Regionaal Risicoprofiel Drenthe - Hulpverleningsdienst Drenthe
Regionaal Risicoprofiel Drenthe - Hulpverleningsdienst Drenthe
Regionaal Risicoprofiel Drenthe - Hulpverleningsdienst Drenthe
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong><br />
Veiligheidsregio <strong>Drenthe</strong><br />
Bijlagenrapport<br />
projectnr. 219694 110188 - DH24<br />
revisie 02<br />
24 februari 2011<br />
Save<br />
Postbus 321<br />
7400 AH Deventer<br />
Opdrachtgever<br />
<strong>Hulpverleningsdienst</strong> <strong>Drenthe</strong><br />
Postbus 402<br />
9400 AK Assen<br />
datum vrijgave beschrijving revisie 02 goedkeuring vrijgave<br />
24-2-2011 Definitief MB DCvD
projectnr. 219694 110188 - DH24 <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> Veiligheidsregio <strong>Drenthe</strong><br />
24 februari 2011, revisie 02 Bijlagenrapport<br />
blad 1 van 87<br />
Inhoud Blz.<br />
Bijlage 1: Maatschappelijke thema's crisistypen en incidenttypen 2<br />
Bijlage 2 : Onderbouwing keuze crisistypen/incidenttypen 5<br />
Bijlage 3 : Methodiek impact- en waarschijnlijkheidsbeoordeling 8<br />
Bijlage 4 : Uitwerking van relevante crisistypen/incidenttypen, uitgewerkte scenario's, impact- en<br />
waarschijnlijkheidsanalyse 19<br />
Bijlage 5 : Diagrammen per impactcriterium 72<br />
Bijlage 6 : Aanvullende informatie regio <strong>Drenthe</strong> 78<br />
Bijlage 7 : Capaciteiteninventarisatie 82<br />
Bijlage 8 : Leden projectgroep en klankbordgroep 85<br />
Bijlage 9 : Geraadpleegde literatuur 86<br />
Bijlage 10 : Uittreksels per gemeente 87
projectnr. 219694 110188 - DH24 <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> Veiligheidsregio <strong>Drenthe</strong><br />
24 februari 2011, revisie 02 Bijlagenrapport<br />
Bijlage 1: Maatschappelijke thema's crisistypen en incidenttypen<br />
Maatschappelijk thema Crisistypen en incidenttypen<br />
1. Natuurlijke omgeving 1.1 Overstromingen<br />
1.1.1 Overstroming vanuit zee<br />
1.1.2 Overstromingen door hoge rivierwaterstanden<br />
1.1.3 Vollopen van een polder/dijkdoorbraak<br />
1.2 Natuurbranden<br />
1.2.1 Bosbrand<br />
1.2.2 Heide, (hoog)veen- en duinbranden<br />
1.3 Extreme weersomstandigheden<br />
1.3.1 Koudegolf, sneeuw en ijzel<br />
1.3.2 Hittegolf<br />
1.3.3 Storm en windhozen<br />
1.3.4 Aanhoudende laaghangende mist<br />
1.4 Aardbevingen<br />
1.4.1 Aardbeving<br />
1.5 Plagen<br />
1.5.1 Ongedierte<br />
1.6 Dierziekten<br />
1.6.1 Ziektegolf<br />
2. Gebouwde omgeving 2.1 Branden in kwetsbare objecten<br />
2.1.1 Grote brand in gebouwen met niet of verminderd zelfredzame<br />
personen<br />
2.1.2 Grote brand in gebouwen met een grootschalige<br />
publieksfunctie<br />
2.1.3 Grote brand in bijzonder hoge gebouwen of ondergrondse<br />
bebouwing<br />
2.1.4 Brand in dichte binnensteden<br />
2.2 Instorting in grote gebouwen en kunstwerken<br />
2.2.1 Instorting door explosie<br />
2.2.2 Instorting door gebreken in de constructie of fundering<br />
3. Technologische omgeving 3.1 Incidenten met brandbare/explosieve stof in open lucht<br />
3.1.1 Incident vervoer weg<br />
3.1.2 Incident vervoer water<br />
3.1.3 Incident spoorvervoer<br />
3.1.4 Incident transport buisleidingen<br />
3.1.5 Incident stationaire inrichting<br />
3.2 Incidenten met giftige stof in open lucht<br />
3.2.1 Incident vervoer weg<br />
3.2.2 Incident vervoer water<br />
3.2.3 Incident spoorvervoer<br />
3.2.4 Incident transport buisleidingen<br />
3.2.5 Incident stationaire inrichting<br />
blad 2 van 87
projectnr. 219694 110188 - DH24 <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> Veiligheidsregio <strong>Drenthe</strong><br />
24 februari 2011, revisie 02 Bijlagenrapport<br />
Maatschappelijk thema Crisistypen en incidenttypen<br />
3.3 Kernincidenten<br />
3.3.1 Incident A-objecten: centrales<br />
3.3.2 Incident A-objecten: nabije centrales grensoverschrijdend<br />
3.3.3 Incident A-objecten: scheepvaart met kernenergie en nucleair<br />
defensiemateriaal<br />
3.3.4 Incident B-objecten: vervoer grote eenheden radioactief<br />
materiaal<br />
3.3.5 Incident B-objecten: overige nucleaire faciliteiten brandklasse i<br />
3.3.6 Incident B-objecten: overig vervoer en gebruik nucleaire<br />
materialen (laboratoria etc.)<br />
3.3.7 Militair terrein en transporten nucleair materiaal<br />
4. Vitale infrastructuur en<br />
voorzieningen<br />
blad 3 van 87<br />
4.1 Verstoring energievoorziening<br />
4.1.1 Uitval olievoorziening<br />
4.1.2 Uitval gasvoorziening<br />
4.1.3 Uitval elektriciteitsvoorziening<br />
4.2 Verstoring drinkwatervoorziening<br />
4.2.1 Uitval drinkwatervoorziening<br />
4.2.2 Problemen waterinname<br />
4.2.3 Verontreiniging in drinkwaternet<br />
4.3 Verstoring rioolwaterafvoer en afvalwaterzuivering<br />
4.3.1 Uitval rioleringssysteem<br />
4.3.2 Uitval afvalwaterzuivering<br />
4.4 Verstoring telecommunicatie en ICT<br />
4.4.1 Uitval voorziening voor spraak- en datacommunicatie<br />
4.5 Verstoring afvalverwerking<br />
4.5.1 Uitval afvalverwerking<br />
4.6 Verstoring voedselvoorziening<br />
4.6.1 Uitval distributiecentra<br />
5. Verkeer en vervoer 5.1 Luchtvaartincidenten<br />
5.1.1 Incident bij start of landing op of om een luchtvaartterrein<br />
5.1.2 Incident vliegtoestel bij vliegshows<br />
5.2 Incidenten op of onder water<br />
5.2.1 Incident waterrecreatie en pleziervaart<br />
5.2.2 Incident beroepsvaart (anders dan met gevaarlijke stoffen)<br />
5.2.3 Incident op ruim water<br />
5.2.4 Grootschalig duikincident<br />
5.3 Verkeersincidenten op land<br />
5.3.1 Incident wegverkeer<br />
5.3.2 Incident treinverkeer<br />
5.4 Incidenten in tunnels<br />
5.4.1 Incidenten in treintunnels en stations<br />
5.4.2 Incident in wegtunnels<br />
5.4.3 Incident in tram- en metrotunnels en stations
projectnr. 219694 110188 - DH24 <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> Veiligheidsregio <strong>Drenthe</strong><br />
24 februari 2011, revisie 02 Bijlagenrapport<br />
Maatschappelijk thema Crisistypen en incidenttypen<br />
6. Gezondheid 6.1 Bedreiging volksgezondheid<br />
6.1.1 Besmettingsgevaar via contactmedia<br />
6.1.2 Feitelijke grootschalige besmetting (nog) zonder<br />
ziekteverschijnselen<br />
6.1.3 Besmettingsgevaar vanuit buitenland<br />
6.1.4 Besmettingsgevaar in eigen regio<br />
6.1.5 Dierziekte overdraagbaar op mens<br />
6.2 Ziektegolf<br />
6.2.1 Ziektegolf besmettelijke ziekte<br />
6.2.2 Ziektegolf niet besmettelijke ziekte<br />
7. Sociaal- maatschappelijke<br />
omgeving<br />
blad 4 van 87<br />
7.1 Paniek in menigten<br />
7.1.1 Paniek tijden grote festiviteiten, concerten, demonstraties<br />
7.2 Verstoring openbare orde<br />
7.2.1 Rel rondom demonstraties en andere manifestaties<br />
7.2.2 Gewelddadigheden rondom voetbalwedstrijden<br />
7.2.3 Maatschappelijke onrust en buurtrellen
projectnr. 219694 110188 - DH24 <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> Veiligheidsregio <strong>Drenthe</strong><br />
24 februari 2011, revisie 02 Bijlagenrapport<br />
1 Natuurlijke omgeving<br />
2<br />
Bijlage 2 : Onderbouwing keuze crisistypen/incidenttypen<br />
blad 5 van 87<br />
In deze bijlage wordt een overzicht gegeven van crisistypen/incidenttypen die voor de<br />
regio <strong>Drenthe</strong> niet in aanmerking zijn gekomen voor verdere uitwerking.<br />
Thema Crisistype Incidenttype<br />
Gebouwde<br />
omgeving<br />
1 overstromingen<br />
10 overstroming vanuit zee <strong>Drenthe</strong> is niet gelegen aan open zee en de dreiging komt<br />
ook niet vanuit Groningen vanwege een dijkdoorbraak<br />
daar. Een uitzondering is het uiterste noorden van de<br />
gemeente Noordenveld (ten noorden van Roden, Peize,<br />
Paterswolde, onderdeel Dijkring 6: Friesland en<br />
Groningen). Daar is een gering effect bij een EDO (Ergst<br />
Denkbare Overstroming niet uit te sluiten (zie bijlage 1).<br />
Hoewel het risico dat <strong>Drenthe</strong> overstroomt vanuit zee zeer<br />
klein is gezien de ligging, moet er wel rekening gehouden<br />
worden met een rol als opvangroute/doorvoerroute naar<br />
Duitsland.<br />
20<br />
overstromingen door hoge<br />
rivierwaterstanden<br />
3 extreme<br />
40 aanhoudende laaghangende<br />
weersomstandigheden mist<br />
Er zijn geen directe invloeden van hoge rivierstanden aan<br />
de orde voor <strong>Drenthe</strong>, met uitzondering van het<br />
zuidwestelijk deel van de gemeente Meppel (onderdeel<br />
van dijkring 11, zie Risicokaart <strong>Drenthe</strong>).<br />
Aanhoudende laaghangende mist is geen veel<br />
voorkomend fenomeen in de regio. Incidenteel is er wel<br />
mist, maar er is geen sprake van een trend waar de regio<br />
rekening mee moet houden in beleidsontwikkeling.<br />
4 aardbevingen 10 aardbeving Volgens de risicokaart behoort <strong>Drenthe</strong> niet tot een gebied<br />
waar bevingen kunnen plaatsvinden met een intensiteit<br />
die gevaarlijke (persoonlijke) schade aan of in gebouwen<br />
veroorzaakt.<br />
5 plagen 10 ongedierte Is er in de regio sprake van plagen met ongedierte. Er is<br />
opgemerkt dat er rekening moet worden gehouden met<br />
het voorkomen van de teek (ziekte van Lyme) en de<br />
eikenprocessierups. Voor dit crisistype wordt geen<br />
scenario uitgewerkt omdat er geen sprake zal zijn van een<br />
crisis. Er zal voornamelijk behoefte zijn aan goede<br />
voorlichting.<br />
6 dierziekten 10 ziektegolf Bij dierziekten wordt primair uitgegaan van gevolgen van<br />
dierziekten voor de mens. Dit crisistype wordt<br />
ondergebracht bij het thema gezondheid. Gevolgen van<br />
dier op dier besmetting wordt buiten beschouwing<br />
gelaten.<br />
Een uitzondering is een ziekte als MKZ vanwege de OOV<br />
gevolgen bij een uitbraak.<br />
1 branden in kwetsbare<br />
objecten<br />
20<br />
grote brand in gebouwen met<br />
een grootschalige<br />
publieksfunctie<br />
Gebouwen met een grootschalige publieksfunctie worden<br />
genoemd in bijlage 4. Er is geen apart scenario uitgewerkt<br />
voor dit incidenttype. Deze objecten moeten vanuit het<br />
oogpunt van vergunningverlening voldoen aan de<br />
hedendaagse bouw- en gebruiksvereisten.
projectnr. 219694 110188 - DH24 <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> Veiligheidsregio <strong>Drenthe</strong><br />
24 februari 2011, revisie 02 Bijlagenrapport<br />
3 Technologische omgeving<br />
Thema Crisistype Incidenttype<br />
2 instorting in grote<br />
gebouwen en<br />
kunstwerken<br />
1<br />
/<br />
2<br />
blad 6 van 87<br />
incidenten met<br />
gevaarlijke stoffen in<br />
open lucht<br />
3 kernincidenten<br />
30 grote brand in bijzonder hoge Dergelijke bebouwing komt niet voor in <strong>Drenthe</strong>. Om deze<br />
gebouwen of ondergrondse reden wordt er geen scenario voor dit incidenttype<br />
bebouwing<br />
uitgewerkt.<br />
40 brand in dichte binnensteden Voorstel laten vervallen i.v.m. ontbreken van grotere<br />
dichte binnensteden in <strong>Drenthe</strong>.<br />
10 instorting door explosie De waarschijnlijkheid van instorting van bouwwerken door<br />
een explosie is klein, gezien de relatief hoogwaardige<br />
bouwkwaliteit en het preventieniveau in <strong>Drenthe</strong>. Indien<br />
gasexplosies optreden zullen de effecten in het algemeen<br />
beperkt blijven tot het betreffende compartiment en de<br />
directe omgeving ervan (geen "oude etagebouw").<br />
20 instorting door gebreken in<br />
de constructie of fundering<br />
20<br />
/<br />
40<br />
incident transport water of<br />
buisleidingen<br />
10 incident A-objecten:<br />
centrales<br />
20 incident A-objecten: nabije<br />
centrales<br />
grensoverschrijdend<br />
30 incident A-objecten:<br />
scheepvaart met kernenergie<br />
en nucleair<br />
defensiemateriaal<br />
40 incident B-objecten: vervoer<br />
grote eenheden radioactief<br />
materiaal<br />
50 incident B-objecten: overige<br />
nucleaire faciliteiten<br />
brandklasse i<br />
60 incident B-objecten: overig<br />
vervoer en gebruik nucleaire<br />
materialen (laboratoria etc.)<br />
70 militair terrein en transporten<br />
nucleair materiaal<br />
In <strong>Drenthe</strong> vinden geen ondergrondse werkzaamheden<br />
plaats (zoals in Amsterdam/Keulen). Verder is het niet<br />
waarschijnlijk dat gebouwen in <strong>Drenthe</strong> zomaar instorten<br />
door een gebrek in de constructie of fundering. De<br />
intensiteit van aardbevingen is niet zodanig dat instorten<br />
optreedt<br />
Er vindt geen transport van gevaarlijke stoffen plaats via<br />
het water in <strong>Drenthe</strong>.<br />
Er vindt transport van zowel giftige stoffen (H2S) als van<br />
brandbare/explosieve stoffen(aardgas) plaats via<br />
buisleidingen in <strong>Drenthe</strong> ().<br />
Het crisistype kernincidenten is voor de regio <strong>Drenthe</strong> niet<br />
uitgewerkt.<br />
Aansluiten bij ontwikkelingen voor een<br />
geactualiseerd rampenbestrijdingsplan voor<br />
Kerncentrale Lingen.<br />
Het transport van nucleair materiaal t.b.v.<br />
B-objecten (o.a. medische toepassingen) niet tot<br />
grote risico's leidt. De gevolgen van een incident<br />
zijn gegeven de hoeveelheid van het nucleaire<br />
materiaal en de beschermingsmaatregelen<br />
beperkt tot een zeer lokale schaal.<br />
Voor zover bekend is er geen sprake (meer) van<br />
militaire opslag/transport van nucleair materiaal<br />
in <strong>Drenthe</strong>.<br />
4 3 verstoring<br />
10 uitval rioleringssysteem In overleg met het waterschap is geconcludeerd dat deze<br />
rioolwaterafvoer en<br />
verstoringen met de normaal gangbare middelen en<br />
Vitale<br />
afvalwaterzuivering 20 uitval afvalwaterzuivering multidisciplinaire afspraken zijn te bestrijden en niet als<br />
crisis hoeven te worden beschouwd.<br />
5 verstoring<br />
10 uitval afvalverwerking Uitval van afvalverwerking is zeer hinderlijk, maar zal in<br />
afvalverwerking<br />
<strong>Drenthe</strong> niet leiden tot een crisissituatie waar de regio<br />
infrastructuur<br />
zich beleidsmatig op moet voorbereiden.<br />
en<br />
6 verstoring 10 uitval distributiecentra Voedselvoorziening kan mogelijk uitvallen als gevolg van<br />
voorzieningen
projectnr. 219694 110188 - DH24 <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> Veiligheidsregio <strong>Drenthe</strong><br />
24 februari 2011, revisie 02 Bijlagenrapport<br />
5 Verkeer en Vervoer<br />
6 Gezondheid<br />
Thema Crisistype Incidenttype<br />
7 Sociaal-maatsch.<br />
omgeving<br />
blad 7 van 87<br />
voedselvoorziening een ander crisistype zoals een overstroming. Uitval van<br />
voedselvoorziening zal dan één van de vele<br />
aandachtsgebieden zijn. Een andere mogelijkheid is een<br />
opzettelijke storing (zoals een staking). Gezien de<br />
tijdelijke aard van een staking en het afbreukrisico voor de<br />
stakers is het niet waarschijnlijk dat een staking leidt tot<br />
een voedselcrisis.<br />
Gezien de strategische geografische spreiding van<br />
voedseldistributiecentra in Nederland wordt voor <strong>Drenthe</strong><br />
geen acute crisissituatie voorzien.<br />
2 Incidenten op of onder<br />
water<br />
4 incidenten in tunnels<br />
1 bedreiging<br />
volksgezondheid<br />
2 verstoring openbare<br />
orde<br />
30<br />
/<br />
40<br />
10<br />
/<br />
20<br />
- incident op ruim water<br />
- grootschalig duikincident<br />
incident in trein- en<br />
wegtunnels<br />
30 incident in tram- en<br />
metrotunnels en stations<br />
10 besmettingsgevaar via<br />
contactmedia<br />
20 feitelijke grootschalige<br />
besmetting (nog) zonder<br />
ziekteverschijnselen<br />
30 besmettingsgevaar vanuit<br />
buitenland<br />
40 besmettingsgevaar in eigen<br />
regio<br />
20 gewelddadigheden rondom<br />
voetbalwedstrijden<br />
30 maatschappelijke onrust en<br />
buurtrellen<br />
Ruim water komt in <strong>Drenthe</strong> niet voor<br />
Grootschalig duiken komt in <strong>Drenthe</strong> niet voor (geen<br />
locaties).<br />
Trein en wegtunnels zijn niet aanwezig in <strong>Drenthe</strong>. Ook<br />
geen ondergrondse stations.<br />
Tram en metrotunnels en stations zijn niet aanwezig in<br />
<strong>Drenthe</strong>.<br />
Gezien de grote overlap met crisistype volksgezondheid is<br />
er voor gekozen om dit incidenttype bij ziektegolf onder te<br />
brengen. Er wordt bij ziektegolf (volgens de handreiking)<br />
onderscheid gemaakt in voedsel hygiënische problemen<br />
(voedselvergiftiging), en chemische en radiologische<br />
problemen.<br />
Ook dit onderdeel kan worden ondergebracht bij het<br />
crisistype ziektegolf. Bij ziektegolf wordt volgens de<br />
handreiking ook onderscheid gemaakt in 'laat ontdekte<br />
ziekte oorzaken (silent release)'.<br />
Er zijn geen internationale vliegvelden in/direct nabij de<br />
regio. Vluchten waarvan bekend is dat er besmette<br />
personen aanwezig zijn, zullen worden doorgeleid naar<br />
Schiphol.<br />
Dierziekten worden behandeld in de uitwerking voor<br />
incidenttype 'dierziekte overdraagbaar op mens'.<br />
Er vinden geen risicowedstrijden plaats in de regio<br />
<strong>Drenthe</strong>.<br />
Volgens de politie <strong>Drenthe</strong> zijn er geen concreet<br />
aanwijsbare locaties/bekende voorvallen die voor het<br />
risicoprofiel <strong>Drenthe</strong> relevant zijn.
projectnr. 219694 110188 - DH24 <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> Veiligheidsregio <strong>Drenthe</strong><br />
24 februari 2011, revisie 02 Bijlagenrapport<br />
Bijlage 3 : Methodiek impact- en waarschijnlijkheidsbeoordeling<br />
blad 8 van 87<br />
Methodiek impactbeoordeling<br />
Inleiding<br />
Bij de beoordeling van de impact als gevolg van het optreden van de scenario's volgen we<br />
in eerste instantie in de projectgroep de methode van het Programma Nationale<br />
Veiligheid 1 . Ook de landelijke Handleiding gaat hiervan uit, echter het onderdeel<br />
Impactbeoordeling is daarin nog niet definitief uitgewerkt. De werkwijze sluit zo veel<br />
mogelijk aan bij de Handreiking <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong>. Ter wille van de zelfstandige<br />
leesbaarheid van de nu voorliggende rapportage en de noodzaak tot enkele aanpassingen<br />
op regionaal niveau besteden we eerst aandacht aan de uitgangspunten van de nationale<br />
methode.<br />
Algemene uitgangspunten<br />
Landelijke criteria<br />
In het Programma Nationale Veiligheid wordt bij de beschrijving van de impact van de<br />
scenario's uitgegaan van vijf hoofdbelangen:<br />
Vitale belangen en impactcriteria<br />
1.Territoriale veiligheid<br />
1.1 • Aantasting van de integriteit van het grondgebied<br />
2. Fysieke veiligheid<br />
2.1 • Doden<br />
2.2 • Ernstig gewonden en chronisch zieken<br />
2.3 • Lichamelijk lijden (gebrek aan primaire levensbehoeften)<br />
3. Economische veiligheid<br />
3.1 • Kosten<br />
4. Ecologische veiligheid<br />
4.1 • Langdurige aantasting van het milieu en natuur (flora en fauna)<br />
5. Sociale en politieke stabiliteit<br />
5.1 • Verstoring van het dagelijks leven<br />
5.2 • Aantasting van de lokale en regionale openbare besturen<br />
5.3 • Sociaal psychologisch impact<br />
6. Veiligheid van cultureel erfgoed<br />
6.1 • Aantasting van cultureel erfgoed<br />
Figuur B3.1 Impactcriteria gebaseerd op de Landelijke Handreiking<br />
Definitie van de criteria<br />
De definitie van de individuele impactcriteria moet eenduidig zijn. De individuele<br />
impactcriteria worden dan voor alle potentiële incidentscenario's op dezelfde manier<br />
gemeten.<br />
Voor elk van de vijf criteria geldt dat de impact meetbaar wordt gemaakt op basis van een<br />
indeling naar vijf klassen: A – B – C – D – E.<br />
1. Nationale Risicobeoordeling, Leidraad Methode 2008 d.d. juni 2008.
projectnr. 219694 110188 - DH24 <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> Veiligheidsregio <strong>Drenthe</strong><br />
24 februari 2011, revisie 02 Bijlagenrapport<br />
blad 9 van 87<br />
Klasse Omvang gevolg<br />
A Beperkt gevolg<br />
B Aanzienlijk gevolg<br />
C Ernstig gevolg<br />
D Zeer ernstig gevolg<br />
E Catastrofaal gevolg<br />
Figuur B3.2 Impactindeling<br />
Iedere klasse wordt gekenmerkt door een brandbreedte (bijv. 4 tot 40 doden). Er is in alle<br />
gevallen naar gestreefd de verhouding tussen de opeenvolgende klassen gelijk te<br />
houden. De gehanteerde indeling sluit aan op de Handreiking.<br />
De impactcriteria - definitie, scorematrices<br />
Criterium 1.1: "Aantasting van de integriteit van het grondgebied"<br />
"Het feitelijke of functionele verlies van, danwel het buiten gebruik zijn van, delen van de<br />
regio."<br />
Onder functioneel verlies wordt vooral verstaan het verlies van het gebruik van gebouwen,<br />
woningen, infrastructuur, wegen en grond. Voorbeelden van bedreigingoorzaken zijn:<br />
buiten oevers treden rivier, terroristische aanslag in Nederland, uitbraak van dierziekten,<br />
chemische/biologische/nucleaire besmetting.<br />
Als indicatoren voor het meten van de impact worden gehanteerd:<br />
• de oppervlakte van het bedreigde of aangetaste gebied (geografische afbakening);<br />
• de tijdsduur gedurende welke het gebied wordt bedreigd of aangetast;<br />
• de bevolkingsdichtheid van het betreffende gebied.<br />
De scorematrix is opgenomen in de volgende figuur.<br />
oppervlakte <br />
tijdsduur ↓<br />
wijk, dorp<br />
max 4 km 2<br />
(400 km 2<br />
(> 25% opp.)<br />
2-6 dagen A A B C<br />
1-4 weken A B C D<br />
1 tot 6 maanden B C D E<br />
½ jaar of langer C D E E<br />
Figuur B3.3 Impact<br />
Criterium 2.1/2: "Doden en gewonden inclusief chronisch zieken"<br />
Doden: "Dodelijk letsel, direct overlijden of vervroegd overlijden binnen een periode van<br />
20 jaar."<br />
Gewonden: "Letselgevallen behorend tot categorie T1 en T2, en personen met langdurige<br />
of blijvende gezondheidsproblemen zoals ademhalingsklachten, ernstige verbrandingen<br />
of huidaandoeningen, gehoorbeschadiging, lijden aan oorlogssyndroom."
projectnr. 219694 110188 - DH24 <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> Veiligheidsregio <strong>Drenthe</strong><br />
24 februari 2011, revisie 02 Bijlagenrapport<br />
blad 10 van 87<br />
Chronisch zieken: "Personen die gedurende lange periode (> 1 jaar) beperkingen<br />
ondervinden: medische zorg nodig hebben, niet of gedeeltelijk kunnen deelnemen aan het<br />
arbeidsproces, belemmering ervaren in het sociale functioneren."<br />
Slachtoffers behorend tot categorie T1 of T2 hebben onmiddellijk medische hulp nodig en<br />
behandeling dient binnen 2 uur aan te vangen (T1) danwel moeten continu gemonitord<br />
worden en behandeling binnen 6 uur (T2).<br />
Voorbeelden van bedreigingsoorzaken zijn: ongeluk in chemische fabriek, grootscheepse<br />
dijkdoorbraak, terroristische aanslag, uitbraak van een epidemie, grootschalige onlusten.<br />
Als indicatoren voor het meten van de impact worden gehanteerd:<br />
• het aantal doden als gevolg van het incident;<br />
• het tijdstip van overlijden;<br />
• het aantal chronisch zieken en ernstig gewonden.<br />
De scorematrix voor doden is opgenomen in de volgende figuur. Hierin wordt onderscheid<br />
gemaakt tussen mensen die direct komen te overlijden (hier aangeduid als binnen 1 jaar)<br />
en mensen die uitgesteld komen te overlijden.<br />
De scorematrix voor gewonden en chronisch zieken volgt daarna.<br />
aantal 1 2-4 4-16 16-40 40-160 160- > 400<br />
tijdstip ↓<br />
400<br />
Direct overlijden<br />
(binnen 1 jaar)<br />
A B C C hoog D D hoog E<br />
Vervroegd<br />
overlijden<br />
(van 1-20 jaar)<br />
A A B C C hoog D D hoog<br />
Figuur B3.4 Scorematrix doden<br />
aantal 1 2-4 4-16 16-40 40-160 160-<br />
400<br />
> 400<br />
A B C C hoog D D hoog E<br />
Figuur B3.5 Scorematrix gewonden<br />
Criterium 2.3 : "Lichamelijk lijden (gebrek aan primaire levensbehoeften)"<br />
"Blootstelling aan extreme weers- en klimaatomstandigheden, alsmede het gebrek aan<br />
voedsel, drinkwater, energie, onderdak of anderszins primaire levensbehoeften."<br />
Voorbeelden van bedreigingsoorzaken zijn: terroristische aanslag op<br />
drinkwatervoorziening of energievoorziening, vrijkomen straling als gevolg van incident<br />
met kernreactor, natuurramp.<br />
Als indicatoren voor het meten van de impact worden gehanteerd:<br />
• aantal getroffenen;<br />
• tijdsduur.<br />
De scorematrix voor lichamelijk lijden (gebrek aan primaire levensbehoeften) is<br />
opgenomen in de volgende figuur.
projectnr. 219694 110188 - DH24 <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> Veiligheidsregio <strong>Drenthe</strong><br />
24 februari 2011, revisie 02 Bijlagenrapport<br />
blad 11 van 87<br />
aantal <br />
tijdsduur ↓<br />
< 400 < 4.000 < 40.000 > 40.000<br />
2-6 dagen A B C D<br />
1-4 weken B C D E<br />
1 maand of langer C D E E<br />
Figuur B3.6 Scorematrix primaire levensbehoeften<br />
Criterium 3.1: "Kosten"<br />
"Euro's in termen van herstelkosten voor geleden schade, extra kosten en gederfde<br />
inkomsten."<br />
Voorbeelden van incidenten zijn: grootschalige vluchtelingenstromen, pandemie met<br />
massale uitval arbeidskrachten, besmettelijke dierziekten (mond- en klauwzeer),<br />
gewapend conflict in regio waaruit Nederland grondstoffen betrekt, grootschalige uitval<br />
betalingssystemen, instorten financiële markten.<br />
Als indicatoren voor het meten van de impact worden gehanteerd:<br />
• materiële schade en kosten;<br />
• gezondheidsschade en kosten;<br />
• financiële schade en kosten;<br />
• kosten van bestrijding, hulpverlening en herstel.<br />
De impact wordt gebaseerd op de totaal geleden schade in geld; de schades in de<br />
afzonderlijke categorieën 1 t/m 4 worden opgeteld.<br />
De scorematrix voor kosten is opgenomen in de volgende figuur.<br />
Kosten in € < 2 < 20
projectnr. 219694 110188 - DH24 <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> Veiligheidsregio <strong>Drenthe</strong><br />
24 februari 2011, revisie 02 Bijlagenrapport<br />
blad 12 van 87<br />
Voorbeelden van bedreigingsoorzaken zijn: incidenten waarbij grote hoeveelheden<br />
(eco)toxische stoffen in het milieu vrijkomen, zoals een ongeluk in een chemische fabriek<br />
of in een kernreactor, een olieramp op de Noordzee, of een gewapend conflict met gebruik<br />
van NBC-wapens, incidenten die het gevolg zijn van klimaatverandering zoals<br />
verstoringen in het beheer van oppervlaktewater (overstromingen) en de gevolgen<br />
daarvan (zoals verzilting van de bodem), noodweer (tornado's).<br />
Aantasting van de ecologische veiligheid wordt gemeten aan de hand van twee aspecten:<br />
• A: aantasting van natuur- en landschappelijke gebieden die als beschermwaardig zijn<br />
aangewezen, en<br />
• B: aantasting van het milieu in algemene zin, ook buiten de genoemde natuur- en<br />
landschappelijke gebieden.<br />
N.B.: Bij de scoring van de aantasting van de ecologische veiligheid moeten eerst beide<br />
impactcriteria worden beoordeeld. De hoogst gescoorde impact geldt als impact<br />
voor het criterium 4.1.<br />
A.: Beschermwaardige gebieden: "Impact op natuur- en landschappelijke gebieden die<br />
als beschermwaardig zijn aangewezen, waarbij ecosystemen geheel of gedeeltelijk<br />
verloren gaan of voor langere tijd worden aangetast, of waarbij soorten (flora en fauna)<br />
verloren gaan."<br />
Als indicatoren voor het meten van de impact worden gehanteerd:<br />
• Type van de natuurgebieden die in het getroffen gebied liggen: er wordt nagegaan of<br />
er zich in het getroffen gebied natuurgebieden bevinden die behoren tot de<br />
broedgebieden van weidevogels, tot de EHS- of tot de Natura 2000-gebieden.<br />
Aantasting van deze gebieden wordt in die volgorde als ernstiger ingeschat.<br />
• Relatief oppervlak van het getroffen gebied: voor ieder van de typen wordt bepaald<br />
welk percentage van de totaal in Nederland aanwezige oppervlakte getroffen is.<br />
• De duur van de aantasting: de aantasting wordt alleen gescoord, als de duur langer<br />
dan een jaar zal zijn. Als wordt ingeschat dat voor geen van de typen de duur van de<br />
aantasting langer dan een jaar zal zijn, wordt dit impactcriterium gescoord als niet van<br />
toepassing.<br />
B.: Aantasting van het milieu in algemene zin<br />
Als indicator voor het meten van de impact wordt gehanteerd:<br />
• de absolute oppervlakte van het getroffen gebied.<br />
De scorematrices voor milieuaantasting zijn opgenomen in de volgende figuren.<br />
relatieve oppervlakte <br />
type natuurgebied ↓<br />
< 3% 3-10% 10-100%<br />
Broedgebieden van weidevogels A B C<br />
EHS-gebieden B C D<br />
Natura 2000-gebieden C D E<br />
Figuur B3.8 Scorematrix beschermwaardige gebieden
projectnr. 219694 110188 - DH24 <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> Veiligheidsregio <strong>Drenthe</strong><br />
24 februari 2011, revisie 02 Bijlagenrapport<br />
blad 13 van 87<br />
oppervlakte <br />
wijk, dorp<br />
max 4 km 2<br />
(400 km 2<br />
(> 25%<br />
opp.)<br />
A B C D<br />
Figuur B3.9 Scorematrix milieu in algemene zin<br />
Criterium 5.1: "Verstoring van het dagelijks leven"<br />
"De aantasting van de vrijheid zich te verplaatsen en samen te komen op publieke<br />
plaatsen en in openbare ruimten, waardoor de deelname aan het normale<br />
maatschappelijk verkeer wordt belemmerd."<br />
Voorbeelden van bedreigingsoorzaken zijn: aantasting van vitale infrastructuur zoals<br />
uitval van elektriciteit, massale sterfte onder bevolking door pandemie, bezetting,<br />
grootschalige onlusten, dijkdoorbraak, terroristische aanslag, grootschalige instroom van<br />
vluchtelingen.<br />
Als indicatoren voor het meten van de impact worden gehanteerd:<br />
• geen onderwijs kunnen volgen;<br />
• niet naar het werk kunnen gaan;<br />
• geen gebruik kunnen maken van maatschappelijke voorzieningen als die voor sport,<br />
cultuur of gezondheidszorg;<br />
• verminderde bereikbaarheid door blokkade van wegen en uitval van openbaar vervoer;<br />
• niet kunnen doen van noodzakelijke aankopen wegens winkelsluiting.<br />
De genoemde indicatoren worden gewaardeerd op basis van:<br />
• aantal getroffenen;<br />
• tijdsduur;<br />
• aantal indicatoren.<br />
De scorematrix voor verstoring dagelijks leven is opgenomen in de volgende figuur.<br />
tijdsduur ↓<br />
aantal <br />
< 400<br />
getroffenen<br />
< 4.000<br />
getroffenen<br />
< 40.000<br />
getroffenen<br />
>40.000<br />
getroffenen<br />
1-2 dagen A A B C<br />
3 dagen tot 1 week A B C D<br />
1 week tot 1 maand B C D E<br />
1 maand of langer C D E E<br />
Figuur B3.10 Scorematrix verstoring dagelijks leven<br />
Het resultaat van de impactscore wordt gecorrigeerd op basis van het aantal indicatoren<br />
dat van toepassing is:<br />
• ingeval maximaal 1 indicator van toepassing is, dan -1 (bijv. D wordt C);<br />
• ingeval tenminste 3 indicatoren van toepassing zijn, dan +1 (bijv. B wordt C).
projectnr. 219694 110188 - DH24 <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> Veiligheidsregio <strong>Drenthe</strong><br />
24 februari 2011, revisie 02 Bijlagenrapport<br />
blad 14 van 87<br />
Criterium 5.2 "Aantasting van de lokale en regionale positie van het bestuur"<br />
"De aantasting van het functioneren van de Nederlandse overheid, in het bijzonder de<br />
lokale en regionale overheid, en haar instituties en/of de aantasting van rechten en<br />
vrijheden en andere kernwaarden verbonden aan de Nederlandse democratie en<br />
vastgelegd in de grondwet."<br />
Dit criterium betreft de verstoring van het wezen (d.w.z. democratische rechten en<br />
vrijheden), het karakter (de algemeen westerse en christelijk-joodse humanistische<br />
kenmerken/normen/waarden), en het functioneren (institutionele processen en beleids-,<br />
bestuurs- en uitvoeringsorganisaties) van de democratie Nederland.<br />
Voorbeelden van bedreigingsoorzaken: verstoring van de demografische opbouw van de<br />
samenleving, verstoring van de sociale cohesie door achterstellingen, ontstaan van<br />
parallelle samenleving, aanslag op het Binnenhof, bezetting door een vreemde<br />
mogendheid, publieke haatcampagnes, oproepen tot en/of andere uitingen van<br />
antidemocratische activiteiten en/of opvattingen.<br />
Uit de landelijke Handreiking voor het <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> (versie 1.9) is de hiervoor<br />
gaande tekst vrijwel letterlijk overgenomen.<br />
In de kernprojectgroep van 30 maart is gediscussieerd over dit impactcriterium en is de<br />
volgende keuze gedaan.<br />
Op dit impactcriterium wordt de Handreiking <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> niet gevolgd.<br />
Deze keuze is door de kernprojectgroep als volgt gemotiveerd:<br />
• vanuit het nationaal perspectief zijn genoemde zaken zeker en daadwerkelijk aan de<br />
orde en zij kunnen de genoemde impactindicatoren met zich meebrengen.<br />
• dat het voorkomen van het optreden ervan (zie bedreigingsoorzaken) voor een<br />
belangrijk deel autonoom politiek bestuurlijke besluitvorming vereist die in zeer<br />
geringe mate de taken van de veiligheidsregio betreft.<br />
• de bestrijding van de gevolgen ervan voor een gering deel het domein van de<br />
veiligheidsregio betreft.<br />
Om die reden is dit aspect als impactcriterium voor het bestuur van de veiligheidsregio<br />
niet relevant in het kader van de besluitvorming en de prioriteitstelling met betrekking tot<br />
de toekomstige taken en de benodigde middelen.<br />
Criterium 5.3 "Sociaal-psychologische impact: woede en angst"<br />
"Gedragsmatige reactie van de bevolking die door uitingen van angst en woede (mogelijk<br />
ook vermengd met verdriet en afschuw) worden gekarakteriseerd en waaraan de media<br />
aandacht besteden. Deze uitingen kunnen komen van personen die direct worden<br />
getroffen, en van de rest van de bevolking, en moeten waarneembaar zijn (d.w.z.<br />
hoorbaar, zichtbaar, leesbaar)."<br />
Voorbeelden van bedreigingsoorzaken zijn: terroristische aanslag, politieke moord,<br />
ontvoering, gijzeling of aanslag op politieke leiders, leden van het Koninklijk Huis,<br />
dominantie van een ondemocratische politieke partij, staatsgreep, ontploffing<br />
kerncentrale, pandemie met massale sterfte.
projectnr. 219694 110188 - DH24 <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> Veiligheidsregio <strong>Drenthe</strong><br />
24 februari 2011, revisie 02 Bijlagenrapport<br />
blad 15 van 87<br />
Indicatoren voor publieke angst<br />
Aantal mensen dat:<br />
• openbare ruimten mijdt (ook het openbaar vervoer), vermijdingsgedrag vertoont (bijv.<br />
niet meer vliegt, niet meer uit huis durft), niet meer gaat werken, kinderen thuis houdt;<br />
• vluchtgedrag vertoont;<br />
• afwijkend koopgedrag vertoont (hamsteren, plunderen als wanhoopsdaad);<br />
• zijn geld van de bank haalt of andere afwijkende financiële handelingen verricht;<br />
• gestigmatiseerd wordt (daders, slachtoffers);<br />
• onverstandige besluiten neemt t.a.v. de eigen gezondheid (overmatig risicogedrag<br />
m.b.t. gebruik alcohol, drugs, roken e.d.).<br />
Indicatoren voor publieke woede<br />
Aantal mensen dat:<br />
• zich mobiliseert/protesteert tegen zondebok: de overheid;<br />
• zich mobiliseert/protesteert tegen zondebok: persoon, organisatie of onderneming;<br />
• meedoet aan rellen, vernielingen;<br />
• uitingen van onvrede via de media doet.<br />
De klasse-indeling wordt bepaald door het aantal betrokkenen en door de tijdsduur van<br />
de betrokkenheid en is aangegeven in de volgende tabel. De belangrijkste indicator<br />
(hoogste impact) voor respectievelijk angst en woede is afzonderlijk bepalend voor de<br />
score.<br />
aantal < 40 < 400 < 4.000 > 4.000<br />
tijdsduur inwoners inwoners inwoners inwoners<br />
1 tot 2 dagen A A B C<br />
3 dagen tot 1 week A B C D<br />
1 tot 4 weken B C D E<br />
C D E E<br />
Figuur B3.11 Scorematrix publieke woede<br />
Opmerking<br />
De hiervoor beschreven benadering voor "Sociaal-psychologische impact" is conform die<br />
van de Nationale Risicobeoordeling (Leidraad Methode 2008). We hebben gecorrigeerd<br />
voor de omvang van de regio.<br />
We vinden die voor <strong>Drenthe</strong> beter bruikbaar dan die uit de landelijke Handreiking<br />
<strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong>. Daarin wordt de impact bepaald aan de hand van de volgende<br />
drie indicatoren:<br />
1. Perceptie van het incident bij de getroffenen dan wel de rest van de bevolking;<br />
2. Verwachtingspatroon rond het incident en zijn gevolgen bij de getroffenen en de rest<br />
van de bevolking;<br />
3. Handelingsperspectief voor getroffenen bij het incident.<br />
Het aantal van toepassing zijnde indicatoren bepaalt dan in principe de totale<br />
impactscore.
projectnr. 219694 110188 - DH24 <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> Veiligheidsregio <strong>Drenthe</strong><br />
24 februari 2011, revisie 02 Bijlagenrapport<br />
blad 16 van 87<br />
Naar ons inzicht is het niet juist om geen aandacht te besteden aan het aantal personen<br />
dat het betreft en ook niet aan de tijdsduur gedurende welke sprake is van de situatie die<br />
dan de betreffende woede en angst opwekt. Daarom hanteren we hier de benadering van<br />
de Nationale Risicobeoordeling.<br />
Criterium 6.1 "Aantasting cultureel erfgoed"<br />
"De beschadiging, vernietiging of verdwijning van materiële sporen of getuigenissen uit<br />
het verleden in het heden die de samenleving om redenen van o.a. collectieve herinnering<br />
en identiteitsbehoud danwel identiteitsvorming van belang acht om te bewaren, te<br />
onderzoeken, te presenteren en over te informeren."<br />
Het betreft materiële (zichtbare en tastbare) sporen die een cultuurhistorische waarde<br />
vertegenwoordigen en vaak al een beschermde status genieten. Hieronder vallen<br />
voorwerpen in musea, archeologische vondsten, archieven, monumenten (d.w.z. panden<br />
en complexen van bedrijf en techniek, religie, bewoning, bestuur en beheer, e.d.),<br />
herdenkingstekens, straatmeubilair, stads- en dorpsgezichten, landschappen (d.w.z.<br />
begrensde grondoppervlakten).<br />
Hoewel veelal verbonden aan materiële sporen worden immateriële sporen zoals<br />
verhalen, gewoonten en gebruiken, uitingen van folklore niet in het criterium<br />
meegenomen. Deze elementen van cultureel erfgoed zijn aan mensen verbonden en<br />
aantasting van mensen en hun functioneren komt in andere criteria al tot uiting. De<br />
vastlegging ervan valt echter onder materiële sporen (bijv. archieven).<br />
Voorbeelden van incidenten: natuurrampen als overstroming of aardbeving, brand,<br />
ontvreemding, (terroristische) aanslag, opstand en molest, oorlogshandelingen.<br />
N.B. Waardering van de financiële schade (bijv. beveiligings- en herstelkosten,<br />
waardevermindering in financiële termen) geschiedt onder criterium 3.1. Met<br />
criterium 6.1 wordt het zuivere feit van de aantasting (beschadiging, vernietiging<br />
of verdwijning) beschouwd.<br />
Als indicatoren voor het meten van de impact worden gehanteerd:<br />
• er is sprake van uniciteit, d.w.z. het object is de enige of één van de weinige<br />
overgebleven representant(en) van een soort of type;<br />
• er is sprake van aantasting van de identiteit, d.w.z. de betekenis en het gevoel van<br />
eigenwaarde die de samenleving of een gemeenschap ontleent aan het object;<br />
• er is sprake van aantasting van de harmonie en/of waarde en/of samenhang van een<br />
groter geheel door de aantasting van het object als deel van dat geheel;<br />
• er zijn beperkte mogelijkheden tot restauratie;<br />
• het betreft bronmateriaal, d.w.z. het verklarende en/of inspirerende begin of<br />
uitgangspunt voor een stroming, school, cultureel begrensde groep, e.d.<br />
aantal indic.<br />
<br />
max. 1 indicator max. 2 ind. max. 3 ind. 4 of meer ind.<br />
A B C D<br />
Figuur B3.12 Scorematrix aantasting cultureel erfgoed<br />
Het resultaat van de impactscore wordt gecorrigeerd op basis van de mate van aantasting<br />
van een indicator. Daarbij kan de verzekerde waarde medebepalend zijn, hoewel deze niet
projectnr. 219694 110188 - DH24 <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> Veiligheidsregio <strong>Drenthe</strong><br />
24 februari 2011, revisie 02 Bijlagenrapport<br />
blad 17 van 87<br />
altijd is of kan worden vastgesteld. Ook bepalend kan de omvang van de toeristische<br />
en/of wetenschappelijke interesse zijn, of een opneming in de officiële lijst van<br />
monumenten of werelderfgoed. Deze aspecten worden echter in feite bepaald door één of<br />
meer van de genoemde indicatoren.<br />
Indien minstens één indicator voor meer dan 50% wordt aangetast, dan +1<br />
(bijv. C wordt D).<br />
Methodiek waarschijnlijkheidsbeoordeling/bepaling<br />
Inleiding<br />
Bij de beoordeling van de waarschijnlijkheid als gevolg van het optreden van de<br />
scenario's volgen we in eerste instantie met de projectgroep de methode van het<br />
Programma Nationale Veiligheid 2 . De werkwijze sluit zo veel mogelijk aan bij de<br />
Handreiking <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong>. Ter wille van de zelfstandige leesbaarheid van de nu<br />
voorliggende rapportage en de noodzaak tot enkele aanpassingen op regionaal niveau<br />
besteden we hier aandacht aan de uitgangspunten van de nationale methode.<br />
Algemene uitgangspunten<br />
De term waarschijnlijkheid wordt gedefinieerd als "de kans dat een scenario binnen de<br />
komende vier jaar zal plaatsvinden". Optioneel kan echter voor bepaalde onderwerpen<br />
ook een andere tijdshorizon worden bekeken.<br />
Voor het bepalen van de waarschijnlijkheid wordt een indeling in vijf klassen gehanteerd<br />
(klassen A t/m E). De indeling is overeenkomstig de gekozen principes voor de<br />
impactbepaling. Klasse A representeert een incidentscenario dat als zeer onwaarschijnlijk<br />
wordt gekwalificeerd, klasse E representeert een incidentscenario dat als zeer<br />
waarschijnlijk wordt gekwalificeerd.<br />
De waarschijnlijkheid van het incidentscenario wordt primair bepaald door de oorzaak.<br />
Het is om deze reden belangrijk dat het incidentscenario een goede beschrijving geeft van<br />
de oorzaak. De waarschijnlijkheid van het incidentscenario wordt secundair bepaald door<br />
het gevolg (impact) van het incidentscenario. Bijvoorbeeld een explosie met 100 doden<br />
heeft een lagere waarschijnlijkheid dan een explosie zonder doden.<br />
Voor alle incidentscenario's geldt, dat bij het bepalen van de waarschijnlijkheid in meer of<br />
mindere mate gebruikgemaakt zal worden van onvolledige gegevens/informatie. Dit<br />
betekent dat afhankelijk van het soort incident gebruikgemaakt wordt van één of<br />
meerdere van de onderstaande informatiebronnen:<br />
• historische (analoge) gebeurtenissen, casuïstiek;<br />
• statistiek, zo nodig in combinatie met probabilistische modelberekeningen;<br />
• faalgegevens in combinatie met netwerkanalyses/beslisbomen;<br />
• strategieën en actoranalyses;<br />
• expertmeningen.<br />
2. Nationale Risicobeoordeling, Leidraad Methode 2008 d.d. juni 2008.
projectnr. 219694 110188 - DH24 <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> Veiligheidsregio <strong>Drenthe</strong><br />
24 februari 2011, revisie 02 Bijlagenrapport<br />
blad 18 van 87<br />
Voor ieder incidentscenario moet ook een schatting worden gemaakt van de onzekerheid<br />
met betrekking tot de bepaling van de waarschijnlijkheidsklasse, waarbij onderscheid<br />
gemaakt wordt naar de bron van de onzekerheid en de onbetrouwbaarheid van de<br />
schatting. Voor ieder incidentscenario dient daarom de score bepaald te worden voor:<br />
• de verwachte waarde voor de waarschijnlijkheid van het incident (V);<br />
• de ondergrens voor de waarschijnlijkheid van het incident (O);<br />
• de bovengrens voor de waarschijnlijkheid van het incident (B).<br />
Indeling in waarschijnlijkheidsklassen<br />
Voor het inschatten van de waarschijnlijkheid geldt de volgende verdeling in<br />
hoofdklassen.<br />
Klasse % waarschijnlijkheid Kwalitatieve omschrijving<br />
A < 0,05 zeer onwaarschijnlijk<br />
B 0,05 – 0,5 onwaarschijnlijk<br />
C 0,5 – 5 mogelijk<br />
D 5 – 50 waarschijnlijk<br />
E 50 - 100 zeer waarschijnlijk<br />
Figuur B3.13 Waarschijnlijkheidsklassen<br />
De gekozen schaalindeling is bepaald door twee factoren:<br />
1. De incidentscenario's zullen voor het merendeel clusteren in het lagere gedeelte van<br />
de waarschijnlijkheidsschaal. Om nog onderscheid te realiseren tussen deze 'lage<br />
kans' gebeurtenissen wordt een logaritmische schaal gebruikt met als gevolg dat dit<br />
deel van de schaal wordt 'uitgerekt'. De absolute afstand bij de overgang van klasse A<br />
naar B naar C naar D naar E neemt steeds met een factor 10 toe.<br />
2. Het verschil tussen de klassen (op basis van een factor 10) geeft ook een mate van<br />
robuustheid met betrekking tot de kansschatting die recht doet aan de<br />
onnauwkeurigheid van de kansschatting. In slechts een beperkt aantal van de<br />
scenario's zal gebruikgemaakt kunnen worden van betrouwbare statistische<br />
gegevens. Men zal in vele gevallen gebruik moeten maken van onvolledige gegevens<br />
gecombineerd met expertmeningen.<br />
Samenvattend<br />
Waarschijnlijkheid zegt iets over de kans op het daadwerkelijk plaatsvinden van een<br />
scenario, en de mate van ernst van het scenario. Indien statistieken beschikbaar zijn<br />
(bijvoorbeeld een verkeersongevallen database) kan hier duidelijk een inschatting van de<br />
waarschijnlijkheid uit worden bepaald. Daarnaast echter - of door het ontbreken van<br />
statistieken - is de mening van een expert noodzakelijk om op basis hiervan een uitspraak<br />
te kunnen doen over de waarschijnlijkheid. Hierbij kun je jezelf de volgende 2 vragen<br />
stellen:<br />
1. Hoe groot acht je de kans op plaatsvinden van het incident (eens per 4 jaar, eens per<br />
10 jaar?);<br />
2. Van de hiervoor ingeschatte kans op plaatsvinden van het incident: wat is de kans dat<br />
dit daadwerkelijk leidt tot een gevolg zoals omschreven in het scenario (bijv. in 10 %<br />
van de gevallen leidt het scenario tot een ernstig gevolg).<br />
Tezamen kan vervolgens een inschatting worden gemaakt van de waarschijnlijkheid.
projectnr. 219694 110188 - DH24 <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> Veiligheidsregio <strong>Drenthe</strong><br />
24 februari 2011, revisie 02 Bijlagenrapport<br />
Bijlage 4 : Uitwerking van relevante crisistypen/incidenttypen,<br />
uitgewerkte scenario's, impact- en waarschijnlijkheidsanalyse<br />
blad 19 van 87<br />
De 7 maatschappelijke thema's met uitgewerkte scenario's:<br />
1. Natuurlijke omgeving;<br />
2. Gebouwde omgeving;<br />
3. Technologische omgeving;<br />
4. Vitale infrastructuur en voorzieningen;<br />
5. Verkeer en vervoer;<br />
6. Gezondheid;<br />
7. Sociaalmaatschappelijke omgeving.
projectnr. 219694 110188 - DH24 <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> Veiligheidsregio <strong>Drenthe</strong><br />
24 februari 2011, revisie 02 Bijlagenrapport<br />
blad 20 van 87<br />
1. Natuurlijke omgeving<br />
Inleiding<br />
Binnen het maatschappelijk thema "Natuurlijke omgeving" beschouwen we een aantal<br />
crisistypen. Sommige daarvan zijn voor <strong>Drenthe</strong> niet relevant. Die werken we niet verder<br />
uit. We geven dit deze achtereenvolgens voor de betreffende crisistypen aan. De<br />
crisistypen die niet afvallen werken we in de paragrafen hierna uit.<br />
1. Overstromingen<br />
- deze zijn met name vanuit de functie van <strong>Drenthe</strong> als opvang voor<br />
grootschalige overstromingen in andere regio's relevant en worden in die zin<br />
verder uitgewerkt.<br />
2. Natuurbranden<br />
- deze zijn relevant in <strong>Drenthe</strong> en worden hierna verder uitgewerkt<br />
3. Extreme weersomstandigheden.<br />
- deze zijn relevant in <strong>Drenthe</strong> en worden hierna verder uitgewerkt<br />
4. Aardbevingen<br />
- deze zijn niet relevant in <strong>Drenthe</strong>.<br />
5. Plagen<br />
- plagen met ongedierte zijn in <strong>Drenthe</strong> relevant en worden hierna verder<br />
uitgewerkt.<br />
6. Dierziekten<br />
- bij dierziekten wordt primair uitgegaan van gevolgen van dierziekten voor de<br />
mens. Dit crisistype wordt ondergebracht bij het thema gezondheid. Gevolgen<br />
van dier op dier besmetting wordt in dit risicoprofiel buiten beschouwing<br />
gelaten.<br />
Achtereenvolgens werken we de relevante crisistypen in de volgende paragrafen verder<br />
uit.
projectnr. 219694 110188 - DH24 <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> Veiligheidsregio <strong>Drenthe</strong><br />
24 februari 2011, revisie 02 Bijlagenrapport<br />
blad 21 van 87<br />
1.1 Overstromingen<br />
Inleiding<br />
Binnen het crisistype overstromingen maken we een onderscheid in de volgende<br />
incidenttypen:<br />
1. overstromingen vanuit zee<br />
2. overstromingen door hoge rivierwaterstanden<br />
3. vollopen van een polder/dijkdoorbraak<br />
Voor regio <strong>Drenthe</strong> is voornamelijk optie 3 en in geringe mate optie 2 aan de orde (zie<br />
onderbouwing in bijlage 2).<br />
Landelijk zijn de ergst denkbare overstromingsscenario's (EDO) uitgewerkt. In één van de<br />
scenario's kan een overstroming tot aan Meppel gevolgen hebben (dijkring 11). Het<br />
gebied wordt beschermd door waterkeringen, gemalen en sluizen gelegen in Zwartsluis.<br />
Een overstroming in dit gebied heeft gevolgen voor de veiligheidsregio's IJsselland en<br />
<strong>Drenthe</strong> en meerdere waterbeheerders (waterschap Reest en Wieden, Waterschap Groot<br />
Salland, provincie Overijssel, provincie <strong>Drenthe</strong> en Rijkswaterstaat) zijn verantwoordelijk<br />
voor de waterbeheersing.<br />
De waterkering in dijkring 11 heeft een beschermingsniveau van 1:1250 jaar.<br />
Hoogwaterstanden treden op bij een combinatie van een noordwesterstorm en hoge<br />
rivierwaterstanden op de Vecht en de IJssel. Op dat moment zijn de sluizen bij Zwartsluis<br />
gesloten en wordt het gemaal Zedemuden in Zwartsluis in werking gesteld. Dit gemaal is<br />
een van de grootste gemalen van Nederland en is afhankelijk van<br />
elektriciteitsvoorziening. Indien het gemaal Zedemuden uitvalt dan vindt er een ernstige<br />
overstroming plaats langs het Meppelerdiep. Afhankelijk van de omstandigheden kan dit<br />
grote gevolgen hebben voor Meppel en omgeving.<br />
In <strong>Drenthe</strong> zijn regionale waterkeringen aangewezen waar wateroverlast kan optreden in<br />
bebouwd gebied. De overstromingsdiepte bij een overstroming is veelal beperkt (enkele<br />
decimeters). Bij een inundatie verspreidt het water zich met hoge stroomsnelheden. In<br />
stromend water kunnen mensen en vooral kleine kinderen zich niet staande houden.<br />
Daarnaast ontstaat er dan gevaar voor verdrinking aangezien watergangen niet meer te<br />
onderscheiden zijn van de wegen<br />
In het najaar van 1998 heeft een aantal gebieden in <strong>Drenthe</strong> (met name Meppel en<br />
omgeving) de gevolgen ondervonden van ernstige wateroverlast na een langdurige<br />
periode van extreme neerslag. Deze gebeurtenis wordt in de uitwerking van een<br />
overstromingsscenario als uitgangspunt genomen.
projectnr. 219694 110188 - DH24 <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> Veiligheidsregio <strong>Drenthe</strong><br />
24 februari 2011, revisie 02 Bijlagenrapport<br />
blad 22 van 87<br />
Spreiding over de regio<br />
Figuur B4.1 Effectgebieden overstromingen in <strong>Drenthe</strong> volgens de risicokaart<br />
In figuur B4.1 zijn de mogelijke overstromingsgebieden in <strong>Drenthe</strong> (conform de<br />
risicokaart) weergegeven. Hieruit blijkt dat de dreiging van overstromingen beperkt blijft<br />
tot enkele gebieden, nabij Groningen en Meppel. Overigens is het even wel mogelijk dat<br />
in de rest van <strong>Drenthe</strong> wateroverlast ontstaat, bijvoorbeeld door extreme neerslag.<br />
Aanloop naar het incident<br />
Periode van langdurige regenval in combinatie met een noordwesterstorm kan leiden tot<br />
hoogwater en wateroverlast.<br />
Twee elementen bepalen het verloop van de gebeurtenissen:<br />
- De prognose van de maximale waterstand van het dreigende hoogwater en het<br />
tijdsbestek waarbinnen hoogwaterwaarschuwingen kunnen worden gegeven;<br />
- De prognose van de kwaliteit van de dijken en kunstwerken en andere waterkeringen<br />
in relatie tot de aanvullende maatregelen die getroffen kunnen worden om de functies<br />
van de dijken en waterkeringen tijdig te versterken ;
projectnr. 219694 110188 - DH24 <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> Veiligheidsregio <strong>Drenthe</strong><br />
24 februari 2011, revisie 02 Bijlagenrapport<br />
blad 23 van 87<br />
Scenario<br />
Voor de uitwerking van een overstromingsscenario voor regio <strong>Drenthe</strong>, wordt aangesloten<br />
bij de wateroverlast die in 1998 plaatsvond.<br />
De wateroverlast van 1998 was het gevolg van een extreme hoeveelheid neerslag (80 mm<br />
in twee dagen en 160 mm in 6 dagen) in een relatief korte tijd en sterk verminderde<br />
afwateringsmogelijkheden als gevolg van hoge buitenwaterstanden. Hierdoor dreigden<br />
op meerdere plaatsen de dijken door te breken. Tevens traden enkele beken en kanalen<br />
buiten de oevers en dat leidde tot overlast. De vele neerslag leidde tot vele<br />
wegafzettingen onder andere de A28. Grote gebieden en gedeelten van steden stonden<br />
blank zoals de rondweg van Emmen en delen in Hoogeveen, Coevorden en Meppel. Maar<br />
ook het kassengebied in Klazinaveen werd getroffen, 16000 kuikens verdronken in<br />
Gijsselte en verschillende oogsten en woningen werden vernield. De steeds maar<br />
stijgende waterstanden op de Overijsselse Vecht temperden de afvoer vanuit zuidoost<br />
<strong>Drenthe</strong> naar de rivier. De watergangen konden het water niet meer verwerken en voerden<br />
het water niet af maar aan, waardoor het water op plaatsen 60 cm boven de weg stonden.<br />
Als gevolg van de genomen maatregelen ten aanzien van noodberging moet er in de<br />
toekomst rekening mee gehouden worden dat, bij een herhaling van een '1998 situatie"<br />
of erger, de nood-retentiegebieden Noord en Zuidmeene ingezet worden. Dit heeft tot<br />
gevolg dat de rijkweg N34 tussen Hardenberg en Coevorden uit de verkeerscirculatie<br />
wordt genomen.<br />
Er is een reële kans dat een dergelijke wateroverlast situatie voor kan komen. Regionale<br />
Waterkeringen in <strong>Drenthe</strong> moeten een situatie aankunnen die eens in de 100 jaar voor<br />
kunnen komen. In Overijssel geldt als norm 1 : 200.<br />
De gevolgen van dit scenario hebben een grote impact op de crisis organisatie omdat het<br />
over twee veiligheidsregio's gaat. Kans op doden en gewonden is beperkt.<br />
Impactcriteria Score en eventueel beknopte<br />
motivatie<br />
1.1 Aantasting integriteit grondgebied C<br />
2.1 Doden A<br />
2.2 Ernstig gewonden en chronische zieken -<br />
2.3 Lichamelijk lijden<br />
(gebrek aan primaire levensbehoeften)<br />
-<br />
3.1 Kosten B<br />
4.1 Langdurige aantasting natuur en milieu A (<strong>Drenthe</strong>, gevolgen voor IJsselland<br />
zijn groter)<br />
5.1 Verstoring van het dagelijkse leven B<br />
5.3 Sociaal psychologisch impact A<br />
6.1 Aantasting cultureel erfgoed -<br />
Waarschijnlijkheid Score<br />
Kans op gebeurtenis per 4 jaar B
projectnr. 219694 110188 - DH24 <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> Veiligheidsregio <strong>Drenthe</strong><br />
24 februari 2011, revisie 02 Bijlagenrapport<br />
blad 24 van 87<br />
1.2 Natuurbranden<br />
Inleiding<br />
Binnen het crisistype natuurbranden maken we een onderscheid in de volgende<br />
incidenttypen:<br />
1. bosbranden<br />
dit type is voor <strong>Drenthe</strong> relevant en wordt in deze paragraaf verder<br />
uitgewerkt.<br />
2. heide-, (hoog-)veen- en duinbranden<br />
dit type is voor <strong>Drenthe</strong> relevant en wordt in deze paragraaf verder<br />
uitgewerkt.<br />
Bosbrand, heide-, (hoog-)veenbranden<br />
Natuurgebieden in Nederland kennen een intensieve verwevenheid met andere<br />
gebruiksfuncties, in het bijzonder bewoning, recreatie en (vitale) infrastructuur. Diverse<br />
gemeenten met natuurgebieden ontvangen vooral gedurende de zomer veel recreanten<br />
binnen hun verzorgingsgebied.<br />
Context<br />
Weerverschijnselen als hitte en droogte zorgen voor een grotere kans op natuurbranden.<br />
Als oorzaak voor een natuurbrand zijn de volgende potentiële ontstekingsmechanismen<br />
denkbaar: bewust menselijk handelen (brandstichting), onbewust menselijk handelen<br />
(brandende sigaret), of een natuurlijke oorzaak zoals bijvoorbeeld een blikseminslag.<br />
Verder geldt dat naaldbos brandgevaarlijker is dan loofbos, evenals jonge bossen met<br />
jonge vegetatie. Naast de zomermaanden, is er ook in de maanden januari t/m maart<br />
sprake van een verhoogd risico op brand. Er is dan veel afgevallen blad en dood gras<br />
aanwezig. Bij droog weer in combinatie met wind is het risico op brand aanwezig.<br />
In de regio <strong>Drenthe</strong> zijn ook heide- of veengebieden aanwezig. Bij brand in heide of veen<br />
verspreidt de brand zich niet alleen aan de oppervlakte, maar ook onder de oppervlakte.<br />
Dit bemoeilijkt het blussen van dergelijke branden.<br />
Belangrijke aspecten die de impact van een natuurbrand bepalen zijn:<br />
• Aanwezigheid van mensen, kwetsbare objecten (volgens de definitie van de<br />
risicokaart, bijvoorbeeld campings en verzorgingstehuizen), vitale infrastructuur,<br />
natuurwaarden, recreatie (pretparken, dierentuin, hotels) en cultuurhistorie;<br />
• De aanwezigheid van gevaarlijke stoffen, zoals brandbare stoffen op<br />
recreatieterreinen, munitiedepots en LPG-tankstations;<br />
• De bereikbaarheid voor hulpdiensten, voldoende bluswater, de mogelijkheid van<br />
veilig optreden door de hulpverlening, de aanwezigheid van vluchtwegen;<br />
• De mate van aandacht van media en publiek (ramptoerisme);<br />
• De beschikbare tijd voor evacuatie (uren in plaats van dagen zoals bij<br />
overstromingen);<br />
• De mate van zelfredzaamheid van bewoners en recreanten in het gebied<br />
(onbekendheid met het risico).<br />
Spreiding over de regio<br />
<strong>Drenthe</strong> wordt gekenmerkt door veel natuurgebieden. De natuurgebieden die in het<br />
regionaal risicoprofiel worden meegenomen voldoen aan een aantal criteria die de<br />
prioriteit van het gebied bepalen. Beoordelingscriteria hiervoor zijn ondermeer:<br />
• in de natuurgebieden bevinden zich kwetsbare objecten zoals recreatieparken en<br />
campings;
projectnr. 219694 110188 - DH24 <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> Veiligheidsregio <strong>Drenthe</strong><br />
24 februari 2011, revisie 02 Bijlagenrapport<br />
blad 25 van 87<br />
• grenzend aan de natuurgebieden bevinden zich kwetsbare objecten zoals<br />
woonwijken, ziekenhuizen en/of verzorgingstehuizen;<br />
• complexiteit van bestrijdbaarheid en bereikbaarheid van gebieden;<br />
• cultuurhistorisch en economisch belang van natuurgebieden (bijvoorbeeld<br />
nationale parken, de aanwezigheid van beschermde planten, struiken en bomen<br />
zoals de jeneverbes, en de aanwezigheid van bijvoorbeeld antennevelden van<br />
LOFAR).<br />
In figuur B4.2 zijn de gebieden weergegeven waar mogelijk een natuurbrand kan<br />
optreden. Een aantal prioritaire gebieden wordt kort besproken.<br />
Figuur B4.2 Overzicht bosgebieden, heidegebieden en veengebieden en prioritaire<br />
gebieden in <strong>Drenthe</strong><br />
1. Nationaal park Dwingelderveld<br />
Het bestaat uit onder meer de Dwingelose heide, de Kraloër heide, de Anserdennen en<br />
boswachterij Dwingeloo. Het nationaal park bestaat uit ondermeer heide en bos. In het<br />
nationaal park en aan de rand liggen meerdere campings, kampeerterreinen en<br />
bungalowparken.
projectnr. 219694 110188 - DH24 <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> Veiligheidsregio <strong>Drenthe</strong><br />
24 februari 2011, revisie 02 Bijlagenrapport<br />
blad 26 van 87<br />
Bungalowparken: Campings/kampeerterreinen:<br />
De Noordster De Olde Bergen<br />
De Wildkamp Natuurcamping staatsbosbeheer<br />
Lanka Camping Ruinen<br />
Torentjes hoek<br />
2. Nationaal park Drents-Friese Wold<br />
Afwisselend natuurgebied bestaande uit bos, vennen, veentjes en duinen. In het gebied<br />
en aan de rand bevinden zich meerdere campings, bungalowparken en kampeerterreinen<br />
(Alkenhaer, Blauwe Lantaarn, D'Olde Lantschap, De Reeënwissel, De Zonnekamp, Groot<br />
Bartje, Hoeve aan den weg, Landgoed 't Wildryck, Wittelterbrug, Camping Diever, Oude<br />
Willem) en een recreatieplas (Canadameer/Aekingermeer).<br />
Het gebied Boschoord valt buiten het nationaal park maar sluit hier wel op aan. In dit<br />
gebied is een TBS/ Justitiële inrichting (Hoeve Boschoord) gelegen.<br />
3. Nationaal park Drentsche Aa<br />
Afwisselend landschap (heide, duinen, moerassen, vennen, beken en bossen). In het<br />
gebied en aan de rand bevinden zich meerdere campings, bungalowparken en<br />
kampeerterreinen (Hof van Saksen, Dianaheide, 't Veenmeer).<br />
Het gebied boswachterij Gieten-Borger grenst aan het nationaal park. In boswachterij<br />
Gieten-Borger liggen meerdere campings, Boomkroonpad en recreatieplas. Tegen het<br />
natuurgebied zijn bungalowparken Lunsbergen, De Kremmer, Camping-Bungalowpark<br />
Drouwenerzand gelegen. Daarnaast is het gebied "Drouwenerzand" een kwetsbaar gebied<br />
(heide en jeneverbes). Grenst aan de dorpen Gasselte en Drouwen.<br />
Het nationaal park grenst aan diverse woonkernen<br />
4. - 7. Middenveld: Boswachterij Grolloo, Schoonloo, Hooghalen en Sleenerzand<br />
De boswachterijen zijn met name aantrekkelijk voor recreanten door de aanwezigheid van<br />
recreatieplassen en campings.<br />
4. Grolloo: bossen, heidevelden en vennen. Ieberenplas (recreatieplas). Boswachterij<br />
Grolloo is vooral een recreatiegebied door de aanwezigheid van campings (Uteringskamp<br />
700 plaatsen).<br />
5. Schoonloo: In Schoonloo worden uitgestrekte bossen afgewisseld door enkele open<br />
gebieden (De Tweelingen, het Elpermeer en de Meeuwenplassen). Verscholen in het groen<br />
liggen speelvijver 't Loomeer en Kampeerterrein De Dennen (20 plaatsen).<br />
6. Hooghalen: Naaldbossen, heide en hoogveen. Voormalig kamp Westerbork,<br />
sterrenwacht, Kampeerterrein Hooghalerzand (12 plaatsen).<br />
7. Boswachterij Sleenerzand:<br />
Kampeerterrein De Kijl, 68 plaatsen.<br />
Een aantal boswachterijen grenst aan diverse woonkernen.<br />
8. Ooster en Westerveld / Holtingerveld<br />
Deels oefenterrein Defensie.
projectnr. 219694 110188 - DH24 <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> Veiligheidsregio <strong>Drenthe</strong><br />
24 februari 2011, revisie 02 Bijlagenrapport<br />
blad 27 van 87<br />
9. Boswachterij Exloo/Odoorn<br />
In de bossen nabij Odoorn ligt een kampeerterrein (Vlintenholt), bungalowpark Land van<br />
Bartje. De gebieden Exloo/ Odoorn lopen in elkaar over. Het dorp Exloo is gelegen tegen<br />
de bossen.<br />
10. - 12. Bossen nabij/in Emmen<br />
Het Valtherbos (grenst aan camping in Klijndijk en de wijk Emmermeer in Emmen). Het<br />
gebied loopt over in de Emmerdennen. Het Ziekenhuis in Emmen en woonwijken liggen<br />
tegen de Emmerdennen aan. Het Noordbargerbos ligt gedeeltelijk tegen de woonwijk.<br />
13. Internationaler Naturpark Bourtanger Moor - Bargerveen<br />
Het Naturpark is een van de grootste aaneengesloten hoogveenrestanten van Nederland.<br />
Het park loopt door tot in Duitsland.<br />
In onderstaande figuur is de een overzicht gegeven van de recreatie verblijfsterreinen die<br />
samenvallen met gebieden waar mogelijk een natuurbrand kan optreden.<br />
Figuur B4.3 Overzicht bosgebieden, heidegebieden en veengebieden die samenvallen<br />
met recreatie-/verblijfsgebieden (in rood)
projectnr. 219694 110188 - DH24 <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> Veiligheidsregio <strong>Drenthe</strong><br />
24 februari 2011, revisie 02 Bijlagenrapport<br />
blad 28 van 87<br />
Aanloop naar het incident<br />
Periode van lange droogte in combinatie met recreatie kan leiden tot grote<br />
natuurbranden.<br />
Scenario<br />
In augustus, na een lange periode van droogte breekt brand uit in natuurgebied X. Door<br />
een combinatie van droogte, dichte ondergroei en een sterke wind ontwikkelt de brand<br />
zich tot een kroonvuur, met zuidwestelijke uitbreidingsrichting. Het vuurfront breidt zich<br />
per uur met 350-400 meter uit, bij een gemiddelde windsnelheid van 3,5-4 Beaufort.<br />
Op een afstand van 2 km ligt een camping met 150 bezoekers. De camping heeft een<br />
tweetal ontsluitende wegen, waarvan er een in de richting van de brand leidt. Zodra<br />
bekend wordt dat de camping waarschijnlijk in de vuurbaan ligt, breekt paniek uit op de<br />
camping. De campinggasten proberen massaal de camping te ontvluchten over de<br />
beschikbare route, die ook wordt gebruikt door de hulpverleningsdiensten. Circa<br />
200 mensen moeten binnen 5 uur uit het gebied worden geëvacueerd.<br />
De brandbestrijding komt langzaam op gang vanwege de slechte toegankelijkheid en de<br />
beperkte bluswatervoorzieningen.<br />
De gevolgen in dit scenario zijn aanzienlijk. De kans op doden en gewonden is<br />
waarschijnlijk, doordat de evacuatie niet tijdig heeft kunnen plaatsvinden, met name<br />
vallen slachtoffers onder de bezoekers van het natuurgebied (wandelaars). Het<br />
omliggende gebied is zwaar aangetast door brandschade.<br />
Impactbeoordeling<br />
Impactcriteria Score en eventueel beknopte<br />
motivatie<br />
1.1 Aantasting integriteit grondgebied A<br />
2.1 Doden B<br />
2.2 Ernstig gewonden en chronische zieken B<br />
2.3 Lichamelijk lijden<br />
(gebrek aan primaire levensbehoeften)<br />
-<br />
3.1 Kosten A<br />
4.1 Langdurige aantasting natuur en milieu A<br />
5.1 Verstoring van het dagelijkse leven A<br />
5.3 Sociaal-psychologische impact A<br />
6.1 Aantasting cultureel erfgoed -<br />
Waarschijnlijkheid Score<br />
Kans op gebeurtenis per 4 jaar D<br />
1.3 Extreme weersomstandigheden<br />
Inleiding<br />
Binnen het crisistype extreme weersomstandigheden maken we een onderscheid in de<br />
volgende incidenttypen:<br />
1. koudegolf, sneeuw en ijzel;<br />
2. hittegolf;<br />
3. storm en windhozen;<br />
4. aanhoudende laaghangende mist wordt gewijzigd in plotseling opkomende mist.
projectnr. 219694 110188 - DH24 <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> Veiligheidsregio <strong>Drenthe</strong><br />
24 februari 2011, revisie 02 Bijlagenrapport<br />
blad 29 van 87<br />
- in <strong>Drenthe</strong> zijn geen gebieden waar sprake is van langdurig aanhoudende<br />
laaghangende mist. Daarom wordt dit incidenttype als type "plotseling<br />
opkomende mist" meegenomen onder incidenttype verkeersongelukken weg.<br />
Uitwerking<br />
Extreme weersomstandigheden zijn niet specifiek locatiegebonden, al kunnen gevolgen<br />
regionaal wel verschillen. Bij de uitwerking sluiten we daarom aan bij de landelijke<br />
beschrijvingen. Bij dit crisistype gaat het voornamelijk om de gevolgen voor de mens.<br />
Algemeen kenmerk zijn de mogelijke verstoringen en gevarieerde hulpvraag tegelijkertijd.<br />
Koudegolf, sneeuw en ijzel<br />
Optreden van de eerste categorie (koudegolf, sneeuw en ijzel) kan er toe leiden dat<br />
mensen direct of indirect worden getroffen. In directe zin bijvoorbeeld door het optreden<br />
van ongevallen door gladheid of verminderd zicht. Voorbeelden van indirecte gevolgen<br />
hebben voornamelijk betrekking op het geïsoleerd raken ten opzichte van bepaalde<br />
voorzieningen. Op regionale schaal kan hierbij worden gedacht aan stagnatie van<br />
nutsvoorzieningen, voedselvoorziening, (spoedeisende) zorg en handhaving van de<br />
openbare veiligheid.<br />
Hittegolf<br />
Een hittegolf wordt door het KNMI gedefinieerd als opeenvolging van warme dagen<br />
waarbij het ten minste vijf dagen 25 °C of warmer is, waarvan ten minste drie dagen<br />
30 °C. Vanaf 2000 zijn er in de Bilt 6 hittegolven waargenomen. Een hittegolf vormt met<br />
name een bedreiging voor de (fysiek) kwetsbaren in de samenleving. In de extreem warme<br />
zomer van 2003 stierven in Nederland waarschijnlijk tussen de 1.000 en 1.500 mensen<br />
meer dan gemiddeld (vervroegd overlijden). In geheel West Europa zijn tussen de 22.000<br />
en 35.000 mensen extra overleden. Met name in stedelijke gebieden zijn de gevolgen<br />
ernstig omdat de warmte moeilijker verdwijnt uit de bebouwing 3 .<br />
Tijdens een hittegolf is extra aandacht benodigd voor ouderen, chronisch zieken, mensen<br />
in een sociaal isolement, mensen met overgewicht en kinderen. Aanvullend moet er<br />
rekening worden gehouden met aanwezigheid van grote aantallen vakantiegasten in de<br />
regio <strong>Drenthe</strong> gedurende de zomerperiode.<br />
Volgens de huisartsen in de regio <strong>Drenthe</strong> heeft een hittegolf in het toeristenseizoen niet<br />
geleid tot een verhoogde hulpvraag. Eén van de redenen is dat er ook minder inwoners<br />
zijn vanwege vakantie.<br />
In eerdere versies van de handreiking risicoprofiel werd de categorie hitte-droogte<br />
onderscheiden. Wij wijzen er op dat een periode van droogte en het optreden van een<br />
hittegolf niet als dezelfde fenomenen kunnen worden beschouwd, zowel qua oorzaken als<br />
gevolgen. Gevolgen van droogte kunnen bijvoorbeeld betrekking hebben op landbouw<br />
(verdroging), scheepvaart (te lage waterstanden in rivieren), waterkwaliteit (algvorming)<br />
en energievoorziening (wegvallen van koelfaciliteiten).<br />
3. Rode Kruis Klimaatcentrum.
projectnr. 219694 110188 - DH24 <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> Veiligheidsregio <strong>Drenthe</strong><br />
24 februari 2011, revisie 02 Bijlagenrapport<br />
blad 30 van 87<br />
Storm en windhozen<br />
Er is sprake van storm (9 Beaufort) als de windsnelheid gemiddeld over een uur<br />
75-88 km/uur (21m/s) bedraagt. Langs de kust wordt deze situatie gemiddeld ieder jaar<br />
wel een keer bereikt. Over het algemeen levert een storm pas hinder, schade of zelfs<br />
slachtoffers op als een storm zwaar (10 Beaufort: 89-102 km/uur), zeer zwaar<br />
(11 Beaufort: 103-117 km/uur) of zelfs een orkaan is (12 Beaufort: >117 km/uur). In<br />
Nederland is de kans op een orkaan zeer klein omdat de daarvoor vereiste extreme<br />
temperatuurverschillen zich hier niet voordoen.<br />
Een windhoos is een zeer plaatselijke wervelwind die optreedt bij kritische verschillen in<br />
luchtvochtigheid en temperatuurverschillen tussen lucht en aarde. Windhozen komen met<br />
name voor in de zomerperiode. Ze zijn vaak gekoppeld aan onweersbuien.<br />
Zowel storm als windhozen kunnen veel schade aanbrengen aan gebouwen en<br />
infrastructuur. Daarbij kunnen slachtoffers vallen.<br />
In Hoogeveen vond op 14 juni 2007 een zogenaamde downburst 4 plaats, waarbij twee<br />
gewonden vielen en materiele schade optrad.<br />
Spreiding over de regio<br />
Niet locatiegebonden.<br />
Aanloop naar het incident<br />
Bij de scenariokeuze voor het crisistype extreem weer, wordt aangesloten bij het<br />
incidenttype 'storm en windhozen', vanuit de landelijke uitwerking. De nadruk ligt hier op<br />
het onderdeel storm.<br />
Dit scenario beschrijft het optreden van een zeer zware storm (tot zelfs orkaan). Hierbij<br />
wordt uitgegaan van het scenario van de Nationale risicobeoordeling.<br />
Voor de impact van een storm maakt het veel uit op welk moment van de dag en op welk<br />
moment van het jaar (seizoen) de storm optreedt. Doordat het hoogtepunt van een storm<br />
over het algemeen niet langer dan een dagdeel aanhoudt, levert een storm 's nachts<br />
aanmerkelijk minder problemen op dan een storm overdag. Stormen in het zomerhalfjaar<br />
kunnen vooral veel schade aan bossen aanrichten omdat de bomen dan vol in het blad<br />
zitten. Overigens is de kans op stormen van 10 Beaufort of zwaarder het grootst in het<br />
winterhalfjaar. In het zomerhalfjaar kunnen echter wel zware tot zeer zware windstoten<br />
voorkomen, met name tijdens onweersbuien.<br />
Scenario<br />
Voor het scenario worden de kenmerken van een aantal stormen als uitgangspunt<br />
genomen.<br />
De zeer zware storm van 1990 is een voorbeeld van een storm die relatief veel slachtoffers<br />
en veel ontwrichting van de samenleving opleverde door het moment van de storm.<br />
4. Een downburst is een verschijnsel dat incidenteel in de zomer tijdens zware<br />
onweersbuien voorkomt. Hierbij wordt uit een wolk een grote hoeveelheid neerslag en<br />
wind, met in het geval van Hoogeveen windstoten tot circa 100 km/u over het<br />
onderliggende land uitgerold. De schade die een windhoos en een downburst kunnen<br />
veroorzaken is vergelijkbaar, het patroon is echter afwijkend. Bij een windhoos is de<br />
schade geconcentreerd in een relatief smal, lang spoor en vallen de bomen door de<br />
draaibeweging binnen in de slurf verschillende kanten op. Ook zullen hier veelal<br />
dakpannen van de daken gerukt worden. Bij de downburst is er sprake van een breder<br />
gebied, waarin bovendien de veroorzaakte schade in min of meer één lijn ligt<br />
(KNMI, 2010).
projectnr. 219694 110188 - DH24 <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> Veiligheidsregio <strong>Drenthe</strong><br />
24 februari 2011, revisie 02 Bijlagenrapport<br />
blad 31 van 87<br />
Het hoogtepunt van de storm vond plaats tijdens de avondspits. Doordat op dat moment<br />
veel mensen in beweging waren, vielen veel slachtoffers in Nederland (17) en was de<br />
ontregeling van de Nederlandse samenleving groot toen het verkeer in het hele land stil<br />
kwam te liggen.<br />
De orkaan van 1999 ging gepaard met zware sneeuwval. Deze combinatie maakte de<br />
getroffen gebieden extra kwetsbaar: door de orkaan viel in grote gebieden de elektriciteit<br />
uit waardoor de bevolking in een aantal gebieden hard door de winter werd getroffen.<br />
Voor Nederland laten beide zeer zware stormen zien dat de schade groot kan zijn, er<br />
enkele tientallen slachtoffers kunnen vallen en de samenleving zowel tijdens de storm als<br />
langere tijd na de storm wordt getroffen.<br />
Tijdens de storm is vooral het weg- en railvervoer kwetsbaar: tijdens het hoogtepunt van<br />
de storm komt het transport stil te liggen. Na de storm kan het enige tijd duren voordat de<br />
wegen en spoorwegen weer vrij zijn van omgewaaide bomen en storingen aan de<br />
elektriciteitsvoorziening zijn hersteld. De ervaring van zelfs zeer zware stormen in<br />
Nederland laat zien dat dit eerder een kwestie is van uren dan van dagen. Cruciale<br />
infrastructuur zoals Schiphol en de Rotterdamse haven kunnen kort na de storm weer<br />
normaal functioneren. Waarschijnlijk geldt dit ook voor de industrie.<br />
De bevolking kan langere tijd (meerdere dagen) zonder stroom komen te zitten. De<br />
omstandigheden waaronder burgers zich in dat geval moeten zien te redden, zijn minder<br />
extreem dan, bijvoorbeeld, in Frankrijk in 1999. In Noordwest-Europa kan een dergelijke<br />
zeer zware storm gepaard gaan met zware winterse omstandigheden waardoor de impact<br />
van de storm meerdere dagen tot enkele weken kan aanhouden. In het Nederlandse<br />
klimaat gaat een dergelijke zeer zware storm over het algemeen gepaard met<br />
westenwinden, die veelal geen langdurige winterse kou meevoeren.<br />
Impactbeoordeling<br />
Impactcriteria Score en eventueel beknopte<br />
motivatie<br />
1.1 Aantasting integriteit grondgebied -<br />
2.1 Doden B<br />
2.2 Ernstig gewonden en chronische zieken B<br />
2.3 Lichamelijk lijden<br />
(gebrek aan primaire levensbehoeften)<br />
-<br />
3.1 Kosten C<br />
4.1 Langdurige aantasting natuur en milieu -<br />
5.1 Verstoring van het dagelijkse leven C<br />
5.3 Sociaal psychologisch impact -<br />
6.1 Aantasting cultureel erfgoed -<br />
Waarschijnlijkheid Score<br />
Kans op gebeurtenis per 4 jaar D
projectnr. 219694 110188 - DH24 <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> Veiligheidsregio <strong>Drenthe</strong><br />
24 februari 2011, revisie 02 Bijlagenrapport<br />
blad 32 van 87<br />
We sluiten aan bij de landelijke uitwerking. Bij de bepaling van de impact en de<br />
waarschijnlijkheid wordt nog bekeken of er nog moet worden opgesplitst in verschillende<br />
incidenttypen.<br />
1.5 Plagen<br />
Inleiding<br />
Binnen het crisistype "Plagen" hebben we te maken met het incidenttype ongedierte.<br />
In <strong>Drenthe</strong> is sprake van 2 typen ongedierte met mogelijk aanzienlijk gevolg:<br />
• Het voorkomen van de ziekte van Lyme door de aanwezigheid van de teek.<br />
• De eikenprocessierups.<br />
Uitwerking<br />
Bij de uitwerking sluiten we aan bij de landelijke beschrijvingen. Bij dit crisistype gaat het<br />
voornamelijk om de gevolgen voor de mens.<br />
Teek<br />
Vanwege het voorkomen van de teek is de Ziekte van Lyme een belangrijk zorgpunt in de<br />
regio. Met name in de zomer, met een bevolkingstoename door toerisme in combinatie<br />
met buitenrecreatie.<br />
Eikenprocessierups<br />
De rupsenplaag is vanuit het zuiden, vanwege klimatologische veranderingen, naar het<br />
noorden opgetrokken. Met name Noord-Brabant ondervindt al een aantal<br />
jaren de nodige overlast. Dit risico bestaat ook voor <strong>Drenthe</strong>. De kans op economische<br />
schade als gevolg van een dergelijke plaag in een toeristische provincie als <strong>Drenthe</strong> is<br />
gigantisch. In <strong>Drenthe</strong> is men zich bewust van het gevaar van een verminderd aantal<br />
toeristen. Bij een inkomstenpost vanuit het toerisme in <strong>Drenthe</strong> van ca. 800 miljoen<br />
(2007) is het voorstelbaar dat 1 procent afname al om aanzienlijke bedragen gaat.<br />
Er is in beide gevallen echter geen sprake van een crisis. Wel kan worden gesteld dat het<br />
voorkomen van dergelijke typen ongedierte kan leiden tot enige maatschappelijke onrust,<br />
met het oog op de mogelijke economisch grote gevolgen (bijvoorbeeld het wegblijven van<br />
toeristen). Het is echter niet een taak van de veiligheidsregio om hierop maatregelen te<br />
treffen en beleid te formuleren.<br />
Met deze redenering is afgesproken dit scenario in het kader van het risicoprofiel niet<br />
verder uit te werken.<br />
1.6 Dierziekten<br />
Inleiding<br />
Binnen het crisistype dierziekten gaat het om besmetting van dier op dier. Voor het<br />
risicoprofiel <strong>Drenthe</strong> is besloten om enkel de impact op de mens centraal te stellen.<br />
Ziekten die overdraagbaar zijn op de mens komen aan de orde bij het thema gezondheid.<br />
Er wordt geen apart scenario uitgewerkt voor dit crisistype omdat het hier niet primair<br />
gaat om een taak voor de veiligheidsregio. Het optreden tegen dierziekten zal<br />
voornamelijk door het Ministerie van LNV worden gecoördineerd.
projectnr. 219694 110188 - DH24 <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> Veiligheidsregio <strong>Drenthe</strong><br />
24 februari 2011, revisie 02 Bijlagenrapport<br />
blad 33 van 87<br />
Een aantal aspecten dat kan opspelen bij het incidenttype "dierziekten" wordt<br />
meegenomen bij de uitwerking van het thema maatschappelijke onrust (bijvoorbeeld: het<br />
afsluiten van gebieden, ruiming van bedrijven etc.).
projectnr. 219694 110188 - DH24 <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> Veiligheidsregio <strong>Drenthe</strong><br />
24 februari 2011, revisie 02 Bijlagenrapport<br />
blad 34 van 87<br />
2 Gebouwde omgeving<br />
Inleiding<br />
Binnen het maatschappelijk thema "Gebouwde omgeving" beschouwen we een aantal<br />
crisistypen. Sommige daarvan zijn voor <strong>Drenthe</strong> niet relevant. Die werken we niet verder<br />
uit. De crisistypen die niet afvallen werken we in de paragrafen hierna uit.<br />
1. Branden in kwetsbare objecten<br />
- deze zijn relevant in <strong>Drenthe</strong> en worden hierna verder uitgewerkt<br />
2. Instorting in grote gebouwen en kunstwerken<br />
- In <strong>Drenthe</strong> is geen sprake van aardbevingen of anderszins onbekende<br />
onstabiele bodemstructuren. ook vinden er geen ondergrondse<br />
bouwactiviteiten plaats ondergrote gebouwen en kunstwerken. Derhalve<br />
wordt dit crisistype ten behoeve van de beleidsvorming als niet relevant<br />
beschouwd.<br />
We werken het relevante crisistype "Branden in kwetsbare objecten" uit in de volgende<br />
paragraaf.<br />
2.1 Branden in kwetsbare objecten<br />
Bij dit crisistype gaat het om branden of incidenten waarbij rookontwikkeling ontstaat in<br />
gebouwen waar zich veel verminderd zelfredzame mensen kunnen bevinden.<br />
Context<br />
Het crisistype "branden in kwetsbare objecten" wordt volgens de systematiek van de<br />
handreiking risicoprofiel ingedeeld in de volgende incidenttypen:<br />
1. Grote brand in gebouwen met niet of verminderd zelfredzame personen<br />
- dit incidenttype is relevant in <strong>Drenthe</strong> en wordt verder uitgewerkt.<br />
2. Grote brand in gebouwen met een grootschalige publieksfunctie<br />
- deze gebouwen zijn in <strong>Drenthe</strong> aanwezig maar er wordt geen scenario<br />
onderscheiden voor dit incidenttype (zie bijlage 2 voor onderbouwing).<br />
3. Grote brand in bijzonder hoge gebouwen of ondergrondse bebouwing;<br />
- dit incidenttype is niet aan de orde in <strong>Drenthe</strong>.<br />
4. Brand in dichte binnensteden<br />
- dichte binnensteden zoals bedoeld in de landelijke handleiding komen in<br />
<strong>Drenthe</strong> niet voor. We werken dit incidenttype daarom niet verder uit.<br />
In <strong>Drenthe</strong> zijn de projecten Brandveiligheid in de zorg en Brandveiligheid thuis<br />
opgestart.<br />
Doel is om het brandveiligheidniveau te verhogen door eigenaren en gebruikers te<br />
stimuleren hierin te investeren. Niet door voortdurend te wijzen op wet- en regelgeving<br />
maar door het veiligheidsbewustzijn te verhogen. Doordat eigenaren en gebruikers zich<br />
meer bewust zijn van hun eigen verantwoordelijkheid en zich meer bewust zijn van hoe<br />
een brand zich zou kunnen ontwikkelen (kijkend naar de bouwkundige, organisatorische<br />
en installatietechnische staat van een gebouw) is de investering niet een verplichting<br />
maar een noodzaak geworden.<br />
In het Actieprogramma brandveiligheid 5 is het volgende onderkend:<br />
5. Opgesteld door Ministerie van BZK en Ministerie van VROM d.d. januari 2007.
projectnr. 219694 110188 - DH24 <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> Veiligheidsregio <strong>Drenthe</strong><br />
24 februari 2011, revisie 02 Bijlagenrapport<br />
blad 35 van 87<br />
De ervaringen met de Schipholbrand leren dat het huidige systeem van brandpreventie<br />
aan de grenzen van zijn mogelijkheden is gekomen. De Nederlandse Vereniging voor<br />
Brandweerzorg en Rampenbestrijding (NVBR) wijst er in een brief aan de minister van<br />
VROM op dat meer regels, strengere handhaving en technische oplossingen op de lange<br />
termijn niet het gewenste effect hebben. Verbeteringen van de brandveiligheid moeten<br />
dan ook volgens de NVBR worden gevonden in het verhogen van het<br />
veiligheidsbewustzijn, een meer integrale benadering van de risico's en een eenduidige<br />
verantwoordelijkheidsverdeling.<br />
Grote brand in gebouwen met niet of verminderd zelfredzame personen<br />
Onder kwetsbare objecten verstaan we hier gebouwen met grotere aantallen nietzelfredzame<br />
personen. Voorbeelden hiervan zijn patiënten in zieken- en<br />
verpleegtehuizen, gevangenen in gevangenissen en gehandicapten in instellingen.<br />
Uitgangspunt is dat alle objecten de beschikking hebben over een gebruiksvergunning;<br />
deze wordt jaarlijks gecontroleerd. De BHV-organisaties in kwetsbare objecten in de<br />
nachtsituatie vormen een aandachtspunt.<br />
Bestaande gebouwen hebben vaak een weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag<br />
(WBDBO) van 20 minuten. Deze moet bij verbouwing of nieuwbouw tot het niveau van 60<br />
minuten worden gebracht.<br />
Grote brand in gebouwen met een grootschalige publieksfunctie<br />
Als voorbeeld voor gebouwen met een grootschalige publieke functie in <strong>Drenthe</strong> kunnen<br />
worden genoemd: TT-hal, Drents museum, bioscopen, stadion van Emmen, Vrijbuiter<br />
kampeerartikelen, scholen, etc. Waarbij opgemerkt moet worden dat in alle situaties<br />
sprake is van voldoende preventie (=op orde) en een vergunning aanwezig is.<br />
Uit onderzoek blijkt dat mensen die vluchten vaak (90 procent) kiezen voor de uitgang<br />
waardoor ze ook naar binnen zijn gegaan. Voorlichting moet bijdragen aan een groter<br />
veiligheidsbewustzijn onder bezoekers. Meerwaarde bij dit incidenttype is derhalve te<br />
behalen op het gebied van risicobewustzijn/risicocommunicatie. Om die reden is<br />
voorgesteld dit scenario in het kader van dit risicoprofiel niet verder uit te werken.<br />
In kaart B4.4 is een overzicht gegeven van kwetsbare objecten zoals die in de risicokaart<br />
zijn opgenomen.
projectnr. 219694 110188 - DH24 <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> Veiligheidsregio <strong>Drenthe</strong><br />
24 februari 2011, revisie 02 Bijlagenrapport<br />
blad 36 van 87<br />
Spreiding over de regio<br />
Figuur B4.4 Overzicht kwetsbare objecten in Drente volgens de risicokaart<br />
Aanloop naar het incident<br />
Brand kan door diverse oorzaken ontstaan, brandstichting door aanwezigen of<br />
kortsluiting in defecte apparatuur zijn hier voorbeelden van.<br />
Scenario grote brand in gebouwen met niet of verminderd zelfredzame personen<br />
In de nachtsituatie ontstaat brand in een verpleeghuis/bejaardentehuis. Er is een<br />
totaaldetectie aanwezig, waardoor via het brandmeldsysteem de brandweer al is<br />
gewaarschuwd.<br />
In de instelling zijn 50 personen aanwezig, waarvan de meesten bedlegerig zijn. Er zijn<br />
gezien het tijdstip (nacht) slechts twee personeelsleden aanwezig, waarvan één BHV-er.<br />
De BHV-er gaat direct op verkenning uit. Eén van de vleugels blijkt vol te staan met rook.<br />
Men richt zich direct op het ontruimen van het bedreigde gebied. De ontruiming is een<br />
verantwoordelijkheid van het verpleegtehuis zelf. De brandweer concentreert zich op<br />
verkenning, het gereedmaken van de bluswatervoorziening en brandbestrijding. Als er<br />
echter mensen in nood zijn dan zal de brandweer primair alles in het werk stellen om deze<br />
mensen te redden. Verticaal ontruimen zal relatief veel tijd in beslag nemen.
projectnr. 219694 110188 - DH24 <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> Veiligheidsregio <strong>Drenthe</strong><br />
24 februari 2011, revisie 02 Bijlagenrapport<br />
blad 37 van 87<br />
Impactbeoordeling<br />
Impactcriteria Score en eventueel beknopte<br />
motivatie<br />
1.1 Aantasting integriteit grondgebied -<br />
2.1 Doden B<br />
2.2 Ernstig gewonden en chronische zieken C<br />
2.3 Lichamelijk lijden (gebrek aan primaire<br />
levensbehoeften)<br />
-<br />
3.1 Kosten B<br />
4.1 Langdurige aantasting natuur en milieu -<br />
5.1 Verstoring van het dagelijkse leven A<br />
5.3 Sociaal-psychologische impact -<br />
6.1 Aantasting cultureel erfgoed -<br />
Waarschijnlijkheid Score<br />
Kans op gebeurtenis per 4 jaar C
projectnr. 219694 110188 - DH24 <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> Veiligheidsregio <strong>Drenthe</strong><br />
24 februari 2011, revisie 02 Bijlagenrapport<br />
blad 38 van 87<br />
3 Technologische omgeving<br />
Inleiding<br />
Binnen het maatschappelijk thema "Technologische omgeving" beschouwen we een<br />
aantal crisistypen.<br />
Dit zijn de volgende.<br />
1. Incidenten met brandbare of explosieve stoffen in de open lucht<br />
- deze zijn relevant in <strong>Drenthe</strong> en worden hierna verder uitgewerkt<br />
2. Incidenten met giftige stoffen in de open lucht<br />
- deze zijn relevant in <strong>Drenthe</strong> en worden hierna verder uitgewerkt<br />
3. Kernincidenten<br />
- Nabijheid van het in Duitsland gelegen Kernkraftwerk Emsland in Lingen.<br />
Bij grote branden kan ook sprake zijn van het vrijkomen van toxische stoffen. Te denken<br />
valt aan asbest, bulkopslagen met kunststoffen en rubber, grote magazijnen met hoge<br />
vuurbelasting.<br />
Achtereenvolgens werken we de crisistypen uit in de volgende paragrafen.<br />
3.1 Incidenten met brandbare/explosieve en toxische stof in open lucht<br />
Inleiding<br />
Conform de landelijke Handreiking <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> worden hierbij de volgende<br />
incidenttypen onderscheiden:<br />
1. incident transport<br />
a. incident vervoer weg<br />
b. incident vervoer water<br />
Niet relevant voor <strong>Drenthe</strong>, er is alleen sprake van zogenaamde groene<br />
vaarwegen 6<br />
c. incident spoorvervoer<br />
d. incident transport buisleidingen<br />
2. incident stationaire inrichting<br />
Achtereenvolgens gaan we op deze incidenttypen in.<br />
1. Incident transport<br />
Context<br />
Ongevallen met gevaarlijke stoffen zijn binnen de Veiligheidsregio <strong>Drenthe</strong> denkbaar bij<br />
het vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg, het spoor en per buisleiding.<br />
Vervoer over de weg<br />
Vervoer van gevaarlijke stoffen over de snelwegen vindt met name plaats over de<br />
Rijkswegen A28 en A37 7 . De hoeveelheden leiden echter volgens het ontwerp Basisnet<br />
niet tot de noodzaak van een veiligheidszone. Voor de A28 geldt wel een<br />
plasbrandaandachtsgebied. Binnen de regio vindt vervoer voornamelijk plaats via de<br />
provinciale wegen. Het gaat dan om brandbare vloeistoffen, LPG en propaan voor de<br />
distributie in de buitengebieden. Toxische stoffen komen daarbij sporadisch voor.<br />
6. Ontwerp Basisnet Water.<br />
7. Ontwerp Basisnet Weg, oktober 2009.
projectnr. 219694 110188 - DH24 <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> Veiligheidsregio <strong>Drenthe</strong><br />
24 februari 2011, revisie 02 Bijlagenrapport<br />
blad 39 van 87<br />
Er is geen detailinfo beschikbaar over de gerealiseerde transporthoeveelheden<br />
gevaarlijke stoffen over de weg.<br />
Vervoer over water<br />
Er vindt geen relevant vervoer van gevaarlijke stoffen over water plaats in <strong>Drenthe</strong> 8 .<br />
Spoorvervoer<br />
Op dit moment vindt over de route Zwolle-Groningen vervoer van gevaarlijke stoffen<br />
plaats. Volgens de Marktverwachting van ProRail uit 2007 wordt in de toekomst een<br />
toename van vervoer verwacht. In de hierna volgende tabel zijn de aantallen<br />
weergegeven:<br />
Baanvak<br />
Zwolle-Meppel-Assen<br />
Aantal wagens op jaarbasis<br />
Stofcategorie Beschrijving Realisatie 2008 Geprognosticeerd<br />
voor het jaar2020<br />
A Brandbare gassen - 1.430<br />
B2 Giftige gassen 200 910<br />
B3 Zeer giftige gassen - 0<br />
C3 Zeer brandbare vloeistoffen 1.350 5.620<br />
D3 Giftige vloeistoffen - 1.110<br />
D4 Zeer giftige vloeistoffen - 180<br />
Baanvak<br />
Zwolle-Emmen<br />
Aantal wagens op jaarbasis<br />
C3 Zeer brandbare vloeistoffen 0 500<br />
Wetgeving: Het ministerie van Verkeer en Waterstaat werkt aan de opzet van het Basisnet<br />
Vervoer Gevaarlijke Stoffen. Onderdeel hiervan is het Basisnet Spoor. Voor de<br />
Basisnetten Water en Weg zijn ontwerpen voorgesteld; er wordt nog gewerkt aan een<br />
ontwerp-Basisnet Spoor.<br />
Vervoer per buisleiding<br />
Er lopen diverse buisleidingen van de Gasunie naar en door de regio. Verder loopt door<br />
<strong>Drenthe</strong> een netwerk van zuurgas (H 2S) leidingen. Dergelijke leidingen lopen grotendeels<br />
door dunbevolkte gebieden. De kans op grote aantallen slachtoffers is gering. Het<br />
voordeel van ontbranding is dat zuurgas (H 2S) door de ontbranding verbrand. Mocht de<br />
gaswolk niet tot ontbranding komen dan zal vanwege de hoge druk snel H 2S houdend gas<br />
vrijkomen. Als gevolg hiervan zullen direct getroffen personen het bewustzijn verliezen en<br />
door de acute giftigheid komen te overlijden. De geur van rotte eieren lucht zal in een<br />
groot gebied worden waargenomen. De geur alleen leidt niet tot acute<br />
gezondheidsrisico's.<br />
De zuurgasvelden bevinden zich met name in zuid-oost <strong>Drenthe</strong> (Emmen, Coevorden en<br />
Borger-Odoorn) en Twente. Eén van de nieuwste zuurgasleidingen is het trace<br />
Gasselternijveen. Deze is vanaf 2009 actief tot en met ongeveer 2013-2015. Deze leiding<br />
loopt door de gehele gemeente Borger-Odoorn richting Torenwijk (Odoornerveen) door<br />
dunbevolkt gebied en gaat vanaf de Torenwijk over op bestaand trace richting Emmen<br />
(GZI). Een deel van deze leiding loopt door het bedrijventerrein en langs enkele kwetsbare<br />
objecten.<br />
8. Bron: ontwerp Basisnet Water.
projectnr. 219694 110188 - DH24 <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> Veiligheidsregio <strong>Drenthe</strong><br />
24 februari 2011, revisie 02 Bijlagenrapport<br />
blad 40 van 87<br />
Naast de zuurgasleiding zal in de loop van 2010 het olieveld in Schoonebeek productief<br />
zijn. Deze olie bevat eveneens H 2S. Deze leidingen lopen door dunbevolkte gebieden<br />
richting Duitsland. De volgende winvelden bevatten zuurgas en vervoer loopt naar de GZI:<br />
• Gasselternijveen<br />
• Emmen<br />
• Oosterhesselen<br />
• Dalen<br />
• Schoonebeek<br />
• Emmen/ Nieuw-Amsterdam<br />
2. Incident stationaire inrichtingen<br />
Context<br />
Ongevallen met gevaarlijke stoffen zijn binnen de Veiligheidsregio <strong>Drenthe</strong> denkbaar bij<br />
stationaire inrichtingen, waaronder Brzo-bedrijven, LPG-tankstations en<br />
ammoniakkoelinstallaties.<br />
De regionale risicokaart is het referentiekader waar de risico-objecten en de kwetsbare<br />
objecten binnen <strong>Drenthe</strong> worden geregistreerd. Gemeenten, provincie en andere<br />
beheerders vullen de kaart in.<br />
Vanuit de regionale risicokaart wordt inzicht verkregen in de inrichtingen met risico's voor<br />
de omgeving. In dit verband zijn van belang:<br />
• de Brzo-inrichtingen 9 (inrichtingen die vallen onder de Europese post<br />
Seveso-richtlijn).<br />
• de bovengrondse propaanopslagen bij campings<br />
• de bovengrondse LPG-opslagen bij tankstations<br />
• grote koelinstallaties met ammoniak<br />
• vuurwerkopslagen<br />
• opslag munitie.<br />
Brzo-inrichtingen <strong>Drenthe</strong>:<br />
In de veiligheidsregio <strong>Drenthe</strong> zijn de volgende Brzo-inrichtingen aanwezig:<br />
• Teijin Aramid BV te Emmen<br />
• Diolen Industrial Fibers BV te Emmen<br />
• Joontjes B.V te Meppel<br />
• WPA Zeker & Vast te Westerbork<br />
• Holland Coating Industrie te Hoogeveen<br />
Bij de LPG- en propaanopslagen betreft het de verbranding van bij een incident<br />
ontsnappend LPG hetgeen tot een BLEVE 10 kan leiden van de opslagtank of - wanneer dit<br />
bij de overslag gebeurt - van de tankauto. Gezien de effectafstand waarbij iedereen<br />
overlijdt (warme BLEVE ca. 110 meter) en de intensiteit van de verbranding is een BLEVE<br />
de gebeurtenis die de maximale schade bepaalt.<br />
Elke gemeente heeft meerdere LPG-tankstatons. In <strong>Drenthe</strong> is een groot aantal campings<br />
aanwezig met propaanopslagen.<br />
9. Brzo: Besluit risico's zware ongevallen, de Nederlandse implementatie van de<br />
Europese post Seveso-richtlijn.<br />
10. BLEVE; Boiling Liquid Expanding Vapour Explosion.
projectnr. 219694 110188 - DH24 <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> Veiligheidsregio <strong>Drenthe</strong><br />
24 februari 2011, revisie 02 Bijlagenrapport<br />
blad 41 van 87<br />
Ammoniakkoelinstallaties: in een aantal gemeenten komen ammoniak koelinstallaties<br />
voor. In enkele gevallen is de hoeveelheid van deze toxische stof zo groot dat ze onder de<br />
werkingssfeer van het Bevi (Besluit externe veiligheid inrichtingen) vallen.<br />
Bij vrijkomen kan zich een toxische ammoniakwolk in de richting van de wind<br />
verspreiden. Ammoniakinstallaties zijn aanwezig in Hoogeveen, Emmen, Meppel, Beilen,<br />
Roden en Assen.<br />
Opslagen bestrijdingsmiddelen: in een aantal gemeenten vindt opslag van<br />
bestrijdingsmiddelen plaats. In het geval van brand kunnen zich toxische<br />
verbrandingsproducten verspreiden in de omgeving.<br />
Risico's vanuit aangrenzende regio's:<br />
In de Gemeente Ooststellingwerf (regio Fryslân) is sprake van een ammoniakinrichting,<br />
waarvan de effectafstand (1%-letaliteitsafstand ammoniak 1.500 meter) tot in de regio<br />
<strong>Drenthe</strong> loopt.<br />
Tenslotte<br />
Gezien de grote diversiteit in gevaarlijke stoffen die geproduceerd, opgeslagen, verwerkt<br />
of vervoerd worden in de regio, is het ondoenlijk om in het kader van deze rapportage alle<br />
mogelijke scenario's uit te werken en te voorzien van de bestrijdingsmaatregelen die<br />
hierbij aan de orde kunnen zijn.<br />
Het voorstel is om de volgende scenario's te beschouwen als maatgevend voor zowel de<br />
bedrijven als het vervoer:<br />
• Ongeval met brandbare stoffen. Voor het uitwerken van een scenario is gekozen voor<br />
een ongeval met brandbaar gas (referentiestof LPG) resulterend in een warme BLEVE,<br />
bij een stationaire inrichting.<br />
• Ongeval met vrijkomen toxische wolk bij een wegongeval.
projectnr. 219694 110188 - DH24 <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> Veiligheidsregio <strong>Drenthe</strong><br />
24 februari 2011, revisie 02 Bijlagenrapport<br />
blad 42 van 87<br />
3 Spreiding over de regio<br />
Figuur B4.5 Infrastructuur waarover primair gevaarlijke stoffen worden vervoerd in<br />
<strong>Drenthe</strong><br />
Figuur B4.5 Infrastructuur waarover primair gevaarlijke stoffen worden vervoerd
projectnr. 219694 110188 - DH24 <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> Veiligheidsregio <strong>Drenthe</strong><br />
24 februari 2011, revisie 02 Bijlagenrapport<br />
blad 43 van 87<br />
Figuur B4.6 Spreiding van stationaire inrichtingen in <strong>Drenthe</strong><br />
4 Incidentbeschrijvingen<br />
Incident Brandbare stoffen<br />
Aanloop naar het incident<br />
Een lek in een tankwagen of stationaire tank, waarin een gevaarlijke stof is opgeslagen, of<br />
instantaan falen, kan ontstaan door bijvoorbeeld een ernstige aanrijding. Ook een<br />
(externe) brand kan leiden tot falen. Daarnaast kan een lek ontstaan doordat er een defect<br />
in de tank optreedt (intrinsiek falen). Beschadiging van een transportleiding kan ontstaan<br />
ten gevolge van bijvoorbeeld graafwerkzaamheden.<br />
Een ketelwagen, tankwagen of stationaire opslagtank met een brandbare vloeistof kan<br />
door verschillende oorzaken lek raken, waardoor de inhoud naar buiten stroomt. Door een<br />
externe ontstekingsbron kan de vloeistofplas in de brand raken. De brand verspreidt zich<br />
en kan leiden tot brandoverslag naar bebouwing. Een wagen of stationaire tank gevuld<br />
met brandbaar gas wordt aangestraald door deze brand, waardoor de inhoud van de tank<br />
dusdanig opwarmt dat na enige tijd een warme BLEVE optreedt. Of een BLEVE plaatsvindt<br />
hangt van een aantal factoren zoals de duur en omvang van de brand, de vulgraad van de<br />
tank en de tijd die de hulpdiensten nodig hebben om de brand te bestrijden, de tank te<br />
koelen. De indicatieve waarde voor een effectafstand waarin 100% letaliteit bij een grote
projectnr. 219694 110188 - DH24 <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> Veiligheidsregio <strong>Drenthe</strong><br />
24 februari 2011, revisie 02 Bijlagenrapport<br />
blad 44 van 87<br />
calamiteit waarbij de gehele inhoud vrijkomt bij bijvoorbeeld een tankwagen, is ca.<br />
170 meter.<br />
De BLEVE geeft zowel een drukgolf als een intense warmtestraling. Binnen ca. 170 meter<br />
is het effect van een BLEVE dusdanig dat de mensen zowel binnenshuis als buitenshuis<br />
onvoldoende beschermd zijn. Vanaf 170 meter zijn mensen binnenshuis voldoende<br />
beschermd, mits ze zich niet in de directe nabijheid van glasconstructies bevinden. Om<br />
slachtoffers bij een dreigende BLEVE te voorkomen is het noodzakelijk dat in een zo vroeg<br />
mogelijk stadium tot ontruiming van de omgeving wordt overgegaan.<br />
N.B. Hierbij is het van belang dat bekend is hoelang de LPG-wagen of -tank al wordt<br />
aangestraald; deze informatie is noodzakelijk om te bepalen of ontruiming nog zinvol is<br />
of juist zal leiden tot een groter slachtofferaantal. Bij een zogenoemde 'koude' BLEVE<br />
(instantaan falen bijvoorbeeld door een botsing direct gevolgd door bezwijken van de<br />
opslagtank) is redding in ieder geval niet meer mogelijk.<br />
Scenario incident met brandbare stoffen<br />
Een tankwagen botst nabij het vulpunt tegen een opslagtank gevuld met LPG: er ontstaat<br />
een instantaan vrijkomen van de LPG ('koude BLEVE'). In de nabijheid van het tankstation<br />
is een woonwijk gelegen. Er zijn veel dodelijke slachtoffers. Na de klap zijn er vele<br />
nabranden ontstaan. De hulpdiensten, die direct na de klap gealarmeerd zijn, starten<br />
direct met nablussen van de diverse brandhaarden in de omgeving. Er is sprake van een<br />
groot aantal zwaar gewonden in de omgeving vanwege de bij de ontploffing<br />
rondvliegende brokstukken, instortingen huizen en rondvliegend glas.<br />
Impactbeoordeling<br />
Impactcriteria Score en eventueel beknopte<br />
motivatie<br />
1.1 Aantasting integriteit grondgebied A<br />
2.1 Doden D<br />
2.2 Ernstig gewonden en chronische zieken D<br />
2.3 Lichamelijk lijden<br />
(gebrek aan primaire levensbehoeften)<br />
-<br />
3.1 Kosten C<br />
4.1 Langdurige aantasting natuur en milieu -<br />
5.1 Verstoring van het dagelijkse leven D<br />
5.3 Sociaal-psychologische impact C<br />
6.1 Aantasting cultureel erfgoed -<br />
Waarschijnlijkheid Score<br />
Kans op gebeurtenis per 4 jaar A
projectnr. 219694 110188 - DH24 <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> Veiligheidsregio <strong>Drenthe</strong><br />
24 februari 2011, revisie 02 Bijlagenrapport<br />
blad 45 van 87<br />
Incidenten toxische stof stationaire inrichting in open lucht<br />
Aanloop naar het incident<br />
Een lek in een tank, waarin een toxische stof is opgeslagen, of instantaan falen, kan<br />
ontstaan door bijvoorbeeld een ernstige aanrijding. Ook een (externe) brand kan leiden<br />
tot falen. Daarnaast kan een lek ontstaan doordat er een defect in de tank optreedt<br />
(intrinsiek falen). Het gebied in de windrichting waar de gaswolk of pluim op leefniveau<br />
beweegt wordt dan blootgesteld aan een toxische belasting.<br />
Scenario incident met (zeer) toxische vloeistoffen<br />
Ten gevolge van een brand raakt een opslagtank lek en vormt zich een vloeistofplas. Door<br />
verdamping van de uit de opslagtank afkomstige toxische vloeistoffen, ontstaat een<br />
gaswolk, welke zich afhankelijk van de windrichting en windsnelheid verplaatst. Op het<br />
bedrijfsterrein van de inrichting bevinden zich 2 werknemers in de toxische wolk en<br />
komen direct te overlijden.<br />
In de omgeving van het bedrijf vallen slachtoffers onder personen die zich in de nabijheid<br />
van het bedrijf (in de buitenlucht) bevinden. De duur van de blootstelling aan de toxische<br />
wolk is van invloed op de ernst van het letsel. Er raken in de omgeving enkele tientallen<br />
omwonenden en passanten licht tot ernstig gewond vanwege inhalatie van de toxische<br />
stof. Binnen 24 uur komen nog 2-4 mensen te overlijden als gevolg van de inhalatie van<br />
de toxische stof.<br />
Impactbeoordeling<br />
Impactcriteria Score en eventueel beknopte<br />
motivatie<br />
1.1 Aantasting integriteit grondgebied -<br />
2.1 Doden B<br />
2.2 Ernstig gewonden en chronische zieken B<br />
2.3 Lichamelijk lijden<br />
(gebrek aan primaire levensbehoeften)<br />
-<br />
3.1 Kosten A<br />
4.1 Langdurige aantasting natuur en milieu -<br />
5.1 Verstoring van het dagelijkse leven -<br />
5.3 Sociaal-psychologische impact C<br />
6.1 Aantasting cultureel erfgoed -<br />
Waarschijnlijkheid Score<br />
Kans op gebeurtenis per 4 jaar B
projectnr. 219694 110188 - DH24 <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> Veiligheidsregio <strong>Drenthe</strong><br />
24 februari 2011, revisie 02 Bijlagenrapport<br />
blad 46 van 87<br />
3.3 Kernincidenten<br />
Inleiding<br />
In Duitsland is net over de grens met Nederland het Kernkraftwerk Emsland in Lingen.<br />
Context<br />
Bij een omvangrijk incident in of nabij deze kerncentrale zal er zeker gevolg zijn voor<br />
<strong>Drenthe</strong>. De vraag doet zich voor of nu voor het risicoprofiel moet worden uitgegaan van<br />
een dergelijk omvangrijk incident, waarbij behalve <strong>Drenthe</strong> ook andere delen van<br />
Nederland getroffen worden, evenals uiteraard een groot deel van Duitsland. Een dergelijk<br />
incident overstijgt waarschijnlijk de capaciteiten van de veiligheidsregio, daarnaast valt<br />
ook een groot deel, zo niet alle menskracht, van de veiligheidsregio onder de getroffenen.<br />
Op het moment van opstellen van dit risicoprofiel kon binnen de gestelde termijn geen<br />
duidelijkheid vanuit de regio worden gegeven omtrent een realistisch scenario met<br />
betrekking tot dit crisistype.<br />
Daarnaast is het belangrijk te vermelden dat momenteel wordt gewerkt aan een<br />
actualisatie van het Rampbestrijdingsplan (RBP) voor de inrichting. Dit geschiedt op basis<br />
van het recentelijk herziene Nationale Plan Kernongevallenbestrijding (NPK) en het NPK<br />
Responsplan. Het nieuwe RBP zal hierop worden gebaseerd. Wij adviseren om voor het<br />
risicoprofiel bij deze ontwikkelingen aan te sluiten. Dit project is inmiddels gestart (zie<br />
concept memo Maatregelen Kerncentrale Lingen in Twente van 3 maart 2010).
projectnr. 219694 110188 - DH24 <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> Veiligheidsregio <strong>Drenthe</strong><br />
24 februari 2011, revisie 02 Bijlagenrapport<br />
blad 47 van 87<br />
4 Vitale infrastructuur<br />
4.1 Verstoring energievoorziening<br />
Inleiding<br />
Vanuit de handreiking risicoprofiel worden onder het crisistype 'verstoring<br />
energievoorziening' de volgende incidenttypen benoemd:<br />
Uitval olievoorziening;<br />
Uitval gasvoorziening;<br />
Uitval elektriciteitsvoorziening.<br />
Voor het risicoprofiel <strong>Drenthe</strong> zal uitval olievoorziening verder niet worden uitgewerkt. Het<br />
wegvallen van oliedistributie (schaarste) zal in hoofdzaak een nationaal probleem zijn.<br />
Context<br />
Leveringszekerheid van elektriciteit en gas zijn taken en verantwoordelijkheden van de<br />
netwerkbeheerders.<br />
De landelijke Netwerkbeheerder Tennet is verantwoordelijk voor het hoofdtransportnet<br />
voor elektriciteit richting <strong>Drenthe</strong>. Enexis is verantwoordelijk voor de voorziening vanaf<br />
het hoofdnet naar de consument. GTS (Gas Transport Services, voorheen Gasunie) is de<br />
landelijk netwerkbeheerder voor gasvoorziening en levert aan de regionale<br />
netwerkbeheerders Enexis en Rendo. Daarnaast heeft GTS landelijk aansluitingen voor<br />
grote afnemers (o.a. elektriciteitscentrales).<br />
De continuïteit van de voorziening kan worden verstoord door verschillende voorzienbare<br />
en onvoorzienbare oorzaken. Oorzaken kunnen liggen in andere crisistypen die op<br />
kunnen treden. Zo kunnen extreme weersomstandigheden (schade aan het netwerk,<br />
tekort aan koelwater) aanleiding zijn tot verstoring. Ook kan moedwillige verstoring<br />
plaatsvinden.<br />
Er bestaat veel overlap tussen de gevolgen van verstoring van gas- en<br />
elektriciteitsvoorziening. Experts beoordelen een stroomstoring als meer kritisch: voor<br />
gas bestaat in tegenstelling tot elektriciteit enige buffercapaciteit. Bovendien vallen<br />
elektrisch aangestuurde gasafhankelijke apparaten bij stroomuitval ook uit 11 .<br />
Spreiding over de regio<br />
In figuur B4.7 is een overzicht gegeven van infrastructuur in de regio <strong>Drenthe</strong> die<br />
betrekking heeft op energievoorziening.<br />
11. Handreiking <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong>, november 2009.
projectnr. 219694 110188 - DH24 <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> Veiligheidsregio <strong>Drenthe</strong><br />
24 februari 2011, revisie 02 Bijlagenrapport<br />
blad 48 van 87<br />
Figuur .. Overzicht belangrijke objecten/leidingen vitale infrastructuur in <strong>Drenthe</strong><br />
In de uitwerking van het risicoprofiel <strong>Drenthe</strong> is er voor gekozen om voor uitval<br />
gasvoorziening aan te sluiten bij de uitwerking van het scenario voor de nationale<br />
risicobeoordeling. Dit scenario wordt verder niet specifiek voor <strong>Drenthe</strong> uitgewerkt.<br />
Figuur B4.7 Overzicht belangrijke vitale infrastructuur in <strong>Drenthe</strong><br />
4.1.2 Uitval Gasvoorziening<br />
Aanloop naar het incident<br />
De aanloop naar een verstoring van gasvoorziening kan sterk uiteenlopen qua aard. Uitval<br />
kan ontstaan door technische storingen maar ook door invloeden van buitenaf (zoals<br />
terrorisme). Een belangrijk aspect bij de continuïteit van gasvoorziening is<br />
elektriciteitvoorziening. De elektriciteitsvoorziening is van belang bij het verwarmen van<br />
gas bij expansie.<br />
Voor het scenario in dit risicoprofiel wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de (effecten<br />
van de) landelijke risicobeoordeling.<br />
Scenario<br />
In de winterperiode wordt in de nachtsituatie de gasinfrastructuur beschadigd waardoor<br />
een deel van <strong>Drenthe</strong> wordt getroffen door verstoring/uitval van gasvoorziening. Op dat<br />
moment is de gevoelstemperatuur ongeveer -2 °C. Circa 5.000 huishoudens in <strong>Drenthe</strong><br />
komen vrijwel direct zonder gas te zitten. De verstoring wordt onmiddellijk opgemerkt in<br />
het beheerscentrum van de netbeheerder en direct worden maatregelen genomen om de<br />
balans in het gasnet te herstellen.
projectnr. 219694 110188 - DH24 <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> Veiligheidsregio <strong>Drenthe</strong><br />
24 februari 2011, revisie 02 Bijlagenrapport<br />
blad 49 van 87<br />
Prioriteit voor Enexis is daarbij de gaslevering aan huishoudens, dit vanwege<br />
veiligheidsissues. Om aan deze prioriteit te kunnen voldoen, beperkt Enexis de<br />
industriële vraag naar gas. De elektriciteitssector ondervindt geen hinder van de<br />
verstoring doordat dergelijke centrales een eigen leiding hebben.<br />
De netbeheerder zal een afschakelplan hanteren waarin volgens vooraf vastgestelde<br />
prioriteitstelling de Gasdistributie zo veel mogelijk zal worden gereduceerd (dit<br />
afschakelplan zal hier verder buiten beschouwing worden gelaten).<br />
In beperkte mate wordt gas vanuit andere regio's ingebracht. Via de media wordt de<br />
oproep gedaan om het verbruik van gas te minderen. Met deze maatregelen is Enexis in<br />
staat om de druk in het net zodanig op peil te houden dat de uitval van gas beperkt blijft<br />
tot de 5.000 huishoudens.<br />
Door de maatregelen die Enexis in de eerste uren na de uitval neemt, is het gasnet na 12<br />
tot 14 uur weer in balans. Ook kan worden begonnen met het opnieuw aansluiten van<br />
getroffen huishoudens. Voordat dit gebeurt, moet gecontroleerd worden of er geen<br />
aansluitingen (met onbeveiligde toestellen) openstaan, omdat anders gevaarlijke<br />
situaties kunnen ontstaan. Dit moet huis voor huis gebeuren en kost dus veel tijd. Om de<br />
hersteltijd te verkorten kan ervoor worden gekozen om de individuele controles alleen te<br />
doen in wijken met oude huizen, omdat in nieuwere huizen de gasinstallaties zijn<br />
uitgerust met veiligheidsmiddelen die een vrije uitstroom van gas verhinderen. Om de<br />
kans op dodelijke slachtoffers tot een minimum te beperken, wordt in overleg met de<br />
regionale gasdistributeurs, besloten tot individuele controles. Dit zal ongeveer 1,5 tot<br />
2 dagen in beslag nemen (vgl. gasuitval in Zeeland in 2001 (ca. 28.000 huishoudens<br />
gecontroleerd in 3 dagen) en 2006).<br />
Impactbeoordeling<br />
Impactcriteria Score en eventueel beknopte<br />
motivatie<br />
1.1 Aantasting integriteit grondgebied -<br />
2.1 Doden -<br />
2.2 Ernstig gewonden en chronische zieken -<br />
2.3 Lichamelijk lijden<br />
(gebrek aan primaire levensbehoeften)<br />
C<br />
3.1 Kosten A<br />
4.1 Langdurige aantasting natuur en milieu -<br />
5.1 Verstoring van het dagelijkse leven A<br />
5.3 Sociaal-psychologische impact -<br />
6.1 Aantasting cultureel erfgoed -<br />
Waarschijnlijkheid Score<br />
Kans op gebeurtenis per 4 jaar B
projectnr. 219694 110188 - DH24 <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> Veiligheidsregio <strong>Drenthe</strong><br />
24 februari 2011, revisie 02 Bijlagenrapport<br />
blad 50 van 87<br />
4.1.3 Uitval elektriciteitsvoorziening<br />
Aanloop naar het incident<br />
Het uitvallen van de stroomvoorziening kan worden onderverdeeld in drie categorieën:<br />
1. kortsluiting (de stroom volgt een kortere en gemakkelijkere weg, zodat verder<br />
gelegen afnemers niets meer krijgen);<br />
2. onderbreking van de lijn (de stroom kan de afnemer niet meer bereiken);<br />
3. uitvallen van de bron.<br />
Kortsluiting en kabelbreuk kunnen veroorzaakt worden door oververhitting, ijzel, storm of<br />
vallende takken (op bovengrondse kabels), maar natuurlijk ook door ander geweld of door<br />
sabotage. Kortsluiting leidt overigens in korte tijd tot het in werking treden van<br />
beveiligingen zoals de bekende zekering waardoor de lijn 'stroomopwaarts' wordt<br />
onderbroken.<br />
Beveiligingen treden ook in werking bij overbelasting, waarbij smelten van de geleiders<br />
zou dreigen. Plotselinge spanningspieken door bijvoorbeeld blikseminslag kunnen daar<br />
ook toe leiden.<br />
Graafwerkzaamheden zijn de meest voorkomende oorzaak van stroomstoringen in het<br />
laag- en middenspanningsgebied; bij storingen in het hoogspanningsgebied ligt dat<br />
minder duidelijk.<br />
In de meeste gevallen is de uitval beperkt tot een vrij klein gebied, maar bij algehele<br />
overbelasting kan uitval over een groot gebied plaatsvinden. Een storingsduur van<br />
meerdere dagen komt bij hoge uitzondering voor. In Nederland (2009) is de gemiddelde<br />
onderbrekingsduur ongeveer 80 minuten en ongeveer 1 keer per drie jaar ervaart een<br />
klant een storing.<br />
In geval van een uitval zijn de volgende preventieve maatregelen genomen door de<br />
overheid:<br />
• Prioriteitenlijst voor afschakeling 12 ;<br />
• Een aantal noodstroomvoorzieningen.<br />
Scenario<br />
In de winterperiode wordt in de nachtsituatie de infrastructuur voor elektriciteit<br />
beschadigd waardoor een deel van <strong>Drenthe</strong> wordt getroffen door verstoring/uitval van de<br />
elektriciteit. Hierbij zijn 5.000 huishoudens betrokken.<br />
Het dagelijks leven komt op deze winterse ochtend abrupt tot stilstand. Veel mensen<br />
stranden in de ochtendspits, omdat het openbaar vervoer per spoor direct stilvalt en<br />
verkeerslichten uitvallen. Bij mensen thuis en op kantoor doen radio en tv het niet meer;<br />
computers vallen uit (en daarmee internetverbindingen); vaste en mobiele telefonie raken<br />
ontregeld; de verwarming doet het niet meer; betaalautomaten werken niet meer;<br />
melkmachines werken niet; productieprocessen worden onderbroken; thuisdialyseapparaten<br />
doen het niet meer; etc. Het verkeer loopt vast door het uitvallen van<br />
voorzieningen.<br />
Er wordt direct gestart met het herstel van de levering van stroom. Herstel van de<br />
stroomlevering voor het gehele gebied zal 3-4 dagen duren.<br />
12. Vanuit de regeling evaluatie gaswet en elektriciteitswet is er een wettelijk kader voor<br />
de aanwezigheid van een afschakelplan voor de nutsvoorziening. Ook in <strong>Drenthe</strong> is<br />
een dergelijk plan aanwezig.
projectnr. 219694 110188 - DH24 <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> Veiligheidsregio <strong>Drenthe</strong><br />
24 februari 2011, revisie 02 Bijlagenrapport<br />
blad 51 van 87<br />
Impactbeoordeling<br />
Impactcriteria Score en eventueel beknopte<br />
motivatie<br />
1.1 Aantasting integriteit grondgebied -<br />
2.1 Doden -<br />
2.2 Ernstig gewonden en chronische zieken -<br />
2.3 Lichamelijk lijden<br />
(gebrek aan primaire levensbehoeften)<br />
C<br />
3.1 Kosten B 13<br />
4.1 Langdurige aantasting natuur en milieu -<br />
5.1 Verstoring van het dagelijkse leven C<br />
5.3 Sociaal psychologisch impact A<br />
6.1 Aantasting cultureel erfgoed -<br />
Waarschijnlijkheid Score<br />
Kans op gebeurtenis per 4 jaar C<br />
4.2 Verstoring drinkwatervoorziening<br />
Inleiding<br />
Vanuit de handreiking risicoprofiel worden onder het crisistype 'verstoring<br />
drinkwatervoorziening' de volgende incidenttypen benoemd:<br />
• Uitval drinkwatervoorziening;<br />
• Problemen waterinname;<br />
• Verontreiniging in drinkwaternet.<br />
Context<br />
Drinkwater is naast een primaire behoefte voor mens en dier ook van groot belang voor<br />
andere doeleinden. Drinkwater wordt gebruikt voor industriële doeleinden, landbouw<br />
maar in het kader van de rampenbestrijding ook als primaire bluswatervoorziening voor<br />
de brandweer.<br />
In de regio <strong>Drenthe</strong> is de Waterleidingmaatschappij <strong>Drenthe</strong> (WMD) in hoofdzaak<br />
verantwoordelijk voor de drinkwatervoorziening. De gemeente Meppel en een deel van de<br />
gemeente Westerveld behoort tot het beheergebied van drinkwaterbedrijf Vitens. In het<br />
noorden valt nog een klein gebied onder het beheer van Waterbedrijf Groningen (zie<br />
figuur B4.8).<br />
Verstoring van drinkwatervoorziening kan optreden als gevolg van problemen bij het<br />
winnen, zuiveren, opslaan, transport en de distributie van het water. De productie van<br />
drinkwater kan bijvoorbeeld worden verstoord door een defect aan het pompsysteem. De<br />
distributie kan worden verstoord door een defect aan het leidingensysteem.<br />
Drinkwatervoorziening <strong>Drenthe</strong><br />
De productie van drinkwater in <strong>Drenthe</strong> geschiedt op twaalf verschillende locaties. Het<br />
gaat hier om grondwaterinname, dat door middel van waterwinputten plaatsvindt. De<br />
productielocaties zijn uitgevoerd met zogenaamde dubbele straten. Dit betekent dat als<br />
één van de twee straten op een locatie uitvalt, de andere helft de productie voortzet.<br />
Door het relatief grote aantal productielocaties heeft een verstoring van een<br />
productielocatie in een relatief klein gebied effect. Ook een verstoring in het distributienet<br />
(door het falen van leidingen) kan vaak snel opgespoord en verholpen worden.<br />
13. Bij uitval van de elektriciteit is de continuïteit van het drukriool een aandachtspunt.
projectnr. 219694 110188 - DH24 <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> Veiligheidsregio <strong>Drenthe</strong><br />
24 februari 2011, revisie 02 Bijlagenrapport<br />
blad 52 van 87<br />
De WMD heeft een monitoringsmeetnet rondom de bronnen om de waterkwaliteit van het<br />
toekomstig in te nemen water te bewaken. Alleen bij moedwillige verontreiniging rond de<br />
bronputten of een incident met bijvoorbeeld olie in het waterwingebied (minder<br />
waarschijnlijk i.v.m. beschermde status van deze gebieden maar niet onmogelijk) kan het<br />
voorkomen dat een waterwinput moet worden gesloten.<br />
Verontreiniging van het drinkwaternet kan in <strong>Drenthe</strong> voorkomen. Meest regulier is een<br />
E.coli-besmetting, die bijvoorbeeld na een hoofdleidingbreuk in de omgeving van een<br />
lekkend riool zou kunnen voorkomen. Bij een leidingbreuk wordt het stuk leidingnet waar<br />
de werkzaamheden plaatsvinden geïsoleerd, totdat er uitslagen van watermonsters<br />
bekend zijn en deze goed bevonden zijn. Bewoners in het geïsoleerde gebied krijgen dan<br />
een kookadvies en WMD deelt vijfliterflessen drinkwater uit.<br />
Daarnaast zou er iets mis kunnen gaan bij een pompstation – vervuiling van<br />
reinwaterkelder bijvoorbeeld – wat vervolgens het drinkwaternet in gepompt wordt.<br />
WMD onderscheidt de volgende indeling voor de verstoring van drinkwatervoorziening.<br />
Wel water Drinkwater, drukprobleem<br />
Geen drinkwaterkwaliteit<br />
Dreiging 14 )<br />
Geen water Uitval productie<br />
Uitval distributie<br />
Bewust drukloos<br />
Wel water<br />
Bij het type verstoring, genaamd drinkwater, drukprobleem hebben we te maken met een<br />
verstoring, waarbij de druk deels is weggevallen, maar het te leveren water voldoet aan de<br />
gestelde drinkwaterkwaliteitseisen.<br />
Bij het type verstoring geen drinkwaterkwaliteit gaat het om vele oorzaken, die kunnen<br />
leiden tot het niet voldoen aan de drinkwaterkwaliteitseisen. Op hoofdlijn is dat een<br />
(micro)biologische, chemische of nucleaire besmetting van het drinkwater en die kan van<br />
terroristische aard zijn. Maar ook een storing in het zuiveringsproces kan leiden tot een<br />
niet geplande waterkwaliteitsverandering.<br />
Het niet kunnen gebruiken van drinkwater heeft een grote impact en kan leiden tot een<br />
ontwrichting van de samenleving. Betrokken gemeenten beslissen in dit geval over het<br />
wel of niet leveren van het verontreinigde water als noodwater en over de inzet van<br />
nooddrinkwater. WMD zal haar calamiteitenorganisatie inzetten en betrokken gemeenten<br />
zo goed mogelijk adviseren.<br />
Bij het type verstoring dreiging is er sprake van mogelijke uitval van de watervoorziening<br />
doordat deze beschadigd kan raken door dreiging van een natuurramp bijvoorbeeld een<br />
naderende storm (weeralarm). Een andere dreiging kan een bedreiging zijn vanuit<br />
terroristisch oogpunt (alertering).<br />
14. Hierbij moet onder meer worden gedacht aan terreurdreiging, extreme<br />
weersomstandigheden (weeralarm), bosbrand, overstromingsdreiging, uitbraak<br />
grootschalige veterinaire ziekten, grieppandemie, te verwachten<br />
capaciteitsproblemen bijvoorbeeld als gevolg van extreem hoog drinkwaterverbruik.
projectnr. 219694 110188 - DH24 <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> Veiligheidsregio <strong>Drenthe</strong><br />
24 februari 2011, revisie 02 Bijlagenrapport<br />
blad 53 van 87<br />
Geen water<br />
Het type verstoring uitval productie heeft voornamelijk een oorzaak van technische aard<br />
binnen een productielocatie. Ook kan een natuurramp (bijvoorbeeld een (bos-)brand) de<br />
oorzaak zijn van het uitvallen van de voorziening, of is het uitvallen een gevolg van een<br />
terroristische actie (moedwillige verstoring door bewust menselijk handelen). De effecten<br />
zullen echter wel merkbaar kunnen zijn voor grote groepen klanten waardoor de impact<br />
groot is.<br />
Het type verstoring uitval distributie heeft een oorzaak in het kapot gaan of een lekkage<br />
van een leiding. De effecten van dit type verstoring zijn divers en kunnen variëren van<br />
geen effect tot een zeer groot effect.<br />
In bepaalde situaties, waarin de volksgezondheid wordt bedreigd door het drinkwater,<br />
lijkt het afsluiten van het drinkwater een goede oplossing. Dit gebeurt:<br />
• indien de bedreiging aantoonbaar acuut levensgevaar oplevert. Het gebied wordt dan<br />
geïsoleerd waarbij in het uiterste geval gehele pompstations worden afgeschakeld;<br />
• een pompstation wordt ook afgeschakeld in geval van (dreigende) wateroverlast<br />
binnen het pompstation zelf (overstroming, inundatie, hevige neerslag, lekkage in of<br />
nabij pompstation).<br />
Bij uitval van drinkwatervoorzieningen moet vanuit gezondheidsperspectief aandacht zijn<br />
voor het volgende:<br />
• water koken is niet altijd de oplossing. Bij thermostatische exotonines (uitscheiding<br />
van bacteriën, bijv. salmonella) wordt door het koken niet het gif in de uitscheiding<br />
vernietigd;<br />
• verstrekking noodwater kan ook leiden tot verstoring openbare orde (ervaring<br />
Groot-Brittannië).
projectnr. 219694 110188 - DH24 <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> Veiligheidsregio <strong>Drenthe</strong><br />
24 februari 2011, revisie 02 Bijlagenrapport<br />
blad 54 van 87<br />
Spreiding over de regio<br />
Figuur B4.8 Overzichtskaart voorzieningsgebied WMD<br />
Scenario<br />
In de scenario-uitwerking is gekozen voor een kwaliteitsprobleem in de<br />
drinkwatervoorziening: verontreiniging van het uitgaand reinwater door besmetting<br />
waardoor consumptie niet meer mogelijk is (bij analyse van een drinkwatermonster is de<br />
E.coli-bacterie 15 aangetroffen). Het scenario speelt zich af in de zomer, wanneer de<br />
temperatuur relatief hoog is en huishoudens in verhouding meer behoefte aan drinkwater<br />
hebben. In dit scenario gaan we ervan uit dat er daadwerkelijk een ziekteverwekker in het<br />
drinkwater aanwezig is. De eerste ziektegevallen als gevolg van drinken (besmet) water<br />
melden zich bij de huisarts. Vooral mensen die al verminderde weerstand hebben,<br />
worden ziek ( buikloop e.d.). Het besmette water is mogelijk naar ongeveer<br />
20.000 huishoudens gegaan. Het speelt zich met name in de eerste 24 uur af, in deze<br />
periode bereikt het verontreinigde water de huishoudens. De levering van noodwater -<br />
water dat via het leidingnet bij de burger komt voor sanitatie, wasmachines e.d. - gaat wel<br />
door. WMD gaat over op het chloren van het water en geeft een kookadvies uit; het uit de<br />
kraan komende (besmette) drinkwater kan wel gebruikt worden als drinkwater nadat het<br />
gekookt is. In het scenario wordt niet specifiek ingegaan op de volksgezondheidseffecten.<br />
Dit behoort bij een ander crisistype. Niet iedereen raakt op de hoogte van het kookadvies.<br />
Het is niet duidelijk wanneer de levering van drinkwater via het leidingnet hervat kan<br />
worden. WMD overweegt de inzet van nooddrinkwater. WMD informeert gemeenten en de<br />
veiligheidsregio over de kwaliteitsproblemen. De betrokken gemeenten nemen het besluit<br />
tot inzet van nooddrinkwatervoorzieningen.<br />
15. E.coli is een zgn. indicatorbacterie: aantreffen in drinkwater geeft aan dat het water is<br />
verontreinigd met feces van mens of dier. Hoewel E.coli zelf doorgaans geen ziekte<br />
veroorzaakt, geeft de bacterie wel aan dat er ook andere micro-organismen in het<br />
water kunnen zijn gekomen die wel ziekte (meestal infecties van de ingewanden)<br />
kunnen veroorzaken.
projectnr. 219694 110188 - DH24 <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> Veiligheidsregio <strong>Drenthe</strong><br />
24 februari 2011, revisie 02 Bijlagenrapport<br />
blad 55 van 87<br />
Impactbeoordeling<br />
Impactcriteria Score en eventueel beknopte<br />
motivatie<br />
1.1 Aantasting integriteit grondgebied -<br />
2.1 Doden A (Als oorzaak voor zwakkeren)<br />
2.2 Ernstig gewonden en chronische zieken -<br />
2.3 Lichamelijk lijden<br />
(gebrek aan primaire levensbehoeften)<br />
C<br />
3.1 Kosten A<br />
4.1 Langdurige aantasting natuur en milieu -<br />
5.1 Verstoring van het dagelijkse leven A<br />
5.3 Sociaal-psychologische impact A<br />
6.1 Aantasting cultureel erfgoed -<br />
Waarschijnlijkheid Score<br />
Kans op gebeurtenis per 4 jaar C<br />
4.3 Verstoring telecommunicatie en ICT<br />
Context<br />
Telecommunicatie en ICT zijn in onze samenleving onmisbaar. Het wegvallen van deze<br />
voorzieningen heeft een brede impact op ons maatschappelijk functioneren.<br />
Ziekenhuiszorg, vitale infrastructuur, pinverkeer en verkeersmanagement zijn<br />
voorbeelden van voorzieningen die bij een dergelijke verstoring in de knel komen.<br />
Daarbij zijn veel calamiteitenorganisaties in toenemende mate afhankelijk van<br />
telecommunicatie en ICT. Het communicatiesysteem C2000 en het alarmnummer 112<br />
worden ook gefaciliteerd door telecommunicatie/ICT-netwerken.<br />
Belangrijke criteria waar rekening mee moet worden gehouden vanuit het oogpunt van<br />
continuïteit zijn:<br />
De verwevenheid van de voorzieningen/netwerken (ook met andere vitale<br />
voorzieningen);<br />
De veelheid van aanbieders in de keten en de onderlinge<br />
afhankelijkheid/gelaagdheid (en daarmee moeilijk inzicht in gevolgen);<br />
De keteneffecten die mogelijke verstoringen te weeg zullen brengen (en het<br />
gebrek aan awareness hieromtrent);<br />
Afnemende maatschappelijke acceptatie van verstoringen.<br />
Spreiding over de regio<br />
Geen bijzondere aandachtspunten in de regio.
projectnr. 219694 110188 - DH24 <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> Veiligheidsregio <strong>Drenthe</strong><br />
24 februari 2011, revisie 02 Bijlagenrapport<br />
blad 56 van 87<br />
Aanloop naar het incident<br />
De aanloop naar een verstoring van telecommunicatie en ICT kan sterk uiteenlopen qua<br />
aard. Uitval kan ontstaan door technische storingen maar ook door invloeden van<br />
buitenaf (zoals terrorisme).<br />
Voor het scenario in dit risicoprofiel wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de (effecten<br />
van de) landelijke uitwerking.<br />
Scenario<br />
In het landelijke scenario wordt uitgegaan van een ingrijpende verstoring van het<br />
telecom/ICT-netwerk. Omdat het netwerk gebruikt wordt voor zowel dataverkeer als<br />
telefonie is het incident direct in heel Nederland merkbaar. Bedrijven en burgers zitten<br />
zonder internet en telefoon. Ook het mobiele telefoonverkeer is getroffen. De netwerken<br />
van sommige providers functioneren nog. Echter, ze zijn slechts beperkt bruikbaar,<br />
doordat de netwerken eilanden vormen: binnen het netwerk is communicatie mogelijk,<br />
maar voor diensten als internet is ook het oude netwerk afhankelijk van het IP-netwerk<br />
dat de backbone verzorgt. Omdat betalingsverkeer niet meer mogelijk is sluiten winkels<br />
hun deuren.<br />
Handel op de beurs is niet mogelijk, hetgeen tot veel economische schade lijdt. Veel<br />
organisaties in Nederland zijn afhankelijk van het IP-netwerk en moeten hun<br />
werkzaamheden daarom noodgedwongen staken. Telefonie is niet beschikbaar, waardoor<br />
de communicatie bemoeilijkt wordt. Er ontstaat hierdoor onrust onder de bevolking. Niet<br />
alleen kan er niet meer worden getelefoneerd, maar ook de digitale televisie is in grote<br />
delen van Nederland uitgevallen. De mensen weten hierdoor niet meer waar ze aan toe<br />
zijn.<br />
Omdat C2000 wordt ondersteund door telecommunicatie/ICT-netwerken, zal de<br />
communicatie tussen hulpdiensten in ernstige mate worden verstoord of niet mogelijk<br />
zijn. Ook is het alarmnummer voor burgers niet beschikbaar zodat geen meldingen van<br />
incidenten en ongevallen kunnen worden gedaan. De politie surveilleert extra om<br />
ongelukken en ongeregeldheden zelf te vinden. In kritieke situaties duurt het echter veel<br />
langer voor de benodigde hulp ter plaatse is.<br />
De oorzaak van de verstoring is moeilijk op te sporen. Het resultaat is een langdurige<br />
uitval en daardoor grote maatschappelijke onrust en zeer grote economische schade. Het<br />
duurt minimaal twee dagen om de storing op te lossen.<br />
Impactbeoordeling<br />
Impactcriteria Score en eventueel beknopte<br />
motivatie<br />
1.1 Aantasting integriteit grondgebied -<br />
2.1 Doden B/C (ouderdom bevolking,<br />
aanrijtijden <strong>Drenthe</strong>)<br />
2.2 Ernstig gewonden en chronische zieken C<br />
2.3 Lichamelijk lijden<br />
(gebrek aan primaire levensbehoeften)<br />
-<br />
3.1 Kosten B<br />
4.1 Langdurige aantasting natuur en milieu -<br />
5.1 Verstoring van het dagelijkse leven C<br />
5.3 Sociaal-psychologische impact C<br />
6.1 Aantasting cultureel erfgoed -<br />
Waarschijnlijkheid<br />
Score<br />
Kans op gebeurtenis per 4 jaar B
projectnr. 219694 110188 - DH24 <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> Veiligheidsregio <strong>Drenthe</strong><br />
24 februari 2011, revisie 02 Bijlagenrapport<br />
blad 57 van 87<br />
5 Verkeer en Vervoer<br />
Inleiding<br />
Binnen het maatschappelijk thema "Verkeer en vervoer" beschouwen we een aantal<br />
crisistypen. Een daarvan is voor <strong>Drenthe</strong> niet relevant. Die werken we niet verder uit. We<br />
geven dit achtereenvolgens voor de betreffende crisistypen aan. De crisistypen die niet<br />
afvallen werken we in de paragrafen hierna uit.<br />
1. Luchtvaartincidenten<br />
- deze zijn relevant in <strong>Drenthe</strong> en worden hierna verder uitgewerkt.<br />
2. Incidenten op of onder water<br />
- deze zijn relevant in <strong>Drenthe</strong> en worden hierna verder uitgewerkt.<br />
3. Verkeersincidenten op het land<br />
- deze zijn relevant in <strong>Drenthe</strong> en worden hierna verder uitgewerkt.<br />
4. Incidenten in tunnels<br />
- er zijn geen tunnels in <strong>Drenthe</strong> . Dit incidenttype wordt verder niet uitgewerkt.<br />
Achtereenvolgens werken we de relevante crisistypen in de volgende paragrafen verder<br />
uit.<br />
5.1 Luchtvaartincidenten<br />
In de landelijke Handreiking worden hier twee incidenttypen genoemd:<br />
• Incident bij start of landing op of om een luchtvaartterrein;<br />
• Incident vliegtoestel bij vliegshows (zie ' Paniek in menigten').<br />
In <strong>Drenthe</strong> is in dit verband Groningen Airport Eelde (regionaal luchtvaartterrein),<br />
Vliegveld Hoogeveen (klein civiel luchtvaartterrein), Havelte (defensie)en alle<br />
defensieterreinen van belang.<br />
Voor dit regionaal risicoprofiel worden de activiteiten en een scenario van luchthaven<br />
Groningen Airport Eelde als uitgangspunt genomen.<br />
Naast de vakantievluchten en lijndiensten, wordt een groot deel van de vliegbewegingen<br />
ingenomen door de 3 aanwezige vliegscholen. Andere vormen van vliegverkeer die op de<br />
luchthaven plaatsvinden zijn: zakelijke vluchten met business jets, militaire vluchten,<br />
medische vluchten en recreatievluchten.<br />
In 2009 vonden 66.000 vliegbewegingen plaats, waarbij 168.000 passagiers werden<br />
vervoerd, waaronder 156.000 vakantiepassagiers.<br />
Er werken 300 mensen op en rond de luchthaven en er zijn 26 bedrijven gevestigd.<br />
Incidenten die zich in de afgelopen jaren op de luchthaven hebben voorgedaan zijn<br />
voornamelijk te typeren als kleine calamiteiten bestaande uit voorzorgsmeldingen van<br />
toestellen de technische problemen ondervonden. Daarnaast hebben zich in de afgelopen<br />
10 jaar enkele zwaardere incidenten voorgedaan zoals de 3B melding van de MD 88 van<br />
Onur Air in 2003 die een runway overshoot maakte en de Fokker 50 van VLM die in 2007<br />
hetzelfde overkwam. In 2009 was er nog sprake van een 2B-melding waarbij een Cessna<br />
ten gevolge van een afgebroken landingsgestel in het gras belandde.<br />
De luchthaven beschikt over een goed toegeruste en professionele brandweerorganisatie<br />
die binnen drie minuten na alarmering bij een incident op het banenstelsel van de<br />
luchthaven aanwezig dient te zijn.
projectnr. 219694 110188 - DH24 <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> Veiligheidsregio <strong>Drenthe</strong><br />
24 februari 2011, revisie 02 Bijlagenrapport<br />
blad 58 van 87<br />
Voor de toekomst wil Groningen Airport Eelde verder inhoud geven aan de belangrijke<br />
functie die de luchthaven voor de regio vervult. Eén van de landingsbanen wordt mogelijk<br />
verlengd van 1.800 naar 2.500 meter. Door deze mogelijke baanverlenging wordt het<br />
mogelijk om luchtvracht te vervoeren. Maar ook op het gebied van vakantiecharters en<br />
lijndiensten kan de markt beter worden bediend. Zo biedt een langere baan de<br />
mogelijkheid voor meer non-stop vakantievluchten naar de huidige en ook nieuwe,<br />
mogelijk verder weg gelegen, bestemmingen. Tevens zal de luchthaven interessanter<br />
worden voor low-cost carriers.<br />
Context<br />
Een vliegtuigongeluk leidt vaak tot veel dodelijke slachtoffers. Overlevenden hebben<br />
vooral brandwonden en botbreuken. Soms komen er gevaarlijke stoffen vrij. Als een<br />
toestel in een woongebied neerstort, is het aantal slachtoffers en gewonden nog hoger.<br />
Spreiding over de regio<br />
Figuur B4.9 Overzichtskaarten vliegverkeer en defensie. In het inzetkaartje linksonder<br />
zijn de risicocontouren uitvergroot
projectnr. 219694 110188 - DH24 <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> Veiligheidsregio <strong>Drenthe</strong><br />
24 februari 2011, revisie 02 Bijlagenrapport<br />
blad 59 van 87<br />
Aanloop naar het incident<br />
Luchtvaartincidenten kennen verschillende oorzaken. Het kan een technische oorzaak<br />
tijdens de vlucht betreffen bijvoorbeeld ten gevolge van onderhoudsfouten. Het kan ook<br />
gaan om plotselinge situaties zoals vogels in de motoren tijdens start of landing.<br />
Scenario<br />
Een Boeïng 737 van de Nederlandse maatschappij Bromair met 157 personen aan boord,<br />
krijgt tijdens de landing een klapband, het toestel raakt ten gevolge van deze klapband<br />
met het rechter landingsgestel in het gras waardoor het toestel plotseling sterk naar<br />
rechts uitwijkt. Door deze manoeuvre breekt het landingsgestel af en het toestel crasht op<br />
de hoofdbaan. Door de crash breekt het toestel in drie delen. Het middelste deel van het<br />
toestel met daarin het grootste deel van de passagiers raakt tengevolge van de crash in<br />
brand.<br />
De luchthavenbrandweer rukt na alarmering uit, is binnen de gestelde drie minuten ter<br />
plaatse en bereikt vervolgens conform de eisen binnen een minuut de 90 % knock-down.<br />
Over een afstand van zo'n 500 meter liggen op de landingsbaan en het gras ten oosten<br />
van de baan diverse brokstukken en slachtoffers. Een deel van de overlevenden hebben<br />
zelf het toestel kunnen verlaten en deze lopen inmiddels verdwaasd over het<br />
landingsterrein. In de brokstukken (de drie grotere delen) zitten nog tientallen<br />
slachtoffers bekneld (al dan niet overleden).<br />
Er is door de havendienst een scenario 3B afgekondigd en de alarmcentrale heeft<br />
overeenkomstig dit scenario de hulpdiensten gealarmeerd. De eerste voertuigen van<br />
brandweer en ambulancediensten zijn inmiddels op de luchthaven gearriveerd.<br />
In de terminal en de daarbij gelegen publieke ruimten is inmiddels paniek uitgebroken<br />
onder de aanwezige 'halers' (mensen die personen van de betreffende vlucht komen<br />
ophalen) en overige aanwezigen, enkele mensen zijn onwel geworden.<br />
Impactbeoordeling<br />
Impactcriteria Score en eventueel beknopte<br />
motivatie<br />
1.1 Aantasting integriteit grondgebied A<br />
2.1 Doden C<br />
2.2 Ernstig gewonden en chronische zieken D<br />
2.3 Lichamelijk lijden<br />
(gebrek aan primaire levensbehoeften)<br />
-<br />
3.1 Kosten C<br />
4.1 Langdurige aantasting natuur en milieu -<br />
5.1 Verstoring van het dagelijkse leven B<br />
5.3 Sociaal-psychologische impact D<br />
6.1 Aantasting cultureel erfgoed -<br />
Waarschijnlijkheid Score<br />
Kans op gebeurtenis per 4 jaar A
projectnr. 219694 110188 - DH24 <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> Veiligheidsregio <strong>Drenthe</strong><br />
24 februari 2011, revisie 02 Bijlagenrapport<br />
blad 60 van 87<br />
5.2 Incidenten op of onder water<br />
Inleiding<br />
Conform de landelijke Handreiking <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> worden hierbij de volgende<br />
incidenttypen onderscheiden:<br />
1. incident waterrecreatie en pleziervaart. Hier wordt geen specifiek scenario voor<br />
uitgewerkt.<br />
2. incident beroepsvaart (anders dan met gevaarlijke stoffen)<br />
Er is geen sprake van grootschalige beroepsvaart in <strong>Drenthe</strong>. Dit incidenttype<br />
wordt voor dit risicoprofiel niet meegenomen in de uitwerking.<br />
3. incident op ruim water<br />
Er is geen ruim water in <strong>Drenthe</strong>.<br />
4. grootschalig duikincident.<br />
In Tynaarlo is sprake van enige duikactiviteiten, echter dit is kleinschalig en zal<br />
niet leiden tot een grootschalig duikincident. We sluiten daarom dit incidenttype<br />
uit.<br />
Context<br />
Er is in <strong>Drenthe</strong> sprake van waterrecreatie en pleziervaart (rondvaartboot) op het<br />
Zuidlaardermeer. Dit is dermate kleinschalig dat geen specifiek scenario wordt<br />
uitgewerkt.<br />
5.3 Verkeersincidenten op het land<br />
Inleiding<br />
Conform de landelijke Handreiking <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> worden hierbij de volgende<br />
incidenttypen onderscheiden:<br />
1. incident wegverkeer;<br />
2. incident treinverkeer.<br />
Context<br />
Bij een verkeersongeval op het land kan gedacht worden aan een groot ongeval op de weg<br />
of het spoor waarbij veel slachtoffers betrokken zijn (brand in een touringcar,<br />
kettingbotsing, treinbrand of botsing met passagierstrein). Ongevallen waarbij<br />
gevaarlijke stoffen vrijkomen zijn eerder in dit document beschreven.<br />
Verkeersongevallen op het land, met grotere aantallen slachtoffers (>20 personen)<br />
kunnen door diverse oorzaken plaatsvinden, bijvoorbeeld door slechte<br />
weersomstandigheden zoals dichte mist, plotselinge gladheid op de weg.<br />
Op het spoor kan bijvoorbeeld door een roodseinpassage een botsing plaatsvinden<br />
tussen een goederentrein en een passagierstrein. In het algemeen is de kans op een<br />
incident nabij spoor met name aanwezig ter hoogte van wissels.<br />
Incident wegverkeer<br />
In onderstaande tabel is de statistiek voor het aantal (dodelijke) ongevallen in <strong>Drenthe</strong> op<br />
de weg weergegeven.<br />
Jaar 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009<br />
Aantal ongevallen 49 44 46 49 47 47 35 29 29 32 31 28<br />
Aantal doden 53 46 47 57 53 51 37 31 37 35 31 31
projectnr. 219694 110188 - DH24 <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> Veiligheidsregio <strong>Drenthe</strong><br />
24 februari 2011, revisie 02 Bijlagenrapport<br />
blad 61 van 87<br />
In onderstaande figuur is weergegeven hoe de incidenten zijn verdeeld over de<br />
verschillende typen verkeersdeelnemers. De auto incidenten komen duidelijk naar voren<br />
als hoofdoorzaak voor dodelijke slachtoffers.<br />
250<br />
200<br />
150<br />
100<br />
50<br />
0<br />
auto<br />
Verkeersdeelnemer dodelijke slachtoffers <strong>Drenthe</strong><br />
1998-2007<br />
223<br />
motor<br />
39<br />
fiets<br />
64<br />
bromfiets<br />
19<br />
passagier<br />
69<br />
voetganger<br />
25<br />
gehandicapte<br />
In onderstaande figuur zijn de hoofdoorzaken voor dodelijke ongevallen weergegeven. De<br />
eenzijdige aanrijding met een boom is de meest voorkomende oorzaak.<br />
eenz.boom<br />
111<br />
voorrang<br />
75<br />
onwel<br />
Oorzaak dodelijk ongeval 1998 - 2007<br />
Totaal 405<br />
7<br />
frontaal<br />
54<br />
z-moord<br />
15 15<br />
kop-strt<br />
afslaan<br />
25<br />
inhalen<br />
11<br />
overig<br />
42<br />
eenz. water<br />
28<br />
eenz vast vwp.<br />
De wegen met de meest voorkomende ongevallen zijn opgenomen in onderstaande figuur.<br />
In absolute aantallen is de N34 de dodelijkste weg. Relatief (per km) is dit de N371.<br />
6<br />
14
projectnr. 219694 110188 - DH24 <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> Veiligheidsregio <strong>Drenthe</strong><br />
24 februari 2011, revisie 02 Bijlagenrapport<br />
blad 62 van 87<br />
30<br />
25<br />
20<br />
15<br />
10<br />
5<br />
0<br />
Wegen met meeste aantal dodelijke ongevallen 1998-<br />
2007<br />
28<br />
22<br />
N-34 A-28 N-37 N-381 N-371<br />
Er wordt kort op de genoemde wegen ingegaan:<br />
N34, lengte 64 km, de zogenaamde 'dodenweg' tussen grens met Overijssel en<br />
aansluiting A28 bij de Punt, 28 personen.<br />
Veel ongevallen vonden plaats door de berm in te rijden of frontaal tegen elkaar<br />
te botsen.<br />
A28, lengte 65 km vanaf provinciegrens met Overijssel tot de provinciegrens met<br />
Groningen, 22 personen.<br />
Er waren diverse oorzaken, waarbij verhoudingsgewijs de 6 gevallen van inrijden<br />
op een stilstaande file/kopstaartaanrijding en 4 zelfmoorden opvielen.<br />
A/N37, lengte 47 km, tussen klaverblad Hoogeveen en grens met Duitsland<br />
14 personen. Het soort ongevallen was nagenoeg gelijk aan die van de N-34. De<br />
ongevallen deden zich met name voor op de voormalige tweebaansautoweg<br />
tussen Holsloot en de grens met Duitsland. Sinds medio mei 2007 is de weg tot<br />
vierbaans autosnelweg verbreed en wordt verwacht dat het aantal dodelijke<br />
verkeersongevallen op deze weg sterk zal dalen.<br />
N381,lengte 40 km,de zogenaamde 2 Provinciënweg tussen provinciegrens met<br />
Friesland en bebouwde kom Emmen 12 personen. Ook hier is de weg door de<br />
wegbeheerder in 2006/2007 gereconstrueerd en verbreed, zodat verwacht kan<br />
worden dat ook hier het aantal ongevallen vermindert.<br />
N371, lengte 38 km tussen gemeentegrens van Assen en aansluiting A32 bij<br />
Pijlebrug, 19 personen. Deze weg is een provinciale 80 km-weg, die ook door<br />
diverse dorpskernen loopt, met een naast de hoofdrijbaan gelegen fietspad.<br />
Behalve een aantal dorpskernen zijn er ook veel op deze weg aansluitende<br />
zijwegen, waar het verkeer voorrang dient te verlenen aan het verkeer op de<br />
N371. De soorten ongevallen waren divers, waarbij met name 7 ongevallen door<br />
het niet verlenen van voorrang aan weggebruikers op de hoofdrijbaan.<br />
Incident treinverkeer<br />
Op het spoor kan bijvoorbeeld door een roodseinpassage een botsing plaatsvinden<br />
tussen een goederentrein en een passagierstrein. In het algemeen is de kans op een<br />
incident bij spoor met name aanwezig ter hoogte van wissels. Uit de trendanalyses IVW<br />
voor spoorongevallen kan worden afgeleid dat in de afgelopen jaren geen grote<br />
ongevallen op het spoor binnen de regio <strong>Drenthe</strong> hebben plaatsgevonden. Dit beeld wordt<br />
bevestigd door ProRail op basis van de ongevalstatistieken over de afgelopen jaren (zie<br />
figuur B5.2). Daarom wordt geen scenario uitgewerkt voor incidenten op het spoor.<br />
14<br />
12<br />
19
projectnr. 219694 110188 - DH24 <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> Veiligheidsregio <strong>Drenthe</strong><br />
24 februari 2011, revisie 02 Bijlagenrapport<br />
blad 63 van 87<br />
Omschrijving Gemeente Plaatsomschrijving Jaar<br />
Brand in motorkamer DE lll<br />
Aanrijding van trein 89132 met een<br />
Meppel (DR) Meppel spoor 2 2003<br />
pantservoertuig op een onbewaakte<br />
Onbewaakte overweg<br />
overweg.<br />
Melding van een verdacht pakketje in<br />
Assen (DR) Graswijk 2003<br />
trein 553 Assen (DR) Station spoor 3 2005<br />
Lok van 54480 tegen rangeerdeel te<br />
Spoor 574, ter hoogte<br />
Emmen.<br />
Trein 3839 contra een trekker met<br />
oplegger. Voorste stel van de trein<br />
Emmen (DR) km 75.4 2007<br />
ontspoord, waarvan de tweede bak Coevorden km 54.4 overweg<br />
gekanteld.<br />
(DR)<br />
Monierweg 2007<br />
Trein 9142 heeft aanrijding met De Wolden<br />
vrachtwagen op ovw. 8.6 in Koekange (DR) Dorpsstraat Koekange 2009<br />
Figuur B5.2 Ongevalstatistieken spoor voor regio <strong>Drenthe</strong><br />
Spreiding over de regio<br />
Figuur B4.10 Overzicht van incidenttrajecten volgens de risicokaart
projectnr. 219694 110188 - DH24 <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> Veiligheidsregio <strong>Drenthe</strong><br />
24 februari 2011, revisie 02 Bijlagenrapport<br />
blad 64 van 87<br />
Op bijgevoegde kaart in figuur B4.10 zijn incidentgevoelige locaties weergegeven voor<br />
<strong>Drenthe</strong> volgens de provinciale risicokaart. Volgens de risicokaart zijn er geen<br />
incidentgevoelige locaties voor het treinverkeer in <strong>Drenthe</strong>.<br />
Aanloop naar het incident<br />
In de avondperiode treedt op de A28 ter hoogte van hm-paal 154 (t.h.v. Spier) plotseling<br />
dichte mist op, waardoor een aantal auto's sterk snelheid vermindert. Door het slechte<br />
zicht kunnen niet alle automobilisten op tijd remmen.<br />
Scenario<br />
In eerste instantie ontstaat op één van de rijbanen een kettingbotsing, waarbij 33 auto's<br />
betrokken zijn. Gelijk daarop volgend vindt op de andere rijbaan een kettingbotsing<br />
plaats waar 40 auto's bij zijn betrokken.<br />
Direct na de tweede kettingbotsing vliegen 4 auto's in brand. In 5 auto's zijn 7 mensen<br />
bekneld geraakt die door de brandweer bevrijd moeten worden, hiervan zijn<br />
3-4 inzittenden (zwaar)gewond. In de overige betrokken auto's zijn 4 zwaargewonden en<br />
ca. 30 lichtgewonden aanwezig.<br />
De slachtoffers moeten naar verschillende ziekenhuizen in de omgeving worden gebracht<br />
(Hoogeveen, Emmen, Assen en Groningen).<br />
De overige inzittenden worden opgevangen in een nader te bepalen opvanglocatie.<br />
(wegrestaurant en/of hotel aan de snelweg).<br />
De GHOR richt op locatie een gewondennest in.<br />
Impactbeoordeling<br />
Impactcriteria Score en eventueel beknopte<br />
motivatie<br />
1.1 Aantasting integriteit grondgebied -<br />
2.1 Doden B<br />
2.2 Ernstig gewonden en chronische zieken C<br />
2.3 Lichamelijk lijden<br />
(gebrek aan primaire levensbehoeften)<br />
-<br />
3.1 Kosten B<br />
4.1 Langdurige aantasting natuur en milieu -<br />
5.1 Verstoring van het dagelijkse leven -<br />
5.3 Sociaal-psychologische impact A<br />
6.1 Aantasting cultureel erfgoed -<br />
Waarschijnlijkheid Score<br />
Kans op gebeurtenis per 4 jaar D
projectnr. 219694 110188 - DH24 <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> Veiligheidsregio <strong>Drenthe</strong><br />
24 februari 2011, revisie 02 Bijlagenrapport<br />
blad 65 van 87<br />
6 Gezondheid<br />
Inleiding<br />
Binnen het maatschappelijk thema "Gezondheid" beschouwen we een tweetal<br />
crisistypen.<br />
1. Bedreiging volksgezondheid<br />
- er wordt aangesloten bij het onderdeel 'ziektegolf'.<br />
2. Ziektegolf<br />
- dit is een relevante dreiging in <strong>Drenthe</strong>.<br />
Achtereenvolgens werken we de relevante crisistypen in de volgende paragrafen verder<br />
uit.<br />
6.1 Bedreiging volksgezondheid<br />
In de landelijke Handreiking worden voor het crisistype 'bedreiging volksgezondheid' de<br />
volgende incidenttypen uitgewerkt:<br />
1. besmettingsgevaar via contactmedia;<br />
2. feitelijke grootschalige besmetting (nog) zonder ziekteverschijnselen;<br />
3. besmettingsgevaar vanuit buitenland;<br />
4. besmettingsgevaar in eigen regio;<br />
5. dierziekte overdraagbaar op mens.<br />
In de kernprojectgroep is voorgesteld om incidenttypen 1 t/m 4 op dit moment niet verder<br />
uit te werken, omdat het geen herkenbare risico's zijn voor de regio <strong>Drenthe</strong> 16 .<br />
Voor punt 3, besmettingsgevaar vanuit buitenland, geldt dat dit voor de toekomst een<br />
risico kan zijn vanwege intercontinentale vluchten van en naar luchthaven Groningen<br />
Airport Eelde. Op dit moment geldt de afspraak dat indien bekend is dat zich een besmet<br />
persoon op een vlucht bevindt, de vlucht wordt doorgestuurd naar Schiphol voor landing.<br />
Dit vanwege de aanwezige middelen aldaar.<br />
6.1.5 Dierziekte overdraagbaar op mens<br />
Dierziekten die overdraagbaar zijn op de mens worden ook wel zoönosen genoemd. De<br />
meeste ziekten bij dieren zijn niet besmettelijk voor de mens. In Nederland heersen<br />
relatief weinig ziekten die je van dieren kunt krijgen omdat er veel controle is op de dieren<br />
en het voedsel 17 .<br />
Wel is het zo dat een dierlijk virus zich kan combineren met een menselijk virus, waar een<br />
grieppandemie uit voort kan komen. Dit is bijvoorbeeld het geval geweest bij de uitbraak<br />
van de Mexicaanse griep in 2009. Dit scenario zal onder het thema ziektegolf aan de orde<br />
komen in 6.2.<br />
16. Wel zijn er in <strong>Drenthe</strong> gevallen geweest van Mexicaanse griep, bij mensen die aldaar<br />
op vakantie zijn geweest.<br />
17. RIVM, 2010.
projectnr. 219694 110188 - DH24 <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> Veiligheidsregio <strong>Drenthe</strong><br />
24 februari 2011, revisie 02 Bijlagenrapport<br />
blad 66 van 87<br />
Voor het onderdeel 'dierziekten overdraagbaar op de mens' wordt geen apart scenario<br />
uitgewerkt. Voor mogelijke effecten wordt aangesloten bij de uitwerking van het scenario<br />
onder crisistype ziektegolf.<br />
6.2 Ziektegolf<br />
Inleiding<br />
In de landelijke Handreiking worden hier twee incidenttypen genoemd:<br />
1. ziektegolf besmettelijke ziekte;<br />
2. ziektegolf niet besmettelijke ziekte.<br />
Voor dit regionale risicoprofiel zal 'ziektegolf besmettelijke ziekte' als uitgangspunt<br />
worden genomen voor verdere uitwerking. Er zal zo veel mogelijk worden aangesloten bij<br />
de regionale draaiboeken van GHOR <strong>Drenthe</strong>. Ook voor de uitwerking van het scenario<br />
Grieppandemie (nieuwe Influenza A) wordt uitgegaan van een bestaand scenario.<br />
Context<br />
Voor 'ziektegolf besmettelijke ziekte' wordt gedoeld op ziekten die van mens op mens of<br />
van dier op mens overdraagbaar zijn. De overdracht vindt plaats doormiddel van microorganismen,<br />
zoals bacteriën, virussen schimmels of parasieten. Dit kan via besmette<br />
personen (contact), voeding, water, besmette lucht (via de luchtwegen) of vectoren zoals<br />
insecten.<br />
Spreiding over de regio<br />
Een ziektegolf heeft geen regiospecifieke spreiding al ligt het voor de hand dat het aantal<br />
ziektegevallen in de dichtbevolkte gebieden hoger zal uitvallen.<br />
Aanloop naar het incident<br />
Bij de ontwikkeling naar een pandemische epidemie nemen behoeften vanuit de<br />
samenleving toe. Belangrijke aandachtspunten vanuit het perspectief van geneeskundige<br />
zorg en primaire levensbehoeften zijn 18 :<br />
Verandering in vraag naar geneeskundige producten en diensten. Hieronder kan<br />
worden verstaan:<br />
o Toename zelfzorgbehoefte, bijvoorbeeld medicatie, hygiënemiddelen en<br />
toename vraag naar kennis en advies;<br />
o Toename psychosociale hulpvragen als gevolg van sterfte in de directe<br />
omgeving;<br />
o Toename van angst, spanning, onrust, protest, geweld. Burgers zijn bang<br />
voor besmetting en doen een beroep op schaarse geneeskundige hulp,<br />
waardoor zorgtoewijzing (wie wel en wie niet) tot deze emoties leidt.<br />
Verandering in vraag naar primaire levensbehoeften:<br />
o Toename in vraag naar (levens)middelen aan huis;<br />
o Toename in vraag naar houdbare voeding en zelfzorgartikelen (schaarste<br />
door hamstergedrag, productieproblemen en logistieke problemen);<br />
o Toename in vraag naar energie, drinkwater en communicatiemiddelen<br />
(ICT) in woningen;<br />
o Toename in vraag opvang en verzorging van zieken, dak- en thuislozen.<br />
18. Ontleend aan het samengesteld Maatschappelijk Scenario Grieppandemie Nederland.
projectnr. 219694 110188 - DH24 <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> Veiligheidsregio <strong>Drenthe</strong><br />
24 februari 2011, revisie 02 Bijlagenrapport<br />
blad 67 van 87<br />
Er mag worden aangenomen dat de uitval in praktijk hoger uit zal vallen dan het aantal<br />
geregistreerde zieken omdat:<br />
• voor zieke personen ook gezonde personen zich zullen onttrekken aan het<br />
maatschappelijke proces, voor verzorging.<br />
• burgers zich preventief kunnen ziekmelden op basis van 'niet lekker voelen' of angst<br />
voor besmetting.<br />
Scenario<br />
Voor de regio <strong>Drenthe</strong> worden twee scenario's voor grieppandemie beschreven (verzoek<br />
ministerie VWS): het verloop van een milde variant en het verloop van een ernstige<br />
variant.<br />
Landelijke uitgangspunten<br />
Mild scenario: 30% van de Nederlandse bevolking wordt ziek (5 miljoen mensen) en er<br />
sterven 5.000 personen 19 . Tijdens de piek van de ziektegolf (1 – 2 weken) zijn<br />
700.000 personen ziek en stijgt het ziekteverzuim met 4 – 10%.<br />
Ernstig scenario: 30% van de bevolking wordt ziek en er sterven 80.000 personen. Tijdens<br />
de piek van de ziektegolf zijn 800.000 - 1.600.000 personen ziek, het ziekteverzuim stijgt<br />
met 20 - 30%.<br />
Sterfte en ziekenhuisopname <strong>Drenthe</strong><br />
Scenario milde variant houdt rekening met mogelijk 150 doden (5.000 doden in<br />
Nederland). Bij een ernstig verloop mogelijk 2.350 sterfgevallen (voor heel Nederland<br />
80.000 doden).<br />
Geschat aantal zieken in <strong>Drenthe</strong>: 125.000 – 150.000 verspreid over een periode van<br />
enkele maanden. Tijdens de piekperiode (1 – 2 weken) respectievelijk 22.000 (mild<br />
scenario) dan wel 25.000 – 50.000 (ernstig scenario).<br />
Te verwachten consulten bij de huisarts<br />
Essentieel is de belasting van de huisartsen tijdens de piek van de ziektegolf.<br />
Uitgangspunt is dat ongeveer 30% van de Drentse bevolking ziek wordt. Dit uitgangspunt<br />
geldt zowel bij een milde als bij een ernstige variant.<br />
Scenario milde variant: ongeveer 22.000 zieken tijdens de piek. Scenario ernstige variant:<br />
25.000 tot 50.000 zieke mensen in <strong>Drenthe</strong> gedurende de piek.<br />
Bij een normale griepepidemie consulteert 70% van de patiënten de huisarts. Voor<br />
<strong>Drenthe</strong> zou dat betekenen dat bij de milde variant in de piekweek plm. 15.500 patiënten<br />
hun huisarts willen consulteren met een vraag over griep.<br />
In een normale situatie consulteren 11.500 Drenten per week hun huisarts over allerlei<br />
klachten. In de piekweek moet daarom uitgegaan worden van 27.000 consulten.<br />
De Huisartsenkring <strong>Drenthe</strong> verwacht bij een mild verloop geen capaciteitsproblemen.<br />
Wordt uitgegaan van het scenario ernstige variant, dan moeten de huisartsen rekenen op<br />
17.500 tot 35.000 extra consulten gedurende de piekweek. Mogelijk consulteren meer<br />
mensen de huisarts bij een ernstige variant. Gaan we uit van 90%, dan betekent dit<br />
tussen de 22.500 en 45.000 extra consulten tijdens de piek van de griepgolf.<br />
Voor het scenario ernstige variant geldt dat er mogelijk capaciteitsproblemen kunnen<br />
ontstaan.<br />
19. Bij een normale wintergriep sterven in Nederland tussen de 250 en 2.000 personen.
projectnr. 219694 110188 - DH24 <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> Veiligheidsregio <strong>Drenthe</strong><br />
24 februari 2011, revisie 02 Bijlagenrapport<br />
blad 68 van 87<br />
Vaccineren<br />
De regio <strong>Drenthe</strong> heeft zich voorbereid op zowel een massavaccinatie als op een situatie<br />
waarbij de rijksoverheid bepaalt welke (risico)groepen (het eerst) gevaccineerd moeten<br />
worden.<br />
Impactbeoordeling<br />
Impactcriteria Score en eventueel beknopte<br />
motivatie<br />
1.1 Aantasting integriteit grondgebied -<br />
2.1 Doden D/E<br />
2.2 Ernstig gewonden en chronische zieken C/D<br />
2.3 Lichamelijk lijden<br />
(gebrek aan primaire levensbehoeften)<br />
A/B<br />
3.1 Kosten C/D<br />
4.1 Langdurige aantasting natuur en milieu -<br />
5.1 Verstoring van het dagelijkse leven B/E<br />
5.3 Sociaal-psychologische impact E/E<br />
6.1 Aantasting cultureel erfgoed -<br />
Waarschijnlijkheid Score<br />
Kans op gebeurtenis per 4 jaar D/D
projectnr. 219694 110188 - DH24 <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> Veiligheidsregio <strong>Drenthe</strong><br />
24 februari 2011, revisie 02 Bijlagenrapport<br />
blad 69 van 87<br />
7 Sociaal-maatschappelijke omgeving<br />
Inleiding<br />
Binnen het maatschappelijk thema "Sociaal-maatschappelijke omgeving" beschouwen<br />
we een tweetal crisistypen.<br />
1. Paniek in menigten<br />
- deze zijn relevant in <strong>Drenthe</strong> en worden hierna verder uitgewerkt.<br />
2. Maatschappelijke onrust (i.p.v. Verstoring openbare orde)<br />
- in overleg met de kernprojectgroep en de politievertegenwoordiging daarin is<br />
geconcludeerd dat er in <strong>Drenthe</strong> een duidelijker beeld is bij het crisistype<br />
"maatschappelijke onrust". Daarom zal een algemeen scenario worden<br />
uitgewerkt behorend bij dit type.<br />
7.1 Paniek in menigten<br />
In de landelijke Handreiking wordt hier één incidenttype genoemd:<br />
1. paniek tijdens grote festiviteiten, concerten, demonstraties<br />
Context<br />
Tijdens bijeenkomsten zoals manifestaties, demonstraties of samenkomsten zijn veel<br />
mensen geconcentreerd aanwezig. Dit geldt ook voor drukbezochte winkelcentra,<br />
markten en bedrijfslocaties.<br />
Verstorende gebeurtenissen (zoals een ongeluk, aanslag of vechtpartij) kunnen leiden tot<br />
panieksituaties. Door een dergelijke gebeurtenis willen de aanwezigen zo snel mogelijk<br />
de locatie verlaten, waarvoor onvoldoende vluchtwegen beschikbaar zijn. Daardoor<br />
kunnen mensen in de verdrukking komen en onwel worden.<br />
Hierbij zijn drie factoren van belang: veel aanwezigen op een beperkt grondoppervlak, het<br />
ingesloten zijn van de aanwezigen (beperkte bewegingsruimte) en de mogelijkheid van<br />
een zogenaamd 'triggerincident' waardoor de paniek ontstaat of wordt aangewakkerd.<br />
Spreiding over de regio<br />
Voorbeelden van grootschalige evenementen in <strong>Drenthe</strong> zijn:<br />
1 Opendag KLandmacht Havelte<br />
2 TT-nacht Assen<br />
3 Zuidlaardermarkt Zuidlaren<br />
4 Gouden pijl Emmen<br />
5 Rodermarkt Roden<br />
Aanloop naar het incident<br />
In de zomer wordt een grootschalig evenement gehouden waarbij ca 40.000 - 60.000<br />
bezoekers dicht op elkaar aanwezig zijn.
projectnr. 219694 110188 - DH24 <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> Veiligheidsregio <strong>Drenthe</strong><br />
24 februari 2011, revisie 02 Bijlagenrapport<br />
blad 70 van 87<br />
Scenario<br />
Tijdens een evenement breekt er onder de bezoekers paniek uit. Oorzaken kunnen zijn:<br />
extreem alcoholgebruik door een groep bezoekers, waardoor een vechtpartij ontstaat, een<br />
ontploffing (bijvoorbeeld een gasfles), een verwarde bezoeker die luidkeels begint te gillen,<br />
e.d. De aanwezige veiligheidsmedewerkers kunnen niet doordringen in de mensenmassa<br />
en de situatie escaleert . Mensen zoeken een uitweg. Doordat de vluchtroutes niet zijn<br />
berekend op de massale uitstroom komen mensen in de verdrukking. Bezoekers vallen, zijn<br />
niet meer in staat op te staan en worden onder de voet gelopen.<br />
Gevolg is dat er een aantal doden en vele (ernstig) gewonden vallen. Gewonden kunnen<br />
niet adequaat worden geholpen door aanwezige hulpdiensten door de grote toevoer van<br />
gewonden en de slechte bereikbaarheid (door de menigte).<br />
Op de langere termijn is er sprake van aantasting van vertrouwen in hulpdiensten en de<br />
overheid, door het escaleren van de situatie.<br />
Impactbeoordeling<br />
Impactcriteria Score en eventueel beknopte<br />
motivatie<br />
1.1 Aantasting integriteit grondgebied -<br />
2.1 Doden B<br />
2.2 Ernstig gewonden en chronische zieken C<br />
2.3 Lichamelijk lijden<br />
(gebrek aan primaire levensbehoeften)<br />
-<br />
3.1 Kosten A<br />
4.1 Langdurige aantasting natuur en milieu -<br />
5.1 Verstoring van het dagelijkse leven A<br />
5.3 Sociaal-psychologische impact C<br />
6.1 Aantasting cultureel erfgoed -<br />
Waarschijnlijkheid Score<br />
Kans op gebeurtenis per 4 jaar C<br />
7.2 Ingrijpende gebeurtenis<br />
Bij dit crisistype hanteren we een aangepaste en meer op <strong>Drenthe</strong> toepasbaar<br />
incidenttype, afwijkend van de handreiking. De handreiking noemt als crisistype<br />
maatschappelijke onrust, voor <strong>Drenthe</strong> is de meer van toepassing zijnde naam<br />
ingrijpende gebeurtenis gekozen.<br />
Context<br />
Een ingrijpende gebeurtenis zoals een misdrijf heeft vaak grote gevolgen.<br />
In de eerste plaats natuurlijk voor de mensen die er mee te maken hebben.<br />
Daarnaast kan zo'n zaak ook invloed hebben op de (wijde) omgeving.<br />
Het delict en de gevolgen kunnen zorgen voor maatschappelijke onrust,<br />
bijvoorbeeld in een wijk of binnen een gemeenschap.<br />
Dergelijke ingrijpende gebeurtenissen hebben vaak als gevolg dat met meerdere partijen<br />
goed moet worden gecommuniceerd. Binnen de huidige rampbestrijdingsorganisatie<br />
weten de kolommen elkaar goed te vinden.
projectnr. 219694 110188 - DH24 <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> Veiligheidsregio <strong>Drenthe</strong><br />
24 februari 2011, revisie 02 Bijlagenrapport<br />
blad 71 van 87<br />
Echter indien de gemeente wordt geconfronteerd met een delict dat zorgt voor<br />
maatschappelijke onrust wordt de gemeente met nog meer partijen geconfronteerd zoals<br />
scholen, slachtofferhulp en maatschappelijk werk. Dit vraagt een goede afstemming en<br />
coördinatie.<br />
Het is derhalve van belang dat een Drents protocol maatschappelijke onrust wordt<br />
opgesteld waarbij de (rampbestrijdings)organisatie aansluit op de (psychosociale)<br />
hulpverlening.<br />
Oorzaak<br />
De randvoorwaarde voor het ontstaan van een verstoring van de openbare orde is een<br />
verhoogde media-aandacht na een incident. Er kan hierdoor een stijgende onrust<br />
ontstaan onder de bevolking uiteindelijk leidend tot verstoring van de openbare orde.<br />
Aanloop naar het incident<br />
Er vindt een gebeurtenis plaats (bijv. de moord op een kind) die lokaal een sterke impact<br />
heeft. In de media krijgt de moord hierdoor veel en voortdurende aandacht.<br />
Beschrijving scenario<br />
Er ontstaat grootschalige onrust door deze voortdurende berichtgeving. Men is bang dat<br />
mogelijk opnieuw een moord plaatsvindt. De gevolgen van die gebeurtenis (dreigen te)<br />
leiden tot maatschappelijke onrust. Hierdoor is naast het informeren van de bevolking<br />
psychosociale hulpverlening een belangrijk aandachtspunt dat geregeld moet worden. In<br />
tijd gezien is het mogelijk om de hulp en de taken te plannen.<br />
Protocol PSHOR (Psychosociale Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen): Bij rampen of<br />
calamiteiten is er een acute gebeurtenis die de normale, dagelijkse situatie overstijgt. De<br />
vraag om hulp is binnen korte tijd groter dan het normale aanbod. Er moet op gezag van<br />
het openbaar bestuur een hulporganisatie worden opgezet die snel is te mobiliseren.<br />
Impactcriteria Score en beknopte motivatie<br />
1.1 Aantasting integriteit grondgebied -<br />
2.1 Doden -<br />
(het slachtoffer is hier de trigger voor<br />
het ontstaan van dit scenario)<br />
2.2 Ernstig gewonden en chronische zieken -<br />
2.3 Lichamelijk lijden<br />
(gebrek aan primaire levensbehoeften)<br />
-<br />
3.1 Kosten -<br />
4.1 Langdurige aantasting natuur en milieu -<br />
5.1 Verstoring van het dagelijkse leven -<br />
5.3 Sociaal-psychologische impact<br />
C<br />
Een groep
projectnr. 219694 110188 - DH24 <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> Veiligheidsregio <strong>Drenthe</strong><br />
24 februari 2011, revisie 02 Bijlagenrapport<br />
Bijlage 5 : Diagrammen per impactcriterium<br />
blad 72 van 87<br />
In deze bijlage worden de risicodiagrammen per impactcriterium gegeven. Zo kan worden<br />
beoordeeld in welke mate scenario's meewegen in het impactcriterium. In onderstaande<br />
tabel worden de criteria nogmaals benoemd.<br />
Vitale belangen en impactcriteria<br />
1.Territoriale veiligheid<br />
1.1 • Aantasting van de integriteit van het grondgebied<br />
2. Fysieke veiligheid<br />
2.1 • Doden<br />
2.2 • Ernstig gewonden en chronisch zieken<br />
2.3 • Lichamelijk lijden (gebrek aan primaire levensbehoeften)<br />
3. Economische veiligheid<br />
3.1 • Kosten<br />
4. Ecologische veiligheid<br />
4.1 • Langdurige aantasting van het milieu en natuur (flora en<br />
fauna)<br />
5. Sociale en politieke stabiliteit<br />
5.1 • Verstoring van het dagelijks leven<br />
5.2 • Aantasting van de lokale en regionale openbaar bestuur<br />
5.3 • Sociaal-psychologische impact<br />
6. Veiligheid van cultureel erfgoed<br />
6.1 • Aantasting van cultureel erfgoed
projectnr. 219694 110188 - DH24 <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> Veiligheidsregio <strong>Drenthe</strong><br />
24 februari 2011, revisie 02 Bijlagenrapport<br />
blad 73 van 87<br />
1.1 Aantasting van de integriteit van het grondgebied<br />
Impact<br />
2.1 Doden<br />
Impact<br />
Catastrofaal<br />
Zeer ernstig<br />
Ernstig<br />
Aanzienlijk<br />
Catastrofaal<br />
Zeer ernstig<br />
Ernstig<br />
Aanzienlijk<br />
1<br />
0,1<br />
0,01<br />
1<br />
0,1<br />
Beperkt<br />
0,01<br />
Zeer onwaarschijnlijk Onwaarschijnlijk Mogelijk Waarschijnlijk Zeer waarschijnlijk<br />
Luchtvaartincident (bij start of<br />
landing)<br />
Incident brandbare stof (transport)<br />
Overstromingen<br />
Overstromingen<br />
Waarschijnlijkheid<br />
Verontreiniging drinkwaternet<br />
Natuurbranden<br />
Zeer onwaarschijnlijk Onwaarschijnlijk Mogelijk Waarschijnlijk Zeer waarschijnlijk<br />
Incident brandbare stof (transport)<br />
Luchtvaartincident (bij start of<br />
landing)<br />
Waarschijnlijkheid<br />
Verstoring telecommunicatie en ICT<br />
Paniek in menigten<br />
Incident giftige stof (stationaire<br />
inrichting)<br />
Grieppandemie ernstig<br />
Grieppandemie mild<br />
Brand in gebouw met<br />
niet/verminderd zelfredzamen<br />
Grootschalige kettingbotsing<br />
(wegverkeer)<br />
Natuurbranden<br />
Storm
projectnr. 219694 110188 - DH24 <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> Veiligheidsregio <strong>Drenthe</strong><br />
24 februari 2011, revisie 02 Bijlagenrapport<br />
blad 74 van 87<br />
2.2 Ernstig gewonden en chronisch zieken<br />
Impact<br />
Catastrofaal<br />
Zeer ernstig<br />
Ernstig<br />
Aanzienlijk<br />
Beperkt<br />
Zeer onwaarschijnlijk Onwaarschijnlijk Mogelijk Waarschijnlijk Zeer waarschijnlijk<br />
Luchtvaartincident (bij start of<br />
landing)<br />
Incident brandbare stof (transport)<br />
Paniek in menigten<br />
Verstoring telecommunicatie en ICT<br />
Incident giftige stof (stationaire<br />
inrichting)<br />
2.3 Lichamelijk lijden (gebrek aan primaire levensbehoeften)<br />
Impact<br />
Catastrofaal<br />
Zeer ernstig<br />
Ernstig<br />
Aanzienlijk<br />
1<br />
0,1<br />
0,01<br />
1<br />
0,1<br />
Beperkt<br />
0,01<br />
Uitval gasvoorziening<br />
Waarschijnlijkheid<br />
Waarschijnlijkheid<br />
Grieppandemie ernstig<br />
Brand in gebouw met<br />
niet/verminderd zelfredzamen<br />
Grootschalige kettingbotsing<br />
(wegverkeer)<br />
Grieppandemie mild<br />
Storm<br />
Natuurbranden<br />
Zeer onwaarschijnlijk Onwaarschijnlijk Mogelijk Waarschijnlijk Zeer waarschijnlijk<br />
Verontreiniging drinkwaternet<br />
Uitval elekticiteitsvoorziening<br />
Grieppandemie ernstig<br />
Grieppandemie mild
projectnr. 219694 110188 - DH24 <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> Veiligheidsregio <strong>Drenthe</strong><br />
24 februari 2011, revisie 02 Bijlagenrapport<br />
blad 75 van 87<br />
3.1 Kosten<br />
Impact<br />
Catastrofaal<br />
Zeer ernstig<br />
Ernstig<br />
Aanzienlijk<br />
1<br />
0,1<br />
Beperkt<br />
0,01<br />
Zeer onwaarschijnlijk Onwaarschijnlijk Mogelijk Waarschijnlijk Zeer waarschijnlijk<br />
Luchtvaartincident (bij start of<br />
landing)<br />
Incident brandbare stof (transport)<br />
Uitval elekticiteitsvoorziening<br />
Overstromingen<br />
Verstoring telecommunicatie en ICT<br />
Incident giftige stof (stationaire<br />
inrichting)<br />
Uitval gasvoorziening<br />
Waarschijnlijkheid<br />
Verontreiniging drinkwaternet<br />
Paniek in menigten<br />
4.1 Langdurige aantasting van het milieu en natuur (flora en fauna)<br />
Impact<br />
Catastrofaal<br />
Zeer ernstig<br />
Ernstig<br />
Aanzienlijk<br />
1<br />
0,1<br />
Beperkt<br />
0,01<br />
Overstromingen<br />
Waarschijnlijkheid<br />
Grieppandemie ernstig<br />
Grieppandemie mild<br />
Storm<br />
Grootschalige kettingbotsing<br />
(wegverkeer)<br />
Brand in gebouw met<br />
niet/verminderd zelfredzamen<br />
Natuurbranden<br />
Zeer onwaarschijnlijk Onwaarschijnlijk Mogelijk Waarschijnlijk Zeer waarschijnlijk<br />
Natuurbranden
projectnr. 219694 110188 - DH24 <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> Veiligheidsregio <strong>Drenthe</strong><br />
24 februari 2011, revisie 02 Bijlagenrapport<br />
blad 76 van 87<br />
5.1 Verstoring van het dagelijks leven<br />
Impact<br />
Catastrofaal<br />
Zeer ernstig<br />
Ernstig<br />
Aanzienlijk<br />
0,1<br />
Beperkt<br />
0,01<br />
Zeer onwaarschijnlijk Onwaarschijnlijk Mogelijk Waarschijnlijk Zeer waarschijnlijk<br />
Incident brandbare stof (transport)<br />
5.3 Sociaal-psychologische impact<br />
Impact<br />
Catastrofaal<br />
Zeer ernstig<br />
Ernstig<br />
Aanzienlijk<br />
1<br />
1<br />
0,1<br />
Beperkt<br />
0,01<br />
Verstoring telecommunicatie en ICT<br />
Luchtvaartincident (bij start of<br />
landing)<br />
Overstromingen<br />
Uitval gasvoorziening<br />
Waarschijnlijkheid<br />
Uitval elekticiteitsvoorziening<br />
Verontreiniging drinkwaternet<br />
Paniek in menigten<br />
Uitval elekticiteitsvoorziening<br />
Verontreiniging drinkwaternet<br />
Overstromingen<br />
Grieppandemie ernstig<br />
Storm<br />
Grieppandemie mild<br />
Brand in gebouw met<br />
niet/verminderd zelfredzamen<br />
Natuurbranden<br />
Zeer onwaarschijnlijk Onwaarschijnlijk Mogelijk Waarschijnlijk Zeer waarschijnlijk<br />
Luchtvaartincident (bij start of<br />
landing)<br />
Incident brandbare stof (transport)<br />
Verstoring telecommunicatie en ICT<br />
Incident giftige stof (stationaire<br />
inrichting)<br />
Ingrijpende gebeurtenis<br />
Waarschijnlijkheid<br />
Paniek in menigten<br />
Grieppandemie ernstig<br />
Grootschalige kettingbotsing<br />
(wegverkeer)<br />
Natuurbranden
projectnr. 219694 110188 - DH24 <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> Veiligheidsregio <strong>Drenthe</strong><br />
24 februari 2011, revisie 02 Bijlagenrapport<br />
blad 77 van 87<br />
6.1 Aantasting van cultureel erfgoed<br />
Impact<br />
Catastrofaal<br />
Zeer ernstig<br />
Ernstig<br />
Aanzienlijk<br />
1<br />
0,1<br />
Beperkt<br />
0,01<br />
Waarschijnlijkheid<br />
Zeer onwaarschijnlijk Onwaarschijnlijk Mogelijk Waarschijnlijk Zeer waarschijnlijk<br />
Het criterium aantasting cultureel erfgoed heeft voor dit risicoprofiel een zodanig lage<br />
score dat deze niet voorkomt in bovenstaand diagram.
projectnr. 219694 110188 - DH24 <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> Veiligheidsregio <strong>Drenthe</strong><br />
24 februari 2011, revisie 02 Bijlagenrapport<br />
Bijlage 6 : Aanvullende informatie regio <strong>Drenthe</strong><br />
blad 78 van 87<br />
Bevolkingsdichtheid
projectnr. 219694 110188 - DH24 <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> Veiligheidsregio <strong>Drenthe</strong><br />
24 februari 2011, revisie 02 Bijlagenrapport<br />
blad 79 van 87<br />
Recreatieterreinen
projectnr. 219694 110188 - DH24 <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> Veiligheidsregio <strong>Drenthe</strong><br />
24 februari 2011, revisie 02 Bijlagenrapport<br />
blad 80 van 87<br />
Cultuurhistorische waarde
projectnr. 219694 110188 - DH24 <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> Veiligheidsregio <strong>Drenthe</strong><br />
24 februari 2011, revisie 02 Bijlagenrapport<br />
blad 81 van 87<br />
Economische Kernzone
projectnr. 219694 110188 - DH24 <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> Veiligheidsregio <strong>Drenthe</strong><br />
24 februari 2011, revisie 02 Bijlagenrapport<br />
Bijlage 7 : Capaciteiteninventarisatie<br />
blad 82 van 87<br />
Voor alle scenario's is op basis van expert judgement aangegeven of in de huidige situatie<br />
een knelpunt in de capaciteit van de veiligheidsregio wordt verwacht.
projectnr. 219694 110188 - DH24 <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> Veiligheidsregio <strong>Drenthe</strong><br />
24 februari 2011, revisie 02 Bijlagenrapport<br />
blad 83 van 87
projectnr. 219694 110188 - DH24 <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> Veiligheidsregio <strong>Drenthe</strong><br />
24 februari 2011, revisie 02 Bijlagenrapport<br />
blad 84 van 87<br />
1. Evacueren van camping is aandachtspunt. Ook is er meer aandacht nodig voor<br />
proactie/preventie op campings, bijvoorbeeld op het gebied van early warning.<br />
2. Gebied ingaan zonder 4x4 is lastig. Vraag is namelijk of de brandweer wel de<br />
capaciteit wil hebben dit te kunnen, vergt veel inzet. Andere aanpak mogelijk.<br />
3. 2 tot 3 van deze acties gelijktijdig kan de politie aan, echter hier wordt inzet van<br />
meer acties gelijkertijd gevraagd. Dit kan politie naar verwachting niet aan.<br />
4. In samenwerking met de gemeente<br />
5. Voor bronbestrijding van de plasbrand is watervoorraad toereikend, echter naar<br />
verwachting niet voor de nabranden na de BLEVE.<br />
6. 2 tot 3 van deze acties gelijktijdig kan de politie aan, echter hier wordt inzet van<br />
meer acties gelijkertijd gevraagd. Dit kan politie naar verwachting niet aan.<br />
7. Korte termijn opvang is een probleem.<br />
8. Uitgangspunt samenwerking WMD en gemeente.<br />
9. Ook maximale capaciteitinzet van de politie is niet toereikend.<br />
10. Probleem is de toegankelijkheid, dit kan ertoe leiden dat mensen te lang blijven<br />
zitten. Vraag is echter of extra capaciteit een verbetering van de aanpak kan<br />
opleveren.<br />
11. Hierbij wordt gedacht aan de mensen (familie!) in de ontvangsthal, verwachting is<br />
dat zij na crash direct naar de incidentlocatie lopen, politie is op zijn vroegst pas<br />
na ca. 30 min. met voldoende capaciteit ter plekke, op dat moment kan de<br />
situatie al uit de hand zijn gelopen.<br />
12. Opvang door gemeenten is op papier geregeld, in de praktijk werkt deze naar<br />
verwachting niet.<br />
13. Er vindt wel registratie plaats, echter niet door de gemeente. Gemeente is<br />
doorgaans te laat aanwezig, andere partijen registreren al (hulpverlening GHOR,<br />
brandweer). Vraag: moet de gemeente wel verantwoordelijk blijven voor deze<br />
taak?<br />
14. Personeel GHOR valt ook uit.<br />
15. Continue evaluatie van evenementen is noodzakelijk. Crowd management!<br />
16. Vraag is of vooraf opvang geregeld wordt. Aandachtspunt in de preventieve sfeer,<br />
vergunningverlening evenement.<br />
17. Communicatie is goed geregeld, maar via vooraf niet voorziene kanalen kan<br />
informatie buiten het crisisteam om naar het publiek/media worden geleverd.<br />
Aandachtspunten communicatie zijn:<br />
- afstemming<br />
- hoe breng je de boodschap?<br />
- juiste mensen op de juiste plek!<br />
18. BHV-organisatie in instellingen met verminderd zelfredzame personen in de<br />
nachtsituatie is een zorgpunt<br />
19. Voorwaarde is dat logistieke processen niet beperkend zijn.
projectnr. 219694 110188 - DH24 <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> Veiligheidsregio <strong>Drenthe</strong><br />
24 februari 2011, revisie 02 Bijlagenrapport<br />
Bijlage 8 : Leden projectgroep en klankbordgroep<br />
blad 85 van 87<br />
Naam Instantie<br />
Femke Boudestein (projectleider) <strong>Hulpverleningsdienst</strong> <strong>Drenthe</strong><br />
Harry Thomassen OM Parket Assen, Groningen, Leeuwarden<br />
Nannie Schmid Provincie<br />
Mariette Sieders Brandweer Emmen<br />
Frank Fundter OVR defensie<br />
Albert Tjarks GHOR<br />
Elly van der Meulen GHOR<br />
Harry van der Meer Politie/ CCB<br />
Gerrit-Jan Warmelink Waterschap<br />
Dirk van Dijken <strong>Hulpverleningsdienst</strong> <strong>Drenthe</strong><br />
Marcelle de Haan <strong>Hulpverleningsdienst</strong> <strong>Drenthe</strong><br />
Johan Panneman Gemeente Aa en Hunze<br />
Harald Aarnink Regio Twente<br />
Petra Holzhaus Waterleidingmaatschappij <strong>Drenthe</strong><br />
Kees Hoeben Enexis<br />
Bert Boxum Enexis<br />
Ron de Groot ProRail regio noordoost<br />
Jan Huizing Luchthaven Groningen Airport Eelde<br />
Jaap van der Lelie KPN/Getronics<br />
Jaap van der Schaaf Oranjewoud/Save<br />
Monique Berrevoets Oranjewoud/Save<br />
Derk-Christiaan van Dijk Oranjewoud/Save
projectnr. 219694 110188 - DH24 <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> Veiligheidsregio <strong>Drenthe</strong><br />
24 februari 2011, revisie 02 Bijlagenrapport<br />
Bijlage 9 : Geraadpleegde literatuur<br />
blad 86 van 87<br />
• Landelijke Handreiking <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong>;<br />
• Strategie Nationale Veiligheid;<br />
• Beleidsuitgangspunten nationale veiligheid van ministerie van BZK;<br />
• Leidraad Methode 2008;<br />
• Inventarisatie risicobronnen (specifiek w.o. die vanuit de risicokaart, generiek vanuit<br />
de nationale risicobeoordeling/nationale veiligheid).
projectnr. 219694 110188 - DH24 <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> Veiligheidsregio <strong>Drenthe</strong><br />
24 februari 2011, revisie 02 Bijlagenrapport<br />
Bijlage 10 : Uittreksels per gemeente<br />
blad 87 van 87
Uw gemeente in het regionaal risicoprofiel (Aa en Hunze)<br />
In dit document is in het kort samengevat welke lokale informatie van de gemeente Aa en<br />
Hunze is terug te vinden in het regionaal risicoprofiel.<br />
Basis voor het regionaal risicoprofiel is informatie uit de provinciale risicokaart.<br />
Gemeentelijke informatie over risico’s worden door de gemeente zelf ingevoerd en<br />
beheerd.<br />
Het regionaal risicoprofiel bestaat uit twee onderdelen:<br />
1. Hoofdrapport<br />
2. Bijlagen<br />
Hoofdrapport<br />
Pagina Onderwerp Lokale informatie<br />
9 Kerncijfers gemeenten Bevolkingsaantallen gemeente Aa en<br />
Hunze<br />
18 Incidenttypen per gemeente Incidenttypen die kunnen voorkomen in<br />
de gemeente Aa en Hunze<br />
Bijlagenrapport<br />
Pagina Onderwerp Lokale informatie<br />
27 Natuurbranden De gemeente Aa en Hunze heeft veel<br />
natuurgebieden. Genoemd worden<br />
onder andere:<br />
Boswachterij Gieten-Borger,<br />
boswachterij Grolloo, het<br />
Drouwenerzand en natuurgebied bij<br />
Schoonloo.<br />
40,41 Vervoer gevaarlijke stoffen via<br />
buisleidingen<br />
Van het zuurgasveld in onder meer<br />
Gasselternijveen wordt per buisleiding<br />
zuurgas vervoerd richting de gas<br />
zuiveringsinstallatie in Emmen.<br />
63 Verkeersongevallen N34 wordt genoemd als autoweg waar<br />
veel ongevallen plaatsvinden.<br />
N33, van Assen naar Delfzijl wordt aan<br />
het risicobeeld toegevoegd (zie<br />
erratum).<br />
Niet in het regionaal risicoprofiel opgenomen lokale risico’s<br />
Bij de samenstelling van het <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> <strong>Drenthe</strong> is gekeken naar risico’s die<br />
van invloed kunnen zijn op de capaciteit van de veiligheidsregio als geheel. Voor deze<br />
risico’s is een inschatting gemaakt van de impact en de kans op voorkomen<br />
(waarschijnlijkheid).Vervolgens is beoordeeld of een risico al voldoende bestuurlijke<br />
aandacht – lokaal of regionaal - krijgt. Die benadering leidt tot een beperking van het<br />
aantal beschreven regionale risico’s tot 15 scenario’s. Omdat er een afweging is gemaakt<br />
op regionaal niveau worden niet alle lokale risico’s benoemd. Zo zijn bijvoorbeeld<br />
uitsluitend bedrijven vallend onder het Besluit Risico's Zware Ongevallen 1999 (BRZO) in
het <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> betrokken en worden alleen de vijf meest risicovolle Drentse<br />
evenementen met name genoemd. Dat betekent uiteraard niet dat veiligheidsaspecten<br />
van andere bedrijven of evenementen geen aandacht krijgen.<br />
Tijdens de voorbereiding van het <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> zijn aanvullend op dit profiel de<br />
volgende risico’s voor de gemeente Aa en Hunze benoemd.<br />
lokaal risico onderbouwing<br />
Avebe, Gasselternijeveen Avebe betreft geen BRZO en ook geen Bevi (de<br />
lichtere) categorie bedrijf.<br />
Het bedrijf is daarom niet met naam genoemd in het<br />
regionaal risicoprofiel.
Uw gemeente in het regionaal risicoprofiel (Assen)<br />
In dit document is in het kort samengevat welke lokale informatie van de gemeente Assen<br />
is terug te vinden in het regionaal risicoprofiel.<br />
Basis voor het regionaal risicoprofiel is informatie uit de provinciale risicokaart.<br />
Gemeentelijke informatie over risico’s worden door de gemeente zelf ingevoerd en<br />
beheerd.<br />
Het regionaal risicoprofiel bestaat uit twee onderdelen:<br />
1. Hoofdrapport<br />
2. Bijlagen<br />
Hoofdrapport<br />
Pagina Onderwerp Lokale informatie<br />
9 Kerncijfers gemeenten Bevolkingsaantallen gemeente Assen<br />
9 Ligging en typering van <strong>Drenthe</strong> Genoemd worden ziekenhuis van Assen<br />
en de TT.<br />
11 Toekomstige ontwikkelingen Verbreding N33<br />
18 Incidenttypen per gemeente Incidenttypen die kunnen voorkomen in<br />
de gemeente Assen.<br />
Bijlagenrapport<br />
Pagina Onderwerp Lokale informatie<br />
40 Incident vervoer gevaarlijke stoffen Over het spoor bij assen worden<br />
gevaarlijke stoffen vervoerd.<br />
42 Incident stationaire inrichting In Assen staat een<br />
ammoniakkoelinstallatie<br />
63 Verkeersincidenten op het land N371 wordt genoemd als een weg met<br />
relatief veel ongelukken.<br />
64 Incident treinverkeer Er hebben zich in de laatste 8 jaar een<br />
tweetal treinincidenten voorgedaan in<br />
de gemeente Assen.<br />
65 Kettingbotsing Een dergelijk scenario zou zich in de<br />
gemeente voor kunnen doen,<br />
bijvoorbeeld op de A28.<br />
70 Paniek in menigte De TT is een evenement waar een<br />
dergelijk scenario zich voor zou kunnen<br />
doen.
Niet in het regionaal risicoprofiel opgenomen lokale risico’s<br />
Bij de samenstelling van het <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> <strong>Drenthe</strong> is gekeken naar risico’s die<br />
van invloed kunnen zijn op de capaciteit van de veiligheidsregio als geheel. Voor deze<br />
risico’s is een inschatting gemaakt van de impact en de kans op voorkomen<br />
(waarschijnlijkheid).Vervolgens is beoordeeld of een risico al voldoende bestuurlijke<br />
aandacht – lokaal of regionaal - krijgt. Die benadering leidt tot een beperking van het<br />
aantal beschreven regionale risico’s tot 15 scenario’s. Omdat er een afweging is gemaakt<br />
op regionaal niveau worden niet alle lokale risico’s benoemd. Zo zijn bijvoorbeeld<br />
uitsluitend bedrijven vallend onder het Besluit Risico's Zware Ongevallen 1999 (BRZO) in<br />
het <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> betrokken en worden alleen de vijf meest risicovolle Drentse<br />
evenementen met name genoemd. Dat betekent uiteraard niet dat veiligheidsaspecten<br />
van andere bedrijven of evenementen geen aandacht krijgen.<br />
Tijdens de voorbereiding van het <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> zijn aanvullend op dit profiel<br />
geen specifiek lokale risico’s van de gemeente Assen benoemd.
Uw gemeente in het regionaal risicoprofiel<br />
(Borger-Odoorn)<br />
In dit document is in het kort samengevat welke lokale informatie van de gemeente Borger-<br />
Odoorn is terug te vinden in het regionaal risicoprofiel.<br />
Basis voor het regionaal risicoprofiel is informatie uit de provinciale risicokaart. Gemeentelijke<br />
informatie over risico’s worden door de gemeente zelf ingevoerd en beheerd.<br />
Het regionaal risicoprofiel bestaat uit twee onderdelen:<br />
1. Hoofdrapport<br />
2. Bijlagen<br />
Hoofdrapport<br />
Pagina Onderwerp Lokale informatie<br />
9 Kerncijfers gemeenten Bevolkingsaantallen gemeente Borger-<br />
Odoorn<br />
18 Incidenttypen per gemeente Incidenttypen die kunnen voorkomen in<br />
de gemeente Borger-Odoorn.<br />
Bijlagenrapport<br />
Pagina Onderwerp Lokale informatie<br />
28 Natuurbrand Nationaal park Drentsche Aa en<br />
boswachterij Gieten-Borger.<br />
29 Natuurbrand Boswachterij Exloo-Odoorn, Valtherbos.<br />
29 Natuurbrand in relatie tot kwetsbare Campeerterrein Vlintenholt, camping<br />
objecten.<br />
Klijndijk en camping Drouwenerzand.<br />
40 Incident transport Zuurgasveld Borger-Odoorn, er loopt<br />
een buisleiding door de gemeente<br />
richting Torenwijk (Odoornerveen).<br />
Niet in het regionaal risicoprofiel opgenomen lokale risico’s<br />
Bij de samenstelling van het <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> <strong>Drenthe</strong> is gekeken naar risico’s die van<br />
invloed kunnen zijn op de capaciteit van de veiligheidsregio als geheel. Voor deze risico’s is een<br />
inschatting gemaakt van de impact en de kans op voorkomen (waarschijnlijkheid).Vervolgens is<br />
beoordeeld of een risico al voldoende bestuurlijke aandacht – lokaal of regionaal - krijgt. Die<br />
benadering leidt tot een beperking van het aantal beschreven regionale risico’s tot 15 scenario’s.<br />
Omdat er een afweging is gemaakt op regionaal niveau worden niet alle lokale risico’s benoemd.<br />
Zo zijn bijvoorbeeld uitsluitend bedrijven vallend onder het Besluit Risico's Zware Ongevallen<br />
1999 (BRZO) in het <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> betrokken en worden alleen de vijf meest risicovolle<br />
Drentse evenementen met name genoemd. Dat betekent uiteraard niet dat veiligheidsaspecten<br />
van andere bedrijven of evenementen geen aandacht krijgen.
In het bestuurlijk gesprek met de gemeente zijn aanvullend op dit profiel de volgende risico’s voor<br />
de gemeente Borger-Odoorn benoemd.<br />
lokaal risico onderbouwing<br />
Verkeersincidenten, kettingbotsing<br />
zou ook plaats kunnen vinden op de<br />
N34.<br />
Ingrijpende gebeurtenis,<br />
maatschappelijke onrust.<br />
N34 wordt benoemd als een gevaarlijke weg.<br />
Kans op een grootschalige kettingbotsing wordt op A28<br />
groter geacht.<br />
Dat klopt , dit kan ook plaatsvinden in Borger-Odoorn.<br />
Hangt samen met bevolkingssamenstelling.
Uw gemeente in het regionaal risicoprofiel (Coevorden)<br />
In dit document is in het kort samengevat welke lokale informatie van de gemeente<br />
Coevorden is terug te vinden in het regionaal risicoprofiel.<br />
Basis voor het regionaal risicoprofiel is informatie uit de provinciale risicokaart.<br />
Gemeentelijke informatie over risico’s worden door de gemeente zelf ingevoerd en<br />
beheerd.<br />
Het regionaal risicoprofiel bestaat uit twee onderdelen:<br />
1. Hoofdrapport<br />
2. Bijlagen<br />
Hoofdrapport<br />
Pagina Onderwerp Lokale informatie<br />
9 Kerncijfers gemeenten Informatie bevolkingsaantallen<br />
Coevorden.<br />
18 Incidenttypen per gemeente Incidenttypen die kunnen voorkomen in<br />
de gemeente Coevorden.<br />
Bijlagenrapport<br />
Pagina Onderwerp Lokale informatie<br />
24 Wateroverlast Ernstige wateroverlast in Coevorden in<br />
1998. N34 moest worden afgesloten.<br />
28 Natuurbranden Genoemd wordt het natuurgebied<br />
Sleenerzand.<br />
41 Incident transport Bij Coevorden, Dalen en<br />
Oosterhesselen liggen Gas Zuiverings<br />
Installaties.<br />
64 Verkeersincidenten op land N37 tussen Holsloot en de Duitse grens<br />
wordt benoemd als weg met relatief<br />
veel verkeersincidenten.<br />
65 Treinincidenten In de afgelopen 8 jaar heeft zich 1<br />
treinincident voorgedaan in de<br />
gemeente Coevorden.<br />
Niet in het regionaal risicoprofiel opgenomen lokale risico’s<br />
Bij de samenstelling van het <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> <strong>Drenthe</strong> is gekeken naar risico’s die<br />
van invloed kunnen zijn op de capaciteit van de veiligheidsregio als geheel. Voor deze<br />
risico’s is een inschatting gemaakt van de impact en de kans op voorkomen<br />
(waarschijnlijkheid).Vervolgens is beoordeeld of een risico al voldoende bestuurlijke<br />
aandacht – lokaal of regionaal - krijgt. Die benadering leidt tot een beperking van het<br />
aantal beschreven regionale risico’s tot 15 scenario’s. Omdat er een afweging is gemaakt<br />
op regionaal niveau worden niet alle lokale risico’s benoemd. Zo zijn bijvoorbeeld<br />
uitsluitend bedrijven vallend onder het Besluit Risico's Zware Ongevallen 1999 (BRZO) in<br />
het <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> betrokken en worden alleen de vijf meest risicovolle Drentse
evenementen met name genoemd. Dat betekent uiteraard niet dat veiligheidsaspecten<br />
van andere bedrijven of evenementen geen aandacht krijgen.<br />
Tijdens de voorbereiding van het <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> zijn aanvullend op dit profiel de<br />
volgende lokale risico’s voor de gemeente Coevorden benoemd.<br />
lokaal risico onderbouwing<br />
Railverbinding Dit is benoemd bij het risico treinincident.<br />
Europapark In het regionaal risicoprofiel zijn alleen de<br />
meest risicovolle bedrijven (BRZO)<br />
benoemd.<br />
Vuilverbrandingsinstallatie Duitsland Onduidelijk is of dit een risico betreft. Moet<br />
nog onderzocht worden.<br />
Route gevaarlijke stoffen. Niet benoemd in de tekst. Wel zichtbaar in<br />
figuur B4.5, pag. 44.<br />
Munitieopslag Moet nader uitgezocht worden. Gegevens<br />
waren binnen de termijn van het opstellen<br />
van het regionaal risicoprofiel niet<br />
beschikbaar.<br />
Kerncentrale Lingen. Dit risico is opgenomen in het regionaal<br />
risicoprofiel, bijlagen pag 48. Moet verder<br />
worden uitgewerkt bij actualisatie<br />
risicoprofiel.
Uw gemeente in het regionaal risicoprofiel (de Wolden)<br />
In dit document is in het kort samengevat welke lokale informatie van de gemeente de<br />
Wolden is terug te vinden in het regionaal risicoprofiel.<br />
Basis voor het regionaal risicoprofiel is informatie uit de provinciale risicokaart.<br />
Gemeentelijke informatie over risico’s worden door de gemeente zelf ingevoerd en<br />
beheerd.<br />
Het regionaal risicoprofiel bestaat uit twee onderdelen:<br />
1. Hoofdrapport<br />
2. Bijlagen<br />
Hoofdrapport<br />
Pagina Onderwerp Lokale informatie<br />
9 Kerncijfers gemeenten Bevolkingsaantallen gemeente de<br />
Wolden<br />
18 Incidenttypen per gemeente Incidenttypen die kunnen voorkomen in<br />
de gemeente de Wolden<br />
Bijlagenrapport<br />
Pagina Onderwerp Lokale informatie<br />
26,27 Natuurbrand Genoemd wordt het natuurgebied<br />
Anserdennen en als kwetsbaar object<br />
bij een natuurbrand een camping in<br />
Ruinen.<br />
64 Treinincident Genoemd wordt een treinincident bij<br />
Koekange.<br />
Niet in het regionaal risicoprofiel opgenomen lokale risico’s<br />
Bij de samenstelling van het <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> <strong>Drenthe</strong> is gekeken naar risico’s die<br />
van invloed kunnen zijn op de capaciteit van de veiligheidsregio als geheel. Voor deze<br />
risico’s is een inschatting gemaakt van de impact en de kans op voorkomen<br />
(waarschijnlijkheid).Vervolgens is beoordeeld of een risico al voldoende bestuurlijke<br />
aandacht – lokaal of regionaal - krijgt. Die benadering leidt tot een beperking van het<br />
aantal beschreven regionale risico’s tot 15 scenario’s. Omdat er een afweging is gemaakt<br />
op regionaal niveau worden niet alle lokale risico’s benoemd. Zo zijn bijvoorbeeld<br />
uitsluitend bedrijven vallend onder het Besluit Risico's Zware Ongevallen 1999 (BRZO) in<br />
het <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> betrokken en worden alleen de vijf meest risicovolle Drentse<br />
evenementen met name genoemd. Dat betekent uiteraard niet dat veiligheidsaspecten<br />
van andere bedrijven of evenementen geen aandacht krijgen.
Tijdens de voorbereiding van het <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> zijn aanvullend op dit profiel de<br />
volgende risico’s voor de gemeente de Wolden benoemd.<br />
lokaal risico onderbouwing<br />
Ingrijpende gebeurtenis en<br />
Dit scenario zou ook plaats hebben kunnen vinden in<br />
maatschappelijke onrust.<br />
de Wolden.<br />
In gemeente de Wolden zijn een twee In het regionaal risicoprofiel worden alleen de zwaarste<br />
evenementen de oldtimerdag, en categorie evenementen genoemd (C-evenementen).<br />
concours hippique.<br />
De evenementen in de gemeente de Wolden vallen<br />
daar niet onder.<br />
De gemeente de Wolden kent veel<br />
transportassen (zowel trein als<br />
wegverkeer). Aanvullend worden<br />
daarbij genoemd munitietransporten.<br />
Deze worden genoemd in het regionaal risicoprofiel.
Uw gemeente in het regionaal risicoprofiel (Emmen)<br />
In dit document is in het kort samengevat welke lokale informatie van de gemeente<br />
Emmen is terug te vinden in het regionaal risicoprofiel.<br />
Basis voor het regionaal risicoprofiel is informatie uit de provinciale risicokaart.<br />
Gemeentelijke informatie over risico’s worden door de gemeente zelf ingevoerd en<br />
beheerd.<br />
Het regionaal risicoprofiel bestaat uit twee onderdelen:<br />
1. Hoofdrapport<br />
2. Bijlagen<br />
Hoofdrapport<br />
Pagina Onderwerp Lokale informatie<br />
8 Ligging en typering van <strong>Drenthe</strong> Ziekenhuis in Emmen, evenement de<br />
Gouden Pijl.<br />
Toeristische attractie: Dierenpark<br />
Emmen<br />
9 Kerncijfers gemeenten Informatie bevolkingsaantallen<br />
gemeente Emmen<br />
11 Toekomstige ontwikkelingen In gebruikname van het olieveld<br />
Schoonebeek.<br />
18 Incidenttypen per gemeente Incidenttypen die kunnen voorkomen in<br />
de gemeente Emmen.<br />
Bijlagenrapport<br />
Pagina Onderwerp Lokale informatie<br />
24 Wateroverlast Wateroverlast Emmen 1998<br />
28 Natuurbranden Natuurgebieden rond Emmen in relatie<br />
tot bewoond gebied en kwetsbare<br />
gebouwen (ziekenhuis)<br />
36 Brand in gebouwen met<br />
grootschalige publieksfunctie<br />
Genoemd wordt stadion Emmen<br />
40 Vervoer gevaarlijke stoffen spoor Vervoer zeer brandbare vloeistoffen op<br />
baanvak Zwolle- Emmen<br />
40 Vervoer gevaarlijke stoffen<br />
buisleiding<br />
Vervoer van zuurgas per buisleiding<br />
naar Gas Zuiveringsinstallatie<br />
Emmen/Nieuw Amsterdam en<br />
Schoonebeek.<br />
41 Stationaire inrichtingen Op het terrein van Emmtech zijn<br />
meerdere bedrijven gevestigd,<br />
waaronder twee BRZO bedrijven:<br />
-Teijin Aramid BV<br />
-Diolen Industrial Fibers BV<br />
41, 42 Ammoniakkoelinstallatie Zijn ook aanwezig in Emmen<br />
47 Kernincidenten Kerncentrale Lingen
Risico’s moeten nog nader worden<br />
omschreven. In afwachting van de<br />
actualisering van het huidige<br />
rampbestrijdingsplan zal deze<br />
informatie (wanneer beschikbaar)<br />
worden toegevoegd aan het regionaal<br />
risicoprofiel.<br />
63 Verkeersincidenten wegverkeer Aantallen verkeersdoden N 381<br />
64 Verkeersincidenten treinverkeer Treinincident bij Emmen<br />
70 Paniek tijdens grote festiviteiten Gouden Pijl Emmen<br />
Niet in het regionaal risicoprofiel opgenomen lokale risico’s<br />
Bij de samenstelling van het <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> <strong>Drenthe</strong> is gekeken naar risico’s die<br />
van invloed kunnen zijn op de capaciteit van de veiligheidsregio als geheel. Voor deze<br />
risico’s is een inschatting gemaakt van de impact en de kans op voorkomen<br />
(waarschijnlijkheid).Vervolgens is beoordeeld of een risico al voldoende bestuurlijke<br />
aandacht – lokaal of regionaal - krijgt. Die benadering leidt tot een beperking van het<br />
aantal beschreven regionale risico’s tot 15 scenario’s. Omdat er een afweging is gemaakt<br />
op regionaal niveau worden niet alle lokale risico’s benoemd. Zo zijn bijvoorbeeld<br />
uitsluitend bedrijven vallend onder het Besluit Risico's Zware Ongevallen 1999 (BRZO) in<br />
het <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> betrokken en worden alleen de vijf meest risicovolle Drentse<br />
evenementen met name genoemd. Dat betekent uiteraard niet dat veiligheidsaspecten<br />
van andere bedrijven of evenementen geen aandacht krijgen.<br />
Tijdens de voorbereiding van het <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> zijn aanvullend op dit profiel de<br />
volgende lokale risico’s voor de gemeente Emmen benoemd.<br />
lokaal risico onderbouwing<br />
Ingrijpende gebeurtenissen: hebben grote<br />
impact op samenleving en bestuur en<br />
zullende komende jaren in toenemende<br />
mate plaatsvinden. De effecten zijn<br />
wellicht groter dan in het schema is<br />
verwoord.<br />
Ingrijpende gebeurtenis: risico met een<br />
hoge maatschappelijke en bestuurlijke<br />
impact dat lokaal en regionaal de komende<br />
jaren nadere aandacht vraagt (zie ook<br />
risicoprofiel).
Uw gemeente in het regionaal risicoprofiel<br />
(Hoogeveen)<br />
In dit document is in het kort samengevat welke lokale informatie van de gemeente<br />
Hoogeveen is terug te vinden in het regionaal risicoprofiel.<br />
Basis voor het regionaal risicoprofiel is informatie uit de provinciale risicokaart.<br />
Gemeentelijke informatie over risico’s worden door de gemeente zelf ingevoerd en<br />
beheerd.<br />
Het regionaal risicoprofiel bestaat uit twee onderdelen:<br />
1. Hoofdrapport<br />
2. Bijlagen<br />
Hoofdrapport<br />
Pagina Onderwerp Lokale informatie<br />
9 Kerncijfers gemeenten Bevolkingsaantallen gemeente<br />
Hoogeveen<br />
18 Incidenttypen per gemeente Incidenttypen die kunnen voorkomen in<br />
de gemeente Hoogeveen<br />
Bijlagenrapport<br />
Pagina Onderwerp Lokale informatie<br />
24 Overstromingen In 1998 was er sprake van ernstige<br />
wateroverlast in de gemeente<br />
Hoogeveen.<br />
31 Extreme weersomstandigheden In 2007 vond er een “downburst” plaats<br />
in Hoogeveen.<br />
41 Incident stationaire inrichting In Hoogeveen is één BRZO bedrijf<br />
gevestigd, Holland coating industrie.<br />
42 Incident stationaire inrichting Er staan 4 ammoniakkoelinstallaties in<br />
Hoogeveen.<br />
58 Luchtvaartincidenten Hoogeveen heeft een klein civiel<br />
vliegveld.<br />
63 Verkeersincidenten op het land De N37 wordt benoemd als een weg<br />
met relatief veel incidenten.<br />
Niet in het regionaal risicoprofiel opgenomen lokale risico’s<br />
Bij de samenstelling van het <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> <strong>Drenthe</strong> is gekeken naar risico’s die<br />
van invloed kunnen zijn op de capaciteit van de veiligheidsregio als geheel. Voor deze<br />
risico’s is een inschatting gemaakt van de impact en de kans op voorkomen<br />
(waarschijnlijkheid).Vervolgens is beoordeeld of een risico al voldoende bestuurlijke<br />
aandacht – lokaal of regionaal - krijgt. Die benadering leidt tot een beperking van het<br />
aantal beschreven regionale risico’s tot 15 scenario’s. Omdat er een afweging is gemaakt<br />
op regionaal niveau worden niet alle lokale risico’s benoemd. Zo zijn bijvoorbeeld<br />
uitsluitend bedrijven vallend onder het Besluit Risico's Zware Ongevallen 1999 (BRZO) in
het <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> betrokken en worden alleen de vijf meest risicovolle Drentse<br />
evenementen met name genoemd. Dat betekent uiteraard niet dat veiligheidsaspecten<br />
van andere bedrijven of evenementen geen aandacht krijgen.<br />
In het bestuurlijk gesprek met de gemeente zijn aanvullend op dit profiel de volgende<br />
risico’s voor de gemeente Hoogeveen benoemd.<br />
lokaal risico onderbouwing<br />
9 lpg tankstations met een<br />
ondergrondse tank<br />
3 inrichtingen met opslag van<br />
gevaarlijke stoffen van meer dan 10<br />
ton, zogeheten PGS 15 inrichtingen.<br />
Opslag en vervoer van LPG wordt als risico benoemd in<br />
het regionaal risicoprofiel. De kans op een incident is<br />
bij ondergrondse tanks kleiner dan bij bovengronds<br />
tanks. De kans op een incident bij tankwagens wordt<br />
ook steeds kleiner door toepassing van speciale<br />
coatings.<br />
Van de stationaire inrichtingen zijn alleen de BRZO<br />
inrichtingen en ammoniakinstallaties opgenomen.<br />
Met name bij BRZO kunnen incidenten plaatsvinden<br />
met hoge impact vandaar dat deze bedrijven met naam<br />
genoemd zijn. Dat wil niet zeggen dat er bij inrichtingen<br />
van een lichtere categorie, zoals PGS15 inrichtingen,<br />
zich geen incidenten kunnen voordoen.<br />
Hoge druk aardgas buisleidingen In het risicoprofiel wordt genoemd dat er diverse<br />
buisleidingen door de regio lopen. In het risicobeeld kan<br />
nog worden opgenomen, de waarschijnlijkheid<br />
en de impact van een incident met een aardgas<br />
buisleiding. De reden dat er geen apart scenario is<br />
uitgewerkt is dat de kans op een dergelijk incident zeer<br />
klein is.
Uw gemeente in het regionaal risicoprofiel (Meppel)<br />
In dit document is in het kort samengevat welke lokale informatie van de gemeente<br />
Meppel is terug te vinden in het regionaal risicoprofiel.<br />
Basis voor het regionaal risicoprofiel is informatie uit de provinciale risicokaart.<br />
Gemeentelijke informatie over risico’s worden door de gemeente zelf ingevoerd en<br />
beheerd.<br />
Het regionaal risicoprofiel bestaat uit twee onderdelen:<br />
1. Hoofdrapport<br />
2. Bijlagen<br />
Hoofdrapport<br />
Pagina Onderwerp Lokale informatie<br />
9 Kerncijfers gemeenten Bevolkingsaantallen gemeente Meppel<br />
9 Ligging en typering <strong>Drenthe</strong> Genoemd wordt het ziekenhuis in<br />
Meppel.<br />
18 Incidenttypen per gemeente Incidenttypen die kunnen voorkomen in<br />
de gemeente Meppel.<br />
Bijlagenrapport<br />
Pagina Onderwerp Lokale informatie<br />
5 Overstromingen door hoge<br />
Dit kan plaatsvinden in de gemeente<br />
rivierwaterstanden<br />
Meppel.<br />
22 Scenario overstromingen Het omschreven scenario kan<br />
voorkomen in Meppel<br />
40 Incident transport Er vindt op het treintraject langs<br />
Meppel vervoer van gevaarlijke stoffen<br />
plaats.<br />
41 Incident stationaire inrichting In Meppel is 1 BRZO bedrijf gevestigd,<br />
het bedrijf Joontjes BV.<br />
42 Incident stationaire inrichting In Meppel staat een<br />
ammoniakkoelinrichting.<br />
64 Incident treinverkeer In het risicoprofiel worden de<br />
treinincidenten genoemd van de laatste<br />
8 jaar. In de laatste 8 jaar heeft zich 1<br />
incident bij Meppel voorgedaan.<br />
Niet in het regionaal risicoprofiel opgenomen lokale risico’s<br />
Bij de samenstelling van het <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> <strong>Drenthe</strong> is gekeken naar risico’s die<br />
van invloed kunnen zijn op de capaciteit van de veiligheidsregio als geheel. Voor deze<br />
risico’s is een inschatting gemaakt van de impact en de kans op voorkomen<br />
(waarschijnlijkheid).Vervolgens is beoordeeld of een risico al voldoende bestuurlijke<br />
aandacht – lokaal of regionaal - krijgt. Die benadering leidt tot een beperking van het<br />
aantal beschreven regionale risico’s tot 15 scenario’s. Omdat er een afweging is gemaakt
op regionaal niveau worden niet alle lokale risico’s benoemd. Zo zijn bijvoorbeeld<br />
uitsluitend bedrijven vallend onder het Besluit Risico's Zware Ongevallen 1999 (BRZO) in<br />
het <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> betrokken en worden alleen de vijf meest risicovolle Drentse<br />
evenementen met name genoemd. Dat betekent uiteraard niet dat veiligheidsaspecten<br />
van andere bedrijven of evenementen geen aandacht krijgen.<br />
Tijdens de voorbereiding van het <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> zijn aanvullend op dit profiel de<br />
volgende risico’s voor de gemeente Meppel benoemd.<br />
lokaal risico onderbouwing<br />
Paniek in menigte, evenementen.<br />
Genoemd wordt de Meppeldag (zo<br />
ongeveer 20.000-30.000 bezoekers<br />
per dag).<br />
Er zijn verschillende bedrijven in<br />
<strong>Drenthe</strong> waar met giftige stoffen<br />
wordt gewerkt.<br />
-medicijnfabriek<br />
-labaroratoriumgroothandel<br />
-joontjes<br />
-containerterminal<br />
Meppel heeft een intensief gebruikte<br />
scheepvaartroute<br />
In het regionaal risicoprofiel zijn alleen grotere<br />
Evenementen (C-evenementen) opgenomen.<br />
Criteria voor deze indeling komen uit de handreiking<br />
evenementen.<br />
In het regionaal risicoprofiel zijn alleen de BRZO<br />
bedrijven opgenomen (voor Meppel Joontjes BV).<br />
<strong>Regionaal</strong> gezien zijn er weinig intensief gebruikte<br />
scheepvaartroutes.<br />
Deze zijn niet genoemd in het regionaal risicoprofiel.
Uw gemeente in het regionaal risicoprofiel<br />
(Midden-<strong>Drenthe</strong>)<br />
In dit document is in het kort samengevat welke lokale informatie van de gemeente<br />
Midden-<strong>Drenthe</strong> is terug te vinden in het regionaal risicoprofiel.<br />
Basis voor het regionaal risicoprofiel is informatie uit de provinciale risicokaart.<br />
Gemeentelijke informatie over risico’s worden door de gemeente zelf ingevoerd en<br />
beheerd.<br />
Het regionaal risicoprofiel bestaat uit twee onderdelen:<br />
1. Hoofdrapport<br />
2. Bijlagen<br />
Hoofdrapport<br />
Pagina Onderwerp Lokale informatie<br />
9 Kerncijfers gemeenten Bevolkingsaantallen gemeente Midden-<br />
<strong>Drenthe</strong><br />
18 Incidenttypen per gemeente Incidenttypen die kunnen voorkomen in<br />
de gemeente Midden-<strong>Drenthe</strong><br />
Bijlagenrapport<br />
Pagina Onderwerp Lokale informatie<br />
28 Natuurbranden De gemeente Midden-<strong>Drenthe</strong> heeft<br />
natuurgebied. Genoemd wordt het<br />
natuurgebied rond Hooghalen.<br />
41 Incident stationaire inrichtingen In Beilen staat een<br />
ammoniakkoelinstallatie.<br />
In Westerbork is een BRZO bedrijf<br />
gevestigd, waar gewasbeschermers<br />
worden opgeslagen.<br />
44 Incident brandbare stoffen In een aantal kernen in Midden-<strong>Drenthe</strong><br />
zijn LPG tankstations gevestigd. Het in<br />
het risicoprofiel omschreven scenario<br />
zou zich hier voor kunnen doen.<br />
66 Verkeersincident op land Er wordt een scenario omschreven met<br />
een kettingbotsing op de A28 ter<br />
hoogte van Spier.<br />
Niet in het regionaal risicoprofiel opgenomen lokale risico’s<br />
Bij de samenstelling van het <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> <strong>Drenthe</strong> is gekeken naar risico’s die<br />
van invloed kunnen zijn op de capaciteit van de veiligheidsregio als geheel. Voor deze<br />
risico’s is een inschatting gemaakt van de impact en de kans op voorkomen<br />
(waarschijnlijkheid).Vervolgens is beoordeeld of een risico al voldoende bestuurlijke<br />
aandacht – lokaal of regionaal - krijgt. Die benadering leidt tot een beperking van het<br />
aantal beschreven regionale risico’s tot 15 scenario’s. Omdat er een afweging is gemaakt
op regionaal niveau worden niet alle lokale risico’s benoemd. Zo zijn bijvoorbeeld<br />
uitsluitend bedrijven vallend onder het Besluit Risico's Zware Ongevallen 1999 (BRZO) in<br />
het <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> betrokken en worden alleen de vijf meest risicovolle Drentse<br />
evenementen met name genoemd. Dat betekent uiteraard niet dat veiligheidsaspecten<br />
van andere bedrijven of evenementen geen aandacht krijgen.<br />
Na het bestuurlijk gesprek met de gemeente zijn conform het externe veiligheidsplan en<br />
rampenplan aanvullend op dit profiel de volgende risico’s voor de gemeente Midden-<br />
<strong>Drenthe</strong> toegevoegd.<br />
lokaal risico onderbouwing<br />
WPA Zeker & Vast te Westerbork<br />
(BRZO)<br />
Bestrijdingsmiddelenopslag > 10 ton<br />
Gulf Beilen LPG-verkooppunt<br />
Shell Smalhorst te Beilen LPG-verkooppunt<br />
Q8 de Mussels te Beilen LPG-verkooppunt<br />
Autobedrijf Hemmes te Bovensmilde LPG-verkooppunt<br />
Tankstation Tigelaar te Hoogersmilde LPG-verkooppunt<br />
Texaco Schaaphok te Elp LPG-verkooppunt<br />
Gulf Smilde LPG-verkooppunt<br />
Gulf Westerbork LPG-verkooppunt<br />
Friesland Food te Beilen Grote ammoniakkoelinstallatie<br />
Locatie Witteveen Gasontvangststation<br />
Rijksweg A28 Groot transportongeval met bv. gevaarlijke stoffen,<br />
Kettingbotsingen<br />
Provinciale wegen N381, N371, N374 Groot transportongeval met bv. gevaarlijke<br />
stoffen, kettingbotsingen<br />
Spoorlijn Ongevallen met bv. vervoer gevaarlijke stoffen,<br />
(nationale) storing railverkeer<br />
Hoge druk aardgasleidingen Explosiegevaar<br />
Hoogsspanningsleidingen Elektrocutie<br />
Overige grote natuurgebieden<br />
Hijkerveld Natuurbrand<br />
Mantingerveld Natuurbrand
Uw gemeente in het regionaal risicoprofiel<br />
(Noordenveld)<br />
In dit document is in het kort samengevat welke lokale informatie van de gemeente<br />
Noordenveld is terug te vinden in het regionaal risicoprofiel.<br />
Basis voor het regionaal risicoprofiel is informatie uit de provinciale risicokaart.<br />
Gemeentelijke informatie over risico’s worden door de gemeente zelf ingevoerd en<br />
beheerd.<br />
Het regionaal risicoprofiel bestaat uit twee onderdelen:<br />
1. Hoofdrapport<br />
2. Bijlagen<br />
Hoofdrapport<br />
Pagina Onderwerp Lokale informatie<br />
9 Kerncijfers gemeenten Bevolkingsaantallen gemeente<br />
Noordenveld<br />
18 Incidenttypen per gemeente Incidenttypen die kunnen voorkomen in<br />
de gemeente Noordenveld<br />
Bijlagenrapport<br />
Pagina Onderwerp Lokale informatie<br />
5 Overstromingen vanuit zee Dit kan plaats vinden in het uiterste<br />
noorden van de gemeente<br />
Noordenveld. Ten noorden van Roden,<br />
Peize en Paterswolde (dijkring 6).<br />
41 Incident stationaire inrichtingen In Roden staat een<br />
ammoniakkoelinstallatie.<br />
44 Incident brandbare stoffen In een aantal kernen in Noordenveld<br />
zijn LPG tankstations gevestigd. Het is<br />
het risicoprofiel omschreven scenario<br />
zou zich hier voor kunnen doen.<br />
70 Paniek in menigte Het evenement Rodermarkt wordt<br />
genoemd.<br />
Niet in het regionaal risicoprofiel opgenomen lokale risico’s<br />
Bij de samenstelling van het <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> <strong>Drenthe</strong> is gekeken naar risico’s die<br />
van invloed kunnen zijn op de capaciteit van de veiligheidsregio als geheel. Voor deze<br />
risico’s is een inschatting gemaakt van de impact en de kans op voorkomen<br />
(waarschijnlijkheid).Vervolgens is beoordeeld of een risico al voldoende bestuurlijke<br />
aandacht – lokaal of regionaal - krijgt. Die benadering leidt tot een beperking van het<br />
aantal beschreven regionale risico’s tot 15 scenario’s. Zo zijn bijvoorbeeld uitsluitend<br />
bedrijven vallend onder het Besluit Risico's Zware Ongevallen 1999 (BRZO) in het<br />
<strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> betrokken en worden alleen de vijf Drentse evenementen met<br />
name genoemd. Dat betekent uiteraard niet dat veiligheidsaspecten van andere bedrijven<br />
of evenementen geen aandacht krijgen.`
Tijdens de voorbereiding van het <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> zijn aanvullend op dit profiel de<br />
volgende risico’s voor de gemeente Noordenveld benoemd.<br />
lokaal risico onderbouwing<br />
Vliegincident nabij start en<br />
Nabijheid van vliegveld Eelde<br />
landingsbaan.<br />
Incident stationaire inrichting Munitiedepot Veenhuizen.<br />
Bij de actualisatie van het risicoprofiel moet dit nog<br />
nauwkeuriger bekeken worden.<br />
Brand in gebouwen met verminderd Penitentiaire inrichting Veenhuizen<br />
zelfredzamen.<br />
Gasopslag Langelo. Is inderdaad een risico. Het is niet opgenomen in het<br />
regionaal risicoprofiel. De kans op voorkomen is erg<br />
klein doordat er veel aan preventie gedaan wordt.<br />
Impact laag omdat er weinig bebouwing staat.
Uw gemeente in het regionaal risicoprofiel<br />
(Tynaarlo)<br />
In dit document is in het kort samengevat welke lokale informatie van de gemeente<br />
Tynaarlo is terug te vinden in het regionaal risicoprofiel.<br />
Basis voor het regionaal risicoprofiel is informatie uit de provinciale risicokaart.<br />
Gemeentelijke informatie over risico’s worden door de gemeente zelf ingevoerd en<br />
beheerd.<br />
Het regionaal risicoprofiel bestaat uit twee onderdelen:<br />
1. Hoofdrapport<br />
2. Bijlagen<br />
Hoofdrapport<br />
Pagina Onderwerp Lokale informatie<br />
9 Kerncijfers gemeenten Bevolkingsaantallen gemeente Tynaarlo<br />
9 Ligging en typering <strong>Drenthe</strong> Vliegveld Groningen Airport Eelde wordt<br />
genoemd.<br />
18 Incidenttypen per gemeente Incidenttypen die kunnen voorkomen in<br />
de gemeente Tynaarlo<br />
Bijlagenrapport<br />
Pagina Onderwerp Lokale informatie<br />
58 Luchtvaartincidenten Scenario incident op- of nabij start en<br />
landingsbaan kan voorkomen.<br />
70 Paniek in menigte Zuidlaardermarkt is een groot<br />
evenement waar dit scenario zich voor<br />
zou kunnen doen.<br />
Niet in het regionaal risicoprofiel opgenomen lokale risico’s<br />
Bij de samenstelling van het <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> <strong>Drenthe</strong> is gekeken naar risico’s die<br />
van invloed kunnen zijn op de capaciteit van de veiligheidsregio als geheel. Voor deze<br />
risico’s is een inschatting gemaakt van de impact en de kans op voorkomen<br />
(waarschijnlijkheid).Vervolgens is beoordeeld of een risico al voldoende bestuurlijke<br />
aandacht – lokaal of regionaal - krijgt. Die benadering leidt tot een beperking van het<br />
aantal beschreven regionale risico’s tot 15 scenario’s. Omdat er een afweging is gemaakt<br />
op regionaal niveau worden niet alle lokale risico’s benoemd. Zo zijn bijvoorbeeld<br />
uitsluitend bedrijven vallend onder het Besluit Risico's Zware Ongevallen 1999 (BRZO) in<br />
het <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> betrokken en worden alleen de vijf meest risicovolle Drentse<br />
evenementen met name genoemd. Dat betekent uiteraard niet dat veiligheidsaspecten<br />
van andere bedrijven of evenementen geen aandacht krijgen.
Tijdens de voorbereiding van het <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> zijn aanvullend op dit profiel door<br />
de gemeente Tynaarlo geen specifiek lokale risico’s benoemd.
Uw gemeente in het regionaal risicoprofiel<br />
(Westerveld)<br />
In dit document is in het kort samengevat welke lokale informatie van de gemeente<br />
Westerveld is terug te vinden in het regionaal risicoprofiel.<br />
Basis voor het regionaal risicoprofiel is informatie uit de provinciale risicokaart.<br />
Gemeentelijke informatie over risico’s worden door de gemeente zelf ingevoerd en<br />
beheerd.<br />
Het regionaal risicoprofiel bestaat uit twee onderdelen:<br />
1. Hoofdrapport<br />
2. Bijlagen<br />
Hoofdrapport<br />
Pagina Onderwerp Lokale informatie<br />
9 Kerncijfers gemeenten Bevolkingsaantallen gemeente<br />
Westerveld.<br />
18 Incidenttypen per gemeente Incidenttypen die kunnen voorkomen in<br />
de gemeente Westerveld.<br />
Bijlagenrapport<br />
Pagina Onderwerp Lokale informatie<br />
26 Natuurbrand Genoemd worden het natuurgebied de<br />
Dwingelose heide en Boswachterij<br />
Dwingelo.<br />
27 Natuurbrand in relatie tot<br />
Genoemd worden camping Diever,<br />
kwetsbare objecten<br />
Wittelterbrug en Oude Willem.<br />
27 Kwetsbaar object Justitiële inrichting Hoeve Boschoord.<br />
27 Natuurbrand Defensieterrein Westerveld.<br />
58 Luchtvaartincidenten Vliegshows bij open dag landmacht<br />
70 Paniek in menigte Opendag landmacht Havelte<br />
Niet in het regionaal risicoprofiel opgenomen lokale risico’s<br />
Bij de samenstelling van het <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> <strong>Drenthe</strong> is gekeken naar risico’s die<br />
van invloed kunnen zijn op de capaciteit van de veiligheidsregio als geheel. Voor deze<br />
risico’s is een inschatting gemaakt van de impact en de kans op voorkomen<br />
(waarschijnlijkheid).Vervolgens is beoordeeld of een risico al voldoende bestuurlijke<br />
aandacht – lokaal of regionaal - krijgt. Die benadering leidt tot een beperking van het<br />
aantal beschreven regionale risico’s tot 15 scenario’s. Omdat er een afweging is gemaakt<br />
op regionaal niveau worden niet alle lokale risico’s benoemd. Zo zijn bijvoorbeeld<br />
uitsluitend bedrijven vallend onder het Besluit Risico's Zware Ongevallen 1999 (BRZO) in<br />
het <strong>Regionaal</strong> <strong>Risicoprofiel</strong> betrokken en worden alleen de vijf meest risicovolle Drentse<br />
evenementen met name genoemd. Dat betekent uiteraard niet dat veiligheidsaspecten<br />
van andere bedrijven of evenementen geen aandacht krijgen.
In het bestuurlijk gesprek met de gemeente zijn aanvullend op dit profiel de volgende<br />
risico’s voor de gemeente Westerveld benoemd.<br />
lokaal risico onderbouwing<br />
Verkeersincidenten Dit is een speerpunt in het lokale beleid<br />
Ingrijpende gebeurtenis,<br />
maatschappelijke onrust.<br />
Sociale veiligheid is een speerpunt in het lokale beleid.<br />
Aangegeven werd dat de overige in het regionaal risicoprofiel omschreven risico’s<br />
herkenbaar zijn.