14.09.2013 Views

5 mei 2004 - Gemeente Noordwijk

5 mei 2004 - Gemeente Noordwijk

5 mei 2004 - Gemeente Noordwijk

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

NOTULEN GEMEENTERAAD NOORDWIJK dd 0505<strong>2004</strong><br />

Notulen van de openbare vergadering van de raad der gemeente <strong>Noordwijk</strong>,<br />

gehouden op woensdag 5 <strong>mei</strong> <strong>2004</strong>, aanvang 14.30h; deze<br />

vergadering is geheel gewijd aan het eindrapport van de<br />

Onderzoekscommissie Financiën, getiteld ‘Recht door zee’, alsmede het<br />

deelrapport ‘Gedane zaken nemen geen keer’, uitgebracht door twee<br />

externe onderzoekers<br />

Aanwezig:<br />

Voorzitter: de heer H.H.M. Groen<br />

Griffier: mevrouw E.W.A. Koek<br />

Wethouders: de heer P.L. Barnhoorn<br />

de heer P. van Bockhove<br />

de heer G. van Duin<br />

de heer G.C. Duijndam<br />

De leden: mevrouw G.E. Admiraal (<strong>Noordwijk</strong> Totaal)<br />

de heer L.J. van Ast (<strong>Noordwijk</strong> Totaal)<br />

de heer R.P.M. Duijndam (<strong>Noordwijk</strong> Totaal)<br />

de heer A.W.M. Eijs (De Progressieve Combinatie<br />

PvdA/GL/D66, tot 00.05h)<br />

de heer J.A. Elvader (<strong>Noordwijk</strong> Totaal)<br />

de heer E. Hazenoot (<strong>Noordwijk</strong> Totaal)<br />

de heer J.H.J. Heus (<strong>Noordwijk</strong> Totaal, v.a. 17.10h)<br />

de heer A. Houwaart (ChristenUnie, tot 00.05h)<br />

mevrouw M.O. van der Jagt (VVD)<br />

de heer P.J.H. Koster (De Progressieve Combinatie<br />

PvdA/GL/D66, tot 00.05h)<br />

mevrouw T.J.M. Mornout - van Orsouw (CDA)<br />

de heer H. van Nes (<strong>Noordwijk</strong> Totaal, tweede plv.<br />

voorzitter)<br />

de heer J.L. de Ridder (CDA)<br />

de heer A.Th. van Rijnberk (De Progressieve Combinatie<br />

PvdA/GL/D66, eerste plv. voorzitter, tot 00.05h)<br />

de heer D. van Rooijen (CDA)<br />

mevrouw C.M. Versteege - Wowijs (<strong>Noordwijk</strong> Totaal)<br />

mevrouw C.J.G. Vliet Vlieland – de Wit (CDA, v.a.<br />

20.00h)<br />

mevrouw M.A. van der Vlugt (VVD)<br />

de heer M. Wiersema (De Progressieve Combinatie<br />

PvdA/GL/D66, tot 00.05h)<br />

Verder is de extern onderzoeker, prof.dr.J.H.J. van den Heuvel, aanwezig.<br />

Verslag: MatchWord Verslagbureau, Woerden<br />

1


Agenda:<br />

NOTULEN GEMEENTERAAD NOORDWIJK dd 0505<strong>2004</strong><br />

01. Vaststellen van de agenda<br />

02. Ingekomen stukken<br />

03. Gelegenheid om informatieve vragen te stellen aan de<br />

Onderzoekscommissie en de externe onderzoeker<br />

04. Gelegenheid tot inspreken<br />

05. Trekken van politieke conclusies<br />

De Voorzitter opent de vergadering en spreekt de hoop uit dat aan het eind<br />

van de vergadering het gevoel zal overheersen dat deze politiek bevrijdend<br />

heeft gewerkt. Vervolgens deelt hij mede dat mevrouw Vliet Vlieland<br />

alleen vanavond aanwezig kan zijn en dat mevrouw mr.M. Timmer, de<br />

andere externe onderzoekster, vanwege een haar onverwacht overkomen<br />

ongeluk vandaag helaas verstek moet laten gaan. Verder vraagt hij begrip<br />

voor het feit dat de fractie van de ChristenUnie zowel lid van de commissie<br />

is als misschien ook vragen wil stellen.<br />

01. Vaststellen van de agenda<br />

De voorlopige agenda wordt conform vastgesteld.<br />

02. Ingekomen stukken<br />

2 Gedane zaken nemen geen keer; rapport, uitgebracht door<br />

prof.dr.J.H.J. van den Heuvel en mw. mr.M. Timmer<br />

Professor Van den Heuvel laat weten met zijn instemming nadrukkelijk de<br />

opdracht te hebben gekregen slechts feiten te onderzoeken om de<br />

Onderzoekscommissie niet in de weg te lopen; alleen bleken niet alle feiten<br />

te zijn gearchiveerd. Wel is kennisgenomen van de hoorzittingen, al was<br />

dat niet altijd nodig.<br />

4. Brief dd. 29 april <strong>2004</strong> van oud-Gedeputeerde T. Jansen<br />

Professor Van den Heuvel plaatst bij de bij deze brief gevoegde z.i. cruciale<br />

brief vol mystificaties van de heer Jansen uit januari 1996 de volgende<br />

kanttekeningen:<br />

- de brief, die zelf geen datum draagt, is gearchiveerd als ingekomen stuk;<br />

- de handgeschreven datering onder de ondertekening moet gezien de<br />

datum van ontvangst zijn: 18 januari 1996;<br />

- de brief was een gevolg van een gesprek met wethouder Salman, maar<br />

bood een opening buiten Bronsgeest te gaan bouwen, wat vervolgens als<br />

argument is gebruikt kort voor de Statenverkiezingen met de omklap mee<br />

te gaan;<br />

- de brief anticipeert op een op 23 januari daaropvolgend genomen<br />

2


NOTULEN GEMEENTERAAD NOORDWIJK dd 0505<strong>2004</strong><br />

beslissing van GS;<br />

- de brief is ingesproken op een taperecorder en zonder datum uitgetikt<br />

noch in afwijking van wat gebruikelijk is, voorzien van een ambtelijk<br />

nummer.<br />

De fractie van <strong>Noordwijk</strong> Totaal wijst erop dat het alternatief pas in 1998<br />

aan de orde is gekomen, en toen was de heer Salman inmiddels raadslid<br />

geworden. Professor Van den Heuvel laat weten daar later op terug te<br />

zullen komen. Vervolgens stelt de Voorzitter voor de heer Jansen een<br />

verklaring onder ede te laten afleggen, waarna de fracties van <strong>Noordwijk</strong><br />

Totaal en de VVD laten weten hier later op terug te zullen komen.<br />

6 Brief dd. 30 april <strong>2004</strong> van wethouder G.C. Duijndam<br />

De Voorzitter herinnert de raad aan het collegevoorstel wethouder<br />

Duijndam later vandaag gelegenheid te geven een verklaring af te leggen.<br />

De fractie van De Progressieve Combinatie PvdA/GL/D66 stelt vervolgens<br />

voor hem die gelegenheid nu te bieden zodat daar zo nodig nadere vragen<br />

over kunnen worden gesteld. De Voorzitter stelt daarop voor halverwege<br />

het middaggedeelte te bezien wanneer wethouder Duijndam het beste zijn<br />

verklaring af kan leggen.<br />

10 Brief dd. 3 <strong>mei</strong> <strong>2004</strong> van oud-wethouder en oud-raadslid Sweers<br />

De heer Wiersema merkt op dat de bestemmingsreserves ultimo 2001 €<br />

11,7 mln. en niet € 16 mln. bedroegen; ook toen briefschrijver wethouder<br />

was, daalden dus al de reserves. De fractie van de VVD vindt het daarop<br />

gevaarlijk slechts op één facet van deze brief in te gaan, waarna de<br />

Voorzitter erop wijst dat deze brief in twee gedeelten uiteenvalt en dat<br />

over het Bollenbad de raad later een beslissing moet nemen. De fractie van<br />

de VVD laat hierna weten later toch op deze brief te zullen terugkomen.<br />

03. Gelegenheid om informatieve vragen te stellen aan de Onderzoekscommissie<br />

en de externe onderzoeker<br />

Nadat zij heeft gevraagd op p.76 van het rapport te corrigeren dat de heer<br />

Salman 12 jaar wethouder is geweest, vraagt de fractie van <strong>Noordwijk</strong><br />

Totaal allereerst nader de relatie tussen het laag houden van de OZB en de<br />

Algemene uitkering toe te lichten. Verder hoort zij graag nader hoe de<br />

commissie tot de conclusie is gekomen dat een meerderheid van de<br />

raadsleden zich onvoldoende bewust is geweest van haar kritische taak,<br />

en hoe het voorkomen van brede collegecoalities zich verhoudt tot een<br />

zich naderhand voorgedaan feit dat opnieuw niet voor een<br />

afspiegelingscollege is gekozen.<br />

De fractie van het CDA vraagt het volgende dan wel merkt het volgende<br />

op:<br />

3


NOTULEN GEMEENTERAAD NOORDWIJK dd 0505<strong>2004</strong><br />

- heeft de commissie een brief van oud-wethouder Salman aan de<br />

commissie ABZ, waarin hij afzonderlijk van aan de raad gegeven uitleg<br />

uitlegt dat hij alleen buiten <strong>Noordwijk</strong> werkzaam zal zijn voor zijn eigen<br />

bedrijf, bij haar oordeel betrokken? De rapporteur geeft op dit punt blijk<br />

van negatieve vooringenomenheid;<br />

- deelt de commissie de conclusie dat een bouwer alleen in grond is<br />

geïnteresseerd wanneer hij deze kan bebouwen? Zo ja, dan zou het<br />

zakelijk bezien onverstandig zijn geweest van gemeentelijke zijde<br />

interesse te tonen in het aankopen van grond; zo zou de kat het spek<br />

worden opgebonden;<br />

- weet de commissie dat VOF Meskers / Kijkduin in 1989 grond te koop<br />

heeft aangeboden en dat het daarom niet verwonderlijk is dat een bouwer<br />

gezien het Streekplan Zuid-Holland West 1978 geprobeerd heeft grond<br />

aan te kopen? Heeft het vervolgens de commissie niet verbaasd dat<br />

aannemer Swaak is uitgekomen bij architect Van Egmond en Ouwehand<br />

Bouwprojecten? En is het in dit verband niet voorbarig architect Van<br />

Egmond te betichten van voorkennis?<br />

- zo ja, is dan de commissie bereid daar afstand van te nemen?<br />

- waarom zijn het college en meerdere raadsleden niet gehoord betreffende<br />

de omklap? Wordt daar de objectiviteit geen geweld door aangedaan?<br />

- deelt de commissie de mening dat oud-wethouder Salman de schijn van<br />

belangenverstrengeling op zich heeft geladen? Zo ja, waarop is deze dan<br />

expliciet gebaseerd?<br />

- betreffende de periode voor 1994 is geen adequaat feitenonderzoek<br />

uitgevoerd; het deelrapport en de vervolgens daaruit getrokken conclusies<br />

hadden daarom de periode 1994 – 2002 moeten omvatten;<br />

- een uitspraak van de Raad van State laat achteraf zien dat de omklap<br />

minder simpel lag dan de onderzoekers ons willen doen geloven; had<br />

daarom die uitspraak niet in het rapport moeten worden opgenomen?<br />

De fractie van De Progressieve Combinatie PvdA/GL/D66 vraagt allereerst<br />

professor Van den Heuvel of bij de keuze voor Groot-Bronsgeest een alternatief<br />

plan ruimtelijk bezien voldoende is afgewogen. Verder hoort zij<br />

graag of er voldoende bewijs is voor de stelling dat ruimtelijke keuzes<br />

voldoende op economische gronden konden worden gebaseerd, en waar<br />

de omklap precies op was gebaseerd gezien het feit dat er voldoende<br />

mogelijkheden waren om reeds met de bouw van Groot-Bronsgeest te beginnen,<br />

en de ruimtelijke onderbouwing er reeds lag. Is anders gezegd niet<br />

te gemakkelijk van het normale proces afgestapt?<br />

De fractie van de VVD merkt het volgende op:<br />

- wethouder Sweers werd pas in januari 2001 wethouder van Financiën;<br />

uit het rapport wordt dit onvoldoende duidelijk;<br />

- NUON-aandelen en winsten uit het Grondbedrijf zijn in tegenstelling tot<br />

wat het rapport stelt, niet als dekkingsmiddel gebruikt voor een aantal,<br />

4


NOTULEN GEMEENTERAAD NOORDWIJK dd 0505<strong>2004</strong><br />

onder hoofdstuk 4.8.2 genoemde projecten;<br />

- de opmerking dat een flinke belastingverhoging aan de vooravond van<br />

verkiezingen ongewenst was, is als suggestief ervaren, mede gezien het<br />

feit dat één collegepartij belastingverlaging in haar vaandel droeg;<br />

- bij het verdelen van de CAI-gelden is in tegenstelling tot wat het rapport<br />

stelt, niemand buitenspel gezet;<br />

Verder vraagt zij de commissie nader uit te leggen in welke mate de<br />

reserves zijn afgeroomd.<br />

De heer Van Ast (voorzitter van de Onderzoekscommissie) gaat als volgt<br />

op de diverse vragen in:<br />

- het ontbreken van grondexploitaties en een strategisch plan waar het met<br />

het Kerkstraatgebied naartoe zou moeten, alsmede het feit dat raadsleden<br />

ondanks het feit dat onduidelijkheden bleven bestaan, budgetten hebben<br />

gevoteerd, hebben de commissie tot de vaststelling gebracht dat een<br />

meerderheid van de raadsleden zich onvoldoende van haar kritische taak<br />

bewust is geweest;<br />

- in eerste instantie zijn de bestuurlijke hoofdrolspelers en betrokken<br />

ambtenaren op directieniveau gehoord; wethouder Duijndam heeft echter<br />

in tegenstelling tot anderen van de mogelijkheid zich te laten uitnodigen,<br />

geen gebruikgemaakt; verder hebben de externe onderzoekers gekozen<br />

voor een feitenonderzoek op basis van vele hen verschafte stukken, en is<br />

wat wethouder Duijndam onlangs schriftelijk heeft laten weten, door de<br />

Onderzoekscommissie in haar oordeel reeds meegewogen; alles<br />

overziende bleek aan additionele informatie in de vorm van een<br />

hoorzitting geen behoefte te bestaan, en onderschrijft de commissie niet<br />

de conclusie dat haar verslaglegging onevenwichtig zou zijn;<br />

- de uitspraak van de Raad van State kwam nadat al lang afscheid was<br />

genomen van Bronsgeest-Noord en gekozen was voor de omklap; verder<br />

stelde de provincie zich in de betreffende procedure heel low key op en<br />

had alles overziende de Raad van State geen andere keus dan de<br />

Werkgroep Behoud Van Berckel gelijk te geven.<br />

De heer Wiersema (lid van de Onderzoekscommissie) voegt daaraan toe<br />

dat een tussenzin halverwege p.40 beter kan worden geschrapt. Verder<br />

verduidelijkt hij dat toen colleges op kleinere meerderheden werden<br />

gebaseerd, het doorsijpelen van informatie moeilijker verliep met grotere<br />

instabiliteit als gevolg. Daarnaast bevestigt hij het belang van het<br />

beschikken over beheersplannen als instrument om zicht te houden op<br />

toekomstige uitgaven, en verduidelijkt hij naar de fractie van de VVD toe<br />

dat de commissie vooral het nog steeds ontbreken van een goed<br />

wegenbeheersplan aan de kaak heeft willen stellen. Tenslotte erkent hij<br />

dat oud-wethouder Sweers niet als portefeuillehouder verantwoordelijk<br />

was voor de Begroting 2001, waar overigens de raad wel mee heeft<br />

ingestemd, en geeft hij aan dat ook het hockeyproject en de tweede fase<br />

5


NOTULEN GEMEENTERAAD NOORDWIJK dd 0505<strong>2004</strong><br />

van het SJC-project een aanslag deden op het eigen gemeentelijke<br />

vermogen, waarna in aansluiting hierop de heer Van Ast aangeeft dat de<br />

gemeente door ontwikkelingen buiten haar vermogen is ingehaald, maar al<br />

wel voorbereidingskosten had gemaakt ten laste van de gemeentelijke<br />

reserves. Hierna verduidelijkt de heer Wiersema dat naast de VVD ook VN<br />

aan de vooravond van gemeenteraadsverkiezingen tegen een verhoging<br />

van de OZB was. De fractie van de VVD stelt daarop voor in dit verband te<br />

spreken over de collegepartijen. Vervolgens licht de heer Wiersema mbt<br />

het zich eventueel buitengeplaatst voelen bij de verdeling van de CAIgelden<br />

toe dat reeds in februari 1997 in dit verband het Bollenbad naar<br />

voren werd gebracht, terwijl pas een jaar later besluitvorming plaatsvond;<br />

het was dus nog erger dan alleen buitenspel. De heer Van Ast voegt<br />

hieraan toe dat ambtelijk werd ontraden te investeren in het Bollenbad.<br />

Tenslotte deelt de heer Wiersema de vaststelling van de fractie van de<br />

VVD dat vanaf 2001 de vrije en bestemmingsreserves sneller zijn<br />

teruggelopen dan de jaren daarvoor; alleen daalden ook voor 2001 de<br />

reserves al.<br />

Professor Van den Heuvel vult op een en ander het volgende aan:<br />

- de schijn van belangenverstrengeling – een met overtuiging<br />

neergeschreven opvatting – ligt hem vooral in het feit dat<br />

nevenbetrekkingen met een directe relatie tot de ambtsuitoefening<br />

werden uitgeoefend; heden ten dage vergt zoiets, wijs geworden door de<br />

nodige schandalen, de nodige uitleg omdat de publieke moraal dat niet<br />

langer accepteert, en noodzaakt het de betreffende bekleder zijn ambt<br />

neer te leggen; verder speelt in dit geval dat oud-wethouder Salman zich<br />

op een zeer kwetsbaar moment zakelijk op hetzelfde terrein bewoog;<br />

vooral nu wordt binnen het openbare bestuur ondanks soms goede<br />

bedoelingen niemand meer op zijn blauwe ogen geloofd; bovendien<br />

participeerde juist het CDA in een netwerk van op het terrein van bouwen<br />

en wonen actieve professionals, waardoor mensen nog meer de schijn<br />

tegen zich kregen; tenslotte is er de omstandigheid dat de raad het op het<br />

punt van het bekleden van nevenfuncties enigszins heeft laten afweten;<br />

dat alles overziende slechts sprake zou zijn van schijn zoals de fractie van<br />

het CDA concludeert, is te kort door de bocht en moreel onzuiver; de<br />

schijn van belangenverstrengeling is een feit, maar dat feit kan niet<br />

worden bewezen; wel zijn er aanwijzingen dat iets niet koosjer is;<br />

- door het college aangevoerde bezwaren tegen de omklap zijn feitelijk<br />

nooit beantwoord dan wel ondergeschoffeld of weggewuifd; verder is<br />

ambtelijk vertrouwelijk gewaarschuwd tegen de financiële risico’s, maar<br />

zag anderzijds de juridisch adviseur de noodzaak van de omklap niet in, zij<br />

het dat de gemeente wel meer tijd moest nemen voor het doorlopen van<br />

alle procedures.<br />

6


NOTULEN GEMEENTERAAD NOORDWIJK dd 0505<strong>2004</strong><br />

Tweede termijn<br />

De fractie van <strong>Noordwijk</strong> Totaal stelt de volgende vragen dan wel merkt<br />

het volgende op:<br />

- de commissie constateert slechts dat er ƒ 10 mln. op de reserves is<br />

ingeteerd, en laat daarbij een bedrag van ƒ 1,1 mln. aan saldireserve<br />

buiten beschouwing; verder gaat het bij de mutaties waar op p.24 over<br />

wordt gesproken, eigenlijk om vermogensmutaties, omdat sommige<br />

bestemmingsreserves ook daadwerkelijk zijn gebruikt; daarnaast wordt in<br />

het overzicht op p.24 niet aangegeven wat <strong>Noordwijk</strong> voor sommige reserves<br />

heeft teruggekregen, en is nagelaten te analyseren wat er met de<br />

rest is gebeurd; juist de vraag waar een bedrag van ƒ 5 mln. aan is<br />

besteed, had moeten worden beantwoord; op dit punt schiet het rapport<br />

ernstig tekort;<br />

- welke ad hoc besluiten hebben, bezien over meerdere jaren, nadelig<br />

uitgewerkt op de reservepositie?<br />

- waar is de conclusie halverwege p.24 op gebaseerd?<br />

- welke investeringen zijn meerjarig ten laste van de reserves gekomen?<br />

- de fractie deelt niet de conclusie dat het afromen van rente ten koste van<br />

de bestemmingsreserves is gegaan; of zij waardevast zijn of mogen<br />

groeien, bestemmingsreserves hebben een bepaald doel;<br />

- de verklaring die op p.28 wordt gegeven voor het tekort dat op De Muze<br />

is geleden, is niet correct; een gemeentelijke bijdrage staat namelijk als<br />

reserve geboekt, die werkelijk nodig bleek te zijn, en verder worden er<br />

twee zaken door elkaar gehaald;<br />

- de ‘vondst’ waar op p.29 over wordt gesproken – overigens een minder<br />

gelukkige term – is in werkelijkheid geen vondst, maar de uitkomst van<br />

commissiediscussies; wat er staat, is dus onjuist;<br />

- de laatste zin op p.29 gaat voorbij aan de updates, die regelmatig vanaf<br />

1997 zijn gemaakt;<br />

- alles overziende blijft kritiek op ‘Recht door zee’ mogelijk; verder bevat de<br />

paragraaf over de OZB omissies zoals de vaststelling dat de gemeente<br />

extra is gekort door de OZB niet te verhogen; ook elders komen echter<br />

dergelijke omissies voor zoals de opmerking dat er voor het onderhoud<br />

van De Muze geen geld is gereserveerd, of wordt voorbijgegaan aan<br />

bestaand gemeentelijk beleid.<br />

De heer Van Ast gaat als volgt op de diverse vragen in:<br />

- de commissie heeft nooit gezegd dat er ƒ 10 mln. is verdwenen; wel zijn<br />

soms reserves zonder bestemming hard teruggelopen en is ook de<br />

Algemene reserve teruggelopen; zie het verloop rondom de podiumzaal,<br />

waar met instemming van de raad het oorspronkelijk ingezette beleid is<br />

overruled;<br />

- de commissie beschikt over meer materiaal dan waar in het rapport over<br />

wordt gesproken; nader onderzoek blijft dus mogelijk; wellicht wordt dan<br />

het bedrag van ƒ 5 mln. alsnog getraceerd;<br />

7


NOTULEN GEMEENTERAAD NOORDWIJK dd 0505<strong>2004</strong><br />

- ad hoc besluiten waren vooral legitiem genomen besluiten, die<br />

onvermijdelijk waren geworden, zoals rondom de Kerkstraatontwikkeling;<br />

de les die daaruit moet worden getrokken, is dat er vooraf financiële<br />

kaders moeten worden gesteld; (de fractie van <strong>Noordwijk</strong> Totaal blijft<br />

betwijfelen of ad hoc besluiten de reserves hebben aangetast);<br />

- de commissie blijft van mening dat voor toekomstige uitgaven geen<br />

reserveringen zijn gevormd dan wel dat is nagelaten daar de belastingen<br />

voor te verhogen; uiteindelijk is daar de Algemene reserve de dupe van<br />

geworden; zie verder de opknapbeurt van het gemeentehuis, waar<br />

onvoldoende geld voor was gereserveerd; (de heer Wiersema wijst op<br />

het ontbreken van beheersplannen, die ad hoc besluitvorming hadden<br />

moeten kanaliseren);<br />

- soms bleek de inflatie hoger dan de 2%, waar bestemmingsreserves<br />

jaarlijks mee mochten groeien; verder werd de begroting sluitend gemaakt<br />

en werd de OZB laag gehouden met geld, dat van de<br />

Volkshuisvestingsreserve werd afgeroomd, al lag daar wel legitieme<br />

besluitvorming aan ten grondslag; daarnaast hield de jaarlijkse toevoeging<br />

aan de Volkshuisvestingsreserve geen gelijke tred met prijsstijgingen op<br />

woningbouwgebied;<br />

- het tekort op De Muze is uiteindelijk opgevangen door de bouw van<br />

appartementen; toch is de betreffende bestemmingsreserve geheel<br />

gebruikt;<br />

- de laatste zin op p.29 moet zo nodig worden gerectificeerd, wanneer<br />

blijkt dat de raad het vastgestelde beleid naderhand heeft gewijzigd;<br />

- veel problemen zijn ontstaan omdat voor onderhoud geen geld opzij was<br />

gezet; (de heer Wiersema vult daarop aan dat ambities niet zijn aangepast<br />

aan lagere reserves, die op zich goed zijn gebruikt; te vaak is legaal ten<br />

koste van de toekomst en van de financiële positie op langere termijn<br />

kortstondig geld gegenereerd).<br />

Vervolgens vraagt de fractie van <strong>Noordwijk</strong> Totaal het volgende dan wel<br />

merkt zij het volgende op:<br />

- zijn de initiatiefnemers van de omklap bevraagd over hun motieven, waar<br />

ook de commissie blijkbaar nieuwsgierig naar was?<br />

- de fractie heeft nergens het gebruikelijke formulier kunnen vinden, waar<br />

in 1998 gekozen raadsleden hun nevenactiviteiten op moeten vermelden;<br />

hebben de onderzoekers het formulier van oud-raadslid Salman wel<br />

ergens aangetroffen dan wel informatie in hoeverre deze binnen en buiten<br />

<strong>Noordwijk</strong> werkzaam was?<br />

- het is een gemiste kans dat de commissie toenmalig raadslid Duijndam<br />

niet heeft gehoord om zo de precieze beweegredenen van de<br />

initiatiefnemers van de omklap te achterhalen; verder had er meer inzicht<br />

kunnen komen in de urgentie van de omklap;<br />

- op p.44 van ‘Gedane zaken nemen geen keer’ moet ipv twee<br />

fractievoorzitters over de twee initiatiefnemers worden gesproken.<br />

8


NOTULEN GEMEENTERAAD NOORDWIJK dd 0505<strong>2004</strong><br />

De fractie van De Progressieve Combinatie PvdA/GL/D66 vraagt wat de<br />

commissie vindt van het aanbod van 12 villakavels, dat graaf Van Limburg<br />

Stirum begin 2000 is gedaan, terwijl de raad daar pas december 2000 iets<br />

van hoorde, hoe evenwichtig professor Van den Heuvel de Notitie Groot<br />

Bronsgeest vs. alternatieve locatie(s) Klein-Bronsgeest / Offem-Zuid vindt,<br />

en of het voorbereidingstraject van de besluitvorming tot de omklap niet<br />

verder zou moeten worden onderzocht.<br />

De fractie van het CDA vindt dat het CDA onevenredig vaak in ‘Recht door<br />

zee’ wordt genoemd, in welk verband zij opmerkt dat toenmalig wethouder<br />

P.J. Barnhoorn lid van NB en niet van het CDA was. Verder heeft zij<br />

moeite met de vermelding dat ambtenaar Korver (inmiddels overleden) deel<br />

uitmaakte van een CDA-netwerk, terwijl zijn naasthogere collega, die<br />

dezelfde nota heeft geparafeerd, lid was van de PvdA; zij vindt het<br />

ongepast dat genoemde ambtenaar er ten opzichte van zijn collega’s nogal<br />

slecht af komt, en hoort graag of de commissie deze mening deelt.<br />

Daarnaast informeert zij of is meegewogen dat NB vanwege de grote extra<br />

kosten, die dat teweeg zou brengen, naderhand is teruggekomen op het<br />

besluit de Van Berckelweg om te leggen; zo ja, had dat dan niet tbv een zo<br />

objectief mogelijke beeldvorming moeten worden medegedeeld en had het<br />

college dan niet met een nieuw voorstel moeten komen?<br />

Tenslotte vraagt de fractie van <strong>Noordwijk</strong> Totaal professor Van den Heuvel<br />

hoe uitzonderlijk diens bevindingen mbt de <strong>Noordwijk</strong>se bestuurscultuur<br />

zijn tov de toenmalige monistische bestuursstructuur. Verder vraagt zij<br />

professor Van den Heuvel of deze ooit heeft gesuggereerd nog meer<br />

mensen te horen, of hij gezien het feit dat de heer Salman ondanks voor<br />

hem levende belangen deel is blijven nemen aan discussies, blijft bij zijn<br />

vaststelling dat deze de schijn van belangenverstrengeling op zich geladen<br />

heeft, en wie specifiek (de heer Boering of de heer Salman) de<br />

Onderzoekscommissie nader heeft bevraagd. Daarnaast ontkent zij naar de<br />

fractie van het CDA toe op de omlegging van de Van Berckelweg te zijn<br />

teruggekomen; zij is daar altijd tegen geweest.<br />

De fractie van de VVD bestrijdt dat de eerdergenoemde en door professor<br />

Van den Heuvel toegelichte brief van oud-Gedeputeerde Jansen een<br />

persoonlijke was, alleen al omdat GS die brief voor verzending hebben<br />

bekrachtigd. Verder wijst zij erop dat in die brief niet over Offem-Zuid<br />

wordt gesproken, en dat eerder genomen beslissingen intact blijven; alleen<br />

wordt zonder dat daar sancties aan worden verbonden, in overweging<br />

gegeven op zoek te gaan naar een alternatieve bouwlocatie. Daarnaast<br />

worden er tav de heer Jansen irrelevante en ongebruikelijke insinuaties<br />

gebruikt. Alles overziende wil zij daarom – zij kondigt op dit punt een<br />

motie aan – dat storende fouten rondom deze kwestie worden hersteld.<br />

Als eerste gaat de heer Van Ast als volgt op de diverse vragen en<br />

9


NOTULEN GEMEENTERAAD NOORDWIJK dd 0505<strong>2004</strong><br />

opmerkingen in:<br />

- de commissie deelt de conclusie van de onderzoekers dat de in juni 2000<br />

gemaakte keuze voor de omklap niet op beleidsnotities was gebaseerd en<br />

dus eigenlijk ongerechtvaardigd was; dat de heer Duijndam daar niet<br />

nader over is bevraagd, komt omdat alle feiten reeds bekend waren;<br />

- dat er sneller gebouwd is gaan worden, trekt de commissie in twijfel, en<br />

ook ambtelijk en door de juridisch adviseur werd daaraan getwijfeld;<br />

- de wens van de provincie op zoek te gaan naar een alternatieve<br />

bouwlocatie, is pas in 1998 opgepakt; overigens was op dit punt het<br />

Pact van Teylingen maar een ondergeschikt punt en voor de gemeente<br />

onbelangrijk;<br />

- de verwervingseisen van graaf Van Limburg Stirum waren in januari 1999<br />

al bekend, ook bij de collegeleden en de voorzitters van de<br />

collegefracties; verder is daar alleen in beslotenheid over gesproken, dus<br />

de eisen waren niet publiek bekend;<br />

- alleen rondom de omklap is uitgebreider, maar consistent melding<br />

gemaakt van de partijen, die de diverse bestuurders vertegenwoordigden;<br />

- inderdaad was oud-wethouder P.J. Barnhoorn lid van NB; op dat punt<br />

moet dus het onderzoeksrapport worden gerectificeerd; (de fractie van<br />

het CDA blijft desondanks van mening dat het CDA relatief vaak wordt<br />

genoemd, waarna de heer Van Ast verwijst naar het overzicht op p.97;<br />

vervolgens vult de heer Wiersema hierop aan dat de commissie voor het<br />

eerst op de heer Korver stuitte toen hem het betreffende dossier werd<br />

ontnomen, en dat het daarna moeilijk bleek het juiste procesverloop te reconstrueren;<br />

verder bleef de raad verstoken van waarschuwingen voor de<br />

financiële risico’s, die de gemeente liep, en ontbraken er<br />

exploitatieopzetten, een omissie waar de provincie de gemeente diverse<br />

malen op heeft gewezen);<br />

- in ‘Recht door zee’ wordt de heer Korver bewust niet genoemd; wel<br />

wordt hij in een CDA-stuk als secretaris genoemd, maar dat kan niet de<br />

Onderzoekscommissie worden verweten; met namen is in algemene zin<br />

zorgvuldig omgegaan;<br />

- over het vasthouden van de heer Jansen aan het Pact van Teylingen<br />

heeft de commissie geen enkel waardeoordeel uitgesproken; meer is er<br />

op dit punt niet.<br />

Vervolgens vult professor Van den Heuvel daar het volgende op aan:<br />

- het feit dat deze bijna twee jaar in de kast is blijven liggen, en de vraag<br />

waarom hij vertrouwelijk moest zijn, maken nog afgezien van het<br />

aanknopingspunt dat deze biedt om over een omklap te gaan nadenken,<br />

de meergenoemde brief van de heer Jansen uit januari 1996 alleen maar<br />

mysterieuzer; eigenlijk kan alles overziende de brief niet goed worden<br />

geplaatst;<br />

- het was moeilijk de feiten eind 1999, begin 2000, waar de fractie van De<br />

Progressieve Combinatie PvdA/GL/D66 navraag naar heeft gedaan, op<br />

10


NOTULEN GEMEENTERAAD NOORDWIJK dd 0505<strong>2004</strong><br />

een rij te krijgen; verder viel op dat nooit gesproken is over de doeleinden<br />

van de omklap; de echte agenda blijft dus duister, wat de<br />

nieuwsgierigheid juist versterkt;<br />

- het CDA-netwerk speelde in de praktijk een prominente rol en is daarom<br />

in het rapport genoemd;<br />

- of er aanvullend onderzoek moet komen, is ter beoordeling van de raad;<br />

alleen moet wel glashelder zijn wat er moet worden onderzocht en wat<br />

met de uitkomst van het onderzoek vervolgens wordt gedaan; zo’n<br />

onderzoek moet niet zoals zoveel andere onderzoeken in de kast<br />

verdwijnen;<br />

- als raadslid werkte de heer Salman 40 uur voor zijn BV, maar de<br />

onderzoekers hebben daar als feit kennis van genomen; een raadslid<br />

wordt nu eenmaal anders beoordeeld als een wethouder; de schijn van<br />

belangenverstrengeling tijdens zijn wethouderschap blijft echter overeind<br />

staan;<br />

- de onderzoekers hebben zich, omdat zij verre wilden blijven van het<br />

uitspreken van oordelen en van het werk van de Onderzoekscommissie,<br />

niet afgevraagd of nog meer personen moesten worden gehoord; er zijn<br />

op dit punt dus ook geen suggesties gedaan;<br />

- de brief van de heer Jansen, die de onderzoekers vertrouwelijk ter<br />

beschikking is gesteld, had ook aan de raad ter inzage moeten worden<br />

gegeven; dat dit niet is gebeurd, is merkwaardig;<br />

- wat de onderzoekers is opgevallen, is dat onder de monistische<br />

bestuursstructuur de oppositie feitelijk geheel werd genegeerd en dat aan<br />

haar bevindingen volkomen voorbij werd gegaan; of dat erger was dan<br />

elders, weten alleen de onderzoekers niet; wel werd daardoor aan het<br />

wezen van de democratie voorbijgegaan; oud-burgemeester Van der<br />

Sluijs had daar alert op moeten zijn en had te goeder trouw de oppositie<br />

moeten informeren;<br />

- de persoon die specifiek is bevraagd waarom niet de gemeente, maar<br />

vooral andere partijen zoveel grond aankochten toen Bronsgeest-Zuid een<br />

bouwlocatie werd, was de heer Boering.<br />

Hierna krijgt wethouder Duijndam met stilzwijgende instemming van de<br />

raad gelegenheid de raad nader te informeren over wat hem nog steeds<br />

bezighoudt; aan deze bijdrage, die vooral bedoeld was feitelijkheden toe te<br />

voegen aan wat inmiddels algemeen bekend is, en waar heel wat onrustige<br />

nachten aan vooraf zijn gegaan, kan het volgende worden ontleend:<br />

- het initiatief dat destijds is genomen, was in eerste instantie gericht op<br />

het vinden van een alternatieve bouwlocatie;<br />

- Bronsgeest-Noord is ruimtelijk bezien nooit een goede keus geweest;<br />

- het eind 1998 aangekondigde initiatiefvoorstel de ijsbaan en SJC-velden<br />

te verplaatsen naar Offem-Zuid, was bedoeld om over meer bouwgrond<br />

de beschikking te krijgen en om de omgelegde Van Berckelweg, ook al<br />

was dat toen niet meer mogelijk, op de Northgodreef te laten aansluiten;<br />

11


NOTULEN GEMEENTERAAD NOORDWIJK dd 0505<strong>2004</strong><br />

alleen stond NB alleen in dit initiatief; vervolgens vroeg kort daarop de<br />

heer Salman te bekijken of Offem-Zuid een alternatief voor Bronsgeest-<br />

Noord kon worden;<br />

- ruimtelijke ordening is in wezen een kwestie van beleving; vervolgens is<br />

een goede ruimtelijke onderbouwing het belangrijkste, gevolgd door het<br />

toetsen van de economische en maatschappelijke haalbaarheid;<br />

- het Streekplan Zuid-Holland West 1996 bleef het de moeite waard vinden<br />

te blijven omzien naar een geschikte alternatieve bouwlocatie voor<br />

Bronsgeest, en bevatte dus niets nieuws;<br />

- optreden wordt pas roekeloos wanneer onzorgvuldig met de ruimte wordt<br />

omgegaan; <strong>Noordwijk</strong> binnenrijdend blijkt echter dat met de ruimte<br />

zorgvuldig is omgegaan en dat met zichtlijnen rekening is gehouden;<br />

- grondaankopen in Offem-Zuid zijn nodig om bouwclaims weg te kunnen<br />

zetten, maar er gloort licht dat dit mogelijk zal zijn;<br />

- tegen nog af te geven bouwvergunningen kan nog steeds bezwaar<br />

worden gemaakt; daarom moet in algemene zin worden ontraden<br />

hangende een procedure reeds met bouwen te beginnen;<br />

- een advies van de Stichting Advisering Bestuursrechtspraak aan de Raad<br />

van State gelezen hebbende lijkt de verwachting gerechtvaardigd dat<br />

Leiden met de Grote Polder nog een groot probleem krijgt; nog steeds<br />

wordt scherp naar bebouwingscontouren gekeken;<br />

- 400 woningen, waarvan 30% sociaal, zijn onvoldoende om de omlegging<br />

van de Van Berckelweg te financieren;<br />

- wanneer een ambtelijk advies verkeerd uitpakt, moet de bestuurder zijn<br />

biezen pakken, maar blijft de ambtenaar zitten;<br />

- om aan te tonen naar eer en geweten te hebben gehandeld, mag de<br />

Onderzoekscommissie de gehele zakelijke administratie van zowel spreker<br />

als zijn vrouw inzien;<br />

- ondanks de daaraan verbonden risico’s blijft de keuze die gemaakt is,<br />

verantwoord;<br />

- het debat vanavond moet vooral weloverwogen zijn.<br />

Achtereenvolgens laat de heer Van Ast weten dat noch de<br />

Onderzoekscommissie noch de externe onderzoekers ooit aan de integriteit<br />

van wethouder Duijndam hebben getwijfeld, en geeft professor Van den<br />

Heuvel aan met veel belangstelling naar wethouder Duijndam te hebben<br />

geluisterd. Vervolgens merkt de heer Wiersema op niets te hebben<br />

gehoord over het financiële risico, dat <strong>Noordwijk</strong> door de omklap zou<br />

lopen.<br />

Voordat hij de vergadering schorst, geeft de Voorzitter het volgende ter<br />

overweging aan de raad mee:<br />

- in tegenstelling tot een minister kan een wethouder nooit<br />

verantwoordelijk worden gehouden voor iets, dat voor zijn tijd is gebeurd;<br />

de raad bepaalt of een wethouder het vertrouwen houdt;<br />

12


NOTULEN GEMEENTERAAD NOORDWIJK dd 0505<strong>2004</strong><br />

- eventuele vervolgacties moeten in eerste instantie binnen het Wetboek<br />

van Strafrecht worden gezocht; alleen moet dan wel expliciet worden<br />

aangetoond dat gehandeld is in strijd met de ambtseed vanwege het<br />

aannemen van giften of het opzettelijk schaden van gemeentelijke<br />

belangen;<br />

- de rapporten zijn een te smalle basis aangifte te doen conform de<br />

Artikelen 355 en 380 van het WvS; wel kan de Officier van Justitie<br />

worden gevraagd een vooronderzoek in te stellen.<br />

[Om 17.30h wordt de vergadering tot 20.00h geschorst]<br />

Nadat hij de vergadering heeft heropend, spreekt de Voorzitter nogmaals<br />

de hoop uit dat door het voeren van een debat de raad zichzelf bevrijdt van<br />

een verkeerd verleden; wat er is gebeurd, is niet goed te praten. Verder<br />

laat hij weten dat zijn inbreng kort voor de schorsing allerminst sturend,<br />

maar veeleer informatief en voorlichtend was bedoeld, en wijst hij als<br />

ervaringsdeskundige de raad erop dat beeldvorming op feiten moet zijn<br />

gebaseerd en dat onnodige stigmatisering moet worden voorkomen.<br />

04. Gelegenheid tot inspreken<br />

De heer Olsthoorn, volgens wie de bevolking niet is verteld dat deze door<br />

haar bestuur onheus is behandeld, stelt vast dat gedurende de periode die<br />

is onderzocht, de integriteit en het vertrouwen met voeten zijn getreden.<br />

Verder steunt hij ondanks het risico dat de hoofdrolspelers elkaar de hand<br />

boven het hoofd houden, de oproep van professor Van den Heuvel om<br />

nader, maar goed geformuleerd onderzoek; de bevolking heeft recht op de<br />

volledige waarheid. Daarnaast kondigt hij de opening van de site<br />

www.mijnnoordwijk.nl aan, waarop als bijdrage aan de openbaarheid waar<br />

de bevolking recht op heeft, positief en kritisch de handel en wandel van<br />

<strong>Noordwijk</strong> kan worden gevolgd. Tenslotte roept hij de Voorzitter op door<br />

hard en langdurig te vechten en diep te gaan voor een oprechte zaak een<br />

aanzet te geven tot de noodzakelijke cultuurverandering.<br />

Nadat de Voorzitter de heer Olsthoorn heeft bedankt voor het in hem<br />

gestelde vertrouwen, laat de heer J. Parlevliet (bezitter van grond in<br />

Offem-Zuid en schrijver van ingekomen stuk 11) weten blij te zijn met het<br />

onderzoeksrapport. Verder hoopt hij op goede besluitvorming op basis van<br />

door hem overgelegde stukken; hij blijft beschikbaar voor nadere<br />

informatie.<br />

Ter geruststelling laat de Voorzitter de heer Parlevliet weten dat de<br />

stukken hun weg zullen vinden en dat zo nodig nader zal worden overlegd.<br />

05. Trekken van politieke conclusies<br />

13


NOTULEN GEMEENTERAAD NOORDWIJK dd 0505<strong>2004</strong><br />

Nadat zij haar waardering heeft uitgesproken voor het werk van de<br />

Onderzoekscommissie en de externe onderzoekers – er is veel inzet en<br />

betrokkenheid aan de dag gelegd, er is soms wat te gekleurd, wat ten<br />

koste ging van de neutraliteit, een bewonderenswaardige prestatie en<br />

uitermate degelijk werk geleverd en terecht is er meer tijd voor<br />

uitgetrokken – en er haar tevredenheid over heeft uitgesproken dat alle<br />

fracties ‘Recht door zee’ steunen, laat de fractie van <strong>Noordwijk</strong> Totaal,<br />

wier inzet gericht was en gericht blijft op het verbeteren van het lokale<br />

bestuur, allereerst weten met sterk uiteenlopende gevoelens kennis te hebben<br />

genomen van beide rapporten; er werd erkenning uitgesproken, er was<br />

herkenning, er was teleurstelling en er waren mensen geschokt, maar<br />

steeds stond iedereen voor ogen het bestuurlijke klimaat te verbeteren en<br />

het voeren van een transparante politiek. Vervolgens wijst zij op de<br />

openheid, die het zittende college heeft betracht bij het naar buiten<br />

brengen van de zorgelijke financiële situatie van de gemeente, waarna de<br />

raad unaniem instemde met het doen van nader onderzoek. Hierna gaat zij<br />

eerst als volgt op enige thema’s in, die h.i. naar voren springen:<br />

- de verslechterde financiële situatie moest eens tot een uitbarsting komen,<br />

en het is goed dat het zittende college de handschoen heeft opgepakt; de<br />

raad moet nu echter de discipline tonen om niet aan het inmiddels<br />

geformuleerde lange termijnbeleid te tornen; anders gezegd: de<br />

heroriëntatie moet worden doorgezet; verder moet met de aan het licht<br />

gekomen bestuurscultuur worden gebroken;<br />

- het achterhouden van informatie of het bestaan van achterstanden op dat<br />

punt hebben terecht veel aandacht gekregen; in alle gevallen is dit onjuist<br />

en onbehoorlijk, en daarom moet de raad voortaan over alle, soms<br />

misschien met elkaar in strijd zijnde aspecten rondom een kwestie<br />

worden geïnformeerd zodat deze uitgebalanceerd een beslissing kan<br />

nemen; het terugkijken op dit aspect ervaart de fractie als uiterst pijnlijk;<br />

voor <strong>Noordwijk</strong> Totaal in het bijzonder speelt hierbij een rol dat twee van<br />

de drie partijen, waaruit deze partij is samengesmolten, destijds deel<br />

uitmaakten van het college en de derde oppositie voerde; hoe de<br />

bevolking denkt over het functioneren van de samengesmolten partijen,<br />

zal blijken bij de volgende raadsverkiezingen;<br />

- vooruitlopend op nog te stellen vragen en nog te maken opmerkingen<br />

concludeert de fractie dat de keuze voor de omklap onordentelijk is<br />

verlopen en dat de beslissing werd genomen zonder vast te houden aan<br />

het tweesporenbeleid en zonder dat een compensatie van provinciewege<br />

vaststond; de besluitvorming was weliswaar democratisch, maar niet<br />

ordentelijk; verder rijst de vraag waarop de toenmalige initiatiefnemer<br />

vandaag moet worden afgerekend, op het destijds indienen van het<br />

initiatief of op het beheren van een portefeuille, waarbinnen in het<br />

verleden veel mis is gegaan; misschien gaat in dit geval wel het gezegde<br />

op dat je als kind stroeve tanden hebt, omdat je vader zoete druiven heeft<br />

gegeten, maar wat ook opvalt, is dat een wethouder zich in een<br />

14


NOTULEN GEMEENTERAAD NOORDWIJK dd 0505<strong>2004</strong><br />

afhankelijkheidspositie bevindt en diens toenmalige collega-wethouder als<br />

voorzitter van de fractie niet in zo’n positie verkeert; gezien de inzet van<br />

het huidige college zijn voor de fractie alleen zwaarwegende argumenten<br />

relevant;<br />

- de fractie steunt het collegevoorstel het Bollenbad buiten het debat van<br />

vanavond te houden;<br />

- na afloop van dit debat wil de fractie graag nader bezien of na een brief<br />

van het college en na een brief van de Onderzoekscommissie nu de raad<br />

afsluitend een brief naar alle inwoners moet sturen.<br />

Vervolgens merkt zij bij de rapporten het volgende op:<br />

- het is jammer dat de discussie vanmiddag zich nogal toespitste op de<br />

omklap en dat de oorzaken van de verslechterde financiële situatie minder<br />

aandacht hebben gekregen; daardoor wordt hen, die vooral het financiële<br />

gedeelte voor hun rekening hebben genomen, te weinig recht gedaan;<br />

- bij volgende vergelijkbare onderzoeken moet vooraf een duidelijker<br />

onderzoeksopdracht worden meegegeven; de Onderzoekscommissie<br />

heeft hier en daar misschien een iets te ruime horizon genomen en<br />

onderzoeken verricht, die buiten haar eigenlijke opdracht vielen;<br />

- terugkijkend is het altijd gemakkelijk oordelen of veroordelen; de<br />

besluitvorming was echter altijd democratisch, wat soms voor de<br />

minderheid heel vervelend was; de raad moet daarom in de toekomst met<br />

respect naar elkaar blijven handelen; alleen noopt de veranderde<br />

economie om anders te gaan denken en professioneler te handelen en om<br />

een andere financiële koers te volgen; het siert daarom het college dat<br />

het vooruitlopend op de nu door de Onderzoekscommissie geschreven<br />

geschiedenis de politieke moed heeft gehad een nieuwe financiële start te<br />

maken;<br />

- ‘Recht door zee’ zou aan kracht hebben gewonnen wanneer meer<br />

destijds actieve raads- en commissieleden waren gehoord, maar ook hier<br />

geldt dat gedane zaken geen keer nemen; (de heer Wiersema betreurt<br />

deze vaststelling);<br />

- het onderzoeksrapport mag niet in de kast verdwijnen; met de kennis van<br />

nu moet eenieder gaan voor een goed financieel beleid; anders gezegd:<br />

om in het leven te groeien, moet de mens leren van zijn fouten;<br />

- onvoldoende kritische zin bij de raad is een wel erg zware vaststelling; de<br />

collegepartijen hebben er destijds sterk op toegezien dat het<br />

tweesporenbeleid werd voortgezet en dat de provincie voortdurend werd<br />

bevraagd hoe het stond met de financiële compensatie; waar het wel aan<br />

heeft ontbroken, is de raad tijdig cruciale financiële informatie te<br />

verschaffen; evenzo geldt dat de overwegingen, die ten grondslag lagen<br />

aan het versmallen van de Van Berckelweg, met als gevolg dat op grond<br />

van onvoldoende informatie de raad een besluit heeft moeten nemen; in<br />

de toekomst mag dat niet weer gebeuren;<br />

Afsluitend spreekt een tweetal leden meer persoonlijk gerichte woorden;<br />

mevrouw Admiraal bevestigt daarbij de in het onderzoeksrapport<br />

15


NOTULEN GEMEENTERAAD NOORDWIJK dd 0505<strong>2004</strong><br />

beschreven bestuurscultuur en laat weten zorgen over de voorgestelde<br />

omklap te hebben uitgesproken, maar er werd niet naar haar geluisterd –<br />

terugkijkend houdt zij een rotgevoel en heeft een en ander haar gesterkt<br />

nog alerter te zijn op de financiële onderbouwing van voorstellen en op<br />

breed gedragen besluitvorming – en de heer Duijndam spreekt grote<br />

zorgen uit over de vaststelling van professor Van den Heuvel dat<br />

<strong>Noordwijk</strong> onachtzaam is omgesprongen met de eisen van de<br />

democratische rechtsstaat en vatbaar bleek voor belangenverstrengeling;<br />

hij vindt dat elk raadslid zichzelf de maat moet nemen, en herhaalt met<br />

verbijstering kennis te hebben genomen van de geschetste<br />

bestuurscultuur, waar hij gezien de wijze waarop heden ten dage de<br />

oppositie wordt geaccepteerd en serieus wordt genomen, echter gelukkig<br />

weinig meer van terugziet.<br />

motie A<br />

De raad der gemeente <strong>Noordwijk</strong> in vergadering bijeen op 5 <strong>mei</strong> <strong>2004</strong>,<br />

gelezen hebbende de rapporten ‘Recht door zee’ en ‘Gedane zaken nemen<br />

geen keer’ alsmede de collegereactie en de reactie van wethouder G.C.<br />

Duijndam daarop,<br />

overwegende dat<br />

- in het rapport ‘Recht door zee’, opgesteld door de Onderzoekscommissie<br />

Financiën, wordt geconstateerd dat met het kiezen voor de ‘omklap’<br />

grote financiële risico’s zijn gelopen,<br />

- in hetzelfde rapport wordt geconstateerd dat de argumentatie voor die<br />

‘omklap’ op het belangrijkste argument, namelijk sneller tot bouwen<br />

komen, niet is gehaald,<br />

- mogelijke financiële risico’s voor het nemen van de beslissing niet<br />

voldoende waren uitgekristalliseerd,<br />

- de huidige portefeuillehouder Ruimtelijke Ontwikkeling een van de twee<br />

initiatiefnemers was van het voorstel tot onderzoek naar een alternatieve<br />

bouwlocatie, dat uiteindelijk heeft geleid tot de ‘omklap’<br />

- de voorbereiding van die ‘omklap’ gepaard is gegaan met het<br />

achterhouden van informatie,<br />

- genoemde initiatiefnemer in commissieverband er wel op heeft<br />

aangedrongen vast te houden aan het tweesporenbeleid alsmede<br />

duidelijkheid te verkrijgen over de compensatie door de provincie en het<br />

tegen een redelijke prijs kunnen verwerven van gronden in Offem-Zuid,<br />

- niettemin besluitvorming heeft plaatsgevonden zonder deze zekerheden,<br />

besluit<br />

16


NOTULEN GEMEENTERAAD NOORDWIJK dd 0505<strong>2004</strong><br />

- zijn afkeuring uit te spreken over de gang van zaken rond de<br />

besluitvorming van de ‘omklap’, waarbij de huidige portefeuillehouder<br />

Ruimtelijke Ontwikkeling als raadslid/initiatiefnemer zo’n grote rol heeft<br />

gespeeld,<br />

- de portefeuillehouder op te dragen alles in het werk te stellen de<br />

financiële schade tot een minimum te beperken en de raad daarin<br />

voortdurend inzicht te verschaffen,<br />

en gaat over tot de orde van de dag.<br />

w.g. H. van Nes en R.P.M. Duijndam<br />

motie B<br />

De raad der gemeente <strong>Noordwijk</strong> in vergadering bijeen op 5 <strong>mei</strong> <strong>2004</strong>,<br />

gelezen hebbende de rapporten ‘Recht door zee’ en ‘Gedane zaken nemen<br />

geen keer’,<br />

overwegende dat<br />

- daarin staat dat het vermoeden is gerezen dat informele praktijken van<br />

betekenis en invloed zijn geweest op kwaliteit en inhoud van formele<br />

besluitvorming,<br />

- één grondeigenaar in Bronsgeest-Noord geen uitnodiging kreeg van de<br />

gemeente <strong>Noordwijk</strong> voor een oriënterend gesprek om grond aan te<br />

kopen,<br />

- de toenmalige portefeuillehouder Ruimtelijke Ontwikkeling en de directeur<br />

van het Grondbedrijf daarover een uiteenlopende mening hadden,<br />

- er blijkens bovengenoemde rapporten zodanig werd aangerommeld dat<br />

elk overzicht en inzicht in de werkelijke situatie niet of slechts met de<br />

grootste moeite kon worden verkregen,<br />

- bovengenoemde zaken de suggestie impliceren dat er sprake zou zijn van<br />

belangenverstrengeling,<br />

- het de verantwoordelijkheid van de raad is om als vertegenwoordiger van<br />

de gemeenschap eigener beweging of op aangeven van individuele<br />

burgers eventuele actie te ondernemen,<br />

besluit<br />

- het college op te dragen een aanvullend onderzoek te doen verrichten<br />

naar genoemde schijn van belangenverstrengeling,<br />

- het college te verzoeken de raad hierover nader te informeren in een<br />

besloten raadsvergadering voor het zomerreces,<br />

17


NOTULEN GEMEENTERAAD NOORDWIJK dd 0505<strong>2004</strong><br />

en gaat over tot de orde van de dag.<br />

w.g. H. van Nes en R.P.M. Duijndam<br />

motie C<br />

De raad der gemeente <strong>Noordwijk</strong> in vergadering bijeen op 5 <strong>mei</strong> <strong>2004</strong>,<br />

overwegende dat<br />

- de Onderzoekscommissie Financiën een indrukwekkend onderzoek heeft<br />

verricht zoals neergelegd in het rapport ‘Recht door zee’,<br />

- dit rapport aanbevelingen doet op het terrein van beleidsontwikkeling en<br />

besluitvormingsprocessen,<br />

- dit feit alleen al als een van de zeer waardevolle uitkomsten van het<br />

onderzoek moet worden gezien,<br />

- de behandeling van bovengenoemde aanbevelingen de volle aandacht<br />

verdient,<br />

- het risico bestaat dat dit tijdens dit raadsdebat onvoldoende uit de verf<br />

komt, hoewel door het college al een aanzet is gegeven tot implementatie<br />

van dit gedachtegoed,<br />

besluit deze aanbevelingen nader te behandelen in de aangewezen<br />

raadscommissies, opdat over de inbedding van deze aanbevelingen een<br />

degelijke advisering kan plaatsvinden,<br />

en gaat over tot de orde van de dag.<br />

w.g. H. van Nes en R.P.M. Duijndam<br />

De fractie van De Progressieve Combinatie PvdA/GL/D66, die voor alles<br />

eerlijk en zakelijk lessen en consequenties wil trekken uit het verleden en<br />

een nieuwe start wil maken en die zich volkomen terecht door de inwoners<br />

op de vingers gekeken voelt, brengt allereerst de Onderzoekscommissie<br />

hulde voor de serieuze wijze, waarop deze haar onderzoek heeft ingevuld;<br />

de meerwaarde ziet zij, ondanks dat de rapporten hier en daar misschien<br />

iets kunnen worden bijgesteld, vooral in de ordening van de feiten en het<br />

benoemen van verbanden en structurele oorzaken, en de aandacht wil zij<br />

nu vooral richten op het met wortel en tak uitroeien van oude en<br />

ontoelaatbare bestuursculturen en bestuurspraktijken; vandaag moet<br />

daadkrachtig besloten worden met nieuw elan van start te gaan. Nog meer<br />

mensen horen vindt zij overbodig; de hoofdlijnen, die zij onderschrijft,<br />

staan immers op dit moment vast; wel roept zij het college op de<br />

conclusies alsnog geheel te onderschrijven. Vervolgens spreekt zij haar<br />

voortgezette steun uit aan de in gang gezette heroriëntatie; alleen moet<br />

18


NOTULEN GEMEENTERAAD NOORDWIJK dd 0505<strong>2004</strong><br />

zorgvuldig worden geanalyseerd hoe op basis van wat de commissie op<br />

dat punt aanbeveelt, de financiële controle nog verder kan worden<br />

verbeterd. Hierna staat zij allereerst stil bij de bestuurscultuur, een cultuur<br />

waarbinnen niet alleen de raad bij herhaling bewust informatie is<br />

onthouden of bewust onjuist is geïnformeerd, maar die ook aanleiding<br />

heeft gegeven tot het ontstaan van gevoelens van onveiligheid binnen de<br />

eigen organisatie of tot het verstrengelen van belangen, wat ertoe leidde<br />

dat de gemeente van buitenaf werd bestuurd. Binnen het college vonden<br />

toen volstrekt ontoelaatbare zaken plaats, die een soms actief daarbij<br />

betrokken raadsmeerderheid vervolgens afdekte. Een omslag in die cultuur<br />

is daarom hoogst noodzakelijk en alle hens aan dek zijn nodig om het<br />

vertrouwen van de inwoners terug te krijgen, maar om daartoe te komen<br />

staat er maar één weg open: die van onkreukbaarheid, eerlijkheid,<br />

transparantie en zorgvuldigheid en van bestuurders, die consequenties<br />

willen trekken uit het verleden. De vraag of raads- en collegeleden hebben<br />

zitten slapen, beantwoordt de fractie op basis van diverse voorbeelden<br />

met neen, maar wat bij haar een bitter gevoel heeft achtergelaten, is het<br />

feit dat andere fracties haar verketterden toen zij kritische vragen plaatste<br />

bij aanwijzingen, dat oud-wethouder Salman de schijn van<br />

belangenverstrengeling op zich laadde; vervolgens wees een<br />

raadsmeerderheid verzoeken van de fractie en van die van de RPF/GPV, nu<br />

ChristenUnie om kritische kanttekeningen bij de h.i. onjuiste gang van<br />

zaken rond de omklap van een zelfde omvang als ‘Recht door zee’ ambtelijk<br />

of extern te laten toetsen, af; de zorgvuldigheid waar de fractie van<br />

<strong>Noordwijk</strong> Totaal vanavond over spreekt, was toen ver te zoeken, nog<br />

afgezien van het feit dat aan door de collegepartijen zelf gestelde<br />

randvoorwaarden uiteindelijk niet werd voldaan. Raadsvergaderingen<br />

werden alles overziende een farce en kritische zin ontbrak ten enenmale.<br />

Vervolgens beantwoordt zij ook de vraag of intussen al niet voldoende is<br />

geleerd, met neen; de conclusie dat de cultuur ondanks dat deze is<br />

verbeterd, inmiddels is veranderd, is voorbarig omdat in 1998 hetzelfde<br />

werd geroepen en ‘Recht door zee’ die conclusie niet staaft. Even<br />

voorbarig vindt zij het te stellen dat het zelfreinigend vermogen inmiddels<br />

zijn werk heeft gedaan; besluiten zijn pas democratisch legitiem wanneer<br />

deze gebaseerd zijn op alle benodigde informatie, maar het<br />

tegenovergestelde was staand en breed aanvaard beleid, nog afgezien van<br />

het feit dat sommige politici nog steeds zitting hebben in de raad. Het zelf<br />

reinigen mag niet beperkt blijven tot de voorwas; het gaat om de<br />

conclusies, die daaraan verbonden worden; de raad bewust informatie<br />

onthouden is terecht een politieke doodzonde, omdat op die manier de<br />

democratie de nek wordt omgedraaid. Het zelf reinigen moet daarom de<br />

gehele hoofdwas, met een extra spoelbeurt, omvatten. De fractie sluit<br />

haar bijdrage als volgt af:<br />

- er moet een drastisch signaal worden afgegeven dat <strong>Noordwijk</strong> werkelijk<br />

wil vernieuwen; de fractie vraagt zich daarom af hoe nog zittende<br />

19


NOTULEN GEMEENTERAAD NOORDWIJK dd 0505<strong>2004</strong><br />

raadsleden nog kunnen bijdragen aan de noodzakelijke open, eerlijke en<br />

transparante bestuurscultuur; eigenlijk zouden deze, maar meer in het<br />

bijzonder nog initiatiefnemers en/of woordvoerders in een van de meest<br />

explosieve dossiers, zich kritisch op hun positie moeten bezinnen;<br />

- de huidige wethouders van <strong>Noordwijk</strong> Totaal hebben deel uitgemaakt van<br />

de aan de kaak gestelde bestuurscultuur en hebben dus de raad<br />

informatie onthouden; het college noch wethouder Duijndam gaat hier<br />

echter op in, terwijl wethouders eigenlijk de boegbeelden van de<br />

gemeente zijn; zij moeten daarom onkreukbaar zijn; voor de fractie zijn<br />

genoemde drie wethouders besmet;<br />

- in plaats van met zijn beide collega’s zelf op te stappen, heeft wethouder<br />

Duijndam laten weten nog steeds achter het initiatiefvoorstel tot de<br />

omklap te staan, dat de gemeenschap inmiddels veel leed heeft bezorgd<br />

en mogelijk nog gaat bezorgen, en houdt hij onverkort vast aan zijn eigen<br />

plan, wat een diskwalificatie is van het werk van zowel de<br />

Onderzoekscommissie als de externe onderzoekers; aan het eind van het<br />

sprookje houdt hij staande dat de keizer kleren heeft, en toont hij niet van<br />

zijn fouten te willen leren; van een beginnersfout waar hij vorig jaar over<br />

sprak, lijkt geen sprake te zijn, en er lijkt, ondanks dat hij daarop afdingt,<br />

toch sprake te zijn van roekeloze en ongewisse besluitvorming; kort<br />

samengevat biedt hij geen vertrouwen voor hernieuwde samenwerking,<br />

en daarom heeft de fractie een motie van wantrouwen voorbereid;<br />

- de raad moet vanavond de vertrouwenskwestie durven uitspreken; pas<br />

dan kan <strong>Noordwijk</strong> zich werkelijk bevrijden; de onderzochte praktijken<br />

kunnen niet met ‘sorry’ worden afgedekt;<br />

- de fractie vraagt hoofdelijke stemming over de beide door haar<br />

voorbereide moties.<br />

motie D<br />

De raad der gemeente <strong>Noordwijk</strong> in vergadering bijeen op 5 <strong>mei</strong> <strong>2004</strong>,<br />

kennisgenomen hebbende van de rapporten ‘Recht door zee’ en ‘Gedane<br />

zaken nemen geen keer’ en de daarin geschetste zorgvuldige en<br />

diepgravende analyse,<br />

overwegende dat<br />

- de Onderzoekscommissie daarmee op voortreffelijke wijze invulling heeft<br />

gegeven aan haar opdracht,<br />

- de aanbevelingen in het rapport een snelle implementatie vragen,<br />

besluit de beide rapporten en de daarin opgenomen conclusies en<br />

aanbevelingen over te nemen en de Onderzoekscommissie onder<br />

dankzegging décharge te verlenen,<br />

20


NOTULEN GEMEENTERAAD NOORDWIJK dd 0505<strong>2004</strong><br />

draagt het college op zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk in september as.<br />

een implementatieplan op te stellen w.b. de aanbevelingen, waarin<br />

termijnen van invoering, benodigde middelen en modaliteiten worden<br />

geschetst, en vraagt de commissie Bestuur en Middelen over dit plan in<br />

september as. te adviseren,<br />

en gaat over tot de orde van de dag.<br />

w.g. A.W.M. Eijs, P.J.H. Koster, A.Th. van Rijnberk en M.U. Wiersema<br />

motie E<br />

De raad der gemeente <strong>Noordwijk</strong> in vergadering bijeen op 5 <strong>mei</strong> <strong>2004</strong>,<br />

overwegende dat<br />

- de rapporten ‘Recht door zee’ en ‘Gedane zaken nemen geen keer’<br />

beargumenteerd en analytisch het tav de woningbouwlocaties en m.n. de<br />

omklap Bronsgeest-Noord vs. Offem-Zuid gevoerde beleid afkeuren,<br />

- de Onderzoekscommissie de beslissing tot de omklap als roekeloos<br />

kwalificeert en waarschuwt voor de enorme negatieve financiële risico’s<br />

van de omklap,<br />

- de externe onderzoekers vaststellen dat er geen sprake is geweest van<br />

rechtvaardiging van de urgentie op basis van beleidsrijke informatie voor<br />

de omklap en dat de raad een beslissing heeft genomen op onvolledige<br />

informatie over beleid, dat geenszins was afgerond,<br />

- wethouder Duijndam destijds met de heer Salman een van de<br />

initiatiefnemers was van het omklapplan en als zodanig inhoudelijk<br />

verantwoordelijk was voor het ingezette proces,<br />

- er is geconstateerd dat hij actief in het besluitvormingsproces betrokken<br />

is geweest bij het terzijde schuiven van ambtelijk advies, het herschrijven<br />

van voor de omklapplannen negatieve conclusies en het daarmee de raad<br />

onvolledig en onjuist informeren,<br />

- wethouder Duijndam nu als wethouder politiek verantwoordelijk is voor<br />

de woningbouwdossiers,<br />

- wethouder Duijndam in zijn weerwoord dd. 30 april jl. de conclusies van<br />

beide rapporten aanvecht, de Onderzoekscommissie en de externe<br />

onderzoekers daarmee diskwalificeert en onvoldoende blijk geeft van<br />

kritisch besef tav de politieke, bestuurlijke en inhoudelijke consequenties<br />

van het mede door hem geïnitieerde plan en de conclusies van beide<br />

rapporten,<br />

- daarmee de basis voor vertrouwen in zijn verder functioneren als<br />

wethouder, gericht op het beleidsmatig incorporeren van de conclusies in<br />

het beleid, ontbreekt,<br />

21


NOTULEN GEMEENTERAAD NOORDWIJK dd 0505<strong>2004</strong><br />

besluit zijn afkeuring uit te spreken over het optreden van wethouder<br />

Duijndam in bovengenoemd dossier en het vertrouwen in zijn politiek<br />

functioneren op te zeggen,<br />

en gaat over tot de orde van de dag.<br />

w.g. A.W.M. Eijs, P.J.H. Koster, A.Th. van Rijnberk en M.U. Wiersema<br />

Nadat zij na een dankwoord aan de Onderzoekscommissie heeft<br />

aangegeven dat het roer vooruitlopend op de aanbevelingen van de<br />

commissie al om is en dat het wijzigen van een ingezette koers tijd en geld<br />

kost, factoren waar <strong>Noordwijk</strong> op dit moment nauwelijks over beschikt,<br />

brengt de fractie van het CDA het volgende naar voren:<br />

- een slecht functionerend ambtelijk apparaat met als gevolg het ontbreken<br />

van goed onderbouwde adviezen is naast de relatief lage gemeentelijke<br />

belastingen mede debet aan de problemen, waar <strong>Noordwijk</strong> zich op dit<br />

moment in bevindt;<br />

- er is niet doelbewust gemanipuleerd;<br />

- het achterhouden van informatie aan de raad is verwerpelijk en mag nooit<br />

gebeuren;<br />

- <strong>Noordwijk</strong> moet zoals de rijksoverheid wil, integer worden bestuurd;<br />

- van fouten moeten zowel mensen als organisaties leren;<br />

- de fractie doet naar eer en geweten haar uiterste best in het belang van<br />

alle <strong>Noordwijk</strong>ers;<br />

- de fractie legt de kritiek van de Onderzoekscommissie niet naast zich<br />

neer en beschouwt het feit dat de commissie haar werk heeft kunnen<br />

doen, als winst;<br />

- de bijdrage van de oppositie wordt als zeer waardevol ervaren;<br />

- de fractie voelt zich schuldig aan wat de Onderzoekscommissie heeft<br />

gesignaleerd, zoals een onverantwoord financieel beleid en het<br />

achterhouden van informatie; dit laatste mag nooit meer gebeuren;<br />

- de fractie staat nog steeds achter het Collegebeleidsplan, waar veel<br />

aanbevelingen al in waren opgenomen;<br />

- zaken die goed zijn gelopen, blijven in ‘Recht door zee’ onderbelicht;<br />

verder mag niet voorbij worden gegaan aan de soms moeilijke<br />

omstandigheden, waaronder de eigen organisatie heeft moeten<br />

functioneren; daarnaast moet ook de raad het zich aantrekken dat de<br />

kwaliteit van die organisatie soms te wensen overliet en dat deze zowel<br />

wethouders als raadsleden, die beiden toch toevallige passanten blijven,<br />

soms niet altijd adequaat heeft geadviseerd; de fractie wil daarom graag<br />

meewerken aan het structureel oplossen van deze problematiek;<br />

- de provincie is inderdaad op het punt van het aanwijzen van een<br />

bouwlocatie niet erg netjes en solidair met <strong>Noordwijk</strong> omgegaan; het<br />

voortduren verkleinen van Bronsgeest-Noord is mede debet aan de<br />

omklap; wat wel jammer is, is dat de afspraken met de provincie en met<br />

22


NOTULEN GEMEENTERAAD NOORDWIJK dd 0505<strong>2004</strong><br />

graaf Van Limburg Stirum niet schriftelijk zijn vastgelegd;<br />

- de fractie wil de ingeslagen weg voortzetten, tenzij de provincie en graaf<br />

Van Limburg Stirum geen begrip tonen voor de financiële gevolgen van<br />

hun handelen;<br />

- in de jaren die zijn onderzocht, was de <strong>Noordwijk</strong>se politiek sterk<br />

verdeeld; iedereen wilde zich zo goed mogelijk profileren, wat ten koste<br />

ging van de bestuurbaarheid, ook op financieel gebied; de<br />

samenbundeling tot zowel <strong>Noordwijk</strong> Totaal als De Progressieve<br />

Combinatie PvdA/GL/D66 heeft die bestuurbaarheid verbeterd;<br />

- het college moet de financiële risico’s in kaart brengen, die <strong>Noordwijk</strong><br />

loopt bij het beheer, het onderhoud en het vervangen van openbare<br />

gebouwen, sporthallen, De Wieken, Het Trefpunt en De Muze;<br />

- het CDA wordt relatief vaak in het eindrapport genoemd; verder was<br />

voormalig wethouder P.J. Barnhoorn lid van <strong>Noordwijk</strong>s Belang en komt<br />

de heer Korver, een ambtenaar die inmiddels is overleden, er ondanks de<br />

woorden die de heer Van Ast hierover vanmiddag heeft gesproken, ten<br />

opzichte van zijn collega’s nogal slecht van af; de Onderzoekscommissie<br />

heeft op dit punt ongepast gehandeld; daarnaast spreekt de commissie<br />

wel erg gemakkelijk over een CDA-netwerk; (de fractie van De Progressieve<br />

Combinatie PvdA/GL/D66 vindt het juist een kernprobleem dat<br />

het CDA zo vaak wordt genoemd, en de heer Van Ast wijst erop dat de<br />

heer Korver slechts eenmaal in een voetnoot wordt genoemd en dat diens<br />

betrokkenheid bij het CDA niet de commissie kan worden verweten);<br />

- wanneer het zo is dat de oppositie zich binnen het monistische<br />

bestuursbestel opzij geplaatst heeft gevoeld, dan moet dat ook de<br />

toenmalige Voorzitter worden verweten; het is diens taak alle partijen<br />

goed te informeren en aan bod te laten komen; doorgaans steunden<br />

echter de collegepartijen het college;<br />

- de Onderzoekscommissie heeft het beginsel van hoor en wederhoor<br />

onvoldoende toegepast; niet alle toenmalige betrokkenen zijn gehoord,<br />

waardoor onnodig veel conclusies soms op onvoldoende harde feiten zijn<br />

gebaseerd en mensen in een kwaad daglicht worden gesteld; (de fractie<br />

van de VVD vraagt om voorbeelden);<br />

- terugkijkend wil de fractie vooral lering trekken uit het onderzoeksrapport<br />

en doorgaan op de ingeslagen weg; verder kan zij zich goed vinden in de<br />

collegereactie op het rapport;<br />

- desgevraagd laat zij de heer Van Ast weten diens eerder vandaag<br />

verspreide brief namens de Onderzoekscommissie nog niet te hebben<br />

gelezen en daarover dus nog geen standpunt heeft kunnen bepalen.<br />

Nadat ook zij haar waardering heeft uitgesproken voor het werk van de<br />

Onderzoekscommissie en de externe onderzoekers, laat de fractie van de<br />

VVD weten vooral lessen uit het onderzoek te willen trekken en<br />

pragmatisch met de diverse aanbevelingen te zullen omgaan. Vervolgens<br />

geeft zij aan geschokt kennis te hebben genomen van beide rapporten, al<br />

23


NOTULEN GEMEENTERAAD NOORDWIJK dd 0505<strong>2004</strong><br />

zijn er ook zaken goed verlopen, en bepleit zij aan het eind van de<br />

vergadering goed aan te geven welke aanpassingen alsnog in ‘Recht door<br />

zee’ worden verwerkt, welke status en vorm het rapport krijgt en hoe<br />

vervolgens over een en ander met de bevolking gecommuniceerd gaat<br />

worden. Daarnaast deelt zij de conclusie dat niet altijd de juiste besluiten<br />

zijn genomen, en erkent zij zelf misschien ook niet altijd goed met de<br />

toenmalige, inderdaad soms nogal heftige bestuurscultuur te zijn omgegaan;<br />

het boetekleed trekt zij dus zo nodig graag aan. Tenslotte wil zij het<br />

Bollenbad buiten het debat van vanavond houden – die kwestie verdient<br />

een afzonderlijke discussie –, stelt zij vast dat het college inmiddels<br />

beterschap heeft getoond en dient zij de volgende motie in.<br />

motie F<br />

De raad der gemeente <strong>Noordwijk</strong> in vergadering bijeen op 5 <strong>mei</strong> <strong>2004</strong>,<br />

overwegende dat<br />

- de brief van de provincie Zuid-Holland dd. 26 januari 1996, ondertekend<br />

door Gedeputeerde Jansen, een rol heeft gespeeld bij het onderzoek,<br />

- in de rapporten deze brief wordt aangemerkt dan wel de indruk wordt<br />

gewekt een persoonlijke brief met een persoonlijk standpunt van<br />

Gedeputeerde Jansen te zijn,<br />

- uit deze brief ook conclusies worden getrokken zoals een voorkeur voor<br />

Offem-Zuid,<br />

- de stelling ‘persoonlijk’ niet houdbaar is, aangezien de brief volgens de<br />

Besluitenlijst van GS van 23 januari 1996 is bekrachtigd,<br />

- de verdediging door de Onderzoekscommissie dat de brief in de ‘ik’-vorm<br />

is geschreven en dus een persoonlijke brief is, niet aan de orde is, omdat<br />

dat gebruikelijk is,<br />

besluit de Onderzoekscommissie Financiën uit te nodigen om daar waar de<br />

naam van Gedeputeerde Jansen en/of de heer Jansen feitelijk dan wel in<br />

een context van een persoonlijke brief en/of persoonlijk standpunt in<br />

genoemde rapporten aan de orde komt, anders dan in citaten van anderen,<br />

wordt vervangen door een brief van de provincie c.q. een standpunt van<br />

de provincie,<br />

en gaat over tot de orde van de dag.<br />

w.g. M.A. van der Vlugt en M.O. van der Jagt<br />

De fractie van de ChristenUnie, die gaandeweg het onderzoek soms<br />

gevoelens van verbazing bekropen, sluit zich allereerst aan bij wat de<br />

fractie van De Progressieve Combinatie PvdA/GL/D66 over de gang van<br />

24


NOTULEN GEMEENTERAAD NOORDWIJK dd 0505<strong>2004</strong><br />

zaken rond de omklap heeft opgemerkt, en betreurt in algemene zin<br />

vanwege de financiële gevolgen daarvan het besluit tot de omklap.<br />

Vervolgens stelt zij vast als eenmansfractie vaak op achterstand te zijn<br />

gezet, en hoopt zij dat de fractie van de VVD alsnog haar woord houdt<br />

wanneer de omklap toch nog wordt teruggedraaid. Verder legt zij een<br />

bijzondere verantwoordelijkheid bij de diverse wethouders en memoreert zij<br />

dat extra bijdragen aan het Bollenbad tot een bedrag van € 415.000,-<br />

mede debet zijn geweest aan de verslechterde financiële positie van de<br />

gemeente; wat haar daarbij in het bijzonder opviel, was dat de raad<br />

gedurende meerdere jaren belangrijke informatie over het Bollenbad is<br />

onthouden, dat de raad nog steeds niet beschikt over de jaarrapporten van<br />

het bad en dat de gemeente 16 van de 18 gedurende meerdere jaren<br />

gehouden bestuursvergaderingen niet heeft bezocht noch voor zover valt<br />

na te gaan, ooit heeft gereageerd op haar toegezonden cijfers; verder is<br />

laks op noodkreten van het bad gereageerd noch is ooit grondig<br />

onderzocht hoe de financiële situatie van het Bollenbad zo kon<br />

verslechteren. Alles overziende resteert het beeld dat ondanks bezwaren<br />

van het bad daartegen veel te lage reguliere subsidies zijn afgesproken, dat<br />

het ontoelaatbaar is geweest dat de raad informatie heeft moeten ontberen<br />

en dat als gevolg daarvan het vertrouwen in wethouder Van Bockhove<br />

moet worden opgezegd, al heeft de fractie daar best wel moeite mee.<br />

motie G<br />

De raad der gemeente <strong>Noordwijk</strong> in vergadering bijeen op 5 <strong>mei</strong> <strong>2004</strong>,<br />

overwegende dat<br />

- wethouder Van Bockhove gedurende enige jaren politieke<br />

verantwoordelijkheid droeg voor o.a. het Bollenbad en de sportsubsidies,<br />

- het college een actieve informatieplicht heeft,<br />

- door diverse fracties zeker vanaf 1999 informatie is gevraagd betreffende<br />

o.a. de systematiek van de sportsubsidiëring, waartoe zelfs door de<br />

fractie van De Progressieve Combinatie PvdA/GL/D66 op 2 november<br />

2000 een motie werd ingediend, die vervolgens unaniem is aangenomen,<br />

- vragen van de fractie van de ChristenUnie betreffende de verdeling van<br />

genoemde subsidies in september 2003, die nodig waren voor de toen<br />

voor de deur staande begrotingsbehandeling, onvoldoende zijn<br />

beantwoord of zelfs onbeantwoord zijn gebleven,<br />

- sedert september 1998 reeds een rapport bestond, samengesteld op<br />

verzoek van de politiek en getiteld ‘<strong>Gemeente</strong>lijke sportaccommodaties’,<br />

- op cruciale momenten, o.a. tijdens de begrotingsbehandeling, de raad die<br />

informatie is onthouden,<br />

- Sportfondsenbad <strong>Noordwijk</strong> NV, hierna te noemen ‘Het Bollenbad’, thans<br />

in een financieel slechte situatie verkeert,<br />

25


NOTULEN GEMEENTERAAD NOORDWIJK dd 0505<strong>2004</strong><br />

- het college tussen 30 maart 1999 en oktober 2002 de raad niet heeft<br />

geïnformeerd over het financiële wel en wee van Het Bollenbad,<br />

- zelfs tot op de dag van vandaag de raad geen jaarrapporten betreffende<br />

Het Bollenbad beschikbaar zijn gesteld teneinde uitbetaalde niet-reguliere<br />

subsidies te kunnen beoordelen,<br />

- de raad pas op 25 maart 2003 officieel op de hoogte is gesteld van de<br />

werkelijke problemen, maar dat tot op heden de cijfers nooit officieel zijn<br />

toegelicht,<br />

- op 3 oktober 2001 al een aannemer/grondexploitant over Het Bollenbad<br />

onderhandelde, waarbij ook een afgevaardigde namens het college<br />

aanwezig was,<br />

- de wethouder fors nalatig is geweest de bedingen in het contract met Het<br />

Bollenbad na te komen c.q. na te laten komen,<br />

- het college / de wethouder tussen januari 1997 en september 2000 16<br />

van de 18 keer verstek heeft laten gaan een afgevaardigde naar<br />

bestuursvergaderingen van Het Bollenbad af te vaardigen,<br />

- de afgevaardigde namens het college reeds op 14 februari 2001 door Het<br />

Bollenbad op de hoogte is gesteld van de slechte financiële positie,<br />

- pas een jaar later, op 6 februari 2002, door het college daar zeer<br />

gereserveerd op is gereageerd,<br />

- een gedegen analyse van het gehele Bollenbaddossier wel is<br />

aangekondigd, maar nog altijd niet is uitgevoerd, dus drieëneenhalf jaar te<br />

laat komt,<br />

- de huidige financiële positie van Het Bollenbad gezien de in 1999<br />

contractueel vastgelegde, in de ogen van de fractie veel te lage reguliere<br />

subsidies en mede gezien de ernstig tekortschietende aandacht, in grote<br />

mate het college / de wethouder moet worden verweten,<br />

zegt het vertrouwen in wethouder Van Bockhove op,<br />

en gaat over tot de orde van de dag.<br />

w.g. A. Houwaart<br />

[Om 21.50h wordt de vergadering tot 23.00h geschorst]<br />

Nadat hij de vergadering heeft heropend, gaat de Voorzitter als volgt in op<br />

enige zaken, die aan de orde zijn gekomen, en op de eerder vandaag<br />

beschikbaar gekomen brief van de Onderzoekscommissie:<br />

- dat het college onvoldoende empathie met de aan de kaak gestelde<br />

bestuurscultuur zou hebben getoond, moge juist zijn, maar het vond het<br />

overbodig, en het voelde zich daarin gesteund door de commissie, zich<br />

daar expliciet van te distantiëren; door eerdere uitspraken heeft het<br />

college er reeds blijk van willen geven op geen enkele manier meer<br />

geïdentificeerd te willen worden met eerdergenoemde bestuurscultuur,<br />

26


NOTULEN GEMEENTERAAD NOORDWIJK dd 0505<strong>2004</strong><br />

een ander beleid te willen inzetten en er recht op te hebben de raad te<br />

laten weten reeds een ander beleid te hebben ingezet, dat gestoeld is op<br />

een actieve informatieplicht;<br />

- het zelfreinigend vermogen is vooral tot uiting gekomen in de moed en de<br />

kracht, die de raad heeft getoond om het eigen falen aan te tonen en<br />

daar consequenties aan te verbinden, die bepalend zijn voor zijn<br />

toekomstig functioneren; de externe onderzoekers hebben slechts een<br />

deelgebied onderzocht; toch moet er de komende tijd nog veel gebeuren<br />

om andere opvattingen mbt de politieke cultuur en bestuurlijke mores<br />

vast wortel te laten schieten; de raad moet overtuigd zijn van het<br />

commitment van het college iets anders te willen neerzetten;<br />

- het vormen van een cultuur is niet uitsluitend alleen een<br />

collegeverantwoordelijkheid; zoiets is een gemeenschappelijke<br />

verantwoordelijkheid, waarbij voor de Voorzitter een bijzondere taak is<br />

weggelegd, en vergt daarom een andere insteek; wel blijven politieke<br />

meerderheden uiteindelijk verantwoordelijk voor waartoe wordt besloten,<br />

maar daarbij moet het gevoel bestaan dat een meerderheid van de<br />

<strong>Noordwijk</strong>se bevolking voorgestelde besluiten draagt; anders blijft<br />

besluitvorming gratuit; wel is daarbij belangrijk de Voorzitter alert te<br />

houden bij het zoeken van het juiste evenwicht bij de loyaliteitsverdeling;<br />

- wanneer dat evenwicht uitblijft, moet de Voorzitter daarop worden<br />

aangesproken; de dubbele verantwoordelijkheid, die hij draagt, moet<br />

worden genomen dan wel hij moet verantwoording afleggen voor het<br />

geval dat niet gebeurt;<br />

- het college distantieert zich van de opmerking dat het ambtelijk apparaat<br />

slecht heeft gefunctioneerd; wanneer dat het geval is, moet het college<br />

daarop worden aangesproken;<br />

- voor de politieke cultuur en de bestuurlijke mores dragen ook<br />

raadsfracties, die geen deel uitmaken van het college,<br />

verantwoordelijkheid, maar een bijzondere verantwoordelijkheid ligt toch<br />

bij de collegefracties; het college duldt evenwel op dit punt geen<br />

compromissen en mag daarop worden afgerekend.<br />

Vervolgens laat hij weten dat het college de moties A, B en C overneemt,<br />

dat volgens het college motie D bij motie C kan worden meegenomen,<br />

maar dat de aanbevelingen in eerste instantie conform wat de<br />

Onderzoekscommissie voorstelt, worden overgenomen, en dat het college<br />

adviseert motie G aan te houden totdat afzonderlijk, maar voor de<br />

komende begrotingsbehandeling op basis van een nadere analyse over het<br />

Bollenbad is gesproken en de raad een volledig beeld van het dossier heeft<br />

gekregen.<br />

Vervolgens merkt wethouder Duijndam bij motie E op zich de daaraan<br />

onder woorden gebrachte ernstige waarschuwing zeer aan te trekken;<br />

tegelijkertijd is hij er oprecht van overtuigd, omdat er uitzicht lijkt te<br />

bestaan op een acceptabele oplossing, dat de geschetste risico’s zich niet<br />

27


NOTULEN GEMEENTERAAD NOORDWIJK dd 0505<strong>2004</strong><br />

hoeven voor te doen; hij vraagt daarom zijn werk te mogen voortzetten.<br />

Verder spreekt hij zijn afkeuring uit over de gang van zaken rondom de<br />

besluitvorming tot de omklap.<br />

Hierna ontraadt de heer Van Ast namens de Onderzoekscommissie onder<br />

verwijzing naar de eerder op dat punt gegeven schriftelijke reactie motie F.<br />

Tweede termijn<br />

Na te hebben laten weten urenlang met elkaar over het als indringend<br />

ervaren rapport ‘Recht door zee’ te hebben gesproken, laat de fractie van<br />

<strong>Noordwijk</strong> Totaal de fractie van De Progressieve Combinatie PvdA/GL/D66<br />

weten dat voor de nog zittende raadsleden één ding vaststond: wij gaan<br />

het debat vandaag niet uit de weg en zullen ons de uitkomsten van dat<br />

debat aantrekken. Verder noemt zij de inbreng van haar coalitiepartner in<br />

eerste termijn in het licht van wat boven tafel is gekomen, volkomen onvoldoende,<br />

alsof het verleden niet heeft bestaan; de fractie is dat in het<br />

verkeerde keelgat geschoten, en de beide voorzitters moeten maar eens<br />

een goed gesprek met elkaar hebben wanneer de rust enigszins is<br />

weergekeerd om te bezien of de coalitie nog wel kan worden voortgezet;<br />

deze kritiek betreft niet wethouder Barnhoorn, die uiterst hard en<br />

voortvarend werkt. Daarnaast heeft zij aan de door haar ingediende<br />

moties, die ook haarzelf aangaan, inhoudelijk niets meer toe te voegen.<br />

De fractie van De Progressieve Combinatie PvdA/GL/D66, die zich iets te<br />

veel in de watten gelegd voelt, wil, omdat de democratie in het geding is,<br />

dat de raad conclusies trekt uit wat verkeerd is gegaan; een burger moet<br />

namelijk kunnen vertrouwen op onkreukbare politici en bestuurders en dat<br />

het openbaar bestuur de consequenties trekt uit de fouten, die gemaakt<br />

zijn. Anders gezegd: vertrouwenskwesties moeten zichzelf oplossen.<br />

Daarom vindt de fractie het jammer de vertrouwensvraag te moeten<br />

stellen en houdt zij vast aan motie E. Zo’n rapport gaat nergens ongestraft<br />

voorbij. Verder bekruipt haar het gevoel dat zelfreiniging het karakter van<br />

witwassen van de eigen praktijken heeft gekregen – de inbreng van de<br />

fractie van het CDA was daarom beschamend en de fractie van de VVD<br />

beperkt zich te veel tot het rehabiliteren van oud-Gedeputeerde Jansen –<br />

en vindt zij het te gek voor woorden dat een Onderzoekscommissie nodig<br />

was om de risico’s rondom Offem-Zuid boven tafel te krijgen; alles<br />

overziende is het daarom absoluut voorbarig te stellen dat de politiek<br />

zichzelf inmiddels heeft gereinigd. Daarnaast beklemtoont zij als oppositie<br />

de afgelopen acht jaar zeer zakelijk en zeer inhoudelijk te werk te zijn<br />

gegaan, maar dat haar dat onmogelijk is gemaakt; zij blijft die lijn echter<br />

volgen. Hierna merkt zij bij de diverse moties het volgende op:<br />

- dat het college motie A overneemt, is gezien de afstand die wethouder<br />

Duijndam vanmiddag nog nam tot ‘Recht door zee’ en gezien het feit dat<br />

diens eigen partij in die motie haar afkeuring uitspreekt over de gang van<br />

28


NOTULEN GEMEENTERAAD NOORDWIJK dd 0505<strong>2004</strong><br />

zaken, merkwaardig en onlogisch; verder is er de overweging dat het niet<br />

zozeer om gemaakte fouten gaat, maar om het vertrouwen in het<br />

algemeen; anders gevraagd: is wethouder Duijndam nog geloofwaardig<br />

en is hij op de juiste tijd de juiste man op de juiste plaats? De fractie twijfelt<br />

daaraan, en betreurt dat omdat zij de intentie van motie A van harte<br />

steunt;<br />

- motie B kan de fractie steunen mits het initiatief tot een<br />

vervolgonderzoek bij de raad wordt gelegd;<br />

- motie C kan de fractie ook steunen, maar volstaan kan worden met de<br />

commissie Bestuur en Middelen;<br />

- motie D beoogt de raad een uitspraak te laten doen; verder moet de<br />

Onderzoekscommissie gewoon worden gedechargeerd;<br />

- de fractie steunt motie F niet;<br />

- motie G moet in stemming worden gebracht en niet boven de markt<br />

blijven hangen.<br />

Tenslotte verduidelijkt zij naar de fractie van <strong>Noordwijk</strong> Totaal toe dat haar<br />

oproep tot nog zittende raadsleden vooral was ingegeven door de<br />

overweging dat praktijken op het punt van de informatievoorziening<br />

gewoon moeten worden verworpen – die raadsleden moeten dus de<br />

consequenties daaruit trekken – en dat de motie van wantrouwen, die<br />

uitsluitend vanwege zijn eigen rol en verantwoordelijkheden specifiek<br />

gericht is op wethouder Duijndam, in bredere zin ook nog zittende<br />

raadsleden wil aanspreken en vooral is bedoeld de noodzakelijke omslag<br />

naar een nieuwe cultuur te maken, waar de democratische rechtsstaat<br />

centraal staat. De integriteit van wethouder Duijndam staat niet ter<br />

discussie; het gaat de fractie om de vertrouwensvraag.<br />

Na haar eerdere uitspraak dat het ambtelijk apparaat slecht heeft<br />

gefunctioneerd, te hebben teruggenomen, en ermee te hebben ingestemd<br />

motie G te betrekken bij een komende discussie over het Bollenbad,<br />

beklemtoont de fractie van het CDA de aan de kaak gestelde<br />

bestuurscultuur, die vanaf 1988 heeft bestaan, te veroordelen; de nieuwe<br />

samenstelling van de fractie laat dat zien. Ook zij wil een nieuwe,<br />

transparante cultuur. Verder ontkent zij door figuren op de achtergrond te<br />

worden bestuurd en hoopt zij op duidelijkheid tijdens het door de fractie<br />

van <strong>Noordwijk</strong> Totaal gewenste gesprek. Tenslotte sluit zij zich aan bij de<br />

preadvisering door het college tav de verschillende moties, en neemt zij<br />

afstand van gedragingen in het verleden, die volgens de Onderzoekscommissie<br />

niet door de beugel konden.<br />

De fractie van de VVD verduidelijkt mbt motie F zich niet voor enigerlei<br />

karretje te hebben laten spannen. Verder hoort zij graag wanneer over het<br />

Bollenbad gesproken gaat worden en welke aanpassingen er alsnog en op<br />

welke manier in ‘Recht door zee’ worden verwerkt, welke status en vorm<br />

het rapport krijgt en hoe vervolgens over een en ander met de bevolking<br />

29


gecommuniceerd gaat worden.<br />

NOTULEN GEMEENTERAAD NOORDWIJK dd 0505<strong>2004</strong><br />

De Voorzitter stelt voor in de commissie Raadsaangelegenheden nader te<br />

bespreken als raad en college samen met de Onderzoekscommissie een<br />

gemeenschappelijke brief naar de bewoners te sturen, met de bedoeling<br />

het verleden af te ronden en met een nieuwe cultuur van start te gaan.<br />

De fractie van de ChristenUnie, die soms een gevoel bekruipt dat de ernst<br />

van de zaak wordt onderschat, toont zich eveneens teleurgesteld over de<br />

inbreng van de fractie van het CDA. Verder wijst zij er vooruitlopend op<br />

een uitspraak of zij deze handhaaft, op dat motie G verder gaat dan alleen<br />

het opzeggen van vertrouwen en ook de achterliggende cultuur aan de<br />

kaak stelt.<br />

[Van 23.40h – 23.55h wordt de vergadering op verzoek van de fracties<br />

van De Progressieve Combinatie PvdA/GL/D66 en <strong>Noordwijk</strong> Totaal<br />

geschorst]<br />

De fractie van <strong>Noordwijk</strong> Totaal laat voorafgaand aan een hoofdelijke<br />

stemming over motie E weten dat wethouder Duijndam moet kunnen<br />

blijven beschikken over een vertrouwensbasis; de afkeuring die motie E<br />

uitspreekt, gaat haar daarom eigenlijk te ver.<br />

De fractie van de VVD spreekt zich voor motie E; de daarin opgesomde<br />

feitelijkheden zijn h.i. juist.<br />

Bij hoofdelijke stemming wordt motie E met 11 tegen acht stemmen<br />

verworpen; de leden Van Ast, Eijs, Houwaart, Van der Jagt, Koster, Van<br />

Rijnberk, Van der Vlugt en Wiersema stemmen voor de motie, de leden<br />

Admiraal, Duijndam, Elvader, Hazenoot, Heus, Mornout – van Orsouw,<br />

Van Nes, De Ridder, Van Rooijen, Versteege – Wowijs en Vliet Vlieland –<br />

de Wit stemmen tegen.<br />

[Om 00.00h wordt de vergadering, ondanks dat de Voorzitter daar moeite<br />

mee heeft, op verzoek van de fractie van De Progressieve Combinatie<br />

PvdA/GL/D66 voor enige minuten geschorst]<br />

De fractie van De Progressieve Combinatie PvdA/GL/D66 stelt vast dat de<br />

oude cultuur hardnekkiger is dan werd gehoopt, dat bestuurlijk <strong>Noordwijk</strong><br />

heeft verloren en dat de <strong>Noordwijk</strong>ers buitenspel zijn gezet.<br />

De Voorzitter betreurt daarop het aangekondigde vertrek uit de<br />

vergadering; een vergadering verlaten is geen sterktebod, maar de fractie<br />

maakt de keus. Dat de ernst van de situatie wordt onderschat zoals de<br />

fractie van de ChristenUnie stelt, doet geen recht aan het debat, zoals dat<br />

30


NOTULEN GEMEENTERAAD NOORDWIJK dd 0505<strong>2004</strong><br />

vandaag is gevoerd. Vervolgens laat hij weten dat motie G wordt<br />

teruggenomen.<br />

[De fracties van De Progressieve Combinatie PvdA/GL/D66 en de<br />

ChristenUnie verlaten uit protest de vergadering]<br />

Nadat de Voorzitter heeft aangegeven dat het college de moties A, B en C<br />

overneemt, stelt de fractie van <strong>Noordwijk</strong> Totaal voor motie D toch in<br />

stemming te brengen.<br />

Bij hoofdelijke stemming wordt motie D met algemene stemmen<br />

aangenomen.<br />

Mbt motie F laat de fractie van de VVD weten, nadat de Voorzitter erop<br />

heeft gewezen dat de Onderzoekscommissie deze heeft ontraden, deze te<br />

handhaven omdat onbeantwoord is gebleven wat de status van ‘Recht<br />

door zee’ wordt en wat er gedaan wordt met wijzigingen. Zij vult daarop<br />

aan dat de motie formeel het gelijk van de heer Jansen uitlegt, en dat<br />

daarom beide leden voor de motie zullen stemmen.<br />

Bij hoofdelijke stemming wordt motie F met twee tegen 12 stemmen<br />

verworpen; de leden Van der Jagt en Van der Vlugt stemmen voor de<br />

motie, de leden Admiraal, Van Ast, Duijndam, Elvader, Hazenoot, Heus,<br />

Mornout – van Orsouw, Van Nes, De Ridder, Van Rooijen, Versteege –<br />

Wowijs en Vliet Vlieland – de Wit stemmen tegen.<br />

De Voorzitter sluit de vergadering; het was hem een voorrecht deze<br />

zelfreflecterende beraadslagingen te mogen voorzitten.<br />

Het is 00.10h.<br />

Aldus vastgesteld door de raad der gemeente <strong>Noordwijk</strong> in zijn openbare<br />

vergadering op 25 <strong>mei</strong> <strong>2004</strong>,<br />

de Voorzitter, de Griffier,<br />

31


NOTULEN GEMEENTERAAD NOORDWIJK dd 0505<strong>2004</strong><br />

Afspraak, gemaakt tijdens de raadsvergadering van 5 <strong>mei</strong> <strong>2004</strong><br />

• In de commissie Raadsaangelegenheden wordt nader besproken als raad<br />

en college samen met de Onderzoekscommissie een gemeenschappelijke<br />

brief naar de bewoners te sturen.<br />

32

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!