Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
4 Beleid<br />
4.1 Nationaal beleidskader, wet en regelgeving<br />
Op rijksniveau zijn twee richtinggevende nota’s opgesteld die uitspraken doen over groen in<br />
het stedelijk gebied: de Nota Ruimte van het Ministerie van VROM en het advies Recht op<br />
Groen van de Wetenschappelijke Raad voor het Landelijk Gebied. Daarnaast zijn er een<br />
groot aantal wetten en regels van toepassing op de inrichting van het groen. De belangrijkste<br />
zijn in deze paragraaf genoemd.<br />
Nota Ruimte (2004)<br />
Het rijksbeleid voor groen in en om de stad is vastgelegd in de rijksnota Ruimte. Deze geeft<br />
richting aan het groenbeleid voor nieuwe en bestaande groenstructuren. In de nota spreekt<br />
het rijk haar zorg uit voor de zwakke positie van groen en geeft een richtlijn van circa 75<br />
vierkante meter groen in de bebouwde kom per woning. Ook benadrukt de nota de bijdrage<br />
die parken en groenstructuren leveren aan de kwaliteit van steden en dorpen. Voor de<br />
mentale en fysieke ontwikkeling van kinderen bijvoorbeeld is het van groot belang dat ze<br />
buiten kunnen spelen en zich zelfstandig buiten kunnen verplaatsen (zie ook hoofdstuk 2<br />
Waarde en betekenis openbaar groen). Dit stelt eisen aan de vormgeving van de dagelijkse<br />
leefomgeving. Behoud van parken en groenstructuren is daarom wenselijk, om achteruitgang<br />
van het groenareaal te voorkomen. Voor de herstructureringsopgave in steden en dorpen kan<br />
het echter noodzakelijk zijn een stuk van een park of voetbalveld te bebouwen. De<br />
verantwoordelijke overheden moeten hierbij zelf een afweging maken. Oplossingen die<br />
vermindering van het areaal groen in het bebouwd gebied eventueel aanvaardbaar maken<br />
zijn gelegen in een compensatie buiten het bebouwd gebied of door een kwaliteitsimpuls in<br />
het resterende groen waardoor de gebruikswaarde ten minste op het oude niveau blijft. Het is<br />
aan het gemeentebestuur om in concrete gevallen deze afweging te maken.<br />
Recht op Groen (2005)<br />
De Wetenschappelijke Raad voor het Landelijk Gebied houdt in de nota Recht op Groen een<br />
pleidooi voor voldoende formaat en kwaliteit van groen in en om de stad. In de analyse staat<br />
dat het wenselijk is dat de groene openbare ruimte binnen 300 meter van de woning (lopend)<br />
en binnen 5 km van de stad (fietsend) te bereiken is. Bruikbaarheid vereist een bepaalde<br />
ruimtelijke structuur zodat het lopen van een rondje mogelijk is. Vanwege de betekenis van<br />
het bewegen dicht bij huis geldt hierbij als uitgangspunt dat mensen vanaf hun huis via<br />
groene routes rondgaande wandelingen van maximaal één uur kunnen maken. Recht op<br />
Groen geeft aan dat de richtlijnen voor de hoeveelheid groen van de nota Ruimte wellicht te<br />
laag zijn omdat de bevolking vergrijst en er meer behoefte is aan recreatieve mogelijkheden<br />
dicht bij huis.<br />
Wettelijk kader en regulering<br />
Voor de inrichting en het beheer van groen zijn de volgende wetten en regulering het<br />
belangrijkst.<br />
Burgerlijk<br />
Wetboek<br />
Boswet<br />
Hierin is de privaatrechtelijke zorgplicht van de gemeente als beheerder van<br />
groen en bomen omschreven. Deze wet heeft gevolgen voor de wijze waarop<br />
de gemeente haar zorgplicht vervult en omgaat met de daaruit voortkomende<br />
wettelijke aansprakelijkheid. De gemeente dient het beheer, de afhandeling<br />
van meldingen en de verrichte inspecties goed te registreren en de frequentie<br />
van het onderhoud af te stemmen op de resultaten van de inspectie.<br />
Doel is het handhaven en zo mogelijk uitbreiden van het oppervlak aan<br />
bosareaal, zowel uit oogpunt van economische waarde als voor het<br />
natuurschoon. Artikel 1 sluit een aantal type houtopstanden uit. De Boswet<br />
wijkt voor de uitvoering van een werk overeenkomstig een goedgekeurd<br />
bestemmingspan. De Boswet heeft geen betrekking op bomen in de bebouwde<br />
kom (hierbij geldt de door de gemeente vastgestelde Boswet-grens). Voor<br />
houtopstanden die onder de Boswet vallen zijn regelingen over kappen,<br />
herplantplicht, schade en compensatie vastgelegd. Dunningen op bospercelen<br />
hoeven niet gemeld te worden. Onder dunning wordt hier verstaan “een velling<br />
die uitsluitend als een verzorgingsmaatregel ter bevordering van de groei van<br />
de overblijvende houtopstand beschouwd moet worden (art. 1 lid 1)”.<br />
<strong>Groenplan</strong> <strong>Diemen</strong> DG Groep BV, versie 27 oktober <strong>2011</strong> 17