Brochure Vuistregels - Bouwvraagstuk.nl
Brochure Vuistregels - Bouwvraagstuk.nl
Brochure Vuistregels - Bouwvraagstuk.nl
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
de EPN in het woningontwerp / vuistregels<br />
vuistregels
de EPN in het woningontwerp / vuistregels
de EPN in het woningontwerp - vuistregels / pagina 2<br />
research DGMR, Den Haag<br />
tekstredactie .DOC, Den Haag<br />
vormgeving Wrik (BNO), Utrecht<br />
druk De Volharding, Amsterdam<br />
uitgave Novem, Sittard/Utrecht<br />
BNA, Amsterdam<br />
september 2002
de EPN in het woningontwerp - vuistregels / pagina 3<br />
Voorwoord<br />
De energieprestatienorm (EPN) maakt sinds eind 1995 deel uit<br />
van het Bouwbesluit. De in deze norm beoogde energiebesparing<br />
is alleen te bereiken wanneer reeds in het allereerste stadium<br />
van het ontwerpproces alle mogelijkheden voor vermindering van<br />
het energieverbruik worden afgewogen en geïntegreerd met de<br />
andere ontwerpuitgangspunten.<br />
De mogelijkheden om te komen tot een energiebewust ontwerp<br />
zijn inmiddels gemeengoed onder architecten, maar het blijft<br />
moeilijk om energiebesparende maatregelen op een effectieve<br />
manier in het ontwerp te integreren. Deze brochure met vuistregels<br />
is dan ook bedoeld om afwegingen met betrekking tot de<br />
EPN voor woningbouw, die tijdens het ontwerpproces worden<br />
gemaakt, zo goed mogelijk te onderbouwen. Aan de hand van de<br />
verschillende fasen in het ontwerpproces wordt de relatie tussen<br />
ontwerp en energieprestatie inzichtelijk gemaakt.<br />
Kortom, ditmaal geen droge rekenregels, maar een tot creativiteit<br />
uitnodigend hulpmiddel.<br />
mr. D. van der Veer<br />
Directeur van de Koninklijke Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst Bond<br />
van Nederlandse Architecten<br />
augustus 2002
de EPN in het woningontwerp - vuistregels / pagina 4<br />
Inhoud<br />
6 Stedebouwkundig ontwerp -<br />
6 Locatiekeuze -<br />
6 Oriëntatie -<br />
7 Bouwkundig ontwerp -<br />
7 Oriëntatie en zonering -<br />
7 Compact bouwen -<br />
7 Thermische isolatie gebouwschil -<br />
9 Detaillering -<br />
10 Installatie ontwerp -<br />
10 Ventilatieconcepten -<br />
10 Mechanische ventilatie -<br />
11 Gebalanceerde ventilatie -<br />
11 Installatieconcepten -<br />
12 HR-107 ketel met zonneboiler en hoog temperatuursysteem -<br />
16 HR-107 ketel met zonneboilercombi en laagtemperatuursysteem -<br />
20 HR-107 ketel warmtepompboiler, vraaggestuurde roosters en hoog temperatuursysteem -<br />
24 HR-107 combiketel met HR warmteterugwinning en hoog temperatuursysteem -<br />
28 Individuele warmtepomp met warmtepompboiler en laag temperatuursysteem -<br />
32 Warmtelevering verwarming en tapwater door derden en hoog temperatuursysteem -<br />
36 Energiebesparende technieken -<br />
36 Zonnecellen -<br />
37 Zonneboilersysteem -<br />
37 Zonneboilercombi systeem -<br />
37 Seizoensopslag -<br />
38 Warmtepomp -<br />
38 Warmtepompboiler -<br />
38 Biomassa -<br />
39 Warmtekracht (WK) -<br />
39 Brandstofcellen -<br />
40 EPC en Kosten -<br />
Sinds december 1995 dient bij de bouwaanvraag van nieuwe woningen een energieprestatieberekening te worden toegevoegd.<br />
In 1995 was de EPC-eis nog 1.60, nu geldt een EPC-eis van 1.00 en wellicht in 2004 een eis van 0.80<br />
1,80<br />
1,60<br />
1,40<br />
1,20<br />
1,00<br />
0,80<br />
0,60<br />
0,40<br />
0,20<br />
0,00<br />
1992 1995 1998 2000 2004<br />
?
de EPN in het woningontwerp - vuistregels / pagina 5<br />
I<strong>nl</strong>eiding<br />
Deze publicatie is bedoeld voor architecten en ontwerpers<br />
en geeft pragmatische informatie over de<br />
relatie tussen ontwerp en energieprestatie van<br />
woningen. Het laat zien wat de invloed is van ontwerpkeuzen<br />
en -beslissingen op de energieprestatie<br />
en wat hiervan de consequenties zijn voor het ontwerp.<br />
De energieprestatie van een woning wordt uitgedrukt<br />
in een energieprestatiecoëfficiënt (EPC). Hoe<br />
lager de EPC, hoe beter de energie-efficiency. Sinds<br />
december 1995 dient bij de bouwaanvraag van<br />
nieuwe woningen een energieprestatieberekening<br />
te worden toegevoegd. In 1995 was de EPC-eis nog<br />
1.40, nu geldt een EPC-eis van 1.00 en wellicht in<br />
2004 een eis van 0.80.<br />
Aanvullende informatie<br />
Meer informatie over de Energie Prestatie<br />
Normering is te vinden op www.epn.novem.<strong>nl</strong><br />
Informatie over allerlei aspecten van energiezuinig<br />
ontwerpen is in de vorm van brochures en publicaties<br />
beschikbaar bij diverse instanties zoals Novem,<br />
Dubocentrum, Projectbureau Duurzame Energie,<br />
ISSO en het Ministerie van VROM. Overzichten van<br />
deze publicaties zijn op verschillende websites te<br />
bekijken:<br />
www.novem.<strong>nl</strong><br />
www.isso.<strong>nl</strong><br />
www.dubocentrum.<strong>nl</strong><br />
www.pde.<strong>nl</strong><br />
www.vrom.<strong>nl</strong><br />
In de brochure wordt in afzonderlijke hoofdstukken<br />
ingegaan op de invloed van het stedenbouwkundig,<br />
bouwkundig en installatieontwerp op de energieprestatie.<br />
Daarbij is steeds uitgegaan van de<br />
nieuwe NEN 5128:2001 die naar verwachting per 1<br />
januari 2003 in werking treedt. Op het uitvouwblad<br />
achter in deze brochure staat een overzicht van de<br />
EPC van verschillende referentiewoningen afhankelijk<br />
van ontwerpkeuzen. Dit uitvouwblad dient als<br />
leidraad voor de in hoofdstuk 4 beschreven installatieconcepten.<br />
Tot slot wordt in het laatste<br />
hoofdstuk een toelichting gegeven op verschillende<br />
energiebesparende technieken.<br />
In deze brochure wordt verwezen naar een dertiental<br />
publicaties die in een verdiepingsbundel bijeen<br />
zijn gebracht en die dieper ingaan op de onderwerpen<br />
die in deze brochure aan de orde komen. Deze<br />
bundel is bij Novem te bestellen onder nummer<br />
8BNA-02.01.Eén van de publicaties uit de bundel<br />
is het vademecum ‘Energiebewust Ontwerpen van<br />
Nieuwbouwwoningen’ (Novem i.s.m. het<br />
Dubocentrum) dat een praktisch en uitgebreid<br />
overzicht schetst van allerlei maatregelen met<br />
betrekking tot energie-efficiëntie die bij het ontwerp<br />
van een nieuwbouwwoning aan de orde kunnen<br />
komen.
de EPN in het woningontwerp - vuistregels / pagina 6<br />
1<br />
Stedebouwkundig ontwerp<br />
De eerste stap op weg naar een optimale energieprestatie<br />
is het maken van een stedenbouwkundig<br />
ontwerp. Hierin wordt de mate van concentratie<br />
van bebouwing en de oriëntatie van woningen<br />
vastgelegd.<br />
Locatiekeuze<br />
Voor een optimale energieprestatie zal reeds bij de<br />
locatiekeuze rekening moeten worden gehouden<br />
met de mogelijkheden en potenties van de locatie.<br />
Wanneer in de omgeving industrie, fabrieken of<br />
bedrijven aanwezig zijn (bijvoorbeeld elektriciteitscentrales<br />
of afvalverbrandingsinstallaties), kan<br />
onderzocht worden of het mogelijk is gebruik te<br />
maken van restwarmte (of stadsverwarming, zoals<br />
het ook wel wordt genoemd). Warmtedistributie kan<br />
worden toegepast in gebieden waarin de bebouwing<br />
een zekere mate van concentratie vertoont. Gebruik<br />
van door derden aangeleverde warmte is een energie-efficiënte<br />
methode voor ruimte- en/of tapwaterverwarming<br />
die in de EPC-berekening positief<br />
wordt gewaardeerd.<br />
Effect van warmtelevering door derden op de EPC<br />
Warmtelevering door derden (STEG, industrieel productieproces,<br />
afvalverbranding of gasmotor warmtepomp) geeft<br />
een verbetering van de EPC van circa 0.15 ten opzichte van<br />
een HR 107 combiketel.<br />
Verkaveling voor optimaal gebruik passieve zonne-energie<br />
max 20º<br />
circa 18 m<br />
Oriëntatie<br />
De oriëntatie van woningen bepaalt de mate waarin<br />
gebruik gemaakt kan worden van passieve<br />
zonne-energie via zoninstraling door transparante<br />
delen, zonnecollectoren of pv-cellen. Door al in<br />
het stedenbouwkundig ontwerp een gunstige oriëntatie<br />
te kiezen kan tegen minimale kosten optimaal<br />
gebruik gemaakt worden van passieve zonneenergie.<br />
In de winter is zoninstraling door transparante<br />
delen, vanwege lage zonnestand, het meest<br />
effectief. De zonnewarmtewinst is vervolgens<br />
afhankelijk van ontwerpkeuzen, zoals glasoppervlak<br />
in de zuidgevel, zonering, zonwering en serre.<br />
In de zomer en in het voor- en najaar zal, bijvoorbeeld<br />
met zonwering, voorkomen moeten worden<br />
dat het in de woning te warm wordt. Voor toepassing<br />
van zonnecollectoren of pv-cellen is een<br />
oriëntatie op het zuiden en een hoek van het dakvlak<br />
van circa 40 graden optimaal.<br />
Effect van oriëntatie op de EPC<br />
Voor de EPC is een noord-zuid oriëntatie het gunstigst en<br />
oost-west het minst gunstig; dit uit zich in een verschil<br />
in de EPC van circa 0.03.<br />
Aanvullende informatie over de stedenbouwkundige<br />
aspecten van energiezuinig ontwerpen is te vinden<br />
in het vademecum ‘Energiebewust ontwerpen van<br />
nieuwbouwwoningen’ en in de publicatie ‘De zon in<br />
stedenbouw en architectuur’.
de EPN in het woningontwerp - vuistregels / pagina 7<br />
2<br />
Bouwkundig ontwerp<br />
De volgende stap is het maken van een bouwkundig<br />
ontwerp. Dit ontwerp en het bijbehorende<br />
installatieconcept bepalen de energieprestatie van<br />
een woning. Een goed bouwkundig ontwerp leidt<br />
tot een lagere energievraag en voorkomt onnodig<br />
energiegebruik.<br />
Met bouwkundige maatregelen kunnen transmissieen<br />
ventilatieverliezen worden verminderd. In dit<br />
hoofdstuk worden verschillende bouwkundige<br />
maatregelen toegelicht en wordt aangegeven welke<br />
invloed de maatregelen hebben op de EPC.<br />
Oriëntatie en zonering<br />
Door verwarmde vertrekken zoveel mogelijk aan de<br />
zuidgevel te plaatsen kan via zoninstraling gebruik<br />
worden gemaakt van passieve zonne-energie.<br />
Hierdoor wordt de energievraag beperkt, hetgeen<br />
een gunstig effect heeft op de EPC. Wel zal hierbij<br />
moeten worden voorkomen dat in de zomer oververhitting<br />
optreedt. Een ander voorbeeld is plaatsing<br />
van een berging aan de noordgevel, waarmee<br />
een thermische buffer tussen binnen en buiten<br />
wordt gecreëerd.<br />
Het toepassen van een onverwarmde serre heeft<br />
een gunstig effect op de EPC. Voor een optimale<br />
werking dient een serre op het zuiden, zuidwesten<br />
of zuidoosten georiënteerd te zijn. De energiebesparing<br />
wordt veroorzaakt door beperking van de<br />
transmissieverliezen en de mogelijkheid – bij<br />
natuurlijke ventilatie – om de ventilatielucht voor<br />
te verwarmen. Overigens moet de serre wel zodanig<br />
zijn ontworpen dat deze geen onderdeel van de<br />
woning vormt (en dus niet wordt verwarmd). In<br />
dat geval heeft de serre namelijk energetisch<br />
gezien een zeer beperkt of zelfs negatief effect.<br />
Een serre voegt leefruimte en comfort aan de<br />
woning toe, maar heeft als nadeel dat de kosten<br />
relatief hoog zijn.<br />
Effect van een serre op de EPC<br />
Toevoeging van een serre (AOS), heeft alleen invloed op<br />
de EPC indien volgens de uitgebreide methode gerekend<br />
wordt. Wanneer volgens de uitgebreide methode of met<br />
eigen invoer voor de lineaire warmteverliezen gerekend<br />
wordt, verbetert de EPC met circa 0.02 resp. 0.08.<br />
Een serre is niet verwarmd en ligt buiten de thermische<br />
schil. Hiermee dient ook in de detaillering<br />
rekening te worden gehouden.<br />
Compact bouwen<br />
Een woning met een compacte bouwwijze heeft<br />
een relatief groot volume ten opzichte van het<br />
verliesgevend oppervlak. Voor de EPC-berekening<br />
wordt de verhouding verliesoppervlak/gebruiksoppervlak<br />
(A verlies /A g ) gehanteerd. Hoe kleiner dit<br />
verhoudingsgetal, hoe lager het energiegebruik<br />
omdat dan relatief weinig warmte door de gebouwschil<br />
verloren gaat, hetgeen een gunstig effect<br />
heeft op de EPC.<br />
Bepaalde woningtypen, zoals een eengezins- of<br />
galerijwoning, die ingeklemd zijn tussen andere<br />
verwarmde woningen, hebben in verhouding tot<br />
het gebruiksoppervlak een klein verliesoppervlak.<br />
Twee-onder-één kap woningen, vrijstaande woningen<br />
en vergelijkbare woningtypen hebben in verhouding<br />
een groot verliesoppervlak en zullen dan<br />
ook meer warmte door de gebouwschil verliezen.<br />
Het effect op de EPC is overigens minder groot dan<br />
op basis van het energiegebruik verwacht zou worden.<br />
Dit is het gevolg van de EPC-eis die voor alle<br />
woningtypen gelijk is.<br />
Thermische isolatie gebouwschil<br />
Door het verhogen van de thermische isolatie van<br />
een woning reduceert de energievraag in de winter<br />
en vermindert ook de kans op oververhitting in de
de EPN in het woningontwerp - vuistregels / pagina 8<br />
zomer. Het verhogen van de isolatie/warmteweerstand<br />
van de gevel, het dak en de vloer biedt dus<br />
een mogelijkheid om de energieprestatie te verbeteren.<br />
De warmteweerstand (R c ) van een gevel is maximaal<br />
3.5/ 4.0 m 2 K/W. Bij deze warmteweerstand is<br />
het transmissieverlies zo gering, dat verdere verhoging<br />
van de warmteweerstand een te verwaarlozen<br />
effect op de EPC heeft. Om de EPC nog verder<br />
omlaag te brengen zal dan vooral moeten worden<br />
gekeken naar installatietechnische maatregelen.<br />
Hogere isolatiewaarden zijn te bereiken door toepassing<br />
van isolatiematerialen met een lage warmtegeleidingscoëfficiënt,<br />
buitengevelisolatie of, bij<br />
gebruik van hetzelfde isolatiemateriaal, dikkere<br />
isolatielagen.<br />
Dikkere isolatielagen hebben invloed op de bouwkundige<br />
detaillering. Hierbij kan worden opgemerkt<br />
dat verhoging van de thermische isolatie van het<br />
dak en de vloer eenvoudiger te realiseren is dan<br />
verhoging van de thermische isolatie van de gevel.<br />
Zo geldt voor gevels dat de spouwdiepte niet<br />
onbeperkt kan toenemen. Daarnaast heeft het verhogen<br />
van de thermische isolatie van de gevel<br />
consequenties voor de detaillering rondom de<br />
ramen (aansluiting kozijnen) en de aansluiting van<br />
gevels op de begane grondvloer en het dak. Verder<br />
geldt dat het bij een toenemende isolatiegraad ook<br />
belangrijker wordt om de lineaire warmteverliezen<br />
(koudebruggen) te beperken. Onder lineaire warmteverliezen<br />
wordt de warmte verstaan die verloren<br />
gaat via de aansluiting van twee of meer constructie-elementen,<br />
bijvoorbeeld de aansluiting van het<br />
dak en de begane grondvloer op de gevel of de<br />
randaansluitingen rondom kozijnen. Met de nieuwe<br />
NEN 1068, die per 1 januari 2003 van kracht is,<br />
worden deze warmteverliezen ook meegenomen in<br />
de bepaling van de EPC van woningen, en kan de<br />
besparing van een goede detaillering inzichtelijk<br />
worden gemaakt.<br />
Effect van lineaire warmteverliezen op de EPC<br />
Wanneer sprake is van weinig lineaire warmteverliezen is<br />
eenvoudiger dan voorheen aan de EPC-eis te voldoen. In<br />
geval van veel lineaire warmteverliezen zoals bij hoekwoningen,<br />
vrijstaande woningen of portiekwoningen blijft de<br />
EPC gelijk of zal deze iets stijgen. Het invullen van eigen<br />
waarden (bijv. SBR-referentiedetails) bij de lineaire warmteverliezen<br />
heeft een flinke verbetering van de EPC tot<br />
gevolg. Dit kan een verbetering van de EPC van 0.01 tot<br />
0.06 opleveren. Bij woningen met relatief veel lineaire<br />
warmteverliezen is het effect op de EPC van het invullen<br />
van eigen waarden circa 0.05.<br />
Tegenwoordig wordt bijna standaard hoogrendementsbeglazing<br />
(HR ++ glas, U glas ≤ 1.2 W/m 2 K)<br />
toegepast. De meerkosten hiervan zijn betrekkelijk<br />
gering en het leidt tot een duidelijk lagere EPC en<br />
een aanzie<strong>nl</strong>ijke energiebesparing. Ook kan worden<br />
gedacht aan het plaatsen van luiken voor ramen<br />
van verwarmde ruimten.<br />
Effect van thermische isolatie op de EPC<br />
Een gebruikelijk uitgangspunt voor thermische isolatie is<br />
een warmteweerstand van 2.5 m 2 K/W voor de gevel en 3.0<br />
m 2 K/W voor het dak en de vloer, en een warmtedoorgangscoëfficiënt<br />
van het raam van 2.0 W/m 2 K en van de<br />
(niet geïsoleerde) deur 3.4 W/m 2 K. Het verhogen van de<br />
warmteweerstand van de gevel naar 3.0 m 2 K/W en die van<br />
het dak en de vloer naar 3.5 m 2 K/W, in combinatie met<br />
toepassing van HR + glas zorgt voor een verbetering van de<br />
EPC met circa 0.02 – 0.05. Verder verhogen van de warmteweerstand<br />
van de gevel naar 3.5 m 2 K/W en het dak en<br />
de vloer naar 4.0 m 2 K/W en toepassing van HR ++ glas<br />
(maximale/optimale isolatie) verbetert de EPC met nog<br />
eens circa 0.02 – 0.05. Het effect op de EPC van maximale/optimale<br />
thermische isolatie van de schil is ongeacht<br />
het woningtype maximaal 0,10.
de EPN in het woningontwerp - vuistregels / pagina 9<br />
Uitgebreide informatie over ontwikkelingen op het<br />
gebied van thermische isolatiematerialen is te vinden<br />
in de publicatie ‘Thermische isolatie. Stand<br />
van zaken en veelbelovende ontwikkelingen’<br />
Detaillering<br />
Met een goede detaillering kunnen transmissie- en<br />
ventilatieverliezen – en daarmee het energiegebruik<br />
voor verwarming – worden beperkt.<br />
Ventilatieverliezen worden onder andere bepaald<br />
door:<br />
- de luchtdoorlatendheid van de gebouwschil;<br />
- het ventilatiesysteem;<br />
- voorverwarming van lucht via een serre;<br />
- warmteterugwinning via een warmtewisselaar<br />
(alleen mogelijk bij gebalanceerde ventilatie).<br />
Door een goede kier- en naaddichting kunnen infiltratieverliezen<br />
(door ongewenste natuurlijke luchttoevoer)<br />
worden beperkt. Dit heeft een gunstig<br />
effect op de EPC. Om te voorkomen dat het ventilatiesysteem<br />
uit balans raakt, is het gebruikelijk<br />
om bij een woning met gebalanceerde ventilatie<br />
standaard uit te gaan van een betere kier- en<br />
naaddichting dan bij een woning met natuurlijke<br />
luchttoevoer en mechanische luchtafvoer. Met een<br />
goede kier- en naaddichting wordt voorkomen dat<br />
(ongewenste) buite<strong>nl</strong>ucht wordt aangezogen. Voor<br />
meer informatie wordt verwezen naar de SBR<br />
Referentiedetails.<br />
Effect van kierdichting op de EPC<br />
Bij een verbeterde kierdichting (nodig bij gebalanceerde<br />
ventilatie) daalt de EPC met circa 0.02 ten opzichte van<br />
de kierdichting die wordt toegepast bij mechanische ventilatie.<br />
Wanneer de woning mechanisch wordt geventileerd,<br />
kan in de winter een serre worden gebruikt<br />
om de ventilatielucht voor te verwarmen. Ook dit<br />
heeft een gunstig effect heeft op de EPC. In de<br />
zomer verzamelt zich echter veel zonnewarmte in<br />
de serre. Om oververhitting te voorkomen zullen<br />
maatregelen getroffen moeten worden. In de NPR<br />
5129 is een temperatuur overschrijdingsmodule<br />
(TO) opgenomen waarmee onderzocht kan worden<br />
of er sprake is van oververhitting in de woning.<br />
Daarnaast is een goede detaillering van de ventilatieopeningen<br />
(met name bij hoge serres) belangrijk:<br />
- zorg voor een vaste spleet van 5 mm over de<br />
volledige breedte van de serre, zowel aan de<br />
bovenzijde als aan de onderzijde van de serrewand;<br />
- of breng regelbare ventilatieopeningen aan.<br />
Plaats de aanvoeropeningen zo laag mogelijk en<br />
de afvoeropeningen zo hoog mogelijk en maak<br />
meerdere openingen verspreid over de serre;<br />
- een nachtelijke isolatievoorziening, bijvoorbeeld<br />
een isolatierolgordijn, is aan te bevelen.<br />
Meer informatie over de bouwkundige aspecten van<br />
energiezuinig ontwerpen is te vinden in het vademecum<br />
‘Energiebewust ontwerpen van nieuwbouwwoningen’,<br />
in de publicatie ‘De zon in stedenbouw<br />
en architectuur’ en in de publicatie ‘Daglichtsystemen’.<br />
Deze publicaties zijn opgenomen in de verdiepingsbundel.
concept<br />
1<br />
2<br />
3<br />
4<br />
5<br />
6<br />
de EPN in het woningontwerp - vuistregels / pagina 10<br />
verwarming<br />
opwekking<br />
HR-107 combi<br />
zonneboilercombi<br />
HR-107<br />
HR-107 combi<br />
individuele<br />
warmtepomp<br />
levering derden<br />
3<br />
Installatie-ontwerp<br />
De derde stap bestaat uit het voorkomen van<br />
onnodig energiegebruik door toepassing van een<br />
efficiënt installatieconcept. Hierbij wordt een<br />
energie-efficiënte manier van energieopwekking<br />
gecombineerd met een optimaal samenspel van<br />
ventileren en verwarmen.<br />
Installatieconcepten bepalen in belangrijke mate<br />
welke (combinaties van) energiebesparende technieken<br />
mogelijk zijn. Enerzijds wordt de (on)mogelijkheid<br />
van bepaalde combinaties bepaald door<br />
het gekozen installatieconcept, anderzijds kan bijvoorbeeld<br />
het beschikbare aanbod van warmtekracht<br />
de keuze van het installatieconcept beïnvloeden.<br />
Op welke gronden wordt de keuze van een<br />
installatieconcept gemaakt? Geven comfortaspecten<br />
de doorslag, de EPC-waarde of wellicht de<br />
gebruiksvriendelijkheid?<br />
Niet alle installatieconcepten kunnen met mechanische<br />
en/ of gebalanceerde ventilatie gecombineerd<br />
worden. Onderstaand schema laat zien op<br />
welke manier de beschreven ventilatie- en installatieconcepten<br />
te combineren zijn.<br />
Ook zal een afweging gemaakt moeten worden tussen<br />
collectieve of individuele toepassing van een<br />
installatieconcept. Omdat een warmtepomp relatief<br />
kostbaar is, is het gunstiger deze collectief toe te<br />
passen. Ook warmtelevering door derden, die sterk<br />
afhankelijk is van de locatie, wordt meestal collectief<br />
toegepast.<br />
combinaties van ventilatie- en installatieconcepten<br />
verwarming<br />
afgiftetemperatuur<br />
hoog<br />
laag<br />
hoog<br />
hoog<br />
laag<br />
hoog<br />
zonneboiler +<br />
HR-107 combi<br />
zonneboilercombi<br />
warmtepompboiler<br />
HR-107 combi<br />
warmtepompboiler<br />
levering derden<br />
Voor enkele veelvoorkomende Novem-referentiewoningen<br />
(eengezinswoning, twee-onder-één kap,<br />
galerijwoning en vrijstaande woning) is onderzocht<br />
wat de invloed van ventilatie- en installatieconcepten<br />
op de EPC is. De kenmerken van deze voorbeeldwoningen<br />
zijn te vinden op<br />
www.epn.novem.<strong>nl</strong>.<br />
Ventilatieconcepten<br />
In de woningbouw komen met name de volgende<br />
ventilatieconcepten voor:<br />
- natuurlijke ventilatie (natuurlijke luchttoevoer<br />
en -afvoer);<br />
- mechanische ventilatie (natuurlijke<br />
luchttoevoer- en mechanische luchtafvoer);<br />
- gebalanceerde ventilatie (mechanische<br />
luchttoevoer en –afvoer).<br />
In nieuwbouwwoningen wordt vrijwel altijd mechanische<br />
of gebalanceerde ventilatie toegepast.<br />
Omdat bij natuurlijke ventilatie de minimaal benodigde<br />
hoeveelheid ventilatie niet continu gegarandeerd<br />
kan worden, wordt dit ventilatieconcept<br />
tegenwoordig weinig meer toegepast.<br />
Uitgebreide informatie over ventilatiesystemen<br />
vindt u in de publicatie ‘Techniekinventarisatie<br />
Ventilatie’ uit de verdiepingsbundel.<br />
Mechanische ventilatie<br />
Bij dit ventilatiesysteem komt ventilatielucht<br />
binnen via (vraaggestuurde) ventilatieroosters of,<br />
warm tapwater overig mechanische afvoer gebalanceerd met<br />
warmteterugwinning<br />
vraaggestuurde<br />
roosters<br />
HR-warmteterugwinning<br />
●<br />
●<br />
●<br />
●<br />
●<br />
●<br />
●<br />
● ●
de EPN in het woningontwerp - vuistregels / pagina 11<br />
indien de woning op een geluidsbelaste locatie<br />
ligt, via suskasten. De lucht wordt mechanisch<br />
afgezogen via afvoerpunten die zich tenminste in<br />
de keuken, de badkamer en het toilet bevinden.<br />
Deze afvoerpunten zijn ook voorzien van roosters<br />
en zijn aangesloten op een centraal kanaal (of<br />
kanalen) met ventilator.<br />
Mechanische ventilatie heeft als voordeel dat in<br />
vergelijking met gebalanceerde ventilatie een<br />
beperkt kanalensysteem nodig is. Nadeel is dat de<br />
luchttoevoer afhankelijk is van de ventilatiegewoonten<br />
van de bewoners en de winddruk op de<br />
gevel. De kans bestaat dat er onvoldoende geventileerd<br />
wordt doordat bewoners de roosters dichtzetten.<br />
Met vraaggestuurde roosters wordt de luchttoevoer<br />
afgestemd op de ventilatiebehoefte, hetgeen een<br />
gunstig effect heeft op het energiegebruik. In de<br />
EPC-berekening worden vraaggestuurde roosters<br />
niet direct meegenomen. Om deze wel in de berekening<br />
op te nemen moet een gelijkwaardigheidsverklaring<br />
worden gebruikt.<br />
Effect van vraaggestuurde roosters op de EPC<br />
Toevoegen van vraaggestuurde roosters bij mechanisch<br />
ventilatie geeft een verbetering van de EPC van circa<br />
0.13. Hiervoor is wel een gelijkwaardigheidsverklaring<br />
nodig; verschillende fabrikanten hebben hiervoor programma’s,<br />
ook het programma ‘EPC en Kosten’ (zie hoofdstuk<br />
5 van deze brochure) kan hierbij helpen.<br />
Gebalanceerde ventilatie<br />
Bij gebalanceerde ventilatie wordt ventilatielucht<br />
mechanisch ingeblazen in de verschillende verblijfsruimten.<br />
De lucht wordt mechanisch afgezogen<br />
via afvoerpunten die zich tenminste in de keuken,<br />
badkamer en het toilet bevinden. Deze afzuigpunten<br />
zijn aangesloten op een centraal kanaal (of<br />
kanalen), voorzien van een ventilator.<br />
Gebalanceerde ventilatie wordt meestal gecombineerd<br />
met warmteterugwinning. Hierbij wordt de<br />
warmte uit de afvoerlucht via een warmtewisselaar<br />
benut om de toevoerlucht te verwarmen. Dit resulteert<br />
in een energiebesparing en een comfortabel<br />
binnenklimaat.<br />
Toepassing van gebalanceerde ventilatie heeft de<br />
volgende consequenties voor het bouwkundig ontwerp:<br />
- afstemmen van woningplattegrond op het<br />
systeem om te zorgen voor een kort en<br />
vloeiend verloop van de luchtkanalen. Immers,<br />
hoe minder weerstand, hoe lager het<br />
energiegebruik en de geluidsproductie;<br />
- inpassen van luchtkanalen en ventilatie-unit;<br />
- realiseren van goede kier- en naaddichting;<br />
- aandacht voor geluid, onderhoud en een goede<br />
gebruiksaanwijzing.<br />
Verder wordt opgemerkt dat bij gevels met hoge<br />
geluidsbelasting gebalanceerde ventilatie zowel<br />
vanuit energetisch als akoestisch oogpunt de voorkeur<br />
geniet; suskasten zijn dan overbodig.<br />
Effect van gebalanceerde ventilatie op de EPC<br />
Ongeacht het woningtype en het installatieconcept geldt<br />
dat gebalanceerde ventilatie een gunstiger effect heeft op<br />
de EPC dan mechanische ventilatie: de EPC valt ongeveer<br />
0.10 lager uit dan bij mechanische ventilatie.<br />
Installatieconcepten<br />
In de volgende paragrafen worden zes installatieconcepten<br />
besproken die zich van elkaar onderscheiden<br />
door de wijze van verwarmen (ruimteverwarming<br />
en warmtapwater). Afhankelijk van het<br />
installatieconcept ligt een logische combinatie met<br />
mechanische en/ of gebalanceerde ventilatie voor<br />
de hand.<br />
Met de beschreven installatieconcepten wordt voldaan<br />
aan de EPC-eis, waarbij moet worden opgemerkt<br />
dat hieraan ook met andere installatieconcepten<br />
kan worden voldaan. Op het uitvouwblad is<br />
een overzicht opgenomen van de EPC van de referentiewoningen<br />
bij verschillende isolatie-, ventilatie-<br />
en installatieconcepten.
de EPN in het woningontwerp - vuistregels / pagina 12<br />
concept 1<br />
HR-107 ketel met zonneboiler en hoog temperatuursysteem<br />
Bij dit installatieconcept wordt gebruik gemaakt<br />
van een hoogrendement (HR) ketel voor de centrale<br />
verwarming en standaard radiatoren (hoog temperatuur<br />
verwarmingssysteem). Het is ook mogelijk<br />
een HR-ketel te combineren met een laag temperatuurverwarmingssysteem<br />
(vloer- of wandverwarming).<br />
Deze laatste combinatie biedt een hoger<br />
systeemrendement, hetgeen een gunstige invloed<br />
heeft op de EPC.<br />
Effect van laag temperatuur verwarmingssysteem op de<br />
EPC<br />
Een laag temperatuursysteem met vloer en/ of wandverwarming<br />
geeft ten opzichte van een hoog temperatuursysteem<br />
met radiatoren een verbetering van de EPC van<br />
circa 0.02.<br />
Voor warmtapwater is uitgegaan van een HR-ketel<br />
in combinatie met een zonneboiler. Er zijn verschillende<br />
typen zonneboilers te onderscheiden. In<br />
het kort werken ze als volgt. Via een zonnecollector<br />
wordt zonnewarmte opgevangen, waarna de<br />
warmte wordt overgedragen aan tapwater. Dit<br />
warme tapwater wordt opgeslagen in een voorraadvat<br />
(boiler). De aldus verkregen opbrengst van de<br />
zonnecollectoren wordt in mindering gebracht op<br />
de verwarmings-/warmtapwaterbehoefte. Dit heeft<br />
een gunstig effect op de EPC.<br />
Effect van zonneboiler met HR ketel t.o.v.<br />
HR-107 combiketel op de EPC<br />
Toepassing van een zonneboiler in combinatie met een<br />
HR-ketel leidt tot een verbetering van de EPC met circa<br />
0.10 ten opzichte van een HR-107 combiketel.<br />
Wanneer de zonneboiler niet voldoende warmte<br />
levert, zorgt een warmwatertoestel (bijvoorbeeld<br />
een HR-combiketel) voor naverwarming. Het is van<br />
belang om al in een vroeg stadium een keuze te<br />
maken uit de verschillende typen zonneboilers<br />
omdat de situering van de verschillende onderdelen,<br />
zoals collector, opslagvat, pomp en verwarmingsketel,<br />
per type kan verschillen.<br />
Het rendement van een zonneboiler is maximaal<br />
als de zonnecollector precies op het zuiden onder<br />
een hoek van 42 graden is gericht.<br />
Zonneboilers worden meestal gedimensioneerd op<br />
een dekking van circa 50% van de energiebehoefte<br />
voor warmtapwater. Voor een gemiddeld huishouden<br />
betekent dit een collectoroppervlak van 2.7/<br />
2.8 m 2 en een voorraadvat van 100 tot 200 liter.<br />
Een standaard zonneboilervat, leverbaar in staande<br />
of liggende uitvoering, heeft een diameter van<br />
circa 65 cm en een hoogte van 100-120 cm. Bij<br />
inpassing in het ontwerp moet echter wel rekening
verwarming aanvoer<br />
verwarming retour<br />
warm tapwater<br />
mechanische ventilatie toevoer<br />
mechanische ventilatie afvoer<br />
natuurlijke ventilatie toevoer<br />
vraaggestuurde natuurlijke ventilatie toevoer<br />
concept 1<br />
HR-107 ketel met zonneboiler en hoog temperatuursysteem<br />
mechanische ventilatie
de EPN in het woningontwerp - vuistregels / pagina 15<br />
worden gehouden met de technische eisen van het<br />
zonneboilersysteem. Het is van belang dat de<br />
technische ruimte voldoende groot is om naast de<br />
verwarmingsketel ook het boilervat te kunnen herbergen.<br />
Het boilervat wordt bij voorkeur naast of<br />
eventueel onder de verwarmingsketel geplaatst.<br />
Toepassing van een HR-ketel met zonneboiler heeft<br />
de volgende consequenties voor het bouwkundig<br />
ontwerp:<br />
- inpassing rookgasafvoerkanaal HR-ketel;<br />
- inpassing zonneboiler;<br />
- integratie zonnecollector op het dak<br />
(2.7-2.8 m 2 );<br />
- zodanige plaatsing van de zonneboiler dat de<br />
afstand naar warmtapwaterpunten kort blijft.<br />
Informatie over de energieaspecten van het warmtapwatersysteem<br />
in een woning is te vinden in de<br />
publicatie ‘Warmwaterbesparing - hoofdzaken’ die<br />
is opgenomen in de verdiepingsbundel.<br />
Effect van zonneboiler op de EPC<br />
Vanwege distributieverliezen is het toepassen van een<br />
zonneboiler(combi) voor een galerijwoning/woongebouw<br />
minder gunstig dan voor een eengezins-, een twee-onderéén<br />
kap of een vrijstaande woning. Een zonneboiler leidt<br />
voor een galerijwoning/woongebouw tot een verbetering<br />
van de EPC van circa 0.03 en een EPC-verbetering van<br />
circa 0.10 voor een eengezins-, twee-onder-één kap of<br />
vrijstaande woning.<br />
Zie voor meer informatie over dit onderwerp de<br />
publicaties ‘Thermische Zonne-energie’ en<br />
‘Zonneboilers’. De publicatie ‘De zon in stedenbouw<br />
en architectuur’ geeft een uitgebreid overzicht van<br />
toepassingen voor zonne-energie.
de EPN in het woningontwerp - vuistregels / pagina 16<br />
concept 2<br />
Zonneboilercombi en laag temperatuursysteem<br />
Bij dit installatieconcept wordt zowel voor verwarming<br />
als voor warm tapwater gebruik gemaakt van<br />
een zonneboiler (zonneboilercombi). Het rendement<br />
van een zonneboilercombi is groot, hetgeen<br />
een gunstig effect heeft op de EPC. De werking<br />
van een zonneboilercombi komt overeen met de<br />
werking van een zonneboiler. Een (grotere) zonnecollector<br />
zet zonnewarmte om in warmte ten<br />
behoeve van warmtapwater én verwarming.<br />
Naverwarming van het cv- en tapwater vindt geïntegreerd<br />
(maar uiteraard gescheiden) plaats in het<br />
opslagvat. Voor naverwarming wordt een HR-107<br />
ketel ingezet.<br />
Het rendement van een zonneboilercombi is maximaal<br />
als de zonnecollector precies op het zuiden<br />
onder een hoek van 52 graden is gericht. Om een<br />
zonneboilercombi te voeden is een collectoroppervlak<br />
van 4.2-5.6 m 2 nodig en een voorraadvat van<br />
circa 240 liter. De globale diameter is circa 65 cm<br />
en de hoogte is ongeveer 145 cm.<br />
Vanwege de relatief lage temperaturen in het<br />
opslagvat wordt de zonneboilercombi vaak gecombineerd<br />
met vloer- of wandverwarming (laag temperatuur<br />
verwarmingssysteem). Deze combinatie<br />
heeft een hoog systeemrendement, hetgeen een<br />
gunstig effect heeft op de EPC.<br />
Meer informatie over laag temperatuur verwarmingssystemen<br />
is te vinden in de publicatie<br />
‘Lage temperatuur systemen: meer comfort met<br />
minder energie’.<br />
Effect van zonneboilercombi met laag temperatuur<br />
verwarmingssysteem op de EPC<br />
Toepassing van een zonneboilercombi in combinatie met<br />
een laag temperatuur verwarmingssysteem leidt ongeacht<br />
het ventilatieconcept en het woningtype tot een verbetering<br />
van de EPC met circa 0.07-0.14 ten opzichte van een<br />
zonneboiler met een hoog temperatuur verwarmingssysteem.<br />
Toepassing van een HR-ketel met zonneboilercombi<br />
heeft de volgende consequenties voor het bouwkundig<br />
ontwerp:<br />
- inpassing rookgasafvoerkanaal HR-ketel;<br />
- inpassing zonneboilercombi;<br />
- integratie zonnecollector op het dak<br />
(4.2-5.6 m 2 );<br />
- plaatsing zonneboilercombi voor korte leidingen<br />
naar warmtapwaterpunten. Dit verkleint de<br />
distributieverliezen, hetgeen een gunstig effect<br />
heeft op de EPC.<br />
Effect van warm tapwaterleidinglengte op de EPC<br />
Het verschil in EPC vanwege kortere tapwaterleidingen<br />
kan oplopen tot circa 0,03. Overigens heeft ook de comfortklasse<br />
van het tapwatertoestel effect op de EPC; het<br />
verschil kan oplopen tot circa 0,02.<br />
Informatie over de energieaspecten van het warmtapwatersysteem<br />
in een woning is te vinden in de<br />
publicatie ‘Warmwaterbesparing - hoofdzaken’,<br />
opgenomen in de verdiepingsbundel.
verwarming aanvoer<br />
verwarming retour<br />
warm tapwater<br />
mechanische ventilatie toevoer<br />
mechanische ventilatie afvoer<br />
natuurlijke ventilatie toevoer<br />
vraaggestuurde natuurlijke ventilatie toevoer<br />
concept 2<br />
Zonneboilercombi en laag temperatuursysteem<br />
gebalanceerde ventilatie
de EPN in het woningontwerp - vuistregels / pagina 19
de EPN in het woningontwerp - vuistregels / pagina 20<br />
concept 3<br />
HR-107 ketel, warmtepompboiler, vraaggestuurde roosters en hoog temperatuursysteem<br />
Bij dit installatieconcept wordt gebruikt gemaakt<br />
van een hoogrendement ketel voor de centrale verwarming,<br />
een standaard radiatorenverwarming<br />
(hoog temperatuur verwarmingssysteem). Het is<br />
ook mogelijk een HR-ketel te combineren met een<br />
vloer- of wandverwarming (laag temperatuur verwarmingssysteem).<br />
Deze laatste combinatie heeft<br />
een hoger systeemrendement wat een gunstige<br />
invloed heeft op de EPC.<br />
Effect van laag temperatuur verwarmingssysteem<br />
op de EPC<br />
Dit concept in combinatie met een laag temperatuur<br />
verwarmingssysteem geeft een verbetering van de EPC<br />
van circa 0.02 ten opzichte van een hoog temperatuur<br />
verwarmingssysteem.<br />
Voor warm tapwater wordt bij dit concept gebruik<br />
gemaakt van een warmtepompboiler. Via een<br />
warmtewisselaar onttrekt een warmtepompboiler<br />
warmte uit de afgevoerde ventilatielucht om hiermee<br />
het tapwater te verwarmen. Om een warmtepompboiler<br />
te kunnen toepassen dient deze<br />
gecombineerd te worden met mechanische afzuiging.<br />
Een warmtepompboiler kan niet worden<br />
gecombineerd met gebalanceerde ventilatie met<br />
warmteterugwinning, omdat de warmte uit de ventilatielucht<br />
reeds gebruikt wordt voor verwarming<br />
van het tapwater. Combinatie met gebalanceerde<br />
ventilatie zonder warmteterugwinning is wel mogelijk,<br />
maar is voor de EPC niet gunstig.<br />
Om bij dit installatieconcept de toe- en afvoerlucht<br />
op elkaar af te stemmen worden vraaggestuurde<br />
roosters toegepast. Met vraaggestuurde<br />
roosters kan de luchttoevoer afgestemd worden op<br />
de ventilatiebehoefte, hetgeen een gunstig effect<br />
heeft op de EPC.<br />
Een nadeel van vraaggestuurde ventilatie is echter<br />
dat ieder rooster een motortje bevat, hetgeen<br />
extra onderhoud tot gevolg heeft.<br />
Toepassing van een HR-ketel met warmtepompboiler<br />
heeft de volgende consequenties voor het<br />
bouwkundig ontwerp:<br />
- inpassing rookgasafvoerkanaal HR-ketel;<br />
- rekening houden met de benodigde ruimte voor<br />
het kanalensysteem;<br />
- inpassing warmtepompboiler;<br />
- zodanige plaatsing van de warmtepompboiler<br />
dat de afstand tot warmtapwaterpunten kort is.<br />
Hiermee worden distributieverliezen beperkt,<br />
hetgeen een gunstig effect heeft op de EPC.
verwarming aanvoer<br />
verwarming retour<br />
warm tapwater<br />
mechanische ventilatie toevoer<br />
mechanische ventilatie afvoer<br />
natuurlijke ventilatie toevoer<br />
vraaggestuurde natuurlijke ventilatie toevoer<br />
concept 3<br />
HR-107 ketel, warmtepompboiler, vraaggestuurde roosters en hoog temperatuursysteem<br />
mechanische ventilatie
de EPN in het woningontwerp - vuistregels / pagina 23<br />
Effect van warmtepompboiler op de EPC<br />
Toepassing van een warmtepompboiler ten opzichte van<br />
een HR 107 combiketel vermindert de EPC met 0.07.<br />
Uitgangspunt is dan wel mechanische ventilatie, dus<br />
geen gebalanceerde ventilatie.<br />
De opbrengst van een warmtepompboiler is kleiner<br />
dan de opbrengst van een zonneboiler. In situaties<br />
waar het niet mogelijk is een zonneboiler aan te<br />
brengen is een warmtepompboiler echter een goed<br />
alternatief.<br />
De kosten van een warmtepompboiler komen globaal<br />
overeen met die van een zonneboiler (exclusief<br />
naverwarmer).<br />
Omdat in dit installatieconcept de warmtepompboiler<br />
gecombineerd is met vraaggestuurde<br />
roosters is de EPC circa 0.07 lager dan het installatieconcept<br />
met een zonneboiler. Zonder vraaggestuurde<br />
roosters is de opbrengst van een warmtepompboiler<br />
echter geringer dan van een zonneboiler.<br />
Voor vraaggestuurde roosters is een gelijkwaardigheidsverklaring<br />
noodzakelijk.
de EPN in het woningontwerp - vuistregels / pagina 24<br />
concept 4<br />
HR-107 combiketel met HR warmteterugwinning en hoog temperatuursysteem<br />
Bij dit installatieconcept wordt zowel voor verwarming<br />
als voor warmtapwater gebruik gemaakt van<br />
een HR-combiketel. Het is van belang de combiketel<br />
zodanig te plaatsen dat de leidingen voor<br />
warmtapwater zo kort mogelijk zijn. Belangrijke<br />
voordelen van een combiketel zijn de relatief lage<br />
aanschafprijs en de beperkte benodigde ruimte.<br />
Ook is het mogelijk een HR-combiketel te combineren<br />
met vloer- of wandverwarming (laag temperatuur<br />
verwarmingssysteem). Deze combinatie leidt<br />
tot een hoger systeemrendement , hetgeen een<br />
gunstige invloed heeft op de EPC.<br />
Met warmteterugwinning kan warmte via een<br />
warmtewisselaar aan de afvoerlucht worden onttrokken<br />
en vervolgens worden gebruikt om de toevoerlucht<br />
te verwarmen. Bij een hoog rendement<br />
(>90%) van het warmteterugwinsysteem wordt<br />
gesproken van HR-warmteterugwinning. Ook de<br />
warmte die door de gelijkstroomventilatoren wordt<br />
geproduceerd, kan via warmteterugwinning nuttig<br />
worden gebruikt. Door middel van een kwaliteitsverklaring<br />
kan ook in de EPC-berekening rekening<br />
worden gehouden met deze hoge rendementen.<br />
Warmteterugwinning is alleen te combineren met<br />
gebalanceerde ventilatie (mechanische luchttoeen<br />
–afvoer).<br />
Met warmteterugwinning wordt het energiegebruik<br />
voor het verwarmen van de ventilatielucht verminderd.<br />
Dit heeft een gunstig effect op de EPC. Om<br />
oververhitting in de zomer te voorkomen is het<br />
van belang de warmteterugwinunit van een zogenaamde<br />
‘bypass’ te voorzien. De warme afvoerlucht<br />
wordt dan ’s zomers buiten de warmteterugwinunit<br />
om geleid zodat de warmte niet in de woning<br />
wordt teruggevoerd.<br />
Effect van gelijkstroom ventilator versus wisselstroom<br />
ventilator op de EPC<br />
Toepassing van gelijkstroomventilatoren geeft bij mechanische<br />
afzuiging een EPC-verbetering van circa 0.02, terwijl<br />
bij gebalanceerde ventilatie sprake is van een verbetering<br />
van circa 0.05. Bij HR-warmteterugwinning wordt<br />
altijd gebruik gemaakt van gelijkstroomventilatoren.<br />
Toepassing van een HR-ketel met warmteterugwinning<br />
heeft de volgende consequenties voor het<br />
bouwkundig ontwerp:<br />
- inpassing rookgasafvoerkanaal HR-ketel;<br />
- goede kier- en naaddichting van kanalensysteem<br />
en woning is noodzakelijk vanwege de<br />
combinatie met gebalanceerde ventilatie;<br />
- inpassing warmteterugwinunit;<br />
- aandacht voor geluid, onderhoud en een goede<br />
gebruiksaanwijzing.
verwarming aanvoer<br />
verwarming retour<br />
warm tapwater<br />
mechanische ventilatie toevoer<br />
mechanische ventilatie afvoer<br />
natuurlijke ventilatie toevoer<br />
vraaggestuurde natuurlijke ventilatie toevoer<br />
concept 4<br />
HR-107 combiketel met HR warmteterugwinning en hoog temperatuursysteem<br />
gebalanceerde ventilatie
de EPN in het woningontwerp - vuistregels / pagina 27
de EPN in het woningontwerp - vuistregels / pagina 28<br />
concept 5<br />
Individuele warmtepomp met warmtepompboiler en laag temperatuursysteem<br />
Dit installatieconcept gaat uit van een individuele<br />
warmtepomp voor ruimteverwarming en een warmtepompboiler<br />
voor verwarming van het warmtapwater.<br />
Met een warmtepomp wordt warmte onttrokken<br />
aan de bodem (aardwarmte) of een andere bron<br />
(buite<strong>nl</strong>ucht of grondwater). Met deze warmte<br />
brengt de warmtepomp vervolgens de temperatuur<br />
van het verwarmingssysteem van de woning op het<br />
gewenste niveau. Het principe hierachter is eenvoudig:<br />
de warmte die vrijkomt als vijftig liter<br />
water één graad in temperatuur daalt, is voldoende<br />
om één liter water vijftig graden in temperatuur te<br />
laten stijgen.<br />
Vanwege de relatief lage temperaturen van de bron<br />
wordt een warmtepomp vaak gecombineerd met<br />
vloer- of wandverwarming (laag temperatuur verwarmingssysteem).<br />
Deze combinatie levert een<br />
hoog systeemrendement op, hetgeen een gunstig<br />
effect heeft op de EPC.<br />
De warmtepomp kan in de zomer ook gebruikt worden<br />
voor koeling, maar dit wordt in woningen niet<br />
of nauwelijks toegepast (mede vanwege het<br />
ongunstige effect op de EPC).<br />
Toepassing van een warmtepompsysteem vereist<br />
vroegtijdige inpassing in het bouwproces. De indi-<br />
viduele warmtepomp voor een woning neemt meer<br />
ruimte in beslag dan een ketel. Het is ook mogelijk<br />
een warmtepomp collectief toe te passen.<br />
Daarnaast kan worden overwogen om de warmtepomp<br />
tegelijkertijd voor verwarming en tapwater<br />
toe te passen, waardoor maar één installatie nodig<br />
is. Nadeel is wel dat dit iets minder gunstig is voor<br />
de EPC.<br />
Het onttrekken van warmte uit de bodem met een<br />
individuele warmtepomp is relatief kostbaar vanwege<br />
de benodigde installaties. Collectief gebruik<br />
van de bron voor één of meerdere warmtepompen<br />
is daarom vaak voordeliger. Bij centrale inzet van<br />
een warmtepomp moet een distributienet worden<br />
aangelegd om de woningen te voorzien van warmte.<br />
Effect van warmtepomp op de EPC<br />
Een warmtepomp in combinatie met vloer/ en of wandverwarming<br />
geeft afhankelijk van de bron (bodem, grondwater of buite<strong>nl</strong>ucht)<br />
een verbetering van de EPC met ca 0.03 – 0.12 ten opzichte van een<br />
HR 107 combiketel met vloer en/ of wandverwarming.<br />
Een elektrische warmtepomp met als bron grondwater is, ongeacht<br />
toevoertemperatuur, het gunstigst voor de EPC. Met bodem of buite<strong>nl</strong>ucht<br />
als bron ligt de EPC circa 0.02 resp. 0.04 hoger. Een warmtepomp<br />
wordt vaak gecombineerd met een laag temperatuursysteem.<br />
Als verwarmingstoestel is de warmtepomp in combinatie met een<br />
laag temperatuur verwarmingssysteem van de beschreven concepten<br />
het gunstigst voor de EPC.
verwarming aanvoer<br />
verwarming retour<br />
warm tapwater<br />
mechanische ventilatie toevoer<br />
mechanische ventilatie afvoer<br />
natuurlijke ventilatie toevoer<br />
vraaggestuurde natuurlijke ventilatie toevoer<br />
concept 5<br />
Individuele warmtepomp met warmtepompboiler en laag temperatuursysteem<br />
mechanische ventilatie<br />
bodem
de EPN in het woningontwerp - vuistregels / pagina 31<br />
Voor warm tapwater wordt in dit concept een<br />
warmtepompboiler ingezet. Via een warmtewisselaar<br />
onttrekt een warmtepompboiler warmte uit de<br />
afgevoerde ventilatielucht om hiermee het tapwater<br />
te verwarmen. Om een warmtepompboiler te<br />
kunnen toepassen dient deze gecombineerd te<br />
worden met mechanische afzuiging. Een warmtepompboiler<br />
kan niet worden gecombineerd met<br />
gebalanceerde ventilatie met warmteterugwinning,<br />
omdat de warmte uit de ventilatielucht al gebruikt<br />
wordt voor verwarming van het tapwater.<br />
Combinatie met gebalanceerde ventilatie zonder<br />
warmteterugwinning is wel mogelijk, maar is voor<br />
de EPC niet gunstig.<br />
Toepassing van een warmtepomp met warmtepompboiler<br />
heeft de volgende consequenties voor<br />
het bouwkundig ontwerp:<br />
- rekening houden met de benodigde ruimte voor<br />
het kanalensysteem;<br />
- inpassing warmtepomp en warmtepompboiler;<br />
- combinatie met laag temperatuursysteem;<br />
- zodanige plaatsing van de warmtepompboiler<br />
dat de afstand tot warmtapwaterpunten kort is.<br />
Hiermee worden distributieverliezen beperkt,<br />
hetgeen een gunstig effect heeft op de EPC.<br />
Bij het bovenstaande moet worden opgemerkt dat<br />
in de woningbouw nog niet zo lang warmtepompen<br />
voor verwarming worden toegepast. De systemen<br />
zijn dan ook nog niet volledig uitontwikkeld. Wel<br />
bestaan er al een aantal voorbeeldprojecten (zie<br />
ook: www.den.novem.<strong>nl</strong>).<br />
Aanvullende informatie over dit onderwerp is te<br />
vinden in de publicaties ‘Warmtepompen’ en<br />
‘Warmtepompen woningbouw’ die zijn opgenomen<br />
in de verdiepingsbundel.
de EPN in het woningontwerp - vuistregels / pagina 32<br />
concept 6<br />
Warmtelevering voor verwarming en tapwater door derden en hoog temperatuursysteem<br />
Het gebruik van door derden aangeleverde warmte<br />
– ook wel aangeduid als warmtedistributie of<br />
stadsverwarming – is een energie-efficiënte manier<br />
om woningen en tapwater te verwarmen. Er wordt<br />
gebruik gemaakt van de restwarmte die vrijkomt<br />
bij een productieproces (van een elektriciteitscentrale,<br />
fabriek, bedrijf of industrie). De warmte<br />
wordt via een leidingstelsel gedistribueerd naar de<br />
individuele woningen, en daar met behulp van een<br />
warmtewisselaar gebruikt voor verwarming van de<br />
woning en de productie van warm tapwater. De<br />
toepassing van dit installatieconcept zal, in verband<br />
met de benodigde aanwezigheid van een productieproces<br />
en aa<strong>nl</strong>eg van het leidingstelsel, al<br />
tijdens het stedenbouwkundig ontwerp moeten<br />
worden onderzocht.<br />
Dit installatieconcept heeft een hoog, beleidsmatig<br />
vastgesteld, systeemrendement wat een gunstig<br />
effect heeft op de EPC. De warmtelevering is in dit<br />
concept gecombineerd met een hoog temperatuur<br />
verwarmingssysteem. Het is echter ook goed mogelijk<br />
de warmtelevering te combineren met een laag<br />
temperatuur verwarmingssysteem. Deze combinatie<br />
heeft een hoger systeemrendement, hetgeen een<br />
gunstige invloed heeft op de EPC.<br />
Het voordeel van warmtelevering is dat in de<br />
woning geen ketel, rookgasafvoer, geiser of boiler<br />
nodig is. Een huisinstallatie is zo klein dat deze<br />
meestal in de meterkast wordt geplaatst. Hierdoor<br />
wordt ruimte in de woning bespaard.<br />
Warmtelevering door derden is een collectief<br />
systeem dat zowel voor groot- als kleinschalige<br />
projecten geschikt is. Meestal is een hele wijk of<br />
stad op warmtelevering door derden aangewezen<br />
en vaak ligt er dan ook geen gasleiding. Koken<br />
moet in dat geval elektrisch plaatsvinden. Het is<br />
echter ook mogelijk om slechts enkele woningen<br />
op een warmtenet aan te sluiten.<br />
Effect warmtelevering door derden op de EPC<br />
Warmtelevering door derden geeft een verbetering van<br />
de EPC van circa 0.15 ten opzichte van een HR 107 combiketel.<br />
Uitgaande van mechanische ventilatie geldt voor alle<br />
woningtypen dat de EPC bij het toepassen van de installatieconcepten<br />
3 en 6 ongeveer gelijk is. Qua kosten zal<br />
het hier beschreven installatieconcept, warmtelevering<br />
door derden, de voorkeur genieten. Toepassing van warmtelevering<br />
door derden is echter sterk locatiegebonden.
verwarming aanvoer<br />
verwarming retour<br />
warm tapwater<br />
mechanische ventilatie toevoer<br />
mechanische ventilatie afvoer<br />
natuurlijke ventilatie toevoer<br />
vraaggestuurde natuurlijke ventilatie toevoer<br />
concept 6<br />
Warmtelevering voor verwarming en tapwater door derden en hoog temperatuursysteem<br />
gebalanceerde ventilatie
de EPN in het woningontwerp - vuistregels / pagina 35
de EPN in het woningontwerp - vuistregels / pagina 36<br />
4<br />
Energiebesparende technieken<br />
In dit hoofdstuk worden de verschillende<br />
energiebesparende technieken beknopt toegelicht.<br />
Zonnecellen<br />
Ook wel PhotoVoltaïsche cellen (PV-cellen)<br />
genoemd. Zonnecellen zetten zonne-energie om<br />
in elektriciteit, waarbij individuele cellen worden<br />
gegroepeerd tot een PV-paneel. Netgekoppelde<br />
systemen kunnen een eventueel overschot<br />
rechtstreeks aan het openbare net leveren.<br />
Andersom kan bij een tekort elektriciteit van het<br />
net worden betrokken. Gangbaar is een oppervlak<br />
van circa 7m 2 .<br />
Effect van PV-cellen op de EPC<br />
Oriëntatie van PV-cellen op het zuiden is het<br />
gunstigst voor de EPC, vergroten van het oppervlak PVcellen<br />
van 7m 2 naar 10m 2 geeft een verbetering van de<br />
EPC van circa 0.05, vergroten van het oppervlak van 10m 2<br />
naar 13m 2 geeft nogmaals een EPC-verbetering van circa<br />
0.05.<br />
Meer informatie over dit onderwerp is te vinden in<br />
de publicaties ‘Zonnecellen (PV)’ en ‘Zonnestroom<br />
op maar voor architecten’<br />
zonnecellen<br />
PV-cellen<br />
_ S<br />
omvormer<br />
220V AC
de EPN in het woningontwerp - vuistregels / pagina 37<br />
Zonneboilersysteem<br />
Een zonnecollector zet zonne-energie om in warmte<br />
ten behoeve van warm tapwater. De zonnewarmte<br />
die door de zonnecollectoren wordt opgevangen,<br />
wordt getransporteerd naar een boiler. In dit<br />
opslagvat wordt de warmte van het collectorwater<br />
via een warmtewisselaar overgedragen aan het leidingwater<br />
ten behoeve van warm tapwater. Omdat<br />
het water niet altijd een voldoende hoge temperatuur<br />
heeft en legionella-besmetting moet worden<br />
voorkomen, wordt gebruik gemaakt van een naverwarmer<br />
om het water op de gewenste temperatuur<br />
te brengen (circa 60 °C). Het naverwarmen kan<br />
gebeuren door een combiketel, gasboiler, indirecte<br />
boiler, warmtedistributienet of elektrische boiler.<br />
Meer informatie over dit onderwerp is te vinden in de<br />
publicaties ‘Thermische Zonne-energie’ en ‘Zonneboilers’,<br />
beide opgenomen in de verdiepingsbundel.<br />
Zonneboilercombisysteem<br />
In tegenstelling tot een standaard zonneboilersysteem,<br />
waar zonnewarmte wordt gebruikt ten<br />
behoeve van het warm tapwater, wordt bij een<br />
zonneboilercombi systeem de opgevangen zonnewarmte<br />
gebruikt voor zowel cv-water als warm tapwater.<br />
De werking berust op dezelfde principes als<br />
bij een standaard zonneboilersysteem.<br />
Naverwarming van het cv- en warm tapwater vindt<br />
geïntegreerd (maar uiteraard gescheiden) plaats in<br />
het opslagvat.<br />
zonneboiler<br />
collector<br />
vat<br />
warm water<br />
cv-ketel<br />
koud water<br />
Seizoensopslag<br />
Een andere manier van energiebesparing is toepassing<br />
van lange termijn energieopslag in de bodem<br />
(LTEO). Een overschot aan energie (warmte en/of<br />
koude) wordt voor langere termijn opgeslagen tot<br />
het moment dat de energie nodig is. Energieopslag<br />
vindt plaats in een ondergrondse watervoerende<br />
zandlaag (aquifer). Met behulp van een warmteen<br />
een koudebron kan grondwater uit de aquifer<br />
worden opgepompt of geïnjecteerd. ’s Winters<br />
wordt uit de warmtebron grondwater gepompt.<br />
De warmte wordt met behulp van een warmtepomp<br />
aan het grondwater onttrokken en gebruikt om<br />
ventilatielucht en/of water (cv- of tapwater) te<br />
verwarmen. Het afgekoelde grondwater wordt in de<br />
koudebron geïnjecteerd. ’s Zomers is de situatie<br />
omgekeerd en wordt grondwater uit de koude bron<br />
opgepompt. De warmtepomp levert dan koude ten<br />
behoeve van vloer-, wand- of luchtkoeling. Het<br />
grondwater warmt hierbij op en wordt vervolgens<br />
in de warmtebron geïnjecteerd.<br />
Meer informatie over dit onderwerp is te vinden in<br />
de publicatie ‘Thermische Energieopslag’
de EPN in het woningontwerp - vuistregels / pagina 38<br />
Warmtepomp<br />
De werking van een warmtepomp is te vergelijken<br />
met die van een koelkast. Het principe is gebaseerd<br />
op het feit dat een koudemiddel bij verdamping<br />
energie nodig heeft en bij condensatie energie<br />
afstaat. In de winter kan men warmte uit bijvoorbeeld<br />
(ventilatie)lucht, (grond)water of bodem<br />
onttrekken via een verdamper. De warmtepomp zet<br />
deze warmte van lage temperatuur vervolgens om<br />
in warmte die geschikt is voor verwarming of<br />
levering van warm tapwater. In de zomer kan het<br />
omgekeerde proces plaatsvinden en kan een<br />
gebouw worden gekoeld. Met een warmtepomp is<br />
het mogelijk om tegelijk warmte en koude af te<br />
nemen. Ook is combinatie met seizoensopslag<br />
mogelijk. Warmtepompen kunnen zowel individueel<br />
als collectief (op gebouwniveau) worden ingezet.<br />
Bij collectieve inzet moet een distributienet worden<br />
aangelegd om de individuele gebouwen te<br />
kunnen voorzien van warmte en/of koude.<br />
Meer informatie over dit onderwerp is te vinden in<br />
de publicaties ‘Warmtepompen’ en ‘Warmtepompen<br />
woningbouw’, beide opgenomen in de verdiepingsbundel.<br />
Warmtepompboiler<br />
Als alternatief voor een zonneboilersysteem kan<br />
een warmtepompboiler worden toegepast. Via een<br />
warmtepompboiler wordt warmte onttrokken aan<br />
de retourlucht van het mechanisch afzuigsysteem.<br />
Deze warmte wordt vervolgens overgedragen aan<br />
het tapwater.<br />
Ter voorkoming van mogelijke legionellabesmetting<br />
wordt de warmtepompboiler voorzien van een elektrisch<br />
verwarmingselement dat regelmatig de temperatuur<br />
van het water in de boiler op circa 60 °C<br />
brengt. Het elektrische element kan tevens worden<br />
gebruikt wanneer de afname van warm tapwater<br />
een tijdelijke piek heeft.<br />
Biomassa<br />
Biomassa bestaat uit hout(afval) en/of gft. Bij<br />
directe verbranding levert biomassa warmte of<br />
elektriciteit op. Deze energie is goed bruikbaar.<br />
Het is ook mogelijk biomassa (inclusief mest) te<br />
vergassen. Dit biologische proces is moeilijk<br />
beheersbaar, en de gaskwaliteit wordt bepaald<br />
door vele factoren. Combinaties met WK en HRketels<br />
zijn mogelijk. Directe omzetting van biomassa<br />
naar warmte of elektriciteit kan bijvoorbeeld<br />
plaatsvinden in een warmtekrachtinstallatie op<br />
basis van houtafval.<br />
warmtepomp<br />
met seizoenopslag<br />
koude bron warme bron<br />
aquifer<br />
WP WP
de EPN in het woningontwerp - vuistregels / pagina 39<br />
Warmtekracht (WK)<br />
Warmtekrachtinstallaties leveren zowel warmte als<br />
elektriciteit. Warmtekracht kan zowel op gebouwals<br />
op clusterniveau worden toegepast en kan zinvol<br />
zijn wanneer er zowel een warmte- als een<br />
elektriciteitsvraag is.<br />
Warmtekrachtkoppeling kan worden toegepast met<br />
behulp van een gasturbine (150 – 100.00 kWe),<br />
een gasmotor (150 – 1000 kWe), STEG (> 20 Mwe)<br />
of brandstofcellen. Een gasmotor zet haar brandstof<br />
voor circa 30% om in elektriciteit en voor<br />
50% in warmte. Bij een gasturbine is die verhouding<br />
50% - 30%. De warmte die wordt geleverd is,<br />
hoogwaardig, afhankelijk van het gekozen systeem<br />
70 – 150 °C. Dit betekent dat warmtekracht rendabel<br />
kan worden toegepast voor hoge temperatuur<br />
verwarmingssystemen. Voor lage temperatuurverwarmingssystemen<br />
is de warmte van WK in feite te<br />
hoogwaardig.<br />
elektrisch net<br />
Brandstofcellen<br />
Een brandstofcel is een soort eeuwigdurende batterij.<br />
Uit waterstof en zuurstof wordt elektriciteit en<br />
water verkregen. Deze technologie kan onder andere<br />
worden gecombineerd met gasturbines, waterstofopslag,<br />
photovoltaïsche zonnecellen en een<br />
hoge temperatuur warmtedistributienet.<br />
Brandstofcellen zijn momenteel nog niet marktrijp.<br />
Wel is het mogelijk een WK-installatie op basis van<br />
conventionele gasturbines te zijner tijd te vervangen<br />
door brandstofcellen.<br />
warmtekracht<br />
generator<br />
uitlaatgas warmtewisselaar<br />
gasmotor<br />
koelwater warmtewisselaar<br />
aardgas<br />
biogas<br />
houtgas<br />
deponiegas
de EPN in het woningontwerp - vuistregels / pagina 40<br />
5<br />
EPC en Kosten<br />
Op het uitvouwblad in deze brochure staat een<br />
overzicht van de EPC van de referentiewoningen bij<br />
verschillende isolatie-, ventilatie- en installatieconcepten.<br />
Voor een indicatie van de EPC van een<br />
woning kan gebruik gemaakt worden van dit overzicht.<br />
Voor een betere indicatie van de EPC kan<br />
gebruik gemaakt worden van het rekenprogramma<br />
‘EPC en kosten’.<br />
Met dit rekenprogramma kunnen snel en eenvoudig<br />
indicatieve EPC-berekeningen worden gemaakt,<br />
verschillende maatregelenpakketten worden vergeleken<br />
en kan inzicht worden verkregen in de<br />
kosten en mogelijke subsidies van energiebesparende<br />
maatregelen.<br />
Opgemerkt moet worden dat het programma alleen<br />
bedoeld is voor indicatieve berekeningen, bijvoorbeeld<br />
in het ontwerpstadium. Voor het indienen<br />
van een bouwaanvraag dienen de berekeningen<br />
vanaf 1 januari 2003 uitgevoerd te worden met<br />
EPW voor Windows V1.2 (NPR 5129 - uitgave NEN).<br />
Via de energiepremieregeling worden subsidies<br />
gegeven voor energiebesparende en duurzame<br />
energiemaatregelen. Verschillende maatregelen die<br />
onderdeel vormen van de beschreven installatieconcepten,<br />
zoals zonneboiler, laag temperatuursysteem<br />
en warmtepomp, komen in aanmerking<br />
voor deze subsidie. De subsidies die behoren bij de<br />
energiepremieregeling zijn opgenomen in het<br />
rekenprogramma ‘EPC en kosten’.<br />
Meer informatie is te vinden op<br />
www.epn.novem.<strong>nl</strong>, waar ook het programma<br />
‘EPC en kosten’ kan worden gedow<strong>nl</strong>oad.<br />
Voor informatie over subsidies voor energiebesparende<br />
maatregelen, zie www.energiepremie.<strong>nl</strong>.
<strong>Vuistregels</strong> in een notedop<br />
(STEDEN)BOUWKUNDIG<br />
Oriëntatie: voor de EPC is een noord-zuid oriëntatie het gunstigst<br />
en oost-west het minst gunstig; dit uit zich in een verschil<br />
in de EPC van circa 0.03;<br />
Toevoeging van een serre (AOS), heeft alleen invloed op de EPC<br />
indien volgens de uitgebreide methode gerekend wordt. Wanneer<br />
volgens de uitgebreide methode of met eigen invoer voor de<br />
lineaire warmteverliezen gerekend wordt, verbetert de EPC met<br />
circa 0.02 resp. 0.08;<br />
HR ++ beglazing (U glas = 1.2 W/m 2 K) geeft ten opzichte van HR +<br />
beglazing (U glas = 1.6 W/m 2 K) een verbetering van de EPC van<br />
circa 0.02;<br />
Een geïsoleerde deur (U deur = 2.0 W/m 2 K) geeft ten opzichte<br />
van een ongeïsoleerde deur (U deur = 3.4 W/m 2 K) een verbetering<br />
van de EPC van circa 0.02;<br />
Verhogen thermische isolatie (R c ;gevel/ vloer = 4.0 m 2 K/W,<br />
R c ;dak = 5.0 m 2 K/W, U glas = 1.2 W/m 2 K en U deur = 2.0 W/m 2 K)<br />
van de schil geeft een verbetering van de EPC van circa 0.08;<br />
Wanneer sprake is van weinig lineaire warmteverliezen is eenvoudiger<br />
dan voorheen aan de EPC-eis te voldoen. In geval van<br />
veel lineaire warmteverliezen zoals bij hoekwoningen, vrijstaande<br />
woningen of portiekwoningen blijft de EPC gelijk of zal deze<br />
iets stijgen.<br />
Het invullen van eigen waarden (bijv. SBR-referentiedetails) bij<br />
de lineaire warmteverliezen heeft een flinke verbetering op de<br />
EPC tot gevolg. Dit kan een verbetering van de EPC van 0.01 tot<br />
0.06 opleveren. Bij woningen met relatief veel lineaire warmte-<br />
verliezen is het effect op de EPC van het invullen van eigen<br />
waarden circa 0.05.<br />
Toepassen van luiken voor de ramen geeft een verbetering van<br />
de EPC van circa 0.05, luiken alleen op het noorden geven een<br />
verbetering van circa 0.02.<br />
Verbeteren van de kierdichting (q v;10 ) geeft een verbetering<br />
van de EPC met circa 0.02;<br />
INSTALLATIETECHNISCH<br />
Ventilatie<br />
Gebalanceerde ventilatie (met ‘gewone’ warmteterugwinning,<br />
circa 70%) in plaats van natuurlijke toevoer en mechanische<br />
afvoer geeft een EPC die circa 0.10 lager is.<br />
Ten opzichte van een wisselstroomventilator geeft een gelijkstroomventilator<br />
bij mechanische afzuiging een verbetering van<br />
de EPC met circa 0.02, bij gebalanceerde ventilatie is de verbetering<br />
van de EPC circa 0.05;<br />
Door het rendement van de warmteterugwinning, van 70%<br />
(‘standaard wtw’) naar 95% (HR wtw) te verhogen, kan de EPC<br />
met circa 0.05 omlaag;<br />
Voorverwarming van de ventilatielucht in de serre geeft een<br />
EPC-verbetering van circa 0.01;<br />
Toevoegen van vraaggestuurde roosters bij mechanisch ventilatie<br />
geeft een verbetering van de EPC van circa 0.13. Hiervoor is wel<br />
een gelijkwaardigheidsverklaring benodigd; verschillende fabrikanten<br />
hebben hiervoor programma’s, ook het programma ‘EPC<br />
en Kosten’ (zie pagina 28) kan hierbij helpen;
Verwarming<br />
Een laag temperatuursysteem met vloer en/ of wandverwarming<br />
geeft ten opzichte van een hoog temperatuursysteem met radiatoren<br />
een verbetering van de EPC van circa 0.02;<br />
Zonnecollectoren (5.6m 2 ) ten behoeve van ruimteverwarming en<br />
warm tapwater (zonneboilercombi) geven een verbetering van<br />
de EPC van circa 0.20 ten opzichte van een HR 107 combiketel.<br />
Een zonneboilercombi wordt vaak gecombineerd met een laag<br />
temperatuursysteem met vloer en/ of wandverwarming;<br />
Een warmtepomp in combinatie met vloer/ en of wandverwarming<br />
geeft afhankelijk van de bron (bodem, grondwater of buite<strong>nl</strong>ucht)<br />
een verbetering van de EPC met ca 0.03 – 0.12 ten<br />
opzichte van een HR 107 combiketel met vloer en/ of wandverwarming;<br />
Een elektrische warmtepomp met als bron grondwater is, ongeacht<br />
toevoertemperatuur, het gunstigst voor de EPC. Met bodem<br />
of buite<strong>nl</strong>ucht als bron ligt de EPC circa 0.02 resp. 0.04 hoger.<br />
Een warmtepomp wordt vaak gecombineerd met een laag temperatuursysteem;<br />
Warmtelevering door derden (STEG, industrieel productieproces,<br />
afvalverbranding of gasmotor warmtepomp) geeft een verbetering<br />
van de EPC van circa 0.15 ten opzichte van een HR 107<br />
combiketel;<br />
Een warmtekrachtinstallatie (WK) geeft afhankelijk van het vermogen<br />
een verbetering van de EPC van circa 0.03 – 0.06 ten<br />
opzichte van een HR 107 combiketel;<br />
Warm tapwater<br />
Toevoegen van zonnecollectoren (2.8 m 2 ) ten behoeve van warm<br />
tapwater (zonneboiler) bij een HR 107 combiketel geeft een<br />
verbetering van de EPC met circa 0.10;<br />
Zonneboiler in woongebouw: De inzet van een zonneboiler, aanvullend<br />
op een HR-107 combitoestel, verlaagt in een woongebouw<br />
(galerijwoning) de EPC met circa 0.03. Vanwege distributieverliezen<br />
is het effect van een zonneboiler(combi) hier aanzie<strong>nl</strong>ijk<br />
kleiner dan voor individuele woningen;<br />
Toepassing van een warmtepompboiler ten opzichte van een HR<br />
107 combi ketel levert een reductie op van 0.07 op de EPC.<br />
Uitgangspunt is dan wel mechanische ventilatie, dus geen gebalanceerde<br />
ventilatie;<br />
Wanneer de leidinglengtes relatief kort zijn, geeft het rekenen<br />
met de werkelijke leidinglengtes ten opzichte van de forfaitaire<br />
leidinglengtes een verbetering van circa 0.03 op de EPC. De<br />
plaats van de ketel is dus belangrijk;<br />
Een lagere comfortklasse (CW klasse) voor warm tapwater geeft<br />
een verbetering van de EPC met circa 0.02;<br />
PV-cellen<br />
Oriëntatie van PV-cellen op het zuiden is het meest gunstig voor<br />
de EPC, vergroten van het oppervlak PV-cellen van 7m 2 naar<br />
10m 2 geeft een verbetering van de EPC van circa 0.05, vergroten<br />
van het oppervlak van 10m 2 naar 13m 2 geeft nogmaals een EPCverbetering<br />
van circa 0.05.
MECHANISCHE VENTILATIE eengezinswoning 2 onder 1 kap woning galerijwoning vrijstaande woning<br />
Rc gevel/ dak/ vloer<br />
U raam<br />
1. HR-107 ketel met zonneboiler<br />
en hoog temperatuur verwarmingssysteem<br />
2. (HR-107)zonneboilercombi<br />
en laag temperatuur verwarmingssysteem<br />
3. HR-107 ketel met warmtepompboiler,<br />
vraaggestuurde roosters en hoog temperatuur verwarmingssysteem<br />
4. HR-107 combiketel met HR warmteterugwinning<br />
en hoog temperatuur verwarmingssysteem<br />
5. Individuele warmtepomp met warmtepompboiler<br />
en laag temperatuurverwarmingssysteem<br />
6. Warmtelevering verwarming en warm tapwater door derden en<br />
hoog temperatuur verwarmingssysteem<br />
1. HR-107 ketel met zonneboiler<br />
en hoog temperatuur verwarmingssysteem<br />
2. (HR-107)zonneboilercombi<br />
en laag temperatuur verwarmingssysteem<br />
3. HR-107 ketel met warmtepompboiler,<br />
vraaggestuurde roosters en hoog temperatuur verwarmingssysteem<br />
4. HR-107 combiketel met HR warmteterugwinning<br />
en hoog temperatuur verwarmingssysteem<br />
5. Individuele warmtepomp met warmtepompboiler<br />
en laag temperatuurverwarmingssysteem<br />
6. Warmtelevering verwarming en warm tapwater door derden en<br />
hoog temperatuur verwarmingssysteem<br />
voldoet niet<br />
1.00 - 0.95<br />
0.95 - 0.90<br />
0.90 - 0.85<br />
0.85 - 0.80<br />
0.80 - 0.75<br />
< 0.75<br />
geen logische combinatie<br />
2.5/ 3.0/ 3.0 3.0/ 3.5/ 3.5 3.5/ 4.0/ 4.0 2.5/ 3.0/ 3.0 3.0/ 3.5/ 3.5<br />
2.0<br />
1.8<br />
1.6<br />
2.0<br />
1.8<br />
U raam<br />
2.5/ 3.0/ 3.0<br />
3.0/ 3.5/ 3.5 3.5/ 4.0/ 4.0 2.5/ 3.0/ 3.0<br />
2.0<br />
1.8<br />
1.6<br />
2.0<br />
3.0/ 3.5/ 3.5<br />
1.8<br />
3.5/4.0/ 4.0<br />
1.6<br />
3.5/4.0/ 4.0<br />
1.6<br />
2.5/3.0/ 3.0<br />
2.0<br />
2.5/3.0/ 3.0<br />
2.0<br />
3.0/3.5/ 3.5<br />
1.8<br />
3.0/3.5/ 3.5<br />
1.8<br />
3.0/4.0/ 4.0<br />
1.6<br />
3.0/4.0/ 4.0<br />
1.6<br />
2.5/3.0/ 3.0<br />
2.0<br />
2.5/3.0/ 3.0<br />
2.0<br />
3.0/3.5/ 3.5<br />
1.8<br />
GEBALANCEERDE VENTILATIE eengezinswoning 2 onder 1 kap woning galerijwoning vrijstaande woning<br />
Rc gevel/ dak/ vloer<br />
U raam<br />
EPC berekend conform NEN 5128:2001<br />
3.0/3.5/ 3.5<br />
1.8<br />
3.5/4.0/ 4.0<br />
1.6<br />
3.5/4.0/ 4.0<br />
1.6
vuistregels