Roetfilters op werkmaterieel - Bmwt
Roetfilters op werkmaterieel - Bmwt
Roetfilters op werkmaterieel - Bmwt
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>Roetfilters</strong> <strong>op</strong><br />
<strong>werkmaterieel</strong><br />
Een uitgave over regelingen, verplichtingen en subsidies voor beheerders van grondverzetmachines.<br />
Deze is tot stand gekomen middels een financiële bijdrage van SenterNovem/VROM.<br />
BMWT-KEUR
<strong>Roetfilters</strong> <strong>op</strong> <strong>werkmaterieel</strong><br />
Inhoud<br />
2
3 Inhoud<br />
<strong>Roetfilters</strong> <strong>op</strong> <strong>werkmaterieel</strong><br />
1 Waarom roetfilters? 5<br />
2 Overheidsbeleid 7<br />
3 Flankerend beleid 11<br />
1 Groen Bestek 11<br />
2 Duurzaam ink<strong>op</strong>en 12<br />
4 Additionele maatregelen 15<br />
1 Brandstof besparen, het nieuwe rijden 15<br />
2 Brandstof EN 590 16<br />
3 Start – St<strong>op</strong> – Systeem 16<br />
4 Regelmatig onderhoud 17<br />
5 Eur<strong>op</strong>ese emissie-eisen aan mobiele werktuigen 19<br />
6 Subsidieregeling 21<br />
7 Werking en functie van het roetfilter 25<br />
1 Algemene informatie 25<br />
2 Soorten roetfilters 25<br />
3 Werking van roetfilters 26<br />
4 Toepassing van roetfilters 26<br />
5 Roetfilterfamilies 28<br />
6 Voorbeelden van filtersystemen 28<br />
7 Regeneratie (reiniging) van roetfilters 30<br />
8 Voorbeelden van actieve regeneratie 31<br />
9 Voorbeelden van passieve regeneratie 32<br />
10 Keuze van een roetfilter 33<br />
8 Het onderhouden en keuren van het roetfilter 35<br />
1 Regelmatig onderhoud 35<br />
2 Periodieke keuring 35
<strong>Roetfilters</strong> <strong>op</strong> <strong>werkmaterieel</strong><br />
1 Waarom roetfilters?<br />
4
5 Hoofdstuk 1<br />
1 Waarom roetfilters?<br />
Al decennia lang vormt de luchtkwaliteit een probleem waarvan de gevolgen merkbaar<br />
zijn in alle delen van de samenleving. Ondanks verbeteringen in de afgel<strong>op</strong>en<br />
jaren, zoals een reductie van de uitstoot van schadelijke stoffen van 50 tot 80%, is het<br />
nog altijd noodzakelijk om te werken aan het verbeteren van de luchtkwaliteit, met<br />
name in dichtbevolkte gebieden.<br />
Zo blijkt uit RIVM-rapporten dat er in Nederland jaarlijks gemiddeld 18.000 mensen<br />
te vroeg sterven aan de gevolgen van langdurige blootstelling aan bijvoorbeeld roetdeeltjes<br />
en stikstofdioxide. Ook leidt luchtverontreiniging tot meer gezondheidsklachten<br />
van mensen met luchtwegaandoeningen en ziekten (zoals een verminderde<br />
longfunctie, allerlei hart- en vaatziekten) en een toename van de kans <strong>op</strong> verschillende<br />
vormen van kanker.<br />
Bovendien leidt Eur<strong>op</strong>ese milieuregelgeving rond de maximaal toelaatbare hoeveelheid<br />
fijnstof en stikstofdioxide in de lucht er toe dat <strong>op</strong> een groot aantal plaatsen in<br />
Nederland nauwelijks nog kan worden gebouwd.<br />
De dieselmotor wordt gezien als een belangrijke verspreider van fijnstof en stikstofdioxide,<br />
stoffen die schadelijk zijn voor de gezondheid. Roet en PAK’s (Polycyclische<br />
Aromatische Koolwaterstoffen), bestanddelen van DieselMotorenEmissies (DME’s),<br />
zijn kankerverwekkend gebleken. <strong>Roetfilters</strong> kunnen deze stoffen <strong>op</strong>vangen en<br />
daarmee voorkomen dat deze in ons milieu terechtkomen.<br />
Binnen de bouwsector worden veel dieselgedreven<br />
werktuigen ingezet, waardoor machinisten/bestuurders<br />
in direct contact komen met DME’s. Hierdoor wordt de<br />
kwaliteit van de werkplek aangetast.<br />
De overheid heeft een subsidieregeling in het leven geroepen,<br />
bedoeld om het retrofit monteren van roetfilters<br />
<strong>op</strong> werkmateriaal te stimuleren. Het doel van deze<br />
regeling is de luchtkwaliteit van het binnenstedelijk milieu<br />
te verbeteren.<br />
In deze publicatie vindt u informatie over het overheidsbeleid<br />
<strong>op</strong> dit terrein. Ook wordt ingegaan <strong>op</strong><br />
flankerend beleid, additionele maatregelen, Eur<strong>op</strong>ese<br />
emissie-eisen en de inhoud van de subsidieregeling.<br />
Tenslotte komt het roetfilter zelf aan bod: werking,<br />
functie, onderhoud en keuring worden besproken.
<strong>Roetfilters</strong> <strong>op</strong> <strong>werkmaterieel</strong><br />
2 Overheidsbeleid<br />
6
7<br />
2 Overheidsbeleid<br />
Hoofdstuk 2<br />
Het overheidsbeleid ten aanzien van het verbeteren van de luchtkwaliteit is ontstaan<br />
door een samenwerking van alle ministeries. In het kader van deze brochure<br />
zijn met name het beleid van de ministeries van VROM en SZW van belang. VROM<br />
hanteert een insteek vanuit het milieu, terwijl SZW de kwaliteit van de werkplek<br />
centraal stelt.<br />
Begin 2006 zijn DieselMotorEmissies (DME’s) aangewezen als kankerverwekkende<br />
stof of mengsel. Volgens de Arbeidsinspectie moet de werkgever maatregelen<br />
nemen om blootstelling aan kankerverwekkende stoffen te voorkomen of in ieder<br />
geval te beperken tot een zo laag mogelijk niveau. Als eerste maatregel valt daarbij<br />
te denken aan vervanging, bijvoorbeeld een diesel gedreven heftruck vervangen<br />
door een elektrisch gedreven heftruck. De vervangingsplicht geldt uitsluitend<br />
wanneer het technisch uitvoerbaar is om de machine te vervangen. Is het technisch<br />
wel mogelijk om een machine te vervangen, maar om bedrijfstechnische redenen<br />
niet? Dan moeten andere maatregelen worden getroffen. Een mogelijkheid is dan<br />
het plaatsen van roetfilters. <strong>Roetfilters</strong> kunnen voor vrijwel iedere motor worden<br />
geleverd.<br />
De resultaten van de bovenstaande maatregelen<br />
moeten getoetst worden: worden er wel voldoende<br />
resultaten behaald? De overheid heeft <strong>op</strong> dit moment<br />
nog geen grenswaarde vastgesteld om de resultaten<br />
aan te toetsen. De Gezondheidsraad is wel bezig met<br />
het vaststellen van risicogrenzen in geval van blootstelling<br />
aan DME’s. Zolang er nog geen wettelijke<br />
grenswaarde is vastgelegd, moet de werkgever de<br />
resultaten toetsen aan de grenswaarde die hij zelf<br />
heeft vastgesteld. Daarbij moet hij die grenswaarde zo<br />
laag mogelijk stellen. Het overleg met werknemers (in<br />
het kader van de Arbocatalogus) moet leiden tot een<br />
grenswaarde die de streefwaarde zo dicht mogelijk<br />
benadert. Er moet duidelijk kenbaar worden gemaakt<br />
waarom een grenswaarde dichter bij de streefwaarde<br />
niet mogelijk is. Het is niet zondermeer toegelaten om<br />
een waarde dicht bij de verbodswaarde als grenswaarde<br />
te hanteren.<br />
VROM heeft per 1 januari 2008 een subsidieregeling<br />
ingevoerd voor roetfilters <strong>op</strong> mobiele werktuigen.<br />
Eigenaren van bijvoorbeeld grondverzetmachines met<br />
een vermogen vanaf 75 kW ontvangen een vergoeding<br />
van 35 % van de aanko<strong>op</strong>- en inbouwkosten van<br />
het roetfilter.
Voor vorkheftrucks met een hefcapaciteit t/m 4 ton in binnenruimten 1 heeft de Arbeidsinspectie<br />
in november 2006 besloten haar handhavingsbeleid aan te scherpen,<br />
wat betekent:<br />
• een verplichte vervanging van dieselmotor-aangedreven vorkheftrucks met een<br />
hefvermogen tot 4 ton door elektrisch of LPG-aangedreven voertuigen;<br />
• de hefcapaciteit van een heftruck wordt standaard vastgelegd middels het begrip<br />
“nominale hefcapaciteit” dat door de fabrikant wordt bepaald. De nominale<br />
hefcapaciteit blijft gelden als een hulpstuk <strong>op</strong> de heftruck wordt gemonteerd,<br />
ondanks het feit dat de restcapaciteit daardoor lager ligt dan de nominale hefcapaciteit.<br />
2<br />
De essentie van het beleid is dat blootstelling aan DME’s wordt vermeden, wat bereikt<br />
kan worden door dieselmotoren uit omsloten ruimten te weren. Moeten toch<br />
arbeidsmiddelen in omsloten ruimten worden gebruikt dan is de vervangingsplicht<br />
aan de orde.<br />
De werkgever moet dan zoals eerder beschreven eerst nadrukkelijk onderzoeken of<br />
vervanging van een dieselgedreven arbeidsmiddel technisch mogelijk is (economische<br />
motieven spelen daarbij geen rol).<br />
Pas als weren of vervangen niet mogelijk blijkt moet de werkgever zich inspannen<br />
om de blootstelling aan DME’s tot een zo laag mogelijk niveau terug te brengen.<br />
Aan deze inspanningsverplichting is onder andere voldaan als het arbeidsmiddel/<br />
voertuig is voorzien van een roetfilter met een afvangrendement van minimaal<br />
70%.<br />
Ook met het inzetten van vrachtwagens die voldoen aan de zogenaamde Euro 4 of<br />
Euro 5 norm wordt aan de inspanningsverplichting voldaan.<br />
Sporadisch komt het voor dat het om louter technische redenen niet mogelijk blijkt<br />
om een roetfilter in te zetten (ook geen <strong>op</strong>steekfilter). Als het onweerlegbaar<br />
noodzakelijk is dat een dergelijk arbeidsmiddel in een omsloten ruimte moet worden<br />
ingezet (en vervanging is onmogelijk) dan moeten aanvullende maatregelen<br />
worden getroffen. Deze maatregelen moeten altijd worden getroffen, tenzij de<br />
concentratie DME’s is teruggebracht tot het achtergrondniveau ter plaatse.<br />
In alle gevallen moet de werkgever door middel van een beoordeling van de blootstelling<br />
aan DME’s nagaan wat de effectiviteit van de getroffen maatregelen is. Als<br />
de werkgever heeft voldaan aan zijn inspanningsverplichting (roetfilter > 70% en/<br />
of Euro 4/5 vrachtwagens) dan start de overheid geen handhavingstraject <strong>op</strong> deze<br />
verplichting. Bij het voldoen aan de inspanningsverplichting mag de werkgever er<br />
van uit gaan dat de blootstelling aan DME’s zo laag mogelijk is.<br />
In alle andere gevallen is er geen zicht <strong>op</strong> de effectiviteit van de getroffen maatregelen.<br />
Daarom ziet de overheid er <strong>op</strong> toe dat in die gevallen de blootstelling van<br />
personeel aan DME’s na het treffen van de maatregelen alsnog wordt beoordeeld.<br />
1 De Arbeidsinspectie blijft uiteraard ook de inzetomstandigheden in de buitensituatie monitoren.<br />
2 Heftrucks komen, met uitzondering van de ruw terrein heftrucks, niet in aanmerking voor subsidie.<br />
<strong>Roetfilters</strong> <strong>op</strong> <strong>werkmaterieel</strong><br />
2 Overheidsbeleid<br />
8
9<br />
Hoofdstuk 2<br />
Voor deze beoordeling is een grenswaarde nodig. Voor DME’s is van overheidswege<br />
(nog) geen grenswaarde vastgesteld. Een werkgever hoeft geen verdere beheersmaatregelen<br />
te treffen wanneer de blootstellingsconcentratie is teruggebracht<br />
tot het achtergrondniveau ter plaatse. Zoals eerder beschreven kunnen werkgevers<br />
en werknemers in het kader van bijvoorbeeld een Arbocatalogus afspraken<br />
maken over de noodzakelijke beheersmaatregelen en (in afwijking van de achtergrondconcentratie)<br />
over een toetsnorm, een grenswaarde voor de branche. Deze<br />
grenswaarde kan niet willekeurig worden gekozen maar moet zo dicht mogelijk de<br />
streefwaarde benaderen.<br />
Tenslotte nog dit<br />
Theoretisch zal elke uitstoot van DME’s in een omsloten ruimte bijdragen aan een verhoging<br />
van de concentratie ten <strong>op</strong>zichte van de achtergrond.<br />
Bij het inzetten van gesloten roetfilters dan wel Euro 4/5 vrachtwagens mag de werkgever<br />
er <strong>op</strong> vertrouwen dat daarmee de blootstelling aan DME’s is teruggebracht naar een zo<br />
laag mogelijk niveau. Dat niveau kan per situatie enigszins verschillen maar er is voldaan<br />
aan de inspanningsverplichting.<br />
Indien het noodzakelijk is aanvullende maatregelen te treffen dan is de werkgever gehouden<br />
aan een resultaatverplichting. Aan deze resultaatverplichting is voldaan indien uit<br />
de beoordeling blijkt dat de blootstelling onder het achtergrondniveau ter plaatse ligt of<br />
onder de door werkgevers en werknemers overeengekomen grenswaarde.
<strong>Roetfilters</strong> <strong>op</strong> <strong>werkmaterieel</strong><br />
3 Flankerend beleid<br />
10
11 Hoofdstuk 3<br />
3 Flankerend beleid<br />
Het overheidsbeleid om de luchtkwaliteit te verbeteren en het toepassen van roetfilters<br />
te stimuleren, omvat tevens een aanvullend pakket van maatregelen dat als flankerend<br />
beleid wordt ingezet. Daarbij valt onder andere te denken aan het project<br />
Groen Bestek en het stimuleren van duurzaam ink<strong>op</strong>en bij aanbestedingsprojecten.<br />
3.1 Groen Bestek<br />
Groen Bestek is een project van de Stichting Natuur en Milieu (SNM) om schone technieken<br />
bij mobiele werktuigen te stimuleren. Het project wordt ondersteund door<br />
het ministerie van VROM, dat een subsidie verleend heeft aan SNM.<br />
Het project richt zich <strong>op</strong>:<br />
• nieuwe voertuigen;<br />
• aanpassingen aan bestaande voertuigen (roetfilters);<br />
• schone(re) brandstoffen.<br />
In het project worden de mogelijkheden van schone technieken voor mobiele werktuigen<br />
verkend en wordt een handreiking gedaan voor groene aanbesteding van<br />
projecten waarin mobiele werktuigen worden ingezet.<br />
SNM wil de overheid als belangrijke<br />
<strong>op</strong>drachtgever van werken en diensten<br />
in de bouwwereld bewegen tot het vergroenen<br />
van mobiele werktuigen. Door<br />
in het bestek eisen te stellen aan de uitstoot<br />
van machines kunnen aannemers<br />
gedwongen worden om maatregelen te<br />
nemen, zoals het plaatsen van roetfilters.<br />
SNM stelt een handleiding <strong>op</strong> en<br />
verspreid deze <strong>op</strong> brede schaal. Tevens<br />
zal zij overheden en bedrijfsleven intentieverklaringen<br />
laten ondertekenen<br />
waarin de volgende zaken met betrekking<br />
tot mobiele werktuigen worden<br />
geregeld:<br />
• laagzwavelige dieselolie;<br />
• roetfilters toepassen;<br />
• training en <strong>op</strong>leiding;<br />
• vervangingsinvesteringen in klasse<br />
Euro IIIB-machines;<br />
• een Start-St<strong>op</strong>-Systeem om stationaire<br />
emissie te beperken;<br />
• onderzoek naar andere brandstoffen.<br />
!
In het Groen Bestek geeft SNM de volgende mogelijke <strong>op</strong>lossingen die overheden<br />
kunnen toepassen:<br />
1. Schonere brandstoffen gebruiken<br />
Maatregel schonere brandstoffen Milieurendement<br />
Dieselolie met een lager zwavelgehalte Tot 90% minder SO2 en 10 – 30% minder PM10<br />
Alternatieve brandstoffen (elektriciteit, LPG en aardgas of zelf water-<br />
stof ) in plaats van diesel<br />
2. Schonere motoren<br />
3. Machines efficiënt gebruiken<br />
90 – 100% minder PM10<br />
50 – 100% NOx<br />
Maatregel schonere motoren Milieurendement<br />
Bij aanschaf nieuwe werktuigen kiezen voor schonere motoren Reductie van 90% PM10 en 50% NOx<br />
Versneld vervangen van oudere werktuigen Variabel + besparing brandstof en CO2<br />
<strong>Roetfilters</strong> <strong>op</strong> nieuwe en bestaande werktuigen 90 – 95% fijn stof reductie<br />
Maatregel gebruik Milieurendement<br />
Regelmatig onderhoud van de machines,<br />
jaarlijkse controle <strong>op</strong> de emissies<br />
Opleiding en training van personeel<br />
St<strong>op</strong>onderbreker en tracksysteem monteren<br />
± 10 – 15 % minder PM10 en 10 – 15 % NOx<br />
± 10 – 15 % minder PM10 en 10 – 15 % NOx +<br />
besparing brandstof en minder CO2<br />
± 10 – 15 % minder PM10 en 10 – 15 % NOx +<br />
besparing brandstof en minder CO2<br />
3.2 Duurzaam ink<strong>op</strong>en<br />
De rijksoverheid wil in 2010 al haar producten en diensten duurzaam ink<strong>op</strong>en en /<br />
of aanbesteden. Voor provincies, gemeenten en waterschappen geldt een streefpercentage<br />
van minstens 50% in 2010. Op die manier willen de overheden het<br />
goede voorbeeld geven voor een duurzamer Nederland.<br />
De overheid stelt duurzaamheidseisen aan producten, in dit geval aan mobiele<br />
werktuigen. Het gaat daarbij zowel om mobiele werktuigen die de overheid zelf<br />
inko<strong>op</strong>t als om de aanbesteding van diensten aan derden (diensten waarbij mobiele<br />
werktuigen worden ingezet). Zij stimuleert daarmee de markt om duurzame<br />
producten te maken en lokt duurzame innovaties uit. Bij het duurzaam ink<strong>op</strong>en<br />
<strong>Roetfilters</strong> <strong>op</strong> <strong>werkmaterieel</strong><br />
3 Flankerend beleid<br />
12
13<br />
Hoofdstuk 3<br />
van mobiele werktuigen zet de overheid in <strong>op</strong> het gebruik van mobiele werktuigen<br />
met een zo klein mogelijke uitstoot van schadelijke stoffen. Bedrijven worden bij<br />
de werkzaamheden voor de overheid aangemoedigd hun werktuigenpark voortdurend<br />
aan te passen aan de nieuwste uitstootnormen en een zo schoon mogelijk<br />
werktuigenpark te gebruiken. Het is daarom voor bedrijven nu al van belang werktuigen<br />
aan te schaffen die zo min mogelijk uitstoot veroorzaken. Mobiele werktuigen<br />
die niet aan de huidige normen voldoen, kunnen door retrofit aanpassingen,<br />
zoals roetfilters en katalysatoren, schoner gemaakt worden.<br />
Er zijn duurzaamheidscriteria <strong>op</strong>gesteld voor de aanko<strong>op</strong> van mobiele werktuigen<br />
bij de overheid en voor het gebruik van mobiele werktuigen bij het uitvoeren van<br />
werkzaamheden voor overheden. Deze normen worden regelmatig bijgesteld en<br />
aangescherpt. De door de overheid <strong>op</strong>gestelde duurzaamheidscriteria geven geen<br />
uitsluitsel over de techniek die gebruikt wordt om de uitstoot te verminderen.<br />
Naast het toepassen van een roetfilter kan de uitstoot dus ook verminderd worden<br />
door een schonere motor of andere brandstof.<br />
In de criteria wordt onderscheid gemaakt naar gebruik van mobiele werktuigen<br />
binnen en buiten de bebouwde kom.<br />
In de criteria wordt bovendien gekeken naar de gebruiksduur van een werktuig:<br />
hoe langer een werktuig <strong>op</strong> een bepaalde plek gebruikt wordt, hoe kleiner de toegestane<br />
uitstoot van het werktuig.<br />
Duurzaamheidscriteria in de praktijk<br />
Opgestelde duurzaamheidscriteria worden gepubliceerd <strong>op</strong> de website van SenterNovem:<br />
www.senternovem.nl/duurzaamink<strong>op</strong>en. De belangrijkste punten uit de<br />
criteria zijn:<br />
• mobiele werktuigen moeten, indien nieuw en door een overheid aangeschaft,<br />
minimaal voldoen aan de uitstootnormen van Fase IIIA en de eisen voor de uitstoot<br />
van roetdeeltjes van Fase IIIB;<br />
• mobiele werktuigen die gebruikt worden tijdens werkzaamheden voor de overheid<br />
dienen aan de hoogst mogelijke uitstootnorm te voldoen en minimaal aan<br />
Fase I. De inzetmogelijkheden zijn dan als volgt:<br />
• werktuigen die voldoen aan Fase I zijn beperkt inzetbaar;<br />
• werktuigen die voldoen aan Fase II zijn breder inzetbaar, vooral als zij beschikken<br />
over een roetfilter;<br />
• werktuigen die aan de laatste stand van de techniek voldoen en de minste uitstoot<br />
hebben zijn overal inzetbaar;<br />
• mobiele werktuigen moeten zwavelarme diesel gebruiken. Het gebruik van biologisch<br />
afbreekbare vetten, smeermiddelen, hydraulische olie en het gebruik van<br />
andere brandstoffen die brandstofbesparing of een geringere uitstoot tot gevolg<br />
hebben, worden gestimuleerd;<br />
• moeten zijn voorzien van biologisch afbreekbare en niet-toxische hydrauliek olie;<br />
• om brandstof te besparen moeten mobiele werktuigen voorzien zijn van een<br />
gebruiksprotocol.
<strong>Roetfilters</strong> <strong>op</strong> <strong>werkmaterieel</strong><br />
4 Additionele maatregelen<br />
14
15<br />
4 Additionele maatregelen<br />
Hoofdstuk 4<br />
Naast de eerder genoemde maatregelen vervanging, montage van roetfilters en<br />
aanschaf van nieuwe motoren, zijn er aanvullende maatregelen mogelijk waarmee<br />
de uitstoot van schadelijke stoffen kan worden verminderd. Het gaat om brandstof<br />
besparen, gebruiken van brandstof EN 590, Start – St<strong>op</strong> – Systeem en regelmatig<br />
onderhoud.<br />
4.1 Brandstof besparen<br />
De mogelijkheid en noodzaak van brandstof besparen is bij de meeste Nederlanders<br />
al bekend door de campagne rondom ‘Het nieuwe rijden’, de nieuwe rijstijl van<br />
de 21e eeuw. ‘Het nieuwe rijden’ is een rijstijl die tot 10% minder brandstofverbruik<br />
leidt. Het gaat hierbij niet alleen over de rijstijl, maar ook over controle van de<br />
bandenspanning en zuiniger aanko<strong>op</strong>gedrag door energie-etiketten. Voor mobiele<br />
werktuigen zijn de basiselementen van ‘Het nieuwe rijden’ ook van toepassing.<br />
’Het nieuwe rijden’ omvat drie basiselementen:<br />
1. de rijstijl. Deze omvat onder andere elementen als starten zonder gas geven, zo<br />
snel mogelijk bij lage toerentallen doorschakelen (binnen de bebouwde kom de<br />
vijfde versnelling gebruiken) en waar mogelijk de auto in een zo hoog mogelijke<br />
versnelling laten uitrollen in plaats van remmen. Vooruitkijken dus.<br />
2. bandenspanning en -onderhoud. Regelmatige controle van de bandenspanning<br />
verhoogt de veiligheid en reduceert het brandstofverbruik.<br />
3. het gebruik van instrumenten die de machinist/bestuurder informatie geven over<br />
onzuinig rijgedrag, over het actuele brandstofverbruik of het verbruik per rit.
De belangrijkste tips van ‘Het nieuwe rijden’, vertaald naar het<br />
werken met mobiele werktuigen:<br />
1. Werk zoveel mogelijk gelijkmatig. Vermijd plotselinge versnellingen en vertragingen.<br />
2. Schakel zo vroeg mogelijk naar een hogere versnelling.<br />
3. Ziet u dat u snelheid moet minderen of moet st<strong>op</strong>pen, laat dan tijdig gas los en laat de<br />
machine in de versnelling van dat moment uitrollen. Dit geldt natuurlijk ook bij lastwisselingen.<br />
4. Zet de motor af bij kortere st<strong>op</strong>s. Start u weer, doe dit dan zonder gas te geven.<br />
5. Controleer maandelijks de bandenspanning.<br />
4.2 Brandstof EN 590<br />
De meeste fabrikanten van mobiele werktuigen schrijven het gebruik van EN 590<br />
genormeerde brandstof voor. En dit is niet voor niets! Rode gasolie kan grote<br />
schades veroorzaken aan de motor. Het is daarom belangrijk om machinisten te<br />
instrueren welke brandstof moet worden gebruikt. EN 590 genormeerde brandstof<br />
is beschikbaar met verschillende zwavelgehaltes.<br />
In de volgende tabel is te zien hoe verschillende brandstoffen zich tot elkaar verhouden.<br />
Specificaties Huisbrandolie Gasolie Rood Diesel EN 590 zwavelvrij<br />
Cetaangetal / Min. 48 Min. 51<br />
Smerende werking<br />
(Lubricity)<br />
/ / Max. 460 micron<br />
Zwavelgehalte Max. 2000 ppm Max. 2000 ppm Max. 10 ppm*<br />
Cloud point zomer<br />
+5 ºC<br />
+4 ºC<br />
+5 ºC<br />
Cloud point winter<br />
+1 ºC<br />
-7 ºC<br />
-7 ºC<br />
C.F.P.P.* zomer<br />
-10 ºC<br />
-7 ºC<br />
-3 ºC<br />
C.F.P.P. winter<br />
-12 ºC<br />
-18 ºC<br />
-20 ºC<br />
* C.F.P.P. = Cold Filter Plugging Point<br />
4.3 Start – St<strong>op</strong> – Systeem<br />
Iedereen kent het wel: machines die continu stationair draaien zonder dat er vermogen<br />
van wordt gevraagd. Dit is erg belastend voor het milieu, kost onnodig veel<br />
geld en is storend voor de omgeving.<br />
Een Start – St<strong>op</strong> – Systeem is een systeem dat dit voorkomt. De machinist kan door<br />
middel van dit systeem de motor van de machine <strong>op</strong> afstand inschakelen en ook<br />
weer uitschakelen. Daarnaast is het mogelijk het systeem zo in te stellen, dat na 3 minuten<br />
stationair draaien de motor automatisch wordt uitgeschakeld. Hierdoor draait<br />
de machine alleen maar <strong>op</strong> het moment dat er vermogen gevraagd wordt, waardoor<br />
de omgeving en het milieu minder belast worden en geld wordt bespaard.<br />
<strong>Roetfilters</strong> <strong>op</strong> <strong>werkmaterieel</strong><br />
4 Additionele maatregelen<br />
16
17<br />
Hoofdstuk 4<br />
Een Start – St<strong>op</strong> – Systeem is in verband met de veiligheid alleen werkzaam als de<br />
versnelling van de machine in neutraal staat, de handrem aangetrokken is en de<br />
machine stil staat. Het kan <strong>op</strong> alle soorten motoren worden geïnstalleerd, zoals<br />
<strong>op</strong> aggregaten die dan <strong>op</strong> afstand door middel van een mobiele telefoon kunnen<br />
worden bediend.<br />
Resultaat<br />
Het gebruik van een Start – St<strong>op</strong> – Systeem levert een aantal voordelen <strong>op</strong>:<br />
• minder brandstofverbruik: de motor draait alleen als het nodig is. Dit levert een<br />
forse brandstofbesparing. Aangezien de motor alleen draait wanneer het nodig is<br />
wordt ook het milieu minder belast en geld bespaard <strong>op</strong> brandstof en onderhoud<br />
(draaiuren!);<br />
• minder overlast: de omgeving waar de motor draait heeft minder last van de<br />
stationair draaiende motor aangezien deze alleen lo<strong>op</strong>t wanneer dit nodig is. Een<br />
aggregaat met een Start – St<strong>op</strong> –Systeem draait alleen wanneer dit daadwerkelijk<br />
nodig is en voorkomt overlast in de omgeving;<br />
• minder belasting van het roetfilter: een roetfilter werkt <strong>op</strong>timaal als de motor <strong>op</strong><br />
bedrijfstemperatuur is. Bij langdurig stationair draaien zit het roetfilter binnen de<br />
kortste keren vol en valt de machine/truck stil. Om 6.30 uur de motor starten en<br />
die dan eerst stationair laten l<strong>op</strong>en om tijdens een bak koffie een lekkere cabinetemperatuur<br />
te krijgen, dat kan echt niet meer;<br />
• onbevoegden kunnen geen oneigenlijk gebruik maken van de handels of andere<br />
onderdelen van de machine of aggregaat en deze manipuleren.<br />
Kosten<br />
De kosten van een compleet Start – St<strong>op</strong> – Systeem zijn beperkt. De brandstofbesparing<br />
en de klanttevredenheid in acht nemende zal de investering zich snel terug<br />
verdienen.<br />
4.4 Regelmatig onderhoud<br />
Mobiele werktuigen zijn per jaar meer uren in bedrijf dan een gemiddelde personenauto.<br />
Dit vraagt veel van de motor. Regelmatig onderhoud van de motor<br />
zorgt ervoor dat deze altijd goed afgesteld is, wat leidt tot <strong>op</strong>timalisering van het<br />
verbrandingsproces. Dit kan zorgen voor 10% minder roetuitstoot. Onderdelen die<br />
het verbrandingsproces beïnvloeden moeten extra gecontroleerd worden, net als<br />
slangen, slangklemmen, verbindingsstukken en afdichtingen.
<strong>Roetfilters</strong> <strong>op</strong> <strong>werkmaterieel</strong><br />
5 Eur<strong>op</strong>ese emissie-eisen aan mobiele werktuigen<br />
18
19 Hoofdstuk 5<br />
5 Eur<strong>op</strong>ese emissie-eisen aan mobiele werktuigen<br />
Eur<strong>op</strong>a heeft een beleid ontwikkeld om dieselmotoren schoner te maken. Aangezien<br />
dit beleid veel inspanningen van de fabrikanten van motoren vergt, is besloten<br />
om dit gefaseerd te realiseren. Hierbij is een onderscheid gemaakt in de vermogens<br />
van de verschillende dieselmotoren.<br />
De Eur<strong>op</strong>ese richtlijn 97/68/EC heeft als doel om eenheid te brengen in emissiestandaarden<br />
en type-goedkeuringsprocedures voor motoren die ingebouwd worden in<br />
niet voor de <strong>op</strong>enbare weg bedoelde mobiele werktuigen. Dit alles om gezondheid<br />
en milieu te beschermen.<br />
De grenswaarden voor DieselMotorenEmissies zijn voor mobiele werktuigen van<br />
Stage II vastgesteld volgens de volgende tabel (richtlijn 97/68/EC).<br />
Stage II<br />
Nuttig Vermogen P (kW) 18-37 37-75 75-130 130-560<br />
Koolmonoxide CO (g / kWh) 5,50 5,00 5,00 3,50<br />
Stikstofoxide NOx (g / kWh) 8,00 7,00 6,00 6,00<br />
Partikel PM (g / kWh) 0,80 0,40 0,30 0,20<br />
Geldig vanaf 01-2001 01-2004 01-2003 01-2002<br />
Voor mobiele werktuigen van Stage IIIa, IIIb en IV zijn de grenswaarden voor de<br />
DieselMotorenEmissies vastgelegd in Eur<strong>op</strong>ese richtlijn 2004/26/EC. De grenswaarden<br />
zijn weergegeven in de volgende tabellen.<br />
Stage IIIa<br />
Nuttig Vermogen P (kW) 19 tot
Stage IIIb<br />
Nuttig Vermogen P (kW) 37 tot
21 Hoofdstuk 6<br />
6 Subsidieregeling Mobiele Werktuigen (SRMW)<br />
Om het toepassen van roetfilters <strong>op</strong> mobiele werktuigen te stimuleren, heeft het<br />
Ministerie van VROM per 1 januari 2008 een subsidieregeling ingevoerd, als aanvulling<br />
<strong>op</strong> de reeds bestaande subsidieregelingen voor roetfilters voor wegvoertuigen.<br />
Doel en subsidiebedrag<br />
Doel van de regeling is een bijdrage te leveren aan de verbetering van de luchtkwaliteit<br />
in Nederland door de DieselMotorenEmissies (DME’s) voor mobiele werktuigen<br />
te verminderen.<br />
De subsidieregeling is sinds 1 januari 2008 van kracht. Voor de regeling is in eerste<br />
instantie tot en met 31 december 2008 € 7.000.000 beschikbaar. De subsidie<br />
bedraagt 35% van de betaalde kosten voor aanschaf en inbouw van een emissieverminderende<br />
voorziening, met een maximum van € 5.000. Als de aanvrager<br />
BTW-plichtig is, worden voor de subsidie de kosten exclusief BTW in aanmerking<br />
genomen. Per mobiel werktuig wordt slechts eenmaal subsidie verstrekt.<br />
Categorieën<br />
De subsidie wordt alleen verstrekt als het gaat om een roetfilter voor een mobiel<br />
werktuig:<br />
• met een dieselmotor met een vermogen van 75 tot en met 560 kW;<br />
• waarbij de motor beschikt over een typegoedkeuring overeenkomstig fase II of<br />
fase IIIA;<br />
• waarbij het roetfilter niet bij de levering af fabriek al aanwezig is;<br />
• bovendien moet het gaan om een ongebruikt filter.<br />
Let <strong>op</strong>: als er voor het mobiele werktuig al van de MIA of VAMIL-regeling 3 gebruik<br />
is gemaakt, wordt er geen subsidie verstrekt.<br />
De volgende mobiele werktuigen komen in aanmerking voor subsidie:<br />
1. verreiker of telesco<strong>op</strong>lader;<br />
2. hoogwerker;<br />
3. mobiele kraan;<br />
4. ruw terrein heftruck;<br />
5. laadsch<strong>op</strong>, shovel of wiellader;<br />
6. graafmachine;<br />
7. graaflaadcombinatie;<br />
8. bulldozer;<br />
9. dumper;<br />
10. scraper of schraper;<br />
11. grader;<br />
12. asfalt-afwerkinstallatie;<br />
13. asfaltfreesinstallatie;<br />
14. wals.<br />
3 MIA en Vamil zijn fiscale aftrekregelingen voor ondernemers die investeren in milieuvriendelijke bedrijfsmiddelen die<br />
voorkomen <strong>op</strong> de zogenoemde Milieulijst. Meer informatie vindt u <strong>op</strong> de website van SenterNovem.
<strong>Roetfilters</strong><br />
De subsidieregeling stelt een aantal emissiereductie-eisen:<br />
• de emissie moet minstens 90% lager zijn dan de waarde die bij de typegoedkeuring<br />
is gehanteerd;<br />
• de grenswaarden voor de uitstoot van gasvormige verontreinigende stoffen mogen<br />
niet worden overschreden;<br />
• het mobiele werktuig moet ook na inbouw voldoen aan de eisen volgens de Wegenverkeerswet<br />
1994 en de geluidsemissienormen volgens de Wet geluidhinder.<br />
Verder stelt de subsidieregeling enkele technische eisen. Deze zijn overeenkomstig<br />
de eisen uit de VERT-lijst 4 :<br />
• het moet technisch onmogelijk zijn om het filterelement in omgekeerde richting<br />
te monteren;<br />
• de doorstromingsrichting van het filterelement moet met een goed zichtbare pijl<br />
zijn aangegeven;<br />
• aan de ingangszijde is een geschikt en afsluitbaar monsternamepunt aanwezig<br />
voor de diagnose van het uitlaatgas voordat dit het roetfilter ingaat;<br />
• het functioneren van het roetfilter moet elektronisch worden bewaakt, zodat<br />
registratie plaatsvindt (‘datalogger’) en bij een tegendrukoverschrijding met<br />
meer dan 200 mbar die langer dan 5 seconden aanhoudt een akoestisch of visueel<br />
alarm wordt geactiveerd;<br />
• het functioneren van het roetfilter mag niet tot gevolg hebben dat de geluidsproductie<br />
van de machine toeneemt.<br />
De volgende filters voldoen zonder verder benodigd bewijs aan de genoemde<br />
emissiereductie-eisen:<br />
• alle door de Dienst Wegverkeer (RDW) goedgekeurde gesloten merken en types,<br />
mits tevens aan bovenstaande eisen is voldaan (dat wil zeggen dat gesloten roetfilters<br />
goedgekeurd voor vrachtwagens ook in aanmerking komen voor subsidie<br />
<strong>op</strong> mobiele werktuigen);<br />
• alle filters die zijn <strong>op</strong>genomen <strong>op</strong> de VERT-lijst.<br />
Voor alle filters geldt dat ze altijd moeten voldoen aan de technische eisen.<br />
Procedure<br />
Alleen de eigenaar of houder van de machine kan de subsidie aanvragen. De<br />
aanvraag moet ingediend worden bij SenterNovem, een agentschap van het<br />
Ministerie van Economische Zaken. Het aanvraagformulier en meer informatie<br />
is beschikbaar <strong>op</strong> de website www.senternovem.nl/SRMW. Informatie kan ook<br />
<strong>op</strong>gevraagd worden door te bellen met de helpdesk verkeersmaatregelen<br />
luchtkwaliteit SenterNovem: 038 – 45 53 400.<br />
<strong>Roetfilters</strong> <strong>op</strong> <strong>werkmaterieel</strong><br />
6 Subsidieregeling Mobiele Werktuigen (SRMW)<br />
4 VERT = Verminderung der Emissionen von Realmaschinen im Tunnelbau.<br />
In de subsidieregeling is dit gedefinieerd als “alle filters behorende tot de categorie ‘Partikelfilter-Systeme für den<br />
Dauereinsatz’ van de lijst van BAFU/Suva genaamd ‘Geprüfte und erprobte Partikelfilter-Systeme für die Nachrüstung von<br />
Dieselmotoren’. Op deze lijst staan dus roetfilters die geschikt zijn om permanent te worden ingebouwd (‘Dauereinsatz’).<br />
22
23 Hoofdstuk 6<br />
Bij de aanvraag moeten de volgende documenten worden ingeleverd:<br />
1. verklaring (zie ook Bijlage V van de Subsidieregeling) met:<br />
a. verklaring van de eigenaar of houder van het werktuig met informatie over het<br />
werktuig zelf, het inzetprofiel en de onderhoudstoestand;<br />
b. verklaring van de inbouwer van de voorziening met informatie over welk filter<br />
hij (<strong>op</strong> basis van de verklaring van de eigenaar of houder) heeft gemonteerd;<br />
2. afschrift van de factuur (waar<strong>op</strong> uitsluitend de kosten voor aanschaf en inbouw<br />
van het roetfilter staan; een combinatie met andere werkzaamheden, bijvoorbeeld<br />
onderhoud of reparatie, is niet toegestaan) en een bijbehorend betalingsbewijs.<br />
Op de factuur staat in ieder geval per mobiel werktuig:<br />
a. het merk en type van het mobiele werktuig;<br />
b. de aard van de emissieverminderende voorziening;<br />
c. de merknaam, het type en het goedkeuringsnummer (Dienst Wegverkeer) of<br />
het controlenummer van de geschiktheidstest (VERT-lijst);<br />
3. als het roetfilter niet voorkomt <strong>op</strong> de VERT-lijst of de lijst van de Dienst Wegverkeer:<br />
documenten waarmee wordt aangetoond dat het roetfilter voldoet aan de<br />
eisen uit de subsidieregeling.<br />
Bovenstaande tekst is een beschrijving van de inhoud van de subsidieregeling. Aan bovenstaande tekst kunnen geen<br />
rechten worden ontleend. Voor de originele en volledige tekst van de subsidieregeling verwijzen we u naar de publicatie<br />
in de Staatscourant, 27 december 2007.
<strong>Roetfilters</strong> <strong>op</strong> <strong>werkmaterieel</strong><br />
7 Dieselmotoren en roet<br />
24
25 Hoofdstuk 7<br />
7 Dieselmotoren en roet<br />
In dit hoofdstuk gaan we in <strong>op</strong> de verschillende soorten roetfilters en de technische<br />
specificaties die daarbij horen. Mogelijk denkt u ‘wat moet ik met al deze informatie,<br />
ik vind het alleen belangrijk dat het roetfilter werkt.’ In dat geval kunt u<br />
volstaan met alleen het lezen van de paragrafen 7.1 en 7.10. U weet dan alles wat u<br />
moet weten. Wilt u meer weten over de techniek van de verschillende roetfilters,<br />
lees dan ook de andere paragrafen van dit hoofdstuk.<br />
7.1 Algemene informatie<br />
Dieselmotoren zijn zuinig in het gebruik. Bij de verbranding van diesel komt echter<br />
veel roet vrij. Roet bestaat uit deeltjes die ontstaan na onvolledige verbranding en<br />
die bij afkoeling een zwart aërosol vormen. Een aërosol bestaat uit vaste of vloeibare<br />
deeltjes die in een gasvormig milieu, in dit geval de atmosfeer, wordt verspreid.<br />
Door hun geringe dimensie, van een tienduizendste tot een miljoenste van een<br />
millimeter kunnen deze deeltjes probleemloos tot diep in de menselijke luchtwegen<br />
doordringen. In het verleden ontstond roet voornamelijk ten gevolge van industriele<br />
verbranding en huisverwarming. De voornaamste bron ligt momenteel bij de<br />
dieselverbranding in personenwagens en vrachtvervoer. Een gevolg daarvan is dat<br />
het grote publiek dagelijks en in hoge mate aan deze ongezonde deeltjes wordt<br />
blootgesteld.<br />
Bij het indelen van roetdeeltjes wordt onderscheid gemaakt in de grootte ervan:<br />
• PM 10 : deeltjes met een doorsnede kleiner dan 10 micrometer;<br />
• PM 2,5 : deeltjes met een doorsnede kleiner dan 2,5 micrometer;<br />
• PM 0,1 : deeltjes kleiner dan 0,1 micrometer (ultrafijn).<br />
Zoals eerder vermeld vormen de roetpartikels in de uitlaatgassen<br />
een gevaar voor de gezondheid: ze kunnen zware long- en hartaandoeningen<br />
veroorzaken. Verschillende studies hebben aangetoond<br />
dat per jaar 10.000 tot 19.000 sterfgevallen toe te schrijven zijn aan<br />
de uitlaatgassen van dieselmotoren. De grootste boosdoener zijn de<br />
PM 10 deeltjes, die afgevangen kunnen worden door roetfilters.<br />
7.2 Soorten roetfilters<br />
Een roetfilter is ontwikkeld om de uitstoot van roetdeeltjes van een<br />
dieselmotor te verminderen. Het verminderen berust <strong>op</strong> verschillende<br />
principes:<br />
• het afvangen en <strong>op</strong>slaan van deeltjes;<br />
• het afvangen en oxideren (verbranden) van deeltjes;<br />
• het verlengen van de doorstroomtijd van een deeltje zodat het<br />
direct wordt geoxideerd.
Het <strong>op</strong> dit moment meest gebruikte systeem is het afvangen en oxideren van de<br />
deeltjes. Dit principe is onder andere toegepast in de CRT, DPX en CWF. Het afvangen<br />
en <strong>op</strong>slaan van deeltjes wordt alleen toegepast wanneer het oxideren van de<br />
deeltjes niet direct mogelijk of niet rendabel is. Voor het afvangen worden <strong>op</strong>zet<br />
filters gebruikt of zogenaamde papieren filters. Het verlengen van de doorstroomtijd<br />
is een relatief nieuwe techniek die nog in ontwikkeling is en zal in deze publicatie<br />
niet verder behandeld worden.<br />
7.3 Werking van roetfilters<br />
<strong>Roetfilters</strong> kunnen worden onderscheiden in gesloten “wall flow” filters en (half)<br />
<strong>op</strong>en filters. 5 Het is verleidelijk een roetfilter te zien als een zeef waar uitlaatgassen<br />
door heen kunnen en roetdeeltjes in blijven liggen. Deze voorstelling is echter<br />
onjuist. Vooral de kleinere deeltjes worden afgevangen doordat zij vastkleven aan<br />
de wanden van de poriën van het filtermateriaal. <strong>Roetfilters</strong> zijn daardoor ook voor<br />
de allerkleinste deeltjes effectief.<br />
Een roetfilter kan worden gemaakt van keramisch materiaal, bijvoorbeeld uit siliciumcarbide.<br />
Een roetfilter wordt zo dicht mogelijk bij de motor in het uitlaatsysteem<br />
gemonteerd. Er is onderscheid in passieve en actieve roetfilters. In een passief roetfilter<br />
worden de roetdeeltjes <strong>op</strong>gevangen in een filter en door middel van katalyse<br />
omgezet. In een actief roetfilter oxideren de roetdeeltjes door het toevoegen van<br />
stoffen (additieven) aan het systeem, of door verbranding of verhitting van de<br />
deeltjes.<br />
Bij het monteren van een roetfilter is het streven dat het motorvermogen niet<br />
wordt verminderd, maar het kan voorkomen dat de motor 2 tot 4 % meer brandstof<br />
verbruikt.<br />
7.4 Toepassing van roetfilters<br />
Met een roetfilter kan de deeltjesemissie sterk worden gereduceerd. De reductie is<br />
in de praktijk afhankelijk van het type motor en het zwavelgehalte in de brandstof.<br />
Afhankelijk van deze factoren kan een roetfilter de emissie van deeltjes verminderen<br />
met meer dan 90 %.<br />
Naast een reductie van roet zorgt het filter ook voor reductie van de uitstoot van<br />
koolwaterstoffen (HC’s) en CO; een reductie van meer dan 70 % is aangetoond.<br />
Door de <strong>op</strong>h<strong>op</strong>ing van vervuilende deeltjes afkomstig van de motorolie, brandstof<br />
en slijtage van de motor treedt vervuiling van het filter <strong>op</strong>. Deze vervuiling kan niet<br />
worden geregenereerd. Daarom moet het filter regelmatig worden onderhouden<br />
en schoongemaakt. Door de vervuiling neemt na verlo<strong>op</strong> van tijd de tegendruk van<br />
het filter toe.<br />
5 Let <strong>op</strong>: voor half <strong>op</strong>en filters wordt geen subsidie verstrekt! Ook worden ze door de Arbeidsinspectie niet gezien als<br />
afdoende bescherming.<br />
<strong>Roetfilters</strong> <strong>op</strong> <strong>werkmaterieel</strong><br />
7 Dieselmotoren en roet<br />
26
27 Hoofdstuk 7<br />
Het roetfilter stelt drie voorwaarden:<br />
• de dieselbrandstof moet zwavelvrij zijn;<br />
• het oxidatieproces van de koolstof tijdens de regeneratie vereist een uitlaatgastemperatuur<br />
die regelmatig boven de 275 °C uitkomt;<br />
• het roetfilter kan toegepast worden bij Euro2 en Euro3-dieselmotoren.<br />
Wanneer een roetfilter <strong>op</strong> een bestaande machine gemonteerd wordt mag het<br />
zwavelgehalte maximaal 50 ppm zijn en het olieverbruik niet hoger dan 1 liter <strong>op</strong><br />
1000 km of 1 liter <strong>op</strong> 20 draaiuren.<br />
Het roetfilter beïnvloedt waarden als de uitlaatgastemperatuur en tegendruk. Het<br />
type roetfilter is tevens afhankelijk van de cilinderinhoud en roetuitstoot (roetwaarde)<br />
van de motor. Het type roetfilter moet daarom aangepast worden aan de<br />
specificaties van de fabrikant.<br />
7.5 Roetfilterfamilies<br />
De roetfilters worden in eerste instantie <strong>op</strong>gedeeld in twee soorten met de volgende<br />
kenmerken:<br />
• wegwerpfilters: wanneer het filterelement vol is, wordt het vervangen door een<br />
nieuw (afvangen en <strong>op</strong>slaan);<br />
• herbruikbaar: wanneer het filter vol is wordt het verzameld roet verbrand en kan<br />
het <strong>op</strong>nieuw worden gebruikt (afvangen en oxideren).<br />
De herbruikbare filters kunnen <strong>op</strong> hun beurt weer onderverdeeld worden in twee<br />
soorten met de volgende kenmerken:<br />
• half <strong>op</strong>en: deel van het uitlaatgassen worden gefilterd, deze soorten worden bij<br />
“niet voor de weg bestemde” mobiele machines niet gebruikt;<br />
• hoog rendement: de uitlaatgassen worden geheel gefilterd.<br />
De hoogrendement filters kunnen weer onderverdeeld worden in drie groepen:<br />
• keramische monolieten: circa. 90% van de toepassingen;<br />
• gesinterd metaal: circa 8% van de toepassingen;<br />
• hittebestendige vezels: circa 2% van de toepassingen<br />
Aangezien de keramische monolieten het meest voorkomen zullen we alleen die in<br />
deze publicatie behandelen.<br />
Het filter van keramisch monoliet (keramisch filter uit één stuk) is een “wall flow”-<br />
of gesloten filter waarvan de kanalen om en om zijn afgedicht. De kanalen hebben<br />
poreuze wanden waar de gassen doorgelaten worden en het roet zich tegen de<br />
wanden verzameld (zie afbeelding).
7.6 Voorbeelden van<br />
filtersystemen<br />
CWF-Filter (Coated<br />
Wall Flow)<br />
Het CWF-filtersysteem<br />
is een met edelmetaal<br />
gecoat keramisch “wall<br />
flow” filter. Door de coating<br />
<strong>op</strong> de filter vindt de<br />
regeneratie van de filter<br />
al bij een lage temperatuur<br />
plaats (+/- 250 °C).<br />
Randvoorwaarden voor het gebruik van het CWF-systeem:<br />
• de brandstof mag niet meer dan 350 ppm zwavel bevatten;<br />
• de uitlaatgastemperatuur moet minimaal 30% van de inzet boven de 250 °C komen;<br />
• de filter moet eens per 1000 bedrijfsuren (minimaal eens per jaar) worden gereinigd.<br />
Een CWF-filter kan toegepast worden <strong>op</strong> zowel turbo als niet turbo geladen dieselmotoren.<br />
CWF-filter<br />
Reducties na het filter:<br />
• roet >90%;<br />
• koolwaterstof >95%;<br />
• koolmonoxide >95%.<br />
Er is een minimale toename van stikstofdioxide (NO).<br />
CRT-filter (Continously<br />
Regenerating Trap)<br />
Het CRT-systeem is een<br />
keramisch “wall flow”<br />
filter met een voorgeschakelde<br />
oxidatie<br />
katalysator. De door de<br />
katalysator geproduceerde<br />
stikstofdioxide<br />
zorgt voor de oxidatie<br />
van de roetdeeltjes, die<br />
<strong>Roetfilters</strong> <strong>op</strong> <strong>werkmaterieel</strong><br />
7 Dieselmotoren en roet<br />
28<br />
!
29 Hoofdstuk 7<br />
door het filter uit de uitlaatgassen stroom zijn gefilterd. Randvoorwaarden voor het<br />
gebruik van het CRT systeem:<br />
• de brandstof mag niet meer dan 50 ppm zwavel bevatten;<br />
• de uitlaatgastemperatuur moet minimaal 30% van de inzet boven de 275 °C komen;<br />
• het filter moet eens per 1000 bedrijfsuren (minimaal eens per jaar) worden gereinigd.<br />
De CRT is alleen geschikt voor turbo geladen motoren.<br />
CRT-filter<br />
De roetreductie is > 90%.<br />
DPX-filter<br />
Het DPX-filtersysteem is een met edelmetaal gecoat keramisch “wall flow” filter.<br />
Door de coating <strong>op</strong> het filter vindt de regeneratie van het filter al bij een lage<br />
temperatuur plaats ( +/- 275 °C). Randvoorwaarden voor het gebruik van het DPXsysteem:<br />
• de brandstof mag niet meer dan 50 ppm zwavel bevatten;<br />
• de uitlaatgastemperatuur moet minimaal 30% van de inzet boven de 275 °C komen;<br />
• het filter moet eens per 1000 bedrijfsuren (minimaal eens per jaar) worden gereinigd.<br />
De DPX kan toegepast worden <strong>op</strong> zowel turbo als niet turbo geladen dieselmotoren.<br />
DPX-filter<br />
De roetreductie is >90%.<br />
SCR (Selective Catalytic Reaction)<br />
Om de uitstoot van NOx (stikstof oxides) nog meer te<br />
verminderen, kan een CRT of DPX filtersysteem uitgerust<br />
worden met SCR. Door middel van SCR kan een<br />
vooraf geregelde reactie plaatsvinden.<br />
Dit wordt gedaan door ammoniak( ureum) aan de<br />
gassen toe te voegen en dan over een katalysator te<br />
leiden zodat de NOx omgezet wordt in N2 (stikstof)<br />
en de ammoniak in water. Deze techniek wordt veel<br />
toegepast <strong>op</strong> stationaire dieselmotoren en aardgasmotoren,<br />
welke worden gebruik voor de <strong>op</strong>wekking<br />
van stroom of het aandrijven van pompen. Sinds een
ookgas<br />
generator<br />
(motor)<br />
uitlaatgas<br />
ureum<br />
tank<br />
paar jaar is het ook mogelijk om deze techniek toe te passen <strong>op</strong> dynamische motor<br />
inzet zoals bussen, vrachtwagens en <strong>op</strong> horizontaal/verticaal transportmachines.<br />
Hieronder wordt SCR schematisch weergegeven.<br />
ureum inspuitlans<br />
mengen van ureum<br />
MSR<br />
kast<br />
SCR<br />
streek<br />
OXI<br />
streek<br />
gezuiverd gas<br />
reactor<br />
SCR voldoet aan de euro 4-<br />
en 5 norm.<br />
Voordeel van dit systeem is<br />
dat er een grote reductie is<br />
van CO, HC, PM en NOx.<br />
Nadelen van dit systeem<br />
zijn de grotere constructie,<br />
een duurder systeem en er<br />
is additief (ureum) noodzakelijk.<br />
7.7 Regeneratie (reinigen)<br />
van dieselroetfilters<br />
Na verlo<strong>op</strong> van tijd zullen<br />
de wanden van het filter<br />
met roet bedekt zijn en<br />
raakt het verst<strong>op</strong>t. Het<br />
filter moet dan gereinigd<br />
worden. Dit reinigen betekent<br />
dat de brandbare be-<br />
standdelen van het roet worden verbrand (oxidatie). Om de verbranding <strong>op</strong> gang te<br />
brengen zijn ontstekingstemperaturen nodig tussen de 350 °C en 600 °C afhankelijk<br />
van het soort reinigingsproces. Dit proces noemen we regeneren. Er zijn verschillende<br />
manieren om te regenereren:<br />
Actief regenereren<br />
Het regeneratieproces moet door mensen gestart en onderhouden worden. Kenmerk<br />
van dit proces is dat de uitlaatgastemperatuur laag is (< 300 °C). Het proces<br />
wordt ingeschakeld door de temperatuur van de uitlaatgassen te verhogen door<br />
elektrische bijverwarming of bijverwarming door middel van een dieselbrander. De<br />
bijverwarming kan <strong>op</strong> de machine gemonteerd zijn (elektrisch on board of dieselbrander)<br />
of als gescheiden apparaat (elektrisch off board).<br />
Passief regenereren<br />
Het regeneratieproces wordt automatisch gestart en onderhouden. Kenmerk van<br />
dit proces is dat de uitlaatgastemperatuur relatief hoog is ( > 300 °C). Deze temperaturen<br />
kunnen, zelfs door moderne dieselmotoren, nauwelijks bereikt worden.<br />
Daardoor moeten er katalysatoren toegevoegd worden om de reactie bij een lage<br />
temperatuur toch <strong>op</strong> gang te brengen of er worden toevoegingen aan de brandstof<br />
bijgemengd.<br />
<strong>Roetfilters</strong> <strong>op</strong> <strong>werkmaterieel</strong><br />
7 Dieselmotoren en roet<br />
30
31 Hoofdstuk 7<br />
Katalysatoren worden uitgevoerd als een katalysator/filtercombinatie of als een<br />
filter met een katalytische laag.<br />
Passief/Actief regenereren<br />
Het proces start automatisch, maar is tussentijds wel bij te sturen. Kenmerk van<br />
dit proces is dat de uitlaatgastemperatuur sterk varieert. Uitlaatgastemperaturen<br />
kunnen hoger gemaakt worden door de luchtinlaat te smoren of door brandstof<br />
na-inspuiting in combinatie met een katalysator.<br />
7.8 Voorbeelden van actieve regeneratie<br />
Off-Board<br />
Wanneer het filterelement vol is wordt het gedemonteerd en <strong>op</strong> een regeneratiestation<br />
geplaatst. De regeneratie duurt ½ tot 2 uur, afhankelijk van de grootte van<br />
het filter en het vermogen van het regeneratiestation.<br />
De voordelen zijn dat de installatie eenvoudig is in uitvoering en gebruik, een lage<br />
aanschafprijs heeft en dat de regeneratie gecontroleerd uitgevoerd wordt.<br />
De nadelen zijn dat de regeneratie discipline vereist, tijdrovend is en dat men het<br />
filter moet demonteren. Ook is verbranding van het filter tijdens de regeneratie<br />
niet denkbeeldig.<br />
On-Board<br />
Wanneer het filterelement vol is wordt de machine <strong>op</strong> het elektriciteitsnet aangesloten.<br />
De regeneratie duurt ½ tot 2 uur, afhankelijk van de grootte van het filter<br />
en het vermogen van de regeneratie warmtespiraal. Men is afhankelijk van een<br />
elektriciteitsbron.<br />
De voordelen zijn dat de installatie eenvoudig is in uitvoering en gebruik, een lage<br />
aanschafprijs heeft en dat de regeneratie gecontroleerd uitgevoerd wordt.<br />
De nadelen zijn dat de regeneratie discipline vereist, tijdrovend is en de machine<br />
kan tijdens de regeneratie niet gebruikt worden. Men is afhankelijk van een elektriciteitsbron.<br />
Dieselbrander<br />
Wanneer het filterelement vol is, wordt de motor stilgezet en de regeneratie in<br />
gang gezet middels de dieselbrander. De regeneratie duurt 10 tot 20 minuten,<br />
afhankelijk van de grootte van het filter.<br />
De voordelen zijn dat er geen externe energiebron nodig is, de regeneratie snel<br />
verlo<strong>op</strong>t en eenvoudig in gebruik is.<br />
De nadelen zijn dat de installatie relatief complex is, de machine stilstaat tijdens de<br />
regeneratie en de aanschafprijs hoog is.
7.9 Voorbeelden van passieve regeneratie<br />
Brandstofadditieven (verhogen van de uitlaatgastemperatuur)<br />
Het regeneratie proces start vanzelf wanneer de uitlaatgassentemperatuur hoog<br />
genoeg is (250 – 300 °C), onafhankelijk van de belasting van het filter.<br />
De voordelen zijn dat er geen externe energiebron nodig is, geen extra apparaat,<br />
de ongevoeligheid voor de kwaliteit van de brandstof, regeneratie is mogelijk<br />
tijdens het <strong>op</strong>erationele proces en er is geen gebruiksaanwijzing anders dan de<br />
toevoeging van het additief.<br />
De nadelen zijn dat de asresten, veroorzaakt door het additief, vaker verwijderd<br />
moeten worden. Ook zijn er de kosten van het additief.<br />
Katalytische behandeling (verlagen van de ontbrandingstemperatuur van het roet)<br />
Door verschillende katalysatoren toe te passen kan men de ontbrandingstemperatuur<br />
van het roet verlagen. Hieronder volgen voorbeelden van mogelijke combinaties.<br />
T30 Systeem<br />
> 550 – 600 ºC Zelfontbrandingstemperatuur v/h roet<br />
> 380 – 420 ºC Katalytisch met Basismetalen<br />
> 3xx ºC Katalytisch met 5g Pt(platina)<br />
> 340 ºC Licht katalytisch met Pt + FBC<br />
> 325 ºC Katalytisch met 50g Pt<br />
Filterbehandeling/temperatuur combinaties voor zelfontbranding van het roet<br />
Met T30 wordt bedoeld dat de vermelde temperatuur zeker 30 % van de draaiuren<br />
aanwezig moet zijn.<br />
<strong>Roetfilters</strong> <strong>op</strong> <strong>werkmaterieel</strong><br />
7 Dieselmotoren en roet<br />
32
33 Hoofdstuk 7<br />
Passieve regeneratie is niet alleen afhankelijk van temperatuur, ook de tegendruk<br />
van de uitlaat bepaalt de mate en snelheid van de regeneratie. Dit is weergegeven<br />
in de figuur hier onder.<br />
Tegendruk (mbar) ➝<br />
300<br />
250<br />
200<br />
150<br />
100<br />
50<br />
Katalytische behandeling<br />
0<br />
100 200 300 400 500 600<br />
Temperatuur (ºC) ➝<br />
Tenslotte worden de verschillende roetfilters met elkaar vergeleken ten <strong>op</strong>zichte<br />
van de mate van (passieve) regeneratie en de tijdsduur van de regeneratie. De<br />
uitlaat gassentemperatuur is hierbij <strong>op</strong> 600 ºC afgesteld. Dit is weergegeven in de<br />
grafiek hieronder.<br />
100<br />
90<br />
80<br />
70<br />
60<br />
50<br />
40<br />
30<br />
20<br />
10<br />
0<br />
Regeneratie<br />
Na 2 - 4<br />
minuten<br />
Filter<br />
+<br />
Additief<br />
Na 6 - 8<br />
minuten<br />
Filter<br />
katalytisch<br />
behandeld<br />
Na<br />
10 minuten<br />
Filter<br />
onbehandeld<br />
zonder additief
7.10 Keuze van een roetfilter<br />
Op de vraag welk type roetfilter nu geschikt is voor een bepaald mobiel werktuig<br />
is geen pasklaar antwoord te geven. Dit zal afhangen van diverse factoren. Bij het<br />
bepalen van het geschikte roetfilter kunnen de volgende vragen een rol spelen:<br />
• bevindt de machine zich binnen, buiten of een combinatie daarvan?<br />
• bevindt de machine zich in de buurt van een elektrische bron?<br />
• werkt de machine in het veld, ver van de onderhoudswerkplaats?<br />
• wat is de bedrijfstijd per dag van de machine?<br />
• waar wordt de machine voor ingezet?<br />
• is zwavelarme dieselolie verkrijgbaar?<br />
• hoe groot is het olieverbruik?<br />
Deze vragen kunnen het beste samen met de dealer van roetfilters doorgenomen<br />
worden, waarbij een aantal kenmerken van de machine ook een rol spelen, bijvoorbeeld:<br />
• hoe hoog is de uitlaatgastemperatuur?<br />
• wat is de maximale tegendruk van het systeem?<br />
• wat is de cilinderinhoud/nominaal toerental?<br />
• wat is de roetwaarde/onderhoudsinterval?<br />
De antwoorden <strong>op</strong> deze vragen moeten leiden tot een juiste keuze van het roetfilter.<br />
Maak de keuze altijd in samenwerking met de importeur/leverancier van de<br />
machine!<br />
<strong>Roetfilters</strong> <strong>op</strong> <strong>werkmaterieel</strong><br />
8 Onderhoud en keuring van het roetfilter<br />
34
35 Hoofdstuk 8<br />
8 Onderhoud en keuring van het roetfilter<br />
Om het roetfilter ook na plaatsing steeds goed te laten werken, is het nodig het te<br />
onderhouden en te laten keuren.<br />
8.1 Regelmatig onderhoud<br />
Een roetfilter zonder onderhoudsintervallen bestaat niet. Hoe vaak er onderhoud<br />
nodig is, is wél afhankelijk van het gekozen filtersysteem. De meeste systemen<br />
moeten minimaal één keer per jaar onderhoud krijgen. In het algemeen kan men<br />
stellen dat voor het onderhoudsinterval geldt:<br />
Smeerolieconsumptie * Filtervolume * Filter<strong>op</strong>pervlak * Verzamelde asvolume<br />
Een voorbeeld<br />
Een passief CRT filter heeft een verwachte levensduur van 5000 uur.<br />
Tijdens de regeneratie perioden kunnen asresten in de poriën van de wand gaan<br />
sinteren (inbranden), waardoor het filter kan verst<strong>op</strong>pen. De fabrikant schrijft dus<br />
voor:<br />
• na 500 draaiuren de asresten uit het filter verwijderen met een HEPA stofzuiger<br />
en vervolgens met water spoelen;<br />
• na 1000 draaiuren het filter een ovenbehandeling geven, daarna weer wassen en<br />
drogen;<br />
• vervolgens weer na 500 uur de asresten verwijderen, enzovoort.
Ieder type filter heeft zijn eigen schoonmaakprocedures. Volg hierbij altijd de instructies<br />
van de fabrikant.<br />
Het filtersysteem kan met een datalogging systeem gevolgd worden. Via de data-<br />
logging kan worden vastgesteld, bijvoorbeeld over een periode van drie maanden,<br />
hoe de drukontwikkeling is verl<strong>op</strong>en. Dit wordt in een grafiek zichtbaar gemaakt.<br />
Figuur: Voorbeeld uitlezing datalogger.<br />
8.2 Periodieke keuring<br />
De periodieke keuring is bedoeld om vast te stellen of het roetfilter adequaat functioneert.<br />
Het is een visuele/auditieve keuring plus datalogging. Geeft deze visuele<br />
keuring/inspectie onduidelijke resultaten dan wordt een meting <strong>op</strong> de K-waarde<br />
gelast. Alle te keuren aspecten zijn <strong>op</strong> een keuringsformulier samengebracht.<br />
<strong>Roetfilters</strong> <strong>op</strong> <strong>werkmaterieel</strong><br />
8 Onderhoud en keuring van het roetfilter<br />
36
37 Hoofdstuk 8<br />
Gebruiker<br />
Naam<br />
Adres<br />
Postcode<br />
Plaats<br />
Telefoon<br />
Cont.pers.<br />
Roetfilter<br />
Merk Keurend bedrijf<br />
Bouwjaar Naam<br />
Type Adres<br />
Serie no. bouwmachine Postcode<br />
Serie no. roetfilter Plaats<br />
Keuringsdatum Telefoon<br />
Stickernummer Keurmeester<br />
1 Visuele en auditieve keuringsitems<br />
1 Afdichtingen<br />
2 Ophanging/bevestiging<br />
3 Elektrische aansluitingen<br />
4 Doorstroombaarheid filter<br />
5 Materiaalverkleuring<br />
6 Geluidsontwikkeling<br />
GOED<br />
Bevindingen Aanbevelingen<br />
Visuele en auditieve keuringsitems: Datalogging:<br />
Goedgekeurd/afgekeurd Getekend voor gezien<br />
handtekening keurmeester handtekening klantbedrijf<br />
MATIG<br />
SLECHT<br />
N.V.T.<br />
2 Datalogging<br />
1 Regeneratie-intervallen<br />
2 Drukverlo<strong>op</strong><br />
3 Frequentie waarin pieken <strong>op</strong>treden<br />
4 Temperatuurverschillen voor en na<br />
het filter<br />
specimen<br />
GOED<br />
MATIG<br />
SLECHT<br />
N.V.T.<br />
Revisienr.: 01-09-’07
<strong>Roetfilters</strong> <strong>op</strong> <strong>werkmaterieel</strong><br />
Voetnoten<br />
38
39 Aantekeningen
BMWT-KEUR<br />
BMWT-Keur<br />
Voor de keuring van al uw<br />
mobiele werktuigen.<br />
Vlietweg 17U<br />
2266 AK Leidschendam<br />
Tel.: (070) 301 01 03<br />
Fax: (070) 317 60 58<br />
www.bmwt.nl<br />
secr@bmwt.nl<br />
ELvF<br />
Erkend Leverancier van Filters<br />
Wielingenstraat 28<br />
1078 KL Amsterdam<br />
Postbus 74800<br />
1070 DM Amsterdam<br />
Tel.: (020) 50 44 949<br />
www.raivereniging.nl<br />
SenterNovem<br />
Agentschap voor duurzaamheid<br />
en innovatie.<br />
Catharijnesingel 59<br />
Postbus 8242<br />
3503 RE Utrecht<br />
Tel.: (030) 239 34 93<br />
Fax: (030) 231 64 91<br />
www.senternovem.nl<br />
info@senternovem.nl<br />
Ministerie van VROM<br />
Staat voor ruimte, milieu, wonen,<br />
wijken en integratie.<br />
Rijnstraat 8<br />
2515 XP DEN HAAG<br />
Postbus 20951<br />
2500 EZ DEN HAAG<br />
Tel.: (070) 339 39 39<br />
www.vrom.nl<br />
vrominfo@postbus51.nl