RAAD VOOR EUROPESE ZAKEN - Historici.nl
RAAD VOOR EUROPESE ZAKEN - Historici.nl
RAAD VOOR EUROPESE ZAKEN - Historici.nl
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>RAAD</strong> <strong>VOOR</strong> <strong>EUROPESE</strong> <strong>ZAKEN</strong><br />
Nr.8859<br />
Zeer Geheim<br />
Notulen van de vergadering gehouden<br />
op woensdag 20 juni 19 79 in het Catshuis<br />
van 10.00 tot 11.00 uur<br />
Ex.nr.<br />
Aanwezig: minister-president Van Agt en de ministers<br />
Van Aardenne, Andriessen en Van der Klaauw<br />
lalsmede staatssecretaris Van dor Mei<br />
Voorts zijn aanwezig de heren Arlman (Fin),<br />
Bergman (LV), Boele (EZ), Van Gorkom (BuZa),<br />
Marges (AZ), Posthumus Meyjes (BuZa),<br />
Van Rhijn (EZ), Van Swinderen (PV) en<br />
Wellink (Fin)<br />
Secretaris : mr. J.P.M.H. MerckeIbach<br />
Adjunct-secretaris: mr. H.J. Drabbe<br />
1. a. Notulen van de vergadering van 5 maart 19 79<br />
(nr. 864 7)<br />
De notulen worden ongewijzigd vastgesteld.<br />
1. b. Notulen van de vergadering van 9 maart 19 79<br />
(nr. 8674)<br />
2. Mededelingen<br />
De notulen worden ongewijzigd vastgesteld<br />
De minister-president deelt mede dat de<br />
delegatie donderdag 21 juni om 10.00 uur vanaf<br />
vliegveld Zestienhoven zal vertrekken. Om 12.15 uur<br />
zal vooroverleg met de Beneluxpartners plaatsvinden<br />
in de Belgische Permanente Vertegenwoordiging te<br />
Straatsburg.<br />
Z00415,NA, 2.02.05.02 (Arch. MR),Nationaal Archief, Den Haag,2875<br />
«10022*
Zeer Geheim - 10 - REZ 20 juni 1979<br />
6°. Ten aanzien van een eventuele dialoog kan de<br />
delegatie stellen dat deze zich in dit stadium<br />
tot energievraagstukken zou dienen te beperken.<br />
De raad besluit aldus.<br />
e) Convergent ie __van_he t_economisch_beleid<br />
I<br />
(pt. 3d)<br />
Minister Andriessen merkt naar aa<strong>nl</strong>eiding<br />
van de concept-interventies op dat er een onderscheid<br />
bestaat tussen convergentie van het economisch beleid<br />
en convergentie van de economieën. In het laatste<br />
geval gaat het in wezen om overdracht van middelen.<br />
In het eerste geval om de coördinatie van het<br />
economisch beleid, waartoe Nederland tijdens de<br />
vorige Europese Raad een voorstel van v i j f punten<br />
heeft ingediend. Wat betreft de convergentie van de<br />
economieën wil spreker hardere clausules met betrekking<br />
tot het Verenigd Koninkrijk, dan thans in de tekst staan.<br />
Dit nog afgezien van de vraag of Nederland moet zeggen<br />
dat de netto-positie van het Verenigd Koninkrijk<br />
en van Italië moet worden verbeterd. In de laatste<br />
Eco-I ?<br />
in-raad had de Britse delegatie een zeer strikt<br />
mandaat. Indien Nederland de deur zou willen openzetten<br />
voor de Britse wensen dan moeten hardere toezeggingen<br />
aan de Britten worden gevraagd.<br />
Minister Van Aardenne onderschrijft dit en<br />
wijst op de tekst in de interventie, waarin wordt<br />
onderstreept dat een doeltreffende coördinatie<br />
van het economisch beleid een middel is om een<br />
grotere convergentie van de economische prestaties<br />
van de lidstaten te realiseren. Wellicht dat het<br />
Verenigd Koninkrijk nu bereid is om via meer<br />
coördinatie van het economisch beleid te komen<br />
tot meer convergentie van de economieën. In dat<br />
geval kan daar wat tegenover gesteld worden.<br />
Minister Van der Klaauw meent dat ook de<br />
sfeer tijdens de Europese Raad van invloed zal zijn.<br />
Premier Thatcher zal daar voor het eerst aanwezig<br />
zijn. In verband hiermee zal een zekere vrijheid<br />
van handelen voor de delegatie nodig zijn.<br />
De heer Wellink merkt op dat de ministers<br />
Andriessen en Van Aardenne hebben gesteld<br />
dat het gaat om een wijziging van de netto-positie<br />
van het Verenigd Koninkrijk en dat daaraan kan<br />
worden meegewerkt indien harde toezeggingen worden<br />
verkregen. Minister Van der"Klaauw heeft opgemerkt<br />
dat ook de sfeer tijdens de Europese Raad van invloed<br />
zal zijn. Spreker vraagt zich af of dit laatste<br />
betekent dat bij een goede sfeer geen eisen gesteld<br />
behoeven te worden aan het Verenigd Koninkrijk.<br />
Hij meent dat het Verenigd Koninkrijk zeer duidelijk<br />
is met wat het wenst en dat een goede sfeer onvoldoende<br />
is om de Nederlandse eisen te laten vallen.<br />
Z00415,NA, 2.02.05.02 (Arch. MR),Nationaal Archief, Den Haag,2875
concludeert als<br />
volgt: De<br />
Zeer Geheim - 11 - REZ 20 juni 1979<br />
Minister Van der Klaauw had alleen bezwaar -<br />
tegen het stellen vaïï "harde 11<br />
eisen. Men kan zijn<br />
standpunt ook vriendelijker presenteren, zonder minder<br />
duidelijk te zijn. Spreker acht het ook mogelijk dat<br />
Premier Thatcher alleen met een algemene verklaring<br />
delegatie zal het ^ ^ n i e t m e t c o n c r e t e voorstellen.<br />
Meyjcs verwacht dat het<br />
D e h e G r P o s t h u m u s<br />
e S S e i l<br />
en onder<br />
blijven on er verenigd Koninkrijk een erkenning wil van hetqeen<br />
strepen. Ter<br />
zake van de het als een probleem ziet.<br />
Britse wensen<br />
De heer Van Swinderen verwacht van deze<br />
t.a.v. middelen- Europese Raad nog geen inhoudelijke conclusies. Het<br />
overdracht en de Verenigd Koninkrijk zal met een procedure-voorstel<br />
e n<br />
EG-begrötïng zal komen daarmee zal een erkenning van het probleem<br />
de delegatie gevraagd worden. De vraag is welke uiterste formule<br />
alleen dan met voor Nederland aanvaardbaar is.<br />
een studieopdracht<br />
D e<br />
aan de Commissie die een terughoudend standpunt innemen en meent dat<br />
m e n<br />
instemmen wanneer<br />
n u no<br />
9 niet toe is aan een erkenning van het<br />
van een duide- probleem. In de concept-interventie staat dat men<br />
lijke, concrete<br />
en constructieve<br />
houding en<br />
beleidsvoornemens<br />
t.a.v.<br />
verdere Europese<br />
heer Bergman sluit zich aan bij degenen<br />
nog volslagen in het duister tast ten aanzien van<br />
de precieze wensen van het Verenigd Koninkrijk.<br />
Het is dan ook te vroeg om over te gaan tot<br />
erkenning van het Britse probleem. Spreker meent<br />
dat men niet verder moet gaan dan het tonen van<br />
bereidheid om dit punt te bestuderen,<br />
integratie zijdens Minister Van der Klaauw stelt dat het<br />
de VK-delegatie Verenigd Koninkrijk om een opdracht aan de Commissie<br />
genoegzaam<br />
blijkt. De<br />
delegatie zal<br />
zich verzetten<br />
tegen uitspraken<br />
over "nettobijdragen"<br />
van<br />
lidstaten.<br />
zal vragen. Indien hiermee wordt ingestemd, is de<br />
erkenning van het probleem een feit. De Nederlandse<br />
opstelling zou moeten zijn: indien er een probleem<br />
is, zet het dan maar uiteen.<br />
De minister-president) stolt voor jtj,<br />
concluderen dat alleen indien de Britse-regering<br />
duidelijk blijk geeft bereid t ^ ^ r j n t o t medewerking<br />
aan een versterking van^de-^5oordinatie van het<br />
economisch belel^^e^^elegatie ermee kan instemmen<br />
dat de Britste—(en Italiaanse) verlangens met<br />
hetr^kkr±ngtot een evenwichtiger lastenverdeling<br />
lor door de Commiccio wordon onderzocht.|<br />
De raad besluit aldus.<br />
f) Sociaal beleid<br />
Minister Andriessen meent dat men niet ver<br />
moet doorschieten in de richting, die in het rapport<br />
van de Commissie wordt aangegeven.<br />
De minister-president stelt voor de<br />
conclusies te aanvaarden.<br />
De raad besluit aldus.<br />
9) Economisch_gerspeetief_voor de_Gemeenschap_voor_l990<br />
De raad aanvaardt de conclusies<br />
Z00415,NA, 2.02.05.02 (Arch. MR),Nationaal Archief, Den Haag,2875