13.09.2013 Views

Altivar 11 Telemecanique

Altivar 11 Telemecanique

Altivar 11 Telemecanique

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Handleiding<br />

<strong>Altivar</strong> <strong>11</strong><br />

<strong>Telemecanique</strong><br />

Snelheidsregelaar voor<br />

asynchrone motoren


De stappen van de inbedrijfstelling<br />

1 - De regelaar bevestigen<br />

2 - Aansluiten op de regelaar :<br />

• het voedingsnet, waarbij u erop let dat het :<br />

- binnen het spanningsbereik van de regelaar ligt<br />

- buiten spanning staat<br />

• de motor, waarbij u erop let dat zijn schakeling overeenkomt met de netspanning<br />

• de sturing via de logische ingangen<br />

• de snelheidsreferentie via de logische of analoge ingangen<br />

3 - Onder spanning zetten zonder werkingscommando te geven<br />

4 - Configureren :<br />

• de nominale frequentie (bFr) van de motor, indien deze verschilt van 50 Hz voor het gamma E of van 60 Hz<br />

voor het gamma U (verschijnt enkel bij de eerste inschakeling).<br />

• de parameters ACC (versnelling) en dEC (vertraging).<br />

• de parameters LSP (lage snelheid bij nulreferentie) en HSP (hoge snelheid bij maximumreferentie).<br />

• de parameter ItH (thermische beveiliging van de motor).<br />

• de voorkeuzesnelheden SP2 - SP3 - SP4.<br />

• de snelheidsreferentie indien deze verschilt van 0 - 5 V (0 - 10 V of 0 - 20 mA of 4 - 20 mA).<br />

5 - Configureren in het menu drC :<br />

De motorparameters, alleen indien de fabrieksinstelling van de regelaar niet voldoet.<br />

6 - Starten<br />

Fabrieksinstelling<br />

De <strong>Altivar</strong> <strong>11</strong> wordt in de fabriek ingesteld voor de meest courante gebruiksomstandigheden :<br />

• Logische ingangen :<br />

- LI1, LI2 (2 draairichtingen): 2-draadssturing bij overgang, LI1 = voorwaarts, LI2 = achterwaarts.<br />

- LI3, LI4: 4 voorkeuzesnelheden (snelheid 1 = snelheidsreferentie of LSP, snelheid 2 = 10 Hz, snelheid 3<br />

= 25 Hz, snelheid 4 = 50 Hz).<br />

• Analoge ingang AI1: snelheidsreferentie (0 + 5 V).<br />

• Relais R1: het contact wordt geopend in geval van fout (of regelaar buiten spanning).<br />

• Uitgang DO: analoge uitgang, beeld van de motorfrequentie.<br />

Als de fabrieksinstelling niet voldoet, kunnen de functies en de toewijzingen van de in- en uitgangen<br />

gewijzigd worden via het menu FUn.<br />

Afmetingen<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

ATV <strong>11</strong>H a<br />

mm<br />

U05pp gamma's E, U<br />

U09pp gamma U<br />

U09pp gamma E<br />

U12pp gamma E<br />

U18Mp gamma E<br />

b<br />

mm<br />

c<br />

mm<br />

G<br />

mm<br />

H<br />

mm<br />

Ø<br />

mm<br />

72 142 y125 60±1 131±1 2 x 5<br />

72 142 y138 60±1 120±1 2 x 5<br />

U18Mp gamma U 72 147 138 60±1 131±1 2 x 5<br />

U18F1 gamma U<br />

U29pp gamma's E, U<br />

U41pp gamma's E, U<br />

<strong>11</strong>7 142 156 106±1 131±1 4 x 5<br />

ATV <strong>11</strong>P a<br />

mm<br />

b<br />

mm<br />

c<br />

mm<br />

G<br />

mm<br />

H<br />

mm<br />

Ø<br />

mm<br />

alle kalibers 72 142 101 60±1 131±1 2 x 5<br />

1


Montage- en temperatuursvoorwaarden<br />

2<br />

≥ 50 mm<br />

≥ d ≥ d<br />

≥ 50 mm<br />

Installeer het apparaat verticaal, op ± 10°.<br />

Plaats het niet in de nabijheid van verwarmingselementen.<br />

Voorzie voldoende vrije ruimte om de luchtcirculatie voor de koeling te verzekeren. Deze<br />

gebeurt door ventilatie van onder naar boven.<br />

Vrije ruimte voor het apparaat: minimum 10 mm.<br />

Wanneer de beschermingsgraad IP 20 volstaat, is het aanbevolen de afdekplaat weg te<br />

nemen die op de bovenzijde van de regelaar is gekleefd, zoals hieronder is aangegeven.<br />

• van -10°C tot 40°C :• d ≥ 50 mm: geen bijzondere voorzorgsmaatregelen.<br />

• d = 0 (aansluitend geplaatste regelaars): verwijder de afdekplaat die op de bovenzijde van<br />

de regelaar is gekleefd, zoals hierna is aangegeven (de beschermingsgraad wordt IP 20).<br />

• van 40°C tot 50°C : • d ≥ 50 mm: verwijder de afdekplaat die op de bovenzijde van de regelaar is gekleefd,<br />

zoals hierna is aangegeven (de beschermingsgraad wordt IP 20).<br />

• van 50°C tot 60°C : • d ≥ 50 mm: verwijder de afdekplaat die op de bovenzijde van de regelaar is gekleefd,<br />

zoals hierna is aangegeven (de beschermingsgraad wordt IP 20), en deklasseer de<br />

nominale stroom van de regelaar met 2,2 % per °C boven 50 °C.<br />

.<br />

Montage van de regelaars op bodemplaat<br />

De regelaars ATV <strong>11</strong>Ppppppp kunnen gemonteerd worden op (of in) een machineframe van staal of aluminium,<br />

indien de volgende voorwaarden worden nageleefd:<br />

maximale omgevingstemperatuur: 40 °C,<br />

verticale montage op ± 10°,<br />

de regelaar moet bevestigd worden in het midden van een steun (frame) met een dikte van ten minste 10 mm<br />

en een minimaal vierkant koeloppervlak (S) van 0,12 m 2 voor staal en 0,09 m 2 voor aluminium, dat is<br />

blootgesteld aan de open lucht,<br />

steunoppervlak van de regelaar (min. 142 x 72) bewerkt op het frame met een effenheid van max. 100 µm en<br />

een ruwheid van max. 3,2 µm,<br />

de getapte boorgaten licht frezen om bramen te verwijderen,<br />

het volledige steunoppervlak van de regelaar insmeren met thermisch contactvet (of gelijkwaardig).<br />

≥ <br />

Bevestiging met<br />

2 schroeven M5,<br />

niet bijgeleverd<br />

<br />

2 getapte<br />

boorgaten<br />

Ø M5<br />

Minimaal<br />

bewerkt<br />

oppervlak<br />

<br />

≥ <br />

Controleer de thermische toestand van de regelaar met de parameter tHd (menu SUP) om te bevestigen dat de<br />

montage doeltreffend werd uitgevoerd.<br />

<br />


Vermogenklemmenblokken<br />

<strong>Altivar</strong> ATV <strong>11</strong>p Maximale aansluitcapaciteit Aansluitkoppel in Nm<br />

AWG mm 2<br />

U05ppp, U09ppp, U18Mpp AWG 14 1,5 0,75<br />

U18F1p, U29ppp, U41ppp AWG 10 4 1<br />

Schikking, karakteristieken en functies van de stuurklemmen<br />

Klem Functie Elektrische karakteristieken<br />

RC<br />

RA<br />

Contact van het foutrelais<br />

(open in geval van fout of<br />

indien buiten spanning)<br />

0V Gemeenschappelijke van de<br />

ingangen / uitgangen<br />

AI1 Analoge spannings- of<br />

stroomingang<br />

+5V Voeding voor<br />

referentiepotentiometer<br />

2,2 tot 10 kΩ<br />

DO Configureerbare analoge of<br />

logische uitgang<br />

LI1<br />

LI2<br />

LI3<br />

LI4<br />

Naar<br />

remmodule<br />

Programmeerbare logische<br />

ingangen<br />

+ 15V Voeding van de logische<br />

ingangen<br />

Voeding vermogen Voeding vermogen<br />

Naar motor<br />

RC<br />

RA<br />

Niet gebruikt<br />

0V<br />

AI 1<br />

+ 5V<br />

DO<br />

LI 1<br />

LI 2<br />

LI 3<br />

LI 4<br />

+ 15V<br />

Min. schakelvermogen: 10 mA voor 24 V c .<br />

Max. schakelvermogen:<br />

• 2 A voor 250 V ~ en 30 V c op inductieve belasting (cos ϕ = 0,4 - L / R<br />

= 7 ms)<br />

• 5 A voor 250 V ~ en 30 V c op weerstandsbelasting (cos ϕ = 1 - L / R = 0)<br />

0 V<br />

Analoge ingang 0 + 5 V of 0 + 10 V: impedantie 40 kΩ, max. 30 V<br />

Analoge ingang 0 - 20 mA of 4 - 20 mA: impedantie 250 Ω (zonder<br />

toegevoegde weerstand)<br />

• nauwkeurigheid : - 0 + 5 %<br />

• max. beschikbaar debiet : 10 mA<br />

Naar<br />

remmodule<br />

Analoge uitgang met open collector van het type MLI aan 5 kHz :<br />

• spanning max. 30 V, impedantie 1 kΩ, max. 10 mA<br />

Logische uitgang met open collector :<br />

• spanning max. 30 V, impedantie 100 Ω, max. 50 mA<br />

• Voeding + 15 V (max. 30 V), impedantie 5 kΩ<br />

• Toestand 0 indien < 5 V, toestand 1 indien > <strong>11</strong> V<br />

Naar motor<br />

- Max. aansluitcapaciteit :<br />

1,5 mm 2 - AWG 16<br />

- Max. aansluitkoppel :<br />

0,5 Nm.<br />

+ 15 V ± 15 % beveiligd tegen kortsluiting en overbelasting.<br />

Max. beschikbaar client-debiet 100 mA<br />

3


Aansluitschema voor fabrieksinstelling<br />

4<br />

ATV<strong>11</strong>ppppF1p<br />

ATV<strong>11</strong>ppppM2p<br />

ATV<strong>11</strong>ppppM3p<br />

• netklemmen bovenaan, motorklemmen onderaan<br />

• de vermogenklemmen aansluiten voor de stuurklemmen<br />

Eenfasig net 100...120 V<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

Eenfasig net 200...230 V<br />

<br />

Driefasig net 200...240 V<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

Driefasige motor<br />

200...230 V<br />

1) Contacten van het foutrelais, om de toestand van de regelaar op afstand te signaleren.<br />

(2) + 15 V interne voedingsbron. Bij gebruik van een externe voedingsbron (max. + 24 V), de 0 V hiervan<br />

aansluiten op de klem 0 V, en de klem + 15 V van de regelaar niet gebruiken.<br />

(3) Galvanometer of laagspanningsrelais.<br />

Opmerking : alle inducties in de nabijheid van de regelaar of gekoppeld op dezelfde kring (relais, contactoren,<br />

elektroventielen,...) uitrusten met ontstoringsblokjes.<br />

Keuze van de bijbehorende elementen :<br />

Zie catalogus <strong>Altivar</strong> <strong>11</strong>.<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

Referentiepotentiometer<br />

Eventuele<br />

remmodule en<br />

-weerstand


Functies van de display en de toetsen<br />

• Verlaten van een menu<br />

of een parameter, of<br />

wissen van de getoonde<br />

waarde om terug te keren<br />

naar de vorige waarde in<br />

het geheugen.<br />

• Overgaan naar het<br />

vorige menu of de vorige<br />

parameter, of verhogen van<br />

de getoonde waarde.<br />

<br />

ESC ENT<br />

Door te drukken op of wordt de keuze niet opgeslagen in het geheugen.<br />

ENT<br />

Geheugenopslag, registreren van de getoonde keuze :<br />

Voorbeeld :<br />

Parameter Waarde of toewijzing<br />

ACC 015<br />

dEC<br />

ENT<br />

ESC<br />

(Volgende parameter)<br />

ESC<br />

026 026<br />

ENT<br />

1 maal knipperen<br />

(registratie)<br />

• 3 displays<br />

• "7 posities"<br />

• Openen van een menu of<br />

een parameter, of<br />

registreren van de<br />

parameter of de getoonde<br />

waarde<br />

• Overgaan naar het volgende<br />

menu of de volgende<br />

parameter, of verlagen van<br />

de getoonde waarde.<br />

De geheugenopslag gaat<br />

gepaard met een knipperende<br />

uitlezing<br />

Normale weergave, behalve bij fout en bij inbedrijfstelling :<br />

- rdY : Regelaar klaar.<br />

- 43.0 : Weergave van de parameter gekozen in het menu SUP (standaard: frequentiereferentie).<br />

- dcb : Remmen door gelijkstroominjectie in werking.<br />

- nSt : Vrij uitlopen.<br />

In geval van een fout gebeurt deze weergave knipperend.<br />

5


Instelparameters 1ste niveau<br />

(1) In = nominale stroom regelaar.<br />

(2) De voorkeuzesnelheden verschijnen alleen als de overeenkomstige functie in de fabrieksinstelling is<br />

gebleven of opnieuw werd geconfigureerd in het menu FUn.<br />

6<br />

Geeft de toestand van de regelaar weer<br />

De ongearceerde parameters kunnen enkel gewijzigd worden in stilstand, met de regelaar vergrendeld.<br />

De grijs gearceerde parameters kunnen gewijzigd worden in werking en in stilstand.<br />

Code Beschrijving Instelbereik Fabrieksinstelling<br />

bbFFrr Motorfrequentie 50 Hz<br />

of<br />

60 Hz<br />

Deze parameter is hier alleen zichtbaar bij de eerste inschakeling.<br />

Hij kan nadien altijd gewijzigd worden in het menu FUn.<br />

ACC Duur van de versnellingshelling 0,1 s tot 99,9 s 3<br />

50 (gamma E)<br />

of<br />

60 (gamma U)<br />

Gedefinieerd voor een bereik van 0 Hz tot de nominale motorfrequentie FrS (parameter van menu drC).<br />

dECC Duur van de vertragingshelling 0,1 s tot 99,9 s 3<br />

Gedefinieerd voor een bereik van de nominale motorfrequentie FrS (parameter van menu drC) tot 0 Hz.<br />

LSP Lage snelheid 0 Hz tot HSP 0<br />

Motorfrequentie bij referentie 0.<br />

Menu: Motorsturing<br />

Menu: Toepassingsfuncties<br />

Menu: Bewaking<br />

HSP Hoge snelheid LSP tot 200 Hz = bFr<br />

Motorfrequentie bij maximumreferentie.<br />

Ga na of de motor en de toepassing deze instelling aankunnen.<br />

ItH Thermische stroom motor 0 tot 1,5 In (1) Volgens kaliber regelaar<br />

Stroom gebruikt voor de thermische motorbeveiliging. Stel ItH in op de nominale stroomsterkte die u<br />

afleest van het motorkenplaatje.<br />

De thermische toestand van de motor die is opgeslagen in het geheugen, keert terug naar<br />

nul wanneer de regelaar buiten spanning wordt gezet.<br />

SP2 2 de Voorkeuzesnelheid (2) 0,0 tot 200 Hz 10<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

SP3 3 de Voorkeuzesnelheid (2) 0,0 tot 200 Hz 25<br />

SSP4 4 de Voorkeuzesnelheid (2) 0,0 tot 200 Hz 50<br />

AIt Configuratie van de analoge ingang<br />

-5U : in spanning 0 - 5 volt (interne voeding)<br />

-10U : in spanning 0 - 10 volt (externe voeding)<br />

- 0A : in stroom 0 - 20 mA<br />

-44AA : in stroom 4 - 20 mA<br />

5U, 10U, 0A, 4A 5U<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

Instelparameters<br />

1 ste niveau<br />

Menu's


Menu motorsturing drC<br />

drC<br />

ENT<br />

ESC<br />

ESC<br />

UnS<br />

COS<br />

De ongearceerde parameters kunnen enkel gewijzigd worden in stilstand, met de regelaar vergrendeld.<br />

De grijs gearceerde parameters kunnen gewijzigd worden in werking en in stilstand.<br />

De optimalisatie van de aandrijfprestaties wordt bekomen door de waarden in te voeren die u afleest van het<br />

motorkenplaatje.<br />

Code Beschrijving Instelbereik Fabrieksinstelling<br />

UUnnSS Nominale motorspanning afgelezen van het kenplaatje. 100 tot 500 V Volgens kaliber<br />

FrS Nominale motorfrequentie afgelezen van het kenplaatje. 40 tot 200 Hz 50 / 60Hz volgens bFr<br />

SttA Stabiliteit van de frequentielus.<br />

Te hoge waarde: verlenging van de reactietijd.<br />

0 tot 100 % in stilstand<br />

1 tot 100 % in werking<br />

20<br />

Te lage waarde: snelheidsoverschrijding, en zelfs onstabiliteit.<br />

FFLG Versterking van de frequentielus.<br />

0 tot 100 % in stilstand 20<br />

.<br />

Te hoge waarde: snelheidsoverschrijding, onstabiliteit.<br />

Te lage waarde: verlenging van de reactietijd.<br />

1 tot 100 % in werking<br />

UFr RI-compensatie<br />

Maakt het mogelijk het koppel bij zeer lage snelheid te<br />

optimaliseren, of de installatie aan te passen aan<br />

bijzondere situaties (bijvoorbeeld: voor parallel<br />

geschakelde motoren, UFr verlagen).<br />

0 tot 200 % 50<br />

nCrr Nominale motorstroom afgelezen van het kenplaatje. 0,25 tot 1,5 In (1) Volgens kaliber<br />

CLI Begrenzingsstroom 0,5 tot 1,5 In (1) 1,5 In<br />

nSLL Nominale motorslip 0 tot 10,0 Hz Volgens kaliber<br />

Te berekenen volgens de formule: nSL = parameter FrS x (1 - Nn / Ns)<br />

Nn = nominale motorsnelheid afgelezen van het kenplaatje.<br />

Ns = synchronismesnelheid van de motor.<br />

SLP Slipcompensatie 0 tot 150 % (van nSL) 100<br />

Maakt het mogelijk de slipcompensatie in te stellen rondom de waarde bepaald door de nominale<br />

motorslip nSL, of de installatie aan te passen aan bijzondere situaties (bijvoorbeeld: voor parallel<br />

geschakelde motoren, SLP verlagen).<br />

COSS Nominale cosinus ϕ motor afgelezen van het kenplaatje 0.50 tot 1.00 Volgens kaliber<br />

(1) In = nominale stroom regelaar.<br />

ENT<br />

ESC<br />

ENT<br />

ESC<br />

Waarde<br />

Waarde<br />

Nominale motorspanning<br />

Nominale cosinus ϕ motor<br />

7


Menu Toepassingsfuncties FUn<br />

(1) De voorkeuzesnelheden zijn ook toegankelijk in de instelparameters van het 1 ste niveau.<br />

8<br />

De ongearceerde parameters kunnen enkel gewijzigd worden in stilstand, met de regelaar vergrendeld.<br />

De grijs gearceerde parameters kunnen gewijzigd worden in werking en in stilstand.<br />

Code Beschrijving Fabrieksinstelling<br />

tCC<br />

ACt<br />

Type sturing<br />

2C = 2-draadssturing<br />

3C= 3-draadssturing<br />

2-Draadssturing: dit is de open of gesloten toestand van de ingang die de<br />

werking of de stilstand bedient.<br />

Bedradingsvoorbeeld :<br />

LI1 : voorwaarts<br />

LIx : achterwaarts<br />

3-Draadssturing (impulsbediening): een impuls "voorwaarts" of<br />

"achterwaarts" volstaat voor de bediening van de start, een impuls "stop"<br />

volstaat voor de bediening van de stop.<br />

Bedradingsvoorbeeld :<br />

LI1 : stop<br />

LI2 : voorwaarts<br />

LIx : achterwaarts<br />

De wijziging van de toewijzing van tCC vergt een langdurige druk<br />

(2 s) op de toets "ENT", en veroorzaakt een terugkeer naar de<br />

fabrieksinstelling van de functies: rrS, tCt, Atr, PS2 (LIA, LIb).<br />

ttCt Type 2-draadssturing<br />

(parameter alleen toegankelijk als tCC = 2C) :<br />

LEL : de toestand 0 of 1 wordt in aanmerking genomen voor de werking of stilstand.<br />

trn : een wijziging van de toestand (overgang of flank) is nodig om de<br />

werking in te schakelen, teneinde een onvoorziene herstart te vermijden<br />

na een onderbreking van de voeding.<br />

PFO : zoals LEL, maar de ingang van draairichting "voorwaarts" heeft<br />

altijd prioriteit over de ingang van draairichting "achterwaarts".<br />

rrS Achterwaartse draairichting<br />

nO : functie niet actief.<br />

LLII<strong>11</strong> tot LLII44: keuze van de ingang toegewezen aan de bediening van<br />

de achterwaartse draairichting.<br />

PS2<br />

FUn<br />

LLIA<br />

LIb<br />

ENT ESC<br />

ESC<br />

ESC<br />

tCC<br />

FCS<br />

ENT<br />

ESC<br />

ENT<br />

Type sturing<br />

Herstel van de configuratie<br />

+15 V LI1 LIx<br />

+15 V LI1 LI2 LIx<br />

Voorkeuzesnelheden<br />

Als LIA en LIb = 0 : snelheid = referentie op AI1<br />

Als LIA = 1 en LIb = 0 : snelheid = SP2<br />

Als LIA = 0 en LIb = 1 : snelheid = SP3<br />

Als LIA = 1 en LIb = 1 : snelheid = SP4<br />

Toewijzing van de ingang LIA<br />

- nO : functie niet actief.<br />

- LI1 tot LLI4 : keuze van de ingang toegewezen aan LIA<br />

Toewijzing van de ingang LIb<br />

- nO : functie niet actief.<br />

- LI1 tot LI4 : keuze van de ingang toegewezen aan LIb<br />

SP2 is alleen toegankelijk als LIA is toegewezen, SP3 en SP4 als LIA en LIb zijn toegewezen.<br />

SP2 2<br />

SP3<br />

SP4<br />

de Voorkeuzesnelheid, instelbaar van 0,0 tot 200 Hz (1)<br />

3 de Voorkeuzesnelheid, instelbaar van 0,0 tot 200 Hz (1)<br />

4 de Voorkeuzesnelheid, instelbaar van 0,0 tot 200 Hz (1)<br />

2C<br />

trn<br />

als tCC = 2C : LI2<br />

als tCC = 3C : LI3<br />

als tCC = 2C : LI3<br />

als tCC = 3C : LI4<br />

als tCC = 2C : LI4<br />

als tCC = 3C : nO<br />

10<br />

25<br />

50


Code Beschrijving Fabrieksinstelling<br />

rSSF Reset van fout<br />

- nOO : functie niet actief<br />

- LI1 tot LI4 : keuze van de ingang die is toegewezen aan deze<br />

functie<br />

De reset gebeurt bij een overgang van de ingang (stijgende flank 0 tot 1),<br />

hij is enkel toegelaten indien de fout verdwenen is.<br />

rPP2<br />

LI<br />

AC2<br />

ddEE22<br />

Tweede helling<br />

Toewijzing van de ingang voor sturing van de 2de helling<br />

- nnOO : functie niet actief<br />

- LI1 tot LI4 : keuze van de toegewezen ingang<br />

AC2 en dE2 zijn enkel toegankelijk als LI is toegewezen.<br />

duur van de 2 de versnellingshelling, instelbaar van 0,1 tot 99,9 s<br />

duur van de 2 de vertragingshelling, instelbaar van 0,1 tot 99,9 s<br />

SSttPP Gecontroleerde stop bij netonderbreking<br />

- nOO : vergrendeling van de regelaar en stop van de motor in "vrij uitlopen"<br />

- FrP : stop volgens de geldende helling (dEC of dE2)<br />

- FSt : snelle stop, de stoptijd hangt af van de massatraagheid en de<br />

remmogelijkheden van de regelaar.<br />

brA Aanpassing van de vertragingshelling<br />

- nnOO : functie niet actief<br />

- YES : deze functie verhoogt automatisch de vertragingstijd indien deze<br />

werd ingesteld op een te kleine waarde, rekening houdend met de<br />

massatraagheid van de belasting, zodat een overspanningsfout<br />

voorkomen wordt.<br />

AAddCC<br />

ACt<br />

SSFt<br />

ACt<br />

Automatische gelijkstroominjectie<br />

Bedrijfsfunctie<br />

- nOO : functie niet actief<br />

- YESS : gelijkstroominjectie bij de stop, waarvan de duur kan worden<br />

ingesteld via tdC, wanneer er geen werkingscommando meer is en de<br />

snelheid van de motor nul bedraagt. De waarde van deze stroom kan<br />

ingesteld worden met SdC.<br />

- Ct: permanente gelijkstroominjectie bij de stop, wanneer er geen<br />

werkingscommando meer is en de snelheid van de motor nul bedraagt.<br />

De waarde van deze stroom kan ingesteld worden met SdC.<br />

In 3-draadssturing is de injectie enkel actief met LI1 op 1.<br />

tdC is alleen toegankelijk als ACt = YES, SdC als ACt = YES of Ct.<br />

tdC Duur van injectie bij de stop, instelbaar van 0,1 tot 30,0 s.<br />

SSddCC Injectiestroom, instelbaar van 0 tot 1,2 In (In = nominale stroom van de<br />

regelaar).<br />

Schakelfrequentie<br />

Frequentiebereik<br />

- LFFr : willekeurige frequentie rondom 2 of 4 kHz volgens SFr.<br />

- LFF : vaste frequentie 2 of 4 kHz volgens SFr.<br />

- HF: vaste frequentie 8, 12 of 16 kHz volgens SFr.<br />

SFr Schakelfrequentie :<br />

- 2 : 2 kHz (als ACt = LF of LFr)<br />

- 4 : 4 kHz (als ACt = LF of LFr)<br />

- 8 : 8 kHz (als ACT = HF)<br />

-12 : 12 kHz (als ACt = HF)<br />

-16 : 16 kHz (als ACt = HF)<br />

Wanneer SFr = 2 kHz, gaat de frequentie automatisch over op 4 kHz bij<br />

hoge snelheid.<br />

Wanneer SFt = HF, gaat de geselecteerde frequentie automatisch over op<br />

de lagere frequentie indien de thermische toestand van de motor te hoog<br />

is. Ze keert automatisch terug naar de frequentie SFr zodra de thermische<br />

toestand dit toelaat.<br />

nO<br />

nO<br />

5,0<br />

5,0<br />

nO<br />

YES<br />

YES<br />

0,5<br />

0,7 In<br />

LF<br />

4<br />

(als ACt = LF of LFr)<br />

12<br />

(als ACt = HF)<br />

9


Code Beschrijving Fabrieksinstelling<br />

FLr Draaiend hernemen<br />

Maakt een herstart zonder schokken mogelijk indien het<br />

werkingscommando behouden is na de volgende gebeurtenissen:<br />

- netonderbreking of gewone uitschakeling van de spanning.<br />

- reset van de fouten of automatische herstart.<br />

- vrij uitlopen.<br />

De motor vertrekt opnieuw vanaf de geraamde snelheid op het ogenblik<br />

van de herneming, en volgt vervolgens de helling tot aan de referentie.<br />

Voor deze functie is de 2-draadssturing vereist (tCC = 2C) met tCt = LEL<br />

of PFO.<br />

nO : functie niet actief<br />

YES : functie actief<br />

De functie treedt op bij ieder werkingscommando, wat leidt tot een lichte<br />

vertraging (max. 1 seconde).<br />

Indien remmen door automatische injectie onafgebroken werd<br />

geconfigureerd (Ct), kan deze functie niet geactiveerd worden.<br />

dO<br />

10<br />

ACt<br />

Analoge / logische uitgang DO<br />

Toewijzing<br />

- nO : niet toegewezen<br />

- OCr : analoge uitgang = stroom in de motor. Het volledige signaal komt<br />

overeen met 200 % van de nominale stroom van de regelaar.<br />

- rFr: analoge uitgang = motorfrequentie. Het volledige signaal komt<br />

overeen met 100 % van HSP.<br />

- FFttAA: logische uitgang = frequentiedrempel bereikt, doorlatend (toestand<br />

1) indien de motorfrequentie de instelbare drempel Ftd overschrijdt.<br />

- SrA: logische uitgang = referentie bereikt, doorlatend (toestand 1)<br />

indien de motorfrequentie gelijk is aan de referentie.<br />

- CtA: logische uitgang = stroomdrempel bereikt, doorlatend (toestand 1)<br />

indien de motorstroom de instelbare drempel Ctd overschrijdt.<br />

Ftd is alleen toegankelijk als ACt = FtA, Ctd is alleen toegankelijk als ACt = CtA.<br />

Ftd frequentiedrempel, instelbaar van 0 tot 200 Hz.<br />

Ctd stroomdrempel, instelbaar van 0 tot 1,5 In (In = nominale stroom van de regelaar)<br />

Atr Automatische herstart<br />

- nO : functie niet actief<br />

- YES : automatische herstart, na vergrendeling bij fout, als deze<br />

verdwenen is en de andere bedrijfsomstandigheden het toelaten. De<br />

herstart gebeurt door een reeks automatische pogingen, gescheiden door<br />

een toenemende tijdspanne: 1 s, 5 s, 10 s, vervolgens 1 min. voor de<br />

volgende. Als de start niet is gebeurd na 6 min., wordt de procedure<br />

gestopt en blijft de regelaar vergrendeld tot de netspanning wordt<br />

afgeschakeld en weer ingeschakeld.<br />

De fouten waarbij deze functie mogelijk is, zijn: OHF, OLF, ObF, OSF,<br />

PHF. Het foutrelais van de regelaar blijft dan ingeschakeld indien de<br />

functie actief is. De snelheidsreferentie en de draairichting moeten<br />

behouden blijven.<br />

Deze functie is alleen toegankelijk in 2-draadssturing (tCC = 2C) met tCt<br />

= LEL of PFO.<br />

Let erop dat een onvoorzien herstart geen gevaren inhoudt voor<br />

mensen of materiaal.<br />

bFr Motorfrequentie<br />

(Herneming van de parameter bFr van de instelling van het 1 ste niveau)<br />

Instelling op 50 Hz of 60 Hz, af te lezen op het motorkenplaatje.<br />

IIPL Configuratie van de fout faseonderbreking net<br />

Deze parameter is enkel toegankelijk op de driefasige regelaars.<br />

- nnOO : onderdrukking van de fout verlies van netfase<br />

- YES : activering van de bewaking van de fout verlies van netfase<br />

nO<br />

rFr<br />

= bFr<br />

In<br />

nO<br />

50 (gamma E)<br />

of<br />

60 (gamma U)<br />

YES


Code Beschrijving Fabrieksinstelling<br />

SCS Geheugenopslag van de configuratie<br />

- nO : functie niet actief<br />

- YES : voert een geheugenopslag van de huidige configuratie uit in het<br />

EEPROM-geheugen. SCS gaat automatisch over op nO zodra de opslag<br />

is gebeurd. Deze functie maakt het mogelijk een configuratie te bewaren<br />

als reserve bovenop de huidige configuratie. Bij het verlaten van de<br />

fabriek worden de huidige configuratie en de opgeslagen configuratie in<br />

de regelaars geïnitialiseerd op de fabrieksinstelling.<br />

FFCCSS Herstel van de configuratie<br />

- nO : functie niet actief<br />

- rEC : de huidige configuratie wordt identiek aan de configuratie die<br />

voordien werd opgeslagen door SCS. rEC is alleen zichtbaar als een<br />

geheugenopslag is gebeurd. FCS keert automatisch terug naar nO zodra<br />

deze handeling werd uitgevoerd.<br />

- InII : de huidige configuratie wordt identiek aan de fabrieksinstelling. FCS<br />

keert automatisch terug naar nO zodra deze handeling werd uitgevoerd.<br />

Om in aanmerking genomen te worden, vergen rEC en InI een<br />

langdurige druk (2 s) op de toets ENT.<br />

Menu bewaking SUP<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

Wanneer de regelaar in werking is, komt de getoonde waarde overeen met de waarde van een van de<br />

bewakingsparameters. Standaard is de getoonde waarde de motorreferentie (parameter FrH).<br />

Tijdens de weergave van de waarde van de nieuwe bewakingsparameter van uw keuze, moet een tweede maal<br />

gedrukt worden op de toets "ENT" om de wijziging van de bewakingsparameter te bevestigen en op te slaan in<br />

het geheugen. Vanaf dan is het de waarde van deze parameter die zal worden weergegeven in werking (zelfs<br />

na een uitschakeling).<br />

Als de nieuwe keuze niet wordt bevestigd door een tweede druk op "ENT", keert het apparaat terug naar de<br />

vorige parameter na een uitschakeling.<br />

De volgende parameters zijn beschikbaar, in stilstand of in werking.<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

Waarde<br />

Waarde<br />

Frequentiereferentie<br />

Thermische toestand regelaar<br />

Code Parameter Eenheid<br />

FFrH Weergave van de frequentiereferentie (fabrieksinstelling) Hz<br />

rFr Weergave van de uitgangsfrequentie overgebracht op de motor Hz<br />

LLCCrr Weergave van de motorstroom A<br />

UULn Weergave van de netspanning V<br />

tHHr Weergave van de thermische toestand van de motor: 100 % komt overeen met de<br />

nominale thermische toestand. Boven <strong>11</strong>8 % wordt de regelaar uitgeschakeld in fout OLF<br />

(overbelasting motor). Hij kan opnieuw worden ingeschakeld onder 100 %.<br />

tHHd Weergave van de thermische toestand van de regelaar: 100 % komt overeen met de<br />

nominale thermische toestand. Boven <strong>11</strong>8 % wordt de regelaar uitgeschakeld in fout OHF<br />

(oververhitting regelaar). Hij kan opnieuw worden ingeschakeld onder 80 %.<br />

nO<br />

nO<br />

%<br />

%<br />

<strong>11</strong>


Fouten - oorzaken - oplossingen<br />

Niet starten zonder foutweergave<br />

• Controleer of de ingang(en) voor het werkingscommando is (zijn) ingeschakeld in overeenstemming met de<br />

gekozen sturingswijze.<br />

• Bij een inschakeling of een manuele reset van een fout of na een stopcommando, kan de motor pas gevoed<br />

worden na een voorafgaande reset van de commando's "voorwaarts", "achterwaarts". Anders geeft de<br />

regelaar "rdY" of "nSt" weer, maar start hij niet.<br />

Getoonde fouten<br />

De oorzaak van de fout moet worden verholpen voor de reset.<br />

De fouten SOF, OHF, OLF, OSF, ObF en PHF kunnen gereset worden door de functie automatische herstart,<br />

indien deze functie werd geconfigureerd. Alle fouten kunnen gereset worden door de regelaar buiten spanning<br />

en vervolgens weer onder spanning te zetten.<br />

Fout Oplossing<br />

OOCCFF<br />

overstroom<br />

SCF<br />

kortsluiting motor,<br />

isolatiefout<br />

InF<br />

interne fout<br />

CFF<br />

configuratiefout<br />

SSOF<br />

oversnelheid<br />

OHFF<br />

overbelasting<br />

regelaar<br />

OLF<br />

overbelasting motor<br />

OSF<br />

overspanning<br />

ObF<br />

overspanning<br />

in vertraging<br />

PHF<br />

onderbreking<br />

netfase<br />

USFF<br />

spanningsverlies<br />

CrFF<br />

belasting<br />

12<br />

• Helling te kort, controleer de instellingen.<br />

• Massatraagheid of belasting te groot, controleer de maatvoering motor / regelaar /<br />

belasting.<br />

• Mechanische blokkering, controleer de toestand van de mechanische elementen.<br />

• Controleer de verbindingskabels van de regelaar naar de motor, en de isolatie van de<br />

motor.<br />

• Controleer de omgeving (elektromagnetische compatibiliteit).<br />

• Vervang de regelaar.<br />

• Keer terug naar de fabrieksinstellingen of herstel de opgeslagen configuratie indien<br />

deze geldig is. Zie parameter FCS van het menu FUn.<br />

• Onstabiliteit, controleer de motorparameters, versterking en stabiliteit.<br />

• Te grote aandrijvende belasting, voeg een remmodule en -weerstand toe en<br />

controleer de maatvoering motor / regelaar / belasting.<br />

• Controleer de motorbelasting, de ventilatie van de regelaar en de omgeving. Laat het<br />

apparaat afkoelen alvorens te herstarten.<br />

• Controleer de instelling van de thermische motorbeveiliging, controleer de belasting<br />

van de motor. Laat het apparaat afkoelen alvorens te herstarten.<br />

• Controleer de netspanning.<br />

• Te bruusk remmen of aandrijvende belasting, verhoog de vertragingsduur, voeg een<br />

remweerstand toe indien nodig en activeer de functie brA als dit compatibel is met de<br />

toepassing.<br />

Deze beveiliging werkt alleen belast.<br />

• Controleer de vermogenaansluiting en de zekeringen.<br />

• Reset.<br />

• Controleer de compatibiliteit net / regelaar.<br />

• In geval van belasting met onbalans, de fout opheffen door IPL = nO (menu FUn).<br />

• Controleer de spanning en de parameter spanning.<br />

• Vervang de regelaar.


Schneider Electric nv/sa<br />

Dieweg 3 - <strong>11</strong>80 Brussel<br />

Tel.: (02) 373 75 02<br />

Fax: (02) 375 38 58<br />

Website:<br />

www.schneider-electric.be<br />

32CG58N<br />

Omwille van de ontwikkelingen van de normen en onze producten kunnen de<br />

in dit document verstrekte gegevens eerst dan als bindend worden beschouwd<br />

wanneer ze door ons zijn bevestigd.<br />

dit document werd gedrukt<br />

op milieuvriendelijk papier<br />

Realisatie: media express<br />

Drukwerk: Deckers Druk<br />

08/2002

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!