Peter Nissen: Wipneus en Pim op retraite
Peter Nissen: Wipneus en Pim op retraite
Peter Nissen: Wipneus en Pim op retraite
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
FRAGMENTEN 10: WIPNEUS EN PIM OP RETRAITE<br />
De ti<strong>en</strong>de aflevering van deze rubriek - misschi<strong>en</strong> tegelijk de laatste, want ik weet niet of het<br />
prorectoraat mij kom<strong>en</strong>d jaar nog wel de tijd zal lat<strong>en</strong> om deze reeks voort te zett<strong>en</strong> - moet<br />
gewijd zijn aan e<strong>en</strong> boek dat mij dierbaar is. Het ver<strong>en</strong>igt e<strong>en</strong> aantal van mijn 'liefhebberij<strong>en</strong>' in<br />
zich. Om te beginn<strong>en</strong> heb ik e<strong>en</strong> verzamelaarspassie voor wat m<strong>en</strong> Limburg<strong>en</strong>sia noemt: boek<strong>en</strong><br />
over Limburg, vooral natuurlijk over de geschied<strong>en</strong>is van de provincie, maar ook literair werk<br />
over Limburg of van Limburgers. In mijn prille verzamelaarsjar<strong>en</strong> ging deze passie - ik zal het<br />
niet ontk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> - gepaard met e<strong>en</strong> zeker chauvinisme. Ik heb de indruk dat ik daar nu van<br />
g<strong>en</strong>ez<strong>en</strong> b<strong>en</strong>. Mijn verhouding tot dit gewest is afstandelijker geword<strong>en</strong> <strong>en</strong> mijn verzamelwoede<br />
heeft nu eerder e<strong>en</strong> wet<strong>en</strong>schappelijke dan e<strong>en</strong> emotionele achtergrond. Alle<strong>en</strong> wanneer ik niet-<br />
Limburgers kan plag<strong>en</strong> - ook e<strong>en</strong> van mijn liefhebberij<strong>en</strong> - door mijn geboorteland <strong>op</strong> te<br />
hemel<strong>en</strong>, wil ik nog wel e<strong>en</strong>s in mijn oude ziekte terugvall<strong>en</strong>.<br />
E<strong>en</strong> andere passie vormt het monastieke lev<strong>en</strong>. De biografische achtergrond van deze passie zal<br />
ik u hier bespar<strong>en</strong>. Van belang is nu alle<strong>en</strong> dat mijn verzamelwoede t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van boek<strong>en</strong> zich<br />
ook <strong>op</strong> dit terrein richt. Boek<strong>en</strong> over de geschied<strong>en</strong>is <strong>en</strong> spiritualiteit van het monastieke lev<strong>en</strong><br />
wekk<strong>en</strong> in mij e<strong>en</strong> grote begeerte <strong>op</strong>. Er moet<strong>en</strong> ernstige bezwar<strong>en</strong> van financiële of andere aard<br />
bestaan, will<strong>en</strong> geschrift<strong>en</strong> over dit thema niet vanuit de boek<strong>en</strong>winkel of het antiquariaat in<br />
mijn kast beland<strong>en</strong>.<br />
E<strong>en</strong> laatste passie - <strong>en</strong> dan houd ik maar <strong>op</strong>, want het heeft iets exhibitionistisch om zijn eig<strong>en</strong><br />
zwakhed<strong>en</strong> zo te etaler<strong>en</strong> (gelukkig staat <strong>op</strong> de biechtkaart die het bisdom Roermond verspreidt,<br />
niet de vraag: heb ik e<strong>en</strong> boek gelez<strong>en</strong>?) - e<strong>en</strong> laatste passie dus die voor het dadelijk te<br />
besprek<strong>en</strong> boekwerk relevant is, is die voor de avontur<strong>en</strong> van de kabouters prins <strong>Wipneus</strong> <strong>en</strong><br />
<strong>Pim</strong>. Gelukkig weet ik dat ik die passie deel met <strong>en</strong>kele stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van de UTP. Het is altijd goed<br />
te wet<strong>en</strong> dat m<strong>en</strong> deelg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> in zijn zwakhed<strong>en</strong> heeft. De twee kaboutervri<strong>en</strong>djes hebb<strong>en</strong> mij in<br />
mijn kinderjar<strong>en</strong> vele gelukkige ur<strong>en</strong> bezorgd. En ofschoon mijn oudste dochtertje Walijne nog<br />
wel wat te jong is om de avontur<strong>en</strong> van het tweetal te kunn<strong>en</strong> begrijp<strong>en</strong> (volg<strong>en</strong>s het titelblad zijn<br />
de boekjes geschikt voor kinder<strong>en</strong> van acht jaar <strong>en</strong> ouder), is het voor mij toch e<strong>en</strong> bron van<br />
grote vreugde dat zij de boekjes over <strong>Wipneus</strong> <strong>en</strong> <strong>Pim</strong> reeds in haar kamertje bewaart <strong>en</strong> met<br />
ontstuimige liefde koestert. Het doet e<strong>en</strong> vaderhart immers goed wanneer hij zak<strong>en</strong> die hem<br />
dierbaar zijn aan zijn kroost kan overdrag<strong>en</strong>. Overig<strong>en</strong>s: Walijne heeft ook reeds aangekondigd<br />
'klooster' te will<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Volg<strong>en</strong>s geleerde <strong>en</strong> gezaghebb<strong>en</strong>de theolog<strong>en</strong> die ik over dit<br />
f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> heb geraadpleegd, gaat het hier onmisk<strong>en</strong>baar om e<strong>en</strong> geval van bov<strong>en</strong>natuurlijke<br />
roeping.<br />
Nu dan de titel van het dierbare boek: <strong>Wipneus</strong> <strong>en</strong> <strong>Pim</strong> bij de Tracpertjes door B.G. van<br />
Wyckmade, versch<strong>en</strong><strong>en</strong> bij uitgeverij J. Sch<strong>en</strong>k B.V. te Maastricht. De relatie van dit boek met<br />
mijn derde passie, die voor <strong>Wipneus</strong> <strong>en</strong> <strong>Pim</strong>, zal duidelijk zijn. Maar wat heeft het te mak<strong>en</strong> met<br />
de twee andere passies, die voor Limburg<strong>en</strong>sia <strong>en</strong> die voor het monastieke lev<strong>en</strong>? Dat zal ik de<br />
geduldige lezertjes van deze rubriek nu e<strong>en</strong>s ev<strong>en</strong> uitlegg<strong>en</strong>.<br />
Om met het eerste te beginn<strong>en</strong>: de boekjes over <strong>Wipneus</strong> <strong>en</strong> <strong>Pim</strong> zijn niet alle<strong>en</strong> in Maastricht<br />
uitgegev<strong>en</strong>, maar mer<strong>en</strong>deels ook in Maastricht geschrev<strong>en</strong>, <strong>en</strong> wel door led<strong>en</strong> van de<br />
congregatie van de Broeders van de Onbevlekte Ontvang<strong>en</strong>is van Maria, beter bek<strong>en</strong>d als de<br />
Broeders van Maastricht. Achter het pseudoniem Van Wyckmade gaan vijf <strong>op</strong>volg<strong>en</strong>de auteurs<br />
schuil. De eerste initiaal, de B, staat voor broeder, de tweede initiaal is die van de voornaam van<br />
de betreff<strong>en</strong>de auteur.<br />
De bed<strong>en</strong>ker van <strong>Wipneus</strong> <strong>en</strong> <strong>Pim</strong> was broeder Bruno van der Made. Deze was kort na de Tweede<br />
Wereldoorlog onderwijzer in het Maastrichtse stadsdeel Wyck <strong>en</strong> vertelde de kinder<strong>en</strong> daar de<br />
door hemzelf verzonn<strong>en</strong> avontur<strong>en</strong> van de twee kabouters. In de klas zat <strong>en</strong>e J<strong>op</strong>ie Sch<strong>en</strong>k, zoon
van de ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s in Wyck gevestigde uitgever, <strong>en</strong> deze vertelde de verhal<strong>en</strong> <strong>en</strong>thousiast na. Vader<br />
Sch<strong>en</strong>k vond ze zo geslaagd dat hij er wel brood in zag om van de verhal<strong>en</strong> kinderboekjes te<br />
mak<strong>en</strong>, <strong>en</strong> zo werd de <strong>Wipneus</strong>-serie gebor<strong>en</strong>. De auteursnaam ontstond doordat broeder Bruno<br />
voor zijn achternaam Made de naam van het stadsdeel Wyck plakte: B. van Wyckmade.<br />
In 1947 versche<strong>en</strong> het eerste deeltje: Prins <strong>Wipneus</strong> <strong>en</strong> zijn vri<strong>en</strong>dje. Er zoud<strong>en</strong> er in bijna<br />
veertig jaar nog 36 volg<strong>en</strong>. Deel 37, in 1986 versch<strong>en</strong><strong>en</strong> als Prins <strong>Wipneus</strong> wordt koning, sloot de<br />
reeks af, <strong>en</strong>erzijds omdat de uitgever merkte dat de belangstelling van het k<strong>op</strong>erspubliek afnam,<br />
anderzijds omdat de auteur vond dat het nu wel welletjes was.<br />
Broeder Bruno van der Made was lange tijd de auteur van de boekjes over <strong>Wipneus</strong> <strong>en</strong> <strong>Pim</strong>.<br />
Maar to<strong>en</strong> hij werd overgeplaatst naar de Pedagogische Academie in Amsterdam <strong>en</strong> vreesde de<br />
directe band met de kindertaal te zull<strong>en</strong> verliez<strong>en</strong>, werd zijn werk overg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> door broeder<br />
Jozefus Ha<strong>en</strong><strong>en</strong>, hoofd van de lagere school in de Maastrichtse wijk Mariaberg. De auteur van de<br />
boekjes heette in de volg<strong>en</strong>de zes of zev<strong>en</strong> aflevering<strong>en</strong> B.J. van Wyckmade. To<strong>en</strong> broeder<br />
Jozefus hoofd van e<strong>en</strong> Mavo in Nijmeg<strong>en</strong> werd, volgde broeder Wichard van Looy hem <strong>op</strong> als<br />
<strong>Wipneus</strong>-auteur. Drie boekjes versch<strong>en</strong><strong>en</strong> er to<strong>en</strong> van B.W. van Wyckmade. Broeder Wichard<br />
ging in Pakistan werk<strong>en</strong>, broeder Alfred Fest volgde hem als auteur van wederom drie <strong>Wipneus</strong>boekjes<br />
<strong>op</strong>. To<strong>en</strong> t<strong>en</strong>slotte broeder Alfred naar Ghana ging, trad in 1965 broeder Gregorio Pieters<br />
aan als vijfde <strong>en</strong> laatste kronikeur van Kabouterland. Zo heeft hij zichzelf ook in de boekjes<br />
geportretteerd: als de hofschrijver Sjors, die alle avontur<strong>en</strong> in Kabouterland nauwkeurig moet<br />
vastlegg<strong>en</strong>.<br />
Na 37 deeltjes <strong>en</strong> meer dan drie miljo<strong>en</strong> verkochte exemplar<strong>en</strong> kwam in 1986 e<strong>en</strong> einde aan de<br />
avontur<strong>en</strong> van de twee vri<strong>en</strong>djes. Prins <strong>Wipneus</strong> moest zijn vader, koning Goedhart, <strong>op</strong>volg<strong>en</strong>,<br />
met <strong>Pim</strong> als minister. Ze zoud<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> tijd meer hebb<strong>en</strong> voor veel avontur<strong>en</strong>. 'Het vrije lev<strong>en</strong>tje<br />
<strong>en</strong> de vele reisjes war<strong>en</strong> afgel<strong>op</strong><strong>en</strong>', zo lez<strong>en</strong> we in het laatste hoofdstuk van Prins <strong>Wipneus</strong> wordt<br />
koning. Zo'n zin kan de echte liefhebber toch niet zonder brok in de keel lez<strong>en</strong>! Het paradijs van<br />
de jeugd is verlor<strong>en</strong> gegaan; we word<strong>en</strong> volwass<strong>en</strong>, ocharm.<br />
To<strong>en</strong> ik e<strong>en</strong>maal wist wie de auteurs van de <strong>Wipneus</strong>-boekjes war<strong>en</strong>, kon ik mij bij het herlez<strong>en</strong><br />
ervan niet meer aan de indruk onttrekk<strong>en</strong> dat ze ons e<strong>en</strong> spiegel voorhoud<strong>en</strong> van het lev<strong>en</strong> in de<br />
religieuze geme<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> van de Broeders van Maastricht. In het paleis van koning Goedhart<br />
wordt het aanbrek<strong>en</strong> van de dag aangekondigd door het luid<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> grote bel. 'Dat betek<strong>en</strong>t:<br />
snel <strong>op</strong>staan, wass<strong>en</strong> <strong>en</strong> aankled<strong>en</strong>, je kamertje in orde br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> <strong>en</strong> dan naar de grote eetzaal<br />
kom<strong>en</strong> voor het ontbijt' (<strong>Wipneus</strong> <strong>en</strong> <strong>Pim</strong> vang<strong>en</strong> drie sneeuwspok<strong>en</strong>). Als ik dat lees, zie ik de<br />
broeders al <strong>op</strong> weg naar de refter. 'Na e<strong>en</strong> heel prettige zondag is de nieuwe werkweek in<br />
Kabouterland weer begonn<strong>en</strong>. Op e<strong>en</strong> groot bord in de hal van het koninklijk paleis kan iedere<br />
kabouter lez<strong>en</strong>, wat voor werk hij moet gaan do<strong>en</strong>. Elke maandagmorg<strong>en</strong> heel vroeg prikt<br />
kabouter Sjors grote lijst<strong>en</strong> <strong>op</strong> dit bord' (<strong>Wipneus</strong> <strong>en</strong> <strong>Pim</strong> zoek<strong>en</strong> Klepel-Tinus). Ik zie de lijst<strong>en</strong><br />
met weekbeurt<strong>en</strong> voor me, zoals die in iedere kloostergeme<strong>en</strong>schap te vind<strong>en</strong> zijn. 'Na het et<strong>en</strong><br />
helpt iedere<strong>en</strong> de tafels afruim<strong>en</strong>. De k<strong>op</strong>jes <strong>en</strong> bord<strong>en</strong> word<strong>en</strong> <strong>op</strong> e<strong>en</strong> wag<strong>en</strong>tje gezet. Vele<br />
hand<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> licht werk <strong>en</strong> in e<strong>en</strong> wip is de zaal keurig netjes. De kabouters verdwijn<strong>en</strong> in alle<br />
richting<strong>en</strong> <strong>en</strong> gaan aan het werk. ( ... ) Alle<strong>en</strong> kabouter Simpie heeft niet zo veel haast. Hij gaat<br />
eerst de krant lez<strong>en</strong>. Dat is niet zo erg, want hij is al wat ouder <strong>en</strong> moet het e<strong>en</strong> beetje kalm aan<br />
do<strong>en</strong>. ( .. ) Koning Goedhart is naar zijn kamer gegaan. Hij legt alvast de papier<strong>en</strong> klaar <strong>en</strong> wacht<br />
<strong>op</strong> de komst van zijn ministers. ( ... ) Om klokslag acht uur begint de vergadering. 'Punt één!'<br />
roept koning Goedhart uit. 'De afdeling voor de zieke kabouters moet word<strong>en</strong> verbouwd. Wie<br />
heeft daarover iets verstandigs te zegg<strong>en</strong>...?' 'Dat wordt e<strong>en</strong> heel karwei, koning' merkt minister<br />
Soeki <strong>op</strong>. 'Maar voor de oude <strong>en</strong> zieke kabouters moet<strong>en</strong> we iets over hebb<strong>en</strong>!' 'Zeer goed<br />
gesprok<strong>en</strong>, Soeki', lacht Goedhart. 'Wat d<strong>en</strong>k jij er van, Feli... ?' 'ik b<strong>en</strong> het helemaal met de<br />
vorige spreker e<strong>en</strong>s' klinkt de stem van de tweede minister. 'We moet<strong>en</strong> wel vlug beginn<strong>en</strong>, want<br />
het zal wel e<strong>en</strong> jaar of ti<strong>en</strong> dur<strong>en</strong>, voor alles klaar is!' 'ik b<strong>en</strong> blij, dat we het zo gauw e<strong>en</strong>s zijn'<br />
- 2 -
knikt de kabouterkoning. 'Punt één is aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong>'. (<strong>Wipneus</strong> <strong>en</strong> <strong>Pim</strong> in de zilver<strong>en</strong> raket). Ik<br />
hoor de huisraad van de broeders vergader<strong>en</strong> over de problem<strong>en</strong> die de vergrijzing van de<br />
communiteit met zich mee br<strong>en</strong>gt.<br />
De juist aangehaalde passages kom<strong>en</strong> uit boekjes van broeder Gregorio Pieters. Hij heeft in<br />
interviews al <strong>en</strong>kele ker<strong>en</strong> erk<strong>en</strong>d in de bewoners van Kabouterland herhaaldelijk broeders<br />
vereeuwigd te hebb<strong>en</strong>. 'Ook dicht bij huis, <strong>en</strong> wel in het klooster, gaf hij zijn og<strong>en</strong> altijd goed de<br />
kost <strong>en</strong> zo schiep broeder Gregorio m<strong>en</strong>ig kabouter naar het ev<strong>en</strong>beeld van hem omring<strong>en</strong>de<br />
paters', zo lez<strong>en</strong> we in e<strong>en</strong> interview in het Algeme<strong>en</strong> Dagblad van 21 oktober 1986, waarbij wel<br />
<strong>op</strong>gemerkt mag word<strong>en</strong> dat voor de interviewer broeders <strong>en</strong> paters blijkbaar e<strong>en</strong> pot nat zijn. En<br />
in De Limburger van 24 oktober 1980 (dank aan drs. Emile Ramakers van de afdeling<br />
Docum<strong>en</strong>tatie Limburg van de Stadsbibliotheek Maastricht, die deze interviews voor mij<br />
<strong>op</strong>spoorde) memoreerde broeder Greogorio dat de g<strong>en</strong>eraal-overste van de congregatie ooit<br />
gezegd zou hebb<strong>en</strong> de broeders beter te ler<strong>en</strong> k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> door <strong>Wipneus</strong> <strong>en</strong> <strong>Pim</strong> te lez<strong>en</strong> dan door<br />
ur<strong>en</strong>lange gesprekk<strong>en</strong>.<br />
Broeder Gregorio, in 1924 in D<strong>en</strong> Haag gebor<strong>en</strong> als Eduard Antoon Marie Pieters, had vóór hij in<br />
1965 de avontur<strong>en</strong> van <strong>Wipneus</strong> <strong>en</strong> <strong>Pim</strong> te boek ging stell<strong>en</strong>, al eerder de p<strong>en</strong> gevoerd voor e<strong>en</strong><br />
jeugdig publiek. Bij de Heiligdomvaart<strong>en</strong> van 1955 <strong>en</strong> 1962, waarbij hij ook e<strong>en</strong> belangrijke<br />
organisatorische rol speelde (De Nieuwe Limburger van 13 juli 1962 noemde hem de ziel van de<br />
Heiligdomsvaart), schreef hij speciale boekjes voor de Maastrichtse jeugd: Maastricht <strong>en</strong> zijn<br />
Heiligdomsvaart <strong>en</strong> Het boek van Sint Servaas. Het lag dus voor de hand dat de onderwijzer aan<br />
de Maastrichtse Aloysiusschool bij het vertrek van broeder Alfred de nieuwe geschiedschrijver<br />
van Kabouterland zou word<strong>en</strong>.<br />
Wat de relatie van <strong>Wipneus</strong> <strong>en</strong> <strong>Pim</strong> met de wereld van de Limiburg<strong>en</strong>sia is, zal nu wel<br />
g<strong>en</strong>oegzaam verduidelijkt zijn. Maar wat is de relatie tuss<strong>en</strong> <strong>Wipneus</strong> <strong>en</strong> <strong>Pim</strong> bij de Trappertjes<br />
<strong>en</strong> het monastieke lev<strong>en</strong>? Het verhaal begint met e<strong>en</strong> uitnodiging van koning Prikkie van de<br />
Trappertjes aan koning Goedhart. Het land van de Trappertjes bestaat binn<strong>en</strong>kort 250 jaar, <strong>en</strong><br />
koning Prikkie nodigt koning Goedhart uit het feest mee te kom<strong>en</strong> vier<strong>en</strong>. Koning Goedhart heeft<br />
de laatste tijd echter veel last van reumatiek <strong>en</strong> daarom stuurt hij zijn zoon <strong>Wipneus</strong> met zijn<br />
vri<strong>en</strong>dje <strong>Pim</strong> naar het feest. Onderweg word<strong>en</strong> <strong>Wipneus</strong> <strong>en</strong> <strong>Pim</strong> gevang<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> door de reus<br />
Boelboel. Gelukkig wet<strong>en</strong> ze te ontsnapp<strong>en</strong>. Boelboel is boos als hij hoort dat er feest is bij de<br />
Trappertjes <strong>en</strong> hij niet is uitg<strong>en</strong>odigd. Hij wil wraak nem<strong>en</strong> <strong>en</strong> steek zev<strong>en</strong> kostbare vogels van de<br />
Trappertjes. Het is niet de eerste keer dat hij de Trappertjes plaagt <strong>en</strong> daarom besluit<strong>en</strong> <strong>Wipneus</strong><br />
<strong>en</strong> <strong>Pim</strong>, die inmiddels bij koning Prikkie zijn aangekom<strong>en</strong>, ervoor te zull<strong>en</strong> zorg<strong>en</strong> dat de<br />
Trappertjes van Boelboel verlost word<strong>en</strong>. Ze do<strong>en</strong> dat met het gesch<strong>en</strong>k dat koning Goedhart<br />
voor koning prikkie had meegegev<strong>en</strong>. Wat dat gesch<strong>en</strong>k is <strong>en</strong> hoe <strong>Wipneus</strong> <strong>en</strong> <strong>Pim</strong> Boelboel e<strong>en</strong><br />
lesje ler<strong>en</strong>, zal ik niet verklapp<strong>en</strong>. Want ik neem aan dat iedere lezer van Interformatie nu<br />
terstond het boekje van <strong>Wipneus</strong> <strong>en</strong> <strong>Pim</strong> zelf ter hand zal nem<strong>en</strong>.<br />
De relatie van het boekje met het monastieke lev<strong>en</strong> wordt al gesuggereerd door de titel. Het is<br />
e<strong>en</strong> kleine stap van `Trappertjes' naar 'Trappist<strong>en</strong>'. Inderdaad heeft de schrijver bij het rijk van<br />
de Trappertjes e<strong>en</strong> Trappist<strong>en</strong>abdij voor de geest gehad. En we vernem<strong>en</strong> zelfs welke abdij. Want<br />
voordat <strong>Wipneus</strong> <strong>en</strong> <strong>Pim</strong> <strong>op</strong> reis gaan, bekijk<strong>en</strong> ze eerst bij de geleerde kabouter Knobbel e<strong>en</strong><br />
landkaart <strong>en</strong> hor<strong>en</strong> dan dat het rijk van de Trappertjes in de landstreek Tiffia ligt. Het rijk van de<br />
Trappertjes is de Trappist<strong>en</strong>abdij O.L. Vrouw Onbevlekt Ontvang<strong>en</strong> te UlingsheideTegel<strong>en</strong>, in<br />
1884 gesticht vanuit de abdij van Westmalle, in 1888 tot priorij <strong>en</strong> in 1933 tot abdij verhev<strong>en</strong>.<br />
In de lev<strong>en</strong>swijze van de Trappertjes herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> we allerlei elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> uit het Trappist<strong>en</strong>lev<strong>en</strong>.<br />
Zo hor<strong>en</strong> we dat de Trappertjes vroeg naar bed gaan <strong>en</strong> 's nachts om half vier <strong>op</strong>staan, <strong>en</strong> dat ze<br />
dan door het luid<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> grote bel gewekt word<strong>en</strong>. Als ik mij niet vergis begint het<br />
- 3 -
nachtofficie bij de Trappist<strong>en</strong> in Tegel<strong>en</strong> om half vijf, maar e<strong>en</strong> kniesoor die daar <strong>op</strong> let. Als de<br />
Trappertjes aan het eind van het verhaal feest vier<strong>en</strong>, zitt<strong>en</strong> ze in de zaal allemaal aan één kant<br />
van de tafel, precies zoals de Trappist<strong>en</strong> in de refter zitt<strong>en</strong>. 'Dat is zo de gewoonte bij de<br />
Trappertjes'. Bij het feestmaal drink<strong>en</strong> ze dan 'trapperbier'. In het paleis van de Trappertjes zijn<br />
allerlei werkplaats<strong>en</strong>, juist zoals in e<strong>en</strong> Trappist<strong>en</strong>abdij: e<strong>en</strong> timmerwinkel, e<strong>en</strong><br />
schildersafdeling, e<strong>en</strong> smederij <strong>en</strong> e<strong>en</strong> bierbrouwerij. Verder is het bij de Trappertjes heel rustig.<br />
Tijd<strong>en</strong>s de he<strong>en</strong>reis bezoek<strong>en</strong> <strong>Wipneus</strong> <strong>en</strong> <strong>Pim</strong> nog <strong>op</strong>a Mei <strong>en</strong> die vertelt dat hij elk jaar e<strong>en</strong><br />
week naar de Trappertjes gaat om e<strong>en</strong> beetje uit te rust<strong>en</strong>. En onderweg krijg<strong>en</strong> ze e<strong>en</strong> lift van<br />
baas Ui uit Waalstad (Nijmeg<strong>en</strong>!) die ook <strong>op</strong> weg is naar de Trappertjes <strong>en</strong> zegt dat je in hun land<br />
zo heerlijk kunt wandel<strong>en</strong>.<br />
Maar zelfs de bewoners van het rijk van de Trappertjes zijn te herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong>. Koning Prikkie is<br />
natuurlijk Dom Amandus Prick, sinds 1956 abt van de Trappist<strong>en</strong>abdij van Tegel<strong>en</strong>. <strong>Wipneus</strong> <strong>en</strong><br />
<strong>Pim</strong> word<strong>en</strong> welkom gehet<strong>en</strong> door Sebastiaan, die voor de gast<strong>en</strong> moet zorg<strong>en</strong> <strong>en</strong> ze hun kamer<br />
wijst. Iedere<strong>en</strong> die ooit <strong>en</strong>kele dag<strong>en</strong> in het gast<strong>en</strong>kwartier van de Tegelse Trappist<strong>en</strong>abdij heeft<br />
doorgebracht, weet dat de gast<strong>en</strong>pater Dom Sebastiaan Evers heet. Ook ontmoet<strong>en</strong> <strong>Wipneus</strong> <strong>en</strong><br />
<strong>Pim</strong> trapper Ivo. 'Hij is de helper van Sebastiaan <strong>en</strong> die twee kunn<strong>en</strong> het sam<strong>en</strong> best vind<strong>en</strong>.<br />
Trapper Ivo is heel lang <strong>en</strong> hij praat met e<strong>en</strong> hoge stem'. De beschrijving past voortreffelijk <strong>op</strong> de<br />
Tegelse gast<strong>en</strong>broeder Ivo van Nisp<strong>en</strong> tot Pannerd<strong>en</strong>.<br />
En inderdaad, in het eerder al aangehaalde interview in De Limburger van 24 oktober 1980<br />
onthult broeder Gregorio ook: 'Neem nou <strong>Wipneus</strong> <strong>en</strong> <strong>Pim</strong> bij de Trappertjes. Dat is geschrev<strong>en</strong><br />
na e<strong>en</strong> <strong>retraite</strong> in de abdij van de Trappist<strong>en</strong> in Tegel<strong>en</strong>'. We kunn<strong>en</strong> zelfs nagaan in welke tijd<br />
van het jaar deze <strong>retraite</strong> zal hebb<strong>en</strong> plaatsgevond<strong>en</strong>. Aan het slot van het boekje vier<strong>en</strong> <strong>Wipneus</strong><br />
<strong>en</strong> <strong>Pim</strong> namelijk bij de Trappertjes het lichtfeest. Het is duidelijk dat hier het Paasfeest bedoeld<br />
wordt. Uitdrukkelijk wordt gezegd dat de Trappertjes hun 'paasbeste pakjes aanhebb<strong>en</strong>. Ze zijn<br />
allemaal in het wit gekleed. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> draagt iedere<strong>en</strong> e<strong>en</strong> zwarte sjerp'.<br />
En de viering van het lichtfeest doet mete<strong>en</strong> d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> aan de liturgie van de Paasnacht. 'Als de<br />
tor<strong>en</strong>klok elf maal heeft geslag<strong>en</strong>, zet e<strong>en</strong> kleine stoet zich in beweging. Koning Prikkie verlaat<br />
met de ti<strong>en</strong> oudste trappers de zaal <strong>en</strong> gaat de gang in. Omdat het zo donker is, valt er niets te<br />
zi<strong>en</strong>. Maar wel is er iets te hor<strong>en</strong>'. En wat <strong>Wipneus</strong> <strong>en</strong> <strong>Pim</strong> hor<strong>en</strong>, is dat er vuur wordt gemaakt in<br />
de gang. Koning Prikkie steekt dan als eerste zijn lampion aan <strong>en</strong> de kleine stoet komt de zaal<br />
weer in. En onder het zing<strong>en</strong> van 'e<strong>en</strong> leuk liedje' steekt iedere<strong>en</strong> zijn lampion aan. Het vervolg<br />
van het feest is prachtig <strong>en</strong> schitter<strong>en</strong>d. En tijd<strong>en</strong>s de feestmaaltijd et<strong>en</strong> de Trappertjes<br />
ondermeer gekleurde eier<strong>en</strong>. Wat wilt u nog meer?<br />
,is ik deze woord<strong>en</strong> schrijf, zitt<strong>en</strong> we in de Goede Week, Maar voor iedere<strong>en</strong> die zich met de UTP<br />
verbond<strong>en</strong> voelt, is het e<strong>en</strong> slechte week geweest. De teleurstell<strong>en</strong>de <strong>op</strong>stelling van de<br />
bissch<strong>op</strong>p<strong>en</strong>confer<strong>en</strong>tie teg<strong>en</strong>over de fusie tuss<strong>en</strong> Amsterdam, Nijmeg<strong>en</strong> <strong>en</strong> Heerl<strong>en</strong> heeft veel<br />
emoties losgemaakt. Ik ho<strong>op</strong> dat het Paasfeest toch voor iedere<strong>en</strong> e<strong>en</strong> schitter<strong>en</strong>d feest van licht<br />
is geweest. En als de moed u in de scho<strong>en</strong><strong>en</strong> zinkt, neem dan e<strong>en</strong> boekje met avontur<strong>en</strong> van<br />
<strong>Wipneus</strong> <strong>en</strong> <strong>Pim</strong> ter hand <strong>en</strong> lees het voor aan e<strong>en</strong> kind. Dat doet ook uw nederige di<strong>en</strong>aar<br />
<strong>Peter</strong> <strong>Niss<strong>en</strong></strong><br />
Uit: Interformatie, jaargang 18, nummer 5, 1989/1990, pp. 41-46.<br />
- 4 -