19.09.2013 Views

Franse tijd (1795 – 1813) - Gemeente Den Helder

Franse tijd (1795 – 1813) - Gemeente Den Helder

Franse tijd (1795 – 1813) - Gemeente Den Helder

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

~ Open Monumentendag 2004<br />

<strong>Franse</strong> <strong>tijd</strong> (<strong>1795</strong> <strong>–</strong> <strong>1813</strong>)<br />

Bij het uitbreken van de vierde Engelse Oorlog kon niemand in <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong> en Huisduinen<br />

vermoeden dat er een lange periode zou aanbreken van onrust en oorlogsdreiging, met<br />

twee invasies en een bezetting die tot 1814 zou duren.<br />

De Vrede van Parijs maakte in 1784 een einde<br />

aan de oorlog met de Engelsen, maar de<br />

<strong>Franse</strong>n streefden nog steeds naar hegemonie<br />

in Europa. Met als gevolg dat Frankrijk op<br />

1 februari 1793 de oorlog verklaarde aan de<br />

koning van Engeland en aan de stadhouder<br />

van de Nederlanden. Met de <strong>Franse</strong> <strong>tijd</strong> brak<br />

in <strong>1795</strong> voor de inwoners van Huisduinen en<br />

<strong>Den</strong> <strong>Helder</strong> een zware periode aan. In 1780<br />

woonden er in totaal 1592 mensen. De talloze<br />

inkwartieringen van soldaten en de achterstand<br />

van betaling van de inkwartieringsgelden<br />

brachten een enorme verarming. Aan de<br />

<strong>Franse</strong> <strong>tijd</strong> kwam een einde toen Napoleon<br />

werd verslagen in de Volkerenslag bij Leipzig<br />

(<strong>1813</strong>).<br />

<strong>Franse</strong>n in Nederland<br />

In de koude wintermaand van januari <strong>1795</strong><br />

bereikten de <strong>Franse</strong> troepen <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong> en<br />

gaf de vloot zich zonder gevecht over. De<br />

<strong>Franse</strong>n kwamen Nederland ‘bevrijden’ van het<br />

machtsmisbruik van de regenten en hun familie,<br />

van het verdorven regeringsstelsel en de<br />

gegroeide tegenstellingen tussen arm en rijk,<br />

Huis was op zondag 18 januari <strong>1795</strong> gevlucht<br />

en bevond zich in Engeland. <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong> werd<br />

een ‘Frans dorp’ zoals alle andere Nederlandse<br />

dorpen en plaatsen. De straten in het vissersdorp<br />

kregen namen als rue Napoleon, rue de<br />

l’ Impératrice, rue du roi de Rome, rue dé<br />

Doggersbank. <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong> werd place du <strong>Helder</strong>.<br />

De Engelsen wilden de <strong>Franse</strong>n ons land uitjagen.<br />

Zij vonden de verdediging in <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong><br />

maar zwak en dachten dat overmeestering van<br />

de vloot zeer gemakkelijk zou zijn. Vanuit<br />

<strong>Den</strong> <strong>Helder</strong> verwachtten ze met een veldtocht<br />

richting hoofdstad te kunnen marcheren met<br />

als doel de inname van Amsterdam.<br />

Kustbewaking<br />

De kustbevolking van de Noord-Hollandse<br />

dorpen had de geruchten over de naderende<br />

Het 18e eeuwse voormalige kruitmagazijn van de gesloopte batterij Kaaphoofd, vermoedelijk het oudste verdedigingswerk van <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong>.<br />

Engelse vloot gehoord. Langs de kust werd<br />

dag en nacht wacht gelopen. Niet bekend was<br />

wat de plannen van de Engelsen waren en<br />

vooral, waar ze aan land gingen. De berichtgeving<br />

tussen de wacht langs de kust en het<br />

dorpsbestuur ging in tempo, immers alle<br />

scheepsbewegingen waren belangrijk.<br />

Op 25 augustus wist de municipaliteit dat<br />

“gisteren op den dag geen meerdere vijandelijke<br />

scheepen zig hebben vertoond dan eene<br />

welke in ‘t Gat ter anker lag”. Echter op<br />

26 augustus, meldde de wacht: “Heeden is<br />

morgen voor onse kusten en wel af en aan de<br />

Groote en Kleijne Keete eene vloot van ongeveer<br />

140 vijandelijke scheepen van onder<br />

scheijdene grooten zijn gekoomen welke<br />

aldaar den geheele dag ten ancker hebben<br />

geleegen, uijtgesonderd eenige kotters en<br />

kleijne scheepen die heen en weder zeijlden<br />

en zelfs tot Kijkduijn zijn geweest, ‘t welk ten<br />

gevolge heeft dat heden avond van de gemelde<br />

vloot op onze kust wierd geschooten<br />

en met hauwitzers om en bij het campement<br />

dat bij Kijkduin lag wierd gevuurd het geen<br />

alhier groote verontrusting veroorzaakt. De<br />

militaire alhier zijn zoo als uw kunt begrijpen<br />

alle in beweeging, en kunnen uw tevens nog<br />

berigten als dat heeden avond om half agt nog<br />

geen Engelschen aan de wal waren, dog wat<br />

Augustus 1799: de landing van de Engelsen op de Nederlandse kust ter hoogte van Kleine Keeten.<br />

Engels-Russische invasie<br />

De Russen vormden sinds 29 december 1798<br />

een coalitie met de Engelsen om gezamenlijk<br />

de <strong>Franse</strong> hegemonie in Europa te bestrijden.<br />

Vanaf 13 september arriveerden de eerste<br />

Russische versterkingen in Noord-Holland<br />

en groeiden de troepen uit tot een Engels-<br />

Russisch leger van zo’n 44.000 man. Op<br />

27 augustus 1799 begonnen ze hun aanval.<br />

Toen de Nederlanders en <strong>Franse</strong>n een grote<br />

Engelse overmacht tegenover zich kregen,<br />

staakte de bevelhebber het gevecht om zich<br />

in de Zijpe terug te trekken. De Marsdiep-<br />

het geschut. De troepenmacht verliet <strong>Den</strong><br />

<strong>Helder</strong>. De eerste slag was voor de Engelsen<br />

en <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong> werd op 28 augustus bezet.<br />

De Nederlandse vloot kon niet veel meer doen<br />

dan uitwijken naar het zeegat de Vlieter bij<br />

Wieringen, waar de Nederlandse admiraal<br />

Samuel Story zich moest overgeven na een<br />

Oranje-muiterij op de vloot: de bemanning<br />

weigerde te vechten tegen de Engelsen.<br />

De verdere strijd bleef lang onbeslist, maar op<br />

7 oktober, na de Slag bij Castricum, moesten<br />

de Russen en Engelsen zich terugtrekken tot<br />

in Zijpe. Op 19 november 1799 verlieten de<br />

10 van de corruptie en het verval. Het Oranje<br />

de nagt zal op leeveren is voor ons onbekend”. dorpen werden ontruimd, na vernageling van laatste vijandelijke troepen Nederland.<br />

11<br />

~ Open Monumentendag 2004


~ Open Monumentendag 2004<br />

Drukte in <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong><br />

Op het Marsdiep en in <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong> veroorzaakte<br />

de invasie een grote drukte. Voortdurend<br />

kwamen troepen- en vrachtschepen<br />

aan, met proviand en paarden voor het<br />

invasieleger. Erfprins Willem Frederik van<br />

Oranje Nassau kwam per schip vanaf het<br />

Duitse Emden naar <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong> waar hij van<br />

7 september tot 13 oktober verbleef.<br />

Tijdens die periode verbleef hij in het kustdorp<br />

“alhier ten huijsen van Herwerden,<br />

schout civiel bij het gemeente bestuur”.<br />

Het gevolg van dat verblijf was dat vele hooggeplaatsten<br />

naar <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong> afreisden en<br />

daar de Erfprins bezochten en met hem overleg<br />

voerden. Zij waren aanhangers van de<br />

Stadhouderlijke partij, ook wel Oranje<br />

Emigranten genoemd. Het huis van Cornelis<br />

van Herwerden én het post comptoir<br />

(posthuis) van de postmeesteres Maria<br />

Hoogland waren de ontmoetingsplaatsen<br />

waar besprekingen werden gehouden.<br />

Een derde ontmoetingsplek in het dorp was<br />

het ‘s Landshuis bij Antje Berger. Het waren<br />

niet alleen hooggeplaatste Nederlanders die<br />

<strong>tijd</strong>ens de herfstmaanden van 1799 naar <strong>Den</strong><br />

Carel Hendrik VerHuell<br />

Het toegangsplein voor het fort Kijkduin is vernoemd naar Carel Hendrik VerHuell.<br />

VerHuell diende al vanaf zijn elfde jaar in het Nederlandse leger bij de infanterie.<br />

Vanaf zijn 15e tot zijn 31e jaar diende hij bij de marine. Tijdens de Slag bij de<br />

Doggersbank (1781) tegen de Engelsen onderscheidde hij zich en kreeg hiervoor de<br />

Grote Doggersbank medaille.<br />

Na zijn burgemeesterambt in zijn geboortestad<br />

Doetinchem werd VerHuell in 1803 aan<br />

Napoleon voorgesteld en werd schout bij<br />

nacht voor de marine. Daarna werd hij bevelhebber<br />

en onder andere ambassadeur van<br />

het Koninkrijk Holland in Parijs en bevelhebber<br />

van de <strong>Franse</strong> marine met als hoofdkwartier<br />

Hamburg. Na de dood van admiraal<br />

De Winter keerde VerHuell terug naar Nederland<br />

en volgde hem op als opperbevelhebber<br />

van het Texelse eskader. Hij was nog steeds<br />

in <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong> toen in <strong>1813</strong> de opstand<br />

tegen Napoleon begon. Hij weigerde <strong>Den</strong><br />

<strong>Helder</strong> over te geven aan Willem I. VerHuell<br />

bleef loyaal aan Napoleon, maar moest<br />

inzien dat het einde van het <strong>Franse</strong> bewind<br />

nabij was. Na zijn capitulatie onderhandelingen<br />

met het nieuwe bewind kregen<br />

Parijs waar hij in 1815 Fransman werd en<br />

inspecteur-generaal van de marine. Carel<br />

Hendrik VerHuell stierf op 25 oktober 1845<br />

in Parijs en werd begraven op het beroemde<br />

kerkhof Père-Lachaise.<br />

Ommekeer<br />

In 1812 begon Napoleon in heel Europa terrein<br />

te verliezen. Eind oktober waren praktisch alle<br />

<strong>Franse</strong> troepen uit Nederland teruggetrokken<br />

en overal verscheen het rood-wit-blauw op<br />

de kerktorens. Om escalatie met de <strong>Franse</strong>n<br />

in <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong> en Huisduinen te voorkomen,<br />

liet VerHuell op 16 november <strong>1813</strong> de staat<br />

van beleg afkondigen en stelde de landmacht<br />

onder zijn persoonlijke bevelen. Nadat bekend<br />

werd dat Napoleon afstand van zijn troon had<br />

gedaan en naar Elba was verbannen, staakten<br />

de <strong>Franse</strong>n het verzet. Op 4 mei 1814 verliet<br />

het bezettingsleger de vesting <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong> en<br />

marcheerde richting de Zanddijk op weg naar<br />

het zuiden, terug naar Frankrijk.<br />

Huisduinerkerk<br />

De luidklok van het kerktorentje van Huisduinen<br />

is het oudste voorwerp dat ons door<br />

de bewoners van het voormalige visserdorp is<br />

nagelaten. De klok is in 1537 gegoten door<br />

Gobel Zaal en heeft vermoedelijk in alle elkaar<br />

opvolgende kerken van Huisduinen gehangen.<br />

De luidklok kon krachtig beieren en hard kleppen<br />

(met korte rukken aan één kant tegen de<br />

klok slaan) om te waarschuwen voor dreigend<br />

Rijdende artillerie in 1794.<br />

chirurgijn aan de Groote Sloot in de Zijpe<br />

1708”, beschreef Burger <strong>tijd</strong>ens zijn reis langs<br />

de Noord-Hollandse kerktorens ook de randschriften<br />

van de klok van Huisduinen:<br />

Nicolaes heet ick<br />

<strong>Den</strong> levendighen roep ick<br />

<strong>Den</strong> dooden overluy ick<br />

Goebel Sael goet my int jaer<br />

M CCCCC XXX VII*<br />

De kerk werd gedurende de Russisch-Engelse<br />

inval door de indringers gebruikt als hospitaal.<br />

Daarna werd de kerk gebruikt voor de<br />

inkwartiering van <strong>Franse</strong> militairen. Dit had<br />

een grote inbreuk op het leven van de dorpelingen,<br />

omdat het in 1803 onmogelijk was<br />

nog kerkdiensten te houden. Een bijkomend<br />

probleem was dat er niet meer gecollecteerd<br />

kon worden voor de armen. De kerkenraad<br />

schreef dan ook aan het dorpsbestuur “dat<br />

<strong>Helder</strong> reisden, Hertog Frederik van York, de VerHuell en zijn manschappen een vrije<br />

gevaar. In een oud boekje van het Alkmaars<br />

door het intrekken en het verblijf der troepen<br />

tweede zoon van de Engelse koning was ook aftocht uit <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong> en vertrok hij naar<br />

Streekarchief, genaamd ‘Opschriften der<br />

* Met Nicolaes wordt de beschermheilige van de zeevarenden<br />

bedoeld en met Goebel Sael de Amsterdamse klokkengieter, in de kerk alle Godsdienstige gezindheden,<br />

12 in <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong>.<br />

clocken in Noord-Holland, door Dirk Burger het genoemde jaartal is 1537.<br />

het Joodsch Kerkgenootschap zelfs niet<br />

13<br />

~ Open Monumentendag 2004


~ Open Monumentendag 2004<br />

uitgezonderd, daardoor ontheven zijn geworden”.<br />

Van 1811 tot 1814 werd de kerk op<br />

Huisduinen en de kerk van <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong> door<br />

Spaanse krijgsgevangenen bewoond die door<br />

de <strong>Franse</strong>n te werk waren gesteld bij de bouw<br />

van de forten.<br />

Napoleon in <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong><br />

De voorname plaats die <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong> en Het<br />

Nieuwediep voor de handels- en oorlogsvloot<br />

innamen was aanleiding voor belangrijke<br />

regeringspersonen om in de periode voor en<br />

Napoleon.<br />

<strong>tijd</strong>ens de <strong>Franse</strong> <strong>tijd</strong> een bezoek aan deze<br />

plaatsen te brengen. Het hoogste bezoek<br />

bracht Napoleon zelf, van 14 tot 17 oktober<br />

1811. Hij was geïnteresseerd in de bouw van<br />

de verdedigingswerken en wenste persoonlijk<br />

de strategische betekenis van <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong> te<br />

beoordelen. Napoleon bezocht de havenwerken<br />

en schepen en bracht een bezoek aan<br />

Texel. De betekenis van de vesting van <strong>Den</strong><br />

<strong>Helder</strong>, als meest noordwestelijke punt van de<br />

verdedigingsgrens van zijn rijk, stond bij hem<br />

in hoog aanzien. Een half jaar na zijn bezoek<br />

werd op 8 maart 1812 het plan tot het verdedigen<br />

van <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong> en van Het Nieuwediep<br />

vastgesteld.<br />

Forten in aanbouw<br />

Vanwege de al<strong>tijd</strong> aanwezige dreiging vanuit<br />

zee is in 1583 met het aanleggen van permanente<br />

versterkingen langs de kust begonnen.<br />

Er was toen een schans op Huisduinen en<br />

een schans ten westen van Het Nieuwediep.<br />

Bij naderende oorlogen en vijandelijkheden<br />

werden deze schansen (retranchementen) in<br />

gereedheid gebracht. In het algemeen werd<br />

bij gevaar de kust met ruiterij en voetvolk<br />

bezet. Later werden op verschillende plaatsen<br />

tussen de beide verschansingen versterkingen<br />

aangelegd. Zo kreeg men uiteindelijk een aan-<br />

In 1780 werd begonnen met de aanleg van de<br />

batterij Kaaphoofd, aan de zeedijk ten oosten<br />

van <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong> werd Oost-batterij gebouwd<br />

en er kwam een klein fort ter hoogte van de<br />

ingang van het Schulpengat. In 1793 werd<br />

Fort Louise aangelegd en na de omwenteling<br />

in <strong>1795</strong> kwamen er nieuwe batterijen bij<br />

Huisduinen, de Broederschap en de Vrijheid,<br />

en bij Kleine Keet, de Gelijkheid, waar de<br />

oude batterij op het strand inmiddels was verstoven.<br />

Het Retranchement aan de zeedijk en<br />

de Redoute bij het weeshuis (hoek Duinweg-<br />

Jan Verfailleweg) werden in 1797 aangelegd.<br />

Aan de bestaande batterijen werden nieuwe,<br />

beter bij de Napoleontische <strong>tijd</strong> passende<br />

namen gegeven. De batterij de Erfprinses in<br />

de nabijheid van Het Nieuwediep heette nu<br />

de Unie en de batterij bij Kaaphoofd werd<br />

de Revolutie genoemd. Bij Barends Kribbing<br />

tussen <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong> en Het Nieuwediep werd<br />

1797 op de plaats van de oude kustbatterij<br />

een nieuwe versterking aangelegd, met de<br />

naam de Ondeelbaarheid. Maar de toestand<br />

van de verdediging was in 1799 nog lang<br />

niet optimaal. Verschillende batterijen waren<br />

verwaarloosd en slecht bezet. De batterijen<br />

bestonden uit eenvoudige wallen van steen,<br />

klei en zand, waarachter het geschut, doorgaans<br />

scheepsgeschut, stond opgesteld.<br />

onderkomens voor manschappen en materiaal.<br />

De belangrijkste batterijen waren de Ondeelbaarheid,<br />

de Unie en de Revolutie. De Unie en<br />

de Revolutie werden in1799 in de keel gepalissadeerd<br />

en de Revolutie kreeg ook nog een<br />

uitbreiding in de vorm van een mortierbatterij.<br />

In hetzelfde jaar werden de batterijen<br />

Broederschap, Gelijkheid en Vrijheid weer<br />

opgeheven.<br />

In 1812 en <strong>1813</strong> werd begonnen met de aanleg<br />

van de grote forten Erfprins, Kijkduin en<br />

Dirksz Admiraal. Op de plaats van de kielplaats<br />

het Nieuwe Werk kwam Oostoever.<br />

Verschillende van deze forten droegen in de<br />

<strong>Franse</strong> <strong>tijd</strong> andere namen: Morland voor Kijkduin,<br />

l’ Ecluse voor Dirksz Admiraal, la Salle<br />

voor Erfprins, la Revolution voor Kaaphoofd<br />

en l’ Union voor Louise. De bouw van de<br />

forten was een enorm werk.<br />

<strong>Den</strong> <strong>Helder</strong> en Huisduinen voor 1799.<br />

14 eenschakeling van fortificaties.<br />

Achter het geschut stond een aantal houten<br />

15<br />

~ Open Monumentendag 2004


~ Open Monumentendag 2004<br />

16<br />

Vele honderden grondwerkers werden op last<br />

van de regering geleverd door de besturen van<br />

steden en dorpen die daarvoor aangewezen<br />

Jan Blanken Jannsz<br />

Jan Blanken is voor <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong> van grote<br />

betekenis geweest. Hij was Directeur der<br />

maritieme werken, ontwerper en uitvoerder<br />

van de haven Het Nieuwediep, ontwerper<br />

van plannen voor een groot maritiem<br />

etablissement en ontwerper van de<br />

verdedigingsgordel rond de stad. Blanken<br />

werd in 1755 in Bergerambacht geboren.<br />

waren. Zij moesten allemaal ondergebracht en<br />

gevoed worden. Voor de zware grondwerkzaamheden<br />

werden Spaanse krijgsgevangenen<br />

Hij bekwaamde zich tot een van de meest<br />

ervaren waterbouwkundigen van zijn <strong>tijd</strong>.<br />

In 1801 riep de marine zijn deskundigheid in<br />

voor de verdediging van Het Nieuwediep tegen<br />

Engeland. Jan Blanken ontwierp een plan dat<br />

bestond uit de aanleg van een haven met een<br />

waterfort: het begin van de marinehaven aan<br />

Het Nieuwediep. Tijdens de Napoleontische<br />

periode werkte hij samen met admiraal Carel<br />

Hendrik VerHuell.<br />

Jan Blanken maakte in opdracht van Napoleon<br />

een groot aantal plannen voor de defensie van<br />

de zeegaten, de rede van Texel en de marinehaven<br />

Het Nieuwediep, omdat het de wens van<br />

Napoleon was om de havens van de Europese<br />

kust te versterken tegen mogelijke Engelse aanvallen.<br />

Tot 1814 leidde Blanken, geassisteerd<br />

door zijn zoon Jan Anthonie, de aanleg van de<br />

<strong>Helder</strong>se havenwerken. Hij verliet <strong>tijd</strong>ig de<br />

<strong>Franse</strong> dienst en sloot zich aan bij koning<br />

Willem I die hem als waterbouwkundige in zijn<br />

ingezet. Zo waren er in mei 1812 in <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong><br />

en Huisduinen totaal 2692 Spanjaarden aan<br />

het werk.<br />

positie handhaafde, hem opdroeg de marinehaven<br />

Het Nieuwediep te voltooien en het<br />

maritiem etablissement te bouwen (nu Oude<br />

Rijkswerf Willemsoord). Blanken heeft ook<br />

een rol gespeeld bij het tot stand komen van<br />

de vestingwerken rond <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong>.<br />

Napoleon had in 1812 het plan goedgekeurd<br />

voor de volledige stelling. De verdere uitwerking,<br />

het maken van de plannen voor de<br />

afzonderlijke fortificaties en de uitvoering<br />

vonden hoofdzakelijk plaats door en onder<br />

leiding van <strong>Franse</strong> genieofficieren. Alleen<br />

het fort Dugommier (later gesplitst in Oostoever<br />

en Westoever), waaraan in <strong>1813</strong> werd<br />

begonnen, was een ontwerp van Blanken.<br />

Later zou hij het Noordhollands Kanaal<br />

ontwerpen ten behoeve van de zeescheepvaart<br />

tussen <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong> en Amsterdam.<br />

Jan Blanken Jannsz stierf op 83-jarige<br />

leef<strong>tijd</strong> in Vianen. In de <strong>Helder</strong>se geleerdenbuurt<br />

is de Jan Blankenstraat vernoemd<br />

naar de beroemde ontwerper en bouwer.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!