2.2 Invloeden van abiotische factoren op organismen - Biogenie +
2.2 Invloeden van abiotische factoren op organismen - Biogenie +
2.2 Invloeden van abiotische factoren op organismen - Biogenie +
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
52<br />
toepassing 3<br />
a Hoe komt het dat bomen in het bos dikwijls een lange<br />
stam en een heel smalle kruin hebben?<br />
b De bosanemoon heeft een ondergrondse stengel waarin<br />
hij reservevoedsel <strong>op</strong>slaat. Heel vroeg in het voorjaar<br />
staat hij in bloei en in de zomer vind je <strong>van</strong> de plant<br />
boven de grond niets meer terug. Hoe komt dat?<br />
2.3 Omschrijving <strong>van</strong> het begrip ‘bioto<strong>op</strong>’<br />
Wat is een bioto<strong>op</strong>?<br />
Fig. <strong>2.2</strong>2 Bomen in een bos<br />
Fig. <strong>2.2</strong>3 Bosanemoon in het bos<br />
De titel <strong>van</strong> dit thema verwijst naar het begrip ‘bioto<strong>op</strong>’, maar we hebben het eigenlijk nog niet echt omschreven.<br />
We weten al dat elke plaats in de natuur zijn eigen, typische leefomstandigheden heeft, die beïnvloed<br />
worden door <strong>abiotische</strong> <strong>factoren</strong>. Uiteraard zullen ook de <strong>organismen</strong> zelf de leefomstandigheden beïnvloeden<br />
en maken ze dus deel uit <strong>van</strong> de omgevings<strong>factoren</strong>; het zijn de biotische <strong>factoren</strong>.<br />
Fig. <strong>2.2</strong>4 een eekhoorn eet vruchten uit het bos.<br />
Fig. <strong>2.2</strong>5 Duinstruweel vormt een voedselbron<br />
en een veilige broedplaats voor de fazant.<br />
Fig. <strong>2.2</strong>6 Veldmuis in een klaverveld