Handleiding
Handleiding
Handleiding
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
LET OP<br />
Onder koude en barre<br />
weersomstandigheden is het<br />
mogelijk dat het systeem niet werkt.<br />
In dergelijke gevallen kan handmatige<br />
deactivering nodig zijn.<br />
Reflecterende verkeersborden<br />
kunnen als tegemoetkomend<br />
verkeer worden herkend en de<br />
koplampen kunnen dan in de dimstand<br />
worden geschakeld.<br />
Indien de lampen van<br />
tegemoetkomende voertuigen<br />
achter obstakels verborgen zijn<br />
(bijvoorbeeld vangrails), is het mogelijk dat<br />
het systeem het grootlicht niet<br />
deactiveert.<br />
Breng altijd Originele Ford<br />
Onderdelen aan wanneer<br />
gloeilampen voor de koplampen<br />
worden vervangen. Andere gloeilampen<br />
kunnen de prestaties van het systeem<br />
verminderen.<br />
Controleer en vervang<br />
ruitenwisserbladen regelmatig om<br />
ervoor te zorgen dat de<br />
camerasensor vrij zicht door de voorruit<br />
heeft. Vervangende ruitenwisserbladen<br />
moeten de juiste lengte hebben.<br />
N.B.: Houd de voorruit vrij van<br />
belemmeringen zoals uitwerpselen van<br />
vogels, insecten en sneeuw of ijs.<br />
Het systeem schakelt automatisch<br />
grootlicht in indien het voldoende donker<br />
is en er geen ander verkeer is. Indien het<br />
system de koplampen of achterlichten<br />
van een naderend voertuig waarneemt,<br />
of de straatverlichting vóór de auto,<br />
schakelt het systeem het grootlicht uit<br />
voordat het andere weggebruikers kan<br />
verblinden. Dimlicht blijft ingeschakeld.<br />
Verlichting<br />
60<br />
Een camerasensor is centraal achter de<br />
voorruit van de auto gemonteerd en<br />
controleert continu de omstandigheden<br />
om te beslissen wanneer het grootlicht<br />
moet worden uit- en ingeschakeld.<br />
Zodra het systeem actief is, wordt het<br />
grootlicht ingeschakeld indien:<br />
• het voldoende donker is om het<br />
gebruik van grootlicht nodig te maken<br />
en<br />
• er geen verkeer of straatverlichting<br />
vóór het voertuig is en<br />
• de rijsnelheid hoger is dan 40 km/u.<br />
Het grootlicht wordt uitgeschakeld indien:<br />
• Het omgevingslicht voldoende is om<br />
grootlicht overbodig te maken.<br />
• De koplampen van een<br />
tegemoetkomend voertuig worden<br />
ontdekt.<br />
• Straatverlichting wordt ontdekt.<br />
• De rijsnelheid minder wordt dan 25<br />
km/u.<br />
• De camerasensor te heet is of<br />
versperd is.<br />
Het systeem activeren<br />
Schakel het systeem in m.b.v. de<br />
informatiedisplay en de automatisch<br />
inschakelende koplampen. Zie<br />
Infodisplays (bladzijde 88). Zie<br />
Automatisch in- en uitschakelende<br />
verlichting (bladzijde 59).