14.09.2013 Views

1 Lees Feetje Feem. Los op. Feetje Feem woont in een huisje. Dat ...

1 Lees Feetje Feem. Los op. Feetje Feem woont in een huisje. Dat ...

1 Lees Feetje Feem. Los op. Feetje Feem woont in een huisje. Dat ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

1<br />

<strong>Lees</strong> <strong>Feetje</strong> <strong>Feem</strong>. <strong>Los</strong> <strong>op</strong>.<br />

<strong>Feetje</strong> <strong>Feem</strong> <strong>woont</strong> <strong>in</strong> <strong>een</strong> <strong>huisje</strong>.<br />

<strong>Dat</strong> <strong>huisje</strong> staat <strong>in</strong> het bos.<br />

Het is heel mooi.<br />

Het is stil <strong>in</strong> het <strong>huisje</strong> van <strong>Feetje</strong><br />

Ze <strong>woont</strong> er all<strong>een</strong>.<br />

Er is ook <strong>een</strong> tu<strong>in</strong>.<br />

In die tu<strong>in</strong> staat <strong>een</strong> bank.<br />

Die is geel.<br />

<strong>Feetje</strong> zit <strong>op</strong> de bank.<br />

Ze huilt.<br />

Ze wil graag <strong>een</strong> echte fee zijn.<br />

Waar <strong>woont</strong> <strong>Feetje</strong> <strong>Feem</strong>?<br />

In <strong>een</strong> groot huis<br />

In <strong>een</strong> kle<strong>in</strong> huis<br />

In het park<br />

Welke kleur heeft de bank?<br />

Groen<br />

Rood<br />

Geel<br />

Begrijpend Lezen 1<br />

1


Waar staat het <strong>huisje</strong>?<br />

In de tu<strong>in</strong><br />

In het bos<br />

In het park<br />

Waarom is het stil <strong>in</strong> het <strong>huisje</strong> van <strong>Feetje</strong>?<br />

<strong>Feetje</strong> is niet thuis<br />

<strong>Feetje</strong> <strong>woont</strong> er all<strong>een</strong><br />

<strong>Feetje</strong> is <strong>op</strong> reis<br />

Wat staat er <strong>in</strong> de tu<strong>in</strong>?<br />

__________________________________________________________<br />

Wat zou er nog <strong>in</strong> de tu<strong>in</strong> kunnen staan?<br />

__________________________________________________________<br />

__________________________________________________________<br />

Hoe voelt <strong>Feetje</strong> <strong>Feem</strong> zich?<br />

__________________________________________________________<br />

Waarom zou <strong>Feetje</strong> <strong>Feem</strong> huilen?<br />

__________________________________________________________<br />

“Het is heel mooi”. Wat is heel mooi?<br />

__________________________________________________________<br />

Begrijpend Lezen 2<br />

1


2<br />

Boris krijgt <strong>een</strong> huis.<br />

“Vandaag krijg jij <strong>een</strong> huis,” zegt Bart.<br />

“Een huis met <strong>een</strong> puntdak.<br />

Er komt ook <strong>een</strong> raam <strong>in</strong> en <strong>een</strong><br />

deur.”<br />

“Woef,” zegt Boris.<br />

Zijn staart zwiept h<strong>een</strong> en weer.<br />

Hij spr<strong>in</strong>gt tegen Bart <strong>op</strong>.<br />

Samen rennen ze de tu<strong>in</strong> <strong>in</strong>.<br />

Papa is al <strong>in</strong> de tu<strong>in</strong>.<br />

Hij is bezig met het huis voor Boris.<br />

Hij zaagt, boort en timmert.<br />

Bart helpt mee.<br />

Boris ook.<br />

Hij pakt <strong>een</strong> plank en rent weg.<br />

“Kom hier,” roept Bart.<br />

“Zo komt je huis niet af.”<br />

Hij rent naar Boris toe.<br />

Boris laat de plank vallen.<br />

“Woef,” blaft hij.<br />

Het huis van Boris is af.<br />

Het heeft <strong>een</strong> rood puntdak.<br />

En boven de deur staat zijn naam.<br />

“Daar ga je wonen,” zegt Bart.<br />

“Leuk, hè?”<br />

“Woef,” zegt Boris.<br />

Zijn staart zwiept h<strong>een</strong> en weer.<br />

Het is avond.<br />

Bart ligt <strong>in</strong> bed.<br />

Hij woelt en voelt zich all<strong>een</strong>.<br />

Boris is <strong>in</strong> de tu<strong>in</strong>.<br />

Hij jankt en blaft.<br />

Bart gaat naar buiten.<br />

“Woef,” blaft Boris blij.<br />

Hij kijkt Bart aan.<br />

“Mag ik <strong>in</strong> jouw huis?” vragen zijn<br />

ogen.<br />

“In jouw huis met vier kamers?”<br />

En vooral:<br />

“Mag ik <strong>op</strong> je bed?”<br />

“Ja,” zegt Bart.<br />

Boris en Bart liggen <strong>in</strong> bed.<br />

“Dit is het fijnste huis,” gaapt Bart.<br />

“Woef,” blaft Boris zacht.<br />

Dan vallen ze <strong>in</strong> slaap.<br />

Begrijpend Lezen 3<br />

1


1. Bekijk het verhaal<br />

Wat denk je? Waar gaat de tekst over?<br />

Boris krijgt <strong>een</strong> hondenhok<br />

Boris gaat bij <strong>een</strong> ander k<strong>in</strong>d wonen<br />

Welk woord past erbij? Kies <strong>een</strong> woord uit het woordenblok.<br />

blaffen<br />

janken<br />

het hondenhok<br />

het puntdak<br />

zagen<br />

boren<br />

timmeren<br />

de plank<br />

all<strong>een</strong><br />

woelen<br />

2. <strong>Lees</strong> nu het verhaal<br />

Wat hoort bij elkaar?<br />

Bart ligt te draaien <strong>in</strong> bed Boris jankt<br />

Boris maakt huil-geluiden vader boort<br />

vader maakt gaten <strong>in</strong> het hout Bart gaapt<br />

Bart heeft slaap Bart woelt<br />

Zoek het antwoord <strong>in</strong> de tekst<br />

De staart van Boris zwiept h<strong>een</strong> en weer. Hij is ____________________<br />

Hoeveel kamers heeft het huis van Bart? _________________________<br />

Bart gaat ’s nachts naar buiten. Hij hoort Boris _____________________<br />

Begrijpend Lezen 4<br />

1


3. <strong>Lees</strong> <strong>op</strong>nieuw<br />

Schrijf de z<strong>in</strong>nen <strong>in</strong> de juiste volgorde<br />

Boris komt weer bij Bart slapen.<br />

Het huis voor Boris is klaar.<br />

Bart en Boris kunnen niet slapen.<br />

Papa timmert <strong>een</strong> huis voor Boris.<br />

Boris hoort dat hij <strong>een</strong> huis krijgt.<br />

1.________________________________________________________<br />

2.________________________________________________________<br />

3.________________________________________________________<br />

4.________________________________________________________<br />

5.________________________________________________________<br />

4. Maak de puzzel<br />

<strong>Lees</strong> de z<strong>in</strong>. Zoek het juiste woord <strong>in</strong> de tekst. Schrijf het woord <strong>in</strong><br />

de puzzel.<br />

1. Het huilen van honden heet …<br />

2. Bart woelt. Hij kan niet…<br />

3. Het huis van Boris heeft <strong>een</strong> …<br />

4. De staart van Boris … h<strong>een</strong> en weer.<br />

5. Boris rent weg met <strong>een</strong> …<br />

6. Boris praat nooit, hij … all<strong>een</strong> maar.<br />

7. Het huis van Bart heeft vier …<br />

Welk woord lees je bij de pijl? ________________________________<br />

Wie waren dat? ___________________________________________<br />

Begrijpend Lezen 5<br />

1


3<br />

Schoolreisje<br />

Een grote bus rijdt het ple<strong>in</strong> <strong>op</strong>.<br />

“Ik wil achter<strong>in</strong> zitten,” zegt Tom.<br />

Als eersten stappen ze <strong>in</strong>.<br />

“Kim, kom gauw!” roept Kris.<br />

Hij zet zijn tas <strong>op</strong> de stoel.<br />

“Deze plaats is bezet!”<br />

Kim komt snel bij hen.<br />

“Wat is je tas vol,” zegt ze.<br />

“Wat zit er <strong>in</strong>?”<br />

Trots laat Kris <strong>een</strong> pak brood zien.<br />

“Tien sneetjes,” zegt hij.<br />

“En kijk, nog <strong>een</strong> zak snoep!<br />

En twee blikjes cola.”<br />

De bus rijdt weg.<br />

De ouders zwaaien hen uit.<br />

Kris beg<strong>in</strong>t met<strong>een</strong> te eten.<br />

De k<strong>in</strong>deren z<strong>in</strong>gen liedjes.<br />

“En we gaan nog niet naar huis.<br />

Nog lange niet, nog lange niet.”<br />

Kris z<strong>in</strong>gt niet mee.<br />

Hij dr<strong>in</strong>gt zijn tweede blikje leeg.<br />

“Zo, <strong>op</strong> is <strong>op</strong>,” zegt hij dan.<br />

Kim kijkt hem met grote ogen aan.<br />

“Heb je alles <strong>op</strong>?”<br />

“Ja, dan kan ik met<strong>een</strong> <strong>in</strong> de<br />

achtbaan.<br />

De hele dag!” zegt Kris.<br />

“En dan hoef ik er niet uit om te eten.”<br />

De bus neemt <strong>een</strong> scherpe bocht.<br />

En nog <strong>een</strong>. Kris wordt wit.<br />

“Het is wel warm hier,” mompelt hij.<br />

“Je wordt toch niet wagenziek?” zegt<br />

Kim. Ze lo<strong>op</strong>t naar de meester.<br />

Die laat de bus st<strong>op</strong>pen.<br />

Net <strong>op</strong> tijd.<br />

Als Kris buiten staat, geeft hij over.<br />

Met <strong>een</strong> wit gezicht komt hij terug.<br />

“Ik geloof dat ik maar niet <strong>in</strong> de<br />

achtbaan ga.” De rest van de reis is<br />

Kris heel stil.<br />

Om zeven uur zijn ze weer thuis.<br />

Bij de school wachten de ouders al.<br />

“Duiken!” roept Tom.<br />

Alle k<strong>in</strong>deren duiken onder hun stoel.<br />

Nu is het net of de bus leeg is.<br />

De meester speelt goed mee.<br />

“Sorry mensen,” zegt hij tegen de<br />

ouders.<br />

“De k<strong>in</strong>deren wilden niet mee terug.<br />

Ze zitten nog <strong>in</strong> de speeltu<strong>in</strong>!”<br />

Dan kl<strong>in</strong>kt er <strong>een</strong> kreet.<br />

In<strong>een</strong>s stormt ieder<strong>een</strong> de bus uit.<br />

De ouders lachen hard.<br />

Kris vliegt zijn vader om zijn nek.<br />

“Jij trapte er ook <strong>in</strong>, hè?” zegt hij.<br />

“Jij dacht echt dat we er niet waren!<br />

Het schoolreisje was<br />

super, pap.<br />

En nu heb ik<br />

honger.<br />

Wat gaan we eten?”<br />

Verbaasd kijkt vader<br />

naar Kris.<br />

En naar de lege tas<br />

<strong>op</strong> zijn rug.<br />

Begrijpend Lezen 6<br />

1


1. Bekijk het verhaal<br />

Wat denk je? Waar gaat de tekst over?<br />

De klas van Kris, Kim en Tom gaat <strong>op</strong> schoolreisje<br />

De klas van Kris, Tim en Tom gaat naar zwemles<br />

Welk woord past erbij? Kies <strong>een</strong> woord uit het woordenblok.<br />

de achterbank<br />

het schoolreisje<br />

de rugzak<br />

het blikje<br />

zwaaien<br />

liedjes z<strong>in</strong>gen<br />

er<strong>in</strong> trappen<br />

wagenziek<br />

de achtbaan<br />

mompelen<br />

2. <strong>Lees</strong> nu het verhaal<br />

Wat hoort bij elkaar?<br />

heel verbaasd kijken wagenziek<br />

ziek worden door het autorijden het schoolreisje<br />

niet merken dat iets <strong>een</strong> grap is mompelen<br />

zachtjes en onduidelijk praten er<strong>in</strong> trappen<br />

<strong>een</strong> dagje uit met je school met grote ogen kijken<br />

Begrijpend Lezen 7<br />

1


Zoek het antwoord <strong>in</strong> de tekst<br />

Waar gaan Kim, Kris en Tom zitten <strong>in</strong> de bus? _____________________<br />

Wat heeft Kris <strong>in</strong> zijn tas?<br />

1)________________________________________________________<br />

2)________________________________________________________<br />

3)________________________________________________________<br />

Kris beg<strong>in</strong>t met<strong>een</strong> te eten. Hij denkt: straks zijn we <strong>in</strong> de speeltu<strong>in</strong>, dan<br />

kan ik met<strong>een</strong>_______________________________________________<br />

3. <strong>Lees</strong> <strong>op</strong>nieuw<br />

Welke z<strong>in</strong> uit het blok hoort erbij?<br />

Kris z<strong>in</strong>gt niet mee <strong>in</strong> de bus.<br />

Zo lijkt het of de bus leeg is.<br />

Want Kris is misselijk.<br />

Want hij is te druk bezig met eten.<br />

Dus hij speelt goed mee.<br />

__________________________________________________________<br />

Kris zegt: “Ik ga maar niet <strong>in</strong> de achtbaan.”<br />

__________________________________________________________<br />

Alle k<strong>in</strong>deren zitten onder hun stoel.<br />

__________________________________________________________<br />

De meester zegt: “Sorry mensen. De bus is leeg!”<br />

__________________________________________________________<br />

Begrijpend Lezen 8<br />

1


4. Maak de puzzel<br />

Welk woord hoort niet <strong>in</strong> de rij? Schrijf dit woord <strong>in</strong> de puzzel.<br />

1.ziek 2.eten 3.rennen 4.roepen 5.speeltu<strong>in</strong><br />

misselijk boterhammen sluipen gillen klimrek<br />

dorst honger hollen schreeuwen achterbank<br />

overgeven rugzak spr<strong>in</strong>ten mompelen schommels<br />

wagenziek friet hardl<strong>op</strong>en krijsen achtbaan<br />

Kijk naar de roze hokjes.<br />

Hoe was het schoolreisje?<br />

____________________________________<br />

Begrijpend Lezen 9<br />

1


4<br />

Een bal <strong>in</strong> het bos<br />

“Het is lente! Daarom is er bal <strong>in</strong> het<br />

bos. Lentebal.”<br />

Beer geeft de folder aan Vos.<br />

“<strong>Lees</strong> zelf maar, er is <strong>een</strong> bal.<br />

Wat zou dat zijn, <strong>een</strong> bal?”<br />

Vos staart naar de folder.<br />

“Eh, <strong>een</strong> voetbal of <strong>een</strong> korfbal of zo,<br />

denk ik. Er zal wel <strong>een</strong> wedstrijd zijn.”<br />

“Leuk,” zegt Beer.<br />

De vrienden zwijgen <strong>een</strong> hele poos.<br />

Dan zegt Beer: “Misschien is <strong>een</strong> bal<br />

iets anders. Zullen we het aan Uil<br />

vragen? Uil weet alles.”<br />

“Maar hij houdt ook van uitlachen,”<br />

zegt Vos. “Ik weet nu al wat Uil zal<br />

zeggen:<br />

weten jullie niet <strong>een</strong>s wat <strong>een</strong> bal is?<br />

Wat stom!”<br />

“Ja, dat is waar,” zegt Beer.<br />

“Ik denk dat ik het weet,” zegt Vos.<br />

“Misschien moeten we zelf <strong>een</strong><br />

wedstrijd doen. Iets met <strong>een</strong> bal.<br />

Weet je wat, we gaan gewoon wat<br />

oefenen. En om acht uur gaan we<br />

naar de <strong>op</strong>en plek. Dan zien we wel<br />

wat <strong>een</strong> bal is.”<br />

“Goed idee,” zegt Beer.<br />

Ze spelen <strong>een</strong> potje voetbal.<br />

Een partij tennis. Daarna spelen ze<br />

nog wat basketbal.<br />

En dan zijn ze moe. “Ik ga lekker <strong>in</strong><br />

bad,” zegt Vos.<br />

Beer gaapt: “Dan eten en <strong>een</strong> dutje<br />

doen. Wat doe jij vanavond aan,<br />

Vos?”<br />

“Schone sportkleren,” zegt Vos.<br />

Om acht uur zijn ze bij de <strong>op</strong>en plek.<br />

Van alle kanten komen er dieren<br />

aan. Ze dragen lange jurken en<br />

strakke pakken.<br />

Op<strong>een</strong>s spr<strong>in</strong>gen er duizend lampjes<br />

aan. Op <strong>een</strong> podium zit <strong>een</strong> deftig<br />

orkest. Het beg<strong>in</strong>t <strong>een</strong> W<strong>een</strong>se wals<br />

te spelen.<br />

Heren buigen voor dames.<br />

“Mag ik deze dans van u?” vragen<br />

ze.<br />

“Maar...” zegt Beer. “Waar is het net?<br />

Waar is het doel en waar is de bal?”<br />

Achter hem kl<strong>in</strong>kt gelach.<br />

Daar staat Uil <strong>in</strong> <strong>een</strong> net pak.<br />

“Ha, ha,” lacht Uil. “Die Beer, die<br />

Vos. Weten jullie niet <strong>een</strong>s wat <strong>een</strong><br />

bal is? Wat stom!”<br />

Hij gaat met zijn vrouw naar de<br />

dansvloer. Ze hebben vast al lang<br />

niet meer gedanst. Ze moeten drie<br />

keer <strong>op</strong>nieuw beg<strong>in</strong>nen.<br />

“Ho, wacht even,” roept Beer.<br />

Hij maakt de veters van zijn<br />

schoenen los.<br />

“Ik weet misschien niet wat <strong>een</strong> bal<br />

is. Maar ik weet wel wat dansen is!<br />

Kom <strong>op</strong> Vos. Een bal is <strong>een</strong><br />

dansfeest. Laten we snel meedoen.”<br />

Beer maakt <strong>een</strong> diepe buig<strong>in</strong>g voor<br />

Zwaan. “Mag ik deze dans van u?”<br />

vraagt hij.<br />

Op blote voeten zwiert hij over de<br />

dansvloer.<br />

Zwaan giechelt.<br />

“Je bent er niet <strong>op</strong> gekleed, Beer.<br />

Maar walsen kan je als de beste.”<br />

Begrijpend Lezen 10<br />

1


1. Bekijk het verhaal<br />

Wat denk je? Waar gaat de tekst over?<br />

Beer en Vos gaan naar <strong>een</strong> dansfeest <strong>in</strong> het bos<br />

Beer en Vos lezen <strong>een</strong> boek over voetbal<br />

Welk woord past erbij? Kies <strong>een</strong> woord uit het woordenblok.<br />

het bal<br />

zwijgen<br />

uitlachen<br />

de wedstrijd<br />

de jurk<br />

het pak<br />

het podium<br />

het orkest<br />

de dansvloer<br />

oefenen<br />

2. <strong>Lees</strong> nu het verhaal<br />

Wat hoort bij elkaar?<br />

iets vaak doen, zodat je goed wordt ____________<br />

lachen omdat iemand <strong>een</strong> fout maakt ___________<br />

niets tegen elkaar zeggen_____________________<br />

het blaadje met <strong>in</strong>formatie W<strong>een</strong>se wals<br />

Vos kijkt lang naar de folder<br />

ik ben er niet <strong>op</strong> gekleed<br />

Zwaan giechelt Beer zwiert<br />

de naam van <strong>een</strong> dans<br />

Vos staart naar de folder<br />

ik heb niet de goede kleren aan de folder<br />

Beer danst goed en gemakkelijk<br />

Zwaan lacht steeds<br />

Begrijpend Lezen 11<br />

1


Zoek het antwoord <strong>in</strong> de tekst<br />

Ze gaan vast oefenen. Wat doen ze? Ze spelen eerst _______________<br />

dan ____________________ en dan ____________________________<br />

Wat trekt Vos aan voor het feest? _______________________________<br />

Welke dans speelt het orkest? _________________________________<br />

Beert buigt voor Zwaan. Hij vraagt:______________________________<br />

3. <strong>Lees</strong> <strong>op</strong>nieuw<br />

Schrijf de z<strong>in</strong>nen <strong>in</strong> de juiste volgorde<br />

Om acht uur komen ze bij het bal.<br />

Ze denken: <strong>een</strong> bal? Lekker sporten!<br />

Beer en Vos lezen: er komt <strong>een</strong> bal.<br />

Beer danst heel fijn met Zwaan.<br />

Dus gaan ze oefenen met sporten.<br />

Dan zien ze: het is <strong>een</strong> dansfeest.<br />

1.________________________________________________________<br />

2.________________________________________________________<br />

3.________________________________________________________<br />

4.________________________________________________________<br />

5.________________________________________________________<br />

6.________________________________________________________<br />

Begrijpend Lezen 12<br />

1


4. Maak de puzzel<br />

Schrijf de rode woorden <strong>in</strong> de puzzel.<br />

Ieder woord kan twee d<strong>in</strong>gen betekenen.<br />

bus – kiezen – bal – trap<br />

bord – muis – bank – kussen<br />

1. dit hangt <strong>in</strong> de klas hier ligt het eten <strong>op</strong><br />

2. iets om mee te spelen <strong>een</strong> deftig dansfeest<br />

3. hier kan je geld halen hier kan je <strong>op</strong> zitten<br />

4. dit hoort bij de computer <strong>een</strong> grijs knaagdiertje<br />

5. zoenen dit ligt <strong>op</strong> je bed<br />

6. <strong>een</strong> sch<strong>op</strong> tegen <strong>een</strong> bal hier<strong>op</strong> kan je omhoogl<strong>op</strong>en<br />

7. je moet <strong>een</strong> keus maken die zitten <strong>in</strong> je mond<br />

8. hier st<strong>op</strong> je <strong>een</strong> brief <strong>in</strong> hij st<strong>op</strong>t bij de halte<br />

Welk woord lees je bij de pijl? _____________________________<br />

Begrijpend Lezen 13<br />

1


5<br />

Gef<strong>op</strong>t<br />

'Ik heb <strong>een</strong> vraag, Vos,' zegt Beer.<br />

'Kom je straks hier eten, want...'<br />

Vos steekt zijn poot <strong>op</strong>.<br />

'Nee, dat kan niet, beer,' roept hij.<br />

'Straks heb ik iets anders te doen.'<br />

'Oh,' zegt Beer.<br />

Vos weet het niet, denkt hij.<br />

Vos vergeet dat ik vandaag jarig ben.<br />

Mooie vriend is Vos.<br />

Beer wandelt naar Ree.<br />

'Straks kan ik echt niet,' zegt Ree.<br />

'Dan ga ik <strong>op</strong> bezoek bij Uil.'<br />

'Leuk,' zegt Beer.<br />

Uil kan dus ook niet, denkt Beer.<br />

Dan vraag ik Neushoorn wel.<br />

Maar Neushoorn gaat met Leeuw<br />

naar de film.<br />

'Jammer, Beer,' zegt Neushoorn.<br />

'Volgende keer beter.'<br />

Beer lo<strong>op</strong>t terug naar huis.<br />

Ze zijn het vergeten, denkt hij.<br />

Ieder jaar geef ik <strong>een</strong> groot feest.<br />

Met eten en dr<strong>in</strong>ken voor het hele<br />

bos. Omdat ik jarig ben.<br />

Weet niemand dat meer?<br />

Ik ga het ze ook niet vertellen.<br />

Goede vrienden moeten daar zelf aan<br />

denken. Weet je wat?<br />

Ik kook gewoon extra lekker voor<br />

mezelf.<br />

Beer is de hele middag druk bezig.<br />

Hij kookt <strong>een</strong> feestmaal.<br />

Soep en pastei en kaastaart en<br />

pudd<strong>in</strong>g. Veel te veel voor hem<br />

all<strong>een</strong>. Hij maakt ook nog <strong>een</strong> ijstaart.<br />

En sap en lekkere hapjes.<br />

Beer krijgt het er warm van.<br />

Even <strong>een</strong> luchtje scheppen, puft hij.<br />

Hij doet zijn schort af en wandelt het<br />

bos <strong>in</strong>.<br />

Het beg<strong>in</strong>t al <strong>een</strong> beetje donker te<br />

worden. Er hangen lichtjes en<br />

sl<strong>in</strong>gers <strong>in</strong> de bomen.<br />

Waar komen die nou vandaan?<br />

denkt Beer. Hij lo<strong>op</strong>t het pad af.<br />

Het lijkt of de lichtjes de weg wijzen.<br />

In de verte is nog meer licht.<br />

Beer lo<strong>op</strong>t steeds harder.<br />

Bij de <strong>op</strong>en plek staat hij stil.<br />

'Gef<strong>op</strong>t,' roepen de dieren.<br />

Ze spr<strong>in</strong>gen achter de bomen<br />

vandaan.<br />

Ze dr<strong>in</strong>gen om Beer h<strong>een</strong>.<br />

'Lang zal hij leven,' z<strong>in</strong>gen ze.<br />

Ze schudden zijn poot en zoenen<br />

hem;<br />

Op de <strong>op</strong>en plek staat <strong>een</strong> lange<br />

tafel.<br />

De dieren leiden Beer naar <strong>een</strong><br />

versierde stoel.<br />

Hij krijgt <strong>een</strong> cadeau van alle dieren<br />

samen.<br />

Het is <strong>een</strong> hangmat.<br />

E<strong>in</strong>delijk kan Beer wat zeggen.<br />

'Ik dacht dat jullie het vergeten<br />

waren. Wat <strong>een</strong> verrass<strong>in</strong>g!'<br />

Dank je wel, beste vrienden.<br />

Wie kan er even naar mijn huis<br />

gaan? Daar staat <strong>een</strong> ho<strong>op</strong> eten voor<br />

ons klaar.'<br />

Ze vieren feest tot diep <strong>in</strong> de nacht.<br />

En Beer zucht:<br />

'Dit was de mooiste verjaardag van<br />

mijn leven.'<br />

Begrijpend Lezen 14<br />

1


1. Bekijk het verhaal<br />

Wat denk je? Waar gaat de tekst over?<br />

De klas van Kris, Kim en Tom gaat <strong>op</strong> schoolreisje<br />

De klas van Kris, Tim en Tom gaat naar zwemles<br />

Welke woord past erbij? Kies <strong>een</strong> woord uit het woordenblok.<br />

de verjaardag<br />

vergeten<br />

het feestmaal<br />

de pastei<br />

de schort<br />

de lichtjes<br />

f<strong>op</strong>pen<br />

versierd<br />

het cadeau<br />

de verrass<strong>in</strong>g<br />

2. <strong>Lees</strong> nu het verhaal<br />

Wat hoort bij elkaar?<br />

Beer gaat buiten <strong>een</strong> stukje<br />

wandelen<br />

<strong>een</strong> taartje dat niet zoet is ____________________<br />

de dag waar<strong>op</strong> je jarig bent ___________________<br />

ik wist het, maar nu ik ik het niet meer ___________<br />

de dieren f<strong>op</strong>pen Beer<br />

iemand naar zijn plaats brengen de verrass<strong>in</strong>g<br />

iets leuks dat je niet verwacht het feestmaal<br />

de dieren halen <strong>een</strong> grap uit met<br />

Beer<br />

<br />

Beer gaat <strong>een</strong> luchtje<br />

<br />

scheppen<br />

speciaal eten voor <strong>een</strong> feest iemand naar zijn plek<br />

Begrijpend Lezen 15<br />

1


Zoek het antwoord <strong>in</strong> de tekst<br />

leiden<br />

Ree zegt dat ze niet kan komen. Want ze gaat <strong>op</strong> bezoek bij _________<br />

Neushoorn komt ook niet. Want hij gaat ________________. Beer kookt<br />

<strong>een</strong> heerlijk feestmaal. Hij draagt <strong>een</strong> schort. <strong>Dat</strong> lees je <strong>in</strong> de z<strong>in</strong>: _____<br />

__________________________________________________________<br />

__________________________________________________________<br />

Welk cadeau krijgt Beer van alle dieren samen? ___________________<br />

3. <strong>Lees</strong> <strong>op</strong>nieuw<br />

Welke z<strong>in</strong> uit het blok hoort erbij?<br />

Beer denkt: mooie vriend is Vos.<br />

__________________________________________________________<br />

De dieren zeggen dat ze niet kunnen komen.<br />

__________________________________________________________<br />

De dieren zijn het vergeten. <strong>Dat</strong> is gek, v<strong>in</strong>dt Beer.<br />

__________________________________________________________<br />

Beer kookt voor zichzelf. Hij krijgt het er warm van.<br />

Dus gaat hij even <strong>een</strong> luchtje scheppen.<br />

Want hij geeft ieder jaar <strong>een</strong> groot feest.<br />

Want ze willen Beer f<strong>op</strong>pen.<br />

Want Vos vergeet zijn verjaardag.<br />

__________________________________________________________<br />

Begrijpend Lezen 16<br />

1


4. Maak de puzzel<br />

Kijk naar de plaatjes. Schrijf de rode woorden <strong>in</strong> de puzzel.<br />

Sl<strong>in</strong>ger – z<strong>in</strong>gen – taart – limonade –<br />

chips – ballon – pakjes – kaarsjes – rietje<br />

Welk woord lees je bij de pijl?<br />

_________________________________<br />

Begrijpend Lezen 17<br />

1


6<br />

Lekker dansen<br />

Dansen om te praten<br />

Bijen dansen veel.<br />

Toch hebben ze nooit <strong>een</strong> feest.<br />

Waarom dansen ze dan?<br />

Het kl<strong>in</strong>kt gek.<br />

Ze dansen om met elkaar te praten!<br />

Soms v<strong>in</strong>dt <strong>een</strong> bij veel bloemen.<br />

Hij vliegt dan snel naar huis.<br />

Hij wil dit vertellen.<br />

Maar <strong>een</strong> bij kan niet praten.<br />

Dus legt hij het anders uit.<br />

Hoe? Met <strong>een</strong> dansje!<br />

Gekke manier van praten, hè?<br />

Een dans voor de goden<br />

Mensen dansen ook.<br />

Bijvoorbeeld als ere <strong>een</strong> feest is.<br />

Gewoon, voor de lol.<br />

Want dansen is leuk om te doen.<br />

Lang geleden was dat anders.<br />

Toen danste men niet voor de lol.<br />

Men danste om met <strong>een</strong> god te praten.<br />

Men deed bijvoorbeeld <strong>een</strong><br />

regendans.<br />

De Regengod zou dan voor regen<br />

zorgen.<br />

Zo waren er veel dansen.<br />

Dansen voor tijdens <strong>een</strong> oorlog.<br />

Zodat de Oorlogsgod zou helpen.<br />

En dansen voor de boeren.<br />

Zodat de goden voor veel eten<br />

zorgden.<br />

Dansen voor de lol<br />

Dansen deed je dus niet voor de pret.<br />

Je danste om met de goden te praten.<br />

<strong>Dat</strong> was toen belangrijk.<br />

We dansen nu met <strong>een</strong> andere<br />

reden.<br />

We dansen omdat het leuk is.<br />

Zeker <strong>op</strong> <strong>een</strong> feest.<br />

Lekker sw<strong>in</strong>gen <strong>op</strong> muziek.<br />

<strong>Dat</strong> is pas fijn!<br />

Een eigen dans<br />

Elk feest heeft zijn eigen dans.<br />

<strong>Dat</strong> is juist zo leuk.<br />

Op <strong>een</strong> bal dans je netjes.<br />

In <strong>een</strong> disco dans je wild.<br />

Je kunt ook zelf <strong>een</strong> feest geven.<br />

Dan bepaal jij hoe er wordt gedanst.<br />

Hoe doe je dat?<br />

Heel simpel.<br />

Jij kiest de muziek.<br />

Kies rustige muziek voor <strong>een</strong><br />

langzame dans.<br />

Kies drukke muziek voor <strong>een</strong> wilde<br />

dans.<br />

Probeer het gewoon uit!<br />

Afwas<br />

En, oh ja...<br />

Dan is er nog de afwas.<br />

Na <strong>een</strong> feest is die altijd erg groot.<br />

Wat vervelend!<br />

Tja. Toch maar <strong>een</strong> regendans<br />

proberen dan?<br />

In de keuken?<br />

Wie weet werkt het.<br />

Is de afwas met<strong>een</strong> schoon!<br />

Begrijpend Lezen 18<br />

1


1. Bekijk het verhaal<br />

Wat denk je? Waar gaat de tekst over?<br />

Over verschillende dansen<br />

Over bijen en andere dieren<br />

Welk woord past erbij? Kies <strong>een</strong> woord uit het woordenblok.<br />

dansen<br />

de bijen<br />

het feest<br />

de regendans<br />

de oorlogsdans<br />

het bal<br />

sw<strong>in</strong>gen<br />

de disco<br />

de afwas<br />

vervelend<br />

2. <strong>Lees</strong> nu het verhaal<br />

Wat hoort bij elkaar?<br />

Een dans om regen te krijgen__________________<br />

Een deftig dansfeest_________________________<br />

Steeds hetzelfde, saai _______________________<br />

heel <strong>een</strong>voudig voor de lol<br />

omdat het leuk is heel simpel<br />

lekker wild dansen zelf beslissen<br />

<strong>een</strong> deftig dansfeest <strong>een</strong> bal<br />

iets zelf bepalen sw<strong>in</strong>gen<br />

Begrijpend Lezen 19<br />

1


Zoek het antwoord <strong>in</strong> de tekst<br />

Een bij kan niet praten. Daarom doet hij <strong>een</strong> dansje. Zo vertelt hij aan de<br />

andere bijen waar veel ______________________________ staan.<br />

Vroeger geloofden de mensen dat er veel goden waren.<br />

Als het lang droog was geweest, dansten zij voor de ________________<br />

Als er oorlog was, dansten zij voor de ___________________________<br />

Hoe dansen de mensen <strong>op</strong> <strong>een</strong> feest? <strong>Dat</strong> ligt aan de _______________<br />

3. <strong>Lees</strong> <strong>op</strong>nieuw<br />

Welke z<strong>in</strong> is goed? Zoek het antwoord <strong>in</strong> de tekst.<br />

Niet all<strong>een</strong> mensen dansen. Bijen dansen ook. Wanneer dansen bijen?<br />

Bijen dansen als ze met elkaar <strong>een</strong> feestje vieren<br />

Bijen dansen als ze iets willen vertellen<br />

Bijen dansen als ze snel naar huis willen vliegen<br />

De mensen dansten vroeger niet all<strong>een</strong> voor de lol. Waarom dansten ze<br />

dan wel?<br />

Ze dansten omdat het toen altijd regende<br />

Ze dansten om met elkaar te praten<br />

Ze dansten om met de goden te praten<br />

Op je eigen feest bepaal jij hoe de mensen dansen.<br />

Want <strong>op</strong> je eigen feest kies jij de muziek<br />

Want <strong>in</strong> de disco wordt meestal wild gedanst<br />

Want de mensen dansen gewoon voor de lol<br />

Begrijpend Lezen 20<br />

1


4. Wat v<strong>in</strong>d jij?<br />

Je ziet hier zes dansende mensen. Welke dansers horen bij elkaar?<br />

Verb<strong>in</strong>dt deze.<br />

Wanneer dansen k<strong>in</strong>deren? Kan je twee feesten noemen?<br />

1.________________________ 2._________________________<br />

Begrijpend Lezen 21<br />

1

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!