De tuinmanswoningen van slot Zeist
De tuinmanswoningen van slot Zeist
De tuinmanswoningen van slot Zeist
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Bron: CASCADE, Bulletin voor tuinhistorie, 17e jaargang (2008), nr. 2<br />
1874). In zijn testament uit 1840 wordt hij Dirk Mengler genoemd. In 1850 is hij<br />
vertrokken. Zijn opvolger was de tuinman Gerrit Kamphorst (Leusden 1809-?).<br />
Hij kwam in 1850 naar <strong>Zeist</strong>, waar hij tot 1867 bleef.<br />
<strong>De</strong> tuinbaas werd bij zijn werk geholpen door twee tuinknechten. Enkele namen<br />
zijn bekend, omdat zij bij de tuinbaas inwoonden. In 1839 waren dat Jan Volk<br />
(Bloemendaal circa 1811-?) en Johan Ackman (Maartensdijk circa 1815-?), in<br />
1850 Jan <strong>van</strong> Kesteren (Doorn 1824-?), die aan het einde <strong>van</strong> dat jaar vertrok,<br />
en Cornelis <strong>van</strong> Blankesteijn (Doorn 1831-?), die tot 1853 bleef. <strong>De</strong> andere<br />
namen zijn Dirk Boon (Doorn 1828-?) <strong>van</strong> 1851 tot ?, Barend <strong>van</strong> Zoest (Drie-<br />
bergen 1833-?) in 1853 en 1854 en Jan Stroomenbergh (Maarssen 1831-Doorn<br />
1873) <strong>van</strong> 1854 tot 1860.<br />
<strong>De</strong>ze tuinlieden waren in dienst <strong>van</strong> Jhr. Huydecoper <strong>van</strong> <strong>Zeist</strong>. Kamphorst<br />
ontving na het overlijden <strong>van</strong> Jhr. Huydecoper in 1865 een legaat <strong>van</strong> tweehon-<br />
derd gulden. <strong>De</strong> tuinbazen die in dienst waren <strong>van</strong> Huydecoper betaalden waar-<br />
schijnlijk geen huur voor de dienstwoning. Bij de verkoop in 1867 was bedongen<br />
dat de in dienst zijnde tuinbaas nog enkele maanden zonder betaling <strong>van</strong> huur<br />
mocht blijven wonen.<br />
Na de dood <strong>van</strong> Huydecoper werd in 1867 mevrouw. Labouchere-Voombergh<br />
de nieuwe eigenaresse <strong>van</strong> het Slot. Haar tuinbaas was Frederik Jan Voorne-<br />
veld (Jutphaas 1837-<strong>Zeist</strong> 1907). Hij vestigde zich in 1867 in <strong>Zeist</strong>. Cornelis<br />
Polderman (Koudekerke 1869-Vleuten 1935) was in 1902 zijn opvolger. Toen<br />
de erfgenamen <strong>van</strong> het echtpaar Labouchere-Voombergh het Slot c.a. in 1924<br />
aan de N.V. Heemstede Bouw en Exploitatie Maatschappij verkochten, vertrok<br />
Polderman een jaar later naar Vleuten. Op een <strong>van</strong> de foto’s uit 1913 poseert de<br />
tuinbaas voor de fotograaf op de laan voor zijn woning.<br />
Na het vertrek <strong>van</strong> de laatste tuinbaas werd de woning tot 1928 bewoond door<br />
de tuinder Lambertus <strong>van</strong> Basten. <strong>De</strong> volgende bewoner was Krijn de Dreu, die<br />
in 1930 vertrok en de laatste bewoner was de kweker Leendert de Jong.<br />
Tuingereedschap<br />
In de ‘Tuin en Broeierij’ stond een tuinloods. In de memorie <strong>van</strong> successie<br />
opgemaakt in 1817 na het overlijden <strong>van</strong> Johannes <strong>van</strong> Laer wordt een opgave<br />
gedaan <strong>van</strong> het tuingereedschap dat in die loods stond. Dat verschaft een beeld<br />
over welk gereedschap een tuinman in die tijd beschikte. Genoemd worden:<br />
Copyright: R.P.M. Rhoen<br />
49