Download - Zevende Dags Adventisten van de Reformatiebeweging

MAANDAG 29 augustus
2 GROTE BLINDHEID
A Hoe groot was de verwarring tussen het heilige en het onheilige
(tussen licht en duisternis, goed en kwaad) onder de Joodse leiders in
de dagen van Jesaja, Jeremia en Ezechiël? Jesaja 5:20-24; Ezechiël
22:26.
B Verklaar de verwarring onder de Joodse leiders aangaande goed en
kwaad in de dagen van Christus. Matthéüs 12:7; 23:1-5, 23-26. Hoe is
een dergelijke houding nu algemeen?
“De berisping van Christus aan de Farizeeën is van toepassing op
degenen, die hun eerste liefde uit het hart verloren hebben. Een koude, wettische
godsdienst kan nooit zielen tot Christus leiden, want het is een liefdeloze
godsdienst zonder Christus. Wanneer vasten en bidden worden beoefend in een
zichzelf rechtvaardigende geest, zijn zij een gruwel voor God.” -Selected
Messages 1, blz. 388.
C Welk gebod was door Mozes gegeven over de Tien Geboden?
Deuteronomium 6:6-8. Wat moeten wij beseffen over de wijze,
waarop de Farizeeën de geestelijke betekenis ervan misten door vers
8 letterlijk toe te passen?
“(Zie Deuteronomium 6:8)… Het gebod, dat aan Mozes was gegeven,
werd zo verklaard, dat de Schriftuurlijke voorschriften door de mens op het
lichaam moesten worden gedragen. Zij werden daarom geschreven op stroken
perkament en op opvallende wijze om het hoofd en de polsen gebonden. Maar
dit leidde er niet toe, dat de wet van God meer invloed kreeg op het hart. Deze
stroken perkament werden alleen gedragen als een onderscheidingsteken, om de
aandacht te trekken. Men meende de dragers een voorkomen van toewijding te
geven, dat de eerbied van het volk zou afdwingen. Jezus bracht deze uiterlijke
vertoning een slag toe.” –De Wens der Eeuwen, blz. 533.
“De eredienst had geen waarde, indien die niet door een levend geloof met
Christus werd verbonden. Zelfs de zedenwet bereikt haar doel niet, tenzij men
deze wet verstaat in haar verband met de Heiland. Christus had steeds weer
aangetoond, dat de wet van Zijn Vader een diepere inhoud had dan alleen maar
dwingende bevelen. In de wet ligt hetzelfde beginsel opgesloten, dat in het
evangelie wordt geopenbaard. De wet wijst op de plicht van de mens en toont
hem zijn schuld. Op Christus moet hij zien om vergeving te verkrijgen en kracht
om datgene te doen, wat de wet voorschrijft.” –De Wens der Eeuwen, blz. 529.
53 Sabbat Bijbel Lessen, juli – september 2011