Onderwijs- en examenreglement - Hogere Zeevaartschool

ID : HZS-DOC-OERNL Titel :
Onderwijs- en Examenreglement BAMA (Academiejaar 2012-2013)
Datum : 3 jul 2012 Auteur :
Versie : 9.0
Status : Geldig
32/63
Bij mondelinge examens veronderstelt de openbaarheid dat derden als waarnemer aanwezig
kunnen zijn, met uitzondering van een jaargenoot die door dezelfde examinator in hetzelfde
academiejaar wordt geëvalueerd.
Een waarnemer mag op geen enkele wijze tussenkomen bij het examen.
2.4.4 Fraude en onregelmatigheden tijdens examens
Artikel 73
§1 Als fraude of onregelmatigheid wordt beschouwd elk gedrag van een student in het kader van
een examen waardoor deze het vormen van een juist oordeel omtrent kennis, inzicht en/of
vaardigheden van hemzelf dan wel van andere studenten geheel of gedeeltelijk onmogelijk maakt
of poogt te maken, zelfs als de fraude of onregelmatigheid pas achteraf wordt vastgesteld.
§2 Zo wordt het in het bezit hebben van ongeoorloofde middelen in de examenruimte (cursussen,
notities, niet geregistreerde rekenmachines, elektronische toestellen zoals GSM’s, notebooks,
palmtops, …) beschouwd als frauduleus.
Onder onregelmatigheid wordt ook verstaan het zonder duidelijke bronvermelding geheel of
gedeeltelijk overnemen van gegevens bij schriftelijke opdrachten zoals eindscripties of projecten
(plagiaat). Bovengenoemde voorbeelden zijn niet exhaustief.
Artikel 74
Ter voorkoming van fraude en onregelmatigheden tijdens examens zijn de examinatoren en
toezichthouders ertoe gehouden om bij het afnemen van en/of toezicht houden tijdens examens
redelijke voorzorgsmaatregelen te treffen.
Artikel 75
Een student die op fraude of onregelmatigheden wordt betrapt tijdens het afleggen van een
examen moet de examenruimte onmiddellijk verlaten en zijn exemplaar van het betrokken
examen afgeven aan de examinator of toezichthouder.
Artikel 76
Indien een examinator of toezichthouder fraude of onregelmatigheden vaststelt, meldt hij dit zo
spoedig mogelijk mondeling aan de studentenadministratie, waarna hij binnen de kortst
mogelijke termijn een schriftelijk verslag maakt voor de voorzitter van de examencommissie met
een correcte en gedetailleerde weergave van de feiten. Dit verslag maakt onder meer melding
van de gegevens van de student in kwestie, tijdstip en naam van het examen, beschrijving van de
fraude of onregelmatigheden en indien mogelijk ook een kopie van de frauduleuze stukken.
Het verdient aanbeveling om dit verslag te laten paraferen door een getuige. Dit kan een
examinator of toezichthouder zijn die eveneens getuige was van de fraude of onregelmatigheden.
Artikel 77
De voorzitter van de examencommissie bestudeert het schriftelijke verslag dat hij van de
examinator of toezichthouder krijgt en hoort alle betrokkenen, met name de examinator(en) of
toezichthouder(s), eventueel de medeondertekenende getuige(n), de studentenadministratie en/of
de ombudspersoon. Vervolgens ontvangt de student een schriftelijke uitnodiging om te worden
gehoord. De voorzitter hoort de betrokken student in aanwezigheid van de examinator(en) of
toezichthouder(s) in kwestie en de eventuele getuige(n).