Toepassingsadvies Modulaire Geluidsschermen - Stiller Verkeer
Toepassingsadvies Modulaire Geluidsschermen - Stiller Verkeer
Toepassingsadvies Modulaire Geluidsschermen - Stiller Verkeer
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>Toepassingsadvies</strong><br />
<strong>Modulaire</strong><br />
<strong>Geluidsschermen</strong><br />
<strong>Toepassingsadvies</strong> <strong>Modulaire</strong> <strong>Geluidsschermen</strong>................................................................. 1<br />
Beschrijving innovatie........................................................................................................ 3<br />
Akoestische werking ......................................................................................................... 3<br />
Totstandkoming ‘bouwdoos <strong>Modulaire</strong> <strong>Geluidsschermen</strong>’ ................................................ 4<br />
Algemene uitgangspunten ................................................................................................ 4<br />
Toepassingsmogelijkheden bouwstenen MGS................................................................... 6<br />
Staanders .......................................................................................................................... 6<br />
Vlakvulling ........................................................................................................................ 9<br />
Bevestigingsmiddelen...................................................................................................... 10<br />
Schermonderbrekingen ................................................................................................... 10<br />
Special staanders............................................................................................................. 12<br />
Spelregels........................................................................................................................ 13<br />
Staanders ........................................................................................................................ 13<br />
Vlakvulling ...................................................................................................................... 14<br />
Bevestigingsmiddelen...................................................................................................... 15<br />
Schermbeëindigingen...................................................................................................... 15<br />
Alignement ..................................................................................................................... 15<br />
Fundering........................................................................................................................ 16<br />
Kosteneffectiviteit ........................................................................................................... 16<br />
Schermtoppen en <strong>Modulaire</strong> <strong>Geluidsschermen</strong>................................................................ 17<br />
Bijlage A: Tekeningen, berekeningen en rapportages ...................................................... 18<br />
Bijlage B: Van toepassing zijnde normen ......................................................................... 20<br />
Bijlage C: Voorbeelden.................................................................................................... 21<br />
Bijlage D: Windbelasting en windvormfactor................................................................... 22<br />
Bijlage E: Windgebied, rekenhoogte en rekenstuwdruk................................................... 25<br />
1
Colofon<br />
Uitgegeven door Rijkswaterstaat, Dienst Weg- en Waterbouwkunde<br />
Contactpersoon W. van den Pangaard<br />
Informatie Telefoon 015 251 84 89<br />
Met medewerking van<br />
Rapportnummer DWW-2006-38<br />
Versie 31 maart 2006<br />
Goedkeuring dr. P. Stienstra<br />
R.Th. Bubberman (Fabrique Public Design)<br />
H. van Engelen (Kok en Van Engelen Composite Structures)<br />
A.L.J. Timmermans PMSE (Ingenieursbureau M.U.C.)<br />
W.J.A. van Vliet (Rijkswaterstaat, DWW)<br />
C.H. Wauben (Rijkswaterstaat, Bouwdienst)<br />
De Dienst Weg- en Waterbouwkunde van Rijkswaterstaat heeft de in deze publicatie<br />
opgenomen gegevens zorgvuldig verzameld naar de laatste stand van wetenschap en<br />
techniek. Desondanks kunnen er onjuistheden in deze publicatie voorkomen. Het Rijk sluit<br />
iedere aansprakelijkheid uit voor schade die uit het gebruik van de hierin opgenomen<br />
gegevens mocht voortvloeien.<br />
Het Innovatieprogramma Geluid beoogt de invoering van een nieuwe set maatregelen<br />
om verkeerslawaai bij rijkswegen en spoorwegen te verminderen bij de bron. Naast het<br />
testen van nieuwe maatregelen aan voertuigen, weg en rails is het versnellen van het<br />
implementeren van de innovaties een tweede belangrijke stap van het IPG. Invoering van<br />
de nieuwe maatregelen moet leiden tot een duidelijke geluidsvermindering en een<br />
halvering van de bestaande kosten van geluidmaatregelen.<br />
2
Beschrijving innovatie<br />
Rondom de bouw van de huidige generatie geluidsschermen doet zich een aantal<br />
problemen voor. Zo wordt bij ieder geluidsschermproject een andere (nieuwe) technische<br />
oplossing gekozen, met als voornaamste bezwaren dat toekomstige uitbreidingen –zoals<br />
verhoging, verlenging, of verplaatsing– kostbaar zijn en dat men niet leert van eerder<br />
opgedane ervaringen. Bovendien veroorzaken de verschillende soorten opeenvolgende<br />
geluidsschermen een versnipperd en rommelig wegbeeld.<br />
Om aan deze problemen het hoofd te bieden is binnen het Innovatieprogramma Geluid<br />
de ‘bouwdoos <strong>Modulaire</strong> <strong>Geluidsschermen</strong>’ ontwikkeld. Deze bouwdoos bevat een<br />
beperkt aantal gestandaardiseerde, industrieel geoptimaliseerde basisonderdelen,<br />
waarmee een veelheid aan geluidsschermen kan worden geconstrueerd, met verschillende<br />
uiterlijke en akoestische eigenschappen. Naast variatie in hoogte, is het onder meer<br />
mogelijk om te variëren met de hellingshoek van een scherm en kan worden gekozen voor<br />
verschillende soorten reflecterende en absorberende vlakvulling.<br />
Met <strong>Modulaire</strong> <strong>Geluidsschermen</strong> worden dus twee doelen nagestreefd. Enerzijds gaat het<br />
om kostenbesparing en anderzijds om het tegengaan van de verrommeling langs wegen<br />
(ook wel ‘het bereiken van architectonische samenhang’ genoemd).<br />
In dit toepassingsadvies wordt beschreven in welke situaties de onderdelen uit de<br />
‘bouwdoos <strong>Modulaire</strong> <strong>Geluidsschermen</strong>’ kunnen worden toegepast. Op de cd-rom, die<br />
zich in de achterkaft bevindt, zijn de tekeningen van alle onderdelen van het <strong>Modulaire</strong><br />
Geluidsscherm opgenomen, alsmede de onderliggende rapportages en onderzoeken. Een<br />
overzicht van alle tekeningen en documenten die op deze cd-rom zijn opgenomen, is te<br />
vinden in bijlage A. Deze gegevens zijn tevens te downloaden van de website<br />
www.innovatieprogrammageluid.nl.<br />
Akoestische werking<br />
De akoestische werking van <strong>Modulaire</strong> <strong>Geluidsschermen</strong> is gelijk aan die van reguliere<br />
geluidsschermen. <strong>Modulaire</strong> <strong>Geluidsschermen</strong> kunnen dus gewoon worden<br />
gedimensioneerd met behulp van het Reken- en Meetvoorschrift (RMW2002). Om in zo<br />
veel mogelijk (akoestische) situaties een oplossing te kunnen bieden, kent de ‘bouwdoos<br />
<strong>Modulaire</strong> <strong>Geluidsschermen</strong>’ staanders in verschillende hoogtes en vier soorten panelen;<br />
twee met reflecterende en twee met absorberende eigenschappen.<br />
3
De mate van absorptie of reflectie van een Modulair Geluidsscherm wordt niet alleen<br />
bepaald door het gebruikte materiaal (vlakvulling), ook de hellingshoek van het scherm en<br />
de locatie van de eventuele knik zijn van invloed op de schermwerking. Zie voor meer<br />
informatie over dit thema de publicatie ‘Richtlijnen geluidschermen langs autowegen,<br />
invloed van de schermvorm op de geluidsreductie’ (DWW-2003-086).<br />
Totstandkoming ‘bouwdoos <strong>Modulaire</strong> <strong>Geluidsschermen</strong>’<br />
De onderdelen uit de ‘bouwdoos <strong>Modulaire</strong> <strong>Geluidsschermen</strong>’ zijn zorgvuldig ontworpen,<br />
berekend en getoetst aan de diverse van toepassing zijnde normen, richtlijnen en<br />
voorschriften (zie bijlage B voor een compleet overzicht). Hierbij is nauw samengewerkt<br />
tussen Rijkswaterstaat (Dienst Weg- en Waterbouwkunde en Bouwdienst), een industrieel<br />
ontwerpbureau (Fabrique Public Design), een ingenieursbureau (M.U.C.) en een<br />
constructiebureau (Kok en Van Engelen).<br />
Algemene uitgangspunten<br />
Door gebruik te maken van de industrieel geoptimaliseerde onderdelen uit de ‘bouwdoos<br />
<strong>Modulaire</strong> <strong>Geluidsschermen</strong>’ (staanders, vlakvulling, bevestigingsmiddelen en oplossingen<br />
voor schermonderbrekingen) kan een veelheid aan geluidsschermen worden<br />
geconstrueerd met verschillende uiterlijke en akoestische eigenschappen. Een groot<br />
voordeel van het toepassen van dit beperkte aantal gestandaardiseerde (modulaire)<br />
onderdelen, is dat reeds gerealiseerde <strong>Modulaire</strong> <strong>Geluidsschermen</strong> in de toekomst<br />
eenvoudig kunnen worden uitgebreid. Hierbij valt te denken aan verlengingen en<br />
verhogingen (indien door bijvoorbeeld een toename van de verkeersintensiteit meer<br />
geluidsreductie benodigd is), vervangingen (indien slechts één paneel uit een Modulair<br />
Geluidsscherm beschadigd is) en zelfs verplaatsingen (bij bijvoorbeeld wegverbredingen).<br />
Reeds gerealiseerde <strong>Modulaire</strong> <strong>Geluidsschermen</strong> kunnen onder bepaalde omstandigheden<br />
met maximaal 2 meter worden verhoogd. Dit gebeurt door het bestaande topdeel te<br />
verwijderen en door een nieuw, hoger topdeel te plaatsen. De mogelijkheid van<br />
ophoogbaarheid hoeft niet te worden benut, maar indien men een Modulair<br />
Geluidsscherm in de toekomst wil kunnen ophogen, dient men hier bij de keuze voor de<br />
configuratie reeds rekening mee te houden. De maximale hoogte van een Modulair<br />
Geluidsscherm (na eventuele ophoging) bedraagt 8 meter. Meer informatie over welke<br />
configuraties wel en welke niet ophoogbaar zijn, is te vinden in tabel 1 op pagina 8.<br />
De ‘bouwdoos <strong>Modulaire</strong> <strong>Geluidsschermen</strong>’ biedt ontwerpers en (landschaps)architecten<br />
de mogelijkheid om –gebruikmakend van standaard componenten– tot een<br />
geluidsschermconfiguratie te komen die specifiek is voor een weg of weggedeelte.<br />
Hierdoor kunnen configuraties worden gekozen die goed aansluiten bij het omliggende<br />
landschap, wat de eerder genoemde versnippering en verrommeling tegengaat. Zie voor<br />
een aantal voorbeelden de tekeningen in bijlage C.<br />
Net als reguliere geluidsschermen kunnen <strong>Modulaire</strong> <strong>Geluidsschermen</strong> worden uitgevoerd<br />
door verschillende daarin gespecialiseerde aannemers. Ook de onderdelen uit de<br />
‘bouwdoos <strong>Modulaire</strong> <strong>Geluidsschermen</strong>’ zijn niet producentgebonden.<br />
4
De ‘bouwdoos <strong>Modulaire</strong> <strong>Geluidsschermen</strong>’ bevat niet alleen onderdelen om<br />
geluidsschermen van verschillende hoogtes te realiseren (staanders), men is ook vrij om de<br />
gewenste hellingshoek van een geluidsscherm te kiezen en bovendien kan worden<br />
gekozen uit verschillende kleuren en materialen voor de vlakvulling (panelen). Doordat de<br />
staanders uit de ‘bouwdoos <strong>Modulaire</strong> <strong>Geluidsschermen</strong>’ uit een onderstel en een topdeel<br />
bestaan, is het tevens mogelijk een knik in het geluidsscherm aan te brengen. Deze knik is<br />
echter niet noodzakelijk en kan achterwege blijven indien topdeel en onderstel in elkaars<br />
verlengde worden geplaatst. De mogelijkheden ‘schuinstand’ en ‘knik’ van een Modulair<br />
Geluidsscherm leiden niet alleen tot architectonische vrijheid; hiermee kan ook het<br />
akoestisch effect van de schermen worden beïnvloed. De mogelijkheden ‘schuinstand’ en<br />
‘knik’ zullen in een aparte paragraaf (Spelregels) nader worden toegelicht.<br />
Verder is er voor toepassing in situaties waarin geen ruimte is voor de "staart" van de<br />
staander (bij voorbeeld op viaducten en in andere bijzondere omstandigheden) een reeks<br />
zwaarder gedimensioneerde ‘special staanders’ ontworpen. De mogelijkheden van deze<br />
‘special staanders’ zullen in een aparte paragraaf (Special staanders) nader worden<br />
toegelicht.<br />
De ‘bouwdoos <strong>Modulaire</strong> <strong>Geluidsschermen</strong>’ bestaat op dit moment uit een minimaal<br />
aantal onderdelen, die vele mogelijkheden met zich meebrengen. Toch kan het voor<br />
sommige projecten wenselijk zijn om alternatieve onderdelen (of materialen) te<br />
ontwikkelen. Het is daarbij wel belangrijk dat deze nieuwe onderdelen dezelfde<br />
afmetingen hebben als de overigen onderdelen uit de ‘bouwdoos <strong>Modulaire</strong><br />
<strong>Geluidsschermen</strong>’, zodat toekomstige uitbreidingen en vervangingen niet gehinderd<br />
worden. In de publicatie ‘<strong>Modulaire</strong> <strong>Geluidsschermen</strong>, handleiding configuratie en<br />
implementatie’ (DWW-2006-040) staat meer informatie over het toevoegen van nieuwe<br />
onderdelen aan de ‘bouwdoos <strong>Modulaire</strong> <strong>Geluidsschermen</strong>’. Deze handleiding is<br />
opgenomen in bijlage A en op bijgevoegde cd-rom.<br />
5
Toepassingsmogelijkheden bouwstenen MGS<br />
De onderdelen uit de ‘bouwdoos <strong>Modulaire</strong> <strong>Geluidsschermen</strong>’ zijn ontwikkeld om te<br />
kunnen worden toegepast in een veelheid van situaties. Dit aantal is echter niet oneindig.<br />
Om aan te geven wat de mogelijkheden zijn, zullen hierna de verschillende onderdelen uit<br />
de ‘bouwdoos <strong>Modulaire</strong> <strong>Geluidsschermen</strong>’ worden besproken en zal per onderdeel<br />
worden aangegeven wanneer dit wel en niet kan worden toegepast.<br />
Staanders<br />
In de ‘bouwdoos <strong>Modulaire</strong> <strong>Geluidsschermen</strong>’ is een zevental onderdelen opgenomen<br />
waarmee staanders kunnen worden geconstrueerd van 1 tot 8 meter hoogte (zie<br />
afbeelding). Hiervoor zijn vier onderstellen en drie topdelen ontworpen. De onderstellen<br />
variëren in hoogte van 2 tot 5 meter en de topdelen van 1 tot 3 meter. In de meeste<br />
gevallen zal een staander uit een combinatie van een topdeel en een onderstel bestaan,<br />
maar bij schermen tot 3 meter hoogte kan gebruik worden gemaakt van een topdeel dat<br />
van een voetplaat is voorzien.<br />
6
De staanders van het <strong>Modulaire</strong> Geluidsscherm zijn gedimensioneerd op een belasting die<br />
geldt in windgebied II, op maaiveldligging in onbebouwd gebied, met veiligheidsklasse 2<br />
en windvormfactor 1,6; waarbij rekening is gehouden met de maximale ophoogbaarheid<br />
van 2 meter. Dit geeft de mogelijkheid om de staanders in een veelheid van situaties toe<br />
te passen, te meer omdat inmiddels door aanvullend windtunnelonderzoek vast is komen<br />
te staan dat in veel situaties een lagere windvormfactor mag worden gehanteerd (zie<br />
bijlage D voor meer informatie).<br />
Rekening houdend met het windgebied, de plaatsingshoogte, de veiligheidsklasse en de al<br />
dan niet aanwezige wens om het scherm in de toekomst op te hogen, kan men aan de<br />
hand van de tabel in deze paragraaf bepalen of een staander uit de ‘bouwdoos <strong>Modulaire</strong><br />
<strong>Geluidsschermen</strong>’ al dan niet kan worden toegepast in een gewenste situatie. Dit is<br />
mogelijk door te controleren of de maximaal optredende windbelasting in de gewenste<br />
situatie niet hoger is dan de maximaal toelaatbare windbelasting waarop de staander is<br />
ontworpen.<br />
In onderstaande tabel (tabel 1) is de equivalente stuwdruk weergegeven waarop het<br />
scherm is berekend, afgezet tegen de gewenste hoogte en configuratie, de gewenste<br />
ophoogbaarheid en de van toepassing zijnde windvormfactor. Deze windvormfactor is<br />
afhankelijk van de schuinstand van het scherm en is gebaseerd op de Europese norm en<br />
recent windtunnelonderzoek (zie hiervoor bijlage D). Er zijn twee tabellen; voor<br />
veiligheidsklassen II en voor veiligheidsklasse III.<br />
Om te bepalen of een staander van het <strong>Modulaire</strong> Geluidsscherm al dan niet kan worden<br />
toegepast in een bepaalde situatie, dienen de volgende stappen te worden doorlopen:<br />
1. Bepaal de van toepassing zijnde veiligheidsklasse (conform GCW-2001, deel 3<br />
Dimensionering, paragraaf 1).<br />
2. Bepaal de vereiste hoogte van het geluidsscherm h scherm (op basis van akoestisch<br />
onderzoek).<br />
3. Bepaal de van toepassing zijnde windvormfactor C index (Bijlage D).<br />
4. Bepaal of en hoeveel het scherm in de toekomst moet kunnen worden opgehoogd<br />
h oph (maximaal 2 meter en afhankelijk van gekozen configuratie).<br />
5. Lees in tabel 1 de maximaal toelaatbare equivalente stuwdruk P w_equiv (bij gewenste<br />
hoogte, configuratie en ophoogbaarheid) af.<br />
6. Bepaal in welk windgebied het geluidsscherm zich bevindt (Bijlage E).<br />
7. Bepaal de hoogte van de bovenrand van het scherm ten opzichte van omliggend<br />
maaiveld h scherm + h omg (conform GCW-2001, zie bijlage D).<br />
8. Bepaal de rekenhoogte middels h scherm + h omg + h oph<br />
9. Lees in tabel 4 in bijlage E de rekenstuwdruk P w_reken af (bij rekenhoogte en<br />
windgebied, bebouwd of onbebouwd). Indien de rekenstuwdruk (uit tabel 4) lager is<br />
dan de maximaal toelaatbare equivalente stuwdruk P w_equiv (uit tabel 1) dan kan de<br />
staander van het <strong>Modulaire</strong> Geluidsscherm in die situatie worden toegepast.<br />
7
Veiligheidsklasse II (factor 1,3) Bij C index=1,2 Bij C index=1,3 Bij C index=1,4<br />
max. toel. equiv. max. toel. equiv. max. toel. equiv.<br />
staanderconfiguratie Ophoogbaar stuwdruk Pw_equiv stuwdruk Pw_equiv stuwdruk Pw_equiv<br />
1 meter (topdeel met voet) niet 933 862 800<br />
2 meter (topdeel met voet) niet 933 862 800<br />
3 meter (topdeel met voet) niet 933 862 800<br />
3 meter (2+1) niet 1102 1017 945<br />
3 meter (2+1) 1m 827 763 709<br />
4 meter (2+2) niet 827 763 709<br />
4 meter (3+1) niet 1460 1348 1251<br />
4 meter (3+1) 1m 1168 1078 1001<br />
4 meter (3+1) 2m 973 898 834<br />
5 meter (3+2) niet 1168 1078 1001<br />
5 meter (3+2) 1m 973 898 834<br />
5 meter (4+1) niet 1456 1344 1248<br />
5 meter (4+1) 1m 1213 1120 1040<br />
5 meter (4+1) 2m 1040 960 891<br />
6 meter (3+3) niet 973 898 834<br />
6 meter (4+2) niet 1213 1120 1040<br />
6 meter (4+2) 1m 1040 960 891<br />
6 meter (5+1) niet 1440 1329 1234<br />
6 meter (5+1) 1m 1234 1139 1058<br />
6 meter (5+1) 2m 1080 997 926<br />
7 meter (4+3) niet 1040 960 891<br />
7 meter (5+2) niet 1234 1139 1058<br />
7 meter (5+2) 1m 1080 997 926<br />
8 meter (5+3) niet 1080 997 926<br />
N/m2 N/m2 N/m2<br />
Veiligheidsklasse III (factor 1,5) Bij C index=1,2 Bij C index=1,3 Bij C index=1,4<br />
max. toel. equiv. max. toel. equiv. max. toel. equiv.<br />
staanderconfiguratie Ophoogbaar stuwdruk Pw_equiv stuwdruk Pw_equiv stuwdruk Pw_equiv<br />
1 meter (topdeel met voet) niet 812 750 696<br />
2 meter (topdeel met voet) niet 812 750 696<br />
3 meter (topdeel met voet) niet 812 750 696<br />
3 meter (2+1) niet 959 885 822<br />
3 meter (2+1) 1m 719 664 616<br />
4 meter (2+2) niet 719 664 616<br />
4 meter (3+1) niet 1270 1172 1089<br />
4 meter (3+1) 1m 1016 938 871<br />
4 meter (3+1) 2m 847 782 726<br />
5 meter (3+2) niet 1016 938 871<br />
5 meter (3+2) 1m 847 782 726<br />
5 meter (4+1) niet 1267 1169 1086<br />
5 meter (4+1) 1m 1056 974 905<br />
5 meter (4+1) 2m 905 835 776<br />
6 meter (3+3) niet 847 782 726<br />
6 meter (4+2) niet 1056 974 905<br />
6 meter (4+2) 1m 905 835 776<br />
6 meter (5+1) niet 1253 1156 1074<br />
6 meter (5+1) 1m 1074 991 920<br />
6 meter (5+1) 2m 940 867 805<br />
7 meter (4+3) niet 905 835 776<br />
7 meter (5+2) niet 1074 991 920<br />
7 meter (5+2) 1m 940 867 805<br />
8 meter (5+3) niet 940 867 805<br />
N/m2 N/m2 N/m2<br />
Tabel 1. Configuraties staander en maximaal toelaatbare equivalente stuwdruk<br />
8
Vlakvulling<br />
In de ‘bouwdoos <strong>Modulaire</strong> <strong>Geluidsschermen</strong>’ is een viertal panelen opgenomen waarmee<br />
de vlakvulling van een scherm kan worden geconstrueerd. Er zijn twee soorten<br />
reflecterende en twee soorten absorberende panelen. Indien gewenst, kunnen alternatieve<br />
panelen worden ontwikkeld (van bijvoorbeeld hout of kunststof). Deze panelen moeten<br />
dan echter wél voldoen aan de dimensies van <strong>Modulaire</strong> <strong>Geluidsschermen</strong>, zodat<br />
ophoogbaarheid, uitbreidbaarheid en verplaatsbaarheid van reeds gerealiseerde <strong>Modulaire</strong><br />
<strong>Geluidsschermen</strong> mogelijk blijft.<br />
(Glas)cassette (reflecterend)<br />
In de ‘bouwdoos <strong>Modulaire</strong> <strong>Geluidsschermen</strong>’ is een aluminium cassette opgenomen,<br />
waarin een glasplaat kan worden gevat. Deze cassette kan naast glas ook worden<br />
toegepast voor het opnemen andere reflecterende materialen. Voorwaarde is dat dit<br />
materiaal stijf genoeg is om 1 meter te overspannen. Ten behoeve van de akoestische<br />
isolatie dient het soortelijk gewicht minimaal 40kg/m 2 te bedragen. De dikte van het<br />
materiaal kan hierop worden aangepast. In de cassette kunnen materialen tot maximaal<br />
25,5 millimeter worden gevat. Zie voor meer informatie over het toevoegen van nieuwe<br />
onderdelen aan de ‘bouwdoos <strong>Modulaire</strong> <strong>Geluidsschermen</strong>’ de publicatie ‘<strong>Modulaire</strong><br />
<strong>Geluidsschermen</strong>, handleiding configuratie en implementatie’ (bijlage A en bijgevoegde<br />
cd-rom).<br />
De glascassette kan worden gebruikt indien transparantie gewenst is, of bijvoorbeeld ter<br />
plaatse van viaducten en onderdoorgangen, waar lichtinval erg belangrijk is.<br />
Massief betonpaneel (reflecterend)<br />
Louter beton en een profiel op de hoeken voor de montage, maakt dit paneel het<br />
zwaarste van alle panelen. De betonpanelen uit de ‘bouwdoos <strong>Modulaire</strong><br />
<strong>Geluidsschermen</strong>’ worden, naast gewone vlakvulling, onder meer gebruikt als plint<br />
(onderste paneel in een geluidsscherm). Ze zijn voorzien van een speciale ribbelstructuur,<br />
waardoor de panelen zich gemakkelijk laten begroeien. Voor meer informatie over<br />
geschikte plantensoorten voor snelle en onderhoudsarme begroeiing van geluidsschermen,<br />
kan de publicatie ‘Klimplanten op geluidsschermen’ worden geraadpleegd (zie bijlage A,<br />
tevens opgenomen op de cd-rom).<br />
9
Cassette (absorberend)<br />
De buitenste twee lagen van een absorberende cassette zijn van geperforeerd staal of<br />
aluminium, met daartussen een isolerend materiaal zoals steenwol. De drie lagen worden<br />
bijeengehouden door een frame dat sterk lijkt op dat van de cassettes van reflecterende<br />
panelen. Deze combinatie van materialen zorgt voor een goede geluidsabsorptie. Binnen<br />
de ‘bouwdoos <strong>Modulaire</strong> <strong>Geluidsschermen</strong>’ is een absorberende cassette uitgewerkt met<br />
een geluidsreducerend vermogen tot 10dB(A) (voor wegverkeer).<br />
Steenwolpaneel (absorberend)<br />
Het geluidsabsorberende steenwolpaneel bestaat uit een steenwolpakket dat omhuld<br />
wordt door een geotextiel en een stalen traliewerk. Dit type paneel kan worden toegepast<br />
als uit akoestisch onderzoek is gebleken dat een geluidsabsorberend scherm met een<br />
geluidsreductie tot maximaal 10 dB(A) benodigd is. Het absorberende steenwolpaneel laat<br />
zich goed begroeien en dient uit esthetische overwegingen bij voorkeur in combinatie met<br />
begroeiing te worden toegepast.<br />
Bevestigingsmiddelen<br />
In de ‘bouwdoos <strong>Modulaire</strong> <strong>Geluidsschermen</strong>’ is een tweetal onderdelen opgenomen ter<br />
bevestiging van de panelen aan de staanders. Dit zijn de zogenaamde kikkerplaat en het<br />
hoekstaal. De kikkerplaat wordt gebruikt voor het monteren van alle soorten panelen aan<br />
de staanders. Het hoekstaal wordt alleen toegepast als cassettes (reflecterend of<br />
absorberend) boven betonpanelen worden gemonteerd.<br />
Schermonderbrekingen<br />
Bijna alle praktijksituaties worden gekenmerkt door de noodzaak van<br />
schermonderbrekingen. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn indien een geluidsscherm te<br />
dicht bij een obstakel –zoals bijvoorbeeld een wegportaal– staat, of indien een vluchtdeur<br />
moet worden opgenomen. De ‘bouwdoos <strong>Modulaire</strong> <strong>Geluidsschermen</strong>’ bevat standaard<br />
oplossingen voor zowel coulissen (ter omzeiling van een obstakel) als vluchtdeuren. Het is<br />
tevens mogelijk om een vluchtdeur te combineren met een coulisse.<br />
10
Ook is het mogelijk om een vluchtdeur midden in het stramien (tussen twee staanders) te<br />
plaatsen. In het tekeningenpakket dat op bijgeleverde cd-rom is opgenomen, zijn deze<br />
oplossingen tot in detail uitgewerkt voor geluidsschermen die 10° achterover hellen (ten<br />
opzichte van de verticaal). Voor alle overige gewenste hellingshoeken kan de<br />
detailoplossing worden uitgewerkt op basis van dit referentieontwerp.<br />
11
Special staanders<br />
In sommige situaties kunnen de staanders uit de ‘bouwdoos <strong>Modulaire</strong> <strong>Geluidsschermen</strong>’<br />
niet worden toegepast, bijvoorbeeld omdat er te weinig ruimte is voor de ‘staart’ van de<br />
standaard staander of omdat de windbelasting in die situatie te hoog is. Voor dit soort<br />
situaties zijn zwaardere ‘special staanders’ van 4, 5, 6, 7 en 8 meter ontwikkeld. Voor 1, 2<br />
en 3 meter kunnen de standaard topdelen met voetplaat worden toegepast.<br />
De ‘special staanders’ gebruiken dezelfde topdelen als de standaard staanders, maar<br />
kunnen niet worden opgehoogd. Analoog aan de standaard staanders, kan middels<br />
onderstaande tabel (tabel 2) worden bepaald of een ‘special staander’ in een bepaalde<br />
situatie al dan niet kan worden toegepast. Hiervoor dient hetzelfde stappenschema te<br />
worden doorlopen als op pagina 7 met dien verstande dat:<br />
- stap vier kan worden overgeslagen (h oph = 0 aangezien ‘special staanders’ niet kunnen<br />
worden opgehoogd)<br />
- bij stap vijf de equivalente stuwdruk P w_equiv moet worden afgelezen in onderstaande<br />
tabel (tabel 2)<br />
Veiligheidsklasse II (factor 1,3) Bij C index=1,2 Bij C index=1,3 Bij C index=1,4<br />
max. toel. equiv. max. toel. equiv. max. toel. equiv.<br />
staanderconfiguratie stuwdruk Pw_equiv stuwdruk Pw_equiv stuwdruk Pw_equiv<br />
4 meter 1122 1036 962<br />
5 meter 1168 1078 1001<br />
6 meter 1199 1107 1028<br />
7 meter 1230 1135 1054<br />
8 meter 1261 1164 1081<br />
N/m2 N/m2 N/m2<br />
Veiligheidsklasse III (factor 1,5) Bij C index=1,2 Bij C index=1,3 Bij C index=1,4<br />
max. toel. equiv. max. toel. equiv. max. toel. equiv.<br />
staanderconfiguratie stuwdruk Pw_equiv stuwdruk Pw_equiv stuwdruk Pw_equiv<br />
4 meter 973 898 834<br />
5 meter 1013 935 869<br />
6 meter 1040 960 891<br />
7 meter 1067 985 914<br />
8 meter 1093 1009 937<br />
N/m2 N/m2 N/m2<br />
Tabel 2. Configuraties specials en maximaal toelaatbare equivalente stuwdruk<br />
12
Spelregels<br />
Voor alle onderdelen uit de ‘bouwdoos <strong>Modulaire</strong> <strong>Geluidsschermen</strong>’ gelden ‘spelregels’<br />
die hierna per onderdeel worden toegelicht.<br />
Staanders<br />
Onderstellen kunnen onder alle mogelijke hoeken tussen +10° (voorover) en -20°<br />
(achterover) ten opzichte van de verticaal worden geplaatst, door de poer schuin op de<br />
fundering te plaatsen.<br />
wegzijde bewonerszijde<br />
Topdelen kunnen eveneens onder hoeken van +10° (voorover) tot -20° (achterover) ten<br />
opzichte van de verticaal worden geplaatst. Dit laatste gaat echter in stappen van 5° in<br />
verband met de daarvoor benodigde onderdelen. Door topdeel en onderstel onder<br />
verschillende hoeken (ten opzichte van de verticaal) te plaatsen ontstaat een knik in het<br />
scherm. Deze knik kan achterwege worden gelaten door bovenstel en topdeel in elkaars<br />
verlengde te plaatsen. In onderstaande figuur kan worden afgelezen welke combinaties<br />
van hoeken tot de mogelijkheden behoren. Uit constructieve overwegingen mag een<br />
topdeel overigens nooit langer zijn dan het onderstel van de staander.<br />
Figuur: Mogelijke hoeken van onderstel en topdeel<br />
13
Vlakvulling<br />
Voor de vlakvulling is een aantal belangrijke spelregels van toepassing, per soort<br />
vlakvulling zullen deze hieronder worden weergegeven.<br />
Massief betonpaneel (reflecterend)<br />
Het onderste paneel van een Modulair Geluidsscherm bestaat altijd uit een betonpaneel,<br />
met uitzondering van die situaties waar gewicht en lichtinval dit tot een minder geschikte<br />
oplossing maken (zoals bijvoorbeeld ter plaatse van viaducten). Reden om het onderste<br />
paneel in beton uit te voeren, is gelegen in het feit dat dit type paneel het best bestand is<br />
tegen mogelijke beschadigingen (als gevolg van strooizout, maaimachines, vuil, en<br />
dergelijke).<br />
In verband met hun grote gewicht mogen betonpanelen niet overal worden toegepast.<br />
Indien de schermen tussen +10° (voorover) en -10° (achterover) hellen, mogen zij tot 5<br />
meter hoogte worden toegepast, daarboven dienen uitsluitend lichtgewicht cassettes te<br />
worden gebruikt. Als schermen verder achterover hellen (-10° tot -20°) mag het<br />
betonpaneel uitsluitend als onderste paneel worden toegepast, zie ook de figuur op<br />
pagina 13.<br />
(Glas)cassette (reflecterend)<br />
Dit type cassette, dat naast glas ook andere reflecterende plaatmaterialen kan bevatten,<br />
bestaat in twee uitvoeringen. De schuine cassette dient te worden toegepast indien<br />
schermen voorover hellen (om te voorkomen dat zich regenwater in de cassettes kan<br />
ophopen). In alle andere gevallen kan de rechte cassette te worden toegepast.<br />
Indien cassettes boven betonpanelen worden toegepast, dient altijd een hoekstaal te<br />
worden gebruikt. Het betonpaneel is voorzien van ankers waarop de hoekstalen kunnen<br />
worden bevestigd. Het glas dat in de glascassettes wordt toegepast dient (ter voorkoming<br />
van ‘vogelaanvliegingen’) altijd te zijn voorzien van een streepprint. Zie tekeningen van de<br />
glascassette op cd-rom en DWW-wijzer 104 (eveneens op cd-rom) voor de exacte eisen<br />
aan deze streepprint.<br />
Steenwolpaneel (absorberend)<br />
De geluidsabsorberende steenwolpanelen kunnen worden toegepast indien een<br />
geluidsreductie tot 10 dB(A) vereist is. Uit esthetische overwegingen dienen ze bij<br />
voorkeur te worden toegepast in combinatie met begroeiing. Absorberende<br />
steenwolpanelen worden op het onderste betonpaneel ‘gestapeld’ en met kikkerplaten<br />
bevestigd aan de staanders.<br />
Voor meer informatie over geschikte plantensoorten voor snelle en onderhoudsarme<br />
begroeiing van geluidsschermen, kan de publicatie ‘Klimplanten op geluidsschermen’<br />
worden geraadpleegd (zie bijlage A, tevens opgenomen op de cd-rom).<br />
14
Cassette (absorberend)<br />
Geluidsabsorberende cassettes kunnen het best worden toegepast in situaties waarin een<br />
geluidsreductie tot 10 dB(A) vereist is en de panelen in het zicht zijn. Dit type vlakvulling is<br />
duurder dan het steenwolpaneel, maar wel veel fraaier van uiterlijk, waardoor begroeiing<br />
hier niet voor de hand ligt.<br />
Bevestigingsmiddelen<br />
De kikkerplaten worden gebruikt om alle typen panelen aan de staanders te bevestigen.<br />
Het hoekstaal wordt alleen toegepast indien een absorberende of reflecterende cassette<br />
boven een betonpaneel wordt gemonteerd.<br />
Schermbeëindigingen<br />
Bij de beëindigingen van schermen dient rekening te worden gehouden met een<br />
verhoogde windvormfactor die leidt tot een hogere windbelasting (zie bijlage D). Deze<br />
belasting kan op een aantal manieren worden opgevangen:<br />
- Het scherm trapsgewijs afbouwen<br />
- Meer staanders toepassen per module, wat resulteert in een kleinere hart-op-hartafstand.<br />
- Een kleinere moduulmaat voor de laatste modules toepassen.<br />
- Voor de laatste modulen zwaardere staanders uit de bouwdoos toepassen.<br />
- Voor de laatste modulen verzwaarde staanders toepassen.<br />
Alignement<br />
In het Hoofdstuk ‘Alignement’ van de ROA (Richtlijnen voor het Ontwerpen van<br />
Autosnelwegen, mei 1991) worden voor verschillende ontwerpsnelheden minimale eisen<br />
ten aanzien van horizontaal en verticaal alignement vastgelegd. Bij een ontwerpsnelheid<br />
van 90 kilometer per uur (toegepast voor het merendeel van de Nederlandse<br />
autosnelwegen) luiden deze eisen als volgt:<br />
boogstralen minimale eis<br />
horizontaal op hoofdrijbanen Rh = 350 m<br />
horizontaal bij in- en uitvoegers<br />
(zowel links- als rechtsdraaiend)<br />
Rh = 185 m (V0 = 70 km/h)<br />
verticaal (bolle bogen) Rbol = 6.500 m<br />
verticaal (holle bogen) Rhol = 13.000 m (of 2 x Rbol indien de holle boog direct<br />
op een bolle boog volgt)<br />
Rhol = 700 m (bij uitzondering toe te passen ter plaatse<br />
van kunstwerken (uit kostenoverweging))<br />
Het is voorstelbaar dat <strong>Modulaire</strong> <strong>Geluidsschermen</strong>, waarvan de panelen 6 meter lang zijn,<br />
niet in te krappe bochten kunnen worden geplaatst. Ook kan men zich indenken dat<br />
sommige configuraties gemakkelijker in bochten kunnen worden geplaatst dan andere. De<br />
hoogte van het scherm en met name de gekozen hellingshoek zijn bepalend of een<br />
Modulair Geluidsscherm al dan niet in een bepaalde bocht kan worden uitgevoerd.<br />
Om meer inzicht te krijgen in de invloed van alignement op de montage van <strong>Modulaire</strong><br />
<strong>Geluidsschermen</strong>, is verkennend onderzoek uitgevoerd. Hierbij is tevens gekeken naar hoe<br />
temperatuur en productie- en plaatsingstoleranties hiermee samenhangen. Dit onderzoek<br />
is indicatief van aard en geeft een goed beeld van de mate waarin een gekozen<br />
configuratie tot mogelijke kritische situaties zal leiden.<br />
15
Voor meer informatie over dit onderwerp kan de notitie ‘Alignement en maatvoering<br />
Modulair Geluidsscherm’ worden geraadpleegd. Hierbij is tevens een spreadsheet<br />
beschikbaar, waarmee voor specifieke situaties meer inzicht kan worden verkregen in deze<br />
problematiek (beide opgenomen op bijgeleverde cd-rom, zie bijlage A). Er dient echter te<br />
worden benadrukt dat de spreadsheet uitsluitend kan worden gebruikt voor het verkrijgen<br />
van inzicht in mogelijke kritische situaties. Zij kan niet worden gebruikt om <strong>Modulaire</strong><br />
<strong>Geluidsschermen</strong> mee te dimensioneren.<br />
Fundering<br />
<strong>Modulaire</strong> <strong>Geluidsschermen</strong> hebben in iedere situatie een andere fundering nodig,<br />
aangezien de omgevingsomstandigheden (zoals onder andere bodemgesteldheid) van<br />
grote invloed zijn op de dimensionering van deze fundering. De benodigde fundering<br />
moet dus worden bepaald en gedetailleerd conform de GCW-2001 en de van toepassing<br />
zijnde NEN-normen, rekening houdend met de onderdelen uit de ‘bouwdoos <strong>Modulaire</strong><br />
<strong>Geluidsschermen</strong>’.<br />
Kosteneffectiviteit<br />
De ‘bouwdoos <strong>Modulaire</strong> <strong>Geluidsschermen</strong>’ is mede ontwikkeld om tot standaardisatie en<br />
daarmee tot kostenbesparing te komen, waarbij wordt uitgegaan van een kostenbesparing<br />
van circa 20% ten opzichte van conventionele geluidsschermen.<br />
Deze kostenbesparing komt in de eerste instantie voort uit het gebruik van<br />
gestandaardiseerde, industrieel geoptimaliseerde onderdelen die in de ‘bouwdoos<br />
<strong>Modulaire</strong> <strong>Geluidsschermen</strong>’ zijn opgenomen. Ook op interne Rijkswaterstaatskosten kan<br />
worden bespaard, omdat het proces waarlangs een geluidsscherm tot stand komt,<br />
gestandaardiseerd wordt. Kortom, er gaat niet langer veel kostbare tijd verloren aan het<br />
(begeleiden van) het ontwerpen van een geluidsscherm. De mogelijkheid om <strong>Modulaire</strong><br />
<strong>Geluidsschermen</strong> in toekomstige situaties te verlengen, te verplaatsen, of met maximaal 2<br />
meter te verhogen, draagt tevens bij aan de kosteneffectiviteit. <strong>Modulaire</strong><br />
<strong>Geluidsschermen</strong> zijn hierdoor immers toekomstvaster dan reguliere geluidsschermen.<br />
Naast bovenstaande, heeft het principe van <strong>Modulaire</strong> <strong>Geluidsschermen</strong> tot voordeel dat<br />
de kosten die gemoeid zijn met de bouw van een geluidsscherm transparant worden,<br />
aangezien steeds dezelfde onderdelen worden gebuikt bij de bouw van <strong>Modulaire</strong><br />
<strong>Geluidsschermen</strong>. Hierdoor krijgt men een helder beeld van de precieze hoogte van deze<br />
kosten, wat het mogelijk maakt om de aanbestedingssommen van toekomstige <strong>Modulaire</strong><br />
Geluidsschermprojecten nauwkeurig te ramen.<br />
Binnen het Innovatieprogramma Geluid wordt onderzoek uitgevoerd naar de<br />
kosteneffectiviteit van al haar scherminnovaties, waaronder <strong>Modulaire</strong> <strong>Geluidsschermen</strong>.<br />
Zie voor meer informatie hierover de publicatie ‘Kosteneffectiviteit IPGschermmaatregelen<br />
(DWW-2006-019).<br />
16
Schermtoppen en <strong>Modulaire</strong> <strong>Geluidsschermen</strong><br />
Binnen het Innovatieprogramma Geluid zijn meerdere scherminnovaties ontwikkeld, te<br />
weten middenbermschermen, schermen nabij de rijstrook en schermtoppen. Deze<br />
laatstgenoemde innovatie is interessant om in het kader van dit toepassingsadvies nader te<br />
belichten, aangezien ook <strong>Modulaire</strong> <strong>Geluidsschermen</strong> van een schermtop kunnen worden<br />
voorzien. Dit kan nodig zijn indien verbetering van de akoestische werking van het<br />
bestaande <strong>Modulaire</strong> Geluidsscherm gewenst is door veranderde (akoestische)<br />
omstandigheden. In het geval van <strong>Modulaire</strong> <strong>Geluidsschermen</strong> kan men dus kiezen. Of<br />
men hoogt het bestaande <strong>Modulaire</strong> Geluidsscherm op, of men voorziet het van een<br />
schermtop.<br />
Een schermtop is een product dat bovenop een (bestaand) scherm gemonteerd kan<br />
worden en dat de akoestische werking van dat scherm verbetert in het afgeschermde<br />
gebied. Een schermtop kan verschillende vormen en afmetingen hebben.<br />
Basis T-top L-top III-top O-top<br />
Onderzoek heeft aangetoond dat van alle onderzochte toppen, de absorberende T-top<br />
(kortweg ‘de T-top’) de meest effectieve is. In dat kader is in maart 2006 het<br />
toepassingsadvies T-toppen opgeleverd. In dat advies worden richtlijnen gegeven voor de<br />
toepassing van T-toppen op schermen in de zijberm, waaronder dus ook <strong>Modulaire</strong><br />
<strong>Geluidsschermen</strong> worden verstaan. Kijk voor meer informatie over de toepassing van Ttoppen<br />
in de publicatie ‘<strong>Toepassingsadvies</strong> T-toppen’(DWW-2006-042).<br />
In de ‘bouwdoos <strong>Modulaire</strong> <strong>Geluidsschermen</strong>’ is geen standaard modulaire T-top<br />
opgenomen. Met behulp van bovengenoemd toepassingsadvies T-toppen, kan dit product<br />
echter wel worden uitgewerkt en toegepast.<br />
17
Bijlage A: Tekeningen, berekeningen en rapportages<br />
Op bijgeleverde cd-rom (achterkaft) is zijn onderstaande documenten opgenomen.<br />
- Technische tekeningen ‘bouwdoos <strong>Modulaire</strong> <strong>Geluidsschermen</strong>’, als pdf en als Acad<br />
dwg<br />
Staanders<br />
o topdelen, 31 maart 2006<br />
o onderstel 2 meter, 31 maart 2006<br />
o onderstel 3 meter, 31 maart 2006<br />
o onderstel 4 meter, 31 maart 2006<br />
o onderstel 5 meter, 31 maart 2006<br />
o special staanders, 31 maart 2006<br />
Vlakvulling<br />
o betonpaneel, 31 maart 2006<br />
o reflecterende rechte (glas) cassette, 31 maart 2006<br />
o reflecterende schuine (glas) cassette, 31 maart 2006<br />
o absorberend steenwolpaneel, 31 maart 2006<br />
o absorberende cassette, 31 maart 2006<br />
Bevestigingsmiddelen<br />
o kikkerplaat, 31 maart 2006<br />
o hoekstaal, 31 maart 2006<br />
Schermonderbrekingen<br />
o coulisse, 31 maart 2006<br />
o vluchtdeur, 31 maart 2006<br />
- Constructieve rapporten<br />
Staanders<br />
o <strong>Modulaire</strong> geluidsschermen (MGS), dimensionering van het alternatieve<br />
ontwerp voor geluidsschermen langs de A12 bij Gouda (K-RW01-008R-VLrev04,<br />
oktober 2004) (Dit is ‘Rapportage 5 + 3 configuratie’ red.)<br />
o Bijlagen bij <strong>Modulaire</strong> geluidsschermen (MGS) (K-RW01-008R-VL-bijlagenrev02,<br />
oktober 2004) (Dit is ‘Bijlagen bij Rapportage 5 + 3 configuratie’ red.)<br />
o Rapportage MGS 4 + 3 configuratie (K-RW01-011R-MB-rev5, maart 2006)<br />
o Bijlagen bij Rapportage MGS 4 + 3 configuratie (K-RW01-011R-MB-Bijlagenrev4,<br />
februari 2006)<br />
o Rapportage MGS 3 + 3 configuratie (K-RW01-012R-MB-rev4, februari 2006)<br />
o Bijlagen bij Rapportage MGS 3 + 3 configuratie (K-RW01-012R-MB-Bijlagenrev3,<br />
november 2005)<br />
o Rapportage MGS 2 + 2 configuratie (K-RW01-013R-MB-rev4, februari 2006)<br />
o Bijlagen bij Rapportage MGS 2 + 2 configuratie (K-RW01-013R-MB-Bijlagenrev3,<br />
november 2005)<br />
o Dimensionering van speciale staanders voor het RWS MGS, inclusief bestand<br />
Toetsingspecials.xls (maart 2006)<br />
Vlakvulling<br />
o Dimensionering van geluidbeperkende constructies langs de A12 ter hoogte<br />
van Gouda (Rapport 04-4870; rev. 0; d.d. 30-06-2004)<br />
Bevestigingsmiddelen<br />
o Constructieve beoordeling cassettestapeling t.b.v. het project <strong>Modulaire</strong><br />
<strong>Geluidsschermen</strong> (rapport 05-5411; rev. 0; d.d. 04-10-2005)<br />
o Constructieve beoordeling cassettestapeling t.b.v. het project <strong>Modulaire</strong><br />
<strong>Geluidsschermen</strong> (rapport 05-5411; aanvulling 1; rev. 0; d.d. 06-02-2006)<br />
18
Schermonderbrekingen<br />
o Dimensionering van geluidbeperkende constructies langs de A12 ter hoogte<br />
van Gouda (Rapport 04-4870; aanv. 2; rev. 0; d.d. 28-10-2004)<br />
- Akoestische rapporten<br />
Absorptiekarakteristieken van panelen, notitie (V.2005.1259.00.N001, augustus<br />
2005)<br />
- Achtergrondinformatie<br />
<strong>Modulaire</strong> <strong>Geluidsschermen</strong>, handleiding configuratie en implementatie (DWW-<br />
2006-040)<br />
Alignement en maatvoering Modulair Geluidsscherm (MGS), inclusief bestand<br />
alignement.xls (februari 2006)<br />
DWW-wijzer 104: Minder vogelslachtoffers door markeringen op transparante<br />
geluidsschermen (ISS 0926-8618, uitgave 2004, nummer 104)<br />
Klimplanten op geluidsschermen (februari 2004)<br />
19
Bijlage B: Van toepassing zijnde normen<br />
Bij de totstandkoming van de onderdelen uit de ‘bouwdoos <strong>Modulaire</strong> <strong>Geluidsschermen</strong>’<br />
zijn onderstaande normen en richtlijnen gehanteerd.<br />
GCW-2001: Richtlijnen geluidsbeperkende constructies langs wegen<br />
NEN 6702: TGB1990, december 2001, belastingen en vervormingen<br />
NEN 6710: TGB1990, Aluminiumconstructies<br />
NEN 6720: TGB1990, Betonconstructies<br />
NEN 6770: TGB1990, mei 1997, staalconstructies<br />
NEN 6771: TGB1990, januari 2000, staalconstructies; stabiliteit<br />
NEN 6772: TGB1990, januari 2000, staalconstructies; verbindingen<br />
NEN 6773: TGB1990, januari 2000, staalconstructies; bros breukgedrag<br />
ROBK versie 5: Richtlijnen voor het ontwerpen van betonnen kunstwerken<br />
NEN-ENV 1090-1: februari 1997, deel 1: algemene regels voor gebouwen<br />
NEN-ENV 1991-2-4: juni 1995: Belastingen op constructies, windbelasting<br />
NEN 2062: februari 1977: Booglassen<br />
20
Bijlage C: Voorbeelden<br />
Op de website www.innovatieprogrammageluid.nl is tevens een voorbeeld van een<br />
‘Modulair Geluidsscherm bestek’ te vinden.<br />
21
h<br />
Bijlage D: Windbelasting en windvormfactor<br />
Bepaling van de windbelasting<br />
De grootte van de windbelasting moet worden bepaald volgens NEN 6702:2001, artikel<br />
8.6.1.3: p rep = C dim · C index · C eq · φ 1 · p w<br />
Waarin:<br />
prep is de windbelasting, in kN/m 2 ;<br />
Cdim is een factor die de afmetingen van een bouwwerk in rekening brengt. Voor<br />
geluidbeperkende constructies geldt Cdim = 1;<br />
Cindex zijn de windvormfactoren. Deze worden verderop gegeven;<br />
Ceq is een drukvereffeningsfactor, voor geluidbeperkende constructies geldt Ceq = 1;<br />
φ1 is de vergrotingsfactor die de dynamische invloed van wind in de windrichting op<br />
het bouwwerk in rekening brengt. (zie ook GCW-2001 2 )<br />
pw is de extreme waarde van de stuwdruk te bepalen volgens NEN 6702:2001, artikel<br />
8.6.2, in kN/m 2 .<br />
Voor de bepaling van de windvormfactor wordt het geluidsscherm verdeeld in een aantal<br />
zones, conform EN-1991-1-4:2004. De zones A, B en C komen aan beide einden van het<br />
geluidsscherm voor, met zone A het dichtst bij de rand gelegen. Zone D is de<br />
‘middenzone’ en betreft bij een geluidsscherm verreweg de grootste lengte van het<br />
scherm.<br />
0,3*h 2*h 4*h<br />
A B C D = midden van het scherm<br />
Vormfactoren<br />
Voor verticale geluidsschermen, voor geluidsschermen die onder een hoek met de<br />
verticaal zijn geplaatst, gelden de volgende waarden van de netto vormfactor op het<br />
geluidsscherm zelf per zone 1 :<br />
1 2 3 4<br />
Cindex voor<br />
Toeslagen op Cindex voor<br />
Schermzone<br />
en<br />
α < + 5 0 α > -20 0<br />
A 3,4<br />
B 2,8<br />
C 1,7<br />
D 1,2<br />
Voorwaarden voor toepassing van deze tabel zijn:<br />
5 0 < α < 10 0<br />
α α<br />
10 0 < α < 20 0<br />
0,1 0,2<br />
1 De waarden in tabel 1 en tabel 2 zijn gebaseerd op windtunnelonderzoek aan geluidsschermen.<br />
De resultaten zijn gerapporteerd in TNO rapport 2006-D-R0010, d.d. 21 maart 2006.<br />
22
• De vormfactoren zijn netto waarden. Dit betekent dat de vormfactor de combinatie<br />
van de overdruk aan de windopwaartse kant en de onderdruk aan de windafwaartse<br />
kant in rekening brengt;<br />
• De waarde voor de vormfactor voor een hellend scherm wordt bepaald door bij de<br />
waarde van een verticaal scherm de relevante toeslagen op te tellen;<br />
• Een verticaal scherm is gedefinieerd als een scherm met een maximale hoek ten<br />
opzicht van de verticaal van 5 graden;<br />
• Voor hellingshoeken tussen 5 en 10 graden, en voor hellingshoeken tussen 10 en 20<br />
graden, mag rechtlijnig worden geïnterpoleerd;<br />
• Voor schermen onder een hoek van meer dan 20 graden is deze tabel niet van<br />
toepassing. Hiervoor dient aanvullend onderzoek te worden uitgevoerd;<br />
• Deze vormfactoren zijn van toepassing voor zowel onbegroeide als begroeide<br />
schermen, mits de begroeiing niet boven het scherm uit komt. Indien de begroeiing<br />
wel boven het scherm uitkomt dient gerekend te worden met een hoger scherm. Dit<br />
betekent het aanhouden van een hogere referentiehoogte. Dit kan betekenen dat de<br />
stuwdruk hoger wordt;<br />
• Bij toepassing van schermen op viaducten of bruggen gelden dezelfde netto<br />
vormfactoren. Voor de referentiehoogte dient de hoogte ten opzichte van maaiveld<br />
onder viaduct of brug te worden aangehouden, zie figuur 2 ;<br />
2 Bepaling referentiehoogte h ten opzichte van omringend maaiveld volgens TNO-Bouw rapport<br />
B-90-483, achtergronden van de windbelasting volgens NEN6702, bijlage A<br />
23
Beëindigingen en overgangen<br />
De afmetingen van de zones voor de schermbeëindigingen worden bepaald aan de hand<br />
van de werkelijke hoogte van het geluidsscherm en, indien van toepassing, de positie op<br />
het talud. De volgende situaties kunnen worden onderscheiden:<br />
a. Geluidsscherm en talud b. Terugliggend geluidsscherm<br />
talud<br />
hzone<br />
l>htalud<br />
geluidsscherm geluidsscherm<br />
mv mv<br />
talud<br />
eindigen gelijk met l > h talud<br />
Als het geluidsscherm gelijk eindigt met het talud dan moet de totale hoogte van talud en<br />
geluidsscherm in rekening worden gebracht bij het bepalen van de zones. Indien het<br />
geluidsscherm terugligt en het horizontale vrije gedeelte groter is dan de hoogte van het<br />
talud, dan hoeft alleen gerekend te worden met de hoogte van het geluidsscherm.<br />
De afmetingen van de zones A, B en C bij sprongen in de schermhoogtes worden<br />
gebaseerd op het hoogteverschil ter plaatse van de sprong:<br />
hzone<br />
h<br />
l>h<br />
geluidsscherm<br />
0 0,3hzone 2hzone 4hzone<br />
A<br />
B<br />
C<br />
Als de horizontale afmeting l tussen schermeinde en de sprong korter is dan de<br />
gereduceerde hoogte van het scherm h dan dient met de totale hoogte, h+h zone, rekening<br />
gehouden te worden voor de zones. De hoogte van zones A en B ter plaatse van de<br />
sprong is gelijk aan de hoogte van de sprong. Zone C loopt over de gehele hoogte van het<br />
scherm door, zoals in de figuur is aangegeven.<br />
• Indien het einde van het scherm afloopt volgens een helling die kleiner is dan h/l = ¼,<br />
dan behoeven geen randzones A en B te worden aangehouden.<br />
Bij stapsgewijs aflopen van het scherm aan de uiteinden, moeten de principes van de<br />
figuur worden gehanteerd.<br />
mv<br />
hzone<br />
htalud<br />
24
Bijlage E: Windgebied, rekenhoogte en rekenstuwdruk<br />
Rekenhoogte Gebied 1 Gebied 1 Gebied 2 Gebied 2 Gebied 3 Gebied 3<br />
onbebouwd bebouwd onbebouwd bebouwd onbebouwd bebouwd<br />