©Chiro Mandelburcht - www.chiromandelburcht.be/kulderzipken

Koningin: Oei, is het vandaag de dag van de Krokoldezen?
Prieeltje: Is het weer die debiele stomme dag! Ik doe daar niet meer aan mee! Dat is toch allemaal
zever.
Koning: (krijgt bijna een hartaanval) Wat! Zever?!? Het staat in de grondwet! Zorgen jullie er maar
voor dat jullie kostuums in orde zijn! Ik wil hier namelijk blijven wonen.
We gaan naar Kulderzipken die ondertussen bij de Grimms is gearriveerd. Daar krijgen we een
vreemd tafereel te zien. Ze hebben allerlei raar materiaal mee: een grote hoed, een kip, een
kaartenhoed, schoenen als handschoenen, ... Ze voeren een hevige maar niettemin vrij zinloze
discussie. De ene Grimm neemt iets, hangt het rond Kulderzipken of plaatst het op zijn hoed of hoofd
en zegt dat "Dit is Krokoldees", waarop de andere Grimm iets anders in zijn pollen pakt,
Kulderzipken ermee behangt en zegt: "neen, neen, dit is krokoldees".
Kulderzipken: Wat is dat nu eigenlijk, Krokoldees?
Grimm 1: Oh, gewoon een feest, meneer Zilverklupken.
Grimm 2: Op dat feest draagt iedereen Krokoldese klederdracht.
Kulderzipken: Wat is dat, Krokoldese klederdracht?
Grimm 1: Dat weet niemand!
Grimm 2: Er zijn geen Krokoldezen meer, denk ik. Ze zijn allemaal dood. 20.000 jaar geleden zijn ze
... eh ... uitgestorven. Misschien hebben ze wel nooit bestaan.
Kulderzipken: Maar als we niets weten over de Krokoldezen, waarom willen we er dan allemaal
uitzien als Krokoldees?
Grimm 1: Omdat dat de wet is! Het Krokoldezenfeest moet elk jaar gevierd worden en iedereen in
het kasteel moet op z'n Krokoldees gekleed zijn, of het kasteel van koning Jozef stort in om
middernacht! Dat is een grondwettelijke instorting van koning Jozef!
Grimm 2: En vandaag is het Krokoldezendag!
Beide Grimms stoppen even met verkleden, staan stil, draaien zich naar het publiek en zingen op de
toon van 'Overal waar de meisjes zijn': 'Overal, overal, waar de Krokoldezen zijn daar is het ba-a-al.'
Daarna doen ze verder.
Kulderzipken: En wat gebeurt er dan op dat feest?
Grimm 1: Er wordt gewoon gedanst.
Kulderzipken: En wat voor dans?
De Grimms kijken elkaar eens aarzelend aan.
Grimm 2: Wie zal het zeggen, wie zal het zeggen ...
De Grimms gaan door met het aankleden van Kulderzipken. Koning Jozef gaat naar Prieeltje en
koningin Angina die balletpasjes aan het oefenen zijn.
Koning: Prieel, heb je al een Krokoldees kostuum?
Prieeltje: Neen, ik vind het een belachelijk feest. Ik doe daar niet meer aan mee.
Koning: Zo, dat vind je onnozel. En wat vind je dan als ons kasteel instort, op je hoofd, of als we
dood zijn of geen kasteel meer hebben en in een gewoon huis moeten gaan wonen?
Prieeltje: Ons kasteel zal niet instorten gewoon omdat ik geen kostuum heb.
Koning: (begint woest te roepen) Het is mijn kasteel en het staat in de grondwet en wat in de
grondwet staat is waar.
20