3.2 Luchtgeluidsisolatie Ten aanzien van de ... - Bouwvraagstuk.nl

3.2 Luchtgeluidsisolatie
Ten aanzien van de luchtgeluidsisolatie tussen ruimten kan onderscheid worden gemaakt tussen
lucht- en contactgeluid. Luchtgeluid is afkomstig van een bron die de lucht in trilling brengt. Deze
trillingen zullen de aangrenzende constructie in trilling brengen. De constructie zal vervolgens de
aangrenzende ruimte in trilling brengen.
Er zijn drie overdrachtswegen van belang bij luchtgeluidsisolatie van een scheidingsconstructie
deze zijn de volgende:
1. directe overdracht via het in trilling brengen van de scheidingswand
2. overdracht via de scheidingswand waardoor de aangrenzende constructie in trilling wordt
gebracht
3. overdracht via de zijwanden
Om de I lu-waarde te berekenen is het noodzakelijk om de geluidsisolatie waarde (R-waarde) te
berekenen en daarna de D nt formule uit te rekenen.
De R-waarde kan met de praktische massawet worden berekend deze gaat als volgt:
Massawet R = 17,5 log m + 17,5 log ƒ/500 +3
Massa van de constructie is:
0,2 * 2000 + 0,08 * 50 = 404 kg/m 3
R125 R250 R500 R1000 R2000 = 17,5 log 404 + 17,5 log 125/500 + 3 = 38,07 dB
= 17,5 log 404 + 17,5 log 250/500 + 3 = 43,34 dB
= 17,5 log 404 + 17,5 log 500/500 + 3 = 48,66 dB
= 17,5 log 404 + 17,5 log 1000/500 + 3 = 53,88 dB
= 17,5 log 404 + 17,5 log 2000/500 + 3 = 59,14 dB
Om het verschil uit te rekenen tussen de zend- en ontvangstruimte is de volgende formule:
L z – L o = R -10 log (S/A) S = 9,9 * 3,8 = 37,6 m 2
R125 R250 R500 R1000 R2000 = 38,07 – 10 log (37,6 / 273,5) = 29,44 dB
= 43,34 – 10 log (37,6 / 378,9) = 33,3 dB
= 48,66 – 10 log (37,6 / 602,2) = 36,59 dB
= 53,88 – 10 log (37,6 / 686,7) = 41,26 dB
= 59,14 – 10 log (37,6 / 871) = 45,48 dB
Op basis van al deze gegevens wordt de genormeerde luchtgeluidsisolatie berekend D nt:
D nt = R + 10 log (V/6 * S * TO)
D nt 125 = 29,44 + 10 log (3309 / 6 * 37,6 * 0,8) = 42,07 dB
D nt 250 = 33,3 + 10 log (3309 / 6 * 37,6 * 0,8) = 45,93 dB
D nt 500 = 36,59 + 10 log (3309 / 6 * 37,6 * 0,8) = 49,21 dB
D nt 1000 = 41,26 + 10 log (3309 / 6 * 37,6 * 0,8) = 53,9 dB
D nt 2000 = 45,48 + 10 log (3309 / 6 * 37,6 * 0,8) = 58,7 dB
Als al deze gegevens zijn verzameld kan men deze achtereenvolgens in een tabel zetten:
Luchtgeluidsisolatie
125 250 500 1000 2000
L zend – L ontvang 29,44 33,3 36,59 41,26 45,48
nagalmtijd 2 1,46 0,92 0,8 0,63
10 log T/TO 3,97 2,61 0,61 0 -1,03
D nt 42,07 45,91 49,21 53,9 58,07
normwaarde 34 43 50 53 54
isolatieverschil 8,07 2,91 -0,79 0,9 4,07
Dictaat bouwfysica luchtgeluidsisolatie Pagina 1 van 2

a = 1/5 (8,07 + 2,91 – 0,79 + 0,9 + 4,07) = 3,03 dB
b = 1/2 (-0,79 + 0,9) + 2 = 2,11 dB
c = -0,79 + 4 = 3,21 dB
isolatie-index = + 2,11 dB
De L lu-waarde wordt dus afgeleid van de D nt-waarde en is ruimteafhankelijke grootheid. Conform
de NEN 5077 zal de ruimteafhankelijke grootheid moeten worden omgezet naar een ruimte
onafhankelijke grootheid. Hiervoor wordt de karakteristieke luchtgeluidsisolatie-index I lu;k
ingevoerd.
De karakteristieke isolatie-index
L u;k = 2,11 – 10 log (3309 / 6 * 0,8 * 40,17) – 1 = -9,23 dB
Dictaat bouwfysica luchtgeluidsisolatie Pagina 2 van 2