Bovine Virus Diarree (BVD) - Dierenarts Zutphen- Laren
Bovine Virus Diarree (BVD) - Dierenarts Zutphen- Laren
Bovine Virus Diarree (BVD) - Dierenarts Zutphen- Laren
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
De Gezondheidsdienst voor Dieren Rund<br />
Inhoud pagina<br />
Inleiding 1<br />
Pathogenese 1<br />
<strong>BVD</strong>-virusdragers 2<br />
Introductie in een niet-immuun koppel 3<br />
Symptomen 3<br />
Volwassen runderen 3<br />
Kalveren 3<br />
<strong>BVD</strong>-virusdragers 3<br />
Diagnose 3<br />
Kalveren 3<br />
Volwassen runderen 4<br />
Status 4<br />
<strong>BVD</strong>-aanpak op het bedrijf 4<br />
Afstemming <strong>BVD</strong>-onderzoek 5<br />
GD QuickScan <strong>BVD</strong> 5<br />
Aanvraag 6<br />
Melkvee: combinatie van drie testen 6<br />
Vleesvee: combinatie van diergroepen 6<br />
Uitslag en vervolgactie 7<br />
GD Programma <strong>BVD</strong>-virusvrij 8<br />
Aanvraag 8<br />
Opsporen dragers 8<br />
Certificeren na GD Tankmelk <strong>BVD</strong> 9<br />
Bewaking <strong>BVD</strong>-virusvrij status 10<br />
Aanvoer niet <strong>BVD</strong>-virusvrije runderen 10<br />
GD Tankmelk <strong>BVD</strong> 11<br />
Aanvraag 11<br />
Werkwijze 11<br />
Opstap voor certificeren 11<br />
GD <strong>BVD</strong> Afweerstoffen JongveeMonitor 11<br />
GD <strong>BVD</strong> Jongvee DragerCheck 12<br />
Checklist <strong>BVD</strong>-preventie 12<br />
Vaccinatie 13<br />
Schade 14<br />
Praktijkmap Herkauwers<br />
<strong>Bovine</strong> <strong>Virus</strong> <strong>Diarree</strong><br />
(<strong>BVD</strong>)<br />
Inhoud pagina<br />
Testmethodieken 14<br />
PCR 14<br />
Antigeen-ELISA 15<br />
Antilichaam-ELISA 15<br />
<strong>Virus</strong>kweek 16<br />
Kostenaspecten 16<br />
Inleiding<br />
Het virus dat bovine virus diarree (<strong>BVD</strong>) veroorzaakt,<br />
behoort samen met het Border Disease<br />
<strong>Virus</strong> (BDV) en het Klassieke Varkenspestvirus<br />
(KVP) tot het genus der Pestivirussen. Deze<br />
virussen vertonen qua structuur en antigene<br />
eigenschappen grote overeenkomsten. Dit betekent<br />
dat overdracht van het <strong>BVD</strong>-virus tussen<br />
varkens, schapen en runderen mogelijk is.<br />
<strong>BVD</strong> kan op rundveebedrijven grote economische<br />
schade veroorzaken. De bestrijding van <strong>BVD</strong><br />
is in 998 van start gegaan met een vrijwillig<br />
<strong>BVD</strong>-programma. Doel van dit programma<br />
is het elimineren van het <strong>BVD</strong>-virus door het<br />
opsporen en afvoeren van dieren die het <strong>BVD</strong>virus<br />
permanent bij zich dragen (virusdragers).<br />
Daarnaast biedt GD verschillende onderzoekspakketten<br />
waarmee de <strong>BVD</strong>-situatie in kaart wordt<br />
gebracht en bewaakt.<br />
Pathogenese<br />
Het <strong>BVD</strong>-virus wordt uitgescheiden in alle<br />
secreta en excreta. De grootste hoeveelheid<br />
virus wordt aangetroffen in het speeksel en de<br />
neusuitvloeiing. Overdracht van het <strong>BVD</strong>-virus<br />
gebeurt meestal via diercontact. Daarnaast is<br />
indirecte verspreiding via mensen of materialen<br />
(spuiten en naalden) mogelijk.<br />
juni 2008 <strong>BVD</strong>
Opname van het virus geschiedt in het algemeen<br />
via de orale en/of de nasale route. Het virus<br />
vermenigvuldigt zich in de tonsillen en het<br />
lymfoïde weefsel rond de oropharynx, waarna<br />
systemische verspreiding en transport naar<br />
mesenteriale en bronchiale lymfeknopen plaatsvindt.<br />
Twee tot vier dagen na de orale of nasale<br />
opname is het virus in het bloed aantoonbaar.<br />
Tijdens de viremische fase scheiden de dieren<br />
over het algemeen gedurende zeven tot veertien<br />
dagen het virus uit. In sommige gevallen kan de<br />
virusuitscheiding tot 30 dagen duren.<br />
<strong>BVD</strong>-dragers zijn reeds intra-uterien besmet. Ze<br />
hebben geen antilichamen en scheiden het virus<br />
continu uit, in tegenstelling tot recent geïnfecteerde<br />
viremische dieren. Het zijn voornamelijk<br />
de dragers die zorgen voor de verspreiding van<br />
het virus en het instandhouden van de infectie<br />
in de rundveepopulatie.<br />
Een recent geïnfecteerd viremisch dier scheidt<br />
veel minder virus uit dan een drager. Het is niet<br />
bekend in welke mate recent geïnfecteerde viremische<br />
dieren als besmettingsbron van het <strong>BVD</strong>virus<br />
kunnen optreden, maar het kan wel een<br />
bron van introductie op het bedrijf zijn.<br />
Dieren die een <strong>BVD</strong>-infectie hebben doorgemaakt<br />
(incubatietijd vijf tot zeven dagen),<br />
vormen na twee tot drie weken afweerstoffen<br />
en zijn, voorzover bekend, langdurig, zo niet<br />
levenslang beschermd tegen een herinfectie.<br />
Deze immuniteit voorkomt ook grotendeels<br />
infecties van de vrucht bij drachtige dieren.<br />
Vindt een <strong>BVD</strong>-infectie plaats bij een drachtig<br />
dier dat geen afweerstoffen tegen <strong>BVD</strong> heeft,<br />
dan kan dit leiden tot:<br />
• afsterven van de vrucht, gevolgd door mummificatie,<br />
resorptie of verwerpen. Dit treedt<br />
met name op bij infecties gedurende de eerste<br />
twee maanden van de dracht, het kan echter<br />
gedurende de hele dracht optreden.<br />
• de geboorte van een persistent met <strong>BVD</strong>-virus<br />
geïnfecteerd kalf (dragerkalf). Dit gebeurt<br />
overwegend als de vrucht in de eerste drie<br />
maanden van de dracht wordt geïnfecteerd.<br />
Omdat infectie plaatsvindt op het moment dat<br />
het immuunapparaat van het kalf nog niet is<br />
ontwikkeld, wordt het <strong>BVD</strong>-virus als lichaamseigen<br />
beschouwd. Het kalf zal dan ook geen<br />
antilichamen produceren. Precolostraal hebben<br />
deze dieren geen afweerstoffen.<br />
• geboorte van kalveren met waarneembare<br />
afwijkingen, zoals oog-, vacht- en hersen-<br />
2 <strong>BVD</strong><br />
juni 2008<br />
afwijkingen. Deze dieren worden meestal<br />
besmet tussen dag 00 en 50 van de dracht.<br />
Beschreven zijn onder andere hypomyelinegenesis,<br />
hydrocephalus, cerebellaire hypoplasie,<br />
atrofie van de retina en microftalmie. Deze<br />
afwijkingen komen zowel voor bij dragers als<br />
niet-dragers.<br />
• geboorte van kalveren met precolostrale<br />
afweerstoffen. Bij infectie tijdens de<br />
laatste drie maanden van de dracht is het<br />
afweerapparaat zodanig ontwikkeld, dat het<br />
kalf een <strong>BVD</strong>-infectie kan elimineren en<br />
afweerstoffen vormt. Abortus en geboorte van<br />
afwijkende of kleine zwakke kalveren is echter<br />
nog steeds mogelijk.<br />
Er worden twee verschillende genotypen van<br />
het <strong>BVD</strong>-virus onderscheiden, type I en type<br />
II. Type I vertegenwoordigt de klassieke stammen<br />
die over het algemeen minder duidelijke<br />
verschijnselen geven. Type II is verantwoordelijk<br />
voor uitbraken met soms zeer ernstige verschijnselen.<br />
Daarnaast worden op basis van hun karakteristieke<br />
groei op celculturen twee biotypen<br />
van het <strong>BVD</strong>-virus onderscheiden. Het cytopathogene<br />
biotype (CP) veroorzaakt vacuolisatie<br />
van het cytoplasma en degeneratie van de cellen,<br />
in tegenstelling tot het non-cytopathogene<br />
biotype (NCP). De NCP-virussen zijn verantwoordelijk<br />
voor de transplacentaire infecties die<br />
resulteren in abortus, congenitale afwijkingen<br />
en de geboorte van persistent geïnfecteerde dieren<br />
(dragers). CP-stammen induceren geen dragers,<br />
maar zijn verantwoordelijk voor het optreden<br />
van Mucosal Disease (MD). Zowel in Type I<br />
als in Type II <strong>BVD</strong>-virus komt het cytopathogene<br />
en niet-cytopathogene biotype voor.<br />
<strong>BVD</strong>-virusdragers<br />
Binnen de Nederlandse rundveepopulatie is<br />
gemiddeld één tot twee procent van de dieren<br />
ouder dan zes maanden <strong>BVD</strong>-drager. <strong>BVD</strong>-virusdragers<br />
zijn de voornaamste bron van verspreiding<br />
van <strong>BVD</strong>-virus binnen de rundveepopulatie,<br />
omdat zij continu grote hoeveelheden virus uitscheiden.<br />
Het afweersysteem van een <strong>BVD</strong>-drager<br />
beschouwt het <strong>BVD</strong>-virus als lichaamseigen.<br />
Het dier produceert geen antilichamen tegen<br />
deze virusstam. Het is echter mogelijk dat de<br />
drager antistoffen tegen een andere <strong>BVD</strong>-stam<br />
produceert.<br />
Nakomelingen van <strong>BVD</strong>-virusdragers zijn eveneens<br />
dragers van het virus en daardoor ook<br />
ongeschikt om aan te houden.<br />
Praktijkmap Herkauwers
Introductie in een niet-immuun koppel<br />
De verspreiding van <strong>BVD</strong> in een koppel met runderen<br />
zonder afweerstoffen gaat het snelst bij<br />
introductie van <strong>BVD</strong>-virusdragers. Het virus zal<br />
zich verspreiden totdat ongeveer 80 procent van<br />
de dieren een infectie heeft doorgemaakt en als<br />
gevolg daarvan afweerstoffen heeft gevormd.<br />
Hier kan wel twee jaar overheen gaan. Dit hangt<br />
af van de intensiteit van de diercontacten binnen<br />
het bedrijf.<br />
Een deel van de runderen zal drachtig zijn op<br />
het moment van infectie, waardoor er <strong>BVD</strong>-virusdragers<br />
worden geboren. Deze houden de virusverspreiding<br />
op het bedrijf in stand, waardoor<br />
de problemen nog langer aanhouden.<br />
Komt de <strong>BVD</strong>-infectie het bedrijf binnen door<br />
de introductie van een drager, dan zien we vaak<br />
een aantal primaire infecties. Dit kan enkele<br />
weken later tot een aantal abortussen leiden,<br />
zes tot acht maanden later mogelijk gevolgd<br />
door de geboorte van één of meer dragers. Vaak<br />
wordt dan pas <strong>BVD</strong> als oorzaak van de problemen<br />
onderkend.<br />
Symptomen<br />
De klinische verschijnselen van <strong>BVD</strong> zijn onder<br />
meer afhankelijk van de immuniteitsstatus van<br />
het dier c.q. het koppel. Dieren met afweerstoffen<br />
zijn niet meer gevoelig voor een herinfectie.<br />
Ook gevoelige runderen vertonen bij een infectie<br />
niet altijd symptomen.<br />
De incubatietijd is vijf tot zeven dagen.<br />
Volwassen runderen<br />
Een acute <strong>BVD</strong>-uitbraak kan gepaard gaan met<br />
de volgende verschijnselen:<br />
• productiedaling<br />
• ontsteking van de slijmvliezen, wat leidt tot<br />
diarree, koorts, speekselen, verminderde eetlust<br />
en/of uitdroging<br />
• abortus, fertiliteitsstoornissen<br />
• geboorte van afwijkende kalveren<br />
• geboorte van persistent met <strong>BVD</strong>-virus geïnfecteerde<br />
kalveren (dragers)<br />
• algemene weerstandsvermindering tegen pathogene<br />
kiemen (onder andere longproblemen)<br />
• sterfte<br />
Type I en II-infecties kunnen bovendien een<br />
haemorrhagisch syndroom veroorzaken, gekenmerkt<br />
door zwarte of bloederige diarree en<br />
petechiën (mond- en tongslijmvlies). Met type<br />
II besmette dieren met dit beeld sterven veelal<br />
binnen 48 uur.<br />
Praktijkmap Herkauwers<br />
Kalveren<br />
Een <strong>BVD</strong>-infectie bij kalveren leidt tot<br />
diarree- en luchtwegproblemen. <strong>BVD</strong> is niet<br />
primair een longpathogeen, maar door de<br />
immuniteitsverlagende eigenschappen kunnen<br />
andere infecties eenvoudig toeslaan.<br />
<strong>BVD</strong>-virusdragers<br />
Ongeveer de helft van de dragerkalveren is bij<br />
de geboorte afwijkend. Veel dieren zijn onderontwikkeld<br />
of vertonen klinische afwijkingen.<br />
Veel voorkomende afwijkingen zijn: hersenafwijkingen<br />
(trilkalveren, sterrenkijkers), oogafwijkingen<br />
en te lang krullend haar. <strong>BVD</strong>-dragers<br />
blijven vaak achter in groei, zijn vaker ziek en<br />
genezen moeilijker bij diarree- of longproblemen.<br />
Dit is te verklaren door de weerstandsverlagende<br />
eigenschappen van het <strong>BVD</strong>-virus.<br />
Negentig procent van de dragers sterft voor<br />
het tweede levensjaar, een deel door Mucosal<br />
Disease (MD), een deel door de gevolgen van<br />
een algemene weerstandsvermindering.<br />
Dragers zijn intra-uterien ontstaan door infectie<br />
met een NCP <strong>BVD</strong>-virus. Als infectie met een<br />
homoloog CP <strong>BVD</strong>-stam plaatsvindt of het dragervirus<br />
naar een homoloog CP biotype muteert,<br />
kan MD optreden. Bij de acute vorm van MD<br />
sterven de dieren binnen zeven tot veertien<br />
dagen, voorafgegaan door een ernstig ziektebeeld<br />
gepaard gaande met koorts, anorexie,<br />
kreupelheid, profuse waterige, soms bloederige,<br />
diarree en laesies op de mucosa van mondholte,<br />
slokdarm en maagdarmkanaal. Deze laesies<br />
kunnen zich uitbreiden tot in de submucosa.<br />
Behandeling is niet mogelijk. In peracute gevallen<br />
sterven de dieren voor klinische verschijnselen<br />
waarneembaar zijn. In uitzonderlijke<br />
gevallen wordt een drager geïnfecteerd met een<br />
CP-virus, dat qua antigene structuur afwijkt van<br />
het dragervirus. Dit leidt tot de chronische vorm<br />
van MD met intermitterende diarree. De dieren<br />
kwijnen binnen enkele weken tot achttien<br />
maanden weg.<br />
Diagnose<br />
Kalveren<br />
Bij kalveren wordt de diagnose vooral op basis<br />
van klinische verschijnselen gesteld. De aanwezigheid<br />
van maternale afweerstoffen bemoeilijkt<br />
namelijk zowel het virologisch als het serologisch<br />
onderzoek.<br />
juni 2008 <strong>BVD</strong> 3
<strong>BVD</strong> aantonen bij jonge kalveren<br />
Voor het aantonen van <strong>BVD</strong>-virus bij jonge kalveren zijn<br />
de volgende punten van belang:<br />
• jonger dan 4 maanden, wel biest gehad:<br />
PCR, in verband met de mogelijke interferentie van<br />
maternale afweerstoffen;<br />
• jonger dan 4 maanden, precolostraal:<br />
PCR of antigeen-ELISA, want het dier heeft nog geen<br />
maternale afweerstoffen opgenomen;<br />
• ouder dan 4 maanden:<br />
PCR of antigeen-ELISA. Uit kostenoverweging wordt<br />
meestal gekozen voor de ELISA.<br />
Volwassen runderen<br />
Een primaire infectie bij volwassen runderen<br />
wordt aangetoond met gepaard serologisch<br />
onderzoek met 2 dagen tussentijd.<br />
Dragers worden opgespoord met herhaald aantonen<br />
van virus, in combinatie met afwezigheid<br />
van afweerstoffen.<br />
Abortus<br />
Bij abortus kan de diagnose worden gesteld door<br />
middel van virologisch en serologisch onderzoek<br />
van de vrucht en/of van het moederdier.<br />
De uitslag van het bloedonderzoek van het moederdier<br />
wordt als volgt beoordeeld:<br />
• geen afweerstoffen aangetoond:<br />
dit sluit <strong>BVD</strong> als oorzaak van het verwerpen<br />
uit. Een moederdier zonder <strong>BVD</strong>-afweerstoffen<br />
in het bloed kan wel <strong>BVD</strong>-virusdrager zijn. In<br />
geval van abortus is dat echter meer uitzondering<br />
dan regel.<br />
• afweerstoffen aangetoond:<br />
dit is moeilijk te interpreteren aangezien het<br />
tijdstip van het ontstaan van de anti-lichamen<br />
niet bekend is.<br />
Gepaard serologisch onderzoek van het moederdier<br />
is weinig zinvol aangezien de infectie<br />
in de meeste gevallen al een tijd geleden heeft<br />
plaatsgevonden en de dieren al afweerstoffen<br />
hebben op het moment van verwerpen.<br />
Beoordeling van het virologisch onderzoek van<br />
de verworpen vrucht is als volgt:<br />
• virus aangetoond: duidt op een intra-uteriene<br />
infectie (bij niet-vers materiaal kunnen bij de<br />
antigeen-ELISA vals-positieve reacties voorkomen);<br />
• geen virus aangetoond, dit kan betekenen:<br />
a. <strong>BVD</strong> speelt geen rol;<br />
b. vrucht heeft infectie overwonnen en het<br />
virus geëlimineerd. In dit geval heeft<br />
het kalf afweerstoffen als gevolg van een<br />
actieve infectie die in het laatste, derde<br />
deel van de dracht heeft plaatsgevonden<br />
4 <strong>BVD</strong><br />
juni 2008<br />
(meestal is bij een verworpen vrucht het<br />
serum ongeschikt voor dit onderzoek);<br />
c. virus kan niet worden aangetoond door bijvoorbeeld<br />
autolyse of rotting van de vrucht.<br />
Status<br />
Nederland<br />
Uit onderzoeken blijkt dat zeventig tot tachtig<br />
procent van de Nederlandse runderen ouder dan<br />
zes maanden een besmetting met <strong>BVD</strong> heeft<br />
doorgemaakt. Eén à twee procent van deze<br />
leeftijdsgroep is <strong>BVD</strong>-virusdrager. Op dertig tot<br />
veertig procent van de melkveebedrijven zijn<br />
<strong>BVD</strong>-dragers aanwezig. Op basis van deze cijfers<br />
wordt aangenomen dat drie tot vijf procent van<br />
de kalveren als <strong>BVD</strong>-virusdrager wordt geboren.<br />
Vijftig tot tachtig procent daarvan sterft binnen<br />
een jaar. Negentig procent van de dragers sterft<br />
voor het tweede levensjaar.<br />
Buitenland<br />
Gezien de grote economische verliezen die<br />
<strong>BVD</strong>-infecties veroorzaken, zijn verschillende<br />
Europese landen gestart met bestrijdings- en<br />
certificeringsprogramma's. Deze zijn gericht op<br />
het opsporen en verwijderen van virusdragers uit<br />
de rundveepopulatie.<br />
Finland is <strong>BVD</strong>-virusvrij. Noorwegen, Zweden en<br />
Denemarken verwachten binnenkort <strong>BVD</strong>-virusvrij<br />
te zijn. In deze landen is vaccineren tegen<br />
<strong>BVD</strong> verboden. Oostenrijk heeft de Zweedse<br />
aanpak overgenomen. In Duitsland worden per<br />
deelstaat verschillende vrijwillige programma’s<br />
aangeboden. Op januari 2007 gaat een landelijk<br />
bestrijdingsprogramma van start. Men heeft<br />
gekozen voor een scenario met het elimineren<br />
van dragers in combinatie met vaccinatie. In<br />
Frankrijk wordt naast het opsporen van persistent<br />
geïnfecteerde dragers, vaccinatie geadviseerd.<br />
In België wordt bij aankoop testen op<br />
dragerschap geadviseerd.<br />
<strong>BVD</strong>-aanpak op het bedrijf<br />
De eerste stap in de aanpak van <strong>BVD</strong> op bedrijfsniveau<br />
is nagaan of de ziekte voorkomt op<br />
het bedrijf en het bepalen van het risico van<br />
insleep. Speelt de ziekte geen rol, dan is het<br />
van belang deze gunstige situatie te bewaken.<br />
Hiervoor bestaan verschillende onderzoeksmogelijkheden.<br />
De keus van het onderzoekspakket<br />
is afhankelijk van het risico van insleep en de<br />
zekerheid die de veehouder wenst. Komt <strong>BVD</strong> wel<br />
op het bedrijf voor, dan is het van belang de<br />
dragers systematisch op te sporen en af te voe-<br />
Praktijkmap Herkauwers
en om verdere schade door <strong>BVD</strong> te voorkomen.<br />
Ook moet de kans op insleep worden beperkt.<br />
GD heeft een aantal onderzoekspakketten om<br />
de <strong>BVD</strong>-situatie in kaart brengen, te bewaken<br />
en de ziekte aan te pakken. Deze pakketten zijn<br />
op elkaar afgestemd en vullen elkaar aan. Voor<br />
elke situatie is er een passend pakket. Daarnaast<br />
ontwikkelde GD een checklist waarmee op eenvoudige<br />
wijze het risico van insleep van <strong>BVD</strong> in<br />
kaart wordt gebracht.<br />
In de tabel zijn de pakketten en hun toepasbaarheid<br />
op een rij gezet. De advieskaart <strong>BVD</strong><br />
geeft een overzicht van alle onderzoeksmogelijkheden,<br />
de uitslagen en vervolgacties.<br />
Afstemming <strong>BVD</strong>-onderzoek<br />
Krijg zicht op <strong>BVD</strong><br />
De melkveehouder die inzicht wil krijgen in<br />
de <strong>BVD</strong>-situatie op zijn bedrijf kiest voor GD<br />
QuickScan <strong>BVD</strong>. Vleesveehouders maken hiervoor<br />
gebruik van de GD QuickScan <strong>BVD</strong> Vleesvee.<br />
Houd <strong>BVD</strong> in de gaten<br />
Een gunstige <strong>BVD</strong>-situatie wordt bewaakt met<br />
onderzoek van het melkvee via GD Tankmelk<br />
<strong>BVD</strong> of onderzoek van het jongvee via GD <strong>BVD</strong><br />
Overzicht <strong>BVD</strong>-producten van GD<br />
Praktijkmap Herkauwers<br />
Jongvee DragerCheck of de GD Afweerstoffen<br />
JongveeMonitor.<br />
Pak <strong>BVD</strong> aan<br />
Rundveehouders die hun bedrijf systematisch<br />
<strong>BVD</strong>-virusvrij willen maken (melkvee- en vleesveebedrijven),<br />
kiezen voor het GD Programma <strong>BVD</strong>virusvrij.<br />
Dit programma spoort alle dragers op.<br />
Toon <strong>BVD</strong>-status<br />
Met het GD Programma <strong>BVD</strong>-virusvrij is het<br />
mogelijk het <strong>BVD</strong>-virusvrij certificaat te behalen<br />
en te bewaken.<br />
Check risico van <strong>BVD</strong><br />
De Checklist <strong>BVD</strong>-preventie helpt bij het maken<br />
van een risico-inventarisatie inzake <strong>BVD</strong>. Heeft<br />
een bedrijf veel of weinig kans op <strong>BVD</strong>-insleep<br />
en/of verspreiding? De Checklist is geschikt voor<br />
alle rundveebedrijven, maar wordt zeker aanbevolen<br />
voor bedrijven die de genoemde <strong>BVD</strong>-producten<br />
inzetten.<br />
GD QuickScan <strong>BVD</strong><br />
De <strong>BVD</strong>-situatie op een melkveebedrijf kan eenvoudig<br />
worden vastgesteld met de GD QuickScan<br />
<strong>BVD</strong>. Voor vleesveebedrijven is hiervoor de<br />
variant GD QuickScan <strong>BVD</strong> Vleesvee ontwikkeld.<br />
Product Kenmerken Uitgangssituatie <strong>BVD</strong> Doel Wat wordt<br />
onderzocht<br />
GD QuickScan <strong>BVD</strong><br />
of<br />
GD QuickScan <strong>BVD</strong><br />
Vleesvee<br />
GD Programma<br />
<strong>BVD</strong>-virusvrij<br />
snel inzicht in bedrijfssituatie<br />
effectief bestrijden en<br />
certificeren<br />
programma om <strong>BVD</strong>-virusvrij<br />
certficaat te behalen<br />
GD Tankmelk <strong>BVD</strong> eenvoudig en<br />
gemakkelijk<br />
GD <strong>BVD</strong><br />
Afweerstoffen<br />
JongveeMonitor<br />
GD <strong>BVD</strong> Jongvee<br />
DragerCheck<br />
<strong>BVD</strong>-situatie<br />
onbekend<br />
<strong>BVD</strong>-situatie<br />
ongunstig, gunstig of<br />
onbekend<br />
inzicht krijgen in <strong>BVD</strong>situatie<br />
bij jongvee en<br />
ouder vee (virus-circulatie<br />
en aanwezigheid<br />
dragers)<br />
ziekte effectief bestrijden<br />
door opsporen en afvoeren<br />
van virusdragers en<br />
<strong>BVD</strong> in de gaten houden<br />
(certificeren)<br />
<strong>BVD</strong>-situatie gunstig bewaken van gunstige<br />
<strong>BVD</strong>-situatie<br />
(opsporen viruscirculatie)<br />
efficiënt en kostenbewust <strong>BVD</strong>-situatie gunstig opsporen nieuwe besmettingen<br />
nieuwe dragers snel<br />
opgespoord<br />
<strong>BVD</strong>-situatie gunstig snel opsporen nieuwe<br />
dragers<br />
afweerstoffen in bloed bij 5<br />
kalveren én eenmalig onderzoek<br />
<strong>BVD</strong>-virus in tankmelk<br />
gecombineerd met <strong>BVD</strong>afweerstoffen<br />
in tankmelk<br />
(bij melkvee) of afweerstoffen<br />
in bloed bij 5 vaarzen<br />
(vleesvee)<br />
eenmalig onderzoeken:<br />
<strong>BVD</strong>-virus in tankmelk, <strong>BVD</strong>virus<br />
in bloed bij jongvee,<br />
droge koeien en kalveren<br />
bewaking, twee keer per<br />
jaar afweerstoffen in bloed<br />
bij vijf kalveren<br />
vier keer per jaar <strong>BVD</strong><br />
afweerstoffen in tankmelk<br />
twee keer per jaar afweerstoffen<br />
in bloed bij 5<br />
runderen van 8 t/m 2<br />
maanden<br />
bloedonderzoek op virusdragers<br />
van alle aanfok van<br />
t/m 5 maanden<br />
juni 2008 <strong>BVD</strong> 5
Geen <strong>BVD</strong><br />
aangetoond bij ouder vee en<br />
jongvee<br />
De inzet is waardevol in de volgende situaties:<br />
• begeleiding van rundveebedrijven met<br />
onbekende <strong>BVD</strong>-situatie<br />
• omslag in uitslagen GD Tankmelk <strong>BVD</strong> van gunstig<br />
naar ongunstig (alleen melkveebedrijven)<br />
• verwerpersproblemen, waarbij <strong>BVD</strong> de mogelijke<br />
veroorzaker is<br />
• vruchtbaarheidsproblemen<br />
• problemen bij de opfok, geboorte van<br />
afwijkende kalveren<br />
Aanvraag<br />
Veehouders kunnen de GD QuickScan <strong>BVD</strong> of de<br />
QuickScan <strong>BVD</strong> Vleesvee telefonisch aanvragen<br />
bij GD via 0900- 770 of zich aanmelden via<br />
de GD Webwinkel op www.gddeventer.com. Het<br />
QuickScan-pakket met het benodigde monstermateriaal<br />
wordt vervolgens toegezonden aan de<br />
dierenartspraktijk. De kosten voor het bloedtappen<br />
verrekent u rechtstreeks met de veehouder.<br />
Melkvee: combinatie van drie testen<br />
De GD QuickScan <strong>BVD</strong> is een unieke combinatie<br />
van de volgende testen:<br />
• tankmelkonderzoek op <strong>BVD</strong>-virus met behulp<br />
van PCR-test. Dit toont de aanwezigheid van<br />
een <strong>BVD</strong>-virusdrager bij de melkgevende dieren<br />
aan. Op bedrijven met meer dan 30 melkgevende<br />
koeien geldt een afwijkend protocol<br />
voor het nemen van het tankmelkmonster (zie<br />
pagina 5).<br />
• tankmelkonderzoek op <strong>BVD</strong>-afweerstoffen<br />
met behulp van ELISA. Hiermee wordt aangetoond<br />
of er de afgelopen jaren nog dieren<br />
in aanraking zijn geweest met het virus. Het<br />
omslagpunt van gunstig naar ongunstig ligt<br />
bij ongeveer 30 procent melkgevende runderen<br />
<strong>BVD</strong><br />
GD Tankmelk <strong>BVD</strong><br />
(melkveebedrijven)<br />
GD Programma <strong>BVD</strong>-virusvrij<br />
<strong>BVD</strong>-aanpak op het bedrijf<br />
Geen <strong>BVD</strong> aangetoond bij<br />
jongvee, wel bij ouder vee<br />
GD <strong>BVD</strong> Jongvee DragerCheck<br />
of<br />
GD <strong>BVD</strong> Afweerstoffen<br />
JongveeMonitor<br />
GD QuickScan <strong>BVD</strong><br />
juni 2008<br />
Geen <strong>BVD</strong> aangetoond bij<br />
ouder vee, wel bij jongvee<br />
GD Programma <strong>BVD</strong>-virusvrij<br />
met afweerstoffen.<br />
• bloedonderzoek op afweerstoffen bij jongvee<br />
(vijf dieren tussen acht en twaalf maanden).<br />
Dit geeft aan of er onder het jongvee de afgelopen<br />
tijd dieren in aanraking zijn geweest<br />
met het virus (vaak komt dit door de geboorte<br />
en/of de aanwezigheid van een drager).<br />
Vleesvee: combinatie van diergroepen<br />
De GD QuickScan <strong>BVD</strong> Vleesvee gaat uit van een<br />
uitgekiende combinatie van bloedonderzoek bij<br />
verschillende diergroepen.<br />
• bloedonderzoek op afweerstoffen bij jongvee<br />
(vijf dieren tussen acht en twaalf maanden).<br />
Dit geeft aan of er onder het jongvee de afgelopen<br />
tijd dieren in aanraking zijn geweest met<br />
het virus (vaak komt dit door de geboorte en/<br />
of de aanwezigheid van een drager).<br />
• bloedonderzoek op afweerstoffen bij recent<br />
afgekalfde vaarzen (vijf dieren). Dit geeft aan<br />
of het oudere vee in aanraking is geweest met<br />
het virus.<br />
Uitslagen QuickScan <strong>BVD</strong> (tot en met 2007)<br />
Tankmelk-<br />
PCR: virus?<br />
Tankmelk:<br />
afweerstoffen?<br />
<strong>BVD</strong> aangetoond bij jongvee<br />
en ouder vee<br />
GD Programma <strong>BVD</strong>-virusvrij<br />
Jongvee:<br />
afweerstoffen?<br />
Nee Nee Nee 34,3<br />
Nee Ja Nee ,9<br />
Nee Ja Ja 27,2<br />
Nee Nee Ja 8,<br />
Ja Nee Nee 0,<br />
Ja Ja Nee 0,3<br />
Ja Ja Ja ,7<br />
Ja Nee Ja 0,2<br />
onvolledige monstername 5,7<br />
Praktijkmap Herkauwers<br />
Percentage<br />
van de uitslagen
Mogelijke uitslagen GD QuickScan <strong>BVD</strong>, betekenis en vervolgacties<br />
GD QuickScan <strong>BVD</strong><br />
uitslagcombinatie:<br />
Tankmelk-<br />
PCR: virus<br />
aangetoond?<br />
Tankmelk:<br />
afweerstoffenaangetoond?<br />
Jongvee:<br />
afweerstoffenaangetoond?<br />
Uitslag en vervolgactie<br />
De GD QuickScan <strong>BVD</strong> kent acht uitslagcombinaties.<br />
In het schema staat wat de uitslagcombinaties<br />
betekenen en welke vervolgactie mogelijk is.<br />
De GD QuickScan <strong>BVD</strong> Vleesvee kent vier uitslagmogelijkheden,<br />
ook deze staan in een praktisch<br />
overzicht op de volgende pagina met betekenis<br />
en vervolgstappen. Een aantal vervolgacties<br />
wordt hierna nader toegelicht: opsporen van<br />
dragers, monitoren en vaccineren (zie Vaccinatie,<br />
pagina 3).<br />
Opsporen van dragers<br />
Geeft de GD QuickScan <strong>BVD</strong> (Vleesvee) een sig-<br />
Praktijkmap Herkauwers<br />
GD QuickScan <strong>BVD</strong><br />
interpretatie: Vervolgactie:<br />
1 Nee Nee Nee <strong>BVD</strong> speelt op dit moment geen<br />
rol. Bedrijf is kwetsbaar.<br />
2 Nee Ja Nee <strong>BVD</strong> heeft bij de melkkoeien<br />
gecirculeerd. Waarschijnlijk is<br />
sprake van oudere infectie en is<br />
er geen drager aanwezig.<br />
3 Nee Ja Ja <strong>BVD</strong> circuleert op het gehele<br />
bedrijf. Mogelijk een drager aanwezig<br />
(tussen jongvee: kans is 50<br />
procent).<br />
4 Nee Nee Ja <strong>BVD</strong>-circulatie alleen bij het jongvee.<br />
Primaire infecties of drager<br />
aanwezig (tussen jongvee: kans is<br />
50 procent).<br />
5 Ja Nee Nee Waarschijnlijk recente aanvoer<br />
van een drager in melkveekoppel,<br />
in kleine koppel mogelijk een<br />
acute (primaire) infectie. Infectie<br />
is (nog) beperkt gebleven tot het<br />
melkvee.<br />
6 Ja Ja Nee Er zijn dragers aanwezig in het<br />
melkveekoppel.<br />
7 Ja Ja Ja Er zijn dragers aanwezig in de<br />
melkveestapel, mogelijk ook<br />
elders op het bedrijf.<br />
8 Ja Nee Ja Waarschijnlijk is recent een drager<br />
vanuit het jongvee naar het<br />
melkveekoppel gegaan. Ook is een<br />
acute primaire infectie door melkvee<br />
en jongvee mogelijk, waarbij<br />
nog geen dragers zijn geboren.<br />
. Huidige toestand blijven monitoren met GD<br />
Tankmelk <strong>BVD</strong>.<br />
2. Risico-analyse met Checklist <strong>BVD</strong>-preventie en,<br />
afhankelijk van risico’s, vaccineren.<br />
. Huidige toestand blijven monitoren: jaarlijks<br />
GD QuickScan <strong>BVD</strong> of GD Jongvee DragerCheck<br />
of GD Afweerstoffen JongveeMonitor.<br />
2. Risico-analyse met Checklist <strong>BVD</strong>-preventie en,<br />
afhankelijk van risico’s, vaccineren.<br />
. Drager(s) opsporen: GD Programma <strong>BVD</strong>-virusvrij.<br />
2. Eventueel vaccineren.<br />
. Drager(s) opsporen: GD Programma <strong>BVD</strong>-virusvrij.<br />
2. Eventueel vaccineren.<br />
. Drager(s) in melkveekoppel opsporen: GD<br />
Programma <strong>BVD</strong>-virusvrij.<br />
2. Eventueel vaccineren.<br />
Noot:<br />
- aangevoerde dieren onderzoeken op <strong>BVD</strong>-virus<br />
- situatie volgen door na 4 tot 8 weken tankmelkonderzoek te<br />
herhalen; zowel PCR-test als onderzoek op afweerstoffen.<br />
. Drager(s) in melkveekoppel opsporen: GD<br />
Programma <strong>BVD</strong>-virusvrij.<br />
2. Eventueel vaccineren.<br />
. Drager(s) opsporen onder melkvee en jongvee:<br />
GD Programma <strong>BVD</strong>-virusvrij.<br />
2. Eventueel vaccineren.<br />
. Dragers opsporen door individueel onderzoek:<br />
GD Programma <strong>BVD</strong>-virusvrij.<br />
2. Eventueel vaccineren.<br />
naal dat er mogelijk een drager is, dan is het<br />
GD Programma <strong>BVD</strong>-virusvrij het aangewezen<br />
instrument om de aanwezige en eventueel nog<br />
'onderweg zijnde' virusdragers op te sporen (zie<br />
GD Programma <strong>BVD</strong>-virusvrij).<br />
Monitoren/bewaken<br />
Monitoren en/of bewaken van de gunstige situatie<br />
is mogelijk met een jaarlijkse QuickScan<br />
of met regelmatig jongveeonderzoek (GD <strong>BVD</strong><br />
Jongvee DragerCheck of GD <strong>BVD</strong> Afweerstoffen<br />
JongveeMonitor). Voor melkveebedrijven zonder<br />
afweerstoffen in de tankmelk is GD Tankmelk<br />
<strong>BVD</strong> ook een goede optie.<br />
juni 2008 <strong>BVD</strong> 7
Mogelijke uitslagen GD QuickScan <strong>BVD</strong> Vleesvee, betekenis en vervolgacties<br />
<strong>BVD</strong>-antistoffen ELISA<br />
(screening)<br />
Kalveren Vaarzen<br />
Niet<br />
aangetoond<br />
8 <strong>BVD</strong><br />
Niet<br />
aangetoond<br />
Interpretatie: Mogelijke vervolgstappen<br />
Er is waarschijnlijk geen <strong>BVD</strong>-virusdrager<br />
aanwezig op het bedrijf!<br />
De dieren hebben geen of weinig<br />
weerstand tegen <strong>BVD</strong>.<br />
Aangetoond* Aangetoond* Zeer waarschijnlijk is er minimaal<br />
één <strong>BVD</strong>-drager op het bedrijf of er<br />
zijn heel recent één of meer <strong>BVD</strong>dragers<br />
geweest.<br />
Niet<br />
aangetoond<br />
Aangetoond* Niet<br />
aangetoond<br />
Aangetoond* Er is een <strong>BVD</strong>-infectie op het<br />
bedrijf geweest. De kans op de<br />
geboorte van een nieuwe <strong>BVD</strong>-<br />
drager is vrij groot.<br />
Waarschijnlijk is er recent een <strong>BVD</strong>drager<br />
op het bedrijf geboren (of<br />
gekocht), die in contact is geweest<br />
met de kalveren, maar (nog) niet<br />
met de vaarzen (en oudere runderen).<br />
Er is een vrij groot risico op<br />
een <strong>BVD</strong>-uitbraak vanwege beperkte<br />
weerstand bij de vaarzen (en oudere<br />
runderen).<br />
*Aangetoond: minimaal 3 runderen in de betreffende categorie hebben antistoffen.<br />
GD Programma <strong>BVD</strong>-virusvrij<br />
Het GD Programma <strong>BVD</strong>-virusvrij is gebaseerd<br />
op het opsporen en afvoeren van <strong>BVD</strong>-virusdragers.<br />
Hiervoor worden de runderen onderzocht<br />
op <strong>BVD</strong>-virus. Is het bedrijf vrij, dan komt het<br />
in aanmerking voor het <strong>BVD</strong>-virusvrij certificaat.<br />
Het programma verloopt in twee fasen. De eerste<br />
fase bestaat uit het integraal bedrijfsonderzoek.<br />
Na afvoer van alle eventueel op het bedrijf<br />
aanwezige virusdragers, volgt het jongveeonderzoek.<br />
Hierbij worden gedurende 0 maanden<br />
alle kalveren vanaf een leeftijd van 30 dagen op<br />
<strong>BVD</strong>-virus onderzocht. Gedurende deze periode<br />
mag het bedrijf geen runderen van niet-<strong>BVD</strong>virusvrij<br />
gecertificeerde bedrijven aanvoeren.<br />
Daarnaast is het mogelijk na 8 opeenvolgende<br />
gunstige uitslagen van GD Tankmelk <strong>BVD</strong> met<br />
beperkt vervolgonderzoek te certificeren voor<br />
<strong>BVD</strong>. Dit vervolgonderzoek bestaat uit afweerstoffen-<br />
en virusonderzoek.<br />
Aanvraag<br />
Een veehouder kan zich via het 'aanmeldingsformulier<br />
deelname aan vrijwillige rundveeprogramma's'<br />
aanmelden. Dit aanmeldingsformulier is<br />
verkrijgbaar bij de DGA Herkauwers (0900- 770).<br />
juni 2008<br />
• Vul de Checklist <strong>BVD</strong>-preventie in met de veehouder<br />
• Risico’s op introductie van buitenaf beperken<br />
• Vaccineren<br />
• Controle op geboorte van <strong>BVD</strong>-dragers via GD <strong>BVD</strong> Jongvee<br />
DragerCheck of monitoren met GD <strong>BVD</strong> Afweerstoffen<br />
JongveeMonitor<br />
• Vul de Checklist <strong>BVD</strong>-preventie in met de veehouder<br />
• Opsporen en afvoeren <strong>BVD</strong>-dragers via het GD Programma<br />
<strong>BVD</strong>-virusvrij<br />
• Vul de Checklist <strong>BVD</strong>-preventie in met de veehouder<br />
• Controle op geboorte van <strong>BVD</strong>-dragers via GD <strong>BVD</strong> Jongvee<br />
DragerCheck of monitoren met GD <strong>BVD</strong> Afweerstoffen<br />
JongveeMonitor<br />
• Vaccineren<br />
• Deze uitslagcombinatie is zeldzaam als alle runderen<br />
op uw bedrijf direct contact hebben met elkaar. Zijn er<br />
specifieke bedrijfsomstandigheden die deze uitslag verklaren?<br />
Zet vervolg-stappen aan de hand van de bevindingen,<br />
zoals controle op geboorte van <strong>BVD</strong>-dragers via<br />
GD <strong>BVD</strong> Jongvee DragerCheck of monitoren met GD <strong>BVD</strong><br />
Afweerstoffen JongveeMonitor.<br />
• Vul de Checklist <strong>BVD</strong>-preventie in met de veehouder<br />
• Vaccineren<br />
Aanmelden is ook mogelijk via de GD Webwinkel<br />
op www.gddeventer.com.<br />
Na aanmelding ontvangt de dierenarts het<br />
inzendformulier (= stallijst) en de barcode-stickers<br />
voor het certificeringsonderzoek. De veehouder<br />
krijgt hiervan een afschrift.<br />
Opsporen dragers<br />
Het onderzoek naar <strong>BVD</strong>-dragers omvat twee<br />
fasen:<br />
. integraal bedrijfsonderzoek<br />
2. jongveeonderzoek<br />
1. Integraal bedrijfsonderzoek<br />
Dit is de eerste fase van het GD Programma<br />
<strong>BVD</strong>-virusvrij; het heeft ten doel dragers onder<br />
het melkvee en jongvee vanaf een leeftijd van<br />
30 dagen op te sporen. De melkgevende koeien<br />
worden met behulp van de tankmelk-PCR onderzocht.<br />
Op bedrijven met meer dan 30 melkgevende<br />
koeien geldt een afwijkend protocol voor<br />
het nemen van het tankmelkmonster (zie pagina<br />
5). Via dit onderzoek wordt aangetoond of één<br />
of meer melkgevende koeien <strong>BVD</strong>-virus uitscheiden.<br />
Wordt in de tankmelk virus aangetroffen,<br />
dan is het nodig om van alle melkgevende dieren<br />
individuele bloedmonsters in te sturen voor<br />
Praktijkmap Herkauwers
Intake GD Programma <strong>BVD</strong>-virusvrij<br />
Onderzoek van alle runderen op <strong>BVD</strong>-virus door<br />
tankmelk- en bloedonderzoek (niet-melkgevende)<br />
<strong>BVD</strong>-virus aangetroffen in<br />
tankmelk- en/of bloedmonsters<br />
NEE<br />
Alle runderen <strong>BVD</strong>-virusvrij<br />
virusonderzoek met de antigeen-ELISA.<br />
Het jongvee, de droogstaande koeien en de dieren<br />
waarvan de melk buiten de tank is gehouden,<br />
worden via het bloed onderzocht.<br />
Alle runderen waarbij virus is aangetoond, moeten<br />
binnen een week worden afgevoerd voor de<br />
slacht.<br />
2. Jongveeonderzoek<br />
Nadat er, op basis van het integraal bedrijfsonderzoek,<br />
geen virusdragers meer op het bedrijf<br />
aanwezig zijn, gaat het jongvee-onderzoek van<br />
start. Dit duurt minimaal 0 maanden, gedurende<br />
welke alle kalveren die de leeftijd van<br />
30 dagen bereiken, via bloedonderzoek worden<br />
Praktijkmap Herkauwers<br />
JA<br />
Gedurende 10 maanden onderzoek jongvee<br />
na bereiken leeftijd van 30 dagen<br />
<strong>BVD</strong>-virus aangetroffen JA<br />
NEE<br />
<strong>BVD</strong>-virusvrij<br />
certificaat<br />
Individueel onderzoek<br />
Afvoeren <strong>BVD</strong>-dragers<br />
onderzocht op de aanwezigheid van <strong>BVD</strong>-virus.<br />
De stickers hiervoor worden automatisch toegezonden.<br />
Dit gebeurt 5 en 0 maanden na het<br />
afgeronde integrale bedrijfsonderzoek.<br />
Worden er bij deze onderzoeken geen virusdragers<br />
aangetroffen, dan krijgt het bedrijf het<br />
<strong>BVD</strong>-virusvrij certificaat. Worden er in dit traject<br />
wel virusdragers gevonden, dan worden deze binnen<br />
twee weken afgevoerd, waarna de periode<br />
van 0 maanden jongvee-onderzoek opnieuw<br />
ingaat.<br />
Certificeren na GD Tankmelk <strong>BVD</strong><br />
Voorwaarde voor het certificeren is dat minimaal<br />
8 opeenvolgende tankmelkuitslagen gunstig zijn.<br />
Hieruit blijkt dat geen viruscirculatie bij het<br />
melkvee heeft plaatsgevonden. Met aanvullend<br />
onderzoek wordt gekeken of er dragers onder<br />
het jongvee zijn en of er dragers onder de aangevoerde<br />
runderen zijn. Het vervolgonderzoek<br />
bestaat uit:<br />
• afweerstoffenonderzoek van 5 runderen in de<br />
leeftijd van 8 tot en met 2 maanden.<br />
• afweerstoffenonderzoek van 5 runderen in de<br />
leeftijd van 8 tot en met 24 maanden.<br />
• virusonderzoek van alle aangevoerde runderen<br />
tot een jaar terug, die nog geen gunstig virusonderzoek<br />
hebben afgerond.<br />
Zijn alle onderzoeken gunstig dan ontvangt het<br />
bedrijf de status <strong>BVD</strong>-virusvrij. Worden bij maximaal<br />
rund afweerstoffen aangetoond en is het<br />
virusonderzoek gunstig dan ontvangt het bedrijf<br />
de status <strong>BVD</strong>-virusvrij.<br />
Worden bij 2 runderen afweerstoffen aangetoond<br />
dan moeten deze 2 runderen en 5 tot 0 andere<br />
runderen (opnieuw) worden onderzocht op<br />
afweerstoffen.<br />
Worden bij 3 of meer runderen afweerstoffen<br />
gevonden dan dient cohortonderzoek plaats te<br />
vinden om te certificeren. Is het virusonderzoek<br />
ongunstig dan dienen dragers binnen 4 dagen<br />
voor de slacht te worden afgevoerd en is aanvullend<br />
jongveeonderzoek nodig.<br />
Cohortonderzoek<br />
Bij het cohortonderzoek <strong>BVD</strong> vindt virusbloedonderzoek<br />
plaats van alle runderen in de leeftijdsgroep<br />
tot en met maanden of tot en<br />
met 24 maanden. De leeftijdsgroep is afhankelijk<br />
van de groep dieren waarin afweerstoffen zijn<br />
aangetoond. Geen virus aangetoond betekent<br />
dat het bedrijf de status <strong>BVD</strong>-virusvrij ontvangt.<br />
Vervolgens vindt bewaking van deze status<br />
plaats. Wordt wel virus aangetoond dan adviseren<br />
we de dragers op te ruimen en aanvullend<br />
juni 2008 <strong>BVD</strong> 9
jongveeonderzoek te doen om eventuele andere<br />
dragers ook op te sporen. Van elk onderzoek<br />
krijgen de veehouder en zijn practicus de uitslag<br />
met een advies voor de volgende stap.<br />
Bewaking <strong>BVD</strong>-virusvrij status<br />
De <strong>BVD</strong>-virusvrij status van een bedrijf kan op<br />
twee wijzen worden bewaakt: met elke vier<br />
maanden virusonderzoek of elke zes maanden<br />
afweerstoffenonderzoek. De bewaking is daarmee<br />
gelijk aan de GD <strong>BVD</strong> Jongvee DragerCheck of<br />
de GD <strong>BVD</strong> Afweerstoffen JongveeMonitor (zie<br />
pagina ). De veehouder kiest zelf de gewenste<br />
methode en meldt dit vooraf aan GD. GD stuurt<br />
vervolgens dit bewakingsonderzoek aan. Als er<br />
niet genoeg dieren in de betreffende leeftijdscategorie<br />
zijn, geeft GD aan van welke dieren nog<br />
meer bloed voor onderzoek wordt afgenomen en<br />
ingezonden.<br />
Bewaking: virusonderzoek<br />
Bewaking met virusonderzoek vindt om de vier<br />
maanden plaats bij alle runderen van tot en<br />
met 5 maanden die nog niet eerder op virus<br />
zijn onderzocht. Geen virus aangetoond in dit<br />
onderzoek betekent behoud van de status <strong>BVD</strong>virusvrij.<br />
Wordt er naar aanleiding van het bewakingsonderzoek<br />
een <strong>BVD</strong>-drager aangetroffen, dan<br />
behoudt het bedrijf de status 'in observatie',<br />
mits de drager binnen een week wordt afgevoerd.<br />
Om de <strong>BVD</strong>-virusvrij status terug te krijgen<br />
wordt opnieuw aanvullend jongveeonderzoek<br />
gedaan. Als gedurende dit 0 maanden durende<br />
onderzoek geen andere <strong>BVD</strong>-dragers worden aangetroffen,<br />
krijgt het bedrijf de <strong>BVD</strong>-vrij status<br />
terug.<br />
Bewaking: afweerstoffenonderzoek<br />
Voor deze vorm van bewaking worden elke zes<br />
maanden vijf runderen in de leeftijd van 8 tot<br />
en met 2 maanden onderzocht op afweerstoffen.<br />
Wanneer bij het bewakingsonderzoek bij<br />
slechts één kalf afweerstoffen worden aangetroffen,<br />
gaat het vrijwel altijd om afweerstoffen<br />
uit biest. Er wordt geen actie ondernomen; het<br />
bedrijf behoudt de status.<br />
Worden bij meer dieren afweerstoffen gevonden,<br />
dan horen daarbij deze vervolgacties:<br />
• 2 kalveren met afweerstoffen:<br />
deze uitslag wijst op een nieuwe virusintroductie<br />
en verspreiding. Het bedrijf krijgt de<br />
status 'in observatie'. Door bloed van de 2<br />
dieren met antistoffen en van 5 niet eerder<br />
onderzochte dieren in de aangegeven leeftijdscategorie<br />
te onderzoeken, wordt daarover meer<br />
0 <strong>BVD</strong><br />
juni 2008<br />
zekerheid verkregen. Is de uitslag van het<br />
heronderzoek ongunstig bij 0 tot 2 dieren, dan<br />
krijgt het bedrijf de <strong>BVD</strong>-virusvrij status weer<br />
terug. Worden bij 3 of meer dieren afweerstoffen<br />
aangetoond, dan gelden de regels van 3 of<br />
meer kalveren met afweerstoffen.<br />
• 3 of meer kalveren met afweerstoffen:<br />
er is zeer waarschijnlijk weer virus geïntroduceerd<br />
en verspreid op het bedrijf. Deze<br />
introductie heeft waarschijnlijk geleid tot de<br />
geboorte van een virusdrager. Het bedrijf krijgt<br />
de status 'in observatie'. Vervolgonderzoek op<br />
de aanwezigheid van <strong>BVD</strong>-virus van alle dieren<br />
(op dragerschap) van tot maanden is<br />
noodzakelijk (cohortonderzoek).<br />
Is het bewakingsonderzoek ongunstig (bij meer<br />
dan twee kalveren), dan wordt in het cohortonderzoek<br />
in 50 procent van de gevallen geen drager<br />
aangetroffen. Meestal kan de viruscirculatie<br />
dan worden verklaard door contacten met andere<br />
dieren of andere wijzen van insleep (zie Insleep,<br />
pagina 2).<br />
Aanvoer niet-<strong>BVD</strong>-virusvrije runderen<br />
Een gesloten bedrijfsvoering is de beste garantie<br />
om virusinsleep te voorkomen. Aanvoer van of<br />
contact met runderen van niet-<strong>BVD</strong>-virusvrije<br />
bedrijven is risicovol. Bij een <strong>BVD</strong>-virusvrij<br />
gecertificeerd bedrijf heeft dit tot gevolg dat het<br />
bedrijf de status 'in observatie' krijgt.<br />
Wil een bedrijf toch een niet-<strong>BVD</strong>-virusvrij rund<br />
aanvoeren, dan wordt geadviseerd het rund op<br />
het bedrijf van herkomst te laten onderzoeken<br />
op de aanwezigheid van <strong>BVD</strong>-virus. De veehouder<br />
loopt dan niet het risico een drager aan te voeren.<br />
Onderzoeken na aanvoer niet-<strong>BVD</strong>-vrij rund<br />
Om na aanvoer van niet-<strong>BVD</strong>-vrije runderen weer<br />
de <strong>BVD</strong>-virusvrij-status terug te<br />
krijgen, is binnen vier weken na aanvoer bij<br />
de betreffende dieren bloedonderzoek op virus<br />
noodzakelijk. De uitslagen van de onderzoeken<br />
bepalen het vervolg:<br />
. indien de uitslag gunstig is, krijgt het bedrijf<br />
de status ‘<strong>BVD</strong>-virusvrij’ terug.<br />
2. is de uitslag ongunstig en de veehouder voert<br />
het dier binnen 4 dagen na ontvangst van<br />
de uitslag voor de slacht af, dan wordt met<br />
het 0 maanden durende jongveeonderzoek<br />
de <strong>BVD</strong>-virusvrij-status weer teruggekregen.<br />
Voorwaarde is wel dat er tijdens dit onderzoek<br />
geen <strong>BVD</strong>-dragers worden aangetroffen.<br />
Voert de veehouder de betreffende drager niet<br />
af, dan verliest het bedrijf de <strong>BVD</strong>-virusvrij<br />
Praktijkmap Herkauwers
status. Om deze te herkrijgen is het noodzakelijk<br />
om helemaal opnieuw met het GD<br />
Programma <strong>BVD</strong>-virusvrij te beginnen.<br />
Indien een drachtig dier wordt aangevoerd, kan<br />
het voorkomen dat het ongeboren kalf een <strong>BVD</strong>drager<br />
is. Door dit kalf zo spoedig mogelijk na<br />
de geboorte op virus te onderzoeken, kan dat<br />
worden aangetoond. De GD <strong>BVD</strong> Jongvee Drager-<br />
Check is daarvoor een goed instrument.<br />
GD Tankmelk <strong>BVD</strong><br />
GD Tankmelk <strong>BVD</strong> is een eenvoudige manier van<br />
controle op recente <strong>BVD</strong>-viruscirculatie. Het<br />
programma is bestemd voor bedrijven die hun<br />
gunstige <strong>BVD</strong>-situatie blijvend in de gaten willen<br />
houden.<br />
Via het abonnement wordt de melk vier keer per<br />
jaar onderzocht op afweerstoffen (ELISA). Een<br />
gunstige uitslag geeft aan dat minder dan 20<br />
tot 30 procent van de melkgevende dieren <strong>BVD</strong>afweerstoffen<br />
heeft. Deelnemers krijgen de status<br />
‘<strong>BVD</strong>-tankmelk onverdacht’. Deze status geeft<br />
aan dat op het bedrijf geen <strong>BVD</strong>-afweerstoffen<br />
in de tankmelk zijn aangetroffen; er is geen<br />
recente viruscirculatie geweest.<br />
Een ongunstige uitslag kan wijzen op recente<br />
viruscirculatie. Dit hoeft echter niet het geval<br />
te zijn. Op bedrijven met weinig seropositieve<br />
dieren (minder dan 5 procent) kan een verandering<br />
in de groep melkgevende runderen de tankmelkuitslag<br />
beïnvloeden.<br />
Aanvraag<br />
Veehouders kunnen zich schriftelijk aanmelden<br />
bij GD. Het aanvraagformulier is op te vragen via<br />
0900- 770. Aanmelden is ook mogelijk via de<br />
GD Webwinkel op www.gddeventer.com. Na aanmelding<br />
worden de monsters telkens automatisch<br />
via de RMO genomen.<br />
Het abonnement wordt jaarlijks stilzwijgend<br />
verlengd tenzij de veehouder zich schriftelijk<br />
afmeldt.<br />
Werkwijze<br />
De melkmonsters voor GD Tankmelk <strong>BVD</strong> worden<br />
via de RMO direct aangeleverd bij GD. De veehouder<br />
hoeft dus geen actie te ondernemen.<br />
Is de uitslag gunstig, dan blijft de status<br />
‘<strong>BVD</strong>-tankmelk onverdacht’ gehandhaafd. De<br />
veehouder krijgt jaarlijks een overzicht van de<br />
uitslagen.<br />
Is een uitslag ongunstig, dan wordt eerst een<br />
bevestigingsonderzoek uitgevoerd. De veehouder<br />
Praktijkmap Herkauwers<br />
en de practicus krijgen direct bericht met een<br />
advies voor de vervolgaanpak. Is deze uitslag<br />
weer ongunstig, dan vervalt de status ‘<strong>BVD</strong> tankmalk<br />
onverdacht’ en wordt ‘onbekend’. De veehouder<br />
krijgt hiervan direct bericht<br />
In geval van een omslag adviseert GD om aanvullend<br />
een GD QuickScan <strong>BVD</strong> uit te voeren,<br />
om na te gaan of de omslag het gevolg is van<br />
recente viruscirculatie en dan de vervolgaanpak<br />
te bepalen.<br />
Wanneer een deelnemer een rund aanvoert van<br />
een niet-<strong>BVD</strong>-virusvrij gecertificeerd bedrijf, ontvangt<br />
hij een bericht van GD met het advies het<br />
rund te laten onderzoeken. Deelnemers zijn niet<br />
verplicht dit onderzoek uit te voeren. Na aanvoer<br />
behouden zij hun status.<br />
Opstap voor certificeren<br />
GD Tankmelk <strong>BVD</strong> is een opstap voor <strong>BVD</strong>-vrij<br />
certificeren. Na minimaal 8 opeenvolgende<br />
gunstige tankmelkuitslagen voor <strong>BVD</strong> kan het<br />
bedrijf met vervolgonderzoek het <strong>BVD</strong>-virusvrij<br />
certificaat behalen. Zie verder GD Programma<br />
<strong>BVD</strong>-virusvrij: certificeren na GD Tankmelk <strong>BVD</strong><br />
(pagina 9).<br />
GD <strong>BVD</strong> Afweerstoffen<br />
JongveeMonitor<br />
De GD <strong>BVD</strong> Afweerstoffen JongveeMonitor signaleert<br />
viruscirculatie onder het jongvee. Het<br />
geeft daarmee aan of <strong>BVD</strong> op een bedrijf actief<br />
is of onlangs actief is geweest. Het bestaat uit<br />
twee keer per jaar bloedonderzoek op afweerstoffen<br />
bij 5 runderen in de leeftijd van 8 tot<br />
en met 2 maanden. De GD <strong>BVD</strong> Afweerstoffen<br />
JongveeMonitor is interessant voor bedrijven<br />
waarop het melkvee besmet is geweest met<br />
<strong>BVD</strong> en nu afweerstoffen heeft. Deze bedrijven<br />
kunnen niet via tankmelkonderzoek de situatie<br />
bewaken. Afweerstoffenonderzoek bij het<br />
jongvee is dan een goed alternatief. Veehouders<br />
die deelnemen aan de GD <strong>BVD</strong> Afweerstoffen<br />
JongveeMonitor ontvangen de status ‘deelnemer<br />
<strong>BVD</strong>’.<br />
Aanvraag<br />
Veehouders kunnen de GD <strong>BVD</strong> Afweerstoffen<br />
JongveeMonitor telefonisch aanvragen bij GD<br />
via 0900- 770 of zich aanmelden via de GD<br />
Webwinkel op www.gddeventer.com.<br />
juni 2008 <strong>BVD</strong>
Aansturing<br />
GD stuurt de veehouder tijdig een lijst met de<br />
te onderzoeken dieren. Voor het bloedonderzoek<br />
gebruikt u serumbuizen met oranje stop. De<br />
kosten voor het bloedtappen verrekent u rechtstreeks<br />
met de veehouder.<br />
Werkwijze<br />
Na aanmelding ontvangt de veehouder het<br />
verzoek bloedmonsters in te sturen van 5 runderen<br />
in de leeftijdscategorie 8 tot en met 2<br />
maanden. Zijn er te weinig runderen in deze<br />
leeftijdscategorie dan wordt het aantal runderen<br />
aangevuld met runderen uit de leeftijdscategorie<br />
8 tot en met 5 maanden. De runderen moeten<br />
minimaal 0 weken op het bedrijf aanwezig zijn.<br />
Twee keer per jaar vindt het afweerstoffenonderzoek<br />
plaats. Is de uitslag ongunstig dan krijgt<br />
de veehouder schriftelijk advies op welke wijze<br />
de schade door <strong>BVD</strong> kan worden beperkt.<br />
Veehouders die runderen aanvoeren van een<br />
niet-<strong>BVD</strong>-virusvrij bedrijf krijgen hiervan bericht<br />
met het advies de runderen te laten onderzoeken.<br />
Deelnemers zijn niet verplicht dit onderzoek<br />
uit te voeren. Na aanvoer behouden deelnemers<br />
hun status ‘deelnemer <strong>BVD</strong>'.<br />
2 <strong>BVD</strong><br />
GD <strong>BVD</strong> Jongvee DragerCheck<br />
De GD <strong>BVD</strong> Jongvee DragerCheck spoort zo<br />
vroeg mogelijk <strong>BVD</strong>-virusdragers op door elke<br />
vier maanden alle runderen van tot en met 5<br />
maanden te onderzoeken. Hiermee houdt de veehouder<br />
goed zicht op de <strong>BVD</strong>-situatie en is hij er<br />
vroeg bij als een drager wordt gevonden.<br />
Worden dragers gevonden dan krijgt de veehouder<br />
het advies deze zo snel mogelijk af te<br />
voeren en de situatie te blijven bewaken via de<br />
GD <strong>BVD</strong> Jongvee DragerCheck. Veehouders die<br />
deelnemen aan de GD <strong>BVD</strong> Jongvee DragerCheck<br />
ontvangen de status ‘deelnemer <strong>BVD</strong>’.<br />
Aanvraag<br />
Veehouders kunnen de GD <strong>BVD</strong> Jongvee Drager-<br />
Check telefonisch aanvragen bij GD via 0900-<br />
770 of zich aanmelden via GD Webwinkel op<br />
www.gddeventer.com.<br />
Aansturing<br />
GD stuurt de veehouder tijdig een lijst met de<br />
te onderzoeken dieren. Voor het bloedonderzoek<br />
gebruikt u serumbuizen met oranje stop. De<br />
kosten voor het bloedtappen verrekent u rechtstreeks<br />
met de veehouder.<br />
juni 2008<br />
Werkwijze<br />
Na aanmelding ontvangt de veehouder het<br />
verzoek bloedmonsters in te sturen van alle<br />
runderen in de leeftijdscategorie van tot en<br />
met 5 maanden die nog niet eerder op <strong>BVD</strong> zijn<br />
onderzocht. Dit onderzoek vindt drie keer per<br />
jaar plaats. Bij een ongunstige uitslag ontvangt<br />
de veehouder het advies de virusdragers af te<br />
voeren.<br />
Veehouders die runderen aanvoeren van een<br />
niet-<strong>BVD</strong>-virusvrij bedrijf krijgen hiervan bericht<br />
en het advies de runderen te laten onderzoeken<br />
op <strong>BVD</strong>-virus. Deelnemers zijn niet verplicht dit<br />
onderzoek uit te voeren. Na aanvoer behouden<br />
deelnemers hun status ‘deelnemer <strong>BVD</strong>'.<br />
Checklist <strong>BVD</strong>-preventie<br />
In hoeverre voorkomt de bedrijfsvoering insleep<br />
en verspreiding van <strong>BVD</strong>-infecties? Op deze<br />
vraag geeft de Checklist <strong>BVD</strong>-preventie antwoord<br />
(zie bijlage achter dit hoofdstuk). Voor alle<br />
rundveebedrijven is het nuttig deze Checklist<br />
door te lopen ter voorkoming van insleep en verspreiding<br />
van <strong>BVD</strong>.<br />
Gebruikers van een van de <strong>BVD</strong>-producten ontvangen<br />
de Checklist gratis.<br />
Werkwijze<br />
Met de Checklist <strong>BVD</strong>-preventie gaat u samen<br />
met de veehouder na in hoeverre het bedrijf kans<br />
loopt op insleep en verspreiding van <strong>BVD</strong>. U<br />
overlegt gezamenlijk over het belang van elk van<br />
de risicofactoren voor het bedrijf. Dit is de basis<br />
van een overwogen besluit over eventuele maatregelen,<br />
bijvoorbeeld vaccinatie, op het bedrijf.<br />
De risicofactoren zijn te verdelen in factoren van<br />
belang voor insleep en factoren van belang voor<br />
versleep binnen het bedrijf. De factoren voor<br />
insleep spelen vooral een rol op bedrijven die<br />
niet in het <strong>BVD</strong>-vrij certificeringstraject zitten.<br />
Insleep<br />
De risicofactoren voor insleep geven aan waar<br />
zich een risico bevindt voor het binnenhalen van<br />
de <strong>BVD</strong>-infectie op het bedrijf.<br />
• Aanvoer van dieren van bedrijven met een<br />
lagere <strong>BVD</strong>-status.<br />
• Het gebruiken van gezamenlijke veetransportmiddelen<br />
en materialen met andere<br />
(niet-vrije) bedrijven.<br />
• Het inslepen van virus met medicijnflesjes,<br />
naalden, spuiten, handschoenen, kleding, laarzen<br />
etc.<br />
Praktijkmap Herkauwers
• Het gebruik van sperma uit het niet-reguliere<br />
circuit (bijvoorbeeld via internet) of van oud<br />
sperma uit het eigen vat (ouder dan 7 jaar).<br />
• Het gemak waarmee dieren kunnen uitbreken<br />
naar niet-vrije buurtbedrijven.<br />
• Bezoek aan niet-vrije keuringen.<br />
• Over-de-draadcontacten met buurtbedrijven.<br />
• Ongecertificeerde buurtbedrijven met bebouwing<br />
die grenst aan het bedrijf en die veel<br />
aanvoer van levende dieren hebben (‘afmelkbedrijven’).<br />
Het contact met wild zoals reeën, wordt ingeschat<br />
als een zeer geringe tot onbetekenende<br />
risicofactor. De rol van schapen is onduidelijk.<br />
Versleep<br />
Ook op gecertificeerde bedrijven zijn de factoren<br />
voor versleep van belang. Het is immers niet uitgesloten<br />
dat op een <strong>BVD</strong>-vrij bedrijf toch weer<br />
een <strong>BVD</strong>-dragerkalf wordt geboren. Uit onderzoek<br />
is gebleken dat deze introducties voor ongeveer<br />
70 procent zijn te verklaren door bovenstaande<br />
factoren voor insleep. Dat betekent dat 30 procent<br />
van de insleep van <strong>BVD</strong> niet is te verklaren.<br />
Daarom is de bewaking van de vrije status<br />
gericht op een zo snel mogelijke detectie van de<br />
geboorte van eventuele virusdragers.<br />
Detectie van de dragers dient te geschieden<br />
voordat contact is gemaakt met drachtige runderen<br />
(pinken, vaarzen en koeien). Als het jongvee<br />
wordt samengevoegd met oudere, mogelijk<br />
drachtige dieren vóór een gunstige uitslag van<br />
het bewakingsonderzoek, levert dat een aanzienlijk<br />
risico op voor de geboorte van (soms grote<br />
aantallen) <strong>BVD</strong>-dragers. De belangrijkste risicofactor<br />
voor versleep is dus:<br />
• het in contact brengen van kalveren met<br />
drachtig (jong)vee terwijl er nog geen gunstige<br />
uitslag is van het bewakingsonderzoek<br />
van de kalveren.<br />
Vaccinatie<br />
Gezien de hoge besmettingsgraad in Nederland<br />
is een volledige garantie tegen (her)introductie<br />
van <strong>BVD</strong>-virus niet te geven. Vooral op bedrijven<br />
met een reëel of groot besmettingsrisico (zie<br />
Checklist <strong>BVD</strong>-preventie) kan bedrijfsvaccinatie<br />
de gevolgen van insleep beperken. Het doel van<br />
vaccineren is het beschermen van ongeboren kalveren<br />
tegen een <strong>BVD</strong>-infectie en het voorkomen<br />
van klinische ziekte en schade.<br />
Vaccinatie geeft meerwaarde bij:<br />
. grote kans op introductie van buitenaf:<br />
inschatting op basis risico-analyse (Checklist<br />
Praktijkmap Herkauwers<br />
<strong>BVD</strong>-preventie): bescherming van niet-immune<br />
dieren (geen afweerstoffen).<br />
2. grote kans op besmetting vanuit het bedrijf<br />
zelf: aanwezigheid van viruscirculatie en aanwezigheid<br />
van niet-immune diergroepen.<br />
Ook in diergroepen waar wel afweerstoffen<br />
zijn aangetoond, zijn niet meteen alle runderen<br />
in zo’n groep immuun en beschermd. Door<br />
vervanging komen ook na verloop van tijd<br />
nieuwe niet-immune dieren in het koppel.<br />
Gebruik een vaccin dat volledige bescherming<br />
biedt tegen intra-uteriene en acute infecties.<br />
Modelonderzoek naar effecten vaccinatie<br />
GD heeft samen met Wageningen UR modelonderzoek<br />
uitgevoerd naar de epidemiologische en<br />
economische effecten van het toepassen van het<br />
<strong>BVD</strong>-vaccin bij verschillende scenario's.<br />
Keuze afhankelijk van bedrijfssituatie<br />
Uit deze studie wordt geconcludeerd dat:<br />
• vaccinatie de infectiekans en dus de schade na<br />
een infectie verlaagt, maar entkosten met zich<br />
meebrengt;<br />
• vaccinatie economisch niet aantrekkelijk<br />
is op een gesloten bedrijf (lage<br />
(her)introductiekans) met veel runderen met<br />
afweerstoffen en een goede scheiding tussen<br />
de leeftijdsgroepen;<br />
• op niet-gesloten bedrijven waar slechts weinig<br />
runderen afweerstoffen hebben, vaccinatie<br />
vaak wel rendabel is;<br />
• de keuze van wel of niet vaccineren in overleg<br />
tussen veehouder en dierenarts wordt gedaan<br />
aan de hand van de kans op (her)introductie<br />
voor het betreffende bedrijf. De risicohouding<br />
van de veehouder speelt hierin een belangrijke<br />
rol;<br />
• vaccinatie de financiële gevolgen van een<br />
<strong>BVD</strong>-infectie en herintroductie van <strong>BVD</strong> vermindert<br />
en kan worden gezien als een soort<br />
verzekeringspolis.<br />
Aanbevelingen<br />
GD vindt vaccinatie op <strong>BVD</strong>-virusvrije bedrijven<br />
met een verhoogd insleeprisico een waardevolle<br />
optie (vaccinatieschema volgens bijsluiter).<br />
Indien op een bedrijf nog dragers aanwezig zijn,<br />
zullen de baten van vaccinatie pas op langere<br />
termijn positief worden, aangezien <strong>BVD</strong>-dragers<br />
bij vaccinatie geen afweerstoffen vormen en<br />
virus blijven verspreiden. Opsporen en afvoeren<br />
van dragers is daarom een belangrijk onderdeel<br />
van de deze aanpak.<br />
juni 2008 <strong>BVD</strong> 3
4 <strong>BVD</strong><br />
Schade<br />
Het grootste deel van de schade door <strong>BVD</strong>,<br />
wordt veroorzaakt door <strong>BVD</strong>-dragers. Dragers<br />
groeien en ontwikkelen slecht, zijn vaker ziek<br />
en sterven veelal al voor het tweede levensjaar.<br />
Een klein deel wordt veroorzaakt door acute<br />
infecties, productiedaling, abortussen, slechtere<br />
vruchtbaarheid, groeivertraging, sterfte en<br />
behandelingskosten.<br />
De hoogte van de schade door <strong>BVD</strong> is<br />
afhankelijk van:<br />
• huisvesting van jongvee en oudere dieren:<br />
gescheiden of onder één dak;<br />
• percentage runderen met afweerstoffen op het<br />
moment van de infectie;<br />
• in welk deel van het koppel de drager zich<br />
bevindt.<br />
Modelberekening WUR <strong>BVD</strong>-schade<br />
Om inzicht te krijgen in de economische gevolgen<br />
van <strong>BVD</strong>-infecties op bedrijfsniveau heeft<br />
de Vakgroep Agrarische Bedrijfseconomie van<br />
WUR een modelberekening uitgevoerd (Modelling<br />
the economics of the <strong>BVD</strong>-virus control at<br />
farm level, Dijkhuizen, A.A.; Groenendaal, H.;<br />
Jalvingh, A.W.; Zimmer, G., 997). De modelberekening<br />
gaat uit van een aantal aannames. Zo<br />
is er een <strong>BVD</strong>-drager aanwezig en worden aan<br />
de infectie schadeposten toegekend. Gekozen<br />
is voor een berekening van de schade en kosten<br />
van bestrijding over een periode van vijf<br />
jaar. Schadeposten zijn onder andere: medicijn-<br />
en dierenartskosten na klinische infectie,<br />
sterfte, melkproductiedaling, abortus en lagere<br />
opbrengsten bij verkoop van dragers.<br />
De kosten van bestrijding bestaan onder andere<br />
uit de kosten van bloedonderzoek en het afvoeren<br />
van dragers voor de slacht.<br />
Het bedrijfseconomisch effect van het <strong>BVD</strong>bestrijdingsprogramma<br />
is berekend door de<br />
schade zonder bestrijding te vergelijken met<br />
de schade op hetzelfde bedrijf, maar dan met<br />
bestrijding. Ook de schade die ontstaat door<br />
een herinfectie op een <strong>BVD</strong>-vrij bedrijf is meegenomen<br />
in de berekeningen.<br />
De berekeningen zijn gemaakt voor een bedrijf<br />
met 50 melkkoeien. De geïntroduceerde drager<br />
bereikt een leeftijd van 2,5 jaar. Er worden twee<br />
typen bedrijven onderscheiden:<br />
• jongvee wordt apart gehuisvest van de melkkoeien;<br />
• jongvee en melkkoeien staan in één ruimte.<br />
Daarnaast is onderscheid gemaakt tussen bedrijven<br />
waarbij:<br />
juni 2008<br />
• 0 procent van de melkkoeien afweerstoffen<br />
heeft;<br />
• 0 procent van de melkkoeien afweerstoffen<br />
heeft.<br />
Discussie en conclusie<br />
Voor alle doorgerekende bedrijven is deel-name<br />
aan het GD Programma <strong>BVD</strong>-virusvrij rendabel.<br />
De terugverdientijd ligt tussen de twee en drie<br />
jaar. Op bedrijven waar het jongvee en het melkvee<br />
in dezelfde ruimte worden gehouden, is de<br />
schade zonder bestrijding groter en de terugverdientijd<br />
van het GD Programma <strong>BVD</strong>-virusvrij<br />
korter.<br />
Aangenomen kan worden dat als er meer dan één<br />
drager op een bedrijf aanwezig is, de terugverdientijd<br />
zelfs minder dan twee jaar is.<br />
Als herinfectie op een vrij bedrijf optreedt,<br />
is de schade slechts beperkt. Dit dankzij de<br />
bewaking van de <strong>BVD</strong>-virusvrij status, waarmee<br />
infecties vroegtijdig worden opgespoord.<br />
In dit rekenmodel is gerekend met de kosten<br />
voor de antigeen-ELISA. De PCR-test die nu<br />
gebruikt wordt, betekent voor de meeste bedrijven<br />
een kostenbesparing op het onderzoek. Dat<br />
houdt in dat de terugverdientijd voor die bedrijven<br />
nog korter zal worden.<br />
Testmethodieken<br />
GD maakt gebruik van vier testen om <strong>BVD</strong> aan te<br />
tonen:<br />
PCR<br />
Met de PCR-test wordt <strong>BVD</strong>-virus aangetoond in<br />
tankmelk of serum. Omdat de PCR ongevoelig<br />
is voor maternale afweerstoffen is de test ook<br />
geschikt voor onderzoek van kalveren jonger dan<br />
een maand. Met deze zeer gevoelige test is het<br />
mogelijk zowel via tankmelkmonsters (tot maximaal<br />
30 melkgevende dieren) als bloedmonsters<br />
een virusdrager te vinden. Wanneer meer dan<br />
30 melkgevende dieren via tankmelk moeten<br />
worden onderzocht, wordt op een andere wijze<br />
een tankmelkmonster verkregen (zie pagina 5).<br />
Te gebruiken buizen bij <strong>BVD</strong>-onderzoek<br />
Onderzoek Test Buis<br />
Tankmelkonderzoek<br />
Bloedonderzoek<br />
PCR Speciale melkbuis<br />
(Let op: conserveermiddel)<br />
Antilichaam<br />
ELISA<br />
Speciale melkbuis<br />
(Let op: conserveermiddel)<br />
Antigeen-ELISA Serum, oranje stop<br />
Antilichaam<br />
ELISA<br />
Serum, oranje stop<br />
Praktijkmap Herkauwers
Tankmelkmonster bij meer dan 130 melkgevende koeien<br />
Voor betrouwbare uitslagen van <strong>BVD</strong>-virusonderzoek in tankmelk<br />
is het van belang dat er van niet meer dan 30 koeien<br />
melk in het tankmelkmonster vertegenwoordigd is. Bij een<br />
monster van meer dieren treedt te veel verdunning op om<br />
nog een virusdrager te kunnen aantonen. Heeft een bedrijf<br />
meer dan 30 melkgevende koeien dan zijn er twee opties<br />
voor het nemen van bruikbare tankmelkmonsters. De betreffende<br />
monsters worden steeds in duplo genomen, om te zorgen<br />
dat er voldoende onderzoeksmateriaal beschikbaar is.<br />
Optie 1<br />
De melkkoeien worden steeds gehuisvest en gemolken in<br />
twee of meer groepen, elk met minder dan 30 melkgevende<br />
koeien.<br />
Het nemen van het monster:<br />
. Op dag 0 wordt de tank geleegd. Tijdens de eerstvolgende<br />
melkbeurt stopt de veehouder met melken na de eerste<br />
groep (met minder dan 30 melkgevende koeien).<br />
2. Registreer op de ontvangen stallijst van welke dieren het<br />
monster is samengesteld. Markeer deze dieren met M1.<br />
3. Door lucht in de melkleiding te laten, komt ook de melk<br />
van de laatst gemolken koeien in de tank. Laat de melk<br />
in de tank goed mengen.<br />
4. Er worden twee monsters genomen (duplo) van de melk<br />
in de tank.<br />
Let op: De melkbuizen bevatten conserveringsmiddel. Tap<br />
daarom melk af om de buizen (volledig) te vullen.<br />
5. Draai de dop stevig aan, zodat de buizen tijdens transport<br />
niet gaan lekken.<br />
. Zwenk de buis licht, om de melk te vermengen met het<br />
conserveringsmiddel.<br />
7. Markeer de buizen met het cijfer 1 (watervaste stift) en<br />
bewaar ze rechtop en gekoeld.<br />
8. Nadat de tank opnieuw is geleegd (meestal op dag 3),<br />
melkt de veehouder de andere groep (minder dan 30<br />
dieren) eerst. Voor de monstername worden stap 2 tot<br />
Antigeen-ELISA<br />
Met de antigeen-ELISA (ADT = antigeen detectie<br />
test) wordt het virus aangetoond in serum.<br />
Deze test wordt gebruikt voor het opsporen van<br />
<strong>BVD</strong>-virusdragers. Vanwege het mogelijk effect<br />
van maternale afweerstoffen is deze test alleen<br />
geschikt voor dieren ouder dan een maand. De<br />
sensitiviteit van de test is 99%. De specificiteit<br />
is 99,5%.<br />
Antilichaam-ELISA<br />
Met de antilichaam-ELISA worden afweerstoffen<br />
tegen <strong>BVD</strong> aangetoond in serum of tankmelk. Bij<br />
gepaard bloedonderzoek wordt de ELISA-titratie<br />
gebruikt. De ELISA-screening geeft het wel of<br />
niet aanwezig zijn van afweerstoffen aan. De<br />
sensitiviteit van de test is 98%. De specificiteit<br />
is 99,2%.<br />
Dieren die zijn gevaccineerd met geïnactiveerde<br />
vaccins (Bovilis® <strong>BVD</strong> van Intervet of PregSure®<br />
van Pfizer Animal Health), hebben na vaccinatie<br />
niet of nauwelijks antilichaamtiters in de<br />
ELISA van GD. In deze test worden namelijk anti-<br />
Praktijkmap Herkauwers<br />
en met 7 herhaald. Markeer de stallijst nu met M2 en de<br />
buizen met het cijfer 2.<br />
9. Stuur de vier buizen goed verpakt naar het laboratorium<br />
van GD en stuur de stallijsten naar GD, afdeling DGA. Bij<br />
een ongunstige uitslag (intake GD Programma <strong>BVD</strong>-virusvrij)<br />
worden de stallijsten gebruikt om vast te stellen<br />
welke dieren individueel worden onderzocht.<br />
Optie 2<br />
De melkkoeien worden in één of meer groepen gemolken<br />
die groter zijn dan 30 melkkoeien. Het is nodig individuele<br />
monsters te nemen van alle melkgevende dieren.<br />
Het nemen van het monster:<br />
. De veehouder/dierenarts neemt contact op met GD op<br />
0900- 770 en maakt een afspraak voor monstername<br />
door een HGZ-buitendienstmedewerker. De kosten (voorrijkosten<br />
en uren op het bedrijf) komen ten laste van de<br />
veehouder.<br />
2. De buitendienstmedewerker verzamelt individuele melkmonsters<br />
en maakt daarvan geschikte mengmonsters van<br />
maximaal 30 dieren. Hij vult hiermee de tankmelkbuizen<br />
(in duplo).<br />
3. Registreer op de geleverde stallijsten direct van welke<br />
dieren er melk in welk mengmonster zit. Markeer de dieren<br />
op de stallijst met een M, gevolgd door het betreffende<br />
volgnummer (M1, M2).<br />
4. De buitendienstmedewerker merkt de buizen met een<br />
watervaste stift met een volgnummer (1, 2; duplo’s krijgen<br />
hetzelfde volgnummer).<br />
5. Stuur de buizen verpakt volgens voorschrift naar het laboratorium<br />
van GD en stuur de stallijsten naar GD, afdeling<br />
DGA. Bij een ongunstige uitslag (intake GD Programma<br />
<strong>BVD</strong>-virusvrij) worden de stallijsten gebruikt om vast te<br />
stellen welke dieren individueel worden onderzocht.<br />
lichamen gericht op het zogenaamde NS3-eiwit<br />
(ook wel p80 genoemd) gemeten. NS3 is een<br />
niet-structureel eiwit, het maakt geen deel uit<br />
van de mantel van het virus, maar komt alleen<br />
tot expressie tijdens vermenigvuldiging van<br />
virus in de gastheercel. Dit betekent dat er na<br />
een veldinfectie antilichamen tegen NS3 worden<br />
aangetoond. Na vaccinatie worden deze antilichamen<br />
niet of nauwelijks aangetoond, omdat de<br />
geïnactiveerde virusdeeltjes uit de vaccins niet<br />
vermenigvuldigen.<br />
Heronderzoek na aantonen virus<br />
Wanneer via bloedonderzoek virus is aangetoond zijn er<br />
twee mogelijkheden:<br />
. het is een drager (> 90% gevallen);<br />
2. het rund is onlangs in aanraking geweest met het<br />
<strong>BVD</strong>-virus. Zo'n dier heeft enkele dagen virus in het<br />
bloed en zal na zo'n 3 weken afweerstoffen hebben<br />
aangemaakt. Tot die tijd kan het virus zich<br />
verspreiden. Door het rund na 3 weken opnieuw te<br />
onderzoeken kan worden vastgesteld of het dier een<br />
drager of viremisch is:<br />
• wederom virus aangetoond: drager<br />
• geen virus meer aangetoond: viremisch<br />
juni 2008 <strong>BVD</strong> 5
<strong>Virus</strong>kweek<br />
De viruskweek wordt gebruikt om virusstammen<br />
te isoleren in heparinebloed.<br />
Deze test wordt niet routinematig toegepast,<br />
behalve bij sectieonderzoek. Bij sectiemateriaal<br />
wordt deze test gebruikt om<br />
de diagnose Mucosal Disease te stellen.<br />
Kostenaspecten<br />
De onderzoekskosten, dierenartskosten en<br />
de bewakingskosten voor de GD QuickScan<br />
<strong>BVD</strong> (Vleesvee), het GD Programma <strong>BVD</strong>virusvrij,<br />
GD Tankmelk <strong>BVD</strong>, de GD <strong>BVD</strong><br />
Jongvee DragerCheck en de GD <strong>BVD</strong><br />
Afweerstoffen JongveeMonitor komen<br />
voor rekening van de veehouder. De abonnementskosten<br />
zijn gereduceerd voor<br />
deelnemers aan GD PlusZorg. De Checklist<br />
<strong>BVD</strong>-preventie is gratis voor deelnemers<br />
van bovenstaande producten.<br />
De actuele tarieven kunt u vinden op DAP<br />
Contact, de GD-website voor practici op<br />
www.gddeventer.com.<br />
De Gezondheidsdienst voor Dieren<br />
GD, Postbus 9, 7400 AA Deventer, T. 0900-1770, F. 0570-63 41 04<br />
www.gddeventer.com, info@gddeventer.com<br />
<strong>BVD</strong><br />
juni 2008<br />
Praktijkmap Herkauwers