18.09.2013 Views

nonsens

nonsens

nonsens

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Van die dingen<br />

Ach ja…<br />

en zo…<br />

De mensen hebben sinds het begin<br />

der tijden voorspeld dat de wereld<br />

naar de donder gaat.<br />

Maar alles draait nog steeds door.


INHOUDSOPGAVE<br />

www.zeurenzanik.nl<br />

©2007 Marijke Mosterman


De e e nooit nooit nooit gestelde gestelde gestelde vraag vraag<br />

vraag<br />

'Ik weet het antwoord op de vraag<br />

die nog nooit gesteld is', zei Jikke.<br />

'Oh?', zei Subert en hij veegde de<br />

schuimkraag van z'n bovenlip. 'En<br />

wat is dat dan voor vraag?' Jikke<br />

zuchtte. 'Tja, als ik die vraag stel,<br />

dan kan ik niet meer zeggen dat ik<br />

het antwoord weet op de vraag die<br />

nog nooit gesteld is.' Hier moest<br />

Subert over nadenken. Hij snapte<br />

het interessante van de zaak niet<br />

echt. 'Tja', zei hij, en hij nam een teug<br />

van z'n pilsje. 'Maar is dat dan<br />

uniek? Is dat dan knap van jou, dat<br />

je het antwoord weet op de vraag<br />

die nog nooit gesteld is?' 'Jazeker',<br />

zei Jikke. 'Alle denkbare vragen<br />

zijn al gesteld. Behalve die ene.'<br />

'Maar waarom is die vraag dan nog<br />

nooit gesteld?' wilde Subert het<br />

naadje van de kous weten. 'Omdat<br />

niemand de vraag kent', zei Jikke<br />

en hij liet een boer. 'Behalve ik dan.'<br />

Subert z'n hersens kraakten van het<br />

piekeren. Jikke was een snoeverd,<br />

vond hij. Jikke zat altijd op te<br />

scheppen over de raarste zaken, die<br />

vaak helemaal niet controleerbaar<br />

waren. En als Subert Jikke op<br />

onlogica aansprak, dan kletste die<br />

zich er op een gladde manier uit.<br />

Zoals die keer dat Jikke vertelde<br />

dat hij in het donker, bij bewolkte<br />

lucht, op 300 meter afstand een<br />

mus uit de dakgoot kon schieten<br />

met z'n buks, zulke goede ogen had<br />

hij. 'Waarom zag ik je gisteravond<br />

dan met een lantaarn bij de<br />

boerderij lopen?' had Subert<br />

gevraagd. 'Opdat men MIJ kan<br />

zien', had Jikke geantwoord. En nu<br />

weer dit met die nooit gestelde<br />

vraag. Het ging Subert boven de<br />

pet. 'Nou, dat is mooi', zei hij dan<br />

ook, en nam nog een slok bier. 'Dat<br />

mag wel in de krant.' Daar was<br />

Jikke het helemaal mee eens. Hij<br />

schuwde de publiciteit niet. 'Zekers<br />

te weten. Het is alleen zo lastig dat<br />

iedereen de vraag wil weten. Ze<br />

worden er allemaal zo nieuwsgierig<br />

van.' Tja, dat was vervelend, vond<br />

ook Subert. Maar hij had geen zin<br />

meer in dit gesprek. Het was hem<br />

allemaal veel te ingewikkeld.<br />

'Maar wat is het antwoord dan?'<br />

vroeg hij in een poging om er een<br />

eind aan te brouwen. Het lukte.<br />

'38.245,79' zei Jikke trots. Hij zette<br />

z'n lege glas met een klap neer en<br />

wenkte Jonke de barman om twee<br />

nieuwe pilsjes te bestellen.


De in de warre<br />

kwijtehondenbezitter<br />

Er was eens een in de warre man. De<br />

man was van slag vanwege zijn kwijte<br />

hond. Deze zoeke hond was weer het<br />

directe gevolg van de oppe<br />

hondebrokjes. 'Help', riep de van<br />

slagge man naar enkele rechtsaffe<br />

voorbijgangers. 'Wie heeft mijn wegge<br />

hond gezien? Ik ben zo enorm aan<br />

hem gehecht!' Dat was niet waar. Er<br />

was geen enkele hechting te vinden.<br />

Noch bij de in de warre man, noch bij<br />

de kwijte hond. Van de zoeke hond<br />

was trouwens helemaal geen spoor te<br />

bekennen. Vanwege het wegge dus,<br />

als het ware. Bovendien getuigden de<br />

oppe hondebrokjes niet van enige<br />

affectie jegens de zoeke hond vanuit<br />

de in de warre eigenaar.<br />

'Da's waar', gaf de van slagge man<br />

toe. 'Maar indien mijn wegge hond<br />

ontkwijt, dan neem ik hem meteen in<br />

hechtenis.' De niet misse buurvrouw<br />

die met eenzaadlobbigen en een<br />

plantenbak in de weer was, fronste<br />

haar bovenane wenkbrauwen. Als druk<br />

in de were, opzije buurvrouw dacht zij<br />

er het hare van. Ze was een niet van<br />

gisterene opletterd en kende de van<br />

oudsherre rarigheden van haar<br />

buurman van haaf via haver tot gortst.<br />

'Jij bent een liegerd en een jokkenaar',<br />

bitste ze. Waarop de van slagge<br />

kwijtehondenbezitter er acuut in bleef.<br />

Wáárin heeft nooit iemand kunnen<br />

achterhalen... En de zoeke, zeer kwijte<br />

hond? Die bleef tot in de veraffe<br />

eeuwigheid verborgen in het nietse<br />

nergens.<br />

Tja<br />

Nou ja. Van je weet wel. En zo. Dat je denkt van... zal ik wel, of bijvoorbeeld van...<br />

zal ik niet. Dat je overweegt hóe. En zo. En waarom. Vooral. Vooral waaróm. En<br />

waarom ook niet. Eigenlijk. Die twijfel. Die besluiteloosheid. En het heen en weer<br />

geslingerd worden. Tussen het een en het ander. En zo. Totdat je in het luchtledige<br />

vacuüm blijft hangen. Dus. Terwijl je nadenkt. Terwijl je denkt van... hoezo. Hoezo<br />

wát, trouwens. Tja. En daar ga je dan weer. Hupsakee. Van je weet wel. En dan<br />

ineens. Zo zit het dan, denk je plotseling. Maar daarna weet je het niet meer. Wat je<br />

even daarvoor dacht. En je komt dus tot niets. Het had net zo goed overgeslagen<br />

kunnen worden. Snap je. Dat proces. Dat eigenlijk geen proces is. Want er gebeurt<br />

niets. Eigenlijk.


Conclaaf<br />

- Nee jongens, stil nou, ga zitten, we moeten<br />

nu toch wel even serieus zijn hoor, anders<br />

wordt het niks. Kardinaal Sluiméricus, word<br />

eens wakker... WAKKER WORDEN!!!<br />

Kardinaal Apelazerium, zet die gewijde<br />

jenever eens weg, dat kan later nog wel.<br />

LEG DIE LUCIFERS NEER, Kardinaal<br />

Pyromana!!! We moeten niet voortijdig witte<br />

rook hebben, dát kan natuurlijk niet! Goed.<br />

Laten we een plan van aanpak maken.<br />

Laten we bijvoorbeeld beginnen met een<br />

profielschets. Waar moet de nieuwe paus<br />

aan voldoen?<br />

- Nou, het moet wel een knappe man met<br />

charisma zijn. Dat valt goed bij de nonnetjes<br />

en de vrouwelijke gelovigen. En jong, dat<br />

ook, anders zitten we over een jaar weer<br />

met de gebakken peren. Ik zou zeggen<br />

tussen de 50 en 55 jaar. En we laten hem<br />

vooraf medisch keuren. Hij moet niet al te<br />

vatbaar zijn voor besmettelijke ziektes, want<br />

hij kust nogal wat onbekende gronden als<br />

het goed is. En wie weet wat er allemaal aan<br />

zijn lippen blijft kleven.<br />

- En hij moet een rijbewijs hebben. De<br />

pausmobiel staat al jaren ongebruikt in de<br />

garage van het Vaticaan. Liefst rijbewijs BE,<br />

dan kan hij in een aanhangwagen ook wat<br />

volgelingen meenemen.<br />

- Ja, dat is zo. En hij moet ook een beetje<br />

een geschikt type zijn voor lichte, soepel<br />

vallende kleding. Kijk, als je albe niet goed<br />

valt, de amikt zit als een jute zak en de stola<br />

en de kazuifel hangen maar zo'n beetje op<br />

half zeven, dan dwingt dat geen respect af.<br />

Nee, hij moet een goed figuur hebben, en<br />

niet al te bleek zijn, want anders maakt het<br />

hem allemaal zo flets.<br />

- Kunnen we niet een keer de mode<br />

veranderen? En een vrouwelijke paus<br />

kiezen? Of een homo? Dat is goed voor de<br />

publiciteit! Kun je heel wat zieltjes mee<br />

winnen!<br />

- Ach, hou toch je mond, Kardinaal<br />

Progressificus. Dat kan toch helemaal niet.<br />

Miljoenen Rooms-Katholieken zouden een<br />

acute hartverlamming krijgen.<br />

BELACHELIJK! Halve zool!<br />

- Let op je woorden, kardinaal Antialles! Je<br />

zit de hele tijd al alles af te kraken. Ik word<br />

er niet goed van. Nog even en ik mep je met<br />

mijn cingel!<br />

- Ik vind dat jullie MIJ, Kardinaal Egotrippifici<br />

moeten kiezen. Ik ben gewoon het meest<br />

geschikt voor deze functie. Ik ben minzaam,<br />

goed onderlegd, heb veel kennis van<br />

onbeminde gelovigen en ik ken het boekje<br />

'Hoe & Wat in het Latijn' helemaal uit mijn<br />

hoofd.<br />

- Weet je wat jij bent, Kardinaal<br />

Egotrippifici??? Jij bent een enorme<br />

@#&^%@&$%@*&^!#&^!!!<br />

- Jongens, jongens, nu niet gaan vechten,<br />

jongens niet slaan, pas op nou toch, dit kan<br />

toch niet. STOP NOU TOCH, beste mannen.<br />

Toe nou zeg. Kardinaal Agressivia, neem uw<br />

handen weg van de nek van Kardinaal<br />

Stikzowat. En Kardinaal Morbida, haal uw<br />

vingers uit de ogen van Kardinaal Zieniks. Ik<br />

vind dat u niet op Kardinaal Hellupme kunt<br />

blijven zitten, Kardinaal Woestos, dat is geen<br />

stijl. Jongens, laten we rustig blijven, de<br />

wereld wacht op ons. Ik heb een alternatief<br />

bedacht. We gaan stoelendansen. We<br />

zetten 119 stoelen neer, en als de<br />

Gregoriaanse muziek stopt, gaan we<br />

onmiddellijk zitten. Degene die geen<br />

zitplaats heeft gevonden valt af. En zo gaan<br />

we door tot er eentje overblijft. En dan is het<br />

dus: Habemus Papam! Is dat geen strak<br />

plan? Hier hebben jullie wasknijpers<br />

waarmee jullie de kazuivel vast kunnen<br />

zetten, zodat jullie wat meer<br />

bewegingsruimte hebben. Kardinaal<br />

Musiecnoterius, start de muziek...


Vakantiegevoel<br />

Vakantiegevoel<br />

Van die koffie, gezet van half lauw,<br />

op een butagasbrandertje warm<br />

gemaakt water, gegoten op in een<br />

filter gedrapeerd WC-papier (als<br />

vanwege het feit dat men ALTIJD<br />

koffiefilterzakjes vergeet mee te<br />

nemen) boven een thermoskan, die<br />

tijdens het zetproces al een paar keer<br />

omgemieterd is waardoor de helft van<br />

de ontstane substantie enerzijds heel<br />

erg waterig, anderzijds vertroebeld is<br />

door tussen verweekt WC-papier en<br />

filter doorgeglipte koffiekorrels, van<br />

die koffie die vervolgens geschonken<br />

is op het zand in de slecht -want in<br />

koud water- afgewassen plastic<br />

bekers. Van die échte vakantiekoffie.<br />

Heerlijk.


Een Een XX-Factor<br />

XX<br />

Factor te Ver<br />

‘Sta op!’ bulderde de cursusleider. ‘Sta op, ga<br />

stampvoetend rond en roep: DIT BEN IK!<br />

DIT BEN IK!’ Zijn publiek, dat uit een<br />

stuk of twintig menopauzerende,<br />

zelfgebreide eco-dames bestond, kwam<br />

aarzelend overeind. De cursusleider slaakte<br />

inwendig een diepe, diepe zucht. Lag het aan<br />

hem of werd het steeds erger. Hij keek vol<br />

wanhoop naar een vrouw die zenuwachtig<br />

haar macramétasje pakte voor ze achter de<br />

anderen aan schuifelde. Ze had de uitstraling<br />

van een uitgeknepen theezakje. Hij dacht<br />

terug aan vroegere tijden. Bij de Celestijnse<br />

cursus ‘Het Tiende Inzicht’ had hij er nog<br />

daadwerkelijk in geloofd. Hoe naïef kan een<br />

mens wezen. Maar ach, het verdiende wel<br />

aardig, cursussen geven aan de wanhopigen,<br />

dus ook toen hij z’n geloof door uitblijvende<br />

resultaten steeds meer verloor, ging hij<br />

gewoon door. Na een tijdje meegedraaid te<br />

hebben in het neuro-linguïstisch<br />

programmeren kreeg hij een burnout, maar<br />

een jaartje later dacht hij er wel weer tegen te<br />

kunnen.<br />

‘Willen jullie je UITSTRALING verhogen?’<br />

brulde hij. ‘Willen jullie een X-Factor die er<br />

TOE DOET??? Dan moet je<br />

ZELFBEWUST zijn. Dan moet je zorgen<br />

dat NIEMAND om je heen kan! DIT BEN<br />

IK! DIT BEN IK!’ riep hij nogmaals en hij<br />

ging de kudde stampvoetend voor. ‘Dit ben<br />

ik’, murmelde een dweil van een vrouw met<br />

een klapperend kunstgebit. ‘Meneer, meneer,<br />

mag mijn hondje Froufrou ook meelopen?’<br />

vroeg een boom van een wijf. In de andere<br />

hoek van de zaal was een schermutseling. ‘Je<br />

trapt steeds op m’n hak!’ riep een verlopen<br />

muts. ‘Had je maar van m’n vent af moeten<br />

blijven’, beet haar buurvrouw haar toe. ‘Ik<br />

kan het niet, ik kan het niet!’ huilde een<br />

verpieterd type. ‘Ik ben als kind mishandeld!’<br />

Het stonk in de zaal. Naar zweet, naar<br />

goedkope deodorant en naar zelf gesponnen<br />

schapenwol. ‘Hebt u een plastic zakje voor<br />

mij, ik moet hyperventileren’, zei iemand.<br />

‘BEN IK DIT? BEN IK DIT?’ krijste een<br />

vrouw. Haar stem verstomde toen ze uitgleed<br />

in een hoop kots. Iemand trok hem aan de<br />

mouw. ‘Wat moesten we ook alweer roepen?’<br />

Later, in zijn cel, probeerde hij te achterhalen<br />

hoe het nu precies gegaan was. Wat was de<br />

uiteindelijke druppel geweest? Was het die<br />

vrouw met de snor die hem snikkend wilde<br />

omhelzen? Of was het dat wijf dat in een<br />

vlaag van extase al haar kleren uittrok. Ach,<br />

het deed er niet meer toe. Ze hadden gekregen<br />

wat ze verdiend hadden. De cursusleider<br />

grijnsde.


Zo Zo verleidelijk<br />

verleidelijk<br />

Schijfjes meloen met rauwe ham<br />

Dikke karbonades van driehonderd gram<br />

Met kalfsragout gevulde pasteitjes<br />

En kleine toastjes met mini-eitjes<br />

Rauwe salade van wortels en sla<br />

Met kruidenrijst gevulde paprika<br />

Gehakt met champignons en uitjes<br />

En allerlei soorten grappige fruitjes<br />

Spareribs met pittige tomatendrab<br />

Struisvogelbiefstuk en gestoomde krab<br />

Knapperig gegrilde kippenbouten<br />

Heerlijke frietjes, lichtgezouten<br />

Vissticks met warme aardappelpuree<br />

Rijst en doperwtjes en hachee<br />

Spek met zilveruitjes, bruine bonen<br />

En zalm en forel en rode ponen<br />

Wijn en rosé en koffielikeur<br />

Entrecôtes met een diepbruine kleur<br />

Gestoofde appels, gestoofde peren<br />

Knolraap en lof en schorseneren<br />

Mosselen, oesters en rode kreeft<br />

Bramenjam, door een doek gezeefd<br />

Ossenstaartsoep met heel veel ballen<br />

Sausjes in enorme aantallen<br />

Hete Bliksem, koud aardbeienijs<br />

Warme melk met honing en anijs<br />

Een schaal vol pasta Carbonare<br />

En draadjesvlees, van dat hele gare<br />

Truffels, bonbons en chocolademousse<br />

Tot de rand toe met bier gevulde kroes<br />

Zuurtjes, marsepein en pepernoten<br />

Bitterkoekjes met caramel overgoten<br />

Zo verleidelijk, maar toch niet fijn<br />

Want allemaal deden ze aan de lijn


Het oudejaarsverhaal<br />

Er was eens een verloren zoon die Ab<br />

heette. Sinds Ab zijn ziel had verkocht<br />

aan de politiek was hij zonder dat hij het<br />

zelf wist, volkomen de weg kwijt. Hij<br />

verloochende al uren, dagen, maanden,<br />

jaren zijn familie, zijn opvoeding, zijn<br />

afkomst en zijn eigen gevoel voor wat kan<br />

en niet kan. Hij vloog als een schaap door<br />

het veen.<br />

Op een goede dag, het was eind december,<br />

kreeg Ab een visioen. Hij zag zijn oude<br />

moeder in een riant landhuis op sterven<br />

liggen, terwijl ze zich mompelend afvroeg:<br />

'aan wie moet ik toch al mijn miljarden<br />

nalaten? Mijn enige nazaat, m'n zoon Ab is<br />

verloren. Ik denk dat butler James alles<br />

maar moet erven. Hij is me altijd trouw<br />

gebleven.' Ab schrok op uit z'n dagdroom<br />

die verdomd echt had geleken. Naast<br />

tranen sprongen eurotekens in zijn ogen<br />

vanwege de verspilling van zoveel geld aan<br />

een onnozele bediende. Hij besloot<br />

terstond z'n moeder op te gaan zoeken.<br />

Dat vergde nogal wat speurwerk, want hij<br />

had haar minstens dertig jaar geleden<br />

voor het laatst gezien en wist niet waar ze<br />

zich in de tijd opgehouden had. Maar<br />

uiteindelijk stond hij voor de deur van het<br />

pand waar zij woonde, zo had men hem<br />

verteld. Het was 31 december, vijf voor<br />

twaalf. Ab bekeek het huis met gemengde<br />

gevoelens. Het leek in de verste verte niet<br />

op een landhuis. Eerder op een gesticht.<br />

Maar de miljarden euro's vertroebelden<br />

zijn beoordelingsvermogen en hij belde<br />

vastberaden aan. Een oude, in lompen<br />

gehulde vrouw opende de deur. Ze keek de<br />

goedgeklede, deftig ogende man eerst<br />

wantrouwend, maar toen met een blik van<br />

herkenning aan. 'Ab???' stamelde ze. 'Ben<br />

jij het echt????' 'Jawel moeder', sprak<br />

Ab. 'Ik ben het. Hoe gaat het met je<br />

miljarden?' De blik van de oude vrouw<br />

veranderde van verwondering in pure<br />

woede. Ze pakte haar wandelstok en<br />

mepte er op los. 'Jij grote klootzak!!! Jij<br />

minkukel, machtswellusteling en leugenaar<br />

van het bovenste water!' Ze sloeg en<br />

mepte met al haar kracht. 'Jij enorme<br />

grote zeikerd!! Ik wou dat ik je nooit op<br />

deze wereld had gezet!!! Laat z'n eigen<br />

moeder wegrotten in een tochtend,<br />

lekkend gesticht dat rijp is voor de sloop,<br />

en waar ze met tien doodzieke lotgenoten<br />

op één kamer moet slapen.' Ze spuugde<br />

hem in het gezicht. 'Ik heb niet eens geld<br />

om WC-papier te kopen, laat staan om m'n<br />

kont te krabben, en ik lees in de krant dat<br />

jij zegt dat er nog meer bezuinigd moet<br />

worden!!! Rot op, jij ontaarde verloren<br />

zoon. Jij hebt je ziel verkocht aan de<br />

duivel. Ik wil je nooit meer zien!!!' En na<br />

een laatste zwieperd met haar stok smeet<br />

ze de deur dicht. Op de brancard<br />

onderweg naar het ziekenhuis bedacht Ab<br />

twee dingen voor hij in vergetelheid<br />

wegzakte. Ten eerste had hij ontdekt dat<br />

visioenen schijnbaar niet altijd kloppen. En<br />

ten tweede was hij tot de conclusie<br />

gekomen dat moeder Klink best nog wel<br />

enorm veel kracht had voor zo'n klein<br />

wijfie.


Balkenscrooge<br />

Balkenscrooge<br />

Er was eens een Minister-president<br />

die met oogkleppen op regeerde. Hij<br />

vond dat de burgers niet moesten<br />

zeiken en gewoon, ongeacht hun<br />

situatie, keihard aan het werk moesten<br />

gaan en ondertussen moesten<br />

inleveren om de staatskas te spekken.<br />

Hij keek nauwelijks naar wat er met de<br />

mensen in z'n eigen land gebeurde,<br />

maar lette alleen maar angstig en<br />

hielenlikkend op wat de andere landen<br />

van hem vonden.<br />

Op een goede kerstavond verscheen er<br />

een geestverschijning aan zijn bed.<br />

'He, ouwe drol', zei de geest. 'Kom<br />

op, we gaan een rondje ellende doen.'<br />

De geest, een ouwe rot in het vak,<br />

greep de MP bij de kladden en zoefde<br />

bovenwinds naar een klein huisje. Door<br />

het raam zagen ze een tengere vrouw<br />

met gebogen rug aan een tafel<br />

papieren invullen. Een koortsig jochie<br />

lag in een bed bij de karig brandende<br />

kachel, en in een box speelde een<br />

baby'tje met een rammelaar.<br />

'Misschien moet ik toch maar gewoon<br />

de basispolis nemen', mompelde de<br />

moeder. 'Dat moet wel, want anders<br />

kan ik de stijgende energieprijzen niet<br />

betalen. Maar waar moet ik nu de<br />

kosten voor de kinderopvang vandaan<br />

halen nu ik vijf dagen moet werken?'<br />

Een traan liep over haar wang. De MP<br />

wilde naar binnen gaan om de vrouw op<br />

haar plichten te wijzen, maar de geest<br />

sleurde hem al weer mee naar een<br />

volgend geval. Een man in een overall<br />

gaf een schop tegen een open<br />

gesleutelde wasmachine. 'Ik kan geen<br />

nieuwe wasmachine betalen, Greet',<br />

zei hij moedeloos tegen z'n vrouw die<br />

aan het afwassen was. 'We hebben de<br />

auto al moeten verkopen om rond te<br />

kunnen komen, en loonsverhoging zit<br />

er niet in. Kun je niet bij je moeder<br />

wassen?' De MP wilde aankloppen om<br />

de man te vertellen dat hij niet zo<br />

moest zeuren, maar de geest greep<br />

hem in z'n nekvel. Op naar de<br />

volgende schrijnende situatie. Ze<br />

zagen een man in het bos een stapel<br />

papier waarop WIA stond in brand<br />

steken. Vervolgens pakte hij een dik<br />

touw uit een plastic tas en keek<br />

omhoog, zoekend naar een stevige tak.<br />

De MP wilde de man zeggen dat hij<br />

niet zomaar een vuurtje in het bos<br />

mocht stoken, maar de geest trok hem<br />

weg. 'Dit is een heel klein topje van<br />

een van de miljoenen ijsbergen', sprak<br />

de geest. 'En? Wat zeg je ervan?' De<br />

MP keek verbaasd. 'Uit cijfers van het<br />

CBS en de Rekenkamer blijkt dat de<br />

koopkracht stijgt en dat de economie<br />

weer in de lift zit...' begon hij. Maar<br />

de geest luisterde al niet meer. Hij<br />

liep hoofdschuddend weg en mompelde.<br />

'Ik wist het. Ik had het al gezegd.<br />

Dit is een gebed zonder<br />

balkeneinde...


Voorjaar<br />

Voorjaar<br />

Waarom begint de<br />

meteorologische lente eigenlijk<br />

eerder dan de gewonemenschen-lente?<br />

Ik vind dat<br />

nogal meteoronlogisch<br />

eigenlijk. Maar ja, wie ben ik?<br />

De Koninklijke Nederlandsche<br />

Meteoronlogische<br />

Geïntstitutionaliseerden<br />

hebben er voor gestudeerd<br />

natuurlijk. En ik niet.<br />

Ik steek op mijn boerenfluitjes<br />

de (middel)vinger in de lucht<br />

teneinde de windrichting te<br />

bepalen en zie met mijn<br />

timmermansoog de bui al<br />

hangen. Zo van: is de kat nog<br />

niet in de rui, dan volgt nog<br />

eenen winterbui. Maar toch is<br />

het niet eerlijk. Terwijl wij nog<br />

minstens in borstrok en lange<br />

onderbroek gekleed gaan,<br />

pakken ze daar in De Bilt al een<br />

terrasje.<br />

Alle Alle hens hens het het spuigat spuigat uit<br />

uit<br />

Van die dingen<br />

Stel nou dat de verwarming uitvalt, de<br />

telefoon doet het niet meer, evenals de<br />

internetverbinding, de stoppen slaan door, de<br />

aardappelen koken over, de deurwaarder wil<br />

centen zien, het bedrijf waar je werkt krimpt<br />

in, je partner heeft een ander, je katten,<br />

buren, vrienden en familieleden verachten je,<br />

je schoonouders zijn overleden aan een<br />

sterfgeval, de zandzakken helpen niet meer<br />

tegen de klimaatverandering, je bent de kluts,<br />

jezelf, de zin voor leven en je huis kwijt.<br />

WAT DAN?!?!?!?!?!?<br />

Elke keer als ik de plee sta te boenen, voel ik me een<br />

misplaatste ruige zeebonk die het verkeerde ruime sop heeft<br />

gekozen.


Taalkundige Taalkundige Taalkundige verwarring<br />

verwarring<br />

Sommige woorden in de<br />

Nederlandse taal zijn best<br />

verwarrend. Neem nu de<br />

forensische wetenschap. Die<br />

houdt zich echt niet bezig met<br />

mensen die in verschillende<br />

gemeenten wonen en werken,<br />

de zogenoemde forenzen.<br />

Traktaatjes zijn niet de<br />

lekkernijen die bijvoorbeeld<br />

jarige kinderen op school<br />

uitdelen. En visiteren wordt<br />

over het algemeen niet<br />

gebruikt als synoniem voor<br />

ergens gezellig op bezoek gaan.<br />

Eigenlijk zou het Genootschap<br />

der Nederlandse Taal hier eens<br />

wat aan moeten doen, in plaats<br />

van zich vast te bijten in<br />

onnozelheden als de<br />

paardenbloem en het<br />

kattenkruid. Want de<br />

woordverwarring kan best<br />

gevaarlijke situaties opleveren.<br />

Stel dat de regering haar beleid<br />

geheel baseert op een verkeerd<br />

geïnterpreteerd woord. Stel dat<br />

Balkenende vol animo aan zijn<br />

voelsprietklerk vraagt: 'En, hoe<br />

is de stemming in het land?'. De<br />

klerk antwoordt: 'Wel,<br />

edelachtbare', want hij is nog<br />

van de onderdanige oude<br />

stempel, 'er heerst momenteel<br />

nogal wat animositeit onder de<br />

bevolking jegens de regering'.<br />

De Minister-president kent het<br />

woord niet, trekt de verkeerde<br />

conclusie, lacht geanimeerd en<br />

heft nog wat extra belastingen.<br />

Trouwens... Dit zo schrijvende<br />

begin ik te vermoeden dat het<br />

allemaal best eens zo gegaan<br />

zou kunnen zijn.


Memories<br />

Wat ik nou weer beleefd heb! Als ik de<br />

greuvel niet met eigen ogen aan de<br />

kwerkel had zien verfiebelen dan had<br />

ik het nooit geloofd. Ik zal u vertellen<br />

wat er gebeurde.<br />

Het was krabinkel en ik liep richting de<br />

woenderaken, waar op dat moment<br />

gedriepeneerd werd. Maar ja, dat<br />

gebeurt wel vaker, dus ik liep gewoon<br />

verder. Maar op een gegeven moment<br />

komt daar een HOMPERANS van links,<br />

u weet wel, zo’n kwarikonkel, een gele<br />

met roze stippen. Ik probeer nog te<br />

hunkelen, maar ben net te laat en de<br />

homperans garineert zo in de zuusper!<br />

Klapperdoes! Sjongejongejonge! Dus<br />

ik pak m’n grafinator en schupper de<br />

greuvel van de kwerkel, maar die bleef<br />

maar verfiebelen, NIET normaal meer.<br />

Ik zeg: ‘KWURK, homperans’, maar hij<br />

wiekte niet. Zul je net zien. Dus ik<br />

schomper naar de dichtstbijzijnde<br />

puntilex en jobber de fratilitie. Ja, wat<br />

moet je dan. Nou, die kwam<br />

aangejurkt, bekeek de greuvel<br />

eventjes en schudde z’n knorkel. Ik<br />

zeg, ‘moet ie niet naar de<br />

Woenderaken gehaviliseerd worden’.<br />

Maar hij vond van niet. Nou, toen werd<br />

ik wel aardig gehallewiest. Zoiets KAN<br />

toch niet. ‘Het is HYSTORKEL hoe hier<br />

gedriepeneerd wordt!’ zeg ik tegen die<br />

rotknorkel. ‘Moet je nou eens jinken,<br />

die greuvel kon toch nooit de<br />

homperans befrinkelen! Dat ze daar nu<br />

niet wat aan doen!’ Nou, die<br />

fratilitiehommel GLOEPT mij aan of ik<br />

BEFRUSTERD ben, en daar werd ik nog<br />

gehallewiester van, echt wel. Ik begin<br />

‘m toch KWOLK te verbalken, ik ging<br />

helemaal door het ploes. ‘KNURKEL!’,<br />

schreeuw ik,<br />

‘HONKELENDE GRABBERD VAN EEN<br />

SCHORMANKEL!!! ZE MOESTEN JE<br />

DROLINEREN!!!!’ Tja, dat had ik nu<br />

niet moeten zeggen. Geloof ik. Hij<br />

knorkt mij bij de wrinkels en<br />

schambert me zo naar zo’n andere<br />

kwarikonkel, maar dan een hele grote.<br />

Ik dacht, ik lombel maar wat knurf,<br />

anders wordt ie nog plogger, dat zou<br />

maar zo kunnen. Maar goed, hij droept<br />

me in de grambel en polifeert naar het<br />

fratilitisme. En daar zit ik nu. Met de<br />

gehurde kneren.<br />

Ik weet niet wat er zal herbusteren,<br />

maar het hiekt niet puit, eigenlijk. Het<br />

zal wel uitdraaien op een junstilatie.<br />

Maar toch vind ik het nog steeds<br />

HYSTORKEL hoe daar bij de<br />

Woenderaken gedriepeneerd wordt. Ik<br />

laat het er dan ook niet bij lamiperen.<br />

Als ik hier ooit uit frunk, dan ga ik me<br />

bij de starmi beschonkelen. Daar heb<br />

ik recht op. Want GRUIP de<br />

WOPPELEN, de PONTILASTEREN<br />

kwurken de GURKEN. Zo. Ik heb<br />

gezegd. U hoort nog van mij.


Telefoonterreur Telefoonterreur<br />

Telefoonterreur<br />

- Met Greta de Boer.<br />

- (klik zoem klik) Spreek ik met de<br />

heer of mevrouw De Boer?<br />

- Wat denk je zelf?<br />

- .... ehm... ja. Mevrouw De Boer<br />

dus?<br />

- Ja. Wat moet je?<br />

- .... ehm... nou... zoals u weet zijn<br />

de pensioenregelingen drastisch<br />

veranderd, mijn vraag is of u uw<br />

pensioen goed geregeld hebt.<br />

- Wat gaat jou dat aan?<br />

- Wij geven namelijk advies op het<br />

gebied van pensioenen...<br />

- Ik denk niet dat ik m'n pensioen<br />

haal.<br />

- Wij kunnen u namelijk adviseren ....<br />

wat zegt u?<br />

- Ik denk niet dat ik ooit nog van m'n<br />

pensioen zal genieten. Ik ben<br />

namelijk astmatisch, en allergisch voor<br />

gluten, huismijt en pollen. Daarnaast<br />

heb ik de laatste tijd rare knobbels in<br />

mijn oksels.<br />

- O, maar dan...<br />

- Weet u misschien wat dat kan zijn?<br />

Een oudtante van me had het ook en<br />

toen bleek het iets met de<br />

lymfeklieren. Fataal.<br />

- Juist, dus....<br />

- Verder heb ik de laatste tijd een<br />

rare hoest. Er komt allemaal troep<br />

naar boven. Groen met geel, en af en<br />

toe wat rood. Hoe zou dat toch<br />

komen? Heeft u er verstand van?<br />

- Nee, maar dan...<br />

- En mijn knieën zijn ook niet meer<br />

wat het geweest is. Rare kraak zit er<br />

in. Ik denk zelf aan reuma. Wat zegt<br />

u ervan?<br />

- Dus dan...<br />

- Ik zal u vertellen: ik heb de<br />

pastoor al gebeld. Voor het laatste<br />

heilige oliestel. Zover is het al<br />

gekomen. En u praat hier van<br />

pensioenen! Hoe kunt u zo ontactisch<br />

zijn! Weet u wel waar u mee bezig<br />

bent??? (Kuch, hoest, rochel)<br />

- Ja... dus... nou... dan wens ik u...<br />

- (hoest, rochel) Ooo, ik voel me<br />

helemaal niet goed! Zo'n pijn in de<br />

borst! Au, au, au, het is vast mijn<br />

hart..... (kletter, boem, tuuut,<br />

tuuut, tuuut)…


Drang<br />

Drang<br />

'Eens even kijken', sprak de<br />

omhooggevallen dame duidelijk<br />

hoorbaar tegen haar geruit<br />

bebroekte man, die verveeld een<br />

dik beborste blondine nakeek.<br />

Ze stonden met hun<br />

ongeïnteresseerde, rijkelijk<br />

bebrilde zoontje een keuze te<br />

maken uit de barbecuepakketten.<br />

'Thea en George zijn over uit<br />

Praag, ik sprak Eloïse op de<br />

golfbaan, zij komt ook met<br />

Eduard. En Charles en Léonie of<br />

course, die gaan pas half juli naar<br />

Madeira. Dan zitten we met ons<br />

er bij al op acht.' Ze verhief haar<br />

stem nog wat, opdat de terloopse<br />

voorbijgangers niets zouden<br />

missen. 'En Eric heeft gezegd te<br />

zullen komen, alhoewel er altijd<br />

een persconferentie roet in het<br />

eten kan gooien. Ik weet niet of<br />

Marie-Louise met hem mee<br />

komt, één van haar protégé's<br />

heeft een vernissage. Áls ze komt<br />

is het zaak dat we een paar extra<br />

flessen Laurent Perrier Grand<br />

Siècle in huis hebben, onze<br />

Marie-Louise kan er wat van.' Ze<br />

lachte gemaakt.<br />

'Ik hoop dat je broer zich<br />

gedraagt, Anton. Hij kan altijd zo<br />

onhebbelijk doen als hij net een<br />

literair werk heeft voltooid.' Het<br />

loensende zoontje trok aan haar<br />

blauwe, koperkleurig beknoopte<br />

blazer. 'Niet nu, Jean-Marc, ik<br />

ben even bezig.' Ze richtte zich<br />

weer tot haar man. 'Oh, ik<br />

vergeet Chantal helemaal. Ze is<br />

terug uit Parijs om in het filiaal in<br />

Amsterdam orde op zaken te<br />

stellen.' 'Mam', zeurde Jean-<br />

Marc. 'Stil nu even jongen, zo<br />

kan ik niet denken. Anton', zei ze<br />

tegen haar man. 'Ik hoop dat je<br />

niet voor een spoedgeval naar het<br />

ziekenhuis wordt geroepen. Kun<br />

je je mobiel niet voor één<br />

avondje uitzetten?' ; Shit ma!'<br />

schreeuwde Jean-Marc luid<br />

hoorbaar door de winkel. 'Kun je<br />

niet opschieten? Ik moet enorm<br />

poepen!'


Sprookje?<br />

De aardappeltjes verpieterden op het<br />

land. De bomen stonden op instorten.<br />

Zieke en kwetsbare mensen verkeerden in<br />

gevaar. De elektriciteitleverancier had<br />

code rood ingesteld, en het grondwaterpeil<br />

zakte en zakte. De koning van het door<br />

droogte geteisterde land besefte dat er iets<br />

moest gebeuren. Hij dacht en dacht. Twee<br />

diepe rimpels van inspanning ontsierden<br />

zijn voorhoofd. En ineens wist hij het. Op<br />

één van zijn zakenreizen door Midden-<br />

Afrika had hij hem ontmoet: de<br />

Regendanser. Hij had met eigen ogen<br />

gezien hoe deze donkere, zwijgzame man<br />

het kon laten regenen dat het goot met<br />

een ingewikkelde, geheimzinnige dans,<br />

waarbij ritmische oerklanken uitgestoten<br />

werden. De koning riep zijn twaalf<br />

ministers in zijn paleis bij elkaar voor een<br />

spoedoverleg en vertelde dat hij deze<br />

wonderbaarlijke regenman uit wilde<br />

nodigen. De beraadslagingen liepen echter<br />

niet van een leien dakje. Zoals gewoonlijk.<br />

‘Het is nogal een eenzijdig voorstel’, riep<br />

de minister van Diplomatieke Zaken,<br />

‘waar zijn de alternatieven?’ ‘Hoeveel<br />

gaat dat kosten?’, riep de minister van<br />

Financiële Zaken. ‘Deze klus moet wel<br />

Europees aanbesteed worden’, schreeuwde<br />

de minister van Economische Zaken, ‘We<br />

moeten geen potentiële regenmensen<br />

uitsluiten!’ ‘Regendansen zijn<br />

godslasterlijke praktijken’, riep de<br />

confessionele Minister van Binnenlandse<br />

Zaken, ‘Ik ben er absoluut tegen!’ ‘Als jij<br />

TEGEN bent, dan ben ik VOOR!’<br />

schreeuwde de minister van Milieuzaken,<br />

‘want jij was laatst TEGEN mijn voorstel<br />

om de natuurvereniging te subsidieren!’<br />

‘De procedure KLOPT niet!’, zeurde de<br />

minister van Beleidszaken, ‘Het voorstel<br />

had eerst gekopieerd moeten worden op<br />

geel papier als teken van urgentie en drie<br />

weken van te voren in zesvoud ter inzage<br />

rond moeten worden gestuurd.’ ‘Ach, wat<br />

zit je nu te mekkeren,’ riep de minister<br />

van Financiële Zaken. ‘Jij zit de boel te<br />

stangen omdat jij eigenlijk mijn<br />

portefeuille had willen hebben.’<br />

De vergadering duurde en duurde, voor-<br />

en tegenargumenten werden geopperd en<br />

weer van tafel geveegd en consensus was<br />

nimmer in zicht. Na drie weken, 5 dagen<br />

en 14 uur vond de koning het welletjes.<br />

Hij stond op en keek langzaam de<br />

vergaderzaal rond. Het was triest wat hij<br />

zag. De minister van Financiële Zaken<br />

had de minister van Milieuzaken een<br />

blauw oog geslagen. De minister van<br />

Diplomatieke Zaken liep met zijn arm in<br />

een mitella en de minister van<br />

Economische Zaken had een bloedneus.<br />

‘Het is genoeg geweest’, sprak de koning<br />

zacht, maar met overwicht. ‘Ons land<br />

lijdt en gaat ten onder. We gaan er wat<br />

aan doen. NU. Ik stap NU in het vliegtuig<br />

en haal de regenman op! Koste wat het<br />

kost!’ ‘Maar, maar….’, probeerde de<br />

minister van Beleidszaken nog, maar hield<br />

abrupt zijn mond toen de minister van<br />

Financiële Zaken met zijn vuist dreigde.<br />

De vergadering werd beëindigd en<br />

uitgeput liepen koning en ministers het<br />

paleis uit.<br />

De schok was enorm toen ze buiten<br />

kwamen. Zwartgeblakerde ruïnes<br />

ontsierden de horizon. De zon zinderde en<br />

scheen onbarmhartig neer op het dode<br />

land. Nergens was een levend mens of een<br />

levend dier te verkennen. Zo ver het oog<br />

strekte was de wereld zwart en<br />

uitgestorven. Het was te laat. Het was<br />

veel te laat…


Vrede<br />

Als mensen nu eens niet zo<br />

machtswellustig waren, en<br />

veel minder agressief,<br />

hebberig, wraakzuchtig,<br />

jaloers, stom en zo... als<br />

mensen nu eens minder mens<br />

waren... sterker nog: als er<br />

nu eens helemaal geen<br />

mensen waren, dan was het<br />

volgens mij een stuk vrediger<br />

op aarde.<br />

Soms... Soms...<br />

Soms...<br />

Soms, als de zomerzon halverwege de avond, getemperd door de<br />

volop bloeiende, zoet en nostalgisch geurende kamperfoelie, speels de<br />

oude, verschoten bladmuziek getiteld 'his bright smile haunts me<br />

still' dwars door het open raam zachtjes met haar laatste<br />

lichtstralen bespeelt… als de katten rondgebuikt zachtjes ronkend<br />

tegen elkaar aangerold op de oude tweezits- en –dehandsbank<br />

dromen van gewillige muizen…. op zulke momenten, als<br />

tegelijkertijd oude jazzmuziek zacht prikkelend de aanwezige<br />

trommelvliezen beroert -met name die van mij-... zo af en toe, op<br />

zulke zomeravonden, bekruipt mij een onaards geluk. Vooral als ik<br />

dan net tien miljoen in de Staatsloterij heb gewonnen.


Over Over de de beerput beerput en en de de doofpot<br />

doofpot<br />

De wethouder keek vertwijfeld voor zich<br />

uit. Hij kon het niet laten over zijn kin te<br />

wrijven. Met een vibrerend stemgeluid<br />

startte hij het gesprek. ‘Hij is vol.’<br />

Voorzichtig keek hij de zeven mensen aan.<br />

Vijf collega’s, de burgemeester en de<br />

gemeentesecretaris hingen aan de lippen<br />

van de vijftiger. Tot gisteren dacht de<br />

wethouder voldoende levenservaring te<br />

hebben opgebouwd om iedere tegenslag in<br />

zijn leven te kunnen torpederen, maar het<br />

dossier dat hij voor zich kreeg had hem voor<br />

het eerst sinds tijden een grote schok<br />

opgeleverd. ‘Hij is vol’, zei hij nogmaals, dit<br />

keer iets harder. En toen: ‘de beerput is vol’.<br />

Zo, hij kon niet meer terug. De zeven<br />

toehoorders schrokken zichtbaar.<br />

Natuurlijk wisten ze dat de situatie penibel<br />

was. Natuurlijk waren ze zich ervan bewust<br />

dat dit moment ooit zou komen. Maar dat<br />

het moment vandaag, precies een jaar na<br />

hun eerste vergadering, al aan de orde was,<br />

die mogelijkheid hadden ze diep weggestopt.<br />

‘Het ontkennen van het bestaan van de put<br />

heeft een sterke wissel getrokken’, legde de<br />

wethouder uit. In één nacht tijd was het<br />

aantal grijze haren tussen de zwarte op zijn<br />

berimpelde hoofd verdubbeld. ‘De beerput is<br />

ten onder gegaan aan zichzelf.’ Alle vijf<br />

knikten. Iedereen zweeg, in de hoop dat de<br />

wethouder snel zou vervolgen en een<br />

onmiskenbare oplossing zou<br />

aandragen. Zodat ze de hele situatie snel<br />

konden vergeten. Tot ieders verbazing<br />

gebeurde dat. De wethouder vervolgde.<br />

‘Zoals jullie weten heb ik ook de<br />

gemeentewerf in mijn portefeuille.’<br />

Eigenlijk wist geen van de zeven<br />

aanwezigen dat de bestuurlijke<br />

verantwoordelijkheid voor de werf bij de<br />

PvdA-er lag, maar de echo van de<br />

knikkende hoofden werd met gemak<br />

versterkt. ‘Ik liep er gisteren. Een<br />

kennismakingsbezoek.’ De toehoorders<br />

hingen aan zijn lippen. ‘Ik zag vele<br />

containers, zoutstrooiers en overgebleven<br />

afvalemmers. Ik wil voorstellen om de<br />

zoutstrooiers eenmalig te gebruiken voor het<br />

vervoeren van zand. Vijftig ton bovenop de<br />

beerput.’ De burgemeester kon een glimlach<br />

niet onderdrukken en riep luidkeels: ‘zand<br />

erover!’ De rest maande hem tot stilte. Het<br />

zand was slechts de oplossing voor het<br />

verleden, stelden ze vast. Maar hoe moest<br />

het in de toekomst? De wethouder verloste<br />

hen snel van de prangende vraag. ‘Ook zag<br />

ik een pot. In die pot gaat zo’n 20 ton. Het is<br />

een gróte pot.’ Met zijn handen gaf hij de<br />

omvang van het object aan. ‘Genoeg voor<br />

zeker drie jaar.’ De wethouder hield even<br />

stil, maar hernam toen het woord. ‘Die<br />

grote pot gaan we inwijden. Voor drie jaar.<br />

En ik heb haar al een naam gegeven.’ De<br />

gemeentesecretaris begon alvast een applaus,<br />

want hij voelde hem aankomen. Pas nadat<br />

de wethouder zijn laatste twee woorden had<br />

uitgesproken, haakten de overigen in. ‘De<br />

doofpot.’


Paddentrek Paddentrek<br />

Paddentrek<br />

- Dus vanavond beginnen jullie te<br />

trekken?<br />

- Ja, vanavond moet het weer<br />

gebeuren.<br />

- Waarom juist vanavond?<br />

- Nou, dat hoorden we op het NOSnieuws.<br />

Ze zeiden dat vanavond de<br />

paddentrek weer begint, dus dan gaan<br />

we met z'n allen als padden weer op<br />

pad.<br />

- Waarom doen jullie dat eigenlijk,<br />

trekken?<br />

- Publiciteit.<br />

- Publiciteit?<br />

- Ja, publiciteit. Sinds de sprookjes<br />

over tot prins gekuste kikkers en<br />

padden uit de mode zijn, is er<br />

nauwelijks aandacht voor onze soort.<br />

Dus een paar jaar geleden hebben we<br />

de paddentrek bedacht. En het sloeg<br />

aan.<br />

- Maar waarom willen jullie in de<br />

publiciteit?<br />

- Nou ja, dat wil toch iedereen? Kijk,<br />

vlindertjes hoeven er niet veel voor te<br />

doen, die kunnen gewoon<br />

rondfladderen en dan vind iedereen<br />

ze prachtig. Net zoals eendjes en<br />

schaapjes en al die andere schattige<br />

diertjes. Maar wij, wij staan niet zo<br />

goed bekend. Men vind ons glibberig<br />

en eng, men associeert ons altijd met<br />

viezigheid en dergelijke. Vandaar dat<br />

we deze actie bedacht hebben.<br />

- Maar het heeft dus niks te maken<br />

met de hormonen en voortplanting en<br />

zo?<br />

- Hahahahahaha, ach welnee joh. Dat<br />

heeft een bronstige bioloog ooit<br />

bedacht. Pure projectie. Het rare van<br />

mensen is dat ze overal altijd een<br />

bijzondere verklaring voor zoeken.<br />

Die meestal niet klopt. Nee, het is<br />

gewoon om de publiciteit. Iedereen<br />

wil wel wat aandacht, ook wij.<br />

- Heeft u nog een advies voor de<br />

mensen?<br />

- Ja. We houden niet van pletten, dat<br />

is gelukkig ook verboden. Maar je<br />

hebt altijd minkukels die het geweldig<br />

vinden om illegaal dwars door een<br />

paddentrek heen te scheuren omdat<br />

dat zo lekker patst. Dom natuurlijk,<br />

want als je je banden vol met geplette<br />

padden hebt, heb je helemaal geen<br />

grip meer op de weg en zit je zo tegen<br />

een boom. Of in de sloot. De wraak<br />

der padden is zoet, zelfs na hun dood!


Op<br />

Op<br />

De man liep doelloos rond<br />

Zijn hoed diep over de oren<br />

Niets kon hem meer bekoren<br />

En grimmig stond zijn mond<br />

Zijn hond, die liep niet mee<br />

Hij had nooit een hond bezeten<br />

Want zónder, meende hij te weten<br />

Was hij het meest tevree<br />

Zijn vrouw was er ook niet bij<br />

Noch zat zij thuis te wachten<br />

Nee, al die lange nachten<br />

Bleef hij ongetrouwd en vrij<br />

Zijn kroost: het huis al uit<br />

Waarin het nooit was geweest<br />

Verantwoordelijkheid gevreesd<br />

En eenzaamheid de buit<br />

Hij had immer hard gewerkt<br />

Maar van ’t bestaan niets gesnapt<br />

Zich nimmer op vreugde betrapt<br />

Van geluk nooit iets gemerkt<br />

Door zijn drang tot vrij zijn<br />

En zich niet te willen binden<br />

Kon hij zichzelf niet vinden<br />

Leefde hij aan de zijlijn<br />

De man vervloekte zichzelf,<br />

de wereld en het leven.<br />

Hij dacht, het duurt nog even<br />

Voordat ik het onderspit delf<br />

Hij wilde dit voorkomen<br />

Dus liep hij eenzaam rond<br />

Zo zonder vrouw en hond<br />

Over een eigen eind te dromen<br />

En toen, besefte hij moe<br />

Dat door alles te willen kunnen<br />

Zijn eigen bestaan te runnen<br />

Kwam hij nooit ergens toe<br />

De man liep doelloos rond<br />

Zijn hoed diep over de oren<br />

Zo tegen het ochtendgloren<br />

Zijn ziel, zo dodelijk gewond<br />

En met al zijn verzamelde kracht<br />

Besloot hij eindelijk iets te besluiten<br />

Dit gouden moment uit te buiten<br />

En hij sprong fataal in de gracht


De De Deurkruk<br />

Deurkruk<br />

De deurkruk straalde. Hij was van<br />

koper en dus van stand. Vond hij<br />

zelf. Hij werd gewaardeerd door de<br />

bewoners van het huis waarin hij een<br />

belangrijke functie vervulde. Hij<br />

prijkte in de belangrijkste kamer van<br />

het grachtenpand: de suite, en<br />

verschafte toegang tot de lounge.<br />

Jawel. De deurkruk glom van trots, en<br />

hij glom ook omdat hij wekelijks<br />

gepoetst en gewreven werd. Hij werd<br />

betast door de handen van grote,<br />

belangrijke mensen, mensen die wat<br />

betekenden in de wereld. Daarom vond<br />

hij zichzelf eigenlijk geen kruk,<br />

maar meer een klink. ‘Maar’, dacht<br />

hij, ‘what's in a name’. Al met al<br />

leidde de deurkruk een gelukkig en<br />

zorgeloos bestaan. Totdat de<br />

economische recessie begon. De<br />

hoofdbewoner van het grachtenpand<br />

verloor door foute, risicovolle<br />

beleggingen al z'n geld en sprong<br />

van het dak. De vrouw des huizes<br />

raakte aan lager wal en het huis werd<br />

te koop aangeboden. Omdat niemand<br />

het dure pand kocht, werd het na een<br />

jaar gekraakt. Twintig loslopende<br />

studenten met aanhang trokken in<br />

het historische huis. Zij hadden<br />

weinig oog voor<br />

interieurverzorging in de ouderwetse<br />

zin van het woord en koper werd zéker<br />

niet gepoetst. De deurkruk sloeg in<br />

eerste instantie groen uit van<br />

ergernis. Daarna werd hij depressief<br />

en kreeg hij te maken met smetvrees,<br />

een aandoening die zeker voor een<br />

deurkruk niet handig is. Elke keer<br />

als hij betast werd kromp hij ineen.<br />

Letterlijk. De deurkruk oxideerde van<br />

ellende en verwerd tot CuO2.<br />

Toen de economie weer opbloeide en een<br />

potentiële koper het huis kwam<br />

bezichtigen, lag onder aan de deur<br />

een hoopje groenachtig poeder. Van<br />

stof was de deurkruk gemaakt en tot<br />

stof was hij wedergekeerd. En de<br />

moraal van dit verhaal: alles is<br />

vergankelijk, ook geluk en zelfs<br />

deurkrukken.


Bella de Baakster<br />

Ja, dat had je toen. Toen alles nog niet empirisch<br />

onderzocht en wetenschappelijk bewezen was.<br />

Toen was de wereld veel geheimzinniger en<br />

kleurrijker. Toen had je mooie mensen met bizarre<br />

gaven.<br />

Jan Janszoon, de neef van wijlen Pieter de<br />

hoefsmid, kon bijvoorbeeld op een afstand van<br />

maar liefst vijftig vadem met losse handen een<br />

scheut brandewijn in z’n koffie doen. Nú zouden we<br />

zeggen dat Jan Janszoon, de neef van wijlen<br />

Pieter de hoefsmid, over telekinetische gaven<br />

beschikte. Tóen was hij gewoon een griezelige<br />

tovenaar waar je met een grote boog omheen liep.<br />

‘Je moet het echt heel erg graag willen’, zei hij<br />

altijd. ‘Dan lukt het best.’ En zijn wil was enorm<br />

sterk. Hij was namelijk gék op brandewijn, Jan<br />

Janszoon, de neef van wijlen Pieter de hoefsmid.<br />

En dan had je Berend Bekkenbreker; Berend de<br />

Lezer noemden ze hem altijd. Hij kon zomaar de<br />

gedachten lezen van diegenen met wie hij in<br />

gesprek was. ‘Ik wéét dat je er over nadenkt om<br />

Hendrik van de Heiligershoeve de hersens in te<br />

slaan omdat hij oneerbare dingen met je vrouw<br />

doet’, kon hij bijvoorbeeld tegen stroper Simon de<br />

Sukkel zeggen. ‘Maar ik zou het níet doen’,<br />

waarschuwde hij dan. Wat niemand wist, was dat<br />

Berend de Lezer zélf de vrouw van Hendrik van de<br />

Heiligershoeve bij tijd en wijle de hooiberg in trok.<br />

Maar de kleurrijkste figuur was toen wel Bella de<br />

Baakster. Ze bakerde en legde af, dat was zo<br />

gebruikelijk in die tijd. Ze haalde ze en bracht ze<br />

weer weg, bij wijze van spreken. Bella de Baakster<br />

was in haar schaarse vrije tijd waarzegster. Zij<br />

kon de toekomst voorspellen. En dat deed ze heel<br />

precies, bijna op de klok af. Dan stopte ze een stuk<br />

deeg in de steenoven en zei: ‘over drie uur is dat<br />

brood gaar.’ En dat was dan ook zo, tot<br />

verbijstering van de dorpsgenoten. Of ze zei tegen<br />

haar publiek dat altijd ademloos luisterde:<br />

‘Vanavond om half tien gaat de zon onder, maar<br />

wees niet bevreesd: hij komt weer op.<br />

Morgenvroeg om zeven uur.’ En dat klopte dan<br />

ook! Of ze voelde aan de buik van de 16-jarige<br />

dochter van buurvrouw Greta Grijpgraag en zei:<br />

‘Over zeven maanden zoog jij een zevenponder, let<br />

op mijn woorden!’ En ja hoor, ondanks de woede<br />

van moeder Greta wierp de dochter iets meer dan<br />

een half jaar later een wolk van een zoon.<br />

Griezeliger werd het als Bella de Baakster de dood<br />

voorspelde. Zo wist ze na één blik op de ouwe Titus<br />

Koperslager, die met grote zweren over z’n hele<br />

lichaam in de bedstede lag te ijlen, dat het niet<br />

lang meer zou duren. ‘Over een week ben jij de pijp<br />

uit’, voorspelde ze. En jawel hoor, binnen zeven<br />

dagen lag Titus Koperslager tussen zeven<br />

plankjes.<br />

Later, toen Bella de Baakster zelf oud en versleten<br />

was, verzwakte haar gave. Ze zag het allemaal niet<br />

meer zo helder, eigenlijk. Ze zei nog wel ‘waar’,<br />

maar dan in andere zin. Als iemand bijvoorbeeld<br />

riep: ‘BRAND! BRAND!’ dan schrok Bella de<br />

Baakster op uit haar ouderdomsmijmeringen<br />

waaraan ze zich in haar schommelstoel voor het<br />

raam placht over te geven en dan zei ze: ‘WAAR?<br />

WAAR?’<br />

Tja. Die tijden zijn voorbij. Die mooie, spannende,<br />

geheimzinnige, kleurrijke tijden waarin<br />

gebeurtenissen en karaktereigenschappen nog<br />

niet uitlegbaar waren. Waarin mensen spontaan<br />

en met gepast respect reageerden op dat wat zij<br />

destijds onverklaarbare wonderen en mirakels<br />

achtten. De tijden waarin nog niet alles<br />

voorspelbaar was. De tijden van Jan Janszoon,<br />

Berend de Lezer en Bella de Baakster.<br />

Jammer. Eigenlijk.


Verzoek<br />

Verzoek<br />

Beste mug,<br />

Indien u het onoverkomelijk<br />

noodzakelijk acht om mij op<br />

uiterst achterbakse en laffe wijze<br />

in het holst van de nacht sneaky te<br />

besluipen om ongevraagd<br />

steeksgewijs míjn bloed tot u te<br />

nemen, gelieve dat dan -als het<br />

dan toch beslist moet- vanuit mijn<br />

bovenarm te doen of desnoods<br />

vanuit mijn kuit, maar alstublieft<br />

niet meer vanuit het puntje van<br />

mijn neus. Bij hartelijk voorbaat<br />

dank.<br />

Asjemenu<br />

Men breke twee windeieren<br />

en kloppe deze stevig op met<br />

een ons gebakken lucht.<br />

Men neme het mengsel met<br />

een korreltje zout, voege een<br />

mespuntje zoethoudertjes toe<br />

en schroeie het om en om<br />

dicht in de boter op z'n hoofd.<br />

Klaar is uw Haagse Bluf<br />

Speciaal!<br />

Serveeradvies: lang niet zo<br />

heet eten als het wordt<br />

opgediend.<br />

Sjchadelijk<br />

'Rrroken bbbrengt u en anderen rrrrrondom u érrrrrrnsjtige sjchade toe', las Jacob lallend<br />

voor van z'n pakkie shag. 'Ssjterker nog', schepte Hendrik al citerend op: 'Rrrrroken kan<br />

leiden tot een lllllangsjame, pijnlijke dood!' 'Welllneeeeee joh!' bralde Gerrit. 'Rrroken<br />

ve'oosjaakt dooóódelijke longkanker!' Ze zaten met z'n drieën nog even 'na te praten' in<br />

het café, maar ze wisten eigenlijk niks meer te vertellen, met hun benevelde breinen. De<br />

mannen waren gestopt met biljarten. Het is tenslotte niet eenvoudig richten met een<br />

schijnbaar dubbele keu op ongeveer zes ballen die steeds heen en weer lijken te rollen.<br />

'Je ggaaat toch overal dood aan tegenwoordig’, mompelde Gerrit. 'Dasj waar',<br />

filosofeerde Jacob. 'Van lllleven ga je sjowiesjo dood. Dasj een waarheid alsj een koe.'<br />

Daar moesten ze alledrie diep over nadenken. Ze werden er een beetje triest van. De<br />

stemming was er uit. 'Ik gaan naar huisj', zei Hendrik en pakte z'n jas. Jacob rekende af<br />

en ze liepen naar buiten. 'Tot ffffolgende week' zeiden Gerrit en Hendrik en ze pakten de<br />

fiets. 'Tjuusj', zei Jacob. Hij nam nog een slok jenever uit de fles die hij in z'n jaszak had<br />

en stapte in z'n auto. Even later overreed hij een voetganger, waarna hij in volle vaart<br />

met zijn wagen tegen een boom klapte. De voetganger overleefde ternauwernood,<br />

Jacob was op slag dood. Uit het autowrak rolde de halflege fles jenever. Er stond van<br />

alles op het etiket. Maar geen waarschuwing.


Contact<br />

Ze prikte afwezig met het vorkje in de<br />

punt appeltaart die rijkelijk met<br />

slagroom bespoten voor haar stond.<br />

‘Morgen moeten we naar dat feestje<br />

van Alina’, zei ze. Hij nam nog een<br />

slokje van z’n koffie. ‘Ja’, zei hij. ‘Nou,<br />

de wintersportvakantie is helemaal<br />

geregeld. We vertrekken ’s avonds en<br />

rijden dan in één keer door. Jij nog<br />

koffie?’ Hij gebaarde naar de ober. ‘Het<br />

gaat niet zo goed tussen Alina en<br />

Dennis’, zei ze. ‘Volgens mij slapen ze<br />

zelfs apart.’ ‘Ik denk dat ik voor de<br />

zekerheid nieuwe sneeuwkettingen<br />

aanschaf. De ski’s kunnen nog wel een<br />

jaartje mee.’ Hij gebaarde nogmaals<br />

naar de ober. Zij deed een schepje<br />

slagroom van de appeltaart in de<br />

koffie, roerde en dronk in een paar<br />

teugen het kopje leeg. ‘Alina stelt zich<br />

helemaal verkeerd op, ze is te slaafs<br />

en te aanhankelijk. Daar kan hij niet<br />

tegen. En hoe ze er tegenwoordig UIT<br />

ziet…’ ‘Nog twee koffie, graag’, riep hij<br />

naar de ober. ‘De auto moet nog wel<br />

een grote beurt voor we gaan. En ik<br />

moet de reserveband nog laten<br />

repareren.’ ‘Dennis houdt helemaal<br />

niet van die opzichtige kleren en dat<br />

knalrode haar.<br />

Alina is eigenlijk ook veel te oud voor<br />

dat soort fratsen.’ ‘Zaterdag ga ik naar<br />

die nieuwe sportzaak in het centrum,<br />

ik wil een nieuwe skibroek’, zei hij en<br />

deed een scheutje room in het kopje.<br />

‘Ik ken die eigenaar trouwens nog van<br />

vroeger, hij zat bij mij in de klas op de<br />

middelbare school. Hoe heet ie ook<br />

alweer.’ Zij schoof het tweede kopje<br />

koffie van zich af. ‘Dennis is meer een<br />

man die van stijlvolle, rustige vrouwen<br />

houdt. En zo WAS Alina vroeger ook,<br />

maar waarschijnlijk vond ze zichzelf te<br />

saai of zo.’ ‘Peter. Peter van den<br />

Ouwe, ja zo heet ie’, zei hij. ‘Hij heeft<br />

goed geboerd, heeft meerdere<br />

sportzaken in het land. Een hele keten.<br />

Terwijl het op school leek of ie<br />

opgroeide voor galg en rad. Altijd<br />

spijbelen, slechte cijfers.’ ‘Weet je wat<br />

het is met Alina en Dennis?’ zei ze, ‘Ze<br />

leven volkomen langs elkaar heen. Ze<br />

PRATEN niet ECHT meer met elkaar.<br />

En dan gaat het op een gegeven<br />

ogenblik mis. Zeg, ik hoef geen koffie<br />

meer hoor. Zullen we gaan?’ ‘Leuk, zo<br />

af en toe met z’n tweetjes er eventjes<br />

uit’, vond hij. ‘Van tijd tot tijd moet je<br />

wat energie steken in je relatie.’ ‘Kom’,<br />

zei ze. ‘ik wil nog even langs die<br />

lederwarenzaak. Ze hebben een hele<br />

nieuwe collectie tassen.’ Hij rekende<br />

af.


Sprookje<br />

Lang geleden was er eens een hele lieve<br />

koning die totaal geen verstand van regeren<br />

had. Hij vergat bijvoorbeeld voortdurend<br />

belastingen te heffen en wetten te maken.<br />

Hij hielp liever de boeren met het ploegen,<br />

of het ziekenhuispersoneel met het<br />

verschonen van de bedden. Hij vertelde<br />

verhaaltjes aan de kinderen in het weeshuis<br />

en kookte heerlijke snert voor de<br />

fabrieksarbeiders. En zo kwam hij helemaal<br />

niet aan het besturen van het land toe.<br />

Maar dat gaf niks. Alle onderdanen deden<br />

heel goed hun best, want ze hielden van de<br />

koning en ze wilden niet dat hij afging als<br />

vorst. En ze zouden het verschrikkelijk<br />

vinden als hij verdrietig was omdat zij de<br />

kantjes er vanaf liepen. Dus ze zorgden er<br />

gezamenlijk voor dat alles goed ging in het<br />

land. De sterke zorgde voor de zwakkere en<br />

iedereen zorgde voor elkaar. Gewoon uit<br />

diep respect voor de lieve koning. Elke<br />

vervelende kwast emigreerde omdat die<br />

zich helemaal niet thuis voelde in dat land<br />

waar geen wetten waren om te overtreden,<br />

waar je beschimpt en bespot werd als je<br />

niet naar kunnen je best deed, waar je als<br />

fouterik echt het gevoel had dat je er<br />

helemaal niet bij hoorde.<br />

In het buurland regeerde een wiskundig<br />

econoom. Deze koning had berekend dat<br />

als hij zoveel procent belasting zou<br />

berekenen, en daarbij nog zoveel<br />

bekeuringen per jaar uit liet schrijven, en<br />

dat als hij bezuinigde op onderwijs, zorg en<br />

alle welzijnsinstellingen, en de prijzen van<br />

energie, accijnzen en rijksfaciliteiten<br />

drastisch verhoogde, dat zijn land dan het<br />

rijkste ter wereld zou worden. De hele dag<br />

zat hij met zijn neus in de balansen en<br />

verlies- en winstrekeningen, hij had eelt op<br />

zijn wijsvinger door het gebruik van de<br />

rekenmachine. Omdat hij niet oplette, had<br />

hij niet door dat zijn onderdanen steeds<br />

chagrijniger werden, mekaar gingen<br />

uitmoorden en over de grens schopten. De<br />

koning snapte er niks van dat zijn<br />

berekeningen niet uitkwamen, dat het land<br />

steeds armer werd en dat er geen gevoel van<br />

saamhorigheid was. Hij deed nog wel zo z'n<br />

best. Toen zijn land failliet werd verklaard<br />

en hij moest vluchten voor woedende<br />

onderdanen, ging hij huilend te rade bij zijn<br />

'ondeskundige' collega. 'Hoe kan dat nu<br />

toch allemaal', snikte hij terwijl het snot<br />

zijn hermelijnen kraag inliep. De koning die<br />

voortdurend vergat belastingen te heffen en<br />

wetten voor te schrijven schudde meewarig<br />

zijn hoofd en gaf hem een zakdoek. 'Ik hou<br />

gewoon van m'n volk', zei hij simpel. 'En<br />

echte liefde blijkt telkens weer sterker dan<br />

kennis en macht.'<br />

En ze leefden voor zolang het duurde nog<br />

heel gelukkig.


Moord Moord Moord in in de de de afgesloten afgesloten kamer<br />

kamer<br />

Professor Doctor Graaf Geert van Kassie toth<br />

Wijlener kuste verheerlijkt het boek in zijn<br />

handen. Het was hem gelukt! Het had hem wel<br />

wat zweetdruppeltjes gekost, maar uiteindelijk<br />

was hij door veel tact en wijsheid op<br />

miraculeuze wijze in het bezit gekomen van de<br />

eerste druk van 'Waanshinnighe<br />

Worstreceptuuren', in 1759 geschreven door de<br />

wereldberoemde dichter en schrijver Lebrantius<br />

Varckensvelle op aanwijzing van niemand<br />

minder dan Ootkwisineur Grootworstenmeester<br />

Frederick Slaghter. Niemand op de veiling had<br />

beseft hoeveel miljoenen dit exemplaar waard<br />

was. Dankzij zijn perfecte toneelspel en dankzij<br />

het zwijggeld dat hij enkele insiders betaald had,<br />

hoefde hij er maar een schijntje voor neer te<br />

leggen.<br />

De graaf liep naar zijn studeerkamer op de eerste<br />

verdieping van zijn landhuis, sloot zorgvuldig de<br />

ramen en draaide driemaal de sleutel van de<br />

enige deur in de kamer om. Voor de zekerheid<br />

keek hij nog even achter de zitbank en onder het<br />

bureau maar er bevond zich geen onverlaat in de<br />

ruimte. Hij nam plaats achter het bureau, sloeg<br />

het boek voorzichtig open en... Met een enorme<br />

klap werd zijn schedel verbrijzeld. Zijn hoofd<br />

klapte voorover op het historische werk. Een<br />

straaltje bloed kronkelde zich door<br />

'Waanshinnighe Worstreceptuuren' op pagina 1.<br />

Professor Doctor Graaf Geert van Kassie toth<br />

Wijlener was op slag dood. Nee, het was geen<br />

baksteen door het raam. Het was ook geen<br />

tijdelijk geteleporteerde Mister Scotty die de<br />

graaf met een honkbalknuppel te lijf ging, om<br />

zich vervolgens fluks weer naar de Enterprise<br />

terug te laten beamen.<br />

In het geval van de moord op Professor Doctor<br />

Graaf Geert van Kassie toth Wijlener is niemand<br />

er ooit achter gekomen wie het hoe en waarom<br />

gedaan heeft. Men had namelijk niet door dat<br />

het een moord was. Men dacht meer aan<br />

metaalmoeheid. Waardoor de koperen<br />

kroonluchter met een grote klap precies op het<br />

hoofd van de graaf viel. 'Een tragisch, zeer<br />

ongelukkig ongeval', concludeerde de niet bijster<br />

snuggere rechercheur, en de zaak was gesloten.<br />

Wat niemand weet, behalve ik dan, maar dat is<br />

wel logisch omdat ik tenslotte degene ben die<br />

het bedacht heeft, is dat een hebberige collega<br />

van de graaf diens dienstbode had omgekocht.<br />

Deze dienstbode bivakkeerde precies boven de<br />

studeerkamer van de graaf. Voor 10.000 euro<br />

haalde ze een plank uit de vloer van haar<br />

slaapkamer, en draaide de schroeven los waarmee<br />

de kroonluchter aan het plafond onder haar was<br />

bevestigd, precies op het moment dat de graaf er<br />

onder zat. Dood, morsdood. De perfecte moord.<br />

Juist omdat ie niet als moord herkend werd. Het<br />

bijzonder tragische van deze moord was dat ie<br />

voor niks werd gepleegd. De vrouw van de graaf<br />

verbrandde namelijk direct na de dood van haar<br />

ega het met bloed bevlekte 'Waanshinnighe<br />

Worstreceptuuren', waardoor zowel Lebrantius<br />

Varckensvelle als de Grootworstenmeester in de<br />

vergetelheid raakten. Vandaar natuurlijk, dat je<br />

nog nooit van hen gehoord hebt...


Klimaatveranderings<br />

Klimaatveranderings----drama<br />

Klimaatveranderings<br />

Klimaatveranderings drama drama drama<br />

Als Nederland totaal verdroogt en verdort en verlept, kunnen we<br />

wegens gebrek aan water niet eens meer roeien met de riemen die<br />

we hebben.<br />

En zo is het<br />

Je hebt soms van die dagen dat<br />

het zo is dat het gewoon niet<br />

anders is. Dan zou je dat wel<br />

wensen -dat het dus wél anders<br />

gegaan was dan je verlangd had<br />

dat het zou gaan- maar op<br />

sommige dagen blijkt dan gewoon<br />

dat het lot iets anders met je voor<br />

heeft. En dan kun je wel denken<br />

van: ach, het is niet anders, en je<br />

er gewoon maar bij neerleggen,<br />

maar je kunt er bijvoorbeeld ook<br />

iets functioneels mee doen<br />

waardoor het dan weer minder<br />

erg lijkt, en ook minder erg is,<br />

dan men in eerste instantie en in<br />

een eerste reactie zou vermoeden.<br />

Op de manier van: nou, laten we<br />

maar eens kijken wat er dan<br />

gebeurt als het niet zo gaat als ik<br />

gedacht en gehoopt had dat het<br />

zou gaan, en als ik dan meega in<br />

die onverwachte wending van de<br />

gebeurtenissen. Wellicht valt er<br />

nog iets uit te halen, waardoor het<br />

niet alleen niet jammer is dat het<br />

gewoon niet anders is, maar dat<br />

het zelfs op iets positiefs kan<br />

uitlopen dat de dingen niet zo<br />

gebeurd zijn als je dacht dat ze<br />

zouden gebeuren. Dus dat je niet<br />

zegt van: jammer, het is niet<br />

anders, maar dat je zegt van:<br />

fijn! Het gaat niet zo als ik<br />

vermoedde dat het zou gaan!


Taal<br />

Taal<br />

Taal is oorspronkelijk bedoeld ter<br />

verbetering van de communicatie, ter<br />

verduidelijking, om misverstanden te<br />

voorkomen. Voordat er taal was, was het<br />

erg moeilijk om elkaar iets aan het<br />

verstand te brengen. Het duurde wel een<br />

dag voordat de ene holbewoner aan de<br />

ander kon duidelijk maken dat ie<br />

vandaag geen zin in everzwijn had, maar<br />

liever een reeruggetje als avondmaaltijd<br />

zag. Dat ging ongeveer als volgt:<br />

- Aaaah grooo wieieee aaaan!<br />

- Waaa hoooo wieieeie oeoeoeoe???<br />

- AAAAh grooooo wieieee aa<br />

oeaaaaoooooeeee!!!<br />

- Wieieieiei ooeoeoeaaaaoeoeoeo?!?!?!<br />

- Ooooooooo aaaahahawoeiaaiai!!!!<br />

Enzovoort. En dan ging het vaak nog<br />

mis, zodat er met knotsen moest worden<br />

geslagen.<br />

Hoe vollediger de taal, hoe minder<br />

woorden er nodig zijn. Voordat het<br />

woord 'boom' was bedacht moest men<br />

veel meer woorden gebruiken om<br />

duidelijk te maken waar men het over<br />

had. Het zeggen van: 'Dat langwerpige,<br />

houten ding met van die stokken er aan,<br />

waaraan van die groene flubbertjes<br />

bevestigd zijn', neemt tenslotte veel meer<br />

tijd in beslag. En dan nog zou het<br />

misverstanden op kunnen roepen, want<br />

je kunt met een dergelijke omschrijving<br />

ook een vogelverschrikker bedoelen.<br />

Taal is een uiterst effectief<br />

communicatiemiddel. Je kunt er veel mee<br />

duidelijk maken. Het is pas sinds de<br />

uitvinding van de politiek dat de taal<br />

wordt misbruikt ter veronduidelijking<br />

van heldere zaken. Nergens anders dan<br />

in de politiek is er zoveel geluid nodig om<br />

niets te zeggen. Eigenlijk staan politici<br />

weer aan het begin van de taalevolutie.<br />

Veel geblaat en weinig wol. Jammer<br />

toch. En ook zo sneu eigenlijk.


De De trein trein van van vijf vijf voor voor twaalf<br />

twaalf<br />

'Ik heb het altijd wel gezegd', zegt de<br />

oude seinwachter. Hij haalt<br />

luidruchtig zijn neus op en staart naar<br />

buiten. De stugge, zwijgzame man<br />

woont nog altijd aan het spoor. Hij<br />

kan het niet missen, het geluid van de<br />

treinen die ratelend over de rails<br />

rijden. Kedoeng, kedoeng, kedoeng.<br />

'Ik heb het altijd wel gezegd: dit gaat<br />

een keer mis.' Zijn knoestige knuisten<br />

omklemmen de koffiemok, de witte<br />

knokkels tonen zijn frustratie.<br />

'Vroeger was dit absoluut niet<br />

mogelijk. Dat één technisch<br />

mankementje het gehele treinverkeer<br />

plat legt. Vroeger werd elk sein, elke<br />

wissel, elke overweg in de gaten<br />

gehouden door mensen die wisten wat<br />

ze deden.' Hij ontsteekt met een<br />

lucifer de olielamp die boven de<br />

keukentafel hangt. Het is mistig<br />

buiten, het daglicht dringt amper<br />

door. 'Toen had je nog stoomtreinen,<br />

die niet afhankelijk waren van<br />

computers. Toen had je mensen die<br />

verstand hadden van hun vak. Nu<br />

wordt het treinverkeer door mensen in<br />

kantoren geregeld. Mensen die nog<br />

nooit een wissel van dichtbij hebben<br />

gezien.'<br />

Een misthoorn overstemt zijn<br />

weemoedige woorden. De trein van<br />

vijf voor twaalf nadert de overgang.<br />

Auto's wachten. 'Maar ik ben er klaar<br />

voor.' De oude seinwachter staat op<br />

en rommelt in een kast in de hoek van<br />

de keuken. Dan komt hij terug met<br />

een oude pet. Hij slaat er wat stof af,<br />

zet hem eerbiedig op zijn hoofd en<br />

recht zijn rug. 'Ik wist dat dit zou<br />

komen. Ik ben er al jaren klaar voor.'<br />

Hij gaat weer aan de tafel zitten, pakt<br />

zijn koffiemok en kijkt naar de zwarte,<br />

bakelieten telefoon die bij de deur<br />

aan de muur hangt. 'Ze hoeven me<br />

maar te bellen en ik sta binnen tien<br />

minuten op mijn post.' De telefoon<br />

zwijgt. Het is vijf voor twaalf, maar de<br />

telefoon blijft zwijgen.


Elegie Elegie<br />

Elegie<br />

't Is allemaal ellende<br />

't Is allemaal geklooi<br />

De wereld is een bende<br />

De wereld is een zooi<br />

En alle blaad'ren vallen<br />

't Is eikels overal<br />

't Stikt echt van de kwallen<br />

En zondig is de val<br />

Hoe snert is toch het leven<br />

Hoe loopt het in de soep<br />

De één die zit te beven<br />

De ander die heeft kroep<br />

De zon die schijnt schijnheilig<br />

Maar de natuur gaat dood<br />

Op straat is het niet veilig<br />

Terreur dreigt in het groot<br />

En veeg je thans je paadje<br />

Het heeft geen enk'le zin<br />

Terug komt steeds elk blaadje<br />

Je eindigt bij ’t begin<br />

't Is allemaal ellende<br />

't Is allemaal geklooi<br />

De wereld is een bende<br />

De wereld is een zooi<br />

(Zo. Dat lucht op)<br />

Mierenlokdoosjes<br />

Denkend aan mieren<br />

zie ik nijvere beestjes<br />

noest langs sombere<br />

tegels gaan.<br />

Rijen ondenkbaar<br />

volgzame dieren<br />

die immer werken<br />

nooit stil blijven staan.<br />

En in de geweldige<br />

verte verzonken<br />

de mierenhopen<br />

verspreid door het gras.<br />

Insecten en takjes<br />

korreltjes suiker<br />

zoetheid te over<br />

in 't grootsche gewas.<br />

De sfeer is er goed<br />

ze willen niet kwaad doen<br />

ze leven gewoon<br />

hun kleine bestaan.<br />

En in al hun gelederen<br />

wordt de stem van lokdoosjes<br />

met hun eeuwige rampen<br />

gevreesd en verstaan.<br />

(naar Hendrik Marsman).


Aardekundeles op Mars<br />

Marsmanneke: Meester, waarom<br />

mag het ene land op aarde wel<br />

een nucleair programma hebben<br />

en het andere niet?<br />

Aardekundeleraar: Tja jongen, da's<br />

een mysterie. We vermoeden dat<br />

het ene land bang is dat het<br />

andere land een atoombom gaat<br />

gooien.<br />

Marsmanneke: Maar meester, als<br />

alle landen een atoombom<br />

hebben, dan gaan ze er toch niet<br />

mee gooien en dan is de zaak toch<br />

mooi in evenwicht?<br />

Aardekundeleraar: Ja, zo zouden<br />

wíj denken. Maar op aarde houden<br />

ze niet van evenwicht, wel van<br />

macht.<br />

Marsmanneke: is er wel eens een<br />

land geweest dat een atoombom<br />

heeft gebruikt?<br />

Aardekundeleraar: Jazeker, dat is<br />

Amerika geweest.<br />

Marsmanneke: Dus Amerika mag<br />

zeker geen nucleair programma<br />

meer hebben, meester?<br />

Aardekundeleraar: Nou, zo zit het<br />

niet. Amerika is juist degene die de<br />

leiding heeft bij het bepalen van<br />

wie wel en wie geen nucleair<br />

programma mag hebben.<br />

Marsmanneke: Maar dat is toch<br />

raar, meester! Waarom laten al die<br />

andere landen dat gebeuren?<br />

Aardekundeleraar: Op aarde is<br />

weinig tot geen sprake van logica.<br />

Dat komt omdat niet de wijzen er<br />

de leiding hebben, maar de<br />

bangeriken en de dommeriken. De<br />

dommeriken zijn oorlogzuchtig en<br />

machtswellustig en de bangeriken<br />

volgen uit angst.<br />

Marsmanneke: Maar....komt het ooit<br />

goed op aarde, Meester?<br />

Aardekundeleraar: Nou, dat kan<br />

nog wel een paar honderdduizend<br />

jaren duren. Het leven is er nog erg<br />

primitief vergeleken bij al het<br />

andere leven in het heelal, en de<br />

aardmens staat eigenlijk nog maar<br />

aan het prille begin van de evolutie.<br />

Maar we houden hoop. Ooit zal het<br />

ook op aarde wellicht goed gaan.<br />

Marsmanneke: Maar meester,<br />

misschien gaan ze voor die tijd wel<br />

met die atoombommen naar elkaar<br />

gooien en dan blijft er niks van de<br />

aarde over!<br />

Aardekundeleraar: Dat, lieve<br />

jongen, zou misschien het allerbeste<br />

zijn.


Sinterklaas<br />

‘Kijk, Jantje! Zie ginds komt de<br />

stoomboot al aan! Zwaai maar!’<br />

‘Mama….?’<br />

‘Ja Jantje?’<br />

‘Wat doen al die mannen daar?’<br />

‘Dat zijn mannen van de AIVD,<br />

Jantje.’<br />

‘Wat is AIVD, mama?’<br />

‘Mannen van de AIVD zorgen dat<br />

het heel erg verschrikkelijk<br />

veilig in ons land is.’<br />

‘Maar wat doen ze dan, mama?’<br />

‘Ze kijken of er ook explosieven<br />

liggen tussen de pepernoten en<br />

het suikergoed.’<br />

‘Explosieven?’<br />

‘Ja. Duizend bommen en granaten,<br />

en zo.’<br />

‘Maar waarom dan, mama?’<br />

‘Ze zijn bang dat er misschien<br />

terroristen tussen de Zwarte<br />

Pieten zitten. Weet je wat<br />

terroristen zijn, Jantje?’<br />

‘Tuurlijk. Dat zijn van die<br />

kutlui die bommen gooien!’<br />

‘Jantje toch!’<br />

‘Ja maar, ze zeiden het zelluf op<br />

het jeugdjournaal!’<br />

‘Jantje?’<br />

‘Ja mama?’<br />

‘Beloof je me dat je geen rare<br />

dingen gaat doen als je een puber<br />

bent?’<br />

‘Wat voor rare dingen?’<br />

‘Nou, je aansluiten bij zo’n<br />

extremistische groepering<br />

bijvoorbeeld. En dan op internet<br />

kijken hoe je een bom moet maken<br />

en zo. Beloof je dat Jantje?’<br />

‘Ja mama.’<br />

‘Kijk, hoe het paardje het dek op<br />

en neer huppelt!’<br />

‘Mama…?’<br />

‘Ja, jongen?’<br />

‘Op welke website staat dat dan?’<br />

‘Wat, Jantje?’<br />

‘Nou, dat van die bom?’


De betweter<br />

Lang, heel lang geleden, was er eens<br />

een tovenaar. Deze tovenaar vond dat<br />

hij het allemaal beter wist dan de rest<br />

van de mensheid en besloot dat hij zou<br />

zorgen dat het nog beter zou gaan met<br />

het land. Hij studeerde drie jaren en<br />

toen had hij z’n ultieme spreuk<br />

geformuleerd: ‘Hokus pokus pilatus<br />

pas, ik wou dat er geen machtswellust,<br />

jaloezie, wraakzucht, haat, angst,<br />

agressie, moordlust, opportunisme,<br />

hebberigheid, arrogantie en ijdelheid<br />

meer was.’ En floep, de bakker die zijn<br />

zoon in elkaar aan het slaan was omdat<br />

hij stiekem een krentenbol had<br />

gestolen, liet zijn deegroller vallen. De<br />

slager deelde terstond al zijn hammen<br />

uit onder de armen. De<br />

projectontwikkelaar besloot dat de<br />

arbeidershuisjes toch mochten blijven<br />

staan op het stuk grond dat hij net had<br />

gekocht. De koning zei: ‘Ik pak m’n<br />

biezen’. Hij trad af, evenals de<br />

regering. Ze deden dit zonder morren<br />

want ze hadden geen last meer van<br />

machtswellust en ijdelheid. En iedereen<br />

was gelijk en ze werden allemaal<br />

vriendjes van elkaar, want er was geen<br />

jaloezie, wraakzucht en haat meer. En<br />

ook de angst, de basis van vrijwel alle<br />

negatieve menselijke eigenschappen,<br />

was weg. De wijze oppertovenaar zag<br />

toe en glimlachte.<br />

Maar na een jaar glimlachte hij niet<br />

meer. Hij zag dat de mensen geen<br />

drang meer hadden om te werken en<br />

geen behoefte om te leren en te<br />

innoveren. Ze wilden geen mooiere<br />

auto dan de buren. Ze werden niet boos<br />

als iemand een brood van iemand<br />

anders mee nam. Ze waren niet bang<br />

voor de toekomst en ook niet voor de<br />

dood. Ze waren hartstikke passief<br />

geworden. De wijze oppertovenaar zag<br />

dat het hele land instortte en naar de<br />

bliksem ging. Hij dacht drie dagen en<br />

drie nachten na en nam met een zucht<br />

zijn besluit. ‘Hokus pokus pilatus pas,<br />

ik wou dat er weer machtswellust,<br />

jaloezie, wraakzucht, haar, angst,<br />

agressie, moordlust, opportunisme,<br />

hebberigheid, arrogantie en ijdelheid<br />

was.’ De mensen ontwaakten als uit<br />

een droom, keken om zich heen en<br />

zagen wat voor zootje het was<br />

geworden. Ze werden heel boos op de<br />

wijze oppertovenaar en schopten hem<br />

het land uit. Waarop ze weer gewoon<br />

verder gingen met elkaar de loef<br />

afsteken, oplichten en bedriegen. En<br />

het land bloeide op en de economie<br />

floreerde. En de moraal van dit<br />

verhaal….<br />

Eng eigenlijk, hè!


Bouwnijverheid<br />

Ooit kocht ik bij een bouwmarkt een<br />

zelf in elkaar te sleutelen boekenrek.<br />

Voor boven, op de overloop. Teneinde<br />

enige orde in mijn boekenchaos te<br />

scheppen. Het was zo’n goedkoop<br />

bouwpakket van acht blank houten<br />

palen voor de verticale constructie, en<br />

zo’n zesentwintighonderd achtenvijftig<br />

plankjes voor de horizontale<br />

constructie. Bijgesloten waren<br />

ongeveer enige miljarden schroeven en<br />

bouten en moeren en andere<br />

ondefinieerbare metalen objecten. Doe<br />

ik even, dacht ik, en ik ging nog niets<br />

vermoedend, opgewekt aan de gang.<br />

Ik legde boormachine, decoupeerzaag,<br />

waterpomptang, popnageltang,<br />

elektrische schroevendraaier,<br />

verlostang, klauwhamer, moker en<br />

EHBO-doos klaar en pakte de<br />

gebruiksaanwijzing. ‘Plaats onderdelen<br />

A, B, C en D horizontaal 90 graden ten<br />

opzichte van onderdelen A1, Bs, C3 en<br />

C4’, stond er geloof ik. ‘Steek de<br />

elektrolitisch verzinkte inbusbout M12<br />

x 40 in gat XY-kwadraat en draai hem<br />

vast met de bijbehorende<br />

roestvaststalen multimoer M12’. Toen<br />

moest ik al een beetje huilen. ‘Neem<br />

plank 3Q en plaats hem optisch<br />

bekeken waterpas op de integraal<br />

afgeschuinde in verstek gezaagde paal<br />

24Y, zodat de radus van de<br />

geïmpregneerde driekwarts plank<br />

26,83 cm keer pi is en monteer de<br />

vleugelmoer met behulp van de<br />

waterpomptang met een kracht van 17<br />

op de schaal van Rigter tegen de<br />

Azobé geverniste zwaluwstaart.’ Toen<br />

moest ik al veel harder huilen. ‘Neem<br />

de planken min b plus of min de wortel<br />

uit b kwadraat min 4ac gedeeld door<br />

2b en plaats ze tapsgewijs kruislings in<br />

een hoek van cosinus 3x maal tangus<br />

32 over de gelamineerde<br />

drietangsconstructie van de planken<br />

labda en beta, waarna u, als de haan<br />

driemaal kraait, de 27 diknagels over<br />

uw rechter schouder gooit in oostelijke<br />

richting en over uw linker schouder<br />

weer opvangt met uw magnetische<br />

elektrische schroevendraaier’. Zoiets<br />

stond er volgens mij. Ik kon het niet<br />

meer zo goed lezen, want ik moest nu<br />

wel heel erg hard huilen.<br />

Uiteindelijk heb ik de met tranen<br />

doorweekte gebruiksaanwijzing<br />

verfrommeld en ben op eigen inzicht<br />

bezig gegaan, varend op mijn intuïtie.<br />

Nu heb ik dus buiten een enorme,<br />

blankhouten tuinbank staan. Ik kon er<br />

niks anders van maken. Echt niet. Help<br />

me onthouden dat als ik ooit zelf<br />

bijvoorbeeld een wandtafel in elkaar<br />

wil zetten, dat ik dan een bouwpakket<br />

voor een keukenkastje koop. Dan komt<br />

het vast goed.


HELDENDICHT<br />

Hij was haar God, hij was haar passie<br />

Zij keek schier kwijlend tegen hem op<br />

Zij schonk hem bier, serveerde hem nasi<br />

En aanbad hem tot in haar vingertop<br />

Zij veegde z’n pad en waste z’n voeten<br />

Maakte zich slechts om zíjn welzijn dik<br />

Ze zoende hem, kuste al zijn sproeten<br />

En verloor zo allengs haar eigen ik<br />

Hij liet haar geloven, hij liet haar vertrouwen<br />

Meneer maakte zich om haar niet druk<br />

Hij liet haar illusies rond hem bouwen<br />

Het maakte haar tergend langzaam stuk<br />

Zij liet het gebeuren, zij liet het geschieden<br />

Zij zag hem door een roze bril<br />

Zo liet zij zich door hem sommeren, gebieden<br />

Zij voegde zich slaafs naar zijn starre wil<br />

Ze sloofde en poetste, paaide en vleide<br />

Vergat zichzelf door hem steeds meer<br />

Terwijl hij haar kwelde, minachtte, kastijdde<br />

Noemde zij hem nog steeds ‘Mijn Heer’<br />

Tot op een avond het onvermijdelijke gebeurde<br />

Het kwam er dan toch eindelijk van:<br />

Toen zijn immense scheet de stilte verscheurde<br />

Zag zij plotseling de waarlijke man<br />

Zij aanschouwde zijn bierbuik, zijn harige handen<br />

Vol walging bekeek ze zijn domme blik<br />

Zijn smakkende mond, de rouwnagelranden<br />

Ze onderdrukte een ontzette snik<br />

Terwijl zij zich inwendig verbaasde, verwonderde<br />

Over haar volgzaam, kritiekloos bestaan<br />

Zag zij hoe hij langzaam van zijn voetstuk donderde<br />

Hem als in slow-motion op de afgrond afgaan.<br />

Zij ontstak in toorn, beet woest op haar nagel<br />

Vulde wraaklustig het geweer met lood<br />

Zij schoot hem neer met een welgemikt schot hagel<br />

De gevallen hoogmoed was … dood

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!