16.09.2013 Views

binnenwerk lente 2013.indd - Natuurbeschermingsvereniging De ...

binnenwerk lente 2013.indd - Natuurbeschermingsvereniging De ...

binnenwerk lente 2013.indd - Natuurbeschermingsvereniging De ...

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Colofon<br />

<strong>De</strong> Steltkluut<br />

Uitgave van <strong>Natuurbeschermingsvereniging</strong><br />

“<strong>De</strong> Steltkluut” verschijnt 4x per jaar.<br />

Overname is toegestaan, mits bronvermelding.<br />

Auteurs zijn verantwoordelijk voor de<br />

inhoud van hun artikelen.<br />

Contributie 2013<br />

<strong>De</strong> contributie voor 2013 bedraagt € 20,00<br />

over te maken op rekening<br />

IBANnummer: NL81RABO.01366.05.540<br />

t.n.v.<br />

<strong>Natuurbeschermingsvereniging</strong><br />

<strong>De</strong> Steltkluut, Terneuzen<br />

Adresgegevens:<br />

Postbus 319, 4530 AH Terneuzen<br />

www.steltkluut.nl<br />

info@steltkluut.nl<br />

Contactadressen Werkgroepen<br />

Planologie<br />

A. Paauwe<br />

G.v.d. Nissestraat 48, 4532 AE Zaamslag<br />

Vogels<br />

A. Wieland<br />

Liniestraat 13, 4561 ZS Hulst<br />

0114-317026<br />

Landschapsbeheer / Bomen<br />

L. Calle<br />

Walstraat 7, 4531 ED Terneuzen<br />

0115-617416<br />

Planten<br />

P. Maas<br />

Rembrandtlaan 11, 4532 HP Terneuzen<br />

0115-617004<br />

Insecten<br />

J. de Bakker<br />

Past. Willemsstraat 5, 4586 AJ Lamswaarde<br />

0114-690482<br />

Jeugd<br />

M. Spruyt<br />

Notendijksepad 2, 4583 SZ Terhole<br />

0114-314280<br />

jeugdgroep@steltkluut.nl<br />

2013<br />

Inhoud<br />

Steltkluut<br />

In de schijnwerper 2<br />

Voorjaarsvergadering/ Presentatie 3<br />

Bijzonder bezoekerscentrum 4<br />

Nieuwe landelijke vogelatlas 5<br />

Jaar van de patrijs 6 - 7<br />

Waarnemingen 8 -9<br />

Natuurherstel / Website 10-13<br />

Traditioneel beheer 14<br />

Sovon avond 2012 15<br />

Agenda<br />

t Stekkertje<br />

16 - 17<br />

Spreeuw Sjakie 1<br />

Bloeiende bomen en struiken 2 - 3<br />

Raadsel 3<br />

Wat is eigenlijk een bloem? 4<br />

Paaseieren verven met uienschil 5<br />

Mijn naam is ... Haas 6 - 7<br />

Bestuur:<br />

A. Paauwe, voorzitter<br />

voorzitter@steltkluut.nl<br />

L. Calle, secretaris<br />

secretaris@steltkluut.nl<br />

W. Wisse, penningmeester<br />

penningmeester@steltkluut.nl<br />

Leden<br />

K. Rijk, R. Goossens,<br />

R. Kregting,<br />

P. Calle<br />

Redactie: redactie@steltkluut.nl<br />

Website: webmaster@steltkluut.nl<br />

B. de Maat<br />

Excursies: excursies@steltkluut.nl<br />

Verenigingsruimte:<br />

Walstraat 7, 4531 ED Terneuzen<br />

0115-61 74 16<br />

openingstijden: woensdag 10:30-17:00 uur<br />

zaterdag 10:30-16:00 uur<br />

ISSN 1875-1385<br />

colofon / inhoud<br />

<strong>De</strong> Steltkluut<br />

Ontwerp & Layout: Elisabeth Hoek- 2D Digital <strong>De</strong>sign<br />

Uiterste inleverdatum voor de kopij: 01-05-2013<br />

1


schijnwerper<br />

<strong>De</strong> Steltkluut 2<br />

Ik ben geen postzegelverzamelaar<br />

In Philippine woont Henk Castelijns in de<br />

....... vogelbuurt. Met twee andere vogelaars.<br />

Marollen zijn namelijk meerkoeten.<br />

Henk (1953, Casteren Noord-Brabant) kwam,<br />

na de analistenschool gedaan te hebben, in<br />

1975 naar Zeeland.<br />

Eerst werkte hij bij Hoechst, nu bij de Waterleiding<br />

(Evides). Hij adviseert over de waterkwaliteit.<br />

Marlies en hij hebben twee zonen, die beiden<br />

bij de Nederlandse Jeugdbond voor Natuurstudie<br />

gezeten hebben (“net als Henk Vonhof”).<br />

“In Brabant kom ik alleen nog voor familiebezoek.<br />

Het landschap staat er veel meer op<br />

zijn kop dan in Zeeland. Na de ruilverkaveling<br />

ken je het land niet meer terug. Er is veel<br />

naar de knoppen. Wat dat betreft is Zeeland<br />

eigenlijk uniek voor Nederland: zoveel dijken,<br />

zoveel kleine polders.”<br />

“Vanaf 1977 ben ik met vogels bezig. Al in<br />

het begin heb ik alles vastgelegd. Eerst op<br />

streeplijsten, later digitaal. Ik heb nu alles<br />

in Access staan. Ik heb ook het archief van<br />

Jan de Zwart (van: “Eén ding is goed voor de<br />

Zeeuwse natuur: de dieken doorsteken.”),<br />

een deel van dat van Johan van der Steen,<br />

en Jean Maebe heeft het zijne mij beloofd.”<br />

“<strong>De</strong> Vogelwerkgroep van de Steltkluut heb ik<br />

in 1981 opgericht, samen met Mark Ploegaert.<br />

Ik was zeventien jaar voorzitter, nu is dat Alex.<br />

Het is een goed draaiende werkgroep. Verder<br />

coördineer ik het roofvogelwerk voor heel<br />

Zeeland.”<br />

“<strong>De</strong> uitkijktoren bij het Groot Eiland vind ik een<br />

prima idee. Je hebt er een landschappelijk<br />

prachtig beeld. Eind september zag ik er<br />

nog twee visarenden.”<br />

“Wat ik vind van die diploma-uitreiking<br />

laatst in Axel? Met die roofvogels erbij?<br />

Daar heb ik een grote hekel aan: ze horen in<br />

de natuur. Als je een vergunning hebt is nu<br />

alles toegestaan. Wat krijg je dan? Nesten<br />

worden leeggehaald, soorten worden gekruist.<br />

Die ontsnappen soms, en vervuilen de lokale<br />

populaties.”<br />

“Exoten? Daar maak ik me niet zo druk om.<br />

Maar ik ben wel tegen het eierschuddden.<br />

Je verstoort de hele omgeving, en het heeft<br />

geen enkel nut.”<br />

Wat is je favoriete vogel? “Mannetje blauwe<br />

kiekendief. Mijn mooiste waarneming was,<br />

samen met Jaap Poortvliet, een groep van<br />

2700 kemphanen in de Braakman. Op hun<br />

slaapplaats. We zaten er in een hut, met een<br />

kachel, ‘t was oostenwind. Je zag de condens<br />

boven die groep hangen toen ze begonnen<br />

te bewegen. Verder ben ik niet zo’n postzegelverzamelaar,<br />

‘t gaat me meer om de aantallen.<br />

Maar de Lannervalk zou ik heel graag eens<br />

zien. Dat is de enige roofvogel in Europa die<br />

ik nog nooit gezien heb.”<br />

“Of ik nog tips voor <strong>De</strong> Steltkluut heb? Het<br />

blad ziet er goed uit. Misschien kunnen we<br />

proberen door excursies de natuur wat meer<br />

op de agenda te krijgen. We hebben de<br />

Groene Leugen gehad, volgens mij is het<br />

dieptepunt voorbij. Gewoon doorgaan, op<br />

een positieve manier. We moeten onze buren<br />

de boeren wel te vriend houden. In ‘t algemeen<br />

kan ik ‘t goed met ze vinden.”<br />

Als ik na het gesprek door de vogelbuurt loop<br />

is het doodstil. ‘t Is donker, en de sneeuw<br />

dempt elk geluid.<br />

Rob Kregting<br />

Foto: Henk geniet hier ten volle van dit unieke moment - Bram Vroegindewei<br />

Uitnodiging Voorjaarsvergadering<br />

maandag 22 april<br />

Op maandagavond 22 april houden we weer<br />

onze ledenvergadering. <strong>De</strong>ze keer gaan we<br />

op bezoek in de nieuwe welkomstruimte van<br />

Staatsbosbeheer, Braakmanweg 5, 4521 PV<br />

Biervliet. Aanvang: 19:30 uur.<br />

Agenda:<br />

1. Opening<br />

2. Mededelingen<br />

3. Notulen vorige ledenvergadering<br />

4. Jaarrekening<br />

5. Verslag kascommissie<br />

6. Rondvraag<br />

7. Pauze met koffie ed.<br />

Het Natuurpark de Brenne ligt in het departement<br />

Indre in Midden-Frankrijk, zo’n 250 km<br />

ten zuiden van Parijs en is een natuurgebied<br />

met internationale status. Uitgestrekte graslanden,<br />

afgewisseld door houtwallen, bosjes<br />

en heidevelden. Vooral de vele meren en<br />

meertjes kenmerken het gebied. Het natuurpark<br />

wordt in tweeën gedeeld door de rivier<br />

de Creuse: in het noorden la Grande Brenne<br />

(le pays des mille etangs), in het zuiden la<br />

Petite Brenne. Er zijn veel wandel- en fietspaden<br />

en het is voor de natuurliefhebber en rustzoeker<br />

een uitgelezen gebied.<br />

In de middeleeuwen is men begonnen met<br />

het maken van meertjes/vijvers voor de irrigatie<br />

van landbouwgronden en later voor<br />

de visteelt. Ondertussen zijn er zo’n 3000<br />

meren en meertjes! Uiteraard trekt al dit water<br />

veel vogels aan zoals verschillende reigers<br />

(negen soorten!), eenden en meeuwen en<br />

in de riet- en moerasvelden grote en kleine<br />

karekieten en andere rietvogels. Maar niet<br />

alleen de vogels laten hun zang horen, ook<br />

de boomkikkers, zingen alsof het een lieve<br />

lust is. En, hoe kan het ook anders met al dat<br />

water, niet minder dan 50 soorten libellen<br />

vliegen hier rond. Bovendien is de grootste<br />

populatie van de Europese moerasschildpad<br />

hier te vinden. Voor roofvogels is het allemaal<br />

voedsel dus vliegen hier slangenarenden,<br />

2013<br />

Na de pauze zal Peter Maas van Staatbosbeheer<br />

een presentatie geven over een aantal actuele<br />

ontwikkelingen in onze streek. Aan bod komen<br />

onder meer: inrichting Margarethapolder 3,<br />

Braakman zuid en de reeënpasssage, Putting,<br />

dijkenbeheer, en over de Welkomsruimte in<br />

de Braakman.<br />

In afwijking op voorgaande ledenvergaderingen<br />

zal het verslag van de laatste ledenvergadering<br />

niet meer in het blad van <strong>De</strong><br />

Steltkluut worden gepubliceerd. Het verslag<br />

zal wel op de website worden geplaatst en<br />

op het begin van de vergadering worden<br />

uitgedeeld.<br />

Lucien Calle<br />

Presentatie Natuurpark de Brenne in<br />

Frankrijk door Geert Engels 28-3-2013<br />

visarenden, wouwen, kiekendieven en nog<br />

veel meer. Totaal zijn er ruim 150 broedvogelsoorten<br />

aanwezig en in de trektijd wordt<br />

dit aangevuld met steltlopers, eenden en<br />

kleine (zang)vogels. Om al dit moois te kunnen<br />

bewonderen zijn er veel vogelhutten neergezet.<br />

In de winter is het een overwinteringsplek<br />

voor duizenden kraanvogls.<br />

In de extensief beheerde schrale hooilanden,<br />

kalkgraslanden en bermen groeien tientallen<br />

soorten orchideeën en in totaal ruim 1000<br />

plantensoorten. Daardoor is het een waar<br />

eldorado voor vlinders, krekels en andere<br />

insecten.<br />

Geert Engels, IVN-er en natuurgids, komt al<br />

17 jaar in de Brenne en kent het gebied op<br />

zijn duimpje. Op 28 maart a.s., geeft hij een<br />

presentatie over dit mooie natuurgebied<br />

waarin de natuur centraal staat maar ook<br />

andere zaken zoals landschap en visteelt<br />

komen aan de orde.<br />

<strong>De</strong> lezing begint om 19.30 uur in de zaal van<br />

de Schaakclub in Multifunctioneel Centrum<br />

«<strong>De</strong> Hoeve» aan Edvard Grieghof 113 in<br />

Terneuzen.<br />

Om een indruk te krijgen van de Brenne en<br />

de foto’s van Geert: http://fotosgeertengels.<br />

blogspot.com/<br />

U bent van harte welkom om deze lezing bij<br />

te wonen.<br />

Cor Sol<br />

niet vergeten!<br />

<strong>De</strong> Steltkluut<br />

15 3


uitstapje waard 4<br />

<strong>De</strong> Steltkluut<br />

1<br />

<strong>De</strong><br />

Foto: DK station - Eric de Keyzer<br />

Bijzonder bezoekerscentrum in het<br />

Belgische <strong>De</strong> Klinge<br />

Net over de grens in het Belgische <strong>De</strong> Klinge<br />

(gemeente Sint-Gillis-Waas) wordt deze zomer<br />

een bijzonder bezoekerscentrum geopend.<br />

In 1871 werd er een private spoorlijn Mechelen-<br />

Terneuzen geopend. Via deze spoorlijn werden<br />

vanuit de Kanaalzone cokes en land- en tuinbouwproducten<br />

getransporteerd. Tot 1952 was<br />

het zelfs mogelijk om vanuit Terneuzen, Axel<br />

en Hulst via dit spoor naar Antwerpen te<br />

reizen. <strong>De</strong> spoorlijn was van grote betekenis<br />

voor de ontwikkeling van de haven van Terneuzen<br />

en de Kanaalzone. Eind jaren zestig van<br />

de vorige eeuw werd de spoorlijn opgeheven.<br />

Wat overbleef waren enkele karakteristieke<br />

spoorweghuisjes langs de voormalige<br />

spoorwegbedding in Absdale en bij Kijkuit.<br />

Het oude treinstation <strong>De</strong> Klinge.<br />

Vanuit het Belgische <strong>De</strong> Klinge loopt nu,<br />

waar vroeger het spoor liep, een fi etspad<br />

dat rechtstreeks naar St. Niklaas gaat. Het<br />

fi etspad begint bij het oude stationsemplacement<br />

van <strong>De</strong> Klinge. Daar wordt binnenkort<br />

een treinstel, locomotief en wagon<br />

geplaatst dat dienst gaat doen als bezoekers-<br />

en informatiecentrum. Daar vindt U straks<br />

grensoverschrijdende informatie over de<br />

ontstaansgeschiedenis van het Belgische<br />

<strong>De</strong> Klinge en het Nederlandse Clinge, de<br />

omliggende polders, de Spaanse forten en<br />

linies en het Land van Hulst. Verder ook informatie<br />

over het erfgoed van de douane<br />

en de vermaarde smokkel over de grens, de<br />

klompenmakerijen, de textielindustrie en<br />

de spoorlijn Terneuzen-Mechelen. Verder ligt<br />

er het beheersplan en de visie voor het omliggende<br />

Stropersbos en de Clingse bossen<br />

ter inzage.<br />

Dit bijzondere bezoekerscentrum kan eveneens<br />

dienen als startpunt voor educatieve<br />

wandelingen en fi etsroutes met of zonder<br />

gids. Vanachter een pint in café <strong>De</strong> Oude<br />

Statie kun je nu al zien hoe het bezoekerscentrum<br />

vorm krijgt.<br />

Foto: Stootblok en fi etspad bij de Oude Station - Eric <strong>De</strong> Keyzer<br />

Toon van Dorsselaer<br />

Foto: Oude station - Eric de Keyzer<br />

Nieuwe landelijke vogelatlas 2012-2015<br />

In december 2012 is door Sovon de aftrap<br />

gegeven voor een driejarig project om in heel<br />

Nederland alle wintervogels en broedvogels<br />

te tellen (www.vogelatlas.nl). Al heel wat<br />

vogelaars hebben zich aangemeld en zijn al<br />

begonnen met tellen van de wintervogels,<br />

zo ook in Oost Zeeuws- Vlaanderen. <strong>De</strong> tellingen<br />

worden uitgevoerd in zogenaamde atlasblokken<br />

van 5x5 km en bestaan uit: een deel<br />

gestandaardiseerde tellingen (kilometerhok<br />

onderzoeken) en een deel minder gestandaardiseerd<br />

werk (atlasblokonderzoek). Tijdens het<br />

kilometerhokonderzoek tel je in een van te<br />

voren aangegeven kilometerhok (1x1 km)<br />

alle vogels die je in een uur tegenkomt.<br />

Elk atlasblok telt acht kilometerhokken die<br />

onderzocht moeten worden. Bij het atlasblokonderzoek<br />

probeer je zoveel mogelijk<br />

soorten te vinden door alle biotopen in je<br />

atlasblok te bezoeken. Een belangrijk verschil<br />

in de werkwijze met de vorige (broedvogel)<br />

atlas is dat nu alles digitaal is. <strong>De</strong> tellingen<br />

dienen direct na de telling ingevoerd te<br />

worden op de website. Voor meer informatie<br />

kun je de handleiding raadplegen die te<br />

downloaden is van de website.<br />

Sinds 1973 brengt Sovon de Nederlandse<br />

vogelstand in kaart. Veertig jaar vogels tellen<br />

maakt duidelijk dat die snel kan veranderen.<br />

Een vogel zoals de Kuifl eeuwerik blijkt in<br />

veertig jaar helemaal te zijn verdwenen uit<br />

Nederland. Huismussen zijn er ook steeds<br />

minder, zo blijkt uit vorige atlasprojecten.<br />

Tegelijkertijd komen er ook vogels bij: de<br />

Grote Zilverreiger zie je steeds vaker in Nederland<br />

vooral als overwinteraar en sinds<br />

de jaren zeventig ook als, zij het zeldzame,<br />

broedvogel.<br />

<strong>De</strong> informatie die verzameld wordt voor de<br />

Vogelatlas kan bijvoorbeeld Vogelbescherming<br />

Nederland helpen bij hun lobby voor<br />

beschermingsmaatregelen voor bepaalde<br />

soorten (zoals de Rode Lijst van Nederlandse<br />

broedvogels). Biologen kunnen de gegevens<br />

gebruiken bij onderzoek naar bijvoorbeeld<br />

klimaatverandering. En wetenschappers hebben<br />

ons de afgelopen decennia op hun beurt<br />

weer geholpen om betere telmethodes te<br />

ontwikkelen en betere analyses te maken.<br />

Het project kan nog vrijwilligers gebruiken.<br />

Op www.vogelatlas.nl is te zien welke atlasblokken<br />

nog beschikbaar zijn. In principe<br />

zoekt Sovon enigszins gevorderde vogelaars;<br />

2013<br />

beginners kunnen zich desgewenst aansluiten<br />

bij een ervaren teller. Atlastellers kunnen zelf<br />

bepalen wanneer ze in de periode december<br />

2012 tot juli 2015 hun winter- en hun<br />

broedvogeltellingen willen uitvoeren. Het is<br />

de bedoeling dat er op vergelijkbare en betrouwbare<br />

manier gemeten wordt, natuurlijk.<br />

Vandaar dat iedereen volgens dezelfde<br />

standaardmethoden de vogels telt.<br />

Mocht je nog vragen hebben dan kun je<br />

contact opnemen met de coördinatoren<br />

voor de provincie Zeeland.<br />

Floor Arts en<br />

Jan-Willem Vergeer<br />

ADCZeeland@sovon.nl<br />

Foto: Tureluur - Bert van Broekhoven<br />

vogelatlas<br />

<strong>De</strong> Steltkluut<br />

5


Dit jaar...<br />

<strong>De</strong> Steltkluut<br />

Foto: Patrijs - Edward Neve<br />

2013: Jaar van de Patrijs<br />

Vogelbescherming Nederland en SOVON<br />

kiezen ieder jaar een soort waaraan extra<br />

aandacht geschonken wordt. In 2013 staat<br />

de Patrijs in het middelpunt. Zeeland en<br />

Noord-Brabant maken deel uit van het laatste<br />

bolwerk voor de Patrijs. Daarom hebben Stichting<br />

Landschapsbeheer Zeeland (SLZ) en het<br />

coördinatiepunt Brabants landschapsbeheer<br />

besloten de komende jaren extra aandacht<br />

te schenken aan deze soort (groep). <strong>De</strong> Patrijs<br />

staat symbool voor het leefgebied agrarisch<br />

landschap. <strong>De</strong> soorten uit dit leefgebied<br />

staan sterk onder druk in Nederland. <strong>De</strong><br />

laatste decennia is de populatie met circa<br />

90% afgenomen. Willen we voorkomen dat<br />

de Patrijs en andere akkervogels uit Nederland<br />

verdwijnen dan is dit een van de laatste<br />

kansen om actie te ondernemen. Met behulp<br />

van agrarisch natuurbeheer en akkerreservatenbeheer<br />

wordt getracht de achteruitgang<br />

te stoppen. Ook ontstaan er in het kader van<br />

het nieuwe Gemeenschappelijk Europees<br />

Landbouwbeleid (GLB) nieuwe mogelijkheden<br />

om op relatief eenvoudige wijze maatregelen<br />

te treffen waar akkervogels van kunnen<br />

profiteren. Door meer te weten te komen<br />

over de Patrijs door middel van onderzoek<br />

kunnen er gerichte maatregelen worden<br />

getroffen. <strong>De</strong> Patrijs is een aansprekende<br />

soort die bij een groot deel van de Zeeuwse<br />

en Brabantse bevolking op sympathie kan<br />

rekenen. Door participatie te zoeken bij het<br />

bedrijfsleven hopen we de projectdoelstellingen<br />

breder en duurzamer uit te dragen<br />

en extra financiële middelen te verwerven<br />

voor het uitvoeren van maatregelen.<br />

Doelstelling<br />

Het doel van dit project is kennis te vergaren,<br />

draagvlak te creëren en maatregelen uit te<br />

voeren ten gunste van de bescherming van<br />

de Patrijs in het bijzonder en akkervogels en<br />

akkernatuur in het algemeen in landsdeel<br />

Zuid (Limburg, Brabant en Zeeland). Dit doel<br />

willen wij bereiken door in samenwerking<br />

met Vogelbescherming Nederland, Sovon,<br />

ZLTO, lokale agrarische natuurverenigingen,<br />

terreinbeheerders en natuurwerkgroepen<br />

passende beschermingsmaatregelen te treffen,<br />

monitoring en onderzoek uit te voeren en de<br />

communicatie te verzorgen. <strong>De</strong> verworven<br />

kennis zal ingezet worden voor akkervogelvriendelijk<br />

beheer in het kader van het<br />

toekomstige Europees Gemeenschappelijk<br />

Landbouwbeleid.<br />

Beoogde resultaten<br />

1. Kennis over het voorkomen van de Patrijs<br />

(waar liggen de kerngebieden);<br />

2. Kennisoverdracht naar lokale partners<br />

(ANV, natuurwerkgroep, agrariërs, burgers);<br />

3. Enthousiasmeren, draagvlak creëren bij<br />

landbouwers, gebruikers buitengebied<br />

en bedrijfsleven voor (akker)natuur;<br />

4. Verbeterd inzicht in de overleving en<br />

biotoopgebruik van de Patrijs;<br />

5. Verbeterd biotoop voor de Patrijs: (geop-<br />

timaliseerde akkervogelkerngebieden,<br />

akkerreservaten, goed functionerende<br />

akkerranden, aanplant struweel, inrichting<br />

van overhoeken en dijken en akkervogel-<br />

vriendelijk beheer in de reguliere bedrijfs-<br />

voering van de landbouwer).<br />

Dit voorjaar wordt gestart met het eerste<br />

projectonderdeel. In onze regio worden er<br />

door SLZ, de Vogelwerkgroep van <strong>De</strong> Steltkluut<br />

en de agrarische natuurvereniging <strong>De</strong> Groene<br />

Oogst onderzoeken uitgevoerd naar het<br />

voorkomen van de Patrijs. Hiervoor worden<br />

op zaterdag 23 maart door deze organisaties<br />

vanaf 2 locaties telcafe’s georganiseerd. Op<br />

deze dag willen we een zo groot mogelijk<br />

gebied onderzoeken. Na een korte telinstructie<br />

gaan groepjes op onderzoek uit (wandelend,<br />

fiets, auto) in de polders. Voor deze telling<br />

is iedereen welkom. Het is nadrukkelijk de<br />

bedoeling om nieuwe vrijwilligers (boeren,<br />

natuurliefhebbers, buitenlui en burgers)<br />

kennis te laten maken met akkernatuur. <strong>De</strong><br />

Patrijs is een gemakkelijk herkenbare soort<br />

dus je hoeft geen super specialist te zijn.<br />

Wie wat meer wil doen, is meer dan welkom<br />

een eigen telgebiedje zelf meerdere keren<br />

per jaar te onderzoeken. We krijgen dan een<br />

nauwkeuriger beeld van de broedvogels en<br />

de overleving van deze vogels gedurende<br />

het seizoen. Mocht je interesse hebben dan<br />

hoor ik dit graag. We kunnen dan in overleg<br />

Woon je in het buitengebied dan kun je<br />

de Patrijs helpen door het aanplanten van<br />

een haag met inheemse (doorn) struiken en<br />

door het inzaaien van een graanmengsel<br />

met akkerbloemen dat is te verkrijgen via SLZ.<br />

Doe mee met gezamenlijke teldag en kom<br />

naar het patrijzen telcafé op zaterdag 23<br />

maart 2013.<br />

een telgebiedje bepalen. <strong>De</strong> eerste telling<br />

dient uitgevoerd te worden voor 1 april. Ook<br />

alle losse waarnemingen van de Patrijs zijn<br />

welkom. <strong>De</strong>ze kunnen ingevoerd worden<br />

via de website www.waarneming.nl. Heb je<br />

geen eigen gebruikersnaam en inlogcode,<br />

dan kun je de inlogcode patrijszeeland met<br />

het wachtwoord zeeland van het project<br />

gebruiken. Daarbij graag zoveel mogelijk<br />

details opgeven over biotoop, tijdstip en plaats<br />

van de waarneming. Bij de opmerkingen<br />

geef je je naam op. Het is natuurlijk ook<br />

mogelijk om losse waarnemingen op een<br />

kaartje in te tekenen en deze dan door te<br />

geven aan de Vogelwerkgroep. Wil je op de<br />

hoogte blijven van de laatste ontwikkelingen<br />

van dit project, stuur dan een mail naar<br />

alex.wieland@slz.landschapsbeheerzeeland.nl<br />

Op de onderstaande kaart staan de atlasblokken<br />

ingetekend waar in januari 2013<br />

patrijzen zijn waargenomen. Zoals te zien is,<br />

is ons werkgebied nog een van de betere<br />

regio’s in Nederland.<br />

Alex Wieland<br />

elsenalex@hetnet.nl<br />

0612352169<br />

Start Locatie Adres<br />

9.30 Mariahoeve Fam Wesemael)<br />

Koninginnestraat 2<br />

4568 PT Nieuw Namen (Emmadorp)<br />

13.30 Camping Stropielekker<br />

Fam <strong>De</strong>es<br />

Axelsestraat 120<br />

4543 RN Zaamslag<br />

<strong>De</strong> Steltkluut<br />

2013<br />

6 7<br />

het jaar van ...


waarnemingen<br />

<strong>De</strong> Steltkluut<br />

8<br />

Waarnemingen 1-10-2012 t/ m 31-12-2012<br />

In onderstaand overzicht zijn alleen bijzondere<br />

waarnemingen van vogels vermeld.<br />

Regio: Midden en Oost Zeeuws-Vlaanderen<br />

(vanaf grofweg het Paulinaschor tot en met<br />

Saeftinghe).<br />

Nieuwe meldingen: Nieuwe meldingen<br />

kunt u sturen naar bertusbvb@gmail.com.<br />

<strong>De</strong> voorkeur gaat uit naar registratie via<br />

www.waarneming.nl. Bij de waarnemingen<br />

vermelden: datum, aantal, leeftijd, geslacht,<br />

ter plaatse of overtrekkend en dergelijke.<br />

Gebruikte afkortingen: Diverse waarnemers<br />

= Div.wrns, Braakman-Noord BN, Braakman-Zuid<br />

BZ, Telpost Margarethapolder<br />

TELM, Telpost ’t Hellegat TELH, Autriche<br />

Polder AP, Verdronken Land van Saeftinghe<br />

VLVS, Groot Eiland GE, Paulinaschor PS.<br />

Futen tot en met eenden: Twee Eidereenden<br />

zijn op 30-12 gespot nabij PS (JaV en JeV).<br />

Bij AP werd op 5-10 een Flamingo gezien<br />

(YP). Een mogelijke Groenlandse Kolgans<br />

werd door LB bij GE gezien op 7-12. Op 22-10<br />

werd een Jan van Gent, geen alledaagse<br />

waarneming, gezien nabij Terneuzen. (PM).<br />

<strong>De</strong> zeldzame Kleine Rietgans is 2 keer gezien.<br />

Op 24-11 (15) bij AP (RJ,PR) en op 29-12 (3)<br />

bij Zaamslag (BV). Tussen 27-10 en 31-12 zijn tot<br />

max 200 Kleine Zwanen gezien (div.wrns).<br />

<strong>De</strong> grotere aantallen vooral op de slaapplaats<br />

op de Braakmankreek. Het mooie Nonnetje<br />

is op enkele plaatsen gezien. Bij AP tussen<br />

6-10 en 31-12 (1) (div.wrns), tussen 6-12 en<br />

29-12 (1-4) bij GE (div wrns), op 15-12 (1) bij<br />

TELM (JK, BvB), en tussen 28-1 en 29-12 (1-2)<br />

bij de Braakman. Enkele meldingen voor de<br />

Roerdomp. Op 9-12, 24-12 en 25-12 (1) GE<br />

(HN,LC), op 20-12 (1) bij Hoek (HC), op 29-12<br />

(1) bij Koewacht (LP). 2 waarnemingen van<br />

de Roodkeelduiker nl op 1-11 (1) bij PS (PD) en<br />

op 11-11 (1) bij PS (LB). Op 7-12 zag LB een<br />

Taigarietgans bij GE. Op 24-12 zag LC bij<br />

AP een Toppereend. Slechts 3 meldingen<br />

van de Wilde Zwaan. Op 27-10 (3) voor-<br />

bijtrekkend bij TELM (BvB), op 19-12 (2) bij<br />

AP (LB) en op 26-12 (1) bij BN (HC). Zwarte<br />

Zee-eenden worden niet zo vaak gezien in<br />

onze regio. Op 14-11 is er 1 waargenomen<br />

bij PS (LB).<br />

Roofvogels: Tussen 25-10 en 30-12 is in BN<br />

en BZ een Havik gezien. (GB,PM,HC,) Overige<br />

meldingen van de Havik: op 8-12 (1) bij Koewacht<br />

(LP), op 24-12 (1) bij GE (HB) en op<br />

29-12 (1) bij VLVS (AvdW). <strong>De</strong> Rode Wouw is<br />

gezien op 17-11 (1) bij PS (RRe), op 25-11 (1)<br />

bij Hulst (AvdW), op 15-12 en 16-12 (1) bij<br />

VLVS (PM,HC,MJ). <strong>De</strong> Ruigpootbuizerd is deze<br />

winter aanmerkelijk minder gezien dan vorig jaar.<br />

Van 27-10 tot 27-12 (1) bij VLVS (div.wrns) en op<br />

20-12 (1) bij Westdorpe (FT). <strong>De</strong> Velduil is<br />

niet veel gezien. Op 2-12 (1) en 16-12 (1) bij<br />

VLVS (MJ,HC) en op 13-12 (1) bij Kloosterzande<br />

(MS). In de periode 30-10 en 15-12 is<br />

bij VLVS een Zeearend aanwezig geweest.<br />

Naar verluid is hij op 15-12 n.a.v. kleiduiven<br />

schieten vertrokken uit het gebied.<br />

Hoenders t\m Sterns: Het Bokje is gezien op<br />

de volgende locaties: op 21-10 (1) in Terneuzen<br />

(KK), op 22-10 (14) bij Westdorpe (FT), op 21-12<br />

en 29-12 (1) bij Koewacht (LP). <strong>De</strong> Drieteenmeeuw<br />

die vorige winter veel gezien was is<br />

nu alleen op 7-12 (1) en 9-12 (2) op de Westerschelde<br />

gezien vanaf TELM (BvB,HM). Een<br />

Geelpootmeeuw was van 20-11 tot 5-12<br />

aanwezig bij AP (LB). <strong>De</strong> Grote Jager, een<br />

zeevogel, werd op 26-12 jagend waargenomen<br />

vanaf TELM (BvB). Slechts 2 meldingen van<br />

Kleine Strandlopers nl. op 6-10 (7) bij TELM<br />

(HM) en op 10-10 (6) bij Klooterzande (HB).<br />

Op 3-12 was bij AP een Pontische Meeuw<br />

aanwezig (LB). Purperreigers zien we meestal<br />

alleen trekkend in het voorjaar. Nu zijn ze<br />

trekkend gezien op beide telposten. Op 14-10<br />

(1) bij TELM (BvB,HM) en op 20-10 (1) bij<br />

TELH (BvB,MC,HB). Bij AP zag LB op 6-11 een<br />

Scandinavische Zilvermeeuw.<br />

Duiven tot en met gorzen: Enkele meldingen<br />

van Appelvink nl: op 3-11 (1) bij Hulst (HB),<br />

op 13-11 (5) bij St Jansteen (AW), op 20-11 (1)<br />

bij Terneuzen (MC) en op 27-11 (1) bij Hulst<br />

(HB). Buiten VLVS werd er slechts 1 melding<br />

gedaan van de Baardman. Dat was op 21-10 (1)<br />

bij Axel (KK). <strong>De</strong> zeldzame Bladkoning is op<br />

30-10 gezien bij Hulst (HB). Op TELM werden<br />

op 18-11 2 wel erg late Boerenzwaluwen<br />

gezien (BvB,HM). Op het ringstation VLVS<br />

werden Buidelmezen gevangen en wel op<br />

22-11 (5) en op 17-12 (1) (JK,KM). <strong>De</strong> Cetti’s<br />

Zanger is gehoord op 14-10 bij Koewacht (LP)<br />

en op 25-12 (1) bij Terneuzen (BvB). In VLVS<br />

zag MJ op 16-12 12 Fraters. <strong>De</strong> Geelgors<br />

is alleen bij St Jansteen gezien en wel op<br />

25-10 (2) en op 28-11 (1) (AW). Een niet alledaagse<br />

waarneming van een Gestreepte<br />

Strandloper werd gedaan op 7-10 bij AP<br />

(LB). Ook 1 melding van de Grote Pieper op<br />

10-10 bij TELM (BvB). Een erg late Huiszwaluw<br />

werd gezien bij de Griete op 25-11 (HM).<br />

<strong>De</strong> Klapekster, een wintergast, werd op<br />

14-11 in BN waargenomen (EN). Ook bij de<br />

Braakman werd de waarneming gedaan<br />

van een Kleine Bonte Specht (MK). Een<br />

nieuwe soort voor Zeeuws Vlaanderen, een<br />

Middelste Bonte Specht, kon op 27-12<br />

worden bijgeschreven. Hij werd gezien bij<br />

Clinge door (AW). Voor heel Zeeland was<br />

dit de 2e waarneming. Foto’s hiervan staan<br />

op waarneming.nl. Dit najaar werden op<br />

2 locaties Pestvogels gezien. Tussen 5-11<br />

en 26-11 (1-5) bij Terneuzen en tussen 28-11 en<br />

2013<br />

2-12 (1-11) (JK,LB). Een toevalstreffer bij TELH<br />

waar HB op een gemaakt foto constateerde<br />

dat in een groepje Kauwtjes die passeerden<br />

er 4 Russische Kauwen zaten. Vermeldenswaard<br />

zijn het grote aantal Vinken dat op TELH<br />

(6112) (HB) op 18-10 en op TELM (11614)<br />

(BvB) op 19-10 trekkend werd waargenomen.<br />

Op 19-10 was ook het aantal trekkende Veldleeuweriken<br />

(2281) hoog te noemen bij<br />

TELM (BvB).<br />

Exoten: Een Chileense Smient werd op<br />

15-12 bij Ossenisse waargenomen door HH.<br />

Op 24-10 werd bij Canisvliet een Halbandparkiet<br />

gezien (RR).<br />

Hieronder volgen de namen van de mensen,<br />

van wie ik gegevens heb verwerkt in bovenstaande.<br />

<strong>De</strong> afkortingen zijn in de tekst verwerkt.<br />

T Audenaert (TA), S Baeten (SB), L Bekaert (LB), W de<br />

Block (WdB), G Boelens (GB), B v Broekhoven (BvB),<br />

Bun (HB), M v Bunderen (MvB), L Calle (LC), M Capello<br />

(MC), H Castelijns (HC), P Dhaluin (PD), F v Havermaet<br />

(FvH), K Hessel (KH), H Hiel (HH), L v Himste (LvH), M<br />

Jeurissen (MJ), R Joos (RJ), B de Keersmaecker (BdK), A<br />

Klarenbeek (AK), M Knipping (MK),J Kolijn (JK), K Kuiper<br />

(KK), K Leysen (KL), P Maas (PM), B d Maat (BdM),D<br />

de Meulenaar (DdM), K Minnaar (KM), H Molenaar<br />

(HM), E Neve (EN), H Nijskens (HN), L Persijn (LP), Y Pieters<br />

(YP), R Remmerts (RR), R Remijnse (RRe)P Roelse<br />

(PR), W de Rouck (WdR), G Smet (GS), M Sponselee<br />

(MS), F Tombeur (FT), Ja Vanheuverswyn (JaV), Je Vanheuverswijn<br />

(JeV), T Vochten (TV), B Vroegindeweij<br />

(BV), A vd Wiel (AvdW), A Wieland (AW),<br />

Bert van Broekhoven<br />

waarnemingen<br />

Foto: Kuifmees - Alex Wieland<br />

<strong>De</strong> Steltkluut<br />

9


natuurherstel<br />

<strong>De</strong> Steltkluut<br />

10<br />

Natuurherstel Westerschelde gaat langzaam<br />

van start<br />

Momenteel gaan de natuurwaarden van de<br />

Westerschelde achteruit als gevolg van de<br />

vaargeulverruiming(en). Het is van groot belang<br />

om de in de Scheldeverdragen afgesproken<br />

natuurbehoudsmaatregelen snel uit te voeren.<br />

Ondertussen lijkt hiermee eindelijk een voorzichtige<br />

start te worden gemaakt. In dit artikel<br />

wordt een korte samenvatting gegeven van<br />

de historie en huidige stand van zaken.<br />

Historie van de baggerwerkzaamheden<br />

Sinds 1895 wordt er permanent gebaggerd<br />

in de Schelde. <strong>De</strong> allereerste baggerwerken<br />

in (het Nederlandse gedeelte van) de Westerschelde<br />

vonden in 1923 plaats op de drempel van<br />

Bath. In de loop van de jaren werd steeds<br />

meer stroomafwaarts gebaggerd (Kornman<br />

et al, 2002).<br />

Naast een minimale diepte moest de vaargeul<br />

(voor de scheepvaart) ook een minimale<br />

breedte hebben. <strong>De</strong> term “verruiming” is dan<br />

ook beter dan “verdieping”. Door de ontwikkeling<br />

van plaatgebieden kan de minimale<br />

breedte van de vaargeul in het geding komen.<br />

Daarom wordt op enkele plekken ook gebaggerd<br />

om de vaargeul op de vereiste<br />

nautische breedte te houden. <strong>De</strong> eerste verruiming<br />

vond plaats tussen 1970 en 1975<br />

(Kornman et al, 2002). Voor deze verruiming<br />

zijn geen eisen gesteld voor wat betreft<br />

natuurherstel/-behoud.<br />

In 1995 sluiten Nederland en Vlaanderen<br />

een verdrag over de tweede verruiming van<br />

de Westerschelde. In dat verdrag staat dat<br />

er natuurcompensatie moet komen voor de<br />

schade die door de verruiming wordt veroorzaakt.<br />

Een oppervlakte voor de compensatie<br />

werd niet vastgelegd. Wel was het plan om<br />

langs de Westerschelde een aantal polders<br />

terug te geven aan de natuur (ontpolderen).<br />

Wetenschappers en natuurbeschermers waren<br />

(en zijn) het in meerderheid eens dat ontpolderen<br />

de beste vorm van natuurcompensatie<br />

is. Van ontpoldering als compensatie<br />

voor de tweede verruiming is het tot de dag<br />

van vandaag niet gekomen. Het bleek al in<br />

1996 gevoelig te zijn bij een deel van de<br />

Zeeuwse bevolking, die hier tegen in protest<br />

kwam. In plaats van alleen effectieve maatregelen<br />

te nemen ten behoeve van de natuur<br />

in de Westerschelde, zijn er talloze binnendijkse<br />

natuurprojecten uitgevoerd die<br />

meestal weinig relatie hadden met de Wes-<br />

terschelde. Zo werden er onder andere kreekherstelprojecten<br />

uitgevoerd en natuurlijke<br />

oevers aangelegd (Provincie Zeeland, 2009;<br />

categorie C projecten). <strong>De</strong> natuur profiteerde<br />

op die locaties wel en wellicht ook wel een<br />

(klein) deel van de vogels die van de Westerschelde<br />

gebruik maken. Maar de negatieve<br />

staat van instandhouding waar de Westerschelde<br />

zich momenteel in bevindt, werd er niet<br />

door gekeerd. <strong>De</strong>ze compensatie werd door de<br />

Europese Commissie dan ook aanvankelijk<br />

als onvoldoende beschouwd. Daarom is zij in<br />

2000 gestart met de procedure voor ingebrekestelling.<br />

Naar aanleiding van de tussentijdse<br />

evaluatie in 2001 is een extra (financiële)<br />

impuls gegeven aan met name de buitendijkse<br />

projecten (Perkpolder) en de direct aan<br />

de zeedijk grenzende natuurontwikkeling<br />

(nieuwe inlagen). Op 23 december 2005 heeft<br />

de Europese Commissie aangegeven, dat op<br />

basis van nadere informatie de inbreukzaak<br />

werd geseponeerd (Provincie Zeeland, 2009).<br />

<strong>De</strong> derde verruiming van de Westerschelde<br />

In 2005 tekenden Vlaanderen en Nederland<br />

een nieuw Scheldeverdrag. Hierin is een overeenkomst<br />

over de derde verruiming opgenomen.<br />

Tevens werd afgesproken dat er in<br />

2010 aan Nederlandse zijde minimaal 600<br />

ha. nieuwe estuariene natuur ontwikkeld<br />

zou zijn. Met het oog daarop was de ontpoldering<br />

van de Hedwigepolder (295 ha.)<br />

aangewezen. <strong>De</strong> overige 300 ha zou door de<br />

provincie Zeeland nader ingevuld worden,<br />

en moest in het middengebied van de Westerschelde<br />

worden gerealiseerd. Wetenschappers<br />

hebben in talloze publicaties (zie website<br />

Vlaams-Nederlandse Scheldecommissie) de<br />

achteruitgang en de kwetsbaarheid van de<br />

natuur (als gevolg van de verdieping) van<br />

de Westerschelde beschreven, en de beste<br />

oplossingen om deze negatieve spiraal te<br />

doorbreken. Door toenemend verzet van<br />

een deel van de bevolking en later ook een<br />

deel van de politiek kwam er tot nu toe nog<br />

niets van het natuurherstel voor de derde<br />

verdieping terecht.<br />

Recente inpolderingen<br />

Naast de uitvoering van de eerste baggerwerkzaamheden<br />

in de Westerschelde in<br />

de vorige eeuw, vonden er toen ook nog<br />

op grote schaal inpolderingen plaats. Zo is<br />

sinds 1930 4000 ha. (d.w.z. meer dan het<br />

Verdronken land van Saeftinghe) ingepolderd,<br />

waarvan 1450 ha. na 1960. In tabel 1 is de<br />

verandering van het oppervlak van de Westerschelde<br />

ten gevolge van de inpolderingen<br />

weergegeven ten opzichte van het huidige<br />

Natuurherstelprojecten in het Nederlandse<br />

deel<br />

In 2013 zal de eerste stap worden gezet voor<br />

de uitvoering van het natuurdeel van Plan<br />

Perkpolder (compensatie tweede verruiming).<br />

<strong>De</strong> verwachting is dat de oplevering van<br />

het 75 ha. grote natuurgebied in 2015 zal<br />

plaatsvinden. Hiermee wordt de eerste ontpoldering<br />

een feit. Er is overigens opvallend<br />

weinig protest tegen de ontpoldering. Mogelijk<br />

komt dit door de beperkte grootte van het<br />

gebied of omdat er naast de oplevering van<br />

een natuurgebied ook huizenbouw en een<br />

golfbaan voorzien zijn. Het is een nuttig project,<br />

temeer omdat er in het middengebied<br />

van de Westerschelde nog maar nauwelijks<br />

schorren aanwezig zijn en deze onder grote<br />

recreatiedruk staan. Meer info zie:<br />

www.perkpolder.nl.<br />

Goed nieuws is dat het nieuwe kabinet de<br />

ontpoldering van de Hedwigepolder in het<br />

reageerakkoord heeft staan. Op 21 december<br />

2012 maakte staatssecretaris van Economische<br />

Zaken Dijksma bekend, dat de Hedwigepolder<br />

in 2019 helemaal als natuurgebied moet zijn<br />

ingericht. Naar verwachting zal in mei 2016<br />

worden gestart met de herinrichting. Straks<br />

zal het door erosie geplaagde Saeftinghe<br />

met bijna 465 ha. worden uitgebreid: 295<br />

ha. aan de Nederlandse zijde (Hedwigepolder)<br />

en 170 ha. aan de Vlaamse zijde (Prosperpolder).<br />

Het was al het grootste brakwaterschor<br />

van Europa maar is straks misschien<br />

wel het grootste schorrengebied van Europa<br />

(dan 4000 ha. groot).<br />

In de zomer van 2012 is gestart met de uitvoering<br />

van het project Waterdunen. Naar<br />

2013<br />

oppervlak. Op de locaties, waar werd ingepolderd,<br />

verdwenen slikken en schorren<br />

(Vroon et al 1997). Volgens PAET (2004) zijn<br />

inpolderingen de belangrijkste factor geweest<br />

voor de morfologische veranderingen in de<br />

Westerschelde.<br />

Periode Sloe/Kaloot Braakman Hellegat Saeftinghe Ossendrecht Totaal<br />

1800 -1850 96 2434 54 1639 - 4223<br />

1850 -1900 518 1394 409 1061 1515 4897<br />

1900 -1950 481 835 132 316 620 2384<br />

1950 -1995 200 1525 - - 890 2615<br />

Totaal 1295 6188 595 3016 3025 14119<br />

Tabel 1: Inpolderingen rond de Westerschelde (ha.) sinds 1800 (Vroon, 1997).<br />

verwachting zal dit natuur-, recreatie- en<br />

kustversterkingsproject eind 2015 gereed<br />

zijn (het recreatiedeel in 2018). Er zal een<br />

oppervlakte bijkomen van 250 ha. natuur.<br />

Via een getijdenduiker wordt er een gecontroleerd<br />

overstromingsgebied met gereduceerd<br />

getij (GGG) gerealiseerd. Voor hoeveel<br />

ha. deze mee mag tellen als natuurherstelmaatregel<br />

(voor de derde verdieping) is nog<br />

niet helemaal duidelijk. Volgens de website<br />

van de Vlaams-Nederlandse Scheldecommissie<br />

zal er 173 ha. estuariene natuur worden gerealiseerd<br />

(bron: www.vnsc.eu). Omdat Waterdunen<br />

geen ontpoldering is, mag niet de<br />

volle 250 ha. meetellen. Voor alternatieven<br />

voor ontpoldering (GGG’s) is namelijk meer<br />

oppervlakte nodig om dezelfde kwaliteit te<br />

kunnen realiseren. Het gebied ligt zeer gunstig<br />

voor trekvogels, die hier even kunnen bijtanken/rusten<br />

voordat ze de monding van de<br />

Westerschelde oversteken. <strong>De</strong> meerwaarde<br />

voor de onder druk staande natuur in het<br />

middengebied van de Westerschelde is echter<br />

beperkter. Waterdunen ligt immers meer in<br />

de monding dan in het middengebied. Voor<br />

meer info zie: www.waterdunen.com.<br />

<strong>De</strong> Vlaamse regering keurde in 2012 het ruimtelijk<br />

uitvoeringsplan van het natuurgebied<br />

het Zwin goed. Hier zal door ontpoldering<br />

120 ha. aan het natuurgebied worden toegevoegd.<br />

Nederland werkt mee maar het<br />

Nederlandse deel beslaat slechts 10 ha. <strong>De</strong><br />

Vlaamse hectaren mogen niet meetellen<br />

met de Nederlandse verplichting. Wanneer<br />

de uitvoering van dit natuurherstelproject<br />

gepland is, is nog niet bekend.<br />

natuurherstel<br />

<strong>De</strong> Steltkluut<br />

11


natuurherstel<br />

<strong>De</strong> Steltkluut<br />

<strong>De</strong> spontane ontpoldering van de voormalige Selenapolder (nu Sieperdaschor genaamd) in<br />

1990, liet zien dat de natuur zich buitendijks razendsnel kan herstellen.<br />

Zijn deze maatregelen voldoende?<br />

<strong>De</strong> maatregelen die Nederland neemt om<br />

de 300 ha. in het middengebied van de<br />

Westerschelde te realiseren, zijn volgens de<br />

Europese Commissie (EC) niet toereikend.<br />

Er kwam kritiek op de voorgestelde strekdammen<br />

en andere buitendijkse maatregelen,<br />

omdat deze niet voor extra estuariene natuur<br />

kunnen zorgen en de natuurlijkheid van de<br />

Westerschelde juist zouden aantasten. Het<br />

kabinet en de provincie beramen zich over<br />

vervolgstappen. Het is niet uitgesloten dat er<br />

nog een extra ontpoldering of gecontroleerd<br />

overstromingsgebied met gereduceerd getij<br />

nodig zal zijn om de EC tegemoet te komen.<br />

Ervan uitgaande dat de komende jaren de<br />

eerder genoemde projecten met succes<br />

worden uitgevoerd, blijft het de vraag of dit<br />

voldoende zal zijn. Eerder was immers door<br />

wetenschappers vastgesteld dat er 1200 ha.<br />

extra estuariene natuur nodig was om de<br />

Westerschelde weer gezond te krijgen. <strong>De</strong><br />

afgesproken 600 ha. vormen het resultaat<br />

van een compromis in het Scheldeverdrag,<br />

maar geven zeker niet automatisch de garantie<br />

dat we hiermee de Westerschelde uit haar<br />

negatieve staat van instandhouding krijgen<br />

(doelstelling vanuit het Natura2000 beheerplan).<br />

Ook na uitvoering van de projecten<br />

zijn er nauwelijks schorren aanwezig in het<br />

traject Breskens-Perkpolder. Op dit traject<br />

zullen nog steeds minder dan een handvol<br />

smalle (en dus erg kwetsbare) schorren<br />

(Voorland Nummer Eén, Paulinaschor, Hellagat<br />

en het schorretje bij Zeedorp) ten zuiden<br />

van de Westerschelde aanwezig zijn. Ook<br />

de noordrand van de Westerschelde is in dit<br />

traject arm aan schorren. Hier zijn slechts<br />

twee kleine schorrengebieden (Zuidgors en<br />

de Schorren van Baarland). Dit traject zou dan<br />

ook de nadruk moeten krijgen bij eventuele<br />

toekomstige ontpolderingen.<br />

Tegenstanders van ontpoldering noemen<br />

soms “slim storten” als alternatieve maatregel<br />

voor natuurherstel. Dit is echter onterecht;<br />

slim baggeren/storten is een noodzaak voor<br />

de Natura2000-ontheffing om de schade<br />

aan natuur te beperken, maar biedt geen<br />

enkele oplossing voor het natuurherstel.<br />

Schadelijke bijeffecten van het baggeren/<br />

storten (vertroebeling, verstoring, afname<br />

van laag dynamische gebieden) worden er<br />

door beperkt, maar van enig natuurherstel<br />

is geen sprake.<br />

Meten is weten<br />

Alleen door een intensieve monitoring van<br />

flora, fauna, abiotiek en morfologie krijgen<br />

we een goed beeld van de staat van de Westerschelde.<br />

<strong>De</strong> Vlaams-Nederlandse Scheldecommissie<br />

stuurt deze monitoring aan en<br />

publiceert met regelmaat gegevens. <strong>De</strong>ze<br />

gegevens vormen de basis voor toekomstig<br />

beleid. <strong>De</strong> Langetermijnvisie Schelde-estu-<br />

Foto: Sieperdachor bij Saeftinghe - Chiel Jacobusse<br />

arium 2030 van de Nederlandse en Vlaamse<br />

overheid vormt de basis voor gemeenschappelijk<br />

beleid voor het estuarium. Voor<br />

de drie hoofdpijlers van de visie: Veiligheid,<br />

Toegankelijkheid en Natuurlijkheid, zijn streefbeelden<br />

uitgewerkt voor de situatie in 2030.<br />

<strong>De</strong> visie noemt de volgende systeemkenmerken<br />

van het estuarium, die in stand moeten<br />

worden gehouden (LTV, 2001):<br />

• een open en natuurlijk mondingsgebied;<br />

• een systeem van hoofd- en nevengeulen<br />

met tussenliggende platen en ondiepe<br />

watergebieden in de Westerschelde<br />

(meergeulenstelsel);<br />

• een riviersysteem met een meanderend<br />

karakter in de Zeeschelde;<br />

• een grote diversiteit aan habitats, vooral<br />

schorren, slikken, platen en ondiep water<br />

in zout, brak en zoet gebied, gecombineerd<br />

met natuurlijke oevers.<br />

Literatuur en verder lezen:<br />

<strong>De</strong> website van de Vlaams-Nederlandse<br />

Scheldecommissie bevat tientallen publicaties<br />

die online te lezen of te downloaden<br />

zijn. Zie: http://www.vnsc.eu/publicaties/<br />

vnsc-publicaties.html<br />

Website Steltkluut geheel vernieuwd<br />

Er werd al lang over gepraat en sinds een<br />

jaar is er ook serieus werk van gemaakt: <strong>De</strong><br />

vernieuwde website van <strong>De</strong> Steltkluut. Nadat<br />

het blad flink gemoderniseerd is, moest ook<br />

de website wat opgeknapt worden. Diverse<br />

werkgroepen leverden wat ideeën: We maken<br />

het interactiever, moderner, overzichtelijker<br />

en sneller. Op dit moment zijn nog niet alle<br />

wensen vervuld en we hebben nog veel<br />

werk om alle wensen in te willigen. Maar het<br />

raamwerk en vormgeving van de site is er nu.<br />

Nog wat laatste open eindjes wegwerken<br />

en dan gaan we van start. Een belangrijke<br />

verandering die werd doorgevoerd is een<br />

herkenbare uniforme vormgeving van zowel<br />

het verenigingsblad als de website. Daarnaast<br />

is de website nu opgebouwd met een toegankelijker<br />

systeem, waardoor het in de toekomst<br />

ook mogelijk zal zijn dat meerdere<br />

mensen aanpassingen kunnen doorvoeren.<br />

<strong>De</strong> teksten op de website zijn nagezien en<br />

ge-update.<br />

Kornman B., Liek G-J. & H. Schippers, 2002.<br />

Baggeren en storten in de Westerschelde. Een<br />

nieuwe kijk op het onderhoudsbaggerwerk.<br />

LTV, 2001, Langetermijnvisie Schelde-estuarium<br />

met toelichting (LTV 2030). Ministerie van<br />

Verkeer en Waterstaat, Rijkswaterstaat Directie<br />

Zeeland en Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap.<br />

PAET, 2004, Proposals for managing the<br />

morphology of the Westerschelde, Port of<br />

Antwerp Expert<br />

Team (draft).<br />

Provincie Zeeland, 2009, Natuurcompensatieprogramma<br />

Westerschelde. Eindrapportage<br />

1998-2008.<br />

Vroon, J., C. Storm, J. Coosen, 1997, Westerschelde,<br />

stram of struis? Eindrapport van<br />

het project Oostwest, een studie naar de beinvloeding<br />

van fysische en verwante biologische<br />

patronen in een estuarium. Rapport<br />

RIKZ-97.023. Rijkswaterstaat, Rijksinstituut<br />

voor Kust en Zee, Middelburg.<br />

Bestuur Steltkluut<br />

Ongeveer op het moment dat dit voorjaarsnummer<br />

uit komt zal de nieuwe versie<br />

online zijn. Neem vooral eens een kijkje.<br />

Heeft u nog vragen, op- of aanmerkingen<br />

dan kunt u contact opnemen met Bas de<br />

Maat (bas.demaat@gmail.com). En verder<br />

hangt het succes ook een beetje af van u.<br />

Het mooie zou zijn dat jullie, als leden, ook<br />

bijdragen leveren. <strong>De</strong> site blijft op die manier<br />

actueel. Het adres van de website blijft ongewijzigd:<br />

www.steltkluut.nl.<br />

Bas de Maat heeft deze klus geklaard (daarbij<br />

gesteund door Harry, Elisabeth en enkele<br />

anderen) en Bas wordt ook onze nieuwe<br />

webmaster. Rest ons nog heel veel dank uit<br />

te spreken aan Harry Hamelink, die onze<br />

eerste website heeft gebouwd en jarenlang<br />

onze webmaster was. Harry, voor die jarenlange<br />

inzet zijn we je zeer erkentelijk.<br />

Lucien Calle<br />

<strong>De</strong> Steltkluut<br />

2013<br />

12 13<br />

nieuwe website


iets voor u?<br />

<strong>De</strong> Steltkluut<br />

14<br />

Foto: Werken op de akkers - Lucien Calle<br />

Traditioneel beheer op de akkers van Sovon-avond 2012<br />

Het Zeeuwse Landschap <strong>De</strong> Steltkluut organiseerde dit jaar de Sovonavond<br />

in het stadhuis van Terneuzen. Er waren<br />

acht sprekers en ruim tien geïnteresseerden.<br />

Met een kleine ploeg mensen staan we te<br />

schoffelen tussen de bieten. <strong>De</strong> zon staat hoog<br />

aan de hemel. Iedereen werkt in korte broek<br />

want het is broeierig weer. Onafgebroken horen<br />

we de veldleeuwerik zingen. Het is een heerlijk<br />

geluid. Dan is het weer even helemaal stil en hoor<br />

je alleen in de verte een tractor wat ronken.<br />

Bij de akkerrand aangekomen zien we een fraaie<br />

bloemenpracht met korenbloem en klaproos.<br />

Wat later zien we een groepje patrijzen tussen<br />

de bieten rondscharrelen. Na de middag gaan<br />

we bonenruiters maken. Met stokken moeten<br />

er oppers worden gemaakt, waarover de geoogste<br />

bonen worden gehangen. Het is best een<br />

precies werkje. Als je het niet goed stapelt,<br />

valt alles er makkelijk weer vanaf...<br />

Is dit een sfeerbeeld uit het boerenleven van<br />

een eeuw geleden? Zomaar een werkdag zoals<br />

destijds voor een groot deel van de Zeeuwse<br />

inwoners heel gewoon was? Tegenwoordig<br />

kent bijna niemand meer het traditionele werk<br />

op de akkers. <strong>De</strong> modernisering van de landbouw<br />

is vanzelfsprekend niet tegen te houden.<br />

Maar het is toch wel jammer dat hiermee de<br />

kennis en het beleven van het aloude landschap<br />

steeds verder verloren dreigt te gaan.<br />

In vergelijking met andere soorten natuur,<br />

gaat het erg slecht met de boerenlandnatuur.<br />

Waar het met de vogels van de bossen of<br />

moerasgebieden relatief goed gaat, hebben<br />

de vogels van akkers veel moeite om te overleven.<br />

In vergelijking van pakweg twintig<br />

jaar geleden is nog slechts een fractie van<br />

de veldleeuweriken en patrijzen aanwezig.<br />

Geelgors en grauwe gors zijn als broedvogel<br />

zelfs helemaal verdwenen. Hetzelfde beeld<br />

zien we bij de planten. Ouderen herinneren<br />

zich vast wel dat akkertjes vroeger veel<br />

kleinschaliger waren en door alle bloeiende<br />

planten ook veel kleurrijker. Schaalvergroting<br />

en moderne teeltmethoden laten weinig leefruimte<br />

voor soorten die vroeger het landschap<br />

een aangenaam tintje gaven. Een aantal organisaties<br />

heeft de handen ineen geslagen om<br />

de teloorgang te keren. Cultuurhistorie op de<br />

akkers blijkt hier hand in hand te gaan met<br />

het behoud van natuur. En dat is eigenlijk<br />

best logisch, want als je precies zo werkt als<br />

vroeger, krijgen vogels en planten opnieuw<br />

dezelfde leefruimte.<br />

<strong>De</strong> Schommeling<br />

Enkele jaren terug begon Het Zeeuwse Landschap<br />

een akkerproject aan de Schommeling<br />

bij Heikant, aan de rand van het waterwingebied<br />

(en op enkele andere plekjes), met<br />

als doel is om de natuurwaarden van akkers<br />

terug op te krikken. Op deze plek zijn weer<br />

kleinschalige akkertjes aanwezig. Er worden<br />

weer traditionele gewassen geteeld zoals<br />

Hemelgerst, Evie en St Jansrogge. <strong>De</strong> akkertjes<br />

zijn direct al weer erg bloemrijk met als topper<br />

de Franse silene, een plant die uit Nederland<br />

verdwenen was. Hier is een nieuwe vrijwilligerswerkgroep<br />

aan de slag gegaan: Werkgroep<br />

traditioneel agrarisch natuurbeheer. Het werk<br />

bestaat uit het onderhoud aan de kleinschalige<br />

biologische akkers (onkruid vrij houden),<br />

traditionele manier van oogsten, zoals oppers<br />

maken, oogsten van zaad van gewenste akkerkruiden<br />

ed. Voor deze groep worden nog<br />

nieuwe vrijwilligers gezocht, waarbij iedereen<br />

zelf mag bepalen hoeveel tijd hij/zij<br />

in het project steekt. Zodat het hierboven<br />

geschetste plaatje er niet alleen een vanuit<br />

het verleden is, maar hopelijk ook weer een<br />

van de toekomst. Het project wordt ondersteund<br />

door Landschapsbeheer Zeeland.<br />

Geïnteresseerden en kunnen zich melden<br />

bij Alex Wieland, 06-12352169, elsenalex@<br />

hetnet.nl<br />

Lucien Calle<br />

<strong>De</strong> eerste spreker, Alex Wieland, bracht verslag<br />

uit over vijf jaar broedvogels inventariseren<br />

door Steltkluutleden in vijf plaatsen van de<br />

gemeente Terneuzen, de opdrachtgever. Er<br />

zijn duidelijke verschillen tussen de stenen<br />

kernen Terneuzen en Sas van Gent in vergelijking<br />

met de meer groene plaatsen als Biervliet,<br />

Zaamslag en Axel. In de steden vinden we<br />

minder soorten in grotere aantallen zoals de<br />

Turkse Tortel en de Gierzwaluw. In de dorpen<br />

vinden we meer broedvogelsoorten, maar<br />

meestal in kleinere aantallen, zoals de Roodborst<br />

en de Groene Specht.<br />

Jan-Willem Vergeer, coördinator van de tellingen<br />

in Zeeland en Zuid Holland, gaf vervolgens<br />

een overzicht van het verloop van de ganzen-<br />

en zwanenaantallen in de winter van 2010.<br />

Door de abrupte kou met veel sneeuw in<br />

december zijn de ganzen duidelijk uitgeweken<br />

van Friesland naar Zuid West Nederland en<br />

Vlaanderen. Het is een duidelijke ontwikkeling<br />

dat de soorten langzaam aan steeds vroeger<br />

uit hun zomergebieden onze kant op komen.<br />

Per soort gaf hij een beeld, waarvan alle tellers<br />

binnenkort een verslag krijgen.<br />

René Steijn, medewerker van de Provincie<br />

Zeeland, stelde dat de opvang in de zogeheten<br />

opvanggebieden voor ganzen (aangewezen<br />

in 2005) in Zeeland ongeveer 60% van de<br />

Grauwe Gans en de Kolgans bergen. <strong>De</strong><br />

schadevergoeding aan boeren buiten die<br />

gebieden is beëindigd en daar mogen de<br />

ganzen worden bejaagd. Inmiddels zijn de<br />

provincies verantwoordelijk voor het beleid<br />

in plaats van het Ministerie van LNV, dat ook<br />

al jaren heeft bezuinigd op schadevergoeding.<br />

<strong>De</strong> jagers willen niet meer meedoen in het<br />

overleg.<br />

Rob Remmerts hield een omstandig verhaal<br />

over het herkennen van de soorten en ondersoorten<br />

van de Grote Rietgans, die in<br />

Zeeuws-Vlaanderen relatief veel pleistert.<br />

Vervolgens kwam het verrassende en geestdriftige<br />

verhaal van professor Eckhart Kuijken.<br />

In zijn periode bij de Belgische Jeugdbond<br />

begon hij ganzen te tellen in de polders rond<br />

Damme (1958). <strong>De</strong> aanwezigheid van ganzen<br />

2013<br />

was er eigenlijk niet bekend. Het bleek mogelijk<br />

om de jagers onder leiding van graaf Lippens<br />

over te halen de jacht te staken in de echte<br />

wintermaanden in 1964. Een landelijk verbod<br />

op het bejagen van ganzen in België kwam er<br />

in 1981. Toch kan niet duidelijk gesteld worden<br />

dat de nog voortdurende toename van pleisterende<br />

aantallen het expliciete gevolg is van het<br />

gestopte bejagen. Sinds 1958 zijn heel veel<br />

waarnemingen gedaan en die geven duidelijk<br />

aan dat de toenemende aantallen pas over een<br />

groter gebied gaan pleisteren als een bepaalde<br />

dichtheid van weilandbezetting is bereikt. Tegenwoordig<br />

komen er 10.000 Kleine Rietganzen en<br />

20.000 Kolganzen. Soms vertegenwoordigen<br />

de aantallen Kleine Rietgans zelfs bijna de<br />

hele broedpopulatie van Spitsbergen (90% in<br />

2000). <strong>De</strong> twee soorten verschillen in de manier<br />

waarop zij hun winterkwartier uitbreiden<br />

onder invloed van de groeiende aantallen.<br />

<strong>De</strong> Kleine Rietgans heeft te maken met een<br />

tekort aan gras op de bekende weilanden<br />

door zijn toenemende aantallen. Langzaam<br />

aan hebben ze er steeds wat weilanden in<br />

de buurt bij genomen om aan voldoende<br />

eten te komen tijdens het Belgische winterverblijf.<br />

Alle stippen van de Kleine Rietgans<br />

op een actuele verspreidingskaart staan nog<br />

steeds dicht bij elkaar in een driehoekig<br />

poldergebied.<br />

<strong>De</strong> toenemende aantallen Kolgans vertonen<br />

een ander patroon. Als de begrazingsdruk<br />

te hoog is voor het weiland of als de ganzen<br />

tekort komen aan gras, worden vanuit het<br />

bekende gebied nieuwe weilanden verder weg<br />

gekozen. Dat gebeurt door kleine groepen<br />

over afstanden van enkele kilometers. Door het<br />

intensief observeren van gemerkte beesten is<br />

vastgesteld dat in die nieuwe pleisterkolonies<br />

ook al veel dieren komen die het oude centrale<br />

terrein al niet eens meer bezoeken als ze vanuit<br />

hun broedgebieden komen en dat zij direct<br />

op de nieuwere pleisterplekken afvliegen.<br />

Vanuit zijn ervaringen zegt Kuijken dat hij<br />

wel inziet dat de veel grotere druk door de<br />

aantallen in Nederland (tot soms bijna 2 miljoen<br />

in januari) heel anders is dan de situatie rond<br />

Damme. Aanpakken is misschien niet te vermijden,<br />

maar laat de ganzen zoveel mogelijk<br />

zelf reguleren hoe zij zich verspreiden in de<br />

winter, want ze hebben hun eigen patroon.<br />

Ga op de ganzen vooral niet jagen want dan<br />

hebben ze veel meer energie nodig en die<br />

grotere schade wordt over een veel groter<br />

weidegebied gespreid.<br />

Jaap Woets<br />

Infoavond Sovon<br />

<strong>De</strong> Steltkluut<br />

15


loemenpracht<br />

2<br />

Foto: Zwarte Els / Hazelaar - Sandra Dobbelaar<br />

Bloeiende bomen en struiken<br />

Elk voorjaar is het weer opletten. Het gaat soms<br />

zo snel. Eerst is het nog fris en winterachtig<br />

en dan ineens barst de <strong>lente</strong> los. Bloemen<br />

verschijnen, bomen en struiken laten hun<br />

kleuren zien. Officieel begint de <strong>lente</strong> pas eind<br />

maart, maar veel planten en dieren kondigen<br />

al veel eerder aan dat het voorjaar begonnen<br />

is. Sommige planten gaan bloeien als het nog<br />

erg koud is. Winterakoniet of speenkruid<br />

bijvoorbeeld. Echte winterkoningen zijn de<br />

zwarte els en de hazelaar. Die kun je soms al in<br />

december op bloemen betrappen. Je moet<br />

wel even goed van dichtbij kijken. <strong>De</strong> stuifmeelkatjes<br />

zie je al van ver, maar de vrouwelijke<br />

bloemetjes zijn kleiner. Die van de hazelaar<br />

zijn prachtig rood. Als je er eenmaal een<br />

hebt gevonden, zie je er plotseling overal in<br />

de struik zitten. Het zijn kleine rode draadjes die<br />

in een bosje op de top van een knop staan.<br />

Als het wat warmer wordt in het begin van<br />

het jaar, gaan ook andere bomen bloeien.<br />

Het eerst vallen de bomen en struiken op<br />

die heel vroeg bloeien. In februari of maart<br />

als er nog geen blaadje te zien is, bloeien<br />

de gele kornoelje, boswilg en sleedoorn. <strong>De</strong><br />

kale takken worden versierd met prachtige<br />

bloemen of katjes. Is het een keer een wat<br />

warmere zonnige dag, dan zal je er meteen<br />

een heleboel insecten op zien: hommelkoninginnen,<br />

bijen, vliegen en misschien zelfs<br />

een vlinder die wakker is geworden uit zijn<br />

lange winterslaap.<br />

Al snel volgen andere soorten bomen en struiken,<br />

maar dan verschijnt ook het eerste blad.<br />

<strong>De</strong> meidoorn bijvoorbeeld krijgt eerst fel groen<br />

blad en daarna trossen met witte bloemen,<br />

die ook nog eens heerlijk ruiken. En zo gaat<br />

het bij de meeste bomen en struiken: eerst<br />

blad en dan bloemen of tegelijk met het<br />

blad ook bloemen.<br />

Later in het voorjaar komen er steeds meer<br />

bloemen te voorschijn: appels en peren gaan<br />

bloeien, de paardenkastanje, wilde liguster,<br />

rode kornoelje, allerlei soorten rozen en ga zo<br />

maar door. Omdat elke soort zijn eigen periode<br />

in het jaar heeft dat hij bloeit, is er vaak een<br />

heel voorjaar en zomer lang bloesem te vinden.<br />

Niet bij alle bomen en struiken zie je de<br />

bloemen even goed. Soms moet je zelfs goed<br />

zoeken. <strong>De</strong> bomen van de kardinaalsmuts, de<br />

plataan of de wegedoorn bijvoorbeeld vallen<br />

niet echt op. Wist je dat er insecten zijn die<br />

maar van een of enkele soorten bloemen<br />

stuifmeel kunnen halen?<br />

Zet eens een stel takken van verschillende<br />

soorten bomen en struiken in een vaas binnen<br />

en kijk er elke dag naar. Je zult zien hoe de<br />

knoppen open gaan. Is dat bij elke soort<br />

hetzelfde? En zitten de bloemen op dezelfde<br />

plaatsen aan de takken?<br />

Hier zie je een heleboel bloemen van bomen en struiken. Ken jij ze allemaal?<br />

Plataan Vogelkers<br />

Foto: Sleedoorn - Sandra Dobbelaar<br />

Kardinaalmuts Rode kornoelje<br />

Lijsterbes<br />

Vlier Tamme kastanje<br />

Het zijn allemaal bloemen! Weet je ze?<br />

Vul de juiste bloem per alinea in, dan komt er in het blok van boven naar onder een woord.<br />

meisjesnaam, deel van het oog<br />

naam van een tijschrift<br />

de franse ...<br />

hiervan wordt saffraan gemaakt<br />

andere naam voor papaver<br />

bloem met vele namen<br />

ziet eruit als een trompet<br />

herfstbloem<br />

andere naam voor Campanula<br />

van de zaden wordt olie gemaakt<br />

2013<br />

A<br />

R<br />

L<br />

Meidoorn<br />

I<br />

O<br />

N<br />

Sandra Dobbelaar<br />

Welk woord, mail het naar vinkegiessen@tele2.nl<br />

L<br />

E<br />

S<br />

O<br />

raadsels<br />

3


kijk die bloem!<br />

4<br />

Wat is eigenlijk een bloem?<br />

Wanneer jij aan bloemen denkt, wat komt er<br />

dan in je op? <strong>De</strong>nk je dan aan de felgekleurde<br />

en lekker ruikende planten, die iedereen opfleuren<br />

in de <strong>lente</strong> en zomer? <strong>De</strong>nk je aan een bos<br />

bloemen die je aan iemand cadeau kunt geven?<br />

Bijna iedereen houdt van bloemen, omdat<br />

ze mooi zijn en vaak lekker ruiken. Zonder<br />

bloemen zouden we niet genoeg te eten<br />

hebben. Al onze vruchten, groenten, bonen<br />

en granen zijn afkomstig van bloemplanten.<br />

Er zijn vele verschillende vormen, geuren en<br />

kleuren. Ze kunnen alleen staan of enorme<br />

groepen vormen. Maar wat is een bloem nu<br />

precies?<br />

Een bloem is een verzameling van speciale<br />

bladeren. <strong>De</strong> meeste bloemen bestaan uit<br />

vier delen: kelkbladeren, kroonbladeren,<br />

meeldraden en stampers. <strong>De</strong> kelkbladeren<br />

kroonblad<br />

helmknop<br />

helmdraad<br />

kelkblad<br />

stempel<br />

stijl<br />

vruchtbeginsel<br />

bloemsteel<br />

zijn de groene delen aan de buitenkant van<br />

de bloem. Ze beschermen de bloemknop<br />

en vallen soms af wanneer de bloem zich<br />

opent. <strong>De</strong> kroonbladeren zijn meestal de<br />

kleurigste delen van een bloem. Binnen de<br />

kroonbladeren zitten de meeldraden en de<br />

stampers. <strong>De</strong> meeldraden zijn mannelijke<br />

delen van een bloem: elke meeldraad bestaat<br />

uit een lange, dunne steel ->de helmdraad<br />

en een helmknop. Op de helmknop zit het<br />

stuifmeel van de bloem. <strong>De</strong> stamper is het<br />

vrouwelijke deel van de bloem. Elke stamper<br />

heeft een stempel, een steel en een vruchtbeginsel,<br />

waarin de zaadknoppen zitten die<br />

uiteindelijk de zaden vormen.<br />

Voordat een bloem zaden<br />

stuifmeelkorrels<br />

kan maken, moet stuifmeel<br />

uit de mannelijke helmknoppen<br />

de vrouwelijke<br />

stuifmeelbuis stempel bereiken. Dit heet<br />

bestuiving. Soms is hiervoor<br />

de hulp van dieren<br />

eicel of de wind voor nodig.<br />

Wanneer een stuifmeelkorrel<br />

op de stempel terechtkomt,<br />

begint een hele<br />

dunne buis uit te groeien.<br />

<strong>De</strong>ze buis groeit door de stijl omlaag tot hij<br />

de zaadknop in het vruchtbeginsel bereikt.<br />

Nu kan de zaadknop een zaad worden.<br />

Er zijn verschillende bloeiwijzen. Aparte<br />

bloem: Alleenstaande bloemen, die elk aan<br />

een bloemsteel staan, bv. tulpen hebben<br />

maar één bloem. Bloeiaar: <strong>De</strong> bloemen zitten<br />

zonder bloemsteel aan één stengel, bv. de<br />

koningskaars. Scherm: Alle bloemen staan<br />

op dezelfde hoogte aan de stengel, bv. de<br />

berenklauw. Zo kunnen insecten, die voor<br />

de bestuiving zorgen, gemakkelijk op de<br />

bloemen landen. Samengestelde bloem:<br />

Heel veel kleine bloemetjes samen lijken op<br />

één enkele, grote bloem, bv. de zonnebloem.<br />

Anja van der Giessen<br />

Foto: Bostulp - Lucien Calle<br />

Foto: Koningskaars<br />

Foto: Berenklauw - Lucien Calle<br />

Foto: Zonnebloem - Jolien Vinke<br />

Paaseieren met bloem- en bladmotief,<br />

geverfd met uienschillen<br />

Paaseieren kan je in plaats met gekochte<br />

verf (chemisch vervaardigd) ook met natuurlijk<br />

materiaal, zoals uien, rode bieten,<br />

verschillende vruchten en kruiden een<br />

mooie kleur geven. Het is meestal goedkoper<br />

en ziet ook heel erg mooi eruit.<br />

Vandaag wil ik jullie verraden hoe je dit<br />

met uienschillen kan doen.<br />

Wat heb je nodig<br />

Heleboel rode en bruine uienschillen (het<br />

beste al een paar weken van tevoren beginnen<br />

met verzamelen).<br />

Pan met ½ liter water (meer eieren, dan<br />

meer water). Je kan dit van tevoren uitproberen<br />

hoeveel je nodig hebt, zodat je eieren<br />

die je wil verven bedekt zijn. Neem niet een<br />

te grote pan.<br />

Eieren (het liefste wit).<br />

Een oude, dunne panty van je moeder, oma<br />

of grote zus (maar misschien even vragen of<br />

het mag).<br />

Verschillende kleine bloemen (madeliefjes,<br />

viooltjes, primula’s) en verschillende fijne<br />

grassoorten en blaadjes.<br />

Zo wordt het gedaan<br />

Uienschillen in het water leggen een scheut<br />

azijn toevoegen en ongeveer een half uur<br />

laten koken- sudderen, zodat er een mooie<br />

kleur en een donker soepje ontstaat.<br />

In de tussentijd de bloemen en (of) blaadjes,<br />

op het rauwe, witte en met azijn schoon<br />

gemaakte ei leggen (hoe het later eruit<br />

moet zien) en de in stukjes geknipte panty<br />

erover leggen. Het beste lukt het met zijn<br />

tweeën- de één houdt vast en de andere<br />

legt de panty voorzichtig erop. <strong>De</strong> panty<br />

goed aantrekken en op de achterkant van<br />

het ei met een elastiekjes of draad vastbinden<br />

en zo fixeren.<br />

Als de eieren allemaal zijn voorbereid kan<br />

je ze tegelijkertijd in de hete sap leggen en<br />

hierin ongeveer 8 minuten laten koken. <strong>De</strong><br />

eieren eruit halen en af laten koelen en de<br />

panty en blaadjes verwijderen.<br />

Bijzonder mooi ziet het eruit als je ze in een<br />

mandje met houtwol legt.<br />

Elisabeth Hoek<br />

2013<br />

Foto’s: Eieren verven - Elisabeth/ Marie Hoek<br />

eens proberen!<br />

5


onder de loep<br />

6<br />

Foto: Haas in het veld<br />

Mijn naam is … Haas<br />

Al ooit deze uitspraak gehoord? Weet je wat<br />

dit betekent?<br />

Dit geeft aan dat iemand van niets weet of<br />

ergens niets mee te maken wilt hebben.<br />

Zo zijn er ook nog een veelal andere spreekwoorden<br />

over en met de haas. Hieronder<br />

een paar meest gebruikelijkste ervan.<br />

• Een hazenslaapje-<br />

Een lichte slaap. <strong>De</strong> haas slaapt zeer licht<br />

en is makkelijk te wekken.<br />

• Hij heeft schoenen van hazenleer -<br />

Hij kan ontzettend hard lopen.<br />

• Angsthaas -<br />

zeer bang uitgevallen persoon, verwijzend<br />

naar de waakzaamheid van de haas.<br />

Hazenraadsel<br />

Hieronder een paar bijzonder “haas achtig”<br />

benoemingen. Weet je wat ze betekenen?<br />

Lepels - pluim - rammelaar - moer - leger<br />

<strong>De</strong> antwoorden vind je verder in de tekst<br />

Heb oren als een …<br />

Op het eerste gezicht lijkt een haas veel op<br />

het konijn, maar hij is veel groter, heeft veel<br />

grotere oren en langere benen. Hij wordt<br />

wel tot 73 centimeter lang en ongeveer 30<br />

centimeter hoog. Het mannetje (“rammelaar”<br />

of “ram”) is iets zwaarder dan het vrouwtje<br />

(“moer” of “moerhaas”).<br />

<strong>De</strong> haas heeft zeer lange oren ook lepels<br />

genoemd (tot 13 cm) waarmee hij uitstekend<br />

kan horen. Ze kunnen los van elkaar bewegen<br />

en kunnen zo van iedere richting geluid opvangen.<br />

<strong>De</strong> grote, goudbruine ogen zitten op de<br />

zijkant en omringd door een iets lichtere<br />

vacht. Hij kan ermee 360° kijken, dus hoeft<br />

zijn hoofd niet te draaien om zijn omgeving<br />

in de gaten te kunnen houden.<br />

Ook heeft de haas een heel goede reukzin.<br />

Door voortdurend te snuff elen kan hij van<br />

alle geurtjes (vrouwtjes, vijanden) ruiken.<br />

Zijn kleine zwarte staartje (ook pluim genoemd)<br />

is aan de onderkant wit, dit kan je heel goed<br />

zien als hij weghuppelt. <strong>De</strong> achterpoten zijn<br />

langer en krachtiger dan de voorpoten. Iedere<br />

poot heeft vijf tenen en behaarde zoolkussens.<br />

<strong>De</strong> Europese haas heeft afhankelijk waar hij<br />

leeft een grijzig geel- tot roestbruine vacht,<br />

die hem helpt zich goed in het veld, bos of in<br />

en wei te kunnen verstoppen (ook camoufl<br />

age genoemd).<br />

En soms laat ik wat sporen achter<br />

<strong>De</strong> afdruk van de voorvoet is ongeveer 4 cm<br />

en die van de achterpoot 6 cm lang. Aan de<br />

afstand en het patroon van de sporen kan je<br />

zien wat de haas aan het doen was (eten (A),<br />

lopen (B) of vluchten (C).<br />

<strong>De</strong> keutels van een haas zijn licht- tot geelbruin<br />

of donkergroen tot zwart van kleur, en<br />

rond en licht afgeplat van vorm. En ongeveer<br />

2 cm groot. Ze zijn groter, platter, lichter van<br />

kleur en vezelrijker dan die van een konijn.<br />

Een herkenbaar spoor is het “leger”, het nest<br />

van een haas. Dit is een simpel ondiep kuiltje<br />

in het open veld of onder begroeiing. Een<br />

ander herkenbaar spoor zijn de vaste paden,<br />

wissels, die lopen over het platteland en<br />

door openingen in hagen.<br />

En je vindt me …<br />

<strong>De</strong> haas komt in een groot gedeelte van<br />

Europa maar ook in Turkije tot Israël, Syrië,<br />

Noord-Irak en Iran en in West-Siberië voor.<br />

Foto: Hoepelende haas<br />

In Nederland is de haas over het hele land<br />

verspreid.<br />

Hij houdt het liefst van half- open grasvelden<br />

en weilanden, maar het liefst op akkers en<br />

grotere grasvlakten. Beschutte plaatsen, zoals<br />

hoog gras en ruige oevers, zijn heel belangrijk.<br />

<strong>De</strong> haas houdt niet van koude en vochtige<br />

bossen.<br />

Ik hou soms een “hazenslaapje”<br />

<strong>De</strong> haas blijft meestal zijn hele leven in het<br />

gebied waar hij is geboren. Hij zal het gebied<br />

alleen verlaten als in zijn woongebied geen<br />

vrouwtjes of voedsel te vinden zijn.<br />

Soms leven hazen in tijdelijke groepjes<br />

naast elkaar. In de paartijd leven de hazen<br />

in grotere groepen.<br />

Hij ligt overdag meestal platgedrukt tegen<br />

de grond of in zijn leger (kuiltje- nest). Het<br />

leger bevindt zich meestal op een zonnige,<br />

beschutte plaats en is zelf gegraven. Hier houdt<br />

hij een slaap, die zo licht is dat de haas door<br />

ieder geluid of trilling van de bodem wordt<br />

gewekt.<br />

‘s Avonds wordt hij actief. Hij kan dan kilometers<br />

afl eggen op zoek naar eten.<br />

<strong>De</strong> haas beweegt zich voort met een huppelende<br />

beweging, waarbij de achterpoten<br />

voor de voorpoten worden gezet. Hij maakt<br />

hierbij sprongen van wel een meter. Het is<br />

een goede zwemmer en kan ook een rivier<br />

oversteken.<br />

Het liefst eet ik ….(dat weet je wel)<br />

<strong>De</strong> haas eet bijna alles wat groen, sappig en<br />

knapperig is. Zoals gras, klavers, paardenbloemen,<br />

knoppen, zaden, twijgen, wortels en<br />

landbouwgewassen als bieten, koolplanten,<br />

wortelen en granen. Maar ook eet hij schors,<br />

paddenstoelen en vruchten als appels en<br />

bessen. Soms eet de haas zijn eigen keuteltjes<br />

om eiwitten en vitaminen binnen te<br />

krijgen.<br />

Met de tanden wordt het voedsel afgesneden.<br />

Hij kauwt langere tijd voordat hij het inslikt.<br />

<strong>De</strong> haas drinkt bijna niet, hij haalt het meeste<br />

vocht uit zijn eten.<br />

2013<br />

Op zoek naar een vrouwtje<br />

<strong>De</strong> paartijd wordt bij hazen rammeltijd genoemd<br />

en begint in januari en eindigt in september.<br />

<strong>De</strong> rammen verzamelen zich in kleine groepjes<br />

(tot veertien rammen) en zijn in deze tijd<br />

zeer agressief. Als meerdere rammelaars op<br />

een moerhaas (vrouwtje) afkomen zullen zij<br />

erom vechten. Staand op hun achterpoten<br />

delen ze fl inke klappen en schoppen uit,<br />

waardoor het op een soort kickboksgevecht<br />

lijkt. Ook vinden er tijdens de gevechten<br />

achtervolgingen plaats, wordt er gegromd<br />

en maken de hazen hoge luchtsprongen.<br />

<strong>De</strong> ram gaat af en toe naar het vrouwtje<br />

toe en besnuff elt haar neus. Hierna richt<br />

het mannetje zich op de achterpoten en<br />

slaat met zijn voorpoten in de lucht. Als het<br />

vrouwtje er klaar voor is, zal zij het nadoen.<br />

Na een tijdje zal de moerhaas, die de gehele<br />

tijd stil op de grond lag, plotseling wegrennen,<br />

en de mannetjes haar achtervolgen. Hierbij zal<br />

ze de meeste rammen van zich afschudden.<br />

Pas wanneer één ram overgebleven is, zal zij<br />

stoppen met rennen. Hierna kan de paring<br />

volgen.<br />

En dan vele schattige, kleine haasjes<br />

<strong>De</strong> haas krijgt tot vier keer per jaar twee tot<br />

vijf jongen. <strong>De</strong> jongen kunnen zich al snel<br />

na de geboorte zelfstandig voortbewegen.<br />

Ze worden met geopende ogen geboren.<br />

Pasgeboren haasjes zijn geheel geurloos,<br />

zodat roofdieren als vossen ze niet kunnen<br />

ontdekken. <strong>De</strong> eerste dagen blijven de jongen<br />

bij elkaar, maar hierna zoekt ieder zijn eigen<br />

legertje waar hij zich de gehele dag in verbergt.<br />

<strong>De</strong> moeder zorgt alleen voor de jongen, maar<br />

laat ze het grootste deel van de dag alleen.<br />

Als het vrouwtje de jongen wil zogen geeft<br />

ze een laag geluid. <strong>De</strong> jongen verzamelen<br />

zich dan, meestal op de plek waar ze geboren<br />

zijn, en worden vijf minuten lang gezoogd.<br />

Daarna laat het vrouwtje ze weer alleen en<br />

zoeken de jongen hun plekje weer op. Na<br />

gemiddeld vier weken zijn de jonge hazen<br />

zelfstandig en gaan over op vaste voeding.<br />

Ze groeien vrij snel. Na 3 maanden zijn ze op<br />

volwassen gewicht.<br />

Elisabeth Hoek<br />

Foto: Legers met jonge haasjes<br />

onder de loep<br />

7

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!