17.09.2013 Views

VEELVLAKKEN - Adeleuw

VEELVLAKKEN - Adeleuw

VEELVLAKKEN - Adeleuw

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

de Leuke En Uitdagende Wiskunde<br />

<strong>VEELVLAKKEN</strong><br />

SAMENSTELLING: H. de Leuw


1. VEELHOEKEN.<br />

Een veelvlak is een lichaam dat wordt begrensd door vlakke veelhoeken.<br />

Zo zijn balken en piramides wel veelvlakken, maar cilinders en bollen niet.<br />

Een veelhoek waarvan alle zijden even lang zijn en de hoeken even groot, noemen we een<br />

regelmatige veelhoek.<br />

Opgave 1.1:<br />

a. Welke van de onderstaande figuren zijn veelhoeken?<br />

b. Welke van de onderstaande figuren zijn bovendien regelmatig?<br />

Een bekende stelling in de wiskunde is dat voor iedere<br />

driehoek geldt dat de som van de hoeken gelijk is aan 180º.<br />

Dus in ABC geldt: A B<br />

C<br />

180<br />

.<br />

Deze stelling kunnen we gebruiken om de hoeken van een regelmatige veelhoek te berekenen.<br />

Opgave 1.2:<br />

a. Hoe groot is iedere hoek van een gelijkzijdige driehoek?<br />

b. Hoe groot is iedere hoek van een regelmatige vierhoek (=vierkant)?<br />

Om de hoeken van een regelmatige vijfhoek te berekenen<br />

verdelen we de vijfhoek in driehoeken. Omdat in iedere<br />

driehoek de som van de hoeken 180º is, kun je nu de som<br />

van de hoeken van een vijfhoek berekenen.<br />

Opgave 1.3:<br />

a. Hoe groot is de som van de hoeken van een vijfhoek?<br />

b. Hoe groot is een hoek van een regelmatige vijfhoek?<br />

Op dezelfde manier kun je een hoek van een regelmatige zeshoek, regelmatige zevenhoek, etc<br />

berekenen.<br />

de Leuke En Uitdagende Wiskunde - 1 - <strong>VEELVLAKKEN</strong>


Opgave 1.4:<br />

Vul de volgende tabel in:<br />

regelmatige<br />

veelhoek<br />

driehoek<br />

vierhoek<br />

vijfhoek<br />

zeshoek<br />

zevenhoek<br />

achthoek<br />

aantal<br />

driehoeken<br />

som van alle<br />

hoeken<br />

aantal graden<br />

van één hoek<br />

Met behulp van bovenstaande tabel kunnen we een formule afleiden waarmee we de grootte<br />

van een hoek in een regelmatige n-hoek kunnen berekenen. Hierbij is n een heel getal dat<br />

groter of gelijk is aan 3.<br />

Opgave 1.5:<br />

a. Als je vanuit één hoekpunt de diagonalen van een regelmatige n-hoek tekent, in hoeveel<br />

driehoeken wordt de regelmatige n-hoek dan verdeeld?<br />

b. Hoe groot is de som van alle hoeken in deze driehoeken samen?<br />

c. Hoe groot is één hoek van een regelmatige n-hoek?<br />

d. Controleer je formule met behulp van de tabel die je hebt ingevuld.<br />

Veelvlakken kunnen we onderverdelen in convexe (bolle) en concave (holle) veelvlakken.<br />

Bij een convex (bol) lichaam kan ieder tweetal punten op het oppervlak altijd verbonden<br />

worden door een recht lijnstuk dat geheel binnen het lichaam loopt, terwijl dit bij een concaaf<br />

(hol) lichaam niet altijd mogelijk is.<br />

concaaf convex<br />

de Leuke En Uitdagende Wiskunde - 2 - <strong>VEELVLAKKEN</strong>


2. PLATONISCHE <strong>VEELVLAKKEN</strong>.<br />

Veelvlakken waarvan de zijvlakken allemaal gelijkmatige, regelmatige vlakke veelhoeken<br />

zijn en waarbij er in ieder hoekpunt evenveel zijvlakken samenkomen, noemen we<br />

regelmatige veelvlakken.<br />

Rond 550 v. Chr. kende de Griekse wiskundige Pythagoras al drie regelmatige veelvlakken,<br />

te weten de kubus, de tetraëder (=regelmatig 4-vlak) en de dodecaëder (=regelmatig 12vlak).<br />

De Griekse filosoof Plato (427-347 v. Chr.) kende ook de octaëder (=regelmatig 8-vlak) en<br />

de icosaëder (=regelmatig 20-vlak). Voor Plato lag in deze vijf regelmatige veelvlakken de<br />

essentie van de gehele natuur besloten. In de Timaeus, geschreven rond 350 v. Chr.,<br />

formuleerde Plato de theorie dat de vier ‘elementen’ waaruit de wereld zou zijn opgebouwd<br />

(vuur, lucht, water en aarde) allemaal bestonden uit kleine lichaampjes. En, redeneerde hij,<br />

daar de wereld slechts gemaakt kan zijn uit volmaakte bestanddelen, moeten de elementen de<br />

vorm hebben van regelmatige lichamen.<br />

Het lichtste en scherpste van de elementen, het vuur, zou de vorm moeten hebben van een<br />

tetraëder. Aarde, het meest stabiele element, moest de vorm hebben van een kubus. Een kubus<br />

is namelijk stevig als een berg en makkelijk stapelbaar. Water, het meest beweeglijke en<br />

vloeibare element, moest de vorm hebben van een icosaëder, het veelvlak dat het<br />

gemakkelijkste rolt. Lucht zit tussen water en vuur, daarom is lucht de octaëder, die immers<br />

tussen de tetraëder en de icosaëder in zit. De overblijvende dodecaëder stond voor het<br />

hemelgewelf.<br />

Sindsdien worden deze vijf veelvlakken de Platonische lichamen of Platonische veelvlakken<br />

genoemd.<br />

Opgave 2.1:<br />

In de bijlage vind je van ieder Platonische veelvlak een uitslag. Knip deze uitslagen uit en<br />

plak ze in elkaar.<br />

Opgave 2.2:<br />

Schrijf van ieder Platonisch veelvlak de vorm van de grensvlakken op.<br />

de Leuke En Uitdagende Wiskunde - 3 - <strong>VEELVLAKKEN</strong>


Opgave 2.3:<br />

a. Waarom zit de octaëder tussen de tetraëder en de icosaëder?<br />

b. Waarom stond de dodecaëder voor het hemelgewelf?<br />

Terwijl er in het platte vlak een eindeloze rij van regelmatige veelhoeken is, zijn er in de<br />

ruimte maar precies vijf regelmatige veelvlakken mogelijk. Dat er niet meer zijn, blijkt door<br />

de mogelijkheden systematisch af te zoeken.<br />

In een hoekpunt van het regelmatige veelvlak moeten minstens drie zijvlakken bij elkaar<br />

komen, maar de totale som van het aantal graden moet natuurlijk minder zijn dan 360º.<br />

Opgave 2.4:<br />

a. Waarom kan de totale som van het aantal graden niet precies 360º zijn?<br />

b. Wat gebeurt er met het oppervlak als de totale som van het aantal graden groter is dan<br />

360º?<br />

Opgave 2.5:<br />

a. Kun je een regelmatig veelvlak maken met zeshoeken als zijvlakken?<br />

b. Kun je een regelmatig veelvlak maken met zevenhoeken als zijvlakken?<br />

c. Welke regelmatige veelhoeken zijn dus alleen misschien mogelijk als zijvlakken van een<br />

regelmatig veelvlak?<br />

We hebben nu de regelmatige veelhoeken gevonden die misschien mogelijk zijn als zijvlak<br />

van een regelmatig veelvlak. We gaan nu na welke regelmatige veelvlakken je daar mee kunt<br />

maken.<br />

Opgave 2.6:<br />

Vul de volgende tabel in:<br />

soort zijvlak aantal hoeken aantal zijvlakken som van de graden naam van<br />

van een zijvlak in een hoekpunt in een hoekpunt het veelvlak<br />

driehoek 3 3 180º tetraëder<br />

kubus<br />

octaëder<br />

dodecaëder<br />

icosaëder<br />

de Leuke En Uitdagende Wiskunde - 4 - <strong>VEELVLAKKEN</strong>


3. DE FORMULE VAN EULER.<br />

Zou je op het idee komen om van veelvlakken de aantallen<br />

hoekpunten (H), zijvlakken (Z) en ribben (R) te tellen, dan<br />

zou je waarschijnlijk net als Descartes rond 1630 of de<br />

Zwitser Euler (1707-1783) in 1752 een verrassend verband<br />

ontdekken. Over dat verband, dat tegenwoordig bekend<br />

staat als de formule van Euler, gaat dit hoofdstuk.<br />

De formule van Euler speelt een belangrijke rol in vele<br />

takken van de wiskunde, en is helemaal niet moeilijk te<br />

bewijzen.<br />

We bekijken de Platonische veelvlakken.<br />

Opgave 3.1:<br />

Vul de volgende tabel in:<br />

Platonisch<br />

veelvlak<br />

Tetraëder<br />

Kubus<br />

Octaëder<br />

Dodecaëder<br />

Icosaëder<br />

vorm van<br />

zijvlakken<br />

aantal zijvlakken<br />

in een hoekpunt<br />

aantal<br />

hoekpunten H<br />

aantal<br />

ribben R<br />

aantal<br />

zijvlakken Z<br />

Opgave 3.2:<br />

a. Wat valt je op in de laatste drie kolommen van de bovenstaande tabel?<br />

b. Is er een verband tussen H, R en Z?<br />

c. Stel een formule op voor het aantal hoekpunten (H), ribben (R) en zijvlakken (Z) van een<br />

Platonisch veelvlak: …..–…..+…..=…..<br />

De formule van Euler heeft betrekking op zogenaamde sferische veelvlakken.<br />

Een sferisch veelvlak ziet er, ruwweg, uit als een gedeukte bol. Voor een betere beschrijving<br />

stellen we ons voor dat het beschouwde veelvlak gemaakt is van ideaal rekbaar en indrukbaar<br />

materiaal. Bij een topologische vervorming van het veelvlak mogen we het veelvlak rekken<br />

en indeuken, maar niet scheuren of plakken. We zeggen nu dat een veelvlak sferisch is als we<br />

het topologisch kunnen vervormen tot een bol. Een Platonisch veelvlak kunnen we<br />

gemakkelijk opblazen tot een bol en is dus sferisch.<br />

de Leuke En Uitdagende Wiskunde - 5 - <strong>VEELVLAKKEN</strong>


Opgave 3.3:<br />

Het hiernaast getekende ringvormige veelvlak is niet<br />

sferisch. We zullen zien dat bij dit veelvlak de formule<br />

van Euler niet geldt.<br />

a. Bepaal de waarden van Z, R en H die bij dit veelvlak<br />

horen.<br />

b. Welke waarde heeft Z R H ?<br />

We kunnen een sferisch veelvlak voorstellen als een landkaart (in het platte vlak). Nadat we<br />

het sferisch veelvlak hebben vervormd tot een bol, prikken we een gat in de bol en spreiden<br />

hem daarna uit tot hij in het vlak ligt. Hieronder zie je dit gedaan voor de dodecaëder.<br />

de dodecaëder de tot een bol vervormde dodecaëder<br />

in de bol wordt een gat geprikt en de zodoende ontstaat een ‘landkaart’<br />

bol wordt uitgespreid<br />

De laatste figuur noemen we een graaf van de dodecaëder. In de graaf staan de punten voor<br />

de hoekpunten van het veelvlak en de lijnen voor de ribben. Het is een vereenvoudigde<br />

voorstelling van je veelvlak, waarin je duidelijk kunt zien hoeveel hoekpunten, zijvlakken en<br />

ribben je veelvlak heeft, en hoe die met elkaar verbonden zijn.<br />

Opgave 3.4:<br />

Teken een graaf van de tetraëder, de octaëder, de dodecaëder en de icosaëder.<br />

de Leuke En Uitdagende Wiskunde - 6 - <strong>VEELVLAKKEN</strong>


Misschien heb je van een veelvlak twee grafen gekregen die er op het eerste gezicht<br />

verschillend uitzien, maar bij nader onderzoek toch dezelfde grafen zijn. Twee grafen zijn<br />

gelijk als het aantal punten, lijnen en vlakken hetzelfde is en als de punten op dezelfde manier<br />

verbonden zijn.<br />

Zo zijn de volgende twee figuren dezelfde graaf van een tetraëder.<br />

Het aantal hoekpunten H komt overeen met het aantal punten P van de graaf. Zo komt het<br />

aantal ribben R overeen met het aantal lijnen L, en het aantal zijvlakken Z komt overeen met<br />

het aantal vlakken V als we het omliggende vlak van de graaf meetellen.<br />

De formule van Euler zegt: H R Z 2<br />

Deze formule geldt voor een sferisch veelvlak dan en alleen dan als voor de bijbehorende<br />

graaf een soortgelijke formule geldt.<br />

Opgave 3.5:<br />

Schrijf de formule van Euler die voor de graaf geldt met behulp van P, L en V.<br />

De formule die je bij opgave 3.5 gevonden hebt, gaan we bewijzen voor grafen van sferische<br />

veelvlakken.<br />

We stellen ons de graaf voor als een stuk land dat is afgebakend door dijken en dat is<br />

omgeven door zee. De lijnen van de graaf zijn dus de dijken, het omringende vlak is de zee en<br />

de vlakken binnen de graaf zijn weilanden. We willen alle weilanden onder water zetten door<br />

een zo klein mogelijk aantal dijken door te steken.<br />

We gaan de formule eerst bewijzen voor de hiernaast getekende<br />

graaf van een kubus.<br />

Opgave 3.6:<br />

a. Hoeveel weilanden heeft deze graaf?<br />

b. Hoeveel weilanden kunnen we maximaal onder water zetten door één dijk door te steken?<br />

c. Hoeveel dijken moeten we doorsteken om alle weilanden onder water te zetten (als we<br />

geen dijk te veel willen doorsteken)?<br />

d. Teken een mogelijke graaf waarbij alle weilanden onder water staan en waarbij we geen<br />

dijk te veel hebben doorgestoken.<br />

e. Hoeveel dijken zijn er nog intact?<br />

f. Controleer met een berekening de volgende formule:<br />

totaal aantal dijken = aantal doorgestoken dijken + aantal intacte dijken<br />

g. We kijken naar de overgebleven dijken. Is vanuit ieder punt ieder ander punt te bereiken<br />

via dijken die nog intact zijn? Hoe weet je dat?<br />

h. Op hoeveel manieren kun je nog van het ene punt naar het andere komen? Waarom?<br />

Een graaf waarin je op precies één manier van het ene naar het andere punt kunt komen,<br />

noemen we een boom.<br />

de Leuke En Uitdagende Wiskunde - 7 - <strong>VEELVLAKKEN</strong>


We gaan de formule nu bewijzen voor een graaf van een willekeurig sferisch veelvlak.<br />

Deze graaf heeft L lijnen, P punten en V 1<br />

weilanden (want V is het aantal vlakken van de<br />

graaf als we het omliggende vlak meetellen).<br />

Opgave 3.7:<br />

a. Hoeveel weilanden kunnen we maximaal onder water zetten door één dijk door te steken?<br />

b. Hoeveel dijken moeten we doorsteken om alle weilanden onder water te zetten (als we<br />

geen dijk te veel willen doorsteken)?<br />

c. Hoeveel dijken zijn er nog intact?<br />

d. De antwoorden van opgave b en c vullen we in bij de formule:<br />

totaal aantal dijken = aantal doorgestoken dijken + aantal intacte dijken<br />

Dit geeft: L ..... .....<br />

e. Dit kunnen we ook schrijven als: ..... ..... ..... .....<br />

We hebben nu de formule van Euler bewezen voor sferische veelvlakken.<br />

De formule van Euler heeft ontzettend veel toepassingen. Hij kan worden gebruikt voor het<br />

inventariseren van de regelmatige en halfregelmatige veelvlakken. De formule speelt een<br />

belangrijke rol bij de oplossing van het vier-kleuren-probleem. Ook is hij de sleutel bij vele<br />

puzzels.<br />

de Leuke En Uitdagende Wiskunde - 8 - <strong>VEELVLAKKEN</strong>


4. DUALITEIT.<br />

Opgave 4.1:<br />

Hiernaast zie je een kubus getekend.<br />

a. Bepaal van ieder zijvlak het punt dat precies<br />

in het midden ligt en verbind steeds een<br />

tweetal punten met elkaar als ze in<br />

aangrenzende zijvlakken liggen.<br />

b. Welke figuur is er nu ontstaan?<br />

c. Tel het aantal zijvlakken van de kubus en tel<br />

het aantal hoekpunten van de ontstane figuur.<br />

d. Tel het aantal hoekpunten van de kubus en tel<br />

het aantal zijvlakken van de ontstane figuur.<br />

e. Wat valt er op bij je antwoorden van opgave<br />

c en d?<br />

In feite heb je van ieder zijvlak een hoekpunt gemaakt en heb je van ieder hoekpunt een<br />

zijvlak gemaakt. De figuur die zo ontstaat heet het duale veelvlak van het oorspronkelijke<br />

veelvlak.<br />

Opgave 4.2:<br />

a. Hoeveel hoekpunten en hoeveel zijvlakken<br />

moet het duale veelvlak van een tetraëder<br />

hebben?<br />

b. Welk veelvlak kan dus het duale veelvlak van<br />

een tetraëder zijn?<br />

c. Controleer je antwoord van opgave b door in<br />

de hiernaast getekende tetraëder het duale<br />

veelvlak te tekenen.<br />

Opgave 4.3:<br />

a. Hoeveel hoekpunten en hoeveel zijvlakken heeft het duale veelvlak van een dodecaëder.<br />

b. Welk veelvlak kan dus het duale veelvlak van een dodecaëder zijn?<br />

c. Welk veelvlak is het duale veelvlak van een icosaëder?<br />

d. Controleer je antwoorden van opgave b en c door in de graaf van een dodecaëder en in de<br />

graaf van een icosaëder met een andere kleur de graaf van het duale veelvlak te tekenen.<br />

Opgave 4.4:<br />

Wat gebeurt er als je twee keer de duale van een regelmatig veelvlak neemt?<br />

de Leuke En Uitdagende Wiskunde - 9 - <strong>VEELVLAKKEN</strong>


Hieronder zie je de vijf Platonische veelvlakken met hun duale veelvlak.<br />

de Leuke En Uitdagende Wiskunde - 10 - <strong>VEELVLAKKEN</strong>


H5: HALFREGELMATIGE <strong>VEELVLAKKEN</strong>.<br />

De Platonische veelvlakken zijn allemaal opgebouwd uit<br />

één soort van een regelmatige veelhoek.<br />

De halfregelmatige veelvlakken zijn opgebouwd uit<br />

meerdere soorten van een regelmatige veelhoek. De<br />

gebruikte veelhoeken van dezelfde soort zijn allemaal<br />

even groot en de situatie in alle hoekpunten is hetzelfde.<br />

Dus bijvoorbeeld heb je in elk hoekpunt twee gelijkzijdige<br />

driehoeken en twee vierkanten en zijn deze veelhoeken in<br />

elk hoekpunt op dezelfde manier gerangschikt.<br />

Zo zie je in de bovenste figuur hiernaast in elk hoekpunt de<br />

rangschikking driehoek, vierkant, driehoek, vierkant. Dit<br />

veelvlak wordt weergegeven door het viertal getallen<br />

(3,4,3,4) dat we de hoeksamenstelling noemen.<br />

In de onderste figuur zie je in elk hoekpunt de rangschikking<br />

vierkant, zeshoek, zeshoek. De hoeksamenstelling is dus<br />

(4,6,6).<br />

De halfregelmatige veelvlakken kunnen we onderverdelen in drie klassen.<br />

De eerste klasse wordt gevormd door de regelmatige prisma’s. Hieronder zie je enkele<br />

regelmatige prisma’s.<br />

Elk prisma bestaat uit twee even grote regelmatige veelhoeken, die het grondvlak en het<br />

bovenvlak van het prisma vormen. De opstaande zijvlakken zijn allemaal vierkanten. Dit<br />

houdt dus in dat alle ribben van het prisma even groot zijn.<br />

De tweede klasse bestaat uit de zogenaamde antiprisma’s, deze ontstaan uit de prisma’s uit de<br />

eerste klasse door het bovenvlak te draaien, zodanig dat elk hoekpunt van de bovenste<br />

veelhoek boven het “midden” van een zijde van de onderste veelhoek komt te liggen.<br />

Vervolgens verbinden we de hoekpunten in het bovenvlak met die in het grondvlak. Omdat<br />

alle ribben dezelfde lengte hebben, moet de lengte van de ribben in de opstaande zijvlakken<br />

worden aangepast, zodat alle opstaande zijvlakken gelijkzijdige driehoeken worden.<br />

a b c<br />

Opgave 5.1:<br />

Bereken van elk van de drie hierboven getekende antiprisma’s de kleinste hoek waarover het<br />

bovenvlak van het prisma gedraaid is, om het bijbehorende antiprisma te krijgen.<br />

de Leuke En Uitdagende Wiskunde - 11 - <strong>VEELVLAKKEN</strong>


De derde klasse bestaat uit 13 bijzonder veelvlakken. Volgens bronnen uit de Oudheid zijn<br />

deze veelvlakken ontdekt door de Griekse wiskundige Archimedes (287-212 v. Chr.). Deze<br />

veelvlakken worden dan ook vaak de Archimedische veelvlakken genoemd.<br />

Opgave 5.2:<br />

Geef van alle Archimedische veelvlakken de bijbehorende hoeksamenstelling.<br />

Alle dertien Archimedische veelvlakken zijn af te leiden van de Platonische veelvlakken door<br />

hoekpunten en/of ribben door nieuwe zijvlakjes te vervangen.<br />

We zullen zien dat er precies één Archimedisch veelvlak is, opgebouwd uit regelmatige<br />

vijfhoeken en regelmatige zeshoeken.<br />

Eerder hebben we gezien dat een hoek in een regelmatige vijfhoek 108º is en dat een hoek in<br />

een regelmatige zeshoek 120º is.<br />

In één hoekpunt van het te maken veelvlak moeten minstens drie veelhoeken samenkomen,<br />

maar de totale som van het aantal graden moet natuurlijk minder zijn dan 360º. Immers bij<br />

precies 360º ontstaat een plat vlak en bij meer dan 360º ontstaat een ‘deuk’ in het oppervlak.<br />

Opgave 5.3:<br />

a. We kunnen een som, minder dan 360º alleen maar op twee verschillende manieren<br />

krijgen: ..... 108 ..... 120<br />

..... en ..... 108<br />

..... 120<br />

.....<br />

b. Geef de bijbehorende hoeksamenstelling.<br />

Het is nu eenvoudig na te gaan dat de hoeksamenstelling (5,5,6) niet mogelijk is.<br />

Daartoe kijken we naar de hiernaast getekende figuur en<br />

letten op de opvolging van de vijfhoeken en zeshoeken.<br />

Het lijkt daarbij wel of de veelhoeken in een plat vlak<br />

liggen, maar dat is natuurlijk niet zo, in werkelijkheid<br />

staan ze schuin omhoog.<br />

Opgave 5.4:<br />

Laat zien dat de hoeksamenstelling (5,5,6) niet mogelijk<br />

is, maar de hoeksamenstelling (5,6,6) wel.<br />

de Leuke En Uitdagende Wiskunde - 12 - <strong>VEELVLAKKEN</strong>


Dat we bij de hoeksamenstelling (5,6,6) ook een halfregelmatige veelvlak kunnen maken<br />

zullen we nu laten zien.<br />

Hieronder zie je het resultaat als we bij ieder hoekpunt van een icosaëder een stukje afzagen<br />

(afknotten). Hiertoe verdelen we elke ribbe in drie gelijke delen. In het midden van ieder<br />

zijvlak ontstaat dan een regelmatige zeshoek.<br />

Verder letten we op de hoekpunten van dit twintigvlak, dat zijn er 12. In elk hoekpunt komen<br />

nu vijf gelijkzijdige driehoeken samen, waarvan de lengte van de zijde 3<br />

1 is van de<br />

oorspronkelijke ribbe. Deze vormen in totaal 12 kleinere piramiden, die elk een grondvlak<br />

hebben dat een regelmatige vijfhoek is. Als we nu deze twaalf top-piramiden afzagen, dan<br />

houden we een veelvlak over dat wordt begrensd door twaalf regelmatige vijfhoeken en de<br />

twintig zeshoeken als restanten van de zijvlakken van het twintigvlak.<br />

de Leuke En Uitdagende Wiskunde - 13 - <strong>VEELVLAKKEN</strong>


H6: VARIA.<br />

Opgave 6.1:<br />

Hieronder zie je zes veelvlakken met gelijkzijdige driehoeken en vierkanten als zijvlakken:<br />

een kubus met piramides erop (1), een driehoekig prisma (2), een vierzijdig antiprisma (3),<br />

een kuboctaëder (4), een rhombenkuboctaëder (5) en een gyrobifastigium (6).<br />

Elk van de zes veelvlakken heeft een spoor (a t/m f) achtergelaten. Onderzoek welk veelvlak<br />

bij welk spoor hoort.<br />

Opgave 6.2:<br />

We willen de Platonische en de Archimedische veelvlakken kleuren. Voorwaarde daarbij is<br />

dat zijvlakken die met een ribbe aan elkaar grenzen een verschillende kleur krijgen.<br />

Zijvlakken die alleen een hoekpunt gemeen hebben, mogen dus dezelfde kleur krijgen.<br />

Onderzoek voor elk Platonisch en Archimedisch veelvlak wat het kleinste aantal kleuren is<br />

dat je nodig hebt.<br />

Opgave 6.3:<br />

Als je meerdere kubussen hebt, kun je een grotere kubus maken.<br />

a. Onderzoek voor ieder Platonisch veelvlak of je met een aantal van die Platonische<br />

veelvlakken een Platonisch veelvlak van dezelfde soort kunt maken. Zo ja, geef dan het<br />

kleinste aantal Platonische veelvlakken dat je nodig hebt.<br />

b. Onderzoek of je een groter Platonisch veelvlak kunt krijgen door meerdere soorten<br />

Platonische veelvlakken te gebruiken. Zo ja, geef dan het kleinste aantal van elke soort<br />

aan die je nodig hebt.<br />

Opgave 6.4:<br />

Als je van verschillende kanten naar de tetraëder, de kubus en de octaëder kijkt, kun je steeds<br />

iets anders zien. Maak van elk veelvlak drie verschillende aanzichten. Doe dat zo nauwkeurig<br />

mogelijk.<br />

de Leuke En Uitdagende Wiskunde - 14 - <strong>VEELVLAKKEN</strong>

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!