Wat wil je dit leven zeker nog doen? - Plan Viji. Wat wil je dit leven ...

17. Stilstaan bij alles wat je hebt en niet hebt. (boven)
1) Ik hoef er niet bij stil te staan. Ik heb toch alles.
2) Waarom hebben anderen zo veel en ik zo weinig?
3) Ik ben blij dat ik heb wat ik heb.
4) Ik besef goed wat ik heb en geniet er volledig van.
5) Als ik meer had, zou ik het zeker met anderen delen.
6) Ik vind het maar stom om andere mensen te helpen.
7) Soms moet ik al hard werken om iets te kunnen kopen.
8) Voor mij zijn een huis, auto, kleren voldoende om te leven.
9) Er zijn genoeg instanties die zich inzetten voor anderen.
10) Als ze weten dat je veel hebt, dan kennen ze je snel hoor.
11) Van sommige dingen blijft iedereen af, zelfs mijn partner.
12) Iemands achtergrond bepaalt zijn levenswaardering.
13) Het is toch maar evident dat ik alles heb wat ik nu heb.
14) Mijn ouders wilden me, dus zorgen ze ook maar voor me.
15) Voorzichtigheid is een goede deugd, als het op delen komt.
16) Als ik mijn dankbaarheid toon, appreciëren mijn ouders dat.
17) Ik voel me pas volledig, als ik meer heb dan een ander.
18) Ik besef dat ik meer heb dan de gemiddelde mens.
19) Van mijn spullen moeten ze afblijven. Ik werkte ervoor.
20) Ik heb met arme mensen te doen, maar dat is ook alles.
21) Vadertje Staat moet maar voor de behoeftigen zorgen.
22) Alles wat ik heb, deel ik graag met mijn partner.
23) Ik deel zoveel als dat de anderen met mij delen.
24) Soms hoef je niet altijd veel materieel te bezitten.
25) Te weinig mensen staan stil bij wat ze hebben.
26) Als ze iets wegnemen, besef je pas de waarde ervan.
27) Je kan best elk moment genieten, want de tijd gaat snel.
28) Bij ziekte sta je volledig anders tegenover bezittingen.
29) Hoe meer je hebt, des te hebberiger je wordt.
30) Wie deelt wat hij heeft, is het waard dat hij leeft.
31) Kijk uit met wie je wat deelt, want mensen zijn profiteurs.
Wat wil je dit leven zeker nog doen?
32) Ik heb nooit leren delen. Mijn ouders deden het ook nooit.
33) Ze moeten me niet zeggen dat ik moet delen. No way.
34) Mensen worden je beste vrienden als ze je staat kennen.
35) Andere mensen denken er niet aan om te delen met mij.
36) Ik behoed me voor die onderkruipers uit ervaring.
37) Als ik me laat gaan qua delen, dan ben ik snel blut.
38) Iedereen wil van je maar zelf geven ze nauwelijks iets.
39) Ik zou niet weten welk gevoel delen me zou geven.
40) Als ik iets aan een goed doel wil geven, koop ik iets kleins.
41) De andere mensen hun wereld is zo ver van mijn bed.
42) Iedereen gaat voor het grootst aantal bezittingen.
43) Zelfs na mijn dood zou ik mijn bezittingen willen koesteren.
44) Ik ben niet zo‟n persoon die op delen ingesteld is.
45) Als mensen iets voor je deden, moet je met hen delen.
46) Er is ellende op de wereld. Kon ik er maar iets aan doen.
47) De rijke mensen moesten maar wat meer geld geven.
48) Ik doe er veel voor om hetgeen ik heb te behouden.
49) Emotioneel ben ik sterker als ik meer dingen heb.
50) Voor mij is het voldoende dat ik mijn rekeningen kan betalen.
51) Vrienden en kennissen kunnen op me rekenen qua delen.
52) Mensen met de grootste bezittingen delen het minst.
53) Zeldzaam zijn de mensen die alles weggeven.
54) Met de hoge levensstandaard worden bezittingen evident.
55) Heeft men je al eens verweten voor materialist?
56) Vind je dat je zo veel mogelijk moet hebben in het leven?
57) Als je er hard voor werkt, is dat ook dik verdiend.
58) Ik ben blij dat ik me dat allemaal kan permitteren.
59) We hebben een hoge levensstandaard.
60) Zonder materialisme stel je niet veel voor.
61) Het is nu eenmaal een materialistische wereld.
62) Je kan niet gelukkig zijn zonder veel luxe en materieel.
63) Hoe duurder, hoe beter en hoe gelukkiger.