:<br />

We kunnen cultuur heel breed zien, maar dan zou dit voor een onderzoek te groot en te<br />

ruim zijn. Mijn voorkeur gaat uit naar inkaderen. Wat houdt ons dagelijks bezig? We<br />

zouden de relevante dingen in kaart moeten brengen.<br />

Belangrijke aspecten en/of elementen van cultureel erfgoed<br />

Enkele spontane reacties:<br />

• De taal


Cultureel erfgoed bij zelforganisaties 51<br />

• Het vaststellen (registreren) van bepaalde (belangrijke) gebeurtenissen<br />

• De ontstane situaties (gebeurtenissen) als gevolg van cultuurverschillen in<br />

Nederland<br />

• De ervaringen van de eerste generatie<br />

• De beïnvloeding door andere culturen in kaart brengen<br />

• De institutionalisering (op alle terreinen)<br />

• Beseffen dat een cultuur aan verandering onderhevig is<br />

• Kunst en cultuur<br />

• Het arbeidsethos, de periode van gastarbeid.<br />

De aanwezigen geven aan, dat wanneer we niet snel genoeg zijn, de eerste generatie<br />

(een belangrijke bron) verloren gaat. Wij moeten deze mensen zo snel mogelijk<br />

opzoeken en de interviews met hen goed vastleggen.<br />

Volgens hen moeten de volgende punten (vragen) in het onderzoek worden<br />

meegenomen:<br />

1. Hoe zijn de eerste Turken naar Nederland gekomen?<br />

2. Hoe zijn de eerste Turken georganiseerd en waarom?<br />

Reactie:<br />

Alle behoeften worden bepaald door de culturele en religieuze tradities, bijvoorbeeld het<br />

ritueel slachten van dieren. Doordat moslims ritueel geslacht vlees eten, hebben zij hun<br />

eigen slagerijen en slachthuizen geopend.<br />

Reactie:<br />

Het hoe en waarom betreffende de institutionalisering van Turken is een belangrijk<br />

aspect. Wij moeten ervoor zorgen dat dit aspect zeker wordt meegenomen in het<br />

onderzoek.<br />

De stand van zaken met betrekking tot archieven, collectie en materialen<br />

Tijdens groepsgesprek worden een groot aantal organisaties en bronnen genoemd voor<br />

het inventariserende onderzoek en projecten die daarop volgen. Hieronder volgen<br />

enkele spontane reacties:<br />

• Steunfuncties die opgericht zijn als tweede lijnsorganisaties voor migranten en<br />

blanke instellingen.<br />

• Individuele personen die materiaal verzameld hebben over de relaties Turkije en<br />

Nederland: o.a. dhr. Senol Ocakli in Hoorn (Turkse afdeling over de relaties Turkije<br />

en Nederland).<br />

• De fabrieken waar vroegers Turkse werknemers gewerkt hebben, bv. een fabriek in<br />

Deventer en Uden, waar veel Turken hebben gewerkt.<br />

• De Turkse media (met name de Europese editie) en journalisten: o.a. dhr. Ali Oksak,<br />

dhr. Ilhan Karaçay en dhr. Ali Yagci.<br />

• Turkse organisaties zoals Kulsan, HTIB, IOT en nog andere.<br />

• SPB (Stichting Publicatie Buitenlanders)<br />

• Turkse media in Turkije, o.a. TRT archieven (afdeling buitenlandse zaken)<br />

• MIT (Turkse inlichtingen organisatie).<br />

• Publicaties die over de Europese Turken hier en in Turkije verschenen zijn.<br />

• Kalligrafiewerken.<br />

Voorwaarden overdracht aan instellingen


Cultureel erfgoed bij zelforganisaties 52<br />

Hieronder volgen enkele voorstellen over de wijze waarop het cultureel erfgoed van<br />

Turken bewaard en gepresenteerd wordt<br />

* Voor de Turken dient te komen:<br />

- een museum,<br />

- een bibliotheek,<br />

- een onderzoekscentrum,<br />

- een coördinatiepunt/-centrum.<br />

Er wordt in dit verband verwezen naar een initiatief van Turken in Duitsland. In<br />

Duitsland is ook een dergelijk onderzoek verricht. Zij hebben er 10 tot 12 jaar over<br />

gedaan en hebben veel ervaring op dit gebied als Domit, Documentatiecentrum en<br />

Museum over de migratie uit Turkije. Turken in Nederland zouden dit best als een<br />

voorbeeld kunnen gebruiken.<br />

Verder vindt een van de aanwezigen dat ook de Turkse overheid betrokken moet<br />

worden bij dit project. De Nederlandse overheid geeft materiele steun en de Turkse<br />

overheid zou dan op z’n minst immateriële steun moeten geven.<br />

* Er dient een internationale instelling opgericht te worden voor behoud van de<br />

<strong>migratiegeschiedenis</strong>.<br />

De voorwaarden waaraan men moeten voldoen tijdens de overdrachtsfase:<br />

- goed georganiseerd zijn<br />

- wetenschappelijk en neutraal<br />

- een instelling die onze vertrouwen waard is<br />

- de samenstelling van het bestuur en/of de medewerkers van de instelling moet een<br />

afspiegeling zijn van de etnische samenstelling<br />

- een transparant beleid heeft<br />

- voordat mensen hun persoonlijke en waardevolle bezittingen aan een instelling ter<br />

beschikking stellen, moet bekend zijn wie de archieven gaat bewaren en wat het<br />

doel ervan is<br />

Over de rol van de IOT zei een persoon het volgende: IOT zou dit project niet moeten<br />

coördineren. IOT heeft niet de know how hiervoor. De coördinatie zou in handen moeten<br />

zijn van een professionele organisatie. Bovendien moet de Nederlandse overheid dit<br />

project serieus nemen en subsidiëren. Er moet in ieder geval voldoende draagvlak zijn<br />

om dit project succesvol te maken.<br />

Tijdens de inventarisatiefase heeft een grote aantal individuen uit de Turkse<br />

gemeenschap aangegeven dat zij relevante materialen in huis hebben en verklaarden<br />

dat bereid waren om te overdragen aan een betrouwbare instelling die iets willen doen<br />

met de migratiegeschienis van Turken. Het gaat om de volgende 21 personen:<br />

Dhr. Akbulut, Mehmet<br />

Dhr. Aybogan, Muhlis<br />

Dhr. Bahadir, Osman<br />

Dhr. Budak, Bahaddin<br />

Dhr. Can, Recep<br />

Dhr. Cebeci, Bekir<br />

Dhr. Çiftçi, Adil<br />

Dhr. Emili, Ibrahim<br />

Dhr. Görmez, Ibrahim<br />

Dhr. Günes, Saban<br />

Dhr. Güney, Hasan


Cultureel erfgoed bij zelforganisaties 53<br />

Dhr. Güngör, Veyis<br />

Dhr. Karagül, Arslan<br />

Dhr. Kutluer, Zekeriya Inanç<br />

Dhr. Kutluer, Ates<br />

Dhr. Oksak, Ali<br />

Dhr. Özçelik, Ünal<br />

Dhr. Sahin, Salih<br />

Dhr. Turan, Hasip<br />

Dhr. Yegenoglu, Çoskun<br />

Dhr. Yücesan, Veli<br />

Organisaties<br />

Voor de inventarisatie cultureel erfgoed wordt de volgende 5-tal turkse organisaties<br />

benaderd en geïnterviewd:<br />

- Inspraak Orgaan Turken, Utrecht<br />

- Kulsan, Amsterdam<br />

- Vereniging Turkshuis, Amsterdam<br />

- Kunststichting Sahne, Rotterdam<br />

- Multiculturele Televisie Nederland (MTNL), Amsterdam<br />

Daarnaast hebben twee organisaties gereageerd op onze oproep via kranten en per<br />

mail. De beide organisaties geven een Turkstalige blad uit in Nederland en vervullen een<br />

belangrijke rol bij de informatie- en nieuwsvoorziening ten behoeve van Turkse<br />

gemeenschap.<br />

- Stichting Platform, Amsterdam<br />

- Stichting Anadolu, Rotterdam<br />

Inspraak Orgaan Turken (IOT)<br />

Het Inspraakorgaan Turken is een samenwerkingsverband in de zin van de Wet Overleg<br />

Minderhedenbeleid: 'een door Onze minister toegelaten stichting die in gevolge haar<br />

statuten tot doel heeft de belangen te behartigen van een minderheidsgroep of te<br />

onderscheiden minderheidsgroepen en die representatief is voor die groep of groepen.'<br />

IOT werd opgericht in 1985 door meerdere Turkse organisaties. Bijna alle belangrijke<br />

stromingen en organisaties worden nu in het bestuur vertegenwoordigd. De negen<br />

landelijke koepelorganisaties zijn aangesloten bij de IOT.<br />

Het Inspraakorgaan heeft tot doel uitgaande de belangen van alle in de Turkse<br />

gemeenschap in Nederland aanwezige opvattingen en stromingen te behartigen en zich<br />

in te zetten voor de verbetering van haar maatschappelijke positie in Nederland,<br />

middels het overleg als bedoeld in de Wet overleg minderhedenbeleid, alsmede overleg<br />

met bestuurlijke organen en politieke en maatschappelijke organisaties in de<br />

Nederlandse samenleving. Daarbij zal worden gestreefd naar een optimale<br />

samenwerking met de andere samenwerkingsverbanden van minderheidsgroepen.<br />

Het archief van IOT bestaat uit de volgende stukken:<br />

- Agenda´s en notulen sinds oprichting;<br />

- Correspondenties sinds oprichting;


Cultureel erfgoed bij zelforganisaties 54<br />

- Jaarverslagen en rapporten sinds oprichting;<br />

- Alle nummers van eigen blad Sozhakki sinds 1987;<br />

- Congresmappen;<br />

- Boeken over Turkse migranten en minderhedenbeleid (bijna 7.000);<br />

- Foto´s (aantal onbekend);<br />

- Eigen website: www.iot.nl<br />

Volgens de indruk van het IOT hebben de aangesloten organisaties ook eigen archieven,<br />

hoewel deze niet altijd volledig zijn.<br />

De IOT heeft zijn archiefmateriaal overgedragen aan het Internationaal Instituut voor<br />

Sociale Geschiedenis (IIGS). De documenten van IOT kan via internet bekeken worden.<br />

Alleen toezenden of uitlenen is niet mogelijk<br />

Naast IOT heeft ook twee Turkse organisaties hun archief overgedragen aan het IISG,<br />

namelijk: de Turkse Arbeidersvereniging in Nederland (HTIB) en de Turkse<br />

Vrouwenvereniging in Nederland (HTKB). Daarnaast zijn de volgende periodieken van<br />

islamitische organisaties en groepen aanwezig op het IISG: Ummet-i Muhammed,<br />

Ummet-i Muhammed´in Sesi, Akit en Yeni Safak. De eerste twee periodieken zijn<br />

belangrijk om z.g. Kaplanci-beweging te bestuderen. Deze beweging is met name in<br />

Duitsland onder de Turken actief en inmiddels is zij verboden door de Duitse<br />

autoriteiten.<br />

Het IISG is inmiddels bezig de collecties en archieven van andere<br />

(Turkse)migrantenorganisaties en steunfuncties te verzamelen.<br />

Stichting Kulsan<br />

Stichting Kulsan is in 1987 opgericht om kunst en cultuur uit Turkije te brengen voor het<br />

voetlicht in Turkije. Het duurde even voordat de organisatie actief wordt. Sinds 1989<br />

organiseert Kulsan activiteiten op landelijk niveau. In concerten, films, festivals en<br />

andere activiteiten presenteert Kulsan de cultuur van de diverse bevolkingsgroepen die<br />

samen het mozaïek van Turkije vormen.<br />

Kulsan is een gesubsidieerde instelling en krijgt subsidie van de gemeente Amsterdam<br />

en ministerie van Cultuur.<br />

Kulsan heeft in de afgelopen periode 13 jaar 600 concerten georganiseerd en 100<br />

muziekbands uitgenodigd. Vanuit deze achtergrond heeft Kulsan heel veel materiaal<br />

ontwikkeld en opgebouwd in zijn archief. Het is enige Turkse organisatie die zoveel<br />

materiaal op het gebied kunst in huis heeft.<br />

Kulsan heeft eens een bibliotheek opgericht, maar het functioneert niet meer. De<br />

boeken worden nu in de kelder bewaard. Het gaat om ruim 4000 titels. Het zijn met<br />

name Turkstalige boeken over Turkije en Turkse literatuur. Er zijn ook Engelstalige<br />

boeken over Turkije en Turkse cultuur.<br />

Kulsan heeft al zijn activiteiten gedocumenteerd in de vorm van affiche´s, brochure´s,<br />

foto´s, video´s en knipselkranten (Turks/Nederlands). Het aantal foto´s loopt tot


Cultureel erfgoed bij zelforganisaties 55<br />

10.000. De concerten worden ook in cd´s opgenomen. Het gaat om ongeveer 100<br />

concerten.<br />

Naast het bovengenoemde materiaal heeft Kulsan ook materiële objecten, zoals<br />

artikelen voor tentoonstelling, kostuums en muziekinstrumenten.<br />

Volgens de voorzitter van Kulsan staan de materialen ongeordend en zijn ze niet<br />

openbaar toegankelijk, een deel in de kasten, een andere deel in de kelder. Dit<br />

materiaal moet binnenkort geordend worden en openbaar gemaakt worden.<br />

De overdracht van deze materialen is mogelijk, alleen wil het bestuur overtuigd worden<br />

door een professionele aanpak en werk. Er moet zeker een contract gemaakt worden en<br />

bepaalde afspraken opgenomen worden in dit contract.<br />

Verder adviseert Kulsan ook andere Turkse kunstinstellingen en groepen te benaderen<br />

worden in het kader van inventarisatie cultureel erfgoed, a.o. Aslan Muziekcentrum,<br />

Stichting Sahne, RAST (Unie van Turkse Theatergroepen) en Folklore Groep (van Ozan<br />

Ersin).<br />

Vereniging Turks Huis Westerpark<br />

De Vereniging Turks Huis Westerpark werd in 1992 opgericht in het Amsterdamse<br />

stadsdeel Westerpark. De doelstelling was en is een brug vormen tussen Turken en de<br />

verschillende instanties in- en buiten het stadsdeel en de verstandhouding en de positie<br />

van Turken op sociaal-cultureel als ook op economisch gebied verbeteren en<br />

bevorderen.<br />

Een paar jaar na de oprichting kregen sommige activiteiten van de vereniging een<br />

landelijk en soms zelfs internationaal karakter en groeide Turks Huis uit tot een<br />

middenveld organisatie.<br />

Het Turks Huis is een centrum voor ontmoeting, emancipatiebevordering, voorlichting,<br />

vorming en training. Om enkele van deze activiteiten te noemen: Ramadan<br />

bijeenkomsten (tentoonstelling, lezingen, film, samen eten), op 23 april; het<br />

internationale kinderfeest, cursussen studiemethoden, huiswerkbegeleiding,<br />

journalistiek, computerkennis, Turks voor Nederlanders, cursus Turks koken, discussie<br />

en voorlichtingsbijeenkomsten over maatschappelijke vraagstukken.<br />

Vanaf 1997 organiseert de Vereniging Turks Huis jaarlijks het olieworstelfestival in<br />

Amsterdam. De doelstelling van dit olieworstelfestival is een bijdrage te leveren aan de<br />

vorming van onze multiculturele samenleving door deze voor Nederland nieuwe sport<br />

(en cultuurfenomeen) te introduceren en hiermee de sportcultuur in Nederland te<br />

verrijken. Tevens bevorderen we hiermee de betrokkenheid van allochtonen bij de<br />

ontwikkelingshulp en samenwerking.<br />

Vanaf 1997 houdt Vereniging Turks Huis tijdens haar landelijke activiteiten inzamelingen<br />

voor goede doelen. Elk jaar kiezen wij een project in Ontwikkelingslanden om te<br />

ondersteunen. Bijvoorbeeld in 1997 werd een tractor met oplegger voor de bewoners<br />

van het dorp Pamirköy in Oost-Turkije aangeschaft. In 1998 hebben wij een weeshuis<br />

voor meisjes ingericht in Konya (i.s.m. de NCDO). Vorig jaar hebben wij de bouw van<br />

een kleuterschool in Adapazari, aardbevingsgebied in West-Turkije


Cultureel erfgoed bij zelforganisaties 56<br />

medegefinancierd.(i.s.m. de Cordaid). Als laatste hebben wij een meertalig radiostation<br />

in Prizren (Kosovo) medegefinancierd.<br />

Vereniging Turks Huis heeft tot nu toe een aantal onderzoeken laten verrichten en<br />

boeken gepubliceerd over verschillende onderwerpen zoals imago van Turken,<br />

reisverhalen, Turkstalige media in Europa, emancipatie van vrouwen, Ramadan en<br />

dergelijke.<br />

De Vereniging Turks Huis Westerpark ontvangt een structurele subsidie voor haar<br />

sociaal-cultureel en educatieve vormingsactiviteiten van het stadsdeel Westerpark. Deze<br />

activiteiten vinden wekelijks in het Verenigingsgebouw plaats. Voor haar landelijke en<br />

internationale activiteiten ontvangt de Vereniging aanvullende subsidies van<br />

verschillende fondsen en organisaties. Hiervoor zijn er twee mensen binnen de<br />

organisatie aangesteld voor het van leggen van contacten, het zoeken van financiële<br />

bronnen en verslaglegging.<br />

De Vereniging heeft zeven bestuursleden, twee betaalde medewerkers van NV Werk,<br />

negen actieve vrijwilligers en 180 leden. Naast het bestuur, medewerkers en vrijwilligers<br />

is er een aanbevelingscomité in het leven geroepen onder het voorzitterschap van<br />

Groene Amsterdammer-redacteur René Zwaap (journalist van het jaar 2000 en winnaar<br />

van de Gouden Mercuur) voor de activiteiten van educatie en vorming, olieworstelen en<br />

ontwikkelingssamenwerkingsprojecten.<br />

Vereniging Turkshuis heeft volgende collecties in zijn archief:<br />

- Tijdschrift Türkevi, tussen 1993-2000, 25 nummers.<br />

- Videobanden (over eigen activiteiten van Turkshuis tussen 1992-2002)<br />

- Knipselkrant (over eigen activiteiten tussen 1992-2002)<br />

- Foto’s (over eigen activiteiten 1992-2002)<br />

- Doctoraalscriptie over Turkshuis (‘Kurumlasma ve Türkevi örnegi’, Yavuz Hatunoglu<br />

o.l.v. Prof. Dr. Musa Tasdelen en Edibe Sözen, Universiteit Istanbul, 2002)<br />

- Verslagen over eigen programma’s tussen 1992-2002)<br />

- Handwerken zoals sokken, vesten, tassen en tapijten uit Turkije en Turkmenistan (200<br />

artikelen)<br />

- Eigen publicaties ( 9-tal boeken, over diverse onderwerpen in het Nederlands en<br />

Turks)<br />

Deze materialen staan op dit moment in eigen beheer van Vereniging. Vereniging is<br />

bereid om deze aan een betrouwbare instelling over te dragen<br />

Kunststichting Sahne<br />

Kunststichting Sahne is in 1993 in Rotterdam opgericht als een kunstorganisatie. De<br />

laatste jaren heeft zij een landelijke oriëntatie en krijgt subsidie van de gemeente<br />

Rotterdam.<br />

Sahne organiseert allerlei kunstzinnige en culturele activiteiten op het gebied van<br />

theater, literatuur, muziek en bioscoop. De doelgroep bestaat uit Turken en<br />

Nederlanders. In de praktijk komen met name Turkse jongeren naar de activiteiten.<br />

Er zijn vier soorten materialen bij het archief van Sahne. Ten eerst worden de<br />

activiteiten van Sahne in de Turkse en Nederlandse kranten gevolgd en een knipselkrant


Cultureel erfgoed bij zelforganisaties 57<br />

gemaakt. Ten tweede worden materialen die verband houden met de activiteiten en<br />

organisaties bewaard, zoals eigen brochure, folders, affiche en boekjes.<br />

Ten derde worden de foto´s van activiteiten gemaakt en bewaard. Ten slotte worden<br />

sommige activiteiten opgenomen in videobanden.<br />

Omdat het archief nog niet goed ingedeeld is, zijn de aantallen en omvang niet bekend.<br />

Het bestuur van Stichting Sahne is bereid om eigen materialen over te dragen aan<br />

instellingen. De materialen die dubbel zijn kunnen origineel gegeven worden. De<br />

materialen die niet dubbel zijn kunnen gegeven worden als kopie.<br />

Multiculturele Televisie Nederland (MTNL)<br />

Stichting Multiculturele Televisie Nederland (MTNL) werd opgericht op 1 juli 2001. In<br />

MTNL gingen Migranten Televisie Amsterdam (MTV, opgericht in 1984) en Service<br />

Organisatie Migranten Media te Utrecht (SOMMedia) op; MTNL combineert het beste van<br />

deze twee organisaties en geeft daar een meerwaarde aan.<br />

MTNL maakt doelgroeptelevisie voor Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht en<br />

ontvangt daartoe subsidie van het ministerie van OC&W en deze vier grote steden. De<br />

succesvolle wekelijkse uitzendformule van de eigen programma's van MTV in<br />

Amsterdam krijgt nu het grootstedelijke kader van SOMMedia. Dat betekent een enorme<br />

vergroting van het kijkerpotentieel. Daarnaast genereert deze uitbreiding de<br />

ontwikkeling van allochtoon televisietalent, vooral in de partnersteden buiten<br />

Amsterdam.<br />

Voor de productie van de doelgroepprogramma's heeft MTNL drie redacties die<br />

gerelateerd zijn aan de grootste allochtone bevolkingsgroepen: een Turkse, een<br />

Surinaams/Antilliaanse en een Marokkaanse redactie. Verder is er een multicultureel<br />

programma dat in het bijzonder aandacht besteedt aan de jongeren in de multiculturele<br />

maatschappij. Maar ook in de Turkse, Surinaams/Antilliaanse en Marokkaanse<br />

programma's schermt MTNL zich niet af van andere groepen; elementen van cross-over<br />

zijn nadrukkelijk aanwezig. Door de productiewijze (een eigentijdse West Europees<br />

formaat) en waar nodig Nederlandse ondertiteling, zijn de programma’s toegankelijk<br />

voor een breed publiek in de leeftijd van 18-45 jaar.<br />

De uitzendingen vinden plaats op vier verschillende dagen, in Amsterdam via het open<br />

Salto kanaal, in Den Haag en Rotterdam maken zij onderdeel uit van de programmering<br />

van onze partners TV West en TV Rijnmond, in Utrecht komen zij op het scherm via<br />

Omroep Utrecht. Door de keuze voor de regionale omroepen als partner bereikt MTNL<br />

een groter publiek dan alleen in de vier grote steden.<br />

MTNL heeft bij het produceren van televisieprogramma's een samenleving voor ogen,<br />

die drijft op wederzijds respect, het accepteren van verschillen, het positief waarderen<br />

van verscheidenheid en gelijkwaardigheid van ieder individu. MTNL streeft ernaar de<br />

participatie van allochtonen aan een dergelijke samenleving te bevorderen door<br />

individuele ontplooiing en sociale betrokkenheid.<br />

De programma's van MTNL concentreren zich op informatie, cultuur en human interest.<br />

Zij hebben een toegevoegde waarde ten opzichte van het bestaande media-aanbod, niet<br />

in de laatste plaats door de samenstelling en multiculturele expertise van de redacties.<br />

Zij verbreden de kennis van de kijker en maken kennis bereikbaar. Zij brengen<br />

maatschappelijke ontwikkelingen terug naar de menselijke maat, zij gaan niet over<br />

rapporten en cijfers, maar over mensen.


Cultureel erfgoed bij zelforganisaties 58<br />

Gezien de relatief lange geschiedenis van MTV heeft MTNL een groot archief van<br />

beeldmateriaal. De Turkse redactie geeft aan dat zij ruim 1000 videobanden hebben<br />

over Turkse migranten en multiculturele samenleving. Een deel van dit beeldmateriaal is<br />

geplaatst bij de Amsterdam Gemeentearchief (tot 1996) en andere deel blijft in de<br />

kasten van Turkse redactie van MTNL.<br />

De overdacht aan een instelling die verstand heeft over het beeldmateriaal om te<br />

bewaren en te kopiëren in een beter materiaal (bv. cd), is in principe mogelijk. Er moet<br />

een onderhandeling plaats vinden over de voorwaarden van overdracht.<br />

Stichting Anadolu<br />

Stichting Anadolu is 1998 opgericht als een organisatie voor kunst en cultuur. De<br />

meeste concrete activiteit is DOGUS.<br />

DOGUS is een Turkstalig maandelijks blad. Ieder maand wordt het gedrukt in een<br />

oplage van 15.000 stuks en landelijk verspreid, met name in grote steden. DOGUS is<br />

gratis en verstrekt informatie en nieuws over de Nederlandse samenleving aan het<br />

Turkssprekende deel van de alhier woonachtige bevolking. Normaal gesproken<br />

verschijnt DOGUS in A5 vorm met in totaal 32 bladzijden.<br />

Het hoofddoel van project DOGUS is het informeren van Turkse gemeenschap over de<br />

sociaal-politieke en culturele ontwikkelingen in de Nederlandse samenleving en het<br />

stimuleren van maatschappelijke discussies onder de doelgroep teneinde participatie en<br />

integratie te vergroten.<br />

Om dit doel te bereiken stelt DOGUS de volgende subdoelstellingen als<br />

randvoorwaarden:<br />

- het garanderen van de continuïteit van blad DOGUS<br />

- het verbeteren van de kwaliteit van DOGUS<br />

- het professionaliseren van de medewerkers van DOGUS<br />

- het bereiken van een breed publiek.<br />

DOGUS heeft in september 2002 zijn drieënveertigste nummer bereikt. Naast zoveel<br />

nummers heeft heel veel foto´s gemaakt. De foto´s en vele nummers van DOGUS wordt<br />

digitaal bewaard.<br />

Het bestuur is bereid om dit materiaal over te dragen zonder verdere voorwaarden te<br />

stellen.<br />

Stichting Platform<br />

Stichting Platform is in 1998 opgericht door een groep Turkse jongens om een<br />

maandelijks blad uit te geven. Het blad Platform is begonnen als een tweemaandelijks<br />

blad in eigen taal. Het is nu een maandelijks blad dat nieuws, en informatie geeft over<br />

de Nederlandse samenleving en de positie van de Turkse migranten daarin. Er zijn<br />

diverse columnisten met verschillende optieken die in eigen kolom opiniërende artikelen<br />

schriften.<br />

Het blad is gratis verspreid in grote steden bij de Turkse winkels, cafe´s, moskeeën en<br />

verenigingen. De reclamegelden en sponsors vormen de financiële bronnen van het<br />

blad.


Cultureel erfgoed bij zelforganisaties 59<br />

In de afgelopen vier jaar is totaal 35 nummers gepubliceerd. Naast zoveel nummers<br />

heeft Platform heel veel foto´s gemaakt en bewaard.<br />

Het bestuur van Stichting is bereid om hierboven genoemde materialen over te dragen<br />

aan een relevante instelling zonder verdere voorwaarden te stellen.<br />

Sleutelfiguren<br />

In overleg met de hierboven genoemde organisaties wordt een lange lijst van<br />

sleutelpersonen opgesteld:<br />

- De heer I. Kutluer, NMI<br />

- De heer E. Kula, IOT<br />

- De heer H. Yar, docent<br />

- De heer H. Gülsen,<br />

- De heer V. Güngör, pedagoog<br />

- De heer A. Karagül, imam/geestelijk verzorger<br />

- De heer A. Dalkiran, Kulsan<br />

- De heer C. Gerdan, ambtenaar<br />

- De heer M. Akbulut, beleidsmedewerker<br />

- De heer M. Aybogan, IOT<br />

- De heer O. Bahadir, IOT (ex-voorzitter)<br />

- Mevrouw H. Can-Ergin, directeur IOT<br />

- De heer B. Cebeci, leerkracht<br />

- Mevrouw N. Dogan, IOT<br />

- De heer N.A. Ozturk.<br />

- De heer Coskun Coruz, Kamerlid<br />

- De heer Seyfi Ozguzel, politicus<br />

- De heer H. Kerim Ece, schrijver<br />

- Mevrouw Fadime Orgu, politicus<br />

- De heer Sebahattin Ucar, imam<br />

- De heer Veli Yucesan, raadslid<br />

- De heer Zeynel Abidin Kilic, media (DOGUS)<br />

- De heer Seref Acer, media (MTNL)<br />

- De heer Tonguc Oksal, kunstenaar<br />

- Mevrouw Nur Cihan,<br />

- De heer Ozan Ersin,<br />

- De heer Saban Ol, kunstenaar<br />

- De heer Celil Toksoz, kunstenaar<br />

- De heer Ali Develioglu, muziek/journalist<br />

- De heer Murat Tunceli, schrijver<br />

- Mevrouw Serpil Karisli, actrist<br />

- De heer Ibrahim Yarar, theater<br />

- De heer Cemal Dogan, theater<br />

- De heer Zafer Gul, muziek<br />

- De heer Sabri Kenan Bagci, IOT<br />

- De heer Ayhan Tonca, IOT<br />

- De heer Saban Gunes, IOT<br />

- De heer Ahmet Akgündüz, onderzoeker bij IMES<br />

- De heer Ahyan Yalin, politicus<br />

- De heer Ali Mercimek, moskeebestuurder<br />

- De heer Ali Çifteci, kunstenaar


Cultureel erfgoed bij zelforganisaties 60<br />

- De heer Ali Karacabey, kunstenaar<br />

- De heer Atilla Kanbir, Kunstenaar<br />

- De heer Ali Yildirim ,politicus<br />

- De heer Ahmet Yildirim ,kunst<br />

- De heer Bülent Evren, Kunstenaar<br />

- De heer Bora Isik, raadslid-jurist<br />

- De heer Cahit Ölmez, kunstenaar<br />

- De heer Celil Toksöz, kunstenaar<br />

- Mevrouw Ceren Taygun, kunstenaar<br />

- De heer Cengizhan Kilinç, politicus<br />

- De heer Deniz Balak, politicus<br />

- De heer Ekrem Özçelik, raadslid Geuzenveld<br />

- De heer Ekrem Karadeniz, voorzitter SUN<br />

- De heer Faruk Akinbingöl ,onderzoeker<br />

- Mevrouw Gülseren Eksik, leerkracht<br />

- De heer Gürbüz Yabas<br />

- Mevrouw Gülden Ardiç , politicus<br />

- De heer Haci Karacaer, directeur Noord Holland Milli Gorus<br />

- De heer Hüseyin Susam, docent<br />

- Mevrouw Hadiye Kesmer , MCE<br />

- De heer Hüseyin Karadeli, kunstenaar<br />

- De heer Hatice Sayman, ambtenaar<br />

- DE heer Ismail Taspinar, ISBO coordinator<br />

- De heer Ismail Polat<br />

- De heer Ibrahim Gülkara<br />

- De heer Ibrahim Yerden, cultureel antropoloog<br />

- De heer Kazim Demir, leerkracht<br />

- De heer Metin Alkan, universitaire docent<br />

- De heer Mehmet Alkaya, leerkracht<br />

- Mevrouw Maviye Karaman, ex-voorzitter HTKB<br />

- De heer Mustafa Ayranci, IOT<br />

- De heer M. Emin Yildirim,kunstenaar<br />

- De heer Mehmet Tümer, kunstenaar<br />

- Mevrouw Meral Uslu, kunstenaar<br />

- De heer Muhittin Aydin ,politicus<br />

- De heer Mustafa Tamul ,politicus<br />

- De heer Nazmi Turkkol, jurist<br />

- Mevrouw Nebiye Saruhan, ouderen werker<br />

- Mevrouw Nevin Özütok, gemeenteraadslid<br />

- De heer N. Deniz, raadslid Westerpark<br />

- Mevrouw Neval Gölay, kunstenaar<br />

- De heer Orhan Yildirim, raadslid oostdorp<br />

- De heer Özkan Gölpinar, journalist<br />

- Mevrouw Papatya Nalbantoglu<br />

- De heer Rafet Kabdan, ambtenaar<br />

- De heer Sadik Yemni, schrijver<br />

- De heer Saim Simsek, kunst<br />

- De heer Seyit Ozilhan, raadslid Amsterdam-noord<br />

- Mevrouw Saadet Metin, media<br />

- Mevrouw Suna Kütük, politicus<br />

- Mevrouw Sibel Bilgin, kunstenaar<br />

- De heer Sih Ali Yençer, kunstenaar


Cultureel erfgoed bij zelforganisaties 61<br />

- De heer Tucay Cinibulak, journalist<br />

- De heer Ünal Öztürk, Journalist<br />

- De heer Yusuf Bakirci, journalist<br />

- De heer Zafer Yurdakul, gemeenteraadslid<br />

- De heer Zati Yurdakul, gemeenteraadslid<br />

- Mevrouw Zehra Özkaya, raadslid<br />

- De heer Zeycan Karabiyik, politicus<br />

Conclusies en knelpunten<br />

Hoewel Turkse migranten organisaties kennen op het gebied van kunst en cultuur<br />

hebben zij nog geen instituut- en/of museum die het cultureel erfgoed van Turkse<br />

migranten presenteren in Nederland. De bestaande instellingen en organisaties hebben<br />

een eigen archief, hoe ongeordend dan ook, in eigen beheer. Er zijn enkele organisaties<br />

die hun archief toegankelijk hebben gemaakt, zoals IOT en overgedragen aan een<br />

algemene instelling zoals HTIB en HTKB.<br />

Er zijn in het verleden enkele initiatieven geweest om een eigen instituut op te richten<br />

op het gebied van migratie vanuit Turkije, maar ze zijn allemaal gestagneerd door de<br />

onenigheden onderling en de gebrekkige middelen en deskundigheid. Dat is ook de<br />

reden waarom de individuele personen die materiaal verzameld hebben over de migratie<br />

en relaties Turkije en Nederland deze hebben overgedragen aan de gevestigde<br />

instellingen. O.a. dhr. Senol Ocakli heeft eigen materialen overgedragen aan een<br />

museum in Hoorn en heeft aanleiding gegeven tot de oprichting van Turkse afdeling<br />

over de relaties Turkije en Nederland.<br />

De drang om een eigen instituut op te richten is groot onder Turken. Maar dat betekent<br />

niet dat zij niet bereid zijn voor samenwerking met anderen en voor andere keuzen.<br />

Alle geïnterviewde organisaties zijn bereid om eigen collecties en materialen af te staan<br />

aan een instelling die betrouwbaar en deskundig is op het gebied van cultureel erfgoed<br />

van minderheden. Turkse sleutelpersonen en organisaties stellen enkele redelijke<br />

voorwaarden aan overdracht van eigen materialen. Er zijn ook organisaties die zonder<br />

voorwaarden hun materialen toegankelijk willen maken voor een breed publiek<br />

(bijvoorbeeld Dogus en Platform).<br />

Tijdens de inventarisatiefase hebben enkele individuen uit de Turkse gemeenschap naar<br />

aanleiding van oproep per advertentie en mail gemeld dat zij relevante materialen in<br />

huis hebben en zij willen deze overdragen aan een instelling na een<br />

onderhandelingsproces over de voorwaarden.<br />

De benadering van cultureel erfgoed van Turkse sleutelpersonen is zowel statisch als<br />

dynamisch. Ze vatten het begrip ruim op in die zin van die dingen die niet zichtbaar zijn,<br />

dus niet alleen de materiële dingen. Het gaat hier vooral om de migratieverhalen van<br />

individuele personen, met name eerste generatie migranten. Ze verdwenen letterlijk en<br />

figuurlijk, daarom moet men zich haasten om hun verhalen op schrift te stellen.<br />

Een ander knelpunt is dat de organisaties, zowel op landelijk als op lokaal niveau,<br />

benaderd moeten worden om belang van hun archiefmateriaal te benadrukken en goed<br />

te bewaren, en om over te dragen aan de instellingen die op dat terrein deskundig zijn.


Cultureel erfgoed bij zelforganisaties 62<br />

Tijdens de contacten met de individuen en organisaties hebben enkele personen<br />

aangegeven dat zij eigen materialen niet zo maar willen afstaan aan de Nederlandse<br />

instellingen. Zij willen op een georganiseerde manier iets willen doen met hun<br />

materialen. Dat is een groep mensen die hebben nagedacht over het strategische belang<br />

van cultureel erfgoed en de institutionele vormgeving daarvan en zij willen een<br />

categorale instelling hebben voor de Turkse groep. Pas dan willen zij eigen materiaal<br />

afstaan aan zo´n instelling. Dus stellen zij institutionele voorwaarden voor de<br />

overdracht van eigen materialen.


Cultureel erfgoed bij zelforganisaties 63<br />

MAROKKANEN<br />

Inleiding<br />

Momenteel wonen ongeveer 220.000 Marokkanen en circa 5.000 Tunesiërs in ons land.<br />

Meer dan de helft van hen is jonger dan 25 jaar.<br />

In Nederland zijn ruim 700 Marokkaanse organisaties gevestigd. Religieuze organisaties<br />

vormen de meest voorkomende categorie: moskeeën en daaraan gelieerde scholen of<br />

jeugd-, vrouwen- en ouderenverenigingen. Daarnaast zien we politieke en<br />

sportorganisaties, belangengroepen en raden en organisaties die zich op specifieke<br />

doelgroepen richten. Websites van Marokkaanse jongeren passen ook in het rijtjes van<br />

deze zelforganisaties.<br />

Bijna alle organisaties hebben culturele activiteiten, sommige toegespitst op het gebied<br />

van kunst, literatuur en muziek, en anderen breder in de zin van feesten. Marokkaanse<br />

organisaties slagen erin in dit kader een actievere rol te spelen en een dialoog tot stand<br />

te brengen door de partijen te informeren. Tevens voorzien de culturele activiteiten in<br />

de behoefte aan muziek, literatuur etc. en bieden ook nog steeds ontspanning en een<br />

plek waar mensen zich thuis voelen.<br />

De afgelopen jaren was er sprake van een toenemende interesse in de Amazigh-cultuur.<br />

Momenteel komen veel jongeren en tweede-generatie Marokkanen naar bijeenkomsten<br />

van dergelijke organisaties. De activiteiten van Amazigh-organisaties, bijvoorbeeld<br />

lezingen, concerten, huiswerkbegeleiding en taallessen, richten zich op het ontwikkelen<br />

van een Amazigh-identiteit in de Nederlandse context.<br />

Opinies van sleutelpersonen<br />

Definitie van het begrip cultureel erfgoed<br />

Uit de discussie blijkt dat het begrip niet makkelijk in woorden valt te vatten. Enkele<br />

kernwoorden:<br />

- Ruim begrip; cultuur breed begrip. Cultuur: meegekregen/geërfd (zowel materieel als<br />

immaterieel, op allerlei manieren verkregen);<br />

- Gemeenschappelijke/ specifieke cultuurerfgoed;<br />

- Diversiteit in interpretatie/ perceptie cultuur;<br />

- Het gaat om verleden, heden en toekomst;<br />

- Cultuurerfgoed is een dynamisch gegeven;<br />

- Belang van het gebruik van verleden en oude waarden en normen.<br />

Belangrijke aspecten van cultureel erfgoed<br />

- Marokkaanse volksliteratuur;<br />

- Verhalen van mensen;<br />

- Tradities;<br />

- Eigen wortels;<br />

- Inrichting van huizen;<br />

- Kleeddracht;<br />

- Migratiegeschiedenis/ ontwikkelingsproces/ migratiefasen;<br />

- Reacties van Nederlandse samenleving.<br />

Archiefvormende organisaties t.b.v. Marokkaanse gemeenschap


Cultureel erfgoed bij zelforganisaties 64<br />

Er worden een groot aantal organisaties genoemd door de aanwezigen die van belang<br />

zijn voor de archiefvorming over de Marokkaanse gemeenschap. Met name de volgende<br />

zelforganisaties en steunfuncties:<br />

- St. Buitenlandse werknemers;<br />

- NCB;<br />

- LSOBA;<br />

- Platform Buitenlanders Rijnmond;<br />

- St. Meander;<br />

- St. Palet;<br />

- AMMU;<br />

- KMAN;<br />

- St. Symbiose;<br />

- MCV Bades.<br />

De toekomst van cultureel erfgoed<br />

Over de toekomst van cultureel erfgoed van Marokkaanse gemeenschap lopen de<br />

meningen uiteen, met name over de institutionele vormgeving van het cultureel<br />

erfgoed.<br />

Marokkanen willen liever eigen instituut op het gebied van cultureel erfgoed zoals<br />

Moluks Historisch Museum. Zo´n instelling moet herkenbaar en laagdrempelig zijn.<br />

In de tweede plaats verdient een mengvorm voorkeur met daarbij zowel de eigen<br />

voorziening als de presentatie in bestaande (autochtone) culturele instellingen met het<br />

oog op kennisnemen van elkaars cultuurerfgoed;<br />

Ten derde kan een migratiemuseum opgezet worden voor alle migranten met een eigen<br />

afdeling.<br />

In ieder geval moet de organisatie die belast is met het verzamelen, bewaren en<br />

presenteren van cultureel erfgoed de deskundigheid in huis hebben.<br />

Voorwaarden overdracht aan instellingen<br />

Bij dit thema zijn twee punten aan de orde geweest. Ten eerste: privacy. Belangrijk is<br />

dat de privacy van mensen gegarandeerd moet worden. Met andere woorden: de<br />

informatie mag niet gebruikt worden tegen de personen. Ten tweede: de materialen die<br />

overgedragen zijn aan de instellingen mag niet aan een derde persoon overgelaten<br />

worden zonder toestemming van de eigenaar.<br />

Organisaties<br />

Om een globaal overzicht te krijgen over het cultureel erfgoed van Marokkaanse<br />

gemeenschap zijn er vijf organisaties gekozen:<br />

- Samenwerkingsverband van Marokkanen en Tunesiërs (SMT), Utrecht<br />

- Komitee Marokkaanse Arbeiders in Nederland (KMAN), Amsterdam<br />

- El Hizjra, Amsterdam<br />

- Al Farabi Arabisch Cultureel Centrum, Amsterdam<br />

De eerst organisatie is het landelijke inspraakorgaan van Marokkanen. De tweede<br />

organisatie is een van de oudste Marokkaanse organisatie. Van oudsher is deze politiek<br />

actief geweest voor de belangen van de Marokkaanse gemeenschap. De laatste twee<br />

organisaties zijn ontstaan als culturele organisaties om Marokkaans/Arabisch kunst en<br />

cultuur te presenteren in Nederland.


Cultureel erfgoed bij zelforganisaties 65<br />

Samenwerkingsverband van Marokkanen en Tunesiërs (SMT)<br />

SMT is een landelijk overlegorgaan van Marokkanen en Tunesiers, opgericht in 1987.<br />

Het doel van het SMT is het behartigen van de belangen van Marokkanen en Tunesiërs<br />

in Nederland. Het SMT maakt deel uit van het Landelijk overleg minderheden waarin<br />

met de regering wordt gesproken over de beleidsvoornemens van de overheid ten<br />

aanzien van de integratie van minderheden. Om te komen tot een gezamenlijke inbreng<br />

in het overheidsbeleid is het van belang om een goede wisselwerking tot stand te<br />

brengen tussen het SMT en de Marokkaanse/Tunesische zelforganisaties en groepen:<br />

door organisaties te informeren over het beleid van de regering en over de activiteiten<br />

van de stichting en door de organisaties hierover te raadplegen. Hiertoe worden<br />

bijeenkomsten georganiseerd, het SMT geeft informatie door middel van het eigen<br />

nieuwsblad of via landelijke of lokale radioprogramma’s voor Marokkanen. In de<br />

afgelopen jaren heeft het SMT goede contacten met jongeren opgebouwd en de eigen<br />

krachten binnen de gemeenschap gestimuleerd<br />

Het SMT presenteert in democratische zin alle relevante geledingen en stromingen<br />

binnen de Marokkaanse en Tunesische gemeenschap. Het bestuur van SMT is gevormd<br />

door de vertegenwoordigers van diverse plaatselijke, regionale en landelijke organisatie<br />

die gericht zijn op de emancipatie en participatie van deze gemeenschappen.<br />

Het archief van SMT bevat de volgende collecties en documenten:<br />

- Er zijn ruim 500 boeken, tijdschriften en rapporten over de Marokkaanse<br />

gemeenschap en minderhedenbeleid;<br />

- SMT heeft eigen ongeveer 10 boeken gepubliceerd over de Marokkanen en hun<br />

organisaties;<br />

- SMT heeft een kwartaal nieuwsblad, Lissan, sinds 2001. Daarvoor was er een<br />

ander blad (Al Mohit).<br />

- SMT houdt eigen jaarverslagen, notulen en correspondenties bij sinds de<br />

oprichting;<br />

- SMT heeft foto´s over de activiteiten en migranten (het aantal is onbekend);<br />

- Ten slotte heeft SMT een eigen website in concept.<br />

De materialen van SMT ligt in de eigen kasten. De overdracht van deze materialen is<br />

afhankelijk van besluit van het bestuur, aldus de coördinator SMT.<br />

Volgens de coördinator heeft het archief bijhouden geen prioriteit bij de Marokkaanse<br />

zelforganisaties. Daarvoor is er geen tijd en ruimte. De waarde van materialen wordt<br />

niet altijd geschat door de bestuursleden. Bovendien heerst er een orale cultuur in de<br />

organisaties, er wordt veel gepraat, minder op papier gezet. Hierbij speelt ook het<br />

analfabetisme bij de eerste generatie een rol bij de Marokkanen.<br />

De oplossing is naar de mening van coördinator dat er een bewustwordingproces op<br />

gang gebracht worden. Vooral bij de kadertrainingen moet men aandacht besteden aan<br />

het belang van archivering en documentatie.<br />

Komitee Marokkaanse Arbeiders in Nederland (KMAN)<br />

In 1975 werd het Komitee Marokkaanse Arbeiders in Nederland (KMAN) opgericht als<br />

een belangenorganisatie voor Marokkaanse gastarbeiders in Nederland. Het initiatief lag


Cultureel erfgoed bij zelforganisaties 66<br />

bij een kleine groep Marokkanen die zich het lot van hun landgenoten in Nederland<br />

aantrok.<br />

In korte tijd groeide het KMAN uit tot een vereniging met een groot aantal leden.<br />

De werkzaamheden van het KMAN beperkten zich in die tijd tot de directe<br />

belangen van gastarbeiders. De activiteiten waren gericht op de verbetering van<br />

de vaak zeer slechte woon-, werk- en leefsituatie van de Marokkaanse<br />

gastarbeider. Omdat het KMAN geen ruimte kon krijgen voor haar activiteiten,<br />

werd met hulp van de kraakbeweging een pand aan de Ferdinand Bolstraat<br />

gekraakt. In dit pand heeft het KMAN momenteel nog steeds haar kantoren en<br />

ontmoetingsruimtes.<br />

Bovendien was de mensenrechtensituatie in het land van herkomst een<br />

belangrijke zorg van het KMAN. Zij voerde ook in deze richting actie om de<br />

internationale gemeenschap attent te maken op de schendingen van de<br />

mensenrechten in Marokko. Dit werd het KMAN niet in dank afgenomen. Het was<br />

dan ook een emotionele gebeurtenis toen de oprichters van het KMAN na bijna<br />

20 jaar in 1994 mochten terugkeren naar Marokko.<br />

Inmiddels is er heel wat veranderd bij het KMAN. De Marokkaanse gemeenschap<br />

is een blijvend onderdeel van de Nederlandse samenleving geworden. Het KMAN<br />

is met deze ontwikkeling meegegroeid en richt zich nu met name op de integratie<br />

van de gemeenschap in Nederland.<br />

De hoofdactiviteiten van het KMAN houdt verband met de maatschappelijke<br />

vraagstukken van Marokkanen in Nederland. Het betreft jongeren, ouderen,<br />

OALT, illegalen, racisme en ontwikkelingsprojecten in Marokko.<br />

Daarnaast organiseert het KMAN verschillende activiteiten op het gebied van<br />

cultuur en islam, Marokkaanse media en mensenrechten en democratisering in<br />

Marokko.<br />

Het KMAN heeft op dit ogenblik geen archief. De reden is dat het archiefvorming geen<br />

prioriteit heeft gekregen bij de organisatie. Een deel van het archief ligt bij de<br />

bestuursleden. Een andere deel is aan UvA en UU afgegeven. De laatste instanties<br />

hebben tijdschriften, pamfletten, verslagen en knipselkrant.<br />

Volgens de huidige voorzitter hadden lokale organisatie geen eigen archief. Zij hebben<br />

toen het archief geplaatst bij het hoofdkantoor. Dus de materialen bij de bestuursleden,<br />

UvA en UU hebben ook betrekking op de lokale organisaties.<br />

Wat aardig is dat er boek over de geschiedenis van KMAN is geschreven. (Zie: Van<br />

Migratie tot Burgerschap, Twintig jaar Komitee Marokkaanse Arbeiders in Nederland, I.<br />

van der Valk, Instituut voor Publiek en Politiek, Amsterdam 1996).<br />

Volgens de voorzitter moet de overheid betaalde beroepskrachten aanstellen bij de<br />

zelforganisaties wil men de archiefvorming en deskundigheid bevorderen. Verder moet<br />

er een ander onderzoek komen om de collecties van individuele mensen te<br />

inventariseren. O.a. verwijst hij naar de volgende Marokkanen die beschikken over<br />

eigen collecties: Abdellatif El Maaroufi, Hamid Oujaha en Mustapha Majjati.<br />

El Hizjra: centrum voor Arabische kunst en cultuur


Cultureel erfgoed bij zelforganisaties 67<br />

EL Hizjra is een centrum voor Arabische kunst en cultuur. El Hizjra dat in het Arabisch<br />

'vertrekken' of 'migratie' betekent, staat symbool voor een veranderende samenleving,<br />

waarin een groot aantal mensen met een Arabische achtergrond hun plaats innemen.<br />

Kennis van de Arabische kunst en cultuur en een meer genuanceerd beeld van het<br />

Arabisch en Islamitisch gedachtegoed bevordert de verstandhoudingen tussen<br />

Marokkaanse, Arabische en andere Nederlanders.<br />

In het verleden heeft de Arabische cultuur een belangrijke bijdrage geleverd aan de<br />

ontwikkeling van West Europa. Ook nu leidt kennis van deze cultuur in meerdere<br />

opzichten tot een verrijking.<br />

Vanuit deze visie is in 1987 stichting El Hizjra opgericht. El Hizjra heeft als motto: Brug<br />

tussen twee culturen en De Aarde is mijn vaderland, de Menselijkheid mijn familie (van<br />

de Libanese schrijver en mysticus Gibran Khalil Gibran).<br />

El Hizjra wekt met name voor die cultuuruitingen belangstelling die bijdragen aan een<br />

verdraagzame en pluralistische samenleving, zowel in Nederland als in de Arabische<br />

wereld. Zij zet bekende en minder bekende Arabische schrijvers, denkers en<br />

kunstenaars in de schijnwerpers, bevordert de samenwerking met Nederlandse<br />

vakgenoten en stimuleert een dialoog met het publiek.<br />

El Hizjra organiseert jaarlijks het Internationaal Festival van Arabische kunst, de<br />

uitreiking van de El Hizjra-Literatuurprijs, lezingen, film- en toneelvoorstellingen en<br />

concerten.<br />

El Hizjra heeft een boek- en muziekwinkel. Daarin vindt u ongeveer 15.000 titels. Het<br />

zijn Arabische en Nederlandstalige boeken. El Hizjra geeft ook boeken uit. Er zijn tot nu<br />

toe 20 boeken gepubliceerd over verschillende onderwerpen van de hand van de<br />

Arabisch/Marokkaanse schrijvers.<br />

Daarnaast heeft El Hizjra jaarverslagen, posters, publiciteitsmateriaal, folders, foto’s,<br />

cassettebandjes en materiële objecten (potten, schilderijen en muziekinstrument).<br />

Hoewel de geluidscassettes wat meer zijn zijn de foto’s heel veel. Sinds 1987 houdt men<br />

foto’s van verschillende activiteiten bij. Er zijn ruim 1000 foto’s.<br />

Ten slotte heeft El Hizjra een eigen website waarin informatie wordt gegeven over de<br />

organisatie en zijn activiteiten.<br />

De materialen worden in eigen pand redelijk bewaard. Al Hizjra heeft geen vertrouwen<br />

in bestaande instellingen, daarom geeft zij voorkeur aan een instituut voor Arabische<br />

kunst en cultuur. Het mengen van diverse culturen is niet gewenst. Bij de oprichting van<br />

een instituut moet uitgegaan worden van etniciteit. De huidige indeling (als migratie,<br />

islam en slavernijverleden) is verkeerd. Bij deze indeling past bijvoorbeeld Joden en<br />

Christenen die afkomstig zijn uit Arabische gebieden niet.<br />

Overdragen van eigen materiaal is afhankelijk van het karakter van instituut en hoe<br />

men zorgvuldig omgaat met het bewaren en presenteren.<br />

Verder vindt Al Hizjra een uitbreiding van onderzoek tot lokale organisaties en kleine<br />

groepen (als Irakezen, Egytenaren etc.) noodzakelijk. Daarnaast moet men het<br />

beeldmateriaal inventariseren van instellingen als de Nederlandse Moslim Omroep en<br />

Multiculturele Televisie Nederland.<br />

Ten slotte: de schriftelijke cultuur bij de zelforganisaties is niet sterk en daarom moet<br />

men zich richten op orale bronnen.


Cultureel erfgoed bij zelforganisaties 68<br />

Al Farabi Arabisch Cultureel Centrum<br />

De Arabisch filosoof Al Farabi, in het westen bekend onder de naam Al Farabius, legde<br />

zich in de tiende eeuw toe op de bestudering van de Griekse filosofen. Zo vertaalde hij<br />

onder meer het werk van Aristoteles. Het zijn vertalingen die ten grondslag liggen aan<br />

wat er tegenwoordig nog over Aristoteles bekend is. Toen in 1990 een groep<br />

Marokkaanse schrijvers, (podium)kunstenaars en beleidsmedewerkers het initiatief nam<br />

tot de oprichting van een Arabisch Cultureel Centrum, kozen zij voor de naam Al Farabi:<br />

in de geest van de filosoof wilden de oprichters een brug slaan tussen de Arabische en<br />

de Europese cultuur.<br />

Al Farabi wil tevens een constructieve bijdrage leveren aan de dialoog tussen<br />

Nederlanders en minderheden. In dit kader organiseert het centrum onder meer jaarlijks<br />

het Al Farabi Kinderfestival, het grootste interculturele festival van Amsterdam en de Al<br />

Farabi Ronde, een uitgebreid programma met debatten, voorstellingen en een markt.<br />

Al Farabi wil in de komende periode de volgende activiteiten realiseren:<br />

- het verzamelen van werken van Arabische kunstenaars;<br />

- het organiseren van lezingen en discussies met Arabische intellectuelen;<br />

- de aandacht schenken aan de geschiedenis van Joden in Marokko;<br />

- het organiseren van kinderfeest en tentoonstelling over 30 jarige<br />

<strong>migratiegeschiedenis</strong> van Marokkanen;<br />

- het organiseren van dialoogbijeenkomsten na 11 de september.<br />

Al Farabi krijgt subsidie van de gemeente Amsterdam en houdt zijn jaarverslagen,<br />

correspondenties en activiteitenmappen bij. Al Farabi heeft een kwartaal nieuwsbrief<br />

sinds 2000. Daarnaast heeft Al Farabi enkele boeken (20x), foto’s en affiches.<br />

Al Farabi is bereid om eigen materiaal over te dragen aan een instelling zolang de<br />

privacyrechten van de personen worden gegarandeerd en zorgvuldig omgegaan met het<br />

materiaal.<br />

Sleutelpersonen<br />

In overleg en advies van de bovengenoemde organisaties is de volgende lijst van<br />

sleutelpersonen opgesteld:<br />

1. M. Temsamani (voorzitter SMT),<br />

2. L. Euser, coordinator SMT<br />

3. M. Saadouni, voorzitter St. Taznakhte<br />

4. A. Chouli, consulent MIU<br />

5. M. Amezian, opbouw-/jongerenwerker<br />

6. M. El Abdouni, arts en projectmedewerker bij St. Palet<br />

7. A. Lamnadi,<br />

8. H. el Madkouri,<br />

9. A. Ahalli,<br />

10. DB. Elbenissi,<br />

11. Derawi,<br />

12. M. Sghir<br />

14. M. Arab<br />

15. M. Wakidi,<br />

16. El Amriti,


Cultureel erfgoed bij zelforganisaties 69<br />

17. A. Rapon,<br />

18. Mohamed Benmoussa,<br />

19. Abdou Menebhi, ex-voorzitter KMAN<br />

20. Amin El Mouaden, manager<br />

21. Hassan Ayi, onderwijzer OALT<br />

22. A. Sbaiti, directeur El Hizjra<br />

23. Abdul Fahir, Multiculturele Televisie Nederland<br />

24. Simone Ijben, medewerker El Hizjra<br />

25. Hassan Belghazi, coordinator Al Farabi<br />

26. Mahjoub Ben Moussa, artiest<br />

27. Muhammed Rabbae, politicus<br />

28. Najib Taoujni, bestuurslid Al Farabi en filmmaker<br />

29. Fatima Jabli Wazzari, kunstenaar<br />

30. Khadija Arib, politicus<br />

31. Fatima Elatik, politicus<br />

32. Mohammad Sini, politicus<br />

33. Fatima Belkasmi,<br />

34. Mohamed Khojja, ex-voorzitter KMAN<br />

35. Oussama Cherribi, politicus<br />

36. Samira Abbos, media<br />

37. Ahmed Aboutaleb, ex-directeur FORUM<br />

38. Habib el Kaddouri (Voorzitter Bades)<br />

39. Ali Belhaji (Bestuurslid Bades)<br />

Conclusies en knelpunten<br />

Volgens de Marokkaanse sleutelpersonen heeft het cultureel erfgoed betrekking op het<br />

verleden, het heden en de toekomst. Dat is zeker een dynamische benadering.<br />

Bovendien wordt de interne diversiteit van de Marokkaanse cultuur benadrukt. In dit<br />

verband is vooral verwezen naar de Marokkaanse volkscultuur, met name de Amazighcultuur.<br />

Op het gebied van institutionele vormgeving van cultureel erfgoed hebben Marokkanen<br />

een vergelijkbare positie als de Turken. Er is nog geen initiatief om een eigen instituut<br />

en/of museum op te richten, maar er is wel een drang om een categorale voorziening op<br />

dat terrein tot stand te brengen. Ze staan ook open voor andere keuzen en<br />

samenwerking met andere groepen en instellingen.<br />

Hoewel Marokkanen nog geen eigen instituut voor cultureel erfgoed hebben, hebben zij<br />

enkele organisaties voor kunst en cultuur. Duidelijke voorbeelden daarvan zijn: El Hizjra<br />

en Al Farabi. Dat zijn cultuurcentra voor Arabische kunst en cultuur. Er komen ook<br />

laatste jaren berberorganisaties bij. De berbers jongeren hebben een grote interesse<br />

voor de eigen taal, cultuur en kunst.<br />

De organisaties die worden geïnterviewd hebben enige archiefmateriaal in huis. Ze zijn<br />

bereid deze over te dragen aan de instellingen. Er zijn wel enkele voorwaarden gesteld<br />

over de manier waarop met deze materialen omgegaan worden. Bij deze organisaties<br />

heeft El Hizjra echter een principiële keuze wat betreft de institutionele vormgeving. Zij<br />

is voorstander van een instituut voor Arabische kunst en cultuur. Zij heeft geen<br />

vertrouwen in de bestaande instellingen en bezwaar tegen vermenging met andere<br />

culturen onder de mom van migratie of islam.


Cultureel erfgoed bij zelforganisaties 70<br />

Volgens de organisaties die worden geïnterviewd hebben de lokale Marokkaanse<br />

organisaties niet veel materiaal in huis door de heersende orale cultuur, analfabetisme,<br />

gebrekkige deskundigheid en middelen. Echter wordt verwezen naar de individuele<br />

mensen die beschikken over eigen collecties en materialen.<br />

Daarnaast is een verder onderzoek naar de organisaties van Amazigh en kleine groepen<br />

afkomstig uit andere Arabische landen gewenst om een evenwichtige weerspiegeling van<br />

de Marokkaanse kunst en cultuur weer te geven.<br />

Ten slotte moet men aandacht besteden aan het belang van archivering en<br />

documentatie bij de kadertrainingen voor de bestuursleden van de zelforganisaties.


Cultureel erfgoed bij zelforganisaties 71<br />

ZUID-EUROPEANEN<br />

Inleiding<br />

‘Zuid-Europeanen’ is een containerbegrip waar tien nationaliteiten onder vallen. De meer<br />

dan 160.000 Zuid-Europeanen in Nederland zijn afkomstig uit Bosnië Herzegovina,<br />

Griekentand, Italië, Joegoslavië & Montenegro, Kaapverdië, Kroatië, Macedonië,<br />

Portugal, Slovenië en Spanje.<br />

Zuid-Europeanen verschillen niet alleen van hun etnische afkomst, maar ook van hun<br />

vertrek naar Nederland en verblijfsduur in Nederland. Onder Zuid-Europenan zijn er<br />

groepen die als arbeidsmigrant in de jaren zestig naar Nederland gekomen zijn, zoals<br />

Grieken, Italianen en Spanjaarden, maar ook mensen die recentelijk naar Nederland<br />

gearriveerd zijn door de (burger)oorlog in de ex-Joegoslavië zoals Bosniers, Kroaten,<br />

Macedoniers etc.<br />

Al deze groepen zijn op landelijk niveau verenigd in Overlegpartner Rijksoverheid<br />

Zuideuropese gemeenschappen (Lize). Lize behartigt bij de landelijke overheid de<br />

belangen van deze doelgroepen.<br />

Naast Lize heeft ieder groep lokale en landelijke organisaties, met name Grieken,<br />

Spanjaarden, Portugezen en mensen uit Bosnië-Herzegovina in Nederland. De lokale<br />

organisaties zijn georiënteerd op eigen cultuur, taal en recreatie, terwijl de landelijke<br />

koepelorganisaties bezig zijn met de vertegenwoordiging en belangenbehartiging.<br />

Het cultureel erfgoed is een relatief nieuw onderwerp voor de Zuid-Europeanen in<br />

Nederland. Tot op heden heeft Lize, inspraakorgaan van Zuid-Europeanen zich<br />

voornamelijk bezig gehouden met zaken als rechtspositie en sociale zekerheid en<br />

thema’s als zorg, onderwijs en arbeid. De afgelopen jaren is de aandacht voor het<br />

culturele erfgoed van de migranten echter sterk gegroeid. In sommige gevallen moet er<br />

zelfs haast worden gemaakt, omdat kennis en verhalen van en over eerste generaties<br />

Zuid-Europeanen verloren dreigen te gaan.<br />

Opinies van sleutelpersonen<br />

Het begrip ‘cultureel erfgoed’<br />

Deze ogenschijnlijk onschuldige vraag van de onderzoeker geeft een hoop stof tot<br />

praten. Grofweg komen drie verschillende definities van bet begrip cultureel erfgoed<br />

naar voren.<br />

De eerste groep ziet ‘cultureel erfgoed’ als hetgeen zij hebben geërfd van familie, land<br />

en cultuur, met andere woorden: dat wat hun cultuur bepaalde voor dat ze naar<br />

Nederland vertrokken. Het belang voor deze groep is dit cultureel erfgoed door te geven<br />

aan volgende generaties, zodat zij zich bewust blijven van hun wortels en hun basis. Dat<br />

ze weten wie ze zijn. Degenen die cultureel erfgoed op deze statische wijze<br />

interpreteren, maken in meerderheid deel uit van relatief jonge migratiestromen.<br />

De tweede groep denkt bij ‘cultureel erfgoed’ meer aan de ontwikkeling die een groep<br />

migranten heeft doorgemaakt na bet verlaten van hun land. Wat namen ze mee van hun<br />

eigen cultuur en hoe heeft deze cultuur zich ontwikkeld in interactie met de<br />

Nederlandse? Deze dynamische visie leeft het sterkst bij de Nederlandse experts, maar<br />

dus ook bij een aantal migranten uit de tweede en derde generatie.


Cultureel erfgoed bij zelforganisaties 72<br />

De overigen vinden dat je cultureel erfgoed in deze aanloopfase in alle opzichten zo<br />

breed mogelijk moet definiëren; dus zowel hetgeen de migranten hebben achtergelaten<br />

in hun land van herkomst als hetgeen ontstaan is in interactie met de Nederlandse<br />

cultuur.<br />

Cultureel erfgoed blijkt ook in de Zuid-Europese culturen een bekend begrip te zijn,<br />

waarbij het verwijst naar authenticiteit en traditie. Het probleem dat hierbij naar voren<br />

komt is dat in veel landen tradities regiogebonden zijn en dat bet dus moeilijk kan zijn<br />

om cultureel erfgoed te vinden waar alle migranten uit één land zich mee kunnen<br />

identificeren.<br />

Een van de dingen waar wel overeenstemming over lijkt te bestaan is folklore, zoals<br />

bijvoorbeeld Nederlanders die in Canada in stand houden. Omdat bet elementen zijn die<br />

houvast geven en een (stereotype) identiteit bieden, behoren ze tot het cultureel<br />

erfgoed, maar cultureel erfgoed mag niet verengd worden tot alleen die folklore.<br />

Onderzoeker constateert bij deze bijeenkomst dezelfde dubbele benadering als hij<br />

eerder tegenkwam tijdens bijeenkomsten met Turkse en Molukse afvaardigingen.<br />

Enerzijds de roots benadering en anderzijds het dynamische gegeven van de migratie.<br />

Belangrijke aspecten en/of elementen van cultureel erfgoed<br />

Het antwoordt op deze vraag hangt nauw samen met de visie op de eerste vraag.<br />

Degenen die met name waarde hechten aan de wortels zouden graag een zo breed<br />

mogelijke inventarisatie zien van hun cultuur, om deze vervolgens in Nederland te<br />

kunnen presenteren. Zij zien die cultuur dan ook als het fundament van een huis<br />

(familie): je kunt er zoveel verdiepingen (generaties) opbouwen als je wil, de basis blijft<br />

hetzelfde.<br />

De tweede groep wil zich juist concentreren op datgene wat in Nederland is gebeurd;<br />

niet alleen omdat dat relevanter wordt gevonden, maar ook uit praktisch oogpunt: het is<br />

anders te veel. Er wordt een voorbeeld genoemd van een documentaire over de<br />

geschiedenis van de tweede en derde generatie vluchtelingen wiens geschiedenis anders<br />

door niemand zou worden verteld. Een van de sprekers stelt zelfs voor om de definitie<br />

nog verder af te bakenen door de ontwikkelingen die parallel lopen aan de trend in<br />

Nederland te onderscheiden van de ontwikkelingen die specifiek zijn voor den bepaalde<br />

bevolkingsgroep. Deze specifieke ontwikkelingen maken het in zijn ogen tot cultureel<br />

erfgoed. Als voorbeeld noemt hij de verschuiving in de vertegenwoordiging van de<br />

Marokkaanse gemeenschap. Ten slotte zijn er mensen die beide benaderingen in de<br />

inventarisatie een rol willen laten spelen. Een argument dat hiervoor wordt<br />

aangedragen, is dat zo stereotypen doorbroken kunnen worden.<br />

Archiefvormende instellingen en/of personen<br />

Een belangrijk aspect van deze vraag is, dat het tot nu toe moeilijk blijkt voor het Lize<br />

om door te dringen tot de verschillende gemeenschappen. De vraag dient zich daarom<br />

aan of cultureel erfgoed als zodanig wel leeft binnen de gemeenschappen.<br />

Een van de aanwezigen denkt van wel, hoewel hij daarbij aantekent dat die<br />

belangstelling wel verschilt per groep en varieert naar gelang de opleiding van de<br />

individuen, de organisatiegraad en de oudheid van de migratie.<br />

Dat er tot nu toe weinig respons is geweest, wijt een van de sprekers aan de gebruikte<br />

methode. De organisaties die zijn benaderd, zijn veel meer bezig met zaken als werk en<br />

sociale zekerheid.<br />

Om de gebruikte methode te verbeteren zijn er een aantal voorstellen gedaan,<br />

bijvoorbeeld in plaats van organisaties is het beter om personen te benaderen die weer


Cultureel erfgoed bij zelforganisaties 73<br />

iemand anders noemen: ‘het sneeuwbaleffect is veel beter.’ Of door tussenpersonen aan<br />

te stellen om het contact per bevolkingsgroep te coördineren. Verder is de ervaring dat<br />

het voeren van gesprekken meer oplevert dan bet versturen van formulieren. Omdat dit<br />

de capaciteit van het onderzoek te boven gaat, suggereert een van de sprekers<br />

vrijwilligers te trainen voor dit doel. Dagvoorzitter concludeert dat de ideeën behoorlijk<br />

arbeidsintensief zijn en mogelijk meer geschikt als follow-up van deze fase.<br />

Tijdens groepsgesprek gaven twee aanwezigen aan dat zij thuis beperkte mate eigen<br />

materialen hebben:<br />

- Giovanni Massaro, Forum, Postbus 201, 3500 AE Utrecht<br />

- Daniela Tasca, Programmamaker NMO, Vrolikstraat 463 F, 1092 TK Amsterdam<br />

De toekomst van culturele erfgoed<br />

Kan dit het best bewaard worden in een museum, een multicultureel instituut of kan het<br />

‘t best overgedragen worden aan een Nederlandse instelling?<br />

Ook over deze vraag denken de aanwezigen verschillend. Een groep verwoordt een<br />

voorkeur voor een eigen cultureel centrum, omdat ze zo zeker zijn dat hun cultureel<br />

erfgoed haar eigen gezicht kan behouden. De Italianen zien in ieder geval niet veel in<br />

het onderbrengen van hun erfgoed in het Instituto Italiano di Cultura; oude Italianen<br />

komen daar niet en een cultuurhuis moet uit de gemeenschap zelfkomen.<br />

Een andere groep denkt niet dat het een goed idee is om het erfgoed apart te gaan<br />

onderbrengen: óf samen een instituut opzetten óf overdragen aan een Nederlandse<br />

instelling.<br />

Een aantal mensen is heel enthousiast over bet idee van een migratiemuseum, waar het<br />

erfgoed tentoongesteld en gearchiveerd kan worden. De positieve kanten van een<br />

museum die naar voren komen, zijn ondermeer de voorlichting aan scholen en de<br />

werkgelegenheid die het schept in de bevolkingsgroepen.<br />

Een medewerker het IISG merkt op dat het in zijn ogen beter is de archieffunctie en de<br />

tentoonstellingsfunctie te scheiden. Het lijkt hem verstandiger om de archivering, een<br />

enorme klus, uit te besteden aan het IISG gezien de faciliteiten en ervaring waarover<br />

dat instituut beschikt.<br />

Een dilemma dat vervolgens door de dagvoorzitter wordt aangesneden, is of je dan een<br />

museum begint voor alle migranten of alleen de Zuid-Europese? De realiteit is dat in een<br />

migratiemuseum voor alle migranten, de Zuid-Europeanen zullen ondersneeuwen tussen<br />

de grotere groepen Marokkanen, Surinamers en Turken.<br />

De discussie eindigt met de vaststelling dat het geen zwart-wit discussie over centraal of<br />

decentraal hoeft te zijn. Het kan ook beide, door bijvoorbeeld naast een<br />

migratiemuseum een aantal cultuurhuizen op te zetten.<br />

Voorwaarden overdracht aan instellingen<br />

Er zijn verschillende vormen van bruikleen en afstandsbepaling mogelijk legt een<br />

medewerker van het IISG uit. Het handigst is wanneer er een standaardformulier wordt<br />

opgesteld, waarin duidelijke en strikte voorwaarden worden gesteld.<br />

Een aantal eisen dat de aanwezigen stellen aan de overdracht is wel duidelijk. Het<br />

materiaal moet beschikbaar blijven, het mag niet voor propaganda worden gebruikt en<br />

degenen die bet gebruiken moeten dit met deskundigheid doen.<br />

Organisaties


Cultureel erfgoed bij zelforganisaties 74<br />

Zoals eerder vermeld vormen de Zuid-Europeanen een heterogene groep. Ieder groep<br />

heeft eigen organisaties op verschillende niveaus. Het was onmogelijk om organisaties<br />

van al die groepen te bezoeken en interviewen. Volgens de opzet van de inventarisatie<br />

zijn er een aantal strategische organisaties gekozen en geïnterviewd om een overzicht<br />

te krijgen hoe de stand van zaken is met betrekking tot het cultureel erfgoed bij deze<br />

organisaties.<br />

Er wordt eerst een gesprek gevoerd met het landelijke inspraakorgaan van Zuid-<br />

Europese gemeenschappen. Daarna zijn gesprekken gevoerd met de organisaties van<br />

vier verschillende groepen behorend tot de Zuid-Europese gemeenschappen:<br />

- Overlegorgaan Rijksoverheid Zuideuropese gemeenschappen, Utrecht<br />

- Federatie van Griekse gemeenschappen in Nederland, Utrecht<br />

- Vereniging ´Anagennisi´, Utrecht<br />

- Federatie van Portugese gemeenschappen in Nederland, Amsterdam<br />

- Stichting Avanço, Rotterdam<br />

Overlegorgaan Rijksoverheid Zuideuropese gemeenschappen<br />

Lize is de overlegpartner van de Nederlandse overheid voor de Zuideuropese<br />

gemeenschappen in Nederland. Het huidige Lize is voortgekomen uit het Landelijk<br />

Inspraakorgaan Zuid-Europeanen dat in 1989 opgericht is. Lize behartigt bij de<br />

landelijke overheid de belangen van Bosniërs, Grieken, Italianen, Joegoslaven, Kroaten,<br />

Kaapverdianen, Macedoniërs, Portugezen, Slovenen en Spanjaarden. Deze groepen, die<br />

nog steeds groeiende zijn, vormen samen ruim 180.000 personen.<br />

De kerntaak van Lize is belangenbehartiging. Hierin zoekt Lize de balans tussen het<br />

belang van de gemeenschappen en het politiek haalbare. Lize zet zich in voor de<br />

erkenning en herkenning van Zuid-Europeanen in het Nederlandse integratiebeleid.<br />

Lize functioneert als informatiemakelaar tussen de Zuideuropese gemeenschappen en<br />

de overheid. Lize streeft ernaar dat Zuid-Europeanen bij de overheid en<br />

maatschappelijke instellingen in beeld blijven en dat Zuid-Europeanen op de hoogte zijn<br />

van het Nederlandse beleid.<br />

Via themabijeenkomsten en expertmeetings onderhoudt Lize intensief contact met de<br />

Zuideuropese gemeenschappen om zo op te hoogte te blijven van actuele<br />

ontwikkelingen in die gemeenschappen. Verder organiseert Lize informatie- en<br />

voorlichtingsdagen.<br />

In de loop der jaren heeft Lize veel informatie en kennis over de Zuideuropese<br />

gemeenschappen in Nederland verworven. De bibliotheek en documentatie omvat ruim<br />

1000 boeken over de betreffende groepen en beleidsontwikkelingen. Deze staat ten<br />

dienste van de gemeenschappen, overheid en instellingen. In die zin fungeert Lize als<br />

een 'kenniscentrum Zuid-Europeanen'. Soms begeleidt of doet Lize zelf kleinschalig,<br />

kwalitatief onderzoek.<br />

Lize brengt een driemaandelijks bulletin uit en een jaarlijkse thematische nieuwsbrief<br />

sinds 1998. Daarnaast geeft Lize regelmatig uitgebreidere publicaties uit.<br />

Tenslotte bewaart de Lize eigen jaarverslagen, werkplannen en correspondenties<br />

nauwkeurig.


Cultureel erfgoed bij zelforganisaties 75<br />

Federatie van Griekse gemeenschappen in Nederland en Vereniging<br />

´Anagennisi´<br />

Federatie is ongeveer 25 jaar geleden opgericht als een koepelorganisatie van<br />

zelforganisaties van Griekse gemeenschappen om hun belangen te behartigen. Op dit<br />

moment zijn er 11 lokale organisaties aangesloten bij de Federatie.<br />

Federatie heeft geen eigen kantoor, maar wel spullen. De notulen, correspondenties,<br />

eigen publicatie (uitgave over de 25 jarige bestaan van Federatie) en nog andere<br />

boeken behoren tot het archief van de organisatie.<br />

Volgens een van de bestuursleden is archivering een secundaire zaak bij de lokale<br />

organisaties. Er is in het algemeen niet veel materiaal te vinden, behalve enkele<br />

schriftelijk materiaal en foto´s. Maar dat geldt niet voor alle organisaties. Vereniging<br />

´Anagennisi´ in Utrecht vormt een uitzondering op de regel.<br />

Vereniging Anagennisi is een van de aangesloten organisaties bij de Federatie van<br />

Griekse gemeenschappen in Nederland. Vereniging is opgericht 1975 en heeft een eigen<br />

blad, een kwartaalblad, sinds de oprichting. De organisatie bewaart alle notulen,<br />

correspondenties, foto´s van activiteiten (heel veel) en videobanden (stuk of 10). Vele<br />

activiteiten zijn opgenomen in cd-rom’s. Naast deze materialen heeft de Vereniging een<br />

dansgroep en deze heeft kostuums.<br />

De genoemde materialen kan afhankelijk van het besluit gegeven worden aan de<br />

instellingen.<br />

Volgens de mening van bestuurslid van Federatie en tevens voorzitter van Vereniging<br />

Anagennisi worden de belangen van kleine groepen overschaduwd door de belangen van<br />

grote migrantengroepen. Vandaar dat zij voorstaander zijn van een algemeen instituut<br />

voor het cultureel erfgoed van minderheden, maar wel met de voorwaarde dat de kleine<br />

groepen een eigen plek daarin moeten hebben.<br />

Federatie van Portugese gemeenschappen in Nederland<br />

Federatie is in 1985 opgericht als een koepelorganisatie van zelforganisaties van<br />

Portugese gemeenschappen in Nederland. Op dit moment zijn er 14 lokale organisaties<br />

aangesloten, inclusief commissies.<br />

De aangesloten organisaties zijn gevestigd in grote steden en houden zich meestal bezig<br />

met Nederlandse taalcurssusen, maatschappelijke oriëntatie voor nieuwkomers,<br />

computercursus voor ouderen en Portugese taallessen voor Nederlanders, naast folklore,<br />

viering van nationale feesten, theater, zingen en schilderen. De plaatselijke organisaties<br />

bezitten vaak een kleine bibliotheek.<br />

Federatie is een van de aangesloten organisaties bij de overlegpartner van de<br />

Nederlandse overheid voor de Zuideuropese gemeenschappen in Nederland (Lize).<br />

Federatie werkt per postbusadres zonder kantoor en heeft dus ook geen materiaal. Als<br />

er informatie en dergelijke nodig is dan maakt zij gebruik van mogelijkheden van Lize.<br />

Het belangrijke knelpunt is volgens een van de bestuursleden van Federatie dat er geen<br />

kunstzinnige en culturele programma´s op niveau worden georganiseerd ten behoeve


Cultureel erfgoed bij zelforganisaties 76<br />

van Portugese gemeenschappen in Nederland. Daardoor ontwikkelen er zich andere<br />

interesses en behoeften.<br />

Verder is de OALT heel belangrijk voor de ontwikkeling van de identiteit van de<br />

jongeren. De organisatie van OALT is heel moeilijk voor kleine groepen in Nederland.<br />

Stichting Avanço<br />

Stichting Avanco is de Kaapverdiaanse instelling voor belangenbehartiging en facilitaire<br />

ondersteuning. Avanco staat voor vooruitgang en dat is wat de Stichting wil bereiken.<br />

De doelstellingen zijn het behartigen van de algemene belangen, het bevorderen van<br />

het welzijn en de evenredige deelname van de Kaapverdianen in Nederland. Dit alles als<br />

onpartijdige organisatie, het algemeen belang van Kaapverdianen staat voorop.<br />

Avanco is sinds 1999 actief op de aandachtsgebieden jongeren, ouderen, vrouwen en<br />

maatschappelijke dienstverlening. Avanco voert deze activiteiten in principe niet zelf uit,<br />

maar streeft ernaar organisaties te ondersteunen dit soort activiteiten uit te voeren.<br />

Omdat veel algemeen beleid en veel instellingen de Kaapverdiaanse doelgroep niet<br />

bereiken, wil Avanco een schakelfunctie vervullen tussen Nederlandse instellingen en<br />

overheden en de Kaapverdische gemeenschap.<br />

Stichting Avanco is een gesubsidieerde stedelijke organisatie voor alle Kaapverdianen.<br />

Volgens de beleidsmedewerker heeft de organisatie geen materiaal, behalve dan eigen<br />

jaarverslagen sinds de oprichting en enkele scripties en onderzoeksrapporten over de<br />

Kaapverdinanen.<br />

Volgens Avanco wonen er in totaal 17.000 Kapverdinanen in Nederland en 80 procent<br />

van de Kaapverdiaanse gemeenschap is in Rotterdam gevestigd. De Kaapverdiaanse<br />

gemeenschap in Rotterdam kent ongeveer 60 lokale organisaties met verschillende<br />

doelstellingen en voor verschillende doelgroepen. Deze lokale organisaties hebben ook<br />

bijna niets in hun archief. Men is zich nog niet bewust van hun eigen cultureel erfgoed.<br />

De culturele overdracht vindt nu plaats via spontane wegen.<br />

Ondanks dat de organisaties geen schriftelijke materialen produceren en bewaren zijn er<br />

actieve sleutelpersonen binnen de Kaapverdiaanse gemeenschap die iets kunnen<br />

vertellen over de geschiedenis en cultuur van deze groep. Daarnaast is er een initiatief<br />

om een Kaapverdiaanse Cultuurhuis in Rotterdam op te richten. Dat is een nieuw project<br />

(SS+ In Beweging) en die in het kader van “Veelkleurige Stad” functioneert. De<br />

voorzitter van dit initiatief (dhr. J. Silva) en de heer Carlos Goncalves hebben<br />

persoonlijk heel veel materialen.<br />

Sleutelpersonen:<br />

In overleg met de geïnterviewde organisaties wordt de volgende lijst van<br />

sleutelpersonen van de verschillende Zuideuropese gemeenschappen opgesteld:<br />

- Lucia Argiolas, Landelijke vereniging ter bevordering van de Sardische Cultuur in<br />

Nederland.<br />

- Nadia Ribic-Gradecak, Bemiddelings- en adviesbureau “Kunst in Actie”<br />

- Giovanni Massaro, Forum<br />

- Tonino Boniotti, Tv-producent en regisseur<br />

- Shana Karamarko, Stichting Enter


Cultureel erfgoed bij zelforganisaties 77<br />

- Petar Krstulovic, Stichting Enter<br />

- Eleftheria Dimadoni, J.S.<br />

- Daniela Tasca, Programmamaker NMO<br />

- Eva den Buurman, beleidsmedewerker Amsterdam Zuidoost<br />

- Boudewijn Sittrop, Lize<br />

- Lucia Lameiro, Lize<br />

- Dimitris Grammatikas, Lize<br />

- Joost van der Spek, Tekst & Inhoud<br />

- Agostinho Santos, St. Wikro<br />

- J. Silva, SS+ In Beweging<br />

- Carlos Goncalves, SS+ In Beweging<br />

- Doris Pires, Bestuurslid Avanco<br />

- Vanda Pires, beleidsmedewerker St. Avanco<br />

- Dimitris Giannakos, (medewerker MIU)<br />

- Thanasis Dialektopoulos<br />

- N. Kaponis, secretaris Federatie van Griekse gemeenschappen<br />

- A. Adam,<br />

- Teresa Heimans, bestuurslid Federatie van Portugese gemeenschappen in Nederland<br />

- J. Patricio, bestuurslid Federatie van Portugese gemeenschappen in Nederland<br />

- Jose Yavier<br />

- Gvelino Neb<br />

Conclusies en knelpunten<br />

Uit het groepsgesprek is gebleken dat sleutelpersonen uit de Zuideuropese<br />

gemeenschappen een dubbele benadering van het cultureel erfgoed hanteren. Enerzijds<br />

de roots benadering die nadruk legt op het verleden en de wortels van de migranten en<br />

anderzijds het dynamische gegeven van de migratie als een continuproces.<br />

De institutionele vormgeving van cultureel erfgoed bij de Zuideuropenan staat nog in<br />

haar kinderschoenen. Er zijn wensen en behoeften, maar er zijn weinig initiatieven om<br />

structureel iets te doen op dat terrein. Vooral bij de koepelorganisaties en lokale<br />

organisaties is er heel weinig materiaal om cultureel erfgoed in Nederland op een<br />

volwaardige manier te afficheren. Wat dat punt betreft zijn er geen fundamentele<br />

verschillen tussen de verschillende groepen.<br />

De gesubsidieerde instellingen (zoals Lize en Stichting Avanço) gaan beter om met hun<br />

archiefmateriaal. Zij fungeren ook als een kenniscentrum voor de aangesloten<br />

organisaties.<br />

De sleutelpersonen en organisaties zeggen dat zij bereid zijn om eigen materiaal te<br />

ontsluiten en over te dragen aan de instellingen. Zij stellen redelijke eisen aan het<br />

ontsluiting- en overdrachtproces. Er moet in ieder geval een contract gemaakt worden<br />

tussen de eigenaar van het materiaal en de instelling. In het contract moeten de<br />

afspraken duidelijk opgenomen worden.<br />

Er heersen verschillende meningen over de institutionele vormgeving van het cultureel<br />

ergoed. Een groep vindt dat er een eigen cultuurhuis moet komen voor iedere groep,<br />

terwijl een andere groep daar een versnippering in ziet en voorkeur geeft aan een<br />

algemeen, internationaal instituut voor alle migranten. De gedeelde mening is dat ieder


Cultureel erfgoed bij zelforganisaties 78<br />

groep daarin een eigen plek moet hebben. Vooral de kleine groepen moeten niet<br />

overschaduwd worden door de grote groepen.<br />

Belangrijk is bij de Zuideuropenanen dat men voorzichtig moet omgaan met de<br />

verschillende belangen gezien de enorme diversiteit onderling. De wensen en behoeften<br />

moeten op een evenwichtige manier in kaart gebracht worden. Men moet oog hebben<br />

voor alle groepen.


Cultureel erfgoed bij zelforganisaties 79<br />

VLUCHTELINGEN<br />

Inleiding<br />

Nederland heeft een lange geschiedenis met vluchtelingen. Zo kwamen er tijdens de<br />

Eerste Wereldoorlog per saldo 140 duizend vluchtelingen naar Nederland, vooral uit<br />

België. Vlak uit het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog kwamen ze ook uit<br />

Duitsland; in het bijzonder joden, maar daarnaast ook socialisten en communisten.<br />

Begin jaren tachtig is een groeiende stroom asielzoekers, meestal gedreven door de<br />

politieke en economische situatie in hun land van herkomst naar Nederland gekomen.<br />

Eind jaren tachtig was het aantal asielverzoeken gestegen tot 14 duizend. De val van de<br />

Berlijnse muur in 1989 bracht Nederland een aanzienlijk aantal asielzoekers uit Oost-<br />

Europa, vooral afkomstig uit Roemenië.<br />

Sindsdien is het aantal asielzoekers snel gestegen, van 21 duizend in 1990 tot 52<br />

duizend in 1994. Daarna fluctueerde het aantal asielverzoeken en het bedroeg in 2000<br />

40 duizend. De burgeroorlog in voormalig Joegoslavië, die eind 1991 in Bosnië-<br />

Herzegovina woedde, leidde tot een grote toestroom van Joegoslaven. Ongeveer 20%<br />

van de asielaanvragen tussen 1990 en 1996 kwam uit deze regio. Ook kwamen in de<br />

jaren negentig veel asielzoekers uit Somalië, Iran, Irak en Afghanistan.<br />

Tegenwoordig komt ongeveer 60% van de asielzoekers uit Azië en 30% uit Afrika.<br />

Zoals uit de deze korte geschiedenis van vluchtelingen blijkt, vormt deze gemeenschap<br />

een zeer heterogene groep. Hun algemene deler ligt niet zozeer aan afkomst, etnische<br />

achtergrond en cultuur, maar in de vluchtgeschiedenis en de motieven van hun vlucht.<br />

Deze verscheidenheid en verbondenheid zien wij ook terug in hun organisatievorming.<br />

De vluchtelingen hebben landelijke en regionale koepelorganisaties, naast de eigen<br />

organisaties gebaseerd op etniciteit. Bijna alle grote groepen vluchtelingen hebben eigen<br />

organisaties zoals Afghaanse, Kongolese, Eritreaanse, Ethiopese, Filippijnse, Irakese,<br />

Iranese, Koerdische, Oost-Europese, Shri Lankaanse, Soedanese, Somalische,<br />

Vietnamese en overige groepen. De meeste groepen hebben organisaties met een<br />

algemeen en landelijk karakter, maar er zijn ook enkele doelgroepenorganisatie die<br />

bedoeld zijn voor bepaalde categorieën, zoals vrouwen.<br />

De eigen organisaties richten zich op emancipatie en belangenbehartiging van land- en<br />

lotgenoten.<br />

Naast eigen organisaties zijn er heel veel organisaties voor vluchtelingen in Nederland<br />

die o.a. bezighouden met de praktische begeleiding van vluchtelingen van asielzoekers,<br />

voorlichting geven aan gemeenten en instellingen, onderzoek doen en juridische<br />

ondersteuning geven.<br />

Opinies van sleutelpersonen<br />

Het begrip cultureel erfgoed<br />

Cultureel erfgoed is iets dat je erft van je voorouders. In het Arabisch wordt “dhal” ook<br />

wel “miras” (Turks) genaamd. Een ander begrip dat een gelijksoortige betekenis<br />

weergeeft: adat (een algemeen begrip) voor betekent traditie, waarden en normen.


Cultureel erfgoed bij zelforganisaties 80<br />

In het Arabische cultuurgebied wordt een onderscheid gemaakt tussen “miras”,<br />

materieel erfgoed en “turas”, immateriële zaken, zoals cultureel erfgoed.<br />

Je hebt naast de algemene tradities (van een land of volk) ook je eigen tradities. Er zijn<br />

veel tradities waar je niet zo bij stilstaat. Bijvoorbeeld je eigen spullen die je uit je land<br />

van herkomst hebt meegenomen.<br />

Een traditie of een cultuur is per definitie dynamisch en onderhevig aan veranderingen.<br />

Het is moeilijk om een juiste definitie te geven aan het begrip “cultureel erfgoed”, want<br />

het is erg breed en omvat alle facetten van het leven.<br />

Geconstateerd wordt dat de aanwezigen verschillende definities geven van “het cultureel<br />

erfgoed”<br />

Belangenrijke aspecten van cultureel erfgoed<br />

Het antwoord op deze vraag hangt nauw samen met de visie op de eerste vraag.<br />

Enkele spontane reacties:<br />

- Foto’s. Met foto’s krijg je inzicht in de geschiedenis van een volk.<br />

- Het is belangrijk om de culturele achtergrond goed over te dragen aan de jongere<br />

generaties, want mensen vergeten vaak hun afkomst.<br />

- De verhalen van de vluchtelingen, vooral van de eerste generaties.<br />

- Voorwerpen, zoals foto’s, kleding, cassettes, die bij de vlucht zijn meegenomen uit<br />

het land van herkomst.<br />

- Het geloof: “Zerdusi” en “Yazidi”. Dit zijn religies van de Koerdische gemeenschap.<br />

Het is belangrijk dit aspect ook te inventariseren, wat er aan spullen aanwezig is<br />

vanuit de religies. In sommige landen zijn deze religies verboden. Juist in Nederland<br />

is het belangrijk om dit aspect mee te nemen in dit project, omdat er in Nederland<br />

vrijheid van godsdienst is.<br />

Instellingen en/of personen met archieven, collectie en materialen<br />

Naar aanleiding van een vraag naar de stand van zaken met betrekking tot het cultureel<br />

erfgoed van vluchtelingen in Nederland worden de volgende personen en organisaties<br />

behorend tot verschillende groepen aangegeven:<br />

- “Yazidi” –groepen en hun organisaties in Almere.<br />

- De heer Aswan vertelt dat zij (Koerdische Jongeren Vereniging) geen middelen<br />

hebben om spullen te bewaren of te archiveren. Zij hebben pas vanaf 1983 spullen<br />

kunnen bewaren of archiveren.<br />

- De Koerdische Arbeiders Unie heeft ook wel een aantal foto’s en wat spullen. Kort<br />

geleden was er een tentoonstelling.<br />

- Sabiërs Mandeers Vereniging in Holland, te Utrecht houdt elke woensdagmiddag een<br />

helpdesk. De contactpersoon is de heer G.Awda.<br />

- Somalische Vluchtelingen Amsterdam en omgeving.<br />

- Vluchtelingen Organisatie Nederland (VON). Er zijn veel organisaties aangesloten bij<br />

VON. De heer Rashed is de contactpersoon van VON.<br />

- Verder worden er namen genoemd van belangrijke en/of bekende personen: Ayhan<br />

Atas, mevrouw Hersi, Ibrahim Salman, de heer Izoli (woordenboek geschreven).<br />

- Regionale Steunpunt Allochtonen (RSA), Ahmet Daskapan, Televisiestraat 2R, 5 e<br />

etage, Den Haag.<br />

- AKSA, Koerdische Studentenvereniging. (is nu opgeheven)


Cultureel erfgoed bij zelforganisaties 81<br />

- Vluchtelingenwerkorganisaties.<br />

- Integratie en Naturalisatie Dienst (IND).<br />

- AIDA-nl, in Amsterdam. Dit is een archief van kunstenaars. Zij hebben veel<br />

connecties.<br />

- De kunstacademie. Er zijn daar veel kunstwerken van vluchtelingen.<br />

De toekomst van cultureel erfgoed<br />

Kiezen voor een eigen instelling/museum of een multiculturele instelling/museum?<br />

Er zijn twee verschillende visies aangekondigd op de vraag op welke manier en waar het<br />

culturele erfgoed van minderheden/vluchtelingen bewaard en gepresenteerd moet<br />

worden.<br />

Een deel van de groep geeft de voorkeur aan algemene instellingen, omdat er meer<br />

mensen deze kunnen bezichtigen en hiervan gebruikmaken. Dan zijn de spullen<br />

toegankelijk voor iedereen.<br />

Een ander deel van de groep propageerde een multicultureel migratie-instituut voor alle<br />

migrantengroepen en vluchtelingen waar iedere groep een eigen plek heeft. De reden<br />

voor een centrale plek of een instelling voor multicultureel erfgoed is om zoveel mogelijk<br />

te leren van elkaars culturen.<br />

Voorwaarden met betrekking tot overdracht aan instellingen<br />

Puntsgewijs wordt een groot aantal voorwaarden en principes genoemd waarmee<br />

instellingen moeten rekening houden.<br />

- Voorkomen van vernietiging. Sommige spullen kunnen zeldzaam zijn, terwijl<br />

bepaalde mensen daar weinig waarde aan geven.<br />

- Zorgvuldig omgaan met de spullen.<br />

- Er moet een goede overdracht komen en een goede documentatie.<br />

- De spullen moeten toegankelijk zijn voor iedereen.<br />

- Moderne technieken gebruiken om de spullen te bewaren.<br />

- Kennis en vaardigheden hebben of in huis halen om die techniek goed te kunnen<br />

gebruiken.<br />

- Deskundig kunnen herstellen van beschadigde spullen en voorwerpen.<br />

- Er moet een overeenkomst komen tussen de schenker en de instelling.<br />

- Bepaalde voorwerpen laten namaken door kunstenaars (replica).<br />

- Er moet heel zorgvuldig omgegaan worden met de spullen van anderen. Er moet<br />

evenveel aandacht gegeven worden aan het culturele erfgoed van minderheden als<br />

aan de andere culturen.<br />

Organisaties<br />

Zoals eerder vermeld is de vluchtelingengemeenschap zeer divers en zij hebben heel<br />

veel organisaties op landelijk, regionaal en lokaal niveau. Het was onmogelijk met al<br />

deze organisatie contact te leggen en te interviewen over het culturele erfgoed van deze<br />

groepen. Daarom hebben wij drie strategische organisaties op verschillende niveaus<br />

benaderd om een algemeen overzicht te krijgen over de stand van zaken bij de<br />

zelforganisaties van vluchtelingen. Dat zijn de volgende organisaties:


Cultureel erfgoed bij zelforganisaties 82<br />

- Vluchtelingen Organisatie Nederland (VON), Utrecht<br />

- Stichting Vluchtelingen Organisaties Rijnmond (SVOR), Rotterdam<br />

- Koerdische Arbeiders Unie (KAU), Den Haag<br />

De eerste organisatie is het landelijke inspraakorgaan van vluchtelingen waarbij enorm<br />

veel vluchtelingenorganisaties aangesloten zijn. De tweede organisatie is een regionale<br />

koepel van zelforganisaties van diverse vluchtelingengemeenschappen in Rotterdam en<br />

omgeving. De laatste organisatie is een landelijke koepel van een specifieke groep<br />

vluchtelingen die relatief een van de oudste organisaties van vluchtelingen is. Door te<br />

kijken naar de keuken van deze organisaties is geprobeerd een globale schets te maken<br />

van het culturele erfgoed van vluchtelingen.<br />

Vluchtelingen Organisatie Nederland<br />

Vluchtelingen Organisaties Nederland (VON) is opgericht in 1985 als een koepelorgaan<br />

die de krachten van een groot aantal vluchtelingenorganisaties in Nederland bundelt.<br />

Het gaat om 260 vluchtelingenorganisaties. 40 van deze organisaties zijn<br />

koepelorganisaties van diverse groepen. VON maakt zich sterk voor de collectieve<br />

belangen van vluchtelingen en treedt op als hun spreekbuis. Door de Wet Overleg<br />

Minderheden is VON aangewezen als overlegpartner van de rijksoverheid namens<br />

vluchtelingen in Nederland.<br />

VON zorgt ervoor dat de stem van vluchtelingen gehoord wordt - door beleidsmakers,<br />

beleidsuitvoerders en deelnemers aan het publieke debat. Hoofddoel daarbij is het<br />

bevorderen van volwaardige participatie van vluchtelingen in alle facetten van de<br />

Nederlandse samenleving. Volwaardig betekent in dit verband: ruimte latend voor de<br />

eigen oriëntatie en prioriteiten van vluchtelingen.<br />

Uitgangspunt en leidraad voor het handelen van VON zijn internationale<br />

mensenrechtenverdragen. Bijzondere aandacht gaat uit naar de normen die daarin<br />

geformuleerd worden voor de toelating, opvang en de rechtspositie van vluchtelingen.<br />

VON volgt kritisch de wijze waarop zulke normen vertaald worden - of in het gedrang<br />

komen - in het Nederlandse en Europese asielbeleid en integratiebeleid. VONs missie op<br />

dit gebied is te zorgen dat mensenrechten geen papieren normen blijven. Voor de bij<br />

VON aangesloten organisaties, hoe divers ook wat betreft hun politieke oriëntatie, is de<br />

centraliteit van mensenrechtenkwesties geen discussiepunt. Aandacht voor de positie<br />

van specifieke groepen, zoals vrouwen en jongeren, vloeit daaruit voort. VON koestert<br />

en stimuleert de eendracht binnen haar achterban die uit deze gedeelde uitgangspunten<br />

voortkomt.<br />

Overtuigd als zij is van het belang van de rol die vluchtelingenorganisaties kunnen<br />

spelen op landelijk, regionaal en lokaal niveau, treedt VON op als katalysator voor<br />

organisatieopbouw en -uitbouw. Zij ondersteunt bestaande organisaties, onder andere<br />

via deskundigheidsbevordering en het ter beschikking stellen van faciliteiten, en biedt<br />

ondersteuning bij de vorming van nieuwe organisaties.<br />

VON beschouwt alle aangesloten vluchtelingenorganisaties als zelfstandige partners. Een<br />

vraaggerichte benadering, interactiviteit en wederzijds respect zijn sleutelbegrippen<br />

voor VONs werkwijze.<br />

VON beschikt over een scala van kanalen en middelen waardoor zij invloed kan<br />

uitoefenen op de ontwikkeling en de uitvoering van overheidsbeleid. Daartoe behoren<br />

regulier overleg met bewindslieden, gevraagde en ongevraagde adviezen, onderzoeken,


Cultureel erfgoed bij zelforganisaties 83<br />

expertmeetings en informatiebijeenkomsten, persberichten, publieksmanifestaties en<br />

uiteenlopende publicaties. Vluchtelingenorganisaties hebben veel kennis over concrete<br />

wensen, kansen en knelpunten van vluchtelingen, en deze informatie wordt benut bij de<br />

formulering van adviezen. De inhoudelijke koers van VON wordt dus mede bepaald door<br />

de aangesloten organisaties.<br />

VON, als overkoepelend orgaan, bestaat bij de gratie van de synergie binnen haar<br />

achterban. Daarom brengt zij regelmatig lidorganisaties bijeen, voor consultatie,<br />

overleg, studie en netwerkontwikkeling.<br />

VON mengt zich in het publieke debat om de beeldvorming over vluchtelingen te<br />

beïnvloeden, mede met het doel om het draagvlak voor een humaan vluchtelingenbeleid<br />

te verstevigen. Zij informeert de media, ontvouwt haar visie in publicaties,<br />

persberichten en opinieartikelen, en organiseert publieksacties en festivals.<br />

Het ondersteunen van landelijke vluchtelingenorganisaties en het bijdragen aan<br />

organisatieontwikkeling is een taak die invulling krijgt door het organiseren van<br />

trainingen, een helpdesk en het verspreiden van informatieve publicaties. Tevens stelt<br />

VON faciliteiten ter beschikking (bijvoorbeeld kantoor- en vergaderruimte) voor<br />

landelijke organisaties en platforms.<br />

Iedere twee maanden brengt VON de nieuwsbrief VluchtelingenZaken uit waarin onder<br />

meer discussies worden gevoerd over actuele thema's en aangesloten organisaties op de<br />

hoogte gebracht van elkanders activiteiten. De nieuwsbrief wordt sinds de oprichting<br />

regelmatig gepubliceerd voor de eigen achterban en geïnteresseerden.<br />

Daarnaast geeft VON brochures uit over verschillende thema´s en boeken (30x). In de<br />

eigen bibliotheek zijn er ruim 1500 boektitels over het beleid, inburgering en positie van<br />

de vluchtelingengemeenschappen. Als een gesubsidieerd overlegorgaan houdt VON<br />

eigen correspondenties, jaarverslagen en adviesrapporten regelmatig bij. VON heeft een<br />

eigen website waarin over de VON, zijn werkzaamheden en aangesloten organisaties<br />

informatie gegevens naast de informatie over vragen van de vluchtelingen en<br />

geïnteresseerden.<br />

De bibliotheek en andere voorzieningen van VON is openbaar en toegankelijk voor<br />

vluchtelingen en geïnteresseerden als individu en organisatie.<br />

De beleidsmedewerker van VON vertelt dat de meeste aangesloten eigen organisaties<br />

van vluchtelingen weinig of geen archieven hebben. Dat ligt volgens hem niet alleen aan<br />

organisaties en bestuurders, maar ook aan beleidsmakers. Er is geen aandacht voor<br />

archivering bij de subsidiegever. VON geeft zelf aandacht aan goede documentatie bij de<br />

trainingen voor zelforganisaties.<br />

Volgens de beleidsmedewerker hebben vluchtelingen toch een voordeel als het gaat om<br />

de documentatie en archivering. De meeste vluchtelingen hebben een intellectuele<br />

achtergrond en zijn zich bewust van hun eigen cultureel erfgoed. Elke vluchteling heeft<br />

een eigen archief in huis. Omdat de vluchtelingen niet kunnen terugkeren naar het land<br />

van herkomst hebben zij eigen spullen meegebracht en bewaren zij dat in hun eigen<br />

huis.<br />

Dat betekent dat de inventarisatie bij de vluchtelingen eerder bij de individuen plaats<br />

moet vinden dan de organisaties. Bovendien heeft ieder vluchteling een eigen<br />

´vluchtgeschiedenis´ die verteld moet worden en op schrift gesteld moet worden.


Cultureel erfgoed bij zelforganisaties 84<br />

Sommige vluchtelingen doen dat zelf door eigen verhaal in de vorm van boek te<br />

schrijven en publiceren.<br />

Stichting Vluchtelingen Organisaties Rijnmond (SVOR)<br />

SVOR is in 2000 als een nieuw initiatief van vluchtelingen in Rijnmondgebied ontstaan.<br />

Het is een koepelorganisatie waaraan 15 zelforganisaties van vluchtelingen uit diverse<br />

landen deelgenomen hebben. Het doel van de stichting is het bevorderen van integratie<br />

en participatie van vluchtelingen en asielzoekers, voornamelijk voor hen die woonachtig<br />

zijn in de regio Rijnmond.<br />

De stichting tracht het doel onder meer te realiseren door middel van:<br />

- samenwerking met vluchtelingen zelforganisaties in het Rijnmondgebied; deze<br />

organisaties kunnen zich aansluiten bij de stichting;<br />

- het ontwikkelen van projecten op het terrein van ontmoeting, werkgelegenheid,<br />

scholing, integratie/participatie en cultuur;<br />

- het organiseren van sociaal-culturele activiteiten;<br />

- het organiseren en participeren in bijeenkomsten t.b.v. vluchtelingen in Rotterdam of<br />

in Nederland;<br />

- het opzetten en onderhouden van een netwerk van, voor vluchtelingen van belang<br />

zijnde, organisaties en overheidsinstanties;<br />

- het organiseren van specifiek op vluchtelingen en hun organisaties gerichte<br />

deskundigheid bevorderende trainingen en cursussen.<br />

De stichting heeft diverse projecten op dit moment.<br />

- Het Wereldpaviljoen wordt gebruikt als een ontmoetingsplek voor talen, kunsten en<br />

debatten en een documentatiecentrum;<br />

- Er worden mogelijkheden geschapen voor amateurs en professionele artiesten om hun<br />

literatuur, beeldende kunst en muziek te presenteren;<br />

- Opleiding en Werk- Project Vakgroep voor Vluchtelingen organiseert activiteiten om<br />

kansen van de hoger opgeleide werkloze vluchtelingen op de arbeidsmarkt te vergroten;<br />

- De integratie van vluchtelingenvrouwen wordt bevorderd door ontmoeting,<br />

informatie/educatie en cultuur/recreatie in Rotterdam.<br />

Omdat SVOR een relatief nieuwe organisatie is, heeft zij niet veel materiaal in eigen<br />

archief. Men heeft de volgende documenten:<br />

- De Nieuwsbrief komt vier keer per jaar uit sinds januari 2002;<br />

- Eigen brochure over de organisatie en haar werkzaamheden;<br />

- Jaarverslagen en werkplannen sinds oprichting;<br />

- Verslag van een recent symposium over de positie van hoger opgeleide vluchtelingen;<br />

- Foto´s (niet veel);<br />

- Website in ontwikkeling.<br />

Volgens SVOR hebben de aangesloten organisaties geen goede archieven, maar ze zijn<br />

bezig met het maken van eigen kranten, radio- en tv. programma´s op lokaal niveau.<br />

Bovendien heeft ieder organisatie een boekenkast. Bij deze boekenkast vind je vooral<br />

boeken in de eigen taal en ook een knipselkrant over de organisatie.<br />

Een belangrijk knelpunt is dat de zelforganisaties bezig zijn met eigen mensen en<br />

activiteiten. Dat is hun prioriteit. Zij hebben geen middelen en mogelijkheden om een<br />

goed archief op te zetten en op te bouwen.


Cultureel erfgoed bij zelforganisaties 85<br />

Een ander knelpunt is dat vluchtelingen problematische banden hebben met hun landen<br />

van herkomst. De communicatie en informatiewisseling vindt meestal plaats via<br />

telefoon, kranten, internet en e-mail.<br />

Zolang de privacy van de individuen wordt gegarandeerd, zijn vluchtelingen bereid om<br />

hun materiaal over te dragen aan een kenniscentrum- of instituut die activiteiten zal<br />

opzetten over de achtergrond en problemen van de vluchtelingen. Er is een initiatief in<br />

Rotterdam om een kenniscentrum voor vluchtelingen op te richten. Er wordt ook op een<br />

digitale wijze informatie gegeven over de landen van herkomst van<br />

vluchtelingengemeenschappen.<br />

Koerdische Arbeiders Unie (KAU)<br />

KAU is sinds 1982 actief in Den Haag. Zij heeft een netwerk van comités in zes steden in<br />

Nederland. Doelstelling van KAU is tweeledig: het bevorderen van het Koerdische<br />

bewustzijn en de cultuur enerzijds en anderzijds het verbeteren van de positie van de<br />

Koerdische gemeenschap in Nederland, met name Koerden die afkomstig zijn uit<br />

Turkije. Volgens de bestuurders is de KAU geen politieke, maar een sociaal-culturele<br />

organisatie. Bij de organisaties zijn zowel arbeidsmigranten als vluchtelingen betrokken.<br />

De organisatie werd opgericht door de arbeiders en jongeren, later kwamen er ook<br />

vluchtelingen bij.<br />

De organisatie wordt gesubsidieerd door de gemeente Den Haag en heeft een betaalde<br />

beroepskracht in dienst om activiteiten op te zetten. Sinds 1982 heeft de organisatie<br />

jaarverslagen omdat dat moet voor de gemeente. Die verslagen zijn niet regelmatig<br />

bewaard door de organisatie, maar wel te vinden bij de gemeente Den Haag.<br />

Daarnaast heeft de organisatie een tweetal boeken gepubliceerd over de Koerden om<br />

informatie te geven aan de kinderen.<br />

Volgens de bestuurders van KAU hebben de lokale comités niets als het gaat om de<br />

archivering. Het comités werken met postbusadressen en hebben geen ruimte en<br />

middelen om een archief te vormen.<br />

De KAU is aangesloten bij de Vluchtelingen Organisatie Nederland en werkt samen met<br />

de Turkse sociaal-democratische organisaties. In het verleden is zij ook lid geweest van<br />

LSOBA. Wat er is gebeurd met het archief van LSOBA weten de huidige bestuurders<br />

niet.<br />

Hoewel de KAU niet veel materiaal heeft is zij bereid om bestaande materialen af te<br />

staan aan een instituut die geen onrecht doet aan de Koerdische realiteit. Verder<br />

verwijst de organisatie naar verschillende organisaties en instellingen waar de<br />

documenten en materialen te vinden zijn over de (Koerdische) migranten, o.a.<br />

Koerdische organisatie KOMKAR in Duitsland en Regionale Steunpunt Allochtonen (RSA).<br />

Sleutelfiguren<br />

In overleg met de bovengenoemde organisaties is er de volgende lijst van<br />

sleutelpersonen opgesteld. De meeste van hen zijn mensen die of aan de<br />

groepsgesprekken deelgenomen hebben of mensen die worden geïnterviewd.<br />

- De heer Kasim Bagcilar, Koerdische organisatie Midia<br />

- De heer Emad E. Rashed, beleidsmedewerker VON


Cultureel erfgoed bij zelforganisaties 86<br />

- De heer K. Alkhamisi, De Sabiers Mandeers Vereniging in Holland<br />

- De heer G. Awda, De Sabiers Mandeers Vereniging in Holland<br />

- De heer Ibrahim Hasan, Palestijnse Raad<br />

- De heer Sahin Çetin, Koerdische Arbeiders Unie<br />

- Turan Aswan, Koerdische Jongeren Vereniging<br />

- Mevrouw Asha H. Gaheyr, Somalische Vluchtelingen Amsterdam en Omgeving<br />

(SOMVAO)<br />

- De heer Iskender Salman, Coordinator St. Vluchtelingen Organisaties Rijnmond<br />

(SVOR)<br />

- De heer Ibrahim Salman, schrijver en regisseur<br />

- De heer Izoli Yildiz,<br />

- De heer Ekrem Mermi,<br />

- De heer Yusuf Kaynak, vertaler<br />

- De heer Ayik Spans, tolk<br />

- De heer Kocero,<br />

Conclusies en knelpunten<br />

De vluchtelingen zijn relatief een nieuwe groep in Nederland en hebben een korte<br />

geschiedenis, vooral als zij worden vergeleken met de koloniale migranten en<br />

arbeidsmigranten. Bovendien zijn ze zeer divers qua achtergrond en etniciteit. Dat heeft<br />

gevolgen voor de positie van het cultureel erfgoed van deze groepen. Zij bezitten nog<br />

geen gemeenschappelijke en institutionele initiatieven om een vorm te geven aan hun<br />

culturele erfgoed.<br />

Aan de andere kant hebben de vluchtelingen meestal een intellectuele en politieke<br />

achtergrond. Er zijn heel veel kunstenaars, journalisten, schrijvers en hoger geschoolde<br />

mensen onder hen. Dat is een voordeel van deze groep om eigen cultureel erfgoed in<br />

kaart te brengen. Bovendien heeft ieder vluchteling een eigen “vluchtverhaal” om te<br />

vertellen.<br />

De vluchtelingen benaderen hun cultureel erfgoed zowel statisch als dynamisch. Dat is<br />

ook begrijpelijk vanuit de positie van de mensen met een status als vluchteling. Zij<br />

moesten hun familieleden achterlaten en vluchten naar Nederland. Zij hebben nog<br />

steeds emotionele banden met de landen van herkomst en daarom kijken zij naar het<br />

verleden. Aan de andere kant zien ze hun toekomst hier en richten zij zich op de<br />

Nederlandse samenleving. Ze willen ook hier actief deelnemen aan de Nederlandse<br />

samenleving om vorm te geven aan hun idealen.<br />

De organisatiegraad van vluchtelingen is relatief hoog en hoogopgeleide vluchtelingen<br />

maken een snelle carrière door in de Nederlandse samenleving. Het culturele erfgoed<br />

moet verder geïnventariseerd worden bij deze kringen. Vooral de verhalen van<br />

vluchtelingen moet op schrift gesteld worden zonder de privacy en persoonlijkheid van<br />

deze mensen in gevaar te brengen. Op dat vlak zijn de vluchtelingen(organisaties) erg<br />

voorzichtig.<br />

De vluchtelingen stellen allerlei voorwaarden aan een overdraagproces van hun culturele<br />

erfgoed, maar dat zijn vaak voorwaarden waaraan een professionele organisatie<br />

minimaal moet kunnen voldoen. De keuze voor een institutionele opzet is verschillend:<br />

een deel van de sleutelpersonen geeft de voorkeur aan een algemene instelling om de<br />

toegankelijkheid te vergroten. Een deel vindt dat er een apart instituut moet komen die<br />

recht doet aan de werkelijkheid van de vluchtelingen en migranten.


Cultureel erfgoed bij zelforganisaties 87<br />

De knelpunten die genoemd zijn door de sleutelpersonen en organisaties, om archieven,<br />

collecties en materialen bij de zelforganisaties te bewaren zijn ook bekend bij de<br />

zelforganisaties van andere migranten. De gebrekkige middelen en deskundigheid<br />

vormen een belangrijk obstakel.


Cultureel erfgoed bij zelforganisaties 88<br />

3. SAMENVATTING EN CONCLUSIES<br />

Onderzoeksopdracht<br />

In opdracht van Ministerie van OC&W en Ministerie van Binnenlandse Zaken wordt een<br />

inventarisatie uitgevoerd naar het Cultureel Erfgoed van Minderheden bij<br />

zelforganisaties. Deze inventarisatie heeft gedurende vier maanden (tussen april 2002<br />

en augustus 2002) op landelijk niveau plaatsgevonden. Nu worden hieronder belangrijke<br />

conclusies en knelpunten van deze inventarisatie op een beknopte wijze samengevat.<br />

Deze inventarisatie beoogde de deskundigheid, de contacten en waar nodig de<br />

talenkennis die minderhedenorganisaties bezitten aan te wenden om op landelijke<br />

schaal een eerste inventarisatie te maken van:<br />

1. Archiefvormende instellingen van minderheden en de wijze waarop zij hun archieven<br />

op dit moment beheren en ontsluiten;<br />

2. Sleutelpersonen die een belangrijke rol hebben gespeeld voor hun eigen<br />

migrantengemeenschap en hun kennis en visie over het cultureel erfgoed van eigen<br />

gemeenschap;<br />

3. Methoden om belangwekkende privé-archieven over te dragen aan archiefbeherende<br />

instellingen.<br />

Om een gepast antwoord op deze onderzoeksopdrachten te geven, wordt de informatie<br />

verzameld langs drie wegen.<br />

Als eerste stap worden groepsgesprekken gevoerd met de sleutelpersonen uit de<br />

minderheidsgroepen. Er zijn in samenwerking met de inspraakorganen van minderheden<br />

totaal zeven groepsgesprekken georganiseerd waaraan totaal 61 sleutelpersonen vanuit<br />

verschillende groepen hebben deelgenomen.<br />

Middels deze groepsgesprekken worden drie handelingen uitgevoerd. Ten eerste worden<br />

de uitgenodigde personen als orale bron van het cultureel erfgoed vastgesteld. Ten<br />

tweede wordt hun visie en kennis over het cultureel erfgoed gevraagd. Ten derde wordt<br />

hun kennis en adviezen gebruikt om verder te gaan met de inventarisatie.<br />

Parallel aan deze groepsgesprekken worden middels advertenties in de kranten en via<br />

mailbestanden van een aantal organisaties een algemene oproep gedaan aan de<br />

zelforganisaties en individuele migranten of ze materialen en collecties in huis hebben<br />

en zo ja, of ze dat konden doorgeven ten behoeve van de landelijke inventarisatie.<br />

Echter, deze methode heeft niets opgeleverd, behalve dan een beperkt aantal reacties.<br />

Als derde stap worden face-to-face contacten gelegd met een aantal strategische<br />

zelforganisaties van minderheidsgroepen. Bij deze contacten wordt niet alleen hun<br />

archiefmaterialen in kaart gebracht, maar ook de wijze waarop zij hun archieven op dit<br />

moment beheren en ontsluiten. Er zijn totaal 36 zelforganisaties van verschillende<br />

groepen geïnventariseerd.


Cultureel erfgoed bij zelforganisaties 89<br />

Het begrip Cultureel Erfgoed<br />

Tijdens inventarisatie wordt er bewust geen definitie gegeven van het begrip cultureel<br />

erfgoed. De onderzoeker heeft zelf een technische definitie gehanteerd volgens de<br />

bronnen van het cultureel erfgoed. Er zijn vijf bronnen te onderscheiden:<br />

1. Orale bronnen (sleutelfiguren)<br />

2. Schriftelijke bronnen (kranten, tijdschriften, brieven, e.d.)<br />

3. Audiovisuele bronnen (cassettes, video, foto´s e.d.)<br />

4. Materiële bronnen (gebruiksvoorwerpen, instrumenten e.d.)<br />

5. Digitale bronnen (website, cd, cd-rom)<br />

Wat wel gedaan is, is het vaststellen wat migranten zelf verstaan onder het begrip<br />

cultureel erfgoed. Dat is niet alleen nodig om de inhoud van dat begrip vast te stellen,<br />

maar ook om richting te geven aan het onderzoek naar cultureel erfgoed van<br />

minderheden.<br />

Tijdens groepsgesprekken worden er steeds drie dimensies van het begrip<br />

onderscheiden.<br />

1. Het cultureel erfgoed is niet alleen een statisch gegeven, maar ook een dynamisch<br />

gegeven. De statische benadering van het begrip legt nadruk op het verleden in de zin<br />

van geschiedenis en traditie. Bij deze definitie komen de volgende aspecten van het<br />

cultureel erfgoed aan de orde:<br />

- De leefgewoonten van de eerste generatie.<br />

- De komst van de eerste generatie naar Nederland.<br />

- De leefwijze van de eerste generatie (vaak in pensions).<br />

- De periode van de werving van migranten en alles wat er mee te maken heeft.<br />

- De verschillende fasen van de migratie.<br />

- De ervaringen van de eerste generatie.<br />

Daarnaast wordt er een dynamische definitie van het cultureel erfgoed voorgesteld. Het<br />

culturele erfgoed heeft niet alleen met het verleden te maken, maar ook met het heden<br />

en toekomst. Want het cultureel erfgoed wordt op een bepaalde wijze doorgegeven aan<br />

de komende generaties en dus geactualiseerd door de veranderende omstandigheden.<br />

Eenvoudig gezegd: het moet niet beschreven worden als een zelfstandige naamwoord,<br />

maar als een werkwoord.<br />

In dit verband staan ook allerlei veranderingsprocessen in de migrantenculturen die na<br />

de migratie en in interactie met de gevestigde samenleving zijn ontstaan. O.a.<br />

emancipatie van de vrouw, secularisatie, differentiatie, urbanisatie, interculturalisering,<br />

individualisme enz.<br />

2. Het cultureel erfgoed heeft zowel materiele als immateriële aspecten. De materiele<br />

aspecten hebben te maken met de weerslag van de activiteit van de mens als persoon<br />

en groep/organisatie. Wanneer het cultureel erfgoed wordt gereduceerd tot de materiele<br />

aspecten dan komt de mens buiten het gezichtveld. De mens die vorm geeft aan zijn<br />

materiele en sociale omgeving.<br />

Zoals een van de sleutelpersonen tijdens het groepsgesprek aangaf, is de cultuur “het<br />

kijken met een bepaalde bril naar de wereld.” In dit verband is niet alleen de weerslag<br />

van de activiteit van de mens belangrijk, maar ook de mens als een zingevend en


Cultureel erfgoed bij zelforganisaties 90<br />

betekenisverlenend wezen. Bijvoorbeeld de geschiedenis van de migrant kan niet<br />

begrepen worden zonder de zingevingswereld van de migrant boven water te krijgen<br />

middels hun verhalen. Dus de orale geschiedenis is eveneens belangrijk net als de<br />

materialen.<br />

3. Het cultureel erfgoed van migranten is geen monolithische blok. Ieder groep en/of<br />

cultuur kent interne diversiteit. Er zijn heel veel factoren die verantwoordelijk zijn voor<br />

de diversiteit binnen een groep, zoals geschiedenis, etniciteit, geslacht, regio,<br />

generatieverschillen en dergelijke. Wanneer deze diversiteit niet onder ogen gezien<br />

wordt, leidt dat tot stereotypering, vooroordelen en een verkeerde beeldvorming.<br />

1 e conclusie:<br />

De eerste conclusie is dat het cultureel erfgoed van minderheden moet worden<br />

benaderd als een dynamisch, rijk en ruim begrip. Door de taakstelling tussen<br />

verschillende projecten is er een duidelijke discrepantie tussen het perspectief van<br />

minderheden en het perspectief van het project Migratiegeschiedenis. Het benaderen<br />

van cultureel erfgoed vanuit <strong>migratiegeschiedenis</strong> impliceert dat het cultureel erfgoed te<br />

maken heeft met het verleden.<br />

Mate van institutionalisering<br />

2 de conclusie:<br />

De mate van institutionalisering van het cultureel erfgoed loopt niet hetzelfde bij de<br />

verschillend minderheidsgroepen. Gezien de <strong>migratiegeschiedenis</strong> en het<br />

integratieproces zitten de minderheden in verschillende ontwikkelingsstadia.<br />

Hierin kan een onderscheid gemaakt worden tussen de koloniale migranten en de<br />

overige migranten (nl. arbeidsmigranten en vluchtelingengemeenschappen). Behalve<br />

Caribische Nederlanders hebben andere koloniale migranten specifieke instituties<br />

opgericht om vorm te geven aan hun cultureel erfgoed. Te weten:<br />

- De Indische Nederlanders hebben de Stichting Indisch Wetenschappelijk Instituut<br />

(IWI) in Den Haag;<br />

- De Molukkers hebben het Moluks Historisch Museum (MHM) in Utrecht;<br />

- De Surinamers hebben de Vereniging Ons Suriname (VOS) in Amsterdam.<br />

De kerntaak van deze instellingen is het verzamelen en toegankelijk maken van het<br />

eigen cultureel erfgoed, zowel gericht op de eigen groep als gericht op de Nederlandse<br />

samenleving.<br />

3 de conclusie:<br />

De omvang en de wijze van bewaren van eigen archiefmaterialen is vaak afhankelijk<br />

van het instellingstype. De gesubsidieerde instellingen bouwen en bewaren hun<br />

archieven beter dan de niet-gesubsidieerde instellingen. Dat is begrijpelijk, deels ter<br />

wille van de subsidiesystematiek, deels door de subsidiemogelijkheden, zoals<br />

beschikbare ruimte en professionele mankracht.<br />

Eenderde van de geïnventariseerde organisaties en instellingen zijn gesubsidieerde<br />

instellingen.<br />

Bronnenanalyse: de aard en omvang van de materialen


Cultureel erfgoed bij zelforganisaties 91<br />

Zoals eerder vermeld is, is er aan de hand van een vijftal bronnen een inventarisatie<br />

gemaakt bij de zelforganisaties van minderheden om de aard en de mate van<br />

archiefmaterialen te meten.<br />

4 de conclusie:<br />

De bronnenanalyse levert op dat er relatief weinig migrantenorganisaties zijn die<br />

materiele objecten in huis hebben in vergelijking met de schriftelijke, audiovisuele en<br />

digitale materialen en/of bronnen. Slechts eenderde van de onderzochte organisaties<br />

had dergelijke objecten (meestal in beperkte mate). Dat bijna tweederde van de<br />

organisaties (22) een eigen website heeft, toont aan dat de migrantenorganisaties heel<br />

snel inspelen op de technologische ontwikkelingen en gebruiken de mogelijkheden<br />

daarvan.<br />

5 de conclusie:<br />

Een andere punt is dat de omvang van schriftelijke en audiovisuele materialen niet altijd<br />

mogelijk was vanwege ontbrekende of gebrekkige classificatie van de archiefmaterialen.<br />

Dat geldt met name voor organisaties die hun archieven niet toegankelijk hebben<br />

gemaakt.<br />

Voor alle groepen wordt een lijst van sleutelpersonen opgesteld. Een groot deel van<br />

deze personen is afkomstig uit de zelforganisaties. Ze zijn jarenlang vrijwillig actief<br />

geweest of nog steeds actief bij de zelforganisaties. Deze personen kunnen als orale<br />

bron van cultureel erfgoed fungeren. Een andere deel is individueel actief op<br />

verschillende gebieden. De meesten van deze groep staan bekend bij de Nederlandse<br />

media en onderzoekswereld.<br />

6 de conclusie:<br />

Deze sleutelpersonen hebben niet alleen kennis in hun “hoofd”, maar ook in het eigen<br />

archief. De meesten beschikken over een persoonlijk archief. Een deel van deze<br />

archiefmaterialen is afkomstig uit het verenigingsleven.<br />

Toegankelijkheid<br />

7 de conclusie:<br />

Ruim eenderde van de geïnventariseerde organisaties en instellingen hebben hun<br />

archieven toegankelijk voor het publiek. Een deel van deze organisaties functioneert als<br />

een kenniscentrum voor de igen achterban (aangesloten organisaties en individuen) en<br />

een ander deel voor een breed publiek (eigen achterban en Nederlandse samenleving).<br />

Het eerste type organisaties zijn o.a. inspraakorganen en koepelorganisaties. Het<br />

tweede type organisaties zijn specifiek voor deze doeleinden opgericht, zoals het<br />

museum en de bibliotheek.<br />

De organisaties van koloniale migranten lijken iets meer toegankelijk te zijn dan de<br />

organisaties van andere typen migranten. Dat komt vanwege de verdere<br />

institutionalisering op het gebied van cultureel erfgoed bij deze groepen.<br />

Ontsluiting en overdracht<br />

8 e conclusie:


Cultureel erfgoed bij zelforganisaties 92<br />

Een opvallend resultaat is dat de geïnventariseerde zelforganisaties positief staan<br />

tegenover ontsluiting en overdracht. Bijna alle zelforganisaties gaven aan dat zij bereid<br />

zijn om hun materialen te ontsluiten en over te dragen aan een instituut dat bedoeld is<br />

voor het culturele erfgoed van minderheden.<br />

De voorwaarden die daarbij gesteld zijn, zijn drieledig. Op principale vlak willen zij dat<br />

de instellingen:<br />

- betrouwbaar en deskundig zijn;<br />

- privacy van de mensen garanderen;<br />

- zorgvuldig omgaan met de materialen;<br />

- moeten werken aan beeldvorming;<br />

- interpretaties geven vanuit de belevingswereld van de personen;<br />

- materialen niet geven aan derde persoon zonder toestemming van de eigenaar.<br />

Op persoonlijk niveau moet een contract tussen het individu en instellingen gemaakt<br />

worden. In dat contact worden rechten en plichten vastgelegd. De individuele mensen<br />

mogen bepaalde voorwaarden stellen, zoals bijvoorbeeld het toestemming geven.<br />

Gezien de emotionele waarde van de materialen (zoals foto´s en dagboek) willen<br />

personen deze niet altijd volledig afstaan aan de instellingen. In deze gevallen kan een<br />

andere methode toegepast worden, zoals kopiëren (repliceren) en in bruikleen krijgen.<br />

Hierin wordt weer een contract getekend.<br />

Institutionele vormgeving en keuze<br />

9 e conclusie:<br />

Er moet vermeld worden dat de sleutelpersonen uit minderheidsgroepen op<br />

institutionele vlak een prioriteitenlijst hanteren.<br />

De eerste keuze is het oprichten van een eigen instituut. Hierbij wordt vaak verwezen<br />

naar de voorbeelden in en buiten Nederland. De argumenten voor een eigen instituut<br />

zijn verschillend:<br />

- De groep heeft zeggenschap op bestuurlijk niveau;<br />

- Eigen gezicht en identiteit van groep wordt bewaard;<br />

- Eigen instituut is herkenbaar en laagdrempelig voor de groep;<br />

- De identificatie is groot en dat maakt de overdracht makkelijker;<br />

- Communicatie tussen het instituut en de groep enerzijds en tussen instituut en<br />

thuislanden anderzijds loopt lekker.<br />

De tweede keuze is een multicultureel instituut waar iedere groep zijn plek heeft. Bij<br />

deze keuze wordt steeds benadrukt dat eigen identiteit van de groepen niet verloren<br />

gaat, met name kleine groepen hebben angst om overschaduwd te worden door de<br />

grote groepen.<br />

Een andere voorwaarde is dat de bestuurs- en personeelssamentelling zo veel mogelijk<br />

een afspiegeling moet vormen van de etnische verscheidenheid.<br />

Het voordeel van zo´n instituut is dat groepen gezamenlijk initiatief nemen om zo´n<br />

instituut tot stand te brengen en elkaars cultuur leren kennen. Ook het autochtone<br />

publiek krijgt gelegenheid om allerlei culturen in een gebouw te bezichtigen.


Cultureel erfgoed bij zelforganisaties 93<br />

Men ziet de algemene instellingen als een laatste mogelijkheid. De inventarisatie bij de<br />

algemene instellingen wordt positief gewaardeerd en als een uitbreiding en verdieping<br />

van cultureel erfgoed van minderheden gezien. Ook de samenwerking tussen de<br />

migrantenorganisaties en algemene instellingen wordt zeer wenselijk geacht.<br />

Gezien de verdere institutionalisering op het gebied van cultureel erfgoed hebben<br />

koloniale migranten minder interesse voor de tweede en derde keuze. De vluchtelingen<br />

geven voorkeur aan algemene instellingen gezien de mogelijkheden en brede<br />

toegankelijkheid.<br />

Verder moet vermeld worden dat institutionele vormgeving geen zwart-wit discussie<br />

hoeft te zijn. Er kunnen tussenvormen en combinaties mogelijk zijn, door bijvoorbeeld<br />

naast een gemeenschappelijk migratie-instituut een aantal cultuurhuizen voor<br />

verschillende groepen op te richten.<br />

Knelpunten<br />

10 de conclusie:<br />

Tijdens de inventarisatie wordt er een groot aantal knelpunten geconstateerd op het<br />

gebied van cultureel erfgoed bij zelforganisaties.<br />

* De meeste zelforganisaties hebben geen goed archief opgebouwd. De oorzaken van<br />

slechte archivering is divers: gebrekkige deskundigheid en ruimte, heersende orale<br />

cultuur, analfabetisme, discontinuïteit bij het bestuur, geen prioriteit in het beleid enz.<br />

* De materialen zijn niet geordend. Daarom is de omvang niet precies vast te stellen.<br />

* De materialen zijn niet goed bewaard. Een deel van de materialen staat in de kast of<br />

op de plank van de organisaties, een ander deel bij de individuele (ex)bestuursleden.<br />

* Wegens gebrek aan ruimte en onderschatting van het belang worden er soms<br />

materialen wegegooid of de bestuursleden nemen het mee waanneer zij geen functie<br />

meer hebben bij de organisaties.<br />

* De organisaties die hun archief toegankelijk hebben gemaakt, zijn niet altijd bekend<br />

bij het publiek, zowel de eigen achterban als het Nederlandse publiek.<br />

* Gezien de gebrekkige archivering nemen de sleutelpersonen als orale bron van<br />

geschiedenis en cultureel erfgoed een belangrijke plaats in. Een klein deel van de<br />

sleutelpersonen wordt vastgesteld met zijn/haar naam, adres, functie, deskundigheid en<br />

verblijfsduur.<br />

Een groot deel kan niet in kaart gebracht worden om verschillende redenen. Een deel<br />

van de sleutelpersonen heeft de vragenlijst niet ingevuld en meegenomen naar het<br />

groepsgesprek. Een ander deel is niet gekomen.<br />

Een reden waarom personen zijn gegevens niet declareerde, is de zorg in verband met<br />

de privacy. Vooral bij de vluchtelingenorganisatie speelt dit motief een grote rol.<br />

De personen die de achtergrondgegevens niet door middel van formulier aangegeven<br />

hebben, kunnen via organisaties bereikt worden.


Cultureel erfgoed bij zelforganisaties 94<br />

* De meeste sleutelpersonen behorend tot de eerste generatie, beschikken ook over<br />

materialen en collecties. Het kritische moment is als de eerste generatie overlijdt en de<br />

kinderen de spullen weggooien, omdat zij daar niet dezelfde waarde aan hechten.<br />

* Inventarisatie blijft, gezien de beperkte tijd, middelen en doel, beperkt tot een deel<br />

van de landelijk en regionaal georganiseerde groepen. Het heeft geen representatief<br />

karakter.<br />

* Naast de lokale organisaties blijven de doelgroepenorganisaties buiten het gezichtveld<br />

van de inventarisatie, zoals vrouwen- en jongerenorganisaties.<br />

* De tweedelijns organisaties (steunfuncties) die nauw samenwerken met de<br />

zelforganisaties, hebben ook materialen op het gebied van cultureel erfgoed. Die blijven<br />

eveneens buiten de doelgroep van de inventarisatie.<br />

* Iedere etnische groep kent diversiteit. Omdat de <strong>migratiegeschiedenis</strong> door de sterke<br />

overheersing van een bepaalde groep wordt beïnvloed, is de <strong>migratiegeschiedenis</strong> van<br />

de overige kleine groepen onderbelicht, bijvoorbeeld de islamitische groep bij de<br />

Molukkers en Surinamers, Arubanen bij de Caribische Nederlanders, Koerden bij de<br />

Turken e.d.<br />

* De kleine groepen hebben zorg bij de kritische, strategische keuzes. Ze voelen zich<br />

achtergesteld. Eveneens hebben migranten wantrouwen jegens de gevestigde<br />

instellingen.<br />

* In onderwijs- en trainingsprogramma´s is er geen aandacht voor het cultureel erfgoed<br />

en in dit verband relevante bronnen.<br />

* De algemene oproep via advertenties in de landelijke, Nederlandstalige bladen (zoals<br />

Contrast en Allochtonenkrant) heeft geen effect gesorteerd op de migranten en<br />

vluchtelingen gezien de zeer geringe reacties van de organisaties en individuele<br />

personen.


Cultureel erfgoed bij zelforganisaties 95<br />

4. AANBEVELINGEN<br />

Mede vanwege het karakter van een inventarisatie worden er hieronder aanbevelingen<br />

geformuleerd naar aanleiding van knelpunten en manco´s die de onderzoeker is<br />

tegengekomen tijdens de inventarisatie.<br />

Uitbreiding en verdieping van onderzoek<br />

1. Gezien het beperkte karakter van de inventarisatie is een verdere uitbreiding en<br />

verdieping wenselijk. Met name onderzoek naar doelgroepenorganisaties (bijvoorbeeld<br />

vrouwen- en jongerenorganisaties), lokale zelforganisaties en “kleine groepen”.<br />

2. Een onderzoek naar de archieven van tweedelijns organisaties (steunfuncties) die<br />

nauw samenwerken met de zelforganisaties, betekent een verdieping en uitbreiding van<br />

de inventarisatie van cultureel erfgoed van minderheden.<br />

3. Het begrip migranten is een containerbegrip en omvat diverse categorieën:<br />

immigranten, remigranten en emigranten. Om een brede inventarisatie mogelijk te<br />

maken, kan soms contacten met het land van herkomst en remigranten nuttig zijn.<br />

4. Voor de geschiedschrijving zijn niet alleen verhalen van sleutelpersonen van belang,<br />

maar ook die van de gewone mensen.<br />

Wijze van benadering en ontsluiting<br />

5. Voor de inventarisatie bij de zelforganisaties heeft een algemene en afstandelijke<br />

campagne geen zin. Een rechtstreeks en intensief contact is het beste middel om hen te<br />

bereiken.<br />

Om het archief van zelforganisaties te inventariseren, moeten deze organisaties een<br />

helpende hand en richtlijnen krijgen over het wat en hoe (onderwerpen).<br />

6. Voor de inventarisatie en ontsluiting van materialen van individuele leden van de<br />

minderheden is een gerichte en intensieve benadering noodzakelijk.<br />

7. De methode waarbij een campagne gekoppeld is aan een concrete activiteit<br />

(bijvoorbeeld een tentoonstelling over de <strong>migratiegeschiedenis</strong>) blijkt succesvol te zijn<br />

om materialen van individuele personen in bruikleen te krijgen en te repliceren.<br />

8. Om individuele personen te bereiken en een campagne te starten is de rol van<br />

zelforganisaties onmisbaar. Willen de algemene instellingen migranten bereiken moeten<br />

ze samenwerken met de zelforganisaties.<br />

9. De organisaties die bereid zijn om hun materialen te ontsluiten, kunnen als eerste<br />

benaderd worden. Om het ontsluiting- en overdrachtproces succesvol te laten verlopen,<br />

moet men voldoen aan een aantal principiële voorwaarden die door de organisaties<br />

worden gesteld. Het opstellen van een contract kan daartoe een nuttig middel zijn.<br />

10. Ontsluiting en toegankelijk maken van cultureel erfgoed van minderheden hoeft niet<br />

altijd te gekoppeld worden aan de overdracht aan de algemene instellingen. De<br />

potentiële organisaties kunnen zelf ook eigen materialen toegankelijk maken.


Cultureel erfgoed bij zelforganisaties 96<br />

11. De sleutelpersonen en hun achtergrondgegevens kunnen beter in een database<br />

opgenomen worden. Om studies naar “oral history” te stimuleren kan deze database via<br />

internet beschikbaar gesteld worden aan de onderzoekers en journalisten.<br />

12. De digitale bronnen van de minderhedenorganisaties vormt een onmisbare bron van<br />

cultureel erfgoed bij zelforganisaties. Door het koppelen van websites van deze<br />

organisaties in een nieuwe of bestaande website, kunnen de mogelijkheden van deze<br />

organisaties heel snel toegankelijk gemaakt worden.<br />

13. Oprichting van eigen cultuurhuizen en/of een multicultureel instituut voor<br />

<strong>migratiegeschiedenis</strong> kan ontsluiting en overdracht van materialen bij de<br />

zelforganisaties en individuele mensen versnellen.<br />

Toekomst<br />

13. Gezien de onmogelijkheden van de zelforganisaties op het gebied van cultureel<br />

erfgoed kan subsidie een middel zijn om schriftelijke materialen van organisaties te<br />

bewaren. De subsidiegever moet hierbij duidelijke eisen stellen aan de zelforganisaties.<br />

14. Zowel bij de ontsluiting als bij de bewaring van materialen van zelforganisaties is<br />

een gerichte voorlichting over het belang van deze materialen voor de geschiedenis van<br />

migranten noodzakelijk.<br />

15. Er moet aandacht komen voor het thema archivering bij de kadercursussen en<br />

trainingen voor zelforganisaties.<br />

16. De ervaringen van groepen (zoals Molukkers en Indische Nederlanders) die eerder<br />

begonnen zijn om hun cultureel erfgoed een institutionele vorm te geven kan gebruikt<br />

worden voor de groepen die pas nu of later gaan beginnen.<br />

17. Het bewustwordingsproces kan door middel van een samenwerking tussen de<br />

zelforganisaties en musea op gang gebracht worden door gezamenlijke activiteiten te<br />

organiseren.


Cultureel erfgoed bij zelforganisaties 97<br />

BIJLAGEN:<br />

Bijlage 1. Lijst van geïnventariseerde organisaties<br />

A. KOLONIALE MIGRANTEN<br />

1. ORGANISATIES VAN INDISCHE NEDERLANDERS<br />

De Stichting Indisch Wetenschappelijk Instituut (IWI), Den Haag<br />

Indische Genealogische Vereniging (IGV)<br />

Stichting Arisan Indonesia (SARI), Nijmegen<br />

Indisch Informatiepunt<br />

Stichting Tong-Tong, Den Haag<br />

2. MOLUKSE ORGANISATIES<br />

Moluks Historisch Museum, Utrecht<br />

Steunpunt Educatie Molukkers, Utrecht<br />

Stichting Tjandu, Utrecht<br />

Landelijk Overlegorgaan Welzijn Molukkers, Utrecht<br />

DLM<br />

3. SURINAAMSE ORGANISATIES<br />

Surinaams Inspraakorgaan, Utrecht<br />

Vereniging Ons Suriname, Amsterdam<br />

Stichting Detsjing, Amsterdam<br />

Federatie Asha, Utrecht<br />

4. ORGANISATIES VAN CARIBISCHE NEDERLANDERS<br />

Stichting Welzijnsbevordering Antillianen en Arubanen, Rotterdam<br />

Overlegorgaan Caribische Nederlanders, Den Haag<br />

Forsa Amsterdam, Amsterdam<br />

B. ARBEIDSMIGRANTEN<br />

1. ORGANISATIES VAN ZUID-EUROPEANEN<br />

Overlegorgaan Rijksoverheid Zuideuropese gemeenschappen, Utrecht<br />

Federatie van Griekse gemeenschappen in Nederland, Utrecht<br />

Vereniging ´Anagennisi´, Utrecht<br />

Federatie van Portugese gemeenschappen in Nederland, Amsterdam<br />

Stichting Avanço, Rotterdam<br />

2. TURKSE ORGANISATIES<br />

Vereniging Turkshuis, Amsterdam<br />

Stichting Platform, Amsterdam<br />

Stichting Anadolu, Rotterdam<br />

Inspraak Orgaan Turken, Utrecht<br />

Kunststichting Sahne, Rotterdam<br />

Kulsan, Amsterdam<br />

Multiculturele Televisie Nederland, Amsterdam<br />

3. MAROKKAANSE ORGANISATIES<br />

Samenwerkingsverband van Marokkanen en Tunesiërs, Utrecht<br />

KMAN, Amsterdam<br />

Al Farabi Arabisch Cultureel Centrum, Amsterdam<br />

El Hizjra, Amsterdam<br />

C. ORGANISATIES VAN VLUCHTELINGEN<br />

Vluchtelingen Organisatie Nederland, Utrecht


Cultureel erfgoed bij zelforganisaties 98<br />

Koerdische Arbeiders Unie, Den Haag<br />

Stichting Vluchtelingen Organisaties Rijnmond, Rotterdam


Cultureel erfgoed bij zelforganisaties 99<br />

Bijlage 2. Lijst van organisaties naar bronnen van hun cultureel erfgoed<br />

A. KOLONIALE MIGRANTEN<br />

BRONNEN VAN CULTUREEL ERFGOED<br />

Schriftelijk Audiovisueel Materieel Digitaal Oraal<br />

1. ORGANISATIES VAN INDISCHE<br />

NEDERLANDERS<br />

De Stichting Indisch<br />

Wetenschappelijk Instituut (IWI)<br />

+ + + +<br />

Indische Genealogische Vereniging<br />

(IGV)<br />

+ + - +<br />

Stichting Arisan Indonesia (SARI) + + + +<br />

Indisch Informatiepunt - + - +<br />

Stichting Tong-Tong + + + +<br />

2. MOLUKSE ORGANISATIES +<br />

Moluks Historisch Museum + + + +<br />

Steunpunt Educatie Molukkers + + + +<br />

Stichting Tjandu + + - -<br />

Landelijk Overlegorgaan Welzijn<br />

Molukkers<br />

+ + - +<br />

DLM - - - +<br />

3. SURINAAMSE ORGANISATIES +<br />

Surinaams Inspraakorgaan + - - +<br />

Vereniging Ons Suriname + + + -<br />

Stichting Detsjing + + - +<br />

Federatie Asha + + + -<br />

4. ORGANISATIES VAN<br />

CARIBISCHE NEDERLANDERS<br />

Stichting Welzijnsbevordering<br />

Antillianen en Arubanen<br />

+ + - +<br />

Overlegorgaan Caribische<br />

Nederlanders<br />

+ + - +<br />

Forsa Amsterdam + + - +<br />

B. ARBEIDSMIGRANTEN<br />

1. ORGANISATIES VAN ZUID-<br />

EUROPEANEN<br />

Overlegorgaan Rijksoverheid<br />

Zuideuropese gemeenschappen<br />

+ - - +<br />

Federatie van Griekse<br />

gemeenschappen in Nederland<br />

+ + + -<br />

Vereniging ´Anagennisi´ + + + -<br />

Federatie van Portugese<br />

gemeenschappen in Nederland<br />

- - - -<br />

Stichting Avanço + - - -<br />

+<br />

+<br />

+


Cultureel erfgoed bij zelforganisaties 10<br />

0<br />

2. TURKSE ORGANISATIES +<br />

Vereniging Turkshuis + + + -<br />

Stichting Platform + + - +<br />

Multiculturele Televisie Nederland - + - -<br />

Stichting Anadolu + + - +<br />

Inspraak Orgaan Turken + + - -<br />

Kunststichting Sahne + + - -<br />

Kulsan + + + +<br />

3. MAROKKAANSE ORGANISATIES +<br />

Samenwerkingsverband van<br />

Marokkanen en Tunesiërs<br />

+ + - +<br />

KMAN - - - -<br />

Al Farabi Arabisch Cultureel Centrum + + - -<br />

El Hizjra + + + +<br />

C. ORGANISATIES VAN<br />

VLUCHTELINGEN<br />

Vluchtelingen Organisatie Nederland + + - +<br />

Koerdische Arbeiders Unie + - - -<br />

Stichting Vluchtelingen Organisaties<br />

Rijnmond<br />

+ + - +<br />

+


Cultureel erfgoed bij zelforganisaties 10<br />

1<br />

Bijlage 3. Lijst van organisaties naar toegankelijkheid/ontsluiting<br />

A. KOLONIALE MIGRANTEN<br />

TOEGANGKELIJK ONTSLUITING/<br />

OVERDRACHT<br />

1. ORGANISATIES VAN INDISCHE NEDERLANDERS<br />

De Stichting Indisch Wetenschappelijk Instituut + n.v.t.<br />

Indische Genealogische Vereniging + n.v.t.<br />

Stichting Arisan Indonesia + +<br />

Indisch Informatiepunt + n.v.t.<br />

Stichting Tong-Tong - +<br />

2. MOLUKSE ORGANISATIES<br />

Moluks Historisch Museum + n.v.t.<br />

Steunpunt Educatie Molukkers + n.v.t.<br />

Stichting Tjandu - +<br />

Landelijk Overlegorgaan Welzijn Molukkers - +<br />

DLM + n.v.t.<br />

3. SURINAAMSE ORGANISATIES<br />

Surinaams Inspraakorgaan - +<br />

Vereniging Ons Suriname + n.v.t.<br />

Stichting Detsjing + +<br />

Federatie Asha - +<br />

4. ORGANISATIES VAN CARIBISCHE<br />

NEDERLANDERS<br />

Stichting Welzijnsbevordering Antillianen en Arubanen - +<br />

Overlegorgaan Caribische Nederlanders - +<br />

Forsa Amsterdam + n.v.t.<br />

B. ARBEIDSMIGRANTEN<br />

1. ORGANISATIES VAN ZUID-EUROPEANEN<br />

Overlegorgaan Rijksoverheid Zuideuropese<br />

gemeenschappen<br />

+ +<br />

Federatie van Griekse gemeenschappen in Nederland - +<br />

Vereniging ´Anagennisi´ - +<br />

Federatie van Portugese gemeenschappen in Nederland - +<br />

Stichting Avanço<br />

2. TURKSE ORGANISATIES<br />

- +<br />

Vereniging Turkshuis - +<br />

Stichting Platform - +<br />

Multiculturele Televisie Nederland - +<br />

Stichting Anadolu - +<br />

Inspraak Orgaan Turken + n.v.t.<br />

Kunststichting Sahne - +<br />

Kulsan<br />

3. MAROKKAANSE ORGANISATIES<br />

- +<br />

Samenwerkingsverband van Marokkanen en Tunesiërs - +<br />

KMAN - +<br />

Marokkaanse Culturele Vereniging Bades - +<br />

Al Farabi Arabisch Cultureel Centrum - +<br />

El Hizjra + +<br />

C. ORGANISATIES VAN VLUCHTELINGEN<br />

Vluchtelingen Organisatie Nederland + +<br />

Koerdische Arbeiders Unie - +


Cultureel erfgoed bij zelforganisaties 10<br />

2<br />

Stichting Vluchtelingen Organisaties Rijnmond - +


Cultureel erfgoed bij zelforganisaties 10<br />

3<br />

Bijlage 4. Vragenlijst ten behoeve van groepsgesprek<br />

1. Wat verstaat u onder het begrip ‘cultureel erfgoed’?<br />

2. Welke aspecten en/of elementen van cultureel erfgoed vindt u belangrijk om te inventariseren?<br />

3. Kent u archiefvormende instellingen en/of personen ten behoeve van uw gemeenschap?<br />

4. Wat denkt u over de toekomst van uw culturele erfgoed? Kan dit het best bewaard worden in<br />

een eigen instituut, in een multicultureel instituut of kan het best overgedragen worden aan een<br />

Nederlandse instelling?<br />

5. Welke voorwaarden stelt u aan overdracht van cultureel erfgoed aan instellingen?


Cultureel erfgoed bij zelforganisaties 10<br />

4<br />

Bijlage 5. Topiclist ten behoeve van organisaties<br />

1. Informatie over de organisatie (oprichtingsdatum, lidorganisaties, doel en activiteiten)<br />

2. Materialen bij het archief van de organisatie<br />

2.a) Schriftelijke<br />

2.b) Audiovisuele<br />

2.c) Materiele<br />

2.d) Digitale<br />

2.e) Orale (lijst sleutelpersonen)<br />

2. Materialen en collecties bij eigen achterban of aangesloten organisaties<br />

3. Toegankelijkheid, ontsluiting en overdrachtsmogelijkheden<br />

4. Knelpunten en opmerkingen


Cultureel erfgoed bij zelforganisaties 10<br />

5<br />

Bijlage 6. Advertentietekst<br />

CULTUREEL ERFGOED WORDT IN KAART GEBRACHT<br />

OPROEP AAN ZELFORGANISATIE:<br />

LEVER EEN BIJDRAGE AAN DE INVENTARISATIE VAN EN OVER MIGRANTEN<br />

In het kader van het project Cultureel Erfgoed Minderheden van de Ministeries Onderwijs Cultuur<br />

en Wetenschappen en Binnenlandse Zaken wordt momenteel gewerkt aan een aantal<br />

inventarisatieprojecten. Binnen dit project nemen verschillende werkgroepen een onderdeel van<br />

deze inventarisatie voor hun rekening: <strong>migratiegeschiedenis</strong>, islamitisch erfgoed en<br />

slavernijverleden.<br />

De onderstaande inspraakorganen en minderhedenorganisaties doen een oproep aan alle<br />

zelforganisaties van minderheden en individuele personen om hen te helpen bij het vinden van<br />

archiefmateriaal en collecties van en over immigranten. Zij zijn zowel geïnteresseerd in<br />

schriftelijke bronnen (bladen, tijdschriften, dagboeken, brieven etc.) als in audiovisuele (foto’s,<br />

videobanden, films en geluidscassettes), materiële (voorwerpen) en digitale bronnen (website,<br />

cd’s en cd-rom’s).<br />

Het doel is primair een inventarisatie te maken van dit soort materiaal, om er vervolgens voor te<br />

kunnen zorgen dat het niet verloren gaat en voor komende generaties bewaard blijft. Indien<br />

gewenst kunnen de inspraakorganen ook bemiddelen bij acquisitie, (tijdelijke) opslag of<br />

ontsluiting.<br />

Denk u niet dat u niets in huis heeft! Een familiealbum, een dagboek van een migrant, brieven<br />

aan familieleden in het land van herkomst zijn gestuurd, of het lijfblad van een zelforganisatie<br />

kunnen van onschatbare waarde zijn voor de toekomstige generaties en voor onderzoekers.<br />

Indien u over dit soort bronnen beschikt of suggesties, tips of commentaar heeft, verzoeken wij u<br />

vriendelijk met het betreffende inspraakorgaan contact op te nemen:<br />

Overlegorgaan Caribische Nederlanders (OCaN)<br />

Telefoon: 070- 380 33 01<br />

E-mail: ocan.antillianen-arubanen@wxs.nl<br />

Overlegorgaan Rijksoverheid Zuideuropese gemeenschappen (Lize)<br />

Telefoon: 030- 233 21 00<br />

E-mail: info.lize@info.nl en b.sittrop@lize.nl<br />

Surinaams Inspraakorgaan (SIO)<br />

Telefoon: 030- 231 60 14<br />

E-mail: stichting.sio@freeler.nl<br />

Inspraakorgaan Turken (IOT)<br />

Telefoon: 030- 234 36 25<br />

E-mail: info@iot.nu<br />

Vluchtelingenorganisaties Nederland (VON)<br />

Telefoon: 030- 271 45 05<br />

E-mail: info@vluchtelingenorganisaties.nl<br />

Landelijk Overlegorgaan Welzijn Molukkers (LOWM)<br />

Telefoon: 030- 236 41 84<br />

E-mail: nanlohyc@lowm-maluku.nl<br />

Samenwerkingsverband van Marokkanen en Tunesiërs (SMT)<br />

Telefoon: 030- 236 73 27<br />

E-mail: info@smtnet.nl<br />

Indisch Wetenschappelijk Instituut (IWI)<br />

Telefoon : 070-302 04 85<br />

E-mail: seriese@xs4all.nl<br />

Voor meer informatie over de inventarisatie van cultureel erfgoed m.b.t. <strong>migratiegeschiedenis</strong>:<br />

Dr. Kadir Canatan<br />

Telefoon : (030) 234 36 25<br />

E-mail: k.canatan@chello.nl


Cultureel erfgoed bij zelforganisaties 10<br />

6<br />

BIJLAGE 7. Literatuurlijst<br />

Bloemberg, L.,<br />

Tussen traditie en verandering: Hindostaanse zelforganisaties in Nederland, Utrecht: Koninklijk<br />

Nederlands Aardrijkskundig Genootschap, Amsterdam: Instituut voor Sociale Geografie, Faculteit<br />

Ruimtelijke Wetenschappen, Universiteit van Amsterdam, 1995.<br />

Bronkhorst, D.,<br />

Een tijd van komen, De geschiedenis van vluchtelingen in Nederland, Federatie VON/Jan Mets,<br />

Amsterdam 1990.<br />

CBS,<br />

Allochtonen in Nederland, Voorburg 2001.<br />

Engberts, M.,<br />

Voet aan de grond, Over de integratie van Marokkanen in Nederland, 1980-1997, SMT, Utrecht<br />

1997.<br />

Hulshof, L.E.T.,<br />

NANZI: werken met Antilliaanse en Arubaanse nieuwkomers, Delft: Stichting Forsa Zuid-Holland<br />

Utrecht: Forum, 1997.<br />

Joesoef, Z.S.,<br />

Achtergronden van Antillianen, Surinamers en Arubanen, Amersfoort: SVE, Landelijk Studie- en<br />

Ontwikkelingscentrum Volwasseneneducatie, 1989.<br />

Kraal, K. & van Heelsum, A.,<br />

Een dynamisch mozaïek, nieuwe trends bij Marokkaanse organisaties, SMT en IMES, Amsterdam<br />

2002<br />

Landman, N.,<br />

Van Mat tot Minaret: De institutionalisering van de islam in Nederland, VU Uitgeverij, Amsterdam<br />

1992.<br />

Muskens, G.& Maas, J.<br />

Cultureel erfgoed van minderheden, Rapport van het vooronderzoek, DOCA Bureaus, mei 2000.<br />

Muus, P.,<br />

Internationale migratie naar Europa, SUA, Amsterdam 1993.<br />

Oosterbaan, D., (red.),<br />

De vele gezichten van Marokkaans gemeenschap, Een wie is wie, NPS, Amsterdam.<br />

Smeets e.a.,<br />

Jaarboek Minderheden 2002, Bohn Stafleu Van Loghum/Koninlijke Vermande bv. 2002.<br />

Internetbronnen:<br />

- Met name websites van de geïnterviewde organisaties.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!