Leveren van LED – seinlantaarns en toebehoren voor het wegverkeer

1. INSTALLATIES MET VERKEERSLICHTEN
1.1. Seinlantaarns
1.1.1. Definities
Verkeerslicht: inzake verkeerslichten gelden de definities van titel III – hoofdstuk I – artikelen 61
tot en met 64 van het KB van 01 12 1975 houdende het Algemeen Reglement op de
politie van het wegverkeer en alle aanvullingen hierop.
Seinlantaarn: geheel van één of meerdere verkeerslichten die boven elkaar worden opgesteld en
worden bevestigd op een steun, teneinde de beweging van een weggebruiker die een
bepaald traject volgt, te verhinderen of toe te laten.
Seinlantaarn type 200: seinlantaarn waarvan de verkeerslichten een diameter hebben van 200 mm
en bestaande uit 1 tot 5 verkeerslichten.
Seinlantaarn type 300: seinlantaarn waarvan de verkeerslichten een diameter hebben van 300 mm
en bestaande uit 1 tot 5 verkeerslichten.
De seinlantaarns kunnen de volgende combinaties van verkeerslichten tonen:
- één licht: oranjegeel knipperlicht;
groene pijl;
- twee lichten: rood-groencombinatie met voetgangerfiguur;
- drie lichten: rood-oranjegeel-groencombinatie met volle lens of met figuur (pijl, fietsfiguur, …);
rood-oranjegeel-oranjegeelknipperlichtcombinatie met volle lens;
wit met geometrische figuren (balk, cirkel, driehoek) voor het openbaar vervoer;
- vier en vijf lichten: rood-organjegeel-groencombinatie met volle lens en hieronder groene pijl(en).
ANNEX : F-EMT-PP04-2 VERSIE 07 PAGINA 28
GELDIG VANAF: 25-07-2006
Bestek nr : 1M3D8K/06I05 (Delta 32979)