15.09.2013 Views

WC ZL3_samenvatting.pdf - VETserieus.nl

WC ZL3_samenvatting.pdf - VETserieus.nl

WC ZL3_samenvatting.pdf - VETserieus.nl

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

www.<strong>VETserieus</strong>.<strong>nl</strong><br />

Beste Student,<br />

De documenten op <strong>VETserieus</strong>.<strong>nl</strong> zijn alleen bedoeld als ondersteuning bij<br />

het studeren. De <strong>samenvatting</strong>en worden nagekeken door studenten tijdens<br />

het volgen van de lessen en waar nodig aangepast. Dit project heeft als doel<br />

foutloze <strong>samenvatting</strong>en te bieden die met hun tijd meegaan, ondanks dit<br />

streven is er altijd een kans dat er fouten in de documenten staan. Mocht je<br />

tijdens het lezen van de <strong>samenvatting</strong> fouten vinden kun je dat doorgeven<br />

via de contactpagina op de site of direct een mail sturen naar<br />

vetserieus@gmail.com<br />

De student is verantwoordelijk voor zijn of haar leermethode en voor het<br />

uiteindelijke resultaat. Allemaal veel succes met de voorbereidingen!!<br />

Hartelijke groet,<br />

<strong>VETserieus</strong>.<strong>nl</strong><br />

1


Werkcolleges ziekteleer 3<br />

Werkcollege 1 glomerulaire veranderingen en proteinurie<br />

Oorzaken van proteinurie:<br />

- prerenaal<br />

o hoge bloeddruk<br />

o koorts<br />

o afwijkende plasma-eiwitten<br />

o intravasale hemolyse<br />

- renaal<br />

o glomerulaire nefritis<br />

- postrenaal<br />

o bloedingen<br />

o ontsteking urinewegen<br />

nierbekken = pyelum<br />

In de glomerulus zijn de endotheelcellen van de<br />

capillairen gefenestreerd. Ag-Ab complexen lopen hier<br />

heel makkelijk in vast waarop complement-activatie<br />

optreedt wat een heftige exsudatieve ontsteking<br />

veroorzaakt.<br />

Als het complex vastloopt bij het basaalmembraan <br />

membraneuze ontsteking<br />

Als het complex vastloopt in het mesangium membranoproliferatieve ontsteking.<br />

casus 1: reu, 3 jaar, al een jaar klachten, kreupel.<br />

Bleek gele slijmvliezen, schilferige huid, vergrote lymfeknopen, gezwollen knieen en<br />

ellebogen, proteinurie, verhoogd -globuline-gehalte in het bloed. `hond komt uit<br />

Grieke<strong>nl</strong>and Leishmania.<br />

Verdikte wanden van de capillairlissen in de<br />

glomeruli. Kapsel van Bowman verdikt.<br />

Glomeruli:<br />

In de cortex zie je rode/witte stipjes, dit zijn de<br />

glomeruli. De kapsels zijn roze en verdikt<br />

(primair probleem)<br />

Veel roze, weinig/minder celkernen<br />

1


Werkcolleges ziekteleer 3<br />

Tubuli:<br />

Lumina: zit eiwit in, de cellen<br />

vertonen hyliene druppels en<br />

vacuolisatie = degeneratie door<br />

opname van veel eiwit<br />

Epitheel: degeneratie, eiwitresorptie<br />

Interstitium:<br />

Fibrose/bindweefsel, lymfocyten. Als je hier lang<br />

genoeg mee wacht schrompelnier.<br />

Links zie je de toename van bindwefsel in het<br />

interstitium.<br />

Dit geheel noemen we een membraneuze<br />

glomeronefritis (er zijn niet meer cellen, geen<br />

exsudaat). Er is massaal Ab-Ag vastgelopen (= eiwit,<br />

= roze). Ze zijn vastgelopen in het mesangium. Doordat de immuuncomplexen ook<br />

vastlopen in gewrichten, kan de hond ook kreupel zijn.<br />

Leishmania zorgt voor intravasale hemolyse bleke slijmvliezen<br />

Casus 2: koppel mestvarkens met<br />

luchtwegproblemen<br />

Zwelling in de hals, diverse rode omschreven<br />

huidleasies, gezwollen nieren met puntbloedingen<br />

en taltijke bleke tot rode haardjes. De zwelling in<br />

de hals bleek een abces te<br />

zijn veroorzaakt door<br />

streptococcen en de<br />

huidleasies waren necrotische thrombo-embolische processen.<br />

Het is PDNS door porcine circovirus type II<br />

Glomeruli:<br />

De holte van Bowman zit vol met eiwitrijk<br />

exsudaat.<br />

Tuft (= vaatkluwe) meer cellen <br />

ontstekingscellen<br />

de holte van Bouman gevuld met eiwitrijke<br />

vloeistof en in het mesangium is een toename<br />

van cellen te zien.<br />

Tubuli:<br />

Lumina: vol met eiwit, breed lumen de cellen<br />

vertonen degeneratie<br />

(vacuolen). In het interstitium is een<br />

rondkernige infiltratie en fibrosering te zien.<br />

Epitheel: hoogstens secundair<br />

Interstitium: Oedeem (eiwitrijke vloeistof), fibrose<br />

We noemen dit een exsudatieve glomerulonefritis<br />

2


Werkcolleges ziekteleer 3<br />

Ook hier hebben we te maken met vastgelopen Ab-Ag complexen, maar nu zijn ze<br />

vlakbij het endotheel en/of rondom het capillair vastgelopen. Ook in de huid lopen<br />

deze complexen vast huidleasies. In de urine zullen we albumines en globulines<br />

aantreffen.<br />

Casus 3: teef, 8 jaar, veel urineren en braken.<br />

Koorts, gedehydreerd, urine positief op eiwit en de bloedwaarden voor ureum en<br />

creatinine waren sterk verhoogd, vergrote uterus.<br />

Dit blijkt een pyometra te zijn.<br />

Het nierbiopt vertoont dus geen afwijkingen!<br />

Normale glomeruli, tubuli hebben een spoortje eiwit in het lumen en de cellen<br />

vertonen geen vacuolisatie (degeneratie). Geen toename van bindweefsel in het<br />

interstitium en geen infiltratie van ontstekingscellen.<br />

Eiwit in de urine:<br />

- pyometra via uretra naar blaas<br />

- koorts acute fase eiwitten in de urine<br />

- stress, topsport<br />

De meest voor de hand liggende reden dat de hond meer plast is omdat er eiwit in de<br />

urine zit, hiermee stijgt de osmolariteit waardoor de terugresorptie daalt. Toch is dit<br />

niet helemaal duidelijk, andere mogelijke oorzaken:<br />

- ADH verstoring humorale apparaat<br />

- Uitwassen hypertone mergzone<br />

- Koorts pd pu<br />

Casus 4: kater van 6 jaar, niet eten, veel pogingen tot urineren, klein beetje<br />

bloederige urine dood<br />

Ddx toen kat nog in leven was: blaasontsteking of verstopping urethra<br />

Het onderscheid tussen deze twee kun je klinisch maken door middel van een<br />

buikpalpatie. Bij een ontsteking heb je een kleine blaas, bij een verstopping juist een<br />

grote.<br />

Bij deze kat was er sprake van urolithiasis, een verstopping met struvietstenen met<br />

daarbij een secundaire ontsteking.<br />

Struvietstenen hadden voorkomen kunnen worden door aangepaste voeding.<br />

Katers die vaker dit probleem hebben noemen we plaskaters flutd syndroom (feline<br />

lower urinary tract disease)<br />

Bij poezen zie je dit probleem veel minder, omdat zij een kortere en bredere urethra<br />

hebben.<br />

Bij de reu lopen de stenen vast voor t os penis (minder flexibel) en bij de<br />

bekkenomslag.<br />

Nerts: zelfde als bij kat (struviet dus), vaker in de zomer, oro-vulvaire infectie<br />

Paard: weinig over bekend<br />

Hond: struviet en oxalaten, bij de Dalmatier ook uraatstenen<br />

Een goede methode om de stenen weg te ‘spoelen’ is het dier meer te laten drinken,<br />

desnoods met zout.<br />

3


Werkcolleges ziekteleer 3<br />

In het geval van struviet kun je ook de urine aanzuren. Wel heb je dan kans op het<br />

ontstaan van andere stenen.<br />

Werkcollege 2 tubulo-interstitiele veranderingen en proteinurie<br />

Reactiepatronen van de nier:<br />

- ontsteking<br />

o glomerulonefritis puntjes/spikkeltjes in de schors, 1-2 mm, meestal<br />

immuungemedieerd, proteinurie<br />

o interstitiele nefritis spikkeltjes/streepjes in het merg en in de schors.<br />

Beginstadium rood, later bleek. Oorzaak: infectieuze agentia<br />

o pyelonefritis vaak opstijgend vanuit de blaas, pusserig<br />

- degeneratie<br />

- neoplasie<br />

- hyperplasie<br />

- atrofie<br />

- necrose (door hypoxie)<br />

- stapelingen (bruine nier hemoglobine)<br />

- circulatiestoornissen<br />

- congenitaal<br />

oorzaken shock ( verminderde bloeduitstoot hart)<br />

- anafylaxie<br />

- sepsis<br />

- hypovolemie<br />

nier bleek, zuurstof daalt degeneratie.<br />

Degeneratieve cel ziet bleek, want de cel wordt groter doordat het cytoplasma<br />

verbreedt bleker. Cel wordt ook minder stevig, zachter.<br />

Casus 1: geit, plotseling erg ziek<br />

Uremisch, shockverschijnselen.<br />

Uremie:<br />

- prerenaal: shock<br />

- renaal: nierfalen door nefritis<br />

- postrenaal: obstructie<br />

macroscopisch bij uremie te zien:<br />

- ulceraties<br />

- vergrote bijschildklier<br />

- kalkneerslagen (hart, long, spier)<br />

macroscopisch bij shock te zien:<br />

- longoedeem<br />

- bleke organen ( ook bij autolyse)<br />

In dit geval is er aan de glomeruli niets te<br />

zien evenals in de distale tubuli.<br />

Het tubulusepitheel van de proximale<br />

tubulusmdaarentegen is bleek, de kernen<br />

zijn vervallen degeneratieve<br />

necrotische proximale tubulus.<br />

4


Werkcolleges ziekteleer 3<br />

Dit komt door de shock te weinig bloed microcirculatie verstoord DIS bij<br />

shock door langzame bloedvloei en schade endotheel.<br />

Bij een dier in shock vindt er geen terugresorptie plaats, wat er voor zorgt dat het<br />

kleine beetje urine dat het dier plast erg waterig is.<br />

De uiteindelijke doodsoorzaak zal nierfalen zijn.<br />

Er vindt wel tubulo-glomerulaire feedback plaats: het RAAs systeem (GFR daalt) en<br />

macula densa stimulatie.<br />

Casus 2: waakhond, at en dronk niet meer<br />

Klein volume waterige urine met eiwit en glucose. Urinesediment bevatte<br />

celcilinders. antivries-intoxicatie<br />

Acuut nierfalen acute uremie (ureum in het bloed)<br />

Alleen veranderingen in de tubuli te zien: oxalaatkristallen<br />

(pijlen) in het<br />

lumen en destructie en degeneratie van de<br />

epitheelcellen.<br />

Deze hond heeft antivries gedronken<br />

(ethyleenglycol) oxaalzuur Caoxalaatkristallen<br />

kristalurie.<br />

De verschijnselen die je na verloop van tijd verwacht: metabole acidose, uremie,<br />

dehydratie.<br />

Nu heeft de hond last van verstopte tubuli met uremie als gevolg en veel toxische<br />

stoffen in het lichaam.<br />

Creatinine zegt iets over afvalstoffen van afbraak van spieren.<br />

Casus 3: abbessijn, 8 jaar, paar maanden ziek: vermagering, pu/pd.<br />

Verhoogde ureum en creat in het bloed, kat steeds lustelozer. Dood kleine stevige<br />

nieren: schrompelnieren.<br />

De schors van deze nier is onregelmatig en versmald<br />

glomerulosclerose.<br />

In de glomerulus is duidelijk atrofie van<br />

het vaatkluwen te zien. Daarnaast zit er<br />

urine de holte van Bowman. Dit komt door stuwing van<br />

urine door het toegenomen bindweefsel verlies<br />

nefronen. Zo krijg je atrofie van de glomeruli <br />

gedilateerde glomeruli, alleen de ruimte van Bowman<br />

blijft nog over en deze zit dan vol urine CIN. De<br />

initiele leasie is onbekend.<br />

chronische uremie.<br />

Uiteindelijk zal de glomerulus totaal verbindweefselen<br />

5


Werkcolleges ziekteleer 3<br />

Cysteuze verwijding van de tubuli door stuwing door stase urine in nefronen,<br />

fibrosering van het interstitium en ontstekingshaarden.<br />

metabolieten en EPO zal gedaald zijn.<br />

Het onregelmatige oppervlak van de nier<br />

komt door het bindweefsel retractie.<br />

Deze afwijking noemen we CIN:<br />

chronische interstitiele nefritis.<br />

De urine zal in volume toegenomen zijn,<br />

heel waterig want er is geen hypertoon<br />

merg meer.<br />

In het bloed zal een uremie bestaan, veel<br />

Casus 4: koe, geeft na partus minder melk, minder eetlust, kleine hoeveelheden<br />

troebele urine.<br />

Urine bevat veel eiwit, sediment rijk aan leukocyten, zwak verhoogde<br />

lichaamstemperatuur, vergrote nieren, hardvormige processen, exsudaat in het<br />

pyelum.<br />

links: purulente haarden uitgaande van de<br />

glomeruli<br />

onder: papilnecrose met demarcatiezone.<br />

In de schors meerdere kleine<br />

hyperemische ontstekingshaarden (met<br />

leukocyten). In het nierbekken necrotisch<br />

materiaal. Er zitten ontstekingshaarden in<br />

interstitium en glomeruli. Waarschij<strong>nl</strong>ijk<br />

is dit een stijgende ontsteking vanuit het<br />

nierbekken (kan ook hematogeen zijn).<br />

Het pyelum is namelijk bleek en<br />

structuurloos necrose.<br />

Acute demarcatiezone; pyelonefritis. In dit geval verwacht je ook afwijkingen in<br />

ureteren en urineblaas.<br />

Deze aandoening is bacterieel.<br />

Purulente ontsteking uitgaande van de<br />

glomeruli. <br />

Purulent materiaal in een Tubulus.<br />

In het sediment van de urine zul je<br />

waarschij<strong>nl</strong>ijk ontstekingscellen, epitheelcellen,<br />

bacteriën en macrofagen aantreffen.<br />

6


Werkcolleges ziekteleer 3<br />

Werkcollege 3 beenmerg en lymforeticulaire<br />

veranderingen<br />

Casus 1: hond, sinds enkele weken een goed<br />

omschreven knobbel (diameter 4 cm) in de huid van<br />

het scrotum. Hond braakt bloed. ( histamine <br />

zuurproductie stijgt bloed braken)<br />

links: Grote cellen met basofiel, korrelig cytoplasma :<br />

mastcellen.<br />

Tussendoor enkele eosinofiele granulocyten (pijlen)<br />

De sinussen in de lymfeknoop zijn verwijd en zitten vol<br />

mastcellen. Daarnaast zijn er ook wat eosinofielen<br />

aanwezig en wat macrofagen met ijzerpigment.<br />

Deze cellen zijn daar gekomen via het drainerende lymfevat.<br />

Het celbeeld is monotoom, uniform en er is mitose te zien tumor<br />

De cellen zijn ook in de follikels en trabekels te zien, dit duidt op infiltratie en dus<br />

hebben we te maken met een kwaadaardige tumor.<br />

Veel mastcellen histamine receptor op paretaalcellen in de maag meer<br />

maagzuur slijmvlies stuk braken met bloed<br />

7


Werkcolleges ziekteleer 3<br />

De diagnose: metastase in lymfeknoop van een mastceltumor. De prognose is niet al<br />

te best, er zijn immers al uitzaaiingen.<br />

Casus 2: rund, acute mastitis.<br />

Supramammaire lymfeknopen gezwollen en zacht.<br />

Hoge koorts, pols frequentie toegenomen,<br />

versnelde ademhaling, dood<br />

in deze lymfeknoop is de immunologische activiteit niet sterk toegenomen, de schors<br />

is vrij smal met enkele kleine follikels en een smalle paracortex. De aspecifieke<br />

fagocyterende activiteit is toegenomen, er zijn<br />

namelijk veel macrofagen te zien.<br />

rechts: Vergroting van een sinus. Toename<br />

van histiocyten (H) en polymorfkernigen<br />

(P). De strengen (S) zijn geïnfiltreerd door<br />

polymorfkernigen en macrofagen:<br />

lymfadenitis.<br />

Dit sinusbeeld noemen we sinushistiocytose.<br />

Toch noemen we dit geen lymfadenitis, dan<br />

zitten er namelijk veel meer neutrofielen in<br />

de lymfonoda. Dit noemen we acute<br />

reactieve hyperplasie.<br />

links: Schors; primaire<br />

en een beginnende<br />

secundaire follikels;<br />

kleine paracortex;<br />

trabekels en sinussen<br />

celrijk.<br />

Rechts: Merg; trabekels<br />

(strengen) en sinussen<br />

celrijk<br />

Eventuele andere afwijkingen die bij sectie gezien zouden kunnen worden:<br />

sepsisverschijnselen:<br />

bleke en gezwollen lever, nier, milt en puntbloedingen. Hyperemische long.<br />

Casus 3: slachtvarken, in de voor-buitendelen<br />

Van beide longhelften een chronische<br />

Catarrhale bronchopneumonie. De lymfeknopen<br />

van de long zijn vergroot, stevig en hebben<br />

op sneevlakte een gemarmerd aspect.<br />

8


Werkcolleges ziekteleer 3<br />

In de cortex is een hyperplasie van de follikels te zien en van de paracortex.<br />

In de sinussen zien we bindweefsel (kern spoelvormig) en macrofagen.<br />

Rechts: Vergroting van een sinus: hoeveelheid<br />

histiocyten (macrofagen) toegenomen,<br />

sinushistiocytose. Zij zijn geactiveerd (schuimig<br />

cytoplasma. Het bloed is<br />

maar kort in de lymfknoop want er heeft nog<br />

geen fagocytose plaats gevonden<br />

en er is geen hemosiderine pigment gevormd.<br />

Links: Overzicht: secundaire follikels ;<br />

brede paracortex ; verbrede trabekels ;<br />

sinussen gevuld met bloed.<br />

Er is hier sprake van een chronische lymfeknoop reactie, er is namelijk hyperplasie<br />

van paracortex en follikels, dit duurt enkele dagen.<br />

Er is ook bloed in de longen van dit varken gevonden. Dit komt door het slachtproces.<br />

Tijdens de slacht ademt het varken bloed in, dit gaat direct naar de lymfeknopen, ook<br />

al is het varken klinisch al dood.<br />

Deze ontstekingsvorm noemen we<br />

chronische non-specifieke reactieve<br />

hyperplasie.<br />

Casus 4: volwassen kat met dermatitis<br />

en koorts, waarbij in het bloedmonster<br />

een leukocytose en linksverschuiving<br />

waren vastgesteld. Euthanasie, beenmerg<br />

is grauwrood van kleur.<br />

In een volwassen gezonde kat verwachten we in het<br />

beenmerg van de diafyse vet.<br />

links: A = normaal, grijs door vet.<br />

B = actief, grijsrood door toename hemopoëtisch weefsel.<br />

Bij deze kat treffen we hemopoetisch weefsel aan en dan met<br />

name myeloid en megakaryocyten. De erythropoese<br />

ontbreekt dus. Deze beenmerg afwijking noemen we<br />

myeloide hyperplasie van het beenmerg.<br />

Dit beenmergbeeld past bij een acute ontsteking<br />

9


Werkcolleges ziekteleer 3<br />

Rechts: Overzicht van het beenmerg.<br />

Toename hemopoëtisch weefsel,<br />

afname hoeveelheid vetcellen.<br />

Waarschij<strong>nl</strong>ijk tref je bij deze kat ook<br />

gezwollen en bleke lever en nieren<br />

aan. Toxines zorgen voor zwelling<br />

door water of vet, wat een bleek<br />

uiterlijk geeft.<br />

Werkcollege 4 hemorrhagische diathese<br />

Links: toename myeloide cellen en<br />

megakaryocyten: myeloide hyperplasie.<br />

Wanneer een dier petechieen heeft, duidt dit op een verstoring van de primaire<br />

stollingscascade.<br />

Ddx:<br />

- vaatwandafwijkingen, bijv. vasculitits<br />

- thrombocytopathie (slechte trombo’s) bijv. door NSAID’s<br />

- thrombocytopenie (te weinig trombo’s)<br />

- vWF (= nodig voor aanhechting aan vaatwandleasie)<br />

Meest waarschij<strong>nl</strong>ijk bij paard:<br />

Morbus maculosus, dit is een vaatwandafwijking<br />

Droes of EHV als primaire infectie, hierdoor kan later een allergische reactie optreden<br />

waardoor de vaten gaan lekken (oedeem) morbus maculosus.<br />

10


Werkcolleges ziekteleer 3<br />

Meest waarschij<strong>nl</strong>ijk bij varken:<br />

ITP: immuungemedieerde trombocytopenie. Er zitten dan Ab’s in het colostrum van<br />

de zeug, vanwege een eerdere dracht tegen trombocyten van de big.<br />

Ook bij de hond zien we wel een petechieen, ook hierbij komt dit door ITP<br />

(immuungemedieerde trombocytopenie). Dit kan komen door een infectie, medicijnen<br />

maar ook idiopathisch. Het is een autoimmuunreactie, waarbij ook IHA kan ontstaan.<br />

(immuungemedieerde hemolytische anemie).<br />

Bij een dicumarine intoxicatie hebben we het over rattengif. Dit is een vitamine K<br />

antagonist, hierdoor daalt het aantal functionele stollingsfactoren onderbreking in-<br />

en extrinsieke stollingscascade hemorrhagische diathese (HD).<br />

PT zegt iets over de extrinsieke stolling, deze is als eerst verlengd, want factor VII<br />

heeft de kortste t1/2.<br />

APTT zegt iets over de intrinsieke stolling, geactiveerd door PF3.<br />

De verschijnselen van een dicumarine intoxicatie:<br />

- sloom<br />

- bleke slijmvliezen<br />

- sinustachycardie<br />

- shock<br />

- ventrikel-aritmieen<br />

- dyspneu<br />

- hemothorax<br />

- hoesten<br />

- bloedingen in de bek<br />

- braken<br />

- melena<br />

- bloed in ontlasting<br />

- diarree<br />

- subcutane bloedingen<br />

- anorexie<br />

- pij<strong>nl</strong>ijk abdomen<br />

- hypothermie<br />

- bloed in urine<br />

11


Werkcolleges ziekteleer 3<br />

De verschijnselen zijn afhankelijk van de hoeveelheid vitamine K die het dier gebruikt<br />

wanneer de verschijnselen optreden en van de activiteit van het dier.<br />

Actief vitamine K heeft het dier in opslag, dus het is er van afhankelijk hoe snel dat op is.<br />

(stoten e.a. trauma) 24-48 uur minimaal.<br />

De diagnose: PT is als eerst verlengd, dan daarna ook de APTT.<br />

Behandelingsmethoden:<br />

1. vlak na inname (< 2 uur ) braken, laxeren. Na-sulfide/actieve kool ter<br />

vermindering absorptie<br />

2. na +/- 8 uur Vit K actief<br />

3. shock infuus + Vit K<br />

4. tekort stollingsfactoren plasma + Vit K (paar weken)<br />

5. anemie bloedtransfusie + Vit K<br />

Quarter horse, ruin, 1 jaar. Sinds een dag sloom, benauwd en een enorme dikte in de hals.<br />

De huis schemert op die plaats blauw door, er wordt een groot hematoom vermoed welke<br />

maximaal veroorzaakt kan worden door het stoten tegen de voerbak. Bloedonderzoek:<br />

- PT niet afwijkend<br />

- APTT verlengd<br />

- Fibrinogeen niet afwijkend (test niet nodig)<br />

- Thrombocyten binnen referentie waarden (test niet nodig)<br />

Het stollingproces is nu waarschij<strong>nl</strong>ijk verstoord bij het intrinsieke pad. Het extrinsieke<br />

pad kan een hoop opvangen, maar op een gegeven moment is de emmer vol. De Ddx:<br />

- congenitaal (afwijkende stollingsfactoren = hemofilie)<br />

- verkregen<br />

o bij leverfunctiestoornis<br />

o door Vit K tekort<br />

De waarschij<strong>nl</strong>ijkhiedsdiagnose is nu hemofilie. Het dier is immers jong en de PT is niet<br />

verlengd. Dit kun je testen door de stollingstijd te meten met een intacte factor VIII, als<br />

alles dan in orde is, dan is er iets mis met factor VIII.<br />

De vragen die je jezelf had moeten stellen voor het bloedonderzoek:<br />

1. heeft het dier HD?<br />

2. Erfelijk of verkregen?<br />

3. Primair, secundair of beide?<br />

4. Wat voor diagnostiek?<br />

Als laatste nog een gecastreerde leonberger teef, verliest sinds enkele dagen bloed uit de<br />

bek, nooit eerder dit probleem gehad. Al een mammatumor latern verwijderen zonder<br />

problemen. Nu enkele petechieen in de mucosa van de mond, op de buikhuid 4<br />

ecchymoses, bloedverlies uit het rectum. Bloedonderzoek:<br />

- PT = 28 sec (ref 6,7 – 9,5)<br />

- APTT = 56 sec (ref 10 – 17,2)<br />

- Fibrinogeen < 0,1 g/l (ref 1 – 2,8) (= op)<br />

12


Werkcolleges ziekteleer 3<br />

- Thrombocyten < 18 giga/l (ref 144 – 603) ( = op)<br />

Hier is sprake van DIS: diffuse intravasale stolling<br />

Waarschij<strong>nl</strong>ijk: metastase mamatumor TNF stijgt weefselbeschadiging <br />

weefseltromboplastine + beschadiging vaten activatie stollingscascade op vele<br />

plaatsen plaatjes en stollingsfactoren zijn nu simpelweg op. Dus: hypercoagulatie <br />

alles opgebruikt.<br />

De diagnose bevestigen we door de lymfeknopen te voelen, bij metastasen zijn ze<br />

vergroot. Ook kun je een rofo van de long maken stippels/sluiering. Altijd beiderzijds!<br />

Behandeling: plasma + anticoagulans (heparine) geven.<br />

De prognose is niet best, er zijn immers als metastasen.<br />

Werkcollege 5 diktes in de hals<br />

De bijschildklier levert zijn product endocrien en heeft dus geen lumen om het product<br />

(hormoon) op te slaan.<br />

Links: endocriene (adenoide)<br />

rangschikking. In de schildklier<br />

zijn follikels welke gevuld zijn met<br />

roze, egale vloeistof (colloid =<br />

precursor opslag) Dit is<br />

geproduceerd door omliggende epitheelcellen. Als het follikel actief is, zijn er<br />

resorptievacuolen te zien.<br />

In een actieve epitheelcel is het DNA onomwonden, de kern is groter en<br />

bleker en de actieve cel is kubisch tot cilindrisch (= meer cytoplasma).<br />

Inactief epitheel is plat (atrofisch) met een donkere, kleine kern. C-cellen (=<br />

parafollikulaire cellen) produceren calcitonine vastleggen calcium in bot plasma Ca<br />

daalt.<br />

Casus 1: geit, voor de 2 e keer geboorte van een lam met een dikke hals, lammeren<br />

drinken moeilijk, blijven achter in groei, oren bleven hangen. Sectie sterk vergrote<br />

schildklier.<br />

Ddx dikke hals:<br />

- vergrote lymfeknopen<br />

- abces<br />

- hematoom<br />

- afgezakte cysten vanuit de speekselklier<br />

- vergrote schildklier<br />

13


Werkcolleges ziekteleer 3<br />

Kapsel is verdikt met bindweefsel. Dit komt door de drukkracht van het weefsel en<br />

wellicht door teveel aan GH. Ook meer bindweefsel is de rest van het weefsel zoals in en<br />

om de kleine onregelmatige follikels. Ze hebben geen vacuolen. Rechts: normaalbeeld<br />

papillaire proliferatie, het epitheel is cilindrisch en (onder)<br />

meerlagig. Dit duidt erop dat het actief is.<br />

De oorspronkelijke follikelvorm is nauwelijks nog te herkennen, er is geen colloid meer.<br />

We noemen deze afwijking struma (= hyperplastisch)<br />

- epitheel = parenchymateus<br />

- follikels = colloidaa<br />

nu: congenitaal parenchymateuse struma<br />

over het algemeen is de pathogenese als volgt:<br />

- jodiumovermaat bij dieren / tekort bij de mens<br />

- erfelijk defect bij aanmaak T3/T4. Ze kunnen dan geen pterioglobuline aanmaken,<br />

dit bindt aan precursor schildklierhormoon dan binding aan jodium (nu dus<br />

niet!!) TSH uit adenohypofyse stijgt in bloed, want T3/T4 daalt.<br />

Het metabolisme daalt, dieren eten slecht, zo krijg je dwerggroei <br />

- GH daalt (proportioneel)<br />

- T3/T4 daalt (disproportioneel)<br />

geen uitgroeing groeischijf botten blijven korter<br />

Casus 2: oudere kat, sterke eetlust en toch vermageren. Altijd een koele ligplaats.<br />

Operatief de schildklieren verwijderd. Ze waren macroscopisch iets groot, onregelmatig,<br />

knobbelig van vorm.<br />

De verandering zijn nodulaire, multipele, goed begrensde schildklierknobbels<br />

14


Werkcolleges ziekteleer 3<br />

Er is een actief deel en een inactief deel<br />

Het actieve deel:<br />

- kubisch<br />

- grote kernen<br />

- veel vacuolen in het follikel<br />

- follikels klein en bijna leef hoge turnover<br />

- (lipofucsine depositionering)<br />

Het actieve deel produceert ongeremd hormoon = autonome productie<br />

Het omliggende weefsel is inactief, want wordt geremd door TSH dat daalt. Dit is het<br />

normale schildklierweefsel<br />

Het inactieve deel:<br />

- plat<br />

- atrofisch epitheel<br />

- follikels zitten vol<br />

- weinig vacuolen<br />

De diagnose: multipele nodulaire adenomateuze hyperplasie.<br />

Deze kat zal last gehad hebben van hyperthyreoidie meer eten, afvallen, metabolisme<br />

stijgt warm, hele hoge hartslag hypertrofische cardiomyopathie. De ddx is DM.<br />

onder: detail van het inactieve<br />

deel: plat epitheel en geen<br />

resorptie vacuolen<br />

Links: verdikkingen zijn te zien. Het donkerpaarse is<br />

de bijschildklier, rechts zie je nog normaal<br />

schildklierweefsel.<br />

Onder: Detail van de hyperplasie: epitheel is kubisch<br />

tot cilindrisch; veel<br />

resorptie vacuolen (linker grote witte vlek met<br />

‘compartimenten’)<br />

15


Werkcolleges ziekteleer 3<br />

rechts: normaal beeld; ondanks vulling is het epitheel<br />

niet plat.<br />

Als bij de operatie maar 1 schildklier is weggehaald, zal<br />

de andere zorgen voor compensatie. Als ze beide<br />

weggehaald zijn, zullen de bijschildklieren er ook niet<br />

meer zijn, PTH daalt hypoparathyreoidie.<br />

Casus 3: oude hond, dronk en plaste veel. Braakte frequent, sloom, stonk uit bek<br />

(ammoniak!!). Euthanasie<br />

Kleine, bleke, stevige en onregelmatige nieren. De ribben waren buigbaar,<br />

bijschildklieren vergroot. (de hond heeft 4 bijschildklieren, er zijn er maar 2 zichtbaar, de<br />

andere 2 zitten ‘verstopt’ in het schildklierweefsel)<br />

De bijschildklieren produceren PTH en CT!<br />

Links is de bijschildklier, enorm vergroot dus. Rechts<br />

zie je nog een klein beetje normaal schildklierweefsel.<br />

Rechts: adenoide<br />

rangschikking van de<br />

cellen. Het cytoplasma van<br />

het epitheel is naar het<br />

bloedvat gericht en de<br />

epitheelcellen liggen naast elkaar: endocrien. Dat naast<br />

elkaar liggen noemen we palissadering.<br />

De cellen zijn dus actief, ze maken PTH.<br />

Deze hyperplasie van de hoofdcellen noemen we hyperparathyreoidie.<br />

normaalbeeld<br />

De oorzaak: nierfalen. Vit D synthese verstoord,<br />

daardoor daalt het Ca. Minder fosfaat<br />

uitgescheiden, P stijgt. Relatief te weinig calcium<br />

activatie bijschildklier PTH stijgt Ca<br />

vrijmaken uit bot dmv osteoclastenactiviteit <br />

buigzame ribben.<br />

We noemen dit ziektebeeld renale secundaire<br />

hyperparathyreoidie.<br />

Ddx:<br />

- alimentaire secundaire hyperparathyreoidie<br />

- functionele bijschildkliertumor<br />

braken: uremie prikkeling braakcentrum en ontstekingen/ulceraties van het slijmvlies.<br />

uremische gastritis. Ook ulcera in de mond (langs kiezen, onder tong)<br />

16


Werkcolleges ziekteleer 3<br />

Grote bleke cellen met forse bleke kernen met weinig<br />

heterochromatine (DNA = onomwonden).Meer<br />

Euchromarine dus. Meer cytoplasma, meer bloedvaten<br />

vol met ery’s hyperemie.<br />

Palissadering (pijl); cytoplasma richting bloedvat dus<br />

hormoon secretie.<br />

Ook in de long zal Ca neerslaan.<br />

- distrofisch: tgv verval weefsel, pH daalt Ca neerslag<br />

- metastatisch: via bloed, op meerdere plekken doordat Ca is gestegen in het bloed<br />

dit is nu het geval!<br />

puimstee<strong>nl</strong>ong<br />

Werkcollege 6 De obese hond<br />

De bijnier:<br />

- Glomerulosa aldosteron<br />

- Fasciculata cortisol<br />

- Reticularis androgenen<br />

- Merg (nor) epinephrine<br />

In dit werkcollege hebben beide honden Cushing:<br />

1. hypofysetumor bijnierschors is enorm toegenomen<br />

2. iatrogene cushing cortico’s gekregen tegen huidklachten, bijnierschors enorm<br />

afgenomen.<br />

Normaliter is schors : merg = 1:1<br />

Hypofysetumor maakt ACTH, de tumor drukt op chiasma blindheid. De<br />

neurohypofyse ziet bleek, heel de rest is adenohypofyse.<br />

De adenohypofyse heeft 3 type cellen:<br />

- eosinofiele heftig roze<br />

- basofiele<br />

- chromofoob (cytoplasma is niet gekleurd)<br />

Bijnier: glomerulosa in boogjes, plat of ovale kernen<br />

Faciculata: redelijk georganiseerd<br />

Reticularis: complete chaos<br />

Bruin pigment is lipofucsine<br />

Casus 1: 8 jarig teefje, sloom, pu/pd, dikke buik. Laatste dagen blind. Al lang geen<br />

loopsheid meer. Euthanasie<br />

Grote bleke lever, vergrote bijnieren, dikte ter plaatse van de hypofyse.<br />

hypofysetumor infiltreert de hersenen bij<br />

pijlen.<br />

17


Werkcolleges ziekteleer 3<br />

Tumor gaat uit van basofiele cellen. Palissadering<br />

(pijl) rond de bloedvaten en cytoplasma gericht<br />

naar het bloedvat uitscheiden van hormonen.<br />

Een verklaring voor de klachten:<br />

- pu/pd: de neurohypofyse scheidt normaliter ADH uit. De neurohypofyse zit nu<br />

behoorlijk in de verdrukking wateruitscheiding.<br />

Daarbij zal de hond diabetes gehad hebben. GNG omhoog suiker in urine <br />

osmose<br />

- geen loopsheid: geen Gonadotrophe hormonen<br />

- dikke buik: vetmobilisatie<br />

- blindheid: tumor drukt op chiasma opticum<br />

- grote bleke lever: leververvetting<br />

Er zouden ook veranderingen in het skelet aangetroffen kunnen worden. Er zal immers<br />

minder GH afgegeven worden en door ACTH worden de osteoblasten geremd.<br />

Casus 2: hond met zelfde problemen als casus 1, maar geen blindheid. Langdurig<br />

behandeld wegens huidklachten. Euthanasie.<br />

Chronische dermatitis, vergrote lever, sterke vetzucht. Bijnieren verkleind.<br />

K = kapsel<br />

G = glomerulosa, deze is grotendeels<br />

intact<br />

Pijl = fasciculata en reticularis, hier is<br />

bijna niets van over. atrofie<br />

M = merg<br />

Dit noemen we iatrogeen Cushing.<br />

De cortico’s zullen uiteindelijk de osteoblasten remmen, dus ook hier kun je<br />

skeletveranderingen verwachten.<br />

Ddx:<br />

- niet actieve hypofysetumor niet uitgaande van basofiele cellen<br />

- bijniertumor in andere bijnier<br />

Werkcollege 7 endocrinologie van het fret en ziekteproblemen gerelateerd aan<br />

calcium, fosfor en vitamine D in het konijn en de grijzeroodstaart papegaai<br />

Hyperoestrogenisme:<br />

- bijniertumor (75% van de fretten)<br />

- restovarium<br />

18


Werkcolleges ziekteleer 3<br />

Symptomen van een fret met een insulinoom:<br />

- lethargie<br />

- niet goed wakker worden<br />

- anorexie<br />

- symptomen niet continu aanwezig, niet vlak na het eten<br />

- krabben naar de bek (misselijkheid)<br />

- speekselen (misselijkheid)<br />

- zwak in de achterhand<br />

- flauwte / coma<br />

De diagnose stellen: het dier moet eerst 4-6 uur vasten, dan een hypoglycemie meten (<<br />

3.5) Als deze 3,6 is, nog even een uurtje wachten, dan weer prikken. Als na het vasten<br />

insuline hoog aanwezig blijft hypoglycemie. Als insuline in normale hoeveelheden<br />

aanwezig is met een laag glucose, dan is er dus teveel insuline!<br />

Het advies is nu om het fret iedere 4 uur eten te geven.<br />

Bij mens en hond zaait een insulinoom snel uit naar de lever. Bij de fret is op de echo de<br />

pancreas erg moeilijk vast te stellen (bestaat v<strong>nl</strong> uit vet, onderscheid is lastig).<br />

Het insulinoom is klein, je hebt geen vast oriëntatiepunt, al met al dus erg lastig.<br />

Daarbij is het goed om te weten dat insulinomen bij het fret zelden/nooit metastaseren en<br />

zeker niet naar een ander orgaan.<br />

Er zijn een paar mogelijkheden om een fret te helpen wanneer deze een insulinoom heeft:<br />

1. nodulectomie<br />

2. nodulectomie gecombineerd met partiele pancreatectomie<br />

3. prednisolon<br />

4. diazoxide<br />

prednisolon: wanneer een fret zwakte in de achterhand heeft, kun je aan een hernia<br />

denken, daar zou prednisolon goed tegen helpen. In dit geval werkt het ook, want het<br />

stimuleert de GNG, daarbij is het goedkoop en heeft iedere DA het op de praktijk.<br />

(glucose water geven is niet slim, hiermee stimuleer je insuline afgifte)<br />

Prednisolon iatrogene Cushing, immunosupressie. Na behandeling zal chemo<br />

(bijvoorbeeld tegen lymfoom) niet meer aanslaan.<br />

Diazoxide: hierdoor daalt de insuline-afgifte. Bij overdosering braken kun je weer<br />

cortico’s tegen geven. Je begint niet met 20mg/kg, dan kun je een hyperglycemie krijgen<br />

dood. Dus met 5 mg/kg beginnen en dan langzaam opbouwen.<br />

Operatie: de afvoergang van de pancreas naar de darm moet uiteraard bespaard blijven.<br />

Hoe meer weefsel je weghaalt, hoe hoger de kans dat de pathologische afwijkingen<br />

verdwijnen. Maar als je teveel weghaalt DM dit kun je bij de fret niet reguleren.<br />

Dus absoluut niet meer dan 40% weghalen. Als het insulinoom in het corpus zit, kun je<br />

wellicht helemaal niets weghalen.<br />

19


Werkcolleges ziekteleer 3<br />

Hyperadrenocorticisme komt ook heel vaak voor bij het fret, en is niet hetzelfde als<br />

Cushing. De symptomen van hyperadrenocorticisme bij het fret:<br />

- jeuk (m/v)<br />

- symetrische kaalheid (m/v)<br />

- terugkeer seksueel gedrag bij gecastreerde dieren (m/v)<br />

- vulvazwelling bij gecastreerde fret (v)<br />

- prostaathypertrofie strangurie (moeite met plassen) (m)<br />

Bij fretten met hyperadrenocorticisme worden geen afwijkende ACTH waarden<br />

gevonden. Toch zou je kunnen zeggen dat hyperadrenocorticisme hypofyse-afhankelijk<br />

is. Na castratie stijgt namelijk LH Lh- receptoractivatie hormoonvorming in bijnier<br />

bijniertumor.<br />

De diagnose hyperadrenocorticisme:<br />

- cortisol/creat is gestegen bij een bijniertumor (maar ook bij restovarium!!), dus<br />

eerst de urine meten. Bij deze symptomen doe je dit alleen niet, hiermee sluit je<br />

immers de ddx niet uit.<br />

- LH: oestradiol en andere androgenen zijn gestegen. Dit is alleen ook het geval bij<br />

restovarium<br />

- Echo: vergrote bijnier te zien (soms beide), eventueel restovarium te zien.<br />

De rechter bijnier zit aan de v. cava vast en is dus bijzonder lastig chirurgisch te<br />

verwijderen. De prognose is dan niet zo goed, je moet dan op zoek naar een ander<br />

alternatief. Beiderzijdse bijniertumor: GnRH agonist toedienen.<br />

normaal<br />

Nu <br />

Dit wordt ook wel gebruikt bij mannen<br />

met prostaatkanker impotentie<br />

Konijnen kunnen een hoger totaal calcium gehalte in het serum hebben dan andere<br />

zoogdieren. Bij een dieet met bijzonder veel calcium en weinig Vit D was de gemiddelde<br />

gefractioneerde excretie van calcium 44%. (bij meeste zoogdieren < 2%)<br />

Ook bleek dat bij konijnen de resorptie van calcium uit de darm bij voldoende aanbod in<br />

de voeding niet gereguleerd wordt door 1,25 (OH)2-D3. Aangenomen wordt dat PTH en<br />

CT het konijn beschermen tegen gevaarlijk hoge serum calcium gehalten.<br />

Onderzoek:<br />

- ADD: voortgeschreden tandproblemen<br />

- EDD: tandproblemen in vroeg stadium<br />

- H: gezonde konijnen in konijnenhokken<br />

- FR: loslopende konijnen in een ren<br />

20


Werkcolleges ziekteleer 3<br />

Resultaten:<br />

FR geen verschijnselen van gebitsproblemen, zij krijgen namelijk in de voeding<br />

voldoende calcium en worden doormiddel van zo<strong>nl</strong>icht in voldoende mate van<br />

Vitamine D voorzien.<br />

ADD: significant lage hematocriet en lymfopenie. Zij lijden aan grotere mate van<br />

chronische stress. T.g.v. release van cortisol treedt een depressie van het<br />

immuunsysteem op, redistributie van lymfocyten vanuit het perifere bloed, het<br />

beenmerg en de milt, naar lymfatische organen.<br />

H: ook een tendens in de richting van een anemie en lymfopenie; een milde<br />

anemie wordt gezien bij konijnen met chronische stress zoals tandproblemen en<br />

abcessen.<br />

FR: hoger serum albumine gehalte, hiermee is een duidelijke correlatie met het<br />

totale calcium gehalte. Deze dieren worden van een normaler dieet voorzien en<br />

hebben meet beweging. Zij kunnen goed de normale caecotrofen, die belangrijk<br />

zijn voor de voorziening van animozuren nodig voor een normale eiwitproductie,<br />

opnemen. Een deel van het calcium is gebonden aan albumine, dus bij normale<br />

beschikbaarheid van calcium en een hogere albumine gehalte zal er meer calcium<br />

in deze gebonden vorm aanwezig zijn.<br />

FR: PTH-gehalten t laagst van de 4 groepen. De andere groepen hebben dus een<br />

hogere PTH, dit is het gevolg van lagere gehalten aan bloed calcium, mogelijk<br />

doordat de dieren geen toegang hebben tot ongefilterd zo<strong>nl</strong>icht en daardoor lagere<br />

gehalten aan vitamine D hebben.<br />

op grond van dit onderzoek blijkt er een duidelijke relatie te bestaan tussen<br />

huisvesting en het optreden van verkregen gebitsproblemen bij konijnen.<br />

Met fractional excretion wordt bedoeld: relatief calcium wat eruit komt in verhouding<br />

met dat wat wordt uitgescheiden via de nier.<br />

Aanbevolen gehaltes voor konijnen:<br />

Vit D: 800 – 1200 IU/kg<br />

Ca: 0,6 – 1 %<br />

P: 0,4 – 0,8 %<br />

Te hoog calcium in pelletvoer wordt met name veroorzaakt door alfalfa.<br />

Wanneer er teveel calcium in de voeding zit, hebben konijnen vaak het ziektebeeld<br />

sludge; Ca-carbonaat sediment in de urine.<br />

Een te hoog calcium in combinatie met een te hoog Vit D3 kan leiden tot<br />

verkalking/mineralisatie van de aorta en nier.<br />

De diagnose van deze problemen wordt gesteld met een rofo. Daarna kan er gespoeld<br />

worden met een katheter of er moet met een operatie ingegrepen worden.<br />

Een belangrijke factor in het optreden van gebitsproblemen:<br />

Vit D3 productie via UV-licht is te laag, samen met een te laag calcium in de voeding<br />

leidt dat tot hypocalcemie en tot stijgen van PTH waardoor er extra Ca uit het bot wordt<br />

vrijgemaakt. Hierdoor treeds osteomalacie of Metabolic Bone Disease op met<br />

21


Werkcolleges ziekteleer 3<br />

standveranderingen van de kiezen en aansluitend doorgroeiproblemen van kiezen en<br />

snijtanden.<br />

Ook de verhouding ca:P in het dieet beïnvloedt de botkwaliteit. Een lage ratio 1:2 of 1:3<br />

beïnvloedt de botkwaliteit of groeisnelheid van jonge konijnen niet zolang het<br />

fosforgehalte in het dieet minder is dan 1%.<br />

Klinische problemen bij gebitsafwijkingen:<br />

- tranen (obstructie afvoer)<br />

- abcessen aan punt wortel<br />

- ..<br />

De meest opvallende klinische verschijnselen bij een grijzeroodstaart met hypocalcemie<br />

(grijzeroodstaart is hier bijzonder gevoelig voor):<br />

- kramp<br />

- trillen<br />

- van de stok vallen<br />

De diagnose stel je door een bloedanalyse, de meet dan Ca-albumine. Je bepaalt dus ook<br />

eiwit. Het komt vaak voor bij de grijzeroodstaart, dit omdat hij Ca niet kan mobiliseren<br />

uit het skelet, dit gaat waarschij<strong>nl</strong>ijk pas op latere leeftijd mis.<br />

De behandeling bestaat uit parenteraal Ca toedienen en daarna de voeding aanpassen. Het<br />

liefs een pellet, anders pikt hij alleen de zonnepitten eruit en dat is niet goed.<br />

Een grijzeroodstaart die sterft aan hypocalcemie syndroom:<br />

- geen ontkalkt skelet<br />

- hyperparathyreoidie<br />

- soms geen afwijkingen…<br />

werkcollege 8 cysteuze endometrium hyperplasie en pyometra-complex<br />

In de baarmoeder vinden met name veranderingen plaats bij hyperprogesteronisme door<br />

de lage weerstand in de baarmoeder.<br />

- E2 hyperemie uittreden polymorfkernigen bescherming tegen infectie<br />

dmv fagocytose<br />

22


Werkcolleges ziekteleer 3<br />

- E2 pH daalt bacteriën dood<br />

- E2 meer uteruscontracties<br />

- Bij E2 is de uterus dan wel open, maar door al deze bescherming is de kans op<br />

infectie laag.<br />

De hormonale pyometra komt met name voor in de luteale fase, als er veel progesteron is<br />

(2-6 weken na oestrus). De andere pyometra’s zie je met name na de partus.<br />

De baarmoederontstekingen kunnen onderverdeeld worden in:<br />

- endometritis<br />

- metritis (endo & myo)<br />

CEH/pyometra complex zie je het meest rond de leeftijd van 8 jaar. Ieder jaar 2x een<br />

cyclus klieren ↑ en klieren ↓ cysteuze veranderingen. De hond hoeft hier overigens<br />

niet ziek van te zijn. Wel is het zo dat het afweersysteem in de uterus ↓, dus bij loopsheid<br />

staat de cervix open bacteriën naar binnen loopsheid op zn einde cervix dicht <br />

ellende.<br />

Vaak komt pu/pd voor bij CEH/pyometra complex:<br />

- ontsteking endotoxines pu/pd<br />

- immuuncomplexen uit uterus glomerulonefritis pu/pd<br />

- koorts<br />

- DM<br />

Oorzaken van hyperprogesteronisme:<br />

- exogeen: prikpil<br />

- endogeen:<br />

o ovariumtumor<br />

o persisterend CL<br />

In het ergste geval eindigt alles met een uterusruptuur, sepsis, peritonitis.<br />

casus 1: 7-jarige hond, jaren prikpil gehad, sinds enkele weken slijmerige uitvloeiing en<br />

vage ziekteverschijnselen. In de prikpil zitten progestagenen als werkzame stof. Deze<br />

hebben alleen helaas wel bijwerkingen:<br />

- CEH/pyometra<br />

oestrogenen progesteronreceptoren in klieren ↑ effect progesteron ↑ na<br />

jaren krijg je hier dus problemen mee<br />

- Progestagenen GH productie in klieren in mammae ↑ glucose ↑ insuline<br />

↑ β-cellen uitgeput DM<br />

Hyperemische uteruswand met duidelijke cysten.<br />

23


Werkcolleges ziekteleer 3<br />

rechts: Cysteuze verwijding van de<br />

oppervlakkige endometriumklieren, slijmige<br />

inhoud. Geen ontstekingsinfiltratie in lamina<br />

propia<br />

Links: Zeer hoog epitheel met schuimig<br />

cytoplasma onder invloed van progesteron.<br />

We zien een minimaal aantal (geen?)<br />

ontstekingscellen, er is dus geen sprake van<br />

een ontsteking.<br />

Proliferatieve ontsteking mononucleaire cellen immunologisch chronisch<br />

Exsudatief pmk’s acuut<br />

casus 2: 8 jarige, vette hond. Koorts, sufheid, anorexie, braken, al maanden pu/pd. Geen<br />

uitvloeiing. Vergrote uterus, nog nooit gejongd, wel eens tegen loopsheid behandeld.<br />

Dood. (pu/pd: DM, Cushing, hyperthyreoidie. Uterus vergoot kan dracht zijn, dus echo)<br />

links: necrotiserende uteruswand.<br />

Rechts: bedekkend epitheel van het<br />

endometrium is grotendeel verdwenen<br />

door necrose. Pijl geeft restant van<br />

epitheel aan.<br />

De lumina van de<br />

endometriumklieren zijn<br />

gevuld met dode<br />

ontstekingscellen en erg verwijd.<br />

Links: Detail van de ontstekingsinfiltraat: veel<br />

polymorfkernigen = exsudatieve ontsteking.<br />

Mogelijke nadelige gevolgen voor de hond: sepsis, nierfalen en uterusruptuur.<br />

24


Werkcolleges ziekteleer 3<br />

Casus 3: 9-jarige teef, maanden pu/pd. Geen uitvloeiing, nooit gejongd, nooit behandeld<br />

tegen loopsheid. Onregelmatig vergrote uterus.<br />

Rechts: proliferatie van het epitheel,<br />

lamina propia celrijk, exsudaat in het<br />

lumen (L). E = endometrium; M =<br />

myometrium.<br />

Onder: Epitheel is hoog en in de cellen<br />

in de lamina propia zijn overwegend<br />

plasmacellen (proliferatieve<br />

Werkcollege 9 infectieuze abortus<br />

Links: uterus met diverse insnoeringen: ampullen<br />

ontsteking). Dit duid op een<br />

immunologische reactie.<br />

Plasmacellen maken immers Ab.<br />

VES (vroeg embryonale sterfte): periode voor voldoende ossificatie wanneer resorptie<br />

nog goed mogelijk is.<br />

Abortus: geen resorptie meer mogelijk, al voldoende gevorderde ossificatie.<br />

Doodgeboren: in principe kan de vrucht leven, is voldragen. Kan verschillende redenen<br />

hebben.<br />

Manieren waarop VES of abortus geïnduceerd kan worden:<br />

- insufficiënte voeding van de vrucht (door aantasting placenta)<br />

- infectie van de vrucht<br />

- systemische ziekte moederdier<br />

25


Werkcolleges ziekteleer 3<br />

Microorganisme Relevantie in Nederland Zoonose?<br />

hond - Br. canis<br />

- campylobacter<br />

- neospora caninum<br />

Kat<br />

Paard<br />

Rund<br />

Schaap<br />

- c. herpesvirus<br />

- FIV<br />

- FHV (niesziekte)<br />

- FeLV<br />

- EHV type I<br />

- Chl. Abortus<br />

- E arterievirus<br />

- neospora caninum<br />

- b. abortus<br />

- b. melitensis<br />

- chl. pecorum<br />

- chl. abortus<br />

- coxiella burnetti<br />

- IBR (BHV-1)<br />

- BVD (pestivirus)<br />

- campylobacter<br />

- salmonella Dublin<br />

- salmonella typhimurium<br />

- listeria<br />

- leptospiren<br />

- neospora caninum<br />

- b. melitensis<br />

- b. Abortus<br />

- b. Ovis<br />

- campylobacter felis<br />

- toxoplasma gondii<br />

- chl. Pelorum<br />

- chl. Abortus<br />

- chl. Psittaci<br />

- coxiella burnetti<br />

- border disease (pestivirus)<br />

- listeria monocytogenes<br />

Varken - B. suis<br />

- porcine parvovirus<br />

(mummies)<br />

- PRRSV<br />

- leptospirose<br />

- chl. suis<br />

- KVP (pest virus)<br />

Pestivirussen geven allemaal abortus!<br />

import<br />

sporadisch<br />

+/-<br />

+ (zelden abortus)<br />

+<br />

+ (niet vaak abortus)<br />

+/-<br />

+<br />

?<br />

+<br />

++<br />

--<br />

--<br />

+/-<br />

+/-<br />

+<br />

+<br />

+<br />

+/-<br />

+<br />

+<br />

+<br />

+/-<br />

-<br />

--<br />

--<br />

--<br />

+/-<br />

+<br />

+/-<br />

+/-<br />

+/-<br />

+/-<br />

+<br />

-<br />

-<br />

++<br />

+<br />

+<br />

+<br />

-<br />

+<br />

+<br />

-<br />

-<br />

-<br />

-<br />

-<br />

-<br />

+<br />

-<br />

-<br />

+<br />

+<br />

+<br />

+<br />

+<br />

-<br />

-<br />

+<br />

+<br />

+<br />

+<br />

+<br />

-<br />

+<br />

+<br />

+<br />

+<br />

+<br />

+<br />

+<br />

+<br />

+<br />

-<br />

+<br />

+<br />

-<br />

-<br />

+<br />

-<br />

-<br />

26


Werkcolleges ziekteleer 3<br />

Wat kan er allemaal gebeuren na infectie moeder:<br />

- mummie<br />

- masseratie: vervloeiing van de vrucht door bacteriële enzymen die binnenkomen<br />

via het geboortekanaal. Vaak vast in de wand. Vaak is er al partus begonnen:<br />

cervix open bacteriën naar binnen (prognose matig tot slecht, moeder vaak ook<br />

al aangetast)<br />

- resorptie<br />

- abortus<br />

- persisterende infectie van de vrucht (BVD) voordat het dier Ab’s kan maken<br />

- dier kan al Ab’s maken<br />

Na infectieuze abortus onderzoeken:<br />

- doodgeboren vrucht<br />

- placenta<br />

- bloed moeder Ab titer bepalen<br />

maatregelen van de dierenarts om zich te beschermen tegen chlamydophila x:<br />

- vrucht niet laten slingeren<br />

- jezelf beschermen met hygiëne e.d.<br />

- zwangere vrouwen geen schapen laten verlossen.<br />

Nieuwe indeling Chlamydio:<br />

1. Chlamydia trachomatis (mens: geslachtsorganen, arthriden, conjunctivitis)<br />

2. Chlamydia suis (varken: conjunctivitis, enteritis, pneumonie, asymptomatisch)<br />

3. Chlamydia muridarum (muizen/hamsters: asymptomatisch, pneumonie)<br />

4. Chlamydophila psittaci (vogels (primair): vaak systemische infectie, 8 serotypen<br />

met zoonotisch potentie)<br />

5. Chlamydophila pneumoniae (mens, koala, equiden, afhankelijk van biotype:<br />

pneumonie)<br />

6. Chlamydophila pecorum (herkauwers, varken, koala: fertiliteitsproblemen,<br />

pneumonie, enteritis, polyartritis)<br />

7. Chlamydophila felis (kat: conjunctivitis, pneumonie)<br />

8. Chlamydophila caviae (cavia: conjunctivitis)<br />

9. Chlamydophila abortus (herkauwers: abortus)<br />

27

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!