Criminele groepen en samenwerkingsverbanden - Nederlandse ...
Criminele groepen en samenwerkingsverbanden - Nederlandse ...
Criminele groepen en samenwerkingsverbanden - Nederlandse ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Tijdschrift voor Criminologie, nr. 44 – 2, 2002<br />
Themanummer ‘<strong>Criminele</strong> <strong>groep<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> sam<strong>en</strong>werkingsverband<strong>en</strong>’<br />
Themaredactie: Willem de Haan, Edward Kleemans, Frank Weerman<br />
Inhoud<br />
(bladzijd<strong>en</strong> verwijz<strong>en</strong> naar gedrukte versie, die op technische details wellicht afwijkt van<br />
onderstaand)<br />
Inhoud<br />
<strong>Criminele</strong> <strong>groep<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> sam<strong>en</strong>werkingsverband<strong>en</strong> 114<br />
Frank Weerman & Edward Kleemans<br />
Dader<strong>groep<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> transnationale illegale markt<strong>en</strong> 128<br />
Gerb<strong>en</strong> Bruinsma & Wim Bernasco<br />
<strong>Criminele</strong> netwerk<strong>en</strong> <strong>en</strong> het kleine-wereld-effect 141<br />
Patrick Van Calster<br />
Etnografisch onderzoek naar de relatie tuss<strong>en</strong> etniciteit, groepsvorming <strong>en</strong><br />
delinqu<strong>en</strong>tie bij jong<strong>en</strong>s – e<strong>en</strong> vergelijk<strong>en</strong>de analyse 150<br />
Siep Miedema<br />
Bots<strong>en</strong> met de buurt – overlast <strong>en</strong> wisselwerking tuss<strong>en</strong> jeugd<strong>groep<strong>en</strong></strong><br />
<strong>en</strong> de buit<strong>en</strong>wereld 162<br />
Frank van Gemert<br />
Collectief geweld tuss<strong>en</strong> voetbal-‘supporters’ 172<br />
Otto Adang
CRIMINELE GROEPEN EN SAMENWERKINGSVERBANDEN<br />
EEN OVERZICHT<br />
Frank Weerman <strong>en</strong> Edward Kleemans 1<br />
De m<strong>en</strong>s is e<strong>en</strong> sociaal wez<strong>en</strong> <strong>en</strong> plegers van delict<strong>en</strong> vorm<strong>en</strong> hierop ge<strong>en</strong> uitzondering: delict<strong>en</strong><br />
word<strong>en</strong> vaak door meerdere daders sam<strong>en</strong> gepleegd (zie voor e<strong>en</strong> overzicht: o.a. Reiss, 1988;<br />
Weerman, 2001). Daders kunn<strong>en</strong> deel uitmak<strong>en</strong> van tijdelijke of duurzame<br />
sam<strong>en</strong>werkingsverband<strong>en</strong>. Ook zijn er allerlei soort<strong>en</strong> <strong>groep<strong>en</strong></strong>, variër<strong>en</strong>d van scherp afgebak<strong>en</strong>de<br />
dader<strong>groep<strong>en</strong></strong> tot tamelijk losse sam<strong>en</strong>werkingsverband<strong>en</strong> <strong>en</strong> netwerk<strong>en</strong>. De sociale verband<strong>en</strong> van<br />
daders bestrijk<strong>en</strong> e<strong>en</strong> breed criminologisch spectrum: groepjes baldadige pubers <strong>en</strong> delinqu<strong>en</strong>te<br />
jonger<strong>en</strong> die elkaar op straat ontmoet<strong>en</strong>, inbrekers of overvallers die sam<strong>en</strong> op pad gaan,<br />
sam<strong>en</strong>werkingsverband<strong>en</strong> op het terrein van de georganiseerde criminaliteit in vele soort<strong>en</strong> <strong>en</strong> mat<strong>en</strong>.<br />
De laatste jar<strong>en</strong> lijkt de beeldvorming rond criminele <strong>groep<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> sam<strong>en</strong>werkingsverband<strong>en</strong> te<br />
verschuiv<strong>en</strong>. Zo is de alarmer<strong>en</strong>de beeldvorming over de georganiseerde misdaad van begin jar<strong>en</strong><br />
neg<strong>en</strong>tig sterk g<strong>en</strong>uanceerd door het criminologisch onderzoek van de onderzoeksgroep Fijnaut t<strong>en</strong><br />
behoeve van de Commissie Van Traa (Fijnaut e.a., 1996). In plaats van het beeld van strak geleide<br />
misdaadorganisaties dat we k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> uit de populaire media (d<strong>en</strong>k bijvoorbeeld aan de vele<br />
maffiafilms) wordt teg<strong>en</strong>woordig vooral gesprok<strong>en</strong> over criminele netwerk<strong>en</strong> <strong>en</strong> flexibele<br />
sam<strong>en</strong>werkingsverband<strong>en</strong>. Ook de traditionele beeldvorming over jeugdb<strong>en</strong>des <strong>en</strong> gangs lijkt<br />
inmiddels achterhaald (zie o.a. Van Gemert in dit themanummer).<br />
Toch is er nog ge<strong>en</strong> duidelijk alternatief voor de traditionele ideeën. Wel zijn de laatste tijd<br />
interessante ontwikkeling<strong>en</strong> gaande in theorievorming <strong>en</strong> onderzoek naar criminele <strong>groep<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong><br />
sam<strong>en</strong>werkingsverband<strong>en</strong>. Daarom wijdt het Tijdschrift voor Criminologie dit themanummer aan dit<br />
onderwerp, met auteurs die vanuit verschill<strong>en</strong>de achtergrond<strong>en</strong> deskundigheid hebb<strong>en</strong> over bepaalde<br />
vorm<strong>en</strong> van criminele sam<strong>en</strong>werking of groepsvorming, zoals georganiseerde criminaliteit,<br />
problematische jeugd<strong>groep<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> voetbalhooligans.<br />
In dit inleid<strong>en</strong>de artikel gev<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> overzicht van belangrijke thema’s <strong>en</strong> ontwikkeling<strong>en</strong>.<br />
Allereerst introducer<strong>en</strong> we <strong>en</strong>kele begripp<strong>en</strong> <strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong> we verschill<strong>en</strong>de niveaus van analyse.<br />
Vervolg<strong>en</strong>s gaan we in vogelvlucht in op klassieke studies <strong>en</strong> belangrijke ontwikkeling<strong>en</strong> in de<br />
literatuur <strong>en</strong> bested<strong>en</strong> we aandacht aan <strong>en</strong>kele veelbelov<strong>en</strong>de nieuwe invalshoek<strong>en</strong>. Daarna volgt e<strong>en</strong><br />
introductie van de andere artikel<strong>en</strong> in dit themanummer. We sluit<strong>en</strong> af met <strong>en</strong>kele suggesties voor<br />
toekomstig onderzoek.<br />
BEGRIPPEN EN NIVEAUS VAN ANALYSE<br />
Voor de sociale verband<strong>en</strong> van daders zijn allerlei begripp<strong>en</strong> in omloop: traditionele zoals b<strong>en</strong>des <strong>en</strong><br />
jeugdb<strong>en</strong>des, ‘de maffia’ <strong>en</strong> criminele organisaties, <strong>en</strong> modernere zoals dader<strong>groep<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> criminele<br />
netwerk<strong>en</strong>. Het is echter lang niet altijd duidelijk wat m<strong>en</strong> precies met deze begripp<strong>en</strong> bedoelt. Ze<br />
word<strong>en</strong> ook regelmatig door elkaar gebruikt, hoewel er toch belangrijke verschill<strong>en</strong> bestaan. Zo<br />
wordt het begrip crimineel netwerk vaak als synoniem gebruikt voor e<strong>en</strong> criminele groep. E<strong>en</strong><br />
netwerk omvat echter meer dan e<strong>en</strong> groep: het is e<strong>en</strong> verzameling van individu<strong>en</strong> die met elkaar zijn<br />
verbond<strong>en</strong>, zonder dat iedere<strong>en</strong> elkaar hoeft te k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>. Bij e<strong>en</strong> criminele groep k<strong>en</strong>t iedere<strong>en</strong> elkaar<br />
wel <strong>en</strong> ziet m<strong>en</strong> elkaar ook als groepsled<strong>en</strong>. Toch is het vaak moeilijk om dader<strong>groep<strong>en</strong></strong> precies van<br />
elkaar te onderscheid<strong>en</strong>. Ook is het zeld<strong>en</strong> duidelijk tot waar e<strong>en</strong> crimineel netwerk precies reikt (zie<br />
o.a.: Draisma <strong>en</strong> Weerman, 2000; Bruinsma <strong>en</strong> Bernasco in dit themanummer).<br />
Naast verschill<strong>en</strong> in inhoud zijn er verschill<strong>en</strong> in emotionele lading: ‘jeugdgroep op straat’ klinkt<br />
minder gevaarlijk dan ‘jeugdb<strong>en</strong>de’ of ‘gang’, <strong>en</strong> ‘dadernetwerk’ klinkt minder bedreig<strong>en</strong>d dan<br />
‘criminele organisatie’. Deze verschill<strong>en</strong> in emotionele lading vorm<strong>en</strong> e<strong>en</strong> belangrijke verklaring<br />
voor het feit dat in de criminologie van tijd tot tijd felle discussies ontstaan rond definities van<br />
criminele <strong>groep<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> sam<strong>en</strong>werkingsverband<strong>en</strong>. Zo is er veel gediscussieerd over de definitie van<br />
1 Met dank aan Willem de Haan <strong>en</strong> Peter Sluiter voor hun comm<strong>en</strong>taar op e<strong>en</strong> eerdere versie van dit artikel.
georganiseerde misdaad (zie o.a.: Fijnaut e.a.., 1996) <strong>en</strong> over de definitie van gangs <strong>en</strong> jeugdb<strong>en</strong>des<br />
(zie o.a. Ball <strong>en</strong> Curry, 1995). Het gaat bij deze discussies niet alle<strong>en</strong> om de precieze b<strong>en</strong>aming, maar<br />
ook om e<strong>en</strong> beoordeling van het karakter <strong>en</strong> de ernst van sam<strong>en</strong>werkingsverband<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> daders.<br />
Bij de analyse van criminele <strong>groep<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> sam<strong>en</strong>werkingsverband<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> drie niveaus word<strong>en</strong><br />
onderscheid<strong>en</strong>: het niveau van de individuele dader, van de dadercombinaties bij e<strong>en</strong> concreet delict<br />
<strong>en</strong> van het overkoepel<strong>en</strong>de netwerk van daders. Vooral het onderscheid tuss<strong>en</strong> het tweede <strong>en</strong> derde<br />
niveau is belangrijk: bij dadercombinaties gaat het om daders die in e<strong>en</strong> concreet geval sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong>,<br />
bij dader<strong>groep<strong>en</strong></strong> of -netwerk<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> verzameling daders die elkaar k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> of die met elkaar zijn<br />
verbond<strong>en</strong>. Vanuit één netwerk of groep kunn<strong>en</strong> dus in wissel<strong>en</strong>de verband<strong>en</strong> delict<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />
gepleegd. Ook kunn<strong>en</strong> die verband<strong>en</strong> heel klein zijn, terwijl de overkoepel<strong>en</strong>de groep veel groter is<br />
(zie o.a. Hakkert e.a., 1998; Weerman, 2001).<br />
In dit themanummer komt elk van de g<strong>en</strong>oemde analys<strong>en</strong>iveaus aan de orde. Het zwaartepunt ligt<br />
echter bij het derde niveau, dat van het overkoepel<strong>en</strong>de netwerk waartoe daders behor<strong>en</strong>. Aan de <strong>en</strong>e<br />
kant gaat het daarbij om de structuur: hoe zit e<strong>en</strong> netwerk of groep in elkaar? Aan de andere kant is<br />
ook de cultuur belangrijk. Welke regels <strong>en</strong> codes heers<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> groep? Wat zijn herk<strong>en</strong>ningstek<strong>en</strong>s<br />
<strong>en</strong> id<strong>en</strong>titeitsbepalers? De antwoord<strong>en</strong> op dit soort vrag<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gebruikt om te verklar<strong>en</strong><br />
hoe vanuit deze <strong>groep<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> netwerk<strong>en</strong> criminele activiteit<strong>en</strong> ontstaan, die word<strong>en</strong> uitgevoerd door<br />
concrete dadercombinaties.<br />
Vanuit de individuele dader bezi<strong>en</strong> is het niet alle<strong>en</strong> van belang wat voor ‘macht’ of invloed de groep<br />
uitoef<strong>en</strong>t op de individu<strong>en</strong> die er deel van uitmak<strong>en</strong>. Ook relevant is de vraag wat criminele <strong>groep<strong>en</strong></strong><br />
<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>werkingsverband<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> betek<strong>en</strong><strong>en</strong> voor de criminele (carrière)mogelijkhed<strong>en</strong> van<br />
individu<strong>en</strong>. Leidt sam<strong>en</strong>werking tot meer crimineel succes (McCarthy <strong>en</strong> Hagan, 1999) <strong>en</strong> zijn<br />
bepaalde posities binn<strong>en</strong> criminele netwerk<strong>en</strong> gunstig voor iemands criminele carrière (Morselli,<br />
2000; 2001)?<br />
DE LITERATUUR IN VOGELVLUCHT<br />
Dat criminaliteit vaak e<strong>en</strong> collectieve activiteit is, is reeds lang geled<strong>en</strong> geconstateerd. In e<strong>en</strong><br />
klassieke studie constateerd<strong>en</strong> Shaw <strong>en</strong> McKay (1931) dat de overgrote meerderheid van de<br />
opgepakte jonger<strong>en</strong> (ruim 80 proc<strong>en</strong>t) hun delict<strong>en</strong> met ander<strong>en</strong> had uitgevoerd. Tev<strong>en</strong>s viel het<br />
h<strong>en</strong> op dat het daarbij meestal niet ging om hele <strong>groep<strong>en</strong></strong>, maar om kleine dadercombinaties van<br />
twee of drie person<strong>en</strong>. Daarnaast maakt<strong>en</strong> zij voor e<strong>en</strong> aantal jeugdige delinqu<strong>en</strong>t<strong>en</strong> e<strong>en</strong> overzicht<br />
van al hun contact<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s hun criminele carrière, om te illustrer<strong>en</strong> hoe m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> via ander<strong>en</strong><br />
steeds verder betrokk<strong>en</strong> rak<strong>en</strong> bij criminaliteit. In deze tijd ontstond ook de veronderstelling dat<br />
veel onervar<strong>en</strong> daders het vak zoud<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> via ‘rekrutering’ door oudere, meer ervar<strong>en</strong> daders (zie<br />
o.a. de biografie The Professional Thief van Sutherland [1937]).<br />
Sindsdi<strong>en</strong> zijn er regelmatig studies naar co-off<strong>en</strong>ding ofwel sam<strong>en</strong>pleg<strong>en</strong> versch<strong>en</strong><strong>en</strong>, waarin is<br />
nagegaan in welke mate <strong>en</strong> wanneer delict<strong>en</strong> door meerdere daders word<strong>en</strong> uitgevoerd (zie o.a.<br />
Reiss, 1988; Weerman, 2001). Hieruit blijkt onder andere dat jonge daders aanmerkelijk vaker<br />
sam<strong>en</strong> op pad gaan dan oudere daders (zie o.a. Hood <strong>en</strong> Sparks, 1970; McCord <strong>en</strong> Conway, 2002).<br />
Eén van de meest diepgrav<strong>en</strong>de studies in dit verband is het onderzoek van Reiss <strong>en</strong> Farrington<br />
(1991) naar e<strong>en</strong> groep daders die tot hun veertigste lev<strong>en</strong>sjaar is gevolgd. Zij concludeerd<strong>en</strong> dat de<br />
meeste daders kiez<strong>en</strong> voor mededaders die wat betreft ervaring in criminele zak<strong>en</strong> op h<strong>en</strong> lijk<strong>en</strong>.<br />
Daarnaast zijn er in hun steekproef <strong>en</strong>kele typische ‘rekruteerders’ die met heel veel jonge,<br />
onervar<strong>en</strong> mededaders delict<strong>en</strong> pleg<strong>en</strong>. Het gaat om e<strong>en</strong> kleine minderheid van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />
die door hun grote activiteit wel veel ander<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> beïnvloed<strong>en</strong>. In e<strong>en</strong> rec<strong>en</strong>tere publicatie van<br />
Warr (1996) wordt de term rekrutering vervang<strong>en</strong> door instigation (initiatiefnem<strong>en</strong>). Uit<br />
zelfrapportagegegev<strong>en</strong>s blijkt dat er weliswaar daders zijn die het voortouw nem<strong>en</strong> bij het<br />
gezam<strong>en</strong>lijk pleg<strong>en</strong> van delict<strong>en</strong>, maar dat dit ge<strong>en</strong> vaste rol betreft. Wie initiatief neemt <strong>en</strong> wie<br />
daarin meegaat, verschilt van dadergroep tot dadergroep omdat de sam<strong>en</strong>stelling van die<br />
combinaties ook steeds anders is.<br />
De concrete gang van zak<strong>en</strong> bij het sam<strong>en</strong> pleg<strong>en</strong> van delict<strong>en</strong> is beschrev<strong>en</strong> in monografieën over<br />
bepaalde delictstyp<strong>en</strong> zoals inbraak of beroving (zie voor overzicht<strong>en</strong>: Kleemans, 1996; Kruize,
2001) <strong>en</strong> in specifieke onderzoek<strong>en</strong> naar de ‘sociale organisatie’ van misdaad (o.a. Einstadter,<br />
1969; Shover, 1973; Best <strong>en</strong> Luck<strong>en</strong>bill, 1982). In deze beschrijving<strong>en</strong> staat het doelgerichte van<br />
sam<strong>en</strong>werkingsverband<strong>en</strong> c<strong>en</strong>traal. Daders kunn<strong>en</strong> bij de gezam<strong>en</strong>lijke uitvoering van delict<strong>en</strong><br />
verschill<strong>en</strong>de roll<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>, zoals uitkijk, berijder van de vluchtauto of bedreiger. Ook wordt<br />
bestudeerd op welke manier daders bij elkaar kom<strong>en</strong>, hoe ze afzetkanal<strong>en</strong> vind<strong>en</strong> voor hun buit <strong>en</strong><br />
hoe zij tips ontvang<strong>en</strong> over doelwitt<strong>en</strong>. Rec<strong>en</strong>te studies nuancer<strong>en</strong> overig<strong>en</strong>s de doelgerichtheid<br />
van sam<strong>en</strong>pleg<strong>en</strong> door te wijz<strong>en</strong> op de sociale <strong>en</strong> irrationele process<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> rol spel<strong>en</strong> bij de<br />
totstandkoming van sam<strong>en</strong>werkingsverband<strong>en</strong> <strong>en</strong> de keuze van doelwitt<strong>en</strong> (Canter <strong>en</strong> Allison,<br />
2000; Hochstetler, 2001).<br />
Problematische <strong>en</strong> criminele jeugd<strong>groep<strong>en</strong></strong><br />
Met betrekking tot jeugdcriminaliteit heeft e<strong>en</strong> speciale vorm van groepsvorming vanouds veel<br />
aandacht gekreg<strong>en</strong>: het f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> van de jeugdb<strong>en</strong>de of gang. Klassiek is het werk van Trasher<br />
(1927), die met gebruik van uite<strong>en</strong>lop<strong>en</strong>de bronn<strong>en</strong> alle gangs probeerde te beschrijv<strong>en</strong> in het<br />
sterk verander<strong>en</strong>de Chicago van die tijd. Trasher had e<strong>en</strong> brede opvatting over gangs, die zowel<br />
speel<strong>groep<strong>en</strong></strong> van kinder<strong>en</strong> als georganiseerde misdaad<strong>groep<strong>en</strong></strong> omvatte. Hij interpreteerde gangs<br />
van jonger<strong>en</strong> vanuit de mogelijkhed<strong>en</strong> die ze bod<strong>en</strong> voor id<strong>en</strong>titeitsvorming <strong>en</strong> tijdsbesteding in<br />
e<strong>en</strong> stedelijke omgeving <strong>en</strong> veronderstelde dat ze onder bepaalde omstandighed<strong>en</strong> kond<strong>en</strong><br />
uitgroei<strong>en</strong> tot criminele organisatievorm<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> andere bek<strong>en</strong>de studie is de etnografie Street<br />
Corner Society door Whyte (1943). Hij bestudeerde tot in detail het lev<strong>en</strong> <strong>en</strong> de onderlinge<br />
verhouding<strong>en</strong> van jonger<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> wijk. Daarbij maakte hij onder meer gebruik van sociografische<br />
method<strong>en</strong> om het netwerk van jonger<strong>en</strong> in kaart te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Whyte probeerde ook de<br />
ongeschrev<strong>en</strong> codes <strong>en</strong> regels op straat te achterhal<strong>en</strong>.<br />
In de jar<strong>en</strong> vijftig <strong>en</strong> zestig was het f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> gang in de Ver<strong>en</strong>igde Stat<strong>en</strong> sterk in opkomst, e<strong>en</strong><br />
criminologische uitdaging van de eerste orde. In de theorieën van Coh<strong>en</strong> (1955) <strong>en</strong> van Cloward<br />
<strong>en</strong> Ohlin (1960) is delinqu<strong>en</strong>t gedrag bijna synoniem met lidmaatschap van jeugdb<strong>en</strong>des. Deze<br />
theorieën verklar<strong>en</strong> waarom individu<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> maatschappelijk achtergestelde positie tot zulke<br />
<strong>groep<strong>en</strong></strong> word<strong>en</strong> aangetrokk<strong>en</strong>. Short <strong>en</strong> Strodtbeck (1965) verklar<strong>en</strong> het delinqu<strong>en</strong>te gedrag van<br />
jonger<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> gangs vanuit groepsprocess<strong>en</strong>. Aan de <strong>en</strong>e kant veronderstell<strong>en</strong> zij dat led<strong>en</strong> van<br />
e<strong>en</strong> gang sterke druk op elkaar uitoef<strong>en</strong><strong>en</strong> om mee te do<strong>en</strong>. Aan de andere kant wijz<strong>en</strong> zij op het<br />
belang van reputatie <strong>en</strong> status, die ertoe kunn<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> dat vooral de leid<strong>en</strong>de person<strong>en</strong> in e<strong>en</strong><br />
groep zich gedwong<strong>en</strong> zi<strong>en</strong>, bij criminele handeling<strong>en</strong> <strong>en</strong> groepsgevecht<strong>en</strong> het voortouw te nem<strong>en</strong>.<br />
Na e<strong>en</strong> relatief rustige periode versche<strong>en</strong> vanaf de jar<strong>en</strong> tachtig van de twintigste eeuw weer veel<br />
relevante literatuur in de Ver<strong>en</strong>igde Stat<strong>en</strong>, parallel aan e<strong>en</strong> nieuwe golf van gangs <strong>en</strong> daaraan<br />
gerelateerd geweld (zie voor e<strong>en</strong> overzicht: Decker <strong>en</strong> Van Winkle, 1996). E<strong>en</strong><br />
geme<strong>en</strong>schappelijke notie in veel van deze studies is de veronderstelling dat de uitzichtloze positie<br />
van hele <strong>groep<strong>en</strong></strong> in de Amerikaanse maatschappij e<strong>en</strong> belangrijke aanjager voor van het ontstaan<br />
van gangs zou zijn. Er zijn echter ook zelfrapportagestudies versch<strong>en</strong><strong>en</strong> die hebb<strong>en</strong> gezorgd voor<br />
e<strong>en</strong> sterke relativering van de ‘onvermijdelijkheid’ van ganglidmaatschap <strong>en</strong> de groepsdwang die<br />
daaraan verbond<strong>en</strong> zou zijn. Hieruit blijkt dat ook in de arme wijk<strong>en</strong> van Amerikaanse metropol<strong>en</strong><br />
slechts e<strong>en</strong> kleine minderheid van de jonger<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> gang hoort. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> zijn veel van de<br />
gangled<strong>en</strong> maar kort lid: de meerderheid haakt al na e<strong>en</strong> jaar af (Thornberry e.a., 1993; Esb<strong>en</strong>s<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> Huizinga, 1993).<br />
In Nederland zijn <strong>groep<strong>en</strong></strong> jonger<strong>en</strong> op straat ook e<strong>en</strong> bek<strong>en</strong>d verschijnsel, maar we k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> hier<br />
ge<strong>en</strong> traditie van het bestuder<strong>en</strong> van problematische <strong>en</strong> criminele jeugd<strong>groep<strong>en</strong></strong>, afgezi<strong>en</strong> van<br />
<strong>en</strong>kele etnografische beschrijving<strong>en</strong> (zie Miedema in dit themanummer).<br />
E<strong>en</strong> relatief nieuw f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> is dat sommige jeugd<strong>groep<strong>en</strong></strong> in Nederland stijlk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van<br />
Amerikaanse gangs hebb<strong>en</strong> overg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> (Kreul<strong>en</strong> <strong>en</strong> De Boer, 1994; Van Gemert, 1999; zie ook<br />
Van Gemert in dit themanummer). Hoewel ook deze <strong>groep<strong>en</strong></strong> zich kunn<strong>en</strong> bezighoud<strong>en</strong> met<br />
ernstige vorm<strong>en</strong> van criminaliteit, zijn er tev<strong>en</strong>s belangrijke verschill<strong>en</strong> met de <strong>groep<strong>en</strong></strong> die in de<br />
Ver<strong>en</strong>igde Stat<strong>en</strong> als gangs word<strong>en</strong> bestempeld. E<strong>en</strong> probleem bij e<strong>en</strong> vergelijking is dat ook de<br />
Amerikaanse gangs e<strong>en</strong> grote variatie in vorm<strong>en</strong> k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> (zie o.a. Klein, 1996) <strong>en</strong> niet hoev<strong>en</strong><br />
overe<strong>en</strong> te kom<strong>en</strong> met de clichébeeld<strong>en</strong> die daarover bestaan. E<strong>en</strong> belangrijke ontwikkeling in dit
verband is het rec<strong>en</strong>te initiatief Eurogang (Klein e.a., 2000). Onder deze naam probeert e<strong>en</strong> aantal<br />
Amerikaanse <strong>en</strong> Europese criminolog<strong>en</strong> overe<strong>en</strong>stemming te bereik<strong>en</strong> over de omschrijving van<br />
gangs <strong>en</strong> problematische jeugd<strong>groep<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> over gestandaardiseerde method<strong>en</strong> om deze te<br />
onderzoek<strong>en</strong>. Op termijn zull<strong>en</strong> daarmee de problematische jeugd<strong>groep<strong>en</strong></strong> in verschill<strong>en</strong>de<br />
Europese land<strong>en</strong> word<strong>en</strong> geïnv<strong>en</strong>tariseerd <strong>en</strong> met Amerikaanse gangs word<strong>en</strong> vergelek<strong>en</strong>. Dit<br />
initiatief is van belang voor de regelmatig de kop op stek<strong>en</strong>de discussie of we ook in Nederland<br />
kunn<strong>en</strong> sprek<strong>en</strong> van gangs of jeugdb<strong>en</strong>des (zie o.a. Van Gemert, 1995; Van Oosterwijk e.a., 1995;<br />
Ferwerda e.a., 1995; De Haan <strong>en</strong> Miedema, 2001).<br />
Georganiseerde criminaliteit<br />
De discussie over georganiseerde criminaliteit is sterk bepaald door het ‘bureaucratiemodel’. Dit<br />
model heeft vooral bek<strong>en</strong>dheid gekreg<strong>en</strong> door de op<strong>en</strong>bare verklaring<strong>en</strong> van spijtoptant<strong>en</strong> voor de<br />
Amerikaanse S<strong>en</strong>aatscommissies in de jar<strong>en</strong> vijftig <strong>en</strong> zestig <strong>en</strong> door het wet<strong>en</strong>schappelijke werk<br />
van de Amerikaanse criminoloog Cressey (1969). Deze beschrijft georganiseerde criminaliteit als<br />
e<strong>en</strong> bureaucratische organisatievorm met e<strong>en</strong> piramidestructuur, e<strong>en</strong> str<strong>en</strong>ge hiërarchie, e<strong>en</strong><br />
duidelijke taakverdeling, e<strong>en</strong> gedragscode <strong>en</strong> e<strong>en</strong> intern sanctiesysteem. Dit bureaucratiemodel<br />
mag zich nog altijd in e<strong>en</strong> grote populariteit verheug<strong>en</strong>. Niet alle<strong>en</strong> in de media maar ook in<br />
kring<strong>en</strong> van opsporingsinstanties wordt nog herhaaldelijk gesprok<strong>en</strong> <strong>en</strong> gedacht in term<strong>en</strong> van<br />
piramidaal opgebouwde organisaties, waarbij de baas instructies geeft aan zijn ‘luit<strong>en</strong>ant<strong>en</strong>’, die<br />
op hun beurt weer verschill<strong>en</strong>de gespecialiseerde divisies aanstur<strong>en</strong>.<br />
In de Ver<strong>en</strong>igde Stat<strong>en</strong> werd al in de jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig forse kritiek geleverd op de empirische<br />
houdbaarheid van het bureaucratiemodel (zie o.a.: Albini, 1971; Ianni <strong>en</strong> Reuss-Ianni, 1972;<br />
Smith, 1975). Ook werd e<strong>en</strong> alternatief theoretisch perspectief toegepast op het verschijnsel<br />
georganiseerde criminaliteit, dat van het ‘illegaal ondernemerschap’ (zie o.a.: Reuter, 1983;<br />
Moore, 1987). Daders word<strong>en</strong> in deze optiek beschouwd als gewone naar winst strev<strong>en</strong>de<br />
ondernemers, die zich bezig houd<strong>en</strong> met activiteit<strong>en</strong> die min of meer toevalligerwijze illegaal zijn.<br />
Bij deze activiteit<strong>en</strong> staan – net als in de legale handel – economische overweging<strong>en</strong> <strong>en</strong> het handig<br />
operer<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> bepaalde marktomgeving c<strong>en</strong>traal. Dit perspectief heeft geleid tot verhelder<strong>en</strong>de<br />
inzicht<strong>en</strong> in de voedingsbodem van georganiseerde criminaliteit. Zo is het nev<strong>en</strong>effect van het<br />
verbied<strong>en</strong> van bepaalde goeder<strong>en</strong> <strong>en</strong> di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> waar wél e<strong>en</strong> maatschappelijke vraag naar bestaat<br />
(zoals bijvoorbeeld drugs), dat er winstkans<strong>en</strong> ontstaan voor ondernem<strong>en</strong>de misdadigers. Ook<br />
kunn<strong>en</strong> EU heffing<strong>en</strong>, BTW regeling<strong>en</strong> <strong>en</strong> accijnz<strong>en</strong> resulter<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> ‘prijswig’ met interessante<br />
mogelijkhed<strong>en</strong> voor ondernem<strong>en</strong>de fraudeurs (o.a. Van Duyne, 1990; 1995).<br />
In Nederland heeft het bureaucratiemodel lange tijd de beeldvorming over georganiseerde<br />
criminaliteit gedomineerd. Dit beeld is echter verregaand g<strong>en</strong>uanceerd door het criminologisch<br />
onderzoek van de onderzoeksgroep Fijnaut t<strong>en</strong> behoeve van de Commissie Van Traa (Fijnaut e.a.,<br />
1996). Volg<strong>en</strong>s de onderzoeksgroep zou het bij georganiseerde criminaliteit niet gaan om<br />
duidelijke id<strong>en</strong>tificeerbare <strong>en</strong> afgr<strong>en</strong>sbare stabiele organisaties met e<strong>en</strong> str<strong>en</strong>ge hiërarchie, maar<br />
veeleer om e<strong>en</strong> steeds wissel<strong>en</strong>d netwerk van daders die in verschill<strong>en</strong>de verband<strong>en</strong> met elkaar<br />
sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong>. Het vervolgonderzoek in het kader van de WODC monitor georganiseerde<br />
criminaliteit heeft deze conclusie bevestigd <strong>en</strong> nader empirisch onderbouwd (Kleemans e.a.,<br />
1998). In dit onderzoek wordt ook sterk de nadruk gelegd op het belang van sociale relaties (zoals<br />
familie- <strong>en</strong> vri<strong>en</strong>dschapsband<strong>en</strong>) voor het functioner<strong>en</strong> van criminele sam<strong>en</strong>werkingsverband<strong>en</strong>.<br />
Sociale relaties word<strong>en</strong> tev<strong>en</strong>s beschouwd als e<strong>en</strong> belangrijke bron van dynamiek: m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> rak<strong>en</strong><br />
via hun sociale relaties betrokk<strong>en</strong> bij criminele sam<strong>en</strong>werkingsverband<strong>en</strong> maar word<strong>en</strong><br />
gaandeweg steeds minder afhankelijk van andermans hulpbronn<strong>en</strong>, zoals geld, k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong><br />
contact<strong>en</strong>, <strong>en</strong> zoek<strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s hun eig<strong>en</strong> weg. Bij nieuwe sam<strong>en</strong>werkingsverband<strong>en</strong> betrekk<strong>en</strong><br />
zij weer person<strong>en</strong> uit hun eig<strong>en</strong> sociale omgeving <strong>en</strong> het verhaal begint opnieuw. Dit<br />
‘sneeuwbaleffect’ is volg<strong>en</strong>s het WODC rapport k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>der voor de onderzochte<br />
sam<strong>en</strong>werkingsverband<strong>en</strong> dan het traditionele beeld van ‘rekrutering’, waarbij criminele<br />
organisaties buit<strong>en</strong>staanders rekruter<strong>en</strong> die vervolg<strong>en</strong>s kunn<strong>en</strong> opklimm<strong>en</strong> in de hiërarchie.
NIEUWE INVALSHOEKEN<br />
In de meest rec<strong>en</strong>te criminologische literatuur over criminele <strong>groep<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> sam<strong>en</strong>werkingsverband<strong>en</strong><br />
kunn<strong>en</strong> we interessante nieuwe invalshoek<strong>en</strong> signaler<strong>en</strong>, die vaak op de e<strong>en</strong> of andere<br />
manier de rol van individuele daders wet<strong>en</strong> te combiner<strong>en</strong> met de invloed die andere daders op<br />
h<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. Lange tijd leek er namelijk sprake te zijn van e<strong>en</strong> merkwaardige tweedeling in de<br />
literatuur: daders werd<strong>en</strong> ofwel beschouwd als geïsoleerde (rationele) individu<strong>en</strong>, ofwel als<br />
volledig bepaald door de groep of subcultuur waarvan zij deel uitmak<strong>en</strong> (Tremblay, 1993).<br />
Nieuwe invalshoek<strong>en</strong> lijk<strong>en</strong> zowel het ‘ondergesocialiseerde’ als het ‘overgesocialiseerde’ beeld<br />
van crimineel gedrag te overstijg<strong>en</strong>.<br />
E<strong>en</strong> reeds g<strong>en</strong>oemde ontwikkeling is dat sociale verband<strong>en</strong> van daders steeds meer word<strong>en</strong><br />
bestudeerd vanuit e<strong>en</strong> netwerkperspectief. Verschill<strong>en</strong>de auteurs wijz<strong>en</strong> op algeme<strong>en</strong> sociaalwet<strong>en</strong>schappelijke<br />
inzicht<strong>en</strong> over de werking van sociale netwerk<strong>en</strong> die goed toepasbaar zijn<br />
binn<strong>en</strong> de criminologie (zie ook Bruinsma <strong>en</strong> Bernasco in dit themanummer). Met name voor de<br />
georganiseerde criminaliteit is dit idee nader uitgewerkt (zie voor e<strong>en</strong> overzicht: Kleemans <strong>en</strong> Van<br />
de Bunt, 1999; zie ook Coles, 2001). Maar ook t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van jeugdcriminaliteit wordt door<br />
sommig<strong>en</strong> het sociale netwerkperspectief gepropageerd (zie o.a. Sarnecki, 1986, Baerveldt e.a.,<br />
2000; Haynie, 2001). E<strong>en</strong> toepassing van dit perspectief is sociale netwerkanalyse van<br />
dader<strong>groep<strong>en</strong></strong> met behulp van speciaal daarvoor ontwikkelde method<strong>en</strong> <strong>en</strong> techniek<strong>en</strong>. In e<strong>en</strong><br />
aantal empirische studies is geprobeerd om de sociale netwerkstructuur van één of meer <strong>groep<strong>en</strong></strong><br />
te ontrafel<strong>en</strong> (o.a. Lupsha, 1983; Baron <strong>en</strong> Tindall, 1993; Finck<strong>en</strong>auer <strong>en</strong> Waring, 1998; Sarnecki,<br />
2001; Klerks, 2000; Morselli, 2000; 2001). Bij <strong>en</strong>kele studies wordt niet alle<strong>en</strong> de aanwezigheid<br />
van onderlinge relaties vastgesteld maar ook de inhoud van de relaties, bijvoorbeeld of er sprake is<br />
van instrum<strong>en</strong>tele, affectieve <strong>en</strong>-of hiërarchische relaties. Daarmee kan de rol van de afzonderlijke<br />
led<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> dadergroep duidelijk word<strong>en</strong> gemaakt, terwijl tegelijkertijd de structuur van het<br />
netwerk kan word<strong>en</strong> geanalyseerd.<br />
E<strong>en</strong> ander relatief nieuw gezichtspunt is dat daders kunn<strong>en</strong> kiez<strong>en</strong> of zij sam<strong>en</strong> met andere daders<br />
verband<strong>en</strong> vorm<strong>en</strong> of juist alle<strong>en</strong> op pad gaan. Sommig<strong>en</strong> analyser<strong>en</strong> daarom de sam<strong>en</strong>werking<br />
met andere daders vanuit het rationele keuzeperspectief (o.a. Tremblay, 1993; Kleemans, 1996;<br />
McCarthy e.a., 1998). Maar ook de sociale ruiltheorie kan word<strong>en</strong> toegepast op de keuze om<br />
alle<strong>en</strong> of sam<strong>en</strong> met ander<strong>en</strong> e<strong>en</strong> delict te pleg<strong>en</strong> (Weerman, 2001). Ook voor deze invalshoek<br />
geldt dat individuele keuzes niet als volledig onafhankelijk word<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong>, maar juist sterk<br />
sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong> met de sociale relaties die iemand heeft. Tremblay (1993) wees er op dat het kunn<strong>en</strong><br />
vind<strong>en</strong> van geschikte mededaders e<strong>en</strong> belangrijk elem<strong>en</strong>t vormt in de werkwijze van daders.<br />
Daders met e<strong>en</strong> beperkt aantal sterke sociale relaties met andere daders kunn<strong>en</strong> verband<strong>en</strong> vorm<strong>en</strong><br />
waarbij ze mededaders kunn<strong>en</strong> vertrouw<strong>en</strong>, terwijl daders met veel zwakke contact<strong>en</strong> in staat zijn<br />
om veel nieuwe, maar risicovolle criminele activiteit<strong>en</strong> te ontwikkel<strong>en</strong>. Er zijn dus verschill<strong>en</strong>de<br />
strategieën mogelijk t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van het vorm<strong>en</strong> van criminele sam<strong>en</strong>werkingsverband<strong>en</strong> <strong>en</strong> de<br />
keuze is afhankelijk van individuele voorkeur<strong>en</strong> <strong>en</strong> van het sociale netwerk van daders. Weerman<br />
(2001) verwerkt in zijn theorie over sam<strong>en</strong>pleg<strong>en</strong> naast de beschikbaarheid <strong>en</strong> k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van<br />
mededaders ook hun persoonlijke behoeft<strong>en</strong> <strong>en</strong> individuele vaardighed<strong>en</strong>. Het basisidee is dat<br />
daders sam<strong>en</strong> delict<strong>en</strong> pleg<strong>en</strong> wanneer zij elkaar wat te bied<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. Dat hoeft niet beperkt te<br />
blijv<strong>en</strong> tot materiële beloning<strong>en</strong>, ook sociale <strong>en</strong> psychologische beloning<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> tot de<br />
beslissing om aan e<strong>en</strong> gezam<strong>en</strong>lijk delict mee te do<strong>en</strong>.<br />
E<strong>en</strong> andere nieuwe invalshoek is het reeds g<strong>en</strong>oemde inzicht dat sociale relaties van groot belang<br />
zijn voor de mogelijkhed<strong>en</strong> tot criminele sam<strong>en</strong>werking. Telk<strong>en</strong>s weer zi<strong>en</strong> we dat familie,<br />
vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> <strong>en</strong> bek<strong>en</strong>d<strong>en</strong> met elkaar sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong> <strong>en</strong> elkaar weer introducer<strong>en</strong> bij ander<strong>en</strong>. Dit biedt<br />
daders in de eerste plaats nieuwe mogelijkhed<strong>en</strong> omdat zij gebruik kunn<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> van andermans<br />
hulpbronn<strong>en</strong>, zoals geld, k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> contact<strong>en</strong>. In de tweede plaats biedt het daders e<strong>en</strong> oplossing<br />
voor tal van sam<strong>en</strong>werkingsproblem<strong>en</strong> in de ongereguleerde wereld van de georganiseerde<br />
criminaliteit, waarin sluimer<strong>en</strong>d wantrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> pot<strong>en</strong>tieel bedrog effectieve sam<strong>en</strong>werking vaak<br />
in de weg staan. Sam<strong>en</strong>werking is immers veel gemakkelijker, wanneer je elkaar al langer k<strong>en</strong>t,<br />
wederzijds in e<strong>en</strong> relatie hebt geïnvesteerd <strong>en</strong> weet dat je elkaar in de toekomst nog vaker zult
teg<strong>en</strong>kom<strong>en</strong> (o.a. Raub, 1997; Busk<strong>en</strong>s, 1999). Dit perspectief biedt verschill<strong>en</strong>de nieuwe<br />
inzicht<strong>en</strong> in het functioner<strong>en</strong> van criminele sam<strong>en</strong>werkingsverband<strong>en</strong>, zoals het belang van sociale<br />
relaties voor internationale criminele sam<strong>en</strong>werkingsverband<strong>en</strong>, de etnische sam<strong>en</strong>stelling van<br />
<strong>groep<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> de ontwikkeling <strong>en</strong> groei van criminele netwerk<strong>en</strong> (Kleemans <strong>en</strong> Van de Bunt, 1999).<br />
Het sluit aan bij e<strong>en</strong> rec<strong>en</strong>te ontwikkeling in de economische wet<strong>en</strong>schap <strong>en</strong> de sociologie, waarbij<br />
steeds meer aandacht wordt besteed aan de ess<strong>en</strong>tiële rol van sociale relaties in de economie.<br />
Sinds de publicaties van Granovetter (o.a. 1985), Coleman (1990) <strong>en</strong> Burt (1992) is er e<strong>en</strong> stroom<br />
van publicaties op gang gekom<strong>en</strong> over de invloed van sociaal kapitaal op economisch gedrag (zie<br />
voor e<strong>en</strong> overzicht: Burt, 2000). Voor de verklaring van economisch gedrag wordt sindsdi<strong>en</strong> niet<br />
meer alle<strong>en</strong> gekek<strong>en</strong> naar fysiek kapitaal (geld <strong>en</strong> kapitaalgoeder<strong>en</strong>) <strong>en</strong> m<strong>en</strong>selijk kapitaal (k<strong>en</strong>nis<br />
<strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong>), maar ook naar de extra mogelijkhed<strong>en</strong> die sociaal kapitaal kan bied<strong>en</strong> voor het<br />
bereik<strong>en</strong> van bepaalde economische doel<strong>en</strong> (Coleman, 1990). Deze opkomst van de economische<br />
sociologie is rec<strong>en</strong>t toegepast in e<strong>en</strong> onderzoek naar de carrières van twee hoofdrolspelers uit de<br />
wereld van de georganiseerde misdaad (Morselli, 2000; 2001).<br />
Tot slot zou het interessant zijn om de rol van vertrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> wantrouw<strong>en</strong> nader te analyser<strong>en</strong>. In<br />
de literatuur wordt er vaak van uitgegaan dat sociale inbedding in e<strong>en</strong> netwerk e<strong>en</strong> stabiliser<strong>en</strong>d<br />
effect heeft op sam<strong>en</strong>werkingsrelaties, omdat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> informatie over elkaar kunn<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> via<br />
relevante ander<strong>en</strong> <strong>en</strong> bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>ing moet<strong>en</strong> houd<strong>en</strong> met hun reputatie in e<strong>en</strong> sociaal netwerk<br />
(o.a. Raub <strong>en</strong> Weesie, 1990). Overig<strong>en</strong>s hebb<strong>en</strong> de schaarse empirische toetsing<strong>en</strong> van deze<br />
netwerkeffect<strong>en</strong> geresulteerd in zwakke <strong>en</strong> wissel<strong>en</strong>de resultat<strong>en</strong> (Busk<strong>en</strong>s, 1999). Rec<strong>en</strong>telijk<br />
heeft Burt (2001) echter e<strong>en</strong> interessante discussie geop<strong>en</strong>d over de schaduwzijd<strong>en</strong> van sociale<br />
cohesie. Cohesie kan gemakkelijk leid<strong>en</strong> tot roddel, achterklap <strong>en</strong> karaktermoord. M<strong>en</strong>s<strong>en</strong><br />
besprek<strong>en</strong> oordel<strong>en</strong> over ander<strong>en</strong> niet zozeer om objectieve informatie over e<strong>en</strong> bepaalde persoon<br />
te verkrijg<strong>en</strong>, maar om elkaar te bevestig<strong>en</strong>. Daardoor word<strong>en</strong> positieve of negatieve beeld<strong>en</strong> niet<br />
g<strong>en</strong>uanceerd maar juist versterkt, in positieve of negatieve richting. Cohesie kan daarom<br />
wantrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> negatieve beeldvorming gemakkelijk versterk<strong>en</strong>. Uit het rec<strong>en</strong>te onderzoek van<br />
Van de Port (2001) naar liquidaties blijkt hoe gemakkelijk wantrouw<strong>en</strong> in het criminele circuit kan<br />
escaler<strong>en</strong>. Dit is van groot belang omdat wantrouw<strong>en</strong> in de wereld van de georganiseerde<br />
criminaliteit e<strong>en</strong> grote rol speelt. Er zijn immers ook zeer negatieve consequ<strong>en</strong>ties verbond<strong>en</strong> aan<br />
sam<strong>en</strong>werking met onbetrouwbare handelspartners of met informant<strong>en</strong> van de politie. Sociale<br />
cohesie zou dus ook e<strong>en</strong> keerzijde kunn<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>, wanneer m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> daardoor gemakkelijker als<br />
onbetrouwbare handelspartner of als verrader word<strong>en</strong> aangemerkt. Ook kan het prikkels<br />
verschaff<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> gewelddadige in plaats van e<strong>en</strong> betrouwbare reputatie te vestig<strong>en</strong>.<br />
DE INHOUD VAN DIT THEMANUMMER<br />
Bruinsma <strong>en</strong> Bernasco constater<strong>en</strong> dat doorgaans in vage term<strong>en</strong> over criminele netwerk<strong>en</strong> wordt<br />
gesprok<strong>en</strong>, terwijl in de sociale wet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> allerlei begripp<strong>en</strong> <strong>en</strong> inzicht<strong>en</strong> voor het analyser<strong>en</strong><br />
van sociale netwerk<strong>en</strong> zijn ontwikkeld. Zij gebruik<strong>en</strong> deze inzicht<strong>en</strong> om dader<strong>groep<strong>en</strong></strong> op het<br />
gebied van drie gr<strong>en</strong>soverschrijd<strong>en</strong>de vorm<strong>en</strong> van georganiseerde criminaliteit (heroïnehandel,<br />
vrouw<strong>en</strong>handel <strong>en</strong> autodiefstal) te beschrijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> met elkaar te vergelijk<strong>en</strong>. Aan de hand van<br />
eerder verzameld empirisch materiaal mak<strong>en</strong> ze aannemelijk dat de drie soort<strong>en</strong> internationale<br />
dadernetwerk<strong>en</strong> in structuur van elkaar verschill<strong>en</strong>. Dit mondt uit in hypothes<strong>en</strong> over de relatie<br />
tuss<strong>en</strong> bepaalde soort<strong>en</strong> criminele activiteit<strong>en</strong> <strong>en</strong> netwerkvorm<strong>en</strong>.<br />
Om beter te verklar<strong>en</strong> hoe de georganiseerde misdaad functioneert, gebruikt Van Calster het<br />
‘kleine-wereld-effect’: één <strong>en</strong>kele k<strong>en</strong>nismaking verkleint de afstand tuss<strong>en</strong> veel person<strong>en</strong>. Hij<br />
constateert dat er bij het organiser<strong>en</strong> van criminele activiteit<strong>en</strong> allerlei losse <strong>en</strong> op<strong>en</strong><br />
sam<strong>en</strong>werkingsverband<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aangegaan, terwijl er anderzijds ook sprake is van hechte <strong>en</strong><br />
geslot<strong>en</strong> <strong>groep<strong>en</strong></strong>. Hij legt uit hoe het kleine-wereld-effect deze schijnbare teg<strong>en</strong>stelling kan<br />
verklar<strong>en</strong> <strong>en</strong> bespreekt hoe vanuit dit uitgangspunt machtsposities binn<strong>en</strong> criminele netwerk<strong>en</strong> zijn<br />
te begrijp<strong>en</strong>.<br />
Miedema past de methode van ‘meta-etnografie’ toe op vier etnografische studies <strong>en</strong> br<strong>en</strong>gt zo de<br />
overe<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> <strong>en</strong> verschill<strong>en</strong> in kaart tuss<strong>en</strong> <strong>groep<strong>en</strong></strong>. jong<strong>en</strong>s van <strong>Nederlandse</strong>, Surinaamse,
Marokkaanse <strong>en</strong> Antilliaanse afkomst. Hij constateert belangrijke overe<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de<br />
verschill<strong>en</strong>de etnisch-specifieke studies <strong>en</strong> veronderstelt op basis daarvan dat de omstandighed<strong>en</strong><br />
waarin jong<strong>en</strong>s opgroei<strong>en</strong> in achterstandswijk<strong>en</strong> wellicht de belangrijkste factor zijn voor<br />
groepsvorming <strong>en</strong> gerelateerd delinqu<strong>en</strong>t gedrag. Vervolg<strong>en</strong>s biedt hij e<strong>en</strong> verklaring voor de<br />
geconstateerde groepsprocess<strong>en</strong> vanuit de collectieve codes <strong>en</strong> norm<strong>en</strong> die in deze<br />
omstandighed<strong>en</strong> ontstaan.<br />
Van Gemert beschrijft hoe overlastgev<strong>en</strong>de jeugd<strong>groep<strong>en</strong></strong> functioner<strong>en</strong> in wisselwerking met hun<br />
omgeving. Hij analyseert <strong>en</strong>kele symbolische <strong>en</strong> groepsdynamische process<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> deze<br />
jeugd<strong>groep<strong>en</strong></strong>. Daarvoor gebruikt hij bestaand empirisch materiaal uit onderzoek naar<br />
Marokkaanse jeugd<strong>groep<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> maakt hij e<strong>en</strong> vergelijking met Amerikaanse literatuur over gangs.<br />
Hij beargum<strong>en</strong>teert dat symbol<strong>en</strong> in Nederland ge<strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong>d vermog<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> voor de<br />
buit<strong>en</strong>wereld. Ook constateert hij dat er ge<strong>en</strong> symbiotische relatie bestaat tuss<strong>en</strong> jeugd<strong>groep<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong><br />
de buurt<strong>en</strong> waarin deze zich bevind<strong>en</strong>, maar dat jeugd<strong>groep<strong>en</strong></strong> juist vaak bots<strong>en</strong> met<br />
buurtbewoners. Hij beschrijft de process<strong>en</strong> die daarbij optred<strong>en</strong> <strong>en</strong> verklaart deze vanuit de<br />
interactie tuss<strong>en</strong> jeugd<strong>groep<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> hun omgeving.<br />
Adang beschrijft <strong>en</strong> verklaart groepsprocess<strong>en</strong> bij collectief (voetbal)geweld teg<strong>en</strong> de achtergrond<br />
van de confrontatie tuss<strong>en</strong> supporters van Ajax <strong>en</strong> Fey<strong>en</strong>oord bij Beverwijk <strong>en</strong> het<br />
politieonderzoek daarnaar. Hij bespreekt in hoeverre dergelijke voorvall<strong>en</strong> georganiseerd zijn <strong>en</strong><br />
probeert het functioner<strong>en</strong> van deelnemers te verklar<strong>en</strong>. Op basis van literatuur <strong>en</strong> eig<strong>en</strong> empirisch<br />
onderzoek beargum<strong>en</strong>teert hij dat er ge<strong>en</strong> sprake is van rationeel leiderschap noch van irrationele<br />
massaprocess<strong>en</strong>. In plaats daarvan werkt hij e<strong>en</strong> alternatieve verklaring uit, vanuit de sociale<br />
id<strong>en</strong>titeit die binn<strong>en</strong> <strong>groep<strong>en</strong></strong> ontstaat <strong>en</strong> de resulter<strong>en</strong>de codes <strong>en</strong> norm<strong>en</strong>.<br />
TOEKOMSTIG ONDERZOEK<br />
Dit themanummer overzi<strong>en</strong>d valt op dat in de eerste twee artikel<strong>en</strong> vooral de structuur van<br />
criminele <strong>groep<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> sam<strong>en</strong>werkingsverband<strong>en</strong> als verklaring wordt gebruikt, terwijl in de drie<br />
andere de meeste invloed wordt toegek<strong>en</strong>d aan de cultuur (codes <strong>en</strong> betek<strong>en</strong>is). Dit heeft<br />
waarschijnlijk ook te mak<strong>en</strong> met het soort criminaliteit dat de verschill<strong>en</strong>de auteurs behandel<strong>en</strong>.<br />
Bij de bestudering van sam<strong>en</strong>werkingsverband<strong>en</strong> in de georganiseerde misdaad wordt traditioneel<br />
veel werk gemaakt van het beschrijv<strong>en</strong> van de structuur, terwijl bij het beschrijv<strong>en</strong> van <strong>groep<strong>en</strong></strong> in<br />
de jeugdcriminaliteit boek<strong>en</strong> vol zijn geschrev<strong>en</strong> over subcultur<strong>en</strong> <strong>en</strong> symboliek. E<strong>en</strong> belangrijke<br />
red<strong>en</strong> daarvoor is waarschijnlijk dat het bij georganiseerde criminaliteit in de eerste plaats gaat om<br />
materiële beloning<strong>en</strong> <strong>en</strong> bij jeugdcriminaliteit <strong>en</strong> collectief geweld relatief vaker om het vervull<strong>en</strong><br />
van immateriële behoeft<strong>en</strong> (Weerman, 2001). Toch loont het misschi<strong>en</strong> de moeite om de<br />
invalshoek<strong>en</strong> e<strong>en</strong>s om te draai<strong>en</strong>, bijvoorbeeld door de codes <strong>en</strong> cultuur binn<strong>en</strong> de georganiseerde<br />
misdaad te onderzoek<strong>en</strong> (o.a. Paoli, 1997). Er kunn<strong>en</strong> namelijk ook allerlei immateriële motiev<strong>en</strong><br />
zijn om gezam<strong>en</strong>lijk bepaalde criminele activiteit<strong>en</strong> te ondernem<strong>en</strong> (Klerks, 2000). Verder is het<br />
van belang om de condities voor reputatie <strong>en</strong> vertrouw<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> criminele netwerk<strong>en</strong> beter te<br />
begrijp<strong>en</strong>. Aan de andere kant zou aandacht voor de structuur van jeugd<strong>groep<strong>en</strong></strong> of<br />
supporters<strong>groep<strong>en</strong></strong> duidelijk kunn<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> in hoeverre zulke <strong>groep<strong>en</strong></strong> verander<strong>en</strong> in de tijd (zie<br />
o.a. Sarnecki, 2001). Ook kunn<strong>en</strong> sub<strong>groep<strong>en</strong></strong> word<strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong> door het analyser<strong>en</strong> van de<br />
netwerk<strong>en</strong> achter jeugd<strong>groep<strong>en</strong></strong> (zie o.a. Beke e.a., 2000) <strong>en</strong> lijkt het de moeite waard om te<br />
onderzoek<strong>en</strong>, op welke manier criminele jonger<strong>en</strong> via contact<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> doorgroei<strong>en</strong> naar<br />
ernstiger vorm<strong>en</strong> van misdaad.<br />
In sommige artikel<strong>en</strong> in dit themanummer zijn <strong>en</strong>kele besprok<strong>en</strong> ‘nieuwe invalshoek<strong>en</strong>’ duidelijk<br />
terug te vind<strong>en</strong>. Zowel Bruinsma <strong>en</strong> Bernasco als Van Calster hebb<strong>en</strong> zich lat<strong>en</strong> inspirer<strong>en</strong> door<br />
sociale netwerkanalyses van criminele <strong>groep<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> sam<strong>en</strong>werkingsverband<strong>en</strong>. Bruinsma <strong>en</strong><br />
Bernasco prober<strong>en</strong> de soms fragm<strong>en</strong>tarische <strong>en</strong> vage toepassing van het begrip ‘sociaal netwerk’<br />
van e<strong>en</strong> degelijke basis te voorzi<strong>en</strong> <strong>en</strong> bouw<strong>en</strong> daarmee deze manier van analyser<strong>en</strong> verder uit.<br />
Van Calster k<strong>en</strong>t ook e<strong>en</strong> grote rol toe aan sociale relaties <strong>en</strong> sluit nauw aan bij ontwikkeling<strong>en</strong><br />
rond de ‘economische sociologie’. Dit zijn twee belangrijke bijdrag<strong>en</strong>, omdat deze invalshoek<strong>en</strong><br />
tot nu toe nog niet of nauwelijks in de Nederlandstalige criminologie zijn doorgedrong<strong>en</strong>. Met
etrekking tot de keuze voor mededaders <strong>en</strong> de rol van vertrouw<strong>en</strong> ligt het empirisch<br />
onderzoeksterrein zelfs nog bijna helemaal braak. Dat geldt ook voor de toepassing van deze<br />
nieuwe invalshoek<strong>en</strong> op andere vorm<strong>en</strong> van criminaliteit dan georganiseerde misdaad. Toekomstig<br />
onderzoek moet duidelijk mak<strong>en</strong> of de theorievorming op deze terrein<strong>en</strong> ook empirisch houdbaar<br />
is.<br />
Niet alle<strong>en</strong> rec<strong>en</strong>te ontwikkeling<strong>en</strong> zijn interessant voor toekomstig onderzoek, ook klassieke<br />
publicaties kunn<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> tot verfriss<strong>en</strong>de inzicht<strong>en</strong>. Het artikel van Miedema maakt bijvoorbeeld<br />
duidelijk dat de oude theorie van Miller (1958) over focal concerns nog steeds op de hed<strong>en</strong>daagse<br />
straatcultuur kan word<strong>en</strong> toegepast. Van Gemert sluit aan bij e<strong>en</strong> lange traditie binn<strong>en</strong> het<br />
onderzoek naar gangs in de Ver<strong>en</strong>igde Stat<strong>en</strong>, door zowel op de betek<strong>en</strong>is van groepssymbol<strong>en</strong> als<br />
op de positie van jeugd<strong>groep<strong>en</strong></strong> in de buurt te wijz<strong>en</strong>. Er zijn ongetwijfeld nog meer interessante,<br />
halfverget<strong>en</strong> inzicht<strong>en</strong> uit de klassieke literatuur. Zo heeft Trasher (1927) e<strong>en</strong> uitvoerige<br />
beschrijving gegev<strong>en</strong> van allerlei veranderingsprocess<strong>en</strong> van jeugd<strong>groep<strong>en</strong></strong>, waarvan het de moeite<br />
waard kan zijn om de hed<strong>en</strong>daagse toepasbaarheid te onderzoek<strong>en</strong>. In het verled<strong>en</strong> is ook<br />
interessant maar in vergetelheid geraakt Nederlands onderzoek verricht naar criminele <strong>groep<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong><br />
sam<strong>en</strong>werkingsverband<strong>en</strong>, zoals het onderzoek van Van Schrev<strong>en</strong> (1957) naar ‘diefstal in<br />
groepsformatie’. Voor toekomstig onderzoek kan het dus lon<strong>en</strong>d zijn om op zoek te gaan naar<br />
oude inzicht<strong>en</strong> in verget<strong>en</strong> studies <strong>en</strong> deze te toets<strong>en</strong> aan de huidige tijd.<br />
T<strong>en</strong>slotte will<strong>en</strong> wij er nog op wijz<strong>en</strong> dat empirisch onderzoek sterk achter lijkt te blijv<strong>en</strong> bij de<br />
vele theoretische ontwikkeling<strong>en</strong> van dit mom<strong>en</strong>t. Dit blijkt ook uit de bijdrag<strong>en</strong> aan dit<br />
themanummer: de nadruk ligt op theorieontwikkeling, terwijl vooral gebruik wordt gemaakt van<br />
empirisch materiaal dat door de auteurs zelf of door ander<strong>en</strong> al eerder was verzameld. Het is van<br />
het grootste belang dat in de toekomst ook empirisch onderzoek wordt verricht naar criminele<br />
<strong>groep<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> sam<strong>en</strong>werkingsverband<strong>en</strong>, waarbij nieuwe theoretische inzicht<strong>en</strong> word<strong>en</strong> getoetst. Het<br />
zou goed zijn wanneer dit onderzoek naast de klassieke terrein<strong>en</strong> van georganiseerde criminaliteit<br />
<strong>en</strong> jeugd<strong>groep<strong>en</strong></strong> ook op andere gebied<strong>en</strong> zou word<strong>en</strong> verricht. Zo is in dit themanummer de<br />
manier waarop bijvoorbeeld inbrekers of overvallers in sam<strong>en</strong>werkingsverband<strong>en</strong> functioner<strong>en</strong><br />
onderbelicht geblev<strong>en</strong>, terwijl daarover nog veel k<strong>en</strong>nis te verwerv<strong>en</strong> valt. Ook de rol van<br />
vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> meisjes binn<strong>en</strong> criminele <strong>groep<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> sam<strong>en</strong>werkingsverband<strong>en</strong> kan heel belangrijk<br />
zijn (zie o.a. Campbell, 1984; Bov<strong>en</strong>kerk, 1995; Kleemans e.a., 1998; Miller, 2001) <strong>en</strong> is nader<br />
onderzoek waard. Er is kortom nog veel werk te do<strong>en</strong>. Wij hop<strong>en</strong> dat dit themanummer daartoe<br />
stimuleert.<br />
LITERATUUR<br />
Albini, J. (1971) The American Mafia; G<strong>en</strong>esis of a Leg<strong>en</strong>d, New York: Appleton.<br />
Baerveld, C., M. Vermande & R. van Rossem (2000) ‘Over vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> die het ook do<strong>en</strong>: de kleine<br />
criminaliteit van scholier<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun sociale netwerk<strong>en</strong>’, Sociale Wet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>, 43: 7-26.<br />
Ball, R.A. & G. D. Curry (1995) ‘The logic of definition in criminology: purposes and methods<br />
for defining "gangs" ’, Criminology, 33: 225-245.<br />
Baron, S.W. & Tindall, D.B (1993) ‘Network structure and delinqu<strong>en</strong>t attitudes within a juv<strong>en</strong>ile<br />
gang’, Social Networks, 15: 255-273.<br />
Beke, B.M.W.A., A. van Wijk & H.B.Ferwerda (2000) Jeugdcriminaliteit in groepsverband<br />
ontrafeld. Tuss<strong>en</strong> rondhang<strong>en</strong> <strong>en</strong> b<strong>en</strong>devorming, D<strong>en</strong> Haag: Ministerie van Justitie.<br />
Best, J. & D.F. Luck<strong>en</strong>bill (1982) Organizing Deviance, Englewood Cliffs: Pr<strong>en</strong>tice Hall.<br />
Bov<strong>en</strong>kerk, F. (1995) La Bella Betti<strong>en</strong>, Amsterdam: Meul<strong>en</strong>hoff.<br />
Burt, R.S. (1992) Structural Holes, Cambridge, MA: Harvard University Press.<br />
Burt, R.S. (2000) ‘The network structure of social capital’, in: R.I. Sutton & M. Staw (eds.),<br />
Research in Organizational Behavior, Gre<strong>en</strong>wich, CT: JAI Press.<br />
Burt, R.S. (2001) ‘Bandwidth and echo: trust, information, and gossip in social networks’, in: A.<br />
Casella & J.E. Rauch (eds.), Networks and Markets, Russel Sage Foundation: 30-74.
Busk<strong>en</strong>s, V. (1999) Social Networks and Trust, Utrecht: Interuniversity C<strong>en</strong>ter for Social Sci<strong>en</strong>ce<br />
Theory and Methodology.<br />
Campbell, A. (1984) The Girls in the Gang, Cambridge: Basil Blackwell.<br />
Canter, D. & L. Alison (2000) The Social Psychology of Crime. Groups, Teams and Networks<br />
(Off<strong>en</strong>der profiling series III), Aldershot etc.: Ashgate.<br />
Cloward, R.A. & L.E. Ohlin (1960) Delinqu<strong>en</strong>cy and Opportunity; A Theory of Delinqu<strong>en</strong>t<br />
Gangs, New York: The Free Press.<br />
Coh<strong>en</strong>, A.K. (1955) Delinqu<strong>en</strong>t Boys, New York: The Free Press.<br />
Coleman, J.S. (1990) Foundations of Social Theory, Cambridge (Mass.) - London: The Belknap<br />
Press - Harvard University Press.<br />
Coles, N. (2001) ‘It’s not what you know, it’s who you know that counts. Analysing serious crime<br />
groups as social networks’ British Journal of Criminology, 41: 580-594.<br />
Cressey, D.R. (1969) Theft of the Nation; The Structure and Operations of Organized Crime in<br />
America, New York: Harper & Row.<br />
Decker, S.H. & B. Van Winkle (1996) Life in the Gang; Family, Fri<strong>en</strong>ds, and Viol<strong>en</strong>ce,<br />
Cambridge: Cambridge University Press.<br />
Draisma, S. & F. Weerman (2000) ‘De analyse van aard <strong>en</strong> omvang van criminele sam<strong>en</strong>werking’,<br />
in: H. Moerland & B. Rovers (red.), Criminaliteitsanalyse in Nederland, D<strong>en</strong> Haag: Elsevier: 245-<br />
261.<br />
Duyne, P.C. van (1995) Het spook <strong>en</strong> de dreiging van de georganiseerde misdaad, D<strong>en</strong> Haag: Sdu<br />
Uitgevers.<br />
Duyne, P.C. van, R.F. Kouw<strong>en</strong>berg & G. Romeijn (1990) Misdaadonderneming<strong>en</strong>; ondernem<strong>en</strong>de<br />
misdadigers in Nederland, Dev<strong>en</strong>ter: Gouda Quint.<br />
Einstadter, W.J. (1969) ‘The social organization of armed robbery’, Social Problems, 17: 64-82.<br />
Esb<strong>en</strong>s<strong>en</strong>, F.A. & D. Huizinga (1993) ‘Gangs, drugs, and delinqu<strong>en</strong>cy in a survey of urban youth’,<br />
Criminology, 31: 565-589.<br />
Fijnaut, C.J.C.F., F. Bov<strong>en</strong>kerk, G.J.N. Bruinsma & H.G. van de Bunt (1996) Georganiseerde<br />
criminaliteit in Nederland, eindrapport, bijlage VII van: Enquêtecommissie opsporingsmethod<strong>en</strong>,<br />
Inzake Opsporing, ’s Grav<strong>en</strong>hage: Sdu Uitgevers.<br />
Finck<strong>en</strong>auer, J.O. & E.J. Waring (1998) Russian Mafia in America, Boston: Northeastern<br />
University Press.<br />
Gemert, F. van (1998) Crips in drievoud. E<strong>en</strong> dossieronderzoek naar drie jeugdb<strong>en</strong>des,<br />
Amsterdam: Regioplan Onderzoek Advies <strong>en</strong> Informatie.<br />
Granovetter, M. (1985) ‘Economic action and social structure: the problem of embeddedness’,<br />
American Journal of Sociology, 91: 481-510.<br />
Haan, W.J.M. de & S. Miedema (2001) ‘Jeugd<strong>groep<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> gangs’, in: R. Loeber, N.W. Slot & J.A.<br />
Sergeant (red.) Ernstige <strong>en</strong> gewelddadige jeugddelinqu<strong>en</strong>tie. Omvang, oorzak<strong>en</strong> <strong>en</strong> interv<strong>en</strong>ties,<br />
Nijmeg<strong>en</strong>: Bohn Stafleu Van Loghum: 205-223.<br />
Hakkert, A., A. Van Wijk, H. Ferwerda & T. Eijk<strong>en</strong> (1998) Groepscriminaliteit. E<strong>en</strong><br />
terreinverk<strong>en</strong>ning op basis van literatuuronderzoek <strong>en</strong> e<strong>en</strong> analyse van bestaand<br />
onderzoeksmateriaal, aangevuld met <strong>en</strong>kele interviews met sleutelinformant<strong>en</strong> <strong>en</strong> jonger<strong>en</strong> die tot<br />
<strong>groep<strong>en</strong></strong> behor<strong>en</strong>, D<strong>en</strong> Haag: Ministerie van Justitie.<br />
Haynie, D.L. (2001) ‘Delinqu<strong>en</strong>t peers revisited: does network structure matter?’, American<br />
Journal of Sociology, 106: 1013-1057.<br />
Hochstetler, A. (2001) ‘Opportunities and decisions: interactional dynamics in robbery and<br />
burglary groups’, Criminology, 39: 737-763.<br />
Hood, R. <strong>en</strong> R. Sparks (1970) Key Issues in Criminology, London: Weid<strong>en</strong>feld and Nicolson.<br />
Ianni, F.A.J. & E. Reuss-Ianni (1972) A Family Business; Kinship and Social Control in<br />
Organized Crime, London: Routledge & Kegan Paul.<br />
Kleemans, E.R. (1996) Strategische misdaadanalyse <strong>en</strong> stedelijke criminaliteit. E<strong>en</strong> toepassing<br />
van de rationele keuzeb<strong>en</strong>adering op stedelijke criminaliteitspatron<strong>en</strong> <strong>en</strong> het gedrag van daders,<br />
toegespitst op het delict woninginbraak, Enschede: Universiteit Tw<strong>en</strong>te.
Kleemans, E.R., E.A.I.M. van d<strong>en</strong> Berg & H.G. van de Bunt, m.m.v. M. Brouwers, R.F.<br />
Kouw<strong>en</strong>berg & G. Paulides (1998) Georganiseerde criminaliteit in Nederland. Rapportage op<br />
basis van de WODC-monitor, D<strong>en</strong> Haag: WODC.<br />
Kleemans, E.R. & H.G. van de Bunt (1999) ‘The social embeddedness of organized crime’<br />
Transnational Organized Crime, 5 (2): 19-36.<br />
Klein, M.W. (1996) ‘Gangs in the United States and Europe’, European Journal on Criminal<br />
Policy and Research, 4 (2): 63-80.<br />
Klein, M.W., H.-J. Kerner, C.L. Maxson & E.G.M. Weitekamp (2000) The Eurogang Paradox:<br />
Street Gangs and Youth Groups in the U.S. and Europe, Dordrecht: Kluwer-Pl<strong>en</strong>um.<br />
Klerks, P.P.H.M. (2000) Groot in de hasj. Theorie <strong>en</strong> praktijk van de georganiseerde criminaliteit,<br />
Antwerp<strong>en</strong>: Kluwer Rechtswet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>.<br />
Kreul<strong>en</strong>, F. & N. de Boer (1994) Tuss<strong>en</strong> mode <strong>en</strong> m<strong>en</strong><strong>en</strong>s. Crips <strong>en</strong> Bloods in Nederland, D<strong>en</strong><br />
Haag: H.O.F.<br />
Kruize, P. (2001) Choices of Commercial Robbers – A Comparative Study of Commercial<br />
Robbers in D<strong>en</strong>mark and The Netherlands, Cop<strong>en</strong>hag<strong>en</strong>: DJØF Publishing.<br />
Lupsha, P.A. (1983) ‘Networks versus networking; analysis of an organized crime group’, in: G.P.<br />
Waldo (ed.) Career Criminals, Beverly Hills: Sage Publications: 59-87.<br />
McCarthy, B., J. Hagan & L.E. Coh<strong>en</strong> (1998) ‘Uncertainty, co-operation, and crime:<br />
understanding the decision to co-off<strong>en</strong>d’, Social Forces, 77: 155-176.<br />
McCarthy, B. & J. Hagan (1999) Wh<strong>en</strong> does crime pay? Capital, compet<strong>en</strong>ce and criminal<br />
success, paper pres<strong>en</strong>ted at the 1999 Annual Meeting of the American Society of Criminology,<br />
Toronto.<br />
McCord, J. & K. Conway (2002) ‘Patterns of juv<strong>en</strong>ile delinqu<strong>en</strong>cy and co-off<strong>en</strong>ding’, in: E.<br />
Waring & D. Weisburd (eds.) Crime and Social Organization (Advances in Criminological<br />
Theory Volume 10), New Brunswick: Transactions Publishers.<br />
Miller, W.B. (1958) ‘Lower class culture as a g<strong>en</strong>erating milieu of gang delinqu<strong>en</strong>cy’, Journal of<br />
Social Issues, 14: 5-19.<br />
Miller, J. (2001) One of the Guys. Girls, Gangs, and G<strong>en</strong>der, New York: Oxford University Press.<br />
Moore, M.H. (1987) ‘Organized crime as a business <strong>en</strong>terprise’, in: H. Edelhertz (ed.) Major<br />
Issues in Organized Crime Control, Washington DC: US Governm<strong>en</strong>t Printing Office.<br />
Morselli, C. (2000) Contacts, Opportunities, and Crime; Relational Foundations of Criminal<br />
Enterprise, Doctoral dissertation, Université de Montreal, ongepubliceerd.<br />
Morselli, C. (2001) ‘Structuring Mr. Nice: Entrepr<strong>en</strong>eurial opportunities and brokerage<br />
positioning in the cannabis trade’, Crime, Law, and Social Change, 35: 203-244.<br />
Paoli, L. (1997) The Pledge of Secrecy; Culture, Structure, and Action of Mafia Associations,<br />
Fir<strong>en</strong>ze: European University Institute.<br />
Port, M. van de (2001) Geliquideerd. <strong>Criminele</strong> afrek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> in Nederland, Amsterdam:<br />
Meul<strong>en</strong>hoff.<br />
Potter, G.W. (1994) Criminal Organisations; Vice, Racketeering, and Politics in an American<br />
City, Prospect Heights: Waveland Press.<br />
Raub, W. (1997) Sam<strong>en</strong>werking in duurzame relaties <strong>en</strong> sociale cohesie (oratie), Utrecht:<br />
Universiteit Utrecht.<br />
Raub, W. & J. Weesie (1990) ‘Reputation and effici<strong>en</strong>cy in social interactions: an example of<br />
network effects’, American Journal of Sociology, 96: 626-654.<br />
Reiss, A.J., Jr. (1988) ‘Co-off<strong>en</strong>ding and criminal careers’, in: M. Tonry & N. Morris (eds.) Crime<br />
and Justice. A Review of Research, Vol. 10, Chicago: Chicago University Press: 117-170.<br />
Reiss, A.J. & D.F. Farrington (1991) ‘Advancing knowledge about co-off<strong>en</strong>ding: results from a<br />
prospective longitudinal survey of London males’, Journal of Criminal Law and Criminology, 82<br />
(2): 360-395.<br />
Reuter, P. (1983) Disorganized Crime; Illegal Markets and the Mafia, Cambridge: MIT-Press.<br />
Sarnecki, J. (1986) Delinqu<strong>en</strong>t Networks, Stockholm: Liber Forlag.<br />
Sarnecki, J. (2001) Delinqu<strong>en</strong>t Networks: Youth Co-off<strong>en</strong>ding in Stockholm, Cambridge:<br />
Cambridge University Press.
Schrev<strong>en</strong>, C.M. van (1957) Diefstal in groepsformatie gepleegd. E<strong>en</strong> empirisch onderzoek met e<strong>en</strong><br />
criminologische beschouwing, D<strong>en</strong> Haag: Martinus Nijhoff.<br />
Shaw, C.R. & H.D. McKay (1931) Report on the Causes of Crime: Volume II, Washington:<br />
Governm<strong>en</strong>t Printing Office.<br />
Short, Jr. J.F. & F.L. Strodtbeck (1965) Group Process and Delinqu<strong>en</strong>cy, Chicago: University of<br />
Chicago Press.<br />
Shover, N. (1973) ‘The social organization of burglary’, Social Problems, 20: 499-514.<br />
Smith, D. C. (1975) The Mafia Mystique, New York: Basic Books.<br />
Sutherland, E.H. (1937) The Professional Thief, Chicago: The University of Chicago Press.<br />
Thornberry, T.P., M.D. Krohn, A.J. Lizotte & D. Chard-Wierschem (1993) ‘The role of juv<strong>en</strong>ile<br />
gangs in facilitating delinqu<strong>en</strong>t behavior’, Journal of Research in Crime and Delinqu<strong>en</strong>cy, 30: 55-<br />
87.<br />
Trasher, F.M. (1927) The Gang: A study of 1,313 Gangs in Chicago, Chicago: University of<br />
Chicago Press.<br />
Tremblay, P. (1993) ‘Searching for suitable co-off<strong>en</strong>ders’, in: R.V. Clarke & M. Felson (eds.)<br />
Routine activity and rational choice (Advances in criminological theory, vol. 5), New Brunswick:<br />
Transaction Publishers: 17-36.<br />
Warr, M. (1996) ‘Organization and instigation in delinqu<strong>en</strong>t groups’, Criminology, 34: 11-37.<br />
Weerman, F.M. (2001) Sam<strong>en</strong>pleg<strong>en</strong>. Over criminele sam<strong>en</strong>werking <strong>en</strong> groepsvorming,<br />
Nijmeg<strong>en</strong>: Ars Aequi Libri.<br />
Whyte, W.F. (1943) Street Corner Society. The Social Structure of an Italian Slum, Chicago:<br />
University of Chicago Press.<br />
Waring, E. & D. Weisburd (eds.) (2002) Crime and Social Organization (Advances in<br />
Criminological Theory, vol.10), New Brunswick: Transactions Publishers.
DADERGROEPEN EN TRANSNATIONALE ILLEGALE MARKTEN<br />
EEN NADERE PRECISERING AAN DE HAND VAN SOCIALE NETWERKEN<br />
Gerb<strong>en</strong> Bruinsma <strong>en</strong> Wim Bernasco<br />
In de criminologie wordt teg<strong>en</strong>woordig meer dan vroeger b<strong>en</strong>adrukt dat het pleg<strong>en</strong> van misdrijv<strong>en</strong><br />
lang niet altijd e<strong>en</strong> solitaire bezigheid is, maar dat veel misdrijv<strong>en</strong> door meerdere sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong>de<br />
daders word<strong>en</strong> voorbereid <strong>en</strong> gepleegd (Weerman, 2001). In de criminologie zijn daarvoor<br />
begripp<strong>en</strong> geïntroduceerd als groepscriminaliteit, organisatiecriminaliteit <strong>en</strong> georganiseerde<br />
misdaad. De laatste ti<strong>en</strong> jaar wordt meer <strong>en</strong> meer empirisch onderzoek verricht naar criminele<br />
activiteit<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> zekere vorm van sam<strong>en</strong>werking <strong>en</strong> organisatie vereis<strong>en</strong>. Uit dat onderzoek<br />
blijkt dat het traditionele beeld van de georganiseerde misdaad als e<strong>en</strong> activiteit die gedomineerd<br />
wordt door c<strong>en</strong>traal geleide organisaties, met e<strong>en</strong> duidelijke hiërarchie <strong>en</strong> strikte taakverdeling,<br />
gedateerd lijkt. Georganiseerde criminaliteit blijkt beter gek<strong>en</strong>schetst te kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> als e<strong>en</strong><br />
verzameling daders <strong>en</strong> dader<strong>groep<strong>en</strong></strong>, die in soms wissel<strong>en</strong>de sam<strong>en</strong>stelling<br />
sam<strong>en</strong>werkingsverband<strong>en</strong> met elkaar aangaan (Reuter, 1986; Fijnaut e.a., 1998; Kleemans e.a.,<br />
1998; Klerks, 2000). Mede op grond hiervan is de term ‘crimineel netwerk’ populair geword<strong>en</strong> als<br />
aanduiding voor de structuur van de <strong>groep<strong>en</strong></strong> person<strong>en</strong> die zich met georganiseerde criminaliteit<br />
bezighoud<strong>en</strong>. Het gemak waarmee die term in de criminologie wordt gebruikt, doet echter ge<strong>en</strong><br />
recht aan de conceptuele <strong>en</strong> theoretische rijkdom die in de andere sociale wet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> is<br />
ontwikkeld met betrekking tot het ontstaan, de structuur <strong>en</strong> de effect<strong>en</strong> van sociale netwerk<strong>en</strong>. Die<br />
k<strong>en</strong>nis zou beter moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gebruikt om criminele sam<strong>en</strong>werkingsverband<strong>en</strong> theoretisch te<br />
duid<strong>en</strong> <strong>en</strong> empirisch te onderzoek<strong>en</strong>. In dit artikel will<strong>en</strong> wij daartoe e<strong>en</strong> aanzet gev<strong>en</strong>. Wij do<strong>en</strong><br />
dat door voor drie illegale markt<strong>en</strong> (smokkel <strong>en</strong> grootschalige handel in heroïne, vrouw<strong>en</strong>handel<br />
<strong>en</strong> de markt van gestol<strong>en</strong> person<strong>en</strong>auto’s) te beschrijv<strong>en</strong> hoe de daarin actieve dadernetwerk<strong>en</strong> van<br />
elkaar verschill<strong>en</strong> <strong>en</strong> welke eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> aan deze netwerk<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> toegeschrev<strong>en</strong>.<br />
Wij kiez<strong>en</strong> voor deze illegale markt<strong>en</strong>, omdat voor hun functioner<strong>en</strong> e<strong>en</strong> geografische afstand<br />
moet word<strong>en</strong> overbrugd om vraag <strong>en</strong> aanbod bij elkaar te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>: het zijn transnationale vorm<strong>en</strong><br />
van misdaad. Omwille van de e<strong>en</strong>voud lat<strong>en</strong> wij met dit criterium al te lokaal werk<strong>en</strong>de<br />
misdadigers buit<strong>en</strong> de analyses. Wij b<strong>en</strong>adrukk<strong>en</strong> dat het om e<strong>en</strong> beschrijving gaat, met als doel te<br />
lat<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> dat theoretische inzicht<strong>en</strong> vanuit de sociale netwerkb<strong>en</strong>adering voor de criminologie van<br />
groot belang zijn. In de volg<strong>en</strong>de paragraaf besprek<strong>en</strong> wij waaruit sociale netwerk<strong>en</strong> bestaan <strong>en</strong><br />
welke k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong>. Daarna beschrijv<strong>en</strong> wij zeer beknopt de drie<br />
g<strong>en</strong>oemde illegale markt<strong>en</strong> <strong>en</strong> analyser<strong>en</strong> wij de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van dadernetwerk<strong>en</strong> die in die illegale<br />
markt<strong>en</strong> actief zijn. De gegev<strong>en</strong>s hiervoor zijn afkomstig van de Onderzoeksgroep Fijnaut (Fijnaut<br />
e.a., 1996), Bov<strong>en</strong>kerk <strong>en</strong> Yeşilgöz (1998), Bruinsma (1996; 1999), Kleemans e.a. (1998) <strong>en</strong><br />
Bruinsma <strong>en</strong> Meershoek (1999), waar nodig aangevuld met andere gegev<strong>en</strong>s. In de laatste<br />
paragraaf vatt<strong>en</strong> wij ons betoog sam<strong>en</strong> <strong>en</strong> besprek<strong>en</strong> wij <strong>en</strong>kele hypothes<strong>en</strong> die voor de<br />
criminologie interessant zoud<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> zijn.<br />
KENMERKEN VAN SOCIALE NETWERKEN<br />
Het gemak waarmee in de criminologie de term criminele netwerk<strong>en</strong> wordt gebruikt, doet ge<strong>en</strong><br />
recht aan de bestaande theoretische <strong>en</strong> methodologische literatuur op het terrein van sociale<br />
netwerk<strong>en</strong> (Burt, 1983; 1992; Burt & Minor, 1983; Granovetter, 1972; 1982; Wellman, 1983;<br />
Wellman <strong>en</strong> Berkovitz, 1988; Jans<strong>en</strong> <strong>en</strong> Van d<strong>en</strong> Witteboer, 1992; Wasserman <strong>en</strong> Faust, 1994).<br />
De afgelop<strong>en</strong> twintig jaar is op dat punt de nodige vooruitgang geboekt. De criminologie kan<br />
daarmee haar voordeel do<strong>en</strong>, al was het maar om haar onderzoeksvrag<strong>en</strong> nauwkeuriger te<br />
formuler<strong>en</strong> <strong>en</strong> de empirische analyses verfijnder uit te voer<strong>en</strong>.<br />
Sociale netwerk<strong>en</strong> bestaan uit twee soort<strong>en</strong> elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong>: actor<strong>en</strong> <strong>en</strong> relaties tuss<strong>en</strong> actor<strong>en</strong>. In de<br />
meeste studies van sociale netwerk<strong>en</strong> zijn de actor<strong>en</strong> person<strong>en</strong>, met k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>en</strong> eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong><br />
zoals leeftijd, sekse, opleiding, criminele anteced<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, fysieke sterkte of temperam<strong>en</strong>t. Tuss<strong>en</strong>
twee person<strong>en</strong> kan al dan niet e<strong>en</strong> relatie bestaan. Het bestaan van e<strong>en</strong> relatie duidt er op dat beide<br />
person<strong>en</strong> op de e<strong>en</strong> of andere manier direct met elkaar verbond<strong>en</strong> zijn. Net als person<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong><br />
ook de relaties tuss<strong>en</strong> person<strong>en</strong> k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>. Er wordt in de literatuur onderscheid gemaakt tuss<strong>en</strong><br />
neg<strong>en</strong>ti<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van sociale relaties. Voorbeeld<strong>en</strong> daarvan zijn de frequ<strong>en</strong>tie<br />
van contact<strong>en</strong>, de leeftijd (duur) van de relatie, de mate waarin de relatie affectief dan wel<br />
instrum<strong>en</strong>teel is, of de relatie hiërarchisch is <strong>en</strong> de mate waarin de relatie homoge<strong>en</strong> is (i.e. tuss<strong>en</strong><br />
gelijksoortig<strong>en</strong> qua persoons- of achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>).<br />
Hoewel het mogelijk is de verschill<strong>en</strong>de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van de relatie tuss<strong>en</strong> twee m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> analytisch<br />
te onderscheid<strong>en</strong>, zijn die k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> in de praktijk vaak moeilijk te scheid<strong>en</strong>. De meeste sociale<br />
relaties verton<strong>en</strong> tegelijkertijd verschill<strong>en</strong>de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> (ze zijn ‘multiplex’). Zo overweg<strong>en</strong> op het<br />
werk instrum<strong>en</strong>tele <strong>en</strong> hiërarchische relaties, maar daaraan wordt ook e<strong>en</strong> andere inhoud<br />
gekoppeld: m<strong>en</strong> vindt de ander meer of minder aardig, gaat er meer of minder frequ<strong>en</strong>t mee om,<br />
m<strong>en</strong> heeft voortdur<strong>en</strong>d ruzie of slaagt er in conflict<strong>en</strong> op te loss<strong>en</strong> of er mee te lev<strong>en</strong>. Uit deze<br />
grote verscheid<strong>en</strong>heid aan sociale relaties is op te mak<strong>en</strong> dat onze sociale wereld er veelkleurig<br />
uitziet. Person<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun onderlinge relaties vorm<strong>en</strong> de bestanddel<strong>en</strong> waaruit sociale netwerk<strong>en</strong><br />
zijn opgebouwd.<br />
Naast person<strong>en</strong> <strong>en</strong> relaties, de beide elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van sociale netwerk<strong>en</strong>, zijn voor de analyse van<br />
sociale relaties nog drie andere aspect<strong>en</strong> van belang: k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van de netwerkstructuur als<br />
geheel, k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van de positie die e<strong>en</strong> persoon inneemt in de netwerkstructuur, <strong>en</strong> relaties<br />
tuss<strong>en</strong> netwerk<strong>en</strong>.<br />
Aan netwerk<strong>en</strong> als geheel kunn<strong>en</strong> structurele eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> word<strong>en</strong> toegeschrev<strong>en</strong>. Dat zijn onder<br />
andere de omvang (het aantal person<strong>en</strong> dat er deel van uitmaakt), de dichtheid (proportie van<br />
bestaande sociale relaties van alle mogelijke relaties in e<strong>en</strong> netwerk) <strong>en</strong> de cohesie van e<strong>en</strong><br />
netwerk. Bij dit laatste k<strong>en</strong>merk moet word<strong>en</strong> gedacht aan het aantal int<strong>en</strong>sieve <strong>en</strong> affectieve<br />
sociale relaties binn<strong>en</strong> netwerk<strong>en</strong>. Aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong> wordt dat sociale netwerk<strong>en</strong> met veel onderlinge<br />
affectieve relaties best<strong>en</strong>diger <strong>en</strong> duurzamer zijn dan wanneer zij alle<strong>en</strong> uit instrum<strong>en</strong>tele relaties<br />
zoud<strong>en</strong> bestaan. Zo bestaan er binn<strong>en</strong> veel etnisch sam<strong>en</strong>gestelde dader<strong>groep<strong>en</strong></strong> affectieve <strong>en</strong><br />
andere vorm<strong>en</strong> van emotionele relaties met familieled<strong>en</strong>. Deze netwerk<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> daardoor e<strong>en</strong><br />
sterkere cohesie. E<strong>en</strong> andere eig<strong>en</strong>schap van e<strong>en</strong> netwerk is dat daarbinn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantal<br />
verknoping<strong>en</strong> of clusters zijn aan te wijz<strong>en</strong>, ook wel cliques g<strong>en</strong>oemd. Deze term is bijvoorbeeld<br />
door de Onderzoeksgroep Fijnaut gehanteerd om de Hollandse hasjnetwerk<strong>en</strong> te typer<strong>en</strong> (Fijnaut<br />
e.a., 1998). Binn<strong>en</strong> cliques zi<strong>en</strong> wij e<strong>en</strong> verdichting van het aantal multiplexe sociale relaties. Aan<br />
de aanwezigheid van cliques of clusters binn<strong>en</strong> netwerk<strong>en</strong> is het k<strong>en</strong>merk segregatie binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />
netwerk gekoppeld. Deze vorm van segregatie moet word<strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong> van segregatie van e<strong>en</strong><br />
sociaal netwerk binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>leving (zie hierna). Hiermee wordt aangegev<strong>en</strong> in welke mate de<br />
clusters e<strong>en</strong> min of meer geïsoleerde positie in e<strong>en</strong> sociaal netwerk innem<strong>en</strong>. Het aantal<br />
verbinding<strong>en</strong> van clusters met het overige netwerk is hier van belang.<br />
Sociale netwerk<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> ook e<strong>en</strong> vorm. Zij kunn<strong>en</strong> de vorm van e<strong>en</strong> ket<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>, hiërarchisch<br />
of c<strong>en</strong>traal zijn. Wanneer sociale netwerk<strong>en</strong> e<strong>en</strong> ket<strong>en</strong>vorm hebb<strong>en</strong>, zijn er weinig sociale relaties<br />
tuss<strong>en</strong> de person<strong>en</strong> <strong>en</strong> verlop<strong>en</strong> de verbinding<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> person<strong>en</strong> vrij vaak niet direct, maar via<br />
iemand anders in het netwerk. Hiërarchische netwerk<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> bijvoorbeeld veel voor in het<br />
bedrijfslev<strong>en</strong> <strong>en</strong> bij de overheid. Als binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> groter sociaal netwerk e<strong>en</strong> bepaalde clique e<strong>en</strong><br />
c<strong>en</strong>trale positie inneemt, is sprake van e<strong>en</strong> c<strong>en</strong>traal netwerk.<br />
Person<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> individuele k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>en</strong> eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>, die op zichzelf los staan van hun<br />
relaties met ander<strong>en</strong>, maar zij ontl<strong>en</strong><strong>en</strong> ook eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> aan hun positie in één of meerdere<br />
netwerk<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> persoon kan bijvoorbeeld e<strong>en</strong> c<strong>en</strong>trale of e<strong>en</strong> meer marginale positie innem<strong>en</strong>.<br />
Sociale netwerk<strong>en</strong> zijn ook verbond<strong>en</strong> met andere netwerk<strong>en</strong>, via person<strong>en</strong> die van beide<br />
netwerk<strong>en</strong> deel uitmak<strong>en</strong>. Wanneer sociale netwerk<strong>en</strong> niet op de e<strong>en</strong> of andere wijze aan elkaar<br />
zoud<strong>en</strong> zijn gekoppeld, bestaat er niet zoiets als e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>leving. Alle netwerk<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> dan<br />
gesegregeerd van elkaar bestaan. In Nederland is dat zeker niet het geval. Wel zijn er in ons land<br />
veel homog<strong>en</strong>e netwerk<strong>en</strong> die voornamelijk via sociale positie <strong>en</strong> leeftijd word<strong>en</strong> gevormd.<br />
Jonger<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> bijvoorbeeld weinig contact met bejaard<strong>en</strong> <strong>en</strong> daardoor bestaan er slechts<br />
zwakke verbinding<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> sociale netwerk<strong>en</strong> van bejaard<strong>en</strong> <strong>en</strong> van jonger<strong>en</strong>. De verbinding<strong>en</strong>
tuss<strong>en</strong> afzonderlijke netwerk<strong>en</strong> blijk<strong>en</strong> ook vanuit criminologisch perspectief relevant. Uit de<br />
studies van Fijnaut e.a. (1998) bleek dat bepaalde verdacht<strong>en</strong> vaak in diverse dadergroepanalyses<br />
van de politie voorkom<strong>en</strong>, verspreid over het land. Doorgaans werd<strong>en</strong> zij vanuit strafrechtelijk<br />
oogpunt niet voldo<strong>en</strong>de interessant gevond<strong>en</strong> om er veel opsporings<strong>en</strong>ergie in te stek<strong>en</strong>. Deze<br />
person<strong>en</strong> vorm<strong>en</strong> echter buit<strong>en</strong>gewoon belangrijke schakels tuss<strong>en</strong> criminele <strong>groep<strong>en</strong></strong>,<br />
bijvoorbeeld omdat zij m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met elkaar in contact br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>, verschill<strong>en</strong>de <strong>groep<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> person<strong>en</strong><br />
kunn<strong>en</strong> aansprek<strong>en</strong> om zak<strong>en</strong> te regel<strong>en</strong>, <strong>en</strong>zovoorts. Kleemans e.a. (1998) hebb<strong>en</strong> dit<br />
knooppunt<strong>en</strong> in criminele netwerk<strong>en</strong> g<strong>en</strong>oemd <strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> vooral de aandacht gevestigd op het<br />
onderbelichte verschijnsel van de facilitators, die e<strong>en</strong> c<strong>en</strong>trale positie innem<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> specifieke<br />
deskundigheid zoals witwasser of vervalser van docum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. Buit<strong>en</strong> de criminologie wijst met<br />
name Burt (1992) op het belang van dergelijke posities die e<strong>en</strong> brug vorm<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> afzonderlijke<br />
netwerk<strong>en</strong>.<br />
Uit dit summiere overzicht van sociale netwerk<strong>en</strong> <strong>en</strong> de elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> waaruit sociale netwerk<strong>en</strong> zijn<br />
opgebouwd, blijkt direct dat e<strong>en</strong> beperkte typering als criminele netwerk<strong>en</strong> onvoldo<strong>en</strong>de recht<br />
doet aan de complexe werkelijkheid. In dat laatste geval is er slechts sprake van relaties tuss<strong>en</strong><br />
m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met het geme<strong>en</strong>schappelijke k<strong>en</strong>merk dat zij misdad<strong>en</strong> pleg<strong>en</strong>. Het blijft doorgaans<br />
onbek<strong>en</strong>d of vaag, hoe <strong>en</strong> welke sociale relaties zij onderling hebb<strong>en</strong>, <strong>en</strong> welke eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>,<br />
vorm <strong>en</strong> inhoud hun dadernetwerk heeft. Complicer<strong>en</strong>de factor<strong>en</strong> zijn verder dat sociale<br />
netwerk<strong>en</strong> zeld<strong>en</strong> scherp van hun omgeving zijn af te bak<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> deel uitmak<strong>en</strong> van<br />
diverse netwerk<strong>en</strong> die elkaar vaak overlapp<strong>en</strong>. Verder verander<strong>en</strong> sociale netwerk<strong>en</strong> na verloop<br />
van tijd van vorm <strong>en</strong> inhoud, <strong>en</strong> kom<strong>en</strong> sociale netwerk<strong>en</strong> niet at random tot stand. Zij zijn het<br />
gevolg van de g<strong>en</strong>eigdheid van m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> om bij voorkeur met gelijkgestemd<strong>en</strong> om te gaan <strong>en</strong> van<br />
maatschappelijke randvoorwaard<strong>en</strong>. Zo zijn de woonbuurt <strong>en</strong> de school belangrijke condities voor<br />
de vorming van sociale netwerk<strong>en</strong> van jonger<strong>en</strong>. Voor volwass<strong>en</strong><strong>en</strong> zijn dat het werk <strong>en</strong> de stad<br />
waarin m<strong>en</strong> woont.<br />
DRIE ILLEGALE MARKTEN<br />
In deze paragraaf word<strong>en</strong> beknopt drie illegale markt<strong>en</strong> beschrev<strong>en</strong> die vanwege hun complexe<br />
logistiek op z’n minst <strong>en</strong>ige sam<strong>en</strong>werking <strong>en</strong> organisatie van de leveranciers vereis<strong>en</strong>: smokkel<br />
van <strong>en</strong> groothandel in heroïne, vrouw<strong>en</strong>handel <strong>en</strong> handel in gestol<strong>en</strong> person<strong>en</strong>auto’s. Bij de laatste<br />
markt gaat het om systematisch stel<strong>en</strong> <strong>en</strong> van e<strong>en</strong> andere id<strong>en</strong>titeit voorzi<strong>en</strong> (‘omkatt<strong>en</strong>’) van<br />
auto’s, <strong>en</strong> het elders verkop<strong>en</strong> van auto’s of onderdel<strong>en</strong>. Het gaat dus niet om joyriding <strong>en</strong>-of<br />
autodiefstal voor eig<strong>en</strong> gebruik (Bruinsma, 1996). Deze drie activiteit<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> naast hun<br />
illegaliteit <strong>en</strong> daarmee de noodzaak ze voor opsporingsinstanties te verhull<strong>en</strong>, twee geme<strong>en</strong>schappelijke<br />
k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>. Het zijn alle drie vorm<strong>en</strong> van criminaliteit die e<strong>en</strong> markt bedi<strong>en</strong><strong>en</strong>. In alle<br />
gevall<strong>en</strong> is sprake van op illegale wijze verkreg<strong>en</strong> product<strong>en</strong> of di<strong>en</strong>st<strong>en</strong>, die verplaatst <strong>en</strong> aan<br />
wederverkopers of eindgebruikers verkocht moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Verder vereis<strong>en</strong> alle drie activiteit<strong>en</strong><br />
de fysieke overbrugging van e<strong>en</strong> vrij grote geografische ruimte om het ‘product’ bij de afnemers te<br />
br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>.<br />
Van elk van de drie g<strong>en</strong>oemde soort<strong>en</strong> criminaliteit gev<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> beknopte beschrijving van wat<br />
er bek<strong>en</strong>d is over de gangbare werkwijz<strong>en</strong> <strong>en</strong> over de betrokk<strong>en</strong> daders. In deze indeling naar aard<br />
van de bedi<strong>en</strong>de markt schuilt ook e<strong>en</strong> zeker gevaar, omdat criminele sam<strong>en</strong>werkingsverband<strong>en</strong><br />
niet noodzakelijkerwijs marktspecifiek zijn. Uit veel bronn<strong>en</strong> blijkt immers dat daders lang niet<br />
altijd specialist<strong>en</strong> zijn (zie o.a. Kleemans e.a., 1998). E<strong>en</strong> groot aantal daders houdt zich met<br />
verschill<strong>en</strong>de typ<strong>en</strong> misdrijv<strong>en</strong> bezig, in sommige gevall<strong>en</strong> zelfs zowel met handel in heroïne als<br />
in vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> gestol<strong>en</strong> auto’s. Dat is ook wel verklaarbaar als m<strong>en</strong> bed<strong>en</strong>kt dat bepaalde<br />
eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> <strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong> in verschill<strong>en</strong>de criminele activiteit<strong>en</strong> bruikbaar zijn, zoals<br />
bereidheid om risico’s te nem<strong>en</strong>, illegale handeling<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> verhull<strong>en</strong>, met geweld kunn<strong>en</strong><br />
dreig<strong>en</strong> <strong>en</strong> geweld durv<strong>en</strong> toepass<strong>en</strong>, <strong>en</strong> beschikk<strong>en</strong> over e<strong>en</strong> uitgebreid netwerk van criminele<br />
contact<strong>en</strong>.
Heroïnehandel 2<br />
Heroïne wordt, met opium <strong>en</strong> morfine als tuss<strong>en</strong>product<strong>en</strong>, gewonn<strong>en</strong> uit papaverboll<strong>en</strong>. Heroïne<br />
is afkomstig uit Zuidoost-Azië (de Goud<strong>en</strong> Driehoek tuss<strong>en</strong> Thailand, Birma <strong>en</strong> Laos) <strong>en</strong> uit<br />
gebied<strong>en</strong> in Afghanistan, Irak <strong>en</strong> Iran (de Goud<strong>en</strong> Sikkel). Voor Nederland vormt de Goud<strong>en</strong><br />
Sikkel de belangrijkste aanvoerbron van heroïne. Ruwe opium wordt in Turkije bewerkt tot<br />
heroïne, die voornamelijk via vrachtvervoer over land naar West-Europa wordt gesmokkeld. Naar<br />
schatting bereikt 85 proc<strong>en</strong>t van de in Nederland verkrijgbare heroïne ons land langs deze weg.<br />
Vroeger gebeurde dat via de Balkanroute: Griek<strong>en</strong>land - voormalig Joegoslavië - Oost<strong>en</strong>rijk. Als<br />
gevolg van de oorlog<strong>en</strong> in het voormalige Joegoslavië bestaan teg<strong>en</strong>woordig drie alternatieve<br />
routes, onder andere over zee van Griek<strong>en</strong>land naar Italië. De smokkel naar <strong>en</strong> invoer in<br />
Nederland geschiedt in veel gevall<strong>en</strong> met grote partij<strong>en</strong> tegelijk. Per transport gaat het, afgaande<br />
op de omvang van door de opsporingsinstanties onderschepte partij<strong>en</strong>, vaak om marktwaard<strong>en</strong> in<br />
de orde van honderdduiz<strong>en</strong>d<strong>en</strong> tot miljo<strong>en</strong><strong>en</strong> euro. Na aankomst in Nederland wordt de heroïne<br />
opgeslag<strong>en</strong> <strong>en</strong> in kleinere del<strong>en</strong> aan tuss<strong>en</strong>handelar<strong>en</strong> verkocht die de heroïne (na versnijd<strong>en</strong> met<br />
andere stoff<strong>en</strong>) in steeds kleiner word<strong>en</strong>de porties verder distribuer<strong>en</strong>. Bov<strong>en</strong>kerk <strong>en</strong> Yeşilgöz<br />
(1998, 156 e.v.) beschrijv<strong>en</strong> in hun boek over de Turkse maffia vier fas<strong>en</strong>. Eerst wordt de opium<br />
met de hulp van Koerdische <strong>groep<strong>en</strong></strong> vanuit de bronland<strong>en</strong> naar het oost<strong>en</strong> van Turkije vervoerd.<br />
Daarna wordt de opium vervoerd naar Istanbul of naar e<strong>en</strong> plaats aan de Middelandse zee. E<strong>en</strong><br />
derde groep br<strong>en</strong>gt de heroïne naar de land<strong>en</strong> van bestemming. De vierde schakel wordt gevormd<br />
door verschill<strong>en</strong>de hechte <strong>groep<strong>en</strong></strong> Turk<strong>en</strong> met sterke onderlinge verwantschapsrelaties, die na<br />
kettingmigratie veelal afkomstig zijn uit één Turkse regio, stad of dorp. Zij verzorg<strong>en</strong> de verdere<br />
distributie in de land<strong>en</strong> van bestemming.<br />
Vrouw<strong>en</strong>handel 3<br />
Onder vrouw<strong>en</strong>handel verstaan we hier het elders werv<strong>en</strong> <strong>en</strong> meevoer<strong>en</strong> van vrouw<strong>en</strong> om h<strong>en</strong> in<br />
Nederland onder dwang in de prostitutie te do<strong>en</strong> werk<strong>en</strong>. In Nederland zijn ongeveer 25.000<br />
mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong> actief als prostituee. Met dit aanbod wordt voorzi<strong>en</strong> in de (legale) vraag naar<br />
seksuele di<strong>en</strong>st<strong>en</strong>. Bij vrouw<strong>en</strong>handel hebb<strong>en</strong> wij te mak<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> op zich legale markt die voor<br />
e<strong>en</strong> deel wordt bedi<strong>en</strong>d via illegale activiteit<strong>en</strong>, zoals dwang, afpersing <strong>en</strong> vrijheidsberoving. E<strong>en</strong><br />
deel van de prostituees komt in ons land te werk<strong>en</strong> als gevolg van illegale vrouw<strong>en</strong>handel of<br />
handel in minderjarig<strong>en</strong>. Deze slachtoffers van vrouw<strong>en</strong>handel zijn afkomstig uit alle del<strong>en</strong> van de<br />
wereld, uit Nigeria (13 proc<strong>en</strong>t), Noord-Afrika (5 proc<strong>en</strong>t), Latijns-Amerika (22 proc<strong>en</strong>t), Midd<strong>en</strong>-<br />
<strong>en</strong> Oost-Europa (19 proc<strong>en</strong>t) <strong>en</strong> uit Nederland zelf (32 proc<strong>en</strong>t) (Kernteam Noord- <strong>en</strong> Oost<br />
Nederland, 2001: 85).<br />
De werkwijze bij transnationale vrouw<strong>en</strong>handel kan grofweg in drie fas<strong>en</strong> word<strong>en</strong> verdeeld<br />
(Bruinsma <strong>en</strong> Meershoek, 1999): rekrutering van vrouw<strong>en</strong> in het land van herkomst, vervoer van<br />
vrouw<strong>en</strong> naar het land van bestemming <strong>en</strong> (verkoop <strong>en</strong>) seksuele exploitatie van vrouw<strong>en</strong> in het<br />
land van bestemming. Rekrutering in het land van herkomst wordt meestal verricht door lokale<br />
daders. Via persoonlijke contact<strong>en</strong> of advert<strong>en</strong>ties wordt vrouw<strong>en</strong> voorgespiegeld dat zij e<strong>en</strong><br />
goedverdi<strong>en</strong><strong>en</strong>de baan in het west<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong>. Ongeveer de helft van de vrouw<strong>en</strong> is in het<br />
land van herkomst reeds als prostituee werkzaam (Bruinsma <strong>en</strong> Meershoek, 1999; Nijboer <strong>en</strong><br />
Vocks, 2000). In veel gevall<strong>en</strong> wet<strong>en</strong> of vermoed<strong>en</strong> de vrouw<strong>en</strong> dat het om prostitutie gaat, maar<br />
hebb<strong>en</strong> ze e<strong>en</strong> te rooskleurige voorstelling van prostitutie in het west<strong>en</strong>. Zij beseff<strong>en</strong> doorgaans<br />
niet goed dat ze daar in werkelijkheid grof uitgebuit zull<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Omdat toegang tot Nederland<br />
voor inwoners van de meeste Midd<strong>en</strong>- <strong>en</strong> Oost-Europese land<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> toerist<strong>en</strong>visum met e<strong>en</strong><br />
geldigheid van drie maand<strong>en</strong> mogelijk is, hoev<strong>en</strong> de rekruteerders alle<strong>en</strong> maar e<strong>en</strong> visum voor de<br />
vrouw<strong>en</strong> te bemachtig<strong>en</strong> <strong>en</strong> h<strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s per auto naar Nederland te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Vaak word<strong>en</strong> ook<br />
2 K<strong>en</strong>nis over de werkwijze <strong>en</strong> sociale structuur van <strong>groep<strong>en</strong></strong> die zich in of vanuit Nederland<br />
bezighoud<strong>en</strong> met drugshandel is ontle<strong>en</strong>d aan Van Duyne (1995), Fijnaut e.a. (1996), Kleemans<br />
e.a. (1998) <strong>en</strong> Bov<strong>en</strong>kerk <strong>en</strong> Yeşilgöz (1998).<br />
3 Deze paragraaf is gebaseerd op Fijnaut e.a. (1996), Fijnaut (1994), Bruinsma (1999), Bruinsma<br />
<strong>en</strong> Meershoek (1999), Nijboer <strong>en</strong> Vocks (2000) <strong>en</strong> Smit (2001).
de paspoort<strong>en</strong> van de vrouw<strong>en</strong> vervalst om de toegang tot Nederland te vere<strong>en</strong>voudig<strong>en</strong>. Tijd<strong>en</strong>s<br />
de reis word<strong>en</strong> de vrouw<strong>en</strong> geïntimideerd om ze bang, onzeker <strong>en</strong> makkelijker te exploiter<strong>en</strong> te<br />
mak<strong>en</strong>. Na aankomst in Nederland word<strong>en</strong> zij teg<strong>en</strong> betaling ‘afgeleverd’ bij werkgevers <strong>en</strong><br />
gedwong<strong>en</strong> zich te prostituer<strong>en</strong>, meestal in de raamprostitutie. Vaak word<strong>en</strong> de vrouw<strong>en</strong><br />
doorverkocht aan bordeelexploitant<strong>en</strong> in andere sted<strong>en</strong> in Nederland, Duitsland of België. Voor<br />
bordeelexploitant<strong>en</strong> zijn de slachtoffers van vrouw<strong>en</strong>handel profijtelijk omdat zij zich door hun<br />
afhankelijke positie relatief makkelijk lat<strong>en</strong> exploiter<strong>en</strong>.<br />
In vergelijking met de drugshandel is de logistiek van de vrouw<strong>en</strong>handel e<strong>en</strong>voudig. Het blijkt niet<br />
bijster moeilijk te zijn om vrouw<strong>en</strong> in uitzichtloze economische omstandighed<strong>en</strong> te ronsel<strong>en</strong> <strong>en</strong> de<br />
vrouw<strong>en</strong> gaan vrijwillig mee. Vrouw<strong>en</strong>handel door middel van ontvoering komt ook wel voor,<br />
vooral vanuit Albanië, maar is veel minder gangbaar. De vrouw<strong>en</strong> hoev<strong>en</strong> niet verborg<strong>en</strong> te<br />
word<strong>en</strong> <strong>en</strong> er zijn niet of nauwelijks illegale handeling<strong>en</strong> vereist (soms wel vervalsing van<br />
docum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong>-of omkoping) tot het mom<strong>en</strong>t dat de vrouw<strong>en</strong> in Nederland door intimidatie <strong>en</strong><br />
geweld gedwong<strong>en</strong> word<strong>en</strong> zich te prostituer<strong>en</strong>. De strafrechtelijke risico’s zijn vrij gering, mede<br />
door de moeilijke bewijslast <strong>en</strong> de doordat slachtoffers terughoud<strong>en</strong>d zijn om aangifte te do<strong>en</strong>.<br />
Financiële risico’s loopt de afnemer niet omdat pas bij aflevering van de vrouw<strong>en</strong> moet word<strong>en</strong><br />
betaald <strong>en</strong> het geld vervolg<strong>en</strong>s door de vrouw<strong>en</strong> weer wordt terugverdi<strong>en</strong>d <strong>en</strong> -betaald. Daar staat<br />
teg<strong>en</strong>over dat de vrouw<strong>en</strong>handel, inclusief het door exploitatie verkreg<strong>en</strong> wederrechtelijk<br />
voordeel, in vergelijking met de smokkel van <strong>en</strong> handel in heroïne per transactie minder lucratief<br />
lijkt, vooral doordat de exploitatie nauwgezette controle <strong>en</strong> voortdur<strong>en</strong>de intimidatie vereist <strong>en</strong> de<br />
investering<strong>en</strong> pas op termijn winst oplever<strong>en</strong>.<br />
Handel in gestol<strong>en</strong> auto’s<br />
Over de handel in gestol<strong>en</strong> auto’s <strong>en</strong> de markt die daarvoor bestaat in de wereld, is minder bek<strong>en</strong>d<br />
dan over drugshandel <strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong>handel 4 .<br />
Jaarlijks ‘verdwijn<strong>en</strong>’ in Nederland 5.000 tot 7.000 person<strong>en</strong>auto’s definitief. Dat wil zegg<strong>en</strong> dat<br />
zij als gestol<strong>en</strong> word<strong>en</strong> opgegev<strong>en</strong> <strong>en</strong> niet word<strong>en</strong> teruggevond<strong>en</strong>. Aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong> wordt dat het<br />
mer<strong>en</strong>deel daarvan via de weg of per schip wordt uitgevoerd om elders te word<strong>en</strong> verkocht<br />
(bijvoorbeeld in Afrika of Oost-Europa). In de meeste gevall<strong>en</strong> is er sprake van e<strong>en</strong> specifieke<br />
taakverdeling. E<strong>en</strong> groep daders steelt ‘op bestelling’ e<strong>en</strong> auto, e<strong>en</strong> andere groep zorgt voor het<br />
omkatt<strong>en</strong>, waarbij de auto van e<strong>en</strong> andere id<strong>en</strong>titeit wordt voorzi<strong>en</strong> door het aanbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> van<br />
fysieke wijzing<strong>en</strong> <strong>en</strong> het vervals<strong>en</strong> van papier<strong>en</strong> (zie o.a. Bruinsma, 1996; Tremblay e.a., 2001),<br />
waarna koeriers de auto de gr<strong>en</strong>s over rijd<strong>en</strong> <strong>en</strong> in het land van bestemming aflever<strong>en</strong>. Voor de<br />
internationale markt zijn gestol<strong>en</strong> auto’s in hun geheel van waarde, in Nederland gaat het meer om<br />
hun onderdel<strong>en</strong>.<br />
De handel in gestol<strong>en</strong> auto’s verloopt stuksgewijs, bijna per definitie omdat auto’s zich nu<br />
e<strong>en</strong>maal moeilijk <strong>en</strong> masse lat<strong>en</strong> stel<strong>en</strong>. De financiële waarde van de afzonderlijke transacties is<br />
daarom, opnieuw in vergelijking met de grootschalige drugshandel, bepaald klein. Daardoor lijkt<br />
ook de totale waarde van deze markt in het niet te vall<strong>en</strong> bij wat er in de heroïnemarkt omgaat.<br />
Zelfs e<strong>en</strong> zeer ruime schatting (Bruinsma, 1996) van de financiële omvang van deze illegale markt<br />
komt uit op ‘slechts’ € 175 miljo<strong>en</strong> (7000 auto’s met e<strong>en</strong> gemiddelde marktwaarde van € 25.000).<br />
Ook de strafmaat voor de misdrijv<strong>en</strong> die deel uitmak<strong>en</strong> van de handel in gestol<strong>en</strong> auto’s (zoals<br />
diefstal, heling, <strong>en</strong> vervalsing) is niet bijster hoog. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> wordt aan de opsporing van deze<br />
misdrijv<strong>en</strong> landelijk ge<strong>en</strong> hoge prioriteit gegev<strong>en</strong>. Net als de vrouw<strong>en</strong>handel is de handel in<br />
gestol<strong>en</strong> auto’s dus te k<strong>en</strong>schets<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> illegale activiteit met e<strong>en</strong> relatief beperkt risico.<br />
DADERNETWERKEN EN ILLEGALE MARKTEN<br />
In de vorige paragraaf is e<strong>en</strong> korte schets gegev<strong>en</strong> van de illegale markt<strong>en</strong> voor heroïne, vrouw<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> gestol<strong>en</strong> auto’s. We hebb<strong>en</strong> getracht e<strong>en</strong> globale aanduiding te gev<strong>en</strong> van de gebruikte<br />
werkwijz<strong>en</strong> <strong>en</strong> van de omvang <strong>en</strong> sociale structuur van de op deze markt<strong>en</strong> actieve <strong>groep<strong>en</strong></strong>. In<br />
4 We baser<strong>en</strong> ons hier overweg<strong>en</strong>d op Bruinsma (1996) <strong>en</strong> de daarin bespok<strong>en</strong> bronn<strong>en</strong>.
deze paragraaf gev<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> nadere uitwerking van de relatie tuss<strong>en</strong> k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van de illegale<br />
markt<strong>en</strong> <strong>en</strong> de omvang <strong>en</strong> structuur van de sam<strong>en</strong>werkingsrelaties tuss<strong>en</strong> actor<strong>en</strong> op die markt<strong>en</strong>.<br />
Sam<strong>en</strong>werkingsverband<strong>en</strong> in de heroïnehandel<br />
Tuss<strong>en</strong> de led<strong>en</strong> van de Turkse <strong>groep<strong>en</strong></strong> bestaan over het algeme<strong>en</strong> veel verwantschapsrelaties,<br />
tuss<strong>en</strong> vaders, zon<strong>en</strong>, nev<strong>en</strong> <strong>en</strong> zwagers (Bov<strong>en</strong>kerk <strong>en</strong> Yeşilgöz, 1998). Omdat het aantal Turk<strong>en</strong><br />
in Nederland sinds <strong>en</strong>kele ti<strong>en</strong>tall<strong>en</strong> jar<strong>en</strong> door kettingmigratie vrij groot is geword<strong>en</strong> <strong>en</strong> doordat<br />
de betrokk<strong>en</strong> families in Nederland veel contact<strong>en</strong> onderhoud<strong>en</strong> met verwant<strong>en</strong> in Turkije, is het<br />
mogelijk om vrijwel de hele handelsket<strong>en</strong> van productie in Turkije tot verkoop in Nederland te<br />
baser<strong>en</strong> op verwantschapsrelaties. Alle<strong>en</strong> word<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>woordig wel vaak <strong>Nederlandse</strong> chauffeurs<br />
ingezet om bij opsporingsinstanties minder argwaan te wekk<strong>en</strong>. De dominantie van Turkse<br />
<strong>groep<strong>en</strong></strong> op de <strong>Nederlandse</strong> heroïnemarkt lijkt daarom niet alle<strong>en</strong> voort te vloei<strong>en</strong> uit het feit dat<br />
Turkije e<strong>en</strong> belangrijk aanvoerland is, maar wordt ook gefaciliteerd door de relatief grote omvang<br />
van de Turkse geme<strong>en</strong>schap in Nederland, door de uitgebreide verwantschapsrelaties tuss<strong>en</strong> de<br />
led<strong>en</strong> van deze geme<strong>en</strong>schap <strong>en</strong> door de naar verhouding belangrijke rol van deze relaties in de<br />
Turkse cultuur.<br />
In de heroïnehandel moet<strong>en</strong> grote geografische afstand<strong>en</strong> word<strong>en</strong> overbrugd. Daarin zijn<br />
dadernetwerk<strong>en</strong> actief die vanuit e<strong>en</strong> sociale netwerkb<strong>en</strong>adering als volgt kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />
getypeerd. De bestanddel<strong>en</strong> van netwerk<strong>en</strong> zijn doorgaans sociale relaties waarin m<strong>en</strong> onderling<br />
vrij frequ<strong>en</strong>t contact onderhoudt. Dit di<strong>en</strong>t om de handel te controler<strong>en</strong> op onregelmatighed<strong>en</strong><br />
gezi<strong>en</strong> de grote somm<strong>en</strong> geld die daarmee zijn gemoeid, maar ook om op de hoogte te blijv<strong>en</strong><br />
waar de ander zich bevindt. De sociale relaties zijn doorgaans homoge<strong>en</strong> van aard: m<strong>en</strong> heeft<br />
vergelijkbare k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> qua leeftijd, sociale klasse, land <strong>en</strong> streek van waaruit m<strong>en</strong> afkomstig is.<br />
Deze homog<strong>en</strong>e relaties word<strong>en</strong> versterkt door de affectieve binding<strong>en</strong> die m<strong>en</strong> met elkaar heeft,<br />
veelal gebaseerd op onderlinge verwantschapsrelaties <strong>en</strong> e<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>schappelijke regio of dorp<br />
van herkomst in Turkije. De meeste onderlinge sociale relaties van de led<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> dadernetwerk<br />
zijn derhalve multiplex, gelaagd. Ze hebb<strong>en</strong> betrekking op meerdere lev<strong>en</strong>sgebied<strong>en</strong>. Deze sociale<br />
relaties hebb<strong>en</strong> hun weerslag in de eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> van het dadernetwerk in de drugshandel. De<br />
omvang van zo’n netwerk is doorgaans groot (er zijn op veel plaats<strong>en</strong> in de wereld contact<strong>en</strong><br />
nodig <strong>en</strong> m<strong>en</strong> moet elkaar door <strong>en</strong> door k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> om risico’s te minimaliser<strong>en</strong>), het netwerk k<strong>en</strong>t<br />
e<strong>en</strong> grote dichtheid (de meeste d<strong>en</strong>kbare sociale relaties zijn gevuld: er bestaan veel directe<br />
relaties want iedere<strong>en</strong> k<strong>en</strong>t elkaar door de bestaande verwantschapsrelaties), <strong>en</strong> het netwerk k<strong>en</strong>t<br />
e<strong>en</strong> sterke cohesie.<br />
Sam<strong>en</strong>werkingsverband<strong>en</strong> in de vrouw<strong>en</strong>handel<br />
Bruinsma <strong>en</strong> Meershoek (1999) id<strong>en</strong>tificeerd<strong>en</strong> in politiedossiers 23 criminele <strong>groep<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong><br />
onderscheidd<strong>en</strong> daarin twee soort<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>werkingsverband<strong>en</strong>. Het eerste type, aangeduid als<br />
clique, bestaat uit twee tot drie <strong>Nederlandse</strong> beroepscriminel<strong>en</strong> die regelmatig sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong><br />
zonder specifieke taakverdeling of hiërarchische verhouding. De meeste led<strong>en</strong> zijn traditionele<br />
sout<strong>en</strong>eurs die zich af <strong>en</strong> toe bezighoud<strong>en</strong> met vrouw<strong>en</strong>handel, meestal als ‘afnemer’ van<br />
‘bestelde’ vrouw<strong>en</strong>.<br />
Het tweede soort sam<strong>en</strong>werkingsverband is e<strong>en</strong> georganiseerde criminele groep van gemiddeld elf<br />
person<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> specifieke taakverdeling, meer gebruik van geweld <strong>en</strong> handel in aanzi<strong>en</strong>lijk<br />
meer vrouw<strong>en</strong> dan de cliques. Vier van de twaalf geïd<strong>en</strong>tificeerde <strong>groep<strong>en</strong></strong> hebb<strong>en</strong> hun basis in het<br />
buit<strong>en</strong>land waar zij bordel<strong>en</strong>, discothek<strong>en</strong> <strong>en</strong> bars exploiter<strong>en</strong>. Deze <strong>groep<strong>en</strong></strong> hebb<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> vaste<br />
afnemers in Nederland. Zij zoek<strong>en</strong> dus per keer naar geïnteresseerde kopers. De overige <strong>groep<strong>en</strong></strong><br />
zijn qua werkwijze vergelijkbaar maar operer<strong>en</strong> vanuit Nederland, waar zij bordel<strong>en</strong>, seksclubs <strong>en</strong><br />
prostitutieram<strong>en</strong> exploiter<strong>en</strong>. Voor de aanvoer van vrouw<strong>en</strong> werk<strong>en</strong> zij nauw sam<strong>en</strong> met partners<br />
in de land<strong>en</strong> van herkomst.<br />
Het is moeilijk om op basis van de studie van Bruinsma <strong>en</strong> Meershoek (1999) <strong>en</strong> de door<br />
Kleemans e.a. (1998) bestudeerde casuss<strong>en</strong> aan te gev<strong>en</strong> in welke mate de geïd<strong>en</strong>tificeerde<br />
<strong>groep<strong>en</strong></strong> cohesieve sociale netwerk<strong>en</strong> vorm<strong>en</strong>. Toch suggereert de beschrijving van de werkwijze<br />
dat deg<strong>en</strong><strong>en</strong> die op deze markt sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> cohesieve sociale netwerk<strong>en</strong> vorm<strong>en</strong>. Dat geldt
vooral voor de sam<strong>en</strong>werkingsrelaties tuss<strong>en</strong> leveranciers <strong>en</strong> afnemers van vrouw<strong>en</strong>, die vaak<br />
e<strong>en</strong>malige transacties tuss<strong>en</strong> onbek<strong>en</strong>d<strong>en</strong> betreff<strong>en</strong>. Ook uit de beschrijving<strong>en</strong> van de<br />
dader<strong>groep<strong>en</strong></strong> blijkt niet dat zij andere dan puur instrum<strong>en</strong>tele relaties onderhoud<strong>en</strong>. De<br />
vrouw<strong>en</strong>handelar<strong>en</strong> lijk<strong>en</strong> dus meer als ‘vrije jong<strong>en</strong>s’ te operer<strong>en</strong> dan als onderdeel van e<strong>en</strong><br />
netwerk van cohesieve (verwantschaps)relaties. Dit komt onder andere tot uitdrukking in de<br />
dadernetwerk<strong>en</strong> waarvan zij deel uitmak<strong>en</strong>.<br />
De vorm van dadernetwerk<strong>en</strong> in de vrouw<strong>en</strong>handel kan doorgaans gek<strong>en</strong>schetst word<strong>en</strong> als e<strong>en</strong><br />
‘ket<strong>en</strong>’ met aan de beide uiteind<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele kleinere clusters: e<strong>en</strong> ronselt de vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> haalt de<br />
vrouw<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> <strong>en</strong> exploiteert ze of verkoopt ze door aan andere person<strong>en</strong> in ons land. De clusters<br />
zijn gesegregeerd van elkaar: de person<strong>en</strong> aan het eind van de ket<strong>en</strong>netwerk<strong>en</strong> k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> elkaar niet<br />
of nauwelijks <strong>en</strong> de verbinding<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de clusters word<strong>en</strong> gelegd door <strong>en</strong>kele person<strong>en</strong> die<br />
vooral instrum<strong>en</strong>tele relaties met elkaar onderhoud<strong>en</strong>. De cohesie van het dadernetwerk is zeer<br />
laag, ev<strong>en</strong>als de dichtheid van het netwerk. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> zijn de dadernetwerk<strong>en</strong> doorgaans niet<br />
groot. De person<strong>en</strong> die de verbinding<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de clusters verzorg<strong>en</strong> nem<strong>en</strong> e<strong>en</strong> strategische<br />
brugpositie in. Zij verbind<strong>en</strong> de clusters met elkaar door de marktpartij<strong>en</strong> aan elkaar te koppel<strong>en</strong>.<br />
De onderlinge sociale relaties zijn over het algeme<strong>en</strong> beperkt <strong>en</strong> word<strong>en</strong> gek<strong>en</strong>merkt door e<strong>en</strong> lage<br />
frequ<strong>en</strong>tie van contact<strong>en</strong>, afwezige affectieve relaties, het overheers<strong>en</strong> van instrum<strong>en</strong>tele <strong>en</strong> het<br />
ontbrek<strong>en</strong> van multiplexe relaties tuss<strong>en</strong> de led<strong>en</strong>. Deze relaties zijn ook niet nodig, zoals eerder<br />
opgemerkt, omdat de financiële risico’s voor ieder lid beperkt zijn, ook in het geval dat de<br />
gevraagde vrouw<strong>en</strong> niet word<strong>en</strong> geleverd.<br />
Sam<strong>en</strong>werkingsverband<strong>en</strong> in de handel in gestol<strong>en</strong> auto’s<br />
Op deze markt zijn <strong>en</strong>kele kleine autochtone <strong>groep<strong>en</strong></strong> van vier tot vijf person<strong>en</strong> geïd<strong>en</strong>tificeerd, die<br />
voornamelijk lokaal <strong>en</strong> regionaal, <strong>en</strong> tamelijk kleinschalig operer<strong>en</strong>. Daarnaast zijn er <strong>en</strong>kele wat<br />
grotere buit<strong>en</strong>landse <strong>groep<strong>en</strong></strong> van vijf tot acht led<strong>en</strong>, afkomstig uit Oost-Europa. Het gaat ons in dit<br />
artikel met name om de laatste. In deze transnationale handel in gestol<strong>en</strong> auto’s zi<strong>en</strong> wij<br />
betrokk<strong>en</strong>heid van drie dader<strong>groep<strong>en</strong></strong>: e<strong>en</strong> groep is gespecialiseerd in het stel<strong>en</strong> van de auto’s; e<strong>en</strong><br />
groep zorgt voor het omkatt<strong>en</strong> van de auto’s <strong>en</strong> voor de b<strong>en</strong>odigde papier<strong>en</strong>; <strong>en</strong> e<strong>en</strong> groep, die<br />
haar domicilie in het buit<strong>en</strong>land heeft, zorgt voor de vraag naar het type auto <strong>en</strong> voor de koeriers<br />
om de gestol<strong>en</strong> auto’s over de landgr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Deze drie dader<strong>groep<strong>en</strong></strong> k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> elkaar<br />
doorgaans niet persoonlijk maar via-via. Telefonisch word<strong>en</strong> de contact<strong>en</strong> gelegd <strong>en</strong> de<br />
opdracht<strong>en</strong> uitgezet. Als organisatorische spil geldt deg<strong>en</strong>e die verantwoordelijk is voor het<br />
omkatt<strong>en</strong> van de auto’s: hij coördineert vraag <strong>en</strong> aanbod <strong>en</strong> zorgt voor de financiële afwikkeling.<br />
Soms zijn dit autochtone Nederlanders, soms buit<strong>en</strong>landers die hier via e<strong>en</strong> legaal bedrijf tijdelijk<br />
verblijv<strong>en</strong>.<br />
De sociale netwerk<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> omschrev<strong>en</strong> als drie clusters die via ‘dunne’ lijn<strong>en</strong> met<br />
elkaar verbond<strong>en</strong> zijn. De sociale relaties zijn voornamelijk instrum<strong>en</strong>teel, affectieve zijn er<br />
slechts binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> van de drie clusters <strong>en</strong> dan nog op beperkte schaal. De frequ<strong>en</strong>tie van contact<strong>en</strong><br />
tuss<strong>en</strong> de clusters is laag <strong>en</strong> beperkt zich grot<strong>en</strong>deels tot instrum<strong>en</strong>tele contact<strong>en</strong>. Binn<strong>en</strong> de<br />
clusters hebb<strong>en</strong> de betrokk<strong>en</strong><strong>en</strong> veel geme<strong>en</strong>schappelijk: leeftijd, opleiding <strong>en</strong> achtergrond<br />
(homog<strong>en</strong>e relaties), <strong>en</strong> ze hebb<strong>en</strong> onderling nauwelijks affectieve relaties. De omvang van de<br />
dadernetwerk<strong>en</strong> in de transnationale autodiefstal is doorgaans klein, de cohesie is laag <strong>en</strong> <strong>en</strong>ige<br />
dichtheid bestaat alle<strong>en</strong> binn<strong>en</strong>, niet tuss<strong>en</strong> de clusters. Er bestaat ge<strong>en</strong> c<strong>en</strong>traal cluster <strong>en</strong> het hele<br />
netwerk moet als e<strong>en</strong> ket<strong>en</strong> word<strong>en</strong> beschouwd.<br />
Sam<strong>en</strong>vatt<strong>en</strong>d kunn<strong>en</strong> wij de dadernetwerk<strong>en</strong> in de drie illegale markt<strong>en</strong> visueel typer<strong>en</strong> zoals in<br />
Figuur 1.<br />
DISCUSSIE<br />
In de criminologie is de laatste tijd het begrip criminele netwerk<strong>en</strong> in zwang geraakt als<br />
aanduiding voor de structuur van <strong>groep<strong>en</strong></strong> person<strong>en</strong> die zich met georganiseerde misdaad<br />
bezighoud<strong>en</strong>. In dit artikel hebb<strong>en</strong> wij lat<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> dat criminele netwerk<strong>en</strong> nader kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>
Figuur 1: Structuur van sociale netwerk<strong>en</strong> in drie illegale markt<strong>en</strong><br />
persoon<br />
relatie<br />
Nederland<br />
Drugshandel (smokkel <strong>en</strong> groothandel)<br />
Georganiseerde autodiefstal<br />
Vrouw<strong>en</strong>handel<br />
buit<strong>en</strong>land<br />
gespecificeerd wanneer gebruik zou word<strong>en</strong> gemaakt van de theorieën, concept<strong>en</strong> <strong>en</strong> method<strong>en</strong> uit<br />
de sociale wet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> met betrekking tot sociale netwerk<strong>en</strong>. Onze bespreking laat zi<strong>en</strong> dat<br />
dader<strong>groep<strong>en</strong></strong> die zich bezighoud<strong>en</strong> met grootschalige transnationale smokkel van <strong>en</strong> handel in<br />
heroïne, overweg<strong>en</strong>d gebaseerd zijn op sam<strong>en</strong>werking tuss<strong>en</strong> led<strong>en</strong> van cohesieve (<strong>en</strong> veelal<br />
etnisch homog<strong>en</strong>e) sociale netwerk<strong>en</strong>. Dat lijkt in veel mindere mate het geval te zijn bij<br />
transnationale vrouw<strong>en</strong>handel <strong>en</strong> handel in gestol<strong>en</strong> auto’s. We formuler<strong>en</strong> tot slot op basis van<br />
onze typering van sociale netwerk<strong>en</strong> hypothes<strong>en</strong> over de sam<strong>en</strong>stelling <strong>en</strong> k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van<br />
dader<strong>groep<strong>en</strong></strong> in transnationale illegale markt<strong>en</strong>.<br />
E<strong>en</strong> eerste hypothese is dat netwerk<strong>en</strong> die gek<strong>en</strong>merkt word<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> grote dichtheid <strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />
grote proportie van affectieve relaties (kortweg: cohesieve netwerk<strong>en</strong>) bij uitstek geschikt zijn<br />
voor criminele sam<strong>en</strong>werking waarbij veel onderling vertrouw<strong>en</strong> noodzakelijk is. Vertrouw<strong>en</strong> is<br />
vooral van belang bij activiteit<strong>en</strong> waaraan grote strafrechtelijke <strong>en</strong> financiële risico’s zijn<br />
verbond<strong>en</strong>. De eerste hypothese lijkt daarom te word<strong>en</strong> ondersteund door onze bevinding dat<br />
sam<strong>en</strong>werking bij de smokkel van <strong>en</strong> groothandel in heroïne, verreweg de meest risicovolle
onderneming van de drie behandelde, vooral gebeurt door daders die gezam<strong>en</strong>lijk in cohesieve<br />
netwerk<strong>en</strong> zijn ingebed. Sociale netwerk<strong>en</strong> in de beide andere markt<strong>en</strong>, <strong>en</strong> ook in de minder<br />
risicovolle straathandel in drugs, zijn minder cohesief.<br />
De tweede hypothese is dat sam<strong>en</strong>werkingsverband<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> person<strong>en</strong>, die gezam<strong>en</strong>lijk deel<br />
uitmak<strong>en</strong> van cohesieve netwerk<strong>en</strong>, stabieler <strong>en</strong> duurzamer zijn dan sam<strong>en</strong>werkingsverband<strong>en</strong><br />
tuss<strong>en</strong> person<strong>en</strong> die deel uitmak<strong>en</strong> van minder cohesieve netwerk<strong>en</strong>. We verwacht<strong>en</strong> dus dat de<br />
sam<strong>en</strong>werking tuss<strong>en</strong> daders in cohesieve netwerk<strong>en</strong> langduriger is, omdat hun onderlinge relaties<br />
niet uitsluit<strong>en</strong>d instrum<strong>en</strong>teel zijn, terwijl person<strong>en</strong> die van meer losse netwerk<strong>en</strong> deel uitmak<strong>en</strong><br />
hun sam<strong>en</strong>werking vaker tot e<strong>en</strong> of <strong>en</strong>kele criminele project<strong>en</strong> beperk<strong>en</strong>. Of deze hypothese hout<br />
snijdt valt uit onze schets van dadernetwerk<strong>en</strong> op de drie onderscheid<strong>en</strong> markt<strong>en</strong> niet goed af te<br />
leid<strong>en</strong>. Die schets is immers grot<strong>en</strong>deels gebaseerd op de inhoud van politiedossiers van<br />
opsporingsonderzoek, waarin juist meer langdurige sam<strong>en</strong>werkingsrelaties in kaart word<strong>en</strong><br />
gebracht.<br />
E<strong>en</strong> derde hypothese is dat dader<strong>groep<strong>en</strong></strong> met <strong>en</strong>kele onderling gesegregeerde clusters in minder<br />
risicovolle criminele activiteit<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong> dan dader<strong>groep<strong>en</strong></strong> waarvan de clusters directer aan<br />
elkaar zijn verbond<strong>en</strong>.<br />
In deze hypothes<strong>en</strong> wordt er van uit gegaan dat de structuur van sociale netwerk<strong>en</strong> e<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong> is<br />
<strong>en</strong> dat deze structuur in meerdere of mindere mate geschikt is voor het aangaan van<br />
sam<strong>en</strong>werkingsverband<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> netwerkled<strong>en</strong>. In deze optiek vormt het sociale netwerk dus e<strong>en</strong><br />
niet bij voorbaat criminele infrastructuur voor criminele sam<strong>en</strong>werking. De vraag is echter, in<br />
hoeverre criminele sam<strong>en</strong>werking op zichzelf niet tev<strong>en</strong>s (affectieve) band<strong>en</strong> schept tuss<strong>en</strong> de<br />
sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong>de partners <strong>en</strong> als zodanig sociale (dader)netwerk<strong>en</strong> g<strong>en</strong>ereert. In deze optiek zijn<br />
sociale netwerk<strong>en</strong> niet bij voorbaat gegev<strong>en</strong>, maar ontstaan zij als gevolg van regelmatige<br />
criminele sam<strong>en</strong>werking. Ook buit<strong>en</strong> de criminaliteit is het immers ge<strong>en</strong>szins ongebruikelijk dat<br />
sociale netwerk<strong>en</strong> ontstaan binn<strong>en</strong> <strong>groep<strong>en</strong></strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die op de e<strong>en</strong> of andere manier regelmatig met<br />
elkaar in contact kom<strong>en</strong> of gebracht word<strong>en</strong>, zoals collega’s, klasg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> of buurtbewoners. De<br />
vraag is dus of criminele sam<strong>en</strong>werking als oorzaak of als gevolg van sociale netwerk<strong>en</strong> moet<br />
word<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong>. Dat is vooralsnog e<strong>en</strong> op<strong>en</strong> vraag.<br />
E<strong>en</strong> ander vraagstuk dat wij hier onbesprok<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> gelat<strong>en</strong>, betreft de causale relaties tuss<strong>en</strong><br />
dadernetwerk<strong>en</strong> <strong>en</strong> illegale markt<strong>en</strong>. G<strong>en</strong>erer<strong>en</strong> bepaalde illegale markt<strong>en</strong> e<strong>en</strong> bepaalde<br />
sam<strong>en</strong>stelling <strong>en</strong> specifieke k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van dadernetwerk<strong>en</strong> of pass<strong>en</strong> misdadigers hun<br />
dadernetwerk<strong>en</strong> aan de illegale markt<strong>en</strong> waarop zij operer<strong>en</strong> aan? Het is ook zeker niet uit te<br />
sluit<strong>en</strong> dat de dadernetwerk<strong>en</strong> zoals wij die hebb<strong>en</strong> beschrev<strong>en</strong>, de minst succesvolle in de<br />
g<strong>en</strong>oemde illegale markt<strong>en</strong> zijn, omdat zij zijn opgespoord door de politie. Om met name op dit<br />
vraagstuk meer zicht te krijg<strong>en</strong>, zijn nieuwe, daarop toegespitste empirische studies hard nodig.<br />
Tot slot stell<strong>en</strong> wij dat het gebruik van de term ‘criminele netwerk<strong>en</strong>’ in de criminologie in het<br />
algeme<strong>en</strong> te weinig precies is. Netwerk<strong>en</strong> als zodanig zijn niet crimineel. Netwerk<strong>en</strong> bestaan uit<br />
person<strong>en</strong> <strong>en</strong> relaties tuss<strong>en</strong> person<strong>en</strong>. Die person<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>. Naast leeftijd, geslacht,<br />
burgerlijke staat, is ‘crimineel’ (het pleg<strong>en</strong> van misdrijv<strong>en</strong>) zo’n eig<strong>en</strong>schap. Sociale relaties<br />
hebb<strong>en</strong> ook vele eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>. Zowel daders als niet-daders onderhoud<strong>en</strong> criminele <strong>en</strong> nietcriminele<br />
relaties met andere misdadigers <strong>en</strong> niet-misdadigers (Sutherlands theoretische<br />
beschouwing<strong>en</strong> zijn sterk op deze gedachte gebaseerd). Wanneer we daar alle<strong>en</strong> de misdadigers <strong>en</strong><br />
hun onderlinge criminele sam<strong>en</strong>werkingsrelaties uit filter<strong>en</strong>, ontstaat e<strong>en</strong> ‘crimineel netwerk’ dat<br />
ge<strong>en</strong> recht doet aan de andere relaties binn<strong>en</strong> grotere sociale netwerk<strong>en</strong>. De criminologie kan<br />
daarom haar voordeel do<strong>en</strong> met de sociale netwerkconcept<strong>en</strong> die in andere disciplines zijn<br />
ontwikkeld.<br />
Literatuur<br />
Adler, P.A. (1993 2 ) Wheeling and dealing. An ethnography of upper-level drug dealing and smuggling<br />
community, New York: Columbia University Press.<br />
Bov<strong>en</strong>kerk, F. & Y. Yeşilgöz (1998) De maffia van Turkije, Amsterdam: Meul<strong>en</strong>hoff.
Bruinsma, G.J.N. (1996) ‘De autobranche <strong>en</strong> (vracht)autocriminaliteit’, in: G.J.N. Bruinsma & F.<br />
Bov<strong>en</strong>kerk (red.), De georganiseerde criminaliteit in Nederland: de branches, ’s-Grav<strong>en</strong>hage: SDU: 101-<br />
148.<br />
Bruinsma, G.J.N. (1999) Criminaliteitsbeeld van Tw<strong>en</strong>te in de jar<strong>en</strong> 1995-1997, Enschede: IPIT.<br />
Bruinsma, G.J.N. & G. Meershoek (1999) ‘Organized Crime and Trafficking in Wom<strong>en</strong> from Eastern<br />
Europe in the Netherlands’, in: Ph. Williams (ed.), Illegal Immigration and Commercial Sex. The New<br />
Slave Trade, London: Frank Cass: 105-118.<br />
Burt, R.S. (1983) ‘Distinguishing relational cont<strong>en</strong>ts’, in: R.S. Burt & M.J. Minor (eds.) (1983), Applied<br />
network analysis. A methodological introduction, Beverly Hills: Sage.<br />
Burt, R. S. (1992) Structural Holes: The Social Structure of Competition, Cambridge, MA: Harvard<br />
University Press.<br />
Burt, R.S. & M.J. Minor (eds.) (1983) Applied network analysis. A methodological introduction, Beverly<br />
Hills: Sage.<br />
Dorn, N., K. Murji & N. South (1992) Traffickers. Drug markets and Law Enforcem<strong>en</strong>t, London and New<br />
York: Routledge.<br />
Fijnaut, C. (1994) Prostitutie, vrouw<strong>en</strong>handel <strong>en</strong> (verme<strong>en</strong>de) politiecorruptie in Antwerp<strong>en</strong>,<br />
Antwerp<strong>en</strong>/Amersfoort: Acco.<br />
Fijnaut, C., F. Bov<strong>en</strong>kerk, G. Bruinsma & H. van de Bunt (1998) Organized Crime in the Netherlands, The<br />
Hague: Kluwer Law International.<br />
Granovetter, M. (1972) The str<strong>en</strong>gth of weak ties, American Journal of Sociology, 78: 1360-1380.<br />
Granovetter, M. (1982) ‘The str<strong>en</strong>gth of weak ties. A network theory revisited’, in: P.V. Marsd<strong>en</strong> & N. Lin<br />
(eds.), Social structure and network analysis, Beverly Hills: Sage: 105-130.<br />
Jans<strong>en</strong>, W. & G.L.H. van d<strong>en</strong> Witteboer (red.) (1992) Sociale netwerk<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun invloed, Meppel: Boom.<br />
Kernteam Noord- <strong>en</strong> Oost Nederland (z.j.) Algem<strong>en</strong>e criminaliteitbeeldanalyse Oost-Europa 2000-2001,<br />
Zwolle: Afdeling Informatie.<br />
Kleemans, E.R., E.A.I.M. van d<strong>en</strong> Berg & H.G. van de Bunt (1998) Georganiseerde criminaliteit in<br />
Nederland, D<strong>en</strong> Haag: WODC/Sdu.<br />
Klerks, P.P.H.M. (2000) Groot in de hash: Theorie <strong>en</strong> praktijk van de georganiseerde criminaliteit<br />
(dissertatie Erasmus Universiteit, Rotterdam), Alph<strong>en</strong> aan d<strong>en</strong> Rijn: Samson.<br />
Markowsky, B., D. Willer & T. Patton (1988) ‘Power relations in exchange networks’ American<br />
Sociological Review, 53: 220-236.<br />
Nijboer, J.A. & J. Vocks (2000) ‘The promised land, a study of trafficking in wom<strong>en</strong> from c<strong>en</strong>tral and<br />
eastern Europe to the Netherlands’, Criminal Law and Criminal Justice, 8: 379-388.<br />
Raub, W. (1997) Sam<strong>en</strong>werking in duurzame relaties <strong>en</strong> sociale cohesie (Oratie) Utrecht: Universiteit<br />
Utrecht.<br />
Reuter, P. (1986 3 ) Disorganized Crime. Illegal markets and the Mafia, Cambridge: MIT Press.<br />
Sodeur, W. (1986) ‘Social networks in urban neighbourhoods’, in: D. Frick (ed.), The quality of urban life,<br />
New York: Walter de Gruyter.<br />
Smit, M. (2001) M<strong>en</strong>s<strong>en</strong>handel: e<strong>en</strong> moderne vorm van slavernij, Tijdschrift voor Criminologie, 43 (4):<br />
378-389.<br />
Tremblay, P., B. Talon, & D. Hurley (2001) ‘Body Switching and Related Adaptations in the Resale of<br />
Stol<strong>en</strong> Vehicles. Script Elaborations and Aggregate Crime Learning Curves’, British Journal of<br />
Criminology, 41: 561-579.<br />
Wasserman, S. & K. Faust (1994) Social Network Analysis: Methods and Applications, Cambridge:<br />
Cambridge University Press.<br />
Weerman, F.M. (2001) Sam<strong>en</strong>pleg<strong>en</strong>. Over criminele sam<strong>en</strong>werking <strong>en</strong> groepsvorming, Arnhem: Ars<br />
Aequi Libri.<br />
Wellman, B. (1983) Network analysis: some basic principles, in: R. Collins (ed.), Sociological Theory<br />
1983, San Francisco: Jossey-Bass.<br />
Wellman, B. <strong>en</strong> S.D. Berkovitz (eds.) (1988) Social structure. A network approach, Cambridge: Cambridge<br />
University Press.<br />
Wellman, B., P.J. Carrington <strong>en</strong> A. Hall (1988) ‘Networks as personal communities’, in: B. Wellman &<br />
S.D. Berkovitz (eds.) (1988) Social structure. A network approach, Cambridge: Cambridge University<br />
Press: 130-184.<br />
Williams, Ph. (1999) ‘Human Commodity Trafficking: An Overview’, in: Ph. Williams (ed.), Illegal<br />
Immigration and Commercial Sex, The New Slave Trade, London: Frank Cass: 1-10.
CRIMINELE NETWERKEN EN HET KLEINE-WERELD-EFFECT<br />
DE INVLOED VAN SOCIALE RELATIES OP ORGANISEREN<br />
Patrick Van Calster<br />
Wie van ons heeft nog nooit in gesprek met e<strong>en</strong> vreemde e<strong>en</strong> wederzijdse k<strong>en</strong>nis ontdekt <strong>en</strong><br />
opgemerkt hoe klein de wereld is? In dit artikel wordt de structuur van criminele netwerk<strong>en</strong><br />
onderzocht in het licht van het ‘kleine-wereld-effect’ (Milgram, 1967; Watts <strong>en</strong> Strogatz, 1998;<br />
Watts, 1999). Dit is het verschijnsel dat bij elke nieuwe k<strong>en</strong>nismaking de wereld kleiner wordt,<br />
omdat het aantal schakels tuss<strong>en</strong> willekeurige m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> sterk vermindert. Het kleine-wereld-effect<br />
levert e<strong>en</strong> model waarmee de bek<strong>en</strong>de gegev<strong>en</strong>s omtr<strong>en</strong>t criminele netwerk<strong>en</strong> beter kunn<strong>en</strong><br />
word<strong>en</strong> verklaard.<br />
In het eerste deel van dit artikel wordt het kleine-wereld-effect besprok<strong>en</strong>. Daarna wordt met<br />
behulp van het kleine-wereld-effect verklaard waarom losse sam<strong>en</strong>werkingsverband<strong>en</strong> wel<br />
degelijk sam<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> gaan met hechte criminele netwerk<strong>en</strong>. Hierna wordt onderzocht wat de<br />
implicaties van het kleine-wereld-effect kunn<strong>en</strong> zijn voor de machtsverhouding<strong>en</strong> in criminele<br />
netwerk<strong>en</strong>. Geconcludeerd wordt dat criminele project<strong>en</strong> eerder e<strong>en</strong> bottom-up structuur hebb<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> vorm krijg<strong>en</strong> door middel van de sociale relaties die individu<strong>en</strong> aangaan <strong>en</strong> onderhoud<strong>en</strong>.<br />
HET KLEINE-WERELD-EFFECT<br />
Eén van de eerste studies naar de structuur van sociale netwerk<strong>en</strong> werd uitgevoerd door Milgram<br />
(1967). Hij deed e<strong>en</strong> in wez<strong>en</strong> e<strong>en</strong>voudig experim<strong>en</strong>t. Hij adresseerde e<strong>en</strong> aantal briev<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong><br />
k<strong>en</strong>nis in Boston <strong>en</strong> verdeelde ze onder e<strong>en</strong> willekeurige selectie m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> in Nebraska. Die<br />
moest<strong>en</strong> de briev<strong>en</strong> doorstur<strong>en</strong> naar zijn k<strong>en</strong>nis in Boston, maar als ze die niet k<strong>en</strong>d<strong>en</strong> moest<strong>en</strong> ze<br />
dat prober<strong>en</strong> via iemand die ze zelf bij hun voornaam k<strong>en</strong>d<strong>en</strong> <strong>en</strong> waarvan zij dacht<strong>en</strong> dat deze<br />
dichter in de buurt van Milgram's k<strong>en</strong>nis vertoefde dan zij zelf. E<strong>en</strong> aantal van Milgram's briev<strong>en</strong><br />
kwam uiteindelijk bij zijn k<strong>en</strong>nis aan <strong>en</strong> Milgram ontdekte dat het e<strong>en</strong> zestal stapp<strong>en</strong> had geduurd<br />
voordat de briev<strong>en</strong> van Nebraska tot Boston war<strong>en</strong> geraakt. Hij concludeerde dat zes het<br />
gemiddeld aantal stapp<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> twee willekeurig gekoz<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> was <strong>en</strong> duidde dit patroon aan<br />
als six degrees of separation.<br />
Daarbij was het opmerkelijk dat de helft van Milgram’s briev<strong>en</strong> die zijn k<strong>en</strong>nis in Boston ontving,<br />
afkomstig war<strong>en</strong> van slechts drie person<strong>en</strong>, die hij Mr. Jacobs, Mr. Brown <strong>en</strong> Mr. Jones noemde.<br />
Milgram trok hieruit de conclusie dat niet iedere<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> ket<strong>en</strong> van zes stapp<strong>en</strong> verbond<strong>en</strong> is<br />
met alle andere m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>, maar dat e<strong>en</strong> zeer klein aantal m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zich via <strong>en</strong>kele stapp<strong>en</strong> in<br />
verbinding kan stell<strong>en</strong> met alle ander<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat de wereld kleiner wordt gemaakt door dat kleine<br />
aantal person<strong>en</strong>. Elk netwerk met korte ketting<strong>en</strong> in vergelijking met het aantal m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> in het<br />
netwerk vertoont dit kleine-wereld-effect.<br />
LOSSE SAMENWERKINGSVERBANDEN EN HECHTHEID IN CRIMINELE NETWERKEN<br />
Het kleine-wereld-effect kan word<strong>en</strong> toegepast op de bevinding dat losse<br />
sam<strong>en</strong>werkingsverband<strong>en</strong> <strong>en</strong> hechtheid tegelijkertijd in criminele netwerk<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />
waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Onlangs heeft Coles (2001) al gewez<strong>en</strong> op het mogelijke belang van het kleinewereld-effect<br />
voor het bestuder<strong>en</strong> van criminele organisaties. Hij verwijst daarbij naar het werk<br />
van Milgram <strong>en</strong> suggereert dat dat mogelijk kan word<strong>en</strong> geïntegreerd in sociale netwerkanalyse.<br />
Helaas werkt Coles dit niet uit <strong>en</strong> heeft hij ons niets anders te bied<strong>en</strong> dan het experim<strong>en</strong>t van<br />
Milgram. Het probleem met Milgram’s experim<strong>en</strong>t is echter dat het zwak gecontroleerd was <strong>en</strong><br />
veel methodologische fout<strong>en</strong> vertoonde. Dat is e<strong>en</strong> red<strong>en</strong> om gebruik te mak<strong>en</strong> van het werk van<br />
de wiskundig<strong>en</strong> Watts <strong>en</strong> Strogatz (1998) die dit experim<strong>en</strong>t van Milgram tot ver bov<strong>en</strong> het<br />
experim<strong>en</strong>tele, anekdotische karakter hebb<strong>en</strong> uitgetild. Zij hebb<strong>en</strong> aangetoond dat <strong>en</strong>kele<br />
willekeurige verbinding<strong>en</strong> e<strong>en</strong> groot verschil kunn<strong>en</strong> uitmak<strong>en</strong> voor de globale structuur van e<strong>en</strong><br />
netwerk, zonder dat de lokale structuur veel verandert. Deze nieuwe verbinding<strong>en</strong> br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> de
wereld snel bij elkaar in e<strong>en</strong> ‘kleine wereld’. Stel dat je zo’n 1.000 stapp<strong>en</strong> verwijderd b<strong>en</strong>t van<br />
‘iemand anders’. Dit betek<strong>en</strong>t dat e<strong>en</strong> boodschap van jou 1.000 andere m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> moet passer<strong>en</strong><br />
voordat deze die ander bereikt. Door één nieuwe vri<strong>en</strong>dschap met iemand die die ander k<strong>en</strong>t, b<strong>en</strong><br />
je plotseling maar één stap van die ander verwijderd. Maar ook je vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> zijn ope<strong>en</strong>s veel<br />
dichterbij gekom<strong>en</strong>: slechts twee stapp<strong>en</strong> verwijderd van die persoon <strong>en</strong> slechts drie van alle<br />
vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> van die persoon. En van de vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> van je vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> slechts vier, <strong>en</strong> van hun vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> …<br />
. Ope<strong>en</strong>s is de afstand van wel 1.000 stapp<strong>en</strong> dus teruggebracht tot twee, drie, vier of vijf <strong>en</strong> zijn<br />
grote homp<strong>en</strong> van de wereld sam<strong>en</strong>gebracht door één <strong>en</strong>kele nieuwe verbinding. Op deze manier<br />
wordt de wereld kleiner gemaakt zonder dat één van je vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> e<strong>en</strong> nieuwe verbinding heeft<br />
gelegd <strong>en</strong> zonder dat de meeste bestaande verbinding<strong>en</strong> door elkaar zijn gehusseld. Dit<br />
verschijnsel kan significante implicaties hebb<strong>en</strong> voor het d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> over criminele netwerk<strong>en</strong>, zoals<br />
verderop zal blijk<strong>en</strong>. Om dit uit te legg<strong>en</strong> ga ik eerst in op de afzonderlijke netwerk<strong>en</strong> die met<br />
elkaar verbond<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>.<br />
Orde in e<strong>en</strong> netwerk betek<strong>en</strong>t dat als A B <strong>en</strong> B C k<strong>en</strong>t, het meer dan aannemelijk is dat A ook C<br />
k<strong>en</strong>t. Vri<strong>en</strong>dschapsnetwerk<strong>en</strong> zijn bijvoorbeeld erg geord<strong>en</strong>d, omdat we de meeste nieuwe<br />
vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> ontmoet<strong>en</strong> door vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> die we al hebb<strong>en</strong>. Daarom k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> veel van onze vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong><br />
elkaar <strong>en</strong> komt de sam<strong>en</strong>stelling van netwerk<strong>en</strong> niet geheel toevallig tot stand. De wereld is<br />
verdeeld <strong>en</strong> georganiseerd in <strong>groep<strong>en</strong></strong> die gebaseerd zijn op geografie, opleiding, leeftijd, etniciteit<br />
<strong>en</strong> dergelijke, <strong>en</strong> juist daarom verdel<strong>en</strong> zij de sam<strong>en</strong>leving in <strong>groep<strong>en</strong></strong> gelijksoortige m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> (Feld,<br />
1981). Groepsvorming heeft tot gevolg dat netwerk<strong>en</strong> zich eerder naar binn<strong>en</strong> richt<strong>en</strong><br />
(Granovetter, 1973), waardoor de groepscohesie tuss<strong>en</strong> reeds hecht verbond<strong>en</strong> person<strong>en</strong> nog<br />
versterkt wordt. Watts <strong>en</strong> Strogatz noem<strong>en</strong> dat clustering.<br />
<strong>Criminele</strong> netwerk<strong>en</strong> blijk<strong>en</strong> erg hoog geclusterd, onderling hecht verbond<strong>en</strong> te zijn. Zo stelt Ianni<br />
dat georganiseerde criminaliteit niets meer is dan e<strong>en</strong> traditioneel sociaal systeem, dat<br />
georganiseerd wordt door culturele waard<strong>en</strong> (Ianni, 1971: 108). Volg<strong>en</strong>s hem kan georganiseerde<br />
criminaliteit het best word<strong>en</strong> verklaard door het onderzoek<strong>en</strong> van etnische sociale netwerk<strong>en</strong>.<br />
Godson <strong>en</strong> Olson (1995) bewer<strong>en</strong> dat migratiestrom<strong>en</strong> van <strong>en</strong>orm belang zijn voor de operaties<br />
van criminele organisaties. Volg<strong>en</strong>s h<strong>en</strong> voorzi<strong>en</strong> etnische <strong>en</strong>claves in e<strong>en</strong> basis voor het<br />
rekruter<strong>en</strong> van nieuwe led<strong>en</strong> door transnationale criminele organisaties, vooral bij de <strong>groep<strong>en</strong></strong><br />
immigrant<strong>en</strong> die zich niet volledig in het gastland hebb<strong>en</strong> geïntegreerd. Ook de Onderzoeksgroep<br />
Fijnaut (Fijnaut e.a., 1996) stelde dat criminele <strong>groep<strong>en</strong></strong> van buit<strong>en</strong>landers <strong>en</strong> immigrant<strong>en</strong><br />
belangrijke posities in de georganiseerde criminaliteit in Nederland innem<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat er daarbij<br />
sprake is van geslot<strong>en</strong> etnische circuits.<br />
Het zou verleidelijk zijn om in deze clustering het piramidale model te zi<strong>en</strong> dat in wez<strong>en</strong><br />
doordr<strong>en</strong>kt is van de idee dat etniciteit de sleutel is om het f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> te begrijp<strong>en</strong> (het zog<strong>en</strong>aamde<br />
ali<strong>en</strong> conspiracy model). Het piramidale model is ontstaan in het werk van de Presid<strong>en</strong>tiële<br />
Onderzoekscommissies <strong>en</strong> allerlei andere officiële onderzoek<strong>en</strong> in de Ver<strong>en</strong>igde Stat<strong>en</strong> in de jar<strong>en</strong><br />
zestig, <strong>en</strong> is vrij duidelijk in zijn definitie van e<strong>en</strong> criminele organisatie (zie o.a. Cressey, 1969).<br />
De gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> zijn heel duidelijk <strong>en</strong> de belangrijkste bezitting<strong>en</strong> van criminele organisaties zijn hun<br />
zichtbare, materiële activa <strong>en</strong> hun duidelijk onderscheidbare activiteit<strong>en</strong>. De strategie die door de<br />
opsporingsdi<strong>en</strong>st<strong>en</strong> moet word<strong>en</strong> gevolgd is relatief e<strong>en</strong>voudig: vind <strong>en</strong> elimineer het hoofd van de<br />
organisatie, <strong>en</strong> de rest valt als e<strong>en</strong> kaart<strong>en</strong>huisje in elkaar. Hierbij kan m<strong>en</strong> zich wellicht baser<strong>en</strong><br />
op Weber (1968 [1914]) die erop gewez<strong>en</strong> heeft dat e<strong>en</strong> groep waarvan de structuur gebaseerd is<br />
op e<strong>en</strong> all-to-one relationeel patroon bij het verlies van de charismatische leider wordt vernietigd.<br />
Organiser<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s het piramidale model veronderstelt e<strong>en</strong> top-bottom d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> dat uitgaat van<br />
e<strong>en</strong> duidelijke structuur van welomschrev<strong>en</strong> tak<strong>en</strong>, met duidelijke lijn<strong>en</strong> van bevel, communicatie,<br />
coördinatie <strong>en</strong> controle. Dit piramidale model veronderstelt dat er slechts één juiste manier van<br />
organiser<strong>en</strong> is: rationeel doel<strong>en</strong> formuler<strong>en</strong>; elk detail specificer<strong>en</strong> zodat iedere<strong>en</strong> weet wat hij<br />
moet do<strong>en</strong>; <strong>en</strong> controler<strong>en</strong>. Dit model impliceert met andere woord<strong>en</strong> e<strong>en</strong> hoge graad van orde, net<br />
zoals clustering.<br />
Uit empirisch onderzoek blijkt ev<strong>en</strong>wel dat deze clusters tegelijkertijd losse<br />
sam<strong>en</strong>werkingsverband<strong>en</strong> zijn. Zo schilderde Albini (1971) in zijn studie van criminele<br />
onderneming<strong>en</strong> in Detroit e<strong>en</strong> warboel van voortdur<strong>en</strong>d verander<strong>en</strong>de patron-cli<strong>en</strong>t relaties <strong>en</strong> van
familie- <strong>en</strong> bloedverwantschapsband<strong>en</strong>. Chambliss (1978) ontdekte e<strong>en</strong> amalgaam van criminele<br />
netwerk<strong>en</strong> met steeds wissel<strong>en</strong>de led<strong>en</strong> <strong>en</strong> zonder <strong>en</strong>ige vorm van c<strong>en</strong>traal gezag. Block’s<br />
historische studie (1979) van de cocaïnehandel in New York beschrijft hoe deze handel werd<br />
uitgevoerd door kleine, flexibele organisaties, die alle<strong>en</strong> bij elkaar kwam<strong>en</strong> als daar aanleiding <strong>en</strong><br />
geleg<strong>en</strong>heid voor was. Galante <strong>en</strong> Sapin (1979) hebb<strong>en</strong> er op gewez<strong>en</strong> dat de Union Corse, beter<br />
bek<strong>en</strong>d als de Fr<strong>en</strong>ch Connection, georganiseerd was als e<strong>en</strong> verzameling volledig autonome<br />
transacties. De drugssmokkelroutes war<strong>en</strong> altijd verschill<strong>en</strong>d <strong>en</strong> totaal ongecoördineerd. Wie<br />
oppervlakkig naar de feit<strong>en</strong> keek, kon er gemakkelijk het door etniciteit bepaalde piramidale<br />
model in ontdekk<strong>en</strong>. Het betrof immers e<strong>en</strong> diaspora van boer<strong>en</strong> <strong>en</strong> werklui, die hun eig<strong>en</strong> dialect<br />
sprak<strong>en</strong> <strong>en</strong> deel war<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> familie met e<strong>en</strong> hechte structuur. Haller (1992) suggereerde dat<br />
hechte families die zich bezighoud<strong>en</strong> met georganiseerde criminaliteit ge<strong>en</strong> c<strong>en</strong>traal bestuurde<br />
onderneming<strong>en</strong> zijn, maar e<strong>en</strong> led<strong>en</strong>schap hebb<strong>en</strong> dat vergelijkbaar is met die van service clubs.<br />
Hij merkte bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> op dat veel criminel<strong>en</strong> niet betrokk<strong>en</strong> zijn bij perman<strong>en</strong>te structur<strong>en</strong> <strong>en</strong> ook<br />
ge<strong>en</strong> langdurige partnerschapp<strong>en</strong> afsluit<strong>en</strong>.<br />
In Nederland werd dit beeld kort geled<strong>en</strong> nog bevestigd door het onderzoek van Kleemans e.a.<br />
(1998). Hierin lag de nadruk op het belang van sociale relaties <strong>en</strong> op het flexibele <strong>en</strong> fluïde<br />
karakter van criminele sam<strong>en</strong>werkingsverband<strong>en</strong>. Ook werd de conclusie van de onderzoeksgroep<br />
Fijnaut over etnische homog<strong>en</strong>iteit <strong>en</strong> etnische geslot<strong>en</strong>heid van criminele <strong>groep<strong>en</strong></strong> g<strong>en</strong>uanceerd:<br />
niet etniciteit vormt de basis voor deze <strong>groep<strong>en</strong></strong>, maar de sociale relaties tuss<strong>en</strong> de verschill<strong>en</strong>de<br />
person<strong>en</strong>.<br />
Het zou dus kortzichtig zijn om te veronderstell<strong>en</strong> dat clustering versterking betek<strong>en</strong>t van het topbottom<br />
d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>, dat inher<strong>en</strong>t is aan het piramidale model. Ook al zijn <strong>groep<strong>en</strong></strong> hecht, ze zijn niet<br />
volledig geord<strong>en</strong>d. Iedere<strong>en</strong> kan immers voortdur<strong>en</strong>d nieuwe k<strong>en</strong>niss<strong>en</strong> mak<strong>en</strong>. Hierdoor kunn<strong>en</strong><br />
nieuwe verbinding<strong>en</strong> tot stand kom<strong>en</strong> die nog ge<strong>en</strong> plaats hadd<strong>en</strong> (met andere woord<strong>en</strong>: nog niet<br />
geord<strong>en</strong>d war<strong>en</strong>) binn<strong>en</strong> de bestaande groep.<br />
Het kleine-wereld-effect zorgt voor linchpins (spill<strong>en</strong>) (Watts, 1999: 142) hoewel de meeste<br />
m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> gegroepeerd zijn. Het <strong>en</strong>ige wat hiervoor nodig is, zijn verbinding<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> klein<br />
aantal led<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> groep (één is zelfs g<strong>en</strong>oeg) met andere <strong>groep<strong>en</strong></strong>. M<strong>en</strong> zou in deze linchpins<br />
gemakkelijk Milgram’s her<strong>en</strong> Jacobs, Brown <strong>en</strong> Jones kunn<strong>en</strong> herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong>. Het kleine-wereldeffect<br />
kan daarom met e<strong>en</strong> hoog niveau van hechtheid sam<strong>en</strong>gaan, hoewel er maar weinig<br />
verbinding<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> netwerk<strong>en</strong> nodig zijn om e<strong>en</strong> ‘kleine wereld’ tot stand te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Eén<br />
persoon met goede verbinding<strong>en</strong> kan e<strong>en</strong> verbetering van de interactie tuss<strong>en</strong> vele person<strong>en</strong> in e<strong>en</strong><br />
netwerk <strong>en</strong> zelfs tuss<strong>en</strong> vele netwerk<strong>en</strong> bevorder<strong>en</strong>, zonder dat de wijze van organiser<strong>en</strong> volledig<br />
veranderd hoeft te word<strong>en</strong>. Clustering blijft hoog (bestaande uitvoer<strong>en</strong>de teams word<strong>en</strong> niet<br />
ontbond<strong>en</strong>) maar de scheiding van de elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> is kleiner gemaakt, doordat die persoon e<strong>en</strong> link<br />
vormt tuss<strong>en</strong> twee of meer <strong>groep<strong>en</strong></strong>, die daarvoor gescheid<strong>en</strong> war<strong>en</strong>. Dat wil zegg<strong>en</strong> dat criminele<br />
netwerk<strong>en</strong> voordeel hal<strong>en</strong> uit allerlei ontmoeting<strong>en</strong>, of die nu weloverwog<strong>en</strong> zijn of toevallig. Zij<br />
versterk<strong>en</strong> daarmee hun efficiëntie <strong>en</strong> robuustheid. Ik wil nogmaals opmerk<strong>en</strong> dat nieuwe<br />
verbinding<strong>en</strong> bijna ge<strong>en</strong> effect hebb<strong>en</strong> op de graad van clustering van het netwerk (zie Watts <strong>en</strong><br />
Strogatz, 1998). Bijna alle vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> van deg<strong>en</strong>e die de structurele op<strong>en</strong>ing overbrugt, k<strong>en</strong>n<strong>en</strong><br />
elkaar nog zoals daarvoor. Misschi<strong>en</strong> k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> zij die nieuwe verbinding niet e<strong>en</strong>s, omdat zij aan de<br />
andere kant van de op<strong>en</strong>ing niet iemand k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>. Dit betek<strong>en</strong>t dat e<strong>en</strong> separatie tuss<strong>en</strong> person<strong>en</strong> in<br />
het wereldwijde criminele milieu erg klein kan zijn, terwijl dit ge<strong>en</strong> afbreuk doet aan de hoge<br />
graad van clustering van lokale netwerk<strong>en</strong>. Dit is precies wat er gebeurt wanneer er e<strong>en</strong> ‘kleine<br />
wereld’ ontstaat, waarin hechtheid <strong>en</strong> losheid naast elkaar kunn<strong>en</strong> bestaan.<br />
MACHT IN CRIMINELE NETWERKEN<br />
Door het kleine-wereld-effect mak<strong>en</strong> spill<strong>en</strong> (Milgram, 1967; Watts, 1999) de wereld kleiner.<br />
Zoals Coles (2001) opmerkt kan sociale netwerkanalyse de complexiteit van criminele netwerk<strong>en</strong><br />
blootlegg<strong>en</strong>. Maar hij b<strong>en</strong>adrukt dat we daarbij voorzichtig moet<strong>en</strong> zijn, omdat veel empirische<br />
studies die sociale netwerkanalyse gebruik<strong>en</strong> relatief kleine <strong>groep<strong>en</strong></strong> bestuder<strong>en</strong> (Coles, 2001:
581). Zoals wij hierbov<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> aangetoond, bevrijdt het kleine-wereld-effect ons van deze<br />
beperking <strong>en</strong> suggereert daarom nieuwe opvatting<strong>en</strong> over macht in criminele netwerk<strong>en</strong>.<br />
Het netwerkd<strong>en</strong>k<strong>en</strong> heeft ongetwijfeld e<strong>en</strong> aantal belangrijke inzicht<strong>en</strong> over sociale macht<br />
aangedrag<strong>en</strong>. Misschi<strong>en</strong> is het meest belangrijke inzicht wel dat macht inher<strong>en</strong>t relationeel is (zie<br />
o.a. Scott, 1991). Dit wil zegg<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> individu ge<strong>en</strong> macht heeft in het abstracte, maar<br />
uitsluit<strong>en</strong>d omdat hij ander<strong>en</strong> kan dominer<strong>en</strong>. De macht van de e<strong>en</strong> is de afhankelijkheid <strong>en</strong><br />
onderdanigheid van de ander (zie ook Villareal, 1992). Doordat macht e<strong>en</strong> gevolg is van iemands<br />
relaties, kan de hoeveelheid macht in sociale structur<strong>en</strong> variër<strong>en</strong>. Het netwerkd<strong>en</strong>k<strong>en</strong> b<strong>en</strong>adrukt<br />
dat de wijze waarop e<strong>en</strong> persoon is ingebed in e<strong>en</strong> netwerk belangrijk is voor zowel de<br />
mogelijkhed<strong>en</strong> die hij daarmee creëert, als voor de beperking<strong>en</strong> die hem door zijn netwerkpositie<br />
word<strong>en</strong> opgelegd (zie Burt, 1992). Person<strong>en</strong> met weinig belemmering<strong>en</strong> <strong>en</strong> veel mogelijkhed<strong>en</strong><br />
bevind<strong>en</strong> zich daarom, vanuit het netwerkperspectief, in e<strong>en</strong> gunstige positie in het netwerk. Het<br />
model stelt met andere woord<strong>en</strong> dat de structuur van het netwerk voor e<strong>en</strong> groot deel de<br />
verspreiding van informatie, de toegang tot die informatie <strong>en</strong> dus ook de macht binn<strong>en</strong> het netwerk<br />
bepaalt. Zo kan die zelfde structuur ook belangrijk zijn om informatie af te scherm<strong>en</strong> of geheim te<br />
houd<strong>en</strong> voor bijvoorbeeld de andere led<strong>en</strong> van het criminele netwerk, maar ook voor de<br />
opsporingsdi<strong>en</strong>st<strong>en</strong>. Anders gezegd, het netwerkperspectief b<strong>en</strong>adrukt het belang van de locatie<br />
die iemand inneemt in e<strong>en</strong> netwerk. Of iemand macht, prestige, autonomie of invloed heeft, hangt<br />
grot<strong>en</strong>deels af van de plaats waar deze zich in het netwerk bevindt, <strong>en</strong> of zijn relaties zwak dan<br />
wel sterk zijn.<br />
Burt (1992) argum<strong>en</strong>teert dat de meest strategische plaats die iemand kan innem<strong>en</strong> túss<strong>en</strong> hechte<br />
clusters is <strong>en</strong> niet bínn<strong>en</strong> die clusters. Deze ruimte tuss<strong>en</strong> clusters b<strong>en</strong>oemt hij als structurele<br />
op<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> (structural holes). Het overbrugg<strong>en</strong> van deze ruimte maakt contact túss<strong>en</strong> hechte<br />
netwerk<strong>en</strong> mogelijk. Niet-redundante contact<strong>en</strong> (contact<strong>en</strong> met m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> uit e<strong>en</strong> andere groep)<br />
bied<strong>en</strong> daarom informatievoordel<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> zichzelf versterk<strong>en</strong>d karakter hebb<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> persoon die<br />
door al dan niet toevallig ontstane contact<strong>en</strong> aan beide kant<strong>en</strong> van de op<strong>en</strong>ing de op<strong>en</strong>ing<br />
overbrugt, heeft toegang tot beide informatiestrom<strong>en</strong> <strong>en</strong> creëert nieuwe mogelijkhed<strong>en</strong> voor de<br />
<strong>groep<strong>en</strong></strong> die hij overbrugt (zie ook Morselli, 2001).<br />
Studies over machtsuitwisseling binn<strong>en</strong> structur<strong>en</strong> (Blau, 1964; Cook e.a., 1983; Lawler <strong>en</strong> Yoon,<br />
1993; Willer, 1999) stell<strong>en</strong> dat het controler<strong>en</strong> van bronn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> belangrijke oorzaak van macht is.<br />
Door posities in het netwerk exclusief te houd<strong>en</strong> zou m<strong>en</strong> zich dan ook belangrijke macht kunn<strong>en</strong><br />
toe-eig<strong>en</strong><strong>en</strong>. E<strong>en</strong> tekortkoming in de huidige literatuur is echter dat alle<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>ing wordt<br />
gehoud<strong>en</strong> met de meest directe relaties die e<strong>en</strong> persoon heeft, <strong>en</strong> niet met de vele indirecte relaties<br />
die met het kleine-wereld-effect sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>. Zoals wij hierbov<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> aangetoond, bevrijdt<br />
het kleine-wereld-effect ons juist van de beperking om relatief kleine <strong>groep<strong>en</strong></strong> te bestuder<strong>en</strong>. E<strong>en</strong><br />
persoon kan dus indirect verbond<strong>en</strong> zijn met e<strong>en</strong> groot aantal ander<strong>en</strong> <strong>en</strong> deze ander<strong>en</strong> hoev<strong>en</strong><br />
zelfs helemaal niet direct verbond<strong>en</strong> te zijn met het hechte criminele netwerk zelf.<br />
Het netwerkd<strong>en</strong>k<strong>en</strong> <strong>en</strong> sociale netwerkanalyse veronderstell<strong>en</strong> dat person<strong>en</strong> altijd de kortste weg<br />
zull<strong>en</strong> nem<strong>en</strong> (de zog<strong>en</strong>aamde geodesic distance), zelfs wanneer alternatiev<strong>en</strong> voorradig zijn.<br />
Maar zo e<strong>en</strong>voudig is het niet. In de georganiseerde misdaad zijn de overweging<strong>en</strong> ingewikkelder.<br />
De kortste weg is niet altijd de veiligste of de meest efficiënte, bijvoorbeeld bij het risicovol<br />
vervoer<strong>en</strong> van lading<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> zeer grote waarde verteg<strong>en</strong>woordig<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> grot<strong>en</strong>deels<br />
ongereguleerde wereld, waarin bedrog e<strong>en</strong> verlokkelijk gedragsalternatief is.<br />
Het kleine-wereld-effect toont ook aan dat e<strong>en</strong> toevallige ontmoeting de globale structuur van het<br />
netwerk kan verander<strong>en</strong> (zie bov<strong>en</strong>). Dat betek<strong>en</strong>t dat het exclusief houd<strong>en</strong> van posities in<br />
(criminele) netwerk<strong>en</strong> erg moeilijk is. Die kan immers door e<strong>en</strong> al dan niet willekeurige<br />
ontmoeting omzeild word<strong>en</strong> of er kunn<strong>en</strong> andere weg<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gezocht om e<strong>en</strong> bepaalde taak<br />
gedaan te krijg<strong>en</strong>. Hierdoor verschuift de nadruk van de locatie die iemand inneemt naar de<br />
sociale relaties die iemand onderhoudt. Dit betek<strong>en</strong>t dat er in netwerk<strong>en</strong> niet één juiste manier van<br />
organiser<strong>en</strong> bestaat. De persoon die dacht dat hij door het geheimhoud<strong>en</strong> van informatie of door<br />
het bezett<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> ‘unieke’ positie in het netwerk bepaalde macht kon verwerv<strong>en</strong>, komt<br />
bedrog<strong>en</strong> uit <strong>en</strong> kan door de rest van het netwerk als outsider word<strong>en</strong> behandeld <strong>en</strong> dus word<strong>en</strong><br />
uitgeslot<strong>en</strong> uit dat netwerk. Zelfs indi<strong>en</strong> vel<strong>en</strong> vrijwillig uit het netwerk zoud<strong>en</strong> stapp<strong>en</strong>, verraad
zoud<strong>en</strong> pleg<strong>en</strong> of ontdekt zoud<strong>en</strong> word<strong>en</strong> door het opsporingsapparaat, wordt dit opgevang<strong>en</strong> door<br />
de flexibiliteit van het organiser<strong>en</strong> zelf. Er zal altijd wel iemand zijn die iemand k<strong>en</strong>t (die<br />
misschi<strong>en</strong> iemand k<strong>en</strong>t, die...) met e<strong>en</strong> oplossing voor het probleem. Sociale relaties blijk<strong>en</strong> dus<br />
belangrijk te zijn voor de dynamische ontwikkeling van nieuwe organisatorische vorm<strong>en</strong> (zie ook<br />
Powell, 1990; 1996; Kleemans e.a., 1998: 51-55). Het Hydra-effect bijvoorbeeld (zie o.a. Ziegler,<br />
1998; Hoog<strong>en</strong>boom, 2000), waarbij de vernietiging of het oproll<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> route leidt tot e<strong>en</strong><br />
verspreiding over juist meer routes, krijgt hiermee e<strong>en</strong> theoretische grondslag.<br />
Dit alles heeft e<strong>en</strong> aantal consequ<strong>en</strong>ties. Organiser<strong>en</strong> wordt mede bepaald door de mate van<br />
verbond<strong>en</strong>heid. Het suggereert dat er niet één juiste manier van organiser<strong>en</strong> bestaat <strong>en</strong> impliceert<br />
dat geheimhouding van informatie ge<strong>en</strong> goede strategie (meer) is om zich macht toe te eig<strong>en</strong><strong>en</strong>,<br />
omdat alternatieve weg<strong>en</strong> ev<strong>en</strong> geschikt zijn om tot organisatie te kom<strong>en</strong>. Met andere woord<strong>en</strong>:<br />
sociale relaties bepal<strong>en</strong> de structuur van het netwerk. Deze zijn niet alle<strong>en</strong> belangrijk omdat ze e<strong>en</strong><br />
meer betrouwbare bron zijn voor het doorgev<strong>en</strong> van precaire informatie omtr<strong>en</strong>t criminele<br />
operaties, maar vooral omdat ze belangrijk (kunn<strong>en</strong>) zijn voor het aanler<strong>en</strong> van nieuwe<br />
vaardighed<strong>en</strong> <strong>en</strong> k<strong>en</strong>nis. Coleman (1988) illustreert dit met het voorbeeld van de wet<strong>en</strong>schapper<br />
die via alledaagse conversaties met collega’s op de hoogte kan blijv<strong>en</strong> van de laatste<br />
ontwikkeling<strong>en</strong> op zijn onderzoeksgebied. Onderzoek heeft bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> aangetoond dat de<br />
meerderheid van de werkzoek<strong>en</strong>d<strong>en</strong> hun baan niet vind<strong>en</strong> via de officiële kanal<strong>en</strong>, maar via<br />
persoonlijke netwerk<strong>en</strong>, waarvan de structuur de toegang tot <strong>en</strong> de kwaliteit van de informatie<br />
bepaalt (zie o.a. Granovetter, 1973; Boxman e.a., 1991).<br />
Zoals Kleemans e.a. (1998: 9-10) terecht opmerk<strong>en</strong>, wordt er in criminele<br />
sam<strong>en</strong>werkingsverband<strong>en</strong> veel gepraat <strong>en</strong> wet<strong>en</strong> de led<strong>en</strong> van sam<strong>en</strong>werkingsverband<strong>en</strong> in de<br />
regel veel over de illegale activiteit<strong>en</strong> die hebb<strong>en</strong> plaatsgevond<strong>en</strong>. Veel prat<strong>en</strong> is het<br />
onvermijdelijke gevolg van het hebb<strong>en</strong> van sociale relaties. Vanuit de optiek van het kleinewereld-effect<br />
moet het belang van dit prat<strong>en</strong>, dit vele prat<strong>en</strong>, b<strong>en</strong>adrukt word<strong>en</strong>. Uiteraard valt niet<br />
te ontk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> dat vri<strong>en</strong>dschapp<strong>en</strong> onderhevig zijn aan onderligg<strong>en</strong>de spanning<strong>en</strong>, maar<br />
antropolog<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> ons dat dit in alle cultur<strong>en</strong> het geval is. Daarom kan m<strong>en</strong> stell<strong>en</strong> dat veel prat<strong>en</strong><br />
e<strong>en</strong> onontbeerlijk elem<strong>en</strong>t is voor het opzett<strong>en</strong> van nieuwe criminele project<strong>en</strong>. Nieuwe project<strong>en</strong><br />
(dat is: organisaties <strong>en</strong> organiser<strong>en</strong>) beginn<strong>en</strong> met m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die zich verzamel<strong>en</strong> rond één of andere<br />
onb<strong>en</strong>utte kans. Die kan overal vandaan kom<strong>en</strong> <strong>en</strong> het resultaat zijn van e<strong>en</strong> technologische<br />
doorbraak, e<strong>en</strong> lacune in de wetgeving <strong>en</strong> dergelijke. De vaardighed<strong>en</strong> die hiervoor nodig zijn,<br />
word<strong>en</strong> dus als het ware opgeroep<strong>en</strong> door de situatie.<br />
Via het communicati<strong>en</strong>etwerk dat aldus ontstaat, word<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> aangetrokk<strong>en</strong> door de zich<br />
voordo<strong>en</strong>de kans, zonder dat er sprake is van e<strong>en</strong> brein of leider in de organisatie, waardoor<br />
m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> geselecteerd word<strong>en</strong>. Integ<strong>en</strong>deel, door de interactie van dat vele prat<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het<br />
netwerk selecter<strong>en</strong> de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zichzelf. Het werk binn<strong>en</strong> dat nieuwe project is ongestructureerd <strong>en</strong><br />
verloopt weinig routinematig, <strong>en</strong> eist dus van m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> dat ze met e<strong>en</strong> minimum aan structuur<br />
werk<strong>en</strong>. Dit verklaart het ad hoc karakter van veel criminele netwerk<strong>en</strong>, én hun flexibiliteit, én<br />
hun hechtheid. Dit soort flexibele structuur is immers ess<strong>en</strong>tieel om te kunn<strong>en</strong> reager<strong>en</strong> op de<br />
talrijke kwesties die zich voordo<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de hectische toestand<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> crimineel project. De<br />
int<strong>en</strong>sieve communicatie <strong>en</strong> interactie binn<strong>en</strong> het netwerk maakt het wellicht mogelijk om met de<br />
complexe, ongestructureerde problem<strong>en</strong> om te gaan.<br />
Stel dat één persoon binn<strong>en</strong> het criminele netwerk met ti<strong>en</strong> ander<strong>en</strong> verbond<strong>en</strong> is. Dat betek<strong>en</strong>t dat<br />
informatie over criminele handeling<strong>en</strong> kan word<strong>en</strong> uitgewisseld langs t<strong>en</strong> minste ti<strong>en</strong><br />
onafhankelijke routes, wat onvermijdelijk impliceert dat één individu die informatie niet kan<br />
monopoliser<strong>en</strong> (White e.a., 1976). Als gevolg daarvan heeft e<strong>en</strong> willekeurige persoon minder<br />
mogelijkhed<strong>en</strong> om de informatiestroom te monopoliser<strong>en</strong>, <strong>en</strong> dus de macht binn<strong>en</strong> het netwerk te<br />
verwerv<strong>en</strong>, naarmate de verbond<strong>en</strong>heid stijgt. Dit betek<strong>en</strong>t dat binn<strong>en</strong> goed verbond<strong>en</strong><br />
sam<strong>en</strong>werkingsverband<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> van de betrokk<strong>en</strong> person<strong>en</strong> onvervangbaar is, ook ‘belangrijke’<br />
person<strong>en</strong> zoals financiers niet. Dat is precies het resultaat van empirisch onderzoek naar criminele<br />
netwerk<strong>en</strong> (zie onder andere Kleemans e.a., 1998; Klerks, 2000). Misschi<strong>en</strong> werd dit nog het best<br />
beschrev<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> Britse politieambt<strong>en</strong>aar die e<strong>en</strong> criminele organisatie vergeleek met e<strong>en</strong> bord<br />
spaghetti (Gre<strong>en</strong>, 1969: 9):
‘Every piece seems to touch every other, but you are never sure where it all leads. Once in a while<br />
we arrest someone we are sure is important. Well he may have be<strong>en</strong> up to that mom<strong>en</strong>t, but once<br />
we get him, he sudd<strong>en</strong>ly becomes no more than a tiny cog. Someone else important pops up in his<br />
place’.<br />
CONCLUSIE<br />
Het kleine-wereld-effect biedt e<strong>en</strong> verklaring voor de empirische constatering dat criminele<br />
netwerk<strong>en</strong> uitermate flexibel kunn<strong>en</strong> zijn, zonder dat dit t<strong>en</strong> koste gaat van hun hechtheid. Het<br />
verschijnsel dat criminele netwerk<strong>en</strong> evoluer<strong>en</strong> met elke nieuwe k<strong>en</strong>nismaking verklaart ook de<br />
dynamische groei van criminele netwerk<strong>en</strong>. Het blijkt dat vooral sociale relaties <strong>en</strong> het met elkaar<br />
prat<strong>en</strong> in criminele netwerk<strong>en</strong> de organisatie vorm gev<strong>en</strong>. Organisaties hebb<strong>en</strong> niet<br />
noodzakelijkerwijs e<strong>en</strong> top-bottom structuur maar zijn veeleer fluïde <strong>en</strong> verander<strong>en</strong> voortdur<strong>en</strong>d<br />
van structuur <strong>en</strong> gedaante.<br />
Het kleine-wereld-effect heeft ook belangrijke implicaties voor de machtsverhouding<strong>en</strong> in<br />
criminele netwerk<strong>en</strong>. F<strong>en</strong>om<strong>en</strong><strong>en</strong> zoals het Hydra-effect <strong>en</strong> de vervangbaarheid van ‘belangrijke’<br />
person<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> hierdoor beter word<strong>en</strong> begrep<strong>en</strong>.<br />
Organiser<strong>en</strong> blijkt ge<strong>en</strong> ding op zich te zijn, maar is integ<strong>en</strong>deel fluïde, voortdur<strong>en</strong>d verander<strong>en</strong>d<br />
van structuur <strong>en</strong> gedaante. Organiser<strong>en</strong> <strong>en</strong> organisaties zijn niet de bouwst<strong>en</strong><strong>en</strong> waartuss<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s-<br />
<strong>en</strong> wereldrelaties bestaan, maar zijn veeleer de product<strong>en</strong> van die relaties.<br />
LITERATUUR<br />
Albini, J. (1971) The American Mafia: G<strong>en</strong>esis of a Leg<strong>en</strong>d, New York: Appleton-C<strong>en</strong>tury-Crofts.<br />
Blau, P.M. (1964) Exchange and Power in Social Life, New York: Wiley.<br />
Block, A. (1979) ‘The Snowman Cometh: Coke in Progressive New York’, Criminology, 17 (1):<br />
75-99.<br />
Boxman, E.A.W., P.M.D. De Graaf & H.D. Flap (1991) ‘The Impact of Social and Human Capital<br />
on the Income Attainm<strong>en</strong>t of Dutch Managers’, Social Networks, 13: 51-73.<br />
Burt, R.S. (1992) Structural Holes: The Social Structure of Competition, Cambridge, MA:<br />
Harvard University Press.<br />
Chambliss, W. (1978) On the take: From Petty Crooks to Presid<strong>en</strong>ts, Bloomington: Indiana<br />
University Press.<br />
Coleman, J.S. (1988) ‘Social Capital in the Creation of Human Capital’, American Journal of<br />
Sociology, 94: 95-120.<br />
Coles, N. (2001) ‘It’s not what you know – It’s who you know that counts. Analysing Serious<br />
Crime Groups as Social Networks’, British Journal of Criminology, 41: 580-594.<br />
Cook, K.S., R.M. Emerson, M.R. Gillmore & T. Yamagishi (1983), ‘The Distribution of Power in<br />
Exchange Networks: Theory and Experim<strong>en</strong>tal Results’, American Journal of Sociology, 89: 275-<br />
305.<br />
Cressey, D. (1969) Theft of a Nation. The Structure and Operations of Organized Crime in<br />
America, New York: Harper and Row.<br />
Feld, S. (1981) ‘The Focused Organization of Social Ties’, American Journal of Sociology, 86:<br />
1015-1035.<br />
Fijnaut, C.J.C.F., F. Bov<strong>en</strong>kerk, G.J.N. Bruinsma & H.G. van de Bunt (1996) Georganiseerde<br />
criminaliteit in Nederland, eindrapport, bijlage VII van: Enquêtecommissie opsporingsmethod<strong>en</strong>,<br />
Inzake Opsporing, ’s Grav<strong>en</strong>hage: Sdu Uitgevers.<br />
Galante, P. & L. Sapin (1079) The Marseilles Mafia: The Truth behind the World of Drug<br />
Trafficking, London: W.H. All<strong>en</strong>.<br />
Godson, R. & W. Olson (1995) ‘International Organized Crime’, Society, 32 (2): 18-29.<br />
Granovetter, M. (1973) ‘The Str<strong>en</strong>gth of Weak Ties’, American Journal of Sociology, 83: 1287-<br />
1303.
Gross, N. & W.E. Martin (1952) ‘On Group Cohesiv<strong>en</strong>ess’, American Journal of Sociology, 52:<br />
546-554.<br />
Gre<strong>en</strong>, T. (1969) The Smugglers, New York: Walker.<br />
Haller, M. (1992) ‘Bureaucracy and the Mafia: An Alternative View’, Journal of Contemporary<br />
Criminal Justice, 8 (1): 1-10.<br />
Hoog<strong>en</strong>boom, A.B. (2000) Schaduw<strong>en</strong> over Van Traa, D<strong>en</strong> Haag: Koninklijke Vermande.<br />
Ianni, F.A.J. (1973) ‘Authority, Power and Respect: The Interplay of Control Systems in an<br />
Organized Crime Family’, in: S. Rott<strong>en</strong>berg, The Economics of Crime and Punishm<strong>en</strong>t,<br />
Washington DC: American Enterprise Institute for Policy Research.<br />
Kleemans, E.R., E.A.I.M. van d<strong>en</strong> Berg & H.G. van de Bunt, m.m.v. M. Brouwers, R.F.<br />
Kouw<strong>en</strong>berg & G. Paulides (1998) Georganiseerde Criminaliteit in Nederland. Rapportage op<br />
basis van de WODC-monitor, D<strong>en</strong> Haag: WODC (Onderzoek <strong>en</strong> Beleid nr. 73).<br />
Klerks, P. (2000) Groot in hasj. Theorie <strong>en</strong> Praktijk van de Georganiseerde Misdaad, Alph<strong>en</strong> aan<br />
de Rijn: Samson.<br />
Komter, A.E., J. Burgers & G. Engbers<strong>en</strong> (2000) Het Cem<strong>en</strong>t van de Sam<strong>en</strong>leving, Amsterdam:<br />
Amsterdam University Press.<br />
Lawler, E.J. & J. Yoon (1993) ‘Power and the Emerg<strong>en</strong>ce of Commitm<strong>en</strong>t Behavior in Negotiated<br />
Exchange’, American Sociological Review, 58: 465-481.<br />
Milgram, S. (1967) ‘The Small World Problem’, Psychology Today, 1: 60-67.<br />
Morselli, C. (2001) ‘Structuring Mr. Nice: Entrepr<strong>en</strong>eurial Opportunities and Brokerage<br />
Positioning in the Cannabis Trade’, Crime, Law and Social Change, 35 (3): 203-244.<br />
Ow<strong>en</strong>, W.F. (1985) ‘Metaphor Analysis of Cohesiv<strong>en</strong>ess in Small Discussion Groups’, Small<br />
Group Behavior, 16: 415-424.<br />
Powell, W. (1990) ‘Neither Market Nor Hierarchy: Networks Forms of Organization’, Research in<br />
Organizational Behavior, 12: 295-336.<br />
Powell, W. (1996) ‘Inter-Organizational Collaboration in the Biotechnology Industry’, Journal of<br />
Institutional and Theoretical Economics, 120 (1): 197-215.<br />
Scott, J. (1991) Social Network Analysis: A Handbook, London: Sage.<br />
Villareal, M. (1992) ‘The Poverty of Practice, Power, G<strong>en</strong>der and Interv<strong>en</strong>tion from an Actor-<br />
Ori<strong>en</strong>ted Perspective’, in: N. Long & A. Long (eds.) Battlefields of Knowledge, The Interlocking<br />
of Theory and Practice in Social Research and Developm<strong>en</strong>t, London: New York: Routledge:<br />
247-267.<br />
Watts, D. & S. Strogatz (1998) ‘Collective Dynamics of ‘Small-World’ Networks’, Nature, 393:<br />
440-442.<br />
Watts, D. (1999) Small Worlds: The Dynamics of Networks Betwe<strong>en</strong> Order and Randomness,<br />
Princeton, N.J.: Princeton University Press.<br />
Weber, M. (1968 [1914]) Economy and Society, New York: Bedminster Press.<br />
White, H.C., S.A. Boorman & R.L. Breiger (1976) ‘Social Structure From Multiple Networks’,<br />
American Journal of Sociology, 81: 730-780.<br />
Willer, D. (1999) Network Exchange Theory. Westport, Connecticut: Praeger.<br />
Ziegler, J. (1998) Les Seigneurs du Crime, Paris: Editions du Seuil.
ONDERZOEK NADER ONDERZOCHT<br />
EEN VERGELIJKENDE ANALYSE VAN ETNOGRAFISCH ONDERZOEK NAAR DE RELATIE TUSSEN<br />
ETNICITEIT, GROEPSVORMING EN DELINQUENTIE BIJ JONGENS<br />
Siep Miedema<br />
Niet alle<strong>en</strong> bij sportwedstrijd<strong>en</strong> maar ook in de wet<strong>en</strong>schap is er behoefte aan tuss<strong>en</strong>stand<strong>en</strong>, e<strong>en</strong><br />
reflectie op de stand van zak<strong>en</strong>. Omdat wet<strong>en</strong>schappers (als produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong>) <strong>en</strong> beleidsmakers (als<br />
consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>) met e<strong>en</strong> <strong>en</strong>orme k<strong>en</strong>nisto<strong>en</strong>ame word<strong>en</strong> geconfronteerd, is er behoefte aan<br />
systematische bundeling daarvan. Binn<strong>en</strong> de kwantitatieve onderzoekstraditie is dergelijk review<br />
of evaluatie-onderzoek al geme<strong>en</strong>goed. Meta-analyse (Smith <strong>en</strong> Glass, 1977) is e<strong>en</strong> methode om<br />
resultat<strong>en</strong> van empirisch toets<strong>en</strong>d onderzoek binn<strong>en</strong> de sociale <strong>en</strong> medische wet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> sam<strong>en</strong><br />
te vatt<strong>en</strong> <strong>en</strong> statistisch te evaluer<strong>en</strong>. Dit is toepasbaar op uitkomst<strong>en</strong> van kwantitatief onderzoek <strong>en</strong><br />
niet op kwalitatieve onderzoeksmethod<strong>en</strong> als gevalsstudies <strong>en</strong> etnografisch onderzoek (Lipsey <strong>en</strong><br />
Wilson, 2001). Maar ook binn<strong>en</strong> de kwalitatieve onderzoekstraditie word<strong>en</strong> comparatieve analyses<br />
noodzakelijk gevond<strong>en</strong>. Noblit <strong>en</strong> Hare (1988) gebruik<strong>en</strong> voor de vergelijkingsmethode bij<br />
etnografisch onderzoek de term meta-ethnography. Dat is e<strong>en</strong> interpretatieve werkwijze waarbij<br />
e<strong>en</strong> aantal geselecteerde studies op elkaar wordt betrokk<strong>en</strong> <strong>en</strong> systematisch-kritisch wordt<br />
vergelek<strong>en</strong> <strong>en</strong> gesynthetiseerd. Zo’n synthese is eerder interpretatief dan aggreger<strong>en</strong>d. Het doel is<br />
vooral, e<strong>en</strong> bepaald f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> <strong>en</strong> de context<strong>en</strong> waarbinn<strong>en</strong> het zich voordoet beter te begrijp<strong>en</strong>. In<br />
die zin is e<strong>en</strong> meta-etnografische studie te beschouw<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> comparatieve secundaire<br />
inhoudsanalyse van primair onderzoek.<br />
Noblit <strong>en</strong> Hare (1988) mak<strong>en</strong> daarbij onderscheid tuss<strong>en</strong> drie werkwijz<strong>en</strong>: reciprocal translational<br />
synthesis, refutational synthesis <strong>en</strong> lines-of-argum<strong>en</strong>t synthesis. Bij de wederkerig op elkaar<br />
betrokk<strong>en</strong> synthese wordt er van uitgegaan dat de individuele onderzoeksverslag<strong>en</strong> vergelijkbare<br />
probleemstelling<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat integratie mogelijk is. Er is sprake van weerlegg<strong>en</strong>de synthese<br />
wanneer verslag<strong>en</strong> die hetzelfde probleem bestuder<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>strijdige resultat<strong>en</strong> lat<strong>en</strong> zi<strong>en</strong>. Dan<br />
word<strong>en</strong> impliciete contradicties in de interpreter<strong>en</strong>de synthese expliciet gemaakt <strong>en</strong> moet<strong>en</strong> de<br />
verschill<strong>en</strong> verklaard word<strong>en</strong>. In het laatste model word<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de dim<strong>en</strong>sies van hetzelfde<br />
f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> onderzocht. De onderzoek<strong>en</strong> word<strong>en</strong> onderling vergelek<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> completer beeld te<br />
krijg<strong>en</strong>, waarbij de verschill<strong>en</strong>de argum<strong>en</strong>tatielijn<strong>en</strong> vergelek<strong>en</strong> <strong>en</strong> inductief geherinterpreteerd<br />
word<strong>en</strong>. In dit artikel wordt vooral gestreefd naar e<strong>en</strong> interpretatieve lines-of-argum<strong>en</strong>t synthesis.<br />
De c<strong>en</strong>trale vraag is daarbij of er overe<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> dan wel verschill<strong>en</strong> zijn in groepsvorming <strong>en</strong><br />
groepsprocess<strong>en</strong> bij jong<strong>en</strong>s uit specifieke minderheids<strong>groep<strong>en</strong></strong>, niet alle<strong>en</strong> allochtone maar ook<br />
autochtone jong<strong>en</strong>s in vergelijkbare maatschappelijke posities van kwetsbaarheid. Daarbij word<strong>en</strong><br />
groepsvorming <strong>en</strong> groepsprocess<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong> als interv<strong>en</strong>iër<strong>en</strong>de of intermediër<strong>en</strong>de factor<strong>en</strong> die e<strong>en</strong><br />
rol kunn<strong>en</strong> spel<strong>en</strong> in het ontstaan <strong>en</strong> voortbestaan van delinqu<strong>en</strong>te praktijk<strong>en</strong>.<br />
Om de onderzoeksvraag te kunn<strong>en</strong> beantwoord<strong>en</strong> heb ik verschill<strong>en</strong>de publicaties geanalyseerd<br />
over autochtone, Surinaamse, Marokkaanse <strong>en</strong> Antilliaanse jonger<strong>en</strong>.<br />
DE GEKOZEN ETNOGRAFISCHE STUDIES<br />
Veel etnografisch onderzoek in de criminologie houdt zich bezig met onderzoek naar de onderkant<br />
of rafelrand van de sam<strong>en</strong>leving. Dit geldt per definitie voor etnografisch onderzoek naar de leef-<br />
<strong>en</strong> belevingswereld<strong>en</strong> van delinqu<strong>en</strong>te allochtone jong<strong>en</strong>s. Daarbinn<strong>en</strong> heb ik gekoz<strong>en</strong> voor de<br />
volg<strong>en</strong>de drie dissertaties: Schitter<strong>en</strong> in de schaduw over Surinaamse jonger<strong>en</strong> (Sansone, 1992),<br />
Ieder voor zich over Marokkaanse jong<strong>en</strong>s (Van Gemert, 1998) <strong>en</strong> Stel<strong>en</strong> <strong>en</strong> stek<strong>en</strong> over<br />
Antilliaanse jong<strong>en</strong>s (Van San, 1998). Daarnaast heb ik nog geprobeerd e<strong>en</strong> kwalitatief onderzoek<br />
over Turkse jong<strong>en</strong>s op te nem<strong>en</strong>, maar het beleidsonderzoek van Kemper Water in de thee (1999)<br />
over Turkse jong<strong>en</strong>s heb ik buit<strong>en</strong> beschouwing gelat<strong>en</strong> omdat het te weinig etnografisch van<br />
karakter bleek. Daarnaast word<strong>en</strong> twee artikel<strong>en</strong> van Terpstra (1996 <strong>en</strong> 1997) over e<strong>en</strong> autochtone<br />
groep jong<strong>en</strong>s uit e<strong>en</strong> achterstandswijk gebruikt. Deze ‘contrastgroep’ maakt e<strong>en</strong> vergelijking
tuss<strong>en</strong> etnisch-subculturele <strong>en</strong> marginaal-subculturele aspect<strong>en</strong> mogelijk. Op deze manier kan<br />
word<strong>en</strong> nagegaan in hoeverre bepaalde groepsprocess<strong>en</strong> <strong>en</strong> groepsstructur<strong>en</strong> specifiek zijn voor<br />
etnische <strong>groep<strong>en</strong></strong> of algem<strong>en</strong>e k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> zijn van jong<strong>en</strong>s in marginale posities.<br />
De gekoz<strong>en</strong> etnografische studies zijn in algem<strong>en</strong>e zin niet zonder meer te vergelijk<strong>en</strong>, want het<br />
zijn ge<strong>en</strong> studies die zich specifiek of exclusief op groepsvorming <strong>en</strong> groepsprocess<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong><br />
gericht. Er bestaan onderling nogal wat verschill<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van vraagstelling, theoretische<br />
noties <strong>en</strong> uitgangspunt<strong>en</strong>, methodische acc<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, selectie <strong>en</strong> k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>,<br />
onderzoekslocatie <strong>en</strong> duur van het onderzoek. Wat deze auteurs geme<strong>en</strong>schappelijk hebb<strong>en</strong>, is dat<br />
ze veldonderzoek – diepte-interviews <strong>en</strong> participer<strong>en</strong>de observatie – hebb<strong>en</strong> gedaan naar de leef-<br />
<strong>en</strong> belevingswereld van <strong>groep<strong>en</strong></strong> jong<strong>en</strong>s, hun discours<strong>en</strong> <strong>en</strong> sociale praktijk<strong>en</strong>. Ik bespreek eerst<br />
het onderzoek van Terpstra, dat als het ware de base line vormt voor verdere vergelijking<strong>en</strong>. Dit<br />
houdt overig<strong>en</strong>s niet in dat deze blanke jong<strong>en</strong>s de dominante norm zijn, daarom heb ik het risico<br />
van e<strong>en</strong> etnoc<strong>en</strong>trisch gezichtspunt prober<strong>en</strong> te vermijd<strong>en</strong> door vooral e<strong>en</strong> comparatieve analyse<br />
van de verschill<strong>en</strong>de <strong>groep<strong>en</strong></strong> uit te voer<strong>en</strong>..<br />
Jonge autochton<strong>en</strong><br />
Terpstra (1996, 1997) heeft onderzoek gedaan naar ontwikkeling<strong>en</strong>, onderlinge verhouding<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
dagelijkse opvatting<strong>en</strong> <strong>en</strong> praktijk<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> ‘moderne’ <strong>Nederlandse</strong> achterstandswijk (met de<br />
fictieve naam Boma). Van 1987 tot <strong>en</strong> met 1990 is in totaal bijna ti<strong>en</strong> maand<strong>en</strong> participer<strong>en</strong>de<br />
observatie uitgevoerd binn<strong>en</strong> het jonger<strong>en</strong>werk in de wijk, waaraan vooral autochtone jong<strong>en</strong>s<br />
deelnam<strong>en</strong>. Daarbij zijn veel gesprekk<strong>en</strong> gevoerd met jong<strong>en</strong>s van 12 tot <strong>en</strong> met 17 jaar. Over 57<br />
jong<strong>en</strong>s (waarvan slechts 6 van allochtone afkomst) is informatie verzameld, met 33 was int<strong>en</strong>sief<br />
contact. Crimineel gedrag komt onder jong<strong>en</strong>s in Boma frequ<strong>en</strong>t voor. Bijna de helft van de<br />
jong<strong>en</strong>s (26 van de 57) komt in de ruim twee jaar van het veldwerk weg<strong>en</strong>s strafbare handeling<strong>en</strong><br />
in aanraking met de politie. Bij de 16- <strong>en</strong> 17-jarig<strong>en</strong> overkomt dit twee op de drie jong<strong>en</strong>s<br />
(Terpstra, 1997).<br />
Uit het eerste artikel blijkt dat de meeste bewoners van Boma deel uitmak<strong>en</strong> van<br />
famili<strong>en</strong>etwerk<strong>en</strong>. Zij zijn mer<strong>en</strong>deels afkomstig uit afbraakwoning<strong>en</strong> in de oude binn<strong>en</strong>stad <strong>en</strong> uit<br />
het voormalige woonwag<strong>en</strong>kamp, <strong>en</strong> via ‘kettingverhuizing’ in de wijk terechtgekom<strong>en</strong>. De<br />
collectieve leefwijze in Boma vertoont op hoofdpunt<strong>en</strong> e<strong>en</strong> opmerkelijke overe<strong>en</strong>komst met<br />
‘klassieke’ k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van de arbeiderssubcultuur: e<strong>en</strong> hechte buurt, e<strong>en</strong> actief straatlev<strong>en</strong>,<br />
uitgebreide famili<strong>en</strong>etwerk<strong>en</strong> <strong>en</strong>, binn<strong>en</strong> de e<strong>en</strong>heid van de buurt, onderscheiding in respectabele<br />
<strong>en</strong> minder respectabele stukk<strong>en</strong>. ‘De kern van de wijk wordt gevormd door uitgebreide netwerk<strong>en</strong><br />
met e<strong>en</strong> grote afstand tot de dominante sam<strong>en</strong>leving’ (Terpstra, 1996: 230).<br />
In zijn tweede artikel gaat Terpstra (1997) gaat er op in, hoe jong<strong>en</strong>s daar hun lev<strong>en</strong> collectief<br />
vormgev<strong>en</strong>. Hun lev<strong>en</strong>sstijl<strong>en</strong> ziet hij als variant<strong>en</strong> op de klassieke tweedeling van Whyte (1943)<br />
tuss<strong>en</strong> corner boys met afwijk<strong>en</strong>de of delinqu<strong>en</strong>te, op straat gerichte oriëntaties <strong>en</strong> college boys<br />
met mainstream culturele oriëntaties (: 208). Het d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> <strong>en</strong> handel<strong>en</strong> van de jong<strong>en</strong>s uit dit<br />
achterstandsmilieu vertoont e<strong>en</strong> sterke sam<strong>en</strong>hang t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van onderwijs, arbeid, vrije tijd <strong>en</strong><br />
recht. Hieraan ligg<strong>en</strong> focal concerns t<strong>en</strong> grondslag, die de coher<strong>en</strong>te kern vorm<strong>en</strong> van hun<br />
subcultuur: behoud van autonomie, mannelijkheid, waarde van de eig<strong>en</strong> groep <strong>en</strong> solidariteit in<br />
eig<strong>en</strong> kring, behoefte aan uitdaging, spanning <strong>en</strong> vermaak (Miller, 1958).<br />
Will<strong>en</strong> de Boma jong<strong>en</strong>s zich in de groep handhav<strong>en</strong>, dan moet<strong>en</strong> ze zich als macho gedrag<strong>en</strong>,<br />
waarbij mannelijkheid eerder wordt bewez<strong>en</strong> door stoer gedrag dan door schoolwijsheid. De<br />
college boys vall<strong>en</strong> daarmee buit<strong>en</strong> de groep. Hun belangrijkste bezigheid in de vrije tijd is<br />
rondhang<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> groepje van vijf tot ti<strong>en</strong>, vaak vaste vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong>, zonder bemoeizucht van<br />
volwass<strong>en</strong><strong>en</strong>, op vaste locaties (op straat, in e<strong>en</strong> portiek, bij de jeugdkeet of op het plein bij de<br />
sporthal). Dit geldt vooral voor de groep 14- tot <strong>en</strong> met 17-jarig<strong>en</strong>, met soms ook e<strong>en</strong> paar jongere<br />
jong<strong>en</strong>s van 11, 12 jaar. ‘Ondanks de schijn van ongestructureerde doelloosheid – doing nothing –<br />
handelt het bij het rondhang<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> aane<strong>en</strong>rijging van korte, vaak niet afgemaakte handeling<strong>en</strong>,<br />
grapp<strong>en</strong>, spitsvondighed<strong>en</strong>, onderlinge uitdaging<strong>en</strong> <strong>en</strong> het uitwissel<strong>en</strong> van verhal<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
belev<strong>en</strong>iss<strong>en</strong>. (…) De belangrijkste betek<strong>en</strong>is van het rondhang<strong>en</strong> ligt in de onderlinge ‘morele<br />
socialisatie’ van de jong<strong>en</strong>s’ (: 214). Door de geslot<strong>en</strong>heid teg<strong>en</strong>over de buit<strong>en</strong>wereld geldt de
inding aan de groep als norm. Dat houdt in dat m<strong>en</strong> elkaar niet verraadt <strong>en</strong> dat op het overtred<strong>en</strong><br />
hiervan met repercussies wordt gereageerd. Teg<strong>en</strong>over de buit<strong>en</strong>wereld pres<strong>en</strong>teert m<strong>en</strong> zich als<br />
e<strong>en</strong> hechte, ruige groep met e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> territorium, zonder duidelijke organisatie of<br />
leiderschapsstructuur. Ondanks het ideaal van e<strong>en</strong> hechte groep zijn er rivaliser<strong>en</strong>de sub<strong>groep<strong>en</strong></strong> te<br />
onderscheid<strong>en</strong>. In sociometrisch opzicht is er e<strong>en</strong> rangorde van informele leiders, die de<br />
lagergeplaatste led<strong>en</strong> dominer<strong>en</strong> <strong>en</strong> de ‘lulletjes’ voortdur<strong>en</strong>d pest<strong>en</strong>. Om de groepscohesie te<br />
bevorder<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> collectieve id<strong>en</strong>titeit uit te drag<strong>en</strong> kan m<strong>en</strong> gebruik mak<strong>en</strong> van verschill<strong>en</strong>de<br />
stijlelem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> als kleding <strong>en</strong> tatoeages. Bij het stijlrepertoire hoort ook het stoere gedrag in<br />
groepsverband, ondersteund door hard schreeuw<strong>en</strong>, intimider<strong>en</strong>, naroep<strong>en</strong> van passant<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
dergelijke.<br />
Crimineel gedrag in groepsverband symboliseert bij uitstek de ambities <strong>en</strong> waard<strong>en</strong> van de<br />
jong<strong>en</strong>s zoals spanning, afwisseling <strong>en</strong> uitdaging. Het etaler<strong>en</strong> van ruig gedrag of duistere<br />
contact<strong>en</strong> met toeleveranciers van verbod<strong>en</strong> waar verhoogt het prestige. Teg<strong>en</strong>over de politie<br />
spel<strong>en</strong> ze e<strong>en</strong> vijandige, provocer<strong>en</strong>de rol, maar zijn ze er ook doodsb<strong>en</strong>auwd voor.<br />
‘Van de beschrev<strong>en</strong> vier categorieën delinqu<strong>en</strong>t gedrag word<strong>en</strong> de eerste twee (lichte <strong>en</strong> ernstiger<br />
vergrijp<strong>en</strong> in groepsverband) als ‘normaal’ gezi<strong>en</strong>. De bed<strong>en</strong>king<strong>en</strong> ontstaan bij primair op<br />
materiële winst gerichte georganiseerde vorm<strong>en</strong> van delinqu<strong>en</strong>t gedrag’ (: 219). Binn<strong>en</strong> de relatief<br />
ongebond<strong>en</strong> ruimte van het jong zijn is het op straat gerichte lev<strong>en</strong> verwev<strong>en</strong> met g<strong>en</strong>ormaliseerde<br />
vorm<strong>en</strong> van delinqu<strong>en</strong>tie, die als expressieve uiting<strong>en</strong> van exploratie <strong>en</strong> statusverwerving kunn<strong>en</strong><br />
word<strong>en</strong> begrep<strong>en</strong>. Doorschiet<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> delinqu<strong>en</strong>te carrière, gericht op verwervingscriminaliteit<br />
als bijvoorbeeld handel in drugs, wordt door het mer<strong>en</strong>deel van de jong<strong>en</strong>s <strong>en</strong> hun ouders<br />
afgekeurd. ‘De jong<strong>en</strong>s hanter<strong>en</strong> zelf verschill<strong>en</strong>de argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> om deze discrepantie te verklar<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> te neutraliser<strong>en</strong>: ‘Ik was to<strong>en</strong> nog jong, ik b<strong>en</strong> nu wijzer, vanaf nu ga ik mijn lev<strong>en</strong> beter<strong>en</strong>.’<br />
Deze argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> hoev<strong>en</strong> overig<strong>en</strong>s niet tot aanpassing van het gedrag te leid<strong>en</strong>. Het zijn<br />
poging<strong>en</strong>, teg<strong>en</strong>strijdige norm<strong>en</strong> met elkaar in overe<strong>en</strong>stemming te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>, zoals de eis van stoer<br />
<strong>en</strong> ruig gedrag teg<strong>en</strong>over de opvatting dat sommige vorm<strong>en</strong> van crimineel gedrag niet acceptabel<br />
zijn (: 219-220). Ook bij de ouders - buurtbewoners zi<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> dergelijke ambival<strong>en</strong>te houding.<br />
Jonge Surinamers<br />
Sansone heeft tuss<strong>en</strong> 1981 <strong>en</strong> 1990 in twee Amsterdamse buurt<strong>en</strong> onderzoek gedaan onder<br />
Creoolse jonger<strong>en</strong> uit de de lagere klasse (Volkscreol<strong>en</strong>). De meest<strong>en</strong> woond<strong>en</strong> al 15 jaar of langer<br />
in Nederland <strong>en</strong> e<strong>en</strong> meerderheid is opgegroeid in e<strong>en</strong> e<strong>en</strong>oudergezin. In de loop van het<br />
longitudinale onderzoek is de vraagstelling verschov<strong>en</strong> van etnische id<strong>en</strong>titeit <strong>en</strong> socialisering in<br />
de vrije tijd naar e<strong>en</strong> lev<strong>en</strong> zonder regulier werk. Doel daarvan was e<strong>en</strong> beeld te krijg<strong>en</strong> van de<br />
lev<strong>en</strong>sloop van Creoolse jonger<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> lage sociale positie <strong>en</strong> hun overlevingsstrategieën. Van<br />
de 111 onderzochte jong<strong>en</strong>s zijn er 59 te beschouw<strong>en</strong> als kerninformant<strong>en</strong>. In de drie fas<strong>en</strong> van<br />
zijn onderzoek ziet het criminaliteitspatroon van de kerninformant<strong>en</strong> er als volgt uit: in 1981-1982<br />
zijn er 27 (licht) crimineel (meestal first off<strong>en</strong>ders) <strong>en</strong> 3 harddrugsverslaafd<strong>en</strong>; in 1983-1984 zijn<br />
er 25 (licht) crimineel (waarvan 13 met celstraff<strong>en</strong>) <strong>en</strong> 4 verslaafd; in 1988-1991 zijn er 27 (licht)<br />
crimineel (waarvan 5 of 6 met celstraff<strong>en</strong> van meer dan zes maand<strong>en</strong>) <strong>en</strong> 8 verslaafd.<br />
Ook voor deze jong<strong>en</strong>s geldt dat ze reeds vrij vroeg sterk georiënteerd zijn op het straatlev<strong>en</strong> met<br />
leeftijdg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> <strong>en</strong> daarmee verbond<strong>en</strong> activiteit<strong>en</strong>. In dergelijke <strong>groep<strong>en</strong></strong> kunn<strong>en</strong> zowel autochtone<br />
als allochtone jong<strong>en</strong>s zitt<strong>en</strong>. Stel<strong>en</strong> do<strong>en</strong> vooral de jong<strong>en</strong>s tuss<strong>en</strong> 14 <strong>en</strong> 22 jaar, die door de<br />
oudere Creoolse (jong)volwass<strong>en</strong><strong>en</strong> ‘boefjes’ word<strong>en</strong> g<strong>en</strong>oemd. Het gaat daarbij om ‘jatt<strong>en</strong>’,<br />
diefstalletjes, inbrak<strong>en</strong> <strong>en</strong> straatrov<strong>en</strong>. Dit type criminaliteit onderscheidt zich volg<strong>en</strong>s Sansone<br />
nauwelijks van autochtone jonger<strong>en</strong>. Ook het ‘hossel<strong>en</strong>’ hebb<strong>en</strong> zij van autochtone leeftijdg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong><br />
geleerd. De organisatiestructuur van dergelijke straat<strong>groep<strong>en</strong></strong> is zwak. Er zijn ge<strong>en</strong> echte<br />
aanvoerders <strong>en</strong> het led<strong>en</strong>tal wisselt nogal. Ze annexer<strong>en</strong> bepaalde locaties (pleintjes, snackbars,<br />
koffieshops <strong>en</strong> ‘hokjes’). E<strong>en</strong> deel van h<strong>en</strong> rookt veel softdrugs <strong>en</strong> sommig<strong>en</strong> gebruik<strong>en</strong> af <strong>en</strong> toe<br />
cocaïne. Als tal<strong>en</strong>tvolle boefjes contact<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> opgebouwd, kunn<strong>en</strong> ze na hun twintigste<br />
prober<strong>en</strong> heler of ‘doorstoter’ (dealer) te word<strong>en</strong>. Harddrugs verkop<strong>en</strong> is de meest populaire<br />
straathossel. Veel hosselaars klag<strong>en</strong> dat er onder de Creoolse dealers ge<strong>en</strong> organisatie <strong>en</strong> ge<strong>en</strong><br />
onderlinge solidariteit bestaan, <strong>en</strong> dat de Creol<strong>en</strong> als individu <strong>en</strong> als groep nu e<strong>en</strong>maal niet te
vertrouw<strong>en</strong> zijn. Straathosselaars kunn<strong>en</strong> <strong>en</strong> will<strong>en</strong> zich niet bind<strong>en</strong> aan vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> <strong>en</strong> vaste<br />
afsprak<strong>en</strong>. Hun sociale netwerk<strong>en</strong> zijn volg<strong>en</strong>s Sansone weliswaar uitgebreid, maar zwak <strong>en</strong> arm<br />
aan vorm<strong>en</strong> van sociaal kapitaal (sam<strong>en</strong>werkingsverband<strong>en</strong>, collectieve doel<strong>en</strong>, wederkerig<br />
vertrouw<strong>en</strong>). De culturele aanpassing van deze Creoolse jong<strong>en</strong>s betek<strong>en</strong>t dat zij socialiser<strong>en</strong> met<br />
autochton<strong>en</strong> <strong>en</strong> met andere allochton<strong>en</strong>, die ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s in e<strong>en</strong> achterstandspositie verker<strong>en</strong>.<br />
Creoolse ti<strong>en</strong>erboefjes operer<strong>en</strong> steeds meer in groepjes die ook uit blanke <strong>en</strong> in mindere mate<br />
Marokkaanse ti<strong>en</strong>ers bestaan. Na hun 25e wordt het straatgerichte hossel<strong>en</strong> minder interessant <strong>en</strong><br />
prober<strong>en</strong> ze op e<strong>en</strong> andere manier in hun lev<strong>en</strong>sonderhoud te voorzi<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> kleine subgroep kiest<br />
voor de zwaardere criminaliteit, mede door hun schuld<strong>en</strong>.<br />
Jonge Marokkan<strong>en</strong><br />
Om de criminaliteit van Marokkaanse jong<strong>en</strong>s te kunn<strong>en</strong> verklar<strong>en</strong>, sluit Van Gemert aan bij het<br />
‘aanpassingsperspectief’ van Sansone (1992). Zijn drie jaar dur<strong>en</strong>de onderzoek vond plaats in drie<br />
achterstandswijk<strong>en</strong> in Rotterdam-Zuid <strong>en</strong> conc<strong>en</strong>treerde zich op e<strong>en</strong> buurthuis, dat vooral door<br />
Marokkaanse jong<strong>en</strong>s tuss<strong>en</strong> de 15 <strong>en</strong> 20 jaar werd bezocht. Van de groep van zo’n 150 jong<strong>en</strong>s<br />
heeft Van Gemert over 40 jong<strong>en</strong>s op gedetailleerde wijze via interviews gegev<strong>en</strong>s verzameld.<br />
De onderzochte Marokkaanse jong<strong>en</strong>s zijn bijna allemaal in Marokko gebor<strong>en</strong> <strong>en</strong> op latere leeftijd<br />
(gemiddeld war<strong>en</strong> ze ti<strong>en</strong> jaar oud) naar Nederland gekom<strong>en</strong>. De onderzochte jong<strong>en</strong>s hebb<strong>en</strong><br />
weinig contact<strong>en</strong> met andere bevolkings<strong>groep<strong>en</strong></strong>. E<strong>en</strong> groot deel van de vrije tijd wordt in het<br />
buurthuis doorgebracht. In de groep van regelmatige bezoekers van het clubhuis bevind<strong>en</strong> zich<br />
drie herk<strong>en</strong>bare <strong>groep<strong>en</strong></strong>. Daarnaast is er nog e<strong>en</strong> groot aantal e<strong>en</strong>ling<strong>en</strong>. De eerste groep bestaat<br />
uit neg<strong>en</strong> jong<strong>en</strong>s met dezelfde Marokkaanse achtergrond, die onderling Tamazight sprek<strong>en</strong>. De<br />
tweede is gem<strong>en</strong>gder <strong>en</strong> bestaat uit zev<strong>en</strong> jong<strong>en</strong>s, die onderling meestal Nederlands sprek<strong>en</strong>. Ze<br />
zijn gemiddeld anderhalf jaar jonger dan de jong<strong>en</strong>s uit de eerste groep <strong>en</strong> op jeugdiger leeftijd<br />
naar Nederland gekom<strong>en</strong>. De laatste groep van neg<strong>en</strong> jong<strong>en</strong>s noemt Van Gemert ‘de boefjes’, die<br />
meestal Tamazight met elkaar sprek<strong>en</strong> <strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> groot deel uit dezelfde streek in Marokko<br />
afkomstig zijn. Deze groep trok vroeger op met de eerste. De boefjes hebb<strong>en</strong> voor of tijd<strong>en</strong>s het<br />
onderzoek hun schoolloopbaan afgebrok<strong>en</strong>, betred<strong>en</strong> veelvuldig het criminele pad, kom<strong>en</strong> vaak<br />
met de politie in aanraking, hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>lijk strafblad <strong>en</strong> moet<strong>en</strong> regelmatig e<strong>en</strong> straf van<br />
<strong>en</strong>kele maand<strong>en</strong> uitzitt<strong>en</strong>. Tuss<strong>en</strong> de led<strong>en</strong> van de <strong>groep<strong>en</strong></strong> bestaat weinig contact. In <strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de<br />
<strong>groep<strong>en</strong></strong> is e<strong>en</strong> hiërarchische ord<strong>en</strong>ing aan te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> op basis van leeftijd <strong>en</strong> status. Deg<strong>en</strong><strong>en</strong> die<br />
‘gek’ of verslaafd zijn, staan in de rangorde onderaan. Volg<strong>en</strong>s Van Gemert verteg<strong>en</strong>woordig<strong>en</strong><br />
jaloezie <strong>en</strong>-of eerbescherming e<strong>en</strong> materieel <strong>en</strong> moreel aspect, dat in veel gedragsvorm<strong>en</strong> te<br />
herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> is.<br />
K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>d voor Marokkaanse <strong>groep<strong>en</strong></strong> is dat ze ge<strong>en</strong> leider hebb<strong>en</strong>, als los zand aan elkaar<br />
hang<strong>en</strong>, door sterk onderling wantrouw<strong>en</strong> word<strong>en</strong> beheerst <strong>en</strong> criminele activiteit<strong>en</strong> meestal niet<br />
doordacht plann<strong>en</strong>. ‘De groepsgewijze criminaliteit van Marokkaanse jong<strong>en</strong>s betek<strong>en</strong>t vooral dat<br />
ze met meerder<strong>en</strong> op pad zijn. Hun vergrijp<strong>en</strong> pleg<strong>en</strong> zij niet zozeer in of met e<strong>en</strong> groep, als wel<br />
vanuit e<strong>en</strong> groep’ (: 152). Het gaat hier in feite om e<strong>en</strong> verzameling e<strong>en</strong>ling<strong>en</strong>.<br />
In hun prille ti<strong>en</strong>erjar<strong>en</strong> lijkt er ge<strong>en</strong> verschil tuss<strong>en</strong> de led<strong>en</strong> van de drie <strong>groep<strong>en</strong></strong> te bestaan. Ze<br />
pleg<strong>en</strong> winkeldiefstall<strong>en</strong> voor de kick, uit bravoure <strong>en</strong> vanwege de status. Jong<strong>en</strong>s die nog ‘klein’<br />
zijn hebb<strong>en</strong> nog e<strong>en</strong> zekere speelruimte waarin zij misstapp<strong>en</strong> mog<strong>en</strong> begaan. Van Gemert ziet het<br />
proces van afglijd<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> serie kleine stapp<strong>en</strong>, waarin de jong<strong>en</strong>s word<strong>en</strong> meegezog<strong>en</strong> door wat<br />
er om h<strong>en</strong> he<strong>en</strong> gebeurt. Marokkaanse jong<strong>en</strong>s zoek<strong>en</strong> elkaar vaak op <strong>en</strong> het competitief<br />
sam<strong>en</strong>klonter<strong>en</strong> bevordert de uitwisseling van k<strong>en</strong>nis (street wisdom) over het pleg<strong>en</strong> van delict<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> illegale mogelijkhed<strong>en</strong> in hun omgeving. Omdat legale alternatiev<strong>en</strong> – schoolopleiding, goede<br />
baan – voor maatschappelijk succes (met name in materiële zin) steeds meer onbereikbaar word<strong>en</strong>,<br />
dring<strong>en</strong> illegale alternatiev<strong>en</strong> zich steeds meer op. Deze zijn rijkelijk aanwezig in hun<br />
woonbuurt<strong>en</strong>. De boefjes gebruik<strong>en</strong> in teg<strong>en</strong>stelling tot de andere twee vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong><strong>groep<strong>en</strong></strong> – die h<strong>en</strong><br />
achter hun rug minacht<strong>en</strong>d junkies noem<strong>en</strong> – dagelijks hasj <strong>en</strong> na verloop van tijd gebruik<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong>kel<strong>en</strong> ook met <strong>en</strong>ige regelmaat cocaïne.<br />
Geweld kan in ‘groeps’situaties escaler<strong>en</strong> omdat ze bang zijn in aanwezigheid van ander<strong>en</strong> af te<br />
gaan (gezichtsverlies). Geweld kan daardoor excessieve vorm<strong>en</strong> aannem<strong>en</strong>. In conflict<strong>en</strong> met
ander<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> ze tijdelijk de rij<strong>en</strong> sluit<strong>en</strong>. ‘E<strong>en</strong> bind<strong>en</strong>de kracht is eerder e<strong>en</strong><br />
geme<strong>en</strong>schappelijke teg<strong>en</strong>stander dan e<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>schappelijk doel. Verdwijnt de oppon<strong>en</strong>t dan<br />
verdwijnt ook de bind<strong>en</strong>de kracht. Wat rest is weer e<strong>en</strong> losse verzameling individu<strong>en</strong>’ (: 134).<br />
De adolesc<strong>en</strong>tiefase is bij Marokkaanse jong<strong>en</strong>s begr<strong>en</strong>sd. Als de jong<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> jaar of veerti<strong>en</strong> zijn,<br />
word<strong>en</strong> ze gevoelig voor de oordel<strong>en</strong> <strong>en</strong> morele druk van volwass<strong>en</strong><strong>en</strong> in de Marokkaanse<br />
geme<strong>en</strong>schap. Het ouder word<strong>en</strong> heeft dan e<strong>en</strong> symbolische lading die aan eer <strong>en</strong> schaamte is<br />
gekoppeld <strong>en</strong> ze oriënter<strong>en</strong> zich dan meer <strong>en</strong> meer op de Marokkaanse geme<strong>en</strong>schap. Ze zegg<strong>en</strong><br />
ook vaak zelf dat ze later ‘rustig’ of ‘serieus’ word<strong>en</strong>.<br />
Jongemann<strong>en</strong> die desondanks doorgaan met criminele activiteit<strong>en</strong>, vaak de drugshandel, rak<strong>en</strong> als<br />
het ware op drift. Omdat zij volhard<strong>en</strong> in crimineel gedrag wordt in de Marokkaanse geme<strong>en</strong>schap<br />
op h<strong>en</strong> neergekek<strong>en</strong>.<br />
Jonge Antillian<strong>en</strong><br />
In haar onderzoek onder Curaçaose jong<strong>en</strong>s <strong>en</strong> hun moeders probeert Van San antwoord te krijg<strong>en</strong><br />
op de vraag, hoe het delinqu<strong>en</strong>te gedrag van de zoons door h<strong>en</strong>zelf <strong>en</strong> hun moeders wordt<br />
gelegitimeerd. Van midd<strong>en</strong> ’93 tot begin ’96 zijn 60 Curaçaose jong<strong>en</strong>s in de leeftijd van 14-17<br />
jaar <strong>en</strong> de helft van de moeders geïnterviewd, aangevuld met participer<strong>en</strong>de observaties in e<strong>en</strong><br />
aantal gezinn<strong>en</strong>. Alle – veelal éénouder – gezinn<strong>en</strong> zijn afkomstig uit de lagere sociaaleconomische<br />
klasse <strong>en</strong> woond<strong>en</strong> doorgaans in achterstandswijk<strong>en</strong> op Curaçao. Ze zijn ongeveer<br />
gelijkertijd na 1985 naar Nederland vertrokk<strong>en</strong>. De meeste jong<strong>en</strong>s volgd<strong>en</strong> e<strong>en</strong> VBO opleiding,<br />
maar zijn vaak door problematisch gedrag vroegtijdig van school gegaan. De spreiding in<br />
zelfgerapporteerde delict<strong>en</strong> is groot <strong>en</strong> omvat diefstal, diefstal met geweld, (poging tot) doodslag,<br />
bedreiging, verbod<strong>en</strong> wap<strong>en</strong>bezit, overtreding van de opiumwet <strong>en</strong> verkrachting. Van San br<strong>en</strong>gt<br />
e<strong>en</strong> onderscheid aan tuss<strong>en</strong> instrum<strong>en</strong>tele delict<strong>en</strong> (diefstal, diefstal met geweld <strong>en</strong> deal<strong>en</strong>) <strong>en</strong><br />
expressieve delict<strong>en</strong> (bedreiging, [poging tot] doodslag <strong>en</strong> mishandeling). Bij expressieve delict<strong>en</strong><br />
spel<strong>en</strong> vooral aspect<strong>en</strong> als bravoure, eer <strong>en</strong> prestige e<strong>en</strong> belangrijke rol. Expressieve delict<strong>en</strong><br />
hang<strong>en</strong> vooral sam<strong>en</strong> met dwangsituaties: je moet jezelf verdedig<strong>en</strong>, je reputatie bescherm<strong>en</strong>, je<br />
vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> te hulp schiet<strong>en</strong>, belediging<strong>en</strong> wrek<strong>en</strong>, de ander voor zijn. E<strong>en</strong> mes op zak hebb<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
bereid zijn dat te gebruik<strong>en</strong> (stek<strong>en</strong>) wordt tamelijk normaal gevond<strong>en</strong>.<br />
Reeds op jonge leeftijd zijn de meeste jong<strong>en</strong>s al betrokk<strong>en</strong> bij (winkel)diefstalletjes <strong>en</strong> geleidelijk<br />
aan gaan ze met vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> of buurtg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> kleine delict<strong>en</strong> in groepsverband pleg<strong>en</strong>. Aan ‘ander<strong>en</strong>’<br />
wordt e<strong>en</strong> belangrijke voorbeeldrol toegek<strong>en</strong>d. Dit geldt onder andere bij straatroof in<br />
groepsverband, veelal ‘met oudere jong<strong>en</strong>s uit de buurt’, die h<strong>en</strong> naar eig<strong>en</strong> zegg<strong>en</strong> de kneepjes<br />
van het vak hebb<strong>en</strong> geleerd. ‘De sam<strong>en</strong>stelling van de groep(<strong>en</strong>) wisselt voortdur<strong>en</strong>d <strong>en</strong> berust<br />
meestal op toeval. De belangrijkste drijfver<strong>en</strong> zijn de spanning, het avontuur (ter verdrijving van<br />
de verveling) <strong>en</strong> het geld (om uit te gaan, voor drugs <strong>en</strong> kleding) (cf. Coppes, 1997: 44).’ (: 130).<br />
Verschill<strong>en</strong>de jong<strong>en</strong>s hebb<strong>en</strong> nogal wat vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> (op school, uit de buurt) in de drugshandel, die<br />
h<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> aangespoord om ook drugs te gaan verkop<strong>en</strong>. Zij wijz<strong>en</strong> erop dat de jong<strong>en</strong>s waar ze<br />
mee omgaan (‘slechte vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong>’) meestal ouder zijn <strong>en</strong> al e<strong>en</strong> hele tijd met criminaliteit bezig zijn.<br />
Ze trekk<strong>en</strong> vooral met Antilliaanse ‘vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong>’ op. <strong>Nederlandse</strong> jong<strong>en</strong>s word<strong>en</strong> vaak gezi<strong>en</strong> als<br />
‘mietjes’ <strong>en</strong> ‘sukkels’. Verder associër<strong>en</strong> de jong<strong>en</strong>s hun delinqu<strong>en</strong>t gedrag in veel gevall<strong>en</strong> met<br />
‘de straat’. De sam<strong>en</strong>stelling van e<strong>en</strong> groep jong<strong>en</strong>s op straat lijkt op louter toeval te berust<strong>en</strong>. De<br />
meeste jong<strong>en</strong>s uit e<strong>en</strong> bepaalde wijk k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> elkaar, zij het vrij oppervlakkig, <strong>en</strong> zi<strong>en</strong> wel wie ze<br />
toevallig teg<strong>en</strong>kom<strong>en</strong>. Hoewel deze jong<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>schappelijke achtergrond hebb<strong>en</strong> <strong>en</strong> in<br />
dezelfde positie verker<strong>en</strong>, leidt dit er niet toe dat zij zich als groep sterk manifester<strong>en</strong>. Er is<br />
nauwelijks sprake van <strong>en</strong>ige organisatie <strong>en</strong> structuur binn<strong>en</strong> de groep. De delict<strong>en</strong> gebeur<strong>en</strong> min of<br />
meer spontaan, zonder veel planning. Curaçaose jong<strong>en</strong>s die er niet in slag<strong>en</strong> om met<br />
volwass<strong>en</strong>heid sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>de lev<strong>en</strong>sopgav<strong>en</strong> te realiser<strong>en</strong> <strong>en</strong> nog nerg<strong>en</strong>s bijhor<strong>en</strong>, blijv<strong>en</strong><br />
zoek<strong>en</strong> naar andere manier<strong>en</strong> om status te verwerv<strong>en</strong>. Deze jong<strong>en</strong>s blijv<strong>en</strong> zich sterk verbond<strong>en</strong><br />
voel<strong>en</strong> met de groep leeftijdg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> <strong>en</strong> ontl<strong>en</strong><strong>en</strong> daar hun id<strong>en</strong>titeit aan. Het drag<strong>en</strong> van <strong>en</strong> het<br />
stek<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> mes is hun manier om zich binn<strong>en</strong> de groep te handhav<strong>en</strong>, om ‘erbij te hor<strong>en</strong>’. De<br />
straf op afwijking van de groepsnorm<strong>en</strong> leidt onvermijdelijk tot e<strong>en</strong> verlaging van status. Wil m<strong>en</strong>
niet blootgesteld word<strong>en</strong> aan op<strong>en</strong>lijke stigmatisering binn<strong>en</strong> de groep, dan moet m<strong>en</strong> zich<br />
schikk<strong>en</strong> naar de groepsnorm<strong>en</strong>.<br />
META-ANALYSE<br />
In navolging van Noblit <strong>en</strong> Hare (1988) wordt aan de hand van e<strong>en</strong> comparatieve lines-of -<br />
argum<strong>en</strong>t synthesis nagegaan in hoeverre de besprok<strong>en</strong> etnografische onderzoek<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van<br />
groepsvorming binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> overkoepel<strong>en</strong>d interpretatief kader geïntegreerd kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Zoals<br />
al eerder aangegev<strong>en</strong>, zijn de gekoz<strong>en</strong> etnografische studies in e<strong>en</strong> aantal opzicht<strong>en</strong> nogal<br />
verschill<strong>en</strong>d. De synthese moet daarom gezi<strong>en</strong> word<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> proces van ‘interpretations of<br />
interpretations of interpretations’ (Noblit <strong>en</strong> Hare, 1988: 35). De c<strong>en</strong>trale vraag is of er min of<br />
meer vergelijkbare process<strong>en</strong> plaatsvind<strong>en</strong> in de groepsvorming van jong<strong>en</strong>s in marginale situaties<br />
of dat er specifiek etnische differ<strong>en</strong>tiaties in deze process<strong>en</strong> aangebracht moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />
Process<strong>en</strong> die voor jong<strong>en</strong>s in e<strong>en</strong> situatie van maatschappelijke achterstand tot groepsvorming<br />
leid<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong> in vier categorieën factor<strong>en</strong> word<strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong>: onderlinge prestigefactor<strong>en</strong>,<br />
ervaring<strong>en</strong> met dominante instituties, onderlinge verhouding<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> leeftijd<strong>groep<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> reacties<br />
van volwass<strong>en</strong><strong>en</strong> in het directe sociale milieu (Terpstra, 1997: 224 e.v.). Deze structurer<strong>en</strong>de<br />
factor<strong>en</strong> vorm<strong>en</strong> het uitgangspunt voor de lines-of-argum<strong>en</strong>t synthesis.<br />
Onderlinge prestigefactor<strong>en</strong><br />
Jong<strong>en</strong>s uit achterstandsbuurt<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> al op jonge leeftijd de ‘vrijheid’ om actief aan het<br />
groepslev<strong>en</strong> van leeftijdg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> op straat deel te nem<strong>en</strong>. Daar zoek<strong>en</strong> ze sociale contact<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
sociale erk<strong>en</strong>ning. Door gebrek aan gestructureerde vrijetijdsalternatiev<strong>en</strong>, institutionele binding<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> gering ouderlijk toezicht kunn<strong>en</strong> dergelijke, in eerste instantie territoriale groepsformaties zich<br />
relatief autonoom ontwikkel<strong>en</strong>, zij het met <strong>groep<strong>en</strong></strong> oudere jong<strong>en</strong>s als voorbeeld. Het<br />
groepsgebeur<strong>en</strong> <strong>en</strong> het op straat rondhang<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> steeds dominantere plaats in hun lev<strong>en</strong>:<br />
het wordt e<strong>en</strong> oef<strong>en</strong>plaats voor het ontwikkel<strong>en</strong> van sociale <strong>en</strong> fysieke handhavingsvaardighed<strong>en</strong><br />
op basis van focal concerns. Dit proces blijkt niet etnisch specifiek te zijn. Met name de<br />
verwerving van status <strong>en</strong> prestige door deel te nem<strong>en</strong> aan (vaak impulsieve) groepsactiviteit<strong>en</strong> is<br />
van belang. E<strong>en</strong> onderdeel daarvan is het veroorzak<strong>en</strong> in groepverband van overlast door het<br />
claim<strong>en</strong> van del<strong>en</strong> van de publieke ruimte <strong>en</strong> het pleg<strong>en</strong> van (leeftijdgebond<strong>en</strong> vorm<strong>en</strong> van)<br />
delinqu<strong>en</strong>tie. Agressie <strong>en</strong> geweld(sbereidheid) gev<strong>en</strong> niet alle<strong>en</strong> status maar ton<strong>en</strong> ook loyaliteit<br />
aan de groep als collectief. In die zin is de groepsdynamica te zi<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> constant proces van<br />
elkaar overtroev<strong>en</strong> <strong>en</strong> de ‘zwakkeling<strong>en</strong>’ hun perifere plaats wijz<strong>en</strong>. Deze competitiedwang laat<br />
weinig ruimte voor emotionele reflectie <strong>en</strong> hechte binding<strong>en</strong>. De groep blijft vaak e<strong>en</strong> losse<br />
verzameling e<strong>en</strong>ling<strong>en</strong> die tot elkaar zijn veroordeeld, soms noodgedwong<strong>en</strong>.<br />
Reputatiehandhaving blijft precair <strong>en</strong> niet meedo<strong>en</strong> kan het risico van uitstoting inhoud<strong>en</strong>.<br />
Hoewel er verschill<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> bestaan in fysieke <strong>en</strong> sociale omgevingsfactor<strong>en</strong> kan in het<br />
algeme<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gesteld dat de zuigkracht van de straatgroep vooral moet word<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong> als e<strong>en</strong><br />
collectief aanwezige pull factor.<br />
Ervaring<strong>en</strong> met dominante instituties<br />
Jong<strong>en</strong>s in achterstandsituaties hebb<strong>en</strong> doorgaans moeizame <strong>en</strong> weerspannige relaties met<br />
gezagsdragers <strong>en</strong> instanties. Door deze problem<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun gebrekkige socialisatie ervar<strong>en</strong> zij e<strong>en</strong><br />
grote afstand tot onderwijs <strong>en</strong> arbeidsmarkt. Ook het vind<strong>en</strong> of vasthoud<strong>en</strong> van regulier werk is<br />
e<strong>en</strong> moeizaam proces. Voor spijbelaars, vroegtijdige schoolverlaters of werkloz<strong>en</strong> vormt de groep<br />
steeds meer het c<strong>en</strong>trale kader van hun activiteit<strong>en</strong>. Daarnaast kunn<strong>en</strong> deze jong<strong>en</strong>s<br />
‘gediscrimineerd’ word<strong>en</strong> op basis van buurtreputatie, etnische g<strong>en</strong>eralisaties, uiterlijke<br />
stijlk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>en</strong> dergelijke. Hun marginale status wordt keer op keer bevestigd. Deze ervaring<strong>en</strong><br />
word<strong>en</strong> hier niet verder uitgewerkt maar kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> beschouwd als e<strong>en</strong> push factor om<br />
aansluiting te zoek<strong>en</strong> bij groepering<strong>en</strong> van lotg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong>.
Onderlinge verhouding<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> leeftijd<strong>groep<strong>en</strong></strong><br />
Hoewel de jonger<strong>en</strong> die elkaar op straat treff<strong>en</strong> sterk in leeftijd variër<strong>en</strong>, zijn er toch bepaalde<br />
leeftijd<strong>groep<strong>en</strong></strong> te onderscheid<strong>en</strong> die meer met elkaar optrekk<strong>en</strong> <strong>en</strong> ‘hun eig<strong>en</strong> ding<strong>en</strong> do<strong>en</strong>’.<br />
Oudere <strong>groep<strong>en</strong></strong> dominer<strong>en</strong> de jonger<strong>en</strong> door het claim<strong>en</strong> van ruimte of door bepaalde activiteit<strong>en</strong><br />
aan te moedig<strong>en</strong> of af te keur<strong>en</strong>, maar vorm<strong>en</strong> ook e<strong>en</strong> ‘rolmodel’. De ‘boefjes’ zijn daarvoor<br />
illustratief: zij trekk<strong>en</strong> op jonge leeftijd al op met <strong>groep<strong>en</strong></strong> oudere delinqu<strong>en</strong>te jong<strong>en</strong>s <strong>en</strong> hebb<strong>en</strong><br />
binn<strong>en</strong> hun leeftijdgroep e<strong>en</strong> voorsprong in criminele k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong>, contact<strong>en</strong> met<br />
politie <strong>en</strong> justitie <strong>en</strong> dergelijke. Dit verschaft h<strong>en</strong> tot op zekere hoogte status <strong>en</strong> prestige, maar kan<br />
ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s leid<strong>en</strong> tot vermijdingsgedrag van jong<strong>en</strong>s die niet zover will<strong>en</strong> gaan. De ernst <strong>en</strong> de aard<br />
van de delinqu<strong>en</strong>te activiteit<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> na verloop van tijd tot e<strong>en</strong> uitwaaiering tuss<strong>en</strong> groepering<strong>en</strong>.<br />
Sommige verton<strong>en</strong> e<strong>en</strong> beperkte leeftijdgebond<strong>en</strong> delinqu<strong>en</strong>tie <strong>en</strong> ambiër<strong>en</strong> e<strong>en</strong> min of meer<br />
‘respectabele’ lev<strong>en</strong>sstijl <strong>en</strong> binding<strong>en</strong> met conv<strong>en</strong>tioneler lev<strong>en</strong>de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>. Andere groepering<strong>en</strong><br />
gaan door met e<strong>en</strong> delinqu<strong>en</strong>te carrière. Groepering<strong>en</strong> met problematisch verslav<strong>en</strong>d gedrag –<br />
junks – word<strong>en</strong> door niet of sociaal gebruik<strong>en</strong>de groepering<strong>en</strong> op afstand gehoud<strong>en</strong>.<br />
Reacties van volwass<strong>en</strong><strong>en</strong> in het directe sociale milieu<br />
M<strong>en</strong> zou kunn<strong>en</strong> stell<strong>en</strong> dat deze jong<strong>en</strong>s binn<strong>en</strong> de straatgroepering hun eig<strong>en</strong> gang kunn<strong>en</strong> gaan<br />
door wat ouders niet wet<strong>en</strong> of niet will<strong>en</strong> zi<strong>en</strong>. Als ouders prober<strong>en</strong> in te grijp<strong>en</strong> zijn zij daar lang<br />
niet altijd succesvol in, omdat de groep blijft trekk<strong>en</strong>. Hard fysiek straff<strong>en</strong> blijkt meestal<br />
contraproductief: de jong<strong>en</strong>s lop<strong>en</strong> weg of verheimelijk<strong>en</strong> hun activiteit<strong>en</strong>. In de buurt<strong>en</strong> waar<br />
achterstandsjong<strong>en</strong>s doorgaans won<strong>en</strong> is het motto meestal ’bemoei je alle<strong>en</strong> met je eig<strong>en</strong> zak<strong>en</strong>’.<br />
Volwass<strong>en</strong> buurtbewoners die rondhang<strong>en</strong>de jonger<strong>en</strong> aansprek<strong>en</strong> op overlast lop<strong>en</strong> het risico<br />
slachtoffer te word<strong>en</strong> van pesterijtjes, intimidatie <strong>en</strong> bedreiging. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> is e<strong>en</strong> straatcultuur<br />
met leeftijdgebond<strong>en</strong> vorm<strong>en</strong> van delinqu<strong>en</strong>tie in veel buurt<strong>en</strong> e<strong>en</strong> traditioneel gegev<strong>en</strong>.<br />
Succesvolle volwass<strong>en</strong> criminel<strong>en</strong> vorm<strong>en</strong> soms e<strong>en</strong> rolmodel, waardoor jonger<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong><br />
vergelijkbare carrière kiez<strong>en</strong>.<br />
CONCLUSIE<br />
De besprok<strong>en</strong> onderzoek<strong>en</strong> lat<strong>en</strong> lokale, zowel culturele als etnische diversiteit zi<strong>en</strong> in de<br />
leefwereld<strong>en</strong> van allochtone <strong>en</strong> autochtone minderhed<strong>en</strong>. Dat neemt niet weg dat deze<br />
leefwereld<strong>en</strong> grote overe<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> in sociale structuur verton<strong>en</strong>, die sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong> met hun<br />
gedeelde marginale maatschappelijke posities. Veel problem<strong>en</strong> <strong>en</strong> contradicties waar deze<br />
jonger<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s hun adolesc<strong>en</strong>tie <strong>en</strong> jongvolwass<strong>en</strong>heid mee te mak<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong>, word<strong>en</strong> collectief<br />
beleefd: groepsvorming als antwoord op ervaring<strong>en</strong> van sociale uitsluiting, met e<strong>en</strong> sterke nadruk<br />
op ‘lichaamscultuur’. Op vooroordel<strong>en</strong> <strong>en</strong> discriminatie wordt doorgaans gereageerd met fysiek<br />
geweld, zowel in de groep als teg<strong>en</strong>over derd<strong>en</strong>. Ondanks uiterlijke verschill<strong>en</strong> in lev<strong>en</strong>sstijl,<br />
waaraan jong<strong>en</strong>s in grote mate zelf dynamisch vorm gev<strong>en</strong>, kan geconcludeerd word<strong>en</strong> dat het<br />
belang van leeftijdg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> in losse groepsformaties e<strong>en</strong> c<strong>en</strong>trale <strong>en</strong> geme<strong>en</strong>schappelijke factor is.<br />
Het is daarbij de vraag of groepsprocess<strong>en</strong> <strong>en</strong> groepsstructur<strong>en</strong> e<strong>en</strong> zekere parallellie verton<strong>en</strong> of<br />
dat er sprake is van etnisch-specifieke ontwikkelingstraject<strong>en</strong> c.q. relevante culturele elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong>.<br />
Zo k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> Van Gemert <strong>en</strong> Van San in hun onderzoek groot belang toe aan e<strong>en</strong> etnisch specifieke<br />
culturele interpretatie, maar naar mijn m<strong>en</strong>ing voeg<strong>en</strong> deze etnisch-differ<strong>en</strong>tiële verklaring<strong>en</strong> niet<br />
veel toe aan het beeld van groepsformaties, zoals beschrev<strong>en</strong> door Terpstra <strong>en</strong> Sansone. Op basis<br />
van mijn secundaire analyse trek ik de conclusie dat in (groot)stedelijke achterstandswijk<strong>en</strong> niet<br />
alle<strong>en</strong> vergelijkbare vorm<strong>en</strong> van groepsvorming zijn waar te nem<strong>en</strong>, maar dat deze <strong>groep<strong>en</strong></strong> ook<br />
e<strong>en</strong> vergelijkbare sociale structuur k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>. Jong<strong>en</strong>s in achterstandswijk<strong>en</strong> trekk<strong>en</strong> van jongs af<br />
veel met elkaar op straat op <strong>en</strong> ontwikkel<strong>en</strong> e<strong>en</strong> discursive community op basis van<br />
nabijheidsrelaties. Anekdotes van bravoure <strong>en</strong> verzet word<strong>en</strong> geheroïseerd <strong>en</strong> omgezet in<br />
normatieve collectieve codes, die het groepsgedrag structurer<strong>en</strong> <strong>en</strong> betek<strong>en</strong>is verl<strong>en</strong><strong>en</strong>. Deze codes<br />
b<strong>en</strong>adrukk<strong>en</strong> vooral aspect<strong>en</strong> van mannelijkheid (id<strong>en</strong>titeit) <strong>en</strong> reputatiehandhaving (‘respect’).<br />
Sam<strong>en</strong> op straat rondhang<strong>en</strong> geeft e<strong>en</strong> zekere saamhorigheid, zonder al te diepgaande emotionele<br />
betrokk<strong>en</strong>heid. Jong<strong>en</strong>s in deze <strong>groep<strong>en</strong></strong> hebb<strong>en</strong> eerder losse kamerad<strong>en</strong> dan goede vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> <strong>en</strong>
ontwikkel<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> vorm<strong>en</strong> van sociaal kapitaal, behalve gedeelde criminele straatk<strong>en</strong>nis. Wat in<br />
deze <strong>groep<strong>en</strong></strong> doorgaans ontbreekt zijn relaties van wederkerigheid <strong>en</strong> onderling vertrouw<strong>en</strong>.<br />
Wantrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> eig<strong>en</strong>belang zijn ev<strong>en</strong>wel ge<strong>en</strong> specifiek-etnische waard<strong>en</strong>, maar kunn<strong>en</strong> ook<br />
word<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong> als geïnstitutionaliseerde reacties op marginaliteit <strong>en</strong> moeizaam overlev<strong>en</strong>.<br />
Sociologisch kan volg<strong>en</strong>s mij dan ook nauwelijks van primaire <strong>groep<strong>en</strong></strong> gesprok<strong>en</strong> word<strong>en</strong>: binn<strong>en</strong><br />
grootstedelijke wijk<strong>en</strong> moet het collectief rondhang<strong>en</strong> van jong<strong>en</strong>s op straat vooral word<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong><br />
als oef<strong>en</strong>plaats voor met masculiniteit verbond<strong>en</strong> sociale praktijk<strong>en</strong>. Er is eerder sprake van<br />
ongestructureerde diffuse netwerk<strong>en</strong> of losse sociale formaties. Dergelijke verband<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong><br />
weinig structuur <strong>en</strong> onderlinge competitie versterkt het ieder-voor-zich gevoel. Hoewel deze<br />
netwerkachtige structur<strong>en</strong> in omvang <strong>en</strong> sam<strong>en</strong>stelling kunn<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>, zijn ze in principe voor<br />
iedere<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> bepaald territorium toegankelijk, maar bij conflict<strong>en</strong> treedt vaak e<strong>en</strong> def<strong>en</strong>sief<br />
proces van (etnische) wij-zij vorming op. Dat sluit natuurlijk niet uit dat groepsvorming lokaal<br />
overweg<strong>en</strong>d etnisch ‘bepaald’ kan zijn door bijvoorbeeld categoriale welzijnsvoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
culturele affiniteit, maar in etnisch heterog<strong>en</strong>e achterstandsbuurt<strong>en</strong> is de straat vooral e<strong>en</strong> gedeelde<br />
ontmoetingsplaats. Ondanks de op<strong>en</strong>, informele structuur van deze netwerk<strong>en</strong> is het discours<br />
daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> relatief geslot<strong>en</strong>. Als jong<strong>en</strong>s zich aansluit<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> straatgroep moet<strong>en</strong> ze, om zich<br />
te kunn<strong>en</strong> handhav<strong>en</strong>, zich conformer<strong>en</strong> aan de masculi<strong>en</strong>e ‘groepscultuur’ <strong>en</strong> meedo<strong>en</strong> aan<br />
collectieve gedragsvorm<strong>en</strong>. De groepsdynamiek is het facilitatieproces voor ‘groepsdelinqu<strong>en</strong>tie’.<br />
Die geslot<strong>en</strong>heid kan gepaard gaan met e<strong>en</strong> selectieve etnische oriëntatie, maar dat doet weinig af<br />
aan meer algem<strong>en</strong>e process<strong>en</strong> van discoursontwikkeling door met elkaar optrekk<strong>en</strong>de jong<strong>en</strong>s in<br />
achterstandsposities. E<strong>en</strong> deel van deze jong<strong>en</strong>s gaat zich liër<strong>en</strong> aan lokale criminele<br />
infrastructur<strong>en</strong> <strong>en</strong> valt uit de boot, met kans op stigmatisering door het ‘respectabele’ deel van de<br />
buurt of geme<strong>en</strong>schap. Dat is als het ware e<strong>en</strong> excessieve uitvergroting van deze process<strong>en</strong>. In<br />
deze fase is ‘groepsvorming’ van geleg<strong>en</strong>heidscoalities vooral e<strong>en</strong> selectieproces, waarbinn<strong>en</strong> de<br />
‘sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong>de’ jongvolwass<strong>en</strong><strong>en</strong> e<strong>en</strong> instrum<strong>en</strong>tele ruilrelatie aangaan (zie Weerman, 2001).<br />
Hoewel etnisch-culturele elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> e<strong>en</strong> rol spel<strong>en</strong> in process<strong>en</strong> van maatschappelijke integratie<br />
(zie bijvoorbeeld Vermeul<strong>en</strong> <strong>en</strong> Perlmann, 2000) <strong>en</strong> onderlinge sociale cohesie, blijk<strong>en</strong> process<strong>en</strong><br />
van groepsvorming onder adolesc<strong>en</strong>te <strong>en</strong> jongvolwass<strong>en</strong> mann<strong>en</strong> in marginale posities toch<br />
relatief uniform te verlop<strong>en</strong>, met vergelijkbare structureringsprocess<strong>en</strong>. Dat geldt ook voor<br />
loswekingsprocess<strong>en</strong>. Aan het eind van de adolesc<strong>en</strong>tiefase ker<strong>en</strong> ‘respectabele’ <strong>en</strong> licht<br />
delinqu<strong>en</strong>te jong<strong>en</strong>s doorgaans de straatgroep de rug toe. De ernstiger delinqu<strong>en</strong>te jong<strong>en</strong>s blijv<strong>en</strong><br />
int<strong>en</strong>siever in kleine geleg<strong>en</strong>heidscoalities optrekk<strong>en</strong> of zoek<strong>en</strong> aansluiting bij de (soms etnische)<br />
criminele infrastructuur van de ‘georganiseerde’ criminaliteit. Dat heeft volg<strong>en</strong>s mij te mak<strong>en</strong> met<br />
het feit dat jong<strong>en</strong>s die in de delinqu<strong>en</strong>tie blijv<strong>en</strong> hang<strong>en</strong> overweg<strong>en</strong>d in de code of the street<br />
gesocialiseerd zijn <strong>en</strong> weinig legale mogelijkhed<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. Maar het is voorbarig om <strong>groep<strong>en</strong></strong><br />
delinqu<strong>en</strong>te jong<strong>en</strong>s die veel met elkaar optrekk<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> delinqu<strong>en</strong>te reputatie hebb<strong>en</strong><br />
opgebouwd als jeugdb<strong>en</strong>des te betitel<strong>en</strong>. Daarvoor zijn hun organisatiegraad <strong>en</strong><br />
leiderschapsstructur<strong>en</strong> onvoldo<strong>en</strong>de ontwikkeld (De Haan <strong>en</strong> Miedema, 2001). De ‘respectabele’<br />
jong<strong>en</strong>s beschikk<strong>en</strong> over meer bagage <strong>en</strong> e<strong>en</strong> grotere toegang tot legale geleg<strong>en</strong>heidstructur<strong>en</strong>.<br />
Daardoor zijn ze in staat om zich volg<strong>en</strong>s de op de midd<strong>en</strong>klasse georiënteerde civil code te<br />
gedrag<strong>en</strong> (Anderson, 1999). Verschill<strong>en</strong> in handelingsalternatiev<strong>en</strong> <strong>en</strong> toekomstoriëntaties lijk<strong>en</strong><br />
derhalve niet zozeer groepsbepaald, maar eerder het gevolg van individuele, grot<strong>en</strong>deels<br />
gezinsbepaalde ontwikkelingsfactor<strong>en</strong> in de lev<strong>en</strong>sloop.<br />
LITERATUUR<br />
Anderson, E. (1999) Code of the Street, Philadelphia: W.W. Norton.<br />
Gemert, F. van (1998) Ieder voor zich. Kans<strong>en</strong>, cultuur <strong>en</strong> criminaliteit van Marokkaanse jong<strong>en</strong>s,<br />
Amsterdam: Het Spinhuis.<br />
Haan, W.J.M. de & S. Miedema (2001) ‘Jeugd<strong>groep<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> gangs’, in: R. Loeber, N.W. Slot & J.A.<br />
Sergeant (red.) Ernstige <strong>en</strong> gewelddadige jeugddelinqu<strong>en</strong>tie. Omvang, oorzak<strong>en</strong> <strong>en</strong> interv<strong>en</strong>ties,<br />
Hout<strong>en</strong>: Bohn Stafleu Van Loghum: 205-223.
Kemper, P.A.M. (1999) Water in de thee. E<strong>en</strong> onderzoek naar criminaliteit van Turkse jong<strong>en</strong>s in<br />
Dev<strong>en</strong>ter, D<strong>en</strong> Haag: Ministerie van Binn<strong>en</strong>landse Zak<strong>en</strong> <strong>en</strong> Koninkrijkrelaties (Politia nova<br />
serie).<br />
Lipsey, M.W. & D.B. Wilson (2001) Practical Meta-Analysis, Thousand Oaks: Sage.<br />
Miller, W.B. (1958) ‘Lower class culture as a g<strong>en</strong>erating milieu of gang delinqu<strong>en</strong>cy’, The<br />
Journal of Social Issues, 14 (3): 5-19.<br />
Noblit, G.W. & R.D. Hare (1988) Meta-Ethnography: Synthesizing Qualitative Studies, Newsbury<br />
Park: Sage.<br />
San, M. van (1998), Stel<strong>en</strong> & stek<strong>en</strong>. Delinqu<strong>en</strong>t gedrag van Curaçaose jong<strong>en</strong>s in Nederland,<br />
Amsterdam: Het Spinhuis.<br />
Sansone, L. (1992) Schitter<strong>en</strong> in de schaduw. Overlevingsstrategieën, subcultuur <strong>en</strong> etniciteit van<br />
creoolse jonger<strong>en</strong> uit de lagere klasse in Amsterdam 1981-1990, Amsterdam: Het Spinhuis.<br />
Terpstra, J. (1996) ‘Over families, pirat<strong>en</strong> <strong>en</strong> beun<strong>en</strong>. Achterstand <strong>en</strong> subcultuur in e<strong>en</strong><br />
<strong>Nederlandse</strong> nieuwbouwwijk’, Sociologische Gids, XLIII (3): 204-224.<br />
Terpstra, J. (1997) ‘Jeugdsubcultuur <strong>en</strong> de reproductie van maatschappelijke achterstand’,<br />
Sociologische Gids, XLIV (3): 205-229.<br />
Vermeul<strong>en</strong>, H. & J. Perlmann (eds.) (2000) Immigrants, Schooling and Social Mobility: Does<br />
Culture Make a Differ<strong>en</strong>ce?, Houndsmill: MacMillan Press.<br />
Weerman, F.M. (2001) Sam<strong>en</strong>pleg<strong>en</strong>: over criminele sam<strong>en</strong>werking <strong>en</strong> groepsvorming, Nijmeg<strong>en</strong>:<br />
Ars Aequi Libri.<br />
Whyte, W.F. (1943) Street Corner Society, Chicago: University of Chicago Press.
BOTSEN MET DE BUURT<br />
OVERLAST EN WISSELWERKING TUSSEN JEUGDGROEPEN EN DE BUITENWERELD<br />
Frank van Gemert<br />
Jeugd<strong>groep<strong>en</strong></strong> op straat trekk<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>woordig in veel <strong>Nederlandse</strong> sted<strong>en</strong> de aandacht. Hoewel dit<br />
natuurlijk niet de eerste <strong>groep<strong>en</strong></strong> zijn die in de wijk<strong>en</strong> t<strong>en</strong> tonele kom<strong>en</strong>, lijkt het gerechtvaardigd<br />
te stell<strong>en</strong> dat problem<strong>en</strong> rond jeugd<strong>groep<strong>en</strong></strong> in omvang zijn toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> <strong>en</strong> serieuzer van aard zijn<br />
dan voorhe<strong>en</strong> (Beke e.a., 2000; Van Wijk e.a., 2000). Hun aanwezigheid heeft e<strong>en</strong> negatieve<br />
uitstraling die het gevoel van veiligheid sterk kan beïnvloed<strong>en</strong>. Zo blijkt uit e<strong>en</strong> jaarlijks<br />
bewonersonderzoek door de Amsterdamse politie dat 'overlast door jonger<strong>en</strong>' in e<strong>en</strong> grote<br />
meerderheid van de wijkteamgebied<strong>en</strong> wordt g<strong>en</strong>oemd als het probleem dat de politie als eerste<br />
di<strong>en</strong>t aan te pakk<strong>en</strong> (Ho<strong>en</strong>son, 2000).<br />
Vaak zijn het Marokkaanse jong<strong>en</strong>s die m<strong>en</strong> in deze <strong>groep<strong>en</strong></strong> aantreft. Door de relatief rec<strong>en</strong>te<br />
migratie van Noord-Afrikaanse gezinn<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun nog onvoltooide integratie in de <strong>Nederlandse</strong><br />
sam<strong>en</strong>leving moet<strong>en</strong> zij e<strong>en</strong> culturele afstand overbrugg<strong>en</strong>, wat niet altijd soepel verloopt. Meer<br />
praktisch van aard, maar daarom niet minder relevant voor e<strong>en</strong> goed begrip van de situatie, is het<br />
gegev<strong>en</strong> dat veel Marokkaanse jong<strong>en</strong>s afkomstig zijn uit vrij grote gezinn<strong>en</strong>, die klein gehuisvest<br />
zijn. Omdat het huis van oudsher het domein is van vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> jong<strong>en</strong>s thuis weinig<br />
bewegingsvrijheid hebb<strong>en</strong>, is het voor h<strong>en</strong> vanzelfsprek<strong>en</strong>d dat zij elkaar buit<strong>en</strong>shuis treff<strong>en</strong>.<br />
Marokkaanse jong<strong>en</strong>s zijn veel vaker dan hun <strong>Nederlandse</strong> leeftijdg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> op straat te vind<strong>en</strong><br />
(Van Gemert, 2001c).<br />
De <strong>groep<strong>en</strong></strong> van overweg<strong>en</strong>d jong<strong>en</strong>s hang<strong>en</strong> op straat rond. Door hun criminele activiteit<strong>en</strong>, maar<br />
meer nog door de beter waarneembare overlast bots<strong>en</strong> zij met buurtbewoners <strong>en</strong> winkeliers<br />
(Bervoets, 2001; Van Gemert, 1999). Allerlei repressieve <strong>en</strong> prev<strong>en</strong>tieve maatregel<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />
geïntroduceerd om overlast <strong>en</strong> criminaliteit in te damm<strong>en</strong> (Van Gemert <strong>en</strong> Wiersma, 2000). Zulke<br />
jeugd<strong>groep<strong>en</strong></strong> bestaan dus niet in e<strong>en</strong> vacuüm; er is e<strong>en</strong> wisselwerking met de buit<strong>en</strong>wereld. In<br />
buit<strong>en</strong>landse publicaties is dit al eerder onderk<strong>en</strong>d, wat tot uitdrukking kwam in definities van<br />
gangs. Zo k<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> veel gehanteerde definitie van Klein <strong>en</strong> Maxson in twee van de drie onderdel<strong>en</strong><br />
e<strong>en</strong> verwijzing naar buit<strong>en</strong>staanders:<br />
'Community recognition as a group or collectivity, recognition by the group itself as a distinct<br />
group of adolesc<strong>en</strong>ts and young adults, and <strong>en</strong>ough illegal activities to get a consist<strong>en</strong>t negative<br />
response from law <strong>en</strong>forcem<strong>en</strong>t and/or neighborhood resid<strong>en</strong>ts' (Klein <strong>en</strong> Maxson, 1989: 205).<br />
Omdat in Nederland aan de wisselwerking met de buit<strong>en</strong>wereld nauwelijks aandacht is besteed 5 ,<br />
staat dit onderwerp in dit artikel c<strong>en</strong>traal.<br />
Hoe kan die wisselwerking word<strong>en</strong> voorgesteld <strong>en</strong> welke effect<strong>en</strong> heeft die voor het do<strong>en</strong> <strong>en</strong> lat<strong>en</strong><br />
van de groep? Om deze vraag te beantwoord<strong>en</strong> ga ik in op de symbol<strong>en</strong> die jeugd<strong>groep<strong>en</strong></strong> hanter<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> op groepsdynamische process<strong>en</strong>. Symbol<strong>en</strong> b<strong>en</strong>adrukk<strong>en</strong> de eig<strong>en</strong>heid <strong>en</strong> zijn interessant<br />
omdat ze de gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> groep <strong>en</strong> buit<strong>en</strong>wereld marker<strong>en</strong>. In groepsdynamische process<strong>en</strong>, die<br />
zich afspel<strong>en</strong> wanneer e<strong>en</strong> groep botst met de omgeving, is te zi<strong>en</strong> welke de teg<strong>en</strong>stelling<strong>en</strong> zijn<br />
met de buit<strong>en</strong>wereld <strong>en</strong> hoe daar feitelijk mee wordt omgegaan. Onder groepsdynamische<br />
process<strong>en</strong> wordt verstaan: process<strong>en</strong> die zich binn<strong>en</strong> de groep of tuss<strong>en</strong> de groep <strong>en</strong> de<br />
buit<strong>en</strong>wereld afspel<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> bepaalde uitkomst hebb<strong>en</strong>, zonder dat daar noodzakelijkerwijs door<br />
individu<strong>en</strong> bewust op wordt aangestuurd. De red<strong>en</strong> om dit te expliciter<strong>en</strong> is dat de term<strong>en</strong><br />
'groepsdynamische process<strong>en</strong>' of 'groepsdynamiek' in publicaties word<strong>en</strong> gebruikt op e<strong>en</strong> manier die<br />
misverstand<strong>en</strong> kan oproep<strong>en</strong>. Zo zegg<strong>en</strong> Beke e.a. (2000: 93 e.v.) te will<strong>en</strong> wet<strong>en</strong> 'wat er zich zoal<br />
afspeelt in deze <strong>groep<strong>en</strong></strong>', maar feitelijk gaan ze op zoek naar k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van <strong>groep<strong>en</strong></strong>, zoals<br />
5 Definities zoals gebruikt door de regiopolitie Haagland<strong>en</strong> (Gruter e.a., 1996; Gruter, 1997) bevatt<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> elem<strong>en</strong>t<br />
dat de relatie met de buit<strong>en</strong>wereld karakteriseert, in e<strong>en</strong> latere Haagse publicatie is dat meer het geval (Van Wijk e.a.,<br />
2000: 45).
ivaliteit, structuur <strong>en</strong> leiderschap, die ge<strong>en</strong> dynamisch maar juist e<strong>en</strong> statisch beeld oplever<strong>en</strong>. Ook<br />
het transformer<strong>en</strong> van <strong>groep<strong>en</strong></strong>, bijvoorbeeld van 'licht' naar 'zwaar', is naar mijn m<strong>en</strong>ing e<strong>en</strong><br />
wez<strong>en</strong>lijk ander verschijnsel dan groepsdynamische process<strong>en</strong>. Voor e<strong>en</strong> bespreking van literatuur<br />
op dit gebied, zie Weerman (2000: 42 e.v.).<br />
Onderzoeksdata, die betrekking hebb<strong>en</strong> op het microniveau <strong>en</strong> hoofdzakelijk in Amsterdam<br />
werd<strong>en</strong> opgetek<strong>en</strong>d 6 , word<strong>en</strong> vergelek<strong>en</strong> met Amerikaanse gang literatuur. Ik zal hiermee lat<strong>en</strong><br />
zi<strong>en</strong> dat problematische jeugd<strong>groep<strong>en</strong></strong> ge<strong>en</strong> autonome organisaties zijn die e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> weg kiez<strong>en</strong>,<br />
maar dat zij eerder door botsing<strong>en</strong> met de buit<strong>en</strong>wereld word<strong>en</strong> gestuurd. Wat volgt is vooral<br />
gebaseerd op data van jeugd<strong>groep<strong>en</strong></strong> met hoofdzakelijk Marokkaanse led<strong>en</strong>. Naar mijn inschatting<br />
is het specifieke etnische elem<strong>en</strong>t relevant, maar vooralsnog ontbreekt het aan voldo<strong>en</strong>de data om<br />
dat goed te onderbouw<strong>en</strong>. Lop<strong>en</strong>d onderzoek zal daarover meer duidelijkheid verschaff<strong>en</strong>.<br />
SYMBOLEN<br />
Het Amerikaanse equival<strong>en</strong>t van jeugd<strong>groep<strong>en</strong></strong> op straat zijn gangs, collectiev<strong>en</strong> die meer zijn dan<br />
de som der del<strong>en</strong> (de led<strong>en</strong>). Op hun beurt hebb<strong>en</strong> de led<strong>en</strong> door hun lidmaatschap ook iets<br />
toegevoegd aan hun eig<strong>en</strong> id<strong>en</strong>titeit (Coh<strong>en</strong>, 1990). Deze gedachtegang is gebaseerd is op<br />
Amerikaanse inzicht<strong>en</strong> <strong>en</strong> wijst op het bijzondere van gangs. Door zich aan te sluit<strong>en</strong><br />
onderscheid<strong>en</strong> individu<strong>en</strong> zich van deg<strong>en</strong><strong>en</strong> die ge<strong>en</strong> lid zijn. Gangs verschill<strong>en</strong> ook van elkaar.<br />
Turf gangs hor<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> bepaalde buurt, die zij als hun territorium zi<strong>en</strong> <strong>en</strong> waar zij led<strong>en</strong> van<br />
andere gangs wer<strong>en</strong>.<br />
Hoewel niet alle gangs e<strong>en</strong> territorium verdedig<strong>en</strong>, hebb<strong>en</strong> ze wel e<strong>en</strong> plek waar ze thuis zijn.<br />
Latin Kings <strong>en</strong> Black Gangster Disciples hor<strong>en</strong> bij Chicago, Crips <strong>en</strong> Bloods bij Los Angeles. Dat<br />
was althans het geval, want de uitstraling van gereputeerde gangs reikt inmiddels tot buit<strong>en</strong> hun<br />
eig<strong>en</strong> gebied <strong>en</strong> doet jonger<strong>en</strong> besluit<strong>en</strong> deze aantrekkelijke id<strong>en</strong>titeit over te nem<strong>en</strong>.<br />
Teg<strong>en</strong>woordig zijn in sted<strong>en</strong> als Salt Lake City gangs te vind<strong>en</strong> die zich Black Gangster Disciples<br />
of Latin Kings noem<strong>en</strong> <strong>en</strong> daarmee verwijz<strong>en</strong> naar beruchte gangs uit Chicago (Utah gang update,<br />
1999). Crips treft m<strong>en</strong> aan in St. Louis (Decker <strong>en</strong> Van Winkle, 1996: 75 <strong>en</strong> 93) <strong>en</strong> in Kansas City<br />
(Fleisher, 1998) maar ze werd<strong>en</strong> ook gesignaleerd in D<strong>en</strong> Haag <strong>en</strong> in Rotterdam (Van Gemert,<br />
1998a).<br />
Er wordt vaak op gewez<strong>en</strong> dat gangs zich onderscheid<strong>en</strong> door uiterlijke k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>. Bepaalde<br />
gangs gebruik<strong>en</strong> symbol<strong>en</strong> die verschill<strong>en</strong> van die van andere gangs. Dat begint bij de naam, maar<br />
daarnaast gebruik<strong>en</strong> de led<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de kleur<strong>en</strong>, kleding, tatoeages, graffiti, handgebar<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
vocabulaire. Het blauw van de Crips <strong>en</strong> het rood van de Bloods uit Los Angeles zijn hier wel<br />
bek<strong>en</strong>d, maar er zijn ook andere gangs met e<strong>en</strong> minst<strong>en</strong>s zo gedetailleerde symboliek (zie o.a.<br />
Landre e.a., 1997).<br />
Symbol<strong>en</strong> zijn gecodeerde boodschapp<strong>en</strong>, die specifieke k<strong>en</strong>nis vereis<strong>en</strong> om ze correct te kunn<strong>en</strong><br />
interpreter<strong>en</strong>. De Amerikaanse politie heeft veel te stell<strong>en</strong> met gangs <strong>en</strong> beschikt in grote sted<strong>en</strong><br />
als regel over e<strong>en</strong> gang squad, die in veel gevall<strong>en</strong> primair repressief optreedt. Om slagvaardig te<br />
kunn<strong>en</strong> zijn moet de politie de lokale gangs goed in beeld hebb<strong>en</strong>. Daarom bijt m<strong>en</strong> zich vast in<br />
het verzamel<strong>en</strong> van informatie <strong>en</strong> het herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> van de uiterlijke k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>. In het jaarlijks<br />
georganiseerde National Gang Symposium wordt voor <strong>en</strong> door law <strong>en</strong>forcers uit heel Amerika<br />
uitvoerig <strong>en</strong> zeer gedetailleerd aan allerlei uiterlijke k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van gangs aandacht besteed.<br />
De symbol<strong>en</strong> van de Amerikaanse gangs zijn bedoeld voor de led<strong>en</strong> zelf <strong>en</strong> voor die van<br />
concurrer<strong>en</strong>de gangs, maar ook de sterke arm houdt ze nauwlett<strong>en</strong>d in de gat<strong>en</strong>. De uiterlijke<br />
tek<strong>en</strong><strong>en</strong> br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> dus risico’s met zich mee <strong>en</strong> het lijkt zaak, ze zorgvuldig te hanter<strong>en</strong>. Er zijn<br />
mom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> waarop gangled<strong>en</strong> duidelijk hun colors ton<strong>en</strong>, bijvoorbeeld bij begraf<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> van<br />
mede-gangled<strong>en</strong>, maar in alledaagse situaties do<strong>en</strong> zij er verstandig aan zich als normale<br />
passant<strong>en</strong> te kled<strong>en</strong> <strong>en</strong> te gedrag<strong>en</strong>. Symbol<strong>en</strong> behor<strong>en</strong> tot de wereld van de insiders. T<strong>en</strong>minste,<br />
dat was lange tijd het geval.<br />
6 Onderzoek in de hoofdstad werd uitgevoerd in opdracht van de regiopolitie Amsterdam-Amstelland (Van Gemert,<br />
1999; 2001a; 2001b).
In Nederland, maar ook in Duitsland (Tertilt, 1996) <strong>en</strong> in Frankrijk duik<strong>en</strong> jeugd<strong>groep<strong>en</strong></strong> op die<br />
zich tooi<strong>en</strong> met Amerikaanse gangsymbol<strong>en</strong>. Zij blijk<strong>en</strong> ook e<strong>en</strong> grote belangstelling te hebb<strong>en</strong><br />
voor hiphop muziek, in het bijzonder voor gangsta rap. In feite heeft hed<strong>en</strong>daagse jeugd zich e<strong>en</strong><br />
beeld gevormd van Amerikaanse gangs door naar gangsta rap te luister<strong>en</strong> <strong>en</strong> naar de bijbehor<strong>en</strong>de<br />
clips op de televisie te kijk<strong>en</strong>. Ook films over gangs zijn populair 7 . De vertolkers <strong>en</strong><br />
hoofdrolspelers zijn in de overgrote meerderheid Afro-Amerikan<strong>en</strong>. Dit verklaart waarom gangs<br />
als e<strong>en</strong> zwart verschijnsel gezi<strong>en</strong> kond<strong>en</strong> word<strong>en</strong> <strong>en</strong> waarom de symboliek van hispanic gangs, die<br />
toch e<strong>en</strong> zeer aanzi<strong>en</strong>lijk deel van de Amerikaanse gangs vorm<strong>en</strong> 8 , in de Europese sted<strong>en</strong> veel<br />
minder vaak gekopieerd wordt. In het midd<strong>en</strong> van de jar<strong>en</strong> ’90 leek de gangsymboliek vooral te<br />
appeller<strong>en</strong> aan de smaak van Surinaamse <strong>en</strong> Antilliaanse jonger<strong>en</strong>, althans in Nederland. Rap<br />
muziek <strong>en</strong> gangs war<strong>en</strong> ‘e<strong>en</strong> zwart ding’ (Van Gemert, 1995a: 94).<br />
Inmiddels is daar verandering in gekom<strong>en</strong>. Rap muziek is zo populair geword<strong>en</strong> dat het etnische<br />
gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> overschrijdt. Niet op de laatste plaats zijn nu ook Marokkaanse jong<strong>en</strong>s grote hiphop fans,<br />
ze draai<strong>en</strong> vooral muziek van de in e<strong>en</strong> driveby shooting vermoorde rapper Tupac Shakur (Van<br />
Gemert, 2001c; Lindo, 2001: 155). In Amsterdam-Noord trof ik e<strong>en</strong> groep jonger<strong>en</strong> waarvan de<br />
Marokkaanse <strong>en</strong> Surinaamse led<strong>en</strong> elkaar met 'niggah' aansprak<strong>en</strong>. Op mur<strong>en</strong> in veel sted<strong>en</strong> in <strong>en</strong><br />
buit<strong>en</strong> Nederland staat 'Tupac' <strong>en</strong> 'Westside', het kamp waartoe hij behoorde. In de Telegraaf van<br />
11 oktober 2001 staat e<strong>en</strong> artikel over e<strong>en</strong> project in Amsterdam-West, waarin Marokkaanse<br />
jong<strong>en</strong>s tijdelijke baantjes hebb<strong>en</strong> op de kermis. Op e<strong>en</strong> foto zijn naast de bed<strong>en</strong>kers van het<br />
project <strong>en</strong> kermisuitbaters ook Marokkaanse jong<strong>en</strong>s te zi<strong>en</strong> die met hun vingers e<strong>en</strong> W mak<strong>en</strong>:<br />
Westside. Kopiër<strong>en</strong> van symbol<strong>en</strong> betek<strong>en</strong>t niet per se dat rigide gedragscodes van gangs ook<br />
word<strong>en</strong> geadopteerd. In Los Angeles kan het je dood betek<strong>en</strong><strong>en</strong> wanneer je met e<strong>en</strong> verkeerde<br />
kleur op straat loopt, maar in <strong>Nederlandse</strong> sted<strong>en</strong> is dat slecht voorstelbaar. Gangsymbol<strong>en</strong><br />
verspreid<strong>en</strong> zich <strong>en</strong> met 'correct' gebruik wordt het niet meer zo nauw g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />
Uit dossiers van zak<strong>en</strong> rond jeugdb<strong>en</strong>des blijkt dat de politie in D<strong>en</strong> Haag <strong>en</strong> Rotterdam in het<br />
midd<strong>en</strong> van de jar<strong>en</strong> ’90 e<strong>en</strong> tijd lang gegev<strong>en</strong>s heeft verzameld over symbol<strong>en</strong> die door<br />
jeugdb<strong>en</strong>des werd<strong>en</strong> gebruikt (Van Gemert, 1998a). De uit Amerika overgewaaide Crips<br />
symboliek zag m<strong>en</strong> in eerste instantie als het signaal van e<strong>en</strong> ontwikkeling die in de gat<strong>en</strong> moest<br />
word<strong>en</strong> gehoud<strong>en</strong>, maar in beide sted<strong>en</strong> is daar niet blijv<strong>en</strong>d werk van gemaakt. Enkele<br />
rechercheurs verdiept<strong>en</strong> zich erin, maar gaandeweg achtte m<strong>en</strong> het gevaar van gangs gering. E<strong>en</strong><br />
Haagse politieman verwoordde het als volgt: 'To<strong>en</strong> ik zag dat e<strong>en</strong> jong<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> blauw petje<br />
achterop de brommer zat bij e<strong>en</strong> jong<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> rood petje, wist ik dat het wel meeviel'. De<br />
politiemann<strong>en</strong> die gang specialist<strong>en</strong> war<strong>en</strong> geword<strong>en</strong> kreg<strong>en</strong> andere opdracht<strong>en</strong>.<br />
Symbol<strong>en</strong> zijn dus losgeraakt van de gangs die ze oorspronkelijk gebruikt<strong>en</strong>. Ze hebb<strong>en</strong> hun<br />
exclusiviteit verlor<strong>en</strong> <strong>en</strong> zijn onderdeel geword<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> mondiale jeugdcultuur, die bov<strong>en</strong>al<br />
door commerciële belang<strong>en</strong> wordt gestuurd. Voor <strong>Nederlandse</strong> jonger<strong>en</strong> op straat betek<strong>en</strong>t dit dat<br />
de symbol<strong>en</strong> die zij (kunn<strong>en</strong>) hanter<strong>en</strong> stijlk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> zijn die zij niet zelf verzinn<strong>en</strong>, maar van<br />
buit<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> aangebod<strong>en</strong>. De kleding, de graffiti <strong>en</strong> (onderdel<strong>en</strong> van) het gedrag, die eig<strong>en</strong>lijk de<br />
gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> groep marker<strong>en</strong>, kom<strong>en</strong> niet voort uit de groep zelf. In slechts weinig gevall<strong>en</strong><br />
zijn symbol<strong>en</strong> k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>d voor e<strong>en</strong> bepaalde groep. Op basis van deze tek<strong>en</strong><strong>en</strong> is ge<strong>en</strong> goed<br />
onderscheid meer te mak<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> person<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de groep <strong>en</strong> erbuit<strong>en</strong>.<br />
JEUGDGROEPEN EN DE BUITENWERELD<br />
Jeugd<strong>groep<strong>en</strong></strong> in Nederland krijg<strong>en</strong> zoveel aandacht doordat er op straat gemakkelijk conflict<strong>en</strong> met<br />
bewoners <strong>en</strong> winkeliers ontstaan. Ook in Amerika is dit verschijnsel bek<strong>en</strong>d, al wordt in de literatuur<br />
de relatie tuss<strong>en</strong> gangs <strong>en</strong> de buit<strong>en</strong>wereld uite<strong>en</strong>lop<strong>en</strong>d gekarakteriseerd.<br />
7<br />
Voorbeeld<strong>en</strong>: The Warriors, Colors, Ricochet, New Jack City, Boyz in the Hood, M<strong>en</strong>ace II society, Dead Homiez,<br />
Thicker than water, 187, Fresh, Juice.<br />
8<br />
Meting<strong>en</strong> van <strong>en</strong>ige jar<strong>en</strong> geled<strong>en</strong> ton<strong>en</strong> aan dat b<strong>en</strong>des in de Ver<strong>en</strong>igde Stat<strong>en</strong> voor 47,8 proc<strong>en</strong>t Afrikaans-<br />
Amerikaans, 42,7 proc<strong>en</strong>t Latijns-Amerikaans, 5,2 proc<strong>en</strong>t Aziatisch <strong>en</strong> voor 4,4 proc<strong>en</strong>t blank zijn (Curry e.a., 1994:<br />
9).
In e<strong>en</strong> aantal studies uit het verled<strong>en</strong> wordt uitgegaan van het idee dat gangs onverschillig staan t<strong>en</strong><br />
opzichte van hun omgeving (Thrasher, 1928; Miller, 1958; Bloch <strong>en</strong> Niederhoffer, 1958), terwijl<br />
andere stell<strong>en</strong> dat ze zich gedrag<strong>en</strong> als parasiet<strong>en</strong> (Yablonski, 1962). E<strong>en</strong> derde visie past in de<br />
traditie van de Chicago School (Whyte, 1943; Suttles, 1968) <strong>en</strong> stelt dat de gang voortkomt <strong>en</strong><br />
onderdeel is van de sociale orde van de buurtgeme<strong>en</strong>schap. 9 In e<strong>en</strong> publicatie van Jankowski (1991)<br />
wordt de relatie tuss<strong>en</strong> gang <strong>en</strong> buurtgeme<strong>en</strong>schap meer expliciet weergegev<strong>en</strong>.<br />
Volg<strong>en</strong>s Jankowski is de gang niet e<strong>en</strong> geïsoleerde groep maar maakt deze als formeel elem<strong>en</strong>t deel<br />
uit van de buurtgeme<strong>en</strong>schap. Hij schetst e<strong>en</strong> symbiotische relatie omdat de geme<strong>en</strong>schap wel zonder<br />
de gang kan, maar de gang niet zonder de steun van de geme<strong>en</strong>schap. De gang heeft e<strong>en</strong> plek nodig<br />
waar de led<strong>en</strong> veilig zijn voor de politie. Dit betek<strong>en</strong>t dat de geme<strong>en</strong>schap ge<strong>en</strong> informatie over<br />
gangled<strong>en</strong> verstrekt aan de politie. Daarnaast is de gang afhankelijk van de geme<strong>en</strong>schap voor de<br />
rekrutering van nieuwe led<strong>en</strong> <strong>en</strong> voor informatie van buit<strong>en</strong>. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> de led<strong>en</strong> erk<strong>en</strong>ning in<br />
de buurtgeme<strong>en</strong>schap, wat h<strong>en</strong> e<strong>en</strong> plaats in de wereld van de volwass<strong>en</strong><strong>en</strong> geeft. De buurt werkt<br />
echter alle<strong>en</strong> mee als ze er ook baat bij heeft. Gangs nem<strong>en</strong> daarom tak<strong>en</strong> op zich die de geme<strong>en</strong>schap<br />
h<strong>en</strong> toeschuift. ' Gangs make a concerted and aggressive effort to aid the community' (: 179).<br />
E<strong>en</strong> rol als buurtwacht past de gang het best <strong>en</strong> ligt volg<strong>en</strong>s Jankowski voor de hand. Dit sluit aan bij<br />
het feit dat geweld <strong>en</strong> criminaliteit in bepaalde Amerikaanse buurt<strong>en</strong> veel voorkomt, terwijl de politie<br />
er invloed verliest.<br />
Het boek van Jankowski is in Nederland goed ontvang<strong>en</strong> (o.a. Schuyt, 1993), maar in Amerika is het<br />
controversieel. Tijd<strong>en</strong>s de Annual Meeting van de American Sociological Association in 1993 was<br />
e<strong>en</strong> sessie belegd waarin het boek van Jankowski c<strong>en</strong>traal stond. Bursik typeert het boek bij die<br />
geleg<strong>en</strong>heid als ‘much more suggestive than definitive’ (Bursik,1993: 9). Amerikaanse gang<br />
onderzoekers herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> niet het beeld dat door Jankowski wordt geschetst <strong>en</strong> zij zett<strong>en</strong> vraagtek<strong>en</strong>s<br />
bij zijn data. Nerg<strong>en</strong>s werd eerder opgetek<strong>en</strong>d dat onderzoekers zich naar binn<strong>en</strong> moest<strong>en</strong> vecht<strong>en</strong><br />
zoals Jankowski dat zegt gedaan te hebb<strong>en</strong> . Andere Amerikaanse gang onderzoekers beschouw<strong>en</strong><br />
vooral de passages die de relatie met de buurt betreff<strong>en</strong> als weinig geloofwaardig omdat ' nothing of<br />
this level of untroubled integration of gangs into neighborhoods and cities has ever be<strong>en</strong> docum<strong>en</strong>ted<br />
previously' (Sullivan, 1999: 1640). Het idee van e<strong>en</strong> gang als calculer<strong>en</strong>de organisatie die bewust<br />
sam<strong>en</strong>werking zoekt, wordt door niemand onderschrev<strong>en</strong>. Ondanks deze kritiek kan gezegd word<strong>en</strong><br />
dat het werk van Jankowski als bron van interessante hypothes<strong>en</strong> te beschouw<strong>en</strong> is. Dat neemt niet<br />
weg dat hij, door de manier waarop hij zijn data pres<strong>en</strong>teert, suggereert dat hij al e<strong>en</strong> paar stapp<strong>en</strong><br />
verder is.<br />
Jankowski’s veronderstelling<strong>en</strong> roep<strong>en</strong> de vraag op welke relatie <strong>Nederlandse</strong> jeugd<strong>groep<strong>en</strong></strong><br />
onderhoud<strong>en</strong> met de bewoners van de buurt<strong>en</strong> waar zij zich bevind<strong>en</strong>. Onverschilligheid of<br />
desinteresse lijkt niet heel goed te pass<strong>en</strong> bij de opstelling van <strong>groep<strong>en</strong></strong> op zes Amsterdamse hot spots<br />
(zie hierna). Voortdur<strong>en</strong>d klinkt namelijk het verwijt: 'er is hier niks voor ons', wat e<strong>en</strong> tek<strong>en</strong> is dat<br />
jonger<strong>en</strong> het e<strong>en</strong> <strong>en</strong> ander verwacht<strong>en</strong> of zelfs eis<strong>en</strong>. In het <strong>Nederlandse</strong> geval word<strong>en</strong> die eis<strong>en</strong> als<br />
vanzelfsprek<strong>en</strong>d tot de lokale overheid gericht. In Amerika zijn burgers meer gew<strong>en</strong>d hun eig<strong>en</strong><br />
boontjes te dopp<strong>en</strong>. Zeker in de arme wijk<strong>en</strong> is de overheid daar ver weg, terwijl in <strong>Nederlandse</strong><br />
achterstandswijk<strong>en</strong> gesubsidieerde project<strong>en</strong> elkaar in hoog tempo opvolg<strong>en</strong>.<br />
Het is verhelder<strong>en</strong>d om de door Jankowski g<strong>en</strong>oemde rol van buurtwacht<strong>en</strong> te vergelijk<strong>en</strong> met<br />
achtergrond<strong>en</strong> van 'rell<strong>en</strong>' in Groning<strong>en</strong> <strong>en</strong> Amsterdam (De Haan e.a., 2000). Het gaat hier om<br />
gevall<strong>en</strong> van eig<strong>en</strong>richting. Jonger<strong>en</strong> gebruik<strong>en</strong> geweld <strong>en</strong> word<strong>en</strong> daartoe aangemoedigd door<br />
volwass<strong>en</strong> buurtbewoners. Dit onderzoek laat zi<strong>en</strong> dat er, zoals Jankowski schrijft, e<strong>en</strong> verbond tot<br />
stand kan kom<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> jeugd<strong>groep<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> verontruste, boze buurtbewoners. Jankowski geeft<br />
voorbeeld<strong>en</strong> van gangled<strong>en</strong> die de buurt bescherm<strong>en</strong> door bijvoorbeeld stel<strong>en</strong>de of gewelddadige<br />
junks af te tuig<strong>en</strong> (Jankowski, 1991: 180 e.v.). Er is ook e<strong>en</strong> Gronings geval bek<strong>en</strong>d waarin<br />
m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> door jonger<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> geïntimideerd <strong>en</strong> weggepest. Uiteindelijk is in Nederland echter<br />
steevast de politie de teg<strong>en</strong>stander met wie jeugd<strong>groep<strong>en</strong></strong> de confrontatie aangaan. Dit hangt<br />
sam<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> belangrijk verschil: in Nederland is de politie promin<strong>en</strong>t aanwezig <strong>en</strong> in<br />
Amerikaanse getto’s is die juist ver te zoek<strong>en</strong>. Voorts zijn de g<strong>en</strong>oemde <strong>Nederlandse</strong> gevall<strong>en</strong><br />
9 Voor e<strong>en</strong> meer uitgebreide bespreking, zie Van Gemert 1995a: 78-82.
uitzonderlijke escalaties <strong>en</strong> wekk<strong>en</strong> de Amerikaanse beschrijving<strong>en</strong> de indruk dat de<br />
bescherm<strong>en</strong>de taak meer e<strong>en</strong> routineaangeleg<strong>en</strong>heid is. In deze zeer specifieke <strong>Nederlandse</strong> cases<br />
is misschi<strong>en</strong> e<strong>en</strong> parallel te trekk<strong>en</strong> met gangs die zich opwerp<strong>en</strong> als de verdediger van e<strong>en</strong><br />
woonbuurt, maar in het algeme<strong>en</strong> is e<strong>en</strong> dergelijke taak voor <strong>Nederlandse</strong> jeugd<strong>groep<strong>en</strong></strong> moeilijk<br />
te plaats<strong>en</strong>. Dat kan het best duidelijk word<strong>en</strong> gemaakt door in detail te onderzoek<strong>en</strong> wat er<br />
feitelijk op straat gebeurt wanneer e<strong>en</strong> groep met de buurt botst.<br />
GROEPSDYNAMISCHE PROCESSEN<br />
Het problematische gedrag van <strong>groep<strong>en</strong></strong> loopt op van hinder, via overlast, tot criminaliteit. Dit<br />
onderscheid is in verschill<strong>en</strong>de inv<strong>en</strong>tarisaties door de regiopolitie Haagland<strong>en</strong> (Gruter e.a., 1996;<br />
Gruter, 1997; Van Wijk e.a., 2000) gemaakt <strong>en</strong> wordt ook gehanteerd in onderzoek van Beke e.a.<br />
(2000). E<strong>en</strong> aantal <strong>groep<strong>en</strong></strong> trekt de aandacht door hun criminele activiteit<strong>en</strong>, maar in de hoofdstad<br />
blijkt dat het mer<strong>en</strong>deel in beeld komt omdat buurtbewoners klag<strong>en</strong> <strong>en</strong> overlast meld<strong>en</strong>. <strong>Criminele</strong><br />
activiteit<strong>en</strong> word<strong>en</strong> doorgaans aan het oog onttrokk<strong>en</strong>, maar bij overlast gaat het om gedrag dat<br />
goed waarneembaar <strong>en</strong> confronter<strong>en</strong>d is (cf. Bervoets, 2000: 71).<br />
Op basis van dossierstudie, observaties <strong>en</strong> interviews met politiem<strong>en</strong>s<strong>en</strong>, buurtbewoners <strong>en</strong><br />
jonger<strong>en</strong> is e<strong>en</strong> beeld ontstaan van de conflict<strong>en</strong> op zes hot spots in Amsterdam (Van Gemert,<br />
1999; 2001a; 2001b). Hoewel deze over de hele stad verspreid ligg<strong>en</strong> <strong>en</strong> de betrokk<strong>en</strong><strong>en</strong> dus<br />
steeds wissel<strong>en</strong>, zijn er parallell<strong>en</strong> in wat er zich voordoet. Deze gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> sluit<strong>en</strong> ook aan bij<br />
wat zich <strong>en</strong>ige jar<strong>en</strong> eerder afspeelde rond e<strong>en</strong> drietal jeugd<strong>groep<strong>en</strong></strong> in D<strong>en</strong> Haag <strong>en</strong> Rotterdam,<br />
die op basis van dossierstudie werd<strong>en</strong> beschrev<strong>en</strong> (Van Gemert, 1998a).<br />
Als op interacties gelet wordt, blijk<strong>en</strong> botsing<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> jeugdgroep met de omgeving meestal<br />
ge<strong>en</strong> plotselinge escalaties te zijn, maar ze vorm<strong>en</strong> de uitkomst van process<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> herk<strong>en</strong>bare<br />
dynamiek, die door de hoofdrolspelers verschill<strong>en</strong>d word<strong>en</strong> ervar<strong>en</strong>. Twee van die process<strong>en</strong><br />
kom<strong>en</strong> hierna ter sprake. Het zijn gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> die zich op de hot spots afspel<strong>en</strong> <strong>en</strong> als<br />
ideaaltype gepres<strong>en</strong>teerd word<strong>en</strong>.<br />
Blokvorming<br />
E<strong>en</strong> groep jonger<strong>en</strong> verveelt zich <strong>en</strong> hangt op straat. Na verloop van tijd neemt de herrie toe <strong>en</strong><br />
word<strong>en</strong> ding<strong>en</strong> vernield. Ouder<strong>en</strong> met veel vrije tijd zi<strong>en</strong> wat er op straat gebeurt, nem<strong>en</strong> daaraan<br />
aanstoot <strong>en</strong> stapp<strong>en</strong> naar de politie. Vaak zijn het ook winkeliers die dat do<strong>en</strong>, want zij hebb<strong>en</strong><br />
baat bij e<strong>en</strong> aang<strong>en</strong>ame sfeer voor het winkel<strong>en</strong>d publiek. De politie <strong>en</strong>-of jonger<strong>en</strong>werkers gaan<br />
zich bemoei<strong>en</strong> met de situatie, maar dat levert ge<strong>en</strong> (blijv<strong>en</strong>de) verbetering op. De hinder wordt tot<br />
overlast wanneer de relatie tuss<strong>en</strong> de groep <strong>en</strong> bewoners <strong>en</strong> winkeliers verslechtert. De jonger<strong>en</strong><br />
wet<strong>en</strong> dat er over h<strong>en</strong> is geklaagd. Dat vind<strong>en</strong> zij onterecht <strong>en</strong> ze voel<strong>en</strong> zich teg<strong>en</strong> de har<strong>en</strong> in<br />
gestrek<strong>en</strong>. Als gevolg daarvan wordt de sfeer op straat onprettig. Groepsled<strong>en</strong> reager<strong>en</strong> brutaal als<br />
ze word<strong>en</strong> aangesprok<strong>en</strong> <strong>en</strong> lat<strong>en</strong> zich niet meer wegstur<strong>en</strong>. Er do<strong>en</strong> zich incid<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voor met<br />
scheld<strong>en</strong> <strong>en</strong> soms met duw<strong>en</strong>. Voor sommige buurtbewoners is dat red<strong>en</strong> om zich terug te trekk<strong>en</strong>.<br />
Zij voel<strong>en</strong> zich niet veilig <strong>en</strong> will<strong>en</strong> het conflict niet verder op de spits drijv<strong>en</strong>. Van de politie<br />
verwacht<strong>en</strong> zij ge<strong>en</strong> heil meer. Voor andere bewoners ligt de zaak anders, net zoals voor<br />
winkeliers waarvan de nering in het geding is. Sommig<strong>en</strong> gaan zelf verhaal hal<strong>en</strong> <strong>en</strong> stapp<strong>en</strong> op de<br />
jonger<strong>en</strong> af. Over <strong>en</strong> weer gebruikt m<strong>en</strong> verwijt<strong>en</strong> <strong>en</strong> krachtterm<strong>en</strong>. Als er klapp<strong>en</strong> vall<strong>en</strong>, is<br />
escalatie e<strong>en</strong> feit. Er is ge<strong>en</strong> communicatie meer, alle<strong>en</strong> nog overspann<strong>en</strong> reacties.<br />
In deze fase kunn<strong>en</strong> de acties van e<strong>en</strong>ling<strong>en</strong> e<strong>en</strong> proces in gang zett<strong>en</strong>. De jong<strong>en</strong>s met de grootste<br />
mond – niet per se leiders, eerder de meest onbezonn<strong>en</strong> types – lokk<strong>en</strong> e<strong>en</strong> reactie uit door iets te<br />
roep<strong>en</strong> of te do<strong>en</strong>. Blijft de bewoner of de winkelier rustig <strong>en</strong> houdt hij zijn hand<strong>en</strong> thuis, dan zal<br />
er niets gebeur<strong>en</strong>. Sommige jong<strong>en</strong>s zijn echter meesters in het terg<strong>en</strong> van de teg<strong>en</strong>stander, die als<br />
gevolg daarvan zijn beheersing kan verliez<strong>en</strong>. Als die andere partij wil reager<strong>en</strong> om de jong<strong>en</strong> in<br />
kwestie op zijn plaats te zett<strong>en</strong>, kan dat e<strong>en</strong> omslagpunt zijn. Pakt hij de jong<strong>en</strong> vast, geeft hij e<strong>en</strong><br />
klap of gebruikt hij e<strong>en</strong> bepaald woord, dan overschrijdt hij e<strong>en</strong> gr<strong>en</strong>s <strong>en</strong> voelt de jong<strong>en</strong> zich van<br />
zijn kant gelegitimeerd om dat ook te do<strong>en</strong>. Dit mom<strong>en</strong>t bevat e<strong>en</strong> code voor de groep, wat<br />
waarschijnlijk door de teg<strong>en</strong>stander niet herk<strong>en</strong>d wordt. De positie van de groepsled<strong>en</strong> kan erdoor
verander<strong>en</strong>. Sommige jong<strong>en</strong>s houd<strong>en</strong> zich in eerste instantie afzijdig. Ze will<strong>en</strong> eig<strong>en</strong>lijk niks te<br />
mak<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> dreig<strong>en</strong>d opstootje, maar word<strong>en</strong> door deze gang van zak<strong>en</strong> meegesleept.<br />
Neutraliteit bestaat niet meer na zo'n actie, er zijn nu twee kamp<strong>en</strong>. De bewoner of winkelier vindt<br />
niet één individu maar de hele groep teg<strong>en</strong>over zich. Dat de groep als e<strong>en</strong> geheel optreedt is in e<strong>en</strong><br />
situatie als deze niet het resultaat van e<strong>en</strong> expliciete afspraak – bijvoorbeeld: één voor all<strong>en</strong>, all<strong>en</strong><br />
voor één – maar de uitkomst van het proces. De jong<strong>en</strong> lokt uit, de teg<strong>en</strong>stander overschrijdt de<br />
gr<strong>en</strong>s, <strong>en</strong> de groep reageert.<br />
Bedreiging<strong>en</strong><br />
In e<strong>en</strong> ander proces speelt taalgebruik e<strong>en</strong> rol. Voor jonger<strong>en</strong> onder elkaar is gespierde taal<br />
normaal. 'Ik maak je dood' is op veel schoolplein<strong>en</strong> e<strong>en</strong> zin die niet opvalt. Groepsled<strong>en</strong> bezig<strong>en</strong><br />
stevige taal om in de groep overeind te blijv<strong>en</strong>. Voor <strong>Nederlandse</strong> buurtbewoners, zeker als ze al<br />
wat op leeftijd zijn, is dergelijk taalgebruik niet gewoon <strong>en</strong> kom<strong>en</strong> krachtterm<strong>en</strong> anders over. Zij<br />
hebb<strong>en</strong> de neiging om letterlijk te nem<strong>en</strong> wat de jong<strong>en</strong>s zegg<strong>en</strong>. In e<strong>en</strong> heetgebakerde<br />
woord<strong>en</strong>wisseling op straat gaan jonger<strong>en</strong> gemakkelijk over tot dreigem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die hard kunn<strong>en</strong><br />
aankom<strong>en</strong>. In eerste instantie is stemverheffing e<strong>en</strong> middel om indruk te mak<strong>en</strong>, daar kom<strong>en</strong><br />
scheldwoord<strong>en</strong> bij <strong>en</strong> daarna dreigem<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. In deze opklimm<strong>en</strong>de reeks is de laatste stap van e<strong>en</strong><br />
andere orde dan de eerste twee. Schreeuw<strong>en</strong> <strong>en</strong> scheld<strong>en</strong> do<strong>en</strong> buurtbewoners <strong>en</strong> winkeliers ook<br />
als ze boos zijn, maar bij dreigem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> komt e<strong>en</strong> ander aspect om de hoek. 'Ik weet waar je woont'<br />
is e<strong>en</strong> veel gehoorde toevoeging die ge<strong>en</strong> feitelijke consequ<strong>en</strong>ties hoeft te hebb<strong>en</strong>, maar het<br />
veiligheidsgevoel van bewoners wel sterk kan beïnvloed<strong>en</strong>. Jong<strong>en</strong>s word<strong>en</strong> niet warm of koud<br />
van uitlating<strong>en</strong> aan hun adres, want zelf zijn ze niet kwetsbaar. Ze hebb<strong>en</strong> misschi<strong>en</strong> bek<strong>en</strong>de<br />
gezicht<strong>en</strong>, maar bijna nooit weet de teg<strong>en</strong>partij hun naam <strong>en</strong> adres. Bij buurtbewoners is dat<br />
omgekeerd <strong>en</strong> dat bepaalt hun positie, hetzelfde geldt voor midd<strong>en</strong>standers. Winkelpersoneel wil<br />
na zulke dreigem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> niet meer alle<strong>en</strong> over straat, in e<strong>en</strong> aantal gevall<strong>en</strong> werd opgetek<strong>en</strong>d dat ze<br />
hun baan opzegd<strong>en</strong>. Met e<strong>en</strong> taalgebruik dat voor de groepsled<strong>en</strong> zelf helemaal niet zo<br />
buit<strong>en</strong>sporig is, sorter<strong>en</strong> ze e<strong>en</strong> ingrijp<strong>en</strong>d effect. Buurtbewoners hebb<strong>en</strong> aanvankelijk het idee dat<br />
ze zich voor het algeme<strong>en</strong> belang inzett<strong>en</strong>, maar ze oogst<strong>en</strong> dreigem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die aan h<strong>en</strong> persoonlijk<br />
zijn gericht. Dan gaat angst overheers<strong>en</strong> <strong>en</strong> voel<strong>en</strong> ze zich op zichzelf teruggeworp<strong>en</strong>. Als gevolg<br />
daarvan blijft aangifte achterwege <strong>en</strong> wordt ook de politie minder slagvaardig.<br />
SLOT<br />
In dit artikel over de wisselwerking tuss<strong>en</strong> jeugdgroep <strong>en</strong> buit<strong>en</strong>wereld is criminaliteit<br />
onbesprok<strong>en</strong> geblev<strong>en</strong>, overlast heeft de aandacht gekreg<strong>en</strong>. Dat is te rechtvaardig<strong>en</strong>, want<br />
overlast is ge<strong>en</strong> klein probleem. In veel <strong>Nederlandse</strong> wijk<strong>en</strong> bepal<strong>en</strong> de botsing<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong><br />
jeugd<strong>groep<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> buurtbewoners de sfeer op straat. Daarnaast is overlast, meer nog dan<br />
criminaliteit van jonger<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> groepsverschijnsel. Led<strong>en</strong> van jeugd<strong>groep<strong>en</strong></strong> betred<strong>en</strong> wel vaak het<br />
criminele pad maar als regel niet met de groep, eerder vanuit de groep. Het mer<strong>en</strong>deel van<br />
gezam<strong>en</strong>lijk gepleegde vergrijp<strong>en</strong> vindt plaats in kleine geleg<strong>en</strong>heidscombinaties van twee of drie<br />
jong<strong>en</strong>s (Weerman, 2001: 37). Bij criminele activiteit<strong>en</strong> merk<strong>en</strong> slachtoffers weliswaar de<br />
consequ<strong>en</strong>ties, maar ze kom<strong>en</strong> niet per se rechtstreeks in contact met daders. Overlast daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong><br />
impliceert interactie.<br />
Om wisselwerking tuss<strong>en</strong> jeugdgroep <strong>en</strong> buit<strong>en</strong>wereld te typer<strong>en</strong> is hier ge<strong>en</strong> aandacht besteed aan<br />
buurtfactor<strong>en</strong>(context), die wel of ge<strong>en</strong> hulpbronn<strong>en</strong> bied<strong>en</strong> <strong>en</strong> dus kans<strong>en</strong> bepal<strong>en</strong>. Wel is<br />
gekek<strong>en</strong> naar symbol<strong>en</strong>, die vanuit de buit<strong>en</strong>wereld word<strong>en</strong> aangereikt <strong>en</strong> van invloed zijn op de<br />
vorm<strong>en</strong> die <strong>groep<strong>en</strong></strong> kiez<strong>en</strong>, <strong>en</strong> naar de interactie tuss<strong>en</strong> buurt <strong>en</strong> groep die aan de oppervlakte<br />
komt in groepsdynamische process<strong>en</strong>.<br />
Symbol<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gebruikt om id<strong>en</strong>titeit te onderstrep<strong>en</strong>. Jonger<strong>en</strong> kiez<strong>en</strong> op deze manier voor<br />
e<strong>en</strong> bepaalde stijl, maar zij blijk<strong>en</strong> er niet veel behoefte aan te hebb<strong>en</strong> om de eig<strong>en</strong> groep zo te<br />
marker<strong>en</strong> dat die duidelijk verschilt van andere <strong>groep<strong>en</strong></strong>. Zij bedi<strong>en</strong><strong>en</strong> zich van kleur<strong>en</strong>, tek<strong>en</strong>s <strong>en</strong><br />
taal, die zij adopter<strong>en</strong> van bestaande Amerikaanse gangs <strong>en</strong> die h<strong>en</strong> door de commercie op e<strong>en</strong><br />
pres<strong>en</strong>teerblaadje word<strong>en</strong> aangereikt. Daardoor vervag<strong>en</strong> de gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> met de buit<strong>en</strong>wereld. Hieruit
is af te leid<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> aanpak van problematische <strong>groep<strong>en</strong></strong> als die van Amerikaanse gang<br />
intellig<strong>en</strong>ce, gebaseerd op het herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> van specifieke symbol<strong>en</strong>, gedoemd is te mislukk<strong>en</strong>.<br />
Als antwoord op overlast door e<strong>en</strong> jeugdgroep word<strong>en</strong> in Nederland gemakkelijk voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> in<br />
het lev<strong>en</strong> geroep<strong>en</strong>. Heel vaak is dat e<strong>en</strong> jonger<strong>en</strong>ontmoetingsplek ('JOP') in de vorm van e<strong>en</strong><br />
overkapping op e<strong>en</strong> hangplek. Lang niet altijd sorteert zoiets het gew<strong>en</strong>ste effect (Van Gemert <strong>en</strong><br />
Wiersma, 2000). Hieruit kan word<strong>en</strong> afgeleid dat e<strong>en</strong> aanpak die de groep ziet als synoniem voor<br />
het probleem zijn doel zal miss<strong>en</strong>.<br />
Als gelet wordt op interacties, blijkt dat de werkelijkheid geweld wordt aangedaan wanneer<br />
botsing<strong>en</strong> met de buurt puur op het conto van <strong>groep<strong>en</strong></strong> word<strong>en</strong> geschrev<strong>en</strong>. Jeugd<strong>groep<strong>en</strong></strong> zijn ge<strong>en</strong><br />
autonome organisaties <strong>en</strong> buurtbewoners zijn niet passief. Zonder inbr<strong>en</strong>g van de laatst<strong>en</strong> zou de<br />
groep zich anders manifester<strong>en</strong> <strong>en</strong> zou ook de afloop van conflict<strong>en</strong> anders zijn. Botsing<strong>en</strong> zijn het<br />
resultaat van process<strong>en</strong> die meestal niet bewust gestuurd word<strong>en</strong>, maar niettemin e<strong>en</strong> uitkomst<br />
hebb<strong>en</strong> die tot op zekere hoogte voorspelbaar is. De interactie tuss<strong>en</strong> partij<strong>en</strong> k<strong>en</strong>t dus patron<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
dat biedt houvast. Inzicht in de groepsdynamische process<strong>en</strong> kan resulter<strong>en</strong> in communicatie met<br />
<strong>groep<strong>en</strong></strong>, wat aanknopingspunt<strong>en</strong> oplevert om overlast te reducer<strong>en</strong>.<br />
LITERATUUR<br />
Bervoets, E.J.A. (2001) De wijk in verandering; Effect<strong>en</strong> politie-aanpak Marokkaanse<br />
jong<strong>en</strong>sproblematiek in Gouda, Amsterdam <strong>en</strong> Utrecht (eerste nameting), Apeldoorn: NPA.<br />
Bloch, H.A. & A. Niederhoffer (1958) The gang; A study in adolesc<strong>en</strong>t behavior, New York:<br />
Philosophical Library.<br />
Bursik, B. (1993) Comm<strong>en</strong>ts on Islands in the Street by Martin Sanchez Jankowski, paper<br />
gepres<strong>en</strong>teerd op de Annual Meeting of the American Sociological Association, Augustus 1993,<br />
Miami.<br />
Coh<strong>en</strong>, A. (1990) ‘Foreword and overview’, in: C.R. Huff (ed.), Gangs in America, Newbury<br />
Park: Sage.<br />
Curry, G.D., R.A. Ball e.a. (1994) ‘Gang crime and law <strong>en</strong>forcem<strong>en</strong>t recordkeeping', National<br />
Institute of Justice, research in brief.<br />
Decker, S. & B. Van Winkle (1996) Life in the gang, New York: Cambridge University Press.<br />
Fleisher, M. (1998) Dead End Kids; Gang girls and the boys they know, University of Winconsin<br />
Press.<br />
Gemert, F. van (1995a) ‘Amerikaanse gangs <strong>en</strong> <strong>Nederlandse</strong> jeugdb<strong>en</strong>des’, in: E. Rood-Pijpers, B.<br />
Rovers, F. van Gemert & C. Fijnaut, Prev<strong>en</strong>tie van jeugdcriminaliteit in e<strong>en</strong> grote stad, Arnhem:<br />
Gouda Quint.<br />
Gemert, F. van (1995b) ‘Marokkaanse jeugdb<strong>en</strong>des in Rotterdam-Zuid?’, in: E. Rood-Pijpers, B.<br />
Rovers, F. van Gemert & C. Fijnaut, Prev<strong>en</strong>tie van jeugdcriminaliteit in e<strong>en</strong> grote stad, Arnhem:<br />
Gouda Quint.<br />
Gemert, F. van (1998a) Crips in drievoud; E<strong>en</strong> dossieronderzoek naar drie jeugdb<strong>en</strong>des,<br />
Amsterdam: Regioplan.<br />
Gemert, F. van (1998b) Ieder voor zich; Kans<strong>en</strong>, cultuur <strong>en</strong> criminaliteit van Marokkaanse<br />
jong<strong>en</strong>s, Amsterdam: Het Spinhuis.<br />
Gemert, F, van (1999) De groep op de hoek; E<strong>en</strong> onderzoek naar drie criminele jeugd<strong>groep<strong>en</strong></strong> in<br />
Amsterdam, Amsterdam: Regioplan.<br />
Gemert, F, van (2001a) Problematische jeugd<strong>groep<strong>en</strong></strong> in Noord <strong>en</strong> de Pijp, Amsterdam:<br />
Regioplan.<br />
Gemert, F, van (2001b) Greep op <strong>groep<strong>en</strong></strong>; Bevinding<strong>en</strong> op basis van onderzoek op zes 'hot spots',<br />
Amsterdam: Regioplan.<br />
Gemert, F. van (2001c) ‘Seksuele delict<strong>en</strong> <strong>en</strong> Marokkaanse jeugd<strong>groep<strong>en</strong></strong>’, in: F. Lindo & M. van<br />
Niekerk (eds.) Dedication & Detachm<strong>en</strong>t; Essays in honour of Hans Vermeul<strong>en</strong>, Amsterdam: Het<br />
Spinhuis.
Gemert, F. van & E. Wiersma (2000) Aanpak groepscriminaliteit; E<strong>en</strong> inv<strong>en</strong>tarisatie van<br />
prev<strong>en</strong>tie- <strong>en</strong> interv<strong>en</strong>tiemaatregel<strong>en</strong> gericht op jeugd<strong>groep<strong>en</strong></strong>, D<strong>en</strong> Haag: Ministerie van Justitie<br />
(DPJS).<br />
Gruter, P. (1997) Problematische jeugd<strong>groep<strong>en</strong></strong> in de regio Haagland<strong>en</strong> anno 1997. E<strong>en</strong><br />
hernieuwde inv<strong>en</strong>tarisatie onder wijkag<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> jeugdrechercheurs, D<strong>en</strong> Haag: Politie<br />
Haagland<strong>en</strong>.<br />
Gruter, P., M. Baas & D. Vegter (1996) Problematische jeugd<strong>groep<strong>en</strong></strong> in de regio Haagland<strong>en</strong>.<br />
E<strong>en</strong> inv<strong>en</strong>tarisatie onder wijkag<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> jeugdrechercheurs, D<strong>en</strong> Haag: Politie Haagland<strong>en</strong>.<br />
Haan, W. de, A. van der Laan & J. Nijboer (2000) ‘Eig<strong>en</strong>richting <strong>en</strong> jeugdgeweld’, Tijdschrift<br />
voor Criminologie 42 (4): 361 - 372.<br />
Ho<strong>en</strong>son, L. (2000) Bevolkingsonderzoek in wijkteamgebied<strong>en</strong> 2000, Amsterdam: Politie<br />
Amsterdam-Amstelland.<br />
Jankowski, M. Sánchez (1991) Islands in the street; gangs and American urban society, Berkeley,<br />
University of California Press.<br />
Klein, M.W. & C.L. Maxson (1989) ‘Street gang viol<strong>en</strong>ce’, in: N.A. Weiner & M.E. Wolfgang<br />
(eds.) Viol<strong>en</strong>t crime, viol<strong>en</strong>t criminals, Newbury Park: Sage.<br />
Landre, R., M. Miller & D. Porter (1997) Gangs; A handbook for community awar<strong>en</strong>ess, New<br />
York: Facts On File inc.<br />
Lindo, F. (2001) ‘De vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> van lijn 2; E<strong>en</strong> Marokkaanse hanggroep in Rotterdam-Zuid’, in: F.<br />
Lindo & M. van Niekerk (eds.) Dedication & Detachm<strong>en</strong>t; Essays in honour of Hans Vermeul<strong>en</strong>,<br />
Amsterdam: Het Spinhuis.<br />
Miller, W.B. (1958) ‘Lower class culture as a g<strong>en</strong>erating milieu of gang delinqu<strong>en</strong>cy’, Journal of<br />
social issues (14): 5-19.<br />
Schuyt, C.J.M. (1993) ‘Jeugdcriminaliteit in groepsverband’, Delikt <strong>en</strong> Delinkw<strong>en</strong>t (23) 6: 499-510.<br />
Suttles, G.D. (1968) The social order of the slum; ethnicity and territory in the inner city, Chicago:<br />
University of Chicago Press.<br />
Tertilt, H. (1996) Turkish Power Boys; Ethnographie einer Jug<strong>en</strong>dbande, Frankfurt am Main:<br />
Suhrkamp Verlag.<br />
Thrasher, F. (1928) The gang; A study of 1303 gangs in Chicago, Chicago: University of Chicago<br />
Press.<br />
‘Utah gang update 1999’ (1999) Utah gang update 1999, Salt Lake City: Salt Lake City Police<br />
Departm<strong>en</strong>t.<br />
Weerman, F. (2000) Sam<strong>en</strong>pleg<strong>en</strong>; Over criminele sam<strong>en</strong>werking <strong>en</strong> groepsvorming, Nijmeg<strong>en</strong>: Ars<br />
Aequi.<br />
Whyte, W.F. (1943) Street corner society; The social structure of an Italian slum, Chicago:<br />
University of Chicago Press.<br />
Wijk, A.Ph. van, B.M.W.A. Beke, P.H.M. Versteegh & A.I.T. van Solm (2000) Inv<strong>en</strong>tarisatie van<br />
problematische jeugd<strong>groep<strong>en</strong></strong> in Haagland<strong>en</strong> III, D<strong>en</strong> Haag: Politie Haagland<strong>en</strong>.<br />
Yablonsky, L. (1962) The viol<strong>en</strong>t gang, New York: Macmillan.
COLLECTIEF GEWELD TUSSEN VOETBAL-‘SUPPORTERS’<br />
ORGANISATIE, GROEPSPROCESSEN EN SOCIALE IDENTITEIT<br />
Otto Adang<br />
Op zondag 23 maart 1997 beschikte de politie over informatie dat e<strong>en</strong> confrontatie gepland was<br />
tuss<strong>en</strong> supporters van Ajax <strong>en</strong> Fey<strong>en</strong>oord, hoewel Fey<strong>en</strong>oord die dag in Alkmaar teg<strong>en</strong> AZ moest<br />
spel<strong>en</strong> <strong>en</strong> Ajax in Waalwijk teg<strong>en</strong> RKC. Verschill<strong>en</strong>de locaties kwam<strong>en</strong> in aanmerking, waaronder<br />
de nabij de snelweg geleg<strong>en</strong> ‘zwarte markt’ in Beverwijk die elke zondag zo'n 10.000 bezoekers<br />
trekt. De ME was ter plekke om bezoekers te bescherm<strong>en</strong>, de politie blokkeerde e<strong>en</strong> tunnel in de<br />
snelweg <strong>en</strong> sloot afritt<strong>en</strong> af om te voorkom<strong>en</strong> dat Fey<strong>en</strong>oord supporters bij de markt kond<strong>en</strong><br />
kom<strong>en</strong>. Zoals beoogd nam<strong>en</strong> de supporters vervolg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> andere route. Zodra ze ev<strong>en</strong> later in<br />
weiland<strong>en</strong> in de omgeving van de Beverwijkse zwarte markt Ajax-supporters zag<strong>en</strong>, zett<strong>en</strong> ze hun<br />
auto's stil op de snelweg, stak<strong>en</strong> de andere rijbaan over <strong>en</strong> r<strong>en</strong>d<strong>en</strong> in de richting van de Ajaxsupporters.<br />
E<strong>en</strong> korte maar heftige confrontatie volgde. De Ajax-supporters war<strong>en</strong> in de<br />
minderheid <strong>en</strong> vluchtt<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> drieminut<strong>en</strong> weg. E<strong>en</strong> aantal kon niet snel g<strong>en</strong>oeg wegkom<strong>en</strong>,<br />
raakte ingeslot<strong>en</strong> <strong>en</strong> werd zwaar belaagd met mess<strong>en</strong>, hamers <strong>en</strong> knuppels. E<strong>en</strong> van de Ajaxsupporters<br />
stierf ter plekke. De politie, die ook op andere mogelijke confrontatieplekk<strong>en</strong> aanwezig<br />
was, was te verrast om in te kunn<strong>en</strong> grijp<strong>en</strong>. De ME sectie die wel aanwezig was, stelde zich<br />
terughoud<strong>en</strong>d op, mede vanwege het heftige geweld <strong>en</strong> de risico's, verbond<strong>en</strong> aan ev<strong>en</strong>tueel<br />
optred<strong>en</strong>. Later werd op het verlat<strong>en</strong> strijdperk e<strong>en</strong> groot aantal wap<strong>en</strong>s aangetroff<strong>en</strong>.<br />
In dit artikel ga ik in op de vraag in hoeverre gevall<strong>en</strong> van collectief geweld, zoals de confrontaties<br />
tuss<strong>en</strong> <strong>groep<strong>en</strong></strong> voetbalvandal<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> zekere organisatiegraad behoev<strong>en</strong> om plaats te kunn<strong>en</strong><br />
vind<strong>en</strong>. Ik besteed eerst aandacht aan de vraag in hoeverre volg<strong>en</strong>s politie <strong>en</strong> justitie sprake is van<br />
e<strong>en</strong> criminele organisatie of e<strong>en</strong> georganiseerd karakter bij groepsgeweld. Om de onderzoeksvraag<br />
te beantwoord<strong>en</strong>, bespreek ik vervolg<strong>en</strong>s <strong>en</strong>kele traditionele b<strong>en</strong>adering<strong>en</strong> over het gedrag van<br />
m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> in massa’s, in relatie tot het ontstaan <strong>en</strong> de escalatie van rell<strong>en</strong>. Deze b<strong>en</strong>adering<strong>en</strong><br />
word<strong>en</strong> bekritiseerd aan de hand van feitelijke waarneming<strong>en</strong> van rell<strong>en</strong>. Daarna ga ik in op e<strong>en</strong><br />
nieuwe manier om het collectieve karakter, de onderlinge afstemming <strong>en</strong> synchronisatie van<br />
gedraging<strong>en</strong> die waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> word<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s collectief geweld, het beste verklaard kunn<strong>en</strong><br />
word<strong>en</strong>. Ik zal uite<strong>en</strong>zett<strong>en</strong> hoe vanuit het perspectief van ‘sociale id<strong>en</strong>titeit’ zowel de<br />
synchronisatie in <strong>groep<strong>en</strong></strong> als de rol van individu<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> groep kan word<strong>en</strong> begrep<strong>en</strong>.<br />
Vanzelfsprek<strong>en</strong>d leidde de veldslag bij Beverwijk tot veel aandacht in de media <strong>en</strong> publieke<br />
verontwaardiging. Vel<strong>en</strong> war<strong>en</strong> geschokt door het georganiseerde karakter van de<br />
gewelddadighed<strong>en</strong>. In e<strong>en</strong> brief aan de Tweede Kamer kort na de rell<strong>en</strong> (15 april 1997) wijz<strong>en</strong> de<br />
ministers van Binn<strong>en</strong>landse zak<strong>en</strong> <strong>en</strong> van Justitie <strong>en</strong> de staatssecretaris van Volksgezondheid,<br />
Welzijn <strong>en</strong> Sport op de toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> organisatiegraad van het voetbalvandalisme. Volg<strong>en</strong>s de<br />
bewindslied<strong>en</strong> belegg<strong>en</strong> de harde kern<strong>en</strong> van aanhangers van de verschill<strong>en</strong>de clubs regelmatig<br />
vergadering<strong>en</strong> <strong>en</strong> onderhoud<strong>en</strong> zij daarbuit<strong>en</strong> vaak persoonlijke contact<strong>en</strong>. Zij verwijz<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong><br />
rec<strong>en</strong>t onderzoek naar het profiel van de voetbalvandaal anno 1997 (Bol <strong>en</strong> Van Netburg, 1997).<br />
Er was al eerder op gewez<strong>en</strong> dat de wijze waarop het voetbalvandalisme zich manifesteert in de<br />
loop der jar<strong>en</strong> is veranderd <strong>en</strong> los is kom<strong>en</strong> te staan van de wedstrijd zelf (Adang, 1998). De eerste<br />
uiting<strong>en</strong> van voetbalvandalisme hadd<strong>en</strong> nog vooral betrekking op gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> op het speelveld.<br />
Later ontstond<strong>en</strong> los daarvan confrontaties tuss<strong>en</strong> supporters<strong>groep<strong>en</strong></strong> op de tribunes, waar zij mede<br />
als gevolg van veiligheidsmaatregel<strong>en</strong> min of meer vaste plekk<strong>en</strong> innam<strong>en</strong> die ze als hun eig<strong>en</strong><br />
territorium beschouwd<strong>en</strong>. Ter ontwijking van toezicht <strong>en</strong> controle ging<strong>en</strong> vandal<strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s in<br />
to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de mate ook op andere dan hun vaste plekk<strong>en</strong> in het stadion zitt<strong>en</strong>. Als ze e<strong>en</strong> kans zag<strong>en</strong><br />
om rivaliser<strong>en</strong>de <strong>groep<strong>en</strong></strong> te treff<strong>en</strong>, ging<strong>en</strong> supporters ook wedstrijd<strong>en</strong> bezoek<strong>en</strong> waar hun ‘eig<strong>en</strong>’<br />
club niet bij betrokk<strong>en</strong> was. Als reactie op to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de veiligheidsmaatregel<strong>en</strong> vond<strong>en</strong><br />
confrontaties tuss<strong>en</strong> supporters meer <strong>en</strong> meer buit<strong>en</strong> de stadions plaats, eerst vooral voor <strong>en</strong> na de<br />
wedstrijd<strong>en</strong>, later zelfs ook zonder dat er e<strong>en</strong> voetbalwedstrijd werd gespeeld. Mede door de<br />
steeds int<strong>en</strong>sievere nationale <strong>en</strong> ook internationale contact<strong>en</strong>, waarbij gebruik wordt gemaakt van
de nieuwste vorm<strong>en</strong> van telecommunicatie, kond<strong>en</strong> zij gewelddadige confrontaties steeds beter<br />
voorbereid<strong>en</strong>.<br />
Aanvankelijk was er nauwelijks sprake van <strong>en</strong>ige coördinatie: supporters die in vechtpartij<strong>en</strong><br />
geïnteresseerd war<strong>en</strong>, ging<strong>en</strong> naar voetbalwedstrijd<strong>en</strong> <strong>en</strong> troff<strong>en</strong> daar gelijkgestemd<strong>en</strong> met wie ze<br />
rivaliser<strong>en</strong>de supporters<strong>groep<strong>en</strong></strong> kond<strong>en</strong> uitdag<strong>en</strong>. De confrontaties verliep<strong>en</strong> via tamelijk<br />
voorspelbare patron<strong>en</strong> <strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s simpele regels (cf. Marsh e.a., 1978). String<strong>en</strong>te<br />
veiligheidsmaatregel<strong>en</strong> maakt<strong>en</strong> voorbereid<strong>en</strong>de maatregel<strong>en</strong> door de supporters echter<br />
noodzakelijk. Voorafgaand aan confrontaties werd<strong>en</strong> steeds vaker verk<strong>en</strong>ning<strong>en</strong> uitgevoerd <strong>en</strong><br />
afsprak<strong>en</strong> over de te volg<strong>en</strong> tactiek gemaakt.<br />
CRIMINELE ORGANISATIE OF GEORGANISEERD GEWELD ?<br />
De politie Amsterdam-Amstelland startte e<strong>en</strong> onderzoek naar de Ajax-supporters die bij de<br />
incid<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in Beverwijk <strong>en</strong> eerder betrokk<strong>en</strong> war<strong>en</strong>. Het onderzoek richtte zich specifiek op de<br />
mogelijkheid supporters te vervolg<strong>en</strong> weg<strong>en</strong>s betrokk<strong>en</strong>heid bij e<strong>en</strong> criminele organisatie (op<br />
grond van artikel 140-oud Wetboek van Strafrecht). In het onderzoek naar de Ajax-supporters<br />
heeft de politie op basis van vijf k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> prober<strong>en</strong> aan te ton<strong>en</strong> dat er sprake zou zijn van e<strong>en</strong><br />
(criminele) organisatie. Het bestaan van de criminele organisatie zou (volg<strong>en</strong>s het proces verbaal)<br />
moet<strong>en</strong> blijk<strong>en</strong> uit:<br />
- Het organiser<strong>en</strong> van de kaartverkoop: bij <strong>en</strong>kele supporters werd<strong>en</strong> ti<strong>en</strong>tall<strong>en</strong> clubcards<br />
aangetroff<strong>en</strong>, soms op andermans naam. Hiermee kon e<strong>en</strong> groot aantal kaart<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gekocht<br />
voor de neutrale vakk<strong>en</strong>, die aan andere Ajax-supporters werd<strong>en</strong> doorverkocht. Op deze wijze<br />
kond<strong>en</strong> getroff<strong>en</strong> maatregel<strong>en</strong> (verplichte combireis, verplicht plaatsnem<strong>en</strong> in het zog<strong>en</strong>aamde<br />
bezoekersvak) omzeild word<strong>en</strong>.<br />
- De communicatie tuss<strong>en</strong> supporters: e<strong>en</strong> aantal supporters beschikte over mobiele telefoons, e<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong>keling was in het bezit van e<strong>en</strong> scanner. Uit de process<strong>en</strong>-verbaal bleek ook dat er telefonische<br />
contact<strong>en</strong> war<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> sommige supporters van verschill<strong>en</strong>de clubs, zoals die van Ajax <strong>en</strong><br />
Fey<strong>en</strong>oord of Utrecht. Het Ajax-fanzine De Ajax Ster (met zo’n 5000 kopers, volg<strong>en</strong>s eig<strong>en</strong><br />
opgave) <strong>en</strong> de bijbehor<strong>en</strong>de internetsite word<strong>en</strong> g<strong>en</strong>oemd als de media waarmee criminele<br />
supporters met elkaar communicer<strong>en</strong>.<br />
- - De wijze van vervoer naar uitwedstrijd<strong>en</strong>: de verdacht<strong>en</strong> reisd<strong>en</strong> bij voorkeur niet via de<br />
combi-regeling naar de uitwedstrijd<strong>en</strong>, maar verkoz<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> vervoer met auto's of gehuurde<br />
buss<strong>en</strong>. Er werd<strong>en</strong> onderling reisroutes afgesprok<strong>en</strong> om politiemaatregel<strong>en</strong> te omzeil<strong>en</strong>.<br />
- De handel in <strong>en</strong> het gebruik van verdov<strong>en</strong>de middel<strong>en</strong>: bij e<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele supporter is na huiszoeking<br />
e<strong>en</strong> flink aantal XTC pill<strong>en</strong> aangetroff<strong>en</strong>, bij sommig<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> kleine hoeveelhed<strong>en</strong> drugs<br />
bestemd voor eig<strong>en</strong> gebruik gevond<strong>en</strong>.<br />
- Verzamel- <strong>en</strong> ontmoetingsplaats<strong>en</strong>: supporters ontmoet<strong>en</strong> elkaar in cafés, coffeeshops <strong>en</strong><br />
schol<strong>en</strong>. Voor e<strong>en</strong> uitwedstrijd sprek<strong>en</strong> ze ook met elkaar af.<br />
Op basis van deze gegev<strong>en</strong>s uit het politieonderzoek heeft het OM aan de verdachte Ajaxsupporters<br />
t<strong>en</strong>lastegelegd dat zij (tezam<strong>en</strong> <strong>en</strong> in ver<strong>en</strong>iging met ander<strong>en</strong> of e<strong>en</strong> ander) hebb<strong>en</strong><br />
deelg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> organisatie die tot oogmerk had het pleg<strong>en</strong> van misdrijv<strong>en</strong>. De verdacht<strong>en</strong><br />
zijn echter tot in hoogste instantie vrijgesprok<strong>en</strong> van deelname aan e<strong>en</strong> criminele organisatie (HR,<br />
10 juli 2001).<br />
Het Gerechtshof had in hoger beroep overwog<strong>en</strong> dat uit het door de regiopolitie Amsterdam-<br />
Amstelland verrichte onderzoek bleek dat t<strong>en</strong> minste e<strong>en</strong> aantal van de in de t<strong>en</strong>lastelegging<br />
g<strong>en</strong>oemde misdrijv<strong>en</strong> (het op<strong>en</strong>lijk met ver<strong>en</strong>igde kracht<strong>en</strong> geweld pleg<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> person<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
deelneming aan e<strong>en</strong> vechterij) door Ajax-supporters was gepleegd. Tev<strong>en</strong>s vond het Gerechtshof<br />
dat op zichzelf g<strong>en</strong>oegzaam was kom<strong>en</strong> vast te staan dat deze misdrijv<strong>en</strong> meermal<strong>en</strong> e<strong>en</strong> zeker<br />
georganiseerd karakter hadd<strong>en</strong>, met name op de afgesprok<strong>en</strong> confrontaties tuss<strong>en</strong> Ajax- <strong>en</strong><br />
Fey<strong>en</strong>oord-supporters bij Beverwijk <strong>en</strong> eerder bij de A10 op 16 februari 1997. Het hof achtte<br />
echter niet bewez<strong>en</strong> dat de misdrijv<strong>en</strong> e<strong>en</strong> uitvloeisel war<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> gestructureerd<br />
sam<strong>en</strong>werkingsverband, dat het pleg<strong>en</strong> van misdrijv<strong>en</strong> tot oogmerk had. Veeleer lijk<strong>en</strong> die<br />
misdrijv<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s het hof voort te vloei<strong>en</strong> uit initiatiev<strong>en</strong> van individuele person<strong>en</strong> dan wel van
incid<strong>en</strong>teel sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong>de person<strong>en</strong> of <strong>groep<strong>en</strong></strong> van person<strong>en</strong>. Van e<strong>en</strong> organisatie, waarin de<br />
deelnemers niet ieder voor zich, maar in e<strong>en</strong> zekere duurzame onderlinge sam<strong>en</strong>werking<br />
participer<strong>en</strong>, is volg<strong>en</strong>s het hof – <strong>en</strong> in laatste instantie de Hoge Raad – onvoldo<strong>en</strong>de geblek<strong>en</strong> om<br />
tot e<strong>en</strong> veroordeling te kunn<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>. Daar staat echter teg<strong>en</strong>over dat, ook in de woord<strong>en</strong> van<br />
rechters, de gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> wel ‘e<strong>en</strong> georganiseerd karakter’ hadd<strong>en</strong>.<br />
Ook bij andere gevall<strong>en</strong> van al dan niet dreig<strong>en</strong>d groepsgeweld bleek er juridisch gezi<strong>en</strong><br />
onvoldo<strong>en</strong>de bewijst voor deelname aan e<strong>en</strong> criminele organisatie. Dit was het geval na de rell<strong>en</strong><br />
rond de ontruiming van het Wolters-Noordhoff complex in Groning<strong>en</strong> in 1990 <strong>en</strong> de aanhouding<br />
van 371 person<strong>en</strong> die zich opmaakt<strong>en</strong> om te gaan demonstrer<strong>en</strong> bij de Eurotop te Amsterdam, in<br />
juni 1997.<br />
TRADITIONELE VERKLARINGEN<br />
In de theoretische beschouwing<strong>en</strong> over rell<strong>en</strong> <strong>en</strong> collectief geweld zijn globaal twee invalshoek<strong>en</strong><br />
te onderk<strong>en</strong>n<strong>en</strong>. De eerste b<strong>en</strong>adering is de visie van e<strong>en</strong> klassieke organisatie met e<strong>en</strong> zekere<br />
hiërarchie, waarbij ‘leiders’ invloed uitoef<strong>en</strong><strong>en</strong> op groepsled<strong>en</strong>, die geconditioneerd zijn om te<br />
gehoorzam<strong>en</strong> aan figur<strong>en</strong> met autoriteit (Miller <strong>en</strong> Dollard, 1941). Dit sluit aan bij het idee van<br />
e<strong>en</strong> criminele organisatie <strong>en</strong> is populair in kring<strong>en</strong> van politie <strong>en</strong> journalist<strong>en</strong>: er wordt gesprok<strong>en</strong><br />
van ‘ring leaders’ of ‘g<strong>en</strong>eraals’ met ‘luit<strong>en</strong>ants’ (zie o.a. Buford, 1991) die ongeregeldhed<strong>en</strong><br />
initiër<strong>en</strong> <strong>en</strong> diriger<strong>en</strong>. Methvin (1961, geciteerd in Applegate, 1962) heeft het zelfs over<br />
techniek<strong>en</strong> van ‘mob managem<strong>en</strong>t’. Hij noemt de volg<strong>en</strong>de roll<strong>en</strong> <strong>en</strong> techniek<strong>en</strong>:<br />
- de aanwezigheid van leiders op afstand, maar wel op e<strong>en</strong> positie dat ze het ‘slagveld’ kunn<strong>en</strong><br />
overzi<strong>en</strong>;<br />
- leidinggev<strong>en</strong>d<strong>en</strong> ter plaatse, binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> m<strong>en</strong>igte, die handel<strong>en</strong> in opdracht van de leiders op<br />
afstand;<br />
- ‘waaghalz<strong>en</strong>’ die de leiders binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> m<strong>en</strong>igte afscherm<strong>en</strong>;<br />
- boodschappers om tuss<strong>en</strong> leidinggev<strong>en</strong>d<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> <strong>en</strong> buit<strong>en</strong> de demonstratie bericht<strong>en</strong> te kunn<strong>en</strong><br />
uitwissel<strong>en</strong>;<br />
- ‘schokbrekers’ bewap<strong>en</strong>d met stav<strong>en</strong> <strong>en</strong> stokk<strong>en</strong>;<br />
- dragers van vlagg<strong>en</strong> <strong>en</strong> spandoek<strong>en</strong>;<br />
- ‘cheering sections’, getrainde individu<strong>en</strong> die slogans roep<strong>en</strong>.<br />
Deg<strong>en</strong><strong>en</strong> die de techniek<strong>en</strong> toepass<strong>en</strong> zijn in deze opvatting weliswaar beperkt in aantal, maar<br />
mak<strong>en</strong> gebruik van het feit dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> m<strong>en</strong>igte beïnvloedbaar zijn: de meelopers.<br />
In de tweede b<strong>en</strong>adering wordt de nadruk gelegd op het irrationele <strong>en</strong> schijnbaar chaotische<br />
karakter van groepsgeweld. Volg<strong>en</strong>s diverse sociaal-psychologische theorieën verliez<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> in<br />
e<strong>en</strong> m<strong>en</strong>igte hun ‘zelfbewustzijn’ <strong>en</strong> vervall<strong>en</strong> gebruikelijke morele remm<strong>en</strong> <strong>en</strong> beperking<strong>en</strong><br />
(McPhail, 1991 geeft e<strong>en</strong> overzicht van de verschill<strong>en</strong>de theorieën). In navolging van LeBon<br />
(1895) wordt vaak verondersteld dat in e<strong>en</strong> m<strong>en</strong>igte of massa van rationaliteit ge<strong>en</strong> sprake meer<br />
zou zijn, maar integ<strong>en</strong>deel van e<strong>en</strong> (primitieve) neiging om te do<strong>en</strong> wat ander<strong>en</strong> do<strong>en</strong>.<br />
Onderdrukte verlang<strong>en</strong>s kom<strong>en</strong> tot uiting in gedrag. Er is sprake van e<strong>en</strong> transformatie: m<strong>en</strong>s<strong>en</strong><br />
verander<strong>en</strong> <strong>en</strong> verton<strong>en</strong> ander gedrag, uitsluit<strong>en</strong>d als gevolg van het feit dat ze onderdeel van e<strong>en</strong><br />
m<strong>en</strong>igte zijn. De zog<strong>en</strong>aamde de-individuatie theorie van Zimbardo (1970) wordt in dat verband<br />
veelvuldig aangehaald. Volg<strong>en</strong>s deze theorie leid<strong>en</strong> de opwinding <strong>en</strong> de anonimiteit van het deel<br />
uitmak<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> groep tot ongeremd gedrag, waarbij de normale beperking<strong>en</strong> die m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zich<br />
oplegg<strong>en</strong>, verlor<strong>en</strong> gaan. Er zijn ook massapsychologische theorieën die niet uitgaan van e<strong>en</strong><br />
dergelijke transformatie (bijvoorbeeld Allport, 1924) maar ook in die theorieën wordt het gedrag<br />
van individu<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> m<strong>en</strong>igte als niet-rationeel beschouwd.<br />
De twee invalshoek<strong>en</strong> lat<strong>en</strong> zich e<strong>en</strong>voudig combiner<strong>en</strong>: door de veronderstelde psychologische<br />
process<strong>en</strong> zou de individuele id<strong>en</strong>titeit verlor<strong>en</strong> gaan <strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> individu<strong>en</strong> bijzonder gevoelig<br />
word<strong>en</strong> voor suggesties <strong>en</strong> aansporing<strong>en</strong> door ‘leiders’ (of ‘professionele agitator<strong>en</strong>’: in het<br />
koude-oorlog-tijdperk werd daarvoor vaak verwez<strong>en</strong> naar veronderstelde communistische<br />
agitator<strong>en</strong>). Typer<strong>en</strong>d in deze zi<strong>en</strong>swijze is dat iedere m<strong>en</strong>igte (e<strong>en</strong> verzameling m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>) e<strong>en</strong><br />
massa (‘mob’) kan word<strong>en</strong> als gevolg van de acties van agitator<strong>en</strong>, de verschijning van e<strong>en</strong> gehate
persoon of e<strong>en</strong> gehaat object, het optred<strong>en</strong> van geweld, het optred<strong>en</strong> van de politie of het<br />
achterwege blijv<strong>en</strong> van politie-optred<strong>en</strong>. ‘Any large gathering of individuals, whatever the reason<br />
for coming together, can be a source of trouble’ (Applegate, 1964).<br />
Of het nu gaat om ‘rass<strong>en</strong>rell<strong>en</strong>’ in sted<strong>en</strong>, rell<strong>en</strong> bij demonstraties of rond voetbalwedstrijd<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
dergelijke, collectief geweld in de vorm van rell<strong>en</strong> wordt dus vaak toegeschrev<strong>en</strong> aan <strong>en</strong>erzijds<br />
e<strong>en</strong> sterk rationeel <strong>en</strong> georganiseerd proces van agitator<strong>en</strong> of leiders met manschapp<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
anderzijds aan het bij uitstek emotionele <strong>en</strong> irrationele proces, waarbij e<strong>en</strong> m<strong>en</strong>igte deindividualiseert<br />
<strong>en</strong> verwordt tot e<strong>en</strong> massa. E<strong>en</strong> populair <strong>en</strong> vaak geciteerd boek van de journalist<br />
Buford (1991) is volledig in deze sfeer geschrev<strong>en</strong>. Deze ideeën hebb<strong>en</strong> in de loop der jar<strong>en</strong> in<br />
veel land<strong>en</strong> de basis gevormd (<strong>en</strong> vorm<strong>en</strong> dat vaak nog steeds) voor de opleiding <strong>en</strong> training van<br />
politie-e<strong>en</strong>hed<strong>en</strong> die optred<strong>en</strong> bij rell<strong>en</strong> <strong>en</strong> voor het beleid ter bestrijding van collectief geweld (zie<br />
o.a. Applegate, 1964; McK<strong>en</strong>zie 1982; Schmidt, 1972).<br />
Kritiek op traditionele verklaring<strong>en</strong><br />
Transformatietheorieën, die stell<strong>en</strong> dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> impulsiever, irrationeler <strong>en</strong> gewelddadiger word<strong>en</strong><br />
als gevolg van het feit dat ze deel uitmak<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> m<strong>en</strong>igte, blijk<strong>en</strong> onhoudbaar. De laatste jar<strong>en</strong><br />
is in steeds meer literatuur de opvatting onderuitgehaald, dat er bij collectief geweld <strong>en</strong><br />
massagedrag sprake is van e<strong>en</strong> transformatie. McPhail (1991) geeft e<strong>en</strong> overzicht van de<br />
theoretische <strong>en</strong> empirische overweging<strong>en</strong> daarvoor. In allerlei collectieve situaties gedrag<strong>en</strong><br />
m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zich helemaal niet uniform, irrationeel <strong>en</strong> primitief. Ook verklar<strong>en</strong> de<br />
transformatietheorieën niet waarom sommige individu<strong>en</strong> wel transformer<strong>en</strong> <strong>en</strong> ander<strong>en</strong> niet, <strong>en</strong><br />
waarom in sommige situaties wel transformatieprocess<strong>en</strong> optred<strong>en</strong> <strong>en</strong> in andere, vergelijkbare<br />
situaties, in het geheel niet. Het overgrote deel van massale bije<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> verloopt immers<br />
volstrekt geweldloos.<br />
Onderzoek onder voetbalsupporters geeft ook aan dat er in werkelijkheid ge<strong>en</strong> sprake is van e<strong>en</strong> of<br />
andere vorm van organisatie, met leiders die coördiner<strong>en</strong> <strong>en</strong> instructies gev<strong>en</strong>. Uit het jar<strong>en</strong>lange<br />
participer<strong>en</strong>de onderzoek van Armstrong (1998) onder voetbalsupporters in Sheffield blijkt<br />
bijvoorbeeld dat juist zog<strong>en</strong>aamde ‘harde-kern’ supporters e<strong>en</strong> hekel hebb<strong>en</strong> aan autoriteit <strong>en</strong><br />
gezag, ook onder elkaar.<br />
Direct observationeel onderzoek naar rell<strong>en</strong> is zeldzaam. Uit mijn eig<strong>en</strong> systematische observaties<br />
van ontstaan <strong>en</strong> escalatie van geweld in relsituaties in Nederland (Adang, 1990) bleek dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong><br />
zich bij risicowedstrijd<strong>en</strong> in het betaald voetbal <strong>en</strong> bij protestacties niet allemaal op ongeveer<br />
dezelfde manier gedroeg<strong>en</strong>. Het was zelfs in sterk geëscaleerde situaties heel zeldzaam dat meer<br />
dan 50 person<strong>en</strong> of meer dan ti<strong>en</strong> proc<strong>en</strong>t van e<strong>en</strong> groep geweld gebruikt<strong>en</strong>. Andere aanwezig<strong>en</strong><br />
ded<strong>en</strong> helemaal niets, kek<strong>en</strong> alle<strong>en</strong> maar toe of liet<strong>en</strong> merk<strong>en</strong> dat ze het geweld niet afkeurd<strong>en</strong>: ze<br />
juicht<strong>en</strong>, lacht<strong>en</strong> of liep<strong>en</strong> letterlijk mee. Hoe minder risico er was, hoe meer m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> meeded<strong>en</strong>.<br />
Het blijkt dat vooral jong<strong>en</strong>s <strong>en</strong> jonge mann<strong>en</strong> in de leeftijd van 15 tot 25 jaar geweld gebruik<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> andere aanwezig<strong>en</strong> (mann<strong>en</strong> in oudere leeftijds<strong>groep<strong>en</strong></strong>, vrouw<strong>en</strong>) veel minder. De<br />
geweldplegers hor<strong>en</strong> over het algeme<strong>en</strong> tot min of meer vaste <strong>en</strong> ervar<strong>en</strong> <strong>groep<strong>en</strong></strong>. Gewelddadige<br />
voetbalsupporters gebruik<strong>en</strong> ook buit<strong>en</strong> het voetbal vaker geweld dan de doorsnee<br />
voetbalsupporter (Van de Brug, 1986; Van der Valk <strong>en</strong> Linck<strong>en</strong>s, 1988).<br />
Uit mijn observaties blijkt verder dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> massa nog steeds in staat zijn te kiez<strong>en</strong> voor<br />
het soort gedrag dat ze verton<strong>en</strong>. Deg<strong>en</strong><strong>en</strong> die koz<strong>en</strong> voor geweld blek<strong>en</strong> zich vaak voorbereid te<br />
hebb<strong>en</strong>: zij hadd<strong>en</strong> projectiel<strong>en</strong>, wap<strong>en</strong>s of vermommingmiddel<strong>en</strong> van huis meeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Dat<br />
wijst op overleg <strong>en</strong> welbewust handel<strong>en</strong>. Ook was er sprake van risicobewustheid: de meeste<br />
m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> koz<strong>en</strong> niet voor gedrag dat voor h<strong>en</strong>zelf risico op kon lever<strong>en</strong>. Dat is zo gek nog niet.<br />
Helemaal duidelijk was dat in situaties waarbij nadrukkelijk politie aanwezig was, klaar om in te<br />
grijp<strong>en</strong>. Dan was er veel minder geweld dan in situaties waarbij de politie niet direct in kon<br />
grijp<strong>en</strong>.<br />
De doelwitt<strong>en</strong> <strong>en</strong> slachtoffers van het geweld war<strong>en</strong> meestal niet willekeurig gekoz<strong>en</strong>.<br />
Voetbalsupporters richtt<strong>en</strong> hun agressie bij voorkeur op rivaliser<strong>en</strong>de supporters. Als ze daar niet<br />
bij kond<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>, bleef er vaak niets anders over dan de trein, de bus of de hekk<strong>en</strong> van het vak<br />
waar ze in zat<strong>en</strong>. De politie werd pas e<strong>en</strong> doelwit als die te ‘lastig’ werd: als de supporters
teg<strong>en</strong>gehoud<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> of juist erg<strong>en</strong>s anders he<strong>en</strong> moest<strong>en</strong>.<br />
IN-GROUP, OUT-GROUP EN SOCIALE IDENTIFICATIE<br />
De waarneming<strong>en</strong> van het voetbalgeweld lijk<strong>en</strong> goed te pass<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> rec<strong>en</strong>t ontwikkeld model<br />
van collectief gedrag. Reicher (in press) behandelt het Elaborated Social Id<strong>en</strong>tity Model (ESIM).<br />
Dat is e<strong>en</strong> modificatie van Reichers model (Reicher e.a., 1995; Reicher, 1996) van sociale<br />
id<strong>en</strong>titeit, dat op zijn beurt weer voortborduurt op sociale id<strong>en</strong>titeits- <strong>en</strong> sociale<br />
categorisatiemodell<strong>en</strong> van Tajfel <strong>en</strong> Turner (o.a. 1986). Sociale categorisatie is het cognitieve<br />
proces waarbij individu<strong>en</strong> geclassificeerd word<strong>en</strong> als deel uitmak<strong>en</strong>d van <strong>groep<strong>en</strong></strong> of categorieën.<br />
Individu<strong>en</strong> die bij e<strong>en</strong> bepaalde groep ‘hor<strong>en</strong>’, lijk<strong>en</strong> in bepaalde opzicht<strong>en</strong> op andere led<strong>en</strong> van<br />
diezelfde groep, maar verschill<strong>en</strong> van led<strong>en</strong> van andere <strong>groep<strong>en</strong></strong>. Door de categorisering van<br />
individu<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> bepaalde groep wordt e<strong>en</strong> ingewikkelde wereld overzichtelijker. De indeling van<br />
individu<strong>en</strong> als behor<strong>en</strong>d tot de eig<strong>en</strong> groep (in-group) of juist niet (out-group) is universeel <strong>en</strong><br />
allesoverheers<strong>en</strong>d in het sociale verkeer. De gevolg<strong>en</strong> zijn groot: led<strong>en</strong> van <strong>groep<strong>en</strong></strong> zi<strong>en</strong> zichzelf<br />
als meer gelijk aan elkaar dan aan led<strong>en</strong> van de out-group; led<strong>en</strong> van de out-group word<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong><br />
als sterk op elkaar gelijk<strong>en</strong>d (wat resulteert in stereotyp<strong>en</strong>); <strong>en</strong> led<strong>en</strong> van de in-group beoordel<strong>en</strong><br />
elkaar positiever dan dat ze led<strong>en</strong> van de out-group beoordel<strong>en</strong>. Deze neiging om individu<strong>en</strong> te<br />
categoriser<strong>en</strong> in led<strong>en</strong> van de in-group dan wel out-group, met alle gevolg<strong>en</strong> van di<strong>en</strong>, heeft<br />
vermoedelijk e<strong>en</strong> lange evolutionaire voorgeschied<strong>en</strong>is (Thi<strong>en</strong>pont <strong>en</strong> Cliquet, 1999).<br />
Het ESIM model bouwt hierop voort <strong>en</strong> gaat er van wordt uit dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zowel e<strong>en</strong> persoonlijke<br />
als e<strong>en</strong> sociale id<strong>en</strong>titeit bezitt<strong>en</strong>. (Je kunt je overig<strong>en</strong>s afvrag<strong>en</strong> of het zinvol is te prat<strong>en</strong> over e<strong>en</strong><br />
‘persoonlijke’ id<strong>en</strong>titeit van m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>, los van de sociale categorieën waar iemand toe behoort, maar<br />
dat is in dit verband niet relevant). De sociale id<strong>en</strong>titeit wordt niet alle<strong>en</strong> bepaald door wie tot de<br />
groep behor<strong>en</strong>, maar juist ook door wie er niet toe behor<strong>en</strong>. Er is in feite sprake van meerdere<br />
sociale id<strong>en</strong>titeit<strong>en</strong>, aangezi<strong>en</strong> ieder individu lid is van meer dan één sociale groep (gezin, familie,<br />
buurt, ver<strong>en</strong>iging, nationaliteit, etc.). De sociale id<strong>en</strong>titeit van e<strong>en</strong> individu wordt geactiveerd<br />
(sali<strong>en</strong>t) wanneer e<strong>en</strong> individu zich in e<strong>en</strong> van de <strong>groep<strong>en</strong></strong> bevindt waar hij of zij lid van is. De<br />
sociale id<strong>en</strong>titeit wordt belangrijker naarmate de desbetreff<strong>en</strong>de groep belangrijker is voor het<br />
individu. Wanneer de sociale id<strong>en</strong>titeit wordt geactiveerd, neemt het individu de norm<strong>en</strong> van de<br />
betreff<strong>en</strong>de groep aan <strong>en</strong> zal hij of zij e<strong>en</strong> grotere neiging hebb<strong>en</strong> daarnaar te handel<strong>en</strong>. Het<br />
resulter<strong>en</strong>de gedrag is niet ongericht, zoals in klassieke theorieën van massagedrag verondersteld<br />
werd: het is gebond<strong>en</strong> aan de norm<strong>en</strong> van de groep.<br />
In massale situaties is het vaak onduidelijk wat het ‘juiste’ gedrag is. Volg<strong>en</strong>s de Emerg<strong>en</strong>t Norm<br />
theorie van Turner <strong>en</strong> Killian (1987) zoud<strong>en</strong> nieuwe gedragsnorm<strong>en</strong> ter plaatse kunn<strong>en</strong> ontstaan<br />
via het proces van ‘milling’ (het door elkaar beweg<strong>en</strong> <strong>en</strong> met elkaar communicer<strong>en</strong> van individu<strong>en</strong><br />
binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> m<strong>en</strong>igte) waarbij bepaalde individu<strong>en</strong> (‘keynoters’) grotere invloed zoud<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> dan<br />
andere. Volg<strong>en</strong>s het ESIM is dat niet nodig, maar volstaat het dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> kijk<strong>en</strong> naar wat ander<strong>en</strong>,<br />
die gezi<strong>en</strong> word<strong>en</strong> als hor<strong>en</strong>d bij de eig<strong>en</strong> groep, do<strong>en</strong>. De uiteindelijk ontstane norm<strong>en</strong> vorm<strong>en</strong><br />
daarmee e<strong>en</strong> weerspiegeling van de norm<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> sociale categorie <strong>en</strong> zijn in die zin niet<br />
spontaan. Wel is het mogelijk dat in de loop van e<strong>en</strong> concrete gebeurt<strong>en</strong>is individu<strong>en</strong> ander<strong>en</strong> als<br />
lid van hun sociale categorie gaan zi<strong>en</strong>, die ze in andere situaties als niet-lid zoud<strong>en</strong> beschouw<strong>en</strong>.<br />
Als e<strong>en</strong> confrontatie tuss<strong>en</strong> twee <strong>groep<strong>en</strong></strong> ontstaat (bijvoorbeeld twee <strong>groep<strong>en</strong></strong> voetbalsupporters of<br />
e<strong>en</strong> groep voetbalsupporters met de politie) kunn<strong>en</strong> ook voetbalsupporters die ge<strong>en</strong> deel uitmak<strong>en</strong><br />
van e<strong>en</strong> ‘harde kern’ <strong>en</strong> niet uit zijn op geweld, zich onderdeel gaan voel<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> groep die<br />
aangevall<strong>en</strong> wordt.<br />
SYNCHRONISATIE ZONDER ORGANISATIE<br />
Als we vanuit het ‘sociale-id<strong>en</strong>titeits-perspectief’ kijk<strong>en</strong> naar wat er feitelijk gebeurt tijd<strong>en</strong>s<br />
collectief geweld, is het goed te bed<strong>en</strong>k<strong>en</strong> dat gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> waar m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> massaal bije<strong>en</strong>kom<strong>en</strong><br />
tijdelijk van aard zijn <strong>en</strong> e<strong>en</strong> kort dur<strong>en</strong>. Bije<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> van voetbalsupporters vorm<strong>en</strong> daarop<br />
ge<strong>en</strong> uitzondering. M<strong>en</strong>s<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> deel uit van allerlei <strong>groep<strong>en</strong></strong> (familie, buurt, ver<strong>en</strong>iging, werk,
natie, cultuur, lev<strong>en</strong>sbeschouwelijke groepering etc.) die zeld<strong>en</strong> of nooit fysiek op één plaats<br />
aanwezig zijn. Er kunn<strong>en</strong> allerlei red<strong>en</strong><strong>en</strong> zijn waarom verschill<strong>en</strong>de soort<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> bije<strong>en</strong>kom<strong>en</strong>,<br />
om verschill<strong>en</strong>de red<strong>en</strong><strong>en</strong>, vanuit verschill<strong>en</strong>de achtergrond<strong>en</strong> <strong>en</strong> om verschill<strong>en</strong>de doel<strong>en</strong> te<br />
bereik<strong>en</strong>. Voorafgaand aan de feitelijke bije<strong>en</strong>komst kunn<strong>en</strong> activiteit<strong>en</strong> <strong>en</strong> gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong><br />
plaatsvind<strong>en</strong> die als voorbereiding di<strong>en</strong><strong>en</strong> of op e<strong>en</strong> andere manier invloed uitoef<strong>en</strong><strong>en</strong> op de<br />
bije<strong>en</strong>komst.<br />
Vanuit hun dagelijkse leefomgeving vertrekk<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong> verzamelpunt. Daarbij hebb<strong>en</strong> ze<br />
ieder voor zich één bepaald doel of meerdere doel<strong>en</strong>, die niet overe<strong>en</strong> hoev<strong>en</strong> te kom<strong>en</strong> met het<br />
officiële doel van de bije<strong>en</strong>komst. De meeste voetbalsupporters zull<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong> wedstrijd gaan in<br />
de hoop goed voetbal of e<strong>en</strong> spann<strong>en</strong>de wedstrijd te zi<strong>en</strong>, ander<strong>en</strong> om k<strong>en</strong>niss<strong>en</strong> of relaties te<br />
treff<strong>en</strong>, weer ander<strong>en</strong> omdat er misschi<strong>en</strong> wel iets spann<strong>en</strong>ds gebeurt <strong>en</strong> nog weer ander<strong>en</strong> om<br />
rivaliser<strong>en</strong>de supporters uit te dag<strong>en</strong>. Meerdere red<strong>en</strong><strong>en</strong> zijn uiteraard ook mogelijk, afhankelijk<br />
van persoonlijke <strong>en</strong> maatschappelijke omstandighed<strong>en</strong>.<br />
Het aantal <strong>en</strong> type m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> dat bije<strong>en</strong>komt is afhankelijk van e<strong>en</strong> groot aantal factor<strong>en</strong>, zoals het<br />
formele doel van de bije<strong>en</strong>komst <strong>en</strong> de mogelijkheid om informele doel<strong>en</strong> te verwez<strong>en</strong>lijk<strong>en</strong>, het<br />
gemak waarmee naar de bije<strong>en</strong>komst gereisd kan word<strong>en</strong>, weersomstandighed<strong>en</strong>, de bek<strong>en</strong>dheid<br />
van de bije<strong>en</strong>komst, de voorgeschied<strong>en</strong>is van de bije<strong>en</strong>komst, <strong>en</strong>zovoorts. Maar één ding is zeker:<br />
wat er ook gebeurt, na verloop van tijd gaat m<strong>en</strong> weer naar huis.<br />
E<strong>en</strong> deel van de informatie-uitwisseling tuss<strong>en</strong> bij de bije<strong>en</strong>komst betrokk<strong>en</strong> individu<strong>en</strong> kan van<br />
tevor<strong>en</strong> plaatsvind<strong>en</strong>, zonder de beperking<strong>en</strong> die massale situaties met zich meebr<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Deze<br />
voorafjes onttrekk<strong>en</strong> zich vaak aan waarneming door derd<strong>en</strong> <strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> bijdrag<strong>en</strong> aan of leid<strong>en</strong> tot<br />
e<strong>en</strong> zekere taakverdeling <strong>en</strong> e<strong>en</strong> synchronisatie van gedrag (‘als er dat gebeurt, do<strong>en</strong> we dat’). Hoe<br />
groter de groep die uiteindelijk sam<strong>en</strong>komt, hoe onwaarschijnlijker dat e<strong>en</strong> groot deel van de<br />
individu<strong>en</strong> op de hoogte is van dit soort afsprak<strong>en</strong>, t<strong>en</strong>zij er maatregel<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> zijn om ervoor<br />
te zorg<strong>en</strong> dat de informatie op voorhand verspreid wordt (bijvoorbeeld via de media) of dat de<br />
informatie op het punt van sam<strong>en</strong>komst ter beschikking komt. Daarnaast kan synchronisatie van<br />
gedrag plaatsvind<strong>en</strong> doordat individu<strong>en</strong> meer dan e<strong>en</strong>s in vergelijkbare situaties verzeild rak<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
er zich in de loop van de tijd bepaalde bewuste of onbewuste ‘regels’, norm<strong>en</strong> of gewoontes<br />
gevormd hebb<strong>en</strong>.<br />
Het verloop van de massale gebeurt<strong>en</strong>is is ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s afhankelijk van e<strong>en</strong> groot aantal factor<strong>en</strong>,<br />
waaronder het aantal <strong>en</strong> het type deelnemers, de verwachting<strong>en</strong> van deze deelnemers <strong>en</strong> de door<br />
deze deelnemers getroff<strong>en</strong> voorbereiding<strong>en</strong>. Ook plaatselijke k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> zijn van belang: zijn de<br />
deelnemers ter plaatse bek<strong>en</strong>d of niet; zijn er risico-object<strong>en</strong>; zijn er vluchtmogelijkhed<strong>en</strong>; zijn er<br />
‘wap<strong>en</strong>s’ beschikbaar, bijvoorbeeld in de vorm van st<strong>en</strong><strong>en</strong>. De aanwezigheid <strong>en</strong> het optred<strong>en</strong> van<br />
de politie <strong>en</strong> de g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> veiligheidsmaatregel<strong>en</strong> spel<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> rol. De belangrijkste factor<br />
zijn echter de doel<strong>en</strong> die de diverse deelnemers nastrev<strong>en</strong> <strong>en</strong> in hoeverre het h<strong>en</strong> mogelijk gemaakt<br />
wordt deze doel<strong>en</strong> te bereik<strong>en</strong>. De verbind<strong>en</strong>de schakel tuss<strong>en</strong> al deze elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> is het feit dat<br />
m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> bij <strong>groep<strong>en</strong></strong> hor<strong>en</strong> <strong>en</strong> er zich mee id<strong>en</strong>tificer<strong>en</strong>.<br />
DE ROL VAN INDIVIDUEN BINNEN EEN GROEP<br />
De activering van sociale id<strong>en</strong>titeit in combinatie met in-/out-group rivaliteit of competitie kan zo<br />
leid<strong>en</strong> tot het ontstaan <strong>en</strong> de escalatie van geweld tuss<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de <strong>groep<strong>en</strong></strong>, bijvoorbeeld<br />
<strong>groep<strong>en</strong></strong> voetbalsupporters, zonder dat daar e<strong>en</strong> formele of zelfs maar uitgebreide informele<br />
organisatie voor nodig is. De manier waarop m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zich in massa's gedrag<strong>en</strong>, kan dan ook<br />
verklaard word<strong>en</strong> vanuit normale sociale mechanism<strong>en</strong> die ook in andere sociale situaties e<strong>en</strong> rol<br />
spel<strong>en</strong>, zoals (Adang, 1998):<br />
- prestigeverwerving: groepsgeweld is waarschijnlijk in hoge mate e<strong>en</strong> product van<br />
statusbehoeft<strong>en</strong> van individu<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de betrokk<strong>en</strong> <strong>groep<strong>en</strong></strong> (cf. van Dijk, 1977);<br />
- onderlinge steunverl<strong>en</strong>ing <strong>en</strong> solidariteitsbetuiging t<strong>en</strong> opzichte van e<strong>en</strong> als vijandig ervar<strong>en</strong><br />
sociale omgeving;<br />
- sociaal verk<strong>en</strong>ningsgedrag.<br />
Daarbij kunn<strong>en</strong> individu<strong>en</strong> gezam<strong>en</strong>lijk effect<strong>en</strong> bewerkstellig<strong>en</strong> die op individuele basis niet te
ereik<strong>en</strong> zijn. Bij de escalatie van geweld speelt bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> e<strong>en</strong> rol dat individu<strong>en</strong> ervar<strong>en</strong> dat het<br />
mogelijk is geweld te gebruik<strong>en</strong>, zonder veel risiko van negatieve consequ<strong>en</strong>ties.<br />
Het typische escalatieproces, waarbij na relatief kleine incid<strong>en</strong>t<strong>en</strong> e<strong>en</strong> groter aantal m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> geweld<br />
gaat pleg<strong>en</strong>, k<strong>en</strong>t meestal de volg<strong>en</strong>de karakteristieke fas<strong>en</strong>:<br />
- er is in to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de mate e<strong>en</strong> verdeling in twee of meer partij<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> onderverdeling in ‘wij’<br />
versus ‘zij’, in-group versus out-group;<br />
- er is sprake van e<strong>en</strong> incid<strong>en</strong>t, misverstand of iets dergelijks dat door verschill<strong>en</strong>de aanwezig<strong>en</strong><br />
verschill<strong>en</strong>d beoordeeld wordt;<br />
- op het incid<strong>en</strong>t wordt gereageerd met geweld;<br />
- ook ander<strong>en</strong> gaan geweld gebruik<strong>en</strong>, door solidarisering <strong>en</strong> onderlinge steunverl<strong>en</strong>ing via het<br />
proces van sociale id<strong>en</strong>tificatie.<br />
Ook bij de gewelddadige confrontaties tuss<strong>en</strong> <strong>groep<strong>en</strong></strong> voetbalsupporters treedt dit escalatieproces<br />
op. Tev<strong>en</strong>s is er sprake van zelfselectie: deg<strong>en</strong><strong>en</strong> die er niet toe neig<strong>en</strong> zich met e<strong>en</strong> bepaalde<br />
groep te id<strong>en</strong>tificer<strong>en</strong>, zull<strong>en</strong> niet aanwezig zijn. In sommige opzicht<strong>en</strong> is zeker sprake van <strong>en</strong>ige<br />
vorm van welbewuste afstemming of coördinatie. In het begin is die ironisch g<strong>en</strong>oeg vooral tot<br />
stand is gekom<strong>en</strong> in reactie op door overheid <strong>en</strong> politie g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> beperk<strong>en</strong>de maatregel<strong>en</strong> ter<br />
bevordering van de veiligheid <strong>en</strong> erop gericht die veiligheidsmaatregel<strong>en</strong> te omzeil<strong>en</strong>.<br />
CONCLUSIE<br />
Gedragswet<strong>en</strong>schappelijk is de veronderstelling dat collectief geweld per definitie georganiseerd<br />
geweld is, niet houdbaar. Ook in het specifieke geval van voetbalgeweld is er ge<strong>en</strong> ‘criminele<br />
organisatie’ nodig om confrontaties tuss<strong>en</strong> <strong>groep<strong>en</strong></strong> voetbalvandal<strong>en</strong> tot collectief gewelddadig<br />
gedrag te lat<strong>en</strong> escaler<strong>en</strong>. Het beeld van massapsychose waarbij e<strong>en</strong> m<strong>en</strong>igte de-individualiseert <strong>en</strong><br />
zich collectief aan irrationeel geweld te buit<strong>en</strong> gaat, komt niet met de werkelijkheid overe<strong>en</strong>. De<br />
manier waarop m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zich bij incid<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van collectief geweld gedrag<strong>en</strong>, kan heel goed vanuit<br />
normale sociale mechanism<strong>en</strong> word<strong>en</strong> verklaard. Duidelijk is dat zodra de sociale id<strong>en</strong>titeit wordt<br />
geactiveerd, individu<strong>en</strong> g<strong>en</strong>eigd zijn zich te gedrag<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s de norm<strong>en</strong> van de groep. Daarbij is<br />
ook e<strong>en</strong> historische dim<strong>en</strong>sie van belang: herinnering<strong>en</strong> aan eerdere confrontaties tuss<strong>en</strong> <strong>groep<strong>en</strong></strong><br />
leid<strong>en</strong> tot voorstelling<strong>en</strong> <strong>en</strong> verwachting<strong>en</strong> die het verloop van volg<strong>en</strong>de interacties mede bepal<strong>en</strong>.<br />
Toekomstig onderzoek naar collectief geweld zal zich meer moet<strong>en</strong> richt<strong>en</strong> op de factor<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
mechanism<strong>en</strong> die van invloed zijn op de gelding van groepsnorm<strong>en</strong> <strong>en</strong> activering van sociale<br />
id<strong>en</strong>titeit.<br />
LITERATUUR<br />
Adang, O.M.J. (1990) Geweld <strong>en</strong> politie-optred<strong>en</strong> in relsituaties, Utrecht: Universiteit Utrecht.<br />
Adang, O.M.J. (1998) Hooligans, autonom<strong>en</strong>, ag<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. Geweld <strong>en</strong> politie-optred<strong>en</strong> in relsituaties,<br />
Alph<strong>en</strong> aan d<strong>en</strong> Rijn: Samsom.<br />
Applegate, R. (1964) Crowd and riot control, Harrisburg: the Stackpole Company.<br />
Armstrong, G. & R. Harris (1991): ‘Football hooligans: Theory and evid<strong>en</strong>ce’, Sociological<br />
Review: 427- 457.<br />
Armstrong G. (1998) Football hooligans. Knowing the score, Oxford: Berg.<br />
Bol, M.W. & C.J. van Netburg (1997) Voetbalvandal<strong>en</strong>/ voetbalcriminel<strong>en</strong>, D<strong>en</strong> Haag: WODC.<br />
Buford, B. (1991) Among the Thugs: The Experi<strong>en</strong>ce, and the Seduction, of Crowd Viol<strong>en</strong>ce,<br />
New York: W.W. Norton & Co.<br />
Brug, H. van d<strong>en</strong> (1986) Voetbalvandalisme: e<strong>en</strong> speurtocht naar verklar<strong>en</strong>de factor<strong>en</strong>, Haarlem:<br />
De Vrieseborch.<br />
COT (1999) Voetbal <strong>en</strong> geweld. Onderzoek naar aanleiding van rell<strong>en</strong> <strong>en</strong> plundering<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong><br />
huldiging in Rotterdam (25 april 1999), Alph<strong>en</strong> aan d<strong>en</strong> Rijn: Samsom.<br />
Dijk, J.J.M. van (1977) Dominantiegedrag <strong>en</strong> geweld. E<strong>en</strong> multidisciplinaire visie op de veroorzaking van<br />
geweldmisdrijv<strong>en</strong>, Nijmeg<strong>en</strong>: Dekker & van de Vegt.<br />
Ek, R. (1996) Hooligans. Fakt<strong>en</strong>. Hintergrunde. Analys<strong>en</strong>, Worms: Cicero Verlag.
Marsh, P., E. Rosser & R. Hare (1978) The rules of disorder: London: Routledge & Keagan Paul.<br />
McK<strong>en</strong>zie, I.K. (1982) ‘Unlawful assembly: riot, rout: the mechanics of the mob’, Police Studies,<br />
1: 40-46.<br />
Miller, N. & J. Dollard (1941) Social learning and imitation, New Hav<strong>en</strong>: Yale University Press.<br />
McPhail, C. (1991) The myth of the madding crowd, New York: Aldine de Gruyter.<br />
Reicher, S., R. Spears, & T. Postmes (1995) ‘A social id<strong>en</strong>tity model of deindividuation<br />
ph<strong>en</strong>om<strong>en</strong>a’, European Review of Social Psychology, 6: 161- 198.<br />
Reicher S. (1996) ‘The Battle of Westminster: developing the social id<strong>en</strong>tity model of crowd<br />
behaviour in order to deal with the initiation and developm<strong>en</strong>t of collective conflict’, European<br />
Journal of Social Psychology, 26: 115-134.<br />
Reicher, S. (in druk) The psychology of crowd dynamics, University of St. Andrews, School of<br />
Psychology.<br />
Schmidt, G. (1972) ‘Psychologische aspect<strong>en</strong> van politieel optred<strong>en</strong> bij volksverzameling<strong>en</strong>’,<br />
Algeme<strong>en</strong> Politieblad, 121: 295-301.<br />
Thi<strong>en</strong>pont, K. & R. Cliquet (1999) ‘Introduction: In-group/Out-group Studies and evolutionary<br />
biology’, in: K. Thi<strong>en</strong>pont & R. Cliquet (eds.) In-group/ Out-group behaviour in modern societies.<br />
An evolutionary perspective, Brussel: Vlaamse Geme<strong>en</strong>schap: 3-20.<br />
Tajfel, H. & J.C. Turner (1986) ‘The social id<strong>en</strong>tity theory of intergroup behavior’, in: S. Worchel<br />
& W.G. Austin (eds.) The psychology of intergroup relations, Chicago: Nelson-Hall: 7-24.<br />
Turner, R.H. & T.M. Killian (1987 3 ) Collective behaviour, Englewood Cliffs: Pr<strong>en</strong>tice Hall.<br />
Valk, P. van der & P.J. Linck<strong>en</strong>s (1988) ‘Voetbalvandal<strong>en</strong>: hun contact<strong>en</strong> met politie <strong>en</strong> Justitie’,<br />
Tijdschrift voor Criminologie, 30 (4): 313-320.<br />
Zimbardo, P.G. (1970) ‘The human choice: individuation, reason, and order versus<br />
deindividuation, impulse and chaos’, in: W.J. Arnold & D. Levine (eds.) Nebraska symposium on<br />
motivation, 1969, Lincoln, NE: University of Nebraska Press: p 628.