16.09.2013 Views

Communicatie is de sleutel tot succesvolle samenwerking:

Communicatie is de sleutel tot succesvolle samenwerking:

Communicatie is de sleutel tot succesvolle samenwerking:

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>Communicatie</strong> <strong>is</strong> <strong>de</strong> <strong>sleutel</strong> <strong>tot</strong><br />

<strong>succesvolle</strong> <strong>samenwerking</strong>:<br />

Een on<strong>de</strong>rzoek naar communicatie tussen bas<strong>is</strong>scholen,<br />

lokale instellingen en ou<strong>de</strong>rs binnen stads<strong>de</strong>el Westerpark.<br />

Door: Emel Kilic-Atasever<br />

Stu<strong>de</strong>ntnummer: 208400<br />

Studiejaar: Jaar 4<br />

Opleiding: Pedagogiek, ABV<br />

Instituut: Educatieve Hogeschool van Amsterdam<br />

Opdrachtgever: Lectoraat School en Omgeving<br />

Praktijkbegelei<strong>de</strong>r: Remy Wilshaus<br />

Docentbegelei<strong>de</strong>r: Carine Ex<br />

Plaats: Amsterdam<br />

Datum: 20 augustus 2009


Voorwoord<br />

Voor mijn afstu<strong>de</strong>erfase van <strong>de</strong> opleiding Pedagogiek aan <strong>de</strong> Hogeschool van Amsterdam heb<br />

ik on<strong>de</strong>rzoek gedaan naar <strong>de</strong> communicatie over on<strong>de</strong>rwijs en opvoeding tussen bas<strong>is</strong>scholen,<br />

lokale instellingen en ou<strong>de</strong>rs van verschillen<strong>de</strong> culturele achtergron<strong>de</strong>n binnen stads<strong>de</strong>el<br />

Westerpark in Amsterdam.<br />

Ik heb besloten dit on<strong>de</strong>rzoek uit te voeren omdat communicatie <strong>de</strong> <strong>sleutel</strong> <strong>is</strong> om mee te kunnen<br />

doen in <strong>de</strong> samenleving. Bij opvoedingson<strong>de</strong>rsteuning of ou<strong>de</strong>rbetrokkenheid <strong>is</strong> <strong>de</strong> manier van<br />

communiceren essentieel. Daarom wil<strong>de</strong> ik on<strong>de</strong>rzoeken hoe <strong>de</strong> communicatie in stads<strong>de</strong>el<br />

Westerpark <strong>is</strong> en wat verbeterd kan wor<strong>de</strong>n op dit gebied. Ik heb met name on<strong>de</strong>rzoek gedaan<br />

naar <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> culturele achtergron<strong>de</strong>n van ou<strong>de</strong>rs en of hiermee rekening gehou<strong>de</strong>n<br />

wordt in <strong>de</strong> communicatie met hen. Interculturele communicatie kan een stap zijn om ou<strong>de</strong>rs van<br />

verschillen<strong>de</strong> culturele achtergron<strong>de</strong>n meer te betrekken in zowel het on<strong>de</strong>rwijs als in <strong>de</strong><br />

samenleving.<br />

Ik ben het on<strong>de</strong>rzoek begonnen met een literatuuron<strong>de</strong>rzoek waarmee ik een theoret<strong>is</strong>ch ka<strong>de</strong>r<br />

heb geschetst. In dit theoret<strong>is</strong>ch ka<strong>de</strong>r <strong>is</strong> beschreven waarom het belangrijk <strong>is</strong> om met ou<strong>de</strong>rs te<br />

communiceren, wat interculturele communicatie <strong>is</strong> en waar men rekening mee dient te hou<strong>de</strong>n<br />

bij het gebruik van interculturele communicatie. Na het literatuuron<strong>de</strong>rzoek ben ik met het<br />

empir<strong>is</strong>ch on<strong>de</strong>rzoek begonnen. Ik heb diverse interviews gehou<strong>de</strong>n met bas<strong>is</strong>scholen en lokale,<br />

bij <strong>de</strong> opvoeding betrokken instellingen. Ik heb ze bevraagd hoe ze contact zoeken en<br />

communiceren met ou<strong>de</strong>rs van verschillen<strong>de</strong> culturele achtergron<strong>de</strong>n en hoe ze dit in <strong>de</strong><br />

toekomst zou<strong>de</strong>n willen zien. Deze data <strong>is</strong> geanalyseerd en met <strong>de</strong> uitkomst zijn <strong>de</strong> <strong>de</strong>elvragen<br />

en hoofdvraag beantwoord.<br />

Ik hoop dat dit afstu<strong>de</strong>erwerkstuk kan bijdragen <strong>de</strong> communicatie met ou<strong>de</strong>rs in stads<strong>de</strong>el<br />

Westerpark te verbeteren en ik wil <strong>de</strong> instellingen en scholen die hebben meegedaan aan dit<br />

on<strong>de</strong>rzoek bedanken voor hun me<strong>de</strong>werking.<br />

Ook wil ik in het bijzon<strong>de</strong>r mijn begeleidster Carine Ex bedanken voor haar goe<strong>de</strong> begeleiding<br />

en mijn opdrachtgever Remy Wilshaus voor zijn hulp en mee<strong>de</strong>nken.<br />

Emel Kilic-Atasever<br />

1


Inhoudsopgave<br />

Voorwoord...................................................................................................................... 1<br />

Inhoudsopgave .............................................................................................................. 2<br />

1. Artikel ......................................................................................................................... 3<br />

2. Inleiding...................................................................................................................... 5<br />

2.1 Achtergrond on<strong>de</strong>rzoek....................................................................................... 5<br />

2.2 Probleemstelling .................................................................................................. 5<br />

3. <strong>Communicatie</strong> met ou<strong>de</strong>rs........................................................................................ 7<br />

3.1 Het belang van communicatie met ou<strong>de</strong>rs ........................................................ 7<br />

3.2 Interculturele communicatie ............................................................................. 11<br />

3.3 Aspecten van interculturele communicatie ..................................................... 12<br />

4. On<strong>de</strong>rzoeksmetho<strong>de</strong> ............................................................................................... 16<br />

4.1 On<strong>de</strong>rzoeksgroep............................................................................................... 16<br />

4.2 Dataverzamelingsmetho<strong>de</strong>................................................................................ 17<br />

4.3 Meetinstrument .................................................................................................. 17<br />

4.4 Analysemetho<strong>de</strong> ................................................................................................ 17<br />

5. Resultaten ................................................................................................................ 18<br />

5.1 De lokale instellingen ........................................................................................ 20<br />

5.2 De bas<strong>is</strong>scholen................................................................................................. 21<br />

6. Conclusies ............................................................................................................... 22<br />

6.1 Antwoord op <strong>de</strong> <strong>de</strong>elvragen.............................................................................. 22<br />

6.2 Antwoord op <strong>de</strong> vraagstelling........................................................................... 24<br />

7. D<strong>is</strong>cussie................................................................................................................. 25<br />

8. Aanbevelingen ......................................................................................................... 27<br />

9. Literatuur.................................................................................................................. 33<br />

Bijlagen......................................................................................................................... 35<br />

Bijlage 1: Interviewvragen....................................................................................... 35<br />

Bijlage 2: Interviewuitwerkingen ............................................................................ 37<br />

Bijlage 3: Culturen in Westerpark........................................................................... 43<br />

Bijlage 4: Feedback opdrachtgever........................................................................ 45<br />

2


1. Artikel<br />

‘Welke opvattingen, vragen en behoeften hebben ou<strong>de</strong>rs over <strong>de</strong> opvoeding van hun kin<strong>de</strong>ren<br />

en over <strong>de</strong> bijdrage die lokale, bij <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren betrokken instellingen hieraan, al dan niet in<br />

partnerschap met hen, kunnen leveren?’<br />

Deze vraag wil het stads<strong>de</strong>el Westerpark in Amsterdam kunnen beantwoor<strong>de</strong>n. Met <strong>de</strong>ze vraag<br />

zijn ze bij <strong>de</strong> opdrachtgever, het Lectoraat School en Omgeving aan <strong>de</strong> Hogeschool van<br />

Amsterdam gekomen. Het lectoraat heeft zes stu<strong>de</strong>nten aangenomen om <strong>de</strong>ze vraag door<br />

mid<strong>de</strong>l van zes <strong>de</strong>elvragen te beantwoor<strong>de</strong>n. In dit afstu<strong>de</strong>erwerkstuk wordt één van die<br />

<strong>de</strong>elvragen beantwoord.<br />

'In hoeverre <strong>is</strong> er sprake van interculturele communicate tussen bas<strong>is</strong>scholen, lokale instellingen<br />

en ou<strong>de</strong>rs in stads<strong>de</strong>el Westerpark over on<strong>de</strong>rwijs en opvoeding?’<br />

Dit <strong>is</strong> <strong>de</strong> vraagstelling in dit afstu<strong>de</strong>erwerkstuk. Het on<strong>de</strong>rzoek <strong>is</strong> gedaan door mid<strong>de</strong>l van een<br />

literatuuron<strong>de</strong>rzoek en een kwalitatief empir<strong>is</strong>ch on<strong>de</strong>rzoek aan <strong>de</strong> hand van een gestructureerd<br />

interview.<br />

De belangrijkst bevindingen uit het literatuuron<strong>de</strong>rzoek zijn dat er verschillen<strong>de</strong> motieven zijn om<br />

met ou<strong>de</strong>rs te communiceren, zoals pedagog<strong>is</strong>che, on<strong>de</strong>rwijskundige, organ<strong>is</strong>ator<strong>is</strong>che en<br />

maatschappelijke motieven. Partnerschap, afstemming en <strong>samenwerking</strong> tussen school en<br />

ou<strong>de</strong>rs om <strong>de</strong> ontwikkeling van kin<strong>de</strong>ren te stimuleren vere<strong>is</strong>t ook dat er effectieve<br />

communicatie tussen hen plaatsvindt. In het literatuuron<strong>de</strong>rzoek <strong>is</strong> tevens on<strong>de</strong>rzoek gedaan<br />

naar interculturele communicatie. De <strong>de</strong>finitie die in dit on<strong>de</strong>rzoek wordt gehanteerd luidt ‘een<br />

proces van uitw<strong>is</strong>seling van informatie tussen twee personen die zichzelf in een specifieke<br />

context in cultureel opzicht als on<strong>de</strong>rling verschillend <strong>de</strong>finiëren’ (Shadid, 2007, p.23). De<br />

<strong>de</strong>finitie die Shadid (2007) toekent aan het begrip interculturele communicatie brengt met zich<br />

mee dat niet <strong>de</strong> cultuurverschillen bepalen of communicatie intercultureel <strong>is</strong>, maar dat dit vooral<br />

wordt bepaald door <strong>de</strong> mate waarin <strong>de</strong> communicatiepartners zichzelf of <strong>de</strong> an<strong>de</strong>r als cultureel<br />

an<strong>de</strong>rs zien en dit een rol toekennen in <strong>de</strong> communicatie. Volgens Shadid (2007) dient men bij<br />

het gebruik van interculturele communicatie rekening te hou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> culturele achtergrond,<br />

<strong>de</strong> we<strong>de</strong>rzijdse beeldvorming en <strong>de</strong> sociale vaardighe<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> communicatiepartners en <strong>de</strong><br />

context waarin <strong>de</strong> communicatie plaats vindt. Azghari (2005) heeft het over drie<br />

bas<strong>is</strong>voorwaar<strong>de</strong>n waarover men moet beschikken voor geslaag<strong>de</strong> interculturele communicatie;<br />

kenn<strong>is</strong>, empathie en bewustwording van <strong>de</strong> eigen cultuur.<br />

Na het literatuuron<strong>de</strong>rzoek heeft er empir<strong>is</strong>ch on<strong>de</strong>rzoek plaatsgevon<strong>de</strong>n. Door mid<strong>de</strong>l van een<br />

interview met open vragen zijn 6 me<strong>de</strong>werkers van lokale instellingen en 7 leerkrachten en<br />

directiele<strong>de</strong>n van bas<strong>is</strong>scholen bevraagd over hoe zij communiceren met ou<strong>de</strong>rs, of ze rekening<br />

hou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> culturele achtergrond van ou<strong>de</strong>rs en hoe <strong>de</strong> communicatie met hen in <strong>de</strong><br />

toekomst verbeterd zou kunnen wor<strong>de</strong>n. De belangrijkste bevindingen zijn dat zowel <strong>de</strong><br />

instellingen als <strong>de</strong> bas<strong>is</strong>scholen persoonlijk als schriftelijk contact hebben met ou<strong>de</strong>rs.<br />

Persoonlijk in <strong>de</strong> zin van spreekuren, afspraken of 10 minutengesprekken. Schriftelijk via<br />

brieven, email en website. Het verschil tussen instellingen en bas<strong>is</strong>scholen <strong>is</strong> dat bas<strong>is</strong>scholen<br />

gebruik maken van ou<strong>de</strong>rs om contact met ze te on<strong>de</strong>rhou<strong>de</strong>n door mid<strong>de</strong>l van contactou<strong>de</strong>rs<br />

en ou<strong>de</strong>rcontactfunctionar<strong>is</strong>sen. Slechts één bas<strong>is</strong>school gaf aan rekening te hou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong><br />

culturele achtergrond van ou<strong>de</strong>rs in <strong>de</strong> communicatie met hen. Twee bas<strong>is</strong>scholen gaven aan<br />

het wel belangrijk te vin<strong>de</strong>n. Een aantal instellingen en bas<strong>is</strong>scholen gaven aan wel gebruik te<br />

maken van een tolk. Meest opvallen<strong>de</strong> re<strong>de</strong>n die werd gegeven om geen rekening te hou<strong>de</strong>n<br />

3


met <strong>de</strong> culturele achtergrond was dat ou<strong>de</strong>rs niet als groep maar als individu wer<strong>de</strong>n gezien en<br />

hier wordt dan ook naar gehan<strong>de</strong>ld. Om <strong>de</strong> communicatie te verbeteren wer<strong>de</strong>n verbeterpunten<br />

aangegeven als, het contact blijven on<strong>de</strong>rhou<strong>de</strong>n, alle instellingen en scholen moeten <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong><br />

aanpak wat betreft communicatie hanteren zodat ou<strong>de</strong>rs weten waar ze aan toe zijn, gebruik<br />

maken van een intern begelei<strong>de</strong>r, ou<strong>de</strong>rs bellen, meer samenwerken met ou<strong>de</strong>rs, gebruik<br />

maken van een ou<strong>de</strong>rcontactpersoon, ou<strong>de</strong>rs moeten hun verantwoor<strong>de</strong>lijkheid nemen, kind niet<br />

meer als tussenpersoon zien. De instellingen en bas<strong>is</strong>scholen zijn over het algemeen tevre<strong>de</strong>n<br />

over <strong>de</strong> communicatie met ou<strong>de</strong>rs over on<strong>de</strong>rwijs en opvoeding.<br />

Naar aanleiding van het literatuuron<strong>de</strong>rzoek en het empir<strong>is</strong>ch on<strong>de</strong>rzoek zijn er aan aantal<br />

aanbevelingen gedaan. In dit on<strong>de</strong>rzoek wordt dui<strong>de</strong>lijk gemaakt dat interculturele communicatie<br />

een hulpmid<strong>de</strong>l kan zijn om bewuster met mensen om te gaan in <strong>de</strong> communicatie en ook<br />

bewuster te zijn van <strong>de</strong> eigen cultuur en <strong>de</strong> normen en waar<strong>de</strong>n die men voor zichzelf als geldig<br />

beschouwt. Dit <strong>is</strong> niet voor ie<strong>de</strong>reen hetzelf<strong>de</strong>. Het <strong>is</strong> een gevaar om bij het benoemen van<br />

kenmerken van een an<strong>de</strong>re cultuur, <strong>de</strong>ze per <strong>de</strong>finitie voor ie<strong>de</strong>reen van <strong>de</strong>ze cultuur als<br />

gel<strong>de</strong>nd te beschouwen. Het <strong>is</strong> daarom belangrijk om ie<strong>de</strong>r mens als individu te blijven<br />

bena<strong>de</strong>ren.<br />

Om elkaar en elkaars cultuur beter te leren kennen zou op school een multicultureel evenement<br />

georgan<strong>is</strong>eerd kunnen wor<strong>de</strong>n waarin op een informele manier kenn<strong>is</strong> met elkaar gemaakt wordt<br />

en ie<strong>de</strong>reen wat vertelt of meeneemt uit zijn cultuur. Op <strong>de</strong>ze manier wordt het min<strong>de</strong>r bela<strong>de</strong>n<br />

om erachter te komen wat iemands normen en waar<strong>de</strong>n zijn.<br />

Vier bas<strong>is</strong>scholen gaven aan gebruik te maken van contactou<strong>de</strong>rs en ou<strong>de</strong>rcontactpersonen. Zo<br />

een persoon kan helpen het contact tussen (allochtone) ou<strong>de</strong>rs en leerkrachten beter en<br />

effectiever te laten verlopen. De leerkracht hoeft geen tijd te maken om elke ou<strong>de</strong>r apart aan te<br />

spreken om bijvoorbeeld te vragen mee te helpen op school en ou<strong>de</strong>rs zijn wellicht opener<br />

tegenover een an<strong>de</strong>re ou<strong>de</strong>r dan <strong>de</strong> leerkracht.<br />

Wat zowel uit het literatuuron<strong>de</strong>rzoek als het empir<strong>is</strong>ch on<strong>de</strong>rzoek <strong>is</strong> gebleken <strong>is</strong> dat vooral bij<br />

Marokkaanse en Turkse ou<strong>de</strong>rs een persoonlijke bena<strong>de</strong>ring beter werkt dan een schriftelijke<br />

bena<strong>de</strong>ring. Voor <strong>de</strong>ze ou<strong>de</strong>rs <strong>is</strong> <strong>de</strong> drempel namelijk hoger om contact met <strong>de</strong> school en <strong>de</strong><br />

leerkracht te zoeken. De leerkracht wordt als autoriteit gezien die niet snel wordt aangesproken.<br />

Daarom kunnen <strong>de</strong>ze ou<strong>de</strong>rs beter persoonlijk wor<strong>de</strong>n aangesproken bij bijvoorbeeld een<br />

uitnodiging voor een ou<strong>de</strong>ravond of activiteiten op school.<br />

Om te kunnen communiceren moet men elkaar kunnen verstaan. Dit <strong>is</strong> een bas<strong>is</strong>voorwaar<strong>de</strong><br />

voor interculturele communicatie (Shadid, 2007). Een ou<strong>de</strong>r die <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse taal niet goed<br />

beheerst kan zelf een tolk meenemen. Dit kan een familielid of een kenn<strong>is</strong> zijn. Zo een tolk kan<br />

na<strong>de</strong>len maar ook voor<strong>de</strong>len bie<strong>de</strong>n. Aan <strong>de</strong> ene kant kunnen nuances in het gesprek<br />

aangebracht wor<strong>de</strong>n en m<strong>is</strong>verstan<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n voorkomen. Aan <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re kant heeft <strong>de</strong><br />

leerkracht geen zicht op <strong>de</strong> kwaliteit van <strong>de</strong> vertaling en kan het gesprek onpersoonlijker wor<strong>de</strong>n<br />

doordat het contact min<strong>de</strong>r direct wordt. Een school of instelling kan zijn eigen grenzen aageven<br />

wat betreft een tolk, bijvoorbeeld geen leerlingen van <strong>de</strong> school of geen kin<strong>de</strong>ren jonger dan 18<br />

jaar.<br />

4


2. Inleiding<br />

2.1 Achtergrond on<strong>de</strong>rzoek<br />

De opdrachtgever van dit on<strong>de</strong>rzoek <strong>is</strong> het lectoraat School en Omgeving aan <strong>de</strong> Hogeschool<br />

van Amsterdam van Edith Hooge. Dit lectoraat heeft <strong>de</strong> opdracht gekregen van stads<strong>de</strong>el<br />

Westerpark om te on<strong>de</strong>rzoeken wat <strong>de</strong> vragen en behoeften zijn van ou<strong>de</strong>rs in dit stads<strong>de</strong>el als<br />

het gaat om het opvoe<strong>de</strong>n van hun kin<strong>de</strong>ren en <strong>de</strong> bijdrage die lokale instellingen hieraan<br />

leveren. De vraagstelling vanuit <strong>de</strong> opdrachtgever luidt:<br />

Welke opvattingen, vragen en behoeften hebben ou<strong>de</strong>rs over <strong>de</strong> opvoeding van hun kin<strong>de</strong>ren en<br />

over <strong>de</strong> bijdrage die lokale, bij <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren betrokken instellingen hieraan, al dan niet in<br />

partnerschap met hen, kunnen leveren?<br />

De maatschappelijke instellingen die betrokken zijn bij het opgroeien van kin<strong>de</strong>ren en jongeren<br />

in Westerpark werken al jaren met elkaar samen. Sinds 2006 <strong>is</strong> dit vastgelegd in het convenant<br />

‘Jong in Westerpark’. Voor het jaar 2009 heeft het stads<strong>de</strong>el ou<strong>de</strong>rbetrokkenheid als één van<br />

haar hoofdpunten benoemd. Het stads<strong>de</strong>el <strong>is</strong> van plan in het najaar van 2009 een actieweek<br />

ou<strong>de</strong>rparticipatie te organ<strong>is</strong>eren en heeft ter voorbereiding hierop <strong>de</strong> behoefte geuit een volledig<br />

zicht te krijgen op <strong>de</strong> manier waarop ou<strong>de</strong>rs hun kin<strong>de</strong>ren opvoe<strong>de</strong>n, welke vragen zij hebben<br />

over <strong>de</strong> opvoeding van hun kin<strong>de</strong>ren en welke behoeften er bij ou<strong>de</strong>rs bestaan voor <strong>de</strong><br />

on<strong>de</strong>rsteuning hierbij. Op <strong>de</strong>ze manier kunnen <strong>de</strong> verplichte en niet-verplichte maatschappelijke<br />

instellingen die, naast <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs ook een rol hebben bij <strong>de</strong> opvoeding van <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren, <strong>de</strong><br />

kin<strong>de</strong>ren en ou<strong>de</strong>rs nog beter begelei<strong>de</strong>n, informeren en helpen.<br />

De uitkomsten zullen door het stads<strong>de</strong>el Westerpark wor<strong>de</strong>n gebruikt om in het najaar van 2009<br />

op zo’n manier vorm en inhoud te geven aan <strong>de</strong> actieweek ‘Ou<strong>de</strong>rbetrokkenheid’ dat dit beter<br />

aansluit bij <strong>de</strong> vragen en behoeften van <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs uit Westerpark.<br />

Dit on<strong>de</strong>rzoek zal helpen een antwoord te geven op <strong>de</strong> overkoepelen<strong>de</strong> vraag zoals hierboven<br />

omschreven. Samen met vijf an<strong>de</strong>re stu<strong>de</strong>nten <strong>is</strong> er door ie<strong>de</strong>r een <strong>de</strong>elon<strong>de</strong>rzoek uitgevoerd.<br />

Dit on<strong>de</strong>rzoek <strong>is</strong> een beschrijvend on<strong>de</strong>rzoek naar <strong>de</strong> communicatie tussen bas<strong>is</strong>scholen, lokale<br />

instellingen en ou<strong>de</strong>rs over het on<strong>de</strong>rwijs en <strong>de</strong> opvoeding van kin<strong>de</strong>ren in stads<strong>de</strong>el<br />

Westerpark in Amsterdam.<br />

2.2 Probleemstelling<br />

Ne<strong>de</strong>rland <strong>is</strong> een multiculturele samenleving en ook maatschappelijke instellingen en<br />

bas<strong>is</strong>scholen kunnen hier niet omheen. In dit afstu<strong>de</strong>erwerkstuk ligt <strong>de</strong> nadruk op ou<strong>de</strong>rs van<br />

verschillen<strong>de</strong> culturele achtergron<strong>de</strong>n en het belang van interculturele communicatie. De laatste<br />

jaren wordt er vooral van bas<strong>is</strong>scholen verwacht dat zij ou<strong>de</strong>rparticipatie en ou<strong>de</strong>rbetrokkenheid<br />

stimuleren en dat er een partnerschap of <strong>samenwerking</strong> tussen school en ou<strong>de</strong>rs <strong>is</strong> (Booijink,<br />

2007). Om dit te kunnen bewerkstelligen <strong>is</strong> een effectieve communicatie essentieel. Om ou<strong>de</strong>rs<br />

van verschillen<strong>de</strong> achtergron<strong>de</strong>n te betrekken kan interculturele communicatie een mid<strong>de</strong>l zijn<br />

om dit doel te bereiken. Bij interculturele communicatie gaat het om uitw<strong>is</strong>seling van informatie<br />

tussen twee of meer personen die zichzelf als cultureel an<strong>de</strong>rs zien en dit een rol toekennen in<br />

<strong>de</strong> communicatie (Shadid, 2007).<br />

5


De vraagstelling van dit on<strong>de</strong>rzoek luidt:<br />

In hoeverre <strong>is</strong> er sprake van interculturele communicate tussen bas<strong>is</strong>scholen, lokale instellingen<br />

en ou<strong>de</strong>rs in stads<strong>de</strong>el Westerpark over on<strong>de</strong>rwijs en opvoeding?<br />

De theoret<strong>is</strong>che <strong>de</strong>elvragen die door mid<strong>de</strong>l van het literatuuron<strong>de</strong>rzoek zullen wor<strong>de</strong>n<br />

beantwoord:<br />

1. Wat <strong>is</strong> het belang van communicatie met ou<strong>de</strong>rs over opvoeding en on<strong>de</strong>rwijs?<br />

2. Wat <strong>is</strong> interculturele communicatie?<br />

3. Aan welke voorwaar<strong>de</strong>n moet interculturele communicatie voldoen?<br />

De empir<strong>is</strong>che <strong>de</strong>elvragen:<br />

4. Op welke manier communiceren instellingen en bas<strong>is</strong>scholen in stads<strong>de</strong>el Westerpark<br />

met ou<strong>de</strong>rs en verschillen zij hierin van elkaar?<br />

5. In hoeverre hou<strong>de</strong>n <strong>de</strong> instellingen en bas<strong>is</strong>scholen in hun communicatie rekening met<br />

<strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> etn<strong>is</strong>ch-culturele achtergron<strong>de</strong>n van ou<strong>de</strong>rs?<br />

6. Op welke manier kan <strong>de</strong> communicatie met ou<strong>de</strong>rs in <strong>de</strong> toekomst verbeterd wor<strong>de</strong>n?<br />

Definiëring van <strong>de</strong> begrippen:<br />

Met communicatie wordt in dit on<strong>de</strong>rzoek bedoeld uitw<strong>is</strong>seling van informatie tussen<br />

bas<strong>is</strong>scholen, lokale instellingen en ou<strong>de</strong>rs van verschillen<strong>de</strong> culturele achtergron<strong>de</strong>n als het<br />

gaat om on<strong>de</strong>rwijs en opvoeding.<br />

Met interculturele communicatie wordt bedoeld ‘een proces van uitw<strong>is</strong>seling van informatie<br />

tussen twee personen die zichzelf in een specifieke context in cultureel opzicht verschillend<br />

<strong>de</strong>finiëren’ (Shadid, 2007, p.23).<br />

De bas<strong>is</strong>scholen die hebben meegedaan aan dit on<strong>de</strong>rzoek zijn <strong>de</strong> El<strong>is</strong>abeth Paulusschool, <strong>de</strong><br />

Westerparkschool, <strong>de</strong> Catamaran, Dr. Rijk Kramerschool, Bre<strong>de</strong>school Zeheel<strong>de</strong>nbuurt, <strong>de</strong><br />

Spaarndammer en <strong>de</strong> Bron.<br />

De lokale instellingen zijn instellingen in stads<strong>de</strong>el Westerpark die betrokken zijn bij <strong>de</strong><br />

opvoeding van kin<strong>de</strong>ren. Instellingen die hebben meegedaan aan dit on<strong>de</strong>rzoek zijn <strong>de</strong> GGD,<br />

Sportbuurtwerk Westerpark, welzijnsorgan<strong>is</strong>atie IJsterk, Schoolgericht Maatschappelijk Werk:<br />

Blankenberg Stichting, Naschoolse opvang De Haaibaai en Hogendorp Sporthal.<br />

Bij ou<strong>de</strong>rs gaat het om ou<strong>de</strong>rs van verschillen<strong>de</strong> etn<strong>is</strong>ch-culturele achtergron<strong>de</strong>n, zoals<br />

Marokkaans, Turks en Surinaams.<br />

6


3. <strong>Communicatie</strong> met ou<strong>de</strong>rs<br />

In dit hoofdstuk wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> resultaten van het literatuuron<strong>de</strong>rzoek beschreven. Als eerst zal<br />

beschreven wor<strong>de</strong>n waarom communicatie met ou<strong>de</strong>rs over opvoeding en on<strong>de</strong>rwijs belangrijk<br />

<strong>is</strong>. Daarna zal ingegaan wor<strong>de</strong>n op wat interculturele communicatie inhoudt en aan welke<br />

voorwaar<strong>de</strong>n moet wor<strong>de</strong>n voldaan bij het gebruik van interculturele communicatie. Mid<strong>de</strong>ls het<br />

literatuuron<strong>de</strong>rzoek zal antwoord wor<strong>de</strong>n gegeven op <strong>de</strong> theoret<strong>is</strong>che <strong>de</strong>elvragen.<br />

3.1 Het belang van communicatie met ou<strong>de</strong>rs<br />

Dit lijkt een open <strong>de</strong>ur. Natuurlijk <strong>is</strong> het belangrijk om met ou<strong>de</strong>rs te communiceren over <strong>de</strong><br />

opvoeding en het on<strong>de</strong>rwijs van hun kind. Maar waarom <strong>is</strong> dit belangrijk? In <strong>de</strong> literatuur zijn er<br />

verschillen<strong>de</strong> motieven te vin<strong>de</strong>n om contact met ou<strong>de</strong>rs te hebben.<br />

Loo (2004) on<strong>de</strong>rscheidt een viertal motieven, die vanuit wetenschappelijk on<strong>de</strong>rzoek naar<br />

voren zijn gekomen, om met ou<strong>de</strong>rs te communiceren: pedagog<strong>is</strong>che, on<strong>de</strong>rwijskundige,<br />

organ<strong>is</strong>ator<strong>is</strong>che en maatschappelijke motieven.<br />

Pedagog<strong>is</strong>che motieven leggen <strong>de</strong> nadruk op <strong>samenwerking</strong> tussen school en thu<strong>is</strong>. Aan <strong>de</strong> ene<br />

kant komt <strong>de</strong> school door te communiceren met ou<strong>de</strong>rs erachter hoe het er thu<strong>is</strong> aan toe gaat en<br />

kan hier op inspelen. Aan <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re kant kan <strong>de</strong> school op <strong>de</strong>ze manier <strong>de</strong> opvoeding thu<strong>is</strong><br />

beïnvloe<strong>de</strong>n door bijvoorbeeld opvoedingson<strong>de</strong>rsteuning aan <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs te bie<strong>de</strong>n.<br />

On<strong>de</strong>rwijskundige motieven helpen het on<strong>de</strong>rwijs op school te ontwikkelen door <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs in te<br />

schakelen bij activiteiten op school, bijvoorbeeld leesou<strong>de</strong>rs. In <strong>de</strong> me<strong>de</strong>zeggenschapsraad<br />

kunnen ou<strong>de</strong>rs mee<strong>de</strong>nken, adv<strong>is</strong>eren en besluiten over <strong>de</strong> inhoud en het kwaliteit van het<br />

on<strong>de</strong>rwijs. Door een goe<strong>de</strong> <strong>samenwerking</strong> kunnen ou<strong>de</strong>rs thu<strong>is</strong> hun kind on<strong>de</strong>rsteunen in zijn<br />

leerontwikkeling.<br />

Organ<strong>is</strong>ator<strong>is</strong>che motieven leggen <strong>de</strong> nadruk op het belang van hulp van ou<strong>de</strong>rs bij activiteiten<br />

op school. Ou<strong>de</strong>rs organ<strong>is</strong>eren bijvoorbeeld uitjes, leesgroepjes, spelletjesdagen,<br />

overblijfmiddagen. Vrijwilligerswerk van ou<strong>de</strong>rs <strong>is</strong> dus van belang om bepaal<strong>de</strong> activiteiten op<br />

school in stand te hou<strong>de</strong>n.<br />

Maatschappelijke motieven geven aan dat <strong>de</strong> maatschappij er belang bij heeft als <strong>de</strong><br />

leerpotenties van kin<strong>de</strong>ren op school zo goed mogelijk wor<strong>de</strong>n aangesproken. Het komt steeds<br />

vaker voor dat er een beroep op <strong>de</strong> school wordt gedaan voor het behalen van een<br />

maatschappelijke doelstelling, zoals het bestrij<strong>de</strong>n van overgewicht, het bestrij<strong>de</strong>n van anorexia,<br />

voorlichting over drugs en alcohol, het tegengaan van zinloos geweld. Me<strong>de</strong> door <strong>de</strong> d<strong>is</strong>cussie<br />

over waar<strong>de</strong>n en normen wordt er een beroep op <strong>de</strong> school gedaan als het gaat om<br />

opvoedingson<strong>de</strong>rsteuning aan ou<strong>de</strong>rs. Als <strong>de</strong> school en ou<strong>de</strong>rs met elkaar communiceren en<br />

samenwerken kunnen maatschappelijke problemen verkleind wor<strong>de</strong>n.<br />

In het on<strong>de</strong>rzoek van Booijink (2007) over communicatie tussen leerkrachten en allochtone<br />

ou<strong>de</strong>rs in het primair on<strong>de</strong>rwijs wordt gesproken over ‘<strong>de</strong> basale ontmoeting tussen school en<br />

ou<strong>de</strong>rs’ (Booijink, 2007, p.21). Het belang van partnerschap ten behoeve van <strong>de</strong> ontwikkeling<br />

van het kind wordt benadrukt. Partnerschap impliceert volgens Booijink (2007) dat er van bei<strong>de</strong><br />

partijen iets verwacht wordt. Bei<strong>de</strong> zijn me<strong>de</strong>-opvoe<strong>de</strong>rs die samen verantwoor<strong>de</strong>lijk zijn voor <strong>de</strong><br />

opvoeding van het kind. De ontwikkelingen die er nu zijn binnen het on<strong>de</strong>rwijs, zoals<br />

ou<strong>de</strong>rbetrokkenheid, ou<strong>de</strong>rparticiaptie, on<strong>de</strong>rwijson<strong>de</strong>rsteuning, vragen steeds meer om<br />

partnerschap en dus communicatie tussen school en ou<strong>de</strong>rs om <strong>de</strong> ontwikkeling van het kind in<br />

het on<strong>de</strong>rwijs optimaal te laten verlopen.<br />

7


Tevens maakt Booijink (2007) in haar on<strong>de</strong>rzoek dui<strong>de</strong>lijk dat achterstandsleerlingen er meer<br />

baat bij hebben als <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs on<strong>de</strong>rwijson<strong>de</strong>rsteuning binnen het gezin krijgen van <strong>de</strong> school.<br />

Dit geldt vooral voor allochtone leerlingen en hun ou<strong>de</strong>rs, zodat school en thu<strong>is</strong> op één lijn zitten<br />

en bei<strong>de</strong> partijen weten wat ze van elkaar kunnen verwachten.<br />

Ook meldt Boojink (2007) dat ou<strong>de</strong>rs er waar<strong>de</strong> aan hechten om van <strong>de</strong> leerkracht te horen hoe<br />

het met hun kind op school gaat, omdat ze daar zelf vaak geen zicht op hebben. Tevens vin<strong>de</strong>n<br />

ou<strong>de</strong>rs dat ze een ge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijkheid hebben voor het kind en het daarom belangrijk<br />

<strong>is</strong> om contact met elkaar te hebben. Leerkrachten vin<strong>de</strong>n het ook belangrijk om contact te<br />

hebben met ou<strong>de</strong>rs omdat ze ge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijkheid over het kind hebben en het dus<br />

van belang achten ou<strong>de</strong>rs goed te informeren.<br />

Tenslotte geeft Booijink (2007) in haar on<strong>de</strong>rzoek aan dat <strong>de</strong> in 2006 ingevoer<strong>de</strong> wet waarbij<br />

scholen <strong>de</strong> verplichting hebben om bij te dragen aan sociale integratie, actief burgerschap en<br />

kenn<strong>is</strong> van an<strong>de</strong>re culturen, <strong>de</strong> school en <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs dichter naar elkaar toedrijft. ‘Het gaat<br />

daarbij om het ontwikkelen van <strong>de</strong> bereidheid en het vermogen om <strong>de</strong>el uit te maken van <strong>de</strong><br />

Ne<strong>de</strong>rlandse pluriforme samenleving en daar een actieve bijdrage aan te leveren. Dit <strong>is</strong> een taak<br />

waarin ook ou<strong>de</strong>rs bij uitstek een belangrijke rol vervullen’ (Booijink, 2007, p.20).<br />

Deze punten in het on<strong>de</strong>rzoek van Booijink (2007) maken dui<strong>de</strong>lijk dat een goe<strong>de</strong> communicatie<br />

tussen ou<strong>de</strong>rs en school een vere<strong>is</strong>te <strong>is</strong>. Als <strong>de</strong> communicatie goed <strong>is</strong> kunnen ou<strong>de</strong>rs samen in<br />

partnerschap <strong>de</strong> ontwikkeling van het kind stimuleren.<br />

Uit het on<strong>de</strong>rzoek van Pels (2004) naar afstemming tussen gezin en school, komt naar voren dat<br />

zowel het gezin als <strong>de</strong> school instituties zijn waar kin<strong>de</strong>ren het overgrote <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> dag<br />

doorbrengen en zich voorberei<strong>de</strong>n op hun volwassen leven. Ze hebben bei<strong>de</strong>n <strong>de</strong> belangrijke<br />

taak om te zorgen dat kin<strong>de</strong>ren goed terecht komen en maatschappelijk niet ontsporen.<br />

Afstemming tussen ou<strong>de</strong>rs en leerkrachten ten aanzien van wat ie<strong>de</strong>rs pedagog<strong>is</strong>che taak <strong>is</strong> en<br />

wat nodig <strong>is</strong> voor een goe<strong>de</strong> waar<strong>de</strong>- en normenverwerving <strong>is</strong> daarom belangrijk. Deze<br />

afstemming gaat echter niet vanzelf. Naast schoolfactoren spelen milieu- en etn<strong>is</strong>che verschillen<br />

een rol in het belemmeren van contact tussen leerkrachten en ou<strong>de</strong>rs. In <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse<br />

overlegcultuur betekent afstemming volgens Pels (2004) samenspraak, kenn<strong>is</strong>making en<br />

uitw<strong>is</strong>seling van elkaars i<strong>de</strong>eën. Hierna kunnen afspraken volgen die alleen goed functioneren<br />

als het contact regelmatig wordt on<strong>de</strong>rhou<strong>de</strong>n. Afstemming tussen gezin en school veron<strong>de</strong>rstelt<br />

intensieve communicatie wat van bei<strong>de</strong> kanten tijd en inzet vraagt.<br />

Ook spreekt Pels (2004) over een <strong>samenwerking</strong> tussen gezin en school als het gaat om sociale<br />

integratie en het bijbrengen van ontbreken<strong>de</strong> normen en waar<strong>de</strong>n bij kin<strong>de</strong>ren in een<br />

samenleving die wordt gekenmerkt door een groeien<strong>de</strong> individual<strong>is</strong>ering en normvervaging.<br />

Volgens Ten Brink-van <strong>de</strong>r Graaf (2006) <strong>is</strong> voor scholen contact met ou<strong>de</strong>rs belangrijk om goed<br />

te kunnen functioneren. Voor ou<strong>de</strong>rs en leerlingen <strong>is</strong> betrokkenheid belangrijk omdat het vaak<br />

leidt <strong>tot</strong> betere prestaties van <strong>de</strong> leerlingen. Die betrokkenheid wordt extra belangrijk wanneer er<br />

sprake <strong>is</strong> van problemat<strong>is</strong>ch gedrag on<strong>de</strong>r leerlingen en <strong>de</strong> opvoedingstaak van docenten erg<br />

groot dreigt te wor<strong>de</strong>n. Om contacten tussen ou<strong>de</strong>rs en school te verbeteren <strong>is</strong> het belangrijk om<br />

elkaars verwachtingen te kennen wat betreft die betrokkenheid. Ten Brink-van <strong>de</strong>r Graaf (2006)<br />

heeft het over onuitgesproken verwachtingen van zowel leerkrachten als ou<strong>de</strong>rs. Uit<br />

praktijkgericht on<strong>de</strong>rzoek <strong>is</strong> gebleken dat veel Marokkaanse ou<strong>de</strong>rs niet goed weten wat <strong>de</strong><br />

school van hen verwacht. Dit heeft vooral te maken met <strong>de</strong> voor hen onbeken<strong>de</strong> normen en<br />

waar<strong>de</strong>n die <strong>de</strong> school hanteert. Zij verwachten met name op <strong>de</strong> hoogte gehou<strong>de</strong>n te wor<strong>de</strong>n<br />

van <strong>de</strong> leerprestaties en het gedrag van hun kin<strong>de</strong>ren. Mentoren en teamlei<strong>de</strong>rs daarentegen<br />

hebben veel verwachtingen van <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs. Ze verwachten dat ou<strong>de</strong>rs samen met <strong>de</strong> school<br />

zorg dragen voor het on<strong>de</strong>rwijs en <strong>de</strong> opvoeding van <strong>de</strong> leerlingen, dat ze betrokken zijn bij het<br />

on<strong>de</strong>rwijs, zowel thu<strong>is</strong> als op school. Dat uit zich on<strong>de</strong>r meer in het on<strong>de</strong>rsteunen van en<br />

toezicht hou<strong>de</strong>n op hun kin<strong>de</strong>ren, bij het op or<strong>de</strong> brengen van hun ‘schoolspullen’, bij het maken<br />

8


van hu<strong>is</strong>werk, door te lu<strong>is</strong>teren en aandacht te hebben voor wat hun kin<strong>de</strong>ren meemaken op<br />

school, door daar samen over in gesprek te gaan, etc. Bij <strong>de</strong> verwachtingen die leerkrachten<br />

hebben van ou<strong>de</strong>rs komt het bijbrengen van basale sociale vaardighe<strong>de</strong>n als prioriteit naar<br />

voren. Onbeken<strong>de</strong> of onuitgesproken verwachtingen komen een relatie volgens Ten Brinke-van<br />

<strong>de</strong>r Graaf (2006) meestal niet ten goe<strong>de</strong>, terwijl ou<strong>de</strong>rs en docenten elkaar hard nodig hebben<br />

om <strong>de</strong> leerlingen te on<strong>de</strong>rsteunen in hun persoonlijke ontwikkeling. Regelmatig en goed contact<br />

tussen ou<strong>de</strong>rs en school bevor<strong>de</strong>rt een goe<strong>de</strong> afstemming van verwachtingen.<br />

Out-Schipper en Hemels (2001) menen dat allochtone ou<strong>de</strong>rs een positieve houding hebben ten<br />

opzichte van on<strong>de</strong>rwijs. Ze hebben over het algemeen hoge ambities voor hun kin<strong>de</strong>ren, maar<br />

weten niet goed hoe het Ne<strong>de</strong>rlandse on<strong>de</strong>rwijssysteem functioneert. Ze zijn bijvoorbeeld slecht<br />

bekend met het niveau van verschillen<strong>de</strong> opleidingen en doorstroommogelijkhe<strong>de</strong>n. Het komt<br />

daarom nogal vaak voor dat ou<strong>de</strong>rs verbaasd en teleurgesteld zijn wanneer ze geconfronteerd<br />

wor<strong>de</strong>n met een laag schooladvies van hun kind voor het voortgezet on<strong>de</strong>rwijs. Oorzaken die<br />

hiervoor genoemd wor<strong>de</strong>n zijn een onju<strong>is</strong>te inschatting van <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n van hun kind,<br />

hoge verwachtingen en onbekendheid met het Ne<strong>de</strong>rlands on<strong>de</strong>rwijssysteem. Dit duidt erop dat<br />

er geen of weinig communicatie plaatsvindt tussen leerkrachten en ou<strong>de</strong>rs. Ook heerst er bij<br />

ou<strong>de</strong>rs en leerkrachten ondui<strong>de</strong>lijkheid over we<strong>de</strong>rzijdse verwachtingen. Het <strong>is</strong> belangrijk dat<br />

scholen met allochtone ou<strong>de</strong>rs communiceren over welke principes en i<strong>de</strong>eën op school wor<strong>de</strong>n<br />

gehanteerd en waarom bijvoorbeeld activiteiten gericht op persoonlijke ontplooiing ook<br />

waar<strong>de</strong>vol zijn. An<strong>de</strong>rzijds dienen volgens Out-Schipper en Hemels (2001) ou<strong>de</strong>rs in gesprek te<br />

gaan met school over hun kijk op het (leer)gedrag van hun kind. Ook <strong>is</strong> het belangrijk dat ou<strong>de</strong>rs<br />

<strong>de</strong> school tijdig informeren over het wel en wee thu<strong>is</strong> als dat van belang <strong>is</strong> voor <strong>de</strong> ontwikkeling<br />

van het kind. Wanneer ou<strong>de</strong>rs en school met elkaar communiceren zal dui<strong>de</strong>lijk wor<strong>de</strong>n dat<br />

ou<strong>de</strong>rs behoefte hebben aan algemene voorlichting over het on<strong>de</strong>rwijssysteem en over <strong>de</strong><br />

concrete gang van zaken op school. Hiernaast <strong>is</strong> er behoefte aan studie- en<br />

beroepskeuzevoorlichtingen en persoonlijke begeleiding. Out-Schipper en Hemels (2001)<br />

menen dat er een grote kloof <strong>is</strong> tussen leerkrachten en allochtone ou<strong>de</strong>rs. Het <strong>is</strong> in het belang<br />

van <strong>de</strong> ontwikkeling van het kind dat er communicatie plaats vindt tussen ou<strong>de</strong>rs en<br />

leerkrachten. Belemmeringen voor een goe<strong>de</strong> communicatie liggen zowel bij ou<strong>de</strong>rs als bij<br />

leerkrachten. Leerkrachten maken uit gedrag en houding van ou<strong>de</strong>rs vaak ten onrechte op dat<br />

zij niet geïnteresseerd zijn in het on<strong>de</strong>rwijs van hun kind. Ze lei<strong>de</strong>n dit bijvoorbeeld af uit het niet<br />

bezoeken van ou<strong>de</strong>ravon<strong>de</strong>n, ook als ze ou<strong>de</strong>rs hiervoor herhaal<strong>de</strong>lijk uitnodigen. Het valt<br />

leerkrachten tegen als ou<strong>de</strong>rs <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse taal niet goed beheersen of als ze niet aan <strong>de</strong><br />

verwachtingen voldoen die voor leerkrachten vanzelfsprekend zijn, zoals <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren op tijd<br />

naar bed brengen of ruimte en tijd creëren om hu<strong>is</strong>werk te maken. Voor ou<strong>de</strong>rs die zelf geen of<br />

weinig on<strong>de</strong>rwijs hebben genoten <strong>is</strong> <strong>de</strong> drempel erg hoog om leerkrachten aan te spreken,<br />

omdat <strong>de</strong>ze in hun ogen een autoriteit zijn. Ze hebben daarom behoefte aan een persoonlijke<br />

bena<strong>de</strong>ring. Een vertrouwensrelatie tussen leerkracht en ou<strong>de</strong>r <strong>is</strong> essentieel voor een goe<strong>de</strong><br />

informatieoverdracht.<br />

Internationaal wor<strong>de</strong>n volgens Mac Naughton en Hughes (2000) in het on<strong>de</strong>rwijs en <strong>de</strong><br />

kin<strong>de</strong>ropvang een goe<strong>de</strong> communicatie tussen ou<strong>de</strong>rs en beroepskrachten beschouwd als<br />

essentieel voor <strong>de</strong> kwaliteit. De cognitieve en sociale ontwikkeling van kin<strong>de</strong>ren kan verbeteren,<br />

<strong>de</strong> kans op hun schoolsucces kan vergroten en hun sociale relatie met beroepskrachten en met<br />

hun leeftijdgenootjes kan verbeteren.<br />

De Graaff (2006) meent dat uit het on<strong>de</strong>rzoek ‘Ou<strong>de</strong>rs en Diversiteit’ van 2004 <strong>tot</strong> 2006 <strong>is</strong><br />

gebleken dat ou<strong>de</strong>rs en leidsters in <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ropvang blij zijn elkaar te ontmoeten bij het halen en<br />

brengen van <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren. Ze wensen bei<strong>de</strong> een vlot contact met elkaar, gericht op het<br />

optimal<strong>is</strong>eren van <strong>de</strong> opvang van het kind en een veilige en leerzame omgeving.<br />

9


Volgens Van Keulen (2006) zou er met ou<strong>de</strong>rs gecommuniceerd moeten wor<strong>de</strong>n in het ka<strong>de</strong>r<br />

van advies over het pedagog<strong>is</strong>ch beleid. Volgens <strong>de</strong> Wet Kin<strong>de</strong>ropvang van 2005 hebben<br />

ou<strong>de</strong>rcomm<strong>is</strong>ies verzwaard adviesrecht op een aantal beleidsterreinen. Wanneer in het<br />

ou<strong>de</strong>rbeleid van een instelling ou<strong>de</strong>rs serieus genomen wor<strong>de</strong>n, <strong>is</strong> dit adviesrecht een log<strong>is</strong>ch<br />

gevolg. In een goed ou<strong>de</strong>rbeleid <strong>is</strong> vastgelegd hoe men op alle niveau’s gebruik kan maken van<br />

inbreng van ou<strong>de</strong>rs, ou<strong>de</strong>rs mee laten <strong>de</strong>nken over het beleid en uitvoering ervan. Voor dit<br />

adviesrecht <strong>is</strong> het van belang dat ou<strong>de</strong>rs geïnformeerd en uitgenodigd wor<strong>de</strong>n, er structuur en<br />

grenzen gebo<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n en ou<strong>de</strong>rs aangemoedigd wor<strong>de</strong>n.<br />

Volgens Stark (1995) klagen veel scholen dat ze ou<strong>de</strong>rs van allochtone leerlingen moeilijk<br />

kunnen bereiken. Ze komen niet op ou<strong>de</strong>ravon<strong>de</strong>n, tonen geen betrokkenheid en spreken niet<br />

goed Ne<strong>de</strong>rlands. Allochtone ou<strong>de</strong>rs hebben aan <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re kant klachten zoals ‘<strong>de</strong> school <strong>is</strong><br />

niet streng genoeg’, ‘ze vervreem<strong>de</strong>n onze kin<strong>de</strong>ren van onze cultuur’ en ‘ze leren te weining’. In<br />

<strong>de</strong>ze paragraaf zal wor<strong>de</strong>n weergegeven welke belemmeringen er zowel bij ou<strong>de</strong>rs als bij school<br />

zijn om contact met elkaar te on<strong>de</strong>rhou<strong>de</strong>n waardoor problemen als <strong>de</strong>ze gaan ontstaan.<br />

Re<strong>de</strong>nen waarom allochtone ou<strong>de</strong>rs geen gebruik maken van <strong>de</strong> vaste, door <strong>de</strong> school<br />

georgan<strong>is</strong>eer<strong>de</strong> contactmomenten kunnen volgens Stark (1995) variëren van onvoldoen<strong>de</strong><br />

beheersing van <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse taal <strong>tot</strong> onzekerheid over <strong>de</strong> eigen rol met betrekking <strong>tot</strong> het<br />

on<strong>de</strong>rwijs van hun kin<strong>de</strong>ren.<br />

Bij <strong>de</strong> school kan <strong>de</strong> onbekendheid met <strong>de</strong> culturele achtergron<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs een rol<br />

spelen. Leerkrachten m<strong>is</strong>sen soms vaardighe<strong>de</strong>n die nodig zijn om contact te maken met <strong>de</strong>ze<br />

ou<strong>de</strong>rs. Ze kunnen zich hierdoor onzeker voelen over bijvoorbeeld hoe ze zich horen te<br />

gedragen tegenover <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs. Gebrek aan tijd kan bij leerkrachten en <strong>de</strong> directie ook een rol<br />

spelen. Voor effectieve communicate met allochtone ou<strong>de</strong>rs <strong>is</strong> een grotere inspanning nodig dan<br />

voor het leggen van contacten met autochtone ou<strong>de</strong>rs, omdat voor allochtone ou<strong>de</strong>rs <strong>de</strong><br />

drempel om contact met <strong>de</strong> school te zoeken hoger <strong>is</strong>.<br />

Gebrek aan informatie speelt voor bei<strong>de</strong> partijen een rol. Voor ou<strong>de</strong>rs <strong>is</strong> het van belang te weten<br />

hoe ze kunnen participeren en betrokken zijn op school. Voor scholen <strong>is</strong> het van belang inzicht<br />

te hebben in <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> culturele achtergron<strong>de</strong>n, zodat ze bijvoorbeeld weten hoe<br />

bepaal<strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs <strong>de</strong>nken over on<strong>de</strong>rwijs.<br />

Bij zowel ou<strong>de</strong>rs als scholen kunnen verkeer<strong>de</strong> verwachtingen leven ten aanzien van elkaar. Dit<br />

kan lei<strong>de</strong>n <strong>tot</strong> negatieve beeldvorming. Deels hangt dit samen met eer<strong>de</strong>rgenoem<strong>de</strong> gebrek aan<br />

informatie. De oorzaak kan echter ook in cultuurverschillen liggen. Het on<strong>de</strong>rwijs in Ne<strong>de</strong>rland<br />

functioneert volgens Ne<strong>de</strong>rlandse normen en waar<strong>de</strong>n. Sommige ou<strong>de</strong>rs kunnen zich hierdoor<br />

buitengesloten voelen. Bij <strong>de</strong> school wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> i<strong>de</strong>eën over an<strong>de</strong>re culturen vaak ook bepaald<br />

door negatieve stereotypen, zoals dat allochtone ou<strong>de</strong>rs niet goed Ne<strong>de</strong>rlands spreken of dat ze<br />

niet geïnteresseerd zijn in het on<strong>de</strong>rwijs van hun kind. De verwachtingen ten aanzien van <strong>de</strong><br />

school wor<strong>de</strong>n bij allochtone ou<strong>de</strong>rs vaak bepaald door het land van herkomst. In sommige<br />

culturen <strong>is</strong> er een strikte taakver<strong>de</strong>ling tussen school en gezin. Ou<strong>de</strong>rs verwachten van <strong>de</strong><br />

school dat hun kin<strong>de</strong>ren er kenn<strong>is</strong> opdoen en <strong>de</strong>legeren als het ware hun bevoegdhe<strong>de</strong>n. Het<br />

on<strong>de</strong>rwijs in veel herkomstlan<strong>de</strong>n <strong>is</strong> an<strong>de</strong>rs ingericht dan in Ne<strong>de</strong>rland. Over het algemeen zijn<br />

scholen autoritaire instituten waar kenn<strong>is</strong>overdracht voorop staat. Met het werken aan algemene<br />

vaardighe<strong>de</strong>n, wat in Ne<strong>de</strong>rland gebeurt, hebben ou<strong>de</strong>rs weinig ervaring. De school verwacht<br />

van ou<strong>de</strong>rs minimaal een interesse in hoe hun kind het op school doet, bijvoorbeeld door<br />

aanwezig te zijn bij rapportbesprekingen. Ook vindt <strong>de</strong> school het wenselijk dat ou<strong>de</strong>rs thu<strong>is</strong><br />

minimale voorwaar<strong>de</strong>n voor het kind scheppen, bijvoorbeeld een plek om hu<strong>is</strong>werk te kunnen<br />

maken. Als <strong>de</strong> school het uitblijven van dit gedrag bij ou<strong>de</strong>rs opmerkt, kan dit lei<strong>de</strong>n <strong>tot</strong> een<br />

aanname dat ou<strong>de</strong>rs niet geïnteresserd zijn in het on<strong>de</strong>rwijs van hun kind.<br />

10


3.2 Interculturele communicatie<br />

Pinto (2004) meent dat <strong>de</strong> diversiteit van <strong>de</strong> samenleving een onbetw<strong>is</strong>tbaar feit <strong>is</strong>. Ook in<br />

Ne<strong>de</strong>rland kunnen maatschappelijke instellingen en bas<strong>is</strong>scholen hier niet meer omheen. Deze<br />

diversiteit brengt leerkrachten, beroepskrachten en ou<strong>de</strong>rs bij elkaar die van elkaar verschillen<br />

op allerlei gebie<strong>de</strong>n, zoals taal, religie en etniciteit, waaron<strong>de</strong>r cultuurverschillen wat betreft<br />

waar<strong>de</strong>n, normen, gedragsco<strong>de</strong>s en leefregels. Ook stelt Pinto (2004) dat bij contacten tussen<br />

mensen met verschillen<strong>de</strong> culturele normen en waar<strong>de</strong>n (<strong>de</strong> interculturele contacten), er een<br />

verhoog<strong>de</strong> kans bestaat op m<strong>is</strong>verstan<strong>de</strong>n en m<strong>is</strong>communicatie. Wanneer men niet goed op <strong>de</strong><br />

hoogte <strong>is</strong> van elkaars normen, waar<strong>de</strong>n, leefregels en gedragsco<strong>de</strong>s kunnen zakelijke en<br />

persoonlijke scha<strong>de</strong> hiervan het gevolg zijn.<br />

Volgens Shadid (2007) kunnen autochtonen en allochtonen die elkaars leefwijzen als<br />

bedreigend en vreemd beschouwen, zich makkelijk onttrekken aan we<strong>de</strong>rzijds contact. Dit ligt<br />

an<strong>de</strong>rs voor me<strong>de</strong>werkers van dienst- en hulpverlenen<strong>de</strong> instanties en het on<strong>de</strong>rwijs, omdat ze<br />

beroepsmatig met ‘an<strong>de</strong>rs<strong>de</strong>nken<strong>de</strong>n’ in contact moeten tre<strong>de</strong>n. Met betrekking <strong>tot</strong> <strong>de</strong>rgelijke<br />

contacten ging men er aanvankelijk vanuit dat voor <strong>de</strong> meeste hulpvragen geen specifieke<br />

<strong>de</strong>skundigheid of kenn<strong>is</strong> van <strong>de</strong> culturele achtergron<strong>de</strong>n vere<strong>is</strong>t was. De praktijk heeft echter<br />

laten zien dat <strong>de</strong>ze instanties niet voldoen<strong>de</strong> toegerust zijn om specifieke groepen a<strong>de</strong>quate<br />

hulp te verlenen. In <strong>de</strong> loop <strong>de</strong>r tijd <strong>is</strong> het besef gegroeid dat een hulpverlener die met<br />

verschillen<strong>de</strong> groepen te maken heeft niet alleen moet beschikken over algemene vaardighe<strong>de</strong>n<br />

die voor elke interactie noodzakelijk zijn, zoals een beschaaf<strong>de</strong> houding, open staan en respect<br />

tonen tegenover cliënten. Ook kenn<strong>is</strong> van <strong>de</strong> cultuur van <strong>de</strong> cliënt in kwestie <strong>is</strong> een belangrijke<br />

voorwaar<strong>de</strong> voor het bie<strong>de</strong>n van a<strong>de</strong>quate hulpverlening.<br />

Volgens Ten Brink-van <strong>de</strong>r Graaf (2006) <strong>is</strong> voor bas<strong>is</strong>scholen contact met ou<strong>de</strong>rs belangrijk om<br />

goed te kunnen functioneren. Voor ou<strong>de</strong>rs met een Marokkaanse achtergrond <strong>is</strong> echter <strong>de</strong><br />

drempel van school te hoog en verloopt het contact vaak moeizaam. Om goed contact te maken<br />

en te hou<strong>de</strong>n <strong>is</strong> het van belang dat mensen elkaar leren kennen. Dat betekent dichterbij elkaar<br />

komen en elkaar leren verstaan.<br />

Omdat <strong>de</strong> communicatie tussen allochtone ou<strong>de</strong>rs enerzijds en <strong>de</strong> (vooral) autochtone<br />

leerkrachten en beroepskrachten an<strong>de</strong>rzijds, intercultureel van aard <strong>is</strong>, zal in dit on<strong>de</strong>rzoek voor<br />

<strong>de</strong> <strong>de</strong>finitie van interculturele communicatie het mo<strong>de</strong>l van Shadid (2007) wor<strong>de</strong>n aangehou<strong>de</strong>n.<br />

In dit mo<strong>de</strong>l wordt interculturele communicatie ge<strong>de</strong>finiëerd als ‘een proces van uitw<strong>is</strong>seling van<br />

informatie tussen twee personen die zichzelf in een specifieke context in cultureel opzicht<br />

verschillend <strong>de</strong>finiëren’ (Shadid, 2007, p.23).<br />

Men zou bij effectieve interculturele communicatie volgens het mo<strong>de</strong>l van Shadid (2007) <strong>de</strong><br />

volgen<strong>de</strong> punten in beschouwing moeten nemen; <strong>de</strong> culturele achtergrond, <strong>de</strong> we<strong>de</strong>rzijdse<br />

beeldvorming, <strong>de</strong> sociale vaardighe<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> communicatiepartners en <strong>de</strong> context waarin <strong>de</strong><br />

communicatie plaatsvindt. Deze punten wor<strong>de</strong>n behan<strong>de</strong>ld in <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> paragraaf.<br />

Hoewel Shadid (2007) cultuur erkent als een factor die van invloed <strong>is</strong> op het verloop van<br />

interculturele communicatie, gaat hij er niet van uit. De <strong>de</strong>finitie die hij toekent aan het begrip<br />

interculturele communicatie brengt met zich mee dat niet zozeer cultuurverschillen bepalen of<br />

communicatie al dan niet intercultureel <strong>is</strong>, maar dat dit vooral wordt bepaald door <strong>de</strong> mate<br />

waarin <strong>de</strong> communicatiepartners zichzelf of <strong>de</strong> an<strong>de</strong>r als cultureel an<strong>de</strong>rs zien en dit een rol<br />

toekennen in <strong>de</strong> communicatie.<br />

11


3.3 Aspecten van interculturele communicatie<br />

Volgens Shadid (2007) zou men bij interculturele communicatie <strong>de</strong> culturele achtergrond, <strong>de</strong><br />

we<strong>de</strong>rzijdse beeldvorming, <strong>de</strong> sociale vaardighe<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> communicatiepartners en <strong>de</strong> context<br />

waarin <strong>de</strong> communicatie plaatsvindt in acht moeten nemen.<br />

Bij <strong>de</strong> culturele achtergrond wor<strong>de</strong>n een drietal aspecten on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n. Het eerste aspect zijn<br />

<strong>de</strong> normen, waar<strong>de</strong>n, opvattingen en gebruiken. Deze bevatten een culturele verschei<strong>de</strong>nheid,<br />

ook op het gebied van opvoeding en on<strong>de</strong>rwijs. Bijvoorbeeld het belang dat men hecht aan<br />

school, <strong>de</strong> rol van <strong>de</strong> leerkracht en <strong>de</strong> rol van <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs en <strong>de</strong> relatie tussen <strong>de</strong>ze twee groepen<br />

on<strong>de</strong>rling. In communicatiesituaties tussen vooral autochtone leerkrachten en allochtone ou<strong>de</strong>rs<br />

vindt er een confrontatie plaats tussen uitgesproken dan wel onuitgesproken normen en<br />

waar<strong>de</strong>n en kunnen <strong>de</strong>ze vooral in het laatste geval lei<strong>de</strong>n <strong>tot</strong> m<strong>is</strong>verstan<strong>de</strong>n.<br />

Ten Brink-van <strong>de</strong>r Graaf (2006) heeft het over onbekendheid met elkaars normen en waar<strong>de</strong>n.<br />

Als voorbeeld wordt gegeven dat mensen heel verschillend kunnen <strong>de</strong>nken over het begrip tijd.<br />

In <strong>de</strong> ene cultuur <strong>is</strong> ‘op tijd komen’ een verplichting, terwijl in een an<strong>de</strong>re cultuur hier veel<br />

makkelijker mee kan wor<strong>de</strong>n omgegaan. Het niet nakomen van afspraken (bijvoorbeeld bij <strong>de</strong><br />

‘tien-minutengesprekken’ op school) kan gemakkelijk <strong>tot</strong> irritatie lei<strong>de</strong>n.<br />

Ook kunnen on<strong>de</strong>rwerpen die in <strong>de</strong> ene cultuur normaal in het openbaar bespreekbaar zijn, in<br />

een an<strong>de</strong>re cultuur niet of nauwelijks bespreekbaar zijn. Het openlijk bespreken van taboeon<strong>de</strong>rwerpen,<br />

zoals het benoemen van fouten of tekortkomingen kan gezichtsverlies betekenen<br />

voor bijvoorbeeld een Marokkaanse ou<strong>de</strong>r, wat te maken heeft met schaamtegevoelens.<br />

Het twee<strong>de</strong> aspect dat kan wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n <strong>is</strong> taal. Wanneer leerkrachten en ou<strong>de</strong>rs niet<br />

genoeg op <strong>de</strong> hoogte zijn van elkaars taal kunnen zij niet effectief met elkaar communiceren en<br />

<strong>is</strong> er een verhoog<strong>de</strong> kans op m<strong>is</strong>verstan<strong>de</strong>n. Bijvoorbeeld een uitnodiging van een ou<strong>de</strong>ravond,<br />

informatie over beleidswijzigingen of een oproep om ou<strong>de</strong>rs te werven kan door uiteenlopen<strong>de</strong><br />

ou<strong>de</strong>rs verschillend geïnterpreteerd wor<strong>de</strong>n. Hetzelf<strong>de</strong> geldt voor <strong>de</strong> wijze waarop <strong>de</strong> boodschap<br />

<strong>tot</strong> uitdrukking wordt gebracht ofwel <strong>de</strong> communicatiestijl. Ou<strong>de</strong>rs en leerkrachten kunnen<br />

verschillend <strong>de</strong>nken over <strong>de</strong> mate waarin zij bijvoorbeeld een schriftelijke of mon<strong>de</strong>linge, formele<br />

of informele, directe of indirecte communicatiewijze gepast vin<strong>de</strong>n.<br />

Het <strong>de</strong>r<strong>de</strong> aspect dat kan wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n <strong>is</strong> non-verbaal gedrag. Elke cultuur heeft<br />

specifieke regels voor het uiten van non-verbaal gedrag. Deze verschillen kunnen in het geval<br />

van interculturele communicatie lei<strong>de</strong>n <strong>tot</strong> een foutieve interpretatie van elkaars non-verbale<br />

uitingen. Zo kunnen leerkrachten en ou<strong>de</strong>rs een uiteenlopen<strong>de</strong> mening hebben over <strong>de</strong> mate<br />

waarin zij het gepast vin<strong>de</strong>n dat men elkaar bijvoorbeeld aankijkt, aanraakt, handgebaren<br />

gebruikt, stiltes laat vallen. Hierdoor kunnen m<strong>is</strong>verstan<strong>de</strong>n tusen hen ontstaan (Booijink, 2007,<br />

p.27).<br />

Bij we<strong>de</strong>rzijdse beeldvorming gaat het volgens Shadid (2007) om <strong>de</strong> opvattingen en oor<strong>de</strong>len<br />

die mensen hebben over zowel zichzelf, <strong>de</strong> eigen groep en cultuur als over an<strong>de</strong>re groepen en<br />

culturen (Shadid,2007,p.210). Volgens Booijink (2007) komt beeldvorming vaak <strong>tot</strong> uiting in <strong>de</strong><br />

vorm van stereotypen en vooroor<strong>de</strong>len. Leerkrachten en allochtone ou<strong>de</strong>rs hebben volgens<br />

Booijink (2007) ook bepaal<strong>de</strong> beel<strong>de</strong>n over elkaar. Zo hebben leerkrachten een beeld over <strong>de</strong><br />

sociaal-econom<strong>is</strong>che en culturele achtergrond van allochtone ou<strong>de</strong>rs en hun interesse in het<br />

on<strong>de</strong>rwijs van hun kind. An<strong>de</strong>rzijds hebben allochtone ou<strong>de</strong>rs een beeld over <strong>de</strong> pedagog<strong>is</strong>che<br />

v<strong>is</strong>ie en kwaliteiten van leerkrachten, hun betrokkenheid bij ou<strong>de</strong>rs en hun kenn<strong>is</strong> over <strong>de</strong><br />

culturele en religieuze achtergron<strong>de</strong>n van leerlingen. Deze beeldvorming kan <strong>de</strong> wijze waarop<br />

leerkrachten en ou<strong>de</strong>rs met elkaar communiceren en <strong>de</strong> wijze waarop ze dit gedrag<br />

interpreteren beïnvloe<strong>de</strong>n. Op <strong>de</strong>ze manier kunnen in zulke interculturele ontmoetingen<br />

12


m<strong>is</strong>verstan<strong>de</strong>n ontstaan.<br />

De sociale vaardighe<strong>de</strong>n van gesprekspartners bepalen in belangrijke mate hun<br />

communicatieve en interculturele competentie volgens Booijink (2007). Bij communicatieve<br />

competentie gaat het bijvoorbeeld om <strong>de</strong> mate waarin ou<strong>de</strong>rs en leerkrachten beschikken over<br />

spreek-, lu<strong>is</strong>ter, re<strong>de</strong>neer-, interpreteer- en responsvaardighe<strong>de</strong>n. Bij interculturele competentie<br />

of ze elkaar met respect bena<strong>de</strong>ren en behan<strong>de</strong>len, onbevooroor<strong>de</strong>eld op <strong>de</strong> an<strong>de</strong>r reageren,<br />

zich aan kunnen passen aan onbeken<strong>de</strong> en nieuwe situaties. Bij sociale vaardighe<strong>de</strong>n gaat het<br />

volgens Booijink (2007) voor een groot <strong>de</strong>el om aangeleerd gedrag en zijn ze hierdoor<br />

cultuurgevoelig. Wat in <strong>de</strong> ene cultuur als sociaal vaardig wordt beschouwd, kan in <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re<br />

als ongepast wor<strong>de</strong>n beschouwd.<br />

Ten slotte beïnvloedt <strong>de</strong> context waarin <strong>de</strong> communicatie plaats vindt het verloop ervan volgens<br />

Shadid (2007). In het bas<strong>is</strong>on<strong>de</strong>rwijs bijvoorbeeld het schoolklimaat betreffen<strong>de</strong> culturele<br />

diversiteit en het gevoer<strong>de</strong> schoolbeleid met betrekking <strong>tot</strong> allochtone ou<strong>de</strong>rcontacten.<br />

Persoonlijke factoren van leerkrachten kunnen ook van invloed zijn op <strong>de</strong> communicatie, zoals<br />

leeftijd, geslacht, werkervaring, opleiding en houding ten aanzien van culturele diversiteit.<br />

Persoonlijke factoren van allochtone ou<strong>de</strong>rs die van invloed kunnen zijn op <strong>de</strong> communicatie zijn<br />

bijvoorbeeld <strong>de</strong> eigen schoolervaringen, <strong>de</strong> opleidingsachtergrond, <strong>de</strong> arbeidsmarktpositie,<br />

etn<strong>is</strong>che herkomst, verblijfsduur in Ne<strong>de</strong>rland, <strong>de</strong> toekomstoriëntatie. Ver<strong>de</strong>r <strong>is</strong> <strong>de</strong> bre<strong>de</strong>re<br />

context van belang. Hierbij gaat het bijvoorbeeld over <strong>de</strong> maatschappelijke ontwikkelingen in<br />

Ne<strong>de</strong>rland als multiculturele samenleving en <strong>de</strong> impact hiervan op <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rlinge verhoudingen<br />

binnen het on<strong>de</strong>rwijs.<br />

Azghari (2005) noemt drie bas<strong>is</strong>voorwaar<strong>de</strong>n waarover men moet beschikken voor een<br />

geslaag<strong>de</strong> interculturele communicatie; kenn<strong>is</strong>, empathie en bewustwording van <strong>de</strong> eigen<br />

cultuur. Het gaat hier om kenn<strong>is</strong> over <strong>de</strong> cultuur van <strong>de</strong> an<strong>de</strong>r, zoals normen, waar<strong>de</strong>n,<br />

gewoontes en <strong>de</strong>nkwijzen. Deze kenn<strong>is</strong> wordt verkregen met het hoofd. De twee<strong>de</strong><br />

bas<strong>is</strong>voorwaar<strong>de</strong>, empathie, wordt verkregen met het hart. Het houdt in dat men zich zoveel<br />

mogelijk probeert te verplaatsen in <strong>de</strong> an<strong>de</strong>r. Bij <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> bas<strong>is</strong>voorwaar<strong>de</strong>, bewustwording van<br />

<strong>de</strong> eigen cultuur, gaat het om vanzelfsprekendhe<strong>de</strong>n. Als men contact heeft met iemand van <strong>de</strong><br />

eigen cultuur wordt hier niet bij stilgestaan. Maar bij communicatie met iemand van een an<strong>de</strong>re<br />

cultuur <strong>is</strong> het zinvol om bij <strong>de</strong>ze vanzelfsprekendhe<strong>de</strong>n stil te staan.<br />

Ten Brink-van <strong>de</strong>r Graaf (2006) geeft aan dat cultuur diep geworteld zit in een persoon en het<br />

zijn gedrag beïnvloedt. Het <strong>is</strong> onmogelijk dat men zich helemaal aanpast aan <strong>de</strong> cultuur van een<br />

an<strong>de</strong>r. Het <strong>is</strong> wel mogelijk om een aantal eigen normen en waar<strong>de</strong>n aan te passen om <strong>tot</strong> een<br />

betere afstemming van verwachtingen, en daarmee <strong>tot</strong> een betere <strong>samenwerking</strong> en<br />

communicatie te komen. Als ou<strong>de</strong>rs en leerkrachten zich meer inleven in <strong>de</strong> an<strong>de</strong>r, zich meer<br />

bewust zijn van die an<strong>de</strong>r, meer kenn<strong>is</strong> opdoen van <strong>de</strong> an<strong>de</strong>r, bereid zijn iets te geven en iets te<br />

nemen, dan <strong>is</strong> <strong>de</strong> kans groot dat ze hun verwachtingen beter op elkaar kunnen afstemmen.<br />

13


3.4 Theoret<strong>is</strong>che <strong>de</strong>elvragen<br />

In <strong>de</strong>ze paragraaf zullen aan <strong>de</strong> hand van het literatuuron<strong>de</strong>rzoek <strong>de</strong> theoret<strong>is</strong>che <strong>de</strong>elvragen<br />

beknopt beantwoord wor<strong>de</strong>n. In dit hoofdstuk <strong>is</strong> hier namelijk al uitgebreid op ingegaan.<br />

1. Wat <strong>is</strong> het belang van communicatie met ou<strong>de</strong>rs over opvoeding en on<strong>de</strong>rwijs?<br />

In <strong>de</strong> literatuur zijn er verschillen<strong>de</strong> motieven naar voren gekomen die het belang van<br />

communicatie benadrukken. Volgens Loo (2004) zijn er pedagog<strong>is</strong>che, on<strong>de</strong>rwijskundige,<br />

organ<strong>is</strong>ator<strong>is</strong>che en maatschappelijke motieven om met ou<strong>de</strong>rs te communiceren.<br />

Pedagog<strong>is</strong>che motieven leggen nadruk op <strong>samenwerking</strong> tussen school en thu<strong>is</strong>,<br />

on<strong>de</strong>rwijskundige motieven helpen het on<strong>de</strong>rwijs op school te ontwikkelen door ou<strong>de</strong>rs in te<br />

schakelen bij activiteiten op school, organ<strong>is</strong>ator<strong>is</strong>che motieven leggen nadruk op het belang van<br />

hulp van ou<strong>de</strong>rs bij activiteiten op school en maatschappelijke motieven geven aan dat <strong>de</strong><br />

maatschappij er belang bij heeft als <strong>de</strong> leerpotenties van kin<strong>de</strong>ren op school zo goed mogelijk<br />

wor<strong>de</strong>n aangesproken. In het on<strong>de</strong>rzoek van Booijink (2007) wordt gesproken over partnerschap<br />

tussen school en ou<strong>de</strong>rs, wat aansluit bij het pedagog<strong>is</strong>che motief van Loo (2004). Partnerschap<br />

impliceert volgens Booijink (2007) dat school en ou<strong>de</strong>rs bei<strong>de</strong> opvoe<strong>de</strong>rs zijn die samen<br />

verantwoor<strong>de</strong>lijk zijn voor <strong>de</strong> opvoeding van het kind. Voor een optimale partnerschap <strong>is</strong><br />

effectieve communicatie van belang. Uit het on<strong>de</strong>rzoek van Pels (2004) komt afstemming als<br />

belangrijk motief naar voren, wat in het verleng<strong>de</strong> ligt van partnerschap. Voorwaar<strong>de</strong> voor<br />

partnerschap <strong>is</strong> afstemming. Een an<strong>de</strong>re voorwaar<strong>de</strong> voor partnerschap <strong>is</strong> betrokkenheid.<br />

Volgens ten Brink-van <strong>de</strong>r Graaf (2006) <strong>is</strong> betrokkenheid belangrijk omdat het kan lei<strong>de</strong>n <strong>tot</strong><br />

betere prestaties van leerlingen, vooral als er sprake <strong>is</strong> van problemat<strong>is</strong>ch gedrag van<br />

leerlingen. Op internationaal niveau wor<strong>de</strong>n volgens Mac Naughton en Hughes (2000) in <strong>de</strong><br />

kin<strong>de</strong>ropvang en het on<strong>de</strong>rwijs een goe<strong>de</strong> communicatie tussen ou<strong>de</strong>rs en beroepskrachten<br />

beschouwd als essentieel voor <strong>de</strong> kwaliteit. De cognitieve en sociale ontwikkeling van kin<strong>de</strong>ren<br />

kan verbeteren, <strong>de</strong> kans op hun schoolsucces kan vergroten en hun sociale relatie met<br />

beroepskrachten en met hun leeftijdgenootjes kan verbeteren.<br />

2. Wat <strong>is</strong> interculturele communicatie?<br />

In dit on<strong>de</strong>rzoek wordt voor <strong>de</strong> <strong>de</strong>finitie van interculturele communicatie het mo<strong>de</strong>l van Shadid<br />

(2007) aangehou<strong>de</strong>n. In dit mo<strong>de</strong>l wordt interculturele communicatie ge<strong>de</strong>finiëerd als ‘een<br />

proces van uitw<strong>is</strong>seling van informatie tussen twee personen die zichzelf in een specifieke<br />

context in cultureel opzicht verschillend <strong>de</strong>finiëren’ (Shadid, 2007, p.23). Hoewel Shadid (2007)<br />

cultuur erkent als een factor die van invloed <strong>is</strong> op het verloop van interculturele communicatie,<br />

gaat hij er niet van uit. De <strong>de</strong>finitie die hij toekent aan het begrip interculturele communicatie<br />

brengt met zich mee dat niet zozeer cultuurverschillen bepalen of communicatie al dan niet<br />

intercultureel <strong>is</strong>, maar dat dit vooral wordt bepaald door <strong>de</strong> mate waarin <strong>de</strong><br />

communicatiepartners zichzelf of <strong>de</strong> an<strong>de</strong>r als cultureel an<strong>de</strong>rs zien en dit een rol toekennen in<br />

<strong>de</strong> communicatie.<br />

3. Aan welke voorwaar<strong>de</strong>n moet interculturele communicatie voldoen?<br />

Volgens Shadid (2007) zou men bij interculturele communicatie <strong>de</strong> culturele achtergrond, <strong>de</strong><br />

we<strong>de</strong>rzijdse beeldvorming, <strong>de</strong> sociale vaardighe<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> communicatiepartners en <strong>de</strong> context<br />

waarin <strong>de</strong> communicatie plaatsvindt in acht moeten nemen.<br />

Azghari (2005) noemt drie bas<strong>is</strong>voorwaar<strong>de</strong>n waarover men moet beschikken voor een<br />

geslaag<strong>de</strong> interculturele communicatie; kenn<strong>is</strong>, empathie en bewustwording van <strong>de</strong> eigen<br />

cultuur.<br />

14


Ten Brink-van <strong>de</strong>r Graaf (2006) geeft aan dat cultuur diep geworteld zit in een persoon en het<br />

zijn gedrag beïnvloedt. Het <strong>is</strong> onmogelijk dat men zich helemaal aanpast aan <strong>de</strong> cultuur van een<br />

an<strong>de</strong>r. Het <strong>is</strong> wel mogelijk om een aantal eigen normen en waar<strong>de</strong>n aan te passen om <strong>tot</strong> een<br />

betere afstemming van verwachtingen, en daarmee <strong>tot</strong> een betere <strong>samenwerking</strong> en<br />

communicatie te komen.<br />

15


4. On<strong>de</strong>rzoeksmetho<strong>de</strong><br />

In dit hoofdstuk wordt het empir<strong>is</strong>ch on<strong>de</strong>rzoek beschreven. Dit <strong>is</strong> een kwalitatief, beschrijvend<br />

on<strong>de</strong>rzoek, welke <strong>is</strong> uitgevoerd aan <strong>de</strong> hand van een interview met open vragen. Eerst zal een<br />

beschrijving wor<strong>de</strong>n geven van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksgroep, waaruit bestaat <strong>de</strong>ze. Daarna zal <strong>de</strong><br />

dataverzamelingsmetho<strong>de</strong> behan<strong>de</strong>ld wor<strong>de</strong>n. Vervolgens het meetinstrument en <strong>de</strong><br />

analysemeho<strong>de</strong>.<br />

4.1 On<strong>de</strong>rzoeksgroep<br />

De on<strong>de</strong>rzoeksgroep bestaat uit 6 lokale instellingen en 7 bas<strong>is</strong>scholen in Westerpark. Er zijn in<br />

<strong>tot</strong>aal 13 interviews afgenomen, 6 interviews met me<strong>de</strong>werkers van lokale instellingen en 7<br />

interviews met directiele<strong>de</strong>n en leerkrachten van bas<strong>is</strong>scholen. De interviews hebben<br />

plaatsgevon<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> instellingen en bas<strong>is</strong>scholen zelf en duur<strong>de</strong>n 30 <strong>tot</strong> maximaal 60 minuten.<br />

De keuze voor <strong>de</strong> instellingen en bas<strong>is</strong>scholen <strong>is</strong> in overleg met <strong>de</strong> opdrachtgever en het<br />

stads<strong>de</strong>el <strong>tot</strong> stand gekomen. Met <strong>de</strong> opdrachtgever <strong>is</strong> bekeken welke lokale maatschappelijke<br />

instellingen het meest representatief zou<strong>de</strong>n zijn voor het beantwoor<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> overkoepelen<strong>de</strong><br />

on<strong>de</strong>rzoeksvraag zoals beschreven in het inlei<strong>de</strong>n<strong>de</strong> hoofdstuk. De instellingen zijn telefon<strong>is</strong>ch<br />

door het stads<strong>de</strong>el bena<strong>de</strong>rd en er zijn afspraken gemaakt voor het afnemen van <strong>de</strong> interviews.<br />

De bas<strong>is</strong>scholen zijn alle bas<strong>is</strong>scholen in stads<strong>de</strong>el Westerpark. Ook zij zijn telefon<strong>is</strong>ch<br />

bena<strong>de</strong>rd door het stads<strong>de</strong>el en er zijn afspraken gemaakt voor het afnemen van <strong>de</strong> interviews.<br />

De instellingen:<br />

1 GGD, interview met <strong>de</strong> teamlei<strong>de</strong>r<br />

2 Sportbuurtwerk Westerpark, interview met <strong>de</strong> coördinator<br />

3 Welzijnsorgan<strong>is</strong>atie IJsterk, interview met <strong>de</strong> wijkcoördinator<br />

4 Schoolgericht Maatschappelijk Werk: Blankenberg Stichting, interview met <strong>de</strong><br />

schoolmaatschappelijk werkster<br />

5 Naschoolse kin<strong>de</strong>ropvang De Haaibaai, interview met <strong>de</strong> leidinggeven<strong>de</strong> en een<br />

groepslei<strong>de</strong>r<br />

6 Hogendorp Sporthal, interview met <strong>de</strong> zaalbeheer<strong>de</strong>r<br />

De bas<strong>is</strong>scholen:<br />

1 De El<strong>is</strong>abeth Paulus, interview met <strong>de</strong> directeur<br />

2 De Westerpark, interview met <strong>de</strong> adjunct-directeur<br />

3 De Catamaran, interview met <strong>de</strong> directeur<br />

4 Dr. Rijk Kramerschool, interview met <strong>de</strong> directeur<br />

5 Bre<strong>de</strong>school Zeheel<strong>de</strong>nbuurt, interview met een leerkracht<br />

6 De Spaarndammer, interview met <strong>de</strong> intern begelei<strong>de</strong>r<br />

7 De Bron, interview met <strong>de</strong> directrice<br />

16


4.2 Dataverzamelingsmetho<strong>de</strong><br />

Verhoeven (2004) geeft aan dat kwalitatief on<strong>de</strong>rzoek niet strikt gebon<strong>de</strong>n <strong>is</strong> aan het<br />

verzamelen van cijfermatige gegevens. Men heeft <strong>de</strong> mogelijkheid zich aan te passen aan <strong>de</strong><br />

omstandighe<strong>de</strong>n tij<strong>de</strong>ns het on<strong>de</strong>rzoek. De bena<strong>de</strong>ring <strong>is</strong> daarmee open en flexibel en er wordt<br />

ingegaan op <strong>de</strong> achtergron<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> verzamel<strong>de</strong> gegevens.<br />

In dit on<strong>de</strong>rzoek <strong>is</strong> gebruik gemaakt van een kwalitatieve metho<strong>de</strong> van dataverzameling.<br />

Aanleiding hiervoor <strong>is</strong> om erachter te komen hoe instellingen contact zoeken met ou<strong>de</strong>rs, of ze<br />

hierbij rekening hou<strong>de</strong>n met culturele achtergron<strong>de</strong>n en wat er verbeterd kan wor<strong>de</strong>n in <strong>de</strong><br />

communicatie met ou<strong>de</strong>rs. Dit <strong>is</strong> mogelijk door mid<strong>de</strong>l van interviews met open vragen en <strong>de</strong><br />

mogelijkheid om door te kunnen vragen.<br />

4.3 Meetinstrument<br />

In dit on<strong>de</strong>rzoek <strong>is</strong> gebruik gemaakt van een interview met open vragen. Het interview bestond<br />

niet alleen uit <strong>de</strong> vragen met betrekking <strong>tot</strong> communicatie. De vragen van <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re stu<strong>de</strong>nten<br />

die mee hebben gedaan aan het overkoepelend on<strong>de</strong>rzoek waren ook in het interview verwerkt.<br />

Hierdoor was het een interview met 6 verschillen<strong>de</strong> thema’s. Een volledig overzicht van het<br />

interview <strong>is</strong> te vin<strong>de</strong>n in bijlage 1. De interviews zijn opgenomen en letterlijk uitgeschreven. De<br />

vragen die betrekking hebben op dit on<strong>de</strong>rzoek zijn als volgt:<br />

1. Op welke manier zoekt u (als instelling, school) contact met ou<strong>de</strong>rs?<br />

2. Bestaan er verschillen in <strong>de</strong> manier waarop u diverse ou<strong>de</strong>rgroepen bena<strong>de</strong>rd?<br />

Zo ja, waaruit bestaan <strong>de</strong>ze verschillen?<br />

Zo nee, waarom niet?<br />

3. Vind u het belangrijk om in uw communicatie rekening te hou<strong>de</strong>n met verschillen tussen<br />

ou<strong>de</strong>rgroepen?<br />

Waarom wel of niet?<br />

4. Hoe zou u <strong>de</strong> communicatie met ou<strong>de</strong>rs in <strong>de</strong> toekomst vorm willen geven?<br />

4.4 Analysemetho<strong>de</strong><br />

Bij kwalitatief on<strong>de</strong>rzoek hoort kwalitatieve analyse. Men kan <strong>de</strong> gegevens beschrijven of<br />

samenvatten, maar er kan volgens Verhoeven (2004) ook diepgaan<strong>de</strong>r naar gekeken wor<strong>de</strong>n.<br />

Zo komt men <strong>tot</strong> een samenvatting van een tekst in co<strong>de</strong>s en begrippen. Vervolgens brengt men<br />

een waar<strong>de</strong>ring aan van <strong>de</strong>ze begrippen door ze in een bepaal<strong>de</strong> volgor<strong>de</strong> te sorteren. Zo<br />

onstaat er een structuur. In feite vormt zich tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> <strong>de</strong> analyse een mo<strong>de</strong>l. Het op <strong>de</strong>ze<br />

manier omgaan met teksten wordt ook wel exploratie genoemd.<br />

Om <strong>de</strong> data te kunnen analyseren zijn alle interviews gelezen en <strong>de</strong> vragen die betrekking<br />

hebben op communicatie on<strong>de</strong>r elkaar gezet per instelling en bas<strong>is</strong>school. Vervolgens <strong>is</strong> <strong>de</strong>ze<br />

data in een tabel geplaatst. Er <strong>is</strong> hiervoor gekozen omdat dit een effectieve metho<strong>de</strong> <strong>is</strong> om <strong>de</strong><br />

data van verschillen<strong>de</strong> interviews met elkaar te vergelijken. Met het tabel <strong>is</strong> er gekeken of er<br />

bepaal<strong>de</strong> overeenkomsten of ju<strong>is</strong>t verschillen waren tussen <strong>de</strong> instellingen en bas<strong>is</strong>scholen.<br />

17


5. Resultaten<br />

In dit hoofdstuk wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> resultaten van het empir<strong>is</strong>ch on<strong>de</strong>rzoek uiteengezet. Zoals eer<strong>de</strong>r<br />

werd aangegeven zijn eerst alle antwoor<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> interviewvragen van dit on<strong>de</strong>rzoek on<strong>de</strong>r<br />

elkaar gezet per instelling en bas<strong>is</strong>school en zijn ze daarna in tabel 1 geplaatst om het<br />

overzichtelijker te maken en conclusies te kunnen trekken. Een volledig overzicht van <strong>de</strong><br />

antwoor<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> interviewvragen <strong>is</strong> na te lezen in bijlage 2.<br />

Tabel 1<br />

Vragen:<br />

Contact met ou<strong>de</strong>rs <strong>Communicatie</strong><br />

met ou<strong>de</strong>rs<br />

Instellingen en<br />

Bas<strong>is</strong>scholen:<br />

GGD Brieven,<br />

spreekuren, consulten,<br />

hu<strong>is</strong>bezoeken, afspraken,<br />

voorlichtingen<br />

Sportbuurtwerk Bas<strong>is</strong>scholen, clubblad,<br />

website, email, posters,<br />

flyers, schoolnieuwsbrief,<br />

bellen<br />

Tij<strong>de</strong>ns elke<br />

consult <strong>is</strong> er<br />

ruimte voor<br />

vragen van<br />

ou<strong>de</strong>rs<br />

Rekening<br />

gehou<strong>de</strong>n<br />

met cultuur<br />

Verbetering van <strong>de</strong><br />

communicatie<br />

Nee, wel tolk OKC, meer<strong>de</strong>re<br />

partners in één<br />

gebouw. Handiger<br />

voor ou<strong>de</strong>rs<br />

Nee, maar<br />

met zieke<br />

ou<strong>de</strong>rs wordt<br />

regelmatiger<br />

contact<br />

on<strong>de</strong>rhou<strong>de</strong>n<br />

Men <strong>is</strong> tevre<strong>de</strong>n over<br />

<strong>de</strong> communicatie<br />

IJsterk Aanspreken Nee, wel tolk Contact blijven<br />

hou<strong>de</strong>n. Instellingen<br />

en scholen <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong><br />

aanpak hanteren,<br />

ou<strong>de</strong>rs weten zo waar<br />

Schoolmaatschappelijk<br />

werk<br />

Doorverwijzing of ou<strong>de</strong>rs<br />

mel<strong>de</strong>n zich vrijwillig<br />

NSO Haaibaai Bij het ophalen van kind,<br />

bellen, mailen<br />

Sporthal<br />

Hogendorp<br />

Ou<strong>de</strong>rs wor<strong>de</strong>n<br />

aangesproken als kind<br />

zich m<strong>is</strong>draagt<br />

Open<strong>de</strong>urenbeleid,<br />

In lastige<br />

gevallen met<br />

intern<br />

begelei<strong>de</strong>r,<br />

<strong>de</strong>ze kan zaken<br />

vanuit school<br />

met ou<strong>de</strong>rs<br />

bespreken<br />

Ou<strong>de</strong>rs zijn<br />

geen groepen<br />

maar<br />

individuen<br />

Informeel Ou<strong>de</strong>rs zijn<br />

geen groepen<br />

maar<br />

individuen<br />

ze aan toe zijn<br />

Via intern begelei<strong>de</strong>r<br />

Men <strong>is</strong> tevre<strong>de</strong>n over<br />

<strong>de</strong> communicatie<br />

Nee Bellen en praten<br />

El<strong>is</strong>abeth<br />

Direct Nee Men <strong>is</strong> tevre<strong>de</strong>n over<br />

Paulusschool contactou<strong>de</strong>rs<br />

<strong>de</strong> communicatie<br />

Westerpark Klassenou<strong>de</strong>rs,<br />

Nee, wel Meer communicatie<br />

nieuwsbrieven, algemene<br />

ou<strong>de</strong>ravond aan het begin<br />

jaar, rapportbesprekingen,<br />

weining bena<strong>de</strong>ring<br />

belangrijk<br />

Dr Rijk Kramer Klassenou<strong>de</strong>ravon<strong>de</strong>n, 1 Nee Men <strong>is</strong> tevre<strong>de</strong>n over<br />

18


Bre<strong>de</strong> school<br />

Zeehel<strong>de</strong>nbuurt<br />

De<br />

Spaarndammer<br />

keer per jaar<br />

ou<strong>de</strong>rgesprek, 2 keer per<br />

jaar rapportbesprekingen.<br />

Open<strong>de</strong>urenbeleid<br />

Post, nieuwsbrief via mail,<br />

flapover in <strong>de</strong> gangen,<br />

ou<strong>de</strong>rcontactfunctionar<strong>is</strong><br />

Open<strong>de</strong>urenbeleid,<br />

brieven, kin<strong>de</strong>ren geven<br />

door aan ou<strong>de</strong>rs<br />

De Bron Ou<strong>de</strong>rcontactpersonen, 10<br />

minutengesprekken,<br />

nieuwsbrieven,<br />

schoolgids, website,<br />

telefon<strong>is</strong>ch. Directrice<br />

begroet elke dag hele<br />

school<br />

De Catamaran Infobulletin, brieven,<br />

kin<strong>de</strong>ren geven door aan<br />

ou<strong>de</strong>rs, als er problemen<br />

met een kind zijn wor<strong>de</strong>n<br />

ou<strong>de</strong>rs aangesproken<br />

Ou<strong>de</strong>rs hebben<br />

agenda kado<br />

gekregen.<br />

Hierin moeten<br />

ze afspraken<br />

met <strong>de</strong> school<br />

noteren, zodat<br />

men het niet<br />

vergeet<br />

Nee, men zou<br />

wel tolk willen<br />

Dui<strong>de</strong>lijk Nee, maar wel<br />

belangrijk<br />

<strong>de</strong> communicatie<br />

Niet gevraagd<br />

Nee, wel tolk Meer <strong>samenwerking</strong><br />

met ou<strong>de</strong>rs<br />

Ja Met een<br />

hogeropgelei<strong>de</strong><br />

ou<strong>de</strong>rcontactpersoon,<br />

die ook ou<strong>de</strong>ravon<strong>de</strong>n<br />

kan organ<strong>is</strong>eren waar<br />

ou<strong>de</strong>rs naartoe komen<br />

Kind niet als<br />

tussepersoon zien,<br />

ou<strong>de</strong>rs moeten ook<br />

verantwoor<strong>de</strong>lijkheid<br />

nemen<br />

19


5.1 De lokale instellingen<br />

De 6 lokale instellingen geven aan persoonlijk contact met ou<strong>de</strong>rs te hebben door mid<strong>de</strong>l van<br />

spreekuren, consulten, hu<strong>is</strong>bezoeken, afspraken, voorlichtingen, via <strong>de</strong> bas<strong>is</strong>scholen,<br />

telefon<strong>is</strong>ch, door ze aan te spreken, via doorverwijzing of als ou<strong>de</strong>rs zich vrijwillig aanmel<strong>de</strong>n en<br />

bij het ophalen. Ook <strong>is</strong> er contact met ou<strong>de</strong>rs via an<strong>de</strong>re wegen, te weten via brieven,<br />

clubbla<strong>de</strong>n, websites, email, posters, flyers en schoolnieuwsbrieven.<br />

Hoe er met ou<strong>de</strong>rs wordt gecommuniceerd, rij 2 van tabel 1, <strong>is</strong> niet een vraag die zo <strong>is</strong> gesteld<br />

maar was wel op te maken uit vragen van <strong>de</strong> thema’s van <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re stu<strong>de</strong>nten. Daarom <strong>is</strong> <strong>de</strong>ze<br />

rij bij 5 van <strong>de</strong> 13 instellingen en bas<strong>is</strong>scholen ingevuld. Bij <strong>de</strong> 3 lokale instellingen waar het wel<br />

<strong>is</strong> ingevuld blijkt dat er bij <strong>de</strong> GGD tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> communicatie ruimte <strong>is</strong> voor vragen van ou<strong>de</strong>rs,<br />

"tij<strong>de</strong>ns elk consult of spreekuur vragen ou<strong>de</strong>rs wel iets en <strong>is</strong> er ruimte voor vragen". Bij<br />

Schoolmaatschappelijk werk wordt er in <strong>de</strong> communicatie met ou<strong>de</strong>rs wel eens gebruik gemaakt<br />

van <strong>de</strong> intern begelei<strong>de</strong>r omdat <strong>de</strong>ze meer aan <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs kan vertellen over hoe het met het<br />

kind op school gaat, "wat vaak goed werkt <strong>is</strong> dat we gesprekken hebben met <strong>de</strong> intern<br />

begelei<strong>de</strong>r, met <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>r en ik. En dat werkt dus heel vaak omdat <strong>de</strong> intern begelei<strong>de</strong>r <strong>de</strong><br />

dingen vanuit school kan vertellen, wat doet het kind op school, en ik ga dan vertellen van, wat<br />

kan je er als ou<strong>de</strong>rs aan doen en hoe kun je daarbij helpen". Bij naschoolse opvang <strong>de</strong> Haaibaai<br />

word aangegeven dat communicatie met ou<strong>de</strong>rs informeel verloopt, "dat <strong>is</strong> onze belangrijkste<br />

vorm van contact, informeel contact bij het ophalen".<br />

Bij <strong>de</strong> vraag of er rekening wordt gehou<strong>de</strong>n met verschillen<strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rgroepen geeft geen enkele<br />

instelling aan dit te doen. Naschoolse opvang <strong>de</strong> Haaibaai zegt "we zien ou<strong>de</strong>rs niet als<br />

groepen, je kijkt wat voor mens je tegenover je hebt, je hebt je voelsprieten uit, je kijkt wat voor<br />

iemand het <strong>is</strong> en hoe je daar het beste mee kan praten" en "wij werken niet met groepen ou<strong>de</strong>rs,<br />

wij werken met individuen. Alle ou<strong>de</strong>rs zijn allemaal zo <strong>tot</strong>aal an<strong>de</strong>rs, dat ik echt niet daar lijnen<br />

tussen kan trekken". GGD en IJsterk geven wel aan gebruik te maken van een tolk.<br />

Om <strong>de</strong> communicatie te verbeteren wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> punten aangegeven. Het GGD geeft<br />

aan dat communicatie met ou<strong>de</strong>rs beter zou verlopen als het in het Ou<strong>de</strong>r-Kind centrum zal<br />

zitten, wat momenteel gebouwd wordt, omdat het dan met meer<strong>de</strong>re instellingen in één gebouw<br />

zal zitten en dit <strong>is</strong> handiger voor ou<strong>de</strong>rs, "dan zit je met een aantal okc partners in één gebouw<br />

en dat <strong>is</strong> het meest i<strong>de</strong>ale, dus dan hebben we bijvoorbeeld verloskundigen die werkzaam zijn in<br />

het gebouw en bijvoorbeeld een speelotheek en dat <strong>is</strong> voor ou<strong>de</strong>rs handig, dat er één ou<strong>de</strong>rkindcentrum<br />

<strong>is</strong> waar ze naartoe kunnen en voor ons in het samenwerken met die verschillen<strong>de</strong><br />

partners handig". IJsterk geeft aan om dat <strong>de</strong> communicatie met ou<strong>de</strong>rs beter zou verlopen als<br />

het contact met hen zou wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rhou<strong>de</strong>n, "vooral in contact blijven, blijven praten, blijven<br />

vragen". Het zou volgens IJsterk ook beter zijn als alle instellingen en scholen <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> manier<br />

van communicatie zou<strong>de</strong>n hanteren, zodat ou<strong>de</strong>rs weten waar ze aan toe zijn, "<strong>de</strong><br />

<strong>samenwerking</strong> met scholen, dat je in alle verban<strong>de</strong>n op dat niveau allemaal een gelijke<br />

bena<strong>de</strong>ring hebt, dat ou<strong>de</strong>rs ook weten dat het overal hetzelf<strong>de</strong> <strong>is</strong> en dat het voor ou<strong>de</strong>rs ook<br />

m<strong>is</strong>schien makkelijker wordt om ergens binnen te komen". Schoolmaatschappelijk werk geeft<br />

aan dat <strong>de</strong> communicatie beter zou verlopen als er gebruik zou wor<strong>de</strong>n gemaakt van <strong>de</strong> intern<br />

begelei<strong>de</strong>r. Sporthal Hogendorp geeft aan dat door ou<strong>de</strong>rs te bellen en met ze te praten het<br />

contact beter zou verlopen, "als er iets <strong>is</strong> dan bel je <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs gewoon <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs op, dat zou<br />

i<strong>de</strong>aal zijn". Sportbuurtwerk en naschoolse opvang Haaibaai zijn tevre<strong>de</strong>n wat betreft<br />

communicatie met ou<strong>de</strong>rs en geven geen verbeterpunten aan.<br />

20


5.2 De bas<strong>is</strong>scholen<br />

De 7 bas<strong>is</strong>scholen geven aan persoonlijk contact met ou<strong>de</strong>rs te hebben via <strong>de</strong> 10 minuten<br />

gesprekken, ou<strong>de</strong>ravon<strong>de</strong>n, persoonlijk begroeten en ou<strong>de</strong>rs aan te spreken of uit te nodigen<br />

voor een gesprek als er problemen zijn met het kind. Ook <strong>is</strong> er contact via brieven,<br />

nieuwsbrieven, infobulletins, flapovers in <strong>de</strong> gang, via <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren die iets moeten doorgeven,<br />

websites, email en telefon<strong>is</strong>ch. Ook wordt er gebruik gemaakt van ou<strong>de</strong>rs die het contact<br />

vormen tussen an<strong>de</strong>re ou<strong>de</strong>rs en leerkrachten. Dit zijn contactou<strong>de</strong>rs, klassenou<strong>de</strong>rs en<br />

ou<strong>de</strong>rcontactfunctionar<strong>is</strong>sen. El<strong>is</strong>abeth Paulus, Rijkkramer en <strong>de</strong> Spaarndammer geven tevens<br />

aan dat <strong>de</strong> <strong>de</strong>ur altijd open staat voor ou<strong>de</strong>rs als er iets <strong>is</strong> wat ze wilen bespreken met <strong>de</strong><br />

school. El<strong>is</strong>abeth Paulus; "<strong>de</strong> <strong>de</strong>ur staat altijd open voor ou<strong>de</strong>rs als er problemen zijn, als er een<br />

probleem <strong>is</strong>, kom maar binnen" en "er <strong>is</strong> een sfeer van aandacht, zowel voor kin<strong>de</strong>ren als voor<br />

ou<strong>de</strong>rs", Rijkramer; "we proberen een sfeer te creëren dat als ou<strong>de</strong>rs met iets zitten, ze altijd<br />

langs kunnen komen", Spaarndammer; "mijn <strong>de</strong>ur staat altijd open, je kan altijd bij me terecht".<br />

De directeur van <strong>de</strong> El<strong>is</strong>abeth Paulus geeft aan dat hij erg direct <strong>is</strong> in <strong>de</strong> communicatie met<br />

ou<strong>de</strong>rs, "ik ben in staat om tegen ou<strong>de</strong>rs te zeggen, dat kan ook an<strong>de</strong>rs, dat durf ik wel als<br />

directeur". De Bron heeft ou<strong>de</strong>rs een agenda kado gegeven waarin ou<strong>de</strong>rs afspraken met <strong>de</strong><br />

school in kunnen noteren, "dit <strong>is</strong> ook een symbol<strong>is</strong>ch kado, want ze moeten hun gemaakte<br />

afspraken er gelijk in noteren. Op die manier proberen we het contact te behou<strong>de</strong>n". De<br />

Catamaran zegt dat <strong>de</strong> communicatie met ou<strong>de</strong>rs dui<strong>de</strong>lijk <strong>is</strong>.<br />

Er wordt rekening gehou<strong>de</strong>n met verschillen<strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rgroepen door alleen <strong>de</strong> Bron, "ik vind dat je<br />

met elkaars cultuur rekening moet kunnen hou<strong>de</strong>n. Als je dat niet doet, daarom <strong>is</strong> dat voor mij<br />

ook zo vanzelfsprekend, kunnen er m<strong>is</strong>verstan<strong>de</strong>n ontstaan". Bij Marokkaanse ou<strong>de</strong>rs moeten<br />

gemaakte afspraken bevestigd wor<strong>de</strong>n an<strong>de</strong>rs wor<strong>de</strong>n ze vergeten door <strong>de</strong>ze ou<strong>de</strong>rs. Ook heeft<br />

<strong>de</strong> Bron geleerd dat Turkse en Marokkaanse ou<strong>de</strong>rs over het algemeen afwachten<strong>de</strong>r zijn en<br />

moeten ze meer dan an<strong>de</strong>re ou<strong>de</strong>rs uitgenodigd wor<strong>de</strong>n om mee te helpen op school. De<br />

an<strong>de</strong>re bas<strong>is</strong>scholen hou<strong>de</strong>n geen rekening met verschillen<strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs. De Spaarndammer geeft<br />

aan wel gebruik te maken van een tolk. Westerpark en <strong>de</strong> Catamaran geven aan het wel<br />

belangrijk te vin<strong>de</strong>n om rekening te hou<strong>de</strong>n met culturele achtergron<strong>de</strong>n van ou<strong>de</strong>rs, maar<br />

weten niet hoe ze hier vorm aan zou<strong>de</strong>n moeten geven. Westerpark; "ik weet niet zo goed hoe<br />

je dat zou moeten doen en of je dan niet ju<strong>is</strong>t ondui<strong>de</strong>lijk wordt, als je op verschillen<strong>de</strong> manieren<br />

<strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> boodschap gaat vertellen. Daar ben ik heel erg in geïnteresseerd". De Catamaran; "ik<br />

vind dat we rekening moeten hou<strong>de</strong>n maar dit betekent niet dat we dit altijd kunnen, een goe<strong>de</strong><br />

communicatie verzorgen kost gewoon veel tijd".<br />

De El<strong>is</strong>abeth Paulusschool en Dr Rijk Kramer geven aan dat ze tevre<strong>de</strong>n zijn over hoe ze met<br />

ou<strong>de</strong>rs communiceren en geven geen verbeterpunten aan. Westerpark zou meer willen<br />

communiceren met ou<strong>de</strong>rs, "dat <strong>de</strong> communicatie meer en beter gaat wor<strong>de</strong>n maar daar zou<br />

echt een ontwikkeling in moeten komen". De Spaarndammer zou meer willen samenwerken met<br />

ou<strong>de</strong>rs, "door ze er op zoveel mogelijk manieren bij te betrekken" en "dat je het samen wilt doen<br />

en dat <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>r wel verhaal komt halen maar niks terug geeft". De Bron zou een<br />

hogeropgelei<strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rcontactpersoon in dienst willen hebben die het contact tussen leerkrachten<br />

en ou<strong>de</strong>rs kan verbeteren en die ook ou<strong>de</strong>ravon<strong>de</strong>n zou kunnen organ<strong>is</strong>eren, "als we er een<br />

hoogopgelei<strong>de</strong> contactpersoon bij zou<strong>de</strong>n hebben en een char<strong>is</strong>mat<strong>is</strong>ch persoon die er veel tijd<br />

in kan steken, zodat diegene ook ou<strong>de</strong>ravon<strong>de</strong>n zou kunnen organ<strong>is</strong>eren. Zo kom je nog meer<br />

met elkaar in contact". De Catamaran zou willen dat ou<strong>de</strong>rs ook meer hun verantwoor<strong>de</strong>lijkheid<br />

zou<strong>de</strong>n nemen als het gaat om contact on<strong>de</strong>rhou<strong>de</strong>n met school. Hiervoor wil De Catamaran het<br />

kind niet meer als tussenpersoon zien om met ou<strong>de</strong>rs te communiceren, "het i<strong>de</strong>aal <strong>is</strong> dat elke<br />

ou<strong>de</strong>r alles leest en die verantwoor<strong>de</strong>lijkheid ligt bij <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>r. Wij leggen nu nog veel <strong>de</strong><br />

verantwoor<strong>de</strong>lijkheid bij het kind. Die moet ervoor zorgen dat <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>r weet wat er in staat. Wij<br />

gebruiken <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren heel veel als mid<strong>de</strong>l. En daarom steek je er ook heel veel in".<br />

21


6. Conclusies<br />

In dit hoofstuk zal antwoord wor<strong>de</strong>n gegeven op <strong>de</strong> empir<strong>is</strong>che <strong>de</strong>elvragen en <strong>de</strong> hoofdvraag.<br />

Het hoofdstuk zal wor<strong>de</strong>n afgesloten met een d<strong>is</strong>cussie waarin tekortkomingen van het<br />

on<strong>de</strong>rzoek wor<strong>de</strong>n besproken.<br />

6.1 Antwoord op <strong>de</strong> <strong>de</strong>elvragen<br />

1. Op welke manier communiceren instellingen en bas<strong>is</strong>scholen in stads<strong>de</strong>el<br />

Westerpark met ou<strong>de</strong>rs en verschillen zij hierin van elkaar?<br />

De lokale instellingen geven aan persoonlijk contact met ou<strong>de</strong>rs te hebben door mid<strong>de</strong>l van<br />

spreekuren, consulten, hu<strong>is</strong>bezoeken, afspraken, voorlichtingen, via <strong>de</strong> bas<strong>is</strong>scholen,<br />

telefon<strong>is</strong>ch, door ze aan te spreken, via doorverwijzing of als ou<strong>de</strong>rs zich vrijwillig aanmel<strong>de</strong>n en<br />

bij het ophalen. Ook <strong>is</strong> er contact met ou<strong>de</strong>rs via an<strong>de</strong>re wegen, via brieven, clubbla<strong>de</strong>n,<br />

websites, email, posters, flyers en schoolnieuwsbrieven. De GGD geeft aan dat tij<strong>de</strong>ns<br />

communicatie met ou<strong>de</strong>rs ruimte <strong>is</strong> voor vragen. Bij Schoolmaatschappelijk werk wordt er in <strong>de</strong><br />

communicatie met ou<strong>de</strong>rs wel eens gebruik gemaakt van <strong>de</strong> intern begelei<strong>de</strong>r omdat <strong>de</strong>ze beter<br />

aan <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs kan vertellen hoe het met het kind op school gaat. Bij naschoolse opvang <strong>de</strong><br />

Haaibaai wordt aangegeven dat communicatie met ou<strong>de</strong>rs informeel verloopt.<br />

De instellingen on<strong>de</strong>rling verschillen niet opvallend van elkaar als het gaat om contact met<br />

ou<strong>de</strong>rs maken.<br />

De bas<strong>is</strong>scholen geven aan persoonlijk contact met ou<strong>de</strong>rs te hebben via 10 minuten<br />

gesprekken, ou<strong>de</strong>ravon<strong>de</strong>n, persoonlijk begroeten en ou<strong>de</strong>rs aan te spreken of uit te nodigen<br />

voor een gesprek als er problemen zijn met het kind. Ook <strong>is</strong> er contact via brieven,<br />

nieuwsbrieven, infobulletins, flapover in <strong>de</strong> gang, via <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren die iets moeten doorgeven,<br />

websites, email en telefon<strong>is</strong>ch. Ook wordt er gebruik gemaakt van ou<strong>de</strong>rs op school die het<br />

contact vormen tussen an<strong>de</strong>re ou<strong>de</strong>rs en leerkrachten, dit zijn contactou<strong>de</strong>rs, klassenou<strong>de</strong>rs en<br />

ou<strong>de</strong>rcontactfunctionar<strong>is</strong>sen. De scholen El<strong>is</strong>abeth Paulus, Rijkkramer en <strong>de</strong> Spaarndammer<br />

geven tevens aan dat <strong>de</strong> <strong>de</strong>ur altijd open staat voor ou<strong>de</strong>rs als er iets <strong>is</strong> wat ze wilen bespreken<br />

met <strong>de</strong> school. De Bron heeft ou<strong>de</strong>rs een agenda kado gegeven waarin ou<strong>de</strong>rs hun afspraken<br />

met <strong>de</strong> school in kunnen noteren.<br />

De bas<strong>is</strong>scholen on<strong>de</strong>rling verschillen niet opvallend van elkaar als het gaat om contact maken<br />

met ou<strong>de</strong>rs. Wel zijn er verschillen op te merken tussen <strong>de</strong> instellingen en <strong>de</strong> bas<strong>is</strong>scholen. De<br />

school heeft meer contact met ou<strong>de</strong>rs omdat kin<strong>de</strong>ren hier dagelijks komen en <strong>de</strong> helft van <strong>de</strong><br />

dag op school doorbrengen. Dit contact <strong>is</strong> op te maken uit <strong>de</strong> 10 minutengesprekken,<br />

ou<strong>de</strong>ravon<strong>de</strong>n of gesprekken met ou<strong>de</strong>rs als er problemen met het kind zijn. Een an<strong>de</strong>r verschil<br />

dat uit het on<strong>de</strong>rzoek naar voren komt <strong>is</strong> dat bas<strong>is</strong>scholen meer gebuik maken van ou<strong>de</strong>rs in <strong>de</strong><br />

functies als contactou<strong>de</strong>r, klassenou<strong>de</strong>rs en ou<strong>de</strong>rcontactfunctionar<strong>is</strong>. Deze ou<strong>de</strong>rs zijn het<br />

contact tussen an<strong>de</strong>re ou<strong>de</strong>rs en leerkrachten.<br />

2. In hoeverre hou<strong>de</strong>n <strong>de</strong> instellingen en bas<strong>is</strong>scholen in hun communicatie rekening<br />

met <strong>de</strong> etn<strong>is</strong>ch-culturele achtergrond van ou<strong>de</strong>rs?<br />

De instellingen die rekening hou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> culturele achtergron<strong>de</strong>n van ou<strong>de</strong>rs zijn <strong>de</strong> GGD en<br />

IJsterk. Zij doen dit door gebuik te maken van een tolk. Schoolgericht Maatschappelijk Werk en<br />

naschoolse opvang Haaibaai geven aan dat ze ou<strong>de</strong>rs niet als groepen zien maar individuen en<br />

dat je je hierop aan hoort te passen.<br />

De enige bas<strong>is</strong>school in het on<strong>de</strong>zoek die rekening houdt met <strong>de</strong> culturele achtergrond van<br />

22


ou<strong>de</strong>rs <strong>is</strong> De Bron. De directrice geeft aan dat met ou<strong>de</strong>rs met een niet-Ne<strong>de</strong>rlandse<br />

achtergrond letterlijk contact moet wor<strong>de</strong>n opgenomen. De manier van praten en uitleggen <strong>is</strong><br />

an<strong>de</strong>rs en afspraken met bijvoorbeeld ou<strong>de</strong>rs uit <strong>de</strong> Marokkaanse cultuur moet wor<strong>de</strong>n<br />

bevestigd an<strong>de</strong>rs wor<strong>de</strong>n ze vergeten. Ook wordt aangegeven dat vooral <strong>de</strong> Marokkaanse en<br />

Turkse ou<strong>de</strong>rs afwachtend zijn en ze echt uitgenodigd moeten wor<strong>de</strong>n om mee te <strong>de</strong>nken en<br />

hun i<strong>de</strong>eën te geven. Deze directrice geeft ook als enige aan <strong>de</strong> hele school elke dag te<br />

begroeten.<br />

Weterpark en De Catamaran geven aan dat ze het wel belangrijk vin<strong>de</strong>n om rekening te hou<strong>de</strong>n<br />

met <strong>de</strong> culturele achtergrond van ou<strong>de</strong>rs. De Spaarndammer maakt gebruik van tolken.<br />

3. Op welke manier kan <strong>de</strong> communicatie met ou<strong>de</strong>rs in <strong>de</strong> toekomst verbeterd<br />

wor<strong>de</strong>n?<br />

Om <strong>de</strong> communicatie te verbeteren geeft <strong>de</strong> GGD het Ou<strong>de</strong>r-Kind centrum, wat momenteel<br />

gebouwd wordt aan, omdat het dan met meer<strong>de</strong>re instellingen in één gebouw zal zitten en dit <strong>is</strong><br />

handiger voor ou<strong>de</strong>rs. IJsterk geeft aan om dat <strong>de</strong> communicatie met ou<strong>de</strong>rs verbeterd zou<br />

wor<strong>de</strong>n als het contact met hen wordt on<strong>de</strong>rhou<strong>de</strong>n. Het zou volgens hen ook goed zijn als alle<br />

instellingen en scholen <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> aanpak wat betreft communicatie hanteren, zodat ou<strong>de</strong>rs weten<br />

waar ze aan toe zijn. Schoolmaatschappelijk Werk geeft aan dat <strong>de</strong> communicatie verbeterd kan<br />

wor<strong>de</strong>n als er gebruik wordt gemaakt van <strong>de</strong> intern begelei<strong>de</strong>r. Sporthal Hogendorp geeft aan<br />

dat door ou<strong>de</strong>rs te bellen en met ze te praten het contact verbeterd zou wor<strong>de</strong>n. De<br />

Spaarndammer zou meer willen samenwerken met ou<strong>de</strong>rs. De Bron zou een hogeropgelei<strong>de</strong><br />

ou<strong>de</strong>rcontactpersoon in dienst willen hebben die het contact tussen leerkrachten en ou<strong>de</strong>rs zou<br />

kunnen verbeteren en die ook ou<strong>de</strong>ravon<strong>de</strong>n zou kunnen organ<strong>is</strong>eren. De Catamaran geeft aan<br />

directer naar ou<strong>de</strong>rs te willen zijn en zou<strong>de</strong>n willen dat ou<strong>de</strong>rs ook meer hun<br />

verantwoor<strong>de</strong>lijkheid zou<strong>de</strong>n nemen als het gaat om contact hebben met school. Hiervoor wil De<br />

catamaran het kind niet meer als tussenpersoon gebuiken om met ou<strong>de</strong>rs te communiceren.<br />

23


6.2 Antwoord op <strong>de</strong> vraagstelling<br />

Hoe verloopt <strong>de</strong> communicatie in stads<strong>de</strong>el Westerpark tussen bas<strong>is</strong>scholen, lokale<br />

maatschappelijke instellingen en ou<strong>de</strong>rs?<br />

De communicatie tussen lokale instellingen en bas<strong>is</strong>scholen met ou<strong>de</strong>rs in stads<strong>de</strong>el<br />

Westerpark loopt zoals verwacht. De instellingen en bas<strong>is</strong>scholen gebruiken in het maken van<br />

contact met ou<strong>de</strong>rs zowel persoonlijke als schriftelijke bena<strong>de</strong>ringen, zoals brieven, email,<br />

website en flyers. De instellingen en bas<strong>is</strong>scholen zijn over het algemeen tevre<strong>de</strong>n over <strong>de</strong><br />

communicatie met ou<strong>de</strong>rs over on<strong>de</strong>rwijs en opvoeding. Uit het theoret<strong>is</strong>ch ka<strong>de</strong>r kwam naar<br />

voren dat communicatie met ou<strong>de</strong>rs van belang <strong>is</strong> om pedagog<strong>is</strong>che, on<strong>de</strong>rwijskundige,<br />

organ<strong>is</strong>ator<strong>is</strong>che en maatschappelijke motieven. Partnerschap, afstemming en <strong>samenwerking</strong><br />

tussen school en ou<strong>de</strong>rs zijn ook aspecten die genoemd wer<strong>de</strong>n. Deze punten kwamen terug in<br />

het empir<strong>is</strong>ch on<strong>de</strong>rzoek. De bas<strong>is</strong>scholen gaven aan dat ze contact hebben met ou<strong>de</strong>rs als het<br />

gaat om <strong>de</strong>ze aspecten. De directeur van <strong>de</strong> El<strong>is</strong>abeth Paulus: “als er een ou<strong>de</strong>ravond <strong>is</strong> dan<br />

verwachten we minimaal dat u er ook bent” en “het moet van bei<strong>de</strong> kanten komen”, <strong>de</strong> directeur<br />

van <strong>de</strong> Rijkkramer: “ou<strong>de</strong>rs vormen een toegevoeg<strong>de</strong> waar<strong>de</strong> op onze school”, leerkracht<br />

bre<strong>de</strong>school Zeehel<strong>de</strong>nbuurt: “je wilt ie<strong>de</strong>reen erbij betrekken”. Een an<strong>de</strong>r aspect wat uit het<br />

theoret<strong>is</strong>ch ka<strong>de</strong>r naar voren <strong>is</strong> gekomen <strong>is</strong> dat allochtone ou<strong>de</strong>rs <strong>de</strong> drempel <strong>tot</strong> school als een<br />

hoog ervaren, omdat ze zelf geen of weinig opleiding hebben genoten en <strong>de</strong> leerkracht als<br />

autoriteit zien. Dit <strong>is</strong> iets wat ook uit het on<strong>de</strong>rzoek bleek. Het zijn vaak <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> groep ou<strong>de</strong>rs<br />

die actief op school zijn en Marokkaanse en Turkse ou<strong>de</strong>rs weten niet zo goed hoe ze hieraan<br />

kunnen bijdragen. Met interculturele communicatie kunnen ook <strong>de</strong>ze ou<strong>de</strong>rs effectief bena<strong>de</strong>rd<br />

en uitgenodigd wor<strong>de</strong>n om bij te dragen. Uit het literatuuron<strong>de</strong>rzoek als wel het empir<strong>is</strong>ch<br />

on<strong>de</strong>rzoek bleek dat <strong>de</strong>ze ou<strong>de</strong>rs persoonlijk uitgenodigd moeten wor<strong>de</strong>n en niet per brief of via<br />

het kind. Met we<strong>de</strong>rzijdse afstemming weten zowel school als ou<strong>de</strong>rs wat ze van elkaar kunnen<br />

verwachten.<br />

Uit het on<strong>de</strong>rzoek blijkt dat <strong>de</strong> instellingen en bas<strong>is</strong>scholen, op één bas<strong>is</strong>school na, geen<br />

rekening hou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> culturele achtergrond van ou<strong>de</strong>rs in hun communicatie en ondanks dit<br />

toch tevre<strong>de</strong>n zijn over <strong>de</strong> communicatie. Dit <strong>is</strong> een onverwachte uitkomst. Ondanks dat niet alle<br />

ou<strong>de</strong>rs betrokken zijn en steeds <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs actief zijn op school, <strong>is</strong> men hier toch tevre<strong>de</strong>n<br />

over. Twee bas<strong>is</strong>scholen vin<strong>de</strong>n het wel belangrijk om hiermee rekening te hou<strong>de</strong>n maar ze<br />

weten niet goed hoe ze <strong>de</strong>ze manier van communiceren vorm zou<strong>de</strong>n moeten geven. Dit geeft<br />

het belang van dit on<strong>de</strong>rzoek aan. Men <strong>is</strong> geïnteresserd in interculturele communicatie, maar <strong>is</strong><br />

nog niet bekend met dit on<strong>de</strong>rwerp. Dit geeft dan ook <strong>de</strong> status van het on<strong>de</strong>rzoek aan. Dit<br />

on<strong>de</strong>rzoek geeft het belang van interculturele communicatie aan en dat dit een mid<strong>de</strong>l kan zijn<br />

om ou<strong>de</strong>rs van verschillen<strong>de</strong> culturele achtergron<strong>de</strong>n te bereiken. Het <strong>is</strong> een verkennend<br />

on<strong>de</strong>rzoek en er <strong>is</strong> <strong>tot</strong> nu toe niet veel on<strong>de</strong>rzoek gedaan over dit on<strong>de</strong>rwerp als het gaat om<br />

on<strong>de</strong>rwijs en opvoeding. Met dit on<strong>de</strong>rzoek wordt dui<strong>de</strong>lijk dat interculturele communicatie <strong>de</strong><br />

communicatie effectiever kan laten verlopen. Als men rekening houdt met <strong>de</strong> culturele<br />

achtergrond, wat <strong>de</strong> normen en waar<strong>de</strong>n zijn, <strong>de</strong> gebruikelijke gedragsregels van een ou<strong>de</strong>r,<br />

dan kan dit helpen <strong>de</strong> communicatie met <strong>de</strong>ze ou<strong>de</strong>r effectief te laten verlopen.<br />

24


7. D<strong>is</strong>cussie<br />

In dit hoofdstuk wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> d<strong>is</strong>cussiepunten besproken die in dit on<strong>de</strong>rzoek aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> zijn<br />

gekomen. Het eerste d<strong>is</strong>cussiepunt <strong>is</strong> dat <strong>de</strong> interviewvragen dui<strong>de</strong>lijker kon<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n<br />

geformuleerd. De eerste vraag was ‘Hoe zoekt u contact met ou<strong>de</strong>rs’. Dit <strong>is</strong> van belang voor het<br />

on<strong>de</strong>rzoek, maar <strong>de</strong> vraag had ook kunnen zijn ‘Hoe ervaart u het contact met ou<strong>de</strong>rs van<br />

verschillen<strong>de</strong> culturele achtergron<strong>de</strong>n, ervaart u hierin problemen, zijn er specifieke ou<strong>de</strong>rs<br />

waarmee u problemen ervaart’. Met <strong>de</strong> vraag die <strong>is</strong> gesteld zijn er antwoor<strong>de</strong>n verkregen<br />

waarmee eigen conclusies moeten wor<strong>de</strong>n getrokken en als het an<strong>de</strong>rs was geformuleerd was<br />

er een hel<strong>de</strong>r<strong>de</strong>r antwoord verkregen. De conclusie die nu moet wor<strong>de</strong>n getrokken <strong>is</strong> aan <strong>de</strong><br />

hand van het literatuuron<strong>de</strong>rzoek. Namelijk dat schriftelijk contact maken met ou<strong>de</strong>rs van<br />

bijvoorbeeld Marokkaanse afkomst grote kans heeft te m<strong>is</strong>lukken, omdat <strong>de</strong>ze ou<strong>de</strong>rs over het<br />

algemeen <strong>de</strong> school als een hoge drempel ervaren om contact mee te maken en <strong>de</strong> leerkracht<br />

als een autoriteit zien (Out-Schipper en Hemels, 2001). Ook <strong>de</strong> vraag of er rekening gehou<strong>de</strong>n<br />

wordt met verschillen<strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rgroepen had an<strong>de</strong>rs geformuleerd kunnen wor<strong>de</strong>n. De term<br />

verschillen<strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rgroepen <strong>de</strong>kt namelijk niet <strong>de</strong> lading die wordt bedoeld in dit on<strong>de</strong>rzoek. Het<br />

was beter voor het on<strong>de</strong>rzoek geweest als was gevraagd of er rekening wordt gehou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong><br />

culturele achtergrond van ou<strong>de</strong>rs. De vraag blijft of er hier een an<strong>de</strong>r antwoord op was gegeven,<br />

maar het zou het on<strong>de</strong>zoek wel betrouwbaar<strong>de</strong>r maken.<br />

In het theoret<strong>is</strong>ch ka<strong>de</strong>r <strong>is</strong> vooral ingegaan op communicatie met ou<strong>de</strong>rs op bas<strong>is</strong>scholen en<br />

min<strong>de</strong>r op instellingen, omdat literatuur hierover min<strong>de</strong>r <strong>is</strong>. Dit on<strong>de</strong>rzoek gaat dan ook meer<br />

over bas<strong>is</strong>scholen, ook om het feit dat ze meer contact hebben met ou<strong>de</strong>rs in het ka<strong>de</strong>r van<br />

ou<strong>de</strong>rbetrokkenheid en ou<strong>de</strong>rparticipatie. Dit zijn zaken die bij instellingen min<strong>de</strong>r spelen. De<br />

instellingen zou<strong>de</strong>n wel gebruik kunnen maken van interculturele communicatie om effectief met<br />

ou<strong>de</strong>rs te communiceren. Hiervoor <strong>is</strong> dit on<strong>de</strong>rzoek interessant voor ze. Er <strong>is</strong> besloten om <strong>de</strong><br />

interviews met <strong>de</strong> instellingen toch mee te nemen in het on<strong>de</strong>rzoek, omdat het interessant <strong>is</strong> om<br />

<strong>de</strong>ze uitkomsten te vergelijken met <strong>de</strong> bas<strong>is</strong>scholen.<br />

Een an<strong>de</strong>r punt van d<strong>is</strong>cussie <strong>is</strong> dat <strong>de</strong> interviews zijn gehou<strong>de</strong>n met één persoon van een<br />

instelling of bas<strong>is</strong>school. Deze persoon staat hierdoor representatief voor <strong>de</strong> hele instelling of<br />

bas<strong>is</strong>school, terwijl een an<strong>de</strong>re leerkracht of me<strong>de</strong>werker er m<strong>is</strong>schien an<strong>de</strong>rs over <strong>de</strong>nkt. Het<br />

was daarom wellicht beter geweest om meer<strong>de</strong>re personen van een instelling of bas<strong>is</strong>school te<br />

bevragen met eventueel een gesloten vragenlijst om een hoger respons te behalen, maar dit<br />

was wat betreft tijdsbestek en mogelijkhe<strong>de</strong>n die door <strong>de</strong> opdrachtgever wer<strong>de</strong>n gegeven niet<br />

haalbaar.<br />

In <strong>de</strong> interviews zijn <strong>de</strong> zes thema’s van <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten die hebben meegewerkt aan het<br />

on<strong>de</strong>rzoek allemaal tegelijkertijd behan<strong>de</strong>ld. Als het mogelijk zou zijn geweest om in het<br />

interview alleen in te gaan op het thema interculturele communicatie, zou het voor dit on<strong>de</strong>rzoek<br />

ten goe<strong>de</strong> zijn gekomen. Gezien het feit dat het een vrij nieuw on<strong>de</strong>rwerp <strong>is</strong> wat betreft<br />

on<strong>de</strong>rwijs en opvoeding <strong>is</strong> het zeker <strong>de</strong> moeite waar<strong>de</strong> om in <strong>de</strong> toekomst ver<strong>de</strong>r te gaan met dit<br />

on<strong>de</strong>rzoek en meer <strong>de</strong> diepte in te gaan, door mensen door te vragen naar hun i<strong>de</strong>eën,<br />

meningen en bevindigen wat betreft communicatie met ou<strong>de</strong>rs.<br />

Beroepskrachten vragen zich volgens Barrio Saiz en <strong>de</strong> Graaff (2006) vaak af of je vroeg moet<br />

beginnen met aandacht beste<strong>de</strong>n aan diversiteit. Je zou hierdoor te veel aandacht aan<br />

verschillen geven, waardoor overeenkomsten tussen kin<strong>de</strong>ren en ou<strong>de</strong>rs on<strong>de</strong>rling op <strong>de</strong><br />

achtergrond raken. Dit aspect <strong>is</strong> ook naar voren gekomen uit het empir<strong>is</strong>ch on<strong>de</strong>rzoek. De<br />

25


meeste bas<strong>is</strong>scholen en instellingen geven aan in <strong>de</strong> communicatie geen rekening te hou<strong>de</strong>n<br />

met <strong>de</strong> culturele achtergrond van ou<strong>de</strong>rs. Hierdoor blijkt wel dat diversiteit wordt verward met<br />

verschillen, terwijl diversiteit volgens Barrio Saiz en <strong>de</strong> Graaff (2006) voor verschei<strong>de</strong>nheid staat.<br />

26


8. Aanbevelingen<br />

In dit hoofdstuk wor<strong>de</strong>n aanbevelingen gedaan die <strong>de</strong> communicatie met ou<strong>de</strong>rs van<br />

verschillen<strong>de</strong> culturele achtergron<strong>de</strong>n zou<strong>de</strong>n kunnen verbeteren. Deze aanbevelingen wor<strong>de</strong>n<br />

gedaan aan <strong>de</strong> hand van het literatuuron<strong>de</strong>rzoek en opvallen<strong>de</strong> uitkomsten van het empir<strong>is</strong>ch<br />

on<strong>de</strong>rzoek.<br />

Niet general<strong>is</strong>eren<br />

Dé Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>r, dé Marokkaan, dé Turk of dé Surinamer bestaat niet. Het <strong>is</strong> makkelijk om zo te<br />

<strong>de</strong>nken bij interculturele communicatie, maar dat <strong>is</strong> niet <strong>de</strong> bedoeling. Met dit on<strong>de</strong>rzoek wordt<br />

dui<strong>de</strong>lijk gemaakt dat het een hulpmid<strong>de</strong>l kan zijn om bewuster met mensen om te gaan in <strong>de</strong><br />

communicatie en ook bewuster te zijn van <strong>de</strong> eigen cultuur en <strong>de</strong> normen en waar<strong>de</strong>n die men<br />

voor zichzelf als geldig beschouwt. Het <strong>is</strong> een gevaar om bij het benoemen van kenmerken van<br />

een an<strong>de</strong>re cultuur, <strong>de</strong>ze per <strong>de</strong>finitie voor ie<strong>de</strong>reen van <strong>de</strong>ze cultuur als gel<strong>de</strong>nd te<br />

beschouwen. Het <strong>is</strong> daarom belangrijk om ie<strong>de</strong>r mens als individu te blijven bena<strong>de</strong>ren. Met<br />

interculturele communicatie wil niet gezegd wor<strong>de</strong>n dat men alleen naar het cultuuraspect moet<br />

kijken. Hiermee r<strong>is</strong>keer je volgens Booijink (2007) vooral verschillen te zien en tegenover elkaar<br />

te staan. Het <strong>de</strong>nken in ‘wij’ en ‘zij’ wordt gevoed. Kenn<strong>is</strong> over an<strong>de</strong>re culturen kan een<br />

hulpmid<strong>de</strong>l zijn maar niet het belangrijkste in <strong>de</strong> communicatie. Belangrijker <strong>is</strong> om als mens naar<br />

elkaar te kijken. Op <strong>de</strong>ze manier komt men dichter bij elkaar. Zoals Shadid (2007) aangeeft,<br />

cultuur <strong>is</strong> een factor die van invloed kan zijn op het verloop van <strong>de</strong> communicatie, maar hoeft<br />

niet altijd het geval te zijn. Cultuurverschillen kunnen er zijn maar hoefen geen rol te spelen in <strong>de</strong><br />

communicatie. Men kan ook naar overeekomsten kijken, die <strong>de</strong>uren kunnen openen. Men kan<br />

zich makkelijker inleven, men gaat samen voor het belang van het kind, men <strong>de</strong>elt samen<br />

ervaringen over het kind. Door overeenkomsten als uitgangspunt te nemen, wordt er een<br />

genuanceer<strong>de</strong>r beeld geschetst over <strong>de</strong> verschillen. Tegelijkertijd kunnen ze op <strong>de</strong>ze manier<br />

overbrugd wor<strong>de</strong>n.<br />

Kenn<strong>is</strong> maken met verschillen<strong>de</strong> culturen<br />

Om elkaar en elkaars cultuur beter te leren kennen zou op school een multicultureel evenement<br />

georgan<strong>is</strong>eerd kunnen wor<strong>de</strong>n waarin op een informele manier kenn<strong>is</strong> met elkaar gemaakt wordt<br />

en ie<strong>de</strong>reen wat verteld of meeneemt uit zijn cultuur. Op <strong>de</strong>ze manier wordt het min<strong>de</strong>r bela<strong>de</strong>n<br />

om erachter te komen wat iemands normen en waar<strong>de</strong>n zijn. Dit zou bijvoorbeeld kunnen in <strong>de</strong><br />

vorm van een normen en waar<strong>de</strong>nspel.<br />

Open-<strong>de</strong>uren beleid<br />

Drie bas<strong>is</strong>scholen die mee hebben gedaan aan het on<strong>de</strong>rzoek gaven al aan dat hun <strong>de</strong>ur altijd<br />

open staat voor ou<strong>de</strong>rs als er iets <strong>is</strong>. Dit <strong>is</strong> uitnodigend naar ou<strong>de</strong>rs, maar ou<strong>de</strong>rs kunnen dit<br />

vergeten. De school kan ou<strong>de</strong>rs hier meer op attent maken en ze vaker uitnodigen om gebruik te<br />

maken van <strong>de</strong>ze gelegenheid. Op <strong>de</strong>ze manier wordt <strong>de</strong> school toegankelijker voor ou<strong>de</strong>rs en<br />

wordt <strong>de</strong> drempel lager.<br />

27


Contactou<strong>de</strong>rs<br />

Vier bas<strong>is</strong>scholen gaven aan gebruik te maken van contactou<strong>de</strong>rs of ou<strong>de</strong>rcontactpersonen. Zo<br />

iemand kan helpen het contact tussen (allochtone) ou<strong>de</strong>rs en leerkrachten beter en effectiever<br />

te laten verlopen. De leerkracht hoeft geen tijd te maken om met elke ou<strong>de</strong>r apart te spreken en<br />

ou<strong>de</strong>rs zijn hierdoor wellicht opener naar een an<strong>de</strong>re ou<strong>de</strong>r. Als <strong>de</strong> contactou<strong>de</strong>r van <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong><br />

culturele achtergrond <strong>is</strong> als an<strong>de</strong>re ou<strong>de</strong>rs kan dit ook een voor<strong>de</strong>el zijn, bijvoorbeeld omdat ze<br />

<strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> taal spreken of <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> normen en waar<strong>de</strong>n hanteren.<br />

Persoonlijk bena<strong>de</strong>ren<br />

Zowel uit het literatuuron<strong>de</strong>rzoek als het empir<strong>is</strong>ch on<strong>de</strong>rzoek <strong>is</strong> gebleken <strong>is</strong> dat vooral bij<br />

Marokkaanse en Turkse ou<strong>de</strong>rs een persoonlijke bena<strong>de</strong>ring beter werkt dan een schriftelijke<br />

bena<strong>de</strong>ring. Voor <strong>de</strong>ze ou<strong>de</strong>rs <strong>is</strong> <strong>de</strong> drempel hoger om contact met school te maken en <strong>de</strong><br />

leerkracht wordt vaak als een autoriteit gezien die niet snel wordt aangesproken. Daarom<br />

kunnen <strong>de</strong>ze ou<strong>de</strong>rs beter persoonlijk wor<strong>de</strong>n aangesproken bij uitnodigingen of activiteiten op<br />

school.<br />

Schoolmaatschappelijk werk<br />

Een schoolmaatschappelijk-werker kan een brug slaan tussen school en ou<strong>de</strong>rs. Een smw’er<br />

heeft een signaleren<strong>de</strong> functie en werkt ernaar toe dat ou<strong>de</strong>rs, leerling en school gezamenlijk<br />

eventuele problemen aanpakken. Een betere afstemming van wat ou<strong>de</strong>rs en <strong>de</strong> school van<br />

elkaar verwachten kan dus on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re bereikt wor<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> inzet van<br />

schoolmaatschappelijk werk. Het schoolmaatschappelijk werk kan leerkrachten op scholen<br />

on<strong>de</strong>rsteunen en <strong>de</strong>skundiger maken, en eigen <strong>de</strong>skundigheid inbrengen. Dit kan on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re<br />

door:<br />

Taal<br />

1 Inbreng van specifieke <strong>de</strong>skundigheid over het communiceren met ou<strong>de</strong>rs en<br />

interculturele communicatie<br />

2 Bemid<strong>de</strong>ling tussen ou<strong>de</strong>rs en school.<br />

3 Consultatie en coaching van leerkrachten op gespreksvoering met ou<strong>de</strong>rs.<br />

Om te kunnen communiceren moet men elkaar kunnen verstaan. Dit <strong>is</strong> een bas<strong>is</strong>voorwaar<strong>de</strong><br />

voor interculturele communicatie. Een ou<strong>de</strong>r die <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse taal niet goed beheerst kan zelf<br />

een tolk meenemen. Dit kan een familielid of een kenn<strong>is</strong> zijn. Een tolk kan na<strong>de</strong>len maar ook<br />

voor<strong>de</strong>len bie<strong>de</strong>n. Aan <strong>de</strong> ene kant kunnen nuances in het gesprek aangebracht wor<strong>de</strong>n en<br />

m<strong>is</strong>verstan<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n voorkomen. Aan <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re kant heeft <strong>de</strong> leerkracht geen zich op <strong>de</strong><br />

kwaliteit van <strong>de</strong> vertaling en kan het gesprek persoonlijker wor<strong>de</strong>n doordat het contact min<strong>de</strong>r<br />

direct wordt. Een school of instelling kan zijn eigen grenzen aageven wat betreft een tolk,<br />

bijvoorbeeld geen leerlingen van <strong>de</strong> school of geen kin<strong>de</strong>ren jonger dan 18 jaar. Uit on<strong>de</strong>rzoek<br />

van Booijink (2007) <strong>is</strong> gebleken dat <strong>de</strong> taalbeheersing van veel ou<strong>de</strong>rs wordt on<strong>de</strong>rschat. In veel<br />

situaties <strong>is</strong> extra uitleg in eenvoudige bewoordingen en extra inspanning bij het lu<strong>is</strong>teren<br />

voldoen<strong>de</strong> om ou<strong>de</strong>rs toch te begrijpen. Door ou<strong>de</strong>rs aan te blijven spreken, wor<strong>de</strong>n ze<br />

uitgenodigd zich uit te drukken in <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse taal en hiermee te oefenen. Uit het<br />

veldon<strong>de</strong>rzoek <strong>is</strong> gebleken dat in stads<strong>de</strong>el Westerpark <strong>de</strong> organ<strong>is</strong>atie Toptaal actief <strong>is</strong>. Deze<br />

28


organ<strong>is</strong>atie kan gebruikt wor<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> bas<strong>is</strong>scholen en wellicht ook bij <strong>de</strong> instellingen om<br />

ou<strong>de</strong>rs te stimuleren Ne<strong>de</strong>rlandse taallessen te volgen.<br />

Werken aan een bas<strong>is</strong>houding van gelijkwaardigheid<br />

Hoe kan men bevor<strong>de</strong>ren dat <strong>de</strong> ‘an<strong>de</strong>r’, onafhankelijk van zijn of haar i<strong>de</strong>ntiteiten, net als ‘ik’,<br />

respectvol gezien en behan<strong>de</strong>ld wordt? Dit kan door met kin<strong>de</strong>ren van jongs af aan te werken<br />

aan een bas<strong>is</strong>houding van gelijkwaardigheid, zon<strong>de</strong>r daarmee <strong>de</strong> aandacht voor diversiteit uit<br />

het oog te verliezen. Beroepskrachten vragen zich volgens Barrio Saiz en <strong>de</strong> Graaff (2006) vaak<br />

af of je vroeg moet beginnen met aandacht beste<strong>de</strong>n aan diversiteit. Je zou hierdoor te veel<br />

aandacht aan verschillen geven, waardoor overeenkomsten tussen kin<strong>de</strong>ren en ou<strong>de</strong>rs<br />

on<strong>de</strong>rling op <strong>de</strong> achtergrond raken. Dit aspect <strong>is</strong> ook naar voren gekomen uit het empir<strong>is</strong>ch<br />

on<strong>de</strong>rzoek. De meeste bas<strong>is</strong>scholen en instellingen gaven aan in <strong>de</strong> communicatie geen<br />

rekening te hou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> culturele achtergrond van ou<strong>de</strong>rs. Hierdoor blijkt wel dat diversiteit<br />

wordt verward met verschillen, terwijl diversiteit volgens Barrio Saiz en <strong>de</strong> Graaff (2006) voor<br />

verschei<strong>de</strong>nheid staat. Werken met diversiteit zou betekenen dat men aandacht besteedt aan<br />

zowel overeenkomsten als verschillen. Deze staan in verhouding <strong>tot</strong> elkaar. Overeenkomsten<br />

zijn wat mensen met elkaar verbindt en die wor<strong>de</strong>n eerst aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> gesteld. Het <strong>is</strong> van belang<br />

dat ou<strong>de</strong>rs en kin<strong>de</strong>ren trots kunnen zijn op wat ze eigen en uniek maakt. Hiervoor <strong>is</strong> het van<br />

belang <strong>de</strong> verschei<strong>de</strong>nheid aan verschillen te laten zien, ze te erkennen en bespreekbaar te<br />

maken. Hoe kan men werken aan een bas<strong>is</strong>houding van gelijkwaardigheid? Dit kan door<br />

aandacht te beste<strong>de</strong>n aan; transparantie in communicatie, erkenning van an<strong>de</strong>rmans autonomie<br />

en het stimuleren van betrokkenheid en sociale cohesie.<br />

Respect voor diversiteit<br />

Respect voor diversiteit ontwikkelen en blijven stimuleren zien Barrio Saiz en <strong>de</strong> Graaff (2006)<br />

niet als keuze maar als noodzaak. Het vital<strong>is</strong>eert <strong>de</strong> samenleving. Geen kenn<strong>is</strong> van <strong>de</strong> an<strong>de</strong>r en<br />

geen contact met <strong>de</strong> an<strong>de</strong>r vervreemdt mensen van elkaar. Het beperkt <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n <strong>de</strong><br />

samenleving beter te begrijpen en te zoeken naar creatieve oplossingen. Respect voor<br />

diversiteit gaat uit van openheid, nieuwsgierigheid en acceptatie van <strong>de</strong> (culturele) i<strong>de</strong>ntiteit, taal<br />

en <strong>de</strong> normen en waar<strong>de</strong>n van alle kin<strong>de</strong>ren, ou<strong>de</strong>rs en beroepskrachten. Het verkennen van<br />

persoonlijke en culturele grenzen hoort volgens Barrio Saiz en <strong>de</strong> Graaff (2006) bij een<br />

professionele houding en organ<strong>is</strong>aties.<br />

Kunst<br />

Werken met kunst kan volgens Van Noor<strong>de</strong>n en Van Wou<strong>de</strong>nberg (2006) een mid<strong>de</strong>l zijn om<br />

communicatie en partnerschap tussen ou<strong>de</strong>rs en beroepskrachten te versterken. Werken met<br />

kunst, muziek en drama kan een opening zijn om <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van elkaars i<strong>de</strong>eën en cultuur in te<br />

zien. Beroepskrachten raken zo met ou<strong>de</strong>rs in gesprek over het belang van kunstzinninge<br />

activiteiten. Op <strong>de</strong>ze manier kunnen beroepskrachten speels en kunstig hun opvoedingstaken<br />

en i<strong>de</strong>eën met ou<strong>de</strong>rs <strong>de</strong>len. Werken met kunst geeft kansen om op veel verschillen<strong>de</strong> niveau’s<br />

met elkaar te communiceren. Alle zintuigen komen aan bod; <strong>de</strong> auditieve, v<strong>is</strong>uele, affectieve,<br />

tast en reuk. Het biedt ou<strong>de</strong>rs en beroepskrachten kansen om samen te ‘beleven’. Hierdoor<br />

krijgen ze meer mogelijkhe<strong>de</strong>n om elkaar te verstaan met een nieuwsgierige houding, een openmind,<br />

die probeert zon<strong>de</strong>r vooroor<strong>de</strong>len te observeren en te lu<strong>is</strong>teren.<br />

29


Theorieën eeen mo<strong>de</strong>llen voor interculturele communicatie<br />

Om interculturele communicatie effectief te laten verlopen bestaan er verschillen<strong>de</strong> mo<strong>de</strong>llen en<br />

theorieën, zoals die van Pinto, Hofste<strong>de</strong> en Hoffman en Eppink. Deze zullen op een rij wor<strong>de</strong>n<br />

gezet met <strong>de</strong> gedachte dat ze ook <strong>de</strong> communicatie tussen instellingen en scholen en ou<strong>de</strong>rs<br />

kunnen verbeteren.<br />

David Pinto<br />

Pinto <strong>is</strong> directeur van het Intercultureel Instituut en afkomstig uit Marokko. Hij ver<strong>de</strong>elt culturen in<br />

F-culturen en G-culturen, F staat voor fijnmazig en G voor grofmazig. In F-culturen leeft men in<br />

een fijnmazige structuur van normen en waar<strong>de</strong>n met ge<strong>de</strong>tailleer<strong>de</strong> gedragsregels voor elke<br />

situatie. Deze meer traditionele plattelandsculturen staan tegenover <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>rne, vaak ste<strong>de</strong>lijke<br />

maatschappijen, waarin min<strong>de</strong>r vaste regels zijn, <strong>de</strong> G-culturen. Het zoeken naar <strong>de</strong> ju<strong>is</strong>te<br />

informatie over cultuurdimensies <strong>is</strong> volgens Pinto van belang om cultuurverschillen te<br />

overbruggen.<br />

Pinto gaat uit van een dubel-perspectief, waarbij men probeert een situatie zowel vanuit<br />

het eigen culturele perpectief als vanuit dat van <strong>de</strong> an<strong>de</strong>r te bekijken. Hij introduceert <strong>de</strong> driestappenmetho<strong>de</strong>.<br />

Stap één en twee vertonen overeenkomsten met <strong>de</strong> metho<strong>de</strong> van Hofste<strong>de</strong>.<br />

Stap 1:<br />

Leer eigen normen, waar<strong>de</strong>n en gedragsco<strong>de</strong>s kennen. Welke hebben invloed op jouw <strong>de</strong>nken,<br />

han<strong>de</strong>len en communiceren?<br />

Stap 2:<br />

Leer <strong>de</strong> (cultuurgebon<strong>de</strong>n) normen, waar<strong>de</strong>n en gedragsco<strong>de</strong>s van <strong>de</strong> an<strong>de</strong>r kennen. Daarbij<br />

moeten meningen geschei<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n van feiten. Men moet hierbij on<strong>de</strong>rzoeken wat <strong>de</strong> functie<br />

van het ‘vreem<strong>de</strong>’ gedrag van <strong>de</strong> an<strong>de</strong>r <strong>is</strong>.<br />

Stap 3:<br />

Stel vast hoe je in <strong>de</strong> gegeven situatie met <strong>de</strong> gevon<strong>de</strong>n verschillen in waar<strong>de</strong>n en normen<br />

omgaat. Stel dan vast waar je eigen grenzen liggen met betrekking <strong>tot</strong> aanpassing en acceptatie<br />

van <strong>de</strong> an<strong>de</strong>r. Deze grenzen wor<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> an<strong>de</strong>r uitgelegd op een wijze die past bij <strong>de</strong><br />

culturele communicatieco<strong>de</strong>s van <strong>de</strong> an<strong>de</strong>r.<br />

Geert Hofste<strong>de</strong><br />

Hofste<strong>de</strong> <strong>is</strong> emeritus hoogleraar vergelijken<strong>de</strong> cultuurstudies. Hij meent dat interculturele<br />

communicatie via vier stappen <strong>is</strong> aan te leren:<br />

Stap 1:<br />

Bewustwording, je moet je bewust zijn van je eigen waar<strong>de</strong>n en normen.<br />

Stap 2:<br />

Verzamelen van kenn<strong>is</strong>. Men moet kenn<strong>is</strong> opdoen over waar<strong>de</strong>n, rituelen, symbolen en<br />

praktijken van <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re cultuur.<br />

Stap 3:<br />

Men moet proberen <strong>de</strong> verschillen tussen <strong>de</strong> waar<strong>de</strong>n van verschillen<strong>de</strong> culturen te begrijpen.<br />

30


Stap 4:<br />

Aanleren van vaardighe<strong>de</strong>n. Men moet <strong>de</strong> symbolen (een voorwerp, teken of gebaar dat verwijst<br />

naar een persoon, i<strong>de</strong>e of kwaliteit) van an<strong>de</strong>re culturen leren gebruiken en <strong>de</strong> rituelen (sterk<br />

geformal<strong>is</strong>eerd gedrag ten aanzien van bepaal<strong>de</strong> waar<strong>de</strong>n) daarvan beoefenen.<br />

Het <strong>is</strong> in <strong>de</strong> praktijk moeilijk om dit te doen voor alle culturen waar men mee te maken krijgt,<br />

maar het biedt wel inzicht in <strong>de</strong> cultuurdimensies van <strong>de</strong> an<strong>de</strong>r.<br />

Andreas Eppink<br />

Eppink on<strong>de</strong>rscheidt vier cultuurtypen:<br />

1 <strong>de</strong> wij-cultuur met een impliciete communicatie (<strong>de</strong> A-cultuur)<br />

2 <strong>de</strong> wij-cultuur met een expliciete communicatie (<strong>de</strong> B-cultuur)<br />

3 <strong>de</strong> ik-cultuur met een impliciete communicatie (<strong>de</strong> C-cultuur)<br />

4 <strong>de</strong> ik-cultuur met een expliciete communicatie (<strong>de</strong> D-cultuur)<br />

<strong>Communicatie</strong> tussen vertegenwoordigers van <strong>de</strong> A-cultuur en <strong>de</strong> D-cultuur leveren volgens<br />

hem <strong>de</strong> meeste problemen op. Bij impliciete communicatie <strong>is</strong> <strong>de</strong> vorm belangrijker dan <strong>de</strong><br />

inhoud. Zo kan ‘ja’ zeggen binnen impliciete communicatie meer te maken hebben met<br />

beleefdheid dan met <strong>de</strong> werkelijkheid. Voor een goe<strong>de</strong> communicatie <strong>is</strong> het dus van belang dat<br />

<strong>de</strong> gesprekspartners elkaars co<strong>de</strong>s kennen. Als het gaat om opvattingen over het ik vermeldt<br />

Eppink bij <strong>de</strong> A-cultuur het woord passief en bij <strong>de</strong> D-cultuur het woord actief. Volgens Eppink<br />

communiceert men in <strong>de</strong> westerse culturen, waar het individu centraal staat, in het algemeen op<br />

explicitie wijze (D). In <strong>de</strong> niet-westerse culturen (A) communiceert men in het algemeen op<br />

impliciete wijze (Azghari,2005). Eppink waarschuwt er wel voor om aan zijn theorie een<br />

waar<strong>de</strong>oor<strong>de</strong>el te hangen; het <strong>is</strong> slechts een hulpmid<strong>de</strong>l om inzicht te krijgen in bepaal<strong>de</strong><br />

aspecten van communicatie.<br />

Wij-cultuur<br />

Ik-cultuur<br />

Bron: Azghari,2005<br />

A-cultuur (passief) B-cultuur<br />

C-cultuur D-cultuur (actief)<br />

Impliciete communicatie Expliciete communicatie<br />

Edwin Hoffman<br />

Hoffman gaat bij interculturele communicatie uit van twee principes; dat van <strong>de</strong> erken<strong>de</strong><br />

gelijkwaardigeid en van <strong>de</strong> erken<strong>de</strong> diversiteit. In interculturele gespreksvoering gaat hij uit van<br />

het TOPOI-mo<strong>de</strong>l. TOPOI staat voor taal, or<strong>de</strong>ning, personen, organ<strong>is</strong>atie en inzet.<br />

Taal:<br />

Beteken<strong>is</strong>sen van ie<strong>de</strong>rs verbale en non-verbale taal<br />

Or<strong>de</strong>ning:<br />

De zienswijze en logica van een persoon<br />

Personen:<br />

I<strong>de</strong>ntiteit en betrekking: wie <strong>is</strong> een persoon voor elkaar en<br />

voor zichzelf? Hoe <strong>is</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rlinge relatie?<br />

31


Organ<strong>is</strong>atie:<br />

Het functionele ka<strong>de</strong>r: <strong>de</strong> organ<strong>is</strong>atie en <strong>de</strong> machtsverhoudingen<br />

Inzet:<br />

Motieven of beweegre<strong>de</strong>nen van een persoon<br />

Uitgangspunten bij dit mo<strong>de</strong>l:<br />

1. <strong>Communicatie</strong> <strong>is</strong> universeel<br />

2. Het accent ligt op interactie en niet op cultuur<br />

3. <strong>Communicatie</strong> <strong>is</strong> een circulair proces<br />

4. (Interculturele) communicatie vraagt om een open, reflectieve houding<br />

5. Real<strong>is</strong>t<strong>is</strong>ch over communicatie en optim<strong>is</strong>t<strong>is</strong>ch over mensen<br />

Kernpunten van het mo<strong>de</strong>l:<br />

1 (voor)oor<strong>de</strong>len zijn onvermij<strong>de</strong>lijk<br />

2 Zicht hebben op <strong>de</strong> eigen vanzelfsprekendhe<strong>de</strong>n<br />

3 Kijk naar het effect en blijf niet hangen in goe<strong>de</strong> bedoelingen<br />

4 Wees voorbereid op m<strong>is</strong>verstan<strong>de</strong>n en accepteer dat dit kan gebeuren<br />

5 De kortste weg <strong>is</strong> soms <strong>de</strong> omweg<br />

6 Zoek overeenkomsten<br />

7 Speel een actieve rol<br />

8 Wees alert voor blindmaken<strong>de</strong> vooroor<strong>de</strong>len<br />

9 Relativeer je eigen werkelijkheid<br />

32


9. Literatuur<br />

Boeken<br />

Azghari, Y. (2005). Cultuurbepaal<strong>de</strong> communicatie. Soest: Uitgeverij Nel<strong>is</strong>sen.<br />

Endt-Meijling, M, van (2003). Met nieuwe ogen; Werkboek voor <strong>de</strong> ontwikkeling van een<br />

tranculturele attitu<strong>de</strong>. Bussum: Uitgeverij Coutinho.<br />

Keulen, A, van. (2006). Partnerschap tussen ou<strong>de</strong>rs en beroepskrachten: Handboek voor<br />

kin<strong>de</strong>ropvang en on<strong>de</strong>rwijs. Amsterdam: Uitgeverij SWP.<br />

Loo, J, van. (2004). Effectief communiceren met ou<strong>de</strong>rs. Deventer: Kluwer.<br />

Pels, T. (2004). Opvoeding en intergratie. Een vergelijken<strong>de</strong> studie van recente on<strong>de</strong>rzoeken<br />

naar gezinsopvoeding en <strong>de</strong> pedagog<strong>is</strong>che afstemming tussen gezin en school. Assen:<br />

Koninklijke Van Gorcum.<br />

Pinto, D. (2004). Interculturele communicatie, conflicten en management (ICCM). Houten: Bohn<br />

Stafleu Van Loghum.<br />

Shadid, W.A. (2007). Grondslagen van interculturele communicatie; Studieveld en werkterrein.<br />

Houten/Diegem: Bohn Stafleu Van Loghum.<br />

Stark, E. (1995). Ou<strong>de</strong>rparticipatie allochtone ou<strong>de</strong>rs. Tips voor scholen voor voortgezet<br />

on<strong>de</strong>rzijs en zelforgan<strong>is</strong>aties. S’Hertogenbosch: LPC.<br />

Verhoeven, N. (2004). Wat <strong>is</strong> on<strong>de</strong>rzoek? Praktijkboek metho<strong>de</strong>n en technieken voor het hoger<br />

beroepson<strong>de</strong>rwijs. Amsterdam: Uitgeverij Boom.<br />

Werf, S, van <strong>de</strong>r. (2002). Allochtonen in <strong>de</strong> multiculturele samenleving, Een inleiding. Bussum:<br />

Uitgeverij Coutinho.<br />

On<strong>de</strong>rzoekrapporten<br />

Booijink, M. (2007). On<strong>de</strong>rzoeksrapport Terug naar <strong>de</strong> bas<strong>is</strong>. <strong>Communicatie</strong> tussen leerkrachten<br />

en allochtone ou<strong>de</strong>rs in het primair on<strong>de</strong>rwijs. Universiteit Lei<strong>de</strong>n, Lei<strong>de</strong>n.<br />

Booijink, M. (2007). Handreiking Terug naar <strong>de</strong> bas<strong>is</strong>. <strong>Communicatie</strong> tussen leerkrachten en<br />

allochtone ou<strong>de</strong>rs in het primair on<strong>de</strong>rwijs. Universiteit Lei<strong>de</strong>n, Lei<strong>de</strong>n.<br />

Hughes, P., Mac Noughton, G. (2000). Consensus, d<strong>is</strong>sensus or community: the politics of<br />

parent involvement in early childhood education. Contemporary <strong>is</strong>sues in early childhood. 1(3),<br />

241-258.<br />

Out-Schipper, I., Hemels, I. (2001). We doen mee! Lokale voorbeel<strong>de</strong>n van ou<strong>de</strong>rpunten.<br />

Forum, Instituut voor multiculturele ontwikkelling, Utrecht.<br />

33


Smit, F., Driessen, G., Doesborgh, J. (2005). Opvattingen van allochtone ou<strong>de</strong>rs over on<strong>de</strong>rwijs:<br />

tussen wens en realiteit. Een inventar<strong>is</strong>atie van <strong>de</strong> verwachtingen en wensen van ou<strong>de</strong>rs ten<br />

aanzien van <strong>de</strong> bas<strong>is</strong>school en educatieve activiteiten in Rotterdam. ITS, Stichting Kotholieke<br />

Universiteit, Nijmegen.<br />

Artikelen<br />

Stads<strong>de</strong>el Amsterdam Westerpark (2005). Jong in Westerpark. Decentraal On<strong>de</strong>rwijs- en<br />

Jeugdplan. Deel Jeugd. Amsterdam: Stads<strong>de</strong>el Amsterdam Westerpark.<br />

Stads<strong>de</strong>el Amsterdam Westerpark (2006). Convenant Stads<strong>de</strong>elbre<strong>de</strong> pedagog<strong>is</strong>che aanpak<br />

Jong in Westerpark. Amsterdam: Stads<strong>de</strong>el Amsterdam Westerpark.<br />

Wilshaus, R. (2008). On<strong>de</strong>rzoeksplan: Samen werken aan <strong>de</strong> opvoeding van kin<strong>de</strong>ren in<br />

Amsterdam. Amsterdam: Hogeschool van Amsterdam, kenn<strong>is</strong>kring School en omgeving in <strong>de</strong><br />

grote stad.<br />

Websites<br />

http://rps.hva.nl:2326/corp/common/framecreator.asp?ak=ggzenwelzijn&ap=vakb<br />

http://www.rgfmn.nl/Symposia/Clutuur%20en%20<strong>Communicatie</strong>/TOPOI-Workshop.pdf<br />

34


Bijlagen<br />

Bijlage 1: Interviewvragen<br />

Deelon<strong>de</strong>rzoeken van <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten:<br />

1. Pedagog<strong>is</strong>che opdracht van <strong>de</strong> school<br />

2. Verwerven sociale competenties van <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren<br />

3. Opvoedingsstijlen van ou<strong>de</strong>rs<br />

4. Schoolkeuzemotieven van ou<strong>de</strong>rs<br />

5. Interculturele communicatie tussen instellingen en ou<strong>de</strong>rs<br />

6. Ou<strong>de</strong>rbetrokkenheid en –participatie op scholen<br />

Wat <strong>is</strong> <strong>de</strong> primaire taak of doelstelling van uw instelling binnen het Stads<strong>de</strong>el Westerpark en<br />

waaruit bestaan uw activiteiten? (voor instellingen)<br />

Wat kenmerkt uw school in haar v<strong>is</strong>ie op on<strong>de</strong>rwijs aan en opvoeding van kin<strong>de</strong>ren? (voor<br />

scholen)<br />

Hoe laten <strong>de</strong> diverse ou<strong>de</strong>rgroepen op uw school/instelling zich kenmerken op het gebied van:<br />

1 Opleidingsniveau<br />

2 Sociaal-econom<strong>is</strong>che status<br />

3 Culturele achtergrond<br />

4 Opvoedingsstijlen<br />

Wat zijn <strong>de</strong> belangrijkste motieven van ou<strong>de</strong>rs om ju<strong>is</strong>t wel, en om ju<strong>is</strong>t niet, voor uw<br />

school/instelling te kiezen?<br />

1 Ziet u hierin een verband met het opleidingsniveau van ou<strong>de</strong>rs?<br />

2 Ziet u hierin een verband met <strong>de</strong> opvoedingsstijlen van ou<strong>de</strong>rs?<br />

Welke bijdrage levert uw school/instelling aan <strong>de</strong> opvoeding van <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren in stads<strong>de</strong>el<br />

Westerpark?<br />

1 Beschouwt u dit ook als een van uw taken, of doelen van het werk?<br />

o Waarom wel of niet?<br />

o Komt dit overeen met wat u als uw pedagog<strong>is</strong>che opdracht zou omschrijven?<br />

2 Bent u tevre<strong>de</strong>n over uw bijdrage aan <strong>de</strong> opvoeding van kin<strong>de</strong>ren in het stads<strong>de</strong>el?<br />

o Waarom wel of niet?<br />

o Wat zou u aan uw bijdrage willen veran<strong>de</strong>ren?<br />

Beschouwt u het als uw taak om kin<strong>de</strong>ren te helpen hun sociale competenties te ontwikkelen?<br />

1 Op welke manier levert u hier in <strong>de</strong> praktijk een bijdrage aan?<br />

2 Wor<strong>de</strong>n hiervoor speciale programma’s of lessenseries gebruikt?<br />

Op welke manier werkt u samen met ou<strong>de</strong>rs aan <strong>de</strong> opvoeding van hun kin<strong>de</strong>ren?<br />

1 Bestaan er verschillen in <strong>de</strong> manier waarop u met <strong>de</strong> diverse ou<strong>de</strong>rgroepen samenwerkt?<br />

2 Bent u tevre<strong>de</strong>n over <strong>de</strong>ze <strong>samenwerking</strong> met <strong>de</strong> diverse groepen?<br />

o Waarom wel of niet?<br />

o Wat zou willen veran<strong>de</strong>ren?<br />

Op welke manier zijn ou<strong>de</strong>rs betrokken bij uw activiteiten en/of <strong>de</strong> ontwikkeling van hun kind?<br />

35


3 Welke verschillen bestaan hierin tussen <strong>de</strong> diverse ou<strong>de</strong>rgroepen?<br />

4 Vind u het van belang dat ou<strong>de</strong>rs betrokken zijn?<br />

o Waarom wel of niet?<br />

5 Op welke manier stimuleert u <strong>de</strong> betrokkenheid van ou<strong>de</strong>rs?<br />

o Bent u hier tevre<strong>de</strong>n over het resultaat hiervan?<br />

o Hoe zou u ou<strong>de</strong>rbetrokkenheid in <strong>de</strong> toekomst vorm willen geven?<br />

Op welke manier zoekt u contact met ou<strong>de</strong>rs?<br />

3 Bestaan er verschillen in <strong>de</strong> manier waarop u diverse ou<strong>de</strong>rgroepen bena<strong>de</strong>rd?<br />

o Zo ja, waaruit bestaan <strong>de</strong>ze verschillen?<br />

4 Vind u het belangrijk om in uw communicatie rekening te hou<strong>de</strong>n met verschillen tussen<br />

ou<strong>de</strong>rgroepen?<br />

5 Hoe zou u uw comminactie met ou<strong>de</strong>rs in <strong>de</strong> toekomst vorm willen geven?<br />

Aan welke on<strong>de</strong>rsteuning of hulp weet u dat ou<strong>de</strong>rs behoefte hebben bij <strong>de</strong> opvoeding van hun<br />

kind?<br />

1 Op welke manier kunt u hen hierin voorzien?<br />

o Vind u dat ook uw taak?<br />

2 Op welke manier zou hierin door een van <strong>de</strong> instellingen binnen het stads<strong>de</strong>el kunnen<br />

wor<strong>de</strong>n voorzien?<br />

36


Bijlage 2: Interviewuitwerkingen<br />

Lokale maatschappelijke instellingen<br />

GGD<br />

Hoe zoekt <strong>de</strong>ze instelling contact met ou<strong>de</strong>rs?<br />

Ou<strong>de</strong>rs wor<strong>de</strong>n gevraagd om te komen via een brief.<br />

Er zijn 13 contactmomenten, spreekuren, consulten, hu<strong>is</strong>bezoeken, afspraken, voorlichtingen.<br />

Hoe communiceert <strong>de</strong>ze instelling met ou<strong>de</strong>rs?<br />

Tij<strong>de</strong>ns elke consult <strong>is</strong> er ruimte voor vragen van ou<strong>de</strong>rs.<br />

Wordt er rekening gehou<strong>de</strong>n met verschillen<strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rgroepen?<br />

Nee, er wordt wel gebruik gemaakt van een tolk<br />

Hoe kan <strong>de</strong> communicatie verbeterd wor<strong>de</strong>n?<br />

Mid<strong>de</strong>ls het OKC wat gebouwd wordt. Met meer<strong>de</strong>re partners in één gebouw. Handiger voor<br />

ou<strong>de</strong>rs.<br />

Sportbuurtwerk<br />

Hoe zoekt <strong>de</strong>ze instelling contact met ou<strong>de</strong>rs?<br />

Ou<strong>de</strong>rs wor<strong>de</strong>n bij <strong>de</strong> afsluiting van een module uitgenodigd om te komen begelei<strong>de</strong>n. Meeste<br />

contact gaat tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> activiteiten zelf. Ou<strong>de</strong>rs bellen ook zelf met vragen. Via <strong>de</strong> bas<strong>is</strong>scholen,<br />

clubblad, website, email, posters, flyers, schoolnieuwsbrief.<br />

Wordt er rekening gehou<strong>de</strong>n met verschillen<strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rgroepen?<br />

Nee, maar met zieke ou<strong>de</strong>rs wordt er regelmatiger contact gehou<strong>de</strong>n.<br />

Hoe kan <strong>de</strong> communicatie verbeterd wor<strong>de</strong>n?<br />

Het gaat goed zoals het nu gaat, geen verbeterpunten.<br />

IJsterk<br />

Hoe zoekt <strong>de</strong>ze instelling contact met ou<strong>de</strong>rs?<br />

De wijkcoordinator maakt contact met mensen door ze aan te spreken.<br />

Wordt er rekening gehou<strong>de</strong>n met verschillen<strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rgroepen?<br />

Er wordt gebruik gemaakt van tolken<br />

Hoe kan <strong>de</strong> communicatie verbeterd wor<strong>de</strong>n?<br />

Contact blijven hou<strong>de</strong>n. Instellingen en scholen <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> aanpak hanteren, ou<strong>de</strong>rs weten zo<br />

waar ze aan toe zijn.<br />

37


Schoolgericht Maatschappelijk Werk<br />

Hoe zoekt <strong>de</strong>ze instelling contact met ou<strong>de</strong>rs?<br />

Ou<strong>de</strong>rs wor<strong>de</strong>n doorverwezen of komen vrijwillig langs.<br />

Hoe communiceert <strong>de</strong>ze instelling met ou<strong>de</strong>rs?<br />

In lastige gevallen vin<strong>de</strong>n er gesprekken plaats waar <strong>de</strong> intern begelei<strong>de</strong>r bij <strong>is</strong>, omdat <strong>de</strong>ze<br />

zaken vanuit <strong>de</strong> school met <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs kan bespreken.<br />

Wordt er rekening gehou<strong>de</strong>n met verschillen<strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rgroepen?<br />

Er wordt niet met ou<strong>de</strong>rgroepen gewerkt maar met individuen en daarop pas je je aan.<br />

Hoe kan <strong>de</strong> communicatie verbeterd wor<strong>de</strong>n?<br />

Via <strong>de</strong> intern begelei<strong>de</strong>r.<br />

NSO <strong>de</strong> Haaibaai<br />

Hoe zoekt <strong>de</strong>ze instelling contact met ou<strong>de</strong>rs?<br />

Bij het ophalen van hun kind. Bellen, mailen<br />

Hoe communiceert <strong>de</strong>ze instelling met ou<strong>de</strong>rs?<br />

Informeel<br />

Wordt er rekening gehou<strong>de</strong>n met verschillen<strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rgroepen?<br />

Ou<strong>de</strong>rs wor<strong>de</strong>n niet gezien als groepen maar als individu. ‘Wij spreken nooit mensen aan op het<br />

feit dat ze bij een bepaal<strong>de</strong> groep horen. Wij spreken mensen alleen aan als er re<strong>de</strong>n <strong>is</strong> om<br />

dingen over hun kind te bespreken. Dat <strong>is</strong> voor ons <strong>de</strong> enige aanleiding.’<br />

Hoe kan <strong>de</strong> communicatie verbeterd wor<strong>de</strong>n?<br />

Men <strong>is</strong> tevre<strong>de</strong>n over <strong>de</strong> communicatie zoals het nu gaat.<br />

Sporthal Hogendorp<br />

Hoe zoekt <strong>de</strong>ze instelling contact met ou<strong>de</strong>rs?<br />

Als een kind zich m<strong>is</strong>draagt wor<strong>de</strong>n ou<strong>de</strong>rs hier op aangesproken.<br />

Wordt er rekening gehou<strong>de</strong>n met verschillen<strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rgroepen?<br />

Ja maar dit heeft niet zozeer met culturele achtergrond te maken, maar met hoogopgeleid,<br />

laagopgeleid, autoritair, on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>lend.<br />

Hoe kan <strong>de</strong> communicatie verbeterd wor<strong>de</strong>n?<br />

Als je ou<strong>de</strong>rs op zou kunnen bellen en praten.<br />

38


Bas<strong>is</strong>scholen<br />

R-K bas<strong>is</strong>school El<strong>is</strong>abeth Paulus<br />

Hoe zoekt <strong>de</strong>ze school contact met ou<strong>de</strong>rs?<br />

De <strong>de</strong>ur staat altijd open voor ou<strong>de</strong>rs als er problemen zijn. Omgekeerd gebeurt dit ook,<br />

leerkrachten kunnen ou<strong>de</strong>rs altijd uitnodigen. Contactou<strong>de</strong>rs zorgen voor contact tussen<br />

leerkrachten en an<strong>de</strong>re ou<strong>de</strong>rs.<br />

Hoe communiceert <strong>de</strong>ze school met ou<strong>de</strong>rs?<br />

Directeur <strong>is</strong> zelf erg direct naar ou<strong>de</strong>rs toe.<br />

Wordt er rekening gehou<strong>de</strong>n met verschillen<strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rgroepen?<br />

Ja maar niet zozeer met <strong>de</strong> culturele achtergrond maar met hoogopgelei<strong>de</strong>n, laagopgelei<strong>de</strong>n.<br />

Hoe kan <strong>de</strong> communicatie verbeterd wor<strong>de</strong>n?<br />

Niet, men <strong>is</strong> tevre<strong>de</strong>n hoe <strong>de</strong> communicatie verloopt.<br />

Openbare bas<strong>is</strong>school Westerpark<br />

Hoe zoekt <strong>de</strong>ze school contact met ou<strong>de</strong>rs?<br />

Via klassenou<strong>de</strong>rs, nieuwsbrieven, algemene ou<strong>de</strong>ravond aan het begin van het jaar,<br />

rapportbesprekingen. Er <strong>is</strong> weining bena<strong>de</strong>ring.<br />

Wordt er rekening gehou<strong>de</strong>n met verschillen<strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rgroepen?<br />

Nee, ‘Ik loop er tegen aan dat ik steeds meer merk en het ook terug krijg dat we toch vanuit<br />

onze eigen cultuur ou<strong>de</strong>rs bena<strong>de</strong>ren en dat het lang niet altijd begrepen wordt door an<strong>de</strong>re<br />

culturen. Het <strong>is</strong> een schan<strong>de</strong> als je met je kind ergens an<strong>de</strong>rs naar toe moet, om erover te<br />

praten over hoe je je kind moet opvoe<strong>de</strong>n. Soms ervaren ou<strong>de</strong>rs nog dat je kin<strong>de</strong>ren opvoed op<br />

verschillen<strong>de</strong> plekken, en op verschillen<strong>de</strong> plekken kan het er ook an<strong>de</strong>rs uit zien. En als je die<br />

verschillen niet genoeg kent dan en mensen er niet genoeg op bena<strong>de</strong>rd dan kan je volkomen<br />

langs elkaar heen praten.’<br />

‘Ik vind het wel belangrijk. Tenminste ik ont<strong>de</strong>k het belang steeds meer. Ik weet niet zo goed hoe<br />

je dat zou moeten doen. En of je niet ondui<strong>de</strong>lijk ju<strong>is</strong>t wordt, als je op verschillen<strong>de</strong> manieren<br />

een zelf<strong>de</strong> boodschap gaat vertellen. Dat week ik niet. Dus ik zou wel benieuwd zijn hoe je, want<br />

dat <strong>is</strong> het eigenlijk, hoe je een zelf<strong>de</strong> boodschap in verschillen<strong>de</strong> culturen met een verschillen<strong>de</strong><br />

v<strong>is</strong>ie zo kan brengen dat mensen geïnteresseerd en open staan daarvoor. Ik weet ook niet of het<br />

zit in op allerlei manieren zeggen. Daar ben ik dus heel erg in geïnteresseerd.’<br />

Hoe kan <strong>de</strong> communicatie verbeterd wor<strong>de</strong>n?<br />

Een ontwikkeling naar meer en beter.<br />

39


Dr. Rijk Kramer School<br />

Hoe zoekt <strong>de</strong>ze school contact met ou<strong>de</strong>rs?<br />

Klassenou<strong>de</strong>ravon<strong>de</strong>n, <strong>de</strong>ze wor<strong>de</strong>n goed bezocht, 1 keer per jaar ou<strong>de</strong>rgesprek, 2 keer per<br />

jaar rapportbesprekingen. Een sfeer creëren dat als ou<strong>de</strong>rs ergens mee zitten ze altijd langs<br />

kunnen komen. Ou<strong>de</strong>rwerkgroepen, taakwerkgroepen<br />

Wordt er rekening gehou<strong>de</strong>n met verschillen<strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rgroepen?<br />

Nee, ‘We werken met alle ou<strong>de</strong>rgroepen op <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> manier samen, we gaan er geen<br />

on<strong>de</strong>rscheid in maken. Rare vraag ook eigenlijk, dat je zegt van hé, we zetten ou<strong>de</strong>rs in hokjes.<br />

Kijk, je communiceert met <strong>de</strong> ene ou<strong>de</strong>r soms an<strong>de</strong>rs dan met <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re ou<strong>de</strong>r, maar dat <strong>is</strong><br />

geen ding <strong>de</strong>s on<strong>de</strong>rwijs.’<br />

‘Dan komen we toch weer terug op <strong>de</strong> Marokkaanse en Turkse gemeenschap, daar <strong>is</strong> <strong>de</strong><br />

communicatie soms lastig mee. Dus daar moet je heel alert op zijn, we sturen wel een brief uit<br />

school mee maar <strong>is</strong> <strong>de</strong> informatie die daarin staat wel voldoen<strong>de</strong> aangekomen. Daarnaast <strong>is</strong> er<br />

Toptaal, dat <strong>is</strong> een groep in het ka<strong>de</strong>r van taalverwerving van die ou<strong>de</strong>rs, dat <strong>is</strong> in alle scholen in<br />

Westerpark gepresenteerd. Daar hebben wij het volgen<strong>de</strong> mee gedaan. Elke leerkracht heeft,<br />

als hij ou<strong>de</strong>rs in <strong>de</strong> klas heeft, die ou<strong>de</strong>rs persoonlijk bena<strong>de</strong>rd. Die zijn uitgenodigd voor een<br />

gesprek, en hebben we gezegd dat er een cursusaanbod <strong>is</strong>. Dat doen wij niet zelf maar dat doet<br />

Toptaal. Dat cursusaanbod wordt dan aan ou<strong>de</strong>rs gepresenteerd en die kunnen dan zeggen of<br />

ze daaraan meedoen of niet. Nou, dat <strong>is</strong> dus een hele directe bena<strong>de</strong>ring. Nou kun je zeggen,<br />

als je op school 80 procent van je ou<strong>de</strong>rgroep <strong>is</strong> dan <strong>is</strong> dat log<strong>is</strong>tiek bijna niet te doen, maar als<br />

dat een wat kleinere groep <strong>is</strong> dan zoeken wij op school een hele persoonlijke bena<strong>de</strong>ring. Dus<br />

die heb je dan goed in beeld.’<br />

Hoe kan <strong>de</strong> communicatie verbeterd wor<strong>de</strong>n?<br />

Men <strong>is</strong> tevre<strong>de</strong>n over <strong>de</strong> communicatie.<br />

Bre<strong>de</strong> school Zeehel<strong>de</strong>nbuurt<br />

Hoe zoekt <strong>de</strong>ze school contact met ou<strong>de</strong>rs?<br />

Per post, nieuwsbrief via mail, flapover in <strong>de</strong> gangen, ou<strong>de</strong>rcontactfunctionar<strong>is</strong>.<br />

Wordt er rekening gehou<strong>de</strong>n met verschillen<strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rgroepen?<br />

Nee maar zou dit wel willen in <strong>de</strong> vorm van een tolk.<br />

Hoe kan <strong>de</strong> communicatie verbeterd wor<strong>de</strong>n?<br />

Niet gevraagd.<br />

40


Openbare bas<strong>is</strong>school <strong>de</strong> Spaarndammer<br />

Hoe zoekt <strong>de</strong>ze school contact met ou<strong>de</strong>rs?<br />

De <strong>de</strong>ur staat altijd open voor ou<strong>de</strong>rs als er iets <strong>is</strong>. Via brieven, kin<strong>de</strong>ren geven iets door aan <strong>de</strong><br />

ou<strong>de</strong>rs.<br />

Wordt er rekening gehou<strong>de</strong>n met verschillen<strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rgroepen?<br />

‘Mensen kunnen een Turkse achtergrond hebben, mensen kunnen Islamit<strong>is</strong>ch zijn, maar daarin<br />

zitten hele grote verschillen in bena<strong>de</strong>ring, er zitten ook overeenkomsten, maar er zitten ook<br />

verschillen in, dus het hangt van het on<strong>de</strong>rwerp af of je dat meeneemt in je gesprek of dat je dat<br />

niet meeneemt in je gesprek, maar eerlijk gezegd, ik ben ik, en dit <strong>is</strong> Ne<strong>de</strong>rland en hier doen we<br />

het zo en ik hou d’r wel rekening mee, maar eigenlijk ook niet echt hoor.’<br />

Ou<strong>de</strong>rs wor<strong>de</strong>n allemaal op <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> manier bena<strong>de</strong>rd, er wordt wel gebruik gemaakt van<br />

tolken.<br />

Hoe kan <strong>de</strong> communicatie verbeterd wor<strong>de</strong>n?<br />

Leerkracht <strong>is</strong> tevre<strong>de</strong>n over <strong>de</strong> eigen communicatie met ou<strong>de</strong>rs maar ziet zichzelf als een<br />

uitzon<strong>de</strong>ring. Zou willen dat ou<strong>de</strong>rs <strong>de</strong> lijn op school doortrekken naar hu<strong>is</strong>, meer <strong>samenwerking</strong>.<br />

De Bron<br />

Hoe zoekt <strong>de</strong>ze school contact met ou<strong>de</strong>rs?<br />

Via ou<strong>de</strong>rcontactpersonen, 3 keer per jaar 10 minutengesprekken, nieuwsbrieven, schoolgids,<br />

website, telefon<strong>is</strong>ch. Directrice begroet elke dag <strong>de</strong> hele school.<br />

Hoe communiceert <strong>de</strong>ze school met ou<strong>de</strong>rs?<br />

Ou<strong>de</strong>rs hebben een agenda als kado gekregen. Hierin moeten ze afspraken met <strong>de</strong> school<br />

noteren, zodat men het niet vergeet.<br />

Wordt er rekening gehou<strong>de</strong>n met verschillen<strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rgroepen?<br />

‘We hebben gemerkt dat we met <strong>de</strong> niet-Ne<strong>de</strong>rlandstalige ou<strong>de</strong>rs letterlijk contact op moeten<br />

nemen. De manier van praten en uitleggen <strong>is</strong> an<strong>de</strong>rs en we hebben dit jaar geleerd dat als we<br />

afspreken maken met ou<strong>de</strong>rs uit <strong>de</strong> Marokkaanse cultuur, dat we <strong>de</strong> afspraak nog een keer<br />

moeten bevestigen. Daarmee moet je dus intensiever samen werken.’<br />

‘De ene groep <strong>is</strong> erg afwachtend en neemt alles aan en <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re groep heeft meer een eigen<br />

inbreng. Vooral <strong>de</strong> Marokkaanse en Turkse ou<strong>de</strong>rs zijn afwachtend. Zo zijn zij opgevoed en dat<br />

maakt het weer lastiger. Je moet ze echt uitnodigen om mee te <strong>de</strong>nken en hun eigen i<strong>de</strong>een te<br />

geven.’<br />

‘Ik vind dat je met elkaars cultuur rekening moet kunnen hou<strong>de</strong>n. Als je dat niet doet, daarom <strong>is</strong><br />

dat voor mij ook zo vanzelfsprekend, kunnen er m<strong>is</strong>verstan<strong>de</strong>n ontstaan.’<br />

Hoe kan <strong>de</strong> communicatie verbeterd wor<strong>de</strong>n?<br />

Met een hogeropgelei<strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rcontactpersoon, die ook ou<strong>de</strong>ravon<strong>de</strong>n kan organ<strong>is</strong>eren waar<br />

ou<strong>de</strong>rs naartoe komen.<br />

41


De Catamaran<br />

Hoe zoekt <strong>de</strong>ze school contact met ou<strong>de</strong>rs?<br />

Via infobulletin, via <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren, via brieven<br />

Hoe communiceert <strong>de</strong>ze school met ou<strong>de</strong>rs?<br />

Als er een probeleem met het kind <strong>is</strong> wordt er met <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs gepraat, er wordt gebruik gemaakt<br />

van een tolk<br />

Wordt er rekening gehou<strong>de</strong>n met verschillen<strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rgroepen?<br />

‘Ik vind dat we rekening moeten hou<strong>de</strong>n maar dit betekent niet dat we dit altijd kunnen. Want dat<br />

vraagt veel. Een goe<strong>de</strong> communicatie verzorgen kost gewoon veel tijd. Als je ie<strong>de</strong>reen<br />

persoonlijk toe moet schrijven om te communiceren. Dat <strong>is</strong> fysiek niet haalbaar. Dan ligt daar <strong>de</strong><br />

taak van <strong>de</strong> ontvanger en dan zijn wij bereid om daar tijd in te steken. De ontvanger heeft <strong>de</strong><br />

verantwoor<strong>de</strong>lijkheid voor het ontvangen van <strong>de</strong> boodschap. Want wij proberen ie<strong>de</strong>reen serieus<br />

te blijven nemen maar dan zul je er ook wat voor moeten doen.’<br />

Hoe kan <strong>de</strong> communicatie verbeterd wor<strong>de</strong>n?<br />

Niet het kind als mid<strong>de</strong>l gebruiken. Zie hierboven<br />

42


Bijlage 3: Culturen in Westerpark<br />

In dit stuk zal er een beschrijving wor<strong>de</strong>n gegeven van <strong>de</strong> grootste culturen in stads<strong>de</strong>el<br />

Westerpark, omdat het een bas<strong>is</strong>voorwaar<strong>de</strong> <strong>is</strong> om kenn<strong>is</strong> te hebben van <strong>de</strong>ze culturen voor<br />

effectieve interculturele communicatie. Zoals Azghari (2005) zegt, men moet kenn<strong>is</strong> over <strong>de</strong><br />

eigen cultuur als over <strong>de</strong> cultuur van <strong>de</strong> an<strong>de</strong>r hebben. Het gaat dan om normen, waar<strong>de</strong>n,<br />

gewoontes en <strong>de</strong>nkwijzen. De Surinaamse, Marokkaanse en Turkse cultuur zullen wor<strong>de</strong>n<br />

beschreven.<br />

Bij Surinamers spreekt men volgens van <strong>de</strong>r Werf (2002) over <strong>de</strong> Carib<strong>is</strong>che cultuur. Van<br />

oudsher kwamen er Surinamers naar Ne<strong>de</strong>rland om te stu<strong>de</strong>ren. Op een bepaald moment<br />

kwamen er steeds meer mensen uit <strong>de</strong> lagere klasse met weinig opleiding met het doel in<br />

Ne<strong>de</strong>rland een betere bestaan op te bouwen. Vanuit <strong>de</strong> voorgeschie<strong>de</strong>n<strong>is</strong> spreekt men van een<br />

verzuil<strong>de</strong> Surinaamse maatschappij. Het sociale leven vindt plaats binnen <strong>de</strong> eigen zuil. Het<br />

bepaalt met wie je kunt trouwen, naar welke school je gaat, <strong>tot</strong> welke partij je behoort, dit <strong>is</strong> vaak<br />

al bepaald doordat je bijvoorbeeld Hindoestaan of Creool bent. Groepsban<strong>de</strong>n zijn sterk en<br />

hou<strong>de</strong>n spanningen binnen <strong>de</strong> eigen groep om te voorkomen dat <strong>de</strong> vuile was naar buiten komt.<br />

Hoe wantrouwend je ook zou zijn tegenover je politieke of geestelijke lei<strong>de</strong>rs, die van <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re<br />

groepen zijn nog vreem<strong>de</strong>r. Loyaliteit aan <strong>de</strong> groep en regels betekenen dat bijvoorbeeld kritiek<br />

uiten lastig <strong>is</strong> en snel als een persoonlijke aanval wordt gezien.<br />

Bij Turken en Marokkanen spreekt men volgens van <strong>de</strong>r Werf (2002) over <strong>de</strong> Mediterrane<br />

cultuur. Er zijn echter wel verschillen tussen hen. In Turkije <strong>is</strong> vergeleken met Marokko veel<br />

meer industrie waardoor het een samenleving <strong>is</strong> met klassenverschillen. Het gedrag van <strong>de</strong><br />

mensen <strong>is</strong> hierdoor meer ged<strong>is</strong>ciplineerd en er wordt strikter met regels omgegaan. Marokko <strong>is</strong><br />

veel meer agrar<strong>is</strong>ch en zeker in <strong>de</strong> Berbergebie<strong>de</strong>n, waar veel Marokkanen in Ne<strong>de</strong>rland<br />

vandaan komen. Er zijn wel regels waaraan mensen zich dienen te hou<strong>de</strong>n, maar over veel<br />

zaken valt nog te on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>len. Van <strong>de</strong> huidige Marokkaanse bevolking in Ne<strong>de</strong>rland <strong>is</strong> 60%<br />

Berbers en afkomstig uit het Rifgebergte. De taal van <strong>de</strong> Berbers kent drie versies. Slechts<br />

weinigen beheersen het oorspronkelijke schrift. Dit verklaart voor een <strong>de</strong>el het in verhouding<br />

groot aantal Marokkaanse analfabeten.<br />

Bij Mediterranen <strong>is</strong> handhaven van <strong>de</strong> eer erg belangrijk. Eer <strong>is</strong> <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van een persoon in<br />

zijn of haar positie in <strong>de</strong> eigen ogen, maar vooral ook in <strong>de</strong> ogen van <strong>de</strong> samenleving. Het maakt<br />

aanspraak op status, op erkenning daarvan, op respect door <strong>de</strong> samenleving. Erekwesties<br />

wor<strong>de</strong>n vaak besproken en staan in <strong>de</strong> belangstelling. Voor autochtonen <strong>is</strong> het vaak niet goed te<br />

begrijpen hoe personen hun welbevin<strong>de</strong>n zo aan hun eer verbin<strong>de</strong>n. Eer wordt bepaald door het<br />

zich hou<strong>de</strong>n aan regels, door macht, door seksuele zuiverheid van <strong>de</strong> vrouwen. Het <strong>is</strong> iets<br />

relationeels, mensen geven <strong>de</strong> eer (status) en krijgen <strong>de</strong> eer (respect) die hun toekomt in hun<br />

positie. Bij inbreuk op <strong>de</strong> eer zal <strong>de</strong> man moeten reageren, an<strong>de</strong>rs wordt zijn status blijvend<br />

verlaagd, hij lijdt gezichtsverlies. Bij afkeurenswaardig gedrag zal bij autochtonen op het besef<br />

van schuld gewezen wor<strong>de</strong>n, je moet jezelf schuldig voelen. Maar bij Mediterranen zal bij<br />

overtredingen gewezen wor<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> schan<strong>de</strong>, aantasting van <strong>de</strong> eer van <strong>de</strong> groep of <strong>de</strong><br />

verantwoor<strong>de</strong>lijke daarvoor, meestal <strong>de</strong> va<strong>de</strong>r, je maakt iemand of an<strong>de</strong>ren te schan<strong>de</strong>.<br />

Bij contact met Mediterranen <strong>is</strong> het direct uiten van kritiek tegenover een ou<strong>de</strong>re of<br />

hogergeplaatste een vorm van respectloos gedrag, dat als aantasten van <strong>de</strong> eer kan wor<strong>de</strong>n<br />

opgevat. Tegenspreken <strong>is</strong> onbeleefd. Op vragen zal uit respect vaak een vaak een positief<br />

antwoord gegeven wor<strong>de</strong>n, waarbij het respect tonen belangrijker kan zijn dan <strong>de</strong> feiten<br />

doorgeven. Zo kan het corrigeren bij verg<strong>is</strong>singen van leerkrachten door leerlingen als onbeleefd<br />

wor<strong>de</strong>n gezien.<br />

In <strong>de</strong> opvoeding zijn ou<strong>de</strong>rs erop gericht dat hun kin<strong>de</strong>ren zichzelf en hun ou<strong>de</strong>rs niet ten<br />

43


schan<strong>de</strong> maken en dat ze zich aan <strong>de</strong> regels hou<strong>de</strong>n, het aanleren van positioneel gedrag.<br />

Marokkaanse ou<strong>de</strong>rs richten zich op <strong>de</strong> religieuze en morele waar<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> <strong>is</strong>lam, het<br />

aanleren van respect voor ou<strong>de</strong>ren en van het ju<strong>is</strong>te sociale gedrag, zodat <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren weten<br />

hoe het hoort. Het accent ligt niet op <strong>de</strong> eigen morele bewustzijn, maar op <strong>de</strong> houding tegenover<br />

an<strong>de</strong>ren. Kin<strong>de</strong>ren leren om te mij<strong>de</strong>n wat verbo<strong>de</strong>n <strong>is</strong>.<br />

Zowel voor <strong>de</strong> Carib<strong>is</strong>che als voor <strong>de</strong> Mediterrane cultuur geldt volgens van <strong>de</strong>r Werf (2002) dat<br />

zij een wij-cultuur zijn tegenover <strong>de</strong> ik-cultuur die in Ne<strong>de</strong>rland heerst. In <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse<br />

samenleving ligt <strong>de</strong> nadruk meer op het individu en bij een wij-cultuur meer op <strong>de</strong> groep. Men<br />

spreekt ook wel over individual<strong>is</strong>t<strong>is</strong>ch tegenover collectiv<strong>is</strong>t<strong>is</strong>ch. Het gedrag in een wij-cultuur<br />

wordt sterk bepaald door relaties die personen met elkaar hebben en posities die mensen<br />

tegenover elkaar hebben. Men spreekt dan over positioneel bepaald gedrag. Va<strong>de</strong>rs hebben<br />

bijvoorbeeld een bepaal<strong>de</strong> positie tegenover hun zonen en dochters en omgekeerd geldt<br />

hetzelf<strong>de</strong>. Echtgenote zijn betekent dat <strong>de</strong> vrouw zich op een bepaal<strong>de</strong> wijze, zeker in het bijzijn<br />

van an<strong>de</strong>ren, tegenover haar man dient te gedragen.<br />

44


Bijlage 4: Feedback opdrachtgever<br />

Feedbackformulier eindopdracht Opleiding Pedagogiek<br />

Naam stu<strong>de</strong>nt: Emel Kilic<br />

Stu<strong>de</strong>ntnummer: 208400<br />

Datum: 23-06-2009<br />

------------------------------------------------------------------------------------------------<br />

Naam Opdrachtgever: Remy Wilshaus<br />

Functie: Docent-on<strong>de</strong>rzoeker<br />

Organ<strong>is</strong>atie: Kenn<strong>is</strong>kring School en omgeving in <strong>de</strong> grote stad<br />

E-mail: r.wilshaus@hva.nl<br />

Telefoon: 020-5995817<br />

1. Bent u, in het algemeen, tevre<strong>de</strong>n over <strong>de</strong> <strong>samenwerking</strong> met <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nt?<br />

(te <strong>de</strong>nken valt aan communicatie, aantal contactmomenten, houding stu<strong>de</strong>nt)<br />

Ja/matig/nee<br />

Toelichting: Emel heeft een prettige bijdrage geleverd aan het on<strong>de</strong>rzoek, heeft zich<br />

opengesteld voor nieuwe on<strong>de</strong>rzoeksmetho<strong>de</strong>n en een positieve bijdrage geleverd aan <strong>de</strong><br />

werkbijeenkomsten van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksgroep.<br />

2. Beantwoord<strong>de</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksopzet aan uw vraag?<br />

Ja/matig/nee<br />

Toelichting: Emel heeft haar on<strong>de</strong>rzoek uitgevoerd zoals vooraf was besproken en afgesproken.<br />

3. Beantwoordt het resultaat van het on<strong>de</strong>rzoek aan uw vraag?<br />

Ja/matig/nee<br />

Toelichting: Emel heeft een interessant en bruikbaar on<strong>de</strong>rzoek gedaan naar het gebruik van<br />

interculturele communicatie tussen ou<strong>de</strong>rs en professionals betrokken bij <strong>de</strong> opvoeding van hun<br />

kin<strong>de</strong>ren. Vanuit zowel <strong>de</strong> Kenn<strong>is</strong>kring, als het Stads<strong>de</strong>el Westerpark, zijn wij hierover zeer<br />

tevre<strong>de</strong>n.<br />

4. Denkt u het resultaat van het on<strong>de</strong>rzoek van <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nt in uw organ<strong>is</strong>atie te kunnen<br />

gebruiken?<br />

Ja/m<strong>is</strong>schien/nee<br />

Toelichting: Zie hierboven.<br />

45

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!