Onderwijs- en examenreglement - Hogere Zeevaartschool

ID : HZS-DOC-OERNL Titel :
Onderwijs- en Examenreglement BAMA (Academiejaar 2012-2013)
Datum : 3 jul 2012 Auteur :
Versie : 9.0
Status : Geldig
29/63
§2 Deze examencommissie kan één of meer van volgende bevoegdheden uitoefenen:
1 e het verklaren dat de student al dan niet is geslaagd voor het geheel van de betrokken
opleidingsonderdelen of -elementen;
2 e het bepalen van de opleidingsonderdelen of -elementen die moeten worden hernomen met het
oog op het behalen van een diploma;
3 e het definitief vaststellen van de examenresultaten;
4 e het vaststellen van de graad van verdienste waarmee de betrokken creditbewijzen worden
verleend;
5 e het uitbrengen van een niet-bindend studieadvies op grond van de examenresultaten.
Artikel 60
§1 Het instellingsbestuur kan een examencommissie instellen om één of meer keren per
academiejaar te delibereren over het geheel van de opleidingsonderdelen of -elementen dat door
een groep studenten of een individuele student tijdens de betrokken periode werd gevolgd, voor
zover de student(en) gebonden (zijn) is door:
1 e een diplomacontract;
2 e een creditcontract;
3 e een examencontract met het oog op het behalen van een diploma van een opleiding.
§2 Een student die voor het geheel van de betrokken opleidingsonderdelen of -elementen aan de
gestelde voorwaarden voldoet, laat zich registreren bij deze examencommissie.
Artikel 61
De examencommissie van de Hogere Zeevaartschool bestaat uit de algemeen directeur, die de
voorzitter is en de leden van het onderwijzend personeel die belast waren met de opleidingsonderdelen
of -elementen die de student moest volgen.
Indien de algemeen directeur verhinderd is, dan geeft hij een lid van het onderwijzend personeel
volmacht om in zijn plaats de commissie voor te zitten.
De leden van de examencommissie examineren uitsluitend over de opleidingsonderdelen of -
elementen waarmee zij waren belast. Van deze regel wordt enkel afgeweken in gevallen van
overmacht of bij toepassing van de bepalingen van het artikel 64. In dit geval duidt de voorzitter
de persoon aan die het examen zal afnemen.
Artikel 62
De voorzitter stelt een secretaris aan en regelt de praktische werkzaamheden van het secretariaat.
De secretaris wordt aangeduid onder de leden van het onderwijzend personeel die in principe niet
behoren tot de examencommissie. De personen die tijdens de beraadslagingen aanwezig zijn
zonder te behoren tot de examencommissie, moeten (net zoals de leden van de
examencommissie) de geheimhouding van de beraadslagingen eerbiedigen.
Jaarlijks worden, na overleg met de Studentenraad en door een beslissing van de Raad van
Bestuur, een ombudspersoon en een plaatsvervangend ombudspersoon aangesteld.
De namen van de ombudspersoon en van zijn plaatsvervanger worden ad valvas bekendgemaakt.
Daarbij wordt eveneens vermeld waar, wanneer en hoe zij te bereiken zijn. De ombudspersoon
wordt met raadgevende stem toegevoegd aan de examencommissie.
De ombudspersoon en zijn plaatsvervanger worden aangesteld bij de aanvang van het
academiejaar. Indien er geen noodzakelijke wijzigingen zich opdringen, blijft een
ombudspersoon respectievelijk plaatsvervangend ombudspersoon automatisch in functie.
De ombudspersoon kan niet optreden voor de studenten die hij/zij zelf moet examineren. In dit
geval treedt de plaatsvervangende ombudspersoon op.