Wat wil je dit leven zeker nog doen? - Plan Viji. Wat wil je dit leven ...

15. Andere mensen gelukkig maken. (boven)
1) Iedereen moet maar zelf gelukkig worden.
2) De mens is niet gemaakt om gelukkig te worden.
3) Waarom beseft iemand niet dat gelukkig zijn makkelijk is?
4) Heb je jezelf weggecijferd om anderen gelukkig te maken?
5) Getikt om anderen hun geluk boven het jouwe te stellen.
6) Als anderen gelukkig zijn, ben ik dat ook.
7) Hoe word je zelf gelukkig, als je altijd anderen zo wilt maken?
8) Denken de anderen eraan om jou gelukkig te maken?
9) Je moet zelf gelukkig zijn om anderen zo te krijgen.
10) Gelukkig zijn is nogal vrij relatief. Mensen wikken en wegen.
11) Wat je ook doet om een ander gelukkig te maken, het lukt niet.
12) Als anderen je doorzien, beginnen ze van je te profiteren.
13) Soms willen anderen gewoon niet dat je ze gelukkig maakt.
14) Mensen vinden het belangrijk om hun eigen geluk te maken.
15) Je raakt iemands trots als je hem in zijn plaats wilt geluk maken.
16) Soms is iets kleins genoeg om iemand gelukkig te krijgen.
17) Eens praten, luisteren, aandacht schenken, attent zijn: genoeg.
18) Het verleden bepaalt mensen hun wil om gelukkig te worden.
19) Gelukkig zijn is oké, gelukkig maken is een levensuitdaging.
20) De kansen hiervoor zijn legio en onuitputtelijk. Zie ze gewoon.
21) Begin klein, eindig groot, handel uit goedheid voor een ander.
22) Laat een ander in zijn waardigheid bij het gelukkig maken.
23) Mensen durven gewoon niet gelukkig te worden of te zijn.
24) Heb ik wel het recht om gelukkig gemaakt te worden?
25) Wat wil die andere van mij dat hij mij wil gelukkig maken.
26) Zijn het de rijken die niet gelukkig te hoeven worden gemaakt?
27) Iemand gewoon met rust laten is hem ook al gelukkig maken.
28) Maak iemand gelukkig en laat hem of haar gewoon gaan dan.
29) We leven om een ander gelukkig te maken met eigen geluk.
30) Als het te vaag blijft, is er geen begin mogelijk aan dit opdracht.
31) Hoe kom je erbij dat ik een ander moet gelukkig maken?
Wat wil je dit leven zeker nog doen?
32) Welk geluk krijg ik in ruil als ik een ander gelukkig maak?
33) Word ik zelf niet ongelukkig op die rare manier?
34) Vergeten mensen niet snel dat je ze wilt gelukkig maken?
35) Er zijn genoeg staatsinstellingen die de mensen moet helpen.
36) Je telt snel mensen die anderen gelukkig willen maken.
37) Iemand zit maar complex in elkaar. Ondoordringbaar gewoon.
38) Gelukkig maken zit niet in mijn genen. Zelf gelukkig worden wel.
39) Mijn ouders proberen me zo gelukkig mogelijk te maken.
40) Gelukkig maken leidt tot bemoeizucht? Laat ze met rust.
41) Zoek je niet een tijdverdrijf? Laat anderen gewoon leven.
42) Als je iets niet doet, maak je ook al iemand heel gelukkig.
43) Genoeg gepredikt hierover: praktijk is belangrijker nu. Handel.
44) Leidt dit soort dingen niet snel tot sektes of sceptisme?
45) Ging het leven maar eerlijker aan toe. Het geluk zou er snel zijn.
46) In mijn omgeving ken ik niemand die zo redeneert.
47) Je kunt dit niet je hele leven lang volhouden. Of toch wel?
48) Iedereen reageert zo voorspelbaar. Doe jij eens iets anders.
49) Gevoel ervaren dat je onvoorwaardelijk voor iemand koos?
50) Gelukkig maken kan met geld, bloemen, cadeaus,… materieel.
51) De dieren heb je snel gelukkig: voeder hen en geef liefde.
52) Met geld maak je ze snel gelukkig maar hoe lang gaat dat zijn?
53) In hun geest kan je ook anderen gelukkig maken, als zij willen.
54) Veel tijd en moeite vergt het om er altijd voor klaar te staan.
55) Sommigen vragen heel veel om gelukkig te worden.
56) Als je weinig hebt, ben je ook snel gelukkig met iets meer.
57) Hoe lang houd je het zelf vol om anderen te blijven plezieren?
58) Je bent jezelf niet als je een ander niet gelukkig wilt zien.
59) Wees zelf gelukkig en geef dat alvast door om ze te doen inzien.
60) Overdreven gelukkig zijn is niet nodig. Gewoon gelukkig is goed.
61) Als je weet hoe gelukkig maken, maak er gretig gebruik van.
62) Wordt het geen straatje zonder einde als je zo veel wilt helpen?
63) Word zelf gelukkiger door anderen nog gelukkiger te maken.