Wijzigingen aan het huurrecht 2006-2007 - Frans Baert en Vennoten
Wijzigingen aan het huurrecht 2006-2007 - Frans Baert en Vennoten
Wijzigingen aan het huurrecht 2006-2007 - Frans Baert en Vennoten
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
WIJZIGINGEN AAN HET HUURRECHT <strong>2006</strong>-<strong>2007</strong> 1<br />
WIJZIGINGEN AAN HET HUURRECHT <strong>2006</strong>-<strong>2007</strong> 1<br />
M. DAMBRE<br />
Praktijklector Universiteit G<strong>en</strong>t<br />
Advocaat te G<strong>en</strong>t<br />
Inhoud<br />
INLEIDING ............................................................................................................................................................ 2<br />
I. FORMALISERING VAN HET WONINGHUURRECHT ................................................................................ 2<br />
A. Aankondiging huurprijs bij publieke te huurstelling ..................................................................................... 2<br />
B. Informatieplicht m.b.t. de kost<strong>en</strong> <strong>en</strong> last<strong>en</strong> ..................................................................................................... 5<br />
C. Schriftelijke huurovere<strong>en</strong>komst met bijlage ................................................................................................... 6<br />
1. Principes ...................................................................................................................................................... 6<br />
2. Huisvesting van stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> ........................................................................................................................... 9<br />
D. De fiscale registratieverplichting ................................................................................................................. 10<br />
1. Principe ..................................................................................................................................................... 10<br />
2. Sanctie ....................................................................................................................................................... 13<br />
3. Beoordeling van de nieuwe regeling ......................................................................................................... 15<br />
II. WIJZIGINGEN M.B.T. DE HUURWAARBORG .......................................................................................... 16<br />
A. Situering ....................................................................................................................................................... 16<br />
B. Toepassingsvoorwaard<strong>en</strong>.............................................................................................................................. 17<br />
1. Principe: de waarborg bestaat uit e<strong>en</strong> som geld of uit e<strong>en</strong> bankwaarborg ................................................. 17<br />
2. Omvang van de huurwaarborg .................................................................................................................. 17<br />
3. De geïndividualiseerde bankrek<strong>en</strong>ing op naam van de huurder ................................................................ 18<br />
4. De huurwaarborg in de vorm van e<strong>en</strong> bankwaarborg................................................................................ 20<br />
C. Vrijgave van de huurwaarborg ..................................................................................................................... 23<br />
III. WIJZIGINGEN M.B.T. WONINGKWALITEIT ........................................................................................... 25<br />
A. Complem<strong>en</strong>tariteit van de federale <strong>en</strong> gewestelijke kwaliteitsnorm<strong>en</strong>......................................................... 25<br />
B. Uitvoering verhuurdersherstelling<strong>en</strong> ............................................................................................................ 26<br />
IV. WIJZIGINGEN M.B.T. DE AANVANGSPLAATSBESCHRIJVING ......................................................... 27<br />
A. Het verplicht karakter van de <strong>aan</strong>vangsplaatsbeschrijving ........................................................................... 27<br />
B. Termijn voor <strong>het</strong> opstell<strong>en</strong> van de <strong>aan</strong>vangsplaatsbeschrijving.................................................................... 28<br />
1 Deze tekst werd gepubliceerd in X., Rechtskroniek voor <strong>het</strong> Notariaat, deel 12, Brugge, die Keure, 2008, 159-187.
WIJZIGINGEN AAN HET HUURRECHT <strong>2006</strong>-<strong>2007</strong> 2<br />
INLEIDING<br />
1. In de nadag<strong>en</strong> van de paarse regering Verhofstadt II werd<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele<br />
merkwaardige <strong>en</strong> verrass<strong>en</strong>de wijziging<strong>en</strong> <strong>aan</strong> <strong>het</strong> algeme<strong>en</strong> <strong>huurrecht</strong> <strong>en</strong> <strong>het</strong><br />
woning<strong>huurrecht</strong> <strong>aan</strong>gebracht. Merkwaardig, gelet op de inhoud van de wijziging<strong>en</strong> die<br />
vaak e<strong>en</strong> kritische ontleding niet doorst<strong>aan</strong>, zoals uit <strong>het</strong> hierna gegev<strong>en</strong> comm<strong>en</strong>taar<br />
blijkt. Verrass<strong>en</strong>d, omdat de noodzaak van <strong>het</strong> mer<strong>en</strong>deel van de wijziging<strong>en</strong> niet<br />
overtuig<strong>en</strong>d wordt <strong>aan</strong>getoond in de vaak lapidaire <strong>en</strong> nietszegg<strong>en</strong>de parlem<strong>en</strong>taire<br />
voorbereiding<strong>en</strong>. Het mer<strong>en</strong>deel van de wijziging<strong>en</strong> werd ingevoerd kracht<strong>en</strong>s<br />
programmawett<strong>en</strong>, waar zij alvast naar de vorm niet in thuishor<strong>en</strong>. 2 De wijziging<strong>en</strong> zijn<br />
taalkundig <strong>en</strong> juridisch technisch van slechte kwaliteit; zij werd<strong>en</strong> overhaast<br />
doorgevoerd, zonder <strong>en</strong>ig voorafg<strong>aan</strong>d onderzoek of overleg met huurders- <strong>en</strong><br />
eig<strong>en</strong>aarsorganisaties, <strong>het</strong> notariaat <strong>en</strong> de vastgoedmakelaars, zoals nochtans bij vorige<br />
vernieuwing<strong>en</strong> van <strong>het</strong> <strong>huurrecht</strong> gebruikelijk was geword<strong>en</strong>. Het hoeft dan ook niet te<br />
verbaz<strong>en</strong> dat de wijziging<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> algeme<strong>en</strong> draagvlak hebb<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>aan</strong>gevocht<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />
voor <strong>het</strong> Grondwettelijk Hof. Deze tekst werd geschrev<strong>en</strong> onder voorbehoud van de<br />
uitkomst van de diverse beroep<strong>en</strong> tot nietigverklaring ingedi<strong>en</strong>d door<br />
eig<strong>en</strong>aarsorganisaties <strong>en</strong> e<strong>en</strong> <strong>aan</strong>tal grootbank<strong>en</strong> bij <strong>het</strong> Grondwettelijk Hof. 3<br />
I. FORMALISERING VAN HET WONINGHUURRECHT<br />
A. Aankondiging huurprijs bij publieke te huurstelling<br />
2. Artikel 1716 van <strong>het</strong> Burgerlijk Wetboek werd opnieuw ingevoegd door artikel<br />
99 van de Wet houd<strong>en</strong>de diverse bepaling<strong>en</strong> (IV) van 25 april <strong>2007</strong>. 4 Op grond van deze<br />
bepaling di<strong>en</strong>t de verhuurder bij de te huurstelling van e<strong>en</strong> goed dat bestemd is voor<br />
“bewoning in de ruime betek<strong>en</strong>is” door middel van e<strong>en</strong> officiële of publieke<br />
mededeling, waaronder <strong>het</strong> uithang<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> raamaffiche, <strong>het</strong> plaats<strong>en</strong> van e<strong>en</strong><br />
zoekertje in e<strong>en</strong> krant, magazine of op e<strong>en</strong> internetsite vall<strong>en</strong> 5 , “onder meer” <strong>het</strong> bedrag<br />
van de huurprijs 6 <strong>en</strong> de geme<strong>en</strong>schappelijke last<strong>en</strong> te vermeld<strong>en</strong>. Ruimere informatie<br />
lijkt w<strong>en</strong>selijk <strong>en</strong> mogelijk, bijvoorbeeld met betrekking tot de privatieve kost<strong>en</strong>, maar<br />
<strong>het</strong> verzuim die gegev<strong>en</strong>s te vermeld<strong>en</strong> lijkt bezwaarlijk tot e<strong>en</strong> sanctie <strong>aan</strong>leiding te<br />
kunn<strong>en</strong> gev<strong>en</strong>. 7 De verplichting valt niet weg bij <strong>het</strong> gebruik mak<strong>en</strong> van e<strong>en</strong><br />
2 Parl. St. Kamer <strong>2006</strong>-07, nr. 51-2773/002, 401 (advies R.v.St.); Parl. St. Kamer <strong>2006</strong>-07, nr. 51-2874/001, 7-8<br />
(advies R.v.St.). Het overhaast onderzoek van de wettekst<strong>en</strong> waartoe de afdeling wetgeving van de Raad van<br />
State di<strong>en</strong>t over te g<strong>aan</strong>, hypothekeert de kwaliteit <strong>en</strong> <strong>het</strong> duurzaam karakter ervan, wat leidt tot e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de<br />
complexiteit <strong>en</strong> rechtsonzekerheid.<br />
3 Zie de mededeling<strong>en</strong> in B.S. 10 juli <strong>2007</strong>, 37761, zaak nr. 4252; B.S. 12 juli <strong>2007</strong>, 38205, zaak nr. 4253; B.S. 3<br />
augustus <strong>2007</strong>, 41022 (twee beroep<strong>en</strong>), zak<strong>en</strong> nrs. 4250 <strong>en</strong> 4251; verzoekschrift 7 november <strong>2007</strong>, zaak nr.<br />
4326, www.const-court.be (beroep tot nietigverklaring van diverse bank<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> art. 10, § 1, vierde lid<br />
Woninghuurwet). De redactie van deze tekst werd beëindigd op 22 februari 2008.<br />
4 B.S. 8 mei <strong>2007</strong>, ed. 3. Deze bepaling is van toepassing op alle huurovere<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> geslot<strong>en</strong> vanaf 18 mei<br />
<strong>2007</strong>.<br />
5 Parl. St. S<strong>en</strong>aat <strong>2006</strong>-07, nr. 3-2121/4, 8 (Verslag Willems <strong>en</strong> Zrih<strong>en</strong>).<br />
6 Het betreft de basishuurprijs in de zin van artikel 1728bis van <strong>het</strong> Burgerlijk Wetboek, dit wil zegg<strong>en</strong> de<br />
zuivere huurprijs zonder kost<strong>en</strong> <strong>en</strong> last<strong>en</strong>.<br />
7 S. BEYAERT, “Gewijzigde regels inzake algeme<strong>en</strong> <strong>huurrecht</strong> <strong>en</strong> woninghuur” in X., Het onroer<strong>en</strong>d goed in de<br />
verschill<strong>en</strong>de takk<strong>en</strong> van <strong>het</strong> recht, G<strong>en</strong>t, Larcier, 2008, p. 156, nr. 24.
WIJZIGINGEN AAN HET HUURRECHT <strong>2006</strong>-<strong>2007</strong> 3<br />
tuss<strong>en</strong>persoon, bijvoorbeeld e<strong>en</strong> vastgoedmakelaar, bij de te huurstelling. 8 De wetgever<br />
w<strong>en</strong>st door middel van deze nieuwe formele verplichting de verhuurmarkt transparanter<br />
te mak<strong>en</strong>, de huurder te bescherm<strong>en</strong> door hem vooraf van de gevraagde huurprijs <strong>en</strong><br />
geme<strong>en</strong>schappelijke kost<strong>en</strong> k<strong>en</strong>nis te lat<strong>en</strong> nem<strong>en</strong>, wat niet <strong>en</strong>kel e<strong>en</strong> tijdsbesparing kan<br />
betek<strong>en</strong><strong>en</strong>, maar hem ook voor bepaalde verleiding<strong>en</strong> kan behoed<strong>en</strong>, <strong>en</strong> discriminatoire<br />
motiev<strong>en</strong> te bestrijd<strong>en</strong>. 9 Al tijd<strong>en</strong>s de parlem<strong>en</strong>taire voorbereiding werd er kritiek geuit<br />
op <strong>het</strong> op<strong>en</strong>baar mak<strong>en</strong> van de inkomst<strong>en</strong> van de verhuurder, waarbij ook de Raad van<br />
State zich afvroeg of dit niet ingaat teg<strong>en</strong> <strong>het</strong> recht op de bescherming van <strong>het</strong><br />
privélev<strong>en</strong> in de zin van artikel 22 van de Grondwet <strong>en</strong> artikel 8 EVRM. 10 Hierop werd<br />
door de Minister geantwoord dat de doelstelling om fundam<strong>en</strong>tele recht<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrijhed<strong>en</strong><br />
(discriminatieverbod) te bescherm<strong>en</strong> e<strong>en</strong> beperkte <strong>aan</strong>tasting van <strong>het</strong> recht op de<br />
bescherming van <strong>het</strong> privélev<strong>en</strong> verantwoordt <strong>en</strong> dat daarbij vold<strong>aan</strong> is <strong>aan</strong> <strong>het</strong><br />
ev<strong>en</strong>redigheidsbeginsel. 11<br />
3. Er is al onzekerheid gerez<strong>en</strong> over de verbind<strong>en</strong>de kracht van <strong>het</strong> docum<strong>en</strong>t<br />
waarmee de huurprijs bek<strong>en</strong>d wordt gemaakt: betreft <strong>het</strong> e<strong>en</strong> voor de verhuurder<br />
bind<strong>en</strong>d <strong>aan</strong>bod dat bij <strong>aan</strong>vaarding door de huurder <strong>het</strong> huurcontract tot stand br<strong>en</strong>gt of<br />
kan er tuss<strong>en</strong> partij<strong>en</strong> nog over de prijs word<strong>en</strong> onderhandeld? Uit <strong>het</strong> feit dat de<br />
ess<strong>en</strong>tiële vermelding met betrekking tot de duur van de huurovere<strong>en</strong>komst ontbreekt,<br />
leidde de Minister af dat <strong>het</strong> ge<strong>en</strong> verbind<strong>en</strong>d <strong>aan</strong>bod betreft <strong>en</strong> dat partij<strong>en</strong> nog in alle<br />
vrijheid over de huurprijs zoud<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> onderhandel<strong>en</strong>. 12 Die stelling werd als<br />
betwistbaar van de hand gewez<strong>en</strong>, <strong>aan</strong>gezi<strong>en</strong> de duur van de huurovere<strong>en</strong>komst ge<strong>en</strong><br />
ess<strong>en</strong>tieel elem<strong>en</strong>t is waarover partij<strong>en</strong> overe<strong>en</strong>stemming moet<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> bereikt<br />
vooraleer e<strong>en</strong> huurovere<strong>en</strong>komst tot stand kan kom<strong>en</strong>, <strong>aan</strong>gezi<strong>en</strong> de wettelijke<br />
bepaling<strong>en</strong>, zowel in <strong>het</strong> algeme<strong>en</strong> <strong>huurrecht</strong> (artikel<strong>en</strong> 1736 <strong>en</strong> 1758 B.W.) als <strong>het</strong><br />
woning<strong>huurrecht</strong> (art. 3, § 1 Woninghuurwet), daarvoor e<strong>en</strong> regeling uitwerk<strong>en</strong>. 13<br />
4. Het niet nalev<strong>en</strong> van deze wettelijke informatieverplichting wordt beteugeld<br />
door e<strong>en</strong> administratieve boete tuss<strong>en</strong> 50 <strong>en</strong> 200 euro die de geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> op grond van<br />
artikel 119bis van de nieuwe Geme<strong>en</strong>tewet kunn<strong>en</strong> invoer<strong>en</strong>. Blijkbaar werd er hierover<br />
niet voorafg<strong>aan</strong>d overlegd met de Ver<strong>en</strong>iging van Vlaamse Sted<strong>en</strong> <strong>en</strong> Geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> 14 , wat<br />
<strong>aan</strong>leiding gaf tot de kritiek dat dit niet tot de kerntak<strong>en</strong> van de geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> behoort <strong>en</strong><br />
dat zij meestal niet over de vereiste compet<strong>en</strong>tie <strong>en</strong> personeel beschikk<strong>en</strong> om die<br />
opdracht uit te voer<strong>en</strong>. 15 Artikel 1716 in fine B.W. sluit de toepassing van § 5 van<br />
artikel 119bis van de nieuwe Geme<strong>en</strong>tewet uit. Dit houdt in dat e<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>te e<strong>en</strong><br />
sanctie zou kunn<strong>en</strong> oplegg<strong>en</strong> zonder rek<strong>en</strong>ing te houd<strong>en</strong> met <strong>het</strong><br />
proportionaliteitsbeginsel (sanctie in functie van de zwaarte van de feit<strong>en</strong> <strong>en</strong> in functie<br />
van e<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tuele herhaling) <strong>en</strong> zonder dat de beperking geldt dat de vaststelling van<br />
meerdere sam<strong>en</strong>lop<strong>en</strong>de inbreuk<strong>en</strong> <strong>aan</strong>leiding geeft tot één <strong>en</strong>kele administratieve<br />
sanctie in verhouding tot de ernst van <strong>het</strong> geheel van de feit<strong>en</strong>.<br />
8<br />
S. BEYAERT, o.c., p. 155, nr. 23; D. MEULEMANS, “Algem<strong>en</strong>e situering. De huurovere<strong>en</strong>komst, de<br />
huurprijs <strong>en</strong> de huurwaarborg. Bespreking van de nieuwe voorschrift<strong>en</strong>”, Huur <strong>2007</strong>, p. 130-131, nr. 201.<br />
9<br />
Parl. St. Kamer <strong>2006</strong>-07, nr. 51-2873/001, 69-70 (memorie van toelichting); Parl. St. S<strong>en</strong>aat <strong>2006</strong>-07, nr. 3-<br />
2121/4, 7-8 <strong>en</strong> 19 (Verslag Willems <strong>en</strong> Zrih<strong>en</strong>).<br />
10<br />
Parl. St. Kamer <strong>2006</strong>-07, nr. 51-2874/001, 14 (advies R.v.St.).<br />
11<br />
Parl. St. Kamer <strong>2006</strong>-07, nr. 51-2873/020, 28 (Verslag Lahaye-Battheu).<br />
12<br />
Parl. St. Kamer <strong>2006</strong>-07, nr. 51-2873/020, 34-35 (Verslag Lahaye-Battheu).<br />
13<br />
A. VAN OEVELEN, “<strong>Wijziging<strong>en</strong></strong> in <strong>het</strong> (woning)<strong>huurrecht</strong>”, R.W. <strong>2007</strong>-08, 300; zie ook J . COLAES,<br />
“Rec<strong>en</strong>te wijziging<strong>en</strong> in de Huurwet <strong>2006</strong>-<strong>2007</strong>”, Huur <strong>2007</strong>, p. 144-145, nr. 94.<br />
14<br />
Antwoord van de minister van Justitie in Parl. St. Kamer <strong>2006</strong>-07, nr. 51-2873/020, 30 (Verslag Lahaye-<br />
Battheu).<br />
15<br />
A. VAN OEVELEN, “<strong>Wijziging<strong>en</strong></strong> in <strong>het</strong> (woning)<strong>huurrecht</strong>”, l.c., 301.
WIJZIGINGEN AAN HET HUURRECHT <strong>2006</strong>-<strong>2007</strong> 4<br />
5. De hierbov<strong>en</strong> vermelde doelstelling<strong>en</strong> van de wetgever mog<strong>en</strong> dan al<br />
lov<strong>en</strong>swaardig zijn 16 , de gebrekkige bepaling van <strong>het</strong> toepassingsgebied <strong>en</strong> de<br />
sanctieregeling zijn ronduit erbarmelijk.<br />
Onder de nieuwe <strong>en</strong> niet gedefinieerde term “bewoning in de ruime betek<strong>en</strong>is” valt niet<br />
<strong>en</strong>kel de woninghuur (huur hoofdverblijfplaats), waarop de regeling volg<strong>en</strong>s de<br />
memorie van toelichting betrekking heeft 17 ; <strong>het</strong> onzorgvuldig gebruik van niet<br />
gedefinieerde term<strong>en</strong> <strong>en</strong> de optie om de bepaling niet in de Woninghuurwet, maar in de<br />
algem<strong>en</strong>e bepaling<strong>en</strong> betreff<strong>en</strong>de de huur van onroer<strong>en</strong>de goeder<strong>en</strong> op te nem<strong>en</strong>, br<strong>en</strong>gt<br />
huurcontract<strong>en</strong> met betrekking tot tweede verblijv<strong>en</strong>, stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong>kamers of<br />
vakantiewoning<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s onder <strong>het</strong> toepassingsgebied. 18 De di<strong>en</strong>st Wetsevaluatie van<br />
de S<strong>en</strong>aat stelde met betrekking tot gem<strong>en</strong>gde huurcontract<strong>en</strong> de vraag of er dan e<strong>en</strong><br />
scheiding van de huurprijs voor <strong>het</strong> handels- <strong>en</strong> <strong>het</strong> privé-gedeelte moet word<strong>en</strong><br />
gemaakt. 19 Gem<strong>en</strong>gde huurcontract<strong>en</strong>, zoals e<strong>en</strong> handelshuur met e<strong>en</strong> accessoire<br />
woonfunctie, lijk<strong>en</strong> onder de ruime definitie te vall<strong>en</strong>, omdat de wettekst niet bepaalt<br />
dat <strong>het</strong> goed uitsluit<strong>en</strong>d of hoofdzakelijk voor bewoning di<strong>en</strong>t te word<strong>en</strong> gebruikt, maar<br />
daarover bestaat al betwisting in de eerste comm<strong>en</strong>tar<strong>en</strong> op de nieuwe regeling. 20 Zo<br />
wordt er gesteld dat de wetsbepaling ook van toepassing is op handelshuur of pacht, indi<strong>en</strong><br />
<strong>het</strong> verhuurde goed gedeeltelijk voor bewoning zal word<strong>en</strong> gebruikt. 21<br />
De beteugeling van e<strong>en</strong> verbint<strong>en</strong>is uit <strong>het</strong> Burgerlijk Wetboek met e<strong>en</strong> administratieve<br />
geldboete, afhankelijk van <strong>het</strong> initiatief dat e<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>te al dan niet neemt (<strong>aan</strong> de<br />
geme<strong>en</strong>telijke autonomie wordt niet geraakt <strong>en</strong> er bestaat ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel middel of sanctie<br />
om geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die de regeling niet uitwerk<strong>en</strong> onder druk te zett<strong>en</strong>) is e<strong>en</strong> ronduit slechte<br />
regeling die best zo spoedig mogelijk wordt opgehev<strong>en</strong>. 22 Uit de eerste reacties van de<br />
geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> blijkt dat er bijzonder weinig animo bestaat om e<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>telijk reglem<strong>en</strong>t<br />
uit te werk<strong>en</strong>, zodat de bepaling wellicht in e<strong>en</strong> overgroot deel van de geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> dode<br />
letter zal blijv<strong>en</strong> 23 , wat mete<strong>en</strong> e<strong>en</strong> nieuw probleem van rechtsonzekerheid <strong>en</strong> ongelijke<br />
behandeling van verhuurders in de zin van artikel 149 van de Grondwet oproept, al naar<br />
gelang van de geme<strong>en</strong>te waarin zij e<strong>en</strong> onroer<strong>en</strong>d goed verhur<strong>en</strong>. Ev<strong>en</strong> ongew<strong>en</strong>st lijkt<br />
de belasting van de politierechtbank<strong>en</strong> met huurgeschill<strong>en</strong>, meer bepaald de beroep<strong>en</strong><br />
16 Ev<strong>en</strong>wel werd al op<strong>en</strong>lijk de vraag geteld of de nieuwe verplichting ge<strong>en</strong> eerste stap is in de richting van e<strong>en</strong><br />
prijscontrole <strong>en</strong> <strong>het</strong> heff<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> belasting op de reële huurinkomst<strong>en</strong>, zie J . COLAES, l.c., p. 143, nr. 78.<br />
17 Parl. St. Kamer <strong>2006</strong>-07, nr. 51-2873/001, 71-72.<br />
18 Zie de antwoord<strong>en</strong> van de minister van Justitie in Parl. St. Kamer <strong>2006</strong>-07, nr. 51-2873/020, 35 (Verslag<br />
Lahaye-Battheu) <strong>en</strong> in Parl. St. S<strong>en</strong>aat <strong>2006</strong>-07, nr. 3-2121/4, 16 <strong>en</strong> 19 (Verslag Willems <strong>en</strong> Zrih<strong>en</strong>).<br />
19 Parl. St. S<strong>en</strong>aat <strong>2006</strong>-07, nr. 3-2121/4, 24; zie ook N. BERNARD, “La loi du 25 avril <strong>2007</strong> et les nouvelles<br />
dispositions <strong>en</strong> matière de bail à loyer”, J.T. <strong>2007</strong>, 521; A. VAN OEVELEN, “<strong>Wijziging<strong>en</strong></strong> in <strong>het</strong><br />
(woning)<strong>huurrecht</strong>”, l.c., 300).<br />
20 Zie B. LOUVEAUX, “La nouvelle loi sur les baux”, Immobilier <strong>2007</strong>, afl. 12, 3.<br />
21 J . COLAES, l.c., p. 143, nr. 79; D. MEULEMANS, l.c., p. 130, nr. 199.<br />
22 De oorspronkelijke tekst van <strong>het</strong> wetsontwerp ging zelfs nog verder door e<strong>en</strong> meldingsplicht voor elke te<br />
huurstelling <strong>aan</strong> de verhuurder mogelijk te mak<strong>en</strong>, waarbij de geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> de gegev<strong>en</strong>s in e<strong>en</strong> databestand zoud<strong>en</strong><br />
kunn<strong>en</strong> opnem<strong>en</strong> (zie Parl. St. Kamer <strong>2006</strong>-07, nr. 51-2873/001, 352). Indi<strong>en</strong> de verhuurder dat niet zou do<strong>en</strong>,<br />
bestond de sanctie erin dat <strong>aan</strong> de huurder e<strong>en</strong> verzakingsrecht werd toegek<strong>en</strong>d, uit te oef<strong>en</strong><strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de ti<strong>en</strong><br />
werkdag<strong>en</strong> na ondertek<strong>en</strong>ing van <strong>het</strong> huurcontract. Na kritiek van de afdeling wetgeving van de Raad van State,<br />
onder meer op <strong>het</strong> onverplicht karakter van <strong>het</strong> systeem <strong>en</strong> de daaruit voortvloei<strong>en</strong>de sch<strong>en</strong>ding van <strong>het</strong><br />
gelijkheidsbeginsel - kritiek die o.i. overeind blijft met betrekking tot de huidige sanctieregeling - werd dit deel<br />
van <strong>het</strong> wetsontwerp ingetrokk<strong>en</strong> (zie advies R.v.St., Parl. St. Kamer <strong>2006</strong>-07, nr. 51-2873/017, 5).<br />
23 Zie S. BEYAERT, o.c., p. 157, nr. 28; B. LOUVEAUX, "La nouvelle loi sur les baux”, l.c., 5.
WIJZIGINGEN AAN HET HUURRECHT <strong>2006</strong>-<strong>2007</strong> 5<br />
teg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>telijke administratieve beslissing om e<strong>en</strong> geldboete op te legg<strong>en</strong><br />
(artikel 601ter Ger.W.). 24<br />
B. Informatieplicht m.b.t. de kost<strong>en</strong> <strong>en</strong> last<strong>en</strong><br />
6. De verhuurder die nalaat mede te del<strong>en</strong> dat de werkelijke kost<strong>en</strong> ruimschoots<br />
<strong>het</strong> bedrag van <strong>het</strong> overe<strong>en</strong>gekom<strong>en</strong> m<strong>aan</strong>delijkse voorschot zull<strong>en</strong> overschrijd<strong>en</strong>, schiet<br />
te kort in zijn precontractuele informatieverplichting <strong>en</strong> kan <strong>aan</strong>sprakelijk word<strong>en</strong><br />
gesteld op grond van e<strong>en</strong> culpa in contrah<strong>en</strong>do. 25 In de zaak die <strong>aan</strong>leiding gaf tot <strong>het</strong><br />
<strong>aan</strong>gehaalde vonnis van de Rechtbank van koophandel te Brussel bedroeg de werkelijke<br />
kostprijs ongeveer <strong>het</strong> dubbele van de voorschott<strong>en</strong> die de huurder di<strong>en</strong>de te betal<strong>en</strong>. De<br />
huurder werd daardoor misleid bij <strong>het</strong> bepal<strong>en</strong> van <strong>het</strong> ondernemingsrisico dat hij<br />
w<strong>en</strong>ste te nem<strong>en</strong> <strong>en</strong> bekwam de <strong>aan</strong>stelling van e<strong>en</strong> gerechtsdeskundige met als<br />
opdracht de financiële schade te ram<strong>en</strong> t<strong>en</strong> gevolge van de noodzaak zwaardere last<strong>en</strong> te<br />
moet<strong>en</strong> drag<strong>en</strong> <strong>en</strong> advies te verl<strong>en</strong><strong>en</strong> over de omvang van de huurprijs die partij<strong>en</strong><br />
kond<strong>en</strong> overe<strong>en</strong>kom<strong>en</strong>, indi<strong>en</strong> de huurder correcte informatie over de omvang van de<br />
werkelijke kost<strong>en</strong> <strong>en</strong> last<strong>en</strong> zou hebb<strong>en</strong> gekreg<strong>en</strong>.<br />
7. De informatieverplichting waartoe de verhuurder is gehoud<strong>en</strong>, kreeg voor wat<br />
betreft de geme<strong>en</strong>schappelijke last<strong>en</strong> in geval van de verhuring van e<strong>en</strong> goed dat<br />
bestemd is tot bewoning in de ruime zin, e<strong>en</strong> bijkom<strong>en</strong>de wettelijke grondslag. Artikel<br />
1716 van <strong>het</strong> Burgerlijk Wetboek verplicht de verhuurder bij e<strong>en</strong> dergelijke te<br />
huurstelling door middel van e<strong>en</strong> officiële of publieke mededeling niet alle<strong>en</strong> <strong>het</strong> bedrag<br />
van de huurprijs, maar ook van de “geme<strong>en</strong>schappelijke last<strong>en</strong>” te vermeld<strong>en</strong>. De<br />
wetgever hanteert hier e<strong>en</strong> foutieve <strong>en</strong> misleid<strong>en</strong>de terminologie die niet strookt met<br />
zijn eig<strong>en</strong> doelstelling. Er werd al gesteld dat de informatieplicht wel degelijk<br />
betrekking zou hebb<strong>en</strong> op alle kost<strong>en</strong> <strong>en</strong> last<strong>en</strong> die contractueel <strong>aan</strong> de huurder word<strong>en</strong><br />
opgelegd <strong>en</strong> niet <strong>en</strong>kel op de geme<strong>en</strong>schappelijke last<strong>en</strong>, welke terminologie betrekking<br />
heeft op de kost<strong>en</strong> <strong>en</strong> last<strong>en</strong> die in appartem<strong>en</strong>tsgebouw<strong>en</strong> onder <strong>het</strong> stelsel van de<br />
mede-eig<strong>en</strong>dom kunn<strong>en</strong> ontst<strong>aan</strong>. 26 De wetgever wou blijkbaar e<strong>en</strong> onderscheid mak<strong>en</strong><br />
tuss<strong>en</strong> de geme<strong>en</strong>schappelijke kost<strong>en</strong>, waarvan de omvang gek<strong>en</strong>d kan zijn, <strong>en</strong> de<br />
individuele kost<strong>en</strong> die verband houd<strong>en</strong> met <strong>het</strong> persoonlijk verbruik van verwarming,<br />
water <strong>en</strong> gas door de huurder. 27 Die beperking is gelet op <strong>het</strong> oogmerk van de<br />
wetsbepaling onlogisch 28 ; ook met betrekking tot de individuele verbruikskost<strong>en</strong> van de<br />
huurder kan door de verhuurder relevante informatie op grond van ervaring<strong>en</strong> met<br />
vorige huurders word<strong>en</strong> verstrekt. De uitsluiting om de individuele kost<strong>en</strong> niet te<br />
vermeld<strong>en</strong>, is in elk geval onterecht indi<strong>en</strong> die kost<strong>en</strong> door middel van e<strong>en</strong> forfait of bij<br />
wijze van voorschott<strong>en</strong> word<strong>en</strong> verrek<strong>en</strong>d. Die informatie kan zonder <strong>en</strong>ig probleem<br />
door de verhuurder word<strong>en</strong> verstrekt, maar de sanctionering van e<strong>en</strong> verzuim op dit punt<br />
zal niet geschied<strong>en</strong> door middel van de ev<strong>en</strong>tuele geme<strong>en</strong>telijke administratieve boetes,<br />
waarnaar artikel 1716 van <strong>het</strong> Burgerlijk Wetboek verwijst, maar op grond van de leer<br />
van de precontractuele <strong>aan</strong>sprakelijkheid. Wat immers ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s ontbreekt in de<br />
wettelijke regeling is de verplichte vermelding van <strong>het</strong> stelsel dat de verhuurder voor de<br />
<strong>aan</strong>rek<strong>en</strong>ing van de kost<strong>en</strong> hanteert, meer bepaald de keuze tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> forfaitair stelsel<br />
24 A. VAN OEVELEN, “<strong>Wijziging<strong>en</strong></strong> in <strong>het</strong> (woning)<strong>huurrecht</strong>”, l.c., 301.<br />
25 Kh. Brussel 22 november 1995, T. Vred. 1997, 114; J. VANKERCKHOVE (dir.), P. COECKELBERGHS, A.<br />
DEVREUX , J.-M. LETIER, B. LOUVEAUX, B. VANDEPUTTE <strong>en</strong> M. VLIES, Le louage de choses, I, Les baux<br />
<strong>en</strong> général in Les Novelles, Droit civil, VI, Brussel, Larcier, 2 de ed., 2000, p. 552, nr. 825ter.<br />
26 D. MEULEMANS, l.c., p. 131, nr. 204.<br />
27 Parl. St. Kamer <strong>2006</strong>-07, nr. 51-2873/001, 70 (memorie van toelichting).<br />
28 Cf. N. BERNARD, “La loi du 25 avril <strong>2007</strong> et les nouvelles dispositions <strong>en</strong> matière de bail à loyer”, l.c., 514.
WIJZIGINGEN AAN HET HUURRECHT <strong>2006</strong>-<strong>2007</strong> 6<br />
<strong>en</strong> e<strong>en</strong> stelsel gebaseerd op e<strong>en</strong> jaarlijkse afrek<strong>en</strong>ing <strong>aan</strong> de hand van de werkelijke<br />
uitgav<strong>en</strong>. 29<br />
8. Indi<strong>en</strong> de te huurstelling betrekking heeft op e<strong>en</strong> eerste verhuring, bijvoorbeeld<br />
van e<strong>en</strong> nieuwbouw, doet de verhuurder er goed <strong>aan</strong> dit te vermeld<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>aan</strong> te gev<strong>en</strong><br />
dat de informatie bij b<strong>en</strong>adering wordt verstrekt. 30<br />
C. Schriftelijke huurovere<strong>en</strong>komst met bijlage<br />
1. Principes<br />
9. Door de Wet van 26 april <strong>2007</strong> houd<strong>en</strong>de bepaling<strong>en</strong> inzake de woninghuur 31<br />
wordt e<strong>en</strong> artikel 1bis in de Woninghuurwet ingevoegd op grond waarvan<br />
woninghuurcontract<strong>en</strong> voort<strong>aan</strong> 32 schriftelijk moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> <strong>aan</strong>geg<strong>aan</strong>. Deze<br />
verplichting op <strong>het</strong> gebied van woninghuur bracht de wetgever ertoe om de tekst van<br />
artikel 1714 van <strong>het</strong> Burgerlijk Wetboek <strong>aan</strong> te pass<strong>en</strong> <strong>en</strong> de best<strong>aan</strong>de regel dat m<strong>en</strong><br />
kan hur<strong>en</strong> bij geschrift of mondeling te lat<strong>en</strong> voorafg<strong>aan</strong> door de zinsnede “behalve<br />
teg<strong>en</strong>strijdige wettelijke bepaling<strong>en</strong>”. 33 Die teg<strong>en</strong>strijdige wettelijke bepaling<strong>en</strong>, die <strong>het</strong><br />
gebruik van e<strong>en</strong> geschrift oplegg<strong>en</strong>, vindt m<strong>en</strong> in de artikel<strong>en</strong> 1bis <strong>en</strong> 3, §§ 6-8 van de<br />
Woninghuurwet, artikel 1714bis van <strong>het</strong> Burgerlijk Wetboek <strong>en</strong> artikel 3 van de<br />
Pachtwet.<br />
10. Van elke huurovere<strong>en</strong>komst die onder de toepassing van de Woninghuurwet<br />
valt <strong>en</strong> die betrekking heeft op de hoofdverblijfplaats van de huurder moet e<strong>en</strong> geschrift<br />
word<strong>en</strong> opgesteld dat, afgezi<strong>en</strong> van andere nadere regels 34 , de volg<strong>en</strong>de<br />
minimuminhoud 35 moet vermeld<strong>en</strong>:<br />
- de id<strong>en</strong>titeit van alle contracter<strong>en</strong>de partij<strong>en</strong>,<br />
- de begindatum van de overe<strong>en</strong>komst,<br />
- de <strong>aan</strong>wijzing van alle ruimtes <strong>en</strong> gedeelt<strong>en</strong> van <strong>het</strong> gebouw die <strong>het</strong> voorwerp van<br />
de verhuur zijn,<br />
- <strong>het</strong> bedrag van de huur (art. 1bis, eerste lid van de Woninghuurwet). 36<br />
Met dit voorschrift w<strong>en</strong>st de wetgever e<strong>en</strong> beter ev<strong>en</strong>wicht tot stand te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong><br />
de recht<strong>en</strong> <strong>en</strong> plicht<strong>en</strong> van partij<strong>en</strong> <strong>en</strong> de verhuurmarkt transparanter te mak<strong>en</strong> 37 , maar<br />
29<br />
J . COLAES, l.c., p. 144, nr. 89; D. MEULEMANS, l.c., p. 131, nr. 204.<br />
30<br />
B. LOUVEAUX, "La nouvelle loi sur les baux”, l.c., 4.<br />
31<br />
B.S. 5 juni <strong>2007</strong>, ed. 1.<br />
32<br />
De nieuwe verplichting geldt <strong>en</strong>kel voor de woninghuurovere<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> geslot<strong>en</strong> na de inwerkingtreding<br />
ervan, dit wil zegg<strong>en</strong> vanaf 15 juni <strong>2007</strong>.<br />
33<br />
Ingevoegd door artikel 97 van de Wet van 25 april <strong>2007</strong> houd<strong>en</strong>de diverse bepaling<strong>en</strong> (IV), B.S. 8 mei <strong>2007</strong>.<br />
34<br />
Hiermee word<strong>en</strong> wellicht de regels die geld<strong>en</strong> voor <strong>het</strong> opmak<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> notariële of e<strong>en</strong> onderhandse akte<br />
bedoeld (A. VAN OEVELEN, “<strong>Wijziging<strong>en</strong></strong> in <strong>het</strong> (woning)<strong>huurrecht</strong>”, l.c., 298).<br />
35<br />
De opsomming is onvolledig, omdat <strong>het</strong> type woninghuurovere<strong>en</strong>komst erin ontbreekt, alsook <strong>het</strong> bedrag <strong>en</strong><br />
de berek<strong>en</strong>ingswijze van de kost<strong>en</strong> <strong>en</strong> last<strong>en</strong> (S. BEYAERT, o.c., p. 171, nr. 60; D. MEULEMANS, l.c., p. 114,<br />
nr. 59), ev<strong>en</strong>als de <strong>aan</strong>duiding van de bestemming van <strong>het</strong> goed, de duurtijd, de opzeggingsmogelijkhed<strong>en</strong>, de<br />
waarborg <strong>en</strong>zovoort (J . COLAES, l.c., p. 141, nr. 63). Deze laatste auteur pleit ervoor om in plaats van de<br />
vulgariser<strong>en</strong>de bijlage van artikel 11bis van de Woninghuurwet e<strong>en</strong> duidelijke modelovere<strong>en</strong>komst op te stell<strong>en</strong>.<br />
36<br />
Wet van 26 april <strong>2007</strong> houd<strong>en</strong>de bepaling<strong>en</strong> inzake de woninghuur, B.S. 5 juni <strong>2007</strong>.
WIJZIGINGEN AAN HET HUURRECHT <strong>2006</strong>-<strong>2007</strong> 7<br />
<strong>het</strong> voorschrift hangt uiteraard ook sam<strong>en</strong> met de doelstelling uit de Programmawet I<br />
van 27 december <strong>2006</strong> om alle woninghuurcontract<strong>en</strong> te lat<strong>en</strong> registrer<strong>en</strong>, <strong>aan</strong>gezi<strong>en</strong> <strong>het</strong><br />
e<strong>en</strong> daartoe voorafg<strong>aan</strong>de voorwaarde begunstigt. 38 E<strong>en</strong> bijkom<strong>en</strong>d voordeel is uiteraard<br />
dat e<strong>en</strong> geschrift bewijsmoeilijkhed<strong>en</strong> voorkomt. 39<br />
11. Aan de huurovere<strong>en</strong>komst wordt voort<strong>aan</strong> overe<strong>en</strong>komstig <strong>het</strong> nieuwe artikel<br />
11bis van de Woninghuurwet verplicht<strong>en</strong>d e<strong>en</strong> bijlage toegevoegd. Die bijlage bevat<br />
onder meer de gewestelijke kwaliteitsnorm<strong>en</strong> <strong>en</strong> verschilt daarom van gewest tot<br />
gewest. Het model ervan wordt bij koninklijk besluit van 4 mei <strong>2007</strong> vastgelegd <strong>en</strong><br />
bevat e<strong>en</strong> uitleg over de wettelijke bepaling<strong>en</strong> met betrekking tot de in de wet<br />
opgesomde bestanddel<strong>en</strong> die in <strong>het</strong> schriftelijk contract moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. 40<br />
De wettekst bevat ge<strong>en</strong> sanctie voor <strong>het</strong> geval er ge<strong>en</strong> bijlage zou word<strong>en</strong> toegevoegd,<br />
noch de <strong>aan</strong>duiding op wie die verplichting rust. Logischerwijze lijkt dit de verhuurder<br />
te zijn 41 , hoewel dit uiteraard beter uitdrukkelijk zou word<strong>en</strong> bepaald. Ev<strong>en</strong>min bepaalt<br />
de wet dat deze bijlage sam<strong>en</strong> met <strong>het</strong> huurcontract moet word<strong>en</strong> geregistreerd. Bij<br />
<strong>aan</strong>bieding ter registratie sam<strong>en</strong> met <strong>het</strong> huurcontract is de registratie kosteloos. Daartoe<br />
is niet vereist dat er in de overe<strong>en</strong>komst uitdrukkelijk naar de bijlage wordt verwez<strong>en</strong> 42 ,<br />
hoewel dit omwille van de redactionele duidelijkheid van <strong>het</strong> huurcontract <strong>aan</strong> te rad<strong>en</strong><br />
is. De informatie in de bijlage is uiteraard e<strong>en</strong> mom<strong>en</strong>topname van de stand van de<br />
wetgeving op <strong>het</strong> og<strong>en</strong>blik van <strong>het</strong> sluit<strong>en</strong> van <strong>het</strong> huurcontract; de wet bepaalt niet dat<br />
latere wijziging<strong>en</strong> <strong>aan</strong> <strong>het</strong> <strong>huurrecht</strong> toegevoegd di<strong>en</strong><strong>en</strong> te word<strong>en</strong>. Het is de taak van de<br />
overheid om daarover op e<strong>en</strong> duidelijke <strong>en</strong> begrijpelijke wijze informatie te verstrekk<strong>en</strong>.<br />
12. Bij ontst<strong>en</strong>t<strong>en</strong>is van uitvoering van de verplichting <strong>het</strong> huurcontract bij<br />
geschrift op te stell<strong>en</strong>, kan de meest gerede contractspartij binn<strong>en</strong> acht dag<strong>en</strong> na e<strong>en</strong><br />
ingebrekestelling die betek<strong>en</strong>d wordt bij e<strong>en</strong> ter post <strong>aan</strong>getek<strong>en</strong>de brief of bij<br />
deurwaardersexploot, de andere partij in voorkom<strong>en</strong>d geval via gerechtelijke weg<br />
verplicht<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> schriftelijke overe<strong>en</strong>komst op te stell<strong>en</strong>, te vervolledig<strong>en</strong> of te<br />
ondertek<strong>en</strong><strong>en</strong> overe<strong>en</strong>komstig artikel 1bis, eerste lid van de Woninghuurwet <strong>en</strong> indi<strong>en</strong><br />
nodig <strong>aan</strong> de rechter te verzoek<strong>en</strong> dat <strong>het</strong> vonnis de waarde zou hebb<strong>en</strong> van e<strong>en</strong><br />
schriftelijke huurovere<strong>en</strong>komst (artikel 1bis, tweede lid Woninghuurwet). Deze<br />
mogelijkheid toont <strong>aan</strong> dat <strong>het</strong> woninghuurcontract ge<strong>en</strong> plechtig contract wordt, zodat<br />
er van ongeldigheid of onbest<strong>aan</strong>baarheid bij ontst<strong>en</strong>t<strong>en</strong>is van e<strong>en</strong> geschrift ge<strong>en</strong> sprake<br />
kan zijn. 43 E<strong>en</strong> voorafg<strong>aan</strong>de mondelinge overe<strong>en</strong>komst tuss<strong>en</strong> de partij<strong>en</strong> perkt de<br />
bevoegdheid van de rechter in (artikel 1bis, derde lid Woninghuurwet).<br />
37<br />
Verklaring van de minister van Justitie, Parl. St. Kamer <strong>2006</strong>-07, nr. 51-2873/020, 9-10 (Verslag Lahaye-<br />
Battheu).<br />
38<br />
Parl. St. Kamer <strong>2006</strong>-07, nr. 51-2874/001, 3 (memorie van toelichting).<br />
39<br />
S. BEYAERT, o.c., p. 171, nr. 59.<br />
40<br />
Artikel 11bis van de Woninghuurwet, ingevoegd door artikel 102 van de Wet van 25 april <strong>2007</strong> houd<strong>en</strong>de<br />
diverse bepaling<strong>en</strong> (IV), B.S. 8 mei <strong>2007</strong>. Zie voor <strong>het</strong> model van de bijlag<strong>en</strong> (waarvan er één versie per gewest<br />
bestaat): K.B. 4 mei <strong>2007</strong>, B.S. 21 mei <strong>2007</strong>, err. B.S. 31 mei <strong>2007</strong>, ed. 2. De bijlage vermeldt naar gelang van<br />
<strong>het</strong> gewest de norm<strong>en</strong> inzake veiligheid, gezondheid <strong>en</strong> bewoonbaarheid, alsook e<strong>en</strong> uitleg over de ess<strong>en</strong>tiële<br />
aspect<strong>en</strong> van de federale Woninghuurwet. Er wordt ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s verwez<strong>en</strong> naar de uitgebreidere informatiebrochure<br />
van de FOD Justitie over de Huurwet <strong>en</strong> naar instanties waar meer informatie kan word<strong>en</strong> verkreg<strong>en</strong><br />
(registratiekantor<strong>en</strong>, Vlaamse overheid, justitiehuiz<strong>en</strong>, bureaus voor juridische bijstand, Orde van advocat<strong>en</strong>).<br />
41<br />
J . COLAES, l.c., p. 153, nr. 154.<br />
42<br />
J . COLAES, l.c., p. 150, nr. 134 <strong>en</strong> p. 153, nr. 153; zie ook FOD Financiën, Circulaire nr. 12/<strong>2007</strong> (AFZ 9/<strong>2007</strong>)<br />
van 4 juli <strong>2007</strong>, www.fisconet.fgov.be.<br />
43 S. BEYAERT, o.c., p. 171, nr. 61.
WIJZIGINGEN AAN HET HUURRECHT <strong>2006</strong>-<strong>2007</strong> 8<br />
13. Uit deze regeling volgt dat indi<strong>en</strong> partij<strong>en</strong> er niet toe kom<strong>en</strong> e<strong>en</strong> geschrift op te<br />
stell<strong>en</strong>, elke partij de andere kan dwing<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> schriftelijke overe<strong>en</strong>komst via<br />
gerechtelijke weg op te stell<strong>en</strong>, te vervolledig<strong>en</strong> of te ondertek<strong>en</strong><strong>en</strong> na ingebrekestelling<br />
bij <strong>aan</strong>getek<strong>en</strong>de brief of deurwaardersexploot. De ingebrekestelling di<strong>en</strong>t de<br />
huurbestanddel<strong>en</strong> te vermeld<strong>en</strong>. Dit houdt in dat de eiser, in geval van blijv<strong>en</strong>de<br />
betwisting, <strong>het</strong> best<strong>aan</strong> van deze huurbestanddel<strong>en</strong> zal moet<strong>en</strong> <strong>aan</strong>ton<strong>en</strong>. Blijft e<strong>en</strong> partij<br />
weiger<strong>en</strong>, dan kan de andere partij na acht dag<strong>en</strong> de zaak voor de vrederechter br<strong>en</strong>g<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> zal <strong>het</strong> vonnis waarbij de inhoud van de tuss<strong>en</strong> partij<strong>en</strong> geslot<strong>en</strong> overe<strong>en</strong>komst wordt<br />
vastgesteld de waarde hebb<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> schriftelijke huurovere<strong>en</strong>komst (artikel 1bis,<br />
tweede lid van de Woninghuurwet). Hoewel de afdeling wetgeving van de Raad van<br />
State suggereerde dat e<strong>en</strong> mondeling woninghuurcontract nietig zou zijn 44 , lijkt er<br />
daarvoor ge<strong>en</strong> wettelijke grondslag te zijn <strong>en</strong> is er ge<strong>en</strong> andere sanctie dan <strong>het</strong> ultiem<br />
beroep op de rechter. 45 De rechter is gehoud<strong>en</strong> de inhoud van de voorafg<strong>aan</strong>de<br />
mondelinge overe<strong>en</strong>komst zo nauwgezet mogelijk te achterhal<strong>en</strong>. Artikel 1bis, derde lid<br />
van de Woninghuurwet bepaalt dat e<strong>en</strong> voorafg<strong>aan</strong>de mondelinge overe<strong>en</strong>komst de<br />
bevoegdheid van de rechter inperkt. Wanneer m<strong>en</strong> de <strong>Frans</strong>talige wettekst leest 46 , kan<br />
dit ook louter betek<strong>en</strong><strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> mondelinge overe<strong>en</strong>komst noodzakelijk is om tot e<strong>en</strong><br />
schriftelijk contract te kom<strong>en</strong>, wat niet meer betek<strong>en</strong>t dan dat de wil van één van de<br />
partij<strong>en</strong> niet volstaat om in e<strong>en</strong> schriftelijke overe<strong>en</strong>komst te word<strong>en</strong> omgezet. 47 De taak<br />
van de rechter lijkt bijzonder moeilijk. De specifieke bewijsregeling op <strong>het</strong> gebied van<br />
huur zoals vervat in artikel 1715 van <strong>het</strong> Burgerlijk Wetboek werd niet gewijzigd, zodat<br />
de huur die zonder geschrift werd <strong>aan</strong>geg<strong>aan</strong> <strong>en</strong> nog niet werd uitgevoerd niet kan<br />
word<strong>en</strong> bewez<strong>en</strong> door getuig<strong>en</strong>. 48 Het is de bedoeling van de wetgever dat de<br />
vrederechter, voor wie de zaak volg<strong>en</strong>s de normale procedureregels inzake huur wordt<br />
gebracht, de in gebreke blijv<strong>en</strong>de partij <strong>aan</strong>m<strong>aan</strong>t om binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> door hem opgelegde<br />
termijn <strong>aan</strong> <strong>het</strong> wettelijk voorschrift te voldo<strong>en</strong>. Daartoe kan e<strong>en</strong> ontwerp van tekst, dat<br />
door de andere (eis<strong>en</strong>de) partij werd opgesteld of door de vrederechter zelf, op basis van<br />
de gegev<strong>en</strong>s van <strong>het</strong> dossier <strong>en</strong> de verklaring<strong>en</strong> op de zitting, <strong>aan</strong> de weigerachtige partij<br />
word<strong>en</strong> overgemaakt. 49 Wordt dit docum<strong>en</strong>t niet ondertek<strong>en</strong>d, dan kan er e<strong>en</strong> vonnis<br />
word<strong>en</strong> geveld; dit vonnis heeft dezelfde waarde als e<strong>en</strong> schriftelijke (auth<strong>en</strong>tieke!)<br />
huurovere<strong>en</strong>komst <strong>en</strong> bevat minimaal alle door de wet verplichte vermelding<strong>en</strong>.<br />
14. De afdeling wetgeving van de Raad van State formuleerde <strong>en</strong>kele opmerking<strong>en</strong><br />
bij deze nogal onduidelijke regeling. Onder meer werd de vraag opgeworp<strong>en</strong> of de<br />
rechter met zijn vonnis de partij<strong>en</strong> zou kunn<strong>en</strong> verplicht<strong>en</strong> e<strong>en</strong> huurovere<strong>en</strong>komst te<br />
sluit<strong>en</strong>. Tev<strong>en</strong>s werd opgemerkt dat de omstandighed<strong>en</strong> waarin de rechter kan besluit<strong>en</strong><br />
tot <strong>het</strong> best<strong>aan</strong> van e<strong>en</strong> overe<strong>en</strong>komst, die onder zijn gezag schriftelijk moet word<strong>en</strong><br />
vastgelegd, nauwkeuriger kond<strong>en</strong> word<strong>en</strong> geformuleerd. Ev<strong>en</strong>min vindt m<strong>en</strong> in de<br />
memorie van toelichting e<strong>en</strong> rechtvaardiging waarom deze regeling ver<strong>en</strong>igbaar blijft<br />
met artikel 16 van de Grondwet. 50<br />
44 Parl. St. Kamer <strong>2006</strong>-07, nr. 51-2874/001, 14 (advies R.v.St.).<br />
45 In dezelfde zin: N. BERNARD, “La loi du 25 avril <strong>2007</strong> et les nouvelles dispositions <strong>en</strong> matière de bail à<br />
loyer”, l.c., 521.<br />
46 « La compét<strong>en</strong>ce du juge est limitée par l’exist<strong>en</strong>ce préalable d’un contrat oral <strong>en</strong>tre les parties. »<br />
47 J . COLAES, l.c., p. 141, nr. 67.<br />
48 S. BEYAERT, o.c., p. 172, nr. 62.<br />
49 Zie de verklaring<strong>en</strong> van de afgevaardigde van de regering voor de afdeling wetgeving van de Raad van State,<br />
Parl. St. Kamer <strong>2006</strong>-07, nr. 51-2874/001, 10 e.v.; zie ook N. BERNARD, “La loi du 25 avril <strong>2007</strong> et les<br />
nouvelles dispositions <strong>en</strong> matière de bail à loyer”, l.c., 520.<br />
50 Parl. St. Kamer <strong>2006</strong>-<strong>2007</strong>, nr. 51-2874/001, 12.
WIJZIGINGEN AAN HET HUURRECHT <strong>2006</strong>-<strong>2007</strong> 9<br />
15. Onverminderd artikel 1bis, tweede <strong>en</strong> derde lid van de Woninghuurwet blijv<strong>en</strong><br />
de vóór de inwerkingtreding van dit artikel 1bis Woninghuurwet mondeling geslot<strong>en</strong><br />
huurovere<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> onder de toepassing van de Woninghuurwet (art. 1bis, vierde lid<br />
Woninghuurwet). Deze vrij evid<strong>en</strong>te toevoeging was vereist om elke verwijzing naar<br />
e<strong>en</strong> idee uit de memorie van toelichting bij de oorspronkelijke tekst van <strong>het</strong><br />
wetsontwerp te wer<strong>en</strong>, meer bepaald de opmerking dat de huurovere<strong>en</strong>komst dan zou<br />
word<strong>en</strong> beheerst door de regels van <strong>het</strong> algeme<strong>en</strong> <strong>huurrecht</strong>. 51 Deze “gaffe” die<br />
regelrecht zou indruis<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> van de doelstelling<strong>en</strong> van de wetgever, meer bepaald<br />
de betere bescherming van de huisvesting van de huurder, werd gelukkig tijdig<br />
opgemerkt in de loop van de parlem<strong>en</strong>taire bespreking, maar toont nogmaals <strong>aan</strong> van<br />
welke armzalige voorbereid<strong>en</strong>de tekst<strong>en</strong> de wetgever di<strong>en</strong>de te vertrekk<strong>en</strong>.<br />
16. De vóór de inwerkingtreding van deze bepaling geslot<strong>en</strong> mondelinge<br />
huurovere<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong> onder de toepassing van de Woninghuurwet vall<strong>en</strong> 52 , maar<br />
elke partij kan op grond van de nieuwe bepaling<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong> dat de inhoud ervan<br />
schriftelijk wordt bevestigd volg<strong>en</strong>s de hiervoor vermelde formaliteit<strong>en</strong> <strong>en</strong> procedure<br />
(artikel 1bis, vierde lid van de Woninghuurwet). Aldus wordt de verplichting om <strong>het</strong><br />
woninghuurcontract schriftelijk op te stell<strong>en</strong> langs deze omweg toch van toepassing<br />
gemaakt op de woninghuurcontract<strong>en</strong> geslot<strong>en</strong> vóór 15 juni <strong>2007</strong>, hoewel zij niet onder<br />
de verplichting van artikel 1bis, eerste lid van de Woninghuurwet vall<strong>en</strong>. 53<br />
2. Huisvesting van stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />
17. Artikel 1bis van de Woninghuurwet is ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s van toepassing op de huur van<br />
e<strong>en</strong> kamer bedoeld voor de huisvesting van één of meerdere stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> (nieuw artikel<br />
1714bis B.W.). 54 Deze bepaling geldt voor de vanaf 18 mei <strong>2007</strong> geslot<strong>en</strong><br />
huurovere<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> met betrekking tot e<strong>en</strong> stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong>kamer, die voort<strong>aan</strong> schriftelijk<br />
moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> <strong>aan</strong>geg<strong>aan</strong> <strong>en</strong> die dezelfde minimuminhoud als e<strong>en</strong> woninghuurcontract<br />
moet<strong>en</strong> bevatt<strong>en</strong>. De procedure die geldt bij ontst<strong>en</strong>t<strong>en</strong>is van uitvoering van de<br />
verplichting <strong>het</strong> woninghuurcontract bij geschrift op te stell<strong>en</strong> (zie supra), is hier<br />
ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s van toepassing. Daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> werd de formele verplichting van artikel 11bis<br />
van de Woninghuurwet niet uitgebreid tot de huur van stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong>kamers, zodat er ge<strong>en</strong><br />
verplichte bijlag<strong>en</strong> toe te voeg<strong>en</strong> zijn.<br />
51<br />
Verklaring van de minister van Justitie in de memorie van toelichting, Parl. St. Kamer <strong>2006</strong>-<strong>2007</strong>, nr. 51-<br />
2874/001, 4.<br />
52<br />
Aangezi<strong>en</strong> er ge<strong>en</strong> geschrift bestaat, zal e<strong>en</strong> dergelijke woninghuur van rechtswege als e<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>jarige<br />
woninghuurovere<strong>en</strong>komst word<strong>en</strong> beschouwd (M. DAMBRE <strong>en</strong> B. HUBEAU, Woninghuur in A.P.R.,<br />
Antwerp<strong>en</strong>, Kluwer, 2002, p. 302, nr. 783 <strong>en</strong> p. 353, nrs. 936-937). De in de memorie van toelichting vertolkte<br />
m<strong>en</strong>ing dat e<strong>en</strong> huurder door middel van e<strong>en</strong> mondelinge woninghuurovere<strong>en</strong>komst ge<strong>en</strong> bescherming zou<br />
g<strong>en</strong>iet<strong>en</strong> (Parl. St. Kamer <strong>2006</strong>-07, nr. 51-2874/001, 3), is derhalve volstrekt onjuist. Het is zeker ge<strong>en</strong><br />
vastst<strong>aan</strong>d gegev<strong>en</strong> dat de woninghuurder beter beschermd zou zijn door e<strong>en</strong> schriftelijk dan door e<strong>en</strong> mondeling<br />
contract, rek<strong>en</strong>ing houd<strong>en</strong>d met <strong>het</strong> ontbrek<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> typehuurovere<strong>en</strong>komst <strong>en</strong> de vaststelling dat huurders<br />
vaak te mak<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> met toetredingscontract<strong>en</strong> met voor h<strong>en</strong> ongunstige beding<strong>en</strong> (N. BERNARD, “La loi du<br />
25 avril <strong>2007</strong> et les nouvelles dispositions <strong>en</strong> matière de bail à loyer”, l.c., 521).<br />
53<br />
A. VAN OEVELEN, “<strong>Wijziging<strong>en</strong></strong> in <strong>het</strong> (woning)<strong>huurrecht</strong>”, l.c., 299.<br />
54<br />
Ingevoegd bij artikel 98 van de Wet van 25 april <strong>2007</strong> houd<strong>en</strong>de diverse bepaling<strong>en</strong> (IV), B.S. 8 mei <strong>2007</strong>.
WIJZIGINGEN AAN HET HUURRECHT <strong>2006</strong>-<strong>2007</strong> 10<br />
D. De fiscale registratieverplichting<br />
1. Principe<br />
18. Elke huurovere<strong>en</strong>komst die in de vorm van e<strong>en</strong> onderhandse akte wordt<br />
opgesteld <strong>en</strong> betrekking heeft op e<strong>en</strong> in België geleg<strong>en</strong> onroer<strong>en</strong>d goed, moet volg<strong>en</strong>s<br />
<strong>het</strong> Wetboek van Registratierecht<strong>en</strong> verplicht ter registratie word<strong>en</strong> <strong>aan</strong>gebod<strong>en</strong>. 55<br />
Artikel 35, eerste lid, 7° W. Reg. 56 <strong>en</strong> artikel 5bis van de Woninghuurwet 57 legg<strong>en</strong><br />
respectievelijk sinds 1 januari <strong>2007</strong> <strong>en</strong> 1 juli <strong>2007</strong> 58 de registratieverplichting inzake<br />
woninghuurcontract<strong>en</strong> 59 exclusief t<strong>en</strong> laste van de verhuurder. Daardoor komt er voor<br />
woninghuur e<strong>en</strong> einde <strong>aan</strong> de regeling die de registratieverplichting als e<strong>en</strong> ondeelbare<br />
verbint<strong>en</strong>is op de huurder <strong>en</strong> de verhuurder legt. T<strong>en</strong> gevolge van de burgerrechtelijke<br />
herhaling van de verplichting van de verhuurder om in te st<strong>aan</strong> voor de registratie van<br />
<strong>het</strong> huurcontract, die van dwing<strong>en</strong>d recht is, wordt vermed<strong>en</strong> dat de verhuurder deze<br />
fiscale verplichting t<strong>en</strong> <strong>aan</strong>zi<strong>en</strong> van de fiscus toch op de huurder zou afw<strong>en</strong>tel<strong>en</strong>. 60 De<br />
doelstelling van deze regeling is zo veel mogelijk woninghuurcontract<strong>en</strong> te lat<strong>en</strong><br />
registrer<strong>en</strong>, zodat de huurder t<strong>en</strong> gevolge van <strong>het</strong> verwerv<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> vaste datum e<strong>en</strong><br />
betere bescherming (meer bepaald die van artikel 9, eerste lid van de Woninghuurwet)<br />
g<strong>en</strong>iet in geval van vervreemding van <strong>het</strong> gehuurde goed. 61<br />
19. Huurcontract<strong>en</strong> die uitsluit<strong>en</strong>d betrekking hebb<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> verblijfplaats van de<br />
huurder (wat onder <strong>het</strong> ruimere maar onnauwkeurige fiscale begrip “huisvesting” valt),<br />
die niet overe<strong>en</strong>stemt met de hoofdverblijfplaats (bijvoorbeeld e<strong>en</strong> vakantieverblijf of<br />
55<br />
Artikel 19, 3° W. Reg..<br />
56<br />
Aldus gewijzigd door artikel 64 van de Programmawet I van 27 december <strong>2006</strong>, B.S. 28 december <strong>2006</strong>, ed. 3.<br />
57<br />
Ingevoegd door artikel 74 van de Programmawet I van 27 december <strong>2006</strong>, B.S. 28 december <strong>2006</strong>. De<br />
bepaling is <strong>het</strong> gevolg van e<strong>en</strong> am<strong>en</strong>dem<strong>en</strong>t nr. 6 van de regeringspartij<strong>en</strong> op <strong>het</strong> ontwerp van programmawet<br />
(Parl. St. Kamer <strong>2006</strong>-07, nr. 51-2773/7, 2).<br />
58<br />
Zie de overgangsbepaling<strong>en</strong> <strong>en</strong> de mogelijkheid tot uitstel van de inwerkingtreding tot 1 september <strong>2007</strong> in<br />
artikel 75 van de Programmawet I van 27 december <strong>2006</strong>. Van deze uitstelmogelijkheid werd ge<strong>en</strong> gebruik<br />
gemaakt.<br />
59<br />
Om niet geheel duidelijke red<strong>en</strong><strong>en</strong> hanteert artikel 35, eerste lid, 7° W. Reg. <strong>het</strong> begrip “de uitsluit<strong>en</strong>d tot<br />
huisvesting gebruikte onroer<strong>en</strong>de goeder<strong>en</strong>” van e<strong>en</strong> gezin of e<strong>en</strong> alle<strong>en</strong>st<strong>aan</strong>de, wat e<strong>en</strong> ander begrip lijkt dan de<br />
woninghuur zoals gedefinieerd in artikel 1 van de Woninghuurwet (cf. A. COPPENS, “De registratie van <strong>het</strong> voor<br />
huisvesting bestemde huurcontract”, R.W. <strong>2006</strong>-07, 1097 die me<strong>en</strong>t dat <strong>het</strong> begrip ruimer is dan woninghuur).<br />
T<strong>en</strong> gevolge van deze onduidelijke definiëring kon word<strong>en</strong> gesteld dat woninghuurovere<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> met huurders<br />
die ge<strong>en</strong> gezin vorm<strong>en</strong> (wat ons <strong>en</strong>igszins teg<strong>en</strong>strijdig voorkomt), die meer dan één gezin vorm<strong>en</strong> (alternatieve<br />
woonvorm<strong>en</strong>) of gem<strong>en</strong>gde huurovere<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> (handelshuur of gedeeltelijk beroepsgebruik met bewoning)<br />
onderworp<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong> <strong>aan</strong> de registratietermijn van vier in plaats van twee m<strong>aan</strong>d<strong>en</strong> (E. RIQUIER, "Modifications<br />
des dispositions du Code civil <strong>en</strong> matière de bail par les dispositions fiscales de la loi-programme du 27<br />
décembre <strong>2006</strong> – Une irruption malheureuse de la loi fiscale dans le droit des baux", T.B.B.R. <strong>2007</strong>, 280; J.<br />
VANSTEENE, “Nieuwe registratieformaliteit<strong>en</strong> voor bepaalde huurovere<strong>en</strong>komst<strong>en</strong>: waarom, wanneer, wie,<br />
waar <strong>en</strong> hoe?, Huur <strong>2007</strong>, 181 ). Daarteg<strong>en</strong> kan word<strong>en</strong> ingebracht dat de slordige redactie van de wettekst,<br />
waarbij k<strong>en</strong>nelijk zonder veel inzicht in <strong>het</strong> <strong>huurrecht</strong> geopteerd werd voor de overname van de oude (<strong>en</strong> door de<br />
programmawet opgehev<strong>en</strong>) tekst van artikel 159, 13° W. Reg., moet wijk<strong>en</strong> voor de duidelijke doelstelling die<br />
de wetgever nastreeft <strong>en</strong> die erin bestaat alle woninghuurcontract<strong>en</strong> <strong>en</strong> de huurcontract<strong>en</strong> met betrekking tot<br />
stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong>kamers te regel<strong>en</strong> (zie in die zin N. BERNARD, “Le nouveau régime de l’<strong>en</strong>registrem<strong>en</strong>t du bail<br />
d’habitation (ou quand un objectif peut <strong>en</strong> cacher un autre)”, J.T. <strong>2007</strong>, 237). Zolang de ongelukkige<br />
terminologie niet door de wetgever wordt gewijzigd, kan dit wel tot gevolg hebb<strong>en</strong> dat woninghuurcontract<strong>en</strong><br />
die niet uitsluit<strong>en</strong>d tot hoofdverblijfplaats word<strong>en</strong> bestemd <strong>en</strong> e<strong>en</strong> gedeeltelijk beroepsgebruik toelat<strong>en</strong>, niet<br />
kunn<strong>en</strong> g<strong>en</strong>iet<strong>en</strong> van de kosteloze registratie (J . COLAES, l.c., p. 137, nr. 31).<br />
60<br />
E. SPRUYT, “Gewijzigde regels van registratierecht voor (sommige) huurcontract<strong>en</strong>”, Not. Fisc. M. <strong>2007</strong>, p.<br />
272, nr. 43.<br />
61<br />
Parl. St. Kamer <strong>2006</strong>-07, nr. 51-2773/001, 53 (memorie van toelichting).
WIJZIGINGEN AAN HET HUURRECHT <strong>2006</strong>-<strong>2007</strong> 11<br />
tweede verblijf) g<strong>en</strong>iet<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s van de kosteloze registratie 62 , maar ontber<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />
burgerrechtelijke bepaling die <strong>aan</strong>duidt op wie de registratieverplichting rust. T<strong>en</strong><br />
<strong>aan</strong>zi<strong>en</strong> van de administratie is <strong>en</strong>kel de verhuurder daartoe op fiscaal vlak gehoud<strong>en</strong>;<br />
<strong>het</strong> is ev<strong>en</strong>wel de vraag of partij<strong>en</strong> in <strong>het</strong> huurcontract daarover e<strong>en</strong> regeling zoud<strong>en</strong><br />
kunn<strong>en</strong> uitwerk<strong>en</strong> om de verplichting op de <strong>en</strong>e of andere partij te legg<strong>en</strong> <strong>en</strong> daarover<br />
e<strong>en</strong> verdeelsleutel uit te werk<strong>en</strong>. 63<br />
20. Het onderhandse schriftelijke huurcontract moet in de regel binn<strong>en</strong> vier<br />
m<strong>aan</strong>d<strong>en</strong> na <strong>het</strong> sluit<strong>en</strong> ervan word<strong>en</strong> geregistreerd op <strong>het</strong> registratiekantoor van <strong>het</strong><br />
gebied waarin <strong>het</strong> goed geleg<strong>en</strong> is. 64 Sinds 1 januari <strong>2007</strong> geldt er voor de door<br />
fiscalist<strong>en</strong> met de term “zuivere-woning-huurcontract<strong>en</strong>” 65 bedachte categorie van<br />
huurcontract<strong>en</strong> e<strong>en</strong> ingekorte termijn van twee m<strong>aan</strong>d<strong>en</strong>. 66 Indi<strong>en</strong> <strong>het</strong> huurcontract in<br />
de notariële vorm wordt verled<strong>en</strong>, moet de registratie plaatsvind<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de 15 dag<strong>en</strong><br />
na <strong>het</strong> verlijd<strong>en</strong> van de akte, op <strong>het</strong> registratiekantoor van <strong>het</strong> gebied waarin <strong>het</strong> kantoor<br />
van de notaris geleg<strong>en</strong> is. 67<br />
21. In de regel geldt e<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>redig registratierecht van 0,2 % berek<strong>en</strong>d op <strong>het</strong><br />
totale bedrag van de huurgeld<strong>en</strong>, ev<strong>en</strong>tueel verhoogd met de huurlast<strong>en</strong>, voor de hele<br />
huurperiode. 68 Verhuurde onroer<strong>en</strong>de goeder<strong>en</strong> die uitsluit<strong>en</strong>d 69 tot huisvesting word<strong>en</strong><br />
gebruikt, waaronder <strong>het</strong> mer<strong>en</strong>deel van de woninghuurcontract<strong>en</strong> vall<strong>en</strong>, word<strong>en</strong> sinds 1<br />
januari <strong>2007</strong> belastingsvrij geregistreerd 70 , zelfs indi<strong>en</strong> zij in notariële vorm word<strong>en</strong><br />
verled<strong>en</strong>. 71 Het zegelrecht van 5 euro werd ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s afgeschaft. 72<br />
62<br />
J. RUYSSEVELDT, “Huur – Vrijstelling”, Registratierecht<strong>en</strong> <strong>2006</strong>-<strong>2007</strong>, afl. 3, 7; E. SPRUYT, l.c., p. 262-<br />
263, nr. 16.<br />
63<br />
Zie in die zin J . COLAES, l.c., p. 138, nr. 36. Daarteg<strong>en</strong> kan word<strong>en</strong> ingebracht dat de fiscale bepaling van<br />
dwing<strong>en</strong>d recht <strong>en</strong> zelfs van op<strong>en</strong>bare orde is, wat op zich zou volst<strong>aan</strong> om andersluid<strong>en</strong>de beding<strong>en</strong> nietig te<br />
verklar<strong>en</strong> (zie Parl. St. Kamer <strong>2006</strong>-07, nr. 51-2773/7, 2; A. COPPENS, l.c., 1097).<br />
64<br />
Artikel 32, 5° W. Reg..<br />
65<br />
Daarmee word<strong>en</strong> de huurcontract<strong>en</strong> bedoeld die uitsluit<strong>en</strong>d tot huisvesting van e<strong>en</strong> gezin of één persoon<br />
bestemd zijn, waarbij zij st<strong>aan</strong> teg<strong>en</strong>over de fiscaal <strong>aan</strong>geduide “andere huurovere<strong>en</strong>komst<strong>en</strong>”, waarvoor de<br />
algem<strong>en</strong>e termijn van vier m<strong>aan</strong>d<strong>en</strong> geldt <strong>en</strong> die niet vrijgesteld zijn van <strong>het</strong> registratierecht (E. SPRUYT, l.c., p.<br />
262, nrs. 15-16). De voorgestelde terminologie is niet geheel gelukkig; zij verhult <strong>en</strong>igszins dat er ook<br />
woninghuurcontract<strong>en</strong> zijn die onder de categorie “andere huurovere<strong>en</strong>komst<strong>en</strong>” vall<strong>en</strong>, omdat zij niet exclusief<br />
tot huisvesting zijn bestemd, terwijl er daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> huurcontract<strong>en</strong> als “zuivere-woning-huurcontract” word<strong>en</strong><br />
gekwalificeerd, zoals de woning gehuurd door e<strong>en</strong> v<strong>en</strong>nootschap die <strong>het</strong> ter beschikking stelt van e<strong>en</strong><br />
personeelslid of e<strong>en</strong> bestuurder (zie <strong>het</strong> voorbeeld gegev<strong>en</strong> door E. SPRUYT, l.c., p. 263, nr. 16), terwijl dit<br />
volg<strong>en</strong>s <strong>het</strong> burgerlijk recht nooit e<strong>en</strong> woninghuurcontract kan zijn, omdat e<strong>en</strong> rechtspersoon ge<strong>en</strong><br />
hoofdverblijfplaats in de zin van de Woninghuurwet kan hebb<strong>en</strong> (M. DAMBRE, “Knelpunt<strong>en</strong> woninghuur” in A.<br />
VERBEKE (ed.), Knelpunt<strong>en</strong> Huur, Reeks Knelpunt<strong>en</strong> Contract<strong>en</strong>recht, 1, Antwerp<strong>en</strong> – Groning<strong>en</strong> – Oxford,<br />
Inters<strong>en</strong>tia, 2003, 25-28; M. DAMBRE <strong>en</strong> B. HUBEAU, o.c., p. 135-136, nrs. 316-318) <strong>en</strong> <strong>en</strong>kel onder <strong>het</strong><br />
toepassingsgebied van de Woninghuurwet kan vall<strong>en</strong> in de limitatief door de wet bepaalde uitzonderingsgevall<strong>en</strong><br />
(artikel 1717, tweede lid, tweede zin B.W. <strong>en</strong> artikel 1, § 1bis Woninghuurwet; zie hierover M. DAMBRE <strong>en</strong> B.<br />
HUBEAU, o.c., p. 164, nrs. 370-371).<br />
66<br />
Wijziging door artikel 63 van de Programmawet I van 27 december <strong>2006</strong>, B.S. 28 december <strong>2006</strong>, ed. 3.<br />
67<br />
Artikel 32, 1° W. Reg..<br />
68<br />
Artikel<strong>en</strong> 83 <strong>en</strong> 84 W. Reg..<br />
69<br />
In geval van gem<strong>en</strong>gd gebruik, blijft de voorhe<strong>en</strong> <strong>aan</strong>vaarde mogelijkheid best<strong>aan</strong> om <strong>het</strong> huurcontract op te<br />
splits<strong>en</strong> in twee afzonderlijke contract<strong>en</strong> <strong>en</strong> deze afzonderlijk ter registratie <strong>aan</strong> te bied<strong>en</strong>. Voor zover partij<strong>en</strong><br />
alle burgerrechtelijke gevolg<strong>en</strong> van de opsplitsing respecter<strong>en</strong> kan m<strong>en</strong> aldus <strong>het</strong> ev<strong>en</strong>redig registratierecht op<br />
<strong>het</strong> gedeelte bestemd voor huisvesting vermijd<strong>en</strong> (zie FOD Financiën, Circulaire nr. 10/<strong>2007</strong> (AFZ 6/<strong>2007</strong>) van<br />
9 mei <strong>2007</strong>, www.fisconet.fgov.be, nr. 3; J. RUYSSEVELDT, l.c., 7; E. SPRUYT, l.c., p. 261, nr. 9 <strong>en</strong> p. 265, nr.<br />
26).<br />
70<br />
Artikel 161, 12° W. Reg.. Deze regel geldt voor de huurcontract<strong>en</strong> geslot<strong>en</strong> vanaf 1 januari <strong>2007</strong>. Bij wijze van<br />
overgangsmaatregel was de vrijstelling ook van toepassing op voorhe<strong>en</strong> geslot<strong>en</strong> huurcontract<strong>en</strong> op voorwaarde
WIJZIGINGEN AAN HET HUURRECHT <strong>2006</strong>-<strong>2007</strong> 12<br />
22. De kost<strong>en</strong> verbond<strong>en</strong> <strong>aan</strong> e<strong>en</strong> te late registratie van <strong>het</strong> woninghuurcontract, dit<br />
wil zegg<strong>en</strong> meer dan twee m<strong>aan</strong>d<strong>en</strong> na de datum van de akte 73 , zijn volledig t<strong>en</strong> laste<br />
van de verhuurder. Het betreft e<strong>en</strong> bepaling van dwing<strong>en</strong>d recht 74 <strong>en</strong> zelfs van op<strong>en</strong>bare<br />
orde voor wat betreft de bepaling<strong>en</strong> uit <strong>het</strong> Wetboek der Registratierecht<strong>en</strong> 75 , zodat<br />
afwijk<strong>en</strong>de bepaling<strong>en</strong>, die in nag<strong>en</strong>oeg alle best<strong>aan</strong>de schriftelijke huurcontract<strong>en</strong><br />
voorkom<strong>en</strong>, inzake woninghuur ge<strong>en</strong> uitwerking meer kunn<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong>. De verhuurder<br />
mag de nadelige gevolg<strong>en</strong> van de niet-registratie niet op de huurder afw<strong>en</strong>tel<strong>en</strong>. M<strong>en</strong><br />
kan hierbij d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> <strong>aan</strong> de fiscale boete weg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> niet-tijdige registratie, die<br />
verschuldigd is zelfs indi<strong>en</strong> er ge<strong>en</strong> registratierecht in geval van tijdige <strong>aan</strong>bieding ter<br />
registratie wordt gehev<strong>en</strong>. Die fiscale boete is vastgesteld op 25 euro. 76<br />
23. De wettekst spreekt <strong>en</strong>kel van “kost<strong>en</strong>” die t<strong>en</strong> laste van de verhuurder blijv<strong>en</strong>;<br />
de huurder zal derhalve nog steeds bepaalde nadelige gevolg<strong>en</strong> van de niet-registratie<br />
kunn<strong>en</strong> ondervind<strong>en</strong>, meer bepaald in <strong>het</strong> geval waarin hij nog ge<strong>en</strong> zes m<strong>aan</strong>d<strong>en</strong> <strong>het</strong><br />
gehuurde goed betrekt <strong>en</strong> <strong>het</strong> gehuurde goed wordt verkocht of op e<strong>en</strong> ander wijze<br />
wordt vervreemd. De verkrijger di<strong>en</strong>t in dit geval de huurovere<strong>en</strong>komst niet te<br />
respecter<strong>en</strong> (artikel 9, tweede lid van de Woninghuurwet). Ev<strong>en</strong>wel zal de huurder de<br />
oorspronkelijke verhuurder weg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> tekortkoming in zijn verplichting om <strong>het</strong> rustig<br />
g<strong>en</strong>ot van <strong>het</strong> gehuurde goed te garander<strong>en</strong> zolang de huurovere<strong>en</strong>komst loopt 77 , <strong>en</strong><br />
thans ook weg<strong>en</strong>s de misk<strong>en</strong>ning van de door de wet <strong>aan</strong> hem opgelegde<br />
registratieverplichting, <strong>aan</strong>sprakelijk kunn<strong>en</strong> stell<strong>en</strong>.<br />
24. De vervulling van de fiscale verplichting tot registratie geschiedt door op <strong>het</strong><br />
kantoor van de ontvanger van de registratierecht<strong>en</strong> van de ligging van <strong>het</strong> goed 78 zoveel<br />
originele exemplar<strong>en</strong> van de overe<strong>en</strong>komst <strong>aan</strong> te bied<strong>en</strong> als er partij<strong>en</strong> zijn. In de akte<br />
moet <strong>het</strong> <strong>aan</strong>tal originele exemplar<strong>en</strong> word<strong>en</strong> vermeld. Naast de originele exemplar<strong>en</strong><br />
moet er bij de registratie tev<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> extra door de partij<strong>en</strong> ondertek<strong>en</strong>d exemplaar van<br />
de overe<strong>en</strong>komst word<strong>en</strong> gevoegd. Dit exemplaar (dat e<strong>en</strong> kopie mag zijn) wordt op <strong>het</strong><br />
dat zij tijd<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> amnestieperiode die liep tot 1 juli <strong>2007</strong> ter registratie werd<strong>en</strong> <strong>aan</strong>gebod<strong>en</strong> (artikel 71, eerste lid<br />
van de Programmawet I van 27 december <strong>2006</strong>, B.S. 28 december <strong>2006</strong>, ed. 3). Bij verzuim om tijdig van deze<br />
vorm van fiscale amnestie gebruik te mak<strong>en</strong>, zal e<strong>en</strong> fiscale boete van 25 euro door de verhuurder verschuldigd<br />
zijn, wat tot e<strong>en</strong> opmerking over ongelijke behandeling heeft geleid, <strong>aan</strong>gezi<strong>en</strong> beide partij<strong>en</strong> vóór 1 januari<br />
<strong>2007</strong> met betrekking tot deze huurcontract<strong>en</strong> ondeelbaar tot de registratieverplichting war<strong>en</strong> gehoud<strong>en</strong> (advies<br />
R.v.St., Parl. St. Kamer <strong>2006</strong>-07, nr. 51-2773/002, 398).<br />
71<br />
Hoewel artikel 161, 12° W. Reg. niet verwijst naar artikel 19, 1° W. Reg. kan er tuss<strong>en</strong> beide vorm<strong>en</strong> ge<strong>en</strong><br />
discriminatie geld<strong>en</strong> <strong>en</strong> primeert de inhoud van <strong>het</strong> contract op de vorm; zie FOD Financiën, Circulaire nr.<br />
10/<strong>2007</strong> (AFZ 6/<strong>2007</strong>) van 9 mei <strong>2007</strong>, www.fisconet.fgov.be, nrs. 5 <strong>en</strong> 9; E. SPRUYT, l.c., p. 265, nr. 27.<br />
72<br />
Wet van 19 december <strong>2006</strong>, B.S. 29 december <strong>2006</strong>, ed. 6. Voor woninghuurovere<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> die in de<br />
notariële vorm word<strong>en</strong> verled<strong>en</strong>, is e<strong>en</strong> recht op geschrift<strong>en</strong> verschuldigd, meer bepaald <strong>het</strong> recht dat geldt voor<br />
de “restcategorie” <strong>en</strong> dat 50 euro bedraagt (artikel 3 van <strong>het</strong> Wetboek diverse recht<strong>en</strong> <strong>en</strong> taks<strong>en</strong>, ingevoegd door<br />
artikel 7 van de Wet van 19 december <strong>2006</strong>, B.S. 29 december <strong>2006</strong>, ed. 6.; D. MEULEMANS, l.c., p. 123, nr.<br />
145). Op e<strong>en</strong> onderhandse huurovere<strong>en</strong>komst is ge<strong>en</strong> recht op geschrift verschuldigd (J . COLAES, l.c., p. 140,<br />
nr. 57).<br />
73<br />
Zie artikel 32, 5° W. Reg., zoals gewijzigd door artikel 63 van de Programmawet I van 27 december <strong>2006</strong>.<br />
74<br />
Parl. St. Kamer <strong>2006</strong>-07, nr. 51-2773/7, 2 (verantwoording bij am<strong>en</strong>dem<strong>en</strong>t nr. 6 bij <strong>het</strong> ontwerp van<br />
programmawet).<br />
75<br />
A. COPPENS, l.c., 1097.<br />
76<br />
Artikel 41 Wetboek der Registratie-, Hypotheek- <strong>en</strong> Griffierecht<strong>en</strong>.<br />
77<br />
In <strong>het</strong> arrest van 19 oktober 1990 heeft <strong>het</strong> Hof van Cassatie bevestigd dat de verhuurder op grond van artikel<br />
1719, 3° van <strong>het</strong> Burgerlijk Wetboek de verplichting heeft om <strong>aan</strong> de koper de naleving van de lop<strong>en</strong>de<br />
huurovere<strong>en</strong>komst op te legg<strong>en</strong> in geval van vrijwillige vervreemding, ook al heeft de huurovere<strong>en</strong>komst op dat<br />
og<strong>en</strong>blik ge<strong>en</strong> vaste datum (Cass. 19 oktober 1990, Arr. Cass. 1990-91, 203 <strong>en</strong> Pas. 1991, I, 179).<br />
78<br />
Informatie daarover vindt m<strong>en</strong> op http://annuaire.fiscus.fgov.be/qw/index.php?lang=nl of bij de FOD<br />
Financiën op telefoonnummer 02/572 57 57.
WIJZIGINGEN AAN HET HUURRECHT <strong>2006</strong>-<strong>2007</strong> 13<br />
registratiekantoor behoud<strong>en</strong>. Vanaf 1 januari <strong>2007</strong> wordt de registratieformaliteit sterk<br />
vere<strong>en</strong>voudigd. De verhuurder hoeft zich niet meer persoonlijk op <strong>het</strong> registratiekantoor<br />
<strong>aan</strong> te bied<strong>en</strong>; <strong>het</strong> volstaat voort<strong>aan</strong> om de huurovere<strong>en</strong>komst in kopie op te stur<strong>en</strong>, te<br />
fax<strong>en</strong> of in pdf-formaat 79 vergezeld van e<strong>en</strong> elektronische handtek<strong>en</strong>ing 80 door te mail<strong>en</strong><br />
naar <strong>het</strong> bevoegde registratiekantoor. Dit kantoor stuurt de overe<strong>en</strong>komst na registratie<br />
per post terug. 81<br />
25. Niets belet dat de huurder <strong>het</strong> woninghuurcontract ter registratie <strong>aan</strong>biedt,<br />
hoewel hij daarvan op fiscaal vlak is vrijgesteld. 82 De huurder heeft daarbij belang, gelet<br />
op de volledige teg<strong>en</strong>werpelijkheid van <strong>het</strong> huurcontract <strong>aan</strong> e<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tuele derde<br />
verkrijger na registratie. E<strong>en</strong> verbint<strong>en</strong>is kan steeds word<strong>en</strong> uitgevoerd door e<strong>en</strong> derde<br />
die daarbij belang heeft (artikel 1236 B.W.). 83 Is de termijn van twee m<strong>aan</strong>d<strong>en</strong> na <strong>het</strong><br />
<strong>aan</strong>g<strong>aan</strong> van de overe<strong>en</strong>komst verstrek<strong>en</strong>, dan is de fiscale boete t<strong>en</strong> laste van de<br />
verhuurder.<br />
2. Sanctie<br />
26. De wetgever beteugelt de niet-geregistreerde schriftelijke<br />
woninghuurcontract<strong>en</strong> door middel van e<strong>en</strong> bizarre 84 bijkom<strong>en</strong>de burgerrechtelijke<br />
sanctie ingevoerd door de Programmawet I van 27 december <strong>2006</strong>. T<strong>en</strong> gevolge van e<strong>en</strong><br />
<strong>aan</strong>passing van artikel 3, § 5 van de Woninghuurwet kan e<strong>en</strong> huurder, wi<strong>en</strong>s<br />
huurcontract door de verhuurder niet binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> termijn van twee m<strong>aan</strong>d<strong>en</strong> werd<br />
geregistreerd, sinds 1 juli <strong>2007</strong> de huurovere<strong>en</strong>komst onmiddellijk beëindig<strong>en</strong>, zonder<br />
e<strong>en</strong> opzeggingstermijn in acht te moet<strong>en</strong> nem<strong>en</strong> <strong>en</strong> zonder de wettelijke vergoeding<br />
weg<strong>en</strong>s beëindiging van de overe<strong>en</strong>komst tijd<strong>en</strong>s de eerste drie jaar van de huurperiode<br />
te moet<strong>en</strong> betal<strong>en</strong>. 85 Andere financiële verbint<strong>en</strong>iss<strong>en</strong>, zoals de vergoeding van de<br />
ev<strong>en</strong>tuele huurschade, blijv<strong>en</strong> uiteraard onverkort best<strong>aan</strong>. In de eerste comm<strong>en</strong>tar<strong>en</strong> op<br />
79 Zie FOD Financiën, Circulaire nr. 10/<strong>2007</strong> (AFZ 6/<strong>2007</strong>) van 9 mei <strong>2007</strong>, www.fisconet.fgov.be.<br />
80 Dit voorschrift geldt voorlopig niet, <strong>aan</strong>gezi<strong>en</strong> de Administratie niet is uitgerust om deze voorwaarde na te<br />
g<strong>aan</strong> (FOD Financiën, Circulaire nr. 10/<strong>2007</strong> (AFZ 6/<strong>2007</strong>) van 9 mei <strong>2007</strong>, www.fisconet.fgov.be, nr. 16; E.<br />
SPRUYT, l.c., p. 268, nr. 36).<br />
81 FOD Financiën, E<strong>en</strong> huurcontract lat<strong>en</strong> registrer<strong>en</strong>…e<strong>en</strong> makkelijk te vervull<strong>en</strong> verplichting,<br />
http://minfin.fgov.be; zie ook M. DAMBRE, E. DEBRUYNE, B. HUBEAU <strong>en</strong> J. VANDENBERGHE,<br />
Huurzakboekje <strong>2007</strong>, Mechel<strong>en</strong>, Kluwer , <strong>2007</strong>, 371-372; J. VANSTEENE, l.c., 183.<br />
82 Parl. St. Kamer <strong>2006</strong>-07, nr. 51-2773/001, 54 (memorie van toelichting).<br />
83 N. BERNARD, “Le nouveau régime de l’<strong>en</strong>registrem<strong>en</strong>t du bail d’habitation”, l.c., 235.<br />
84 Het uiteindelijke doel van de wetgever is de huurder beter te bescherm<strong>en</strong> door te verzeker<strong>en</strong> dat <strong>het</strong><br />
huurcontract wordt geregistreerd, zodat zijn woonzekerheid wordt gegarandeerd. Daarom is <strong>het</strong> bizar dat de<br />
sanctie werd gezocht in e<strong>en</strong> regeling die de huurder toelaat <strong>het</strong> gehuurde goed te verlat<strong>en</strong>. Het is niet de<br />
registratie op zich die de huurder beter beschermt, maar de teg<strong>en</strong>werpelijkheid van <strong>het</strong> contract <strong>aan</strong> derd<strong>en</strong> die<br />
er <strong>het</strong> gevolg van is. Het ware veel logischer geweest de sanctie te verbind<strong>en</strong> met de regeling van de<br />
gedeeltelijke teg<strong>en</strong>werpelijkheid van <strong>het</strong> niet-geregistreerd huurcontract in geval van vervreemding van <strong>het</strong><br />
gehuurde goed door <strong>het</strong> reducer<strong>en</strong> van de minimum bewoningtermijn van zes m<strong>aan</strong>d<strong>en</strong> om de bescherming van<br />
artikel 9, tweede lid van de Woninghuurwet te kunn<strong>en</strong> g<strong>en</strong>iet<strong>en</strong> tot nul (zie N. BERNARD, “Le nouveau régime<br />
de l’<strong>en</strong>registrem<strong>en</strong>t du bail d’habitation”, l.c., 239; S. BEYAERT, o.c., p. 151, nr. 11 die opmerkt dat e<strong>en</strong><br />
dergelijke maatregel voor sommige verhuurders eerder e<strong>en</strong> zege dan e<strong>en</strong> sanctie zal zijn). Daarnaast lijkt e<strong>en</strong><br />
effectieve sanctie op procesrechtelijk vlak erin te best<strong>aan</strong> om elke vordering van de verhuurder gegrond op e<strong>en</strong><br />
niet-geregistreerd contract niet toelaatbaar te verklar<strong>en</strong> (zie J . COLAES, l.c., p. 139, nr. 52). De thans door de<br />
wetgever ingevoerde sanctie wordt als zijnde “buit<strong>en</strong> elke proportie” afgekeurd (zie J. VANSTEENE, l.c., 182).<br />
85 Ingevoegd door artikel 73 van de Programmawet I van 27 december <strong>2006</strong>. De bepaling is <strong>het</strong> gevolg van e<strong>en</strong><br />
am<strong>en</strong>dem<strong>en</strong>t nr. 5 van de regeringspartij<strong>en</strong> op <strong>het</strong> ontwerp van programmawet. De termijn van twee m<strong>aan</strong>d<strong>en</strong><br />
geeft de verhuurder de tijd om zijn fiscale <strong>en</strong> burgerrechtelijke verplichting tot registratie uit te voer<strong>en</strong>; binn<strong>en</strong><br />
die termijn kan de huurder <strong>het</strong> woninghuurcontract niet stopzett<strong>en</strong> zonder de opzeggingstermijn of de vergoeding<br />
bedoeld in artikel 3, § 5 van de Woninghuurwet te respecter<strong>en</strong> (Parl. St. Kamer <strong>2006</strong>-07, nr. 51-2773/007, 2).
WIJZIGINGEN AAN HET HUURRECHT <strong>2006</strong>-<strong>2007</strong> 14<br />
deze regeling wordt gewez<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> verzachting voor de verhuurder van de gevolg<strong>en</strong><br />
van de ad nutum beëindiging door de huurder; <strong>en</strong>erzijds blijft de vereiste van kracht dat<br />
de huurder e<strong>en</strong> opzegging moet gev<strong>en</strong>, anderzijds kan, in toepassing van artikel 3, § 9 van<br />
de Woninghuurwet, de opzegging die te all<strong>en</strong> tijde kan word<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong>, slechts<br />
uitwerking krijg<strong>en</strong> de eerste dag van de m<strong>aan</strong>d na de m<strong>aan</strong>d waarin de opzegging wordt<br />
gegev<strong>en</strong>. Aldus blijft de huurder die opzegt in de loop van de m<strong>aan</strong>d, de huurprijs voor<br />
die m<strong>aan</strong>d verschuldigd. 86<br />
27. Verderg<strong>aan</strong>d in de afkeuring van deze nieuwe regeling is de comm<strong>en</strong>tator die<br />
verwijst naar de <strong>aan</strong>vull<strong>en</strong>de <strong>en</strong> beperk<strong>en</strong>de werking van de goede trouw, op grond<br />
waarvan e<strong>en</strong> huurder niet “brutaal” gebruik zou mog<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> van de nieuwe sanctie.<br />
De huurder zou er bij <strong>het</strong> gev<strong>en</strong> van de opzegging zonder termijn moet<strong>en</strong> over wak<strong>en</strong><br />
dat er e<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de termijn 87 wordt gegev<strong>en</strong>, opdat bijvoorbeeld de plaatsbeschrijving<br />
bij <strong>het</strong> einde van de huur kan word<strong>en</strong> opgesteld. Tev<strong>en</strong>s zou de opzegging moet<strong>en</strong><br />
word<strong>en</strong> getoetst <strong>aan</strong> de criteria van rechtsmisbruik, waarvoor <strong>het</strong> ons inzi<strong>en</strong>s weinig<br />
overtuig<strong>en</strong>de voorbeeld wordt gegev<strong>en</strong> van de huurder die beslist heeft de<br />
huurovere<strong>en</strong>komst te beëindig<strong>en</strong>, maar wet<strong>en</strong>de dat hij ge<strong>en</strong> opzeggingstermijn moet<br />
respecter<strong>en</strong>, de verhuurder pas laat daarvan verwittigt. 88<br />
28. Aangezi<strong>en</strong> er voor mondelinge huurovere<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> ter registratie <strong>aan</strong> te<br />
bied<strong>en</strong> akte bestaat, ontsnapp<strong>en</strong> zij op volkom<strong>en</strong> wettelijke wijze <strong>aan</strong> de verplichting tot<br />
registratie <strong>en</strong> <strong>aan</strong> de heffing van <strong>het</strong> registratierecht. M<strong>en</strong> zou zich kunn<strong>en</strong> afvrag<strong>en</strong> of<br />
de algem<strong>en</strong>e verwoording van artikel 3, § 5, derde lid van de Woninghuurwet ertoe leidt<br />
dat de sanctie ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s van toepassing zou zijn op de mondelinge<br />
woninghuurovere<strong>en</strong>komst<strong>en</strong>. 89 Daarteg<strong>en</strong> werd opgemerkt dat de regeling <strong>en</strong>kel van<br />
toepassing is op de schriftelijke woninghuurcontract<strong>en</strong>, <strong>aan</strong>gezi<strong>en</strong> de registratie van de<br />
rechtshandeling alle<strong>en</strong> wordt opgelegd weg<strong>en</strong>s <strong>het</strong> best<strong>aan</strong> van <strong>het</strong> scriptum dat ervan<br />
werd opgesteld. Aldus moet<strong>en</strong> huurders met e<strong>en</strong> mondelinge woninghuurovere<strong>en</strong>komst<br />
de opzeggingstermijn van drie m<strong>aan</strong>d<strong>en</strong> <strong>en</strong> de vergoeding in geval van opzegging<br />
tijd<strong>en</strong>s de eerste drie jaar op grond van artikel 3, § 5, tweede lid van de Woninghuurwet<br />
blijv<strong>en</strong> respecter<strong>en</strong>. 90 De verwijzing naar artikel 32, 5° W. Reg. in de tekst van artikel 3,<br />
§ 5, derde lid van de Woninghuurwet lijkt die stelling te bevestig<strong>en</strong>.<br />
29. Het is opmerkelijk <strong>en</strong> wellicht in strijd met <strong>het</strong> gelijkheidsbeginsel, dat de<br />
wetgever ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele sanctie heeft bedacht voor de mondelinge<br />
woninghuurovere<strong>en</strong>komst<strong>en</strong>, noch voor de woninghuurovere<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> van korte duur,<br />
die bij geschrift voor maximum drie jaar zijn <strong>aan</strong>geg<strong>aan</strong> <strong>en</strong> die niet zijn geregistreerd. 91<br />
Deze contract<strong>en</strong> van korte duur word<strong>en</strong> geregeld door artikel 3, § 6 van de<br />
86 S. BEYAERT, o.c., p. 150, nr. 11; A. COPPENS, l.c., 1098; E. RIQUIER, l.c., p. 282, nr. 14.<br />
87 De huurder kan afstand do<strong>en</strong> van de vrijstelling om e<strong>en</strong> opzeggingstermijn in acht te nem<strong>en</strong>, door in zijn<br />
opzeggingsbrief e<strong>en</strong> opzeggingstermijn te vermeld<strong>en</strong>; in dat geval di<strong>en</strong>t hij zich <strong>aan</strong> die termijn te houd<strong>en</strong> (Y.<br />
MERCHIERS, Les Baux. Le bail de résid<strong>en</strong>ce principale (tiré à part Rép. Not.), Brussel, Larcier, 1998, p. 122, nr.<br />
151; E. RIQUIER, l.c., p. 283, nr. 18).<br />
88 E. RIQUIER, l.c., p. 282, nrs. 15-17. De suggestie van deze auteur dat de verhuurder de huurder contractueel<br />
zou kunn<strong>en</strong> oplegg<strong>en</strong> te controler<strong>en</strong> of <strong>het</strong> huurcontract werd geregistreerd <strong>en</strong> bij ontst<strong>en</strong>t<strong>en</strong>is daarvan de<br />
verhuurder zou moet<strong>en</strong> verwittig<strong>en</strong>, zoniet zou de huurder ge<strong>en</strong> gebruik kunn<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> van de sanctie van artikel<br />
3, § 5 van de Woninghuurwet, gaat ons inzi<strong>en</strong>s in teg<strong>en</strong> de letter <strong>en</strong> de geest van de dwing<strong>en</strong>de bepaling<strong>en</strong> van<br />
de Woninghuurwet (contra E. RIQUIER, l.c., p. 284, nr. 20).<br />
89 In die zin E. RIQUIER, l.c., p. 285, nr. 24.<br />
90 A. COPPENS, l.c., 1098; zie ook A. VAN OEVELEN, “<strong>Wijziging<strong>en</strong></strong> in <strong>het</strong> (woning)<strong>huurrecht</strong>”, l.c., 302.<br />
91 Cf. N. BERNARD, “Le nouveau régime de l’<strong>en</strong>registrem<strong>en</strong>t du bail d’habitation”, l.c., 236; E. RIQUIER, l.c.,<br />
p. 281, nr. 11.
WIJZIGINGEN AAN HET HUURRECHT <strong>2006</strong>-<strong>2007</strong> 15<br />
Woninghuurwet <strong>en</strong> niet door artikel 3, § 5, zodat de burgerrechtelijke sanctie die de<br />
nieuwe regeling oplegt deze schriftelijke huurcontract<strong>en</strong> niet vat. Vreemd is ook dat door<br />
<strong>het</strong> niet sam<strong>en</strong>vall<strong>en</strong> van <strong>het</strong> toepassingsgebied van de fiscale bepaling met dat van de<br />
Woninghuurwet er ge<strong>en</strong> specifieke burgerlijke sanctie bestaat voor niet geregistreerde<br />
huurcontract<strong>en</strong> die uitsluit<strong>en</strong>d voor huisvesting zijn bestemd, maar niet tot<br />
hoofdverblijfplaats van de huurder di<strong>en</strong><strong>en</strong>. 92 Dezelfde opmerking kan word<strong>en</strong> gemaakt<br />
voor de “gem<strong>en</strong>gde” woninghuurovere<strong>en</strong>komst<strong>en</strong>, waarvan m<strong>en</strong> op grond van e<strong>en</strong><br />
letterlijke lezing van de onvolmaakte wettekst<strong>en</strong> zou kunn<strong>en</strong> betwijfel<strong>en</strong> of er <strong>en</strong>ige<br />
burgerlijke sanctie geldt. Immers, artikel 3, § 5 van de Woninghuurwet verwijst<br />
uitdrukkelijk naar de registratietermijn van twee m<strong>aan</strong>d<strong>en</strong>, die ev<strong>en</strong>wel <strong>en</strong>kel geldt voor de<br />
fiscale zog<strong>en</strong>aamde “zuivere-woning-huurcontract<strong>en</strong>”. E<strong>en</strong> <strong>aan</strong>passing <strong>en</strong> verduidelijking<br />
van de wettekst is hier t<strong>en</strong> zeerste gew<strong>en</strong>st. Niettemin kan op grond van de bedoeling van<br />
de wetgever word<strong>en</strong> <strong>aan</strong>vaard dat de sanctie ook van toepassing is op gem<strong>en</strong>gde<br />
woninghuurovere<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> van zodra de bestemming tot hoofdverblijfplaats primeert. 93<br />
3. Beoordeling van de nieuwe regeling<br />
30. De twee wetswijziging<strong>en</strong> met betrekking tot <strong>het</strong> verplicht schriftelijk <strong>aan</strong>g<strong>aan</strong><br />
van e<strong>en</strong> woninghuurcontract, <strong>en</strong>erzijds, <strong>en</strong> met betrekking tot de registratieverplichting,<br />
anderzijds, zull<strong>en</strong> ertoe leid<strong>en</strong> dat <strong>het</strong> mer<strong>en</strong>deel van de woninghuurovere<strong>en</strong>komst<strong>en</strong><br />
schriftelijk zal word<strong>en</strong> <strong>aan</strong>geg<strong>aan</strong> <strong>en</strong> effectief op <strong>het</strong> registratiekantoor zal word<strong>en</strong><br />
geregistreerd. Als positieve punt<strong>en</strong> van de nieuwe regeling kunn<strong>en</strong> de duidelijkheid van<br />
de t<strong>en</strong>lastelegging van de fiscale <strong>en</strong> thans ook burgerrechtelijke verplichting tot<br />
registratie op de verhuurder <strong>en</strong> de vere<strong>en</strong>voudiging van de registratieformaliteit word<strong>en</strong><br />
<strong>aan</strong>gestipt.<br />
31. Voor kritiek vatbaar zijn de onduidelijke afbak<strong>en</strong>ing van <strong>het</strong> toepassingsgebied<br />
van de van <strong>het</strong> registratierecht vrijgestelde huurovere<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> <strong>en</strong> de niet bevredig<strong>en</strong>de<br />
sanctieregeling. Tev<strong>en</strong>s zal de nieuwe taak van de vrederechters bij <strong>het</strong> vastlegg<strong>en</strong> van<br />
de inhoud van mondelinge woninghuurcontract<strong>en</strong> alvast niet bijdrag<strong>en</strong> tot <strong>het</strong><br />
wegwerk<strong>en</strong> van de gerechtelijke achterstand, zoals de afdeling wetgeving van de Raad<br />
van State laconiek opmerkte, <strong>en</strong> dreigt er e<strong>en</strong> gevaar voor e<strong>en</strong> ongelijke behandeling<br />
van vergelijkbare situaties in de diverse gerechtelijke kantons. 94 Op methodologisch <strong>en</strong><br />
legistiek vlak kan word<strong>en</strong> betreurd dat de wijziging<strong>en</strong> in <strong>het</strong> <strong>huurrecht</strong> zonder <strong>en</strong>ige<br />
vorm van wet<strong>en</strong>schappelijke ondersteuning 95 of overleg met de huurders- <strong>en</strong><br />
eig<strong>en</strong>aarsorganisaties werd<strong>en</strong> doorgevoerd. 96 De ervaring<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> dergelijke<br />
werkwijze bij de invoering <strong>en</strong> wijziging van <strong>het</strong> woning<strong>huurrecht</strong> in respectievelijk<br />
1991 <strong>en</strong> 1997 war<strong>en</strong> nochtans positief.<br />
32. De belangrijkste verantwoording die met betrekking tot de<br />
registratieverplichting t<strong>en</strong> laste van de verhuurder in de memorie van toelichting wordt<br />
92 S. BEYAERT, o.c., p. 149, nr. 10.<br />
93 Zie in dezelfde zin E. SPRUYT, l.c., p. 273, nr. 45, voetnoot 97.<br />
94 Parl. St. Kamer <strong>2006</strong>-07, nr. 51-2874/001, 14 (advies R.v.St.).<br />
95 Zo werd er bijvoorbeeld door de afgevaardigde van de regering voor de afdeling wetgeving van de Raad van<br />
State verwez<strong>en</strong> naar <strong>het</strong> <strong>Frans</strong>e voorbeeld, waar artikel 3 van de Loi n° 89-462 van 6 juli 1989 de mondelinge<br />
woninghuur verbiedt (Parl. St. Kamer <strong>2006</strong>-07, nr. 51-2874/001, 10 e.v.), zonder dat verder werd onderzocht<br />
wat daarvan de gevolg<strong>en</strong> zijn geweest of welke ervaring<strong>en</strong> m<strong>en</strong> daarmee heeft gehad; zie ook N. BERNARD,<br />
“La loi du 25 avril <strong>2007</strong> et les nouvelles dispositions <strong>en</strong> matière de bail à loyer”, l.c., 521.<br />
96 Zie ook N. BERNARD, “La loi du 25 avril <strong>2007</strong> et les nouvelles dispositions <strong>en</strong> matière de bail à loyer”, l.c.,<br />
522.
WIJZIGINGEN AAN HET HUURRECHT <strong>2006</strong>-<strong>2007</strong> 16<br />
gegev<strong>en</strong>, is de lapidaire vaststelling dat de verhuurders doorg<strong>aan</strong>s wel goed op de<br />
hoogte zijn van de fiscale verplichting om e<strong>en</strong> schriftelijk huurcontract te registrer<strong>en</strong>. 97<br />
Het is de vraag of deze nietszegg<strong>en</strong>de <strong>en</strong> twijfelachtige motivering - <strong>het</strong> advies van de<br />
Raad van State gewaagt van e<strong>en</strong> onbetrouwbare vooronderstelling 98 - e<strong>en</strong> afdo<strong>en</strong>de<br />
verantwoording inhoudt voor <strong>het</strong> verschil in behandeling dat de nieuwe wettelijke<br />
bepaling tuss<strong>en</strong> huurders <strong>en</strong> verhuurders invoert. De nieuwe regeling werd al verwet<strong>en</strong><br />
e<strong>en</strong> “paard van Troje” 99 of “monster van Loch Ness” 100 te zijn, dat noodzakelijke<br />
cijfergegev<strong>en</strong>s moet oplever<strong>en</strong> om andere doelstelling<strong>en</strong> zoals e<strong>en</strong> huurprijsbeheersing,<br />
e<strong>en</strong> algem<strong>en</strong>e kadastrale perequatie of belasting<strong>en</strong> op de reële huurinkomst<strong>en</strong> voor te<br />
bereid<strong>en</strong>. Het is zonder meer duidelijk dat de wetgever onder <strong>het</strong> mom van e<strong>en</strong><br />
privaatrechtelijke techniek, waarbij de huurders beter word<strong>en</strong> beschermd, e<strong>en</strong> oogmerk<br />
van publiekrecht nastreeft, meer bepaald de uitbouw van e<strong>en</strong> repertorium waarin alle<br />
huurcontract<strong>en</strong> word<strong>en</strong> opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. 101 Om e<strong>en</strong> echt repertorium van de huurprijz<strong>en</strong> te<br />
kunn<strong>en</strong> vorm<strong>en</strong>, is ev<strong>en</strong>wel vereist dat de beschikbare gegev<strong>en</strong>s op de<br />
registratiekantor<strong>en</strong> word<strong>en</strong> geanalyseerd <strong>en</strong> op e<strong>en</strong> systematische wijze toegankelijk<br />
voor <strong>het</strong> publiek word<strong>en</strong> gemaakt. Daartoe is verder wetgev<strong>en</strong>d werk noodzakelijk.<br />
II. WIJZIGINGEN M.B.T. DE HUURWAARBORG<br />
A. Situering<br />
33. Artikel 103 van de Wet houd<strong>en</strong>de diverse bepaling<strong>en</strong> (IV) van 25 april <strong>2007</strong> 102<br />
heeft artikel 10 van de Woninghuurwet herschrev<strong>en</strong>, waarbij de regeling van de<br />
waarborg op e<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>ing op naam van de huurder grot<strong>en</strong>deels behoud<strong>en</strong> bleef, op de<br />
vermindering van <strong>het</strong> maximum bedrag van drie naar twee m<strong>aan</strong>d<strong>en</strong> huur na. Nieuw is<br />
dat de huurwaarborg, naar keuze van de huurder, voort<strong>aan</strong> ook kan word<strong>en</strong> gesteld in de<br />
vorm van e<strong>en</strong> bankwaarborg die <strong>het</strong> de huurder mogelijk maakt de waarborg progressief<br />
sam<strong>en</strong> te stell<strong>en</strong>, ofwel van e<strong>en</strong> bankwaarborg t<strong>en</strong> gevolge van e<strong>en</strong> standaardcontract<br />
tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> OCMW <strong>en</strong> e<strong>en</strong> financiële instelling. Deze wijziging beoogt de financiële<br />
drempel van de private woninghuurmarkt voor huurders met e<strong>en</strong> bescheid<strong>en</strong> inkom<strong>en</strong> te<br />
verlag<strong>en</strong>. 103 Op wetgev<strong>en</strong>d vlak blijkt ev<strong>en</strong>wel heel wat <strong>aan</strong> te merk<strong>en</strong> op de nieuwe<br />
tekst. De di<strong>en</strong>st Wetsevaluatie van de S<strong>en</strong>aat vatte de pijnpunt<strong>en</strong> als volgt sam<strong>en</strong>:<br />
“…<strong>het</strong> ontbreekt de tekst <strong>aan</strong> structuur, hij is te lang <strong>en</strong> hij is niet bepaald<br />
leesbaar…” 104 , waarna de wettekst in ongewijzigde vorm werd gestemd…<br />
97<br />
Parl. St. Kamer <strong>2006</strong>-07, nr. 51-2773/001, 54 (memorie van toelichting).<br />
98 Parl. St. Kamer <strong>2006</strong>-07, nr. 51-2773/002, 398 (advies R.v.St.); zie ook de kritiek in A. COPPENS, l.c.,<br />
1098.<br />
99<br />
N. BERNARD, “Le nouveau régime de l’<strong>en</strong>registrem<strong>en</strong>t du bail d’habitation”, l.c., 239.<br />
100<br />
E. SPRUYT, l.c., p. 275-276, nr. 57.<br />
101<br />
Zie ook A. COPPENS, l.c., 1098.<br />
102<br />
B.S. 8 mei <strong>2007</strong>, ed. 3.<br />
103<br />
Parl. St. Kamer <strong>2006</strong>-07, nr. 51-2873/001, 76-77 (memorie van toelichting).<br />
104<br />
Parl. St. S<strong>en</strong>aat <strong>2006</strong>-07, nr. 3-2121/4, 23 (Verslag Willems <strong>en</strong> Zrih<strong>en</strong>).
WIJZIGINGEN AAN HET HUURRECHT <strong>2006</strong>-<strong>2007</strong> 17<br />
B. Toepassingsvoorwaard<strong>en</strong><br />
1. Principe: de waarborg bestaat uit e<strong>en</strong> som geld of uit e<strong>en</strong><br />
bankwaarborg<br />
34. De wettelijke regeling heeft <strong>en</strong>kel betrekking op de huurwaarborg die bestaat<br />
uit e<strong>en</strong> som geld of uit e<strong>en</strong> bankwaarborg. De regeling heeft ge<strong>en</strong> betrekking op<br />
waarborg<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> andere vorm. In feite gaat <strong>het</strong> hier om e<strong>en</strong> dubbele voorwaarde. In de<br />
eerste plaats moet in de overe<strong>en</strong>komst e<strong>en</strong> waarborg zijn bedong<strong>en</strong>. Hiervoor geldt <strong>het</strong><br />
beginsel van de contractvrijheid: partij<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> vrij overe<strong>en</strong>kom<strong>en</strong> om al dan niet e<strong>en</strong><br />
huurwaarborg te stell<strong>en</strong>. In de tweede plaats moet deze waarborg uit e<strong>en</strong> som geld<br />
best<strong>aan</strong> 105 of, sinds de wetswijziging van 25 april <strong>2007</strong>, uit e<strong>en</strong> bankwaarborg. In<br />
beginsel geldt in verband met de vorm van de waarborg ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s de contractvrijheid.<br />
Uit de wettekst valt af te leid<strong>en</strong> dat de keuze tuss<strong>en</strong> deze vorm<strong>en</strong> van huurwaarborg<br />
<strong>en</strong>kel <strong>aan</strong> de huurder toekomt. 106 De waarborg zou ev<strong>en</strong>wel ook kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />
bedong<strong>en</strong> in de vorm van e<strong>en</strong> inpandgeving van waardevolle roer<strong>en</strong>de goeder<strong>en</strong>,<br />
effect<strong>en</strong> <strong>en</strong>zovoort, maar in die gevall<strong>en</strong> is de regeling van artikel 10 van de<br />
Woninghuurwet niet van toepassing. 107 Op dit punt is de wettelijke regeling<br />
onvolmaakt; wat baat <strong>het</strong> immers om e<strong>en</strong> exclusief keuzerecht te reserver<strong>en</strong> voor de<br />
huurder binn<strong>en</strong> <strong>het</strong> wettelijke waarborgstelsel, indi<strong>en</strong> de wet niet uitsluit dat er voor e<strong>en</strong><br />
andere vorm van huurwaarborg kan word<strong>en</strong> gekoz<strong>en</strong>?<br />
2. Omvang van de huurwaarborg<br />
35. Inzake woninghuur mocht de waarborg best<strong>aan</strong>de in e<strong>en</strong> som geld volg<strong>en</strong>s de<br />
oorspronkelijke regeling opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in de Woninghuurwet van 1991 maximum drie<br />
m<strong>aan</strong>d<strong>en</strong> huurprijs bedrag<strong>en</strong>. Door de wet van 25 april <strong>2007</strong> wordt dit maximum<br />
verminderd tot twee m<strong>aan</strong>d<strong>en</strong> huur, voor de huurwaarborg die ine<strong>en</strong>s bij de <strong>aan</strong>vang van<br />
de huur moet word<strong>en</strong> gesteld door storting op e<strong>en</strong> geïndividualiseerde rek<strong>en</strong>ing op naam<br />
van de huurder (artikel 10, § 1, derde lid van de Woninghuurwet). Deze wijziging<br />
geschiedde uit overweging<strong>en</strong> van versterking van <strong>het</strong> recht op behoorlijke huisvesting<br />
door middel van <strong>het</strong> verlag<strong>en</strong> van de financiële drempel om toegang tot de private<br />
huurmarkt te krijg<strong>en</strong>. 108 Kiest de huurder voor <strong>het</strong> stell<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> bankwaarborg, dan<br />
geldt nog <strong>het</strong> oorspronkelijke maximum van drie m<strong>aan</strong>d<strong>en</strong> huurprijs. Opter<strong>en</strong> partij<strong>en</strong><br />
105 Parl. St. S<strong>en</strong>aat 1982-83, nr. 556/2, 74 (Verslag Van Rompaey); Parl. St. Kamer 1983-84, nr. 807/9, 44<br />
(Verslag Bourgeois <strong>en</strong> Van Belle); A. VAN OEVELEN, Overzicht van de rec<strong>en</strong>te ontwikkeling<strong>en</strong> in <strong>het</strong><br />
<strong>huurrecht</strong>, Antwerp<strong>en</strong>, Apeldoorn, Maklu, 1986, p. 103, nr. 117.<br />
106 N. BERNARD, “La loi du 25 avril <strong>2007</strong> et les nouvelles dispositions <strong>en</strong> matière de bail à loyer”, l.c., 519; J .<br />
COLAES, l.c., p. 157, nr. 171 ; D. MEULEMANS, l.c., p. 124, nr. 152 <strong>en</strong> p. 127, nr. 172.<br />
107 Zie bijvoorbeeld Rb. Luik 12 september 2001, J.L.M.B. 2001, 1713; Vred. Grâce-Hollogne 12 september<br />
2000, J.L.M.B. 2001, 1268. Zie na de inwerkingtreding van de Wet van 25 april <strong>2007</strong>: S. BEYAERT, o.c., p.<br />
167, nr. 49 die uit e<strong>en</strong> letterlijke lezing van de wettekst <strong>en</strong> de ratio legis afleidt dat andere vorm<strong>en</strong> van waarborg<br />
niet <strong>aan</strong> de huurder kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> opgedrong<strong>en</strong>, maar hem wel kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> voorgesteld; J . COLAES, l.c.,<br />
p. 157, nr. 170; D. MEULEMANS, l.c., p. 125, nrs. 159 <strong>en</strong> 161.<br />
108 Het betal<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> bedrag van vier m<strong>aan</strong>d<strong>en</strong> huishuur ine<strong>en</strong>s (drie m<strong>aan</strong>d<strong>en</strong> waarborg <strong>en</strong> de eerste m<strong>aan</strong>d<br />
huishuur) blijkt voor sommige huishoudbudgett<strong>en</strong> e<strong>en</strong> onoverkomelijke hinderpaal te zijn om e<strong>en</strong> woning te<br />
vind<strong>en</strong>, zie Parl. St. Kamer <strong>2006</strong>-07, nr. 51-2873/001, 76-77 (Memorie van toelichting); Parl. St. Kamer <strong>2006</strong>-<br />
07, nr. 51-2873/020, 13 <strong>en</strong> 42 (Verslag Lahaye-Battheu); Parl. St. S<strong>en</strong>aat <strong>2006</strong>-07, nr. 3-2121/4, 9 (Verslag<br />
Willems <strong>en</strong> Zrih<strong>en</strong>).
WIJZIGINGEN AAN HET HUURRECHT <strong>2006</strong>-<strong>2007</strong> 18<br />
voor e<strong>en</strong> zekerheid die niet onder <strong>het</strong> wettelijk waarborgstelsel valt, dan zijn de<br />
wettelijke maxima niet van toepassing. 109<br />
36. De wettekst vermeldt “<strong>het</strong> bedrag dat gelijk is <strong>aan</strong> 2 of 3 m<strong>aan</strong>d<strong>en</strong> huur”,<br />
zodat <strong>het</strong> maximum wordt berek<strong>en</strong>d op de naakte of zuivere huurprijs, dit wil zegg<strong>en</strong> de<br />
huurprijs zonder de kost<strong>en</strong> <strong>en</strong> last<strong>en</strong> waarvan de betaling <strong>aan</strong> de huurder wordt<br />
opgelegd. 110<br />
3. De geïndividualiseerde bankrek<strong>en</strong>ing op naam van de huurder<br />
37. De huurwaarborg best<strong>aan</strong>de uit e<strong>en</strong> som geld moet bij e<strong>en</strong> financiële<br />
instelling 111 op e<strong>en</strong> geïndividualiseerde rek<strong>en</strong>ing op naam van de huurder word<strong>en</strong><br />
geplaatst. Het is derhalve niet toegelat<strong>en</strong> dat de verhuurder zou vrag<strong>en</strong> om de geldsom<br />
rechtstreeks te ontvang<strong>en</strong> of op e<strong>en</strong> bankrek<strong>en</strong>ing op zijn naam te plaats<strong>en</strong>. De som geld<br />
di<strong>en</strong>t rechtstreeks geplaatst te word<strong>en</strong> op de geïndividualiseerde rek<strong>en</strong>ing op naam van<br />
de huurder. 112 Het plaats<strong>en</strong> van de waarborgsom doet aldus ge<strong>en</strong> afbreuk <strong>aan</strong> <strong>het</strong><br />
eig<strong>en</strong>domsrecht van de huurder over <strong>het</strong> aldus geplaatste kapitaal, noch over dat van de<br />
intrest<strong>en</strong> die in de loop van de huurovere<strong>en</strong>komst zull<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gekapitaliseerd. De<br />
huurder is immers de <strong>en</strong>ige titularis van de bankrek<strong>en</strong>ing, zij <strong>het</strong> dat <strong>aan</strong> de verhuurder<br />
e<strong>en</strong> voorrecht op <strong>het</strong> actief van de rek<strong>en</strong>ing wordt toegek<strong>en</strong>d, ev<strong>en</strong>als e<strong>en</strong><br />
blokkeringsbevoegdheid (zie infra). De keuze van de kredietinstelling waar de huurder<br />
e<strong>en</strong> huurwaarborgrek<strong>en</strong>ing op zijn naam op<strong>en</strong>t, komt in beginsel <strong>aan</strong> de huurder toe,<br />
t<strong>en</strong>zij de huurovere<strong>en</strong>komst hierover e<strong>en</strong> regeling zou treff<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> specifieke<br />
kredietinstelling zou <strong>aan</strong>wijz<strong>en</strong>. 113 De aard van de waarborgrek<strong>en</strong>ing wordt niet<br />
gepreciseerd, zodat zowel e<strong>en</strong> spaarrek<strong>en</strong>ing als e<strong>en</strong> termijnrek<strong>en</strong>ing 114 in <strong>aan</strong>merking<br />
kom<strong>en</strong>.<br />
38. De wetswijziging van 25 april <strong>2007</strong> heeft de omvang van e<strong>en</strong> dergelijke<br />
huurwaarborg voor huurovere<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> geslot<strong>en</strong> vanaf 18 mei <strong>2007</strong> beperkt van drie<br />
tot twee m<strong>aan</strong>d<strong>en</strong> huur. Dit is e<strong>en</strong> vrij beperkte waarborg, rek<strong>en</strong>ing houd<strong>en</strong>d met de<br />
109 J . COLAES, l.c., p. 156, nr. 169 ; D. MEULEMANS, l.c., p. 126, nr. 162.<br />
110 M. DAMBRE <strong>en</strong> B. HUBEAU, o.c., p. 544, nr. 1373; Y. MERCHIERS, “De huurwaarborg” in J. HERBOTS<br />
<strong>en</strong> Y. MERCHIERS (eds.), Woninghuur na de Wet van 13 april 1997, Brugge, die Keure, 1997, p. 202, nr. 8; W.<br />
VAN MINNEBRUGGEN, “Artikel 10 Woninghuurwet - Huurwaarborg” in E. DIRIX, A. CUYPERS <strong>en</strong> M.<br />
TISON (eds.), Comm<strong>en</strong>taar Voorrecht<strong>en</strong> <strong>en</strong> Hypothek<strong>en</strong>, Mechel<strong>en</strong>, Kluwer, 1999, losbl., p. 8, nr. 8; D.<br />
MEULEMANS, l.c., p. 127, nr. 170; P. VERSAILLES, “Garantie locative et droit au logem<strong>en</strong>t: quelle protection<br />
juridique pour les plus démunis?”, J.T. 1992, 471.<br />
111 Hiermee word<strong>en</strong> de kredietinstelling<strong>en</strong> in de zin van de Wet van 22 maart 1993 op <strong>het</strong> statuut van <strong>en</strong> toezicht<br />
op de kredietinstelling<strong>en</strong> bedoeld, wat terminologisch ook beter in die zin zou word<strong>en</strong> opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in de wettekst<br />
(W. VAN MINNEBRUGGEN, o.c., p. 8, nr. 9).<br />
112 Zie hierover M. DAMBRE <strong>en</strong> B. HUBEAU, o.c., p. 546, nr. 1379; A. VAN OEVELEN, Overzicht van de<br />
rec<strong>en</strong>te ontwikkeling<strong>en</strong> in <strong>het</strong> <strong>huurrecht</strong>, o.c., p. 104, nr. 119; J. VANKERCKHOVE, “Petite réforme du louage<br />
et loyers <strong>en</strong> 1984”, l.c., p. 157, nr. 60; O. GUTT, “Garantie locative: l’article 1752bis du Code civil”, J.T. 1984,<br />
132.<br />
113 M. CLAVIE, “Les conditions financières” in BENOIT, G., DURANT, I., JADOUL, P. <strong>en</strong> VANWIJCK-<br />
ALEXANDRE, M. (eds.), Le bail de résid<strong>en</strong>ce principale, Brussel, La Charte, <strong>2006</strong>, p. 260, nr. 18, voetnoot 142;<br />
W. VAN MINNEBRUGGEN, o.c., p. 8, nr. 9; contra J.-M. LETIER, "La garantie locative", T. Vred. 2005, 78 die<br />
de keuze bij de verhuurder laat op grond van <strong>het</strong> weinig overtuig<strong>en</strong>de tekstargum<strong>en</strong>t dat de verhuurder die in <strong>het</strong><br />
bezit is van de waarborgsom, deze niet mag behoud<strong>en</strong>, maar op e<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>ing op naam van de huurder moet zett<strong>en</strong>; de<br />
wettekst duidt o.i. integ<strong>en</strong>deel <strong>aan</strong> dat de verhuurder de waarborgsom bij voorkeur niet mag ontvang<strong>en</strong> van de<br />
huurder (<strong>en</strong> derhalve ook niet mag behoud<strong>en</strong>).<br />
114 Gelet op problem<strong>en</strong> van tijdige vrijgave bij vervroegde beëindiging van de huurovere<strong>en</strong>komst, wordt<br />
<strong>aan</strong>gerad<strong>en</strong> om voor e<strong>en</strong> spaarrek<strong>en</strong>ing te opter<strong>en</strong> (D. MEULEMANS, l.c., p. 127, nr. 174).
WIJZIGINGEN AAN HET HUURRECHT <strong>2006</strong>-<strong>2007</strong> 19<br />
schuldvordering<strong>en</strong> die erdoor gewaarborgd word<strong>en</strong> (achterstallige huur, maar ook<br />
huurschade, niet uitgevoerde huurherstelling<strong>en</strong> <strong>en</strong> niet betaalde kost<strong>en</strong>). Deze beperking<br />
zou als ongew<strong>en</strong>st gevolg kunn<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> dat verhuurders veel kritischer zull<strong>en</strong> zijn t<strong>en</strong><br />
<strong>aan</strong>zi<strong>en</strong> van <strong>het</strong> <strong>aan</strong>vaard<strong>en</strong> van huurders zonder voldo<strong>en</strong>de inkomst<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat zij veel<br />
sneller tot procedure zull<strong>en</strong> overg<strong>aan</strong> van zodra e<strong>en</strong> wanbetaling van de huurprijs wordt<br />
vastgesteld. 115 Tev<strong>en</strong>s zoud<strong>en</strong> rechtbank<strong>en</strong> g<strong>en</strong>eigd kunn<strong>en</strong> zijn eerder over te g<strong>aan</strong> tot<br />
ontbinding van de huurovere<strong>en</strong>komst 116 <strong>en</strong> minder gebruik te mak<strong>en</strong> van de<br />
mogelijkheid om uitstel <strong>aan</strong> de huurder te verl<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />
39. De interest op de huurwaarborg wordt gekapitaliseerd. Zolang de<br />
huurovere<strong>en</strong>komst duurt, kunn<strong>en</strong> de interest<strong>en</strong> niet van de hoofdsom word<strong>en</strong><br />
gescheid<strong>en</strong>. Er kan over <strong>het</strong> aldus gekapitaliseerd bedrag niet word<strong>en</strong> beschikt, noch<br />
door de huurder, noch door de verhuurder. 117<br />
Zolang de huurder de verhuurder niet in gebreke stelt om ter zake zijn wettelijke<br />
verplichting na te kom<strong>en</strong>, is de verhuurder <strong>aan</strong> de huurder de gemiddelde marktr<strong>en</strong>te op<br />
<strong>het</strong> bedrag van de waarborg verschuldigd, te rek<strong>en</strong><strong>en</strong> vanaf de overhandiging ervan<br />
(artikel 10, § 2, eerste lid van de Woninghuurwet). Die gemiddelde marktr<strong>en</strong>te is de<br />
r<strong>en</strong>te die de financiële instelling<strong>en</strong> op dergelijke waarborgrek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> (termijn- <strong>en</strong><br />
spaarrek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>) toepass<strong>en</strong>. 118 Het sanctioner<strong>en</strong>d karakter van deze bepaling is derhalve<br />
bijzonder relatief, rek<strong>en</strong>ing houd<strong>en</strong>de met gemiddelde marktr<strong>en</strong>t<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 2,00 <strong>en</strong> 2,75<br />
% gedur<strong>en</strong>de de afgelop<strong>en</strong> jar<strong>en</strong>. 119 De door de verhuurder verschuldigde interest<strong>en</strong><br />
word<strong>en</strong> gekapitaliseerd overe<strong>en</strong>komstig artikel 1154 van <strong>het</strong> Burgerlijk Wetboek.<br />
40. Vanaf de dag waarop de huurder de verhuurder <strong>aan</strong>m<strong>aan</strong>t de verplichting na te<br />
kom<strong>en</strong> de waarborg te blokker<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> financiële instelling op e<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>ing op naam<br />
van de huurder, is de wettelijke interest verschuldigd (artikel 10, § 2, tweede lid van de<br />
Woninghuurwet). De wettelijke interest, die merkelijk hoger is dan de gemiddelde<br />
marktr<strong>en</strong>te (tot <strong>en</strong> met <strong>het</strong> jaar <strong>2006</strong> bedroeg zij 7 %, gedur<strong>en</strong>de <strong>het</strong> jaar <strong>2007</strong> 6 % <strong>en</strong><br />
vanaf 1 januari 2008 bedraagt zij opnieuw 7 %), zal word<strong>en</strong> berek<strong>en</strong>d op <strong>het</strong> bedrag van<br />
de waarborg in hoofdsom, vermeerderd met de tot op <strong>het</strong> og<strong>en</strong>blik van de <strong>aan</strong>maning<br />
verschuldigde <strong>en</strong> gekapitaliseerde gemiddelde marktr<strong>en</strong>te. 120<br />
41. De verhuurder krijgt e<strong>en</strong> voorrecht op <strong>het</strong> actief van de huurwaarborgrek<strong>en</strong>ing.<br />
Het voorrecht van de verhuurder heeft betrekking op elke schuldvordering<br />
voortvloei<strong>en</strong>d uit de gehele of gedeeltelijke niet-nakoming van de verplichting<strong>en</strong> door<br />
de huurder. De vordering van de verhuurder kan derhalve betrekking hebb<strong>en</strong> op de nietbetaling<br />
van de huurprijs, de indexering<strong>en</strong> <strong>en</strong>/of kost<strong>en</strong> <strong>en</strong> last<strong>en</strong>, niet of slecht<br />
115<br />
Zie ook N. BERNARD, “La loi du 25 avril <strong>2007</strong> et les nouvelles dispositions <strong>en</strong> matière de bail à loyer”, l.c.,<br />
520.<br />
116<br />
A. VAN OEVELEN, “<strong>Wijziging<strong>en</strong></strong> in <strong>het</strong> (woning)<strong>huurrecht</strong>”, l.c., 303.<br />
117<br />
A. VAN OEVELEN, Overzicht van de rec<strong>en</strong>te ontwikkeling<strong>en</strong> in <strong>het</strong> <strong>huurrecht</strong>, o.c., p. 104, nr. 119; P.<br />
VERSAILLES, l.c., 468.<br />
118<br />
Parl. St. Kamer 1996-97, nr. 717/1, 13 (memorie van toelichting); M. DAMBRE <strong>en</strong> B. HUBEAU, o.c., p. 550,<br />
nr. 1392; J.-M. LETIER, l.c., 80; Y. MERCHIERS, “De huurwaarborg”, o.c., p. 203, nr. 10; W. VAN<br />
MINNEBRUGGEN, o.c., p. 9, nr. 9; A. VAN OEVELEN, “Kroniek van <strong>het</strong> woning<strong>huurrecht</strong> (1998-2005)”, R.W.<br />
2005-06, p. 1532, nr. 30.<br />
119<br />
Zie de gemiddeld<strong>en</strong> gepubliceerd in <strong>het</strong> tijdschrift Huur sinds eind 2002 <strong>en</strong> <strong>het</strong> overzicht in Huur 2004, 102;<br />
zie bijvoorbeeld Vred. Halle 3 maart 2004, Huur 2004, 90 (2,5 %). Vanaf 1 juli <strong>2006</strong> wordt e<strong>en</strong> gemiddelde<br />
marktr<strong>en</strong>te van 2,15 % geadviseerd (Huur <strong>2007</strong>, 219).<br />
120<br />
J. VANKERCKHOVE <strong>en</strong> M. VLIES, “Loi du 13 avril 1997 modifiant certaines dispositions <strong>en</strong> matière de baux”,<br />
J.T. 1997, p. 605, nr. 31.
WIJZIGINGEN AAN HET HUURRECHT <strong>2006</strong>-<strong>2007</strong> 20<br />
uitgevoerde huurherstelling<strong>en</strong> <strong>en</strong> huurschade zodat <strong>het</strong> gehuurde goed niet kan word<strong>en</strong><br />
teruggegev<strong>en</strong> in de staat waarin de huurder <strong>het</strong> ontvang<strong>en</strong> heeft. 121 Het voorrecht van de<br />
verhuurder kan word<strong>en</strong> uitgeoef<strong>en</strong>d op <strong>het</strong> actief van de waarborgrek<strong>en</strong>ing, of, wat<br />
nauwkeuriger lijkt, op de schuldvordering van de huurder t<strong>en</strong> <strong>aan</strong>zi<strong>en</strong> van de<br />
kredietinstelling. 122 Het voorrecht kan derhalve zowel op de hoofdsom als op de<br />
gekapitaliseerde interest<strong>en</strong> van de door de huurder gestelde waarborgsom word<strong>en</strong><br />
uitgeoef<strong>en</strong>d. Om van <strong>het</strong> voorrecht te kunn<strong>en</strong> g<strong>en</strong>iet<strong>en</strong>, is vereist dat <strong>aan</strong> alle wettelijke<br />
toepassingsvoorwaard<strong>en</strong> is vold<strong>aan</strong>, in <strong>het</strong> bijzonder <strong>aan</strong> de vereiste van plaatsing op<br />
e<strong>en</strong> geïndividualiseerde rek<strong>en</strong>ing op naam van de huurder bij e<strong>en</strong> financiële instelling.<br />
Bezit de rek<strong>en</strong>ing niet de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van de specifieke huurwaarborgrek<strong>en</strong>ing die alle<br />
financiële instelling<strong>en</strong> <strong>aan</strong>bied<strong>en</strong>, dan kan de verhuurder op die rek<strong>en</strong>ing ge<strong>en</strong> voorrecht<br />
lat<strong>en</strong> geld<strong>en</strong> <strong>en</strong> zal de bank schuldvergelijking kunn<strong>en</strong> toepass<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> <strong>het</strong> saldo op de<br />
rek<strong>en</strong>ing <strong>en</strong> e<strong>en</strong> schuldvordering die zij op de huurder heeft. 123<br />
4. De huurwaarborg in de vorm van e<strong>en</strong> bankwaarborg<br />
42. Sinds de wetswijziging van 25 april <strong>2007</strong> kan de huurwaarborg naar keuze van<br />
de huurder drie vorm<strong>en</strong> <strong>aan</strong>nem<strong>en</strong>: ofwel e<strong>en</strong> geïndividualiseerde rek<strong>en</strong>ing op naam van<br />
de huurder bij e<strong>en</strong> financiële instelling (zie supra), ofwel e<strong>en</strong> bankwaarborg die <strong>het</strong> de<br />
huurder mogelijk maakt de waarborg progressief sam<strong>en</strong> te stell<strong>en</strong>, ofwel e<strong>en</strong><br />
bankwaarborg t<strong>en</strong> gevolge van e<strong>en</strong> standaardcontract tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> OCMW <strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />
financiële instelling. Eig<strong>en</strong>lijk kan m<strong>en</strong> de derde vorm als e<strong>en</strong> variante van de tweede<br />
vorm beschouw<strong>en</strong> 124 , <strong>aan</strong>gezi<strong>en</strong> t<strong>en</strong> <strong>aan</strong>zi<strong>en</strong> van de verhuurder niet mag blijk<strong>en</strong> of <strong>het</strong><br />
OCMW bij <strong>het</strong> stell<strong>en</strong> van de waarborg tuss<strong>en</strong>komst verle<strong>en</strong>t t<strong>en</strong> einde stigmatisering<br />
van de huurder te voorkom<strong>en</strong> (zie infra). Op de bankwaarborg door e<strong>en</strong> financiële<br />
instelling zijn de regels met betrekking tot de borgtocht van toepassing (artikel<strong>en</strong> 2011<br />
tot <strong>en</strong> met 2039 van <strong>het</strong> Burgerlijk Wetboek). 125 De financiële instelling die zich borg<br />
stelt, verbindt zich persoonlijk t<strong>en</strong> <strong>aan</strong>zi<strong>en</strong> van de verhuurder om de verbint<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> van<br />
de in gebreke blijv<strong>en</strong>de huurder uit te voer<strong>en</strong> tot beloop van <strong>het</strong> bedrag van de<br />
huurwaarborg.<br />
43. Wanneer de huurder kiest voor e<strong>en</strong> bankwaarborg, waarbij hij zich verbindt die<br />
volledig sam<strong>en</strong> te stell<strong>en</strong> door middel van constante m<strong>aan</strong>delijkse afbetaling<strong>en</strong><br />
gedur<strong>en</strong>de de duur van de huurovere<strong>en</strong>komst, met e<strong>en</strong> maximumduur van drie jaar, is<br />
deze gelijk <strong>aan</strong> e<strong>en</strong> bedrag van maximum drie m<strong>aan</strong>d<strong>en</strong> huur. Het is merkwaardig dat de<br />
wetgever voor de person<strong>en</strong> met de minste financiële draagkracht e<strong>en</strong> hogere financiële<br />
verbint<strong>en</strong>is voorschrijft dan voor de huurders die onmiddellijk kunn<strong>en</strong> betal<strong>en</strong>, zij <strong>het</strong><br />
dat zij van e<strong>en</strong> gespreide betaling kunn<strong>en</strong> g<strong>en</strong>iet<strong>en</strong>. 126 De financiële instelling die de<br />
waarborg moet verstrekk<strong>en</strong>, is dieg<strong>en</strong>e waar de huurder zijn rek<strong>en</strong>ing heeft <strong>en</strong> waar zijn<br />
121 M. DAMBRE <strong>en</strong> B. HUBEAU, o.c., p. 547, nr. 1381; J.-M. LETIER, l.c., 78; W. VAN MINNEBRUGGEN, o.c.,<br />
p. 10, nr. 11; A. VAN OEVELEN, Overzicht van de rec<strong>en</strong>te ontwikkeling<strong>en</strong> in <strong>het</strong> <strong>huurrecht</strong>, o.c., p. 104, nr.<br />
120.<br />
122 M. GRÉGOIRE, Publicité foncière, sûretés réelles et privilèges, Brussel, Bruylant, <strong>2006</strong>, p. 320, nr. 747.<br />
123 Beslagr. G<strong>en</strong>t 27 maart 2001, R.W. 2003-04, 671.<br />
124 Zie de opmerking van de di<strong>en</strong>st Wetsevaluatie van de S<strong>en</strong>aat in Parl. St. S<strong>en</strong>aat <strong>2006</strong>-07, nr. 3-2121/4, 27<br />
(Verslag Willems <strong>en</strong> Zrih<strong>en</strong>).<br />
125 Brussel 14 juni 2002, J.T. 2003, 4 <strong>en</strong> T.B.H. 2004, 175, noot J.-P. BUYLE <strong>en</strong> M. DELIERNEUX; J.-M.<br />
LETIER, l.c., 72; Y. MERCHIERS, Le bail <strong>en</strong> général, o.c., p. 246, nr. 355; Y. MERCHIERS, “De huurwaarborg”,<br />
o.c., p. 199, nr. 3; D. MEULEMANS, l.c., p. 128, nr. 175.<br />
126 N. BERNARD, “La loi du 25 avril <strong>2007</strong> et les nouvelles dispositions <strong>en</strong> matière de bail à loyer”, l.c., 519.
WIJZIGINGEN AAN HET HUURRECHT <strong>2006</strong>-<strong>2007</strong> 21<br />
beroeps- of vervangingsinkomst<strong>en</strong> 127 word<strong>en</strong> gestort. De financiële instelling levert <strong>het</strong><br />
bewijs van de bankwaarborg af door middel van e<strong>en</strong> bij koninklijk besluit vastgesteld<br />
standaardformulier. 128<br />
44. Indi<strong>en</strong> de huurder stopt met <strong>het</strong> stort<strong>en</strong> van zijn beroeps- of<br />
vervangingsinkom<strong>en</strong>s bij zijn financiële instelling, is die instelling gerechtigd om de<br />
integrale <strong>en</strong> onmiddellijke sam<strong>en</strong>stelling van de waarborg te eis<strong>en</strong>, onverminderd de<br />
mogelijkheid voor de huurder om die waarborg over te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong> andere<br />
financiële instelling. Deze regeling zal als e<strong>en</strong> wellicht onbedoeld gevolg hebb<strong>en</strong> dat de<br />
huurders <strong>aan</strong> hun huisbankier word<strong>en</strong> gebond<strong>en</strong> zolang de huurwaarborg niet volledig is<br />
wedersam<strong>en</strong>gesteld. 129<br />
45. Voor dergelijke huurwaarborg<strong>en</strong> mog<strong>en</strong> (moet<strong>en</strong>) de bank<strong>en</strong> de principes van<br />
zorgvuldige kredietverl<strong>en</strong>ing k<strong>en</strong>nelijk overboord gooi<strong>en</strong>. De wet van 25 april <strong>2007</strong><br />
voegt immers e<strong>en</strong> bepaling <strong>aan</strong> artikel 10 van de Woninghuurwet toe op grond waarvan<br />
e<strong>en</strong> financiële instelling deze waarborg niet kan weiger<strong>en</strong> om red<strong>en</strong><strong>en</strong> in verband met de<br />
kredietwaardigheid van de huurder, nietteg<strong>en</strong>st<strong>aan</strong>de de Wet op <strong>het</strong> statuut van <strong>en</strong> <strong>het</strong><br />
besluit op de kredietinstelling<strong>en</strong> van 22 maart 1993. De Wet van 12 juni 1991 op <strong>het</strong><br />
consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>krediet wordt ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s buit<strong>en</strong> toepassing verklaard (artikel 10, § 1, vierde<br />
lid van de Woninghuurwet). Hoewel de wetgever ge<strong>en</strong> specifieke sanctie heeft<br />
ingevoerd t<strong>en</strong> <strong>aan</strong>zi<strong>en</strong> van de weigerachtige financiële instelling, maakt deze door de<br />
wet opgelegde verbint<strong>en</strong>is kracht<strong>en</strong>s artikel 1135 B.W. deel uit van de<br />
rek<strong>en</strong>ingovere<strong>en</strong>komst tuss<strong>en</strong> de huurder <strong>en</strong> zijn bank. 130 De huurder beschikt aldus<br />
over de theoretische mogelijkheid de gedwong<strong>en</strong> uitvoering in natura van die<br />
verbint<strong>en</strong>is te eis<strong>en</strong>, desgevall<strong>en</strong>d onder verbeurte van e<strong>en</strong> dwangsom of de uitvoering<br />
bij equival<strong>en</strong>t in de vorm van e<strong>en</strong> schadevergoeding, voor zover de huurder erin slaagt<br />
zijn schade te bewijz<strong>en</strong>. Het hoeft ge<strong>en</strong> betoog dat de banksector, waarmee k<strong>en</strong>nelijk<br />
niet voorafg<strong>aan</strong>d werd overlegd, weigerachtig staat teg<strong>en</strong> de toepassing van deze<br />
verplichting. 131 Naast <strong>het</strong> al vermelde beroep tot nietigverklaring bij <strong>het</strong> Grondwettelijk<br />
Hof, werd in de praktijk ook vastgesteld dat sommige bank<strong>en</strong> deze vorm van<br />
kredietverl<strong>en</strong>ing weiger<strong>en</strong> of afhankelijk stell<strong>en</strong> van <strong>het</strong> betal<strong>en</strong> van vrij hoge<br />
dossierkost<strong>en</strong> 132 (er is sprake van 250 euro), wat deze mogelijkheid voor de door de<br />
wetgever beoogde doelgroep wellicht buit<strong>en</strong>spel zet.<br />
46. Naast de vaststelling dat <strong>het</strong> verl<strong>en</strong><strong>en</strong> van e<strong>en</strong> bankwaarborg e<strong>en</strong> borgstelling<br />
van de financiële instelling t<strong>en</strong> <strong>aan</strong>zi<strong>en</strong> van de verhuurder uitmaakt, kan ev<strong>en</strong> terecht<br />
word<strong>en</strong> vastgesteld dat de verhouding tuss<strong>en</strong> de financiële instelling <strong>en</strong> de huurder <strong>het</strong><br />
karakter van e<strong>en</strong> kredietovere<strong>en</strong>komst vertoont. 133 De huurder is ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele debetr<strong>en</strong>te<br />
127 Of <strong>het</strong> door <strong>het</strong> OCMW uitgekeerde leefloon onder dit begrip valt, is niet duidelijk, zie daarover A. VAN<br />
OEVELEN, “<strong>Wijziging<strong>en</strong></strong> in <strong>het</strong> (woning)<strong>huurrecht</strong>”, l.c., 304.<br />
128 Zie <strong>het</strong> model gevoegd als bijlage bij <strong>het</strong> Koninklijk besluit van 4 mei <strong>2007</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in uitvoering van artikel<br />
10, § 1, laatste lid, van boek III, titel VIII, hoofdstuk II, afdeling 2, van <strong>het</strong> Burgerlijk Wetboek, B.S. 21 mei<br />
<strong>2007</strong>.<br />
129 N. BERNARD, “La loi du 25 avril <strong>2007</strong> et les nouvelles dispositions <strong>en</strong> matière de bail à loyer”, l.c., 519.<br />
130 A. VAN OEVELEN, “<strong>Wijziging<strong>en</strong></strong> in <strong>het</strong> (woning)<strong>huurrecht</strong>”, l.c., 304.<br />
131 Zie nochtans de oproep <strong>aan</strong> de financiële sector tot loyale medewerking <strong>aan</strong> de uitvoering van deze nieuwe<br />
verplichting bij A. VAN OEVELEN, “<strong>Wijziging<strong>en</strong></strong> in <strong>het</strong> (woning)<strong>huurrecht</strong>”, l.c., 304.<br />
132 Cf. J . COLAES, l.c., p. 158, nr. 180; zie ook F. DE SMET, “Bank<strong>en</strong> saboter<strong>en</strong> nieuwe huurwet”,<br />
www.standaard.be (28 november <strong>2007</strong>); K. JACOBS, “Moet<strong>en</strong> bank<strong>en</strong> de huurwaarborg voorschiet<strong>en</strong> voor<br />
huurders?”, De Morg<strong>en</strong> 27 november <strong>2007</strong>, 32.<br />
133 Wij zi<strong>en</strong> daarin ge<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>strijdigheid, <strong>aan</strong>gezi<strong>en</strong> de verschill<strong>en</strong>de kwalificatie e<strong>en</strong> andere rechtsverhouding<br />
betreft; cf. ev<strong>en</strong>wel A. VAN OEVELEN, “<strong>Wijziging<strong>en</strong></strong> in <strong>het</strong> (woning)<strong>huurrecht</strong>”, l.c., 304.
WIJZIGINGEN AAN HET HUURRECHT <strong>2006</strong>-<strong>2007</strong> 22<br />
verschuldigd <strong>aan</strong> de financiële instelling die de bankwaarborg verstrekt. Als e<strong>en</strong> vorm<br />
van tegemoetkoming voor de kredietinstelling<strong>en</strong> voor dit “gratis krediet” bepaalt artikel<br />
10, § 1, vierde lid van de Woninghuurwet dat de kredietinstelling slechts e<strong>en</strong> r<strong>en</strong>te <strong>aan</strong><br />
de huurder zal uitker<strong>en</strong> vanaf de dag dat de waarborg volledig is sam<strong>en</strong>gesteld. Aldus<br />
recupereert de kredietinstelling in zekere mate de “r<strong>en</strong>teloze l<strong>en</strong>ing” die zij kracht<strong>en</strong>s<br />
artikel 10 van de Woninghuurwet <strong>aan</strong> de huurder moet verstrekk<strong>en</strong>, <strong>aan</strong>gezi<strong>en</strong> zij zelf<br />
ge<strong>en</strong> interest verschuldigd zal zijn <strong>aan</strong> de huurder op de door hem verrichte<br />
deelbetaling<strong>en</strong> tot wanneer <strong>het</strong> bedrag van de huurwaarborg volledig<br />
wedersam<strong>en</strong>gesteld is.<br />
47. De wetsbepaling stelt dat de financiële instelling over de “voorrecht<strong>en</strong> van <strong>het</strong><br />
geme<strong>en</strong> recht” t<strong>en</strong> overst<strong>aan</strong> van de huurder beschikt in geval hij zijn verplichting om<br />
de waarborg progressief sam<strong>en</strong> te stell<strong>en</strong>, niet naleeft. Wat daarmee wordt bedoeld, is<br />
niet geheel duidelijk. Mogelijkerwijze wordt gedoeld op de comp<strong>en</strong>satiebeding<strong>en</strong> <strong>en</strong> de<br />
beding<strong>en</strong> van e<strong>en</strong>heid van rek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> die in de algem<strong>en</strong>e bankvoorwaard<strong>en</strong> voorkom<strong>en</strong>.<br />
In de Hypotheekwet word<strong>en</strong> er ge<strong>en</strong> voorrecht<strong>en</strong> van geme<strong>en</strong> recht t<strong>en</strong> gunste van<br />
kredietinstelling<strong>en</strong> t<strong>en</strong> <strong>aan</strong>zi<strong>en</strong> van de vordering<strong>en</strong> op hun cliënteel vermeld. Aan de<br />
borgstelling van de bank t<strong>en</strong> <strong>aan</strong>zi<strong>en</strong> van de verhuurder verandert dit ev<strong>en</strong>wel niets. De<br />
financiële instelling di<strong>en</strong>t van bij <strong>het</strong> begin de volledige waarborg te garander<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
draagt derhalve <strong>het</strong> risico voor <strong>het</strong> gedeelte dat door de huurder nog niet werd<br />
wedersam<strong>en</strong>gesteld. 134<br />
48. Wanneer de huurder kiest voor e<strong>en</strong> bankwaarborg die gelijk is <strong>aan</strong> e<strong>en</strong> bedrag<br />
van maximum drie m<strong>aan</strong>d<strong>en</strong> huur t<strong>en</strong> gevolge van e<strong>en</strong> standaardcontract 135 tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />
OCMW <strong>en</strong> e<strong>en</strong> financiële instelling, is <strong>het</strong> dat OCMW dat daarom verzoekt bij de<br />
financiële instelling. De financiële instelling staat daarop de waarborg toe t<strong>en</strong> gunste<br />
van de verhuurder <strong>en</strong> levert daarvan <strong>het</strong> bewijs af door middel van e<strong>en</strong> bij koninklijk<br />
besluit vastgestelde standaardformulier. Aldus vindt hier e<strong>en</strong> dubbele vorm van<br />
borgstelling plaats, de eerste door <strong>het</strong> OCMW t<strong>en</strong> gunste van de kredietinstelling, <strong>en</strong> de<br />
tweede door de kredietinstelling t<strong>en</strong> gunste van de verhuurder. 136 Deze vorm van<br />
huurwaarborg is bedoeld voor person<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> leefloon of e<strong>en</strong> vervangingsinkom<strong>en</strong><br />
g<strong>en</strong>iet<strong>en</strong>. Het OCMW kan zelf besliss<strong>en</strong> of <strong>het</strong> zich borg stelt voor de huurder zonder<br />
dat deze tot <strong>en</strong>ige teg<strong>en</strong>prestatie gehoud<strong>en</strong> is of e<strong>en</strong> al dan niet symbolische bijdrage<br />
vrag<strong>en</strong>. 137<br />
49. Bij koninklijk besluit wordt <strong>het</strong> formulier vastgelegd waarmee de financiële<br />
instelling<strong>en</strong> t<strong>en</strong> <strong>aan</strong>zi<strong>en</strong> van de verhuurders zull<strong>en</strong> bevestig<strong>en</strong> dat de huurwaarborg<br />
toegek<strong>en</strong>d is, ongeacht de manier waarop deze waarborg wordt gevormd. Om<br />
begrijpelijke red<strong>en</strong><strong>en</strong> van privacy <strong>en</strong> de w<strong>en</strong>s om stigmatisering van de huurder te<br />
voorkom<strong>en</strong>, di<strong>en</strong>t ervoor te word<strong>en</strong> gezorgd dat de verhuurder uit <strong>het</strong> docum<strong>en</strong>t niet zou<br />
kunn<strong>en</strong> afleid<strong>en</strong> of de huurder zelf instaat voor de wedersam<strong>en</strong>stelling van de waarborg,<br />
dan wel of <strong>het</strong> OCMW hiervoor tuss<strong>en</strong>komt. 138 Of die doelstelling kan word<strong>en</strong><br />
134 A. VAN OEVELEN, “<strong>Wijziging<strong>en</strong></strong> in <strong>het</strong> (woning)<strong>huurrecht</strong>”, l.c., 304.<br />
135 Daarvan werd vooralsnog ge<strong>en</strong> werk gemaakt. Opgemerkt werd dat bepaalde OCMW’s de vroegere praktijk<br />
om de huurwaarborg voor te schiet<strong>en</strong> of zich teg<strong>en</strong>over de verhuurder borg te stell<strong>en</strong>, will<strong>en</strong> verder zett<strong>en</strong>, zodat<br />
de vraag kan word<strong>en</strong> gesteld of deze “derde vorm van huurwaarborg dan e<strong>en</strong> maat voor niets” is geweest (A.<br />
VAN OEVELEN, “<strong>Wijziging<strong>en</strong></strong> in <strong>het</strong> (woning)<strong>huurrecht</strong>”, l.c., 305).<br />
136 D. MEULEMANS, l.c., p. 129, nr. 188.<br />
137 Parl. St. Kamer <strong>2006</strong>-07, nr. 51-2873/001, 78 (memorie van toelichting).<br />
138 Parl. St. Kamer <strong>2006</strong>-07, nr. 51-2873/001, 77 (memorie van toelichting); Parl. St. Kamer <strong>2006</strong>-07, nr. 51-<br />
2873/020, 13 (Verslag Lahaye-Battheu); Parl. St. S<strong>en</strong>aat <strong>2006</strong>-07, nr. 3-2121/4, 10 (Verslag Willems <strong>en</strong> Zrih<strong>en</strong>).
WIJZIGINGEN AAN HET HUURRECHT <strong>2006</strong>-<strong>2007</strong> 23<br />
gerealiseerd, is bijzonder twijfelachtig; <strong>het</strong> feit alle<strong>en</strong> dat de huurder kiest voor e<strong>en</strong><br />
bankwaarborg kan erop wijz<strong>en</strong> dat hij over onvoldo<strong>en</strong>de liquide middel<strong>en</strong> beschikt om<br />
ine<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> huurwaarborg van twee m<strong>aan</strong>d<strong>en</strong> huur te stell<strong>en</strong>. 139 Bij koninklijk besluit van<br />
4 mei <strong>2007</strong> werd bij hoogdring<strong>en</strong>dheid <strong>het</strong> formulier vastgesteld in uitvoering van<br />
artikel 10, § 1, laatste lid van de Woninghuurwet. Het formulier vermeldt de<br />
id<strong>en</strong>tificatiegegev<strong>en</strong>s van de huurder, de verhuurder <strong>en</strong> de financiële instelling, alsook<br />
volg<strong>en</strong>de bevestiging:<br />
“de financiële instelling bevestigt dat e<strong>en</strong> huurwaarborg van ………€ zoals voorzi<strong>en</strong><br />
in de huurovere<strong>en</strong>komst tuss<strong>en</strong> de hierbov<strong>en</strong> vernoemde huurder <strong>en</strong> verhuurder,<br />
toegek<strong>en</strong>d is”. 140<br />
50. Bij koninklijk besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, zull<strong>en</strong> de<br />
nadere regels word<strong>en</strong> bepaald inzake de verplichting voor de financiële instelling om<br />
e<strong>en</strong> huurwaarborg sam<strong>en</strong> te stell<strong>en</strong> in <strong>het</strong> geval dat e<strong>en</strong> kandidaat-huurder, op <strong>het</strong><br />
mom<strong>en</strong>t van zijn <strong>aan</strong>vraag, gebond<strong>en</strong> is door meer dan één andere<br />
sam<strong>en</strong>stellingsverplichting voor huurwaarborg<strong>en</strong> die voorhe<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> toegek<strong>en</strong>d.<br />
51. Na e<strong>en</strong> evaluatie die zal plaatsvind<strong>en</strong> één jaar na <strong>het</strong> van kracht word<strong>en</strong> van dit<br />
systeem, dit wil zegg<strong>en</strong> na 18 mei 2008, zal de Koning, bij e<strong>en</strong> besluit vastgesteld na<br />
overleg in de Ministerraad e<strong>en</strong> op<strong>en</strong>bare waarborg kunn<strong>en</strong> organiser<strong>en</strong> om de<br />
waarborg<strong>en</strong> te dekk<strong>en</strong> die door de financiële instelling<strong>en</strong> toegek<strong>en</strong>d werd<strong>en</strong> <strong>aan</strong><br />
bepaalde categorieën huurders die bij dit K.B. zull<strong>en</strong> word<strong>en</strong> vastgesteld, volg<strong>en</strong>s de<br />
financieringsmodaliteit<strong>en</strong> die ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s bij dit K.B. zull<strong>en</strong> word<strong>en</strong> vastgesteld.<br />
C. Vrijgave van de huurwaarborg<br />
52. Er mag niet beschikt word<strong>en</strong> over de huurwaarborg, dan t<strong>en</strong> voordele van e<strong>en</strong><br />
van beide partij<strong>en</strong>, mits ofwel e<strong>en</strong> schriftelijk akkoord, dat t<strong>en</strong> vroegste wordt opgesteld<br />
bij <strong>het</strong> beëindig<strong>en</strong> van de huurovere<strong>en</strong>komst, ofwel e<strong>en</strong> kopie van e<strong>en</strong> rechterlijke<br />
beslissing wordt voorgelegd. Deze beslissing is uitvoerbaar bij voorraad,<br />
nietteg<strong>en</strong>st<strong>aan</strong>de verzet of voorzi<strong>en</strong>ing <strong>en</strong> zonder borgstelling of kantonnem<strong>en</strong>t (artikel<br />
10, § 3 van de Woninghuurwet).<br />
53. Er kan over de huurwaarborg word<strong>en</strong> beschikt, zowel t<strong>en</strong> voordele van de<br />
huurder als t<strong>en</strong> voordele van de verhuurder. 141 Uit de (oorspronkelijke) wettekst blijkt<br />
dat er niet over de huurwaarborg kan word<strong>en</strong> beschikt t<strong>en</strong> voordele van derd<strong>en</strong> of van<br />
de financiële instelling. 142 Voorbehoud moet word<strong>en</strong> gemaakt voor <strong>het</strong> geval van de<br />
verhuurder die in sam<strong>en</strong>loop komt met andere bevoorrechte schuldeisers <strong>en</strong> die de<br />
andere schuldeisers moet lat<strong>en</strong> voorg<strong>aan</strong> op grond van de hogere rang van hun<br />
voorrecht of de anterioriteit van hun voorrecht binn<strong>en</strong> dezelfde rang. 143<br />
139 Parl. St. Kamer <strong>2006</strong>-07, nr. 51-2873/020, 24 <strong>en</strong> 40 (Verslag Lahaye-Battheu); N. BERNARD, “La loi du 25<br />
avril <strong>2007</strong> et les nouvelles dispositions <strong>en</strong> matière de bail à loyer”, l.c., 520.<br />
140 Koninklijk besluit van 4 mei <strong>2007</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in uitvoering van artikel 10, § 1, laatste lid, van boek III, titel<br />
VIII, hoofdstuk II, afdeling 2, van <strong>het</strong> Burgerlijk Wetboek, B.S. 21 mei <strong>2007</strong>.<br />
141 Vergelijk met de voorhe<strong>en</strong> geld<strong>en</strong>de regeling van artikel 1752bis, § 1, vierde lid van <strong>het</strong> Burgerlijk Wetboek.<br />
142 A. VAN OEVELEN, Overzicht van de rec<strong>en</strong>te ontwikkeling<strong>en</strong> in <strong>het</strong> <strong>huurrecht</strong>, o.c., p. 105, nr. 121.<br />
143 O. GUTT, l.c., 133.
WIJZIGINGEN AAN HET HUURRECHT <strong>2006</strong>-<strong>2007</strong> 24<br />
54. Er zijn twee mogelijkhed<strong>en</strong> om de huurwaarborg, de bankwaarborg 144 of de<br />
rek<strong>en</strong>ing waarop de waarborg opnieuw werd sam<strong>en</strong>gesteld 145 vrij te gev<strong>en</strong>: ofwel<br />
hebb<strong>en</strong> de partij<strong>en</strong> e<strong>en</strong> akkoord bereikt, ofwel is er ge<strong>en</strong> overe<strong>en</strong>stemming tuss<strong>en</strong> de<br />
partij<strong>en</strong>, in welk geval e<strong>en</strong> rechterlijke tuss<strong>en</strong>komst vereist is (artikel 10, § 3 van de<br />
Woninghuurwet). Het schriftelijk akkoord tuss<strong>en</strong> partij<strong>en</strong> of de rechterlijke beslissing<br />
vermeldt de bestemming van de vrij te gev<strong>en</strong> bedrag<strong>en</strong>: ofwel volledig <strong>aan</strong> de<br />
verhuurder, ofwel volledig <strong>aan</strong> de huurder, ofwel e<strong>en</strong> gedeelte <strong>aan</strong> één van h<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>het</strong><br />
saldo <strong>aan</strong> de andere. 146<br />
55. Indi<strong>en</strong> de partij<strong>en</strong> e<strong>en</strong> akkoord hebb<strong>en</strong> bereikt, kan door huurder of verhuurder<br />
over <strong>het</strong> bedrag van de rek<strong>en</strong>ing word<strong>en</strong> beschikt of kan de bankwaarborg of de<br />
rek<strong>en</strong>ing waarop de waarborg opnieuw werd sam<strong>en</strong>gesteld word<strong>en</strong> vrijgegev<strong>en</strong>. Daartoe<br />
is e<strong>en</strong> schriftelijk akkoord noodzakelijk. Het schriftelijk akkoord zal <strong>aan</strong> de financiële<br />
instelling word<strong>en</strong> overgemaakt, waarna <strong>het</strong> creditsaldo van de huurwaarborgrek<strong>en</strong>ing<br />
(kapitaal <strong>en</strong> gekapitaliseerde intrest<strong>en</strong> min ev<strong>en</strong>tuele bankkost<strong>en</strong> voor de afsluiting van<br />
de rek<strong>en</strong>ing) kan word<strong>en</strong> vrijgemaakt of de bankwaarborg geheel of gedeeltelijk kan<br />
word<strong>en</strong> uitgeoef<strong>en</strong>d, respectievelijk beëindigd. De bedrag<strong>en</strong> word<strong>en</strong> overgemaakt<br />
overe<strong>en</strong>komstig de instructies van partij<strong>en</strong> in <strong>het</strong> schriftelijk akkoord. Het schriftelijk<br />
akkoord van de partij<strong>en</strong> over <strong>het</strong> vrijmak<strong>en</strong> van de rek<strong>en</strong>ing waarop de huurwaarborg is<br />
gestort of van de bankwaarborg, mag t<strong>en</strong> vroegste na de beëindiging van de<br />
huurovere<strong>en</strong>komst <strong>aan</strong> de financiële instelling word<strong>en</strong> overgemaakt. De<br />
kredietinstelling kan niet <strong>aan</strong>sprakelijk word<strong>en</strong> gesteld voor de vrijgave van de<br />
huurwaarborg vóór de effectieve beëindiging van de huurovere<strong>en</strong>komst, indi<strong>en</strong> zij<br />
daartoe overging op gezam<strong>en</strong>lijk verzoek van de huurder <strong>en</strong> de verhuurder. 147<br />
56. Indi<strong>en</strong> de partij<strong>en</strong> niet tot overe<strong>en</strong>stemming kom<strong>en</strong>, moet<strong>en</strong> zij zich tot de<br />
rechtbank w<strong>en</strong>d<strong>en</strong>. De rechtbank zal daarop over <strong>het</strong> lot van <strong>het</strong> creditsaldo op de<br />
huurwaarborgrek<strong>en</strong>ing of over de vrijgave van de bankwaarborg besliss<strong>en</strong>. Indi<strong>en</strong> de<br />
huurder de verhuurder heeft <strong>aan</strong>gem<strong>aan</strong>d tot vrijgave van de huurwaarborgrek<strong>en</strong>ing,<br />
kan de huurder <strong>aan</strong>spraak mak<strong>en</strong> op moratoire intrest<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> de wettelijke intrestvoet,<br />
die zal berek<strong>en</strong>d word<strong>en</strong> zowel op de oorspronkelijke waarborgsom als op de<br />
ondertuss<strong>en</strong> gelop<strong>en</strong> bankintrest<strong>en</strong>. 148 De partij die de waarborgsom <strong>en</strong> de bankintrest<strong>en</strong><br />
144 Hiervoor kunn<strong>en</strong> ons inzi<strong>en</strong>s ge<strong>en</strong> afwijk<strong>en</strong>de contractuele afsprak<strong>en</strong> in verband met e<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tuele vervoegde<br />
opeisbaarheid bij e<strong>en</strong> vervroegde beëindiging door de huurder word<strong>en</strong> gemaakt (zie de twijfel bij J . COLAES,<br />
l.c., p. 159, nr. 187).<br />
145 Door de wetsbepaling aldus te formuler<strong>en</strong> gaat de wetgever er blijkbaar van uit dat deze rek<strong>en</strong>ing dan in de<br />
plaats komt van de bankwaarborg, hoewel deze wedersam<strong>en</strong>stelling ons inzi<strong>en</strong>s <strong>en</strong>kel de verhouding tuss<strong>en</strong> de<br />
kredietinstelling (borg) <strong>en</strong> de huurder (hoofdschuld<strong>en</strong>aar) betreft <strong>en</strong> ge<strong>en</strong>szins in de plaats komt van de<br />
bankwaarborg. Het actief op deze reconstitutierek<strong>en</strong>ing geldt als teg<strong>en</strong>garantie voor de bank, die er <strong>aan</strong>spraak op<br />
zal mak<strong>en</strong> indi<strong>en</strong> zij door de verhuurder tot betaling wordt gedwong<strong>en</strong>. Zoals de tekst van artikel 10, § 3 van de<br />
Woninghuurwet thans is geformuleerd zou <strong>het</strong> actief van deze rek<strong>en</strong>ing <strong>en</strong>kel <strong>aan</strong> de huurder of de verhuurder<br />
kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> overgemaakt <strong>en</strong> is de wetgever de kredietinstelling “verget<strong>en</strong>”. De functie van e<strong>en</strong> dergelijke<br />
rek<strong>en</strong>ing br<strong>en</strong>gt mee dat er op <strong>het</strong> einde van de huur ofwel e<strong>en</strong> vrijmaking geschiedt t<strong>en</strong> gunste van de huurder,<br />
ofwel t<strong>en</strong> gunste van de bank bij wijze van terugbetaling van wat de bank <strong>aan</strong> de verhuurder in haar<br />
hoedanigheid van borg heeft moet<strong>en</strong> betal<strong>en</strong>.<br />
146 Parl. St. S<strong>en</strong>aat 1982-83, nr. 556/1, 9 (memorie van toelichting).<br />
147 O. GUTT, l.c., 133; W. VAN MINNEBRUGGEN, o.c., p. 11, nr. 12; P. VERSAILLES, l.c., 469.<br />
148 Vred. G<strong>en</strong>t (2 de kanton) 15 oktober 2001, Huur 2002, 141; zie ook M. CLAVIE, o.c., p. 260, nr. 18; M.<br />
VLIES, “Les conditions financières du bail” in BENOIT, G., JADOUL, P. <strong>en</strong> VANWIJCK-ALEXANDRE, M.<br />
(eds.), Les baux à loyer après la loi du 13 avril 1997, Brussel, La Charte, 1998, 150, die voor de kapitalisatie de<br />
voorwaarde stelt van e<strong>en</strong> <strong>aan</strong>maning volg<strong>en</strong>s artikel 1154 van <strong>het</strong> Burgerlijk Wetboek.
WIJZIGINGEN AAN HET HUURRECHT <strong>2006</strong>-<strong>2007</strong> 25<br />
wil deblokker<strong>en</strong>, zal daartoe e<strong>en</strong> gewoon afschrift van de rechterlijke beslissing moet<strong>en</strong><br />
voorlegg<strong>en</strong> <strong>aan</strong> de financiële instelling.<br />
57. Indi<strong>en</strong> de financiële instelling zou weiger<strong>en</strong> e<strong>en</strong> schriftelijk akkoord of e<strong>en</strong><br />
vonnis met betrekking tot de vrijgave van e<strong>en</strong> huurwaarborgrek<strong>en</strong>ing uit te voer<strong>en</strong>, kan<br />
er e<strong>en</strong> vordering word<strong>en</strong> ingesteld t<strong>en</strong>einde e<strong>en</strong> dwangsom voor <strong>het</strong> vrijmak<strong>en</strong> van de<br />
huurwaarborgrek<strong>en</strong>ing <strong>aan</strong> de financiële instelling op te legg<strong>en</strong>. 149<br />
III. WIJZIGINGEN M.B.T. WONINGKWALITEIT<br />
A. Complem<strong>en</strong>tariteit van de federale <strong>en</strong> gewestelijke<br />
kwaliteitsnorm<strong>en</strong><br />
58. Tijd<strong>en</strong>s <strong>het</strong> vorige dec<strong>en</strong>nium werd e<strong>en</strong> <strong>aan</strong>vang g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> met <strong>het</strong> uitvaardig<strong>en</strong><br />
van kwaliteitsnorm<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> deel van de verhuurde onroer<strong>en</strong>de goeder<strong>en</strong>, meer<br />
bepaald voor de woning<strong>en</strong>, dit zijn de onroer<strong>en</strong>de <strong>en</strong> roer<strong>en</strong>de goeder<strong>en</strong> of del<strong>en</strong> ervan<br />
die tot hoofdverblijfplaats van de huurder word<strong>en</strong> bestemd. 150 Artikel 2 van de<br />
Woninghuurwet <strong>en</strong> <strong>het</strong> Koninklijk Besluit van 8 juli 1997 151 bevatt<strong>en</strong> elem<strong>en</strong>taire<br />
vereist<strong>en</strong> van veiligheid, gezondheid <strong>en</strong> bewoonbaarheid, waar<strong>aan</strong> t<strong>en</strong> minste vold<strong>aan</strong><br />
moet zijn bij de verhuring van e<strong>en</strong> roer<strong>en</strong>d of e<strong>en</strong> onroer<strong>en</strong>d goed als<br />
hoofdverblijfplaats. 152 Daarnaast zijn er, op grond van de concurrer<strong>en</strong>de bevoegdheid 153<br />
van de gewest<strong>en</strong> op <strong>het</strong> gebied van huisvesting, gewestelijke kwaliteitsnorm<strong>en</strong>. 154 De<br />
correlatie tuss<strong>en</strong> beide norm<strong>en</strong>stelsels wordt bewerkstelligd doordat de Wet van 25 april<br />
<strong>2007</strong> 155 de <strong>aan</strong>hef van <strong>het</strong> eerste lid van artikel 2, § 2 van de Woninghuurwet laat<br />
beginn<strong>en</strong> met de zinsnede “Onverminderd de norm<strong>en</strong> betreff<strong>en</strong>de de woning<strong>en</strong>,<br />
opgesteld door de Gewest<strong>en</strong> bij de uitoef<strong>en</strong>ing van hun bevoegdhed<strong>en</strong>…”. 156 De<br />
149 M. DAMBRE <strong>en</strong> B. HUBEAU, o.c., p. 549, nr. 1387; P. VERSAILLES, l.c., 469.<br />
150 Artikel 1, § 1 van de Woninghuurwet, zoals gewijzigd door artikel 377 van de Programmawet van 24<br />
december 2002, B.S. 31 december 2002, ed. 1.<br />
151 B.S. 21 augustus 1997.<br />
152 Zie daarover M. DAMBRE, “Over huurg<strong>en</strong>ot <strong>en</strong> woningkwaliteit”, in X., Overe<strong>en</strong>komst<strong>en</strong>recht, XXVIste<br />
postuniversitaire cyclus Willy Delva 1999-2000, Antwerp<strong>en</strong>, Kluwer, 2000, 287-302; M. DAMBRE <strong>en</strong> B.<br />
HUBEAU, o.c., p. 176-213, nrs. 404-524.<br />
153 A. VAN OEVELEN, “De burgerrechtelijke <strong>en</strong> bestuursrechtelijke regeling van de woningkwaliteit in de<br />
Vlaamse <strong>en</strong> de federale regelgeving”, R.W. 2002-03, 1401-1419.<br />
154 Voor Vl<strong>aan</strong>der<strong>en</strong>: Decreet van 15 juli 1997 houd<strong>en</strong>de de Vlaamse Wooncode, B.S., 19 augustus 1997 <strong>en</strong> <strong>het</strong><br />
Wooncodebesluit (B. Vl. Reg. 6 oktober 1998 betreff<strong>en</strong>de de kwaliteitsbewaking, <strong>het</strong> recht van voorkoop <strong>en</strong> <strong>het</strong><br />
sociaal beheersrecht op woning<strong>en</strong>, B.S. 30 oktober 1998); Voor Wallonië: Code wallon du logem<strong>en</strong>t, Decreet van<br />
29 oktober 1998, B.S. 4 december 1998 <strong>en</strong> <strong>het</strong> B. W. Reg. van 11 februari 1999, B.S. 13 maart 1999; voor <strong>het</strong><br />
Brusselse Hoofdstedelijk Gewest: Ordonnantie van 17 juli 2003 houd<strong>en</strong>de de Brusselse Huisvestingscode, B.S. 9<br />
september 2003.<br />
155 Artikel 101 van de Wet van 25 april <strong>2007</strong> houd<strong>en</strong>de diverse bepaling<strong>en</strong> (IV), B.S. 8 mei <strong>2007</strong>.<br />
156 Aan de gewestelijke norm<strong>en</strong> wordt over <strong>het</strong> algeme<strong>en</strong> e<strong>en</strong> karakter van op<strong>en</strong>bare orde toegek<strong>en</strong>d.<br />
Strijdigheid met de gewestelijke norm<strong>en</strong> kan daarom leid<strong>en</strong> tot de nietigheid van rechtswege van de<br />
huurovere<strong>en</strong>komst, wat niet steeds e<strong>en</strong> adequate sanctie is. Wij hebb<strong>en</strong> eerder al betoogd dat de nietigheid van<br />
rechtswege de door de Woninghuurwet uitgewerkte regeling, onder meer inzake r<strong>en</strong>ovatiehuurcontract<strong>en</strong>,<br />
saboteert <strong>en</strong> de eig<strong>en</strong> doelstelling<strong>en</strong> van de Vlaamse Wooncode (<strong>het</strong> garander<strong>en</strong> van huisvesting) doorkruist (zie<br />
hierover uitgebreid M. DAMBRE, “Over huurg<strong>en</strong>ot <strong>en</strong> woningkwaliteit”, o.c., p. 322-333, nrs. 420-428). Door de<br />
inschakeling van de gewestelijke norm<strong>en</strong> in <strong>het</strong> keurslijf van artikel 2 van de Woninghuurwet <strong>en</strong> de daarin<br />
bepaalde specifieke (<strong>en</strong> <strong>aan</strong>gepaste) burgerlijke sancties van de gerechtelijke ontbinding van de overe<strong>en</strong>komst of<br />
de gedwong<strong>en</strong> uitvoering van herstellingswerk<strong>en</strong> door de verhuurder, lijkt de nietigheidssanctie minder dan ooit<br />
de adequate sanctie te zijn die verplicht zou moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> toegepast door de rechter (M. DAMBRE, “Hoe<br />
nuttig is nietig? Bed<strong>en</strong>king<strong>en</strong> bij de nietigverklaring van e<strong>en</strong> huurcontract weg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> inbreuk op gewestelijke
WIJZIGINGEN AAN HET HUURRECHT <strong>2006</strong>-<strong>2007</strong> 26<br />
complem<strong>en</strong>tariteit van de federale <strong>en</strong> gewestelijke kwaliteitsnorm<strong>en</strong> wordt beklemtoond<br />
doordat onder meer e<strong>en</strong> overzicht van beide stelsels verplicht als bijlage di<strong>en</strong>t te word<strong>en</strong><br />
gevoegd bij de woninghuurcontract<strong>en</strong> die vanaf 18 mei <strong>2007</strong> word<strong>en</strong> geslot<strong>en</strong>. 157<br />
59. Artikel 101 van de Wet van 25 april <strong>2007</strong> voegt op geheel overbodige wijze<br />
e<strong>en</strong> vierde lid (door e<strong>en</strong> verkeerde nummering van andere toegevoegde bepaling<strong>en</strong><br />
betreft <strong>het</strong> in werkelijkheid e<strong>en</strong> vijfde lid) toe <strong>aan</strong> artikel 2, § 1 van de Woninghuurwet<br />
dat stelt dat de minimumvoorwaard<strong>en</strong> bedoeld in <strong>het</strong> vorige lid, dit zijn de elem<strong>en</strong>taire<br />
vereist<strong>en</strong> van veiligheid, gezondheid <strong>en</strong> bewoonbaarheid vastgesteld bij K.B. van 8 juli<br />
1997, van dwing<strong>en</strong>d recht zijn. Daarover bestond ook voor de invoering van deze<br />
“verduidelijking” ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele twijfel, <strong>aan</strong>gezi<strong>en</strong> alle bepaling<strong>en</strong> van de Woninghuurwet<br />
van dwing<strong>en</strong>d recht zijn, t<strong>en</strong>zij zij er anders over beschikk<strong>en</strong> (art. 12 Woninghuurwet).<br />
B. Uitvoering verhuurdersherstelling<strong>en</strong><br />
60. Belangrijke del<strong>en</strong> van <strong>het</strong> algeme<strong>en</strong> <strong>huurrecht</strong> zijn van louter <strong>aan</strong>vull<strong>en</strong>d recht,<br />
wat partij<strong>en</strong> de mogelijkheid biedt daarvan af te wijk<strong>en</strong>. Dit geldt voor de bepaling<strong>en</strong><br />
betreff<strong>en</strong>de de levering van <strong>het</strong> gehuurde goed in goede staat van onderhoud, 158 <strong>het</strong> door<br />
de verhuurder te verricht<strong>en</strong> onderhoud in goede staat 159 <strong>en</strong> de vrijwaring voor gebrek<strong>en</strong><br />
van <strong>het</strong> gehuurde goed die <strong>het</strong> gebruik ervan verhinder<strong>en</strong>. 160 Het betreft in de regel<br />
bepaling<strong>en</strong> van <strong>aan</strong>vull<strong>en</strong>d recht, zodat de contractpartij<strong>en</strong> bij de huurovere<strong>en</strong>komst er<br />
volledig van kunn<strong>en</strong> afwijk<strong>en</strong>. 161 Uitzondering<strong>en</strong> op <strong>het</strong> <strong>aan</strong>vull<strong>en</strong>d karakter word<strong>en</strong><br />
gemaakt voor de beschermde status van de woninghuurder <strong>en</strong> de pachter 162 . Voor<br />
woninghuurcontract<strong>en</strong> geslot<strong>en</strong> vanaf 18 mei <strong>2007</strong> is de verplichting van de verhuurder<br />
om in te st<strong>aan</strong> voor alle herstelling<strong>en</strong> andere dan de huurherstelling<strong>en</strong> op grond van de<br />
nieuwe bepaling van artikel 2, § 2 van de Woninghuurwet van dwing<strong>en</strong>d recht. 163 Aan<br />
de mogelijkheid om e<strong>en</strong> r<strong>en</strong>ovatiehuurcontract te sluit<strong>en</strong> (artikel 8 van de<br />
Woninghuurwet) werd niet geraakt, zodat op volstrekt wettelijke manier kan word<strong>en</strong><br />
afgewek<strong>en</strong> van deze regeling van dwing<strong>en</strong>d recht. 164 De herstelling<strong>en</strong> t<strong>en</strong> laste van de<br />
verhuurder kunn<strong>en</strong> bij koninklijk besluit word<strong>en</strong> gedefinieerd. 165 Terecht werd<br />
kwaliteitsnorm<strong>en</strong>”, T. Vred. 2008 te verschijn<strong>en</strong>; contra N. BERNARD, “La loi du 25 avril <strong>2007</strong> et les nouvelles<br />
dispositions <strong>en</strong> matière de bail à loyer”, l.c., 517).<br />
157 Artikel 11bis van de Woninghuurwet, ingevoegd door artikel 102 van de Wet van 25 april <strong>2007</strong> houd<strong>en</strong>de<br />
diverse bepaling<strong>en</strong> (IV), B.S. 8 mei <strong>2007</strong>. Zie voor <strong>het</strong> model van de bijlag<strong>en</strong> (waarvan er één versie per gewest<br />
bestaat): K.B. van 4 mei <strong>2007</strong>, B.S. 21 mei <strong>2007</strong>, err. B.S. 31 mei <strong>2007</strong>, ed. 2.<br />
158<br />
Artikel 1719, 1° <strong>en</strong> artikel 1720, eerste lid van <strong>het</strong> Burgerlijk Wetboek.<br />
159<br />
Artikel 1719, 2° <strong>en</strong> artikel 1720, tweede lid van <strong>het</strong> Burgerlijk Wetboek.<br />
160<br />
Artikel 1721 van <strong>het</strong> Burgerlijk Wetboek.<br />
161<br />
M. DAMBRE, “Over huurg<strong>en</strong>ot <strong>en</strong> woningkwaliteit”, o.c., p. 279, nr. 370; H. DE PAGE, Traité, IV, p. 646,<br />
nr. 630; P. DE SMEDT, “De staat van de huurwoning <strong>en</strong> de r<strong>en</strong>ovatiehuurovere<strong>en</strong>komst na de wet van 13 april<br />
1997” in M. DAMBRE <strong>en</strong> B. HUBEAU (eds.), Bijzondere overe<strong>en</strong>komst<strong>en</strong>. Grondige studies. Het gewijzigde<br />
Woning<strong>huurrecht</strong>, Antwerp<strong>en</strong>, Kluwer, 1997, 38; J. VANKERCKHOVE (dir.), o.c., p. 418-419, nr. 575; B.<br />
LOUVEAUX, Le droit du bail. Régime général, Brussel, De Boeck, 1993, p. 195, nr. 320; Y. MERCHIERS, Les<br />
Baux. Le bail <strong>en</strong> général (tiré à part Rép. Not.), Brussel, Larcier, 1997, p. 191, nr. 213.<br />
162<br />
Artikel 56 van de Pachtwet bepaalt dat overe<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> waarbij de pachter uitdrukkelijk of stilzwijg<strong>en</strong>d<br />
afstand doet onder meer van de recht<strong>en</strong> die de artikel<strong>en</strong> 1720, tweede lid <strong>en</strong> 1721 van <strong>het</strong> Burgerlijk Wetboek<br />
hem verl<strong>en</strong><strong>en</strong> voor niet best<strong>aan</strong>de word<strong>en</strong> gehoud<strong>en</strong>.<br />
163<br />
Ingevoegd door artikel 101 van de Wet van 25 april <strong>2007</strong> houd<strong>en</strong>de diverse bepaling<strong>en</strong> (IV), B.S. 8 mei <strong>2007</strong>.<br />
Artikel 2, § 2 van de Woninghuurwet verwijst naar de door de Koning desgevall<strong>en</strong>d uit te werk<strong>en</strong> lijst, alsook<br />
naar de artikel<strong>en</strong> 1720, 1754 <strong>en</strong> 1755 van <strong>het</strong> Burgerlijk Wetboek, welke bepaling<strong>en</strong> voort<strong>aan</strong> van dwing<strong>en</strong>d<br />
recht zijn in geval van woninghuur.<br />
164<br />
Parl. St. Kamer <strong>2006</strong>-07, nr. 51-2873/020, 29 (Verslag Lahaye-Battheu); S. BEYAERT, o.c., p. 164, nr. 42.<br />
165<br />
Bij <strong>het</strong> beëindig<strong>en</strong> van de redactie van deze tekst op 22 februari 2008 was dit nog niet geschied.
WIJZIGINGEN AAN HET HUURRECHT <strong>2006</strong>-<strong>2007</strong> 27<br />
opgemerkt dat deze bepaling met betrekking tot de onderhoudsverplichting van de<br />
verhuurder tijd<strong>en</strong>s de duur van de huurovere<strong>en</strong>komst niet echt thuishoort in artikel 2 van<br />
de Woninghuurwet, dat immers voorhe<strong>en</strong> <strong>en</strong> voor <strong>het</strong> overige betrekking heeft op de<br />
staat van <strong>het</strong> gehuurde goed op <strong>het</strong> og<strong>en</strong>blik van de ing<strong>en</strong>ottreding van de huurder,<br />
zodat <strong>het</strong> beter als e<strong>en</strong> afzonderlijk artikel zou zijn ingevoegd. 166<br />
61. Ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s van <strong>aan</strong>vull<strong>en</strong>d recht is de relatief beperkte lijst van herstelling<strong>en</strong> die<br />
<strong>het</strong> algeme<strong>en</strong> <strong>huurrecht</strong> t<strong>en</strong> laste van de huurder legt (artikel 1754 van <strong>het</strong> Burgerlijk<br />
Wetboek 167 ), waar<strong>aan</strong> in de huurpraktijk veelal diverse herstelling<strong>en</strong> t<strong>en</strong> laste van de<br />
huurder word<strong>en</strong> toegevoegd. Die laatste mogelijkheid is door de wetgever in artikel 2, §<br />
2 van de Woninghuurwet ev<strong>en</strong>wel <strong>aan</strong> band<strong>en</strong> gelegd voor de woninghuurcontract<strong>en</strong><br />
geslot<strong>en</strong> vanaf 18 mei <strong>2007</strong>. Aan artikel 1755 van <strong>het</strong> Burgerlijk Wetboek 168 wordt<br />
voort<strong>aan</strong> op <strong>het</strong> gebied van woninghuur ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> dwing<strong>en</strong>d karakter verle<strong>en</strong>d; dit<br />
houdt in dat de herstelling van beschadiging<strong>en</strong> die geacht word<strong>en</strong> herstelling<strong>en</strong> t<strong>en</strong> laste<br />
van de huurder te zijn <strong>en</strong> die alle<strong>en</strong> <strong>het</strong> gevolg zijn van ouderdom of overmacht niet<br />
meer contractueel t<strong>en</strong> laste van de woninghuurder kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gelegd.<br />
IV. WIJZIGINGEN M.B.T. DE AANVANGSPLAATSBESCHRIJVING<br />
A. Het verplicht karakter van de <strong>aan</strong>vangsplaatsbeschrijving<br />
62. De nieuwe wettekst luidt als volgt: “De partij<strong>en</strong> zijn verplicht e<strong>en</strong> omstandige<br />
plaatsbeschrijving op te stell<strong>en</strong>, op teg<strong>en</strong>spraak <strong>en</strong> voor gezam<strong>en</strong>lijke rek<strong>en</strong>ing. Deze<br />
plaatsbeschrijving, wordt opgesteld ofwel tijd<strong>en</strong>s de periode dat de ruimtes onbewoond<br />
zijn, ofwel tijd<strong>en</strong>s de eerste m<strong>aan</strong>d van bewoning. Hij wordt gevoegd bij de geschrev<strong>en</strong><br />
huurovere<strong>en</strong>komst in de zin van artikel 1bis [Woninghuurwet] <strong>en</strong> zal ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s<br />
onderworp<strong>en</strong> zijn <strong>aan</strong> de registratie” (art. 1730, § 1, eerste lid B.W.).<br />
63. Artikel 1730, § 1, eerste lid van <strong>het</strong> Burgerlijk Wetboek werd aldus gewijzigd<br />
door artikel 100 van de Wet houd<strong>en</strong>de diverse bepaling<strong>en</strong> (IV) van 25 april <strong>2007</strong>. 169<br />
Voorhe<strong>en</strong> was de wettekst geformuleerd als e<strong>en</strong> mogelijkheid waarover elke partij<br />
beschikt <strong>en</strong> waarbij er in geval van on<strong>en</strong>igheid e<strong>en</strong> beroep op de rechter kon word<strong>en</strong><br />
ged<strong>aan</strong>. Aan die laatste oplossing werd overig<strong>en</strong>s niets veranderd. De wetswijziging<br />
wordt lapidair verantwoord als zijnde “bedoeld om de partij<strong>en</strong> te bescherm<strong>en</strong> teg<strong>en</strong><br />
ev<strong>en</strong>tuele geschill<strong>en</strong> in verband met materiële schade in <strong>het</strong> gehuurde goed tijd<strong>en</strong>s de<br />
loop of op <strong>het</strong> einde van de huurovere<strong>en</strong>komst”. 170 Tegelijkertijd kan m<strong>en</strong> niet he<strong>en</strong> om<br />
de vaststelling dat de bijkom<strong>en</strong>de financiële last die voortvloeit uit <strong>het</strong> lat<strong>en</strong> opstell<strong>en</strong><br />
166 A. VAN OEVELEN, “<strong>Wijziging<strong>en</strong></strong> in <strong>het</strong> (woning)<strong>huurrecht</strong>”, l.c., 302 <strong>en</strong> 306.<br />
167 “Herstelling<strong>en</strong> t<strong>en</strong> laste van de huurder, of geringe herstelling<strong>en</strong> tot onderhoud, waartoe, behoud<strong>en</strong>s andersluid<strong>en</strong>d<br />
beding, de huurder gehoud<strong>en</strong> is, zijn die welke door <strong>het</strong> plaatselijk gebruik als zodanig beschouwd word<strong>en</strong> <strong>en</strong>, onder<br />
andere, de herstelling<strong>en</strong>:<br />
Aan haard<strong>en</strong>, haardplat<strong>en</strong>, lijst<strong>en</strong> <strong>en</strong> mantels van schoorst<strong>en</strong><strong>en</strong>;<br />
Aan de bepleistering van de mur<strong>en</strong> van appartem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> andere woonplaats<strong>en</strong>, onder<strong>aan</strong> tot op e<strong>en</strong> meter hoogte;<br />
Aan vloerst<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> tegels van kamers, wanneer er slechts <strong>en</strong>kele gebrok<strong>en</strong> zijn;<br />
Aan ruit<strong>en</strong>, t<strong>en</strong>zij die gebrok<strong>en</strong> zijn door hagel of andere buit<strong>en</strong>gewone <strong>en</strong> door overmacht veroorzaakte voorvall<strong>en</strong><br />
waarvoor de huurder niet <strong>aan</strong>sprakelijk is;<br />
Aan deur<strong>en</strong>, v<strong>en</strong>sterram<strong>en</strong>, plank<strong>en</strong> di<strong>en</strong><strong>en</strong>de tot afschutting of tot sluiting van winkels, h<strong>en</strong>gsels, gr<strong>en</strong>dels <strong>en</strong><br />
slot<strong>en</strong>.”<br />
168 “Ge<strong>en</strong> van de herstelling<strong>en</strong> die geacht word<strong>en</strong> herstelling<strong>en</strong> t<strong>en</strong> laste van de huurder te zijn, komt voor<br />
rek<strong>en</strong>ing van de huurder, wanneer alle<strong>en</strong> ouderdom of overmacht daartoe <strong>aan</strong>leiding hebb<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong>.”<br />
169 B.S. 8 mei <strong>2007</strong>, ed. 3.<br />
170 Memorie van toelichting, Parl. St. Kamer <strong>2006</strong>-07, nr. 51-2873/001, 74.
WIJZIGINGEN AAN HET HUURRECHT <strong>2006</strong>-<strong>2007</strong> 28<br />
van de plaatsbeschrijving door e<strong>en</strong> professioneel (architect, vastgoedmakelaar,<br />
landmeter-expert), wat ge<strong>en</strong> verplichting is maar in sommige gevall<strong>en</strong> <strong>aan</strong> te rad<strong>en</strong> is,<br />
strijdt met e<strong>en</strong> van de andere doelstelling<strong>en</strong> van de wetgever, meer bepaald de toegang<br />
tot de woningmarkt voor minder gegoede huurders makkelijker te mak<strong>en</strong>. 171 De huurder<br />
moet aldus financieel bijdrag<strong>en</strong> om de bescherming die hij kracht<strong>en</strong>s <strong>het</strong> wettelijk<br />
vermoed<strong>en</strong> van artikel 1731 B.W. g<strong>en</strong>iet, te verliez<strong>en</strong>. 172<br />
64. E<strong>en</strong> “omstandige plaatsbeschrijving” is e<strong>en</strong> gedetailleerde beschrijving van<br />
alle onderdel<strong>en</strong> van <strong>het</strong> gehuurde goed. Het gaat zowel om de aard van de gebruikte<br />
material<strong>en</strong> als de werkelijke staat waarin deze zich bevind<strong>en</strong>. 173 E<strong>en</strong> loutere opsomming<br />
van wat zich in de verschill<strong>en</strong>de del<strong>en</strong> van <strong>het</strong> gehuurde goed bevindt, zonder op <strong>en</strong>ige<br />
wijze de staat ervan te beschrijv<strong>en</strong>, volstaat niet.<br />
65. De omstandige plaatsbeschrijving di<strong>en</strong>t voor de woninghuurovere<strong>en</strong>komst<strong>en</strong><br />
geslot<strong>en</strong> vanaf 18 mei <strong>2007</strong> te word<strong>en</strong> gevoegd als e<strong>en</strong> bijlage bij <strong>het</strong> verplicht<br />
schriftelijk op te stell<strong>en</strong> woninghuurcontract <strong>en</strong> di<strong>en</strong>t er sam<strong>en</strong> mee te word<strong>en</strong><br />
geregistreerd op initiatief van de verhuurder (artikel 5bis van de Woninghuurwet <strong>en</strong><br />
artikel 35, eerste lid, 7° W. Reg.). Aangezi<strong>en</strong> er ev<strong>en</strong>wel ge<strong>en</strong> andere sancties voor <strong>het</strong><br />
ontbrek<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> plaatsbeschrijving bestaat dan <strong>het</strong> al best<strong>aan</strong>de t<strong>en</strong> gunste van de<br />
huurder ingestelde wettelijke vermoed<strong>en</strong> van artikel 1731, § 1, eerste lid van <strong>het</strong><br />
Burgerlijk Wetboek 174 , lijkt <strong>het</strong> ontbrek<strong>en</strong> van de plaatsbeschrijving niet te kunn<strong>en</strong><br />
leid<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> weigering van de registratie <strong>en</strong> de toepassing van de burgerlijke sanctie<br />
voor niet-geregistreerde woninghuurcontract<strong>en</strong>. Indi<strong>en</strong> de plaatsbeschrijving niet sam<strong>en</strong><br />
met <strong>het</strong> huurcontract ter registratie wordt <strong>aan</strong>gebod<strong>en</strong>, is <strong>het</strong> algeme<strong>en</strong> vast recht van 25<br />
euro verschuldigd, t<strong>en</strong>zij ofwel <strong>het</strong> geregistreerde huurcontract waarop de<br />
plaatsbeschrijving betrekking heeft wordt voorgelegd, ofwel de <strong>aan</strong>bieder bij toepassing<br />
van artikel 168 W. Reg. e<strong>en</strong> schriftelijke verklaring heeft bijgevoegd waarin hij<br />
verklaart dat de plaatsbeschrijving betrekking heeft op e<strong>en</strong> bij toepassing van artikel<br />
161, 12° W. Reg. kosteloos geregistreerd huurcontract. 175 Het afzonderlijk ter registratie<br />
<strong>aan</strong>bied<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> plaatsbeschrijving 176 , lijkt ev<strong>en</strong>wel ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele toegevoegde waarde<br />
te hebb<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>en</strong>kel administratieve rompslomp mee te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. 177<br />
B. Termijn voor <strong>het</strong> opstell<strong>en</strong> van de <strong>aan</strong>vangsplaatsbeschrijving<br />
66. De plaatsbeschrijving wordt opgemaakt ofwel gedur<strong>en</strong>de de tijd dat de ruimtes<br />
onbewoond zijn, ofwel gedur<strong>en</strong>de de eerste m<strong>aan</strong>d van bewoning. 178 De voorhe<strong>en</strong><br />
171 N. BERNARD, “La loi du 25 avril <strong>2007</strong> et les nouvelles dispositions <strong>en</strong> matière de bail à loyer”, l.c., 515.<br />
172 J . COLAES, l.c., p. 147, nr. 112.<br />
173 M. DAMBRE, "De bewijsregeling in verband met de staat van <strong>het</strong> gehuurde goed" (noot onder Cass. 15<br />
september 2005), T.B.O. <strong>2006</strong>, 69.<br />
174 Terecht kon daarom <strong>het</strong> nut van deze wetswijziging in vraag word<strong>en</strong> gesteld (zie advies R.v.St., Parl. St.<br />
Kamer <strong>2006</strong>-07, nr. 51-2874/001, 18; zie ook J . COLAES, l.c., p. 147, nr. 110).<br />
175 FOD Financiën, Circulaire nr. 12/<strong>2007</strong> (AFZ 9/<strong>2007</strong>) van 4 juli <strong>2007</strong>, www.fisconet.fgov.be; E. SPRUYT, l.c.,<br />
p. 269, nr. 40.<br />
176 De administratie heeft in de hiervoor vermelde Circulaire nr. 12/<strong>2007</strong> verduidelijkt dat de <strong>aan</strong>bieding ter<br />
registratie kan geschied<strong>en</strong> op elk registratiekantoor <strong>en</strong> dat er nooit e<strong>en</strong> boete voor laattijdige registratie kan<br />
verschuldigd zijn, <strong>aan</strong>gezi<strong>en</strong> de wet ge<strong>en</strong> termijn voor de registratie van de plaatsbeschrijving voorschrijft.<br />
177 S. BEYAERT, o.c., p. 160, nr. 33.<br />
178 In de vorige versie van deze wetsbepaling werd verwez<strong>en</strong> naar <strong>het</strong> “gebruik” van de gehuurde plaats<strong>en</strong>. Het is<br />
de vraag of de wetgever met deze gewijzigde terminologie al dan niet wou <strong>aan</strong>gev<strong>en</strong> dat de verplichting om e<strong>en</strong><br />
plaatsbeschrijving op te stell<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel geldt indi<strong>en</strong> <strong>het</strong> gehuurde goed bestemd is tot bewoning (woninghuur,<br />
stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong>kamers, tweede verblijv<strong>en</strong>) <strong>en</strong> dat andere vorm<strong>en</strong> van huur hiervan zijn uitgeslot<strong>en</strong> (handelshuur
WIJZIGINGEN AAN HET HUURRECHT <strong>2006</strong>-<strong>2007</strong> 29<br />
best<strong>aan</strong>de mogelijkheid om de plaatsbeschrijving gedur<strong>en</strong>de de eerste vijfti<strong>en</strong> dag<strong>en</strong> van<br />
gebruik op stell<strong>en</strong> in <strong>het</strong> geval de huurtijd minder dan één jaar bedroeg, werd door de<br />
Wet van 25 april <strong>2007</strong> om niet geheel duidelijke red<strong>en</strong><strong>en</strong> opgehev<strong>en</strong>. De wetgever is<br />
daarbij slordig te werk geg<strong>aan</strong>, <strong>aan</strong>gezi<strong>en</strong> in <strong>het</strong> tweede lid van de wetsbepaling de<br />
verwijzing naar de termijn van vijfti<strong>en</strong> dag<strong>en</strong> waarbinn<strong>en</strong> de partij<strong>en</strong> zich bij<br />
ontst<strong>en</strong>t<strong>en</strong>is van akkoord tot de vrederechter moet<strong>en</strong> w<strong>en</strong>d<strong>en</strong>, is blijv<strong>en</strong> st<strong>aan</strong>.<br />
67. De wetgever k<strong>en</strong>t <strong>aan</strong> de omstandige plaatsbeschrijving die door partij<strong>en</strong> moet<br />
word<strong>en</strong> opgesteld bij de <strong>aan</strong>vang van de huurovere<strong>en</strong>komst e<strong>en</strong> bijzondere<br />
bewijswaarde toe t<strong>en</strong> gevolge van <strong>het</strong> weerlegbare wettelijke vermoed<strong>en</strong> van artikel<br />
1731, § 1, eerste lid van <strong>het</strong> Burgerlijk Wetboek. De omstandige plaatsbeschrijving bij<br />
<strong>aan</strong>vang van de huur kan op verschill<strong>en</strong>de manier<strong>en</strong> tot stand kom<strong>en</strong>. Partij<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong><br />
daartoe zelf overg<strong>aan</strong>, zij kunn<strong>en</strong> daartoe e<strong>en</strong> lasthebber alle<strong>en</strong> of gezam<strong>en</strong>lijk<br />
<strong>aan</strong>stell<strong>en</strong> of, in geval van on<strong>en</strong>igheid, zich tot de rechter w<strong>en</strong>d<strong>en</strong> die e<strong>en</strong><br />
gerechtsdeskundige zal <strong>aan</strong>stell<strong>en</strong>. In dat laatste geval wijst de vrederechter, bij wie de<br />
zaak <strong>aan</strong>hangig wordt gemaakt, met e<strong>en</strong> verzoekschrift ingedi<strong>en</strong>d vóór <strong>het</strong> verstrijk<strong>en</strong><br />
van de termijn van één m<strong>aan</strong>d of van vijfti<strong>en</strong> dag<strong>en</strong> 179 naar gelang van <strong>het</strong> geval, e<strong>en</strong><br />
deskundige <strong>aan</strong> die de plaatsbeschrijving opmaakt. Het vonnis is uitvoerbaar<br />
nietteg<strong>en</strong>st<strong>aan</strong>de verzet <strong>en</strong> is niet vatbaar voor hoger beroep. 180 Terecht werd de vraag<br />
gesteld of <strong>het</strong> verplicht <strong>en</strong> dwing<strong>en</strong>d karakter van de plaatsbeschrijving sinds de<br />
wetswijziging van 25 april <strong>2007</strong> niet tot gevolg heeft dat elk van de partij<strong>en</strong> voort<strong>aan</strong> op<br />
elk og<strong>en</strong>blik de zaak voor de rechter kan br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> met <strong>het</strong> oog op <strong>het</strong> organiser<strong>en</strong> van de<br />
omstandige plaatsbeschrijving. 181<br />
zonder bewoning, commerciële verhuring van kantoorruimtes, opslagplaats<strong>en</strong> <strong>en</strong>zovoort). De <strong>Frans</strong>e wettekst,<br />
die op dit punt niet werd gewijzigd <strong>en</strong> nog steeds spreekt van “inoccupés” <strong>en</strong> “occupation”, wijst eerder in de<br />
richting van slordig vertaalwerk, dan van e<strong>en</strong> gewilde wijziging van <strong>het</strong> toepassingsgebied (zie ook J . COLAES,<br />
l.c., p. 146, nr. 106).<br />
179 Deze termijn is ev<strong>en</strong>wel zonder voorwerp geword<strong>en</strong>, <strong>aan</strong>gezi<strong>en</strong> zij door de wetswijziging van 25 april <strong>2007</strong><br />
niet werd hernom<strong>en</strong> in <strong>het</strong> eerste lid van artikel 1730, § 1 van <strong>het</strong> Burgerlijk Wetboek.<br />
180 Artikel 1730, § 1, tweede lid van <strong>het</strong> Burgerlijk Wetboek.<br />
181 B. LOUVEAUX, "La nouvelle loi sur les baux”, l.c., 2.