Inspraak GNMF bestemmingsplan Wylbergmeer

Inspraak bestemmingsplan Wylerbergmeer, Beek-Ubbergen 27 juni 2013
Geachte gemeenteraad,
Voor u ligt het ontwerpbestemmingsplan Wylerbergmeer. Het plan geeft ruimte voor intensivering en
uitbreiding van recreatievoorzieningen, ook voor verblijfsrecreatie en horeca in het open buitengebied.
Wij maken bezwaar tegen dit plan. Het Wylerbergmeer en de directe omgeving liggen in Waardevol Open
gebied. Het betreft gebied dat vanwege de kwaliteit van karakteristieke open komgebieden door de
provincie als waardevol is aangemerkt. De Ooijpolder is ook vanwege zijn openheid, een prachtig gebied.
De overgang van open uiterwaard naar het bosgebied op de stuwwal wordt daarmee geaccentueerd.
Door bebouwing hier toe te laten en andere vormen van verblijfsrecreatie zal aan die openheid geweld
worden aangedaan.
Terecht dat hier voor nieuwe bouwwerken in het buitengebied een nee, beleid geldt van de provincie
Gelderland, zoals de provincie ook in haar advies aan de gemeente heeft aangegeven. Dit nee, tenzij
beleid is vastgelegd in de Ruimtelijke Verordening Gelderland, artikel 19. Bijgevoegde kaartbeelden geven
naar onze mening duidelijk aan dat het plangebied zich binnen het Waardevol Open Gebied bevindt. Het
Waardevol Open Gebied betreft het overgrote deel van het gebied ten zuiden van de Thornsestraat tot
aan de Rijksstraatweg (zie bijlage). Het gehele plangebied valt hier dan ook binnen. Ook de provincie
sprak zich in advies al uit tegen het plan vanwege strijdigheid met het provinciale beleid.
Ruimtelijke Verordening
Artikel 19.1
In een bestemmingsplan worden geen nieuwe bestemmingen toegestaan die de openheid van de
waardevolle open gebieden aantasten. De geometrische plaatsbepaling van deze gebieden is vervat in
het GML-bestand NL.IMRO.9925.PVRVGcons2-vst1 en is verbeeld op de bij deze verordening behorende
kaart Waardevol open gebied en nationaal landschap.
De wijzigingsbevoegdheid voorziet in extra bouwmogelijkheden, en aanleg van een golfterrein. Ook
daarmee zullen de kernkwaliteiten van het landschap al worden aangetast. Dit is echter niet getoetst. Het
is niet duidelijk tot welk deel van het dagrecreatie/verblijfsrecreatieterrein het golfterrein zich zal beperken
en hoe groot het golfterrein wordt.
De Raad van State oordeelt doorgaans vrij strikt wat betreft het opnemen van wijzigingsbevoegdheden.
En wel in de zin dat de uitvoerbaarheid in het moederplan moet zijn aangetoond. Nu dat niet het geval is,
nu de haalbaarheid niet is aangetoond, zowel financieel gezien als in relatie tot andere regels (provincie)
en wetgeving (bijvoorbeeld voor natuur), is de kans groot dan onderhavig plan bij de Raad van State zal
sneuvelen. De gemeenteraad dient volgens jurisprudentie bij de vaststelling van de wijzigingsbevoegdheid
te onderzoeken of toepassing van de wijzigingsbevoegdheid in beginsel mogelijk is en kan dit niet naar
achteren schuiven. Volgens jurisprudentie houdt het opnemen van een wijzigingsbevoegdheid in een
bestemmingplan in dat het eventuele gebruik daarvan in beginsel in overeenstemming met een goede
ruimtelijke ordening moet worden geacht. De raad dient daarom bij de vaststelling van het
bestemmingsplan reeds te onderzoeken of toepassing van de wijzigingsbevoegdheid in beginsel mogelijk
is. Dat betekent dat een toets die is verwoord in artikel 7.4 f,g,h,i. nu al zou moeten plaatsvinden en de
uitkomst daarvan zou moeten aangeven of de wijzigingsbevoegdheid uitvoerbaar is. Immers als blijkt dat
het plan niet uitvoerbaar is op grond van bijvoorbeeld de Ruimtelijke Verordening kan het ook niet als
wijzigingsbevoegdheid worden opgenomen omdat de uitvoerbaarheid dan niet is aangetoond.
Volgens vaste jurisprudentie geldt dat een wijzigingsbevoegdheid ook alleen kan worden opgenomen
indien inzichtelijk is dat het initiatief binnen de planperiode kan worden gerealiseerd. Dat is bij deze casus
niet het geval. Niet duidelijk is wie er initiatiefnemer is en er is ook geen exploitatieplan. In zoverre maken
we ook bezwaar tegen het ontbreken van een exploitatieplan en/of financiële onderbouwing. Mochten er
daadwerkelijk concrete plannen bestaan voor verblijfsrecreatie en intensievere recreatie voorzieningen

dan kan men altijd een aparte planherzieningprocedure opstarten. Voorliggend plan met
wijzigingsbevoegdheid is dan ook voorbarig.
Wij verzoeken u daarom om in artikel 7 de bestemmingsdoeleinden verblijfsrecreatie, horeca, en
minigolfterrein alsmede de wijzigingsbevoegdheid artikel 7.4 Wijzigingsbevoegdheid voor verblijfsrecreatie
in combinatie met artikel 7.1 en 7.2 niet goed te keuren.
Voor het parkeren verzoeken wij u, ook weer vanwege de gebiedskwaliteiten geen landelijk gebied op te
offeren. We vinden niet overtuigend aangetoond dat een nieuwe parkeerplaats moeten worden ingericht
nu er normaliter al voldoende parkeerruimte is. Een overloop veldje op piekdagen, zoals bijvoorbeeld ook
te zien is bij andere recreatielocaties (bijvoorbeeld ouwe handdierenpark) is dan al voldoende.
Ook in ander opzicht is het bestemmingplan strijdig met de Ruimtelijke Verordening Gelderland). Voor
recreatieterreinen met huisjes geldt namelijk de verplichting tot bedrijfsmatige exploitatie en wisselende
bezetting (artikel 7 en toelichting).
Ruimtelijke Verordening
Artikel 7.4
Bij nieuwvestiging van een recreatiepark wordt in de toelichting bij het bestemmingsplan de behoefte aan
dat park in beeld gebracht en moeten de regionale planologische restcapaciteiten worden betrokken.
Artikel 7.5
Aan nieuwvestiging en uitbreiding van een recreatiepark wordt in bestemmingsplannen de eis van
bedrijfsmatige exploitatie verbonden. Daarbij wordt inzichtelijk gemaakt op welke wijze deze
bedrijfsmatige exploitatie duurzaam zal worden verzekerd.
Dit is niet geregeld in dit bestemmingsplan. Tweede woningen zijn met dit plan dus niet uitgesloten bij het
Wylerbergmeer. Indien geen sprake is van bedrijfsmatige exploitatie moeten volgens het provinciale
beleid, zoals opgenomen in artikel 5 van de Ruimtelijke Verordening, de afzonderlijke
recreatiewoningen/gebouwen ruimtelijk gezien beoordeeld worden als het toevoegen van nieuwe reguliere
woningen. Nieuwe woningen zijn alleen toegestaan in aangewezen zoekzones woningbouw zoals in
artikel 2 van de RVG is aangegeven en niet in het landelijke gebied.
Ruimtelijke Verordening:
Artikel 5 Solitaire recreatiewoningen
In een bestemmingsplan worden recreatiewoningen slechts toegestaan op locaties waar ook reguliere
woningen kunnen worden gebouwd.
Er is ook niet gekeken naar alternatieven zodat het landelijk gebied gespaard kan blijven van nieuwe
bouwwerken. Het besluit Ruimtelijke Ordening vraagt bij nieuwe bestemmingsplannen om toepassing van
de ladder duurzame verstedelijking, waarbij eerst gekeken moet worden of er al locaties beschikbaar zijn
die vanwege bestaand stedelijk grondgebruik en ligging voor woningbouw of voor andere rode functies
geschikt zijn, of dat er oude locaties hergebruikt kunnen worden via herstructurering. Pas of het laatst
komen vrij liggende gronden in het buitengebied in beeld. Deze ladder is hier niet toegepast. Daarmee is
het bestemmingsplan ook in strijd met het Besluit ruimtelijke ordening
Bro> ladder voor duurzame verstedelijking
Doel: De ladder voor duurzame verstedelijking is in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR)
geïntroduceerd. Doel van de ladder voor duurzame verstedelijking is een goede ruimtelijke ordening door
een optimale benutting van de ruimte in stedelijke gebieden. Het Rijk wil met de introductie van de ladder
vraaggerichte programmering bevorderen. De ladder beoogt een zorgvuldige afweging en transparante
besluitvorming bij alle ruimtelijke en infrastructurele besluiten. De ladder is als procesvereiste opgenomen
in het Bro.
We verzoeken u het bestemmingsplan in deze vorm niet goed te keuren.
Dank u wel voor uw aandacht
B. Oosting
Gelderse Natuur en Milieufederatie
2

Bijlage
Ruimtelijke verordening Gelderland - Waardevol Open Gebied
Ontwerpbestemmingsplan
3

Google maps omgeving en waardevol open gebied ingetekend op basis van de Ruimtelijke
Verordening, planlocatie valt hierbinnen
4