19.09.2013 Views

agora - Katholieke Hogeschool Kempen

agora - Katholieke Hogeschool Kempen

agora - Katholieke Hogeschool Kempen

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

nr 3<br />

Agora • Laatste tijdschrift van de K.H.<strong>Kempen</strong><br />

19de jaargang • december 2012


Inhoud<br />

3 Thomas More<br />

6 Energieboekhouding<br />

8 Polarsirkelen<br />

13 10 jaar Associatie<br />

16 Insectenhapjes<br />

18 Kunst en welzijn<br />

20 Stress bij planten<br />

25 Doel 3 & Tihange 2<br />

28 Apps<br />

30 Afscheid<br />

32 Communicatief<br />

vaardig<br />

34 Sport<br />

36 Internationalisering<br />

Colofon<br />

Agora K.H.<strong>Kempen</strong><br />

Kleinhoefstraat 4, 2440 GEEL<br />

tel.: 014 56 23 10<br />

e-mail: <strong>agora</strong>@khk.be<br />

website: www.khk.be<br />

verspreiding en<br />

abonne menten<br />

Agora wordt gratis verdeeld<br />

onder de studenten, personeelsleden<br />

en relaties van<br />

de <strong>Katholieke</strong> <strong>Hogeschool</strong><br />

<strong>Kempen</strong>.<br />

redactie Jurgen Basstanie,<br />

Koen Cools, Marcel Cools,<br />

Dirk De Roose, Barbara<br />

De Weerdt, Paul Grauwen,<br />

Walter Machielsen, Hanneke<br />

Scheelen, Jef Van Den<br />

Bosch, Bert Van Hirtum,<br />

Marc Van Kerckhoven, Luc<br />

Vanwesemael, Kristof Verschueren<br />

werkten ook mee<br />

Filip Bode, Hilde Boeckx, Guido<br />

Cuyvers, Dinora De Waele,<br />

Carolien Frijns, Tom Jordens,<br />

Jeroen Lievens, Christel<br />

Maes, Karine Nicolay, David<br />

Pinte, Tom Schellekens, Ite<br />

Tytgat, Karin Van Ael, Bert<br />

Vande Meerssche, Mik Van<br />

Der Borght, Babs Vandervoort,<br />

Det Vangeel, Nathalie<br />

Van Gorp, Maarten Van Lint<br />

Joachim Verhelst, Toon Verlinden<br />

Fotografie en illustraties<br />

CH - Visitnorway.com, Dirk<br />

De Roose, Electrabel, Frithjof<br />

Fure, Jean Godecharle,<br />

Lawrence Berkeley National<br />

Laboratory, Lemmert Photography,<br />

Roger Leysen, Bård<br />

Løken, Willem Mees, Rob<br />

Stevens, Ken Swolfs, Clem<br />

Verbiest, Visitnorway.com<br />

Hoofdredacteur en verantwoordelijke<br />

uitgever<br />

Jan Lievens<br />

Eindredactie<br />

Luc Damen, Piet Lambrecht,<br />

Willem Mees, Jan Van Geel<br />

Vormgeving en Druk<br />

Xod<br />

voorpagina: Exit Agora<br />

Overname toegestaan met<br />

correcte bronvermelding<br />

2 Thomas More • Agora<br />

Bij het begin van een nieuw jaar wensen we<br />

elkaar het beste toe. We blikken terug op wat<br />

voorbij is, en maken voornemens voor wat komt.<br />

We veranderen dan graag wat beter kan, maar<br />

behouden ook graag wat goed is.<br />

K.H.<strong>Kempen</strong> en Lessius bundelen hun krachten<br />

en worden more: Thomas More. Onze academi-<br />

sche opleidingen integreren in de KU Leuven.<br />

Thomas More ontwikkelt een nieuwe missie en<br />

strategie met efficiëntie, effectiviteit, engage-<br />

ment en excellentie als sleutelbegrippen. Veran-<br />

deringen zijn dus alom tegenwoordig, ook voor<br />

Agora …<br />

In januari 1994 verscheen het eerste nummer<br />

als periodiek van het toenmalige Hoger Instituut<br />

der <strong>Kempen</strong>. De naam Agora verwees niet alleen<br />

naar de centrale overdekte ruimte van de Geelse<br />

campus, maar ook naar het marktplein van het<br />

oude Athene. Daar werd ondermeer op democratische<br />

wijze informatie uitgewisseld.<br />

Een gemotiveerde ploeg vrijwilligers ging aan de<br />

slag om belangrijke informatie over het HI<strong>Kempen</strong><br />

te verspreiden. Dat de verwachtingen hoog<br />

waren, blijkt uit de slotzin van het eerste woord<br />

vooraf: ‘Deze publicatie is een weldaad voor ons<br />

allen en een belangrijk element in de verdere uitbouw<br />

van de integrale kwaliteitszorg’.<br />

En de kwaliteit van Agora groeide mee. De inte-<br />

resse van onze interne en externe stakeholders<br />

was zo groot dat de oplage in vijf jaar tijd verdubbelde<br />

tot meer dan 4 000 exemplaren. In januari<br />

1999 een eerste metamorfose: een nieuwe<br />

woord vooraf<br />

dE laatstE <strong>agora</strong>: ErfgoEd<br />

... of inspiratiEbron?<br />

vormgeving, kleurendruk en een uitbreiding van<br />

24 naar 32 pagina’s.<br />

In 1995 fuseerden een aantal <strong>Kempen</strong>se hoge-<br />

scholen tot de <strong>Katholieke</strong> <strong>Hogeschool</strong> <strong>Kempen</strong>.<br />

Toch werd de Geelse Agora pas in januari 2005<br />

een volwaardig eenheidstijdschrift van en voor<br />

heel de K.H.<strong>Kempen</strong> met een vernieuwd logo,<br />

een kenmerkende huisstijl, full color en 40 pagina’s<br />

dik! De oplage steeg tot 7 200 exemplaren:<br />

een tweede metamorfose.<br />

Agora werd een begrip in de <strong>Kempen</strong>. Het lag als<br />

eye-catcher bovenaan op de tafel in vele koten<br />

en kantoren, bij gezinnen, organisaties en bedrijven.<br />

Agora belichaamde de dynamiek en de ambities<br />

van de K.H.<strong>Kempen</strong>, zorgde voor de nodige<br />

uitstraling en fierheid, en vormde een krachtig<br />

bindmiddel en inspirator voor al onze stakeholders.<br />

Graag wil ik alle collega’s en studenten van harte<br />

danken voor hun ideeën, artikels, foto’s, gebeurtenissen,<br />

prestaties, interviews en tekeningen<br />

gedurende negentien jaargangen. Dankzij hun<br />

inzet en inspiratie kon Agora uitgroeien tot een<br />

kwaliteitsvol en gewaardeerd tijdschrift.<br />

Onze nieuwe algemeen directeur Machteld Ver-<br />

bruggen hecht veel belang aan transparantie,<br />

doelgerichte communicatie en uitstraling. Ik ben<br />

ervan overtuigd dat zij met haar ploeg Agora een<br />

derde metamorfose zal geven: grensverleggend<br />

en ... onmisbaar!<br />

n<br />

Jan Lievens<br />

Adjunct-algemeen directeur


HogEsCHool<br />

K.H.KEmpEn En lEssius wordEn …<br />

morE<br />

DE KATHoLIeKe HogescHooL KeMpen, LessIUs AnTwerpen EN LessI-<br />

Us MecHeLen VAREN VOORTAAN ONDER DE GEMEENSCHAPPELIJKE NAAM<br />

THoMAs More. VANAF HET ACADEMIEJAAR 2012-2013 VORMEN DE DRIE<br />

HOGESCHOLEN NAMELIJK EEN OPERATIONEEL GEHEEL EN LATER FuSEREN zE<br />

MOGELIJK OOK JuRIDISCH TOT ééN ORGANISATIE.<br />

De geïntegreerde hogeschool speelt een belangrijke<br />

strategische en internationale rol in Vlaanderen.<br />

Thomas More wordt de grootste hogeschool<br />

in Vlaanderen, op 13 locaties, met meer<br />

dan 17 000 studenten en 1 800 personeelsleden.<br />

ze biedt 29 professionele-bacheloropleidingen,<br />

15 bachelor-na-bacheloropleidingen, 45 postgraduaten,<br />

21 academische bachelor- en masteropleidingen,<br />

1 master-na-masteropleiding en<br />

1 academische lerarenopleiding. Voor haar<br />

hoofdzetel koos de geïntegreerde hogeschool<br />

Mechelen. De operationele eenmaking van de<br />

drie hogescholen is een nieuw en ingrijpend project<br />

en dat verdient een nieuwe naam.<br />

de grootste kansen bieden<br />

De grootste worden is geen doel op zich. De<br />

grootste kansen bieden wel. Thomas More wil<br />

een omgeving zijn van ongekende uitdaging en<br />

verkenning, voor elke student, elke onderzoeker,<br />

elke docent en elke medewerker. Iedereen moet<br />

op zijn of haar terrein voelen dat kansen ontstaan<br />

die verder en dieper gaan dan voordien.<br />

Daar ligt de ware ambitie van Thomas More.<br />

De academische opleidingen worden vanaf 2013-<br />

2014 geïntegreerd in de KU Leuven en promoveren<br />

dus tot volwaardige KU Leuven-opleidingen.<br />

Bijgevolg stelt de KU Leuven hun curricula samen,<br />

behoren de docenten tot het personeel van<br />

Algemeen directeur Machteld Verbruggen<br />

H<br />

de KU Leuven en neemt de KU Leuven de rekrutering<br />

en kwaliteitszorg van die opleidingen op<br />

zich. In het kader van een samenwerkingsovereenkomst<br />

blijven de academische opleidingen<br />

echter op de campussen van de nieuwe Thomas<br />

More-hogeschool. ze zullen nauw samenwerken<br />

met de verwante professionele-bacheloropleidingen.<br />

zo wordt de wetenschappelijke onderbouw<br />

van de professionele opleidingen versterkt, terwijl<br />

de academische opleidingen hun lokale inbedding<br />

en afstemming op de plaatselijke economie<br />

en het werkveld behouden. Op die manier<br />

kan de Thomas More-hogeschool als een volwaardig<br />

kenniscentrum en motor van regionale<br />

innovatie fungeren.<br />

Thomas More • Agora<br />

3


Dr. Ajit baron Shetty<br />

Koen Geens, voorzitter van de raad van bestuur van<br />

Thomas More, en Kris Peeters, minister-president van de<br />

Vlaamse Regering.<br />

4 Thomas More • Agora<br />

thomas more (1478-1535)<br />

Met Thomas More werd gekozen voor de naam van een veelzijdig man, die<br />

als advocaat, parlementslid, rechter, diplomaat en koninklijk raadgever een<br />

brede waaier aan maatschappelijke functies opnam in het Engeland van de<br />

zestiende eeuw. Als gezant van de Engelse koning Hendrik VIII bezocht hij<br />

o.m. Mechelen en Antwerpen. Maar Thomas More was vooral een groot intellectueel<br />

en humanist, wetenschapper en auteur van een hele reeks werken,<br />

waarvan Utopia (1516) ongetwijfeld het bekendste is. More was goed bevriend<br />

met Desiderius Erasmus, die zijn Lof der zotheid aan hem opdroeg.<br />

Thomas More bleef ook trouw aan de principes van zijn katholieke geloof en<br />

aan de beginselen van de rechtsstaat. Die standvastigheid kostte hem het<br />

leven, toen hij zich bleef verzetten tegen de breuk van de Engelse kerk met<br />

Rome, waarvoor koning Hendrik VIII verantwoordelijk was. Thomas More<br />

werd veroordeeld voor hoogverraad en op 6 juli 1535 terechtgesteld.<br />

morE<br />

In de keuze voor Thomas More zit ook een knipoog naar meer. Het resultaat<br />

van de samenwerking tussen de drie hogescholen moet immers voor<br />

iedereen meer zijn, op de eerste plaats voor de studenten en de personeelsleden.<br />

Maar ook voor het werkveld, waarmee de opleidingen van de<br />

Thomas More-hogeschool nauw samenwerken om voeling te houden met<br />

de behoeften van de maatschappij en de arbeidsmarkt, moet het meer<br />

worden; net zoals voor de bedrijven en organisaties, die voor toegepast<br />

wetenschappelijk onderzoek en maatschappelijke dienstverlening een beroep<br />

doen op de knowhow van de opleidingen.<br />

directiecomité<br />

Het meer van de Thomas More-hogeschool moet waargemaakt worden onder<br />

de leiding van het nieuwe directiecomité. Machteld Verbruggen wordt<br />

de algemeen directeur van de geïntegreerde hogeschool. zij neemt de fakkel<br />

over van Maurice Vaes, die op 1 januari 2013 met pensioen gaat.<br />

De opleidingen en de onderzoeks- en expertisecentra worden in drie inhoudelijke<br />

groepen samengebracht. Aan het hoofd van elke groep staat een<br />

groepsvoorzitter, die de eindverantwoordelijkheid draagt voor het beleid<br />

op het vlak van het onderwijs, het toegepast onderzoek en de dienstverleningsactiviteiten.<br />

Thierry Taverna stuurt de groep gezondheid & welzijn,<br />

Marc Geerinckx is verantwoordelijk voor de groep Technologie & Design en<br />

Annemie Gommers leidt de groep Mens & Maatschappij.<br />

Flora Carrijn is door de KU Leuven aangesteld als academisch beheerder<br />

voor de Thomas More-hogeschool. De academisch beheerder is de eerste


verantwoordelijke voor de opleidingen van de KU<br />

Leuven op de campussen van de geïntegreerde<br />

hogeschool. zij staat garant voor de samenwer-<br />

king tussen de KU Leuven en Thomas More en<br />

voor de dwarsverbanden tussen de academische<br />

en de professionele opleidingen.<br />

Philippe Michiels wordt als algemeen beheerder<br />

verantwoordelijk voor de materiële randvoorwaarden<br />

die hoogstaand onderwijs, onderzoek<br />

en maatschappelijke dienstverlening - de drie<br />

kernprocessen van onze hogeschool - mogelijk<br />

moeten maken.<br />

feestelijke opening<br />

Op dinsdag 9 oktober werd het academiejaar<br />

2012-2013, het eerste van Thomas More, officieel<br />

geopend met een academische zitting in het<br />

congres- en erfgoedcentrum Lamot in Mechelen.<br />

Het hogeschoolbestuur verwelkomde meer dan<br />

500 genodigden, personeelsleden en studenten.<br />

Machteld Verbruggen, algemeen directeur van<br />

Thomas More verwelkomde de genodigden. Het<br />

thema van de academische zitting, regionale<br />

uitdagingen en synergie in het hoger onderwijs,<br />

werd uitgediept door Bart Somers, burgemeester<br />

van Mechelen, dr. Ajit baron Shetty, erevoorzitter<br />

van de raad van bestuur van Janssen<br />

pharmaceutica, en door Kris Peeters, ministerpresident<br />

van de Vlaamse Regering. Prof. Koen<br />

Geens, voorzitter van de raad van bestuur van<br />

Thomas More, genoot de eer om het nieuwe logo<br />

voor te stellen en het academiejaar 2012-2013<br />

officieel voor geopend te verklaren.<br />

De ernst van de academische opening werd ver-<br />

frist met muzikale intermezzo’s door twee studenten<br />

van het Lemmensinstituut en een pittig<br />

bedrijfstheater over gevoeligheden bij fusies, gebracht<br />

door ’t Klein Beschrijf. Tijd voor napraten<br />

was er bij een culinaire ‘wandeling’ met streekbieren<br />

en –gerechten uit de <strong>Kempen</strong>, Antwerpen<br />

en Mechelen.<br />

n<br />

Luc Damen<br />

Thomas More • Agora<br />

5


p<br />

projECt<br />

6 Thomas More • Agora<br />

gEautomatisEErdE ContinuE<br />

opvolging<br />

Energieboekhouding op campus Blairon<br />

EEN KOuDE MAANDAGOCHTEND IN OKTOBER. DE LES ANATOMIE GAAT zO<br />

BEGINNEN. DE DOCENT STAAT AL KLAAR. EEN PAAR HONDERD STuDENTEN<br />

DRuMMEN zICH NAAR BINNEN IN DE AuLA. BuITEN WAS HET BEHOORLIJK<br />

KOuD, MAAR BINNEN HEERST EEN AANGENAME TEMPERATuuR EN RuIKT HET<br />

HEERLIJK FRIS.<br />

Een geavanceerd verwarming-en-ventilatiesysteem<br />

staat al enkele uren te draaien om de<br />

ruimte juist op tijd op temperatuur te brengen en<br />

van verse lucht te voorzien. Dat gebeurt liefst zo<br />

efficiënt mogelijk, want een schoolgebouw klimatiseren<br />

kost zeer veel energie, zelfs in een goed<br />

geïsoleerde en goed uitgeruste nieuwbouw als de<br />

campus Blairon in Turnhout.<br />

Een efficiënt energiebeheer van gebouwen wordt<br />

steeds belangrijker met de huidige energieprijzen<br />

en de Europese energiedoelen zoals 20-20-<br />

20. Die laatste streven naar 20% minder CO - 2<br />

uitstoot, 20% lager energieverbruik en een 20%<br />

hoger aandeel hernieuwbare energie ten opzichte<br />

van 1990. Voor de campus Blairon is er daarom<br />

gekozen voor een modern gebouwbeheersysteem:<br />

Metasys van Johnson controls. Ook in het<br />

nieuwe B-blok (zie Agora 2012-2) is er voor dit<br />

systeem gekozen. Dat gebouwbeheersysteem<br />

zorgt enerzijds voor de dagdagelijkse sturing van<br />

ventilatie en verwarming, en beheert anderzijds<br />

ook de fijnregeling van de installaties.<br />

Meten en bijsturen<br />

Naast deze gecentraliseerde sturing houdt het<br />

gebouwbeheersysteem ook allerlei parameters<br />

bij zoals energiegebruik, luchtkwaliteit en ruimte-<br />

en systeemtemperaturen. Op die manier krijgen<br />

we inzicht in probleemsituaties, zelfs zonder<br />

ter plaatse te gaan, wat toch een voordeel is.<br />

Door een analyse van de metingen kunnen ook<br />

een reeks van verdoken problemen of inefficiënties<br />

aan het licht komen. Die problemen oplossen<br />

leidt vaak tot enorme besparingen.<br />

Enkele concrete voorbeelden van verdoken problemen<br />

die dankzij deze metingen aan het licht<br />

kwamen op de campus. In lokaal D209 bleek<br />

een CO -sensor niet naar behoren te werken met<br />

2<br />

een ongecontroleerde ventilatie van het lokaal<br />

als gevolg. Dat leidde tot snelle slijtage van de<br />

installatie en zeer onstabiele ruimtetemperaturen.<br />

Ook bleken de opstarttijden van de verwarmingsinstallatie<br />

vaak niet goed te zijn ingesteld,<br />

waardoor het blok soms te vroeg op temperatuur<br />

kwam (energieverslindend) of soms ook te laat<br />

(oncomfortabel). Verder konden we de efficiëntie<br />

van het warmtewiel in de luchtbehandelingskast,


die warmte recupereert uit de afgevoerde binnenlucht, efficiënt opvolgen<br />

en bijsturen.<br />

Vooral in periodes waarin het gebouw onbezet is, loeren er nog mogelijke<br />

energieverspillingen om de hoek. Een gemiddeld schoolgebouw wordt immers<br />

maar 20% van de tijd volledig benut; denk aan weekends, nachten, vakanties.<br />

Tijdens deze bezettingsuren is een goed comfort vereist, terwijl daarbuiten<br />

voornamelijk energiebesparing en minimaliseren van onderhoudskosten<br />

doorslaggevend zijn.<br />

Verder is het dankzij de centrale metingen ook mogelijk om de nauwe interactie<br />

tussen een gebouw, zijn installatie en de gebruikers op te volgen en<br />

bij te sturen. zo kan de regeling (bv. kloksturing en setpunten) afgestemd<br />

worden op het gebruikersgedrag van de aanwezigen, of kan de impact van<br />

energiebesparende initiatieven zoals dikke-truien-dag nauwkeurig opgevolgd<br />

worden.<br />

Tot slot zitten in deze metingen heel wat nuttige inzichten vervat, die kunnen<br />

helpen bij het onderhoud, de continue fijnregeling en het langetermijnbeleid.<br />

Het is mogelijk om deze inzichten manueel te verkrijgen, door een<br />

analyse van grafieken en tabellen, maar dat kost heel wat tijd en moeite.<br />

Automatisering<br />

Door de overdaad aan gegevens vanuit het centrale beheer is het bovendien<br />

niet haalbaar om alle metingen manueel te overlopen. Heel wat informatie<br />

blijft dus ongebruikt. Automatisatie van de visualisatie en een<br />

overzichtelijke rapportering van deze informatie is daarom wenselijk.<br />

Anderzijds is het onmogelijk om het hele opvolgingsproces te automati-<br />

seren, omdat het niet louter om verzamelen van metingen en maken van<br />

triviale analyses gaat. Ook economische evaluaties van mogelijke verbeteringen<br />

aan de installaties maken immers deel uit van dit evaluatieproces.<br />

De manuele interventies of fysieke aanpassingen door de technische dienst<br />

blijven dus noodzakelijk. Toch kan er voor bepaalde onderdelen een geautomatiseerd<br />

systeem ontwikkeld worden, om de eerste stappen zoals visualisatie<br />

van gegevens, foutdetectie en foutanalyse, te ondersteunen.<br />

Dit concept van geautomatiseerde continue opvolging wordt al in veel moderne<br />

gebouwen toegepast. Dikwijls gebruikt men de Engelse term automated<br />

continuous commissioning (Acc).<br />

Hiervoor heeft het Kenniscentrum energie (Kce) in samenwerking met de<br />

facilitaire dienst een analyse en rapporteringsysteem opgezet, waarbij er<br />

foutmeldingen en wekelijkse rapporten gegenereerd worden over de campus.<br />

zo kunnen we in één oogopslag nuttige informatie afleiden over de<br />

status van het gebouw en zijn installatie.<br />

Met die vorm van rapportering is het enerzijds mogelijk om snel eenvoudige<br />

mankementen op te merken en te corrigeren, zoals vreemde meetresultaten<br />

van sensoren, voor ze een schadelijke invloed hebben. Anderzijds<br />

kan de visualisatie in het rapport ook afwijkingen of trends aanwijzen tussen<br />

verwacht en werkelijk gehaald comfort en energiegebruik, zoals een<br />

sterk schommelende binnentemperatuur of een geleidelijk dalende efficiëntie<br />

van een warmtewiel in een luchtbehandelingskast. Dergelijke afwijkingen<br />

zijn veel moeilijker te traceren met traditionele technieken.<br />

zo is het ook mogelijk om de automatische regelsystemen<br />

op een meer continue manier op te<br />

volgen, ook in de uren waarin de gebouwen niet<br />

in gebruik zijn.<br />

Tot slot is het ook mogelijk om een referentiever-<br />

bruik per gebouw te bepalen. Op basis daarvan<br />

kan de impact van alternatieve controleschema’s<br />

of de terugverdientijd van energiezuinige (langetermijn-)<br />

investeringen ingeschat worden.<br />

zo’n voorbewerking van grote hoeveelheden data<br />

helpt de onderhoudsdienst om snel in te spelen<br />

op mogelijke afwijkingen. En dat leidt tot minder<br />

comfortklachten en schadegevallen, zodat<br />

er meer tijd vrijkomt voor preventief onderhoud<br />

en langetermijnplanning. Dankzij dit soort geautomatiseerde<br />

continue opvolging varen daarom<br />

zowel de K.H.<strong>Kempen</strong>-medewerkers en onze studenten<br />

als onze broze ecologie elke ochtend wel<br />

bij de efficiënte klimatisatie van een comfortabele,<br />

vers ruikende aula in campus Blairon!<br />

n<br />

joachim verhelst<br />

Kenniscentrum Energie<br />

Thomas More • Agora<br />

7


l<br />

lEvEn na dE HogEsCHool<br />

8 Thomas More • Agora<br />

vElKommEn til polarsirKElEn<br />

IN 2010 STuDEERDE RuBEN DENS AF ALS BACHELOR ELEKTRONICA - ICT/ICT<br />

MET MoBILe DATA coLLecTIon In THe ArcTIc, EEN EINDWERK OVER HET<br />

GEBRuIK VAN SMARTPHONES OM INFORMATIE OVER zOOGDIEREN AAN DE<br />

NOORDPOOL TE VERzAMELEN. HIJ SLEEPTE DAARMEE OOK DE AFSTuDEER-<br />

PRIJS VAN DE AFSTuDEERRICHTING ICT IN DE WACHT.<br />

Het eindwerk werd uitgevoerd in Noorwegen en<br />

dat had zo zijn gevolgen. Een jaar later besloot<br />

Ruben namelijk om te emigreren naar Noorwegen,<br />

meteen een goede reden voor Agora om<br />

eens poolshoogte te gaan nemen.<br />

je koos destijds een stageopdracht in noor-<br />

wegen. Was dat bewust of louter toevallig?<br />

Noorwegen was voor mij een persoonlijke en min<br />

of meer bewuste keuze. Ik zat namelijk al voor ik<br />

aan de K.H.<strong>Kempen</strong> begon, met het gevoel dat ik<br />

niet eeuwig in België wou blijven.<br />

Ik ben beginnen te denken over welke landen me<br />

interesseerden en waar ik eventueel naartoe zou<br />

willen. uiteindelijk ben ik dan meer bij toeval dan<br />

bewust bij Noorwegen terechtgekomen. Na wat<br />

lezen en prachtige natuurfoto’s bekijken was ik<br />

grotendeels verkocht. Maar ik wou me toch nog<br />

een beter beeld vormen van het land, de mensen<br />

en de cultuur. Een reis was natuurlijk een optie<br />

maar dat geeft je slechts een vlugge eerste indruk<br />

en Noorwegen is bovendien een erg duur<br />

land. Zeker als student viel dat buiten mijn financiële<br />

mogelijkheden.<br />

Toen ik in Geel ging studeren, kreeg ik tijdens<br />

de introductiedagen echter informatie over het<br />

stageprogramma en de mogelijkheid om in het<br />

buitenland te gaan studeren. Natuurlijk zag ik<br />

daarin meteen mijn kans en drie jaar later ben ik<br />

dan kunnen vertrekken voor een kennismaking<br />

van drie maanden met het land dat nu mijn thuis<br />

is: Noorwegen.<br />

Hoe ben je in het Norsk Polarinstitutt te-<br />

rechtgekomen? Toch een van de grootste<br />

onderzoekscentra in noorwegen?<br />

Met wat initiatief en de nodige dosis geluk. Mijn<br />

stageland was namelijk geen voor de hand liggende<br />

optie. Het jaar dat ik stage ging lopen,<br />

waren er namelijk geen stageplaatsen in Noorwegen<br />

beschikbaar.<br />

De enige zekere opties die toen overbleven, wa-<br />

ren óf een stage in een ander land óf een in België.<br />

Aangezien ik al zo lang met Noorwegen in<br />

mijn hoofd zat, kon ik het daar echter niet bij<br />

laten. Ik ben dan maar gewoon op het internet<br />

naar een lijst van bedrijven gaan zoeken, waar ik<br />

dacht met mijn opleiding wel een kans te maken.<br />

Voor ik begon te solliciteren, dacht ik echter dat<br />

het wel wijs was om eerst wat meer algemene


informatie in te winnen. Omdat je met een ander<br />

land en cultuur te maken hebt, zijn er mogelijk<br />

bepaalde regels die je het best volgt. Daarom<br />

postte ik een bericht op een forum voor Nederlanders<br />

(en in mindere mate Vlamingen) die naar<br />

Noorwegen wilden verhuizen of verhuisd waren.<br />

Ik schreef dat ik interesse had om stage te lopen<br />

in Noorwegen en tips zocht voor hoe ik dat het<br />

best kon aanpakken. Omdat opleidingen in Nederland<br />

– en zeker in Noorwegen - toch al vaak<br />

een andere naam hebben, had ik ook een korte<br />

opsomming gegeven van mijn technische achtergrond.<br />

Dat viel te vergelijken met een mini-cv. Nu<br />

was op dat forum toevallig ook mijn uiteindelijke<br />

mentor van het norsk polarinstitutt actief. Hij zag<br />

mijn post en omdat die door de mini-cv een vrij<br />

duidelijk beeld gaf van mijn kunnen, besloot hij<br />

om me een stageplaats aan te bieden. Na verdere<br />

contacten waarbij ik een echte cv stuurde<br />

en een interview met mijn stagebegeleider had,<br />

kwam uiteindelijk alles in kannen en kruiken.<br />

Mijn koers naar de poolcirkel was uitgestippeld.<br />

Lag dat aanbod van een stageplaats bij het<br />

Norsk Polarinstitutt voor de hand?<br />

Helemaal niet. Dat instituut is in de eerste plaats<br />

een onderzoekscentrum en werkt dus voornamelijk<br />

met master- en doctoraatsstudenten. Maar<br />

dankzij mijn cv kregen ze een vrij duidelijk beeld<br />

van wat een professionele bachelor waard is. De<br />

brede achtergrond van de opleiding bleek een<br />

bonus te zijn. Toch zijn het uiteindelijk vooral<br />

initiatief en een duidelijke communicatie die de<br />

weg naar het norsk polarinstitutt voor me vrijgemaakt<br />

hebben. Gewoon durven doen is de belangrijkste<br />

factor.<br />

In 2010 kreeg je de afstudeerprijs van jouw<br />

afstudeerrichting, maar toch verkoos je om<br />

nog de masteropleiding te gaan volgen.<br />

waarom?<br />

Ik zat tijdens die drie maanden op het norsk polarinstitutt<br />

in een erg aangename en interessante<br />

werkomgeving. Na die positieve ervaring zag ik<br />

het best zitten om in een gelijkaardige instelling<br />

te gaan werken. Maar het diploma was natuurlijk<br />

Het norsk polarinstitutt voert<br />

wetenschappelijk onderzoek en<br />

milieubewaking uit op de Noorden<br />

zuidpool, die ze ook in kaart<br />

brengt. Het instituut adviseert<br />

verder de Noorse overheid in<br />

strategische en thematische aspecten<br />

met betrekking tot de<br />

poolgebieden. Daarnaast vertegenwoordigt<br />

het Noorwegen internationaal<br />

bij tal van gelegenheden<br />

en het is bovendien de<br />

Noorse bevoegde instantie voor<br />

het milieu op de zuidpool.<br />

een probleem en mijn begeleider vertelde me dat<br />

als ik een goede kans wilde maken om een gelijkaardige<br />

job te kunnen krijgen, mijn diploma<br />

toch een belemmerende factor kon zijn. Hoewel<br />

ik eerst niet van plan was om nog verder te studeren,<br />

heeft dat me toch aan het denken gezet.<br />

Ik deed het werk erg graag en als een masterdiploma<br />

mijn kansen op een gelijkaardige job kon<br />

verbeteren, waarom dan niet? Dat is uiteindelijk<br />

mijn motivatie geweest om toch aan de schakel<br />

naar de master te beginnen.<br />

Vandaag woon je ongeveer één jaar in Noor-<br />

wegen. Je hebt de opleiding dus stopgezet.<br />

Dat is juist. Ik begon met goede moed aan de<br />

schakel, maar zag op een gegeven moment dat<br />

het norsk polarinstitutt iemand zocht voor de afdeling<br />

waar ik stage had gelopen. Een nieuwe<br />

keuze was natuurlijk snel gemaakt. Initiatief had<br />

me al een keer naar Noorwegen gevoerd en dat<br />

kon het opnieuw doen. uiteindelijk had ik ook<br />

niets te verliezen. Als ik de job niet kreeg, kon ik<br />

nog altijd verder studeren. Daarop heb ik gesolliciteerd<br />

en na drie lange maanden kreeg ik bericht<br />

dat ik me het best een nieuw setje winterbanden<br />

kon aanschaffen: geen overbodige luxe<br />

in Arctisch Noorwegen.<br />

Je thuis en familie verlaten om ongeveer<br />

3 000 km verderop te gaan wonen, voor zo’n<br />

beslissing ga je waarschijnlijk niet over één<br />

nacht ijs?<br />

Je familie achterlaten is natuurlijk nooit eenvoudig.<br />

Maar voor mij is de overgang heel goed verlopen.<br />

Mijn familie was al een goeie tijd op de<br />

hoogte van mijn idee om te verhuizen. Hoewel<br />

ze in het begin misschien niet geloofden dat het<br />

Thomas More • Agora<br />

9


Tromsø, waar het Norsk Polarinstituut gevestigd is.<br />

10 Thomas More • Agora<br />

ooit zou gebeuren, hebben ze me wel steeds gesteund<br />

in wat ik wou ondernemen. Dat heeft er<br />

allicht ook deels voor gezorgd dat het hele proces<br />

zo goed is meegevallen. Ik denk dat het eenvoudiger<br />

is dat te doen als je weet dat je familie achter<br />

je besluit staat. Voor hen was het vermoedelijk<br />

ook gemakkelijker omdat ze wisten dat ik hier<br />

al geweest was en dat ik de omgeving al kende.<br />

Tot slot is de wereld ook niet zo groot meer. Met de moderne communicatiemiddelen<br />

overbrug je duizenden kilometers in luttele milliseconden voor<br />

een gesprek, en met het vliegtuig ben je in een paar uur ook ter bestemming.<br />

Hoe makkelijk verliep de integratie in een nieuwe maatschappij<br />

waar je bijna niemand kende?<br />

Dat duurde wel even, maar met de nodige inspanning liep dat wel los. Ik<br />

denk dat een van de belangrijkste dingen toch wel de taal leren is. Bijna<br />

iedereen spreekt hier wel Engels - op zich is communiceren dus niet onmogelijk<br />

- maar je ziet dat voor sociale aangelegenheden Noors toch wel<br />

de voertaal is. Voor mij is dat allemaal nog iets soepeler verlopen, denk ik,<br />

omdat ik hier al drie maanden gewoond had. Ik kende een groot deel van<br />

mijn collega’s al zodat sociale contacten leggen toch iets makkelijker was.<br />

Verder is de Noorse samenleving over het algemeen niet zo verschillend<br />

van de onze. Er zijn wel wat andere gewoontes maar niets is zo anders dat<br />

je het als een echte schok kunt ervaren.<br />

Het Hoge Noorden: poollicht, lange donkere dagen in de winter en<br />

lang licht gedurende de zomer ... vraagt dat niet veel aanpassing?<br />

Ja, de extreme seizoenwissels zijn wel een van de grotere aanpassingen als<br />

je hier woont. Als je in het midden van de winter het beetje licht dat over de<br />

horizon druppelt, om half een ’s middags weer ziet verdwijnen, dan kunnen<br />

de dagen lang en zwaar aanvoelen. Je krijgt enorm snel het gevoel dat je<br />

moet gaan slapen, ook al is het nog maar drie uur ‘s middags. Tijdens die<br />

periodes moet je meer op de klok gaan leven om de normale gang van zaken<br />

aan te houden. Dat is echter vooral problematisch de eerste weken dat het<br />

echt donker is. Na een tijdje went het wel en dan kom je weer in een ritme.<br />

Verder is het dan genieten van de koude vriesnachten (en -dagen), wanneer<br />

het poollicht de hemel in groene banen kleurt. Door de grote hoeveelheden<br />

sneeuw is het ook nooit echt donker. De straatverlichting en het reflecterende<br />

effect van de sneeuw zorgen voor een speciaal soort licht. Ook zijn de<br />

Noren voorbereid op het donker. zo zijn er langlaufsporen met verlichting<br />

zodat je ook gewoon in het donker rustig kunt gaan langlaufen. Verder wordt<br />

er geskied, met sledehonden gereden, aan ijsvissen gedaan en zo veel meer.<br />

wordt vervolgd op p 12


ondErwijs<br />

bEstE oplEiding soCiaal wErK<br />

in vlaandErEn<br />

OP 6 NOVEMBER MOCHT DE VOORzITTER VAN DE VLAAMse HogescHoLenrAAD<br />

(VLHorA) IN BRuSSEL HET VISITATIERAPPORT VAN DE VLAAMSE OP-<br />

LEIDINGEN BACHELOR IN HET SOCIAAL WERK ONTVANGEN. EN DAT RAPPORT<br />

WAS BIJzONDER LOVEND OVER ONzE OPLEIDING IN GEEL.<br />

o<br />

Het rapport evalueerde de kwaliteit van de opleiding<br />

sociaal werk aan elf Vlaamse hogescholen.<br />

Een commissie van experts uit binnen- en<br />

buitenland beoordeelde de opleidingen op hun<br />

doelstellingen, programma, personeel, voorzieningen,<br />

kwaliteitszorg en resultaten.<br />

Als enige kreeg de opleiding sociaal werk van -<br />

toen nog - de K.H.<strong>Kempen</strong> op vier facetten de<br />

score ‘excellent’. Die score wordt in het visitatierapport<br />

vertaald als zijnde een ‘best practice’,<br />

een voorbeeld - ook internationaal - voor andere<br />

opleidingen. Voor het geheel heeft de opleiding<br />

een van de beste visitatierapporten ooit.<br />

De visitatiecommissie loofde de opleiding uit<br />

Geel op tal van vlakken. Om te beginnen was er<br />

ons sterk samenhangende programma dat goed<br />

doordacht is en consistent wordt uitgevoerd via<br />

modules en groeilijnen. Er is grote aandacht voor<br />

begeleiding, die de studenten bovendien erg<br />

waarderen. De betrokkenheid van het werkveld<br />

is erg nauw en de activiteiten van internationalisering<br />

gevarieerd en goed uitgewerkt. Daarnaast<br />

prees de commissie ook de praktijkgerichtheid<br />

van de docenten, die stevig geworteld zijn in het<br />

werkveld. ze wees op de degelijke wetenschappelijke<br />

onderzoeksprojecten op vraag van of met<br />

nauwe betrokkenheid van het werkveld. En ten<br />

slotte, was er ook lof voor onze toonaangevende<br />

aanpak van kwaliteitszorg, waarbij de opleiding<br />

vanuit een breed gedragen kwaliteitscultuur systematisch<br />

aan verbetering werkt.<br />

De commissie kon vaststellen dat de studenten,<br />

de afgestudeerden en het werkveld erg tevreden<br />

zijn over de opleiding. zo bleek uit een enquête<br />

Thomas More • Agora<br />

11


Het Noorderlicht boven Tromsø<br />

12 Thomas More • Agora<br />

dat 100% van de bevraagde alumni opnieuw sociaal<br />

werk in Geel zou studeren!<br />

Deze schitterende beoordeling is het resultaat<br />

van meerdere factoren. Vooreerst is ze de verdienste<br />

van een enthousiaste groep docenten die<br />

permanent, en niet alleen als de visitatie eraan<br />

komt, zowel in contacten met studenten als met<br />

collega’s en het werkveld de ontwikkeling van de<br />

kwaliteit van hun opleiding nastreven. Vervolgens<br />

werkt de opleiding vanuit een gedragen visie<br />

op wat goed sociaal werk is, op wat de plaats<br />

en de rol van de opleiding in de samenleving<br />

moet zijn en op wat een goede organisatie is. Op<br />

de derde plaats kan de opleiding rekenen op het<br />

engagement en de steun van vele partners in het<br />

werkveld.<br />

Het feit dat de opleiding veertig jaar geleden<br />

moest knokken om te mogen starten, tegen de<br />

vervolg van p 10<br />

wil van de toen bestaande opleidingen in, heeft<br />

ongetwijfeld bijgedragen aan een vechtersmentaliteit:<br />

moeten bewijzen dat men bestaansrecht<br />

heeft, steeds blijven streven naar de hoogste<br />

kwaliteit en niet op de lauweren rusten. De<br />

voorzitter van de visitatiecommissie drukte dat<br />

als volgt uit: ‘Deze opleiding heeft geen last<br />

van een Calimerocomplex. ze weet wat ze wil<br />

en slaagt erin dat met een groot enthousiasme<br />

waar te maken.’ Om haar waardering voor dit<br />

mooie resultaat concreet uit te drukken en om<br />

de opleiding te ondersteunen in haar consequent<br />

streven naar kwaliteitsontwikkeling, beloonde de<br />

directie van Thomas More de opleiding met een<br />

opleidingscheque. De collega’s zijn zich ten volle<br />

bewust van de uitdaging om deze toppositie ook<br />

de volgende jaren waar te blijven maken en te<br />

versterken.<br />

n<br />

Guido Cuyvers<br />

Na de winter komt de tegenstelling van de zomer. Het kan sneeuwen tot<br />

mei gevolgd door een lente die ruw geschat een week duurt, en dan ziet<br />

alles plotseling groen en is de zomer in volle gang. De meeuwen, die dag<br />

en nacht lawaai maken, zijn de muziek die hierbij hoort. En dan volgt de<br />

uitdaging om te slapen, terwijl er altijd zonlicht is. Je gaat uiteindelijk opnieuw<br />

op de klok leven zoals in de winter. Deze keer niet om wakker te blijven<br />

maar om op tijd te gaan slapen. Ramen afplakken met tape en zwarte<br />

vuilniszakken om het licht buiten te houden is geen ongewone zaak. Als de<br />

temperatuur eindelijk boven tien graden klimt, staat dat in de krant als op<br />

en top zomerweer en dan bereiden de Noren zich voor om klimtochten te<br />

maken. Het is fantastisch als je om 2 uur ‘s nachts naar de lage zon kunt<br />

kijken van op de top van een berg, terwijl zeevogels volop in de weer zijn<br />

om hun kroost in de loop van een korte twee maanden groot te trekken.<br />

Het is dus het goede met het slechte. Maar ik ervaar het leven op 69 gra-<br />

den noord vooral als magisch. De overweldigende natuur met de extreme<br />

seizoenen maken het allemaal waard. Of dat gevoel zal blijven, kan alleen<br />

de tijd uitwijzen.<br />

maarten van lint


assoCiatiE<br />

10 jaar assoCiatiE Ku lEuvEn<br />

DE ASSOCIATIE Ku LEuVEN BESTAAT TIEN JAAR. RECTOR MARK WAER, AS-<br />

SOCIATIEVOORzITTER ANDRé OOSTERLINCK EN ONDERVOORzITTER WILLIAM<br />

DE GROOTE MAKEN VAN DE GELEGENHEID GEBRuIK OM TERuG TE BLIKKEN<br />

éN VOORuIT TE KIJKEN.<br />

‘Vijfentwintig jaar geleden kon ik van dichtbij<br />

een eerste grote fusie meemaken’, zegt rector<br />

Mark Waer. ‘Dat waren toen twee grote bedrijven<br />

en de hele samenwerking werd bedisseld<br />

tussen twee voorzitters en een aantal externe<br />

consultants. Nadat alles in kannen en kruiken<br />

was, kregen de werknemers op een gewone<br />

maandagochtend plots een papier op hun bureau<br />

met de uitleg van wat er allemaal zou veranderen.’<br />

Voor die aanpak is bij de associatie niet gekozen.<br />

Er is vanaf de start, 10 jaar geleden, gekozen<br />

voor een open communicatie en hoewel er continu<br />

verschillende culturen worden samengebracht<br />

die af en toe botsen, werkt de associatie ondertussen<br />

al tien jaar en heeft ze alleen maar aan<br />

belang gewonnen.<br />

a<br />

Een internationaal netwerk<br />

‘Voor Europees kwaliteitsonderwijs van Maas tot<br />

Noordzee’ was een van de boutades waarmee de<br />

associatie tien jaar geleden gelanceerd werd bij<br />

het grote publiek.<br />

‘Tien jaar geleden dreigde de KU Leuven een<br />

universiteit van het Hageland te worden’, vertelt<br />

ondervoorzitter William De Groote. ‘André Oosterlinck<br />

heeft toen het heft in handen genomen<br />

en iedereen in snelheid genomen door inderdaad<br />

een nationaal netwerk uit te bouwen van de Maas<br />

tot de Noordzee.’<br />

André Oosterlinck knikt. ‘Economisten zeggen<br />

het vaker: om internationaal sterk te staan, moet<br />

je thuisbasis sterk zijn. Daarom is het zo belangrijk<br />

dat de Associatie KU Leuven over heel Vlaanderen<br />

instellingen heeft. Ons rekruteringskader is bovendien, in<br />

tegenstelling tot andere Vlaamse universiteiten, altijd al<br />

Vlaanderenbreed geweest.’<br />

‘Toegeven: toen in 2002 de geloofsbrieven van<br />

de hogescholen aan de KU Leuven werden aangeboden,<br />

was er veel scepsis’, zegt William De<br />

Groote. ‘zowel van de universiteit, die een daling<br />

van de kwaliteit vreesde, als van de hogescholen,<br />

die schrik hadden voor een absorptieproces.’<br />

‘Maar het is een win-win situatie. zo is de associatie<br />

voor de universiteit een zinvolle basisverbreding’,<br />

vult Mark Waer aan. ‘Volgens studies willen<br />

ongeveer 5 à 10% van de hogeschoolstudenten<br />

nog doorstromen naar de universiteit. We moeten<br />

er dan ook voor zorgen dat die studenten die<br />

kans krijgen.’<br />

Het juiste spoor<br />

Studenten snel en correct op het juiste spoor<br />

kunnen zetten. Dat lijkt voor de drie bestuursleden<br />

erg belangrijk. ‘Allochtonen bijvoorbeeld,<br />

Thomas More • Agora<br />

13


14 Thomas More • Agora<br />

stromen regionaler in’, legt William De Groote uit.<br />

‘Door het lokale en toch wijdverspreide karakter<br />

van de associatie geef je hen meer studeer- en<br />

doorstroomopties en zo ook meer kansen om te<br />

studeren wat ze willen.’ Een democratisering van<br />

het onderwijs. Jongeren die vroeger hun weg<br />

niet vonden naar universiteiten of hoger onderwijs,<br />

vinden die nu wel.<br />

‘Voor studenten is een zo groot mogelijke onderwijsruimte<br />

inderdaad wenselijk’, zegt André Oosterlinck.<br />

‘zo moet in de toekomst ook het hoger<br />

beroepsonderwijs (HBO5) mee in de associatie<br />

geïntegreerd worden. Stel dat we HBO5 nu negeren,<br />

dan zit je binnen tien jaar met dezelfde<br />

problemen als tien jaar geleden. Nee, je moet<br />

hen zo snel mogelijk mee in de werking van de<br />

associatie opnemen om zo ook aan de HBO5studenten<br />

de mogelijkheid te bieden om mee te<br />

draaien in die ene grote onderwijsruimte.’<br />

‘Door de intense samenwerking tussen hogescholen<br />

en universiteit is het mogelijk om studenten<br />

een andere richting te laten volgen zonder dat<br />

al hun eerdere werk voor niets is geweest’, besluit<br />

William de Groote. ‘Mensen kunnen meer<br />

en meer manoeuvreren en credits meenemen en<br />

zullen daardoor afstuderen met een diploma dat<br />

hen op het lijf geschreven is.’<br />

Nog veel te doen<br />

Maar zijn ze tevreden nu de associatie tien jaar<br />

bestaat? ‘Niet helemaal’, bevestigen ze alle drie.<br />

‘Het integratiedecreet dat de voorwaarden van<br />

de integratie van de academische hogeschoolopleidingen<br />

vastlegt, is nu goedgekeurd maar dat<br />

was idealiter drie à vier jaar eerder gebeurd.’<br />

‘Maar toch is het sterk’, merkt Mark Waer op.<br />

‘In tien jaar tijd is er een mentaliteitswijziging<br />

opgetreden bij alle betrokken partijen. Normaal<br />

nemen dergelijke sterke mentaliteitswijzigingen<br />

één of twee generaties in beslag. En natuurlijk<br />

zijn er nog tegenstanders van de veranderingen,<br />

maar het zijn er niet veel.’<br />

De drie heren geven echter ook toe dat er nog<br />

veel te doen valt. zo blijft er een zeker spanningsveld<br />

bestaan tussen het centrale en decentrale<br />

beleid en tussen de regionale spelers en de<br />

KU Leuven. ‘Maar die problemen moeten weggemasseerd<br />

worden’, geeft Mark Waer aan. ‘Iedereen<br />

heeft na tien jaar zijn posities ingenomen en<br />

de dag kan opnieuw starten.’<br />

de toekomst<br />

Nu er na tien jaar een volwassen structuur op<br />

poten staat, moet die ook presteren natuurlijk.<br />

De academische hogeschoolopleidingen zijn ondertussen<br />

ingekanteld in de universiteit en daarmee<br />

lijkt de belangrijkste rol van de associatie<br />

voorbij, maar dat is niet zo.<br />

‘We moeten ons er nu op focussen om de integratie<br />

volledig te laten functioneren’, zegt André<br />

Oosterlinck. ‘Het functioneert nu al, je hoort me<br />

het tegendeel niet beweren, maar problemen die<br />

met de uitrol gepaard gaan, zullen nu pas naar<br />

boven komen.’ De associatie blijft ook een zinvol<br />

instrument voor het ontplooien van regionale initiatieven<br />

of het betrekken van de professionele<br />

bachelors in de werking. Een netwerk van kansen,<br />

nog steeds.<br />

De KU Leuven zelf moet sinds de integratie plots<br />

veel meer personeel en studenten bolwerken. ‘Op<br />

een totaal van duizend zelfstandig academisch<br />

personeelsleden, komen er ongeveer vijfhonderd<br />

bij’, geeft Mark Waer aan. ‘De volgende maanden<br />

zal de universiteit zich daar dus op richten.’<br />

‘De associatie blijft altijd een denktank voor<br />

maatschappelijke, levensbeschouwelijke en ethische<br />

kwesties’, vat André Oosterlinck samen. ‘ze<br />

moet ook de komende tien jaar een hefboom<br />

zijn om het Vlaamse onderzoek en hoger onderwijs<br />

bij de top van Europa te houden.’<br />

En zoals altijd: ‘Waar men gaat op Vlaamse wegen,<br />

komt men de Associatie KU Leuven tegen’,<br />

sluit hij glimlachend af.<br />

n<br />

toon verlinden


Thomas More • Agora<br />

15


E<br />

EindwErK<br />

16 Thomas More • Agora<br />

insECtEn als HumanE voEding<br />

NATHALIE VAN GORP, DERDEJAARSSTuDENTE VOEDINGS- EN DIEETKuNDE,<br />

KREEG VANuIT DE ONDERzOEKSGROEP LAB4FooD DE VOLGENDE OPDRACHT<br />

VOOR HAAR EINDWERK: ‘ONTWIKKEL EEN AANTAL HAPJES OP BASIS VAN<br />

SPRINKHANEN EN MEELWORMEN DIE DE CONSuMENT GEWOON, AANTREKKE-<br />

LIJK EN LEKKER VINDT.’ EEN HELE uITDAGING GEzIEN DE ‘BAH-FACTOR’ VAN<br />

INSECTEN, MAAR zE SLAAGDE ERIN MET GLANS.<br />

Door de toenemende wereldbevolking en de ver-<br />

westering van het consumptiepatroon wereldwijd,<br />

stijgt de vraag naar dierlijke proteïnen aanzienlijk.<br />

Daarom verwachten grote internationale<br />

instanties in de nabije toekomst een belangrijke<br />

schaarste aan vlees en vis. zo schat de Voedselen<br />

Landbouworganisatie van de Verenigde naties<br />

dat in de periode 2010-2050 de vraag naar voedsel<br />

van dierlijke oorsprong met meer dan 70%<br />

zal toenemen. Dat zou flink meer landbouwoppervlakte<br />

vergen, die er door een gebrek aan geschikte<br />

bodems echter niet is. We moeten bijgevolg<br />

op zoek naar alternatieve milieuvriendelijke<br />

en economisch verantwoorde vormen van eiwitproductie.<br />

Het gebruik van insecten is één van<br />

de meest voor de hand liggende mogelijkheden.<br />

Insecten hebben namelijk een uitstekende voedingswaarde<br />

en kunnen hierdoor een mogelijke<br />

oplossing bieden voor het nakende tekort. ze zijn<br />

bijzonder rijk aan proteïnen die bovendien veel<br />

essentiële aminozuren bevatten. Ook de kwaliteit<br />

van de vetzuren bij insecten is opmerkelijk<br />

beter dan in ons vertrouwde stukje vlees. Verder<br />

is de hoge voedingswaarde ook te danken aan de<br />

gunstige samenstelling van mineralen en vitamines.<br />

Daarenboven zijn insecten gemakkelijk te<br />

kweken en zetten ze, vanwege hun koudbloedige<br />

karakter, plantaardige proteïnen erg efficiënt om<br />

naar hoogwaardige dierlijke proteïnen.<br />

Kokkerellen met insecten<br />

Nathalie Van Gorp gooide zich vol enthousiasme<br />

op haar opdracht. Tijdens haar stage ging ze in<br />

de didactische keuken van de K.H.<strong>Kempen</strong> aan<br />

de slag met sprinkhanen en meelwormen om<br />

lekkere en aantrekkelijke hapjes te maken. ze


ging hierbij uit van bestaande recepten en paste food-pairing toe om zo tot<br />

nieuwe combinaties te komen.<br />

In tegenstelling tot de rest van de wereldbevolking staat de westerling afkerig<br />

tegenover consumptie van insecten. Er werd daarom gekozen om de<br />

insecten onherkenbaar te verwerken in de hapjes zodat de ‘bah-factor’ zo<br />

veel mogelijk achterwege bleef.<br />

Drie weken creatief kokkerellen (insecten pureren, koken, grillen, …) onder<br />

de nieuwsgierige blikken van docenten en studenten, leidde tot een tiental<br />

hapjes op basis van insecten. Hieruit werden uiteindelijk drie insectenhapjes<br />

geselecteerd voor de sensorische proeven: een frambozenbavarois, een<br />

mini-pizza en een pestowrap. Die drie hapjes werden, samen met de drie<br />

originele insectenloze hapjes, voorgelegd aan 64 proefpersonen die zich<br />

ingeschreven hadden voor de sensorische testen. En ook tijdens de opendeurdag<br />

in april zag Nathalie haar kans schoon om 250 bezoekers te laten<br />

genieten van lekkere insectenhapjes.<br />

Tijdens de sensorische testen kregen de proefpersonen een professionele<br />

vragenlijst voorgelegd waarin ze hun mening over de verschillende hapjes<br />

kwijt konden. uit analyse van de resultaten bleek overduidelijk dat<br />

de proefpersonen amper verschillen waarnamen tussen de hapjes met en<br />

zonder insecten. De pestowrap en de minipizza, die meelwormen bevatten,<br />

kregen zelfs een betere beoordeling dan het oorspronkelijke recept.<br />

Algemeen werden de verschillende hapjes met insecten bijzonder positief<br />

beoordeeld en tegelijkertijd als ‘gewoon’ ervaren. Onherkenbare verwerking<br />

van insecten in klassieke voeding kan dus drempelverlagend werken,<br />

waardoor mensen kunnen wennen aan de consumptie van insecten als<br />

gezond voedsel.<br />

dinsdag insectendag<br />

De onderzoeksresultaten smaken duidelijk naar meer. zo zouden we perfect<br />

een vleesvervanger op basis van insecten voor bij de hoofdmaaltijd<br />

kunnen ontwikkelen. Het onderzoek van Nathalie wordt dan ook zeker<br />

voortgezet bij Lab4Food. Hopelijk kunnen we er op die manier voor zorgen<br />

dat consumptie van insecten in Europa beter aanvaard wordt.<br />

n<br />

nathalie van gorp<br />

Babs Vandervoort<br />

Hilde boeckx<br />

mik van der borght<br />

Thomas More • Agora<br />

17


s<br />

samEnwErKing<br />

18 Thomas More • Agora<br />

Kunst wErKt in wElzijn<br />

HET BELANG VAN KuNST VOOR DE KWETSBARE MENS, ONDER DIE NOEMER<br />

VOND OP 18 OKTOBER EEN STuDIE- EN TOONDAG PLAATS OP DE CAMPuS<br />

IN GEEL. 220 DEELNEMERS DEELDEN ONzE DIEPE OVERTuIGING DAT KuNST<br />

ENERzIJDS EEN KRACHTIG MIDDEL IS OM MENSEN STERKER EN VRIJER TE<br />

MAKEN, EN ANDERzIJDS EEN uITSTEKEND MIDDEL BIEDT TEGEN uITSLuI-<br />

TING IN DE SAMENLEVING.<br />

De studiedag was een samenwerkingsinitiatief<br />

van ons departement sociaal werk met welzijnszorg<br />

<strong>Kempen</strong> naar aanleiding van hun 30-jarige<br />

bestaan, de Vereniging voor Maatschappelijk<br />

werkers in de ocMw’s van de <strong>Kempen</strong>, het cc<br />

De werft en de vier Verenigingen waar armen het<br />

woord nemen uit Geel, Turnhout, Herentals en Mol.<br />

Het project genoot de steun van de provincie<br />

Antwerpen.<br />

Kunst voor kwetsbare mensen: de statements<br />

Jan Hoet stelde dat kunstenaars de meest vrije<br />

mensen zijn. Hij nam ons mee in een verhaal<br />

door de eeuwen heen en toonde via kunstwer-<br />

ken hoe kunstenaars telkens weer tegen de ha-<br />

ren van de gevestigde orde instrijken. ze stellen<br />

voortdurend aan de kaak wat er in de maat-<br />

schappij leeft. In die zin zijn kunstenaars belangrijke<br />

informatiebronnen voor sociaal werkers.<br />

Wie de kunstscène volgt, weet wat er mank loopt<br />

en waar de vervreemding toeslaat. De kunst en<br />

kunstenaars volgen werkt bovendien helend, zoals<br />

Jan Hoet nog maar pas aan den lijve ondervond.<br />

Het vult de leegte, het zijn vitaminen voor<br />

kwetsbare mensen.<br />

Dat dit ook zo is aan de andere kant van de taalgrens,<br />

vertelden ons de vertegenwoordigers van<br />

het OCMW van Charleroi. Didier Neirynck en Florence<br />

Trifaux gaven toelichting bij hun sociaalartistieke<br />

projecten die al veertien jaar lopen, én<br />

met resultaat.<br />

De schoonheid in de individuele hulpverlening<br />

werd belicht door Viviane Cornelissen. zij stelde<br />

dat mensen in armoede erg creatief zijn in het<br />

zoeken naar oplossingen, een sterkte die maatschappelijk<br />

assistenten te weinig aanboren. ze<br />

hield een pleidooi om hiervoor meer aandacht te<br />

hebben, en die creativiteit meer te ondersteunen.<br />

Willem Elias hadden we uitgenodigd vanuit zijn<br />

standpunt dat het een volstrekt legitieme doelstelling<br />

van de kunsteducatie is, om mensen te<br />

vormen zodat ze misschien inzien waarom ze<br />

niet van sommige kunsten houden of zelfs sowieso<br />

met kunst niets te maken willen hebben.<br />

Erbij horen, daar gaat het om<br />

Het Algemeen Verslag van de Armoede stelt dat<br />

culturele uitsluiting wellicht de zwaarste vorm


van uitsluiting is.‘Men crepeert van eenzaamheid<br />

en verveling voor men crepeert van de honger.’<br />

Cultuurparticipatie vertrekt in onze visie vanuit<br />

de behoefte van de mensen zelf om erbij te horen,<br />

om te participeren aan het culturele leven.<br />

‘Bovendien,’ zegt Roel Tulleneers (cc De werft ):<br />

‘Cultuur is iets van de mensen zelf’. In Geel, Lier,<br />

Beerse, Balen, Herentals, Westerlo, Beringen, …<br />

werken OCMW’s, en/of Verenigingen waar armen<br />

het woord nemen, Welzijnsschakels, academies,<br />

culturele centra e.a. al geruime tijd samen<br />

om cultuur en welzijn te verbinden. Peter Bellens,<br />

gedeputeerde van de provincie Antwerpen,<br />

wil in de toekomst meer samenwerkingsprojecten<br />

over de sectoren heen mogelijk maken.<br />

Nancy Claessens vertelde ons dat OCMW-cliënten<br />

een broertje dood hebben aan cursussen en<br />

vormingen. In de individuele gesprekken worden<br />

ze voortdurend bijgestuurd over samenwerking,<br />

punctualiteit, motivatie. En toch lukt dat niet zo<br />

goed. Terwijl je met zo’n kunstproject precies dezelfde<br />

vaardigheden benadrukt – ze moeten op<br />

tijd zijn, anders kan er niet gerepeteerd worden<br />

– maar dan op een ongedwongen, speelse manier.<br />

Bovendien gaan mensen beseffen dat ook zij<br />

talenten hebben, ondanks hun gebrek aan geld,<br />

diploma’s of werk. Door samen naar hun talenten<br />

en ervaringen te kijken, helpen we hen om<br />

werk te vinden. Maar daarvoor moeten ze sterk<br />

in hun schoenen staan. En dàt is nu precies waar<br />

de sociaal-artistieke projecten toe bijdragen.<br />

Een specialisatie binnen sociaal werk<br />

Kunstdisciplines inzetten in het sociaal werk geeft<br />

interessante kansen om mensen en groepen binnen<br />

de samenleving sterker te maken, door de kunstenaar<br />

in de mens wakker te maken, vind ik zelf.<br />

Kwetsbare mensen hebben in hun leven zoveel beleefd<br />

dat ze een boeiend verhaal hebben. En dat<br />

verhaal kunnen ze misschien op een andere manier<br />

kwijt dan in een klein bureautje van een maatschappelijk<br />

werker. Voor mensen in armoede is overleven<br />

vaak een voltijdse uitdaging. Hun batterijen kunnen<br />

opladen, netwerken met anderen opbouwen en niet<br />

langer voor elke kleine vraag naar hun hulpverlener<br />

moeten stappen, maar in eigen kring moeilijke dingen<br />

kunnen vertellen en bespreken – ondersteund<br />

door professionals -kan veel soelaas en steun bieden.<br />

Studenten kunnen kiezen voor een minor sociaal-artistieke<br />

praktijken, als tweede specialisatie in<br />

het laatste jaar, en ze doen het. Er zijn twintig studenten<br />

die gekozen hebben voor die minor, en die<br />

op deze dag mee het onthaal deden en mee Hapje<br />

en Klapje organiseerden.<br />

Guido Cuyvers, departementshoofd van Sociaal<br />

Werk, zei dat hij ervan overtuigd is dat deze invalshoek<br />

van belang is voor alle studenten en dat<br />

dit in het basisprogramma voor iedereen<br />

verankerd moet worden.<br />

de kritische noot<br />

Wie veel aandacht kregen, waren het duo Daniël<br />

Janssens als ‘nar’ en dagvoorzitter Eric Nysmans,<br />

die op een bepaald moment in de rol van ‘koning’<br />

stapte. Daniël nam de sociaal-artistieke projecten<br />

scherp op de korrel en gaf weer wat gemiddelde<br />

sociaal werkers - getergd door de dagdagelijkse<br />

workload - ondermeer denken: ’Moeten<br />

we nu ook nog met kunst bezig zijn?!’<br />

Dagvoorzitter Eric Nysmans stelde in zijn inleiding:<br />

‘Armoede is lelijk en armoede maakt lelijk, en hier<br />

moet dringend iets aan gedaan worden voor en<br />

met de mensen in armoede. Wie van generatie op<br />

generatie geen gezonde voeding kreeg, geen educatief<br />

speelgoed had, niet naar de tandarts kon<br />

gaan, en overal uitgesloten werd, werd veel onrecht<br />

aangedaan. […] Aan de gekwetste binnenkant<br />

en de gedeukte buitenkant van de mens in<br />

armoede, en aan het emancipatorische belang van<br />

de ervaring van schoonheid, van kunst, van humor<br />

en van plezier willen wij prioriteit geven’.<br />

De dag werd – hoe kan het anders – kunstzinnig<br />

afgesloten in het c.c. De werft. Daar traden ’s<br />

avonds de CC singers uit Gent op onder leiding<br />

van Rik Debonne en Rudi Gentbrugge. Het voorprogramma<br />

vormde het solidariteitskoor Al-arm<br />

onder leiding van Daniël Janssens.<br />

n<br />

dinora de waele<br />

Thomas More • Agora<br />

19


l<br />

lEvEn na dE HogEsCHool<br />

20 Thomas More • Agora<br />

raf wil HEt van dE plantEn<br />

zElf HorEn<br />

IN JuNI WERD OuD-STuDENT RAF ROMBOuTS LAuREAAT VAN DE InnoVA-<br />

TIecAMpAgne 2012, zO VERNAMEN WE. DOOR EEN GELuKKIG TOEVAL KON-<br />

DEN WE AANWEzIG zIJN TOEN HET InnoVATIesTeUnpUnT EN PROF. KATHy<br />

STEPPE HET PROJECT VAN RAF VOORSTELDEN AAN EEN DELEGATIE VAN DE<br />

EuROPESE COMMISSIE. EEN IDEALE GELEGENHEID OM BIJ TE PRATEN EN TE<br />

HOREN HOE DE VORK AAN DE STEEL zAT.<br />

Raf (l) en Ben (r) Rombouts<br />

romberama<br />

Raf studeerde in 2004 in Geel af als industrieel<br />

ingenieur Biowetenschappen, optie Tuinbouw,<br />

nadat hij er eerst een graduaat in de Agro- en<br />

Biotechnologie had gehaald. Daarna ging hij<br />

een paar jaar ervaring opdoen bij boomkwekerij<br />

oprins in Rijkevorsel en als bedrijfsleider bij<br />

Tuinderij Joosen. In 2006 besloot hij samen met<br />

zijn broer Ben het ouderlijke bedrijf over te nemen.<br />

Dat het amaryllis (Hippeastrum) zou worden,<br />

lag voor de hand. Want, vader Bert had al<br />

een grote voorraad bollen opgebouwd: romberama<br />

was geboren. ‘Ik kende de markt en de<br />

teelt van thuis uit,’ zegt Raf, ‘de groenten zag ik<br />

niet zitten. Daarin kun je pas rendabel beginnen<br />

te werken als zo’n 10 ha glas in een keer kunt<br />

neerpoten.’ De broers begonnen met ongeveer 1<br />

ha glas van hun ouders, waarvan het ene deel in<br />

1973 was gezet en het ander in 1980. Ondertussen<br />

hadden ze al verschillende renovaties uitgevoerd.<br />

Zo waren de poten onder andere een flink<br />

stuk hoger gemaakt en in 2009 kwam er dan nog<br />

een goede hectare bij. Volledig nieuw en zo energievriendelijke<br />

mogelijk.<br />

bijzondere warmtepomp<br />

Maar het bleef niet bij energievriendelijk glas. De<br />

hele teelt zou milieuvriendelijk worden. Om te<br />

verwarmen en te koelen ging Raf te rade bij Herman<br />

Mariën van de K.H.<strong>Kempen</strong> en nu gebruikt<br />

romberama grondlagen die 118 en 124 m diep<br />

zitten. De broers combineren de aangevoerde<br />

warmte en dito koelte daarvan met een dubbeleffect-gasabsorptiewarmtepomp,<br />

de enige die<br />

in de Benelux in een tuinbouwbedrijf staat. Als<br />

alles loopt zoals gepland, moeten ze ongeveer


45% op hun energierekening kunnen besparen.<br />

In de marge hebben Raf en Ben voor 10 kW-piek<br />

zonnepanelen aangelegd. Hun gietwater recycleren<br />

ze volledig en ze werken uitsluitend met<br />

regenwater. Hun reservoir van 3 000 m³ volstaat<br />

daarvoor ruimschoots. Ongeveer de helft gaat<br />

naar dakkoeling om het effect van hete dagen te<br />

milderen en de andere helft dient om de planten<br />

water te geven.<br />

bijzondere teelt<br />

romberama is een van de vier bedrijven in<br />

Vlaanderen die amaryllis telen. ‘Als je er gepast<br />

mee omgaat, is het een teelt waar je nog goed<br />

van kunt leven’, zegt Raf. De bloemen zijn vooral<br />

in het late najaar en in het voorjaar gewild en<br />

een perfecte timing is cruciaal om goede prijzen<br />

te halen. Vóór Nieuwjaar is het prima, januari<br />

brengt niet veel op en daarna gaat het weer beter.<br />

Om goed te timen is koelen van cruciaal belang.<br />

De bollen groeien in een kunstmatige ondergrond<br />

of substraat - perlite, een soort gepofte<br />

lava. Daarin liggen slangen die voor de afkoeling<br />

en de opwarming van die ondergrond zorgen.<br />

Door de koeling in te schakelen, kun je de<br />

bloemknoppen in de bollen laten strekken. Ongeveer<br />

achttien weken voor de oogst moet de<br />

bodemkoeling beginnen. Dat is voor een deel van<br />

hun planten in volle zomer. Het water in de buizen<br />

moet dan 5 °C zijn, de bodemtemperatuur<br />

12 °C. Het is algemeen bekend dat koelen meer<br />

energie opslorpt dan opwarmen. Hier bewijzen<br />

de aardkoelte en de zeer efficiënte warmtepomp<br />

een eerste keer hun diensten.<br />

Tien weken later zijn de knoppen gestrekt en<br />

maaien ze het blad bij romberama om nog acht<br />

weken later gemakkelijker te kunnen oogsten.<br />

We zijn dan al een eind in de herfst en de planten<br />

hebben veel warmte nodig. De pomp spreekt dan<br />

de andere grondlaag aan en warmt het water in<br />

de buizen op tot 37-38 °C. Dat volstaat in principe<br />

om de planten ook in de winter voldoende<br />

warm te houden. Bij uitzonderlijke koude kan Raf<br />

de oude stookinstallatie nog aanzetten om wat<br />

bij te stoken.<br />

Vóór de koelperiode verbruiken de planten zowat<br />

17 l/m² per week, vanaf de koeling maar drie<br />

liter meer. ze halen al hun voedingsstoffen uit de<br />

mest die in het gietwater zit. Het overtollige water<br />

gaat naar een vergaarbak en de opgebruikte<br />

mineralen worden aangevuld, zodat het opnieuw<br />

als gietwater kan dienen.<br />

Prof. Kathy Steppe legt het meetsysteem uit aan Europese ambtenaren<br />

Vooral voor Duitsland<br />

Bij romberama groeien 55% planten met witte<br />

bloemen. Die zijn nog altijd het meest gewild.<br />

Verder hebben ze een hele reeks kleuren van<br />

zalmroze over rood en fuchsiarood tot donkerrood.<br />

Regelmatig proberen Raf en zijn broer<br />

nieuwe rassen uit. ze letten bij hun keuze vooral<br />

op de steellengte, de grootte van de bloemen en<br />

het aantal bloemen per steel. Ruim 60% van de<br />

afzet gaat naar veilingen in Duitsland, een klein<br />

derde naar Nederland en de rest verkopen ze<br />

op de veiling in Brussel en in hun thuiswinkel.<br />

Die geniet steeds meer faam en ze hebben zelfs<br />

klanten die vanuit Brugge amaryllissen komen<br />

halen.<br />

Thomas More • Agora<br />

21


22 Thomas More • Agora<br />

Efficiënter en sneller<br />

Vorig jaar was Raf aanwezig op een informatie-<br />

dag over innovatieve tuinbouw in Torhout. Het<br />

Innovatiesteunpunt had die georganiseerd met<br />

als thema Het gebruik van sensortechnologie in<br />

de tuinbouw. Raf was geprikkeld door de resultaten<br />

die prof. Steppe en haar team van het lab<br />

plantenecologie van de Ugent er voorstelden.<br />

Die waren erin geslaagd om de stress bij tomaten<br />

en sla zodanig op te meten dat je de teelt<br />

er nauwkeurig mee kunt sturen. ‘In een vast ritme<br />

krimpt het blad, wanneer het veel verdampt<br />

overdag en het zet daarna ’s nachts weer uit.<br />

Om van groei te spreken moet die golvende lijn<br />

wel een algemene opwaartse trend vertonen’,<br />

stelde de professor. Na een tijdje kunnen de onderzoekers<br />

voorspellen hoeveel dat moet zijn bij<br />

een bepaald klimaat. De huidige bladsensors zijn<br />

zo precies dat ze zelfs op een relatief dun slablad<br />

die krimp en uitzetting zeer goed kunnen<br />

aflezen. Als de gemeten waarde afwijkt van de<br />

voorspelde, dan is er wat mis met de plant. ‘Wij<br />

kunnen aan de plant al zien dat ze wat stress ondervindt,<br />

voor iemand er met het blote oog ook<br />

maar wat van merkt’, zegt prof. Steppe. ‘Meer<br />

dan een week voor een geoefend teler iets vermoedt,<br />

weten wij het al’, maakt ze zich sterk. En<br />

dat is heel belangrijk, want zodra er iets aan de<br />

hand is, kan de teler op zoek gaan naar de oorzaken<br />

en die proberen te remediëren. Het kan<br />

dan gaan over te warm, te koud, te droog, te nat,<br />

te weinig voedsel, enz., maar weten dat er iets<br />

aan de hand is, is al erg belangrijk. Je kunt dan<br />

Dubbel effect-gasabsorptiewarmtepomp<br />

factor per factor corrigeren en kijken of de plant<br />

gunstig reageert de volgende dag. Na een tijdje<br />

leer je je planten zo door en door kennen, je kunt<br />

er als het ware mee praten. Dat kan niet alleen<br />

een hogere productie opleveren, maar ook veel<br />

water, energie en meststoffen sparen.<br />

Planten telen via het internet<br />

Raf sprak de mensen van het Innovatiesteunpunt<br />

aan en die brachten hem in contact met professor<br />

Steppe en vonden enkele partners. Het proefcentrum<br />

voor de sierteelt sprong mee op de kar. Het<br />

Innovatiesteunpunt wil innovatie immers, als het<br />

kan, zo ruim mogelijk verspreiden en dat is een van<br />

de functies van een proefcentrum. In eerste instantie<br />

wou Raf graag dat de onderzoekers de dikte van<br />

de bollen zouden opvolgen, omdat daar een groot<br />

deel van de reserve in zit. Dat lukt echter niet zo<br />

goed en nu gaat het onderzoek vooral naar het blad.<br />

De kleine sensoren hangen rechtstreeks aan een<br />

computer. Heel binnenkort zullen ze elk hun eigen<br />

zendertje krijgen. Die zendertjes sturen hun gegevens<br />

regelmatig door naar een computer. De gegevens<br />

van de computer gaan dan het internet op en<br />

Raf zal vermoedelijk volgend jaar als hij op vakantie<br />

in zuid-Spanje zit, kunnen zien hoe het thuis<br />

met zijn planten gesteld is. ‘Ik had het dit jaar al<br />

kunnen gebruiken’, vertelt hij. ‘Net voor de vakantie<br />

had ik een vat met mineralen aangemaakt om<br />

te mengen met het gietwater. Door een vergetelheid<br />

had ik de aansluitingskraan niet opnieuw<br />

opengezet. Het duurde verschillende dagen voor<br />

iemand op het bedrijf dat gemerkt had. Volgend<br />

jaar of het jaar daarna zullen de planten het mij<br />

zelf direct zeggen en dan kan ik naar huis bellen<br />

met de vraag om een en ander eens na te kijken.’<br />

zowel Raf zelf als het Innovatiesteunpunt en de<br />

wetenschappers zijn erg optimistisch over het<br />

onderzoek. Het heeft tenslotte zijn diensten in de<br />

tomatenteelt al bewezen. De sierteelt en in het<br />

bijzonder de amaryllisteelt zullen waarschijnlijk<br />

snel volgen. Wij zijn erg benieuwd en wensen de<br />

partners alvast bijzonder veel succes.<br />

n<br />

dirk de roose


loKalE politiEK<br />

in dE lErarEnoplEiding<br />

zONDAG 14 OKTOBER 2012 WAS EEN SPANNENDE DAG VOOR POLITIEK<br />

VLAANDEREN. OP DIE DAG TROKKEN WE MET z’N ALLEN NAAR DE STEMBuS<br />

OM EEN NIEuWE GEMEENTE- EN PROVINCIERAAD TE KIEzEN. TWEE COLLE-<br />

GA’S AAN DE LERARENOPLEIDING IN VORSELAAR ONDERWIERPEN zICHzELF<br />

AAN HET OORDEEL VAN DE KIEzER … MET SuCCES.<br />

Fons Michiels (l) en<br />

Bruno Peeters (r)<br />

Generatiegenoten Fons Michiels en Bruno Peeters<br />

deden ongeveer gelijktijdig hun intrede in de lerarenopleiding<br />

van Vorselaar. Het was lang voor<br />

de tijd dat kardinaal Van Roey zijn naam inruilde<br />

voor Thomas More. Na de schooluren besteedden<br />

ze hun tijd aan die andere ‘hobby’ die gedeeltelijk<br />

of volledig uitgroeide tot een job. Eenmaal<br />

gebeten door de politieke microbe, raak je er<br />

blijkbaar moeilijk vanaf.<br />

Fons: Op politiek vlak heb ik eigenlijk een vrij<br />

traditioneel parcours afgelegd. Als jeugdleider<br />

binnen de KsA kwam ik in de jeugdraad van Herentals<br />

terecht. Via mijn inzet binnen het jeugdwerk<br />

stroomde ik uiteindelijk door naar de gemeentepolitiek.<br />

De partijkeuze was voor mij<br />

E<br />

EngagEmEnt<br />

niet moeilijk: mijn vader was achttien jaar lang<br />

gemeenteraadslid voor de cVp. Toen hij in 1988<br />

besliste om niet meer op de lijst te gaan staan,<br />

nam ik zijn plaats in. Ik was verkozen en werd<br />

onmiddellijk schepen van Jeugd en Ontwikkelingssamenwerking.<br />

Bruno: Bij mij sloeg het politieke virus toe tijdens<br />

mijn studententijd. Om professionele en familiale<br />

redenen heb ik mijn engagement lange tijd<br />

uitgesteld. Door mijn ongenoegen over de politieke<br />

toestand in België ben ik in 2005 toch actief<br />

geworden. Sinds 2008 ben ik arrondissementeel<br />

voorzitter van n-VA in Turnhout.<br />

Waarom combineer je een drukke job op de<br />

hogeschool met een politiek engagement?<br />

Bruno: Mijn politiek engagement speelde zich tot<br />

voor kort enkel af binnen de partij. Dat betekent<br />

dat het vooral avond- en weekendwerk was. De<br />

functie van gedeputeerde in de provincie Antwerpen<br />

is mijn eerste uitvoerende mandaat. Bij de<br />

collega’s in Vorselaar ben ik altijd open en duidelijk<br />

geweest over mijn politieke overtuiging. Met<br />

studenten werd alleen over politiek gesproken<br />

als zij me erover aanspraken. Dat gebeurde wel<br />

eens naar aanleiding van één of andere taak die<br />

ze moesten maken.<br />

Fons: Bij mij ligt de situatie iets anders. Ik had<br />

het voorrecht om de voorbije zes jaar het OCMW<br />

van Herentals te leiden. De omvang van het takenpakket<br />

dat je als OCMW-voorzitter op je bord<br />

krijgt, maakt een combinatie met een voltijdse<br />

job niet mogelijk. Ik werkte de afgelopen jaren<br />

dus halftijds in Vorselaar. De wisselwerking tussen<br />

de twee functies heb ik altijd erg boeiend<br />

gevonden. En geloof me: als je als OCMW-voor-<br />

Thomas More • Agora<br />

23


fons michiels<br />

• 54 jaar<br />

• docent wiskunde<br />

Lerarenopleiding<br />

campus Vorselaar<br />

en OCMW-voorzitter<br />

Herentals<br />

• 2de plaats CD&Vlijst<br />

gemeenteraad<br />

Herentals<br />

Bruno Peeters<br />

• 57 jaar<br />

• bibliothecaris<br />

Lerarenopleiding<br />

campus Vorselaar<br />

• 1ste plaats N-VAlijst<br />

provincieraad<br />

district Turnhout<br />

• 5de plaats N-VAlijst<br />

gemeenteraad<br />

Oud-Turnhout<br />

• aanstaand gedeputeerde<br />

voor de provincie<br />

Antwerpen<br />

E<br />

24 Thomas More • Agora<br />

zitter wordt geconfronteerd met leefloondossiers<br />

en verhalen van mensen met levensgrote problemen,<br />

leer je wel een en ander relativeren. Iets<br />

wat ik aan de studenten ook probeer duidelijk te<br />

maken.<br />

Levert zo’n lokaal mandaat ook niet de nodige<br />

teleurstellingen en frustraties op?<br />

Fons: Lokale politiek biedt je net het voordeel<br />

dat je realisaties concreet zichtbaar zijn. De theorie<br />

maakt plaats voor de praktijk: een ziekenhuis<br />

moderniseren, een sociale-economiebedrijf<br />

oprichten, asielzoekers opvangen, … Ik hoop van<br />

harte dat ik de volgende zes jaar de uitbouw van<br />

een nieuw woon-zorgcentrum mee in goede banen<br />

kan leiden.<br />

Bruno: Ik sluit me aan bij Fons. Lokale politiek<br />

gaat over de dagdagelijkse problemen van de<br />

mensen. Als lokaal politicus ben je in staat om<br />

beslissingen te nemen die een invloed hebben op<br />

het welbevinden van de inwoners van een wijk of<br />

gemeente. Het enige wat me af en toe frustreert,<br />

is de kleingeestigheid van de ‘dorpspolitiek’.<br />

Soms spelen persoonlijke vetes een te grote rol.<br />

Maar dat zal misschien op elk niveau zo zijn.<br />

EvEn stilstaan<br />

zin erin …<br />

De zin van het leven: het is een uitdrukking die<br />

de mens beroert, als vraag, als uitroep, als vak.<br />

De woorden hebben iets zwaars en mysterieus<br />

en peilen naar de diepte van het leven. Wat is<br />

voor jou de zin van het leven? Een vraag die velen<br />

liever niet te vaak voorgeschoteld krijgen.<br />

In de vraag kunnen we minstens drie deelvragen<br />

onderscheiden. In een eerste vraag vervangen<br />

we het Nederlandse woord zin door het Vlaamse<br />

goesting. De vraag naar zin wordt zo een vraag<br />

naar goesting, deugd, plezier in het leven. Wat<br />

zorgt ervoor dat jij als mens ten volle kunt leven.<br />

Dat je in een vreugdekreet luid kunt roepen: dit<br />

is echt leven.<br />

In een tweede beweging horen we ook een vraag<br />

naar de toekomst. Welke richting wil je uit met je<br />

leven? Wat zijn je dromen en verlangens? Waar<br />

wil je in het leven echt voor gaan?<br />

Fons: Voor mij is de overvloed aan regeltjes die<br />

vanuit het Vlaamse, federale of Europese niveau<br />

wordt gelanceerd vaak een bron van ergernis.<br />

Bruno, voor jou zorgden deze verkiezingen<br />

echt voor een carrièrewending. Jij verlaat<br />

de hogeschool.<br />

Bruno: Inderdaad. Soms kan het snel gaan. De<br />

functie van gedeputeerde is een voltijdse job. Ik<br />

moet toegeven dat het afscheid me niet onberoerd<br />

laat. Ik ben nu 57 en ik zal wellicht niet<br />

meer terugkeren naar de hogeschool. Dat betekent<br />

dat ik na 33 jaar Vorselaar een goed draaiende<br />

onderwijswerkplaats en fijne collega’s achterlaat.<br />

Bovendien ben ik van mening dat onze<br />

lerarenopleiding de enorme ontwikkelingsgolf die<br />

het hoger onderwijs sinds het decreet van 1995<br />

heeft meegemaakt, op een professionele manier<br />

verwerkt heeft. Om eerlijk te zijn … ik ga het toch<br />

ook missen.<br />

Fons: Ik wens je in elk geval veel succes toe.<br />

Wij jullie beiden ook!<br />

n<br />

Koen Cools<br />

Ten derde peilen we ook naar de samenhang of<br />

de betekenis. Waarom leven we eigenlijk? Heeft<br />

het leven van elke mens zin? Evenveel zin? zal<br />

er ooit een oordeel worden uitgesproken over de<br />

zinvolheid van je eigen leven?<br />

Het jaarthema van sKIn is in die zin een uitnodi-<br />

ging aan ons allemaal. We wensen je toe dat je<br />

in het leven van elke dag dingen mag vinden die<br />

deugd doen, die je doen tintelen van leven en dan<br />

wel van kop tot teen. Is het geen uitdaging scherp<br />

te stellen op zinnige initiatieven die de wereld<br />

voor mens en natuur leefbaarder maken? Kan de<br />

vraag naar betekenis ons brengen tot verbondenheid,<br />

ruimte geven om op een zinvolle wijze over<br />

God te spreken? We werken er aan in onze aandacht<br />

voor Kerstmis en de koffiestop, activiteiten<br />

waarop we jullie van harte uitnodigen.<br />

Wij zeggen alvast: vlieg er in met zin erin.<br />

werkgroep sKin


doEl 3 En tiHangE 2<br />

Het probleem is ook de oplossing<br />

HET IS EERDER ONWAARSCHIJNLIJK, MAAR zONDER DE KERNCENTRALES VAN<br />

DOEL 3 EN TIHANGE 2 KAN ER EEN PROBLEEM ONTSTAAN DEzE WINTER BIJ<br />

EEN PIEKBELASTING, VERMOEDELIJK TuSSEN 17 EN 20 uuR TIJDENS EEN<br />

WINDSTILLE DECEMBER- OF JANuARIVRIESDAG.<br />

Tijdelijke maatregelen bij bedrijven en gezinnen<br />

kunnen nu dat gevaar opvangen. Belangrijker is<br />

echter dat we technologisch perfect in staat zijn<br />

om definitief afscheid te nemen van die kerncentrales.<br />

Dat kan met technologie die automatisch<br />

het elektriciteitsverbruik bij gezinnen regelt,<br />

zonder dat die aan comfort moeten inleveren.<br />

Energie van windmolenparken, zonnepanelen en<br />

biocentrales komt zo vast mee in de energiemix,<br />

met drastisch minder uitstoot van CO en fijn stof<br />

2<br />

als mooie bonus. De technologie is klaar en getest;<br />

nu ze nog toepassen.<br />

ondErzoEK<br />

pieken<br />

o<br />

Wie over het verbruik van elektriciteit en de<br />

daarbij nodige elektriciteitscentrales praat, komt<br />

al snel bij de verbruikspieken terecht: de momenten<br />

waarop we met zijn allen het meest verbruiken<br />

en de productie dus het meest ‘op volle<br />

toeren moet draaien’. De industrie kent die pieken,<br />

maar de huishoudens, u dus, veel minder.<br />

uw licht, uw vaatwasser, uw strijkijzer, uw wasmachine,<br />

uw pc en tv: ziedaar de bronnen van<br />

het piekverbruik.<br />

Dat piekverbruik is afhankelijk van arbeidsweken,<br />

seizoen en uren: in de winter meer dan<br />

in de zomer, overdag meer dan ‘s nachts, in de<br />

werkweek meer dan in het weekend. In 2010<br />

bijvoorbeeld was de piekdag van dat jaar een<br />

decemberdag toen we met zijn allen in België<br />

14 391 megawatt verbruikten (1 megawatt<br />

komt overeen met 10 000 gloeilampen van 100<br />

watt). Die piek werd bereikt op een werkdag tussen<br />

17.00 en 20.00 uur, het moment waarop de<br />

meeste mensen thuis zijn. Pieken bestaan ook in<br />

de zomer, maar ze liggen dan lager, zo’n 2 000<br />

megawatt. 2 000 megawatt: dat is net de som<br />

van de vermogens van Doel 3 en Tihange 2.<br />

trage en snelle centrales<br />

Naast de pieken heb je de basisbelasting, het verbruik<br />

waaronder we nooit zakken: in 2010 noteerden<br />

we dat tijdens een julinacht. Die basisbelasting,<br />

zo’n 6 000 megawatt, wordt bijna volledig<br />

geleverd door onze kerncentrales. Al het verbruik<br />

Thomas More • Agora<br />

25


26 Thomas More • Agora<br />

daarboven moet dus door andere centrales worden<br />

geleverd. Die gas-, aardolie- en steenkoolcentrales<br />

zijn voldoende flexibel maar stoten wel CO uit. 2<br />

Voor die rolverdeling zijn goeie redenen: kerncentrales<br />

leveren de goedkoopste energie, maar<br />

ze zijn log. Het duurt relatief lang om nucleaire<br />

productie te verminderen of te vermeerderen, zoals<br />

een olietanker veel tijd nodig heeft om te versnellen<br />

of af te remmen. De andere centrales zijn<br />

duurder, maar flexibel. ’s Nachts en in het weekend<br />

verminderen zij hun productie, of gaan ze zelfs uit.<br />

wind en zon: redders in nood?<br />

De rolverdeling werkte prima tot voor kort,<br />

toen het aandeel van windmolenparken en zonnepanelen<br />

bij huishoudens en bedrijven niet of<br />

nauwelijks van tel was. Ondertussen vertegen-<br />

woordigt die soort van hernieuwbare energie<br />

voldoende plaats in de totale energieproductie<br />

om een invloed te hebben op vraag en aanbod<br />

tussen energieleverancier en klant. Probleem is<br />

alleen dat wind en zon zich niet laten bevelen, en<br />

zich niks aantrekken van piekmomenten of basisverbruik.<br />

Zo kampte België in het recente verleden<br />

al enkele keren met overproductie, omdat<br />

de nucleaire installaties niet plots en kortstondig<br />

naar een lager vermogen konden overgaan op<br />

extra winderige of zonnige dagen.<br />

u moet zich aanpassen …<br />

De uitdaging is dus deze: hoe integreren we de<br />

nieuwe energievormen, met hun milieuvriendelijkheid<br />

maar ook met hun nukken en onvoorspelbaarheid,<br />

in onze moderne levensstijl? Want<br />

ook dat laatste blijft natuurlijk pertinent: niemand<br />

wil ’s nachts uit bed om zijn strijk te doen,<br />

of wachten op de zon om tv te kijken. Het antwoord<br />

ligt in DSM: Demand side Management,<br />

of actieve vraagsturing. Simpel gezegd gaat het<br />

hier om elektrische toestellen die niet op het moment<br />

dat u het wilt, hoeven te werken.<br />

Neem een soepmixer: u maakt soep op een dinsdagavond<br />

om 18.42 uur, en wil die op dat exacte<br />

moment mixen. u zou het dan wellicht onaanvaardbaar<br />

vinden om in een systeem terecht te<br />

komen dat u vertelt: ‘Mixen kan, maar pas na<br />

20.30 uur.’ Soepmixers, net zoals strijkijzers, radio’s,<br />

espressoapparaten en waterkokers, zijn toestellen<br />

die niet voor DSM in aanmerking komen.<br />

Nemen we nu echter uw vaatwasser: u laadt het<br />

ding vol, ’s morgens om 7.30 uur, en wil een propere<br />

vaat terug. Wellicht kunt u zich voorstellen<br />

dat u aan de vaatwasser ‘vertelt’: ‘Doe je werk<br />

wanneer je wilt, maar straks als ik om 18.00 uur<br />

thuiskom, wil ik een propere vaat”. Idem voor uw<br />

diepvries: u kunt er wellicht mee leven dat die<br />

wat dieper vriest op momenten dat stroom goedkoper<br />

is want makkelijker voorhanden, en niet of<br />

nauwelijks op dure piekmomenten.<br />

Dat soort van denken en handelen bestaat overigens<br />

nu al: consumenten met dag- en nacht-


tarief laten vaatwassers, wasmachines, droogkasten<br />

en zelfs broodovenmachines ’s nachts<br />

draaien, omdat het moment van elektrische activiteit<br />

voor hen niet zo belangrijk is. En op die<br />

manier profiteren ze graag van het lagere nachttarief.<br />

Het zijn dan ook dergelijke toestellen die<br />

voor DSM geschikt zijn, naast vriezers, boilers of<br />

warmtepompen.<br />

… maar dan automatisch<br />

Wat is dan het verschil met DSM? DSM-technologie<br />

meet zelf wanneer stroom in een basisverbruik<br />

zit en dus wellicht goedkoper is, en zet die<br />

informatie om naar het wensgedrag van uw toestellen.<br />

u stelt enkel het einddoel in (‘vaat klaar<br />

tegen 18.00 uur’), DSM ‘bekijkt’ het meest gunstige<br />

energiemoment en zet uw toestel aan op<br />

het optimale moment. uit onze eigen metingen<br />

blijkt dat nu al ongeveer de helft van het stroomverbruik<br />

voor DSM in aanmerking komt. Ons lab<br />

ontwikkelde daarvoor controlealgoritmes die al<br />

geruime tijd in testopstelling draaien. Het moet<br />

mogelijk zijn om tegen 2020 DSM in beperkte<br />

mate te introduceren, en om geleidelijk het aandeel<br />

van DSM naar 2050 op te voeren: in 2050<br />

moeten immers de Europese doelstellingen van<br />

80% minder CO -uitstoot gehaald zijn, en dat<br />

2<br />

kan alleen met hernieuwbare energie.<br />

Maar ondertussen …<br />

Ondertussen moeten we tijdelijke maatregelen<br />

nemen. En ook die zijn haalbaar, zonder Tihange 2<br />

en Doel 3. De piek van 2010 bedroeg 14 391 megawatt;<br />

zonder Doel 3 en Tihange 2 halen we 14<br />

600: krap, maar haalbaar, op voorwaarde dat de<br />

piek niet overschreden wordt, en de andere centrales<br />

niet in onderhoud moeten. Het is dus beter<br />

om nu al op het ergste voorbereid te zijn. Dat kan<br />

op een aantal manieren. We kunnen afspraken<br />

maken met industriële klanten: op kritieke momenten<br />

kunnen die hun afgesproken volume verlagen<br />

tot een op voorhand afgesproken drempel.<br />

En ook de gezinnen overhalen tot manuele DSM<br />

behoort tot de mogelijkheden: vaatwasser, droogkast<br />

en wasmachine ’s nachts of in het weekend<br />

laten draaien. Ten slotte zetten we de bevolking<br />

het best aan tot energiematiging in kritische piekperiodes:<br />

geen tuinverlichting, een lampje minder<br />

binnen, pc tijdig uit bij niet-gebruik …<br />

Als elk gezin op die enkele kritische momenten<br />

100 watt minder verbruikt, toch geen onrealistische<br />

veronderstelling, verlaagt de piekbelasting<br />

met 450 megawatt, zowat de helft van het vermogen<br />

van Doel 3.<br />

bedreigingen worden kansen<br />

Ik wil hier geen lans breken voor of tegen kernenergie,<br />

of voor of tegen gelijk welke andere<br />

vorm van energie. Ik wil vooral dat het licht niet<br />

uitgaat, en dat we op vrij korte termijn al betaalbaar<br />

en duurzaam onze energie blijven indoen.<br />

Dat hernieuwbare energie geleidelijk verschuift<br />

van ‘leuk extraatje’ naar ‘vaste basissokkel’, staat<br />

in de sterren geschreven: de CO -problematiek<br />

2<br />

en die van onder andere fijn stof, laten weinig<br />

andere opties toe. Kernenergie blijft maatschappelijk<br />

en dus politiek moeilijk, ondanks de productie-<br />

en prijstechnische voordelen.<br />

Ondertussen moeten we inzetten op flexibele<br />

centrales met een minimum aan milieubelasting,<br />

zoals gascentrales. uiteindelijk moeten we komen<br />

tot een minimale afhankelijkheid van fossiele<br />

brandstoffen, en een maximale van hernieuwbare,<br />

zoals wind- en zonne-energie, samen<br />

met biomassa en andere vormen van duurzame<br />

energieopwekking. Dat aan de verbruikerszijde<br />

automatische vraagsturing (DSM) een cruciaal<br />

element in dit plaatje is, staat buiten kijf. De<br />

vraag is alleen: hoe snel willen we ermee aan<br />

de slag?<br />

n<br />

bert vande meerssche<br />

Kenniscentrum Energie<br />

Thomas More • Agora<br />

27


p<br />

projECt<br />

28 Thomas More • Agora<br />

ti-studEntEn ontwiKKElEn apps<br />

SMARTPHONES WORDEN NOG ALTIJD POPuLAIRDER EN TABLETS GAAN DuI-<br />

DELIJK DEzELFDE WEG OP. LOGISCH DuS DAT ER VOOR DIE TOESTELLEN AAN<br />

DE LOPENDE BAND NIEuWE APPS VERSCHIJNEN. EN DAT MERKEN WE OOK<br />

AAN DE STAGEOPDRACHTEN IN ToegepAsTe InForMATIcA (TI). VROEGER<br />

WAREN PROGRAMMEEROPDRACHTEN STEEVAST GERICHT OP DE TRADITIO-<br />

NELE COMPuTERSySTEMEN. Nu LATEN STAGEBEDRIJVEN STEEDS VAKER EEN<br />

APP ONTWIKKELEN.<br />

Momenteel zijn er ruim 1 250 000 apps - mobiele<br />

applicaties - en het aanbod neemt dagelijks toe.<br />

Je hebt ze in alle soorten en voor zeer uiteenlopende<br />

doeleinden: agendabeheer, actualiteit,<br />

sport, muziek, fotografie, de beurs, openbaar<br />

vervoer, weersverwachting, en ga zo maar door.<br />

Je kunt het zo gek niet bedenken of er bestaat<br />

wel een app voor.<br />

De eerste apps verschenen toen Apple in 2007 zijn<br />

iPhone lanceerde. Het enorme potentieel was meteen<br />

duidelijk en er volgde een stroom van concurrerende<br />

toestellen en applicaties. Sinds 2010<br />

wordt deze nieuwe markt nog eens extra aangezwengeld<br />

door de iPad en andere tabletcomputers.<br />

Het mag dus niet verwonderen dat ook onze TIstudenten<br />

de apps-trein niet willen missen.<br />

Cipal in beweging<br />

zo programmeerden Bram De Smedt, Jeroen<br />

Leysen en Sander Van Looveren een mobiele applicatie<br />

voor bibliotheken. Opdrachtgever was<br />

CIPAL, dat informaticadiensten aanbiedt aan de<br />

publieke sector. Met de nieuwe toepassing krijgt<br />

een bibliotheekgebruiker via zijn smartphone<br />

een melding wanneer de inleverdatum nadert<br />

van een boek dat hij heeft geleend. Hij kan dan<br />

meteen de uitleentermijn verlengen.<br />

De app wordt momenteel uitgetest door de bibliotheek<br />

van Brasschaat en is beschikbaar voor<br />

de smartphones van de drie belangrijkste spelers<br />

op de markt. De betrokken studenten namen er<br />

elk één voor hun rekening: Bram ontwikkelde<br />

voor de windows phone, Jeroen voor Android en<br />

Sander voor de iphone.


Alle drie kijken ze tevreden terug op hun stage. ‘We kozen dit project omdat<br />

de opdracht er zeer goed uitzag. Ontwikkelen voor smartphones is hot<br />

en staat dus goed op je cv. Tijdens de stage leerden we niet alleen bij op<br />

technisch vlak, maar ook op praktisch gebied, zoals werken volgens gepaste<br />

methodes, plannen, communiceren, vergaderen en rekening houden met<br />

de huisstijl. zoiets leer je pas echt in de praktijk. We werden hierin zeer<br />

goed begeleid.’ Ook over de applicatie zelf zijn de studenten enthousiast:<br />

‘We zijn er trots op en we hebben er ook hard voor gewerkt. Hopelijk wordt<br />

ze vaak gebruikt. Dat zou een zeer mooie beloning zijn voor ons werk.’<br />

Koolhydraten tellen met je smartphone<br />

Kenny Goossens ontwikkelde een app waarmee je koolhydraten kan tellen<br />

met je smartphone, en daar was duidelijk behoefte aan: ‘Drie weken na de<br />

release was mijn applicatie al 2 800 keer gedownload.’ Die cijfers spreken<br />

boekdelen. De smartphone-app van Kenny is dan ook zo gebruiksvriendelijk<br />

dat zelfs kinderen ermee overweg kunnen. En dat was ook de bedoeling,<br />

aldus Kenny.<br />

‘In België zijn er ruim 3 000 kinderen met diabetes en dat aantal neemt<br />

de laatste jaren snel toe. Een diabetesdiagnose is voor kind en ouders een<br />

ingrijpende gebeurtenis. ze krijgen meteen immers een heleboel regeltjes<br />

opgelegd. zo moet een kind met diabetes goed op tijd maar juist voldoende<br />

eten, regelmatig bloed prikken en insuline inspuiten. Logischerwijze willen<br />

ouders daarbij een oogje in het zeil houden. Daardoor is het helemaal niet<br />

vanzelfsprekend dat kinderen met diabetes deelnemen aan bijvoorbeeld<br />

een schooluitstap. HelpDiabetes zorgt ervoor dat ouders hun kinderen met<br />

een gerust hart op schoolreis kunnen sturen.’<br />

In de app van Kenny selecteren kinderen (en volwassenen) met diabetes<br />

uit een lijst van voedingsmiddelen wat ze gegeten hebben, waarna<br />

het programma de dosis insuline berekent die ze moeten inspuiten. Het is<br />

mogelijk om zelf voedingsmiddelen aan de lijst toe te voegen en om maaltijden<br />

op te slaan in een geschiedenis. De gebruiker kan ook zijn insulineinnames,<br />

sportinspanningen en bloedsuikermetingen bijhouden en zo zijn<br />

eigen evolutie volgen.<br />

Kenny ontwikkelde HelpDiabetes voor Hippo & Friends, een organisatie die<br />

zich inzet voor kinderen met diabetes. Sinds 3 juni is deze app beschikbaar<br />

voor Android-toestellen, voorlopig in een Nederlandse, Engelse en Duitse<br />

versie. Maar er komen zeker nog andere talen bij, en er wordt gewerkt aan<br />

een versie voor de iphone.<br />

Life Simulator<br />

Financiële instellingen en ook de overheid wijzen er geregeld op dat ons<br />

wettelijk pensioen niet zal volstaan om een comfortabele oude dag te garanderen,<br />

en dat we dus tijdig aan een aanvullend pensioen moeten denken.<br />

De pensioenproblematiek is echter behoorlijk ingewikkeld. Het is niet<br />

eenvoudig om in te schatten hoe groot dat appeltje voor de dorst precies<br />

moet zijn en hoe je het aan boord moet leggen om het bij elkaar te sparen.<br />

Daarom ontwikkelde Jenthe Mariën de Life simulator. Deze ipad-applicatie<br />

voert berekeningen uit en rapporteert de resultaten op een begrijpelijke en<br />

overzichtelijke manier. zo bepaalt de Life simulator je levensverwachting<br />

op basis van zogenaamde sterftetafels. Hij berekent<br />

eveneens welk aanvullend pensioen je kunt<br />

verwachten op basis van een bepaald bedrag aan<br />

spaargeld, of omgekeerd: hoeveel je tegen je<br />

opruststelling bij elkaar moet sparen om daarna<br />

maandelijks op een bepaald aanvullend pensioen<br />

te kunnen rekenen.<br />

Jenthe programmeerde zijn app in opdracht<br />

van het consultancy-bedrijf pension Architects,<br />

gespecialiseerd in alles wat met pensioenen te<br />

maken heeft. De opdrachtgever gebruikt de Life<br />

simulator om de resultaten van de ingewikkelde<br />

berekeningen op een begrijpelijke manier aan<br />

klanten te presenteren.<br />

Jenthe is erg in zijn nopjes over zijn stage. ‘Het<br />

was een grote uitdaging. Ik had namelijk nog helemaal<br />

geen ervaring met het ontwikkelen van<br />

iOS-applicaties. Ik had zelfs nog nooit met een<br />

Mac-computer gewerkt. Tijdens mijn stage heb<br />

ik dus heel veel bijgeleerd. Ik heb in dertien weken<br />

tijd leren ontwikkelen in een volledig nieuwe<br />

omgeving.’<br />

De Life simulator is te koop bij Apple voor 99<br />

dollarcent. Jenthe wijst erop dat het niet vanzelf-<br />

sprekend is om een applicatie in de App store te<br />

krijgen. ‘Daar gaat een uitgebreid goedkeuringsproces<br />

aan vooraf, waarbij de toepassing door<br />

Apple grondig gecontroleerd en getest wordt.<br />

Het is dan ook een mooie referentie voor je cv.’<br />

Het feit dat Jenthe bij pension Architects aan de<br />

slag kon, is daarvan een sprekend bewijs.<br />

n<br />

Christel maes<br />

Thomas More • Agora<br />

29


a<br />

afsCHEid<br />

30 Thomas More • Agora<br />

nora Hemelaers<br />

(14 januari 1988 – 10 juli 2012)<br />

Ik herinner me nog helder de dag van onze eerste ontmoeting, een mooie lentedag. We hadden,<br />

samen met één van je vele vriendinnen, afgesproken op de campus voor een informatiegesprek over<br />

de opleiding spoedgevallen en Intensieve zorg. Het viel me onmiddellijk op wat een stralende, zotte<br />

doos je was. Serieuze vragen werden bij de vleet afgewisseld met een vrolijke noot en gegiechel van<br />

de meiden die ik voor me had. ‘Het zal de eerste zomerzon zijn’, dacht ik bij mezelf.<br />

Maar dat was niet zo. Ook tijdens je opleiding bracht je met je openheid en je jeugdig enthousiasme<br />

vreugde in je klasgroep, want zo was je, Nora: fris, vrolijk en oprecht! Het kwam voor iedereen van<br />

de groep dan ook hard aan te horen dat je ziek was. Ondanks de zware klap leek dit nieuws van je<br />

af te ketsen …<br />

Je hebt hard gevochten en velen hierbij verbaasd. Door je blog met volle borst vooruit konden we je<br />

moedige strijd volgen en was je een voorbeeld voor velen. En zo zul je worden herinnerd Nora: met<br />

volle borst vooruit het leven tegemoet. Jammer genoeg was dit leven veel te kort!<br />

michiel driesen<br />

(17 maart 1990 – 28 juli 2012)<br />

Het lijkt nog als de dag van gisteren toen Michiel onze hogeschool binnenstapte en aan de opleiding<br />

elektronica-IcT/IcT begon. Al van de eerste dag kon je Michiel typeren: een no-nonsenseman, die<br />

naast zijn vriendelijkheid en behulpzaamheid duidelijk zijn mening had en die ook durfde te geven.<br />

Tijdens zijn opleiding overtuigde hij door zijn inzet, enthousiasme en zijn motivatie om de achter-<br />

gronden van de lesinhouden te achterhalen. Iedereen was er zeker van dat hij een ICT’er in hart<br />

en nieren zou worden. Helaas heeft het niet mogen zijn. Tijd gaat snel, soms te snel en het leven<br />

is kort, soms veel te kort. Op zaterdag 28 juli ging Michiel naar Mettet om daar zijn grootste vrijetijdsbesteding<br />

uit te oefenen. Van kinds af was hij onafscheidelijk van de motorsport. Het begon bij<br />

motorcross en later stapte hij over naar wegmotoren. In Mettet ging Michiel samen met familie en<br />

vrienden rondtoeren op een circuit. Bij een onfortuinlijke val liet hij echter het leven.<br />

Niet alleen bij familie en vrienden, maar ook bij zijn docenten en medestudenten was de schok van<br />

het tragische voorval groot.<br />

Michiel zal in ons geheugen geprent blijven als een jongeman die altijd met een glimlach paraat stond<br />

en wist wat hij wilde.


nick Hazalaers<br />

(27 augustus 1989 – 20 oktober 2012)<br />

Een stille jongen die opgroeide tot een gevestigde waarde in het Geelse studentenleven.<br />

Het eerste jaar aan de hogeschool in Geel zat Nick net als vele studenten met tal van vragen. Maar<br />

van in het begin had hij een nieuwe thuis: Het eikenkot. Daar voelde hij zich op zijn gemak en kon<br />

hij doen wat hij wou samen met een hechte groep kotgenoten.<br />

Dat eerste jaar verliep alles vlot: altijd naar de les en steeds goede resultaten. En al snel leerde hij<br />

ook het studentenleven kennen. Hij ging naar de vele feestjes en besloot zich te laten dopen bij EMT.<br />

Nick bloeide open en maakte vele vrienden.<br />

Het tweede jaar ging hij in het presidium, een keuze waar hij nooit spijt van zou krijgen. Hij deed er<br />

echt alles aan om zijn taken zo goed mogelijk te vervullen, en genoot het respect van iedereen. zo<br />

werd hij een jaar later vicepreses. Op zondag kon je Nick altijd terugvinden in de Mus (café ’t Muske)<br />

en op elke activiteit; hij was dan ook een echte EMT’er!<br />

Vorig jaar studeerde Nick af als bachelor in de Elektromechanica. Maar hij wou toch graag nog iets<br />

anders gaan doen, voor hij ging werken. Het werd een BaNaBa in de ICT. En ook dat deed hij graag<br />

en met volledige inzet. Studeren, plezier maken en op stap gaan in Geel, het was zijn droom die in<br />

vervulling ging.<br />

Nick, we gaan je missen, een vriend uit de duizend. Voor altijd in ons hart.<br />

sebastiaan loos<br />

(18 augustus 1993 – 1 december 2012)<br />

Op zaterdag 1 december overleed Sebastiaan.<br />

Je keuze viel ons zwaar, maar we troosten ons met de mooie herinneringen die we overhouden aan<br />

jou als zachtaardige, vriendelijke en rust uitstralende student ergotherapie. Je was graag gezien en<br />

werd gewaardeerd door je medestudenten, kotgenoten en docenten.<br />

Het profiel dat we zoeken bij ergostudenten is onder meer iemand die graag met mensen werkt, vlot<br />

een praatje maakt, graag samenwerkt, openstaat voor iedereen, creatief wil handelen en denken en<br />

zich flexibel kan opstellen. Voor ons had je het allemaal. Je ging er altijd voor. Elk groepswerk werd<br />

door jou mee gestuurd en de dames hingen als het ware aan je lippen. De foto van je klasgroep is<br />

daar het bewijs van: jij als enige man met de armen open achter al je medestudentes.<br />

zo jammer dat we het niet hebben kunnen afwerken. Het werkveld had iemand als jou nochtans goed<br />

kunnen gebruiken!<br />

Thomas More • Agora<br />

31


p<br />

projECt<br />

32 Thomas More • Agora<br />

ovEr dE (HogE)sCHoolmuur<br />

KijKEn<br />

Communiceren met niet-vakgenoten in het hoger onderwijs<br />

DOELGERICHT COMMuNICEREN MET NIET-VAKGENOTEN, WAT IS DAT? EN<br />

WAT MOET JE DAARVOOR KuNNEN, WETEN EN zIJN? IN HET KADER VAN HET<br />

PROJECT coMMUnIcATIeF VAArDIg In De 21e eeUw KREGEN TOEKOMSTIGE<br />

LERAREN LAGER ONDERWIJS (KHLIM), PSyCHOLOGEN-IN-SPE (LessIUs AnTwerpen)<br />

EN INFORMATICI-IN-OPLEIDING (K.H.KeMpen) DE OPDRACHT OM<br />

EEN DOEL(GROEP)GERICHT COMMuNICATIEF ONTWERP OP TE zETTEN VOOR<br />

NIET-VAKGENOTEN IN DE BuITENWERELD.<br />

Doel van het project<br />

Het project communicatief vaardig in de 21e<br />

eeuw richt zich op doelgericht en professioneel<br />

leren communiceren met niet-vakgenoten. Studenten,<br />

of professionals-in-spe, komen in hun latere<br />

beroep immers niet alleen met vakgenoten<br />

in contact, maar ook met niet-vakgenoten. Een<br />

ICT’er moet bijvoorbeeld in klare taal aan collega’s<br />

kunnen uitleggen hoe een nieuw computerprogramma<br />

werkt. Een gezondheidspsycho-<br />

loge wil mensen kunnen motiveren om gezonder<br />

te leven. En een leerkracht lager onderwijs moet<br />

met allerlei ouders kunnen communiceren: laagen<br />

hoogopgeleide, Nederlandstalige en anderstalige<br />

ouders.<br />

Het project communicatief vaardig in de 21e<br />

eeuw wil studenten in het hoger onderwijs met<br />

een communication design kit uitdagen om doelgroepgerichte<br />

communicatieontwerpen te realiseren.<br />

De studenten gaan daarbij op zoek naar<br />

het meest doeltreffende samenspel van woord en<br />

beeld, en kiezen een doelgroepgerichte drager<br />

voor hun boodschap.<br />

Uitdagingen voor toekomstige leraren<br />

lager onderwijs<br />

De toekomstige leraren lager onderwijs voerden<br />

afgelopen academiejaar een buurtanalyse van<br />

hun stageschool uit. ze onderzochten wie er in<br />

de buurt van de school woont en hoe de buurtbewoners<br />

samenleven. De studenten presenteerden<br />

de uitkomsten van hun buurtonderzoek<br />

met een mapping, een soort digitale plattegrond<br />

waaraan ze foto’s, filmpjes en data toevoegden.<br />

Vervolgens namen de leraren-in-opleiding de<br />

oudercommunicatie van hun stageschool onder<br />

de loep: op welke manieren communiceert de<br />

school? wordt daarmee het volledige ouderpubliek<br />

bereikt? waarom wel of niet? Studenten<br />

stelden meteen ook een doordachte vorm van<br />

schriftelijke communicatie voor op maat van een<br />

specifieke doelgroep.<br />

uit de vragenlijsten die we bij de studenten afnamen,<br />

en uit de focusgroepgesprekken blijkt


dat studenten zich bewust zijn geworden van<br />

de complexiteit van oudercommunicatie. Een<br />

schoolbriefje geschreven in mooie schooltaal is<br />

immers niet noodzakelijk begrijpelijk voor alle<br />

ouders. Misschien helpen pictogrammen de inhoud<br />

te verduidelijken? Misschien is een ander<br />

medium geschikter dan een klassiek schoolbriefje?<br />

Enkele leraren-in-spe gaven aan dat ze communicatie<br />

met ouders niet langer beschouwen<br />

als ‘iets dat vanzelf gaat’:<br />

‘Je gaat er vaak veel te snel van uit dat alle ouders<br />

wel begrijpen wat je wilt communiceren.<br />

Hierbij had ik eerder nooit stilgestaan.’ (student<br />

Lerarenopleiding Lager Onderwijs)<br />

Uitdagingen voor toegepaste psychologen-in-spe<br />

Ook de toekomstige toegepaste psychologen gingen<br />

buiten de klasmuren aan de slag. zij kregen<br />

vragen van organisaties om een interventie met<br />

betrekking tot gezondheidspromotie op te zetten.<br />

Een groepje studenten boog zich over de bewustwording<br />

van onveilig vrijen bij lesbiennes. Een<br />

ander groepje studenten bedacht een manier om<br />

informatie over gezonde voeding toegankelijk en<br />

aantrekkelijk te maken voor anderstalige ouders<br />

zodat zij geprikkeld worden om hun kinderen<br />

gezonde(re) lunchpakketjes mee te geven. zo<br />

werkten een twintigtal groepjes aan authentieke<br />

casussen.<br />

De communicatieve ontwerpen van de studenten<br />

waren fris en gevarieerd: flyers, posters, brochures,<br />

websites, workshops, goodie bags en zelfs<br />

een stop-motionfilmpje. In deze fase van het<br />

project stonden de medewerkers van het OOFproject<br />

de studenten nog met raad en daad bij.<br />

Maar in een volgende fase van het project wordt<br />

de toolkit zo uitgebouwd dat de studenten ook<br />

zonder steun van buitenaf hun ideeën in de praktijk<br />

kunnen omzetten.<br />

uit de vragenlijsten die we bij de studenten afnamen,<br />

blijkt dat veel toegepaste psychologen-inopleiding<br />

leerden om tot een doelgroepgerichter<br />

communicatief ontwerp te komen door aandacht<br />

te hebben voor vormgeving en taalgebruik. zo<br />

merkte één van hen op:<br />

‘De opdrachten benadrukken het feit dat het niet<br />

makkelijk is om zomaar een interventie op te<br />

zetten en dat er zaken zijn waar je je aandacht<br />

op moet vestigen, zoals klare taal.’ (student Toegepaste<br />

Psychologie)<br />

Uitdagingen voor informatici-in-opleiding<br />

De studenten Toegepaste Informatica van de <strong>Katholieke</strong><br />

<strong>Hogeschool</strong> <strong>Kempen</strong> werden uitgedaagd<br />

om een webapplicatie te ontwikkelen voor een<br />

concrete doelgroep, in nauwe samenspraak met<br />

de opdrachtgever. Een webapplicatie bouwen is<br />

vanzelfsprekend iets heel technisch. Maar wat de<br />

studenten aan den lijve mochten ondervinden,<br />

is dat technische vaardigheden niet volstaan<br />

om een doelgroepgerichte interface te bouwen.<br />

wie zijn de eindgebruikers precies? Hoe gaan ze<br />

de applicatie inzetten? wat willen ze bereiken?<br />

welke taal en visuele ondersteuning spreken de<br />

gebruiker aan? Pas als je een antwoord hebt op<br />

die vragen, kun je aan het ontwerpen en ontwikkelen<br />

slaan.<br />

Studenten leerden ook het herhalende karakter<br />

van het ontwerpproces appreciëren. Het is niet<br />

fijn als je van de opdrachtgever hoort dat je eerste<br />

ontwerp nog tekortschiet. En het is ook niet<br />

fijn als uit gebruikerstesten blijkt dat het prototype<br />

nog bijgeschaafd moet worden. Toch is<br />

de input van de opdrachtgever en de gebruiker<br />

van cruciaal belang: ‘Niet alles wat logisch klinkt<br />

voor de programmeur, is logisch voor anderen’,<br />

ontdekte een student. Het is vaak moeilijk om<br />

als informaticus de input van niet-informatici ter<br />

harte te nemen. Maar gaandeweg leerden de<br />

studenten de mening van anderen naar waarde<br />

te schatten: ‘Je leert omgaan met feedback’, zei<br />

een student. En daar vaart het eindresultaat wel<br />

bij, zoals uit de gebruiksvriendelijke webapplicaties<br />

van de studenten bleek.<br />

n<br />

Carolien Frijns, Jeroen Lievens,<br />

Karine Nicolay<br />

Carolien Frijns en<br />

Jeroen Lievens<br />

zijn respectievelijk<br />

CTO-medewerker<br />

en promotor van<br />

het OOF-project<br />

communicatief<br />

vaardig in de 21e<br />

eeuw: strategisch<br />

en professioneel<br />

communiceren met<br />

woord en beeld.<br />

Thomas More • Agora<br />

33


s<br />

sport<br />

34 Thomas More • Agora<br />

EEn toppEr in<br />

HEt wiElrEnnEn<br />

IN HET MIDDELBAAR KOOS DRIES VAN GESTEL uIT INTERESSE ELEKTROME-<br />

CHANICA, EEN KEuzE DIE HIJ Nu VOORTzET IN HET EERSTE JAAR BACHELOR<br />

ELEKTROMECHANICA.<br />

Maar ook in zijn vrije<br />

tijd kiest hij wat hij<br />

graag doet en, zoals<br />

de uitslagen bewijzen,<br />

goed doet: wielrennen.<br />

Dat kwam door zijn vader.<br />

Die nam regelmatig<br />

deel aan mountainbike-wedstrijden,<br />

toen<br />

iemand van de fietsvrienden<br />

op een zekere<br />

dag een mountainbike<br />

won: net de maat van<br />

de 12-jarige Dries. Het<br />

begin van zijn fietscarrière<br />

was gemaakt.<br />

Twee jaar lang toerde<br />

Dries met zijn vader<br />

mee door de bossen,<br />

tot hij op zijn mountainbike<br />

– niet onopgemerkt<br />

- tweede werd<br />

in een wielerwedstrijd<br />

voor scholieren. De begeleider van de jongerenploeg<br />

van een team uit Tremelo nodigde Dries<br />

uit om in zijn ploeg te stappen. Als aspirant leerde<br />

Dries het wielrennen beter kennen en in de<br />

volgende reeks werd hij als eerstejaars nieuweling<br />

Belgisch kampioen. Het jaar daarop won hij<br />

de Beker van België en afgelopen seizoen werd<br />

Dries, ondertussen lid van de wielerploeg uit Ba-<br />

len, als tweedejaars junior zowel provinciaal als<br />

Belgisch kampioen. In het Belgisch kampioenschap<br />

tijdrijden eindigde hij tweede. Daarnaast<br />

behaalde hij nog enkele mooie uitslagen met de<br />

nationale ploeg in de nations cup, onder andere<br />

in de vierdaagse vredeskoers in Tsjechië. Dries<br />

eindigde er als eerste Belg op de achtste plaats<br />

en droeg twee dagen de bergtrui als aanvoerder<br />

van dit klassement.<br />

De belangrijkste wedstrijd van het afgelopen<br />

seizoen was zonder meer het Wereldkampioenschap<br />

in Valkenburg. zijn volledige seizoen werd<br />

afgestemd op deze wedstrijd. Halfweg dat WK<br />

geraakte hij even voorop, maar uiteindelijk begon<br />

een gesloten peloton aan de laatste ronde.<br />

Op de beklimming van de Cauberg kwam Dries<br />

als eerste boven, maar omdat hij toen meende<br />

dat er nog iemand voorop reed, hield hij de benen<br />

stil. De vluchter was echter in de beklimming<br />

gegrepen en in de spurt behaalde Dries de achttiende<br />

plaats.<br />

Vanaf volgend seizoen start Dries bij de beloften<br />

in de min 23-jarigenploeg van Lotto-Belisol.<br />

Het zal weer helemaal anders koersen worden,<br />

meent Dries. Afgelopen seizoen was hij de oudste<br />

van het peloton, maar dit jaar zal hij als jongste<br />

meerijden tussen de beloften. Er zitten hier<br />

ex-profs tussen die het klappen van de zweep<br />

goed kennen. Makkelijk zal het niet zijn, maar<br />

wel erg leerzaam, zoals zijn trainingsstage met<br />

Philippe Gilbert vorig jaar in Monaco.<br />

Een profcarrière als wielrenner ziet hij wel zitten,<br />

maar zeker spelen is de boodschap. Daarom gaat<br />

Dries eerst voor zijn diploma en daarna komt de<br />

wielercarrière. De combinatie met studeren vlot<br />

voorlopig nog goed. Dankzij een goede planning<br />

kan hij de 10 tot 15 uur die hij per week op de<br />

fiets zit, goed laten samengaan met de studie.


full ContaCt<br />

IN 2 Agro- en BIoTecHnoLogIe TROK DyLAN MERTENS ONLANGS ENKELE<br />

DAGEN NAAR HET EuROPEES KAMPIOENSCHAP SHINKyOKuSHIN KARATE, DE<br />

FULL conTAcT-VORM VAN KARATE. EEN INTERVIEW OP VEILIGE AFSTAND.<br />

Hoe kom je bij deze<br />

toch wel ruwe vorm<br />

van karate?<br />

Eigenlijk heel simpel;<br />

mijn vader is trainer<br />

in deze sporttak en hij<br />

nam me 15 jaar geleden<br />

– ik was toen vijf -<br />

mee naar de club. Het<br />

is een sport waarin je<br />

je eens goed kunt uitleven,<br />

en de zwaarste<br />

vorm van karate. Maar<br />

gevaarlijk zou ik het<br />

niet direct noemen, al<br />

voelt het wel raar als<br />

je door een slag even<br />

van de wereld bent.<br />

Dat is me nog maar<br />

een keer overkomen.<br />

In de jeugdcategorieën<br />

moet je bescherming<br />

dragen: helm, kruisbeschermer,handschoenen,scheenbeschermer.<br />

Vanaf 16 jaar is<br />

het zonder handschoenen<br />

en bij de senioren hangt het van de wedstrijd<br />

af welke bescherming je draagt. Maar op het EK<br />

was het alleen met scheen- en kruisbescherming.<br />

De regels zijn simpel: je wint een partij als je<br />

tegenstander 10 seconden niet verder kan vechten.<br />

Je mag alles, behalve op het gezicht slaan<br />

(trappen wel), of naar de gewrichten of het kruis<br />

trappen. Een wedstrijd duurt drie minuten. Als<br />

er dan geen winnaar kan worden aangewezen,<br />

moet je nog eens drie minuten de mat op. Blijft<br />

de wedstrijd ook na die ronde nog onbeslist,<br />

dan word je gewogen. Als er een gewichtsver-<br />

schil is van 3 kg, wint de lichtste deelnemer. Bij<br />

gelijk gewicht is er nog een partij en nemen de<br />

scheidsrechters een beslissing.<br />

Hoe verliep het Europees Kampioenschap in<br />

Kielce (Polen) trouwens?<br />

Ik eindigde er bij de laatste acht, wat ik niet<br />

slecht vond voor mijn tweede deelname aan<br />

dit kampioenschap voor senioren. Het was de<br />

vierde keer dat ik naar het Europees Kampioenschap<br />

mocht. Ik eindigde er telkens bij de<br />

laatste acht. In de jeugdcategorieën werd ik<br />

negen keer achter elkaar Belgisch kampioen.<br />

Ik werd ook vijf keer open Hollands kampioen.<br />

Dat is een internationale wedstrijd met deelnemers<br />

uit heel Europa. Ondertussen neem ik<br />

deel aan de wedstrijden voor de senioren. Vorig<br />

jaar kon ik op het Belgisch kampioenschap<br />

in de open categorie de derde plaats veroveren.<br />

In de toekomst zou ik graag eens deelnemen aan<br />

het wereldkampioenschap, dat om de vier jaar in<br />

Japan plaatsvindt. Tot hiertoe won er telkens een<br />

Japanner. Je vecht er in de open klasse; er zijn<br />

dus geen gewichtscategorieën. Er mogen maar<br />

twee deelnemers per land naar het WK. Momenteel<br />

zit ik in het nationale team en ik heb nog drie<br />

jaar tijd tot het volgende WK om me bij de beste<br />

twee te klasseren. Ondertussen lopen er volop<br />

onderhandelingen om er een Olympische sport<br />

van te maken. Met wat geluk zou onze sport bij<br />

de OS van 2020 op het programma kunnen staan.<br />

Naast het stevige full contact karate heb je<br />

nog een rustiger hobby waar je goed in bent.<br />

Ik zit in het nationale visteam, waarmee ik in<br />

2008 wereldkampioen werd. Afgelopen jaar werden<br />

we in Slovenië veertiende op het wereldkampioenschap,<br />

maar toch kon ik tevreden zijn over<br />

mijn resultaat: 668 vissen tijdens de vier uur durende<br />

wedstrijd. Het is een heel andere bezigheid<br />

dan karate, maar zeker tijdens een wedstrijd<br />

toch zeer intensief.<br />

n<br />

Paul Grauwen<br />

Thomas More • Agora<br />

35


i<br />

intErnationalisEring<br />

36 Thomas More • Agora<br />

intEnsiEf programma<br />

mEt twEE oplEidingEn<br />

Een meerwaarde voor het leven!<br />

DIT VOORJAAR VONDEN ER VERSCHILLENDE InTensIVe progrAMMes (Ip’s)<br />

PLAATS WAARBIJ TELKENS TWEE K.H.KeMpen-DEPARTEMENTEN BETROKKEN<br />

WAREN. IN zO’N IP OF KORT STuDIEPROGRAMMA VERDIEPEN STuDENTEN EN<br />

DOCENTEN VAN VERSCHILLENDE EuROPESE LANDEN zICH IN EEN SPECIFIEK<br />

THEMA OM zO NIEuWE METHODIEKEN TE LEREN KENNEN EN WEDERzIJDS<br />

BesT prAcTIces AAN ELKAAR VOOR TE STELLEN.<br />

In het vorige nummer las u al over een gezamenlijk<br />

IP met studenten Handelswetenschappen<br />

en Bedrijfskunde en sociaal werk. In dit<br />

artikel bespreken we een samenwerking tussen<br />

de opleidingen Voedings- en Dieetkunde en sociaal<br />

werk enerzijds en studenten sociaal werk en<br />

Verpleegkunde anderzijds.<br />

IP Quality of Food Intake and Social<br />

Exclusion<br />

In maart vond voor het eerst een IP plaats met<br />

studenten Voedings- en Dieetkunde en sociaal<br />

werk van de campus Geel. Voor de opleiding van<br />

de eerste groep was het IP meteen een primeur in<br />

Vlaanderen. Samen met 38 studenten uit Oostenrijk,<br />

Spanje, Litouwen en Hongarije bestudeerden<br />

negen enthousiaste tweedejaars twaalf dagen<br />

lang de voedingsproblematiek bij kansarmen.<br />

De gasthogescholen waren de faculteiten sociale<br />

wetenschappen pere Tarrés en gezondheidswetenschappen<br />

van de ramon Llull Universiteit in<br />

Barcelona. De groep verbleef in een jeugdherberg<br />

ten noorden van het historische centrum.<br />

De studenten werden verdeeld in werkgroepen<br />

waarin elke discipline en elk land was vertegenwoordigd.<br />

Vijf werkgroepen werkten elk rond een<br />

bepaalde doelgroep die ze op voorhand gekozen<br />

hadden: kansarme kinderen, ouderen of daklozen.<br />

Tijdens de tweede dag brachten ze een bezoek<br />

aan een organisatie in Barcelona die zich<br />

ontfermt over de gekozen doelgroep. ze leerden<br />

de werking ervan kennen en hadden er contact<br />

met de kansarmen. De groep kreeg er een uitdaging<br />

die erin bestond een creatieve oplossing te<br />

zoeken voor een voedingsprobleem bij de doelgroep.<br />

Elke dag kregen de studenten tijd om in groep aan<br />

de uitdaging te werken. Tijdens hun verblijf gaven<br />

docenten van de verschillende internationale<br />

partners presentaties en workshops over zowel


voedingskundige als sociale aspecten die ervoor<br />

zorgden dat alle deelnemers ondergedompeld<br />

werden in de materie. Vanuit de K.H.<strong>Kempen</strong><br />

bracht Karin Van Ael een discussiesessie over<br />

similarities and differences between the professions,<br />

Karel Van Bouchaute een workshop over<br />

empowerment by appreciate inquiring en Babs<br />

Vandervoort een les en workshop over Minimum<br />

budget and healthy living. Enkele interessante<br />

werkveldbezoeken voedden de discussies tussen<br />

studenten en docenten en hielpen hen om<br />

tot een goed eindresultaat te komen. zo bezocht<br />

de groep o.a. de rode Kruis-afdeling van Barcelona,<br />

was er contact met de Food Bank en werd<br />

er geluncht bij de non-profit organisatie Mescladís,<br />

die huisvesting verleent aan immigranten<br />

en autochtone burgers, en die met educatieve en<br />

economische initiatieven de sociale cohesie en<br />

integratie in de Spaanse arbeidsmarkt tracht te<br />

bevorderen.<br />

Elke werkgroep had een docent van elke disci-<br />

pline als coach en tussentijds werd ook de samenwerking<br />

binnen de teams geëvalueerd. Op<br />

de laatste dag van het IP was er een plenumsessie<br />

waarin de deelnemers hun uitdagingen op<br />

een originele manier aan elkaar voorstelden. Het<br />

IP resulteerde in vijf praktische, wetenschappelijk<br />

onderbouwde en creatief uitgewerkte voorstellen<br />

om gezonde voeding te bevorderen in de<br />

bezochte organisaties.<br />

De studenten leerden naast het verschil in benadering<br />

tussen de twee disciplines dat ook de<br />

culturele verschillen tussen zuid en Noord een<br />

invloed kunnen hebben op de aanpak van het<br />

probleem. zo leerden ze onder andere omgaan<br />

met de gereserveerdheid van de Litouwers, de<br />

uitbundigheid van de Spanjaarden en de nauwgezetheid<br />

van de Oostenrijkers.<br />

De studenten Voedings- en Dieetkunde leerden<br />

van de sociaal werkers wat best practice kan zijn<br />

om met hun moeilijke doelgroep om te gaan. ze<br />

leerden hoe bepaalde methodieken, zoals empowerment,<br />

de kansarme kan helpen om zijn voedingsgedrag<br />

aan te passen. Studenten sociaal<br />

werk leerden o.a. van de voedings- en dieetkundigen<br />

dat een kansarme met een beperkt budget<br />

zich ook gezond kan voeden en dat zich gezond<br />

voeden betekent zich beter in zijn vel voelen.<br />

zo helpt men de kansarme de vicieuze cirkel te<br />

doorbreken.<br />

De batterijen werden regelmatig opgeladen door<br />

recreatieve en culturele activiteiten. De Spaanse<br />

studenten organiseerden een interculturele avond<br />

en gidsten de studenten in het oude centrum van<br />

de stad en in het bekende chocolademuseum.<br />

De IP’ers genoten van het drukke nachtleven, de<br />

lekkere tapasbars, het mooie weer en het strand<br />

platja de la Barceloneta! De laatste avond werd<br />

afgesloten met een feestmaaltijd in een typisch<br />

Catalaans restaurant.<br />

Dit erasmus-programma gaf beide groepen stu-<br />

denten de mogelijkheid om over en van elkaar en<br />

hun klanten te leren in een multidisciplinaire en<br />

multiculturele context. Er werden blijvende banden<br />

en vriendschappen gesmeed. Het werd voor<br />

alle deelnemers een ongelofelijke ervaring.<br />

Bovendien zullen de huidige IP-ervaringen dienen<br />

als basis voor het vervolg-IP volgend jaar in<br />

Oostenrijk.<br />

ip pro acte<br />

Vijftien studenten uit Lier, Geel en Turnhout namen<br />

van 21 maart tot 1 april 2012 deel aan het IP<br />

pro Acte: positive and resource oriented Approaches<br />

in care Towards the elderly. Vrij vertaald:<br />

‘Hoe kunnen we in Europa op een waarderende<br />

manier omgaan met het actief ouder worden van<br />

een steeds grotere groep mensen?’ Gastheer was<br />

Arcada University of Applied sciences in Helsinki,<br />

Finland.<br />

Met hun verschillende culturele en professionele<br />

achtergronden werkten studenten Verpleegkunde<br />

en sociaal werk uit België, Polen, Slovenië en<br />

Finland tien dagen lang aan dit thema.<br />

Centraal stond een groepswerk: een uitdaging<br />

door een organisatie uit Helsinki. Hoe kunnen we<br />

onze oudere bewoners laten participeren aan de<br />

werking van de instelling? Hoe kunnen we ze ac-<br />

Thomas More • Agora<br />

37


Helsinki<br />

38 Thomas More • Agora<br />

tiever laten participeren in het stadsweefsel? Wat<br />

kan een stad doen om minder mobiele ouderen<br />

toch ertoe te bewegen om buiten te komen?<br />

Studenten gingen met de uitdaging aan de slag<br />

in werkgroepjes die over de landsgrenzen heen<br />

en multidisciplinair werden samengesteld: uit<br />

elk land was er één sociaal werker en één verpleegkundige,<br />

althans in theorie. Er waren immers<br />

ook Litouwse en Duitse studenten die in<br />

Geel studeerden, een Amerikaanse studente die<br />

in Finland werkte, een Spaanse student die naar<br />

Finland kwam om bij zijn lief te zijn, een Chinese<br />

studente die Europa wilde leren kennen, een<br />

zweedse die in Finland woont, een Italiaan die in<br />

Slovenië studeert, een Vietnamese, enz.<br />

De eerste dag bezochten de studenten de werkveldorganisatie<br />

die hun de opdracht gaf. Studenten<br />

die dachten dat in Scandinavië alles veel beter<br />

geregeld was, waren snel een illusie armer:<br />

hoge verblijfskosten in rusthuizen, vereenzaming,<br />

te weinig personeel, ... De thema’s waren<br />

zeer herkenbaar.<br />

De volgende dagen gingen de studenten met de<br />

uitdaging aan de slag, ondersteund door input<br />

van specialisten. Dat had een vast stramien. In<br />

de voormiddag kwam een expert een korte theoretische<br />

uiteenzetting geven die gevolgd werd<br />

door een workshop om de nieuwe inzichten of<br />

methodieken in te oefenen. In de namiddag gingen<br />

studenten aan de slag om de opgedane kennis<br />

op hun uitdaging toe te passen. De specialist<br />

was dan ter beschikking en coachte de groepen.<br />

De K.H.<strong>Kempen</strong>-bijdragen kwamen van Guido<br />

Cuyvers (Appreciative Inquiry) en van Els van<br />

Opstal (Advanced care planning).<br />

Aan het einde van het IP presenteerden de studenten<br />

hun voorstellen aan de werkveldorganisatie<br />

en de andere studenten.<br />

De studenten vonden het IP een unieke en verrijkende<br />

ervaring omdat het verschillende vaardigheden<br />

aanscherpte. Dagelijks communiceren en<br />

presenteren in het Engels kwam niet alleen hun<br />

taalbeheersing ten goede, maar ook hun zelfvertrouwen.<br />

De sociale vaardigheden kregen bovendien<br />

een multiculturele kleur: niet alleen tijdens<br />

de workshops maar vooral tijdens de gezamenlijke<br />

ontspannende activiteiten, zoals de ‘interculturele<br />

avond’ en de saturday night fever, leerden<br />

studenten met elkaars verschillen omgaan.<br />

Ook ondervonden studenten dat verschillende<br />

disciplines uit verschillende landen samenbrengen<br />

innovatieve ideeën genereert en verder begrip<br />

en respect oplevert voor de verschillende<br />

benaderingswijzen.<br />

Last but not least, tien dagen met vijf andere<br />

studenten op één kamer is voor sommigen ook<br />

een ervaring. Ook dit IP wordt vervolgd: onze<br />

hogeschool zal zelf heel de organisatie op zich<br />

nemen in maart 2013.<br />

n<br />

filip bode<br />

Karin van ael


i<br />

EuColabs<br />

TIEN PARTNERS uIT zES VERSCHILLENDE EuROPESE LANDEN, WAARON-<br />

DER OOK BELGIë, WERKTEN DE AFGELOPEN TWEE JAAR SAMEN OM conTInUoUs<br />

proFessIonAL DeVeLopMenT (cpD) VAN BIOMEDISCHE LABORATO-<br />

RIuMTECHNOLOGEN IN EuROPESE LABORATORIA TE VALIDEREN. HET KADER<br />

WAARIN DAT GEBEuRDE, WAS HET EuCOLABS-PROJECT, EEN LEONARDO DA<br />

VINCI-PARTNERSCHAP DAT OP 31 JuLI 2012 TEN EINDE LIEP.<br />

De sector van de biomedische laboratoriumtechnologie is er een waarin bij<br />

ons traditioneel niet zo veel internationaal beweegt. De reden daarvoor is<br />

de nogal strenge Belgische wetgeving. Ondertussen werd het onderwijs in<br />

Europa natuurlijk geharmoniseerd als gevolg van het Bolognaproces, maar<br />

er is geen Europese regularisatie van de voortgezette opleiding: soms is<br />

die verplicht, soms vrijwillig of soms zelfs onbestaande.<br />

Daarom startten België, Nederland, Noorwegen, Zweden, Oostenrijk en<br />

Portugal het EuCOLABS-project met twee enquêtes. De eerste was een<br />

grootschalige enquête om de opleiding voor biomedische laboratoriumtechnologie<br />

te vergelijken tussen de verschillende Europese onderwijsinstellingen,<br />

terwijl de tweede in kaart wou brengen welke bijscholingen er<br />

in Europa waren bij de onderwijsinstellingen, in voortgezette professionele<br />

opleidingen en al bestaande geaccrediteerde bijscholingsprogramma’s. De<br />

onderwijsbevraging werd naar 322 Europese universiteiten en hogescholen<br />

gestuurd en leverde 56 antwoorden uit 14 landen op. Interessant voor ons<br />

was de deelname van negen van de tien Vlaamse hogescholen, wat ons de<br />

mogelijkheid biedt om rond de tafel te gaan zitten en de overeenkomsten<br />

en verschillen in opleiding en curriculum te bespreken. De enquête over<br />

de - al dan niet verplichte - continue bijscholing werd verstuurd naar 24<br />

Europese nationale verenigingen en beroepsorganisaties van biomedische<br />

laboratoriumtechnologen; negentien van hen antwoordden.<br />

Een belangrijke doelstelling van het partnerschap was een bestaand Europees<br />

Professioneel Dossier te updaten en te herwerken en zo een aanzet te<br />

geven om dat digitaal ter beschikking te stellen.<br />

Onze hoofddoelstelling was een eerste versie van<br />

Europese richtlijnen voor bijscholing te maken en<br />

dat voor te stellen op nationaal niveau. Het kan<br />

ons op weg zetten naar een Europees studiepuntensysteem<br />

voor continue professionele ontwikkeling<br />

van biomedische laboratoriumtechnologen<br />

in alle Europese laboratoria, gelijkaardig of identiek<br />

aan het european credit system for Vocational<br />

education and Training (ecVeT) of ECTSsysteem.<br />

Dat eerste systeem is gelijkaardig aan<br />

ECTS maar bestemd om werk-gerelateerde ervaringen<br />

en competenties te valideren. Daardoor<br />

kunnen biomedische laboratoriumtechnologen<br />

evolueren van de ene leeromgeving naar de andere<br />

en op die manier een leven lang leren.<br />

De opleiding Biomedische Laboratoriumtechno-<br />

logie van het departement gezondheidszorg en<br />

chemie van de K.H.<strong>Kempen</strong> was de coördinator<br />

van dit partnerschap. Tijdens vijf meetings, telkens<br />

in het land van een van de partners, kwamen<br />

we stap voor stap dichter bij het eindresultaat.<br />

Tijdens die meetings was er natuurlijk<br />

ook tijd voor een beetje cultuur, gastronomie<br />

en plezier. De partnerschappen hebben immers<br />

ook als doel om de verschillende partners dichter<br />

bij elkaar te brengen en zo de cultuurverschillen<br />

te leren kennen en er mee leren om te<br />

gaan. Als coördinator was ook dit een grote uitdaging<br />

zoals blijkt uit een filmpje op You Tube<br />

(www.youtube.com/watch?v=ItpTGqauKBI)<br />

De eindresultaten van het EuCOLABS-project<br />

zijn ondertussen terug te vinden op de website<br />

www.europeansharedtreasure.eu, onder het<br />

thema ‘Op weg naar een Europees studiepuntensysteem<br />

voor bijscholingen voor biomedische laboratoriumtechnologen<br />

in Europese laboratoria’.<br />

Het project was een ontzettend leerrijke en fijne<br />

ervaring die ons niet alleen goede partners opleverde<br />

voor verdere internationale werking maar<br />

ook een vriendschap die gestoeld is op een intense<br />

en mooie samenwerking. Elke meeting waren er<br />

nieuwe geïnteresseerden van de partners, waardoor<br />

de groep steeds maar groeide. Dat maakte<br />

het werken niet altijd gemakkelijk. Iedereen was<br />

zeer enthousiast en allen gaven aan te willen<br />

meewerken aan een mogelijk volgend project.<br />

Thomas More • Agora<br />

n<br />

Ite Tytgat<br />

det vangeel<br />

39


<strong>agora</strong><br />

u aangeboden met de steun van<br />

www.bpgeel.be<br />

www.philips.be/jobs<br />

UW RISICO’S, ONZE ZORG<br />

Plantin en Moretuslei 297 • 2140 Antwerpen - België • www.vanbreda-riskandbenefits.be

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!