20.09.2013 Views

Klik om de pfd te downloaden - van-rijswijk.nl

Klik om de pfd te downloaden - van-rijswijk.nl

Klik om de pfd te downloaden - van-rijswijk.nl

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

G I J S V A N R E I J S W I C K<br />

N E P A S!<br />

Zij zocht een aanvulling<br />

Ik werd haar invulling


Eers<strong>te</strong> druk april 2005<br />

Twee<strong>de</strong> druk oktober 2006<br />

sep<strong>te</strong>mber 2009 (eBook)<br />

Copyright © 2005 Gijs <strong>van</strong> Reijswick<br />

Omslagillustratie Gijs <strong>van</strong> Reijswick<br />

Omslagontwerp Frank <strong>van</strong> Veen<br />

Uitgever Bureau Kirja/www.bergboek.<strong>nl</strong><br />

ISBN 90-77668-49-7<br />

Websi<strong>te</strong> www.gijs<strong>van</strong>reijswick.<strong>nl</strong><br />

Niets uit <strong>de</strong>ze uitgave mag wor<strong>de</strong>n verveelvoudigd en/of openbaar<br />

wor<strong>de</strong>n gemaakt door mid<strong>de</strong>l <strong>van</strong> druk, fotokopie, geluidsband,<br />

elektronisch of op welke wijze dan ook, zon<strong>de</strong>r schrif<strong>te</strong>lijke<br />

toes<strong>te</strong>mming <strong>van</strong> <strong>de</strong> uitgever.


Over verliefdheid:<br />

Een opbloeien<strong>de</strong> verliefdheid kan iemand tij<strong>de</strong>lijk beroven <strong>van</strong> zijn<br />

verstan<strong>de</strong>lijke vermogens.<br />

Verliefdheid gaat gepaard met een „volstrekt verwrongen beeld <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> an<strong>de</strong>r, dat totaal geen recht doet aan <strong>de</strong> werkelijkheid‟.<br />

Zolang een paar nog verliefd is, zou het bij wet verbo<strong>de</strong>n moe<strong>te</strong>n<br />

wor<strong>de</strong>n, in het huwelijk <strong>te</strong> tre<strong>de</strong>n.<br />

Voorzichtigheid bij verliefdheid is gebo<strong>de</strong>n. Tegelijk is<br />

voorzichtigheid <strong>de</strong> meest fatale houding <strong>om</strong> <strong>te</strong> voork<strong>om</strong>en dat je<br />

gelukkig wordt.


Hebt elkan<strong>de</strong>r lief,<br />

maar maak <strong>van</strong> <strong>de</strong> lief<strong>de</strong> geen band.<br />

Laat zij veeleer zijn: een golven<strong>de</strong> zee<br />

tussen <strong>de</strong> kus<strong>te</strong>n <strong>van</strong> uw zielen.<br />

Vul elkan<strong>de</strong>rs beker,<br />

maar drink niet uit <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> beker.<br />

Geef elkaar <strong>van</strong> uw brood,<br />

maar eet niet <strong>van</strong> hetzelf<strong>de</strong> stuk.<br />

Zing en dans en wees blij,<br />

maar blijf jezelf zoals <strong>de</strong> snaren <strong>van</strong> een luit op zichzelf zijn,<br />

al doortrilt hen <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> muziek.<br />

Staat <strong>te</strong>zamen, maar niet <strong>te</strong> dicht bijeen,<br />

want <strong>de</strong> zuilen <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>te</strong>mpel staan ie<strong>de</strong>r op zichzelf,<br />

en <strong>de</strong> eik en <strong>de</strong> cypres groeien niet in elkaars schaduw.<br />

Zo is het bij ons precies,<br />

niet al <strong>te</strong> dicht bij elkaar,<br />

maar toch samen……………<br />

Khalil Gibran (1883 - 1931)


1. Inhoudsopgave<br />

1. Inhoudsopgave ............................................................................... 6<br />

2. Voorwoord ...................................................................................... 7<br />

3. Ineens is daar het contact. ........................................................... 10<br />

4. Ik ben <strong>van</strong> haar verlost. ............................................................... 11<br />

5. Getrouwd, gelukkig. Gelukkig, getrouwd. ................................. 32<br />

6. Disneyland Parijs .......................................................................... 59<br />

7. Mijn zoektocht is <strong>te</strong>n ein<strong>de</strong>. ........................................................ 92<br />

8. We wor<strong>de</strong>n heel gelukkig samen ............................................. 117<br />

9. Op weg ........................................................................................ 147<br />

10. Mijn huis wordt een thuis ..................................................... 164<br />

11. Ik word papa. .......................................................................... 192<br />

12. Morgen trouwen we. .............................................................. 243<br />

13. Op huwelijksreis. .................................................................... 263<br />

14. De puzzel. ............................................................................... 294<br />

15. Epiloog. ................................................................................... 335


2. Voorwoord<br />

Ik zal niet <strong>de</strong> eers<strong>te</strong> zijn die zijn frustratie <strong>van</strong> zich afschrijft. En<br />

waarschij<strong>nl</strong>ijk ook niet <strong>de</strong> laats<strong>te</strong>. In eers<strong>te</strong> instantie is het schrijven<br />

<strong>van</strong> dit boek ook zo begonnen.<br />

Met het schrijven <strong>van</strong> mijn eers<strong>te</strong> manuscript raak<strong>te</strong> ik mijn<br />

frustratie kwijt. Ik heb het aan vrien<strong>de</strong>n gegeven en ze gevraagd of<br />

ze het kritisch wil<strong>de</strong>n lezen. Hun reacties hebben mij <strong>de</strong> motivatie<br />

en inspiratie gegeven <strong>om</strong> het boek in <strong>de</strong>ze vorm daadwerkelijk <strong>te</strong><br />

gaan schrijven en uit <strong>te</strong> geven. Ik bedank ze daarvoor har<strong>te</strong>lijk.<br />

Ik heb lang nagedacht over het thema <strong>van</strong> het boek. Pas toen ik<br />

besloot <strong>om</strong> lou<strong>te</strong>r mijn afgeleg<strong>de</strong> zoektocht <strong>te</strong> beschrijven, kon ik<br />

het boek schrijven. Ik heb daarbij getracht mijn relaas zo veel<br />

mogelijk vrij <strong>van</strong> waar<strong>de</strong>n en oor<strong>de</strong>len <strong>te</strong> hou<strong>de</strong>n. Ik weet ook dat<br />

me dit niet op alle fron<strong>te</strong>n gelukt is, want het is immers mijn<br />

zienswijze op <strong>de</strong> gebeur<strong>te</strong>nissen.<br />

Ik heb on<strong>de</strong>rzoek gedaan naar gedragsstoornissen en <strong>de</strong>rgelijke. Ik<br />

zocht <strong>de</strong> verklaring voor hetgeen me is overk<strong>om</strong>en. Ik heb mijn<br />

boek niet we<strong>te</strong>nschappelijk on<strong>de</strong>rbouwd of willen on<strong>de</strong>rbouwen,<br />

ik beschrijf slechts mijn zoektocht.<br />

Mijn relaas kan een s<strong>te</strong>un kan zijn voor mensen, die in een<br />

soortgelijke of aangrenzen<strong>de</strong> situatie verkeren, door herkenning en<br />

wellicht ook erkenning.<br />

Het boek is autobiografisch en bevat openhartige en schokken<strong>de</strong><br />

passages. Alle namen <strong>van</strong> personen en gegevens met betrekking<br />

tot plaatsen en gebeur<strong>te</strong>nissen zijn zodanig aangepast, dat<br />

herkenning alleen kan berus<strong>te</strong>n op toeval.


Tot slot: Ik draag dit boek op aan haar kind, het enige slachtoffer.<br />

Gijs <strong>van</strong> Reijswick, 28 maart 2005.


Opmerkingen bij <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> druk.<br />

De belangrijks<strong>te</strong> re<strong>de</strong>n <strong>om</strong> het boek <strong>te</strong> herzien en uit <strong>te</strong> geven in<br />

een twee<strong>de</strong> druk, is dat ik s<strong>te</strong>eds het gevoel heb gehad dat <strong>de</strong><br />

eers<strong>te</strong> druk niet af was. Hetzelf<strong>de</strong> dreig<strong>de</strong> me <strong>te</strong> overk<strong>om</strong>en met<br />

een an<strong>de</strong>r boek, dat ik net geschreven heb. Dat boek is <strong>te</strong>chnisch<br />

weliswaar gereed, maar gevoelsmatig nog niet.<br />

Ik heb dat boek daar<strong>om</strong> maar eens weggelegd en beslo<strong>te</strong>n, eerst<br />

Ne Pas eens „af <strong>te</strong> maken‟.<br />

Ik heb veel positief c<strong>om</strong>mentaar gehad <strong>van</strong> <strong>de</strong> mensen, die <strong>de</strong><br />

eers<strong>te</strong> druk hebben gelezen. Ik heb naar ze geluis<strong>te</strong>rd en ik heb<br />

beslo<strong>te</strong>n <strong>om</strong> een <strong>de</strong>el <strong>van</strong> hun c<strong>om</strong>mentaar <strong>te</strong> verwerken in een<br />

twee<strong>de</strong> druk. Maar slechts <strong>te</strong>n <strong>de</strong>le, het is immers mijn boek.<br />

Zo heb ik veel kritiek gekregen over het feit dat ik over „haar‟ en<br />

„haar kind‟ schrijf en dat ik ze nergens direct bij hun naam noem.<br />

Men vindt het nogal hard en afstan<strong>de</strong>lijk overk<strong>om</strong>en. Ik heb daar<br />

bewust voor gekozen, immers, het schrijven <strong>van</strong> het verhaal had<br />

voor mij tot doel <strong>om</strong> afstand <strong>te</strong> nemen <strong>van</strong> <strong>de</strong> gehele situatie en<br />

mezelf weer een beetje <strong>te</strong>rug <strong>te</strong> vin<strong>de</strong>n.<br />

Dat laats<strong>te</strong> is me, me<strong>de</strong> door het schrijven <strong>van</strong> Ne Pas, bijzon<strong>de</strong>r<br />

goed gelukt.<br />

Gijs <strong>van</strong> Reijswick, 28 sep<strong>te</strong>mber 2006.


3. Ineens is daar het contact.<br />

Week 1, een za<strong>te</strong>rdagavond in maart.<br />

Ik k<strong>om</strong> thuis. Het is al laat en voordat ik naar bed ga, neem ik<br />

nog een wijntje. Ik zet een muziekje op en kijk nog even of er<br />

nieuwe e-mail is.<br />

Ik krijg een bericht dat iemand met <strong>de</strong> nickname Sweetgirl<br />

gereageerd heeft. Ik surf naar <strong>de</strong> datingsi<strong>te</strong> en ik log in. Ik kijk in<br />

mijn berich<strong>te</strong>n en daar tref ik het bericht <strong>van</strong> Sweetgirl aan. Ik lees<br />

het en ik bekijk haar profiel. Ze valt niet in mijn „doelgroep‟, dus ik<br />

stuur haar een bericht dat ik niet geïn<strong>te</strong>resseerd ben.<br />

Ik surf nog even door en bijna direct valt weer een e-mail in mijn<br />

postvak. Het is er weer eentje <strong>van</strong> Sweetgirl. Ik lees haar reactie en<br />

ik moet er hard <strong>om</strong> lachen. Ze prikkelt me en ik reageer.<br />

En zij ook weer...


4. Ik ben <strong>van</strong> haar verlost.<br />

Weer een vrij man. Week 36, maandag.<br />

Ik word wakker met pijn in mijn nek. “Geen won<strong>de</strong>r,” <strong>de</strong>nk ik,<br />

als ik zie dat ik in het kleine logeerbedje lig dat ik voor mezelf heb<br />

meegen<strong>om</strong>en. Ik kijk een beetje slaperig <strong>om</strong> me heen en ik<br />

realiseer me, dat ik in het leegstaan<strong>de</strong> appar<strong>te</strong>ment <strong>van</strong> Rutger, een<br />

goe<strong>de</strong> vriend <strong>van</strong> me, ben. De vorige bewoners zijn net verhuisd<br />

en ik kan hier wonen tot hij een nieuwe huur<strong>de</strong>r heeft gevon<strong>de</strong>n.<br />

Het pand is dan ook bijna leeg. Behalve mijn logeerbed staat er<br />

alleen een gaskachel. Ik zie ook mijn tas staan, waarin ik <strong>de</strong> kleren<br />

heb gestopt, die ik <strong>de</strong>nk nodig <strong>te</strong> hebben voor <strong>de</strong> k<strong>om</strong>en<strong>de</strong><br />

perio<strong>de</strong>. Mijn laptop heb ik, net als altijd, ook nu bij me en <strong>de</strong><br />

laats<strong>te</strong> persoo<strong>nl</strong>ijke bezitting die ik meegen<strong>om</strong>en heb, is mijn<br />

akoestische gitaar. Ik weet niet eens wat me bezield heeft <strong>om</strong> juist<br />

dat ding mee <strong>te</strong> nemen, want ik ga er in <strong>de</strong>ze situatie waarschij<strong>nl</strong>ijk<br />

toch niet op spelen. Maar wie weet, gaat <strong>de</strong> huidige situatie me<br />

ineens zodanig inspireren, dat ik er een heel mooi lied over kan<br />

gaan schrijven.<br />

Ik moet hard <strong>om</strong> mijn eigen gedach<strong>te</strong>n lachen, want ik <strong>de</strong>nk:<br />

“Tjonge, wat zal dat dan een verschrikkelijke smartlap wor<strong>de</strong>n!”<br />

Slapen kan ik niet meer en ik lig een beetje naar het plafond <strong>te</strong><br />

staren. “Nog twee weekjes,” <strong>de</strong>nk ik, “dan is dit ongemak ook<br />

weer voorbij.”<br />

Ik haal me <strong>de</strong> gebeur<strong>te</strong>nissen <strong>van</strong> gis<strong>te</strong>ravond voor <strong>de</strong> geest. Mijn<br />

God, wat ben ik opgelucht. Ik ben <strong>van</strong> haar af en weer een vrij<br />

man. Ik ben verlost <strong>van</strong> dat gestoor<strong>de</strong> wijf, dat mijn leven volledig<br />

aan het verzieken was.


Het is eind maart als ik haar ontmoet op het in<strong>te</strong>rnet. Twee weken la<strong>te</strong>r, in<br />

april, hebben wij onze eers<strong>te</strong> da<strong>te</strong>. Begin mei woon ik zowat bij haar en in juni<br />

verhuist zij naar mijn dorp en trekt bij mij in. Samen met haar kind. In <strong>de</strong><br />

s<strong>te</strong>llige overtuiging dat wij voor elkaar bes<strong>te</strong>md zijn en dat het tussen ons<br />

gewoonweg niet stuk kan gaan. In sep<strong>te</strong>mber geven we elkaar zelfs het „ja‟woord,<br />

als formele bevestiging <strong>van</strong> onze lief<strong>de</strong>.<br />

Er gebeuren dingen. Gevoelens veran<strong>de</strong>ren. Althans, bij mij. Ik word door<br />

haar opgeslo<strong>te</strong>n in een harmonieus gezin en huiselijk geluk, waarin ik me<br />

s<strong>te</strong>eds meer ge<strong>van</strong>gen ga voelen. Ik probeer het haar dui<strong>de</strong>lijk <strong>te</strong> maken, maar<br />

ze ziet het niet of ze wil het niet zien.<br />

Ik neem een besluit, exact twee maan<strong>de</strong>n na ons huwelijk. Het is net<br />

november gewor<strong>de</strong>n en ik verbreek onze relatie. Precies 220 dagen - ongeveer<br />

31 weken of<strong>te</strong>wel iets meer dan 7 maan<strong>de</strong>n - nadat ik haar eers<strong>te</strong> emailbericht<br />

on<strong>de</strong>r ogen had gekregen.<br />

Ik <strong>de</strong>nk aan <strong>de</strong> gebeur<strong>te</strong>nissen <strong>van</strong> gis<strong>te</strong>ravond. Ik zie haar nog<br />

zit<strong>te</strong>n als ik mijn eigen huis binnenstap. Ze reageert hoogst<br />

verbaasd en is in het geheel niet voorbereid op wat er gaat k<strong>om</strong>en.<br />

Ze kan ook niet we<strong>te</strong>n dat ik ongeacht <strong>de</strong> consequenties <strong>de</strong> kogel<br />

door <strong>de</strong> kerk ga jagen.<br />

Ik zie ook even la<strong>te</strong>r haar twee broers binnenstuiven. Die gaan<br />

mij wel eens eventjes mores leren. Geen goed woord hebben ze<br />

voor me over. Ze vragen me agressief waar<strong>om</strong> ik <strong>de</strong> bruiloft heb<br />

doorgezet. Ik wist toch waaraan ik was begonnen? Ik was toch<br />

volledig op <strong>de</strong> hoog<strong>te</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> situatie en <strong>de</strong> toestand, waarin zij<br />

ge<strong>van</strong>gen zit?<br />

Ze vragen me ook of ik me wel realiseer welke scha<strong>de</strong> ik heb<br />

berokkend. Ze doelen daarbij niet eens op haar, maar<br />

voornamelijk op <strong>de</strong> scha<strong>de</strong> die ik heb berokkend bij het kind, haar<br />

kind. Ik ben het, die er met mijn volle verstand een onschuldig<br />

kind in heeft betrokken. Ze hou<strong>de</strong>n me voor <strong>van</strong> alles<br />

verantwoor<strong>de</strong>lijk. Ik ben het, die haar en haar kind uit hun stabiele<br />

<strong>om</strong>geving heeft gehaald. Ik ben het, die ervoor gezorgd heeft, dat<br />

zij alle schepen ach<strong>te</strong>r zich heeft verbrand.


Het is dui<strong>de</strong>lijk hoe ze over me <strong>de</strong>nken, ik <strong>de</strong>ug voor geen me<strong>te</strong>r.<br />

Ik heb ook geen ruggengraat. Want nu ik haar klaarblijkelijk niet<br />

meer zo zie zit<strong>te</strong>n en wat <strong>te</strong>genslag on<strong>de</strong>rvind, ben ook ik het, die<br />

z<strong>om</strong>aar het bijltje erbij neergooit. Zon<strong>de</strong>r rekening <strong>te</strong> hou<strong>de</strong>n met<br />

haar gevoelens, en al zeker niet met <strong>de</strong> gevoelens <strong>van</strong> haar kind.<br />

Over en uit. Week 34, woensdag.<br />

Twaalf dagen gele<strong>de</strong>n is het alweer, dat ik het <strong>de</strong>finitief met haar<br />

heb uitgemaakt. Ik zie haar nog voor me staan, rechtop met allebei<br />

haar han<strong>de</strong>n in haar zij. Ze vraagt me let<strong>te</strong>rlijk waar ze aan toe is.<br />

Ik zeg haar recht in haar gezicht dat ik het helemaal met haar heb<br />

gehad en dat het <strong>de</strong>ze keer <strong>de</strong>finitief uit is.<br />

“Daar ben ik godverd<strong>om</strong>me mooi klaar mee,” zegt ze met een<br />

verwij<strong>te</strong>n<strong>de</strong> blik, “zit ik hier, met mijn kind, moet ik weg en ik kan<br />

nergens naartoe.”<br />

Ze begint me verwij<strong>te</strong>n <strong>te</strong> maken. Onmenselijk ben ik in ie<strong>de</strong>r<br />

geval. “Zelf zit ik er niet zo mee,” zegt ze en ze kijkt me met een<br />

opgeluch<strong>te</strong> blik aan. “Eige<strong>nl</strong>ijk ben ik zelfs blij dat ik <strong>van</strong> je af ben.<br />

Je bent een har<strong>te</strong>loze et<strong>te</strong>r. Maar voor het kind vind ik het wel erg.<br />

Realiseer jij je dat wel? Mijn kind houdt namelijk <strong>van</strong> jou. Ze is<br />

zelfs idolaat <strong>van</strong> je. Godverd<strong>om</strong>me, we hebben alles al gehad, alles<br />

besproken en alles uitgesproken. Het kan <strong>van</strong>af nu alleen maar<br />

be<strong>te</strong>r wor<strong>de</strong>n. Nu zit ik met mijn kind ein<strong>de</strong>lijk eens in een<br />

normale stabiele gezinssituatie, wordt alles in één keer door jou<br />

weggeschoffeld. Wij, mijn kind en ik in ie<strong>de</strong>r geval, zijn gelukkig<br />

gewor<strong>de</strong>n hier in St<strong>om</strong>pwijk. Ein<strong>de</strong>lijk hebben we gevon<strong>de</strong>n wat<br />

we zo hard nodig hebben en raad eens wat er gebeurt?”<br />

Ik hoef haar antwoord niet eens af <strong>te</strong> wach<strong>te</strong>n want ik kan wel<br />

ra<strong>de</strong>n welke kant het opgaat. Ik zal het wel weer gedaan hebben.<br />

Ja hoor, daar k<strong>om</strong>t ze. “Tjonge, tjonge,” zegt ze met een<br />

verwij<strong>te</strong>n<strong>de</strong> blik, “wordt het net een beetje leuk, krijg jij het op je<br />

heupen. Ineens heb je er klaarblijkelijk geen zin meer in en ren je


zo hard als je kunt bij ons <strong>van</strong>daan. Weg <strong>van</strong> je<br />

verantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>n. Je laat mij en mijn kind z<strong>om</strong>aar in <strong>de</strong><br />

s<strong>te</strong>ek. Het ergs<strong>te</strong> is nog <strong>de</strong> manier waarop je dat doet, je pleurt ons<br />

er nog gemakkelijker uit dan dat je <strong>de</strong> vuilnisbak bui<strong>te</strong>nzet.”<br />

Ze slingert nog meer naar mijn hoofd, maar ik luis<strong>te</strong>r er niet<br />

meer naar. Het heeft nu ook geen zin meer een discussie <strong>te</strong><br />

voeren. Ik heb mijn besluit gen<strong>om</strong>en en ik hoef het nu alleen nog<br />

maar uit <strong>te</strong> voeren. Toch krijg ik weer <strong>de</strong> bijna onbedwingbare<br />

behoef<strong>te</strong> <strong>om</strong> net als in <strong>de</strong> afgelopen weken <strong>de</strong> <strong>de</strong>ur uit <strong>te</strong> lopen.<br />

Niet <strong>om</strong> ergens naartoe <strong>te</strong> gaan, maar <strong>om</strong> bij haar <strong>van</strong>daan <strong>te</strong> zijn.<br />

Ik kan nu wel weer voor haar weglopen, maar ik heb nog niet<br />

nagedacht over wat ik ga doen. Maar één ding staat voor mij als<br />

een paal boven wa<strong>te</strong>r, ik blijf niet langer dan nodig met haar on<strong>de</strong>r<br />

hetzelf<strong>de</strong> dak wonen.<br />

Ik <strong>de</strong>nk dat ik morgen maar eens naar Andries ga. Hij is mijn<br />

bes<strong>te</strong> vriend en hij was mijn getuige op onze bruiloft. Hij heeft een<br />

boer<strong>de</strong>rij in het oos<strong>te</strong>n <strong>van</strong> het land en ik ben er altijd welk<strong>om</strong>. Ik<br />

kan daar mooi mijn gedach<strong>te</strong>n verzet<strong>te</strong>n en als ik hier weg ben,<br />

dan kan zij in alle rust, hoe betrekkelijk dan ook, be<strong>de</strong>nken waar ze<br />

naartoe gaat en wat ze gaat doen.<br />

Ik wil <strong>de</strong> nacht niet met haar in één bed door brengen en ik zeg:<br />

“Jij slaapt <strong>van</strong>nacht in het logeerbed.”<br />

Ze pro<strong>te</strong>s<strong>te</strong>ert en ze zegt dat ik het lazarus kan krijgen. Als er<br />

iemand in het logeerbed slaapt, dan ben ik het en zij zeker niet.<br />

Het maakt me niet uit en ik zeg ge<strong>de</strong>ci<strong>de</strong>erd: “Het maakt me niet<br />

uit waar ik slaap, als ik maar niet naast jou hoef <strong>te</strong> liggen.”<br />

“Maar als mijn kind ziet dat we apart slapen, dan weet ze direct<br />

dat er iets aan <strong>de</strong> hand is,” zegt ze, “wat moet ik haar ver<strong>te</strong>llen?”<br />

“Maakt het uit wat ik zeg?” s<strong>te</strong>l ik als we<strong>de</strong>rvraag en ik voeg<br />

eraan toe: “Jij doet ui<strong>te</strong>in<strong>de</strong>lijk toch wat jij zelf wilt. Ik ver<strong>de</strong>nk je<br />

er zelfs <strong>van</strong> dat je het kind al op <strong>de</strong> hoog<strong>te</strong> hebt gebracht.”


Het kind gaat naar bed en ze gaat direct met haar kind mee naar<br />

boven. Ze ver<strong>te</strong>lt me dat ze bij haar kind in bed gaat slapen en ze<br />

wenst me wel<strong>te</strong>rus<strong>te</strong>n. Als ze <strong>de</strong> <strong>de</strong>ur <strong>van</strong> <strong>de</strong> woonkamer<br />

dichtdoet, haal ik opgelucht a<strong>de</strong>m.<br />

Ik ga wat op het In<strong>te</strong>rnet surfen en ik speel een spelletje op <strong>de</strong><br />

c<strong>om</strong>pu<strong>te</strong>r. Het wordt een uur of twee en ik ga ook naar bed. Ik<br />

neem nog even een douche en als ik mijn bed in wil kruipen, ligt<br />

zij er in.<br />

Ze slaat het <strong>de</strong>kbed open en ze nodigt me op die manier uit <strong>om</strong><br />

naast haar <strong>te</strong> k<strong>om</strong>en liggen. Terwijl ze me indringend aankijkt,<br />

loop ik <strong>de</strong> kamer uit. Ik duik het logeerbed in en niet lang daarna<br />

val ik in slaap.<br />

Het wordt och<strong>te</strong>nd en ik pak mijn koffer. Het kind is door haar<br />

moe<strong>de</strong>r al op <strong>de</strong> hoog<strong>te</strong> gebracht dat ik vertrek en ze vraagt aan<br />

me: “Papa, waar<strong>om</strong> ga je weg? Waar ga je naartoe?”<br />

Ik ver<strong>te</strong>l het kind dat ik Andries ga helpen met het bouwen <strong>van</strong><br />

een stal. Als ze me mist kan ze me altijd bellen of een sms sturen.<br />

Het kind is ech<strong>te</strong>r niet gek. “Hebben jullie erge ruzie?” vraagt ze.<br />

Ik voel me niet <strong>de</strong> aangewezen persoon het kind meer <strong>te</strong><br />

ver<strong>te</strong>llen en ik zeg: “Dat moet je maar aan je moe<strong>de</strong>r vragen als ik<br />

weg ben.”<br />

Zij staat op een afstandje naar mij en het kind <strong>te</strong> kijken en ze zegt<br />

niets. Het kind vraagt: “Hoe lang blijf je weg, papa?”<br />

“Net zo lang als het nodig is <strong>om</strong> <strong>de</strong> stal af <strong>te</strong> maken, schatje,”<br />

antwoord ik en ik werp haar moe<strong>de</strong>r een veelbe<strong>te</strong>ken<strong>de</strong> blik toe.<br />

Na een autorit <strong>van</strong> twee uur k<strong>om</strong> ik bij Andries aan. Hij k<strong>om</strong>t<br />

naar bui<strong>te</strong>n en begroet me har<strong>te</strong>lijk. “Je mag me felici<strong>te</strong>ren,” zeg ik<br />

lachend <strong>te</strong>gen hem, “<strong>van</strong>daag ben ik precies twee maan<strong>de</strong>n<br />

getrouwd.”<br />

“Nou, proficiat dan maar,” zegt hij met een hoofdschud<strong>de</strong>nd<br />

gebaar, “k<strong>om</strong> maar snel binnen en ver<strong>te</strong>l me het hele verhaal maar<br />

eens.”


Ik wist het echt niet. Week 34, za<strong>te</strong>rdag.<br />

Ik logeer twee dagen bij Andries als mijn mobiele <strong>te</strong>lefoon gaat.<br />

Het is Klaas, <strong>de</strong> ouds<strong>te</strong> <strong>van</strong> haar twee broers, die benieuwd is naar<br />

mijn kant <strong>van</strong> het verhaal. Ik zeg hem dat het een lang verhaal gaat<br />

wor<strong>de</strong>n en dat ik <strong>de</strong> <strong>te</strong>lefoon daarvoor niet zo‟n geschikt medium<br />

vind. Klaas zegt: “Ik ben <strong>de</strong> gehele dag op kantoor en je bent nu<br />

welk<strong>om</strong>.”<br />

“Ik k<strong>om</strong> er direct aan, over ongeveer twee uurtjes ben ik bij je,”<br />

zeg ik <strong>te</strong>gen hem en we beëindigen het <strong>te</strong>lefoongesprek.<br />

Ik voel enige opluchting, want met Klaas kan ik wel pra<strong>te</strong>n. “Ik<br />

hoop dat ik met hem <strong>van</strong>daag al spijkers met koppen kan slaan,”<br />

zeg ik <strong>te</strong>gen Andries, “ik ga direct weg en ik k<strong>om</strong> in <strong>de</strong> loop <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

avond weer <strong>te</strong>rug.”<br />

Ik stap in mijn auto en ik rijd naar het kantoor <strong>van</strong> Klaas toe. Ik<br />

word ont<strong>van</strong>gen in <strong>de</strong> spreekkamer <strong>van</strong> het kantoor <strong>van</strong> het<br />

familiebedrijf. Haar broer T<strong>om</strong>, <strong>de</strong> jongs<strong>te</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> twee, is er ook.<br />

Ik krijg een kop koffie en ik doe mijn relaas. Het gesprek duurt<br />

meer dan een uur.<br />

Er is iets wat me opvalt. De broers vragen me keer op keer:<br />

“Wist je het dan echt niet?”<br />

Terug naar huis. Week 35, vrijdag.<br />

Ik ben nu bijna een week in het oos<strong>te</strong>n en ik begin <strong>de</strong> kriebels <strong>te</strong><br />

krijgen. Zij moet nou toch wel <strong>van</strong> <strong>de</strong> eers<strong>te</strong> schrik bek<strong>om</strong>en zijn<br />

en nagedacht hebben over hetgeen ze kan gaan doen. Ik hoop dat<br />

ze dat al een beetje weet en dat ze in actie is gek<strong>om</strong>en. Maar mijn<br />

hoop blijkt ij<strong>de</strong>l, want er gebeurt helemaal niets. Ze doet niets<br />

an<strong>de</strong>rs dan klagen en <strong>van</strong> Klaas krijg ik, in <strong>te</strong>gens<strong>te</strong>lling tot wat hij<br />

heeft beloofd, geen enkel <strong>te</strong>ken <strong>van</strong> leven. Ik heb regelmatig<br />

contact met haar, zowel via e-mail als <strong>de</strong> <strong>te</strong>lefoon.


Het zijn vreem<strong>de</strong> gesprekken die ik met haar voer. Zij is,<br />

begrijpelijk, onzeker over haar toek<strong>om</strong>st. Ze vraagt dan ook<br />

s<strong>te</strong>evast of ik mijn belof<strong>te</strong>, dat ik haar zal helpen <strong>om</strong> op <strong>de</strong> rit <strong>te</strong><br />

k<strong>om</strong>en in het geval dat het tussen ons spaak zou lopen, ga<br />

nak<strong>om</strong>en. Elke keer vraagt ze ook of ik me echt aan mijn belof<strong>te</strong><br />

ga hou<strong>de</strong>n en elke keer weer bevestig ik het.<br />

Ik probeer haar uit <strong>te</strong> leggen dat zij het zelf moet doen en dat ik<br />

alleen maar kan helpen. Ik zeg: “Het is jouw toek<strong>om</strong>st en jij moet<br />

zelf bepalen hoe je die <strong>te</strong>gemoet gaat. Ik kan met je mee<strong>de</strong>nken en<br />

ik kan je s<strong>te</strong>unen, in bijvoorbeeld financiële zin. Maar meer doen<br />

kan ik niet.”<br />

Helaas begrijpt ze me niet. Ze verheft <strong>de</strong> situatie waarin ze<br />

vroeger leef<strong>de</strong> tot i<strong>de</strong>aal en ze klaagt over het feit dat ze er niet<br />

naar <strong>te</strong>rugkan. “Alles is weg,” huilt ze, “mijn huis en mijn baan. Ik<br />

moet helemaal opnieuw beginnen en ik heb helemaal niets meer.<br />

Het enige dat ik nog heb zijn zorgen en <strong>de</strong> verantwoording voor<br />

mijn kind.”<br />

Een bijna onweerstaanbare drang k<strong>om</strong>t bij me op <strong>om</strong> haar <strong>te</strong><br />

ver<strong>te</strong>llen dat het haar eigen schuld is. Zij heeft immers zelf haar<br />

baan en huurcontract opgezegd, ondanks mijn uitdrukkelijke<br />

pro<strong>te</strong>s<strong>te</strong>n. Maar ik bedwing het en ik houd mijn mond.<br />

Haar klaagzang gaat over in een an<strong>de</strong>re toon en ik word<br />

on<strong>de</strong>rwerp <strong>van</strong> haar relaas. “Jij hebt het maar gemakkelijk,” zegt ze<br />

verwij<strong>te</strong>nd, “jij gaat strakjes door alsof er niets is gebeurd. Alsof ik<br />

en mijn kind er nooit zijn geweest. Het enige dat ik je vraag is, me<br />

<strong>te</strong> helpen en het enige dat ik zie, is dat je maar in het oos<strong>te</strong>n <strong>van</strong><br />

het land niets zit <strong>te</strong> doen.”<br />

“Wat is het dan dat je precies <strong>van</strong> me verwacht?” vraag ik. “Ik<br />

kan toch niet be<strong>de</strong>nken wat jij moet gaan doen? Of moet ik een<br />

huis voor jou gaan zoeken? Of een baan? Dat kan ik toch niet, dat<br />

zul je echt zelf moe<strong>te</strong>n doen. Ik zal je, als je eenmaal weet wat je<br />

wilt, echt wel helpen waar nodig. Zoals ik heb beloofd.”<br />

“Maar ik kan toch alleen maar <strong>te</strong>rug naar Rhoon,” beweert ze,<br />

“niet eens voor mezelf, maar voornamelijk voor mijn kind. Met


alles wat er gebeurd is en nog gebeuren gaat, is dat <strong>de</strong> enige<br />

mogelijkheid. Zij moet <strong>te</strong>rug naar <strong>de</strong> veilige en vertrouw<strong>de</strong><br />

<strong>om</strong>geving <strong>van</strong> Rhoon. Alleen dan kan al het leed dat jij mijn kind<br />

aandoet, enigszins wor<strong>de</strong>n verzacht.”<br />

Ze gaat ver<strong>de</strong>r: “Helaas zijn er in Rhoon geen huizen <strong>te</strong> vin<strong>de</strong>n<br />

die binnen mijn budget passen. Daarbij heb ik niet eens een<br />

budget <strong>om</strong>dat ik geen baan en dus geen ink<strong>om</strong>en heb. Ik kan niet<br />

eens iets huren of kopen, dus al zou ik <strong>te</strong>rug willen, ik kan niet het<br />

eens.”<br />

“Maar wat ga je dan doen?” vraag ik. “Je kunt toch niet blijven<br />

wach<strong>te</strong>n tot er een goe<strong>de</strong> fee voorbijk<strong>om</strong>t die een huis en een baan<br />

voor je tovert?”<br />

“Ik heb toch niets <strong>te</strong> willen?” jankt ze. “Ik weet toch niet waar ik<br />

naartoe moet?”<br />

“Als je in Rhoon niets kunt vin<strong>de</strong>n, dan zul je toch naar iets<br />

an<strong>de</strong>rs moe<strong>te</strong>n uitwijken,” zeg ik, “je hebt <strong>te</strong>nslot<strong>te</strong> geen keus.”<br />

Ze vervalt in herhalingen. Ze pro<strong>te</strong>s<strong>te</strong>ert. Er is maar één plek<br />

waar ze naartoe kan, en dat is Rhoon.<br />

Ik gooi het over een an<strong>de</strong>re boeg. Ik vraag haar of ze bereid is<br />

naar mogelijkhe<strong>de</strong>n <strong>te</strong> zoeken in plaats <strong>van</strong> s<strong>te</strong>eds alle<br />

onmogelijkhe<strong>de</strong>n op <strong>te</strong> s<strong>om</strong>men.<br />

Haar reactie is al bijna voorspelbaar voor me: “Verwacht jij<br />

ineens iets <strong>van</strong> mij? Hoe haal je het in je hoofd? Jij bent het, die<br />

mij en mijn kind er gewoon uitpleurt. Jij bent het, die beloofd<br />

heeft mij weer op <strong>de</strong> rit <strong>te</strong> zet<strong>te</strong>n als het spaak zou lopen.”<br />

Ze k<strong>om</strong>t geen spat ver<strong>de</strong>r. Ik zie haar wors<strong>te</strong>len en ik realiseer<br />

me dat ze er gewoon niet toe in staat is. In <strong>te</strong>gens<strong>te</strong>lling tot wat ik<br />

lang gedacht heb.<br />

Ik zie haar nog staan. Tij<strong>de</strong>ns onze eers<strong>te</strong> heftige ruzie. Met het<br />

vuur in haar ogen, haar ene hand in haar zij en haar vinger <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

an<strong>de</strong>re hand heen en weer wapperend: “Jij <strong>de</strong>nkt toch niet, dat als<br />

jij mij dumpt, dat ik je ga smeken of ik bij je mag blijven? Ne pas!<br />

Wie <strong>de</strong>nk jij wel, die je bent? Ik zet dan gewoon mijn kind in mijn


auto en ik vertrek. Ik kijk wel waar ik <strong>te</strong>recht kan en hoe ik er<br />

bovenop k<strong>om</strong>. Dat heb ik mijn hele leven al gedaan, dus dat zal<br />

dan ook wel weer lukken. Het enige dat ik <strong>van</strong> je verwacht, is dat<br />

je mij en mijn kind helpt zolang we nog niet op <strong>de</strong> rit staan.”<br />

Ik zie het schrille contrast en ik weet dat er iets moet gebeuren.<br />

Ik besluit naar het wes<strong>te</strong>n <strong>te</strong>rug <strong>te</strong> gaan. Want één ding weet ik<br />

zeker: Als ik niets doe, gebeurt er waarschij<strong>nl</strong>ijk helemaal niets.<br />

Ik bel mijn advocaat uit <strong>de</strong> auto en ik vraag hem <strong>om</strong> raad. Ik<br />

vraag hem ook wat mijn „worst case‟-scenario is. Hij ver<strong>te</strong>lt het me<br />

en daar schrik ik wel een beetje <strong>van</strong>. Hij zegt: “Bij een<br />

echtscheiding <strong>van</strong> tafel en bed zal zij <strong>de</strong> voorzieningenrech<strong>te</strong>r<br />

vragen <strong>om</strong> het woonrecht op jouw huis. Het is namelijk het<br />

ou<strong>de</strong>rlijke huis, schrik niet, <strong>van</strong> jouw gezin en het belang <strong>van</strong> het<br />

kind wordt dan <strong>de</strong> bepalen<strong>de</strong> factor. Het kind zit in St<strong>om</strong>pwijk op<br />

school en haar thuis is toevallig wel jouw huis. Als zij dan ook nog<br />

eens <strong>de</strong> echtscheiding <strong>te</strong>genwerkt en het aanvecht, dan zou het wel<br />

eens negen tot twaalf maan<strong>de</strong>n kunnen duren voordat jij je eigen<br />

huis weer in kan. Let wel, je mag in <strong>de</strong> tussentijd niet eens een voet<br />

over je eigen drempel zet<strong>te</strong>n zon<strong>de</strong>r haar uitdrukkelijke<br />

toes<strong>te</strong>mming.”<br />

Ik besluit Klaas <strong>te</strong> bellen en ik vraag hem <strong>om</strong> hulp. Ik ver<strong>te</strong>l hem<br />

over <strong>de</strong> impasse waarin ik met zijn zus zit. Hij reageert net zoals<br />

zijn zus en hij zegt: “Jij bent het, die een probleem heeft. Jij bent<br />

het immers, die <strong>van</strong> haar af wil. Je zult dus zelf naar een<br />

bevredigen<strong>de</strong> oplossing moe<strong>te</strong>n zoeken.”<br />

Ik wijs Klaas op <strong>de</strong> rol die hij vervult binnen zijn familie. Ik weet<br />

dat hij die morele plicht nu eenmaal heeft. Ui<strong>te</strong>in<strong>de</strong>lijk kan hij er<br />

toch niet on<strong>de</strong>ruit k<strong>om</strong>en en zal hij zijn zus moe<strong>te</strong>n helpen.<br />

“Ik help haar mijn hele leven al,” zegt hij, “en nu ben ik op het<br />

punt gek<strong>om</strong>en dat ik het niet meer doe. Het is vech<strong>te</strong>n <strong>te</strong>gen <strong>de</strong><br />

bierkaai en ze leert het toch nooit. Ze moet het nu zelf maar eens<br />

een keertje oplossen. Ik vind jou een aardige vent, daar ligt het niet


aan, maar ik ga je niet helpen. Ik weet dat het vervelend voor jou<br />

is, maar ik kan er helaas niets an<strong>de</strong>rs <strong>van</strong> maken.”<br />

Ik probeer hem nog een keer mijn kant <strong>van</strong> <strong>de</strong> zaak <strong>te</strong> la<strong>te</strong>n zien,<br />

maar hij is er totaal ongevoelig voor.<br />

Ik gooi het over een an<strong>de</strong>re boeg. “Pas op, Klaas,” dreig ik, “je<br />

dwingt mij op <strong>de</strong>ze manier straks een verschrikkelijk flauw<br />

spelletje <strong>te</strong> moe<strong>te</strong>n gaan spelen.”<br />

Klaas geeft me een dui<strong>de</strong>lijk antwoord. “Dat moet je dan maar<br />

doen,” zegt hij. Hij voegt er ook nog aan toe: “Ik ken die spelletjes<br />

echt wel. Denk jij s<strong>om</strong>s dat ik ze ook niet kan spelen?”<br />

“Daar gaat het niet <strong>om</strong>, Klaas,” zeg ik <strong>te</strong>gen hem, “ik zeg alleen<br />

maar dat ik het ga doen, als ik geen an<strong>de</strong>re uitweg meer zie.”<br />

Ik probeer het nog maar eens een keer. “Klaas,” begin ik, “als we<br />

flauwe spelletjes gaan spelen, dan is daar ui<strong>te</strong>in<strong>de</strong>lijk toch niemand<br />

bij gebaat?”<br />

Ik zet mijn opmerking nog wat kracht bij door mijn kant <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

zaak nog eens <strong>te</strong> belich<strong>te</strong>n. Hij luis<strong>te</strong>rt amper en ik smeek hem<br />

zowat als ik vraag: “Klaas toch, je moet toch met me eens zijn dat<br />

er iets moet gebeuren? Je weet don<strong>de</strong>rsgoed dat jouw zus het zelf<br />

niet kan en ik vraag je <strong>om</strong> hulp. Als jij me niet helpt dan laat je me<br />

toch geen an<strong>de</strong>re keus dan flauwe spelletjes <strong>te</strong> gaan spelen?”<br />

Klaas reageert laconiek en zegt vlak voor hij <strong>de</strong> verbinding<br />

verbreekt: “Het maakt me echt niet uit wat je doet en ik zie het<br />

wel. Gegroet.”<br />

Van Klaas hoef ik dus geen hulp <strong>te</strong> verwach<strong>te</strong>n, maar er moet<br />

wel iets gaan gebeuren. Ik besluit als eers<strong>te</strong> <strong>om</strong> zelf maar eens op<br />

jacht <strong>te</strong> gaan naar een huis voor haar en ik kijk naar zowel huur-<br />

als koopwoningen. In eers<strong>te</strong> instantie zoek ik binnen Rhoon, maar<br />

al snel krijg ik in <strong>de</strong> ga<strong>te</strong>n dat zij gelijk heeft. Er is daar werkelijk<br />

niets <strong>te</strong> vin<strong>de</strong>n. De enige mogelijkheid die ik vind, is inschrijven op<br />

een wachtlijst en als ze geluk heeft, k<strong>om</strong>t ze op z‟n vroegst over<br />

een jaar of drie in aanmerking voor een huurwoning.


Ik breid mijn zoekgebied uit naar gemeen<strong>te</strong>n naast Rhoon en al<br />

snel vind ik een aantal mogelijkhe<strong>de</strong>n. Ik neem me<strong>te</strong>en een optie<br />

op een direct <strong>te</strong> betrekken huurwoning in Barendrecht, in een<br />

spiksplin<strong>te</strong>rnieuwe flat. Ook vind ik daar nog een gemeubileer<strong>de</strong><br />

woning, die per direct <strong>te</strong> betrekken is. Ik vraag <strong>de</strong> makelaars <strong>de</strong><br />

documentatie op <strong>te</strong> sturen naar mijn huisadres. Ik doe het expres,<br />

want ik weet dat zij <strong>de</strong> brievenbus leegt en ik hoop dat ze <strong>de</strong>ze<br />

post on<strong>de</strong>rschept.<br />

Als <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> dag mijn mobiele <strong>te</strong>lefoon gaat, blijkt dat ik het<br />

goed heb ingeschat. Ze is werkelijk in alle sta<strong>te</strong>n. “Wil je ons<br />

helemaal in Barendrecht wegstoppen?” schimpt ze. “Dan heb je<br />

het wel heel slecht voor met mij en mijn kind. Als je ons aan <strong>de</strong><br />

zelfkant <strong>van</strong> <strong>de</strong> maatschappij wilt brengen, dan moet je daar zeker<br />

een woning voor ons huren. Noem je dat helpen? Is dat jouw i<strong>de</strong>e<br />

<strong>van</strong> een belof<strong>te</strong> nak<strong>om</strong>en?”<br />

Het maakt me niet uit. Zelf is ze nog niet ver<strong>de</strong>r gek<strong>om</strong>en dan<br />

klagen over het feit dat ze niet <strong>te</strong>rug kan naar haar dorp.<br />

Bij toeval loop ik <strong>te</strong>gen een <strong>te</strong> huur staan<strong>de</strong>, volledig<br />

gemeubileer<strong>de</strong> vakantiebungalow aan, nog geen tweehon<strong>de</strong>rd<br />

me<strong>te</strong>r bij mijn huis <strong>van</strong>daan. Per direct <strong>te</strong> betrekken.<br />

Ik krijg een i<strong>de</strong>e. Ik ga die bungalow gewoon voor haar huren,<br />

dan kan ik in ie<strong>de</strong>r geval mijn eigen huis weer in.<br />

Ik bel voor <strong>de</strong> zekerheid eerst mijn advocaat en ik ver<strong>te</strong>l hem wat<br />

ik <strong>van</strong> plan ben. Hij zegt: “Ik vind het een uits<strong>te</strong>kend i<strong>de</strong>e. Op<br />

<strong>de</strong>ze manier neem je haar alle wind uit <strong>de</strong> zeilen. Ook laat je<br />

merken dat je begaan bent met hun lot. En met <strong>de</strong> keuze <strong>van</strong> dit<br />

huis blijf je in <strong>de</strong> buurt <strong>van</strong> haar kind, dus dat bewijst dat je ook<br />

nog eens begaan bent met haar lot. Mocht je voor een rech<strong>te</strong>r<br />

k<strong>om</strong>en <strong>te</strong> staan, dan werkt dit zeker in je voor<strong>de</strong>el.”<br />

Hij raadt me aan <strong>om</strong> foto‟s <strong>van</strong> <strong>de</strong> bungalow <strong>te</strong> maken. “Dat is<br />

handig, mocht er een zaak k<strong>om</strong>en,” voegt hij eraan toe.<br />

Ik bel <strong>de</strong> makelaar, maak een afspraak met hem en ik neem een<br />

optie op <strong>de</strong> bungalow. Direct daarna dicht ik haar een fraaie e-mail


waarin ik aangeef, dat ik <strong>de</strong> i<strong>de</strong>ale tussenoplossing heb gevon<strong>de</strong>n.<br />

Ik huur <strong>de</strong> bungalow voor haar en het kind, zodat zij in alle rust<br />

naar een baan en een nieuwe woning kan uitkijken. Het kind kan<br />

gewoon op school blijven tot <strong>de</strong> nieuwe woonsituatie bekend is en<br />

ik ben in <strong>de</strong> buurt <strong>van</strong> het kind, voor het geval ze me nodig heeft.<br />

Het duurt niet lang voordat er een „reply‟ in mijn postvak valt.<br />

Hij begint met: “Ben je nou helemaal <strong>van</strong> <strong>de</strong> pot gepleurd...”<br />

Het spel is begonnen. Ik weet het al, maar zij kan het hooguit<br />

vermoe<strong>de</strong>n. Ik ga een hard <strong>te</strong>gen hard spelletje spelen. Ik kan niet<br />

an<strong>de</strong>rs, ik moet wel.<br />

Ik besluit nog één nachtje weg <strong>te</strong> blijven, maar haar een<br />

voorbo<strong>de</strong> <strong>te</strong> sturen dat haar iets staat <strong>te</strong> gebeuren. Ik stuur haar<br />

een sms met <strong>de</strong> <strong>te</strong>kst: “Hallo schatje, ik zit nog bij Rutger en ik<br />

neem nog één biertje. Je ziet me wel verschijnen.”<br />

Ik laat haar daarmee, in <strong>de</strong> we<strong>te</strong>nschap dat ze niet <strong>te</strong>gen dit soort<br />

onzekerhe<strong>de</strong>n kan, volledig in het ongewisse.<br />

Spelletjes spelen. Week 36, zondag.<br />

Het is <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> avond wanneer ik mijn huis binnenga. Het is<br />

half acht als ik <strong>de</strong> woonkamer binnenstap. Zij zit met haar kind<br />

naar <strong>de</strong> tv <strong>te</strong> kijken en ze kijkt me heel verbaasd aan. Ze vraagt aan<br />

me: “Wat k<strong>om</strong> jij hier nou in hemelsnaam doen?”<br />

Ik zeg: “Ik woon hier, weet je wel. En ik ben <strong>te</strong>rug.”<br />

Het kind schrikt zichtbaar en weet in eers<strong>te</strong> instantie niet wat ze<br />

met me aanmoet. Ik weet niet wat haar moe<strong>de</strong>r haar ver<strong>te</strong>ld heeft,<br />

maar ik kan me er wel iets bij voors<strong>te</strong>llen. Ik zie aan haar<br />

lichaamstaal dat ze ergens over aan het twijfelen is. Ineens staat ze<br />

op, ze bespringt me en ze klampt zich let<strong>te</strong>rlijk aan me vast.<br />

“Hallo schatje,” zeg ik, “ik ben blij dat ik je weer zie.”<br />

“Ik ben zo blij dat je weer thuis bent, papa,” zegt ze, “ga je nu<br />

nooit meer weg?”


Als blikken kunnen do<strong>de</strong>n, dan had ik dit niet meer in kunnen<br />

tikken, zo vuil als haar moe<strong>de</strong>r me nu aankijkt. Het gaat, zoals ik al<br />

weet, een vreselijke scène wor<strong>de</strong>n en ik zet hem in. “Ja wijfie, ik ga<br />

niet meer weg,” zeg ik <strong>te</strong>gen het kind, “maar jouw moe<strong>de</strong>r wel en<br />

helaas moet jij met haar mee.”<br />

“Vuile asbak,” haalt zij direct uit, “je gaat gewoon mijn kind<br />

misbruiken <strong>om</strong> je eigen zin door <strong>te</strong> drijven.”<br />

Ik houd het kind s<strong>te</strong>vig vast en ik kijk haar moe<strong>de</strong>r met een<br />

spot<strong>te</strong>n<strong>de</strong> blik aan. “Ga me niet ver<strong>te</strong>llen dat ik je hier niet voor<br />

gewaarschuwd heb,” zeg ik <strong>te</strong>gen haar, “ik voel me ook in het<br />

geheel niet schuldig. Als er iemand is die zich schuldig moet<br />

voelen, dan ben jij het wel. Ik heb een streep getrokken en <strong>van</strong>af<br />

nu k<strong>om</strong> ik alleen nog maar op voor mijn eigen belangen.”<br />

Ze kent me inmid<strong>de</strong>ls goed genoeg <strong>om</strong> <strong>te</strong> we<strong>te</strong>n dat het me ernst<br />

is en ze probeert iets an<strong>de</strong>rs. “Kunnen we hier niet als<br />

volwassenen over pra<strong>te</strong>n?” vraagt ze.<br />

Ik antwoord: “Volgens mij zijn we dat stadium allang voorbij.<br />

Het is al een dag of twaalf dat ik dat probeer. Ik zie niets en ik<br />

hoor niets. Maar goed, la<strong>te</strong>n we het nog maar eens een keertje<br />

proberen. Ik ben er nu toch.”<br />

Het gesprek ontaardt ech<strong>te</strong>r binnen enkele m<strong>om</strong>en<strong>te</strong>n in een<br />

ordinaire ruzie. Het kind zit op mijn schoot en ze bemoeit zich<br />

ermee. Ze vindt dat haar moe<strong>de</strong>r en ik niet <strong>van</strong> die lelijke dingen<br />

<strong>te</strong>gen elkaar moe<strong>te</strong>n zeggen.<br />

Ineens stapt ze <strong>van</strong> mijn schoot af en ze gaat <strong>de</strong>monstratief bij<br />

haar moe<strong>de</strong>r zit<strong>te</strong>n. Het kind trekt dui<strong>de</strong>lijk partij en kijkt mij met<br />

een verwij<strong>te</strong>n<strong>de</strong> blik aan. Haar moe<strong>de</strong>r maakt me weer het verwijt<br />

dat ik het kind in <strong>de</strong> ruzie betrek.<br />

Ik beaam het en ik zeg <strong>te</strong>gen haar: “Stuur het kind dan ook naar<br />

boven. Dan kunnen wij als twee volwassenen elkaar ongeremd en<br />

ongecensureerd voor rot<strong>te</strong> vis uitmaken. Dat is het toch, wat jij<br />

wilt? Niet constructief naar een oplossing zoeken, maar gewoon<br />

lekker janken en hardop schel<strong>de</strong>n?”


In plaats <strong>van</strong> het kind weg <strong>te</strong> sturen, drukt ze het nog vas<strong>te</strong>r<br />

<strong>te</strong>gen zich aan. Alsof het kind haar voor mij moet beschermen. Ik<br />

besluit <strong>de</strong> wijs<strong>te</strong> <strong>te</strong> zijn en ik zeg <strong>te</strong>gen het kind: “Ik moet met je<br />

moe<strong>de</strong>r alleen pra<strong>te</strong>n, een „gro<strong>te</strong> mensen‟-gesprek voeren. Weet je<br />

wel, <strong>van</strong> die gesprekken waar jouw moe<strong>de</strong>r en ik er <strong>de</strong> laats<strong>te</strong> tijd<br />

iets <strong>te</strong> veel <strong>van</strong> gehad hebben. Ik wil dan ook dat je nu direct naar<br />

je kamer gaat en ik duld geen <strong>te</strong>genspraak.”<br />

Ik kijk het kind dwingend aan en ze gehoorzaamt. Ze staat met<br />

dui<strong>de</strong>lijke <strong>te</strong>genzin op. “Gaan jullie het uitmaken?” vraagt ze bij<br />

het verla<strong>te</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> kamer.<br />

De <strong>de</strong>ur is nog niet dicht of ze begint me uit <strong>te</strong> foe<strong>te</strong>ren. Ze<br />

dreigt dat ze 112 gaat bellen en dat <strong>de</strong> politie me er wel uit zal<br />

gooien.<br />

Ik lach haar mid<strong>de</strong>n in haar gezicht uit, waardoor ze mogelijk<br />

nog kwa<strong>de</strong>r wordt. Ik zeg: “Ik ben <strong>de</strong> brave, liefhebben<strong>de</strong><br />

huisva<strong>de</strong>r die <strong>te</strong>rugk<strong>om</strong>t naar zijn gezin. We hebben een ruzie<br />

gehad, dat is waar, maar ik k<strong>om</strong> <strong>te</strong>rug met <strong>de</strong> in<strong>te</strong>ntie <strong>om</strong> het goed<br />

<strong>te</strong> maken. We zijn nota bene net getrouwd. Denk jij werkelijk dat<br />

je een zodanig verhaal kunt ophangen dat ze me eruit gooien? Ik<br />

hoop het overigens wel, want dan gebeurt er <strong>te</strong>nmins<strong>te</strong> iets.”<br />

Ik kijk haar spot<strong>te</strong>nd aan. “Bel dan,” sar ik haar, “alsjeblieft, bel<br />

dan.”<br />

Ik ga door. “Je hebt een beetje bui<strong>te</strong>n <strong>de</strong> waard gerekend,” zeg<br />

ik, “hoe lang <strong>de</strong>nk je dat ik met me laat sollen? Tot op he<strong>de</strong>n ben<br />

ik er<strong>van</strong> uitgegaan dat we dingen als volwassen mensen kunnen<br />

oplossen, ik zie ech<strong>te</strong>r helemaal niets gebeuren. Je weigert elke<br />

me<strong>de</strong>werking en je jankt alleen maar dat je nergens naartoe kunt<br />

en dat je niets meer hebt. Er rest mij niets an<strong>de</strong>rs meer dan jou er<br />

gewoon uit <strong>te</strong> pes<strong>te</strong>n en dat is wat ik nu ga doen. Ongeacht <strong>de</strong><br />

consequenties, ongeacht jouw opvatting daarover en ongeacht wat<br />

het met je kind gaat doen. Het is jouw keuze <strong>om</strong> een spelletje met<br />

me <strong>te</strong> spelen en je kent me goed genoeg <strong>om</strong> <strong>te</strong> we<strong>te</strong>n wat dat<br />

be<strong>te</strong>kent. Alles wat je doet of verzint laat me volledig koud. Wat je<br />

ook doet of welk argument je ook aandraagt.”


Ik voeg er ook nog aan toe: “By the way, morgen heb ik een<br />

afspraak met <strong>de</strong> makelaar <strong>om</strong> die vakantiebungalow voor je <strong>te</strong><br />

huren. Het kan me niet schelen of je het ermee eens bent of niet,<br />

ik huur hem gewoon. Jij gaat daar fijn met je kind wonen, al moet<br />

ik je er aan je haren naartoe slepen.”<br />

Ze gaat, zoals verwacht, volledig door het lint. Ze ver<strong>te</strong>lt me dat<br />

ze die bungalow zeker niet ingaat. Als ik haar dwing met fysiek<br />

geweld, dan zal ze vech<strong>te</strong>n tot ze er dood bij neervalt. Ik ben een<br />

har<strong>te</strong>loze et<strong>te</strong>r en ik heb geen enkel gevoel voor haar situatie en<br />

dat <strong>van</strong> haar kind. Ze trekt haar arsenaal nog ver<strong>de</strong>r open en ze<br />

begint me <strong>te</strong> beschimpen. Ineens ben ik een waar<strong>de</strong>loze minnaar.<br />

Ik ben impo<strong>te</strong>nt, zielig en ik heb een heel klein dingetje. Ze ver<strong>te</strong>lt<br />

me door wat voor hel ze is gegaan. Hoe erg het is <strong>om</strong> elke avond<br />

met me naar bed <strong>te</strong> moe<strong>te</strong>n en hoe erg het is <strong>om</strong> elke och<strong>te</strong>nd<br />

naast me wakker <strong>te</strong> wor<strong>de</strong>n.<br />

Het maakt me niet uit wat ze zegt en het raakt me nauwelijks. Ik<br />

glimlach naar haar en ik kan het niet la<strong>te</strong>n een pes<strong>te</strong>rige opmerking<br />

<strong>te</strong> maken. Ik zeg: “Natuurlijk schat, ik hou ook heel veel <strong>van</strong> jou.”<br />

God, wat is ze boos. Ze blijft maar razen en tieren. Ze doet maar<br />

en ik doe net alsof ik niets hoor. Ik pak mijn laptop en ik ga<br />

<strong>de</strong>monstratief aan <strong>de</strong> gro<strong>te</strong> tafel zit<strong>te</strong>n. Zij loopt schel<strong>de</strong>nd heen<br />

en weer <strong>te</strong>rwijl ik haar volledig negeer. Ineens gaat ze naar boven,<br />

waarschij<strong>nl</strong>ijk haar kind instoppen. “Even rust,” <strong>de</strong>nk ik bij mezelf<br />

en ik ga naar <strong>de</strong> keuken <strong>om</strong> een kop thee voor mezelf <strong>te</strong> maken.<br />

Even la<strong>te</strong>r k<strong>om</strong>t ze <strong>de</strong> huiskamer weer binnen en ze kijkt me<br />

verwij<strong>te</strong>nd aan. Ik verwacht dat ze weer <strong>te</strong>gen me gaat foe<strong>te</strong>ren,<br />

maar na verloop <strong>van</strong> tijd gaat ze voor <strong>de</strong> tv zit<strong>te</strong>n. Ik doe net alsof<br />

ik een beetje op het in<strong>te</strong>rnet surf, maar natuurlijk heb ik mijn<br />

gedach<strong>te</strong>n er niet bij. Ik ben benieuwd wat het volgen<strong>de</strong> is, dat er<br />

gaat gebeuren.<br />

Na een klein uurtje gaat <strong>de</strong> voor<strong>de</strong>urbel. Ik heb niet eens lang<br />

hoeven <strong>te</strong> wach<strong>te</strong>n, want haar twee broers k<strong>om</strong>en op bezoek. Ze<br />

zijn gealarmeerd door het kind.


Het wordt handjeklap. Niet tussen haar en mij, maar tussen<br />

Klaas en mij. C<strong>om</strong>mitments over en weer wor<strong>de</strong>n <strong>om</strong>gezet in geld<br />

en in een ver<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> spullen. Hij vraagt me hoeveel haar vertrek<br />

me waard is. Bloedgeld noemt hij het, een afkoops<strong>om</strong> voor mijn<br />

gewe<strong>te</strong>n. De familie is het roerend over één ding eens, <strong>de</strong> prijs die<br />

ik moet gaan betalen, moet hoog zijn, erg hoog. Want wat ik ook<br />

ga betalen, het zal nooit genoeg zijn <strong>om</strong> al het leed, dat ik heb<br />

veroorzaakt, <strong>te</strong> c<strong>om</strong>penseren.<br />

Desondanks is Klaas re<strong>de</strong>lijk goed in staat aan al dat leed een<br />

prijs <strong>te</strong> koppelen. Het is net zo hoog als het bedrag dat ik hem al<br />

eer<strong>de</strong>r heb voorges<strong>te</strong>ld. Ik twijfel dan ook geen secon<strong>de</strong> en ik ga<br />

direct akkoord. Ik loop naar <strong>de</strong> c<strong>om</strong>pu<strong>te</strong>r en ik type <strong>de</strong> gemaak<strong>te</strong><br />

afspraken in. Het k<strong>om</strong>t er in het kort op neer dat zij ins<strong>te</strong>mt met<br />

een echtscheiding, ik het overeengek<strong>om</strong>en bedrag betaal, zij wat<br />

spullen meeneemt, zij mijn huis ui<strong>te</strong>rlijk over een maand verlaat en<br />

dat we elkaar finale kwijting verlenen.<br />

Ik print <strong>de</strong> <strong>te</strong>kst in tweevoud uit, één exemplaar voor haar en één<br />

exemplaar voor mij. Mijn opluchting is groot wanneer <strong>de</strong><br />

hand<strong>te</strong>keningen op papier wor<strong>de</strong>n gezet.<br />

Tegelijk bekruipt me het tri<strong>om</strong>fan<strong>te</strong>lijke gevoel dat hoort bij een<br />

overwinning. Ik kan het niet helpen, het gebeurt me gewoon. De<br />

aard <strong>van</strong> het beestje, zal ik maar zeggen. Want als ik ga spelen, dan<br />

doe ik er ook alles aan <strong>om</strong> <strong>te</strong> winnen en ik heb mijn zin gekregen.<br />

Klaas maakt me een verwijt. Hij vindt dat ik een vuil spelletje heb<br />

gespeeld, over <strong>de</strong> rug <strong>van</strong> een onschuldig kind. Fei<strong>te</strong>lijk heeft hij<br />

gelijk en ik heb hem dat niet alleen ver<strong>te</strong>ld, maar er ook voor<br />

gewaarschuwd. Meer<strong>de</strong>re malen zelfs.<br />

Ik beaam zijn aantijging en ik voeg eraan toe dat niet ik het ben,<br />

die ervoor gekozen heeft <strong>om</strong> spelletjes <strong>te</strong> gaan spelen.<br />

Eventjes lijkt hij echt boos <strong>te</strong> wor<strong>de</strong>n. “Je doet zoiets niet als er<br />

een onschuldig kind bij betrokken is,” zegt hij met een verwij<strong>te</strong>n<strong>de</strong><br />

blik.


“Precies,” reageer ik in een ogenblik, “daar ben ik het volledig<br />

mee eens.”<br />

Het sarcasme druipt <strong>van</strong> mijn opmerking af. Ik kan niet aan hem<br />

zien of hij <strong>de</strong> strekking <strong>van</strong> mijn opmerking begrijpt of wil<br />

begrijpen.<br />

Twee verschillen<strong>de</strong> vrouwen.<br />

Terwijl ik me in mijn smalle bedje <strong>om</strong>draai, haal ik het beeld <strong>van</strong><br />

haar, zoals ze er gis<strong>te</strong>ravond bijzat, voor mijn geest en ik zet het af<br />

<strong>te</strong>gen het beeld <strong>van</strong> <strong>de</strong> vrouw, die ik zeven maan<strong>de</strong>n gele<strong>de</strong>n heb<br />

leren kennen. Het lijken wel totaal verschillen<strong>de</strong> vrouwen. Zo<br />

mooi als ze was toen ik haar voor het eerst zag, zo slecht ziet ze er<br />

nu uit. Ze was altijd al heel erg slank, maar nu is ze heel erg mager.<br />

Haar wangen zijn ingevallen en haar ogen liggen diep. De zorgen<br />

zijn direct <strong>van</strong> haar gezicht af <strong>te</strong> lezen. Maar dat zijn slechts <strong>de</strong><br />

ui<strong>te</strong>rlijke kenmerken. Het on<strong>de</strong>rlinge begrip dat wij voor elkaar<br />

had<strong>de</strong>n is ook volledig verdwenen. We maak<strong>te</strong>n alleen nog maar<br />

ruzie. Heftige ruzie. Of we zei<strong>de</strong>n maar niets meer <strong>te</strong>gen elkaar.<br />

Helemaal niets.<br />

Net als gis<strong>te</strong>ravond. Vanaf het m<strong>om</strong>ent dat haar broers het huis<br />

binnenkwamen, heeft ze nauwelijks nog iets gezegd. S<strong>te</strong>rker nog,<br />

ze heeft zich nauwelijks met iets bemoeid.<br />

Ik sprak met Klaas over haar alsof ze één of an<strong>de</strong>re patiënt is, die<br />

niet bij mach<strong>te</strong> is een woordje mee <strong>te</strong> spreken. Net alsof twee<br />

doctoren een inhou<strong>de</strong>lijk en ingewikkeld probleem bespreken in<br />

het bijzijn <strong>van</strong> hun patiënt.<br />

De ene: “Collega, wat <strong>de</strong>nk jij? Zullen we snij<strong>de</strong>n of zagen?”<br />

De an<strong>de</strong>re antwoordt: “In mijn optiek is snij<strong>de</strong>n het bes<strong>te</strong>.”<br />

De eers<strong>te</strong> knikt daarop bevestigend en besluit <strong>de</strong> patiënt ook <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> keuze op <strong>de</strong> hoog<strong>te</strong> <strong>te</strong> brengen. “Het wordt snij<strong>de</strong>n,” meldt hij


<strong>de</strong> patiënt op een manier, die geen enkele reactie of <strong>te</strong>genwerping<br />

vraagt.<br />

Zij zat er maar bij. Volk<strong>om</strong>en onbewogen. Tot aan haar gevraagd<br />

werd of er nog persoo<strong>nl</strong>ijke dingen waren die ze per se mee wil<br />

nemen. Ze zei: “De Harley-Davidson.”<br />

De Harley had ik weliswaar voor haar gekocht, maar niet aan<br />

haar gegeven. Ik weiger<strong>de</strong> dan ook resoluut. “Maar het is mijn<br />

Harley,” pro<strong>te</strong>s<strong>te</strong>er<strong>de</strong> ze emotioneel, “ik heb hem nota bene als<br />

ca<strong>de</strong>au voor mijn huwelijk gekregen!”<br />

Ik reageer<strong>de</strong> direct en ik zei <strong>te</strong>gen Klaas: “Over mijn lijk. Een<br />

Harley-Davidson heeft in mijn optiek niets <strong>te</strong> maken met haar op<br />

<strong>de</strong> rit zet<strong>te</strong>n. Jullie kunnen op je kop gaan staan, die Harley is <strong>van</strong><br />

mij en hij blijft hier.”<br />

Mijn standpunt was hel<strong>de</strong>r en Klaas knik<strong>te</strong> begrijpend. Hij zei<br />

dwingend <strong>te</strong>gen zijn zus: “De Harley blijft hier.”<br />

Ik verwacht<strong>te</strong> nog een <strong>te</strong>genreactie <strong>van</strong> haar, maar die bleef uit.<br />

Ze zat alweer voor zich uit <strong>te</strong> staren.<br />

Ze krijgt <strong>van</strong> mij een heel mooi, met <strong>de</strong> hand geborduurd jurkje. Het staat<br />

haar geweldig en ze is er helemaal mee in haar sas. Ze gaat het dragen met<br />

Kerstmis.<br />

Ineens is ze haar jurkje kwijt, <strong>om</strong>dat ik het per ongeluk meegen<strong>om</strong>en had<br />

naar het oos<strong>te</strong>n. Ik had het gevon<strong>de</strong>n tussen mijn kleren en ik had het nog aan<br />

Andries la<strong>te</strong>n zien. Ik vroeg hem hoe het me zou staan.<br />

“Heel goed, <strong>de</strong>nk ik,” grap<strong>te</strong> hij, “maar het is nogal kort. Dan moet je wel<br />

je benen scheren of zwar<strong>te</strong> panty‟s aandoen.”<br />

Ze vraagt me twee keer per e-mail of ik weet waar haar jurkje is. Ik doe<br />

alsof mijn neus bloedt en ik kan het niet la<strong>te</strong>n <strong>om</strong> voor haar <strong>te</strong> verzwijgen dat<br />

ik het heb. Ik begrijp niet dat ze zich, in <strong>de</strong>ze situatie, druk kan maken over<br />

een jurkje. Ik begrijp sowieso niet dat ze het heeft gemist.<br />

De afspraken zijn gemaakt en <strong>de</strong> hand<strong>te</strong>keningen staan op<br />

papier. Ik pak mijn c<strong>om</strong>pu<strong>te</strong>r in en ik loop nog even naar <strong>de</strong>


adkamer <strong>om</strong> wat toiletspullen <strong>te</strong> pakken. Klaas en T<strong>om</strong> blijven<br />

met hun zus aan <strong>de</strong> gro<strong>te</strong> tafel zit<strong>te</strong>n. Ik k<strong>om</strong> <strong>te</strong>rug <strong>om</strong> afscheid <strong>te</strong><br />

nemen en Klaas staat op <strong>om</strong> me uit <strong>te</strong> la<strong>te</strong>n.<br />

Zij k<strong>om</strong>t ach<strong>te</strong>r Klaas en mij aan. “Heb je echt geen i<strong>de</strong>e waar<br />

mijn jurkje is?” vraagt ze aan me, wanneer ik <strong>de</strong> <strong>de</strong>ur uitloop.<br />

Haar kind, het arme kind.<br />

Gelukkig is nu alles hel<strong>de</strong>r en dui<strong>de</strong>lijk afgesproken. De gro<strong>te</strong> lijn<br />

staat op papier en nu hoeft <strong>de</strong> zaak alleen nog maar afgewikkeld <strong>te</strong><br />

wor<strong>de</strong>n. Ik mijmer nog een beetje door en ik <strong>de</strong>nk aan het kind,<br />

haar kind.<br />

Het arme kind. Papa noemt ze me. Ik wist niet wat het was <strong>om</strong><br />

een kind <strong>te</strong> hebben, want ik heb er zelf nooit één gehad. In eers<strong>te</strong><br />

instantie moest ik haar kind voor lief nemen, want het was een<br />

„package <strong>de</strong>al‟. Ik kreeg het kind <strong>te</strong>nslot<strong>te</strong> <strong>te</strong>gelijk met haar<br />

moe<strong>de</strong>r.<br />

Met <strong>de</strong> tijd veran<strong>de</strong>r<strong>de</strong> mijn gevoel ech<strong>te</strong>r voor het kind. Ik ging<br />

zelfs <strong>om</strong> haar geven. Ik merk<strong>te</strong> dat ik het leuk begon <strong>te</strong> vin<strong>de</strong>n <strong>om</strong><br />

dingen met het kind <strong>te</strong> doen.<br />

An<strong>de</strong>rs<strong>om</strong> was het ook zo en <strong>de</strong> band tussen mij en het kind<br />

werd s<strong>te</strong>eds s<strong>te</strong>rker. Het kind was door mijn invloed en<br />

bemoeienis veel evenwichtiger gewor<strong>de</strong>n in vergelijking met toen<br />

ik haar net had leren kennen. Ik had het niet bewust gedaan, maar<br />

ik had het kind in bescherming gen<strong>om</strong>en <strong>te</strong>gen het inconsequen<strong>te</strong><br />

en wispelturige gedrag <strong>van</strong> haar moe<strong>de</strong>r. Er ontstond een stabiele<br />

en rustige situatie, waarin het kind dui<strong>de</strong>lijk gedij<strong>de</strong>. Haar moe<strong>de</strong>r<br />

begreep er ech<strong>te</strong>r niets <strong>van</strong> en ze kon het maar niet waar<strong>de</strong>ren, hoe<br />

het kind en ik met elkaar <strong>om</strong>gingen.<br />

Het is pas sinds kort dat ik me in <strong>de</strong> volle <strong>om</strong><strong>van</strong>g realiseer wat<br />

het kind al voor haar kiezen heeft gekregen. Erger nog, ik realiseer<br />

me ook wie dat heeft gedaan!


Het kind heeft haar moe<strong>de</strong>r niet kunnen uitkiezen. Ze is net<br />

negen jaar gewor<strong>de</strong>n en ik <strong>de</strong>nk dat ik weet wat het lot <strong>van</strong> het<br />

kind wordt. Ze krijgt waarschij<strong>nl</strong>ijk <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> problemen als haar<br />

moe<strong>de</strong>r.<br />

Ik realiseer me ook dat ik voor het kind niets meer kan<br />

be<strong>te</strong>kenen. Ik verlaat haar moe<strong>de</strong>r en die kan niet an<strong>de</strong>rs dan haar<br />

kind met zich meenemen. Ik zou graag een positieve bijdrage<br />

willen blijven geven aan <strong>de</strong> opvoeding <strong>van</strong> dit kind, maar dat is<br />

helaas niet haalbaar. Ik weet dat en haar broers we<strong>te</strong>n dat. Het<br />

kind heeft rust en stabili<strong>te</strong>it nodig. En met <strong>de</strong> scheiding die k<strong>om</strong>en<br />

gaat, bereik ik exact het <strong>te</strong>genoverges<strong>te</strong>l<strong>de</strong>. Ik kan maar één ding<br />

doen <strong>om</strong> <strong>de</strong> scha<strong>de</strong> <strong>te</strong> beperken. De band tussen mij en het kind<br />

mag niet nog hech<strong>te</strong>r wor<strong>de</strong>n en ik kan niets an<strong>de</strong>rs doen dan zo<br />

snel mogelijk alle ban<strong>de</strong>n verbreken.<br />

Dat haar familie is begaan met het kind is me inmid<strong>de</strong>ls meer dan<br />

dui<strong>de</strong>lijk gewor<strong>de</strong>n. Zij we<strong>te</strong>n namelijk precies hoe haar moe<strong>de</strong>r in<br />

elkaar zit. Ze kunnen niet an<strong>de</strong>rs dan zich erbij neerleggen en er<br />

voor het kind het bes<strong>te</strong> <strong>van</strong> proberen <strong>te</strong> maken. Het is daar<strong>om</strong>, dat<br />

het kind zo vaak bij haar broers of <strong>om</strong>a logeert.<br />

T<strong>om</strong> had <strong>te</strong>rloops eens een opmerking gemaakt toen ik hem mijn<br />

visie gaf op <strong>de</strong> onrust <strong>van</strong> het kind. Hij zei: “Als ze bij mij is, dan<br />

is het een heel lief en rustig kind en ik heb er werkelijk geen<br />

<strong>om</strong>kijken naar. Geen onvertogen woord krijg ik en als ik haar<br />

ergens <strong>om</strong> vraag, dan doet ze het direct. Pas als het m<strong>om</strong>ent<br />

aanbreekt dat ze weer naar huis toe moet, dan wordt ze onrustig,<br />

hyperactief en zelfs recalcitrant.”<br />

Haar moe<strong>de</strong>r had mij al ver<strong>te</strong>ld dat het kind altijd al<br />

aanpassingsproblemen had als het uit logeren was geweest en dat<br />

het er nu eenmaal bij hoor<strong>de</strong>. Ik begrijp nu pas het waar<strong>om</strong> er<strong>van</strong>.<br />

Het kind heeft geen problemen met het afscheid nemen <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong>genen, bij wie ze gelogeerd heeft, maar reageert op het feit dat<br />

ze <strong>te</strong>rug moet naar haar moe<strong>de</strong>r.


Mijn <strong>te</strong>lefoon gaat. Het is <strong>om</strong>a Connie, <strong>de</strong> <strong>om</strong>a <strong>van</strong> het kind.<br />

“Ach Gijs, wat heb ik een verdriet,” begint ze <strong>te</strong>gen me, “is er dan<br />

geen enkele oplossing? Het is zo verschrikkelijk wat er gebeurt,<br />

mijn hart breekt er<strong>van</strong>.”<br />

Ik begin haar uit <strong>te</strong> leggen wat er voorgevallen is tussen haar<br />

doch<strong>te</strong>r en mij. Ze laat me ech<strong>te</strong>r niet uitpra<strong>te</strong>n en ze on<strong>de</strong>rbreekt<br />

me: “Ik ken mijn doch<strong>te</strong>r als geen an<strong>de</strong>r en ik begrijp heel goed<br />

dat je haar verlaat. Dat hoef je me echt niet uit <strong>te</strong> leggen.”<br />

Ik sta perplex en ik weet niet wat ik hoor. “Waar<strong>om</strong> bel je me<br />

dan?” vraag ik haar verbaasd.<br />

“Het kind is weer eens voor <strong>de</strong> zoveels<strong>te</strong> keer op een<br />

verschrikkelijke manier <strong>de</strong> dupe,” zegt ze, “en ik zie hoe goed het<br />

kind gedijt bij jou. Als ik me vervolgens realiseer dat het kind weer<br />

<strong>te</strong>rug moet naar <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> situatie, dan breekt mijn hart. Is er<br />

helemaal niets meer aan <strong>te</strong> doen?”<br />

Ik krijg het i<strong>de</strong>e dat ze aanstuurt op een verzoening, dus ik leg<br />

haar weer uit dat ik niet ver<strong>de</strong>r wil met haar doch<strong>te</strong>r. Ik k<strong>om</strong> niet<br />

ver, want weer on<strong>de</strong>rbreekt ze me. Ze verzekert me dat ze me<br />

begrijpt en vre<strong>de</strong> heeft met mijn beslissing. Ze vraagt me haar<br />

slechts één ding <strong>te</strong> beloven: “Er <strong>te</strong> zijn voor het kind als dat me<br />

nodig heeft.”<br />

Ik draai me nog eens <strong>om</strong> en zie dat het pas half acht is. Ik heb<br />

weliswaar mijn zin gekregen en ik ben <strong>de</strong>finitief <strong>van</strong> haar verlost.<br />

Toch heb ik slecht geslapen. Ik maal maar door. Wat is het toch<br />

dat me dwars zit?<br />

Het is een emotionele tijd geweest. In iets meer dan zeven<br />

maan<strong>de</strong>n tijd verliefd, verloofd, getrouwd én geschei<strong>de</strong>n. Met<br />

pieken en dalen, waarbij <strong>de</strong> pieken extreem hoog waren. Helaas<br />

waren <strong>de</strong> dalen net zo extreem diep.<br />

Wat is er allemaal niet gebeurd? Het maalt maar door. Ik besluit<br />

het maar eens <strong>van</strong> me af <strong>te</strong> schrijven. Dan raak ik het wellicht<br />

kwijt. Wie weet, maak ik er ooit nog eens een boek <strong>van</strong>.


5. Getrouwd, gelukkig. Gelukkig, getrouwd.<br />

Getrouwd. Week 24, zondag.<br />

Ik word zoals gewoo<strong>nl</strong>ijk vroeg wakker en ik lig <strong>te</strong>gen mijn<br />

kersverse echtgeno<strong>te</strong> „aangenapt‟. „Nappen‟, het is het werkwoord<br />

dat wij voor onszelf hebben verzonnen en het is synoniem voor <strong>de</strong><br />

wijze waarop ik met haar slaap. Het is een verbas<strong>te</strong>ring <strong>van</strong><br />

zuignappen. In een lepeltjeslepeltje houding, ik ach<strong>te</strong>r haar en zij in<br />

mijn schoot, en met mijn armen strak <strong>om</strong> haar heen, slaap ik altijd<br />

in. Dat niet alleen, maar meestal word ik ook zo wakker. En <strong>te</strong>gen<br />

ie<strong>de</strong>reen die het maar horen wil, ver<strong>te</strong>l ik het. Hoe bijzon<strong>de</strong>r het is<br />

dat wij, ja wij, samen in één bed slapen. Iets dat we vroeger allebei<br />

nooit <strong>de</strong><strong>de</strong>n. Zo veel behoef<strong>te</strong> als we vroeger had<strong>de</strong>n aan ruim<strong>te</strong>,<br />

zo klein is <strong>de</strong> ruim<strong>te</strong> die we nu nodig hebben.<br />

Ik ruik eens aan haar mooie donkere haar en ik be<strong>de</strong>nk me hoe<br />

blij ik ben, dat we ui<strong>te</strong>in<strong>de</strong>lijk toch met elkaar getrouwd zijn.<br />

Gis<strong>te</strong>ren zei ze „ja‟ <strong>te</strong>gen me. Als officiële bevestiging <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

bijzon<strong>de</strong>re band die wij hebben. In het fraaie gemeen<strong>te</strong>huis in <strong>de</strong><br />

Herenstraat in Voorburg. Ten overstaan <strong>van</strong> <strong>de</strong> amb<strong>te</strong>naar <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

burgerlijke stand en onze familie en vrien<strong>de</strong>n.<br />

Een acht me<strong>te</strong>r lange „streched‟ limousine <strong>van</strong> Amerikaanse<br />

makelij, onze trouwauto, haalt het gehele gezelschap in St<strong>om</strong>pwijk<br />

op. Dat bestaat uit het bruidspaar, mijn bes<strong>te</strong> vriend en getuige<br />

met zijn vrouw, haar bes<strong>te</strong> vriendin en getuige met haar vriend en<br />

haar kind, vergezeld door <strong>de</strong> ouds<strong>te</strong> doch<strong>te</strong>r <strong>van</strong> haar getuige.<br />

Acht mensen in totaal en we hebben dan ook meer dan genoeg<br />

ruim<strong>te</strong> in <strong>de</strong> limousine, waar <strong>de</strong> champagne, ondanks het relatief<br />

vroege tijdstip, al klaar staat.


De zon schijnt volop en er is geen wolkje aan <strong>de</strong> lucht <strong>te</strong> zien.<br />

We rij<strong>de</strong>n langs het kanaal naar Voorburg. We rij<strong>de</strong>n <strong>de</strong> kleine<br />

brug aan <strong>de</strong> Kerkstraat over en dat gaat maar net. Vervolgens<br />

rij<strong>de</strong>n we <strong>de</strong> Herenstraat in, maar <strong>de</strong> limousine is <strong>te</strong> lang <strong>om</strong> <strong>de</strong><br />

draai <strong>te</strong> maken en hij kan niet op een normale manier voor <strong>de</strong> <strong>de</strong>ur<br />

<strong>van</strong> het stadhuis k<strong>om</strong>en. Ik <strong>de</strong>nk dat we moe<strong>te</strong>n gaan lopen, maar<br />

<strong>de</strong> chauffeur geeft zich niet gewonnen. Er ligt een pad in <strong>de</strong> tuin<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> kerk en dit pad ligt in het verleng<strong>de</strong> <strong>van</strong> het stadhuis. De<br />

chauffeur <strong>de</strong>nkt dat we over dit pad precies voor <strong>de</strong> <strong>de</strong>ur kunnen<br />

k<strong>om</strong>en.<br />

Het is al druk in <strong>de</strong> Herenstraat en we baren veel opzien met<br />

onze limousine. Zeker nu het ding daar staat en geen enkele kant<br />

meer op kan. De limousine is voorzien <strong>van</strong> donker glas en je kunt<br />

alleen maar <strong>van</strong> binnen naar bui<strong>te</strong>n kijken. Het is een hilarisch<br />

gezicht, al die mensen die <strong>van</strong> heel dichtbij proberen naar binnen<br />

<strong>te</strong> kijken, waarbij s<strong>om</strong>migen zelfs hun neus <strong>te</strong>gen het glas aan<br />

drukken.<br />

Na een kleine verbouwing <strong>van</strong> twee <strong>te</strong>rrassen en het verplaatsen<br />

<strong>van</strong> een aantal tafels, stoelen en plan<strong>te</strong>nbakken, lukt het <strong>de</strong><br />

limousine op het tuinpad <strong>van</strong> <strong>de</strong> kerk <strong>te</strong> k<strong>om</strong>en. De draai gaat<br />

maar net, <strong>de</strong> auto moet een keer of zes s<strong>te</strong>ken. Ook dat blijkt een<br />

bijzon<strong>de</strong>r schouwspel <strong>te</strong> zijn, want er staan, bui<strong>te</strong>n onze families,<br />

heel veel mensen <strong>te</strong> kijken als wij uitstappen.<br />

Dat we opzien baren blijkt uit het aantal „vreem<strong>de</strong>n‟ die ons<br />

c<strong>om</strong>plimen<strong>te</strong>ren met onze verschijning. De gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> boodschap<br />

is dat ze niet vaak zo‟n mooi bruidspaar hebben gezien. Het<br />

verbaast me niets, want zeker zij ziet er heel bijzon<strong>de</strong>r uit. Haar<br />

doorschijnend gewaad laat meer zien dan het verhult, zon<strong>de</strong>r<br />

ordinair <strong>te</strong> zijn. Het is een doorschijnend topje met daarover<br />

alweer een doorschijnend hesje, waardoor je net niets ziet. Haar<br />

plat<strong>te</strong> buik is bloot en ze heeft een lage, bre<strong>de</strong> heupbroek aan <strong>van</strong><br />

hetzelf<strong>de</strong> ma<strong>te</strong>riaal als het hesje. Door alle lagen is er ook hier net<br />

niets <strong>te</strong> zien. Ik loop dan ook zo trots als een pauw naast haar.


We begroe<strong>te</strong>n onze families en we betre<strong>de</strong>n het stadhuis. We<br />

wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> fraaie trouwzaal in geleid, waar <strong>de</strong> ceremonie<br />

plaatsvindt. We kennen <strong>de</strong> amb<strong>te</strong>naar <strong>van</strong> <strong>de</strong> burgerlijke stand al,<br />

ze was bij ons thuis geweest, en ze begroet ons har<strong>te</strong>lijk.<br />

De ceremonie <strong>van</strong>gt aan en <strong>de</strong> amb<strong>te</strong>naar houdt een heel mooie<br />

toespraak. Ik kijk mijn bruid aan en er schiet een brok in mijn keel.<br />

Ik zie aan haar prachtige ogen hoe <strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> amb<strong>te</strong>naar<br />

haar ook raken. De amb<strong>te</strong>naar verwoordt exact wat wij voor elkaar<br />

voelen. Het c<strong>om</strong>mitment dat we elkaar gegeven hebben, ons<br />

gevoel voor elkaar, wat ons in elkaar trekt, wat ons aan elkaar<br />

bindt. Ze gaat ook in op hoe wij <strong>van</strong>af nu met ons leven <strong>om</strong> willen<br />

gaan. Open, eerlijk en met we<strong>de</strong>rzijds respect. Elkaar voldoen<strong>de</strong><br />

ruim<strong>te</strong> la<strong>te</strong>nd, zijn wij <strong>de</strong> perfec<strong>te</strong> aanvulling op elkaar. Kort<strong>om</strong>, ze<br />

verwoordt precies wat voor een bijzon<strong>de</strong>re band wij met elkaar<br />

hebben.<br />

Bizar, verschrikkelijk, ongelooflijk.<br />

Ik kijk op <strong>de</strong> wekker en ik zie dat het pas half zeven is. Ik doezel<br />

nog even door, <strong>te</strong>rwijl zij in mijn schoot ligt <strong>te</strong> slapen. In<br />

gedach<strong>te</strong>n ga ik <strong>te</strong>rug naar <strong>de</strong> perio<strong>de</strong>, waarin we elkaar net hebben<br />

leren kennen en elkaar aan het ont<strong>de</strong>kken zijn.<br />

Bizar, verschrikkelijk, ongelooflijk. Ik heb geen woor<strong>de</strong>n voor<br />

het gevoel waarmee ik word overspoeld als ik met haar vrij. Elke<br />

keer an<strong>de</strong>rs, elke keer heftiger. Ik breng uren met haar door op<br />

haar groene stoel, aan elkaar vastgeplakt alsof we twee Pritt<br />

plakstif<strong>te</strong>n zijn. Een normaal mens zou er pijn in zijn nek <strong>van</strong><br />

krijgen, maar ik niet. Zij ook niet, althans, ik heb haar nooit horen<br />

klagen.<br />

In<strong>te</strong>gen<strong>de</strong>el.


Het zijn vreem<strong>de</strong> dagen. Overdag is ze in mijn hoofd en is ze het<br />

enige waaraan ik kan <strong>de</strong>nken. Al het an<strong>de</strong>re boeit me niet. Ik kan<br />

nergens mijn aandacht op vasthou<strong>de</strong>n en ik functioneer werkelijk<br />

voor geen me<strong>te</strong>r. Het enige waaraan ik kan <strong>de</strong>nken, is het m<strong>om</strong>ent<br />

dat ik weer bij haar kan zijn en haar weer kan aanraken. Ik ga elke<br />

avond naar haar toe en ik gedraag me in eers<strong>te</strong> instantie als een<br />

gewone vriend voor het kind, niet haar „lover‟. Maar dat vind ik<br />

niet erg, zolang ik maar bij haar in <strong>de</strong> buurt kan zijn.<br />

Wanneer het kind op bed ligt, dan begint het. Ik ga met haar<br />

werkelijk door elk <strong>de</strong>nkbare barrière. We proberen rekening <strong>te</strong><br />

hou<strong>de</strong>n met het kind dat op bed ligt en hopelijk slaapt. Ech<strong>te</strong>r,<br />

elke keer gaan we over het punt heen, dat we nergens rekening<br />

meer mee kunnen hou<strong>de</strong>n. Telkens weer nemen we ons voor <strong>om</strong><br />

het niet meer zover <strong>te</strong> la<strong>te</strong>n k<strong>om</strong>en. En elke keer weer mislukt het<br />

en overschrij<strong>de</strong>n we die <strong>de</strong>nkbeeldige lijn.<br />

Omwille <strong>van</strong> het kind vindt zij het niet goed dat ik bij haar blijf<br />

slapen. We verliezen ech<strong>te</strong>r elk gevoel voor tijd en het is elke keer<br />

al vreselijk laat wanneer ik naar huis toe ga <strong>om</strong> nog een paar<br />

uurtjes <strong>te</strong> slapen.<br />

Afscheid nemen valt me erg moeilijk en wordt daardoor een<br />

bijzon<strong>de</strong>r ritueel. Bij elke tre<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> trap of stap naar <strong>de</strong><br />

voor<strong>de</strong>ur geef ik haar <strong>de</strong> „laats<strong>te</strong>‟ zoen. Elke „laats<strong>te</strong>‟ zoen mondt<br />

uit in een hernieuw<strong>de</strong> vrijpartij, met als gevolg dat er opnieuw<br />

afscheid gen<strong>om</strong>en moet wor<strong>de</strong>n.<br />

Wanneer ik in <strong>de</strong> auto zit of thuis ben k<strong>om</strong>t direct het smsverkeer<br />

op gang. Het aantal keren dat ik <strong>te</strong>gelijk met haar een sms<br />

stuur is zo talrijk, dat er <strong>van</strong> toeval geen sprake meer kan zijn.<br />

Ik weet zeker dat <strong>de</strong> band die ik met haar heb, ver<strong>de</strong>r gaat dan<br />

een gewone verliefdheid en zij <strong>de</strong>nkt er precies hetzelf<strong>de</strong> over. We<br />

zijn elkaars perfec<strong>te</strong> soulma<strong>te</strong>s.<br />

Ik heb zo‟n bijzon<strong>de</strong>re band met haar. Ik weet het en ik voel het.<br />

En hoe bijzon<strong>de</strong>r onze band is, wordt door een onbeken<strong>de</strong> kracht


zelfs bewezen. Ik zit, zoals gewoo<strong>nl</strong>ijk, met haar op <strong>de</strong> groene<br />

stoel als ze aan me vraagt: “Voel jij het ook?”<br />

Ik kijk haar aan met een blik <strong>van</strong> „hoe bedoel je?‟.<br />

Ze vraagt me mijn hand op <strong>te</strong> s<strong>te</strong>ken, net alsof je „ho‟ zegt. Zij<br />

houdt haar hand voor <strong>de</strong> mijne, zo‟n tien centime<strong>te</strong>r ruim<strong>te</strong> la<strong>te</strong>nd.<br />

“Voel je het?” vraagt ze. “Die tin<strong>te</strong>ling?”<br />

Ik kijk haar in eers<strong>te</strong> instantie vreemd aan, want ik begrijp het<br />

niet. Maar ineens voel ik het ook. Ik ervaar een vreemd, warm,<br />

tin<strong>te</strong>lend gevoel, net alsof er een of an<strong>de</strong>r energieveld tussenzit.<br />

Ze heeft wel vaker <strong>te</strong>gen me gezegd: “Wat doe je toch met me?<br />

Als je me aanraakt is het net of je in me zit in plaats <strong>van</strong> aan me.”<br />

Het enige dat het toen <strong>de</strong>ed was het strelen <strong>van</strong> mijn ego, maar ik<br />

had er ver<strong>de</strong>r nooit aandacht aan geschonken.<br />

We experimen<strong>te</strong>ren ermee en we gaan ermee spelen. Ik kan haar<br />

voelen en la<strong>te</strong>n voelen, zon<strong>de</strong>r haar aan <strong>te</strong> raken en dat zelfs over<br />

gro<strong>te</strong>re afstand. Ik merk dat ik het kan besturen, zelfs aan- en<br />

afzet<strong>te</strong>n. Ik plaag haar er regelmatig mee, zeker nadat ik heb<br />

uitgevon<strong>de</strong>n dat ik be<strong>te</strong>r kan zen<strong>de</strong>n dan ont<strong>van</strong>gen. En zij is een<br />

be<strong>te</strong>re ont<strong>van</strong>ger.<br />

Ik neem weer eens afscheid <strong>van</strong> haar <strong>om</strong>dat ik een poging ga<br />

doen <strong>om</strong> wat <strong>te</strong> werken. Het wordt natuurlijk weer zo‟n afscheid,<br />

die een eeuwigheid in beslag neemt. Bij <strong>de</strong> voor<strong>de</strong>ur gek<strong>om</strong>en<br />

scheur ik mezelf als het ware <strong>van</strong> haar los en ik stap in mijn auto.<br />

Als ik wegrijd, voel ik op <strong>de</strong> één of an<strong>de</strong>re manier haar wezen nog<br />

in mezelf ach<strong>te</strong>rblijven.<br />

Ik rijd <strong>de</strong> snelweg op. Het gevoel zit er nog s<strong>te</strong>eds, maar het ebt<br />

langzaam weg. Ik wil dat niet en ik probeer het vast <strong>te</strong> hou<strong>de</strong>n. Ik<br />

concentreer me op haar en in gedach<strong>te</strong>n trek ik haar <strong>te</strong>gen me aan.<br />

Het lukt, want ineens zit het er weer.<br />

Ongeveer een half uur la<strong>te</strong>r rijd ik in <strong>de</strong> buurt <strong>van</strong> Delft. Het<br />

gevoel zit er nog s<strong>te</strong>eds maar <strong>de</strong> in<strong>te</strong>nsi<strong>te</strong>it veran<strong>de</strong>rt. Ik ga ermee<br />

zit<strong>te</strong>n „spelen‟. Terwijl ik me op haar concentreer, <strong>de</strong>nk ik: “Eens


kijken of er iets waar is <strong>van</strong> die verhalen rond<strong>om</strong> connecties en<br />

zo.”<br />

Ik „stuur‟ haar „energie‟ zon<strong>de</strong>r enige <strong>te</strong>rughou<strong>de</strong>ndheid. „Sturen‟,<br />

„energie‟? Ik weet niet hoe ik het doe, waar<strong>om</strong> ik het doe, hoe het<br />

heet of verklaard kan wor<strong>de</strong>n, maar ik doe het gewoon. Ik kijk op<br />

<strong>de</strong> klok <strong>van</strong> mijn auto en ik zie dat het precies elf uur is. Ik bes<strong>te</strong>ed<br />

er geen aandacht meer aan en kort daarna begint het gevoel <strong>te</strong><br />

verdwijnen. Ik ben vlak bij kantoor en ik probeer het daar<strong>om</strong> ook<br />

niet meer vast <strong>te</strong> hou<strong>de</strong>n, ik ga <strong>te</strong>nslot<strong>te</strong> proberen <strong>te</strong> werken.<br />

Als ik even la<strong>te</strong>r op kantoor k<strong>om</strong>, is het helemaal verdwenen. Ik<br />

neem een kopje koffie, praat wat bij met mijn collega‟s en ik pak<br />

mijn laptop uit. Ik zet hem aan en als eers<strong>te</strong> start ik mijn emailprogramma.<br />

Ik open mijn e-mailbox en als eers<strong>te</strong> zie ik dat ik<br />

een e-mail heb <strong>van</strong> haar. Ze schrijft: “Ik zit net ach<strong>te</strong>r mijn bureau<br />

<strong>te</strong> werken en ineens krijg ik het Spaans benauwd. Ik kan het niet<br />

verklaren, maar het is net alsof jij weer met je gedach<strong>te</strong>n hebt<br />

zit<strong>te</strong>n don<strong>de</strong>rjagen. Alleen dit keer heel heftig en in<strong>te</strong>ns. Ik ben<br />

naar bui<strong>te</strong>n gelopen, <strong>de</strong> frisse lucht in en pas na een paar minu<strong>te</strong>n<br />

was het weg. Gek hè?”<br />

Ik stuur haar een reply: “Hoe laat was dat precies?”<br />

Ik wist al welk antwoord ik zou krijgen: “Precies 11:00 uur.”<br />

Zij stuurt mij nog een e-mail met een bijlage. Het gaat over<br />

tweelingzielen. Ik lees het artikel en ik herken bijna alle pun<strong>te</strong>n<br />

waaraan voldaan moet wor<strong>de</strong>n <strong>om</strong> een relatie een<br />

tweelingzielrelatie <strong>te</strong> noemen. Het kan niet missen, het artikel gaat<br />

over haar en mij.<br />

Weer verbaast het me niets. Immers, alles klopt toch aan ons?<br />

Herkenning <strong>van</strong> <strong>de</strong> tweelingziel:<br />

Een ontmoeting tussen tweelingzielen en <strong>de</strong> herkenning is niet<br />

hetzelf<strong>de</strong>. Tweelingzielen kunnen elkaar ontmoet hebben, zon<strong>de</strong>r<br />

dat (we<strong>de</strong>rzijdse) herkenning plaats vindt. De herkenning is pas<br />

mogelijk als bei<strong>de</strong>n al een voldoen<strong>de</strong> ma<strong>te</strong> <strong>van</strong> zelfbewustzijn<br />

hebben ontwikkeld. Is <strong>de</strong>ze fase nog niet aangebroken, dan kunnen


ze een relatie hebben zon<strong>de</strong>r <strong>te</strong> beseffen, dat ze tweelingziel zijn.<br />

Mogelijk is er wel sprake <strong>van</strong> aantrekkingskracht. De herkenning is<br />

een heftig m<strong>om</strong>ent, vaak <strong>om</strong>schreven als „lief<strong>de</strong> op het eers<strong>te</strong><br />

gezicht‟. In bijna alle boeken staan er voorbeeldverhalen <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze<br />

gebeur<strong>te</strong>nissen. Vaak wel erg r<strong>om</strong>antisch <strong>om</strong>schreven, zodat het<br />

verschil tussen die „lief<strong>de</strong> op het eers<strong>te</strong> gezicht‟ en een<br />

zielsherkenning vervaagt. De vraag die vervolgens opk<strong>om</strong>t, is hoe<br />

een tweelingziel <strong>te</strong> herkennen is. Maar er wordt ook gezegd dat bij<br />

we<strong>de</strong>rzijdse herkenning enige vorm <strong>van</strong> twijfel niet meer bestaat. De<br />

betrokkenen we<strong>te</strong>n, <strong>van</strong>uit hun intuïtie, <strong>van</strong>af dat m<strong>om</strong>ent absoluut<br />

zeker wat eraan <strong>de</strong> hand is.<br />

Herkenningspun<strong>te</strong>n:<br />

Fundamen<strong>te</strong>el gevoel <strong>van</strong> eenheid in <strong>de</strong> relatie.<br />

Gaan samen als één vooruit.<br />

Dezelf<strong>de</strong> graad <strong>van</strong> gees<strong>te</strong>lijke ontwikkeling.<br />

Het blijven twee individuen; ze c<strong>om</strong>plemen<strong>te</strong>ren elkaar.<br />

Je weet dat <strong>de</strong>ze relatie een doel heeft, hoewel dit doel zich pas<br />

la<strong>te</strong>r kan ontvouwen.<br />

Zielslief<strong>de</strong> gaat ver<strong>de</strong>r dan „r<strong>om</strong>antische lief<strong>de</strong>‟, c.q. verliefdheid.<br />

Men doet elkaar niet opzet<strong>te</strong>lijk pijn, geen s<strong>te</strong>ken on<strong>de</strong>r wa<strong>te</strong>r,<br />

geen behoef<strong>te</strong> elkaar <strong>te</strong> straffen.<br />

Men voelt <strong>de</strong> pijn <strong>van</strong> elkaar, dus <strong>de</strong> pijn <strong>van</strong> <strong>de</strong> an<strong>de</strong>r moet<br />

z.s.m. opgelost wor<strong>de</strong>n. T.b.v. het geheel.<br />

Gelijke aard, of juist c<strong>om</strong>plementair.<br />

Dezelf<strong>de</strong> wilskracht in crisissituaties.<br />

Strijd wordt snel bijgelegd en tot op <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>m uitgepraat.<br />

Onvoorwaar<strong>de</strong>lijke lief<strong>de</strong> naar elkaar.<br />

Het kind vertoeft regelmatig bij haar va<strong>de</strong>r. Elke keer als het kind<br />

weg is, dan ben ik met haar in mijn huis. De weergo<strong>de</strong>n zijn ons<br />

gunstig gezind en het is over het algemeen heel mooi weer. Ik<br />

breng hele dagen met haar door op het <strong>te</strong>rras en in <strong>de</strong> tuin. We<br />

hoeven helemaal niets en we doen dan ook helemaal niets. We<br />

gaan zo erg in elkaar op, dat ons i<strong>de</strong>e <strong>van</strong> tijd helemaal vervaagt.<br />

Ik voer lange gesprekken met haar. Over toeval, spirituali<strong>te</strong>it, ons<br />

verle<strong>de</strong>n, wat het met ons gedaan heeft, normen en waar<strong>de</strong>n,<br />

vriendschappen, familie, en nog veel meer. Telkens weer verbaas<br />

ik me over het feit, dat ik me zo goed voel bij haar. Ik vul haar


perfect aan en zij mij. Ze begrijpt me volledig en ik laat haar, voor<br />

het eerst dat ik dat een vrouw toesta, helemaal bij me naar binnen<br />

kijken. Ze oor<strong>de</strong>elt niet, althans, ze geeft me nooit het gevoel dat<br />

ze dat doet. Ik ervaar hetgeen ze zegt als zuiver opbouwen<strong>de</strong><br />

kritiek, positief bedoeld.<br />

Geweldig vind ik het, dat ik mijn „an<strong>de</strong>re‟ kant gewoon kan la<strong>te</strong>n<br />

zien, zon<strong>de</strong>r dat ik het risico loop erop afgebrand <strong>te</strong> wor<strong>de</strong>n.<br />

Ze heeft een verrassen<strong>de</strong> kijk op dingen. Ze kan enorm fanatiek<br />

wor<strong>de</strong>n als ze haar mening verkondigt. Het is dan dui<strong>de</strong>lijk aan<br />

haar <strong>te</strong> zien, want haar body language spreekt dan boek<strong>de</strong>len. Haar<br />

ogen schie<strong>te</strong>n vuur en ze gaat har<strong>de</strong>r pra<strong>te</strong>n.<br />

Zo ver<strong>te</strong>l ik haar hoe ik mijn alimentatieplicht ooit heb<br />

afgekocht. Ze reageert ogenblikkelijk en ze laat haar afkeer zeer<br />

dui<strong>de</strong>lijk blijken. “Alimentatie afkopen?” vraagt ze met een<br />

gezicht, waar haar afkeer met bakken <strong>van</strong> afdruipt. “Heb je dat<br />

gedaan? Pak<strong>te</strong> die ex <strong>van</strong> jou gewoon geld <strong>van</strong> je aan?”<br />

Ik probeer haar er <strong>de</strong> re<strong>de</strong>lijkheid <strong>van</strong> in <strong>te</strong> la<strong>te</strong>n zien en ik zeg:<br />

“Ik ben <strong>de</strong>rtien jaar met Iris getrouwd geweest. Ik heb in die tijd<br />

mijn maatschappelijke carrière doorgezet. Zij niet en daar wordt ze<br />

met <strong>de</strong> echtscheiding min of meer <strong>de</strong> dupe <strong>van</strong>. Natuurlijk had ik<br />

huwelijkse voorwaar<strong>de</strong>n, maar moreel vind ik dat ze recht heeft op<br />

een <strong>de</strong>el <strong>van</strong> wat samen opgebouwd is. Ik vind dan ook dat ik het<br />

goed heb opgelost.”<br />

Ik voeg er nog aan toe: “Iris vindt dat trouwens ook.”<br />

Haar afkeur neemt door mijn betoog alleen maar toe en ze zegt:<br />

“Dat zegt een heleboel over jou, maar helaas ook <strong>van</strong> alles over<br />

jouw ex. Want weet je wat dat over haar zegt? Jouw ex is dus ook<br />

al weer zo‟n wijf, die haar hand ophoudt als ze door haar man <strong>de</strong><br />

<strong>de</strong>ur is uitgepleurd. Dat soort wijven zijn geen knip voor hun neus<br />

waard. Ga je die een bak geld meegeven, alleen maar <strong>om</strong>dat ze het<br />

een tijdje goed hebben gehad? Moe<strong>te</strong>n ze daar<strong>om</strong> tot in hun graf<br />

verwend wor<strong>de</strong>n? Weet je wat voor minachting ik daarvoor heb?<br />

Voor die wijven? Ze helpen door exorbitan<strong>te</strong> bedragen <strong>te</strong> eisen


hun ex-mannen zowat naar <strong>de</strong> so<strong>de</strong>mie<strong>te</strong>r <strong>om</strong>dat ze <strong>te</strong> belazerd<br />

zijn <strong>om</strong> hun klauwen <strong>te</strong> la<strong>te</strong>n wapperen. Ziek vind ik het.”<br />

Hoho, hoho, hoho,” lach ik en ik roep haar een halt toe. “Ik<br />

begrijp je boodschap, hoor. Je gespier<strong>de</strong> taal is me volledig hel<strong>de</strong>r.<br />

Maar je praat <strong>te</strong>gen mij, hoor! Rustig maar.”<br />

“Maar ik ben nog niet klaar,” vervolgt ze haar relaas, “weet je<br />

hoe ik dat zou doen? S<strong>te</strong>l, ik woon hier samen met jou en jij trapt<br />

me, <strong>om</strong> wat voor re<strong>de</strong>n dan ook, <strong>de</strong> <strong>de</strong>ur uit. Denk jij dan dat ik<br />

ook maar één cent <strong>van</strong> jou zou aannemen? Mooi niet, dat is mijn<br />

eer <strong>te</strong> na. Daarvoor ben ik veel <strong>te</strong> trots.”<br />

Ik moet er werkelijk hard <strong>om</strong> lachen en ik zeg met een gro<strong>te</strong><br />

grijns: “Ik ben blij dat er nog vrouwen met ballen bestaan, zoals jij.<br />

Maar ik weet ook dat <strong>de</strong> regels <strong>van</strong> het spel nu eenmaal zo zijn en<br />

ik leg me daar maar gewoon bij neer.”<br />

“Bovendien,” voeg ik eraan toe, “geld doet rare dingen met<br />

mensen. Zeg nooit, nooit!”<br />

We pra<strong>te</strong>n vaker over dit on<strong>de</strong>rwerp en soortgelijke zaken. Ze<br />

verkondigt haar mening <strong>te</strong>gen wie het maar horen wil, zo ook<br />

<strong>te</strong>gen mijn zus. Die had <strong>te</strong>gen mij gezegd: “Zozo, Gijsbertus. Dat<br />

is een pittige tan<strong>te</strong>, die je nu aan <strong>de</strong> haak hebt geslagen. Volledig<br />

selfsupporting en ook nog met een mening. Dat is zeker wel<br />

wennen, hè broertje? Een vrouw <strong>te</strong> hebben die jou iets ver<strong>te</strong>lt in<br />

plaats <strong>van</strong> an<strong>de</strong>rs<strong>om</strong>.”<br />

Ik lach <strong>om</strong> haar opmerking en ik geef haar gelijk. Ik ver<strong>te</strong>l mijn<br />

zus ook hoe goed we elkaar aanvullen en dat we aan elkaar<br />

gewaagd zijn. We zullen of op hoge toppen verkeren of in heel<br />

diepe dalen <strong>te</strong>rechtk<strong>om</strong>en. Het wordt het één of het an<strong>de</strong>r, iets<br />

an<strong>de</strong>rs bestaat er niet. Maar <strong>de</strong> basis voor onze relatie is dat we<br />

altijd open en eerlijk naar elkaar zullen zijn en elkaar volledig<br />

zullen respec<strong>te</strong>ren. Natuurlijk zullen wij ook wel eens een<br />

meningsverschil krijgen, maar met dit als gegeven kan het toch<br />

nooit stuk?


Mijn zus kijkt me een beetje meewarig aan en ze zegt: “Tuurlijk<br />

broertje, als jij er maar gelukkig mee bent.”<br />

Een an<strong>de</strong>r populair on<strong>de</strong>rwerp is hoe ik <strong>om</strong>ga met mijn familie<br />

en vrien<strong>de</strong>n. “Ach, lieverd,” zeg ze op een gegeven ogenblik <strong>te</strong>gen<br />

me, “je hebt het zelf niet eens in <strong>de</strong> ga<strong>te</strong>n, maar je bent veel <strong>te</strong><br />

goed voor <strong>de</strong>ze wereld. Ie<strong>de</strong>reen vindt het maar gewoon wat je<br />

voor ze doet. Jij <strong>de</strong>nkt er zelfs niet eens meer bij na. Als iemand<br />

jou iets vraagt, doe je het bijna aut<strong>om</strong>atisch. Vraag jij jezelf wel<br />

eens af of ze iets voor jou zou<strong>de</strong>n doen? Of dat je er iets voor<br />

<strong>te</strong>rugkrijgt, al is het maar een blijk <strong>van</strong> waar<strong>de</strong>ring? Maar ik<br />

vermoed dat zelfs dat er niet eens bij ze afkan.”<br />

Ze gaat ver<strong>de</strong>r: “Kijk naar mij. Ik heb dan weliswaar een kleine<br />

vrien<strong>de</strong>nkring, maar ik kan er volledig op vertrouwen en<br />

<strong>te</strong>rugvallen. Ik ben benieuwd met welke vrien<strong>de</strong>n jij dat hebt.<br />

Want zoals ik ernaar kijk, gebruiken ze je allemaal.”<br />

Ik pro<strong>te</strong>s<strong>te</strong>er, want ik vind het allemaal wel meevallen. “Kijk,”<br />

zeg ik, “dat ze me gebruiken daar ben ik altijd zelf nog bij. Ik kan<br />

zelf wel bepalen tot waar ik me wil la<strong>te</strong>n „misbruiken‟. Bui<strong>te</strong>n dat,<br />

ik vind het wel meevallen en ik zie het niet zo zwaar in. Mijn<br />

vrien<strong>de</strong>n kennen me en als ik iets echt niet wil, dan doe ik het ook<br />

niet. Ie<strong>de</strong>reen weet dat ook.”<br />

Ze houdt er niet over op. Ik moet toch behoorlijk diep na<strong>de</strong>nken<br />

over haar vraag: “S<strong>te</strong>l dat je ineens zou stoppen met <strong>de</strong> dingen die<br />

je nu voor jouw zogenaam<strong>de</strong> vrien<strong>de</strong>n doet. Zou je er ééntje<br />

kunnen noemen, die aan je vraagt hoe het met jou gaat? Gemeend,<br />

<strong>om</strong> jou en niet <strong>om</strong> wat je hebt of wat je doet? Ik <strong>de</strong>nk dat het je<br />

zwaar zal <strong>te</strong>genvallen. Jij bent het immers, die altijd het initiatief<br />

neemt. Ik <strong>de</strong>nk dat er niemand is, die dat <strong>van</strong> je overneemt. Ik<br />

vermoed z<strong>om</strong>aar, dat het wel eens erg stil rond<strong>om</strong> jouw persoon<br />

zou kunnen wor<strong>de</strong>n.”<br />

Ik besluit mijn vriendschappen eens op <strong>de</strong> korrel <strong>te</strong> nemen. Ook<br />

doe ik dat met mijn familie. Ik gebruik het cri<strong>te</strong>rium „iets


<strong>te</strong>rugkrijgen voor wat ik voor een an<strong>de</strong>r heb gedaan‟, zon<strong>de</strong>r<br />

daarbij een <strong>te</strong> fijne weegschaal <strong>te</strong> han<strong>te</strong>ren.<br />

Ik loop er een aantal af en het maakt me niet blij. Ik val, als ik<br />

ernaar ga han<strong>de</strong>len, waarschij<strong>nl</strong>ijk heel snel <strong>te</strong>rug naar net zo‟n<br />

kleine vrien<strong>de</strong>nkring als zij. Maar aan <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re kant, dan is daar<br />

<strong>de</strong> lucht uit en kun je meer aandacht schenken aan <strong>de</strong> relaties, die<br />

het wel verdienen.<br />

Eureka, het ligt zo simpel. Voortaan baseer ik mijn relaties alleen<br />

nog maar op ech<strong>te</strong> lief<strong>de</strong> en ech<strong>te</strong> vriendschappen.<br />

Go With The Flow. Het is ons motto gewor<strong>de</strong>n. Waar we ons<br />

vroeger uitslui<strong>te</strong>nd door ons verstand lie<strong>te</strong>n lei<strong>de</strong>n, la<strong>te</strong>n we dat nu<br />

volledig varen. We han<strong>de</strong>len lou<strong>te</strong>r en alleen nog maar op ons<br />

gevoel. Een gevoel dat we onszelf vroeger nooit toeston<strong>de</strong>n.<br />

Kwetsbaar, onvoorwaar<strong>de</strong>lijk. Het is wel heel eng en bedreigend.<br />

Want als er iets is dat we allebei niet willen, dan is het gekwetst <strong>te</strong><br />

wor<strong>de</strong>n.<br />

Tegelijk is het geweldig en overweldigend. Het geeft een extra<br />

dimensie aan het gevoel, waarmee ik <strong>de</strong> laats<strong>te</strong> tijd rondloop. Het<br />

is totaal nieuw voor me. Zo verliefd als ik nu ben, ben ik in mijn<br />

leven nog nooit geweest. Dat kan ook niet, want nog nooit heb ik<br />

<strong>de</strong> „control‟ op mijn gevoelsleven uit han<strong>de</strong>n gegeven.<br />

Kwetsbaar ops<strong>te</strong>llen heb ik al helemaal nooit gedaan. Geen haar<br />

op mijn hoofd die daaraan dacht. Maar gelukkig is het nu an<strong>de</strong>rs.<br />

Ik kan nu volledig mezelf zijn bij haar. Ik kan zon<strong>de</strong>r meer mijn<br />

gevoel en emoties aan haar blootgeven. Aan <strong>de</strong> vrouw die ik<br />

liefheb. Mijn God, wat hou ik veel <strong>van</strong> haar.<br />

Ik schrijf een lied. Op een melodietje dat ik net heb bedacht. Het<br />

is heel an<strong>de</strong>rs dan mijn gewoo<strong>nl</strong>ijke werk, wat zich het bes<strong>te</strong> laat<br />

<strong>om</strong>schrijven als rechttoe, rechtaan rock-‟n-roll. Het wordt een<br />

balla<strong>de</strong> en ik schrijf <strong>de</strong> <strong>te</strong>kst in nog geen uur. Ik duik mijn tot<br />

h<strong>om</strong>estudiootje <strong>om</strong>gebouw<strong>de</strong> kel<strong>de</strong>r in en ik neem <strong>de</strong> eers<strong>te</strong> versie<br />

<strong>van</strong> het nummer op in nog geen halve dag. Ik maak er een mp3


<strong>van</strong> die ik op mijn websi<strong>te</strong> zet. Ik stuur haar een e-mail waarin ik<br />

haar ver<strong>te</strong>l, dat ik iets over ons geschreven heb en waar ze het kan<br />

vin<strong>de</strong>n.<br />

Zij is er werkelijk helemaal on<strong>de</strong>rs<strong>te</strong>boven <strong>van</strong>. Ik ben zelf ook<br />

ui<strong>te</strong>rma<strong>te</strong> <strong>te</strong>vre<strong>de</strong>n met het nummer, want niet alleen <strong>de</strong> muziek<br />

klopt, maar met name <strong>de</strong> <strong>te</strong>kst. Elke zin, elk woord er<strong>van</strong> klopt.<br />

Fei<strong>te</strong>lijk k<strong>om</strong>t dit nummer recht uit mijn hart op <strong>de</strong> „plaat‟.<br />

I‟m going round in circles and don‟t know where to go<br />

Is there anybody out there, who dares to show me the road<br />

For everything there‟s a reason, what‟s here is meant to be<br />

Here I am fighting my battle; I don‟t resign to my <strong>de</strong>stiny<br />

Sud<strong>de</strong><strong>nl</strong>y there was that connection, with s<strong>om</strong>eone on the other si<strong>de</strong><br />

Our stories were of the same meaning, we‟re having a similar fight<br />

Blessed with very <strong>de</strong>ep feelings, hurt by the ones we love<br />

Ignoring our <strong>de</strong>epest <strong>de</strong>sire, our healing was direc<strong>te</strong>d fr<strong>om</strong> above<br />

Our strength was also our weakness, total surren<strong>de</strong>r we didn‟t know<br />

We have to make our final <strong>de</strong>cision, whether we will let it go with the<br />

flow<br />

In het bijzon<strong>de</strong>r <strong>de</strong> zin „Hurt by the ones we love‟ slaat bij haar<br />

in als een b<strong>om</strong>. Tegelijk met het feit dat zij, net als ik, ons groots<strong>te</strong><br />

verlangen volk<strong>om</strong>en negeren uit angst opnieuw gekwetst <strong>te</strong><br />

wor<strong>de</strong>n. Onze moe<strong>de</strong>rs, die hebben het wel gedaan bij ons. Zij<br />

hebben ons zodanig gevormd, dat we erop onze leeftijd nog s<strong>te</strong>eds<br />

mee aan het wors<strong>te</strong>len zijn. Zij heeft, naar eigen zeggen, haar<br />

moe<strong>de</strong>r er een keer mee geconfron<strong>te</strong>erd. Die was, zoals zij zei,<br />

let<strong>te</strong>rlijk <strong>van</strong> haar voetstuk „gepleurd‟ en er weke<strong>nl</strong>ang <strong>van</strong><br />

overstuur geweest. “Jij moet jouw moe<strong>de</strong>r ook maar eens flink <strong>de</strong><br />

waarheid zeggen,” zegt ze op een gegeven m<strong>om</strong>ent <strong>te</strong>gen me, “dat<br />

zou jouw relatie met haar eens lekker opfrissen.”<br />

Ik zeg haar direct dat ik dat zeker niet ga doen. “Mijn moe<strong>de</strong>r<br />

heeft altijd <strong>de</strong> in<strong>te</strong>ntie gehad <strong>om</strong> mij goed op <strong>te</strong> voe<strong>de</strong>n, ze houdt


<strong>van</strong> me en ze is verschrikkelijk trots op me,” zeg ik resoluut <strong>te</strong>gen<br />

haar, “<strong>te</strong>gelijk heeft het me ook veel goe<strong>de</strong> dingen gebracht. Kijk<br />

maar waar ik sta in <strong>de</strong> maatschappij. Ver<strong>de</strong>r zou ze het nooit<br />

begrijpen en ze zou kapot gaan <strong>van</strong> verdriet. Ook heb ik er vre<strong>de</strong><br />

mee en ik heb me er allang bij neergelegd hoe ze is. Daarbij, ik zou<br />

niet eens we<strong>te</strong>n wat ik er zelf mee zou opschie<strong>te</strong>n.”<br />

“Toch vind ik dat je het bespreekbaar moet maken,” houdt ze<br />

vol, “het heeft mij en <strong>de</strong> relatie tussen mij en mijn moe<strong>de</strong>r juist<br />

heel erg goed gedaan.”<br />

Ik kijk haar niet begrijpend aan. “De relatie tussen mij en mijn<br />

moe<strong>de</strong>r is goed en geloof me, ik kan heel goed met haar <strong>om</strong>gaan,”<br />

zeg ik.<br />

“Ach jongen,” zegt ze met een meewarige blik, “neem nou het<br />

voorval met die kast. Ze luis<strong>te</strong>rt niet eens naar wat je zegt en ze<br />

gaat volledig haar eigen gang. Ondanks dat je hebt gezegd dat je<br />

het niet zou doen, heeft ze ui<strong>te</strong>in<strong>de</strong>lijk toch weer haar zin<br />

gekregen.”<br />

Ik <strong>de</strong>nk <strong>te</strong>rug aan het akkefietje met mijn moe<strong>de</strong>rs kast en ik<br />

realiseer me dat ze, <strong>van</strong>uit haar standpunt gezien, gelijk heeft. Ik<br />

moet even slikken maar ik zeg ver<strong>de</strong>r niets.<br />

“En jij, goedlul,” gaat ze ver<strong>de</strong>r, “jij trapt er <strong>te</strong>lkens weer in.”<br />

Mijn moe<strong>de</strong>r heeft een kast gekocht. Van een „zet het zelf in elkaar‟-merk.<br />

Ze vraagt me of ik hem in elkaar wil zet<strong>te</strong>n, waar ik, gezien mijn drukke<br />

agenda, weinig mogelijkhe<strong>de</strong>n voor heb. Althans, niet op <strong>de</strong> kor<strong>te</strong> <strong>te</strong>rmijn die<br />

mijn moe<strong>de</strong>r voor ogen heeft. Ze ver<strong>te</strong>lt me dat ze een expositie in eigen huis<br />

heeft georganiseerd en dat er veel vrien<strong>de</strong>n en kennissen k<strong>om</strong>en. Ze wil er<br />

„fatsoe<strong>nl</strong>ijk‟ bijzit<strong>te</strong>n en daar<strong>om</strong> wil ze zo graag, dat <strong>de</strong> kast er dan staat. “Jij<br />

kunt toch wel een gaatje vin<strong>de</strong>n, jij bent toch creatief genoeg,” speelt ze in op<br />

mijn gevoel en in <strong>de</strong> we<strong>te</strong>nschap dat ik het haar waarschij<strong>nl</strong>ijk toch niet zal<br />

weigeren. “Bovendien,” gaat ze door, “mijn vriend Jan wil je er graag bij<br />

helpen.”<br />

“Waar<strong>om</strong> laat je het die man dan niet doen?” vraag ik haar.<br />

Mijn moe<strong>de</strong>r zegt: “Ach, dat kan hij niet en hij is er veel <strong>te</strong> oud voor.”


Ik kijk eens in mijn agenda. Over twee dagen kan ik wel een gaatje maken,<br />

dan hoef ik er maar één afspraak voor <strong>te</strong> verzet<strong>te</strong>n. Ik zeg het <strong>te</strong>gen haar.<br />

“Fijn joh, ik wist dat ik op je kon rekenen,” jubelt ze en ze vraagt: “Hoe<br />

laat k<strong>om</strong> je? Dan zorg ik ook dat Jan er is.”<br />

“Alsjeblieft?” zeg ik. “Ik wil best die kast voor je in elkaar zet<strong>te</strong>n, maar<br />

dan wil ik dat graag alleen doen.”<br />

Ze begrijpt me niet. Ik kan hulp krijgen en dan is het toch sneller klaar?<br />

Bovendien is werken met zijn tweeën toch veel gezelliger?<br />

Mijn moe<strong>de</strong>r weet don<strong>de</strong>rsgoed dat ik het liefs<strong>te</strong> alleen werk, maar toch breng<br />

ik het geduld nog eens op <strong>om</strong> het haar uit <strong>te</strong> leggen.<br />

Ik zeg: “Moet je luis<strong>te</strong>ren. Het is sowieso niet leuk <strong>om</strong> <strong>te</strong> doen en of het<br />

gezellig is of niet, dat boeit me voor geen me<strong>te</strong>r. Ik vind het belangrijk <strong>om</strong> het<br />

snel en goed <strong>te</strong> doen, dan ben ik er het snelst <strong>van</strong> af. Daarbij weet je toch wat<br />

voor een zeikerd ik ben. An<strong>de</strong>ren doen het in mijn ogen toch nooit goed genoeg<br />

en daar<strong>om</strong> werk ik het liefst alleen. Dan kan ik alles op mijn gemakje<br />

uitzoeken en als het dan mis gaat, dan heb ik het in ie<strong>de</strong>r geval zelf gedaan.<br />

Bovendien heb ik <strong>de</strong> ervaring dat ik alleen veel sneller werk, dan dat ik dat<br />

met een onhandig hulpje moet doen. Ik ben <strong>te</strong>nslot<strong>te</strong> geen bezigheidstherapeut.”<br />

“Ach man, doe niet zo moeilijk,” houdt ze vol, “zo erg kan dat toch niet<br />

zijn? Daarbij, je doet die man er ook nog eens een plezier mee. Hij heeft<br />

namelijk helemaal niets <strong>om</strong>han<strong>de</strong>n en hij is blij als hij zich nog een beetje<br />

nuttig kan maken.”<br />

Ik ken mijn moe<strong>de</strong>r en ik benadruk haar nogmaals on<strong>de</strong>r welke condities ik<br />

haar kast in elkaar wil zet<strong>te</strong>n. “Als Jan er is,” zeg ik resoluut <strong>te</strong>gen haar,<br />

“dan draai ik me <strong>om</strong> en dan ga ik direct naar huis.”<br />

Ik voeg er nog aan toe: “Ik wil je graag helpen, maar laat het me dan wel op<br />

mijn eigen manier doen.”<br />

“Oké, oké,” moppert ze, “zoals je wilt.”<br />

Woensdagoch<strong>te</strong>nd <strong>om</strong> tien uur stap ik bij mijn moe<strong>de</strong>r naar binnen. Jan is<br />

er ook. Ik kijk mijn moe<strong>de</strong>r aan met een vragen<strong>de</strong> blik: “Wat doet Jan hier?”<br />

Mijn moe<strong>de</strong>r doet net of haar neus bloedt en zegt dat Jan me heel graag wil<br />

helpen. Jan roert zich en voegt eraan toe: “Goh, jongen, wat ben jij een goe<strong>de</strong>


zoon voor jouw moe<strong>de</strong>r. Ze heeft gezegd dat je mijn hulp niet wilt vragen, maar<br />

voor jou doe ik het graag.”<br />

“Ennuh, niet alleen voor jou,” zegt hij er knipogend bij, “maar natuurlijk<br />

ook voor je moe<strong>de</strong>r, snap je?<br />

Eige<strong>nl</strong>ijk ben ik niet eens verrast, want ik had kunnen we<strong>te</strong>n dat ze zoiets<br />

<strong>te</strong>gen Jan gezegd heeft. Niet rechtstreeks „Gijs wil het niet!‟, maar „Gijs durft<br />

het je niet vragen‟. Het heet leugentje <strong>om</strong> bestwil en het heeft zich al vaak <strong>te</strong>gen<br />

haar gekeerd. Ik probeer Jan er nog <strong>van</strong> <strong>te</strong> overtuigen dat ik liever alleen werk,<br />

maar hij houdt voet bij stuk. Jan gaat me helpen, of ik wil of niet. Ik kijk<br />

mijn moe<strong>de</strong>r hulpeloos aan, maar die hult zich in „horen, zien en vooral<br />

zwijgen‟.<br />

Nu moet ik voor mezelf een keuze maken. Weggaan of toch samen met Jan<br />

<strong>de</strong> kast in elkaar zet<strong>te</strong>n. Ik kies voor het laats<strong>te</strong>.<br />

Ik heb er nog spijt <strong>van</strong>. Jan is niet echt handig en hij heeft weinig<br />

„bouwkundig‟ inzicht. Hij loopt me in <strong>de</strong> weg en doet per <strong>de</strong>finitie <strong>de</strong> verkeer<strong>de</strong><br />

dingen. Ik geef hem een paneel en ik zeg: “zet dit links.” Hij pakt het beet,<br />

kijkt op <strong>de</strong> <strong>te</strong>kening en hij zet het rechts. Ik zeg er maar niets <strong>van</strong> en ik<br />

verplaats het als hij even niet kijkt. Jan begint dozen open <strong>te</strong> scheuren en <strong>de</strong><br />

inhoud uit <strong>te</strong> pakken. “Niet doen,” zeg ik <strong>te</strong>gen Jan, “dat zijn <strong>de</strong> laatjes en<br />

die doen we pas la<strong>te</strong>r.”<br />

“Ze kunnen toch maar alvast uitgepakt zijn,” zegt Jan en hij gaat<br />

onverstoorbaar door.<br />

Helaas legt hij <strong>de</strong> spullen tussen <strong>de</strong> elemen<strong>te</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> kast en ik schuif ze<br />

opzij. Het geeft Jan <strong>de</strong> gelegenheid <strong>om</strong> nog eens kritisch naar <strong>de</strong> <strong>te</strong>kening <strong>te</strong><br />

kijken en weer een paar panelen <strong>te</strong> verplaatsen.<br />

Ik begin me aan <strong>de</strong> man <strong>te</strong> ergeren en het m<strong>om</strong>ent breekt aan dat ik mijn<br />

ergernis niet meer kan bedwingen. Ik val zo hard <strong>te</strong>gen hem uit, dat ik er zelf<br />

<strong>van</strong> schrik. Ik verontschuldig me, maar het leed is al geschied.<br />

Jan heeft mijn boodschap begrepen en hij druipt af. Ik baal als een s<strong>te</strong>kker.<br />

Ik ben boos gewor<strong>de</strong>n op iemand, die het heel goed heeft bedoeld. Ik weet ook<br />

dat ik boos ben gewor<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> verkeer<strong>de</strong>.


“Je hebt verd<strong>om</strong>d nog gelijk ook,” zeg ik en ik laat het hele geval<br />

nog even <strong>de</strong> revue passeren. “Ze doet in<strong>de</strong>rdaad wat ze zelf wil en<br />

ze gaat er in<strong>de</strong>rdaad klakkeloos <strong>van</strong> uit dat ik me wel schik.”<br />

Zij kijkt mij tri<strong>om</strong>fan<strong>te</strong>lijk aan met een blik <strong>van</strong> „zie je nou wel‟.<br />

Ik begrijp wat ze wil, maar ik wil er niet aan. Ik zeg: “Het is en<br />

blijft mijn moe<strong>de</strong>r. Natuurlijk heeft ze haar streken, maar wie heeft<br />

die niet? Ik ken <strong>de</strong> aard <strong>van</strong> het beestje en ik ben echt niet<br />

voornemens die <strong>te</strong> gaan veran<strong>de</strong>ren. Al zou ik het kunnen, ik zou<br />

het niet eens willen.”<br />

Ze zit me een beetje spot<strong>te</strong>nd aan <strong>te</strong> kijken als ik zeg: “Je hebt<br />

gelijk, ik had het in<strong>de</strong>rdaad kunnen we<strong>te</strong>n. De volgen<strong>de</strong> keer let ik<br />

er be<strong>te</strong>r op en wie weet doe ik het zelfs niet eens meer. Of<br />

misschien juist wel, want het is en blijft mijn moe<strong>de</strong>r.”<br />

Ze legt zich erbij neer dat ik het toch niet ga doen en ze houdt<br />

haar mond. Ze blijft me met haar donkere ogen spot<strong>te</strong>nd<br />

aankijken. Ik kan het daar<strong>om</strong> niet nala<strong>te</strong>n <strong>om</strong> <strong>te</strong> zeggen: “Daarbij<br />

moet je natuurlijk <strong>de</strong> band die ik met mijn moe<strong>de</strong>r heb niet over<br />

één kam scheren met <strong>de</strong> band die jij hebt met <strong>de</strong> jouwe. Natuurlijk<br />

zie ik overeenk<strong>om</strong>s<strong>te</strong>n, maar ik zie ook een heleboel verschillen. Ik<br />

zie jou dingen accep<strong>te</strong>ren, die ik weer niet begrijp. Het zal wel met<br />

<strong>de</strong> bloedband <strong>te</strong> maken hebben.”<br />

Het is één <strong>van</strong> die dagen. We lopen smoorverliefd door het<br />

winkelcentrum <strong>van</strong> Zoe<strong>te</strong>rmeer. De zon schijnt volop, het kind is<br />

bij haar va<strong>de</strong>r en we doen wat we willen. We nemen een kopje<br />

koffie op één <strong>van</strong> <strong>de</strong> volle <strong>te</strong>rrasjes. Ze verrast me wanneer ze<br />

ineens voors<strong>te</strong>lt <strong>om</strong> bij mij <strong>te</strong> k<strong>om</strong>en wonen.<br />

Ik vraag hoogst verbaasd: “Wil je dat dan?”<br />

“Ja,” zegt ze, “ons c<strong>om</strong>mitment naar elkaar is zo groot, we<br />

wonen al zowat samen in mijn huis en het zou voor ons - doelend<br />

op haarzelf en haar kind - een nieuwe start be<strong>te</strong>kenen in een<br />

nieuwe <strong>om</strong>geving. We zijn dan in één klap verlost <strong>van</strong> al het oud<br />

zeer uit Rhoon. Het is, gelet op waar jij, mijn kind en ik staan,<br />

volgens mij <strong>de</strong> enige logische stap.”


“De enige logische stap?” <strong>de</strong>nk ik en ik laat <strong>de</strong> afgelopen tijd <strong>de</strong><br />

revue passeren.<br />

Het is met ons heel erg snel gegaan. Na onze eers<strong>te</strong><br />

kennismaking slaap ik <strong>de</strong> eers<strong>te</strong> week nog in mijn eigen huis. Haar<br />

broer T<strong>om</strong> trouwt na die week en ik ga al met haar mee naar zijn<br />

bruiloft. Het grapje dat hij maakt, valt bij haar verkeerd. “Als hij<br />

maar wat langer blijft dan jouw gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> vriend,” grapt hij,<br />

“want ik heb geen zin <strong>om</strong> over een paar weken zijn gezicht <strong>van</strong><br />

mijn trouwfoto‟s af <strong>te</strong> moe<strong>te</strong>n knippen.”<br />

Direct na <strong>de</strong> bruiloft blijf ik bij haar slapen. Ik krijg wat ruim<strong>te</strong> in<br />

haar kledingkast en een plankje in het badkamermeubel. Ik<br />

probeer het voor mezelf c<strong>om</strong>fortabel <strong>te</strong> maken, maar ik kan mijn<br />

kont niet keren en ik mis mijn spullen. Het is een logeerpartij die<br />

uit <strong>de</strong> hand loopt. Ik moet maar met haar gaan lat<strong>te</strong>n. Maar zij wil<br />

dat niet en ik eige<strong>nl</strong>ijk ook niet. We willen <strong>te</strong>nslot<strong>te</strong> zoveel<br />

mogelijk samen zijn. Ik kijk <strong>de</strong> hele dag uit naar <strong>de</strong> nacht met haar.<br />

De hele nacht lig ik in een roes met haar <strong>te</strong> don<strong>de</strong>rjagen en<br />

overdag geniet ik <strong>van</strong> elk m<strong>om</strong>ent, dat ik maar met haar kan<br />

doorbrengen.<br />

Ik ga kijken naar een pied <strong>de</strong> <strong>te</strong>rre in Rhoon, maar ik kan niets<br />

geschikts vin<strong>de</strong>n. Zowel kopen als huren gaat niet. Ik besluit naar<br />

een huis met een maatje gro<strong>te</strong>r <strong>te</strong> gaan kijken. En zo overtuigd als<br />

ik ben <strong>van</strong> „ons‟, kijk ik gelijk naar een huis dat geschikt is voor<br />

mezelf, haar en haar kind.<br />

Ik bekijk zeven huizen, samen met haar. Er k<strong>om</strong>t er slechts<br />

ééntje enigszins in <strong>de</strong> buurt <strong>van</strong> mijn wensen, maar dit huis moet<br />

nog ingrijpend verbouwd wor<strong>de</strong>n. Daar heb ik, gelet op mijn<br />

recen<strong>te</strong> verbouwingsverle<strong>de</strong>n, absoluut geen zin in. Bovendien,<br />

een verbouwing gaat al snel een maand of vier duren en dat duurt<br />

me ook nog eens veel <strong>te</strong> lang.<br />

Ik kijk haar aan en ik zeg: “Ik <strong>de</strong>nk in<strong>de</strong>rdaad dat je gelijk hebt.<br />

Het lijkt in<strong>de</strong>rdaad <strong>de</strong> enige logische stap.”


“Denk je eens in,” jubelt ze, “wij samen. Voor altijd. Het kind in<br />

een rustige, stabiele en vooral veilige <strong>om</strong>geving. Mooier kan ik het<br />

me niet voors<strong>te</strong>llen.”<br />

Ze kijkt me met haar mooie donkere ogen vragend aan en ze<br />

zegt: “Het enige dat ik <strong>van</strong> je verwacht is dat je me helpt. Begrijp je<br />

dat?”<br />

Ik smelt. Ze heeft het voor mij over <strong>om</strong> naar St<strong>om</strong>pwijk <strong>te</strong><br />

verhuizen. Ik hoef haar alleen maar <strong>te</strong> helpen. Maar dat is toch<br />

logisch, natuurlijk ga ik haar helpen.<br />

Ik ben in haar huis en ik verwacht haar elk m<strong>om</strong>ent. Ik hoor <strong>de</strong><br />

voor<strong>de</strong>ur en even la<strong>te</strong>r k<strong>om</strong>t ze binnenstuiven. Ik zie direct aan<br />

haar dat er iets is. “Weet jij wat die fijne moe<strong>de</strong>r me nu weer<br />

geflikt heeft?” raast ze, <strong>te</strong>rwijl ze driftig heen en weer loopt.<br />

Ik kijk haar aan met een vragen<strong>de</strong> blik en ik zeg: “Nou?”<br />

“Ze heeft me let<strong>te</strong>rlijk gezegd dat jij veel <strong>te</strong> goed bent voor mij,”<br />

raast ze ver<strong>de</strong>r, let<strong>te</strong>rlijk door het dolle heen. Haar ogen zit<strong>te</strong>n vol<br />

vuur en ze blijft heen en weer lopen. “Ze praat <strong>te</strong>gen me alsof ik <strong>te</strong><br />

min zou zijn voor jou,” schimpt ze.<br />

“Maak je niet zo druk,” zeg ik <strong>te</strong>gen haar, “ga even zit<strong>te</strong>n. Ik pak<br />

iets voor je <strong>te</strong> drinken. Limona<strong>de</strong>?”<br />

Ze hoort me niet en ze gaat door. “Die takketrol,” zegt ze,<br />

“typisch mijn moe<strong>de</strong>r. Heb ik met jou ein<strong>de</strong>lijk iets moois<br />

gevon<strong>de</strong>n, zegt ze dat ze me het niet gunt. Dat valse kreng.”<br />

“Meen je dat nou serieus?” vraag ik verbaasd. “Heeft ze het<br />

let<strong>te</strong>rlijk zo gezegd?”<br />

Ik kan me werkelijk niet voors<strong>te</strong>llen dat haar moe<strong>de</strong>r zoiets<br />

gezegd kan hebben en ik kijk haar vragend aan.<br />

“Ja, echt,” raast ze, “godverd<strong>om</strong>me, wat haat ik dat mens. Ik had<br />

je toch al eer<strong>de</strong>r ver<strong>te</strong>ld hoe ze in elkaar zit. Ze is geen ech<strong>te</strong><br />

moe<strong>de</strong>r, maar gewoon een jaloers kreng dat alleen maar aan<br />

zichzelf <strong>de</strong>nkt. En als er iemand is die niet jaloers op mij hoeft <strong>te</strong><br />

zijn, dan is zij dat wel. In<strong>te</strong>gen<strong>de</strong>el zelfs.”


Ik kijk haar vragend aan en zij vervolgt haar uitleg. “Ik ben het,”<br />

zegt ze, “die altijd jaloers op haar is geweest. Ze was vroeger mooi,<br />

leuk en slank, <strong>te</strong>rwijl ik lelijk, saai en dik was. Bovendien had zij<br />

een prachtige bos stijl, zwart haar en ik liep rond met een<br />

ach<strong>te</strong>rlijke bos ro<strong>de</strong> krullen, waar ook nog eens een ro<strong>de</strong> strik in<br />

moest.”<br />

“Dat is toch al een poosje gele<strong>de</strong>n,” zeg ik, “ik neem toch aan<br />

dat daar nu geen sprake meer <strong>van</strong> is?”<br />

“Pas rond mijn 18e veran<strong>de</strong>r<strong>de</strong> dat pas,” zegt ze, “toen ik door<br />

anorexia zo‟n slordige 20 kg was afgevallen en rood haar, door het<br />

liedje „meisjes met ro<strong>de</strong> haren‟, in <strong>de</strong> mo<strong>de</strong> kwam. Ik begon mijn<br />

ro<strong>de</strong> haar zelfs <strong>te</strong> waar<strong>de</strong>ren, zeker toen het vurige er af ging en<br />

het wat donker<strong>de</strong>r werd. Jongens die me vroeger nooit zagen<br />

staan, liepen ineens in bosjes ach<strong>te</strong>r me aan. Geweldig vond ik het,<br />

en neem maar <strong>van</strong> mij aan, dat ik ze ook heb la<strong>te</strong>n lopen!”<br />

“Ik begrijp alleen het verband met jouw moe<strong>de</strong>r niet,” zeg ik.<br />

“Dat is eenvoudig,” zegt ze, “toen is ze jaloers op mij gewor<strong>de</strong>n.<br />

Ze wil<strong>de</strong> hebben wat ik had.”<br />

“Hoe bedoel je? Hebben wat jij had?” vraag ik weer.<br />

“Zij wordt ou<strong>de</strong>r en ik mooier,” verklaart ze, “ik krijg <strong>de</strong><br />

aandacht die zij wil hebben. Daar<strong>om</strong> kan ze het gewoon niet<br />

hebben dat ik gelukkig ben.”<br />

Ze k<strong>om</strong>t met een uitsmij<strong>te</strong>r: “Weet je wie die vent is, waar ze al<br />

tien jaar mee samenwoont? Die Hannes? Die lange, die jij op <strong>de</strong><br />

bruiloft <strong>van</strong> mijn broertje T<strong>om</strong> hebt gezien. Dat is nota bene mijn<br />

ex, waar ik negen jaar mee getrouwd ben geweest!”<br />

Hannes is haar twee<strong>de</strong> ex. Hij heeft een eigen zaak die niet goed loopt. Hij<br />

is klant bij het bedrijf <strong>van</strong> Klaas, die zijn financieel adviseur is. Klaas is <strong>van</strong><br />

mening dat <strong>de</strong> administratieve kant <strong>van</strong> Hannes‟ zaak slecht geregeld is. Zijn<br />

zus, net afgestu<strong>de</strong>erd als bedrijfskundige, kan dat voor hem opzet<strong>te</strong>n en<br />

uitvoeren.<br />

Zij werkt een jaar of zes voor hem, als <strong>de</strong> echtgeno<strong>te</strong> <strong>van</strong> Hannes haar<br />

voors<strong>te</strong>lt, <strong>om</strong> eens een keertje met Hannes uit e<strong>te</strong>n <strong>te</strong> gaan. In eers<strong>te</strong> instantie is


ze er verbaasd over, maar ze <strong>de</strong>nkt: “Waar<strong>om</strong> ook niet?” en ze gaan uit e<strong>te</strong>n.<br />

De aap k<strong>om</strong>t re<strong>de</strong>lijk snel uit <strong>de</strong> mouw, Hannes wil wel iets met haar. Met<br />

me<strong>de</strong>we<strong>te</strong>n <strong>van</strong> zijn vrouw, nota bene.<br />

Hannes blijkt voornemens <strong>van</strong> zijn vrouw <strong>te</strong> schei<strong>de</strong>n en hij wil wel met haar<br />

trouwen. Zij <strong>de</strong>nkt weer: “Waar<strong>om</strong> ook niet?” en ze trouwen. Het is, zoals<br />

zij zegt, een verstandshuwelijk. Hannes is twaalf jaar ou<strong>de</strong>r dan zij en zij ziet<br />

hem dan ook niet als echtgenoot, maar meer als een goe<strong>de</strong> vriend. Het k<strong>om</strong>t<br />

haar ook wel goed uit, want ze heeft, sinds haar eers<strong>te</strong> echtscheiding, toch niets<br />

meer op met mannen en seks boeit haar maar matig. Hannes gaat ook nog<br />

met een an<strong>de</strong>re vrouw <strong>om</strong>, hij heeft er zelfs nog een fotootje <strong>van</strong> in zijn<br />

por<strong>te</strong>monnee. Daar heeft zij geen enkel probleem mee. Ze <strong>de</strong>len het ech<strong>te</strong>lijke<br />

bed toch niet en ze hebben allebei <strong>de</strong> beschikking over hun eigen vertrekken.<br />

Ver<strong>de</strong>r is zij, door haar aantrekkelijke verschijning, goed voor het ego <strong>van</strong><br />

Hannes. Zeker als ze mo<strong>de</strong>llenwerk doet op <strong>de</strong> zonnige stran<strong>de</strong>n <strong>van</strong><br />

Frankrijk, loopt Hannes als een haantje naast haar. Kort<strong>om</strong>, een i<strong>de</strong>aal<br />

koppel met een perfect verstandshuwelijk.<br />

Op een gegeven m<strong>om</strong>ent gaat Hannes drinken. Eerst af en toe, la<strong>te</strong>r elke<br />

dag. Eerst een paar glaasjes per dag, la<strong>te</strong>r een paar flessen per dag. Hij<br />

mishan<strong>de</strong>lt haar als hij dronken is. Eerst nog verbaal, maar la<strong>te</strong>r ook fysiek.<br />

Hannes is een alcoholist gewor<strong>de</strong>n die elke avond doorzakt en meestal al heel<br />

vroeg in <strong>de</strong> avond in zijn dronkemansroes valt.<br />

Zij ziet dan direct haar kans schoon. Ze gaat dan direct naar haar vriendje<br />

toe, die een eindje ver<strong>de</strong>rop in het dorp woont. Daarmee heeft zij wel <strong>de</strong> relatie,<br />

die ze niet met Hannes heeft of kan hebben.<br />

“Hannes heeft het altijd vermoed, maar hij heeft me nooit kunnen<br />

betrappen,” ver<strong>te</strong>lt ze met trots <strong>te</strong>gen me.<br />

Negen jaar duurt haar huwelijk met Hannes, tot zij besluit er een ein<strong>de</strong> aan<br />

<strong>te</strong> maken. Daarmee is Hannes direct <strong>de</strong> administratieve kracht <strong>van</strong> zijn<br />

bedrijf kwijt. Zijn ex-schoonmoe<strong>de</strong>r, haar moe<strong>de</strong>r dus, werkt ook in het<br />

familiebedrijf en ze springt in.<br />

Er ontstaat een r<strong>om</strong>ance tussen Hannes en haar moe<strong>de</strong>r. Dat kan niet lang<br />

verborgen blijven en zij k<strong>om</strong>t haar doch<strong>te</strong>r op een gegeven m<strong>om</strong>ent ver<strong>te</strong>llen dat<br />

ze hopeloos verliefd is. Die is natuurlijk zeer nieuwsgierig wie die gelukkige is


en ze vraagt haar moe<strong>de</strong>r hon<strong>de</strong>rd uit. “Oh, wat is dat leuk voor je,” jubelt ze,<br />

<strong>om</strong>dat ze zo blij is voor haar moe<strong>de</strong>r: “Wie is het? Ken ik hem?”<br />

Haar moe<strong>de</strong>r geneert zich als ze het ver<strong>te</strong>lt. “Het is Hannes,” zegt ze<br />

blozend en ze voegt er haastig aan toe, “maar als je er problemen mee hebt,<br />

dan maak ik het direct uit.”<br />

Hannes woont nu alweer tien jaar samen het haar moe<strong>de</strong>r en zij neemt het<br />

bei<strong>de</strong>n nog s<strong>te</strong>eds diep kwalijk.<br />

Zij is <strong>de</strong> ware. Week 3, za<strong>te</strong>rdag.<br />

De zon schijnt al volop als ik <strong>de</strong> zware gordijnen <strong>van</strong> onze<br />

prachtige bruidssui<strong>te</strong> openschuif. Het raam staat wijd open en <strong>de</strong><br />

frisse geur <strong>van</strong> het park k<strong>om</strong>t me <strong>te</strong>gemoet. Ik stap weer in bed en<br />

ik kruip <strong>te</strong>gen haar aan. Ik begin haar zachtjes <strong>te</strong> strelen. Zij<br />

reageert lo<strong>om</strong> on<strong>de</strong>r mijn aanraking en ze wordt langzaam wakker.<br />

“Goe<strong>de</strong>morgen, mevrouw <strong>van</strong> Reijswick,” fluis<strong>te</strong>r ik in haar oor,<br />

“heb je lekker geslapen?”<br />

Ze nes<strong>te</strong>lt zich bij het horen <strong>van</strong> mijn ach<strong>te</strong>rnaam, voor zover<br />

mogelijk, nog dieper in mijn schoot en vraagt me of ik weet<br />

hoeveel ze <strong>van</strong> me houdt.<br />

“Natuurlijk weet ik dat,” zeg ik met een bre<strong>de</strong> lach op mijn<br />

gezicht, “ongeveer net zo veel als ik <strong>van</strong> jou.”<br />

Ze nodigt me uit <strong>om</strong> haar eens goed beet <strong>te</strong> pakken en ze<br />

beweegt wulps met haar kont in mijn schoot. Ik laat me zeer snel<br />

verlei<strong>de</strong>n en ik maak een fantastische wip met haar. Als ik nog een<br />

beetje na lig <strong>te</strong> hijgen, <strong>de</strong>nk ik <strong>te</strong>rug aan <strong>de</strong> tijd dat ik haar nog<br />

nooit had gezien en ons contact uitslui<strong>te</strong>nd nog via <strong>de</strong> e-mail<br />

verloopt.<br />

We snij<strong>de</strong>n s<strong>te</strong>eds allerlei on<strong>de</strong>rwerpen aan die s<strong>te</strong>eds opnieuw,<br />

over en weer allerlei reacties uitlokken en emoties losmaken. De<br />

diepgang die we bereiken en <strong>de</strong> snelheid waarmee we <strong>de</strong> diep<strong>te</strong><br />

ingaan is overweldigend. De herkenning ook.


De ti<strong>te</strong>l <strong>van</strong> een aantal e-mails is: „Het feest <strong>van</strong> <strong>de</strong> herkenning‟<br />

en „Re: Het feest <strong>van</strong> <strong>de</strong> herkenning‟.<br />

Het gaat al snel veel ver<strong>de</strong>r dan het feest <strong>van</strong> <strong>de</strong> herkenning en<br />

we beginnen elkaar uit <strong>te</strong> dagen. De gebruikelijke afronding als<br />

„Groetjes‟ en „Bye bye‟ verdwijnen en maken plaats voor „XXXjes‟,<br />

„veel liefs‟, enzovoorts.<br />

Na een week e-mailen is er nog maar één ding waar ik me mee<br />

bezighoud; zij spookt constant door mijn hoofd. Ik betrap mezelf<br />

erop dat ik zelfs mijn trainingsrondje met <strong>de</strong> fiets verkort. Want<br />

dan ben ik sneller thuis <strong>om</strong> <strong>te</strong> kijken of er weer een nieuw e-mailtje<br />

in mijn postvak zit.<br />

Ik ben hopeloos verliefd aan het wor<strong>de</strong>n. Ik weet het en ik wil<br />

het ook zijn. Hoe kan dat nou? Verliefd wor<strong>de</strong>n op iemand die ik<br />

nog nooit heb gezien of gesproken? Maar ik kan het gewoonweg<br />

niet weerstaan. Het is s<strong>te</strong>rker dan mezelf. Ik ben gewoon hopeloos<br />

verliefd. Stapelmesjogge ben ik aan het wor<strong>de</strong>n op een dame aan<br />

<strong>de</strong> an<strong>de</strong>re kant <strong>van</strong> mijn e-mailbox. Ik laat het, voor het eerst in<br />

mijn leven, volledig toe en ik geniet er met volle <strong>te</strong>ugen <strong>van</strong>.<br />

Onze eers<strong>te</strong> da<strong>te</strong> in <strong>de</strong> kas<strong>te</strong>eltuinen <strong>van</strong> Rhoon is <strong>de</strong>finitief <strong>de</strong><br />

bevestiging <strong>van</strong> wat ik al wist. Zij is het, <strong>de</strong> ware, <strong>de</strong> enige. Ik heb<br />

het met haar over het risico gehad dat onze da<strong>te</strong> een fiasco zou<br />

kunnen wor<strong>de</strong>n. Maar er moest in ie<strong>de</strong>r geval iets gebeuren, want<br />

alleen via <strong>de</strong> e-mail doorgaan was ook geen optie. Het was op zich<br />

al merkwaardig genoeg, dat we ondanks het frequen<strong>te</strong><br />

e-mailverkeer, nog s<strong>te</strong>eds geen misc<strong>om</strong>municatie gehad hebben.<br />

Iets dat met e-mailen maar al <strong>te</strong> vaak gebeurt.<br />

Ik ga dus het risico <strong>van</strong> een zeperd voor lief nemen, maar ik kan<br />

niet an<strong>de</strong>rs, net als zij. Maar <strong>te</strong>gelijkertijd <strong>de</strong>nk ik dat het risico<br />

nihil is. Ik <strong>de</strong>nk het niet alleen, ik weet het gewoon zeker. En, zij?<br />

Zij moet het, net als ik, al die tijd ook gewe<strong>te</strong>n hebben.<br />

Bij onze eers<strong>te</strong> kus vliegen <strong>de</strong> vonken er <strong>van</strong>af. We hebben op<br />

haar „hallo‟ na, nog geen woord gewisseld. We smel<strong>te</strong>n let<strong>te</strong>rlijk<br />

ineen, <strong>te</strong>rwijl het toch behoorlijk koud is. We staan een eeuwigheid


ineengestrengeld en verbon<strong>de</strong>n. We gaan volledig in elkaar op,<br />

allebei <strong>de</strong> kou<strong>de</strong> niet voelend. De tijd staat een poosje stil.<br />

Enigszins verkleumd gaan we <strong>de</strong> lokale kroeg <strong>van</strong> Rhoon binnen.<br />

We nemen een plekje in op <strong>de</strong> hoek <strong>van</strong> <strong>de</strong> bar. Ik bes<strong>te</strong>l een<br />

biertje voor mezelf en een thee voor haar. Ze doet er maar liefst<br />

vier klontjes suiker in. Sweetgirl. Ik begrijp haar nickname <strong>van</strong> het<br />

in<strong>te</strong>rnet en ik moet er<strong>om</strong> lachen.<br />

We diepen onze e-mails mon<strong>de</strong>ling nog eens uit. We verbazen<br />

ons over <strong>de</strong> gelijkheid in onze gedach<strong>te</strong>n en patronen en <strong>de</strong> ma<strong>te</strong>,<br />

waarin wij elkaar aanvullen.<br />

We vragen ons ook af of het toeval is of het lot, dat ons<br />

samenbrengt. We kunnen werkelijk onze han<strong>de</strong>n geen m<strong>om</strong>ent<br />

<strong>van</strong> elkaar afhou<strong>de</strong>n. Elke keer als ik in haar prachtige bruine ogen<br />

kijk, smelt ik een beetje ver<strong>de</strong>r. Ik heb datzelf<strong>de</strong> effect op haar,<br />

want zij blijft ook constant aan mij frunniken.<br />

Ik kijk een beetje rond naar <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re stamgas<strong>te</strong>n, want ik geneer<br />

me een klein beetje. Niet zozeer voor mezelf, maar meer voor<br />

haar. Het is <strong>te</strong>nslot<strong>te</strong> haar stamkroeg. Maar als zij zich er niet druk<br />

over maakt, waar zal ik me dan druk over maken? Ie<strong>de</strong>reen mag<br />

toch wel zien dat ik smoorverliefd op haar ben? En zij op mij?<br />

Het is één uur en <strong>de</strong> bel gaat voor <strong>de</strong> laats<strong>te</strong> ron<strong>de</strong>. Ik neem nog<br />

een biertje en zij bes<strong>te</strong>lt haar vier<strong>de</strong> kopje thee, weer met extra<br />

suiker en ik moet er weer <strong>om</strong> lachen. De verlichting gaat op volle<br />

s<strong>te</strong>rk<strong>te</strong> en we verla<strong>te</strong>n het café in een innige <strong>om</strong>arming. Op <strong>de</strong><br />

parkeerplaats proberen we afscheid <strong>van</strong> elkaar <strong>te</strong> nemen, maar dat<br />

lukt niet. We kunnen elkaar eenvoudigweg niet losla<strong>te</strong>n.<br />

Ik probeer haar over <strong>te</strong> halen me met haar mee <strong>te</strong> la<strong>te</strong>n gaan naar<br />

haar huis, maar ze weigert resoluut. “Zeker niet op <strong>de</strong> eers<strong>te</strong> da<strong>te</strong>,”<br />

zegt ze, maar ze voegt er direct aan toe, “hoe graag ik het ook zou<br />

willen.”<br />

Het is een paar gra<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>r nul en <strong>de</strong> kou<strong>de</strong> wind <strong>de</strong>ert ons<br />

nauwelijks. Elke keer opnieuw geef ik haar een afscheidskus, maar<br />

als ik haar dan loslaat, geef ik haar er nog eentje. Dan pakt zij mij


weer vast en kust mij weer. Het gaat zo maar door tot het<br />

ongeveer half vier is gewor<strong>de</strong>n. Ik begin het inmid<strong>de</strong>ls wel een<br />

beetje koud <strong>te</strong> krijgen en zij ook. Ik probeer nog een keer of ze me<br />

niet wil trak<strong>te</strong>ren op het gebruikelijke kopje koffie, maar ze is<br />

consequent.<br />

Ik spreek met haar af dat ik haar <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> dag ophaal, dan<br />

gaan we iets leuks doen. Met heel veel moei<strong>te</strong> ruk ik mezelf los uit<br />

haar <strong>om</strong>arming en ik stap in mijn auto.<br />

Ik kan het gevoel niet <strong>om</strong>schrijven dat ik heb als ik naar huis rijd.<br />

Ik heb dat nog nooit gehad. Het is een vreemd gevoel, maar<br />

bijzon<strong>de</strong>r prettig en zelfs overweldigend.<br />

Eenmaal thuisgek<strong>om</strong>en ga ik eerst nog maar eens in bad liggen<br />

<strong>om</strong> op <strong>te</strong>mperatuur <strong>te</strong> k<strong>om</strong>en. Zel<strong>de</strong>n heb ik het zo koud gehad.<br />

Het helpt maar matig, want ik word na an<strong>de</strong>rhalf uur wakker <strong>van</strong><br />

het koud gewor<strong>de</strong>n wa<strong>te</strong>r. Ik stap het bad uit en kruip mijn bed in.<br />

Ik be<strong>de</strong>nk me wat voor een geluksvogel ik ben en ik val in slaap.<br />

Het is och<strong>te</strong>nd gewor<strong>de</strong>n en ik rijd naar Rhoon. Ik heb net via <strong>de</strong><br />

e-mail haar adres gekregen, zodat ik haar bij haar thuis kan<br />

ophalen.<br />

Ik neem haar mee naar Scheveningen - wat doen verlief<strong>de</strong><br />

s<strong>te</strong>lletjes die elkaar net hebben leren kennen? - <strong>om</strong> een lange en<br />

r<strong>om</strong>antische strandwan<strong>de</strong>ling <strong>te</strong> maken.<br />

In een leuk strand<strong>te</strong>ntje drinken hebben we een kopje thee. Ze<br />

neemt natuurlijk weer vier klon<strong>te</strong>n en weer lach ik er<strong>om</strong>. Nu legt<br />

ze me het uit. “Ik moet wel,” zegt ze, “want als ik <strong>te</strong> weinig eet dan<br />

word ik veel <strong>te</strong> mager. In <strong>te</strong>gens<strong>te</strong>lling tot <strong>de</strong> mees<strong>te</strong> mensen, die<br />

juist min<strong>de</strong>r moe<strong>te</strong>n e<strong>te</strong>n <strong>om</strong> op gewicht <strong>te</strong> blijven.”<br />

We kunnen elkaar geen m<strong>om</strong>ent losla<strong>te</strong>n. Bui<strong>te</strong>n sla ik een arm<br />

<strong>om</strong> haar heen en we slen<strong>te</strong>ren langs het strand. Net als<br />

gis<strong>te</strong>ravond, toen ik met haar stond <strong>te</strong> vrijen, valt weer <strong>de</strong> perfec<strong>te</strong><br />

fit tussen ons me op. Ze past precies in mijn armhol<strong>te</strong>. Ook dit is<br />

natuurlijk weer geen toeval, want zoals met alles, past dit natuurlijk<br />

ook weer perfect. Ze is, zo mogelijk, nog mooier dan gis<strong>te</strong>ravond,


zeker nu haar lange, donkere haar los wappert in <strong>de</strong> wind. Ik voel<br />

me, naast haar lopend, <strong>de</strong> koning <strong>te</strong> rijk.<br />

Ik neem haar mee naar mijn huis. Het „wippie‟, dat we <strong>van</strong><br />

onszelf moe<strong>te</strong>n maken, is <strong>om</strong>gekeerd evenredig met onze<br />

verwachting. Kort<strong>om</strong>; een regelrech<strong>te</strong> ramp. Voor haar, voor mij.<br />

In stil<strong>te</strong> trekken we onze kleren weer aan en we gaan naar<br />

bene<strong>de</strong>n. Ik zeg iets <strong>te</strong>gen haar <strong>om</strong> <strong>de</strong> stil<strong>te</strong> <strong>te</strong> doorbreken. Het<br />

valt volledig in verkeer<strong>de</strong> aar<strong>de</strong>. Haar ogenschij<strong>nl</strong>ijke rust slaat <strong>om</strong><br />

in een soort <strong>van</strong> boosheid. Ik zie ineens <strong>de</strong> rasech<strong>te</strong> ro<strong>de</strong> furie<br />

voor me staan, waar<strong>van</strong> ze me ver<strong>te</strong>ld heeft. Er lijkt wel vuur uit<br />

haar ogen <strong>te</strong> k<strong>om</strong>en, zo venijnig kijkt ze me aan. “Jullie zijn<br />

allemaal hetzelf<strong>de</strong>,” beschuldigt ze me, “jullie moe<strong>te</strong>n zo nodig,<br />

vervolgens wordt het niks en dan leggen jullie ook nog eens <strong>de</strong><br />

schuld bij <strong>de</strong> an<strong>de</strong>r.”<br />

Ik zeg dat er toch geen sprake is <strong>van</strong> een schuldvraag, maar ze<br />

heeft er geen oren naar. Ik leg nog wat argumen<strong>te</strong>n op tafel, maar<br />

ze werken averechts en ze wordt nog bozer. Ze staat voor me met<br />

een opgeheven en zwaaien<strong>de</strong> wijsvinger. “Ne pas,” zegt ze, “no<br />

way mis<strong>te</strong>r, je hebt mooie praatjes, maar bij mij gaat dat je niet<br />

lukken.”<br />

Ze wil direct met een taxi naar huis en ik vind dat eige<strong>nl</strong>ijk wel<br />

best. Zeker op dit m<strong>om</strong>ent. Toch bied ik haar aan <strong>om</strong> haar naar<br />

huis <strong>te</strong> brengen, hetgeen ze in eers<strong>te</strong> instantie niet lijkt <strong>te</strong> willen.<br />

“Het maakt mij niet uit,” zegt ze, “<strong>van</strong> mij hoeft het niet. Ik neem<br />

net zo lief een taxi.”<br />

“Het is jouw keuze,” zeg ik, “maar mijn aanbod <strong>om</strong> je naar huis<br />

<strong>te</strong> brengen blijft staan.”<br />

Nu accep<strong>te</strong>ert ze het, zij het lijdzaam.<br />

Het is stil in <strong>de</strong> auto en <strong>de</strong> spanning is dui<strong>de</strong>lijk aanwezig. Ik voel<br />

ook dat ik in mijn ou<strong>de</strong> valkuil <strong>te</strong>rug aan het glij<strong>de</strong>n ben en ik<br />

begin mezelf al weer wijs <strong>te</strong> maken dat ik zo be<strong>te</strong>r af ben.<br />

“Godverd<strong>om</strong>me,” be<strong>de</strong>nk ik me vlak bij haar huis, “nu ben ik eens


een keer echt verliefd op een geweldige vrouw en dan zal ik haar<br />

la<strong>te</strong>n glippen?”<br />

Ik kijk eens naar rechts en zie dat zij er ook niet gemakkelijk<br />

bijzit. Ook zie ik die prachtige vrouw, waar ik in zo‟n kor<strong>te</strong> tijd<br />

zo‟n geweldige band mee heb opgebouwd. Straks zet ik haar<br />

gewoon thuis af, en dan? Ein<strong>de</strong> oefening en zand erover? Ik vraag<br />

me af of ik dit wel wil?<br />

Ik besluit een lijmpoging <strong>te</strong> wagen. Vlak bij haar huis is een<br />

McDonalds en het loopt alweer <strong>te</strong>gen e<strong>te</strong>nstijd. Ik zeg <strong>te</strong>gen haar:<br />

“Als ik je nu thuis afzet be<strong>te</strong>kent dit het ein<strong>de</strong> <strong>van</strong> wat wij hebben.<br />

Vlakbij zit een McDonalds en ik wil je graag op een Big Mac<br />

trak<strong>te</strong>ren. Dan kunnen we, nu we een beetje afgekoeld zijn, eens<br />

bepra<strong>te</strong>n wat ons <strong>van</strong>middag is overk<strong>om</strong>en.”<br />

Meer kan ik niet doen, zij bepaalt nu wat het vervolg wordt. Ze<br />

kijkt me diep in <strong>de</strong> ogen en ik zie dat ze een innerlijke tweestrijd<br />

voert. “K<strong>om</strong> op,” zeg ik <strong>te</strong>gen haar, “wat heb je <strong>te</strong> verliezen?”<br />

Ze accep<strong>te</strong>ert mijn voors<strong>te</strong>l.<br />

We gaan <strong>de</strong> McDonalds in en bes<strong>te</strong>llen een menu. We zoeken<br />

een rustig tafeltje en pra<strong>te</strong>n het uit, althans voor zover dat mogelijk<br />

is. Want er is niets uit <strong>te</strong> pra<strong>te</strong>n. Er is ook geen schuldvraag. Die is<br />

fei<strong>te</strong>lijk ook niet belangrijk. Wat pas belangrijk is, is hoe we er zelf<br />

in zijn gaan zit<strong>te</strong>n en ermee zijn <strong>om</strong>gegaan. Zijn we weer bang<br />

geweest <strong>om</strong> gekwetst <strong>te</strong> wor<strong>de</strong>n? Bang voor <strong>de</strong> afgang? Over één<br />

ding zijn we het heel snel eens, we hebben onze negatieve selffulfilling<br />

prophecy weer la<strong>te</strong>n zegevieren!<br />

We beslui<strong>te</strong>n het <strong>te</strong> la<strong>te</strong>n rus<strong>te</strong>n en wel <strong>te</strong> zien, hoe het ver<strong>de</strong>r zal<br />

gaan. Ik breng haar naar huis en ik blijf in mijn auto zit<strong>te</strong>n <strong>om</strong>dat<br />

ik voornemens ben weg <strong>te</strong> gaan.<br />

Ze vraagt of ik nog even binnen wil k<strong>om</strong>en voor een kopje<br />

koffie. Ze opent <strong>de</strong> <strong>de</strong>ur <strong>van</strong> haar huis en ik volg haar naar binnen.<br />

Ach<strong>te</strong>r me sluit ze <strong>de</strong> <strong>de</strong>ur en ze gaat pontificaal voor me staan. Ik<br />

pak haar beet en ik trek haar <strong>te</strong>gen me aan. Ze verzet zich<br />

ongeveer één millisecon<strong>de</strong>.


De avond en nacht zijn onbeschrijfelijk. Eén en al passie en<br />

gevoel. Ik wist het al <strong>van</strong>af het begin. Zij is <strong>de</strong> ware. Helemaal.


6. Disneyland Parijs<br />

Disneyland Parijs. Week 17.<br />

Ik schrik wakker uit een vreem<strong>de</strong> dro<strong>om</strong>. Het is half vier in <strong>de</strong><br />

nacht en ik ben direct klaarwakker. Allerlei gedach<strong>te</strong>n spoken door<br />

mijn hoofd en ik ben onrustig.<br />

Ik ken mezelf goed genoeg <strong>om</strong> <strong>te</strong> we<strong>te</strong>n dat ik voorlopig niet<br />

meer kan slapen. Thuis zou ik mijn bed uitgaan en een kopje thee<br />

nemen. Vervolgens zou ik wat op het in<strong>te</strong>rnet gaan surfen, naar <strong>de</strong><br />

tv of een vi<strong>de</strong>ootje kijken, een c<strong>om</strong>pu<strong>te</strong>rspelletje spelen of een<br />

boek gaan lezen. Maar in <strong>de</strong>ze ho<strong>te</strong>lkamer in Disneyland Parijs<br />

gaat dat niet, want mijn gezin slaapt.<br />

Ik probeer mijn gedach<strong>te</strong>n <strong>te</strong> verzet<strong>te</strong>n en ik draai me <strong>om</strong>. Ik ga<br />

toch maar proberen in slaap <strong>te</strong> k<strong>om</strong>en, want ik kan op dit m<strong>om</strong>ent<br />

niets an<strong>de</strong>rs gaan doen. Maar ik weet al dat het me toch niet gaat<br />

lukken, het is veel <strong>te</strong> druk in mijn bovenkamer.<br />

Zij wil iets leuks gaan doen in <strong>de</strong> z<strong>om</strong>ervakantie. Met mij en haar<br />

kind. Het kind is idolaat <strong>van</strong> Disney en haar slaapkamer in Rhoon<br />

was helemaal in <strong>de</strong> stijl <strong>van</strong> Mickey Mouse ingericht. Nu ze in mijn<br />

huis woont, moet er een nieuwe slaapkamer k<strong>om</strong>en. Ik heb er<br />

eentje voor het kind gekocht in <strong>de</strong> Disney-prinsessenstijl en haar<br />

kind is er helemaal verrukt over. Het is dan ook niet z<strong>om</strong>aar dat zij<br />

vraagt of ik met haar en haar kind naar Eurodisney wil. De gro<strong>te</strong><br />

vakantie k<strong>om</strong>t eraan en dan hebben we een leuk uitje met z‟n<br />

drieën.<br />

“Weet je wat?” s<strong>te</strong>l ik voor. “Als we dan toch in Frankrijk zit<strong>te</strong>n,<br />

dan plakken we er direct een aantal dagen aan vast. We kijken wel<br />

wat voor weer het is en dan zoeken we een leuk plekje waar jij en<br />

ik een beetje in <strong>de</strong> zon kunnen luieren en jouw kind zich kan<br />

vermaken. Iets met strand en wa<strong>te</strong>r of zo iets.”


“Ik weet niet of ik dat zo‟n goed i<strong>de</strong>e vind,” reageert ze direct,<br />

“we wonen nu nog maar net bij elkaar. Ik kan me bijna niet<br />

voors<strong>te</strong>llen dat je nu al behoef<strong>te</strong> hebt <strong>om</strong> heel lang <strong>van</strong> huis <strong>te</strong> zijn.<br />

Daarbij, mijn kind en ik zijn nog niet eens gewend aan onze<br />

nieuwe leef<strong>om</strong>geving.”<br />

“We gaan gewoon op <strong>de</strong> bonnefooi,” zeg ik, “dat maakt het heel<br />

simpel. Als we geen zin meer hebben of we krijgen heimwee, dan<br />

rij<strong>de</strong>n we gewoon <strong>te</strong>rug.”<br />

“Nou, goed dan,” zegt ze, “al begrijp ik het niet. Maar heb ik het<br />

goed dat Eurodisney je wel aanstaat?”<br />

“Ja hoor,” zeg ik, “ik heb er al zoveel over gehoord. Leuke en<br />

min<strong>de</strong>r leuke verhalen. Ik ben er nog nooit geweest en ik wil het<br />

wel eens met eigen ogen zien.”<br />

“Weet je hoe fijn ik dat voor mijn kind vind?” jubelt ze. “Klaas<br />

neemt zijn vier kin<strong>de</strong>ren er elk jaar mee naartoe. Mijn kind moet<br />

het tot nu toe alleen maar <strong>van</strong> <strong>de</strong> verhalen hebben, maar nu kan ze<br />

het zelf een keertje met eigen ogen zien.”<br />

Ze is zichtbaar in haar sas en ik zeg: “Het lijkt wel of jij het nog<br />

leuker vindt dan jouw kind.”<br />

“Wat dacht je,” zegt ze, “weet je hoe ik me voel nu ik mijn kind<br />

zo‟n groot plezier kan doen?”<br />

“Nou, regel het tripje dan maar,” zeg ik en ik ben ook blij voor<br />

haar en het kind.<br />

Ik heb het niet <strong>te</strong>gen dovemansoren gezegd, want ze gaat direct<br />

ach<strong>te</strong>r <strong>de</strong> c<strong>om</strong>pu<strong>te</strong>r zit<strong>te</strong>n. Ze speurt op het in<strong>te</strong>rnet naar <strong>de</strong><br />

mogelijkhe<strong>de</strong>n.<br />

Ze wil graag in juli, maar al snel blijkt dat juli <strong>de</strong> druks<strong>te</strong> perio<strong>de</strong><br />

<strong>van</strong> het jaar is. Maar het is niet an<strong>de</strong>rs, want we kunnen er alleen<br />

maar naartoe als het kind schoolvakantie heeft.<br />

Zij ver<strong>te</strong>lt me dat bijna alle ho<strong>te</strong>ls al vol zit<strong>te</strong>n en dat er alleen<br />

nog plaats is in het luxe Eurodisney-ho<strong>te</strong>l, dat direct aan <strong>de</strong> ingang<br />

<strong>van</strong> het park ligt. “Doe maar,” zeg ik en zij vindt het vreemd dat ik<br />

niet <strong>te</strong>rugk<strong>om</strong> op mijn beslissing, nadat ze me ver<strong>te</strong>ld heeft wat het<br />

arrangement gaat kos<strong>te</strong>n. Aan <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re kant, je krijgt er dan ook


heel veel voor <strong>te</strong>rug. Het ontbijt bijvoorbeeld wordt opgeluis<strong>te</strong>rd<br />

door Disneyfiguren, zoals Mickey en Goofy, die door <strong>de</strong><br />

ontbijtzaal para<strong>de</strong>ren en zelfs bij je aan <strong>de</strong> ontbijttafel k<strong>om</strong>en<br />

zit<strong>te</strong>n.<br />

In <strong>de</strong> achtbaan.<br />

Het is al laat in <strong>de</strong> middag, als we ons na een voorspoedige reis<br />

mel<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> balie <strong>van</strong> het Eurodisney ho<strong>te</strong>l. Zij en het kind<br />

lopen continue „Ohhh‟ en „Ahhh‟ <strong>te</strong> roepen. Dat mag ook wel,<br />

want zelfs ik heb niet vaak zo‟n luxe ho<strong>te</strong>l gezien. We checken in<br />

en we krijgen <strong>van</strong> het ho<strong>te</strong>l kamer 453 toegewezen.<br />

“Waar is die kamer precies?” vraagt zij aan <strong>de</strong> dame ach<strong>te</strong>r <strong>de</strong><br />

balie.<br />

“Gewoon met <strong>de</strong> lift naar <strong>de</strong> 4e,” zegt ze, wijzend op <strong>de</strong> lift<br />

ach<strong>te</strong>r ons, “en vervolgens gewoon <strong>de</strong> bordjes volgen. Het kan<br />

niet missen.”<br />

“Ik wil niet met <strong>de</strong> lift,” zegt ze <strong>te</strong>gen <strong>de</strong> dame ach<strong>te</strong>r <strong>de</strong> balie.<br />

Deze kijkt haar niet begrijpend aan en zij geeft haar verklaring:<br />

“Ik loop nu eenmaal graag.”<br />

“Dat is een heel eind <strong>om</strong>,” zegt <strong>de</strong> dame, “die trap,” ze wijst naar<br />

<strong>de</strong> trap, “gaat naar <strong>de</strong> twee<strong>de</strong>. Dan moet u <strong>de</strong> gang uitlopen tot bij<br />

het restaurant en daar <strong>de</strong> trap <strong>van</strong> <strong>de</strong> nooduitgang nemen naar <strong>de</strong><br />

vier<strong>de</strong>. Vervolgens loopt u als het ware <strong>te</strong>rug en dan ziet u <strong>de</strong><br />

bordjes, die u naar uw kamer wijzen.”<br />

“Ik wil een an<strong>de</strong>re kamer,” zegt ze resoluut <strong>te</strong>gen mij, “eentje die<br />

gemakkelijk met een trap <strong>te</strong> bereiken is.”<br />

Ik vraag het <strong>de</strong> dame ach<strong>te</strong>r <strong>de</strong> balie en zij ver<strong>te</strong>lt dat onze<br />

bagage al op kamer 453 staat en dat ze op dit m<strong>om</strong>ent geen an<strong>de</strong>re<br />

kamer vrij heeft. “Je hoort het,” zeg ik <strong>te</strong>gen haar, “k<strong>om</strong> op en s<strong>te</strong>l<br />

je niet zo aan. Daarbij moet je dit soort pro<strong>te</strong>s<strong>te</strong>n voor je hou<strong>de</strong>n,<br />

zeker als jouw kind in <strong>de</strong> buurt is.”


Ik loop naar <strong>de</strong> trap en zij en het kind volgen. Ze is dui<strong>de</strong>lijk<br />

onts<strong>te</strong>md en ze loopt <strong>de</strong> hele weg <strong>te</strong> mopperen. Ui<strong>te</strong>in<strong>de</strong>lijk<br />

k<strong>om</strong>en we aan bij onze kamer. Ze zegt, <strong>te</strong>rwijl ik <strong>de</strong> <strong>de</strong>ur open:<br />

“Belachelijk, dat zo‟n ho<strong>te</strong>l als dit niet eens fatsoe<strong>nl</strong>ijke trappen<br />

heeft.”<br />

“Die opmerking zegt meer over jou dan over dit ho<strong>te</strong>l,” zeg ik,<br />

maar het valt bij haar niet in goe<strong>de</strong> aar<strong>de</strong>. Ze kijkt me<br />

beschuldigend aan alsof ik er iets aan kan doen.<br />

Ik zeg: “S<strong>te</strong>l je niet aan, ik vind het belachelijk wat je doet. Ik ga<br />

voortaan met <strong>de</strong> lift, want ik heb geen zin in die voettocht meer.<br />

Als jij het niet met me eens bent, dan ga je maar lopen of je regelt<br />

morgen zelf maar een an<strong>de</strong>re kamer.”<br />

Het is <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> dag als we op weg naar <strong>de</strong> ontbijtzaal gaan.<br />

On<strong>de</strong>rweg vraagt ze <strong>om</strong> even met haar mee <strong>te</strong> lopen. Ik doe het en<br />

ze loopt direct naar <strong>de</strong> balie <strong>van</strong> het ho<strong>te</strong>l. Ze draait zich <strong>om</strong> naar<br />

mij. “Allerliefs<strong>te</strong> schat <strong>van</strong> me,” begint ze en ze zet haar<br />

beminnelijks<strong>te</strong> glimlach op, “regel jij voor ons eens een be<strong>te</strong>re<br />

kamer?”<br />

Nog geen drie minu<strong>te</strong>n la<strong>te</strong>r heb ik kamer 131 voor haar<br />

geregeld, recht boven <strong>de</strong> lobby. Ze hoeft nu nog maar één trap op.<br />

Van het ho<strong>te</strong>l krijg ik, we zijn <strong>te</strong>nslot<strong>te</strong> in een VIP-ho<strong>te</strong>l, een<br />

aantal zogenaam<strong>de</strong> speedtickets. Deze geven voorrang bij <strong>de</strong><br />

populaire attracties in het park. Dat is zeer handig bij topdruk<strong>te</strong> en<br />

het is topdruk. Waar <strong>de</strong> wachttijd in <strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong> zelfs tot vijf<br />

kwartier kan oplopen, ben je met zo‟n speedticket in een minuut<br />

of tien door <strong>de</strong> rij heen.<br />

Ik laat haar en haar kind <strong>de</strong> rou<strong>te</strong> door het park bepalen, het is<br />

<strong>te</strong>nslot<strong>te</strong> voor hen dat ik in Eurodisney rondloop. Ik verbaas me<br />

over het park en eige<strong>nl</strong>ijk ook weer niet. Ik merk dat ik oor<strong>de</strong>el of<br />

be<strong>te</strong>r gezegd, veroor<strong>de</strong>el. Al die mensen, het gemaak<strong>te</strong> plezier, die<br />

rijen, slecht e<strong>te</strong>n, hoge prijzen. Ik kan me haast niet voors<strong>te</strong>llen dat<br />

al die mensen het echt naar hun zin hebben.


Ik krijg een sms <strong>van</strong> Henri, één <strong>van</strong> mijn bes<strong>te</strong> vrien<strong>de</strong>n.<br />

Henri‟s<br />

bericht<br />

Mijn<br />

antwoord<br />

Henri‟s<br />

reactie<br />

Hallo, zit<strong>te</strong>n met bus in<br />

Kroatië op camping<br />

direct aan wa<strong>te</strong>r met<br />

glas wijn en bier.<br />

Vermaken ons prima.<br />

Jij? Gr Henri<br />

Zit met gezin in<br />

Eurodisney. Het is<br />

mooi weer. Gr Gijs<br />

Eurodisney? Is dat leuk<br />

dan? In juli? S<strong>te</strong>rk<strong>te</strong> ;-)<br />

Ik stuur maar niet <strong>te</strong>rug wat ik <strong>de</strong>nk. Maar ik be<strong>de</strong>nk me <strong>te</strong>gelijk<br />

dat ik er niet ben voor mezelf, maar voor haar en haar kind. Het<br />

enige dat ik voor mezelf wil, is een ritje maken in één <strong>van</strong> die<br />

beruch<strong>te</strong> achtbanen.<br />

Het is nadat we twee keer vlak ach<strong>te</strong>r elkaar in It‟s a small world<br />

zijn geweest, dat het me opvalt dat ze <strong>de</strong> meest spectaculaire<br />

attracties mijdt.<br />

“Zullen we eens een ritje in een achtbaan maken?” vraag ik.<br />

“Lieve schat,” zegt ze, “heb je gezien hoe lang die rijen daar<br />

zijn?”<br />

Ik zeg: “Dat is niet voor niets. Dat zijn volgens mij <strong>de</strong> enige<br />

dingen hier die echt <strong>de</strong> moei<strong>te</strong> waard zijn.”<br />

Ze antwoordt: “Dat ben jij typisch weer. Altijd maar extremen<br />

opzoeken. Kun jij niet eens meer genie<strong>te</strong>n <strong>van</strong> gewone dingen?<br />

Dingen die mijn kind en ik toevallig wel hartstikke leuk vin<strong>de</strong>n.”<br />

Ze kijkt me hoofdschud<strong>de</strong>nd aan ze voegt er nog aan toe:<br />

“Daarbij, die achtbanen, daar is toch geen bal aan!”<br />

Ik vraag haar: “Ben je er dan wel eens in geweest?”


“Natuurlijk niet,” antwoordt ze, “want behalve dat ze niet leuk<br />

zijn, vind ik het ook nog eens onverantwoord <strong>om</strong> erin <strong>te</strong> gaan.<br />

Daarbij is er hier zoveel leuks <strong>te</strong> doen, dat ik die behoef<strong>te</strong> niet eens<br />

heb.”<br />

Ik ver<strong>te</strong>l haar maar niet hoeveel ik geno<strong>te</strong>n heb <strong>van</strong> It‟s a small<br />

world en ik zeg: “Ik snap het niet, die dingen horen er toch ook bij?<br />

Je doet nu net of ik <strong>de</strong> enige ben die die dingen leuk vind. Ik <strong>de</strong>nk<br />

dat jouw kind een ritje in een achtbaan best wel zal kunnen<br />

waar<strong>de</strong>ren.”<br />

“Geen <strong>de</strong>nken aan,” reageert ze fel, “jij <strong>de</strong>nkt toch niet dat ik<br />

mijn kind aan dat soort attracties ga bloots<strong>te</strong>llen.”<br />

Ik zie haar uitval en ik vraag naar het waar<strong>om</strong>. Ze geeft me een<br />

c<strong>om</strong>ple<strong>te</strong> lezing: “Achtbanen zijn slecht voor je ges<strong>te</strong>l. Weet je hoe<br />

<strong>te</strong>er het ges<strong>te</strong>l <strong>van</strong> een kind is? Waar<strong>om</strong> <strong>de</strong>nk je dat er een<br />

minimum leeftijd is? Dat is, <strong>om</strong> het <strong>te</strong>re ges<strong>te</strong>l <strong>van</strong> een kind <strong>te</strong><br />

ontzien. Als je erin gaat s<strong>te</strong>l je jezelf bloot aan krach<strong>te</strong>n, die<br />

onverantwoord zijn. Weet je wat het kan doen met je nek? Ik heb<br />

zelfs slachtoffers <strong>van</strong> dit soort attracties ziekenhuizen in gedragen<br />

zien wor<strong>de</strong>n. Ik ben daar<strong>om</strong> <strong>de</strong> laats<strong>te</strong> die mijn kind in dit soort<br />

appara<strong>te</strong>n laat gaan. Ik vind overigens dat een moe<strong>de</strong>r, die het<br />

toestaat dat haar kind in dit soort appara<strong>te</strong>n gaat, een slech<strong>te</strong><br />

moe<strong>de</strong>r is!”<br />

Ik moet er<strong>om</strong> lachen en ik zeg: “Doe toch niet zo belachelijk. Als<br />

het echt slecht zou zijn, dan wor<strong>de</strong>n die dingen toch verbo<strong>de</strong>n of<br />

geme<strong>de</strong>n.”<br />

Het kind mengt zich in <strong>de</strong> discussie. Ze valt haar moe<strong>de</strong>r bij met<br />

<strong>de</strong> opmerking dat die dingen bovendien hartstikke eng en<br />

gevaarlijk zijn.<br />

Ik kijk ze allebei een beetje spot<strong>te</strong>nd aan en ik zeg: “Tot nu toe<br />

doe ik jullie zin en nu doe ik eens één keertje <strong>de</strong> mijne.”<br />

Ik kies <strong>de</strong> Blue Thun<strong>de</strong>r Mountain en ik ga in <strong>de</strong> rij staan. Ze<br />

pro<strong>te</strong>s<strong>te</strong>ert heftig en haar kind valt haar bij. “Alsjeblieft,” zeg ik<br />

smekend, “mag ik één keertje? Je kunt toch bij <strong>de</strong> uitgang<br />

wach<strong>te</strong>n?”


Maar tot mijn verbazing k<strong>om</strong>en ze allebei bij me in <strong>de</strong> rij staan.<br />

Ze hebben toch maar beslo<strong>te</strong>n met me mee <strong>te</strong> gaan. “Ik doe het,”<br />

griept ze, “maar niet <strong>om</strong>dat ik het leuk vind. Ik zie er namelijk<br />

totaal <strong>de</strong> lol niet <strong>van</strong> in en ik doe het alleen maar <strong>om</strong>dat het er<br />

klaarblijkelijk bij hoort.”<br />

Ze maakt s<strong>te</strong>eds soortgelijke opmerkingen en het kind is het<br />

roerend met haar moe<strong>de</strong>r eens. Het gemor en <strong>de</strong> pro<strong>te</strong>s<strong>te</strong>n hou<strong>de</strong>n<br />

maar niet op en ik zeg er wat <strong>van</strong>. Ik heb er schoon genoeg <strong>van</strong> en<br />

ik snoer ze <strong>de</strong> mond doordat ik zeg: “Ik heb het helemaal met<br />

jullie gehad. S<strong>te</strong>lletje wijven. Jullie moe<strong>te</strong>n nu kiezen. Of jullie<br />

verla<strong>te</strong>n ogenblikkelijk <strong>de</strong> rij of jullie hou<strong>de</strong>n <strong>van</strong>af nu je mond<br />

dicht.”<br />

Ze schrikken, want zo‟n uitval hebben ze nog nooit <strong>van</strong> me<br />

gezien. Het helpt in ie<strong>de</strong>r geval wel, want ik hoor ze niet meer.<br />

We staan al drie kwartier in <strong>de</strong> rij - ik ben een beetje <strong>te</strong> zuinig op<br />

<strong>de</strong> speedtickets geweest - als het kind ineens moet poepen. Dat het<br />

kind het niet naar haar zin heeft is dui<strong>de</strong>lijk <strong>van</strong> haar gezicht af <strong>te</strong><br />

lezen. Ze kijkt namelijk ook alsof ze heel nodig moet poepen. Het<br />

kind staat het huilen na<strong>de</strong>r dan het lachen. Ik kijk het kind en haar<br />

moe<strong>de</strong>r spot<strong>te</strong>nd aan en het kind zegt met een benauwd gezicht:<br />

“Het is echt waar, hoor!”<br />

Haar moe<strong>de</strong>r staat me ook met een hulpeloze blik aan <strong>te</strong> kijken<br />

en ze vraagt: “Wat moe<strong>te</strong>n we hier nu mee?”<br />

Ik doe net of mijn neus bloedt en ik zeg zeer ge<strong>de</strong>ci<strong>de</strong>erd: “Als<br />

ze echt moet poepen, dan gaat ze maar een toilet zoeken. Ze is<br />

oud en wijs genoeg. Jij vindt natuurlijk <strong>van</strong> niet, dus dan ga jij maar<br />

met haar mee. Het maakt me niet uit wat jullie doen of proberen,<br />

ik blijf in <strong>de</strong> rij staan. Ik zie jullie wel weer bij <strong>de</strong> uitgang.”<br />

Ze pro<strong>te</strong>s<strong>te</strong>ert en ze vindt dat ik solidair moet zijn. Ze wil dat ik<br />

met haar meega <strong>om</strong> een toilet voor het kind <strong>te</strong> gaan zoeken.<br />

Ik bied haar pes<strong>te</strong>rig aan dat ik wel voor het kind een toilet wil<br />

gaan zoeken, maar dan moet zij in <strong>de</strong> rij blijven staan. Ze kijkt me<br />

verschrikt aan en ze zegt dat ze dat helemaal niet ziet zit<strong>te</strong>n. Ze<br />

kan dus niets an<strong>de</strong>rs meer doen dan met haar kind <strong>de</strong> rij verla<strong>te</strong>n.


Ze kijkt me beschuldigend aan als ze wegloopt, maar ik doe net of<br />

ik het niet zie.<br />

Ze staan hand in hand op me <strong>te</strong> wach<strong>te</strong>n bij <strong>de</strong> uitgang. Ik vraag<br />

met enig sarcasme of het allemaal goed gelukt is en of ze het<br />

jammer vin<strong>de</strong>n dat ze <strong>de</strong> Blue Thun<strong>de</strong>r Mountain zijn misgelopen.<br />

“Ja,” beweren ze in koor, “dat vin<strong>de</strong>n we in<strong>de</strong>rdaad jammer.”<br />

“Nou,” zeg ik kordaat, “het k<strong>om</strong>t dan voor jullie goed uit dat ik<br />

<strong>de</strong> speedtickets bij me heb. Die kunnen jullie dan mooi gebruiken<br />

<strong>om</strong> er alsnog in <strong>te</strong> gaan.”<br />

Ik kijk ze spot<strong>te</strong>nd aan en ik voeg eraan toe: “Ik offer me geheel<br />

voor jullie op want ik ga er nog wel een keertje in.”<br />

We gaan in <strong>de</strong> rij staan en <strong>de</strong> pro<strong>te</strong>s<strong>te</strong>n beginnen weer. “Begin je<br />

weer?” vraag ik haar venijnig, <strong>te</strong>rwijl ik haar een beschuldigen<strong>de</strong><br />

blik toewerp. Ze schrikt en ze houdt direct haar mond dicht. Maar<br />

nu begint het kind. Ze vraagt me werkelijk <strong>de</strong> oren <strong>van</strong> mijn<br />

hoofd. “Hoe eng is het daarbinnen? Is het donker? Kun je wat<br />

zien? Hoe gevaarlijk zijn <strong>de</strong> boch<strong>te</strong>n? Gaat <strong>de</strong> trein heel erg hard?”<br />

De vragens<strong>te</strong>llerij <strong>van</strong> het kind s<strong>te</strong>ekt ook haar moe<strong>de</strong>r weer aan<br />

en weer kan ze het niet la<strong>te</strong>n, <strong>om</strong> mij <strong>te</strong> wijzen op <strong>de</strong> onnodige<br />

risico‟s die ik haar kind straks ga la<strong>te</strong>n lopen.<br />

Ik krijg er meer dan schoon genoeg <strong>van</strong> en ik bijt haar toe: “Ik<br />

wil er <strong>van</strong>af nu helemaal niets meer over horen. Zelfs geen geluid.<br />

Die zogenaam<strong>de</strong> bescherming <strong>van</strong> jou heet overpro<strong>te</strong>ctionisme en<br />

dat is zelfs scha<strong>de</strong>lijk voor je kind. Ik wil dat je er nu over<br />

ophoudt, en zeker als je kind in <strong>de</strong> buurt is. Dat jij nou last <strong>van</strong><br />

allerlei fobieën hebt? Maar op <strong>de</strong>ze manier geef je ze ook nog eens<br />

door. Je hebt het zelf waarschij<strong>nl</strong>ijk niet eens in <strong>de</strong> ga<strong>te</strong>n, maar op<br />

<strong>de</strong>ze manier plant je jouw kind allerlei gekke i<strong>de</strong>eën in het hoofd.<br />

I<strong>de</strong>eën die daar zeker op <strong>de</strong>ze leeftijd niet horen <strong>te</strong> zit<strong>te</strong>n.”<br />

Ze ziet aan me dat het me ernst is en ze stopt met argumen<strong>te</strong>ren.<br />

Ik richt me tot het kind en ik leg haar uit dat mensen dit soort<br />

dingen doen <strong>om</strong>dat het avontuurlijk en spannend is. Dat is heel<br />

iets an<strong>de</strong>rs dan eng en gevaarlijk. Haar moe<strong>de</strong>r kijkt mij aan met


een blik <strong>van</strong> „die begrijpt er werkelijk niets <strong>van</strong>‟, maar ze durft<br />

gelukkig niets meer <strong>te</strong> zeggen.<br />

We zijn aan <strong>de</strong> beurt. Zij stapt luid pro<strong>te</strong>s<strong>te</strong>rend het karretje in:<br />

“Gadverdamme, waar<strong>om</strong> doe ik dit? Ik vind er geen pest aan en<br />

toch doe ik het. Ik weet niet eens voor wie? Wat moet ik in<br />

hemelsnaam bewijzen?”<br />

Haar misgenoegen is goed <strong>van</strong> haar gezicht <strong>te</strong> lezen. Ik trek me<br />

er niets <strong>van</strong> aan en ik ga met het kind in een an<strong>de</strong>r karretje zit<strong>te</strong>n.<br />

Ook dit tot groot ongenoegen <strong>van</strong> haar moe<strong>de</strong>r die zegt: “Dat is<br />

leuk. Zit ik ook nog eens in mijn eentje in dit karretje. Het kind<br />

kan zich <strong>te</strong>nmins<strong>te</strong> nog aan jou vasthou<strong>de</strong>n.”<br />

Het kind doet dat dan ook. Ze kruipt zowat in me als het karretje<br />

in beweging k<strong>om</strong>t. Maar na <strong>de</strong> eers<strong>te</strong> bocht laat ze me al los. Ze<br />

vindt het geweldig en ze gilt het uit <strong>van</strong> <strong>de</strong> pret. “Yoho! Yeah!<br />

Yoho!” roept ze en ze s<strong>te</strong>ekt haar armen hoog in <strong>de</strong> lucht.<br />

Ik kijk naar het kind en ik zie hoeveel ze geniet <strong>van</strong> <strong>de</strong> rit. Ik krijg<br />

er een gevoel bij, dat ik niet goed kan verwoor<strong>de</strong>n. Mijn God, is<br />

dat hetzelf<strong>de</strong> kind dat net nog zo verschrikkelijk bang was?<br />

De rit is afgelopen en we stappen uit. Het kind pakt mijn hand<br />

en samen met het kind loop ik, haar moe<strong>de</strong>r loopt ach<strong>te</strong>r ons, naar<br />

<strong>de</strong> uitgang. Haar moe<strong>de</strong>r is nog s<strong>te</strong>eds onts<strong>te</strong>md en ze laat hardop<br />

haar ongenoegen blijken. Ze blijft er maar over doorgaan en weer<br />

werp ik haar een geërger<strong>de</strong> blik toe. Ze probeert nog haar gelijk <strong>te</strong><br />

krijgen, maar ik doe alsof ik niets hoor. Ui<strong>te</strong>in<strong>de</strong>lijk stopt het.<br />

Het kind zit er dui<strong>de</strong>lijk an<strong>de</strong>rs in dan haar moe<strong>de</strong>r. “Gaan we<br />

nog een keertje?” jengelt ze. “Toe? Alsjeblieft? Nog één keertje?”<br />

Ik zeg <strong>te</strong>gen het kind dat we er la<strong>te</strong>r nog wel in gaan, maar niet<br />

nu. Ik kan het niet nala<strong>te</strong>n <strong>om</strong> haar moe<strong>de</strong>r een tri<strong>om</strong>fan<strong>te</strong>lijke<br />

blik toe <strong>te</strong> werpen.<br />

Ik krijg <strong>de</strong> smaak <strong>van</strong> <strong>de</strong> achtbanen <strong>te</strong> pakken en ik wil ook wel<br />

een keertje <strong>de</strong> befaam<strong>de</strong> Space Mountain in. Ik probeer het kind mee<br />

<strong>te</strong> krijgen, die daar wel oren naar lijkt <strong>te</strong> hebben. Haar moe<strong>de</strong>r


esluit eerst i<strong>nl</strong>ichtingen in <strong>te</strong> winnen bij <strong>de</strong> suppoost. Ze vraagt<br />

hem hoe gevaarlijk <strong>de</strong> Space Mountain is.<br />

Hij glimlacht en hij ver<strong>te</strong>lt haar dat „gevaarlijk‟ niet het goe<strong>de</strong><br />

woord is voor <strong>de</strong> Space Mountain. Aan <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re kant is het niet<br />

voor niets <strong>de</strong> cools<strong>te</strong> attractie <strong>van</strong> <strong>de</strong> wereld.<br />

Het kind vraagt of hij heel erg eng is en <strong>de</strong> suppoost beaamt het.<br />

Het kind hoort dit en ze besluit direct <strong>om</strong> er niet in <strong>te</strong> gaan.<br />

Ik probeer het kind over <strong>te</strong> halen <strong>om</strong> toch met me mee <strong>te</strong> gaan.<br />

Ik gebruik als argument dat ze in eers<strong>te</strong> instantie <strong>de</strong> Blue Thun<strong>de</strong>r<br />

Mountain ook niet in wil<strong>de</strong> en la<strong>te</strong>r wel. Het kind twijfelt.<br />

Haar moe<strong>de</strong>r blijft ech<strong>te</strong>r op haar inpra<strong>te</strong>n: “Niet doen, hoor. Je<br />

wordt misselijk en het is hartstikke eng en donker daarbinnen. Het<br />

is ook nog eens slecht voor je. Ze geven niet voor niets allemaal<br />

waarschuwingen.”<br />

Ik krijg er <strong>de</strong> pest over in dat ze haar kind dit soort pleziertjes<br />

niet gunt. Ik begrijp er werkelijk niets <strong>van</strong>, want in mijn optiek ga<br />

je daarvoor nu juist naar Eurodisney.<br />

Ik zeg: “Als je niet wilt dat jouw kind <strong>de</strong> Space Mountain in gaat,<br />

verbied het dan op rationele gron<strong>de</strong>n. Gebruik geen argumen<strong>te</strong>n<br />

als eng en slecht voor je gezondheid. Zo praat je haar op <strong>de</strong>n duur<br />

een getwist normen- en waar<strong>de</strong>ns<strong>te</strong>lsel aan.”<br />

Ze begrijpt me niet en ze blijft inpra<strong>te</strong>n op haar kind. “Niet<br />

doen, het is eng. Het is donker en je kunt niets zien. Het is veel <strong>te</strong><br />

heftig en je zult misselijk wor<strong>de</strong>n,” blijft ze herhalen.<br />

Ze gaat maar door en ik besluit mijn mond maar <strong>te</strong> hou<strong>de</strong>n. Het<br />

kind geeft <strong>de</strong>finitief aan dat ze <strong>de</strong> Space Mountain niet ingaat. Dit tot<br />

gro<strong>te</strong> opluchting <strong>van</strong> haar moe<strong>de</strong>r.<br />

“Gaan jullie nog maar een keertje It‟s a small world in,” zeg ik<br />

sarcastisch, “dan hebben jullie je pleziertje en ik het mijne. Ik zie<br />

jullie wel bij <strong>de</strong> uitgang.”<br />

Ik loop naar <strong>de</strong> ingang <strong>van</strong> Space Mountain toe. Het afscheid<br />

wordt we<strong>de</strong>r<strong>om</strong> gelar<strong>de</strong>erd met haar gebruikelijke c<strong>om</strong>mentaar.<br />

“Ik hoop werkelijk dat je er heel uitk<strong>om</strong>t,” zegt ze, “maar ik blijf<br />

het raar vin<strong>de</strong>n dat iemand <strong>van</strong> jouw leeftijd met jouw zwakke rug


dit soort onverantwoor<strong>de</strong> risico‟s gaat lopen. Maar ja, je rekent er<br />

waarschij<strong>nl</strong>ijk op dat ik voor je blijf zorgen als je in een rolstoel<br />

<strong>te</strong>rechtk<strong>om</strong>t.”<br />

Ik loop hoofdschud<strong>de</strong>nd bij haar <strong>van</strong>daan en zwaai nog eens<br />

naar haar en het kind. Het lijkt wel alsof ik een wereldreis ga<br />

maken.<br />

Ik sluit aan bij <strong>de</strong> speedline en ik zie dat ook <strong>de</strong>ze rij erg lang is.<br />

Het gaat zeker een half uur duren. Dan moe<strong>te</strong>n zij en het kind al<br />

die tijd bij <strong>de</strong> uitgang wach<strong>te</strong>n en dat vind ik <strong>te</strong> lang.<br />

Ik stap uit <strong>de</strong> rij. Ik kijk of ik haar en het kind zie, maar ze zijn al<br />

verdwenen. Ik loop naar <strong>de</strong> uitgang <strong>van</strong> <strong>de</strong> Space Mountain, waar ik<br />

ze aantref. Net als bij <strong>de</strong> Blue Thun<strong>de</strong>r Mountain staan ze hier hand<br />

in hand naar me uit <strong>te</strong> kijken. Ik schrik <strong>van</strong> haar reactie als ik haar<br />

op <strong>de</strong> schou<strong>de</strong>r tik en zeg: “Hallo schat, ik ben hier.”<br />

“Waar k<strong>om</strong> jij nou <strong>van</strong>daan?” vraagt ze verbaasd. “Ben je er niet<br />

in geweest? De uitgang - ze wijst op <strong>de</strong> uitgang - is toch daar? Je<br />

zou toch - ze wijst weer - daaruit k<strong>om</strong>en? Kun je dan ook nergens<br />

meer <strong>van</strong> op aan? Had je geen speedticket bij je? Waar<strong>om</strong> ben je<br />

niet in <strong>de</strong> rij blijven staan? Je had toch wel even kunnen wach<strong>te</strong>n?<br />

Belachelijk, dat die rijen zo lang zijn!”<br />

Ik zie haar heftige reactie. Ik vind het vreemd. Het lijkt bijna wel<br />

of ze in paniek is. Ik begrijp het niet.<br />

Ik vraag het kind of ze nog een keertje met me <strong>de</strong> Blue Thun<strong>de</strong>r<br />

Mountain in wil. Het kind heeft daar wel oren naar. We gaan er<br />

naartoe, on<strong>de</strong>r luid pro<strong>te</strong>st <strong>van</strong> haar moe<strong>de</strong>r: “Gadverdamme,<br />

moe<strong>te</strong>n jullie daar nou weer in?”<br />

Ik stap met het kind in <strong>de</strong> rij en zij blijft ach<strong>te</strong>r. Ik houd haar<br />

nauwlet<strong>te</strong>nd in het oog.<br />

Ineens zie ik het. Het is een vast patroon. Het kind en ik gaan in<br />

<strong>de</strong> rij staan. Zij wacht bij <strong>de</strong> ingang. Net zo lang tot er mensen zich<br />

ach<strong>te</strong>r ons hebben aangeslo<strong>te</strong>n in <strong>de</strong> rij. Vlak voordat wij uit haar<br />

gezichtsveld verdwijnen, zwaai ik nog een keer. Zij lacht en zwaait<br />

vervolgens <strong>te</strong>rug. Het valt me op dat haar lach krampachtig en


gemaakt is. Ik stap vervolgens weg en stiekem kijk ik wat ze doet.<br />

Ze loopt direct weg. Niet op haar gemak, maar hard, heel hard.<br />

Het kind en ik k<strong>om</strong>en vervolgens uit <strong>de</strong> attractie. Als zij ons ziet<br />

dan is haar opluchting dui<strong>de</strong>lijk zichtbaar. Alsof er een last <strong>van</strong><br />

haar schou<strong>de</strong>rs valt.<br />

Zij ziet niet dat ik het zie.<br />

De gro<strong>te</strong> Buffalo Bill Wild West-show.<br />

Het is nog donker. Ik kijk op <strong>de</strong> wekker en ik zie dat het pas half<br />

vijf is. Ik lig maar <strong>te</strong> woelen. Dit tripje naar Disneyland geeft me<br />

zoveel stof tot na<strong>de</strong>nken. Ik maal maar door. Ik <strong>de</strong>nk weer aan <strong>de</strong><br />

gro<strong>te</strong> Buffalo Bill Wild West-show <strong>van</strong> gis<strong>te</strong>ravond. Mijn god, wat had<br />

ik het benauwd. Ik laat het evenement nog eens <strong>de</strong> revue passeren<br />

en weer bekruipt me hetzelf<strong>de</strong>, benauw<strong>de</strong> en beklemmen<strong>de</strong><br />

gevoel, waarmee ik gis<strong>te</strong>ravond in mijn bed ben gestapt.<br />

We zijn één dag in Eurodisney wanneer ze me ver<strong>te</strong>lt dat ze heel<br />

graag naar <strong>de</strong> gro<strong>te</strong> Buffalo Bill Wild West-show toe wil, die speelt in<br />

Disney Village. “Dat is niet alleen leuk voor het kind,” zegt ze,<br />

“maar ook voor ons.”<br />

Ik koop drie kaartjes bij <strong>de</strong> ticketservice <strong>van</strong> ons ho<strong>te</strong>l voor <strong>de</strong><br />

voors<strong>te</strong>lling <strong>van</strong> don<strong>de</strong>rdag, onze laats<strong>te</strong> avond in Disneyland. De<br />

avond is volledig verzorgd, dus inclusief diner in Wild West-stijl,<br />

bier en fris naar behoef<strong>te</strong>, koffie en thee na afloop en<br />

waarschij<strong>nl</strong>ijk meer dan voldoen<strong>de</strong> Amerikaans vermaak.<br />

Het is vijf uur in <strong>de</strong> middag en we lopen met z‟n drieën naar<br />

Disney Village. We zijn iets <strong>te</strong> vroeg voor <strong>de</strong> show, maar gelukkig<br />

is er veel <strong>te</strong> doen. De para<strong>de</strong> is net gestart en wat schetst onze<br />

verbazing, het is <strong>de</strong> gro<strong>te</strong> Buffalo Bill Wild West-para<strong>de</strong>, die voorbij<br />

trekt. Dat is pas een imposant gezicht, al die cowboys en indianen<br />

op paar<strong>de</strong>n, on<strong>de</strong>r aanvoering <strong>van</strong> een gro<strong>te</strong> man met lang grijs


haar, die ook nog eens het groots<strong>te</strong> paard berijdt: Buffalo Bill<br />

himself.<br />

De para<strong>de</strong> is veel <strong>te</strong> snel voorbij en we slen<strong>te</strong>ren nog wat door<br />

Disney Village voordat we <strong>de</strong> hal <strong>van</strong> <strong>de</strong> show binnengaan. Ik<br />

toon onze tickets en we krijgen een cowboyhoed met een blauw<br />

lint. Er wordt ons ver<strong>te</strong>ld dat het <strong>de</strong> bedoeling is dat we die<br />

dragen, zeker tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> show. We kijken voor <strong>de</strong> zekerheid ook<br />

nog in <strong>de</strong> souvenirshop of we authentieke of unieke Buffalo Bill<br />

Wild West-gadgets kunnen vin<strong>de</strong>n, maar helaas.<br />

Ik loop al een tijdje <strong>te</strong> niezen en het wordt erger. Het is al<br />

begonnen op het m<strong>om</strong>ent dat ik <strong>de</strong> hal binnenkwam. “De gro<strong>te</strong><br />

Buffalo Bill Wild West-show,” <strong>de</strong>nk ik, “natuurlijk, het stikt hier<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> paar<strong>de</strong>n.”<br />

Mijn allergie speelt op. Vreemd, want ik heb er al zo lang geen<br />

last meer <strong>van</strong> gehad.<br />

Ik had een boekje aangeschaft over NLP (Neuro Linguïstisch<br />

Programmeren) en allergie. Het geeft een verrassend an<strong>de</strong>re kijk op allergieën<br />

en het gaat er<strong>van</strong> uit, dat het geen ziek<strong>te</strong> is. Het is een natuurlijke reactie <strong>van</strong><br />

het lichaam op een stof uit <strong>de</strong> <strong>om</strong>geving. Helaas kan het lichaam niet altijd<br />

even goed doseren en dan krijg je <strong>de</strong> welbeken<strong>de</strong> overreactie. Deze zou bij <strong>de</strong><br />

bron moe<strong>te</strong>n wor<strong>de</strong>n aangepakt, maar daar bestaan geen geneesmid<strong>de</strong>len voor.<br />

Het enige dat zij doen, is het bestrij<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> sympt<strong>om</strong>en. Hier biedt NLP<br />

soelaas. Vanuit <strong>de</strong> overtuiging dat het je eigen lichaam is, die je overreactie<br />

veroorzaakt, moet je zelf ook in staat zijn <strong>om</strong> je lichaam zodanig <strong>te</strong><br />

programmeren, dat het min<strong>de</strong>r antistoffen gaat produceren. Met an<strong>de</strong>re<br />

woor<strong>de</strong>n, het lichaam merkt: “Hé, graspollen,” en heeft <strong>de</strong> neiging <strong>om</strong><br />

antistoffen <strong>te</strong> gaan produceren. Je moet <strong>te</strong>gen het lichaam kunnen zeggen:<br />

“Bedankt voor <strong>de</strong> waarschuwing, maar ik weet het al en het is goed. Je hoeft<br />

die antistoffen niet aan <strong>te</strong> maken.”<br />

Het gaat nog ver<strong>de</strong>r. Als iemand negatief reageert op zijn <strong>om</strong>geving, kan dat<br />

ook een aut<strong>om</strong>atisme zijn. Neem bijvoorbeeld <strong>de</strong> blauwe envelop <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

belastingdienst. Het zien er<strong>van</strong> maakt, bij mij althans, een negatieve emotie<br />

los. Ik krijg aut<strong>om</strong>atisch <strong>de</strong> pest in en ik erger me. Ik voel dat ik me erger


zelfs aan mijn hoofd. Het geeft een vreemd prikkend gevoel, dat <strong>van</strong>af mijn<br />

slapen tot ach<strong>te</strong>r mijn oren trekt. Dat is vreemd, <strong>om</strong>dat ik niet eens weet of ik<br />

moet betalen of dat ik geld <strong>te</strong>rug krijg.<br />

Als je kijkt naar het effect <strong>van</strong> <strong>de</strong> blauwe envelop en graspollen, dan zie je<br />

dat <strong>de</strong> patronen hetzelf<strong>de</strong> zijn. “Hé, blauwe envelop/graspol.”<br />

Vervolgens allergische reactie: “Ergernis/Aanmaak antistof.”<br />

Maar het gaat zelfs nog veel ver<strong>de</strong>r dan dit. Er bestaat nog een verband.<br />

Hoe vaak k<strong>om</strong>t het niet voor dat mensen op la<strong>te</strong>re leeftijd ineens allergie<br />

krijgen of kwijtraken? Ik ging <strong>te</strong>rug naar het m<strong>om</strong>ent dat ik zelf last begon <strong>te</strong><br />

krijgen <strong>van</strong> mijn allergie. Het viel samen met een enorm spannen<strong>de</strong> tijd waarin<br />

ik toen zat. Het ging niet zoals ik wil<strong>de</strong> en ik erger<strong>de</strong> me toen aan werkelijk<br />

aan alles.<br />

NLP als geneesmid<strong>de</strong>l voor allergie. Het is niet we<strong>te</strong>nschappelijk bewezen,<br />

laat staan on<strong>de</strong>rbouwd. Maar ik geloof erin en ik doe af en toe mijn NLPoefeningetjes.<br />

Ik gebruik al twee jaar geen pilletjes meer.<br />

We zoeken onze plaatsen op in <strong>de</strong> gro<strong>te</strong> zaal. Het is net een<br />

arena met allemaal ringen. Ie<strong>de</strong>reen zit naast elkaar aan <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong><br />

lange tafel, met het gezicht naar het spektakel toe. Het bedienend<br />

personeel loopt voor <strong>de</strong> tafels langs, en <strong>om</strong>dat zij op <strong>de</strong> lager<br />

gelegen ring voor je lopen, hoef je geen m<strong>om</strong>ent <strong>te</strong> missen. Wij<br />

zit<strong>te</strong>n in het blauwe vak, rechts zit<strong>te</strong>n <strong>de</strong> gelen, links <strong>de</strong> ro<strong>de</strong>n en<br />

schuin <strong>te</strong>genover ons <strong>de</strong> groenen.<br />

De show begint. We wor<strong>de</strong>n opgeroepen <strong>te</strong> joelen en met onze<br />

hoe<strong>de</strong>n <strong>te</strong> zwaaien, wat ie<strong>de</strong>reen ook doet. De wedstrijd tussen <strong>de</strong><br />

indianenstammen begint. De stammen hebben ook een kleur. Die<br />

correspon<strong>de</strong>ert met <strong>de</strong> kleuren <strong>van</strong> <strong>de</strong> uitgereik<strong>te</strong> hoe<strong>de</strong>n. De<br />

groene krijgers beginnen en het groene vak wordt opgeroepen hun<br />

stam <strong>te</strong> s<strong>te</strong>unen. Ze moe<strong>te</strong>n zo veel mogelijk geluid maken, on<strong>de</strong>r<br />

meer door hard met het bes<strong>te</strong>k op <strong>de</strong> metalen bor<strong>de</strong>n <strong>te</strong> slaan. De<br />

„niet-groenen‟ wor<strong>de</strong>n opgeroepen zo hard mogelijk „boe‟ <strong>te</strong><br />

roepen. Zo k<strong>om</strong>t elke kleur aan <strong>de</strong> beurt en het is een gejoel <strong>van</strong><br />

jewels<strong>te</strong>.


Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> show wordt ons ech<strong>te</strong> Wild West-maal uitgeserveerd.<br />

Het bestaat, hoe kan het ook an<strong>de</strong>rs, uit bruine bonen, gebra<strong>de</strong>n<br />

kip en worst. Heerlijk, een ech<strong>te</strong> cowboymaaltijd in een Wild<br />

West-ambiance. Wat wil je nog meer? De Coca-Cola vloeit<br />

rijkelijk, het is een gezellig en spannend festijn en ie<strong>de</strong>reen geniet<br />

zichtbaar.<br />

Waarschij<strong>nl</strong>ijk alleen ik niet. Ik voel me vreemd en ik kan het niet<br />

on<strong>de</strong>r woor<strong>de</strong>n brengen. De show k<strong>om</strong>t me mijlenver mijn strot<br />

uit, zo vreselijk vind ik hem. Normali<strong>te</strong>r kan ik me nog wel over<br />

mijn aversie <strong>te</strong>gen een <strong>de</strong>rgelijke show heen zet<strong>te</strong>n en er zelfs <strong>de</strong><br />

humor <strong>van</strong> inzien. Maar in dit geval lukt me het <strong>van</strong> geen kan<strong>te</strong>n<br />

en <strong>de</strong> pest kruipt in mijn lijf. Het ergs<strong>te</strong> is, dat ik niet eens weet<br />

waar<strong>om</strong>.<br />

Ik zit <strong>de</strong> show uit. Voor haar en het kind, want ik wil hun plezier<br />

niet be<strong>de</strong>rven. En <strong>de</strong> show wordt, voor zover dat mogelijk is, ook<br />

nog eens verpest <strong>om</strong>dat het wa<strong>te</strong>r let<strong>te</strong>rlijk met bakken uit mijn<br />

neus loopt, mijn ogen uit mijn hoofd bran<strong>de</strong>n en mijn luchtpijp<br />

s<strong>te</strong>eds dich<strong>te</strong>r gaat zit<strong>te</strong>n. Ik heb het Spaans benauwd. Zo‟n zware<br />

aanval <strong>van</strong> allergie heb ik nog nooit gehad. Mijn keel zit let<strong>te</strong>rlijk<br />

potdicht en ik begin zwaar <strong>te</strong> hijgen. Ik <strong>de</strong>nk nog maar aan één<br />

ding: „ik moet eruit‟.<br />

De show is gelukkig voorbij en ik haast me <strong>de</strong> frisse lucht in.<br />

Eenmaal in het ho<strong>te</strong>l gaan we direct naar onze ho<strong>te</strong>lkamer. Ik heb<br />

het nog s<strong>te</strong>eds benauwd en ik hijg zwaar. Ik duik direct mijn bed<br />

in.<br />

Zij en het kind hebben me<strong>de</strong>lij<strong>de</strong>n met me en ze la<strong>te</strong>n me dat<br />

ook blijken. Zij k<strong>om</strong>t op <strong>de</strong> rand <strong>van</strong> het bed zit<strong>te</strong>n en ze probeert<br />

lief voor me <strong>te</strong> zijn. Helaas zit ze me in <strong>de</strong> weg en ik vraag haar me<br />

met rust <strong>te</strong> la<strong>te</strong>n. Ze kijkt me niet begrijpend aan, maar ze staat op<br />

en ze gaat aan <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re kant <strong>van</strong> <strong>de</strong> kamer naar <strong>de</strong> tv zit<strong>te</strong>n<br />

kijken.<br />

Ik ben onrustig, ik voel me opgejaagd en ik heb het helemaal niet<br />

naar mijn zin. Ik vraag me af waar mijn allergie <strong>van</strong>daan k<strong>om</strong>t. Is<br />

het alleen <strong>de</strong> paar<strong>de</strong>nstof of is er iets wat mijn reactie vers<strong>te</strong>rkt? Ik


heb het gevoel dat ik „eruit‟ moet en het feit dat ik „erin‟ zit, zou<br />

dat me die benauwdheid bezorgen? Ik moet het maar eens op me<br />

in la<strong>te</strong>n werken en dat kan het bes<strong>te</strong> door het <strong>van</strong> me af <strong>te</strong> zet<strong>te</strong>n.<br />

Ik weet toch niets an<strong>de</strong>rs <strong>te</strong> verzinnen dan <strong>te</strong> gaan slapen en<br />

voordat ik in slaap val, <strong>de</strong>nk ik: “K<strong>om</strong>t tijd, k<strong>om</strong>t raad.”<br />

Angs<strong>te</strong>n en fobieën.<br />

Het is half zes gewor<strong>de</strong>n. Ik heb het warm en ik heb het<br />

benauwd. Al twee uur ben ik klaarwakker en ik heb last <strong>van</strong> dat<br />

vreem<strong>de</strong> buikgevoel. Het is iets onheilspellends, alsof ik voel dat er<br />

iets gaat gebeuren.<br />

Ik weet alleen nog niet wat en ik kijk eens naar haar. Ze ligt op<br />

haar zij en ze heeft haar laken in haar vuist, alleen een puntje s<strong>te</strong>ekt<br />

eruit. Het is net of ze duimt, maar in plaats <strong>van</strong> haar duim houdt<br />

ze het puntje <strong>van</strong> het laken <strong>te</strong>gen haar lippen aan. Het is een<br />

aandoe<strong>nl</strong>ijk gezicht en weer krijg ik dat gevoel voor haar. Het<br />

mengt zich met mijn buikgevoel. Wat is het toch, dat me zo<br />

bezighoudt?<br />

Ik <strong>de</strong>nk aan haar angs<strong>te</strong>n en fobieën. Ik heb ze gezien. Ze heeft<br />

me er ook <strong>van</strong> ver<strong>te</strong>ld en ze heeft me er een verklaring voor<br />

kunnen geven. Toch klopt er iets niet, maar ik weet niet wat. Ik zet<br />

dingen die ze me ver<strong>te</strong>ld heeft af <strong>te</strong>gen dingen die ik heb gezien. Ik<br />

begrijp het niet en allerlei voorvallen flitsen door mijn gedach<strong>te</strong>n.<br />

We kennen elkaar net en ik rijd samen met haar naar mijn huis.<br />

Ik neem dit keer <strong>de</strong> weg langs <strong>de</strong> ringvaart, die ook voor mijn huis<br />

langsloopt. Het is een slech<strong>te</strong> weg en ongeveer vijf kil<strong>om</strong>e<strong>te</strong>r lang.<br />

We zit<strong>te</strong>n hand in hand en na een paar hon<strong>de</strong>rd me<strong>te</strong>r valt me iets<br />

op. Ze knijpt in mijn hand en haar hand wordt drijfnat. Ik kijk<br />

naar haar en ik zie dat ze helemaal <strong>te</strong>gen <strong>de</strong> <strong>de</strong>ur aangedrukt zit.<br />

Ze lijkt wel een bang vogeltje.


Ze is 18 jaar oud als ze bijna verdrinkt. Ze zit ach<strong>te</strong>rin <strong>de</strong> auto bij<br />

vrien<strong>de</strong>n. De chauffeur rijdt <strong>te</strong> hard en raakt in een bocht <strong>de</strong> macht over het<br />

stuur kwijt. De auto raakt <strong>van</strong> <strong>de</strong> weg en belandt in <strong>de</strong> vaart. “Rustig<br />

blijven,” zegt <strong>de</strong> chauffeur, “eerst moet <strong>de</strong> auto vol met wa<strong>te</strong>r lopen, pas dan<br />

kunnen we het portier openen.”<br />

Dat lukt, althans voor <strong>de</strong> twee personen die voorin zit<strong>te</strong>n. Door <strong>de</strong> klap op<br />

het wa<strong>te</strong>r is <strong>de</strong> ach<strong>te</strong>rbank losgescho<strong>te</strong>n en <strong>de</strong> auto zakt ach<strong>te</strong>ruit <strong>de</strong> diep<strong>te</strong> in.<br />

Zij raakt bekneld en ze kan geen kant op. Ze krijgt het benauwd en ze vecht.<br />

Tot het donker wordt.<br />

Als ze bij haar positieven k<strong>om</strong>t, ziet ze als eers<strong>te</strong> het gezicht <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

brandweerman die haar eruit heeft gehaald. Hij heeft haar ook „<strong>te</strong>rug‟ gehaald.<br />

“Wat zit je in mijn hand <strong>te</strong> knijpen?” vraag ik. “Heb je het niet<br />

naar je zin?”<br />

“Man, wat doe je me aan?” zegt ze met een benauwd gezicht.<br />

“Als je mijn dag wilt vergallen, moet je dit soort dingen vaker<br />

doen. Rij<strong>de</strong>n langs een sloot. Hoe lang duurt het nog?”<br />

Ik ver<strong>te</strong>l haar dat we er zo zijn. Nog een minuutje of vijf. Ze<br />

raakt zowat in paniek en ze vraagt: “Kunnen we niet <strong>te</strong>rug? Is er<br />

geen an<strong>de</strong>re weg?”<br />

“Ik wil best <strong>te</strong>rugrij<strong>de</strong>n,” zeg ik, “maar dan moet ik keren op<br />

<strong>de</strong>ze smalle weg en op <strong>de</strong> <strong>te</strong>rugweg zit jij direct aan het wa<strong>te</strong>r. Zeg<br />

het maar.”<br />

Ze schrikt en ze maakt een keuze. “Rijdt dan maar door,” zegt<br />

ze, “dat is min<strong>de</strong>r erg. Maar wil je dan wel een beetje doorrij<strong>de</strong>n?”<br />

Ik praat met haar over haar fobieën. Ze legt me uit hoe ze er last<br />

<strong>van</strong> heeft gekregen. “De eers<strong>te</strong> weken na het ongeluk was er nog<br />

niets aan <strong>de</strong> hand. Tot ik een keer langs <strong>de</strong> plaats <strong>de</strong>s onheils reed.<br />

Ik was met <strong>de</strong> auto en ik werd overvallen door hetzelf<strong>de</strong><br />

paniekgevoel als toen ik bijna verdronk. De keer daarna was toen<br />

ik in een auto stap<strong>te</strong>. Ik kreeg weer dat angstgevoel op het<br />

m<strong>om</strong>ent dat ik ging zit<strong>te</strong>n en <strong>de</strong> <strong>de</strong>ur dicht<strong>de</strong>ed. Ik moest er


gewoon uit, wat ik ook heb gedaan. Het i<strong>de</strong>e opgeslo<strong>te</strong>n <strong>te</strong> zit<strong>te</strong>n,<br />

net als bij mijn ongeluk, bezorgt me die angst.<br />

Ik stap in een lift. Hetzelf<strong>de</strong> liedje. En in <strong>de</strong> loop <strong>de</strong>r jaren is het<br />

s<strong>te</strong>eds erger gewor<strong>de</strong>n. Als ik in mijn auto rijd en ik k<strong>om</strong> in <strong>de</strong> file<br />

<strong>te</strong>recht, dan kan ik ook geen kant op. Ook dan raak ik in paniek.<br />

De eers<strong>te</strong> keer dat het me overkwam, ben ik zelfs uitgestapt en<br />

gaan lopen. De politie heeft toen mijn auto <strong>van</strong> <strong>de</strong> weg af moe<strong>te</strong>n<br />

halen.”<br />

“Maar nu begrijp ik ook waar<strong>om</strong> je niet naar het huwelijksfeest<br />

<strong>van</strong> je broer in Indonesië wilt,” zeg ik, “je durft gewoon niet <strong>te</strong><br />

vliegen.”<br />

Ik ver<strong>te</strong>l haar wat NLP met angs<strong>te</strong>n en fobieën kan doen. Ik geef<br />

haar voorbeel<strong>de</strong>n. Ik schets hoe haar wereld er kan uitzien als zij<br />

haar angs<strong>te</strong>n en fobieën <strong>de</strong> baas is. Maar ze luis<strong>te</strong>rt niet, ze wil er<br />

niet aan.<br />

“Denk jij dat zoiets simpels als een NLP-trucje iets kan, waar<br />

heel <strong>de</strong> medische wereld nog geen antwoord op heeft gevon<strong>de</strong>n?”<br />

schimpt ze. “Denk jij werkelijk, dat iets waar ik al 25 jaar mee<br />

wors<strong>te</strong>l, z<strong>om</strong>aar kan verdwijnen? Nee schat, dat zie je toch<br />

verkeerd hoor. En ik kan het we<strong>te</strong>n, ik heb er <strong>te</strong>nslot<strong>te</strong> voor<br />

gestu<strong>de</strong>erd.”<br />

Ik hoor haar pra<strong>te</strong>n en ik vraag: “Wat is <strong>de</strong> kwali<strong>te</strong>it <strong>van</strong> jouw<br />

leven als je zo erg wordt geleefd door je angs<strong>te</strong>n en je fobieën?”<br />

“Ach, het went,” zegt ze, “je leert <strong>de</strong> situaties <strong>te</strong> vermij<strong>de</strong>n<br />

waar<strong>van</strong> je weet dat ze je in paniek kunnen brengen. Daarbij ben ik<br />

zo s<strong>te</strong>rk, dat als ik het echt wil, me over mijn angst heen kan<br />

zet<strong>te</strong>n.”<br />

“Dat is dan je er doorheen vech<strong>te</strong>n,” zeg ik, “dat kost enorm veel<br />

inspanning. Je zit continu in <strong>de</strong> angst die je <strong>te</strong>gelijk moet<br />

bedwingen. Denk je eens in dat je hetzelf<strong>de</strong> kunt doen, zon<strong>de</strong>r dat<br />

je die angst hebt. Dan hoef je die ook niet <strong>te</strong> bedwingen. Het enige<br />

dat NLP doet, is die emotie die een lift bij jou oproept los <strong>te</strong><br />

koppelen en jou <strong>te</strong> leren een lift an<strong>de</strong>rs <strong>te</strong> ervaren. Daarbij, je hoeft<br />

niet eens in NLP <strong>te</strong> geloven <strong>om</strong> het toch voor je <strong>te</strong> la<strong>te</strong>n werken.”


Mathijs is een goe<strong>de</strong> vriend <strong>van</strong> mij en ik ken hem al jaren. Mathijs en<br />

NLP zijn voor mij synoniem. Mathijs beoefent NLP, past het toe op zichzelf,<br />

helpt an<strong>de</strong>ren ermee, draagt het over, draagt het uit, geeft er cursussen in en<br />

schrijft er zelfs boeken over. Mathijs is een autori<strong>te</strong>it in Ne<strong>de</strong>rland op het<br />

gebied <strong>van</strong> NLP. Af en toe doe ik een beroep op hem als ik ergens mee zit en<br />

in <strong>de</strong> rol <strong>van</strong> persoo<strong>nl</strong>ijke coach waar<strong>de</strong>er ik hem in het bijzon<strong>de</strong>r. Negen <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> tien keer kan hij je met een paar eenvoudige vragen, hij zal je namelijk<br />

nooit ver<strong>te</strong>llen iets <strong>te</strong> doen, an<strong>de</strong>rs naar hetzelf<strong>de</strong> la<strong>te</strong>n kijken. Hij laat je<br />

hetzelf<strong>de</strong> gewoon an<strong>de</strong>rs bena<strong>de</strong>ren of zien, wat meestal erg verhel<strong>de</strong>rend werkt.<br />

Die vaardigheid beheerst hij als geen an<strong>de</strong>r. Tegelijk weet hij a<strong>de</strong>qua<strong>te</strong> NLP<strong>te</strong>chnieken<br />

<strong>te</strong> vin<strong>de</strong>n, waarmee je het „probleem‟ snel en eenvoudig <strong>de</strong> baas kunt<br />

wor<strong>de</strong>n.<br />

Woor<strong>de</strong>n als „probleem‟ en „verkeerd‟ kent hij niet, hij prefereert het over<br />

„uitdaging‟ of „an<strong>de</strong>rs‟, respectievelijk „ongemak‟ of „niet wenselijk‟ <strong>te</strong> pra<strong>te</strong>n.<br />

Als er iemand is, die haar kan helpen haar <strong>van</strong> haar angs<strong>te</strong>n en fobieën af<br />

<strong>te</strong> la<strong>te</strong>n k<strong>om</strong>en, is hij het wel. Daar<strong>van</strong> ben ik <strong>te</strong>n volle overtuigd. Zij hoeft het<br />

alleen maar <strong>te</strong> doen.<br />

“Maar waar<strong>om</strong> zou ik naar Mathijs toe willen?” vraagt ze. “Ik kan<br />

het toch gewoon op mijn eigen manier doen?”<br />

“Verd<strong>om</strong>me,” zeg ik, “wat ben je toch eigenwijs. Je probeert dat<br />

al 25 jaar, zoals je zelf zegt. En ken je het resultaat? Nou, ik wel!”<br />

Ik schud mijn hoofd en ik begrijp haar weerstand niet. Als je zo<br />

geleefd wordt, dan grijp je toch elke mogelijkheid aan <strong>om</strong> er <strong>van</strong>af<br />

<strong>te</strong> k<strong>om</strong>en? Althans, dat zou ik doen. Daarbij loopt ze geen enkel<br />

risico. Baat het niet, dan schaadt het niet.<br />

Ze gaat door met mij <strong>te</strong> overtuigen: “Ik durf al meer als jij bij mij<br />

bent. Je straalt zo‟n rust uit en ik vertrouw je volledig. Bijna<br />

onvoorwaar<strong>de</strong>lijk. Ik zit erover <strong>te</strong> <strong>de</strong>nken <strong>om</strong> toch naar Indonesië<br />

<strong>te</strong> gaan, want met jou durf ik waarschij<strong>nl</strong>ijk wel het vliegtuig in <strong>te</strong><br />

stappen.”<br />

Ze wordt enthousiast en ze zegt: “Wat zal T<strong>om</strong> het leuk vin<strong>de</strong>n,<br />

dat ik, zijn enige zus, toch bij zijn huwelijksfeest kan zijn.”


Ik begrijp haar fobieën, maar ik zie ook <strong>de</strong> beperkingen die ze<br />

haar opleggen. Ik krijg echt bewon<strong>de</strong>ring voor haar, als ik zie wat<br />

ze allemaal nog doet ondanks die beperkingen. Als ze een keer bij<br />

me in <strong>de</strong> lift stapt, als we naar <strong>de</strong> 17 e etage moe<strong>te</strong>n, vraag ik hoe<br />

dat kan. Ze zegt: “Met jou in <strong>de</strong> buurt durf ik alles. Dan voel ik me<br />

veilig.”<br />

Het zit me niet lekker. Het is zo‟n gaaf wijf en we hou<strong>de</strong>n zo veel<br />

<strong>van</strong> elkaar. We hebben zo‟n goe<strong>de</strong> band en we vullen elkaar zo<br />

goed aan. Helaas zit ze met die vervelen<strong>de</strong> angs<strong>te</strong>n en het lijkt wel<br />

of ze er niet <strong>van</strong>af wil. Ze kan het niet controleren, lijkt het,<br />

behalve als ik in <strong>de</strong> buurt ben. Ze koppelt het aan mij. Ze heeft<br />

angst, maar met mij in <strong>de</strong> buurt niet. Ik snap het niet. Heb je nu<br />

angst of heb je hem niet? Ik besluit Mathijs maar eens <strong>om</strong> raad <strong>te</strong><br />

vragen. Hij weet al <strong>van</strong> haar af, want ik heb hem al eer<strong>de</strong>r over<br />

haar ver<strong>te</strong>ld.<br />

Fr<strong>om</strong>: Gijs@hotmail.c<strong>om</strong><br />

To: Mathijs<br />

Subject: Yvon<br />

Hi,<br />

ik heb met Yvon gesproken over haar fobieën en ik k<strong>om</strong> erach<strong>te</strong>r dat<br />

het niet zozeer <strong>de</strong> fobieën zelf zijn, maar dat ze wor<strong>de</strong>n gebruikt als<br />

argument <strong>om</strong> dingen niet <strong>te</strong> doen. Haar belangrijks<strong>te</strong> drijfveer is dat<br />

ze veiligheid zoekt. In haar eigen <strong>om</strong>geving, niet <strong>te</strong> gekke dingen<br />

doen etc. Met mij in <strong>de</strong> buurt voelt ze zich veilig en durft ze dingen<br />

wel aan. Voorbeeld, met mij in het vliegtuig stappen gaat ze gewoon<br />

doen. Maar dan is veiligheid gekoppeld aan mij en dat kan volgens<br />

mij ook <strong>de</strong> bedoeling niet zijn. Ik heb op twee vlakken raad nodig.<br />

1. Is het zinvol <strong>om</strong> NLP fobie oefeningen <strong>te</strong> doen en zo ja, welke?<br />

2. Hoe koppel ik haar veiligheid los <strong>van</strong> mij.<br />

Weet je raad, kun je helpen (en zo ja, hoe dan...)<br />

Ik hoor het graag <strong>van</strong> je.<br />

ps. het zou mooi zijn als ik medio <strong>de</strong>ze maand weet waar ze staat<br />

ivm een reis naar Indonesië waar haar broer trouwt...


Mijn mobiel gaat en ik loop <strong>de</strong> huiskamer uit op hem op <strong>te</strong><br />

nemen. Ik zie op <strong>de</strong> display dat Mathijs het is en ik zeg: “Hi<br />

Mathijs, heb je mijn e-mailtje gehad? En?”<br />

Mathijs zegt: “Het enige dat zij moet doen is een afspraak met<br />

mij maken. Ik begrijp <strong>de</strong> cirkel waarin ze opgeslo<strong>te</strong>n zit en ik heb<br />

haar er binnen <strong>de</strong> korts<strong>te</strong> keren uit.”<br />

We beëindigen ons gesprek en ik loop weer <strong>te</strong>rug <strong>de</strong> kamer in.<br />

“Heb je geheimen voor me?” vraagt ze.<br />

Ik zeg: “Ik vind het niet prettig <strong>om</strong> hardop in een mobiele<br />

<strong>te</strong>lefoon <strong>te</strong> pra<strong>te</strong>n met mensen <strong>om</strong> me heen. Ik kan me ook<br />

voors<strong>te</strong>llen dat mensen <strong>om</strong> mij heen het niet kunnen waar<strong>de</strong>ren<br />

dat ik zit <strong>te</strong> <strong>te</strong>lefoneren. Ik vind het gebruik <strong>van</strong> een mobiele<br />

<strong>te</strong>lefoon in het bijzijn <strong>van</strong> an<strong>de</strong>ren zelfs getuigen <strong>van</strong> een slech<strong>te</strong><br />

opvoeding.”<br />

“Maar dit ging over mij,” zegt ze.<br />

“Ik weet niet hoe je dat kan we<strong>te</strong>n, “ zeg ik, “maar je hebt gelijk.<br />

Het was Mathijs. Ik heb hem <strong>om</strong> raad gevraagd betreffen<strong>de</strong> jouw<br />

angs<strong>te</strong>n en fobieën.”<br />

“Hoe haal jij het in je hersens <strong>om</strong> mijn vuile was uit <strong>te</strong> hangen bij<br />

een vreem<strong>de</strong>?” bijt ze me toe. “Waar haal jij het recht <strong>van</strong>daan?”<br />

“Nou, nou, rustig maar,” zeg ik, “ik heb het bes<strong>te</strong> met je voor.<br />

Trouwens, realiseer jij je wel wat jouw angs<strong>te</strong>n en fobieën voor mij<br />

be<strong>te</strong>kenen of nog zullen gaan be<strong>te</strong>kenen? Ik kan me werkelijk niet<br />

voors<strong>te</strong>llen dat je er niet <strong>van</strong>af wilt, of zie ik het verkeerd?”<br />

“Natuurlijk wil ik er ook <strong>van</strong>af,” zegt ze, “maar mag ik het<br />

alsjeblieft zelf doen?”<br />

“Daar heb je nou precies Mathijs voor nodig,” reageer ik direct,<br />

“<strong>om</strong> het zelf <strong>te</strong> kunnen.”<br />

Ik schrijf het <strong>te</strong>lefoonnummer <strong>van</strong> Mathijs op een briefje en ik<br />

geef het haar. “Hij rekent er op dat je hem belt,” zeg ik, “en ik<br />

ook.”


Veiligheid en geborgenheid.<br />

Ik blijf maar malen en ik lig een beetje weze<strong>nl</strong>oos naar het<br />

plafond <strong>te</strong> staren. Zij slaapt nog diep, dat hoor ik aan haar<br />

regelmatige a<strong>de</strong>mhaling. Het kind is gis<strong>te</strong>ren laat naar bed gegaan<br />

en slaapt ook nog. Het is muisstil.<br />

Het onrustige gevoel, waarmee ik wakker ben gewor<strong>de</strong>n, wordt<br />

niet min<strong>de</strong>r. Hoe meer dingen ik over<strong>de</strong>nk, hoe heftiger mijn<br />

onrust wordt. Ik begin me nu pas <strong>te</strong> realiseren, hoe groot <strong>de</strong><br />

impact <strong>van</strong> haar angs<strong>te</strong>n en fobieën op haar leven zijn. Er schie<strong>te</strong>n<br />

me ineens ook an<strong>de</strong>re dingen <strong>te</strong> binnen. Dingen die ik wel gezien<br />

heb, maar nog niet heb kunnen plaatsen.<br />

Ze ver<strong>te</strong>lt over Rhoon, haar dorp. Hoe geweldig het er is. De<br />

<strong>om</strong>geving is schit<strong>te</strong>rend, het heeft alle facili<strong>te</strong>i<strong>te</strong>n en gemakken <strong>van</strong><br />

een gro<strong>te</strong> stad en toch is het een gezellig dorp gebleven. Het heeft<br />

een leuke kern, een winkelcentrum waar alles <strong>te</strong> vin<strong>de</strong>n is, een<br />

bibliotheek, enzovoorts. Ie<strong>de</strong>reen kent elkaar, zegt elkaar gedag en<br />

is vrien<strong>de</strong>lijk. Ze woont op een prachtige locatie nabij het centrum<br />

en ze kijkt uit over een parkje. Ze woont er al bijna haar hele leven<br />

en ze gaat er nooit weg.<br />

Ik ver<strong>te</strong>l haar hoe ik naar St<strong>om</strong>pwijk kijk, want mijn dorp heeft<br />

ook zo zijn charme en voor<strong>de</strong>len. Het ligt centraal, vlak bij <strong>de</strong><br />

snelweg en mid<strong>de</strong>n in het Groene Hart <strong>van</strong> Ne<strong>de</strong>rland. Een<br />

kwartiertje met <strong>de</strong> auto <strong>van</strong> Den Haag af en een half uur <strong>van</strong><br />

Ams<strong>te</strong>rdam en Rot<strong>te</strong>rdam. Verschillen<strong>de</strong> winkelcentra zijn in <strong>de</strong><br />

buurt en als je snel een boodschap nodig hebt, dan kun je <strong>te</strong>recht<br />

in <strong>de</strong> kleine supermarkt <strong>van</strong> het dorp.<br />

Ik zie het verschil met Rhoon wel, maar dat dorp is dan ook zo‟n<br />

zes keer gro<strong>te</strong>r dan het mijne. Als ik iets positiefs zeg over<br />

St<strong>om</strong>pwijk, ontstaat er <strong>te</strong>gelijk een soort c<strong>om</strong>petitie met haar.<br />

“Rhoon,” zegt ze tri<strong>om</strong>fan<strong>te</strong>lijk, “is in alle opzich<strong>te</strong>n be<strong>te</strong>r dan dat<br />

suffe St<strong>om</strong>pwijk.”


“Het maakt me niet uit wat be<strong>te</strong>r is,” zeg ik, “maar je moet toch<br />

mins<strong>te</strong>ns toegeven dat het best een lekker s<strong>te</strong>kkie is, waar ik<br />

woon?”<br />

“Ga je me nu ver<strong>te</strong>llen dat St<strong>om</strong>pwijk leuk is?” zegt ze spot<strong>te</strong>nd.<br />

“Fei<strong>te</strong>lijk is het gewoon een ach<strong>te</strong>rlijk dorp zon<strong>de</strong>r kern en zon<strong>de</strong>r<br />

winkels, waar alleen maar <strong>de</strong>biele mensen en boeren wonen. Er is<br />

maar één school, er is niet eens een drogist en <strong>de</strong> super is niet<br />

alleen duur, je kunt er alleen maar ou<strong>de</strong> troep kopen.”<br />

Ze heeft er geen goed woord voor over. Mijn huis kan er dan<br />

nog wel mee door, ze vindt het alleen jammer voor mij dat het op<br />

<strong>de</strong> verkeer<strong>de</strong> plek staat. Bovendien ook nog eens naast een sloot.<br />

Ik kan haar ver<strong>te</strong>llen wat ik wil, Rhoon is haar heilig en St<strong>om</strong>pwijk<br />

<strong>de</strong>ugt niet. Ze zou er nooit kunnen wonen.<br />

“Is daar dan sprake <strong>van</strong>?” grap ik nog, maar ze hoort het niet.<br />

Ze kraakt St<strong>om</strong>pwijk vaker af. Ze polariseert. Ik begrijp haar<br />

opmerkingen niet zo goed. Het maakt mij niet uit, want alles heeft<br />

zo zijn voor en zijn <strong>te</strong>gens. Het maakt me ook niet zoveel uit waar<br />

ik woon. Ik noem, <strong>om</strong> het haar dui<strong>de</strong>lijk <strong>te</strong> maken, mijn huis een<br />

„kl<strong>om</strong>p s<strong>te</strong>nen‟, waar<strong>van</strong> ik alleen verwacht dat het me droog<br />

houdt als het regent en dat het op een beetje handige plek in<br />

Ne<strong>de</strong>rland staat.<br />

Ze kijkt me meewarig aan en ze zegt: “Weet je wat dat over jou<br />

zegt? Je houdt dus niet <strong>van</strong> je huis. Je houdt ook niet <strong>van</strong> jouw<br />

dorp. Je hebt dus geen thuis. Vind je het gek, dat je niet kunt<br />

aar<strong>de</strong>n. Gelukkig heb je mij gevon<strong>de</strong>n en ik ga jou helpen een<br />

thuis <strong>te</strong> vin<strong>de</strong>n.”<br />

Het zal wel en ik ga <strong>de</strong> discussie niet met haar aan. Maar ik hoor<br />

het s<strong>te</strong>eds vaker. Ze ver<strong>te</strong>lt het <strong>te</strong>gen ie<strong>de</strong>reen, die het maar horen<br />

wil. Hoe belachelijk St<strong>om</strong>pwijk is, hoe <strong>de</strong>biel <strong>de</strong> mensen er zijn,<br />

dat het niet eens een winkelcentrum heeft, enzovoorts.<br />

Ik begrijp het niet en ik vraag haar wat voor zin het heeft <strong>om</strong><br />

St<strong>om</strong>pwijk s<strong>te</strong>eds zo af <strong>te</strong> kraken.<br />

“Ach jongen,” kijkt ze me meewarig aan, “het is niet alleen een<br />

bekr<strong>om</strong>pen dorp, het is bovendien niet veilig.”


“Niet veilig?” vraag ik verbaasd. “Waar heb je het over? Niet<br />

veilig? Alsof jij zo veilig bent in dat dorp <strong>van</strong> jou.”<br />

Ze spreekt vaker over <strong>de</strong> veiligheid <strong>van</strong> Rhoon, haar huis daar, <strong>de</strong> haar zo<br />

vertrouw<strong>de</strong> <strong>om</strong>geving, haar familie en haar vrien<strong>de</strong>n. Ik zeg s<strong>te</strong>eds <strong>te</strong>gen haar<br />

dat ik haar opmerkingen over veiligheid maar niet begrijp. Ze draagt zelf <strong>de</strong><br />

argumen<strong>te</strong>n voor mijn onbegrip aan. Ze ver<strong>te</strong>lt me <strong>van</strong> het proces dat ze net<br />

ach<strong>te</strong>r <strong>de</strong> rug heeft <strong>om</strong> een straatverbod voor haar ex af <strong>te</strong> dwingen. Ze was al<br />

meer<strong>de</strong>re keren door hem in elkaar geslagen, zelfs in het bijzijn <strong>van</strong> haar kind.<br />

Haar verzoek werd afgewezen. S<strong>te</strong>rker nog, in plaats <strong>van</strong> een straatverbod<br />

had <strong>de</strong> rech<strong>te</strong>r op eigen houtje beslist dat <strong>de</strong> bezoekregeling voor <strong>de</strong> va<strong>de</strong>r<br />

uitgebreid moest wor<strong>de</strong>n. Sindsdien hangt <strong>de</strong> dreiging <strong>van</strong> haar ex, zoals ze<br />

dat zelf zegt, continu als het zwaard <strong>van</strong> Damocles boven haar hoofd.<br />

Ze ver<strong>te</strong>lt me ook over <strong>de</strong> inbraak. Haar gevoel <strong>van</strong> veiligheid heeft daar<strong>van</strong><br />

een gro<strong>te</strong> <strong>de</strong>uk opgelopen. Want toen zij en het kind thuiskwamen, had<strong>de</strong>n ze<br />

<strong>de</strong> inbrekers op he<strong>te</strong>rdaad betrapt. Vanaf die dag inspec<strong>te</strong>ert zij, voordat ze<br />

naar bed gaan, samen met haar kind het gehele huis op mogelijke<br />

aanwezigheid <strong>van</strong> inbrekers of boeven. Het kind slaapt zelfs bij haar in bed,<br />

want an<strong>de</strong>rs voelt het kind zich ook niet veilig. Ik ver<strong>de</strong>nk haar er<strong>van</strong>, dat zij<br />

het niet zo erg vindt, dat haar kind bij haar in bed slaapt.<br />

“Jij begrijpt het niet, hè,” zegt ze, “mijn dorp is vertrouwd.<br />

Ie<strong>de</strong>reen die me na aan het hart ligt is bij me in <strong>de</strong> buurt. Pie<strong>te</strong>r en<br />

Hannah wonen hier schuin <strong>te</strong>genover, Zus twee stra<strong>te</strong>n ver<strong>de</strong>rop,<br />

mijn moe<strong>de</strong>r nog een straat ver<strong>de</strong>r en T<strong>om</strong> aan <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re kant <strong>van</strong><br />

het park. Als ik me niet veilig voel, dan is er altijd wel iemand in <strong>de</strong><br />

buurt. Ik weet ook dat ik op ze kan rekenen en altijd op ze kan<br />

<strong>te</strong>rugvallen.”<br />

“Het zijn <strong>de</strong> mensen, die jou dat gevoel <strong>van</strong> veilig geven,” zeg ik,<br />

“het heeft dus niets <strong>te</strong> maken met het dorp zelf. Het is dus meer<br />

<strong>de</strong> geborgenheid <strong>van</strong> jouw vrien<strong>de</strong>n en familie.”<br />

Ik <strong>de</strong>nk dat ik haar begrijp. Zij zoekt veiligheid en klaarblijkelijk<br />

ook geborgenheid. Maar zoeken we dat niet allemaal?


Ze woont net twee weken bij me en ik sta met haar ach<strong>te</strong>r in <strong>de</strong><br />

tuin. Jochem is net klaar met klussen en staat naast ons. Jochem is<br />

<strong>de</strong> zoon <strong>van</strong> mijn buren. Het is een handige man die er graag een<br />

beetje bijklust. Hij is niet alleen handig, hij kent ie<strong>de</strong>reen in en<br />

rond St<strong>om</strong>pwijk en weet er <strong>de</strong> weg. Ook kun je met hem, in ie<strong>de</strong>r<br />

geval altijd op vrijdagavond, een gezellig biertje drinken in <strong>de</strong><br />

lokale kroeg.<br />

We staan met z‟n drieën <strong>de</strong> zonson<strong>de</strong>rgang <strong>te</strong> bewon<strong>de</strong>ren.<br />

St<strong>om</strong>pwijk ligt ongeveer een kil<strong>om</strong>e<strong>te</strong>r of vijf <strong>van</strong> <strong>de</strong> zee af en ik<br />

heb een vrij uitzicht over <strong>de</strong> onbebouw<strong>de</strong> pol<strong>de</strong>r. Dat levert, zeker<br />

in <strong>de</strong> z<strong>om</strong>er, bijzon<strong>de</strong>r fraaie plaatjes op met vaak spectaculaire<br />

luch<strong>te</strong>n. De zonson<strong>de</strong>rgang <strong>van</strong> <strong>van</strong>avond levert werkelijk het<br />

spectaculairs<strong>te</strong> beeld op dat ik ooit heb gezien. Het lijkt wel een<br />

schil<strong>de</strong>rij <strong>van</strong> <strong>de</strong> hemel en <strong>de</strong> hel. Alle kleuren k<strong>om</strong>en erin voor.<br />

Van lichtblauw tot diep paars. Van lichtroze tot vet rood.<br />

Jochem vraagt me of ik zin heb <strong>om</strong> vrijdag een biertje <strong>te</strong> k<strong>om</strong>en<br />

drinken op het lokale rock-‟n-roll festival. Ik heb daar wel oren<br />

naar. Zij hoort mijn antwoord en ze is het er dui<strong>de</strong>lijk niet mee<br />

eens.<br />

“Dus je za<strong>de</strong>lt mij met het kind op?” zegt ze. “Ik kan geen kant<br />

op. Leuk is dat. Wat moet ik dan? In dat gro<strong>te</strong> huis? In mijn uppie,<br />

alleen met mijn kind. Je had nog zo beloofd me <strong>te</strong> s<strong>te</strong>unen.”<br />

Ik schrik <strong>van</strong> haar reactie en ik zie dat Jochem er ook <strong>van</strong> schrikt.<br />

Ik kijk haar niet begrijpend aan <strong>te</strong>rwijl ze ver<strong>de</strong>r gaat. “Ik ga wel<br />

ergens an<strong>de</strong>rs heen. Ik ga niet alleen met mijn kind in dat gro<strong>te</strong><br />

huis liggen wach<strong>te</strong>n tot jij een keertje thuisk<strong>om</strong>t. Ik ga wel naar<br />

Zus toe.”<br />

Ik vraag haar waar<strong>om</strong> ze ineens bij Zus wil slapen. Ik ben <strong>van</strong><br />

mening dat ik best een paar uurtjes weg kan. Ook kan een biertje<br />

drinken geen kwaad, het is nota bene een paar hon<strong>de</strong>rd me<strong>te</strong>r <strong>van</strong><br />

mijn huis af. “Ik laat <strong>de</strong> auto staan,” grap ik.<br />

“Denk je dat ik niet serieus ben?” vraagt ze. “Het huis is nog niet<br />

eens veilig.”


“Niet veilig?” vraag ik, “hoe bedoel je? Ik ben nog geen minuut<br />

bij je <strong>van</strong>daan. Als er iets is, dan ben ik er binnen een oogwenk.”<br />

“Maar dan heb je waarschij<strong>nl</strong>ijk al een bakkie <strong>te</strong>veel op,” houdt<br />

ze vol, “lekkere man ben jij. Waarschij<strong>nl</strong>ijk ben je dan al zo<br />

dronken, dat je jouw mobiele <strong>te</strong>lefoon niet eens meer hoort.”<br />

“Ik vind werkelijk dat je overdrijft,” zeg ik, “en als het jou<br />

gerusts<strong>te</strong>lt, dan beloof ik je dat ik niet <strong>te</strong> veel zal drinken.”<br />

Ze zet haar hand in haar zij en ze wuift met haar vinger <strong>van</strong> haar<br />

an<strong>de</strong>re hand. “Ne pas, mis<strong>te</strong>r, zegt ze, “ik heet geen gekke Marietje<br />

die je <strong>van</strong> alles wijs kan maken. Geloof je nu werkelijk dat jij, als jij<br />

het daar naar je zin krijgt, wat ik me overigens nauwelijks kan<br />

voors<strong>te</strong>llen, kan stoppen met zuipen?”<br />

Jochem en ik kijken elkaar verbaasd aan. Wat gebeurt er?<br />

Ze gaat door met het ops<strong>om</strong>men <strong>van</strong> allerlei argumen<strong>te</strong>n <strong>om</strong> me<br />

<strong>te</strong>gen <strong>te</strong> hou<strong>de</strong>n. Ze zegt: “Je <strong>de</strong>nkt toch zeker niet dat ik in mijn<br />

eentje ga liggen wach<strong>te</strong>n tot jij een keertje thuisk<strong>om</strong>t.<br />

Waarschij<strong>nl</strong>ijk straalbezopen, lallend en stinkend naar <strong>de</strong> alcohol?”<br />

Ik sta perplex en ik begrijp haar reactie niet. Jochem zegt niets en<br />

ik houd ook mijn mond. Ik weet niet wat ik moet zeggen. Maar zij<br />

wel. Ze gaat maar door: “Weet je hoe verschrikkelijk dronken<br />

mensen zijn? Drank, gadverdamme. Weet je eige<strong>nl</strong>ijk wel wat<br />

drank met je doet? Geef maar toe, zuipen is waar het allemaal <strong>om</strong><br />

gaat. De muziek is maar bijzaak. Je bent dus al net als al die<br />

an<strong>de</strong>ren. Je ontloopt nu al jouw verantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>n. Jij k<strong>om</strong>t<br />

ook jouw belof<strong>te</strong>n niet na <strong>te</strong>rwijl je me nog zo had beloofd dat je<br />

me zou helpen. Het enige dat je nu nog wilt is bij mij en mijn kind<br />

<strong>van</strong>daan vluch<strong>te</strong>n en jezelf vol la<strong>te</strong>n lopen met alcohol.”<br />

Ik kijk Jochem aan en hij mij. Ik wissel een blik <strong>van</strong><br />

verstandhouding met hem uit. Ik begrijp er niets <strong>van</strong> en zo <strong>te</strong> zien<br />

Jochem ook niet.<br />

Het kind gaat naar bed en ik ben met haar samen. Ik vraag haar:<br />

“Wat was dat nou voor reactie, zoëven in <strong>de</strong> tuin?”


Ze schrikt <strong>van</strong> mijn direc<strong>te</strong> vraag en ze zegt: “Daar heb ik spijt<br />

<strong>van</strong>, maar het k<strong>om</strong>t <strong>om</strong>dat ik me <strong>te</strong> plet<strong>te</strong>r schrok. Ik realiseer<strong>de</strong><br />

me ineens dat ik alleen in dit gro<strong>te</strong> huis moest blijven. Ik vind het<br />

nog niet veilig en daar<strong>om</strong> wil ik nog niet dat je bij me weg gaat.”<br />

Ik zeg: “Maar moest je dan zo uithalen? Je haalt er allerlei<br />

argumen<strong>te</strong>n bij die niet <strong>te</strong>rzake doen en daardoor ontspoort <strong>de</strong><br />

discussie. Ik begrijp er werkelijk niets <strong>van</strong>.”<br />

“Maar jij hebt beloofd me <strong>te</strong> helpen,” ver<strong>de</strong>digt ze zichzelf, “ik<br />

voel me nog niet veilig genoeg. Je moet me wat tijd geven. Het<br />

k<strong>om</strong>t echt wel goed. Geloof me. Je mag <strong>van</strong> mij <strong>te</strong> zijner tijd doen<br />

en la<strong>te</strong>n wat je wilt, maar nu nog even niet.”<br />

“Wat is het dan, dat je precies <strong>van</strong> me verwacht?” vraag ik.<br />

Ze antwoordt: “Dat je bij me blijft tot ik me veilig voel.”<br />

Verlatingsangst.<br />

Het heet dus verlatingsangst. Deborah, een vriendin <strong>van</strong> haar,<br />

laat het woord uit haar mond vallen, als ik haar aan <strong>de</strong> <strong>te</strong>lefoon<br />

heb. Ze zei zoiets als: “Yvon met haar verlatingsangst doet zoiets<br />

niet.”<br />

Ik hoor het op dat m<strong>om</strong>ent wel, maar ik doe er niet zoveel mee.<br />

Ik kijk wel eventjes op het in<strong>te</strong>rnet wat er over verlatingsangst<br />

bekend is. Ik verbaas me over het enorme aantal hits dat <strong>de</strong><br />

Google zoekmachine <strong>te</strong>ruggeeft. Ik moet daarbij ook wel lachen,<br />

want ongeveer <strong>de</strong> helft <strong>van</strong> <strong>de</strong> treffers gaat over verlatingsangst in<br />

relatie tot hon<strong>de</strong>n. Ik skip <strong>de</strong> si<strong>te</strong>s met hon<strong>de</strong>n en er blijft nog veel<br />

informatie over. Ik verbaas me nogmaals. Het in<strong>te</strong>rnet staat<br />

werkelijk helemaal vol met websi<strong>te</strong>s, artikelen en discussiegroepen<br />

<strong>om</strong>trent dit on<strong>de</strong>rwerp. Ik lees vluchtig een aantal artikelen en ik<br />

vind een kort, dui<strong>de</strong>lijk verhaal.


Over verlatingsangst:<br />

Voor <strong>de</strong> mensen die verlatingsangst hebben is het heel moeilijk <strong>om</strong><br />

alleen door het leven <strong>te</strong> gaan. Aan <strong>de</strong> ene kant klamp je je vast aan<br />

je partner, als je die hebt. Aan <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re kant wil je geen partner,<br />

<strong>om</strong>dat je bang bent <strong>om</strong> toch weer in <strong>de</strong> s<strong>te</strong>ek gela<strong>te</strong>n <strong>te</strong> wor<strong>de</strong>n. Als<br />

je nog geen partner hebt is het vaak moeilijk <strong>om</strong> er een <strong>te</strong> krijgen, je<br />

klampt je <strong>te</strong> veel vast aan <strong>de</strong> nieuwk<strong>om</strong>er zodat <strong>de</strong>ze hard wegrent,<br />

of je s<strong>te</strong>lt <strong>te</strong> hoge eisen <strong>om</strong> jezelf <strong>te</strong> beschermen <strong>te</strong>gen <strong>de</strong> mogelijke<br />

pijn. De pijn <strong>om</strong> verla<strong>te</strong>n <strong>te</strong> wor<strong>de</strong>n ken je maar al <strong>te</strong> goed. Je wilt je<br />

in<strong>de</strong>kken, en dat doe je zo goed, dat het leven er helemaal niet<br />

leuker op is gewor<strong>de</strong>n.<br />

Verlatingsangst. Ik kan me er iets bij voors<strong>te</strong>llen. Zeker gezien <strong>de</strong><br />

gesprekken die wij hebben gevoerd en als ik kijk naar al het leed<br />

dat haar in het verle<strong>de</strong>n is aangedaan. Ik begrijp haar en ik heb ook<br />

met haar <strong>te</strong> doen.<br />

Ik zoek nog even door en ik lees nog een paar artikelen. Ik vind<br />

er nog eentje die iets dieper gaat, maar ik kan <strong>de</strong>ze niet direct<br />

plaatsen. Ik neem me voor <strong>om</strong> het er met haar nog wel eens over<br />

<strong>te</strong> hebben.<br />

WAT IS VERLATINGSANGST?<br />

Hoe normaal is het dat ik me ongerust maak dat mijn vriend of<br />

vriendin mij niet meer leuk vindt of misschien zelfs geen in<strong>te</strong>resse<br />

meer heeft <strong>om</strong> nog met mij <strong>om</strong> <strong>te</strong> gaan?<br />

Zowel kin<strong>de</strong>ren, adolescen<strong>te</strong>n en volwassen wors<strong>te</strong>len wel eens met<br />

<strong>de</strong> angst <strong>om</strong> door <strong>de</strong> an<strong>de</strong>r verla<strong>te</strong>n of versto<strong>te</strong>n <strong>te</strong> wor<strong>de</strong>n. Vaak is<br />

die an<strong>de</strong>r iemand waar men lief<strong>de</strong> en afhankelijkheid bij voelt. Dit<br />

kunnen je ou<strong>de</strong>rs zijn, je partner, iemand waar je verliefd of trots op<br />

bent, of juist iemand die negatief over je zou kunnen oor<strong>de</strong>len<br />

waardoor je erg verdrietig en gekrenkt raakt.<br />

Als je leven erg gestuurd of beïnvloed wordt door <strong>de</strong> angst <strong>om</strong> door<br />

iemand verla<strong>te</strong>n <strong>te</strong> wor<strong>de</strong>n heeft dit gro<strong>te</strong> invloed op je emoties, je<br />

gedach<strong>te</strong>n, je gedragingen en vertrouwen in jezelf en an<strong>de</strong>ren. Als<br />

<strong>de</strong> angst en onrustgevoelens je in <strong>de</strong> greep krijgen en je jezelf in <strong>de</strong><br />

loop <strong>van</strong> weken en maan<strong>de</strong>n kwellen zon<strong>de</strong>r dat je hier goed <strong>de</strong><br />

baas over kunt wor<strong>de</strong>n, ben je ge<strong>van</strong>gen in een gevoel wat vaak<br />

wordt aangeduid met verlatingsangst. Deze angst wordt door<br />

diegene die daar aan lijdt en/of door <strong>de</strong> <strong>om</strong>geving als bui<strong>te</strong>nsporig


eschouwd. Kort<strong>om</strong>, er lijkt een maat <strong>te</strong> zijn voor normale en<br />

abnormale verlatingsangst.<br />

Abnormale verlatingsangst wordt bepaald door <strong>de</strong> leng<strong>te</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> tijd<br />

dat men geplaagd wordt door <strong>de</strong> angst, <strong>de</strong> in<strong>te</strong>nsi<strong>te</strong>it <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze<br />

angst, <strong>de</strong> ma<strong>te</strong> waarin je je gedach<strong>te</strong>n en gedrag beïnvloed wor<strong>de</strong>n.<br />

Iemand met verlatingsangst kan bijvoorbeeld bang zijn <strong>om</strong> zijn<br />

gelief<strong>de</strong> <strong>te</strong> verliezen. Om <strong>de</strong>ze angst <strong>te</strong> neutraliseren ontstaan<br />

controleren<strong>de</strong> gedragingen <strong>om</strong> gerusts<strong>te</strong>lling <strong>te</strong> krijgen. Is <strong>de</strong><br />

gelief<strong>de</strong> niet stiekem verliefd op een an<strong>de</strong>r? Door iemand uit angst<br />

of jaloezie <strong>te</strong> controleren, door overdreven <strong>te</strong> „„vissen‟‟ wat <strong>de</strong><br />

gelief<strong>de</strong> heeft gedaan of <strong>de</strong>nkt, door juist heel vaak bij je gelief<strong>de</strong> in<br />

<strong>de</strong> buurt <strong>te</strong> willen zijn, je zo gedragen dat je gelief<strong>de</strong> je moeilijk kan<br />

verwerpen krijgt verlatingsangst een extra c<strong>om</strong>plexi<strong>te</strong>it.<br />

Vaak zijn mensen met bui<strong>te</strong>nsporige verlatingsangst zo ge<strong>van</strong>gen in<br />

hun angst en verwar<strong>de</strong> gevoelens, negatieve gedach<strong>te</strong>gangen en<br />

neutraliseren<strong>de</strong> gedragingen, dat ze er alleen niet uitk<strong>om</strong>en. Al<br />

on<strong>de</strong>rkent men zijn/haar eigen verlatingsangst, <strong>de</strong> zuigen<strong>de</strong> werking<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> angst maakt dat men <strong>te</strong> weinig weerstand hieraan kan<br />

bie<strong>de</strong>n. Wat dan? Pra<strong>te</strong>n over je angst en controleren<strong>de</strong><br />

gedragingen met <strong>de</strong> partner kan in bepaal<strong>de</strong> gevallen het patroon<br />

doorbreken. Is dit niet mogelijk dan zijn wijze en goe<strong>de</strong> vrien<strong>de</strong>n<br />

diegene die een klankbord kunnen vormen en goe<strong>de</strong> raad kunnen<br />

geven. Lukt ook dit niet ga dan naar je huisarts of een<br />

relatie<strong>de</strong>skundige of psycholoog <strong>om</strong> het door <strong>te</strong> pra<strong>te</strong>n.<br />

Ineens begrijp ik het laats<strong>te</strong> artikel. Nu pas zie ik het in volle<br />

<strong>om</strong><strong>van</strong>g. Ze heeft dus niet alleen last <strong>van</strong> „gewone‟ verlatingsangst,<br />

maar ze heeft ook last <strong>van</strong> een aantal c<strong>om</strong>pliceren<strong>de</strong> factoren.<br />

Haar angst en verwar<strong>de</strong> gevoelens, waar ze alleen niet uitk<strong>om</strong>t. Ze<br />

is ge<strong>van</strong>gen in <strong>de</strong> negatieve spiraal die weliswaar verlatingsangst<br />

heet, maar fei<strong>te</strong>lijk meer <strong>om</strong>vat.<br />

Verlatingsangst. Als dat het is, dan geeft dat <strong>de</strong> verklaring voor<br />

allerlei dingen die ik al eer<strong>de</strong>r heb gezien. Al die argumen<strong>te</strong>n die ze<br />

aandraagt <strong>om</strong> dingen niet of an<strong>de</strong>rs <strong>te</strong> doen, met als enig doel bij<br />

mij <strong>te</strong> blijven. In ie<strong>de</strong>r geval dicht in mijn buurt, zodat ik haar niet<br />

alleen laat of kan la<strong>te</strong>n. Allerlei puzzelstukjes vallen op zijn plaats.<br />

Tot op he<strong>de</strong>n k<strong>om</strong>t ze ermee weg. Of ik heb haar ermee weg la<strong>te</strong>n<br />

k<strong>om</strong>en.


“Fuck,” <strong>de</strong>nk ik ineens, “sta ik hier?”<br />

Ik lig al uren <strong>te</strong> malen en ineens begrijp ik het. Puzzelstukjes<br />

vallen op zijn plaats en een beklemmend gevoel bekruipt me.<br />

Bekruipen? Het bespringt me. Ineens overzie ik het speelveld en<br />

ik maak <strong>de</strong> balans op. Natuurlijk heeft ze angs<strong>te</strong>n en fobieën, dat<br />

begrijp ik maar al <strong>te</strong> goed. Ik heb er zelfs bewon<strong>de</strong>ring voor hoe ze<br />

zich staan<strong>de</strong> heeft we<strong>te</strong>n <strong>te</strong> hou<strong>de</strong>n. Een normaal mens zou er<br />

gestoord <strong>van</strong> wor<strong>de</strong>n, maar ze is zo s<strong>te</strong>rk, dat ze overeind blijft.<br />

Maar nu zie ik dat het <strong>om</strong> meer gaat. Ze heeft verlatingsangst. En<br />

niet zo‟n klein beetje ook.<br />

Ik kan haar verlatingsangst ineens plaatsen in relatie tot <strong>de</strong><br />

verhalen die ze me ver<strong>te</strong>ld heeft. Nu pas begrijp ik ze. Als zij het<br />

gevoel heeft in <strong>de</strong> s<strong>te</strong>ek gela<strong>te</strong>n <strong>te</strong> wor<strong>de</strong>n, dan raakt ze in een<br />

soort blin<strong>de</strong> paniek. Dat is zo heftig, dat ze zelfs het gevoel krijgt,<br />

dat ze stikt. Vandaar dat ze er ook alles aan doet <strong>om</strong> niet in paniek<br />

<strong>te</strong> raken. Zodra ze in een situatie <strong>te</strong>recht dreigt <strong>te</strong> k<strong>om</strong>en, die haar<br />

onbekend of niet vertrouwd is, doet ze er dus alles aan <strong>om</strong> die<br />

situatie <strong>te</strong> ontlopen.<br />

Ik begrijp het nu nog be<strong>te</strong>r. Haar dorp is niet veilig, maar<br />

vertrouwd. Ze kent er <strong>de</strong> weg. Daar heeft ze er geen last <strong>van</strong>. Ik<br />

begrijp nu ook waar<strong>om</strong> <strong>de</strong> reis naar Indonesië niet is doorgegaan.<br />

Dat is een vreemd land en s<strong>te</strong>l dat ik er eventjes niet ben.<br />

Hetzelf<strong>de</strong> geldt voor <strong>de</strong> vakantie naar Frankrijk. Die is door haar<br />

ui<strong>te</strong>in<strong>de</strong>lijk beperkt tot dit tripje naar Disneyland. Natuurlijk wil ze<br />

niet dat ik wegga. Ze heeft vaak gezegd dat ik weg mag, maar ze<br />

kan me eenvoudigweg niet la<strong>te</strong>n gaan. Daar<strong>om</strong> mag ik <strong>van</strong> haar<br />

niet naar het rock-‟n-roll festival <strong>van</strong> St<strong>om</strong>pwijk.<br />

Ik heb het hier in Disneyland voor het eerst zelf gezien. Ze kon<br />

niet an<strong>de</strong>rs dan mij alleen <strong>de</strong> Space Mountain in la<strong>te</strong>n gaan. Ik heb<br />

haar paniekreactie toen voor het eerst gezien en la<strong>te</strong>r, toen ik er<br />

mee ben gaan spelen, heb ik het volledige patroon ont<strong>de</strong>kt. Ik kon<br />

haar opluchting dui<strong>de</strong>lijk waarnemen, wanneer ze me weer zag.


Mijn God, wat moet ze het toch moeilijk hebben en wat legt die<br />

verlatingsangst haar enorme beperkingen op.<br />

Mijn God? Als ik zie hoe haar verlatingsangst haar beperkt, wat<br />

gaat die op <strong>de</strong>n duur dan met mij doen? Hoe lang ga ik dat<br />

volhou<strong>de</strong>n? Allerlei gedach<strong>te</strong>n doemen op in een rij:<br />

Ik woon samen.<br />

Ik woon samen met een vrouw met verlatingsangst.<br />

Ik woon samen met een vrouw met verlatingsangst en zij gaat<br />

me beperken.<br />

Ik woon samen.<br />

Ik woon samen met een vrouw met verlatingsangst.<br />

Ik woon samen met een vrouw met verlatingsangst en zij gaat<br />

me beperken.<br />

Het gaat verd<strong>om</strong>me nog ver<strong>de</strong>r. Ik woon niet alleen met haar<br />

samen, maar ik heb haar ook al een trouwbelof<strong>te</strong> gedaan. Op een<br />

za<strong>te</strong>rdag in week 24 tre<strong>de</strong>n we in het huwelijk. Zelfs haar<br />

bruidsjurk hebben we samen al uitgezocht en hangt al in <strong>de</strong> kast.<br />

De zon schijnt op <strong>de</strong> familiedag <strong>van</strong> mijn bedrijf, die altijd gehou<strong>de</strong>n wordt<br />

in het eers<strong>te</strong> weekein<strong>de</strong> <strong>van</strong> juni. Het laats<strong>te</strong> <strong>de</strong>el <strong>van</strong> het programma is<br />

aangebroken, <strong>de</strong> gezame<strong>nl</strong>ijke barbecue. De zon schijnt nog s<strong>te</strong>eds, <strong>de</strong><br />

<strong>te</strong>mperatuur is goed, het kind is heel gezellig en heeft zich aangeslo<strong>te</strong>n bij <strong>de</strong><br />

groep.<br />

Ik zit na <strong>te</strong> genie<strong>te</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> dag en ik kijk met trots naar mijn<br />

me<strong>de</strong>werkers, die het ook zichtbaar naar hun zin hebben. Zij zit naast me en<br />

ver<strong>te</strong>lt me, zoals ze dat <strong>de</strong> hele dag al doet, hoeveel ze <strong>van</strong> me houdt. We zit<strong>te</strong>n<br />

in <strong>de</strong> roes <strong>van</strong> <strong>de</strong> dag en het plaatje is perfect. Alles klopt gewoon. Dat is wat<br />

ze ook <strong>te</strong>gen me zegt. Ze gaat ver<strong>de</strong>r met <strong>de</strong> opmerking dat ze wel getrouwd<br />

met me wil zijn. Als officiële bevestiging <strong>van</strong> <strong>de</strong> bijzon<strong>de</strong>re band die wij<br />

hebben. Ik voel dat ook zo en beaam het. Ze vraagt me of ik echt met haar<br />

zou willen trouwen, waarop ik lacherig zeg dat ze op moet passen <strong>om</strong>dat ze


het risico loopt dat ik „ja‟ ga zeggen. Ze vraagt het me nog een keer en ik zeg<br />

„ja‟.<br />

Een paar dagen la<strong>te</strong>r vraagt ze of ik mijn trouwbelof<strong>te</strong> gestand ga doen en ik<br />

zeg weer „ja‟. Ze laat me een plaatje <strong>van</strong> een prachtige bruidsjurk zien en ze<br />

zegt dat ze daarin met me wil trouwen. Ik wil <strong>de</strong> aanschaf voor me<br />

uitschuiven, maar dan lopen we het risico dat <strong>de</strong> jurk is verkocht. Het is een<br />

nogal exclusief exemplaar en dit soort jurken wor<strong>de</strong>n niet in series vervaardigd.<br />

Natuurlijk kan ik haar niets weigeren en een week la<strong>te</strong>r ga ik met haar op<br />

pad. De jurk staat haar geweldig en ik schaf hem voor haar aan.<br />

Ik raak zowat in paniek nu ik me realiseer waar ik sta. Zij gaat mij<br />

beperken in mijn vrijheid. Natuurlijk heb zelfs ik af en toe<br />

behoef<strong>te</strong> aan rust en stabili<strong>te</strong>it, maar niet in <strong>de</strong> ma<strong>te</strong> waarin zij dat<br />

wil. Ik trek <strong>de</strong> consequenties door op mijn normale manier <strong>van</strong><br />

doen.<br />

Af en toe een biertje drinken met mijn vrien<strong>de</strong>n. Ze zal zich<br />

verla<strong>te</strong>n voelen. Ook vindt ze het niet veilig genoeg zon<strong>de</strong>r mij in<br />

<strong>de</strong> buurt.<br />

Af en toe op vakantie. Ze zal altijd binnen een kleine straal <strong>van</strong><br />

mij willen blijven. Ik beleef daar dan waarschij<strong>nl</strong>ijk geen plezier aan<br />

en zij waarschij<strong>nl</strong>ijk ook niet. Dus dat doen we dan maar niet<br />

meer. Wat een gro<strong>te</strong> stap moet <strong>de</strong>ze trip naar Eurodisney voor<br />

haar zijn. En daar<strong>om</strong> heeft ze <strong>de</strong>ze trip beperkt tot drie dagen. Zij<br />

wil gewoon niet langer dan nodig <strong>van</strong> huis zijn!<br />

Af en toe een leuk ritje op <strong>de</strong> motor maken. S<strong>te</strong>l dat haar motor<br />

afslaat en ik het niet tijdig zie. Dat doen we dan ook maar niet<br />

meer.<br />

Ik begrijp het niet, ze is nota bene op me gevallen <strong>om</strong>dat ze me<br />

zo‟n vrijbui<strong>te</strong>r vindt. Maar aan <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re kant begrijp ik het weer<br />

wel. Ik ben daar haar perfec<strong>te</strong> aanvulling. Ik heb precies die<br />

eigenschappen, die zij ontbeert, maar wel zou willen hebben. Maar<br />

haar vrijheid is dan één op één gekoppeld aan mij en dat gaat mij<br />

op <strong>de</strong>n duur opslui<strong>te</strong>n.<br />

“Wat nu?” <strong>de</strong>nk ik.


Ik heb haar een belof<strong>te</strong> gedaan.<br />

“Als jij me helpt,” had ze gevraagd.<br />

Ik had het volmondig beaamd: “Natuurlijk schat!”<br />

Alsof het <strong>de</strong> normaals<strong>te</strong> zaak <strong>van</strong> <strong>de</strong> wereld was. Ik realiseer me<br />

don<strong>de</strong>rsgoed dat een relatie met haar geen enkele kans heeft. Dus<br />

in plaats <strong>van</strong> haar <strong>te</strong> gaan helpen, kan ik niet an<strong>de</strong>rs doen dan met<br />

haar breken.<br />

Ach, ach, waar<strong>om</strong> heeft ze het me niet ver<strong>te</strong>ld? We waren zo<br />

open en eerlijk naar elkaar? Hoe k<strong>om</strong>t het dat ik het nu pas zie?<br />

Nu begrijp ik het pas. Het is haar vraag <strong>om</strong> hulp in relatie tot<br />

haar gevoel <strong>van</strong> veiligheid en geborgenheid. Ze heeft het me dus<br />

wel ver<strong>te</strong>ld, ik heb het alleen niet gehoord.<br />

Uit.<br />

Zij wordt wakker en ze draait zich <strong>om</strong>. Normaal liggen we <strong>te</strong>gen<br />

elkaar aangenapt, maar nu lig ik op mijn rug naar het plafond <strong>te</strong><br />

staren.<br />

Ze draait naar me toe en ze vraagt aan me of er iets met me aan<br />

<strong>de</strong> hand is.<br />

“Tja, dat kun je wel zeggen,” laat ik uit mijn mond vallen.<br />

Haar reactie k<strong>om</strong>t in a split second. “Het is zeker uit?” vraagt ze<br />

met wijd opengesper<strong>de</strong> ogen.<br />

Ik schrik <strong>van</strong> haar direc<strong>te</strong> vraag en het enige antwoord dat in me<br />

opk<strong>om</strong>t, schiet zon<strong>de</strong>r na <strong>te</strong> <strong>de</strong>nken mijn mond uit. Ik zeg: “Ja!”


7. Mijn zoektocht is <strong>te</strong>n ein<strong>de</strong>.<br />

Ik ben nog niet over Iris heen. 16 weken ervoor, za<strong>te</strong>rdag.<br />

Het is een za<strong>te</strong>rdag in november. Gis<strong>te</strong>ravond, of be<strong>te</strong>r gezegd,<br />

<strong>van</strong>morgen vroeg is Margreet bij me weg gegaan. Het is <strong>de</strong><br />

zoveels<strong>te</strong> vrouw, die ik via het In<strong>te</strong>rnet heb leren kennen sinds ik,<br />

nu alweer vier maan<strong>de</strong>n gele<strong>de</strong>n, geschei<strong>de</strong>n ben <strong>van</strong> Iris.<br />

Ondanks dat ik vele vrouwen ontmoet, lukt het me maar niet <strong>om</strong><br />

het gat, dat Iris heeft ach<strong>te</strong>rgela<strong>te</strong>n, op <strong>te</strong> vullen. Het irri<strong>te</strong>ert me<br />

zelfs ma<strong>te</strong>loos en ik word er een beetje moe<strong>de</strong>loos <strong>van</strong>.<br />

Ik haal mijn eers<strong>te</strong> da<strong>te</strong> met Margreet eens voor <strong>de</strong> geest. Het<br />

was in Lei<strong>de</strong>n.<br />

Ik k<strong>om</strong> het eetcafé binne<strong>nl</strong>open en ik zie haar direct zit<strong>te</strong>n, want<br />

ik herken haar <strong>van</strong> <strong>de</strong> foto. In het echt ziet ze er nog leuker uit. Ze<br />

heeft grappig krullend blond haar, felblauwe ogen en volle, rood<br />

gestif<strong>te</strong> lippen. Ze is lang, ongeveer 1m84 en behoorlijk<br />

rondborstig. Niet dat ze dik is, maar toch is ze niet het type,<br />

waar<strong>van</strong> ik direct voor <strong>de</strong> bijl ga.<br />

Margreet is <strong>van</strong> beroep activi<strong>te</strong>i<strong>te</strong>nbegeleids<strong>te</strong>r en in haar vrije<br />

tijd schnabbelt ze bij als hypnotherapeut.<br />

Nadat we kennis hebben gemaakt, gaan we vrij snel in op<br />

datgene, dat ons het mees<strong>te</strong> bezighoudt. In mijn geval k<strong>om</strong>t Iris<br />

vrij snel <strong>te</strong>r sprake. Althans, het feit dat ik als single door het leven<br />

ga en daar mijn draai nog niet in gevon<strong>de</strong>n heb. We gaan vrij snel<br />

<strong>de</strong> diep<strong>te</strong> in en Margreet s<strong>te</strong>lt zelfs voor dat ik bij haar in therapie<br />

ga. We lachen er allebei <strong>om</strong> als ik zeg, dat ze met haar sores ook<br />

wel eens bij zichzelf in therapie kan. “Wie weet doe ik dat nog wel<br />

eens,” zegt ze lachend.<br />

Het is een ontspannen da<strong>te</strong> en <strong>van</strong> een geheel an<strong>de</strong>r niveau, dan<br />

ik tot op he<strong>de</strong>n gewend ben. Ik <strong>de</strong>nk dat ik weet waardoor het


k<strong>om</strong>t. Het klikt gewoon tussen Margreet en mij. Ik zie Margreet<br />

niet als po<strong>te</strong>ntiële lover, maar meer als een maatje, waarmee ik<br />

mijn sores kan <strong>de</strong>len.<br />

Ik zeg het dan ook <strong>te</strong>gen haar en zij voelt iets <strong>de</strong>rgelijks bij mij.<br />

“Je wilt dus nog wel een keertje met me afspreken?” vraagt ze, als<br />

we afscheid nemen.<br />

“Natuurlijk,” zeg ik en ik zwaai naar haar, als ik op mijn fiets stap<br />

en naar huis rijd.<br />

Gis<strong>te</strong>ravond had ik mijn twee<strong>de</strong> da<strong>te</strong> met Margreet. Ik had met<br />

haar afgesproken in een restaurantje, vlakbij het Stadshart <strong>van</strong><br />

Zoe<strong>te</strong>rmeer.<br />

Ik ga eerst een hapje met haar e<strong>te</strong>n en daarna neem ik haar mee<br />

naar een popconcert in <strong>de</strong> Boer<strong>de</strong>rij in Zoe<strong>te</strong>rmeer.<br />

Het is een aangenaam concert, <strong>de</strong> band staat lekkere muziek <strong>te</strong><br />

spelen en Margreet staat schuin voor me. Ineens begint ze een<br />

beetje aan me <strong>te</strong> friemelen en ik laat het me welgevallen.<br />

Het concert loopt af en we nemen nog een drankje in het café.<br />

Ze gaat met me mee naar huis, want haar auto staat nog bij mij<br />

voor <strong>de</strong> <strong>de</strong>ur. Ik vraag haar of ze zin heeft <strong>om</strong> nog even binnen <strong>te</strong><br />

k<strong>om</strong>en voor een afzakkertje, waar ze wel oren naar heeft.<br />

Eenmaal binnengek<strong>om</strong>en trek ik een flesje wijn open, zet wat<br />

muziek op en we babbelen wat.<br />

Ineens vraagt ze me hoe ik <strong>te</strong>genover haar als vriendin sta. Ik<br />

begrijp niet precies waar ze op doelt, althans, ik wil het niet<br />

begrijpen. Ze legt me uit dat ze voor mij meer voelt dan voor <strong>de</strong><br />

gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> voorbijganger. Ze hoopt dat ik ook zo naar haar kijk.<br />

“Ik vind je heel erg aardig,” zeg ik met een glimlach.<br />

Mijn antwoord is voor haar niet bevredigend. Ze begint naar <strong>de</strong><br />

juis<strong>te</strong> woor<strong>de</strong>n <strong>te</strong> zoeken. “Kijk,” begint ze een beetje hakkelend,<br />

“ik heb ook zo mijn behoef<strong>te</strong>n. Een hele goe<strong>de</strong> vriend <strong>van</strong> mij<br />

ook. We hebben eige<strong>nl</strong>ijk een pure seksrelatie. Maar als ik het met<br />

jou ga doen, dan ga ik stoppen met die relatie. Snap je? Daar<strong>om</strong><br />

wil ik het we<strong>te</strong>n.”


“Tja,” zeg ik <strong>te</strong>gen haar, “ik kan je hierin slecht adviseren.”<br />

Ik voel dan ook niet <strong>de</strong> gerings<strong>te</strong> behoef<strong>te</strong> <strong>om</strong> haar het ach<strong>te</strong>rs<strong>te</strong><br />

<strong>van</strong> mijn tong <strong>te</strong> la<strong>te</strong>n zien. Ze kijkt me een beetje hulpeloos aan<br />

en ze zegt: “Ik begrijp het en ik had het ook kunnen we<strong>te</strong>n. Jij<br />

bent natuurlijk ook weer zo‟n vrijbui<strong>te</strong>r met chronische<br />

bindingsangst.”<br />

Ik zeg niets en ik kijk haar alleen maar een beetje spot<strong>te</strong>nd aan.<br />

Ze ziet het en ze voegt er onmid<strong>de</strong>llijk aan toe: “Ik vraag toch niet<br />

of je met me wil trouwen?”<br />

Ze pakt haar glas en ze heft hem. Ik pak <strong>de</strong> mijne en ik toost met<br />

haar. Ik weet alleen niet waarop, maar het on<strong>de</strong>rwerp relatie lijkt<br />

voorlopig <strong>van</strong> <strong>de</strong> baan.<br />

Ze vraagt me wat ik met Kerstmis ga doen, waarop ik antwoord<br />

dat ik dat nog niet weet. Ze vraagt of ik iets met haar samen wil<br />

doen.<br />

“Sowieso heb ik nog geen plannen,” zeg ik, “en ik heb<br />

m<strong>om</strong>en<strong>te</strong>el ook geen zin <strong>om</strong> plannen <strong>te</strong> maken.”<br />

“Als je toch geen plannen hebt, dan kunnen we toch samen iets<br />

be<strong>de</strong>nken?” vraagt ze me.<br />

Margreet had me eer<strong>de</strong>r ver<strong>te</strong>ld dat ze dienst heeft rond<strong>om</strong><br />

Kerstmis en ik plaag haar met: “Heb je zin <strong>om</strong> met me naar <strong>de</strong> zon<br />

<strong>te</strong> vliegen? Of wil je met me mee op win<strong>te</strong>rsport?”<br />

Ze laat blijken dat ze geen prijs s<strong>te</strong>lt op mijn plagerijen en ze zegt<br />

dat ze serieus is.<br />

“Dan moe<strong>te</strong>n we maar naar één of an<strong>de</strong>r luxe dinerdansant,” zeg<br />

ik <strong>te</strong>gen haar.<br />

Ze vraagt me wat voor kleding ze in een <strong>de</strong>rgelijke gelegenheid<br />

aan moet trekken.<br />

“Ik draag dan altijd een smoking,” zeg ik, “en jij zult iets<br />

passends moe<strong>te</strong>n dragen.”<br />

Ze raakt zowat in paniek en ze zegt: “Maar daar heb ik geen<br />

kleren voor. Ik k<strong>om</strong> eige<strong>nl</strong>ijk nooit in dat soort gelegenhe<strong>de</strong>n.”<br />

Het is flauw <strong>van</strong> me, want dat wist ik fei<strong>te</strong>lijk al. Ik had het allang<br />

aan haar kledingstijl en <strong>de</strong> kwali<strong>te</strong>it <strong>van</strong> haar kleren gezien.


We veran<strong>de</strong>ren <strong>van</strong> on<strong>de</strong>rwerp. Zij zit aan <strong>de</strong> huisbar tussen <strong>de</strong><br />

keuken en <strong>de</strong> woonkamer in. Ik schenk nog een glas wijn in en ik<br />

blijf naast haar staan. Ineens pakt ze me vast en ze drukt haar<br />

lippen hard op <strong>de</strong> mijne. Ik open mijn mond en ze duwt haar tong<br />

hard naar binnen. Terwijl ze haar mond nog wij<strong>de</strong>r open doet trekt<br />

ze zich nog har<strong>de</strong>r <strong>te</strong>gen me aan. Ik probeer mezelf een beetje uit<br />

haar greep los <strong>te</strong> wurmen, zodat ik wat rustiger overnieuw kan<br />

beginnen, maar du m<strong>om</strong>ent dat ik haar gezicht na<strong>de</strong>r, gebeurt<br />

exact hetzelf<strong>de</strong>.<br />

Tjonge, ik heb wel eens een slecht zoenen<strong>de</strong> vrouw meegemaakt,<br />

maar zij spant <strong>de</strong> kroon. Ze doet me aan een goudvis <strong>de</strong>nken die<br />

met getui<strong>te</strong> ro<strong>de</strong> lippen naar a<strong>de</strong>m ligt <strong>te</strong> snakken. Ik zie het ook<br />

voor me en ik schiet in <strong>de</strong> lach.<br />

Ze vraagt me wat er is.<br />

“Ik moet gewoon lachen,” zeg ik, “mag dat s<strong>om</strong>s niet?”<br />

Ze laat zich ech<strong>te</strong>r niet <strong>van</strong> <strong>de</strong> wijs brengen en ze gaat ver<strong>de</strong>r. Ik<br />

laat haar gaan en ze begint zwaar <strong>te</strong> hijgen als ik uit gewoon<strong>te</strong> mijn<br />

hand in haar slipje s<strong>te</strong>ek. Ze is zo geil als bo<strong>te</strong>r en ze kronkelt<br />

werkelijk alle kan<strong>te</strong>n op.<br />

Het doet mij ech<strong>te</strong>r helemaal niets en ik vraag me zelfs af waar ik<br />

mee bezig ben. Ik vergelijk haar onhandige pogingen <strong>om</strong> me op <strong>te</strong><br />

win<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> wijze, waarop Iris dat <strong>de</strong>ed en ineens staat het hele<br />

gedoe me faliekant <strong>te</strong>gen.<br />

Ze kan er niets aan doen, maar ik zie haar gewoon niet zit<strong>te</strong>n.<br />

Dan k<strong>om</strong>t daar ook nog dat verhaal over haar seksvriend bij en dat<br />

gedoe rond<strong>om</strong> Kerstmis.<br />

Het gaat ech<strong>te</strong>r nog ver<strong>de</strong>r, want ik zie gewoonweg helemaal<br />

niets zit<strong>te</strong>n. Ik zeg dan ook <strong>te</strong>gen haar: “La<strong>te</strong>n we hiermee maar<br />

stoppen, ik heb totaal geen zin in <strong>de</strong>ze poespas en het wordt toch<br />

niets meer.”<br />

“Dat k<strong>om</strong>t zeker <strong>om</strong>dat ik je niet genoeg opwind?” vraagt ze.<br />

Ik beaam het. Ik nuanceer het direct en ik zeg dat er meer aan <strong>de</strong><br />

hand is wat me <strong>te</strong>genhoudt. Maar ook dat helpt niet, want ze blijft<br />

maar aan me plukken. Ze blijkt behoorlijk s<strong>te</strong>rk <strong>te</strong> zijn, want


ineens legt ze me op <strong>de</strong> grond en ze gaat bovenop me zit<strong>te</strong>n. Ze<br />

gaat me eventjes over <strong>de</strong> streep trekken. Ze trekt allerlei<br />

kledingstukken open, zowel bij mij als bij zichzelf. Ze wurmt haar<br />

tong nog een keertje hardhandig bij me naar binnen en ze botviert<br />

nog wat orale hoogstandjes op me.<br />

Ze heeft ech<strong>te</strong>r niet in <strong>de</strong> ga<strong>te</strong>n dat haar pogingen zelfs een<br />

averechts effect op me hebben. Ik zie het k<strong>om</strong>ische <strong>van</strong> <strong>de</strong> situatie<br />

en weer schiet ik in <strong>de</strong> lach. Ik zeg: “Je kunt be<strong>te</strong>r <strong>te</strong>gen een<br />

betonnen paal aan gaan rij<strong>de</strong>n, die reageert waarschij<strong>nl</strong>ijk meer dan<br />

ik.”<br />

Ineens heeft ze het met me gehad en ze kijkt me diep beledigd<br />

aan. Ze staat op, trekt haar kleren recht en ze gaat naar huis. Het is<br />

half vier in <strong>de</strong> nacht.<br />

Een paar uur la<strong>te</strong>r al ont<strong>van</strong>g ik een e-mail <strong>van</strong> Margreet. Daarin<br />

biedt ze haar excuses aan <strong>om</strong>dat ze er niet voldoen<strong>de</strong> rekening<br />

mee heeft gehou<strong>de</strong>n dat ik pas zo kort <strong>van</strong> Iris af ben. Ze biedt me<br />

aan <strong>om</strong> me <strong>te</strong> helpen over haar heen <strong>te</strong> k<strong>om</strong>en en ze heeft er<br />

begrip voor dat ik het rustig aan wil doen.<br />

Daar begrijp ik weer niets <strong>van</strong>. Ik vind dat ik al voldoen<strong>de</strong> over<br />

Iris heen ben, ik moet alleen mijn draai nog zien <strong>te</strong> vin<strong>de</strong>n. Het is<br />

an<strong>de</strong>rs, ik zie Margreet gewoon niet zit<strong>te</strong>n. Wenst zij ondanks mijn<br />

onaardige optre<strong>de</strong>n <strong>van</strong> gis<strong>te</strong>renavond toch contact met me <strong>te</strong><br />

hou<strong>de</strong>n? Na wat er gebeurd is?<br />

Ik besluit het contact <strong>te</strong> verbreken en ik stuur haar <strong>de</strong><br />

boodschap, dat ik geen zin heb in wat voor relatie dan ook. Ik<br />

voeg eraan toe dat het niet aan haar ligt en ik geef haar <strong>de</strong> goe<strong>de</strong><br />

raad dat ze vooral haar seksvriend voor mij niet moet opgeven.<br />

Ik heb nog veel meer da<strong>te</strong>s. Ik loop <strong>de</strong> ene na <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re af en ik<br />

jaag ach<strong>te</strong>r allerlei vrouwen aan. Ik krijg ze gemakkelijk daar, waar<br />

ik ze hebben wil. Terwijl ze me fei<strong>te</strong>lijk voor geen me<strong>te</strong>r boeien.<br />

Eén ding wordt me gaan<strong>de</strong>weg s<strong>te</strong>eds dui<strong>de</strong>lijker. Iris houdt me<br />

meer bezig dan ik voor mezelf wil toegeven.


De Bach Bloesemtherapie.<br />

Ik kan mijn draai maar niet vin<strong>de</strong>n en niet alleen in mijn privéleven.<br />

Ik ben meer dan vroeger aanwezig op kantoor, maar ik ben<br />

er met mijn gedach<strong>te</strong>n niet echt bij. De scherp<strong>te</strong> ontbreekt en ik<br />

vergeet, geheel <strong>te</strong>gen mijn gewoon<strong>te</strong> in, zelfs afspraken. Rodin,<br />

mijn rech<strong>te</strong>rhand en s<strong>te</strong>un en toeverlaat, vraagt: “Wat is er toch<br />

met je aan <strong>de</strong> hand? Zo ken ik je helemaal niet.”<br />

Ik leg het hem uit, voor zover ik het zelf begrijp. Ik zeg: “Ik ben<br />

sinds kort weer single. Dat be<strong>te</strong>kent een nogal forse <strong>om</strong>schakeling.<br />

Ik moet ineens boodschappen doen, voor mijn e<strong>te</strong>n zorgen en<br />

mijn huis opruimen. Ik mis iemand <strong>om</strong> me heen en daar moet ik<br />

aan wennen. Ik heb <strong>van</strong> alles toe doen, maar ik merk dat <strong>de</strong><br />

motivatie me ontbreekt <strong>om</strong> iets op <strong>te</strong> pakken. Ik ga eer<strong>de</strong>r voor <strong>de</strong><br />

buis hangen, dan dat ik iets uit mijn han<strong>de</strong>n laat k<strong>om</strong>en. Kort<strong>om</strong>:<br />

Ik heb mijn draai nog niet gevon<strong>de</strong>n.”<br />

“Je bent ook veel meer op kantoor aanwezig dan vroeger,” s<strong>te</strong>lt<br />

Rodin vast, “vind je dat nodig?”<br />

“Nodig?” zeg ik vragend. “Nodig is het woord niet en als je het<br />

zo s<strong>te</strong>lt, <strong>de</strong>nk ik in<strong>de</strong>rdaad dat het niet nodig is. Aan <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re<br />

kant heb ik toch het i<strong>de</strong>e dat ik nuttige dingen doe.”<br />

“Denk je dat echt?” vraagt Rodin met een glimlach. “Wie neem<br />

je nou in <strong>de</strong> maling? Mij of jezelf? Ga toch weg man. Je zit hier<br />

niet alleen ons in <strong>de</strong> weg, maar ook jezelf.”<br />

“Daarmee zit ik toch een beetje in een impasse,” zeg ik<br />

be<strong>te</strong>u<strong>te</strong>rd, “ik weet niet zo goed wat ik moet gaan doen.”<br />

Rodin schiet nu pas echt goed in <strong>de</strong> lach en hij zegt: “Jij niet<br />

we<strong>te</strong>n wat je moet gaan doen? Jij? Man, ga gewoon doen wat je<br />

vroeger ook <strong>de</strong>ed.”<br />

“Doen wat ik vroeger ook <strong>de</strong>ed?” zeg ik vragend. “Goed i<strong>de</strong>e.<br />

Maar met wie dan?”<br />

Ik hoor mezelf sput<strong>te</strong>ren en ik vind mezelf een beetje zielig.<br />

Rodin ziet het waarschij<strong>nl</strong>ijk aan me, want hij zegt: “Tjonge, jouw


echtscheiding met Iris hakt er in<strong>de</strong>rdaad har<strong>de</strong>r in dan dat je mij<br />

voorspiegelt.”<br />

Ik ver<strong>de</strong>dig me en ik zeg: “Het is niet Iris die ik mis, want geloof<br />

me, ik ben haar liever kwijt dan rijk. Ik moet alleen mijn draai nog<br />

zien <strong>te</strong> vin<strong>de</strong>n.”<br />

“Ik hoop dat het waar is wat je zegt,” zegt Rodin, “en ik hoop<br />

ook dat je snel je draai weer vindt.”<br />

Ik neem een nieuwe secretaresse in dienst, Babeth. Het is een<br />

lange, slanke, mooie meid <strong>van</strong> 30 jaar oud met lang, donker<br />

krullend haar, donkere ogen en prachtige tan<strong>de</strong>n. Mijn mannen<br />

zijn het er ook over eens, want ik hoor regelmatig in <strong>de</strong><br />

wan<strong>de</strong>lgangen: “Zo‟n mooie hebben we nog nooit gehad.”<br />

Ik vind al snel een aantal dingen uit <strong>van</strong> Babeth. Ze heeft een<br />

vriend, is een beetje een dr<strong>om</strong>er en ze is heel erg serieus in haar<br />

werk. Ze werkt vier dagen in <strong>de</strong> week, <strong>om</strong>dat ze <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re dag<br />

nodig heeft voor haar studie. Als ik haar vraag wat voor studie dat<br />

is, ver<strong>te</strong>lt ze me dat ze zich bezig houdt met <strong>de</strong> Bach<br />

Bloesemtherapie.<br />

“Wat is dat en hoe werkt het?” vraag ik.<br />

Babeth legt uit dat Dr. Bach, die leef<strong>de</strong> <strong>van</strong> 1886-1936, ont<strong>de</strong>k<strong>te</strong><br />

dat er in 38 plan<strong>te</strong>nbloesems trillingen zit<strong>te</strong>n, die negatieve<br />

gemoedstoestan<strong>de</strong>n <strong>om</strong>zet<strong>te</strong>n in positieve eigenschappen.<br />

Zieltoestan<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n geassocieerd met een bepaal<strong>de</strong> bloesem en<br />

<strong>de</strong> bloesems kunnen er een hers<strong>te</strong>llen<strong>de</strong> werking op hebben.<br />

“Dat vind ik een tamelijk ingewikkeld verhaal,” zeg ik lachend<br />

<strong>te</strong>gen haar.<br />

“Ik kan het ook eenvoudiger uitleggen,” zegt ze en ze begint met<br />

haar verhaal.<br />

Mensen hebben goe<strong>de</strong> eigenschappen. Door bepaal<strong>de</strong> ervaringen<br />

kan het zijn dat een positieve eigenschap in een geblokkeer<strong>de</strong><br />

toestand raakt. Dan ontstaat er fei<strong>te</strong>lijk een <strong>te</strong>veel <strong>van</strong> die positieve<br />

eigenschap, waardoor het een negatieve eigenschap wordt. Met<br />

behulp <strong>van</strong> <strong>de</strong> bloesemextrac<strong>te</strong>n wordt <strong>de</strong> harmonie weer hers<strong>te</strong>ld.


“Geef eens een voorbeeld?” vraag ik.<br />

“Ik ci<strong>te</strong>er let<strong>te</strong>rlijk wat Bach zei over onzekere mensen,” zegt ze,<br />

“het Loodkruid, of<strong>te</strong>wel <strong>de</strong> Cerato-gemoedstoestand, is voor<br />

mensen die onvoldoen<strong>de</strong> zelfvertrouwen hebben <strong>om</strong> datgene <strong>te</strong><br />

doen wat zij zich hebben voorgen<strong>om</strong>en. Door hun onzekerheid<br />

vragen ze voortdurend <strong>de</strong> mening <strong>van</strong> an<strong>de</strong>ren en wor<strong>de</strong>n<br />

daardoor vaak op het verkeer<strong>de</strong> been gezet. Tegen be<strong>te</strong>r we<strong>te</strong>n in<br />

volgen ze <strong>de</strong> mening <strong>van</strong> an<strong>de</strong>ren. Als het vervolgens verkeerd<br />

uitpakt, dan hebben ze spijt dat ze erop zijn ingegaan en ze nemen<br />

zich voor het voortaan an<strong>de</strong>rs <strong>te</strong> gaan doen. De volgen<strong>de</strong> keer<br />

ech<strong>te</strong>r vervallen ze opnieuw in <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> onzekerheid en het proces<br />

herhaalt zich. Daardoor ontstaat een negatieve spiraal en <strong>de</strong><br />

persoon wordt s<strong>te</strong>eds onzeker<strong>de</strong>r. Het bloesemextract <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

Cerato helpt ze het evenwicht <strong>te</strong> hers<strong>te</strong>llen.”<br />

“Daar kan ik me wel iets bij voors<strong>te</strong>llen,” zeg ik, “maar ik geloof<br />

bijna niet dat onzekerheid met een paar druppeltjes weggen<strong>om</strong>en<br />

kan wor<strong>de</strong>n. Het heeft toch voornamelijk <strong>te</strong> maken met een<br />

bewustwordingsproces?”<br />

“Dat is nou juist het in<strong>te</strong>ressan<strong>te</strong> <strong>van</strong> mijn studie,” zegt ze, “want<br />

ik specialiseer me in <strong>de</strong> toepassing er<strong>van</strong> op dieren. Ik leer het<br />

toepassen op hon<strong>de</strong>n en paar<strong>de</strong>n. Zij hebben niet <strong>de</strong><br />

bewustwording <strong>van</strong> <strong>de</strong> mens en toch werkt het bij hen ook. Je<br />

kunt aan <strong>de</strong> gedragingen zien in welke toestand een dier zit en als<br />

je daar <strong>de</strong> goe<strong>de</strong> druppels voor toedient, veran<strong>de</strong>rt het gedrag.<br />

Vaak al binnen een heel kor<strong>te</strong> <strong>te</strong>rmijn.”<br />

“In<strong>te</strong>ressant,” zeg ik, “dus jij kunt aan mij ook zien waar ik last<br />

<strong>van</strong> heb?”<br />

“Zeker we<strong>te</strong>n,” zegt Babeth, “ik ken je inmid<strong>de</strong>ls een beetje en<br />

als ik het gedrag <strong>van</strong> paar<strong>de</strong>n kan inschat<strong>te</strong>n, kan ik het natuurlijk<br />

ook bij <strong>de</strong> mens.”<br />

Ik schiet in <strong>de</strong> lach en ik zeg: “Vergelijk je mij nu met een<br />

paard?”<br />

Ze moet er ook <strong>om</strong> lachen en ze zegt: “Dat bedoel ik niet. Ik kijk<br />

alleen maar naar jouw gedrag en voor mij is het overdui<strong>de</strong>lijk waar


jij last <strong>van</strong> hebt. Jij hebt last <strong>van</strong> een geblokkeer<strong>de</strong> Beech - Berk in<br />

het Ne<strong>de</strong>rlands - en een geblokkeer<strong>de</strong> Impatiens -<br />

Reuzenbalsemien in het Ne<strong>de</strong>rlands - <strong>te</strong>gelijk.”<br />

“Wat houdt dat precies in?” vraag ik, inmid<strong>de</strong>ls erg nieuwsgierig<br />

gewor<strong>de</strong>n.<br />

Babeth legt uit dat <strong>de</strong> Beech valt in <strong>de</strong> groep „bezorgd zijn <strong>om</strong><br />

het welzijn <strong>van</strong> an<strong>de</strong>ren‟. De positieve eigenschappen zijn dat <strong>de</strong><br />

persoon in <strong>de</strong>n beginsel verdraagzaam is, dingen kan accep<strong>te</strong>ren en<br />

begrip kan opbrengen voor hetgeen <strong>om</strong> hem heen gebeurt. Maar<br />

als <strong>de</strong>ze persoon geblokkeerd raakt, dan krijgt hij een voorkeur<br />

voor het bekritiseren <strong>van</strong> an<strong>de</strong>ren, wordt arrogant en<br />

onverdraagzaam. Hij is niet meer in staat zich in <strong>te</strong> leven in een<br />

an<strong>de</strong>r en dit maakt <strong>de</strong> persoo<strong>nl</strong>ijkheid tot een weinig gemakkelijke.<br />

De Beech-gemoedstoestand is er een <strong>van</strong> een volk<strong>om</strong>en<br />

geblokkeerd gevoelsleven voor zichzelf en voor an<strong>de</strong>ren. Hij heeft<br />

het gevoel be<strong>te</strong>r <strong>te</strong> zijn dan een an<strong>de</strong>r en hij kijkt geringschat<strong>te</strong>nd<br />

op <strong>de</strong> an<strong>de</strong>r neer. Hij krijgt s<strong>te</strong>eds vaker last <strong>van</strong> het gevoel dat hij<br />

door zijn <strong>om</strong>geving wordt gediscrimineerd of gepest, wat s<strong>te</strong>eds<br />

vaker ook klopt, <strong>om</strong>dat hij dat gedrag zelf oproept. In <strong>de</strong>ze situatie<br />

gaat hij zich nog har<strong>de</strong>r afzet<strong>te</strong>n <strong>te</strong>gen <strong>de</strong> an<strong>de</strong>r, <strong>om</strong>dat hij <strong>van</strong><br />

mening is, dat hij toch weer gelijk heeft. Waar hij zich niet bewust<br />

<strong>van</strong> is, is dat hij s<strong>te</strong>eds sneller geïrri<strong>te</strong>erd raakt en ui<strong>te</strong>rma<strong>te</strong> kritisch<br />

wordt. Het laats<strong>te</strong> maakt dat hij zelfs bijzon<strong>de</strong>r arrogant gedrag<br />

gaat vertonen, ook al wil hij het niet. Ui<strong>te</strong>in<strong>de</strong>lijk <strong>de</strong>nkt hij dat <strong>de</strong><br />

hele wereld <strong>te</strong>gen hem is en dat hij <strong>de</strong> enige is, die nog normaal<br />

functioneert.<br />

“Dat herken ik,” zeg ik, “ik merk in<strong>de</strong>rdaad, dat ik mezelf<br />

<strong>te</strong>genwoordig aan het mins<strong>te</strong> gerings<strong>te</strong> stoor. Ik voel het zelfs aan<br />

mijn slapen. Het vel er<strong>om</strong>heen trekt dan. Het gebeurt me gewoon,<br />

nog voordat ik het daadwerkelijk heb gezien.”<br />

“Ik ben nog niet klaar,” zegt Babeth, “want je hebt ook nog last<br />

<strong>van</strong> Impatiens.”<br />

“Nog meer?” vraag ik. “Leg eens uit.”


De Impatiens valt in <strong>de</strong> groep „eenzaamheid en alleen voelen‟.<br />

De positieve basishouding er<strong>van</strong> is dat <strong>de</strong> persoon ontspannen en<br />

verdraagzaam is. Hij is zachtmoedig voor an<strong>de</strong>ren en kan veel<br />

geduld opbrengen. Maar als <strong>de</strong>ze persoon in een geblokkeer<strong>de</strong><br />

toestand <strong>te</strong>rechtk<strong>om</strong>t, dan veran<strong>de</strong>rt dit in het <strong>te</strong>genoverges<strong>te</strong>l<strong>de</strong>.<br />

De persoon wordt ongeduldig, raakt snel geïrri<strong>te</strong>erd en gaat snel<br />

reageren. Hij zoekt als het ware s<strong>te</strong>eds opnieuw <strong>de</strong> spanning op en<br />

hij gaat in zijn eigen <strong>te</strong>mpo en op zijn eigen manier werken en<br />

han<strong>de</strong>len.<br />

Hij vereenzaamt als het ware, doordat hij in zijn ongeduld alles<br />

zelf gaat doen. Bach zei over <strong>de</strong> Impatiens: “Ze zijn snel <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong>nken en han<strong>de</strong>len. Ze wensen dat alles gedaan wordt zon<strong>de</strong>r<br />

aarzelen en vertraging. Bij ziek<strong>te</strong> willen ze weer zo snel mogelijk<br />

be<strong>te</strong>r zijn. Ze hou<strong>de</strong>n <strong>van</strong> opschie<strong>te</strong>n en hebben erg weinig geduld<br />

met mensen, die min<strong>de</strong>r snel zijn. Op alle in hun vermogen<br />

liggen<strong>de</strong> manieren proberen ze <strong>de</strong>ze mensen tot meer actie en<br />

snelheid aan <strong>te</strong> zet<strong>te</strong>n. Bij voorkeur werken ze alleen, zodat ze hun<br />

eigen <strong>te</strong>mpo kunnen aanhou<strong>de</strong>n.”<br />

“Dat herken ik zeker,” zeg ik.<br />

“Mind you,” zegt Babeth, “<strong>te</strong>l een geblokkeer<strong>de</strong> Beech en<br />

Impatiens eens bij elkaar op. Ik kan me dus heel goed voors<strong>te</strong>llen,<br />

dat je op dit m<strong>om</strong>ent niet echt lekker in je vel zit.”<br />

“Daar moet ik je helemaal gelijk in geven,” zeg ik, “maar is het<br />

dan zo goed <strong>te</strong> merken?”<br />

“Je bent gelukkig gezegend met een gezond s<strong>te</strong>l hersens,” zegt<br />

Babeth, “daaraan heb je het <strong>te</strong> danken dat je nog re<strong>de</strong>lijk goed<br />

kunt functioneren.”<br />

“Hoe bedoel je?” vraag ik.<br />

“Ik merk het don<strong>de</strong>rsgoed,” zegt Babeth, “want ik werk voor je.<br />

Ik zie het gewoon bij je gebeuren en ik voel het direct aan. Want<br />

als er iets gebeurt, dan landt die gebeur<strong>te</strong>nis direct in jouw gevoel.<br />

Vervolgens druk je het weg, <strong>om</strong>dat je don<strong>de</strong>rsgoed beseft dat je<br />

het niet kunt maken, <strong>om</strong> <strong>te</strong> doen wat je gevoel op dat m<strong>om</strong>ent


ingeeft. Maar door jouw gevoel s<strong>te</strong>eds weg <strong>te</strong> moe<strong>te</strong>n drukken,<br />

word je er niet gelukkiger op.”<br />

“Geef eens een voorbeeld?” vraag ik.<br />

“Neem bijvoorbeeld die fax die ik <strong>van</strong> <strong>de</strong> week moest versturen.<br />

Die ik per ongeluk naar <strong>de</strong> verkeer<strong>de</strong> klant heb gestuurd. Jij k<strong>om</strong>t<br />

erach<strong>te</strong>r en ik zie gewoon dat je <strong>de</strong>nkt: „trut, kun je dan ook niets‟.<br />

Ik zie je zelfs schrikken <strong>van</strong> je eigen gedach<strong>te</strong>n <strong>om</strong>dat je zo niet<br />

wilt <strong>de</strong>nken. Het lukt je vervolgens toch <strong>om</strong> vrien<strong>de</strong>lijk <strong>te</strong>gen me<br />

<strong>te</strong> zeggen dat ik <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> keer be<strong>te</strong>r op moet let<strong>te</strong>n en dat<br />

fou<strong>te</strong>n maken nu eenmaal menselijk is. Maar als jij je gevoel<br />

rechtstreeks had gevolgd, dan had je me <strong>de</strong> <strong>de</strong>ur uitgegooid.”<br />

“Je hebt helemaal gelijk,” zeg ik, “jeminee.”<br />

“Geloof me, het is niet altijd even gemakkelijk <strong>om</strong> voor jou <strong>te</strong><br />

werken. Maar <strong>om</strong>dat ik je begrijp, kan ik er goed mee <strong>om</strong>gaan en<br />

ik ben er ui<strong>te</strong>rst gevoelig voor. De rest <strong>van</strong> jouw personeel zal het<br />

min<strong>de</strong>r merken.”<br />

“Toch baal ik er<strong>van</strong>,” zeg ik, “want dat be<strong>te</strong>kent dus dat als ik zo<br />

doorga, ik allerlei mensen <strong>te</strong>gen me in het harnas jaag en dat ik<br />

s<strong>te</strong>eds eenzamer word.”<br />

“Je hoeft daarvoor niet eens mensen <strong>te</strong>gen je in het harnas <strong>te</strong><br />

jagen,” zegt Babeth glimlachend, “want ui<strong>te</strong>in<strong>de</strong>lijk zul je <strong>van</strong>uit je<br />

eigen overtuiging mensen niet eens meer la<strong>te</strong>n na<strong>de</strong>ren.”<br />

“Is er nog hoop voor me?” vraag ik. “Want als ik zo doorga, dan<br />

word ik waarschij<strong>nl</strong>ijk zo‟n ou<strong>de</strong> chagrijn, die alleen nog maar<br />

kankert op <strong>de</strong> wereld die niet <strong>de</strong>ugt.”<br />

“Dat risico loop je in<strong>de</strong>rdaad als je er niets aan doet,” zegt<br />

Babeth, “maar gelukkig is er hoop. Als je het inziet en je bent<br />

bereid er iets aan <strong>te</strong> doen, kun je dat natuurlijk ook doen. Ik zal<br />

<strong>van</strong>avond een aantal druppeltjes voor je mengen, die je erbij zullen<br />

helpen. Ik zal je ook mijn leerboek geven, dan kun je het nog eens<br />

uitgebreid lezen.”


Wat ik wil?<br />

Yolanda is management consultant en ze helpt me mijn bedrijf <strong>te</strong><br />

professionaliseren. Ik weet dat ik als on<strong>de</strong>rnemer slecht dingen uit<br />

han<strong>de</strong>n geef en als ik wil groeien, dan zal ik dat toch moe<strong>te</strong>n doen.<br />

Tegelijk wil ik dat het bedrijf niet afhankelijk is <strong>van</strong> mijn<br />

persoontje en dat mijn mensen <strong>de</strong> dingen zelf oplossen.<br />

Ik sta dus <strong>de</strong> groei <strong>van</strong> mijn eigen bedrijf in <strong>de</strong> weg. Ik weet dat<br />

wel, maar er iets aan doen is iets an<strong>de</strong>rs. Vandaar dat ik hulp<br />

ingeschakeld heb. Yolanda vraagt me waar ik met mijn bedrijf<br />

naartoe wil.<br />

Ik zeg: “Ik heb geen flauw i<strong>de</strong>e.”<br />

Ze zegt: “Dat zul je me toch moe<strong>te</strong>n ver<strong>te</strong>llen, an<strong>de</strong>rs kan ik je<br />

niet helpen.”<br />

Ik zeg: “Maar daar heb ik geen flauw i<strong>de</strong>e <strong>van</strong>.”<br />

Ze vraagt: “Wat wil je eige<strong>nl</strong>ijk zelf?”<br />

Ik zeg weer: “Ik heb geen flauw i<strong>de</strong>e.”<br />

Ze antwoordt: “Als jij niet weet wat je zelf wilt, dan kun je ook<br />

niet we<strong>te</strong>n wat je met jouw bedrijf wilt.”<br />

“Dan moet je me daar eerst maar eens mee helpen, “ zeg ik <strong>te</strong>gen<br />

haar en ik spreek met haar af dat we in een aantal sessies <strong>van</strong> zo‟n<br />

an<strong>de</strong>rhalf uur gaan proberen daar een antwoord op <strong>te</strong> vin<strong>de</strong>n.<br />

Boing. 13 weken ervoor, een za<strong>te</strong>rdag.<br />

Het is za<strong>te</strong>rdagmorgen en gis<strong>te</strong>renavond heb ik <strong>de</strong> zoveels<strong>te</strong> da<strong>te</strong><br />

gehad. Ik weet niet eens waar<strong>om</strong> ik met haar naar haar slaapkamer<br />

toe ben gegaan, maar <strong>om</strong> half drie ben ik er uitgevlucht. Eenmaal<br />

thuisgek<strong>om</strong>en heb ik slecht geslapen en allerlei dingen malen door<br />

mijn hoofd. Ik voel me opgejaagd en onrustig, en ik weet niet waar<br />

het door k<strong>om</strong>t.<br />

Ik kan niet an<strong>de</strong>rs doen dan <strong>de</strong> conclusie trekken, dat ik<br />

emotioneel nogal in een dip zit. Ik voel me verloren, niet


egrepen, niet gewaar<strong>de</strong>erd en ik weet niet waar het <strong>van</strong>daan<br />

k<strong>om</strong>t. Inmid<strong>de</strong>ls zie ik wel een aantal puzzelstukjes, alleen het<br />

gro<strong>te</strong> plaatje kan ik nog niet zien.<br />

“Babeth heeft gelijk,” <strong>de</strong>nk ik ineens, “ik voldoe in<strong>de</strong>rdaad aan<br />

alle cri<strong>te</strong>ria <strong>van</strong> <strong>de</strong> Beech en Impatiens in geblokkeer<strong>de</strong> toestand.”<br />

“Margreet heeft gelijk,” <strong>de</strong>nk ik, “ik moet in<strong>de</strong>rdaad eerst eens<br />

<strong>van</strong> Iris af, voordat ik überhaupt aan een nieuwe relatie kan<br />

beginnen.”<br />

“Yolanda heeft gelijk,” <strong>de</strong>nk ik ook nog eens, “ik weet werkelijk<br />

niet wat ik wil.”<br />

Ik <strong>te</strong>l alle dingen eens bij elkaar op en ineens valt er een kwartje.<br />

Ik zie in alle <strong>om</strong><strong>van</strong>g waar ik sta. Het is ergens an<strong>de</strong>rs dan dat ik<br />

dacht waar ik zou staan. Allerlei dingen vallen in één keer samen.<br />

Het is dan ook geen kwartje dat valt, het is een c<strong>om</strong>ple<strong>te</strong><br />

vuurtoren en het geeft me dan ook een gigantische dreun.<br />

Ik moet wat ik <strong>van</strong> mezelf gezien heb op me in la<strong>te</strong>n werken en<br />

dat valt me niet mee. Ik plof op mijn bank en ik staar voor me uit.<br />

Ik blijf er het gehele weekein<strong>de</strong> op zit<strong>te</strong>n.<br />

Ik zit helemaal in <strong>de</strong> knoop. Ik zit ge<strong>van</strong>gen in een negatieve<br />

spiraal waar<strong>van</strong> ik niet wist dat ik erin zat. Ik vind mezelf wel wat.<br />

Alleen erger ik me s<strong>te</strong>eds meer aan <strong>van</strong> alles en bijna ie<strong>de</strong>reen in<br />

mijn <strong>om</strong>geving. Mijn lontje is s<strong>te</strong>eds kor<strong>te</strong>r gewor<strong>de</strong>n en ie<strong>de</strong>reen<br />

in mijn <strong>om</strong>geving, die het in mijn ogen niet goed doet, moet het<br />

ontgel<strong>de</strong>n. Mijn basishouding wordt s<strong>te</strong>eds har<strong>de</strong>r, op het<br />

meedoge<strong>nl</strong>oze af. Daar is op zich niets mis mee, maar wel als het<br />

misplaatst is en dat is het in mijn geval s<strong>te</strong>eds vaker. Ik begin zelfs<br />

zowat paranoï<strong>de</strong> <strong>te</strong> wor<strong>de</strong>n. Ik ben continu op mijn hoe<strong>de</strong>, want<br />

niemand doet genoeg zijn best of is erop uit <strong>om</strong> <strong>de</strong> kantjes er<strong>van</strong><br />

af <strong>te</strong> lopen.


“Mijn God,” <strong>de</strong>nk ik, “nu snap ik ook waar<strong>om</strong> mijn relatie met<br />

Iris op <strong>de</strong> klippen is gelopen.”<br />

Iris kon <strong>de</strong> laats<strong>te</strong> tijd werkelijk geen goed meer bij me doen. Wat<br />

was ik opgelucht toen ze na <strong>de</strong> laats<strong>te</strong> heftige woor<strong>de</strong>nwisseling<br />

besloot haar biezen <strong>te</strong> pakken. Na een huwelijk <strong>van</strong> <strong>de</strong>rtien jaar.<br />

We <strong>de</strong><strong>de</strong>n niet veel meer samen, alleen nog ruzie maken over <strong>de</strong><br />

verbouwing. Het was haar verantwoor<strong>de</strong>lijkheid, maar ze kon <strong>de</strong><br />

aannemers niet <strong>de</strong> baas. S<strong>te</strong>eds span<strong>de</strong> ze mij voor haar karretje en<br />

moest ik ingrijpen.<br />

We gingen ook al niet meer samen op vakantie. Een win<strong>te</strong>rsport<br />

of op <strong>de</strong> motor weg ging nog wel, want dan waren er <strong>te</strong>nmins<strong>te</strong><br />

an<strong>de</strong>ren bij. Zij ging s<strong>te</strong>eds meer met haar vriendinnen weg en ik<br />

met mijn vrien<strong>de</strong>n. Wat wij vroeger samen <strong>de</strong><strong>de</strong>n, <strong>de</strong><strong>de</strong>n we nog<br />

s<strong>te</strong>eds, maar niet meer met elkaar. We leef<strong>de</strong>n perfect langs elkaar<br />

heen. Ik had mijn werk met mijn besl<strong>om</strong>meringen, zij haar werk<br />

met <strong>de</strong> hare. Waar we elkaar vroeger veel ver<strong>te</strong>l<strong>de</strong>n, hiel<strong>de</strong>n we nu<br />

ons mond. Ik realiseer me dat ik haar in <strong>de</strong> loop <strong>van</strong> <strong>de</strong> tijd an<strong>de</strong>rs<br />

ben gaan zien, net zoals zij mij an<strong>de</strong>rs is gaan zien.<br />

Ik was voor haar altijd <strong>de</strong> stoere, s<strong>te</strong>rke man. Recht voor zijn<br />

raap, eerlijk, no nonsens. Zij was voor mij <strong>de</strong> lieve, zach<strong>te</strong> vrouw.<br />

Kwetsbaar, hulpvaardig. Je moest haar nooit ver<strong>te</strong>llen wat ze<br />

moest doen, want dan <strong>de</strong>ed ze het niet. Maar als je het gewoon<br />

vroeg, wil<strong>de</strong> ze je dat plezier graag doen.<br />

Dat is veran<strong>de</strong>rd. Ik werd voor haar een eigengerei<strong>de</strong> klootzak,<br />

die volledig zijn eigen gang ging en het altijd be<strong>te</strong>r wist. Zij werd<br />

voor mij een onhandig en d<strong>om</strong> wicht, die niets zelfstandig kon en<br />

als ik zei wat ze moest doen, gooi<strong>de</strong> ze zelfs haar kont <strong>te</strong>gen <strong>de</strong><br />

krib.<br />

Maar nu begrijp ik het ineens. Ik was al lekker aan het<br />

doorschie<strong>te</strong>n in mijn „Beech/Impatiens‟ en zij was daar <strong>de</strong> schuld<br />

<strong>van</strong>. Ik kon het geduld niet meer opbrengen <strong>om</strong> haar <strong>de</strong> ruim<strong>te</strong> <strong>te</strong><br />

geven en ik begon haar af <strong>te</strong> vallen. Het laats<strong>te</strong> dat ze <strong>te</strong>gen mij zei,<br />

vlak voordat wij <strong>de</strong>finitief opbraken, was dat ik haar niet meer<br />

waar<strong>de</strong>er<strong>de</strong> <strong>om</strong> wie ze was.


Toen was ik het niet met haar eens, maar nu zie ik in dat ze gelijk<br />

had.<br />

Ik besluit het maar eens <strong>van</strong> mij af <strong>te</strong> schrijven. Ik kies als vorm<br />

„een brief aan Iris‟. Mijn c<strong>om</strong>pu<strong>te</strong>r staat vol met dit soort verhalen.<br />

Meestal schrijf ik iets op, leg het een paar dagen weg, lees het <strong>te</strong>rug<br />

en ik leer er<strong>van</strong>. Over het algemeen doe ik er ver<strong>de</strong>r niets mee.<br />

Maar <strong>de</strong>ze lees ik <strong>te</strong>rug, ik richt hem aan haar en ik verstuur hem.<br />

Hallo Iris,<br />

Afgelopen weekein<strong>de</strong> is er verschrikkelijk veel gebeurd. Ineens heb<br />

ik een aantal puzzelstukjes gezien, waar<strong>van</strong> ik niet eens wist dat ze<br />

beston<strong>de</strong>n. Het ging over mezelf en ik ben er nogal <strong>van</strong><br />

geschrokken. Ik ben nu een paar dagen ver<strong>de</strong>r en realiseer me dat<br />

ik nog een lange weg <strong>te</strong> gaan heb. Als je uit dit verhaal dingen voor<br />

jezelf kunt halen is dat oké, maar ik heb het primair voor mezelf<br />

geschreven. Er zit<strong>te</strong>n drie pun<strong>te</strong>n in:<br />

Ik ben erach<strong>te</strong>r gek<strong>om</strong>en dat ik s<strong>te</strong>eds meer ben verhard en<br />

verstard. De hele wereld zit vol met klootzakken en ik ben <strong>de</strong> enige<br />

die het snapt. Ik lok zelfs gedrag uit dat ik daarna veroor<strong>de</strong>el. “Zie je<br />

nu wel,” zeg ik dan, “ik wist het al op voorhand.” Ik ben daardoor zo<br />

geobse<strong>de</strong>erd, dat mijn waarnemingsvermogen is vertroebeld. Zelfs<br />

al heb ik ongelijk, dan matig ik me het recht aan toch <strong>te</strong> veroor<strong>de</strong>len.<br />

Ik maak me druk over kleine dingen, in een ma<strong>te</strong> die in geen enkele<br />

verhouding staan tot <strong>de</strong> dingen zelf. In <strong>de</strong> volle overtuiging dat mijn<br />

<strong>om</strong>geving mij niet aankan en dit soort dingen expres doet <strong>om</strong> me <strong>te</strong><br />

ergeren. Hetgeen natuurlijk ook heel goed lukt.<br />

Ik ben bijzon<strong>de</strong>r ongeduldig. Ik pak alles uit an<strong>de</strong>rmans han<strong>de</strong>n<br />

<strong>om</strong>dat ik het wel even doe. En natuurlijk ook be<strong>te</strong>r, goedkoper,<br />

mooier. Het bevestigt ook nog eens dat niemand <strong>de</strong>ugt behalve ik.<br />

Tegelijk ben ik een s<strong>te</strong>r in het kwetsbaar ops<strong>te</strong>llen. Alleen als<br />

gedrag, maar niet echt. Want ik sta mezelf niet toe emoties <strong>te</strong> tonen.<br />

Dat kan ik ook niet, want die heb ik zo ver weggestopt, dat ik<br />

eige<strong>nl</strong>ijk niet meer weet wat ik voel.<br />

Je moet <strong>de</strong> onrust in mij gezien hebben en <strong>de</strong> zoektocht waarmee ik<br />

al een tijdje bezig ben. Ik heb professionele hulp ingeschakeld en ik<br />

heb al een aantal counsels gehad. Babeth houdt zich bezig met <strong>de</strong><br />

Bach Bloesemtherapie en ik heb iemand ontmoet die<br />

hypnotherapeut is. Toeval bestaat klaarblijkelijk niet, want allerlei


dingen kwamen vorige week in een stro<strong>om</strong>versnelling en ik heb het<br />

afgelopen weekeind het groots<strong>te</strong> diep<strong>te</strong>punt <strong>van</strong> mijn leven ervaren.<br />

Ik herken<strong>de</strong> mezelf ineens in twee types uit <strong>de</strong> Bach<br />

Bloesemtherapie in een zogenaamd geblokkeer<strong>de</strong> toestand.<br />

Daar<strong>om</strong> kan ik het nu opschrijven. In <strong>de</strong>ze spiegel kijken is me niet<br />

meegevallen. Even kort over Bach en <strong>de</strong> types die op mij <strong>van</strong><br />

toepassing zijn:<br />

beuk (Beech): Onverdraagzaamheid, arrogantie, kritiek,<br />

veroor<strong>de</strong>len.<br />

reuzenbalsemien (Impatiens): Ongeduld, gespannenheid, stress.<br />

Prikkelbaarheid, irritatie bij traagheid. Werkt het liefst alleen.<br />

Ik begrijp nu het waar<strong>om</strong> <strong>van</strong> onze scheiding be<strong>te</strong>r. Natuurlijk heb ik<br />

in eers<strong>te</strong> instantie <strong>de</strong> schuld bij jou gelegd, want het kan <strong>te</strong>nslot<strong>te</strong><br />

niet aan mij gelegen hebben. Zoals ik er nu naar kijk (en waar<strong>om</strong> ik<br />

je dit ook heb gestuurd) zijn wij bei<strong>de</strong>n niet in staat geweest elkaar<br />

<strong>te</strong> helpen. Wellicht <strong>om</strong>dat we <strong>te</strong>veel met onszelf aan het wors<strong>te</strong>len<br />

waren en we „wij‟ uit het oog verloren zijn.<br />

Ik heb een vermoe<strong>de</strong>n waar <strong>de</strong> oorzaken <strong>van</strong> mijn problemen liggen.<br />

Mijn types zijn in lich<strong>te</strong> ma<strong>te</strong> geblokkeerd geraakt in <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> <strong>van</strong><br />

Molendam & Van Reijswick. De zakelijke scheiding met Bert heeft<br />

die blokka<strong>de</strong>s alleen maar vers<strong>te</strong>rkt en daarna ben ik in een<br />

negatieve spiraal <strong>te</strong>recht gek<strong>om</strong>en, waar<strong>van</strong> ik me net ben gaan<br />

realiseren dat ik erin zit.<br />

De vraag die bij dit alles hoort is wat mijn fei<strong>te</strong>lijke drive is. Waar ben<br />

ik bang voor? Het antwoord weet ik nog niet goed, maar het is zeker<br />

geen min<strong>de</strong>rwaardigheidsc<strong>om</strong>plex. Het zit waarschij<strong>nl</strong>ijk tussen<br />

angst <strong>om</strong> gekwetst <strong>te</strong> wor<strong>de</strong>n en inbreuk op mijn trots in.<br />

In <strong>de</strong> we<strong>te</strong>nschap dat ik nog een lange weg heb <strong>te</strong> gaan moet ik<br />

mezelf open zet<strong>te</strong>n voor an<strong>de</strong>ren. Waarschij<strong>nl</strong>ijk kan ik dan ook<br />

weer <strong>van</strong> mezelf gaan hou<strong>de</strong>n. Het erkennen naar jou toe is mijn<br />

eers<strong>te</strong> gro<strong>te</strong> stap…<br />

Groetjes<br />

Gijs<br />

Mijn relatie met Iris klop<strong>te</strong> gewoon. Fei<strong>te</strong>lijk had ze alles wat ik wil<strong>de</strong>. Ze<br />

is klein, slank, blond en ze heeft een prachtige mond met volle lippen en gave,<br />

parelwit<strong>te</strong> tan<strong>de</strong>n. Ze ziet er altijd goed uit, zelfs een ju<strong>te</strong> zak staat haar goed.<br />

Ze heeft een goe<strong>de</strong> opvoeding gehad, ze heeft goe<strong>de</strong> manieren, is sociaal


in<strong>te</strong>lligent en ze weet dingen op <strong>de</strong> juis<strong>te</strong> waar<strong>de</strong> <strong>te</strong> schat<strong>te</strong>n. Ze is net zo<br />

gemakkelijk mijn echtgeno<strong>te</strong> op een galadiner als motormaatje op <strong>de</strong> camping.<br />

Het belangrijks<strong>te</strong> aan haar vond ik dat ze me vrij liet. Het is haar natuur,<br />

net zoals dat <strong>de</strong> mijne is. Want zij nam op haar beurt ook weer <strong>de</strong> vrijheid<br />

<strong>om</strong> <strong>te</strong> doen wat zij wil<strong>de</strong>.<br />

Ik ben altijd verschrikkelijk trots op haar geweest, maar dat heb ik haar<br />

nooit la<strong>te</strong>n blijken. Ik zie haar nog voor me, als ze met haar amper 50 kilo<br />

op haar Harley-Davidson Fat Boy, die la<strong>te</strong>r ingeruild is voor een Road King,<br />

stap<strong>te</strong> en wegreed alsof ze op een fiets zat. Dat was <strong>de</strong> bui<strong>te</strong>nkant, maar aan<br />

<strong>de</strong> binnenkant was ze er ook altijd voor me. Ze was mijn maatje, mijn<br />

sparringpartner, bij wie ik altijd met mijn sores <strong>te</strong>recht kon en ze oor<strong>de</strong>el<strong>de</strong><br />

nooit.<br />

Ik besef me ineens volledig waar ik sta. Ik realiseer me ook dat<br />

<strong>de</strong> tijd haar werk moet doen en dat ik <strong>de</strong> draad weer op moet<br />

pakken. Ik besluit ook <strong>om</strong> voorlopig maar eens <strong>te</strong> stoppen met<br />

da<strong>te</strong>n. Ik verkondig dan wel dat ik niet op zoek ben, maar<br />

on<strong>de</strong>rtussen weet ik wel be<strong>te</strong>r.<br />

Een waardige ver<strong>van</strong>ging. 6 weken ervoor, za<strong>te</strong>rdag.<br />

Ik krijg een e-mail. Hij is <strong>van</strong> <strong>de</strong> datingsi<strong>te</strong> en hij ver<strong>te</strong>lt me dat er<br />

een perfec<strong>te</strong> match voor me gevon<strong>de</strong>n is. Ik neem, nieuwsgierig als<br />

ik ben en ondanks dat ik me heilig voorgen<strong>om</strong>en had, <strong>de</strong> datingsi<strong>te</strong><br />

met rust <strong>te</strong> la<strong>te</strong>n, toch maar eens een kijkje.<br />

Ik bekijk mijn perfec<strong>te</strong> match, maar dat is niets. Ik ben ech<strong>te</strong>r<br />

toch op <strong>de</strong> si<strong>te</strong>, dus ik kan net zo goed nog een beetje rondkijken.<br />

Ik toets wat zoekcri<strong>te</strong>ria in en het profiel <strong>van</strong> Nicky k<strong>om</strong>t naar<br />

voren. Ik lees het en ik val zowat <strong>van</strong> mijn stoel. Zij voldoet exact<br />

aan het profiel <strong>van</strong> <strong>de</strong> vrouw waarnaar ik op zoek ben.<br />

Ik pik Nicky voor haar huis op. “Wat een geinig ding is dit,”<br />

<strong>de</strong>nk ik, wanneer ze <strong>de</strong> <strong>de</strong>ur uitstapt. Ze is gekleed in een kort jasje


en dito rokje. Haar blon<strong>de</strong> haar is heel grappig geknipt en ze ziet<br />

eruit <strong>om</strong> door een ringetje <strong>te</strong> halen. Ik rijd met haar naar<br />

Voorburg, waar ik een tafel heb gereserveerd bij een<br />

geren<strong>om</strong>meerd ho<strong>te</strong>l-restaurant.<br />

De ambiance is heel goed gekozen, want <strong>om</strong> pas <strong>om</strong> vier uur „s<br />

nachts verla<strong>te</strong>n we het ho<strong>te</strong>l <strong>te</strong>rwijl we nog lang niet zijn<br />

uitgepraat. Ik zet haar voor haar huis af en ik loop met haar mee<br />

naar <strong>de</strong> voor<strong>de</strong>ur. Ze raakt me nog eventjes aan en een soort<br />

schokgolf sid<strong>de</strong>rt door mijn lijf.<br />

Ik rijd naar huis. Het plekje, waar ze me aangeraakt heeft, tin<strong>te</strong>lt<br />

nog s<strong>te</strong>eds na.<br />

Het is een paar dagen la<strong>te</strong>r, wanneer Nicky me uitnodigt voor<br />

een kaasfondue bij haar thuis. Er hangt een vreem<strong>de</strong> en<br />

afstan<strong>de</strong>lijke sfeer. Ik heb er last <strong>van</strong>, zij heeft er last <strong>van</strong>. Ik zeg er<br />

iets <strong>van</strong>. Zij verwijt me dat ik me afstan<strong>de</strong>lijk gedraag en <strong>om</strong>dat ze<br />

dat aanvoelt, gaat ze zich aut<strong>om</strong>atisch ook afstan<strong>de</strong>lijk gedragen.<br />

Dat vind ik gek, want ik heb juist het i<strong>de</strong>e dat het an<strong>de</strong>rs<strong>om</strong> is. Het<br />

veran<strong>de</strong>rt niet en ik ga vroeg weg. Terwijl ik <strong>de</strong> trap afloop,<br />

m<strong>om</strong>pel ik nog, dat ik <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> dag vroeg aan <strong>de</strong> bak moet.<br />

Nicky en ik geven niet op en we spreken nog een keertje af. Dit<br />

keer k<strong>om</strong>t ze bij mij thuis. Ik kook voor haar en ik kijk samen met<br />

haar naar het dvd‟tje, dat zij heeft gehaald. Ik val halverwege <strong>de</strong><br />

film in slaap en word, zoals me meestal tij<strong>de</strong>ns een film overk<strong>om</strong>t,<br />

wakker bij het ein<strong>de</strong>. Weer hangt er die vreem<strong>de</strong> sfeer als op <strong>de</strong><br />

avond met <strong>de</strong> kaasfondue.<br />

Nu blijft Nicky slapen en <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> avond gaat ze pas naar<br />

huis. De sfeer is onveran<strong>de</strong>rd als ze afscheid neemt.<br />

Ik heb een heel vreemd weekein<strong>de</strong> ach<strong>te</strong>r <strong>de</strong> rug en ik ben blij<br />

dat het voorbij is. Ik neem <strong>de</strong>finitief afscheid <strong>van</strong> haar. Zij ook <strong>van</strong><br />

mij. Ze laat me nog eventjes per e-mail we<strong>te</strong>n, dat ze het jammer<br />

vindt dat het eindigt. Ze vindt me een leuke kerel, maar als ze had


gewe<strong>te</strong>n, dat ik pas zo kort bij Iris <strong>van</strong>daan was, dan had ze niet<br />

eens met me afgesproken.<br />

Ze geeft me nog een welgemeen<strong>de</strong> goe<strong>de</strong> raad. Ik moet <strong>de</strong> tijd<br />

nemen <strong>om</strong> Iris <strong>te</strong> verge<strong>te</strong>n. Ze belooft me <strong>te</strong>vens dat ze over een<br />

jaar nog eens contact met me op gaat nemen. Wellicht ben ik Iris<br />

dan kwijt en in staat <strong>om</strong> een nieuwe relatie aan <strong>te</strong> gaan.<br />

Een nieuw profiel.<br />

Het avontuur met Nicky maakt wel dat ik iets an<strong>de</strong>rs naar het<br />

datingsproces ben gaan kijken. Zoals zij ernaar kijkt, beschouwt ze<br />

het als een mo<strong>de</strong>rne en geaccep<strong>te</strong>er<strong>de</strong> manier <strong>van</strong> contac<strong>te</strong>n leggen<br />

en ik moet het wel met haar eens zijn. Aan <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re kant blijf ik<br />

het wel een beetje kunstmatig vin<strong>de</strong>n, maar ik moet toch wat?<br />

Ik moet ook <strong>van</strong> <strong>de</strong> jacht af en ik moet mijn da<strong>te</strong>s meer gaan zien<br />

als aardige mensen <strong>van</strong> het an<strong>de</strong>re geslacht, in plaats <strong>van</strong> po<strong>te</strong>ntiële<br />

lovers, waarmee ik direct in het huwelijk moet tre<strong>de</strong>n.<br />

Over <strong>de</strong> profielschets die je <strong>van</strong> jezelf maakt, had ik ook iets <strong>van</strong><br />

Nicky geleerd. Aan<strong>van</strong>kelijk had ik mijn eers<strong>te</strong> profielschets<br />

afk<strong>om</strong>st en status zorgvuldig geme<strong>de</strong>n en ik was niet dui<strong>de</strong>lijk<br />

waarnaar ik zocht. “Helemaal fout,” had Nicky lachend gezegd, “je<br />

moet juist la<strong>te</strong>n zien wie je bent en waar je naar op zoek bent.”<br />

Omdat ik toch in het proces <strong>van</strong> mezelf opnieuw waar<strong>de</strong>ren zat,<br />

besloot ik het eens an<strong>de</strong>rs <strong>te</strong> gaan doen. Ik schrijf een nieuw<br />

profiel.<br />

Hallo lieve vrijgezell(ig)e meid,<br />

ik ben een single <strong>van</strong> 47 die over het algemeen tien jaar jonger wordt<br />

geschat. Dat k<strong>om</strong>t niet door mijn glad<strong>de</strong> huidje ;-(, maar meer door <strong>de</strong><br />

wijze waarop ik me door het leven beweeg. Ik sta altijd open voor an<strong>de</strong>ren<br />

en ben in voor zowel serieuze als iets min<strong>de</strong>r serieuze zaken. Ik houd <strong>van</strong><br />

nieuwe dingen en kan bestaan<strong>de</strong> dingen of gewoon<strong>te</strong>n gemakkelijk<br />

losla<strong>te</strong>n.


Ik vermaak me net zo goed in een spijkerbroek op een motorcamping als<br />

in een verplicht polo‟tje in een luxe resort op Mauritius. Ik sta net zo<br />

gemakkelijk in mijn maatwerk kostuum <strong>te</strong> spreken voor 400 man als dat ik<br />

als zanger/ gitarist <strong>van</strong> mijn eigen rock-‟n-roll band sta <strong>te</strong> spelen voor een<br />

zaal met 12 man ;-(<br />

Ik ga ook net zo gemakkelijk op win<strong>te</strong>rsportvakantie met een groep waarin<br />

<strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> leeftijd 30 is (zo hoog door <strong>de</strong> mijne) als dat ik met mijn<br />

ou<strong>de</strong>re zakenrelaties naar <strong>de</strong> golfbaan ga.<br />

Ik ben eigenaar (en direc<strong>te</strong>ur) <strong>van</strong> diverse bedrijven die me mijn huidige<br />

sociale status hebben gebracht. Mijn in<strong>te</strong>resses zijn ein<strong>de</strong>loos en ik doe<br />

bewust dingen niet, gewoon <strong>om</strong>dat ik er geen ruim<strong>te</strong> voor kan vin<strong>de</strong>n en<br />

<strong>om</strong>dat het dan <strong>te</strong>n kos<strong>te</strong> <strong>van</strong> iets an<strong>de</strong>rs moet gaan. Ik heb een gro<strong>te</strong>,<br />

lieve familie en een <strong>te</strong> gekke vrien<strong>de</strong>nkring. Ik ben financieel geheel<br />

onafhankelijk en leef daar naar. Waarmee ik bedoel, niet nog meer, maar<br />

juist genie<strong>te</strong>n <strong>van</strong> alle fantastische dingen die het leven biedt.<br />

Ik ben een gevoelsmens, ook al zien <strong>de</strong> mees<strong>te</strong> mensen dit niet. Mensen<br />

verwij<strong>te</strong>n me s<strong>om</strong>s dat ik hard en rechtlijnig ben, maar ze vin<strong>de</strong>n me wel<br />

rechtvaardig. Ik beslis en han<strong>de</strong>l veelal op emoties en gevoel, waar ik<br />

meestal la<strong>te</strong>r wel <strong>de</strong> ratio on<strong>de</strong>r kan leggen. Mensen helpen doe ik <strong>van</strong><br />

nature. Ik heb alleen geleerd dat dit niet <strong>te</strong>n kos<strong>te</strong> <strong>van</strong> mezelf mag gaan.<br />

Als on<strong>de</strong>r meer fervent NLP-er ben ik ui<strong>te</strong>rma<strong>te</strong> bereid diep in mijn<br />

binnens<strong>te</strong> <strong>te</strong> kijken en <strong>te</strong> la<strong>te</strong>n kijken. Kritiek kan ik verdragen, mits die<br />

positief en opbouwend bedoeld is.<br />

Een wippie voor één nacht in<strong>te</strong>resseert me niet. Er moet mins<strong>te</strong>ns enige<br />

vorm <strong>van</strong> connectie zijn. Een vas<strong>te</strong> relatie is iets waarnaar ik niet op zoek<br />

ben, maar zeker niet uit <strong>de</strong> weg ga.<br />

Waar ik naar uitkijk...<br />

Iemand die met me kan en wil sparren. Iemand met een eigen ik en<br />

die net zo veel ruim<strong>te</strong> nodig heeft als ik. En, natuurlijk bereid is die<br />

ruim<strong>te</strong> net zo veel <strong>te</strong> geven als <strong>te</strong> nemen. Iemand die het net zo leuk<br />

vind <strong>te</strong> e<strong>te</strong>n wat ik voor haar kook als zij voor mij. Daarna samen<br />

met me op <strong>de</strong> bank bij <strong>de</strong> open haard een dvd‟tje kijkt, naar een<br />

muziekje luis<strong>te</strong>rt of gewoon lekker <strong>te</strong>gen me aanzit. Iemand die met<br />

me meegaat naar dat gezellige restaurant op <strong>de</strong> Ramblas in<br />

Barcelona of ach<strong>te</strong>r op <strong>de</strong> motor meegaat naar een barbecue met<br />

vrien<strong>de</strong>n.<br />

Iemand die net zo geïn<strong>te</strong>resseerd is in wat ik doe als ik ben in wat zij<br />

doet. Waarbij ze het fijn vindt me <strong>te</strong> s<strong>te</strong>unen op die m<strong>om</strong>en<strong>te</strong>n dat ik<br />

een praatpaal nodig heb. An<strong>de</strong>rs<strong>om</strong> ben ik er altijd.<br />

Iemand die zich aan mijn zij kan bewegen, ongeacht <strong>de</strong> situatie.<br />

Waarbij ik trots op haar moet kunnen zijn. Op wie ze is en hoe ze


zich beweegt. In normaal Ne<strong>de</strong>rlands: er goed uitzien in<br />

man<strong>te</strong>lpakje, gala, spijkerbroek of pyjama. Frisse tan<strong>de</strong>n, verzorg<strong>de</strong><br />

han<strong>de</strong>n, een slank tot normaal postuur. Roken doet ze natuurlijk al<br />

helemaal niet.<br />

Tot slot...<br />

Ik heb mijn leven goed op or<strong>de</strong>. Ik vermaak me prima, zowel zakelijk<br />

als privé. Alleen mis ik die ene. Die speciale, die jij zou kunnen zijn.<br />

Ik ga niet voor een zeven-en-een-halfje. Ik verwacht ook dat jij daar<br />

niet voor gaat...<br />

Ik plaats mijn profiel en mijn nieuwe oproep is een daverend<br />

succes. Ik krijg tientallen reacties en ik draai alle in<strong>te</strong>ressan<strong>te</strong><br />

gevallen uit. Ik leg <strong>te</strong>gelijk een sys<strong>te</strong>em aan, zodat ik niet in <strong>de</strong> fout<br />

kan gaan. Na een paar dagen zet ik mijn profiel zelfs offline, <strong>de</strong><br />

oogst is goed en groot genoeg. Ik heb zes „toppers‟ verzameld en<br />

ik zet er een stuk of tien op <strong>de</strong> „reservebank‟.<br />

Ineens is daar het contact. Week 1, za<strong>te</strong>rdagavond.<br />

Sweetgirl reageert met <strong>de</strong> vraag of ik op mijn profiel nu juist veel<br />

of weinig reacties krijg. Ik vraag haar het waar<strong>om</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze vraag<br />

en ze reageert: “Ik kon hem nauwelijks uitlezen. Pas aan het eind<br />

bleek je zowaar ineens een menselijk trekje <strong>te</strong> vertonen.”<br />

Ik bekijk haar profiel en ik zie dat zij niet in mijn doelgroep zit.<br />

Ze heeft rood haar, ze is bijna net zo oud als ik, ze rookt en<br />

bovendien heeft ze een kind. Ik neem wel <strong>de</strong> moei<strong>te</strong> <strong>te</strong> reageren en<br />

ik grap dat ik er zowat een nieuwe dagtaak bij heb gekregen. Ik zet<br />

er ook nog bij dat het tussen ons nooit wat kan wor<strong>de</strong>n. Behalve<br />

motorrij<strong>de</strong>n zie ik geen enkele match, want ik val niet op<br />

roodharige moe<strong>de</strong>rs met kin<strong>de</strong>ren, zeker niet als ze ook nog eens<br />

roken.<br />

Sweetgirl laat zich niet uit het lood slaan en reageert weer. Ze<br />

vraagt me waar<strong>om</strong> ik mijn profiel zo uitdrukkelijk heb neergezet.<br />

Ze doet een paar prikkelen<strong>de</strong> uitspraken en ik voel me voldoen<strong>de</strong>


uitgedaagd, <strong>om</strong> haar maar eens goed op haar nummer <strong>te</strong> zet<strong>te</strong>n.<br />

Voordat ik dat doe, kijk ik eerst nog eens op <strong>de</strong> datingsi<strong>te</strong> naar<br />

haar profiel. Het eers<strong>te</strong> dat me opvalt, is dat ze er een an<strong>de</strong>r<br />

fotootje bij heeft gezet. Ze heeft heel lang, donkerrood krullend<br />

haar dat in twee eigenwijze, lange staar<strong>te</strong>n over haar schou<strong>de</strong>rs<br />

valt. Ik kan niet ontkennen dat het fotootje een bijzon<strong>de</strong>re indruk<br />

bij me ach<strong>te</strong>rlaat.<br />

Ik print haar profiel uit en ik lees het aandachtig. Haar <strong>te</strong>kst is<br />

zeer kort: “Ik zie mezelf graag als aanvulling in een relatie. Niet als<br />

invulling! Jij ook?”<br />

Ik stuur haar een e-mail waarin ik vraag, wat ze precies bedoelt<br />

met aanvulling/invulling. Ook meld ik haar dat ik re<strong>de</strong>lijk on<strong>de</strong>r <strong>de</strong><br />

indruk ben <strong>van</strong> het nieuwe fotootje. Ik krijg <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> dag nog<br />

antwoord.<br />

“Ik zoek hooguit een aanvulling op wie ik ben. Ik heb mijn eigen<br />

leven goed op or<strong>de</strong> en ik verwacht dat die an<strong>de</strong>r dat ook heeft.<br />

Een relatie moet open zijn en gebaseerd op we<strong>de</strong>rzijds respect.<br />

Dat is „aanvulling‟. Op het m<strong>om</strong>ent dat ik een „invulling‟ zou<br />

wor<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong> an<strong>de</strong>r, dan verdwijnt alle ruim<strong>te</strong>. Alleen <strong>de</strong><br />

gedach<strong>te</strong> alleen al maakt me benauwd. Het geldt natuurlijk ook <strong>de</strong><br />

an<strong>de</strong>re kant op. Ik zou nooit een relatie met iemand kunnen<br />

hebben die mijn invulling is. Dat kan volgens mij ook niet. Dus<br />

voor <strong>de</strong> an<strong>de</strong>r moet ik een aanvulling zijn, an<strong>de</strong>rs kan het nooit<br />

gaan werken.”<br />

“Dat is het,” <strong>de</strong>nk ik, “ruim<strong>te</strong> voor elkaar, gebaseerd op<br />

we<strong>de</strong>rzijds respect. Dat is precies wat ik zoek.”<br />

“Oh ja,” sluit ze haar e-mail af, “mijn fotootje met die staartjes.<br />

Daar heb ik nu al spijt <strong>van</strong>. Die had ik be<strong>te</strong>r niet kunnen zet<strong>te</strong>n.<br />

Mijn mailbox <strong>van</strong> <strong>de</strong> datingsi<strong>te</strong> loopt over.”<br />

Dat kan ik me, met het fotootje dat ik gezien heb, levendig<br />

voors<strong>te</strong>llen.<br />

Ik heb het nog niet in <strong>de</strong> ga<strong>te</strong>n, maar ik heb er naast mijn<br />

ca<strong>te</strong>gorieën ineens een apar<strong>te</strong> ca<strong>te</strong>gorie bij: „Sweetgirl‟.


Er ontstaat een heftige e-mailwisseling met Sweetgirl. Ik k<strong>om</strong><br />

nauwelijks meer aan <strong>de</strong> an<strong>de</strong>ren toe. Ik heb nog een aantal da<strong>te</strong>s,<br />

maar die hebben geen schijn <strong>van</strong> kans meer. Immers, Sweetgirl zit in<br />

mijn sys<strong>te</strong>em.<br />

Onze e-mails zijn over een weer een feest <strong>van</strong> herkenning. Elke<br />

e-mail is een verdieping op <strong>de</strong> vorige. Ik vraag me af of dit toeval<br />

is? Ik merk dat ze <strong>de</strong> hele dag in mijn hoofd zit, <strong>te</strong>rwijl ik haar nog<br />

nooit heb gezien of gesproken. Het lijkt haast <strong>te</strong> mooi <strong>om</strong> waar <strong>te</strong><br />

zijn. Ik, net uit mijn crisis aan het opkrabbelen, k<strong>om</strong> een soulma<strong>te</strong><br />

<strong>te</strong>gen, die soortgelijke ervaringen heeft en er nagenoeg i<strong>de</strong>ntieke<br />

<strong>de</strong>nkbeel<strong>de</strong>n op nahoudt. Ik word zowat gek, zo houdt ze me<br />

bezig.<br />

Ik krijg een ernstige behoef<strong>te</strong> <strong>om</strong> haar in leven<strong>de</strong> lijve <strong>te</strong><br />

ontmoe<strong>te</strong>n en zij heeft <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> behoef<strong>te</strong>. Ik realiseer me dat het<br />

risico <strong>van</strong> een afknapper erin zit, maar ik zal het toch moe<strong>te</strong>n gaan<br />

lopen. Het is erop of eron<strong>de</strong>r. Zij realiseert zich dat ook. Ik peins<br />

me suf hoe onze eers<strong>te</strong> da<strong>te</strong> eruit moet zien, met name <strong>om</strong>dat ik er<br />

vreem<strong>de</strong> ervaringen mee heb. Ik krijg een i<strong>de</strong>e en ik schrijf het in<br />

een e-mail.<br />

Contact maken via RP is niet <strong>de</strong> i<strong>de</strong>ale plek voor chemie... Daar ben<br />

ik allang ach<strong>te</strong>r... Heeft ook <strong>te</strong> maken met <strong>de</strong> wijze waarop da<strong>te</strong>s<br />

wor<strong>de</strong>n ingestoken... Wat we neigen <strong>te</strong> doen is in een restaurant of<br />

grand café afspreken en dan gaan we TEGENOVER elkaar zit<strong>te</strong>n...<br />

Een me<strong>te</strong>r <strong>van</strong> elkaar af... Lekker veilig... Want het is bui<strong>te</strong>n je<br />

personal space... Dan hebben we een fijn gesprek, zo rationeel als<br />

<strong>de</strong> pest... De checklist wordt afgewerkt en we consta<strong>te</strong>ren dat het<br />

een gezellige avond is geweest... We nemen zelfs afscheid met <strong>de</strong><br />

drie beruch<strong>te</strong> zoenen... Niets verkeerd mee, bij vrien<strong>de</strong>n... Dat doe<br />

ik niet meer... Ik heb mijn kop er al over lopen breken wat wij zou<strong>de</strong>n<br />

moe<strong>te</strong>n doen als we voor het eerst live gaan... Het moet er dan<br />

volgens mij ongeveer zo uitzien: We spreken af op één of an<strong>de</strong>r<br />

plein... On<strong>de</strong>r zo‟n beruch<strong>te</strong> klok uit zo‟n klassieke film... We zien<br />

elkaar en we lopen naar elkaar toe… We zeggen helemaal niets...<br />

We pakken elkaars han<strong>de</strong>n vast en kijken elkaar mins<strong>te</strong>ns een


minuut diep in <strong>de</strong> ogen... We zeggen nog s<strong>te</strong>eds niets...<br />

Afweermechanismen hebben we thuis gela<strong>te</strong>n... Geen gegiechel en<br />

zo... Vervolgens pakken we elkaar vast en weer blijven we mins<strong>te</strong>ns<br />

een minuut staan... We zeggen nog s<strong>te</strong>eds niets... De rest... Vul<br />

maar in...<br />

Helemaal voor <strong>de</strong> bijl. Week 3, vrijdag.<br />

Sweetgirl weet <strong>de</strong> perfec<strong>te</strong> plaats voor onze ontmoeting. Het zijn<br />

<strong>de</strong> kas<strong>te</strong>eltuinen <strong>van</strong> Rhoon. Ik was er overdag al naartoe gere<strong>de</strong>n,<br />

zodat ik zeker wist waar het was en op tijd zou zijn.<br />

Ik ben iets <strong>te</strong> vroeg en ik heb last <strong>van</strong> een vreemd<br />

on<strong>de</strong>rbuikgevoel, alsof ik voor het eerst naar het schoolfeestje <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> brugklas ga. Ik loop over <strong>de</strong> brug <strong>de</strong> tuinen in en ik maak een<br />

rondje. Er k<strong>om</strong>t een ro<strong>de</strong> auto aangere<strong>de</strong>n en die rijdt het<br />

parkeer<strong>te</strong>rrein op. Ik vraag me af of ze dat is. Ik kijk op mijn<br />

horloge en ik zie dat het nog <strong>te</strong> vroeg is. Ik loop <strong>te</strong>rug naar <strong>de</strong> brug<br />

en ik zie nog niemand. Ik loop weer <strong>de</strong> tuin in. Mijn<br />

on<strong>de</strong>rbuikgevoel wordt s<strong>te</strong>eds heftiger. Ik kan me niet herinneren<br />

dat ik me eer<strong>de</strong>r zo heb gevoeld. Ik loop weer <strong>te</strong>rug naar <strong>de</strong> brug<br />

en ik zie iemand in <strong>de</strong> schemering aan k<strong>om</strong>en lopen.<br />

Het is een lange, slanke, donkerharige vrouw. Het moet Sweetgirl<br />

wel zijn. Mijn hart bonst in mijn keel. Ik loop haar <strong>te</strong>gemoet. Ik<br />

glimlach en ik zie dat zij mij dat ook naar mij toe doet. Ze is het.<br />

Ik pak haar han<strong>de</strong>n en ik kijk haar in haar prachtige donkere<br />

ogen. Ik zeg, zoals we afgesproken hebben, helemaal niets. Ik blijf<br />

haar aankijken en na perio<strong>de</strong> die een eeuwigheid lijkt <strong>te</strong> duren,<br />

<strong>om</strong>hels ik haar. Ze vleit zich helemaal <strong>te</strong>gen me aan en ik voel een<br />

enorme warm<strong>te</strong>.<br />

Zij verbreekt <strong>de</strong> stil<strong>te</strong> en ik hoor haar mooie, donkere en vooral<br />

diepe s<strong>te</strong>m:


“ H A L L O “.<br />

Ik ga direct helemaal voor <strong>de</strong> bijl.


8. We wor<strong>de</strong>n heel gelukkig samen<br />

We gaan ervoor. Week 17, don<strong>de</strong>rdag.<br />

Mijn kor<strong>te</strong> vakantie met haar en het kind naar Eurodisney Parijs<br />

zit erop en we gaan naar huis. Ik loop naar <strong>de</strong> balie <strong>van</strong> het ho<strong>te</strong>l<br />

en ik check uit. Ik ben blij dat ik naar huis kan, maar ik zie enorm<br />

op <strong>te</strong>gen <strong>de</strong> reis. Behalve dat ik <strong>te</strong>gen haar heb gezegd dat het<br />

tussen ons uit is, hebben we het nog nergens over gehad. Dat kan<br />

ook niet, want het kind is bij ons. Ik zie wel dat het contact tussen<br />

haar en haar kind innig is en an<strong>de</strong>rs dan an<strong>de</strong>rs. Het kind zit <strong>de</strong><br />

hele tijd bij haar moe<strong>de</strong>r op schoot of ze lopen hand in hand. Zij<br />

zit maar aan haar kind <strong>te</strong> plukken en het <strong>te</strong> liefkozen. Het lijkt wel<br />

of ze in haar kind wegkruipt.<br />

Ik laad <strong>de</strong> koffers in <strong>de</strong> auto en niet lang daarna rij<strong>de</strong>n we weg. Ik<br />

rijd <strong>de</strong> snelweg op en ik kijk eens naar haar. Ze zit voor zich uit <strong>te</strong><br />

staren. Ze heeft een plukje haar tussen haar vingers en ze wrijft<br />

continu met <strong>de</strong> puntjes er<strong>van</strong> <strong>te</strong>gen haar lippen. Ik zie in mijn<br />

ach<strong>te</strong>ruitkijkspiegel dat het kind mijn blik probeert <strong>te</strong> <strong>van</strong>gen. Ik<br />

kijk het kind aan en direct begint ze vragen aan me <strong>te</strong> s<strong>te</strong>llen: “Heb<br />

jij het uitgemaakt? Is het echt uit? Net als bij John? Of Adriaan?<br />

Heb jij het uitgemaakt? Of ben je bang dat mama het an<strong>de</strong>rs doet,<br />

net zoals bij John en Adriaan en al die an<strong>de</strong>ren? Maar waar<strong>om</strong><br />

maak je het dan uit? Houd je niet meer <strong>van</strong> haar? Ga je nu ook niet<br />

meer met haar trouwen?”<br />

Ik kijk haar moe<strong>de</strong>r verwij<strong>te</strong>nd aan. Ik had haar nog zo gevraagd<br />

nog even niets <strong>te</strong>gen het kind <strong>te</strong> zeggen. Maar op <strong>de</strong> één of an<strong>de</strong>re<br />

manier is het kind al volledig op <strong>de</strong> hoog<strong>te</strong>. Dat verklaart ook <strong>de</strong><br />

vreem<strong>de</strong> sfeer tussen het kind en mij tij<strong>de</strong>ns het ontbijt. Ik weet<br />

niet goed wat ik <strong>te</strong>gen het kind moet zeggen en ik kijk via <strong>de</strong><br />

spiegel het kind weer aan.


Het kind verkondigt haar mening. “Het is helemaal niet leuk dat<br />

je het uit hebt gemaakt,” zegt ze verwij<strong>te</strong>nd <strong>te</strong>gen me, “Mama is<br />

verdrietig en ik vind het ook niet leuk. Ik ben je net papa gaan<br />

noemen en nu moet ik alweer gaan verhuizen.”<br />

Ze richt zich nu tot haar moe<strong>de</strong>r en ze zegt: “Mama, kunnen we<br />

wel <strong>te</strong>rug naar ons ou<strong>de</strong> huis? Krijg ik mijn ou<strong>de</strong> kamer <strong>te</strong>rug?”<br />

“Godverd<strong>om</strong>me,” zeg ik <strong>te</strong>gen haar, “ik had je nog zo gevraagd<br />

je mond <strong>te</strong>gen het kind <strong>te</strong> hou<strong>de</strong>n. Nu verpest je haar <strong>te</strong>rugreis<br />

ook nog eens een keer. Moet je eens kijken waar ze zich allemaal al<br />

mee bezighoudt. Vooralsnog is dit iets tussen jou en mij en daar<br />

hoor jij jouw kind niet in <strong>te</strong> betrekken.”<br />

Ze ver<strong>de</strong>digt zich en ze zegt: “Denk jij dat ik voor mijn kind iets<br />

verborgen kan hou<strong>de</strong>n? Daar is ze veel <strong>te</strong> slim en in<strong>te</strong>lligent voor.<br />

Je kunt haar wat mij betreft gewoon antwoord geven.”<br />

Ik zeg <strong>te</strong>gen haar: “Ik peins er niet over. Wat jij <strong>te</strong>gen jouw kind<br />

zegt moet jij zelf we<strong>te</strong>n, maar ik doe het niet. Ik wil er wel met jou<br />

over pra<strong>te</strong>n, maar in ie<strong>de</strong>r geval niet met het kind erbij. Je zou toch<br />

be<strong>te</strong>r moe<strong>te</strong>n we<strong>te</strong>n.”<br />

Ze probeert nog iets: “Ik heb helemaal geen geheimen voor mijn<br />

kind. Daarbij heeft ze het recht <strong>om</strong> <strong>te</strong> we<strong>te</strong>n wat haar boven het<br />

hoofd hangt.”<br />

Ik ben het niet met haar eens en ik zeg: “Dat zoek jij dan maar<br />

fijn zelf uit, maar niet met mij erbij.”<br />

Ik richt me tot het kind en ik zeg: “Sorry wijfie, dit zijn „gro<strong>te</strong><br />

mensen‟-zaken. Ik wil hierover nog niet met jou pra<strong>te</strong>n. Pas als<br />

jouw moe<strong>de</strong>r en ik het erover gehad hebben zal zij of ik je<br />

ver<strong>te</strong>llen wat er gaat gebeuren. Nu we<strong>te</strong>n we dat zelf nog niet<br />

eens.”<br />

Het kind pakt haar Gameboy en begint een spelletje <strong>te</strong> spelen.<br />

“Mag <strong>de</strong> muziek op?” jengelt ze. “AC/DC, dat <strong>de</strong>r<strong>de</strong> nummer.<br />

Waar me met z‟n drieën zo lekker op kunnen headbangen?”<br />

Het kind doet op haar manier een poging <strong>om</strong> <strong>de</strong> gespannen sfeer<br />

<strong>te</strong> doorbreken. Ik moet er bijna <strong>om</strong> lachen, maar helaas laat <strong>de</strong>


situatie dat niet toe. “Nee wijfie,” zeg ik, “voorlopig zet ik geen<br />

muziek op. Ik ben er niet voor in <strong>de</strong> s<strong>te</strong>mming.”<br />

Het wordt stil in <strong>de</strong> auto. Ik laat mijn gedach<strong>te</strong>n <strong>de</strong> vrije loop. Ik<br />

kijk uit mijn ooghoek naar haar. Ze zit er nog s<strong>te</strong>eds hetzelf<strong>de</strong> bij,<br />

ogenschij<strong>nl</strong>ijk onbewogen. Ze frutselt nog s<strong>te</strong>eds met het plukje<br />

haar <strong>te</strong>gen haar lippen aan. Het is <strong>de</strong> vrouw, met wie ik een maand<br />

samenwoon. Ik kijk <strong>te</strong>rug op <strong>de</strong> verschrikkelijk mooie ervaringen<br />

die we <strong>de</strong>len. Hoe wij <strong>te</strong>genover elkaar staan en elkaar op elk vlak<br />

aanvullen. We hebben allebei <strong>de</strong> in<strong>te</strong>ntie uitgesproken <strong>om</strong> elkaar in<br />

elk opzicht volledig vrij <strong>te</strong> la<strong>te</strong>n en elkaar <strong>de</strong> ruim<strong>te</strong> <strong>te</strong> geven die<br />

we nodig hebben.<br />

Maar nu heb ik ont<strong>de</strong>kt dat ze lijdt aan verlatingsangst. Ik heb, zij<br />

het in nog beperk<strong>te</strong> ma<strong>te</strong>, gezien wat het met haar doet. Ik kan dus<br />

op mijn vingers uit<strong>te</strong>llen wat het met mij gaat doen, als ik samen<br />

met haar blijf. Hoe welgemeend haar in<strong>te</strong>ntie ook is <strong>om</strong> mij vrij <strong>te</strong><br />

la<strong>te</strong>n, haar verlatingsangst zal het haar eenvoudigweg belet<strong>te</strong>n. Een<br />

relatie met haar is dus volk<strong>om</strong>en kansloos. Het is dus be<strong>te</strong>r <strong>om</strong> <strong>de</strong><br />

streep nu <strong>te</strong> trekken dan <strong>te</strong> wach<strong>te</strong>n tot we elkaar naar het leven<br />

staan. Ik baal alleen <strong>van</strong> <strong>de</strong> ui<strong>te</strong>rma<strong>te</strong> vervelen<strong>de</strong> consequenties. Ze<br />

heeft immers geen huis en geen baan meer.<br />

We beslui<strong>te</strong>n <strong>te</strong> gaan samenwonen en ze is voornemens <strong>de</strong> huur <strong>van</strong> haar<br />

appar<strong>te</strong>ment op <strong>te</strong> zeggen. Ik vraag haar uitdrukkelijk dat niet <strong>te</strong> doen. Hoe<br />

zeker we ook <strong>van</strong> elkaar zijn en hoe goed we elkaar ook aanvullen, <strong>de</strong> kans<br />

dat het mislukt is altijd aanwezig en dan is <strong>te</strong>rugkeren niet zo eenvoudig. Ik<br />

zeg haar ook dat ze het voor het geld niet hoeft <strong>te</strong> doen, want ik neem <strong>de</strong> huur<br />

<strong>van</strong> haar appar<strong>te</strong>ment voor mijn rekening.<br />

Het is een poosje la<strong>te</strong>r als ze me ver<strong>te</strong>lt dat ze <strong>de</strong> huur toch maar heeft<br />

opgezegd. Ik laat dui<strong>de</strong>lijk merken dat ik het daar niet mee eens ben. “Ik ben<br />

zo zeker <strong>van</strong> ons,” zegt ze <strong>te</strong>gen me, “dat ik het geen enkel zin vind hebben<br />

<strong>om</strong> het huis aan <strong>te</strong> hou<strong>de</strong>n. Bovendien vind ik het zon<strong>de</strong> <strong>van</strong> het geld.”<br />

Toch schrik ik er een beetje <strong>van</strong> en ik sta erop dat ze haar huisbaas belt <strong>om</strong><br />

<strong>te</strong> kijken of hij bereid is haar opzeggingsbrief <strong>te</strong> vernietigen. In eers<strong>te</strong> instantie<br />

weigert ze en houdt ze vast aan haar besluit. Ik gebruik al mijn


overredingskracht en ze gaat, weliswaar schoorvoe<strong>te</strong>nd, overstag. Ze gaat haar<br />

ex-huisbaas, die <strong>te</strong>vens haar buurman was in Rhoon, direct bellen.<br />

“En?” vraag ik twee dagen la<strong>te</strong>r.<br />

“Hij wil het niet doen,” zegt ze, “want hij gaat het verkopen, wat hij al heel<br />

lang <strong>van</strong> plan was. Daarbij is hij veel <strong>te</strong> blij dat ik weg ben. Niet zozeer <strong>om</strong><br />

mij, maar nu heeft hij nooit meer last <strong>van</strong> die schreeuwen<strong>de</strong> ex <strong>van</strong> mij voor <strong>de</strong><br />

<strong>de</strong>ur.”<br />

Een aantal maan<strong>de</strong>n gele<strong>de</strong>n heeft ze haar carrière in <strong>de</strong> gees<strong>te</strong>lijke<br />

gezondheidszorg vaarwel gezegd. “Ik heb genoeg <strong>van</strong> dat gepeur in hoof<strong>de</strong>n,”<br />

ver<strong>te</strong>lt ze me. Ze heeft een administratieve functie aanvaard in het bedrijf <strong>van</strong><br />

haar broer Klaas. Haar primaire taak is het organiseren en stro<strong>om</strong>lijnen <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> administratieve processen binnen zijn bedrijf. De taak is op haar lijf<br />

geschreven, want ze heeft naast psychologie ook bedrijfskun<strong>de</strong> gestu<strong>de</strong>erd. Als<br />

manager bij het RIAGG is ze on<strong>de</strong>rmeer verantwoor<strong>de</strong>lijk geweest voor<br />

verregaan<strong>de</strong> reorganisaties en gewapend met <strong>de</strong>ze ervaring, is ze voor Klaas <strong>de</strong><br />

perfec<strong>te</strong> me<strong>de</strong>werks<strong>te</strong>r.<br />

Ik vraag haar of het werken met familie geen problemen met zich meebrengt.<br />

Ik ver<strong>te</strong>l haar erbij dat ik er geen goe<strong>de</strong> ervaringen mee heb. “Klaas is gewoon<br />

een lastig mens <strong>om</strong> voor <strong>te</strong> werken,” ver<strong>te</strong>lt ze, “maar ik weet precies hoe ik<br />

met hem moet <strong>om</strong>gaan. Daarbij, ik heb al vaker voor hem gewerkt. We zijn<br />

volledig aan elkaar gewaagd.”<br />

Zij is overigens niet het enige familielid dat binnen het bedrijf <strong>van</strong> Klaas<br />

werkt. Ook haar moe<strong>de</strong>r en haar jongs<strong>te</strong> broer werken er.<br />

“De voltallige familie dus,” grap ik.<br />

“Bijna,” zegt ze, “behalve mijn stiefva<strong>de</strong>r. Die zit in een verzorgings<strong>te</strong>huis.”<br />

In mijn gesprekken met haar wordt <strong>de</strong> rol die Klaas vervult binnen <strong>de</strong><br />

familie me s<strong>te</strong>eds dui<strong>de</strong>lijker. Zij ziet veel overeenk<strong>om</strong>s<strong>te</strong>n tussen Klaas en mij.<br />

“Jongen, ik kan jou helemaal uit<strong>te</strong>kenen,” zegt ze <strong>te</strong>gen me, “jij bent al net<br />

zo‟n bullebak als Klaas. Ik kan me goed voors<strong>te</strong>llen hoe jij op je werk moet<br />

zijn. Gelukkig voor jou dat ik daar doorheen kan prikken, want daar waar<br />

an<strong>de</strong>ren gillend voor je weglopen, zie ik ook jouw goe<strong>de</strong> kan<strong>te</strong>n. Wees maar<br />

blij dat je iemand bent <strong>te</strong>gengek<strong>om</strong>en die daar mee weet <strong>om</strong> <strong>te</strong> gaan.”


Ik leer Klaas ook al een beetje be<strong>te</strong>r kennen en ik zie in<strong>de</strong>rdaad<br />

overeenk<strong>om</strong>s<strong>te</strong>n. Hij is zo‟n beetje <strong>de</strong> patriarch <strong>van</strong> <strong>de</strong> familie, een rol die ik<br />

ook vervul binnen mijn familie. Hij is net zo hard en zakelijk als ik, maar<br />

toch heeft hij voor zijn moe<strong>de</strong>r een functie gecreëerd binnen zijn bedrijf, iets dat<br />

ik, indien nodig, waarschij<strong>nl</strong>ijk ook zou doen.<br />

Ze kijkt er heel erg <strong>te</strong>gen op als ze haar ontslag bij haar broer gaat indienen<br />

met als belangrijks<strong>te</strong> re<strong>de</strong>n dat ze bij mij in St<strong>om</strong>pwijk k<strong>om</strong>t wonen. Ze<br />

verzamelt al haar moed <strong>om</strong> het hem <strong>te</strong> ver<strong>te</strong>llen. Klaas schrikt er<strong>van</strong> en hij<br />

vindt het een slecht i<strong>de</strong>e. “Ach, lieve zus <strong>van</strong> me,” zegt hij <strong>te</strong>gen haar, “doe het<br />

niet. Het is allemaal nog zo kort. Daarbij, <strong>de</strong>nk aan je kind. Wat ga je doen<br />

als het misgaat?”<br />

Tegelijk wijst hij haar op haar verantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>n <strong>te</strong>n opzich<strong>te</strong> <strong>van</strong> zijn<br />

bedrijf, want zij heeft haar opdracht nog niet afgerond. Hij gaat zijn zus aan<br />

haar opzeg<strong>te</strong>rmijn hou<strong>de</strong>n en hij waarschuwt haar; haar functie zal niet meer<br />

beschikbaar voor haar zijn als ze <strong>te</strong>rugwil.<br />

Zij schrikt, niet zozeer <strong>van</strong> het feit dat haar functie niet meer vacant zal<br />

zijn, maar <strong>om</strong>dat ze mins<strong>te</strong>ns een maand op en neer zal moe<strong>te</strong>n pen<strong>de</strong>len<br />

tussen Rhoon en St<strong>om</strong>pwijk. Ook gaat het be<strong>te</strong>kenen dat ze ver bij haar kind<br />

<strong>van</strong>daan is. Ik probeer haar gerust <strong>te</strong> s<strong>te</strong>llen door <strong>te</strong> zeggen dat ik in <strong>de</strong> buurt<br />

ben als er iets aan <strong>de</strong> hand is, maar dat vindt ze totaal irrele<strong>van</strong>t. Ze kent<br />

maar één persoon die geschikt genoeg is <strong>om</strong> dicht bij haar kind in <strong>de</strong> buurt <strong>te</strong><br />

zijn, en dat is ze zelf. S<strong>te</strong>l je voor dat er iets ernstigs gebeurt. Ze ver<strong>te</strong>lt: “Ik<br />

werd gebeld door school. Mijn kind was heel hard op haar hoofd gevallen en ze<br />

bloed<strong>de</strong> als een rund. Doordat ik in <strong>de</strong> buurt werk<strong>te</strong>, was ik binnen vijf<br />

minu<strong>te</strong>n <strong>te</strong>r plekke. Ik kon haar kalmeren. Zoals <strong>de</strong> juf het al zei, ze vroeg<br />

alleen maar naar haar moe<strong>de</strong>r. Ik was <strong>de</strong> enige die haar tot bedaren kon<br />

brengen.”<br />

Ze kijkt me aan en zoekt <strong>de</strong> bevestiging of ik haar begrijp. Ik zeg niets en<br />

ik kijk haar alleen maar vragend aan.<br />

“Daar<strong>om</strong> moet ik bij mijn kind in <strong>de</strong> buurt zijn,” benadrukt ze haar<br />

s<strong>te</strong>lling, “snap je het nu?”<br />

Ze wacht niet eens op een antwoord <strong>van</strong> me. Ze zegt het ook <strong>te</strong>gen Klaas,<br />

maar die vindt het argument dat ze gebruikt niet zwaar genoeg <strong>om</strong> haar eer<strong>de</strong>r


<strong>van</strong> haar verplichtingen <strong>te</strong> ontslaan. Zij vraagt me of ik Klaas zou kunnen<br />

overhalen <strong>om</strong> haar eer<strong>de</strong>r <strong>te</strong> la<strong>te</strong>n gaan.<br />

“Maar dan heb je toch geen baan en ink<strong>om</strong>en meer?” vraag ik haar, waarop<br />

ze antwoordt dat ze direct een baan in <strong>de</strong> buurt <strong>van</strong> St<strong>om</strong>pwijk gaat zoeken.<br />

Ze heeft immers nog tijd genoeg.<br />

Ik bel Klaas op. Klaas ontwijkt <strong>de</strong> door mij ges<strong>te</strong>l<strong>de</strong> vraag en hij schuift <strong>de</strong><br />

beslissing af op haar direc<strong>te</strong> baas, Rick. Klaas wil haar wel eer<strong>de</strong>r la<strong>te</strong>n gaan,<br />

maar Rick niet.<br />

“Goh,” zeg ik <strong>te</strong>gen Klaas, “maar jij bent toch <strong>de</strong> baas <strong>van</strong> Rick?”<br />

Klaas pro<strong>te</strong>s<strong>te</strong>ert en legt me uit dat hij allerlei verantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>n bij<br />

Rick heeft neergelegd en dat hij daarmee zijn eigen beleid on<strong>de</strong>ruit zou halen.<br />

“Ik kan me voors<strong>te</strong>llen dat je het zelfs heel vrien<strong>de</strong>lijk aan Rick kunt<br />

vragen zon<strong>de</strong>r dat je echt op je strepen hoeft <strong>te</strong> gaan staan,” zeg ik plagerig,<br />

“ik <strong>de</strong>nk dat hij best voor een goed argument, zoals dat het gaat <strong>om</strong> het wel en<br />

wee <strong>van</strong> <strong>de</strong> zus <strong>van</strong> <strong>de</strong> gro<strong>te</strong> baas, vatbaar zal zijn.”<br />

Klaas blijft sput<strong>te</strong>ren tot ik zeg: “Ver<strong>te</strong>l jij me nu werkelijk dat jij je oren<br />

laat hangen naar één of an<strong>de</strong>re on<strong>de</strong>rgeschik<strong>te</strong> <strong>van</strong> jou?”<br />

Ik voeg eraan toe: “Wie is er bij jou eige<strong>nl</strong>ijk <strong>de</strong> baas?”<br />

Klaas doet nog een poging en hij ver<strong>te</strong>lt me dat hij speciaal voor zijn zus een<br />

auto heeft gekocht. Als hij dat in het totale plaatje meeneemt, dan k<strong>om</strong>t dat<br />

voor hem wel erg onvoor<strong>de</strong>lig uit.<br />

“Ze heeft toch een auto nodig,” zeg ik <strong>te</strong>gen hem, “ik neem dat ding gewoon<br />

<strong>van</strong> je over voor <strong>de</strong> boekwaar<strong>de</strong>.”<br />

We rij<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> buurt <strong>van</strong> Antwerpen en ineens k<strong>om</strong>t ze in<br />

beweging. Ze buigt naar voren, kijkt me indringend aan en ze<br />

houdt haar hand open. Ik kijk haar verwon<strong>de</strong>rd aan. Ik vraag me<br />

af of ze mijn hand wil vasthou<strong>de</strong>n?<br />

Ik s<strong>te</strong>ek uit een soort aut<strong>om</strong>atisme mijn hand uit en ze legt <strong>de</strong><br />

hare er in. Tegelijk begint ze <strong>te</strong> huilen. Ik weet niet wat ik ermee<br />

aanmoet. Maar het kind ziet het en begint direct <strong>te</strong> jubelen: “Het is<br />

weer goe-oed! We hoeven niet we-eg. We mogen blijven! We<br />

hoeven niet <strong>te</strong> verhuizen!”


Het kind kijkt me via <strong>de</strong> spiegel aan en ze vraagt: “Ga je nu toch<br />

met Mama trouwen?”<br />

Haar moe<strong>de</strong>r schrikt <strong>van</strong> <strong>de</strong> direc<strong>te</strong> vraag en ze laat mijn hand<br />

los. Ze gaat zo ver mogelijk bij me <strong>van</strong>daan zit<strong>te</strong>n en ze gaat weer<br />

voor zich uit zit<strong>te</strong>n staren. Ze gaat ook weer met een plukje haar<br />

<strong>te</strong>gen haar lippen aan zit<strong>te</strong>n frutselen.<br />

Allerlei gedach<strong>te</strong>n schie<strong>te</strong>n door mijn hoofd. Ze kan niet<br />

gemakkelijk <strong>te</strong>rug naar Rhoon, want ze heeft er geen huis meer.<br />

Weer vraag ik me af waar<strong>om</strong> ze toch <strong>de</strong> huur heeft opgezegd? Zou<br />

het iets met haar verlatingsangst <strong>te</strong> maken kunnen hebben? Zodat<br />

ze niet in <strong>de</strong> verleiding kon k<strong>om</strong>en <strong>om</strong> toe <strong>te</strong> geven aan <strong>de</strong> drang<br />

<strong>te</strong>rug <strong>te</strong> gaan naar haar ou<strong>de</strong>, vertrouw<strong>de</strong> <strong>om</strong>geving?<br />

Ze heeft ook geen baan meer. Ik was er al geen voorstan<strong>de</strong>r <strong>van</strong><br />

dat zij haar baan opzeg<strong>de</strong> zon<strong>de</strong>r dat ze een nieuwe had. Ik ging<br />

alleen akkoord <strong>om</strong>dat het, zoals zij zelf zei, voor iemand met haar<br />

staat <strong>van</strong> dienst en ervaring geen enkel probleem zou zijn, <strong>om</strong> in<br />

<strong>de</strong> buurt <strong>van</strong> St<strong>om</strong>pwijk een nieuwe baan <strong>te</strong> vin<strong>de</strong>n. Ik heb haar<br />

sollicitatiebrieven zien versturen en ik heb zelfs reacties daarop<br />

gezien. Ik hoor<strong>de</strong> of zag ech<strong>te</strong>r niets. Toen ik haar op enig<br />

m<strong>om</strong>ent vroeg naar <strong>de</strong> status <strong>van</strong> haar sollicitaties, reageer<strong>de</strong> ze<br />

bijzon<strong>de</strong>r emotioneel: “Denk jij dat ik er niet <strong>van</strong> baal dat ik nog<br />

geen baan heb gevon<strong>de</strong>n? Denk jij dat ik het leuk vind <strong>om</strong><br />

afhankelijk <strong>van</strong> jou <strong>te</strong> zijn? Ik sollici<strong>te</strong>er me rot, maar ik ben of<br />

overgekwalificeerd of het zijn banen voor 40 uur en dat doe ik niet<br />

<strong>van</strong>wege mijn kind. Nota bene, ik wil in <strong>de</strong> buurt <strong>van</strong> mijn kind<br />

werken en ik heb hier in <strong>de</strong> buurt nog geen ziekenhuis gevon<strong>de</strong>n<br />

met een passen<strong>de</strong> baan.”<br />

Ik <strong>de</strong>nk dat ik het begrijp. Ze heeft haar baan niet alleen<br />

opgezegd <strong>om</strong> dicht bij haar kind <strong>te</strong> blijven, maar <strong>om</strong>dat ze <strong>de</strong><br />

snelweg niet op durft. En al helemaal niet in <strong>de</strong> spits, wanneer ze<br />

ook nog eens het risico loopt in een file <strong>te</strong>recht <strong>te</strong> k<strong>om</strong>en.


De reis uit Parijs is voorbij en we zijn weer thuis. Mijn eers<strong>te</strong><br />

actie is dat ik het kind naar haar kamer stuur. Op haar „waar<strong>om</strong>‟vraag<br />

antwoord ik dat kin<strong>de</strong>ren niet bij een „gro<strong>te</strong> mensen‟-gesprek<br />

horen <strong>te</strong> zit<strong>te</strong>n. En een „gro<strong>te</strong> mensen‟-gesprek is wat ik met haar<br />

moe<strong>de</strong>r ga voeren.<br />

Het kind loopt met dui<strong>de</strong>lijke <strong>te</strong>genzin <strong>de</strong> huiskamer uit, want ze<br />

is gewend dat ze <strong>van</strong> haar moe<strong>de</strong>r overal bij aanwezig mag zijn.<br />

Ik ben nu alleen met haar en <strong>te</strong>rwijl ik haar aankijk vraag ik haar:<br />

“Wat nu?”<br />

Meer niet.<br />

Ze begint me direct uit <strong>te</strong> foe<strong>te</strong>ren: “Wie <strong>de</strong>nk jij wel dat je bent?<br />

Mij z<strong>om</strong>aar aan <strong>de</strong> kant <strong>te</strong> schuiven. Alleen maar <strong>om</strong>dat ik het<br />

prettig vind <strong>om</strong> in een klein dorp <strong>te</strong> wonen. Omdat ik het prettig<br />

vind thuis <strong>te</strong> blijven in plaats <strong>van</strong> alleen maar verre reizen <strong>te</strong><br />

maken. Omdat ik het vervelend vind <strong>om</strong> <strong>de</strong> <strong>de</strong>ur uit <strong>te</strong> gaan.”<br />

Ze kijkt me aan en ze verwacht waarschij<strong>nl</strong>ijk dat ik nu iets zeg.<br />

Maar ik zou niet zo goed we<strong>te</strong>n wat ik nu zou moe<strong>te</strong>n zeggen, dus<br />

ik houd nog even mijn mond. Ze ziet dat ik niet reageer en ze zegt<br />

fel: “Jij <strong>de</strong>nkt zeker dat ik jou ga benauwen. Ik jou benauwen? Ach<br />

jongen, je begrijpt er werkelijk helemaal niets <strong>van</strong>. Ik ben gewoon<br />

graag en vaak thuis. Ik ben daar<strong>om</strong> juist een topwijf voor je, want<br />

ik ben er altijd. Net zo vaak als jij me maar nodig hebt. Benauwen?<br />

Dat zit alleen maar in jouw hoofd. Bij mij krijg je juist alle vrijheid<br />

die jij je maar kunt wensen en als er iemand is, die jou geen<br />

strobreed in <strong>de</strong> weg zal leggen, dan ben ik dat wel.”<br />

Ze kijkt me aan, nu met een vragen<strong>de</strong> blik. Ik kijk haar aan en ik<br />

laat nog s<strong>te</strong>eds niets mijn gezicht aflezen. Ik houd nog s<strong>te</strong>eds mijn<br />

mond dicht en nu is het een tijdje stil. Heel stil. Ze loopt heen en<br />

weer en ze zet wa<strong>te</strong>r op. Waarschij<strong>nl</strong>ijk gaat ze een kop thee<br />

zet<strong>te</strong>n.<br />

Als ze <strong>te</strong>rugk<strong>om</strong>t uit <strong>de</strong> keuken maakt ze een wegwerpgebaar en<br />

ze gaat ver<strong>de</strong>r: “Maar goed, ik begin het <strong>te</strong> begrijpen. Je wilt<br />

gewoon <strong>van</strong> me af. Wanneer is dat begonnen? Toen je beloof<strong>de</strong><br />

<strong>om</strong> met me <strong>te</strong> trouwen? Zit dat niet tussen jouw oren? Volgens mij


heb jij last <strong>van</strong> bindingsangst en daardoor wordt het je zeker<br />

allemaal een beetje <strong>te</strong>veel, is het niet? Had je je dat niet iets eer<strong>de</strong>r<br />

kunnen be<strong>de</strong>nken? Dan had ik niet al die moei<strong>te</strong> hoeven <strong>te</strong> doen<br />

<strong>om</strong> naar dit ach<strong>te</strong>rlijke dorp <strong>te</strong> verhuizen. Gelukkig had ik niets<br />

voordat ik hier kwam en ik hoef dus ook niet veel in <strong>te</strong> pakken.<br />

Ben ik in ie<strong>de</strong>r geval lekker snel weg. Ik stap z<strong>om</strong>e<strong>te</strong>en lekker met<br />

mijn kind in <strong>de</strong> auto, laad die paar spullen die ik heb erin en ik<br />

maak dat ik wegk<strong>om</strong>.”<br />

Ik hoor haar opmerkingen, maar ze la<strong>te</strong>n me min of meer<br />

onberoerd. Ik laat nog s<strong>te</strong>eds niets blijken en ik blijf haar aankijken<br />

met een blik <strong>van</strong> „ga dan‟.<br />

Ze loopt naar <strong>de</strong> <strong>de</strong>ur en ze k<strong>om</strong>t direct weer <strong>te</strong>ruggelopen. Ze<br />

zegt: “Jij <strong>de</strong>nkt zeker dat ik het niet ga red<strong>de</strong>n, hè, maar dat heb je<br />

mis. Ik heb het immers altijd al gered. Het zal dus <strong>de</strong>ze keer ook<br />

wel weer gaan lukken.”<br />

Ze zet haar hand in haar zij en daar is het „ne pas‟-gebaartje weer.<br />

Ze gaat door: “Ik ga je nergens <strong>om</strong> smeken. Ne pas. Je verwacht<br />

het waarschij<strong>nl</strong>ijk wel, maar dan heb je het toch aan het verkeer<strong>de</strong><br />

eind. Ik ver<strong>de</strong>nk je er zelfs <strong>van</strong> dat je daarop aanstuurt, maar dan<br />

kun je heel lang wach<strong>te</strong>n, mis<strong>te</strong>r, daar werk ik mooi niet aan mee.<br />

Het enige dat ik <strong>van</strong> je verwacht, is dat je je aan je woord houdt en<br />

me helpt weer op <strong>de</strong> rit <strong>te</strong> k<strong>om</strong>en.”<br />

“Hoe vaak heb ik dat al niet gehoord?” <strong>de</strong>nk ik. “Dat ik haar<br />

alleen maar op <strong>de</strong> rit hoef <strong>te</strong> zet<strong>te</strong>n? En dat ze verwacht dat ik me<br />

aan mijn woord houd? Hoe vaak heb ik het haar al gezegd of<br />

beaamd? Hoe vaak gaat ze het nog aan me vragen?”<br />

“Mijn kind, mijn kind,” zucht ze, “als ik toch mijn kind niet had,<br />

dan had je hier voor mijn ogen kunnen bars<strong>te</strong>n en helemaal <strong>de</strong><br />

stront in mogen zakken. Weet je wat ik nog het ergs<strong>te</strong> vind? Dat ik<br />

je het wel moet vragen, want ik draag <strong>te</strong>nslot<strong>te</strong> als enige <strong>de</strong><br />

volledige verantwoording voor mijn kind.”<br />

Ik zit er ogenschij<strong>nl</strong>ijk onbewogen bij. Ik heb geen enkele<br />

behoef<strong>te</strong> <strong>om</strong> ook maar ergens op <strong>te</strong> reageren. Het heeft<br />

waarschij<strong>nl</strong>ijk ook geen zin, dus ik houd mijn mond en ik kijk haar


alleen maar aan. Mijn houding schiet haar in het verkeer<strong>de</strong> keelgat,<br />

want wat ze ook zegt, ik reageer nergens op.<br />

Haar „ne pas‟-houding veran<strong>de</strong>rt in boosheid en ze begint me<br />

verwij<strong>te</strong>n <strong>te</strong> maken. Ze zegt: “Moet je eens kijken hoe je erbij zit.<br />

Walgelijk. Klaarblijkelijk voel jij helemaal niets meer voor me. Heb<br />

jij überhaupt wel gevoel? Moet je jezelf eens zien. Je zit daar zeker<br />

wel lekker, hè, mis<strong>te</strong>r Superman? Geniet je lekker <strong>van</strong> je macht?<br />

Gadverdamme, je haalt me eerst naar dit ach<strong>te</strong>rlijke dorp, met kind<br />

en al. Vervolgens maak je me <strong>van</strong> je afhankelijk, iets dat jouw ego<br />

klaarblijkelijk nodig heeft, en nu ik afhankelijk <strong>van</strong> je ben, pleur je<br />

me gewoon <strong>de</strong> <strong>de</strong>ur uit. Met kind en al. Je voelt jezelf zeker wel<br />

lekker, hè? Geeft het je een goed gevoel? Je voelt je zeker wel<br />

lekker superieur?”<br />

Ik laat haar razen en het doet me werkelijk niets. Ik vraag me af<br />

waar<strong>om</strong> ze niet gewoon weggaat en waar<strong>om</strong> ze nog s<strong>te</strong>eds <strong>te</strong>gen<br />

me staat <strong>te</strong> foe<strong>te</strong>ren.<br />

Ik vind het nu wel genoeg en ik vraag haar: “Wat ben je eige<strong>nl</strong>ijk<br />

aan het doen? Wat probeer je <strong>te</strong> bereiken? Denk je dat ik zin heb<br />

<strong>om</strong> op <strong>de</strong>ze toon met jou een gesprek <strong>te</strong> voeren?”<br />

Het feit dat ik iets zeg helpt. Ze houdt haar mond en ik kijk haar<br />

cynisch aan. Ik zeg: “Klaarblijkelijk baal jij net zo erg <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze<br />

situatie als ik. Dat is dan mooi toch, of niet s<strong>om</strong>s? Ik heb, net als<br />

jij, ook geen zin in <strong>de</strong>ze <strong>te</strong>ringzooi, zoals jij het zo fijntjes noemt.<br />

Dan zijn we het daar in ie<strong>de</strong>r geval over eens en hoeven we ons<br />

daarover niet druk meer <strong>te</strong> maken. Perfect, over en uit, tot hier en<br />

niet ver<strong>de</strong>r, we trekken nu en hier <strong>de</strong> streep.”<br />

Ik kan het niet nala<strong>te</strong>n <strong>om</strong> er een schepje bovenop <strong>te</strong> doen en ik<br />

zeg: “Heerlijk dat ik weer mezelf kan zijn. Je <strong>de</strong>nkt toch niet dat ik<br />

zin heb <strong>om</strong> <strong>de</strong> rest <strong>van</strong> mijn leven door <strong>te</strong> brengen met zo‟n<br />

gestoord wijf als jij?”<br />

Ze verschiet direct <strong>van</strong> kleur en ze begint weer <strong>te</strong> razen, zo<br />

mogelijk nog emotioneler dan voorheen: “Ben ik een gestoord<br />

wijf? Godverd<strong>om</strong>me, hoor je wel wat je zegt? Bedoel je dat ik jou<br />

zou opza<strong>de</strong>len met een gestoord wijf? Dat is zelfs het allerlaats<strong>te</strong>


dat ik zou doen. Dat zou namelijk be<strong>te</strong>kenen dat ik afhankelijk <strong>van</strong><br />

jou ben. Wie <strong>de</strong>nk jij godverd<strong>om</strong>me wel wie je voor je hebt? Ik<br />

heb ook mijn trots.”<br />

Ze gaat helemaal door het lint. Ze dribbelt als een ge<strong>te</strong>rg<strong>de</strong><br />

tijgerin heen en weer en ze schreeuwt: “Godverd<strong>om</strong>me, vuile<br />

asbak, wat <strong>de</strong>nk jij wel niet <strong>van</strong> jezelf? Denk jij echt dat ik bij jou<br />

zou willen blijven? Bij zo‟n arrogan<strong>te</strong> kwal met<br />

hoogmoedswaanzin? Ik voel me zelfs opgelucht nu het voorbij is.<br />

Heerlijk, ik ben werkelijk blij dat ik <strong>van</strong> je af ben.”<br />

De lust <strong>om</strong> ook maar iets <strong>te</strong> zeggen of ergens op <strong>te</strong> reageren<br />

ontbreekt me volk<strong>om</strong>en. Ik laat haar maar gewoon razen. Ik kan<br />

niets an<strong>de</strong>rs doen dan wach<strong>te</strong>n op wat er k<strong>om</strong>en gaat. Weer<br />

k<strong>om</strong>en haar favorie<strong>te</strong> on<strong>de</strong>rwerpen op tafel, zoals mijn belof<strong>te</strong>n<br />

haar op <strong>de</strong> rit <strong>te</strong> zet<strong>te</strong>n, het wel en wee <strong>van</strong> haar kind en haar<br />

verantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>n. Ze schreeuwt en jankt <strong>te</strong>gelijk: “Weet jij<br />

hoe erg het is dat ik het je moet vragen? Te moe<strong>te</strong>n bekennen dat<br />

ik afhankelijk <strong>van</strong> jou ben? Dat ik je moet smeken me daar <strong>te</strong>rug <strong>te</strong><br />

zet<strong>te</strong>n, waar jij me opgeraapt hebt? Met mijn kind, mijn arme<br />

kind?”<br />

Ik weet werkelijk niet wat ik moet doen of zeggen. Ik doe dan<br />

ook niets en ik zeg ook maar niets.<br />

Ik wacht nog s<strong>te</strong>eds op het m<strong>om</strong>ent dat ze <strong>de</strong> <strong>de</strong>ur uitloopt.<br />

Maar dat gebeurt niet, want ze blijft maar doorrazen: “Mij op <strong>de</strong> rit<br />

helpen, dat zal voor jou toch niet zo moeilijk zijn. Jij hebt geld<br />

genoeg. Jij blijft lekker in je eigen huis zit<strong>te</strong>n. Jij pakt je leven weer<br />

op alsof er niets gebeurd is. Alsof er nooit een kind in jouw huis<br />

gewoond heeft. Maar ik, ik heb niets meer. Ik kan nergens naartoe.<br />

Ik heb geen huis, geen baan en geen ink<strong>om</strong>en. Maar ik heb wel <strong>de</strong><br />

verantwoording voor mijn kind. De verantwoording die jij<br />

waarschij<strong>nl</strong>ijk niet aandurft en nu dus ontloopt. Dat vind ik nog<br />

het ergs<strong>te</strong>. Voor mijn kind is het ook maar goed dat ze jou kwijt is.<br />

Het is maar goed dat ik er nog voor haar ben.”<br />

Ik heb er schoon genoeg <strong>van</strong>. Al die verwij<strong>te</strong>n die ze me maakt<br />

k<strong>om</strong>en me m‟n strot uit en ik vraag me nog s<strong>te</strong>eds af waar<strong>om</strong> ze


niet gewoon weggaat, zoals ze <strong>de</strong> hele tijd loopt <strong>te</strong> dreigen. Ik zeg<br />

<strong>te</strong>gen haar: “Rot toch op. Je bent gewoon een gestoord wijf. En<br />

het ergs<strong>te</strong> vind ik nog, dat je niet eerlijk <strong>te</strong>gen me bent geweest. Je<br />

hebt het me nooit ver<strong>te</strong>ld. Ik realiseer<strong>de</strong> me pas in Eurodisney dat<br />

jij mij gaat beperken met jouw stoornis. Mij beperken heeft nog<br />

nooit iemand gedaan en dat gaat jou dus ook niet lukken. Ik doe al<br />

veel <strong>te</strong> veel concessies in een soort <strong>van</strong> ij<strong>de</strong>le hoop dat het slechts<br />

tij<strong>de</strong>lijk is. Je kunt wel blijven zeggen dat het goed k<strong>om</strong>t, maar<br />

voorlopig zie ik helemaal niets veran<strong>de</strong>ren. En ik weet ook dat als<br />

je zo oud gewor<strong>de</strong>n bent als jij, <strong>de</strong> kans daarop minimaal is.<br />

Immers, an<strong>de</strong>rs had je er wel eer<strong>de</strong>r iets aan gedaan.”<br />

Ik schrik <strong>van</strong> mijn eigen toon. Mijn verwij<strong>te</strong>n zijn hard en<br />

rechtlijnig, maar het kan me niet schelen. Zo heeft ze me nog<br />

nooit horen pra<strong>te</strong>n. Haar boosheid blijft en haar emoties laaien na<br />

mijn opmerking nog hoger op. Ze probeert dingen <strong>te</strong>rug <strong>te</strong><br />

kaatsen en <strong>te</strong>rug <strong>te</strong> leggen bij mij, maar ik laat me niet verlei<strong>de</strong>n tot<br />

een discussie.<br />

“Jij bent on<strong>de</strong>rwerp <strong>van</strong> gesprek,” bijt ik haar toe, “niet ik!”<br />

Ineens <strong>de</strong>nk ik aan <strong>de</strong> artikelen die ik gelezen heb rond<strong>om</strong><br />

verlatingsangst. Ik zeg: “Ik heb ont<strong>de</strong>kt dat jij niet alleen last hebt<br />

<strong>van</strong> een paar simpele fobietjes, zoals ik eerst dacht, maar nu weet<br />

ik wat het is. Je lijdt gewoon aan ordinaire verlatingsangst.”<br />

“Hoe weet jij dat nou?” vraagt ze met een blik <strong>van</strong> verbazing.<br />

“Maakt dat iets uit?” zeg ik. “Klaarblijkelijk heb ik het bij het<br />

rech<strong>te</strong> eind. Tenmins<strong>te</strong>, als ik jouw reactie zo zie.”<br />

Ze kijkt me of ze wa<strong>te</strong>r ziet bran<strong>de</strong>n. Ze spert haar ogen wijd<br />

open en ze kijkt me verbaasd aan. Voor mij is het dui<strong>de</strong>lijk, ze<br />

voelt zich betrapt. Ik kan het aan haar gezicht aflezen. Ik besluit<br />

ver<strong>de</strong>r niets <strong>te</strong> zeggen, ik kijk wel wat ze gaat doen.<br />

Ineens loopt ze resoluut naar <strong>de</strong> <strong>de</strong>ur, ze pakt <strong>de</strong> klink, maar ze<br />

doet hem niet open. In plaats daar<strong>van</strong> k<strong>om</strong>t ze direct weer <strong>te</strong>rug.<br />

Ze kijkt me weer indringend aan en ik kijk ijskoud <strong>te</strong>rug. Ik zie iets<br />

<strong>van</strong> twijfel in haar ogen.


Weer loopt ze naar <strong>de</strong> <strong>de</strong>ur en weer k<strong>om</strong>t ze <strong>te</strong>rug. Ik vraag me<br />

af wanneer ze nou eens ophoepelt? Ik heb het zo langzamerhand<br />

helemaal met haar gehad. Maar ze blijft in <strong>de</strong> kamer, ze ijsbeert<br />

constant heen en weer en s<strong>te</strong>eds blijft ze me indringend aankijken.<br />

Ineens veran<strong>de</strong>rt er iets. Nu begint ze heel hard <strong>te</strong> huilen. Het<br />

lijkt wel of haar boosheid overgaat in verdriet. Ze kijkt me aan met<br />

wa<strong>te</strong>rige ogen en ze begint uit een heel an<strong>de</strong>r vaatje <strong>te</strong> tappen.<br />

“Weet je wel wat verlatingsangst met je doet?” huilt ze. “Weet je<br />

wel wat het is? Hoe het je leven beperkt? Hoe erg het je wereld<br />

verkleint?”<br />

Ik kijk haar niet begrijpend aan en zeg het haar ook: “Ik begrijp<br />

er werkelijk geen snars <strong>van</strong>. Het enige dat ik zie is wat het met jou<br />

doet. Ik weet ook al wat het met mij doet of gaat doen en daar pas<br />

ik voor.”<br />

“Weet jij wel hoe erg het is <strong>om</strong> s<strong>te</strong>eds in angst <strong>te</strong> zit<strong>te</strong>n? Angst <strong>te</strong><br />

hebben dat je me verlaat of me ergens alleen ach<strong>te</strong>rlaat?” vraagt ze<br />

snikkend.<br />

“Dat begrijp ik al helemaal niet,” zeg ik, “want inmid<strong>de</strong>ls zou je<br />

toch wel zoveel vertrouwen in me moe<strong>te</strong>n hebben, dat jouw angst<br />

dat ik je verlaat ongegrond is?”<br />

“Het ligt ook veel gec<strong>om</strong>pliceer<strong>de</strong>r,” begint ze uit <strong>te</strong> leggen, “het<br />

is niet zozeer <strong>de</strong> angst <strong>om</strong> verla<strong>te</strong>n <strong>te</strong> wor<strong>de</strong>n zelf, waar ik last <strong>van</strong><br />

heb. Het is meer dat ik een angst heb <strong>om</strong> in paniek <strong>te</strong> raken als ik<br />

alleen ben in een vreem<strong>de</strong> <strong>om</strong>geving. Als het niet vertrouwd is,<br />

dan loop ik het risico in paniek <strong>te</strong> raken. De paniek slaat dan<br />

let<strong>te</strong>rlijk op mijn a<strong>de</strong>mhaling. Ik krijg dan geen lucht meer,<br />

waardoor mijn paniek alleen maar toeneemt. Ik ben bang <strong>om</strong> <strong>te</strong><br />

stikken en daaraan dood <strong>te</strong> gaan. Mijn angst daarvoor is zo groot,<br />

dat ik er alles aan doe <strong>om</strong> dat <strong>te</strong> vermij<strong>de</strong>n.”<br />

Ze kijkt me aan en ze verwacht een reactie. Ik zit verbaasd <strong>te</strong><br />

luis<strong>te</strong>ren. “Angst voor <strong>de</strong> angst?” <strong>de</strong>nk ik. “Angst <strong>om</strong> <strong>te</strong> stikken?<br />

Tjonge, dat is heftig!”<br />

Ze gaat door met haar uitleg: “Je moest eens we<strong>te</strong>n wat ik in al<br />

die jaren al heb gedaan <strong>om</strong> mijn angst <strong>de</strong> baas <strong>te</strong> blijven. Als ik


naar een winkel of openbare gelegenheid toe ga, zeker als hij<br />

vreemd of nieuw voor me is, moet ik mijn gezelschap continu in<br />

het oog hou<strong>de</strong>n. De angst <strong>om</strong> verla<strong>te</strong>n <strong>te</strong> wor<strong>de</strong>n maakt dat ik<br />

bijvoorbeeld geen kleren durf <strong>te</strong> passen of naar een toilet ga.”<br />

“Heb je daar al lang last <strong>van</strong>?” vraag ik.<br />

“Voor zover ik me kan herinneren, mijn hele leven,” antwoord<br />

ze, “maar ik weet nog goed, wanneer het me het voor het eerst<br />

overkwam.”<br />

Ze ver<strong>te</strong>lt over haar eers<strong>te</strong> huwelijk met een arts toen ze net<br />

twintig jaar oud gewor<strong>de</strong>n was. Hij was een gevierd specialist en<br />

niemand an<strong>de</strong>rs kon hem krijgen, behalve zij. Het eers<strong>te</strong> jaar<br />

had<strong>de</strong>n ze een perfect huwelijk tot hij ineens onregelmatiger ging<br />

werken en s<strong>te</strong>eds meer zijn eigen gang ging. Maar dat niet alleen,<br />

hij begon ook nog eens zwaar <strong>te</strong> drinken en hij kwam s<strong>te</strong>eds vaker<br />

dronken thuis. Hij leg<strong>de</strong> haar uit dat hij het zwaar had, dat het een<br />

kwestie <strong>van</strong> tijd zou zijn en dat het dan wel over zou gaan. In <strong>de</strong><br />

tussentijd probeer<strong>de</strong> zij lief voor hem <strong>te</strong> zijn en er voor hem <strong>te</strong> zijn<br />

als hij haar nodig had.<br />

Zijn gedrag en drinkgewoon<strong>te</strong>n veran<strong>de</strong>r<strong>de</strong>n ech<strong>te</strong>r niet en het<br />

werd zelfs s<strong>te</strong>eds erger. Eerst begon hij haar uit <strong>te</strong> schel<strong>de</strong>n,<br />

vervolgens gees<strong>te</strong>lijk <strong>te</strong> mishan<strong>de</strong>len en niet lang daarna ook<br />

fysiek. Ook dat werd s<strong>te</strong>eds erger. Eerst kreeg ze af en toe gewoon<br />

een paar klappen, la<strong>te</strong>r tuig<strong>de</strong> hij haar let<strong>te</strong>rlijk af. De laats<strong>te</strong> keer<br />

dat hij haar een pak rammel gaf, kon ze met haar laats<strong>te</strong> krach<strong>te</strong>n<br />

nog net het huis uitvluch<strong>te</strong>n, an<strong>de</strong>rs had hij haar waarschij<strong>nl</strong>ijk<br />

vermoord. Ze verstop<strong>te</strong> zich voor hem en op een veilige plaats<br />

werd ineens alles zwart voor haar ogen. Een poosje la<strong>te</strong>r kwam ze<br />

bij haar positieven in een portiek en ze had geen flauw benul waar<br />

ze was.<br />

Op dat m<strong>om</strong>ent was het, dat ze voor het eerst echt in paniek<br />

raak<strong>te</strong>. Het was zo erg, dat ze <strong>van</strong> pure benauwdheid niet eens kon<br />

schreeuwen. Haar keel zat dicht en ze kon nauwelijks a<strong>de</strong>mhalen.<br />

Ze wil<strong>de</strong> het portiek verla<strong>te</strong>n, maar ze was zo verlamd <strong>van</strong> angst,<br />

dat ze niets an<strong>de</strong>rs kon doen dan blijven zit<strong>te</strong>n.


Voor haar gevoel zat ze er een eeuwigheid, tot er iemand het<br />

portiek i<strong>nl</strong>iep en zich over haar ontferm<strong>de</strong>. Vervolgens werd weer<br />

alles zwart voor haar ogen en dit keer kwam ze bij in het<br />

ziekenhuis, waar ze nog drie weken moest blijven <strong>om</strong> <strong>te</strong> hers<strong>te</strong>llen<br />

<strong>van</strong> hetgeen haar echtgenoot haar had aangedaan.<br />

Ze heeft, in ruil voor een snelle en probleemloze echtscheiding,<br />

nooit aangif<strong>te</strong> voor mishan<strong>de</strong>ling jegens haar man gedaan.<br />

“Begrijp je nu wat het met je doet?” vraagt ze.<br />

“Ik kan me voors<strong>te</strong>llen dat zo‟n pak slaag je niet in je kou<strong>de</strong><br />

kleren gaat zit<strong>te</strong>n,” zeg ik, “maar <strong>om</strong> nou bang <strong>te</strong> wor<strong>de</strong>n <strong>om</strong> <strong>te</strong><br />

stikken <strong>om</strong>dat er niemand in <strong>de</strong> buurt is, dat vind ik vreemd en<br />

daar begrijp ik echt niets <strong>van</strong>.”<br />

“Ik zal je nog een voorbeeld geven,” zegt ze, “ik reed ach<strong>te</strong>r<br />

Hannes, mijn twee<strong>de</strong> ex aan. Het was op <strong>de</strong> snelweg. Er kwam een<br />

auto tussen ons in rij<strong>de</strong>n. Hij zag het niet of <strong>de</strong>ed of hij het niet<br />

zag en hij reed hard door. Ik verloor hem uit het oog en ik raak<strong>te</strong><br />

in paniek. Mid<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> snelweg heb ik mijn auto neer moe<strong>te</strong>n<br />

zet<strong>te</strong>n. Ik weet niet eens meer wat er precies gebeurd is. Ik ben net<br />

zo lang op het mid<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> snelweg blijven staan tot hij een<br />

rondje had gere<strong>de</strong>n. Pas toen ik hem weer zag kon ik een beetje<br />

a<strong>de</strong>mhalen. Al die tijd heb ik werkelijk gedacht dat ik eraan<br />

on<strong>de</strong>rdoor zou gaan.”<br />

Ze doet er nog een smeuïg <strong>de</strong>tail bij: “De klootzak wist <strong>van</strong> mijn<br />

angst en toch reed hij me zoek. Hij zou me op zijn manier er wel<br />

eens overheen helpen. Nou, dat is hem mooi niet gelukt.”<br />

In Disneyland had ik het ook gezien, alleen begreep ik het toen nog niet.<br />

Het was nog voor <strong>de</strong> Buffalo Bill Wild West-show, vlak nadat ik haar<br />

patroon had ont<strong>de</strong>kt. Zij wist het toen nog niet, maar ze moet het mins<strong>te</strong>ns<br />

aangevoeld hebben. Ik had iets nodig dat in mijn auto lag. Zij had <strong>de</strong><br />

autosleu<strong>te</strong>ls in haar tas en ik vroeg haar er<strong>om</strong>. Zij weiger<strong>de</strong> ze aan me <strong>te</strong><br />

geven. Ze raak<strong>te</strong> in een soort <strong>van</strong> hyperactieve, nerveuze toestand, die ik niet<br />

kon thuisbrengen.


“Wat is het precies dat je nodig hebt?” vroeg ze me. “Ik ga het wel voor je<br />

halen.”<br />

Ik vroeg haar nog een keer <strong>om</strong> <strong>de</strong> sleu<strong>te</strong>ls. “Doe toch niet zo gek,” zei ik<br />

nog, “ik kan die spullen toch zelf wel halen.”<br />

Ze hield voet bij stuk en ze hield <strong>de</strong> sleu<strong>te</strong>ls krampachtig in haar hand. Ik<br />

heb haar <strong>de</strong> spulletjes maar uit <strong>de</strong> auto la<strong>te</strong>n halen.<br />

“Begrijp je nu mijn angst?” vraagt ze.<br />

“Nee, natuurlijk niet,” zeg ik, “sowieso ken ik het niet en als ik<br />

het zo hoor hoef ik daar ook niet rouwig <strong>om</strong> <strong>te</strong> zijn.”<br />

Ze vervolgt: “Maar sinds ik jou ken heb ik er al een veel be<strong>te</strong>re<br />

controle over. Ik vertrouw jou en dankzij jou doe ik al dingen, die<br />

ik tot voor kort niet eens voor mogelijk heb gehou<strong>de</strong>n.”<br />

Ze kijkt me tri<strong>om</strong>fan<strong>te</strong>lijk aan als ze zegt: “Ik ga <strong>te</strong>genwoordig al<br />

helemaal alleen boodschappen doen in Zoe<strong>te</strong>rmeer!”<br />

Mijn primaire reactie slik ik in. Het ligt op het puntje <strong>van</strong> mijn<br />

tong <strong>om</strong> <strong>te</strong> zeggen dat zoiets heel gewoon is en dat het zelfs<br />

ongewoon is <strong>om</strong> daar trots op <strong>te</strong> zijn.<br />

Ineens valt er een kwartje en begrijp ik waar<strong>om</strong> ze zo<br />

gecharmeerd is <strong>van</strong> dat kleine winkelcentrum in Zoe<strong>te</strong>rmeer. De<br />

parallel met het winkelcentrum in Rhoon wordt me dui<strong>de</strong>lijk. Het<br />

winkelcentrum is klein, overzich<strong>te</strong>lijk en <strong>de</strong> weg er naartoe is kort.<br />

Ik begrijp ineens waar<strong>om</strong> ze, s<strong>te</strong>eds als we in Rhoon zijn, daar naar<br />

<strong>de</strong> Albert Heijn of <strong>de</strong> DA-drogist wil. Dan hoeft ze geen<br />

boodschappen <strong>te</strong> doen <strong>van</strong>uit St<strong>om</strong>pwijk. En ik maar <strong>te</strong>gen haar<br />

blijven volhou<strong>de</strong>n dat elke DA er voor mij hetzelf<strong>de</strong> uitziet,<br />

ongeacht het winkelcentrum waar hij zit. Ze was het nooit met me<br />

eens en ik vond het al zo raar dat ze <strong>de</strong> DA in Rhoon zo<br />

ophemel<strong>de</strong>. Nou ja, ophemel<strong>de</strong>? Ze was er bijna lyrisch over.<br />

Nu begrijp ik het ineens. Dat ik het toch niet eer<strong>de</strong>r heb gezien?<br />

Ze zoekt veiligheid en ze heeft daar<strong>om</strong> haar wereld net zo lang<br />

verkleind tot ze hem veilig genoeg vond.


Ze gaat ver<strong>de</strong>r: “Met jouw hulp k<strong>om</strong> ik er wel. Het is een kwestie<br />

<strong>van</strong> tijd. Denk eens aan wat wij hebben. Jij wilt dat toch niet<br />

weggooien? Kun je daarvoor niet een beetje geduld opbrengen?”<br />

Ik <strong>de</strong>nk aan Mathijs en wat een beetje gerich<strong>te</strong> NLP-oefeningen<br />

voor haar zou<strong>de</strong>n kunnen doen. Ik heb haar daar al eer<strong>de</strong>r over<br />

ver<strong>te</strong>ld. Ik ken mensen, die dankzij NLP hun angs<strong>te</strong>n of fobieën<br />

hebben overwonnen. Zij weet dat hulp <strong>om</strong> <strong>van</strong> haar claustrofobie<br />

of „wha<strong>te</strong>ver‟-fobie af <strong>te</strong> k<strong>om</strong>en voorhan<strong>de</strong>n is. Daarvoor hoeft ze<br />

slechts één <strong>te</strong>lefoontje met Mathijs <strong>te</strong> plegen. Ik heb haar al<br />

meer<strong>de</strong>re malen gevraagd of ze al contact met hem heeft<br />

opgen<strong>om</strong>en. Ik heb dat elke keer gedaan, wanneer ik merk<strong>te</strong> dat ze<br />

iets niet <strong>de</strong>ed <strong>van</strong>wege haar fobieën. Maar ook had ik allang in <strong>de</strong><br />

ga<strong>te</strong>n dat ze het s<strong>te</strong>eds voor zich uitschoof.<br />

“Klaarblijkelijk vind je het wel prettig zo, met die fijne<br />

stoornissen <strong>van</strong> je,” zeg ik <strong>te</strong>gen haar, “want je hebt nog s<strong>te</strong>eds<br />

geen contact met Mathijs opgen<strong>om</strong>en.”<br />

“Ik was werkelijk in <strong>de</strong> veron<strong>de</strong>rs<strong>te</strong>lling dat ik die Mathijs niet<br />

nodig zou hebben,” ver<strong>de</strong>digt ze zich en vervolgt: “Lieve schat,<br />

heb je enig i<strong>de</strong>e wat jij voor me be<strong>te</strong>kent? Hoe groot het<br />

vertrouwen is dat ik in jou heb? An<strong>de</strong>rs was ik toch nooit met jou<br />

naar Disneyland of naar Knokke gegaan?”<br />

Ik had haar gevraagd of ze een weekje met me weg wil<strong>de</strong>. Ik ken<strong>de</strong> haar net.<br />

Ze ging met me mee toen het kind een week bij haar va<strong>de</strong>r was. Helaas was<br />

het weer slecht en het werd slechts een weekeindje. Maar wel één <strong>van</strong> <strong>de</strong> moois<strong>te</strong><br />

weekein<strong>de</strong>n <strong>van</strong> mijn leven.<br />

We kwamen in een ho<strong>te</strong>l in Knokke. Ik had een perfect intiem diner met<br />

haar. Ik liep met haar door <strong>de</strong> regen over <strong>de</strong> boulevard. We had<strong>de</strong>n net onze<br />

energie ont<strong>de</strong>kt en elke aanraking opnieuw was weer een c<strong>om</strong>ple<strong>te</strong> aanslag.<br />

Wat was ik verliefd op haar en zij op mij. De nacht was onbeschrijfelijk en <strong>de</strong><br />

och<strong>te</strong>nd was nog veel erger.<br />

De volgen<strong>de</strong> dag verlie<strong>te</strong>n we het ho<strong>te</strong>l. Ik open<strong>de</strong> het portier en ze stap<strong>te</strong> in<br />

<strong>de</strong> auto. Ik liep <strong>om</strong> <strong>de</strong> auto heen en ik stap<strong>te</strong> ook in. Ik start<strong>te</strong> hem en ik<br />

zet<strong>te</strong> <strong>de</strong> cd-speler aan. Het requiem <strong>van</strong> Mozart schal<strong>de</strong> door <strong>de</strong> auto. Op het


horen <strong>van</strong> <strong>de</strong> eers<strong>te</strong> klanken barst<strong>te</strong> zij direct in tranen uit. Ik kon me ook<br />

niet inhou<strong>de</strong>n en ik liet mijn tranen ook <strong>de</strong> vrije loop. Het waren tranen <strong>van</strong><br />

puur geluk. De emoties, die ik altijd zo goed on<strong>de</strong>r controle wist <strong>te</strong> hou<strong>de</strong>n,<br />

had<strong>de</strong>n me nu tuk. Wat was ik gelukkig.<br />

“Heb jij er enig i<strong>de</strong>e <strong>van</strong> wat voor progressie ik al maak, dankzij<br />

jou?” vraagt ze.<br />

“Ik zie het niet zo,” zeg ik, “maar als het wel zo zou zijn, dan is<br />

het afhankelijk <strong>van</strong> mijn aanwezigheid en dat is nu net het punt dat<br />

ik maak.”<br />

“Je bedoelt dat het niet snel genoeg vindt gaan,” probeert ze.<br />

“Het heeft niets met snelheid <strong>te</strong> maken,” zeg ik, “maar meer met<br />

hoe jij <strong>de</strong>nkt <strong>van</strong> jouw verlatingsangst af <strong>te</strong> k<strong>om</strong>en.”<br />

“Als jij <strong>de</strong>nkt dat Mathijs me kan helpen <strong>om</strong> er <strong>van</strong>af <strong>te</strong> k<strong>om</strong>en,<br />

dan ga ik naar hem toe,” belooft ze me, “met zijn hulp en jouw<br />

s<strong>te</strong>un moet ik er toch uit kunnen k<strong>om</strong>en? Daarbij, ik krijg al <strong>de</strong><br />

bibbers bij het i<strong>de</strong>e dat ik jou met een gestoord wijf zou gaan<br />

opza<strong>de</strong>len. Dat zou ik nooit doen. Daarvoor hou ik veel <strong>te</strong> veel<br />

<strong>van</strong> je. Geloof me, we zit<strong>te</strong>n nu in een dip, maar <strong>van</strong>af nu zal het<br />

alleen maar be<strong>te</strong>r gaan.”<br />

De toon <strong>van</strong> ons gesprek is dui<strong>de</strong>lijk veran<strong>de</strong>rd. Het hard <strong>te</strong>gen<br />

hard ruziën heeft plaats gemaakt voor zachtjes en rustig pra<strong>te</strong>n. Ze<br />

heeft <strong>de</strong> snaar gevon<strong>de</strong>n waarmee ze me heeft kunnen raken. Ik<br />

word overvallen door mijn eigen emoties.<br />

De lief<strong>de</strong> <strong>van</strong> mijn leven vraagt me <strong>om</strong> hulp. Ze heeft het<br />

vertrouwen in zichzelf dat ze eruit kan k<strong>om</strong>en. Ze zal mij nooit<br />

opza<strong>de</strong>len met een „gestoord wijf‟, zoals ik haar genoemd heb.<br />

Daarvoor houdt ze veel <strong>te</strong> veel <strong>van</strong> me, zoals ze het zelf zegt. We<br />

vullen elkaar zo goed aan en we zijn een i<strong>de</strong>aal koppel. We wonen<br />

zelfs al samen en we hebben al zoveel meegemaakt. Het wordt<br />

zelfs helemaal perfect als ze haar verlatingsangst overwonnen<br />

heeft. Ze spreekt voor zichzelf het vertrouwen uit, dat ze eruit kan<br />

k<strong>om</strong>en. Ze vraagt me of ik haar wil helpen en of ik haar die kans<br />

wil geven.


Ik zit in een enorme tweestrijd. Aan <strong>de</strong> ene kant mijn ratio en aan<br />

<strong>de</strong> an<strong>de</strong>re kant mijn gevoel. Een s<strong>te</strong>mmetje in mijn binnens<strong>te</strong><br />

begint me dingen in <strong>te</strong> fluis<strong>te</strong>ren: “Niet doen jongen, het hangt<br />

allemaal vast aan jouw persoontje. Dat legt je een beperking op die<br />

jij niet lang volhoudt. Ze is al zo oud en ze heeft er op eigen<br />

beweging nooit iets aan gedaan. Wat <strong>de</strong>nk je? Nu ineens wel? Nu<br />

pas, nu ze weet dat het haar laats<strong>te</strong> redmid<strong>de</strong>l is? Ze kan nu toch<br />

niet an<strong>de</strong>rs dan zeggen dat ze het wil. Je weet toch dat ze het moet<br />

willen voor zichzelf. Niet voor haar kind of voor jou. Want als dat<br />

wegvalt of <strong>de</strong> druk neemt af, dan zit je met <strong>de</strong> gebakken peren. Pas<br />

op jochie, dat wil je echt niet.”<br />

Ik hoef voor mezelf <strong>de</strong> logische consequentie <strong>van</strong> mijn eigen<br />

re<strong>de</strong>nering niet uit <strong>te</strong> spreken, maar ik wil er niet aan. Althans, nog<br />

niet, want daarvoor voel ik <strong>te</strong> veel voor haar. Ik re<strong>de</strong>neer nog eens<br />

door en ik hoor het s<strong>te</strong>mmetje weer. De toon is veran<strong>de</strong>rd. Het is<br />

ook prettiger <strong>om</strong> naar <strong>te</strong> luis<strong>te</strong>ren, want het zegt: “Ze kent NLP<br />

niet en ze weet niet wat NLP voor haar kan be<strong>te</strong>kenen. Ze is in<br />

therapie geweest, maar dat heeft haar helaas niet geholpen. Maar<br />

Mathijs en gerich<strong>te</strong> NLP-oefeningen zullen wegen voor haar<br />

openen, die ze tot op he<strong>de</strong>n niet gezien heeft. Ze heeft haar<br />

stinken<strong>de</strong> best gedaan en ze is een vech<strong>te</strong>r. Met wat goe<strong>de</strong> wil en<br />

een beetje s<strong>te</strong>un is ze er zo overheen!”<br />

Ik besluit haar <strong>te</strong> gaan helpen en haar die kans <strong>te</strong> geven, waar ze<br />

<strong>om</strong> vraagt. Ik zeg <strong>te</strong>gen haar: “Wat mij betreft gaan we ervoor. Jij<br />

praat met Mathijs en gaat zo nodig bij hem in therapie. Ik s<strong>te</strong>un je<br />

waar ik kan, maar je moet het zelf willen en je moet het zelf ook<br />

doen.”<br />

Ik begin me ineens erg goed <strong>te</strong> voelen. Ik ben heel blij dat ik haar<br />

die kans kan geven. En blij dat zij mij die kans gevraagd heeft.<br />

Wha<strong>te</strong>ver, welke <strong>van</strong> <strong>de</strong> twee maakt niet uit, want nu hebben wij<br />

<strong>de</strong> kans. De kans <strong>om</strong> samen <strong>te</strong> blijven. De kans <strong>om</strong> samen uit dit<br />

dal <strong>te</strong> k<strong>om</strong>en, wat onze relatie alleen maar kan s<strong>te</strong>rken. Er blijft<br />

nog één „maar‟. Het moet wel gedaan wor<strong>de</strong>n. Ik zeg het <strong>te</strong>gen<br />

haar.


“Lieverd,” antwoordt ze, “ik ga er sowieso alles aan doen. Met <strong>de</strong><br />

hulp die ik krijg kan het niet mis gaan. Maar mocht er onverhoopt<br />

geen oplossing <strong>te</strong> vin<strong>de</strong>n zijn, wat ik overigens betwijfel, dan ben<br />

ik <strong>de</strong> laats<strong>te</strong>, die een blok aan jouw been wil zijn. Daarvoor hou ik<br />

veel <strong>te</strong> veel <strong>van</strong> je. Ik weet hoe je over je vrijheid <strong>de</strong>nkt en als het<br />

me niet gegund is, vertrek ik geheel op eigen beweging.”<br />

Ik word overmand door mijn gevoel voor haar. Ze zegt ronduit<br />

dat ze uit eigen beweging bij me weg zal gaan als haar angs<strong>te</strong>n mij<br />

gaan beperken en me ongelukkig zou<strong>de</strong>n maken. Mijn God, houdt<br />

ze zoveel <strong>van</strong> me? Ik in ie<strong>de</strong>r geval wel <strong>van</strong> haar!<br />

Ik pak haar vast en ik kijk haar diep in <strong>de</strong> ogen. Ze kijkt <strong>te</strong>rug en<br />

ze geeft me een zoen. Ik beantwoord hem, daarmee onze<br />

afspraken bezegelend. De tijd staat weer eens een poosje stil.<br />

Ik ga naar bed en ze gaat direct met me mee. Ik ben kapot, alle<br />

doorstane emoties hebben hun tol geëist. Ik wil in <strong>de</strong> napstand<br />

gaan liggen, maar ze draait zich nog even <strong>om</strong>.<br />

“Is er iets?” vraag ik haar. “Ben je niet moe? Of wil je nog niet<br />

gaan slapen?”<br />

“Weet je,” begint ze, “ik heb <strong>van</strong>daag iemand gezien waar ik heel<br />

erg <strong>van</strong> geschrokken ben.”<br />

“Hoe bedoel je?” vraag ik.<br />

Ze zegt: “Ik heb een Gijs gezien die ik helemaal niet ken. Een<br />

Gijs die ik ook niet verwacht had <strong>te</strong> leren kennen.”<br />

“Dan mag je mij een hand geven,” zeg ik, “ik heb ook zoiets<br />

gezien. Die an<strong>de</strong>re Yvon.”<br />

“Je hebt me wel eens ver<strong>te</strong>ld dat jij jouw emoties kunt<br />

uitschakelen, maar nu ik het gezien heb, ben ik er zelfs bang <strong>van</strong><br />

gewor<strong>de</strong>n,” zegt ze <strong>te</strong>gen me, “wat gaat dat be<strong>te</strong>kenen in <strong>de</strong><br />

toek<strong>om</strong>st? S<strong>te</strong>l dat jij het ineens op je heupen krijgt?”<br />

“Weet wel dat jij het bent die me in <strong>de</strong>ze toestand heeft<br />

gekregen,” zeg ik, “ik beschouw mezelf als een re<strong>de</strong>lijk mens en<br />

normali<strong>te</strong>r kun je altijd met me pra<strong>te</strong>n. Althans, zo zie ik het.<br />

Ver<strong>de</strong>r, vlak jezelf niet uit. Jouw verbale geweld is ook niet


misselijk! Jij laat je ook niets zeggen. Daarbij zijn we nogal aan<br />

elkaar gewaagd. Normaal leven we op heel hoge toppen en we<br />

wis<strong>te</strong>n dat we het risico liepen in een diep dal <strong>te</strong>recht <strong>te</strong> k<strong>om</strong>en.<br />

Nou, dit was er zo eentje. Nu we<strong>te</strong>n we direct hoe diep onze dalen<br />

kunnen zijn.”<br />

“Je hebt gelijk,” zegt ze, “maar als we weer een keertje in een dal<br />

<strong>te</strong>rechtk<strong>om</strong>en, wat ongetwijfeld gaat gebeuren, dan hoop ik toch<br />

die an<strong>de</strong>re Gijs niet meer <strong>te</strong>gen <strong>te</strong> k<strong>om</strong>en.”<br />

De volgen<strong>de</strong> och<strong>te</strong>nd heerst er een vreem<strong>de</strong> sfeer bij het ontbijt.<br />

Zij is stil en nog niet over <strong>de</strong> emoties <strong>van</strong> gis<strong>te</strong>ren heen. Hetzelf<strong>de</strong><br />

geldt voor mij, want ik loop ook in een soort roes rond. Het kind<br />

daaren<strong>te</strong>gen is uitgesproken druk en uitgela<strong>te</strong>n.<br />

Het kind zegt: “Ik ben zo geschrokken gis<strong>te</strong>ren. Ik was bang dat<br />

jullie echt ruzie gingen maken.”<br />

Ik kijk haar moe<strong>de</strong>r indringend aan, maar die reageert niet op <strong>de</strong><br />

opmerking <strong>van</strong> haar doch<strong>te</strong>r. Ik houd ook mijn mond.<br />

Ik besluit naar kantoor <strong>te</strong> gaan.<br />

“Maar je hebt toch vakantie?” zegt ze vragend. “Als we langer in<br />

Frankrijk waren gebleven, dan was je <strong>van</strong>daag toch ook niet gaan<br />

werken?”<br />

Ik ver<strong>te</strong>l een leugentje <strong>om</strong> bestwil en ik zeg: “Ik heb een e-mail<br />

<strong>van</strong> Marco gekregen. Hij zit met een beetje ingewikkel<strong>de</strong> zaak. Nu<br />

ik er toch ben, kan ik be<strong>te</strong>r even persoo<strong>nl</strong>ijk polshoog<strong>te</strong> nemen.”<br />

Ik rijd naar kantoor en mijn me<strong>de</strong>werkers kijken gek op als ik<br />

binnenstap.<br />

“Je zou toch langer wegblijven?” vraagt mijn sales Wolf lachend.<br />

“Of heb je zoveel kind en Disneyland ach<strong>te</strong>r <strong>de</strong> rug, dat je ernaar<br />

snakt <strong>om</strong> <strong>te</strong> gaan werken?”<br />

Ik moet er<strong>om</strong> lachen en ik zeg: “Je zit dich<strong>te</strong>r bij <strong>de</strong> waarheid<br />

dan je <strong>de</strong>nkt.”<br />

Ik neem een kop koffie en ik pak mijn laptop uit. Ik schrijf een<br />

uitgebrei<strong>de</strong> e-mail aan Mathijs. Niet met <strong>de</strong> in<strong>te</strong>ntie hem <strong>te</strong>


versturen, maar meer <strong>om</strong> een verslag <strong>te</strong> doen <strong>van</strong> mijn tripje naar<br />

Disneyland met haar en het kind. Ik lees hem aandachtig en ik<br />

besluit hem toch aan Mathijs <strong>te</strong> versturen.<br />

Fr<strong>om</strong>: Gijs@hotmail.c<strong>om</strong><br />

To: „Mathijs‟<br />

Subject: Verlatingsangst<br />

Hi,<br />

ik heb Yvon afgelopen week, tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> trip naar Eurodisney,<br />

ontmaskerd. Ik heb tot dat m<strong>om</strong>ent niet gewe<strong>te</strong>n dat ze aan<br />

verlatingsangst leed tot ik het met mijn eigen ogen gezien had. Ik<br />

realiseer me nu dan ook pas wat <strong>de</strong> <strong>om</strong><strong>van</strong>g en ernst er<strong>van</strong> is. Ik<br />

<strong>de</strong>ed het voordien af met een beetje fobietjes zoals claustrofobie en<br />

zo, maar dat is het niet alleen.<br />

Tegelijk ben ik me gaan realiseren wat ik voor haar be<strong>te</strong>ken. Ze had<br />

an<strong>de</strong>rs nooit <strong>de</strong> verhuizing naar St<strong>om</strong>pwijk doorgezet. Let wel, als ik<br />

het vooraf had gewe<strong>te</strong>n, had ik het waarschij<strong>nl</strong>ijk niet eens gedaan.<br />

Maar goed, gedane zaken...<br />

Ik stuur je <strong>de</strong>ze e-mail niet voor mezelf. Ik heb naar Yvon<br />

uitgesproken dat ik geen zin heb mijn leven <strong>te</strong> la<strong>te</strong>n beperken door<br />

een gestoord wijf met verlatingsangst. Yvon heeft uitgesproken dat<br />

ze niet <strong>van</strong> plan is mij op <strong>te</strong> za<strong>de</strong>len met hetzelf<strong>de</strong> gestoor<strong>de</strong> wijf<br />

waarmee ze me zou kunnen gaan beperken en/of voor haarzelf het<br />

gevoel krijgt dat ze <strong>van</strong> mij afhankelijk is. Ze heeft dus een keuze en<br />

ze realiseert zich dat.<br />

Ze kiest voor <strong>de</strong> strijd. Ik ga haar daarmee helpen, net zoals jij dat<br />

kan doen. Ik kan dat alleen door mezelf <strong>te</strong> zijn en er <strong>te</strong> zijn als ze me<br />

nodig heeft, jij doet dat <strong>van</strong>uit jouw expertise NLP en zo. Vandaar<br />

<strong>de</strong>ze e-mail. Ik beschrijf een aantal ervaringen, opdat je haar wellicht<br />

iets be<strong>te</strong>r <strong>de</strong> helpen<strong>de</strong> hand kunt bie<strong>de</strong>n. Je moet zelf maar kijken of<br />

je haar ver<strong>te</strong>lt dat je <strong>de</strong>ze e-mail gekregen hebt. Ik ver<strong>te</strong>l het haar<br />

niet...<br />

Ik wil<strong>de</strong> <strong>de</strong> Space Mountain doen. Je hebt dan twee rijen, eentje<br />

voor <strong>de</strong> gewone wach<strong>te</strong>n<strong>de</strong>n en een „speed‟-rij als je een speciaal<br />

ticket hebt. Ik liep met Yvon en Layla naar dat ding toe, nam<br />

afscheid <strong>van</strong> hen en ik liep ver<strong>de</strong>r naar <strong>de</strong> ingang. Yvon begaf zich<br />

met Layla naar <strong>de</strong> uitgang <strong>van</strong> Space Mountain <strong>om</strong> me daar op <strong>te</strong><br />

wach<strong>te</strong>n. De wachttijd in <strong>de</strong> speed-rij was dit keer ech<strong>te</strong>r zo lang, dat


ik besloot niet in <strong>de</strong> rij aan <strong>te</strong> slui<strong>te</strong>n, maar Yvon en Layla gewoon<br />

weer op <strong>te</strong> zoeken.<br />

Toen ik Yvon riep, viel mij iets vreemds op. Ze kreeg een soort<br />

paniekaanval en ze begon bijna geobse<strong>de</strong>erd <strong>te</strong>gen me <strong>te</strong> pra<strong>te</strong>n. Ik<br />

weet niet meer exact wat <strong>de</strong> strekking er<strong>van</strong> was, maar ze vond het<br />

<strong>de</strong>biel dat <strong>de</strong> speed-rij zo lang was. Kon je dan nergens <strong>van</strong> op aan,<br />

waar<strong>om</strong> was ik niet in <strong>de</strong> rij blijven staan, enzovoorts. Ik dacht nog,<br />

mens, waar maak je je zo druk over?<br />

De volgen<strong>de</strong> achtbaan ben ik met Layla ingegaan. Ik heb nauwgezet<br />

gekeken wat er gebeur<strong>de</strong>. Ze pro<strong>te</strong>s<strong>te</strong>er<strong>de</strong> en probeer<strong>de</strong> me met<br />

allerlei valse voorwendselen er<strong>van</strong> <strong>te</strong> overtuigen dat zo‟n achtbaan<br />

slecht is voor je ges<strong>te</strong>l en ze probeer<strong>de</strong> Layla ertoe <strong>te</strong> zet<strong>te</strong>n niet<br />

met me mee <strong>te</strong> gaan.<br />

Toen ik eenmaal mijn zin doorgedrukt had, vroeg ze aan <strong>de</strong><br />

controleur waar <strong>de</strong> uitgang was en hoe lang <strong>de</strong> wachttijd bedroeg.<br />

Vervolgens gingen Layla en ik in <strong>de</strong> rij staan en we wer<strong>de</strong>n<br />

uitgezwaaid tot er werkelijk geen millime<strong>te</strong>r <strong>van</strong> ons meer <strong>te</strong> zien<br />

was. Ik zag aan haar lach dat hij gemaakt en geforceerd was.<br />

Eenmaal uit het zicht keek ik <strong>om</strong> het hoekje naar haar. Ik zag dat ze<br />

zich naar <strong>de</strong> uitgang <strong>van</strong> <strong>de</strong> achtbaan haast<strong>te</strong> (tot zover ik kon zien).<br />

Toen ik met Layla uit <strong>de</strong> achtbaan kwam, zag ik dui<strong>de</strong>lijk haar<br />

opluchting.<br />

Ineens zag ik het vas<strong>te</strong> patroon en ik heb het daarna nog een paar<br />

keer gezien, maar ja, dat is dan geen kunst meer. Ik heb er zelfs een<br />

beetje mee gespeeld. Ik wist ech<strong>te</strong>r nog niet wat het precies was en<br />

nu ik het weet, bevreemdt het me zelfs dat ze me <strong>de</strong> achtbaan in liet<br />

gaan. Ze moet nogal wat doorstaan hebben, <strong>te</strong>rwijl ik in <strong>de</strong> (rij <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong>) achtbaan zat.<br />

Er is mij nog iets opgevallen waar je eens naar zou kunnen kijken. Ik<br />

noem het een beetje „plaatjes kleuren‟. Ik heb het (nog) niet met<br />

haar besproken, daarvoor wil ik het eerst bij jou neerleggen.<br />

Ik merk dat Yvon in een soort i<strong>de</strong>aalplaatjes <strong>de</strong>nkt., vaak een beetje<br />

dr<strong>om</strong>erig. Op het m<strong>om</strong>ent dat er iets niet aan dat beeld voldoet, dan<br />

schiet ze uit haar rol. Voorbeeld, als ik „s och<strong>te</strong>nds niet heb gezegd<br />

dat ik <strong>van</strong> haar hou, moet ik iets verzinnen <strong>om</strong> het „goed‟ <strong>te</strong> maken.<br />

Ik plaag haar er wel eens mee, maar ze blijft net zolang aandringen,<br />

tot ze haar zin krijgt en haar plaatje weer klopt.<br />

Hetzelf<strong>de</strong> met Layla. Zolang ze lief is en gewoon zit <strong>te</strong> spelen, dan is<br />

ze in staat haar doch<strong>te</strong>r dood <strong>te</strong> knuffelen. Maar als Layla een beetje<br />

baldadig is, dan kan ze op een enorm grove manier uitvallen. Zelfs<br />

met taal, die in geen enkele verhouding staat tot <strong>de</strong> gebeur<strong>te</strong>nis. Ze


ent bijvoorbeeld met haar blo<strong>te</strong> voe<strong>te</strong>n door het gras. Ze moet <strong>van</strong><br />

Yvon dan haar schoenen aandoen en met haar poppen gaan<br />

spelen. Ze dwingt Layla als het ware, wat ze ui<strong>te</strong>in<strong>de</strong>lijk met<br />

dui<strong>de</strong>lijke <strong>te</strong>genzin doet. Als Yvons plaatje dan weer klopt, gaat ze<br />

direct haar doch<strong>te</strong>r zit<strong>te</strong>n knuffelen, ook al vindt die er op dat<br />

m<strong>om</strong>ent geen bal aan.<br />

Ik vraag me af of er een verband is tussen <strong>de</strong> „gekleur<strong>de</strong> plaatjes‟ en<br />

haar verlatingsangst. Daar<strong>om</strong> ver<strong>te</strong>l ik het je. Ik weet dat Yvon je<br />

<strong>van</strong>daag of morgen gaat bellen voor een afspraak. Ik hoop werkelijk<br />

dat je haar kunt helpen. Ze heeft namelijk ook een heleboel goe<strong>de</strong><br />

dingen. Het is een gaaf wijf met helaas een beperking. Eentje met<br />

nogal veel impact...<br />

Het is laat in <strong>de</strong> middag als ik thuisk<strong>om</strong>.<br />

“En?” vraag ik haar.<br />

Ze zegt: “Ik heb Mathijs gebeld en aanstaan<strong>de</strong> dinsdag al heb ik<br />

een afspraak met hem.”<br />

“Waar heb je die afspraak?” vraag ik nieuwsgierig, want ik weet<br />

dat Mathijs het liefst zijn „patiën<strong>te</strong>n‟ naar zijn kantoor laat k<strong>om</strong>en.<br />

“Hij wil<strong>de</strong> in eers<strong>te</strong> instantie dat ik naar hem toekwam,”<br />

bevestigt ze mijn vermoe<strong>de</strong>n, “maar toen ik uitleg<strong>de</strong> waar het over<br />

ging, zei hij direct dat hij wel naar mij toe zou k<strong>om</strong>en.”<br />

Ik vermoed dat Mathijs intussen ook mijn e-mail gelezen heeft<br />

en ik vraag: “Heeft hij nog meer gezegd?”<br />

“Jazeker,” zegt ze, “hij heeft me ver<strong>te</strong>ld dat hij veel ervaring<br />

heeft in het helpen <strong>van</strong> mensen met verlatingsangst. Zo had zijn<br />

ex-vrouw er last <strong>van</strong> toen ze hem leer<strong>de</strong> kennen en binnen no time<br />

was ze er<strong>van</strong> af. Hij heeft mij verzekerd dat ik er <strong>van</strong>af kan k<strong>om</strong>en,<br />

als ik het maar wil. En natuurlijk wil ik het ook heel graag.”<br />

“Daar ben ik blij <strong>om</strong>,” zeg ik, “ik weet dat er altijd een uitweg is,<br />

als je maar wilt. Het is dus niet alleen een uitweg voor jou, maar<br />

daarmee ook voor mij en dus voor ons.”<br />

Ze kijkt me vragend aan en zegt: “S<strong>te</strong>l dat het niet overgaat of<br />

het gaat in jouw zin niet snel genoeg, hoe moet het dan ver<strong>de</strong>r?”


Ik zeg: “Als jij jouw verlatingsangst niet on<strong>de</strong>r controle kunt<br />

krijgen, dan gaat dat inhou<strong>de</strong>n dat jij mij vroeger of la<strong>te</strong>r<br />

beperkingen op gaat leggen. Daar kan ik niet <strong>te</strong>gen en <strong>de</strong> logische<br />

consequentie daar<strong>van</strong> is het ein<strong>de</strong> <strong>van</strong> onze relatie.”<br />

“Maar we hebben toch voor elkaar gekozen?” zegt ze. “We gaan<br />

toch voor elkaar? Onvoorwaar<strong>de</strong>lijk?”<br />

Ik kijk haar aan, want ik begrijp haar opmerking niet. Ze gaat<br />

door. “Kijk,” zegt ze, “als jij iets krijgt, dan zal ik altijd voor je<br />

blijven zorgen. Ik krijg het i<strong>de</strong>e dat jij dat niet voor mij zal doen.<br />

Althans niet zoals ik zou doen voor jou. Ik <strong>de</strong>nk dat als ik iets<br />

krijg, dat je me gewoon ergens ver weg parkeert.”<br />

“Ik vind het nogal een verschil uitmaken of een partner ziek<br />

wordt in een relatie of al ziek was voor <strong>de</strong> relatie,” zeg ik, “en ik<br />

kan het niet an<strong>de</strong>rs zien dan het laats<strong>te</strong>. Als ik eer<strong>de</strong>r <strong>van</strong> jouw<br />

verlatingsangst had gewe<strong>te</strong>n, dan was ik waarschij<strong>nl</strong>ijk niet eens<br />

met jou gaan samenwonen. Ik k<strong>om</strong> nota bene zelf net uit een<br />

enorm diep dal gekrabbeld. Of dacht je dat ik op dit soort<br />

uitdagingen heb zit<strong>te</strong>n wach<strong>te</strong>n?”<br />

“Ik ben het niet met je eens,” zegt ze, “we hebben elkaar toch<br />

het c<strong>om</strong>mitment gegeven dat we onvoorwaar<strong>de</strong>lijk voor elkaar<br />

gaan? Dus ik blijf altijd voor je zorgen, ongeacht <strong>de</strong> vreselijke<br />

ziek<strong>te</strong> of handicap die jij zou krijgen. Ik hou namelijk <strong>van</strong> je. Jij<br />

dus niet <strong>van</strong> mij, want het lijkt er nu al op dat jij me in <strong>de</strong> s<strong>te</strong>ek wil<br />

la<strong>te</strong>n <strong>van</strong>wege mijn beperking.”<br />

“Nogmaals,” zeg ik, “jij hebt geen beperking gekregen, je had<br />

hem al toen ik je ontmoet<strong>te</strong>. Zelfs al heel lang. Je weet wat die<br />

beperking doet en je weet ook wat het doet bij an<strong>de</strong>ren. Wat<br />

verwacht je eige<strong>nl</strong>ijk <strong>van</strong> mij? Dat ik concessies ga doen? Voortaan<br />

niet ver<strong>de</strong>r bij jou wegga dan een me<strong>te</strong>r of vijf? Je nooit meer<br />

alleen laat? Altijd bij je thuisblijf? Ik peins er niet over, dat is<br />

rechtstreeks <strong>te</strong>gen mijn natuur in. Dat houd ik wellicht een maand<br />

vol, maar niet veel langer. Je vergeet overigens naar <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re kant<br />

<strong>te</strong> kijken. Natuurlijk wil ik naar jou toegroeien en rekening met jou<br />

hou<strong>de</strong>n, maar gegeven <strong>de</strong> huidige situatie k<strong>om</strong> jij geen millime<strong>te</strong>r


mijn kant op. Zelfs al zou je het willen, je kan het niet eens. Nee<br />

dame, dat kan ik niet toestaan en zelfs al zou ik het willen, ik houd<br />

dat gewoon niet vol. Dus, als jij niets aan jouw verlatingsangst<br />

doet, be<strong>te</strong>kent dat aut<strong>om</strong>atisch het ein<strong>de</strong> <strong>van</strong> onze relatie. Jij hebt<br />

<strong>de</strong> keus en je hebt daarmee jouw lot volledig in eigen hand.”<br />

Ze kijkt me verdrietig aan en ze zegt: “Maar fei<strong>te</strong>lijk geef je me<br />

geen keus.”<br />

Ik zeg: “Ik vind dit een lastige discussie. Aan <strong>de</strong> ene kant heb je<br />

namelijk wel gelijk. Aan <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re kant lijkt het wel of je niet bij<br />

Mathijs in therapie wil en dat je gewoon op <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> voet wilt<br />

doorgaan. Ben je s<strong>om</strong>s zekerhe<strong>de</strong>n aan het inbouwen voor het<br />

geval het mislukt? Als dat zo is, dan kun je er be<strong>te</strong>r niet eens aan<br />

beginnen!”<br />

“Nee, nee,” schrikt ze <strong>van</strong> mijn opmerking en ze zegt, “ik ga er<br />

alles aan doen. Eerlijk waar, echt.”<br />

Ik kijk haar indringend aan, schud met mijn hoofd en ik zeg: “De<br />

tijd zal het leren.”<br />

Het is een vreemd weekein<strong>de</strong>. Het zijn maar een paar dagen tot<br />

dinsdag, <strong>de</strong> dag dat zij haar eers<strong>te</strong> counsel met Mathijs heeft. Het<br />

gesprek waarin Mathijs gaat bepalen of en hoe hij haar kan helpen.<br />

Ze is onrustig. Dat is logisch, want ze baalt enorm <strong>van</strong> mijn<br />

zwart/wit<strong>te</strong> houding. Ze is <strong>van</strong> mening dat ik haar dwing en dat ik<br />

haar een zwaard <strong>van</strong> Damocles boven het hoofd heb gehangen.<br />

Fei<strong>te</strong>lijk heeft ze gelijk. Ik troost me met <strong>de</strong> gedach<strong>te</strong> dat het<br />

voor haar eigen bestwil is.<br />

S<strong>te</strong>eds k<strong>om</strong>t ze <strong>te</strong>rug op het gesprek dat we al eer<strong>de</strong>r gevoerd<br />

hebben. Ze gaat s<strong>te</strong>eds opnieuw in op haar onvoorwaar<strong>de</strong>lijke<br />

lief<strong>de</strong> voor mij. Zij zal wel altijd voor mij blijven zorgen, ongeacht<br />

<strong>de</strong> consequenties die dat met zich meebrengen. Ze herhaalt ook<br />

s<strong>te</strong>eds dat ze op eigen beweging bij me weg zal gaan, als ze in <strong>de</strong><br />

ga<strong>te</strong>n krijgt dat ze mij beperkt en ik er ongelukkig <strong>van</strong> zou wor<strong>de</strong>n.<br />

Ik leg haar geduldig uit dat het voor mij geen kwestie is <strong>van</strong> niet<br />

willen, maar <strong>van</strong> niet kunnen. Net zo goed als zij niet <strong>van</strong> haar


verlatingsangst af zou kunnen k<strong>om</strong>en, zal ik het niet lang kunnen<br />

volhou<strong>de</strong>n met iemand <strong>te</strong> leven, die daaraan lijdt.<br />

Ik <strong>de</strong>nk na elk gesprek dat we elkaar begrijpen, maar <strong>de</strong> discussie<br />

herhaalt zich s<strong>te</strong>eds. Ik discussieer in een cirkel met haar en op een<br />

gegeven m<strong>om</strong>ent krijg ik er genoeg <strong>van</strong>. Ik kijk haar geërgerd aan<br />

en ik zeg: “Ik weet niet waar je naartoe wilt. Het lijkt<br />

godverd<strong>om</strong>me wel of je stiekem hoopt dat ik een handicap krijg,<br />

zodat je voor mij kan gaan zorgen. Dan heb je namelijk direct een<br />

geldig argument <strong>om</strong> nooit meer <strong>de</strong> <strong>de</strong>ur uit <strong>te</strong> hoeven.”<br />

Ze zegt er niets op <strong>te</strong>rug, maar <strong>de</strong> blik die ze me toewerpt zegt<br />

me genoeg. Mijn opmerking is gelukkig goed tot haar<br />

doorgedrongen, want ik hoor haar niet meer.<br />

Verlatingsangst kan wor<strong>de</strong>n overwonnen. Week 18, dinsdag.<br />

Het is dinsdagavond, een uur of zeven. Mathijs k<strong>om</strong>t over een<br />

half uurtje en ik maak aanstal<strong>te</strong>n <strong>om</strong> <strong>de</strong> <strong>de</strong>ur uit <strong>te</strong> gaan. Vanavond<br />

verenig ik het nuttige met het aangename. Ik ga repe<strong>te</strong>ren met <strong>de</strong><br />

band zodat ik mijn bandle<strong>de</strong>n ook weer eens zie. Tegelijk ben ik<br />

dan uit huis weg en kan zij in alle rust met Mathijs pra<strong>te</strong>n. Het<br />

kind zit al in pyjama en gaat zo naar bed.<br />

Het kind is nieuwsgierig. “Wie is Mathijs?” vraagt ze.<br />

Ik zeg: “Mathijs is een goe<strong>de</strong> vriend <strong>van</strong> mij en hij k<strong>om</strong>t op<br />

visi<strong>te</strong>.”<br />

Het kind is niet gek en ze vraagt: “Maar waar<strong>om</strong> ga jij dan weg?<br />

Dat is toch raar. Het is toch jouw vriend?”<br />

Ik moet er<strong>om</strong> lachen, want <strong>van</strong>uit haar optiek heeft ze gelijk. Ik<br />

zeg: “Kleine meisjes horen zich niet <strong>te</strong> bemoeien met dingen <strong>van</strong><br />

gro<strong>te</strong> mensen. Ik ga <strong>van</strong>avond met <strong>de</strong> band repe<strong>te</strong>ren en jouw<br />

moe<strong>de</strong>r gaat strakjes gezellig met Mathijs pra<strong>te</strong>n. Zon<strong>de</strong>r jou, want<br />

jij gaat nu naar bed.”


Ik meld me bij Joris en Niek, die naast bandle<strong>de</strong>n ook mijn<br />

motormaatjes zijn. Ik krijg het verwijt dat ze me <strong>de</strong> laats<strong>te</strong> tijd zo<br />

weinig hebben gezien. De laats<strong>te</strong> keer was bij haar op het balkon,<br />

toen ze met haar kennismaak<strong>te</strong>n en dat is alweer een week of tien<br />

gele<strong>de</strong>n.<br />

“Vroeger was jij er altijd en lie<strong>te</strong>n wij wel eens vers<strong>te</strong>k gaan,” zegt<br />

Joris met een pes<strong>te</strong>rig glimlachje, “maar nu zijn wij er altijd en ben<br />

jij er bijna nooit.”<br />

Niek voegt eraan toe: “Bijna nooit? Zeg maar gewoon helemaal<br />

nooit!”<br />

Ze kijken me veelbe<strong>te</strong>kenend aan. Joris zegt lachend: “Ze moet<br />

wel heel bijzon<strong>de</strong>re kunstjes kennen.”<br />

We lachen er<strong>om</strong> en we gaan spelen. Ik kan mijn gedach<strong>te</strong>n er<br />

niet goed bijhou<strong>de</strong>n en het spelen gaat me maar matig af.<br />

Vanavond is immers <strong>de</strong> avond.<br />

Mijn God, wat hoop ik dat ze er strakjes nog is. Want ze heeft<br />

me immers verzekerd dat ze weg zal zijn als er niets <strong>te</strong> doen is aan<br />

die vreselijke verlatingsangst <strong>van</strong> haar. Dat ze me op eigen<br />

beweging gaat verla<strong>te</strong>n als ze <strong>de</strong>nkt dat ze mij gaat beperken.<br />

De jongens hebben door dat ik er met mijn gedach<strong>te</strong>n niet bijzit<br />

en we beslui<strong>te</strong>n vroeg <strong>te</strong> stoppen. Ik neem afscheid met <strong>de</strong> belof<strong>te</strong><br />

dat we snel weer gaan repe<strong>te</strong>ren.<br />

Ik haast me naar huis en <strong>van</strong> een afstandje zie ik mijn huis al in<br />

het donker liggen. Ik schrik, want er bran<strong>de</strong>n geen lich<strong>te</strong>n meer.<br />

Ze zal toch niet weg zijn? Met haar kind?<br />

Ik rijd door en als ik <strong>de</strong> oprit oprijd, zie ik haar auto on<strong>de</strong>r <strong>de</strong><br />

bo<strong>om</strong> staan. Mijn hemel, wat lucht dat me op. Dat be<strong>te</strong>kent dus<br />

dat ze er nog is.<br />

Ik parkeer mijn auto naast die <strong>van</strong> haar en ik ga het huis binnen,<br />

dat geheel donker is. Ik doe geen lich<strong>te</strong>n aan en ik ga direct naar <strong>de</strong><br />

slaapkamer. Zij ligt al in bed en ze slaapt. Ik maak haar zachtjes<br />

wakker. Ze reageert lo<strong>om</strong>, ze moet <strong>van</strong> ver weg k<strong>om</strong>en.


“Hallo schat,” lacht ze me toe als ze wakker wordt, “heb je een<br />

fijne avond gehad?”<br />

“Dat is nu niet precies het on<strong>de</strong>rwerp waarover ik het met je zou<br />

willen hebben,” reageer ik en ik vraag hoe het met Mathijs is<br />

gegaan.<br />

“Daar heb ik maar één woord voor,” zegt ze <strong>te</strong>gen me,<br />

“grandioos. Ik ben zo verschrikkelijk opgelucht. Wat is dat een<br />

geweldige man. En weet je wat? Hij kan me echt helpen!”<br />

Ik zit zowat <strong>van</strong> blijdschap <strong>te</strong> wippen op <strong>de</strong> rand <strong>van</strong> het bed en<br />

ik vraag haar hon<strong>de</strong>rd uit.<br />

Ze ver<strong>te</strong>lt ver<strong>de</strong>r: “Mathijs verket<strong>te</strong>rt <strong>de</strong> traditionele psychologie.<br />

Die gaat er<strong>van</strong> uit dat als je weet waar<strong>om</strong> dingen gaan zoals ze<br />

gaan, je ze ook gemakkelijk <strong>de</strong> baas kunt wor<strong>de</strong>n. Helaas geeft het<br />

geen enkel handvat <strong>om</strong> daadwerkelijk iets aan het probleem <strong>te</strong><br />

doen. Dat is waar NLP <strong>de</strong> instrumen<strong>te</strong>n aanreikt, die <strong>de</strong><br />

traditionele psychologie mist. S<strong>te</strong>rker nog, je hoeft zelfs <strong>de</strong> oorzaak<br />

niet eens <strong>te</strong> we<strong>te</strong>n, <strong>om</strong> toch een veran<strong>de</strong>ring <strong>te</strong> bewerks<strong>te</strong>lligen.”<br />

Ik wist het. Ik wist het. Het kon ook niet an<strong>de</strong>rs. Ik word nog<br />

enthousias<strong>te</strong>r. “Zei hij nog meer?” vraag ik haar nieuwsgierig.<br />

“Ik kan het niet allemaal meer precies <strong>te</strong>rughalen, want we<br />

hebben het over zoveel dingen gehad. Maar hij heeft al iets bij me<br />

gedaan,” zegt ze, “waar ik nu al heel erg blij mee ben. Ik kijk nu al<br />

heel an<strong>de</strong>rs <strong>te</strong>gen mezelf aan. Hij heeft me gevraagd wat mijn<br />

goe<strong>de</strong> eigenschappen zijn. Die moest ik <strong>van</strong> hem opschrijven.<br />

Daarna heeft hij gevraagd wat mijn slech<strong>te</strong> eigenschappen zijn. Die<br />

moest ik op een an<strong>de</strong>r papiertje schrijven. Vervolgens leg<strong>de</strong> hij <strong>de</strong><br />

lijstjes naast elkaar en hij liet me zien, dat het lijstje goe<strong>de</strong> dingen<br />

veel langer is dan het lijstje met slech<strong>te</strong>. Hij zegt dat ik er zo naar<br />

moet leren kijken. Hij vindt mij een prachtige vrouw met slechts<br />

één beperking, die toevallig verlatingsangst heet. Daarbij is het een<br />

beperking waar wat aan gedaan kan wor<strong>de</strong>n. De beperking kan<br />

kleiner gemaakt wor<strong>de</strong>n en zou zelfs in <strong>de</strong> toek<strong>om</strong>st geheel<br />

kunnen verdwijnen.”


Ik ben zo verschrikkelijk blij. Ik kan me niet heugen wanneer ik<br />

voor het laatst zo blij ben geweest. Ik ben niet alleen blij voor haar,<br />

maar ook voor mezelf. Zij kan <strong>van</strong> die verschrikkelijke<br />

verlatingsangst af geholpen wor<strong>de</strong>n. En ze blijft altijd bij mij. We<br />

wor<strong>de</strong>n vast heel gelukkig samen.<br />

Ik ga dat haar ook direct bewijzen, want als ze aan me vraagt of<br />

dit nu be<strong>te</strong>kent, dat we alsnog met elkaar gaan trouwen zeg ik uit<br />

<strong>de</strong> grond <strong>van</strong> mijn hart: “Ja, natuurlijk!”


9. Op weg<br />

Met <strong>de</strong> motor op weg. Week 18, za<strong>te</strong>rdag.<br />

Ik loop met mijn gezin bij Safe in Rot<strong>te</strong>rdam. Ik heb een<br />

on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>eltje voor mijn Harley-Davidson nodig. Ik groet een aantal<br />

kennissen en ik loop met haar eens langs <strong>de</strong> motorfietsen. Haar<br />

oog valt op een parelmoer wit<strong>te</strong> Heritage. “Die is mooi,” zegt ze al<br />

wijzend <strong>te</strong>gen me.<br />

Ik lach er<strong>om</strong> en ik zeg: “Ga er eens op zit<strong>te</strong>n? Ik wil wel eens<br />

zien of hij je staat.”<br />

Ze doet het en ze past perfect op <strong>de</strong> machine. “Wat zou het leuk<br />

zijn als ze er ook eentje had,” <strong>de</strong>nk ik bij mezelf, “dan kunnen we<br />

samen gaan rij<strong>de</strong>n.”<br />

In één <strong>van</strong> <strong>de</strong> eers<strong>te</strong> e-mails die ik krijg <strong>van</strong> Sweetgirl, ver<strong>te</strong>lt ze me<br />

dat ze graag motor rijdt en er tot voor kort altijd eentje heeft<br />

gehad. Ze was ze trotse eigenaresse <strong>van</strong> een Chopper <strong>van</strong> het merk<br />

Yamaha, tot ze <strong>te</strong>gen een boerenkar aanreed.<br />

Het ding bleek helaas alleen maar WA-verzekerd <strong>te</strong> zijn en<br />

<strong>om</strong>dat ze nog s<strong>te</strong>eds geen geld heeft voor een nieuwe, rijdt ze niet<br />

meer. Dat betreurt ze, want naast dat ze motorrij<strong>de</strong>n leuk vindt,<br />

heeft een motor een aantal enorme voor<strong>de</strong>len. Zeker in haar geval,<br />

want ze voelt zich in een auto opgeslo<strong>te</strong>n en in een file kun je er<br />

geen kant mee op. Op een motorfiets heeft ze daar allemaal geen<br />

last <strong>van</strong>.<br />

Het is ongeveer drie weken nadat ik haar heb leren kennen als we<br />

het weekein<strong>de</strong> doorbrengen in mijn huis in St<strong>om</strong>pwijk. Het is<br />

vrijdagavond, een uur of zeven, als ik haar voors<strong>te</strong>l <strong>om</strong> een kort<br />

ritje op <strong>de</strong> motor <strong>te</strong> gaan maken. Ik op mijn Harley-Chopper en zij<br />

op mijn Harley-Davidson Electra Gli<strong>de</strong>. Het is weliswaar een gro<strong>te</strong>


machine, maar <strong>van</strong> <strong>de</strong> vier Harley‟s die ik bezit, <strong>de</strong> soepelst<br />

sturen<strong>de</strong> fiets. “Dat durf ik nog niet,” zegt ze, “zeker niet direct op<br />

zo‟n groot mons<strong>te</strong>r. Ik wil eerst weer een beetje gevoel <strong>van</strong><br />

motorrij<strong>de</strong>n krijgen. Ik wil dus wel een ritje met je maken, maar<br />

alleen als jij rijdt en ik ach<strong>te</strong>rop mag.”<br />

Ik pak <strong>de</strong> Electra en ze stapt ach<strong>te</strong>rop. Het is fraai weer en na<br />

een rit <strong>van</strong> een uurtje k<strong>om</strong>en we weer <strong>te</strong>rug bij mijn huis. “Dat was<br />

kicken,” zegt ze, “ik kan niet wach<strong>te</strong>n tot morgen <strong>om</strong> op <strong>de</strong>ze<br />

motor <strong>te</strong> rij<strong>de</strong>n.”<br />

Na een geweldige nacht staan we lui op. Zoals gewoo<strong>nl</strong>ijk. Het<br />

kind is er niet, we hoeven niets en we doen ook niets. Ech<strong>te</strong>r, ik<br />

wil <strong>de</strong> <strong>de</strong>ur uit. Met <strong>de</strong> motor weg.<br />

“Ik blijf liever thuis,” zegt ze, “het is lekker weer en ik wil graag<br />

in <strong>de</strong> tuin <strong>van</strong> <strong>de</strong> zon genie<strong>te</strong>n.”<br />

“Ik dacht dat je graag motor wil<strong>de</strong> rij<strong>de</strong>n?” vraag ik verwon<strong>de</strong>rd.<br />

“Ja, dat was gis<strong>te</strong>ravond,” zegt ze, “maar nu het zulk mooi weer<br />

is, blijf ik liever luieren in <strong>de</strong> tuin. Daarbij vind ik het eng <strong>om</strong> op<br />

jouw motor <strong>te</strong> stappen. S<strong>te</strong>l dat ik hem in <strong>de</strong> prak rijd. Ik heb al zo<br />

lang niet gere<strong>de</strong>n.”<br />

“Wat is dat nou voor onzin?” vraag ik. “Als je lang niet hebt<br />

gere<strong>de</strong>n, is het juist een goe<strong>de</strong> re<strong>de</strong>n <strong>om</strong> weer eens op een motor<br />

<strong>te</strong> stappen. An<strong>de</strong>rs doe je het waarschij<strong>nl</strong>ijk nooit meer. Daarbij,<br />

mocht er een ongelukje gebeuren, wat ik betwijfel, dan zit ik niet<br />

met financiële scha<strong>de</strong>. Dat moet je zo langzamerhand wel we<strong>te</strong>n.<br />

Ik vind het dan belangrijker dat jij dan niets hebt.”<br />

“Dat is het niet” zegt ze, me met een on<strong>de</strong>ugen<strong>de</strong> blik<br />

aankijkend, “ik blijf liever hier. Toe? Blijf lekker bij me. Dan gaan<br />

we leuke en stou<strong>te</strong> dingen doen.”<br />

“Daar hebben we nog tijd genoeg voor,” lach ik, “dat houd ik<br />

wel <strong>te</strong>goed. Maar goed, als jij liever in <strong>de</strong> zon gaat liggen bakken,<br />

dan ga ik wel in mijn eentje weg.”<br />

“Laat je me dan nu al alleen ach<strong>te</strong>r in dit gro<strong>te</strong> huis?” zegt ze.<br />

“Als jij weg bent, dan zit ik hier opgeslo<strong>te</strong>n. Mijn auto staat in


Rhoon en in <strong>de</strong> jouwe kan ik niet rij<strong>de</strong>n. Ik kan dus nergens<br />

naartoe.”<br />

“Waar zou je dan naartoe willen?” vraag ik. “Rhoon? Jouw<br />

va<strong>de</strong>r? Zus?”<br />

Ik heb haar tuk en ik zeg: “Het k<strong>om</strong>t dus heel goed uit dat je weg<br />

wilt. Dat kunnen we dan mooi met <strong>de</strong> motor doen.”<br />

Ze schrikt en ze zegt: “Ik wil wel weg, maar dan ach<strong>te</strong>rop. Ik wil<br />

zelf niet rij<strong>de</strong>n.”<br />

“Nee, nee,” lach ik, “zo gemakkelijk k<strong>om</strong> je er niet on<strong>de</strong>ruit.<br />

Maar je mag kiezen. Of je blijft thuis, of je gaat op mijn Electra<br />

gezellig met me motorrij<strong>de</strong>n.”<br />

“Maar <strong>de</strong> Electra is toch veel <strong>te</strong> zwaar voor me,” pro<strong>te</strong>s<strong>te</strong>ert ze.<br />

Ik zeg: “Welnee, neem nou Iris. Zij is nog lich<strong>te</strong>r en kleiner dan<br />

jij en zij kan er ook op rij<strong>de</strong>n. Jij hebt veel meer motorervaring dan<br />

zij, dus jij zult er helemaal geen probleem mee hebben.”<br />

“Iris?” reageert ze boos. “Ik weet nu zo langzamerhand wel hoe<br />

geweldig die ex <strong>van</strong> jou is en hoe goed ze motor kan rij<strong>de</strong>n. Dat is<br />

leuk, mij met haar vergelijken. Nu heb ik er helemaal geen zin<br />

meer in.”<br />

“Jezus,” zeg ik, “s<strong>te</strong>l je niet zo aan. Ik ken meer vrouwen die<br />

Harley rij<strong>de</strong>n. Dat ik die ken, kan voor jou toch geen re<strong>de</strong>n zijn<br />

<strong>om</strong> niet <strong>te</strong> gaan rij<strong>de</strong>n?”<br />

Ze kijkt me aan en ze zegt: “Sorry, je hebt gelijk. Maar kun je<br />

begrijpen dat ik er een beetje <strong>te</strong>gen opzie?”<br />

“Natuurlijk begrijp ik dat,” zeg ik, “we doen kalm aan, dan<br />

breekt het lijntje niet. En je moet me gewoon geloven, <strong>de</strong> Electra<br />

rijdt namelijk superlicht. Daarbij, je kunt pas oor<strong>de</strong>len of hij zwaar<br />

rijdt als je het eerst geprobeerd hebt.”<br />

“Ik krijg toch <strong>de</strong> bibbers bij het i<strong>de</strong>e,” zegt ze, “ik doe het niet.<br />

Ik blijf thuis.”<br />

“Dat is jouw keuze,” zegt ik, “maar toch begrijp ik het niet zo<br />

goed. Hoe vaak heb je me niet ver<strong>te</strong>ld dat je graag weer motor zou<br />

willen rij<strong>de</strong>n?”


“Dat wil ik ook,” zegt ze, “maar <strong>van</strong>daag niet. We kunnen<br />

morgen toch gaan rij<strong>de</strong>n?”<br />

“Dat heet het probleem voor je uitschuiven,” zeg ik, “maar ik<br />

vind het best. Ik ga overigens gewoon mijn voorgen<strong>om</strong>en ritje<br />

maken.”<br />

Ik loop naar <strong>de</strong> schuur en ik zet mijn Chopper bui<strong>te</strong>n. Ik pak<br />

mijn motorkleding en ik maak aanstal<strong>te</strong>n <strong>om</strong> weg <strong>te</strong> gaan. Terwijl<br />

ik mijn le<strong>de</strong>ren broek aantrek, zegt ze: “Je doet het echt, hè? Je<br />

gaat gewoon? Je laat mij gewoon hier ach<strong>te</strong>r.”<br />

“Ik doe in<strong>de</strong>rdaad mijn motorpak niet aan <strong>om</strong> naast jou in <strong>de</strong><br />

tuin <strong>te</strong> k<strong>om</strong>en zit<strong>te</strong>n,” zeg ik pes<strong>te</strong>rig, “maar ik blijf niet lang weg.<br />

Over een uurtje ben ik weer <strong>te</strong>rug. Ga lekker in <strong>de</strong> zon liggen,<br />

zoals je <strong>van</strong> plan was.”<br />

“Ik ga toch maar mee,” zegt ze ineens, “ik moet er toch een<br />

keertje doorheen. Ik zet me er gewoon toe. Ik ga het gewoon<br />

doen.”<br />

“Dat doet me <strong>de</strong>ugd,” zeg ik, “ik ben heel blij dat we iets kunnen<br />

gaan doen dat we allebei leuk vin<strong>de</strong>n.”<br />

De eers<strong>te</strong> tweehon<strong>de</strong>rd me<strong>te</strong>r is ze nog een beetje onwennig.<br />

Maar ze kan echt goed rij<strong>de</strong>n, dat zie ik direct. De eers<strong>te</strong> bocht<br />

neemt ze nog langzaam, maar in <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> bocht zie ik <strong>de</strong><br />

motor al schuiner gaan. Ik rijd naast haar, sta naast haar bij het<br />

stoplicht en ik c<strong>om</strong>plimen<strong>te</strong>er haar. “Je ziet er cool uit,” zeg ik<br />

trots.<br />

Ze is zichtbaar met mijn opmerking in haar nopjes.<br />

Ik moet tanken en <strong>te</strong>rwijl ik dat doe, vraag ik haar of ze al <strong>te</strong>rug<br />

naar huis wil. “Ik wil wel naar Zus in Portugaal toe,” zegt ze, “dan<br />

kan ze met haar eigen ogen zien dat ik weer op een motorfiets<br />

rondrijd.”<br />

Ik vind het best, zelfs meer dan dat. Tegelijk ben ik trots op haar,<br />

ze gaat er dus helemaal voor.<br />

Ik rijd vlak voor haar op <strong>de</strong> snelweg, richting Portugaal. Ik neem<br />

<strong>de</strong> afrit en een stukje ver<strong>de</strong>r verschijnt <strong>de</strong> Benelux-tunnel. In mijn


ach<strong>te</strong>ruitkijkspiegel zie ik haar knipperlicht aangaan en ze haalt me<br />

in. Ze rijdt nu schuin voor me.<br />

Vlak voor <strong>de</strong> tunnel geeft ze ineens vol gas en ze scheurt met een<br />

noodgang bij me <strong>van</strong>daan. Ik heb <strong>de</strong> Electra opgevoerd en hij is<br />

veel sneller dan <strong>de</strong> Chopper, waar ik op rijd. Die is uitgevoerd met<br />

een motorblok uit 1968 en hij kan niet veel har<strong>de</strong>r dan zo‟n 110<br />

km per uur. Als ik even la<strong>te</strong>r <strong>de</strong> tunnel uitk<strong>om</strong>, ben ik haar kwijt.<br />

Ik weet gelukkig waar Zus woont en ik rijd er naartoe. Ik had<br />

verwacht dat ze er al zou zijn, maar ik zie haar in geen vel<strong>de</strong>n of<br />

wegen. Ik kan niets an<strong>de</strong>rs doen dan wach<strong>te</strong>n en ik zet mijn motor<br />

af.<br />

Mijn mobiele <strong>te</strong>lefoon gaat. Zij is het. Ze staat aan <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re<br />

kant <strong>van</strong> <strong>de</strong> dijk, waar Zus woont. Ze heeft <strong>de</strong> bocht <strong>te</strong> ruim<br />

gemaakt en <strong>de</strong> weg loopt er schuin af. Ze is iets <strong>te</strong> ver doorgere<strong>de</strong>n<br />

en ze staat met haar voorwiel <strong>te</strong>gen een hek aan. Ze moet <strong>de</strong><br />

motor een stukje naar ach<strong>te</strong>ren zien <strong>te</strong> krijgen, maar <strong>de</strong> Harley is <strong>te</strong><br />

zwaar en het lukt haar niet in haar eentje. Er zit ook geen<br />

„ach<strong>te</strong>ruit‟ op het ding en ze kan dus geen kant op. “Ik k<strong>om</strong> er<br />

direct aan,” zeg ik.<br />

Ik probeer mijn Chopper aan <strong>te</strong> trappen, maar zoals altijd met<br />

een Harley als je hem nodig hebt, hij wil niet aanslaan. Hij is nog <strong>te</strong><br />

warm door <strong>de</strong> rit over <strong>de</strong> snelweg. Hij reu<strong>te</strong>lt en proest, maar hij<br />

slaat niet aan. Ik ken <strong>de</strong>ze nukken. De motor moet nu mins<strong>te</strong>ns<br />

een half uur stilstaan. Maar zo lang wil ik haar niet la<strong>te</strong>n wach<strong>te</strong>n<br />

en ik probeer het nog maar eens een keer. Met een extra har<strong>de</strong> trap<br />

moet het lukken. Ik spring hoog op <strong>om</strong> een ferme trap <strong>te</strong> geven.<br />

Het tandwiel pakt ech<strong>te</strong>r niet en ik schiet daardoor met mijn voet<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> kickstar<strong>te</strong>r af. Met mijn been volledig gestrekt klap ik hard<br />

op <strong>de</strong> grond. Ik voel een scherpe pijnscheut in mijn knie en ik loop<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> pijn heen en weer <strong>te</strong> jo<strong>de</strong>len. Wat doet me dat een zeer.<br />

De pijn zakt enigszins weg en er zit niets an<strong>de</strong>rs op dan <strong>te</strong> gaan<br />

lopen. Ik loop str<strong>om</strong>pelend naar haar toe en ze vraagt me wat er is<br />

gebeurd.<br />

Ik ver<strong>te</strong>l het en ze zegt: “Ach lieverd, het is dus mijn schuld.”


“Jouw schuld zou ik niet willen zeggen,” zeg ik, <strong>te</strong>rwijl ik over<br />

mijn knie wrijf, “maar had je niet bij me kunnen blijven?”<br />

“Nogmaals sorry,” zegt ze, “maar ik werd zo enthousiast. Toen<br />

ik bij <strong>de</strong> tunnel kwam en ik <strong>de</strong> rook <strong>van</strong> mijn dorp opsnoof, kon ik<br />

het gewoon niet nala<strong>te</strong>n <strong>om</strong> vol gas <strong>te</strong> geven. Het was geweldig,<br />

fantastisch! Wat heb ik geno<strong>te</strong>n en wat ben ik blij, dat je me er<br />

doorheen geholpen hebt.”<br />

Ik ontzet <strong>de</strong> motor en we bellen aan bij Zus. Die is zeer verbaasd<br />

als zij haar bes<strong>te</strong> vriendin voor haar voor<strong>de</strong>ur ziet staan. Jip, <strong>de</strong><br />

toek<strong>om</strong>stige echtgenoot <strong>van</strong> Zus is er ook en als ech<strong>te</strong> Amerikaan<br />

is hij trots op <strong>de</strong> USA-produc<strong>te</strong>n waar wij op rij<strong>de</strong>n. Hij ver<strong>te</strong>lt<br />

direct hon<strong>de</strong>rd uit over het merk en hij ver<strong>te</strong>lt dat hij er ook eentje<br />

heeft gehad; een Sports<strong>te</strong>r.<br />

We blijven een uurtje bij Zus en Jip als we beslui<strong>te</strong>n weer <strong>te</strong>rug <strong>te</strong><br />

gaan. Het star<strong>te</strong>n <strong>van</strong> mijn Chopper lukt me, al heb ik nog veel last<br />

<strong>van</strong> een stijve en pij<strong>nl</strong>ijke knie. We nemen afscheid en we gaan op<br />

weg.<br />

Een uurtje la<strong>te</strong>r k<strong>om</strong>en we thuis en ik zet <strong>de</strong> motoren in <strong>de</strong><br />

schuur. Ik ga mijn huis binnen en ze vliegt me <strong>om</strong> mijn hals. Ze<br />

bedankt me. Uit <strong>de</strong> grond <strong>van</strong> haar hart. Voor het vertrouwen dat<br />

ik in haar heb. Voor <strong>de</strong> wijze, waarop ik haar over <strong>de</strong> streep heb<br />

getrokken. Dat zij nu alweer dingen doet, die ze voorheen niet<br />

meer durf<strong>de</strong> <strong>te</strong> doen.<br />

Ze zegt ook <strong>te</strong>gen me dat ze het heel erg eng vond. De Electra<br />

vindt ze toch <strong>te</strong> groot en <strong>te</strong> zwaar en ze voelt zich c<strong>om</strong>fortabeler<br />

op een wat kleinere en handzamere machine. Van alle<br />

motorfietsen die ik bezit, is <strong>de</strong> Electra nog <strong>de</strong> meest handzame.<br />

Dus als ik met haar wil gaan rij<strong>de</strong>n, dan kan dat niet op één <strong>van</strong><br />

mijn machines en ik moet daarvoor iets be<strong>de</strong>nken.<br />

Terwijl ik zo sta <strong>te</strong> mijmeren, zegt ze: “Op <strong>de</strong>ze machine durf ik<br />

waarschij<strong>nl</strong>ijk wel <strong>te</strong> rij<strong>de</strong>n.”<br />

Ik zeg ogenblikkelijk: “Dan schaf ik hem toch voor je aan?”


“Nee, nee,” zegt ze met een verschrik<strong>te</strong> blik, “zo‟n groot ca<strong>de</strong>au<br />

kan ik toch niet <strong>van</strong> je aannemen?”<br />

“Ik koop hem ook niet voor jou,” lach ik, “maar voor mezelf. Jij<br />

mag hem af en toe alleen maar gebruiken.”<br />

Haar eigen Harley-Davidson. Week 19, vrijdag.<br />

Ik wil met haar <strong>de</strong> parelmoer wit<strong>te</strong> Heritage bij <strong>de</strong> <strong>de</strong>aler in<br />

Rot<strong>te</strong>rdam gaan ophalen. Dat vereist nogal wat organisatietalent,<br />

want zij wil haar kind niet alleen la<strong>te</strong>n. Ik s<strong>te</strong>l voor <strong>om</strong> <strong>de</strong><br />

buurvrouw op het kind <strong>te</strong> la<strong>te</strong>n passen, maar daar wil ze niet <strong>van</strong><br />

horen. Ze vindt het nog niet verantwoord <strong>om</strong> haar kind nu al bij<br />

vreem<strong>de</strong>n ach<strong>te</strong>r <strong>te</strong> la<strong>te</strong>n, met name <strong>om</strong>dat ze pas zo kort in<br />

St<strong>om</strong>pwijk woont. Ze is nog niet voldoen<strong>de</strong> aan haar <strong>om</strong>geving<br />

gewend en het kind zal zich verla<strong>te</strong>n voelen. Dat kan ze haar kind<br />

niet aandoen, dus het moet mee.<br />

Eén <strong>van</strong> mijn an<strong>de</strong>re motorfietsen staat bij mijn <strong>de</strong>aler in Gouda<br />

en die <strong>van</strong> haar moet opgehaald wor<strong>de</strong>n in Rot<strong>te</strong>rdam. Ik s<strong>te</strong>l voor<br />

dat ze met haar kind in haar auto ach<strong>te</strong>r mij aanrijdt, maar dat ziet<br />

ze ook niet zit<strong>te</strong>n. Een motorfiets is sneller in het verkeer en ze<br />

loopt het risico me kwijt <strong>te</strong> raken. Het zou haar hele dag verpes<strong>te</strong>n<br />

en ze voelt zich nog niet s<strong>te</strong>rk genoeg. Ze is net zo lekker met<br />

Mathijs op weg en ze vindt het niet verstandig <strong>om</strong> <strong>te</strong> overdrijven.<br />

Bovendien vindt ze het niet handig <strong>om</strong> ach<strong>te</strong>r me aan <strong>te</strong> rij<strong>de</strong>n,<br />

want dan moe<strong>te</strong>n we twee keer op en neer.<br />

Ik vraag aan mijn va<strong>de</strong>r of hij taxichauffeur wil spelen. Dan kan<br />

hij het gezin naar Rot<strong>te</strong>rdam brengen, waar ik haar motor in<br />

ont<strong>van</strong>gst zal nemen. Die rijd ik dan naar Gouda, zodat ik hem<br />

<strong>te</strong>vens voor haar kan uitproberen. Daar neemt zij het stuur over en<br />

stap ik op <strong>de</strong> mijne. Vervolgens rij<strong>de</strong>n we in colonne <strong>te</strong>rug. Ik<br />

voorop, zij ach<strong>te</strong>r mij aan en daarach<strong>te</strong>r mijn va<strong>de</strong>r met Mila, zijn<br />

vrouw, en het kind.


De operatie verloopt soepel en we zijn weer <strong>te</strong>rug. Mijn va<strong>de</strong>r en<br />

Mila nemen nog een kopje thee voordat ze afscheid nemen. Ze<br />

kunnen helaas niet blijven voor het e<strong>te</strong>n, wat zij en haar kind niet<br />

zo erg vin<strong>de</strong>n. Ze gaan <strong>de</strong> motoren direct poetsen. Zeker <strong>de</strong> mijne<br />

krijgt hun onver<strong>de</strong>el<strong>de</strong> aandacht, want die is in hun ogen heel erg<br />

vies. Na verloop <strong>van</strong> tijd staan er twee glanzen<strong>de</strong> machines in <strong>de</strong><br />

tuin <strong>te</strong> pronken.<br />

“Nu wil je zeker wel een ritje maken?” vraag ik aan haar.<br />

“Helaas gaat dat nog niet,” zegt ze, “want ik ga niet alleen. Jij<br />

moet nog met me mee en ik wil mijn kind niet alleen la<strong>te</strong>n. Ik vind<br />

het ook nog niet verantwoord <strong>om</strong> mijn kind bij mijzelf ach<strong>te</strong>rop <strong>te</strong><br />

nemen. Ze kan dus alleen bij jou ach<strong>te</strong>rop <strong>de</strong> Electra, maar ook<br />

dat vind ik niet verantwoord. Ze kan niet bij <strong>de</strong> treeplanken en er<br />

zit geen ruggens<strong>te</strong>un op.”<br />

“Als ik dat oplos?” vraag ik. “Zullen we er dan een weekje met<br />

<strong>de</strong> motor op uittrekken?”<br />

“Je hebt zeker al iets in gedach<strong>te</strong>n,” zegt ze.<br />

“Ik heb Andries en Chantal al een tijdje niet gezien,” zeg ik,<br />

“daar kunnen we een paar dagen naartoe. We la<strong>te</strong>n het kind een<br />

paar dagen bij hen ach<strong>te</strong>r en dan trekken we er lekker met z‟n<br />

tweeën op uit.”<br />

“Maar ik ga mijn kind niet bij vreem<strong>de</strong>n ach<strong>te</strong>rla<strong>te</strong>n,” zegt ze<br />

verschrikt.<br />

“Vreem<strong>de</strong>n?” zeg ik vragend. “Andries is mijn bes<strong>te</strong> vriend en<br />

Chantal is <strong>de</strong> liefheid zelve. Ik weet zeker dat het kind het op <strong>de</strong><br />

boer<strong>de</strong>rij geweldig naar haar zin zal hebben. Ze kan helpen met<br />

het verzorgen <strong>van</strong> <strong>de</strong> dieren, ze is <strong>de</strong> hele dag bui<strong>te</strong>n en in een<br />

an<strong>de</strong>re <strong>om</strong>geving. Uit ervaring weet ik dat kin<strong>de</strong>ren het bij hen<br />

enorm naar hun zin hebben.”<br />

“Toch zal ze zich verla<strong>te</strong>n voelen,” zegt ze, “of ze krijg heimwee<br />

naar huis of naar mij.”<br />

“Verlatingsangst is jouw probleem,” zeg ik, “volgens mij moet je<br />

dat juist uit je hoofd zet<strong>te</strong>n. Heimwee naar huis of naar jou, daar<br />

kan ik me nog iets bij voors<strong>te</strong>llen. Maar ik pas ervoor <strong>om</strong> daar nu


al <strong>van</strong>uit <strong>te</strong> gaan. La<strong>te</strong>n we het zo doen: We pakken in alsof we een<br />

week weggaan. Eerst bezoeken we Andries en Chantal. Daar<br />

blijven we een paar dagen en als het klikt tussen hen en jouw kind,<br />

gaan we een paar dagen weg. We gaan niet <strong>te</strong> ver en we nemen<br />

onze mobiele <strong>te</strong>lefoons mee. Mocht er iets gebeuren, dan zijn we<br />

binnen het uur <strong>te</strong>rug.”<br />

Ik kijk haar aan en ik zie haar weifelen. “Oké dan, zegt ze. La<strong>te</strong>n<br />

we het zo maar doen.”<br />

Ik ga direct aan <strong>de</strong> slag. Ik bevestig een ruggens<strong>te</strong>un en ik<br />

verhoog <strong>de</strong> treeplanken, zodat het kind goed ach<strong>te</strong>rop kan zit<strong>te</strong>n.<br />

Niets kan ons nu nog <strong>te</strong>genhou<strong>de</strong>n. We kunnen samen met <strong>de</strong><br />

motor op weg.<br />

Op weg. Week 20, vrijdag.<br />

Ik ben al wakker als haar kind bij ons in bed kruipt. Ze k<strong>om</strong>t<br />

tussen haar moe<strong>de</strong>r en mij in liggen en ze jubelt uitgela<strong>te</strong>n:<br />

“Mama, ik vind het zo leuk dat we op <strong>de</strong> motor op vakantie gaan<br />

en dat ik Andries en Chantal mag helpen <strong>om</strong> hun bees<strong>te</strong>n <strong>te</strong><br />

verzorgen.”<br />

Haar moe<strong>de</strong>r draait zich <strong>om</strong> naar mij en ze geeft me een zoen.<br />

“Goe<strong>de</strong>morgen lieverd,” zegt ze, “heb je last <strong>van</strong> het kind? An<strong>de</strong>rs<br />

stuur ik haar <strong>te</strong>rug naar haar eigen kamer.”<br />

Ik zeg: “Ik ben al een tijdje wakker en ik <strong>de</strong>nk dat ik er maar eens<br />

uitga. Dan kan ik alvast inpakken voor ons weekje weg.”<br />

“Een weekje?” zegt ze vragend. “We gaan toch alleen maar het<br />

weekein<strong>de</strong>?”<br />

“Ja, naar Andries en Chantal,” zeg ik, “maar daarna gaan wij er<br />

samen toch nog een paar dagen tussenuit.”<br />

“Je weet wat ik daar<strong>van</strong> gezegd heb,” zegt ze, “ik laat mijn kind<br />

niet alleen bij vreem<strong>de</strong>n en al zou ik het doen, <strong>de</strong> kans dat ze<br />

heimwee krijgt is zo groot, dat ik het toch niet naar mijn zin zou<br />

hebben als ik niet bij haar in <strong>de</strong> buurt ben.”


“Deze discussie hebben we toch al gevoerd?” vraag ik. “Waar<strong>om</strong><br />

slinger je hem opnieuw aan?”<br />

“Sorry,” zegt ze, “maar een week vind ik <strong>te</strong> lang. La<strong>te</strong>n we het zo<br />

doen. Het is <strong>van</strong>daag vrijdag en we gaan strakjes naar Andries en<br />

Chantal. Daar blijven we tot dinsdag en dan gaan we <strong>te</strong>rug. Als het<br />

klikt tussen mijn kind en Chantal, dan durf ik mijn kind wel bij<br />

haar ach<strong>te</strong>r <strong>te</strong> la<strong>te</strong>n en dan kunnen wij samen toch wat ritjes gaan<br />

maken?”<br />

Ik ga het bed uit en samen met het kind loop ik naar bene<strong>de</strong>n.<br />

Het is helemaal uitgela<strong>te</strong>n, hetgeen ik wel begrijp. Sinds ze in<br />

St<strong>om</strong>pwijk woont heeft ze niemand an<strong>de</strong>rs <strong>om</strong> haar heen behalve<br />

haar moe<strong>de</strong>r en mij. Dat is ook logisch, want toen zij met haar<br />

moe<strong>de</strong>r bij mij kwam wonen, was haar gro<strong>te</strong> vakantie net<br />

begonnen. Het enige uitje was het tripje naar Disneyland en voor<br />

<strong>de</strong> rest kan ze nergens naartoe. Normali<strong>te</strong>r gaat ze in <strong>de</strong> gro<strong>te</strong><br />

vakantie wel eens een weekje logeren bij <strong>om</strong>a Corrie of haar broer<br />

Klaas, maar die zijn met z‟n allen naar Indonesië vertrokken, waar<br />

haar jongs<strong>te</strong> broertje T<strong>om</strong> zijn huwelijksfeest met <strong>de</strong> voltallige<br />

familie - zijn bruid is geboren en getogen in Indonesië - viert.<br />

Het kind is in St<strong>om</strong>pwijk ook nog niet naar school geweest, dus<br />

ze heeft hier nog geen leeftijdsgenootjes ontmoet. Na <strong>de</strong> vakantie,<br />

als ze naar school gaat, zal dat allemaal gaan veran<strong>de</strong>ren. Dat is<br />

ook be<strong>te</strong>r voor haar, want nu is ze helemaal aangewezen op haar<br />

moe<strong>de</strong>r en mij. Ik kijk dan ook enorm uit naar een paar dagen<br />

samen met haar moe<strong>de</strong>r, zon<strong>de</strong>r dat het kind continu alle aandacht<br />

opeist.<br />

Ik zet <strong>de</strong> motoren klaar en ik bind <strong>de</strong> tassen erop. Zij is zichtbaar<br />

nerveus, want ze ziet <strong>te</strong>gen <strong>de</strong> lange reis op. Gezien haar<br />

verlatingsangst vind ik dat ook niet zo verwon<strong>de</strong>rlijk. Ze is pas zo<br />

kort bezig met Mathijs en NLP <strong>om</strong> het on<strong>de</strong>r controle <strong>te</strong> krijgen<br />

en toch gaat ze al met me mee. Ik vind haar geweldig.


We wor<strong>de</strong>n zeer gastvrij onthaald door Andries en Chantal. Zij<br />

en haar kind voelen zich er direct thuis. Het kind roept: “Oh yo,<br />

yeah.” Dat is niet zo vreemd, want het stikt er<strong>van</strong> <strong>de</strong> paar<strong>de</strong>n,<br />

hon<strong>de</strong>n, kat<strong>te</strong>n, konijnen, inheemse en uitheemse eekhoorns en<br />

nog veel meer leven<strong>de</strong> have.<br />

Het weer is prachtig en we zit<strong>te</strong>n lekker bui<strong>te</strong>n. We hebben een<br />

geweldige rit gemaakt en we zijn lekker rozig. Het kind gaat vroeg<br />

en zon<strong>de</strong>r <strong>te</strong> zeuren naar bed en ik ga met Andries iets met zijn<br />

c<strong>om</strong>pu<strong>te</strong>r doen. Zij praat met Chantal en ik zie dat het tussen <strong>de</strong><br />

twee dames ook goed klikt. Ik hoor ze pra<strong>te</strong>n over normen en<br />

waar<strong>de</strong>n, rollen <strong>van</strong> ou<strong>de</strong>rs <strong>te</strong>n opzich<strong>te</strong> <strong>van</strong> kin<strong>de</strong>ren,<br />

onvoorwaar<strong>de</strong>lijke lief<strong>de</strong>, enzovoorts. Ik begrijp het wel, want ik<br />

weet dat Chantal soortgelijke ervaringen heeft als zij. Chantal heeft<br />

ook <strong>te</strong> maken gehad met fysiek geweld in een vorige relatie. Ook<br />

heeft ze problemen in <strong>de</strong> relatie met haar moe<strong>de</strong>r en ze heeft, net<br />

als zij, op heel jonge leeftijd haar ou<strong>de</strong>rlijk huis verla<strong>te</strong>n. Het zijn<br />

lotgeno<strong>te</strong>n, en het lijkt erop dat ze elkaar helemaal gevon<strong>de</strong>n<br />

hebben.<br />

Het is <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> dag en <strong>de</strong> zon schijnt volop. Zij gaat lekker<br />

op een stretcher in <strong>de</strong> tuin liggen en het kind helpt Chantal met<br />

het verzorgen <strong>van</strong> <strong>de</strong> paar<strong>de</strong>n. Er moe<strong>te</strong>n boodschappen gedaan<br />

wor<strong>de</strong>n. Andries vraagt of ik meega.<br />

Ik roep naar haar: “Ik ben even weg. Ik ga met Andries mee <strong>om</strong><br />

een boodschap <strong>te</strong> doen.”<br />

Ze staat direct op en ze k<strong>om</strong>t naar me toegelopen. “Waar ga je<br />

naartoe?” vraagt ze. “Je laat me toch niet alleen?”<br />

“Ik ga gewoon even met Andries mee,” zeg ik, “je wilt <strong>van</strong>avond<br />

toch iets e<strong>te</strong>n? We zijn zo weer <strong>te</strong>rug.”<br />

“Ik ga het kind zoeken,” zegt ze paniekerig, “dan gaan we met<br />

jullie mee.”<br />

Ik doorzie het patroon direct. Haar verlatingsangst speelt weer<br />

op en ze vervalt aut<strong>om</strong>atisch in haar ou<strong>de</strong> gedrag. Vanuit een bijna


onbeheersbare drang gaat ze proberen <strong>om</strong> bij me <strong>te</strong> blijven. Hoe<br />

maak ik dat ze kalmeert en weer rustig in <strong>de</strong> zon gaat liggen?<br />

“Doe toch rustig,” zeg ik, “heb vertrouwen. Ik k<strong>om</strong> echt wel<br />

<strong>te</strong>rug. Het kind is met Chantal bij <strong>de</strong> paar<strong>de</strong>n en jij kunt toch<br />

lekker in <strong>de</strong> zon gaan liggen. Kop op, ik ben binnen een uurtje<br />

<strong>te</strong>rug.”<br />

“Waar<strong>om</strong> blijf je niet lekker bij me,” lispelt ze, “je hoeft toch<br />

niets en Andries kan dat boodschapje toch wel even alleen halen?”<br />

Andries zegt dat hij het best vind, maar ik zeg <strong>te</strong>gen hem: “Nee,<br />

nee, ik ga met je mee.”<br />

Ik kijk haar aan en ik zeg: “Ik ga met Andries mee, of je het nu<br />

wilt of niet. Je zult jezelf eventjes moe<strong>te</strong>n vermaken. Indien je<br />

gezelschap wenst, dan zoek je Chantal of je kind maar op.”<br />

Ik laat me niet overhalen en ik stap naast Andries in <strong>de</strong> auto. Hij<br />

heeft het hele schouwspel ga<strong>de</strong>geslagen en als wij wegrij<strong>de</strong>n vraagt<br />

hij: “Wat is er met haar aan <strong>de</strong> hand?”<br />

Ik ver<strong>te</strong>l hem het hele verhaal. Over haar angs<strong>te</strong>n en fobieën,<br />

mijn avonturen in Disneyland, <strong>de</strong> ont<strong>de</strong>kking <strong>van</strong> haar<br />

verlatingsangst, Mathijs en NLP, <strong>de</strong> therapie die ze nu volgt,<br />

enzovoorts.<br />

Andries knikt begrijpend en zegt: “Ik begrijp nu <strong>de</strong> strekking <strong>van</strong><br />

haar opmerkingen. Zoals het grenzeloze vertrouwen dat ze in je<br />

heeft. Dat ze zon<strong>de</strong>r jou nooit een <strong>de</strong>rgelijke rit als <strong>de</strong>ze had<br />

durven maken.”<br />

Ik knik en ik zeg: “Ze gaat het „gewoon‟ doen. De NLPoefeningen<br />

werpen nu al zijn vruch<strong>te</strong>n af. An<strong>de</strong>rs had ze me nooit<br />

met jou weg la<strong>te</strong>n gaan. Wat nu gebeurt is al een gigantische stap<br />

voor haar. De reis hier naartoe is voor haar zowat een wereldreis.<br />

Ze blijft nu in haar optiek „alleen‟ ach<strong>te</strong>r bij relatief vreem<strong>de</strong><br />

mensen. Over een paar dagen moet ze een wereldreis <strong>te</strong>rug<br />

maken.”<br />

“Gelukkig maar dat er iets aan <strong>te</strong> doen is,” zegt Andries lachend<br />

<strong>te</strong>gen me, “want als juist jij ergens niet op zit <strong>te</strong> wach<strong>te</strong>n, is dat op


één of an<strong>de</strong>r wijf dat jou met han<strong>de</strong>n en voe<strong>te</strong>n aan haar<br />

vastbindt.”<br />

Ik s<strong>te</strong>l hem gerust. Ik leg hem uit hoe bijzon<strong>de</strong>r onze relatie is.<br />

Waarop die gebaseerd is. Op wat voor ongelooflijke manier wij<br />

elkaar aanvullen. Over onze spirituele ervaringen. Het vertrouwen<br />

dat zij heeft in mij en het vertrouwen dat ik heb in haar. Daarbij<br />

hou<strong>de</strong>n we ook nog eens vreselijk veel <strong>van</strong> elkaar. Het k<strong>om</strong>t dus<br />

allemaal helemaal goed.<br />

Ik kook die avond. Het is <strong>van</strong>daag mijn bijdrage aan het<br />

huishou<strong>de</strong>n <strong>van</strong> Andries en Chantal. Zij k<strong>om</strong>t bij me in <strong>de</strong> keuken<br />

staan en kijkt naar wat ik aan het doen ben. “Weet je hoeveel ik<br />

<strong>van</strong> je hou?” vraagt ze. “En hoe gelukkig ik ben? Het plaatje is zo<br />

c<strong>om</strong>pleet. Jij, ik, het kind, hier op <strong>de</strong>ze mooie plek in Ne<strong>de</strong>rland.”<br />

Ik kijk haar glimlachend aan. “Ik voel het ook zo, schat,” zeg ik,<br />

“ik ben behalve gelukkig ook heel erg trots op je. Realiseer jij je dat<br />

wel?”<br />

“Ja, ja,” zegt ze en ze pakt me s<strong>te</strong>vig beet.<br />

Ik ga door met koken en ze dren<strong>te</strong>lt een beetje <strong>om</strong> me heen.<br />

“Wat jammer dat het hier zo vies is, hè?” zegt ze. “Ik vind het niet<br />

zo prettig. Overal liggen haren en stof en <strong>de</strong> sanitaire<br />

voorzieningen zijn nogal primitief.”<br />

“Wat wil je?” zeg ik. “Het stikt hier <strong>van</strong> <strong>de</strong> bees<strong>te</strong>n en ze zit<strong>te</strong>n<br />

mid<strong>de</strong>n in een verbouwing. Het is weliswaar primitief, maar alles<br />

wat je nodig hebt is er toch?”<br />

“Maar moet je eens kijken hoe <strong>de</strong> keuken er uitziet,” zegt ze,<br />

“<strong>de</strong>nk je dat ik strakjes lekker eet? Ik ben gewoon bang dat ik iets<br />

oploop. Ook slaap ik hier niet lekker en ik heb <strong>de</strong> afgelopen nacht<br />

geen oog dichtgedaan.”<br />

“Nou, nou,” zeg ik, “ik vind wel dat je overdrijft. Waar ik nu sta<br />

<strong>te</strong> koken is het toch schoon? Het is allemaal wel oud, maar dat is<br />

iets an<strong>de</strong>rs dan vies. En dat je niet hebt kunnen slapen begrijp ik<br />

als geen an<strong>de</strong>r. Zeker als ik me be<strong>de</strong>nk wat <strong>de</strong> reis voor impact op<br />

jou moet hebben gehad.”


“Nee hoor, dat is het niet,” verzekert ze me, “ik vind Andries en<br />

Chantal schat<strong>te</strong>n, maar ik voel me nu gewoon niet prettig. Het<br />

kind heeft hetzelf<strong>de</strong> en wij zou<strong>de</strong>n het liefst morgen naar huis toe<br />

gaan.”<br />

“We had<strong>de</strong>n toch afgesproken <strong>om</strong> een paar dagen <strong>te</strong> blijven?”<br />

zeg ik vragend. “Morgen of overmorgen zou<strong>de</strong>n we het kind hier<br />

toch la<strong>te</strong>n en lekker samen een ritje gaan maken?”<br />

“Dat klopt in zoverre,” zegt ze ge<strong>de</strong>ci<strong>de</strong>erd, “dat ik ook heb<br />

gezegd dat het eerst vertrouwd moet zijn. Het ligt niet aan Andries<br />

of Chantal, maar ik laat mijn kind hier niet alleen ach<strong>te</strong>r. Ze kent<br />

Andries en Chantal nog veel <strong>te</strong> kort. S<strong>te</strong>l dat ze me gaat missen of<br />

dat er iets gebeurt. Nee, ik laat haar niet alleen. Daarbij, als je<br />

morgen wilt rij<strong>de</strong>n, dan kan dat toch. Dan rij<strong>de</strong>n we toch gewoon<br />

naar huis.”<br />

“Ik vind dat je alles tot in het belachelijke doortrekt,” zeg ik,<br />

“kun je jezelf er niet overheen zet<strong>te</strong>n?”<br />

“Nee, schat,” zegt ze, “k<strong>om</strong> op. La<strong>te</strong>n we morgen lekker naar<br />

huis toe gaan. Het is bij ons thuis <strong>te</strong>nmins<strong>te</strong> schoon en netjes.<br />

Daarbij heb ik nog zoveel <strong>te</strong> doen en hier kan ik niets an<strong>de</strong>rs doen<br />

dan luieren. Ik heb geen vakantiegevoel en het maakt me zelfs<br />

onrustig. Hetzelf<strong>de</strong> geldt voor mijn kind.”<br />

“Ik vermoed toch dat het jouw verlatingsangst is, die weer<br />

opspeelt,” probeer ik.<br />

“Dat is het niet,” verzekert ze me, “al moet ik toegeven dat ik<br />

<strong>te</strong>gen <strong>de</strong> reis opzie. Het kind is op <strong>de</strong> heenweg ach<strong>te</strong>rop jouw<br />

motor in slaap gevallen en daarover maak ik me in<strong>de</strong>rdaad een<br />

beetje zorgen. Ook al doe ik overdag mijn NLP-oefeningen, ik<br />

houd dat onbehagelijke gevoel.”<br />

Ze pakt me s<strong>te</strong>vig vast. “Ik hou <strong>van</strong> jou,” zegt ze, “ik ben<br />

dankbaar voor jouw geduld en jouw vertrouwen. Ik ben zo lekker<br />

op <strong>de</strong> goe<strong>de</strong> weg. La<strong>te</strong>n we het lot niet tar<strong>te</strong>n en blij zijn met <strong>de</strong><br />

progressie die ik maak. We kunnen toch snel weer <strong>te</strong>rugk<strong>om</strong>en?<br />

K<strong>om</strong>, la<strong>te</strong>n we morgen lekker naar huis gaan?”


Ze pruilt haar lip en ze kijkt me met haar gro<strong>te</strong> donkere ogen<br />

vragend aan. “Alsjeblieft?” lispelt ze, in <strong>de</strong> we<strong>te</strong>nschap dat ik haar<br />

moeilijk iets kan weigeren.<br />

“Natuurlijk schat,” zeg ik, “ik begrijp het. We gaan morgen<br />

<strong>te</strong>rug.”<br />

Ik dien het e<strong>te</strong>n op. De bui<strong>te</strong><strong>nl</strong>ucht heeft ons hongerig gemaakt<br />

en we vallen er direct op aan. Ik ver<strong>te</strong>l Andries <strong>te</strong>rloops dat we<br />

beslo<strong>te</strong>n hebben morgen weer <strong>te</strong>rug <strong>te</strong> gaan naar het wes<strong>te</strong>n.<br />

Het kind hoort het en roept: “Neeeee, waar<strong>om</strong> morgen al? We<br />

zou<strong>de</strong>n toch langer blijven?”<br />

Ik kijk haar moe<strong>de</strong>r vragend aan en die haalt haar schou<strong>de</strong>rs op.<br />

Ik begrijp het niet en ik zal haar la<strong>te</strong>r <strong>om</strong> uitleg vragen.<br />

Het e<strong>te</strong>n gaat schoon op en het kind begint uit eigen beweging<br />

<strong>de</strong> tafel af <strong>te</strong> ruimen. Nadat ze dat gedaan heeft verdwijnt ze <strong>de</strong><br />

keuken in. Wij mogen er voorlopig niet in tot hij weer helemaal<br />

schoon is. Het kind gaat <strong>de</strong> keuken soppen, helemaal zelfstandig<br />

en alleen.<br />

Chantal vraagt haar moe<strong>de</strong>r of haar kind dit wel vaker doet.<br />

“Dat doet ze altijd als ze dankbaar is,” zegt ze, “of als ze iemand<br />

een plezier wil doen.”<br />

Ze voegt eraan toe: “Je hoeft het haar eige<strong>nl</strong>ijk nooit <strong>te</strong> vragen.”<br />

Na een uur is het kind klaar en ze wil uit eigen beweging naar<br />

bed. Ze is doodmoe en ik breng haar naar boven. Ik stop haar in<br />

bed en ze vraagt: “Papa, ik zou zo graag nog wat langer willen<br />

blijven. Ik vind het zo leuk met alle bees<strong>te</strong>n hier.”<br />

Ik zeg: “Jouw moe<strong>de</strong>r wil heel graag naar huis <strong>om</strong>dat ze nog heel<br />

veel moet doen. Ik heb met haar afgesproken dat we hier heel snel<br />

weer <strong>te</strong>rugk<strong>om</strong>en. Wie weet blijven we dan langer en misschien<br />

mag jij hier zelfs wel een paar dagen alleen blijven logeren. Zou je<br />

dat willen?”<br />

“Oh yo, dat wil ik heel graag,” jubelt ze, “maar waar<strong>om</strong> nu dan<br />

niet? Dan k<strong>om</strong> je me toch gewoon ophalen als ik <strong>van</strong> Chantal niet<br />

langer meer mag blijven?”


Ik antwoord: “Nee wijfie, <strong>de</strong>ze keer nog niet. Ik heb het jouw<br />

moe<strong>de</strong>r gevraagd, maar dat wil ze nog niet. Wellicht <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong><br />

keer.”<br />

Het kind gaat in een an<strong>de</strong>re modus en ze zegt: “Ik begrijp het<br />

niet. Ik ben toch heel lief geweest. Mama is niet één keer boos op<br />

me geweest en toch moet ik mee naar huis. Ik heb Chantal<br />

geholpen met <strong>de</strong> paar<strong>de</strong>n, ik heb <strong>de</strong> hon<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> kat<strong>te</strong>n e<strong>te</strong>n<br />

gegeven, ik heb afgeruimd en <strong>de</strong> hele keuken schoongemaakt.<br />

Chantal vindt het zelfs fijn dat ik help en toch mag ik hier niet<br />

blijven.”<br />

“Ik roep je moe<strong>de</strong>r,” zeg ik, “dan kan ze je wel<strong>te</strong>rus<strong>te</strong>n zeggen.<br />

Zeg maar <strong>te</strong>gen haar wat je <strong>te</strong>gen mij hebt gezegd. Wie weet.”<br />

Ik geef het kind een kus en ik ga naar bene<strong>de</strong>n. Zij gaat haar kind<br />

goe<strong>de</strong> nacht wensen en ze k<strong>om</strong>t niet veel la<strong>te</strong>r <strong>te</strong>rug.<br />

“Leg mij eens uit,” begin ik, “<strong>te</strong>gen mij zeg je dat het kind weg<br />

wil en het kind zegt <strong>te</strong>gen mij dat ze hier wil blijven.”<br />

“Wat had je gedacht,” zegt ze, “je weet nu toch zo<br />

langzamerhand wel hoe ze is. Ze probeert het ie<strong>de</strong>reen naar <strong>de</strong> zin<br />

<strong>te</strong> maken. Ze zegt gewoon wat je wilt horen. Ze wil echt graag<br />

naar huis, geloof me. Maar <strong>om</strong>dat Andries jouw vriend is, <strong>de</strong>nkt ze<br />

dat jij wilt horen dat ze hier graag blijft.”<br />

Het wordt och<strong>te</strong>nd en we maken aanstal<strong>te</strong>n <strong>om</strong> <strong>te</strong> vertrekken.<br />

Het kind on<strong>de</strong>rneemt een poging <strong>om</strong> <strong>te</strong> blijven. “Ik zou jou best<br />

graag wat langer willen helpen met <strong>de</strong> bees<strong>te</strong>n,” zegt ze en ze kijkt<br />

Chantal vragend aan.<br />

Die gaat niet tussen het kind en haar moe<strong>de</strong>r instaan en ze zegt<br />

dipl<strong>om</strong>atiek: “Dat beslist jouw moe<strong>de</strong>r en die zegt dat je mee<br />

moet. Van mij mag je <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> keer net zo lang blijven als dat<br />

je zelf wilt.”<br />

Het kind vliegt Chantal let<strong>te</strong>rlijk <strong>om</strong> <strong>de</strong> nek, zo blij is ze daarmee.<br />

“Wanneer mag ik k<strong>om</strong>en?” jubelt ze. “Over een week? Over twee<br />

weken?”


“Ook dat moet je aan je moe<strong>de</strong>r vragen,” zegt Chantal<br />

dipl<strong>om</strong>atiek.<br />

Ik sta naar het schouwspel <strong>te</strong> kijken en ik vind het ook jammer<br />

dat we weg moe<strong>te</strong>n. Maar aan <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re kant ben ik ook heel blij.<br />

Ik ben zo trots op haar. Stapje voor stapje, één stapje <strong>te</strong>gelijk. Het<br />

gaat <strong>de</strong> goe<strong>de</strong> kant op. Nog even en dan is ze echt <strong>van</strong> die<br />

vreselijke verlatingsangst verlost en ligt <strong>de</strong> wereld voor haar open.<br />

En voor ons samen.


10. Mijn huis wordt een thuis<br />

Niet mooi en ook niet veilig. Week 13 en ver<strong>de</strong>r.<br />

Na een lang weekein<strong>de</strong> <strong>van</strong> slepen met huisraad uit haar huis in<br />

Rhoon naar het mijne in St<strong>om</strong>pwijk, woont ze nu met haar kind<br />

bij mij. In mijn huis. Althans, zo kijkt zij ernaar.<br />

Ze woont in mijn huis, met nadruk op „mijn‟. Ze zegt dat ze zich<br />

er nog niet thuis voelt. Ik begrijp dat, want ze moet natuurlijk nog<br />

wennen. Maar ze legt me uit dat het ver<strong>de</strong>r gaat, want zoals het<br />

huis er nu bijstaat zal ze er in alle waarschij<strong>nl</strong>ijkheid ook nooit aan<br />

wennen.<br />

Ze s<strong>om</strong>t op wat er allemaal aan mijn huis mankeert. “Het is kaal,<br />

ongezellig, plan<strong>te</strong>n ontbreken en het heeft afschuwelijke kleuren,”<br />

zegt ze, “maar het ergs<strong>te</strong> <strong>van</strong> alles vind ik, dat ik in alles nog <strong>de</strong><br />

aanwezigheid <strong>van</strong> jouw ex bespeur.”<br />

“Daar kan ik best ink<strong>om</strong>en,” zeg ik, “zo lang is ze ook nog niet<br />

weg en ik heb nog niet <strong>de</strong> inspiratie of motivatie kunnen vin<strong>de</strong>n<br />

<strong>om</strong> er iets aan <strong>te</strong> doen. Daarbij heb ik er ook <strong>de</strong> moed nog niet<br />

voor kunnen verzamelen, want het is nogal wat, dat er moet<br />

gebeuren. Ik vind het voorlopig wel best zo.”<br />

Ze zegt: “Daar ben je nou typisch een man voor. Een beetje<br />

gezelligheid in<strong>te</strong>resseert je klaarblijkelijk niets. Maar ik ben geen<br />

man en mijn kind ook niet. Wij willen het graag gezellig maken.”<br />

“Wat zou je dan willen veran<strong>de</strong>ren?” vraag ik.<br />

We lopen het hele huis samen door en ze wijst aan wat ze zou<br />

willen veran<strong>de</strong>ren. Ze slaat werkelijk niets over en alles moet in<br />

haar ogen aangepakt wor<strong>de</strong>n. Ik zeg: “Wat jij allemaal wilt, dat kun<br />

je rustig verge<strong>te</strong>n. Heb je enig i<strong>de</strong>e hoeveel werk dat is? Daarbij, <strong>de</strong><br />

verf is net droog en ik slaap net zo lekker in een slaapkamer met<br />

een paarse <strong>de</strong>ur als een gele. Daar zul je het toch voorlopig maar<br />

mee moe<strong>te</strong>n doen.”


“Lieve schat,” reageert ze, “het hoeft toch niet allemaal in één<br />

keer? Ik laat alleen maar zien wat ik zou doen als ik volledig <strong>de</strong><br />

vrije hand had.”<br />

“Het is maar goed dat je die dan niet hebt,” grap ik.<br />

“Ik realiseer me best dat het jouw huis is, waarin ik met mijn<br />

kind woon,” zegt ze, “maar ik wil wel dat het een thuis wordt voor<br />

mij en mijn kind. Zoals het er nu uitziet is dat het niet en wordt<br />

het dat ook niet. Daar ga ik iets aan doen en ik vind dat je me dat<br />

niet kunt weigeren.” Ze kijkt me met een resolu<strong>te</strong> blik aan.<br />

“Ik heb er geen problemen mee dat je het gezelliger maakt,” zeg<br />

ik, “in<strong>te</strong>gen<strong>de</strong>el. Ik heb er alleen een probleem mee als je het hele<br />

huis op zijn kop gaat zet<strong>te</strong>n.”<br />

“Maar er zal toch op kor<strong>te</strong> <strong>te</strong>rmijn iets moe<strong>te</strong>n gebeuren,” gaat<br />

ze door, “want het huis is ook niet veilig. Een willekeurige<br />

vreem<strong>de</strong> kan er ongestoord <strong>om</strong>heen lopen. „s Avonds is het<br />

aar<strong>de</strong>donker, zeker aan <strong>de</strong> ach<strong>te</strong>rkant, want er zit niet eens<br />

verlichting. Het sluitwerk <strong>van</strong> <strong>de</strong> bovenverdieping <strong>de</strong>ugt niet<br />

waardoor een willekeurige inbreker zeer eenvoudig binnen kan<br />

k<strong>om</strong>en. Ze lopen dan wel door mijn slaapkamer of nog erger, door<br />

<strong>de</strong> slaapkamer <strong>van</strong> mijn kind.”<br />

Ik lach het weg: “Voordat een willekeurige inbreker binnen is,<br />

dan moet hij eerst met een lad<strong>de</strong>r het balkon opklimmen.<br />

Vervolgens moet hij dubbel glas breken voordat hij een raam of<br />

<strong>de</strong>ur kan openzet<strong>te</strong>n. Ik <strong>de</strong>nk dat we dan allang wakker zijn.”<br />

“Inmid<strong>de</strong>ls moet je jezelf toch realiseren wat <strong>de</strong> inbraak voor<br />

scha<strong>de</strong> bij mij en het kind heeft aangericht?” zucht ze. “Jij wilt<br />

toch niet dat wij bang zijn, in dit gro<strong>te</strong>, donkere huis?”<br />

Ik begrijp haar standpunt best, maar ik wil er niet aan. Ik heb<br />

geen zin in een perio<strong>de</strong> <strong>van</strong> geklus met ook nog eens allerlei<br />

klussers, die met het klussen aut<strong>om</strong>atisch over <strong>de</strong> vloer moe<strong>te</strong>n<br />

k<strong>om</strong>en.<br />

Het is geen standaard huis, waarin ik ben gaan wonen. Het is het ou<strong>de</strong><br />

bankgebouw <strong>van</strong> St<strong>om</strong>pwijk. De kluis zit er nog in en is volledig in tact. Ik


heb het pand een aantal jaren gele<strong>de</strong>n gekocht voor mijn bedrijf, maar door<br />

<strong>om</strong>standighe<strong>de</strong>n heb ik het pas twee jaar gele<strong>de</strong>n <strong>de</strong>finitief in mijn bezit<br />

gekregen. Ik had het niet meer nodig als bedrijfspand en ik ben er in <strong>de</strong><br />

tussentijd met an<strong>de</strong>re ogen naar gaan kijken.<br />

Iris en ik <strong>de</strong>nken erover <strong>om</strong> het pand tot woonhuis <strong>te</strong> verbouwen en er<br />

wellicht <strong>te</strong> zijner tijd in <strong>te</strong> gaan wonen. We maken een plan. Het bankgebouw<br />

wordt woonkamer met open keuken en het woonhuis, dat er bovenop gebouwd<br />

is, wordt <strong>de</strong> slaapverdieping. Er zit weliswaar nog een zol<strong>de</strong>rverdieping op,<br />

maar die gaat niet gebruikt wor<strong>de</strong>n. Het huis staat half op <strong>de</strong> dijk en er zit<br />

ook nog een kel<strong>de</strong>rverdieping on<strong>de</strong>r. Ook die wordt voorlopig niet gebruikt,<br />

hooguit als berging.<br />

Om een be<strong>te</strong>r beeld <strong>te</strong> krijgen <strong>van</strong> <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n besluit ik alle kamers<br />

maar eens uit het bankgebouw <strong>te</strong> gaan slopen. Ik krijg hulp <strong>van</strong> broers en<br />

vrien<strong>de</strong>n en ik begin met <strong>de</strong> sloopwerkzaamhe<strong>de</strong>n. De ene bak puin na <strong>de</strong><br />

an<strong>de</strong>re wordt afgevoerd en na drie weken slopen is <strong>de</strong> ruim<strong>te</strong> leeg.<br />

Wat ik oorspronkelijk voor beeld had, klopt. Het is een onwijs gave ruim<strong>te</strong>,<br />

die 15 bij 12 me<strong>te</strong>r meet. Het fraais<strong>te</strong> is <strong>de</strong> lange zij<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> ach<strong>te</strong>rkant.<br />

Die is volledig open en daar kan een glazen schijfpui in gezet wor<strong>de</strong>n over <strong>de</strong><br />

volle breed<strong>te</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> kamer. Ik krijg daardoor een schit<strong>te</strong>rend vrij uitzicht op<br />

<strong>de</strong> onbebouw<strong>de</strong> pol<strong>de</strong>r, mid<strong>de</strong>n in het Groene Hart <strong>van</strong> Ne<strong>de</strong>rland.<br />

Dit laats<strong>te</strong> is het doorslaggeven<strong>de</strong> argument voor Iris en mij <strong>om</strong> ons fraaie<br />

grach<strong>te</strong>npand in Den Haag <strong>te</strong> verruilen voor het bankgebouw in St<strong>om</strong>pwijk.<br />

Ik besluit ook <strong>om</strong> <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> schuur <strong>te</strong> ver<strong>van</strong>gen door een nieuwe. Die k<strong>om</strong>t<br />

dan ach<strong>te</strong>rin <strong>de</strong> ach<strong>te</strong>rtuin <strong>te</strong> staan. Iris maakt zich zorgen over <strong>de</strong> tuin die<br />

overblijft als <strong>de</strong> schuur geplaatst wordt. Ik schiet in <strong>de</strong> lach. De ach<strong>te</strong>rtuin is<br />

zo‟n slordige 50 bij 20 me<strong>te</strong>r groot en <strong>de</strong> voortuin ongeveer 20 bij 10 me<strong>te</strong>r.<br />

Er blijft dus tuin genoeg over.<br />

De verbouwing start een aantal maan<strong>de</strong>n la<strong>te</strong>r. Het wordt, zoals zo vaak<br />

met verbouwingen, een regelrech<strong>te</strong> ramp. Onze projectlei<strong>de</strong>r, die speciaal is<br />

aanges<strong>te</strong>ld <strong>om</strong> het bouwproces <strong>te</strong> begelei<strong>de</strong>n, blijkt krap in zijn tijd <strong>te</strong> zit<strong>te</strong>n.<br />

De aannemer heeft geen haast en gebruikt het project als opvulling voor zijn<br />

leegloop. Planningen lopen uit, on<strong>de</strong>raannemers lopen elkaar in <strong>de</strong> weg en<br />

ie<strong>de</strong>reen geeft elkaar overal <strong>de</strong> schuld <strong>van</strong>.


Er wordt ver<strong>de</strong>el en heers gespeeld tussen Iris en mij, wat we in eers<strong>te</strong><br />

instantie niet in <strong>de</strong> ga<strong>te</strong>n hebben. De aannemer vraagt aan haar wat ze wil.<br />

Vervolgens vraagt hij het aan mij. Daarna doen ze wat hun het bes<strong>te</strong> uitk<strong>om</strong>t<br />

en Iris en ik vliegen elkaar in <strong>de</strong> haren. Tegelijk zit het niet mee met mijn<br />

bedrijf. Ik moet alle zeilen bijzet<strong>te</strong>n <strong>om</strong> het schip drijven<strong>de</strong> <strong>te</strong> hou<strong>de</strong>n en mijn<br />

hoofd staat niet naar <strong>de</strong> verbouwing. Toch wordt <strong>te</strong>lkens een beroep op mij<br />

gedaan en ik hak s<strong>te</strong>eds meer met <strong>de</strong> bot<strong>te</strong> bijl, ook naar Iris toe.<br />

De verbouwing is weliswaar in gro<strong>te</strong> lijnen afgerond en Iris en ik wonen<br />

inmid<strong>de</strong>ls in St<strong>om</strong>pwijk, maar <strong>de</strong> ergernissen en emoties hebben nog s<strong>te</strong>eds vrij<br />

spel. De verbouwing is <strong>de</strong> spreekwoor<strong>de</strong>lijke druppel die <strong>de</strong> emmer heeft doen<br />

overlopen en het kost me mijn relatie met Iris. Ze gooit het bijltje erbij neer,<br />

met mijn uitdrukkelijke ins<strong>te</strong>mming. Precies zes weken nadat we verhuisd<br />

zijn. Zij vertrekt en ik blijf alleen ach<strong>te</strong>r in het verschrikkelijk gro<strong>te</strong> huis.<br />

De verbouwing is weliswaar afgerond, maar het huis is nog lang niet klaar.<br />

Mijn hoofd staat er ook niet naar <strong>om</strong> het huis af <strong>te</strong> maken. Toch weet ik<br />

mezelf zodanig op <strong>te</strong> peppen dat ik het basiswerk, zoals schil<strong>de</strong>ren en <strong>de</strong><br />

bestrating, weet af <strong>te</strong> ron<strong>de</strong>n. Ik ben er nog drie maan<strong>de</strong>n mee bezig.<br />

Weliswaar met hulp, maar toch. Ik put mijn energie uit <strong>de</strong> „Beech/Impatiens‟.<br />

Het is negatieve energie en ik ben werkelijk kapot. Toch ben ik blij dat ik het<br />

gedaan heb en ik verklaar mijn huis tot „af‟. Ik heb weliswaar een heel lange<br />

waslijst met nog af <strong>te</strong> han<strong>de</strong>len puntjes, maar die staan daar best. Voorlopig<br />

doe ik niets meer in en rond<strong>om</strong> het huis. Eerst wil ik tot rust k<strong>om</strong>en en<br />

proberen mijn draai <strong>te</strong> vin<strong>de</strong>n.<br />

Alleen <strong>de</strong> slaapkamers.<br />

Ze begrijpt maar niet dat ik in zo‟n ongezellig huis kan wonen. Ik<br />

grap erover dat het een echt mannenhuis is en dat ik niet houd <strong>van</strong><br />

allerlei tierelantijnen. Ik heb wel een uitgesproken mening over<br />

stijl, inrichting en kleur, maar ik hecht eer<strong>de</strong>r aan c<strong>om</strong>fort dan aan<br />

stijl. Het ergs<strong>te</strong> vindt ze als ik mijn huis een keertje een „kl<strong>om</strong>p<br />

s<strong>te</strong>nen‟ noem, waaraan ik me niet snel zal hech<strong>te</strong>n. Ze is er zelfs<br />

zichtbaar <strong>van</strong> onts<strong>te</strong>ld.


Ze verwon<strong>de</strong>rt zich over het feit dat ik gewoon voor <strong>de</strong> buis ga<br />

hangen, <strong>te</strong>rwijl ik nog zo‟n lange waslijst met klusjes heb. Ik ver<strong>te</strong>l<br />

haar het verhaal <strong>van</strong> mijn verbouwing. Ik ver<strong>te</strong>l haar ook dat ik er<br />

gewoon geen zin in heb. Daarbij wil ik het ook niet zelf doen,<br />

want ik heb het al druk genoeg met mijn werk. En als ik al iets<br />

an<strong>de</strong>rs wil doen dan werken, dan is het zeker niet klussen. Dan wil<br />

ik iets doen wat ik leuk vind.<br />

Dat laats<strong>te</strong> begrijpt ze al helemaal niet. “Klussen aan je huis is<br />

toch leuk?” zegt ze vragend. “Zeker als je ziet hoe dingen<br />

opknappen als je ermee bezig bent? Daar haal je toch een enorme<br />

bevrediging uit?”<br />

“Dat kun jij nou wel vin<strong>de</strong>n,” zeg ik, “maar ik <strong>de</strong>nk er toch echt<br />

an<strong>de</strong>rs over dan jij.”<br />

“Laat het dan doen,” houdt ze vol, “je kunt je het toch<br />

veroorloven.”<br />

“Dat is wel waar,” zeg ik, “maar er moet nog zoveel gebeuren dat<br />

ik het plaatje nog niet overzie. Daarbij doe ik het liever goed dan<br />

half, dus dat be<strong>te</strong>kent voor een aantal zaken dat het nogal<br />

rigoureus aangepakt moet wor<strong>de</strong>n. Tegelijk heb ik geen zin <strong>om</strong> nu<br />

han<strong>de</strong>n vol met geld uit <strong>te</strong> geven aan iets, waar<strong>van</strong> ik nog niet eens<br />

weet hoe het er moet k<strong>om</strong>en uit <strong>te</strong> zien.”<br />

“Daar kan ik je toch bij helpen?” vraagt ze. “Ik heb i<strong>de</strong>eën <strong>te</strong><br />

over. S<strong>te</strong>rker nog, ik zie het helemaal zit<strong>te</strong>n. Denk je eens in, dan<br />

wordt dit echt een huis <strong>van</strong> ons samen.”<br />

“Nog los <strong>van</strong> het feit dat ik dat best wil,” probeer ik, “ik zie er<br />

enorm <strong>te</strong>gen op. Ik ken geen betrouwbare klusjesmannen, die snel,<br />

geruisloos en vooral zelfstandig werken. Daarnaast heb ik geen zin<br />

<strong>om</strong> een aantal weken lang geconfron<strong>te</strong>erd <strong>te</strong> wor<strong>de</strong>n met allerlei<br />

vreem<strong>de</strong>n over <strong>de</strong> vloer.”<br />

Ze geeft niet op: “Maar ik vraag je toch niet <strong>om</strong> het gehele huis<br />

op zijn kop <strong>te</strong> zet<strong>te</strong>n? Het enige dat ik graag op kor<strong>te</strong> <strong>te</strong>rmijn<br />

opgeknapt zou willen zien, is onze slaapkamer en <strong>de</strong> slaapkamer<br />

<strong>van</strong> mijn kind. Nu hangen er niet eens gordijnen.”


“Dat is niet waar,” zeg ik, “bij jouw kind hangen wel gordijnen<br />

en als je wilt, hang ik ze ook op in onze slaapkamer. Ze liggen zelfs<br />

klaar, ik hoef alleen <strong>de</strong> rails nog maar aan het plafond <strong>te</strong><br />

schroeven.”<br />

“Als je nu ook nog eens <strong>de</strong> gordijnen gaat ophangen die jouw ex<br />

heeft gefabriceerd, dan voel ik me helemaal zo‟n logé,” zegt ze met<br />

een <strong>te</strong>leurges<strong>te</strong>l<strong>de</strong> blik, “bovendien, het is alles wat ik vraag.”<br />

Ik heb begrip voor haar vraag en ik vind hem best re<strong>de</strong>lijk. Maar<br />

<strong>te</strong>gelijk zie ik <strong>de</strong> bui al hangen en ik wil er nog niet aan. “Twee<br />

slaapkamers opknappen klinkt eenvoudiger dan het is,” zeg ik,<br />

“het is moeilijk <strong>de</strong> grenzen <strong>te</strong> bepalen. Waar begin je en waar<br />

eindig je? Ver<strong>de</strong>r blijf ik het kapitaalvernietiging vin<strong>de</strong>n <strong>om</strong> dingen<br />

half <strong>te</strong> doen. Daar heb ik al <strong>te</strong> veel leergeld mee betaald. Het is<br />

kiezen uit „goed doen‟ of „helemaal niet doen‟. Het eers<strong>te</strong> heb ik<br />

geen zin in, dus blijft het twee<strong>de</strong> over. Ik vind dat het voorlopig<br />

nog wel even zo kan blijven, ik hang alleen gordijnen voor je op.”<br />

“Waar <strong>de</strong>nk je die dan <strong>van</strong>daan <strong>te</strong> halen?” vraagt ze.<br />

“Ik ga wel met je mee met je naar Ikea of zo,” zeg ik.<br />

“Je spreekt jezelf <strong>te</strong>gen,” zegt ze, “met gordijnen <strong>van</strong> Ikea is het<br />

toch ook half werk en je zegt nu net <strong>te</strong>gen me dat je dat niet ziet<br />

zit<strong>te</strong>n.”<br />

“La<strong>te</strong>n we even bij <strong>de</strong> les blijven,” zeg ik, “je wilt met gordijnen<br />

dicht slapen. Dat begrijp ik en dus zorg ik ervoor dat die er<br />

k<strong>om</strong>en. Maar ik blijf <strong>van</strong> mening dat ons huiselijk geluk niet<br />

afhangt <strong>van</strong> <strong>de</strong> kleur <strong>van</strong> <strong>de</strong> gordijnen.”<br />

“Ik ben het er niet mee eens,” pro<strong>te</strong>s<strong>te</strong>ert ze, “ik woon hier nu<br />

ook. Het is ook mijn thuis. Ik wil me lekker voelen in dit huis en<br />

niet s<strong>te</strong>eds geconfron<strong>te</strong>erd wor<strong>de</strong>n met allerlei dingen die ik niet<br />

zie zit<strong>te</strong>n. Alleen maar <strong>om</strong>dat jij er geen zin in hebt. Het gaat me<br />

echt niet alleen maar <strong>om</strong> die afgrijselijke kleuren, die jouw ex heeft<br />

uitgezocht. Het hang- en sluitwerk <strong>de</strong>ugt namelijk ook niet. Ik voel<br />

me hier niet veilig. Daarbij <strong>de</strong>nk ik dat jouw diefstalverzekering<br />

niet eens toereikend is als ze we<strong>te</strong>n hoe slecht het huis beveiligd<br />

is.”


Ik schiet in <strong>de</strong> lach <strong>om</strong>dat ze met mijn diefstalverzekering als<br />

argument pro op <strong>de</strong> proppen k<strong>om</strong>t. Tegelijk begrijp ik haar<br />

standpunt wel. Ik probeer nog een <strong>te</strong>genargument <strong>te</strong> be<strong>de</strong>nken, ik<br />

kijk naar <strong>de</strong> vrouw waar ik zo veel <strong>van</strong> hou en ik stop met<br />

pro<strong>te</strong>s<strong>te</strong>ren.<br />

Hij heet Mario en hij is een ou<strong>de</strong> da<strong>te</strong>-vriend <strong>van</strong> haar. Ze heeft<br />

nooit iets met hem gehad, an<strong>de</strong>rs dan een gewone vriendschap. Ze<br />

ver<strong>te</strong>lt me dat Mario een hele goe<strong>de</strong>, betrouwbare timmerman<br />

annex aannemer is. Een perfectionist, een ech<strong>te</strong> vakman. Zo<br />

eentje, die je niet vaak meer <strong>te</strong>genk<strong>om</strong>t.<br />

Mario zit zon<strong>de</strong>r werk en zou iets voor ons kunnen be<strong>te</strong>kenen.<br />

Ik begrijp niet zo goed hoe een goe<strong>de</strong> vakman in <strong>de</strong>ze tijd zon<strong>de</strong>r<br />

werk kan zit<strong>te</strong>n, maar zij legt het uit.<br />

Mario‟s groots<strong>te</strong> kracht is <strong>te</strong>vens zijn groots<strong>te</strong> valkuil. Het<br />

probleem bij Mario is dat hij zijn werk veel <strong>te</strong> goed wil doen,<br />

<strong>te</strong>rwijl zijn bazen vin<strong>de</strong>n dat hij dat sneller moet doen; zelfs al gaat<br />

het <strong>te</strong>n kos<strong>te</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> kwali<strong>te</strong>it. Mario is het daar niet mee eens en<br />

weigert daarin mee <strong>te</strong> gaan. Dit kost hem <strong>te</strong>lkens zijn baan.<br />

Mario heeft ook een poosje gewerkt als eigen baas. Maar alle<br />

r<strong>om</strong>psl<strong>om</strong>p die een eigen zaak met zich meebrengt, houdt hem af<br />

<strong>van</strong> datgene wat hij graag wil; kwalitatief hoogwaardig werk<br />

afleveren. Hij begint voor zichzelf en sneuvelt als eigen baas. Hij is<br />

erach<strong>te</strong>r gek<strong>om</strong>en dat klan<strong>te</strong>n niet willen betalen voor kwali<strong>te</strong>it.<br />

Het moet zo goedkoop mogelijk of an<strong>de</strong>rs niet.<br />

Mario k<strong>om</strong>t op bezoek. Het is een aardige vent en we pra<strong>te</strong>n<br />

on<strong>de</strong>r het genot <strong>van</strong> een hapje en een drankje over koetjes en<br />

kalfjes. Zij stipt aan dat mijn huis, ons „thuis‟, nog niet af is en wat<br />

er allemaal in haar optiek moet veran<strong>de</strong>ren. Ze ziet aan me dat ik<br />

het on<strong>de</strong>rwerp niet zo prettig vind en ze voegt er haastig aan toe,<br />

dat voor haar niet alles in één keer opgeknapt hoeft <strong>te</strong> wor<strong>de</strong>n.<br />

Wat ze wel wil is dat op kor<strong>te</strong> <strong>te</strong>rmijn <strong>de</strong> twee slaapvertrekken op<br />

<strong>de</strong> bovenverdieping wor<strong>de</strong>n aangepakt.


Ik laat Mario mijn huis zien en ik ver<strong>te</strong>l hem on<strong>de</strong>rtussen wat er<br />

allemaal nog meer op mijn lange klusjeslijst staat. We lopen over<br />

<strong>de</strong> slaapverdieping en ik vraag hem zijn mening.<br />

“Tja,” zegt Mario, “ik <strong>de</strong>nk dat je be<strong>te</strong>r <strong>de</strong> gehele verdieping kunt<br />

beetpakken. Want als je alleen die twee kamers doet, zit je twee<br />

keer in <strong>de</strong> troep en je weet nooit goed waar je moet beginnen en<br />

waar je moet stoppen.”<br />

Ik begrijp zijn wijze woor<strong>de</strong>n, want ik <strong>de</strong>nk er net zo over. We<br />

gaan weer naar bene<strong>de</strong>n en we drinken nog een drankje.<br />

Mario wil wel een klusje doen en hij haalt me over. Hij ver<strong>te</strong>lt me<br />

dat hij een „goeie‟ is en het geld dubbel en dwars waard.<br />

Ik trek samen met Mario een plan. De slaapverdieping wordt<br />

toch in één keer aangepakt, waarbij Mario <strong>de</strong> klus grondig, snel en<br />

vooral zelfstandig gaat uitvoeren. Drie weken <strong>de</strong> tijd heeft hij<br />

ervoor nodig en hij gaat beginnen in <strong>de</strong> week, waarin ik met mijn<br />

gezin een tripje ga maken naar Disneyland Parijs.<br />

“Wat fijn dat je dan al kunt beginnen,” jubelt ze, “dan kan ik<br />

alvast met leegruimen beginnen.”<br />

Ze is zichtbaar in haar nopjes.<br />

“Waar gaan we in <strong>de</strong> tussentijd slapen?” vraagt ze aan me.<br />

Ik zeg: “Het lijkt mij het meest voor <strong>de</strong> hand liggen dat we dat<br />

op <strong>de</strong> zol<strong>de</strong>rverdieping gaan doen.”<br />

“Maar daar ligt helemaal niets op <strong>de</strong> vloer,” zegt ze, “bedoel je<br />

dat we op die kale planken moe<strong>te</strong>n gaan slapen?”<br />

Ze kijkt Mario hulpeloos aan en die zegt <strong>te</strong>gen mij: “Waar<strong>om</strong> leg<br />

je niet gelijk kliklaminaat op <strong>de</strong> bovenverdieping. Dat is heel<br />

weinig werk en dan ben je ook daar direct <strong>van</strong>af. Die paar uurtjes<br />

extra maken ook niet uit.”<br />

Ik ga ermee akkoord en Mario begint een weekje eer<strong>de</strong>r, wat<br />

aanstaan<strong>de</strong> maandag al is.<br />

Ik weet nu waar<strong>om</strong> Mario niet voor een baas kan werken. Hij<br />

kan zelfs helemaal niet werken. Hij loopt maar rond met een<br />

gor<strong>de</strong>l gereedschap <strong>om</strong> zijn mid<strong>de</strong>l, maar ik zie het hem niet


han<strong>te</strong>ren. Er k<strong>om</strong>t werkelijk niets uit zijn han<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> enige<br />

voortgang die ik zie, is <strong>te</strong> danken aan het hulpje <strong>van</strong> zestien jaar<br />

oud, dat hij elke dag meeneemt. Het wordt het drama, waar ik al<br />

zo bang voor was.<br />

Al snel wordt het erger. Het <strong>te</strong>mpo ligt niet alleen bedroevend<br />

laag, maar ik moet overal ach<strong>te</strong>r aan. Mario legt continu alle<br />

problemen bij mij neer.<br />

Hij zegt: “De slo<strong>te</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>de</strong>uren zijn verrot.”<br />

Ik vraag: “Wat ga je daaraan doen?”<br />

“Wat jij wilt,” zegt hij dan, “het is jouw huis.”<br />

Een dag la<strong>te</strong>r k<strong>om</strong>t Mario weer bij me. Hij zegt: “Al het sluitwerk<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> ramen is verrot.”<br />

Ik vraag: “Wat ga je daaraan doen?”<br />

“Wat jij wilt,” antwoordt hij, “het is jouw huis.”<br />

Ik bepraat met hem dat ik niet zo gelukkig ben met <strong>de</strong> manier<br />

waarop hij werkt. Hij belooft be<strong>te</strong>rschap, maar er veran<strong>de</strong>rt niets.<br />

Het hele proces herhaalt zich voor alle facet<strong>te</strong>n die hij aanpakt. De<br />

ramen, <strong>de</strong> binnen<strong>de</strong>uren, vens<strong>te</strong>rbanken, al het hang- en sluitwerk,<br />

tochtstrippen, enzovoorts. Alles moet eraan geloven. Ik word<br />

s<strong>te</strong>eds naar <strong>de</strong> bouwmarkt gestuurd <strong>om</strong> ma<strong>te</strong>riaal voor hem <strong>te</strong><br />

kopen. Mario kan dat niet doen, hij weet <strong>te</strong>nslot<strong>te</strong> niet wat ik<br />

precies wil. Zij zou het wel voor hem willen doen, maar haar auto<br />

is <strong>te</strong> klein, ze durft niet in <strong>de</strong> mijne <strong>te</strong> rij<strong>de</strong>n, ze is nog niet<br />

vertrouwd genoeg met haar <strong>om</strong>geving en zij weet ook niet precies<br />

wat ik wil of wat ze moet kopen.<br />

Ik spreek Mario nog eens aan op <strong>de</strong> voortgang en <strong>de</strong> kwali<strong>te</strong>it<br />

<strong>van</strong> zijn werk. Hij kijkt me slechts aan en zegt: “Ik zal be<strong>te</strong>r mijn<br />

best doen, maar behalve mijn neefje heb ik niemand kunnen<br />

vin<strong>de</strong>n die me kan helpen.”<br />

Gelukkig k<strong>om</strong>en Zus en Jip op bezoek en ik ver<strong>te</strong>l Jip over<br />

Mario. Jip, die vroeger timmerman is geweest, biedt aan <strong>om</strong> <strong>te</strong><br />

helpen. Ik maak dankbaar gebruik <strong>van</strong> zijn aanbod en als ik het<br />

Mario <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> dag ver<strong>te</strong>l, reageert hij verheugd. “Dan kan ik


ein<strong>de</strong>lijk me<strong>te</strong>rs gaan maken en het project netjes afron<strong>de</strong>n,” zegt<br />

hij.<br />

Mario, in zijn rol als aannemer, k<strong>om</strong>t bij me met een onplezierige<br />

me<strong>de</strong><strong>de</strong>ling. Hij kan maar geen goe<strong>de</strong> schil<strong>de</strong>r vin<strong>de</strong>n. “Daar zou<br />

jij toch voor zorgen?” vraag ik verbaasd. “Jij had toch gezegd dat<br />

jij altijd goe<strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rs kunt vin<strong>de</strong>n.”<br />

“Het lukt me gewoonweg niet,” zegt hij, “en waar niets is kan ik<br />

ook niets doen. Je zult er zelf eentje moe<strong>te</strong>n regelen.”<br />

Tjonge, wat heb ik er <strong>de</strong> pest over in. Alles wat ik vrees<strong>de</strong>,<br />

gebeurt. Het wordt ook snel erger, want intussen krijg ik in <strong>de</strong><br />

ga<strong>te</strong>n dat er helemaal niets gebeurt en als er al iets gebeurt, is <strong>de</strong><br />

kwali<strong>te</strong>it ronduit slecht. Zelfs Jip neemt me apart en hij zegt: “Gijs,<br />

ik moet je waarschuwen voor Mario. De man is niet capabel. Hij<br />

organiseert niets en hij loopt <strong>de</strong> hele dag alleen maar heen en weer.<br />

Er k<strong>om</strong>t werkelijk niets uit zijn han<strong>de</strong>n en als er al iets uit k<strong>om</strong>t,<br />

dan moet ik het overnieuw doen.”<br />

Ik praat met haar over Mario en <strong>de</strong> kwali<strong>te</strong>it <strong>van</strong> zijn werk. Zij<br />

zegt: “Het is jouw huis en het zijn jouw cen<strong>te</strong>n. Als je niet<br />

<strong>te</strong>vre<strong>de</strong>n bent, dan trap je hem er toch gewoon uit?”<br />

“Dat vind ik een beetje kort door <strong>de</strong> bocht,” zeg ik <strong>te</strong>rug, “het is<br />

jouw vriend. Ik heb al eens met hem gepraat en het lijkt wel alsof<br />

hij me niet begrijpt. Moet jij niet eens een keertje met hem pra<strong>te</strong>n?<br />

Daarbij heb ik het i<strong>de</strong>e dat hij ver<strong>de</strong>el en heers speelt. Hij vraagt<br />

jou en mij <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> dingen en vervolgens doet hij er niets mee. Ik<br />

loop jou scheef aan <strong>te</strong> kijken en jij mij. Dat kan toch <strong>de</strong> bedoeling<br />

niet zijn?”<br />

“Nogmaals lieverd,” zegt ze <strong>te</strong>gen me, “je <strong>de</strong>nkt toch niet dat ik<br />

het wel en wee <strong>van</strong> Mario, of het nu waar is of niet, een wig tussen<br />

ons in laat drijven. Jij moet doen wat je goeddunkt, ik s<strong>te</strong>un je<br />

onvoorwaar<strong>de</strong>lijk. Hoewel ik me toch afvraag, of hij werkelijk zulk<br />

slecht werk levert als jij beweert.”<br />

Ik ver<strong>te</strong>l Mario voor <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> keer wat ik <strong>van</strong> zijn prestaties vind.<br />

Ik doe dat nu nogal ongezou<strong>te</strong>n, maar Mario haalt zijn schou<strong>de</strong>rs<br />

op. Hij is het maar ge<strong>de</strong>el<strong>te</strong>lijk met me eens. Het ligt in ie<strong>de</strong>r geval


niet aan hem, maar aan <strong>de</strong> <strong>om</strong>standighe<strong>de</strong>n waarin hij moet<br />

werken. Zo zijn <strong>de</strong> ma<strong>te</strong>rialen bijvoorbeeld nooit voorhan<strong>de</strong>n als<br />

hij ze nodig heeft en Jip helpt pas een paar dagen mee. Ik ga <strong>de</strong><br />

discussie met Mario niet eens meer aan en hij belooft weer<br />

be<strong>te</strong>rschap. Althans voor die dingen, die hij zich kan aanrekenen.<br />

Ik had het natuurlijk kunnen we<strong>te</strong>n, want weer veran<strong>de</strong>rt er niets.<br />

Jip neemt mij weer apart en ver<strong>te</strong>lt me dat hij het bes<strong>te</strong> met me<br />

voor heeft, maar dat hij niet meer met Mario wil werken. Als Jip<br />

iets aanpakt, lijkt het zelfs wel of Mario het hem belet en <strong>te</strong>lkens<br />

als hij aan iets is begonnen, moet hij <strong>van</strong> Mario iets an<strong>de</strong>rs gaan<br />

doen.<br />

Dit is <strong>de</strong> druppel en ik besluit Mario eruit <strong>te</strong> gooien. Althans,<br />

netjes <strong>te</strong> betalen voor <strong>de</strong> tot dan gewerk<strong>te</strong> - nou ja, gewerk<strong>te</strong>? -<br />

uren en hem vrien<strong>de</strong>lijk <strong>te</strong> vragen niet meer <strong>te</strong>rug <strong>te</strong> k<strong>om</strong>en. Mario<br />

begrijpt er niets <strong>van</strong>, we zijn zo aardig voor elkaar geweest. Met<br />

mijn opmerking dat ik in<strong>de</strong>rdaad veel <strong>te</strong> aardig voor hem ben<br />

geweest en dat hij daar misbruik <strong>van</strong> heeft gemaakt, vertrekt hij.<br />

Hoofdschud<strong>de</strong>nd. Ik ben weer zo iemand die hem niet begrijpt.<br />

Natuurlijk, doordat hij <strong>de</strong> klus perfect wil<strong>de</strong> uitvoeren, zou het iets<br />

langer gaan duren dan geraamd, maar kwali<strong>te</strong>it heeft zijn prijs en<br />

uitloop heb je overal.<br />

On<strong>de</strong>rtussen is <strong>de</strong> klus pas voor een <strong>de</strong>r<strong>de</strong> klaar en <strong>de</strong> uitgaven<br />

bedragen al an<strong>de</strong>rhalf keer het bedrag dat ik uit wil<strong>de</strong> geven. Ik<br />

vraag Jip, Piet, mijn buurman en Jochem, zijn zoon, <strong>om</strong> me <strong>te</strong><br />

helpen <strong>de</strong> klus af <strong>te</strong> ron<strong>de</strong>n. Ik ga op zoek naar een schil<strong>de</strong>r en die<br />

begint een paar weken la<strong>te</strong>r.<br />

De tuin.<br />

Ze begrijpt nog veel meer dingen niet <strong>van</strong> me. Ze zegt <strong>te</strong>gen me:<br />

“Je hebt zo‟n mooie, gro<strong>te</strong> tuin en het enige dat ik zie, is s<strong>te</strong>nen en<br />

gras.”


Dat begrijp ik weer niet, want het grasveld is nota bene mijn<br />

gro<strong>te</strong> trots. Ik bezit zo‟n aut<strong>om</strong>atische grasmaaier, die geheel op<br />

eigen kracht het gazon bijhoudt. En als „mijn beestje‟, zoals ik <strong>de</strong><br />

machine noem, honger krijgt, dan gaat het aut<strong>om</strong>atisch naar het<br />

laadstation voor nieuwe bat<strong>te</strong>ry power.<br />

Mijn beestje is een bezienswaardigheid. Het is net een levend<br />

wezen, dat <strong>de</strong> gehele dag in <strong>de</strong> tuin aan het zwoegen is. Als ik <strong>de</strong><br />

tuin inkijk, dan zoek ik het aut<strong>om</strong>atisch. Het beestje heeft een<br />

enorm voor<strong>de</strong>el boven een gewone grasmaaier, want het gemaai<strong>de</strong><br />

gras hoeft namelijk niet opgeruimd <strong>te</strong> wor<strong>de</strong>n. Doordat er s<strong>te</strong>eds<br />

maar een paar millime<strong>te</strong>r <strong>van</strong> het gazon wordt afgehaald, valt het<br />

fijne maaisel tussen het gras, waar het c<strong>om</strong>pos<strong>te</strong>ert. Dat is weer<br />

goed voor <strong>de</strong> bemesting <strong>van</strong> het gazon. Ie<strong>de</strong>reen die mijn gazon<br />

ziet bewon<strong>de</strong>rt het mooie grasveld en natuurlijk ook mijn beestje.<br />

Het verzorgen <strong>van</strong> het groene spul in haar tuin in Rhoon was<br />

haar groots<strong>te</strong> hobby en passie. Ze wil zich, ze heeft toch niet veel<br />

<strong>om</strong>han<strong>de</strong>n, ook gaan bezighou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> tuin in St<strong>om</strong>pwijk. Ze is<br />

<strong>van</strong> mening dat nu we samenwonen het ook haar tuin is en dat ze<br />

haar i<strong>de</strong>eën erin kwijt wil. Ik vind het goed, maar ik vraag haar<br />

ermee <strong>te</strong> wach<strong>te</strong>n. Mario is immers net begonnen met <strong>de</strong><br />

werkzaamhe<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> bovenverdieping <strong>van</strong> het huis.<br />

“Mario gaat zijn gang wel,” zegt ze, “daar hoeven jij en ik ons<br />

niet mee bezig <strong>te</strong> hou<strong>de</strong>n. Oké, dan la<strong>te</strong>n we <strong>de</strong> ach<strong>te</strong>rtuin met<br />

rust, maar gun mij dan <strong>te</strong>nmins<strong>te</strong> het pleziertje <strong>van</strong> het „opleuken‟<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> voorkant <strong>van</strong> het huis. Met een paar eenvoudige plantjes<br />

k<strong>om</strong> ik al een heel eind. Het enige dat ik je vraag, is dat je een<br />

keertje met me meegaat naar Intratuin. Ik neem het ophangen,<br />

neerzet<strong>te</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> plan<strong>te</strong>n en wa<strong>te</strong>r geven geheel voor mijn<br />

rekening.”<br />

Ik vind het goed en ik ga met haar mee naar Intratuin. Ze laat<br />

haar oog vallen op hangplantjes voor aan <strong>de</strong> balustra<strong>de</strong> op <strong>de</strong><br />

eers<strong>te</strong> verdieping. Ze koopt er een stuk of twaalf en ik zeg haar dat<br />

het er <strong>te</strong> weinig zijn, gelet op <strong>de</strong> breed<strong>te</strong> <strong>van</strong> het huis. Ze gelooft<br />

me niet en houdt vol dat twaalf genoeg moet zijn.


Ik rijd met haar naar huis en ze gaat direct met het groene spul<br />

aan <strong>de</strong> slag. Ze hangt alle twaalf <strong>de</strong> hangplantjes op en ik krijg<br />

direct gelijk, want het is een spet<strong>te</strong>r op een gloeien<strong>de</strong> plaat. Ik rijd<br />

met haar direct <strong>te</strong>rug naar Intratuin waar ze <strong>de</strong> laats<strong>te</strong> plan<strong>te</strong>n, het<br />

zijn er nog een stuk of vijftien, koopt.<br />

Alle plantjes hangen nu aan <strong>de</strong> balustra<strong>de</strong> en ze staat met haar<br />

han<strong>de</strong>n in haar zij haar werk <strong>te</strong> bewon<strong>de</strong>ren. Ze vraagt aan me:<br />

“Zeg eens eerlijk, het ziet er nu toch al een stuk gezelliger uit dan<br />

eerst?”<br />

Ik kan niet an<strong>de</strong>rs dan haar gelijk geven en mijn opmerking krijgt<br />

direct een onbedoeld motiveren<strong>de</strong> werking op haar, want ze zegt:<br />

“Laat ik dan gelijk maar doorgaan met <strong>de</strong> perkjes aan <strong>de</strong> rand <strong>van</strong><br />

het huis, want nu die plantjes aan <strong>de</strong> balustra<strong>de</strong> hangen, valt pas op<br />

hoe kaal <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rkant is.”<br />

“Dan mag ik zeker weer mee naar Intratuin?” vraag ik. “Daar<br />

heb ik helemaal geen zin in.”<br />

“Je hebt er nauwelijks iets aan gedaan,” zegt ze, “alleen twee keer<br />

op en neer gere<strong>de</strong>n. S<strong>te</strong>l je niet aan. Daarbij, het zijn maar kleine<br />

perkjes. Moet je eens kijken hoe het aangezicht <strong>van</strong> het huis er<strong>van</strong><br />

opknapt.”<br />

“La<strong>te</strong>n we het nou niet doen?” smeek ik haar zowat. “Alsjeblieft,<br />

ik begin inmid<strong>de</strong>ls mijn han<strong>de</strong>n vol <strong>te</strong> krijgen aan Mario. Ik wil er<br />

eerst voor zorgen dat die klus afgerond wordt.”<br />

“Ach lieverd,” zegt ze een beetje meewarig, “wat ben je toch een<br />

stadsmannetje. Het is nu <strong>de</strong> tijd <strong>om</strong> het <strong>te</strong> doen, want an<strong>de</strong>rs<br />

moe<strong>te</strong>n we wach<strong>te</strong>n tot volgend jaar. Bovendien kost het jou geen<br />

tijd of inspanning. Ik doe het allemaal zelf en jij hoeft je er zelfs<br />

helemaal niet mee <strong>te</strong> bemoeien. Je gunt mij toch ook wel mijn<br />

hobby? Daarbij, ik heb nog geen baan en daar<strong>om</strong> niet zoveel<br />

<strong>om</strong>han<strong>de</strong>n.”<br />

“Ik moet an<strong>de</strong>rs wel s<strong>te</strong>eds met je mee naar Intratuin,” zeg ik,<br />

“waar<strong>om</strong> neem je gewoon mijn auto niet en ga je zelf?”


Ze antwoordt: “Schat, heb je enig i<strong>de</strong>e hoe graag ik dat zou<br />

willen? Helaas durf ik nog s<strong>te</strong>eds niet in die gro<strong>te</strong> auto <strong>van</strong> jou <strong>te</strong><br />

rij<strong>de</strong>n. S<strong>te</strong>l dat ik dat enorme mons<strong>te</strong>r in <strong>de</strong> soep rijd.”<br />

Ik ga akkoord, maar ik benadruk nog een keertje dat ik er ver<strong>de</strong>r<br />

helemaal niets aan ga doen.<br />

Weer ga ik met haar mee naar Intratuin. Ze koopt voor een<br />

vermogen aan groen spul en eenmaal thuis gek<strong>om</strong>en gaat ze<br />

enthousiast aan <strong>de</strong> slag. Ze poot <strong>de</strong> plantjes en <strong>de</strong> klimrozen<br />

bevestigt ze aan <strong>de</strong> klimrekken, die door Mario zijn opgehangen.<br />

De rekjes, inclusief rozen vallen helaas allemaal <strong>van</strong> <strong>de</strong> muur af.<br />

Ik besluit ze zelf maar even vast <strong>te</strong> zet<strong>te</strong>n. Het kost me nog geen<br />

half uur en nu blijven ze gewoon hangen.<br />

Weer verkijkt ze zich op <strong>de</strong> groot<strong>te</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> perkjes voor het huis<br />

en weer koopt ze <strong>te</strong> weinig plantjes. Ik moet weer met haar mee en<br />

weer loop ik door Intratuin. Ik vraag haar <strong>om</strong> een papieren zak,<br />

zodat ik die over mijn hoofd kan doen. Ze vraagt me waar<strong>om</strong> en<br />

ik schets haar mijn doemscenario. Ik zeg: “Wat zullen mijn<br />

vrien<strong>de</strong>n <strong>van</strong> me zeggen als ze me hier met al die plantjes zien<br />

lopen? Gelukkig kan ik me aan <strong>de</strong> gedach<strong>te</strong> vasthou<strong>de</strong>n, dat mijn<br />

vrien<strong>de</strong>n hier niet k<strong>om</strong>en.”<br />

Ik waggel, een motorisch gestoor<strong>de</strong> imbeciel nabootsend, naast<br />

haar.<br />

“Doe normaal,” bijt ze me toe, “we lopen voor lul.”<br />

Ik geef haar helemaal gelijk en ik blijf waggelend met haar<br />

meelopen door Intratuin. Ze vindt het ech<strong>te</strong>r helemaal niet leuk en<br />

ze zegt pinnig: “Ik ken er wel meer die zo zijn begonnen als jij. Nu<br />

hebben ze hun hobby er<strong>van</strong> gemaakt en ze zijn <strong>de</strong> tuin niet meer<br />

uit <strong>te</strong> slaan.”<br />

Ik lach haar uit: “Is dat wat je met me voorhebt? Dat ik ook zo‟n<br />

plantjesverzorger wordt? De enige plant die ik nog een beetje kan<br />

waar<strong>de</strong>ren heet ijsbergsla en die kun je gewoon kopen bij <strong>de</strong><br />

supermarkt.”


Sinds ze met tuinieren bezig is, zit ze continu in <strong>de</strong> Bakker<br />

plan<strong>te</strong>ngids <strong>te</strong> lezen, bekijkt fol<strong>de</strong>rs <strong>van</strong> <strong>te</strong>rrassen en tuinmeubilair<br />

en ze surft het in<strong>te</strong>rnet af naar nog meer groen geluk. De hele dag<br />

praat ze over <strong>de</strong> tuin, welke plantjes ze waar gaat zet<strong>te</strong>n, waar <strong>de</strong><br />

<strong>te</strong>rrassen gaan k<strong>om</strong>en, hoe <strong>de</strong> tuinverlichting eruit moet gaan zien,<br />

hoe <strong>de</strong> beschoeiing <strong>van</strong> <strong>de</strong> vaart opgeknapt dient <strong>te</strong> gaan wor<strong>de</strong>n,<br />

enzovoorts. Ie<strong>de</strong>r mens heeft recht op zijn passie, maar zij sleurt<br />

me nogal fors mee in <strong>de</strong> hare. Ik reageer fel en ik zeg: “Daar k<strong>om</strong>t<br />

niets <strong>van</strong> in. De tuin blijft voorlopig zoals hij is. Eerst moet <strong>de</strong> klus<br />

op <strong>de</strong> bovenverdieping afgerond wor<strong>de</strong>n.”<br />

Inmid<strong>de</strong>ls ben ik vas<strong>te</strong> klant gewor<strong>de</strong>n bij <strong>de</strong> Intratuin <strong>van</strong><br />

Zoe<strong>te</strong>rmeer. Ik drijf er s<strong>te</strong>eds meer <strong>de</strong> spot mee, wat ze helemaal<br />

niet kan waar<strong>de</strong>ren. Ze snapt alleen mijn boodschap niet en ze gaat<br />

volledig voorbij aan het feit, dat ik het alleen voor haar doe.<br />

Ze is gelukkig klaar met <strong>de</strong> perkjes voor het huis. “Zie je hoe<br />

leuk het staat,” jubelt ze, “en je kunt me niet wijsmaken dat jij er<br />

nu ook geen plezier in hebt. Het is toch geweldig <strong>om</strong> <strong>te</strong> zien hoe<br />

het huis is opgeknapt. Zeker als je in ogenschouw neemt hoe<br />

weinig werk het is geweest.”<br />

Ik zeg niets en ik kijk haar be<strong>de</strong>nkelijk aan. Ze ziet het en ze zegt:<br />

“Of wil je s<strong>om</strong>s beweren dat jij er veel werk aan hebt gehad?”<br />

Denkt ze dat nu echt? Dat ik er geen werk aan of last <strong>van</strong> heb<br />

gehad? Is ze al die rit<strong>te</strong>n naar Intratuin alweer verge<strong>te</strong>n? Ziet ze<br />

niet dat ik al haar gepraat rond<strong>om</strong> bloemen, hees<strong>te</strong>rs en b<strong>om</strong>en<br />

totaal niet boeiend vind, laat staan dat geouwehoer over <strong>te</strong>rrassen<br />

en verlichting voor <strong>de</strong> ach<strong>te</strong>rtuin. Zij kan leuk beweren dat ik niets<br />

aan <strong>de</strong> tuin doe. Ze heeft eige<strong>nl</strong>ijk wel gelijk, want naast het<br />

klussen op <strong>de</strong> bovenverdieping ben ik het, die s<strong>te</strong>eds haar kind<br />

uitkleedt, haar in haar pyjama hijst, haar helpt met tan<strong>de</strong>n poetsen<br />

en op bed leg. Zij hoeft haar kind alleen nog maar wel<strong>te</strong>rus<strong>te</strong>n <strong>te</strong><br />

zeggen. Ook ben ik het die s<strong>te</strong>eds vaker <strong>de</strong> boodschappen doe en<br />

het e<strong>te</strong>n kook. Ik vraag haar sarcastisch hoe het met haar<br />

waarnemingsvermogen ges<strong>te</strong>ld is.


“Hoezo?” vraagt ze.<br />

Ik ver<strong>te</strong>l het haar, maar ze is zo verrukt over het effect <strong>van</strong> haar<br />

werk, dat ze me niet eens hoort. Enthousiast gaat ze ver<strong>de</strong>r: “Ik<br />

ben nu zo lekker bezig en het huis knapt er zo <strong>van</strong> op, ik ga gelijk<br />

door met <strong>de</strong> ach<strong>te</strong>rtuin.”<br />

Ik verslik me zoals je dat alleen maar in <strong>te</strong>kenfilms ziet. Ik proest<br />

uit: “Over mijn lijk! Daar k<strong>om</strong>t niets <strong>van</strong> in.”<br />

Ze houdt vol dat het mij, net als bij <strong>de</strong> perkjes, geen tijd en<br />

energie gaat kos<strong>te</strong>n en dat ik er helemaal geen hin<strong>de</strong>r <strong>van</strong> ga<br />

on<strong>de</strong>rvin<strong>de</strong>n. Daarbij wil ze alleen wat basisvoorzieningen<br />

aa<strong>nl</strong>eggen, zodat ze het volgend jaar een goe<strong>de</strong> start kan maken.<br />

“Je kunt mijn rug op,” zeg ik <strong>te</strong>gen haar, “je ziet niet eens wat ik<br />

allemaal heb gedaan aan <strong>de</strong> perkjes in <strong>de</strong> voortuin. Ik zie <strong>de</strong> bui al<br />

hangen. Als ik „ja‟ zeg, dan ben ik weer <strong>de</strong> lul. Dat doe ik niet.<br />

Ver<strong>de</strong>r is die tuin veel <strong>te</strong> groot <strong>om</strong> het net zo aan <strong>te</strong> pakken als die<br />

perkjes. Daarin heb jij je al verslikt en dat staat je met <strong>de</strong> ach<strong>te</strong>rtuin<br />

nogmaals <strong>te</strong> gebeuren. Maar dan in overtreffen<strong>de</strong> trap. Zeker als<br />

het <strong>om</strong> basisvoorzieningen gaat. Dat is grof werk en daar heb je<br />

gro<strong>te</strong> machines voor nodig.”<br />

“Ach, lieve schat, “ zegt ze met een tri<strong>om</strong>fan<strong>te</strong>lijk gezicht, “dat<br />

weet ik toch allemaal allang. Ik ben toch niet blond. Ik heb echt<br />

wel gezien wat je allemaal al gedaan hebt en daar<strong>om</strong> hou ik ook<br />

zoveel <strong>van</strong> je. Maar, ik heb er ook <strong>van</strong> geleerd. De ach<strong>te</strong>rtuin ga ik<br />

an<strong>de</strong>rs doen. Ik heb het er al met Jochem over gehad en hij is<br />

gaarne bereid me <strong>te</strong> helpen.”<br />

Jochem heeft een <strong>te</strong>kening <strong>van</strong> <strong>de</strong> tuin nodig. Zij is het niet met<br />

hem eens, want een tuin hoef je niet in één keer af <strong>te</strong> maken. Het<br />

stukje grond meet ech<strong>te</strong>r zo‟n slordige 50 bij 20 me<strong>te</strong>r en Jochem<br />

kan niet beginnen zon<strong>de</strong>r <strong>te</strong>kening.<br />

Met plantjes en <strong>de</strong>rgelijke kun je smokkelen, maar met <strong>de</strong> aa<strong>nl</strong>eg<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> basisvoorzieningen niet. Ze heeft <strong>de</strong> hele tijd al zit<strong>te</strong>n<br />

pra<strong>te</strong>n over <strong>te</strong>rrassen, verlichtingen, paadjes, plantjes, tuinmeubels,<br />

enzovoorts, dus ik verwacht dat ze een <strong>te</strong>kening voor Jochem gaat


maken. Ze doet het ech<strong>te</strong>r niet en Jochem gaat niet beginnen<br />

zon<strong>de</strong>r. Ik hoor haar met Jochem discussiëren waarbij Jochem<br />

s<strong>te</strong>eds zegt dat zij hem moet ver<strong>te</strong>llen wat ze wil. Hij kijkt mij met<br />

een hulpeloze blik aan, maar ik doe alsof mijn neus bloedt.<br />

Inmid<strong>de</strong>ls heb ik al iets <strong>te</strong> veel <strong>te</strong> maken gehad met <strong>de</strong> tuin.<br />

Inmid<strong>de</strong>ls krijg ik het lazarus <strong>van</strong> die tuin en ik begin me er aan<br />

<strong>te</strong> ergeren. Ik erger me niet alleen aan <strong>de</strong> tuin zelf, maar ook aan<br />

het constan<strong>te</strong> geouwehoer erover. Te pas en <strong>te</strong> onpas is het ineens<br />

mijn tuin, met name als er een beslissing gen<strong>om</strong>en moet wor<strong>de</strong>n<br />

over <strong>de</strong> uitgaven. Ik wil geen fol<strong>de</strong>rs meer inkijken <strong>van</strong> perken,<br />

pla<strong>te</strong>aus, tuinmeubelen en plan<strong>te</strong>n.<br />

Ik krijg woor<strong>de</strong>nwisselingen met haar. Ze begrijpt me niet. Ik<br />

geef veel geld uit en ik wil niet eens we<strong>te</strong>n waaraan. Het maakt me<br />

echt niet uit en ik wil er helemaal <strong>van</strong>af.<br />

Ik geef haar een budget en ik vraag als <strong>te</strong>genprestatie of ik me<br />

dan helemaal niet meer met <strong>de</strong> tuin hoef <strong>te</strong> bemoeien. Ze vraagt of<br />

ik serieus ben, want ze vindt het bedrag dat ik maximaal wil<br />

bes<strong>te</strong><strong>de</strong>n veel <strong>te</strong> laag.<br />

“Maak dan een plan,” zeg ik <strong>te</strong>gen haar, “met een mooi<br />

kos<strong>te</strong>nplaatje erbij. Jij hebt toch bedrijfskun<strong>de</strong> gestu<strong>de</strong>erd? Dat<br />

kan dan toch niet zo‟n groot probleem voor je zijn. Met het plan<br />

kun je kijken hoe en wanneer wat moet gebeuren. Dat plan overleg<br />

je vervolgens met mij en dat is dan het allerlaats<strong>te</strong> dat ik nog aan<br />

die tuin wil doen.”<br />

Ze k<strong>om</strong>t er ech<strong>te</strong>r niet uit en ze vraagt me zelfs <strong>om</strong> hulp. “Jij<br />

durft,” grap ik, “ga je mij <strong>om</strong> hulp vragen? Jij bent toch het groene<br />

won<strong>de</strong>r <strong>van</strong> <strong>de</strong> natuur? Ik peins er niet over <strong>om</strong> voor jou een<br />

schets <strong>van</strong> <strong>de</strong> tuin <strong>te</strong> maken.”<br />

“Maar ik weet dat je i<strong>de</strong>eën hebt,” zegt ze, “want ik heb jou ze<br />

<strong>te</strong>gen Jochem horen ver<strong>te</strong>llen.”<br />

Ze begint <strong>te</strong> slijmen: “Ach, toe? Voor mij? Voor één keertje. Ik<br />

maak het <strong>van</strong>avond helemaal goed met je.”


Ik laat me overhalen en ik zeg: “Oké, ik ontstijg mezelf en ik ga<br />

voor één keertje met jou als „Hendrik Jan <strong>de</strong> tuinman‟ door <strong>de</strong> tuin<br />

lopen.”<br />

Ik loop met haar door <strong>de</strong> tuin en ik laat mijn creativi<strong>te</strong>it, voor<br />

zover ik verstand heb <strong>van</strong> <strong>de</strong> aa<strong>nl</strong>eg <strong>van</strong> tuinen, zijn beloop. Ik<br />

wijs aan hoe ik <strong>de</strong> tuin voor me zie. Ik wijs <strong>de</strong> plaats aan <strong>van</strong><br />

<strong>te</strong>rrassen, afscheidingen, perken, plan<strong>te</strong>n, b<strong>om</strong>en en hees<strong>te</strong>rs. Ik<br />

houd ook rekening met een gro<strong>te</strong> grasmat, want ik wil mijn beestje<br />

aan het werk blijven zien.<br />

Ze is in een oppers<strong>te</strong> staat <strong>van</strong> verrukking. “Ik wist het!” zegt ze<br />

enthousiast. “Jij hebt zoveel meer in je mars dan waar je voor uit<br />

wilt k<strong>om</strong>en. Je hebt zelfs verstand <strong>van</strong> <strong>de</strong> aa<strong>nl</strong>eg <strong>van</strong> tuinen! Je wilt<br />

het alleen voor jezelf niet toegeven.”<br />

Ik luis<strong>te</strong>r maar half naar haar geslijm en ik ga met haar het huis<br />

in. Even la<strong>te</strong>r k<strong>om</strong>t ze met een stuk papier en potlood naar me toe<br />

en ze vraagt of ik mijn i<strong>de</strong>eën op het papier wil krabbelen.<br />

“Ammehoela,” zeg ik <strong>te</strong>gen haar, “je weet het nu toch. De rest<br />

doe je zelf maar.”<br />

Jochem gaat aan <strong>de</strong> slag met haar „plan‟. Hij gaat rekenen en<br />

maakt een ruwe begroting. Die k<strong>om</strong>t ongeveer tien keer zo hoog<br />

uit dan ik maximaal wil uitgeven. Ik veeg het plan dan ook zon<strong>de</strong>r<br />

pardon <strong>van</strong> tafel.<br />

“Jij hebt nota bene zelf ver<strong>te</strong>ld hoe je <strong>de</strong> tuin wilt hebben,” zegt<br />

ze verwij<strong>te</strong>nd.<br />

“Jij hebt nooit rekening gehou<strong>de</strong>n met het budget dat ik je al<br />

eer<strong>de</strong>r genoemd heb,” kaats ik <strong>te</strong>rug, “en daarbij heb jij er dingen<br />

bij verzonnen, die een vermogen kos<strong>te</strong>n.”<br />

Zij is <strong>de</strong> mening toegedaan dat ik haar op haar bek laat gaan <strong>te</strong>n<br />

aanzien <strong>van</strong> Jochem en ze neemt het me hoogst kwalijk. Ergens<br />

heeft ze wel gelijk, maar ze heeft ook niet naar me geluis<strong>te</strong>rd.<br />

Ze baalt er<strong>van</strong> als een s<strong>te</strong>kker en ze besluit voorlopig helemaal<br />

niets meer <strong>te</strong> doen aan <strong>de</strong> tuin. Iets, dat ik <strong>van</strong> har<strong>te</strong> toejuich.


Ze pakt me ineens <strong>van</strong> ach<strong>te</strong>ren beet en ze begint aan me <strong>te</strong><br />

friemelen. “Het budget dat je een paar dagen gele<strong>de</strong>n genoemd<br />

hebt voor het opknappen <strong>van</strong> <strong>de</strong> ach<strong>te</strong>rtuin,” lispelt ze, <strong>te</strong>rwijl ze<br />

in mijn nek hijgt, “heb ik dat nog? Mag ik dat nog gebruiken?”<br />

“Ik heb liever dat je het helemaal niet gebruikt,” lach ik, “maar<br />

hoe erg ik het ook vind dat je in <strong>de</strong> ach<strong>te</strong>rtuin aan <strong>de</strong> slag gaat,<br />

beloofd is beloofd. Een man een man, een woord een woord.”<br />

“Natuurlijk is het budget veel <strong>te</strong> laag,” zegt ze, “maar ik ga me er<br />

gewoon mee red<strong>de</strong>n.”<br />

Ik antwoord: “Ik vind alles best, als ik er maar geen last <strong>van</strong> heb.<br />

Ik hoop dat je nu je lesje wel hebt geleerd.”<br />

“Maar toch is het niet eerlijk,” zegt ze, “want nu moet ik uit mijn<br />

budget ook aan <strong>de</strong> basisvoorzieningen gaan meebetalen. Die<br />

kos<strong>te</strong>n had je toch gekregen, dus ik vind dat jij die moet betalen.<br />

Mijn budget gebruik ik vervolgens voor het aankle<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

tuin.”<br />

Ik voel aan mijn theewa<strong>te</strong>r dat ik alweer door haar word genaaid.<br />

Aan <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re kant heeft ze ook wel gelijk. Een aantal<br />

voorzieningen, zoals <strong>de</strong> erfafscheiding tussen mijn tuin en <strong>de</strong><br />

buren, ston<strong>de</strong>n in<strong>de</strong>rdaad al op <strong>de</strong> n<strong>om</strong>inatie <strong>om</strong> aangebracht <strong>te</strong><br />

wor<strong>de</strong>n.<br />

“Is het dan klaar? Heb je dan je zin? Ben je dan echt gelukkig?”<br />

vraag ik haar bijna smekend. “Houdt het hierna op?”<br />

“Ik <strong>de</strong>nk het wel,” zegt ze, “maar dat weet ik niet zeker. Een tuin<br />

heeft constant aandacht nodig.”<br />

Ik zeg: “Als ik het maar niet hoef <strong>te</strong> doen, want ik heb het nu<br />

wel zo‟n beetje gehad met die kuttuin <strong>van</strong> jou.”<br />

“Gadverdamme,” zegt ze, “waar<strong>om</strong> zeg je nu het woord<br />

„kuttuin‟? Ik doe het voor ons en ik leg mijn ziel en zaligheid erin.<br />

Daarbij, <strong>de</strong> win<strong>te</strong>r k<strong>om</strong>t eraan en dan kun je niet eens meer iets<br />

doen. Het is nog maar eventjes. Daarbij hoeft er volgend jaar<br />

helemaal niets an<strong>de</strong>rs meer <strong>te</strong> gebeuren dan het po<strong>te</strong>n <strong>van</strong> plantjes<br />

en bloemen. Daar heb ik jou niet voor nodig en het kost bijna<br />

geen geld.”


Ik laat haar maar haar gang gaan, <strong>te</strong>rwijl ik vermoed, dat ik er<br />

snel spijt <strong>van</strong> ga krijgen. Ik vraag me af wat ze gaat verzinnen als<br />

dit ach<strong>te</strong>r <strong>de</strong> rug is.<br />

Ze maakt een lijst, gebaseerd op het nieuwe budget en ze gaat<br />

aan <strong>de</strong> slag. Ze bes<strong>te</strong>lt 225 coniferen en 150 beukenhaagplantjes.<br />

De coniferen zijn voor <strong>de</strong> tuinafscheiding met <strong>de</strong> buren rechts,<br />

dus die vallen bui<strong>te</strong>n haar budget. Ze gaat gelijk door met <strong>de</strong> rest.<br />

Twee <strong>te</strong>rrassen wor<strong>de</strong>n aangelegd, een paar perkjes wor<strong>de</strong>n alvast<br />

gegraven en voorzien <strong>van</strong> plan<strong>te</strong>n. In het <strong>de</strong>el wat „<strong>de</strong> tuin <strong>van</strong> het<br />

kind‟ heet, staan nu een blokhut en een sch<strong>om</strong>mel. Er k<strong>om</strong>en<br />

gro<strong>te</strong> pot<strong>te</strong>n in <strong>de</strong> voortuin en <strong>de</strong> b<strong>om</strong>en op <strong>de</strong> erfafscheiding met<br />

<strong>de</strong> buren links krijgen haar onver<strong>de</strong>el<strong>de</strong> aandacht. Ze nemen <strong>de</strong><br />

zon weg uit <strong>de</strong> tuin en ze moe<strong>te</strong>n kor<strong>te</strong>r gemaakt wor<strong>de</strong>n. Een<br />

aantal b<strong>om</strong>en moe<strong>te</strong>n zelfs helemaal verdwijnen.<br />

Ze bespreekt met <strong>de</strong> buurvrouw wat ze <strong>van</strong> plan is en die lijkt<br />

akkoord <strong>te</strong> gaan. Jochem gaat aan <strong>de</strong> slag. Er wor<strong>de</strong>n vijf b<strong>om</strong>en<br />

neergehaald en <strong>de</strong> rest wordt ingekort tot een me<strong>te</strong>r of vier.<br />

Tot een opzich<strong>te</strong>r <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeen<strong>te</strong> het werk stillegt. De<br />

buurvrouw heeft bezwaar gemaakt en een klacht ingediend. Er<br />

ontstaat, zoals zo vaak bij een erfafscheiding, een ordinaire<br />

burenruzie en ik moet het <strong>van</strong> haar gaan regelen. Het is immers<br />

mijn buurvrouw en mijn tuin, dus het is mijn probleem.<br />

Ik had het kunnen we<strong>te</strong>n. Het leek weer onschuldig <strong>te</strong> beginnen.<br />

Ik zie haar nog staan toen ze me verzeker<strong>de</strong>, dat ik me nergens<br />

mee hoef<strong>de</strong> <strong>te</strong> bemoeien. Maar ik ben het, die overal over moet<br />

beslissen, keuzes moet maken en op moet tre<strong>de</strong>n. En ik wil<br />

helemaal niets <strong>te</strong> maken hebben met die kuttuin.<br />

Ik wil hooguit <strong>de</strong> rekening betalen. En <strong>de</strong> rekening, die betaal ik.<br />

De perkjes voor het huis zijn inmid<strong>de</strong>ls gevuld met plan<strong>te</strong>n. De<br />

balustra<strong>de</strong> hangt vol met groen spul. De tuin staat vol met allerlei<br />

nieuwe beplanting. Het is hoog z<strong>om</strong>er en behoorlijk warm. Helaas<br />

heeft ze, gezien het feit dat het kind ineens haar volledige aandacht


nodig schijnt <strong>te</strong> hebben, niet voldoen<strong>de</strong> tijd over <strong>om</strong> <strong>de</strong> nieuw<br />

gepo<strong>te</strong> plantjes <strong>te</strong> besproeien.<br />

“Toen <strong>de</strong> plantjes <strong>de</strong> grond in moes<strong>te</strong>n, zat je er niet zo mee dat<br />

je kind zo weinig aandacht kreeg,” verwijt ik haar.<br />

“Dat is an<strong>de</strong>rs,” zegt ze, “want als ik ze niet in <strong>de</strong> grond had<br />

gezet, dan zou<strong>de</strong>n ze dood zijn gegaan.”<br />

“Ze gaan nu toch ook dood?” zeg ik.<br />

“Mijn kind heeft aandacht nodig,” houdt ze vol, “en het is<br />

trouwens jouw inves<strong>te</strong>ring. Doe ermee wat je goeddunkt.”<br />

Daar kan ik het mee doen.<br />

Ik besluit mijn inves<strong>te</strong>ring toch maar veilig <strong>te</strong> s<strong>te</strong>llen. Ik zet mijn<br />

verstand op oneindig en ik ga <strong>de</strong> plantjes besproeien. Ik doe dat nu<br />

bijna elke avond, want het is zeer warm. Ik zeg <strong>te</strong>gen haar dat ik<br />

me een Jan Lul voel, maar zij wuift mijn opmerking weg. “Geloof<br />

me schat,” verzekert ze me, “vroeger of la<strong>te</strong>r ga jij tuinieren echt<br />

wel leuk vin<strong>de</strong>n.”<br />

Ik kijk haar meewarig aan en ik <strong>de</strong>nk: “Wat haat ik die kuttuin!”<br />

De werkzaamhe<strong>de</strong>n rond<strong>om</strong> het huis - ik krijg het woord tuin<br />

niet meer uit mijn strot - gaan op een laag pitje door. Jochem<br />

werkt samen met Erwin, een goe<strong>de</strong> vriend <strong>van</strong> hem, elke avond<br />

een paar uurtjes door. Als <strong>de</strong> schemering invalt stoppen ze.<br />

Voordat ze naar huis gaan, k<strong>om</strong>en ze eerst nog eventjes een biertje<br />

drinken. De jongens kunnen er niets aan doen, maar hun<br />

aanwezigheid ergert me <strong>om</strong>dat ik het rechtstreeks in verband<br />

breng met mijn ergernis rond<strong>om</strong> <strong>de</strong> tuin. Ik zeg het ook <strong>te</strong>gen<br />

haar, maar ze is <strong>van</strong> mening dat het mijn eigen schuld is. Ik ben<br />

het, die ze heeft uitgenodigd.


Een huiselijke woonkamer.<br />

Mijn woonkamer ontk<strong>om</strong>t ook niet aan haar drang <strong>om</strong> mijn huis<br />

leuker en gezelliger <strong>te</strong> maken. Wekelijks wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> meubels<br />

versleept en op an<strong>de</strong>re plaatsen gezet. Helaas krijgt ze maar geen<br />

thuisgevoel. Ze heeft ech<strong>te</strong>r een t<strong>om</strong>eloze energie en ze weet niet<br />

<strong>van</strong> ophou<strong>de</strong>n. Tegelijk baalt ze er<strong>van</strong> dat het niet helpt.<br />

Ik zeg <strong>te</strong>gen haar dat het ook geen zin heeft, <strong>om</strong>dat <strong>de</strong><br />

woonkamer <strong>te</strong> groot is en dat daar, net als met <strong>de</strong> tuin, een plan<br />

voor gemaakt moet wor<strong>de</strong>n. Ik ver<strong>te</strong>l haar dat ik ook geen gro<strong>te</strong><br />

uitgaven meer wil doen, <strong>om</strong>dat ik het gedoe in en rond<strong>om</strong> het huis<br />

nu zo langzamerhand wel genoeg vind. Mijn opmerking boeit haar<br />

maar matig.<br />

Joke, haar schoonzus, heeft me er al voor gewaarschuwd. “Als zij het op<br />

haar heupen krijgt, en dat krijgt ze, dan sleept en sleurt ze net zo lang met <strong>de</strong><br />

meubels tot ze <strong>te</strong>vre<strong>de</strong>n is,” beweert ze, “eer<strong>de</strong>r stopt ze niet en er is ook niets<br />

dat haar zal kunnen stoppen.”<br />

Ik leg Joke uit dat het tussen ons an<strong>de</strong>rs gaat en dat ze wel <strong>de</strong>gelijk luis<strong>te</strong>rt<br />

naar re<strong>de</strong>lijke argumen<strong>te</strong>n.<br />

Joke kijkt me meewarig aan en zegt: “Je zult nog wel eens aan mijn<br />

opmerking <strong>te</strong>rug<strong>de</strong>nken.”<br />

Ik leg let<strong>te</strong>rlijk een embargo op het verslepen <strong>van</strong> <strong>de</strong> meubels en<br />

het kopen <strong>van</strong> prullen en plan<strong>te</strong>n. Ik zeg <strong>te</strong>gen haar: “Het maakt<br />

toch geen verschil, wat je ook koopt en waar je het ook neerzet.<br />

De kamer is <strong>te</strong> groot en dat moet an<strong>de</strong>rs aangepakt wor<strong>de</strong>n. Zoals<br />

je nu bezig bent, kun je het dus net zo goed la<strong>te</strong>n. Daarbij is het<br />

een mooi project voor het volgend jaar, als ik <strong>te</strong>gen die tijd<br />

<strong>te</strong>nmins<strong>te</strong> niet persoo<strong>nl</strong>ijk failliet ben.”<br />

Het kind roert zich in <strong>de</strong> discussie en ze vraagt: “Wat is dat?<br />

Failliet?”<br />

Ik zeg: “Dan is al het geld op.”


Het kind trekt een bezorgd gezicht en zegt: “Kunnen we dan<br />

geen e<strong>te</strong>n meer kopen?”<br />

Ik grap: “Als jouw moe<strong>de</strong>r zo doorgaat, lopen we dat risico<br />

in<strong>de</strong>rdaad.”<br />

Het kind kijkt haar moe<strong>de</strong>r verschrikt aan en roept: “Mama, stop<br />

er dan mee. We moe<strong>te</strong>n toch e<strong>te</strong>n kunnen kopen!”<br />

Ik schiet in <strong>de</strong> lach en ik laat het erbij. Haar moe<strong>de</strong>r kan mijn<br />

opmerking ech<strong>te</strong>r niet waar<strong>de</strong>ren en ze probeert haar kind gerust<br />

<strong>te</strong> s<strong>te</strong>llen. Maar ze is het niet met me eens en ze houdt vol: “Het<br />

wordt er toch s<strong>te</strong>eds mooier en leuker op?”<br />

“Ik vind er geen bal aan,” zeg ik, “en ik word er alleen maar moe<br />

en gefrustreerd <strong>van</strong>. Daarbij vraag ik jou op basis <strong>van</strong> re<strong>de</strong>lijkheid<br />

iets <strong>te</strong> doen of <strong>te</strong> la<strong>te</strong>n. Vervolgens geef je me <strong>de</strong> s<strong>te</strong>lligs<strong>te</strong> indruk<br />

dat we er overeens<strong>te</strong>mming over hebben en ineens doe je het toch<br />

weer zoals je het oorspronkelijk in je hoofd had. Dan spreek ik je<br />

erop aan en ik weet niet waar je het talent <strong>van</strong>daan haalt, maar je<br />

hebt altijd één of an<strong>de</strong>re re<strong>de</strong>n klaar waar<strong>om</strong> je het toch of an<strong>de</strong>rs<br />

hebt gedaan.”<br />

Ze pro<strong>te</strong>s<strong>te</strong>ert. “Dat is niet waar,” zegt ze, “ik doe het nota bene<br />

alleen maar voor jou, want het is jouw huis dat ik verfraai.”<br />

“Hoe krijgt ze het in godsnaam uit haar mond?” <strong>de</strong>nk ik. “Hoor<br />

ik haar nu echt beweren dat ze het alleen maar voor mij doet?”<br />

Ik geloof mij eigen oren niet. Ik kijk haar hoofdschud<strong>de</strong>nd aan<br />

en ik besluit niets meer <strong>te</strong> zeggen. Hier<strong>te</strong>gen kan ik niet op.<br />

Ik besluit <strong>de</strong> toon <strong>van</strong> mijn vragen <strong>te</strong> veran<strong>de</strong>ren. Vragen helpt<br />

niet, dus ik ga maar bevelen. Ik doe het en ze pikt het niet.<br />

“Wie <strong>de</strong>nk jij wel dat je bent <strong>om</strong> mij zo <strong>te</strong> c<strong>om</strong>man<strong>de</strong>ren?”<br />

vraagt ze me, als ik haar <strong>de</strong> eers<strong>te</strong> keer op <strong>de</strong> nieuwe toon<br />

toespreek.<br />

Ik ver<strong>de</strong>dig het niet eens en ik zeg <strong>te</strong>gen haar: “Ik ben <strong>de</strong> baas in<br />

dit huis en als je het niet zint, dan weet je wat je kunt doen. Vanaf<br />

nu bepaal ik wat er wel of niet gebeurt.”


Ze mag nog een paar kleine dingen in <strong>de</strong> slaapvertrekken<br />

afmaken en een paar dingen doen in <strong>de</strong> tuin. Aan <strong>de</strong> woonkamer<br />

mag niets meer veran<strong>de</strong>ren, dat k<strong>om</strong>t pas na <strong>de</strong> win<strong>te</strong>r. Ik vraag<br />

haar of ik nu dui<strong>de</strong>lijk genoeg ben geweest. Ik vraag haar ook of ze<br />

gaat doen wat ik gezegd heb. Ze kan niet an<strong>de</strong>rs en ze gaat<br />

schoorvoe<strong>te</strong>nd akkoord.<br />

Toch blijft ze periodiek meubels verslepen en het aantal plan<strong>te</strong>n<br />

neemt met <strong>de</strong> dag toe. Mijn huis lijkt wel een kleine Intratuin. Zij<br />

<strong>de</strong>nkt dat ik het niet zie en ik doe maar net alsof ik het niet zie.<br />

Ik k<strong>om</strong> thuis en <strong>de</strong> hele san<strong>te</strong>nkraam is weer eens versleept. Ik<br />

heb er een paar keer niets <strong>van</strong> gezegd, dus waarschij<strong>nl</strong>ijk <strong>de</strong>nkt ze<br />

dat ze ermee weg kan k<strong>om</strong>en. Ik spreek haar erop aan.<br />

“Je moet toch toegeven dat het leuker staat dan hiervoor,” zegt<br />

ze, alsof ik dat antwoord niet al ken<strong>de</strong>. Ze gaat door: “Je wilt toch<br />

ook in een thuis thuisk<strong>om</strong>en. Ik heb erover nagedacht, <strong>de</strong>ze<br />

ops<strong>te</strong>lling is veel handiger. Daarbij heb ik toch niets <strong>te</strong> doen. Is het<br />

nou zo erg? Gun je me het pleziertje <strong>van</strong> het verbe<strong>te</strong>ren <strong>van</strong> ons<br />

woongenot niet eens?”<br />

Ik schud mijn hoofd en ik kijk haar verwij<strong>te</strong>nd aan. Ze schrikt er<br />

een beetje <strong>van</strong> en ze zegt haastig: “Dit is <strong>de</strong> laats<strong>te</strong> keer dat ik het<br />

heb veran<strong>de</strong>rd. Het staat nu goed, dus het hoeft ook niet meer<br />

veran<strong>de</strong>rd <strong>te</strong> wor<strong>de</strong>n. Echt waar.”<br />

Zus en Jip k<strong>om</strong>en op bezoek. Het is een door<strong>de</strong>weekse dag en ik<br />

heb een verga<strong>de</strong>ring. Terwijl ik weg ben, helpt Zus haar <strong>de</strong><br />

meubels <strong>te</strong> verslepen. Als ik thuisk<strong>om</strong> zie ik het direct. Ze gokt er<br />

waarschij<strong>nl</strong>ijk op dat ik er geen punt <strong>van</strong> maak als Zus en Jip erbij<br />

zijn, maar daar vergist ze zich dit keer in.<br />

Ik schiet direct uit mijn slof en ik zeg geërgerd: “Ik heb je toch<br />

verbo<strong>de</strong>n <strong>om</strong> <strong>de</strong> meubels <strong>te</strong> verslepen! Waar<strong>om</strong> doe je het dan<br />

toch?”<br />

Ik verwacht dat ze gaat reageren op mijn kleineren<strong>de</strong> opmerking,<br />

zeker <strong>om</strong>dat haar bes<strong>te</strong> vriendin erbij is. Maar <strong>de</strong> reactie die ik


verwacht blijft uit. Ze lijkt ineens wel een klein meisje dat ik net<br />

een standje heb gegeven wanneer ze met een zacht s<strong>te</strong>mmetje<br />

<strong>te</strong>gen me zegt: “Zus vond het ook een goed i<strong>de</strong>e. We hebben <strong>de</strong><br />

hele dag zo ons best gedaan. We vin<strong>de</strong>n allebei dat het nu veel<br />

be<strong>te</strong>r staat.”<br />

Ze kijkt Zus met een vragen<strong>de</strong> blik aan, maar <strong>de</strong>ze houdt<br />

wijselijk haar mond.<br />

Ik loop <strong>de</strong> kamer door en ik laat <strong>de</strong> veran<strong>de</strong>ringen op mij<br />

inwerken. Ik voel me genaaid en ik voel <strong>de</strong> nijd in me opk<strong>om</strong>en. Ik<br />

bijt haar in <strong>de</strong> aanwezigheid <strong>van</strong> haar vriendin toe: “Ben je<br />

belazerd? Ben je verge<strong>te</strong>n wat ik je gezegd heb? Leuker boeit me<br />

niet, dat weet je godverd<strong>om</strong>me. En handiger, handiger? Hoe<br />

bedoel je?”<br />

Ik wijs op <strong>de</strong> twee rotan stoeltjes die voor het net aangeschaf<strong>te</strong><br />

107 centime<strong>te</strong>r bre<strong>de</strong> flatpanel zijn neergezet. “Dat is zeker leuk,”<br />

zeg ik sarcastisch, “heerlijk lijkt me dat. Een avondje voor <strong>de</strong> buis<br />

in zo‟n rotan kutstoeltje.”<br />

Ik foe<strong>te</strong>r nog wat door, maar <strong>de</strong> sfeer, voor zover die er was, is<br />

weg.<br />

Niet lang daarna gaan Zus en Jip naar huis. Ze zijn net weg en ik<br />

spreek haar erop aan en weer krijg ik het inmid<strong>de</strong>ls zo beken<strong>de</strong><br />

antwoord. Ik luis<strong>te</strong>r er niet eens meer naar. “Ik spreek toch<br />

godverd<strong>om</strong>me geen Chinees?” bijt ik haar toe. “Of ben je gewoon<br />

Oost-Indisch doof?”<br />

“Sorry, hoor,” zegt ze, “als ik gewe<strong>te</strong>n had dat je er zo‟n punt<br />

<strong>van</strong> zou maken had ik het niet gedaan.”<br />

Ze kijkt me aan alsof ze een opmerking <strong>van</strong> me verwacht. Ik zeg<br />

niets en ik kijk haar alleen maar verwij<strong>te</strong>nd aan. Ze verbreekt <strong>de</strong><br />

stil<strong>te</strong> en ze zegt: “Als je het wilt, dan zet ik het <strong>van</strong>avond nog<br />

<strong>te</strong>rug.”<br />

Ik reageer direct: “Dat vind ik een heel goed i<strong>de</strong>e. Dan ga ik<br />

alvast naar bed zodat ik jou niet in <strong>de</strong> weg loop. Wil je wel zachtjes<br />

doen als je naar bed k<strong>om</strong>t?”


Ze k<strong>om</strong>t <strong>om</strong> drie uur „s nachts naar bed. Al die tijd heeft ze in<br />

haar eentje lopen slepen <strong>om</strong> alles <strong>te</strong>rug <strong>te</strong> zet<strong>te</strong>n.<br />

De Prinsessenkamer.<br />

De slaapverdieping is, op <strong>de</strong> slaap- en speelkamer <strong>van</strong> het kind<br />

na, af. Voorlopig is <strong>de</strong> lijn <strong>van</strong> <strong>de</strong> gehele slaapverdieping<br />

doorgetrokken, dus het kind heeft een opgeknap<strong>te</strong> kamer met<br />

nieuwe gordijnen, maar helaas nog geen Disney-themakamer. Haar<br />

prinsessenkamer is nog s<strong>te</strong>eds niet door Be<strong>te</strong>r Bed geleverd. Ik<br />

vraag haar waar<strong>om</strong> ze er niet ach<strong>te</strong>raan gaat, maar zij beweert dat<br />

ze overal nul op rekwest krijgt. Het is niet an<strong>de</strong>rs, het kind zal<br />

gewoon moe<strong>te</strong>n wach<strong>te</strong>n.<br />

Na veertien weken is het bed er ech<strong>te</strong>r nog s<strong>te</strong>eds niet. Maar wat<br />

moet je? Wat kun je? Zij k<strong>om</strong>t niet ver<strong>de</strong>r dan zeggen dat we niets<br />

an<strong>de</strong>rs kunnen doen dan wach<strong>te</strong>n en het kind wacht al zo lang. Ik<br />

besluit zelf maar eens in actie <strong>te</strong> k<strong>om</strong>en en ik ga op on<strong>de</strong>rzoek uit.<br />

Ik vind uit dat <strong>de</strong> opdracht ergens <strong>de</strong> mist in is gegaan en Be<strong>te</strong>r Bed<br />

belooft dat ze <strong>de</strong> bes<strong>te</strong>lling alsnog, met voorrang, gaan<br />

behan<strong>de</strong>len. Dat be<strong>te</strong>kent op zijn minst dat er voorlopig nog twee<br />

maan<strong>de</strong>n geen themakamer geleverd gaat wor<strong>de</strong>n.<br />

Als ech<strong>te</strong> „doe het zelver‟ had ik al gekeken hoe <strong>de</strong> Disneythemakamers<br />

zijn opgebouwd. Fei<strong>te</strong>lijk bestaat het uit gewone<br />

slaapkamermeubelen, waaraan Disney-attribu<strong>te</strong>n opgehangen<br />

wor<strong>de</strong>n. Ik vraag me af of die dingen los <strong>te</strong> koop zijn en ik ga op<br />

on<strong>de</strong>rzoek uit. Al snel vind ik een aantal si<strong>te</strong>s op het in<strong>te</strong>rnet, waar<br />

het Disney-spul in ruime ma<strong>te</strong> voorhan<strong>de</strong>n is.<br />

Ik laat haar het bed bij Be<strong>te</strong>r Bed afbes<strong>te</strong>llen en een nieuwe<br />

bes<strong>te</strong>llen bij Neckermann. Ik laat haar <strong>te</strong>vens allerlei Disney-spul via<br />

het in<strong>te</strong>rnet kopen. Het heeft ook nog eens een paar bijk<strong>om</strong>en<strong>de</strong><br />

voor<strong>de</strong>len. Het geheel wordt goedkoper en we kunnen <strong>de</strong> kamer<br />

geheel naar eigen wens inrich<strong>te</strong>n.


Het bed k<strong>om</strong>t al twee dagen la<strong>te</strong>r binnen en ik zet het direct in<br />

elkaar. De Disney-attribu<strong>te</strong>n druppelen snel daarna ook binnen.<br />

Helaas is <strong>de</strong> hele slaapverdieping in uniforme kleuren geschil<strong>de</strong>rd<br />

en <strong>de</strong> Disney-attribu<strong>te</strong>n passen er voor geen me<strong>te</strong>r bij. Ik koop<br />

samen met haar alvast een gro<strong>te</strong> bus lichtblauwe en roze muurverf,<br />

exact <strong>de</strong> tint die bij het prinsessenspul past. Die kan ik, wanneer ik<br />

een vrij m<strong>om</strong>ent heb, fijn op <strong>de</strong> muren <strong>van</strong> <strong>de</strong> slaapkamer <strong>van</strong> het<br />

kind gaan aanbrengen.<br />

Het is een week la<strong>te</strong>r. Het belooft een weekein<strong>de</strong> met fraai weer<br />

<strong>te</strong> wor<strong>de</strong>n. Het kind logeert bij <strong>om</strong>a dus ik heb een weekeindje<br />

vrijaf. Ik heb zin <strong>om</strong> met <strong>de</strong> motor weg <strong>te</strong> gaan, maar zij wil graag<br />

met mij thuisblijven. Ik probeer haar over <strong>te</strong> halen, maar het lukt<br />

me niet.<br />

Ze zegt: “Mijn kind is morgen weg, dus ik wil niets, ik hoeft niets<br />

en ik ga morgen ook niets doen. Helemaal niets. Ik wil alleen maar<br />

met z‟n tweeën een beetje luieren en genie<strong>te</strong>n <strong>van</strong> het weer.”<br />

Het lukt haar wel <strong>om</strong> mij over <strong>te</strong> halen.<br />

Het is <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> och<strong>te</strong>nd, net na mijn twee<strong>de</strong> kopje Senseo,<br />

wanneer ze een lumineus i<strong>de</strong>e krijgt. We hebben toch niet zo veel<br />

<strong>om</strong>han<strong>de</strong>n, want we gaan nergens naartoe. Wellicht kunnen we <strong>de</strong><br />

kamer <strong>van</strong> het kind <strong>van</strong> een likje verf voorzien.<br />

“We?” vraag ik.<br />

“Ik ga je ermee helpen,” zegt ze, “en dan is echt alles af op onze<br />

slaapverdieping. Daarbij, <strong>de</strong>nk je eens in wat voor verrassing we<br />

hebben voor ons kind als het thuisk<strong>om</strong>t.”<br />

Een lullig tui<strong>nl</strong>ampje.<br />

De zol<strong>de</strong>rverdieping is af. De bovenverdieping ook. Ook <strong>de</strong><br />

woonkamer ziet er al een tijdje hetzelf<strong>de</strong> uit, want ze durft<br />

inmid<strong>de</strong>ls geen meubelstuk meer <strong>te</strong> verplaatsen zon<strong>de</strong>r mijn


uitdrukkelijke toes<strong>te</strong>mming. Ook aan <strong>de</strong> tuin gaat dit jaar niets<br />

meer gebeuren. Zelfs al zou ze willen, het is nu niet eens meer<br />

mogelijk; <strong>de</strong> herfst is aangebroken en pas in het k<strong>om</strong>end voorjaar<br />

kan ze met <strong>de</strong> tuin doorgaan.<br />

Er heerst een zekere rust.<br />

Ik nuttig een ontbijtje. Ik zit op een kruk aan <strong>de</strong> eetbar en ik kijk<br />

naar bui<strong>te</strong>n. Ik kijk mijn tuin in. Ik zie <strong>de</strong> twee <strong>te</strong>rrassen die door<br />

Jochem zijn aangelegd. Ik vind ze verschrikkelijk. De eers<strong>te</strong> is<br />

be<strong>de</strong>kt met scherven <strong>van</strong> gebroken bloempot<strong>te</strong>n en er liggen zo<br />

links en rechts een paar hou<strong>te</strong>n vlon<strong>de</strong>rs op. De twee<strong>de</strong> is een<br />

afgrijselijk geel geval waar een lullig muurtje <strong>om</strong>heen staat.<br />

“Jouw eigen schuld,” grap<strong>te</strong> Jochem daar nog over, “jij wilt geen<br />

geld uitgeven.”<br />

Het eers<strong>te</strong> <strong>te</strong>rras is voorzien <strong>van</strong> tuinverlichting. Op drie plaatsen<br />

staat een glazen lampje op een zilveren poot. Het ergs<strong>te</strong> vind ik het<br />

koperen kapje dat erop zit. Vanuit mijn positie zie ik er eentje. Het<br />

is voor mij een ech<strong>te</strong> aandachttrekker gewor<strong>de</strong>n.<br />

“Hoe heeft ze die in godsnaam kunnen uitkiezen?” <strong>de</strong>nk ik.<br />

Ik ken het antwoord al. Ik ben het, die geen geld wil uitgeven. Ik<br />

kijk weer <strong>de</strong> tuin in. Ik merk dat ik mezelf niet meer ben. Als<br />

<strong>van</strong>zelf wor<strong>de</strong>n mijn ogen weer naar dat lullige lampje getrokken.<br />

Ik staar ernaar en er bekruipt me een soort <strong>van</strong> mach<strong>te</strong>loos<br />

ergernisgevoel. Ik kan het niet <strong>van</strong> me afzet<strong>te</strong>n. Ik kijk <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re<br />

kant op, maar al snel zit ik weer naar dat lampje <strong>te</strong> staren. Weer<br />

s<strong>te</strong>ekt dat gevoel <strong>de</strong> kop op. Ik merk dat het me gebeurt en ik wil<br />

het me niet la<strong>te</strong>n gebeuren.<br />

Helaas, ik krijg het gevoel niet weggedrukt.


11. Ik word papa.<br />

Mama’s nieuwe vriend. Week 3, zondag.<br />

Het is zondagavond en mijn allereers<strong>te</strong> weekeindje met haar<br />

samen is voorbij. Wat een geweldig weekeindje is het ui<strong>te</strong>in<strong>de</strong>lijk<br />

gewor<strong>de</strong>n.<br />

Helaas k<strong>om</strong>t aan alles een ein<strong>de</strong>, zo ook aan ons ongestoord<br />

samenzijn: Haar kind k<strong>om</strong>t thuis.<br />

“Wat nu?” vraag ik haar.<br />

“Tja,” zegt ze, “dat ligt niet zo eenvoudig. Het ziet ernaar uit dat<br />

we elkaar voorlopig niet kunnen zien. Ik heb <strong>de</strong> verantwoording<br />

voor mijn kind. Ik zit met han<strong>de</strong>n en voe<strong>te</strong>n gebon<strong>de</strong>n dus ik kan<br />

niet z<strong>om</strong>aar weg. Jij kunt ook niet bij mij k<strong>om</strong>en, want ik wil je<br />

nog helemaal niet voors<strong>te</strong>llen aan mijn kind. Het is nog veel <strong>te</strong><br />

vroeg en we kennen elkaar pas zo kort.”<br />

“Dan moe<strong>te</strong>n we dus wach<strong>te</strong>n tot het weekein<strong>de</strong>, waarin jouw<br />

kind weer bij haar va<strong>de</strong>r is,” s<strong>te</strong>l ik vast.<br />

“Dat duurt nog twee weken,” zegt ze, “en dat vind ik veel <strong>te</strong> lang<br />

duren. Of jij niet s<strong>om</strong>s?”<br />

“Ik vind dat zeker lang duren,“ zeg ik, “kunnen we er niet iets op<br />

verzinnen? Een oppas is toch zo geregeld? Dan kunnen wij een<br />

avondje uit of zo.”<br />

“Dat zou ik heel graag willen,” zegt ze, “maar helaas zal dat niet<br />

gaan. Gegeven <strong>de</strong> situatie waarin ik m<strong>om</strong>en<strong>te</strong>el met mijn doch<strong>te</strong>r<br />

verkeer kan ik haar niet ach<strong>te</strong>rla<strong>te</strong>n bij een oppas. Als ze wakker<br />

wordt en ik ben er niet, dan heb je <strong>de</strong> poppen aan het dansen. Ze<br />

zal <strong>de</strong> hele buurt bij elkaar schreeuwen, net zo lang tot ik bij haar<br />

ben. Daarbij zal ik in <strong>de</strong>ze we<strong>te</strong>nschap niet eens kunnen genie<strong>te</strong>n.<br />

Er hangt continu een zwaard <strong>van</strong> Damocles boven mijn hoofd en<br />

ik zal meer naar mijn mobiele <strong>te</strong>lefoon zit<strong>te</strong>n <strong>te</strong> kijken dan dat ik<br />

aandacht heb voor jou.”


“Er zit dan niets an<strong>de</strong>rs op dan <strong>te</strong> wach<strong>te</strong>n,” zeg ik gela<strong>te</strong>n.<br />

“Maar weet je,” zegt ze, “k<strong>om</strong> toch maar gewoon bij mij thuis. Ik<br />

vertrouw jou en ik s<strong>te</strong>l je aan mijn kind voor als een „gewone‟<br />

vriend, niet als nieuwe lief<strong>de</strong>. Ik ga er daarbij wel <strong>van</strong>uit dat jij daar<br />

<strong>te</strong>r<strong>de</strong>ge rekening mee houdt. Ik kan het haar niet aandoen <strong>om</strong> haar<br />

aan een nieuwe vriend voor <strong>te</strong> s<strong>te</strong>llen en vervolgens het risico <strong>te</strong><br />

lopen dat het uitgaat. Ze hecht zich toch al zo snel aan mensen en<br />

ze is toch al zo kwetsbaar.”<br />

“Op die uitnodiging ga ik graag in,” zeg ik, “want ik wil jou<br />

blijven zien, ook al moet ik me gedragen als „gewone‟ vriend.”<br />

“Ik houd je aan jouw belof<strong>te</strong>,” zegt ze, me indringend<br />

aankijkend, “je bent meer dan welk<strong>om</strong>, maar weet wel dat je niet<br />

kan blijven slapen.”<br />

De volgen<strong>de</strong> dag maak ik kennis met haar kind. Ik word, zoals<br />

afgesproken, voorges<strong>te</strong>ld als „gewone‟ vriend.<br />

Het kind vraagt direct: “Is dit jouw nieuwe vriend, mama? Net<br />

zoals John?”<br />

“Nee schat,” zegt haar moe<strong>de</strong>r, “Gijs is een gewone vriend. Wij<br />

vin<strong>de</strong>n elkaar aardig en hij k<strong>om</strong>t alleen maar op visi<strong>te</strong> <strong>om</strong> een<br />

kopje koffie <strong>te</strong> drinken en een beetje <strong>te</strong> pra<strong>te</strong>n.”<br />

Het kind is ech<strong>te</strong>r niet op haar ach<strong>te</strong>rhoofd gevallen en ze vraagt<br />

aan mij: “Vind jij mijn mama aardig?”<br />

Ik houd er niet zo <strong>van</strong> <strong>te</strong> liegen dus ik grap: “Natuurlijk vind ik<br />

jouw mama aardig, want an<strong>de</strong>rs was ik hier niet.”<br />

Het kind vraagt door: “Word jij mama‟s nieuwe vriend?”<br />

Ik moet er<strong>om</strong> lachen en ik zeg: “Wie weet?”<br />

Het kind kijkt me een beetje boos aan en ze neemt geen<br />

genoegen met mijn antwoor<strong>de</strong>n. “Ik weet best waar<strong>om</strong> je hier<br />

ben,” beweert ze s<strong>te</strong>llig, “jij bent gewoon verliefd op mama.”<br />

Ik moet er wel <strong>om</strong> lachen. Ik kan er niet of nauwelijks on<strong>de</strong>ruit.<br />

Wat een bij<strong>de</strong>handje is dit. En dan pas acht jaar oud. Maar ze heeft<br />

wel gelijk, niet in <strong>de</strong> laats<strong>te</strong> plaats <strong>om</strong>dat ze niet kippig is. Ik<br />

gedraag me als „gewone‟ vriend, conform haar moe<strong>de</strong>rs


uitdrukkelijke wens. Ik heb weliswaar moei<strong>te</strong> <strong>om</strong> <strong>van</strong> haar af <strong>te</strong><br />

blijven, maar ik kan me beheersen. Maar zij kan met geen<br />

mogelijkheid <strong>van</strong> mij afblijven! Elke keer als ze bij me in <strong>de</strong> buurt<br />

is, kan ze het niet nala<strong>te</strong>n <strong>om</strong> me eventjes aan <strong>te</strong> raken of een zoen<br />

<strong>te</strong> geven. Ze kan werkelijk geen secon<strong>de</strong> <strong>van</strong> me afblijven, zelfs<br />

niet met haar kind in <strong>de</strong> buurt.<br />

Rituelen.<br />

Ze vraagt of ik blijf slapen na <strong>de</strong> bruiloft <strong>van</strong> haar broer T<strong>om</strong>. Ik<br />

vraag hoe het dan met het kind moet, want dat is nog niet op <strong>de</strong><br />

hoog<strong>te</strong> <strong>van</strong> onze relatie. Technisch gezien dan, want het kind heeft<br />

ons allang door.<br />

Zij antwoordt: “Weet jij hoe bijzon<strong>de</strong>r het is dat ik dit doe? Weet<br />

jij hoe groot het risico is dat ik loop? Ik weet dat het niet goed is<br />

dat ik mijn kind lastig val met mijn lief<strong>de</strong>sleven, maar in dit geval<br />

ben ik er zo zeker <strong>van</strong>, dat ik het risico wel durf <strong>te</strong> lopen. We<br />

moe<strong>te</strong>n alleen voorzichtig en zorgvuldig zijn en ik ga er gewoon<br />

<strong>van</strong> uit dat jij het ook met <strong>de</strong> nodige zorg bena<strong>de</strong>rt.”<br />

De huwelijksdag <strong>van</strong> T<strong>om</strong> en Henriët<strong>te</strong> is afgelopen en ik ga met<br />

haar mee naar huis. Het kind wordt op <strong>de</strong> hoog<strong>te</strong> gebracht en het<br />

pro<strong>te</strong>s<strong>te</strong>ert. Niet zozeer <strong>om</strong>dat ik blijf, maar <strong>om</strong>dat zij gewend is<br />

bij haar moe<strong>de</strong>r in bed <strong>te</strong> slapen. Ik vraag of het kind niet gewoon<br />

in haar eigen bed thuishoort, maar zij geeft aan dat het pas sinds<br />

<strong>de</strong> inbraak is en dat het een mooie gelegenheid is <strong>om</strong> ermee <strong>te</strong><br />

stoppen.<br />

Sinds <strong>de</strong> bruiloft <strong>van</strong> haar broer logeer ik elke nacht bij haar en<br />

het kind. Ik maak direct kennis met <strong>de</strong> rituelen <strong>van</strong> moe<strong>de</strong>r en het<br />

kind.<br />

Het kind wil bij haar moe<strong>de</strong>r in bed k<strong>om</strong>en liggen zodra ze<br />

wakker is. Haar moe<strong>de</strong>r kijkt op <strong>de</strong> wekker en stuurt het kind <strong>te</strong>rug


naar haar eigen bed, want het is nog <strong>te</strong> vroeg. Het kind kan nog<br />

niet zo goed op <strong>de</strong> klok kijken, zeker als het haar niet uitk<strong>om</strong>t.<br />

Tien minu<strong>te</strong>n voor <strong>de</strong> wekker gaat, mag het kind in bed k<strong>om</strong>en.<br />

Ze knuffelt eventjes met haar moe<strong>de</strong>r tot <strong>de</strong> wekker gaat en dan<br />

staan moe<strong>de</strong>r en kind op. Moe<strong>de</strong>r verdwijnt <strong>de</strong> keuken in <strong>om</strong> het<br />

ontbijt <strong>te</strong> maken en het kind gaat voor <strong>de</strong> tv zit<strong>te</strong>n, <strong>om</strong> op<br />

Nickelo<strong>de</strong>on naar Spongebob <strong>te</strong> kijken. Het kind krijgt haar in 16<br />

stukken gesne<strong>de</strong>n bo<strong>te</strong>rhammetje met hagelslag. Ze drinkt haar<br />

kopje thee, waar meer wa<strong>te</strong>r en melk in zit dan thee, met een rietje<br />

en het mag niet <strong>te</strong> warm zijn. Vervolgens gaat haar moe<strong>de</strong>r gezellig<br />

naast het kind zit<strong>te</strong>n, waarbij zij een beschuitje eet en een kopje<br />

koffie drinkt.<br />

Het kind eet haar korstjes niet op en ook drinkt ze haar thee niet<br />

op. Haar moe<strong>de</strong>r zegt dat ze alles op moet e<strong>te</strong>n, ze moet <strong>te</strong>nslot<strong>te</strong><br />

naar school en ze moet er<strong>van</strong> groeien. Het kind weigert en wat<br />

haar moe<strong>de</strong>r ook probeert, ze eet <strong>de</strong> korstjes niet op en het laats<strong>te</strong><br />

restje thee wordt ook niet opgedronken.<br />

Na het ontbijt-ges<strong>te</strong>ggel gaat het kind on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> douche. Haar<br />

moe<strong>de</strong>r helpt haar en zoekt kleren voor het kind uit. Het maakt<br />

niet uit wat haar moe<strong>de</strong>r voor haar klaar heeft gelegd, ze wil toch<br />

iets an<strong>de</strong>rs aan. Haar moe<strong>de</strong>r houdt vol dat ze moet aantrekken<br />

wat ze voor het kind heeft uitgekozen en het kind weigert het aan<br />

<strong>te</strong> trekken. Als ze vraagt wat ze dan wel aan wil en het kind geeft<br />

haar mening, dan wordt haar moe<strong>de</strong>r boos. Ze zegt <strong>te</strong>gen het kind<br />

dat het geen smaak heeft en dat het daar<strong>om</strong> is dat zij <strong>de</strong> kleren<br />

voor haar uitzoekt. Het kind houdt voet bij stuk en ui<strong>te</strong>in<strong>de</strong>lijk<br />

pakt haar moe<strong>de</strong>r toch maar een setje an<strong>de</strong>re kleren voor het kind.<br />

Nadat het kind is gekleed, moet er iets gedaan wor<strong>de</strong>n met het<br />

lange zwar<strong>te</strong> haar. Haar moe<strong>de</strong>r s<strong>te</strong>lt vlech<strong>te</strong>n voor, het kind wil<br />

een staart. Haar moe<strong>de</strong>r s<strong>te</strong>lt een staart voor, het kind wil het<br />

opgestoken. Als het haar voldoen<strong>de</strong> naar <strong>de</strong> zin <strong>van</strong> het kind zit,<br />

gaat ze naar school. Als ze <strong>te</strong>nmins<strong>te</strong> niet vlak <strong>van</strong> <strong>te</strong> voren nog<br />

even <strong>de</strong> staar<strong>te</strong>n eruit haalt en het eventjes opnieuw gedaan wil<br />

hebben.


Het kind krijgt een rugzak mee. Die wordt gevuld met het 11uurtje,<br />

wat bestaat uit een gezon<strong>de</strong> koek en een pakje limona<strong>de</strong>.<br />

Haar moe<strong>de</strong>r heeft zich in <strong>de</strong> tussentijd ook aangekleed en maakt<br />

zich gereed <strong>om</strong> het kind naar school <strong>te</strong> brengen. Het kind moet<br />

een jas aan <strong>van</strong> haar moe<strong>de</strong>r. Het kind wil geen jas aan of in ie<strong>de</strong>r<br />

geval een an<strong>de</strong>re dan haar moe<strong>de</strong>r net heeft voorges<strong>te</strong>ld.<br />

Als dit pleit ui<strong>te</strong>in<strong>de</strong>lijk ook beslecht is gaan ze samen <strong>de</strong> <strong>de</strong>ur uit<br />

en dan wordt het ineens heel stil in het huis.<br />

Ik doe niets, ik blijf gewoon aan <strong>de</strong> gro<strong>te</strong> tafel zit<strong>te</strong>n met een<br />

kopje koffie en mijn krantje. Ik heb draadloos in<strong>te</strong>rnet bij haar<br />

aangelegd en ik han<strong>de</strong>l alvast wat zakelijke e-mail af.<br />

Drie minu<strong>te</strong>n la<strong>te</strong>r is zij weer <strong>te</strong>rug, want <strong>de</strong> school is <strong>om</strong> <strong>de</strong><br />

hoek en nog geen hon<strong>de</strong>rd me<strong>te</strong>r ver weg.<br />

Ik kijk <strong>de</strong> rituelen tussen moe<strong>de</strong>r en het kind een paar dagen aan<br />

en ik vraag haar <strong>om</strong> uitleg.<br />

“Het kind is nog s<strong>te</strong>eds niet in haar goe<strong>de</strong> doen,” geeft ze als<br />

re<strong>de</strong>n waar<strong>om</strong> ze het kind zo haar zin geeft.<br />

“Het is <strong>de</strong> invloed <strong>van</strong> die ex <strong>van</strong> mij, Guido,” zegt ze, “het kind<br />

wordt door twee ou<strong>de</strong>rs opgevoed en alles wat ik het kind aan<br />

normen en waar<strong>de</strong>n probeer bij <strong>te</strong> brengen schoffelt hij weer<br />

on<strong>de</strong>ruit. Ik kan niet an<strong>de</strong>rs doen dan proberen het kind stapje<br />

voor stapje weer <strong>de</strong> goe<strong>de</strong> richting op <strong>te</strong> krijgen. Je had haar vorig<br />

jaar met Kerstmis eens moe<strong>te</strong>n zien, toen was het pas erg. Daarbij<br />

vergeleken is het nu een engeltje.”<br />

Ik zeg: “Ik snap niet dat je haar naar school toe brengt. De<br />

school zit nota bene vlak <strong>om</strong> <strong>de</strong> hoek.”<br />

Ze lacht me bijna uit. “Denk je dat ik dat doe <strong>om</strong>dat ik dat leuk<br />

vind?” zegt ze. “Weet je hoe onveilig dat het hier is? We lopen elke<br />

keer het risico dat Guido pardoes voor onze neus staat. Hij is<br />

onberekenbaar en je weet nooit wat hij gaat doen. Heb je niet<br />

gezien hoe wij op onze hoe<strong>de</strong> zijn als we naar bui<strong>te</strong>n gaan?”<br />

Ze kijkt me aan met een blik die <strong>om</strong> begrip vraagt. Ze gaat door:<br />

“Het gaat nog ver<strong>de</strong>r. Ik haal haar ook altijd uit school. Als ik niet


kan, dan laat ik het mijn moe<strong>de</strong>r of haar vriend Hannes doen. Ik<br />

ben wel eens tien minu<strong>te</strong>n <strong>te</strong> laat geweest. Het kind heeft toen al<br />

die tijd als vers<strong>te</strong>end in <strong>de</strong> <strong>de</strong>uropening <strong>van</strong> <strong>de</strong> school op mij staan<br />

<strong>te</strong> wach<strong>te</strong>n.”<br />

Ik probeer: “Maak je jouw kind op <strong>de</strong>ze manier niet heel erg<br />

afhankelijk <strong>van</strong> je? Moet je kin<strong>de</strong>ren niet meer zelfstandigheid<br />

geven?”<br />

Ze kijkt me meewarig aan. “Jij bent geen kin<strong>de</strong>ren gewend, hè,”<br />

zegt ze, “jij weet niet wat het is. Ik kan mijn kind toch niet aan<br />

haar lot overla<strong>te</strong>n. Zeker niet in <strong>de</strong> emotionele toestand waarin ze<br />

nu nog verkeert. Vergeet niet dat ik haar moe<strong>de</strong>r ben en dat ik het<br />

zelfs graag doe. De lief<strong>de</strong> tussen ou<strong>de</strong>rs en kind is nou eenmaal<br />

onvoorwaar<strong>de</strong>lijk. Ik heb het je al eens gezegd en ik doe het weer.<br />

Mijn kind k<strong>om</strong>t op <strong>de</strong> eers<strong>te</strong> plaats, dan een hele tijd niets en dan<br />

k<strong>om</strong> jij pas.”<br />

De avond kent een soortgelijk ritueel als <strong>de</strong> och<strong>te</strong>nd, alleen <strong>de</strong><br />

on<strong>de</strong>rwerpen verschillen. Het kind wil nooit naar bed. Haar<br />

moe<strong>de</strong>r is <strong>van</strong> mening dat het kind op tijd op bed hoort <strong>te</strong> liggen.<br />

Ik vind dat ook, maar het kind moet wel extreem vroeg <strong>van</strong> haar<br />

moe<strong>de</strong>r naar bed. Het kind traineert, marchan<strong>de</strong>ert, smokkelt, en<br />

doet er alles aan <strong>om</strong> maar zo laat mogelijk naar bed <strong>te</strong> gaan. Als<br />

het eenmaal op bed ligt, dan begint het pas. Ze k<strong>om</strong>t haar bed uit,<br />

ze is misselijk, ze heeft buikpijn, ze moet poepen, ze kan niet<br />

slapen, ze is bang <strong>om</strong> <strong>te</strong> stikken of ze is bang voor inbrekers. Haar<br />

moe<strong>de</strong>r reageert elke keer an<strong>de</strong>rs. De ene keer stuurt ze het kind<br />

direct <strong>te</strong>rug naar bed en <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re keer neemt ze het op schoot en<br />

gaat ze het zit<strong>te</strong>n troos<strong>te</strong>n en knuffelen. Ik begrijp het niet en ik<br />

vraag haar ernaar.<br />

“Dat zie jij niet,” zegt ze, “maar ik wel. Ik zie aan mijn kind of ze<br />

toneelspeelt of dat het ernst is. Daarbij is het nu alweer zoveel<br />

be<strong>te</strong>r gewor<strong>de</strong>n dan vorig jaar.”<br />

“Volgens mij is er niets aan <strong>de</strong> hand,” zeg ik, “en speelt ze<br />

gewoon toneel. Jij trapt erin. Daarbij ver<strong>de</strong>nk ik het kind er<strong>van</strong> dat


ze ons min of meer controleert. Ze is gewoon nieuwsgierig wat wij<br />

uitspoken als zij op bed ligt.”<br />

“Dat zie je helemaal verkeerd,” reageert ze, “ze kent jou nog niet<br />

goed genoeg <strong>om</strong> je <strong>te</strong> kunnen vertrouwen. Ik zou met jou <strong>de</strong> <strong>de</strong>ur<br />

wel eens uit kunnen zijn, net zoals ze bij haar va<strong>de</strong>r heeft<br />

meegemaakt. Dan zou ze alleen in dit huis zijn en volledig in<br />

paniek raken. Als ze ergens bang voor is, dan is het dat ik haar<br />

verlaat.”<br />

Als het kind weer eens uit haar bed k<strong>om</strong>t kijkt het mij aan. Ze<br />

kijkt me niet gewoon aan, maar met een blik <strong>van</strong>: “Denk jij dat je<br />

mij aankunt?”<br />

Ze weet dat ik haar doorheb. Ik kijk <strong>te</strong>rug: “Ik krijg jou nog wel,<br />

verwend kreng.”<br />

Voorlopig wint het kind, want <strong>de</strong> kamer<strong>de</strong>ur blijft open en er<br />

mag geen muziek aan.<br />

Het kind is niet aardig voor me maar ik negeer het. Haar moe<strong>de</strong>r<br />

stoort zich eraan en plotseling zegt ze er iets <strong>van</strong>. “Jij gunt mij ook<br />

niets,” verwijt ze haar kind, “ik sta altijd voor je klaar en als ik ook<br />

maar iets voor mezelf wil dan dwarsbo<strong>om</strong> jij het.”<br />

Het kind pro<strong>te</strong>s<strong>te</strong>ert en er ontstaat een woor<strong>de</strong>nwisseling.<br />

Ik hoor het en ik zeg: “Laat gaan, als je wilt dat jouw kind en ik<br />

enigszins tot elkaar toena<strong>de</strong>ren, kan dat alleen maar als je haar niet<br />

dwingt. Laat <strong>de</strong> tijd zijn werk doen.”<br />

We moe<strong>te</strong>n boodschappen doen en het kind wil niet mee. Haar<br />

moe<strong>de</strong>r dreigt dat ze alleen thuis moet blijven. Dat helpt en ze gaat<br />

schoorvoe<strong>te</strong>nd mee.<br />

“Gaan we met jouw auto?” vraagt het kind aan me. “Dat wil ik<br />

niet.”<br />

Maar het kind ziet mijn auto voor het eerst en het maakt voor<br />

haar het verschil. Zo‟n „coole car‟, daar wil ze wel in mee. Ze zit<br />

ach<strong>te</strong>rin <strong>de</strong> auto en ze vindt het wel wat. Ze begint <strong>te</strong>gen me <strong>te</strong><br />

pra<strong>te</strong>n en ik praat <strong>te</strong>rug. Haar houding <strong>te</strong>n opzich<strong>te</strong> <strong>van</strong> mij lijkt<br />

een beetje veran<strong>de</strong>rd.


Het volgen<strong>de</strong> weekein<strong>de</strong> zon<strong>de</strong>r kind na<strong>de</strong>rt, want ze gaat naar<br />

haar va<strong>de</strong>r. Het kind heeft er ech<strong>te</strong>r geen zin in. Ze wil bij haar<br />

moe<strong>de</strong>r blijven en ze wil niet geconfron<strong>te</strong>erd wor<strong>de</strong>n met het<br />

„gezeur‟ <strong>van</strong> haar va<strong>de</strong>r.<br />

Haar va<strong>de</strong>r blijkt twee gezich<strong>te</strong>n <strong>te</strong> hebben. Hij is lief en dan is<br />

het een superva<strong>de</strong>r of hij gaat zeuren en dan is hij niet zo leuk.<br />

Haar va<strong>de</strong>r heeft een bezoekregeling, dus het kind moet gewoon<br />

naar hem toe, of ze wil of niet. Haar moe<strong>de</strong>r legt dat haar kind ook<br />

uit. Het is merkbaar in het gedrag <strong>van</strong> het kind dat het weekein<strong>de</strong><br />

na<strong>de</strong>rt. Ze is ronduit hypernerveus en recalcitrant. Ze blijft<br />

herhalen dat ze niet naar haar va<strong>de</strong>r toe wil. De vrijdagavond k<strong>om</strong>t<br />

eraan en zij verzoekt me <strong>om</strong> weg <strong>te</strong> blijven tot Guido zijn kind<br />

heeft opgehaald. Hij mag niet zien dat ik er ben, want hij zou dan<br />

wel eens gekke dingen kunnen gaan doen en het is voor <strong>de</strong> goe<strong>de</strong><br />

vre<strong>de</strong>. Ze gaat me een sms sturen zodra hij weg is en dan kunnen<br />

we <strong>van</strong> ons weekeindje samen gaan genie<strong>te</strong>n.<br />

Het weekein<strong>de</strong> is, net als het vorige weekein<strong>de</strong> toen we met z‟n<br />

tweeën waren, in één woord; geweldig. Maar ook nu veel <strong>te</strong> kort<br />

want <strong>de</strong> zondagmiddag k<strong>om</strong>t in zicht: Het kind wordt strakjes<br />

thuisgebracht door haar va<strong>de</strong>r. Het is ook nu voor <strong>de</strong> goe<strong>de</strong> vre<strong>de</strong><br />

be<strong>te</strong>r dat ik mijn neus pas laat zien als Guido het kind heeft<br />

<strong>te</strong>ruggebracht en zelf weg is.<br />

Nadat ik een sms heb gekregen dat Guido weg is, ga ik direct<br />

naar haar toe. Het eers<strong>te</strong> dat opvalt is dat het kind overstuur is<br />

geweest.<br />

“Tja,” zegt haar moe<strong>de</strong>r, “Guido heeft lucht <strong>van</strong> jou gekregen en<br />

hij heeft <strong>de</strong> hele weg uit Groningen op het kind zit<strong>te</strong>n inpra<strong>te</strong>n.<br />

Vind je het gek dat het overstuur is? Ook heeft hij weer het<br />

gebruikelijke drama opgevoerd toen hij haar afzet<strong>te</strong>. Je moest eens<br />

we<strong>te</strong>n wat hij me allemaal weer naar mijn hoofd heeft geslingerd in<br />

het bijzijn <strong>van</strong> mijn kind.”


Het kind is ook <strong>de</strong> avond nog <strong>van</strong> slag en niet zo‟n klein beetje<br />

ook. Het gebruikelijke ritueel <strong>van</strong> het uit bed k<strong>om</strong>en wordt weer<br />

opgevoerd, maar nu zie ik dat er wel <strong>de</strong>gelijk iets aan <strong>de</strong> hand is.<br />

Pas <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> avond is het standaard karak<strong>te</strong>r <strong>te</strong>ruggekeerd.<br />

“Kun je nagaan wat voor ver<strong>de</strong>rfelijke invloed die man op mijn<br />

kind heeft,” zucht ze, “wat haat ik hem er<strong>om</strong>.”<br />

Ik kan dat heel goed begrijpen. Zeker nu ik het met mijn eigen<br />

ogen heb gezien.<br />

Het kind k<strong>om</strong>t weer eens uit bed en haar moe<strong>de</strong>r foe<strong>te</strong>rt: “Ga je<br />

bed in! Ogenblikkelijk, onuitstaanbaar rotkind dat je bent! Nu!”<br />

Ik zeg <strong>te</strong>gen haar moe<strong>de</strong>r: “Laat mij haar eens op bed leggen.<br />

Dan houd ik een gesprekje met haar en dan kijk ik of ik er iets aan<br />

kan doen.”<br />

Het kind vindt het geweldig. Een gesprekje met mij on<strong>de</strong>r vier<br />

ogen. Zon<strong>de</strong>r haar moe<strong>de</strong>r erbij. Wat is dit kind al wijs voor haar<br />

acht jaar. Ze vraagt me <strong>de</strong> oren <strong>van</strong> mijn hoofd. Met name mijn<br />

lief<strong>de</strong>sleven en <strong>om</strong>gang met vrouwen vindt ze in<strong>te</strong>ressant. “Hoe<br />

vaak ben jij getrouwd? Hoeveel vriendinnen heb jij al gehad?”<br />

vraagt ze.<br />

Ze ver<strong>te</strong>lt ook over het lief<strong>de</strong>sleven <strong>van</strong> haar moe<strong>de</strong>r en ze<br />

verklapt dat ze s<strong>te</strong>eds nieuwe vriendjes heeft en het altijd met ze<br />

uitmaakt.<br />

“Vorig jaar had ze John,” zegt ze parmantig, “die was zo<br />

verschrikkelijk lelijk, daar ben jij nog een mooie man bij.”<br />

Ik moet er hard <strong>om</strong> lachen. “Waar<strong>om</strong> lach je?” vraagt ze. “Vind<br />

je dat niet vervelend dan?”<br />

Ik leg haar uit dat gro<strong>te</strong> mensen wel vaker een vriend of vriendin<br />

hebben en als het <strong>de</strong> ware niet is, dan stop je met elkaar zien.<br />

“Dat weet ik allang,” beweert ze fier, “want mama gooit altijd<br />

haar vriendjes er heel snel uit. Dat heeft ze al gedaan met John,<br />

Adriaan, Pe<strong>te</strong>r en al die an<strong>de</strong>ren.”<br />

Ze begint op haar vingers <strong>te</strong> <strong>te</strong>llen. “Het zijn er elf,” zegt ze, “ik<br />

weet alleen niet meer hoe ze allemaal precies he<strong>te</strong>n.”


Ik vraag hoe ze aan die wijsheid k<strong>om</strong>t. “Ik heb ze toch zeker zelf<br />

gezien,” zegt ze, “en <strong>van</strong> <strong>de</strong> an<strong>de</strong>ren heeft mijn va<strong>de</strong>r me ver<strong>te</strong>ld.”<br />

Ze kijkt me tri<strong>om</strong>fan<strong>te</strong>lijk aan alsof ze alles doorheeft. Ze gaat<br />

door over haar va<strong>de</strong>r. Ze zegt: “Waar<strong>om</strong> <strong>de</strong>nk je dat ik het zo<br />

vervelend vind <strong>om</strong> naar mijn va<strong>de</strong>r toe <strong>te</strong> moe<strong>te</strong>n? Hij zeurt altijd<br />

over <strong>de</strong> vrien<strong>de</strong>n <strong>van</strong> mama en hij zegt altijd <strong>van</strong> die lelijke dingen<br />

over mama en haar vrien<strong>de</strong>n.”<br />

Ik weet niet goed wat ik daarop moet zeggen en ik vraag: “Heb je<br />

wel eens <strong>te</strong>gen hem gezegd dat je het vervelend vindt als hij zoiets<br />

zegt?”<br />

“Ik kijk wel linker uit,” zegt ze, “dan gaat hij alleen nog maar<br />

meer zeuren.”<br />

Daarmee is dit on<strong>de</strong>rwerp eventjes <strong>van</strong> <strong>de</strong> baan, maar ze heeft er<br />

nog eentje. Ze wil we<strong>te</strong>n hoe ik <strong>te</strong>n opzich<strong>te</strong> <strong>van</strong> haar en haar<br />

moe<strong>de</strong>r sta en ze vraagt: “Hou jij <strong>van</strong> mama? Vind je mij aardig?<br />

Zou jij een doch<strong>te</strong>r als mij willen hebben? Vind je mij en mijn<br />

mama samen ook leuk? Blijf jij bij ons?”<br />

Ik beaam het en ze kijkt me aan. Net alsof ze me niet gelooft.<br />

“Geloof je me niet?” vraag ik haar. “Dat ik blijf?”<br />

Het kind kijkt me nog s<strong>te</strong>eds ongelovig aan en vraagt: “Hoe lang<br />

nog?”<br />

Het helpt. De gesprekjes. Ik neem er <strong>de</strong> tijd voor en ik kan al<br />

re<strong>de</strong>lijk inschat<strong>te</strong>n wanneer het kind ergens mee zit of gewoon<br />

geen zin heeft <strong>om</strong> <strong>te</strong> gaan slapen. Haar moe<strong>de</strong>r vindt dat ik er <strong>te</strong><br />

veel tijd voor neem, want op <strong>de</strong>ze manier gaat het kind <strong>te</strong> laat<br />

slapen en krijgt ze <strong>te</strong> weinig nachtrust. Ze breekt altijd in als ik met<br />

het kind praat. Ik zeg: “Laat mij m‟n gang nou eens gaan. Ik kan<br />

echt wel inschat<strong>te</strong>n in hoeverre ze serieus is of niet. Daarbij krijgt<br />

ze meer nachtrust als ze direct gaat slapen dan dat ze s<strong>te</strong>eds haar<br />

bed uitk<strong>om</strong>t en die tien minu<strong>te</strong>n maken ook niet meer uit.”<br />

Haar moe<strong>de</strong>r is het niet met me eens en ze zegt: “Jij hebt<br />

gewoon niet in <strong>de</strong> ga<strong>te</strong>n dat ze jou misbruikt <strong>om</strong> la<strong>te</strong>r <strong>te</strong> kunnen


gaan slapen. Ze vindt het alleen maar in<strong>te</strong>ressant. Ze is erop uit<br />

<strong>om</strong> jou bij mij <strong>van</strong>daan <strong>te</strong> hou<strong>de</strong>n.”<br />

“Laat toch,” zeg ik, “je ziet toch dat het helpt. Daarbij, ik begin<br />

inmid<strong>de</strong>ls <strong>te</strong> begrijpen waar<strong>om</strong> ze zo lastig is. Ver<strong>te</strong>l mij eens hoe<br />

het k<strong>om</strong>t dat ze s<strong>te</strong>eds begint over jouw vriendjes. Ik begin ze al<br />

bij naam <strong>te</strong> kennen: John, Adriaan, Pe<strong>te</strong>r.”<br />

“Guido,” zucht ze, “het is Guido. De asbak. Wat hij dat arme<br />

kind allemaal tussen haar oren plant is verschrikkelijk. Ik haat hem<br />

er<strong>om</strong>. Hij is jaloers op mij. Hij kan het gewoon niet hebben dat ik<br />

gelukkig ben. Hij twist zelfs <strong>de</strong> gedach<strong>te</strong>n <strong>van</strong> het kind <strong>om</strong> mij<br />

dwars <strong>te</strong> zit<strong>te</strong>n. Hij is gewe<strong>te</strong><strong>nl</strong>oos. Hij bepaalt zelfs hoe ik mijn<br />

vrije weekein<strong>de</strong> doorbreng. Hij is in staat <strong>om</strong> het kind op een<br />

za<strong>te</strong>rdagavond in <strong>de</strong> tuin <strong>te</strong> zet<strong>te</strong>n, ongeacht of ik thuis ben of<br />

niet. Hij weet hoe ik ben en rekent erop dat ik thuis ben. Het kind<br />

heeft, op John en Adriaan na, nog nooit een vriendje <strong>van</strong> mij<br />

gezien. Bui<strong>te</strong>n dat, dan zou zij zich een vriendje <strong>van</strong> mij<br />

herinneren uit <strong>de</strong> tijd dat ze nog een jaar of drie was. Dat geloof je<br />

zelf toch niet. Daarbij, die Pe<strong>te</strong>r is zelfs <strong>van</strong> voor <strong>de</strong> tijd <strong>van</strong><br />

Guido. Kun je nagaan.”<br />

Zij brengt het kind naar haar va<strong>de</strong>r. Hij heeft het kind voor het weekein<strong>de</strong><br />

en hij woont op kamers, niet ver <strong>van</strong> haar huis. De luiaard ligt ech<strong>te</strong>r nog in<br />

bed en geeft aan nog geen prijs <strong>te</strong> s<strong>te</strong>llen op het kind. Hij vindt het <strong>te</strong> vroeg<br />

<strong>te</strong>rwijl het al vijf uur in <strong>de</strong> middag is. Zij heeft een afspraak met haar vriendin<br />

en ze zegt dat ze weg moet. Hij wordt boos en verwijt haar dat het een smoes<br />

is.<br />

“Je zult wel weer een da<strong>te</strong> hebben met een of an<strong>de</strong>re vent,” bijt hij haar toe.<br />

Zij is ook niet op haar mondje gevallen en ze ver<strong>te</strong>lt hem haarfijn wat hij in<br />

zijn ach<strong>te</strong>rs<strong>te</strong> kan stoppen.<br />

“Maar,” zegt ze, “ik begrijp het. Je gunt mij mijn vrije weekeindje niet en je<br />

s<strong>te</strong>lt niet eens prijs op <strong>de</strong> aanwezigheid <strong>van</strong> jouw kind. Maar ik neem mijn<br />

verantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>n wel. Ik ga nu weg en ik neem het kind mee.”<br />

“Dat doe jij niet,” zegt hij, “ik heb het recht <strong>om</strong> haar dit weekein<strong>de</strong> <strong>te</strong><br />

hebben.”


“In <strong>de</strong>ze situatie laat je me geen keus,” zegt ze <strong>te</strong>gen hem.<br />

Ze pakt haar kind op en ze loopt <strong>de</strong> trap af. Hij springt nijdig zijn bed uit<br />

en schopt haar, met het kind en al, <strong>de</strong> trap af. Ze valt, maar gelukkig weet ze<br />

het kind <strong>te</strong> beschermen. Haar arm ligt open, maar ze voelt het niet en het<br />

kind heeft gelukkig niets.<br />

Guido staat inmid<strong>de</strong>ls naast haar. Als ze opstaat, krijgt ze een har<strong>de</strong> klap<br />

mid<strong>de</strong>n in haar gezicht. Ze kan niets <strong>te</strong>rugdoen, ze heeft immers het kind in<br />

haar armen.<br />

Mijn gesprekjes met het kind zijn inmid<strong>de</strong>ls on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el gewor<strong>de</strong>n<br />

<strong>van</strong> het avondritueel. Ik buig <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwerpen af en ik nuanceer ze.<br />

Het gaat meestal over haar va<strong>de</strong>r. Het kind zit er dubbel in. Ik<br />

merk dat ze <strong>van</strong> hem houdt en hem mist, maar dat ze hem ook<br />

verafschuwt als hij zeurt. Ze vindt hem zielig, want hij woont<br />

helemaal alleen in Groningen. Ze moet er bijna <strong>om</strong> huilen, zo<br />

heeft ze het met hem <strong>te</strong> doen. Hij is helemaal alleen en hij heeft<br />

helemaal niemand. In ie<strong>de</strong>r geval niet zoals haar mama, want die<br />

heeft altijd vriendjes.<br />

Weer vraagt ze aan me of ze het k<strong>om</strong>en<strong>de</strong> weekein<strong>de</strong> niet naar<br />

hem toe hoeft en ik vraag haar waar<strong>om</strong> niet. Ze houdt toch <strong>van</strong><br />

haar va<strong>de</strong>r?<br />

“Maar hij zeurt altijd zo,” zegt ze.<br />

Ik begin zowaar een hekel aan die man <strong>te</strong> krijgen. Wat heeft hij<br />

dat arme kind allemaal al niet aangedaan?<br />

Ik heb het met haar over haar kind en haar ex. Ze legt me uit dat<br />

Guido zijn doch<strong>te</strong>r continu het beeld schetst <strong>van</strong> <strong>de</strong> zielige va<strong>de</strong>r,<br />

die moe<strong>de</strong>rziel alleen in Groningen zit, <strong>te</strong>rwijl hij stikt <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

vriendinnen. Hij houdt het hier zelfs met haar ex-vriendin<br />

Deborah die in Portugaal woont, maar voor het kind is het tan<strong>te</strong><br />

Deborah en hij houdt stug vol dat het slechts een goe<strong>de</strong> vriendin<br />

<strong>van</strong> hem is.<br />

In <strong>de</strong> tussentijd gunt Guido haar niets en hij doet er alles aan <strong>om</strong><br />

haar zwart <strong>te</strong> maken, waarbij het hem niet uitmaakt of hij zijn kind


voor zijn karretje moet spannen. Ze ver<strong>te</strong>lt dat ze er allebei zowat<br />

al een trauma aan over hebben gehou<strong>de</strong>n.<br />

“Zowat?” vraag ik. “Ik verbaas me nog over het feit dat jullie nog<br />

zo dapper doorgaan.”<br />

Ze is net bevallen <strong>van</strong> het kind. Ze gaan op bezoek bij <strong>om</strong>a, <strong>de</strong> moe<strong>de</strong>r <strong>van</strong><br />

Guido. In Groningen. Het is laat in <strong>de</strong> avond en zij geeft het kind <strong>de</strong> borst.<br />

Oma zit er een beetje bij <strong>te</strong> dut<strong>te</strong>n en Guido is al een tijdje <strong>de</strong> hort op.<br />

Niemand weet waar hij zit. Het is een huiselijk tafereel, drie generaties<br />

vrouwen in één kamer.<br />

Tot Guido thuisk<strong>om</strong>t. Hij is in <strong>de</strong> lokale kroeg geweest en heeft zich flink<br />

vol la<strong>te</strong>n lopen. Hij gaat voor haar staan en hij st<strong>om</strong>pt haar ineens met een<br />

gebal<strong>de</strong> vuist vol in haar gezicht, zon<strong>de</strong>r dat er een aa<strong>nl</strong>eiding voor is. De<br />

tranen springen in haar ogen. Oma is erbij, maar die heeft niets gezien of wil<br />

niets zien. Guido is haar liefs<strong>te</strong> kind, dus waarschij<strong>nl</strong>ijk is het laats<strong>te</strong> het<br />

geval. Zij kan niet an<strong>de</strong>rs doen dan <strong>te</strong> blijven zit<strong>te</strong>n, ze heeft het kind immers<br />

aan haar borst.<br />

Beschermer <strong>van</strong> het kind.<br />

Het wel en wee <strong>van</strong> het kind is ui<strong>te</strong>in<strong>de</strong>lijk het doorslaggeven<strong>de</strong><br />

argument <strong>om</strong> <strong>te</strong> gaan samenwonen in St<strong>om</strong>pwijk. Doorgaan op <strong>de</strong><br />

ou<strong>de</strong> voet is niet mogelijk. Guido verwringt <strong>de</strong> gedach<strong>te</strong>n <strong>van</strong> het<br />

kind en dat is gebaat bij rust. En als het kind rust heeft, dan krijgt<br />

haar moe<strong>de</strong>r rust en ik dus aut<strong>om</strong>atisch ook.<br />

Guido is het er niet mee eens dat zij die beslissing alleen neemt.<br />

Hij is <strong>van</strong> mening dat hij mins<strong>te</strong>ns het recht heeft <strong>om</strong> inspraak <strong>te</strong><br />

hebben over <strong>de</strong> plaats waar het kind gaat wonen. Hij wil fei<strong>te</strong>lijk<br />

niet dat ze verhuist en dat ze in Rhoon blijft.<br />

Guido heeft een lat-relatie met Deborah, <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> vriendin <strong>van</strong><br />

haar, en die woont in Portugaal, wat op nog geen vijf minu<strong>te</strong>n<br />

afstand <strong>van</strong> Rhoon af ligt. Het kind vertoeft dan ook vaak bij haar


va<strong>de</strong>r en tan<strong>te</strong> Deborah, zoals zij <strong>de</strong> vriendin <strong>van</strong> haar va<strong>de</strong>r<br />

noemt.<br />

Dat is handig voor Guido, want als hij bij Deborah is, kan hij zelf<br />

bepalen wanneer hij zijn kind ziet. Hij is werkeloos en hij<br />

verschijnt <strong>te</strong> pas en <strong>te</strong> onpas <strong>te</strong>n tonele. Wanneer het kind in<br />

St<strong>om</strong>pwijk woont, gaat dat natuurlijk niet meer zo eenvoudig en<br />

het is begrijpelijk dat Guido daar<strong>van</strong> baalt. Hij woont nu in<br />

Groningen en als hij zijn kind wil zien gaat dat een nogal een<br />

strakke planning vereisen. Daarbij k<strong>om</strong>t nog dat hij gewend is <strong>te</strong><br />

doen en <strong>te</strong> la<strong>te</strong>n wat hij wil, wanneer hij dat wil en wat een an<strong>de</strong>r<br />

daar<strong>van</strong> vindt is niet rele<strong>van</strong>t.<br />

Het is Guido ech<strong>te</strong>r dui<strong>de</strong>lijk gewor<strong>de</strong>n dat het geen zin heeft<br />

<strong>om</strong> <strong>te</strong> argumen<strong>te</strong>ren; zij en haar kind verhuizen gewoon naar<br />

St<strong>om</strong>pwijk. Hij kiest eieren voor zijn geld, maar hij wil nu wel<br />

meer dui<strong>de</strong>lijkheid over <strong>de</strong> bezoekregeling voor zijn kind. Er gaat<br />

<strong>te</strong>nslot<strong>te</strong> voor hem nogal wat veran<strong>de</strong>ren.<br />

Maar pra<strong>te</strong>n, dat wil hij alleen met Klaas doen en niet met haar.<br />

Hij is <strong>de</strong> mening toegedaan dat er met haar toch niet <strong>te</strong> pra<strong>te</strong>n is.<br />

Ik mag bij het gesprek aanwezig zijn, maar ik ben in zijn ogen geen<br />

partij. Ik mag wel luis<strong>te</strong>ren naar wat hij me <strong>te</strong> ver<strong>te</strong>llen heeft, wie<br />

weet leer ik er nog iets <strong>van</strong>.<br />

Ik zit met verbazing naar <strong>de</strong> man <strong>te</strong> kijken. Alles wat zij over<br />

hem heeft ver<strong>te</strong>ld, bevestigt hij met zijn gedrag. Hij k<strong>om</strong>t slecht uit<br />

zijn woor<strong>de</strong>n, alsof hij stoned of aangescho<strong>te</strong>n is. Hij praat<br />

onsamenhangend, er is geen touw aan vast <strong>te</strong> knopen.<br />

Gemoedstoestan<strong>de</strong>n wisselen elkaar in een hoog <strong>te</strong>mpo af. Het<br />

ene m<strong>om</strong>ent dreigt hij dat hij over <strong>de</strong> tafel gaat springen <strong>om</strong> me<br />

eens goed on<strong>de</strong>r han<strong>de</strong>n <strong>te</strong> nemen. Nog geen tien secon<strong>de</strong>n la<strong>te</strong>r<br />

zit hij <strong>te</strong> huilen dat zijn kind door mij wordt afgepakt. Eén ding<br />

k<strong>om</strong>t regelmatig <strong>te</strong>rug, dat is dat hij zijn ex in alle toonaar<strong>de</strong>n<br />

vervloekt en me ver<strong>te</strong>lt wat voor een onbetrouwbare heks het is.<br />

“Gijs, jongen,” zegt hij met een goedbedoel<strong>de</strong> blik <strong>te</strong>gen me, “ik<br />

ken je niet en volgens mij ben jij wel oké. Ik waarschuw je alleen


maar voor haar. Je krijgt er spijt <strong>van</strong>, let op mijn woor<strong>de</strong>n. Geloof<br />

me, je bent niet <strong>de</strong> eers<strong>te</strong> en je bent zeker ook niet <strong>de</strong> laats<strong>te</strong>. Ze<br />

doet dit elk jaar. Het is weer voorjaar en ze heeft weer <strong>de</strong> kriebels.<br />

Elke z<strong>om</strong>er heb ik hetzelf<strong>de</strong> gezeur <strong>om</strong>dat ze wegloopt met één of<br />

an<strong>de</strong>re vent en dan houdt ze direct mijn doch<strong>te</strong>r bij me weg. Na<br />

verloop <strong>van</strong> tijd krijgen haar vriendjes door wat voor slang het is<br />

en dan dumpen ze haar. Dan is ze zielig en alleen en vervolgens<br />

mag ik weer opdraven. Ineens ben ik weer goed genoeg.”<br />

Hij begint weer <strong>te</strong> huilen. “En het ergs<strong>te</strong> <strong>van</strong> alles is,” zegt hij<br />

snikkend, “dat ik het doe. Het is en blijft mijn kind. En ik hou zo<br />

veel <strong>van</strong> mijn kind.”<br />

Er wordt geprobeerd afspraken <strong>te</strong> maken over zijn<br />

bezoekregeling. Hij luis<strong>te</strong>rt alleen naar wat hij horen wil. Het<br />

gesprek vervalt in herhalingen en ver<strong>de</strong>r pra<strong>te</strong>n heeft volgens mij<br />

geen enkele zin.<br />

Het gesprek geeft me <strong>de</strong> bevestiging <strong>van</strong> <strong>de</strong> verhalen, die ik zo<br />

links en rechts al had opgepikt. De va<strong>de</strong>r <strong>van</strong> het kind is een<br />

labiele, onbetrouwbare loser. Ik begrijp nu dat het kind<br />

waarschij<strong>nl</strong>ijk be<strong>te</strong>r af is zon<strong>de</strong>r hem, hoe hard het ook klinkt. Het<br />

<strong>de</strong>finitieve besluit <strong>om</strong> naar St<strong>om</strong>pwijk <strong>te</strong> verhuizen is nu niet<br />

moeilijk meer <strong>te</strong> nemen. Samen met haar kan ik het kind <strong>te</strong>gen<br />

haar va<strong>de</strong>r in bescherming nemen. Waar kan dat be<strong>te</strong>r gedaan<br />

wor<strong>de</strong>n dan in een volledig nieuwe <strong>om</strong>geving, zoals St<strong>om</strong>pwijk?<br />

Ik word ‘papa’.<br />

Ineens noemt het kind me „papa‟. Met <strong>de</strong> uitdrukkelijke<br />

ins<strong>te</strong>mming <strong>van</strong> haar moe<strong>de</strong>r, die het zelfs lijkt <strong>te</strong> stimuleren. Ik<br />

vind het daarvoor veel <strong>te</strong> vroeg en ik heb liever dat ze me gewoon<br />

bij mijn voornaam noemt.<br />

“Mijn kind heeft daaraan een enorme behoef<strong>te</strong>,” verklaart haar<br />

moe<strong>de</strong>r, “zeker nu haar va<strong>de</strong>r niet meer in <strong>de</strong> buurt is. Haar


ehoef<strong>te</strong> aan een papa is zo groot, dat ze jou ook papa wil<br />

noemen. Je krijgt <strong>de</strong> va<strong>de</strong>rrol nu toch, dus je kunt je er maar be<strong>te</strong>r<br />

bij neerleggen. Daarbij gaat ze strakjes hier in St<strong>om</strong>pwijk op<br />

school. Het is toch handiger dat ze het over jou en mij kan hebben<br />

als papa en mama in plaats <strong>van</strong> mijn moe<strong>de</strong>r en haar vriend.”<br />

Ik vind het een mooi verhaal. Ik vraag haar of zij het niet is, die<br />

het graag wil, maar ze verzekert me met haar hand op haar hart dat<br />

daar geen sprake <strong>van</strong> is.<br />

“Het is het kind,” zegt ze nadrukkelijk, “geloof me. Je doet haar<br />

er een enorm plezier mee. Wat maakt het jou nou uit?”<br />

Ik heet dus voortaan „papa‟.<br />

Gesprekjes.<br />

Ik woon inmid<strong>de</strong>ls met mijn gezinnetje in mijn huis in<br />

St<strong>om</strong>pwijk. Mijn leven krijgt direct een nieuwe regelmaat en niet in<br />

<strong>de</strong> laats<strong>te</strong> plaats <strong>om</strong>dat alle rituelen uit Rhoon meeverhuisd zijn. Er<br />

is ech<strong>te</strong>r één groot verschil. In haar huis schik<strong>te</strong> ik me volledig in<br />

mijn rol als logé. Ik liet haar en het kind volledig hun eigen gang<br />

gaan en ik nam genoegen met <strong>de</strong> schaarse ruim<strong>te</strong> die ik kreeg. Dat<br />

k<strong>om</strong>t <strong>om</strong>dat ik het ook niet an<strong>de</strong>rs heb kunnen beschouwen als<br />

een logeerpartij, die uit <strong>de</strong> hand is gelopen. Maar nu wonen we<br />

met z‟n drieën on<strong>de</strong>r één dak, nota bene het mijne.<br />

Ik vind het tijd wor<strong>de</strong>n <strong>om</strong> met haar en het kind eens een paar<br />

dui<strong>de</strong>lijke afspraken <strong>te</strong> maken, want ik vind het niet goed <strong>om</strong> alle<br />

rituelen uit Rhoon zon<strong>de</strong>rmeer <strong>te</strong> kopiëren. Ik ben <strong>te</strong>nslot<strong>te</strong> één<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> drie en ik heb ook recht op ruim<strong>te</strong>.<br />

Ik leg haar mijn standpunt uit en zij zegt: “Alles heeft zijn tijd<br />

nodig. Je moet je wel realiseren dat ik al acht jaar met mijn kind<br />

alleen heb doorgebracht. Ik ben al die tijd met haar samen geweest<br />

en al het lief en leed heb ik met haar ge<strong>de</strong>eld. Daar k<strong>om</strong> jij ineens<br />

bij. Zowel mijn kind als ik moe<strong>te</strong>n nogal aan <strong>de</strong>ze nieuwe situatie<br />

wennen en daar zul jij <strong>te</strong>r<strong>de</strong>ge rekening mee moe<strong>te</strong>n hou<strong>de</strong>n.”


“Wat <strong>de</strong>nk je <strong>van</strong> mij?” vraag ik. “Alsof ik al vaker met een<br />

moe<strong>de</strong>r en een kind heb samengewoond. Ik vind het niet erg <strong>om</strong><br />

zo links en rechts wat in <strong>te</strong> leveren, maar ik ga me niet volledig<br />

schikken aan <strong>de</strong> grappen en grollen <strong>van</strong> jullie twee. Dat kun je echt<br />

wel verge<strong>te</strong>n.”<br />

“Ik begrijp je, schat,” glimlacht ze naar me, “natuurlijk heb jij<br />

ook recht op ruim<strong>te</strong>. Geloof me, we hebben wat tijd nodig, maar<br />

ui<strong>te</strong>in<strong>de</strong>lijk zal het allemaal goed k<strong>om</strong>en.”<br />

Ik vind het kind een drakepit. Wispelturig en onhan<strong>de</strong>lbaar. Ook<br />

onvoorspelbaar. Het ene m<strong>om</strong>ent haalt ze haar moe<strong>de</strong>r het bloed<br />

on<strong>de</strong>r haar nagels <strong>van</strong>daan en het volgen<strong>de</strong> m<strong>om</strong>ent haalt ze <strong>de</strong><br />

vaatwasser leeg. Op eigen initiatief, want als het gevraagd wordt,<br />

kun je er <strong>de</strong> klok op gelijk zet<strong>te</strong>n dat ze het niet doet. Als haar<br />

moe<strong>de</strong>r echt iets gedaan wil hebben, dan verheft ze haar s<strong>te</strong>m en<br />

gebruikt ze „gespier<strong>de</strong>‟ taal, zoals ze het zelf noemt. Ik vind het<br />

ongepast en zelfs ordinair taalgebruik, maar dat boeit haar moe<strong>de</strong>r<br />

niet. Ze zegt: “Ik moet wel, want an<strong>de</strong>rs luis<strong>te</strong>rt ze helemaal niet.”<br />

Het kind heeft ook last <strong>van</strong> angs<strong>te</strong>n. Ongeveer <strong>van</strong> hetzelf<strong>de</strong><br />

soort als haar moe<strong>de</strong>r. Alles is eng en griezelig en overal is ze bang<br />

voor. “Wat wil je,” verklaart haar moe<strong>de</strong>r, “als jij je eens in<strong>de</strong>nkt<br />

hoe ver<strong>de</strong>rfelijk <strong>de</strong> invloed <strong>van</strong> haar va<strong>de</strong>r op het kind is geweest.<br />

En niet alleen op het kind, maar ook op mij. Het is maar goed dat<br />

we nu uit zijn greep zijn verlost. Het is waarschij<strong>nl</strong>ijk nog niet <strong>te</strong><br />

laat en ik <strong>de</strong>nk dat ze nog jong genoeg is <strong>om</strong> er overheen <strong>te</strong><br />

groeien. Met jou in <strong>de</strong> buurt krijgt ze <strong>de</strong> evenwichtige opvoeding<br />

in <strong>de</strong> stabiele gezinssituatie, die ze nodig heeft.”<br />

Ik woon met haar en het kind dan wel in St<strong>om</strong>pwijk, maar <strong>de</strong><br />

dreiging die <strong>van</strong> Guido uitgaat, heerst nog s<strong>te</strong>eds. Nog s<strong>te</strong>eds<br />

lopen we het risico, dat hij onverwacht op <strong>de</strong> stoep staat of het<br />

kind ophaalt uit <strong>de</strong> enige school die het dorp <strong>te</strong>lt.


Het kind lijkt het wel best <strong>te</strong> vin<strong>de</strong>n, zo zon<strong>de</strong>r haar va<strong>de</strong>r.<br />

Althans, dat is wat ze zegt tij<strong>de</strong>ns onze gesprekjes. Maar ik vind<br />

toch dat ze wel eens een weekeindje bij haar va<strong>de</strong>r zou kunnen<br />

doorbrengen. Het kind heeft gro<strong>te</strong> vakantie en ze heeft niets<br />

<strong>om</strong>han<strong>de</strong>n. Ze hangt continu <strong>om</strong> haar moe<strong>de</strong>r en mij heen en een<br />

weekeindje weg zou haar waarschij<strong>nl</strong>ijk zelfs goed doen. En niet<br />

alleen het kind, maar mij ook. Want ik zou wel eens een tijdje<br />

alleen met haar moe<strong>de</strong>r willen doorbrengen of nog s<strong>te</strong>rker, ik heb<br />

er al heel veel voor over <strong>om</strong> eens een dag zon<strong>de</strong>r het al<strong>om</strong><br />

aanwezige kind door <strong>te</strong> brengen.<br />

“Wil je niet een weekeindje naar jouw va<strong>de</strong>r toe?” vraag ik, als ze<br />

op een avond zegt dat ze haar va<strong>de</strong>r mist.<br />

“Nee,” zegt ze resoluut, “ik weet nu al dat hij gaat zeuren. Weet<br />

je hoe erg ik moet oppassen dat ik mijn mond niet voorbijpraat?”<br />

Ik zeg: “Jouw va<strong>de</strong>r is toch blij voor jou als jij het naar je zin<br />

hebt hier in St<strong>om</strong>pwijk? Met mama en mij? En als je ver<strong>te</strong>lt <strong>van</strong> je<br />

nieuwe kamer?”<br />

“Pfff…” zucht ze, “s<strong>te</strong>l dat ik ver<strong>te</strong>l dat jij een lampje hebt<br />

opgehangen en ik noem jou per ongeluk „papa‟, dan slaat hij mijn<br />

kop eraf.”<br />

Het kind trekt naar me toe. De gesprekjes doen won<strong>de</strong>ren. Ze<br />

begrijpt <strong>de</strong> dingen die ik uitleg. Ze is nog wel recalcitrant, maar ze<br />

speelt het volgens mij meer dan dat het haar ernst is.<br />

De gesprekjes hebben een standaard agenda:<br />

Haar va<strong>de</strong>r. Ze mist hem maar ze wil toch niet naar hem toe.<br />

Seks en lief<strong>de</strong>. Ze wil we<strong>te</strong>n wat het is. Of je er kin<strong>de</strong>ren <strong>van</strong><br />

krijgt? Of mama en ik het doen? Of ze een zusje of een<br />

broertje krijgt, als ik het beaam.<br />

Relaties. Blijven we altijd bij elkaar? Wat gebeurt er als mama<br />

mij zat wordt, wat gelet op haar vorige vriendjes niet<br />

on<strong>de</strong>nkbeeldig is. Blijven wij elkaar dan nog zien? Vind ik een<br />

kind leuk? Vind ik haar leuk?


Regels en straf. Ik leg haar het waar<strong>om</strong> er<strong>van</strong> uit. Het lijkt of ze<br />

me begrijpt.<br />

Het valt niet mee <strong>om</strong> <strong>de</strong> gesprekjes kort <strong>te</strong> hou<strong>de</strong>n en op haar<br />

vragen een bevredigend antwoord <strong>te</strong> vin<strong>de</strong>n. Het kind is veel <strong>te</strong><br />

wijs voor haar leeftijd.<br />

Ontbijtrituelen.<br />

Het is wennen voor <strong>de</strong> twee dames in mijn huis. Maar ook voor<br />

mij. Ik moet ook gewoon<strong>te</strong>s aanpassen. Ik had mijn eigen<br />

och<strong>te</strong>ndritueel en dat wordt re<strong>de</strong>lijk wreed verstoord. Vroeger nam<br />

ik een bo<strong>te</strong>rham en een kopje espresso, <strong>te</strong>rwijl ik <strong>de</strong> krant las en<br />

het nieuws en ontbijt-tv keek. Het kind wil ook tv kijken <strong>te</strong>rwijl ze<br />

ontbijt, alleen on<strong>de</strong>r het genot <strong>van</strong> Nickelo<strong>de</strong>on met Spongebob<br />

en met het volume op tien. Ze keek Spongebob in Rhoon en dat<br />

gaat ze dus in St<strong>om</strong>pwijk ook doen. Ze zet elke och<strong>te</strong>nd <strong>de</strong> tv aan<br />

zon<strong>de</strong>r het <strong>te</strong> vragen. Daar kan ik nog ink<strong>om</strong>en. Maar het kind<br />

schakelt <strong>de</strong> tv ook over op Nickelo<strong>de</strong>on, ongeacht of ik naar het<br />

nieuws of mijn ontbijt-tv zit <strong>te</strong> kijken, waarbij ze niet eens <strong>de</strong><br />

moei<strong>te</strong> neemt me het <strong>te</strong> vragen. Ik zeg er wat <strong>van</strong> en het kind staat<br />

me aan <strong>te</strong> kijken of ze wa<strong>te</strong>r ziet bran<strong>de</strong>n.<br />

“Laat het kind toch naar Spongebob kijken,” valt haar moe<strong>de</strong>r<br />

het kind bij.<br />

“Ik begrijp sowieso niet dat je het kind „s och<strong>te</strong>nds naar <strong>de</strong> tv laat<br />

kijken,” zeg ik.<br />

“Jij kijkt ‟s och<strong>te</strong>nds toch ook tv,” zegt ze.<br />

“Alleen als er niemand is,” zeg ik, “an<strong>de</strong>rs zet ik hem uit.”<br />

“Maar als hij toch uitstaat, kan ik toch wel naar Spongebob<br />

kijken,” probeert het kind.<br />

“Vanaf nu geen Spongebob en ontbijt-tv meer,” zeg ik, “en voor<br />

<strong>de</strong> dui<strong>de</strong>lijkheid, helemaal geen tv meer.”


Ik heb twee dames in mijn nek. Ze vin<strong>de</strong>n het flauwekul. Ze<br />

<strong>de</strong><strong>de</strong>n het in Rhoon ook altijd en waar<strong>om</strong> kan het nu dan niet<br />

meer?<br />

Ik houd mijn poot stijf maar het kind blijft mokken. Ik geef haar<br />

<strong>de</strong> keuze tussen op haar kamer gaan zit<strong>te</strong>n mokken of hier haar<br />

bo<strong>te</strong>rhammetje ope<strong>te</strong>n. Haar moe<strong>de</strong>r kijkt me aan en ziet dat het<br />

me ernst is.<br />

“Sorry kind,” zegt ze, “ik ben het niet met papa eens, maar hij is<br />

wel <strong>de</strong> baas in huis. Doe in dit geval maar wat hij zegt.”<br />

Het kind is bang.<br />

Het kind moet een plas doen. Op een za<strong>te</strong>rdagmiddag in het<br />

overvolle winkelcentrum <strong>van</strong> Zoe<strong>te</strong>rmeer. Ik kijk rond en ik kan<br />

zo snel geen openbaar toilet vin<strong>de</strong>n. Ik zie wel een restaurant en ik<br />

zeg <strong>te</strong>gen het kind dat ze daar een plas kan doen. Ze durft niet<br />

alleen, wat ik wel begrijp. Ik ga met haar mee het restaurant in en<br />

ik begeleid haar naar ach<strong>te</strong>ren, waar <strong>de</strong> toilet<strong>te</strong>n zijn. Ik wacht voor<br />

<strong>de</strong> <strong>de</strong>ur, maar dat is voor het kind niet voldoen<strong>de</strong>. Ik moet in het<br />

portaal <strong>van</strong> het toilet k<strong>om</strong>en staan. Het kind laat <strong>de</strong> <strong>de</strong>ur op een<br />

kier staan en blijft continu <strong>te</strong>gen me pra<strong>te</strong>n. Als ik eventjes niets<br />

<strong>te</strong>rugzeg, gaat <strong>de</strong> <strong>de</strong>ur direct open en ze kijkt met een verschrik<strong>te</strong><br />

blik of ik er nog ben. “Waar<strong>om</strong> zeg je niets <strong>te</strong>rug?” vraagt het kind<br />

me verwij<strong>te</strong>nd.<br />

Ik praat erover met haar moe<strong>de</strong>r. “Verlatingsangst,” zegt ze,<br />

“pure verlatingsangst. Allemaal <strong>de</strong> schuld <strong>van</strong> Guido, die heeft<br />

haar meer<strong>de</strong>re malen in <strong>de</strong> s<strong>te</strong>ek gela<strong>te</strong>n.”<br />

Ze ver<strong>te</strong>lt: “Toen hij haar <strong>de</strong> eers<strong>te</strong> keer had meegen<strong>om</strong>en moest<br />

hij pretsigaretjes halen <strong>om</strong> aan zijn behoef<strong>te</strong>n <strong>te</strong> voldoen. Het was<br />

diep in <strong>de</strong> nacht en hij liet zijn slapen<strong>de</strong> kind alleen. Het kind werd<br />

ech<strong>te</strong>r wakker en het ging op zoek naar haar va<strong>de</strong>r. In paniek heeft<br />

ze mij toen gebeld. Ik heb haar mins<strong>te</strong>ns een uur aan <strong>de</strong> <strong>te</strong>lefoon


gehad tot hij weer thuiskwam: Knet<strong>te</strong>rstoned. Sindsdien heeft ze<br />

die enorme angst <strong>om</strong> verla<strong>te</strong>n <strong>te</strong> wor<strong>de</strong>n.”<br />

Ik ga met het kind naar Duinrell. Ik heb kaartjes gekregen <strong>van</strong><br />

een relatie en het is een mooie gelegenheid <strong>om</strong> <strong>de</strong> band met haar<br />

eens wat aan <strong>te</strong> halen. Ze woont <strong>te</strong>nslot<strong>te</strong> met mij on<strong>de</strong>r hetzelf<strong>de</strong><br />

dak. Haar nichtje Samantha hoort er<strong>van</strong> en ze wil wel mee.<br />

Eenmaal in Duinrell valt het enorme contrast tussen Samantha<br />

en het kind me op. Samantha durft overal in en af en het kind niet.<br />

Ik vraag het kind waar<strong>om</strong> ze zo bang is.<br />

“Het is hartstikke eng en gevaarlijk,” legt ze uit, “en mijn moe<strong>de</strong>r<br />

vindt dat ook. Van haar zou ik er niet eens in mogen.”<br />

Het kind gaat, met nogal wat overredingskracht <strong>van</strong> mij en<br />

Samantha, ui<strong>te</strong>in<strong>de</strong>lijk toch een attractie in. Ze k<strong>om</strong>t eruit en het<br />

huilen staat haar na<strong>de</strong>r dan het lachen. Ze wil weg, of zwemmen in<br />

het Tikibad.<br />

Het Tikibad heeft glijbanen, voor elk wat wils. Het kind wil<br />

alleen in <strong>de</strong> glijbaan als die niet eng en donker is. Het kind is echt<br />

bang. Samantha wijst op een glijbaan en ze overreedt het kind <strong>om</strong><br />

samen met mij juist die glijbaan <strong>te</strong> nemen.<br />

“Is die dan niet eng en donker?” vraagt het kind aan haar nichtje.<br />

“Nee,” beweert Samantha s<strong>te</strong>llig, “want dit is <strong>de</strong> Starlight en dat<br />

is <strong>de</strong> ongevaarlijks<strong>te</strong>.”<br />

Ik stap er samen met het kind in en een paar secon<strong>de</strong>n la<strong>te</strong>r zijn<br />

we bene<strong>de</strong>n. Ik word direct door een badmees<strong>te</strong>r uit het wa<strong>te</strong>r<br />

gehaald en ik krijg een standje. Het blijkt <strong>de</strong> snels<strong>te</strong> glijbaan <strong>van</strong><br />

het Tikibad <strong>te</strong> zijn, waar het nota bene ook nog eens <strong>te</strong>n strengs<strong>te</strong><br />

verbo<strong>de</strong>n is er met z‟n tweeën <strong>te</strong>gelijk in <strong>te</strong> gaan. Het kind is<br />

overstuur en het huilt. Ik begrijp het volk<strong>om</strong>en, want ik ben er ook<br />

<strong>van</strong> geschrokken.<br />

Samantha k<strong>om</strong>t uit een an<strong>de</strong>re buis gegle<strong>de</strong>n. Ze ziet het tafereel<br />

en ze k<strong>om</strong>t niet meer bij <strong>van</strong> het lachen.


La<strong>te</strong>r praat ik erover met haar moe<strong>de</strong>r en ik zeg: “Hoe kan het<br />

dat jouw kind zo bang is? Ze durft niets en ze vindt alles maar eng<br />

en gevaarlijk?”<br />

“Het is toch ook zo,” zegt haar moe<strong>de</strong>r, “het is maar goed dat ik<br />

er niet bij was. Van mij had ze er niet eens in gemogen.”<br />

Straf.<br />

Ik introduceer iets nieuws voor het kind: Straf. Haar moe<strong>de</strong>r<br />

dreigt er regelmatig mee, maar ze voert het nooit uit. Ik doe dat<br />

dui<strong>de</strong>lijk an<strong>de</strong>rs en dat is wel eventjes slikken. Niet alleen voor het<br />

kind, maar ook voor haar moe<strong>de</strong>r. Die vergeet en vergeeft zeer<br />

snel en het kind weet dat. Ze is er zelfs volledig op ingespeeld.<br />

Als het kind in mijn bijzijn iets doet dan waarschuw ik haar. Ik<br />

doe dat één keer. Luis<strong>te</strong>rt ze niet naar me, dan voer ik mijn<br />

dreigement uit. Consequent als ik ben doe ik wat ik beloof, dus<br />

ook met straf.<br />

Ik ga met m‟n gezin boodschappen doen in Zoe<strong>te</strong>rmeer. Op<br />

vrijdag in <strong>de</strong> namiddag na <strong>de</strong> school <strong>van</strong> het kind. Met z‟n drieën<br />

lopen we door het Stadshart. Zij is op zoek naar nieuwe kleren<br />

voor haar kind. In C&A pakt zij kleren voor haar kind uit het rek.<br />

Direct beginnen moe<strong>de</strong>r en doch<strong>te</strong>r <strong>te</strong> argumen<strong>te</strong>ren over smaak<br />

wanneer het kind weigert <strong>de</strong> kleren aan <strong>te</strong> passen. Ik waarschuw<br />

zowel het kind als haar moe<strong>de</strong>r, dat als het zo doorgaat ik per<br />

direct naar huis ga. Het argumen<strong>te</strong>ren lijkt <strong>te</strong> stoppen, maar binnen<br />

<strong>de</strong> korts<strong>te</strong> keren zit<strong>te</strong>n moe<strong>de</strong>r en doch<strong>te</strong>r elkaar weer in <strong>de</strong> haren.<br />

“We gaan nu weg,” zeg ik resoluut.<br />

“Maar we hebben nog geen kleren gekocht,” pro<strong>te</strong>s<strong>te</strong>ren ze in<br />

koor.<br />

“Het kan me niet schelen,” zeg ik, “volgens mij ben ik ui<strong>te</strong>rma<strong>te</strong><br />

dui<strong>de</strong>lijk geweest en we gaan nu naar huis. Althans, ik ga naar huis


en als jullie willen blijven, dan kijken jullie maar hoe jullie<br />

thuisk<strong>om</strong>en.”<br />

Ze lopen met me mee naar <strong>de</strong> auto en we rij<strong>de</strong>n <strong>te</strong>rug naar huis.<br />

In <strong>de</strong> auto gaat het bekvech<strong>te</strong>n nog door en ik waarschuw ze<br />

allebei nog een keer. Ik zeg: “De eers<strong>te</strong> die nu nog zijn mond<br />

opendoet, krijgt straf.”<br />

Ik zie het kind naar me lachen, maar ik kijk haar streng aan en ze<br />

houdt in<strong>de</strong>rdaad haar mond. Het kind kan het ech<strong>te</strong>r toch niet<br />

nala<strong>te</strong>n <strong>om</strong> toch nog een opmerking <strong>te</strong> maken en ik zeg: “Nu is<br />

het genoeg. Je krijgt straf en je mag straks een uur op je kamer<br />

gaan zit<strong>te</strong>n. Daar kun je mooi na<strong>de</strong>nken over wat je hebt gezegd.”<br />

We k<strong>om</strong>en nog geen drie minu<strong>te</strong>n la<strong>te</strong>r thuis en het kind gaat in<br />

<strong>de</strong> woonkamer met haar Gameboy zit<strong>te</strong>n spelen. Ik vraag het kind<br />

of ze niet iets is verge<strong>te</strong>n. Ze is ech<strong>te</strong>r <strong>de</strong> mening toegedaan dat ze<br />

genoeg is gestraft <strong>om</strong>dat we geen kleren voor haar hebben<br />

gekocht. Ook heeft ze het ijsje niet gehad, dat ik haar had beloofd.<br />

Kort<strong>om</strong>, ze is niet <strong>van</strong> plan <strong>om</strong> op haar kamer <strong>te</strong> gaan zit<strong>te</strong>n. Tot<br />

overmaat <strong>van</strong> ramp valt haar moe<strong>de</strong>r haar ook nog eens bij.<br />

Ik laat me niet uit het veld slaan en ik stuur het kind naar haar<br />

kamer, on<strong>de</strong>r veel pro<strong>te</strong>st en gepaard gaand met luid gekrijs. Het is<br />

<strong>de</strong> eers<strong>te</strong> keer dat ik het kind zo‟n „zware‟ straf geef en bei<strong>de</strong><br />

dames zijn dat niet gewend. Ik vind het nu hard nodig <strong>om</strong> mijn<br />

poot stijf <strong>te</strong> hou<strong>de</strong>n, want an<strong>de</strong>rs k<strong>om</strong> ik op een hellend vlak<br />

<strong>te</strong>recht.<br />

Als het kind op haar kamer zit <strong>te</strong> janken, k<strong>om</strong>t haar moe<strong>de</strong>r in<br />

opstand. “Mijn hart breekt,” zegt ze <strong>te</strong>gen me, “hoe kun je zo‟n<br />

lief, klein moppie zo la<strong>te</strong>n huilen? Ik kan het niet aanhoren, ik ga<br />

naar haar toe.”<br />

Ze maakt aanstal<strong>te</strong>n <strong>om</strong> naar haar kind toe <strong>te</strong> gaan en ik zeg dat<br />

ik dat niet zo‟n goed i<strong>de</strong>e vind. “Jij hebt mins<strong>te</strong>ns net zo veel<br />

schuld als het kind,” beschuldig ik haar, “alleen weet ik niet hoe ik<br />

jou moet straffen.”<br />

Ze kijkt me niet begrijpend aan en ik staaf mijn bewering: “In <strong>de</strong><br />

eers<strong>te</strong> plaats zou jij <strong>de</strong> wijs<strong>te</strong> moe<strong>te</strong>n zijn. Als ik zie hoe jij zit <strong>te</strong>


ekvech<strong>te</strong>n met een kind <strong>van</strong> acht over smaak, dan vraag ik me af<br />

wie er nu werkelijk schuld heeft. Ook zie ik hoe jij c<strong>om</strong>municeert<br />

met je doch<strong>te</strong>r. Ik vind het niet verwon<strong>de</strong>rlijk dat ze af en toe haar<br />

kont <strong>te</strong>gen <strong>de</strong> krib gooit. Die gespier<strong>de</strong> taal <strong>van</strong> jou is veel <strong>te</strong> grof<br />

voor een kind <strong>van</strong> haar leeftijd. Sowieso is jouw taal af en toe <strong>te</strong><br />

grof. Weet je dat het s<strong>om</strong>s zo erg is dat ik me ervoor geneer?”<br />

Ze kijkt me aan alsof ze wa<strong>te</strong>r ziet bran<strong>de</strong>n. Ik ga door: “Je zegt<br />

dingen <strong>te</strong>gen haar als: „Houd je murf, ellendig rotkind‟, als ze iets<br />

zegt wat je niet uitk<strong>om</strong>t. Of: „L<strong>om</strong>p mokkel, moet ik je een knal<br />

voor je hersens geven?‟ als ze je tij<strong>de</strong>ns het och<strong>te</strong>ndritueel iets <strong>te</strong><br />

hard knuffelt.”<br />

Ze gaat in <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>diging. “Ten eers<strong>te</strong> vind ik het wel<br />

meevallen,” zegt ze, “en als ik het al doe, dan heeft ze het<br />

waarschij<strong>nl</strong>ijk verdiend. Ver<strong>de</strong>r luis<strong>te</strong>rt ze nooit naar me en<br />

daar<strong>om</strong> moet ik mijn s<strong>te</strong>m wel verheffen. An<strong>de</strong>rs doet ze net of ze<br />

me niet hoort of verstaat.”<br />

Ik probeer nog iets: “Met een beetje geduld en tact bereik je veel<br />

meer. Je zou haar eens <strong>om</strong> haar mening kunnen vragen in plaats<br />

<strong>van</strong> <strong>te</strong> zeggen wat ze moet aantrekken. Kijk eens hoe ze daarop<br />

reageert. Als zij een mening heeft dan moet je eens kijken of jij je<br />

erin kunt schikken. Je zou nog wel eens verrast kunnen zijn. Laat<br />

het gewoon eens gaan.”<br />

Ze kijkt me meewarig aan. “Ach lieve jongen,” zegt ze <strong>te</strong>gen me,<br />

“ik kan zien dat jij niet weet wat kin<strong>de</strong>ren <strong>van</strong> acht zijn. Die<br />

hebben namelijk geen eigen mening of een eigen smaak. Ik moet<br />

dus wel voor haar beslissen.”<br />

De straf <strong>van</strong> het kind zit ervoor <strong>de</strong> helft op en ik hoor geen<br />

gelui<strong>de</strong>n meer. Omdat het <strong>de</strong> eers<strong>te</strong> keer is dat ik het kind zo<br />

„zwaar‟ straf en besluit ik een praatje met haar <strong>te</strong> gaan maken.<br />

Het kind is dui<strong>de</strong>lijk overstuur en ze zit hard op een oor <strong>van</strong> haar<br />

lievelingsknuffel <strong>te</strong> kauwen.


Het kind heeft een poppetje, het is haar lievelingsknuffel. Ze gaat ermee naar<br />

bed en ze staat ermee op. Het is een vies ding, waar <strong>de</strong> muffe slaap- en<br />

verdroog<strong>de</strong> speeksellucht <strong>van</strong> afdruipt. Haar moe<strong>de</strong>r vindt het ech<strong>te</strong>r volk<strong>om</strong>en<br />

normaal. Alle kin<strong>de</strong>ren schijnen er ééntje <strong>te</strong> hebben en kin<strong>de</strong>ren hech<strong>te</strong>n zich<br />

nu eenmaal aan een knuffel. Ik vind het gewoon een vies ding, hetgeen<br />

zon<strong>de</strong>rmeer door moe<strong>de</strong>r en kind wordt beaamd. Helaas kan het niet meer<br />

gewassen wor<strong>de</strong>n, want dan valt het waarschij<strong>nl</strong>ijk uit elkaar.<br />

Het poppetje doet nog iets voor het kind. Telkens als er iets aan <strong>de</strong> hand is<br />

of het kind vermoedt dat er iets gaat gebeuren, dan haalt ze het poppetje uit<br />

haar slaapkamer. Het is haar s<strong>te</strong>un en toeverlaat. Het is eenvoudig <strong>te</strong> zien als<br />

het kind bang of nerveus is. Ze klemt dan het poppetje s<strong>te</strong>vig in haar armen en<br />

dan sabbelt ze constant aan een oor.<br />

Het is best wel een aandoe<strong>nl</strong>ijk gezicht. Als ze dan met haar gro<strong>te</strong> zwar<strong>te</strong><br />

ogen naar je staat <strong>te</strong> kijken, moet je er gewoon iets mee, want haar negeren is<br />

dan nog nauwelijks mogelijk.<br />

Ik vraag het kind of ze begrijpt waar<strong>om</strong> ze straf heeft gekregen.<br />

“Ja papa,” snikt ze, “maar ben je dan nog s<strong>te</strong>eds boos?”<br />

“Nee, natuurlijk niet,” zeg ik.<br />

“Maar waar<strong>om</strong> heb ik dan nog straf?” vraagt ze verwon<strong>de</strong>rd.<br />

Boos en straf horen volgens het kind o<strong>nl</strong>osmakelijk bij elkaar.<br />

“Als je niet boos meer bent, is straf toch niet meer nodig?” zegt<br />

ze verwon<strong>de</strong>rd. Ik probeer het haar uit <strong>te</strong> leggen, wat me niet lukt.<br />

Haar moe<strong>de</strong>r is het roerend met haar kind eens en ze vindt me<br />

maar een bullebak zon<strong>de</strong>r hart.<br />

Een dagje kin<strong>de</strong>rloos.<br />

Ik loop samen met haar, het kind logeert <strong>van</strong>avond bij T<strong>om</strong>,<br />

door het winkelcentrum <strong>van</strong> Hoogvliet. Zij bekijkt werkelijk elke<br />

winkel, maar ze kijkt niet naar iets voor zichzelf. In elke winkel ziet<br />

ze wel iets voor haar kind. Kleding, speelgoed, snoep, dvd‟s,<br />

enzovoorts.


Ik vraag haar waar<strong>om</strong> ze niet naar iets leuks voor zichzelf kijkt.<br />

“Daar heb ik geen geld voor,” zegt ze, “elke cent die ik aan<br />

mezelf uitgeef, kan ik niet aan mijn kind uitgeven en mijn kind gaat<br />

toch echt voor alles.”<br />

“Elke keer als jij boodschappen doet, koop je iets voor haar,” zeg<br />

ik, “en als ik <strong>de</strong> enorme berg speelgoed en kleren zie die het kind<br />

al heeft, kan het volgens mij geen kwaad <strong>om</strong> dat eens een keertje<br />

over <strong>te</strong> slaan.”<br />

“Overc<strong>om</strong>pensatie,” zucht ze, “ik moet het gewoon goedmaken<br />

bij mijn kind. Weet je wat ze allemaal al <strong>te</strong> verduren heeft gehad?<br />

Ik kan toch gewoon niet an<strong>de</strong>rs?”<br />

Zij begrijpt maar niet hoe ik <strong>te</strong>genover het kind sta. Zij<br />

vergoelijkt alles en ik niet. Ze vindt me een har<strong>te</strong>loos mons<strong>te</strong>r,<br />

zeker nu ik weet dat het haar „poepie‟ is, <strong>de</strong> onschuld zelve, die zo<br />

gebukt gaat on<strong>de</strong>r het lot dat Guido heet. Ik zeg haar dat ze moet<br />

stoppen met alles vergoelijken, want als het zo doorgaat, is het<br />

kind binnenkort helemaal niet meer <strong>te</strong> han<strong>te</strong>ren. Maar naast dat ze<br />

<strong>te</strong> veel vergoelijkt, verwijt ik haar ook nog eens inconsequent<br />

gedrag en overpro<strong>te</strong>ctionisme.<br />

Ik verwacht een <strong>te</strong>genwerping, maar in plaats daar<strong>van</strong> beaamt ze<br />

het volmondig. Het lijkt zelfs wel alsof ze er trots op is. Ze voegt<br />

er nog wel aan toe dat elke goe<strong>de</strong> moe<strong>de</strong>r dat doet. Ze legt me uit<br />

dat daar<strong>om</strong> va<strong>de</strong>rs bestaan, die dat dui<strong>de</strong>lijk an<strong>de</strong>rs doen dan<br />

moe<strong>de</strong>rs. Va<strong>de</strong>rs en moe<strong>de</strong>rs vullen elkaar juist aan, net zoals zij<br />

en ik elkaar zo goed aanvullen.<br />

“Bovendien heeft het kind al zoveel meegemaakt, dat het<br />

eige<strong>nl</strong>ijk al genoeg is gestraft,” zegt ze, “ik wil het kind niet nog<br />

meer straffen.”<br />

“Dat doe ik dan wel,” zeg ik, “maar dan mag jij je er niet mee<br />

bemoeien.”<br />

“Het breekt elke keer mijn hart,” zegt ze, “maar ik zal het<br />

respec<strong>te</strong>ren.”


De grap is dat ik zie dat het kind het helemaal niet erg vindt <strong>om</strong><br />

straf <strong>te</strong> krijgen. Ze vindt het zelfs „cool‟. Ik hoor haar trots <strong>te</strong>gen<br />

een vriendinnetje <strong>van</strong> school ver<strong>te</strong>llen: “Mijn papa is heel streng en<br />

als hij straf geeft, doet hij het echt! Ik heb al twee keer straf<br />

gehad!”<br />

Nog meer rituelen.<br />

Mijn nieuwe huiselijke rituelen gaan nog niet zo gestro<strong>om</strong>lijnd als<br />

ik graag zou willen. Zij is het wel met me eens, maar s<strong>te</strong>evast grijpt<br />

ze <strong>te</strong>rug naar het leven in Rhoon, hoe zij en het kind het daar<br />

<strong>de</strong><strong>de</strong>n en ook hoe fijn het daar was. Ik kan het niet la<strong>te</strong>n en ik zeg<br />

het voor <strong>de</strong> hand liggen<strong>de</strong>. Ik krijg een verwij<strong>te</strong>n<strong>de</strong> blik <strong>van</strong> haar<br />

die zegt dat ik weet dat dat niet kan.<br />

Het eers<strong>te</strong> ritueel begint vroeg in <strong>de</strong> och<strong>te</strong>nd. Zij juicht het<br />

overigens <strong>van</strong> har<strong>te</strong> toe, volgens haar hebben kin<strong>de</strong>ren rituelen<br />

hard nodig. Or<strong>de</strong> en regelmaat.<br />

Het kind k<strong>om</strong>t bij ons in bed liggen. Meestal ben ik al wakker en<br />

dan gaat ze naast mij liggen. Vervolgens wordt haar moe<strong>de</strong>r<br />

wakker waarna ze even met haar moe<strong>de</strong>r moet knuffelen. Die stapt<br />

vervolgens uit bed <strong>om</strong> het ontbijt <strong>te</strong> gaan maken. Het „hunken‟<br />

met mij kan dan beginnen. Hunken is een <strong>te</strong>rm <strong>van</strong> het kind en mij<br />

en betreft een soort knuffelen. Maar dan gec<strong>om</strong>bineerd met<br />

ape<strong>nl</strong>ief<strong>de</strong>. Het gaat in ie<strong>de</strong>r geval gepaard met veel fysiek geweld<br />

en nog meer geluid. De eers<strong>te</strong> hunk wordt <strong>de</strong> buikhunk. Ik blaas<br />

haar hard op haar blo<strong>te</strong> buik, wat niet alleen veel herrie oplevert,<br />

maar ook kie<strong>te</strong>lt. Al snel vindt het kind <strong>de</strong> okselhunk uit, die lange<br />

tijd haar favoriet is.<br />

Ik vind het hunken in eers<strong>te</strong> instantie maar beperkt leuk en ik<br />

doe het voornamelijk voor het kind. Ik zit er behoorlijk ambivalent<br />

in. Ik voel me er af en toe zelfs ongemakkelijk bij, <strong>om</strong>dat het kind<br />

me s<strong>om</strong>s aanraakt of beetpakt op plaatsen die niet kunnen. Ik<br />

vraag me af of ze dit bij haar ech<strong>te</strong> va<strong>de</strong>r ook doet.


Ik heb het erover met haar moe<strong>de</strong>r. Die is ech<strong>te</strong>r <strong>van</strong> mening dat<br />

het wel eens aan mijn verwrongen geest kan liggen. Een kind doet<br />

zoiets niet. Zeker niet expres. En zeker niet haar kind.<br />

Het gaat ech<strong>te</strong>r s<strong>te</strong>eds be<strong>te</strong>r. Ik schenk geen aandacht meer aan<br />

<strong>de</strong> dingen die niet kunnen en het stopt. Ik begin het och<strong>te</strong>ndritueel<br />

zelfs wel grappig <strong>te</strong> vin<strong>de</strong>n en ik merk dat ik naar het kind uitkijk<br />

wanneer ik wakker word.<br />

Na een minuut of vijf blazen en fysiek geweld verklaar ik het<br />

hunken voorbij. Ik pak het kind op en gooi het over mijn<br />

schou<strong>de</strong>rs. Ik loop vervolgens naar bene<strong>de</strong>n, al roepend: “Heeft<br />

iemand in<strong>te</strong>resse in ou<strong>de</strong> lorren?”<br />

Het kind vindt het geweldig en haar moe<strong>de</strong>r ook. Vervolgens zet<br />

ik het kind neer waarna ik haar moe<strong>de</strong>r nog een keer beetpak <strong>om</strong><br />

haar nog nogmaals „goe<strong>de</strong>morgen‟ toe <strong>te</strong> wensen. Ik vergeet het<br />

s<strong>om</strong>s, maar dan word ik er fijntjes aan herinnerd dat ik iets vergeet.<br />

Ik doe het dan alsnog, maar dan meer <strong>om</strong>dat zij het me vraagt, dan<br />

dat het direct uit mijn gevoel k<strong>om</strong>t.<br />

Het gezeurge<strong>de</strong>el<strong>te</strong> begint. Het kind eet <strong>de</strong> korstjes <strong>van</strong> haar<br />

brood niet op en ook het groots<strong>te</strong> ge<strong>de</strong>el<strong>te</strong> <strong>van</strong> haar thee blijft<br />

staan. Haar moe<strong>de</strong>r zegt er iets <strong>van</strong> en het kind kijkt haar<br />

hoogs<strong>te</strong>ns aan. Haar moe<strong>de</strong>r zegt dat ze niet <strong>van</strong> tafel af mag<br />

voordat ze <strong>de</strong> korstjes heeft opgege<strong>te</strong>n. Het kind zegt dat ze geen<br />

honger heeft en moe<strong>de</strong>r en doch<strong>te</strong>r gaan on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>len over het<br />

aantal nog op <strong>te</strong> e<strong>te</strong>n korstjes. Het kind stopt ze voor het gemak<br />

allemaal <strong>te</strong>gelijk in haar mond en gaat zit<strong>te</strong>n kauwen tot ze er een<br />

bijna oneetbare bal <strong>van</strong> heeft gemaakt. Zodra haar moe<strong>de</strong>r dat ziet,<br />

krijgt ze een har<strong>de</strong> sneer: “Rotkind, waar<strong>om</strong> zit je je murf weer zo<br />

vol <strong>te</strong> proppen?”<br />

Het kind wordt naar boven gestuurd <strong>om</strong> <strong>te</strong> douchen. Het kind<br />

vraagt: “K<strong>om</strong> je ook, mama? Je moet kleren voor me uitzoeken.”<br />

Haar moe<strong>de</strong>r zegt dat ze er zo aank<strong>om</strong>t en blijft vervolgens<br />

gezellig bij mij zit<strong>te</strong>n. Het kind k<strong>om</strong>t na het douchen in haar<br />

blootje naar bene<strong>de</strong>n <strong>om</strong> <strong>te</strong> vragen welke kleren ze aan moet


trekken. “Rotkind,” roept haar moe<strong>de</strong>r, “je weet toch dat je niet in<br />

je blootje naar bene<strong>de</strong>n mag k<strong>om</strong>en. Schiet op, naar boven.”<br />

Vervolgens loopt ze zuch<strong>te</strong>nd ach<strong>te</strong>r haar kind aan naar boven<br />

en hetzelf<strong>de</strong> ritueel als in Rhoon wordt opgevoerd. Ik zie nog<br />

s<strong>te</strong>eds een zuch<strong>te</strong>n<strong>de</strong> moe<strong>de</strong>r, geruzie over <strong>de</strong> aan <strong>te</strong> trekken<br />

kleren, een kind dat recalcitrant is en haar dat in een paar<strong>de</strong>nstaart<br />

gedaan moet wor<strong>de</strong>n, wat na veel getouwtrek ui<strong>te</strong>in<strong>de</strong>lijk twee<br />

staartjes wor<strong>de</strong>n.<br />

Mama, waar ben je?<br />

Het is weekein<strong>de</strong>. Ik sta in <strong>de</strong> keuken en zij k<strong>om</strong>t kijken wat ik<br />

aan het doen ben. Ze pakt me beet en geeft me een zoen.<br />

Vervolgens roept het kind, die in <strong>de</strong> kamer zit: “Mama, waar ben<br />

je?”<br />

De moe<strong>de</strong>r roept: “In <strong>de</strong> keuken, schatje.”<br />

Het kind k<strong>om</strong>t <strong>de</strong> keuken in en haar moe<strong>de</strong>r laat me los. Het<br />

kind heeft dorst en ze wil een glaasje limona<strong>de</strong>. Haar moe<strong>de</strong>r pakt<br />

het voor haar kind uit <strong>de</strong> koelkast en moe<strong>de</strong>r en kind verla<strong>te</strong>n <strong>de</strong><br />

keuken.<br />

Haar moe<strong>de</strong>r k<strong>om</strong>t een kwartiertje la<strong>te</strong>r weer bij me kijken. Het<br />

ritueel herhaalt zich. “Mama, waar ben je?” hoor ik het kind direct<br />

roepen.<br />

“Ik ben hier hoor, schatje,” geeft zij antwoord.<br />

Zodra haar moe<strong>de</strong>r uit het gezichtsveld verdwijnt gaat het kind<br />

op zoek naar haar moe<strong>de</strong>r. “Mama, waar ben je?” roept ze <strong>te</strong>lkens.<br />

Ik let er eens op en ik zie dat het kind het lou<strong>te</strong>r uit gewoon<strong>te</strong><br />

doet. Op het m<strong>om</strong>ent dat haar moe<strong>de</strong>r uit beeld is roept zij:<br />

“Mama, waar ben je?”<br />

Vervolgens reageert haar moe<strong>de</strong>r <strong>van</strong>uit een of an<strong>de</strong>r<br />

aut<strong>om</strong>atisme op <strong>de</strong> oproep <strong>van</strong> haar kind. Ik zeg er iets <strong>van</strong> <strong>te</strong>gen<br />

haar moe<strong>de</strong>r en zij verklaart het weer met verlatingsangst. Het


woord veilig wordt ook gebruikt. Ik heb er zo mijn twijfels over en<br />

ik ver<strong>de</strong>nk het kind er<strong>van</strong> dat ze gewoon aandacht wil.<br />

Ik zeg <strong>te</strong>gen haar dat zij het kind gewoon moet negeren als het<br />

aandacht wil. Ze verklaart het weer <strong>van</strong>uit hun leefsituatie in<br />

Rhoon, toen ze altijd samen waren. Daarbij, een goe<strong>de</strong> moe<strong>de</strong>r<br />

houdt onvoorwaar<strong>de</strong>lijk <strong>van</strong> haar kind en die doet wat het vraagt<br />

zon<strong>de</strong>r erbij na <strong>te</strong> <strong>de</strong>nken.<br />

“Maar nu zijn we met z‟n drieën,” zeg ik, “zij moet leren dat jij<br />

niet op elk signaal reageert.”<br />

Haar moe<strong>de</strong>r legt het haar kind uit en ze doet haar best <strong>om</strong> het <strong>te</strong><br />

negeren. Maar het kind is niet gek en ze be<strong>de</strong>nkt een nieuwe<br />

aandachttrekker.<br />

“Mama, hoe laat is het?” roept het kind, als we weer eens uit haar<br />

gezichtsveld zijn verdwenen.<br />

Haar moe<strong>de</strong>r reageert en ze gaat direct op <strong>de</strong> klok kijken.<br />

Ik zeg <strong>te</strong>gen haar moe<strong>de</strong>r dat ze daar ook niet op moet reageren.<br />

“Mag dat dan ook al niet?” vraagt haar moe<strong>de</strong>r.<br />

Gelukkig k<strong>om</strong>t mijn boodschap op een bepaald m<strong>om</strong>ent over.<br />

Het kind vervoegt zich bij ons als zij wij weer eens een keertje<br />

bui<strong>te</strong>n haar gezichtsveld <strong>te</strong>recht zijn gek<strong>om</strong>en. “Don<strong>de</strong>r<br />

ogenblikkelijk op, lelijk mokkel,” blaft zij haar kind <strong>de</strong> keuken uit,<br />

“kun je het niet hebben dat ik hier eventjes alleen met papa sta?<br />

Jaloers pokkenkreng!”<br />

Ik kijk haar verbaasd aan en ik zeg: “Ik geloof niet dat ik dat<br />

bedoel<strong>de</strong>.”<br />

Nu kijkt zij mij verbaasd aan.<br />

Zo moe<strong>de</strong>r, zo doch<strong>te</strong>r?<br />

Het kind wil naast me rij<strong>de</strong>n als we met zijn drieën een stukje<br />

gaan fietsen. Haar moe<strong>de</strong>r vindt het maar niets, want zij wil naast<br />

mij rij<strong>de</strong>n. Ik lach er<strong>om</strong> en zeg: “Om <strong>de</strong> beurt, dames.”


Als het kind naast mij fietst, dan help ik haar een beetje. Ik leg<br />

mijn hand in haar nek en ik duw haar voort. Het kind vindt het<br />

geweldig en ze laat dat ook merken. Haar moe<strong>de</strong>r vindt het ech<strong>te</strong>r<br />

niet zo leuk. Ze verwijt haar kind een jaloers kreng <strong>te</strong> zijn dat mij<br />

voor zichzelf wil. Ik hoor <strong>de</strong>ze discussie aan en ik zeg er iets <strong>van</strong>.<br />

“Wees blij dat er ein<strong>de</strong>lijk een beetje goe<strong>de</strong> band tussen jouw kind<br />

en mij aan het ontstaan is,” zeg ik.<br />

Zij antwoordt: “Het mokkel doet het alleen maar <strong>om</strong> mij <strong>te</strong><br />

trei<strong>te</strong>ren.”<br />

Ik schrik <strong>van</strong> haar toon en ik zeg: “Ten eers<strong>te</strong> is het geen mokkel<br />

maar jouw kind waar je over spreekt. Ten twee<strong>de</strong> heb ik je al vaker<br />

gezegd dat je het gewoon moet la<strong>te</strong>n gaan. Negeren is het bes<strong>te</strong> en<br />

je zult zien, dat het <strong>van</strong>zelf ophoudt. Daarbij ga ik er<strong>van</strong> uit dat jij<br />

<strong>de</strong> wijs<strong>te</strong> bent.”<br />

Ik vraag haar ook nog op <strong>de</strong> man af: “Je bent toch niet jaloers op<br />

je eigen kind?”<br />

Ze ontkent het: “Nee natuurlijk niet, maar ik kan het alleen niet<br />

uitstaan als ik zie hoe ze s<strong>te</strong>eds weer probeert zich tussen ons in <strong>te</strong><br />

wurmen. Waarbij ze zich gedraagt alsof ze mij is.”<br />

Ik kan niet an<strong>de</strong>rs doen dan toegeven dat ik dat ook zie, maar ik<br />

ben in <strong>de</strong> s<strong>te</strong>lligs<strong>te</strong> overtuiging dat negeren <strong>de</strong> bes<strong>te</strong> remedie is.<br />

Zij zoent me <strong>te</strong> pas en <strong>te</strong> onpas, ook waar haar kind bij is. Ik heb<br />

er al vaker iets <strong>van</strong> gezegd, maar het helpt niet. Op zichzelf heb ik<br />

er nog niet eens zoveel moei<strong>te</strong> mee, maar het maakt dat het kind<br />

ook met me wil zoenen, op <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> manier als haar moe<strong>de</strong>r.<br />

Ik let even niet op. Het kind geeft me een zoen boven op mijn<br />

mond, net zoals ze haar moe<strong>de</strong>r heeft zien doen. Ik zeg er wat <strong>van</strong><br />

<strong>te</strong>gen het kind. Ik leg haar uit dat ik dit niet wil en het kind begrijpt<br />

niet wat ik bedoel.<br />

“Mag ik je niet eens een zoen geven?” vraagt ze.<br />

Ik vind het lastig <strong>om</strong> uit <strong>te</strong> leggen. Ik probeer het weliswaar,<br />

maar mijn boodschap k<strong>om</strong>t niet goed over. Het enige dat ik bereik


is dat het kind me verdrietig aankijkt en zegt: “Maar ik vind je lief,<br />

net als mama. Zij mag je wel zoenen en ik niet.”<br />

Ik geef het kind geen kans meer <strong>om</strong> me een zoen <strong>te</strong> geven. Ik<br />

draai elke keer mijn hoofd weg als ze me een zoen wil geven. Ik<br />

word er een beetje melig <strong>van</strong>, want het kind wil nog meer aan me<br />

zit<strong>te</strong>n dan haar moe<strong>de</strong>r, lijkt het wel. En hoe meer ik het negeer,<br />

hoe meer ze lijkt <strong>te</strong> volhar<strong>de</strong>n.<br />

Dan maar hard <strong>te</strong>gen hard. De volgen<strong>de</strong> keer dat ik niet op tijd<br />

mijn hoofd wegdraai en ze me vol op mijn mond zoent, geef ik<br />

haar een standje en ik zeg boos: “Als je dat nog één keer doet,<br />

moet je voor straf een uur op je kamer zit<strong>te</strong>n.”<br />

Ik zie dat ze het niet begrijpt, maar gelukkig stopt het. Al moet ik<br />

wel op mijn hoe<strong>de</strong> blijven. Helaas is het niet het enige gedrag dat<br />

ze <strong>van</strong> haar moe<strong>de</strong>r kopieert.<br />

Het kind wil met me mee als ik met <strong>de</strong> auto wegga <strong>om</strong><br />

boodschappen <strong>te</strong> doen. Ze wil dan ook mijn hand vasthou<strong>de</strong>n, net<br />

zoals haar moe<strong>de</strong>r bij me doet.<br />

Ze wil ineens niet meer hunken, maar nappen. Ik negeer het en<br />

ik stap uit bed, maar het valt niet mee. Want inmid<strong>de</strong>ls probeert ze<br />

in alles haar moe<strong>de</strong>r <strong>te</strong> kopiëren.<br />

Eetgewoon<strong>te</strong>n.<br />

Het avondmaal is gereed en we kunnen aan tafel. Haar moe<strong>de</strong>r<br />

schept op en het kind eet haar bordje niet leeg. Het kind eet<br />

namelijk haar e<strong>te</strong>n nooit op, wat haar moe<strong>de</strong>r ook op haar bordje<br />

schept. Maar ze moet en zal het <strong>van</strong> haar moe<strong>de</strong>r leege<strong>te</strong>n. Maar<br />

haar moe<strong>de</strong>r is dan wel verge<strong>te</strong>n dat het kind vlak voor het e<strong>te</strong>n<br />

nog heeft gesnoept. Zelfs met haar goedkeuring!<br />

Ik zeg: “Geef dat kind dan ook geen snoep of chips vlak voor<br />

het e<strong>te</strong>n.”<br />

Ze legt het me uit: “Als een kind honger heeft, dan moet het<br />

e<strong>te</strong>n. Dat mag je niet <strong>te</strong>genhou<strong>de</strong>n.”


Maar het kind is slim en klaagt elke keer vlak voor het e<strong>te</strong>n dat<br />

het honger heeft. Dat doet ze in <strong>de</strong> we<strong>te</strong>nschap, dat het diner toch<br />

nog niet klaar is. Haar moe<strong>de</strong>r zegt in eers<strong>te</strong> instantie, dat ze nog<br />

even moet wach<strong>te</strong>n op het diner. Vervolgens klaagt het kind dat ze<br />

echt honger heeft en haar moe<strong>de</strong>r geeft haar iets <strong>te</strong> snoepen.<br />

Elke avond opnieuw wordt er on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>ld over het <strong>de</strong>el wat<br />

wel en niet opgege<strong>te</strong>n moet wor<strong>de</strong>n. Elke avond hetzelf<strong>de</strong> liedje,<br />

het kind eet maximaal een <strong>de</strong>r<strong>de</strong> <strong>van</strong> haar e<strong>te</strong>n op. Ze blijft net zo<br />

lang met haar e<strong>te</strong>n in <strong>de</strong> weer tot het werkelijk overal ligt, behalve<br />

op het afgebaken<strong>de</strong> stukje wat ze <strong>van</strong> haar moe<strong>de</strong>r leeg moet e<strong>te</strong>n.<br />

Het enige dat ze zon<strong>de</strong>r morren opeet is haar toetje. Dat is het<br />

enige dat ze ook echt lekker vindt. Of ze haar e<strong>te</strong>n op heeft of<br />

niet, ze krijgt altijd haar toetje.<br />

Het kind heeft een vreem<strong>de</strong> gewoon<strong>te</strong>. Ze eet haar mond niet<br />

leeg voordat ze een nieuwe hap neemt. Ze propt haar mond net zo<br />

lang vol tot ze het niet meer weg krijgt. Ik kijk ernaar en ik moet<br />

er<strong>om</strong> lachen. Het is een bespot<strong>te</strong>lijk gezicht, want ze lijkt wel een<br />

hams<strong>te</strong>r met <strong>de</strong> wangzakken helemaal vol.<br />

Haar moe<strong>de</strong>r probeert haar kind <strong>de</strong>ze gewoon<strong>te</strong> af <strong>te</strong> leren. Het<br />

patroon waarin dit gebeurt kan ik inmid<strong>de</strong>ls al helemaal uit<strong>te</strong>kenen.<br />

Het kind propt haar mond vol en haar moe<strong>de</strong>r zegt er iets <strong>van</strong>.<br />

Het kind weet niet wat ze moet doen. Ze kan niet meer kauwen en<br />

slikken gaat ook niet meer. Ze trekt een benauwd gezicht, want ze<br />

is ook nog eens bang dat ze geen a<strong>de</strong>m kan halen en stikt.<br />

Vervolgens probeert ze met haar lepel een <strong>de</strong>el uit haar mond <strong>te</strong><br />

vissen, wat niet lukt. Dit maakt haar moe<strong>de</strong>r furieus en die snauwt<br />

haar kind dan een opmerking toe als: “Pleuriskind, hoe vaak moet<br />

ik je godverd<strong>om</strong>me nog zeggen dat je je murf niet zo vol moet<br />

stouwen.”<br />

Het kind schiet dan zowat in <strong>de</strong> stress, zo hulpeloos kijkt ze dan.<br />

Net alsof ze er ook niets aan kan doen. Het enige dat haar nog rest


is <strong>de</strong> c<strong>om</strong>ple<strong>te</strong> bal e<strong>te</strong>n met haar han<strong>de</strong>n uit haar mond halen en<br />

op haar bord la<strong>te</strong>n vallen.<br />

“Dat heeft ze geleerd bij Guido,” verklaart haar moe<strong>de</strong>r, “hij gaat<br />

er prat op dat er niets vies is aan zijn kind en dat hij bij wijze <strong>van</strong><br />

spreken haar stront zou kunnen ope<strong>te</strong>n. Dit doet ze ook als ze bij<br />

hem is, met dat verschil dat hij dan haar mond leegeet.”<br />

Het ritueel is overigens dan nog niet afgelopen. Het kind veegt<br />

haar han<strong>de</strong>n af aan haar kleren. Haar moe<strong>de</strong>r, nog s<strong>te</strong>eds<br />

geïrri<strong>te</strong>erd, snauwt dan <strong>te</strong>gen haar: “L<strong>om</strong>p <strong>te</strong>ringmokkel, zit<br />

godverd<strong>om</strong>me je vieze klauwen niet aan je schone kleren af <strong>te</strong><br />

vegen.”<br />

Haar groots<strong>te</strong> ergernis is dat ze daardoor zoveel moet wassen en<br />

strijken. Ik zeg haar dat ze het zichzelf aandoet, want het k<strong>om</strong>t<br />

voor dat ze het kind s<strong>om</strong>s drie keer per dag schone kleren<br />

aantrekt. Ik vind dat ze het kind gewoon in haar vieze kleren moet<br />

la<strong>te</strong>n rondlopen, dan leert ze het <strong>van</strong>zelf wel af.<br />

Zij is het niet met me eens en ik krijg s<strong>te</strong>eds hetzelf<strong>de</strong> antwoord:<br />

“Ik ben het, die ze er dan op aankijken.”<br />

Het is direct zichtbaar wanneer het kind niet meer wil e<strong>te</strong>n, want<br />

dan gaat het ermee zit<strong>te</strong>n spelen. Waar ze netjes met mes en vork<br />

kan e<strong>te</strong>n als ze daar zin in heeft, zo onhandig wordt ze ineens als<br />

ze geen trek meer heeft. Ze schiet uit als ze iets snijdt, waardoor <strong>de</strong><br />

helft <strong>van</strong> haar bord afschuift, ze laat haar bes<strong>te</strong>k vallen, raapt<br />

gevallen e<strong>te</strong>n op met haar han<strong>de</strong>n, verschuift haar e<strong>te</strong>n met haar<br />

han<strong>de</strong>n of bouwt er torentjes mee. Het resultaat is altijd hetzelf<strong>de</strong>,<br />

want ze krijgt weer altijd vieze han<strong>de</strong>n. Die ze natuurlijk direct aan<br />

haar, net schoon aangetrokken kleren afveegt.<br />

Bedrituelen.<br />

Elke avond opnieuw probeert het kind, zoals elk kind, <strong>te</strong><br />

smokkelen met haar bedtijd. Ze traineert alles. Ze mag <strong>van</strong> mij


la<strong>te</strong>r naar bed, want ik vind dat ze <strong>van</strong> haar moe<strong>de</strong>r extreem vroeg<br />

naar bed toe moet.<br />

“Dat is <strong>om</strong>dat ze an<strong>de</strong>rs <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> dag chagrijnig en niet <strong>te</strong><br />

han<strong>te</strong>ren is,” verklaart zij.<br />

Ik geloof erop een bepaald m<strong>om</strong>ent zelf in, want het kind is<br />

sowieso moeilijk <strong>te</strong> han<strong>te</strong>ren.<br />

Ik krijg <strong>van</strong> haar moe<strong>de</strong>r een aantal vas<strong>te</strong> taken, zoals het kind<br />

helpen met het poetsen <strong>van</strong> haar tan<strong>de</strong>n, een pyjama voor haar<br />

uitzoeken en haar helpen met uitkle<strong>de</strong>n, haar in bed leggen en een<br />

gesprekje met haar hou<strong>de</strong>n. Zij vindt dat goed voor <strong>de</strong> band<br />

tussen mij en haar kind.<br />

Haar moe<strong>de</strong>r wacht geduldig tot ik klaar ben en haar naar boven<br />

roep, dan kan zij haar kind nog een goe<strong>de</strong> nacht wensen.<br />

Twee-eenheid.<br />

Ik kijk elke dag opnieuw met verbazing naar <strong>de</strong> rituelen. Ik zeg<br />

haar dat ze het in mijn optiek op een veel eenvoudigere manier<br />

kan oplossen. Je voert gewoon een paar regels in en je houdt het<br />

kind eraan. “Ik wil wel een aantal huisregels verzinnen,” zeg ik<br />

<strong>te</strong>gen haar, “maar dan moet je wel consequent zijn en jij moet je er<br />

ook aan hou<strong>de</strong>n.”<br />

Mijn regels zijn zo simpel. Na schooltijd krijgt het kind een kopje<br />

thee met een koek of een glas limona<strong>de</strong> met een zakje chips. Na<br />

half vijf mag ze geen snoep of an<strong>de</strong>rszins meer. Als ze echt honger<br />

heeft, dan neemt ze maar een droge bruine bo<strong>te</strong>rham. Om half zes<br />

staat het e<strong>te</strong>n op tafel. Eet ze haar e<strong>te</strong>n op, dan krijgt ze een toetje.<br />

Eet ze het niet op, dan krijgt ze geen toetje.<br />

Meer niet.<br />

Het blijkt niet haalbaar.


Het kind mag <strong>van</strong> mij een half uur la<strong>te</strong>r naar bed. On<strong>de</strong>r luid<br />

pro<strong>te</strong>st <strong>van</strong> haar moe<strong>de</strong>r. De voorwaar<strong>de</strong> is wel dat ze op tijd in<br />

pyjama zit, met gewassen han<strong>de</strong>n en gepoets<strong>te</strong> tan<strong>de</strong>n. Dan mag<br />

ze haar favorie<strong>te</strong> programma afkijken en dan direct en zon<strong>de</strong>r<br />

zeuren naar bed.<br />

Meer niet.<br />

Het blijkt niet haalbaar.<br />

“Ik ben het zat <strong>om</strong> elke och<strong>te</strong>nd in hetzelf<strong>de</strong> gezeur <strong>te</strong> zit<strong>te</strong>n,”<br />

zeg ik <strong>te</strong>gen haar, “laat het gaan met die korstjes of geef haar straf.<br />

Op <strong>de</strong> manier waarop je nu bezig bent, bereik je helemaal niets. Je<br />

zegt wel dat je haar gaat straffen, maar het kind weet toch al dat je<br />

het niet doet. Daarbij, jij zou <strong>de</strong> wijs<strong>te</strong> moe<strong>te</strong>n zijn.”<br />

Het gezeur met <strong>de</strong> kleren <strong>van</strong> het kind keert ook s<strong>te</strong>eds <strong>te</strong>rug. “Je<br />

gaat haar toch elke avond nog wel<strong>te</strong>rus<strong>te</strong>n zeggen,” zeg ik <strong>te</strong>gen<br />

haar, “waar<strong>om</strong> leg je niet <strong>te</strong>gelijk <strong>de</strong> kleren voor <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> dag<br />

klaar. Dan ben je <strong>van</strong> een hoop gezeur af.”<br />

Ze vindt het een geweldig i<strong>de</strong>e.<br />

Het lukt haar één keer.<br />

Het kind is altijd en overal aanwezig. Zelfs als ze er niet is gaan<br />

<strong>de</strong> gesprekken over het kind. Ik klaag erover bij haar, maar ik krijg<br />

geen enkel gehoor. Zij is <strong>de</strong> mening toegedaan dat het er allemaal<br />

bij hoort en dat het nu tot mijn plicht en mijn<br />

verantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>n behoort. Ik leg haar uit dat ik er geen bal<br />

<strong>van</strong> begrijp. Ik zeg: “Mijn gevoel voor het kind is tweeslachtig en<br />

ik krijg er maar geen vat op. Het ene m<strong>om</strong>ent vind ik het een lief<br />

kind en het an<strong>de</strong>re m<strong>om</strong>ent is ze recalcitrant en onuitstaanbaar. Ik<br />

heb het fei<strong>te</strong>lijk ook met jou. Het lijkt wel of jij het geweldig vindt<br />

wat ik zeg, maar wat we ook afspreken, het verzandt binnen <strong>de</strong><br />

korts<strong>te</strong> keren. Wat is het toch, overal en altijd heb je het over jouw<br />

kind?”


Ze is het maar beperkt met me eens. “Het is die twee-eenheid<br />

<strong>van</strong> mij en mijn kind,” zegt ze, “die is zo s<strong>te</strong>rk en we zijn al zo lang<br />

samen. Probeer jij maar eens iets <strong>te</strong> veran<strong>de</strong>ren in ons gedrag.”<br />

“Ik wil niets veran<strong>de</strong>ren in jullie gedrag,” zeg ik, “maar je kunt<br />

mij niet wijsmaken dat jij het prettig vindt, zoals het gaat. Het kind<br />

is er sowieso niet bij gebaat, want dat weet niet waar het aan toe<br />

is.”<br />

“Je hebt gelijk, liefs<strong>te</strong>,” zegt ze, “ik ga me er <strong>van</strong>af nu be<strong>te</strong>r aan<br />

hou<strong>de</strong>n. Als het nodig is zal ik mijn kind zelfs straffen. Hoe<br />

verschrikkelijk ik dat ook vind.”<br />

De strijd <strong>te</strong>gen twee wijven.<br />

Ik ben <strong>te</strong>gen twee wijven aan het strij<strong>de</strong>n en het is vech<strong>te</strong>n <strong>te</strong>gen<br />

<strong>de</strong> bierkaai. Althans, zo zie ik het, en ik weet dat ik het niet langer<br />

meer vol ga hou<strong>de</strong>n. Ik zie haar inconsequen<strong>te</strong> gedrag, waarop het<br />

kind volledig is ingespeeld.<br />

Dat kind, wat een hekel begin ik <strong>te</strong> krijgen aan dat rotkind. Als<br />

dingen moe<strong>te</strong>n, is het voor het kind. Als dingen niet kunnen, k<strong>om</strong>t<br />

dat door het kind. Als ik thuisk<strong>om</strong>, moet ik dingen doen voor het<br />

kind. Maar bovenal, elke gesprek dat ik met haar voer gaat over<br />

het kind. Altijd weer dat kind.<br />

Ik heb het er helemaal mee gehad en <strong>de</strong> ergernis sluipt er in. Ik<br />

word kortaf naar zowel het kind als naar haar. Ook ga ik s<strong>te</strong>eds<br />

meer werken en naar kantoor toe. Ik heb geen zin meer <strong>om</strong> thuis<br />

<strong>te</strong> zijn en ik merk dat ik mijn huiselijke situatie zo veel mogelijk<br />

ontvlucht.<br />

Op kantoor lucht ik mijn hart bij Jack en Marco, allebei va<strong>de</strong>r<br />

<strong>van</strong> opgroeien<strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren. Ik vraag ze wat ik verkeerd doe of wat<br />

ik veran<strong>de</strong>ren moet. Ik kan werkelijk alleen nog maar pra<strong>te</strong>n over


het kind en wijze waarop <strong>de</strong> moe<strong>de</strong>r <strong>van</strong> het kind met haar<br />

<strong>om</strong>gaat.<br />

Ik leg een associatie met een roze button die ik ooit <strong>van</strong> iemand<br />

had gekregen. Daarop stond: „verjaardagen zijn verschrikkelijk‟.<br />

Ik zie <strong>de</strong> <strong>te</strong>kst <strong>van</strong> mijn nieuwe roze button dui<strong>de</strong>lijk voor me:<br />

„kin<strong>de</strong>ren zijn verschrikkelijk‟.<br />

Ik vind het genoeg geweest. Ik maak er een punt <strong>van</strong>. Ik ben, net<br />

als met het embargo op het verbouwen <strong>van</strong> <strong>de</strong> woonkamer, net zo<br />

ge<strong>de</strong>ci<strong>de</strong>erd als ik haar mee<strong>de</strong>el: “Tot hier en niet ver<strong>de</strong>r. Ik ben<br />

het zat. Zat <strong>om</strong> <strong>te</strong> pas en <strong>te</strong> onpas voor opvoe<strong>de</strong>r <strong>te</strong> spelen<br />

wanneer het jou uitk<strong>om</strong>t. Je verwacht dat ik jouw kind dingen<br />

bijbreng, wat ik ook doe, maar jij on<strong>de</strong>rmijnt het vervolgens s<strong>te</strong>eds<br />

opnieuw.”<br />

“Ik begrijp je wel,” zegt ze <strong>te</strong>gen me, “jij hebt het ook niet<br />

gemakkelijk. Als ik zie wat jij allemaal voor je kiezen krijgt, zeker<br />

zakelijk gezien, dan begrijp ik best dat wij - ze doelt daarmee op<br />

haarzelf en haar kind - wel eens <strong>de</strong> druppel kunnen zijn die <strong>de</strong><br />

emmer doet overlopen.”<br />

“Waaaaaat?” reageer ik fel. “Jullie <strong>de</strong> druppel? Hoe k<strong>om</strong> je daar<br />

nou bij? Heb je er wel eens aan gedacht dat het precies an<strong>de</strong>rs<strong>om</strong><br />

is?”<br />

Ze schrikt zichtbaar. Ik vervolg mijn relaas: “Jouw kind is zo‟n<br />

drakepit <strong>om</strong>dat ze helemaal inspeelt op jouw inconsequen<strong>te</strong><br />

gedrag. Jij gebruikt <strong>te</strong> pas en <strong>te</strong> onpas argumen<strong>te</strong>n <strong>om</strong> dingen wel<br />

of niet <strong>te</strong> doen. Een lijn heb ik daarin niet kunnen ont<strong>de</strong>kken, met<br />

name waar het <strong>de</strong> opvoeding <strong>van</strong> jouw kind betreft. Je verwacht<br />

dat ik me ermee bemoei, maar alleen als het jou uitk<strong>om</strong>t, lijkt het<br />

wel. Ik ben het zat en ik geef je twee mogelijkhe<strong>de</strong>n. Jij mag<br />

kiezen.”<br />

Ze lijkt al <strong>te</strong> gaan pro<strong>te</strong>s<strong>te</strong>ren maar ik kijk haar venijnig aan. Ze<br />

zegt niets en ik geef haar <strong>de</strong> eers<strong>te</strong> keuze: “Vanaf nu bepaal ik <strong>de</strong><br />

regels en zorg ik ervoor dat ze nageleefd wor<strong>de</strong>n. Niet alleen jouw<br />

kind moet zich daaraan hou<strong>de</strong>n, maar jij ook. Het kan me niet


schelen of je het ermee eens bent of niet, maar bij <strong>de</strong>ze verbied ik<br />

je <strong>om</strong> <strong>te</strong> pro<strong>te</strong>s<strong>te</strong>ren of met me <strong>te</strong> argumen<strong>te</strong>ren in het bijzijn <strong>van</strong><br />

je kind. We vormen voor haar één front. Wil je erover pra<strong>te</strong>n, dan<br />

kan dat, maar dan op een an<strong>de</strong>r tijdstip en zon<strong>de</strong>r het kind erbij.”<br />

Ik verwacht dat ze nu wel gaat pro<strong>te</strong>s<strong>te</strong>ren, maar het gebeurt nog<br />

s<strong>te</strong>eds niet. Ik geef haar ook <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re keuze: “De an<strong>de</strong>re<br />

mogelijkheid is dat ik helemaal niets meer doe. Tenslot<strong>te</strong>, het is<br />

jouw kind dat ik gratis bij jou heb gekregen. Ik heb er niet voor<br />

gekozen en ik distantieer me dan volledig. Het wordt dan jouw<br />

plicht <strong>om</strong> ervoor <strong>te</strong> zorgen dat ik helemaal geen hin<strong>de</strong>r meer <strong>van</strong><br />

jouw kind on<strong>de</strong>rvind. Ver<strong>de</strong>r is het dan <strong>te</strong>gelijk afgelopen met<br />

hunken, tan<strong>de</strong>n poetsen en nog meer <strong>van</strong> die dingen, die ik toch al<br />

niet zo heel erg leuk vind.”<br />

Ze kijkt me met gro<strong>te</strong> ogen aan. “Wat ben jij een bullebak,” is<br />

haar eers<strong>te</strong> reactie.<br />

“Lieve schat,” zeg ik <strong>te</strong>gen haar, “je laat me geen an<strong>de</strong>re keus.<br />

Nou, wat wordt het?”<br />

“Lieve schat,” zegt ze sarcastisch <strong>te</strong>gen mij, “laat je mij wel een<br />

keus? Je weet toch dat ik maar één keuze kan maken.”<br />

“Als dat <strong>van</strong>af nu dan maar hel<strong>de</strong>r is,” zeg ik.<br />

“Ik ben er alleen erg bang voor,” zegt ze, “dat je net zo‟n<br />

bullebak wordt als mijn stiefva<strong>de</strong>r.”<br />

Ze is net zes jaar gewor<strong>de</strong>n als ze uit school k<strong>om</strong>t en haar moe<strong>de</strong>r <strong>de</strong> koffers<br />

ingepakt heeft staan. Haar broertje Klaas is al thuis. Het is woensdagmiddag<br />

en haar moe<strong>de</strong>r ver<strong>te</strong>lt haar kin<strong>de</strong>ren dat ze <strong>van</strong>middag al bij een nieuwe papa<br />

gaan wonen. Van het ene op het an<strong>de</strong>re m<strong>om</strong>ent.<br />

Haar nieuwe papa is een s<strong>te</strong>enrijke mid<strong>de</strong>nstan<strong>de</strong>r met een goedlopend<br />

bedrijf en <strong>de</strong> eers<strong>te</strong> tijd dat ze bij hem wonen gaat alles goed. Dingen<br />

veran<strong>de</strong>ren, want na verloop <strong>van</strong> tijd maken haar moe<strong>de</strong>r en haar stiefva<strong>de</strong>r<br />

alleen nog maar ruzie. Zij zit dan samen met Klaas op <strong>de</strong> trap <strong>te</strong> luis<strong>te</strong>ren,<br />

bang dat hun stiefva<strong>de</strong>r hun moe<strong>de</strong>r iets aandoet. Zij hoort haar moe<strong>de</strong>r<br />

regelmatig dreigen dat ze <strong>de</strong> <strong>de</strong>ur uit gaat lopen. Zoals ze gek<strong>om</strong>en is, zo gaat<br />

ze dan ook vertrekken, dus met alleen haar kin<strong>de</strong>ren on<strong>de</strong>r haar arm.


Haar stiefva<strong>de</strong>r begint verschrikkelijk <strong>te</strong> zuipen. Zij moet hem regelmatig<br />

<strong>van</strong> haar moe<strong>de</strong>r uit <strong>de</strong> kroeg halen. Als hij vervolgens dronken aan tafel zit<br />

speelt zich s<strong>te</strong>eds opnieuw hetzelf<strong>de</strong> tafereel af. Hij maakt ruzie met zijn<br />

vrouw en schoffeert <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren.<br />

Haar stiefva<strong>de</strong>r is niet alleen streng, maar ook gemeen. Hij lokt iets uit en<br />

vervolgens straft hij heel streng. Als ze maar iets doet wat hem in zijn<br />

verkeer<strong>de</strong> keelgat schiet dan krijgt ze mins<strong>te</strong>ns een week huisarrest.<br />

Ze wordt zestien en ze krijgt een nieuwe br<strong>om</strong>fiets. Ze k<strong>om</strong>t op zekere dag<br />

thuis en hij vindt dat ze <strong>te</strong> laat is. Ten onrech<strong>te</strong>. Het maakt hem niet uit. Ze<br />

mag driekwart jaar niet op haar br<strong>om</strong>fiets rij<strong>de</strong>n.<br />

Het kind is niet meer bang.<br />

Mijn simpele en onbe<strong>van</strong>gen levenshouding heeft effect op het<br />

kind. Dingen die vroeger problemen waren of veroorzaak<strong>te</strong>n<br />

verdwijnen of wor<strong>de</strong>n an<strong>de</strong>rs bekeken. De wijze waarop het kind<br />

in het leven staat, veran<strong>de</strong>rt zichtbaar. Van <strong>de</strong> verlatingsangst, waar<br />

ze volgens haar moe<strong>de</strong>r aan lijdt, is niets meer <strong>te</strong> bespeuren. Als ze<br />

nu een plas in een winkelcentrum moet doen hoef ik hooguit nog<br />

<strong>te</strong> helpen met het vin<strong>de</strong>n <strong>van</strong> een toilet. Meer niet.<br />

Ik doe boodschappen met het kind bij <strong>de</strong> Konmar in<br />

Zoe<strong>te</strong>rmeer. Het kind moet een plas doen. “Ik ga eventjes<br />

plassen,” zegt ze, “waar zie ik je weer?”<br />

“Ik ga alvast <strong>de</strong> boodschappenkar halen,” zeg ik, “ik zie je wel bij<br />

<strong>de</strong> groen<strong>te</strong>n.”<br />

Het contrast met <strong>de</strong> eers<strong>te</strong> keer dat ze een plas in een openbare<br />

gelegenheid moest doen is enorm. Ik zie dat ze er niet eens meer<br />

bij na<strong>de</strong>nkt.<br />

Ik ga een twee<strong>de</strong> keer met het kind naar Duinrell. Ongeveer zes<br />

weken na <strong>de</strong> eers<strong>te</strong> keer. Het kind gaat dit keer werkelijk elke<br />

attractie in. De lol die het kind heeft. De lol die ik heb <strong>om</strong> <strong>de</strong> lol<br />

<strong>van</strong> het kind. Ze mag <strong>van</strong> mij in <strong>de</strong> Splash, voor <strong>de</strong> Splash. Wat


maakt mij het uit. Het weer is goed, het kind drijfnat. Wat maakt<br />

het uit, ik heb een setje droge kleren voor het kind bij me. Het<br />

kind gaat helemaal uit haar dak.<br />

“Maar goed dat mama er niet bij is,” jubelt ze.<br />

Ik wist tot dat m<strong>om</strong>ent nog niet dat je zo kunt genie<strong>te</strong>n <strong>van</strong> een<br />

kind. Ik zie ook hoe het kind geniet. Het is weer een gewoon kind.<br />

Ze gaat zelfs drie keer ach<strong>te</strong>r elkaar <strong>de</strong> Wa<strong>te</strong>rspin in, waar ik na één<br />

keer kotsmisselijk ben uitgestapt.<br />

Ik stuur het kind <strong>de</strong> straat op. “Onverantwoor<strong>de</strong>lijk,” zegt haar<br />

moe<strong>de</strong>r, “ik vind het niet goed.”<br />

“Onzin,” zeg ik “kin<strong>de</strong>ren bescherm je niet door ze binnen <strong>te</strong><br />

hou<strong>de</strong>n. Daarbij is het voor het kind be<strong>te</strong>r dat ze met klasgeno<strong>te</strong>n<br />

speelt dan dat ze hier voor <strong>de</strong> tv hangt of c<strong>om</strong>pu<strong>te</strong>rspelletjes zit <strong>te</strong><br />

spelen.”<br />

Zij probeert het kind binnen <strong>te</strong> hou<strong>de</strong>n met als argument dat ze<br />

onbetrouwbaar is en toch nooit op tijd thuisk<strong>om</strong>t. “Wie moet haar<br />

gaan zoeken als ze niet op tijd is?” probeert ze.<br />

“Niemand, je wacht gewoon tot ze thuisk<strong>om</strong>t,” houd ik vol, “en<br />

vervolgens geef je haar straf. Met an<strong>de</strong>re woor<strong>de</strong>n, het kind mag<br />

<strong>van</strong> mij nu gewoon naar bui<strong>te</strong>n.”<br />

Zij kan niets an<strong>de</strong>rs dan toegeven en ze doet dat met zichtbaar<br />

ongenoegen.<br />

Ik vraag het kind op weg naar <strong>de</strong> voor<strong>de</strong>ur hoe laat ze thuis moet<br />

zijn.<br />

“Half acht, papa,” roept ze <strong>te</strong>gen me.<br />

Stipt op tijd k<strong>om</strong>t het kind thuis. Net als alle an<strong>de</strong>re keren<br />

daarna.<br />

Ik heb geen kind meer aan het kind. Ze hangt niet meer zo aan<br />

haar moe<strong>de</strong>r en ook niet aan mij. Ze gaat haar eigen gang. Ze<br />

speelt uren op haar eigen kamer, al dan niet met vriendinnetjes.


Ik pluk <strong>de</strong> vruch<strong>te</strong>n <strong>van</strong> mijn laats<strong>te</strong> „gevecht‟ met <strong>de</strong> twee<br />

dames. Ik on<strong>de</strong>rvind alleen nog weerstand <strong>van</strong> haar moe<strong>de</strong>r, maar<br />

het kind begrijpt mijn eenvoudige regels en ze weet hoe<br />

consequent ik ben. Nu het weet hoe het krach<strong>te</strong>nspel ver<strong>de</strong>eld is,<br />

weet ze exact waar ze aan toe is en dat is me allang dui<strong>de</strong>lijk, d<strong>om</strong><br />

is het kind zeker niet.<br />

Ik kan met het kind lezen en schrijven. Ik vind, nu het allemaal in<br />

een wat rustiger vaarwa<strong>te</strong>r k<strong>om</strong>t, mijn hernieuw<strong>de</strong> rol als opvoe<strong>de</strong>r<br />

zelfs leuk.<br />

Het is niet zo veel ver<strong>de</strong>r als ik me plotseling iets realiseer. Ik zie<br />

ineens in waar<strong>om</strong> het is, dat het kind zo lief en zo rustig is<br />

gewor<strong>de</strong>n. Het k<strong>om</strong>t <strong>om</strong>dat ik het kind in bescherming heb<br />

gen<strong>om</strong>en <strong>te</strong>gen het inconsequen<strong>te</strong> en ambivalen<strong>te</strong> gedrag <strong>van</strong> haar<br />

moe<strong>de</strong>r! Ik trek lijnen die hel<strong>de</strong>r zijn waardoor het kind weet waar<br />

ze aan toe is. Ik zorg ervoor dat <strong>de</strong> regels en afspraken ook<br />

nageleefd wor<strong>de</strong>n.<br />

Ik bes<strong>te</strong>ed veel tijd aan het kind. Het gedrag <strong>van</strong> het kind is in<br />

een snel <strong>te</strong>mpo verbe<strong>te</strong>rd. Ze wordt met <strong>de</strong> dag rustiger en be<strong>te</strong>r<br />

han<strong>te</strong>erbaar.<br />

In <strong>te</strong>gens<strong>te</strong>lling tot haar moe<strong>de</strong>r, die klaarblijkelijk geen oog heeft<br />

voor <strong>de</strong> progressie die haar kind maakt.<br />

Ineens krijg ik een beschuldiging <strong>van</strong> haar aan mijn adres. “Je<br />

straft het kind nooit meer,” zegt ze.<br />

Dat klopt. Het is ook niet meer nodig. Het kind begrijpt mijn<br />

eenvoudige regels en weet dat ik consequent ben in het toepassen<br />

<strong>van</strong> straf. Ik hoef niet eens zo rechtlijnig <strong>te</strong> blijven. Ik kan het me<br />

permit<strong>te</strong>ren <strong>om</strong> straf in <strong>te</strong> trekken en s<strong>om</strong>s waarschuw ik haar een<br />

twee<strong>de</strong> keer. Ze gedijt zichtbaar on<strong>de</strong>r mijn regime en hoe ik <strong>de</strong><br />

regels han<strong>te</strong>er.<br />

Haar moe<strong>de</strong>r pruilt: “Je geeft het kind meer aandacht dan mij.”


Ik kijk haar niet begrijpend aan. Ze zegt: “Kijk maar eens naar <strong>de</strong><br />

aandacht die jij haar „s och<strong>te</strong>nds geeft. Ze kijkt niet eens meer naar<br />

mij <strong>om</strong>.”<br />

“Tja,” <strong>de</strong>nk ik, “ik hunk <strong>te</strong>nslot<strong>te</strong> met het kind zon<strong>de</strong>r dat ze het<br />

risico loopt verket<strong>te</strong>rd <strong>te</strong> wor<strong>de</strong>n.”<br />

Het gaat er ‟s och<strong>te</strong>nds tussen het kind en mij s<strong>om</strong>s behoorlijk<br />

hard aan toe. Maar dat hoort er gewoon bij. Ze krijgt geen<br />

onvertogen woord <strong>van</strong> me. In <strong>te</strong>gens<strong>te</strong>lling tot wat ze <strong>van</strong> haar<br />

moe<strong>de</strong>r krijgt. Als het kind iets <strong>te</strong> enthousiast <strong>te</strong>gen haar aankruipt,<br />

dan kun je er <strong>de</strong> klok op gelijkzet<strong>te</strong>n dat ze uit haar vel schiet.<br />

“L<strong>om</strong>p mokkel, kun je niet uitkijken?” griept ze dan. “Je weet toch<br />

dat je niet met je knieën op me moet springen. Hoe vaak moet ik<br />

je dat nog ver<strong>te</strong>llen voordat het tot je bot<strong>te</strong> hersens doordringt?”<br />

Vervolgens is ze wel in staat <strong>om</strong> haar kind <strong>om</strong> een lekkere<br />

knuffel <strong>te</strong> vragen. Het kind heeft daar dan, begrijpelijk, geen zin<br />

meer in. Ik vind het dus niet zo gek dat ze hunken met mij veel<br />

boeien<strong>de</strong>r vindt dan knuffelen met haar moe<strong>de</strong>r.<br />

Ik krijg een s<strong>te</strong>eds hech<strong>te</strong>re band met het kind. Ik geniet er ook<br />

<strong>van</strong>. Ik ga als vas<strong>te</strong> prik met haar op za<strong>te</strong>rdagmorgen naar <strong>de</strong><br />

Konmar <strong>om</strong> boodschappen <strong>te</strong> doen. Ik ga met haar fietsen in <strong>de</strong><br />

pol<strong>de</strong>r en we gaan samen naar het Zoe<strong>te</strong>rmeerse strandje. Ik koop<br />

samen met haar „stoere‟ kleren. Ik geniet <strong>van</strong> <strong>de</strong> discussies on<strong>de</strong>r<br />

het e<strong>te</strong>n, iets wat haar moe<strong>de</strong>r niet kan waar<strong>de</strong>ren. Als ik het kind<br />

help met haar huiswerk, gaat haar moe<strong>de</strong>r s<strong>te</strong>evast iets an<strong>de</strong>rs<br />

doen. Op een plek <strong>van</strong>waar ze het „va<strong>de</strong>r/doch<strong>te</strong>r‟-tafereel niet<br />

kan zien of horen.<br />

Ik vraag haar ernaar. Ze ergert zich aan <strong>de</strong> manier waarop het<br />

kind mijn aandacht opeist. Ze begrijpt niet dat ik zoveel geduld<br />

heb. Zij is <strong>de</strong> mening toegedaan dat ik het kind juist zou moe<strong>te</strong>n<br />

straffen. Ik ben, in haar optiek, niet consequent.


Ik begrijp haar niet. Ik zeg het haar. Mijn inziens wordt nu juist<br />

bereikt wat ze zo graag wil: Een gezin dat in een goe<strong>de</strong> harmonie<br />

leeft.<br />

Het kind is een beetje baldadig en druk. Ze is nogal beweeglijk en<br />

op een bepaald m<strong>om</strong>ent maakt ze een nogal onhandige beweging.<br />

Het kopje, waar ze <strong>te</strong>genaan stoot, valt op <strong>de</strong> plavuizen vloer.<br />

Kapot. In duizend stukjes. Het is het kopje dat ze haar moe<strong>de</strong>r<br />

voor moe<strong>de</strong>rdag ca<strong>de</strong>au heeft gegeven. Ze heeft het zelf gekocht<br />

bij Familux in Rhoon; kos<strong>te</strong>n 1 euro en 49 eurocent. Maar nu<br />

maakt het kind haar kopje kapot.<br />

Zij wordt woe<strong>de</strong>nd en ze blaft het kind toe: “Ben je nou<br />

helemaal beso<strong>de</strong>mie<strong>te</strong>rd? Godverd<strong>om</strong>me, nou gooi je mijn<br />

moe<strong>de</strong>rdagca<strong>de</strong>au ook nog eens kapot. L<strong>om</strong>p mokkel dat je er<br />

bent. Het lijkt wel of je het expres doet. Alles waar ik ook maar<br />

een beetje aan gehecht ben, sloop je of heb je al gesloopt! Dan<br />

krijg ik ein<strong>de</strong>lijk eens een ca<strong>de</strong>autje <strong>van</strong> je, wat <strong>de</strong>nk je? Jij moet<br />

het weer kapot maken. Heb je dan geen enkel respect voor mijn<br />

spullen?”<br />

Ze had het kind be<strong>te</strong>r met een moker in het gezicht kunnen<br />

slaan, dan had ze het min<strong>de</strong>r pijn gedaan. Het kind is totaal<br />

overstuur. Ze betuigt haar spijt keer op keer. Haar moe<strong>de</strong>r houdt<br />

er niet over op en ze blijft maar razen.<br />

Ik kan het niet meer aanhoren en ik grijp in. Ik bijt haar moe<strong>de</strong>r<br />

toe, mijn eigen regel <strong>om</strong>trent discussies in aanwezigheid <strong>van</strong> het<br />

kind overtre<strong>de</strong>nd: “Ben je nou helemaal belazerd? Zo‟n enorme<br />

druk<strong>te</strong> <strong>te</strong> maken over zo‟n lullig kopje. Als je kind het nou expres<br />

had gedaan, heb je het recht <strong>om</strong> er een punt <strong>van</strong> <strong>te</strong> maken. Maar<br />

dit gaat per ongeluk. Doe alsjeblieft normaal en houdt erover op.”<br />

Maar ze geeft zich niet gewonnen. “Dat mokkel maakt alles<br />

kapot waar ik aan gehecht ben,” ver<strong>de</strong>digt ze zich.<br />

Ik word gek. Ik begrijp hier werkelijk niets <strong>van</strong>. Ik vraag haar:<br />

“Ben je er s<strong>om</strong>s op uit <strong>om</strong> doelbewust <strong>de</strong> relatie tussen jou en<br />

jouw kind ook kapot <strong>te</strong> maken?”


Ze kijkt me vragend aan en ik zie dat ze mijn opmerking niet<br />

begrijpt.<br />

Alleen naar school.<br />

De gro<strong>te</strong> vakantie is voorbij en het kind gaat weer naar school.<br />

Het och<strong>te</strong>ndritueel verloopt in een relatieve rust en harmonie. Het<br />

kind kleedt zichzelf nu aan en ze pakt daarvoor <strong>de</strong> kleren, die ik <strong>de</strong><br />

avond ervoor met haar uitgezocht heb. Ze bepaalt zelf hoe ze haar<br />

haar wil en haar moe<strong>de</strong>r helpt haar erbij. Ze eet haar<br />

bo<strong>te</strong>rhammetje zon<strong>de</strong>r morren op en als ze naar school gaat, dan<br />

bepaalt ze zelf welke jas ze aandoet.<br />

Haar moe<strong>de</strong>r brengt haar kind <strong>de</strong> eers<strong>te</strong> week nog naar school,<br />

die hon<strong>de</strong>rd me<strong>te</strong>r ver<strong>de</strong>rop aan <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> weg ligt als mijn huis.<br />

“Dat vindt mijn kind prettig,” beweert ze.<br />

Na een paar dagen zegt het kind <strong>te</strong>gen haar moe<strong>de</strong>r: “Mama, je<br />

hoeft me niet meer naar school <strong>te</strong> brengen, hoor.”<br />

“Ach lieverd,” zegt ze, “ik doe het graag voor je. Bovendien vind<br />

ik het veiliger.”<br />

Ik bemoei me ermee en ik zeg: “Het kind bedoelt: Mama, ik wil<br />

alleen naar school toe lopen, net als mijn klasgenootjes.”<br />

Ze kijkt me fel aan en ze zegt: “Bedoel je dat ik mijn kind <strong>van</strong> jou<br />

niet eens naar school mag brengen? Mag ik dan ook niets meer<br />

met haar samen doen? Gun je me dan ook werkelijk niets?”<br />

Ik ga <strong>de</strong> discussie niet eens aan en ik zeg: “Vanaf <strong>van</strong>daag gaat<br />

het kind alleen naar school.”<br />

Haar kind wordt ‘mijn’ kind.<br />

Haar kind is, als het haar zo uitk<strong>om</strong>t, ineens mijn kind. En wat ze<br />

ook nog vaker doet, is <strong>te</strong>gen mij over haar kind pra<strong>te</strong>n als jouw<br />

kind. Dat doet zij <strong>de</strong> laats<strong>te</strong> tijd s<strong>te</strong>eds vaker.


Het is me al eer<strong>de</strong>r opgevallen. Tegen het kind zegt ze: “Vraag<br />

het maar aan jouw va<strong>de</strong>r,” en dan bedoelt ze mij. Tegen mij spreekt<br />

ze regelmatig over jouw kind, als ze het over haar doch<strong>te</strong>r heeft. Ik<br />

heb er al een paar keer iets <strong>van</strong> gezegd, want ik wil het gewoonweg<br />

niet.<br />

Papa, als naam, daar kan ik me nog wel in vin<strong>de</strong>n. Maar het gaat<br />

me <strong>te</strong> ver als ze het heeft over jouw kind of jouw va<strong>de</strong>r, met name<br />

als ze <strong>de</strong> nadruk legt op jouw.<br />

Zelf ziet ze er geen kwaad in <strong>om</strong>dat het slechts spreektaal is. Ik<br />

vind het niet gepast, immers, ik ben <strong>de</strong> biologische va<strong>de</strong>r niet en<br />

<strong>de</strong> ech<strong>te</strong> va<strong>de</strong>r is nog re<strong>de</strong>lijk dicht in <strong>de</strong> buurt.<br />

Ik weet inmid<strong>de</strong>ls dat vragen bij haar niet helpt dus ik „beveel‟<br />

haar: “Voortaan wil ik het woord jouw va<strong>de</strong>r en jouw kind niet meer<br />

in relatie tot mij horen.”<br />

Ze begrijpt het niet, maar ze zegt mijn wens voortaan <strong>te</strong><br />

respec<strong>te</strong>ren. Papa hoort voortaan bij mij en haar/jouw va<strong>de</strong>r bij<br />

Guido.<br />

Ik moet haar ech<strong>te</strong>r s<strong>te</strong>eds corrigeren. Te pas en <strong>te</strong> onpas<br />

gebruikt ze toch <strong>de</strong> <strong>te</strong>rm jouw va<strong>de</strong>r of jouw kind in relatie tot mij.<br />

Ik vraag haar elke keer indringend en hard: “Wie?” waarop ze<br />

zichzelf s<strong>te</strong>eds haastig corrigeert met: “Ik bedoel papa,” of: “Ik<br />

bedoel het kind.”<br />

De verjaardag <strong>van</strong> het kind. Week 29, za<strong>te</strong>rdag.<br />

Morgen breekt <strong>de</strong> gro<strong>te</strong> dag voor het kind aan, want dan viert ze<br />

haar negen<strong>de</strong> verjaardag. Het is avond en haar moe<strong>de</strong>r begint met<br />

het versieren <strong>van</strong> <strong>de</strong> kamer. Ik zit in mijn studio ach<strong>te</strong>r mijn<br />

bureau en ik hoor dat ze ermee bezig is. Ze vraagt of ik wil helpen,<br />

maar ik kan me er niet toe zet<strong>te</strong>n.<br />

Op <strong>de</strong> een of an<strong>de</strong>re manier ben ik ontzet<strong>te</strong>nd chagrijnig, maar ik<br />

kan niet precies aangeven waar<strong>om</strong>. Eén ding spookt s<strong>te</strong>eds door<br />

mijn hoofd en ik zie s<strong>te</strong>eds mijn roze button voor me met <strong>de</strong> <strong>te</strong>kst:


„verjaardagen zijn verschrikkelijk‟. Afgewisseld met <strong>de</strong> button<br />

„kin<strong>de</strong>ren zijn verschrikkelijk‟.<br />

Het is niet dat ik het kind haar verjaardag niet gun, maar zoals<br />

haar moe<strong>de</strong>r ermee bezig is, maakt me zowat horendol. Ik trek een<br />

parallel met mijn tuin. Toen had ze ook alleen maar aandacht voor<br />

perkjes, plantjes, bloemen, struiken en hees<strong>te</strong>rs en kon ze het <strong>de</strong><br />

hele dag over niets an<strong>de</strong>rs dan die kuttuin hebben. Net zoals ik nu<br />

naar <strong>de</strong> verjaardag <strong>van</strong> haar kind ben gaan kijken als „die<br />

verschrikkelijke kutverjaardag‟.<br />

Het is een uur of tien gewor<strong>de</strong>n en ze is nog s<strong>te</strong>eds bezig met het<br />

ophangen <strong>van</strong> slingers, ballonnen en lampions. Ik besluit nog even<br />

voor <strong>de</strong> buis <strong>te</strong> gaan hangen. Wanneer ik <strong>de</strong> woonkamer<br />

binnenstap, jubelt ze: “En? Vind je <strong>de</strong> kamer niet mooi versierd?”<br />

“Ik vind er geen don<strong>de</strong>r aan,” bek ik haar af, “overal zit<strong>te</strong>n<br />

punaises en alles zit on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> plakband. Hoe ga je dat overal weer<br />

fatsoe<strong>nl</strong>ijk <strong>van</strong>af halen?”<br />

Ik schrik <strong>van</strong> mijn eigen chagrijn, maar het is s<strong>te</strong>rker dan mezelf.<br />

Zij begrijpt er geen snars <strong>van</strong> hoe ik naar <strong>de</strong> verjaardag <strong>van</strong> haar<br />

kind kijk. Volgens haar ben ik een marsmannetje zon<strong>de</strong>r gevoel.<br />

Ze kan er met haar verstand sowieso niet bij hoe ik naar<br />

verjaardagen kijk en ermee <strong>om</strong>ga. Laat staan hoe ik kijk naar <strong>de</strong><br />

verjaardag <strong>van</strong> een kind.<br />

Het is al jaren gebruik dat ik mijn verjaardag niet vier, althans, dat is<br />

uitgangspunt. Mocht ik beslui<strong>te</strong>n er toch iets aan <strong>te</strong> doen, dan laat ik dat aan<br />

mijn vrien<strong>de</strong>n en kennissen we<strong>te</strong>n en ik organiseer een feestje. Mijn gebruik is<br />

overgen<strong>om</strong>en door mijn familie. Ik ben, een uitzon<strong>de</strong>ring daargela<strong>te</strong>n, nog nooit<br />

op een verjaardag <strong>van</strong> een o<strong>om</strong> of tan<strong>te</strong>, een neef of nichtje geweest. Ie<strong>de</strong>reen<br />

accep<strong>te</strong>ert dat en, nog belangrijker, respec<strong>te</strong>ert dat.<br />

Ik trek <strong>de</strong>ze lijn ook door voor allerlei an<strong>de</strong>re fees<strong>te</strong>n, zoals va<strong>de</strong>r- en<br />

moe<strong>de</strong>rdag. Gelul vind ik dat. Ik neem mijn va<strong>de</strong>r of moe<strong>de</strong>r liever een keer op<br />

een an<strong>de</strong>re dag mee uit e<strong>te</strong>n of ik kook voor hem of haar. Dat vind ik pas<br />

va<strong>de</strong>r- of moe<strong>de</strong>rdag.


Een aantal weken al word ik continu geconfron<strong>te</strong>erd met <strong>de</strong> op<br />

han<strong>de</strong>n zijn<strong>de</strong> verjaardag <strong>van</strong> het kind. Ze kan werkelijk over niets<br />

an<strong>de</strong>rs pra<strong>te</strong>n en ik kan met haar geen etalage langslopen of winkel<br />

binnenstappen, of ze ziet wel iets wat leuk is voor <strong>de</strong> verjaardag<br />

<strong>van</strong> haar kind. Geërgerd zeg ik: “Houd alsjeblieft op over die<br />

verjaardag. Ik word er helemaal gestoord <strong>van</strong>.”<br />

“Weet je wat dat over jou zegt?” vraagt ze. “Dat be<strong>te</strong>kent dat jij<br />

een har<strong>te</strong>loos mons<strong>te</strong>r bent en dat je helemaal niets <strong>om</strong> jouw kind<br />

geeft. Je gunt haar niet eens een leuke verjaardag.”<br />

“Natuurlijk gun ik dat haar,” zeg ik, “maar ik word helemaal<br />

gestoord <strong>van</strong> jouw constan<strong>te</strong> gepraat erover. Daar baal ik <strong>van</strong>.”<br />

Ik krijg voor <strong>de</strong> zoveels<strong>te</strong> keer les <strong>van</strong> haar: “Voor een kind is <strong>de</strong><br />

verjaardag het belangrijks<strong>te</strong> evenement <strong>van</strong> het jaar. En jij kunt dat<br />

maar niet begrijpen.”<br />

Ik heb haar al vaker gezegd dat dit voor mij geen enkel punt <strong>van</strong><br />

discussie is en dat ik het wel <strong>de</strong>gelijk begrijp. Maar ze verwacht een<br />

bepaald enthousiasme <strong>van</strong> me, waar<strong>van</strong> ik niet begrijp hoe ik die<br />

moet tonen.<br />

“Je bent wat dat betreft een har<strong>te</strong>loos mons<strong>te</strong>r,” beschuldigt ze<br />

me. “Het in<strong>te</strong>resseert je dus werkelijk geen ene rotmoer of jouw<br />

kind een leuke verjaardag heeft of niet.”<br />

“Hoe k<strong>om</strong> je daar nou bij?” vraag ik haar. “Natuurlijk wil ik dat<br />

het kind een onverge<strong>te</strong>lijke verjaardag krijgt. Alleen ontgaat me<br />

nog s<strong>te</strong>eds, wat je nog meer <strong>van</strong> me verwacht.”<br />

“Dat is eenvoudig,” zegt ze, “doe maar net alsof het je<br />

in<strong>te</strong>resseert.”<br />

Het verjaardagspartijtje. Week 29, zondag.<br />

Vandaag breekt <strong>de</strong> gro<strong>te</strong> dag voor het kind aan; ze viert <strong>van</strong>daag<br />

haar negen<strong>de</strong> verjaardag. De familie <strong>van</strong> het kind zal, zoals <strong>de</strong>


traditie het voorschrijft, in zijn geheel aanwezig zijn. Zelfs opa<br />

k<strong>om</strong>t. Nou ja, k<strong>om</strong>t? Hij wordt <strong>van</strong>uit het verzorgings<strong>te</strong>huis met<br />

een taxi naar ons toegebracht, waarna hij na twee uurtjes weer<br />

wordt <strong>te</strong>ruggebracht. De buren k<strong>om</strong>en en waarschij<strong>nl</strong>ijk ook <strong>de</strong><br />

kin<strong>de</strong>ren <strong>van</strong> <strong>de</strong> buren. Van mijn familie k<strong>om</strong>t alleen mijn va<strong>de</strong>r<br />

met Mila en mijn moe<strong>de</strong>r k<strong>om</strong>t waarschij<strong>nl</strong>ijk zon<strong>de</strong>r Jan. Zij baalt<br />

daar<strong>van</strong>, want ze is <strong>van</strong> mening dat ik ook mijn vier broers en mijn<br />

enige zus had moe<strong>te</strong>n uitnodigen.<br />

Vandaag is het niet <strong>de</strong> enige dag dat haar verjaardag wordt<br />

gevierd. Overmorgen is ze echt jarig, dus dan mag ze trak<strong>te</strong>ren op<br />

school en na school k<strong>om</strong>en er een paar vriendinnetjes.<br />

Maar dan is het nog niet gedaan met <strong>de</strong> verjaardag. Het ech<strong>te</strong><br />

feest wordt gevierd op woensdagmiddag over drie weken. Dan<br />

gaat het kind met een aantal vriendinnen een heuse vi<strong>de</strong>oclip<br />

opnemen, begeleid door iemand die daar<strong>van</strong> haar beroep heeft<br />

gemaakt.<br />

Ik vraag aan haar: “Kon je dat feestje voor jouw kind niet wat<br />

eer<strong>de</strong>r regelen?”<br />

“Nee, dat luk<strong>te</strong> niet,” zegt ze, “dit was <strong>de</strong> eers<strong>te</strong> mogelijkheid die<br />

nog open stond.”<br />

Ik zeg sarcastisch: “Dat is natuurlijk niet zo verwon<strong>de</strong>rlijk als je<br />

pas een week <strong>van</strong> <strong>te</strong> voren begint met het organiseren er<strong>van</strong>.”<br />

Opgeslo<strong>te</strong>n in huiselijk geluk. Week 29 en ver<strong>de</strong>r.<br />

Ik voel me beperkt in mijn vrijheid, in een ernstige vorm. Ik vind<br />

dat ik meer in het reguliere gezinsleven vastzit dan ik nodig acht.<br />

Ik moet daar veran<strong>de</strong>ring in aan gaan brengen, want ik k<strong>om</strong> <strong>de</strong><br />

laats<strong>te</strong> tijd werkelijk aan niets meer <strong>van</strong> mezelf toe. Het heeft niet<br />

eens zozeer met het kind zelf <strong>te</strong> maken, want ik betrap mezelf<br />

erop „ernstige va<strong>de</strong>r‟-gevoelens voor het kind <strong>te</strong> ontwikkelen. Maar<br />

ik krijg s<strong>te</strong>eds meer <strong>de</strong> drang <strong>om</strong> me <strong>te</strong> verzet<strong>te</strong>n <strong>te</strong>gen <strong>de</strong> wijze,


waarop zij me in mijn va<strong>de</strong>rrol manipuleert. Een an<strong>de</strong>r woord heb<br />

ik er helaas niet voor; manipuleert!<br />

Ik leg het kind vaker op bed dan me uitk<strong>om</strong>t. In het begin vond<br />

ik het niet zo‟n probleem, want het kind leek het nodig <strong>te</strong> hebben.<br />

Ze moest wennen in haar nieuwe habitat en ik dacht, ik doe „mijn<br />

ding‟ morgen wel. Maar nu k<strong>om</strong> ik helemaal niet meer aan „mijn<br />

ding‟ toe.<br />

In het begin poets<strong>te</strong> ze haar tan<strong>de</strong>n nog niet goed, gooi<strong>de</strong> haar<br />

kleren ach<strong>te</strong>r haar kont neer, rek<strong>te</strong> met naar bed gaan en ik had af<br />

en toe een gesprekje met haar. Al die dingen gaan nu als <strong>van</strong>zelf.<br />

De gesprekjes <strong>van</strong> vroeger zijn, sinds Guido ver uit beeld is,<br />

veran<strong>de</strong>rd in kor<strong>te</strong> opmerkingen en het tappen <strong>van</strong> moppen.<br />

Ik vind het kind groot genoeg <strong>om</strong> zelfstandig naar bed <strong>te</strong> gaan.<br />

Ik wil het best nog wel eens doen, maar alleen als het zo eens<br />

uitk<strong>om</strong>t of als het echt noodzakelijk is.<br />

Haar moe<strong>de</strong>r kijkt me indringend aan en wijst me op mijn<br />

verantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>n als va<strong>de</strong>r en benadrukt nog eens een keer<br />

het belang <strong>van</strong> rituelen voor een kind.<br />

Als ik zeg dat zijzelf <strong>de</strong> noodzakelijke rituelen in stand kan<br />

hou<strong>de</strong>n door haar kind zelf elke avond op bed <strong>te</strong> leggen, lijkt het<br />

of ze me niet hoort.<br />

Ze heeft nog een argument waar<strong>om</strong> ik het niet kan maken <strong>om</strong><br />

het kind niet meer naar bed <strong>te</strong> brengen. Het kind zal zich door mij<br />

afgewezen voelen.<br />

Ik lach er<strong>om</strong> en zeg dat ik het bullshit vind. Ik voeg er ook aan<br />

toe dat het me niet meer uitmaakt wat ze er<strong>van</strong> <strong>de</strong>nkt, ik doe het<br />

gewoon niet meer.<br />

“Mag ze jou dan ook geen wel<strong>te</strong>rus<strong>te</strong>n k<strong>om</strong>en wensen als ze naar<br />

bed gaat?” vraagt ze.<br />

“Je trekt het gelijk door in het belachelijke,” zeg ik, “als ik ergens<br />

mee bezig ben, dan vind ik het best dat ze me een nachtkus k<strong>om</strong>t<br />

geven. Als ze daarna maar direct naar bed gaat. Zon<strong>de</strong>r mij.”


“Daarbij,” zeg ik, “een gewoon<strong>te</strong> is op een gegeven m<strong>om</strong>ent<br />

gewoon. Ik vind het leuker <strong>om</strong> af en toe spontaan iets <strong>te</strong> doen dan<br />

dat ik altijd hetzelf<strong>de</strong> ritueel moet volgen.”<br />

Ze begrijpt het niet en ze zegt: “Jij houdt dus niet <strong>van</strong> jouw kind.<br />

Een va<strong>de</strong>r wil toch graag zijn kind op bed leggen? Of „s avonds<br />

nog even kijken of zijn kind on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> <strong>de</strong>kens ligt en goed slaapt?<br />

Zelfs nu <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren <strong>van</strong> Klaas en Joke al pubers zijn, doen zij dat<br />

nog s<strong>te</strong>eds. Ik vind dat normaal voor een va<strong>de</strong>r die houdt <strong>van</strong> zijn<br />

kind.”<br />

De ergernis schiet er pas goed bij me in als ik hoor dat ze weer<br />

over haar kind praat alsof ik <strong>de</strong> biologische va<strong>de</strong>r er<strong>van</strong> ben.<br />

Ik bijt haar toe: “Mijn kind?”


12. Morgen trouwen we.<br />

Ik blaas <strong>de</strong> bruiloft af. Week 24, don<strong>de</strong>rdag.<br />

Het is twee dagen voor onze bruiloft en ik rijd met haar naar <strong>de</strong><br />

notaris. De huwelijkse voorwaar<strong>de</strong>n zijn klaar en moe<strong>te</strong>n door ons<br />

on<strong>de</strong>r<strong>te</strong>kend wor<strong>de</strong>n. Zij is daar<strong>van</strong> dui<strong>de</strong>lijk uit haar humeur, wat<br />

ze me ook laat merken.<br />

“Gadverdamme,” zegt ze, “ik vind <strong>de</strong>ze huwelijkse voorwaar<strong>de</strong>n<br />

een bewijs <strong>van</strong> wantrouwen jegens mij. We hebben zoiets moois<br />

en dan moe<strong>te</strong>n we stilstaan bij iets, dat we allebei niet willen.<br />

Daarbij is het weer een bevestiging <strong>van</strong> het verschil tussen ons. Jij<br />

hebt alles, ik heb niets en het maakt weer mijn afhankelijkheid <strong>van</strong><br />

jou zo verschrikkelijk expliciet. Dat je mij dit ooit nog eens zou<br />

aandoen, dat had ik nooit verwacht. Ik begrijp het wel, maar je<br />

moet we<strong>te</strong>n dat ik er verschrikkelijk <strong>van</strong> baal. Fei<strong>te</strong>lijk vertrouw je<br />

me niet, wat bewijst dat jij nog s<strong>te</strong>eds paranoï<strong>de</strong> bent.”<br />

Deze discussie heb ik al vaker met haar gevoerd. Het is haar<br />

gelijk <strong>te</strong>gen het mijne. Het is overigens een zi<strong>nl</strong>oze discussie, want<br />

ik herhaal s<strong>te</strong>eds dat ik zon<strong>de</strong>r huwelijkse voorwaar<strong>de</strong>n niet trouw,<br />

hoe veel ik ook <strong>van</strong> haar hou. En ondanks dat ze dat weet, blijft ze<br />

zich maar verzet<strong>te</strong>n.<br />

Ik voel op mijn kl<strong>om</strong>pen aan dat ik <strong>de</strong>ze discussie, als ik niet<br />

uitkijk, opnieuw met haar ga voeren. Ondanks mijn <strong>te</strong>genzin,<br />

verman ik me en weer probeer ik <strong>de</strong> discussie met re<strong>de</strong>lijke<br />

argumen<strong>te</strong>n <strong>te</strong> stoppen.<br />

“Fei<strong>te</strong>lijk vullen <strong>de</strong> huwelijkse voorwaar<strong>de</strong>n exact in wat jij wilt,”<br />

begin ik voor <strong>de</strong> zoveels<strong>te</strong> keer, “jij bent het die altijd loopt <strong>te</strong><br />

verkondigen, dat je geen cent <strong>van</strong> me zal aannemen als onze<br />

relatie, <strong>om</strong> wat voor re<strong>de</strong>n dan ook, zou stuklopen. Jij bent het<br />

toch, die al die wijven minacht, die hun hand jare<strong>nl</strong>ang ophou<strong>de</strong>n<br />

voor alimentatie <strong>om</strong>dat ze hun levensstandaard zo nodig moe<strong>te</strong>n


handhaven. Maar nu ze jou betreffen en het concreet wordt,<br />

pro<strong>te</strong>s<strong>te</strong>er je!”<br />

“Heb jij enig i<strong>de</strong>e hoe verne<strong>de</strong>rend het voor me is?” vraagt ze<br />

me. “Daar <strong>te</strong> zit<strong>te</strong>n bij zo‟n notaris die me confron<strong>te</strong>ert met het<br />

feit dat ik niets heb en ook nooit iets zal krijgen? Die weer<br />

bevestigt dat ik helemaal afhankelijk <strong>van</strong> jou ben? En niet alleen<br />

<strong>van</strong> jouw goedheid, maar ook <strong>van</strong> jouw willekeur!”<br />

Ik wil <strong>de</strong> discussie niet nog eens tot in <strong>de</strong> treuren met haar<br />

voeren en ik geef haar, net als <strong>de</strong> keren hiervoor, <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> keuze.<br />

Ik zeg haar met een gemaak<strong>te</strong> grimas <strong>van</strong> oor tot oor, maar<br />

zodanig dat ze weet dat het me ernst is en dat ze <strong>de</strong> discussie moet<br />

stoppen: “Geen hand<strong>te</strong>kening <strong>van</strong> jou on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n,<br />

geen hand<strong>te</strong>kening <strong>van</strong> mij in het trouwboekje!”<br />

De notaris is een ui<strong>te</strong>rma<strong>te</strong> vrien<strong>de</strong>lijke man. Als hij iets<br />

vrien<strong>de</strong>lijks <strong>te</strong>gen haar zegt, reageert ze ronduit onbeschoft. Ik zeg<br />

er iets <strong>van</strong>.<br />

“Weet jij hoe ik me voel?” bekt ze me toe.<br />

Ik probeer met wat luchtige grapjes het ijs <strong>te</strong> breken. Het enige<br />

resultaat dat ik boek is een ijskou<strong>de</strong> blik, die ik <strong>van</strong> haar<br />

toegeworpen krijg. De notaris ziet het en gaat in een an<strong>de</strong>re<br />

modus. Hij zorgt ervoor dat <strong>de</strong> ceremonie niet langer duurt dan<br />

strikt noodzakelijk is.<br />

Het is stil in <strong>de</strong> auto wanneer ik met haar naar huis rijd. Ik zet<br />

haar thuis af en ik ga nog even naar kantoor. Iets dat ik <strong>de</strong> laats<strong>te</strong><br />

tijd s<strong>te</strong>eds vaker doe. Niet zozeer <strong>om</strong>dat mijn aanwezigheid op<br />

kantoor vereist is, maar meer <strong>om</strong>dat ik s<strong>te</strong>eds vaker toegeef aan <strong>de</strong><br />

behoef<strong>te</strong> <strong>om</strong> mijn huiselijk geluk eventjes <strong>te</strong> ontlopen.<br />

Ik surf wat op het in<strong>te</strong>rnet en ik babbel wat met <strong>de</strong> mannen. Na<br />

een paar uurtjes besluit ik huiswaarts <strong>te</strong> keren. Het slech<strong>te</strong> weer<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> afgelopen perio<strong>de</strong> is <strong>om</strong>geslagen en <strong>de</strong> zon schijnt volop.<br />

Ik loop mijn huis binnen en ik zie een enorme druk<strong>te</strong> op het<br />

<strong>te</strong>rras en in <strong>de</strong> tuin. Drie buurvrouwen met al hun kin<strong>de</strong>ren zijn op


ezoek. De dames zit<strong>te</strong>n met z‟n vieren op het <strong>te</strong>rras rond <strong>de</strong> tafel,<br />

die vol staat met kopjes, glazen en bordjes voor <strong>de</strong> thee, limona<strong>de</strong>,<br />

koek en nog veel meer. De kin<strong>de</strong>ren zijn in <strong>de</strong> tuin en ze<br />

sch<strong>om</strong>melen, wippen, zit<strong>te</strong>n in <strong>de</strong> bo<strong>om</strong>hut en rennen rond. Twee<br />

er<strong>van</strong> duiken in het zwembad, het is er warm genoeg voor.<br />

Onze buren hebben een gigantische palm voor ons gekocht. Het<br />

ca<strong>de</strong>au heeft een tweeledig karak<strong>te</strong>r. Als huwelijksgeschenk en <strong>te</strong>r<br />

verwelk<strong>om</strong>ing <strong>van</strong> mijn aanstaan<strong>de</strong> echtgeno<strong>te</strong> in haar nieuwe<br />

habitat. Ik pak een drankje en voeg me bij het gezelschap. Het<br />

gesprek gaat over allerlei gewone dingen, dus eige<strong>nl</strong>ijk nergens<br />

over. Het is gewoon gezellig, <strong>de</strong> zon schijnt, <strong>de</strong> hele bups kin<strong>de</strong>ren<br />

vermaakt zich prima, overmorgen trouw ik met haar en onze<br />

buren leven met ons mee. We burgeren al een beetje in en wat kan<br />

ik me nog meer wensen?<br />

E<strong>te</strong>nstijd breekt aan en het gezelschap neemt afscheid. Ik ga<br />

aut<strong>om</strong>atisch <strong>de</strong> keuken in <strong>om</strong> het avondmaal <strong>te</strong> berei<strong>de</strong>n. Het is al<br />

een vas<strong>te</strong> gewoon<strong>te</strong> aan het wor<strong>de</strong>n. Zij kookt ook nog wel eens,<br />

maar alleen als ze er echt niet meer on<strong>de</strong>ruit kan. Af en toe koken<br />

heb ik altijd al leuk gevon<strong>de</strong>n, maar sinds kort ben ik elke avond<br />

<strong>de</strong> pisang. Ik moet het er met haar eens over hebben.<br />

Zij vindt het wel wat, dat ik kan koken. Het kind overigens ook. Die<br />

vraagt let<strong>te</strong>rlijk of ik het wil doen, want dan kan ze haar bordje <strong>te</strong>nmins<strong>te</strong><br />

helemaal leege<strong>te</strong>n. “Als jij kookt is het niet zo vies,” c<strong>om</strong>plimen<strong>te</strong>ert het kind<br />

me, “want als mama kookt, is het vaak niet zo lekker.”<br />

Ik verwacht dat het haar iets doet, maar het blijkt dat zij er helemaal niet<br />

mee zit. In<strong>te</strong>gen<strong>de</strong>el. Zij lijkt er bijna trots op als ze zegt: “Het is dat ik moet<br />

koken voor het kind, an<strong>de</strong>rs zou ik het zelfs nooit doen. Het boeit me niet, het<br />

heeft me nooit geboeid en het zal me ook nooit gaan boeien.”<br />

Ik weet dat allang, want ik heb het gezien aan <strong>de</strong> spullen die ze voor <strong>de</strong><br />

maaltij<strong>de</strong>n in huis haalt als ze boodschappen doet. Als ze het al doet, dan<br />

koopt ze allemaal <strong>van</strong> dat potjes-, zakjes- en blikvoer, waar geen kraak of<br />

smaak aanzit. Als basis wel bruikbaar, maar dan moet je op zijn minst nog<br />

behoorlijk in <strong>de</strong> weer met krui<strong>de</strong>n e.d. <strong>om</strong> er een beetje smaak aan <strong>te</strong> krijgen.<br />

Dus boodschappen doen boeit haar ook niet en ze laat het graag aan mij over.


Dat kan ik mooi op za<strong>te</strong>rdagmorgen met het kind doen. En <strong>om</strong>dat ik kook,<br />

kan ik <strong>te</strong>gelijk <strong>de</strong> goe<strong>de</strong> ingrediën<strong>te</strong>n bij elkaar zoeken.<br />

Wat ik zie bij het koken en het doen <strong>van</strong> <strong>de</strong> boodschappen, zie ik ook bij<br />

an<strong>de</strong>re huishou<strong>de</strong>lijke taken. Ze doet het wel, maar alleen als het moet en ze er<br />

echt niet on<strong>de</strong>ruit kan k<strong>om</strong>en. Ik ver<strong>te</strong>l haar wat me <strong>de</strong> laats<strong>te</strong> tijd opvalt. Ze<br />

geeft zon<strong>de</strong>rmeer toe dat ik het goed zie en ook hierbij laat ze blijken dat ze er<br />

bui<strong>te</strong>ngewoon trots op is.<br />

“Huishouding is iets voor huishouds<strong>te</strong>rs,” zegt ze trots.<br />

Het kind heeft als taak <strong>de</strong> keuken schoon <strong>te</strong> hou<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> vaatwasser in en<br />

uit <strong>te</strong> ruimen. Ik zie haar helemaal niet meer in <strong>de</strong> keuken en het wordt er<br />

s<strong>te</strong>eds smeriger. Ik zeg er wat <strong>van</strong>: “Alles plakt. Alles zit on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> jam. Het<br />

is gewoon vies in <strong>de</strong> keuken.”<br />

“Tja,” antwoordt ze met een begrijpen<strong>de</strong> blik, “wat kun je <strong>van</strong> een kind <strong>van</strong><br />

acht verwach<strong>te</strong>n?”<br />

Ze gaat daarmee volledig voorbij aan <strong>de</strong> strekking <strong>van</strong> mijn opmerking.<br />

Jeanet<strong>te</strong> helpt mij een paar uurtjes in <strong>de</strong> week in <strong>de</strong> huishouding. Zij vindt<br />

het geweldig, want wat Jeanet<strong>te</strong> doet, hoeft zij niet <strong>te</strong> doen. Al snel zijn die<br />

paar uurtjes <strong>van</strong> Jeanet<strong>te</strong> niet genoeg, ook al heeft zij niets <strong>om</strong>han<strong>de</strong>n. Al snel<br />

doet Jeanet<strong>te</strong> ook <strong>de</strong> was en het strijkwerk voor haar. Dat is veel werk, <strong>om</strong>dat<br />

zij haar kind s<strong>om</strong>s een paar keer per dag schone kleren aantrekt. „s Och<strong>te</strong>nds<br />

schone kleren voordat ze naar school gaat, logisch. Tussen <strong>de</strong> middag<br />

verschijnen als gevolg <strong>van</strong> <strong>de</strong> lunch of het spelen in <strong>de</strong> tuin, bijna standaard<br />

vlekken op haar kleren. Omkle<strong>de</strong>n dus en schone kleren aan. Na school moet<br />

ze ook iets an<strong>de</strong>rs aan, <strong>om</strong>dat schoolkleren moe<strong>te</strong>n wor<strong>de</strong>n ver<strong>van</strong>gen door<br />

speelkleren. De hele san<strong>te</strong>nkraam gaat vervolgens <strong>de</strong> wasmand in, vuil of niet.<br />

De strijk kost Jeanet<strong>te</strong> al snel meer dan drie uur per week. Zij vraagt Jeanet<strong>te</strong><br />

of ze nog wat meer wil helpen in <strong>de</strong> huishouding. Nou ja, helpen? Zij doet op<br />

een gegeven m<strong>om</strong>ent helemaal niets meer.<br />

Ik vraag haar met een sarcastisch on<strong>de</strong>rtoontje of ze wel <strong>te</strong>vre<strong>de</strong>n is met <strong>de</strong>ze<br />

situatie.<br />

“Ik vind het helemaal gesche<strong>te</strong>n,” zegt ze, daarmee doelend op het feit dat ze<br />

er ui<strong>te</strong>rma<strong>te</strong> con<strong>te</strong>nt mee is.


Ik begin net met het snij<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> broccoli als zij <strong>de</strong> keuken<br />

binnenk<strong>om</strong>t. “Wat is het toch dat jullie mannen hebben met<br />

blon<strong>de</strong> vrouwen?” vraagt ze.<br />

Haar toon maakt direct een „Jongen, pas op‟-gevoel in mij<br />

wakker en ik vraag haar <strong>de</strong> re<strong>de</strong>n ach<strong>te</strong>r <strong>de</strong>ze vraag.<br />

“Zo ingewikkeld is mijn vraag toch niet?” zegt ze en ze s<strong>te</strong>lt hem,<br />

iets an<strong>de</strong>rs geformuleerd, opnieuw.<br />

“Wat heb ik nou aan mijn fiets hangen?” <strong>de</strong>nk ik en met een<br />

aantal voorvallen mijn ach<strong>te</strong>rhoofd zeg ik: “Ik kijk wel linker uit<br />

<strong>om</strong> mijn mening <strong>om</strong>trent blond en vrouwelijk schoon met jou <strong>te</strong><br />

<strong>de</strong>len.”<br />

Het kind vindt een doos met foto‟s. Ze zijn <strong>van</strong> mij. Ze heeft er een<br />

behoorlijke studie <strong>van</strong> gemaakt en ze heeft een aantal pittige foto‟s geselec<strong>te</strong>erd.<br />

Het kind laat <strong>de</strong> foto‟s aan haar moe<strong>de</strong>r zien, die helemaal door het dolle<br />

heengaat. “Schandalig, porno, onbehoorlijk, laag, geen enkel niveau,” verwijt<br />

ze mij, “dit soort foto‟s behoor je op <strong>te</strong> bergen zodat een kind er niet bij kan.”<br />

Ik bekijk <strong>de</strong> door het kind geselec<strong>te</strong>er<strong>de</strong> foto‟s. Het zijn allemaal<br />

vakantiekiekjes. De mees<strong>te</strong> zijn gen<strong>om</strong>en op het strand. Plaatjes <strong>van</strong> een paar<br />

<strong>van</strong> mijn ex-vriendinnen. Topless. Op één zo‟n typisch vakantiekiekje ben ik<br />

betrapt <strong>te</strong>rwijl ik stond <strong>te</strong> plassen en je ziet een stukje <strong>van</strong> mijn bes<strong>te</strong> vriend.<br />

Ik vind haar reactie nogal overdreven en ik zeg het haar. Ik merk <strong>te</strong>vens op<br />

dat het kind er min<strong>de</strong>r problemen mee lijkt <strong>te</strong> hebben dan zij. Ze klaagt dat<br />

ze geen zin heeft <strong>om</strong> geconfron<strong>te</strong>erd <strong>te</strong> wor<strong>de</strong>n met mijn exen en dat ze<br />

inmid<strong>de</strong>ls don<strong>de</strong>rsgoed weet dat ik op blon<strong>de</strong> vrouwen val.<br />

Ik kijk eens naar <strong>de</strong> foto‟s. In<strong>de</strong>rdaad, het kind heeft foto‟s <strong>van</strong> drie dames<br />

geselec<strong>te</strong>erd; Berny, Ine en Iris. Ze hebben <strong>de</strong> standaard kenmerken <strong>van</strong> wat in<br />

haar optiek alle mannen mooi vin<strong>de</strong>n. Blond, blauwe ogen, slank, mooie<br />

tan<strong>de</strong>n en een goed figuur. Ik vraag haar of ze s<strong>om</strong>s jaloers is op vrouwen uit<br />

mijn verle<strong>de</strong>n.<br />

“Ik? Jaloers?” schimpt ze. “Op die d<strong>om</strong>me blon<strong>de</strong> mokkels zon<strong>de</strong>r hersens?<br />

Ben jij gek of zo? Maar het feit dat jij zo bekr<strong>om</strong>pen ben dat je alleen maar<br />

daarop valt vind ik pas erg. Het zegt veel meer over jou dan over mij!”


Ze gaat helemaal uit haar dak en ik moet <strong>van</strong> haar die porno ach<strong>te</strong>r slot en<br />

gren<strong>de</strong>l stoppen. Wat ik, voor <strong>de</strong> goe<strong>de</strong> vre<strong>de</strong>, maar gewoon doe.<br />

Ik zit tv <strong>te</strong> kijken wanneer ze me vraagt of dat – wijzend op een of an<strong>de</strong>re<br />

blon<strong>de</strong> dame op <strong>de</strong> buis – mijn type is. Ik kijk op uit mijn boek, ik zie<br />

in<strong>de</strong>rdaad het type waar ik op val en ik zeg „ja‟. Ze reageert ogenblikkelijk.<br />

Ze gaat helemaal over <strong>de</strong> rooie en ik krijg een preek: “Jullie mannen zijn<br />

allemaal hetzelf<strong>de</strong>. Ik maar <strong>de</strong>nken dat jij an<strong>de</strong>rs bent. Nee, jij zit dus ook al<br />

<strong>te</strong> geilen op zo‟n ach<strong>te</strong>rlijk blond mokkel met hooguit twee hersencellen. Ik<br />

begrijp werkelijk niet wat je daarin ziet.”<br />

In eers<strong>te</strong> instantie moet ik er<strong>om</strong> lachen, maar ze gaat maar door. Ik <strong>de</strong>nk<br />

nog een behoorlijk lange tijd dat ze me zit <strong>te</strong> dollen.<br />

Ik ga door met koken en ik begin <strong>de</strong> prei <strong>te</strong> snij<strong>de</strong>n. Maar mijn<br />

antwoord is dui<strong>de</strong>lijk niet naar haar zin. “Ik heb het heus wel<br />

gezien hoor,” zegt ze.<br />

“Wat heeft ze dan gezien?” vraag ik me af. “Waar is ze op uit?”<br />

Als ik ergens geen zin in heb, dan is het weer zo‟n zi<strong>nl</strong>oze<br />

discussie, waar<strong>van</strong> ik er <strong>de</strong> laats<strong>te</strong> tijd al meer dan genoeg met haar<br />

heb gehad. Daar lijkt het helaas weer op af <strong>te</strong> s<strong>te</strong>venen, want zo<br />

goed ken ik haar inmid<strong>de</strong>ls wel.<br />

“Het maakt me niet uit wat je gezien hebt,” zeg ik, “ik wil het er<br />

niet over hebben. Ik wil doorgaan met koken, dus ga alsjeblieft <strong>de</strong><br />

keuken uit.”<br />

“Dan heb ik dus goed gezien dat je hebt zit<strong>te</strong>n flir<strong>te</strong>n met<br />

Yvet<strong>te</strong>,” gaat ze door, “want an<strong>de</strong>rs had je me wel een normaal<br />

antwoord gegeven.”<br />

Ik sta perplex. Ik weet eventjes niets <strong>te</strong> zeggen. Wat moet ik hier<br />

nou mee? Zij is al zo bezit<strong>te</strong>rig en ik zeg s<strong>om</strong>mige dingen al niet<br />

eens meer <strong>om</strong>wille <strong>van</strong> <strong>de</strong> goe<strong>de</strong> vre<strong>de</strong>. Verd<strong>om</strong>me, als ik niet eens<br />

met een buurvrouw een praatje kan maken zon<strong>de</strong>r dat het<br />

uitmondt in een drama, waar sta ik dan?<br />

Ik haal Yvet<strong>te</strong> en <strong>de</strong> middag voor mijn geest. Ik probeer <strong>te</strong> kijken<br />

of er iets <strong>van</strong> een voedingsbo<strong>de</strong>m is voor haar aantijging. Ik kan<br />

werkelijk niets be<strong>de</strong>nken. Als ik nou iets niet gedaan heb, dan is


het flir<strong>te</strong>n met Yvet<strong>te</strong>. Ik heb niet eens met haar gesproken. Ook<br />

leg ik Yvet<strong>te</strong> naast mijn maatstaf. Blond, aantrekkelijk vrouwelijk<br />

schoon zou me zijn bijgebleven. Yvet<strong>te</strong> niet.<br />

De drang <strong>om</strong> mezelf <strong>te</strong> ver<strong>de</strong>digen k<strong>om</strong>t in me op. Maar mezelf<br />

ver<strong>de</strong>digen wil ik niet, want er is niets <strong>te</strong> ver<strong>de</strong>digen. De ergernis<br />

k<strong>om</strong>t ineens in me op en het vel rond<strong>om</strong> mijn slapen trekt alweer.<br />

Iets dat me <strong>de</strong> laats<strong>te</strong> tijd s<strong>te</strong>eds vaker gebeurt als ik met haar<br />

discussier. “Houd er alsjeblieft over op,” smeek ik haar, “je hebt<br />

klaarblijkelijk iets in je hoofd dat er niet is. Zelfs als is het er, zet<br />

het dan alsjeblieft <strong>van</strong> je af.”<br />

“Ik ben toch niet ach<strong>te</strong>rlijk,” zegt ze, “ik heb het toch zeker met<br />

mijn eigen ogen gezien.”<br />

Ik probeer het nog een keer: “Alsjeblieft, la<strong>te</strong>n we <strong>de</strong>ze discussie,<br />

die nergens toe leidt, stoppen.”<br />

Ze geeft geen gehoor aan mijn smeekbe<strong>de</strong> en ze begint me<br />

verwij<strong>te</strong>n <strong>te</strong> maken. Ineens ben ik oneerlijk. Ik lieg. Ik ben<br />

ach<strong>te</strong>rbaks. Net als al die an<strong>de</strong>re mannen, die heimelijk naar<br />

vrouwelijk schoon zit<strong>te</strong>n <strong>te</strong> kijken en dan met hun piep gaan zit<strong>te</strong>n<br />

spelen. Ik ben mins<strong>te</strong>ns net zo erg. In een laatje had ze een seksdvd<br />

<strong>van</strong> me gevon<strong>de</strong>n en ik surf ook al die seks-si<strong>te</strong>s af op het<br />

in<strong>te</strong>rnet. Ze walgt <strong>van</strong> me. Dat haar eigen vent naar die<br />

smeerlapperij kijkt.<br />

“Wat val jij me <strong>te</strong>gen,” zegt ze, “dat je met <strong>de</strong> buurvrouw flirt,<br />

daar kan ik nog wel mee leven. Maar dat je het in alle toonaar<strong>de</strong>n<br />

ontkent, daar heb ik pas moei<strong>te</strong> mee.”<br />

Mijn slapen beginnen nog meer <strong>te</strong> trekken en ik voel mijn<br />

ergernis s<strong>te</strong>eds heftiger wor<strong>de</strong>n. Ik on<strong>de</strong>rneem nog een poging <strong>om</strong><br />

<strong>de</strong> discussie <strong>te</strong> beëindigen. “Ik kan hier niet <strong>te</strong>gen op,” zeg ik <strong>te</strong>gen<br />

haar, “ik ga echt niet zeggen wat jij klaarblijkelijk wilt horen.”<br />

Ik vervolg: “Daarbij is <strong>de</strong>ze discussie niet alleen zi<strong>nl</strong>oos, hij is<br />

ook ronduit belachelijk. We trouwen nota bene over twee dagen.”<br />

Ondanks mijn ergernis, die inmid<strong>de</strong>ls in nijd aan het <strong>om</strong>slaan is,<br />

smeek ik haar zowat: “Ga <strong>de</strong> keuken uit voordat ik echt nijdig<br />

word en mezelf niet meer on<strong>de</strong>r controle kan hou<strong>de</strong>n.”


Ik voeg er nog een „alsjeblieft‟ aan toe.<br />

Het kind k<strong>om</strong>t zich er ook nog eens mee bemoeien. Ze heeft<br />

haar knuffel in haar armen en ze sabbelt weer aan een oor.<br />

Ik s<strong>om</strong>meer het kind <strong>om</strong> het strijdtoneel ogenblikkelijk <strong>te</strong><br />

verla<strong>te</strong>n, wat ze met <strong>te</strong>genzin doet. Haar moe<strong>de</strong>r blijft ech<strong>te</strong>r staan<br />

en ik zeg dat ze haar kind moet volgen, maar ze laat zich niet<br />

wegsturen. Mijn smeekbe<strong>de</strong> heeft geen enkel effect op haar, want<br />

ze heeft nog geen afdoen<strong>de</strong> antwoord op haar vraag en ze laat zich<br />

zeker <strong>de</strong> keuken niet uitsturen. Ze maakt me dat klip en klaar<br />

dui<strong>de</strong>lijk en daar k<strong>om</strong>t haar vingertje. Ze zegt: “Ne pas. Jij moet<br />

niet <strong>de</strong> fout maken <strong>om</strong> mij voor één of an<strong>de</strong>r d<strong>om</strong> blond mokkel<br />

aan <strong>te</strong> zien, die je z<strong>om</strong>aar met een kluitje in het riet kunt sturen.”<br />

Ze gaat maar door en ze begint <strong>te</strong>gen me <strong>te</strong> foe<strong>te</strong>ren. Ik geef<br />

haar het gevoel dat ze gelijk heeft. Ze weet het daar<strong>om</strong> ook zo<br />

zeker. Als ik niets <strong>te</strong> verbergen had, dan had ik haar een normaal<br />

antwoord gegeven op haar vraag. Nu draai ik er <strong>om</strong>heen en zij<br />

heeft het dus bij het rech<strong>te</strong> eind. Ze gaat maar door en ze krijgt,<br />

waar ze klaarblijkelijk op uit was: Een ordinaire ruzie.<br />

Ik ga door het lint. Uitzinnig <strong>van</strong> nijd bijt ik haar toe: “Rot op.<br />

Verdwijn uit mijn ogen. Verdwijn ook gelijk uit mijn leven. Het<br />

kan me niet schelen waar je naartoe gaat. Ik wil je niet meer zien.<br />

Rot op. Rot op.”<br />

Om mijn betoog kracht bij <strong>te</strong> zet<strong>te</strong>n maak ik een „rot op‟-gebaar.<br />

Ik heb het mesje, waarmee ik <strong>de</strong> broccoli en <strong>de</strong> prei aan het<br />

snij<strong>de</strong>n was, nog in mijn hand.<br />

Zij wordt daardoor, voor zover mogelijk, nog bozer. Ze voelt<br />

zich nu ook nog eens fysiek bedreigd. “Ga je me nu ook al dreigen<br />

met een mes?” schreeuwt ze me toe. Ze verwijt me dat ik al net<br />

zo‟n slappe drol ben als al haar exen, die haar alleen maar<br />

aankon<strong>de</strong>n met fysiek geweld.<br />

Ik heb het nu helemaal met haar gehad. “Als je nu <strong>de</strong> keuken niet<br />

uitrot, dan sla ik je eruit,” dreig ik.<br />

Ze blijft met haar han<strong>de</strong>n in haar zij staan en ze zegt dat ik dat<br />

niet durf. Daarvoor ben ik een veel <strong>te</strong> slappe drol. Het wordt rood


voor mijn ogen en ik leg het mes neer. Ik loop naar haar toe <strong>om</strong><br />

mijn woor<strong>de</strong>n kracht bij <strong>te</strong> zet<strong>te</strong>n en ze schrikt zichtbaar. Snel<br />

vlucht ze <strong>de</strong> keuken uit en ik schreeuw haar na: “Kutwijf!<br />

Gestoord kutwijf! Weet je wat ik nog het ergs<strong>te</strong> vind? Dat ik met<br />

zo‟n gestoord kutwijf als jij zit opgeza<strong>de</strong>ld!”<br />

Ik sta in een soort „knock-out‟-toestand, volledig op <strong>de</strong><br />

aut<strong>om</strong>atische piloot het e<strong>te</strong>n af <strong>te</strong> maken. “Wat gebeurt me?” <strong>de</strong>nk<br />

ik. Ik sta <strong>te</strong> trillen op mijn benen en mijn han<strong>de</strong>n beven. Allerlei<br />

gedach<strong>te</strong>n flitsen door mijn hoofd. Ik weet het niet meer? Ik<br />

begrijp het niet? Wat is er gebeurd? Waar ging het over? Wat wil ze<br />

eige<strong>nl</strong>ijk <strong>van</strong> me?<br />

Een paar gedach<strong>te</strong>n krijgen ineens <strong>de</strong> ruim<strong>te</strong>. Guido passeert <strong>de</strong><br />

revue. Guido, <strong>de</strong> man waar ze ook altijd zo‟n ruzie mee maak<strong>te</strong>.<br />

Die haar alleen maar met fysiek geweld aankon. Guido, het<br />

onmens. Verantwoor<strong>de</strong>lijk voor <strong>de</strong> toestand waarin zij en het kind<br />

zijn <strong>te</strong>rechtgek<strong>om</strong>en. Hij heeft haar mishan<strong>de</strong>ld, zowel lichamelijk<br />

als gees<strong>te</strong>lijk.<br />

Maar <strong>de</strong> moe<strong>de</strong>r <strong>van</strong> Guido had gezegd dat hij helemaal niet<br />

agressief was, althans nooit was geweest. Dat heeft zij nota bene<br />

bevestigd. Hij heeft voordat hij haar ken<strong>de</strong> nog nooit gevoch<strong>te</strong>n of<br />

een vrouw geslagen. Guido‟s moe<strong>de</strong>r zegt dat Guido zelfs een hele<br />

aardige, gevoelige jongen is.<br />

Ik moet er bijna <strong>om</strong> lachen. Die Guido is dan ver weggestopt in<br />

die booswicht die ik heb leren kennen. Ik begrijp <strong>de</strong> <strong>te</strong>gens<strong>te</strong>lling<br />

niet. Maar nu on<strong>de</strong>rvind ik het zelf. Ik heb nog nooit meegemaakt<br />

dat iemand zo verschrikkelijk het bloed on<strong>de</strong>r mijn nagels <strong>van</strong>daan<br />

heeft we<strong>te</strong>n <strong>te</strong> halen, als zij. Zij maak<strong>te</strong> dat ik me gewoon<br />

mach<strong>te</strong>loos en d<strong>om</strong> voel<strong>de</strong>. Ik stond net ook op het punt <strong>om</strong> haar<br />

let<strong>te</strong>rlijk <strong>de</strong> keuken uit <strong>te</strong> slaan. Ik zag geen an<strong>de</strong>re uitweg meer.<br />

Ik draai <strong>de</strong> relatie <strong>van</strong> haar met Guido eens <strong>om</strong> en ineens krijg ik<br />

een soort begrip voor Guido. Guido is niet <strong>de</strong> agressor, maar zij.<br />

Hij kon gewoonweg geen an<strong>de</strong>re uitweg vin<strong>de</strong>n <strong>om</strong> haar tot re<strong>de</strong><br />

of zwijgen <strong>te</strong> brengen dan fysiek geweld. Net als ik, zoëven.


De maaltijd is klaar. Ik zet roodbaarsfilet met een sausje, krieltjes<br />

en zelf gemaak<strong>te</strong> roerbakgroen<strong>te</strong>n op tafel. Ik roep haar en het<br />

kind. Het is stil. Het enige geluid dat <strong>te</strong> horen is, is het tikken <strong>van</strong><br />

mijn bes<strong>te</strong>k op het bord. Ik kijk eens naar haar. Ze zit voor zich uit<br />

<strong>te</strong> staren en ze eet niets. Ik kijk eens naar het kind. Zij eet ook<br />

geen hap en zit alleen maar aan <strong>de</strong> oren <strong>van</strong> haar poppetje <strong>te</strong><br />

kluiven. Het e<strong>te</strong>n smaakt me voor geen me<strong>te</strong>r. Mijn God, wat ben<br />

ik nog nijdig. Alles zin<strong>de</strong>rt nog na.<br />

Het avondritueel is voorbij en het kind ligt op bed. Ze wenst<br />

haar kind wel<strong>te</strong>rus<strong>te</strong>n en ze k<strong>om</strong>t naar bene<strong>de</strong>n. Ik zit aan <strong>de</strong><br />

eetbar en zij gaat aan <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re kant <strong>van</strong> <strong>de</strong> kamer voor <strong>de</strong> tv<br />

zit<strong>te</strong>n. Nog voordat ze hem aanzet zeg ik <strong>te</strong>gen haar: “Je hebt het<br />

zeker wel naar je zin? Ben je erg blij met het resultaat <strong>van</strong> die<br />

ach<strong>te</strong>rlijke discussie, die jij zo nodig moest voeren?”<br />

Ze k<strong>om</strong>t bij me staan. Ze houdt voet bij stuk. Haar treft geen<br />

blaam, ik heb het gedaan. Ik ben het immers, die heeft zit<strong>te</strong>n<br />

flir<strong>te</strong>n. Ik ben ook niet eerlijk <strong>te</strong>gen haar. Ze gaat nog ver<strong>de</strong>r. Ze<br />

voelt zich nu ook niet veilig meer bij me. Ik heb haar <strong>te</strong>nslot<strong>te</strong><br />

bedreigd met een mes.<br />

“Ik blaas <strong>de</strong> trouwerij af,” hoor ik mezelf <strong>te</strong>gen haar zeggen, “je<br />

<strong>de</strong>nkt toch niet dat ik <strong>de</strong> rest <strong>van</strong> mijn leven wil doorbrengen met<br />

zo‟n gestoord wijf als jij?”<br />

Mijn woe<strong>de</strong> is weliswaar bekoeld, maar er zin<strong>de</strong>rt nog s<strong>te</strong>eds een<br />

gevoel <strong>van</strong> onbehagen door mijn lijf. Ze kijkt me met gro<strong>te</strong> ogen<br />

aan, haar ontzetting is eruit af <strong>te</strong> lezen. Ik vervolg mijn relaas: “Ik<br />

heb het helemaal met je gehad. Tot hier en niet ver<strong>de</strong>r. Je beperkt<br />

me al met je verlatingsangst en je leeft me met je kind. En dan heb<br />

ik het nog niet eens over <strong>de</strong> tuin, die verschrikkelijke kuttuin. Je<br />

bent zo bezit<strong>te</strong>rig als <strong>de</strong> pest en nu blijkt ook nog eens dat je echt<br />

een gestoord wijf bent.”


Ze hervat zich en weet iets <strong>te</strong> zeggen. “Hoe moet dat dan met <strong>de</strong><br />

bruiloft?” vraagt ze. “Alles is al geregeld. Morgen k<strong>om</strong>en onze<br />

getuigen. Ie<strong>de</strong>reen is uitgenodigd. Ie<strong>de</strong>reen k<strong>om</strong>t.”<br />

Ze kijkt me met een vragen<strong>de</strong> blik aan en zegt: “Je gaat me toch<br />

niet ver<strong>te</strong>llen dat je <strong>de</strong> bruiloft z<strong>om</strong>aar gaat afblazen?”<br />

“Z<strong>om</strong>aar?” zeg ik. “Z<strong>om</strong>aar?”<br />

Ze probeert het op een an<strong>de</strong>re manier. “Wat zullen <strong>de</strong> mensen er<br />

niet <strong>van</strong> <strong>de</strong>nken?” vraagt ze.<br />

Ik maak haar klip en klaar dui<strong>de</strong>lijk dat het me werkelijk niets kan<br />

schelen wat <strong>de</strong> mensen er<strong>van</strong> <strong>de</strong>nken.<br />

Ze probeert er nog ééntje. “Weet je wel wat voor impact dit gaat<br />

krijgen op mijn kind als je dit doorzet?” vraagt ze.<br />

Ik zet een gemaakt lachje op mijn gezicht en ik zeg sarcastisch:<br />

“Je zult godverd<strong>om</strong>me geen argument vin<strong>de</strong>n <strong>om</strong> je zin of je gelijk<br />

<strong>te</strong> krijgen.”<br />

Ze raakt bijna in paniek en ze jankt: “Je kunt het echt niet<br />

maken. Weet je wat je kapot maakt bij het kind als je het doorzet?”<br />

Ik houd voet bij stuk en ik zeg ge<strong>de</strong>ci<strong>de</strong>erd: “Het is heel jammer<br />

voor haar. En waarschij<strong>nl</strong>ijk ook voor jou, maar het is <strong>de</strong> logische<br />

consequentie <strong>van</strong> mijn besluit!”<br />

Ik ga het gesprek met haar beëindigen en ik zeg: “Ik wil <strong>van</strong>af nu<br />

ook helemaal niet meer met je pra<strong>te</strong>n. Dat gaat toch niet. Want<br />

met jou valt gewoonweg niet <strong>te</strong> pra<strong>te</strong>n.”<br />

Ze kijkt me aan en ze ziet dat het ernst is. Ik ben ui<strong>te</strong>rlijk zeer<br />

kalm en ge<strong>de</strong>ci<strong>de</strong>erd. Zeker nu ik heb beslo<strong>te</strong>n. De „an<strong>de</strong>re‟ Gijs is<br />

er nu. Die zij voor het eerst zag vlak na <strong>de</strong> trip naar Disneyland.<br />

Mijn emoties doen niet meer mee. Ik hoef alleen nog <strong>te</strong> han<strong>de</strong>len<br />

en nu ik mijn besluit gen<strong>om</strong>en heb, doe ik dat ongeacht <strong>de</strong><br />

consequenties.<br />

Zij kent die „an<strong>de</strong>re‟ Gijs en ze ziet hem nu weer zit<strong>te</strong>n. Die Gijs<br />

wil<strong>de</strong> ze nooit meer zien, had ze toen gezegd. Maar nu is hij er<br />

weer en ze kan niet <strong>om</strong> hem heen. Maar toen heeft ze die „an<strong>de</strong>re‟<br />

Gijs ook weg gekregen. Ze hoef<strong>de</strong> alleen maar haar toon <strong>te</strong><br />

veran<strong>de</strong>ren. Dat lijkt ze nu ook <strong>te</strong> gaan proberen.


“Ik heb er zo‟n spijt <strong>van</strong>,” zegt ze bijna smekend, “kunnen we er<br />

niet als volwassen mensen nog eens over pra<strong>te</strong>n?”<br />

Ik trap er niet in en ik zeg: “Dat had je dan maar eer<strong>de</strong>r moe<strong>te</strong>n<br />

be<strong>de</strong>nken. Je kunt op je kop gaan staan als je dat wilt, maar mijn<br />

besluit staat vast. Het is klaar. Het is over. Ik herhaal het nog maar<br />

even voor alle dui<strong>de</strong>lijkheid: Ik ga mijn leven niet la<strong>te</strong>n verpes<strong>te</strong>n<br />

door zo‟n gestoord wijf als jij.”<br />

Ze kijkt me met gro<strong>te</strong> verdrietige ogen aan en ze zegt niets.<br />

Helemaal niets. Ik sta op en ik verlaat <strong>de</strong> kamer. Ik ga in mijn<br />

studio een beetje met een c<strong>om</strong>pu<strong>te</strong>r zit<strong>te</strong>n prutsen.<br />

Ze slaapt als ik naar bed k<strong>om</strong>. Of ze doet alsof. Het maakt me<br />

niet uit. Ik ga naast haar liggen, zo ver mogelijk <strong>van</strong> haar <strong>van</strong>daan.<br />

Ik heb er nog s<strong>te</strong>eds <strong>de</strong> pest in en ik voel geen enkele behoef<strong>te</strong><br />

<strong>te</strong>gen haar aan <strong>te</strong> kruipen. Ik voel me afgezeken, zelfs gefrustreerd.<br />

Het enige dat me nog een beetje positief s<strong>te</strong>mt, is het gevoel dat ik<br />

krijg als ik me be<strong>de</strong>nk, dat ik morgen <strong>de</strong> bruiloft ga afblazen. De<br />

gedach<strong>te</strong> hieraan geeft me een soort <strong>van</strong> rust en ik val zelfs heel<br />

snel in slaap.<br />

Ik trouw toch maar. Week 24, vrijdag.<br />

Vanmorgen heb ik met haar <strong>de</strong> ruzie <strong>van</strong> gis<strong>te</strong>ravond bijgelegd.<br />

Ik weet niet eens waar<strong>om</strong>. Het is een mix <strong>van</strong> argumen<strong>te</strong>n<br />

waardoor ik <strong>de</strong>nk: “Ach, waar<strong>om</strong> ook niet?”<br />

Ik woon <strong>te</strong>nslot<strong>te</strong> met haar samen, haar kind zit hier op school,<br />

er heerst een relatieve rust en ze heeft be<strong>te</strong>rschap beloofd. Ze<br />

begrijpt zelf niet eens waar<strong>om</strong> ze zo onre<strong>de</strong>lijk is geweest, maar<br />

dat k<strong>om</strong>t, zo verzekert ze me, <strong>om</strong>dat ze zoveel <strong>van</strong> me houdt. Ze<br />

vertrouwt me, dus het zal niet meer gebeuren.<br />

Ik begrijp zelf niet helemaal hoe ik erin zit, want ik realiseer me<br />

<strong>te</strong>r<strong>de</strong>ge dat het wel an<strong>de</strong>rs is geweest. Er is een tijd geweest dat ik<br />

zelfs graag met haar wil<strong>de</strong> trouwen, maar dat gevoel is nu helemaal


verdwenen. Nu kan ik het alleen maar bere<strong>de</strong>neren, maar het<br />

gevoel <strong>van</strong> vroeger heeft plaats gemaakt voor een vreemd, mat en<br />

dof gevoel, wat ik niet goed on<strong>de</strong>r woor<strong>de</strong>n kan brengen. Ik<br />

verman me en <strong>de</strong>nk dat het waarschij<strong>nl</strong>ijk <strong>te</strong> maken heeft met <strong>de</strong><br />

standaard zenuwen, die elke brui<strong>de</strong>g<strong>om</strong> vlak voor het huwelijk<br />

heeft.<br />

“Wat wij hebben is zo bijzon<strong>de</strong>r,” houd ik me voor, “dat wij <strong>de</strong><br />

clash <strong>van</strong> gis<strong>te</strong>ravond ook wel weer zullen overwinnen.”<br />

Ik neem daarmee ook in ogenschouw dat ik niet snel <strong>van</strong><br />

gemoedstoestand wissel. Althans niet <strong>van</strong> een slech<strong>te</strong> naar een<br />

goe<strong>de</strong>. In <strong>te</strong>gens<strong>te</strong>lling tot zij, want zij lijkt het alweer verge<strong>te</strong>n.<br />

“Ach,” <strong>de</strong>nk ik, “morgen ben ik het helemaal kwijt en dan maak<br />

ik er met haar <strong>de</strong> moois<strong>te</strong> dag <strong>van</strong> mijn leven <strong>van</strong>.”<br />

De voorbereidingen. Vanaf week 13.<br />

Ik vergezel haar naar Breda. Ongeveer een week of twee nadat ik<br />

„ja‟ <strong>te</strong>gen haar heb gezegd op <strong>de</strong> personeelsdag <strong>van</strong> mijn bedrijf.<br />

Ze heeft het in<strong>te</strong>rnet af zit<strong>te</strong>n struinen naar een passen<strong>de</strong> outfit<br />

voor haar huwelijksdag en ze heeft iets bijzon<strong>de</strong>rs gevon<strong>de</strong>n. Het<br />

kind zit op school en wordt tussen <strong>de</strong> middag opge<strong>van</strong>gen door<br />

Jeanet<strong>te</strong>, zodat zij en ik <strong>de</strong> tijd hebben.<br />

We lopen <strong>de</strong> bruidswinkel in en zij vraagt naar Harmen, waar ze<br />

mee heeft afgesproken. De verkoops<strong>te</strong>r kijkt ons verbaasd aan,<br />

want die kent ze niet. “Toch heb ik met hem afgesproken,” houdt<br />

ze vol.<br />

“Dan <strong>de</strong>nk ik al dat ik het weet,” zegt <strong>de</strong> verkoops<strong>te</strong>r, “dan moet<br />

u waarschij<strong>nl</strong>ijk in <strong>de</strong> bruidswinkel hiernaast zijn. Dit is <strong>de</strong> winkel<br />

voor „gewone‟ bruidsmo<strong>de</strong>, hiernaast verkopen we <strong>de</strong> exclusievere<br />

lijn.”<br />

Harmen, <strong>de</strong> verkoper, begroet ons. Zij heeft al uitgebreid contact<br />

met hem gehad. De jurk <strong>van</strong> haar keuze hangt al voor haar klaar


en zij past hem. Harmen zegt, als ze <strong>de</strong> jurk showt: “Die jurk heeft<br />

hier op jou gewacht.”<br />

Ik moet hem gelijk geven. Hij staat haar geweldig. Ze heeft er <strong>de</strong><br />

leng<strong>te</strong> en het figuur voor. Maar <strong>te</strong>gelijk met het zien <strong>van</strong> <strong>de</strong> jurk<br />

<strong>de</strong>nk ik: “Wat voor soort plechtigheid heeft ze eige<strong>nl</strong>ijk in<br />

gedach<strong>te</strong>n?”<br />

Ik vraag haar ernaar. “Het maakt me werkelijk niet uit,” zegt ze,<br />

“maar die ene keer <strong>van</strong> mijn leven dat ik uit ech<strong>te</strong> lief<strong>de</strong> trouw, dan<br />

wil ik dat in vol ornaat doen.”<br />

De jurk is weliswaar schit<strong>te</strong>rend, maar kost dan ook een<br />

vermogen. Ik vraag: “Wie gaat <strong>de</strong>ze jurk betalen? Realiseer jij je<br />

wel wat hij kost?”<br />

“Dat is ui<strong>te</strong>rma<strong>te</strong> relatief,” legt ze me uit, “want na het huwelijk<br />

verkoop ik <strong>de</strong> jurk gewoon. Ik doe dat via het in<strong>te</strong>rnet. Een<br />

exclusieve bruidsjurk verkoopt namelijk gemakkelijker dan een<br />

gewone. Als je dan kijkt wat <strong>de</strong> jurk je werkelijk heeft gekost, dan<br />

ben je waarschij<strong>nl</strong>ijk met een dure jurk veel goedkoper uit dan met<br />

een goedkope. Die wil namelijk niemand meer hebben.”<br />

Ze voegt er haastig aan toe: “En als ik hem verkocht heb, krijg je<br />

het geld echt wel <strong>te</strong>rug hoor!”<br />

Ik moet er wel <strong>om</strong> lachen. “Reken je rijk,” <strong>de</strong>nk ik, iets dat voor<br />

mezelf ook doe als ik iets graag wil hebben. Daarbij <strong>de</strong>nk ik: “Wat<br />

kan mij het eige<strong>nl</strong>ijk schelen. Ze ziet er perfect uit in die jurk en als<br />

zij dat nou zo graag wil.”<br />

De eers<strong>te</strong> hobbel is gen<strong>om</strong>en. Ze heeft een trouwjurk. Nu<br />

moe<strong>te</strong>n we <strong>de</strong> dag be<strong>de</strong>nken en organiseren. Ik zeg: “Ik wil wel<br />

trouwen, maar niet met allerlei poespas er<strong>om</strong>heen. Dus het liefst<br />

met z‟n tweeën.”<br />

“Lieverd,” zegt ze <strong>te</strong>gen mij, “het maakt mij ook niet uit. Het<br />

gaat me alleen maar <strong>om</strong> het we<strong>de</strong>rzijdse c<strong>om</strong>mitment, dat we<br />

elkaar formeel willen geven.”<br />

Ik leef een tijdje in <strong>de</strong> veron<strong>de</strong>rs<strong>te</strong>lling dat we op één lijn zit<strong>te</strong>n,<br />

maar op het m<strong>om</strong>ent dat ze hoort dat ik in<strong>de</strong>rtijd ook zo


eenvoudig met Iris getrouwd ben, wordt dit scenario ineens<br />

volledig onbespreekbaar.<br />

Het maakt mij nog s<strong>te</strong>eds niet uit hoe het eruit gaat zien, als het<br />

maar niet zo‟n traditionele bruiloft wordt. Daar heb ik totaal geen<br />

zin in. Zij gelukkig ook niet, maar ze wil wel dat haar familie erbij<br />

is.<br />

“Ik weet niet wat voor bruiloft het dan wel moet wor<strong>de</strong>n,” zeg ik<br />

<strong>te</strong>gen haar, “je weet inmid<strong>de</strong>ls wat mijn uitdrukkelijke voorkeur<br />

geniet. Ik weet niet wat jij in je hoofd hebt, dus ik kan niets an<strong>de</strong>rs<br />

doen dan <strong>de</strong> bal bij jou leggen.”<br />

Ze k<strong>om</strong>t ech<strong>te</strong>r niet veel ver<strong>de</strong>r dan <strong>te</strong> zeggen, dat ze het an<strong>de</strong>rs<br />

wil. Want wat wij hebben is zo bijzon<strong>de</strong>r, daar hoort ook een<br />

bijzon<strong>de</strong>re ceremonie bij. Zij zoekt alle hoeken <strong>van</strong> het in<strong>te</strong>rnet af,<br />

maar ze kan niets vin<strong>de</strong>n dat bijzon<strong>de</strong>r genoeg is.<br />

Ik probeer het nogmaals. “Lieve schat,” begin ik, “waar<strong>om</strong><br />

rennen we niet met z‟n tweeën, <strong>de</strong>snoods met z‟n drieën naar een<br />

stadhuis en that‟s it?”<br />

“Dat wil ik niet,” zegt ze, “het wordt <strong>de</strong> moois<strong>te</strong> dag <strong>van</strong> mijn<br />

leven. Ik wil die <strong>de</strong>len met mijn familie.”<br />

Ik moet haar toch maar een handje helpen, want zelf k<strong>om</strong>t ze er<br />

niet uit. Ik be<strong>de</strong>nk iets en ik zeg: “Ik wil mins<strong>te</strong>ns een goed diner.<br />

Uitgeserveerd. De wijn moet rijkelijk kunnen vloeien. De gas<strong>te</strong>n<br />

hoeven niet naar huis, <strong>om</strong>dat ze kunnen blijven slapen. De<br />

volgen<strong>de</strong> dag hebben we eventueel nog een gezame<strong>nl</strong>ijk ontbijt.<br />

Klaar.”<br />

Ze vindt het helemaal <strong>te</strong> gek en ze besluit direct dat we het zo<br />

gaan doen.<br />

Nu moet er een locatie gevon<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n waar we het feest<br />

kunnen geven. Het liefst <strong>van</strong> alles wil ze trouwen in het kas<strong>te</strong>el <strong>van</strong><br />

Rhoon, maar die locatie blijkt nogal gewild. Over an<strong>de</strong>rhalf jaar<br />

zijn wij als eers<strong>te</strong> aan <strong>de</strong> beurt en zo lang kunnen we niet wach<strong>te</strong>n.<br />

Er moet een an<strong>de</strong>re locatie bedacht wor<strong>de</strong>n.<br />

“Neem een of an<strong>de</strong>r kas<strong>te</strong>el,” zeg ik, “in Limburg of zo.”


“Waar<strong>om</strong> zover weg?” vraagt ze.<br />

“Daar hebben we allebei niets mee,” antwoord ik, “dus dat is<br />

lekker neutraal.”<br />

Ze volgt mijn raad let<strong>te</strong>rlijk op en ze laat haar oog vallen op<br />

kas<strong>te</strong>el Erens<strong>te</strong>in in Limburg. Ik rijd er met haar en het kind op<br />

een vrijdagmiddag naartoe. Het is druk op <strong>de</strong> weg en we doen er<br />

vier uur over <strong>om</strong> er <strong>te</strong> k<strong>om</strong>en.<br />

Helemaal gaar <strong>van</strong> <strong>de</strong> reis bespreek ik samen met haar ons<br />

voornemen met <strong>de</strong> patron <strong>van</strong> het kas<strong>te</strong>el. De dag wordt stap voor<br />

stap ingekleurd.<br />

De huwelijksplechtigheid vindt op het kas<strong>te</strong>el plaats. De gas<strong>te</strong>n<br />

k<strong>om</strong>en „s och<strong>te</strong>nds al en ze wor<strong>de</strong>n opge<strong>van</strong>gen in het ho<strong>te</strong>l.<br />

Tussen <strong>de</strong> plechtigheid en het diner in kunnen ze gaan wan<strong>de</strong>len<br />

in <strong>de</strong> fraaie <strong>om</strong>geving. Het diner wordt in <strong>de</strong> gro<strong>te</strong> zaal opgediend<br />

en tussen twee gangen in gaan het kind en ik „Go with the flow‟,<br />

ons lied, live brengen.<br />

Ik leg onze wensen voor aan <strong>de</strong> patron. Hij heeft nog een aantal<br />

suggesties. De gas<strong>te</strong>n moe<strong>te</strong>n natuurlijk op een bepaal<strong>de</strong> tijd<br />

aanwezig zijn en ze hebben dan niet veel <strong>om</strong>han<strong>de</strong>n. Er zullen<br />

ongetwijfeld stil<strong>te</strong>s vallen en het is het bes<strong>te</strong> <strong>om</strong> die op <strong>te</strong> <strong>van</strong>gen.<br />

De patron raadt ons aan, we zijn <strong>te</strong>nslot<strong>te</strong> in een mid<strong>de</strong>leeuws<br />

kas<strong>te</strong>el, <strong>om</strong> daar een minstreel in <strong>te</strong> zet<strong>te</strong>n. Dat is naast leuk ook<br />

handig, want het <strong>van</strong>gt niet alleen stil<strong>te</strong>s op, maar het geeft ook<br />

een mid<strong>de</strong>leeuws sfeertje.<br />

Zij vindt het geweldig.<br />

De patron heeft nog meer in <strong>de</strong> aanbieding. Want als we dan<br />

toch zo bezig zijn, dan kunnen we net zo goed nog meer<br />

mid<strong>de</strong>leeuws vermaak inhuren, zodat onze gas<strong>te</strong>n, daar waar<br />

nodig, nog be<strong>te</strong>r vermaakt kunnen wor<strong>de</strong>n. Hij s<strong>te</strong>lt ons voor <strong>om</strong><br />

een actieve puzzelrit <strong>te</strong> organiseren. We la<strong>te</strong>n ons dan vervoeren in<br />

klassieke rijtuigen, die getrokken wor<strong>de</strong>n door paar<strong>de</strong>n.<br />

Zij wordt helemaal enthousiast.<br />

Maar dit is nog niet alles en het kan natuurlijk nog leuker. We<br />

zorgen ervoor dat ie<strong>de</strong>reen <strong>de</strong> beschikking krijgt over een


mid<strong>de</strong>leeuws kostuum met dito pruik. Pas dan is ons<br />

mid<strong>de</strong>leeuwse feest c<strong>om</strong>pleet.<br />

Zij gaat helemaal door het dak <strong>van</strong> enthousiasme.<br />

Het wordt s<strong>te</strong>eds gekker, maar ik vind het er niet leuker op<br />

wor<strong>de</strong>n. Vermaakt wor<strong>de</strong>n vind ik sowieso al niet prettig, laat<br />

staan dat ik dat mijn gas<strong>te</strong>n wil aandoen. Maar zij ziet het helemaal<br />

zit<strong>te</strong>n. God, wat wil ze dit graag. Ik laat het gaan en ik leg me erbij<br />

neer. Ik neem een optie.<br />

Fei<strong>te</strong>lijk schuif ik het voor me uit en ik spreek af dat ik la<strong>te</strong>r op<br />

<strong>de</strong> <strong>de</strong>tails zal <strong>te</strong>rugk<strong>om</strong>en.<br />

Vlak na het tripje naar kas<strong>te</strong>el Erens<strong>te</strong>in vertrek ik met mijn<br />

gezin richting Parijs. Hoera, we gaan naar Disneyland. De<br />

uitnodigingen voor <strong>de</strong> bruiloft zijn gelukkig nog niet verstuurd.<br />

We zijn net <strong>te</strong>rug uit Disneyland Parijs. Ik heb het huwelijk<br />

afgeblazen en kas<strong>te</strong>el Erens<strong>te</strong>in er<strong>van</strong> op <strong>de</strong> hoog<strong>te</strong> gebracht.<br />

Ze vraagt me of ik helemaal niet meer met haar wil trouwen.<br />

“Ik wil en wil<strong>de</strong> eige<strong>nl</strong>ijk helemaal niet trouwen,” zeg ik.<br />

Ze kijkt me aan en ze pruilt: “Maar jij was het toch met me eens<br />

dat trouwen <strong>de</strong> ultieme bevestiging is <strong>van</strong> wat wij voor elkaar<br />

voelen! Ik wil namelijk wel heel erg graag met je getrouwd zijn. Jij<br />

toch ook met mij?”<br />

Ik antwoord: “Ik vind het goed en ik wil best nog wel met je<br />

trouwen, maar in ie<strong>de</strong>r geval niet met al die poespas er <strong>om</strong>heen.<br />

Erens<strong>te</strong>in is een goed voorbeeld <strong>van</strong> hoe ik het zeker niet wil.”<br />

“Lieverd toch,” zegt ze, “als je me dat eer<strong>de</strong>r had ver<strong>te</strong>ld, dan<br />

had ik het toch an<strong>de</strong>rs gedaan. Je moet die dingen niet voor mij<br />

doen. Voor mij is maar één ding belangrijk en dat is wat wij samen<br />

hebben.”<br />

Ze gaat ver<strong>de</strong>r: “Dus al die tijd heb je dingen voor mij gedaan,<br />

waar je <strong>van</strong>uit je eigen gevoel niet echt ach<strong>te</strong>r staat. Alleen voor<br />

mij. Om mij dat plezier <strong>te</strong> doen?”


Haar toon wordt vragend: “Snap je nu waar<strong>om</strong> ik zoveel <strong>van</strong> je<br />

hou? Als je <strong>de</strong>ze ellen<strong>de</strong> allemaal voor mij hebt willen doorstaan,<br />

dan moet je heel erg veel <strong>van</strong> me hou<strong>de</strong>n, an<strong>de</strong>rs <strong>de</strong>ed je het niet.”<br />

Ik vraag me af waar<strong>om</strong> we dan zo uit elkaars spoor zijn gelopen.<br />

Ze weet toch hoe ik het wil, wat mijn voorkeur heeft, maar toch<br />

doet ze het an<strong>de</strong>rs. Begrijpen wij elkaar dan zo verkeerd? Ik kan<br />

me ook levendig voors<strong>te</strong>llen waar<strong>om</strong> ze het an<strong>de</strong>rs wil dan ik. Ten<br />

eers<strong>te</strong> was ik op een soortgelijke manier getrouwd met Iris en <strong>te</strong>n<br />

twee<strong>de</strong> wil ze haar kind er per se bij hebben.<br />

Ik breng haar op een nieuw i<strong>de</strong>e. Ik zeg: “We hebben toch<br />

intieme vrien<strong>de</strong>n? Dan vragen we die als getuigen en met hen<br />

maken we er toch gewoon een leuke dag <strong>van</strong>?”<br />

Daar heeft ze wel oren naar. “Het k<strong>om</strong>t er dan op neer dat we<br />

met z‟n ach<strong>te</strong>n zijn,” zeg ik, “Andries en Chantal zijn mijn<br />

getuigen, dat is twee. Ik neem aan dat Zus en Jip <strong>de</strong> jouwe zijn, en<br />

dat maakt vier. Jouw kind en een oppas maakt zes en met ons erbij<br />

hebben we er acht.”<br />

“Als je het zo zegt heb je gelijk,” zegt ze, “maar ik wil mins<strong>te</strong>ns<br />

mijn broertje T<strong>om</strong> erbij hebben. En zo zijn er nog een paar<br />

mensen die ik er graag bij wil hebben.”<br />

Ik waarschuw haar en ik zeg: “Zo k<strong>om</strong>en we op een hellend vlak<br />

<strong>te</strong>recht. Waar trekken we <strong>de</strong> streep?”<br />

“Jij hebt gemakkelijk pra<strong>te</strong>n”, zegt ze <strong>te</strong>gen me, “jou in<strong>te</strong>resseert<br />

het geen reet wat ze <strong>van</strong> je <strong>de</strong>nken. Maar mij in<strong>te</strong>resseert het wel,<br />

want die kleine familie <strong>van</strong> mij is wel het enige dat ik nog heb.”<br />

Ik ver<strong>de</strong>nk haar er<strong>van</strong> dat ze toch een gro<strong>te</strong> bruiloft wil hebben,<br />

maar ik vraag er niet meer naar. Ik <strong>de</strong>nk na over een c<strong>om</strong>pr<strong>om</strong>is,<br />

zon<strong>de</strong>r dat ik het gevoel ga krijgen dat ik wa<strong>te</strong>r in <strong>de</strong> wijn moet<br />

doen. Ik zeg: “We lassen op onze huwelijksdag een High Tea of zo<br />

in. Van twee tot vier uur. We sturen ie<strong>de</strong>reen een me<strong>de</strong><strong>de</strong>ling dat<br />

we trouwen en waar we dat doen. We nodigen ze wel uit voor <strong>de</strong><br />

High Tea of zo iets en dan kunnen onze families en vrien<strong>de</strong>n zelf<br />

beslissen wat ze doen.”


Ze vindt het een geweldig i<strong>de</strong>e en ze gaat direct een High Tea<br />

organiseren.<br />

Morgen trouw ik. Week 24, vrijdag.<br />

Morgen trouw ik met haar. Het is inmid<strong>de</strong>ls vijf uur gewor<strong>de</strong>n en<br />

nog s<strong>te</strong>eds zit dat vreem<strong>de</strong> gevoel in mijn sys<strong>te</strong>em. De connectie,<br />

die ik an<strong>de</strong>rs voel als ik bij haar ben of als ik haar zie, is helemaal<br />

weg. Ik ben onrustig.<br />

De bel <strong>van</strong> <strong>de</strong> voor<strong>de</strong>ur gaat en het kind doet open. Zus en Jip<br />

k<strong>om</strong>en binnen, op <strong>de</strong> voet gevolgd door het kind en haar oppas<br />

voor morgen, Julie. De begroeting is net als an<strong>de</strong>re begroetingen<br />

en we wisselen <strong>de</strong> gewone beleefdhe<strong>de</strong>n uit. Zij verdwijnt bijna<br />

direct met Zus <strong>de</strong> keuken in. Ik zie dat zij haar vriendin het verhaal<br />

<strong>van</strong> gis<strong>te</strong>ren ver<strong>te</strong>lt. Ze hebben het er druk mee.<br />

Ik ga op het <strong>te</strong>rras zit<strong>te</strong>n en ik vraag Jip of hij recen<strong>te</strong>lijk nog<br />

naar een popconcert is geweest. Jip begint bijna aut<strong>om</strong>atisch <strong>te</strong><br />

ver<strong>te</strong>llen. Ik luis<strong>te</strong>r amper, maar op <strong>de</strong>ze manier is het net alsof we<br />

gezellig zit<strong>te</strong>n <strong>te</strong> pra<strong>te</strong>n.<br />

Het is opmerkelijk rustig wanneer we ons diner nuttigen. Die<br />

vreem<strong>de</strong> spanning zit me nog s<strong>te</strong>eds dwars. Zij heeft er dui<strong>de</strong>lijk<br />

ook last <strong>van</strong>.<br />

Om tien over negen k<strong>om</strong>en Andries en Chantal binnen. Het kind<br />

k<strong>om</strong>t ondanks mijn uitdrukkelijke verbod toch uit bed, want ze wil<br />

per se Andries en Chantal begroe<strong>te</strong>n. Het maakt me niet uit,<br />

morgen hebben we immers een groot feest.<br />

“Hoe is het, jongen?” vraagt Andries me. “Zeker wel een beetje<br />

eng dat je morgen je vrijheid weer eens verliest?”<br />

Hij ziet wat zijn grappig bedoel<strong>de</strong> opmerking bij me doet en<br />

vraagt me of er iets aan <strong>de</strong> hand is. Ik ver<strong>te</strong>l hem dat we gis<strong>te</strong>ren<br />

een nogal forse clash hebben gehad, waar we nu nog een beetje <strong>de</strong><br />

naweeën <strong>van</strong> hebben.


“Ik dacht al zoiets <strong>te</strong> merken,” zegt Andries, “je voelt gewoon<br />

dat er iets tussen jullie twee aan <strong>de</strong> hand is.”<br />

Hij kijkt me aan en zegt: “Je weet toch wel zeker dat je morgen<br />

„ja‟ zegt als je in dat gemeen<strong>te</strong>huis staat?”<br />

“Natuurlijk weet ik dat zeker,” pers ik er met een verwrongen<br />

glimlachje uit, “ik ga toch niet naar een stadhuis toe <strong>om</strong> „nee‟ <strong>te</strong><br />

zeggen!”<br />

Zijn opmerking heeft me dieper geraakt dan ik voor mezelf wil<br />

toegeven en ik weet er geen raad mee. Andries ziet het.<br />

Ik heb nog s<strong>te</strong>eds dat vreem<strong>de</strong> gevoel als ik mijn bed inkruip. Zij<br />

ligt al in bed en ze slaapt al. Of ze doet alsof ze slaapt, net als<br />

gis<strong>te</strong>ren. Ik ben een beetje apathisch. Het lijkt wel of het me nog<br />

s<strong>te</strong>eds niet uitmaakt. Ik heb weer geen behoef<strong>te</strong> <strong>om</strong> <strong>te</strong>gen haar aan<br />

<strong>te</strong> gaan liggen.<br />

Ik voel me verschrikkelijk. Morgen trouw ik met haar.


13. Op huwelijksreis.<br />

Wit<strong>te</strong>broodsweken. Week 25 en ver<strong>de</strong>r.<br />

Het is <strong>de</strong> maandagoch<strong>te</strong>nd na ons huwelijk. Ik voer het<br />

gebruikelijke och<strong>te</strong>ndritueel op en het kind maakt zich klaar <strong>om</strong><br />

naar school <strong>te</strong> gaan.<br />

“Dag papa,” zegt het kind <strong>te</strong>gen me, “ben je er strakjes?”<br />

“Natuurlijk schatje, mama en ik hebben toch vakantie <strong>om</strong>dat we<br />

net getrouwd zijn,” zeg ik en ik pak mijn krant.<br />

Zij laat het kind uit en k<strong>om</strong>t <strong>te</strong>rug <strong>de</strong> kamer in. Ze k<strong>om</strong>t naar me<br />

toe en ze pakt me beet. “Heb jij enig i<strong>de</strong>e,” vraagt ze me, “hoe<br />

gelukkig ik ben?”<br />

“Ik kan me daar wel iets bij voors<strong>te</strong>llen,” zeg ik. Ik glimlach naar<br />

haar en ik pak mijn krant weer. Ze laat me niet los en ze vers<strong>te</strong>rkt<br />

haar <strong>om</strong>arming.<br />

“Behalve dat ik stapelmesjogge op je ben,” vervolgt ze, “is nu het<br />

gehele plaatje c<strong>om</strong>pleet. Realiseer jij je dat wel? Wij, jij en ik, ons<br />

kind, ons gezin, officieel getrouwd, hier in dit mooie dorp en zo<br />

kan ik nog wel even doorgaan. Alles is aanwezig <strong>om</strong> <strong>de</strong> rest <strong>van</strong><br />

ons leven gelukkig <strong>te</strong> zijn.”<br />

Ik sla enigszins plichtsgetrouw een arm <strong>om</strong> haar heen, geef haar<br />

een zoen en ik laat haar weer los <strong>om</strong> <strong>de</strong> krant ver<strong>de</strong>r <strong>te</strong> lezen.<br />

“Weet je?” gaat ze ver<strong>de</strong>r. “Het blijft <strong>de</strong> hele week mooi weer.<br />

We kunnen dus allerlei leuke dingen gaan doen. Dan is het net<br />

alsof we al op huwelijksreis zijn.”<br />

Ik kijk op uit mijn krant en ik vraag haar: “Al op huwelijksreis?<br />

Volgens mij zit ik alweer in <strong>de</strong> sleur <strong>van</strong> alledag. Iets leuks gaan<br />

doen? Noem eens iets op? Iets leuks doen in die paar uurtjes dat<br />

jouw kind op school zit? Volgens mij ben jij het, die s<strong>te</strong>eds thuis<br />

wil zijn als jouw kind uit school k<strong>om</strong>t.”


Ze laat zich niet uit het veld slaan en ze zegt: “Lieve schat, we<br />

kunnen toch allerlei leuke dingen doen in en rond<strong>om</strong> het huis.”<br />

“Dat ben ik helemaal niet met je eens,” reageer ik en ik voel mijn<br />

ergernis alweer langzaam opk<strong>om</strong>en, “ik heb het eige<strong>nl</strong>ijk wel een<br />

beetje gehad met al die leuke dingen <strong>van</strong> jou in en rond<strong>om</strong> het<br />

huis. Ik had me verheugd op een weekje weg met jou, zeker na <strong>de</strong><br />

lange, he<strong>te</strong> z<strong>om</strong>er met jouw kind continu <strong>om</strong> mij heen. Het maakt<br />

me niet eens uit waarheen, als ik maar even het huis uit ben. Voor<br />

mijn part naar een hutje op <strong>de</strong> hei of zoiets.”<br />

Mijn va<strong>de</strong>r ver<strong>te</strong>lt me dat hij met Mila, twee weken in het huis <strong>van</strong><br />

William, mijn ouds<strong>te</strong> broer, gaat oppassen. Want William gaat met Hetty,<br />

zijn vrouw, een weekje met vakantie, <strong>om</strong>dat ze 25 jaar met elkaar getrouwd<br />

zijn. William en Hetty hebben drie kin<strong>de</strong>ren. Mijn va<strong>de</strong>r en Mila passen op.<br />

Ik s<strong>te</strong>l haar voor <strong>om</strong> opa Hans en Mila op „ons‟ kind <strong>te</strong> la<strong>te</strong>n passen, zodat<br />

wij op huwelijksreis kunnen. Zij heeft er wel oren naar, maar ze wordt niet<br />

concreet. Tot opa Hans en Mila bij ons k<strong>om</strong>en e<strong>te</strong>n. Ineens vraagt zij of opa<br />

Hans en Mila een weekje in ons huis willen wonen, zodat ze op het kind<br />

kunnen passen. “Natuurlijk willen wij dat,” reageert mijn va<strong>de</strong>r spontaan en<br />

Mila knikt inschikkelijk.<br />

Haar vraag verbaast me, <strong>om</strong>dat ik in <strong>de</strong> veron<strong>de</strong>rs<strong>te</strong>lling leef dat zij niet<br />

direct na ons huwelijk weg wil. Ik bedank mijn va<strong>de</strong>r en Mila en ik vraag ze<br />

het weekje voor ons <strong>te</strong> reserveren. Het wordt <strong>de</strong> week, direct na ons huwelijk.<br />

Ik zeg ook dat we nog <strong>te</strong>rugk<strong>om</strong>en op <strong>de</strong> <strong>de</strong>tails.<br />

Mijn va<strong>de</strong>r en Mila gaan weg en ik vraag haar het waar<strong>om</strong>.<br />

“Lieve schat,” zegt ze, “als er iets is waar ik naar uitkijk, dan is het onze<br />

huwelijksreis. Daarbij ben ik <strong>van</strong> mening dat jij, gezien wat jij allemaal <strong>te</strong><br />

verstouwen hebt gekregen, een weekje rust meer dan verdient. Ook is het voor<br />

jouw va<strong>de</strong>r en Mila niet eens een opoffering. Ze kunnen heel goed met onze<br />

buren opschie<strong>te</strong>n, ze wan<strong>de</strong>len en fietsen graag en ze hebben <strong>de</strong> luxe <strong>van</strong> ons<br />

huis een weekje.”


Het is niet veel la<strong>te</strong>r en ik bes<strong>te</strong>l een „tafeltje‟ bij mijn va<strong>de</strong>r en Mila. Een<br />

„tafeltje‟ bes<strong>te</strong>l je als je wilt mee-e<strong>te</strong>n. Het enige dat je daarvoor hoeft <strong>te</strong> doen is<br />

een dag <strong>van</strong> <strong>te</strong> voren opbellen en <strong>te</strong> zeggen wat je wilt e<strong>te</strong>n.<br />

Ik rijd <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> dag met z‟n drieën naar Rijswijk toe, waar mijn va<strong>de</strong>r<br />

woont.<br />

Ik zeg <strong>te</strong>gen haar: “Het lijkt mij verstandig <strong>om</strong> <strong>van</strong>avond <strong>de</strong> <strong>de</strong>tails <strong>van</strong><br />

onze huwelijksreis door <strong>te</strong> spreken.”<br />

“Hoezo?” vraagt ze. “We gaan toch pas in <strong>de</strong> herfstvakantie op<br />

huwelijksreis?”<br />

“Nou breekt mijn kl<strong>om</strong>p,” zeg ik <strong>te</strong>gen haar, “we zou<strong>de</strong>n toch direct na<br />

onze bruiloft gaan? De laats<strong>te</strong> keer vraag je nota bene zelf of ze willen<br />

oppassen?”<br />

“Ja, dat <strong>de</strong>ed ik in een opwelling <strong>van</strong> lief<strong>de</strong> voor jou,” zegt ze, “maar ik kan<br />

mijn kind nu toch niet alleen la<strong>te</strong>n.”<br />

Ik kijk haar niet begrijpend aan. Ik snap het niet.<br />

“Kijk,” staaft ze haar bewering, “voor het kind zijn opa Hans en <strong>om</strong>a<br />

Mila relatief nieuwe grootou<strong>de</strong>rs en mijn kind is nog niet voldoen<strong>de</strong> gewend<br />

aan haar nieuwe leef<strong>om</strong>geving. Als wij weggaan, dan zal het kind zich<br />

verla<strong>te</strong>n voelen <strong>om</strong>dat jij en ik weg zijn uit <strong>de</strong> <strong>om</strong>geving, die haar net vertrouwd<br />

aan het wor<strong>de</strong>n is. Dat durf ik, alle goe<strong>de</strong> bedoelingen <strong>van</strong> opa Hans en Mila<br />

<strong>te</strong>n spijt, eenvoudigweg niet aan.”<br />

Ik zeg <strong>te</strong>gen haar: “Ik begrijp het,” <strong>te</strong>rwijl ik <strong>de</strong>nk: “Altijd weer dat kind!”<br />

Ze voegt er nog aan toe: “Als wij tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> herfstvakantie op huwelijksreis<br />

gaan dan kan het kind bij mijn moe<strong>de</strong>r en Hannes logeren. Als jij en ik niet<br />

thuis zijn, dan heeft het kind daar geen weet <strong>van</strong> en dan zal ze zich niet<br />

verla<strong>te</strong>n voelen.”<br />

“Natuurlijk,” <strong>de</strong>nk ik, “ik had het kunnen we<strong>te</strong>n.”<br />

Ik zeg maar niets meer en ik rijd door naar ons „restaurant‟.<br />

“Mmmm, samen met jou een week lang in een hutje op <strong>de</strong> hei,”<br />

zegt ze met een gelukzalige glimlach. “Ik zie ook zo uit naar onze<br />

huwelijksreis over zes weken. Heb jij er enig i<strong>de</strong>e <strong>van</strong> hoe graag ik<br />

met jou samen wil zijn? En dat ik ook graag mijn kind een weekje<br />

wil missen? Je weet hoeveel ik <strong>van</strong> haar hou, maar ook ik wil na <strong>de</strong>


lange z<strong>om</strong>ervakantie, met mijn kind constant <strong>om</strong> me heen, heel<br />

graag een weekje zon<strong>de</strong>r haar weg.”<br />

Ik ken dat verhaal al en ik staar in mijn krant. Ze gaat door: “Het<br />

is trouwens een geluk bij een ongeluk, als je dat <strong>te</strong>nmins<strong>te</strong> zo wilt<br />

zien, dat het weer zo goed blijft.”<br />

“Heb je enig i<strong>de</strong>e hoe ik erin zit?” probeer ik. “Ik zit ook al heel<br />

<strong>de</strong> gro<strong>te</strong> vakantie met jou en jouw kind op mijn lip, met dat<br />

verschil, dat ik helemaal niet meer aan mezelf toek<strong>om</strong>. Ik ben<br />

<strong>de</strong>gene die moet inves<strong>te</strong>ren in onze relatie, het gezin, enzovoorts.<br />

Elke keer als ik <strong>de</strong>nk dat we er zijn, dan k<strong>om</strong>t er wel iets an<strong>de</strong>rs<br />

voorbij. Ik heb het werkelijk helemaal gehad.”<br />

Ze lijkt me niet <strong>te</strong> horen, want ze zegt: “Ach jongen, we hebben<br />

toch nu <strong>de</strong> rust en stabili<strong>te</strong>it waar we zo hard voor gevoch<strong>te</strong>n<br />

hebben. De basis is gelegd, we hoeven het <strong>van</strong>af hier alleen maar<br />

<strong>te</strong> consoli<strong>de</strong>ren en uit <strong>te</strong> bouwen.”<br />

Ik prut<strong>te</strong>l nog wat, maar het heeft geen effect. Ik probeer weer<br />

mijn krant <strong>te</strong> lezen. Vergeefs, want ze praat maar door.<br />

“Bovendien,” zegt ze, “hebben we <strong>van</strong> die mooie plan<strong>te</strong>n <strong>van</strong><br />

jouw familie voor ons huwelijk gekregen. Die moe<strong>te</strong>n nu in <strong>de</strong><br />

grond gezet wor<strong>de</strong>n, an<strong>de</strong>rs gaan ze dood. We hebben ook voor<br />

een vermogen aan ca<strong>de</strong>aubonnen voor Intratuin gekregen. Het<br />

lijkt me een goed i<strong>de</strong>e <strong>om</strong> met onze huwelijksca<strong>de</strong>aus <strong>de</strong> voortuin<br />

aan <strong>de</strong> kant <strong>van</strong> <strong>de</strong> vaart <strong>te</strong> gaan verfraaien.”<br />

“Inmid<strong>de</strong>ls moet je we<strong>te</strong>n hoe ik over tuinieren <strong>de</strong>nk,” zeg ik,<br />

“wie gaat dat verfraaien dan doen?”<br />

“Jij snapt er ook werkelijk niets <strong>van</strong>, hè?” zegt ze. “Jij bent<br />

gewoon in staat <strong>om</strong> <strong>de</strong> plan<strong>te</strong>n, die jij <strong>van</strong> jouw eigen familie hebt<br />

gekregen, gewoon <strong>te</strong> la<strong>te</strong>n verrot<strong>te</strong>n. Dat kun je eenvoudigweg niet<br />

maken!”<br />

Ik pro<strong>te</strong>s<strong>te</strong>er. “Hoho,” zeg ik, “ik heb er niet <strong>om</strong> gevraagd.<br />

S<strong>te</strong>rker nog, toen ze mij vroegen wat ik voor ons huwelijk wil<strong>de</strong><br />

hebben, heb ik gezegd dat ik alleen maar gelukwensen wil<strong>de</strong><br />

hebben. Meer niet. Ik wil<strong>de</strong> geen ca<strong>de</strong>aus en ik heb ook geen


ca<strong>de</strong>aus nodig. Mijn familie weet dat. Daarbij, we hebben alles al.<br />

Of had ik een uitzet moe<strong>te</strong>n vragen?”<br />

“Maar juist daar<strong>om</strong> heb ik iets gevraagd dat we nog niet hebben,”<br />

houdt ze vol met een tri<strong>om</strong>fan<strong>te</strong>lijke blik, “want zeg nu zelf, nu ik<br />

<strong>de</strong> bui<strong>te</strong>nkant <strong>van</strong> het huis opgefleurd heb met allerlei plantjes, valt<br />

<strong>de</strong> kaalheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> parkeerplaats voor <strong>de</strong> <strong>de</strong>ur juist op. Een mooie<br />

rand aan <strong>de</strong> vaart met b<strong>om</strong>en en struiken kleedt het huis mooi aan.<br />

Als we in <strong>de</strong> zon willen zit<strong>te</strong>n, dan is <strong>de</strong> plek voor het huis ook<br />

nog eens het meest geschikt. Met b<strong>om</strong>en en struiken op <strong>de</strong> rand<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> vaart zit<strong>te</strong>n we <strong>te</strong>gelijk uit het zicht.”<br />

Ik pro<strong>te</strong>s<strong>te</strong>er. “We hebben toch een afspraak?” vraag ik haar<br />

enigszins smekend. “We zou<strong>de</strong>n toch dat <strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong> tuin pas<br />

volgend jaar on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>n nemen?”<br />

“Lieverd,” zegt ze, “we hebben plan<strong>te</strong>n en b<strong>om</strong>en gekregen die<br />

NU <strong>de</strong> grond in moe<strong>te</strong>n. Nogmaals, je kunt het niet maken ze <strong>te</strong><br />

la<strong>te</strong>n verrot<strong>te</strong>n, dus je moet wel.”<br />

Ze gaat ach<strong>te</strong>r me staan en ze pakt me beet. Ze begint een beetje<br />

aan me <strong>te</strong> klieren. “Liefs<strong>te</strong>,” fluis<strong>te</strong>rt ze in mijn oor, “het is<br />

prachtig weer. We hebben niets <strong>om</strong>han<strong>de</strong>n, behalve elkaar. Ik wil<br />

niets liever dan samen met jou onze huwelijksca<strong>de</strong>aus plan<strong>te</strong>n. Op<br />

ons dooie gemakje. Hebben we geen zin meer, dan stoppen we er<br />

toch direct mee. Niets hoeft immers. We hebben toch vakantie?”<br />

Ik geef weer eens toe. Ik had al beslo<strong>te</strong>n <strong>om</strong> <strong>de</strong> eers<strong>te</strong> weken <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> wit<strong>te</strong>broodsweken niet <strong>te</strong> gaan werken en nu heb ik in<strong>de</strong>rdaad<br />

niets <strong>om</strong>han<strong>de</strong>n. We kunnen niet weg <strong>van</strong>wege het kind, het is<br />

mooi weer en ik <strong>de</strong>nk: “Laat ik mezelf eens ontstijgen. Ik ga<br />

gewoon die plan<strong>te</strong>n zelf in <strong>de</strong> grond zet<strong>te</strong>n en wie weet? Misschien<br />

ga ik het nog leuk vin<strong>de</strong>n ook!”<br />

Ik zeg het <strong>te</strong>gen haar en ze reageert als een blij kind. “Wat ben ik<br />

daar blij <strong>om</strong>,” jubelt ze, “wat vind ik dat leuk. Dat we toch nog<br />

eens een keer samen iets leuks in <strong>de</strong> tuin gaan doen.”<br />

Ik maak een globale schets <strong>van</strong> <strong>de</strong> voortuin en beperk <strong>de</strong><br />

werkzaamhe<strong>de</strong>n tot het aa<strong>nl</strong>eggen <strong>van</strong> een bor<strong>de</strong>r. Zij is in haar


nopjes, ze lijkt wel een jonge hond die enthousiast <strong>om</strong> je heen<br />

dren<strong>te</strong>lt als je <strong>de</strong> halsband pakt <strong>om</strong> hem uit <strong>te</strong> la<strong>te</strong>n.<br />

De volgen<strong>de</strong> stap is <strong>de</strong> inmid<strong>de</strong>ls gebruikelijke gang richting<br />

Intratuin. We kopen <strong>de</strong> benodig<strong>de</strong> pot<strong>te</strong>n en nog een aantal<br />

plan<strong>te</strong>n. De ca<strong>de</strong>aubonnen zijn natuurlijk niet toereikend genoeg<br />

voor <strong>de</strong> aanschaf <strong>van</strong> al dat nieuwe spul en ik leg, zoals<br />

gewoo<strong>nl</strong>ijk, een flink bedrag bij.<br />

Vijf donkerblauwe en zeven <strong>te</strong>rracotta pot<strong>te</strong>n moe<strong>te</strong>n wor<strong>de</strong>n<br />

geplaatst. Dat gaat niet z<strong>om</strong>aar, <strong>om</strong>dat ze niet zon<strong>de</strong>rmeer op <strong>de</strong><br />

bestrating gezet kunnen wor<strong>de</strong>n. Voor elke pot wordt <strong>de</strong><br />

bestrating opengemaakt en het zand wordt ver<strong>van</strong>gen door aar<strong>de</strong><br />

tot <strong>de</strong> diep<strong>te</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> vaart. De bo<strong>de</strong>m wordt uit <strong>de</strong> pot getikt,<br />

zodat <strong>de</strong> wor<strong>te</strong>ls er doorheen kunnen groeien en een dikke ijzeren<br />

pijp moet ervoor zorgen dat <strong>de</strong> pot<strong>te</strong>n, zeker het eers<strong>te</strong> jaar, niet<br />

kunnen verschuiven of <strong>om</strong> kunnen waaien.<br />

Na een dag of drie ploe<strong>te</strong>ren begint er een beetje schot in <strong>te</strong><br />

k<strong>om</strong>en. Ook <strong>de</strong> buren reageren enthousiast. “Ga je toch groene<br />

vingers kweken?” vraagt Jeanet<strong>te</strong> met een pes<strong>te</strong>rig lachje <strong>om</strong> haar<br />

mond.<br />

Ik mopper quasi geïrri<strong>te</strong>erd, maar ik moet wel toegeven dat ik eer<br />

heb <strong>van</strong> mijn werk.<br />

Het ein<strong>de</strong> is gelukkig in zicht, want intussen heb ik het wel<br />

gehad. Ik heb pijn in mijn rug, mijn han<strong>de</strong>n doen zeer en zij doet<br />

niets an<strong>de</strong>rs dan kijken naar wat ik doe en af en toe een Colaatje<br />

voor me halen. Ik begin <strong>te</strong> balen als een s<strong>te</strong>kker en ik voel me een<br />

beetje genaaid. Ik realiseer me dat het mijn eigen schuld is. Ik heb<br />

er totaal geen zin meer in, maar halverwege kan ik niet stoppen. Ik<br />

ga dus door in mijn gebruikelijke „niet <strong>de</strong>nken, gewoon doen‟modus.<br />

Zij is enthousiast en ik weet ook waar<strong>om</strong>. Het is niet alleen<br />

het feit dat het aangezicht <strong>van</strong> het huis verbe<strong>te</strong>rt, maar zij leeft<br />

waarschij<strong>nl</strong>ijk in <strong>de</strong> veron<strong>de</strong>rs<strong>te</strong>lling dat ik het nog leuk vind ook.<br />

Ik krijg niet lang daarna gelijk als ze zegt: “Zie je nou wel, hoe<br />

leuk tuinieren kan zijn?”


Ik antwoord binnen een oogwenk: “Leuk? Hoe k<strong>om</strong> jij daar nou<br />

bij? Ik s<strong>te</strong>rf <strong>van</strong> <strong>de</strong> pijn in mijn rug. Ik ben het helemaal zat, dat<br />

gegraaf in die grond. Ik heb spierpijn en mijn han<strong>de</strong>n doen zeer. Ik<br />

kan niet eens meer mijn gitaar fatsoe<strong>nl</strong>ijk vasthou<strong>de</strong>n. Ik k<strong>om</strong> niet<br />

toe aan <strong>de</strong> dingen die ik wel leuk vind. Ik zou ook wel weer eens<br />

op een motor willen zit<strong>te</strong>n. Ik ga lou<strong>te</strong>r en alleen nog maar op<br />

mijn tandvlees en wilskracht. Het enige dat me op <strong>de</strong> been houdt<br />

is dat het ein<strong>de</strong> in zicht is. Ik kan dan ook niet wach<strong>te</strong>n tot ik klaar<br />

ben. Dit is <strong>de</strong> allerlaats<strong>te</strong> keer en ik beloof het je; ik doe het nooit<br />

meer.”<br />

“En,” voeg ik er met een ge<strong>te</strong>rg<strong>de</strong> blik aan toe, “eerst dacht ik dat<br />

ik tuinieren haat<strong>te</strong>. Maar nu weet ik het zeker!”<br />

De bes<strong>te</strong>mming. Week 27.<br />

Ik vraag haar: “Waar wil je heen op huwelijksreis?”<br />

Ze zegt: “Ik weet het nog niet. Het maakt me ook niet uit, als ik<br />

maar samen met jou kan zijn.”<br />

Ik zeg: “Ik <strong>de</strong>nk er exact zo over als jij, maar als het ons allebei<br />

niet uitmaakt k<strong>om</strong>t er nooit een beslissing over <strong>de</strong> bes<strong>te</strong>mming. Ik<br />

weet ook waar zoiets op uitdraait. Ui<strong>te</strong>in<strong>de</strong>lijk gaan we dan<br />

nergens naartoe.”<br />

Zij zegt: “Ik ben een nitwit als het <strong>om</strong> reizen gaat. Jij hebt er<br />

ervaring mee. Beslis jij maar.”<br />

“Oké dan,” zeg ik, “gelet op het feit dat onze huwelijksreis pas<br />

eind oktober is en dat jij iets zonnigs wil, lijkt mij een tripje naar<br />

een luxe resort in een warm land me wel iets.”<br />

“Dan wil je zeker naar Egyp<strong>te</strong> <strong>om</strong> <strong>te</strong> duiken,” reageert ze<br />

onmid<strong>de</strong>llijk, “jij <strong>de</strong> hele dag on<strong>de</strong>r wa<strong>te</strong>r en ik <strong>de</strong> hele dag zeker<br />

in mijn eentje op het strand!”<br />

“Hoe k<strong>om</strong> je daar nou bij?” vraag ik verbaasd. “Ik snap werkelijk<br />

niet waar<strong>om</strong> je mijn voors<strong>te</strong>l tot in het belachelijke doortrekt.”


“Jongen, je bent zo‟n open boek voor me,” zegt ze, “daar heb je<br />

geen i<strong>de</strong>e <strong>van</strong>. Denk jij dat ik niet weet wat jij wilt? Maar je mag<br />

niet verge<strong>te</strong>n dat je nu met mij getrouwd ben. An<strong>de</strong>rs had je maar<br />

met Betsy moe<strong>te</strong>n trouwen, die had maar al <strong>te</strong> graag met je<br />

meegewild on<strong>de</strong>r wa<strong>te</strong>r.”<br />

Ze voegt er nog met een beschuldigen<strong>de</strong> blik aan toe: “En <strong>de</strong><br />

rest.”<br />

Ik ver<strong>te</strong>l haar in een <strong>van</strong> mijn eers<strong>te</strong> e-mails pes<strong>te</strong>rig dat ik met Betsy een<br />

principe-afspraak heb gemaakt <strong>om</strong> samen <strong>te</strong> gaan duiken in Egyp<strong>te</strong>. Zij<br />

vraagt me of Betsy in <strong>de</strong> standaard doelgroep valt die hoort bij mannen <strong>van</strong><br />

mijn leeftijd. Dus mins<strong>te</strong>ns een jaar of tien jonger, lang blond haar, blauwe<br />

ogen en natuurlijk geen kin<strong>de</strong>ren of an<strong>de</strong>re verplichtingen.<br />

Ik bevestig het, behalve dat haar blauwe ogen grijsgroen zijn. Ik ver<strong>te</strong>l haar,<br />

nog s<strong>te</strong>eds pes<strong>te</strong>rig, dat ze niet rookt en dat ze zelfstandig on<strong>de</strong>rnemer is. Met<br />

an<strong>de</strong>re woor<strong>de</strong>n, voor mij <strong>de</strong> perfec<strong>te</strong> vrouw. Ik zet er nog een smiley ach<strong>te</strong>r.<br />

Ik wil <strong>de</strong> discussie met haar niet aangaan en ik kap hem af. “Doe<br />

alsjeblieft niet zo ach<strong>te</strong>rlijk,” zeg ik, “als je er nou gewoon eerlijk<br />

voor uitk<strong>om</strong>t dat je geen zin hebt <strong>om</strong> in een vliegtuig <strong>te</strong> stappen,<br />

dan kan ik er wat mee.”<br />

“Jij weet toch zo langzamerhand wel waar ik nu sta?” zegt ze. “Ik<br />

durf, dankzij Mathijs, <strong>te</strong>gen die tijd echt wel in een vliegtuig <strong>te</strong><br />

stappen, hoor! Zeker als jij ook nog eens in <strong>de</strong> buurt bent. Maar ik<br />

kan toch niet een paar duizend kil<strong>om</strong>e<strong>te</strong>r <strong>van</strong> mijn kind verwij<strong>de</strong>rd<br />

lekker vakantie gaan vieren? Denk jij dat ik het dan naar mijn zin<br />

zal hebben?”<br />

“Zoëven zei je nog dat het je niet uitmaakt,” zeg ik, “maar je<br />

geeft nu behoorlijk dui<strong>de</strong>lijk aan wat je niet wilt. Heb je er al eens<br />

over nagedacht hoe ik erin zou kunnen zit<strong>te</strong>n?”<br />

“Je wist toch waar je aan begon,” zegt ze, “daarbij weiger jij <strong>te</strong><br />

snappen wat lief<strong>de</strong> tussen ou<strong>de</strong>rs en kin<strong>de</strong>ren is. Dat verwijt ik jou<br />

overigens niet, want iemand zoals jij, zon<strong>de</strong>r kin<strong>de</strong>ren, kan dat ook<br />

niet we<strong>te</strong>n.”


Ik krijg er weer <strong>de</strong> pest over in. Eige<strong>nl</strong>ijk wist ik al waar het op<br />

uit zou draaien. Zij en dat kind, altijd dat kind. Ik vraag me weer<br />

eens af waar ik eige<strong>nl</strong>ijk sta.<br />

“Er blijft niet zo veel over,” zeg ik, “het wordt in ie<strong>de</strong>r geval een<br />

trip met <strong>de</strong> auto, want in oktober is <strong>de</strong> kans niet zo groot dat we<br />

met <strong>de</strong> motor weg kunnen. Tegelijk wil je vlak bij jouw kind zijn.”<br />

Ik merk dat mijn humeur er per secon<strong>de</strong> slech<strong>te</strong>r op wordt. Ik ga<br />

door: “Dus het wordt een reisje langs <strong>de</strong> Rijn of <strong>de</strong> Moezel.<br />

Wellicht kunnen we Maastricht bezoeken of Brussel, als dat niet <strong>te</strong><br />

ver is. By the way, hoeveel uur reizen wil je <strong>van</strong> je kind af zijn? Is<br />

vier uur haalbaar? Als je gemid<strong>de</strong>ld hon<strong>de</strong>rd kil<strong>om</strong>e<strong>te</strong>r per uur<br />

rekent, kun je met een passer alle leuke dingen zoeken in <strong>de</strong> buurt<br />

<strong>van</strong> jouw kind.”<br />

“Je begrijpt toch wel wat ik bedoel?” zegt ze. “Als er iets gebeurt,<br />

dan moet ik snel bij mijn kind kunnen zijn.”<br />

“Dan heb ik <strong>de</strong> oplossing,” zeg ik <strong>te</strong>gen haar, “we gaan naar<br />

Barcelona, R<strong>om</strong>e, Moskou of een soortgelijke stad. Met <strong>de</strong><br />

lijnvluch<strong>te</strong>n die je <strong>te</strong>genwoordig hebt, ben je binnen een paar uur<br />

uit en thuis.”<br />

“Ik wist het, ik wist het,” roept ze me toe, “als ik dit toegeef, dan<br />

zit<strong>te</strong>n we waarschij<strong>nl</strong>ijk met onze huwelijksreis toch in Egyp<strong>te</strong>.”<br />

Ze zet haar hand in haar zij, maakt haar „ne pas‟-gebaar en ze<br />

zegt: “Daar trap ik mooi niet in. Ne pas.”<br />

“Het lijkt verd<strong>om</strong>me wel of je helemaal niet weg wilt,” schiet ik<br />

uit mijn slof, “kun je nu werkelijk niets be<strong>de</strong>nken wat je wel wilt?”<br />

“Ik pieker me rot,” beweert ze, “maar ik draag <strong>te</strong>nslot<strong>te</strong> <strong>de</strong><br />

verantwoording voor mijn kind. Ik weet overigens niet eens of ik<br />

wel een hele week weg wil.”<br />

“Hoezo, geen hele week weg?” vraag ik verbluft. “K<strong>om</strong>t dat kind<br />

<strong>van</strong> jou dan werkelijk altijd op <strong>de</strong> eers<strong>te</strong> plaats?”<br />

“Ik ver<strong>te</strong>l het je nog maar eens een keer, lieverd,” zegt ze, me<br />

meewarig aankijkend, “het is nu eenmaal niet an<strong>de</strong>rs. De<br />

onvoorwaar<strong>de</strong>lijke lief<strong>de</strong> tussen ou<strong>de</strong>rs en kin<strong>de</strong>ren is zo s<strong>te</strong>rk,<br />

daar moet alles voor wijken.”


Ik weet niet wat ik ermee aanmoet. Ik snak naar een weekje rust.<br />

Samen <strong>te</strong> zijn met haar. Weg <strong>van</strong> alle besl<strong>om</strong>meringen. Weg <strong>van</strong><br />

alle verplichtingen. Een weekje doen wat ik wil, zon<strong>de</strong>r rekening <strong>te</strong><br />

hoeven hou<strong>de</strong>n met haar al<strong>om</strong><strong>te</strong>genwoordige kind.<br />

Het lijkt me niet gegund. Ik staak <strong>de</strong> strijd. Het enige dat ik nog<br />

kan doen is <strong>de</strong> bal bij haar leggen en zien wat er<strong>van</strong> k<strong>om</strong>t.<br />

“Ik weet het niet meer,” zeg ik <strong>te</strong>gen haar, “jij hebt specifieke<br />

i<strong>de</strong>eën. Ik geef het op. Laat je me tijdig we<strong>te</strong>n wat het wordt, zodat<br />

ik er ook een beetje rekening mee kan hou<strong>de</strong>n?”<br />

Ik werp haar een blik <strong>van</strong> moe<strong>de</strong>loosheid toe als ik zeg: “Een<br />

weekje samen weg. Het is alles wat ik vraag.”<br />

Ze knikt begrijpend: “Natuurlijk schat, ik laat het je we<strong>te</strong>n zodra<br />

ik het weet. Maar maak je geen zorgen. Ik ga ervoor zorgen dat jij<br />

volledig aan je trekken k<strong>om</strong>t.”<br />

Waar wil ze naartoe? Week 30.<br />

Ik vraag haar regelmatig of ze al weet wat we gaan doen op<br />

huwelijksreis. Ik vraag haar hoe lang we gaan. Ik vraag het tussen<br />

neus en lippen door en ik vraag het expliciet.<br />

Ze hoort me niet, of ze doet of ze me niet hoort.<br />

De herfstvakantie na<strong>de</strong>rt. Week 30.<br />

De herfstvakantie na<strong>de</strong>rt. Als het goed is, ga ik met haar over een<br />

weekje op huwelijksreis. Ech<strong>te</strong>r, ik weet nog s<strong>te</strong>eds niet wat ze wil.<br />

Hoewel ik inmid<strong>de</strong>ls wel weet wat ze niet wil.<br />

Voor <strong>de</strong> zekerheid vraag ik aan haar: “Het is toch zo dat we het<br />

kind op za<strong>te</strong>rdag wegbrengen, <strong>de</strong> volle week voor onszelf hebben<br />

en pas <strong>de</strong> za<strong>te</strong>rdag daarop gaan ophalen?”<br />

“Jazeker schat,” antwoord ze, “alleen weet ik nu al dat we haar<br />

op vrijdag op zullen moe<strong>te</strong>n gaan halen, want Hannes heeft die


za<strong>te</strong>rdag iets met zijn werk. Het is maar een dagje kor<strong>te</strong>r en we<br />

hebben dus gelukkig nog plenty tijd voor onszelf over. Ik zie er zo<br />

naar uit, ik kan bijna niet wach<strong>te</strong>n tot het zover is.”<br />

Het leven in St<strong>om</strong>pwijk heeft een regelmatig karak<strong>te</strong>r gekregen.<br />

Het kind zit op school en lijkt re<strong>de</strong>lijk ingeburgerd <strong>te</strong> raken. Ze<br />

wordt uitgenodigd voor een partijtje <strong>van</strong> een klasgenoot. Dat is<br />

fijn, want tot op he<strong>de</strong>n is er alleen maar sprake geweest <strong>van</strong><br />

geweld.<br />

Het kind is door Theo en Brian in elkaar geslagen. Het kind durft <strong>de</strong><br />

straat niet meer op. Zij is al naar <strong>de</strong> moe<strong>de</strong>r <strong>van</strong> Theo geweest. Die moe<strong>de</strong>r<br />

distantieert zich volledig <strong>van</strong> het inci<strong>de</strong>nt met <strong>de</strong> opmerking „mijn Theo doet<br />

zoiets niet‟ en zij k<strong>om</strong>t witheet <strong>te</strong>rug. Klagend over dat <strong>de</strong>biele St<strong>om</strong>pwijk met<br />

al die ach<strong>te</strong>rbakse senielen.<br />

Ik kan me levendig voors<strong>te</strong>llen welk verbaal geweld ze zelf heeft gebruikt en<br />

ik vraag haar voorzichtig hoe tactvol ze is geweest. Ze wordt nu boos op mij.<br />

“Begin jij ook nog eens leuk <strong>te</strong> doen? Zie je me voor blond aan of zo?” s<strong>te</strong>lt ze<br />

me <strong>de</strong> we<strong>de</strong>rvraag met een geërger<strong>de</strong> blik.<br />

Ik maak een afspraak met mees<strong>te</strong>r Wesley <strong>van</strong> <strong>de</strong> school. Mees<strong>te</strong>r Wesley<br />

vraagt me voorzichtig of ik weet dat ervoor ruzie over het algemeen twee<br />

partijen nodig zijn. Ik schiet in <strong>de</strong> lach en ik kijk hem met een bevestigen<strong>de</strong><br />

blik aan. Ik ver<strong>te</strong>l hem dat ik weet dat het kind nogal nadrukkelijk en<br />

d<strong>om</strong>inant aanwezig kan zijn.<br />

“Gelukkig dat je dat zelf aangeeft,” zegt mees<strong>te</strong>r Wesley, “want Theo en<br />

Brian ken ik niet als overdreven agressieve jongens. Ook reageren moe<strong>de</strong>rs<br />

nogal an<strong>de</strong>rs dan va<strong>de</strong>rs, als er iets aan <strong>de</strong> hand is. Ik ben blij, dat je het ook<br />

ziet. Samen kunnen we er iets aan doen.”<br />

Mees<strong>te</strong>r Wesley be<strong>de</strong>nkt een plan. De betrokken ou<strong>de</strong>rs moe<strong>te</strong>n meewerken.<br />

Het gaat goed. Het kind heeft twee weken la<strong>te</strong>r zelfs „verkering‟ met Theo.<br />

Het partijtje is op don<strong>de</strong>rdag in <strong>de</strong> herfstvakantie. Zij vindt het<br />

heel belangrijk dat het kind daarbij aanwezig is en ik ben het in dit<br />

geval met haar eens.


“Er zit dus niets an<strong>de</strong>rs op dan onze huwelijksreis met nog een<br />

dagje <strong>te</strong> verkor<strong>te</strong>n,” conclu<strong>de</strong>ert ze, “zodat het kind don<strong>de</strong>rdag<br />

naar het partijtje toe kan.”<br />

“Een dagje?” pro<strong>te</strong>s<strong>te</strong>er ik. “Het zijn er direct twee.”<br />

“Niet waar,” zegt ze, “we zou<strong>de</strong>n het kind toch op vrijdag op<br />

gaan halen. Dat wordt nu don<strong>de</strong>rdag en dat is maar een dagje<br />

kor<strong>te</strong>r.”<br />

“Hoe laat begint dat partijtje?” vraag ik.<br />

“Om tien uur,” zegt ze, “want er is een uitgebreid programma,<br />

dat <strong>de</strong> hele dag beslaat.”<br />

“Dus?” re<strong>de</strong>neer ik door. “Dan moet ze toch op woensdag al<br />

opgehaald wor<strong>de</strong>n. Of verwacht je dat ik don<strong>de</strong>rdagoch<strong>te</strong>nd op en<br />

naar ga pen<strong>de</strong>len tussen Rhoon en St<strong>om</strong>pwijk?”<br />

“Daar heb ik in<strong>de</strong>rdaad niet bij stilgestaan, lieverd,” zegt ze, “je<br />

hebt gelijk. Helaas is het niet an<strong>de</strong>rs, we moe<strong>te</strong>n het kind<br />

in<strong>de</strong>rdaad op woensdag al ophalen.”<br />

Ik pro<strong>te</strong>s<strong>te</strong>er. “Ik vind dat wel heel erg kort door <strong>de</strong> bocht,” zeg<br />

ik, “er zijn best een aantal al<strong>te</strong>rnatieven <strong>te</strong> be<strong>de</strong>nken. Ik zie er nu al<br />

mins<strong>te</strong>ns drie.”<br />

“Jij <strong>de</strong>nkt alleen maar aan jezelf,” beschuldigt ze me, “daarbij<br />

moet je toch met me eens zijn dat het juist nodig is dat zij zo snel<br />

mogelijk inburgert in St<strong>om</strong>pwijk.”<br />

“Optie één,” begin ik, “ze logeert bij jouw moe<strong>de</strong>r en Hannes.<br />

Kunnen die niet een dagje naar St<strong>om</strong>pwijk k<strong>om</strong>en?”<br />

“Hannes moet werken en heeft er waarschij<strong>nl</strong>ijk ook geen zin<br />

in,” zegt ze, “daarbij wordt het kind dan geconfron<strong>te</strong>erd met het<br />

feit dat wij niet thuis zijn.”<br />

“Optie twee,” houd ik vol, “ik vraag mijn va<strong>de</strong>r of hij die dag<br />

taxichauffeur wil zijn voor het kind. Dan haalt hij haar op uit<br />

Rhoon en brengt haar naar het partijtje. Wanneer het partijtje is<br />

afgelopen, dan haalt hij haar weer op en brengt haar <strong>te</strong>rug naar<br />

Rhoon.”<br />

“Ach lieverd,” zegt ze met een meewarige blik, “dat kun jij jouw<br />

va<strong>de</strong>r toch niet aandoen. Hij rijdt al heel weinig en hij moet dan


ook nog eens in het spitsuur naar een vreem<strong>de</strong> <strong>om</strong>geving toe. Ik<br />

wil hem dat niet eens vragen. Daarbij zal het gevoel bij het kind,<br />

dat wij weg zijn, alleen maar vers<strong>te</strong>rkt wor<strong>de</strong>n. Immers, als ze in<br />

St<strong>om</strong>pwijk is, wil ze ook naar huis.”<br />

“Ik houd optie drie maar voor me,” zeg ik <strong>te</strong>gen haar, “je wilt<br />

gewoon don<strong>de</strong>rdag thuis zijn als jouw kind het partijtje heeft.”<br />

Ik heb gelijk, want ze vraagt me niet eens naar mijn laats<strong>te</strong> optie.<br />

Het kind is begonnen met paardrij<strong>de</strong>n. Als er iets is dat<br />

St<strong>om</strong>pwijk kenmerkt, dan is dat bijna ie<strong>de</strong>reen paardrijdt. In eers<strong>te</strong><br />

instantie ga ik met haar kijken of het kind lid kan wor<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

Blesrui<strong>te</strong>rs, <strong>de</strong> paardrijvereniging <strong>van</strong> St<strong>om</strong>pwijk. Ik vergezel haar<br />

en het kind naar het clubhuis, dat schuin ach<strong>te</strong>r mijn huis ligt en zij<br />

doet navraag. Even la<strong>te</strong>r k<strong>om</strong>t ze het clubhuis uit en ze is witheet<br />

<strong>van</strong> nijd. “Wat een s<strong>te</strong>lletje ach<strong>te</strong>rlijken,” schimpt ze, “op een<br />

normale vraag krijg je nauwelijks antwoord. Het enige dat ze me<br />

kunnen ver<strong>te</strong>llen is dat het kind op een wachtlijst gezet kan<br />

wor<strong>de</strong>n. Dat kan gemakkelijk twee jaar duren en daar heb ik geen<br />

zin in.”<br />

Ze is echt boos en ze gaat door: “Eige<strong>nl</strong>ijk maar goed ook, want<br />

ik ga mijn kind niet bij <strong>de</strong>ze <strong>de</strong>bielen la<strong>te</strong>n rij<strong>de</strong>n.”<br />

Ik weet niet goed wat ik ermee aanmoet, maar ik vind het<br />

jammer voor het kind. We lopen met z‟n drieën richting uitgang en<br />

ik k<strong>om</strong> Reinier <strong>te</strong>gen, die ik ken uit <strong>de</strong> lokale kroeg. “Goh joh”,<br />

zeg ik <strong>te</strong>gen hem, “dat is ook jammer. Ik wil mijn doch<strong>te</strong>r hier op<br />

paardrij<strong>de</strong>n doen, blijkt er een wachtlijst <strong>te</strong> zijn <strong>van</strong> hier tot<br />

Tokio.”<br />

“Meen je dat nou?” zegt Reinier verbaasd.<br />

Ik knik bevestigend en ik neem afscheid <strong>van</strong> hem.<br />

“Ik kijk wel of ik iets voor je kan doen,” roept hij me nog na.<br />

Haar mobiele <strong>te</strong>lefoon gaat en ze neemt hem op. Ik volg een<br />

gesprek waar ik geen touw aan vast kan knopen. Het gaat over <strong>de</strong>


Blesrui<strong>te</strong>rs en het kind blijkt per direct welk<strong>om</strong>. Ik <strong>de</strong>nk nog: “Dat<br />

heeft Reinier geregeld.”<br />

Maar zij is zeer ge<strong>de</strong>ci<strong>de</strong>erd en ze wijst het aanbod resoluut af.<br />

Het gesprek is geëindigd en ze zegt <strong>te</strong>gen me: “Wat <strong>de</strong>nken die<br />

idio<strong>te</strong>n hier in St<strong>om</strong>pwijk wel? Me gis<strong>te</strong>ren <strong>van</strong> het <strong>te</strong>rrein afkijken<br />

en <strong>van</strong>daag beslissen dat ik wel op mag draven? Wie <strong>de</strong>nken ze wel<br />

dat ze voor zich hebben?”<br />

Ik vraag haar of ze zichzelf niet een beetje in to<strong>om</strong> kan hou<strong>de</strong>n.<br />

Ik leg ook uit, dat als je wilt socialiseren in St<strong>om</strong>pwijk je het bes<strong>te</strong><br />

af bent bij <strong>de</strong> Blesrui<strong>te</strong>rs. Het gaat haar toch <strong>om</strong> het wel en wee<br />

<strong>van</strong> haar kind? Ik beveel haar let<strong>te</strong>rlijk <strong>de</strong> Blesrui<strong>te</strong>rs onmid<strong>de</strong>llijk<br />

<strong>te</strong> bellen en alsnog het aanbod <strong>te</strong> accep<strong>te</strong>ren, wat ze met <strong>te</strong>genzin<br />

doet.<br />

Het kind zit nu op paardrij<strong>de</strong>n bij <strong>de</strong> Blesrui<strong>te</strong>rs en <strong>de</strong> lessen zijn<br />

voortaan op woensdagmiddag.<br />

“Hey man,” begint ze, “vind jij het ook zo leuk dat het kind het<br />

zo naar haar zin heeft bij <strong>de</strong> Blesrui<strong>te</strong>rs?”<br />

“Natuurlijk,” antwoord ik, maar <strong>te</strong>gelijkertijd voel ik aan mijn<br />

theewa<strong>te</strong>r dat er weer iets gaat k<strong>om</strong>en.<br />

Ze zegt: “Afzeggen is iets dat je bij <strong>de</strong> Blesrui<strong>te</strong>rs niet<br />

gemakkelijk kunt doen. De clubpaar<strong>de</strong>n moe<strong>te</strong>n gere<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n<br />

en het is belangrijk voor het kind dat er regelmaat in haar lessen<br />

zit.”<br />

Ik zeg niets en wacht op wat er gaat k<strong>om</strong>en, wat niet lang duurt.<br />

Ze zegt: “We zijn al op don<strong>de</strong>rdag thuis, toch? We kunnen dan<br />

dus net zo goed zorgen dat we op woensdagmiddag thuis zijn.<br />

Dan hoeft het kind het paardrij<strong>de</strong>n niet af <strong>te</strong> zeggen en het scheelt<br />

ons maar een half dagje.”<br />

Ik vraag haar hoe ze zich dat voors<strong>te</strong>lt. Dat be<strong>te</strong>kent dat wij het<br />

kind woensdagoch<strong>te</strong>nd behoorlijk vroeg moe<strong>te</strong>n gaan ophalen,<br />

want an<strong>de</strong>rs is ze niet op tijd voor <strong>de</strong> les. Ik zie het sowieso niet<br />

zit<strong>te</strong>n want daardoor is <strong>de</strong> hele dag naar <strong>de</strong> maan.


“Dan wordt het nog eenvoudiger,” re<strong>de</strong>neert ze door, “dan halen<br />

wij het kind toch dinsdagavond al op?”<br />

Ik kan het niet meer opbrengen erover na <strong>te</strong> <strong>de</strong>nken. Het zal wel.<br />

Ik laat het haar maar niet merken en ik zeg: “Jij je zin.”<br />

Mijn huwelijksreis is weer een dag kor<strong>te</strong>r gewor<strong>de</strong>n.<br />

Dat ik met haar op huwelijksreis ga, is me echt niet gegund. Ik<br />

leef in <strong>de</strong> veron<strong>de</strong>rs<strong>te</strong>lling dat het kind op za<strong>te</strong>rdag bij <strong>om</strong>a Connie<br />

en Hannes welk<strong>om</strong> is, tot zij me ver<strong>te</strong>lt dat dit helaas niet het geval<br />

is. Hannes heeft ook die za<strong>te</strong>rdag iets met zijn werk waardoor het<br />

kind pas zondag, laat in <strong>de</strong> middag, welk<strong>om</strong> is.<br />

“Je moet het positief bekijken,” zegt ze als ze mijn moe<strong>de</strong>loze<br />

blik ziet, “voorlopig hebben we nog s<strong>te</strong>eds vijf dagen samen.”<br />

Ik vraag haar hoe ze aan vijf k<strong>om</strong>t.<br />

Ze begint <strong>te</strong> <strong>te</strong>llen en ze gebruikt haar vingers erbij. Ze s<strong>te</strong>ekt ze<br />

tri<strong>om</strong>fan<strong>te</strong>lijk op. “Zondag is één, maandag is twee, dinsdag is drie,<br />

woensdag is vier,” <strong>te</strong>lt ze en ze merkt dat ze niet ver<strong>de</strong>r k<strong>om</strong>t. Ze<br />

lacht alsof ze betrapt is en ze roept: “D<strong>om</strong> <strong>van</strong> me, ik lijk wel<br />

blond. Hahaha, het zijn er vier.”<br />

Ze ziet aan me dat ik er niet vrolijker <strong>van</strong> gewor<strong>de</strong>n ben en ze<br />

zegt: “Ach jongen, wees toch blij, we zijn in ie<strong>de</strong>r geval nog vier<br />

dagen met z‟n tweetjes.”<br />

“Vier dagen met z‟n tweeën?” vraag ik. “Vier? Hoe <strong>te</strong>l jij dan? Ik<br />

k<strong>om</strong> niet veel ver<strong>de</strong>r dan twee.”<br />

Alleen op huwelijksreis? Week 30, don<strong>de</strong>rdag.<br />

Het kind is weer eens nadrukkelijk aanwezig en ze is een beetje<br />

recalcitrant. Het is vlak voor ik met haar moe<strong>de</strong>r een paar dagen<br />

wegga, want een huwelijksreis kan ik het niet meer noemen. Het<br />

kind staat een beetje irritant voor <strong>de</strong> tv <strong>te</strong> huppelen en het lijkt<br />

erop of ze expres voor het beeld gaat staan. Ze kijkt een beetje<br />

nonchalant <strong>om</strong> zich heen en zegt dat ze niet zo‟n zin heeft <strong>om</strong> <strong>de</strong>


herfstvakantie door <strong>te</strong> brengen bij <strong>om</strong>a Corrie en opa Hannes. Ze<br />

gaat liever mee op huwelijksreis met haar moe<strong>de</strong>r en mij.<br />

Ik leg het kind uit dat een huwelijksreis een aangelegenheid is<br />

voor gro<strong>te</strong> mensen en dat daar geen kin<strong>de</strong>ren bijhoren. Bovendien<br />

is ze al heel lang niet bij <strong>om</strong>a Corrie en opa Hannes geweest en die<br />

missen haar. Ze kijkt me aan en ik krijg haar standaard opmerking:<br />

“Lekker boeiend.”<br />

Ze huppelt nog eens voor <strong>de</strong> tv langs. “Ik <strong>de</strong>nk dat ik heimwee<br />

ga krijgen,” zegt ze, mij met een tri<strong>om</strong>fan<strong>te</strong>lijke blik aankijkend:<br />

“en dan k<strong>om</strong>t mama me direct halen, hè mama?”<br />

Die kijkt haar kind met een lief<strong>de</strong>volle blik aan en ze zegt: “Maar<br />

natuurlijk k<strong>om</strong> ik jou dan direct halen, schatje. Dat weet je toch!”<br />

Ik sta perplex en ik weet geen woord uit <strong>te</strong> brengen. Wat gebeurt<br />

hier in godsnaam?<br />

Ik laat het op me inwerken en ik krijg <strong>de</strong> drang even iets an<strong>de</strong>rs<br />

<strong>te</strong> gaan doen. Ik sta <strong>van</strong> <strong>de</strong> bank op en ik ga ach<strong>te</strong>r mijn laptop aan<br />

<strong>de</strong> gro<strong>te</strong> tafel zit<strong>te</strong>n. Dit voorval moet ik echt eventjes verwerken.<br />

Dat kutkind. Dat verwen<strong>de</strong>, verpes<strong>te</strong> kutkind.<br />

Zij ziet me ach<strong>te</strong>r mijn laptop gaan zit<strong>te</strong>n en ze k<strong>om</strong>t bij me<br />

zit<strong>te</strong>n. “Hey man,” zegt ze, “ik heb eens zit<strong>te</strong>n <strong>de</strong>nken. Je bent <strong>de</strong><br />

laats<strong>te</strong> tijd nogal gestrest en kort door <strong>de</strong> bocht. Wat <strong>de</strong>nk je er<strong>van</strong><br />

<strong>om</strong> in plaats <strong>van</strong> een huwelijksreis er eens een weekje alleen of met<br />

je vrien<strong>de</strong>n op uit <strong>te</strong> trekken?”<br />

Boing. Wat zegt ze nu? Dit slaat alles. Nu weet ik het helemaal<br />

niet meer. Natuurlijk heb ik behoef<strong>te</strong> aan een weekje rust. Maar ik<br />

wil die rust opzoeken, samen met haar. Daar is het toch allemaal<br />

<strong>om</strong> begonnen?<br />

„Met je vrien<strong>de</strong>n weg‟, zegt ze. Welke dan? En op welke <strong>te</strong>rmijn?<br />

Andries of Henri? Die hebben hun verplichtingen en kunnen niet<br />

gemakkelijk weg. De enige vrien<strong>de</strong>n die flexibel zijn en wellicht<br />

weg kunnen, heb ik al maan<strong>de</strong>n niet meer gezien. Zij heeft ze<br />

bui<strong>te</strong>n <strong>de</strong> <strong>de</strong>ur gehou<strong>de</strong>n. Of ze vindt het „uitbui<strong>te</strong>rs‟ of ze wil<br />

niets <strong>van</strong> ze we<strong>te</strong>n, <strong>om</strong>dat ze <strong>van</strong> mening is dat ze on<strong>te</strong>recht een<br />

negatief oor<strong>de</strong>el over haar hebben geveld.


Ik ga met Joris en Niek een ritje maken op <strong>de</strong> motor. Ik ken haar net en ik<br />

stuur haar <strong>van</strong>af een <strong>te</strong>rrasje een sms of ik met mijn vrien<strong>de</strong>n welk<strong>om</strong> ben voor<br />

een biertje. Ik krijg een bevestigend antwoord en we zoeken haar op in haar<br />

appar<strong>te</strong>ment. Ik s<strong>te</strong>l mijn vrien<strong>de</strong>n voor en we nemen een biertje. De sfeer is<br />

gespannen. Zij zit aan <strong>de</strong> ene kant <strong>van</strong> haar balkon met haar kind op schoot,<br />

mijn vrien<strong>de</strong>n zit<strong>te</strong>n aan <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re kant. Ik zit er tussenin en ik merk dat het<br />

<strong>van</strong> geen kan<strong>te</strong>n klikt. Joris on<strong>de</strong>rneemt nog een poging, maar krijgt geen<br />

gesprek op gang.<br />

Tot overmaat <strong>van</strong> ramp k<strong>om</strong>t ook Guido nog eens langsrij<strong>de</strong>n. Er ontstaat<br />

spanning, want nu Guido gezien heeft dat er drie motorrij<strong>de</strong>rs op haar balkon<br />

zit<strong>te</strong>n, k<strong>om</strong>t hij waarschij<strong>nl</strong>ijk <strong>van</strong>avond al zijn gram halen.<br />

Ik besluit bij haar <strong>te</strong> blijven. Joris en Niek begrijpen het.<br />

Ze zijn net <strong>de</strong> <strong>de</strong>ur uit en zij vraagt me wat ik in <strong>de</strong>ze twee mannen zie. Ik<br />

kijk haar niet begrijpend aan. Zij heeft werkelijk geen goed woord voor ze<br />

over. Ze vindt het ronduit walgelijk, hoe ze haar hebben zit<strong>te</strong>n bekijken. Ze<br />

kan ze zo voor mij uit<strong>te</strong>kenen, noem ik dat vrien<strong>de</strong>n?<br />

Ik moet helaas erkennen, dat ik ook heb gezien dat het niet bo<strong>te</strong>r<strong>de</strong>. Voor<br />

mij bracht <strong>de</strong> middag, <strong>om</strong> een aantal re<strong>de</strong>nen, niet wat ik me er<strong>van</strong> voorges<strong>te</strong>ld<br />

had.<br />

Ik heb mijn vrien<strong>de</strong>n verwaarloosd en ik realiseer me dit <strong>te</strong>r<strong>de</strong>ge.<br />

Ook mijn familie heb ik al tij<strong>de</strong>n niet meer gezien. Ik doe mijn<br />

eigen dingen niet of nauwelijks meer. Die hebben plaats moe<strong>te</strong>n<br />

maken voor het gezin en <strong>de</strong> dingen in en rond<strong>om</strong> het huis.<br />

Maar nu heb ik het helemaal gehad. God, wat wil ik graag weg. In<br />

ie<strong>de</strong>r geval eventjes weg uit het huis en het maakt me niet uit<br />

waarheen. Als het maar weg is.<br />

Ik ben al blij met een gezellig diner in een leuk ho<strong>te</strong>l. Waar ik na<br />

een overvloedig maal lekker kan gaan slapen en niet meer hoef <strong>te</strong><br />

rij<strong>de</strong>n. Meer niet. Eén avondje maar.


Lekker thuisblijven. Week 30, vrijdag.<br />

Ik heb me er al bij neergelegd dat ik niet met haar op<br />

huwelijksreis ga. Ik kan niet an<strong>de</strong>rs. Maar ik voel me vreemd en ik<br />

krijg s<strong>te</strong>eds meer het gevoel dat ik word geleefd.<br />

Ik heb nog s<strong>te</strong>eds mijn zinnen gezet <strong>om</strong> met haar weg <strong>te</strong> gaan.<br />

Weg <strong>van</strong> het huis, weg <strong>van</strong> het kind. Ik heb een ernstige behoef<strong>te</strong><br />

gekregen <strong>om</strong> mezelf eventjes in een an<strong>de</strong>re <strong>om</strong>geving <strong>te</strong> begeven.<br />

Al is het maar voor één nachtje.<br />

Ik s<strong>te</strong>l haar voor <strong>om</strong> <strong>te</strong> gaan dineren in ho<strong>te</strong>l <strong>de</strong> Swaen in<br />

Ois<strong>te</strong>rwijk en daar dan ook <strong>de</strong> nacht door <strong>te</strong> brengen. Het ho<strong>te</strong>l<br />

was vroeger eigend<strong>om</strong> geweest <strong>van</strong> Cas Spijkers en ik was daar een<br />

paar jaar gele<strong>de</strong>n een keertje geweest voor een uitgebreid<br />

zakendiner, inclusief overnachting.<br />

“Waar<strong>om</strong> wil je speciaal daar naartoe?” vraagt ze met een<br />

geïrri<strong>te</strong>erd on<strong>de</strong>rtoontje in haar s<strong>te</strong>m. “Je bent daar zeker al een<br />

keertje geweest met een of an<strong>de</strong>re ex <strong>van</strong> je?”<br />

Ik geef het direct op en ik ga door met waarmee ik bezig was. Ze<br />

ziet het aan me en ze schrikt. “Je kunt je toch wel voors<strong>te</strong>llen dat<br />

ik daar geen zin in heb?” vraagt ze. “Het i<strong>de</strong>e staat me wel aan,<br />

maar <strong>de</strong> locatie niet. Ik zoek wel iets an<strong>de</strong>rs.”<br />

Ze gaat direct ach<strong>te</strong>r <strong>de</strong> c<strong>om</strong>pu<strong>te</strong>r zit<strong>te</strong>n <strong>om</strong> een al<strong>te</strong>rnatief <strong>te</strong><br />

vin<strong>de</strong>n.<br />

Plotseling knapt er iets in me. Ineens heb ik totaal geen zin meer<br />

<strong>om</strong> met haar weg <strong>te</strong> gaan.<br />

“Laat maar,” zeg ik, “ik wil heel graag lekker thuisblijven.”<br />

Week 30, zondag. Mijn huwelijksreis, dag 0.<br />

Strakjes ga ik samen met haar het kind naar <strong>om</strong>a Connie en<br />

Hannes toe brengen. Daarna kan ik gewoon even doen en la<strong>te</strong>n<br />

wat ik wil, zon<strong>de</strong>r het al<strong>om</strong> aanwezige kind in <strong>de</strong> buurt. Ik kan


gewoon op <strong>de</strong> bank gaan zit<strong>te</strong>n en een dvd‟tje kijken. Zon<strong>de</strong>r het<br />

risico <strong>te</strong> lopen dat het kind naar Spongebob wil kijken of dat ik<br />

weer allerlei rituelen moet opvoeren, zoals het kind naar bed<br />

brengen of dat ik met haar moet hunken.<br />

Ik rijd met mijn gezin naar Rhoon <strong>om</strong> het kind naar haar<br />

logeeradres toe <strong>te</strong> brengen. Oma vraagt ons nog even binnen en<br />

we drinken een kopje koffie.<br />

Even la<strong>te</strong>r is het <strong>de</strong> tijd gek<strong>om</strong>en <strong>om</strong> <strong>te</strong>rug <strong>te</strong> gaan naar<br />

St<strong>om</strong>pwijk en we nemen afscheid. Bij <strong>de</strong> <strong>de</strong>ur pakt het kind me<br />

nog eens bijzon<strong>de</strong>r hard beet en ik moet er een beetje <strong>om</strong> lachen.<br />

Terwijl ze me loslaat graait ze ech<strong>te</strong>r hard met haar hand in mijn<br />

gezicht. Ik roep heel hard: “AUW!”<br />

Het doet echt pijn. Ik heb een scheur in mijn lip waar het bloed<br />

uitloopt. Potverd<strong>om</strong>me, wat doet dat een pijn. Het is een scherpe<br />

pijn en <strong>de</strong> tranen springen in mijn ogen.<br />

Mijn eers<strong>te</strong> impuls is <strong>om</strong> het kind een mep <strong>te</strong> geven, maar ik<br />

houd me in. Ik wil zo snel mogelijk weg. Weg <strong>van</strong> het kind. Dat is<br />

s<strong>te</strong>rker.<br />

Ik reageer mijn ergernis op haar moe<strong>de</strong>r af op het m<strong>om</strong>ent dat ik<br />

met <strong>de</strong> auto <strong>de</strong> hoek <strong>om</strong> rijd. “Wat heb ik misdaan?” vraag ik.<br />

“Hoe is het mogelijk dat jouw kind het voor elkaar krijgt <strong>om</strong> mijn<br />

toch al zo matige humeur <strong>van</strong> <strong>de</strong> laats<strong>te</strong> tijd op <strong>de</strong> valreep zo<br />

mogelijk nog meer <strong>te</strong> verpes<strong>te</strong>n?”<br />

“Ach jongen,” verklaart ze het gedrag <strong>van</strong> haar kind, “dat is nou<br />

ape<strong>nl</strong>ief<strong>de</strong>, pure ape<strong>nl</strong>ief<strong>de</strong>. Op <strong>de</strong>ze manier laat het kind blijken<br />

hoeveel ze <strong>van</strong> jou houdt.”<br />

“Vind jij het normaal, dat ze dit doet?” vraag ik haar geërgerd.<br />

Zij neemt het op voor haar kind. Alweer. Het ligt niet aan het<br />

kind. Het kind laat juist zien hoeveel het <strong>van</strong> me houdt. Het kind<br />

treft geen enkele blaam. Ik ben het, die het kind in mijn gezicht<br />

laat graaien. “Je moet je ook niet zo druk maken,” zegt ze fel.<br />

Haar laats<strong>te</strong> opmerking is <strong>de</strong> spreekwoor<strong>de</strong>lijke druppel die <strong>de</strong><br />

emmer doet overlopen en ineens kan ik me niet meer inhou<strong>de</strong>n.


De hele berg opgekrop<strong>te</strong> ergernissen <strong>van</strong> <strong>de</strong> laats<strong>te</strong> tijd k<strong>om</strong>en er<br />

in één keer uit. “Jij altijd met je kind,” bijt ik haar toe, “ik ben het<br />

zat. Eerst een huwelijksreis vlak na <strong>de</strong> bruiloft, dan zes weken<br />

la<strong>te</strong>r, dan wil je niet weg en in <strong>de</strong> buurt <strong>van</strong> het kind blijven,<br />

vervolgens knip je er allerlei dagen <strong>van</strong>af tot er werkelijk niets<br />

meer <strong>van</strong> over is. Allemaal <strong>van</strong>wege dat kutkind <strong>van</strong> jou. Dat jij<br />

hebt verpest. Vervolgens verwijt je mij dat ik me druk maak. Vind<br />

je het gek? Natuurlijk maak ik me druk.”<br />

Ik maak ruzie met haar. Over het kind. Ze vergoelijkt alles. Ik ga<br />

door het lint. Ik noem het kind een drakepit. Een verwend nest dat<br />

gewend is haar zin <strong>te</strong> krijgen en alleen lief kan zijn wanneer het<br />

haar uitk<strong>om</strong>t.<br />

Zij pro<strong>te</strong>s<strong>te</strong>ert fel en als een furie. Ik ben er al helemaal aan<br />

gewend. Ik weet al precies wat er gaat k<strong>om</strong>en. Ze vergoelijkt het<br />

gedrag <strong>van</strong> dat kind, altijd weer dat kind. Ze is het dui<strong>de</strong>lijk niet<br />

met me eens. Allerlei <strong>te</strong>genargumen<strong>te</strong>n wor<strong>de</strong>n gebruikt, maar ik<br />

wil er niet meer <strong>van</strong> horen.<br />

“Ik heb het helemaal met dat kutkind <strong>van</strong> jou gehad,” bijt ik haar<br />

toe, “dat door en door verpes<strong>te</strong> kutkind.”<br />

Ik ken mezelf niet meer. Ik schreeuw het let<strong>te</strong>rlijk uit. “En weet<br />

je wat ik het ergs<strong>te</strong> <strong>van</strong> alles vind?” krijs ik. “Jij hebt haar zo<br />

gemaakt!”<br />

Ik ben door het dolle heen. Zij ook en ze gaat hard <strong>te</strong>gen mijn<br />

verwij<strong>te</strong>n in. Ik snoer haar <strong>de</strong> mond door <strong>te</strong> zeggen dat ik haar <strong>de</strong><br />

auto uitzet, als ze haar mond niet houdt. Het helpt en dit keer<br />

houdt ze wijselijk haar mond.<br />

Zin<strong>de</strong>rend <strong>van</strong> nijd rijd ik naar huis. Het enige waar ik aan kan<br />

<strong>de</strong>nken is aan die twee kutwijven. Die godverd<strong>om</strong><strong>de</strong> kutwijven, die<br />

mijn hele leven aan het verpes<strong>te</strong>n zijn. Waarbij zij elke keer weer<br />

<strong>de</strong> rechtvaardiging voor het han<strong>de</strong>len <strong>van</strong> haar en haar kind vindt<br />

en ik me weer moet schikken.<br />

Ik trek het niet meer. Ik weet het niet meer. Ik zie het gebeuren.<br />

Ik sta erbij en ik kijk ernaar. Ik weet het echt niet meer.


Week 31, maandag. Mijn huwelijksreis, dag 1.<br />

Het is <strong>van</strong>daag maandag en gelukkig kan ik gaan werken. Op <strong>de</strong><br />

eers<strong>te</strong> dag <strong>van</strong> mijn huwelijksreis. Als ik haar <strong>van</strong> mijn voornemen<br />

ver<strong>te</strong>l, vraagt ze verbaasd: “Je gaat toch niet werken op <strong>de</strong> eers<strong>te</strong><br />

dag <strong>van</strong> je huwelijksreis?”<br />

“Huwelijksreis?” vraag ik sarcastisch. “Huwelijksreis? Waar heb<br />

je het over? Hoe bedoel je, huwelijksreis?”<br />

Ik verwijt haar nog eens dat ze onze huwelijksreis sys<strong>te</strong>matisch<br />

<strong>de</strong> nek <strong>om</strong> heeft gedraaid. Daarbij haar kind s<strong>te</strong>eds gebruikend als<br />

rechtvaardiging <strong>van</strong> het feit dat zij <strong>de</strong> <strong>de</strong>ur niet uit wil of durft.<br />

Er laait weer een discussie op. Rollen <strong>van</strong> va<strong>de</strong>rs <strong>te</strong>n opzich<strong>te</strong><br />

<strong>van</strong> doch<strong>te</strong>rs k<strong>om</strong>en weer op tafel en ik vind dat ze overdrijft. Ze<br />

houdt vol en ze zegt: ”Het is nu eenmaal niet an<strong>de</strong>rs en als va<strong>de</strong>r<br />

draag je nu ook <strong>de</strong> volledige verantwoording voor jouw kind.”<br />

“Godverd<strong>om</strong>me,” bijt ik haar toe, “ik ben haar va<strong>de</strong>r niet, zij is<br />

mijn kind niet, en voor iemand zoals ik, die totaal niet gewend is<br />

<strong>om</strong> met kin<strong>de</strong>ren <strong>om</strong> <strong>te</strong> gaan, doe ik het volgens mij nog niet eens<br />

zo verkeerd.”<br />

Toch is ze het niet met me eens en ze verwijt me weer dat ik me<br />

aan mijn verantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>n probeer <strong>te</strong> onttrekken. Als klap<br />

op <strong>de</strong> vuurpijl verwijt ze me ook nog eens dat ik een egoïstische<br />

klootzak ben die alleen maar aan zichzelf <strong>de</strong>nkt.<br />

Ik word weer nijdig en ik schreeuw haar toe: “Jij bent het die<br />

dingen <strong>van</strong> me verwacht, die ik niet begrijp. Je ziet toch<br />

godverd<strong>om</strong>me dat ik mijn stinken<strong>de</strong> best doe, maar voor jou is het<br />

klaarblijkelijk nooit genoeg. Ik ben het zat. Ik ga lekker werken.<br />

Niet <strong>om</strong>dat het moet, maar <strong>om</strong>dat ik niet bij jou wil zijn.”<br />

Ze schrikt en kijkt me met gro<strong>te</strong> ogen aan. Ze is zichtbaar uit het<br />

veld geslagen. Ik verwacht dat ze reageert, maar ineens draait ze<br />

zich <strong>om</strong> en ze loopt <strong>de</strong> kamer uit. Ik pak mijn laptop in en zoek<br />

mijn spulletjes bij elkaar.<br />

Even la<strong>te</strong>r k<strong>om</strong>t ze opnieuw <strong>de</strong> woonkamer binnen. Ze vraagt<br />

me of ik mee wil lopen naar bui<strong>te</strong>n.


“Wat moet ik daar doen?” vraag ik argwanend.<br />

“K<strong>om</strong> nou maar mee, ik heb iets leuks <strong>om</strong> je <strong>te</strong> la<strong>te</strong>n zien,”<br />

houdt ze vol.<br />

“Wat kan er in <strong>de</strong>ze situatie nou voor leuks zijn, dat je me gaat<br />

la<strong>te</strong>n zien?” vraag ik haar weer en ik zeg: “Het moet wel iets heel<br />

bijzon<strong>de</strong>rs zijn.”<br />

Ik loop ach<strong>te</strong>r haar aan naar bui<strong>te</strong>n en ze wijst naar een blauwe<br />

pot in <strong>de</strong> hoek <strong>van</strong> <strong>de</strong> tuin. “Zie je het?” jubelt ze enthousiast.<br />

“Ik weet niet waar je op doelt,” zeg ik.<br />

“Kijk eens goed naar die Hibiscus,” zegt ze, “zie je het dan echt<br />

niet?”<br />

Ik schud met mijn hoofd, want ik weet niet eens wat een<br />

Hibiscus is. Ze wijst naar een plant in <strong>de</strong> hoek <strong>van</strong> <strong>de</strong> tuin en ze<br />

zegt: “Er zit een groen blaadje aan.”<br />

Ik ben helemaal overdon<strong>de</strong>rd. Ik sta perplex en ik begrijp er geen<br />

snars <strong>van</strong>. Ik zeg half nijdig <strong>te</strong>gen haar: “Ik begrijp werkelijk niet<br />

hoe jij het in je bot<strong>te</strong> hersens haalt <strong>om</strong> in <strong>de</strong>ze situatie <strong>te</strong>gen mij <strong>te</strong><br />

beginnen over een groen blaadje in een of an<strong>de</strong>re kutplant.”<br />

Ze begint me uit <strong>te</strong> leggen dat dit blaadje voor haar een<br />

bijzon<strong>de</strong>re be<strong>te</strong>kenis heeft. Ze zegt: “Maar jij hebt zelf <strong>de</strong>ze plant<br />

voor mij meegen<strong>om</strong>en uit mijn tuintje in Rhoon. Jij hebt hem zelf<br />

uit <strong>de</strong> grond gegraven. Daar<strong>om</strong> ben ik er zo aan gehecht.”<br />

Ik heb het helemaal gehad en ik loop geërgerd mijn huis weer in.<br />

Hoofdschud<strong>de</strong>nd. Ik begrijp er niets meer <strong>van</strong>. “Schiet mij maar<br />

lek,” <strong>de</strong>nk ik.<br />

Ik pak mijn spullen en ik ga <strong>de</strong> <strong>de</strong>ur uit. Ze staat in <strong>de</strong><br />

<strong>de</strong>uropening <strong>te</strong> wach<strong>te</strong>n en ze wil me een zoen geven. Ik ontwijk<br />

haar en ik stap in mijn auto. Terwijl ik naar kantoor rijd, <strong>de</strong>nk ik:<br />

“Godverd<strong>om</strong>me, wat gebeurt er allemaal met me? In wat voor<br />

situatie ben ik godsnaam beland?”<br />

Twintig minu<strong>te</strong>n la<strong>te</strong>r, ik rijd net het parkeer<strong>te</strong>rrein <strong>van</strong> mijn<br />

bedrijf op, gaat mijn <strong>te</strong>lefoon. Zij is het. Ze biedt haar excuses aan<br />

en ze zegt me <strong>te</strong> begrijpen. Ze zegt me zelfs dat zij nu heeft


ingezien dat zijzelf <strong>de</strong> oorzaak is <strong>van</strong> <strong>de</strong> problemen. Dat ze zich,<br />

dankzij mij, realiseert dat haar goe<strong>de</strong> bedoelingen een <strong>te</strong>genges<strong>te</strong>ld<br />

effect op het kind hebben. Ze bewon<strong>de</strong>rt mijn geduld en dat ik <strong>de</strong><br />

moei<strong>te</strong> neem haar dat in <strong>te</strong> la<strong>te</strong>n zien.<br />

Ze ontstijgt zichzelf, want het is niet zo vaak dat ze een<br />

boe<strong>te</strong>kleed aantrekt. Ik krijg zelfs een beetje bewon<strong>de</strong>ring voor<br />

haar en ik <strong>de</strong>nk: “Hèhè, ein<strong>de</strong>lijk ziet ze het in.”<br />

Ze vraagt me of ik haar wil helpen. Ik heb geen keus. Ik moet<br />

wel. Al is het alleen maar in het belang <strong>van</strong> het kind.<br />

Mijn collega‟s kijken gek op als ik mijn kantoor binnenstap. Ze<br />

zijn re<strong>de</strong>lijk goed op <strong>de</strong> hoog<strong>te</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> dingen waar ik thuis mee<br />

wors<strong>te</strong>l en ik houd mijn uitleg beperkt. Ik breng <strong>de</strong> dag weliswaar<br />

door op kantoor, maar er k<strong>om</strong>t werkelijk niets uit mijn han<strong>de</strong>n.<br />

Het is vijf uur gewor<strong>de</strong>n en ik besluit naar huis toe <strong>te</strong> gaan. Ik<br />

heb met haar afgesproken <strong>om</strong> <strong>van</strong>avond uit e<strong>te</strong>n <strong>te</strong> gaan in Ho<strong>te</strong>l<br />

Centraal, aan <strong>de</strong> Vlietweg in Leidschendam.<br />

Ze is blij als ze me ziet binnenk<strong>om</strong>en en ze pakt me direct vast.<br />

“Hallo man, ik ben blij je <strong>te</strong> zien,” zegt ze verheugd, “ik heb heel<br />

veel zin in ons r<strong>om</strong>antisch dineetje <strong>van</strong> <strong>van</strong>avond.”<br />

Ik sla mijn arm <strong>om</strong> haar heen, <strong>te</strong>rwijl ik er geen behoef<strong>te</strong> toe<br />

voel. Ik vermijd daarmee in ie<strong>de</strong>r geval haar onvermij<strong>de</strong>lijke<br />

„waar<strong>om</strong>-vraag‟, als ik het niet zou doen.<br />

Eige<strong>nl</strong>ijk heb ik ook geen zin in het r<strong>om</strong>antische dineetje en ik ga<br />

liever helemaal niets doen. Ze voelt ech<strong>te</strong>r feilloos aan dat ik slecht<br />

in mijn vel zit en ze vraagt of er iets is.<br />

“Ik ben ongelooflijk moe,” verklaar ik mijn houding. Ik voeg<br />

ervoor alle zekerheid aan toe: “Er is weer <strong>van</strong> alles aan <strong>de</strong> hand op<br />

<strong>de</strong> zaak,” hopend dat ze daar genoegen mee neemt en zon<strong>de</strong>r dat<br />

ze <strong>om</strong> een na<strong>de</strong>re uitleg gaat hengelen. Een discussie met haar,<br />

daar heb ik op dit m<strong>om</strong>ent helemaal geen zin in.


Ons r<strong>om</strong>antisch dineetje wordt opgeluis<strong>te</strong>rd met een aardig<br />

voorval. Er zit<strong>te</strong>n een dame en een heer <strong>te</strong> e<strong>te</strong>n aan een belen<strong>de</strong>nd<br />

tafeltje. De man probeert oogcontact met me <strong>te</strong> krijgen. Ik kijk<br />

hem aan en hij knipoogt naar me met een blik alsof we een<br />

verstandhouding hebben. Ik schenk er geen aandacht meer aan,<br />

maar op een bepaald m<strong>om</strong>ent vervoegt <strong>de</strong> man zich aan onze tafel.<br />

Hij zegt hardop: “Wat ben jij een mazzelaar. Je zult er wel trots op<br />

zijn, dat je hier zit met <strong>de</strong> moois<strong>te</strong> vrouw, die ik <strong>de</strong> laats<strong>te</strong> tijd<br />

gezien heb.”<br />

Ik moet er<strong>om</strong> lachen en ij zie dat zij met zijn opmerking dui<strong>de</strong>lijk<br />

in haar nopjes is. Ik ver<strong>te</strong>l <strong>de</strong> man dat dit <strong>de</strong> eers<strong>te</strong> dag is <strong>van</strong> onze<br />

huwelijksreis.<br />

“Zijn jullie dan net getrouwd?” vraagt hij verbaasd. “Nou jongen,<br />

dat heb je dan goed gedaan. Ik geef je groot gelijk. Als ik <strong>de</strong> kans<br />

had, dan liet ik me ook direct aan zo‟n mooie vrouw vastbin<strong>de</strong>n.<br />

Proficiat!”<br />

Ik <strong>de</strong>nk: “Hij zou eens moe<strong>te</strong>n we<strong>te</strong>n hoe raak zijn opmerking<br />

is,” en ik bedank hem voor het c<strong>om</strong>pliment en zijn gelukwensen.<br />

Na het diner rijd ik met haar naar huis en zoals gewoo<strong>nl</strong>ijk heeft<br />

ze mijn hand vast. Het is stil in <strong>de</strong> auto, ook <strong>om</strong>dat ik geen zin heb<br />

<strong>om</strong> een muziekje op <strong>te</strong> zet<strong>te</strong>n.<br />

Eenmaal thuisgek<strong>om</strong>en besluit ik direct naar bed <strong>te</strong> gaan. Ik ga<br />

nog even on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> douche voordat ik mijn bed inkruip. Ik blijf er<br />

wat langer on<strong>de</strong>r staan dan normaal. Ik voel me vreemd en<br />

onrustig. Het r<strong>om</strong>melt <strong>van</strong> binnen, let<strong>te</strong>rlijk en figuurlijk.<br />

Ze ligt op me <strong>te</strong> wach<strong>te</strong>n. Ik sla het <strong>de</strong>kbed open en ik zie dat ze<br />

naakt is. Het kind is er niet, dus het kan. Ze kruipt direct <strong>te</strong>gen me<br />

aan en ze lispelt dat ze een enorme behoef<strong>te</strong> heeft aan een<br />

verschrikkelijke berg ongerem<strong>de</strong> seks. Als er iets is, waar ik op dit<br />

m<strong>om</strong>ent totaal geen behoef<strong>te</strong> aan heb, dan is dat ingaan op haar<br />

voors<strong>te</strong>l.


“Ik ben werkelijk helemaal kapot,” zeg ik, “hoeft het niet? K<strong>om</strong>,<br />

draai je <strong>om</strong> zodat we lekker kunnen nappen.”<br />

Ze draait zich <strong>om</strong> en nes<strong>te</strong>lt zich in mijn schoot. Ze beweegt<br />

subtiel haar kont heen en weer, in <strong>de</strong> we<strong>te</strong>nschap dat ik daar<br />

meestal nogal opgewon<strong>de</strong>n <strong>van</strong> raak. Ik laat haar los en ik draai me<br />

op mijn an<strong>de</strong>re zij. “Ik heb het warm en benauwd,” verontschuldig<br />

ik me, als ze zich ook <strong>om</strong>draait en <strong>te</strong>gen me aan k<strong>om</strong>t liggen.<br />

“Tjonge,” zegt ze, “jij bent ook gezellig, zeg. Het is nog wel <strong>de</strong><br />

eers<strong>te</strong> nacht <strong>van</strong> onze huwelijksreis en het kind is er niet.<br />

Uitgerekend nu, nu we helemaal uit ons dak kunnen gaan, krijg jij<br />

het warm en benauwd. Leuk hoor!”<br />

“Het spijt me,” verontschuldig ik me, “ik kan het echt niet<br />

helpen.”<br />

Ze draait zich <strong>van</strong> me af en ze pakt mijn hand, daarmee toch nog<br />

wat lichamelijk contact hou<strong>de</strong>nd. Ik val bijna direct in slaap.<br />

Week 31, dinsdag. Mijn huwelijksreis, dag 2.<br />

Om tien over vier word ik wakker en ik ben ook direct<br />

klaarwakker. Ik herken mijn eigen patroon. Iets zit me niet lekker<br />

en ik weet nog niet wat het is, althans, ik kan het voor mezelf nog<br />

niet on<strong>de</strong>r woor<strong>de</strong>n brengen. Ik tol, zo gaan mijn hersens <strong>te</strong>keer.<br />

Het is één gro<strong>te</strong> chaos met gedach<strong>te</strong>n binnenin mijn hoofd.<br />

Ik besluit mijn bed uit <strong>te</strong> gaan en iets <strong>te</strong> gaan doen. Het is <strong>de</strong><br />

enige manier <strong>om</strong> enigszins tot rust <strong>te</strong> k<strong>om</strong>en. Wellicht krijg ik over<br />

een paar uurtjes weer slaap en dan kan ik altijd nog even mijn bed<br />

inkruipen.<br />

Eenmaal bene<strong>de</strong>n gek<strong>om</strong>en zet ik een kopje thee voordat ik<br />

ach<strong>te</strong>r mijn c<strong>om</strong>pu<strong>te</strong>r ga zit<strong>te</strong>n. Ik besluit aan <strong>de</strong> websi<strong>te</strong> <strong>van</strong> haar<br />

in<strong>te</strong>rnetshop <strong>te</strong> gaan werken. Daar ben ik twee weken gele<strong>de</strong>n mee<br />

begonnen en hij is nog niet helemaal af. Ik sla zo ook twee vliegen<br />

in één klap; ik doe iets nuttigs en ik verzet mijn gedach<strong>te</strong>n.


Ik zet mijn c<strong>om</strong>pu<strong>te</strong>r aan en net als ik ben begonnen, hoor ik <strong>de</strong><br />

trap kraken. Zij k<strong>om</strong>t naar bene<strong>de</strong>n. Op haar vraag wat ik aan het<br />

doen ben, geef ik het onnozele antwoord dat ik niet kan slapen en<br />

dus iets an<strong>de</strong>rs ben gaan doen. Ik voeg eraan toe: “Je weet toch dat<br />

ik weinig slaap. Zeker als ik in een perio<strong>de</strong> <strong>van</strong> spanning <strong>te</strong>recht<br />

ben gek<strong>om</strong>en. Je weet toch dat ik dan meestal mijn bed uitga <strong>om</strong><br />

mijn gedach<strong>te</strong>n <strong>te</strong> verzet<strong>te</strong>n.”<br />

“Maar ik heb het nog niet eer<strong>de</strong>r meegemaakt,” zegt ze met een<br />

vragen<strong>de</strong> blik, “en ik <strong>de</strong>nk dat het iets met mij of met jou en mij <strong>te</strong><br />

maken heeft.”<br />

“Voor alles is een eers<strong>te</strong> keer,” zeg ik, “maak je er niet druk <strong>om</strong><br />

en ga lekker <strong>te</strong>rug naar bed. Ik k<strong>om</strong> strakjes wel.”<br />

“Ik voel aan mijn theewa<strong>te</strong>r dat je ergens mee zit,” houdt ze vol,<br />

“en het heeft volgens mij geen reet met je werk <strong>te</strong> maken, maar<br />

met iets an<strong>de</strong>rs.”<br />

Ik heb geen zin in weer een discussie met haar. Ik weet niet eens<br />

wat ik <strong>te</strong>gen haar moet zeggen, want ik weet het zelf nog niet eens.<br />

Helaas heeft ze wel gelijk en ze voelt het dan ook goed aan. Ik<br />

probeer haar nog een keer met een „het is niets‟-opmerking naar<br />

bed <strong>te</strong> krijgen, maar ze trapt er niet in.<br />

“Ik ben toch niet gek,” zegt ze met een beschuldigen<strong>de</strong> blik. Ze<br />

zet haar hand in haar zij en ze wuift met het vingertje. Ze zegt: “Jij<br />

<strong>de</strong>nkt toch niet dat ik jouw verhaal voor zoe<strong>te</strong> koek slik en<br />

vervolgens ga slapen? Ne pas. Ik ben geen onnozel blond trutje of<br />

zo!”<br />

Er is geen ontk<strong>om</strong>en aan. Ze moet en ze zal het we<strong>te</strong>n. Eer<strong>de</strong>r<br />

krijg ik geen rust. “Ik weet zelf niet wat het is,” zeg ik, “dus ik kan<br />

het je niet ver<strong>te</strong>llen. Wat ik je wel wil en kan ver<strong>te</strong>llen, is dat ik <strong>de</strong><br />

laats<strong>te</strong> tijd niet erg gelukkig meer ben.”<br />

“Ik wist het,” reageert ze, “je hebt het gewoon met me gehad.<br />

Geef het dan gewoon toe. Of durf je het niet rechtstreeks in mijn<br />

gezicht <strong>te</strong> zeggen?”<br />

Ik kan het niet voor me hou<strong>de</strong>n en ik begin <strong>te</strong> ver<strong>te</strong>llen <strong>van</strong> mijn<br />

ongenoegen. Van alles k<strong>om</strong>t naar boven. De verbouwing, het kind,


<strong>de</strong> tuin en hoe wij <strong>de</strong> laats<strong>te</strong> tijd met elkaar <strong>om</strong>gaan, daarmee<br />

doelend op <strong>de</strong> vele onzinnige discussies en <strong>de</strong> belachelijke ruzies<br />

die daaruit voortvloeien. Ik vind dat ik word geleefd en ik voel<br />

mezelf opgeslo<strong>te</strong>n. Opgeslo<strong>te</strong>n in mijn eigen huis.<br />

Zij geeft aan dat ze me begrijpt en met me <strong>te</strong> doen heeft. Ze ziet<br />

hoe ik mijn best doe <strong>om</strong> een goe<strong>de</strong> huisva<strong>de</strong>r voor het gezin <strong>te</strong><br />

zijn. Ze begrijpt dat ik het zwaar <strong>te</strong> verduren heb gehad, maar nu<br />

zijn we in een fase <strong>van</strong> rust aanbeland. Dieper als waar wij <strong>van</strong>daan<br />

k<strong>om</strong>en kan eenvoudigweg niet. Vanaf nu ziet ze alleen maar een<br />

stijgen<strong>de</strong> lijn. Het is slechts een kwestie <strong>van</strong> tijd. Tijd die ik<br />

daarvoor wel moet nemen, want dat is cruciaal.<br />

Ik hoor haar pra<strong>te</strong>n en ik <strong>de</strong>nk <strong>te</strong>rug aan <strong>de</strong> vorige discussies. Ik<br />

moet dus weer tijd nemen <strong>om</strong> aan mijn huiselijk geluk <strong>te</strong> wennen.<br />

„K<strong>om</strong>t tijd, k<strong>om</strong>t raad,‟ is het gezeg<strong>de</strong>, maar ik heb al zoveel tijd<br />

gen<strong>om</strong>en en hoe ik ook mijn best doe, het verslech<strong>te</strong>rt eer<strong>de</strong>r dan<br />

dat het verbe<strong>te</strong>rt.<br />

Ze vraagt me of ik die tijd ervoor wil nemen. Ik kan daar<br />

m<strong>om</strong>en<strong>te</strong>el met <strong>de</strong> bes<strong>te</strong> wil <strong>van</strong> <strong>de</strong> wereld geen eerlijk antwoord<br />

op geven ik probeer haar vraag <strong>te</strong> ontwijken. Ik kijk haar aan met<br />

een blik <strong>van</strong> „natuurlijk schat‟. Ik zeg het en ik vraag haar of ze nu<br />

gerustges<strong>te</strong>ld is.<br />

“Hoor jij jezelf wel?” zegt ze, daarmee aangevend dat ze juist niet<br />

gerustges<strong>te</strong>ld is. Ze kijkt me aan en ineens gooit ze het over een<br />

an<strong>de</strong>re boeg. “Hou jij eige<strong>nl</strong>ijk nog wel <strong>van</strong> mij?” vraagt ze.<br />

Ik kan daar in mijn gemoedstoestand ook geen eerlijk antwoord<br />

op geven dus ik zeg: “Wat is dat nou weer voor vraag?”<br />

“Ik weet genoeg,” zegt ze s<strong>te</strong>llig, “ik hoop alleen dat als je weet<br />

wat het is dat je zo bezig houdt, je het fatsoen kunt opbrengen <strong>om</strong><br />

me <strong>te</strong> ver<strong>te</strong>llen wat het is.”<br />

Ze draait zich <strong>om</strong> en ze loopt <strong>de</strong> kamer uit. Het is inmid<strong>de</strong>ls half<br />

zeven gewor<strong>de</strong>n. Ik ben weer alleen en ik haal opgelucht a<strong>de</strong>m. Ik<br />

zet mezelf aan het werk en ik r<strong>om</strong>mel door aan haar websi<strong>te</strong>.


Het is half negen als ik naar boven ga en <strong>de</strong> douche instap. Even<br />

la<strong>te</strong>r stap ik eron<strong>de</strong>r uit en ik begin mezelf aan <strong>te</strong> kle<strong>de</strong>n. Zij hoort<br />

me r<strong>om</strong>melen en ze k<strong>om</strong>t uit bed.<br />

“Ben je er al uit?” vraagt ze me als eers<strong>te</strong>.<br />

“Uit bed?” vraag ik haar cynisch. “Dat zie je toch?”<br />

Ik ga <strong>de</strong> trap af en ze loopt ach<strong>te</strong>r me aan. Haar ogen zijn<br />

wa<strong>te</strong>rig. “Ik heb het recht <strong>om</strong> <strong>te</strong> we<strong>te</strong>n wat me boven het hoofd<br />

hangt,” zegt ze.<br />

“Dat ben ik helemaal met je eens,” antwoord ik, “en als ik het<br />

weet, ben jij <strong>de</strong> eers<strong>te</strong> die het hoort.”<br />

Het is dinsdag en Jeanet<strong>te</strong> k<strong>om</strong>t klokslag negen uur binnen.<br />

Jeanet<strong>te</strong> kijkt naar ons en ziet direct dat er tussen haar en mij iets<br />

aan <strong>de</strong> hand is. Ik zeg <strong>te</strong>gen Jeanet<strong>te</strong>, als zij <strong>de</strong> woonkamer verlaat<br />

<strong>om</strong> zich <strong>te</strong> gaan aankle<strong>de</strong>n: “Een beetje ech<strong>te</strong>lijke onenigheid. Het<br />

k<strong>om</strong>t wel weer goed.”<br />

“Ik hoop het <strong>van</strong> ganser har<strong>te</strong>,” zegt Jeanet<strong>te</strong> met een begripvolle<br />

blik, “want ik zie dat je het moeilijk hebt met je nieuwe gezin.”<br />

Ik breng ook <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> dag <strong>van</strong> mijn huwelijksreis door op<br />

kantoor. De dinsdag heeft ook een dinsdagavond en die heeft voor<br />

mijn bedrijf een bijzon<strong>de</strong>re be<strong>te</strong>kenis, want het is <strong>de</strong> standaard<br />

overwerkavond. Ik bel haar op en ik zeg dat ik moet overwerken.<br />

“Dat is leuk,” zegt ze, “mid<strong>de</strong>n in onze huwelijksreis. Het kind is<br />

er niet en <strong>van</strong>avond zit ik dus in mijn eentje in het gro<strong>te</strong> huis.”<br />

Ze probeert me met een aantal an<strong>de</strong>re argumen<strong>te</strong>n naar huis <strong>te</strong><br />

krijgen. Ze schro<strong>om</strong>t niet en ze gooit zelfs haar verlatingsangst in<br />

<strong>de</strong> strijd.<br />

“Het kan me niet schelen wat je probeert,” zeg ik, “ik k<strong>om</strong> niet<br />

naar huis, want ik ga werken.”<br />

Ze on<strong>de</strong>rneemt een laats<strong>te</strong> poging. “Jij bent toch <strong>de</strong> baas,” zegt<br />

ze, “je kunt mij niet wijsmaken dat je niet naar huis toe kan<br />

k<strong>om</strong>en.”<br />

“Ik kan het wel,” zeg ik ge<strong>de</strong>ci<strong>de</strong>erd, “maar ik wil het niet.”


Terwijl ik zeg, dat ze niet voor me op hoeft <strong>te</strong> blijven, neem ik<br />

afscheid en ik druk het gesprek weg.<br />

Ik nodig Rodin, mijn rech<strong>te</strong>rhand in het bedrijf en mijn s<strong>te</strong>un en<br />

toeverlaat, uit <strong>om</strong> weer eens bij <strong>te</strong> pra<strong>te</strong>n. Ik ga met hem naar <strong>de</strong><br />

Italiaan in <strong>de</strong> Kerkstraat in Voorburg. Ik ben net binnen, als mijn<br />

mobiele <strong>te</strong>lefoon gaat. Zij is het en ik neem op. “Ik hoor allemaal<br />

vreem<strong>de</strong> gelui<strong>de</strong>n,” zegt ze, “en er lopen vreem<strong>de</strong>n rond<strong>om</strong> het<br />

huis.”<br />

“Wat verwacht je <strong>van</strong> me?” vraag ik naar het voor <strong>de</strong> hand<br />

liggen<strong>de</strong> antwoord.<br />

“Dat je naar huis k<strong>om</strong>t,” zegt ze, “het is namelijk niet veilig.”<br />

“Dan stap je maar in jouw auto,” zeg ik, “en dan rijd je maar naar<br />

je moe<strong>de</strong>r of Zus toe. Het maakt me niet uit wat je doet, maar ik<br />

k<strong>om</strong> niet naar huis. Ik zie wel of je er strakjes nog bent.”<br />

Ik druk het gesprek weg en ik zet <strong>te</strong>gelijk mijn <strong>te</strong>lefoon uit.<br />

Rodin heeft mijn gesprek gehoord en vraagt hoe het met me gaat.<br />

“Breek me <strong>de</strong> bek niet open,” zeg ik <strong>te</strong>gen Rodin en ik doe hem<br />

mijn volledige relaas. Over het kind, <strong>de</strong> tuin, <strong>de</strong> verbouwing <strong>van</strong><br />

mijn huis, <strong>de</strong> ruzies met haar, mijn gevoel als ge<strong>van</strong>gene in mijn<br />

huiselijk geluk en alles wat nog meer in me opk<strong>om</strong>t. Zijn<br />

luis<strong>te</strong>rend oor helpt me, zoals Rodin zo vaak voor me doet, mijn<br />

gedach<strong>te</strong>n <strong>te</strong> or<strong>de</strong>nen.<br />

Al pra<strong>te</strong>n<strong>de</strong> merk ik dat me een soortgelijk gevoel bekruipt, als<br />

toen ik haar net had „ontmaskerd‟ in Disneyland Parijs. Alleen is er<br />

meer bijgek<strong>om</strong>en en <strong>de</strong> situatie is gro<strong>te</strong>r en c<strong>om</strong>plexer gewor<strong>de</strong>n.<br />

Ik betaal <strong>de</strong> rekening en ik neem afscheid <strong>van</strong> Rodin. Ik bedank<br />

hem voor zijn luis<strong>te</strong>ren<strong>de</strong> oor en ik vraag hem ook <strong>om</strong> ons<br />

gesprek nog eventjes tussen ons <strong>te</strong> hou<strong>de</strong>n. “Weet je al wat je gaat<br />

doen?” vraagt hij als laats<strong>te</strong>.<br />

“Ja en nee,” zeg ik, “met „ja‟ bedoel ik, dat ik me don<strong>de</strong>rsgoed<br />

realiseer dat er iets moet gebeuren, an<strong>de</strong>rs draai ik helemaal door.<br />

Met „nee‟ bedoel ik, dat ik alleen nog niet weet wat er moet<br />

gebeuren.”


Ik rijd naar huis en ik zie dat er nog lich<strong>te</strong>n bran<strong>de</strong>n. Ze is, zoals<br />

ik al had verwacht, niet naar haar moe<strong>de</strong>r of Zus toegegaan. Ik ga<br />

mijn huis binnen, waar ze op me zit <strong>te</strong> wach<strong>te</strong>n. Ik verwacht dat ze<br />

ruzie met me gaat maken en ik neem me alvast voor <strong>om</strong> het niet<br />

zover <strong>te</strong> la<strong>te</strong>n k<strong>om</strong>en. Maar ze verbaast me. “Vind je het gek dat je<br />

jezelf ongelukkig en ge<strong>van</strong>gen voelt?” zegt ze. “Je bent een slaaf<br />

<strong>van</strong> jouw eigen bedrijf. Je hebt <strong>van</strong>nacht nauwelijks geslapen.<br />

Vervolgens ga je <strong>om</strong> negen uur <strong>de</strong> <strong>de</strong>ur uit en <strong>te</strong>gen mid<strong>de</strong>rnacht<br />

k<strong>om</strong> je weer thuis. Daar kan toch geen mens <strong>te</strong>gen?”<br />

“Je hebt volk<strong>om</strong>en gelijk,” zeg ik, “ik ben zo mogelijk nog<br />

vermoei<strong>de</strong>r dan gis<strong>te</strong>ren. Ik ga direct mijn mandje in.”<br />

Ze gaat direct met me mee naar bed. Ik trek mijn kleren uit en ik<br />

laat me zon<strong>de</strong>r mijn tan<strong>de</strong>n <strong>te</strong> poetsen in bed ploffen. Ze zegt, als<br />

ik haar wel<strong>te</strong>rus<strong>te</strong>n wens: “Ik vind dat je er <strong>de</strong> laats<strong>te</strong> tijd heel moe<br />

uitziet. Ik laat je lekker met rust als je dat wilt.”<br />

“Daar ben ik blij <strong>om</strong>,” zeg ik, “ik ben in<strong>de</strong>rdaad helemaal<br />

uitgeput.”<br />

Het klopt ook, want ik val direct in een diepe slaap.<br />

Week 31, woensdag. Mijn huwelijksreis, <strong>de</strong> laats<strong>te</strong> dag.<br />

Het is woensdagoch<strong>te</strong>nd als ik wakker word <strong>van</strong> <strong>de</strong> wekker. Dat<br />

gebeurt me niet vaak, want meestal ben ik ruim voor die tijd<br />

wakker. Ook heb ik aan één stuk doorgeslapen en dat gebeurt me<br />

ook niet zo vaak. Toch heb ik het gevoel alsof ik <strong>de</strong> hele nacht<br />

on<strong>de</strong>r een sto<strong>om</strong>wals heb gelegen.<br />

De sfeer tij<strong>de</strong>ns het ontbijt is <strong>om</strong> <strong>te</strong> snij<strong>de</strong>n. Ik wissel nauwelijks<br />

een woord met haar en ik merk dat zij aandachtig naar me zit <strong>te</strong><br />

kijken. Ik ontwijk haar blik zorgvuldig en ik verdiep me in mijn<br />

krant. Ik drink snel mijn koffie op en ik maak aanstal<strong>te</strong>n <strong>om</strong><br />

mezelf aan <strong>te</strong> gaan kle<strong>de</strong>n.


“Nu al?” vraagt ze.<br />

“Ja,” zeg ik, “we moe<strong>te</strong>n het kind toch ophalen.”<br />

Ik rijd met haar naar Rhoon en we halen het kind op. Het kind is<br />

blij. Ze ziet haar moe<strong>de</strong>r en mij en ze kan weer naar huis. Ook is<br />

ze blij <strong>van</strong> <strong>om</strong>a en Hannes verlost <strong>te</strong> zijn.<br />

Ik kijk an<strong>de</strong>rs naar het kind dan voor mijn huwelijksreis. De<br />

gesprekken met haar moe<strong>de</strong>r hebben dui<strong>de</strong>lijk iets bij me <strong>te</strong>weeg<br />

gebracht. Ik kan het niet goed on<strong>de</strong>r woor<strong>de</strong>n brengen, maar<br />

ineens heb ik met het kind <strong>te</strong> doen. “K<strong>om</strong> maar fijn mee naar huis,<br />

schatje,” zeg ik <strong>te</strong>gen het kind. Ik meen het uit <strong>de</strong> grond <strong>van</strong> mijn<br />

hart.<br />

“Hebben jullie een fijne huwelijksreis gehad?” vraagt het kind.<br />

“Hij was in ie<strong>de</strong>r geval heel bijzon<strong>de</strong>r,” antwoord ik, <strong>te</strong>rwijl ik<br />

haar moe<strong>de</strong>r veelbe<strong>te</strong>kenend aankijk.


14. De puzzel.<br />

Puzzelen. Week 32, het weekein<strong>de</strong>.<br />

Het laats<strong>te</strong> weekein<strong>de</strong> <strong>van</strong> oktober breekt aan. Het is s<strong>om</strong>ber<br />

weer en ik blijf met mijn gezinnetje lekker thuis. Het wordt ook<br />

s<strong>te</strong>eds huiselijker. Alles wat ik doe speelt zich <strong>te</strong>genwoordig af in<br />

en rond<strong>om</strong> het huis.<br />

Gis<strong>te</strong>ravond nog heb ik met haar in het Stadshart <strong>van</strong><br />

Zoe<strong>te</strong>rmeer een legpuzzel gekocht. Een puzzel met 3000 stukjes.<br />

Het is één <strong>van</strong> haar hobby‟s en toen ze <strong>de</strong>ze zag, wil<strong>de</strong> ze hem<br />

gelijk hebben. Ze kan die dan, gezellig samen met mij, in elkaar<br />

gaan zet<strong>te</strong>n. Maar helaas moet het nog eventjes op zich la<strong>te</strong>n<br />

wach<strong>te</strong>n, want ze is hard aan het werk. Ze is bezig haar artikelen in<br />

<strong>te</strong> voeren in haar webshop, die vorige week „live‟ is gegaan.<br />

Ik zit aan <strong>de</strong> eetbar met een kopje koffie en ik lees <strong>de</strong> krant. Het<br />

kind zit op Nickelo<strong>de</strong>on naar Spongebob <strong>te</strong> kijken en zij zit ach<strong>te</strong>r<br />

het beeldscherm <strong>van</strong> <strong>de</strong> huiskamerc<strong>om</strong>pu<strong>te</strong>r.<br />

Ik kijk <strong>de</strong> tuin in en ineens merk ik dat ik zit <strong>te</strong> staren naar het<br />

lullige tui<strong>nl</strong>ampje, dat daar staat. Het on<strong>de</strong>finieerbare gevoel, waar<br />

ik al een hele tijd last <strong>van</strong> heb, bekruipt me direct. Vanuit het niets<br />

voel ik een ergernis opk<strong>om</strong>en en ik probeer het weg <strong>te</strong> drukken,<br />

zoals ik <strong>de</strong> laats<strong>te</strong> tijd vaak doe. Het lukt me <strong>om</strong> weer rustig <strong>te</strong><br />

wor<strong>de</strong>n, maar het on<strong>de</strong>finieerbare onrustgevoel blijft ach<strong>te</strong>r. Ik<br />

voel me opgeslo<strong>te</strong>n en ik krijg een onweerstaanbare behoef<strong>te</strong> <strong>om</strong><br />

„eruit‟ <strong>te</strong> stappen. Ik kan alleen „eruit‟ niet goed <strong>de</strong>finiëren.<br />

Ik neem nog een kop koffie en ik pak mijn krant weer. Ik betrap<br />

mezelf erop dat ik alweer naar dat lampje in <strong>de</strong> tuin zit <strong>te</strong> staren.<br />

Dat lullige lampje.<br />

Ik voel mijn onrust alweer toenemen en ik ken mezelf goed<br />

genoeg <strong>om</strong> <strong>te</strong> we<strong>te</strong>n, dat dit <strong>de</strong> voorbo<strong>de</strong> is <strong>van</strong> het feit, dat er iets<br />

gaat gebeuren. Er moet ook iets gebeuren, want als het zo


doorgaat, zal het niet lang meer duren voordat ik volk<strong>om</strong>en <strong>de</strong><br />

weg kwijtraak.<br />

Het leven met mijn gezin heeft een voorspelbaar karak<strong>te</strong>r<br />

gekregen. Ik kan, dankzij mijn inspanningen, lezen en schrijven<br />

met het kind. Ze is gehoorzaam en lief en ik heb er geen kind meer<br />

aan. Met haar moe<strong>de</strong>r heb ik precies het <strong>te</strong>genoverges<strong>te</strong>l<strong>de</strong>. Ik<br />

maak ruzie met haar, waarbij ik mezelf niet meer herken. Ik laat<br />

mezelf door haar s<strong>te</strong>eds weer verlei<strong>de</strong>n tot ordinaire schreeuw- en<br />

scheldpartijen met veel verbaal geweld. Twee keer in mijn leven<br />

heb ik dat eer<strong>de</strong>r gedaan <strong>te</strong>gen een vrouw en die m<strong>om</strong>en<strong>te</strong>n kan ik<br />

me zelfs nog heel goed herinneren. Maar nu heb ik het mins<strong>te</strong>ns<br />

twee keer in <strong>de</strong> week.<br />

Ik herken er zelfs al een vast patroon in. We maken ruzie en<br />

vervolgens maken we het <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> avond of <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> dag weer<br />

goed. Het blijkt s<strong>te</strong>eds dat wij <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> in<strong>te</strong>ntie hebben, maar op<br />

<strong>de</strong> een of an<strong>de</strong>re manier begrijpen wij elkaar s<strong>te</strong>eds verkeerd. En<br />

dan niet zo‟n klein beetje ook, want het polariseert zodanig, dat er<br />

<strong>te</strong>lkens die enorme ruzies ontstaan. Daarbij laat ik me niet veel<br />

zeggen en zij doet dat ook niet. We kunnen het gelukkig ach<strong>te</strong>raf<br />

s<strong>te</strong>eds goed verklaren en dan leggen we het geschil bij met <strong>de</strong><br />

belof<strong>te</strong>, dat we het nooit meer zo ver zullen la<strong>te</strong>n k<strong>om</strong>en. We<br />

hou<strong>de</strong>n <strong>te</strong>nslot<strong>te</strong> <strong>van</strong> elkaar en we vullen elkaar zo goed aan.<br />

Rationeel gezien dan. Want op het emotionele vlak merk ik dat er<br />

an<strong>de</strong>re dingen gebeuren, althans, bij mij. Het kost me s<strong>te</strong>eds meer<br />

tijd en moei<strong>te</strong> <strong>om</strong> het gevoel, dat een tijdje na blijft ijlen na zo‟n<br />

ruzie, kwijt <strong>te</strong> raken. Het gevoel dat ik voor het eerst had, na <strong>de</strong><br />

ruzie <strong>om</strong>trent mijn zogenaam<strong>de</strong> flirtpartij met Yvet<strong>te</strong>, twee dagen<br />

voor onze bruiloft.<br />

Ik <strong>de</strong>nk aan het gevoel dat ik had in <strong>de</strong> eers<strong>te</strong> weken <strong>van</strong> onze<br />

relatie. Wat was ik verliefd. Ik kon niet meer functioneren, zo hield<br />

ze me bezig. Nu kan ik ook niet functioneren, want nu houdt ze<br />

me ook heel erg bezig. Er is ech<strong>te</strong>r één gigantisch verschil. Nu is<br />

het in negatieve zin.


Er is iets fundamen<strong>te</strong>els veran<strong>de</strong>rd. Waar is mijn gevoel <strong>van</strong><br />

verliefdheid gebleven? Ik begrijp dat verliefdheid overgaat, maar ik<br />

<strong>de</strong>nk dat het niet normaal is dat het plaats heeft moe<strong>te</strong>n maken<br />

voor het gevoel, waar ik nu mee rondloop.<br />

Ik speel <strong>de</strong> laats<strong>te</strong> tijd ook niet meer met <strong>de</strong> energievel<strong>de</strong>n. Zij<br />

ook niet en het lijkt wel of zij er niet mee zit. Zij kwam nota bene<br />

zelf op <strong>de</strong> proppen met het begrip tweelingzielrelatie, als ultieme<br />

beschrijving <strong>van</strong> <strong>de</strong> bijzon<strong>de</strong>re band die wij hebben. Ik vermoed<br />

z<strong>om</strong>aar, dat wij nu niet zullen slagen als wij het examen<br />

„tweelingzielrelatie‟ doen. We hebben geen heftige vrijpartijen meer<br />

en <strong>de</strong> seks beperkt zich tot hooguit eventjes recht op en neer voor<br />

het slapen gaan of in <strong>de</strong> och<strong>te</strong>nd een beetje geluidloos friemelen<br />

tot het kind bij ons in bed k<strong>om</strong>t. Het lijkt haar niet <strong>te</strong> storen en mij<br />

eige<strong>nl</strong>ijk ook niet meer. Ik schrik wel even <strong>van</strong> mijn gedach<strong>te</strong>n,<br />

maar ik kan <strong>de</strong> waarheid niet negeren.<br />

Het on<strong>de</strong>finieerbare gevoel waarmee ik rondloop, is niet het<br />

enige waar ik mee wors<strong>te</strong>l. Ik merk dat ik me afsluit voor hetgeen<br />

<strong>om</strong> me heen gebeurt. Ik kijk bewust niet meer naar dingen, zodat<br />

ik me er ook niet aan kan storen. Ik voel me lus<strong>te</strong>loos en ik kan me<br />

nergens toe zet<strong>te</strong>n.<br />

Ik besluit nog maar een kopje koffie <strong>te</strong> nemen en ik vraag haar<br />

uit gewoon<strong>te</strong> of ze er ook eentje wil. Daar heeft ze wel zin in en ik<br />

maak er twee. Ze k<strong>om</strong>t bij me staan en ze slaat haar armen <strong>om</strong> me<br />

heen. Ik doe het ook bij haar, maar ik doe het <strong>om</strong>dat ik weet dat ze<br />

het <strong>van</strong> me verwacht en ik ontwijk daarmee haar onontko<strong>om</strong>bare<br />

vraag.<br />

“Weet je dat ik <strong>van</strong> je hou?” vraagt ze.<br />

Mijn antwoord is plichtmatig. “Ja,” zeg ik en ik voeg er haastig<br />

aan toe, een „jij toch ook <strong>van</strong> mij‟-vraag vermij<strong>de</strong>nd: “ik ook <strong>van</strong><br />

jou.”<br />

Ze voelt aan dat het niet <strong>van</strong> har<strong>te</strong> gaat en ze vraagt: “Waar<strong>om</strong> ga<br />

je niet iets leuks doen?”


“Zoals?” vraag ik, mezelf realiserend dat dit wel weer eens<br />

voldoen<strong>de</strong> aa<strong>nl</strong>eiding zou kunnen zijn voor een nieuwe discussie.<br />

“Er is genoeg <strong>te</strong> doen,” zegt ze, “er zijn allerlei klusjes in het huis<br />

<strong>te</strong> doen, <strong>de</strong> webshop is nog niet af en <strong>de</strong> schuur moet nog<br />

opgeruimd wor<strong>de</strong>n. Dat geldt ook voor <strong>de</strong> studio. Zo kan ik nog<br />

wel even doorgaan, er is genoeg <strong>te</strong> doen.”<br />

“Weet je wat?” zeg ik <strong>te</strong>gen haar. “Ik ga lekker die puzzel, die we<br />

gis<strong>te</strong>ravond in het Stadshart gekocht hebben, in elkaar zet<strong>te</strong>n. Ja,<br />

dat ga ik doen. Daar heb ik ineens onwijs veel zin in.”<br />

Ze kijkt me met een blik vol onbegrip aan. “Die zou<strong>de</strong>n we toch<br />

samen in elkaar gaan zet<strong>te</strong>n?” zegt ze. “Ik heb daar nu geen tijd<br />

voor. Daarbij begrijp ik niet dat jij kunt gaan zit<strong>te</strong>n puzzelen, als er<br />

nog zoveel an<strong>de</strong>re dingen <strong>te</strong> doen zijn.”<br />

Ik verzin snel een plausibele uitvlucht. “Jij bent met het invoeren<br />

<strong>van</strong> jouw artikelen bezig,” zeg ik, “het kind zit lekker tv <strong>te</strong> kijken<br />

en ik ga fijn zit<strong>te</strong>n puzzelen. Dan zijn we toch gezellig met z‟n<br />

drieën bij elkaar? Als een echt harmonieus gezin?”<br />

Klaarblijkelijk heb ik het goe<strong>de</strong> argument bedacht. Ze laat me los<br />

en ze kruipt weer ach<strong>te</strong>r haar pc. Ik pak een tafel en zet die voor<br />

het raam. Ik ga beginnen met mijn puzzel.<br />

Ik heb rond<strong>om</strong> mijn <strong>de</strong>rtigs<strong>te</strong> geleerd wat <strong>de</strong> kracht is <strong>van</strong> het<br />

on<strong>de</strong>rbewustzijn. Ik heb geleerd hoe ik die kracht kan gebruiken bij het<br />

oplossen <strong>van</strong> c<strong>om</strong>plexe vraagstukken. Je moet daarbij wel het vols<strong>te</strong> vertrouwen<br />

hebben dat het wel goed k<strong>om</strong>t, an<strong>de</strong>rs werkt het niet.<br />

Bij het zoeken naar een antwoord, beperk je jezelf meestal door <strong>de</strong><br />

vraags<strong>te</strong>lling zelf en er is dan geen ruim<strong>te</strong> voor oplossingen in een bre<strong>de</strong>r ka<strong>de</strong>r.<br />

Door voldoen<strong>de</strong> afstand en tijd <strong>te</strong> nemen, hoeveel druk er ook is, ben je in<br />

staat <strong>om</strong> be<strong>te</strong>re oplossingen <strong>te</strong> be<strong>de</strong>nken. Je moet <strong>de</strong> vraags<strong>te</strong>lling wel volledig<br />

<strong>van</strong> je af kunnen zet<strong>te</strong>n, bijvoorbeeld door <strong>te</strong> gaan puzzelen. Ik kan dat, ik<br />

heb er vertrouwen in en het k<strong>om</strong>t bij mij tot nu toe altijd goed.<br />

De mees<strong>te</strong> mensen begrijpen niet hoe mijn <strong>de</strong>nkproces werkt. Ze zien me<br />

niets doen <strong>te</strong>rwijl er toch resulta<strong>te</strong>n k<strong>om</strong>en. Iris heeft me ver<strong>te</strong>ld wat ze ziet, als<br />

ik in zo‟n proces <strong>te</strong>recht ben gek<strong>om</strong>en. Ze ver<strong>te</strong>lt: “Meestal k<strong>om</strong> je thuis <strong>van</strong>


kantoor en dan ver<strong>te</strong>l je me dat er iets is. Je praat hon<strong>de</strong>rd uit en je zegt wat er<br />

allemaal moet gebeuren. Je zegt meestal ook wat je allemaal gaat doen en <strong>van</strong><br />

plan bent. Ik verwacht <strong>te</strong>lkens dat je dan aan <strong>de</strong> slag gaat, maar in plaats<br />

daar<strong>van</strong> ga je een c<strong>om</strong>pu<strong>te</strong>rspelletje of zo zit<strong>te</strong>n spelen. En dan niet een uurtje<br />

of zo, maar s<strong>om</strong>s wel een paar dagen ach<strong>te</strong>r elkaar. Ik krijg dan geen enkel<br />

contact met je. Je hoort me wel als ik <strong>te</strong>gen je praat, maar ik merk dat je niet<br />

luis<strong>te</strong>rt. Je lijkt wel <strong>van</strong> <strong>de</strong> wereld.<br />

Vervolgens word ik op een och<strong>te</strong>nd wakker en dan ben jij je al bed uit. Ik<br />

weet dan direct hoe laat het is. Als ik vervolgens bene<strong>de</strong>n k<strong>om</strong>, dan zit jij een<br />

krantje <strong>te</strong> lezen of zo. Als je me ziet laat je me tri<strong>om</strong>fan<strong>te</strong>lijk een of an<strong>de</strong>r<br />

A4-tje zien met een paar potloodkrabbels of <strong>te</strong>keningetjes. Je zegt dat je eruit<br />

bent, nog voordat we elkaar goe<strong>de</strong> morgen hebben gewenst. Ik verwelk<strong>om</strong> je<br />

dan <strong>te</strong>rug op aar<strong>de</strong>.”<br />

Ik zoek eerst <strong>de</strong> randjes uit en die leg ik aan elkaar. Tegelijk maak<br />

ik mijn gedach<strong>te</strong>n „leeg‟. Ik ben begonnen aan mijn puzzel.<br />

Eigen baas?<br />

Ze heeft beslo<strong>te</strong>n nooit meer voor een baas <strong>te</strong> gaan werken.<br />

Eigen baas, dat is het wel. En een webshop, daar zit pas toek<strong>om</strong>st<br />

in. In<strong>te</strong>rnet, dat is <strong>te</strong>nslot<strong>te</strong> het medium <strong>van</strong> waaruit je <strong>de</strong> gehele<br />

wereld kan bereiken. “Het heeft bovendien nog veel meer<br />

voor<strong>de</strong>len, een webshop,” zegt ze, “want als je <strong>van</strong>uit huis werkt,<br />

dan ben je er altijd voor je man en voor je kind.”<br />

Ik vind het best, zolang ze maar het i<strong>de</strong>e heeft nuttig bezig <strong>te</strong><br />

zijn. Als ze bezig is laat ze mij, hoe betrekkelijk dan ook, lekker<br />

met rust en of het geld oplevert in<strong>te</strong>resseert me niet. Ik beloof<br />

haar <strong>de</strong> <strong>te</strong>chnische kant <strong>van</strong> <strong>de</strong> si<strong>te</strong> voor mijn rekening <strong>te</strong> nemen,<br />

maar niet <strong>de</strong> inhoud en <strong>de</strong> marketing.<br />

Gadgets, duckies. De hele dag zit ze het in<strong>te</strong>rnet af <strong>te</strong> speuren en<br />

ze koopt zich helemaal scheel aan die dingen. Ik laat haar een tijdje


haar gang gaan en ik probeer haar <strong>te</strong> helpen <strong>de</strong> business op <strong>te</strong><br />

star<strong>te</strong>n. Ik leg haar uit dat bij inkoop ook verkoop hoort. Zij koopt<br />

ech<strong>te</strong>r alleen nog maar in, want ze is <strong>van</strong> mening dat je je product<br />

eerst moet kennen voordat je het aan <strong>de</strong> man kunt brengen.<br />

Ze maakt nog een klassieke fout die <strong>de</strong> mees<strong>te</strong> star<strong>te</strong>rs maken.<br />

Ze wil ook <strong>de</strong> administratie op or<strong>de</strong> hebben, an<strong>de</strong>rs kan ze strakjes<br />

geen fatsoe<strong>nl</strong>ijke factuur <strong>de</strong> <strong>de</strong>ur uit sturen.<br />

Ik leg haar uit dat ze meer aandacht aan <strong>de</strong> verkoop moet<br />

bes<strong>te</strong><strong>de</strong>n, maar ik krijg geen gehoor. In plaats daar<strong>van</strong> krijgt ze<br />

nota bene bijval door een adviseur, die het met haar eens is. Ze<br />

beweert dat <strong>de</strong> webshop eerst volledig af moet zijn voordat <strong>de</strong><br />

zoekmachines en <strong>de</strong>rgelijke hun werk kunnen doen.<br />

Ik probeer haar bij <strong>te</strong> sturen, maar ze luis<strong>te</strong>rt niet. Ze zegt niet<br />

blond <strong>te</strong> zijn, ervoor gestu<strong>de</strong>erd <strong>te</strong> hebben en een hoge piet <strong>te</strong> zijn<br />

geweest bij het RIAGG. Ze is ook verantwoor<strong>de</strong>lijk geweest voor<br />

<strong>de</strong> administratie in het bedrijf <strong>van</strong> Klaas en ze weet dus waarover<br />

ze praat. Zon<strong>de</strong>r <strong>de</strong>ug<strong>de</strong>lijke administratie kan een bedrijf niet<br />

functioneren, blijft ze beweren.<br />

Maar als <strong>de</strong> administratie een beetje or<strong>de</strong>lijk opgezet zou wor<strong>de</strong>n,<br />

dan zou ik nog begrip voor haar werkwijze hebben. Ze maakt er<br />

ech<strong>te</strong>r een enorme puinhoop <strong>van</strong>. Ze bergt haar inkoopnota‟s niet<br />

or<strong>de</strong>lijk op, want ze liggen overal verspreid. Ik vind er zelfs een<br />

paar tussen mijn papieren en <strong>de</strong> papieren <strong>van</strong> het kind in <strong>de</strong> la<strong>de</strong>n<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> keuken. Dat, <strong>te</strong>rwijl ze me heeft ver<strong>te</strong>ld dat ze<br />

bedrijfskun<strong>de</strong> heeft gestu<strong>de</strong>erd en een kei is in organiseren. Ik<br />

vergelijk het eens met een paar an<strong>de</strong>re dingen die ze georganiseerd<br />

heeft.<br />

Ik kan me nog goed herinneren dat ze een brief nodig had <strong>van</strong><br />

haar advocaat inzake het bezoekrecht <strong>van</strong> <strong>de</strong> va<strong>de</strong>r voor haar kind.<br />

Het was nog in haar huis in Rhoon. Ze heeft twee dagen lopen<br />

zoeken en ik heb haar geholpen. Op diverse plaatsen verspreid<br />

ston<strong>de</strong>n diverse ordners.


Ik hielp haar door <strong>de</strong> ordners heen <strong>te</strong> bla<strong>de</strong>ren en daarin kon ik<br />

geen enkele sys<strong>te</strong>matiek ont<strong>de</strong>kken. Toen ik er lacherig wat <strong>van</strong> zei<br />

had ze als antwoord gegeven, dat het <strong>te</strong> wij<strong>te</strong>n was aan <strong>de</strong> situatie,<br />

waar ze net in <strong>te</strong>recht was gek<strong>om</strong>en. De processen <strong>te</strong>gen haar ex,<br />

een an<strong>de</strong>r proces met een gemeen<strong>te</strong> en <strong>de</strong> nasleep <strong>van</strong> <strong>de</strong> inbraak.<br />

“Vind je het gek dat het een zootje is?” zei ze.<br />

Ze heeft <strong>de</strong> keuken logischer en handiger ingericht toen ze bij<br />

me introk. Dat vond ze nodig. Ik begrijp nu zeker niet meer<br />

waar<strong>om</strong>, want zelf k<strong>om</strong>t ze er nauwelijks. Ik kan werkelijk niets<br />

meer vin<strong>de</strong>n.<br />

Mijn staafmixer, die ik veel gebruik, is in een la gestopt, naast <strong>de</strong><br />

macaroni en spaghetti. Mijn luxe espress<strong>om</strong>achine heeft het veld<br />

moe<strong>te</strong>n ruimen voor een Senseo apparaat. Mijn apparaat staat nu<br />

in <strong>de</strong> bijkeuken naast <strong>de</strong> hams<strong>te</strong>r, voor het geval ik trek krijg in een<br />

lekker kopje espresso. Mijn krui<strong>de</strong>n zijn <strong>te</strong>rug <strong>te</strong> vin<strong>de</strong>n op drie<br />

verschillen<strong>de</strong> plaatsen. Groen<strong>te</strong>n in blik op mins<strong>te</strong>ns twee en zo<br />

kan ik wel doorgaan.<br />

Ook zijn <strong>de</strong> laatjes <strong>van</strong> <strong>de</strong> keuken geconfisceerd en ingericht<br />

zoals het in Rhoon was. In het linkerlaatje zit<strong>te</strong>n nu allerlei<br />

paperassen <strong>van</strong> <strong>de</strong> school <strong>van</strong> het kind, <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>ls<strong>te</strong> ook en <strong>de</strong><br />

rech<strong>te</strong>r fei<strong>te</strong>lijk ook. Ik raak papieren kwijt. Die heeft zij dan<br />

opgeruimd. Ze heeft ze voor me neergelegd op een voor mij<br />

onbegrijpelijke stapel op een onbegrijpelijke plek, verspreid door<br />

het gehele huis.<br />

Heeft ze eige<strong>nl</strong>ijk wel bedrijfskun<strong>de</strong> gestu<strong>de</strong>erd, schiet ineens<br />

door mijn hoofd. Want sinds ze veel aan research naar haar<br />

produc<strong>te</strong>n doet, is het me ook opgevallen dat ze bijzon<strong>de</strong>r veel<br />

moei<strong>te</strong> heeft met het lezen <strong>van</strong> Engels en dat ze me regelmatig<br />

vraagt <strong>om</strong> eenvoudige woor<strong>de</strong>n voor haar <strong>te</strong> vertalen. Vreemd,<br />

want <strong>de</strong> mees<strong>te</strong> studieboeken zijn in het Engels. Ook heeft ze<br />

ver<strong>te</strong>ld, dat ze naast bedrijfskun<strong>de</strong> ook psychologie heeft<br />

gestu<strong>de</strong>erd. Ze heeft dus twee studies gedaan, heeft ze ook twee


gra<strong>de</strong>n? Zal ik haar eens naar haar dipl<strong>om</strong>a‟s vragen? Dat heeft<br />

waarschij<strong>nl</strong>ijk geen zin, want ze zal wel een geldige re<strong>de</strong>n<br />

verzinnen waar<strong>om</strong> ze ze me niet kan la<strong>te</strong>n zien.<br />

Ze vraagt me weer <strong>om</strong> raad inzake <strong>de</strong> inkoop <strong>van</strong> een gadget uit<br />

het bui<strong>te</strong><strong>nl</strong>and. Ik weet al dat ze toch niet luis<strong>te</strong>rt, maar toch zet ik<br />

me ertoe het nog een keertje <strong>te</strong> proberen. Ik zeg: “Wat ben je toch<br />

eigenwijs. Ik werk al zo‟n slordige twintig jaar voor mezelf en ik<br />

heb met succes diverse bedrijven opgezet en produc<strong>te</strong>n in <strong>de</strong><br />

markt gezet. Waar<strong>om</strong> gebruik je mijn ervaring niet? Waar<strong>om</strong><br />

luis<strong>te</strong>r je niet?”<br />

Ze is er totaal niet gevoelig voor. Ze bevestigt mijn vermoe<strong>de</strong>n<br />

en ik besluit het <strong>te</strong> la<strong>te</strong>n gaan. Fei<strong>te</strong>lijk kan het me geen barst meer<br />

schelen, ze zoekt het maar uit.<br />

Belof<strong>te</strong>s nak<strong>om</strong>en?<br />

Ik <strong>de</strong>nk aan dingen die ik niet goed on<strong>de</strong>r woor<strong>de</strong>n kan brengen.<br />

Ze zegt dat ze dingen gaat doen, dingen die ze belangrijk vindt,<br />

maar vervolgens zie ik het haar niet doen. Als ik haar vervolgens<br />

vraag hoe het k<strong>om</strong>t dat er nog niets gebeurd is, heeft ze altijd wel<br />

een argument waar<strong>om</strong> het nog niet gebeurd is of waar<strong>om</strong> het ook<br />

niet gaat gebeuren. Allerlei voorvallen passeren <strong>de</strong> revue.<br />

Buddy, haar kat, was meeverhuisd naar St<strong>om</strong>pwijk. Ik ben<br />

allergisch voor kat<strong>te</strong>n, maar Buddy is een ech<strong>te</strong> bui<strong>te</strong>nkat, dus dat<br />

zou geen probleem zijn. Buddy heeft het naar zijn zin en gaat op<br />

jacht. Ik zie hem regelmatig door <strong>de</strong> ach<strong>te</strong>rtuin en <strong>de</strong> weilan<strong>de</strong>n<br />

lopen. Hij eet in het begin nog thuis, althans, dat <strong>de</strong>nk ik. Tot op<br />

zekere dag een buurvrouw aan me vraagt of ik mijn kat kwijt ben.<br />

Het is een zwart/wit gevlek<strong>te</strong> en hij is net naar het asiel gebracht.<br />

Ik weet niet be<strong>te</strong>r of Buddy loopt nog in <strong>de</strong> ach<strong>te</strong>rtuin of in het<br />

weiland rond. Ik zeg dus dat het niet mijn kat is, maar la<strong>te</strong>r blijkt


het hem wel <strong>te</strong> zijn. Mij boeit het niet zoveel, want ik ben die kat<br />

liever kwijt dan rijk. Maar zij mist haar kat vreselijk, althans, dat is<br />

wat ze zegt. Ook haar kind is overstuur, als ze verneemt dat <strong>de</strong> kat<br />

waarschij<strong>nl</strong>ijk in het asiel zit.<br />

Ze besluit morgen naar het asiel <strong>te</strong> gaan <strong>om</strong> <strong>te</strong> gaan kijken of<br />

Buddy daar zit. Ze k<strong>om</strong>t er ech<strong>te</strong>r niet aan toe.<br />

Een paar dagen la<strong>te</strong>r <strong>de</strong>nkt ze weer aan <strong>de</strong> kat, net als haar kind.<br />

Ze beloofd haar kind <strong>om</strong> <strong>de</strong> kat morgen uit het asiel <strong>te</strong> gaan halen.<br />

Het proces herhaalt zich een aantal malen, met als gevolg dat <strong>de</strong><br />

kat er nog s<strong>te</strong>eds zit, een an<strong>de</strong>r baasje heeft gevon<strong>de</strong>n of een<br />

spuitje heeft gekregen.<br />

Ze krijgt een schrijven uit Groningen. Ze moet alimentatie voor<br />

Guido gaan betalen in het ka<strong>de</strong>r <strong>van</strong> het verhaalsrecht op <strong>de</strong><br />

bijstand. De eis <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeen<strong>te</strong> is zon<strong>de</strong>rmeer onre<strong>de</strong>lijk en zij is<br />

er helemaal overstuur <strong>van</strong>. Ze slaapt er slecht <strong>van</strong> en ze kan het<br />

over niets an<strong>de</strong>rs meer hebben.<br />

Haar broer Klaas s<strong>te</strong>ekt <strong>de</strong> helpen<strong>de</strong> hand toe en stuurt <strong>de</strong><br />

gemeen<strong>te</strong> een pittige brief. Het schiet <strong>de</strong> gemeen<strong>te</strong> in het<br />

verkeer<strong>de</strong> keelgat en <strong>de</strong> zaak wordt overgedragen aan <strong>de</strong> advocaat<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeen<strong>te</strong>. De standaard procedure bij een bot<strong>te</strong> weigering,<br />

want dat was <strong>de</strong> strekking <strong>van</strong> <strong>de</strong> brief <strong>van</strong> Klaas, wordt in<br />

werking gezet.<br />

Er k<strong>om</strong>t een aange<strong>te</strong>ken<strong>de</strong> brief, een dagvaarding. Zij moet in<br />

Groningen voor het kantongerecht verschijnen. Daar heeft ze, <strong>om</strong><br />

inmid<strong>de</strong>ls beken<strong>de</strong> re<strong>de</strong>nen, geen zin in.<br />

Ze vraagt me <strong>om</strong> raad en hulp en ik k<strong>om</strong> in actie. Ik neem<br />

contact op met <strong>de</strong> gemeen<strong>te</strong> en ik k<strong>om</strong> vrij snel tot <strong>de</strong> kern <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

zaak. Ik kan met <strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijke persoon re<strong>de</strong>lijk door een<br />

<strong>de</strong>ur en hij <strong>de</strong>nkt met me mee. Om <strong>de</strong> zaak op <strong>te</strong> lossen moe<strong>te</strong>n er<br />

fei<strong>te</strong>n op tafel k<strong>om</strong>en. On<strong>de</strong>rmeer moet aangetoond wor<strong>de</strong>n, dat<br />

zij en Guido bijna niet samengewoond hebben.<br />

Ik vraag het haar <strong>om</strong> me <strong>de</strong> fei<strong>te</strong>n op een rijtje <strong>te</strong> zet<strong>te</strong>n en ze<br />

begint me direct hon<strong>de</strong>rd uit <strong>te</strong> ver<strong>te</strong>llen. Ik zeg <strong>te</strong>gen haar dat ik


daar niets aan heb. Ik moet een lijst hebben met data die aanslui<strong>te</strong>n<br />

en daar waar mogelijk uittreksels uit gemeen<strong>te</strong>regis<strong>te</strong>rs en zo.<br />

Ze is zo blij dat ik haar help. Ze gaat <strong>de</strong> lijst direct voor me<br />

maken.<br />

Ik heb haar een aantal keren <strong>om</strong> <strong>de</strong> lijst gevraagd en ze gaat hem<br />

s<strong>te</strong>eds direct maken.<br />

Ik moet hem nog krijgen.<br />

Het kind is muzikaal en ze had in Rhoon pianoles. “Het is wel<br />

jammer dat erin St<strong>om</strong>pwijk geen muziekschool is, waar ze naartoe<br />

kan,” zegt ze <strong>te</strong>gen me.<br />

“In Zoe<strong>te</strong>rwou<strong>de</strong>, drie kil<strong>om</strong>e<strong>te</strong>r ver<strong>de</strong>rop, is er wel eentje,”<br />

ver<strong>te</strong>l ik haar. En Zoe<strong>te</strong>rmeer en Lei<strong>de</strong>n liggen ook op een<br />

s<strong>te</strong>enworp afstand.<br />

“Een muziekschool is eige<strong>nl</strong>ijk toch niets voor mijn kind,” zegt<br />

ze, “het <strong>te</strong>mpo ligt voor haar veel <strong>te</strong> laag. Dat heb ik je toch al<br />

ver<strong>te</strong>ld?”<br />

“Wat maakt het dan uit waar een muziekschool zit?” vraag ik<br />

haar. “Dan zoek je toch gewoon een privé-leraar via het in<strong>te</strong>rnet of<br />

<strong>de</strong> Gou<strong>de</strong>n Gids? Je kunt zelfs kijken of ze niet aan huis lesgeven.”<br />

“Jij hebt wel eens <strong>te</strong>gen me gezegd dat jij ook wel piano zou<br />

willen leren spelen,” zegt ze, “waar<strong>om</strong> ga jij niet <strong>te</strong>gelijk met haar<br />

op les? Dan kunnen jullie toch samen gaan?”<br />

“Ik kijk wel linker uit,” zeg ik, “ik bespeel al <strong>te</strong> veel instrumen<strong>te</strong>n<br />

en piano doe ik er maar een beetje bij. Dat vind ik wel genoeg.”<br />

“Als ze niet op les gaat,” probeert ze, “dan heb je die piano voor<br />

jan met <strong>de</strong> kor<strong>te</strong> ach<strong>te</strong>rnaam gekocht.”<br />

“Ik begrijp het verband niet,” zeg ik, “als jij vindt dat jouw kind<br />

piano moet leren spelen, dan moet je haar gewoon op les doen.”<br />

Het kind speelt dagelijks en ze heeft talent. Telkens als zij haar<br />

kind hoort spelen, zegt ze dat het zon<strong>de</strong> is dat het kind nog geen<br />

pianoles heeft. Telkens vraag ik haar waar<strong>om</strong> ze niet eventjes<br />

pianoles voor haar kind regelt.


De halve klas <strong>van</strong> het kind rijdt paard en natuurlijk alleen op hun<br />

eigen paard. Zij s<strong>te</strong>lt voor dat ik voor het kind een eigen paard<br />

moet aanschaffen, zodat ze kan gaan paardrij<strong>de</strong>n en met dieren <strong>om</strong><br />

leert gaan. Ik verslik me zowat in mijn koffie, maar op dit voors<strong>te</strong>l<br />

ga ik zeker niet in. Ik vind het ech<strong>te</strong>r wel goed dat het kind op<br />

paardrijles gaat. S<strong>te</strong>rker nog, ik juich het zelfs toe. Behalve dat ze<br />

iets aan sport doet, kan ze ook sociale contac<strong>te</strong>n leggen,<br />

bijvoorbeeld met leeftijdsgenootjes.<br />

Er zijn drie maneges in het dorp, alledrie binnen een straal <strong>van</strong><br />

500 me<strong>te</strong>r <strong>van</strong> mijn huis. Ik leg haar uit waar ze <strong>de</strong> maneges kan<br />

vin<strong>de</strong>n en zeg haar dat ze er met het kind naartoe kan gaan.<br />

“Het is toch ook jouw kind,” begint ze, “kun jij dat niet doen?”<br />

Het is een wat ou<strong>de</strong> discussie, maar ik reageer toch. “Ten eers<strong>te</strong><br />

is het nog s<strong>te</strong>eds mijn kind niet. Ten twee<strong>de</strong> heb jij tijd genoeg. Je<br />

hebt nog s<strong>te</strong>eds geen baan en het enige waar jij je druk over maakt<br />

is <strong>de</strong> tuin. Daarbij, jij vindt het toch belangrijk dat jouw kind in het<br />

sociale leven <strong>van</strong> St<strong>om</strong>pwijk inburgert en op paardrij<strong>de</strong>n gaat?”<br />

De z<strong>om</strong>er gaat voorbij en het kind zit nog s<strong>te</strong>eds niet op<br />

paardrij<strong>de</strong>n. Ik besluit maar eens in actie <strong>te</strong> k<strong>om</strong>en, zij doet het<br />

niet. Ik neem het kind en haar moe<strong>de</strong>r mee naar <strong>de</strong> Blesrui<strong>te</strong>rs,<br />

waar helaas een lange wachtlijst blijkt <strong>te</strong> zijn. Dat is pech, dus ik<br />

moet even ver<strong>de</strong>r zoeken.<br />

Eenmaal thuisgek<strong>om</strong>en zeg ik <strong>te</strong>gen het kind: “K<strong>om</strong> op, pak je<br />

fiets. We gaan eventjes een stukje rij<strong>de</strong>n.”<br />

We rij<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> fiets naar een an<strong>de</strong>re manege, nog geen<br />

tweehon<strong>de</strong>rd me<strong>te</strong>r <strong>van</strong> mijn huis af. We maken kennis met een<br />

alleraardigst s<strong>te</strong>l, dat <strong>de</strong> manege runt. Door <strong>de</strong> warme<br />

verwelk<strong>om</strong>ing voelt het kind zich er direct thuis. Een half uur la<strong>te</strong>r<br />

gaan we <strong>te</strong>rug naar huis. Het kind zit op paardrijles en haar eers<strong>te</strong><br />

les is aanstaan<strong>de</strong> za<strong>te</strong>rdag.<br />

Ik wist toen nog niet dat Reinier een goed woordje voor me zou<br />

doen bij <strong>de</strong> Blesrui<strong>te</strong>rs. Twee dagen la<strong>te</strong>r had het kind zelfs les bij<br />

twee maneges.


“Ik moet nodig naar mijn va<strong>de</strong>r toe,” zegt ze, “ik mis hem en ik<br />

heb hem al zo lang niet bezocht.”<br />

Ik rijd met haar en het kind door Rhoon en ik zeg: “We zijn nu<br />

in <strong>de</strong> buurt <strong>van</strong> het verzorgings<strong>te</strong>huis, waar jouw va<strong>de</strong>r zit. Je hebt<br />

toch gezegd dat je naar hem toe wilt?”<br />

“Nu niet,” zegt ze, “ik ga morgen wel.”<br />

“Morgen zijn we niet in <strong>de</strong> buurt,” zeg ik, “of ga jij morgen<br />

alleen naar jouw va<strong>de</strong>r? Alleen <strong>de</strong> gro<strong>te</strong> weg op, helemaal naar<br />

Rhoon?”<br />

“Ja, ik weet het wel,” reageert ze geprikkeld, “ik ga volgen<strong>de</strong><br />

week wel.”<br />

Jeanet<strong>te</strong> zegt let<strong>te</strong>rlijk <strong>te</strong>gen me dat ze het niet begrijpt. “Zij lijkt<br />

zo begaan met haar tuin, maar ik zie haar er niet voor zorgen.<br />

Althans niet zoals ik dat doe. Begrijp me niet verkeerd,”<br />

verontschuldigt Jeanet<strong>te</strong> zich nog, “maar ik vind het zo zon<strong>de</strong>.”<br />

Ik vraag Jeanet<strong>te</strong> wat ze daarmee bedoelt en ze zegt: “Ik zorg dat<br />

mijn tuin in or<strong>de</strong> is. Ik knip blaadjes bij, snoei wat, haal do<strong>de</strong><br />

takken en bla<strong>de</strong>ren weg, enzovoorts. Dat zie ik haar niet doen.<br />

S<strong>te</strong>rker nog, er liggen nog plantjes die niet gepoot zijn en dood<br />

liggen <strong>te</strong> gaan. Het lijkt wel of ze het niet eens ziet.”<br />

Jeanet<strong>te</strong> gaat door: “Iets <strong>de</strong>rgelijks geldt voor <strong>de</strong> slaapkamer.<br />

Daar staan nu allemaal nieuwe meubels in en het is net een<br />

toonzaal. Maar <strong>de</strong> r<strong>om</strong>mel die daar vroeger lag, ligt nu in <strong>de</strong><br />

badkamer. Waar<strong>om</strong> ruimt ze het niet gewoon op?”<br />

Ik zet nog meer voorvallen op een rijtje en ik kijk eens naar haar,<br />

<strong>te</strong>rwijl zij ach<strong>te</strong>r <strong>de</strong> pc zit. Haar leesbril staat op het puntje <strong>van</strong><br />

haar neus en ze gaat onverstoorbaar door. Ze werkt zich, zoals ze<br />

dat zelf zegt, <strong>de</strong> bloedblubber.<br />

Ineens zie ik een patroon. Ze zegt iets <strong>te</strong> willen of <strong>te</strong> gaan doen.<br />

Vervolgens doet ze het niet en ik vraag haar ernaar. Ze heeft altijd<br />

wel een geldige argument waar<strong>om</strong> ze het niet gedaan heeft.<br />

Althans, dat vindt ze zelf.


Het kind zit nog s<strong>te</strong>eds niet op pianoles. Ze gaat nooit naar haar<br />

va<strong>de</strong>r in het rusthuis toe. Ze ruimt werkelijk niets op. Ze kookt<br />

nooit. Ze doet geen boodschappen. Ze heeft weer een nieuwe<br />

re<strong>de</strong>n <strong>om</strong> dingen niet <strong>te</strong> doen: Ze moet haar artikelen invoeren in<br />

haar webshop!<br />

Aan iets an<strong>de</strong>rs kan ze niet <strong>de</strong>nken. Ik trek een parallel met <strong>de</strong><br />

tuin of <strong>de</strong> woonkamer. Als ze haar zinnen op iets heeft gezet, dan<br />

gaat ze er volledig voor en dan vergeet ze <strong>de</strong> rest. Zo zijn er nog<br />

een paar dingen, waarbij ze zeer proactief en kordaat heeft<br />

gehan<strong>de</strong>ld. Zoals het opzeggen <strong>van</strong> <strong>de</strong> huur <strong>van</strong> haar appar<strong>te</strong>ment<br />

in Rhoon, ondanks mijn uitdrukkelijke verzoek dat niet <strong>te</strong> doen!<br />

En na mijn „ja‟-woord had<strong>de</strong>n we haar bruidsjurk al na twee weken<br />

in huis.<br />

Jaloezie?<br />

Ik <strong>de</strong>nk aan haar reacties als ik contact heb met wezens <strong>van</strong> het<br />

an<strong>de</strong>re geslacht. Er is altijd wel iets aan <strong>de</strong> hand. Ze ergert zich<br />

continu aan mijn verle<strong>de</strong>n en ze maakt zich er zelfs druk over.<br />

Neem het voorval met <strong>de</strong> foto‟s. God, wat was ze toen boos. Of<br />

als ik iets per ongeluk zeg over Iris? Dan reageert ze dat het een<br />

d<strong>om</strong> blondje is waar ik op ben gevallen. Ik <strong>de</strong>nk ook <strong>te</strong>rug aan die<br />

enorme ruzie rond<strong>om</strong> mijn vermeen<strong>de</strong> flirtpartij met Yvet<strong>te</strong>. Wat<br />

maakt het toch, dat ze altijd zo heftig reageert? Is ze onzeker?<br />

Maak ik haar onzeker? Ik begrijp het niet, want allerlei in mijn<br />

ogen onschuldige dingen blaast ze op tot bui<strong>te</strong>ngewone<br />

proporties. Ook hier<strong>van</strong> schie<strong>te</strong>n allerlei voorvallen me <strong>te</strong> binnen.<br />

Ik moet tanken en ik rijd <strong>de</strong> snelweg af. Nadat ik <strong>de</strong> auto<br />

volgetankt heb loop ik naar <strong>de</strong> kassa <strong>van</strong> het tankstation. Zij loopt<br />

met me mee want ze heeft trek in iets zoets. Ik ga in <strong>de</strong> rij staan en<br />

zij zoekt iets lekkers uit. Ik reken af met mijn creditcard en <strong>de</strong>


p<strong>om</strong>pbedien<strong>de</strong> vraagt of ik Airmiles spaar. Gewoon<strong>te</strong>getrouw pak<br />

ik mijn Airmilespas en ik overhandig hem aan <strong>de</strong> p<strong>om</strong>pbedien<strong>de</strong>.<br />

“Jij spaart toch helemaal geen Airmiles?” vraagt zij verwon<strong>de</strong>rd.<br />

“Nee,” zeg ik, “ik spaar ze zelf ook niet. Deze pas heb ik<br />

gekregen <strong>van</strong> Iris. Zij heeft hem aan mij gegeven met <strong>de</strong> vraag of<br />

ik ze voor haar wil sparen.”<br />

“Ben je nou helemaal belazerd?” zegt ze fel. “Airmiles sparen<br />

voor die ex <strong>van</strong> jou?”<br />

“Joh, s<strong>te</strong>l je niet zo aan,” zeg ik, “het is een gewoon<strong>te</strong> <strong>om</strong> het<br />

pasje <strong>te</strong> geven als me er<strong>om</strong> wordt gevraagd. Ik <strong>de</strong>nk er niet eens bij<br />

na.”<br />

Ik moet er een beetje <strong>om</strong> lachen, want ik vermoed welke kant het<br />

opgaat. Ik voeg er luchtig aan toe: “Je moet toch toegeven dat het<br />

zon<strong>de</strong> is <strong>om</strong> ze niet <strong>te</strong> innen.”<br />

“Ik had het kunnen we<strong>te</strong>n,” zucht ze, “je spaart nog Airmiles<br />

voor die blon<strong>de</strong> ex <strong>van</strong> jou, die al zoveel <strong>van</strong> jou heeft gehad.<br />

Verd<strong>om</strong>me. Je neemt wel <strong>de</strong> moei<strong>te</strong> <strong>om</strong> ze voor haar <strong>te</strong> sparen,<br />

maar <strong>om</strong> dat voor mij <strong>te</strong> doen, ho maar.”<br />

“Maak er toch niet zo‟n punt <strong>van</strong>,” zeg ik, “s<strong>te</strong>l je alsjeblieft niet<br />

zo aan. Ik vind het sop <strong>de</strong> kool niet waard.”<br />

Ze wordt nu echt boos en ze zegt vinnig: “Ik wil gewoon dat je<br />

ze <strong>van</strong>af nu niet meer voor haar spaart.”<br />

Nog los <strong>van</strong> het feit dat ik <strong>de</strong> discussie onzinnig vind, wil ik haar<br />

toch haar zin niet geven. Als ik nu al op dit soort onzinnige<br />

dingetjes ga toegeven, dan is het eind straks zoek. Ik zeg: “Als je<br />

het zo vervelend vind dat ik ze voor haar spaar, doe ik het niet<br />

meer. Althans, niet met jou in <strong>de</strong> buurt.”<br />

“Je begrijpt mijn punt niet,” zegt ze fel en daar is het vingertje<br />

weer. “Ik pik het gewoon niet,” zeg ze, “dat je nog allerlei ban<strong>de</strong>n<br />

on<strong>de</strong>rhoudt met jouw ex. Ne pas.”<br />

“Ban<strong>de</strong>n met mijn ex?” zeg ik vragend. “Zo‟n lullig<br />

Airmilespasje, waar<strong>van</strong> ik niet eens weet hoe het werkt? Noem je<br />

dat een band?”


“Ik wil dat je alle ban<strong>de</strong>n met haar verbreekt,” zegt ze<br />

ge<strong>de</strong>ci<strong>de</strong>erd, “dus ook dat je geen Airmiles meer voor haar spaart.”<br />

“Dat is toch zon<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> Airmiles?” zeg ik plagerig. “Weet je<br />

wat? Als jij voor mij een pas aanvraagt, dan krijg jij ze voortaan<br />

allemaal.”<br />

“Weet je wel heel zeker dat je ze mij meer gunt dan jouw ex?”<br />

vraagt ze boos. “Ik ben slechts jouw aanstaan<strong>de</strong> echtgeno<strong>te</strong> en zij<br />

is een ex. Zij heeft toch zeker <strong>de</strong> ouds<strong>te</strong> rech<strong>te</strong>n? Weet je wel<br />

zeker dat je haar ongelukkig wilt maken?”<br />

Ik word ongeduldig en ik begrijp werkelijk niet waar<strong>om</strong> ze er<br />

zo‟n punt <strong>van</strong> maakt. Ik zeg: “Ik wil er niets meer over horen. Die<br />

lullige Airmiles. Het gaat nergens over en klaarblijkelijk ben je op<br />

ruzie uit. Ik wil je er nooit meer over horen. Ik gebruik <strong>de</strong>ze pas<br />

net zo lang tot ik <strong>van</strong> jou een nieuwe heb gekregen. Je hebt het dus<br />

in eigen hand.”<br />

Ze prut<strong>te</strong>lt nog een beetje en ze zegt: “Ik ga direct een<br />

Airmilespas aanvragen.”<br />

“Goed zo,” zeg ik, “en voortaan niet meer zo‟n punt maken <strong>van</strong><br />

zoiets lulligs. Alsjeblieft.”<br />

Ik moet <strong>de</strong> Airmilespas nog s<strong>te</strong>eds <strong>van</strong> haar krijgen.<br />

Ik ben op kantoor en ik krijg bezoek <strong>van</strong> twee dames. Zij kunnen<br />

mij helpen mijn bedrijf een stapje ver<strong>de</strong>r <strong>te</strong> brengen. In mijn<br />

agenda staat:<br />

10:00 Y. Tieler en Y. <strong>de</strong> Wit.<br />

De dames k<strong>om</strong>en op kantoor en ze s<strong>te</strong>llen zich voor. De ene<br />

s<strong>te</strong>lt zich voor als Yvon en <strong>de</strong> an<strong>de</strong>r als Yolanda. Ik maak een fout<br />

en ik haal hun namen door elkaar. Dat heb ik wel eens meer, <strong>de</strong><br />

verwisseling zit er nu in. En als het eenmaal verkeerd in mijn<br />

sys<strong>te</strong>em zit, dan krijg ik het er niet zo gemakkelijk meer uit. Ik<br />

verzin iets <strong>om</strong> ervoor <strong>te</strong> zorgen dat ik <strong>de</strong> namen niet meer<br />

verwissel. Ik leer mezelf aan <strong>om</strong> “Yvon” <strong>te</strong>gen “Yolanda” <strong>te</strong><br />

zeggen en vice versa. Het helpt.


Het is lekker weer en ik zit met haar ach<strong>te</strong>r in <strong>de</strong> tuin. Jackie, een<br />

vriendin <strong>van</strong> me, k<strong>om</strong>t haar motor halen die in mijn schuur<br />

logeert. Jackie k<strong>om</strong>t naar me toegelopen en ik s<strong>te</strong>l <strong>de</strong> dames aan<br />

elkaar voor.<br />

Ik zeg <strong>te</strong>gen Jackie: “Mag ik je voors<strong>te</strong>llen. Dit is Yolanda.” Het<br />

schiet eruit voordat ik er erg in heb en ik verslik me. Ik stot<strong>te</strong>r<br />

erach<strong>te</strong>raan: “Nee, hoe k<strong>om</strong> ik hier nu bij. Ik bedoel, Yvon.”<br />

Jackie heeft haast en ze pakt haar motor. Ze rijdt weg en ik moet<br />

mezelf verantwoor<strong>de</strong>n. “Sorry schat,” zeg ik en ik leg haar het<br />

voorval <strong>van</strong> kantoor uit.<br />

“Je gaat mij toch niet ver<strong>te</strong>llen dat een in<strong>te</strong>lligent man als jij <strong>de</strong><br />

voornaam <strong>van</strong> zijn lief niet kan onthou<strong>de</strong>n?” zegt ze. “Maar ik<br />

weet wel hoe laat het is, hoor.”<br />

“S<strong>te</strong>l je niet aan,” zeg ik, “het is een verspreking. Nu het ook een<br />

keer bij jou is gebeurd loop je zelfs het risico op herhaling.”.<br />

“Ik weet wel hoe laat het is,” zegt ze, “je zit gewoon aan Yolanda<br />

<strong>van</strong> Rutger <strong>te</strong> <strong>de</strong>nken.”<br />

“Yolanda <strong>van</strong> Rutger?” zeg ik vragend. “Hoe k<strong>om</strong> je daar nou<br />

op.”<br />

“Ik weet dat het tussen Rutger en Yolanda <strong>de</strong> laats<strong>te</strong> tijd niet zo<br />

goed bo<strong>te</strong>rt,” zegt ze, “je hebt het me zelf ver<strong>te</strong>ld. Zij vindt jou<br />

natuurlijk wel een in<strong>te</strong>ressant al<strong>te</strong>rnatief voor hem. Daarbij is ze<br />

blond en ik weet dat je op dat type valt. Voor mij is het dui<strong>de</strong>lijk.<br />

Het is dus geen verspreking, maar je zit gewoon aan Yolanda <strong>te</strong><br />

<strong>de</strong>nken.”<br />

“Hoe haal je dat nou in je hoofd?” vraag ik. “Jij <strong>de</strong>nkt geloof ik<br />

dat ik een in<strong>te</strong>ressan<strong>te</strong> partij ben voor elke vrouw of zo.”<br />

“Ach jongen,” zegt ze, “je ziet niet eens wat hier gebeurt. Die<br />

Jackie, met die motor <strong>van</strong> haar. Ik heb echt wel gezien hoe ze naar<br />

je kijkt.”<br />

“Houd er over op,” zeg ik, “ik bied je bij <strong>de</strong>ze nog één keer mijn<br />

oprech<strong>te</strong> en welgemeen<strong>de</strong> excuus aan <strong>om</strong>dat ik je Yolanda heb<br />

genoemd en daarmee is het wat mij betreft klaar.”


“Ik wil dat wijf niet meer over <strong>de</strong> vloer hebben,” zegt ze.<br />

“Welk wijf wil je niet meer over <strong>de</strong> vloer hebben?” vraag ik.<br />

“Die Jackie,” zegt ze, “ik heb hier totaal geen privacy. Elk<br />

m<strong>om</strong>ent kan hier een of an<strong>de</strong>re ex of vriendin <strong>van</strong> jou over <strong>de</strong><br />

vloer k<strong>om</strong>en met een of an<strong>de</strong>re kutsmoes.”<br />

Daar k<strong>om</strong>t het vingertje: “Jij <strong>de</strong>nkt zeker dat ik blond ben en dat<br />

ik die Jackie niet door heb. Ne pas. Het is jammer voor haar, maar<br />

die motor moet weg.”<br />

“Ik pieker er niet over,” zeg ik, “ik heb Jackie beloofd dat ze haar<br />

motor bij mij kan stallen tot ze een eigen parkeerplaats heeft.”<br />

“Ze betaalt zeker <strong>de</strong> huur in natura,” zegt ze, “je mag er gewoon<br />

wel eerlijk voor uitk<strong>om</strong>en, hoor. Dan weet ik <strong>te</strong>nmins<strong>te</strong> waar ik<br />

aan toe ben.”<br />

Ik zeg verbaasd: “Jezus mens, je lijkt wel jaloers. Jackie is al meer<br />

dan twintig jaar een vriendin <strong>van</strong> me en als wij wat met elkaar<br />

wil<strong>de</strong>n, dan had<strong>de</strong>n we allang iets met elkaar gehad.”<br />

“Ach jongen,” zegt ze, “heb je dan niet eens in <strong>de</strong> ga<strong>te</strong>n dat ze je<br />

uitneemt. Ze is er ook weer zo eentje. Zou ze ook zoiets voor jou<br />

doen? Ik <strong>de</strong>nk dat ze je het niet eens gevraagd heeft, maar er<br />

zon<strong>de</strong>rmeer <strong>van</strong>uit is gegaan dat ze haar motor wel bij jou kan<br />

stallen. Ie<strong>de</strong>reen kent je toch? Je bent gewoon <strong>te</strong> goed en jij trapt<br />

er weer in.”<br />

De motor <strong>van</strong> Jackie staat nog s<strong>te</strong>eds in <strong>de</strong> schuur en ze maakt<br />

zich er, althans voor zover ik kan waarnemen, in het geheel niet<br />

druk meer over.<br />

Het gaat niet zo goed met mijn samenwerking met Babeth, mijn<br />

secretaresse. Dat is vreemd, want het is een dame met een goed<br />

verstand. Ze is een perfectionist en het liefst doet ze haar werk in<br />

één keer goed. Ze neemt er ech<strong>te</strong>r over het algemeen ruim <strong>de</strong> tijd<br />

voor. Helaas ook als die er niet is.<br />

Dat is vervelend voor me, want ik <strong>de</strong>nk net an<strong>de</strong>rs<strong>om</strong> en ik<br />

verwacht dingen, die ze niet kan waarmaken. Als ik haar iets vraag,


dan wil ik over het algemeen dat het direct gebeurt. Babeth is<br />

ech<strong>te</strong>r in staat <strong>om</strong> een dringen<strong>de</strong> vraag op een actielijst <strong>te</strong><br />

schrijven, die vervolgens <strong>te</strong> gaan reorganiseren en dan pas <strong>te</strong><br />

beantwoor<strong>de</strong>n.<br />

Ik merk al snel dat <strong>de</strong> werkwijze <strong>van</strong> Babeth en die <strong>van</strong> mij haaks<br />

<strong>te</strong>n opzich<strong>te</strong> <strong>van</strong> elkaar staan. Ik praat er met Babeth over en ik leg<br />

uit hoe ik het <strong>van</strong> haar verwacht. Ze kent haar valkuil en ze gaat<br />

be<strong>te</strong>r haar best doen.<br />

Maar Babeth kan ook niet <strong>te</strong>gen <strong>de</strong> druk, die ze nu ervaart en ze<br />

wordt onzeker. Dit heeft weer als gevolg dat er nu helemaal niets<br />

meer uit haar han<strong>de</strong>n k<strong>om</strong>t en als er al iets uit k<strong>om</strong>t, dan is het <strong>te</strong><br />

laat of niet goed genoeg. Babeth zit ge<strong>van</strong>gen in een negatieve<br />

spiraal, waar<strong>van</strong> ik niet weet hoe ik haar eruit kan helpen.<br />

Ik k<strong>om</strong> thuis en als zij aan me vraagt, hoe mijn dag op kantoor is<br />

verlopen, doe ik mijn beklag over Babeth bij haar. Ik vraag haar<br />

ook <strong>om</strong> raad, want ze heeft immers ervaring in het organiseren <strong>van</strong><br />

het administratieve proces <strong>van</strong> een dienstverlenend bedrijf, zoals<br />

bij het bedrijf <strong>van</strong> haar broer Klaas. Ik leg haar mijn probleem met<br />

Babeth voor.<br />

“Het is erg eenvoudig,” zegt ze, “zolang jij het belangrijker vindt<br />

hoe jouw secretaresse er uitziet dan hoe ze werkt, wordt het nooit<br />

wat. Gooi haar eruit en neem er eentje die capabel is.”<br />

Ze kijkt me vergenoegd aan en ze voegt eraan toe: “Heb je al<br />

eens overwogen <strong>om</strong> een lelijke trol aan <strong>te</strong> nemen die gewoon haar<br />

werk goed doet?”<br />

Ze wil niet meer gebeld wor<strong>de</strong>n door Guido en ze wil per direct<br />

een an<strong>de</strong>r <strong>te</strong>lefoonnummer hebben. Ik heb nog <strong>de</strong> mobiele<br />

<strong>te</strong>lefoon <strong>van</strong> Iris op kantoor liggen. Het contract loopt binnenkort<br />

af en het is goedkoper <strong>om</strong> het contract af <strong>te</strong> la<strong>te</strong>n lopen dan het op<br />

<strong>te</strong> zeggen. Dat k<strong>om</strong>t nu goed <strong>van</strong> pas, want ze kan dit nummer<br />

voorlopig gebruiken. Een snellere oplossing is niet voorhan<strong>de</strong>n en<br />

het is ook nog eens <strong>de</strong> goedkoops<strong>te</strong>. Ik waarschuw haar wel en ik<br />

zeg: “Het is wel het ou<strong>de</strong> nummer <strong>van</strong> Iris.”


“Ik weet niet of ik hem dan wil,” zegt ze, “want dan krijg ik<br />

waarschij<strong>nl</strong>ijk <strong>de</strong> hele dag vriendinnen <strong>van</strong> haar aan <strong>de</strong> <strong>te</strong>lefoon.<br />

Ik grap: “Dat risico zit er natuurlijk wel in.”<br />

“Laat maar,” zegt ze, “daar heb ik geen trek in.”<br />

“Lastig, hè,” zeg ik, “kiezen tussen twee kwa<strong>de</strong>n. Guido <strong>te</strong><br />

woord staan of een verloren vriendin <strong>van</strong> Iris, die haar nieuwe<br />

nummer nog niet heeft.”<br />

“Je hebt gelijk,” zegt ze, “geef hem toch maar.”<br />

Het scherm <strong>van</strong> het toes<strong>te</strong>l blijkt beschadigd. Geen probleem,<br />

want ik heb toevallig nog een toes<strong>te</strong>l liggen. Het is mijn ou<strong>de</strong>, die<br />

ik niet meer gebruik. Voordat ik hem aan haar geef, maak ik hem<br />

leeg. Althans, dat <strong>de</strong>nk ik.<br />

Ineens hoor ik: “Gadverdamme, heb je al je exen nog in het<br />

toes<strong>te</strong>l staan. Ik zie ze hier allemaal. Nicky, Margreet, Babeth,<br />

Yolanda, en zo kan ik wel doorgaan.”<br />

“S<strong>te</strong>l je niet aan,” zeg ik, “<strong>te</strong>n eers<strong>te</strong> is het <strong>van</strong> voor jouw tijd en<br />

daarbij, niet elke vrouw die in mijn toes<strong>te</strong>l staat is aut<strong>om</strong>atisch een<br />

ex.”<br />

“Zie je me voor blond aan of zo?” schimpt ze. “Ik weet echt wel<br />

waar jij staat en ik weet ook dat jij dat zelf heel goed weet. Maar<br />

heb je het nodig <strong>om</strong> het me elke keer <strong>te</strong> bewijzen?”<br />

“Bewijzen?” vraag ik. “Wat moet ik bewijzen?”<br />

“Hoe jij in <strong>de</strong> markt ligt,” zegt ze, “ik weet dat best wel, hoor.”<br />

“Mens, s<strong>te</strong>l je niet aan,” zeg ik weer, “ik dacht dat ik het toes<strong>te</strong>l<br />

leeg had gemaakt, maar klaarblijkelijk is er iets mis gegaan.”<br />

Ze moppert nog wat en ze gaat door met het leegmaken <strong>van</strong> het<br />

adresboek.<br />

Het is niet veel la<strong>te</strong>r als ze <strong>de</strong> „verwij<strong>de</strong>r<strong>de</strong> i<strong>te</strong>ms‟ <strong>van</strong> <strong>de</strong> sms-jes<br />

<strong>te</strong>genk<strong>om</strong>t. Ik hoor haar weer griepen.<br />

“Godsamme,” jammert ze, “wordt me dan niets bespaard?”<br />

Ik loop naar haar toe en ik vraag haar wat er is. Ze zit met het<br />

mobieltje in haar hand en ze leest me een berichtje voor.


“Hij is gericht aan Nicky,” zegt ze, en hij luidt: “Jij kookt, ik<br />

be<strong>de</strong>nk het toetje. Ik heb al een i<strong>de</strong>e waar ik het <strong>van</strong>af ga likken.<br />

XXX.”<br />

Ze kijkt me vragend aan. “Ik dacht dat dit soort dingen alleen<br />

tussen ons gebeur<strong>de</strong>,” zegt ze verdrietig, “maar voor jou zijn dit<br />

klaarblijkelijk standaard <strong>te</strong>ks<strong>te</strong>n. Hoe haal je het in je d<strong>om</strong>me<br />

hersens mij dit mobieltje <strong>te</strong> geven met dit soort berich<strong>te</strong>n er nog<br />

in? Wat wil je bewijzen?”<br />

“Sorry hoor,” zeg ik lacherig, “ik dacht werkelijk dat ik het<br />

toes<strong>te</strong>l leeg had gehaald, maar klaarblijkelijk zijn er dingen<br />

ach<strong>te</strong>rgebleven die ik dacht verwij<strong>de</strong>rd <strong>te</strong> hebben.”<br />

“Ik hoef het toes<strong>te</strong>l niet meer,” zegt ze en ze geeft het aan me<br />

<strong>te</strong>rug.<br />

“En Guido dan?” vraag ik.<br />

“Ik neem wel een nieuw abonnement,” zegt ze, “ik wil niet <strong>de</strong><br />

hele tijd geconfron<strong>te</strong>erd wor<strong>de</strong>n met jouw lief<strong>de</strong>sleven. Ook al ligt<br />

het ach<strong>te</strong>r je.”<br />

Het is een mix <strong>van</strong> woor<strong>de</strong>n die in mij opk<strong>om</strong>en, als ik <strong>de</strong>ze<br />

voorvallen <strong>de</strong> revue laat passeren. Verlatingsangst. Bindingsangst.<br />

Bezit<strong>te</strong>righeid. Onzekerheid. Ik begrijp het niet. Ze wil me alle<br />

ruim<strong>te</strong> geven. Ze zegt het zo vaak. Ze doet het niet. Ik durf mijn<br />

mening al bijna niet meer <strong>te</strong> verkondigen, bang dat ik in een<br />

zi<strong>nl</strong>oze discussie <strong>te</strong>rechtk<strong>om</strong>. Zelf zit ze er niet zo mee, <strong>om</strong> <strong>te</strong> pas<br />

en <strong>te</strong> onpas over Guido of Hannes <strong>te</strong> pra<strong>te</strong>n. Het maakt me ook<br />

niet uit. Maar als ik daaren<strong>te</strong>gen iets over vroeger zeg, zeker als het<br />

gekoppeld is aan een vrouw, dan is het bijna op zeker mis. Zou ze<br />

werkelijk zo onzeker zijn? Dat is dan gek, want ik heb lang gedacht<br />

dat ze juist het <strong>te</strong>genoverges<strong>te</strong>l<strong>de</strong> daar<strong>van</strong> was.


Verslaafd?<br />

Op <strong>de</strong> avond <strong>van</strong> onze ontmoeting, in <strong>de</strong> kas<strong>te</strong>eltuinen <strong>van</strong><br />

Rhoon, rookt ze niet. Ze is er net mee gestopt, althans, dat ver<strong>te</strong>lt<br />

ze me. Ze kent mijn aversie <strong>te</strong>gen roken, haar kind is er fel op<br />

<strong>te</strong>gen dat ze het doet en ergens is er s<strong>te</strong>eds opnieuw dat s<strong>te</strong>mmetje<br />

binnenin haar, dat haar s<strong>te</strong>eds opnieuw ver<strong>te</strong>lt dat roken slecht is<br />

voor haar gezondheid en dat ze er nodig eens mee moet stoppen.<br />

“Doordat ik jou heb leren kennen heb ik <strong>te</strong>gelijk een mooie<br />

gelegenheid en een goe<strong>de</strong> motivatie <strong>om</strong> met roken <strong>te</strong> stoppen,”<br />

zegt ze <strong>te</strong>gen me.<br />

“Je hoort mij niet klagen,” zeg ik, “in<strong>te</strong>gen<strong>de</strong>el.”<br />

Ze zegt: “Ik vind het overigens wel heel erg jammer, want roken<br />

is zo verschrikkelijk lekker. Ik <strong>de</strong>nk dat ik het enorm ga missen.<br />

Zeker op een feestje, want ik vind roken gewoon gezellig. Af en<br />

toe een sigaretje, dat moet toch kunnen?”<br />

“Dan k<strong>om</strong> je op een hellend vlak,” zeg ik, “want voordat je het<br />

weet, rook je veel meer dan af en toe een sigaretje.”<br />

Ineens zie ik haar veel kauwg<strong>om</strong> e<strong>te</strong>n en ik vraag ernaar. “Ik<br />

neem sinds kort weer af en toe een sigaretje,” zegt ze. Ik maak <strong>de</strong><br />

opmerking dat ik zoenen met een roken<strong>de</strong> vrouw nog viezer vind<br />

dan het leeglikken <strong>van</strong> een volle asbak. Ik krijg direct als repliek<br />

dat een bierdrinken<strong>de</strong> man nog viezer is.<br />

“Nou, nou,” zeg ik daarop, “dan zoen je me toch niet.”<br />

“Ik kijk wel linker uit,” zegt ze, “ik vind zoenen met jou veel <strong>te</strong><br />

leuk en eige<strong>nl</strong>ijk heb ik er geen last <strong>van</strong>.”<br />

Ineens gaat ze weer roken, in mijn bijzijn. Weliswaar altijd in <strong>de</strong><br />

buurt <strong>van</strong> <strong>de</strong> open haard, met haar sigaret in het rookkanaal of ze<br />

gaat naar bui<strong>te</strong>n, maar toch ruik ik het overal. Zij vindt <strong>van</strong> niet.<br />

“Zoals ik rook heb je er geen last <strong>van</strong> en het huis gaat er niet <strong>van</strong><br />

stinken,” zegt ze, “en als ik het beperk tot vier sigaretjes per dag is<br />

er toch helemaal niets aan <strong>de</strong> hand?”


Maar <strong>de</strong> vier sigaret<strong>te</strong>n per dag wor<strong>de</strong>n er al snel vijf. Terwijl ze<br />

<strong>de</strong> vijf<strong>de</strong> sigaret met een schuldige blik ops<strong>te</strong>ekt, zegt ze dat ze er<br />

alvast eentje <strong>van</strong> <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> dag neemt, dus morgen rookt ze er<br />

maar drie. Maar <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> dag rookt ze er zes. Ze leent er nu<br />

drie <strong>van</strong> <strong>de</strong> dag erna.<br />

Binnen twee weken rookt ze meer dan een pakje per dag. Ik heb<br />

daar, behalve mijn weerzin <strong>te</strong>gen roken, een mening over en die<br />

ver<strong>te</strong>l ik haar.<br />

“Het gaat niet <strong>om</strong> <strong>te</strong> stoppen met roken door <strong>te</strong> min<strong>de</strong>ren,” zeg<br />

ik, “een paar sigaret<strong>te</strong>n per dag lukt ook niet, want daar is roken<br />

veel <strong>te</strong> verslavend voor. Zelfs al houd je het vol er slechts vier per<br />

dag <strong>te</strong> roken, dan zit je nog <strong>de</strong> hele dag <strong>te</strong> <strong>de</strong>nken aan die<br />

spaarzame m<strong>om</strong>en<strong>te</strong>n, dat je jezelf toestaat het <strong>te</strong> doen. Dus in<br />

plaats <strong>van</strong> dat je jezelf afleidt <strong>van</strong> het roken, ben je er <strong>de</strong> hele dag<br />

mee bezig. Stoppen wordt op die manier dus moeilijker in plaats<br />

gemakkelijker.”<br />

Ze on<strong>de</strong>rbreekt me en ze vraagt: “Ik heb je toch al ver<strong>te</strong>ld hoe<br />

lekker ik roken vindt? Het is zo verschrikkelijk lekker, dat ik<br />

fei<strong>te</strong>lijk niet eens wil stoppen.”<br />

“Tja,” antwoord ik haar, “zo lang je zo blijft <strong>de</strong>nken, zal het je<br />

ook nooit lukken. Probeer eens an<strong>de</strong>rs naar roken <strong>te</strong> kijken,<br />

bijvoorbeeld als asociale of vieze gewoon<strong>te</strong>. Dat zou al een heel<br />

stuk kunnen helpen.”<br />

Ze ver<strong>de</strong>digt haar rookverslaving. “Jij hebt er echt geen i<strong>de</strong>e <strong>van</strong><br />

hoe lekker roken kan zijn, hè?” zegt ze.<br />

“Je bent gewoon aan roken verslaafd,” s<strong>te</strong>l ik vast.<br />

“Net als jij aan alcohol,” zegt ze.<br />

“Natuurlijk,” lach ik, “je leidt <strong>de</strong> discussie gewoon af <strong>van</strong> jouw<br />

rookverslaving. Daar trap ik natuurlijk niet in.”<br />

Ik voer opnieuw een discussie met haar rond<strong>om</strong> haar<br />

rookgewoon<strong>te</strong>n, zoals dat al vaker is gebeurd. Ik weet uit ervaring<br />

dat hij nu doorgetrokken gaat wor<strong>de</strong>n richting mijn<br />

alcoholverslaving. Althans, waar<strong>van</strong> zij vindt dat ik hem heb.


Ik houd wel <strong>van</strong> een biertje en bij tijd en wijle kan ik hem ook<br />

goed raken. Een goed glas wijn bij een goe<strong>de</strong> maaltijd kan ik ook<br />

enorm waar<strong>de</strong>ren. Als ik dit zeg, dan zegt zij: “Zie je wel, dat je<br />

verslaafd bent. Je kunt niet eens een maaltijd nuttigen zon<strong>de</strong>r dat<br />

je jouw behoef<strong>te</strong> aan alcohol moet bevredigen.”<br />

Zij kent het niet, een wijntje bij het e<strong>te</strong>n, want ze drinkt nooit<br />

alcohol. Alleen limona<strong>de</strong>siroop, thee en koffie. Allemaal mierzoet,<br />

want <strong>de</strong> siroop wordt gemengd in een verhouding <strong>van</strong> één staat op<br />

één en in haar koffie of thee doet ze tussen <strong>de</strong> vier en zeven<br />

klon<strong>te</strong>n suiker. “Lekker zoet, daar houd ik <strong>van</strong>,” zegt ze, als ik er<br />

met afgrijzen naar kijk.<br />

“Geef maar toe,” zegt ze, “je bent gewoon verslaafd aan <strong>de</strong><br />

alcohol. Net zoals ie<strong>de</strong>reen die dwangmatig wijn drinkt bij het<br />

e<strong>te</strong>n.”<br />

“Ik ben helemaal niet verslaafd,” ver<strong>de</strong>dig ik mezelf, “als ik een<br />

glas wijn drink, is dat <strong>om</strong>dat ik het lekker vind. Niet <strong>om</strong>dat ik<br />

alcohol nodig heb.”<br />

“Dat is dan toch precies hetzelf<strong>de</strong> als met mijn roken,” houdt ze<br />

vol.<br />

“Nee, natuurlijk niet,” probeer ik haar <strong>te</strong> la<strong>te</strong>n inzien, “ik kan een<br />

wijntje drinken en er <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> dag <strong>van</strong> afblijven. Als jij vier<br />

sigaret<strong>te</strong>n per dag rookt, dan wordt dat binnen <strong>de</strong> korts<strong>te</strong> keren<br />

weer een pakje per dag.”<br />

“Lieve schat, geef het nou gewoon toe,” reageert ze, “je kunt<br />

gewoon niet <strong>van</strong> bier en wijn afblijven. Ik k<strong>om</strong> uit <strong>de</strong><br />

gezondheidszorg, weet je wel? Weet jij hoeveel leed ik al heb<br />

gezien als gevolg <strong>van</strong> het gebruik <strong>van</strong> alcohol? Jij zit daar, al geef je<br />

het niet toe, ook al. Geloof me maar.”<br />

Ze vervolgt haar relaas over haar exen, allemaal notoire drinkers.<br />

Stuk voor stuk waren ze regelmatig bezopen. Stuk voor stuk<br />

had<strong>de</strong>n ze haar mishan<strong>de</strong>ld. Met name als ze dronken waren. Ze<br />

kent nog meer drinkers. Haar stiefva<strong>de</strong>r was er ook zo eentje. Hij<br />

was nuch<strong>te</strong>r al zo verschrikkelijk streng, maar dronken was hij ook<br />

nog eens onrechtvaardig.


“Jouw aversie <strong>te</strong>gen dronkelappen begrijp ik best wel,” zeg ik<br />

<strong>te</strong>gen haar, “maar je ziet toch met je eigen ogen dat ik een matige<br />

drinker ben.”<br />

“Ach jongen,” zegt ze met weer die meewarige blik, “je hebt er<br />

zelf geen i<strong>de</strong>e <strong>van</strong> hoe verslaafd je fei<strong>te</strong>lijk al bent.”<br />

Ik houd vol, maar ze luis<strong>te</strong>rt niet. “Weet je wat?” zeg ik <strong>te</strong>gen<br />

haar. “Als jij stopt met roken, dan bewijs ik dat ik niet verslaafd<br />

ben door een poosje geen bier <strong>te</strong> drinken.”<br />

Daar krijg ik bijna direct spijt <strong>van</strong>, want al snel vindt ze dat een<br />

wijntje ook niet kan. Zelfs niet eens bij het diner. Om elke avond<br />

<strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> discussie <strong>te</strong> vermij<strong>de</strong>n, geef ik toe en ik drink alleen nog<br />

wa<strong>te</strong>r. Maar het is kin<strong>de</strong>rachtig. Zo verschrikkelijk kin<strong>de</strong>rachtig.<br />

Op een bepaald m<strong>om</strong>ent betrap ik haar op roken en ik vraag haar<br />

ernaar.<br />

“Ik ben toch aan het stoppen,” ver<strong>de</strong>digt ze zich, “en een paar<br />

sigaretjes per dag kunnen heus geen kwaad. Let op, als wij<br />

getrouwd zijn, dan rook ik helemaal niet meer.”<br />

We star<strong>te</strong>n <strong>de</strong> discussie over het wel of niet verslaafd zijn<br />

opnieuw. Ik heb er ech<strong>te</strong>r geen zin meer in <strong>om</strong> s<strong>te</strong>eds <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong><br />

zi<strong>nl</strong>oze discussie met haar <strong>te</strong> moe<strong>te</strong>n voeren. Ik herinner haar<br />

eraan dat ik me aan mijn kant <strong>van</strong> <strong>de</strong> afspraken houd en zij niet.<br />

Ze in<strong>te</strong>rpre<strong>te</strong>ert <strong>de</strong> afspraken geheel op eigen wijze en vult ze naar<br />

eigen goeddunken in. Ze bevestigt het me door <strong>te</strong> zeggen: “Ik ben<br />

bezig met stoppen. Na onze bruiloft stop ik volledig. Dat is zeer<br />

eenvoudig, want ik ben niet verslaafd aan het roken. Als ik al rook,<br />

dan doe ik het alleen maar <strong>om</strong>dat het verschrikkelijk lekker is.”<br />

Ik kijk haar meewarig aan en ik zeg dat ik het gelul vind. Ze zegt:<br />

“Dat bewijst dat jij wel verslaafd bent aan alcohol, want an<strong>de</strong>rs<br />

zou je niet zo‟n punt <strong>van</strong> mijn rookgewoon<strong>te</strong>n maken. Dat ik rook<br />

is jouw probleem niet, maar het mijne. Accep<strong>te</strong>er gewoon dat je<br />

jouw behoef<strong>te</strong> aan alcohol moet bevredigen, dan kun je er iets aan<br />

doen. Het is nog niet <strong>te</strong> laat.”


Weer verlegt ze <strong>de</strong> discussie <strong>van</strong> haar roken naar mijn drinken. Ik<br />

word inmid<strong>de</strong>ls gek <strong>van</strong> <strong>de</strong> discussie en ik beslecht hem. Ik bijt<br />

haar toe: “Je kijkt maar wat je doet met roken en je zoekt het maar<br />

uit. Je kent mijn mening en je weet hoe ik er <strong>te</strong>genaan kijk. Ik heb<br />

je genoeg bewijs gegeven en ik stop er nu mee.”<br />

Ik pak een flesje bier uit <strong>de</strong> koelkast en ik trek hem <strong>de</strong>monstratief<br />

open. Ik neem een slok en ik kijk haar uitdagend aan. Dat is<br />

helemaal <strong>te</strong>gen het zere been en ze wordt zelfs boos.<br />

“Zie je wel dat je verslaafd bent,” zegt ze kwaad, “je hebt<br />

gewoon net zo lang je kans af zit<strong>te</strong>n <strong>te</strong> wach<strong>te</strong>n tot je weer kunt<br />

zuipen.”<br />

“Het maakt me niet meer uit,” zeg ik <strong>te</strong>gen haar, “ik probeer je<br />

op een re<strong>de</strong>lijke manier <strong>te</strong> stimuleren en jij trekt dingen door tot in<br />

het belachelijke. Ik heb er geen zin meer in en ik drink <strong>van</strong>af nu<br />

weer wat ik wil.”<br />

“Waar<strong>om</strong> verbaast het me niet?” gaat ze vervolgens ver<strong>de</strong>r. “Je<br />

bent al hard op weg een ech<strong>te</strong> St<strong>om</strong>pwijker <strong>te</strong> wor<strong>de</strong>n. Ie<strong>de</strong>reen in<br />

dit belachelijke dorp zuipt als een ket<strong>te</strong>r. Ik dacht dat jij daarboven<br />

stond. Nee hoor, je bent al net zo erg als <strong>de</strong> rest.”<br />

Ik kijk haar aan en ik schud met mijn hoofd. Ze ziet het en doet<br />

er nog een schepje bovenop: “Ik zie het wel hoor, dat Jochem je<br />

s<strong>te</strong>eds opnieuw probeert mee <strong>te</strong> krijgen naar <strong>de</strong> kroeg. Ik zie ook<br />

wel hoe meewarig hij naar je kijkt als je niet meegaat. Maar ik zie<br />

ook hoe jij er<strong>van</strong> baalt dat je niet mee kunt <strong>om</strong> <strong>te</strong> zuipen. Want<br />

fei<strong>te</strong>lijk is zuipen het enige waar het hier allemaal <strong>om</strong> draait.”<br />

Ik vraag haar of ze niet een beetje doorschiet.<br />

“Ik?” vraagt ze quasi verbaasd. “Zie je dan zelf niet wat <strong>de</strong><br />

alcohol al met je gedaan heeft? Net zoals ie<strong>de</strong>reen vlucht jij ook al<br />

weg in <strong>de</strong> alcohol. Je hebt geen i<strong>de</strong>e, hoe verslaafd je bent.”<br />

Ik <strong>de</strong>nk dat ze het hier wel bij gaat la<strong>te</strong>n, maar ze gaat door.<br />

“Ook neem jij jouw rol als va<strong>de</strong>r in ons gezin niet serieus,” zegt ze,<br />

“wat moe<strong>te</strong>n ik en mijn kind als jij weer elke avond bezopen<br />

thuisk<strong>om</strong>t?”


Ik reageer geërgerd: “Wat je nu zegt slaat helemaal nergens op.<br />

Rol als va<strong>de</strong>r in ons gezin, hoe bedoel je dat nou weer? Weer elke<br />

avond bezopen thuisk<strong>om</strong>en! Wat <strong>de</strong>nk je eige<strong>nl</strong>ijk <strong>van</strong> me?”<br />

Ze herhaalt wat ze al eer<strong>de</strong>r heeft beweerd. “Lieve schat,” zegt<br />

ze, “je bent er erger aan toe dan je zelf <strong>de</strong>nkt. Geloof me, ik<br />

herken het en ik weet het. Ik hou er overigens niet min<strong>de</strong>r <strong>van</strong> je<br />

<strong>om</strong>.”<br />

Ik word nijdig en ik breek <strong>de</strong> discussie bot af. “Godverd<strong>om</strong>me,”<br />

bijt ik haar toe en ik kijk haar boos aan, “stop alsjeblieft met het<br />

aandragen <strong>van</strong> die zi<strong>nl</strong>oze argumen<strong>te</strong>n. Houd erover op. Ik wil<br />

<strong>de</strong>ze discussie nooit meer met je voeren.”<br />

Ze houdt haar mond en ze kijkt me meewarig aan. Ik drink mijn<br />

biertje leeg, <strong>te</strong>rwijl ik haar ogen voel prikken. Hij smaakt me niet<br />

en ik heb geen trek in een twee<strong>de</strong>.<br />

Een vreemd schouwspel. Week 32, za<strong>te</strong>rdagavond.<br />

Het is inmid<strong>de</strong>ls avond gewor<strong>de</strong>n en ik ben nog s<strong>te</strong>eds met mijn<br />

puzzel bezig. We zijn net klaar met e<strong>te</strong>n en het kind ruimt <strong>de</strong><br />

keuken op. Zij zit weer ach<strong>te</strong>r haar webshop en ik ga ver<strong>de</strong>r met<br />

mijn puzzel. Het kind vraagt of ze naar <strong>de</strong> tv mag kijken.<br />

“Natuurlijk wijfie,” zeg ik, “als je het geluid maar niet zo hard<br />

zet.”<br />

“Nee, papa,” zegt ze en ze geeft me een kus op mijn wang,<br />

voordat ze voor <strong>de</strong> tv gaat zit<strong>te</strong>n.<br />

Terwijl ik doorpuzzel, kijk ik eens naar het kind, dat met haar<br />

knuffel in haar arm naar <strong>de</strong> tv zit <strong>te</strong> kijken. Ik kijk al een tijdje met<br />

heel an<strong>de</strong>re ogen naar het kind dan in het begin. Helaas kijk ik<br />

<strong>te</strong>genwoordig ook met heel an<strong>de</strong>re ogen naar haar moe<strong>de</strong>r. Het<br />

verbreken <strong>van</strong> <strong>de</strong> twee-eenheid is geslaagd, althans, dat vind ik. Zij<br />

vindt het maar niets.


“Mijn kind krijgt meer aandacht dan ik,” klaagt ze s<strong>te</strong>eds, en: “Je<br />

straft het kind niet meer.”<br />

Dat straffen niet of nauwelijks aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> is, ziet zij niet eens. Ik<br />

heb tot nu toe het kind slechts drie keer naar haar kamer gestuurd<br />

en pas twee keer haar Gameboy afgepakt. Mijn „un<strong>de</strong>rstanding‟<br />

met het kind is gewoon goed.<br />

Het begint zowaar al op een goe<strong>de</strong> va<strong>de</strong>r/doch<strong>te</strong>r-relatie <strong>te</strong><br />

lijken. Iets waar<strong>van</strong> ze zegt dat ze het zo graag wil, maar nu het zo<br />

is, lijkt ze het op <strong>de</strong> een of an<strong>de</strong>re manier niet <strong>te</strong> accep<strong>te</strong>ren.<br />

Ik voer discussies met het kind en ik vind ze hartstikke leuk. Ik<br />

zeg tij<strong>de</strong>ns het diner <strong>te</strong>gen het kind: “Je krijg <strong>van</strong> mij <strong>de</strong> keuze. Je<br />

hoeft je e<strong>te</strong>n niet op <strong>te</strong> e<strong>te</strong>n, maar dan krijg je geen toetje. Of je eet<br />

het wel op en dan krijg je je toetje.”<br />

Ik geef het kind altijd dit soort keuzes en leg <strong>de</strong> keuzes ook uit<br />

als ze er<strong>om</strong> vraagt. Wat ze ook altijd doet. Ik leg haar uit dat<br />

gezond e<strong>te</strong>n belangrijk is en dat je goed moet e<strong>te</strong>n. Tenzij je geen<br />

honger hebt en je buik vol zit. In dat geval wil je ook geen toetje,<br />

want dat past dan niet meer in je volle buik.<br />

Het kind begint me <strong>te</strong> begrijpen en gaat een an<strong>de</strong>re discussie met<br />

me aan.<br />

“Fei<strong>te</strong>lijk geef je me geen keuze,” zegt ze met een quasi boze<br />

blik.<br />

Ik schiet in <strong>de</strong> lach en ik houd vol dat ze wel <strong>de</strong>gelijk een keuze<br />

heeft. Ze speelt door en ze geeft me een zacht schopje on<strong>de</strong>r <strong>de</strong><br />

tafel.<br />

“Nie<strong>te</strong>s,” houdt het kind vol, “ik heb toch geen keus als ik een<br />

toetje wil.”<br />

Haar moe<strong>de</strong>r ergert zich aan ons „spel‟ en geeft het kind<br />

plotseling een draai <strong>om</strong> haar oren. Behoorlijk hard. “Ik wil geen<br />

gezeik aan tafel,” zegt ze geërgerd <strong>te</strong>gen haar kind, “je eet gewoon<br />

je e<strong>te</strong>n op en daarmee basta.”


Het kind houdt haar mond en kijkt me aan. Ik kijk <strong>te</strong>rug naar het<br />

kind. Ik zie dat wij elkaar begrijpen. Ik geef het kind een<br />

be<strong>te</strong>kenisvolle knipoog. Ze glimlacht <strong>te</strong>rug.<br />

Het kind zit nog s<strong>te</strong>eds tv <strong>te</strong> kijken en ik zie dat het bijna bedtijd<br />

is. Van mij mag ze <strong>om</strong> half negen naar bed, maar dan moet ze wel<br />

in pyjama zit<strong>te</strong>n en haar tandjes gepoetst hebben. Het kind doet<br />

dat over het algemeen geheel volgens <strong>de</strong> regels. Ze poetst zelf haar<br />

tan<strong>de</strong>n, kleedt zichzelf uit en ze houdt ook haar tijd in <strong>de</strong> ga<strong>te</strong>n.<br />

Haar moe<strong>de</strong>r zit ach<strong>te</strong>r <strong>de</strong> c<strong>om</strong>pu<strong>te</strong>r artikelen in <strong>te</strong> voeren in<br />

haar webshop en ik zit <strong>te</strong> puzzelen. Het kind is nog niet in pyjama<br />

en ze heeft waarschij<strong>nl</strong>ijk ook haar tan<strong>de</strong>n nog niet gepoetst. Het<br />

wordt tijd <strong>om</strong> het kind eens aan onze afspraak <strong>te</strong> herinneren.<br />

Ik wil wat gaan zeggen, maar haar moe<strong>de</strong>r is me net voor. Ze valt<br />

op een ongelooflijke manier uit <strong>te</strong>gen haar kind: “Hoe vaak moet<br />

ik je nog zeggen dat je je pyjama aan moet doen en dat je je tan<strong>de</strong>n<br />

moet poetsen. Het is alweer half negen en jij zit weer <strong>te</strong> rekken. Je<br />

bent onbetrouwbaar, <strong>de</strong> afspraken die jij erover gemaakt hebt met<br />

jouw va<strong>de</strong>r - weer dat „jouw va<strong>de</strong>r‟ - treed je met voe<strong>te</strong>n. Ben je nu<br />

gek gewor<strong>de</strong>n. Ga direct naar boven.”<br />

Ik heb dit soort uitvallen al vaker gezien en in eers<strong>te</strong> instantie<br />

gewe<strong>te</strong>n aan het gedrag <strong>van</strong> het kind. Ik heb er ook al heel vaak<br />

iets over gezegd <strong>te</strong>gen haar, want ik vind <strong>de</strong> wijze waarop ze het<br />

kind <strong>te</strong>recht wijst veel <strong>te</strong> „gespierd‟.<br />

Het kind staat op en loopt langs haar moe<strong>de</strong>r die net een of<br />

an<strong>de</strong>r duckie op haar beeldscherm heeft staan. Binnen een split<br />

second lijkt haar gemoedstoestand 180 gra<strong>de</strong>n gedraaid.<br />

“Hey Laylie,” zegt ze al wijzend op haar beeldscherm, “moet je<br />

eens naar dit duckie kijken.”<br />

Ze begint <strong>te</strong> ver<strong>te</strong>llen dat dit duckie voor haar een bijzon<strong>de</strong>r<br />

be<strong>te</strong>kenis heeft. Ze kijkt er an<strong>de</strong>rs bij dan zoëven en <strong>de</strong> toon <strong>van</strong><br />

haar s<strong>te</strong>m is rustig en zacht. Ze vervolgt haar verhaal over het<br />

duckie, <strong>te</strong>rwijl het kind geduldig staat <strong>te</strong> luis<strong>te</strong>ren en naar het<br />

beeldscherm staat <strong>te</strong> kijken.


Plotseling lijkt zij zich <strong>te</strong> realiseren dat ze bezig was het kind naar<br />

bed <strong>te</strong> sturen. Ze gaat in één klap <strong>te</strong>rug in <strong>de</strong> vorige<br />

gemoedstoestand en ze snauwt naar het kind: “Wat heb ik nou<br />

gezegd? Ga godverd<strong>om</strong>me direct je pyjama halen en kleed je uit.”<br />

Ik zit over mijn puzzel gebogen en ik ben toeschouwer <strong>van</strong> dit<br />

vreem<strong>de</strong> toneelstukje. “Hoe kan dat nou?” <strong>de</strong>nk ik. “Twee <strong>van</strong> die<br />

gemoedswisselingen binnen zo‟n kor<strong>te</strong> tijd?”<br />

Ik weet hoe gemakkelijk ze <strong>van</strong> gemoedstoestand wisselt, maar<br />

dit slaat alles. En ze is er nog trots op ook, dat ze niet lang boos<br />

kan zijn. Maar zou ze er ook trots op zijn, dat ze niet lang aardig<br />

kan zijn?<br />

Wat is zij an<strong>de</strong>rs, als ik haar gemoedswisselingen vergelijk met<br />

die <strong>van</strong> mij. Ik wissel niet zo snel en zeker niet zo extreem als zij.<br />

Ik zit met het kind <strong>te</strong> stoeien. Het gaat er re<strong>de</strong>lijk hard aan toe en zoals het<br />

vaker met kin<strong>de</strong>ren gaat, zit er geen rem op en eindigt <strong>de</strong> stoeipartij met een<br />

huilpartij. Nu ook weer.<br />

Het kind is niet tot stoppen <strong>te</strong> krijgen. Ze kan het niet <strong>van</strong> me winnen en ik<br />

zet haar <strong>van</strong> me af. Ineens slaat ze me met haar vlakke hand mid<strong>de</strong>n in mijn<br />

gezicht. Dit is niet per ongeluk en het heeft niets met <strong>de</strong> stoeipartij <strong>te</strong> maken.<br />

Ik word boos en ik geef haar een corrigeren<strong>de</strong> tik. Het kind schrikt en ze<br />

barst direct in een hartverscheurend gekrijs uit. Ik beveel haar naar haar<br />

kamer <strong>te</strong> gaan, zodat ze eens goed kan na<strong>de</strong>nken over wat ze net gedaan heeft.<br />

Haar moe<strong>de</strong>r heeft door dat ik haar kind een draai <strong>om</strong> haar oren heb<br />

gegeven en ze reageert furieus: “Hoe heb je het lef <strong>om</strong> mijn kind <strong>te</strong> slaan? Wat<br />

bezielt jou? Ben je wel goed wijs? Zo‟n moppie zo‟n draai <strong>om</strong> haar oren geven,<br />

dat doe je toch niet. Zeker niet zo hard als jij net doet.”<br />

Ik zeg ge<strong>de</strong>ci<strong>de</strong>erd: “Je hebt het niet eens gezien en je mag je er nu zeker niet<br />

mee bemoeien. Het kind moet een uur op haar kamer gaan zit<strong>te</strong>n en jij mag je<br />

er niet mee bemoeien.”<br />

“Ik ga naar mijn kind toe,” zegt ze, “moet je haar eens horen huilen. Dat<br />

kan toch niet. Mijn hart scheurt. Ik moet haar gaan troos<strong>te</strong>n.”<br />

“Als je het maar uit je hoofd laat,” zeg ik dreigend, “je blijft hier.”


Ze doet wat ik zeg en ze gaat met zichtbaar ongenoegen op een barkruk aan<br />

<strong>de</strong> eetbar in <strong>de</strong> keuken zit<strong>te</strong>n.<br />

Het kind blijft hartverscheurend huilen. “Ik kan dit niet aanhoren,” zegt ze<br />

en ze staat op <strong>om</strong> naar haar kind toe <strong>te</strong> gaan.<br />

“Als je boven bent, pak dan direct jouw koffers,” dreig ik, “op <strong>de</strong>ze manier<br />

on<strong>de</strong>rmijn je alles waar ik een beetje lijn in probeer <strong>te</strong> brengen.”<br />

“Maar ik moet <strong>de</strong> was nog in <strong>de</strong> droger doen,” probeert ze.<br />

“Ik heet gekke Henkie niet,” zeg ik <strong>te</strong>gen haar, “doe dat maar over een<br />

uur.”<br />

Na een half uur zeg ik <strong>te</strong>gen haar dat ze naar het kind toe mag. Die heeft<br />

genoeg kunnen na<strong>de</strong>nken over haar zon<strong>de</strong>n en dan kan zij het er met haar<br />

kind eens over hebben.<br />

Vlak daarna k<strong>om</strong>t het kind naar bene<strong>de</strong>n. “Sorry, papa,” zegt ze, “ik heb<br />

er heel erg veel spijt <strong>van</strong> en ik zal het nooit meer doen.”<br />

Ik zeg haar dat ik daar blij mee ben en ik vraag het kind of ze begrijpt<br />

waar<strong>om</strong> ik haar heb gestraft. Ze snapt het. Ze loopt naar <strong>de</strong> bank en ze pakt<br />

haar Gameboy. Ik vraag haar of het uur <strong>van</strong> haar straf al <strong>om</strong> is.<br />

Ik moet direct twee dingen uitleggen aan twee vrouwen. “Ze heeft toch sorry<br />

gezegd,” zegt haar moe<strong>de</strong>r <strong>te</strong>gen me, “en dan heb je toch geen re<strong>de</strong>n meer <strong>om</strong><br />

boos <strong>te</strong> blijven.”<br />

“Dat heet consequent zijn,” zeg ik <strong>te</strong>gen haar, “en het uur is nog niet <strong>om</strong>.”<br />

Ik stuur het kind voor <strong>de</strong> res<strong>te</strong>ren<strong>de</strong> tijd naar boven. Ik vervolg <strong>te</strong>gen<br />

haar:”Daarbij <strong>de</strong>nk jij zeker dat ik mijn gemoedstoestand z<strong>om</strong>aar <strong>om</strong> kan<br />

draaien. Ja, ik was boos op het kind en volgens mij <strong>te</strong>recht. Mijn boosheid is<br />

gro<strong>te</strong>n<strong>de</strong>els over, maar ik heb nu echt nog geen zin <strong>om</strong> met jouw kind <strong>te</strong> gaan<br />

zit<strong>te</strong>n knuffelen.”<br />

“Ik begrijp het wel,” zegt ze, “het is <strong>te</strong>nslot<strong>te</strong> jouw kind niet. Je houdt niet<br />

<strong>van</strong> haar. Je kunt haar dus niet vergeven, laat staan dat je het kunt verge<strong>te</strong>n.”<br />

Het kind k<strong>om</strong>t naar bene<strong>de</strong>n met haar pyjama on<strong>de</strong>r haar arm.<br />

Ze gaat weer naast haar moe<strong>de</strong>r staan <strong>om</strong> mee <strong>te</strong> kijken naar die<br />

duckies en ze begint zich uit <strong>te</strong> kle<strong>de</strong>n. Ech<strong>te</strong>r, ze weet dat ze dat<br />

<strong>van</strong> mij niet in <strong>de</strong> woonkamer mag doen. Ik zie het kind er zelfs


mee wors<strong>te</strong>len, maar ik vermoed dat ze mijn „toorn‟ verkiest boven<br />

het gedoe met haar moe<strong>de</strong>r. Die heeft immers let<strong>te</strong>rlijk gezegd:<br />

“Ga je pyjama halen en kleed je uit.”<br />

Dat is ze nu aan het doen en ik zie een vreemd schouwspel, waar<br />

ik geen raad mee weet. Ineens ziet haar moe<strong>de</strong>r dat ik zit <strong>te</strong> kijken.<br />

Ze besluit het kind naar boven <strong>te</strong> sturen en ze snauwt: “Ellendig<br />

mokkel, wat sta je nou <strong>te</strong> doen? Je weet toch dat je je hier niet mag<br />

uitkle<strong>de</strong>n! Ga naar je kamer en schiet op. Moet ik het elke keer<br />

opnieuw in je bot<strong>te</strong> hersens timmeren?”<br />

Het kind staat als vers<strong>te</strong>end naast haar moe<strong>de</strong>r. Ik sta werkelijk<br />

perplex en ik zie een schouwspel waar ik helemaal niets <strong>van</strong><br />

begrijp.<br />

Zij staat geërgerd op en ze loodst het kind naar boven. Ik hoor<br />

haar continu luid <strong>te</strong>gen het kind foe<strong>te</strong>ren.<br />

Het wordt stil en na verloop <strong>van</strong> tijd k<strong>om</strong>t het kind me een kus<br />

geven en me een goe<strong>de</strong> nacht toewensen. “Wel<strong>te</strong>rus<strong>te</strong>n papa,” zegt<br />

ze, “tot morgen.”<br />

“Ga maar lekker slapen, schatje,” zeg ik met een soort<br />

begrijpen<strong>de</strong> blik <strong>te</strong>gen haar, “morgen maken we er een mooie dag<br />

<strong>van</strong>.”<br />

Het kind verlaat <strong>de</strong> kamer en gaat weer naar boven. Niet lang<br />

daarna k<strong>om</strong>t haar moe<strong>de</strong>r bene<strong>de</strong>n. Haar ogen zit<strong>te</strong>n nog s<strong>te</strong>eds<br />

vol vuur <strong>van</strong> ergernis.<br />

“Dat rotkind,” foe<strong>te</strong>rt ze hardop, “elke avond hetzelf<strong>de</strong> liedje.<br />

Dat gezeik ben ik zat.”<br />

“En jij,” valt ze ineens uit <strong>te</strong>gen mij, “jij zit daar maar <strong>te</strong> puzzelen<br />

en jij doet helemaal niks.”<br />

Ik schiet direct uit mijn vel. “Godverd<strong>om</strong>me, leg me eens uit<br />

waar jij mee bezig bent?” vraag ik bijna schreeuwend. “Hoe krijg je<br />

het voor elkaar <strong>om</strong> jouw kind zo verschrikkelijk gees<strong>te</strong>lijk <strong>te</strong><br />

mishan<strong>de</strong>len. Besef jij wel wat je jouw kind aandoet?”<br />

Er volgt een discussie. Alweer. De gebruikelijke toon veran<strong>de</strong>rt<br />

ech<strong>te</strong>r heel snel en ze wordt rustig. Ze begint zelfs <strong>te</strong> huilen en ze<br />

zegt dat ze het goed bedoelt. Dat ze het niet ziet <strong>van</strong> zichzelf. Dat


het maar goed is dat ik er ben <strong>om</strong> erger <strong>te</strong> voork<strong>om</strong>en. Ze belooft<br />

be<strong>te</strong>rschap. Met mijn hulp k<strong>om</strong>t alles goed.<br />

Ik weet niet wat ik ermee aanmoet en ik puzzel door.<br />

Plaatjes? Week 32, zondagoch<strong>te</strong>nd.<br />

Ik ga, nadat ik <strong>de</strong> nacht slecht heb geslapen, vroeg mijn bed uit.<br />

Het gezin slaapt nog en nadat ik een kop thee voor mezelf gezet<br />

heb, ga ik direct ver<strong>de</strong>r met mijn puzzel. Ik heb <strong>de</strong> rand <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

puzzel klaar en <strong>de</strong> eers<strong>te</strong> gro<strong>te</strong> brokken kan ik in elkaar leggen. Ik<br />

kijk naar bui<strong>te</strong>n en mijn ogen wor<strong>de</strong>n als <strong>van</strong>zelf naar dat lullige<br />

tui<strong>nl</strong>ampje toegetrokken. Dat lullige lampje in die vreselijke tuin.<br />

De vreselijke tuin, die symbool lijkt <strong>te</strong> zijn gewor<strong>de</strong>n voor mijn<br />

ergernissen. “Die kuttuin, wat haat ik die kuttuin,” <strong>de</strong>nk ik s<strong>te</strong>eds.<br />

Natuurlijk ben ik het zelf geweest, die al die concessies heeft<br />

gedaan. Voor haar. Met het vertrouwen dat eenmaal klaar, <strong>de</strong> tuin<br />

geen issue meer zou zijn.<br />

Maar hoe zit zij er dan in? Wat is haar rol in <strong>de</strong>ze? Heeft zij wel<br />

eens een concessie gedaan? Het lijkt er zowat wel op, dat ze s<strong>te</strong>eds<br />

weer haar zin probeert <strong>te</strong> krijgen. Dat is vreemd, het gaat toch <strong>om</strong><br />

„ons‟, waarbij ruim<strong>te</strong> en we<strong>de</strong>rzijds respect onze belangrijks<strong>te</strong><br />

basisnormen zijn. Wat is er belangrijker, die tuin of „wij‟? Meer<strong>de</strong>re<br />

malen heb ik haar gevraagd, zelfs gesmeekt, <strong>om</strong> het rustig aan <strong>te</strong><br />

doen met <strong>de</strong> tuin en mij er niet meer mee lastig <strong>te</strong> vallen. Maar nee<br />

hoor, er k<strong>om</strong>t s<strong>te</strong>eds iets bij of ze doet het toch an<strong>de</strong>rs. Het lijkt<br />

bijna wel dwangmatig.<br />

De verbouwing aan <strong>de</strong> twee bovenverdiepingen passeren ook <strong>de</strong><br />

revue. Ik zie hetzelf<strong>de</strong> patroon. De woonkamer i<strong>de</strong>m dito. Ze<br />

sleurt net zo lang aan <strong>de</strong> meubels tot ze naar haar zin staan.<br />

Desnoods tot drie uur in <strong>de</strong> nacht. Het plaatje moet kloppen, lijkt<br />

het wel.


Het plaatje moet kloppen. Een tuin of een slaapkamer kun je<br />

vat<strong>te</strong>n in een plaatje. Maar die an<strong>de</strong>re plaatjes dan? Plaatjes <strong>van</strong><br />

min<strong>de</strong>r tastbare zaken, zoals het gezin, verjaardagen, Kerstmis?<br />

Kerstmis. Ze had me gevraagd waar ik naartoe wil<strong>de</strong> met<br />

Kerstmis. Ik zeg dat ik dat nog niet weet, maar dat we wellicht een<br />

leuk reisje kunnen gaan maken.<br />

“Een reisje maken?” vraagt ze verbaasd. “Ben je nu helemaal <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> pot gerukt? Bedoel je dat je weg wilt met Kerstmis? Weet je hoe<br />

leuk het is <strong>om</strong> een bo<strong>om</strong> op <strong>te</strong> tuigen samen met je kind? Hoe leuk<br />

het is <strong>om</strong> met je kind door <strong>de</strong> versier<strong>de</strong> winkelstra<strong>te</strong>n <strong>te</strong> lopen?<br />

Nee, natuurlijk ken jij dat niet. Jij moet altijd vluch<strong>te</strong>n. Voor die<br />

fijne familie <strong>van</strong> je. Je gaat mij toch niet ver<strong>te</strong>llen dat het met<br />

Kerstmis gezellig is op Curaçao, als het 35 gra<strong>de</strong>n Celsius is? Of<br />

dat het gezellig is in een blokhut op <strong>de</strong> win<strong>te</strong>rsport, waar <strong>de</strong><br />

gezelligheid alleen maar afhangt <strong>van</strong> <strong>de</strong> hoeveelheid alcohol die je<br />

ingen<strong>om</strong>en hebt?”<br />

Ik reageer met <strong>de</strong> opmerking dat ze het wel heel erg eenzijdig<br />

inziet, maar ze laat zich niet <strong>van</strong> <strong>de</strong> wijs brengen. Ze begint het<br />

relaas fei<strong>te</strong>lijk opnieuw, maar dan in overtreffen<strong>de</strong> trap. Ik probeer<br />

haar <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re kant <strong>van</strong> het verhaal <strong>te</strong> la<strong>te</strong>n zien, maar vergeefs. Er<br />

bestaat in haar optiek maar één manier <strong>om</strong> Kerstmis <strong>te</strong> vieren. Dat<br />

is thuis, on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> kerstbo<strong>om</strong>, bui<strong>te</strong>n ligt sneeuw en ie<strong>de</strong>reen is<br />

gelukkig.<br />

Ik ga een an<strong>de</strong>re auto voor haar kopen. Het ding waar ze nu in<br />

rijdt, had ik voor haar <strong>van</strong> Klaas gekocht. Ik had ooit gegrapt, dat<br />

ik haar auto niet eens goed genoeg vond voor mijn personeel. Dat<br />

meen<strong>de</strong> ik in zoverre, dat het voor in <strong>de</strong> stad een prima autootje is.<br />

Ech<strong>te</strong>r, nu we in St<strong>om</strong>pwijk wonen is ze meer aangewezen op haar<br />

auto.<br />

Ze is <strong>van</strong> mening dat haar auto niet veilig genoeg is <strong>om</strong> ermee<br />

over <strong>de</strong> dijk <strong>te</strong> rij<strong>de</strong>n, zeker niet als het glad is of regent. Ik<br />

ver<strong>de</strong>nk haar er<strong>van</strong> dat ze het als argument gebruikt <strong>om</strong> helemaal


niet <strong>te</strong> hoeven rij<strong>de</strong>n, maar ik geef haar het voor<strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong> twijfel.<br />

Ik kijk uit naar iets be<strong>te</strong>rs en veiligers dan het autootje, waar ze nu<br />

in rijdt.<br />

Ze heeft me ver<strong>te</strong>ld dat ze altijd heel bijzon<strong>de</strong>re auto‟s heeft<br />

gehad, zoals een Ford Probe en een Renault Alpine. “Ik wil alleen<br />

een auto die bij me past,” zegt ze fier, “an<strong>de</strong>rs heb er ik liever<br />

geen. Het is dat ik in het belang <strong>van</strong> mijn kind <strong>te</strong>genwoordig wel<br />

moet, maar an<strong>de</strong>rs zou ik mijn huidige auto allang weggedaan<br />

hebben.”<br />

Mijn auto vindt ze ook wel wat, want het is <strong>te</strong>nmins<strong>te</strong> een auto.<br />

Toch durft ze er niet in <strong>te</strong> rij<strong>de</strong>n, want ze vindt hem veel <strong>te</strong> groot.<br />

Ik heb haar al eer<strong>de</strong>r gevraagd wat ze mooi vindt, maar <strong>de</strong> enige<br />

auto waar ze wat aan vindt en die ook nog <strong>te</strong> betalen is, is <strong>de</strong><br />

Merce<strong>de</strong>s SLK. Ik vraag haar weer of ze ook weet wat die kost,<br />

maar ze moet me het antwoord schuldig blijven.<br />

Ze voegt er ver<strong>de</strong>r nog aan toe dat ze fei<strong>te</strong>lijk alleen maar<br />

sportwagens in<strong>te</strong>ressant vindt, zoals Porsche, BMW Z, Ferrari,<br />

enzovoorts. In dat soort auto‟s wil ze wel gezien wor<strong>de</strong>n.<br />

Voor een boodschappenwagentje vind ik <strong>de</strong> laats<strong>te</strong> ca<strong>te</strong>gorie iets<br />

<strong>te</strong> gortig en dat ver<strong>te</strong>l ik haar, maar ik ben gaarne bereid <strong>om</strong> een<br />

maatje gro<strong>te</strong>re auto voor haar kopen. Met als bijk<strong>om</strong>end voor<strong>de</strong>el,<br />

dat als ik naar een klant moet, dat ik haar auto kan gebruiken. Die<br />

<strong>van</strong> mij past <strong>te</strong>nslot<strong>te</strong> in geen enkele parkeergarage of parkeervak.<br />

Ik vraag haar wat ze <strong>van</strong> <strong>de</strong> Toyota RAV4 vindt. Ik ver<strong>te</strong>l haar<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> voor<strong>de</strong>len <strong>te</strong>n opzich<strong>te</strong> <strong>van</strong> haar huidige auto en ik ga met<br />

name in op <strong>de</strong> veiligheid er<strong>van</strong>.<br />

In eers<strong>te</strong> instantie kraakt ze het ding geheel af en ze ver<strong>te</strong>lt me<br />

dat ze daar zeker niet in gezien wil wor<strong>de</strong>n. Als een auto nou niet<br />

bij haar past, dan is het zo‟n Japanner.<br />

Toch gaat ze er op let<strong>te</strong>n en na een aantal dagen herziet ze haar<br />

mening. “In het blauw is hij zelfs leuk,” zegt ze <strong>te</strong>gen me.<br />

Ik breng met haar en haar kind een bezoek aan <strong>de</strong> <strong>de</strong>aler. We<br />

lopen langs een metallic blauwe MR2, <strong>de</strong> sportauto <strong>van</strong> Toyota<br />

met een linnen dak. “Schat,” zegt ze al wijzend, “vind je niet dat


die auto goed bij me zal passen? Jij wilt toch zeker wel graag dat<br />

jouw vrouw in een mooie auto rijdt? Dat vin<strong>de</strong>n mannen toch<br />

leuk? Dat hun mooie vrouw in een mooie auto rijdt?”<br />

“Uitgeslo<strong>te</strong>n,” zeg ik, “er past niet eens een kratje bier in. Daarbij<br />

is het een ech<strong>te</strong> tweezit<strong>te</strong>r en we zijn nota bene met z‟n drieën.”<br />

Het kind mengt zich in <strong>de</strong> discussie. “Wat is een tweezit<strong>te</strong>r?”<br />

vraagt ze met een benauwd gezicht. “Be<strong>te</strong>kent dat dan dat ik nooit<br />

meer mee mag?”<br />

Ik s<strong>te</strong>l het kind gerust en zeg haar dat ik <strong>de</strong>ze auto nooit ga<br />

kopen.<br />

De autoverkoper en ik proberen haar naar <strong>de</strong> RAV4 <strong>te</strong> la<strong>te</strong>n<br />

kijken. Het is vergeefs. Ze pro<strong>te</strong>s<strong>te</strong>ert en ze zegt: “Ik heb geen zin<br />

<strong>om</strong> naar een gewone auto <strong>te</strong> kijken! Ik dacht dat je me bijzon<strong>de</strong>r<br />

vond? Wil je me daarin la<strong>te</strong>n rij<strong>de</strong>n? Daar wil ik niet in gezien<br />

wor<strong>de</strong>n.”<br />

“Verkeer<strong>de</strong> rou<strong>te</strong> gen<strong>om</strong>en,” grap ik naar <strong>de</strong> verkoper op weg<br />

naar <strong>de</strong> uitgang.<br />

Aanvulling en invulling?<br />

Zij en haar kind zijn net wakker gewor<strong>de</strong>n, want ik hoor ze<br />

boven r<strong>om</strong>melen. Mijn puzzel schiet ook al lekker op. Ik heb nog<br />

een paar gro<strong>te</strong> open plekken, maar het totale plaatje is al aardig <strong>te</strong><br />

zien.<br />

Hetzelf<strong>de</strong> geldt ook voor haar plaatjes. De plaatjes die ik ineens<br />

zie rond<strong>om</strong> het gezin, ou<strong>de</strong>rschap, onvoorwaar<strong>de</strong>lijke lief<strong>de</strong>, rollen<br />

als va<strong>de</strong>r en moe<strong>de</strong>r.<br />

Ik kan mijn ergernissen ineens plaatsen. Het zijn ergernissen, die<br />

veroorzaakt wor<strong>de</strong>n doordat zij haar plaatjes aan het invullen is.<br />

De tuin met dat lullige lampje is daar het symbool voor gewor<strong>de</strong>n.<br />

Het is het symbool <strong>van</strong> geleefd wor<strong>de</strong>n, ge<strong>van</strong>gen zit<strong>te</strong>n in mijn<br />

eigen huis, dingen doen die ik niet wil en vooral dat ik concessies<br />

moet doen, veel concessies.


Mijn ergernis richt zich dus niet op <strong>de</strong> tuin zelf, maar wordt<br />

veroorzaakt door haar. Het is haar drammerige manier <strong>van</strong> doen,<br />

waardoor ik <strong>de</strong> tuin en tuinieren ben gaan ha<strong>te</strong>n.<br />

Ineens schiet er een besef bij me naar binnen en ik voel let<strong>te</strong>rlijk<br />

een kou<strong>de</strong> rilling over mijn rug lopen. Als mijn ergernissen niet <strong>de</strong><br />

tuin zelf betreffen, dan geldt dat waarschij<strong>nl</strong>ijk ook voor mijn<br />

ergernissen met betrekking tot het kind.<br />

Godverd<strong>om</strong>me, ik zie het ineens. Het is niet <strong>de</strong> tuin, het is ook<br />

niet het kind. Zij is het! Zij doet het! Godverd<strong>om</strong>me, zij is het! Zij<br />

is constant bezig met doordrijven <strong>van</strong> haar zin. Zij is s<strong>te</strong>eds bezig<br />

met het invullen <strong>van</strong> haar plaatjes!<br />

Ik word bijna gek! Ik heb het al veel eer<strong>de</strong>r gezien, maar ik heb<br />

het me nooit voldoen<strong>de</strong> gerealiseerd. Ik heb er ook nooit meer<br />

aandacht aan geschonken. Het hele gedoe heb ik aan haar<br />

verlatingsangst toegeschreven, maar nu lijkt het er zelfs op, dat het<br />

nog veel ver<strong>de</strong>r gaat.<br />

Ik weet zeker dat ik het gezien heb en ik heb het volgens mij<br />

zelfs opgeschreven. Maar waar ook alweer?<br />

Ineens schiet het me <strong>te</strong> binnen. Het staat in één <strong>van</strong> die e-mails<br />

aan Mathijs. Ik loop naar mijn c<strong>om</strong>pu<strong>te</strong>r en kijk in mijn verzon<strong>de</strong>n<br />

berich<strong>te</strong>n. Wanneer was het ook alweer? Juni, juli? Het is vlak na<br />

<strong>de</strong> trip naar Disneyland. Ja hoor, ik vind het bericht. Daar staat<br />

het, op het eind.<br />

Er is mij nog iets opgevallen waar je eens naar zou kunnen kijken. Ik<br />

noem het een beetje „plaatjes kleuren‟. Ik heb het (nog) niet met<br />

haar besproken, daarvoor wil ik het eerst bij jou neerleggen.<br />

Ik merk dat Yvon in een soort i<strong>de</strong>aalplaatjes <strong>de</strong>nkt. vaak een beetje<br />

dr<strong>om</strong>erig. Op het m<strong>om</strong>ent dat er iets niet aan dat beeld voldoet, dan<br />

schiet ze uit haar rol. Voorbeeld, als ik „s och<strong>te</strong>nds niet heb gezegd<br />

dat ik <strong>van</strong> haar hou, moet ik iets verzinnen <strong>om</strong> het „goed‟ <strong>te</strong> maken.<br />

Ik plaag haar er wel eens mee, maar ze blijft net zolang aandringen,<br />

tot ze haar zin krijgt en zodat haar plaatje weer klopt.<br />

Hetzelf<strong>de</strong> met Layla. Zolang ze lief is en gewoon zit <strong>te</strong> spelen, dan is<br />

ze in staat haar doch<strong>te</strong>r dood <strong>te</strong> knuffelen. Maar als Layla een beetje


aldadig is, dan kan ze op een enorm grove manier uitvallen. Zelfs<br />

met taal, die in geen enkele verhouding staat tot <strong>de</strong> gebeur<strong>te</strong>nis. Ze<br />

rent bijvoorbeeld met haar blo<strong>te</strong> voe<strong>te</strong>n door het gras. Ze moet <strong>van</strong><br />

Yvon dan haar schoenen aandoen en met haar poppen gaan<br />

spelen. Ze dwingt Layla als het ware, wat ze ui<strong>te</strong>in<strong>de</strong>lijk met<br />

dui<strong>de</strong>lijke <strong>te</strong>genzin doet. Als Yvons plaatje dan weer klopt, gaat ze<br />

direct haar doch<strong>te</strong>r zit<strong>te</strong>n knuffelen, ook al vindt die er op dat<br />

m<strong>om</strong>ent geen bal aan.<br />

Ik beschrijf haar „plaatjes‟-<strong>de</strong>nken al in juli. Ik beschrijf haar<br />

„uitvallen‟ als haar plaatjes niet kloppen. Als <strong>de</strong> werkelijkheid niet<br />

aansluit bij haar verwachting. Natuurlijk heb ik er geen aandacht<br />

meer aan geschonken <strong>om</strong>dat haar verlatingsangst in <strong>de</strong><br />

openbaarheid kwam.<br />

Ik zet het op een rijtje. Eerst ver<strong>te</strong>l<strong>de</strong> ze <strong>van</strong> die enkelvoudige<br />

fobietjes. Toen ze er niet meer mee weg kon k<strong>om</strong>en, kwam <strong>de</strong><br />

verlatingsangst. Maar dat is het dus ook niet. Het zijn haar plaatjes<br />

die belangrijk zijn en daarmee ook haar rituelen.<br />

Ik moet dus haar invulling wor<strong>de</strong>n <strong>van</strong> haar i<strong>de</strong>ale man, va<strong>de</strong>r<br />

voor haar kind en hoofd <strong>van</strong> het gezin. Ik moet dus voldoen aan<br />

haar plaatje er<strong>van</strong>. Ze blijft dus net zolang duwen en trekken, tot ik<br />

volledig pas binnen haar beeld. “Mijn hemel,” <strong>de</strong>nk ik, “fei<strong>te</strong>lijk<br />

zocht ze dus een invulling en zeker geen aanvulling!”<br />

Ongeacht <strong>de</strong> consequenties? Week 32, zondag.<br />

Ze k<strong>om</strong>t <strong>de</strong> huiskamer binnen en ze verwijt me direct dat ik een<br />

ongezellige hork ben. Ik heb haar <strong>van</strong>nacht niet eens lekker<br />

beetgepakt en <strong>van</strong>morgen ben ik vroeg mijn bed uitgeslopen. Ik<br />

leg haar uit, dat het voorval <strong>van</strong> gis<strong>te</strong>ravond me in het verkeer<strong>de</strong><br />

keelgat is gescho<strong>te</strong>n en dat ik me werkelijk afvraag, waar ze mee<br />

bezig is.<br />

Ze kijkt me indringend aan en ze zet haar han<strong>de</strong>n in haar zij.<br />

“Leg je <strong>de</strong> schuld ineens bij mij?” zegt ze vragend, <strong>te</strong>rwijl ze haar


hand ops<strong>te</strong>ekt en haar wijsvinger heen en weer wappert. “Ne pas,<br />

mis<strong>te</strong>r, dat gaat je niet lukken. Het is jouw schuld, want als jij jouw<br />

doch<strong>te</strong>r op tijd naar bed had gebracht, had het hele voorval niet<br />

eens plaatsgevon<strong>de</strong>n.”<br />

Ik word direct boos en het vel rond<strong>om</strong> mijn slapen trekt. Ik laat<br />

me, <strong>te</strong>gen be<strong>te</strong>r we<strong>te</strong>n in, weer verlei<strong>de</strong>n tot een ruzie <strong>van</strong> het<br />

soort, waar ik er recen<strong>te</strong>lijk al <strong>te</strong>veel <strong>van</strong> heb gehad.<br />

Ze laat zich, net als an<strong>de</strong>rs, niet uit het veld slaan en ze slingert<br />

allerlei verwij<strong>te</strong>n naar mijn hoofd. Ik <strong>de</strong>ug niet, ik ben net zo‟n<br />

waar<strong>de</strong>loze flapdrol als alle an<strong>de</strong>re mannen, ik ontloop mijn<br />

verantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>n, ik ben een slech<strong>te</strong> va<strong>de</strong>r en ga zo maar<br />

door.<br />

Weer knapt er iets in me, net als <strong>de</strong> mees<strong>te</strong> voorgaan<strong>de</strong> keren. Ik<br />

zeg <strong>te</strong>gen haar: “Ik kan niet meer <strong>te</strong>gen je op en ik wil het ook niet<br />

eens meer proberen. Ik stop met argumen<strong>te</strong>ren en je kijkt maar<br />

wat je ermee gaat doen.”<br />

Nu heb ik het helemaal gedaan. Ze wordt nog bozer en ze begint<br />

me uit <strong>te</strong> schel<strong>de</strong>n voor alles wat mooi en lelijk is. Ik doe net alsof<br />

ik niets hoor en ik ga gewoon door met puzzelen. Ze bekijkt het<br />

maar.<br />

Als ze merkt dat ik geen reactie meer geef loopt ze al foe<strong>te</strong>rend<br />

en tierend <strong>de</strong> keuken in, gevolgd door haar kind. Dat is alweer op<br />

een oor <strong>van</strong> haar poppetje aan het kluiven.<br />

Het is een kwartier la<strong>te</strong>r als ze alweer helemaal gebiologeerd in<br />

haar webshop zit. Ze laat me meegenie<strong>te</strong>n <strong>van</strong> haar succesvolle<br />

speurtocht naar artikelen voor haar shop. “Schat, k<strong>om</strong> eens<br />

kijken,” roept ze, “ik vind hier zo‟n gaaf duckie, een <strong>de</strong>vil duck.<br />

Die moet je gewoon zien.”<br />

Ik begrijp werkelijk niet hoe haar hoofd daar alweer naar kan<br />

staan, <strong>de</strong> heftige emotionele gebeur<strong>te</strong>nis <strong>van</strong> een kwartier gele<strong>de</strong>n<br />

in ogenschouw nemend. “Maar natuurlijk,” <strong>de</strong>nk ik, “ook die<br />

webshop moet af! Dat is ook een plaatje. Het maakt niet uit hoe,<br />

maar hij moet af. Ongeacht <strong>de</strong> consequenties.”


Ik schrik <strong>van</strong> mijn gedach<strong>te</strong>n. “Ongeacht <strong>de</strong> consequenties,”<br />

<strong>de</strong>nk ik, “ongeacht <strong>de</strong> consequenties!”<br />

Ongeacht <strong>de</strong> consequenties. Het blijft maar spoken. Ongeacht <strong>de</strong><br />

consequenties. Geen enkele rekening hou<strong>de</strong>nd met mijn i<strong>de</strong>eën.<br />

Neem <strong>de</strong> tuin. “Ik heb toch maar beslo<strong>te</strong>n <strong>om</strong> <strong>te</strong>gelijk twee<br />

<strong>te</strong>rrassen aan <strong>te</strong> la<strong>te</strong>n leggen. Moet je eens kijken hoeveel plezier<br />

we daar<strong>van</strong> k<strong>om</strong>end jaar gaan hebben. Als we het pas in het<br />

voorjaar doen, dan moe<strong>te</strong>n we nog een jaar wach<strong>te</strong>n. Goed i<strong>de</strong>e<br />

<strong>van</strong> mij, hè?”<br />

Het maakt haar niet uit wat ik er<strong>van</strong> vind. Telkens als ik <strong>de</strong>nk<br />

met haar overeens<strong>te</strong>mming <strong>te</strong> hebben bereikt, dan vindt ze altijd<br />

weer een argument <strong>om</strong> het toch weer an<strong>de</strong>rs <strong>te</strong> doen. Zoals zij het<br />

wil. Ze moet en ze zal haar plaatje inkleuren. Ongeacht wat ik<br />

er<strong>van</strong> <strong>de</strong>nk. Ongeacht wat voor re<strong>de</strong>n ze ervoor moet aandragen.<br />

Ongeacht <strong>de</strong> consequenties.<br />

Haar treft nooit blaam. Ze vindt altijd wel ergens <strong>de</strong><br />

rechtvaardiging voor haar han<strong>de</strong>len. Ze verdraait <strong>de</strong> waarheid net<br />

zo lang, tot <strong>de</strong> schuld bij <strong>de</strong> an<strong>de</strong>r ligt.<br />

Ik begrijp mijn aanvallen <strong>van</strong> bijna onbeheersbare nijd ineens.<br />

Die k<strong>om</strong>en daar rechtstreeks <strong>van</strong>daan. Als ze op re<strong>de</strong>lijke gron<strong>de</strong>n<br />

haar punt niet kan maken, dan dwingt zij <strong>de</strong> an<strong>de</strong>r in <strong>de</strong><br />

ver<strong>de</strong>diging. Elke discussie heeft hetzelf<strong>de</strong> patroon. Er gebeurt iets<br />

wat ze niet wil en ze maakt haar punt. Het maakt niet uit wat <strong>de</strong><br />

an<strong>de</strong>r er<strong>van</strong> vindt, want zij maakt hoe dan ook haar punt. Ze gaat<br />

volledig haar eigen weg en als dat niet lukt, dan legt ze het<br />

probleem bij <strong>de</strong> an<strong>de</strong>r. Het lijkt wel alsof ik on<strong>de</strong>r een ijskou<strong>de</strong><br />

douche stap. Dat ik nooit eer<strong>de</strong>r heb gezien dat ze haar plaatjes<br />

dwangmatig aan het invullen is?<br />

De plaatjes „gezin‟ en „onvoorwaar<strong>de</strong>lijk ou<strong>de</strong>rschap‟ doemen op.<br />

Ik <strong>de</strong>nk aan het kind. Godverd<strong>om</strong>me, dat ik het nu pas zie. Het<br />

kind wordt door haar <strong>te</strong> pas en <strong>te</strong> onpas gebruikt als argument<br />

voor het doordrijven <strong>van</strong> haar eigen zin. Op het meedoge<strong>nl</strong>oze af,


ongeacht <strong>de</strong> consequenties. Ik maar <strong>de</strong>nken dat het dat kind was,<br />

waarop mijn ergernis zich richt<strong>te</strong>.<br />

Godverd<strong>om</strong>me, ik voel me ineens schuldig. Ik heb niet altijd<br />

mijn ergernis voor het kind verborgen kunnen hou<strong>de</strong>n. Ik zie<br />

ineens waar het kind staat. Dat kind, dat arme kind. Ik realiseer me<br />

ineens dat zij haar kind niet an<strong>de</strong>rs kan zien dan een pop, zoals dat<br />

past in haar plaatjes. Zolang haar plaatjes kloppen, houdt ze <strong>van</strong><br />

haar kind. Maar zodra dat beeld verstoord wordt, veran<strong>de</strong>rt het<br />

kind in een „l<strong>om</strong>p <strong>te</strong>ringmokkel‟, dat altijd maar bezig is het leven<br />

<strong>van</strong> haar moe<strong>de</strong>r <strong>te</strong> vergallen.<br />

Mijn puzzel is af! Week 32, zondagavond.<br />

De puzzel is af en ligt in volle glorie op tafel. Het is het resultaat<br />

<strong>van</strong> twee dagen hard zwoegen.<br />

“Oh yo, papa,” zegt het kind <strong>te</strong>gen me, “wat kun jij vet goed<br />

puzzelen.”<br />

“Arm kind,” <strong>de</strong>nk ik, “je moest eens we<strong>te</strong>n.”<br />

Ik besef me in alle <strong>om</strong><strong>van</strong>g waar ik sta. Ik zie <strong>de</strong> situatie waarin ik<br />

ge<strong>van</strong>gen zit. Ik realiseer me dat ik het al heel vroeg heb gezien en<br />

ook dat ik het nooit heb willen zien. Nu is het ech<strong>te</strong>r zo hel<strong>de</strong>r als<br />

glas en ik kan er gewoonweg niet meer on<strong>de</strong>ruit.<br />

Ze is gewoon gestoord en ze heeft last <strong>van</strong> een dwangneurose.<br />

Dat ze een gestoord wijf is, heb ik haar zelfs meer<strong>de</strong>re malen<br />

verwe<strong>te</strong>n. Ik dacht toen in <strong>de</strong> vers<strong>te</strong> ver<strong>te</strong> niet dat ik zo dicht bij <strong>de</strong><br />

waarheid zou zit<strong>te</strong>n. Tjonge, een gestoord wijf met een<br />

dwangneurose. Waar<strong>van</strong> ik ook heb gezegd, dat ik me er nooit<br />

mee op zou la<strong>te</strong>n za<strong>de</strong>len.<br />

Ik herinner me mijn eers<strong>te</strong> ech<strong>te</strong> ruzie met haar, <strong>de</strong> dag dat we<br />

<strong>te</strong>rugkwamen uit Disneyland Parijs. Ik weet nog goed hoe ze<br />

reageer<strong>de</strong>, toen ik zei dat ik geen zin had, <strong>om</strong> <strong>de</strong> rest <strong>van</strong> mijn<br />

leven door <strong>te</strong> brengen met zo‟n gestoord wijf als zij.


Ze verschoot direct <strong>van</strong> kleur en ze begon weer <strong>te</strong> razen, zo<br />

mogelijk nog emotioneler dan voorheen: “Ben ik een gestoord<br />

wijf? Godverd<strong>om</strong>me, hoor je wel wat je zegt? Bedoel je dat ik jou<br />

zou opza<strong>de</strong>len met een gestoord wijf? Dat is zelfs het allerlaats<strong>te</strong><br />

dat ik zou doen. Dat zou namelijk be<strong>te</strong>kenen dat ik afhankelijk <strong>van</strong><br />

jou ben. Wie <strong>de</strong>nk jij godverd<strong>om</strong>me wel wie je voor je hebt? Ik<br />

heb ook mijn trots.”<br />

Ik heb ein<strong>de</strong>lijk <strong>de</strong> verklaring gevon<strong>de</strong>n voor het vreem<strong>de</strong> gevoel<br />

waarmee ik al een tijdje rondloop. Het is mijn oogst <strong>van</strong> een<br />

weekeindje puzzelen. Ik weet dat ik een keuze moet gaan maken,<br />

want met haar doorgaan is geen optie.<br />

Ik moet kiezen tussen mezelf en haar invulling voor mij als<br />

echtgenoot voor haar, va<strong>de</strong>r voor haar kind en hoofd <strong>van</strong> het<br />

gezin. Ik weet welk plaatje zij voor mij in gedach<strong>te</strong>n heeft.<br />

Ik <strong>de</strong>nk: “Ne pas.”


15. Epiloog.<br />

Week 38 en ver<strong>de</strong>r.<br />

Het is ongeveer een maand gele<strong>de</strong>n dat ik <strong>de</strong>finitief afscheid <strong>van</strong><br />

haar en het kind heb gen<strong>om</strong>en. Het contact dat ik met haar heb is<br />

zuiver zakelijk. Zij stuurt mij een e-mail. Het gaat over haar kind.<br />

Ik lees hem en in eers<strong>te</strong> instantie bekruipt <strong>de</strong> ergernis me weer.<br />

Vervolgens realiseer ik me dat zij er ook niets aan kan doen dat ze<br />

zo is. Toch maak ik me druk als ik <strong>de</strong>nk: “Ach God, dat arme<br />

kind.”<br />

Fr<strong>om</strong>: Yvon@hotmail.c<strong>om</strong><br />

To: Gijs<br />

Subject: Layla<br />

Wist jij dat <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>rpsychia<strong>te</strong>r in overleg met <strong>de</strong> schoolbegelei<strong>de</strong>r<br />

heeft beslo<strong>te</strong>n dat Layla voorlopig niet meer naar school kan?<br />

Wist jij dat <strong>de</strong> kans heel groot is dat mijn briljan<strong>te</strong> doch<strong>te</strong>r gaat<br />

doubleren in groep 6?<br />

Wist jij dat ik nog niet naar <strong>de</strong> voor<strong>de</strong>ur kan lopen zon<strong>de</strong>r dat ze in<br />

paniek raakt en gaat spugen?<br />

Verlatingsangst.. Beschaamd vertrouwen...<br />

Wroeging had jij, heel even, voordat jij je leven weer oppak<strong>te</strong> alsof ik<br />

en mijn kind er nooit geweest zijn, alsof er nooit een kind papa <strong>te</strong>gen<br />

je gezegd heeft…<br />

Al het geld in <strong>de</strong> wereld kan <strong>de</strong> <strong>te</strong>ringzooi waar mijn doch<strong>te</strong>r<br />

doorheen moet niet goed maken, een Pietje Bell-boek helaas ook<br />

niet…<br />

Stop asjeblieft met zeikmailtjes over jouw zogenaamd belangrijk af<br />

<strong>te</strong> han<strong>de</strong>len zaken als post en echtscheiding. Blijf vooral<br />

verkondigen dat je jezelf recht aan kunt kijken in <strong>de</strong> spiegel… Wat je<br />

mijn kind aangedaan hebt ach<strong>te</strong>rhaalt je... Ooit...<br />

En ja, ik ben verschrikkelijk boos en helaas heb jij het<br />

invoelingsvermogen niet <strong>om</strong> <strong>te</strong> begrijpen waar<strong>om</strong>.


Zij verwijt mij dat ik het heb uitgemaakt. Ze heeft het niet aan<br />

zien k<strong>om</strong>en en ik heb haar niet eens een kans gegeven. Het ergs<strong>te</strong><br />

vindt ze dat ik haar kind in <strong>de</strong> s<strong>te</strong>ek heb gela<strong>te</strong>n.<br />

Helaas klopt het allemaal. Het is <strong>de</strong> consequentie <strong>van</strong> het feit dat<br />

ik mijn leven niet met haar wil <strong>de</strong>len. Of zou ze werkelijk gedacht<br />

hebben dat ik bij haar zou blijven <strong>om</strong>wille <strong>van</strong> haar kind? De<br />

gedach<strong>te</strong> heeft zelfs wel eens in mijn hoofd gespeeld, maar ik weet<br />

ook dat het niet eens een optie is. Daarbij, het is niet eens mijn<br />

kind.<br />

Ik zie twee verschillen<strong>de</strong> vrouwen. De leuke, die ik op het<br />

in<strong>te</strong>rnet heb leren kennen. Waarmee ik dingen heb beleefd die ik<br />

niet voor mogelijk heb gehou<strong>de</strong>n.<br />

Helaas ken ik nu ook die an<strong>de</strong>re. De vrouw die dwangmatig haar<br />

plaatjes in moet kleuren. De vrouw die uit haar rol valt, als haar<br />

plaatje niet klopt.<br />

“Ik zie mezelf graag als aanvulling, niet als invulling,” had ze me<br />

geschreven en ze voeg<strong>de</strong> eraan toe: “Ik hoop dat jij er ook zo over<br />

<strong>de</strong>nkt.”<br />

Een tijdje heb ik echt geloofd, dat wij elkaar perfect aanvul<strong>de</strong>n.<br />

Met als basis we<strong>de</strong>rzijds respect en vertrouwen. Dat we bij elkaar<br />

kon<strong>de</strong>n zijn wie we zijn, met voldoen<strong>de</strong> ruim<strong>te</strong> voor onszelf en<br />

voor <strong>de</strong> an<strong>de</strong>r. Helaas werd ik <strong>de</strong> invulling voor haar plaatjes. Die<br />

ze ongeacht <strong>de</strong> consequenties probeer<strong>de</strong> in <strong>te</strong> kleuren.<br />

Ik heb me<strong>de</strong>lij<strong>de</strong>n met het kind. Ik doe wat on<strong>de</strong>rzoek en vind<br />

informatie over „KOPP-kin<strong>de</strong>ren‟. Het staat voor Kin<strong>de</strong>ren <strong>van</strong><br />

Ou<strong>de</strong>rs met Psychische Problemen. Het in<strong>te</strong>rnet staat er vol mee.<br />

Het k<strong>om</strong>t er in het kort op neer, dat kin<strong>de</strong>ren gedragsstoornissen<br />

<strong>van</strong> hun ou<strong>de</strong>rs overnemen.<br />

Nu ik wat research gedaan heb en <strong>de</strong> dingen op me in heb la<strong>te</strong>n<br />

werken, zie ik ook dat haar moe<strong>de</strong>r, Oma Corrie dus, soortgelijke<br />

gedragsstoornissen heeft als haar doch<strong>te</strong>r. Daar<strong>om</strong> is haar doch<strong>te</strong>r


dus een KOPP-kind gewor<strong>de</strong>n. Het ligt dus voor <strong>de</strong> hand, dat het<br />

kind op haar beurt dus ook weer een KOPP-kind wordt.<br />

Zij weet dat, gevoelsmatig, instinctmatig. Het is wellicht ook<br />

daar<strong>om</strong> dat zij zich zo heeft vastgeklampt aan mij. Ik zou <strong>de</strong><br />

red<strong>de</strong>r kunnen zijn <strong>van</strong> het kind en wellicht ook nog voor haar.<br />

Dat is haar plaatje een paar maan<strong>de</strong>n lang geweest.<br />

Niet eens zo‟n bijzon<strong>de</strong>r plaatje. Eige<strong>nl</strong>ijk zelfs een heel gewoon<br />

plaatje. Een harmonieus gezin met een huis en een tuintje. Dat<br />

had<strong>de</strong>n we en we hoef<strong>de</strong>n alleen nog maar gelukkig <strong>te</strong> wor<strong>de</strong>n.<br />

Althans, zo kijkt zij ernaar. Ze heeft er geen flauw benul <strong>van</strong> hoe<br />

ik er inzit. Zelfs al zou ze het zien, dan zou ze het waarschij<strong>nl</strong>ijk<br />

niet eens rele<strong>van</strong>t vin<strong>de</strong>n.<br />

Ik ben het dus, die haar en haar kind <strong>de</strong> <strong>de</strong>ur uit heeft gegooid<br />

als ou<strong>de</strong> lorren. Want zo ziet zij het. Ik ben <strong>de</strong> booswicht die het<br />

gedaan heeft en <strong>van</strong>uit haar optiek heeft ze nog gelijk ook.<br />

In nog een ding krijgt ze volmondig gelijk <strong>van</strong> me. Zij vindt dat<br />

haar kind op een verschrikkelijke manier het kind <strong>van</strong> <strong>de</strong> rekening<br />

is gewor<strong>de</strong>n. Ik ben het helemaal met haar eens.<br />

Zij heeft haar leven weer opgepakt. Met <strong>de</strong> afkoops<strong>om</strong> voor mijn<br />

gewe<strong>te</strong>n en wat hulp <strong>van</strong> haar broer Klaas heeft ze een huis in <strong>de</strong><br />

buurt <strong>van</strong> Rhoon gevon<strong>de</strong>n en voorzien <strong>van</strong> een nieuwe inrichting.<br />

Ze heeft een nieuwe baan gevon<strong>de</strong>n en uit betrouwbare bron kan<br />

ik aflei<strong>de</strong>n dat haar therapie met Mathijs toch nog wat vruch<strong>te</strong>n af<br />

heeft geworpen. Ze wordt zelfs een aantal keren met haar auto in<br />

St<strong>om</strong>pwijk gesignaleerd.<br />

Het kind zit weer op school en af en toe heb ik wat e-mailcontact<br />

met haar. Ik stuur haar ook af en toe een gezellig briefje<br />

met <strong>de</strong> post en dan doe ik er een leesboek bij. Als snel wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong><br />

reacties lauw en ik merk dat het contact al verwa<strong>te</strong>rt, maar ik had<br />

ook niet an<strong>de</strong>rs verwacht. Het kind heeft dit immers elk jaar een<br />

keer meegemaakt.


Ik ga mijn leven weer oppakken en als eers<strong>te</strong> besluit ik een verre<br />

reis <strong>te</strong> gaan maken. Ik boek een reis en ik vertrek binnenkort voor<br />

een maand naar Nieuw Zeeland. Ik schrijf ook <strong>de</strong> gebeur<strong>te</strong>nissen<br />

<strong>van</strong> het afgelopen jaar <strong>van</strong> me af en ik besluit er, als ik thuisk<strong>om</strong><br />

<strong>van</strong> mijn reis, een echt boek <strong>van</strong> <strong>te</strong> gaan maken. Wie weet, geef ik<br />

het ook nog eens uit.<br />

-=|=-

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!