Profielproduct
Profielproduct
Profielproduct
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>Profielproduct</strong><br />
Beoordeling<br />
van<br />
Profielwerkstukken<br />
Adna Ghilazghi<br />
Gamma I<br />
Instituut voor de lerarenopleiding<br />
29 juli 2011<br />
1
Inhoudsopgave<br />
Aanleiding ...................................................................................................... 3<br />
2. Beoordeling profielwerkstukken ........................................................... 5<br />
3. Onderzoeksopzet ..................................................................................... 8<br />
3.1 Interviews ......................................................................................... 8<br />
3.2 Presentaties ...................................................................................... 8<br />
3.3 Vraagstelling .................................................................................. 10<br />
3.4 Onderzoeksinstrument ................................................................. 10<br />
4. Onderzoeksresultaten ........................................................................... 12<br />
4.1 Criteria beoordelingsformulier .................................................... 12<br />
4.2 Deelvragen ..................................................................................... 14<br />
4.3 Verschillen tussen profielen ........................................................ 15<br />
4.4 ‘Missing’ en deelvragen ................................................................ 16<br />
5. Conclusie ................................................................................................. 18<br />
Literatuur .................................................................................................. 20<br />
Bijlagen: ....................................................................................................... 21<br />
2
Aanleiding<br />
Het schrijven van profielwerkstukken is een onderdeel van het afronden van het<br />
examenjaar. Om deze profielwerkstukken te kunnen beoordelen, krijgen alle begeleiders<br />
van de Havo standaard beoordelingscriteria van hun afdelingsleider; de heer Ruben<br />
Schrama. Deze criteria zijn overgenomen van de SLO die een aantal eisen heeft opgesteld<br />
voor het schrijven van een ‘profielmeesterstuk’. Een profielmeesterstuk is een<br />
profielwerkstuk waarbij een leerling aantoont over bepaalde competenties te beschikken die<br />
van belang zijn indien de leerling gaat studeren aan het hoger onderwijs. 1<br />
Dhr. Schrama heeft gekozen voor deze criteria, omdat het Spinoza Lyceum een van de<br />
deelnemende scholen is van het project ‘Havisten Competent’ die deze criteria voorschrijft.<br />
Door deel te nemen aan dit project stelt het Spinoza Lyceum zich ten doel om de Havoleerlingen<br />
zo goed mogelijk voor te bereiden op het hoger onderwijs.<br />
Het verzoek van de opdrachtgever, dhr. Schrama, is om in kaart te brengen of de Havodocenten<br />
gebruik maken van deze beoordelingscriteria en wat hun bevindingen zijn met<br />
betrekking tot deze beoordelingscriteria . Mocht het geval zijn dat de docenten de<br />
beoordelingscriteria niet of maar gedeeltelijk volgen, dan wil het afdelingshoofd graag<br />
weten op welke punten er afgeweken wordt van de standaard beoordelingscriteria.<br />
Er zijn een aantal redenen waarom dhr. Schrama het gebruik van de beoordelingscriteria wil<br />
onderzoeken. Tijdens de rapportvergaderingen kregen de begeleiders de ruimte om de<br />
stand van zaken betreffende de profielwerkstukken te bespreken. Allereerst kwam naar<br />
voren dat het toepassen van de beoordelingscriteria in de praktijk als lastig wordt ervaren.<br />
De criteria dienen structuur te bieden in het proces van het schrijven van een<br />
profielwerkstuk. Echter, de criteria zijn volgens de begeleiders te breed geformuleerd. De<br />
criteria bieden hen als enige informatiebron te weinig houvast en structuur om het proces te<br />
kunnen begeleiden. Daarnaast merkten de begeleiders op dat de criteria voor elk profiel<br />
hetzelfde zijn, waarbij er geen onderscheid gemaakt wordt tussen het belang van een<br />
bepaald onderdeel voor een bepaald vak. Ten slotte misten ze ook nog de aansluiting tussen<br />
de eindtermen van het vak en de beoordelingscriteria. Volgens de begeleiders is het gevolg<br />
hiervan dat het voor zowel de leerlingen alsook de begeleiders onduidelijk is welke aanpak<br />
en richtlijn gehanteerd moet worden, waarbij de einddoelen ook niet helder zijn<br />
geformuleerd en het beoordelen aan de hand van de criteria lastig wordt.<br />
Op basis van deze feedback heeft dhr. Schrama gekozen om twee onderzoeken te starten.<br />
Allereerst wordt er door twee collega’s, mevrouw Berber Voortman en de heer Maurits<br />
Verhoef, de aanpak en structuur van de begeleiding bij het profielwerkstuk in kaart<br />
gebracht. De opdracht die aan mij is gegeven, is de toepassing van de beoordelingscriteria in<br />
kaart te brengen en te kijken waar deze eventueel aangepast moeten worden. Het huidig<br />
beoordelingsformulier is te vinden in bijlage 3. Samen met dhr. Schrama begeleiden mijn<br />
collega’s mij ook in het onderzoeksproces. Zij voorzien mij van relevante informatie met<br />
betrekking tot de beoordeling van de profielwerkstukken. Hierbij kun je denken aan het<br />
voorzien van een aantal profielwerkstukken als voorbeeld, het huidige<br />
beoordelingsformulier en een lijst van de begeleiders van de profielwerkstukken.<br />
Doelstelling<br />
Na overleg met de opdrachtgever en mijn ILO-begeleider, drs. Femke Boesenkool, heb ik<br />
mijn doelstelling geformuleerd. De doelstelling van mijn onderzoek luidt als volgt:<br />
1 http://profielmeesterstuk.slo.nl/leerlingengebied/wedstijd/submenu/<br />
3
Het in kaart brengen welke beoordelingscriteria wel, niet of gedeeltelijk toegepast worden<br />
door de Havo docenten en bij afwijking de bijbehorende redenen in kaart brengen, zodat het<br />
beoordelingsformulier gerichter aangepast kan worden en het beoordelen door docenten<br />
met elkaar in overeenstemming is.<br />
Opbouw verslag<br />
In het volgende hoofdstuk zal ik aan de hand van een literatuuronderzoek ingaan op de<br />
beoordeling van profielwerkstukken. In hoofdstuk 3 behandel ik de gekozen<br />
onderzoeksopzet en -instrument. In hoofdstuk 4 behandel ik de onderzoeksresultaten. Tot<br />
slot trek ik in het laatste hoofdstuk de conclusies naar aanleiding van mijn onderzoek en<br />
volgt op basis van deze gegevens in de bijlage een aangepast beoordelingsformulier.<br />
4
2. Beoordeling profielwerkstukken<br />
Op 15 maart presenteerden alle leerlingen uit de examenklassen hun profielwerkstukken.<br />
Voorafgaand aan deze presentaties had ik een achttal vraagstellingen geformuleerd, die<br />
terugkwamen in de hand-outs van de colleges ‘<strong>Profielproduct</strong>’. Deze vragen zijn belangrijk in<br />
het geval van het opstellen van een gedegen onderbouwd onderzoek.<br />
Dit blijkt onder andere uit een blog die bijgehouden wordt door Stamsnijder namens het<br />
Udenscollege. 2 Deze blog heeft namelijk als doel leerlingen te helpen bij de start van hun<br />
profielwerkstuk. Leerlingen vinden op de blog naast informatie over de aanpak en het<br />
structureren van het werkstuk ook verschillende hulpbronnen van de universiteiten in<br />
Nederland. De informatie die ik relevant vind, zijn de checklisten voor de beoordeling van<br />
het profielwerkstuk. Deze komen overeen met de vragen die ik zelf heb opgesteld voor de<br />
beoordeling van de presentaties.<br />
De vragen die ik heb opgesteld en op het blog staan, zien we ook terugkomen in het<br />
beoordelingsformulier opgesteld door Brink (2008). 3 Hij heeft onderzoek gedaan naar de<br />
beoordelingen van presentaties. Aan de hand van dit onderzoek heeft hij een<br />
beoordelingsformulier opgesteld dat gebruikt kan worden door de scholen, te vinden in<br />
bijlage 5.<br />
Daarnaast hebben Meeus et al (2005) onderzoek gedaan naar de validiteit en<br />
betrouwbaarheid van beoordeling van portfolio’s. 4 Zij geven aan dat het niet makkelijk is om<br />
een betrouwbaar beoordelingsinstrument op te stellen, waarbij beoordelaareffecten<br />
worden uitgeschakeld. Zij zien echter wel 5 mogelijkheden om deze effecten te<br />
minimaliseren. Allereerst moet er een dezelfde procedure van beoordelen zijn. Hierbij gaat<br />
het niet om beoordelingscriteria, maar bijvoorbeeld om onderlinge afstemming van<br />
verschillende beoordelingsmomenten. Als daar afspraken over gemaakt zijn, vermijd je<br />
mogelijke verschillen tussen beoordelingen doordat de ene docent tussentijds beoordeelt en<br />
de ander enkel aan het eind. Een tweede mogelijkheid is een korte checklist met globale<br />
beoordelingscriteria. Je zou dan denken aan het beoordelingsformulier dat het Spinoza<br />
Lyceum momenteel gebruikt. Zij zijn namelijk van mening dat in het geval van een<br />
onderzoek, de leerling niet belemmert moet worden in het zelfstandig werken. Een stramien<br />
van teveel criteria belemmert de leerling in zijn leerproces. Dit is namelijk juist een van de<br />
leerdoelen volgens hen; het zelfstandig onderzoeken. Daarom moeten de<br />
beoordelingscriteria een globaal karakter hebben. De derde en vierde mogelijkheid zijn de<br />
analytische of holistische quotering. Daarbij worden respectievelijk deelcijfers toegekend of<br />
een globaal eindcijfer.<br />
Uit onderzoek van Baume en Yorke (2002) blijkt dat de betrouwbaarheid van analytische<br />
quotering laag is en die van holistische quotering hoog. 5 Als je kijkt naar het<br />
beoordelingsformulier van het Spinoza wordt er analytisch gequoteerd. Per verschillend<br />
onderdeel wordt er een beoordeling gegeven. Als laatste mogelijkheid kijken Baume en<br />
Yorke naar de beoordelaars. Deze zouden continu getraind moeten worden en daarnaast<br />
moet een onderzoek door meerdere beoordelaars beoordeeld worden. Hoewel de<br />
mogelijkheid blijft bestaan dat achteraf nog gediscussieerd zal worden over de beoordeling,<br />
kan dit volgens hen helpen bij het minimaliseren van de beoordelaareffecten.<br />
2 Bron: http://udenscollegepws.blogspot.com/<br />
3 Brink, A. (2008): ‘ Beoordelingsformulier Presentaties’ Institute of Artificial Intelligence and Cognitive Engineering (ALICE)<br />
4 Meeus, W., Van Looy, L., Van Petegem, P. (2005). Portfolio assessment in de lerarenopleiding. Over validiteit en betrouwbaarheid van de beoordeling.<br />
5 BAUME, D., YORKE, M. (2002). The reliability of assessment by portfolio on a course to develop and accredit teachers in higher education<br />
5
Ook de onderwijsinspectie heeft in 2003 onderzoek gedaan naar toetsen en examineren in<br />
het hoger onderwijs. Aan dit onderzoek deden 75 instellingen mee. In dit onderzoek heb ik<br />
gekeken naar de beoordeling van werkstukken. Uit het onderzoek blijkt namelijk uit de<br />
reacties van de instellingen het volgende: ‘het hanteren van expliciete criteria, een<br />
beoordelingsvoorschrift en een normeringprocedure beoogt de beoordeling objectiever te<br />
maken.’ 6 Dit is tegenstrijdig met de bevindingen van Baume en Yorke (2002) en Meeus et al<br />
(2005). Zij pleiten namelijk voor een globale beoordelingscriteria, waarbij de leerling de<br />
ruimte krijgt bij het maken van zijn werkstukken de beoordeling.<br />
Verschillen tussen beoordelaars wordt ook behandeld in het onderzoek van Wilbrink ( 1979).<br />
Wilbrink geeft aan dat verschillen in de beoordeling van een werkstuk haast onvermijdelijk<br />
is. Echter objectiviteit kan wel nagestreefd worden. Door ook hier minimaal twee<br />
beoordelaars het werkstuk te laten beoordelen. Daarbij is het wel noodzakelijk dat de eerste<br />
beoordelaar geen aantekening maakt op het werkstuk, zodat de tweede beoordelaar niet<br />
gekleurd het werkstuk nakijkt. Wel moet vooraf de puntentoekenning afgesproken worden<br />
en geeft Wilbrink aan dat bij onenigheid over de puntentoekenning in voordeel van de<br />
student besloten moet worden. 7<br />
Bender (2003) onderzoekt het toetsen in het hoger onderwijs. Een van de onderwerpen in<br />
zijn onderzoek is het formuleren van toetsvragen. Dit is te vergelijken met de criteria die<br />
geformuleerd worden voor het profielwerkstuk. Want ook hier wil de docent de leerling<br />
toetsen op de aanwezige kennis. Voordat de toetsvragen geformuleerd worden, is Bender<br />
van mening dat de docent zichzelf een aantal vragen moet stellen. Wat wilt de docent dat de<br />
leerling laat zien? Hoe moet de leerling aantonen dat hij de stof begrijpt; moet hij<br />
verbanden kunnen leggen tussen de leerstof en praktijk, definities kennen, wat vindt de<br />
docent voldoende? Pas als deze vragen beantwoord kunnen worden, dan pas kan de docent<br />
een concrete toetsvraag formuleren. Hetzelfde geldt voor de beoordelingscriteria voor een<br />
profielwerkstuk. Deze moeten duidelijk en helder zijn en geen ruimte over laten voor<br />
onduidelijkheid bij de leerling en in de beoordeling van (een onderdeel van) het<br />
profielwerkstuk. 8<br />
Ter horst en Martens (2010) geven in hun artikel een aantal tips om de kwaliteit van toetsen<br />
te verbeteren. In hun artikel behandelen zij onder andere de betrouwbaarheid van het<br />
meetinstrument. Volgens hen zal bij een betrouwbaar instrument het resultaat niet<br />
beïnvloed worden door de toets, kandidaat en/of beoordelaar. Om tot een betrouwbaar<br />
meetinstrument te komen bieden zij vanuit hun faculteit (Management en Bestuur) aan de<br />
Universiteit van Twente een instrument aan waarmee door het beantwoorden van een<br />
aantal vragen de docent zelf de kwaliteit van zijn toets kan onderzoeken. 9 Dit zelfevaluatieinstrument<br />
is opgesteld door Ter Horst en Metz (2008). De bedoeling is dat een docent zijn<br />
toets naast het instrument legt en de vragen uit het zelfevaluatie-instrument beantwoordt<br />
aan de hand van zijn toets. Het instrument bevat namelijk instructies en vragen voor de<br />
beoordelaar over het scoringsvoorschrift, de normering en de cesuur. De vragen die op dit<br />
onderdeel gesteld worden zijn: 10<br />
1. Is het voor de beoordelaar duidelijk hoe te handelen in de beoordeling (instructie<br />
voor beoordelaar)?<br />
2. Zijn de beoordelingscriteria waarop wordt beoordeeld meetbaar geformuleerd?<br />
(scoringsvoorschrift)<br />
6<br />
Onderwijsinspectie (2003) Zicht op toetsen: toetsing en examinering in het hoger onderwijs: de stand van zaken<br />
7<br />
Wilbrink, B. (1979): ‘Toetsen’ Centrum voor Onderzoek van het Wetenschappelijk Onderwijs<br />
8<br />
Bender, W. (2003): ‘Toetsen in het hoger onderwijs’<br />
9<br />
Ter horst, H. en Martens (2010); ‘Kwaliteitseisen en tips om kwaliteit van toetsen te verbeteren’ , Universiteit van Twente<br />
10<br />
Ter Horst, H. en Metz, A. (2008): ‘Zelf-evaluatieinstrument’, Universiteit van Twente<br />
6
3. 17. Is voor opdrachten en open vragen helder uit welke elementen het goede<br />
antwoord moet bestaan (scoringsvoorschrift)<br />
4. Is het voor de beoordelaar duidelijk hoe scores worden toegekend aan de<br />
antwoorden per vraag of opdracht (scoringsvoorschrift)<br />
5. Is er voor gesloten vragen een toetssleutel aanwezig? (scoringsvoorschrift<br />
6. Is het voor de beoordelaar duidelijk hoe scores worden omgezet in een cijfer<br />
(normering)<br />
7. Is de zak-slaag grens duidelijk vastgelegd? (cesuur)<br />
Voor elke vraag hebben ze een uitleg/toelichting per vraag geschreven. De docent kan<br />
hierdoor gerichter antwoord geven op de vragen. Ondanks dit instrument en tips, geven ook<br />
zij aan dat volledige betrouwbaarheid in de beoordeling nooit gehaald kan worden. Echter<br />
dit kan wel worden nagestreefd. Een elftal valkuilen worden beschreven die de<br />
betrouwbaarheid van de beoordeling van een toets kunnen doen verminderen. Zo<br />
benoemen ze onder andere het ‘Halo-effect’ en het ‘Horn-effect’. Bij het Halo-effect gaat<br />
het om de gunstige indruk op een aantal criteria die vervolgens wordt doorgezet in een<br />
gunstige beoordeling op andere criteria. Bij het Horn-effect gaat het juist om een ongunstige<br />
indruk dat vervolgens doorwerkt in een ongunstige beoordeling van de andere criteria. Zo<br />
zijn er nog 9 valkuilen waarop de docent geattendeerd wordt in het beoordelen van een<br />
aantal criteria.<br />
Toepassing beoordelingsformulier<br />
Uit mijn literatuuronderzoek is gebleken dat er verschillende onderzoeken zijn gedaan naar<br />
het toetsen en beoordelen van een werkstuk. In mijn verdere onderzoek zal ik ingaan op de<br />
toepassing van het beoordelingsformulier van het Spinoza Lyceum en eventuele benodigde<br />
aanpassingen naar aanleiding van mijn onderzoek.<br />
7
3. Onderzoeksopzet<br />
Naast mijn literatuuronderzoek heb ik twee kleine vooronderzoeken gedaan. Allereerst heb<br />
ik twee begeleiders/beoordelaars van profielwerkstukken van het Spinoza geïnterviewd aan<br />
de hand van het beoordelingsformulier. Mijn doel was om een eerste indruk te krijgen van<br />
mogelijke verschillen van beoordeling van de profielwerkstukken tussen verschillende<br />
begeleiders van verschillende profielen. 11 Daarna heb ik ook de presentaties van de<br />
profielwerkstukken bijgewoond. Ik wilde een indruk krijgen van de profielwerkstukken op<br />
basis van de presentaties en het toegekende cijfer voor het profielwerkstuk. Op het Spinoza<br />
worden de presentaties namelijk ook beoordeeld op basis van het beoordelingsformulier.<br />
3.1 Interviews<br />
De geïnterviewden waren twee begeleiders van twee verschillende profielen. Ik nam deze<br />
interviews af aan de hand van het beoordelingsformulier aangevuld met<br />
beoordelingsformulieren van andere scholen. De formulieren zijn te vinden in de bijlage. De<br />
informatie uit de interviews en beoordelingsformulieren kon ik gebruiken voor het opstellen<br />
van mijn schriftelijke enquête. 12<br />
Beide docenten gaven op verschillende criteria aan dat deze (on)bewust werd aangepast.<br />
Een van de criteria luidt: ‘heeft de leerling voldoende bronnen van goede kwaliteit benut’. De<br />
beoordelaars gaven aan dat ze in dit geval letten op het aantal wetenschappelijke artikelen,<br />
boeken, vakliteratuur en al dan niet gebruik van Wikipedia. Deze informatie maakt de<br />
criteria al wat concreter.<br />
Naast het inventariseren van het gebruik van het beoordelingsformulier, was er ook ruimte<br />
voor algemene toelichting. Beide docenten gaven eenzelfde gebrek aan van het<br />
beoordelingsformulier. Het zelfstandig werken door de leerling en het gehele leerproces<br />
kwam niet aan bod. De beoordelaars waren van mening dat de aanpak van de planning wel<br />
degelijk een rol speelt in de beoordeling van het werkstuk.<br />
Luken (2003) noemt het gedrag dat nodig is bij bijvoorbeeld het uitvoeren van een<br />
onderzoek; de gedragcompetenties. Het beoordelen van deze gedragscompetenties moet<br />
volgens hem volgens de WAKKER-procedure (Waarnemen, Aantekeningen maken,<br />
Kwalificeren, Kwantificeren, Evalueren en Rapporteren). 13 In dit beoordelingsproces staat<br />
het vertoonde gedrag van de leerling in het leerproces centraal in plaats van het resultaat<br />
van het werkstuk. Dit zou dus een mogelijke aanpassing kunnen zijn aan het huidige<br />
beoordelingsformulier van het Spinoza.<br />
3.2 Presentaties<br />
Naast de interviews heb ik verder, om een indruk te krijgen van de werkstukken, aan de<br />
hand van 8 vragen de presentaties van de profielwerkstukken bijgewoond. De vragen heb ik<br />
zelf opgesteld. Alle vragen, behalve vraag 8, zie je terug in het beoordelingsformulier van het<br />
Spinoza.<br />
Hieronder staan de 8 vragen. Ik heb eerst de beoordelingscriteria van het Spinoza<br />
overgenomen en onder elke criteria staat de vraag die ik heb opgesteld voor mijn<br />
observaties.<br />
11 Reulink en Lindeman (2005): ‘Dictaat kwalitatief onderzoek”<br />
12 http://habe.hogent.be/stat/survey/methode.html#type<br />
13 Luken., T.P. (2003) Zijn competenties meetbaar? Dilemma en uitweg bij het werkbaar maken van het competentiebegrip NOA Amsterdam<br />
8
2. Wat is het onderwerp?<br />
- In fase 0 van het beoordelingsformulier wordt in de oriëntatie en vervolgens specifieker<br />
in fase 1, de leerling beoordeeld op de keuze voor het onderwerp.<br />
3. Wat is de probleem- en/of vraagstelling?<br />
- In fase 1 van het beoordelingsformulier worden de leerlingen beoordeeld op de<br />
hoofdvraag en de deelvragen .<br />
4. Waarom is dit onderwerp uitgekozen?<br />
- In fase 1 van het beoordelingsformulier moet de leerling het onderwerp toelichten en<br />
aantonen dat het werkstuk daarmee van Havo niveau is.<br />
5. Wat is de relevantie van het onderzoek?<br />
- In fase 1 moet de leerling het onderwerp relateren aan de bijbehorende schoolvakken.<br />
Daarnaast moet de leerling in fase 8 het werkstuk kunnen plaatsen in een<br />
vakspecifieke context.<br />
6. Hoe hebben ze het aangepakt?<br />
- In de fases 2 en 3 van het beoordelingsformulier worden de leerlingen beoordeeld op de<br />
keuze van het type onderzoek en de uitvoering daar van.<br />
6. Welke literatuur hebben ze geraadpleegd?<br />
- Ook de keuze en het niveau van de literatuur wordt beoordeeld in fase 2 van het<br />
beoordelingsformulier.<br />
7. Zit er een goede opbouw (begin/midden/eind)?<br />
- In de fases 5 en 6 worden de leerlingen beoordeeld op het eindprodukt en de<br />
eindpresentatie. Daarbij wordt onder andere de opbouw van het werkstuk alsook de<br />
presentatie beoordeeld.<br />
8. Beantwoordt de conclusie de stelling?<br />
- Nvt<br />
Uit de observaties bleek dat bij de presentaties in de klas, de punten 1 tot en met 5 niet of<br />
niet voldoende aan bod kwamen. Degenen die er wel aandacht aan besteedden, deden dit<br />
vrij snel en/of niet helder onderbouwd. Het was mij namelijk niet altijd duidelijk wat de<br />
probleem- of vraagstelling was van het onderzoek. Ook de aanleiding en relevantie werd<br />
niet uitgelegd. Echter, de leerlingen begonnen met het vertellen van het onderwerp en<br />
gingen vervolgens meteen over op het literatuuronderzoek. Door de profielwerkstukken na<br />
de presentaties te lezen, had ik een vollediger beeld van het werkstuk.<br />
Het literatuuronderzoek was bij de meeste presentaties zeer uitgebreid. Verschillende<br />
facetten van het onderwerp kwamen aan bod, alleen was de rode draad en de link met het<br />
onderwerp, en dan vooral de probleem- vraagstelling, bij de meesten lastig te maken.<br />
De presentaties eindigden in de meeste gevallen zonder conclusie, zonder beantwoording<br />
van de stelling. De presentaties die wel trachtten de stelling te beantwoorden, maakten de<br />
koppeling niet met de literatuur en de stelling.<br />
Uit het beoordelingsformulier blijkt dat naast het inhoudelijke aspect van het<br />
profielwerkstuk, de presentatietechnieken ook onderdeel zijn van de beoordeling van het<br />
profielwerkstuk. Naar aanleiding van deze observatie heb ik gekeken naar de toegekende<br />
cijfers. Hieruit bleek dat, ondanks het gevarieerde niveau van presentaties, het cijfer vaak<br />
een (ruime) voldoende was. Mijn eerste indruk was dat de uiteindelijke beoordeling door de<br />
docent niet enkel gebaseerd is op de beoordelingscriteria, maar ook andere criteria<br />
gehanteerd worden.<br />
9
3.3 Vraagstelling<br />
Naar aanleiding van deze kleine vooronderzoeken heb ik de volgende vraagstelling<br />
geformuleerd:<br />
‘Welke beoordelingscriteria van de profielwerkstukken worden door de docenten wel niet of<br />
gedeeltelijk toegepast en welke criteria moeten worden aangepast om onduidelijkheid in de<br />
beoordeling van het profielwerkstuk te voorkomen?’<br />
3.4 Onderzoeksinstrument<br />
Op basis van de vraagstelling en de vooronderzoeken ben ik mij gaan richten op het<br />
opstellen van mijn onderzoeksinstrument voor de overige begeleiders; een schriftelijke<br />
enquête. De enquête is opgesteld aan de hand van het huidige beoordelingsformulier<br />
aangevuld met gesloten deelvragen. Deze deelvragen komen voort uit de interviews, mijn<br />
literatuuronderzoek en beoordelingsformulieren van andere scholen, te vinden in de bijlage.<br />
Er is een vijftal redenen waarom mijn voorkeur uit gaat naar een schriftelijke enquête. De<br />
eerste reden is dat door middel van een schriftelijke enquête met één uitnodiging mijn<br />
doelgroep van 13 respondenten benaderd kan worden voor deelname aan het onderzoek. 14<br />
De tweede reden is het feit dat er gewerkt wordt met gestandaardiseerde vragenlijst,<br />
namelijk het bestaande beoordelingsformulier, aangevuld met gesloten deelvragen. De<br />
begeleiders kunnen in de enquête bij elke criterium aangeven of ze deze wel/soms/niet<br />
toepassen met daarbij de mogelijkheid voor een toelichting. Om de kans op respons en<br />
(uitgebreide) toelichting te verhogen heb ik bij de meeste criteria van het<br />
beoordelingsformulier, deelvragen geformuleerd waarop met JA/NEE geantwoord kan<br />
worden. Deze deelvragen maken elk criterium concreter en net als de geïnterviewde<br />
docenten kunnen de respondenten gerichter aangeven of zij de deelvragen (on)bewust<br />
hebben toegepast in de beoordeling. De derde reden is het minimaliseren van gekleurde<br />
antwoorden van de respondent. In het geval van een schriftelijke enquête kan de<br />
respondent namelijk in mindere mate beïnvloed worden door eventuele gekleurde<br />
vraagstellingen door de interviewer of notering van de antwoorden van de respondent. 15<br />
Bovendien heeft het ook praktische voordelen voor de respondent. De respondent kan<br />
namelijk op een eigen gewenste tijdstip de enquête invullen. In het geval van bijvoorbeeld<br />
een interview zou daar een speciale afspraak gepland moeten worden, waarbij de afname<br />
van het interview ook meer tijd in beslag neemt dan een enquête. 16 Een vierde reden is dat<br />
ik denk dat de herkenbaarheid van de enquête de respons vergroot onder de begeleiders.<br />
De respondenten hebben de beoordelingscriteria al een keer gezien of zelfs mee gewerkt en<br />
kunnen daardoor sneller en gemakkelijker antwoord geven. Een vijfde reden is het voordeel<br />
van het verwerken van gesloten vragen. In de enquête wordt er gewerkt met gesloten<br />
vragen. Dit maakt het verwerken van de antwoorden in SPSS minder tijdrovend. Dit is een<br />
voordeel ten opzichte van een mondeling interview. De antwoorden uit interviews zijn<br />
doorgaans moeilijk te standaardiseren en zorgen ook voor meer verwerkingstijd. 17<br />
Uiteraard zijn er ook nadelen van een schriftelijke enquête, de meest voorkomende is het<br />
risico op een lage respons. Een van de geplande acties om dit risico te minimaliseren is de<br />
persoonlijke benadering. Voordat ik de uitnodiging verstuur via de mail, zal ik persoonlijk de<br />
begeleiders attenderen op de aanstaande uitnodiging voor de enquête. Dhr. Schrama heeft<br />
een overzicht van alle begeleiders van de Havo-leerlingen, die ik dan in de pauzes of na de<br />
lessen heb benaderd. Vervolgens was het plan om de enquête te versturen en hen ook weer<br />
14 http://habe.hogent.be/stat/survey/methode.html#type<br />
15 http://www.moaweb.nl/kenniscentrum/digitaal-woordenboek/s/schriftelijke-enquete<br />
16 http://www.moaweb.nl/kenniscentrum/digitaal-woordenboek/s/schriftelijke-enquete<br />
17 http://habe.hogent.be/stat/survey/methode.html#type<br />
10
persoonlijk te benaderen of er enige vragen zijn om hen nogmaals te herinneren aan het<br />
invullen van de enquête.<br />
Naast de beoordelingscriteria en deelvragen zal ik de respondenten eveneens vragen aan te<br />
geven welk vak zij hebben begeleid. Hierdoor krijg ik een specifieker beeld van mogelijke<br />
verschillen tussen het gebruik van het formulier door de docenten tussen bepaalde vakken.<br />
Op basis van de resultaten uit het onderzoek kan vervolgens gekeken worden naar gerichte<br />
aanpassingen in de beoordelingscriteria. 18<br />
18 Geerligs en Van der Veen (2002); ‘Lesgeven en zelfstandig leren’<br />
11
4. Onderzoeksresultaten<br />
Aan het onderzoek hebben 7 begeleiders deelgenomen. Deze respondenten hebben de<br />
enquête ingevuld en aan mij overhandigd of in mijn postvakje afgeleverd. Wat mij als eerste<br />
opviel is dat er een flink aantal criteria niet beantwoord zijn. Ik heb besloten deze<br />
ontbrekende antwoorden wel in de resultaten mee te nemen. Ik heb namelijk twee<br />
respondenten gevraagd wat de reden was voor het niet beantwoorden van de vraag. Zij<br />
gaven aan dat deze criteria niet van toepassing/ wenselijk waren. Ik ga er vanuit dat dit ook<br />
geldt voor de overige respondenten.<br />
Ik heb de data van de enquêtes verwerkt in SPSS. De enquête heeft 75 deelvragen en 25<br />
criteria als variabelen. Hierdoor is de output zeer uitgebreid. Ik zal daarom in de eerste<br />
paragraaf de resultaten van de 25 criteria van het huidig beoordelingsformulier behandelen.<br />
Vervolgens zal ik in de tweede paragraaf de resultaten van de deelvragen behandelen. In de<br />
derde paragraaf behandel ik de resultaten van mogelijke verschillen/voorkeuren van<br />
bepaalde profielbegeleiders. In de vierde paragraaf ga ik dieper in op de ontbrekende<br />
antwoorden.<br />
4.1 Criteria beoordelingsformulier<br />
Het beoordelingsformulier van Spinoza heeft 25 criteria. Een onderdeel van mijn onderzoek<br />
is om in kaart te brengen of deze criteria al dan niet zijn toegepast. De respondenten konden<br />
ook hun antwoord toelichten. De gegeven toelichtingen waren meer aanvullingen op het<br />
antwoord en heb ik in de onderzoeksresultaten achterwege gelaten.<br />
Vanwege het lage aantal respondenten heb ik gekozen om de drempel van relevantie in dit<br />
onderzoek op minimaal 4 respondenten vast te stellen. Aangezien in totaal 7 respondenten<br />
deel hebben genomen aan het onderzoek, betekent dit dus dat in de selectie meer dan de<br />
helft van respondenten eenzelfde antwoord hebben gegeven per criterium.<br />
In figuur 1 is te zien dat minimaal 4 respondenten criteria 9,10,11,17,19 en 20 hebben<br />
toegepast. Criteria 9,10 en 11 richten zich op de keuze van geschikte bronnen, selectie van<br />
relevante gegevens en het ordenen van deze gegevens. Criteria 17 en 19 richten zich<br />
respectievelijk op de lay-out/vormgeving van het profielwerkstuk en de aanwezigheid van de<br />
vormvereisten van een digitale presentatie. Tot slot richt criterium 20 zich op de presentatie<br />
van de leerling. Dit criterium beoordeelt of de leerling onder andere contact maakt met het<br />
publiek en of er interactie is met het publiek.<br />
Figuur 1: Criteria wel toegepast, n=7<br />
12
Verder hebben 3 respondenten criteria 2,3 en 12 wel toegepast. Echter hebben de overige 4<br />
respondenten criteria 2 en 3 niet ingevuld. In tegenstelling tot criterium 12. Drie<br />
respondenten geven aan dat ze dit criterium gedeeltelijk hebben toegepast. Dit is in figuur 2<br />
te zien. Omdat 3 respondenten wel dit criterium hebben toegepast en 3 respondenten deze<br />
gedeeltelijk hebben toegepast, beschouw ik criterium 12 ook als relevant.<br />
Figuur 2: Criteria gedeeltelijk toegepast, n=7<br />
Het aantal ontbrekende antwoorden in de enquête is in vergelijking met het aantal<br />
negatieve antwoorden vrij hoog. In figuur 3 zien we de grafiek voor de niet toegepaste<br />
criteria (blauw) en de grafiek met ontbrekende antwoorden (rood) per criterium.<br />
Twee respondenten hebben de enquête aan mij overhandigd. Nadat ik de enquête snel had<br />
doorgenomen, heb ik deze respondenten gevraagd waarom bepaalde antwoorden niet<br />
waren ingevuld. Zij gaven allebei aan dat deze criteria niet van toepassing waren of niet<br />
relevant waren. Als ik nu kijk naar de grafiek in figuur 3 en 4, ga ik er vanuit dat criterium 1<br />
door de respondenten niet als relevant wordt beschouwen. Drie respondenten hebben<br />
namelijk aangegeven dat ze dit criterium niet hebben toegepast en 2 andere respondenten<br />
hebben dit criterium niet ingevuld.<br />
Figuur 3: Criteria niet toegepast en niet beantwoord, n=7<br />
13
Verder zie je dat criteria 0, 2 t/m 8, 13 t/m 16, 18, 21 t/m 24 door minimaal 4 respondenten<br />
niet zijn ingevuld. Dit zijn in totaal 16 criteria op een totaal van 25 (64%) die niet ingevuld<br />
zijn. Dus minimaal 4 respondenten hebben meer dan de helft van de criteria opengelaten,<br />
door niet aan te geven of ze de criteria hebben al dan niet hebben toegepast.<br />
4.2 Deelvragen<br />
In totaal zitten er 75 deelvragen in de enquête. Deze deelvragen dienen als aanvulling op de<br />
criteria van het beoordelingsformulier van het Spinoza. Hierdoor probeer ik de<br />
geformuleerde criteria concreter te krijgen.<br />
Vanwege het hoge aantal deelvragen heb ik besloten om enkel de deelvragen te selecteren<br />
waarop minimaal 4 respondenten hetzelfde antwoord hebben gegeven.<br />
Allereerst kijk ik naar de deelvragen waarop respondenten hebben aangegeven dat zij die<br />
wel hebben toegepast of van mening zijn dat deze waardevol is in de beoordeling. In figuur 5<br />
is de grafiek is de bijbehorende grafiek te zien. In totaal zijn 43 van de 75 deelvragen (57,3%)<br />
positief beantwoord door minimaal 4 respondenten.<br />
Figuur 5: Deelvragen positief beantwoord, n=7<br />
Figuur 6 toont de grafiek voor de antwoorden die negatief zijn beantwoord door minimaal 4<br />
respondenten. In totaal zijn er 11 van de 75 deelvragen (14,7%) negatief beantwoord door<br />
minimaal 4 respondenten. Op te merken is dat deelvragen 23, 37, 58 en 74 voor enige<br />
verdeling zorgen tussen de respondenten. Vier respondenten gaven op deze deelvragen een<br />
negatief antwoord tegen 3 positieve antwoorden van 3 andere respondenten.<br />
14
Figuur 6: Deelvragen negatief beantwoord, n=7<br />
Tot slot de deelvragen die niet zijn beantwoord. Figuur 7 toont de bijbehorende grafiek. In<br />
totaal zijn 13 van de 75 deelvragen (17,3%) niet beantwoord door minimaal 4 respondenten.<br />
Hier is op te merken dat de respondenten met name deelvragen 20,36, 56, 66,70,73 en 75<br />
als irrelevant beschouwen. Deze deelvragen zijn namelijk niet beantwoord of hebben door<br />
de andere respondenten een negatief antwoord gekregen.<br />
Figuur 7 : Deelvragen niet beantwoord, n=7<br />
4.3 Verschillen tussen profielen<br />
Aan de hand van de data heb ik ook gekeken naar mogelijke verschillen tussen de<br />
antwoorden van de profielbegeleiders. De 7 respondenten bestonden uit 3 respondenten<br />
van het profiel Economie en Maatschappij (E&M), 3 respondenten van het profiel Cultuur en<br />
Maatschappij (C&M) en 1 respondent van het profiel Natuur en Gezondheid (N&G).<br />
Aangezien er maar 1 respondent van het profiel N&G was, is het lastig om conclusies te<br />
trekken op basis van deze data. De gegevens van deze respondent heb ik dan ook niet<br />
meegenomen in de analyse.<br />
In het geval van de profielen E&M en C&M heb ik een selectie gemaakt van de criteria en<br />
deelvragen waarbij bij elk profiel 3 respondenten hetzelfde antwoord gaven en het<br />
antwoord van het ander profiel een tegengesteld antwoord was. Echter, is er helaas geen<br />
output op basis van deze selectie.<br />
15
4.4 ‘Missing’ en deelvragen<br />
Aangezien er een groot aantal criteria niet zijn beantwoord heb ik ook gekeken naar de<br />
deelvragen die bij deze criteria horen. Ik wil hiermee in kaart brengen of de bijbehorende<br />
deelvragen wel positief zijn beantwoord, waardoor het criterium wel relevant kan zijn.<br />
Omdat het gaat om 16 criteria, heb ik 3 willekeurige criteria gebruikt om de resultaten aan<br />
te tonen. In bijlage 2 staan de overige grafieken van de criteria die door minimaal 4<br />
respondenten niet zijn beantwoord met de bijbehorende deelvragen.<br />
Figuur 8 toont criterium 2 van het beoordelingsformulier met de bijbehorende deelvragen.<br />
Criterium 2 luidt: ‘Komt bij dit onderwerp Havo niveau voldoende tot uiting?’<br />
De eerste staafkolom is het criterium van het huidig beoordelingsformulier. Vier<br />
respondenten hebben geen antwoord gegeven op dit criterium en 3 hebben aangegeven dat<br />
zij dit criterium hebben toegepast. De overige staafkolommen zijn van de bijbehorende<br />
deelvragen. Omdat in deze grafiek het criterium nummer 1 heeft gekregen telt Excel verder<br />
in geval van de volgende deelvragen. Zo is staafkolom 2 dus deelvraag 5 van de enquête. Om<br />
het overzichtelijk houden houd ik de telling aan van de grafiek.<br />
Deelvragen 2,3 en 4 zijn door minimaal 4 respondenten positief beantwoord. Dit betekent<br />
dus dat dit criterium relevant kan zijn als deze deelvragen maar toegevoegd worden aan het<br />
beoordelingsformulier.<br />
Figuur 8 : Criterium 1 met deelvragen, n=7<br />
Figuur 9 toont de resultaten van criterium 5 en de bijbehorende deelvragen. Criterium 5<br />
luidt: ‘Heeft de leerling voldoende bronnen van goede kwaliteit benut?’ Vier respondenten<br />
hebben dit criterium niet beantwoord. Verder zijn door respectievelijk 5 en 6 respondenten<br />
deelvragen 2 en 3 negatief beantwoord. Deelvragen 4 en 5 zijn door respectievelijk 4 en 5<br />
respondenten positief beantwoord. Hierdoor is het criterium wellicht niet door minimaal 4<br />
respondenten positief beantwoord, maar worden de deelvragen 4 en 5 wel door minimaal 4<br />
respondenten als relevant beschouwen. Hierdoor kan dit criterium relevant zijn zolang<br />
deelvragen 4 en 5 worden toegevoegd aan dit criterium.<br />
16
Figuur 9 : Criterium 5 met deelvragen, n=7<br />
Figuur 10 toont de resultaten van criterium 18 en de bijbehorende deelvragen. Criterium 18<br />
luidt: ‘Presentatie voor de groep’. Hier is op te merken dat deelvragen 2, 4 en 5 positief<br />
beantwoord zijn. Hierdoor kan dit criterium relevant blijven indien deelvragen 2,4 en 5<br />
worden toegevoegd aan dit criterium.<br />
Figuur 10 : Criterium 18 met deelvragen, n=7<br />
In bijlage 2 staan de overige grafieken. Ook hier zullen de criteria waarbij de deelvragen door<br />
minimaal 4 respondenten positief zijn beantwoord, van toepassing blijven in het op te<br />
leveren profielproduct. In totaal gaat het om 37 deelvragen die positief zijn beantwoord<br />
door minimaal 4 respondenten.<br />
17
5. Conclusie<br />
In het vorige hoofdstuk waren de onderzoeksresultaten weergegeven. In dit hoofdstuk trek<br />
ik op basis van de onderzoeksresultaten conclusies die gebruikt kunnen worden voor het op<br />
te leveren profielproduct; een nieuw beoordelingsformulier.<br />
Van de 13 uitnodigingen hebben 7 respondenten de enquête ingevuld. Een van de<br />
potentiële respondenten was al gestopt bij het Spinoza Lyceum en 5 respondenten hebben<br />
de enquête niet ingevuld. Echter de data uit de enquête van de 7 respondenten is zeer<br />
waardevol. Ik heb besloten dat de deelvragen en criteria relevant zijn voor het op te leveren<br />
profielproduct als minimaal 4 respondenten hetzelfde antwoord geven.<br />
Resultaten beoordelingscriteria<br />
Als ik kijk naar de resultaten van de criteria van het huidig beoordelingsformulier kan ik<br />
concluderen dat een groot aantal criteria door minimaal 4 respondenten niet zijn<br />
beantwoord. Om precies te zijn gaat het om 16 criteria op een totaal van 25 criteria (64%).<br />
Daarentegen hebben minimaal 4 respondenten 6 criteria wel toegepast. Daarnaast heb ik 1<br />
criterium ook als relevant gekenmerkt. Twee respondenten hebben dit criterium namelijk<br />
toegepast en 3 respondenten hebben dit criterium gedeeltelijk toegepast. Ik beschouw dit<br />
criterium daarom als relevant. Daarentegen zijn criteria 1 en 21 niet door minimaal 4<br />
respondenten toegepast. Deze criteria hadden ook geen deelvragen en ook geen<br />
toelichtingen. Deze 2 criteria komen daarom niet terug in het nieuwe beoordelingsformulier.<br />
Resultaten deelvragen<br />
De deelvragen hebben als doel om de criteria van het beoordelingsformulier aan te vullen<br />
en voor meer duidelijkheid te zorgen per criteria van het beoordelingsformulier. Hoewel<br />
64% van de criteria niet was beantwoord door minimaal 4 respondenten, waren 57,3% van<br />
de bijbehorende deelvragen door minimaal 4 respondenten positief beantwoord. Hierdoor<br />
worden de bijbehorende criteria concreter. Uit laatstgenoemde selectie bleek dat bij elk<br />
criterium een of meerdere deelvragen door minimaal 4 respondenten positief is<br />
beantwoord. Hierdoor blijven alle criteria relevant, mits deze worden aangevuld met de<br />
deelvragen die door minimaal 4 respondenten zijn beantwoord. Deze criteria komen dus wel<br />
terug in het nieuwe beoordelingsformulier.<br />
Uit de interviews kwam naar voren dat een rubric gewenst zou zijn. Ik heb dit in de enquête<br />
ook aan de andere respondenten gevraagd. Het bleek dat 5 respondent positief waren over<br />
een rubric. Vandaar dat naast een nieuw beoordelingsformulier een rubric is opgesteld.<br />
Deze is samengesteld op basis van de resultaten uit de enquête en beoordelingsformulieren<br />
van andere scholen te vinden in de bijlage.<br />
Vraagstelling<br />
Bij de interpretatie van de onderzoeksresultaten ben ik uitgegaan van een minimum 4<br />
respondenten die eenzelfde antwoord geven. Naar aanleiding van deze selectie en de<br />
bijbehorende onderzoeksresultaten kan ik de vraagstelling beantwoorden.<br />
In totaal zijn er 16 criteria niet door de respondenten toegepast. Zes criteria zijn wel<br />
toegepast en de overige criteria zijn niet door minimaal 4 respondenten toegepast.<br />
Het tweede gedeelte van de vraagstelling heeft betrekking op de deelvragen. De<br />
onderzoeksresultaten tonen aan dat 57,3% van de deelvragen door minimaal 4<br />
respondenten positief is beantwoord. Deze deelvragen zijn verspreid over alle criteria.<br />
Hierdoor zullen dus alle criteria aangevuld worden met de relevante deelvragen.<br />
18
Doelstelling<br />
Met het onderzoek heb ik in kaart gebracht welke beoordelingscriteria wel, niet of<br />
gedeeltelijk toegepast zijn door de Havo docenten. Echter, concrete tekstuele aanvulling op<br />
de antwoorden, in geval van afwijking van de criteria, zijn niet terug te halen uit de enquête.<br />
Maar dankzij de deelvragen kan ik onduidelijkheden, verschillen in de interpretatie en<br />
toepassing van de criteria van het beoordelingsformulier minimaliseren. Aan de hand van de<br />
onderzoeksresultaten heb ik getracht een nieuw beoordelingsformulier op te stellen<br />
waarmee het beoordelen door docenten meer met elkaar in overeenstemming is.<br />
<strong>Profielproduct</strong><br />
In het nieuwe beoordelingsformulier staan alle criteria aangevuld met de bijbehorende<br />
deelvragen die door minimaal 4 respondenten zijn ondersteund. Dit beoordelingsformulier<br />
is te vinden in bijlage 1a. Daarnaast is ook een rubric te vinden in bijlage 1b.<br />
De docenten kunnen na het invullen van het beoordelingsformulier vervolgens een cijfer<br />
koppelen aan de beoordeling door de rubric in te vullen.<br />
19
Literatuur<br />
Baume, D. en Yorke, M. (2002): ‘The reliability of assessment by portfolio on a course to<br />
develop and accredit teachers in higher education’<br />
Bender, W. (2003): ‘Toetsen in het hoger onderwijs’<br />
Brink, A. (2008): ‘ Beoordelingsformulier Presentaties’ Institute of Artificial Intelligence and<br />
Cognitive Engineering (ALICE)<br />
Geerligs, T. en Van der Veen, T. (2009): ‘Lesgeven en zelfstandig leren’, Van Gorcum, Assen<br />
Luken, T.P. (2003): ‘Zijn competenties meetbaar? Dilemma en uitweg bij het werkbaar maken<br />
van het competentiebegrip’ NOA Amsterdam<br />
Meeus, W., Van Looy, L., Van Petegem, P. (2005): ‘Portfolio assessment in de<br />
lerarenopleiding. Over validiteit en betrouwbaarheid van de beoordeling.’<br />
Onderwijsinspectie (2003): ‘Zicht op toetsen: toetsing en examinering in het hoger onderwijs:<br />
de stand van zaken’<br />
Reulink en Lindeman (2005): ‘Dictaat kwalitatief onderzoek”<br />
Ter horst, H. en Martens (2010); ‘Kwaliteitseisen en tips om kwaliteit van toetsen te<br />
verbeteren’ , Universiteit van Twente<br />
Ter Horst, H. en Metz, A. (2008): ‘Zelf-evaluatieinstrument’, Universiteit van Twente<br />
Wilbrink, B. (1979): ‘Toetsen’ Centrum voor Onderzoek van het Wetenschappelijk Onderwijs<br />
Webbronnen:<br />
http://habe.hogent.be/stat/survey/methode.html#type<br />
http://www.moaweb.nl/kenniscentrum/digitaal-woordenboek/s/schriftelijkeenquete<br />
http://www.moaweb.nl/kenniscentrum/digitaal-woordenboek/s/schriftelijkeenquete<br />
http://habe.hogent.be/stat/survey/methode.html#type<br />
http://profielmeesterstuk.slo.nl/leerlingengebied/wedstijd/submenu/<br />
http://udenscollegepws.blogspot.com/<br />
http://habe.hogent.be/stat/survey/methode.html#type<br />
20
Bijlagen:<br />
1 <strong>Profielproduct</strong>: Beoordelingsformulier<br />
2 Vervolg grafieken par. 4.4<br />
3 Enquête<br />
4a Interview met N. Veninga<br />
4b Interview met J. Mik<br />
5 Beoordelingsformulier A. Brink (2008)<br />
6 Beoordelingsformulieren andere scholen<br />
21
Bijlage 1a: <strong>Profielproduct</strong>: Beoordelingsformulier<br />
Beoordelingsmodellen Profielwerkstuk havo<br />
Fase Produkt Onvold. voldoende goed<br />
0. Oriëntatie en<br />
groepsvorming<br />
1. Onderwerp,<br />
hoofd- / deelvragen<br />
2.<br />
Literatuuronderzoek<br />
Keuze en motivering<br />
samenwerkingspartner is<br />
toegelicht en volledig<br />
Keuze en motivering<br />
onderwerp past binnen het<br />
tijdsbestek<br />
Leerling heeft eerste feedback<br />
goed verwerkt in logboek<br />
en/of werkstuk<br />
Komt bij dit onderwerp H/V niveau<br />
voldoende tot uiting<br />
De hoofdvraag en deelvragen<br />
zijn SMART geformuleerd<br />
Niveau en type van het<br />
onderzoek is duidelijk<br />
toegelicht<br />
Het is een origineel<br />
onderwerp/niet vaak gebruikt<br />
onderwerp<br />
Hoofdvraag opgesplitst in relevante<br />
deelvragen<br />
Leerling heeft zelfstandig de<br />
deelvragen geformuleerd<br />
Vraag kan redelijkerwijs voldoende<br />
worden beantwoord<br />
Leerling heeft tijdsplanning<br />
gemaakt, waarbij realistisch is<br />
om onderzoek af te ronden<br />
Leerling heeft voldoende bronnen van<br />
goede kwaliteit benut<br />
Er zijn meer dan 2 boeken<br />
geraadpleegd<br />
Er zijn meer dan 2<br />
verschillende bronnen uit<br />
vakliteratuur gebruikt<br />
Leerling heeft relevante gegevens<br />
geselecteerd<br />
Leerling maakt duidelijke<br />
onderscheid in hoofd- en<br />
bijzaken<br />
Leerling heeft gevonden gegevens<br />
goed geordend<br />
Leerling heeft duidelijk<br />
opbouw van verslag<br />
beschreven en houdt zich<br />
daar aan<br />
22
3. Ander type<br />
onderzoek<br />
4. Voorlopig<br />
eindprodukt<br />
5.Definitief<br />
eindprodukt<br />
Leerling beheerst de gelezen info (<br />
begrip – overzicht – conclusies)<br />
Leerling gebruikt informatie<br />
dat niet in het leerboek staat<br />
Leerling maakt een correcte<br />
samenvatting van de literatuur<br />
aangevuld met eigen<br />
conclusie en mening<br />
Leerling heeft geschikte bronnen<br />
gekozen / experimenten uitgevoerd<br />
Er zijn minimaal 2 boeken<br />
geraadpleegd<br />
Er zijn meer dan 2<br />
verschillende bronnen uit<br />
vakliteratuur gebruikt<br />
Leerling heeft relevante gegevens<br />
geselecteerd<br />
Leerling maakt duidelijke<br />
onderscheid in hoofd- en<br />
bijzaken<br />
Leerling heeft gevonden gegevens<br />
goed geordend<br />
Leerling maakt constante<br />
terugkoppeling naar de<br />
onderzoeksvraag<br />
Leerling heeft duidelijk<br />
opbouw van verslag<br />
beschreven en houdt zich<br />
daar aan<br />
Leerling beheerst de gevonden info (<br />
begrip – overzicht – conclusies)<br />
Leerling gebruikt informatie<br />
dat niet in het leerboek staat<br />
Leerling maakt een correcte<br />
samenvatting van de literatuur<br />
aangevuld met eigen<br />
conclusie en mening<br />
Leerling heeft feedback correct verwerkt<br />
Logboek is bijgehouden<br />
Leerling geeft aan welk literatuurbronnen wel<br />
en niet gebruikt zijn<br />
Gebruikte literatuur sluit aan op het onderzoek<br />
Leerling heeft zijn vraagstelling en conclusies goed<br />
gepresenteerd<br />
Leerling heeft feedback verwerkt<br />
Leerling geeft aan welk literatuurbronnen wel<br />
en niet gebruikt zijn<br />
Gebruikte literatuur sluit aan op het onderzoek<br />
Leerling houdt gedurende het werkstuk vast<br />
aan de inhoudelijke hoofdlijn<br />
Leerling heeft de basisgegevens goed geordend en<br />
goed gepresenteerd<br />
23
6.<br />
Eindpresentatie<br />
Het werkstuk heeft een structuur in de vorm<br />
van inleiding, middenstuk en conclusie<br />
Werkstuk voldoet aan de opbouw / indeling van de<br />
presentatie aan de vereisten die horen bij die vorm van<br />
presentatie (werkstuk – power point – website).<br />
Leerling heeft een extra filmpje of opdrachtje<br />
voor bij de presentatie gemaakt<br />
d. lay out / verzorging<br />
Presentatie voor groep<br />
De presentatie van de onderzoeksvraag is<br />
duidelijk en begrijpelijk ingeleid en uitgelegd<br />
Er is interactie met het publiek; er wordt<br />
oogcontact gemaakt en er is sprake van een<br />
discussie, (groeps)opdracht of andere interactie<br />
Er is nog voldoende ruimte voor vragen van het<br />
publiek<br />
Vormvereisten digitale presentatie ( verhouding<br />
beeld/tekst – kleurkeuze –<br />
samenhang beeld en tekst – logische opbouw –<br />
conclusies onderbouwd)<br />
Contact met het publiek ( oogcontact – interactie – niet<br />
voorlezen wat er al<br />
staat – weten waar het verhaal naar toe gaat)<br />
7. Tekstueel<br />
Stijl<br />
Er zijn relevante plaatjes gebruikt in de<br />
presentatie<br />
Er is eenzelfde lettertype gebruikt<br />
Leerling gebruikt formeel taalgebruik<br />
Leerling maakt op correcte wijze gebruik van<br />
alinea’s<br />
8. vakspecifiek Leerling laat zien voldoende kennis te hebben van<br />
vakspecifieke concepten<br />
Leerling laat door onderzoek zien nieuwe<br />
kennis te hebben verworven<br />
Leerling plaatst het idee achter het werkstuk in een<br />
vakspecifieke context<br />
Leerling gebruikt voldoende<br />
praktijkvoorbeelden<br />
9. Algemeen Profielwerkstuk krijgt minimaal een voldoende als<br />
Tussentijdse feedback goed is verwerkt<br />
Rubric volledig ingevuld kan worden<br />
24
Bijlage 1b: Rubric<br />
Rubric<br />
Na het invullen van het beoordelingsformulier, kunt u onderstaande rubric<br />
invullen om het eindcijfer van het profielwerkstuk te bepalen.<br />
1. Leerproces<br />
Eigen initiatief en<br />
verantwoordelijkheid<br />
Voortgang en<br />
samenwerking met<br />
medeleerling(en) en<br />
begeleiders<br />
Kwaliteit logboek/<br />
reflectie op het leren<br />
wat heb ik gedaan?<br />
wat ging goed? wat<br />
kan beter? wat neem<br />
ik me voor, voor een<br />
volgende keer?<br />
niveau 1<br />
onvoldoende<br />
1-2-3-4-5<br />
Neemt afwachtende<br />
houding aan, komt niet<br />
of slecht voorbereid<br />
naar<br />
begeleidingsgesprekken,<br />
reageert niet of matig.<br />
Komt afspraken niet of<br />
matig na, is niet of<br />
nauwelijks open in de<br />
communicatie.<br />
Logboek ontbreekt of is<br />
weinig zeggend<br />
ingevuld.<br />
niveau 2<br />
voldoende<br />
6-7<br />
Neemt deels<br />
zelf<br />
initiatieven,<br />
maar stelt zich<br />
soms<br />
afwachtend<br />
op, geeft<br />
weinig<br />
signalen af als<br />
het niet goed<br />
gaat.<br />
Komt<br />
afspraken<br />
meestal na, is<br />
redelijk open<br />
in de<br />
communicatie.<br />
Logboek is<br />
aanwezig, er is<br />
enige reflectie<br />
aanwezig op<br />
de eigen<br />
aanpak, maar<br />
die gaat niet<br />
veel verder<br />
dan feitelijke<br />
verslaglegging.<br />
niveau 3<br />
goed<br />
7-8<br />
Neemt in alle fasen<br />
zelf initiatieven en<br />
verantwoordelijkheid<br />
, geeft zelf signalen<br />
af als het niet goed<br />
gaat.<br />
Komt afspraken na,<br />
is open in de<br />
communicatie.<br />
Logboek is aanwezig,<br />
beknopte, maar<br />
goede reflectie op<br />
het eigen leren, die<br />
verder gaat dan<br />
beschrijven en ook<br />
een analyse bevat<br />
van het eigen<br />
functioneren.<br />
25<br />
niveau 4<br />
excellent<br />
9-10<br />
Neemt in alle<br />
fasen<br />
initiatieven,<br />
begeleider<br />
hoeft<br />
nauwelijks te<br />
sturen.<br />
Komt<br />
afspraken na,<br />
is open in de<br />
communicatie,<br />
houdt goed<br />
rekening met<br />
medeleerling<br />
en<br />
begeleiders.<br />
Logboek is<br />
aanwezig,<br />
goede en<br />
uitgebreide<br />
reflectie op<br />
het eigen<br />
leren, die<br />
verder gaat<br />
dan<br />
beschrijven en<br />
ook een heel<br />
goede analyse<br />
bevat van het<br />
eigen<br />
functioneren.
2. Inhoudelijk<br />
Inhoud van de<br />
hoofdstukken,<br />
definitieve<br />
opzet<br />
Consistentie en<br />
helderheid in<br />
opzet inleiding<br />
(motivatie,<br />
aanpak),<br />
hoofddeel,<br />
conclusie<br />
(samenvatting,<br />
onderbouwd<br />
antwoord op<br />
hoofd-en<br />
deelvragen,<br />
daarmee<br />
samenhangende<br />
vooruitblik)<br />
Denkniveau<br />
beschrijving /<br />
analyse /<br />
evaluatie<br />
(eigen,<br />
onderbouwde<br />
mening)<br />
Gebruikte<br />
bronnen<br />
hoeveelheid en<br />
de kwaliteit<br />
(alleen de<br />
bronnen die<br />
juist zijn<br />
gebruikt tellen<br />
niveau 1<br />
onvoldoende<br />
1-2-3-4-5<br />
Inhoudelijk<br />
oppervlakkig,<br />
onvoldoende<br />
aandacht voor het<br />
inhoudelijke<br />
aspect.<br />
Delen ontbreken<br />
en/of vertonen<br />
weinig of geen<br />
samenhang en/of<br />
behoorlijke<br />
onevenwichtigheid.<br />
Beschrijving,<br />
analyse en/of<br />
evaluatie<br />
ontbreken of zijn<br />
van onvoldoende<br />
kwaliteit.<br />
Er zijn<br />
voornamelijk<br />
oppervlakkige<br />
bronnen gebruikt,<br />
zoals wikipedia en<br />
eenvoudige<br />
scholierensites.<br />
niveau 2<br />
voldoende<br />
6-7<br />
Inhoudelijk net<br />
voldoende,<br />
onderwerp krijgt<br />
voldoende<br />
aandacht, geen<br />
nieuwe inzichten.<br />
Alle onderdelen<br />
zijn aanwezig en<br />
vertonen een<br />
redelijke<br />
samenhang<br />
(inleiding en<br />
conclusie sporen<br />
met elkaar,<br />
middendeel leidt<br />
tot conclusie).<br />
Voornamelijk<br />
(juiste)<br />
beschrijving,<br />
summiere analyse<br />
en evaluatie.<br />
Er zijn een paar<br />
relevante<br />
populairwetenschappelijke<br />
bronnen gebruikt.<br />
niveau 3<br />
goed<br />
7-8<br />
Inhoudelijk sterk,<br />
onderwerp wordt<br />
goed belicht,<br />
vernieuwende<br />
inzichten.<br />
Alle onderdelen<br />
zijn aanwezig en<br />
vertonen een<br />
goede samenhang<br />
(inleiding en<br />
conclusie sporen<br />
met elkaar,<br />
middendeel leidt<br />
tot conclusie), er<br />
is weinig<br />
overbodige<br />
informatie.<br />
Goede verhouding<br />
tussen<br />
beschrijving,<br />
analyse en<br />
evaluatie en deze<br />
zijn alledrie van<br />
goede kwaliteit.<br />
Er is naast<br />
relevante<br />
populairwetenschappelijke<br />
bronnen ook een<br />
bron van een<br />
meer<br />
wetenschappelijk<br />
niveau gebruikt.<br />
niveau 4<br />
excellent<br />
9-10<br />
Inhoudelijk zeer<br />
sterk, onderwerp<br />
wordt zeer goed<br />
belicht,<br />
vernieuwende<br />
inzichten en<br />
uitgewerkte eigen<br />
ideeen.<br />
Alle onderdelen<br />
zijn aanwezig en<br />
vertonen een<br />
uitstekende<br />
samenhang<br />
(inleiding en<br />
conclusie sporen<br />
met elkaar,<br />
middendeel leidt<br />
tot conclusie), er<br />
is geen<br />
overbodige<br />
informatie.<br />
Uitstekende<br />
verhouding tussen<br />
beschrijving,<br />
analyse en<br />
evaluatie en deze<br />
zijn alledrie van<br />
goede kwaliteit en<br />
af en toe zelfs<br />
uitstekend.<br />
Er zijn meerdere<br />
relevante<br />
wetenschappelijke<br />
bronnen gebruikt.<br />
26
mee)<br />
Originaliteit /<br />
eigen werk<br />
3. Presentatie<br />
Er is een grote<br />
mate van 'knip-enplakwerk'.<br />
niveau 1<br />
onvoldoende<br />
1-2-3-4-5<br />
Taalgebruik Taalgebruik is niet<br />
erg helder, er is<br />
sprake van redelijk<br />
wat stijl- en<br />
spelfouten,<br />
taalgebruik is<br />
(vanwege knip- en<br />
plakwerk) weinig<br />
consistent.<br />
Er is een weinig<br />
originele<br />
vraagstelling<br />
en/of aanpak en<br />
er is een redelijke<br />
mate van ‘eigen<br />
werk’, maar her<br />
en der neigt het<br />
nog naar<br />
'herkauwen'.<br />
niveau 2<br />
voldoende<br />
6-7<br />
Taalgebruik is<br />
tamelijk helder,<br />
vertoont<br />
slechts weinig<br />
stijl- en<br />
spelfouten,<br />
vertoont eigen<br />
stijl van de<br />
leerling,<br />
redelijke<br />
zinsbouw.<br />
4. Lay-out/vormgeving profielwerkstuk<br />
Verzorging<br />
(voorblad,<br />
inhoudsopgave,<br />
paginanummers,<br />
alinea-indeling,<br />
bladspiegel,<br />
mapje,<br />
lettertype)<br />
niveau 1<br />
onvoldoende<br />
1-2-3-4-5<br />
Een of meer<br />
onderdelen<br />
ontbreken, zijn<br />
slordig of niet<br />
functioneel.<br />
niveau 2<br />
voldoende<br />
6-7<br />
Alle onderdelen<br />
zijn aanwezig<br />
en redelijk<br />
functioneel.<br />
Er is een originele<br />
vraagstelling<br />
en/of aanpak en<br />
er is duidelijk een<br />
grote mate van<br />
'eigen werk'.<br />
niveau 3<br />
goed<br />
7-8<br />
Taalgebruik is<br />
helder,<br />
vertoont<br />
vrijwel geen<br />
stijl- en<br />
spelfouten,<br />
vertoont eigen<br />
stijl van de<br />
leerling, goede<br />
zinsbouw.<br />
niveau 3<br />
goed<br />
7-8<br />
Alle<br />
onderdelen zijn<br />
aanwezig en<br />
functioneel.<br />
Er is een originele<br />
vraagstelling en<br />
aanpak en er is<br />
een zeer grote<br />
mate van 'eigen<br />
werk'.<br />
niveau 4<br />
excellent<br />
9-10<br />
Taalgebruik is<br />
helder en fraai,<br />
vertoont vrijwel<br />
geen stijl- en<br />
spelfouten,<br />
vertoont eigen<br />
stijl van de<br />
leerling, goede<br />
zinsbouw.<br />
niveau 4<br />
excellent<br />
9-10<br />
Alle onderdelen<br />
zijn aanwezig,<br />
functioneel en<br />
fraai.<br />
27
Bijlage 2: Grafieken ‘Missing’ en deelvragen<br />
Criterium 0 Criterium 3<br />
Criterium 4 Criterium 5<br />
Criterium 6 Criterium 7<br />
Criterium 8 Criterium 13<br />
28
Criterium 14 Criterium 15<br />
Criterium 16 Criterium 18<br />
Criterium 20 Criterium 23<br />
Criterium 24<br />
29
Datum:<br />
Profiel:<br />
Algemeen<br />
Bijlage 3: Enquete<br />
Hieronder vindt u de enquête gebaseerd op het beoordelingsformulier voor de profielwerkstukken.<br />
Doel<br />
Het doel van deze enquête is het in kaart brengen of de docenten gebruik maken van het<br />
beoordelingsformulier. N.a.v. de feedback uit de enquête zal blijken of het formulier<br />
en haar criteria aangepast moet worden.<br />
Instructie<br />
Geeft u bij de onderstaande vragen aan of u WEL/GEDEELTELIJK/NIET het criterium hebt toegepast. De<br />
criteria van het huidige beoordelingsformulier zijn de dikgedrukte zinnen. Op basis van<br />
andere beoordelingsformulieren zijn een aantal deelvragen geformuleerd. Deze vragen dienen als<br />
suggesties en/of ondersteuning bij de toelichting. Indien een van de suggesties/vragen zijn toegepast,<br />
zet er dan een kruisje achter en licht indien nodig toe.<br />
Fase Produkt Deelvragen Toegepast Toelichting<br />
0. Oriëntatie en<br />
groepsvorming<br />
Beoordeelt u dit onderdeel van minimaal voldoende<br />
Havo-niveau :<br />
• Als de keuze en motivering van de<br />
samenwerkingspartner van de leerling u overtuigt dat<br />
het een werkbare combinatie is.<br />
• Als de keuze en motivering van het onderwerp binnen<br />
het tijdsbestek past.<br />
• Als de leerling uw eerst feedback goed verwerkt?<br />
• Anders?<br />
Kruis aan<br />
deelvragen<br />
Wel Gedeeltelijk Niet<br />
30
1. Onderwerp,<br />
hoofd- / deelvragen<br />
a. past onderwerp bij de gekozen vakken<br />
b. komt bij dit onderwerp H/V niveau voldoende tot<br />
uiting:<br />
Beoordeelt u dit onderdeel van minimaal voldoende<br />
Havo-niveau :<br />
• Als de leerling de hoofd- en deelvragen SMART<br />
formuleert<br />
• Als het type en het niveau van het gekozen onderzoek<br />
( literatuuronderzoek en/of experiment) duidelijk is<br />
toegelicht<br />
• Als het een origineel idee is; dus niet een voor de hand<br />
liggend of vaak gebruikt onderwerp<br />
• Anders?<br />
c. is hoofdvraag opgesplitst in relevante deelvragen<br />
Beoordeelt u dit onderdeel als minimaal voldoende<br />
Havo-niveau :<br />
• Als de leerling zelfstandig de deelvragen formuleert?<br />
• Anders?<br />
d. kan deze vraag redelijkerwijs voldoende worden<br />
beantwoord<br />
Beoordeelt u dit onderdeel als minimaal voldoende<br />
Havo-niveau :<br />
• Als de leerling een tijdsplanning maakt die realistisch<br />
is om het onderzoek af te ronden<br />
• Anders?<br />
31
2.<br />
Literatuuronderzoek<br />
a. heeft de leerling voldoende bronnen van goede<br />
kwaliteit benut<br />
Beoordeelt u dit onderdeel als minimaal voldoende<br />
Havo-niveau :<br />
• Als de leerling meer dan 2 wetenschappelijke<br />
artikelen gebruikt<br />
• Als de leerling enkel gebruik maakt van Wikipedia<br />
• Als er minimaal twee boeken geraadpleegd worden<br />
• Als er meer dan 2 verschillende bronnen uit<br />
vakliteratuur wordt gebruikt.<br />
• Anders?<br />
b. Heeft de leerling relevante gegevens geselecteerd<br />
Beoordeelt u dit onderdeel als minimaal voldoende<br />
Havo-niveau op basis van:<br />
• Als de leerling in het werkstuk een duidelijk<br />
onderscheid maakt tussen hoofd- en bijzaken<br />
• Anders?<br />
c. heeft de leerling gevonden gegevens goed geordend<br />
Beoordeelt u dit onderdeel als minimaal voldoende<br />
Havo-niveau :<br />
• Als de leerling in het werkstuk een constante<br />
terugkoppeling naar de onderzoeksvraag maakt<br />
• Als de leerling in de inleiding duidelijk de opbouw van<br />
het werkstuk beschrijft en deze vervolgens aanhoudt?<br />
• Anders?<br />
d. beheerst de leerling de gelezen info ( begrip –<br />
overzicht – conclusies)<br />
Beoordeelt u dit onderdeel van minimaal voldoende<br />
Havo-niveau :<br />
• Als de leerling aan de hand van zijn experiment en<br />
literatuur aantoont dat hij expert is binnen zijn<br />
onderwerp?<br />
• Als de leerlingen informatie gebruikt die niet in het<br />
leerboek staat.<br />
• Als de leerling een correcte samenvatting kan maken<br />
van de literatuur aangevuld met zijn eigen conclusie en<br />
mening<br />
• Anders?<br />
32
3. Ander type<br />
onderzoek<br />
4. Voorlopig<br />
eindprodukt<br />
a. heeft de leerling geschikte bronnen gekozen /<br />
experimenten uitgevoerd<br />
b. heeft de leerling relevante gegevens geselecteerd<br />
c. heeft de leerling gevonden gegevens goed geordend<br />
d. beheerst de leerling de gevonden info ( begrip –<br />
overzicht – conclusies)<br />
Beoordeelt u dit onderdeel van minimaal voldoende<br />
Havo-niveau :<br />
• Als de leerling uw feedback heeft verwerkt?<br />
• Het logboek is bijgehouden?<br />
• Als de leerling aangeeft welke literatuurbronnen wel<br />
en niet gebruikt zijn?<br />
• Als de literatuur aansluit op het<br />
experiment/onderzoek?<br />
• Anders?<br />
33
5.Definitief<br />
eindprodukt<br />
a. zijn vraagstelling en conclusies goed gepresenteerd<br />
? Beoordeelt u dit<br />
onderdeel van minimaal voldoende Havo-niveau :<br />
• Als de leerling uw feedback heeft verwerkt?<br />
• Het logboek is bijgehouden?<br />
• Als de leerling aangeeft welke literatuurbronnen wel<br />
en niet gebruikt zijn?<br />
• Als de literatuur aansluit op het<br />
experiment/onderzoek?<br />
• Als de leerling gedurende het werkstuk vasthoudt aan<br />
de inhoudelijke hoofdlijn.<br />
• Anders?<br />
b. zijn de basisgegevens goed geordend en goed<br />
gepresenteerd ?<br />
Beoordeelt u dit onderdeel van minimaal voldoende<br />
Havo-niveau :<br />
• Als de structuur de vorm heeft van inleiding,<br />
middenstuk, conclusie<br />
• Anders?<br />
c. voldoet de opbouw / indeling van de presentatie<br />
aan de vereisten die horen bij die vorm van<br />
presentatie (werkstuk – power point – website).<br />
Beoordeelt u dit onderdeel van minimaal voldoende<br />
Havo-niveau :<br />
• Als de leerling letterlijk zijn werkstuk opleest<br />
• Als de leerling een extra filmpje of opdrachtje bij de<br />
presentatie maakt<br />
• Anders?<br />
d. lay out / verzorging<br />
34
6. Eindpresentatie a. presentatie voor groep<br />
Beoordeelt u dit onderdeel van minimaal voldoende<br />
Havo-niveau :<br />
• Als de presentatie van de onderzoeksvraag<br />
begrijpelijk is ingeleid<br />
• Als de (maatschappelijke) relevantie duidelijk en<br />
begrijpelijk is uitgelegd<br />
• Als er interactie is met het publiek; oogcontact,<br />
discussievormen, (groeps)opdrachten<br />
• Als er ruimte is voor vragen<br />
• Anders?<br />
7. Tekstueel a. spelling<br />
b. vormvereisten digitale presentatie ( verhouding<br />
beeld/tekst – kleurkeuze –samenhang beeld en tekst<br />
– logische opbouw – conclusies onderbouwd)<br />
c. contact met het publiek ( oogcontact – interactie –<br />
niet voorlezen wat er al staat – weten waar het<br />
verhaal naar toe gaat)<br />
b. stijl<br />
Let je hier op: Gebruik van relevante plaatjes, zelfde<br />
lettertype, (in)formeel taalgebruik, alinea's<br />
35
8. vakspecifiek a. laat de leerling zien voldoende kennis te hebben<br />
van vakspecifieke concepten?<br />
Let je hier op: Moet de leerling aantonen dat hij<br />
beschikt over nieuwe kennis door literatuurbronnen?<br />
b. Plaatst de leerling het idee achter het werkstuk in<br />
een vakspecifieke context?<br />
Let je hier op: Het gebruik van eigen voorbeelden in het<br />
concluderende gedeelte van het werkstuk?<br />
Algemeen a. Wanneer is een onderdeel een O/V/G?<br />
Let je hier op: Verwerking van de tussentijdse<br />
feedback? Is een matrix met richtlijn voor O/V/G<br />
gewenst?<br />
b. Is een aparte proceskaart gewenst?<br />
Let je hier op: Verwerking van de tussentijdse<br />
feedback? Het behalen van deadlines?<br />
Dit is het einde van de enquête. Ik wil u danken voor uw deelname.<br />
Met vriendelijke groeten<br />
Adna Ghilazghi<br />
36
Bijlage 4a: Interview met J.Mik<br />
Interview met J. Mik ( Docent Biologie op het Spinoza Lyceum)<br />
Datum: 29-04-11<br />
Tijd: 15:00-15:45<br />
Onderwerp: Toepassen beoordelingsmodel profielwerkstukken Havo<br />
Inleiding<br />
Aan de hand van het beoordelingsformulier van het Spinoza en een aantal<br />
beoordelingsformulieren wordt het interview gehouden. Bij elk punt wordt<br />
Joke (J) gevraagd hoe zij deze heeft toegepast in de praktijk; een aantal<br />
punten zijn namelijk zeer breed geformuleerd en geven ruimte voor de docent<br />
om er een eigen invulling aan te geven. Een aantal punten waren geen<br />
opmerkingen over en zijn niet teruggekomen in het interview. Het interview is<br />
hieronder uitgeschreven waarbij de nummers de fases zijn conform het<br />
beoordelingsformulier en de letters de criteria.<br />
1a ‘ Past onderwerp bij de gekozen vakken’<br />
A: ‘Waar let je bij dit punt op?’<br />
J: ‘Het is logisch dat als het onderwerp niet past bij de vakken dat de<br />
leerlingen niet verder mogen. Dus dit punt is altijd een voldoende, anders<br />
mogen ze niet verder.’<br />
1b ‘Komt bij dit onderwerp H/V niveau voldoende tot uiting’<br />
A: ‘Wat is Havo-niveau?’<br />
J: ‘ Ik let dan voornamelijk op of de leerlingen zelf de hoofd- en deelvragen<br />
bedenken en niet alleen maar reproductiewerk verrichten op basis van<br />
literatuuronderzoek, maar zelf ook een experiment verrichten. Waarbij er ook<br />
niet ziektes worden onderzocht omdat dit vaak reproductiewerk is.<br />
1c ‘ Is de hoofdvraag opgesplitst in relevante deelvragen’<br />
A: ‘Waar let je op bij dit punt en wat is relevant en verdient een o/v/g?<br />
J: ‘Als de leerlingen zelf de vragen bedenken en deze zijn van een goed<br />
niveau, dan krijgen ze een G. Als ik de leerlingen veel help en er komt dan<br />
een goede vraag uit, krijgen ze een V.<br />
2a ‘Heeft de leerling voldoende bronnen gebruikt van goede kwaliteit’<br />
J: ‘Dit is ook vrij subjectief. Je let op het niveau van de bronnen, maar een<br />
richtlijn zou hier fijn bij zijn.<br />
2c ‘ Heeft de leerling relevante gegevens geselecteerd?’<br />
J: ‘ Het moet een koppeling hebben aan de vraag, dus geen bijzaken en<br />
bladvulling door allerlei plaatjes. Maar het moet interessant zijn, van<br />
toegevoegde waarde en op de een logische volgorde. Dus hebben de<br />
leerlingen verder gedacht en gezocht naar bronnen dan wat er in de<br />
schoolboeken staan. Ze moeten aantonen dat ze een expert zijn in het<br />
onderwerp, door vernieuwde literatuurbronnen.’<br />
3a ‘Heeft de leerling geschikte bronnen gekozen/experimenten uitgevoerd?’<br />
37
J: ‘Het is verplicht om bij Biologie een experiment uit te voeren. Het eindcijfer<br />
hangt voor de helft af van de kwaliteit en waarheid van het experiment. Het is<br />
belangrijk dat ze het onderzoek zelf opzetten.’<br />
Algemeen<br />
J: ‘Het eerste onderdeel is zeer belangrijk. Daarbij help ik de leerlingen wel<br />
omdat het een voorwaarde is voor het verdere verloop van het onderzoek. De<br />
verdere onderdelen bepalen een groter deel van het cijfer dan het eerste<br />
gedeelte. Ook een correct taalgebruik en de lay-out zijn belangrijk. Dus<br />
relevante plaatjes, eenduidige lettertypes en gebruik van alinea’s, moeten ook<br />
in goede nette orde zijn.<br />
Verder is het handig om een richtlijn te hebben voor wat als O/V/G wordt<br />
beoordeeld. Zelf gebruik ik het formulier niet in, maar beoordeel ik dezelfde<br />
criteria tijdens het proces op eigen criteria en gevoelsmatig. Leerlingen die<br />
veel hulp nodig hebben, zelf weinig werk verrichten en een relatief makkelijk<br />
onderzoek uitvoeren, krijgen een V in plaats van een G. Aanvulling op het<br />
literatuuronderzoek is ook een welkome toevoeging op het<br />
beoordelingsformulier alsook wegingsfactoren voor bepaalde criteria.’<br />
38
Bijlage 4b: Interview met N. Veninga<br />
Interview met N. Veninga ( Docent Economie op het Spinoza Lyceum)<br />
Datum: 27-04-11<br />
Tijd: 10:00-11:00<br />
Onderwerp: Toepassen beoordelingsmodel profielwerkstukken Havo<br />
Inleiding<br />
Aan de hand van het beoordelingsformulier van het Spinoza en een aantal<br />
beoordelingsformulieren wordt het interview gehouden. Bij elk punt wordt<br />
Nicole (N) gevraagd hoe zij deze heeft toegepast in de praktijk; een aantal<br />
punten zijn namelijk zeer breed geformuleerd en geven ruimte voor de docent<br />
om er een eigen invulling aan te geven. Een aantal punten waren geen<br />
opmerkingen over en zijn niet teruggekomen in het interview. Het interview is<br />
hieronder uitgeschreven waarbij de nummers de fases zijn conform het<br />
beoordelingsformulier en de letters de criteria.<br />
1b ‘Komt bij dit onderwerp H/V niveau voldoende tot uiting’<br />
Adna (A): ‘Wat zijn de kenmerken/criteria voor een H/V niveau; waar let je op<br />
als je op basis van dit punt gaat beoordelen?’<br />
Nicole (N): ‘In het geval van het VWO moeten er een aantal<br />
wetenschappelijke publicaties gebruikt worden als bronnen en informatie van<br />
het CPB en CBS. Daarnaast moet het werkstuk niet bestaan uit enkel het<br />
toetsen of in kaart brengen van een situatie op basis van een<br />
literatuuronderzoek, maar ook nog eigen inbreng/onderzoek gedaan moeten<br />
worden. Bij de Havo is het eerder voldoende als er op basis van<br />
literatuuronderzoek een conclusie getrokken wordt. Daarnaast geldt voor de<br />
Havo dat er geen vakliteratuur noodzakelijk, maar wel minimaal 1 boek uit de<br />
bibliotheek gebruikt wordt als bron, kranten zoals NRC, Parool, Trouw en<br />
elektronische bronnen, waarbij Wikipedia niet gebruikt mag worden.<br />
1d ‘Kan deze vraag redelijkerwijs voldoende worden beantwoord’<br />
A: ‘Waar let je op m.b.t. de term redelijkerwijs?’<br />
N: ‘Ik kijk of het onderzoeksvoorstel wel uitgevoerd kan worden binnen het<br />
tijdsbestek dat de leerlingen hebben. Daarnaast kijk je ook naar het niveau<br />
van het voorstel. Als het een voorstel is waarbij ze kunnen promoveren dan<br />
pas je deze aan of moet er een nieuw voorstel aangeleverd worden.’<br />
2.a ‘Heeft de leerling voldoende bronnen van goede kwaliteit benut’<br />
A: ‘Wat is voldoende en wat is goede kwaliteit?’<br />
N: ‘Het aantal bronnen hangt mede af van het onderwerp. Als het een lastig<br />
onderwerp is dan mogen ze minder bronnen gebruiken, als ze maar van<br />
eerder genoemd literatuurniveau zijn. Als ik aantallen moet noemen, dan zeg<br />
ik minimaal 10 bronnen.<br />
2b ‘Heeft de leerling relevante gegevens geselecteerd’<br />
A: ‘Wat zijn relevante gegevens?’<br />
N: ‘Daarbij kijk ik of de leerlingen uit de bronnen de hoofd- en bijzaken goed<br />
hebben onderscheiden en of het in een logische volgorde is verwerkt in het<br />
werkstuk.<br />
39
5c: ‘Voldoet de opbouw/indeling van de presentatie aan de vereisten die<br />
horen bij die vorm van presentatie (werkstuk – power point – website)<br />
A: ‘Wat zijn de vereisten?’<br />
N: ‘ Bij vakken als Nederlands leren de leerlingen een beetje hoe ze moeten<br />
presenteren, maar bij economie wordt daar geen aandacht aanbesteed.<br />
Meestal is het eindcijfer al bekend en kunnen ze enkel een halve punt erbij of<br />
eraf krijgen als dan wel de presentatie ook een toevoeging heeft zoals een<br />
filmpje of een punt eraf als het geen goed beeld geeft van het werkstuk en/of<br />
het wordt voorgelezen zonder enige voorbereiding. Als het een correcte<br />
weergave is van het werkstuk, blijft het cijfer hetzelfde.’<br />
Algemeen<br />
N: ‘In dit formulier komt het proces, de begeleiding en/of zelfstandig leren niet<br />
naar voren. Dit is juist het belangrijkste aspect van het proces, waarbij je ook<br />
uiteindelijk het eindcijfer mede op bepaalt. Het zelfstandig formuleren van een<br />
vraag, onderzoeken, het schrijven en de juiste conclusie trekken is naarmate<br />
het meer door de leerling wordt uitgevoerd een richtlijn voor het eindcijfer.<br />
Daarnaast zijn de voorbeelden van andere formulieren ook weer te strikt. Een<br />
tweede beoordelaar is praktisch niet mogelijk i.v.m. tijdsstek en groepsgrootte<br />
evenals het instellen van verschillende beoordelingsmomenten in de<br />
verschillende fases van het proces. Wat wel bruikbaar is, zijn de<br />
voorbeeldvragen voor het formuleren van een vraagstelling. Ook voorbeelden<br />
van oude PS kan de leerlingen ook een beeld geven hoe het eruit komt te<br />
zien. Ook vinden de leerlingen het lastig om correct naar bronnen te<br />
verwijzen. Er is geen duidelijk voorbeeld van hoe dat wel moet.<br />
40
Bijlage 5: Beoordelingsformulieren A. Brink (2008)<br />
Beoordeling presentatie van: ...<br />
Inhoud<br />
Introductie:<br />
waarom dit<br />
onderzoek<br />
Introductie: wat<br />
ga ik vertellen<br />
Analyse: wat is<br />
precies aan de<br />
hand<br />
Methode: hoe<br />
werkt het<br />
Methode:<br />
waarom deze<br />
aanpak<br />
Resultaten:<br />
hoe goed is het<br />
Conclusie: wat<br />
kunnen we<br />
hiermee<br />
Vorm<br />
Structuur:<br />
logische<br />
indeling<br />
Media (sheets):<br />
verhelderend<br />
Timing: niet te<br />
lang / kort<br />
Contact met het publiek<br />
Afstemming op<br />
het publiek<br />
Manier van<br />
spreken<br />
(boeiend)<br />
Oogcontact<br />
Houding,<br />
gebaren<br />
Activeren<br />
(interactie /<br />
Zeer Vol-<br />
Goed<br />
goed doende<br />
Twijfel-<br />
achtig<br />
Onvol-<br />
doende Opmerkingen<br />
41
verbazing /<br />
spanning /<br />
humor)<br />
Beantwoorden<br />
van vragen<br />
Eindoordeel<br />
Eindoordeel<br />
Take-home message<br />
Belangrijkste<br />
pluspunt<br />
Belangrijkste<br />
verbeterpunt<br />
42
Bijlage 6: Beoordelingsformulieren andere scholen<br />
1. School: Het Baken<br />
Procesbeoordeling profielwerkstuk<br />
Niet elk element komt altijd voor. Streep zonodig door.<br />
Deze lijst moet in de loop van het jaar gaandeweg worden ingevuld. Voor het berekenen van een cijfer<br />
moet het (totaal aantal punten x 10) gedeeld worden door (3 x het aantal gebruikte elementen).<br />
Betekenis van de cijfers:<br />
0 = onterecht afwezig<br />
1 = onvoldoende<br />
2 = voldoende<br />
3 = goed<br />
4 = zeldzaam goed; buitengewoon (deze scores tellen als 1 extra)<br />
# Element 0 1 2 3 4<br />
1 Leerling heeft zelf ideeën over onderwerp of pakt aangereikte ideeën goed op<br />
2 Onderwerp past zinvol bij gekozen vak(ken) (MOET minstens één profielvak<br />
zijn)<br />
3 Eigen inbreng bij eerste begeleidingsgesprek<br />
4 Keuze voor partner of solistisch werken is gemotiveerd<br />
5 Meelezer of samenwerking/taakverdeling is geregeld<br />
6 Onderzoeksvraag is concreet en origineel<br />
7 Onderzoeksvraag heeft passend vakinhoudelijk niveau/diepgang<br />
8 Besef van de breedte van de onderzoeksvraag<br />
9 Relevante en concrete, realistische deelvragen<br />
10 Zonodig hypothese of verwachtingen geformuleerd<br />
11 Realistische tijdsplanning<br />
12 Stappenplan<br />
13 Gemotiveerde keuze voor vorm van eindproduct<br />
14 Zicht op relevante informatiebronnen (literatuur, externe contacten)<br />
15 Passende werk-/onderzoeksmethode<br />
16 Vakspecifieke aspecten van werk-/onderzoeksmethode verwerkt (bijv.<br />
veiligheid)<br />
17 Initiatief bij het zoeken naar externe contacten<br />
18 Externe contacten verwerkt in het onderzoek<br />
19 Eigen initiatief bij e-mailinformatie<br />
20 Afsprakenlijst na begeleidingsgesprek 1<br />
21 Voortbouwen op begeleidingsgesprek 1<br />
22 Afsprakenlijst na begeleidingsgesprek 2<br />
23 Voortbouwen op begeleidingsgesprek 2<br />
24 Logboek 1 e x<br />
25 Logboek 2 e x<br />
26 Logboek 3 e x<br />
27 Logboek 4 e x<br />
28 Logboek 5 e x<br />
29 Logboek 6 e x<br />
30 Commentaar meelezer is aantoonbaar verwerkt<br />
31 Eigen meeleesactiviteiten zijn gedocumenteerd (in logboek of anderszins)<br />
32 Adequate probleemoplossing<br />
33 Berg verzameld materiaal is systematisch geordend en toegankelijk<br />
34 Hulpvragen zijn terecht<br />
35 Zelfbeoordeling 1 getuigt van zelfreflectie<br />
36 Zelfbeoordeling 2 getuigt van zelfreflectie<br />
37 De nominale studielasturen zijn besteed<br />
Totaal aantal kruisjes per kolom<br />
Scores per kolom<br />
Totaalscore<br />
43
Aantal meegewogen elementen<br />
3 x aantal meegewogen elementen<br />
Totaalscore x 10 / (3 x aantal meegewogen elementen) = Eindscore<br />
Productbeoordeling profielwerkstuk<br />
NIET alle elementen uit deze beoordelingslijst hoeven/kunnen in een eindproduct voorkomen – dat is<br />
afhankelijk van de vorm waarin het gegoten wordt. Bij de beoordeling moet dat telkens afgewogen<br />
worden. Elementen die niet in de beoordeling worden meegewogen moeten worden doorgestreept; dit<br />
moet in een vroeg stadium met de leerling worden besproken zodat die weet wat de<br />
beoordelingselementen zijn.<br />
Voor het berekenen van een cijfer moet het (totaal aantal punten x 10) gedeeld worden door (3 x het<br />
aantal gebruikte rijen).<br />
Betekenis van de cijfers:<br />
0 = onterecht afwezig<br />
1 = onvoldoende<br />
2 = voldoende<br />
3 = goed<br />
4 = zeldzaam goed; buitengewoon (deze scores tellen als 1 extra)<br />
# element 0 1 2 3 4<br />
1 Introductie onderwerp en aanleiding<br />
2 Motivering eindproductvorm<br />
3 Theoretische achtergrond/onderbouwing<br />
4 Onderzoeksvraag/ontwerpplan<br />
5 Hypothese<br />
6 Werkwijze (opzet en uitvoering)<br />
7 Bronnengebruik/verwijzingen<br />
8 Resultaten: tabellarische of schematische weergave<br />
9 Resultaten: grafische weergave (diagrammen/grafieken)<br />
10 Resultaten: betoog of beschouwing<br />
11 Resultaten: consequent vasthouden aan inhoudelijke hoofdlijn<br />
12 Resultaten: tussenstappen in technisch/creatief ontwerpproces<br />
13 Conclusie als beredeneerd antwoord op de vraag<br />
14 Ontwerpproduct dat voldoet aan specificaties<br />
15 Discussie over problemen, betrouwbaarheid en verbeteringen<br />
16 Vervolgvragen/nieuwe hypotheses/nieuwe plannen<br />
17 Feiten niet als meningen gepresenteerd en v.v.<br />
18 Overzichtelijke bronvermelding volgens conventies<br />
19 Goede samenvatting/handout<br />
20 Consistent gebruik van (vak-)begrippen<br />
21 Authenticiteit: eigen woorden, vormen en/of beelden<br />
22 Grafische/visuele vormgeving en beeldgebruik (o.a. illustraties)<br />
23 Taalgebruik: doelgroep, spelling, grammatica, verstaanbaarheid<br />
24 Originaliteit/creativiteit<br />
25 Pakkend en boeiend<br />
Totaal aantal kruisjes per kolom<br />
Scores per kolom<br />
Totaalscore<br />
44
Aantal meegewogen elementen<br />
3 x aantal meegewogen elementen<br />
Totaalscore x 10 / (3 x aantal meegewogen elementen) = Eindscore<br />
Zelfbeoordeling profielwerkstuk – het proces<br />
Dit moet je uiterlijk op de door je begeleider aangegeven datum ingevuld aan hem/haar<br />
terugmailen. Het vormt de basis voor je voortgangsbeoordeling bij je rapport.<br />
Naam<br />
Werktitel pws<br />
Partner<br />
Meelezer<br />
Begeleider 1<br />
Begeleider 2<br />
Waarover ben je tot dusver het meest tevreden in je werk aan het pws?<br />
Wat is tot op heden het probleem/wat zijn de problemen die de voortgang van je pws in gevaar<br />
brengen, en wat is je eigen aandeel daarin?<br />
Klas<br />
Klas<br />
klas<br />
45
Welk aspect van je pws ga je de komende periode beslist anders aanpakken en hoe ga je dat dan<br />
doen?<br />
In de lijst hieronder kun je invullen hoe je het tot nu toe doet met het profielwerkstuk.<br />
Als je samenwerkt moet je het invullen naar jouw idee over jóuw aandeel.<br />
Soms is iets (nog) niet aan de orde of niet van toepassing. Streep dan die hele rij door.<br />
Bedenk of je elke genoemde activiteit onvoldoende, voldoende of goed hebt gedaan, en zet dan een<br />
kruisje in het juiste vakje. Onderaan turf je de kruisjes per kolom.<br />
Betekenis van de tekens:<br />
O = dat heb ik onvoldoende (gedaan); V = dat heb ik voldoende (gedaan); G = dat heb ik goed<br />
(gedaan)<br />
# Activiteit O V G<br />
1 Ik had zelf ideeën over het onderwerp of pakte aangereikte ideeën<br />
goed op<br />
2 Ik heb een onderwerp dat zinvol past bij twee vakken of bij één<br />
profielvak<br />
3 Ik had een goede inbreng bij het eerste begeleidingsgesprek<br />
4 Ik heb de keuze voor samenwerken of alleen werken gemotiveerd<br />
5 Ik heb een meelezer geregeld, of de samenwerking/taakverdeling is<br />
geregeld<br />
6 Ik heb een concrete en originele onderzoeksvraag<br />
7 Ik heb een onderzoeksvraag met passend vakinhoudelijk<br />
niveau/diepgang<br />
8 Ik heb zicht op de breedte van de onderzoeksvraag<br />
9 Ik heb relevante en concrete, realistische deelvragen<br />
10 Als dat nodig was heb ik een hypothese of verwachtingen<br />
geformuleerd<br />
11 Ik heb een realistische tijdsplanning gemaakt<br />
12 Ik heb een uitgewerkt stappenplan opgesteld<br />
13 Ik heb een gemotiveerde keuze voor de vorm van het eindproduct<br />
gemaakt<br />
14 Ik heb zicht op relevante informatiebronnen (literatuur, externe<br />
contacten)<br />
15 Ik heb een passende onderzoeksmethode opgezet<br />
16 Ik heb vakspecifieke aspecten van de onderzoeksmethode verwerkt<br />
(bv. veiligheid)<br />
17 Ik heb initiatief getoond bij het zoeken naar externe contacten<br />
46
18 Ik heb externe contacten verwerkt in het onderzoek<br />
19 Ik heb eigen initiatief getoond bij het geven van e-mailinformatie aan<br />
begeleider(s)<br />
20 Ik heb een afsprakenlijst gemaakt na begeleidingsgesprek 1<br />
21 Ik heb aantoonbaar gebruik gemaakt van begeleidingsgesprek 1<br />
22 Ik heb een afsprakenlijst gemaakt na begeleidingsgesprek 2<br />
23 Ik heb aantoonbaar gebruik gemaakt van begeleidingsgesprek 2<br />
24 Mijn eerste logboek<br />
25 Mijn tweede logboek<br />
26 Mijn derde logboek<br />
27 Mijn vierde logboek<br />
28 Mijn vijfde logboek<br />
29 Mijn zesde logboek<br />
30 Ik heb commentaar van mijn meelezer aantoonbaar verwerkt<br />
31 Ik heb mijn eigen meeleesactiviteiten gedocumenteerd (in logboek of<br />
anderszins)<br />
32 Ik heb problemen adequaat opgelost<br />
33 Ik heb mijn berg verzameld materiaal systematisch geordend en die is<br />
toegankelijk<br />
34 Als ik hulpvragen aan de begeleider heb gesteld zijn die terecht<br />
35 Ik lig op schema<br />
Commentaar van de begeleider op het bovenstaande:<br />
Totaal aantal kruisjes per kolom<br />
47
2. School: Caland Lyceum<br />
Naam: Titel: Cijfer:<br />
niveau 1<br />
onvoldoende<br />
1-2-3-4-5<br />
inhoud 80% Totaal:<br />
consistentie en<br />
helderheid in opzet<br />
inleiding (motivatie,<br />
aanpak), hoofddeel,<br />
conclusie<br />
(samenvatting,<br />
onderbouwd<br />
antwoord op hoofden<br />
deelvragen,<br />
daarmee<br />
samenhangende<br />
vooruitblik),<br />
denkniveau<br />
beschrijving /<br />
analyse / evaluatie<br />
(eigen,<br />
onderbouwde<br />
mening)<br />
gebruikte bronnen<br />
hoeveelheid en de<br />
kwaliteit (alleen de<br />
bronnen die juist<br />
zijn gebruikt tellen<br />
mee)<br />
illustraties,<br />
tabellen, grafieken<br />
(alleen indien van<br />
toepassing)<br />
controleerbaarheid<br />
Delen ontbreken en/of<br />
vertonen weinig of<br />
geen samenhang en/of<br />
behoorlijke<br />
onevenwichtigheid.<br />
Beschrijving, analyse<br />
en/of evaluatie<br />
ontbreken of zijn van<br />
onvoldoende kwaliteit.<br />
Er zijn voornamelijk<br />
oppervlakkige bronnen<br />
gebruikt, zoals<br />
wikipedia en<br />
eenvoudige<br />
scholierensites.<br />
Slordig, onduidelijk<br />
en/of hebben geen<br />
heldere relatie met het<br />
betoog en/of het schort<br />
aan de<br />
conclusies/interpretatie.<br />
De lijst met bronnen,<br />
de bronvermeldingen<br />
(noten) ontbreken en/of<br />
zijn niet correct en/of<br />
onduidelijk.<br />
De onderzoeksmethode<br />
is nauwelijks of niet<br />
verantwoord.<br />
niveau 2<br />
voldoende<br />
6-7<br />
Alle onderdelen zijn<br />
aanwezig en vertonen<br />
een redelijke<br />
samenhang (inleiding<br />
en conclusie sporen<br />
met elkaar,<br />
middendeel leidt tot<br />
conclusie).<br />
Voornamelijk (juiste)<br />
beschrijving,<br />
summiere analyse en<br />
evaluatie.<br />
Er zijn een paar<br />
relevante populairwetenschappelijke<br />
bronnen gebruikt.<br />
Tamelijk helder,<br />
verzorgd en hebben<br />
een tamelijk heldere<br />
relatie met het betoog,<br />
min of meer correcte<br />
interpretatie/conclusie.<br />
De lijst met bronnen<br />
en de<br />
bronvermeldingen<br />
(noten) zijn redelijk<br />
correct en duidelijk.<br />
De<br />
onderzoeksmethode is<br />
enigszins<br />
verantwoord.<br />
niveau 3<br />
goed<br />
7-8<br />
Alle onderdelen zijn<br />
aanwezig en vertonen<br />
een goede samenhang<br />
(inleiding en conclusie<br />
sporen met elkaar,<br />
middendeel leidt tot<br />
conclusie), er is<br />
weinig overbodige<br />
informatie.<br />
Goede verhouding<br />
tussen beschrijving,<br />
analyse en evaluatie<br />
en deze zijn alledrie<br />
van goede kwaliteit.<br />
Er is naast relevante<br />
populairwetenschappelijke<br />
bronnen ook een bron<br />
van een meer<br />
wetenschappelijk<br />
niveau gebruikt.<br />
Helder, verzorgd en<br />
hebben een heldere<br />
relatie met het betoog,<br />
correcte<br />
interpretatie/conclusie.<br />
De lijst met bronnen<br />
en de<br />
bronvermeldingen<br />
(noten) zijn correct en<br />
duidelijk.<br />
De<br />
onderzoeksmethode is<br />
goed verantwoord.<br />
niveau 4<br />
excellent<br />
9-10<br />
Alle onderdelen zijn<br />
aanwezig en vertonen een<br />
uitstekende samenhang<br />
(inleiding en conclusie<br />
sporen met elkaar,<br />
middendeel leidt tot<br />
conclusie), er is geen<br />
overbodige informatie.<br />
Uitstekende verhouding<br />
tussen beschrijving,<br />
analyse en evaluatie en<br />
deze zijn alledrie van<br />
goede kwaliteit en af en<br />
toe zelfs uitstekend.<br />
Er zijn meerdere<br />
relevante<br />
wetenschappelijke<br />
bronnen gebruikt.<br />
Uitermate helder,<br />
verzorgd en hebben een<br />
bijzonder heldere relatie<br />
met het betoog, de<br />
interpretatie/conclusies<br />
zijn uitermate goed.<br />
De lijst met bronnen is<br />
correct en duidelijk en er<br />
is een uitgebreid<br />
notenapparaat.<br />
De onderzoeksmethode is<br />
uitstekend verantwoord.<br />
originaliteit / eigen Er is een grote mate Er is een weinig Er is een originele Er is een originele<br />
48
werk van 'knip-en-plakwerk'. originele vraagstelling<br />
en/of aanpak en er is<br />
een redelijke mate van<br />
‘eigen werk’, maar her<br />
en der neigt het nog<br />
naar 'herkauwen'.<br />
presentatie 20% Totaal:<br />
taalgebruik Taalgebruik is niet erg<br />
helder, er is sprake van<br />
redelijk wat stijl- en<br />
spelfouten, taalgebruik<br />
is (vanwege knip- en<br />
plakwerk) weinig<br />
consistent.<br />
verzorging<br />
(voorblad,<br />
inhoudsopgave,<br />
paginanummers,<br />
alinea-indeling,<br />
bladspiegel, mapje,<br />
lettertype)<br />
Een of meer<br />
onderdelen ontbreken,<br />
zijn slordig of niet<br />
functioneel.<br />
Planning/logboek Er wordt duidelijk wie<br />
wat doet/gedaan heeft<br />
maar<br />
overzichtelijkheid,<br />
tijdsplanning en<br />
helderheid schieten<br />
tekort.<br />
Taalgebruik is<br />
tamelijk helder,<br />
vertoont slechts<br />
weinig stijl- en<br />
spelfouten, vertoont<br />
eigen stijl van de<br />
leerling, redelijke<br />
zinsbouw.<br />
Alle onderdelen zijn<br />
aanwezig en redelijk<br />
functioneel.<br />
Alle onderdelen (wie,<br />
wanneer, wat, hoe<br />
lang) zijn aanwezig.<br />
vraagstelling en/of<br />
aanpak en er is<br />
duidelijk een grote<br />
mate van 'eigen werk'.<br />
Taalgebruik is helder,<br />
vertoont vrijwel geen<br />
stijl- en spelfouten,<br />
vertoont eigen stijl<br />
van de leerling, goede<br />
zinsbouw.<br />
Alle onderdelen zijn<br />
aanwezig en<br />
functioneel.<br />
Alle onderdelen (wie,<br />
wanneer, wat, hoe<br />
lang) zijn<br />
overzichtelijk<br />
gepresenteerd en goed<br />
controleerbaar.<br />
vraagstelling en aanpak<br />
en er is een zeer grote<br />
mate van 'eigen werk'.<br />
Taalgebruik is helder en<br />
fraai, vertoont vrijwel<br />
geen stijl- en spelfouten,<br />
vertoont eigen stijl van de<br />
leerling, goede zinsbouw.<br />
Alle onderdelen zijn<br />
aanwezig, functioneel en<br />
fraai.<br />
Alle onderdelen (wie,<br />
wanneer, wat, hoe lang)<br />
zijn overzichtelijk<br />
gepresenteerd, goed<br />
controleerbaar en het<br />
logboek is voorzien van<br />
voortgangsaantekeningen.<br />
Daarbij wordt de<br />
kwaliteit van eventuele<br />
samenwerking en<br />
bijdrage aan het product<br />
beoordeeld door iedere<br />
leerling (met bijv. een<br />
percentage).<br />
49
3. School: Oosterlicht Lyceum<br />
Beoordeling/becijfering PWS<br />
We geven een cijfer per onderdeel.<br />
1. Keuzefase + Plan van aanpak 4 punten maximaal<br />
2. Uitvoering 6<br />
3. Presentatie 4<br />
4. Eindproduct 6<br />
Elke fase moet beoordeeld zijn. Geen beoordeling mogelijk = geen eindcijfer = zakken voor<br />
examen. Eindcijfer = totaalscore / 2<br />
Keuzefase en Plan van aanpak:<br />
- Keuzeformulier is vóór 1 oktober ingeleverd<br />
- Plan van aanpak is vóór de herfstvakantie ingeleverd<br />
- Hoofd- en deelvragen zijn geformuleerd met hypothese/verwachting<br />
o duidelijk<br />
o goed vakinhoudelijk niveau<br />
o haalbaar<br />
o originaliteit wordt op prijs gesteld<br />
- De uit te voeren activiteiten zijn beschreven<br />
o in overeenstemming met probleem<br />
o tijdsbesteding lijkt reëel<br />
- Een eerste aanzet van bronnen/literatuurlijst is aanwezig<br />
- Plan van aanpak is besproken met hoofdbegeleider en bijgesteld op basis van dit<br />
gesprek<br />
Uitvoering<br />
- Er is minstens twee keer tussentijds overleg geweest.<br />
- Afspraken zijn nagekomen, werk was steeds volgens afspraken klaar<br />
- Er is zelfstandig en met eigen initiatief gewerkt<br />
- Werk is uitgevoerd volgens werkplan (evt bijgesteld in overleg met de<br />
hoofdbegeleider) Het betreft experimenten, enquêtes, bronnenonderzoek,<br />
raadplegen deskundigen enz. hierbij letten op;<br />
o relevantie<br />
o ordening<br />
o volledigheid<br />
o creativiteit<br />
o diepgang<br />
- Er zijn voorlopige conclusies getrokken op basis van de verkregen resultaten<br />
- Deze fase is afgerond op het met de begeleider afgesproken moment, maar uiterlijk<br />
15 januari<br />
Presentatie (op basis van bijlage uit pws-boekje)<br />
- Goed voorbereid, ook in overleg met begeleider<br />
- Gestructureerd (inleiding: wat en hoe onderzocht, kern: resultaten, afronding:<br />
conclusies)<br />
- Geschikt taalgebruik (begrijpelijk, geen jargon, contact met publiek) en passende<br />
lichaamstaal<br />
- Passend media-gebruik (ict, posters, proef-opstelling etc)<br />
- Extra voor creatieve opzet van presentatie<br />
Eindproduct<br />
- Ingeleverd tegelijk met presentatie<br />
- Juiste onderdelen (basis: inleiding, vraagstelling/hypothese, uitvoering, resultaten,<br />
conclusie, bronnen/literatuur)<br />
- Consistent van start tot eind<br />
- Niveau<br />
- Verzorging, taalgebruik<br />
- Logboek<br />
50
Beoordelingsformulier profielwerkstuk:<br />
Titel van het profielwerkstuk:<br />
…………………………………………………………………………………………<br />
……<br />
Vak(ken):<br />
……………………………………………………………………………………<br />
Beoordelende docent: …………<br />
Tweede begeleider: ……………<br />
Leerlingen: 1……………………………………………… klas: ……..<br />
Keuzefase en Plan van<br />
Aanpak<br />
Uitvoering<br />
Presentatie<br />
Eindproduct<br />
Totaal<br />
2……………………………………………… klas:……...<br />
3…………….................................................... klas:………<br />
Maximale score<br />
4<br />
6<br />
4<br />
6<br />
20<br />
Behaalde score<br />
Eindcijfer = Totaal / 2 =<br />
51
4. School: Goois Lyceum<br />
Naam begeleider(s): Vak(ken):<br />
Namen leerlingen:<br />
Onderwerp:<br />
K: Beoordelen keuzeformulier<br />
Afgetekend:………………………………..<br />
Je werk wordt afgetekend als<br />
- De keuze van het onderwerp er goed op staat<br />
- Je hebt meegedaan aan de brainstormsessie<br />
- Je het formulier naar behoren hebt ingeleverd.<br />
1. Eerste beoordelingsmoment:<br />
Afbakening en opzet (maximaal 10 punten)<br />
Je wordt beoordeeld op de volgende elementen:<br />
- Kwaliteit hoofdvraag en deelvragen<br />
- Kwaliteit plan van aanpak<br />
- Keuze en kwaliteit bronnen<br />
- Ruwe opzet van de hoofdstructuur<br />
- Kwaliteit logboek<br />
- Voortgang en samenwerking met medeleerlingen<br />
en begeleiders<br />
Overige opmerkingen:<br />
Aantal punten<br />
(maximaal)<br />
In het bijbehorende formulier met beoordelingskenmerken staat aangegeven<br />
waar je bij het tweede en derde beoordelingsmoment op wordt beoordeeld en<br />
hoe je cijfer wordt opgebouwd.<br />
2. Tweede beoordelingsmoment:<br />
Kwaliteit ruwe versie (maximaal 30 punten)<br />
Eigen initiatief en verantwoordelijkheid<br />
Voortgang en samenwerking met medeleerlingen en<br />
begeleiders<br />
Kwaliteit logboek<br />
Gebruikte bronnen: hoeveelheid en de kwaliteit<br />
Illustraties, tabellen, grafieken (alleen indien van<br />
toepassing)<br />
Inhoud van de hoofdstukken<br />
Ruwe opzet inleiding, hoofddeel en conclusie<br />
Overige opmerkingen:<br />
3. Derde beoordelingsmoment:<br />
Definitieve versie (maximaal 40 punten)<br />
Afspraken en samenwerking gedurende hele traject<br />
Aantal punten<br />
(maximaal)<br />
Aantal punten<br />
(maximaal)<br />
52
Consistentie en helderheid in opzet inleiding, hoofddeel,<br />
conclusie<br />
Denkniveau beschrijving / analyse / evaluatie<br />
Uiteindelijk gebruikte bronnen: hoeveelheid en de<br />
kwaliteit, controleerbaarheid<br />
Uiteindelijk gebruikte illustraties, tabellen, grafieken<br />
Taalgebruik<br />
Verzorging<br />
Originaliteit / eigen werk<br />
Inhoud van de hoofdstukken<br />
Overige opmerkingen:<br />
4. Vierde beoordelingsmoment:<br />
Presentatie (20 punten)<br />
De powerpoint (hoeveelheid informatie, overzichtelijk,<br />
ondersteunend)<br />
De presentatie (beheersing van de materie, contact met<br />
publiek, lichaamstaal, spreekvaardigheid)<br />
De inhoud (pakkende inleiding, hoofdlijnen, goede<br />
opbouw)<br />
Vragen stellen (gelegenheid tot het stellen van vragen,<br />
herhaal de gesteld vraag, korte bondige antwoorden)<br />
Rolverdeling (geen weging)<br />
Overige opmerkingen:<br />
Aantal punten<br />
(maximaal)<br />
Totaal aantal punten: Handtekening (hoofd)begeleider:<br />
Cijfer:<br />
53
niveau 1<br />
onvoldoende<br />
1-2-3-4-5<br />
2. Tweede beoordelingsmoment (30%)<br />
eigen initiatief en<br />
verantwoordelijkheid<br />
voortgang en<br />
samenwerking met<br />
medeleerling(en) en<br />
begeleiders<br />
Kwaliteit logboek/<br />
reflectie op het leren<br />
wat heb ik gedaan?<br />
wat ging goed? wat<br />
kan beter? wat<br />
neem ik me voor<br />
voor een volgende<br />
keer?<br />
Gebruikte bronnen<br />
hoeveelheid en de<br />
kwaliteit (alleen de<br />
bronnen die juist<br />
zijn gebruikt tellen<br />
mee)<br />
Neemt afwachtende<br />
houding aan, komt niet<br />
of slecht voorbereid<br />
naar<br />
begeleidingsgesprekken,<br />
reageert niet of matig.<br />
Komt afspraken niet of<br />
matig na, is niet of<br />
nauwelijks open in de<br />
communicatie.<br />
Logboek ontbreekt of is<br />
weinig zeggend<br />
ingevuld.<br />
Er zijn voornamelijk<br />
oppervlakkige bronnen<br />
gebruikt, zoals<br />
wikipedia en<br />
eenvoudige<br />
scholierensites.<br />
Controleerbaarheid De lijst met bronnen, de<br />
bronvermeldingen<br />
(noten) ontbreken en/of<br />
zijn niet correct en/of<br />
onduidelijk.<br />
De onderzoeksmethode<br />
is nauwelijks of niet<br />
verantwoord.<br />
niveau 2<br />
voldoende<br />
6-7<br />
Neemt deels zelf<br />
initiatieven, maar stelt<br />
zich soms afwachtend<br />
op, geeft weinig<br />
signalen af als het niet<br />
goed gaat.<br />
Komt afspraken<br />
meestal na, is redelijk<br />
open in de<br />
communicatie.<br />
Logboek is aanwezig,<br />
er is enige reflectie<br />
aanwezig op de eigen<br />
aanpak, maar die gaat<br />
niet veel verder dan<br />
feitelijke<br />
verslaglegging.<br />
Er zijn een paar<br />
relevante populairwetenschappelijke<br />
bronnen gebruikt.<br />
De lijst met bronnen<br />
en de<br />
bronvermeldingen<br />
(noten) zijn redelijk<br />
correct en duidelijk.<br />
De<br />
onderzoeksmethode is<br />
enigszins<br />
verantwoord.<br />
niveau 3<br />
goed<br />
7-8<br />
Neemt in alle fasen<br />
zelf initiatieven en<br />
verantwoordelijkheid ,<br />
geeft zelf signalen af<br />
als het niet goed gaat.<br />
Komt afspraken na, is<br />
open in de<br />
communicatie.<br />
Logboek is aanwezig,<br />
beknopte, maar goede<br />
reflectie op het eigen<br />
leren, die verder gaat<br />
dan beschrijven en<br />
ook een analyse bevat<br />
van het eigen<br />
functioneren.<br />
Er is naast relevante<br />
populairwetenschappelijke<br />
bronnen ook een bron<br />
van een meer<br />
wetenschappelijk<br />
niveau gebruikt.<br />
De lijst met bronnen<br />
en de<br />
bronvermeldingen<br />
(noten) zijn correct en<br />
duidelijk.<br />
De<br />
onderzoeksmethode is<br />
goed verantwoord.<br />
niveau 4<br />
excellent<br />
9-10<br />
Neemt in alle fasen<br />
initiatieven, begeleider<br />
hoeft nauwelijks te<br />
sturen.<br />
Komt afspraken na, is<br />
open in de<br />
communicatie, houdt<br />
goed rekening met<br />
medeleerling en<br />
begeleiders.<br />
Logboek is aanwezig,<br />
goede en uitgebreide<br />
reflectie op het eigen<br />
leren, die verder gaat<br />
dan beschrijven en ook<br />
een heel goede analyse<br />
bevat van het eigen<br />
functioneren.<br />
Er zijn meerdere<br />
relevante<br />
wetenschappelijke<br />
bronnen gebruikt.<br />
De lijst met bronnen is<br />
correct en duidelijk en<br />
er is een uitgebreid<br />
notenapparaat.<br />
De<br />
onderzoeksmethode is<br />
uitstekend<br />
verantwoord.<br />
54
Illustraties, tabellen,<br />
grafieken (alleen<br />
indien van<br />
toepassing)<br />
Inhoud van de<br />
hoofdstukken, ruwe<br />
versie<br />
Ruwe opzet<br />
inleiding, hoofddeel<br />
en conclusie<br />
3. Derde beoordelingsmoment (40%) (een aantal elementen die bij de tweede beoordeling voorkwamen zijn<br />
hier ook weer te vinden. Bij deze derde beoordeling wordt er strenger beoordeeld en wordt er op gelet of er<br />
wat met het commentaar van de eerste beoordeling is gedaan.)<br />
Afspraken en<br />
samenwerking<br />
gedurende hele<br />
traject<br />
Consistentie en<br />
helderheid in<br />
opzet inleiding,<br />
hoofddeel,<br />
conclusie<br />
(samenvatting,<br />
onderbouwd<br />
antwoord hoofden<br />
deelvragen,<br />
Slordig, onduidelijk<br />
en/of hebben geen<br />
heldere relatie met het<br />
betoog en/of het schort<br />
aan de<br />
conclusies/interpretatie.<br />
Inhoudelijk<br />
oppervlakkig,<br />
onvoldoende aandacht<br />
voor het inhoudelijke<br />
aspect.<br />
Driedeling in inleiding,<br />
hoofddeel en conclusie<br />
ontbreekt en/of vertoont<br />
weinig of geen<br />
samenhang en/of<br />
behoorlijke<br />
onevenwichtigheid.<br />
Komt afspraken niet of<br />
matig na, is niet of<br />
nauwelijks open in de<br />
communicatie.<br />
Delen ontbreken en/of<br />
vertonen weinig of<br />
geen samenhang en/of<br />
behoorlijke<br />
onevenwichtigheid.<br />
Tamelijk helder,<br />
verzorgd en hebben<br />
een tamelijk heldere<br />
relatie met het betoog,<br />
min of meer correcte<br />
interpretatie/conclusie.<br />
Inhoudelijk net<br />
voldoende, onderwerp<br />
krijgt voldoende<br />
aandacht, geen nieuwe<br />
inzichten.<br />
Alle onderdelen zijn<br />
aanwezig en vertonen<br />
een redelijke<br />
samenhang (inleiding<br />
en conclusie sporen<br />
met elkaar,<br />
middendeel leidt tot<br />
conclusie).<br />
Komt afspraken<br />
meestal na, is redelijk<br />
open communicatie.<br />
Alle onderdelen zijn<br />
aanwezig en vertonen<br />
een redelijke<br />
samenhang (inleiding<br />
en conclusie sporen<br />
met elkaar,<br />
middendeel leidt tot<br />
conclusie).<br />
Helder, verzorgd en<br />
hebben een heldere<br />
relatie met het betoog,<br />
correcte<br />
interpretatie/conclusie.<br />
Inhoudelijk sterk,<br />
onderwerp wordt goed<br />
belicht, vernieuwende<br />
inzichten.<br />
Alle onderdelen zijn<br />
aanwezig en vertonen<br />
een goede samenhang<br />
(inleiding en conclusie<br />
sporen met elkaar,<br />
middendeel leidt tot<br />
conclusie), er is<br />
weinig overbodige<br />
informatie.<br />
Komt afspraken na, is<br />
open in de<br />
communicatie.<br />
Alle onderdelen zijn<br />
aanwezig en vertonen<br />
een goede samenhang<br />
(inleiding en conclusie<br />
sporen met elkaar,<br />
middendeel leidt tot<br />
conclusie), er is<br />
weinig overbodige<br />
Uitermate helder,<br />
verzorgd en hebben<br />
een bijzonder heldere<br />
relatie met het betoog,<br />
de<br />
interpretatie/conclusies<br />
zijn uitermate goed.<br />
Inhoudelijk zeer sterk,<br />
onderwerp wordt zeer<br />
goed belicht,<br />
vernieuwende<br />
inzichten en eerste<br />
aanzet voor uitwerking<br />
van deze eigen ideeën.<br />
Alle onderdelen zijn<br />
aanwezig en vertonen<br />
een uitstekende<br />
samenhang (inleiding<br />
en conclusie sporen<br />
met elkaar,<br />
middendeel leidt tot<br />
conclusie), er is geen<br />
overbodige informatie.<br />
Komt afspraken na, is<br />
open in de<br />
communicatie, houdt<br />
goed rekening met<br />
medeleerling en<br />
begeleiders.<br />
Alle onderdelen zijn<br />
aanwezig en vertonen<br />
een uitstekende<br />
samenhang (inleiding<br />
en conclusie sporen<br />
met elkaar,<br />
middendeel leidt tot<br />
conclusie), er is geen<br />
55
samenhangende<br />
vooruitblik)<br />
Denkniveau<br />
beschrijving /<br />
analyse /<br />
evaluatie (eigen,<br />
onderbouwde<br />
mening)<br />
Uiteindelijk<br />
gebruikte<br />
bronnen<br />
hoeveelheid en<br />
de kwaliteit<br />
(alleen de<br />
bronnen die<br />
juist zijn<br />
gebruikt tellen<br />
mee)<br />
Uiteindelijk<br />
gebruikte<br />
illustraties,<br />
tabellen,<br />
grafieken (alleen<br />
indien van<br />
toepassing)<br />
Beschrijving, analyse<br />
en/of evaluatie<br />
ontbreken of zijn van<br />
onvoldoende kwaliteit.<br />
Er zijn voornamelijk<br />
oppervlakkige bronnen<br />
gebruikt, zoals<br />
wikipedia en<br />
eenvoudige<br />
scholierensites.<br />
Slordig, onduidelijk<br />
en/of hebben geen<br />
heldere relatie met het<br />
betoog en/of het schort<br />
aan de<br />
conclusies/interpretatie.<br />
Taalgebruik Taalgebruik is niet erg<br />
helder, er is sprake van<br />
redelijk wat stijl- en<br />
spelfouten, taalgebruik<br />
is (vanwege knip- en<br />
plakwerk) weinig<br />
consistent.<br />
Verzorging<br />
(voorblad,<br />
inhoudsopgave,<br />
paginanummers,<br />
alinea-indeling,<br />
bladspiegel,<br />
mapje,<br />
Een of meer<br />
onderdelen ontbreken,<br />
zijn slordig of niet<br />
functioneel.<br />
Voornamelijk (juiste)<br />
beschrijving,<br />
summiere analyse en<br />
evaluatie.<br />
Er zijn een paar<br />
relevante populairwetenschappelijke<br />
bronnen gebruikt.<br />
Tamelijk helder,<br />
verzorgd en hebben<br />
een tamelijk heldere<br />
relatie met het betoog,<br />
min of meer correcte<br />
interpretatie/conclusie.<br />
Taalgebruik is<br />
tamelijk helder,<br />
vertoont slechts<br />
weinig stijl- en<br />
spelfouten, vertoont<br />
eigen stijl van de<br />
leerling, redelijke<br />
zinsbouw.<br />
Alle onderdelen zijn<br />
aanwezig en redelijk<br />
functioneel.<br />
informatie. overbodige informatie.<br />
Goede verhouding<br />
tussen beschrijving,<br />
analyse en evaluatie<br />
en deze zijn alledrie<br />
van goede kwaliteit.<br />
Er is naast relevante<br />
populairwetenschappelijke<br />
bronnen ook een bron<br />
van een meer<br />
wetenschappelijk<br />
niveau gebruikt.<br />
Helder, verzorgd en<br />
hebben een heldere<br />
relatie met het betoog,<br />
correcte<br />
interpretatie/conclusie.<br />
Taalgebruik is helder,<br />
vertoont vrijwel geen<br />
stijl- en spelfouten,<br />
vertoont eigen stijl<br />
van de leerling, goede<br />
zinsbouw.<br />
Alle onderdelen zijn<br />
aanwezig en<br />
functioneel.<br />
Uitstekende<br />
verhouding tussen<br />
beschrijving, analyse<br />
en evaluatie en deze<br />
zijn alledrie van goede<br />
kwaliteit en af en toe<br />
zelfs uitstekend.<br />
Er zijn meerdere<br />
relevante<br />
wetenschappelijke<br />
bronnen gebruikt.<br />
Uitermate helder,<br />
verzorgd en hebben<br />
een bijzonder heldere<br />
relatie met het betoog,<br />
de<br />
interpretatie/conclusies<br />
zijn uitermate goed.<br />
Taalgebruik is helder<br />
en fraai, vertoont<br />
vrijwel geen stijl- en<br />
spelfouten, vertoont<br />
eigen stijl van de<br />
leerling, goede<br />
zinsbouw.<br />
Alle onderdelen zijn<br />
aanwezig, functioneel<br />
en fraai.<br />
56
lettertype)<br />
Originaliteit /<br />
eigen werk<br />
Inhoud van de<br />
hoofdstukken,<br />
definitieve opzet<br />
Er is een grote mate<br />
van 'knip-en-plakwerk'.<br />
Inhoudelijk<br />
oppervlakkig,<br />
onvoldoende aandacht<br />
voor het inhoudelijke<br />
aspect.<br />
Er is een weinig<br />
originele vraagstelling<br />
en/of aanpak en er is<br />
een redelijke mate van<br />
‘eigen werk’, maar her<br />
en der neigt het nog<br />
naar 'herkauwen'.<br />
Inhoudelijk net<br />
voldoende, onderwerp<br />
krijgt voldoende<br />
aandacht, geen nieuwe<br />
inzichten.<br />
Er is een originele<br />
vraagstelling en/of<br />
aanpak en er is<br />
duidelijk een grote<br />
mate van 'eigen werk'.<br />
Inhoudelijk sterk,<br />
onderwerp wordt goed<br />
belicht, vernieuwende<br />
inzichten.<br />
Er is een originele<br />
vraagstelling en<br />
aanpak en er is een<br />
zeer grote mate van<br />
'eigen werk'.<br />
Inhoudelijk zeer sterk,<br />
onderwerp wordt zeer<br />
goed belicht,<br />
vernieuwende<br />
inzichten en<br />
uitgewerkte eigen<br />
ideeën.<br />
57
5. School: Spinoza Lyceum ( eigen formulier J. Mik)<br />
BEOORDELINGSFORMULIER PRAKTISCHE OPDRACHT<br />
Informatie- en onderzoeksvaardigheden<br />
Heeft de leerling een duidelijk en realistisch plan van aanpak gemaakt?<br />
begripsweb gemaakt<br />
hoofdvraag en deelvragen in een logische volgorde gezet<br />
een lijst met deelactiviteiten gemaakt (inclusief trefwoorden of websites)<br />
een tijdsplanning gemaakt<br />
Heeft de groep de opdracht zelfstandig uitgevoerd?<br />
onderzoeksplan op tijd besproken<br />
op tijd materiaal verzameld<br />
verslag op tijd ingeleverd<br />
verslag op niveau ingeleverd en van de juiste lengte<br />
Presentatievaardigheden<br />
Werd het onderwerp/onderzoek duidelijk uitgelegd?<br />
er was een duidelijke inleiding (waarom gekozen, waarover gaat het)<br />
het verhaal was logisch opgebouwd<br />
er werden geen onverklaarde moeilijke woorden gebruikt<br />
het verhaal werd duidelijk geïllustreerd (met sheets, modellen,<br />
voorwerpen)<br />
de medeleerlingen werden herinnerd aan hun ANW kennis<br />
Werd het onderwerp op een boeiende manier gepresenteerd?<br />
er werd helemaal geen tekst opgelezen van papier<br />
de sprekers richtten zich tot de toehoorders<br />
het was duidelijk dat de sprekers veel van het onderwerp af wisten<br />
het illustratiemateriaal werd duidelijk getoond en gebruikt bij de uitleg<br />
er was een duidelijk interactie met het publiek<br />
Kwaliteit van het product?<br />
Hoe verzorgd ziet het product eruit?<br />
het ziet er goed uit (dus niet klungelig)<br />
het werkt (of leest) zonder haperingen en is compleet<br />
het spreekt de kijker of lezer enorm aan; geeft de juiste info op het juiste<br />
niveau<br />
Hoe vindingrijk zijn de makers geweest?<br />
het idee is echt origineel<br />
het product is ook origineel uitgevoerd (vindingrijk)<br />
er was een extra inspanning voor nodig om dit product te maken<br />
Kwaliteit van het verslag<br />
Ziet het verslag er verzorgd uit?<br />
het is netjes (geschreven of getypt)<br />
er is een inhoudsopgave met pagina aanduiding<br />
er is een duidelijke indeling in verschillende paragrafen<br />
er is een voorpagina en er zijn illustraties die functioneel zijn bij de tekst<br />
de illustraties hebben een onderschrift en eventueel een<br />
bronvermelding<br />
er komen weinig of geen spelfouten voor in de tekst<br />
Max. 8 pnt<br />
Max. 8 pnt<br />
Max. 10 pnt<br />
Max. 10 pnt<br />
Max. 6 pnt<br />
Max. 6 pnt<br />
Max. 12 pnt<br />
58
Geeft het verhaal de indruk dat de schrijver er verstand van heeft?<br />
het is in eigen woorden geschreven<br />
er komen geen onverklaarde moeilijke woorden in voor<br />
het taalgebruik is afgestemd op de medeleerlingen<br />
er zit een duidelijke lijn in het verhaal<br />
er komen geen vreemde zinsconstructies voor in de tekst<br />
Is de inleiding goed?<br />
er is een duidelijk introductie van het onderwerp, die uitmondt in<br />
onderzoeksvraag<br />
er is een onderzoeksvraag (met eventuele deelvragen)<br />
Is de inhoud van het verslag interessant/informatief?<br />
het is een uitbreiding op de gemiddelde kennis m.b.t. het opgegeven<br />
onderwerp<br />
er zijn voldoende gegevens verzameld die in de opdracht passen<br />
er is een duidelijke en volledige uitleg van de verschillende onderdelen<br />
het verhaal geeft antwoord op de onderzoeksvraag en eventuele<br />
deelvragen<br />
het verslag heeft voldoende niveau/ er is nagedacht over het onderwerp<br />
álle tekst in het verhaal is relevant<br />
Methode van onderzoek en bronvermelding?<br />
de methode van onderzoek wordt beschreven (met eventuele<br />
obstakels)<br />
er is een correcte bronvermelding (let op: titel, auteur, jaartal, uitgever of<br />
volledig adres van een WEB-site; géén zoekmachines!!)<br />
(Totaalscore maximaal 100 pnt)<br />
OPMERKINGEN:<br />
Max. 10 pnt<br />
Max. 4 pnt<br />
Max. 12 pnt<br />
Max. 4 pnt<br />
+ 10 pnt<br />
59