Actieve beleggingsfondsen slaan plank mis - Bboc

Actieve
beleggingsfondsen
slaan plank mis
StatiStieken zeer defenSieve mixportefeuilleS per 31 december 2011
Portefeuille Ytd 1 Jaar 3 Jaar 1 5 Jaar 1 St.dev. 2 Sharpe 2 % Pos.
maanden
40 | theasset.nl
Grootste mnd
winst
Grootste mnd
verlies
BNP Paribas Portfolio fof Cons 0,99% 0,99% 7,02% n.a. 3,78% 1,69 75% 2,99% -1,71%
WUE Beperkt Risico -0,77% -0,77% 5,74% n.a. n.a. n.a. n.a. n.a. n.a.
ING Dynamic Mix I 1,07% 1,07% 5,72% 2,65% 3,98% 1,24 64% 3,39% -2,32%
Blackrock FOI CONS -0,76% -0,76% 5,54% 1,16% 3,81% 1,24 67% 2,99% -2,07%
Allianz Plus Zeer Defensief 2,23% 2,23% 5,51% 3,23% 4,15% 1,13 67% 3,07% -2,21%
BNP Paribas L1 Div Cons Wrld -2,39% -2,39% 5,04% n.a. 4,08% 1,02 75% 2,71% -2,95%
Robeco PVB Zeer Defensief 0,61% 0,61% 4,61% n.a. 3,13% 1,18 69% 2,30% -1,58%
Zeer Defensieve Index (10/90) 2,97% 2,97% 4,11% 2,80% 4,42% 0,71 61% 3,97% -2,15%
AXA Model Fund I 0,73% 0,73% 4,04% -0,41% 4,24% 0,73 56% 3,19% -2,74%
Allianz Zeer Defensief 2,16% 2,16% 3,43% 2,11% 3,32% 0,73 58% 2,94% -1,52%
NNEK Waakzaamheid Plus -3,43% -3,43% 3,40% -3,49% n.a. n.a. n.a. n.a. n.a.
SNS Optimaal Geel -1,98% -1,98% 3,35% 0,69% 5,40% 0,43 58% 4,47% -3,35%
BNP Paribas L1 Model 2 0,54% 0,54% 3,29% 1,03% 3,54% 0,64 56% 2,50% -1,48%
Robeco Safe Mix 0,79% 0,79% 3,25% 2,37% 2,92% 0,77 64% 2,42% -1,59%
Today’s BP Defensief -4,47% -4,47% 1,91% n.a. n.a. n.a. n.a. n.a. n.a.
Today’s Behouden Huys -0,92% -0,92% 1,52% n.a. n.a. n.a. n.a. n.a. n.a.
BNP Paribas L1 Model 1 0,36% 0,36% 0,78% 2,00% 2,99% -0,11 53% 2,33% -1,91%
SNS Optimaal Blauw -0,51% -0,51% n.a. n.a. n.a. n.a. n.a. n.a. n.a.
1 Gemiddeld rendement per jaar., 2 Berekend over de laatste 3 jaar.
Noot: de index bestaat uit 10% MSCI World Index & 100% Citigroup EMU Government Bond Index All Maturities. De simulatie heeft plaatsgevonden op basis van de onderliggende fondsen en/of indices.
In deze tabel zijn de fondsen gerangschikt op basis van hun jaarrendement over de afgelopen drie jaar. Hieruit blijkt dat over drie jaar gemeten 7 van de 16 fondsen met drie jaar historie de index hebben
weten te verslaan. Echter, over het afgelopen jaar 2011 heeft geen enkel fonds het beter gedaan! Geen enkel fonds wist een hoger rendement dan het indexrendement van 2,97% te halen. Bron: BBOC

Geen
enkel fonds
verslaat
benchmark
Walter Jans
AUTEUR: Walter Jans, directeur van research- en opleidingsinstituut BBOC
AcTIeVe beLeggINgSfoNDSeN THAILAND
Slechts zeer weinig actieve fondsen slagen erin hun benchmark structureel te verslaan. Veel
actieve fondsmanagers sloegen vorig jaar de plank mis. Desalniettemin hebben bepaalde
actieve fondsen wel degelijk een volledig bestaansrecht. Zelfs als die actieve fondsen in het
verleden een (kleine) underperformance hebben laten zien, kan een positieve verwachting
v
an geen enkel actief
beleggingsfonds
mag een outperformance
worden verwacht in iedere
subperiode. Sterker nog, zelfs de
allerbeste actieve fondsen zullen
in een bepaalde periode underperformance
laten zien. Waar het
dan vaak op neerkomt, is dat de
actieve fondsmanager ondanks
de tijdelijke underperformance
weet vast te houden aan zijn eigen
beleggingsfilosofie en -strategie.
In die zin is het erg spannend wat
actieve managers het komende jaar
zullen gaan doen. Het jaar 2011
was namelijk een zeer moeilijk
beleggingsjaar voor actieve beleggers.
En actieve beleggers leken
allemaal dezelfde ‘fouten’ te maken,
waardoor bijna geen enkel actief
fonds zijn benchmark in 2011 wist
te verslaan.
Bovenstaande wordt bevestigd
door de beleggingsresearch van
BBOC. Als we de mixportefeuilles
met een zeer defensief risicoprofiel
als uitgangspunt nemen, dan blijkt
dat geen enkel fonds de benchmark
vorig jaar heeft weten te verslaan.
Terwijl meer dan de helft van
dezelfde fondsen over de afgelopen
drie jaar gemeten tot een hoger
rendement wist te komen dan het
rendement van de benchmark. Als
benchmark voor deze portefeuilles
hanteert BBOC een verdeling van
90% MSCI World Total Return
(aandelen wereldwijd) en 10%
Citigroup EMU Government Bond
Index (Europese staatsobligaties).
op fundamentele gronden een keuze voor deze fondsen rechtvaardigen.
Grote uitslaGen Wat
maakte 2011 voor actieve beleggers
in het zeer defensieve profiel nou
zo moeilijk? Op de eerste plaats
was dat uiteraard de eurocrisis.
Deze zorgde voor ongewoon grote
uitslagen op de obligatiemarkt als
gevolg van een continu zweven van
beleggers tussen hoop en vrees.
Met andere woorden, de ene dag
vluchten beleggers massaal in
veilig staatspapier om alweer de
andere dag, bijvoorbeeld na weer
een EU-top, massaal over te stappen
richting aandelen. Deze bijna
hysterische bewegingen bleken
moeilijk te voorspellen door actieve
beleggers.
Op de tweede plaats vond er een
grote divergentie plaats tussen de
rendementen op het staatspapier
uit de verschillende Europese landen.
Als we ons realiseren dat meer
dan 50% van de obligatie-index
bestaat uit staatspapier van respectievelijk
Frankrijk, Italië en Spanje
en dat juist de kredietwaardigheid
van dit staatspapier in 2011 onder
druk kwam te staan, dan vinden
we een groot deel van de verklaring
van de underperformance
van de zeer defensieve actieve
fondsen. Immers vele vermogensbeheerders
namen het zekere voor
het onzekere door voor een groot
deel afscheid te nemen van dit
staatspapier, terwijl over het gehele
jaar genomen (en in het bijzonder
in de maand december) het
rendement op dit staatspapier juist
(extreem) hoog was.
Op de derde plaats kan de underperformance
van de zeer actieve
fondsen worden toegeschreven
aan het slechte jaarresultaat van
de internationale aandelenmarkt
(MSCI World Index).
Positief rendement De
meeste professionele beleggers vonden
de waarderingen van aandelen
begin 2011 een stuk aantrekkelijker
dan het rendementsvooruitzicht
op een Europese obligatieportefeuille.
Echter, hoewel de 10-jaars
kapitaalmarktrente in Nederland
begin 2011 al het lage niveau van
3,18% noteerde, werd het jaar nog
eens bijna 100 basispunten lager afgesloten
met een 10-jaarsrente van
2,22% en omdat obligatiekoersen
omgekeerd aan de rente bewegen,
vertaalde dit zich in een positief
rendement op obligaties. De grote
vraag in 2012 is dan ook of de landen
uit de Europese periferie een
nieuwe stijging van hun kapitaalmarktrentes
weten te voorkomen
en of beleggers weer langzaam aan
het vertrouwen weten te herwinnen
om van obligaties richting
aandelen te bewegen.
Het grote verschil tussen begin
2011 en begin 2012 is in ieder
geval de voorzichtigheid waarmee
actieve beleggers het komende jaar
proberen te voorspellen.
Niemand lijkt overtuigd te zijn
welke richting de markt zal
opgaan. Eens kijken of deze voorzichtigheid
in het komende jaar
tot betere resultaten leidt.
theasset.nl | 41