21.09.2013 Views

Herleefd verleden Strijd om Valkenburg ZH in mei 1940

Herleefd verleden Strijd om Valkenburg ZH in mei 1940

Herleefd verleden Strijd om Valkenburg ZH in mei 1940

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Digitale versie<br />

CIP-GEGEVENS KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK, DEN HAAG<br />

Portengen, Jan.<br />

<strong>Herleefd</strong> <strong>verleden</strong> : strijd <strong>om</strong> <strong>Valkenburg</strong> <strong>ZH</strong> <strong>in</strong> <strong>mei</strong> <strong>1940</strong> /<br />

Jan Portengen. - Delft : Eburon. - III.<br />

Met lit. opg.<br />

ISBN 90-5166-436-2<br />

NUGI 641<br />

Trefw.: <strong>Valkenburg</strong> (Zuid-Holland) ; geschiedenis ;<br />

Wereldoorlog II / Meidagen (<strong>1940</strong>) ; <strong>Valkenburg</strong> (Zuid-Holland).<br />

<strong>Herleefd</strong> <strong>verleden</strong><br />

<strong>Strijd</strong> <strong>om</strong> <strong>Valkenburg</strong> <strong>ZH</strong><br />

<strong>in</strong> <strong>mei</strong> <strong>1940</strong><br />

Jan Portengen


Verantwoord<strong>in</strong>g<br />

Dit boek is samengesteld aan de hand van de vele verslagen en boeken<br />

over de gebeurtenissen van 10-5 <strong>mei</strong> <strong>1940</strong> <strong>in</strong> en <strong>om</strong> <strong>Valkenburg</strong>, aangevuld<br />

met recente <strong>in</strong>terviews en onderzoek.<br />

De hierna genoemde verslagen zijn voor dit boek bewerkt:<br />

1)- "Weergegeven <strong>in</strong>drukken van de <strong>in</strong> de gemeente <strong>Valkenburg</strong> <strong>ZH</strong><br />

beleefde oorlogsdagen van Vrijdag 10 <strong>mei</strong> <strong>1940</strong> tot en met 14 <strong>mei</strong> <strong>1940</strong><br />

door Jac. van der Zwart, wonende Middenweg 8 te <strong>Valkenburg</strong>". Opgemaakt<br />

12 november <strong>1940</strong>.<br />

2)- "<strong>Valkenburg</strong> <strong>ZH</strong> <strong>1940</strong>. Als krijgsgevangene <strong>in</strong> en <strong>om</strong> <strong>Valkenburg</strong>.<br />

Oorlogsher<strong>in</strong>ner<strong>in</strong>gen van Berend Borst en ter her<strong>in</strong>ner<strong>in</strong>g aan: Jan Varkevisser<br />

Jz. 10 t/m 15 <strong>mei</strong> <strong>1940</strong>". Opgemaakt december 1941.<br />

3)- "<strong>Valkenburg</strong> 10-14 <strong>mei</strong> <strong>1940</strong>. Verslag van Piet van Duyn". Opgemaakt<br />

24 januari 1941.<br />

4)- "Uit de geschiedenis der gemeente <strong>Valkenburg</strong> <strong>ZH</strong> door de burgemeester<br />

A.C. de Wilde". Opgemaakt na 1943.<br />

5)- "Tussen Kogels en Granaten. Met foto's van Piet van Duyn". Een <strong>in</strong> de<br />

ik-vorm geschreven verhaal van soldaat Ben Collignon.<br />

Voorts is gebruik gemaakt:<br />

1)- van de gevechtsverslagen en dergelijke die bij de Sectie Militaire Geschiedenis<br />

van de Kon. Landmacht ter <strong>in</strong>zage zijn waar ook het bovengenoemde<br />

dagboek van Ben Collignon berust.<br />

2)- van het gemeentearchief van <strong>Valkenburg</strong>.<br />

3)- van de boeken en bronnen die achter<strong>in</strong> dit boek zijn aangegeven.<br />

2<br />

Met dank aan hen die daadwerkelijk aan de totstandk<strong>om</strong><strong>in</strong>g van dit boek<br />

hun medewerk<strong>in</strong>g hebben verleend, met name:<br />

Gerrit Russchenberg: hij maakte de verscheidene dorps- en streekkaarten<br />

die <strong>in</strong> dit boek staan, toetste de militaire aspecten van de verhalen aan de<br />

standaardwerken op dat gebied en schreef de bijdragen "Fokkers boven<br />

<strong>Valkenburg</strong>" (2.27 en 3.15); "Vliegveld Maaldrift" (2.28 en 3.16) en<br />

"Geallieerde akties" (3.17).<br />

M.J. Vos: hij heeft veel onderzoek verricht <strong>in</strong> het gemeente-archief, van<br />

zijn hand is de bijdrage "Plaatselijk bestuur" (1.7 en 8.12).<br />

J. Pen: hij creëerde "Bloemen leggen" (8.18).<br />

G.J. Hillenaar: hij schreef "Herdenk<strong>in</strong>g" (8.19) namens het bestuur van de<br />

Verenig<strong>in</strong>g voor Oud-<strong>Strijd</strong>ers 4RI.<br />

Niet m<strong>in</strong>der daadwerkelijk maar op een andere wijze werd veel<br />

steun ondervonden van de gemeentesecretaris S. Dijs en voor wat betreft<br />

het gemeentearchief diens rechterhand Bram van Zuylen. Zonder daarmee<br />

tekort te doen aan de zeer gewaardeerde medewerk<strong>in</strong>g van de andere<br />

medewerkers aldaar.<br />

Vervolgens zij dank aan de velen die <strong>in</strong>formatie verstrekt hebben op<br />

velerlei manieren; hen die foto's, krantenknipsels en soortgelijke gegevens<br />

ter beschikk<strong>in</strong>g hebben gesteld; zij die door het lezen en c<strong>om</strong>mentaar<br />

leveren het mogelijk maakten stijl, spell<strong>in</strong>g maar ook betrouwbaarheid en<br />

<strong>in</strong>houd te verbeteren. En tenslotte bedankt degenen die door het bestellen<br />

van dit boek de verschijn<strong>in</strong>g ervan mogelijk maakten!<br />

Maart 1995 Jan Portengen<br />

3


Inhoud<br />

Hoofdstuk 1 Hoogste paraatheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 - 7 - 4<br />

Hoofdstuk 2 De morgen van de eerste dag . . . . . . . . . . . . . . . . 22 - 27 - 14<br />

Hoofdstuk 3 De middag en avond van de eerste dag . . . . . . . . 88 - 115 - 58<br />

Hoofdstuk 4 Zaterdag 11 <strong>mei</strong> <strong>1940</strong> . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 110 - 147 - 74<br />

Hoofdstuk 5 Zondag 12 <strong>mei</strong>, eerste P<strong>in</strong>ksterdag . . . . . . . . . . . 144 - 193 - 97<br />

Hoofdstuk 6 Maandag 13 <strong>mei</strong>, tweede P<strong>in</strong>ksterdag . . . . . . . . 168 - 225 - 113<br />

Hoofdstuk 7 D<strong>in</strong>sdag 14 <strong>mei</strong>, capitulatie . . . . . . . . . . . . . . . . 186 - 251 - 126<br />

Hoofdstuk 8 Na de capitulatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 206277 - 139<br />

Bijlagen<br />

Lijst van persoonsnamen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 249 - 327 - 164<br />

Boeken en bronnen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 255 - 334 - 167<br />

1. Omgek<strong>om</strong>en burgers . . . . . . . . . . . . . . . . . . 227 - 295 - 148<br />

2. Gesneuvelde Nederlandse militairen . . . . . . . 231 - 300 - 151<br />

3. Onderscheiden militairen . . . . . . . . . . . . . . . 243 - 319 - 160<br />

4. Enige gesneuvelde Duitse militairen . . . . . . . 245 - 321 - 161<br />

NB: de bladzijdenummer<strong>in</strong>g op drie manieren:<br />

l<strong>in</strong>ks: oorspronkelijke nummer<strong>in</strong>g van het boek.<br />

midden: nummer<strong>in</strong>g van de digitale versie van het boek.<br />

rechts: nummer<strong>in</strong>g conform digitale versie maar zoals <strong>in</strong> Acrobat reader<br />

wordt weergegeven.<br />

4<br />

5


Inhoud hoofdstuk 1<br />

1.1 Ter her<strong>in</strong>ner<strong>in</strong>g<br />

1.2 Geschiedenis<br />

1.3 De burgerwacht<br />

1.4 Het dorp <strong>Valkenburg</strong>, de <strong>in</strong>woners<br />

1.5 Kaart van <strong>Valkenburg</strong> anno <strong>1940</strong><br />

1.6 Plaatselijk bestuur (M.J. Vos)<br />

1.7 Fall Gelb<br />

1.8 Defensie<br />

1.9 Het leger<br />

Het gebeurde dat de aanklager verscheen voor de<br />

troon van de opperste rechter.<br />

"Heb je mijn oogappel gezien, <strong>Valkenburg</strong>?<br />

Welk dorp is daarmee te vergelijken?"<br />

De aanklager had meteen zijn praatje klaar. "Ontneem<br />

hen hun vrijheid en zij zullen u vervloeken, zeker<br />

weten!"<br />

Waar<strong>om</strong> de opperste rechter daartoe besloot weet<br />

niemand maar hij zei: "Ze zijn <strong>in</strong> uw hand maar ga<br />

niet verder dan dat".<br />

De aanklager daalde af naar de aarde en spoedde<br />

zich richt<strong>in</strong>g opgaande zon!<br />

6<br />

7<br />

Hoofdstuk<br />

1<br />

Hoogste<br />

paraatheid<br />

1.1 Ter her<strong>in</strong>ner<strong>in</strong>g<br />

Iedere eerste maandag van de maand <strong>om</strong> precies twaalf uur wordt er<br />

ergens <strong>in</strong> <strong>Valkenburg</strong> op een knop gedrukt. Misschien doet de burgemeester<br />

het zelf, of de secretaris. Of zo maar een willekeurig iemand die toevallig<br />

<strong>in</strong> de buurt is, zo van: "Jaap, druk even die knop <strong>in</strong>!" De opdrachtgever<br />

kijkt op zijn horloge, telt de seconden af en zegt: "Ja... nu!" Op dat<br />

m<strong>om</strong>ent beg<strong>in</strong>t <strong>in</strong> <strong>Valkenburg</strong> de sirene te loeien. Tot buiten het dorp<br />

hoorbaar. Lang en doordr<strong>in</strong>gend en s<strong>om</strong>s herhaalde keren. Ons jaagt dat<br />

geluid geen angst meer aan, je weet: het is oefen<strong>in</strong>g. S<strong>om</strong>migen zeggen:<br />

"Waar is dat nog goed voor?" Want menig oude <strong>Valkenburg</strong>er doet dat<br />

geloei denken aan de oorlog. Hun getal wordt steeds kle<strong>in</strong>er. Hun geheugen<br />

steeds zwakker. Slechts hun ervar<strong>in</strong>gen van de <strong>mei</strong>dagen <strong>1940</strong> zijn<br />

bijkans onuitwisbaar <strong>in</strong> het geheugen opgen<strong>om</strong>en.<br />

Voorzover ze zich daarvoor niet afgesloten hebben, dwalen hun<br />

gedachten dan af naar de gebeurtenissen van toen en naar de tijd ervoor:<br />

hoe ze <strong>in</strong> gerustheid <strong>in</strong> hun dorp woonden en zich druk maakten over<br />

allerlei onbelangrijke d<strong>in</strong>gen. Hoe ze alle gedachten aan de realiteit van de<br />

oorlogsdreig<strong>in</strong>g verdrongen. Tot ze totaal onvoorbereid en met een schok<br />

tot de rauwe werkelijkheid kwamen. Dit is het verhaal van hen die het<br />

konden navertellen. En dat van anderen die het hunne kort nadien opgeschreven<br />

hebben.


1.2 Geschiedenis<br />

Je kunt je afvragen waar<strong>om</strong> het dorp <strong>Valkenburg</strong> door de eeuwen heen<br />

aantrekk<strong>in</strong>gskracht heeft uitgeoefend op veroveraars en strijdende partijen.<br />

Wat troffen de R<strong>om</strong>e<strong>in</strong>en hier aan? Een redelijk droge en vlakke delta<br />

van de Rijn dicht achter de du<strong>in</strong>en. Zo'n meter of zes onder de plaats waar<br />

nu de dorpskerk staat. Ze bouwden er <strong>in</strong> 37 na Chr. het eerste castellum<br />

dat reeds <strong>in</strong> 42 wegens wateroverlast vernieuwd moest worden. Vijf jaar<br />

later werd dat fort door de Chauken met de grond gelijk gemaakt. Nog<br />

geen tw<strong>in</strong>tig jaar daarna werd een soortgelijke verwoest<strong>in</strong>g uitgevoerddoor<br />

de Kann<strong>in</strong>efaten onder leid<strong>in</strong>g van hertog Br<strong>in</strong>no, tijdens de opstand<br />

van<br />

Julius Claudius Civilis. Over de duistere Middeleeuwen daarna is we<strong>in</strong>ig<br />

bekend maar ook tijdens de Hoekse en Kabeljauwse twisten was deze<br />

plaats volgens de overlever<strong>in</strong>g slachtoffer van geweld. Tijdens het beleg<br />

van Leiden gebruikten de Spanjaarden het dorp als vest<strong>in</strong>gwal. Na het<br />

ontzet van die stad moesten alle (gebrandschilderde) ramen van de<br />

<strong>Valkenburg</strong>se kerk vernieuwd worden. Dat zegt genoeg. Daarna was er,<br />

voor zover we weten, een lange tijd van betrekkelijke rust en vrede. Totdat<br />

het vliegveld werd aangelegd.<br />

Ter onderscheid<strong>in</strong>g van het Limburgse dorp <strong>Valkenburg</strong> (aan de Geul)<br />

staat ons dorp <strong>in</strong> het kerkzegel van de Nederlandse Hervormde gemeente<br />

als <strong>Valkenburg</strong> aan den Rijn aangegeven. Opdat vreemde bezoekers niet<br />

<strong>in</strong> de war zouden raken werd zelfs de plaatsnaam <strong>Valkenburg</strong> op het bord<br />

bij de Haagse Schouw voorzien van de toevoeg<strong>in</strong>g <strong>ZH</strong>. Dit oeroude dorp<br />

bracht twee k<strong>in</strong>deren voort, Katwijk aan Zee en Katwijk aan de Rijn, die<br />

<strong>in</strong> 1619 zelfstandig werden. Beide dorpen groeiden <strong>in</strong> aantal en belangrijkheid,<br />

het moederdorp nam af <strong>in</strong> getal en bekendheid.<br />

Het was 26 januari <strong>1940</strong>. De eerste gemeenteraadsvergader<strong>in</strong>g van dat<br />

jaar werd conform de gewoonte begonnen met een nieuwjaarsrede van de<br />

voorzitter, burgemeester A.C. de Wilde. Daarna werd overgegaan tot de<br />

orde van de dag. Het geachte raadslid D. de Vries was helaas wegens<br />

ziekte verh<strong>in</strong>derd. De oranjeverenig<strong>in</strong>g g<strong>in</strong>g er mee akkoord over 1939<br />

geen subsidie te ontvangen; gezien de oorlogsdreig<strong>in</strong>g waren de feesten<br />

8<br />

9<br />

Presentielijst van de ledenvergader<strong>in</strong>g van de burgerwacht beg<strong>in</strong><br />

<strong>1940</strong>


afgelast. Er zou worden getracht de gemeentelijke zelfstandigheid te bewaren,<br />

de raad besloot daar<strong>om</strong> de begrot<strong>in</strong>g sluitend te maken. De <strong>in</strong>k<strong>om</strong>sten<br />

waren ƒ 47.611,47, de uitgaven ƒ 47.611,47. Ook de Christelijke<br />

arbeiderspartij deed zich gelden. Het raadslid de heer J. Schoneveld gaf te<br />

kennen, hoewel ongaarne, nog eens terug te moeten k<strong>om</strong>en op de wethoudersverdel<strong>in</strong>g.<br />

Hij betoogde dat nu jammer genoeg de samenwerk<strong>in</strong>g<br />

tussen de Christelijk Historische Unie en de Anti Revolutionaire partij niet<br />

het gewenste resultaat had er toch naar zijn men<strong>in</strong>g geen plaats was voor<br />

een Christelijke Arbeiderspartij <strong>in</strong> de raad. Het bracht onnodige verdeeldheid<br />

teweeg. De gedachte dat de arbeidersbelangen alleen veilig zouden<br />

zijn bij die partij was vals. "Wij zijn hier <strong>om</strong> aller belangen te verdedigen,<br />

ook die van de arbeiders!" besloot hij. De beide raadsleden J. van Dijk en<br />

P.J. van Duyn verweerden zich tegen deze aanklacht en werden daarbij gesteund<br />

door de heer P. Zwaan. Vervolgens werd ƒ 700 gereserveerd voor<br />

het aantrekken van een ambtenaar ter secretarie. De aanvangswedde van<br />

de gemeenteopzichter Jac. Haasnoot, wonende te Katwijk aan de Rijn,<br />

werd vastgesteld op ƒ 400. Die van de ambtenaar belast met de werklozenzorg<br />

en werkverschaff<strong>in</strong>g benevens agent der arbeidsbemiddel<strong>in</strong>g en<br />

controleur der werklozen op ƒ 360. De ambtenaar belast met de<br />

werkzaamheden voortvloeiende uit de distributiewet 1939 kreeg uit hoofde<br />

daarvan eveneens ƒ 360 toebedeeld. Tenslotte werd de vergoed<strong>in</strong>g aan het<br />

bijzonder lager onderwijs ter plaatse vastgesteld op ƒ 9,50 per leerl<strong>in</strong>g. Dit<br />

alles op jaarbasis. De heer D. Bol bracht de voorzitter wederkerig de beste<br />

wensen over en sprak de hoop uit dat het jaar <strong>1940</strong> vrede mocht brengen.<br />

Waarop de voorzitter de vergader<strong>in</strong>g sloot en het ambtsgebed uitsprak.<br />

Tussentijds vergaderden de burgemeester en de wethouders D. Bol en<br />

P. Zwaan. Ondermeer op 27 februari. Zij besloten bijvoorbeeld de brandweerlieden<br />

over 1939 een belon<strong>in</strong>g van ƒ 2 toe te kennen, per persoon.<br />

Welke belon<strong>in</strong>g zou de sneeuwruimers toek<strong>om</strong>en? Het bedrag werd vastgesteld<br />

op 40 cent. De b<strong>om</strong>en langs de Broekweg en op het kerkple<strong>in</strong><br />

moesten gesnoeid worden; laat Jac. van der Zwart maar een prijsopgave<br />

doen! De heer P. Kort heeft tijdens de brand bij Korpershoek geholpen en<br />

daarbij een nieuw overhemd verloren. Hij hoopt op een vergoed<strong>in</strong>g van<br />

ƒ 4,80 van de gemeente. De raad bedenkt echter dat hij geen lid is van de<br />

vrijwillige brandweer, mitsdien moet hij elders verhaal halen. Toestem-<br />

10<br />

m<strong>in</strong>g werd gegeven <strong>in</strong> <strong>mei</strong> de collecte te houden voor het Algemeen<br />

Steunc<strong>om</strong>ité te Den Haag. En zo g<strong>in</strong>g het door. Op 18 maart werd nogmaals<br />

een B & W vergader<strong>in</strong>g gehouden. De burgemeester deelde mede<br />

dat er <strong>in</strong> <strong>Valkenburg</strong> slechts vier werklozen te v<strong>in</strong>den waren die konden<br />

diepspitten en <strong>in</strong>middels op het <strong>in</strong> aanbouw zijnde vliegveld waren tewerkgesteld.<br />

Vervolgens konden nog enkele onbelangrijke zaken afgehandeld<br />

worden. De heren hadden een vroegertje. Althans, op papier.<br />

Tijdens de daaropvolgende raadsvergader<strong>in</strong>g, het was de laatste<br />

vergader<strong>in</strong>g voor het uitbreken van de oorlog en werd gehouden op 12<br />

april, was D. de Vries weer gezond aanwezig. De voorgen<strong>om</strong>en verbred<strong>in</strong>g<br />

van de Middenweg kwam ter sprake en er werd een wijzig<strong>in</strong>g van de<br />

politieverorden<strong>in</strong>g nr. 11 aangen<strong>om</strong>en. S<strong>in</strong>dsdien was het verboden <strong>om</strong><br />

"door middel van een radiotoestel of ander <strong>in</strong>strument muziek of menschelijke<br />

stem hoorbaar te maken op zoodanige wijze dat zulks op de openbare<br />

weg hoorbaar of voor anderen h<strong>in</strong>derlijk is". D. de Vries wees er vervolgens<br />

op dat de deuren van het brandspuitenhuis bij gelegenheid van de<br />

brand <strong>in</strong> de kerk vernield waren. Hij achtte het onbehoorlijk dat de brandspuit<br />

door onbevoegden uit de stall<strong>in</strong>g was gehaald! P.J. van Duyn laakte<br />

daarop het optreden van de c<strong>om</strong>mandant van de brandweer. Ook J. van<br />

Dijk vond dat de brandweer de mensen uit de kerk had moeten houden. D.<br />

Bol, naast wethouder tevens brandmeester, antwoordde daarop dat de<br />

brandweer haar plicht had gedaan. De voornaamste fout werd gemaakt<br />

door de mensen die <strong>in</strong> de kerk waren en ongevraagd de klok g<strong>in</strong>gen luiden.<br />

Er waren er die toen hun hoofd kwijt raakten en verkeerde d<strong>in</strong>gen deden.<br />

De c<strong>om</strong>mandant heeft zijn best gedaan! Klaarblijkelijk had de affaire de<br />

pers bereikt want J. Schoneveld zei nog dat het niet goed is wanneer <strong>in</strong>gezetenen<br />

de brandweer afvallen <strong>in</strong> de courant. Waarop de voorzitter de<br />

discussie beë<strong>in</strong>digde met de opmerk<strong>in</strong>g dat de brandweer, <strong>in</strong> de huidige<br />

vorm, pas enkele maanden bestond, er was nog we<strong>in</strong>ig ervar<strong>in</strong>g opgedaan!<br />

11<br />

1.3 De burgerwacht<br />

In 1928 opende de voorzitter M.H. van Stijn de vergader<strong>in</strong>g van de<br />

Vrijwillige <strong>Valkenburg</strong>se Burgerwacht met een hartelijk welk<strong>om</strong> en besloot<br />

de bijeenk<strong>om</strong>st met een krachtig betoog <strong>om</strong> paraat te zijn. Op die


vergader<strong>in</strong>g werd besloten <strong>in</strong> het vervolg notulen te maken. De verenig<strong>in</strong>g<br />

had op 29 januari haar tienjarig bestaan gevierd en werd klaarblijkelijk<br />

opgericht beg<strong>in</strong> 1918. In 1931 wordt Piet Noort tot secretaris gekozen en<br />

verzorgt s<strong>in</strong>dsdien de jaarverslagen. Hij schrijft: "Geve Hij die alles regeert<br />

dat wij ook het toek<strong>om</strong>ende jaar niet behoeven op te treden. Niet<br />

genoeg kan er propaganda voor de burgerwacht worden gemaakt <strong>om</strong>dat<br />

die zich ten doel stelt het wettige gezag te steunen dat door het C<strong>om</strong>munisme<br />

steeds ondermijnt wordt, door hun opruien tot revolutie en<br />

schrikkelijke Godslaster<strong>in</strong>g. Ook het Socialisme zoals het zich heden<br />

openbaart leidt onherroepelijk tot revolutie. Daar<strong>om</strong> Burgerwachters,<br />

weest paraat!"<br />

In 1935 constateert hij tevreden dat een geest van Nationalisme en<br />

Vaderlandsliefde ontwaakt onder de jeugd die zich bewust achter het<br />

wettige gezag schaart <strong>om</strong> als het moet alle revolutionaire machten het<br />

hoofd te bieden. De Burgerwacht en de Bijzonder Vrijwillige Landstorm<br />

samen zijn <strong>in</strong> staat 160.000 man op de been te brengen. "Het is dit getal<br />

dat het revolutionaire spook weerhoudt de hand uit te steken naar de dierbare<br />

vrijheden onder onze overheid".<br />

Beg<strong>in</strong> <strong>1940</strong> schreef de secretaris het jaarverslag 1939: Met genoegen wil<br />

ik, ondergetekende, u een overzicht geven van hetgeen voorgevallen is. Na<br />

de vorige jaarvergader<strong>in</strong>g konden geen oefen<strong>in</strong>gen meer gehouden worden<br />

wegens gebrek aan munitie. Deze rust heeft geduurd van 17 maart tot 26<br />

<strong>mei</strong> 1939. Op die datum had onze eerste oefen<strong>in</strong>g plaats, met scherp, <strong>in</strong> het<br />

du<strong>in</strong> te Katwijk. Hoewel het voor velen moeilijk is de z<strong>om</strong>eroefen<strong>in</strong>gen<br />

trouw bij te wonen waren we toch op 28 juli <strong>in</strong> staat <strong>om</strong> met een vijftal <strong>in</strong><br />

klasse A deel te nemen aan de Kr<strong>in</strong>gwedstrijd. Onze schutters bezetten<br />

daarbij de vierde plaats met 242 punten. Bovendien behaalden drie schutters<br />

een persoonlijke prijs. Op de bestuursvergader<strong>in</strong>g van 22 augustus<br />

werd het gebrek aan munitie besproken. Om voor de e<strong>in</strong>dwedstrijd van 12<br />

september 1939 voldoende patronen te hebben moesten we een paar weken<br />

over slaan. Van onze voornemens kwam echter niet veel terecht door<br />

de uitgebroken oorlog tussen onze buurlanden en de daarop gevolgde algemene<br />

mobilisatie. We waren genoodzaakt de e<strong>in</strong>dwedstrijd voor onbepaalde<br />

tijd te verzetten. De bekerwedstrijd <strong>om</strong> de zilveren Lotsy-beker kon<br />

wel doorgaan. Als steeds werd ook nu fel <strong>om</strong> de beker gekampt die ten-<br />

12<br />

slotte met 47 punten van de 50 voor dit jaar gewonnen werd door ondergetekende.<br />

Een verzoek aan kapite<strong>in</strong> Snijders <strong>om</strong> ook dit jaar schietvaardigheidsproeven<br />

af te nemen werd afgewezen <strong>om</strong>dat hij <strong>in</strong> militaire dienst<br />

moest. Dat was een grote handicap voor ons <strong>om</strong>dat we daar<strong>om</strong> de patronen<br />

zelf uit de kas moesten betalen. De w<strong>in</strong>teroefen<strong>in</strong>gen die 17 november<br />

1939 begonnen, sterkten de onderl<strong>in</strong>ge band van de Burgerwachters zodat<br />

er op de schietavonden een gezellige sfeer heerste en ook het sportieve<br />

element niet ontbrak! Dit kwam tot uit<strong>in</strong>g op de wedstrijd die drie weken<br />

duurde en waaraan 23 leden deelnamen. Met het tastbaar resultaat hopen<br />

we straks huistoe te gaan. Hiermede heb ik u aangaande de oefen<strong>in</strong>gen het<br />

meest belangrijke meegedeeld en wat het overige aangaat: het bestuur<br />

heeft vijf maal vergaderd waarbij de burgemeester een paar maal aanwezig<br />

was ter besprek<strong>in</strong>g en afwikkel<strong>in</strong>g van de op te richten Vrijwillige Brandweer.<br />

Ons getal is met 1 verm<strong>in</strong>derd zodat we nu 59 leden tellen. De samenstell<strong>in</strong>g<br />

van het bestuur is als volgt: M.H. van Stijn voorzitter, B.<br />

Dubbelaar tweede voorzitter, P. Noort Pzn secretaris, J. Grootendorst penn<strong>in</strong>gmeester<br />

en D. Rosmolen algemeen adjunct terwijl de heren P. Kort en<br />

H. Imthorn respectievelijk c<strong>om</strong>mandant en onderc<strong>om</strong>mandant zijn. Het<br />

voornaamste heb ik u hiermede medegedeeld aangaande ons verenig<strong>in</strong>gsleven.<br />

Hoewel vele burgerwachten actief naar buiten treden tijdens de<br />

mobilisatie is dat met ons nog niet het geval geweest. We zullen <strong>in</strong>tussen<br />

op alles voorbereid moeten zijn! Laten we hopen dat de verantwoordelijke<br />

staatshoofden elkander mogen v<strong>in</strong>den <strong>om</strong> een e<strong>in</strong>d te maken aan het bloedige<br />

conflict opdat de rust wederkere want elk gewapend optreden <strong>in</strong>zake<br />

onenigheid brengt slechts ellende, armoede en verdriet. Moge het ook voor<br />

de Burgerwachters weggelegd zijn <strong>om</strong> dit alles te helpen voork<strong>om</strong>en door<br />

preventief optreden, de schoonste vrucht daarvan zal niet alleen door ons<br />

zelf maar door heel het volk geplukt worden. P. Noort Pzn.<br />

13<br />

1.4 Het dorp <strong>Valkenburg</strong>, de <strong>in</strong>woners<br />

In <strong>1940</strong> telde het dorp ongeveer 1100 <strong>in</strong>woners, ondergebracht <strong>in</strong> naar<br />

schatt<strong>in</strong>g 250 won<strong>in</strong>gen en boerderijen. Het merendeel van de bevolk<strong>in</strong>g<br />

behoorde tot de Nederlandse Hervormde gemeente. De Gereformeerde<br />

Kerk beschikte nog niet over een eigen kerkgebouw en kwam bijeen <strong>in</strong> het


3 Kaartje van <strong>Valkenburg</strong> en <strong>om</strong>gev<strong>in</strong>g <strong>1940</strong>.<br />

14<br />

15<br />

Kaart van <strong>Valkenburg</strong> <strong>1940</strong>


zogenaamde zaaltje De Vries. De Ro<strong>om</strong>s Katholieke gemeenschap behoorde<br />

tot de parochie van Katwijk aan de Rijn.<br />

Er waren twee bakkers, Meurs had zijn w<strong>in</strong>kel en bakkerij op de plaats<br />

waar tegenwoordig het Castellumple<strong>in</strong> is. De Vries gebruikte daartoe het<br />

pand dat nu als Hoofdstraat 16 te boek staat. Hun beider ovens brandden<br />

niet ver van elkaar. Slager van Kesteren oefende zijn beroep uit aan de<br />

overzijde van de weg en de plaats waar de huidige zijn keurwerk verricht.<br />

Voorts was er <strong>in</strong> het dorp van alles te koop: kruidenierswaren bij Albert<br />

van der Meij <strong>in</strong> de Broekweg of bij Meyer op de hoek van de Rijnstro<strong>om</strong>laan<br />

en de Straatweg (Borculo). Daar was ook het sigarenw<strong>in</strong>keltje van<br />

Stien van der Marel. Voor de verkwikk<strong>in</strong>g van de <strong>in</strong>wendige mens was er<br />

het café " Het wapen van <strong>Valkenburg</strong>" van de heer Ramp op de Broekweg.<br />

Smid Van Stijn leverde naast allerlei tu<strong>in</strong>gereedschappen ook fietsen en<br />

kachels. Voor een pot verf kon je terecht bij Varkevisser op de plaats waar<br />

nu Jan van den Berg zijn fietsen aan de man brengt.<br />

1.5 Kaart van <strong>Valkenburg</strong> anno <strong>1940</strong><br />

We denken ons <strong>in</strong> hoe <strong>Valkenburg</strong> er <strong>in</strong> <strong>1940</strong> moet hebben uitgezien. De<br />

grenzen van de gemeente worden ten oosten bepaald door de Oude Rijn.<br />

Aan de overzijde daarvan ligt Oegstgeest. Ten noordwesten maakt de<br />

Kle<strong>in</strong>e Water<strong>in</strong>g scheid<strong>in</strong>g tussen Katwijk en <strong>Valkenburg</strong>. Aan onze zijde<br />

van dat water staan wat dicht opeen gebouwde arbeiderswon<strong>in</strong>gen. Langs<br />

de Straatweg nog een paar huizen maar verder is het Joght onbebouwd. De<br />

meeste huizen staan daar aan de Rijnzijde van de weg. Ten westen wordt<br />

de grens tussen Katwijk en Wassenaar <strong>om</strong> en nabij bepaald door de<br />

Molensloot. Ten zuiden en zuidoosten door de Wassenaarse Water<strong>in</strong>g<br />

waarmee de grondgebieden van respectievelijk Wassenaar en Voorschoten<br />

afgepaald worden. Zodoende behoort het gehele vliegveld tot de gemeente<br />

<strong>Valkenburg</strong>. De Rijndijk waar<strong>in</strong> begrepen de HaagseSchouw en het stukje<br />

<strong>Valkenburg</strong>seweg tot de Wassenaarse Water<strong>in</strong>g is grondgebied van Voorschoten.<br />

Wat het dorp betreft: geen prov<strong>in</strong>ciale autoweg N206 doorsnijdt<br />

het polderland. Mar<strong>in</strong>us Post is nog geen verzetsheld en de naar hem genoemde<br />

straat bestaat nog niet. Ook aan burgemeester Lotsy is geen straat<br />

opgedragen.<br />

16<br />

De huizen aan de Middenweg grenzen aan het eeuwenoude Marktveld en<br />

vandaar is er vrijwel een onbeperkt uitzicht op de polder, het vliegveld en<br />

de du<strong>in</strong>en! De <strong>Valkenburg</strong>seweg, zo heet de gehele weg vanaf de Haagse<br />

Schouw tot <strong>in</strong> Katwijk aan de Rijn toe! De <strong>Valkenburg</strong>ers noemen hun<br />

gedeelte de Straatweg (dat gebruik is overgen<strong>om</strong>en <strong>in</strong> dit boek!). Dat<br />

<strong>Valkenburg</strong>se gedeelte van die weg heet tegenwoordig Voorschoterweg,<br />

Hoofdstraat en Katwijkerweg.<br />

De Broekweg is al s<strong>in</strong>ds de Middeleeuwen gelegen tussen het dorp en<br />

de Broek, de vlakke weidevelden die nu tot vliegveld zijn gemaakt. Ruim<br />

honderd meter voor dat pas aangelegde vliegveld staat de boerderij van<br />

Jan van Egmond.<br />

Aan de Achterweg, waarover s<strong>in</strong>ds onheuglijke tijden het dorp ten zuidwesten<br />

verlaten kan worden, ligt de boerderij Torenvliet waar Van Leeuwen<br />

bedrijfsvoerder is. De naam k<strong>om</strong>t van de eeuwenoude buitenplaats<br />

Torenvliet waartoe de veehouderij oorspronkelijk behoorde. De Torenvlietswater<strong>in</strong>g<br />

ligt ten zuiden van de boerderij.<br />

De Zonneveldslaan was oorspronkelijk de voornaamste verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g<br />

tussen de middeleeuwse ridderhofstede Sonnevelt (<strong>om</strong>trent 1752 afgebro-<br />

17<br />

Het raadhuis van <strong>Valkenburg</strong> aan de Straatweg, daarnaast de "Oude pastorie".


ken) en de Hoge Rijndijk (de Straatweg). De boerderij Zonneveld is nagenoeg<br />

op dezelfde plaats gelegen niet ver van de zuid-oosthoek van het<br />

vliegveld. Daar waar de Zonneveldslaan de Straatweg nadert was ooit het<br />

herenhuis Rhijnvliet gelegen. Nu staat er ten zuiden van de laan een gelijknamige<br />

boerderij door Jan van der Marel bewoond.<br />

Het vliegveld is een vierkant vlak van 1000 x 1000 meter. Ten noordwesten<br />

begrensd door de Grote water<strong>in</strong>g die s<strong>in</strong>ds oudsher nog geen<br />

tweehonderd meter ten noorden van de kerk van <strong>Valkenburg</strong> <strong>in</strong> de Rijn<br />

uitmondt. Ten zuidwesten van het vliegveld ligt de reeds genoemde<br />

Molensloot. Aan de zuidoostelijke zijde van het veld voert de Kaswater<strong>in</strong>g<br />

het overtollige water af naar de rivier. In dit boek zijn verscheidene situatie<br />

teken<strong>in</strong>gen van het dorp en de directe <strong>om</strong>gev<strong>in</strong>g verwerkt, <strong>om</strong> een<br />

<strong>in</strong>druk te geven hoe en waar de huizen zich (<strong>in</strong> <strong>1940</strong>) bev<strong>in</strong>den en waar de<br />

gebeurtenissen van de k<strong>om</strong>ende dagen zich afspelen.<br />

1.6 Plaatselijk bestuur (door M.J. Vos)<br />

De wet wijst de gemeenteraad aan als het hoofd van een gemeente. Op 14<br />

juni 1939 werd een zeven man tellende raad gekozen, die <strong>in</strong> september<br />

1939 <strong>in</strong> functie trad en ook tot <strong>in</strong> de oorlogsperiode zijn arbeid verrichtte.<br />

Er namen <strong>in</strong> 1939 drie politieke partijen deel aan de gemeenteraadsverkiez<strong>in</strong>g,<br />

dat waren de Christelijk Historische Unie, de Anti-Revolutionaire<br />

Partij en de Christelijke Arbeiderspartij. Gekozen werden: D. Bol,<br />

P.J. van Duijn, J. van Dijk, N. van der Nagel, D. de Vries en P. Zwaan. In<br />

de raadsvergader<strong>in</strong>g van 5 augustus 1938 werden D. Bol en P. Zwaan<br />

gekozen als wethouder. Per 16 december 1938 was de gemeentesecretaris<br />

A.C. de Wilde benoemd als burgemeester-secretaris; hij was de opvolger<br />

van burgemeester P. Lotsy, die ontslag nam <strong>om</strong> gezondheidsredenen. Het<br />

college van B. en W. vergaderde doorgaans éénmaal per veertien dagen.<br />

Zo werd er vergaderd op 18 maart <strong>1940</strong> doch de eerstvolgende vergader<strong>in</strong>g<br />

had 3 juni <strong>1940</strong> plaats.<br />

De uitslag van de verkiez<strong>in</strong>g van de leden van de IIe Kamer der Staten<br />

Generaal, gehouden <strong>in</strong> 1936, kan een breder <strong>in</strong>zicht geven <strong>in</strong> de politieke<br />

voorkeur van de <strong>Valkenburg</strong>se gemeenschap. Die uitslag luidde:<br />

18<br />

Sociaal Democratische Arbeiders Partij . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13<br />

Vrijheidsbond . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3<br />

Vrijz<strong>in</strong>nig democratische bond . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15<br />

Christelijk democratische bond . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6<br />

Christelijk Historische Unie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 159<br />

Ro<strong>om</strong>sch-Katholieke Staatspartij . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22<br />

Staatkundig Gereformeerde Partij . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21<br />

Hervormd Gereformeerde Staatspartij . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 80<br />

Anti Revolutionaire Partij . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 144<br />

R.S.A.P. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1<br />

N.S.B. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24<br />

<strong>Valkenburg</strong> telde ruim 1000 <strong>in</strong>woners waarvan de kiesgerechtigden verplicht<br />

waren hun stem uit te brengen. De situatie <strong>in</strong> <strong>Valkenburg</strong> was niet<br />

anders dan die <strong>in</strong> de rest van ons land en zelfs niet als <strong>in</strong> de rest van de<br />

wereld. Armoede en werkloosheid waren kenmerkend voor het decennium<br />

voorafgaande aan wereldoorlog nummer twee. Als <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen van weldadigheid<br />

waren aangewezen de Hervormde gemeente en de Gereformeerde<br />

Kerk ter plaatse (artikel 3 van de Armenwet). Daarnaast was werkzaam het<br />

Nationaal Armenc<strong>om</strong>ité en wel de plaatselijke afdel<strong>in</strong>g s<strong>in</strong>ds 1934.<br />

19<br />

1.7 Fall Gelb<br />

In het diepste geheim werden <strong>in</strong> Duitsland plannen gemaakt die <strong>in</strong> het<br />

kader van operatie "Fall Gelb" ondermeer zouden leiden tot de "Slag <strong>om</strong><br />

de residentie <strong>1940</strong>" (E.H. Brongers). Als verrass<strong>in</strong>g besloten Hitler en zijn<br />

staf tot de <strong>in</strong>zet van parachutisten en luchtland<strong>in</strong>gstroepen <strong>om</strong> Rotterdam<br />

en Den Haag snel <strong>in</strong> handen te krijgen. De gehele operatie werd opgedragen<br />

aan de Generalmajor K. Student die daartoe de beschikk<strong>in</strong>g kreeg over<br />

de Flieger Division 7 en de 22e Luftlande Infanterie Division. De verover<strong>in</strong>g<br />

van de residentie werd opgedragen aan Generalleutnant L.W. Graf<br />

von Sponeck. Hij moest zo mogelijk <strong>in</strong> één klap de reger<strong>in</strong>g, de kon<strong>in</strong>g<strong>in</strong><br />

en de defensietop <strong>in</strong> handen krijgen. Von Sponeck werd persoonlijk door<br />

de Führer op het hart gedrukt de Kon<strong>in</strong>g<strong>in</strong> daarbij alle eerbied te betonen<br />

die haar toekwam. Bij zijn aanvalsplan maakte hij dankbaar gebruik van


de drie vliegvelden die <strong>om</strong> de residentie lagen en besloot zijn aanval te<br />

richten op Ockenburg ten zuiden, Ypenburg ten oosten en <strong>Valkenburg</strong> ten<br />

noorden van de stad. Om de Nederlandse defensie te misleiden zouden de<br />

gevechtsvliegtuigen eerst massaal richt<strong>in</strong>g Engeland koersen, daarna boven<br />

zee <strong>om</strong>keren en vervolgens de vliegvelden b<strong>om</strong>barderen. Op het vliegveld<br />

<strong>Valkenburg</strong> moest volgens plan meer dan drieduizend man landen.<br />

De "Fallschirmjäger van de 7. Fliegerdivision" kregen tot taak de weg vrij<br />

te maken voor de latere land<strong>in</strong>g van de transportvliegtuigen, de Junkers<br />

JU52. Dat vliegtuig kon veertien zwaar bewapende <strong>in</strong>fanteristen vervoeren.<br />

Ook konden stukken zwaar geschut en motorfietsen worden <strong>in</strong>geladen.<br />

De soldaten, zowel de parachutisten als de <strong>in</strong>fanteristen, waren goed<br />

voorzien van wapens en munitie. De meesten waren goed geoefend en<br />

voorbereid. Ook beschikten ze over een ontwikkeld superioriteitsgevoel.<br />

Ze rekenden erop het karwei b<strong>in</strong>nen één á twee dagen te klaren en dat het<br />

m<strong>in</strong>stens een halve dag zou duren voordat er een tegenaanval van enige<br />

betekenis op gang zou k<strong>om</strong>en. Ook de Duitse militaire attaché had vanuit<br />

Den Haag goed zijn best gedaan. Onder het voorwendsel de bollenvelden<br />

te bewonderen maakte hij uitgebreide rapporten over ondermeer de bewak<strong>in</strong>g<br />

van het vliegveld <strong>Valkenburg</strong> en de opstell<strong>in</strong>gen van de wapens. Met<br />

verbazend gemak wist hij gedetailleerde gegevens daar<strong>om</strong>trent te verzamelen<br />

en door te geven. En was een zekere Hündorff niet tot gedurende<br />

enige maanden voor het uitbreken van de oorlog als ordonnans <strong>in</strong> dienst<br />

bij de vrijwillige brandweer van het dorp <strong>Valkenburg</strong>? Wel toevallig dat<br />

de man, die tijdens de bezett<strong>in</strong>g van het dorp de leid<strong>in</strong>g <strong>in</strong> handen had, ook<br />

Hündorff heette. Volgens de brandweerc<strong>om</strong>mandant was het dan ook<br />

diens broer. Logisch dat de Duitsers elk huis <strong>in</strong> <strong>Valkenburg</strong> precies konden<br />

v<strong>in</strong>den!<br />

Op 9 <strong>mei</strong> was alles geregeld. De eerste soldaten bestemd <strong>om</strong> naar <strong>Valkenburg</strong><br />

en Ypenburg te worden vervoerd stonden klaar op het vliegveld<br />

Paderborn. "6e c<strong>om</strong>pagnie Fallschirmjägerregiment II" werd er gebruld. In<br />

het donker liepen ze naar hun twaalf Junker JU52 vliegtuigen. Ze wilden<br />

niet denken aan wat gebeuren g<strong>in</strong>g. Misschien zongen ze. Misschien dachten<br />

ze na over het "Tagesbefehl" van de Generalleutnant. Grote en eervolle<br />

taken wachten ons. Ik ben er van overtuigd dat de divisie, stuk voor stuk<br />

tot de laatste man, zijn plicht en roep<strong>in</strong>g zal vervullen. We zullen laten<br />

20<br />

zien dat we volwassen kerels zijn die, hoe zwaar het ook zal worden, weten<br />

door te bijten. We hebben altijd gewonnen, ook nu zullen we overw<strong>in</strong>nen.<br />

Wees allemaal van de belangrijkheid van je opdracht doordrongen. Van<br />

ons doorzett<strong>in</strong>gsvermogen hangt alles af. Ons parool: Trots, sterk en<br />

trouw zullen we overw<strong>in</strong>nen! Graf Von Sponeck e<strong>in</strong>digde: "Voorwaarts<br />

nu, met God voor Führer en Rijk!"<br />

Aan boord van het vliegtuig werd ieder een plaats gewezen. De motoren<br />

werden gestart. Log waggelden de transportvliegtuigen naar de startbaan.<br />

Even later kwamen ze los van de grond. Het was 45 m<strong>in</strong>uten voor uur X.<br />

Over precies honderd m<strong>in</strong>uten moesten ze spr<strong>in</strong>gen. Ze verdrongen de gedachte<br />

daaraan. Trots, sterk en trouw voor God, Führer en Rijk! Stiekem<br />

deed een fles de ronde, "Neem een slok, dat helpt."<br />

In <strong>Valkenburg</strong> draaide de burgemeester zich nog eens <strong>om</strong> <strong>in</strong> zijn bed.<br />

21<br />

1.8 Defensie<br />

De <strong>Valkenburg</strong>er Piet van Duyn beschrijft <strong>in</strong> zijn ons nagelaten geschrift<br />

dat er hoge officieren <strong>in</strong> het dorp gek<strong>om</strong>en waren <strong>om</strong> te bezien of de polder<br />

als militair vliegveld geschikt zou zijn. Dat was <strong>in</strong> oktober 1938.<br />

Voorts dat de kranten bol stonden van de discussies die toen op gang<br />

kwamen. Belanghebbenden waren de boeren, de gemeente Katwijk (die<br />

verwachtte dat het vliegveld een haar passende naam zou krijgen) en het<br />

onbetekenende dorpje <strong>Valkenburg</strong> (dat uite<strong>in</strong>delijk met de eer g<strong>in</strong>g strijken).<br />

De aanleg ervan werd uitbesteed aan de Heidemaatschappij die<br />

daartoe een drieduizend werklozen uit de wijde <strong>om</strong>gev<strong>in</strong>g ter beschikk<strong>in</strong>g<br />

kreeg. Het project had veel belangstell<strong>in</strong>g ondermeer doordat er nogal wat<br />

arbeidsonrust ontstond. Reden: het loon van de ene arbeider verschilde van<br />

dat van de andere, afhankelijk van de plaats van herk<strong>om</strong>st! Desondanks<br />

vorderde het werk goed en nadat een gedeelte was gereedgek<strong>om</strong>en zouden<br />

er proefland<strong>in</strong>gen worden gedaan <strong>in</strong> <strong>mei</strong> <strong>1940</strong>. Intussen was de mobilisatie<br />

afgekondigd en werden <strong>om</strong>trent 150 militairen ter verdedig<strong>in</strong>g op het<br />

vliegveld gelegerd. Piet schreef: "Deze soldaten brachten hun tijd zo'n<br />

beetje door met hengelen, zwemmen en pionieren. De oorlogsdreig<strong>in</strong>g<br />

werd echter hoe langer hoe erger en de bezett<strong>in</strong>g werd <strong>in</strong> de namiddag van<br />

8 <strong>mei</strong> uitgebreid tot ongeveer 450 man met als c<strong>om</strong>mandant kapite<strong>in</strong> C.


van Zuilen. De verloven waren weer <strong>in</strong>getrokken en donkere schaduwen<br />

tekenden zich af".<br />

Beter geïnformeerde bronnen vertellen dat de bewak<strong>in</strong>g van het vliegveld<br />

<strong>Valkenburg</strong> was toevertrouwd aan twee c<strong>om</strong>pagnieën van het 4e regiment<br />

<strong>in</strong>fanterie (1-III-4RI en 3-III-4RI). Versterkt met een sectie zware<br />

mitrailleurs, dat wil zeggen drie stukken. Voorts waren er rond<strong>om</strong> het<br />

vliegveld twaalf opstell<strong>in</strong>gen met lichte mitrailleurs. In iedere post stonden<br />

twee lichte mitrailleurs en bevonden zich zes soldaten onder bevel van een<br />

sergeant of korporaal. Vanuit iedere post kon dus naar twee zijden worden<br />

geschoten. De drie zware mitrailleurs waren opgesteld bij de Grote Water<strong>in</strong>g<br />

<strong>in</strong> <strong>in</strong>derhaast opgeworpen versterk<strong>in</strong>gen. Twee stonden ten westen<br />

van de hangars B1 en B2. Eén ten noordoosten van hangar A1. Volgens<br />

een voormalig sergeant bestond de bemann<strong>in</strong>g uit tien manschappen, een<br />

korporaal en een sergeant. Ze waren gelegerd <strong>in</strong> het sem<strong>in</strong>arie te Katwijk<br />

aan de Rijn. Te dien tijde deden ze 24 uur onafgebroken dienst en werden<br />

daarna afgelost. De afloss<strong>in</strong>g kwam <strong>om</strong>trent zeven uur 's-avonds aangemarcheerd.<br />

De afk<strong>om</strong>ende wacht liep vervolgens weer naar Katwijk terug.<br />

Volgens hem waren de zware mitrailleurs niet zo dicht bij de hangars<br />

opgesteld als de teken<strong>in</strong>g doet vermoeden. Het wapen was, toen hij op 9<br />

<strong>mei</strong> werd afgelost, niet <strong>in</strong>gesteld op luchtafweer.<br />

Om ongewenste vreemdel<strong>in</strong>gen uit het kamp te houden was bij iedere<br />

poort tot het vliegveld een bewak<strong>in</strong>g: zes soldaten en een sergeant bij het<br />

hek aan de Broekweg, hetzelfde getal bij de brug over de Grote Water<strong>in</strong>g.<br />

Die brug vormde, met de zogenaamde kampweg, de verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g van het<br />

vliegveld met de Wassenaarseweg. Halverwege die kampweg was een<br />

"staande patrouille" actief, samengesteld uit een sergeant met twee soldaten.<br />

De totale sterkte van de vliegveldbewak<strong>in</strong>g was <strong>om</strong>trent 450 man.<br />

Hoewel de militaire leid<strong>in</strong>g reken<strong>in</strong>g hield met luchtland<strong>in</strong>gen, de Duitsers<br />

hadden daarvan reeds met succes gebruik gemaakt, was er geen<br />

luchtafweergeschut. Ter bestrijd<strong>in</strong>g van parachutisten waren er aan de<br />

noordzijde van het vliegveld kleiwallen opgeworpen waar<strong>in</strong> schuttersputjes.<br />

Die moesten <strong>in</strong> geval van acuut gevaar worden bemand met de niet<br />

daadwerkelijk op post zijnde soldaten. Slechts voorzien van hun eigen<br />

geweren.<br />

22<br />

De vliegveldbewak<strong>in</strong>g verkeerde s<strong>in</strong>ds 8 <strong>mei</strong> <strong>in</strong> de hoogste staat van paraatheid<br />

tussen 3.15 uur en 8.00 uur. Dat hield <strong>in</strong> dat het piket zich die<br />

nacht voor een deel ter versterk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de mitrailleuropstell<strong>in</strong>gen had moeten<br />

bev<strong>in</strong>den en dat de rest van de algemene reserve <strong>in</strong> de schuttersputten<br />

bij de kleiwallen had moeten zitten, liggen of staan. Maar <strong>om</strong> de één of<br />

andere reden was daarvan afgeweken. Luitenant Möller was <strong>in</strong> de vroege<br />

morgen van 10 <strong>mei</strong> <strong>1940</strong> wachtc<strong>om</strong>mandant en zal zich opgehouden hebben<br />

bij de mitrailleurposten 2 en 3, aan de <strong>Valkenburg</strong>se zijde van het<br />

vliegveld. De aan hem toegevoegde vaandrig moest zich <strong>in</strong> post 8 op<br />

houden. Dat was op de zuid-westelijke hoek van het veld. In die nacht<br />

lagen <strong>om</strong>trent vijf en tachtig man <strong>in</strong> de mitrailleuropstell<strong>in</strong>gen. Dat was<br />

ongeveer een derde deel van de voor dat doel beschikbare mannen. Het<br />

resterende tweederde deel was "algemene reserve" waarvan de helft, het<br />

piket, ter ruste lag en de andere helft sliep. De manschappen waren allen<br />

ondergebracht <strong>in</strong> de meest noordelijke hangar (nummer A3). Toezicht op<br />

de algemene reserve was toevertrouwd aan kapite<strong>in</strong> H.J. de Vries, c<strong>om</strong>mandant<br />

van het geheel was kapite<strong>in</strong> C. van Zuilen. De bataljonsc<strong>om</strong>mandant<br />

was majoor Mall<strong>in</strong>ckrodt. Hij gaf op 9 <strong>mei</strong> aan Van Zuilen opdracht<br />

<strong>om</strong> alle mitrailleurs, ook die van de reserve, <strong>in</strong> gevechtsopstell<strong>in</strong>gen te<br />

plaatsen.<br />

Al met al leek het vliegveld zwaar verdedigd. Het gevaar dat de mitrailleurs<br />

rond het veld elkaar zouden beschadigen was onderkend en als aanvaardbaar<br />

beoordeeld. Achteraf werd geconstateerd dat de zo opgestelde<br />

mitrailleurs het de c<strong>om</strong>mandant onmogelijk maakte centraal vuur-leid<strong>in</strong>g<br />

te geven. In het heetst van de strijd was alles afhankelijk van het <strong>in</strong>zicht<br />

van de stuksbemann<strong>in</strong>gen. Beter ware geweest ergens <strong>in</strong> de du<strong>in</strong>en stell<strong>in</strong>g<br />

te nemen en vandaar het vliegveld te bestrijken. Maar "achteraf kijk je een<br />

paard <strong>in</strong> zijn kont!" zeggen ze <strong>in</strong> <strong>Valkenburg</strong>. En zij kunnen het weten.<br />

Wat betreft de motivatie van de verdedigers: een gedeelte van hen was<br />

s<strong>in</strong>ds kort daar geplaatst en nauwelijks bekend met het terre<strong>in</strong>. Majoor<br />

Mall<strong>in</strong>ckrodt had gewaarschuwd dat het nu menens zou worden en daar<strong>om</strong><br />

serieus te oefenen. Jan Soldaat dacht dat het wel mee zou vallen. Onder<br />

hen waren er heel wat uit Schiedam en de bollenstreek afk<strong>om</strong>stig. Er<br />

heerste een gemoedelijke sfeer onder de jongens. Op het vliegveld waren<br />

23


uiteraard ook koks, schrijvers en dergelijke lieden geplaatst. S<strong>om</strong>migen<br />

daarvan hadden nog nooit hun geweer afgeschoten.<br />

1.9 Het leger<br />

Een divisie bestond uit de staf, een c<strong>om</strong>pagnie pioniers, twee mitrailleurc<strong>om</strong>pagnieën,<br />

een c<strong>om</strong>pagnie pantserafweergeschut, een c<strong>om</strong>pagnie<br />

luchtdoelmitrailleurs, een batterij luchtdoelartillerie, drie regimenten<br />

<strong>in</strong>fanterie en een regiment artillerie.<br />

Een <strong>in</strong>fanterieregiment was samengesteld uit een staf, een c<strong>om</strong>pagnie<br />

mortieren (6 mortieren), een batterij van 6-Veld (4 stukken), een c<strong>om</strong>pagnie<br />

pantserafweergeschut (6 stukken), drie <strong>in</strong>fanteriebataljons. Totale<br />

sterkte <strong>om</strong>trent 2500 man.<br />

Een <strong>in</strong>fanteriebataljon bevatte een staf, drie c<strong>om</strong>pagnieën tirailleurs (ieder<br />

<strong>om</strong>trent 160 man) en een mitrailleurc<strong>om</strong>pagnie. Totale sterkte ongeveer<br />

750 man. Een sectie <strong>in</strong>fanterie telde gewoonlijk ongeveer 30 manschappen.<br />

Overste Buurman was c<strong>om</strong>mandant van het vierde regiment <strong>in</strong>fanterie,<br />

dat een belangrijke rol zou spelen <strong>in</strong> de beschreven gebeurtenissen. Hij<br />

achtte het Nederlandse leger <strong>in</strong> 1939 zwakker dan <strong>in</strong> 1914. Om deze en<br />

nog andere redenen rekende hij er vast op dat de Duitsers dit keer b<strong>in</strong>nen<br />

zouden vallen. Destijds werden de soldaten afgericht bij het onderdeel<br />

waarbij ze ook ten tijde van oorlog zouden worden <strong>in</strong>gedeeld. In 1939 was<br />

dat niet zo. Hij had oefen<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> straatgevechten gepland <strong>in</strong> <strong>Valkenburg</strong><br />

maar <strong>om</strong> politieke redenen mochten die niet doorgaan.<br />

Na de <strong>in</strong>val <strong>in</strong> Noorwegen kregen de bataljonsc<strong>om</strong>mandanten schriftelijke<br />

bevelen hoe te handelen <strong>in</strong> geval van een overval. Voorop stond: aanvallen,<br />

zich niet laten <strong>in</strong>timideren door bedreig<strong>in</strong>gen met represailles tegen<br />

gevangenen, kameraden of burgers. Bevelen van gevangen gen<strong>om</strong>en chefs<br />

<strong>om</strong> de wapens neer te leggen mochten niet worden opgevolgd, werden<br />

kameraden daarvan de dupe dan moesten ze gewroken worden.<br />

24<br />

25<br />

Kaart van het vliegveld en de defensie.


Inhoud hoofdstuk 2<br />

2. 1 De aanval<br />

2. 2 Andere kijk<br />

2. 3 Zonneveld<br />

2. 4 Boerderij Van Egmond<br />

2. 5 Torenvliet<br />

2. 6 Burgervader<br />

2. 7 In het hospitaal<br />

2. 8 Ordonnans<br />

2. 9 Ora et Labora<br />

2.10 B<strong>in</strong>nekade<br />

2.11 Paulus Noort<br />

2.12 Slager Van Kesteren<br />

2.13 Jaap van der Zwart<br />

2.14 Vroege vogels<br />

2.15 Abraham Oosterlee<br />

2.16 Richt<strong>in</strong>g Haagse Schouw<br />

2.17 Van Gunsteren<br />

2.18 Herover<strong>in</strong>g Haagse Schouw<br />

2.19 Een klas artilleristen naar het pontje<br />

2.20 Een klas artilleristen naar de Sandtlaan<br />

2.21 Vliegveld verkenners<br />

2.22 Huzaren <strong>in</strong> actie<br />

2.23 Berend Borst<br />

2.24 De prikactie van Mall<strong>in</strong>ckrodt<br />

2.25 Willem de Zwijger<br />

2.26 Aan en afvoer<br />

2.27 Fokkers boven <strong>Valkenburg</strong> (Gerrit Russchenberg)<br />

2.28 "Vliegveld" Maaldrift (Gerrit Russchenberg)<br />

2.29 Buurmans daden<br />

2.30 Kanonnen van Katwijk<br />

2.31 Krijgsgevangen<br />

2.32 Troepenverplaats<strong>in</strong>gen<br />

2.33 Verkenn<strong>in</strong>g uit Rijnsburg<br />

2.34 <strong>Strijd</strong> <strong>om</strong> de Sandtlaanbrug<br />

2.35 Hendrik van Egmond<br />

26<br />

27<br />

Hoofdstuk<br />

2<br />

De morgen<br />

van de eerste dag<br />

2.1 De aanval<br />

X tijd was bepaald op 3.55 uur (5.35 uur Duitse tijd), door de Führer persoonlijk<br />

vastgesteld. De opdracht voor de Duitse c<strong>om</strong>mandant behelsde<br />

het veroveren van het vliegveld <strong>Valkenburg</strong>, de bezett<strong>in</strong>g en het afsluiten<br />

van de Oude Rijn en de verkeersbruggen daarover en ten slotte op te rukken<br />

naar Den Haag. Het zat de Duitsers mee, het was prachtig lenteweer <strong>in</strong><br />

de vroege morgen van 10 <strong>mei</strong> <strong>1940</strong>. Op vele vliegvelden <strong>in</strong> Nederland<br />

stonden de vliegtuigen al vanaf drie uur warmgedraaid klaar. De legerleid<strong>in</strong>g<br />

was gewaarschuwd dat het uur was aangebroken. Het is zover! Het<br />

was niet de eerste keer dat majoor Sas vanuit Berlijn die boodschap doorgaf,<br />

steeds was het vals alarm geweest. Maar toch, er waren nu wel zeer<br />

verdachte troepenverplaats<strong>in</strong>gen aan de grens. Weest op uw hoede! werd<br />

er gezegd tegen de hogere c<strong>om</strong>mandanten en die gaven het weer door,<br />

naarmate ze het nodig vonden. Een groot deel van de soldaten <strong>in</strong> en <strong>om</strong><br />

Den Haag mocht desondanks rustig gaan slapen. Er werden reeds tussen<br />

1.36 en 2.45 uur op grote hoogte vreemde vliegtuigen waargen<strong>om</strong>en die<br />

richt<strong>in</strong>g Engeland koersten waarvan s<strong>om</strong>migen met ontstoken boordlichten.<br />

Hoewel er naar verluid al <strong>om</strong> halfvier die morgen vliegtuigen door het


De aanval op 10 <strong>mei</strong> <strong>1940</strong> <strong>in</strong> kaart gebracht.<br />

28<br />

luchtdoelgeschut <strong>om</strong> Den Haag werden beschoten, lag een groot deel van<br />

de soldaten nog steeds lekker te slapen toen <strong>om</strong>streeks vier uur de eerste<br />

b<strong>om</strong>men op de Alexanderkazerne vielen.<br />

De wacht van het vliegveld <strong>Valkenburg</strong> was alert, dat wel. Om 3.30 uur<br />

maakten ze al meld<strong>in</strong>g van motorgeronk. Dat werd doorgegeven aan de<br />

c<strong>om</strong>mandant kapite<strong>in</strong> Van Zuilen, aan diens baas en aan de c<strong>om</strong>mandant<br />

van de luchtverdedig<strong>in</strong>g. Om 4.00 uur kon worden vastgesteld dat het<br />

Duitse vliegtuigen waren. Ook dat werd aan dezelfde kopstukken doorgegeven.<br />

Toen ook kwam Van Zuilen te weten dat het oorlog was. Hij had<br />

gewoonlijk zijn onderk<strong>om</strong>en <strong>in</strong> het wachtgebouwtje bij de brug over de<br />

Grote Water<strong>in</strong>g en liet het oorlogsbericht door een ordonnans doorgeven<br />

aan kapite<strong>in</strong> De Vries, de c<strong>om</strong>mandant van de algemene reserve. Die moet<br />

op dat m<strong>om</strong>ent bezig geweest zijn de manschappen te verzamelen.<br />

e stonden naar zeggen <strong>om</strong> 4.15 uur aangetreden bij hangar A3 en waren<br />

aarzelend bezig zich naar hun posten te begeven. "De Duitsers zijn op weg<br />

naar Engeland!" werd er gezegd. Het deed de zenuwen bedaren maar<br />

spoorde niet aan tot haast. Het lijkt erop of we precies weten hoe en wanneer<br />

alles gebeurde. De meeste gegevens zijn echter van achteraf verstrek-<br />

29<br />

Aanval op het vliegveld <strong>Valkenburg</strong>


Luchtfoto van het vliegveld <strong>Valkenburg</strong> gen<strong>om</strong>en op 10 <strong>mei</strong> <strong>om</strong>trent 10.00 uur.<br />

30<br />

te verklar<strong>in</strong>gen afk<strong>om</strong>stig. De tijdens de oorlogshandel<strong>in</strong>gen opgemaakte<br />

rapporten werden vernietigd.<br />

Toen <strong>om</strong> kwart over vier de eerste b<strong>om</strong>men bij de hangars vielen was de<br />

verdedig<strong>in</strong>g rond het vliegveld nog steeds niet versterkt, waren de<br />

schuttersputjes <strong>in</strong> de kleiwallen onbemand. Onder de verzamelde militairen<br />

brak paniek uit. Ze stoven vele kanten uit. Door sloten en greppels de<br />

polder <strong>in</strong>. Het gros begaf zich over de Grote Water<strong>in</strong>g naar de kleiwallen.<br />

Toen echter een tweede b<strong>om</strong>bardement volgde, dit keer meer gericht op<br />

die vanuit de lucht goed zichtbare verdedig<strong>in</strong>gswallen, zochten ook zij die<br />

daar aangek<strong>om</strong>en waren een goed heenk<strong>om</strong>en. Het keukenpersoneel en de<br />

overige niet bij de bewak<strong>in</strong>g betrokken manschappen volgden wat later<br />

hun voorbeeld. Het wijde veld op en daardoor nog meer kwetsbaar, als<br />

hazen voor de jagers. Toch bleven er op hun post. Of keerden later terug.<br />

Om half vijf kwam de eerste lad<strong>in</strong>g parachutisten naar beneden, <strong>om</strong>trent<br />

de Haagse Schouw, <strong>in</strong> de Ommedijkse polder. Het waren zes vliegtuigen<br />

dus waren het er niet meer dan tachtig. Het lijkt er op dat zij voornamelijk<br />

één doel hadden: het bezetten van de autoweg tussen de Haagse Schouw<br />

en Wassenaar. Reeds <strong>om</strong> half vijf werd er een luitenant van de huzaren<br />

krijgsgevangen gemaakt bij Den Deijl! De officier werd daarna naar de<br />

Haagse Schouw gebracht en telde daar <strong>om</strong> en nabij vijftig parachutisten!<br />

De Rijnbrug was op dat m<strong>om</strong>ent door hen bezet. Zij die dichter bij het<br />

vliegveld neerkwamen vroegen bij Zonneveld de weg naar de Rijnbrug!<br />

Het getal van hen die de strijd met de vliegveldbewak<strong>in</strong>g aanbonden zal<br />

dus niet groot geweest zijn.<br />

Een kwartier later landde een tweede zwerm parachutisten. Het moet<br />

een kle<strong>in</strong>er getal geweest zijn want één van de vliegtuigen was neergeschoten<br />

en <strong>in</strong> zee neergestort. Overigens werden de <strong>in</strong>zittenden daarvan<br />

gered en naar Engeland overgebracht. Deze tweede land<strong>in</strong>g vond plaats op<br />

het Noordelijk deel van het vliegveld tot zelfs voorbij de Grote Water<strong>in</strong>g.<br />

Zij die op het vliegveld terechtkwamen hadden niet veel kans het te overleven,<br />

ze landden vlak voor de mitrailleurlopen van de vliegveldbewak<strong>in</strong>g!<br />

Die bij de kleiwallen neerkwamen hadden het m<strong>in</strong>der moeilijk. Ze konden<br />

de reeds verschrikte bewakers op de vlucht jagen of gevangen nemen en<br />

trokken het dorp b<strong>in</strong>nen. Gijs Vis zag ze k<strong>om</strong>en. De Nederlandse soldaten<br />

31


kropen door heggen en sloten over de weilanden, ongewapend en s<strong>om</strong>migen<br />

maar half gekleed. De Duitsers renden met tientallen over de Broekweg.<br />

Naast elkaar kwamen vriend en vijand richt<strong>in</strong>g dorp. De Duitsers<br />

hadden haast en keken nauwelijks naar de Nederlandse soldaten <strong>om</strong>. Ze<br />

moesten het dorp en vervolgens de Sandtlaanbrug gaan bezetten.<br />

Omstreeks half zes begon de land<strong>in</strong>g van 52 vliegtuigen die met korte<br />

tussentijden op het veld neerkwamen. Eén m<strong>in</strong>der dan de bedoel<strong>in</strong>g was<br />

want die werd onder Veenendaal neergeschoten. Een ander werd tijdens de<br />

land<strong>in</strong>g geraakt en kwam brandend neer. Omstreeks half zeven dienden<br />

zich nogmaals m<strong>in</strong>stens drie vliegtuigen aan die eigenlijk op Ypenburg<br />

hadden moeten landen, ze wisten nog plek te v<strong>in</strong>den. Tenslotte konden er<br />

twee niet meer landen wegens plaatsgebrek, hun voorgangers waren tot de<br />

assen <strong>in</strong> de zachte bodem weggezakt en zagen geen kans weer op te stijgen.<br />

De twee moesten uitwijken. Eén landde <strong>om</strong> 06.48 uur op het strand,<br />

mogelijk is dat vliegtuig weer opgestegen. De tweede <strong>om</strong> 6.50 uur op Ockenburg.<br />

Veel Duitsers sneuvelden. Willem O<strong>om</strong>s, die er na de capitulatie<br />

op uitgestuurd werd <strong>om</strong> de kadavers van het vee te begraven, zag meer dan<br />

één vliegtuig op het veld staan waar<strong>in</strong> de Duitsers nog immer gezeten<br />

waren. Hun "kist" was hun tijdelijke begraafplaats geworden.<br />

De bedoel<strong>in</strong>g was dat <strong>om</strong> 9.25 uur een tweede echelon zou landen, met 39<br />

vliegtuigen. Na enige malen rond het veld gevlogen te hebben, werd dui-<br />

Op het vliegveld gelande Junker JU52 transportvliegtuigen<br />

32<br />

delijk dat daarvoor geen plaats was. Er werd geprobeerd <strong>in</strong> de directe<br />

<strong>om</strong>gev<strong>in</strong>g aan de grond te k<strong>om</strong>en. Daarbij werd één vliegtuig neergeschoten<br />

en kwam bij Maaldrift terecht. Dat was <strong>om</strong> 9.30 uur. Er werd besloten<br />

op het strand tussen Katwijk en Wassenaarseslag te landen. Om 9.35<br />

kwamen daar vijf vliegtuigen aan de grond, <strong>om</strong> 9.45 acht en <strong>om</strong> 9.55 uur<br />

nogmaals vijf toestellen. De groep van acht landde bij paal 90, 91 en 92.<br />

De <strong>in</strong>fanteristen en bemann<strong>in</strong>gsleden trokken onmiddellijk de du<strong>in</strong>en <strong>in</strong> en<br />

vormden daar gevechtsgroepen onder aanvoer<strong>in</strong>g van respectievelijk de<br />

Leutnants Müller, Jenneveld en Erdman, onder Feldwebel Polyka en Oberleutnant<br />

Voigt. De eerste twee groepen trokken <strong>in</strong> de richt<strong>in</strong>g Wassenaar,<br />

de overigen maakten <strong>in</strong> eerste <strong>in</strong>stantie de du<strong>in</strong>en onveilig en deden dan<br />

hier, dan daar aanvallen op het vliegveld. De laatstgenoemde "Gruppe<br />

Oberleutnant Voigt" telde 136 manschappen. De overige tw<strong>in</strong>tig vliegtuigen<br />

moesten echter onverrichter zake terugkeren naar het vliegveld Werl.<br />

Om 16.40 uur werd nogmaals geprobeerd <strong>om</strong> zes vliegtuigen op <strong>Valkenburg</strong><br />

te laten landen. Eén ervan week uit naar Ockenburg, de overigen<br />

moesten eveneens terug naar Duitsland. Zo waren er tenslotte <strong>in</strong> totaal 857<br />

Duitse militairen geland op en <strong>in</strong> de directe <strong>om</strong>gev<strong>in</strong>g van <strong>Valkenburg</strong><br />

33<br />

Parachutisten landen op het vliegveld <strong>Valkenburg</strong>


welk getal vermeerderd dient te worden met 174 bemann<strong>in</strong>gsleden van de<br />

gestrande vliegtuigen. Hoeveel er reeds gesneuveld waren is moeilijk te<br />

schatten. In de du<strong>in</strong>en en de Wassenaarseslag zwierven 321 <strong>in</strong>fanteristen<br />

rond met 60 bemann<strong>in</strong>gsleden.<br />

De goed bewapende en vechtlustige soldaten, die <strong>in</strong> eerste <strong>in</strong>stantie aan<br />

de grond kwamen, maakten ondanks toch wel heftige weerstand korte met-<br />

Gesneuvelde parachutist<br />

ten met de verdedig<strong>in</strong>g. Daarbij geholpen door jachtvliegtuigen die we<strong>in</strong>ig<br />

moeite hadden met de van boven kwetsbare opstell<strong>in</strong>gen want ook de<br />

sectie zware mitrailleurs, opgesteld <strong>om</strong> en nabij de hangars, was op dat<br />

m<strong>om</strong>ent niet <strong>in</strong>gesteld op luchtafweer. Stuk voor stuk werden de Nederlandse<br />

mitrailleurs tot zwijgen gebracht. Tegen halfzeven was het vliegveld<br />

<strong>in</strong> Duitse handen en het verzet gebroken. Een en tw<strong>in</strong>tig Nederlandse<br />

soldaten waren gesneuveld, zij die niet gevlucht waren werden krijgsgevangen<br />

gemaakt.<br />

Voor de Duitsers was tot dan toe alles redelijk volgens de plannen verlopen.<br />

De <strong>in</strong>fanterie rukte daarna naar alle zijden op. Ten zuiden werd de<br />

brug over de Oude Rijn bij de Haagse Schouw bezet waarmee de hoofdweg<br />

naar Den Haag werd afgesneden. Noordelijk werd het dorpje <strong>Valkenburg</strong><br />

<strong>in</strong>gen<strong>om</strong>en en doorgestoten over de weg naar Katwijk-b<strong>in</strong>nen tot<br />

34<br />

de daar aanwezige rivierbruggen. Ook de Maaldrift, de Wassenaarseslag<br />

en het strand tot dichtbij Katwijk waren spoedig <strong>in</strong> Duitse handen.<br />

Het gerucht wilde anders. "Heb je het niet gehoord? Wist je het niet? De<br />

Duitsers waren al voor de oorlog op de kalkzandsteenfabriek <strong>in</strong> Katwijk<br />

aan de Rijn! Een dag tevoren b<strong>in</strong>nengevaren <strong>in</strong> een rijnaak. Zoiets als het<br />

turfschip van Breda, ja! Geloof het maar gerust! De bedrijfsleider was immers<br />

een Duitser. De smeerkees!"<br />

Intussen waren de vliegvelden Ockenburg en Ypenburg op soortgelijke<br />

wijze veroverd. Toch was alles niet zo voorspoedig gegaan als generalleutnant<br />

Von Sponeck gehoopt had. Zelf was hij naast het doel Ockenburg<br />

terecht gek<strong>om</strong>en. De verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gsapparatuur weer ergens anders. De<br />

transportvliegtuigen waren op <strong>Valkenburg</strong> <strong>in</strong> de zachte bodem weggezakt<br />

en konden niet meer opstijgen. Op Ypenburg lag alles <strong>in</strong> pu<strong>in</strong> en was<br />

landen en opstijgen eveneens uitgesloten. Daarmee verviel een belangrijk<br />

deel van het plan: voortgaande aanvoer van troepen en herbevoorrad<strong>in</strong>g. In<br />

de loop van de morgen werd duidelijk dat de opzet, de bezett<strong>in</strong>g van Den<br />

Haag, mislukt was. Voor de Duitse soldaten zat er nog maar één d<strong>in</strong>g op,<br />

de posities handhaven en afwachten. Voor hen was de "Blitz-krieg" voorlopig<br />

voorbij.<br />

35<br />

2.2 Andere kijk<br />

Hoe <strong>in</strong> de loop der tijden verhalen aan erosie onderhevig zijn, blijkt wel uit<br />

het reeds <strong>in</strong> <strong>mei</strong> 1945 verschenen boek "Doodenwacht bij onze gevallenen".<br />

De auteur Hoek beschrijft de heldendaden van de vliegveldbewak<strong>in</strong>g,<br />

die volgens hem slechts drie weken voor het uitbreken van de strijd<br />

op het vliegveld geplaatst was. In die korte tijd hadden ze hard moeten<br />

zwoegen <strong>om</strong> de verdedig<strong>in</strong>gswerken op te richten. Op die tiende <strong>mei</strong>,<br />

reeds <strong>om</strong> drie uur 's-nachts, was motorgeronk gehoord. Onmiddellijk<br />

werden de c<strong>om</strong>mandant (C. van Zuilen) en verscheidene andere kopstukken<br />

op de hoogte gesteld van de vliegtuigbeweg<strong>in</strong>gen. De c<strong>om</strong>mandant<br />

nam daarop dadelijk de geijkte maatregelen: het piket en de algemene<br />

reserve werden <strong>in</strong> het geweer geroepen. Pas toen opnieuw vliegtuigen<br />

naderden, nu duidelijk herkenbaar als Duits, raakte men ervan overtuigd<br />

dat het ernst was. Daarna kwam <strong>in</strong> zeer korte tijd alles <strong>in</strong> actie. De wacht


lag al <strong>in</strong> de posten <strong>om</strong> het vliegveld, het piket en de reserve verzamelden<br />

zich <strong>om</strong> <strong>in</strong> de kleidammen posities <strong>in</strong> te nemen. Toen vielen de eerste<br />

b<strong>om</strong>men. Een hangar werd geraakt, er waren gewonden. Onder de nauwelijks<br />

ontwaakte en s<strong>om</strong>s nog halfgeklede soldaten ontstond verwarr<strong>in</strong>g.<br />

Ook zij renden naar de kleidammen. Intussen weerden de wachtposten<br />

zich dapper achter hun mitrailleurs. Met hardnekkige woede werd de strijd<br />

tegen de buiten het veld dalende en aanrukkende Duitse parachutisten<br />

aangebonden. De mitrailleuropstell<strong>in</strong>gen werden daarop vanuit de lucht<br />

beschoten waarbij de wachtc<strong>om</strong>mandant dodelijk getroffen werd. Niettem<strong>in</strong><br />

deden de mannen hun plicht en zetten de strijd voort. Een nieuwe<br />

lad<strong>in</strong>g Duitse parachutisten werd uitgeworpen. Hen wachtte een kruisvuur<br />

waaraan geen ontk<strong>om</strong>en mogelijk leek. Toen kwamen de Duitse transportvliegtuigen.<br />

Hoe zou de b<strong>in</strong>nenr<strong>in</strong>g van de vliegveldverdedig<strong>in</strong>g, gericht<br />

op het veld zelf, reageren? Wat zou de c<strong>om</strong>mandant van de zware mitrailleurs<br />

doen? Die had het juiste m<strong>om</strong>ent afgewacht. Vier en veertig vliegtuigen<br />

waren geland. Ze werden ontvangen door een heksenketel van doodzaaiende<br />

mitrailleurs. Hoek beschrijft daarop hoe de Duitsers zich desondanks<br />

wisten te verzamelen en de hangars bereikten. Van daaruit werden<br />

stuk voor stuk de Nederlandse mitrailleurs uitgeschakeld. Drie en zestig<br />

gewonden, Nederlanders en Duitsers, werden na afloop van de strijd <strong>in</strong> een<br />

hangar ondergebracht. Het vliegveld was daarmee <strong>in</strong> Duitse handen. Van<br />

de krijgsgevangenen wordt door de schrijver geen gewag gemaakt. Het<br />

moeten er meer dan tweehonderd geweest zijn. Voor zover bekend werden<br />

ze bijeengedreven op het vliegveld. Samen met een aantal <strong>Valkenburg</strong>ers<br />

die <strong>in</strong>middels vanuit het bezette dorp werden aangevoerd. Brongers beschrijft<br />

de gebeurtenissen al heel wat meer gematigd, maar k<strong>om</strong>t toch ook<br />

tot de conclusie dat de vliegveldbewak<strong>in</strong>g het nog redelijk goed gedaan<br />

heeft. Er is fl<strong>in</strong>k weerstand geboden. Om dat te ondersteunen citeert hij<br />

een Duits verslag waaruit blijkt dat het 3e bataljon (der 22.Infanterie-<br />

Division) <strong>om</strong> 05.20 uur <strong>in</strong> sterk afweervuur landde. De <strong>in</strong>fanteristen, die<br />

uit de transportvliegtuigen kwamen moesten de tegenstanders aanvallen en<br />

konden dat slechts doen met hulp van de parachutisten en met grote verliezen.<br />

L. de Jong beoordeelt de paraatheid van de vliegveld bewak<strong>in</strong>g wat<br />

m<strong>in</strong>der positief. Toen drie Duitse b<strong>om</strong>menwerpers <strong>om</strong> kwart over vier de<br />

eerste luchtaanval op het vliegveld uitvoerden, bevond de algemene reser-<br />

36<br />

ve zich door laksheid nog niet <strong>in</strong> de opstell<strong>in</strong>gen... De dodelijk verschrikte<br />

manschappen renden na de eerste b<strong>om</strong>men <strong>in</strong> grote wanorde weg. De<br />

tweede b<strong>om</strong>aanval deed ook hen die <strong>in</strong> de schuttersputjes zaten op de<br />

vlucht slaan. Een deel van de overlevende parachutisten kwam tussen de<br />

verstrooide reserve terecht. De Nederlanders werden als krijgsgevangenen<br />

meegevoerd naar het dorp.<br />

Het boek: "Mei <strong>1940</strong>. De strijd op Nederlands grondgebied" is onder<br />

redactie van H. Amersfoort en P.H. Kamphuis van de sectie militaire geschiedenis,<br />

<strong>in</strong> 1990 uitgek<strong>om</strong>en. Daar<strong>in</strong> worden de Duitse acties als <strong>in</strong><br />

eerste <strong>in</strong>stantie geslaagd beschreven: Geheel volgens plan landden <strong>om</strong>streeks<br />

05.20 uur meer dan vijftig transportvliegtuigen. De aangevoerde<br />

luchtland<strong>in</strong>gstroepen konden zonder grote problemen uitstappen en hun<br />

gevechtsformaties <strong>in</strong>nemen. Tegen 06.00 uur was het vliegveld <strong>in</strong> handen<br />

van de Duitsers...<br />

Onze plaatsgenoot Eikenbroek was slager van beroep en als gemobiliseerde<br />

dienstplichtig soldaat geplaatst op het vliegveld. Zonder veel munitie<br />

te verspillen en onder leid<strong>in</strong>g van een sergeant namen ze op zeker<br />

m<strong>om</strong>ent de benen met meer dan tien man. Gelukkig niet <strong>in</strong> de richt<strong>in</strong>g van<br />

het dorp maar naar het zuidwesten. Na urenlang onder een brug te hebben<br />

gehangen wisten ze te ontk<strong>om</strong>en aan de overal opduikende parachutisten<br />

en werden opgevangen <strong>in</strong> Wassenaar. Daar werden ze <strong>in</strong>gelijfd bij de<br />

huzaren-motorrijders en <strong>in</strong>gezet bij de verdedig<strong>in</strong>g van Den Haag. Maar<br />

hoe alles precies gegaan is weet hij niet meer.<br />

37<br />

2.3 Zonneveld<br />

Aan het e<strong>in</strong>d van de Zonneveldslaan stond ooit de vroeg middeleeuwse<br />

ridderhofstede Sonnevelt. Nadat die <strong>in</strong> 1752 afgebroken was werd de<br />

plaats <strong>in</strong>gen<strong>om</strong>en door een gelijknamige boerderij. Nu bewoond door de<br />

familie van Leeuwen. In <strong>1940</strong> bewoonden Gijsbertus B<strong>in</strong>nendijk en Maria<br />

Bos de oude hofstede tezamen met hun enig k<strong>in</strong>d, de achttienjarige Maria.<br />

Vader B<strong>in</strong>nendijk was niet sterk en overleed vrij jong op 1 <strong>mei</strong> van dat<br />

jaar. Hij werd op 6 <strong>mei</strong> <strong>1940</strong> begraven <strong>in</strong> het familiegraf naast de kerk. Zo<br />

kwam het dat <strong>in</strong> de vroege morgen van 10 <strong>mei</strong> de koeien niet door de baas<br />

zelf maar door diens zwager Cornelis Bos gemolken werden. Om vier uur


was het melkenstijd. De koeien stonden <strong>in</strong> het land. Juist daar kwam de<br />

eerste zwerm parachutisten neer en Kees moest maken dat hij wegkwam.<br />

Of hij direct doorgerend is naar zijn eigen huis staat niet vast. Zeker is dat<br />

de weduwe B<strong>in</strong>nendijk en haar dochter opgeschrikt werden door gebeuk<br />

op de deur. Daar werden ze geconfronteerd met Duitse parachutisten. "Die<br />

waren gewoon gek! Het leek wel of ze dronken waren. Ze vroegen waar de<br />

Rijnbrug was. We hebben gezegd welke kant ze op moesten gaan! Wat<br />

moet je anders? "<br />

De beide vrouwen begrepen dat ze daar zo dicht bij het vliegveld groot<br />

gevaar liepen en besloten naar de Woerd te gaan. Ze vulden een paar koffers<br />

met spullen, stapten op de fiets en reden argeloos de Zonneveldslaan<br />

af en halverwege l<strong>in</strong>ksaf de Achterweg <strong>in</strong>. Achteraf realiseerden ze zich<br />

beschoten te zijn, toen wisten ze nog niet wat het ritselen <strong>in</strong> het gras en het<br />

fluiten <strong>om</strong> hen heen betekende. Ze kwamen ongedeerd aan bij de familie<br />

Bos die op de Achterweg woonde, waar tegenwoordig huize de Woerd<br />

staat. Daar bleven ze tot de volgende dag.<br />

2.4 Boerderij Van Egmond<br />

De Oude Broekweg is nog een laatste restant van de verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g tussen het<br />

dorp en de Broekpolder. Nog geen tweehonderd meter voor het toegangshek<br />

naar het mar<strong>in</strong>evliegveld staat de boerderij van Hendrik van Egmond<br />

en zonen. Dat wil zeggen, de zonen doen het werk en Hendrik zit <strong>in</strong> de<br />

keuken bij de haard. Althans op die morgen dat ik onaangekondigd met de<br />

deur <strong>in</strong> huis kwam vallen.<br />

Op 1 <strong>mei</strong> <strong>1940</strong> had Hendrik het bedrijf overgen<strong>om</strong>en van zijn vader Jan<br />

van Egmond. De nieuwe boer<strong>in</strong> was ook al gevonden, een dochter van<br />

Pieter Verboon de boer van Veldzicht, thans Voorschoterweg 52. Het<br />

huwelijk werd vastgesteld op 6 juni <strong>1940</strong>. Maar eerst kwam tien <strong>mei</strong>.<br />

Uiteraard werd Van Egmonds plaats door de ligg<strong>in</strong>g aan de rand van het<br />

vliegveld vrijwel onmiddellijk bij de strijd betrokken. Van dichtbij zagen<br />

ze de b<strong>om</strong>men vallen. De schildwachten bij het hek van het vliegveld<br />

wisten niet wat er aan de hand was. Duidelijk was er een oorlog aan de<br />

gang. De Van Egmonds besloten te vluchten. Vader, moeder, Hendrik en<br />

zijn zuster. Bij hun boerderij stonden toen al twee uitgetelde soldaten. Niet<br />

38<br />

over de weg maar dwars door het land g<strong>in</strong>g het richt<strong>in</strong>g <strong>Valkenburg</strong>, zonder<br />

op of <strong>om</strong> te kijken. Naar het veilige dorp <strong>Valkenburg</strong>, zo'n vijfhonderd<br />

meter. Achter hen brak de hel los. Boven hun hoofden ronkten dreigend de<br />

vliegtuigen. Bij familie namen ze enig voedsel tot zich en kwamen tot<br />

bedaren. Wat nu? Het was melkenstijd maar de strijd op het vliegveld was<br />

nog lang niet afgelopen. Dat was duidelijk te horen en te zien. Tientallen<br />

vliegtuigen landden. Totaal ontredderde soldaten vluchtten het dorp b<strong>in</strong>nen.<br />

Niet lang daarna gevolgd door de eerste Duitsers! Vrouwen en mannen<br />

werden weggevoerd, richt<strong>in</strong>g vliegveld, de handen <strong>om</strong>hoog. Maar<br />

boven alle spektakel uit meende Hendrik de koeien te horen schreeuwen.<br />

Zijn hart trok naar de beesten. Dat zag zijn vader, die vertrouwde hem toe<br />

dat het geld van de verkoop van tw<strong>in</strong>tig vette varkens onder zijn hoofdkussen<br />

was blijven liggen! Hendrik besloot terug te keren.<br />

39<br />

2.5 Torenvliet<br />

Ook dicht bij het vuur gelegen was de boerderij Torenvliet. Volgens Jan<br />

van Leeuwen, hij was toen 11 jaar, hadden de Duitsers hun boerderij al<br />

van te voren bestemd tot hospitaal. Dat was te zien op de kaarten die achterbleven<br />

<strong>in</strong> de boerderij na de capitulatie. "Jammer dat we ze niet bewaard<br />

hebben!" Op die kaarten was ieder huis van <strong>Valkenburg</strong> aangegeven.<br />

Heel precies. Vader Gerrit van Leeuwen was al vroeg aan het melken<br />

en werd op de vlucht gedreven door een zwerm parachutisten. Niet slechts<br />

hij en de knecht maar ook de koeien holden hard naar de veilige stal terug.<br />

Thuisgek<strong>om</strong>en liet de boer zijn vrouw en k<strong>in</strong>deren onmiddellijk vertrekken.<br />

Naar het dorp. Zelf bleef hij afwachten wat k<strong>om</strong>en zou.<br />

Moeder van Leeuwen en de vier k<strong>in</strong>deren holden zo hard ze konden de<br />

Torenvlietslaan af. Bij de boerderij van Dirk van Dijk (nu Leen van Tilburg)<br />

stond veldwachter Rous, die hen een dr<strong>in</strong>gend advies gaf ergens naar<br />

b<strong>in</strong>nen te gaan. Zo kwamen ze terecht bij de weduwe Moerman. Daar zijn<br />

ze die dag gebleven.


2.6 Burgervader<br />

Burgemeester A.C. de Wilde was gerust en welgemoed naar bed gegaan.<br />

Op de vergader<strong>in</strong>g, die hij die avond had voorgezeten, waren er geen<br />

problemen geweest. Dus sliep hij de slaap van een rechtvaardige, totdat<br />

<strong>om</strong> vijf uur zijn jongste dochter hem kwam wekken: "K<strong>om</strong> eens kijken<br />

hoeveel vliegtuigen er <strong>in</strong> de lucht zijn!" Met een schok werd hij wakker en<br />

realiseerde zich al gauw dat het oorlog was. Vanuit de achterkamer van<br />

Torenvliet <strong>in</strong> 1938<br />

zijn won<strong>in</strong>g zag hij het b<strong>om</strong>barderen van de hangars op het vliegveld en de<br />

parachutisten spr<strong>in</strong>gen. Hij verbaasde zich over de vrijmoedigheid waarmee<br />

de <strong>Valkenburg</strong>ers de straat op liepen <strong>om</strong> alles van dichtbij te kunnen<br />

zien. Alsof er geen vuiltje aan de lucht was!<br />

De burgemeester begreep dat zijn dorp ernstig gevaar zou lopen. Nadat hij<br />

vergeefse pog<strong>in</strong>gen gedaan had zijn gez<strong>in</strong> tot evacuatie te bewegen en een<br />

zekere overste Buurman <strong>in</strong> Katwijk telefonisch op de hoogte gesteld had<br />

van zijn bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen, begaf hij zich <strong>om</strong>trent zes uur naar de plaats waar hij<br />

ambtshalve moest zijn: het raadhuis. Dat was destijds het huis waar<strong>in</strong> nu<br />

J.P Bakker woont, op Hoofdstraat 6. Een opvallend bouwwerk met een<br />

40<br />

hoog aangebrachte stenen valk die s<strong>in</strong>ds jaar en dag voor <strong>om</strong>vallen behoed<br />

wordt door een ijzeren stang.<br />

Zij die geroepen waren tot de bescherm<strong>in</strong>g van de bevolk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> oorlogstijd<br />

waren ook op hun post, ondermeer Gerrit Zandbergen, Anton van<br />

Delft en Jac. Haasnoot. Met de burgemeester bespraken ze de toestand en<br />

wat te doen. Besloten werd voorlopig de gebeurtenissen af te wachten. Er<br />

zat niet veel anders op.<br />

Het was nog vroeg, er kwamen twee Nederlandse soldaten het gemeentehuis<br />

b<strong>in</strong>nen. Ze waren van het vliegveld door sloten en heggen aan de<br />

Duitsers ontk<strong>om</strong>en en ongewapend. Of ze wapens konden bek<strong>om</strong>en?<br />

Inderdaad, er waren geweren op het gemeentehuis, van de burgerwacht.<br />

Na enige aarzel<strong>in</strong>g gaf de burgemeester ze af en daarmee bewapend stapten<br />

ze de straat op. Ze kwamen niet ver. De Duitsers waren al opgerukt tot<br />

41<br />

Burgemeester A.C. de Wilde


ij de smederij Van Stijn en kwamen net de hoek <strong>om</strong> de Straatweg op. Er<br />

klonk hevig geweervuur. Vanuit zijn kamer zag de burgemeester beide<br />

soldaten even later op de weg liggen. Gesneuveld. Hun namen waren hem<br />

ontschoten, het waren Friezen dat wist hij nog wel. Groepjes Duitse soldaten<br />

trokken voorbij, richt<strong>in</strong>g Katwijk aan de Rijn. Enige tijd later kwamen<br />

ze terug en voerden verschillende krijgsgevangenen met zich. Een aantal<br />

officieren kwam het gemeentehuis b<strong>in</strong>nen, de revolver schietgereed <strong>in</strong> de<br />

hand "Waar is de burgemeester?" Aarzelend kwam hij naar voren. Er werd<br />

hem aangezegd dat het dorp bezet was, dat tegenstand van de burgers niet<br />

geduld zou worden en hem werd bevolen ervoor te zorgen dat <strong>om</strong> 13.00<br />

uur alle mannelijke personen van 18 tot 65 jaar zich moesten verzamelen<br />

bij de Punt (hoek Middenweg-Straatweg). Het raadhuis werd vanaf dat<br />

m<strong>om</strong>ent bewaakt door twee Duitse soldaten.<br />

2.7 In het hospitaal<br />

De mensen van de EHBO, behorende tot de luchtbescherm<strong>in</strong>gsdienst,<br />

waren als eersten op hun post. Als "hospitaal" was de school aangewezen,<br />

gelegen aan de Kerkweg ongeveer op de plaats waar nu de sportzaal is.<br />

Piet van Duyn als oudste EHBO-er voerde daar het bew<strong>in</strong>d. De gemeentezaal,<br />

ook wel de werklozenzaal genoemd en gelegen tussen het raadhuis en<br />

de oude pastorie werd <strong>in</strong>gericht als verbandplaats. In dat "lazaret" had<br />

Anton van Delft de leid<strong>in</strong>g. Ook <strong>in</strong> de oude pastorie werden <strong>in</strong> de loop van<br />

de dag gewonde militairen en enkele burgers verpleegd. Het <strong>in</strong>richten<br />

moest <strong>in</strong> die eerste uren gebeuren. Verscheidene <strong>mei</strong>sjes kwamen zich<br />

toen al melden. Het bleek spoedig dat er bedden nodig waren. Bij de <strong>om</strong>wonenden<br />

werd gevraagd: "Hebt u misschien een matras over? Dekens<br />

dan? Lakens, slopen, handdoeken?" Dat geschiedde toen al onder de gevechten<br />

door, eerst arriveerden de gevluchte soldaten van het vliegveld<br />

kort daarop de Duitsers. Door de burgers werd, op een enkele uitzonder<strong>in</strong>g<br />

na, gul en spontaan gegeven. Zelfs enkele ledikanten. Zo konden drie<br />

schoollokalen en de verbandplaats voorzien worden van ligplaatsen. Aan -<br />

materiaal waren er de verbanddozen van de EHBO-ers en nog wat spullen<br />

van de verenig<strong>in</strong>g Ziekenzorg. Al gauw kwam er een Duits officier b<strong>in</strong>nen.<br />

Toen hij zag dat ook zijn soldaten behandeld werden was hij tevre-<br />

42<br />

den: het hospitaal zou van hem niets te vrezen hebben, alle medewerk<strong>in</strong>g<br />

werd toegezegd.<br />

Zelfs een arts was aanwezig. Dokter Huet<strong>in</strong>g was, naar verluid, <strong>in</strong> de<br />

vroege morgen reeds uit Katwijk aan de Rijn vertrokken naar een bevall<strong>in</strong>g<br />

<strong>in</strong> <strong>Valkenburg</strong>. Daar werd hij op zeker m<strong>om</strong>ent opgeschrikt door iets<br />

als hagel dat de glanzende motorkap van zijn auto beschadigde. "Die<br />

rotjongens!" zou hij gedacht hebben, "Zijn ze weer aan het stenen gooien?!"<br />

Niet veel later werd hij opgebracht naar het hospitaal. Hij was geen<br />

vreemde voor de EHBO-ers. Ze waren door hem opgeleid.<br />

Reeds na enkele uren waren twee lokalen gevuld met gewonde soldaten,<br />

vriend en vijand naast elkaar. In het derde lokaal lagen de o<strong>verleden</strong>en.<br />

Ook de eerste gewonde burger kwam b<strong>in</strong>nen, hij was terwijl hij zat te<br />

melken, beschoten vanuit een vliegtuig en had een schotwond <strong>in</strong> de elleboog.<br />

Al gauw ontstond er een nijpend tekort aan verbandmateriaal. Zelfs<br />

ernstige patiënten konden niet meer geholpen worden totdat een Duitse<br />

lergerarts het probleem door kreeg en voor drie grote verbandkisten zorgde.<br />

Uiteraard waren de EHBO-ers van armbanden voorzien <strong>om</strong> hen te<br />

onderscheiden. Het hospitaal en lazaret waren echter niet voorzien van de<br />

voorgeschreven Rode Kruis kentekenen. Daar<strong>om</strong> werden <strong>in</strong> de loop van de<br />

morgen twee mannen het dak opgestuurd <strong>om</strong> er een groot rood kruis op te<br />

schilderen. Cor van Dijk zag ze vanuit zijn ouderlijk huis op de school<br />

zitten: Cock Heuvel en Henk Varkevisser. Hij hoorde Cock luidkeels verslag<br />

doen van het <strong>in</strong> brand schieten van de vastgelopen Duitse transportvliegtuigen<br />

op het vliegveld, door de artillerie vanaf de Cant<strong>in</strong>eweg. Hun<br />

enthousiasme over de schietkunst van de Hollanders zou echter niet lang<br />

duren. Ze werden zelf beschoten en maakten dat ze beneden kwamen! Dan<br />

maar op de muur van de oude pastorie! Rond<strong>om</strong> de tu<strong>in</strong> van dat voormalige<br />

predikantenonderk<strong>om</strong>en was een hoge stenen muur opgericht. Het<br />

gedeelte daarvan dat aan de Kerksteeg grensde lag pal <strong>in</strong> het zicht van de<br />

Katwijkse watertoren en kanonnen. Cock Heuvel nu geassisteerd door Jan<br />

Rhijnsburger en Gerrit Bol schilderden toen daar de rode kruisen op. Keurig<br />

<strong>in</strong> een wit vlak. Opeens spatten er stukken af van de stenen: "Wat is dat<br />

nou?" Ze hadden al gauw door dat ze alweer beschoten werden. Door wie?<br />

Daar kwam Piet van Duyn achter toen enkele weken na de capitulatie een<br />

soldaat hem aanklampte met de vraag of er twee schilders waren getroffen<br />

43


die bezig waren een rood kruis op een huis <strong>in</strong> een steegje te schilderen. Zij<br />

hadden hun wapen daarop <strong>in</strong>geschoten!<br />

Die morgen ook werden er twee man op uitgestuurd <strong>om</strong> de vrouw van<br />

Th<strong>om</strong> van der Meij op te halen. Het waren Gerrit Bol en Jan Rhijnsburger.<br />

Op handen en voeten moesten ze door de greppels kruipen langs dat deel<br />

van de Straatweg dat nu de Katwijkerweg heet. Vanuit richt<strong>in</strong>g vliegveld<br />

werden ze met mitrailleurs beschoten. Moeder van der Meij werd geholpen<br />

zo goed en zo kwaad als het g<strong>in</strong>g. Ze bleef echter waar ze was, <strong>in</strong> het<br />

huis van Slegt. De drie mannen moesten de levensgevaarlijke weg nogmaals<br />

gaan, <strong>in</strong> school was er genoeg te doen.<br />

2.8 Ordonnans<br />

Henk Botermans woonde met vrouw en dochtertje <strong>in</strong> de Lange<br />

C<strong>om</strong>mandeursteeg. Hun huis stond op de plaats waar thans de <strong>in</strong>gang van<br />

de Kr<strong>om</strong>ar is. Van daaruit keken ze <strong>in</strong> de Korte C<strong>om</strong>mandeursteeg gemeenlijk<br />

de Strontsteeg genaamd en konden aan het e<strong>in</strong>d daarvan l<strong>in</strong>ks<br />

nog net een stukje van café Ramp zien. Henk was <strong>om</strong> en nabij 29 jaar,<br />

<strong>in</strong>gedeeld bij de EHBO en als zodanig vroeg op het gemeentehuis ontboden.<br />

Door de daar aanwezige autoriteit werd hij tot ordonnans aangesteld<br />

en moest naar Henk Imthorn, die aan de Rijnstro<strong>om</strong>laan woonde dicht bij<br />

de Kle<strong>in</strong>e Water<strong>in</strong>g. Hij begaf zich daartoe te voet naar de aangegeven<br />

plaats en belde aan. Laag ronkten op dat m<strong>om</strong>ent de zware transportvliegtuigen<br />

boven de tw<strong>in</strong>tig arbeiderswon<strong>in</strong>kjes. Henk deed open, "Wat zeg je,<br />

heb ik torenwacht? Wat? Ik? Nu, met deze rotzooi? Zijn ze nou helemaal<br />

gek?" Henk Botermans zal geknikt hebben, zonder daarmee precies te<br />

zeggen dat hij hem schoon gelijk gaf. Hij moest onverrichter zake terugkeren.<br />

De Straatweg maakte een verlaten <strong>in</strong>druk. Niemand waagde zich nog<br />

buiten. Zo kwam hij daar waar tegenwoordig l<strong>in</strong>ks de Schelphoek <strong>in</strong> word<strong>in</strong>g<br />

is en destijds de kalkovens prijkten. Rechts kon hij <strong>in</strong> het wijde polderland<br />

het vliegveld zien en de hangars. En de oorlog die daar aan de<br />

gang was. Hij liep l<strong>in</strong>ks van de weg, erop bedacht zodra het gevaarlijk zou<br />

worden achter de lage dijk <strong>in</strong> de greppel dekk<strong>in</strong>g te zoeken. Op dat m<strong>om</strong>ent<br />

zag hij de Duitsers aan k<strong>om</strong>en stormen vanuit het dorp. Het was<br />

<strong>om</strong>trent zeven uur. Gelukkig rende hij niet weg. Even later zat hij met de<br />

44<br />

handen <strong>om</strong>hoog <strong>in</strong> het greppeltje en moest daar blijven zitten. Naar schatt<strong>in</strong>g<br />

trokken er daarop zo'n tw<strong>in</strong>tig Duitse soldaten aan hem voorbij <strong>in</strong> de<br />

richt<strong>in</strong>g van Katwijk aan de Rijn. Het waren de mannen die het sem<strong>in</strong>arie,<br />

de Sandtlaanbrug en de kalkzandsteenfabriek zouden gaan bezetten.<br />

Na verloop van tijd dorst Hendrik weer uit zijn schuilplaats op te staan, hij<br />

wilde naar huis. De Duitsers waren bezig <strong>om</strong> de brug over de Grote Water<strong>in</strong>g<br />

te versperren met karren, planken en alles dat bij de hand lag. Niet ver<br />

daarvoor, aan de polderzijde van de weg, was het huis van Jaap van der<br />

Meij die zijn brood verdiende met het kweken van dahlia's. Daar zocht hij<br />

zijn toevlucht. Ze zaten net te eten: "Neem ook een sneetje!" Het werd een<br />

dikke pil en hij kwam weer wat op verhaal. Toch dreef hem de zorg voor<br />

vrouw en k<strong>in</strong>d. Hoe daar te k<strong>om</strong>en? Daar wist Jaap wel wat op. Via zijn<br />

achtertu<strong>in</strong> en die van zijn buren kon hij bij de Grote Water<strong>in</strong>g k<strong>om</strong>en. ze<br />

hoefden slechts een meter of dertig te lopen. Daar aan de overzijde van het<br />

water stond het huisje van Jan Geervliet, een visser, die daar een roeiboot<br />

had liggen. Jan haalde hen over en zonder ongelukken werd de Kerksteeg<br />

bereikt. Daar waren de EHBO-ers bezig de school <strong>in</strong> te richten voor de<br />

opvang van de gewonden. Hendrik heeft ze niet gezien. Na wat zoeken<br />

vond hij zijn gez<strong>in</strong>netje <strong>in</strong> het huis van Pieter Postmus, zijn schoonvader<br />

en schipper van Friese afk<strong>om</strong>st. Zijn motorschip "De nieuwe zorg" lag<br />

afgemeerd langs de Rijn. Zijn huisje lag achter de kerk op de Kruisweg en<br />

bestaat nog steeds. Hendrik was tijdens zijn gevaarvolle tocht tot het <strong>in</strong>zicht<br />

gek<strong>om</strong>en dat het wijs zou zijn <strong>Valkenburg</strong> te verlaten. Hij dacht<br />

erover <strong>om</strong> dat met het schip van zijn schoonvader te doen. Ook de geit was<br />

een plaats <strong>in</strong> die ark toegedacht. Zijn schoonvader zag er wel wat <strong>in</strong> maar<br />

moeder Postmus weigerde pert<strong>in</strong>ent: "Wat dan als Krijn thuis k<strong>om</strong>t, dan<br />

v<strong>in</strong>dt hij het huis leeg! Niets ervan." Krijn haar zoon verrichtte ver van<br />

<strong>Valkenburg</strong> zijn dienstplicht.<br />

Op bevel van de Duitse c<strong>om</strong>mandant liepen Hendrik en Pieter Postmus<br />

kort na één uur richt<strong>in</strong>g garage Poot waar alle mannen huisarrest kregen.<br />

"Handen uit je zakken!" waarschuwde zijn schoonvader hem nog.<br />

45


2.9 Ora et Labora<br />

Sam Star aanschouwde <strong>in</strong> 1920 het levenslicht <strong>in</strong> een huis aan de Katwijkerweg<br />

<strong>in</strong> Rijnsburg. Zijn vader was Bastiaan Star, zijn moeder Neeltje<br />

van der Meij. Toen ik hem op een mooie herfstmiddag toevallig tegen het<br />

lijf liep was hij <strong>om</strong> en nabij 74 jaar. Meer <strong>in</strong> de breedte gegroeid dan <strong>in</strong> de<br />

lengte en nog immer <strong>in</strong> het bezit van een stevige bos haar. Twee bru<strong>in</strong>e<br />

gl<strong>in</strong>sterende ogen trachtten mijn beweegredenen te doorgronden. Hij g<strong>in</strong>g<br />

me voor zijn huis b<strong>in</strong>nen, 't Boonrak 44, bloemenkoopman <strong>in</strong> ruste maar<br />

iemand die niet stil kan zitten. Door zijn geboorte werd Sam het eerste<br />

kle<strong>in</strong>k<strong>in</strong>d van Th<strong>om</strong>as van der Meij en Grietje Hoek die het huis bewoonden<br />

dat s<strong>in</strong>ds jaar en dag <strong>in</strong> <strong>Valkenburg</strong> bekend staat als Ora et Labora.<br />

Een huis dat, behoudens een aantal granaatwonden, de jaren goed doorstaan<br />

heeft, nu Katwijkerweg 48. Th<strong>om</strong>as van der Meij was van oorsprong<br />

groentekweker maar overgegaan op de bloementeelt. Daartoe waren enige<br />

zogenaamde warenhuizen (kassen) aan de noordzijde van het huis opgericht<br />

want Grietje Hoek wilde vrij uitzicht houden op het wijde polderland<br />

achter haar huis. Th<strong>om</strong>as junior, kortweg Th<strong>om</strong> genoemd, was begonnen<br />

voor zichzelf bloemen te gaan telen. Hij kreeg daartoe de beschikk<strong>in</strong>g over<br />

een kampje land <strong>in</strong> Borculo, ruim honderd meter van hun huis gelegen.<br />

Aangezien Sam het oudste kle<strong>in</strong>k<strong>in</strong>d van de familie was en <strong>in</strong>middels de<br />

jaren des onderscheids had bereikt werd hem verzocht de leemte die er<br />

was ontstaan <strong>in</strong> de arbeidsproductie op "Ora" aan te vullen. Sam stemde<br />

toe op voorwaarde dat hij daar dan ook kost en <strong>in</strong>won<strong>in</strong>g zou genieten. Het<br />

werd hem gaarne gegeven!<br />

Het werd vrijdag 10 <strong>mei</strong>. "Ik weet nog precies hoe het gegaan is." Er<br />

moesten bloemen naar de veil<strong>in</strong>g en dat moest vroeg gebeuren. Sam en<br />

zijn o<strong>om</strong> Th<strong>om</strong> begaven zich voor dag en dauw, <strong>om</strong> en nabij drie uur<br />

dacht hij, met de bakfiets naar zijn land. Tijdens het snijden van de "bl<strong>om</strong>men"<br />

viel hun reeds op dat er vreemde d<strong>in</strong>gen gebeurden boven hun<br />

hoofd. Steeds lager vlogen de vliegtuigen over hen heen. "Zo laag dat je ze<br />

met een schoffel naar beneden had kunnen halen!" grapte Sam toen hij mij<br />

dit verhaal vertelde. Vanaf die plaats zagen ze de b<strong>om</strong>men vallen, de<br />

soldaten op het vliegveld lopen. Te ver weg <strong>om</strong> precies te zien wat er<br />

gebeurde, maar genoeg <strong>om</strong> te begrijpen dat er oorlog was! Langzaam<br />

46<br />

drong het tot hen door dat ze daar op hun landje niet veilig waren. Weer<br />

kwam een vliegtuig ronkend nader, angstig dichtbij. Nu volgde het geratel<br />

van een mitrailleur, een korte roffel, de kogels sloegen als hagelstenen<br />

vlak bij hen <strong>in</strong>. "Liggen!" schreeuwde Sam want o<strong>om</strong> Th<strong>om</strong> stond nog<br />

steeds met grote verwonderde ogen het vliegtuig na te staren. Een tijdje<br />

lagen ze languit op de grond tussen de bloemen, toen de kust vrij leek<br />

peddelden ze haastig naar huis. Ze dachten er niet aan hun handel <strong>in</strong> de<br />

steek te laten!<br />

Sam was <strong>in</strong> Rijnsburg geboren en getogen en wat doet een man als zijn<br />

leven bedreigd wordt, hij gaat naar huis! Maar zonder zijn grootouders<br />

wilde hij niet vertrekken. Op "Ora" was slechts een deel van het gez<strong>in</strong><br />

aanwezig: o<strong>om</strong> Th<strong>om</strong>, diens jonge vrouw Rie Noort en opa en <strong>om</strong>a. Hij<br />

wist hen ervan te overtuigen de wijk te nemen naar hun dochter, zijn moeder,<br />

<strong>in</strong> Rijnsburg. Ook al <strong>om</strong>dat het oorlogsrumoer steeds dichterbij scheen<br />

te k<strong>om</strong>en. Maar <strong>om</strong>a toonde geen haast. Het valt ook niet mee zo maar op<br />

stel en sprong je huis te verlaten, de plek waar je je veilig voelt. "Dan<br />

k<strong>om</strong>en we daar en moet ze nog overal voor zorgen!" bedacht <strong>om</strong>a en<br />

besloot: "We gaan eerst wat brood eten en koffie dr<strong>in</strong>ken!" Ze zaten op dat<br />

47<br />

Zicht op de Straatweg richt<strong>in</strong>g Katwijk, de foto is na <strong>1940</strong> gen<strong>om</strong>en maar geeft een goede <strong>in</strong>druk van het onbebouwde<br />

Joght. Borculo was ten tijde van deze foto al afgebroken op last van de bezetter. Op de voorgrond de<br />

betonfabriek. Het eerste huis l<strong>in</strong>ks is Ora et Labora.


m<strong>om</strong>ent <strong>in</strong> het kle<strong>in</strong>e kamertje aan de voorkant van het huis en hadden<br />

voor de schrik ieder een glaasje brandewijn tot zich gen<strong>om</strong>en. Oma g<strong>in</strong>g<br />

naar de keuken en liep vervolgens naar de p<strong>om</strong>p, de koffiepot <strong>in</strong> de hand<br />

<strong>om</strong> die daar <strong>om</strong> te spoelen. De waterp<strong>om</strong>p bevond zich dicht bij de keuken<br />

<strong>in</strong> de aangrenzende grote schuur van het huis. Vanaf dat m<strong>om</strong>ent zijn er<br />

een paar d<strong>in</strong>gen onduidelijk. Eén d<strong>in</strong>g staat vast, toen <strong>om</strong>a terug kwam<br />

hield ze de hand tegen haar zij gedrukt. "Ik ben geraakt!" kreunde ze met<br />

een geschrokken gezicht. Achter haar aan kwam een Duitse soldaat, zijn<br />

aut<strong>om</strong>atische wapen <strong>in</strong> de aanslag. "Hände hoch!" "Gelukkig g<strong>in</strong>gen mijn<br />

handen vanzelf <strong>om</strong>hoog!" wist Sam meer dan vijftig jaren later nog na te<br />

vertellen. "O<strong>om</strong> Th<strong>om</strong> was <strong>in</strong>eens verdwenen. We werden afgevoerd naar<br />

het vliegveld. Opa, Leen van de Zwan, Frans Karreman, Rie Noort en ik.<br />

Oma bleef achter, ze sleepte zich na enige tijd naar de overkant van de<br />

weg, naar het huis van Slegt".<br />

In de loop van de dag kwamen de <strong>Valkenburg</strong>ers, die naar het vliegveld<br />

waren afgevoerd, weer terug. Th<strong>om</strong>as van der Meij bracht zijn schoondochter<br />

Rie Noort bij haar ouders. Hij moet ergens een Duitse arts bereid<br />

gevonden hebben met hem mee te gaan <strong>om</strong> zijn vrouw te helpen, die nog<br />

steeds <strong>in</strong> het huis van Slegt lag. De dokter schudde zijn hoofd. Er was niets<br />

meer aan te doen. Daar <strong>in</strong> dat huis is zijn vrouw dan ook gestorven. Zelf<br />

wist hij daarop naar Katwijk aan de Rijn te vluchten. Daar is hij onderdak<br />

geweest tot na de capitulatie. Toen pas kwam hij er achter dat zijn zoon<br />

T<strong>om</strong> doodgeschoten was. Ze hadden hem gevonden, half onder de heg<br />

liggend, het gezicht verborgen <strong>in</strong> een bed van bloemen.<br />

2.10 B<strong>in</strong>nekade<br />

Cors B<strong>in</strong>nekade was diaken van de gereformeerde kerk en had uit dien<br />

hoofde een vergader<strong>in</strong>g van de c<strong>om</strong>missie van beheer bijgewoond. Onder<br />

het voorzitterschap van burgemeester De Wilde. Hij en Niek Ouwersloot<br />

hadden de opbrengst van de collecten geteld, meest centen, en daarvan<br />

rolletjes gemaakt. Cors her<strong>in</strong>nert zich nog dat hij over de Hoofdstraat naar<br />

huis liep, het was prachtig z<strong>om</strong>erweer, een vredige avond. Zijn huis was<br />

het laatste van de Hoofdstraat, het stond dicht bij de Rijn en de<br />

Torenvlietswater<strong>in</strong>g, schu<strong>in</strong> tegenover de boerderij van Dirk van Dijk. Hij<br />

48<br />

en zijn gez<strong>in</strong> werden de volgende morgen vroeg wakker. Buiten op straat<br />

klonken opgewonden stemmen: "Kijk daar!... Moet je dat zien! ..." Zoals<br />

tegenwoordig naar het vuurwerk op het strand van Katwijk zo stonden de<br />

<strong>Valkenburg</strong>ers te kijken naar het spektakelstuk dat zich vlak boven en<br />

naast hen afspeelde. "Het is een oefen<strong>in</strong>g!" Daarmee werd de bangerik<br />

gerustgesteld die de angst <strong>om</strong> het hart sloeg en aanstalten maakte zijn huis<br />

b<strong>in</strong>nen te gaan. Overigens werd deze uitspraak toegeschreven aan Siem<br />

Poot die als eigenaar van het gelijknamige garagebedrijf ter plekke enig<br />

aanzien genoot. Hetgeen niet geheel overeenstemt met de verklar<strong>in</strong>g van<br />

burgemeester De Wilde die deze garagehouder reeds <strong>om</strong> kwart over vijf<br />

gevraagd had zijn gez<strong>in</strong> met de auto naar Rijnsburg te brengen. Siem Poot<br />

had toen allerm<strong>in</strong>st aan een oefen<strong>in</strong>g gedacht maar naar de lucht gewezen<br />

en gezegd dat hem dat te gevaarlijk leek! Maar goed, iemand zal het gezegd<br />

hebben, geruststellende praatjes willen er altijd wel <strong>in</strong>. Overigens<br />

werd de uitspraak steeds sterker betwijfeld naarmate het krijgsrumoer<br />

naderbij kwam. Vooral toen er vreemde soldaten opdoken en hun aanvoerder<br />

hen toebrulde: "Im Hause!" Voor zover ze het niet verstonden werd het<br />

hen duidelijk gemaakt met dreigende gebaren en geweren. Het was tussen<br />

acht en negen uur geworden, een vriendelijk zonnetje bescheen de naar<br />

hun huizen vluchtende <strong>Valkenburg</strong>ers.<br />

2.11 Paulus Noort<br />

De dakpannenfabrikant Van Oort heeft naar zeggen m<strong>in</strong>stens twee huizen<br />

<strong>in</strong> <strong>Valkenburg</strong> laten bouwen. Zijn fabriek stond aan de overzijde van de<br />

Oude Rijn. Daar waar het veerpontje pleegt aan te leggen stonden de<br />

droogschuren en het huis van de baas. Menig <strong>Valkenburg</strong>er heeft er met<br />

hard werken een boterham kunnen verdienen. Van Oort zelf woonde <strong>in</strong> het<br />

dorp. Zijn eerste huis stond dicht bij de plaats waar het voetveer haar<br />

thuishaven heeft. De zaken g<strong>in</strong>gen blijkbaar goed zodat hij het van de<br />

hand deed en enige honderden meters stro<strong>om</strong>opwaarts <strong>in</strong> het Boonrak<br />

huize Welgelegen liet bouwen. Vooral dat tweede bouwsel geeft duidelijk<br />

blijk van de voorkeur van de pannenbakker voor weelderige vormen. In de<br />

volksmond was het "De Villa".<br />

Het stond met de zijgevel op de plaats waar de R<strong>om</strong>e<strong>in</strong>en ooit de porta<br />

praetoria van hun castellum hadden opgericht. De precieze plaats daarvan<br />

49


is tegenwoordig zichtbaar gemaakt <strong>in</strong> het asfalt van de Hoofdstraat. Als<br />

het huis er nog zou staan zou het dus een fl<strong>in</strong>k stuk van de rijbaan <strong>in</strong> beslag<br />

nemen. In <strong>1940</strong> had de familie Noort de Rijnzijde van het grote huis<br />

betrokken, de slager Van Kesteren exploiteerde dat deel dat aan de straat-<br />

Op de achtergrond het huis van Paulus Noort<br />

weg gelegen was. Het gez<strong>in</strong> Noort telde naast de ouders drie dochters en<br />

een zoon. Hendrik was toen een jongen van tw<strong>in</strong>tig jaren en sliep op zolder.<br />

Vroeg <strong>in</strong> de morgen gewekt door vreemde geluiden kroop hij door het<br />

dakraam naar een plat gedeelte van het dak en kon vandaar liggend over<br />

het dorp heen kijken tot het vliegveld toe. De vliegtuigen cirkelden naar<br />

het scheen vervaarlijk vlak langs hem heen. Hendrik zag de parachutisten<br />

dalen en hoorde het geratel van de mitrailleurs en de geweren. Aangezien<br />

zulke <strong>in</strong>drukken er<strong>om</strong> vragen met anderen gedeeld te worden begaf hij<br />

zich weer naar de begane grond en even later op weg naar de "villa" die<br />

destijds door vier gez<strong>in</strong>nen bewoond werd. Ondermeer door zijn zuster<br />

Jannie die nog niet zo lang getrouwd was met Henk van Iterson, de brandweerc<strong>om</strong>mandant.<br />

Toen Henk Noort terug g<strong>in</strong>g, slenterend met de handen<br />

diep <strong>in</strong> de zakken en met een onverschillig gezicht van "dit alles gaat mij<br />

50<br />

niets aan" (hij had uitstel van dienst gekregen), wilde hij achter<strong>om</strong> het<br />

ouderlijk huis b<strong>in</strong>nengaan maar kwam een vreemde processie tegen: een<br />

aantal Duitse soldaten, het geweer <strong>in</strong> de aanslag, voorafgegaan door vader<br />

en moeder Noort met de handen <strong>in</strong> de hoogte! Hendrik bekeek met groeiende<br />

verbaz<strong>in</strong>g wat er gebeurde: "Wat is dat, wat moet dat met die oude<br />

mensen?" wist hij nog uit te brengen. De soldaten waren niet gewend beleefdheidsregels<br />

<strong>in</strong> acht te nemen. "Hände hoch! Mit! Mit!" verstond<br />

Hendrik van de gesnauwde woorden die over hem werden uitgestort. Even<br />

later werd hij met zijn vader en moeder afgevoerd naar de boerderij van<br />

Jan van Egmond aan het e<strong>in</strong>d van de Broekweg, het verzamelpunt van alle<br />

<strong>Valkenburg</strong>ers, die de Duitsers <strong>in</strong> de weg liepen. Hendriks uitdagende blik<br />

was verdwenen, zijn handen uit de broekzakken. De dochters Noort, die<br />

zich bij de k<strong>om</strong>st van de bezetters <strong>in</strong> alle hoeken en gaten verstopt hadden,<br />

bleven achter <strong>in</strong> het grote huis aan het veerhaventje.<br />

Piet van Duyn schrijft over dit wegvoeren van burgers: Vele burgers<br />

waren <strong>in</strong>tussen geïnterneerd en naar het vliegveld gebracht. Een zielig gezicht,<br />

ouden van dagen, vrouwen en k<strong>in</strong>deren met de handen <strong>in</strong> de hoogte<br />

<strong>in</strong> optocht naar het vliegveld, geflankeerd door Duitse soldaten met de<br />

bajonet op het geweer. Waar<strong>om</strong> deze maatregel toegepast werd, ik weet<br />

het niet. In de loop van de dag werden ze teruggebracht na vele angsten<br />

op het vliegveld, dat beschoten werd, te hebben uitgestaan.<br />

51<br />

2.12 Slager van Kesteren<br />

Van Kesteren en zijn vrouw hadden het voorste gedeelte van het grote huis<br />

gekocht waarvan het achterste deel bewoond werd door Paulus Noort. De<br />

Duitsers trokken <strong>Valkenburg</strong> b<strong>in</strong>nen, hulpvaardige burgers wezen hen<br />

waar worst en vlees aanwezig was. Ze stapten de w<strong>in</strong>kel b<strong>in</strong>nen en toen de<br />

heren niet onmiddellijk bediend werden maakten ze aanstalten <strong>om</strong> zelf<br />

achter de toonbank te k<strong>om</strong>en. "Ik was giftig" vertelde Van Kesteren me<br />

toen ik hem <strong>in</strong> april 1984 sprak. "Dat hadden ze nodig, een grote bek. Ik<br />

riep: Wat moeten jullie hier? Met het slagersmes <strong>in</strong> de hand. 't Was trillende<br />

lef! 'k Heb zelf niet beseft wat ik deed, maar ze g<strong>in</strong>gen netjes <strong>in</strong> de rij<br />

staan. Ze hebben mijn hele zaak leeg gegeten!" Kort daarna werd ook dit<br />

echtpaar gedwongen het huis te verlaten en afgevoerd richt<strong>in</strong>g vliegveld.


2.13 Jaap van der Zwart<br />

De dag begon voor Jacob van der Zwart <strong>om</strong> halfvier. Niet door het z<strong>in</strong>gen<br />

van vogels maar door aanhoudend motorgeronk werd hij gewekt. Zoals<br />

andere <strong>Valkenburg</strong>ers rende hij de straat op en zag Duitse vliegtuigen over<br />

het dorp vliegen. Drie ervan kwamen uit zuidoostelijke richt<strong>in</strong>g en deden<br />

een b<strong>om</strong>aanval op de hangars van het vliegveld. Hevige knallen en zware<br />

rookwolken. De ruiten van Jan Postmus konden de luchtdruk niet hebben<br />

en braken, de hangars leden geen waarneembare schade. Dat was <strong>om</strong>streeks<br />

vier uur 's morgens en Jaap realiseerde zich dat er oorlog was! De<br />

mensen <strong>om</strong> hem heen waren nog behept met een zekere onschuldige bravoure<br />

en sloegen de krijgsverricht<strong>in</strong>gen nieuwsgierig gade. S<strong>om</strong>migen<br />

zelfs vanaf de daken der huizen. Kort daarop vlogen er weer een aantal<br />

vliegtuigen over het veld. Jaap zag iets, hij dacht pamfletten, uit de<br />

vliegtuigen vallen maar die ontvouwden zich weldra tot valschermen. Er<br />

g<strong>in</strong>g we<strong>in</strong>ig dreig<strong>in</strong>g van ze uit. Het was zo onwerkelijk.<br />

Jaap was bij de dienst luchtbescherm<strong>in</strong>g en woonde met vrouw en<br />

k<strong>in</strong>deren op Middenweg 6, een nu onbewoond huis dat s<strong>in</strong>ds jaar en dag<br />

gerenoveerd wordt. Toen er nog niets aan de hand was had hij heel wat<br />

avonden geoefend hoe te handelen <strong>in</strong> tijd van oorlog. De werkelijkheid<br />

pakte anders uit. Tussen vijf en half zes kwam het eerste teken dat de<br />

overheid wakker was, een bode van het gemeentehuis. Of hij wilde k<strong>om</strong>en?<br />

Daar werd hem een band met het kenmerk van de luchtbescherm<strong>in</strong>g<br />

<strong>om</strong> de bovenarm gebonden. "Ga en zeg tegen een ieder <strong>in</strong> huis te blijven!"<br />

Met het rijwiel deed hij <strong>in</strong> de vroege ochtend zijn ronde. Tot op de Kruisweg<br />

achter de kerk op de hoek van de Broekweg. Daar stapte hij af en<br />

staarde als verstard naar een drietal Nederlandse soldaten die met het<br />

geweer <strong>in</strong> de aanslag richt<strong>in</strong>g vliegveld keken. Geknield aan de overzijde<br />

van de Broekweg, half verscholen achter de dikke kastanjeb<strong>om</strong>en naast het<br />

huis van Pieter Vis. Was de vijand zo dichtbij?<br />

De won<strong>in</strong>g van Jan van der Nagel, een tot de bloembollenteelt geschikt<br />

gemaakte boerderij, stond op de hoek van de Kruisweg en de Broekweg.<br />

Waren het die drie Nederlandse soldaten, geknield met de lange geweren<br />

naar de vijand en toonbeeld van heldhaftig verzet, die Jaap van der Zwart<br />

<strong>in</strong>spireerden? Hijzelf beschreef het als nieuwsgierigheid en betreurde die.<br />

52<br />

Hij stapte bij Jan van der Nagel de schuur b<strong>in</strong>nen en verzocht <strong>om</strong> door het<br />

zolderraam te mogen kijken. Het raam was een ideale uitkijkpost en bood<br />

uitzicht over het wijde land en de weg. Jaap keek maar trok schielijk zijn<br />

hoofd terug. De Duitsers waren al <strong>om</strong> en nabij het huis van Gerrit Slootweg<br />

en hij was gezien. Een kogel floot nog geen tien centimeter naast zijn<br />

hoofd door het glas. "Waar ben ik aan begonnen?" bedacht hij en trachtte<br />

zich uit de voeten te maken. Te laat. Onderaan de trap werd hij opgewacht.<br />

Zo maakte Jaap van der Zwart voor de eerste keer kennis met een Duitse<br />

soldaat: een bajonet maakte dreigend-stekende beweg<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> de richt<strong>in</strong>g<br />

van zijn borstkas, felle ogen priemden <strong>in</strong> de zijne, een schreeuwende mond<br />

vroeg hem <strong>om</strong> uitleg. Jaap verstond er geen woord van en dacht dat hij<br />

doodgeschoten zou worden. Angstig probeerde hij de soldaat duidelijk te<br />

maken dat hij geen wapens had door zijn jas open te slaan, haalde<br />

zenuwachtig de schouders op en deed van alles <strong>om</strong> de soldaat tot bedaren<br />

te brengen. Die echter raakte hoe langer hoe meer opgewonden en<br />

schreeuwde met het schuim op de lippen. In al die benauwdheid was <strong>in</strong>middels<br />

een viertal andere soldaten de bollenschuur b<strong>in</strong>nengedrongen en<br />

nam de familie Van der Nagel gevangen die onmiddellijk de handen <strong>om</strong>hoog<br />

stak en zich overgaf. Dit gebaar werd kennelijk door de Duitsers<br />

gewenst en bracht Jaap op een idee: ook hij stak beide handen <strong>in</strong> de lucht.<br />

Het werkte meteen, de bajonet verdween. Ze moesten met de armen <strong>om</strong>hoog<br />

blijven staan totdat de Duitsers het gehele huis doorzocht hadden.<br />

Jaap beschreef: Toen zij (de soldaten) de voordeur openden, was het opeens<br />

oorlog. Vanuit het huis beschoten zij de Hollandse soldaten die achter<br />

die b<strong>om</strong>en lagen. Hoe dit afliep konden wij niet zien, <strong>om</strong>dat wij stil<br />

moesten blijven staan. Er ontstond een hevig vuren, want ondertussen<br />

waren er veel meer soldaten uit de polder gek<strong>om</strong>en. Het duurde evenwel<br />

niet lang, of ze waren het dorp b<strong>in</strong>nengedrongen. Geen kwartier later<br />

werden de burgers, kle<strong>in</strong> en groot, jong en oud naar het vliegveld gedreven.<br />

Alles wat de Duitsers <strong>in</strong> het dorp ontmoetten moest naar het "vliegveld"<br />

(de boerderij van Henk van Egmond), met de gewapende soldaten er<br />

achter. En dat was een gevaarlijke tocht want deze weg naar het vliegveld<br />

lag onder het vuur van de Hollandse soldaten vanaf de Wassenaarse weg.<br />

Jaap en de familie van der Nagel bleven <strong>in</strong> huis en werden verder onge-<br />

53


moeid gelaten, tot hun verwonder<strong>in</strong>g. Daarop vatten zij moed en besloten<br />

enig voedsel tot zich te nemen.<br />

Toen was Jan van der Nagel ouder dan tw<strong>in</strong>tig jaar. Nu neigt hij naar de<br />

leeftijd der sterken. Over de <strong>mei</strong>dagen <strong>1940</strong> wil hij we<strong>in</strong>ig kwijt, hij beaamt<br />

het verhaal van Jaap van der Zwart. "Ik was bij de burgerwacht,<br />

achteraf maar goed dat ik mijn geweer <strong>in</strong> Katwijk had achtergelaten, daar<br />

oefenden we. Als ze dat gevonden hadden weet je maar nooit wat er gebeurd<br />

zou zijn." Het beeld van een eenzame Fokker die op die eerste dag<br />

van de oorlog <strong>in</strong> scheervlucht over het dorp vloog is hem altijd bijgebleven!<br />

Voor een uitgebreid gesprek was er, ondanks het heerlijke zonnetje<br />

dat ons bescheen op het betonnen erf voor zijn huis, we<strong>in</strong>ig tijd. "Ik moet<br />

weer aan het werk!" Hij was bezig een kar vol bloemen gereed te maken<br />

voor de verkoop.<br />

2.14 Vroege vogels<br />

Ook de familie Schoneveld was vroeg uit de veren. Vader Jan Schoneveld,<br />

geacht raadslid namens de Anti Revolutionaire Partij, verdiende de kost<br />

met de teelt van groenten. Aangezien de sp<strong>in</strong>azie volgroeid was en de<br />

veil<strong>in</strong>g vroeg begon was het hele gez<strong>in</strong> bij het snijden daarvan betrokken.<br />

Hun land lag ergens ten noorden van de Broekweg daar waar nu de Kooltu<strong>in</strong>weg<br />

aangelegd is. Het is niet te verwonderen dat ze al spoedig <strong>in</strong> de<br />

gaten hadden dat er iets niet pluis was op het vliegveld. Toen de parachutisten<br />

wel heel dicht <strong>in</strong> hun nabijheid begonnen te vallen zijn ze er vandoor<br />

gegaan. Daartoe <strong>in</strong> niet ger<strong>in</strong>ge mate aangespoord door drie Nederlandse<br />

soldaten die daar op zeker m<strong>om</strong>ent opdoken en zich verborgen hielden<br />

achter een aantal opeengestapelde pakken stro. Zonder ongelukken bereikten<br />

ze huize Welgelegen waar<strong>in</strong> destijds ook de families Gerrit Barnhoorn<br />

en Henk van Iterson woonden.<br />

Zoon Piet woonde aan de Rijnstro<strong>om</strong>laan, dicht tegen Katwijk aan de<br />

Rijn. Zijn schoonmoeder wist overtuigend aan te dr<strong>in</strong>gen <strong>om</strong> met spoed<br />

het huis te verlaten en naar Rijnsburg te vluchten. "Vlug! Vlug!" Teuna<br />

pakte zoon Jan <strong>in</strong>, Piet nog het één en ander en weg waren ze, voorafgegaan<br />

door schoonmoeder Brussee. Ze konden de Sandtlaanbrug ongeh<strong>in</strong>derd<br />

passeren. In Rijnsburg kwamen ze een andere verontruste Schoneveld<br />

54<br />

tegen. Na wat overleg g<strong>in</strong>g ook die op weg <strong>om</strong> zijn familie <strong>in</strong> <strong>Valkenburg</strong><br />

tot evacuatie te bewegen. Het hoefde niet meer, de Sandtlaanbrug was al<br />

bezet. Volgens Teuna was dat <strong>om</strong> half zes, misschien zes uur.<br />

55<br />

2.15 Abraham Oosterlee<br />

Zoals destijds de archeoloog Van Giffen bij Abraham Oosterlee te biecht<br />

g<strong>in</strong>g eer hij de eerste spade <strong>in</strong> de historische grond van <strong>Valkenburg</strong> durfde<br />

zetten, werd mij aangeraden iets dergelijks te doen bij diens gelijknamige<br />

kle<strong>in</strong>zoon op Kerkstraat 1. Naast het timmermansvak is hem belangstell<strong>in</strong>g<br />

voor en kennis van de historie van <strong>Valkenburg</strong> met de paplepel bijgebracht.<br />

Hij heeft grote <strong>in</strong>teresse voor het krijgsgebeuren dat zich <strong>in</strong> <strong>1940</strong><br />

heeft afgespeeld. Daarvan getuigt het Manlicher repeteergeweer, zorgvuldig<br />

aan de wand gehangen en een dito schietwapen van het merk Lewis.<br />

Om maar niet te spreken van de stapels boeken, waar<strong>in</strong> de slag <strong>om</strong><br />

<strong>Valkenburg</strong> aan de orde k<strong>om</strong>t. Ik hoop de weerslag van ons gesprek <strong>in</strong> de<br />

verhalen vast te leggen.<br />

2.16 Richt<strong>in</strong>g Haagse Schouw<br />

Eén van de eerste d<strong>in</strong>gen die de Duitsers deden was het bezetten van de<br />

Haagse Schouw met het doel vandaar op te rukken naar Den Haag. Toen<br />

Cornelis Johannes van Weerden zich die morgen van zijn eigen won<strong>in</strong>g op<br />

de Rijndijk naar het vaderlijk grondgebied op de <strong>Valkenburg</strong>erweg begaf<br />

<strong>om</strong> sp<strong>in</strong>azie te snijden was er bij de Schouwbrug nog niets bijzonders aan<br />

de hand. De groentekwekerij en het woonhuis van zijn vader Gerrit Willem<br />

van Weerden was gelegen aan de zuidelijke oever van de Korte Water<strong>in</strong>g<br />

en draagt tegenwoordig het huisnummer 68. Tussen het huis en de<br />

toen veel smallere weg was een sloot. De toegang tot het woonhuis werd<br />

dan ook gevormd door een houten bruggetje. Toen de sp<strong>in</strong>azie <strong>in</strong> de vlet<br />

geladen was voer de knecht de groente naar de Rijn. Bij de Schouwbrug<br />

werd hij door de Duitsers tegengehouden en moest de motorschuit aan de<br />

wal vastleggen.


Luchtfoto van het gebied tussen de Haagse Schouw en het vliegveld <strong>om</strong>trent 10.00 uur.<br />

56<br />

Onkundig daarvan was zijn baas <strong>in</strong>middels op de fiets gestapt <strong>om</strong> thuis<br />

een hapje te gaan eten. Bij de Haagse Schouw stond reeds een groepje<br />

burgers, Cornelis achtte zichzelf niet geroepen <strong>om</strong> zich bij hen aan te<br />

sluiten en trachtte voorbij te rijden maar werd door een Duits soldaat tot de<br />

orde geroepen. "Absteigen!" Het groepje wachtenden werd met één vermeerderd.<br />

Toen er kort daarna schoten begonnen te vallen ontfermde een<br />

<strong>in</strong>drukwekkend persoon, die door zijn ondergeschikten met "oberst" werd<br />

aangesproken, zich over het groepje. "Mit!" Ze liepen naar het café waarvan<br />

de eigenaar angstvallig de deur gesloten en zichzelf verborgen hield.<br />

Toen de "oberst" met zijn pistool op de deur begon te rammen deed hij<br />

echter bleek en bevend de toegang open. Ieder zocht zich, het was een man<br />

of zes, daarna een plaatsje <strong>in</strong> het café en Cornelis vouwde zijn lange lijf<br />

onder het biljard. Naar zijn gevoel heeft hij daar ongeveer een uur doorgebracht.<br />

Hoewel hij buiten hoorde schieten en schreeuwen bleef b<strong>in</strong>nen<br />

alles rustig. Op zeker m<strong>om</strong>ent viel er een stilte en is hij naar buiten gegaan,<br />

pakte de fiets en g<strong>in</strong>g er vandoor de Rijndijk op. Dat moet volgens<br />

hem <strong>om</strong> een uur of acht geweest zijn. Zijn huis lag zo'n tien huizen voorbij<br />

de Haagse Schouw. De Duitsers lieten zich niet zien. Hij heeft noch <strong>in</strong> het<br />

café noch tijdens zijn vlucht naar huis Nederlandse militairen gezien!<br />

"De Duitsers waren de avond voor het uitbreken van de oorlog al bij de<br />

Haagse Schouw! Ik heb ze zelf gezien!" De uitspraak wordt gedaan door<br />

Jaap Westgeest, die zijn AOW bereikt heeft ondermeer <strong>in</strong> dienst van<br />

Spl<strong>in</strong>ter BV als sloper van allerlei bouwwerken. Het gez<strong>in</strong> Westgeest<br />

deelde met het gez<strong>in</strong> Kuiper de boerderij die voorheen de bloemist V<strong>in</strong>k<br />

met vrouw, twee dochters en zoon tot onderk<strong>om</strong>en diende en gelegen was<br />

op de plaats waar nu het parkeerterre<strong>in</strong> van het motel is. Vader en moeder<br />

Westgeest hadden acht k<strong>in</strong>deren waarvan Jaap de oudste was. De <strong>in</strong>k<strong>om</strong>sten<br />

waren laag, er was veel voedsel nodig dus trok moeder Westgeest er<br />

op uit <strong>om</strong> de "droogweiders", dat zijn koeien die niet meer gemolken<br />

worden, van dat wat hen nog <strong>in</strong> de uiers restte te ontdoen. Ze nam de<br />

oudste zoon mee <strong>om</strong> te assisteren.De koeien liepen <strong>in</strong> het land dat nu voor<br />

een deel tot autoweg verworden is en tot de Ommedijkse polder behoorde.<br />

Moeder Westgeest achtte het wijs bij dat uitmelken van de droogstaande<br />

beesten niet gezien te worden. Zij en haar dertienjarige Jaap waren zodoende<br />

<strong>in</strong> de donkere avond van 9 <strong>mei</strong> onopvallend bezig <strong>in</strong> de polder en<br />

57


zagen daar een aantal soldaten als duistere schimmen ronddwalen. Dat ze<br />

dit niet wereldkundig maakten toen ze ietwat ontdaan thuis kwamen had<br />

verschillende redenen. Jaap zei: "Je stond er niet bij stil! Maar later hoorde<br />

ik dat de Duitsers al voor 10 <strong>mei</strong> <strong>in</strong> rijnaken b<strong>in</strong>nengevaren waren. Bij<br />

steenfabriek De Ridder op de Rhijnhofweg zijn ze aan land gegaan!"<br />

Waarmee we dus opnieuw geconfronteerd worden met een hardnekkig<br />

gerucht dat <strong>in</strong> een ietwat gewijzigde versie reeds eerder <strong>in</strong> dit hoofdstuk<br />

aan de orde kwam.<br />

De volgende morgen was het vroeg dag. Ook adjudant De Vries was al<br />

vroeg uit de veren. Die was daar ergens <strong>in</strong>gekwartierd. "Het is een<br />

oefen<strong>in</strong>g!" hield hij stokstijf vol terwijl de brokken van de vliegtuigen hen<br />

<strong>om</strong> de oren vlogen. Zij zagen de parachutisten dalen heel wat meer zuidoostelijker<br />

dan altijd aangen<strong>om</strong>en is. Dat kan verklaren hoe het mogelijk is<br />

dat reeds <strong>om</strong> half vijf bij Den Deijl door de Duitsers een luitenant der<br />

huzaren kon worden gevangen gen<strong>om</strong>en! De burgers <strong>om</strong>trent de Haagse<br />

Schouw zochten hun heil <strong>in</strong> hun huizen.<br />

Achter huize Westgeest annex Kuiper stonden meerdere b<strong>om</strong>en waarvan<br />

er één bijzonder dik was. Daar zag Jaap op zeker m<strong>om</strong>ent een parachutist<br />

verschijnen. Zwaar <strong>om</strong>hangen met allerlei oorlogstuig. De man nam hun<br />

huis <strong>in</strong> ogenschouw en maakte het bekende aanvalsgebaar naar de onzichtbare<br />

volgel<strong>in</strong>gen achter zich. Het is het laatste wat er van hem gezien<br />

werd. De man bleek een lopende b<strong>om</strong> die op dat m<strong>om</strong>ent met een grote<br />

knal ontplofte. Was hij beschoten door een Nederlandse soldaat uit het<br />

café? De ramen van hun huis konden de luchtdruk niet hebben, scherven<br />

vielen op de grond. Jaap en zijn zuster liepen van de schrik naar buiten<br />

maar werden teruggeroepen. "De kelder <strong>in</strong>!". Het huis bezat een diepe<br />

kelder en even later zat het hele gez<strong>in</strong> daar<strong>in</strong>. Ook het vaderloze gez<strong>in</strong><br />

Kuiper voegde zich bij hen. De man was gemobiliseerd. Daar zaten ze,<br />

drie vrouwen (tante Corrie was er ook), een man en elf k<strong>in</strong>deren. Door het<br />

kelderraampje kon Jaap de <strong>Valkenburg</strong>seweg <strong>in</strong> de gaten houden en de<br />

grote boerderij van Van Dorp een kle<strong>in</strong>e honderd meter verderop. Het<br />

bedrijf staat daar nog steeds ten westen van de <strong>Valkenburg</strong>seweg en is vele<br />

jaren door Frans Filippo bewoond geweest. De Duitsers rukten op vanuit<br />

de polder, één hunner werd geraakt en viel <strong>in</strong> de slootkant neer. De anderen<br />

vervoegden zich bij de staldeur van Van Dorp. Die zat op slot. Veel te<br />

58<br />

lang naar zijn z<strong>in</strong> moest de parachutist met zijn wapen op de deur bonken.<br />

Toen de knecht tenslotte opendeed werd hij pardoes neergeschoten. De<br />

Duitsers trokken er <strong>in</strong>.<br />

Ook de boerderij waar<strong>in</strong> de gez<strong>in</strong>nen Kuiper en Westgeest verscholen<br />

zaten werd bezet. De Duitsers nestelden zich <strong>in</strong> de stal en hadden van<br />

daaruit vrij schootsveld op de Rijksstraatweg. Een mitrailleur werd aan de<br />

noordzijde van het huis opgesteld. Tante Corrie en buurvrouw Kuiper<br />

besloten op zeker m<strong>om</strong>ent het huis te verkennen. Ze liepen de trap op en<br />

keken door een zolderraampje naar buiten. Daar stonden op dat m<strong>om</strong>ent<br />

enige Nederlandse soldaten bij de hoek van hun huis, ze hadden hun fietsen<br />

ergens neer gesmeten. In de tu<strong>in</strong> lag een dode Duitse soldaat. De soldaten<br />

zagen hen en riepen iets. De vrouwen deden het raampje open. "Zijn<br />

De Duitsers waren al vroeg heer en meester op de Haagse Schouw en daar <strong>in</strong> grote getale<br />

aanwezig. Deze foto is beschikbaar gesteld door de heer Schueler te Oegstgeest die een kist met<br />

fot<strong>om</strong>ateriaal van de weermacht wist te bemachtigen uit een tre<strong>in</strong> op een m<strong>om</strong>ent dat de<br />

bewak<strong>in</strong>g gevlucht was <strong>om</strong> de aanval van een Engels vliegtuig!<br />

59


er nog meer?" werd hun gevraagd. Ze knikten heftig, bang <strong>om</strong> door de<br />

Duitsers <strong>in</strong> de stal gehoord te worden. Zij hadden ook Duitsers zien liggen<br />

achter de lange rijen straatstenen die langs de weg stonden opgestapeld.<br />

Met gebaren werden de Nederlanders daarvan op de hoogte gebracht. Zij<br />

raadden de vrouwen aan het huis zo spoedig mogelijk te verlaten! Waarheen?<br />

Jaap snelde naar de overkant. Daar aan de Rijnzijde van de weg<br />

stond een oorspronkelijk tot de boerderij behorende en tot woonhuis<br />

verbouwde schuur. Het is huis nr. 13 dat nu nog door Jaap en zijn vrouw<br />

bewoond wordt maar waar<strong>in</strong> destijds De Graaf zijn d<strong>om</strong>e<strong>in</strong> had, die toen<br />

al een aantal jaren zijn beroep van autosloper uitoefende. Deze zette zijn<br />

deur open. Jaap weer terug en zo kwam het hele spul bij De Graaf <strong>in</strong> huis.<br />

Wat er daarna met hun eigen huis gebeurde is hem ontgaan. Er waren<br />

handgranaten gebruikt. Dat bleek later. En ja, <strong>in</strong> het huis van Kuiper was<br />

een trap naar de zolder boven de stal. Overigens, een zekere Walenburg<br />

heeft <strong>in</strong> het huis nog een schot door de schouder opgelopen, het was een<br />

Limburger uit Thorn.<br />

2.17 Van Gunsteren<br />

Mr. Dr. W.F. van Gunsteren, eerste luitenant der huzaren, werd reeds <strong>om</strong><br />

halfvijf bij Den Deijl door de Duitse parachutisten onderschept en<br />

krijgsgevangen gemaakt. Hij was niet de enige die daar op weg naar zijn<br />

legeronderdeel <strong>in</strong> de val liep. Na enkele uren liet de bevelvoerende officier<br />

Leutnant Teussen alle gevangenen vrij, behalve Van Gunsteren, de enige<br />

officier. De Duitsers, ongeveer 50 man, trokken daarna naar de Haagse<br />

Schouw en bezetten de brug. Slechts voor een korte tijd, de brug werd heroverd<br />

door troepen uit een depot-bataljon uit Leiden. Teussen gaf het<br />

bevel tot de terugtocht, dwars door sloten en vaarten naar het vliegveld<br />

<strong>Valkenburg</strong>. Daar zag Van Gunsteren voor 7.00 uur achttien Junkers landen,<br />

uit ieder vliegtuig kwam meer dan 15 man <strong>in</strong>fanterie. Met de reeds<br />

gelande meegerekend kwam hun aantal daarmee op ongeveer 35 toestellen.<br />

Een Nederlandse jager die de landende Junkers aanviel werd daarop<br />

door drie Messerschmitts neergeschoten. Reeds tijdens de terugtocht naar<br />

het vliegveld wist Van Gunsteren te ontvluchten. Tot aan de hals <strong>in</strong> het<br />

water van een sloot staande, hield hij zich zo'n 25 m<strong>in</strong>uten schuil. Toen het<br />

60<br />

peloton ongeveer 200 meter verder gelopen was kwamen twee man terug<br />

<strong>om</strong> achtergebleven munitiekisten te zoeken. Ze ontdekten hem en waren<br />

bepaald niet van plan de ontvlucht<strong>in</strong>gspog<strong>in</strong>g ongestraft te laten. Van<br />

Gunsteren wist hen af te leiden, hij moet zoiets gezegd hebben als: "K<strong>om</strong><br />

je s<strong>om</strong>s uit Zuid-Duitsland?" Waarop de parachutist verwonderd reageerde:<br />

"Ja, uit Karlsruhe, hoe dat zo?" Waarop Van Gunsteren weer: Ik dacht<br />

het aan je accent te horen! Om kort te gaan hij bracht het er levend af. Of<br />

hij droge kleren kreeg schreef hij niet, dat was niet van belang. Die hele<br />

morgen bleef hij netjes <strong>in</strong> het voetspoor van de parachutisten. Kort nadat<br />

ze op het vliegveld aangek<strong>om</strong>en waren begonnen de kanonnen van Katwijk<br />

te schieten. Een vijftal Junkers trachtte te landen, het lukte niet.<br />

61<br />

2.18 Herover<strong>in</strong>g Haagse Schouw<br />

Er zijn verscheidene verhalen <strong>in</strong> <strong>om</strong>loop hoe de herover<strong>in</strong>g van de Haagse<br />

Schouw gebeurde. Leiden werd verdedigd door het II depot <strong>in</strong>fanterie<br />

waarvan overste Sieperda c<strong>om</strong>mandant was. Voorts was er nog een<br />

gedeelte van het 4e depot bereden artillerie gelegerd. Nadat de stad rond<strong>om</strong><br />

beveiligd was trokken verscheidene groepjes soldaten aan weerszijden<br />

van de Rijn op <strong>om</strong> de Haagse Schouw te heroveren. Ook majoor Mulder<br />

was, als c<strong>om</strong>mandant van het 22e Depotbataljon, hoogstpersoonlijk afgedaald<br />

naar het gevechtsterre<strong>in</strong> <strong>om</strong> daar de situatie <strong>in</strong> ogenschouw te nemen.<br />

De Duitse brugbezett<strong>in</strong>g had zich verdekt opgesteld en liet argeloos<br />

naderende auto's pas op het laatste m<strong>om</strong>ent stoppen. Daarna werd het<br />

voertuig toegevoegd aan de wegversperr<strong>in</strong>g! Dat was zo meerdere keren<br />

goed gegaan. De majoor kreeg dat <strong>in</strong> de gaten en stuurde er een adjudant<br />

met een groepje recruten <strong>in</strong> een vrachtauto op af. Zonder beschoten te<br />

worden konden die tot 300 meter van de brug naderen. Daar werd gestopt<br />

en lopend verder gegaan.<br />

Intussen was de majoor zelf per rijwiel langs de Rijn gereden (dat moet<br />

geweest zijn over de Rijndijk vanaf de V<strong>in</strong>k, dat destijds tot Voorschoten<br />

behoorde). Hij ontmoette zodoende een groepje recruten van de artillerie.<br />

Of hij die <strong>in</strong> zijn kielzog meegevoerd heeft staat niet beschreven. Voortgaande<br />

kon hij tot op 80 meter de Haagse Schouw naderen, tot een huis<br />

waarvoor een soldaat en een burger stonden. Desgevraagd gaven die te


Schets van de situatie rond de Haagse Schouw <strong>in</strong> <strong>1940</strong>.<br />

62<br />

kennen dat achter het huis de brug goed te zien was. De majoor kon daar<br />

<strong>in</strong>derdaad waarnemen dat er onder de auto's die op de brug stonden twee<br />

Duitse soldaten lagen. Hij aarzelde niet lang, leende van iemand een karabijn<br />

en miste niet. Beide Duitsers werden getroffen. De zo plotsel<strong>in</strong>ge<br />

schoten verrastten de anderen en er ontstond verwarr<strong>in</strong>g. De majoor<br />

stormde toe, vergezeld van een sergeant, er werd een derde Duitse soldaat<br />

gedood. Twee anderen gaven zich over. De brug was weer <strong>in</strong> Nederlandse<br />

handen! Ook het naast de brug gelegen café, dat nog steeds als restaurant<br />

dienst doet, werd onmiddellijk daarop door de majoor en zijn trawant heroverd.<br />

Dat moet <strong>om</strong>trent acht uur <strong>in</strong> de morgen geweest zijn. Toen pas<br />

kwamen niet slechts de recruten uit de vrachtauto de straat opstormen<br />

maar ook de de soldaten die aan de stadszijde (via de Hoge Mors) waren<br />

opgetrokken. Beide groepen aanvallers moesten zich beperken tot het<br />

gevangen nemen en onschadelijk maken van de overgebleven her en der<br />

verspreide Duitse parachutisten.<br />

De brug lag echter nog steeds onder het vuur van een Duitse mitrailleurpost<br />

die niet ver van het café achter een steenhoop lag verschanst. Aan de<br />

zuid-westelijke Rijnoever en langs de weg naar <strong>Valkenburg</strong>. Het kostte<br />

een adjudant en acht soldaten het leven. Opnieuw greep majoor Mulder<br />

razendsnel <strong>in</strong>. Vanuit de achterdeur van het café bestormde hij, vergezeld<br />

van een zekere adjudant De Jager, de vijandelijke stell<strong>in</strong>g waarvan de bemann<strong>in</strong>g<br />

overdonderd door zoveel gramstorigheid, zich uit de voeten<br />

maakte. Daarbij werd een Duits officier en een soldaat gedood.<br />

Maar nog was niet alle Duitse vuur geblust. De <strong>in</strong> paniek gevluchte<br />

parachutisten konden niet verder worden achtervolgd. Ze trokken zich<br />

strategisch terug op de dichtstbijzijnde boerderij, bewoond door de families<br />

Kuiper en Westgeest. Een tweede woonhuis annex boerderijtje was<br />

gelegen aan de Rijnzijde van de <strong>Valkenburg</strong>seweg. Zo mogelijk nog dichter<br />

bij het café gelegen. Dat was het d<strong>om</strong>e<strong>in</strong> van Van der Ende. Voorts was<br />

er ruim vijftig meter verderop de grote boerderij van Van Dorp aan de<br />

westzijde van de <strong>Valkenburg</strong>seweg gelegen. Welk van deze boerderijen<br />

bedoeld werd moet <strong>in</strong> het midden gelaten worden. In ieder geval was de<br />

aanwezigheid van de vijand daar een doorn <strong>in</strong> het oog van overste Sieperda<br />

die <strong>in</strong>middels gearriveerd zelf dat varkentje wilde wassen. Vanaf de<br />

overzijde van de Rijn (dat moet ongeveer ter hoogte van de begraafplaats<br />

63


Rhijnhof geweest zijn) liet hij een peloton van zijn mannen de rivier<br />

oversteken met behulp van een aantal vletten <strong>om</strong> de vijand <strong>in</strong> de rug aan te<br />

vallen. Daarnaast werd bevel gegeven <strong>om</strong> twee mortieren te laten aanrukken<br />

<strong>om</strong> eerst de boerderij <strong>in</strong> pu<strong>in</strong> te schieten. Die moesten nog van Leiden<br />

k<strong>om</strong>en. Daar<strong>om</strong> werd besloten de overtocht alvast te wagen. Het peloton<br />

kwam vrijwel heelhuids aan de overzijde, ondanks Duitse beschiet<strong>in</strong>gen.<br />

Inmiddels waren de mortieren gearriveerd, die werden niet <strong>in</strong>gezet <strong>om</strong>dat<br />

de eigen mensen reeds dicht bij de boerderij gek<strong>om</strong>en waren. Maar goed<br />

ook want nog voor hen was het huis reeds bezet door een ander peloton dat<br />

vanaf de Haagse Schouw opgerukt was. In hoeverre die twee pelotons van<br />

elkaars optreden op de hoogte waren wordt niet beschreven. Noch wat er<br />

gebeurd zou zijn als er toch besloten was de boerderij te beschieten! Nu<br />

kreeg een groepsc<strong>om</strong>mandant van het 22e depotbataljon, dienstplichtig<br />

sergeant Van der Schoor, de ruimte. Slechts vergezeld van één soldaat (H.<br />

van Straten van het 15e depotbataljon) wist hij het voorhuis b<strong>in</strong>nen te<br />

dr<strong>in</strong>gen van de boerderij (het huis van Kuiper en Westgeest) waar<strong>in</strong> de<br />

Duitsers zich verschanst hadden. Via een trap kon hij zodoende op de<br />

zolder van het vijandelijk onderk<strong>om</strong>en hun doen en laten <strong>in</strong> de stal gadeslaan.<br />

Beneden waren een aantal parachutisten druk bezig door ieder gat te<br />

schieten. Telkens als zij schoten, schoot ook de sergeant met zijn pistool<br />

zodat ze hem niet hoorden en niet begrepen vanwaar de schoten kwamen<br />

die drie van hun kameraden troffen. Pas toen soldaat Van Straten zich <strong>in</strong><br />

het gevecht mengde en met zijn geweer een vierde Duitser neerschoot<br />

liepen de twee <strong>in</strong>sluipers <strong>in</strong> de gaten. De sergeant die zich ontdekt zag,<br />

wist nog een gevonden Duitse handgranaat naar beneden te gooien. Daar<br />

brak paniek uit terwijl er buiten werd geroepen dat de Nederlanders zich<br />

terug moesten trekken, er zouden mortieren <strong>in</strong>gezet worden! De sergeant<br />

liet Van Straten de trapopen<strong>in</strong>g bewaken en begaf zich door het dakraampje<br />

naar buiten <strong>om</strong> de schietlustige landgenoten aan de overzijde te beduiden<br />

dat mortiergeweld niet meer nodig was! Dat werd kort daarop meer<br />

overtuigend bewezen door de Duitsers die zo verstandig waren de witte<br />

vlag uit te steken en zich over te geven. Vijftien Duitse soldaten werden<br />

gevangen gen<strong>om</strong>en. Daarna rukten de recruten ongeveer 400 meter op tot<br />

de Korte Water<strong>in</strong>g. Dit alles geschiedde bij de Haagse Schouw <strong>in</strong> de vroege<br />

morgen van de 10e <strong>mei</strong>.<br />

64<br />

De auteur G.H. Hoek geeft een ietwat andere lez<strong>in</strong>g van de herover<strong>in</strong>g<br />

van de boerderij die volgens hem door een stoute sprong van een adjudant<br />

en vier manschappen werd uitgevoerd. Bij de strijd die daarop van kamer<br />

tot kamer werd gevoerd vond de onderofficier een Duitse handgranaat en<br />

gebruikte die, met succes. Het is overigens niet ondenkbaar dat de boerderij<br />

van twee zijden aangevallen werd maar ook dat dit laatste verhaal slaat<br />

op die andere dichtbij gelegen boerderij!<br />

Nog weer iets anders wordt verteld <strong>in</strong> het verslag dat kapite<strong>in</strong> Driebeek,<br />

c<strong>om</strong>mandant IVe depot BA, opmaakte. Op 10 <strong>mei</strong> <strong>om</strong>streeks 5 uur 's-morgens<br />

vertrokken uit de Doelenkazerne te Leiden 24 man <strong>in</strong> veldtenue<br />

gewapend met de karabijn en 50 patronen. Onder bevel van de wachtmeester<br />

Pater en de korporaal Faber. Zij fietsten over het Noorde<strong>in</strong>de kwamen<br />

bij de spoorwegovergang en zouden via De V<strong>in</strong>k naar de Haagse Schouw.<br />

De opdracht was <strong>om</strong> de aldaar gelegerde <strong>in</strong>fanterie te versterken. Bij de<br />

spoorwegovergang was een wacht van de <strong>in</strong>fanterie. Ze waarschuwden<br />

voor Duitsers die mogelijk tussen de V<strong>in</strong>k en de Haagse Schouw zouden<br />

zitten. Even voorbij een steenopslagplaats werden de fietsen onder de<br />

b<strong>om</strong>en gezet. Daar werden ze beschoten door een Duits vliegtuig dat laag<br />

overkwam. Ze konden zich tijdig dekken. Korporaal Faber bleef met drie<br />

man achter <strong>om</strong> de steenplaats te doorzoeken. Ze vonden niets maar moesten<br />

daar blijven en voor rugdekk<strong>in</strong>g zorgen <strong>in</strong> opdracht van de wachtmeester.<br />

De anderen liepen het veld <strong>in</strong> waarbij Akse een schot door zijn schouder<br />

kreeg. Hij kroop naar het eerste het beste huis. Daar heeft een ziekenwagen<br />

hem opgehaald. Uit de daartegenoverliggende boerderij (K<strong>in</strong>gs<br />

farm) kwamen een stuk of wat Remonte-rijders aanlopen, s<strong>om</strong>migen met<br />

een paard, ze hoorden daar waarschijnlijk thuis. Walles stak daarna de<br />

Rijndijk over <strong>om</strong> ze te waarschuwen en g<strong>in</strong>g <strong>in</strong> een sp<strong>in</strong>azieveld <strong>in</strong> dekk<strong>in</strong>g.<br />

Hij werd daar beschoten vanuit een plaats verder oostelijk <strong>in</strong> het<br />

terre<strong>in</strong> gelegen. Zodra hij maar even zijn hoofd optilde <strong>om</strong> te kijken kwam<br />

er een schot! Op dat m<strong>om</strong>ent arriveerde een auto met <strong>in</strong>fanteristen. Zij<br />

trokken het terre<strong>in</strong> <strong>in</strong> en wisten de sluipschutter dood te schieten. De patrouille<br />

g<strong>in</strong>g met wachtmeester Pater voorop voorzichtig verder <strong>in</strong> de<br />

richt<strong>in</strong>g van de Haagse Schouw. De weg daar konden ze tot 50 meter<br />

naderen, toen pas werden ze beschoten. De wachtmeester en Deden stelden<br />

zich verdekt op maar zo dat ze de brug konden zien. Daar stond een<br />

65


vijandelijke mitrailleur die het kruispunt bestreek en zelf gedekt stond<br />

achter een stel vrachtautos's. Er kwam op dat m<strong>om</strong>ent een sergeant-majoor<br />

van de <strong>in</strong>fanterie naar hen toe. Die zal daar wel ergens <strong>in</strong>gekwartierd zijn.<br />

Geef me je karabijn even, zei hij tegen L<strong>om</strong>an. Daarop g<strong>in</strong>g hij naar voren<br />

en schoot de vijand achter de mitrailleurs vandaan. Hij kon goed schieten,<br />

die man. Daarna zijn door de patrouille nog vier Duitsers gevangen gen<strong>om</strong>en.<br />

Ze renden de grote weg over naar café de Haagse Schouw, zo ook de<br />

sergeant-majoor van de <strong>in</strong>fanterie. Ze kwamen bij een hoop stenen op de<br />

<strong>Valkenburg</strong>seweg en zochten daarachter dekk<strong>in</strong>g. De sergeant-majoor gaf<br />

Pater vervolgens opdracht een mitrailleur onschadelijk te maken. Die<br />

stond opgesteld naast de <strong>Valkenburg</strong>seweg bij de boerderij van Kuiper. De<br />

wachtmeester en Deden g<strong>in</strong>gen daarop naar voren en legden zich <strong>in</strong> h<strong>in</strong>derlaag<br />

bij boer Van der Ende tegenover de boerderij van Kuiper. Op dat<br />

m<strong>om</strong>ent werden ze beschoten. De wachtmeester maakte een sprong vooruit<br />

<strong>in</strong> de richt<strong>in</strong>g van <strong>Valkenburg</strong>. Toen zag Deden tot twee maal toe kans<br />

raak te schieten. Inmiddels hadden Br<strong>in</strong>k, Re<strong>in</strong>sma en Kuilder zich bij<br />

Deden gevoegd. Ze hielden de boerderij onder vuur. Vandaar werd toen<br />

nog een enkel schot gelost. Het was een uur of acht, negen. Toen kwam de<br />

<strong>in</strong>fanterie en nam de bewak<strong>in</strong>g over. Toen ze zich verzamelden werd<br />

He<strong>in</strong>z vermist. Wachtmeester Pater lag <strong>in</strong> het café Haagse Schouw, hij<br />

was gesneuveld. Kuilder en L<strong>om</strong>an hebben hem zien liggen. Dirk Re<strong>in</strong>sma<br />

was gewond. Wat hen betreft: mocht iemand voor een l<strong>in</strong>tje <strong>in</strong> aanmerk<strong>in</strong>g<br />

k<strong>om</strong>en, dan is het de wachtmeester wel. En anders Deden, die heeft nadat<br />

de wachtmeester geneuveld was de patrouille er door gesleept. En hoe!<br />

Deze laatste lez<strong>in</strong>g van het gebeurde wijkt nogal af van de gangbare.<br />

Wie is deze mysterieuze sergeant-majoor (onderofficier) van de <strong>in</strong>fanterie?<br />

Is hij dezelfde als de majoor (officier) Mulder?<br />

2.19 Een klas artilleristen op de fiets naar het pontje<br />

Piet van Duyn gewaagt <strong>in</strong> zijn EHBO-verslag van een tw<strong>in</strong>tigtal korporaals<br />

die vanuit Rijnsburg gek<strong>om</strong>en de Duitsers bevochten toen zij <strong>Valkenburg</strong><br />

b<strong>in</strong>nentrokken. Volgens zeggen waren ze de dag ervoor vanuit Breda<br />

gek<strong>om</strong>en en totaal onbekend met de <strong>om</strong>gev<strong>in</strong>g. Slechts enkelen brachten<br />

het er levend af.<br />

66<br />

Inderdaad was het onderdeel waartoe de korporaals behoorden op 7 <strong>mei</strong><br />

<strong>om</strong> 16.00 uur uit Breda vertrokken. Dat onderdeel bestond uit een<br />

c<strong>om</strong>mandant, 5 officieren, 37 onderofficieren, 276 korporaals, 43 soldaten<br />

en 175 paarden. Benevens 2 kanonnen 7-veld, 8 kanonnen van 8 st. en een<br />

berg <strong>in</strong>structiemateriaal. We praten dan ook over het zogenaamde<br />

Instructiebataljon 7-veld. Aangek<strong>om</strong>en <strong>in</strong> Leiden werd het bataljon verdeeld<br />

over drie legerplaatsen: Leiden, Katwijk en Rijnsburg.<br />

Rijnsburg kreeg de beschikk<strong>in</strong>g over 3 officieren, 32 onderofficieren en<br />

250 korporaals en manschappen. Eén van die onderofficieren was Lensen.<br />

Hij was wachtmeester, zo heet een sergeant bij het paardenvolk! En geloof<br />

me, een wachtmeester heeft toch wel wat meer gewicht dan een gewone<br />

sergeant! Om kwart over vier stond hij al gereed <strong>om</strong> orders <strong>in</strong> ontvangst te<br />

nemen. Er waren op dat m<strong>om</strong>ent twee klassen van de verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gsdienst<br />

beschikbaar, totaal ruim dertig man. Of ze hun sporen al verdiend hadden?<br />

De papieren zwijgen daarover. Ze kregen ieder tien patronen toebedeeld<br />

en een fiets. In twee patrouilles g<strong>in</strong>gen ze uiteen, de grootste helft wielrijders<br />

begaf zich onder aanvoer<strong>in</strong>g van de luitenant dr. W. de Braaf rechts<br />

uit de flank richt<strong>in</strong>g Sandtlaanbrug. Vijftien g<strong>in</strong>gen er l<strong>in</strong>ksaf onder aanvoer<strong>in</strong>g<br />

van wachtmeester Lensen, per fiets over de <strong>Valkenburg</strong>seweg<br />

Rijnsburg uit. Bij de pannenfabriek werd halt gehouden. Daar ligt het<br />

<strong>Valkenburg</strong>erveerpad, destijds <strong>in</strong>gesloten tussen de fabrieksgebouwen.<br />

Daar werden de rijwielen achtergelaten onder bewak<strong>in</strong>g van twee manschappen.<br />

De mannen tuurden naar de overzijde waar het veerpontje lag.<br />

Daar, uit een hoekhuis kwam een jongeman naar buiten lopen. Ze trachtten<br />

zijn aandacht te trekken. Piet van Stijn snapte direct wat ze wilden. Hij had<br />

geen moeite het bootje aan de overzijde te krijgen, pontbaas Bol had het<br />

hem geleerd. Volgens de regelen der kunst werd de rivier overgestoken,<br />

eerst twee man onder dekk<strong>in</strong>g van de achterblijvers. Daarna volgde de rest<br />

van de klas. Was de familie Paulus Noort toen al wakker? En slager van<br />

Kesteren?<br />

De twee reeds vooruitgezonden verkenners kwamen terug: "Wachtmeester,<br />

er zit een Duitse patrouille achter de kerk!" Wat doe je dan? Je<br />

kan natuurlijk bedenken dat je slechts ter verkenn<strong>in</strong>g uitgezonden bent. Je<br />

hebt de <strong>in</strong>formatie waar het <strong>om</strong> g<strong>in</strong>g. Nu gauw terug! Maar Lensen aarzelde<br />

geen m<strong>om</strong>ent. Vier manschappen onder korporaal Corbijn werden<br />

67


echts<strong>om</strong> de kerk gestuurd (dus de Broekweg op). Vier man l<strong>in</strong>ks<strong>om</strong>.<br />

Gezamenlijk kon de Duitse patrouille worden uitgeschakeld. Lensen zag<br />

zijn l<strong>in</strong>ker patrouille niet meer terug, naar hij dacht waren ze allen veilig<br />

thuisgek<strong>om</strong>en. Op dat m<strong>om</strong>ent stormden de Duitsers <strong>in</strong> grote getale het<br />

dorp b<strong>in</strong>nen. Lensen en zijn mannen trokken zich schietend terug <strong>in</strong> de<br />

richt<strong>in</strong>g van de Rijn. Ze hielden nog enige tijd stand <strong>in</strong> de huizen daar ter<br />

plekke, de wachtmeester raakte zelf gewond aan een oog en gaf zich tenslotte<br />

over. Dat was <strong>om</strong> ongeveer zeven uur. Bij de actie sneuvelden de<br />

korporaals Baerveld en Corbijn.<br />

Zijn er nog meer sporen te v<strong>in</strong>den van deze vroege verkenners uit Rijnsburg?<br />

Waren het misschien die drie soldaten die Jaap van der Zwart zag<br />

bij de boerderij van Pieter Vis? Of hoorde Anton van Delft junior ze, hij<br />

was toen 11 jaar. Ze woonden <strong>in</strong> een huis naast dat van Pieter Vis, op de<br />

plaats waar nu de doden van <strong>Valkenburg</strong> begraven worden. Aangezien zijn<br />

vader Anton senior hoofd van de EHBO was, waren hij en zijn moeder<br />

alleen thuis. Vandaar zagen ze de Duitsers door de weidevelden op zich af<br />

k<strong>om</strong>en. Gespannen keek junior toe. Moesten ze niet vluchten? Gelukkig<br />

werd er vanaf een plek naast de school, de plaats waar nu de sportzaal<br />

staat, hard geschoten, een mitrailleur dacht hij. Ze schoten goed, menig<br />

aanvaller sneuvelde. Anton juichte bij ieder raak schot. Waren het leden<br />

van de wielrijderspatrouille uit Rijnsburg die daar op die plaats van zich<br />

deden horen? En dan nog wat: Dirk van Dijk de bloemenkweker (niet te<br />

verwarren met zijn neef Dirk van Dijk de boer aan de Straatweg) woonde<br />

<strong>in</strong> het huis waar tegenwoordig de groenteboer Van Kesteren zijn waren<br />

verkoopt. Op de Broekweg. Ze waren met z'n vieren thuis en wachtten op<br />

de d<strong>in</strong>gen die k<strong>om</strong>en zouden. Zoon Cor was toen 18 jaar. St<strong>om</strong>verbaasd<br />

zag hij twee Duitse soldaten de achterdeur b<strong>in</strong>nenk<strong>om</strong>en. Zonder iets te<br />

vragen liepen ze naar de voorzijde van het huis en schoten dwars door de<br />

ruit naar de Broekweg. Daar waar zich een Nederlandse soldaat verdekt<br />

had opgesteld, niet vermoedend dat hij <strong>in</strong> de rug kon worden aangevallen.<br />

Cor zag hem even later liggen, een artillerist, de zwartleren beenkappen<br />

met bloed besmeurd. Was het korporaal Corbijn?<br />

Hoewel Abraham Oosterlee pas negen jaar was her<strong>in</strong>nert hij zich nog<br />

veel van die eerste uren. Ze waren bij opa, op de hoek van de Kerkstraat<br />

en de Broekweg waar nu nog de timmerwerkplaats van de firma gelegen<br />

68<br />

is. Vader Willem was voor brandweerzaken elders. De bewoners hadden<br />

opdracht angstvallig b<strong>in</strong>nen te blijven. Vlak voor hun raam op de Broekweg<br />

stond Abrahams grote ideaal een heuse soldaat. Zijn tante opende<br />

het venster en vroeg of de man misschien een kopje thee wilde. Abraham<br />

glipte naar buiten en stond bewonderend achter hem. Het beeld staat onuitwisbaar<br />

<strong>in</strong> zijn geheugen gegrift. De helm op het hoofd, rechtop, de lange<br />

dikke soldatenjas, het Manlicher repeteergeweer op ooghoogte gericht<br />

naar de Broekweg, wijdbeens, de voeten <strong>in</strong> de hoge schoenen de benen<br />

<strong>om</strong>wikkeld met puttees. "Daar k<strong>om</strong>en ze!" hoorde hij de soldaat zeggen<br />

die onwillekeurig een paar stappen achteruit deed en begon te schieten.<br />

Abraham zag het geweer grendelen, hoorde de knal en zag de patroon op<br />

de grond vallen. De soldaat is daar nog weggek<strong>om</strong>en en ook Bram bevond<br />

zich even later weer <strong>in</strong> het huis. "Nee" zegt hij achteraf, "het was geen<br />

artillerist. Het zal er wel één van de vliegveldwacht geweest zijn met die<br />

dikke lange jas. Die artilleristen hebben we even later gezien!" Dat was<br />

toen vader Oosterlee teruggek<strong>om</strong>en besloot onmiddellijk het huis te verlaten.<br />

"Niet kijken!" zei z'n tante tegen hem. Dus keek Abraham met des te<br />

meer aandacht. Daar lag een soldaat achterover op de grond. De handen en<br />

benen gespreid. "Ik keek naar zijn handen, ze waren niet gewassen, zwart.<br />

Hij had van die zwart leren beenkappen <strong>om</strong> en sporen aan de schoenen".<br />

Dat was vlak voor de plaats waar nu twee massieve paardenkopers het<br />

kerkple<strong>in</strong> sieren. Even verderop zagen ze een sergeant gewond tegen een<br />

muur geleund zitten. "Heeft u een vuurtje voor me?" Vader Willem gaf het<br />

hem. Wat er daarna gebeurde weet Abraham niet meer.<br />

69<br />

2.20 Een klas artilleristen op de fiets naar de Sandtlaan<br />

De wielrijderspatrouille die werd uitgezonden ter verkenn<strong>in</strong>g van het<br />

vliegveld <strong>Valkenburg</strong> via de Sandtlaanbrug bestond uit 2 wachtmeesters<br />

en 18 korporaals. Ze zullen niet veel later dan <strong>om</strong>trent vijf uur bij de bruggen<br />

aangek<strong>om</strong>en zijn. Vier man waren vooruitgezonden <strong>om</strong> de spits te<br />

vormen. Het was niet de bedoel<strong>in</strong>g dat ze het contact met het peloton<br />

zouden verliezen maar dat gebeurde toch. De patrouillec<strong>om</strong>mandant luitenant<br />

Dr. W. de Braaf constateerde tenm<strong>in</strong>ste achteraf dat de koplopers te<br />

hard gereden hadden en aldus <strong>in</strong> handen van de vijand waren gevallen.


Zonder erbij te vertellen waar dat gebeurde. Het peloton handelde voorzichtiger.<br />

Even buiten Rijnsburg werden de rijwielen bij een boerderij<br />

achtergelaten en te voet opgerukt tot een Shell-p<strong>om</strong>p ter rechterzijde van<br />

de Sandtlaan. Enige tientallen meters voorbij een rechterzijweg werd halt<br />

gehouden. De weg werd afgesloten. Braaf constateerde vervolgens een<br />

aantal vreemde ontwikkel<strong>in</strong>gen: er kwamen enige secties <strong>in</strong>fanterie vanuit<br />

Katwijk aangeslopen die het terre<strong>in</strong> aan zijn l<strong>in</strong>kerzijde betraden (kalkzandsteenfabriek<br />

en <strong>om</strong>gev<strong>in</strong>g). Bij hen was een luitenant-kolonel van de<br />

<strong>in</strong>fanterie, het zal Buurman geweest zijn, die te kennen gaf dat er nog meer<br />

volk zou volgen en daarop terugg<strong>in</strong>g, naar Katwijk aan de Rijn. Inderdaad<br />

kwam er na enige tijd wat voetvolk sectiegewijs naar voren. Klaarblijkelijk<br />

hadden zich Duitsers <strong>in</strong> het sem<strong>in</strong>arie verschanst want van daaruit<br />

werd hun opmars belet. Die secties hielden nog enige tijd stand op de<br />

trambrug, maar verdwenen even later richt<strong>in</strong>g dorp (de Rijnstraat). Braaf<br />

dacht dat zij de strijd zouden aanb<strong>in</strong>den met de vijand <strong>in</strong> het sem<strong>in</strong>arie en<br />

consolideerde zijn positie. Het grootste deel van zijn mannen lag ter l<strong>in</strong>kerzijde<br />

van de weg <strong>in</strong> een droge sloot, zelf stond hij met een rest aan de<br />

rechterzijde opgesteld. Niet ver van het sem<strong>in</strong>arie. Toen er vuur kwam, uit<br />

het terre<strong>in</strong> ter l<strong>in</strong>kerzijde kon hij geen kant meer uit. De huizen op de<br />

Overrijn, dat was zijn enige dekk<strong>in</strong>g. Niet veel later waren de Duitsers<br />

daar heer en meester, ze doorzochten die huizen en er zat we<strong>in</strong>ig anders op<br />

dan zich over te geven. De manschappen <strong>in</strong> de droge sloot konden zich gedekt<br />

terugtrekken.<br />

2.21 Vliegveld verkenners<br />

Ook de luitenant Brackel kreeg <strong>om</strong> zes uur 's morgens al opdracht <strong>om</strong> met<br />

25 man van de 6e depot afdel<strong>in</strong>g uit Rijnsburg te vertrekken <strong>om</strong> het vliegveld<br />

<strong>Valkenburg</strong> te verkennen. Zij g<strong>in</strong>gen met een auto. In Katwijk aan de<br />

Rijn werden ze aangehouden door majoor Mall<strong>in</strong>ckrodt die te kennen gaf<br />

dat op 600 meter van hen af Duitse parachutisten geland waren <strong>in</strong><br />

Nederlandse uniformen. Waarop de patrouille stell<strong>in</strong>g nam. Geen verklede<br />

Duitser te zien! Dus voorwaarts, richt<strong>in</strong>g vliegveld. Ze beschoten een<br />

Junker met hun karabijnen en vonden <strong>om</strong>streeks 200 meter voor het vliegveld<br />

een kist met allerlei Duits wapentuig. Toen ze de kist wilden openen<br />

70<br />

werden ze beschoten. Drie gewonden waaronder de luitenant zelf. Ze<br />

naderden het vliegveld tot ongeveer 150 meter en zochten dekk<strong>in</strong>g achter<br />

een muurtje aldaar. Van die afstand zagen ze hoe de Duitsers zich tot<br />

secties verenigden en de weg naar het dorp <strong>Valkenburg</strong> opg<strong>in</strong>gen. Het<br />

kostte grote moeite ongedeerd weg te k<strong>om</strong>en, de mannen van Mall<strong>in</strong>ckrodt<br />

hadden <strong>in</strong>middels stell<strong>in</strong>gen achter hen betrokken, niet bekend met hun<br />

aanwezigheid.<br />

Gelukkig kwam toen de sergeant Van Enter (MC III-4RI) opdagen. Hij<br />

had toestemm<strong>in</strong>g gekregen van kapite<strong>in</strong> Verleun <strong>om</strong> alleen op verkenn<strong>in</strong>g<br />

te gaan en kwam hen zo op het spoor. Brackel vroeg hem waar de Nederlandse<br />

l<strong>in</strong>ies lagen. Van Enter wees hen die en gaf zijn eigen mensen een<br />

se<strong>in</strong>tje dat het goed volk was. De luitenant wees hem nog de kist die ze<br />

gevonden hadden en vertelde dat er een kijker <strong>in</strong> zat. Van Enter g<strong>in</strong>g daarop<br />

de weg die Brackel voor hem gegaan was en kon gewapend met kijker,<br />

papier en potlood een schets maken van de Duitse posities.<br />

Brackel en zijn mannen keerden op hun schreden terug. De <strong>in</strong>fanteristen<br />

wezen hen een aantal fietsen waarmee ze de terugtocht konden bespoedigen.<br />

Dat was <strong>om</strong> 11.00 uur. Ze kwamen tenslotte op de Wassenaarseweg<br />

en liepen nietsvermoedend bij het benz<strong>in</strong>estation de Duitsers <strong>in</strong> de armen.<br />

Ze schatten hun aantal op 100 man. Dat was <strong>om</strong> 12.00 uur. Zo e<strong>in</strong>digde de<br />

reis voor hen <strong>in</strong> Duitse krijgsgevangenschap. Brackel kwam terecht <strong>in</strong> het<br />

hospitaal bij Piet van Duyn. Met soldaat Phenn<strong>in</strong>g. Maar of zijn hele sectie<br />

met hem gevangen gen<strong>om</strong>en was staat nog te bezien.<br />

71<br />

2.22 Huzaren <strong>in</strong> actie<br />

Het eerste regiment huzaren motorrijders stond onder c<strong>om</strong>mandant vest<strong>in</strong>g<br />

Holland (Van Andel) en was s<strong>in</strong>ds 23 april <strong>1940</strong> te Wassenaar gelegerd.<br />

De regimentsc<strong>om</strong>mandant was de luitenant-kolonel Jhr. J.J. Ted<strong>in</strong>g van<br />

Berkhout. Deze heer beweert dat hij al <strong>om</strong> twee uur 's morgens wakker<br />

was. Zijn ondergeschikte, de 1e luitenant Jhr A.E.J.J.C. van der Heijden<br />

van Doornenburg sliep tot 3.20 uur. Toen werd hij gewekt door lawaai van<br />

vliegtuigen en het blaffen van afweergeschut. Daarop verhief hij zich van<br />

zijn strozak en begaf zich naar het raam van het eskadronsbureau: morgennevel,<br />

heldere lucht, tientallen vliegtuigen van diverse pluimage die elkaar


<strong>in</strong> heftige gevechten het luchtruim betwistten. Daartussendoor ontstonden<br />

wolkjes van het luchtafweergeschut. Hij zag parachutisten landen <strong>in</strong> de<br />

Oostdorppolder en de Maaldrift, gevolgd door de land<strong>in</strong>g van grote<br />

transportvliegtuigen. Om 3.45 uur kwam tenslotte van het regimentsbureau<br />

een telefoontje: "Hoogste paraatheid!" Beter laat dan nooit, dacht de luitenant<br />

en trof vervolgens voorzien<strong>in</strong>gen: de kle<strong>in</strong>e Arras werd door Van<br />

Ittersum naar zijn kosthuis gebracht met het vriendelijke verzoek hem<br />

twee maal per dag levertraan te geven en hondebrood en hem te behouden<br />

als aandenken <strong>in</strong>dien zijn baas niet meer terug zou keren! Aan korporaal<br />

Schilstra en de huzaar Oosterhof werd het gehele geheimarchief toevertrouwd<br />

<strong>om</strong> het te verbranden. De jonkheer stond erbij en keek toe. Om<br />

4.05 uur werd hij ontboden bij de baas. Hij wees luitenant Von Balluseck<br />

aan als plaatsvervanger en gaf opdracht het eskadron te verzamelen onder<br />

de b<strong>om</strong>en bij het bureau.<br />

Op het regimentsbureau kreeg hij te horen dat het oorlog was en dat het<br />

2-1RHM met het resterende ME-1RHM reeds onderweg waren <strong>om</strong> vliegveld<br />

Maaldrift te heroveren. Ook was er bericht ontvangen dat zelfs ten<br />

oosten van de Rijksweg parachutisten geland waren. De staf was er heen<br />

gestuurd <strong>om</strong> langs en ten oosten van de Rijksweg op te rukken naar de<br />

Haagse Schouw. Die had versterk<strong>in</strong>g nodig en kreeg een sectie 4,7-pag<br />

(pantser afweergeschut met manschappen). Er waren ook parachutisten<br />

gemeld richt<strong>in</strong>g Wassenaarseslag. Niet veel later bevond hij zich op het<br />

kruispunt Wassenaarseslag - Albertushoef. Er stond daar een zware mitrailleur<br />

opgesteld onder persoonlijke leid<strong>in</strong>g van luitenant Von Balluseck.<br />

Zelf heeft hij zich met hen die hem <strong>om</strong>r<strong>in</strong>gden beziggehouden met het<br />

verzamelen van <strong>in</strong>fanteristen die gevlucht waren van het vliegveld. Hetgeen<br />

overeenstemt met het relaas van onze dorpsgenoot Eikenbroek die<br />

daar <strong>in</strong>derdaad gastvrij opgen<strong>om</strong>en werd. De jonkheer hield een bakker<br />

aan die daarop geheel belangeloos de <strong>in</strong>houd van zijn broodkar ter beschikk<strong>in</strong>g<br />

stelde, zelfs ervoor zorgde dat er melk werd aangevoerd. Voor<br />

de huzaren werd goed gezorgd. Daartoe behoorden vanaf dat m<strong>om</strong>ent ook<br />

de vluchtel<strong>in</strong>gen. Voor zover ze nog voorzien waren van wapens werd hun<br />

een plaats gewezen ter beveilig<strong>in</strong>g van de post, <strong>in</strong> de richt<strong>in</strong>g Wassenaarseslag.<br />

72<br />

Omstreeks kwart over zes kwam het bericht: Steun de staf aan de Rijksweg!<br />

Von Balluseck daar heen. G<strong>in</strong>g zelf naar de driesprong ten zuiden<br />

van Landlust. Daar stond het stuk van wachtmeester Van der Veer die<br />

geregeld beschoten werd maar niet wist vanwaar. Hij dacht vanuit de<br />

huizen, een kle<strong>in</strong>e vijftig meter verder aan de Rijksweg gelegen.<br />

Ook Von Balluseck was gearriveerd en gek<strong>om</strong>en bij een fabriekje ter<br />

hoogte van Landlust maar aan de rechterzijde van de Rijksweg. Daar liet<br />

hij zijn pantser afweer geschut E. onder bewak<strong>in</strong>g van een piket achter en<br />

begaf zich met zijn manschappen onder dekk<strong>in</strong>g van alles wat daartoe<br />

dienen kon richt<strong>in</strong>g staf die reeds enige verliezen geleden had. Met<br />

karabijnvuur werden deze- richt<strong>in</strong>g Haagse Schouw getrokken- huzaren<br />

gesteund. Daarmee werd <strong>om</strong>s<strong>in</strong>gel<strong>in</strong>g door de vijand voork<strong>om</strong>en. Zijn<br />

baas bedacht dat het een goed <strong>in</strong>itiatief was maar dat een Pag.E slechts <strong>in</strong><br />

uiterste noodaak zijn wapen achter mag laten!<br />

Van der Heijden van Doornenburg constateerde ook al spoedig dat de<br />

Duitsers pas schoten als ze het doel goed zagen en de kans op een treffer<br />

redelijk was. S<strong>om</strong>s was het wel tw<strong>in</strong>tig m<strong>in</strong>uten tot een uur stil, dan was er<br />

een schot en meestal raak. Geen zenuwachtig gedoe, geen ellenlange<br />

vuurstoten. Die leiden immers nergens toe dan tot het verraden van de<br />

eigen opstell<strong>in</strong>gen en munitie verspill<strong>in</strong>g! De Nederlanders konden er een<br />

voorbeeld aan nemen. Vervolgens stelde hij zijn c<strong>om</strong>manderend lichaam<br />

bloot aan vijandelijke waarnem<strong>in</strong>g door rechtopstaand tegen een bo<strong>om</strong> te<br />

plassen. En <strong>in</strong>derdaad, een eerste schot boorde zich ter hoogte van zijn<br />

neus <strong>in</strong> de bo<strong>om</strong>bast. "Een toevalstreffer" zei hij over zijn schouder tegen<br />

de oppasser die niet ver van hem de verricht<strong>in</strong>gen van zijn baas met<br />

belangstell<strong>in</strong>g gadesloeg. Toen een tweede kogel daarop een gat boorde<br />

door de slip van zijn rubberen jas begon hij te twijfelen: "Ik geloof dat ze<br />

me als schietschijf hebben uitgekozen!" Een derde kogel boorde zich<br />

nogmaals <strong>in</strong> de stam. Zonder zijn verhaal af te maken maakte de luitenant<br />

toen maar een sprong naar veilige dekk<strong>in</strong>g. Zo moest hoog en laag, ieder<br />

op zijn wijze, de confrontatie met het geweld verwerken.<br />

Enkele bladzijden verderop <strong>in</strong> zijn gevechtsverslag, nadat hij voor de<br />

zoveelste keer vergeefs was uitgerukt, schrijft deze heer: Wat <strong>in</strong> deze<br />

dagen vooral op de voorgrond trad was de grote hoeveelheid geruchten,<br />

meld<strong>in</strong>gen en waarnem<strong>in</strong>gen van grote onbekenden, welke vermoedelijk<br />

73


tot wanorde aanleid<strong>in</strong>g moesten geven. Geruchten <strong>om</strong>trent vergiftigde<br />

chocolade en sigaren met verdovende middelen deden evenveel de ronde<br />

als ze gepresenteerd werden! Over het gebruik van wachtwoorden als<br />

"schele schoonmoeder" of "schu<strong>in</strong>marcheerder" merkte hij op dat het te<br />

pas en te onpas werd gebruikt en het daardoor aan waarde verloor. Ook de<br />

onbenullige aanwezigheid waarmee menig Nederlands burger <strong>in</strong> de weg<br />

liep bij de gevechtshandel<strong>in</strong>gen verwekt de luitenant tot toorn. "Alleen<br />

dreigement met zeer krasse maatregelen kon hen <strong>in</strong> de huizen houden!"<br />

De huzaren hadden de beschikk<strong>in</strong>g over acht zware mitrailleurs, vier<br />

stuks anti-tankgeschut en twee mortieren. Na de herover<strong>in</strong>g van Den Deyl<br />

en Maaldrift was een peloton hunner opgetrokken door de Ommedijkse<br />

polder richt<strong>in</strong>g vliegveld. Dat zal uiteraard niet per motorrijwiel geschied<br />

zijn. Ze kwamen dan ook niet ver, achter hun rug landde een Junker, Duitse<br />

soldaten rukten op van overal. Er werd wijselijk tot terugtocht besloten.<br />

2.23 Berend Borst<br />

Berend Borst was van de licht<strong>in</strong>g 1939 en werd <strong>in</strong>gedeeld bij het 5e regiment<br />

veldartillerie bereden troepen. Hij moest opk<strong>om</strong>en <strong>in</strong> december 1939<br />

<strong>in</strong> Leiden en werd gelegerd <strong>in</strong> de Wittepoort-kazerne aan het Noorde<strong>in</strong>de.<br />

Nader <strong>in</strong>gedeeld bij de 1e depot-batterij. Daar kreeg hij zijn eerste militaire<br />

opleid<strong>in</strong>g, leerde er paarden poetsen en alles wat des huzaars is. Uiteraard<br />

ook de bedien<strong>in</strong>g van het geschut. Op 9 <strong>mei</strong> kreeg hij theorie granaten.<br />

Haarscherp werd hem de werk<strong>in</strong>g uitgelegd. Bijvoorbeeld dat de<br />

projectielen van het "7-veld" geschut dertig centimeter lang waren en<br />

zeven centimeter dik. In het stalen <strong>om</strong>hulsel bevond zich de spr<strong>in</strong>gstof, het<br />

trotyl. De spitse punt van de granaat, de buis, was afschroefbaar en diende<br />

voor de ontstek<strong>in</strong>g. Voor allerlei toepass<strong>in</strong>gen waren verschillende soorten<br />

buizen beschikbaar. Dat alles leerde Berend op die laatste dag voor de<br />

oorlog.<br />

Berend was de volgende morgen al vroeg wakker. Buiten was het geronk<br />

van vliegtuigen. In de kazernezaal verkondigde een radiostem dat het<br />

oorlog was. Een afgeloste schildwacht gaf de laatste nieuwtjes door en de<br />

eerste geruchten. Om vijf uur stond een ieder aangetreden, op de b<strong>in</strong>nenplaats.<br />

Daar werd medegedeeld dat de oorlog met Duitsland was uitgebro-<br />

74<br />

ken en dat ieder zich <strong>in</strong> volledig veldtenue moest kleden. Iedere soldaat<br />

kreeg 45 patronen uitgereikt, de karabijnen werden geladen. Nadere orders<br />

bleven uit, de soldaten liepen maar wat rond. Berend en zijn makkers<br />

stonden op zeker m<strong>om</strong>ent voor de kazerne, tussen groepjes burgers met<br />

dezelfde <strong>in</strong>tentie: het vergaren van nieuws. Vanuit een opengeschoven<br />

raam schreeuwde een bewoonster dat ze via de radio vern<strong>om</strong>en had dat<br />

Engeland en Frankrijk onze bondgenoten waren! Uiteraard ter bemoedig<strong>in</strong>g<br />

van de soldaten. Berend zag vandaar de <strong>in</strong>fanteristen optrekken naar<br />

de Haagse Schouw. Ze splitsten zich <strong>in</strong> twee rijen en liepen dicht langs de<br />

huizen, vanwege de vliegtuigen. E<strong>in</strong>delijk kregen ook de kazernebewoners<br />

orders, ze moesten haverzakken vullen met zand, versperr<strong>in</strong>gen werden<br />

opgeworpen aan weerszijden van het gebouw. Ondermeer met behulp van<br />

stokoude kanonnen, die tot dan als pronkstukken het terre<strong>in</strong> versierden,<br />

een oude wagen, ijzeren kribben en meer van dat haastig opgescharrelde<br />

spul.<br />

De zandzakken werden gevuld achter de kazerne op de oever van de Witte<br />

S<strong>in</strong>gel, een plek waar het goed toeven was. Aan de overkant van het water<br />

verschenen op zeker m<strong>om</strong>ent een korporaal en een soldaat met een motor.<br />

Daar lag een wit motorbootje. Het had er al lange tijd ongebruikt gelegen.<br />

De korporaal reed weer weg op de motor. De soldaat stapte <strong>in</strong> het bootje<br />

en tufte de stad <strong>in</strong>! De soldaten aan de wal riepen hem nog aan maar hij<br />

voer zonder wat te zeggen verder. Schouderophalend lieten ze hem gaan<br />

en g<strong>in</strong>gen verder met het vullen van de zandzakken. Tot er opeens een<br />

majoor en een adjudant aan kwamen hollen: "Wie een karabijn heeft, k<strong>om</strong>t<br />

mee!" Allen holden er achter aan. Ze vroegen zich af wat er toch wel aan<br />

de hand zou zijn. Ze kwamen langs de ziekenstal en bij de mestvaalt. Daar<br />

moesten ze zich verdekt opstellen. De majoor vertelde hen dat er een Duits<br />

soldaat <strong>in</strong> Nederlands uniform de gracht opgevaren was. Berend schreef<br />

later: "Burgemeester van der Werff moest eens geweten hebben dat op 10<br />

<strong>mei</strong> <strong>1940</strong>, op die eerste oorlogsdag, reeds <strong>om</strong> zeven uur de vijand op zo'n<br />

verraderlijke wijze de oude sleutelstad zou b<strong>in</strong>nendr<strong>in</strong>gen!". Ze hoefden<br />

overigens niet lang te wachten, al gauw kwam de soldaat weer terugvaren.<br />

Net toen de dappere verdedigers de spion wilden beschieten was een politieagent<br />

hen voor. Met een revolver verwondde hij de bootbestuurder en<br />

zo werd de man overmeesterd. Wat hem bezield heeft <strong>om</strong> zo <strong>in</strong> z'n eentje<br />

75


de stad b<strong>in</strong>nen te varen vertelt het verhaal niet. Was het wel een verklede<br />

Duitser? Het parachutistenuniform van de Duitsers voldeed niet aan het<br />

beeld dat de Nederlanders van een Duitse soldaat hadden. Dat verwekte<br />

niet zelden verwarr<strong>in</strong>g!<br />

Na dit <strong>in</strong>termezzo, de recruten waren daardoor met hun neus op de<br />

feiten gedrukt, kwam er een vrachtauto het kazerneple<strong>in</strong> oprijden. Een kist<br />

munitie werd geladen, twaalf man werden aangewezen en moesten mee.<br />

De schildwacht bij de kazernepoort keek hen meewarig na, vanuit de<br />

laadbak lachtten ze hem uit. Vrolijk wuifden ze naar de mensen <strong>in</strong> de<br />

straten. Ze reden niet via de Haagse Schouw, die was immers bezet, maar<br />

via de Rijnsburgerweg door Oegstgeest en door Rijnsburg. In vliegende<br />

vaart. Onderweg moest verscheidene keren worden gestopt voor controle.<br />

Men was bang voor Duitsers <strong>in</strong> Nederlands uniform. Ook voor de<br />

Sandtlaanbrug bij Katwijk-b<strong>in</strong>nen stond een post. Niets aan de hand, de<br />

wagen trok weer op. Na een paar honderd meter werden ze weer aangehouden.<br />

Berend hoorde gepraat van de korporaal en de chauffeur voor <strong>in</strong><br />

de auto. Het dekzeil van de laadbak waar<strong>in</strong> ze zaten ontnam hen het uitzicht<br />

naar voren zodat ze niet konden zien wat er gebeurde. Geduldig<br />

wachtten ze totdat ook dit zoveelste oponthoud voorbij zou zijn. Zo werden<br />

ze nietsvermoedend <strong>in</strong>eens geconfronteerd met twee Duitse soldaten,<br />

de aut<strong>om</strong>atische wapens <strong>in</strong> hun hand. Mogelijk waren ze even verrast als<br />

de recruten achter<strong>in</strong> de vrachtauto, er werd slechts één schot gelost, de<br />

Nederlanders kregen zelfs de kans zich te herstellen van de verwarr<strong>in</strong>g en<br />

hun karabijnen op scherp te zetten. Ze bleven echter zitten waar ze zaten.<br />

Voor de auto klonken opnieuw stemmen. Even daarna kwam de korporaal<br />

<strong>in</strong> zicht. "Geef jullie over want anders schieten ze mij dood!" Er zat niets<br />

anders op dan te gehoorzamen. Beduusd lieten ze zich uit de laadbak<br />

zakken. De twee Duitsers kwamen weer tevoorschijn en gaven bevel <strong>om</strong><br />

de karabijnen achter te laten. Als geslagen honden stonden de jongens<br />

even later bij de trambrug (nu de Molenbrug), aan hun l<strong>in</strong>kerzijde de<br />

Katwijkse kalkzandsteenfabriek, ter rechterzijde het sem<strong>in</strong>arie. Het was<br />

ongeveer kwart over acht. Meer dan twaalf krijgsgevangenen werden<br />

afgevoerd. De helmen, koppels, gasmaskers en broodzakken lagen op een<br />

hoop. Ze werden toegevoegd aan een achttal reeds eerder gevangen gen<strong>om</strong>en<br />

korporaals van een <strong>in</strong>structiebatterij en zo g<strong>in</strong>g het, de handen <strong>om</strong>-<br />

76<br />

hoog, richt<strong>in</strong>g <strong>Valkenburg</strong>. Dwars door het dorp. Burgers werden niet<br />

gezien, het leek erop dat die gevlucht waren. Wel stuk geschoten ruiten.<br />

Ingetrapte deuren. Veel Duitse soldaten waarvan enkele gewond. Eén<br />

hunner lag langs de weg, gesneuveld. Een aantal krijgsgevangenen kreeg<br />

de opdracht hem weg te brengen. De Duitsers reden door het dorp <strong>in</strong> motoren<br />

met zijspan en <strong>in</strong> gevorderde auto's die van grote hakenkruizen voorzien<br />

waren. Berend was verwonderd over het grote aantal Duitse <strong>in</strong>fanteristen<br />

dat hij zag.<br />

Voort g<strong>in</strong>g het, ze zagen het vliegveld. Dat was een hartewens van<br />

Berend maar dat die zo vervuld zou worden had hij niet gedacht. Van<br />

verre zag hij de vele vliegtuigen staan, dichtbij gek<strong>om</strong>en kon hij ze tellen,<br />

m<strong>in</strong>stens veertig. De kisten waren weggezakt <strong>in</strong> de zachte bodem. Berend<br />

en zijn kornuiten werden aan een grote schare krijgsgevangenen toegevoegd.<br />

Hij schatte hun aantal op ongeveer 250 man. Voornamelijk van de<br />

vliegveld bewak<strong>in</strong>g. Van hen hoorde hij het volgende verhaal: In de hangars<br />

lagen ze nog te slapen toen de eerste drie b<strong>om</strong>men vielen. Hals over<br />

kop moesten ze ten strijde trekken. De parachutisten kwamen <strong>in</strong> grote<br />

getale naar beneden, bijna allen levenloos. Maar toen kwamen de<br />

transportvliegtuigen. Uit de eerste toestellen kwam niemand levend naar<br />

buiten. Toen er echter steeds meer vliegtuigen landden en de Duitsers<br />

oprukten, werd het de vliegveldverdedig<strong>in</strong>g te machtig. Ze moesten zich<br />

overgeven.<br />

77<br />

2.24 De prikactie van Mall<strong>in</strong>ckrodt<br />

In <strong>Valkenburg</strong> her<strong>in</strong>nert het Majoor Mall<strong>in</strong>ckrodtveld aan nog een strijder<br />

van het eerste uur. Hij was c<strong>om</strong>mandant van het derde bataljon dat deel<br />

uitmaakte van het 4e regiment <strong>in</strong>fanterie. Hoewel hij zich tot het laatst toe<br />

met de bewak<strong>in</strong>g van het vliegveld had bemoeid, kreeg kapite<strong>in</strong> van Zuilen<br />

de schuld van het falen daarvan. Zo gaat dat. Mall<strong>in</strong>ckrodt had geen<br />

gelegenheid meer <strong>om</strong> een kijkje op het vliegveld te nemen. Hij liet het restant<br />

van zijn bataljon verzamelen <strong>in</strong> Katwijk aan de Rijn. Dat was de<br />

tweede c<strong>om</strong>pagnie (2-III-4RI). Waarbij de rest van de mitrailleurc<strong>om</strong>pagnie<br />

zijnde negen stuks zware mitrailleurs en een kle<strong>in</strong>e afdel<strong>in</strong>g van het IIdepot-<strong>in</strong>fanterie.<br />

Dienstplichtig soldaat Ben Collignon is op weg van het


weeshuis op de Voorstraat te Katwijk aan Zee, naar de verzamelplaats. Hij<br />

schrijft later:<br />

Al deze snel opeenvolgende gebeurtenissen heb ik meer ondergaan dan<br />

doorleefd. Aut<strong>om</strong>atisch stapten mijn voeten voort. Slechts mijn hersens<br />

hielden zich bezig met vragen: "Waarheen gaan we? Wat is er gebeurd?<br />

Zal het nu oorlog zijn?" We zijn op de boulevard gek<strong>om</strong>en. In de deuren<br />

van de huizen verschijnen mensen. S<strong>om</strong>mige <strong>in</strong> nachtkled<strong>in</strong>g, met grote<br />

verwonderde ogen. Er wordt<br />

halt gec<strong>om</strong>mandeerd. Majoor<br />

Mall<strong>in</strong>ckrodt, onze bataljonsc<strong>om</strong>mandant<br />

staat voor de<br />

troep. Met korte driftige<br />

gebaren onderstreept hij zijn<br />

woorden. "Mannen, onze<br />

mensen op het vliegveld zijn<br />

aangevallen door b<strong>om</strong>menwerpers.<br />

Parachutisten zijn<br />

nu bezig te landen. Vooruit,<br />

er op af! Het gaat <strong>om</strong> het<br />

leven van je kameraden!"<br />

Zonder verder tijd te verliezen<br />

trekt de troep voort naar<br />

Katwijk-b<strong>in</strong>nen. Onder dekk<strong>in</strong>g<br />

van de b<strong>om</strong>en k<strong>om</strong>en we<br />

<strong>in</strong> looppas vooruit. De zon<br />

prikt en straaltjes zweet gutsen<br />

langs mijn gezicht. De<br />

mitrailleur <strong>in</strong> mijn rechterhand<br />

bengelt bij iedere stap<br />

tegen mijn knie, ik voel het<br />

niet. Er wordt geen woord<br />

gesproken op deze uitputtende<br />

tocht. Slechts de majoor<br />

Majoor Mall<strong>in</strong>ckrodt<br />

zegt af en toe wat, als het tempo dreigt te verslappen. Met nieuwe geestdrift<br />

gaat het dan weer verder. Steeds zwaarder wordt het wapen <strong>in</strong> mijn<br />

78<br />

hand, bij een kruispunt val ik over een stoep en smak voorover. Terstond<br />

grijpt de één mijn mitrailleur, de ander helpt me overe<strong>in</strong>d en voort gaat<br />

het weer. We naderen de weg naar <strong>Valkenburg</strong> (de Wassenaarseweg). Een<br />

oud moedertje k<strong>om</strong>t aan de deur en roept: "Jongens, doe je best hoor, jaag<br />

ze maar weg!" Merkbaar naderen we het oorlogsterre<strong>in</strong>, onafgebroken<br />

kl<strong>in</strong>kt het gedaver van de grauwe vliegmach<strong>in</strong>es. Mitrailleurs ratelen en<br />

kle<strong>in</strong>e witte stippen zweven door de lucht. Bij de laatste huizenrij wordt<br />

halt gehouden. Uitgeput vallen we op de grond. We moeten de mitrailleurs<br />

<strong>in</strong> stell<strong>in</strong>g brengen tegen de parachutisten. Waar is mijn wapen? Het<br />

wordt me aangereikt. Op een paar ransels breng ik het <strong>in</strong> stell<strong>in</strong>g, de<br />

tr<strong>om</strong>mel vast, de spangreep aanhalen en dan ratelen! De kogels zoeken<br />

naar een buit. Ik probeer de uitwerk<strong>in</strong>g waar te nemen, één van de figuurtjes<br />

<strong>in</strong> de lucht zwaait als een dolle met zijn armen. Ik krijg een akelig wee<br />

gevoel van b<strong>in</strong>nen: Is dat mijn werk?<br />

De <strong>Valkenburg</strong>er Piet van Dijk en de Sassenheimer Henk Broer waren van<br />

hetzelfde bataljon (2-III-4RI). Volgens hen werd er verzameld <strong>in</strong> de Voorstraat<br />

op een terre<strong>in</strong> achter het weeshuis. De sectie van Piet stond onder<br />

c<strong>om</strong>mando van luitenant Jongeburger, die van Henk werd aangevoerd<br />

door luitenant Van Kessel.<br />

Aan de zuidzijde van Katwijk aan de Rijn, bij de benz<strong>in</strong>ep<strong>om</strong>p aan de<br />

Wassenaarseweg, stelde Mall<strong>in</strong>ckrodt zich op de hoogte van de situatie.<br />

Hij kreeg <strong>in</strong>formatie over de toestand op het vliegveld van ontsnapte<br />

Nederlandse soldaten. De majoor was vast besloten hoe dan ook een<br />

tegenaanval <strong>in</strong> te zetten en had al een idee hoe dat te doen. Het was <strong>om</strong>trent<br />

half zes <strong>in</strong> de morgen. Op dat m<strong>om</strong>ent kwam de regimentsc<strong>om</strong>mandant<br />

(C.4RI) aanrijden, de overste Buurman. Buurman had <strong>in</strong> Noordwijk<br />

de c<strong>om</strong>mandanten van zijn eerste en tweede bataljon de nodige orders<br />

gegeven en was toen onmiddellijk per auto naar het strijdtoneel vertrokken.<br />

Het plan van Mall<strong>in</strong>ckrodt werd goed bevonden. De overste beloofde<br />

bovendien de twee andere bataljons vanuit Noordwijk ter versterk<strong>in</strong>g te<br />

laten k<strong>om</strong>en.<br />

De wat <strong>in</strong>gekr<strong>om</strong>pen c<strong>om</strong>pagnie, Henk Broer schatte hun aantal op een<br />

man of zestig, hooguit tachtig, was <strong>in</strong> de looppas door Katwijk B<strong>in</strong>nen bij<br />

de Molentu<strong>in</strong>weg gek<strong>om</strong>en. Onderweg had Paul Tibbe al tegen hem gezegd:<br />

"Henk, deze oorlog kan nooit lang duren. We moeten ons maar gauw<br />

79


krijgsgevangen laten maken. Dan overleven we misschien". Henk was er<br />

niet op <strong>in</strong> gegaan. Op de Molentu<strong>in</strong>weg waarschuwden de burgers hen:<br />

"Denk er<strong>om</strong>, ze zitten even verderop <strong>in</strong> de huizen!" Wie, dat behoefde<br />

geen betoog. Kapite<strong>in</strong> Segaar werd gewaarschuwd. Die zonderde daarop<br />

een aantal hunner af <strong>om</strong> de huizen daar<strong>om</strong>trent te doorzoeken en vervolgens<br />

stand te houden op het kruispunt bij de molen. Onder hen was Paul.<br />

De gelegenheid <strong>om</strong> zich over te geven deed zich al gauw voor. Met drie<br />

man kwamen ze een huis b<strong>in</strong>nen. "Hände Hoch!" werd er van b<strong>in</strong>nen<br />

geroepen. Paul zal niet de laatste geweest zijn en stak gewillig zijn beide<br />

handen hoog boven het hoofd. De eenzame Duitser die bereid bleek hen<br />

krijgsgevangen te maken, liet hen naar de kerk van <strong>Valkenburg</strong> afvoeren!<br />

Paul kreeg bittere spijt van zijn keus, hij overleefde maar moest door een<br />

hel gaan! In hoeverre sergeant Schuddebeurs, die volgens andere bronnen<br />

met hun aanvoer<strong>in</strong>g belast was, zich van zijn taak gekweten heeft weet<br />

niemand. Vast staat dat de Duitsers <strong>in</strong> Katwijk aan de Rijn we<strong>in</strong>ig h<strong>in</strong>der<br />

van hen ondervonden hebben. Ze konden met een groepje van tw<strong>in</strong>tig man<br />

de terre<strong>in</strong>en naast de Sandtlaanbrug bezetten en gedurende vrijwel de<br />

gehele dag bezet houden!<br />

De hoofdmacht trok vervolgens op naar de noord-westelijke zijde van<br />

het vliegveld. M<strong>in</strong> of meer langs de Wassenaarseweg. Drie secties vormden<br />

de l<strong>in</strong>kerflank, één sectie de rechterflank van de aanval. Ben Collignon:<br />

Wij moeten voorwaarts gaan, <strong>in</strong> tirailleurl<strong>in</strong>ie rechts van de weg. De<br />

c<strong>om</strong>pagnie zwermt uiteen van de weg tot <strong>in</strong> de du<strong>in</strong>en. Over akkers en<br />

door het zand. Prikkeldraad en hakhout versperren ons de weg. Voort<br />

moet het, vlugger. Zei de majoor niet dat elk uitstel mensenlevens kon kosten?<br />

Ik voel een hete drift <strong>in</strong> me opstijgen, elke h<strong>in</strong>dernis neem ik heftiger.<br />

Waar<strong>om</strong>, waar<strong>om</strong> dit alles. Gezichten van bekenden doemen voor me op,<br />

zal ik ze nog terugzien? Ik loop geheel alleen over een aardappelveld. Van<br />

de anderen afgedwaald die onder de b<strong>om</strong>enrij gebleven zijn. Weer een<br />

prikkeldraadheg. Eerst de mitrailleur er overheen, daarna zelf, een<br />

sprong, een flard van mijn broek blijft achter. Achter de heg val ik neer <strong>in</strong><br />

de veilige dekk<strong>in</strong>g van een mijt. Een regen van kogels vliegt over me heen,<br />

spat tegen het stenen muurtje naast me. Hun suizen vermengt zich met het<br />

bonzen van mijn hart. "Hoera, hoera, de sprong is gelukt!" juicht het <strong>in</strong><br />

me. L<strong>in</strong>ks van me beg<strong>in</strong>t één van onze mach<strong>in</strong>egeweren te ratelen. De<br />

80<br />

groene bouwketen <strong>in</strong> het terre<strong>in</strong> voor ons zijn een mooi doelwit, vandaar<br />

werden we beschoten. Ik breng mijn wapen ook <strong>in</strong> stell<strong>in</strong>g en laat met<br />

stoten de kogels op de planken van het huisje kletsen. Daar wordt het<br />

vuren gestaakt. Nu kunnen de anderen naar voren k<strong>om</strong>en. Achter de mijt<br />

of het schuurtje zoeken ze dekk<strong>in</strong>g en weldra knallen hun geweren mee.<br />

Een koor van oorlogsgeluiden. Het geeft me een haast wellustige voldoen<strong>in</strong>g.<br />

Ik zie de planken van een keet aan spl<strong>in</strong>ters scheuren. Vaster druk ik<br />

de kolf tegen mijn schouder, bij elk schot spr<strong>in</strong>gt het wapen naar voren en<br />

dan weer terug. In gestadige cadans, de cadans van de vernielende dood.<br />

Ik ben alle voorzichtigheid vergeten en naast mijn dekk<strong>in</strong>g gekropen. Het<br />

antwoord blijft niet uit. Aan de overzijde wordt met verdubbelde woede het<br />

81<br />

Luitenant van Kessel temidden van zijn sectie van III-4RI.<br />

vuur heropend. De kogels fluiten over me heen, kletteren op mijn wapen.<br />

Ik ruik brandlucht, voel opeens <strong>in</strong> mijn l<strong>in</strong>kerarm een l<strong>om</strong>e pijn, het wapen<br />

bonkt opzij. Een misselijk gevoel kruipt <strong>in</strong> mijn keel en versuft schuifel ik<br />

achter de mijt. De groepsc<strong>om</strong>mandant heeft het ongeval bemerkt. Op zijn<br />

buik kruipt hij naar me toe en ziet mijn bebloede mouw. Er ontglipt hem<br />

een krachtwoord, pakt zijn mes en snijdt de mouw open. Iets beneden de


elleboog is een rode vlek waaruit bloed k<strong>om</strong>t. "Heb je noodverband?"<br />

vraagt hij, maar zonder het antwoord af te wachten pakt hij zijn eigen<br />

pakje en rolt het verband stevig <strong>om</strong> de wond. De helper heeft de mitrailleur<br />

bekeken, op de loop zitten enkele bultjes maar het ergste is dat het<br />

huis waar<strong>in</strong> de veer zit opgesloten, vernield is. Teleurgesteld wordt het<br />

wapen opzij gegooid, niet meer te gebruiken. Onverschillig voor alles wat<br />

er <strong>om</strong> me heen gebeurt lig ik op mijn rug. Bijt op mijn tanden voor de<br />

stekende pijn. De reactie k<strong>om</strong>t, nu voel ik pas hoe moe ik ben. Ondanks de<br />

felle zon huiver ik van de kou, de jas die over me ligt helpt niet. Boven<br />

mijn hoofd zie ik nu een grote steen hangen. Vastgebonden aan wat ijzerdraden<br />

houdt hij de mijt bij elkaar. Dadelijk valt hij, dan ben je er geweest!<br />

denk ik bij mezelf. Het laat me koud, ik blijf liggen waar ik lig. Het<br />

knallen neemt <strong>in</strong> heftigheid toe. Naast me, op het schuurtje, schampt een<br />

kogel af. De korporaal, die <strong>om</strong> een hoek verschanst zit, trekt van schrik<br />

zijn blonde kop terug als een kogel hem rakel<strong>in</strong>gs mist. Dan hoor ik hoe<br />

van voor ons geroepen wordt: "Boodschap van de luitenant! Doorgeven!"<br />

Onze sectiec<strong>om</strong>mandant luitenant Van Kessel zit schu<strong>in</strong> voor ons <strong>in</strong> een<br />

sloot. Hij heeft een situatieschets gemaakt met een bericht <strong>om</strong> versterk<strong>in</strong>g.<br />

In een tr<strong>om</strong>meltje wordt het papier naar ons toegeworpen. "Ja, Doorgeven!"<br />

moppert sergeant Scholten, "Maar achter ons zit niemand! Weet je<br />

wat Ben, jij moet toch terug, neem die boodschap mee!" Ze stoppen het<br />

bericht tussen het armverband. Mijn uitrust<strong>in</strong>g laat ik achter, die is te<br />

zwaar. Alleen het pistool stop ik <strong>in</strong> mijn broekzak. "Hou je taai!" kl<strong>in</strong>kt het<br />

als afscheidsgroet. Het was het laatste dat ik van mijn groepsc<strong>om</strong>mandant<br />

hoorde. 's-Middags vond hij op bijna dezelfde plaats met nog drie man de<br />

dood.<br />

Luitenant Van Kessel beleefde het gebeuren uiteraard op zijn manier: Als<br />

ze de afslag naar het vliegveld gepasseerd zijn k<strong>om</strong>t het bevel: L<strong>in</strong>ks uit de<br />

flank het vliegveld op! Hij zondert een deel van zijn mannen af. "Niet allemaal<br />

tegelijk de Wassenaarseweg over. Wij hier, jullie honderd meter<br />

verderop. Denk er<strong>om</strong>, <strong>in</strong> een boog door de du<strong>in</strong>en heen en eerst verdekt<br />

opstellen. Wacht op mijn teken, dan oversteken!" Veel eerder en dichterbij<br />

dan hij verwachtte ziet de luitenant daarop soldaten de weg oversteken.<br />

Zonder zijn teken af te wachten! "Kon ik het weten dat het manschappen<br />

waren van een ander regiment?" schreef hij later. Hij kon ook niet weten<br />

82<br />

dat zijn rechterflank bij het <strong>om</strong>zwenken op de vijand gestuit was. Dat g<strong>in</strong>g<br />

zo: <strong>in</strong>eens stond een Duits officier met het pistool <strong>in</strong> de hand boven hen op<br />

een du<strong>in</strong>. "Geef je over!" Dat tegen de sergeant. Maar voor die wat kon<br />

zeggen schoten zijn soldaten de Duitser neer. Daarop gooiden deDuitsers<br />

met handgranaten. Waarmee de hele groep buiten gevecht werd gesteld.<br />

De luitenant, <strong>in</strong>middels de weg overgestoken, gaat via greppels en gedekt<br />

door heggen zo vlug mogelijk voorwaarts. Tot op ons middel zijn we doornat.<br />

Mijn uitrust<strong>in</strong>g h<strong>in</strong>dert me verschrikkelijk. Ieder ogenblik blijven klewangdrager,<br />

pistooltas en kijkerfoudraal achter graspollen steken. Plotsel<strong>in</strong>g<br />

stuit ik op een groep soldaten. Dicht tegen elkaar liggen ze daar langs<br />

een slootkant, een tiental mannen. Op mijn vraag; Wat doen jullie daar?<br />

k<strong>om</strong>t het verbluffende antwoord: Dat weten we niet. Waar is je c<strong>om</strong>mandant?<br />

Dat weten we niet. Waar k<strong>om</strong>en jullie vandaan? Uit Leiden met de<br />

bus. Hebben jullie een mitrailleur? Nee luit. Patronen? Tien per man. Luit<br />

mogen we met u mee, we weten niet waar we anders heen moeten. Het<br />

waren recruten van het 22RI depot. De opleid<strong>in</strong>g wordt <strong>in</strong>gelijfd en krijgt<br />

een c<strong>om</strong>mandant toegewezen. Van Kessel, van men<strong>in</strong>g dat hij nu drie<br />

groepen onder zijn bevel heeft, zet de aanval voort. Maar waar blijft de<br />

rechterflank? Helaas treft een aantal schoten mijn mitrailleurschutter <strong>in</strong><br />

de arm en tevens de doos en het huis van diens mitrailleur, de laatste die<br />

me nog rest. De helper doet zijn uiterste best het wapen nog <strong>in</strong> orde te<br />

brengen maar er is geen beweg<strong>in</strong>g <strong>in</strong> te krijgen.<br />

Op ongeveer 150 meter land<strong>in</strong>waarts vanaf de Wassenaarseweg staat een<br />

schuurtje. Weer een verrass<strong>in</strong>g: er ligt reeds een sergeant met twee manschappen!<br />

Ook al van het depot. Ook zij sluiten zich bij het legertje van de<br />

luitenant aan. Omzichtig gaat het verder. Van dekk<strong>in</strong>g naar dekk<strong>in</strong>g. Een<br />

honderd meter verder stuiten ze op een brede dwarssloot. Daar<strong>in</strong> ligt een<br />

vlet en onder dekk<strong>in</strong>g daarvan weten ze ongedeerd de overkant te bereiken<br />

naar een schuurtje en een hooimijt aldaar. Zo naderen ze steeds dichterde<br />

brug over de Grote Water<strong>in</strong>g. Daar, een tiental meters ten zuiden van die<br />

brug en op het vliegveld staat een hei-stell<strong>in</strong>g. Daar zit de vijand. De<br />

sergeant gaat vooruit <strong>om</strong> de Grote Water<strong>in</strong>g te verkennen. De luitenant en<br />

zijn mannen liggen <strong>in</strong> een sloot. Plotsel<strong>in</strong>g staat er naast de heistell<strong>in</strong>g een<br />

man met opgeheven handen. Geeft de vijand zich over? Voorzichtig staat<br />

83


Schets van de afgelegde route bij de aanval op het vliegveld.<br />

84<br />

de luitenant op en gaat naar voren. "K<strong>om</strong>men Sie nach her!" De man zegt<br />

echter: "Nee, u moet zich overgeven, u kunt niet meer terug!" Het is korporaal<br />

Van Veen en door de Duitsers naar voren gestuurd. De luitenant<br />

schrijft: Nu gaat er toch een rill<strong>in</strong>g over mijn ruggegraat. Hoe kon ik zo<br />

d<strong>om</strong> zijn de veilige modder te verlaten. Heel voorzichtig doe ik een stapje<br />

achteruit en roep: Ich verstehe Sie nicht! en wenk hem met de klewang<br />

dichterbij te k<strong>om</strong>en. Nog een paar stapjes achteruit. Weer roept korporaal<br />

Van Veen: U moet u overgeven! Nog een stapje, het lukt, met een zucht<br />

van verlicht<strong>in</strong>g zak ik weer <strong>in</strong> de veilige, vertrouwde modder. Een m<strong>in</strong>uut<br />

lang was ik een pracht van een schietschijf geweest!<br />

Het was verwarr<strong>in</strong>g over en weer. Ook de Duitsers begrepen er niets van<br />

en lieten Van Veen de water<strong>in</strong>g oversteken <strong>om</strong> precies uit te gaan leggen<br />

wat hun bedoel<strong>in</strong>g was. Waarop de luitenant hem onverhoeds bij zijn jas<br />

kon grijpen en naast zich <strong>in</strong> de modder trekkken. Veilig voor de kogels die<br />

onmiddellijk daarop <strong>in</strong>sloegen, enkele decimeters naast hun hoofd. Van<br />

Veen wist te vertellen dat er daar vijf Duitsers zaten met drie mitrailleurs.<br />

Aangezien ze nu precies wisten waar de mitrailleurs stonden werd dat<br />

plekje beschoten. Maar weer verscheen er een man bij de heistell<strong>in</strong>g met<br />

de handen hoog. Ook hij waadt door de sloten. Dan ziet hij de sergeant, ze<br />

praten met elkaar en even later verlaat de sergeant zijn veilige plaats en<br />

loopt met de handen <strong>in</strong> de hoogte richt<strong>in</strong>g hei-stell<strong>in</strong>g. Van twee zijden<br />

wordt er nu <strong>om</strong> het hardst geschreeuwd: de luitenant aan de ene, de Duitsers<br />

aan de andere kant. Daartussen<strong>in</strong> staan de twee wankelmoedige mannen,<br />

aarzelend tussen voor of achterwaarts gaan! Als de Duitsers echter<br />

dreigen met handgranaten te gaan gooien w<strong>in</strong>nen zij het pleit.<br />

De kans <strong>om</strong> de vijand <strong>in</strong> de flank aan te vallen is nu verkeken. De tr<strong>om</strong>meltap<br />

wordt gebruikt voor het verzenden van een bericht: Vijandelijke<br />

mitrailleur bij heistell<strong>in</strong>g. M<strong>in</strong>stens een halve groep. Wij (1e sectie) liggen<br />

80 meter ervoor en 40 meter naar rechts. Verzoeke vuur op heistell<strong>in</strong>g! De<br />

tr<strong>om</strong>mel wordt naar achteren doorgegeven en (door Ben Collignon) naar<br />

de c<strong>om</strong>mandant gebracht. Maar <strong>in</strong> plaats van vuur k<strong>om</strong>t er een ordonnans<br />

aangekropen, de sectie moet terugtrekken. Orders van de kapite<strong>in</strong>. Volgens<br />

de regelen der kunst trekken ze terug.<br />

Ben Collignon was deze terugweg reeds gegaan: Eerst ga ik een stuk<br />

kruipend maar als ik tot twee maal toe op de gewonde arm ben gerold, be-<br />

85


sluit ik maar liever door de sloot te waden. De grond zuigt en zwaar pletsen<br />

mijn schoenen <strong>in</strong> de modderige bodem. Ongeh<strong>in</strong>derd weet ik de weg te<br />

bereiken. De zon straalt fel op het asfaltdek, een verzengende warmte<br />

hangt erboven. Tegen een berm hangt een vrachtauto, de kap is aan flarden<br />

geschoten. De bestuurder is nergens te zien. Behoedzaam kijk ik l<strong>in</strong>ks<br />

en rechts van de weg, werd hier zo juist niet geschoten? Dan hol ik <strong>in</strong> een<br />

ren naar de overkant en laat me <strong>in</strong> een greppel vallen. Net op tijd want<br />

weer hoor ik het bekende geluid. Ik steun op mijn gewonde arm maar durf<br />

me niet te verroeren. Pas na een m<strong>in</strong>uut of vijf, het lijkt een eeuwigheid,<br />

durf ik behoedzaam vooruit te kruipen tot onder de b<strong>om</strong>en. Gebogen lopend<br />

ga ik verder tot ik op een wachtpost stuit, die brengt me naar kapite<strong>in</strong><br />

Segaar. Het briefje ben ik kwijt geraakt, mondel<strong>in</strong>g breng ik de boodschap<br />

over. "Kapite<strong>in</strong>, ik k<strong>om</strong> van luitenant Van Kessel, we zitten bij de<br />

brede sloot die rond het vliegveld loopt (de Grote Water<strong>in</strong>g?). Vanuit de<br />

schuren daar worden we fel bestookt. Luitenant Van Kessel vraagt u <strong>om</strong><br />

vuur uit te laten brengen op die keten!" De majoor klopt me op de schouder,<br />

"Best kerel, ben je ernstig gewond?" Naast zijn martiale figuur voel ik<br />

me erg nietig en recht mijn schouders: "Nee majoor, een schot, meer niet!"<br />

"Nou kerel, je moet maar naar de verbandplaats gaan <strong>in</strong> de watertoren.<br />

Weet je de weg? Anders stuur ik iemand mee." Ik denk aan de vele keren<br />

dat we hier oefenden wat nu bittere werkelijkheid is geworden. "Niet nodig<br />

kapite<strong>in</strong>, ik weet het wel!" Iemand fluistert me nog het wachtwoord toe:<br />

Schuitemaker. Hier tussen de du<strong>in</strong>en heerst nog de stilte van de <strong>mei</strong>morgen.<br />

Zonder op of <strong>om</strong> te kijken ga ik voort tot een stem me toeroept: "Halt<br />

of ik schiet!" Beduusd blijf ik staan. "Wachtwoord?" kl<strong>in</strong>kt de onzichtbare<br />

stem opnieuw. Angstig probeer ik me het woord te her<strong>in</strong>neren, "Schuitemaker!"<br />

Ik jubel het uit. De eigenaar van de stem k<strong>om</strong>t tevoorschijn. Het is<br />

een luitenant van de artillerie. Ik krijg de raad niet door maar langs de<br />

du<strong>in</strong>en mijn weg te vervolgen, dat is veiliger. Ik ga dezelfde weg als die<br />

morgen, akkers <strong>om</strong> de vijftig meter gescheiden door hakhout of prikkeldraad.<br />

Bij één der afscheid<strong>in</strong>gen duikel ik <strong>om</strong>laag, een stuk verband blijft<br />

wapperend aan het draad achter. Juist als ik midden op het aardappelveld<br />

loop k<strong>om</strong>en de zware vliegtuigen. Laag gaan ze, hoogstens honderd meter.<br />

Speurend naar de troepenopstell<strong>in</strong>gen. Maar de b<strong>om</strong>en en de du<strong>in</strong>en<br />

geven hun geheimen niet prijs, de wapens zwijgen <strong>om</strong> hun posities niet te<br />

86<br />

verraden. Ik ren <strong>in</strong> paniek naar een heg en val hijgend neer, diep onder<br />

een struik kruip ik, mijn hoofd stijf tegen de grond. Pas als de mach<strong>in</strong>es<br />

niet meer hoorbaar zijn, durf ik op te kijken <strong>om</strong> dan als versteend te blijven<br />

staren naar een vage figuur voor me. Door het kreupelhout is zichtbaar<br />

hoe iemand me op een paar meter afstand onafgebroken bespiedt.<br />

Roerloos op mijn handen geleund blijf ik liggen, probeer te zien of het<br />

vriend of vijand is. Maar ook de ander verroert zich niet, ik voel me angstig<br />

worden onder deze starre bedreig<strong>in</strong>g. Dan verman ik me en besluit<br />

maar liever alles te wagen dan de knellende onzekerheid te laten duren.<br />

Zo zacht ik kan kruip ik vooruit, het pistool <strong>in</strong> mijn hand. Niets bespr<strong>in</strong>gt<br />

me, alles blijft stil, slechts mijn hijgende ademhal<strong>in</strong>g is hoorbaar. Nog wat<br />

vooruit, nog iets. Dan kan ik zien, dwaas spr<strong>in</strong>g ik op, stoot schorre geluiden<br />

uit, schop uit wraak tegen de vogelverschrikker die onaantastbaar<br />

voor de oorlog op zijn ene poot staat te sch<strong>om</strong>melen. Mijn angst is geweken<br />

en zorgeloos wandel ik verder, rechtop. In een greppel v<strong>in</strong>d ik twee<br />

burgers die, als ze me zien naderen, angstig hun handen <strong>om</strong>hoog steken.<br />

Verwonderd kijk ik naar hun bange gezichten tot ik merk dat het pistool <strong>in</strong><br />

mijn hand nog steeds dreigend vooruit wijst. Ik stop het weg en stel hen<br />

gerust. Ze liggen daar al uren, 's-morgens op weg naar hun werk moesten<br />

ze dekk<strong>in</strong>g zoeken en durven nu niet meer verder of terug. Verschrikt draai<br />

ik me <strong>om</strong>, iets verder kl<strong>in</strong>kt een reutelend geluid, een stem roept "Mutter".<br />

De burgers wijzen me een Duitse soldaat, een parachutist, zijn valscherm<br />

over hem heen gedrapeerd. Zijn adem gaat met horten en stoten. Hij<br />

schijnt mijn aanwezigheid te bemerken want zachtjes m<strong>om</strong>pelt hij "Wasser,<br />

wasser". Om daarna weer onverstaanbare klanken te uiten waarvan ik<br />

alleen het woord "Mutter" opvang. De oude man die bij me staat vertelt<br />

dat ze hem gevonden hebben en hier neergelegd. "We kunnen hem niet<br />

helpen want er is hier geen water. De stervende ligt nu roerloos, hij<br />

draagt een soort overal, nauwgesloten over zijn uniform. De banden <strong>om</strong><br />

zijn polsen knoop ik los en ook zijn halskraag. "Wasser?" hoor ik weer,<br />

zelf voel ik nu mijn eigen droge lippen en begrijp wat deze stervende jongen<br />

moet voelen. Maar water is er alleen aan de overzijde van de weg, <strong>in</strong> de<br />

sloten. Kan ik daar k<strong>om</strong>en? Voorzichtig kruip ik door het kreupelhout naar<br />

de wegkant, dan met een snelle ren de weg over. Daar hoor ik mijn vrienden,<br />

de kogels, alweer hun fluitje blazen. Mis hoor, jullie pakken me geen<br />

87


tweede keer. Het water <strong>in</strong> de sloot is vuil en drabbig maar gulzig slurp ik<br />

ervan. Dan maak ik mijn zakdoek kletsnat, het is geen schone, er zit bloed<br />

aan en vuil, maar dat is m<strong>in</strong>der erg. Terug weer, op dezelfde manier. De<br />

gewonde soldaat ligt onbeweeglijk met de mond wijd open. Zodra zijn<br />

lippen de druppels water proeven maken ze een slurpende beweg<strong>in</strong>g. Als<br />

de zakdoek uitgeknepen is leg ik die op zijn voorhoofd, voor afkoel<strong>in</strong>g. De<br />

soldaat beg<strong>in</strong>t weer te ijlen en roept steeds maar <strong>om</strong> zijn moeder die God<br />

weet hoe ver weg is. Hulpeloos zit ik erbij, niet <strong>in</strong> staat iets meer voor de<br />

arme kerel te doen. Misschien heeft hij last van de zon, ik trek de parachute<br />

over zijn gezicht. Dan, na een "weesgegroetje" laten we hem alleen.<br />

Moeder Maria zal over hem waken. De burgers die <strong>in</strong> Katwijk thuishoren,<br />

willen met me mee maar ik raad het hen af, ze kunnen me beter op enige<br />

afstand volgen. De zon staat hoog aan de hemel. Er is een zekere onverschilligheid<br />

over me gek<strong>om</strong>en. Ik loop rechtop verder terwijl mijn verband<br />

naast me wappert, als een grote witte vlag. Mijn maag doet zich voelen en<br />

spoort me aan. In de verte k<strong>om</strong>t een auto aanrijden. Ik beg<strong>in</strong> te hollen en<br />

juist bij de weg bemerkt de chauffeur me, de auto stopt, het is een ziekenauto<br />

uit Katwijk. "Wacht hier maar, dadelijk als ik terugk<strong>om</strong> neem ik je<br />

mee!". Verheugd ga ik zolang <strong>in</strong> een greppel liggen, alle zorgen zijn voorbij<br />

en ik val <strong>in</strong> slaap. Hoelang ik daar lag weet ik niet maar als ik wakker<br />

schrik vliegt juist de ziekenauto voorbij. Ik schreeuw hem achterna maar<br />

hij verdwijnt uit het zicht en daarmee mijn hoop op redd<strong>in</strong>g. Teleurgesteld<br />

en ontgoocheld laat ik me weer <strong>in</strong> de greppel vallen, mijn energie is verdwenen<br />

en moedeloos lig ik, eerst zachtjes snikkend dan huilend met woeste<br />

schokken. Dan wordt het leeg <strong>in</strong> mijn hoofd, de <strong>om</strong>gev<strong>in</strong>g verdwijnt en ik<br />

besef niets meer.<br />

Henk Broer beschrijft hoe ze l<strong>in</strong>ea recta naar de watertoren optrokken en<br />

onderweg hun geweren leegschoten op een laagvliegende Junker. De kist<br />

zwenkte af en landde op het vliegveld. De mannen juichten alsof de oorlog<br />

reeds gewonnen was. Een neerduikend Duits jachtvliegtuig bracht hen al<br />

gauw op andere gedachten. Vlak bij de watertoren zagen ze de eerste<br />

gewonde. Volgens Henk was de verdere tocht door het du<strong>in</strong> chaotisch. De<br />

Duitsers konden achter iedere heuvel opduiken. Ze leerden al gauw hun<br />

handgranaten te vrezen. Giel van der Helm lag achter zijn lichte mitrailleur<br />

en kreeg zo'n d<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de buurt. Ze dachten: Die is er geweest! Hij echter<br />

88<br />

schudde het zand van zijn hoofd en vuurde gewoon verder. Henk en de<br />

zijnen namen stell<strong>in</strong>g bij de watertoren. Ze waren de eerste uren druk met<br />

gewondentransport.<br />

Piet van Dijk en zijn sectie waren bij het beg<strong>in</strong> van de kampweg<br />

aangek<strong>om</strong>en. Ze werden beschoten uit de richt<strong>in</strong>g van de Pan van Persijn.<br />

Een aantal hunner aangevuurd door de vaandrig Van de Nieuwe Giessen,<br />

werd daarheen gezonden. Piet was er bij. Ze kwamen bij een over de weg<br />

gebouwde noodbrug. De brug diende voor aanvoer van zand naar het<br />

gedeeltelijk nog <strong>in</strong> aanleg zijnde vliegveld. Het zand werd vervoerd <strong>in</strong><br />

lorries over rails. De brug was door een dijk met de zandw<strong>in</strong>plaats verbonden.<br />

Achter die zanddijk lag de vijand. Nu was het zo dat hij, die het eerst<br />

zijn hoofd zou laten zien, een gerede kans liep dat kwijt te raken. Dus<br />

wachten! Maar de Duitsers waren ook niet gek, ze beschikten over handgranaten<br />

met een steel. Daarmee konden ze onwijs ver gooien! Met een<br />

wijde boog over de dijk heen. Het gevolg was beroerd. De vaandrig raakte<br />

gewond. Er waren nog meer gewonden, ondermeer Leen Fije, Jan Fransen<br />

en Adriaan van Es. En een dode, Frans Gödde, een Schiedammer. Het<br />

peloton trok naar een veiliger plaats terug en lag daar geruime tijd verslagen<br />

bijeen. De gewonden werden verzorgd. De vaandrig verbood hen<br />

verder te trekken. Hij had we<strong>in</strong>ig moeite hen te overtuigen. Het peloton<br />

bleef wachten tot de afvoer van de gewonden. De vaandrig kon met het<br />

eerste transport niet mee. 't Wachten duurde lang zodat Piet tenslotte de<br />

man maar op zijn rug nam. Het was een zware tocht.<br />

Mall<strong>in</strong>ckrodt had geleerd dat er meer mensen en sterker wapens nodig<br />

waren <strong>om</strong> de Duitsers van het vliegveld te verdrijven. Hij blies de aftocht.<br />

Gehavend maar <strong>in</strong> goede orde kwam de c<strong>om</strong>pagnie opnieuw <strong>in</strong> stell<strong>in</strong>g,<br />

tegenover de kampweg, ten westen van de Wassenaarseweg, <strong>in</strong> de du<strong>in</strong>en.<br />

Daar werd stand gehouden.<br />

89<br />

2.25 Willem de Zwijger<br />

Jan van Alphen werd <strong>in</strong> 1914 <strong>in</strong> Schiedam geboren, vervulde zijn dienstplicht<br />

<strong>in</strong> 1934, is als korporaal gemobiliseerd en na een kaderopleid<strong>in</strong>g<br />

sergeant geworden. Hij werd <strong>in</strong>gedeeld bij het derde bataljon van het 4e<br />

regiment <strong>in</strong>fanterie en <strong>om</strong> precies te zijn bij een sectie zware mitrailleurs


(MC-III-4RI). De naam van zijn directe meerdere, een luitenant, kan hij<br />

zich niet her<strong>in</strong>neren, wel zijn bijnaam, ze noemden hem Willem de Zwijger.<br />

Op 10 <strong>mei</strong> <strong>1940</strong> was Jan <strong>in</strong>gekwartierd <strong>in</strong> De Roskam, een bekend<br />

logement <strong>in</strong> Katwijk aan de Rijn. Voor zes uur 's-morgens had hij zijn<br />

eerste verkenn<strong>in</strong>gstocht al gemaakt. Op eigen houtje was hij de draaibrug<br />

over gelopen, de Overrijn op.Daar <strong>in</strong> het bos zoals hij het noemde, <strong>om</strong> de<br />

heerenschool (het sem<strong>in</strong>arie), was er niets aan de hand. Alles was rustig.<br />

Kort daarna stond de mitrailleurc<strong>om</strong>pagnie bepakt en gezakt nabij het dorp<br />

aangetreden. Enige officieren waren <strong>in</strong> druk overleg verwikkeld. De sectie<br />

van Jan kreeg tenslotte een richt<strong>in</strong>g gewezen, het dorp <strong>Valkenburg</strong>. Niet<br />

over de <strong>Valkenburg</strong>seweg maar door het wijde polderland moesten ze<br />

gaan. Achter de huizen <strong>om</strong>.<br />

Een sectie telde een officier, drie sergeants, drie korporaals en dertig<br />

soldaten en beschikte over drie zware mitrailleurs. De soldaten hadden<br />

ieder een eigen karabijn. De zware mitrailleurs konden over de weg met<br />

een tweewielige kar vervoerd worden, <strong>in</strong> het terre<strong>in</strong> werd de kar achtergelaten.<br />

Dan droegen twee man de affuit en een derde de mitrailleur. Ook de<br />

patroonband en de munitiekistjes moesten worden meegesleept op een<br />

karretje. Het was een prachtig wapen, aldus Jan, maar niet zo geschikt<br />

voor aanvallen <strong>in</strong> het terre<strong>in</strong>. De sergeant noch de korporaal, laat staan de<br />

soldaten, wisten <strong>in</strong> welk verband de operatie zou plaats v<strong>in</strong>den. Waren er<br />

op dat m<strong>om</strong>ent nog andere acties gaande? Waar waren de drie andere<br />

secties van de c<strong>om</strong>pagnie? Ze wisten het niet. Hun herder was Willem en<br />

die zei niks.<br />

Ze ploeterden door weilanden en tu<strong>in</strong>en en kwamen tot een plaats waar<br />

zand werd overgeslagen. Er was een smalspoor, er stonden wat lorries.<br />

Nog geen 200 meter land<strong>in</strong>waarts en dicht bij de eerste huizen van<br />

<strong>Valkenburg</strong> (Borculo). Ze zagen de Duitse vliegtuigen op het veld en<br />

soldaten die er <strong>om</strong>heen liepen. "Die nemen we onder vuur!" c<strong>om</strong>mandeerde<br />

Jan. De mitrailleurs werden opgesteld en weldra kon er geschoten<br />

worden. Achteraf zei Jan: "Dat had niet gemoeten. Daardoor trokken we<br />

de aandacht! De luitenant zei ook niets." Meteen werden ze vanaf de<br />

<strong>Valkenburg</strong>seweg beschoten, <strong>in</strong> de rug aangevallen. De Duitsers bleken<br />

veel dichterbij en dat <strong>in</strong> groter aantal dan gedacht was. Er vielen doden.<br />

Ondermeer Van Veen en een onbekende rekruut die was k<strong>om</strong>en aanlopen.<br />

90<br />

Ze kwamen onder mortiervuur te liggen, gemene wapens die een regen<br />

van scherfjes produceerden. Jan werd <strong>in</strong> zijn been en knie getroffen. Er zat<br />

niets anders op dan zich terug te trekken en later over te geven. De grendels<br />

van de mitrailleurs werden <strong>in</strong> de sloot gegooid, de handen <strong>om</strong>hoog<br />

gestoken. Even later werden ze als krijgsgevangenen afgevoerd naar de<br />

dorpskerk, de gewonden naar een zaal van het raadhuis <strong>om</strong> behandeld te<br />

worden. De luitenant en nog wat mannen hadden zich ergens verborgen en<br />

stil gehouden. Zij ontkwamen.<br />

91<br />

2.26 Aan en afvoer<br />

George Vreeburg woont tegenwoordig <strong>in</strong> een riante won<strong>in</strong>g <strong>in</strong> Lisse, op de<br />

grond die eens zijn opa tot de bollenteelt bewoog. Hij was van licht<strong>in</strong>g<br />

1938, kon als oudste zoon slecht gemist worden <strong>in</strong> het bloementeeltbedrijf<br />

van zijn vader en had daar<strong>om</strong> geen behoefte aan enige opleid<strong>in</strong>g tot een<br />

hogere rang <strong>in</strong> het leger. Door allerlei <strong>om</strong>standigheden, de mobilisatie, de<br />

ger<strong>in</strong>ge soldij (ƒ1,05 per week), kwam hij er toch toe de rang van korporaal<br />

te accepteren. Hij was <strong>in</strong>gedeeld bij een sectie zware mitrailleurs<br />

(MC-III-4RI), sectiec<strong>om</strong>mandant was kapite<strong>in</strong> Verleun die <strong>in</strong> het burgerleven<br />

onderwijzer was. George lag <strong>in</strong> het sem<strong>in</strong>arie te Katwijk aan de Rijn.<br />

Daar, <strong>in</strong> de lokalen van de "heerenschool", sliepen de korporaals en de<br />

soldaten op hun strozak op de grond. Geen stoelen of tafels dienden hun<br />

gerief. Op bed werd het eten genuttigd. Naarmate hun z<strong>in</strong>delijkheid stonk<br />

het meer of m<strong>in</strong>der <strong>in</strong> die ruimten. Het lokaal van de "Vette hap", een<br />

andere sectie, was <strong>om</strong> die reden berucht. De officieren waren bij burgers<br />

<strong>in</strong>gekwartierd.<br />

Er was kader tekort, er werden vrijwilligers gezocht <strong>om</strong> sergeant te worden.<br />

Drie man gaven zich op, Jan van Alphen, Henk Roest en George<br />

Vreeburg. De opleid<strong>in</strong>g was <strong>in</strong> Noordwijk. Daar maakten ze kennis met<br />

kapite<strong>in</strong> Matla, <strong>in</strong> het burgerleven rechtsgeleerde. Een man met gezag. Het<br />

verhaal gaat dat bij een oefen<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de du<strong>in</strong>en (de zware mitrailleur moest<br />

met alle hebben en houden du<strong>in</strong> op du<strong>in</strong> af gesleept worden) de jongens<br />

zich voor het volgende du<strong>in</strong> kreunend lieten vallen: "Er op kan niet meer!"<br />

Flauwekul natuurlijk. Matla trok daarop zijn pistool, haalde de veiligheidspal<br />

(met wat extra vertoon) over. De soldaten keken elkaar aan, je zag ze


denken: "Hij is er gek genoeg voor!" De kapite<strong>in</strong> hoefde niets te zeggen,<br />

voort g<strong>in</strong>g het weer, vele heuvels op en af. Geheel anders Verleun, die zal<br />

misschien op de lagere school de w<strong>in</strong>d eronder gehad hebben, onder de<br />

zware jongens van de MC had hij we<strong>in</strong>ig <strong>in</strong> te brengen.<br />

De dag voor de oorlog, op 9 <strong>mei</strong>, was sergeant George Vreeburg c<strong>om</strong>mandant<br />

van een zware mitrailleurgroep. Ze waren nog immer gelegerd <strong>in</strong><br />

het sem<strong>in</strong>arie en marcheerden heen en weer naar hun wachtpost op het<br />

vliegveld. S<strong>in</strong>ds enige tijd was de hoogste graad van paraatheid bevolen en<br />

dat hield voor hen <strong>in</strong>: 24 uur op en 24 uur af. Omstreeks zeven uur<br />

's-avonds werd hij afgelost. De zware mitrailleur stond ergens op het vliegveld<br />

opgesteld. Waar precies? George her<strong>in</strong>nert zich een water niet veraf,<br />

dat de mitrailleur op het veld gericht was en dat hij een deel van de dag<br />

tegen de zon <strong>in</strong> moest kijken. Hij meent dat het aan de <strong>Valkenburg</strong>se zijde<br />

van het vliegveld was. De opstell<strong>in</strong>g was niet geweldig, een kuil <strong>in</strong> de<br />

grond, niet al te diep vanwege het grondwater. Wat graszoden rond<strong>om</strong>.<br />

Van boven geheel open en bloot. "Natuurlijk waren we niet de hele nacht<br />

klaar wakker, s<strong>om</strong>migen konden overal slapen, onder hun dikke soldatenjas".<br />

Vreeburg sliep die nacht <strong>in</strong> het sem<strong>in</strong>arie en was 's-morgens al<br />

vroeg wakker, gewekt door de b<strong>om</strong>men op het vliegveld. Even later stond<br />

iedereen buiten onder de b<strong>om</strong>en, bepakt en gezakt. Niemand wist wat er<br />

aan de hand was. Waren het Duitse vliegtuigen die laag over hen heen<br />

vlogen? Iemand vroeg: "Zullen we schieten?" Een ander met meer overtuig<strong>in</strong>gskracht<br />

schreeuwde: "Niet doen, dan schieten ze terug!" Na een halfuurtje<br />

waren ook de officieren uit hun respectievelijke onderk<strong>om</strong>ens gearriveerd.<br />

Die staken de koppen bij elkaar. Overste Buurman was er niet bij.<br />

Naar verluid was de grote baas bij een bakker <strong>in</strong> Noordwijk <strong>in</strong>gekwartierd<br />

en zeer verstoord dat hij te laat gewekt was. Ook kon niet met zekerheid<br />

gezegd worden dat Mall<strong>in</strong>ckrodt daarbij aanwezig was. Hoe dan ook, er<br />

kwamen marsorders. Geen van de onderofficieren en soldaten wist wat de<br />

bedoel<strong>in</strong>g was, noch wat de plannen waren. Soldaten worden niet geacht te<br />

denken en slechts bevelen op te volgen. Ze vielen ten prooi aan de geruchtenstro<strong>om</strong><br />

die toen al gretig gehoor vond.<br />

In het kielzog van de tirailleurs trok ook de sectie zware mitrailleurs,<br />

richt<strong>in</strong>g vliegveld, over de Wassenaarseweg. Kapite<strong>in</strong> Verleun voorop.<br />

Ergens <strong>in</strong> die rij moeten Ben Tijsen en Willem Lefeber gelopen hebben,<br />

92<br />

ieder bij hun eigen mitrailleurgroep. George voelde zich wat ongelukkig <strong>in</strong><br />

die rij. Hij naar de kapite<strong>in</strong>. "Ik heb geen mitrailleur, wat moet ik?" Het<br />

was op de Wassenaarseweg, nog voor het tankstation. Verleun zei: "Blijf<br />

hier achter, dan ben je vanaf nu hoofd munitie aanvoer!" Er waren een stuk<br />

of zes wagentjes met reservemunitie. Ergens naast een muur werd het spul<br />

neergezet en gecamoufleerd. George kreeg de tijd <strong>om</strong> eens <strong>om</strong> zich heen te<br />

kijken. L<strong>in</strong>ks en rechts werd geschoten. Valschermjagers daalden neer.<br />

Na enige tijd, het was ongeveer tien uur, half elf, besloot hij op verkenn<strong>in</strong>g<br />

te gaan. De munitie werd achtergelaten onder bewak<strong>in</strong>g van zijn<br />

soldaten. Niet ver van de opslagplaats lag een gesneuvelde soldaat, onder<br />

zijn fiets. Even later had het rijwiel een andere berijder. Maar ook die<br />

eenzame peddelaar werd onder vuur gen<strong>om</strong>en. Voorovergebogen, alsof hij<br />

een zware storm tegen had, racete George over een smal pad naar de<br />

straatweg richt<strong>in</strong>g dorp <strong>Valkenburg</strong>. Zo hard hij kon. Achter een wortelpet,<br />

een hoop van kunstig opeengestapelde bossen waspeen, zag hij een<br />

luitenant met zijn mannen. "Is er munitie nodig?" Dat was er maar niet<br />

slechts daar, de kapite<strong>in</strong> zat ergens bij de du<strong>in</strong>en, ook daar moest munitie<br />

heen. De luitenant wees <strong>in</strong> westelijke richt<strong>in</strong>g. Het hoofd van de munitieaanvoer<br />

keek bedenkelijk "Ik ga, maar wie gaat er met me mee?" Veel<br />

liefhebbers waren er niet voor de gevaarlijke missie maar ten lange leste<br />

was een zekere T<strong>om</strong>pson uit Noordwijk bereid hem te volgen. Samen<br />

liepen ze de weg terug naar de plaats waar de munitie verborgen was.<br />

Daarop benoemde George één der achtergebleven soldaten tot c<strong>om</strong>mandant<br />

en stelde hem voor de keus. "Wat wil je, l<strong>in</strong>ks of rechts?" De man<br />

koos l<strong>in</strong>ks en sjouwde met zijn manschap en munitiekarretje het pad af,<br />

richt<strong>in</strong>g dorp <strong>Valkenburg</strong>. George nam zijn deel van de voorraad en liep<br />

met T<strong>om</strong>pson de Wassenaarseweg op. Nog geen tweehonderd meter verder<br />

werden ze weer beschoten. Kogels fluiten niet maar maken een sissend<br />

geluid als ze langs je hoofd schieten! Rennen, zo hard mogelijk, m<strong>in</strong> of<br />

meer onder dekk<strong>in</strong>g van het karretje. Een treffer <strong>in</strong> de munitie? Niet aan<br />

denken! Een pad op naar de watertoren. Halverwege dat weggetje weer de<br />

du<strong>in</strong>en <strong>in</strong>. Daar werd onder een struikje de munitie verborgen. T<strong>om</strong>pson<br />

bleef achter. De sergeant g<strong>in</strong>g weer op verkenn<strong>in</strong>g. Zo kwam hij na een<br />

hordeloop bij zijn sectie. Die lag tegenover de <strong>in</strong>gang van de kampweg <strong>in</strong><br />

de du<strong>in</strong>en. De kapite<strong>in</strong> vroeg hem van alles. Munitie konden ze wel ge-<br />

93


Luchtfoto van het vliegveld, gemaakt door lt. De Raaf.<br />

bruiken maar vooral eten moest er k<strong>om</strong>en! En sigaretten. En post. Op dat<br />

m<strong>om</strong>ent doken er helmen op boven een du<strong>in</strong>rand. Ieder zat gespannen,<br />

94<br />

waren het Duitsers? Maar nee, zo'n man of vijf en tw<strong>in</strong>tig Nederlandse<br />

soldaten trok voorbij. Een stelletje ongeregeld leek het. Ze verdwenen <strong>in</strong><br />

een du<strong>in</strong>pan. Toen George zich even later weer op weg begaf, zag hij ze<br />

zitten. De geweren op rotten. Zelf languit <strong>in</strong> het zand liggend, anderen<br />

zaten te kaarten. Alsof het een oefen<strong>in</strong>g was! Ongezien wist hij ze te naderen,<br />

greep een geweer, grendelde het en richtte het op de mannen. "Als ik<br />

een mof was geweest waren jullie nu overhoop geschoten!" De soldaten<br />

keken ongeïnteresseerd op naar de uitsloverige sergeant. "Man rot op!" en<br />

toen die niet direct wegliep: "Moet je een pak op je donder hebben!" Een<br />

grofgebouwde Schiedammer stond op. Daar kon de zoon van de bollenkweker<br />

uit Lisse niet tegenop. Zoek het dan zelf maar uit!<br />

95<br />

2.27 Fokkers boven <strong>Valkenburg</strong> (G. Russchenberg)<br />

Het Duitse plan <strong>om</strong> vanuit het westen hoofdzakelijk onze luchtmacht te<br />

overr<strong>om</strong>pelen en op de grond uit te schakelen lukte maar ten dele. Vrijwel<br />

overal konden de al warm gedraaide vliegtuigen nog juist op tijd opstijgen<br />

<strong>om</strong> niet alleen aan de vernietig<strong>in</strong>g te ontk<strong>om</strong>en, maar ook <strong>om</strong> de strijd met<br />

de <strong>in</strong>dr<strong>in</strong>gers aan te b<strong>in</strong>den. Alleen op Bergen boekte de verraderlijke<br />

aanval succes.<br />

Echter vanuit het, gedurende de oorlogsdagen door de Duitsers niet<br />

opgemerkte, noodvliegveld Ruigenhoek bij Noordwijkerhout, werden vele<br />

pog<strong>in</strong>gen ondern<strong>om</strong>en <strong>om</strong> het de Duitsers moeilijk te maken bij hun bezett<strong>in</strong>g<br />

van het vliegveld <strong>Valkenburg</strong>. Al <strong>om</strong> 's morgens 04.35 uur viel het<br />

eerste slachtoffer <strong>in</strong> het <strong>Valkenburg</strong>se luchtruim. Wachtmeester Van Zuylen<br />

achtervolgde met een Fokker-D21 vanaf het vliegveld De Kooy een<br />

He<strong>in</strong>kel He-111. Boven de Wassenaarse Slag werd hij echter door twee<br />

He-111 b<strong>om</strong>menwerpers neergeschoten, waarbij zijn toestel werd vernield<br />

en hij zelf sneuvelde.<br />

Om ongeveer 05.00 uur werd één van de twaalf Junkers-Ju52, die de<br />

parachutisten voor <strong>Valkenburg</strong> vervoerde, bij Katwijk <strong>in</strong> zee neergeschoten.<br />

De Duitsers werden gered en gevangen gen<strong>om</strong>en.


Even later werd er door lt. Metzlar en lt. De Haas met een Fokker-T5 een<br />

formatie van drie vijandelijke vliegtuigen aangevallen, één werd boven zee<br />

neergeschoten en twee andere ernstig beschadigd.<br />

Lt. Thijssen en sgt. Vermaat, die als enige er <strong>in</strong> waren geslaagd tijdig<br />

met een Fokker-G1 van het vliegveld Bergen te vertrekken, schoten drie<br />

op strand staande Junkers <strong>in</strong> brand.<br />

Vanuit de Ruigenhoek startten <strong>om</strong> 06.00 uur lt. Plesman en sgt. Roos<br />

hun Fokker-D21 voor een patrouille (hun vierde vlucht!) naar <strong>Valkenburg</strong><br />

waar zij Duitse vliegtuigen <strong>in</strong> de lucht aanvielen en op het strand onder<br />

vuur namen.<br />

Omstreeks dezelfde tijd zat sgt. Kiel met zijn Fokker-D21, juist vertrokken<br />

van de Ruigenhoek, midden <strong>in</strong> een luchtgevecht met vijf Messerschmitts-Me110.<br />

Het was een tamelijk eenzijdig gevecht <strong>om</strong>dat zijn<br />

wapen niet goed werkte. Hij raakte gewond en verloor de macht over zijn<br />

jager. Het stuurloze toestel sloeg bij Den Deyl te pletter, hij overleefde de<br />

val en hield zich vier uur schuil <strong>in</strong> het wrak voor de daar strijdende luchtland<strong>in</strong>gstroepen.<br />

Om 06.15 uur startte er een verkenn<strong>in</strong>gsvlucht met een Fokker-C5. Na<br />

terugk<strong>om</strong>st meldde de waarnemer lt. Van Huizen ongeveer vijftig vliegtuigen<br />

en tweehonderd witte valschermen op en <strong>in</strong> de <strong>om</strong>gev<strong>in</strong>g van het<br />

veld gezien te hebben. Naar aanleid<strong>in</strong>g van deze observatie kreeg men de<br />

opdracht van C<strong>om</strong>mandant luchtverdedig<strong>in</strong>g: "B<strong>om</strong>bardeer onverwijld de<br />

Duitse vliegtuigen op de velden Waalhaven en <strong>Valkenburg</strong>".<br />

Om 08.20 uur startte een groep van vijf Fokkers-C5 elk voorzien van 4<br />

b<strong>om</strong>men van 25 kg. In formatie vliegend, zonder door de vijand te worden<br />

onderschept, dropten zij van 2000 m hun b<strong>om</strong>men tussen de Junkers waardoor<br />

er een aantal <strong>in</strong> brand vloog. Tw<strong>in</strong>tig m<strong>in</strong>uten later waren ze terug op<br />

de Ruigenhoek.<br />

Tegen 09.00 uur maakten lt. Plesman en sgt. Roos weer een patrouillevlucht<br />

boven Katwijk. Hier werden de mitrailleurs leeg geschoten op<br />

Duitse tegenstanders <strong>in</strong> de lucht en op de grond. Daarna is men geland op<br />

Schiphol.<br />

Om 10.00 uur kreeg men de opdracht het veld te fotograferen. Twee<br />

Fokkers-C5 vlogen laag, "hubobé" (huisje bo<strong>om</strong>pje beestje), er waren veel<br />

vijandelijke vliegtuigen <strong>in</strong> de lucht. Boven het doel snel naar 400 m ge-<br />

96<br />

kl<strong>om</strong>men, maakte lt. De Raaf een aantal overboord foto's. Onmiddellijk<br />

weer hubobé naar de Ruigenhoek. Op de terugweg werden zij aangevallen<br />

door Duitse jagers. Na de land<strong>in</strong>g bleken r<strong>om</strong>p en vleugels vol kogelgaten<br />

te zitten. De foto's werden onmiddellijk naar C<strong>om</strong>mandant luchtverdedig<strong>in</strong>g<br />

gestuurd.<br />

Vanuit het zwaar gehavende vliegveld Bergen startten drie Fokkers-C10<br />

<strong>om</strong> het veld te b<strong>om</strong>barderen. Om 11.20 uur vielen vanaf 1500 m hoogte 21<br />

mijnb<strong>om</strong>men van 50kg elk diagonaal over het terre<strong>in</strong>, verschillende<br />

vliegtuigen op de grond raakten <strong>in</strong> brand. Hoewel was afgesproken dat na<br />

afloop van de aanval elk vliegtuig op eigen gelegenheid, hubobé, naar de<br />

97<br />

De bij Den Deijl neergestorte Fokker D21 nr. 216 van sgt. Kiel<br />

basis zouden terugkeren, konden de bemann<strong>in</strong>gen van twee vliegtuigen de<br />

verleid<strong>in</strong>g niet weerstaan de op het strand staande vliegtuigen onder vuur<br />

te nemen.


2.28 "Vliegveld" Maaldrift (G. Russchenberg)<br />

Ook op de grond was de luchtmacht, toen nog Luchtvaartbedrijf geheten,<br />

actief. Het Luchtvaartbedrijf werd op 8 <strong>mei</strong> overgeplaatst van Soesterberg<br />

naar de Maaldrift. Op 9 <strong>mei</strong> werden de loodsen aan de Maaldrift <strong>in</strong>gericht<br />

voor de Buitendienst. De Keur<strong>in</strong>gsdienst en Radio- en Elektrotechnische<br />

dienst waren ondergebracht <strong>in</strong> de Bollenschuur aan de Spelderslaan te<br />

Wassenaar.<br />

Op 10 <strong>mei</strong> 's morgens, gealarmeerd door de overvliegende Duitse vliegtuigen,<br />

begaf kapite<strong>in</strong> De Kruiff van Dorssen zich met enig personeel naar<br />

de Maaldrift. Om 04.10 uur waren daar ter verdedig<strong>in</strong>g 27 man aanwezig,<br />

de overige 33 man waren <strong>in</strong> Wassenaar achter gebleven. Omdat de<br />

vliegtuigen op ongeveer 3 m hoogte over de daken van de gebouwen<br />

vlogen <strong>om</strong> op het vliegveld <strong>Valkenburg</strong> te landen, was het mogelijk met<br />

een lichte mitrailleur één Ju-52 neer te schieten, die achter de Maaldrift op<br />

het weiland neerkwam. De gebouwen werden bezet gehouden totdat er<br />

versterk<strong>in</strong>g arriveerde van huzaren-motorrijders, die daar <strong>in</strong> de buurt aanwezig<br />

waren.<br />

Enige tijd later werd er terug getrokken op de Rijksstraatweg <strong>om</strong> beter<br />

dekk<strong>in</strong>g te kunnen zoeken tegen het mitrailleurvuur van de aanvallende<br />

vliegtuigen. In de loop van de dag werd al het rijdend materieel via de<br />

Kievit naar Den Haag overgebracht. Alléén de magazijnmeester bleef<br />

achter, <strong>om</strong> diefstallen te voork<strong>om</strong>en! Tijdens deze acties werden<br />

verschillende huzaren getroffen door Duits vuur, maar van het personeel<br />

van de Buitendienst raakte niemand gewond.<br />

Ook bij de Bollenschuur aan de Spelderslaan waren ongeveer 40 man,<br />

onder leid<strong>in</strong>g van kapite<strong>in</strong> Van Gijen, 's morgens begonnen het materieel<br />

<strong>in</strong> veiligheid te brengen. Het gebouw werd regelmatig door vliegtuigen <strong>in</strong><br />

duikvlucht beschoten.<br />

2.29 Buurmans daden<br />

Overste Buurman was na het overleg met Mall<strong>in</strong>ckrodt teruggekeerd naar<br />

Noordwijk en gaf <strong>om</strong> half zeven de opdracht aan zijn eerste bataljon het<br />

vliegveld aan te vallen aan de noord-westelijk zijde, gaande via de zeeslui-<br />

98<br />

zen en de watertoren van Katwijk aan Zee. Het tweede bataljon moest<br />

aanvallen via Katwijk aan de Rijn. Omstreeks zeven uur werden die bevelen<br />

aangepast, het eerste bataljon moest <strong>in</strong> stell<strong>in</strong>g gaan ten zuiden van<br />

Katwijk aan Zee <strong>in</strong> de du<strong>in</strong>en, het tweede op het kampeerterre<strong>in</strong> aldaar.<br />

Zelf verhuisde hij zijn c<strong>om</strong>mandopost van Noordwijk naar Katwijk aan de<br />

Rijn en nam zijn <strong>in</strong>trek <strong>in</strong> de kleuterschool (bij de R.K. kerk). Voor de<br />

verdedig<strong>in</strong>g van Noordwijk werd van ieder bataljon een c<strong>om</strong>pagnie en een<br />

sectie zware mitrailleurs achtergelaten. Ook de hoogste baas, W<strong>in</strong>kelman,<br />

had <strong>in</strong>middels de herover<strong>in</strong>g van het vliegveld bevolen. Hij voerde wat<br />

c<strong>om</strong>mandowissel<strong>in</strong>gen door. Niet van de c<strong>om</strong>mandant van de eerste maar<br />

van de derde divisie ontv<strong>in</strong>g overste Buurman daarna zijn bevelen. Versterk<strong>in</strong>gen<br />

zouden ter beschikk<strong>in</strong>g k<strong>om</strong>en. Er kwam verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g met Dürst<br />

Britt. Ze maakten afspraken hoe samen te werken. Hij stelde een aantal<br />

soldaten ter beschikk<strong>in</strong>g <strong>om</strong> de artilleristen te beschermen. De majoor zou<br />

voor artilleriesteun zorgen.<br />

99<br />

2.30 De kanonnen van Katwijk<br />

Majoor Dürst Britt zal best wel een aardig man geweest zijn. Maar als de<br />

vijand beschoten kon worden was hij onverbiddelijk. Als c<strong>om</strong>mandant van<br />

de 3e afdel<strong>in</strong>g van het 2e regiment Artillerie had hij de beschikk<strong>in</strong>g over<br />

drie batterijen van elk vier vuurmonden. Granaten met een diameter van<br />

7,5 cm konden daarmee uiterst precies worden gericht en kil<strong>om</strong>eters ver<br />

worden weggeschoten. Nadat hij reeds <strong>om</strong> 6 uur de 3e batterij had doen<br />

opstellen <strong>in</strong> Noordwijk werd kort na 7 uur <strong>in</strong> de du<strong>in</strong>en ten zuiden van<br />

Katwijk aan Zee de 2e batterij <strong>in</strong> stell<strong>in</strong>g gebracht. Schootsricht<strong>in</strong>g het<br />

vliegveld. Kort daarna liet hij de 1e batterij verplaatsen naar het barakkenkamp<br />

te Katwijk aan Zee. Omdat de majoor begreep dat zijn stukken<br />

een belangrijke rol zouden kunnen spelen <strong>in</strong> de bestrijd<strong>in</strong>g van de Duitse<br />

veroveraars, was hij al vroeg ter plaatse aanwezig. Bevelen van hogerhand<br />

waren schaars <strong>in</strong> die eerste uren. Het was tot dat m<strong>om</strong>ent onmogelijk<br />

gebleken Buurman te pakken te krijgen. De majoor was op eigen waarnem<strong>in</strong>g<br />

aangewezen. Maar alles was zo klaar als een klontje, er moest<br />

<strong>in</strong>gegrepen worden. Er lag een terre<strong>in</strong> vol willige prooien te wachten <strong>om</strong><br />

<strong>in</strong> elkaar geschoten te worden. Dan k<strong>om</strong>t <strong>in</strong>eens die st<strong>om</strong>me ordonnans


aanrennen: "Er mag niet geschoten worden!" Wat niet? Dat maken wij wel<br />

uit! Nou ja? Vertel op kerel! Voor wie en van wie k<strong>om</strong>t dat bericht? Wat<br />

zeg je, is het voor C.4RI (Buurman)? Afk<strong>om</strong>stig van het bataljonsbureau<br />

III-4RI. Van majoor Mall<strong>in</strong>ckrodt dus? Nee? Wie dan? Van de adm<strong>in</strong>istrateur<br />

(D. van Riessen), wat denkt die man wel!<br />

Dürst Britt waagde het er toch niet op <strong>om</strong> zo maar het vuur te openen,<br />

stapte <strong>in</strong> de auto en reed naar het bureau. Daar vernam hij dat het bericht<br />

een telefoontje betrof uit het door de vijand bezette gemeentehuis van <strong>Valkenburg</strong>!<br />

Een krijgsgevangen vaandrig (Oostrum Soeda van 3-III-4RI) had<br />

opgebeld, vergezeld van de "nieuwe c<strong>om</strong>mandant van het vliegveld" een<br />

zekere Oberleutnant Hohendorf (volgens de burgemeester: Hündorff). Die<br />

gaf <strong>in</strong> klaar Duits te kennen dat de Nederlanders zich beter konden overgeven<br />

en zich <strong>in</strong> ieder geval moesten onthouden van b<strong>om</strong>bardementen. En<br />

dat <strong>om</strong>dat er een groot aantal krijgsgevangenen <strong>in</strong> de hangar opgesloten<br />

was: "dann wird's Ihnen schlecht vergehen!" Waarschijnlijk reageerde<br />

deze c<strong>om</strong>mandant op de b<strong>om</strong>bardementen van de Fokkers kort tevoren.<br />

Zeker, eigenbelang zal een rol gespeeld hebben bij dit dr<strong>in</strong>gende verzoek<br />

maar was hier sprake van bedreig<strong>in</strong>g van gijzelaars? Zo werd de boodschap<br />

<strong>in</strong> ieder geval wel geïnterpreteerd en zelfs, nog opgeschroefd, <strong>in</strong> een<br />

legerbericht verwerkt. De majoor liet zich niet <strong>in</strong>timideren! Hij bewees uit<br />

het hout gesneden te zijn waaruit generaals gemaakt worden. Als de vijand<br />

er blijk van geeft niet beschoten te willen worden, moet je dat dus juist<br />

doen! De adm<strong>in</strong>istrateur wees de aantijg<strong>in</strong>g, dat hij van "stop het vuren"<br />

gesproken zou hebben, verontwaardigd van de hand. De ordonnans had de<br />

boodschap verkeerd overgebracht. Iedereen was het er (achteraf) roerend<br />

mee eens wat de majoor toen op eigen <strong>in</strong>itiatief deed. Hij liet het vuur openen.<br />

Dat was <strong>om</strong>streeks 8.30 uur. Met voorlopig doelwit: de <strong>in</strong> de slappe<br />

bodem weggezakte transportvliegtuigen. De meesten werden behoorlijk<br />

geraakt. Het moreel van de Duitsers kreeg een fl<strong>in</strong>ke deuk te verwerken.<br />

Maar ook de hangars waar<strong>in</strong> de gewonden waren ondergebracht en de<br />

krijgsgevangenen bleven niet gespaard. Hündorff kreeg gelijk, het verg<strong>in</strong>g<br />

de krijgsgevangenen en de burgers slecht. Om twaalf uur zwegen de kanonnen<br />

van Katwijk. Een grote zwarte wolk dreef over de Broekpolder,<br />

richt<strong>in</strong>g zee.<br />

100<br />

Berend Borst was nauwelijks op het vliegveld toen er weer geschoten<br />

werd. Ieder wierp zich ter aarde. De Hollandse kogels gierden over hen<br />

heen. Een Duits soldaat kwam desondanks met een brancard naar hen toe.<br />

Vier man moesten met hem mee. Weer was Berend de klos. Het werd een<br />

angstige tocht. De kogels floten hen <strong>om</strong> de oren. Gebukt snelden ze door<br />

het drassige veld, s<strong>om</strong>s moesten ze plat op de grond gaan liggen. Aan de<br />

achterzijde van het vliegveld vonden ze de ernstig <strong>in</strong> de buik gewonde<br />

Duitse soldaat. Verderop lag er nog één, die echter met hulp nog lopen<br />

kon. De terugtocht was nog moeilijker, met de vracht konden ze niet meer<br />

gebukt lopen. Ze liepen tussen de vliegtuigen die daar als vreemde levenloze<br />

monsters op het veld stonden. Nog steeds werd er van alle kanten<br />

geschoten. Maar toen kwam de eerste granaat. En nog één. En nog één.<br />

Vanaf de du<strong>in</strong>en bij Katwijk aan Zee werden de kanonnen <strong>in</strong>geschoten.<br />

Berend, die op dat m<strong>om</strong>ent tussen de ontploff<strong>in</strong>gen door laveerde, wist<br />

beter dan de anderen de werk<strong>in</strong>g van zo'n granaat. Maar hij had nog nooit<br />

zo'n projectiel op zich af horen k<strong>om</strong>en, het angstaanjagende gieren, de<br />

harde knal. De krijgsgevangenen en de bij hen zijnde Duitsers vluchtten zo<br />

snel als ze lopen konden het open veld af. De vier mannen met de brancard<br />

lieten hun last niet <strong>in</strong> de steek. "Weg wezen!" beduidde de gewonde hen<br />

die wilde dat ze een andere weg zouden <strong>in</strong>slaan, richt<strong>in</strong>g <strong>Valkenburg</strong>. Zij<br />

echter durfden niet afwijken van het gegeven bevel, de gewonde moest<br />

naar de hangar gebracht worden waar<strong>in</strong> een Nederlandse militaire arts<br />

aanwezig was. Net toen ze daar waren aangek<strong>om</strong>en ontplofte een granaat<br />

<strong>in</strong> de nabijheid. Haastig dropten ze de gewonde <strong>in</strong> de hangar en g<strong>in</strong>gen er<br />

als hazen vandoor, de anderen achterna, richt<strong>in</strong>g dorp <strong>Valkenburg</strong>. In die<br />

korte tijd hadden ze al geleerd aan het geluid te horen dat een granaat<br />

gevaarlijk dichtbij zou k<strong>om</strong>en. Halverwege de hangar en de uitgang van<br />

het vliegveld (de Broekweg) was het zover. Berend schreef: Gelijkertijd<br />

lagen we al languit op de grond. Wij waren met ons vieren steeds bij<br />

elkaar gebleven dus lagen we dicht bijeen. In angstige spann<strong>in</strong>g wachtten<br />

we af waar het projectiel zou ontploffen. Steeds nader kwam het, steeds<br />

sterker werd het geluid. Als een huilend monster kwam het op ons af,<br />

onzichtbaar. Wij wachtten, wat zou het e<strong>in</strong>de zijn? Een oorverdovende<br />

knal vlak naast mij deed mij <strong>in</strong>eenkrimpen van ontzett<strong>in</strong>g. De grond dreunde,<br />

daarna voelde ik zand op mij neervallen. Mijn hoofd scheen te barsten<br />

101


van de geweldige slag. Versuft bleef ik liggen. Toen ik e<strong>in</strong>delijk op durfde<br />

kijken zag ik drie anderen naast mij liggen. Precies tussen ons <strong>in</strong> was de<br />

granaat ontploft. Ik kroop overe<strong>in</strong>d. Goddank, ik was niet getroffen. Mijn<br />

aandacht werd getrokken door de korporaal, die hevig schreeuwend over<br />

de grond kroop, zijn dijbeen was verbrijzeld, door de kapotte broek zag ik<br />

een vreselijke wond. Nu keek ik ook naar de andere twee. Ze lagen roerloos<br />

naast het pasgeslagen gat. Gedood door het moordende staal. Dit<br />

ontzettende m<strong>om</strong>ent zal ik nimmer vergeten. Alles was <strong>in</strong> een m<strong>in</strong>imum van<br />

tijd gebeurd. Geheel ontdaan vluchtte ik van het vliegveld, de anderen aan<br />

hun lot overlatend.<br />

Majoor Dürst Britt, die vanaf het Wilhelm<strong>in</strong>adu<strong>in</strong> persoonlijk de<br />

beschiet<strong>in</strong>g door afdel<strong>in</strong>g C. leidde, schreef <strong>in</strong> zijn gevechtsrapport met<br />

kennelijke voldoen<strong>in</strong>g: Na enige schoten was de batterij <strong>in</strong>geschoten;<br />

tijdens het <strong>in</strong>schieten vluchtte de vijand uit de hangars richt<strong>in</strong>g <strong>Valkenburg</strong><br />

en werd met vuur achtervolgd. Een latere beoordelaar schreef er<br />

naast: Een zeer gelukkig <strong>in</strong>itiatief dat uitmuntende resultaten heeft gehad!<br />

2.31 Krijgsgevangen<br />

Had Berend Borst zijn makker <strong>in</strong> de steek gelaten? Achteraf probeerde hij<br />

het te verklaren. Wat kon ik voor hen doen? Tegenover zulke gebeurtenissen<br />

stond ik machteloos. Het drong niet eens tot mij door dat daar naast<br />

mij twee jonge kerels van hun leven waren beroofd en een ander daar<br />

alleen lag, terwijl hij verg<strong>in</strong>g van de hevigste pijnen, misschien worstelend<br />

met de dood. Weg, Weg moest ik! Berend rende voor zijn leven en kwam<br />

bij het hek aan de rand van het vliegveld. Maar weer kwam het onheilspellende<br />

geluid. Nu wierp hij zich <strong>in</strong> de slootkant. De granaat ontplofte <strong>in</strong> de<br />

sloot aan de andere kant van het weggetje! Weer was hij er goed van afgek<strong>om</strong>en.<br />

Op enige afstand stond een boerderij (Hendrik van Egmond). In de<br />

boerderij waren veel burgers die daar angstig bij elkaar zaten. Ook waren<br />

er enkele Duitsers en krijgsgevangenen aanwezig.<br />

Berend zette zich bij zijn lotgenoten, niet voor lang, ze kregen van de<br />

Duitsers bevel zich bij de andere krijgsgevangenen te voegen. Maar waar<br />

waren die? Ze vertrokken uit de boerderij, ook al <strong>om</strong>dat ze er niet op ver-<br />

102<br />

trouwden dat het een goede beschutt<strong>in</strong>g was tegen de granaten. Niet via<br />

een weg maar door de weilanden trokken ze daarop richt<strong>in</strong>g Leiden. Vijf<br />

krijgsgevangenen zonder begeleid<strong>in</strong>g. Ze voelden zich vrij en bedachten<br />

hoe ze zouden kunnen ontsnappen. Maar al gauw dook er een Duitser op<br />

die hen beduidde een andere kant, richt<strong>in</strong>g <strong>Valkenburg</strong>, op te gaan. Ogenschijnlijk<br />

deden ze wat hen bevolen was maar eenmaal uit het zicht verscholen<br />

ze zich <strong>in</strong> het lange gras. Na daar enige tijd gelegen te hebben,<br />

begaven ze zich opnieuw <strong>in</strong> de oorspronkelijke richt<strong>in</strong>g. Kruipend en<br />

sluipend over de grond. Ze kwamen niet ver, een brede sloot versperde hen<br />

de voortgang. Hoe die ongezien over te k<strong>om</strong>en? Het voorstel de sloot te<br />

doorwaden werd verworpen als zijnde van alle werkelijkheidsz<strong>in</strong> ontbloot.<br />

Er was een dam wat verderop maar niet ver vandaar vermoedden ze Duitsers.<br />

Zij dus besloten <strong>om</strong> maar weer gewoon recht overe<strong>in</strong>d te gaan lopen<br />

en vanuit die positie waren hun ogen <strong>in</strong> staat enige Duitse soldaten waar te<br />

nemen die, angstwekkend dichtbij, bezig waren met de afgedwongen hulp<br />

van een aantal krijgsgevangenen een mitrailleur <strong>in</strong> te graven. Ze werden<br />

opgemerkt, er werd hen duidelijk gemaakt terug te keren op hun schreden,<br />

ze moesten naar <strong>Valkenburg</strong>. Het probleem hoe droog over de sloot te<br />

k<strong>om</strong>en werd daarop handig opgelost: één hunner droeg laarzen. Hij kon<br />

droogvoets de overzijde bereiken. Vandaar wierp hij de laarzen over de<br />

sloot waarop de volgende de doortocht kon wagen. Zo g<strong>in</strong>g dat tot vijf<br />

keer toe. Toen allen droogvoets de andere oever hadden bereikt, brak<br />

echter de hel weer los. De batterijen <strong>in</strong> de Katwijkse du<strong>in</strong>en waren<br />

<strong>in</strong>geschoten en begonnen stuk voor stuk de op het veld gestrande vliegtuigen<br />

te vernietigen. Dus brachten zij enige tijd door met het aangezicht ter<br />

aarde. Naar schatt<strong>in</strong>g een tweehonderd meter van het vliegveld af. Van die<br />

afstand zagen ze m<strong>in</strong>stens vijftien van die toestellen uiteenspatten en <strong>in</strong><br />

hoog oplaaiende vuurkol<strong>om</strong>men opgaan. Een grote zwarte rookwolk onttrok<br />

de rest van de gebeurtenissen aan hun blikken. Daardoor bemoedigd<br />

vervolgden ze na enige tijd gehoorzaam hun weg naar het dorp <strong>Valkenburg</strong>.<br />

Ze vonden een Duitser, die bereid was hen weder<strong>om</strong> <strong>in</strong> bewar<strong>in</strong>g te<br />

nemen en hen naar een garage bracht. Daar waren nog meer krijgsgevangenen<br />

verzameld. Nieuwtjes werden uitgewisseld. Berend vond er geen<br />

bekenden. In de garage waren ook veel <strong>Valkenburg</strong>ers aanwezig, die<br />

verplicht waren zich op bepaalde tijden daar te melden. De krijgsgevange-<br />

103


nen bleven er niet lang, ze werden verzameld bij de dorpskerk. Daar, op<br />

een grasveldje <strong>om</strong> de muziektent en genietend van het zonnetje lagen de<br />

anderen. Berend werd met gejuich onthaald door zijn vrienden <strong>in</strong> de nood.<br />

Daar ook moesten ze hun messen afgeven aleer ze zich bij de anderen<br />

mochten voegen.<br />

2.32 Troepenverplaats<strong>in</strong>gen<br />

De opperbevelhebber van de Nederlandse strijdkrachten had de herover<strong>in</strong>g<br />

van het vliegveld <strong>Valkenburg</strong> bevolen. Ook de <strong>in</strong> Haarlem en de bollenstreek<br />

gelegerde troepen werden naar hier gedirigeerd. Klaas Gelts de<br />

Graaf, die <strong>in</strong> Engwierum zijn thuis heeft, was bij het 9e regiment <strong>in</strong>fanterie<br />

en her<strong>in</strong>nert zich nog goed dat ze van Haarlem naar Oegstgeest werden<br />

verplaatst. Ze reden <strong>in</strong> gevorderde auto's, uiterst dicht op elkaar, een lange<br />

colonne. Totdat ze door vliegtuigen werden ontdekt en geb<strong>om</strong>bardeerd.<br />

Twee, drie autobussen werden geraakt, één ervan brandde f<strong>in</strong>aal uit. Lange<br />

tijd stokte de file. Bij het passeren zagen ze de verkoolde restanten van de<br />

soldaten <strong>in</strong> de banken zitten. Het monument bij de Postbrug heeft nog<br />

enige tijd aan hun bestaan her<strong>in</strong>nerd. Tijdens de verdere rit werd er grotere<br />

afstand bewaard, maar de karavaan g<strong>in</strong>g verder. In Oegstgeest werd gerust.<br />

Was het bij het Groene kerkje? Ze zagen er een wagen staan waar<strong>in</strong><br />

onduidelijke vormen onder een zeil. Klaas sloeg het dek wat op en keek: er<br />

lagen dode soldaten onder. Na Oegstgeest werd het regiment opgedeeld.<br />

Een gedeelte werd <strong>in</strong>gezet bij de herover<strong>in</strong>g van het vliegveld. Een ander<br />

deel marcheerde dwars door Leiden naar Hazerswoude. Vandaar zag Klaas<br />

de verwoest<strong>in</strong>g van <strong>Valkenburg</strong> en later Rotterdam.<br />

2.33 Verkenn<strong>in</strong>g uit Rijnsburg<br />

Tijdens de <strong>mei</strong>dagen was Gerard Hov<strong>in</strong>gh sergeant en ondergebracht <strong>in</strong><br />

een kazerneachtige bollenschuur te Sassenheim. Zijn c<strong>om</strong>pagnie (1-I-1RI)<br />

moest optrekken naar het strijdtoneel rond <strong>Valkenburg</strong>. In grote haast<br />

werden de spullen gepakt. Zijn baas, kapite<strong>in</strong> Bergmans, kwam op de fiets<br />

aanrijden en liet hen sectiegewijs aantreden. Het was half zes. Auto's<br />

moesten worden gevorderd, voorraden aangevuld. Om ongeveer negen uur<br />

104<br />

kon worden vertrokken. De c<strong>om</strong>pagniesc<strong>om</strong>mandant sloeg krijgshaftig<br />

met zijn vlakke hand op de pistooltas: "We gaan, voor het vaderland!" Een<br />

bonte stoet van taxi's en andere voertuigen reed Sassenheim uit, nagekeken<br />

door een sectie die achterbleef ter bewak<strong>in</strong>g van de spoorwegovergang en<br />

de bewoners van het dorp. Voort g<strong>in</strong>g het, over de Rijksstraatweg tot<br />

voorbij Oegstgeest, daar bij een viaduct werd rechts afgeslagen. Ze kwamen<br />

op de Leidseweg en werden beschoten, vanuit <strong>Valkenburg</strong>. Onverstoord<br />

reed de kolonne door naar Rijnsburg. Na hen arriveerden daar de<br />

twee andere c<strong>om</strong>pagnieën (2-I-1RI en 3-I-1RI). Daarmee was op drie<br />

secties na het gehele bataljon c<strong>om</strong>pleet.<br />

Ook de mitrailleurc<strong>om</strong>pagnie (1-III-1RI) onder bevel van kapite<strong>in</strong> Gaastra<br />

105<br />

Zicht op de dakpannenfabriek vanuit <strong>Valkenburg</strong><br />

Gerber was die ochtend <strong>in</strong> gevorderde auto's op dezelfde afslag beschoten.<br />

Zij zijn toen langs de weg <strong>in</strong> stell<strong>in</strong>g gegaan. Vandaar werden laag<br />

overgaande vliegtuigen onder vuur gen<strong>om</strong>en. Die schoten terug! Maar<br />

waar precies de vijand op de grond zich schuil hield kon niet vastgesteld<br />

worden. De bataljonsc<strong>om</strong>mandant gaf hen <strong>om</strong> tien uur opdracht de weg te<br />

vervolgen. De c<strong>om</strong>pagnie die samengesteld was uit vier secties zware


mitrailleurs, trok daarna op naar Rijnsburg. Er was onderweg nog een<br />

kle<strong>in</strong> <strong>in</strong>cident met de c<strong>om</strong>mandant van een batterij veldgeschut (6-veld)<br />

die onder het viaduct <strong>in</strong> stell<strong>in</strong>g stond en zich gaarne beveiligd zag door<br />

wat snelvuurwapens. Hij kon ervan overtuigd worden dat hogere bazen<br />

andere prioriteiten gesteld hadden. In Rijnsburg moest de c<strong>om</strong>pagnie een<br />

aderlat<strong>in</strong>g ondergaan, de eerste sectie werd overgeplaatst naar de eerste<br />

c<strong>om</strong>pagnie van het eerste bataljon van het eerste regiment <strong>in</strong>fanterie (1-I-<br />

1RI). De overblijvende drie secties namen stell<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> rond Rijnsburg: de<br />

tweede sectie op de Sandtlaan niet ver van de Sandtlaanbrug waar de<br />

Duitsers zaten; de derde sectie beveiligde de kern van het dorp en de vierde<br />

sectie zette zich <strong>om</strong>trent de Leidseweg, niet ver van de plaats waar ze<br />

beschoten waren. Voor zover valt na te gaan werden deze stell<strong>in</strong>gen tot<br />

acht uur 's-avonds <strong>in</strong>gen<strong>om</strong>en.<br />

De gewone <strong>in</strong>fanteristen waaronder de sergeanten Hov<strong>in</strong>gh en Boersma,<br />

waren <strong>in</strong>tussen bij tramhalte Het Wissel uitgestapt. In de k<strong>om</strong> van het dorp<br />

werd opgesteld, vliegtuigen vlogen boven hun hoofd. De derde sectie<br />

kreeg opdracht zich naar de Sandtlaanbrug te begeven. De tweede sectie<br />

moest zich ophouden aan de rivieroever halverwege tussen de Sandtlaan<br />

en de pannenfabriek. De eerste sectie met Hov<strong>in</strong>gh, trok voorwaarts de<br />

<strong>Valkenburg</strong>erweg op. Uiteraard geschiedde dit alles aan de Oegstgeester<br />

zijde van de rivier. Voor hen doemde de (dak)pannenfabriek van Sillevoldt<br />

op. Aan de overkant van de rivier zagen ze het dorp <strong>Valkenburg</strong> liggen. Ze<br />

hadden geen idee waar ze precies waren. Ze ontmoetten bange burgers, die<br />

wegvluchtten en overal Duitse soldaten gezien hadden. Wat meer bezorgd<br />

trokken ze verder en kwamen bij de schuren van de pannenfabriek. Het<br />

vliegveld werd op dat m<strong>om</strong>ent bestookt met granaten. Zwarte rook dreef <strong>in</strong><br />

de richt<strong>in</strong>g van Katwijk. Grote vliegtuigen daverden boven hun hoofd. De<br />

sectie onder aanvoer<strong>in</strong>g van de luitenant Geerts stelde zich <strong>in</strong> eerste <strong>in</strong>stantie<br />

achter de fabrieksgebouwen op, het was duidelijk dat het grootste<br />

gevaar dreigde van de overzijde van het water. Er moest verkend worden.<br />

Voor hen lag het <strong>Valkenburg</strong>erveerpad. Deze verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g tussen de aanlegplaats<br />

van het veerpontje en de <strong>Valkenburg</strong>erweg lag tussen de fabrieksgebouwen.<br />

Het pad was vanaf <strong>Valkenburg</strong> <strong>in</strong> de lengte geheel te<br />

overzien. Aan de noordzijde van het pad, aan de oever, lag een schuur<br />

waar<strong>in</strong> de dakpannen gedroogd werden. Met muren voorzien van open<strong>in</strong>g-<br />

106<br />

en die geschikt waren als kijk- en schietgaten. Hov<strong>in</strong>gh besloot zelf een<br />

kijkje te gaan nemen en de daad bij het woord voegend stak hij met een<br />

sprong het pad over. Waar<strong>om</strong> zijn collega hem als een schaduw volgde,<br />

begreep hij achteraf niet. De Duitsers aan de overkant zagen een schim<br />

gaan, schoten, waren te laat voor Gerard maar sergeant Sakkers na hem<br />

viel voorover op het pad. Zo onderg<strong>in</strong>g de sectie voor de eerste keer vijandelijk<br />

vuur en het sneuvelen van één van hun mensen. Verbijsterd onderg<strong>in</strong>g<br />

Gerard een regen van stukken dakpan die over zijn hoofd werd uitgestort.<br />

Daar zat hij, alleen <strong>in</strong> de droogschuur van de dakpannenfabriek. Zich<br />

<strong>in</strong>eens bewust wat oorlog was. Woedend was hij <strong>om</strong> de dood van zijn<br />

collega. Hij besloot terug te keren naar zijn eenheid. Maar hoe het pad<br />

weer levend over te steken? Hij stak een plank naar voren. Onmiddellijk<br />

sloegen er enkele kogels tegen aan. Door de gaten <strong>in</strong> de muur kon hij de<br />

overzijde zien. Daar zag hij de vogels over het water scheren. Tussen de<br />

kapotte dakpannen van een huis meende hij de loop van een mitrailleur te<br />

zien. Hij schoot vier, vijf keer. Het antwoord van de Duitsers liet niet op<br />

zich wachten. Het was blijkbaar beter zich rustig te houden <strong>om</strong> te overleven.<br />

Toen begon zijn eigen sectie te schieten. De kogels ketsten op het<br />

water. In een glazen serre aan de overzijde r<strong>in</strong>kelde glas. Daar <strong>in</strong> het huis<br />

van Paulus Noort zaten diens dochters weggescholen <strong>in</strong> de diepste kast<br />

van het huis. Zij wisten van de mitrailleur die <strong>in</strong> de tu<strong>in</strong> stond opgesteld<br />

achter een haag en een grote kastanjebo<strong>om</strong>. Ze hoorden het geratel. Angstig<br />

keken ze elkaar aan <strong>in</strong> het halfdonker.<br />

Naar de men<strong>in</strong>g van de eerste luitenant Geerts was de Oude Rijn een<br />

kanaal aan welks overzijde de vijand zich bevond. Hij vermoedde daar<br />

zware mitrailleurs, opgesteld <strong>in</strong> een zevental huizen van het dorp <strong>Valkenburg</strong>.<br />

Maar waar precies! Hij schatte de afstand op circa 50 à 60 meter. Het<br />

was <strong>om</strong>trent tien uur <strong>in</strong> de morgen. Ze stonden op enige afstand van de<br />

fabriek, die niet slechts onder het vuur der Duitsers lag maar ook door de<br />

eigen veldartillerie beschoten werd. Er moest een tweede verkenn<strong>in</strong>g<br />

gemaakt worden. Korporaal Van Drogen kreeg drie manschappen mee en<br />

wist door te dr<strong>in</strong>gen tot de won<strong>in</strong>g, een groot en hoog huis met vele ramen<br />

dat aan de oostzijde gelegen was. Voor de deur werd een lichte mitrailleur<br />

opgesteld en twee man ter bedien<strong>in</strong>g achtergelaten. Met soldaat Eyer sloop<br />

de korporaal naar een slaapkamer boven. Door een zijraam zagen ze aan<br />

107


Schets van de gevechtssituatie op 10 <strong>mei</strong> <strong>om</strong>trent 10 uur.<br />

108<br />

de overzijde van het water vijf Duitsers die bezig waren achter de walkant<br />

bij wat huizen. Ze konden stuk voor stuk worden neergeschoten. Onder<br />

een rookgordijn werd het wapen daarop door andere Duitsers <strong>in</strong> veiligheid<br />

gebracht. Die stelden het stuk vervolgens op <strong>in</strong> een huis, er werden<br />

dakpannen kapotgeslagen en daardoor verscheen een mitrailleurloop. De<br />

korporaal en zijn manschappen verlieten daarna het gebouw, even kalm en<br />

behoedzaam als zij er gek<strong>om</strong>en waren. Niet alleen de Duitsers vuurden<br />

hevig, ook de eigen artillerie deed een duit <strong>in</strong> het zakje. De fabrieksschoorsteen<br />

werd getroffen en stortte <strong>in</strong>.<br />

109<br />

2.34 <strong>Strijd</strong> <strong>om</strong> de Sandtlaanbrug<br />

De Duitsers hadden reeds vroeg het Missiehuis St. Willebrordus (het<br />

sem<strong>in</strong>arie oftewel de Herenschool) en de huizen op de Overrijn en <strong>om</strong>gev<strong>in</strong>g<br />

bezet. Vanaf dat punt lag de trambrug (nu de Molenbrug) over de<br />

Oude Rijn onder vuur. Ook de Katwijkse kalkzandsteenfabriek en het<br />

gehele terre<strong>in</strong> daar<strong>om</strong>trent was <strong>in</strong> hun handen. Zo konden ze alle verkeer<br />

op de dubbele brug over het Additionele kanaal onderscheppen. De auto's<br />

op de ene, de tram op de andere baan. De kalkzandsteenfabriek was gelegen<br />

ten zuiden van de Sandtlaan, op een terre<strong>in</strong> dat <strong>om</strong>sloten wordt door<br />

het Additioneel kanaal, de Oude Rijn en de Sandtlaan. Hoe het verder<br />

gegaan is met de klas van het <strong>in</strong>structiebataljon 7-veld uit Rijnsburg die<br />

per dienstrijwiel daarheen gezonden, de hitte van de eerste strijd <strong>om</strong> de<br />

Sandtlaanbrug moest ondergaan, kunnen we bij stukjes en beetjes opmaken<br />

uit de gevechtsverslagen: ergens staat geschreven dat op zeker m<strong>om</strong>ent<br />

een van Rijnsburg gek<strong>om</strong>en groep onbereden artilleristen onder aanvoer<strong>in</strong>g<br />

van een luitenant ijl<strong>in</strong>gs dekk<strong>in</strong>g moest zoeken. Tijdens een vuurpauze<br />

stak de luitenant voorzichtig zijn nek uit, een kogel vloog hem langs<br />

het hoofd. Er wordt gewag gemaakt van een wachtmeester, die bij een<br />

kistenfabriek een patrouille aanvoerde tot het tegenhouden van parachutisten.<br />

Een Duitse patrouille van 20 man trok op <strong>in</strong> de richt<strong>in</strong>g van het<br />

sem<strong>in</strong>arie en trachtte over de brug te k<strong>om</strong>en. De aldaar liggende klas onder<br />

eerste luitenant mr. H.J. Adér had het zwaar te verduren bij gebrek aan een<br />

mitrailleur. Waar zij lagen was geen dekk<strong>in</strong>g behalve b<strong>om</strong>en. Korporaal<br />

Van Rheenen sneuvelde. De luitenant werd ernstig aan het hoofd gewond.


Twee Duitsers kwamen over de brug en sneuvelden. Boeren vroegen door<br />

te mogen rijden, totdat er één werd doodgeschoten. Twee militaire auto's<br />

reden zo snel voorbij dat ze niet gewaarschuwd konden worden (daar g<strong>in</strong>g<br />

Berend Borst!). Een juffrouw reed onverstoorbaar over de brug. Vriend en<br />

vijand staakte even het vuren. Ze kwam ongedeerd <strong>in</strong> Katwijk aan.<br />

Sergeant Boersma (1-I-1RI) werd na aank<strong>om</strong>st <strong>in</strong> Rijnsburg <strong>in</strong>gedeeld<br />

bij de sectie van sergeant Dijkhof, een capitulant (vrijwilliger). Ze trokken<br />

op naar Katwijk aan de Rijn, één groep over de weg, de twee andere door<br />

het ten noorden van de weg liggende terre<strong>in</strong>. Na twee sloten kwamen ze<br />

bij een kistenfabriek. Vlak bij de Oude Rijn liet Dijkhof halt houden. Ze<br />

g<strong>in</strong>gen liggen, zo ver mogelijk uit elkaar, zonder het verband met de groep<br />

op de Sandtlaan te verliezen. Een lichte mitrailleur kwam <strong>in</strong> stell<strong>in</strong>g en<br />

hield de brug onder vuur. Een achteropk<strong>om</strong>ende burger, waggelend naast<br />

zijn fiets, wilde de brug oprijden. Ze moesten hem opsluiten <strong>in</strong> een leegstaand<br />

huisje naast de weg waar de dronken man twee soldaten handenvol<br />

werk gaf.<br />

Dijkhof probeerde naar de overkant van het kanaal te k<strong>om</strong>en. Op zeker<br />

m<strong>om</strong>ent kwam een motorschip aan tuffen. Ze wilden het gebruiken voor<br />

een flankaanval over het water. De schipper liet zich echter niet zien, zelfs<br />

een schot voor de boeg hielp niet. Het schip voer rustig voort.<br />

Scherp werd het bos aan de overkant <strong>in</strong> de gaten gehouden. Naast een<br />

huisje zagen ze op zeker m<strong>om</strong>ent vijf soldaten kruipen. Geweren werden<br />

gericht en afgevuurd. De vijand verdween maar deed even later van een<br />

andere zijde van zich horen. Na enig heen en weer gevuur hield de vijand<br />

zich stil.<br />

Wel zagen ze een Nederlandse soldaat over de brug naderbij k<strong>om</strong>en. De<br />

handen <strong>om</strong>hoog. Dijkhof verliet de stell<strong>in</strong>g en liep hem tegemoet. De<br />

soldaat gaf te kennen krijgsgevangene te zijn en gaf de Duitse eis door:<br />

overgave! Dijkhof liet hem de boodschap overbrengen dat ze barsten<br />

konden. De man had echter kans gezien tussen de bedrijven door hem<br />

duidelijk te maken hoeveel Duitsers er zaten: 15 man! Tegen de middag<br />

kreeg de sectie bevel naar Rijnsburg terug te keren.<br />

Uit het gevechtsrapport van de eerste luitenant Guyt, die naar zijn<br />

verklar<strong>in</strong>g de eerste sectie van 2-I-1RI aanvoerde, blijkt dat hij <strong>om</strong> 10.00<br />

uur opdracht kreeg zich vanuit Rijnsburg naar de Sandtlaanbrug te spoe-<br />

110<br />

den. Hij moest de trambrug over de Oude Rijn bezetten en daarna contact<br />

leggen met Buurman die het sem<strong>in</strong>arie zou bezetten. Vervolgens moest hij<br />

simpelweg door st<strong>om</strong>en naar de Haagse Schouw.<br />

Volgens de regelen der kunst werd <strong>in</strong> drie groepen stell<strong>in</strong>g gen<strong>om</strong>en op<br />

veilige afstand van de Sandtlaanbrug. Een groep onder sergeant Koopmans<br />

werd rechts het terre<strong>in</strong> <strong>in</strong>gezonden <strong>om</strong> het kanaal bij het sem<strong>in</strong>arie te overschrijden<br />

en aan te vallen. Met de rest van de manschappen bleef de luitenant<br />

ongeveer twee uur liggen en verwonderde zich over het uitblijven van<br />

enige reactie van sergeant Koopmans. Ook zijn c<strong>om</strong>pagniesc<strong>om</strong>mandant<br />

vond het wel wat lang duren en kwam zich aan het front op de hoogte<br />

stellen van de gang van zaken. Koopmans kreeg de schuld. Er was nog<br />

steeds vijandelijk vuur op de brug. De opdracht aan de luitenant werd<br />

gewijzigd, ze moesten niet naar de Haagse Schouw maar op de weg naar<br />

<strong>Valkenburg</strong> verzamelen. De groep Koopmans is voor het kanaal blijven<br />

steken.<br />

Van 10.30 tot 20.00 uur moet er een sectie zware mitrailleurs van<br />

hetzelfde bataljon op de Sandtlaan gelegen hebben. Boersma noch Dijkhof<br />

maken er gewag van.<br />

111<br />

2.35 Hendrik van Egmond<br />

Hendrik van Egmond had twee dw<strong>in</strong>gende redenen <strong>om</strong> naar zijn boerderij<br />

terug te keren: het geld onder het oorkussen van zijn vader en de koeien<br />

die gemolken moesten worden. "Neem wat kleren mee terug!" riep zijn<br />

moeder hem nog na. Ze g<strong>in</strong>g er vanuit dat zijn verblijf op de boerderij niet<br />

lang zou duren. Hendrik en de boerenknecht liepen de Broekweg op,<br />

bereikten veilig de boerderij. Beiden g<strong>in</strong>gen direct naar de koeien toe en<br />

wilden de hekken van het weiland sluiten. Dat mocht niet, een Duitse<br />

soldaat voerde hen naar het woonhuis. In de keuken zaten een stuk of vijf<br />

Duitse officieren <strong>om</strong> de tafel. Het raam naar buiten stond open. Op de tafel<br />

was <strong>in</strong>gewikkelde apparatuur opgesteld, draden h<strong>in</strong>gen uit het raam. "Der<br />

Bauer" stelde de Duitse soldaat zijn gevangenen voor. De heren hadden<br />

geen tijd <strong>om</strong> er veel aandacht aan te besteden. Hendrik had voorlopig maar<br />

één nood, de koeien moesten gemolken worden. In de stal zaten een<br />

zeventigtal <strong>Valkenburg</strong>ers opgesloten. Gelukkig was die kort geleden


schoongemaakt. Op de stenen vloer en <strong>in</strong> de groep schuilden de mannen<br />

en vrouwen van het dorp bijeen. Met wat krijgsgevangenen. Hendrik keek<br />

eens rond en vond een paar mannen bereid hem te helpen. Even later zaten<br />

ze tussen de koeien. In dikke stralen spoot de melk uit de tot barsten gevulde<br />

uiers. Het klagelijke geloei bedaarde. Dat moet <strong>om</strong>streeks halfnegen<br />

geweest zijn want toen kwamen de granaten. Uit de du<strong>in</strong>en bij Katwijk.<br />

Steeds dichterbij. Was de boerderij doelwit? Toen een groot brok steen uit<br />

een muur gerukt en tussen de melkers gesl<strong>in</strong>gerd werd hielden de mannen<br />

het voor gezien. Ze vluchtten het huis <strong>in</strong>. Hendrik had nog een andere<br />

missie te vervullen. Hij wilde rechtstreeks de trap oplopen naar de slaapkamer<br />

van zijn vader maar werd onderschept door een soldaat die hem zonder<br />

veel <strong>om</strong>haal een pistool tegen de nek drukte: "Was soll das?!" Hendrik<br />

trachtte hem duidelijk te maken dat hij <strong>in</strong> de slaapkamer boven wat kleren<br />

moest halen. Argwanend liep de Duitser met hem mee de trap op en keek<br />

toe wat hij daar allemaal uitvoerde. Op die manier kreeg Hendrik geen<br />

kans een greep onder het kussen van zijn vader te doen! Gelukkig werd de<br />

man afgeleid: er klonken verdachte geluiden uit een aangrenzende<br />

slaapkamer. De Duitser zocht daar te k<strong>om</strong>en maar moest daartoe de ene<br />

trap af en een andere trap weer op. Hendrik propte het geld van zijn vader<br />

<strong>in</strong> zijn wijde broekzakken en g<strong>in</strong>g naar beneden. Boven hoorde hij dat de<br />

deur van de knechtenkamer werd <strong>in</strong>getrapt en onderg<strong>in</strong>g Arie Houwaard<br />

de behandel<strong>in</strong>g die zijn baas even tevoren ondergaan had. Hendrik en de<br />

knecht kwamen tenslotte <strong>in</strong> de stal terecht. Daar schuilden nog steeds de<br />

<strong>Valkenburg</strong>ers. De halfsteens muren van de stal boden we<strong>in</strong>ig bescherm<strong>in</strong>g<br />

tegen het steeds dichterbij k<strong>om</strong>ende geweld van de granaten.<br />

112<br />

113


hoofdstuk 3<br />

3. 1 Tussentijdse balans<br />

3. 2 Bekanntmachung<br />

3. 3 Hendrik van Egmond<br />

3. 4 Meldplicht<br />

3. 5 Krijgsgevangen <strong>in</strong> de kerk<br />

3. 6 Café Ramp<br />

3. 7 Burgervader<br />

3. 8 In het hospitaal<br />

3. 9 Verkenn<strong>in</strong>g uit Rijnsburg<br />

3.10 Herover<strong>in</strong>g sem<strong>in</strong>arie en Sandtlaanbrug<br />

3.11 Herover<strong>in</strong>g van het vliegveld<br />

3.12 Aan en afvoer<br />

3.13 Eerste tegenaanval op het dorp<br />

3.14 De Wassenaarse slag<br />

3.15 Fokkers boven <strong>Valkenburg</strong> (G. Russchenberg)<br />

3.16 "Vliegveld" Maaldrift (G. Russchenberg)<br />

3.17 Geallieerde akties (G. Russchenberg)<br />

114<br />

Hoofdstuk<br />

115<br />

3<br />

De middag en avond<br />

van de eerste dag<br />

3.1 Tussentijdse balans<br />

Toen <strong>om</strong> twaalf uur 's-middags de kanonnen van Katwijk zwegen, was een<br />

groot deel van de Duitse troepen van het veld teruggetrokken en had zich<br />

verschanst <strong>in</strong> de huizen van het dorp. Maar heel het grondgebied van<br />

<strong>Valkenburg</strong> was nog steeds <strong>in</strong> hun handen. Voorts hielden ze de<br />

Sandtlaanbrug bezet benevens de terre<strong>in</strong>en er naast. De Duitse c<strong>om</strong>mandant<br />

zal toen al begrepen hebben dat alles wel volgens de plannen verlopen<br />

maar het vliegveld onbruikbaar was. Houden wat je hebt en afwachten<br />

was het devies. Ook de Duitse luchtmacht was we<strong>in</strong>ig effectief, de batterijen<br />

van majoor Dürst Britt werden niet tot zwijgen gebracht. Wat het dorp<br />

betreft: <strong>in</strong> garage Poot waren honderden krijgsgevangenen en mannelijke<br />

burgers ondergebracht. In de school een groeiend aantal gewonden. De<br />

Duitse c<strong>om</strong>mandant zat ermee opgescheept. Door tegenacties waren zijn<br />

mannen van het bruggehoofd Haagse Schouw verdreven. De aanval op<br />

Den Haag was mislukt. En wat deed een deel van zijn troepen <strong>in</strong> de du<strong>in</strong>en<br />

bij de Wassenaarseslag? Waren die <strong>om</strong>s<strong>in</strong>geld? Hij had reden genoeg <strong>om</strong><br />

het wat kalm aan te doen en zijn vele wonden te lekken.<br />

Wat er nog restte van Buurmans vierde regiment was ten noorden (<strong>in</strong><br />

Rijnsburg) en ten zuidwesten (<strong>in</strong> de du<strong>in</strong>en tegenover de Kampweg) van<br />

het vliegveld samengetrokken. Versterk<strong>in</strong>gen waren reeds gearriveerd of<br />

onderweg. In wezen konden de Duitsers geen kant meer op tenzij er grootscheepse<br />

versterk<strong>in</strong>gen zouden k<strong>om</strong>en. Wel was er een grote verwarr<strong>in</strong>g<br />

stichtende geruchtenstro<strong>om</strong> op gang gek<strong>om</strong>en. Daardoor werd de Holland-


se leeuw wel steeds grimmiger (maar niet verstandiger) en maakte zich<br />

gereed de Duitse adelaar met grof geweld uit het nest te roken.<br />

In de loop van de 10e <strong>mei</strong> <strong>1940</strong> waren onderstaande personen begonnen<br />

de militaire activiteiten <strong>in</strong> en <strong>om</strong> <strong>Valkenburg</strong> te sturen:<br />

1)- De opperbevelhebber generaal W<strong>in</strong>kelman.<br />

2)- C<strong>om</strong>mandant Vest<strong>in</strong>g Holland luitenant-generaal Van Andel.<br />

3)- C<strong>om</strong>mandant eerste legerkorps generaal majoor Carstens.<br />

4)- C<strong>om</strong>mandant derde divisie kolonel Kraak (na een bevelswissel<strong>in</strong>g).<br />

5)- C<strong>om</strong>mandant vierde regiment <strong>in</strong>fanterie luitenant-kolonel Buurman.<br />

3.2 Bekanntmachung<br />

De Duitsers hadden een aantal maatregelen gen<strong>om</strong>en <strong>om</strong> de <strong>Valkenburg</strong>ers<br />

te weerhouden van verzet:<br />

1)- alle mannen ouder dan 18 jaar moesten zich des morgens <strong>om</strong> acht uur<br />

melden <strong>in</strong> garage Poot, later <strong>in</strong> café Ramp. Ze moesten daar gedurende de<br />

dag blijven tot 's avonds zeven uur.<br />

2)- uit hen werden twaalf gijzelaars aangewezen die er de nacht moesten<br />

blijven. Zij stonden borg voor het goede gedrag van de <strong>Valkenburg</strong>ers.<br />

3)- er was een uitgaansverbod na zeven uur 's avonds, wie daarna nog op<br />

straat liep kon worden neergeschoten.<br />

3.3 Hendrik van Egmond<br />

Om twaalf uur zwegen de kanonnen. In de stal van Hendrik van Egmond<br />

werd het leven weer draaglijk. Iedereen voelde dat de Hollanders zouden<br />

k<strong>om</strong>en. Zo <strong>om</strong> en nabij vier uur -de Duitsers liepen al een tijdje zenuwachtig<br />

te doen- werd de stal opengegooid. "Heraus!" De burgers moesten<br />

bij elkaar gaan staan. Ook de krijgsgevangenen. Zo liepen ze de Broekweg<br />

terug, de Duitsers er naast, als <strong>om</strong> hen te beschermen. Met zekere voldoen<strong>in</strong>g<br />

bekeek Hendrik zijn blauwe zondagse pak waarmee een korporaal<br />

uitgedost was. En zijn grijze kostuum dat <strong>om</strong> het magere lijf van sergeant<br />

Valekamp slobberde. En zijn andere kleren die l<strong>in</strong>ks en rechts met hem<br />

opmarcheerden. De uniformen waren achtergebleven en lagen ergens op<br />

de zolder. Ook zijn kl<strong>om</strong>pen en laarzen beschermden andermans voeten.<br />

116<br />

Wie bedroog wie? "De smeerkezen!" gr<strong>om</strong>de Hendrik achteraf, "ze gebruikten<br />

ons als dekk<strong>in</strong>g!"<br />

117<br />

3.4 Meldplicht<br />

Eén van de eerste opdrachten die de burgemeester had gekregen, was<br />

ervoor te zorgen dat rond één uur 's-middags alle mannen van 18 tot 65<br />

jaar zich bij de autowerkplaats van de heer Poot zouden verzamelen. Daar<strong>in</strong><br />

werden ze opgesloten. De gemeenteveldwachter E. Rous begon aan zijn<br />

ronde door het dorp <strong>om</strong> het bevel aan ieder door te geven. Hem wachtte<br />

een gevaarvolle tocht, er werd toen nog overal gevochten, de Hollandse<br />

artillerie was begonnen het vliegveld onder vuur te nemen. De burgervader<br />

had zijn plicht gedaan, iedereen zou worden geïnformeerd. Hij zou zich<br />

<strong>om</strong> één uur naar zijn huis begeven <strong>om</strong> daar orde op zaken te stellen. De<br />

veldwachter kwam op zeker m<strong>om</strong>ent bij Jaap van der Zwart op de Middenweg.<br />

Het was één uur <strong>in</strong> de middag en Jaap was net bek<strong>om</strong>en van zijn<br />

ervar<strong>in</strong>gen eerder die morgen. Thuis had hij vanaf elf uur via zijn<br />

dakraampje naar het <strong>in</strong> brand schieten van de Duitse transportvliegtuigen<br />

gekeken. Hij schatte het vernietigde aantal op 34 stuks. Rous vertelde van<br />

de opdracht die hij gekregen had en verzocht hem een deel van het dorp<br />

voor zijn reken<strong>in</strong>g te nemen. Jaap aarzelde geen m<strong>om</strong>ent en g<strong>in</strong>g op weg.<br />

Hij begon bij de Lange C<strong>om</strong>mandeursteeg en zo verder langs de Straatweg.<br />

Bij de laan van Welgelegen mocht hij niet verder, twee Duitse soldaten<br />

hielden iedereen aan en lieten hen pas weer doorgaan als een wachtpost<br />

bij de Punt daarvoor toestemm<strong>in</strong>g gaf. Zo kwam hij <strong>in</strong> garage Poot<br />

waar hij ongeveer 190 burgers en 200 krijgsgevangenen aantrof.<br />

Ook de mannelijke EHBO-ers moesten zich melden. Het hoofd van de<br />

luchtbescherm<strong>in</strong>gsdienst was hen persoonlijke k<strong>om</strong>en zeggen dat ze <strong>om</strong><br />

twee uur bij de Punt moesten zijn. In het hospitaal was op dat m<strong>om</strong>ent de<br />

grootste drukte voorbij. Piet van Du<strong>in</strong> en de anderen begaven zich op weg<br />

naar de bevolen plaats, niets te zien. "Doorlopen!" werd bevolen. Ook zij<br />

kwamen tenslotte <strong>in</strong> garage Poot terecht, bij de anderen. Het leek alsof<br />

men elkaar <strong>in</strong> jaren niet gezien had. Luidruchtige begroet<strong>in</strong>gen en sterke<br />

verhalen werden uitgewisseld. Intussen hielden twee schildwachten voor<br />

en twee <strong>in</strong> de garage toezicht. "Wie zijn behoefte moest doen, deed dit


onder geleide van een schildwacht. Vast een Pruis want hij deed zo uit de<br />

hoogte dat als je verlegen was er bang van zou worden. Dat duurde een vol<br />

uur en wij EHBO-ers wilden wel weg. Het hoofd Luchtbescherm<strong>in</strong>gsdienst<br />

aangeklampt. Geen kans. De schildwacht gepolst. Ook geen kans".<br />

Het lukte pas toen een goed Duits sprekende krijgsgevangene uit kon<br />

leggen dat er <strong>in</strong> het hospitaal veel, zowel Duitse als Nederlandse gewonden<br />

lagen, die hulp nodig hadden. De schildwacht haalde zijn c<strong>om</strong>mandant<br />

er bij en zij die een armband hadden, mochten naar buiten k<strong>om</strong>en. In hun<br />

kielzog g<strong>in</strong>gen zelfs de bakker en de d<strong>om</strong><strong>in</strong>ee mee. Even later vertrok de<br />

kle<strong>in</strong>e stoet richt<strong>in</strong>g dorp, via de Middenweg en onder gewapend geleide.<br />

Bij bakker Meurs werd brood gehaald. Op het gemeentehuis werd een lijst<br />

aangelegd van de namen, die konden daarna gaan en staan waar ze wilden.<br />

De telefoons werden afgesneden.<br />

Veldwachter Rous was <strong>in</strong>tussen op de Achterweg aangek<strong>om</strong>en. Hem<br />

restte nog slechts de boerderij Torenvliet waar alles rustig scheen. Hij liep<br />

het weggetje op dat land<strong>in</strong>waarts naar de boerderij voerde toen hij het<br />

<strong>in</strong>middels bekende geluid van een naderende granaat hoorde. Inst<strong>in</strong>ctief<br />

sprong hij <strong>in</strong> een greppel. Vanaf dat m<strong>om</strong>ent leek er geen e<strong>in</strong>de aan het<br />

geweld te k<strong>om</strong>en. Twee uur moest hij daar liggen. Vlak bij een Duitse<br />

27 De krijgsgevangenen op het grasveld naast de kerk<br />

118<br />

mitrailleurpost!<br />

Ook <strong>in</strong> garage Poot was het verre van veilig. Vanuit Oegstgeest, ergens<br />

<strong>in</strong> de buurt van de Rijksstraatweg en een viaduct, werd <strong>Valkenburg</strong> met<br />

granaten bestookt. Klaarblijkelijk waren ze zich aan het <strong>in</strong>schieten op de<br />

boerderij Torenvliet want er was al een granaat terecht gek<strong>om</strong>en <strong>in</strong> het<br />

land van Cornelis Barnhoorn, nu het Botenpad. Ook de nieuwe huisjes aan<br />

de Straatweg liepen zware schade op, <strong>in</strong> één ervan woonde Krijn Postmus.<br />

Terwijl groepjes Duitsers langs de garage trokken, richt<strong>in</strong>g Straatweg,<br />

dr<strong>om</strong>den de gevangenen b<strong>in</strong>nen angstig bijeen <strong>in</strong> de hoeken van de loods.<br />

Ze zagen en hoorden rond<strong>om</strong> de garage granaten uiteenspatten. De<br />

krijgsgevangenen bleven er niet lang, ze werden verzameld bij de dorpskerk.<br />

Dat zal <strong>om</strong>streeks 16.00 uur geweest zijn.<br />

119<br />

3.5 Krijgsgevangen <strong>in</strong> de kerk<br />

Piet van Du<strong>in</strong>: "De o<strong>verleden</strong>en werden naar het lijkenhuisje gebracht. Op<br />

het ple<strong>in</strong> bij de kerk was het <strong>in</strong>tussen een drukte van belang. Vele Hollandse<br />

soldaten waaronder ook de c<strong>om</strong>mandant van het vliegveld, kapite<strong>in</strong><br />

van Zuylen, waren krijgsgevangenen, lagen of zaten achter een hek van<br />

draad en staarden met droeve ogen naar het vervoer van hun gewonde<br />

kameraden. S<strong>om</strong>migen p<strong>in</strong>kten een traan weg."<br />

Berend Borst: We werden bij de Ned. Hervormde kerk gebracht die<br />

midden <strong>in</strong> het dorp stond. Daar waren ook de andere krijgsgevangenen.<br />

Zij lagen op het grasveldje <strong>om</strong> de muziektent heerlijk <strong>in</strong> het zonnetje. Bij<br />

onze aank<strong>om</strong>st werden we hartelijk toegejuicht. Ik zag mijn vrienden en<br />

werd spoedig door hen gezien. Ze hadden me gemist en waren blij dat ik<br />

weer terug was, ikzelf was niet m<strong>in</strong>der verheugd.<br />

De vreugde werd echter wat getemperd toen hij moest vertellen dat Huub<br />

Heestermans gesneuveld was. Hij kwam er die dag nog achter dat diens<br />

broer Cor Heestermans ook <strong>in</strong> de kerk aanwezig was. Na overleg met zijn<br />

vrienden besloten ze voorlopig maar niets te zeggen. Berend telde <strong>in</strong> de<br />

kerk ongeveer 300 gevangenen, waaronder een stuk of vijf officieren, een<br />

aantal onderofficieren en korporaals. De Duitse bewakers waren uitgerust<br />

met een aut<strong>om</strong>atisch geweer, een revolver en nog een geweer over de<br />

schouder. Handgranaten zaten tussen de laarzen gestoken, een gasmasker


h<strong>in</strong>g <strong>om</strong> de schouder. Berend en zijn vrienden hadden een plaatsje gevonden<br />

aan de rechterkant van de preekstoel. Langzaam kropen de uren voorbij.<br />

Zij konden het gevecht <strong>om</strong> het dorp horen, een enkele granaat viel nog<br />

op het vliegveld. Het werd langzaam aan stil.<br />

De eerste luitenant der huzaren Van Gunsteren werd <strong>om</strong> ongeveer 13.00<br />

uur overgegeven aan een detachement vliegers. Hij merkte op dat hun<br />

mach<strong>in</strong>es waren weggezakt <strong>in</strong> de bodem, ze konden niet meer opstijgen. In<br />

<strong>Valkenburg</strong> werd hij door de Duitse c<strong>om</strong>mandant verhoord. Deze trachtte<br />

hem ervan te overtuigen dat het beter zou zijn <strong>om</strong> de tegenstand op te<br />

geven en dat bij zijn meerderen te bepleiten. Toen hij dat weigerde werd<br />

hij <strong>in</strong> de kerk van <strong>Valkenburg</strong> opgesloten waar reeds driehonderd gevangenen<br />

aanwezig waren.<br />

Er kwam een e<strong>in</strong>de aan de eerste oorlogsdag. In Leiden loeiden de sirenes.<br />

3.6 Café Ramp<br />

Aangezien garage Poot tijdens de beschiet<strong>in</strong>gen die morgen door verscheidene<br />

granaten was bedreigd, had de Duitse c<strong>om</strong>mandant het verstandig<br />

geoordeeld de burgers naar het "Wapen van <strong>Valkenburg</strong>", het café van de<br />

heer Ramp te verplaatsen. Café Ramp was gelegen op de Broekweg ergens<br />

halverwege de Sluip- of Kerksteeg en de Straatweg. Daarmee kwamen de<br />

drie grootste bevolk<strong>in</strong>gsconcentraties <strong>in</strong> het hart van het dorp terecht,<br />

slechts enkele tientallen meters van elkaar verwijderd. Ruim driehonderd<br />

krijgsgevangenen <strong>in</strong> de kerk. We<strong>in</strong>ig m<strong>in</strong>der burgers <strong>in</strong> café Ramp en een<br />

groot aantal gewonden <strong>in</strong> het schoolgebouw.<br />

Volgens Jaap van der Zwart werden de burgers <strong>om</strong>streeks vier uur onder<br />

geleide van garage Poot naar het café overgebracht. Er was <strong>in</strong> het dorp een<br />

gevecht aan de gang tussen Hollandse en Duitse soldaten dat voortduurde<br />

tot half acht <strong>in</strong> de avond.<br />

Burgemeester de Wilde kwam <strong>in</strong> de namiddag <strong>in</strong> het café aan. Hij vond<br />

er velen aanwezig, rustig en waardig. Een Duits officier, Hündorff, verzocht<br />

hem de burgers er op te wijzen dat oorlogshandel<strong>in</strong>gen door hen<br />

gepleegd met de dood zou worden bestraft. De burgemeester begon te<br />

120<br />

zeggen dat de gemeente wel <strong>in</strong> een zeer benarde<br />

positie gek<strong>om</strong>en was. Vervolgens verzocht<br />

hij allen zoveel mogelijk de kalmte te<br />

bewaren en wees er met klem op dat<br />

eventuele acties van de zijde der burgerij<br />

zeer ernstige gevolgen voor allen zouden<br />

hebben. Tenslotte gaf hij de raad het oog<br />

<strong>om</strong>hoog te richten vanwaar alle hulp kon<br />

k<strong>om</strong>en!<br />

Daarop werden twaalf gijzelaars aangewezen.<br />

Gerrit Zandbergen, het hoofd van<br />

de luchtbescherm<strong>in</strong>g, nam dat voor zijn reken<strong>in</strong>g.<br />

Volgens zeggen was je de klos als je<br />

hem aan keek. Zodoende werden ondermeer 28 Gerrit Zandbergen<br />

de volgende onbevreesde personen aangewezen:<br />

Cors B<strong>in</strong>nekade; Dirk de Vries senior; Dirk de Vries junior; Koen<br />

Peet; Jan Varkevisser senior; meester Van der Berg en Bernard van Stijn.<br />

Zij moesten met hun leven <strong>in</strong>staan voor het goede gedrag van de anderen.<br />

Aanvankelijk werden ze naar de boerderij Torenvliet gebracht, de volgende<br />

dag mochten ze echter <strong>in</strong> café Ramp blijven. Die avond <strong>om</strong> zeven uur<br />

kregen de overige mannen verlof <strong>om</strong> naar huis te gaan. Onder uitdrukkelijk<br />

bevel de volgende morgen weer <strong>om</strong> acht uur <strong>in</strong> de zaal aanwezig te<br />

zijn.<br />

121<br />

3.7 Burgervader<br />

De burgemeester had <strong>om</strong> 13.00 uur het raadhuis verlaten en was ondanks<br />

de beschiet<strong>in</strong>gen naar zijn huis gewandeld. Toen was dat <strong>Valkenburg</strong>erweg<br />

102 thans Hoofdstraat 66 waar er gelegenheid is tot het verrichten van<br />

helende gymnastische oefen<strong>in</strong>gen conform de regels van D. Mensendieck.<br />

Het gelijksoortige huis ernaast werd <strong>in</strong> <strong>1940</strong> bewoond door de gemeenteontvanger<br />

A. van Haarlem met zijn vrouw en 12-jarig zoontje Tonny.<br />

Zoals reeds gezegd konden vandaar de krijgsverricht<strong>in</strong>gen ongeh<strong>in</strong>derd<br />

worden gadegeslagen. Aan de achterzijde beperkten slechts wat b<strong>om</strong>en en<br />

struiken het uitzicht op het vliegveld en de hangars. Aan de voorzijde kon,


slechts geh<strong>in</strong>derd door een enkel huis aan de overzijde van de weg, het<br />

gehele Boonrak worden overzien. Tot en met het scheepverkeer op de<br />

Oude Rijn. De kelder van dat huis bevond zich onder de keuken, daar kon<br />

middels een trapje naar het manshoge onderaardse gewelf worden afgedaald,<br />

dat zich tot enige meters achter het huis uitstrekte. Daar, <strong>in</strong> een<br />

gemetseld gat <strong>in</strong> het terras was een kelderraam. Het leek een veilig onderk<strong>om</strong>en.<br />

De burgemeester besloot beide gez<strong>in</strong>nen daar<strong>in</strong> onder te brengen.<br />

Vervolgens begaf hij zich wat geruster op weg naar café Ramp. Het<br />

was <strong>in</strong>middels namiddag geworden en het dorp was dicht bezet met Duitsers,<br />

achter de huizen zochten velen hunner zich dekk<strong>in</strong>g. Hij schatte hun<br />

aantal op drie- à vierhonderd.<br />

3.8 In het hospitaal<br />

Ook Ben Collignon had die dag het één en ander meegemaakt, hij schreef<br />

daarover: Ik k<strong>om</strong> tot bewustzijn temidden van een groep Duitsers bij de<br />

Shell-p<strong>om</strong>p, de plaats waarvan we 's-morgens zo moedig zijn vertrokken.<br />

Waar k<strong>om</strong>en die vandaan en hoe ben ik hier gek<strong>om</strong>en? Langzaam k<strong>om</strong>t<br />

ook het geheugen terug, ik zie weer de ziekenauto verdwijnen, her<strong>in</strong>ner me<br />

de teleurstell<strong>in</strong>g. Wat daarna gebeurde blijft duister. Eén van de Duitsers<br />

vraagt me iets en wijst op het verband. Ik begrijp hem niet helemaal en<br />

knik maar wat. De dorst kwelt me en ik maak een dr<strong>in</strong>kend gebaar. Een<br />

veldfles wordt me toegereikt, met gulzige teugen dr<strong>in</strong>k ik. Met een "Dank<br />

u" wordt de fles teruggegeven. Eén hunner beduidt me mee te gaan, langs<br />

de dwarsweg <strong>in</strong> de richt<strong>in</strong>g van <strong>Valkenburg</strong>. Achter elke bo<strong>om</strong> ligt een<br />

Duitser verscholen. Op het kruispunt bij de molen staat een vrachtauto,<br />

daar moet ik <strong>in</strong>stappen. De laadbak is niet leeg er zitten nog meer lotgenoten<br />

<strong>in</strong>. Voort gaat het, <strong>in</strong> snelle vaart naar het dorp. Iedere oneffenheid<br />

van de weg doet zich voelen. De auto stopt voor een soort schoolgebouw,<br />

later begreep ik dat het 't bolwerk der vroede vaderen van <strong>Valkenburg</strong><br />

was. We worden naar b<strong>in</strong>nen geholpen <strong>in</strong> een zaal waar doeken en verband<br />

liggen en een akelige ziekenhuislucht hangt. Iemand <strong>in</strong> een witte jas<br />

k<strong>om</strong>t naar me toe en zegt: "Zo kerel, laat me je arm eens zien?" Die Hollandse<br />

woorden doen me goed. Het verband wordt eraf geknipt; "Een<br />

schotwond?" Ik knik. De wond wordt schoongemaakt, een nieuw verband<br />

122<br />

er<strong>om</strong>. Een verpleegster, er lopen er heel wat rond, brengt me <strong>in</strong> de tu<strong>in</strong>. Er<br />

staan stoelen en banken, Hollanders en Duitsers lachen en praten door elkaar,<br />

hier lijkt de oorlog ver weg. Heel het gebeuren, die morgen doorleefd,<br />

lijkt nu een onwezenlijk iets. Naast me zit een Duitse soldaat, zijn<br />

rechterarm <strong>in</strong> het verband, zijn hoofd <strong>om</strong>wikkeld. Ik bekijk zijn gezicht,<br />

een open symphatiek gelaat. Moet ik hem eigenlijk haten? Hij voelt mijn<br />

blik, draait zich <strong>om</strong>, lacht even, tast <strong>in</strong> zijn borstzak en presenteert me een<br />

sigaret. Ik bedank maar hij houdt aan, onder een vloed van woorden. Ik<br />

hunker naar een trekje en zijn gulle gebaar doet alle tegenstand wegvallen.<br />

De dokter k<strong>om</strong>t ook buiten staan, met nerveuze halen rookt hij een<br />

sigaret. Hij knoopt een gesprek aan met de Duitser naast me. Ik volg hun<br />

woorden en wordt, met de dokter als tolk, <strong>in</strong> het gesprek betrokken. De<br />

woorden flitsen over en weer, af en toe kl<strong>in</strong>kt een gulle lach. Er worden<br />

boterhammen buiten gebracht. Eén der <strong>mei</strong>sjes herken ik, het is de verloofde<br />

van Frans Gödde van mijn c<strong>om</strong>pagnie. Als ze mij herkent is haar<br />

eerste vraag: "Waar is Frans?" Ik heb hem de hele dag niet gezien maar<br />

vertel haar heel overtuigend dat hij niets kan mankeren en fantaseer iets<br />

over een leuk baantje op een bureau ver van het front. Later hoorde ik dat<br />

hij als één der eersten sneuvelde.<br />

Met het <strong>mei</strong>sje mee loop ik door een achterpoort en k<strong>om</strong> bij een<br />

schoolgebouw. Op het dak is een groot rood kruis geschilderd, dit is het<br />

eigenlijke lazaret. De eerste twee zaaltjes staan vol met bedden. Verpleegsters<br />

lopen heen en weer, wassen en helpen gewonden. Nieuwsgierig kijk<br />

ik of er nog bekenden bij zijn maar alle gezichten zijn me vreemd. Ik loop<br />

de gang <strong>in</strong>. Door een deur kijk ik <strong>in</strong> een klaslokaal. Daar op een bed ligt<br />

een donkere vorm. Slechts een paar schoenen steken onder de deken uit.<br />

Langzaam dr<strong>in</strong>gt het tot me door wat dat betekent. Huiverend wend ik me<br />

af.<br />

Steeds worden er nieuwe gewonden b<strong>in</strong>nengebracht. De twee zaaltjes<br />

raken vol, nu worden ook de andere lokalen <strong>in</strong> gebruik gen<strong>om</strong>en. De <strong>om</strong>wonende<br />

burgers geven nog meer ledikanten en dekens. Bewonderenswaardig<br />

hulpvaardig zijn de <strong>in</strong>woners van <strong>Valkenburg</strong>! Ik krijg een stille<br />

bewonder<strong>in</strong>g voor de <strong>mei</strong>sjes die onder deze <strong>om</strong>standigheden zo blijmoedig<br />

hun gang gaan. De vaardige handen helpen allen. Vanuit het lazaret<br />

kan ik over een muurtje het vliegveld zien. Er is geen beweg<strong>in</strong>g waar te<br />

123


nemen, alleen de vliegmach<strong>in</strong>es zwermen over. Het <strong>mei</strong>sje van Frans<br />

Gödde gaat <strong>in</strong> het dorp sigaretten voor me halen. Ze blijft meer dan twee<br />

uur weg en ik maak mezelf verwijten dat ik haar heb laten gaan. E<strong>in</strong>delijk<br />

k<strong>om</strong>t ze terug en vertelt heel nuchter: "Ik moest een paar keer schuilen<br />

<strong>om</strong>dat er geschoten werd!"<br />

Tegen de avond wordt het <strong>in</strong> het lazaret een bont gedoe. Overal worden<br />

slaapplaatsen gemaakt. Er zijn bedden tekort, daar<strong>om</strong> wordt er stro gespreid,<br />

tot zelfs <strong>in</strong> de stenen gang. Daar zullen de verplegers en verpleegsters<br />

proberen wat rust te v<strong>in</strong>den. Ik maak nu kennis met de man die de<br />

leid<strong>in</strong>g heeft. "Piet" zegt ieder tegen hem. Het is een eenvoudige arbeider<br />

uit het dorp maar zijn nuchter en overwogen beleid zullen ons <strong>in</strong> de k<strong>om</strong>ende<br />

dagen door veel moeilijkheden heen helpen. De ouderwetse gaskousjes<br />

die op lange staken staan mogen van de Duitsers niet aangestoken<br />

worden. Omdat de ramen met behulp van wandkaarten verduisterd zijn is<br />

het tasten <strong>om</strong> b<strong>in</strong>nen een plaatsje te v<strong>in</strong>den. Ik ben een poosje <strong>in</strong> de gang<br />

gaan liggen, bij de burgers. Er werd we<strong>in</strong>ig gesproken, er was geen licht<br />

dan dat van een gloeiende sigaret. Ook van buiten is er geen gerucht te<br />

horen. Of ben ik vertrouwd geraakt met de geluiden? In ieder geval zak ik<br />

weg <strong>in</strong> een diepe slaap. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

Toen de mannelijke EHBO-ers terugkeerden van hun verbann<strong>in</strong>g naar<br />

garage Poot bleek hun dat er <strong>in</strong> het hospitaal we<strong>in</strong>ig veranderd was. De<br />

Duitse c<strong>om</strong>mandant had opdracht gegeven gewonden op te halen van het<br />

vliegveld. De vrachtwagen van De Vries werd gevorderd, Gerrit Bol en<br />

nog een paar EHBO-ers onder geleide van twee Duitse soldaten begaven<br />

zich naar de Broekweg. Daar bij het Zwammerhek zagen ze dat de Hollandse<br />

vlag op de hangar werd uitgestoken! Gerrit Bol bracht de Duitsers<br />

daarvan op de hoogte, verschrikt gaven die opdracht onmiddellijk terug te<br />

rijden!<br />

Piet van Du<strong>in</strong> kon zich wat grapjes veroorloven. Tegen de avond vlogen<br />

er weer een paar projectielen over. De gezichten verstarden. Een paar<br />

<strong>mei</strong>den gilden mee met de granaten. Andere dames hadden kritiek op de<br />

verpleg<strong>in</strong>g, zelf liepen ze maar wat te lanterfanten, zeker bang <strong>om</strong> hun<br />

schone witte schorten vuil te maken! Hulp nul k<strong>om</strong>ma nul! Er werd wat<br />

brood rondgedeeld maar overigens bleef het rustig. In lokaal twee lag een<br />

edel drietal: de eerste had rood haar, de tweede was spierwit, de derde<br />

124<br />

werd <strong>in</strong> dienst de Blauwe genoemd. Daar lag dus de Nationale Driekleur!<br />

In een andere hoek lag Matt. Vergunst, 19 jaar. Meestal buiten bewustzijn.<br />

Het laatste wat hij zei was: "Zeg tegen mijn moeder dat alles goed is". Hij,<br />

de zoon van een Belgische vluchtel<strong>in</strong>ge, was pas een paar maanden <strong>in</strong><br />

dienst, geliefd bij de jongens, vrolijk en veelbelovend. In de vroege morgen<br />

was hij op een wagen gezet en z<strong>in</strong>gend naar het front gegaan. Matt. en zijn<br />

vriend kwamen tegenover vijf Duitsers te staan. Hij weigerde zich over te<br />

geven. Een handgranaat verwondde hem dodelijk.<br />

Drie lokalen zijn gevuld met gewonden, licht, zwaar en dodelijk. S<strong>om</strong>migen<br />

maakten grapjes, anderen ijlden. Er waren er die lagen te sterven. Het<br />

werd nacht, de gaspitten brandden slecht, een spookachtig licht. We maakten<br />

toebereidselen voor de nacht. Na een besprek<strong>in</strong>g met het hoofd van de<br />

geneeskundige dienst Anton van Delft werd besloten dat <strong>om</strong> tien uur de<br />

helft van het personeel naar huis mocht gaan, tot de volgende morgen zes<br />

uur. Wie niet durfde mocht blijven. S<strong>om</strong>migen legden zich daarna op de<br />

matrassen. Anderen <strong>in</strong>stalleerden zich <strong>in</strong> een stoel <strong>in</strong> de gang of <strong>in</strong> het stro<br />

op de vloer. Twee <strong>mei</strong>sjes zaten bij een jongen die nog plannen maakte<br />

voor later. Ze durfden hem niet te zeggen dat hij hooguit nog een uur te<br />

leven had. Tot hij de hand aan zijn mond bracht, het bloed zag en begreep.<br />

De d<strong>om</strong><strong>in</strong>ee kwam aan zijn bed, ze baden samen. De d<strong>om</strong><strong>in</strong>ee kon op zeker<br />

m<strong>om</strong>ent de woorden niet meer v<strong>in</strong>den, waarop die jongen hardop zei: K<strong>om</strong><br />

Here Jezus, k<strong>om</strong> dan en neem me zoals ik ben. Gij hebt het toch zelf beloofd!"<br />

Een Duitse soldaat riep <strong>om</strong> de pastoor, een andere Hollandse<br />

soldaat riep <strong>om</strong> de d<strong>om</strong><strong>in</strong>ee, hij g<strong>in</strong>g en verzachtte veel leed. We rookten<br />

de ene sigaret na de andere. De gaslampen suisden eentonig hun lied.<br />

S<strong>om</strong>s d<strong>om</strong>melden we weg <strong>om</strong> dan <strong>in</strong>eens weer wakker te schrikken. Zal het<br />

Rode Kruis nog k<strong>om</strong>en?<br />

125<br />

3.9 Verkenn<strong>in</strong>g uit Rijnsburg<br />

Sergeant Hov<strong>in</strong>gh zat eenzaam <strong>in</strong> de droogschuur van de dakpannenfabriek,<br />

zijn collega Boersma bevond zich <strong>om</strong>trent die zelfde tijd niet ver<br />

van daar <strong>in</strong> een boskampje aan de <strong>Valkenburg</strong>seweg. Diens sectie was het<br />

verband met de c<strong>om</strong>pagnie kwijt geraakt. Ze hadden op 't laatst geen begrip<br />

meer van de tijd noch van de situatie. Het was wel duidelijk dat er aan


de andere kant van het water, <strong>in</strong> het dorp <strong>Valkenburg</strong>, veel Duitsers zaten.<br />

Ze hadden begrepen dat die moesten worden <strong>in</strong>gesloten door hen en het<br />

gelijktijdig aan de overkant opdr<strong>in</strong>gende 4RI! Ze lagen er nog maar net<br />

toen de kalkzandsteenfabriek tegenover hen onder vuur gen<strong>om</strong>en werd<br />

door de kanonnen van Oegstgeest. Tot hun grote schrik viel een granaat<br />

vlak bij hen <strong>in</strong> een bollenveld waar op dat m<strong>om</strong>ent een argeloze kweker<br />

bezig was alsof er niets aan de hand was. Dat eigen artillerievuur beangstigde<br />

hen buitengewoon. Ze werden daarna nog beschoten vanuit de<br />

<strong>Valkenburg</strong>se huizen. Niemand werd getroffen maar ze losten zelf geen<br />

schot. Aan de overkant zagen ze wel soldaten rennen, neervallen en verder<br />

rennen. Maar er waren geen kijkers <strong>om</strong> te zien of het vriend of vijand was.<br />

Laat <strong>in</strong> de avond kwam een ordonnans, ze moesten terug naar Rijnsburg.<br />

Wat gebeurde er <strong>in</strong>middels met de zo dapper opgetrokken c<strong>om</strong>pagnie?<br />

Er vielen doden <strong>in</strong> hun gelederen. Granaten van eigen artillerie verschrikten<br />

hen. Ze wisten niet hoe sterk de vijand was. Er was geen onderl<strong>in</strong>g<br />

overleg. Er waren geen duidelijke opdrachten, geen gevechtservar<strong>in</strong>g.<br />

Toen hun c<strong>om</strong>mandant liet zeggen dat ze onmiddellijk naar Rijnsburg<br />

moesten terugkeren hadden ze daar geen moeite mee. Met gezw<strong>in</strong>de pas<br />

werd de terugtocht aanvaard. Heel wat sneller dan ze gek<strong>om</strong>en waren.<br />

Ook Hov<strong>in</strong>gh bemerkte dat de Duitsers steeds heviger schoten. En dat<br />

granaten bij de pannenfabriek neerkwamen. Hij zat <strong>in</strong> de val. Hij had zich<br />

nog nooit zo eenzaam gevoeld. Hij kon er niet toe k<strong>om</strong>en zijn doodgewaande<br />

collega te gaan bekijken. Toen de duisternis <strong>in</strong>viel hield het schieten<br />

op. Voorzichtig kroop hij richt<strong>in</strong>g Rijnsburg. Door een klep <strong>in</strong> de muur<br />

kon hij de schuur aan die zijde verlaten. Dat de Duitsers de fabriek <strong>in</strong> de<br />

gaten hielden bleek onmiddellijk, vanuit de "villa" (het huidige gemeentehuis<br />

van <strong>Valkenburg</strong>) werd hij onder vuur gen<strong>om</strong>en. Hov<strong>in</strong>gh deed een<br />

uur over de terugtocht. In Rijnsburg was een zaal van het raadhuis <strong>in</strong>gericht<br />

<strong>om</strong> de gewonden op te vangen. De gesneuvelden lagen <strong>in</strong> de Openbare<br />

School. De <strong>in</strong> dat dorp gelegerde depottroepen voorzagen de afgematte<br />

sergeant van nieuwe kleren. De anderen reageerden verbaasd. "We<br />

dachten dat je dood was!" Sergeant Sakkers was overgebracht naar het<br />

ziekenhuis <strong>in</strong> Leiden en daar gestorven.<br />

126<br />

127<br />

29 Schets van de situatie rond de Sandtlaan en het sem<strong>in</strong>arie <strong>in</strong> <strong>1940</strong>


3.10 Herover<strong>in</strong>g van het sem<strong>in</strong>arie en de Sandtlaanbrug<br />

Buurmans tweede bataljon (II-4RI) onder bevel van majoor Cramer<br />

arriveerde gehavend op de plaats van bestemm<strong>in</strong>g, Katwijk aan de Rijn.<br />

Onderweg waren ze door vliegtuigen aangevallen waarbij beide verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gswagens<br />

verloren g<strong>in</strong>gen. Het eerste treffen vond plaats <strong>in</strong> het hartje<br />

van het dorp rond het café de Roskam <strong>om</strong> en nabij de Turfmarkt, daar<br />

waar de "Roskambrug" over de Oude Rijn de verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g vormde voor het<br />

wegverkeer tussen Katwijk en Rijnsburg.<br />

De Katwijker W. van Beelen was destijds twaalf jaar en woonde met<br />

zijn ouders <strong>in</strong> een w<strong>in</strong>kel schu<strong>in</strong> tegenover de Roskam. In dat logement<br />

waren de onderofficieren ondergebracht. Daartoe geïnterviewd werd er <strong>in</strong><br />

het Leidsch Dagblad van 5 <strong>mei</strong> 1990 het één en ander opgetekend van zijn<br />

belevenissen. Hij dacht dat er op zeker m<strong>om</strong>ent een vuurgevecht ontstaan<br />

was tussen de gasten van De Roskam en de Duitsers op de Overrijn aan de<br />

overzijde van het water. Daar was de vijand heer en meester. De kogels<br />

floten over en weer. Al gauw lag de etalageruit aan diggelen. Hun w<strong>in</strong>kel<br />

lag precies <strong>in</strong> de vuurlijn van de Duitsers. Angstig zocht het gez<strong>in</strong> bescherm<strong>in</strong>g<br />

<strong>in</strong> de keuken aan de achterzijde van het huis. Toen het even stil was<br />

sloop zijn vader naar de achteruitgang <strong>in</strong> de Peperstraat. Daar stond een<br />

Nederlandse soldaat verdekt opgesteld. Schrik aan weerszijden. Met een<br />

geweer <strong>in</strong> zijn ribben werd van Beelen senior teruggestuurd. Niet veel later<br />

deed zoonlief het nog eens over en zag niet ver van hun achterpoort een<br />

munitiewagen staan met twee paarden bespannen. Eén van de dieren was<br />

deerlijk gewond maar niemand dorst het beest te helpen. Het gevaar was te<br />

groot. Het tafereel bleef hem altijd bij.<br />

Uit de aanwezigheid van de munitiewagen valt op te maken dat toen de<br />

derde c<strong>om</strong>pagnie van het zojuist gearriveerde bataljon actief geworden<br />

was. De Van Beelens hielden zich behoudens de twee genoemde uit<strong>in</strong>gen<br />

van nieuwsgierigheid aardig gedeisd. Dat kon niet van iedereen gezegd<br />

worden. D.A. van Hilten schreef daar<strong>om</strong>trent <strong>in</strong> de Militaire Spectator van<br />

februari 1941 "Merkwaardig was het optreden van de burgerij, die onder<br />

deze gevechts<strong>om</strong>standigheden zich gedroeg alsof er vredesmanoeuvres<br />

werden gehouden. Verschillende groepjes menschen bevonden zich op<br />

straat, bespraken de gebeurtenissen en sloegen de gevechtshandel<strong>in</strong>gen<br />

128<br />

met grote belangstell<strong>in</strong>g gade, terwijl er tijdens het gevecht van 3-II-4RI<br />

ter vermeester<strong>in</strong>g van het sem<strong>in</strong>arium plotsel<strong>in</strong>g een tram van de N<strong>ZH</strong>TM<br />

luid-bellend door het dorp kwam rijden, uit de richt<strong>in</strong>g Rijnsburg, waarvan<br />

de passagiers achter de ramen naar het gevecht stonden te kijken." Uit de<br />

richt<strong>in</strong>g Rijnsburg! Het gaan van de tram over de Oude Rijn op de<br />

Sandtlaan was kennelijk niet verh<strong>in</strong>derd door de bezetters. Of hadden de<br />

Duitsers die nieuwsgierige (Rijns)burgers maar laten gaan, net zo verbluft<br />

als de Hollanders even later over zoveel onnozelheid?<br />

Maar hoe die "Roskambrug" over te k<strong>om</strong>en? Enige Duitsers, verschanst<br />

<strong>in</strong> een huis aan de overzijde, hielden de nauwe doorgang constant onder<br />

vuur en wisten van geen wijken. Luitenant de Beer zag kans <strong>om</strong> zo'n 60<br />

meter verderop de rivier over te steken. De roeiboot was zichtbaar vanuit<br />

de lucht en werd aangevallen. Mis! Eerst zelf over en een verkenn<strong>in</strong>g gemaakt.<br />

Daarna nog een paar keer heen en weer en zo bereikten twaalf man<br />

de overkant. De vijand kon nu van opzij worden aangevallen en beschoten.<br />

De verdedig<strong>in</strong>g wankelde. Juist op tijd bestormde majoor Cramer aan het<br />

hoofd van zijn mannen de brug. De Duitsers vluchtten en hielden zich<br />

verborgen <strong>in</strong> het sem<strong>in</strong>arie, de poort op slot. Maar ook daar<strong>in</strong> werden ze<br />

achterna gezeten. Nadat luitenant De Jong ze gemaand had zich over te<br />

geven kwamen ze uit een schuurtje en gaven daaraan gehoor. Volgens Van<br />

Hilten waren het sem<strong>in</strong>arie en de huizen daar<strong>om</strong>trent <strong>om</strong> 13.45 uur weer <strong>in</strong><br />

onze handen. Het <strong>in</strong> 1990 verschenen boek "Mei <strong>1940</strong>. De strijd op Nederlands<br />

grondgebied" noemt echter 15.00 uur en dat door het stoutmoedig<br />

optreden van majoor Cramer. Waarschijnlijk heeft dat laatstgenoemde uur<br />

betrekk<strong>in</strong>g op de herover<strong>in</strong>g van het terre<strong>in</strong> ten oosten van de Sandtlaan,<br />

bekend als de kalkzandsteenfabriek. Om tot vermeester<strong>in</strong>g daarvan over te<br />

kunnen gaan moest echter vooraf een artillerie beschiet<strong>in</strong>g plaats v<strong>in</strong>den<br />

(Van Hilten).<br />

Luitenant Guyt (C. 1e sec. 2-I-1RI) verklaarde dienaangaande dat door<br />

zijn sectie m<strong>in</strong>us de groep Koopmans de brug werd overschreden onder<br />

dekk<strong>in</strong>g van een burgerauto. Daarbij werd h<strong>in</strong>der ondervonden van eigen<br />

vuur uit het sem<strong>in</strong>arie ter rechterzijde en granaatvuur op de<br />

kalkzandsteenfabriek ter l<strong>in</strong>kerzijde. Dat duurde ongeveer tw<strong>in</strong>tig m<strong>in</strong>uten.<br />

Hij had twee uur voor de brug gelegen en was <strong>om</strong> 10.00 uur uit Rijns-<br />

129


urg vertrokken. Na de brug werd contact gelegd met luitenant De Jong<br />

van 4RI. Samen hebben ze daarop de weg naar <strong>Valkenburg</strong> bezet.<br />

3.11 Herover<strong>in</strong>g van het vliegveld<br />

Het eerste en tweede bataljon (I-4RI en II-4RI), beide versterkt met een<br />

sectie zware mitrailleurs, verzamelden zich bij kil<strong>om</strong>eterpaal 88 op het<br />

strand tussen Katwijk en Wassenaar. De mannen waren van Noordwijk<br />

k<strong>om</strong>en lopen, via de Katwijkse zeesluizen, over de boulevard en tenslotte<br />

het fietspad door de du<strong>in</strong>en. Op dat laatste gedeelte waren ze aangevallen<br />

door Duitse vliegtuigen. Even later zagen ze die, het waren er 13, landen<br />

op het strand. Tussen kil<strong>om</strong>eterpaal 90 en 92. Een sectie zware mitrailleurs<br />

onder eerste luitenant Engels werd achtergelaten <strong>om</strong> met hen af te rekenen<br />

en <strong>om</strong> ervoor te zorgen dat ze niet <strong>in</strong> de rechterflank zouden worden aangevallen.<br />

De Duitsers verdwenen richt<strong>in</strong>g Wassenaarseslag. Daarop werd de<br />

aanvalspositie <strong>in</strong>gen<strong>om</strong>en. L<strong>in</strong>ks het tweede-, rechts het eerste bataljon.<br />

Frontbreedte 600 meter. "Denk er<strong>om</strong>; hergroeperen bij de Wassenaarseweg!<br />

Voorwaarts mars!" c<strong>om</strong>mandeerde kapite<strong>in</strong> Dekker. En hij wees <strong>in</strong><br />

zuid-oostelijke richt<strong>in</strong>g. De mannen hadden al een fl<strong>in</strong>ke mars achter de<br />

rug. Ze maakten we<strong>in</strong>ig haast op dat laatste stukje. Het verband tussen<br />

beide bataljons was al spoedig verbroken. Het tweede bataljon arriveerde<br />

aanmerkelijk eerder op de Wassenaarseweg dan het eerste.<br />

Majoor Mall<strong>in</strong>ckrodt begroette de eersten als uit de hemel gezonden. Hij<br />

had met de schamele overblijfselen van het derde bataljon vele uren naast<br />

de Wassenaarseweg <strong>in</strong> stell<strong>in</strong>g gelegen. Verdacht op vijandelijke beweg<strong>in</strong>gen.<br />

Zou Buurman zijn belofte houden en versterk<strong>in</strong>gen sturen? En zie<br />

daar waren ze. Verspreid <strong>in</strong> kle<strong>in</strong>e groepjes druppelden ze b<strong>in</strong>nen. Ze<br />

werden stuk voor stuk bij het strijdlustige legertje <strong>in</strong>gelijfd. Toen kapite<strong>in</strong><br />

Dekker met de rest van zijn mannen uit de du<strong>in</strong>en kwam restte hem we<strong>in</strong>ig<br />

anders dan zich achter aan te sluiten. Mall<strong>in</strong>ckrodt was reeds op weg. Die<br />

wist precies wat en hoe hij wilde. Zijn mannen hadden die morgen de<br />

nodige ervar<strong>in</strong>g opgedaan.<br />

Hoe de aanval precies verlopen is valt moeilijk na te gaan. Oude bekenden<br />

waren erbij. Luitenant Van Kessel en sergeant Scholten. Weer volgden ze<br />

de hun bekende weg, naar de dwarssloot, staken met behulp van de vlet<br />

130<br />

over en kwamen bij de Grote Water<strong>in</strong>g. Daar moet het ongeveer zo gegaan<br />

zijn: "Sergeant Scholten, verspreiden en optrekken naar het vliegveld, de<br />

hangars moeten we hebben!" Volgens zeggen was Scholten het niet met<br />

het bevel eens, naar zijn men<strong>in</strong>g moest eerst een Duitse mitrailleur, die op<br />

het zandspoor stond en hen van opzij beschoot, onschadelijk gemaakt<br />

worden. "Sergeant! Verspreiden en aanvallen!" Weer maakte Scholten zijn<br />

bezwaren kenbaar. Ten derde male werd de opdracht herhaald, steeds dreigender<br />

klonk de stem van de luitenant. Waarop Scholten bakzeil haalde.<br />

Hij liet zijn mannen verspreiden en aanvallen. De Duitse mitrailleur had ze<br />

maar voor 't neerschieten. Scholten, Bouwmeester, Van der Schee. En<br />

Gödde, of was die bij de zandtre<strong>in</strong> neergeschoten? Helemaal precies weten<br />

de oud-strijder het niet meer, er vielen ongeveer acht doden, die zijn daar<br />

lang blijven liggen. Bij hen kan Kessel geen goed meer doen! De aanval<br />

liep vast. Daarna moest de Duitse mitrailleur toch maar worden aangevallen.<br />

Zonder verdere zware verliezen werd daarop het vliegveld heroverd. De<br />

vijandelijke hoofdmacht had zich teruggetrokken op het dorp. Na afloop<br />

werden de krijgsgevangen Duitsers <strong>in</strong> een hangar ondergebracht. Hun<br />

aantal wordt niet vermeld. Mall<strong>in</strong>ckrodt kon het volgens zeggen niet nalaten<br />

hen de huid vol te schelden. De wachtposten rond het vliegveld werden<br />

opnieuw bemand, de rood-wit-blauwe vlag g<strong>in</strong>g <strong>om</strong>hoog. Het was <strong>om</strong>trent<br />

half zeven, de avond van de eerste dag. Een Duitse arts, die <strong>in</strong> de hangar<br />

was aangetroffen, wist te vertellen dat het vliegveld spoedig geb<strong>om</strong>bardeerd<br />

zou worden, het was niet ondenkbaar, zodat <strong>om</strong> twaalf uur 's-nachts<br />

de troepen teruggetrokken werden op de du<strong>in</strong>en. Vandaar kon het vliegveld<br />

<strong>in</strong> de gaten worden gehouden. S<strong>in</strong>dsdien h<strong>in</strong>g op het vliegveld wel de<br />

Nederlandse vlag maar was het gebied <strong>in</strong> feite Niemandsland.<br />

Mall<strong>in</strong>ckrodt zelf beschreef de gang van zaken als volgt: "Wij waren nu<br />

opgerukt tot de toegangsweg tot het vliegveld. Na verkenn<strong>in</strong>g bleek uit het<br />

ontvangen vuur dat wij een georganiseerd mitrailleurvuur voor ons hadden.<br />

Rechts flankeerde een mitrailleur uit de Pan, naar later bleek opgesteld<br />

op het zandtre<strong>in</strong>viaduct, het aanvalsterre<strong>in</strong>. L<strong>in</strong>ks lag een flankerende<br />

mitrailleuropstell<strong>in</strong>g <strong>in</strong> een perceel bloeiende rode tulpen. Twee mitrailleuropstell<strong>in</strong>gen<br />

<strong>in</strong> front, één bij de heistell<strong>in</strong>g en één op ongeveer driehonderd<br />

meter langs de nader<strong>in</strong>gsweg. De hoofdweerstand lag <strong>in</strong> de rand<br />

131


van het vliegveld en 100 meter daarvoor. Zonder voorbereid<strong>in</strong>g zou een<br />

aanval hier bloed gekost hebben. Een sectie mortieren werd aangevraagd.<br />

Met geweervuur werd de opstell<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de tulpen en die op 300 meter langs<br />

de weg opgeruimd. De mortieren rekenden af met de heistell<strong>in</strong>g en de<br />

opstell<strong>in</strong>gen voor het vliegveld. De zeer gevaarlijke mitrailleur <strong>in</strong> de Pan<br />

bleef echter voorlopig onv<strong>in</strong>dbaar.<br />

Zonder dat ons daarvan iets bekend was kwam nu plotsel<strong>in</strong>g I-4RI door<br />

onze l<strong>in</strong>ie oprukken <strong>om</strong> op het vliegveld aan te vallen. Nauwelijks kwamen<br />

de voorste groepen <strong>in</strong> het open terre<strong>in</strong> of ze kregen flankerend mitrailleurvuur<br />

uit de Pan, waarbij de luitenant-sectiec<strong>om</strong>mandant zwaar<br />

gewond werd en de voorwaartse beweg<strong>in</strong>g van dit bataljon tot staan<br />

kwam. Door dit vuur verried deze mitrailleur haar opstell<strong>in</strong>g aan een patrouille<br />

bestaande uit twee onderofficieren van III-4RI en werd door hen<br />

pr<strong>om</strong>pt buiten gevecht gesteld. Waar I-4RI bleef liggen zette nu III-4RI de<br />

aanval door met het bekende succes en zeer we<strong>in</strong>ig verliezen. Een mitrailleuropstell<strong>in</strong>g<br />

op 100 meter voor het vliegveld gaf zich zonder strijd gewonnen.<br />

De hoofdweerstand had zich na het goed gerichte mortiervuur<br />

teruggetrokken naar de oostzijde van het vliegveld, vanwaar weer vuur<br />

ontvangen werd, evenals uit het dorp <strong>Valkenburg</strong> en uit de Pan. Dit laatste<br />

vuur lag 200 meter te kort en veroorzaakte geen verliezen. Voorlopig<br />

onbegrijpelijk was het vuur uit <strong>Valkenburg</strong> dat op klaarlichte dag met<br />

lichtspoormunitie werd afgegeven. Weldra zou de bedoel<strong>in</strong>g ons duidelijk<br />

worden. Zes vliegtuigen vlogen over de plaats waar de lichtspoor was<br />

neergek<strong>om</strong>en en weldra gierden de b<strong>om</strong>men naar beneden en ontploften<br />

precies op de aangegeven plaats. Aangezien de manschappen die daar<br />

stonden <strong>in</strong>middels vijftig meter waren verplaatst als reserve tussen twee<br />

kleidammen waren er geen verliezen. Nadat de beveilig<strong>in</strong>g richt<strong>in</strong>g <strong>Valkenburg</strong><br />

en de Pan waren uitgezet kon ik het bericht verzenden: Vliegveld<br />

heroverd. Zend onmiddellijk vrachtauto's met stro voor evacuatie gewonden.<br />

3.12 Aan en afvoer<br />

Terwijl T<strong>om</strong>pson de munitie over de veilig bevonden route aanvoerde,<br />

g<strong>in</strong>g sergeant Vreeburg terug naar het sem<strong>in</strong>arie. Het lag er verlaten bij.<br />

132<br />

Dat er die middag <strong>om</strong> de gebouwen gevochten was wist hij niet. Toch<br />

voelde hij zich daar niet veilig. Met zijn pistool <strong>in</strong> de hand liep hij door de<br />

lege lokalen naar de kant<strong>in</strong>e. Het was alsof achter elke deur een vijand<br />

loerde. Maar <strong>in</strong> de kant<strong>in</strong>e lag genoeg van zijn gad<strong>in</strong>g. Het probleem was<br />

nu alleen nog hoe dat naar de Wassenaarseweg te vervoeren. Zich bewust<br />

van zijn nieuw verworven rang vorderde hij volgens de regelen der kunst<br />

een vrachtwagentje bij Van der Gugten <strong>in</strong> het dorp en trachtte daarmee te<br />

rijden. Hij had een rijbewijs maar dat apparaat was niet normaal te bedienen<br />

(misschien een T-Fordje?). Na enig zoeken werd er een soldaat gevonden<br />

die de kunst verstond, een zekere Van Wissen uit Warmond. Na nog<br />

een aantal verrekijkers gevorderd te hebben <strong>in</strong> een w<strong>in</strong>kel ergens <strong>in</strong> Katwijk<br />

begaf het transport zich naar de Wassenaarseweg. Daar lag de sectie<br />

<strong>in</strong>middels temidden van een veel grotere groep nog immer <strong>in</strong> stell<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de<br />

du<strong>in</strong>en. Daar ontmoette hij voor het eerst de majoor Mall<strong>in</strong>ckrodt, geen<br />

sterren op, dat was ook niet nodig! Iedereen wist wie dat was.<br />

133<br />

3.13 Eerste tegenaanval op het dorp<br />

Nadat het sem<strong>in</strong>arie en de Sandtlaanbrug gezuiverd was van vreemde<br />

overheers<strong>in</strong>g marcheerde kapite<strong>in</strong> Sjouke (2-II-4RI) met zijn mannen over<br />

de Wassenaarseweg naar het vliegveld en bevond dat reeds heroverd. Ze<br />

werden bij Mall<strong>in</strong>ckrodt <strong>in</strong>gedeeld zodat van de ontvangen opdracht <strong>om</strong><br />

vervolgens de vijand <strong>in</strong> het dorp <strong>Valkenburg</strong> aan te vatten niets meer<br />

terecht kwam. De manschappen van kapite<strong>in</strong> Val (3-II-4RI) trokken op via<br />

de <strong>Valkenburg</strong>erweg. Hetgeen aarzelend geschiedde. Ze werden gesteund<br />

door zware mitrailleurs en konden op aanvraag beschikken over de kanonnen<br />

van Katwijk en Oegstgeest.<br />

De luitenants de Jong en Guijt (2-I-1RI) met hun secties werkten nauw<br />

samen. Zij bezetten de <strong>Valkenburg</strong>seweg en doorzochten de huizen. Langzaam<br />

trokken ze voorwaarts onder vijandelijk vuur vanuit het dorp. De<br />

eerste brug <strong>in</strong> de weg daarheen werd overschreden. Dat was niet de brug<br />

over de Kle<strong>in</strong>e Water<strong>in</strong>g, de grens van <strong>Valkenburg</strong>, maar de toen aanwezige<br />

brug <strong>in</strong> het Molenblok, waar tegenwoordig de kistenfabriek staat. Toen<br />

ze daar voorbij waren kregen ze vijandelijke granaten te verduren. Er werd<br />

contact opgen<strong>om</strong>en met majoor Cramer (C.II-4RI). Ze mochten zich terug-


trekken. In een luchtvaartloods achter de brug zijn ze daarop <strong>in</strong> stell<strong>in</strong>g<br />

gegaan als rugdekk<strong>in</strong>g voor de anderen. De loods en het aangrenzende<br />

gebouw werden voor de nacht ter verdedig<strong>in</strong>g <strong>in</strong>gericht. Versterk<strong>in</strong>g werd<br />

gevraagd en ontvangen en <strong>in</strong> stell<strong>in</strong>g gelegd ter weerszijden van de weg,<br />

een 100 meter terug, richt<strong>in</strong>g Katwijk. Aldus luitenant Guyt.<br />

Majoor Cramer had zijn c<strong>om</strong>mandopost <strong>in</strong>gericht <strong>in</strong> het huis van dokter<br />

Huet<strong>in</strong>g dicht bij de korenmolen. Hij volgde de vorder<strong>in</strong>gen van kapite<strong>in</strong><br />

Val die tot <strong>in</strong> het dorp was doorgedrongen. Daar werd de c<strong>om</strong>pagnie door<br />

eigen artillerie beschoten. Val werd door een granaatscherf gewond en<br />

moest vervangen worden door luitenant Van Galen. De aanval stokte, de<br />

mannen moesten zich terugtrekken.<br />

Volgens s<strong>om</strong>miger uitleg zou de aanval op de <strong>Valkenburg</strong>seweg <strong>in</strong> de<br />

aanvang geh<strong>in</strong>derd zijn door beschiet<strong>in</strong>gen vanuit een steenfabriek halverwege<br />

<strong>Valkenburg</strong>. Er is wat verwarr<strong>in</strong>g over de plaats daarvan. Langs de<br />

weg tussen beide dorpen was geen steenfabriek! Op de verouderde stafkaarten<br />

staat echter een steenbakkerij aangegeven daar waar het dorp<br />

<strong>Valkenburg</strong> beg<strong>in</strong>t. Die steenfabriek was echter al s<strong>in</strong>ds jaren vervangen<br />

door een woonwijk (Borculo). Dat wisten de Nederlanders niet. Het kan<br />

zelfs zijn dat met de steenfabriek de kalkovens bedoeld werden. Die stonden<br />

nog verder op <strong>Valkenburg</strong>se grond, daar waar tegenwoordig de<br />

Schelphoek <strong>in</strong> aanleg is. Daarmee zou de ontstane verwarr<strong>in</strong>g verklaard<br />

zijn. Er werd <strong>om</strong> artilleriesteun gevraagd op de steenfabriek (<strong>in</strong> <strong>Valkenburg</strong>),<br />

de kalkzandsteenfabriek werd met granaten beschoten! Of anders<strong>om</strong>.<br />

Er gaan <strong>in</strong>derdaad geruchten dat reeds die avond Nederlandse soldaten<br />

<strong>in</strong> <strong>Valkenburg</strong> waren doorgedrongen. Jaap van der Zwart spreekt van<br />

gevechten tussen de Duitsers en de Hollanders <strong>in</strong> het dorp. Tussen vier uur<br />

en half acht <strong>in</strong> de avond!<br />

We zaten vlak bij elkaar <strong>in</strong> de wachtkamer van het Diaconessenhuis <strong>in</strong><br />

Leiden. Zoals dat tegenwoordig gaat staarde ieder voor zich uit en zei<br />

niets. Maar <strong>om</strong>dat zijn gezicht me bekend voor kwam, boog ik me naar<br />

hem toe. "Bent u niet een <strong>Valkenburg</strong>er?" Hij schudde zijn hoofd tot een<br />

vage ontkenn<strong>in</strong>g. "Ik woon <strong>in</strong> Katwijk", hij gaf me geen ruimte <strong>om</strong> aan<br />

mezelf te gaan twijfelen, "maar ik ben <strong>in</strong> <strong>Valkenburg</strong> geboren, <strong>in</strong> Borculo!".<br />

Hij keek me aan met een gezicht van: daarvan zul je wel nooit gehoord<br />

hebben. Ik echter knikte begrijpend. Het was even stil. "U zult mijn<br />

134<br />

135<br />

30 Het dorp <strong>Valkenburg</strong> tussen de Grote- en de Kle<strong>in</strong>e Water<strong>in</strong>g


tweel<strong>in</strong>gbroer bedoelen, die woont nog steeds <strong>in</strong> het dorp!" Het was niet<br />

moeilijk hem tot verder praten te bewegen, we kregen het over de <strong>mei</strong>dagen<br />

<strong>1940</strong>. Het ouderlijk gez<strong>in</strong> van Huig Ouwersloot had een onderk<strong>om</strong>en<br />

<strong>in</strong> de woonwijk die zich destijds bevond op de plaats waar nu de Joghtlaan<br />

is. Naar zeggen viel de bouw ervan samen met de "w<strong>in</strong>dhoos van Borculo".<br />

Op dat historische m<strong>om</strong>ent werden <strong>in</strong> die plaats vele huizen van hun<br />

daken beroofd. S<strong>in</strong>dsdien werd de wijk zo genoemd. Twee rijen van tien<br />

huisjes, gelegen aan de Rijnstro<strong>om</strong>laan. Aan de Straatweg was er nog het<br />

sigarenw<strong>in</strong>keltje van Stien van der Marel en de w<strong>in</strong>kel van Meyer. Aan de<br />

Rijnzijde van de Straatweg stonden nog een paar huizen voor beter bedeelden.<br />

Huig vertelde me over die eerste dag van de oorlog. Hij was toen 11<br />

jaar. De mannen van het dorp hadden zich <strong>in</strong> de loop van de dag moeten<br />

melden <strong>in</strong> garage Poot. Later op de dag verhuisden ze naar café Ramp.<br />

Behoudens een twaalftal gijzelaars mochten ze 's-avonds naar hun huizen<br />

terugkeren. Dat moet <strong>om</strong>streeks zeven uur geweest zijn. Vijf bewoners van<br />

Borculo liepen opgelucht naar huis. Voorbij het gemeentehuis aan hun<br />

l<strong>in</strong>kerzijde, via de brug over de Grote Water<strong>in</strong>g, langs de kalkovens aan<br />

hun rechterzijde. Reeds zagen ze hun huizen opdoemen. Toen vielen er<br />

schoten, één der mannen leek te struikelen en viel. Nog meer schoten. Ze<br />

renden zo hard ze konden. Richt<strong>in</strong>g huis. Klepperende kl<strong>om</strong>pen op de<br />

straatweg. Ouwersloot kwam behouden thuis. De vrouwen vroegen hem<br />

waar hun mannen bleven. Wat er gebeurd was. Hij kon het hun niet zeggen.<br />

Hij heeft het nooit over zijn lippen kunnen krijgen.<br />

Misschien dat Arie de Vries iets kan vertellen over wat daar gebeurd is.<br />

Hij woont nog steeds op dezelfde plaats waar het ouderlijk huis gelegen<br />

was, Katwijkerweg 45. Zijn ouders, Piet de Vries en Anna Meurs, werden<br />

verblijd met de geboorte van vijf dochters en een zoon. Toen Piet en zoon<br />

Arie verlof kregen <strong>om</strong> uit café Ramp naar huis te gaan behoefden ze niet<br />

ver te lopen. De Straatweg op richt<strong>in</strong>g Katwijk, de brug over de Grote<br />

Water<strong>in</strong>g en daar voorbij aan de rechterzijde het tweede huis. Ze liepen<br />

daar met een man of acht. De brug was versperd, ondermeer een grote<br />

bo<strong>om</strong> lag er dwars overheen. Voor hun huis <strong>in</strong> de greppel lagen de Duitsers<br />

achter de mitrailleurs. Ze schoten <strong>in</strong> de richt<strong>in</strong>g van het huis Ora et<br />

Labora. Daar moeten de Hollanders gezeten hebben. Toen hij en zijn vader<br />

voorbijg<strong>in</strong>gen stopte het vuur even. Arie sprong meteen over de haag die<br />

136<br />

hun tu<strong>in</strong> van de weg scheidde en trok zijn vader met zich. Zij waren ongedeerd.<br />

De anderen moeten doorgelopen zijn. Herman Russchenberg kreeg<br />

een schot <strong>in</strong> zijn rechteronderbeen toen hij zich naar het huis van zijn<br />

vader Gerrit repte. Daar recht tegenover waren de kalkovens. Wat er met<br />

de anderen gebeurde hoorde Arie later bij stukjes en beetjes. Brockhaus,<br />

Voerman en Van der Weijden waren dodelijk getroffen.<br />

137<br />

3.14 De Wassenaarse slag<br />

Op hoog niveau was besloten de du<strong>in</strong>en te zuiveren van allerlei daar verzamelde<br />

Duitsers: verdwaalde parachutisten, op het strand gelande luchtland<strong>in</strong>gstroepen<br />

en vliegtuigbemann<strong>in</strong>gen. Ze hadden zich verzameld <strong>in</strong> de<br />

du<strong>in</strong>en tussen de Wassenaarseslag en Scheven<strong>in</strong>gen. Niemand wist bij<br />

benader<strong>in</strong>g te zeggen hoeveel er zaten. Het plan was <strong>om</strong> met drie bataljons<br />

als een grote bezem door de du<strong>in</strong>en te marcheren vanaf Katwijk aan Zee<br />

tot Scheven<strong>in</strong>gen toe. Daartoe werden bataljons aangewezen van drie<br />

verschillende regimenten. Voor de kenners het I-4RI, het I-1RI en het II-<br />

9RI. Buurman moest het regelen. Die had die dag al zoveel aan zijn hoofd<br />

gehad. Bovendien begon er b<strong>in</strong>nen de kortste keren van alles en nog wat<br />

mis te gaan. De bataljons waren uitgedund en niet op volle sterkte. Ze<br />

moesten van elders k<strong>om</strong>en en kwamen daardoor op verschillende tijdstippen<br />

aan. "Spoed! Spoed!" kwam het van hogerhand. Staat La Roi te trappelen<br />

van ongeduld? Nou goed dan, laat hem maar vast vertrekken! Oprukken<br />

naar de Wassenaarseslag. Tot de lijn 500 meter ten zuiden van en<br />

evenwijdig met de Wassenaarseslag. Weg wezen!<br />

Ook majoor La Roi (C<strong>om</strong>mandant I-1RI) had zijn dag niet. 's-Morgens<br />

was hij al beschoten toen hij vanuit Rijnsburg even een kijkje was gaan<br />

nemen bij de Sandtlaanbrug. Stoer rechtop had hij daar de verricht<strong>in</strong>gen<br />

van het peloton van sergeant Dijkhof gadegeslagen. Onverhoeds waren<br />

hem de mitrailleurkogels <strong>om</strong> de oren gevlogen. Het was vernederend maar<br />

hij moest ijl<strong>in</strong>gs dekk<strong>in</strong>g zoeken! In die morgen waren zijn mensen op<br />

diverse plaatsen <strong>in</strong> en <strong>om</strong> Rijnsburg <strong>in</strong> actie gek<strong>om</strong>en. Veel resultaat was<br />

er niet geboekt. De Sandtlaanbrug was door een ander bataljon ontzet. Nu<br />

was dan e<strong>in</strong>delijk een z<strong>in</strong>nige opdracht gek<strong>om</strong>en. Het was al namiddag,<br />

dat wel, ze hadden niet veel tijd meer tot het donker. Zijn bataljon moest


de l<strong>in</strong>kerflank van de aanval vormen. Waar<strong>om</strong> nog getreuzeld? Is de eerste<br />

c<strong>om</strong>pagnie <strong>in</strong> Rijnsburg nog bezig droge kleren aan te trekken? Laat ze<br />

31 Luchtfoto van het vliegveld richt<strong>in</strong>g Wassenaar, gemaakt 10 <strong>mei</strong> <strong>1940</strong> <strong>om</strong> 10 uur.<br />

138<br />

dan zo snel mogelijk met auto's nak<strong>om</strong>en. Welke secties zijn niet beschikbaar?<br />

Drie? We zullen het zonder hen moeten stellen. Wie zijn er wel? De<br />

c<strong>om</strong>mandogroep, de 4e sectie van die c<strong>om</strong>pagnie, twee secties van de 2e<br />

c<strong>om</strong>pagnie en twee secties van de 3e c<strong>om</strong>pagnie. Een mitrailleurc<strong>om</strong>pagnie<br />

m<strong>in</strong>us één sectie? We zullen het er mee moeten doen. Voorwaarts<br />

mars!<br />

Zulke zaken kun je niet op je gemak regelen. Er was gebrek aan <strong>in</strong>formatie.<br />

De land<strong>in</strong>g van 13 transportvliegtuigen tussen kil<strong>om</strong>eterpaal 90 en<br />

92 was kort tevoren gade geslagen en aangevallen. De Duitsers waren<br />

richt<strong>in</strong>g Wassenaarseslag weggetrokken. Wist La Roi dat wel? Halverwege<br />

de mars had hij bericht moeten krijgen dat niet de Wassenaarseslag<br />

maar het meer nabije Kle<strong>in</strong> Berkheide voorlopig e<strong>in</strong>dpunt zou zijn. Niets<br />

van gehoord! Met vliegende vaart is het bataljon opgerukt. Door de du<strong>in</strong>en<br />

en over de Wassenaarseweg. Op het vliegveld waaide toen al het rood-witblauw.<br />

Ook <strong>in</strong> de du<strong>in</strong>en werd geen Duitser gezien. Ter bestemder plekke<br />

werd halt gehouden, plaats rust. Op de topografische kaart als Belvedère<br />

aangegeven. Het leek wel alsof niemand zich er van bewust was midden <strong>in</strong><br />

het nest van de adelaar te zitten. Als goede <strong>in</strong>fanteristen hadden ze zich<br />

onmiddellijk moeten opstellen en <strong>in</strong>graven. Ga eerst maar een kwartiertje<br />

uitrusten, werd er gezegd. Dat moet je tegen soldaten zeggen die de hele<br />

dag gelopen hebben, van hot naar her! Toch waren er wel maatregelen<br />

gen<strong>om</strong>en. Het bataljon lag m<strong>in</strong> of meer <strong>in</strong> vier stell<strong>in</strong>gen. Ten zuid-westen<br />

van de weg. De rechtse opstell<strong>in</strong>g stond onder gezag van sergeant Muskee.<br />

Zonder daartoe bevolen te zijn had hij twee dubbelposten uitgezet. Naast<br />

hem lag de vaandrig Drabbe, hij vond twee enkelposten genoeg. De rest<br />

lag gewoon te snurken. Bij de sectie zware mitrailleurs was er een piket<br />

benoemd. Hetgeen betekende dat daar een groep zat te rusten. De opstell<strong>in</strong>g<br />

van het geheel liet ook veel te wensen over. De l<strong>in</strong>kerbuur van Drabbe<br />

lag met zijn mensen tweehonderd meter verderop. Derhalve was de totale<br />

legermacht kwetsbaar <strong>in</strong> de flanken, <strong>in</strong> front maar ook de rug was niet<br />

beveiligd. Mogelijk vertrouwde de majoor er op dat de hem belendende<br />

bataljons daar <strong>in</strong>middels wel ergens zouden zijn. Zijn grootste beduchtheid<br />

was een aanval uit de lucht. Alle zware mitrailleurs moesten <strong>in</strong>gesteld<br />

worden op luchtafweer; de secties konden de snelle opmars niet bijhouden<br />

139


en arriveerden later. Het was <strong>in</strong>derdaad slecht gesteld met de verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen<br />

maar ook met het onderl<strong>in</strong>ge overleg!<br />

Sergeant Boersma (1-I-1RI) heeft de mars meegemaakt. Dwars door de<br />

du<strong>in</strong>en was hij <strong>om</strong> drie uur 's-nachts bij een huisje <strong>in</strong> de Wassenaarseslag<br />

aangek<strong>om</strong>en. Daar werd een bivak betrokken, <strong>in</strong> een du<strong>in</strong>pan. Ze hadden<br />

geen vijand gezien. De c<strong>om</strong>mandant arriveerde niet lang daarna en nam<br />

zijn <strong>in</strong>trek met de andere officieren <strong>in</strong> het leegstaand gebouwtje. Rond<strong>om</strong><br />

waren de du<strong>in</strong>en, de b<strong>om</strong>en. En stilte. Een stilte die slechts verbroken<br />

werd door het luide gepraat van de officieren en het onophoudelijke blaffen<br />

van een hond. Het hield Boersma maar even wakker, ze waren dodelijk<br />

vermoeid van de zware tocht. Na een halfuurtje, schatte hij achteraf, lag<br />

ieder <strong>in</strong> diepe slaap. Hij onder wat b<strong>om</strong>en naast het huisje.<br />

Sergeant Hov<strong>in</strong>gh, nog maar net bek<strong>om</strong>en van zijn eerste oorlogservar<strong>in</strong>g<br />

bij de pannenfabriek aan het <strong>Valkenburg</strong>erveerpad, behoorde tot de<br />

nak<strong>om</strong>ers. Met een aantal <strong>in</strong> Rijnsburg gevorderde auto's werden enkele<br />

secties van zijn c<strong>om</strong>pagnie via Katwijk aan de Rijn naar Wassenaar gereden.<br />

Voort g<strong>in</strong>g het, via de Wassenaarseweg. Langs het <strong>in</strong> duisternis gehulde<br />

vliegveld. Naar de Wassenaarseslag. Zijn sectie werd bij de Mient<br />

afgezet. Het was al donker. Het kostte grote moeite de plaats te v<strong>in</strong>den<br />

waar ze zijn moesten, een huis met een rood dak ongeveer 1 kil<strong>om</strong>eter<br />

voor het du<strong>in</strong>. Uit het duister doemde majoor La Roi voor hen op.<br />

Persoonlijk wees hij hen een plaats <strong>in</strong> een du<strong>in</strong>pan achter het huis. "Breng<br />

daar de nacht maar door, we wachten de morgen af!" De algemene<br />

vermoeidheid deed zich gelden, onder dikke jassen legden ze zich ter<br />

ruste. "De bataljons- en de c<strong>om</strong>pagniesc<strong>om</strong>mandant waren dichtbij <strong>in</strong> het<br />

huisje, wij voelden ons rustig!" Slapen leek <strong>in</strong>eens heel belangrijk.<br />

3.15 Fokkers boven <strong>Valkenburg</strong> (Gerrit Russchenberg)<br />

's Middags vond bij Leiden een merkwaardig luchtgevecht plaats. Sgt.<br />

Roos werd met zijn Fokker-D21, op de terugweg van een b<strong>om</strong>bardementsvlucht,<br />

aangevallen door drie Me's 110. Hij werd daarbij zo <strong>in</strong> het nauw<br />

gebracht, dat hij besloot zijn toestel met z'n parachute te verlaten, waartoe<br />

hij eerst de afneembare cockpit-kap afwierp. Bij toeval kwam deze kap <strong>in</strong><br />

140<br />

de propeller van één van de aanvallende Me's 110, die daardoor werd<br />

uitgeschakeld. Roos wist toen <strong>in</strong> een wolkendek te ontk<strong>om</strong>en. Maar toen<br />

141<br />

32 Luchtfoto van het vliegveld gemaakt door lt. De Raaf


33 Schets van de gevechtssituatie <strong>om</strong>trent 20.00 uur<br />

142<br />

hij hier weer uit te voorschijn kwam, bleek hij 'precies op de staart te<br />

zitten' van een tweede Me 110, die hij toen direct neerschoot. De derde<br />

aanvaller is daarop gevlucht. Op het m<strong>om</strong>ent dat sgt. Roos zich veilig<br />

waande, werd zijn toestel getroffen door een granaat, waarschijnlijk van de<br />

Nederlandse luchtafweer. Hij werd uit zijn jager gesl<strong>in</strong>gerd en kon net op<br />

tijd zijn parachute openen, waarna hij zwaargewond <strong>in</strong> de buurt van Leiden<br />

neerkwam.<br />

In het beg<strong>in</strong> van de middag kreeg de c<strong>om</strong>mandant van Ruigenhoek, majoor<br />

Raland, de opdracht opnieuw het veld te verkennen waarbij moest<br />

worden nagegaan of er nog meer troepen geland waren en of het veld zich<br />

nog <strong>in</strong> Duitse handen bevond. Om 14.00 uur meldde de waarnemer lt.<br />

Slager dat het veld nog steeds <strong>in</strong> Duitse handen was en er geen, ondanks<br />

de geruchten, parachutisten meer waren geland.<br />

Tegen 15.25 uur startten drie Fokkers-C5 met het doel de Junkers op het<br />

strand te vernietigen. Zeven ervan werden <strong>in</strong> brand geschoten, zelf werden<br />

ze vanuit de du<strong>in</strong>en beschoten. Eén vlieger, sgt. Fiévez, raakte hierbij gewond.<br />

Ook <strong>om</strong> 16.30 uur werden de Junkers op het strand bestookt, ditmaal<br />

door drie Fokkers-C5 die vanaf vliegveld Hilversum vertrokken waren. Bij<br />

deze aanval werden zeven vliegtuigen vernietigd. Om 18.17 uur vertrokken<br />

kpt. Van Rooy en lt. V.d. Weert met hun C5 voor de laatste operationele<br />

vlucht van deze eerste gevechtsdag. In opdracht van C<strong>om</strong>mandant<br />

luchtverdedig<strong>in</strong>g moest een enkel vliegtuig nogmaals de <strong>om</strong>gev<strong>in</strong>g<br />

verkennen en toestellen op het strand vernietigen. Het gelukte twee<br />

toestellen <strong>in</strong> brand te schieten maar toen plotsel<strong>in</strong>g zes Duitse jagers opdoken<br />

keerde men ijl<strong>in</strong>gs terug naar de Ruigenhoek.<br />

Aan het e<strong>in</strong>de van de eerste oorlogsdag kon men van de derde Verkenn<strong>in</strong>gsgroep<br />

Ruigenhoek tevreden zijn. Negen opdrachten uitgevoerd waarbij<br />

21 vliegtuigen betrokken waren geweest. Eén Fokker-C5 verloren,<br />

doch daartegenover stond dat de Duitsers een veel groter aantal verloren<br />

hadden.<br />

Voor de overige oorlogsdagen werden door de luchtmacht geen acties<br />

meer uitgevoerd boven <strong>Valkenburg</strong>.<br />

143


3.16 "Vliegveld" Maaldrift (Gerrit Russchenberg)<br />

Omstreeks 14.00 uur werd de "Bollenschuur" aan de Spelderslaan vanuit<br />

de watertoren van Wassenaar beschoten. Ook door Duitse troepen, die zich<br />

<strong>in</strong> de du<strong>in</strong>en en bosrand hadden verschanst. De Duitsers drongen zodanig<br />

op dat er voor de Nederlanders, die slechts bewapend waren met karabijnen<br />

en revolvers, hulp dr<strong>in</strong>gend werd. Gelukkig werd er tegen vier uur<br />

versterk<strong>in</strong>g gekregen van een eskadron huzaren-motorrijders, later aangevuld<br />

met <strong>in</strong>fanterie. Ook een vijftiental matrozen waren door de c<strong>om</strong>mandant<br />

van de huzaren-motorrijders opgevangen, zij werden eveneens aan de<br />

bewak<strong>in</strong>g toegevoegd.<br />

's Nachts werd iedereen teruggetrokken <strong>om</strong>dat men <strong>in</strong> het vuur van de<br />

eigen mitrailleurs lag. De overige dagen trachtte men stand te houden<br />

tegen de verder <strong>in</strong> het dorp opdr<strong>in</strong>gende Duitsers, onderwijl wist men de<br />

zenders achter de l<strong>in</strong>ies te brengen.<br />

3.17 Geallieerde acties (Gerrit Russchenberg)<br />

Konden de geallieerde bondgenoten ons met hun materiaal dan niet steunen?Inderdaad<br />

vooral de Engelse RAF heeft gedaan wat zij <strong>in</strong> die uitermate<br />

moeilijke <strong>om</strong>standigheden nog konden opbrengen. Voor <strong>Valkenburg</strong><br />

bleef het echter beperkt tot enkele acties:<br />

Op 10 <strong>mei</strong> werden <strong>om</strong> 17.30 uur door Bristol Blenheim b<strong>om</strong>menwerpers<br />

de Junkers op het strand geb<strong>om</strong>bardeerd, daarbij werden zij aangevallen<br />

door Duitse jagers. Eén Engels toestel werd boven Wassenaar<br />

neergeschoten, de Engelsen schoten vier Duitse toestellen neer.<br />

144<br />

145


Inhoud hoofdstuk 4<br />

4. 1 Terugblik<br />

4. 2 De Wassenaarse slag<br />

4. 3 Burgervader<br />

4. 4 Waar of niet waar?<br />

4. 5 Tweede tegenaanval op het dorp<br />

4. 6 Kanonnen van Katwijk<br />

4. 7 Kanonnen van Oegstgeest<br />

4. 8 In het hospitaal<br />

4. 9 Café Ramp<br />

4.10 De pastorie<br />

4.11 De Wassenaarse slag<br />

4.12 Derde tegenaanval op het dorp<br />

4.13 Café Ramp<br />

4.14 Krijgsgevangen <strong>in</strong> de kerk<br />

4.15 Van Gunsteren<br />

4.16 De kelder van de burgemeester<br />

4.17 De kelder van Gerrit O<strong>om</strong>s<br />

4.18 De kelder van Klaas van der Nagel<br />

4.19 De kelder van Gerrit Slootweg<br />

4.20 Burgers op de vlucht<br />

4.21 Afwijkend gedrag<br />

4.22 Vuur op Rhijnvliet<br />

4.23 Schuur aan de Straatweg<br />

4.24 Huisje Langeveld<br />

4.25 De familie Vis<br />

4.26 Vlucht naar Rijnsburg<br />

4.27 De dood van een boer<br />

Ter bestemder tijd verscheen de aanklager weder<strong>om</strong> voor de Allerhoogste. Op dat m<strong>om</strong>ent bereikten<br />

de gebeden van de <strong>Valkenburg</strong>ers de troon. Gezucht en gesteun, maar ook psalmen en lofprijz<strong>in</strong>gen.<br />

Er waren opmerkelijk we<strong>in</strong>ig vloeken onder.<br />

"Zie je hoe mijn dorp het doet onder jouw geweld!"<br />

Gedurende enige tijd bleef het stil <strong>in</strong> de hemel. De tegenpartij zei: "Neem hen de zondag af en hun<br />

kerk en u zult eens zien!"<br />

Het werd hem toegestaan. Hij daalde af naar de aarde en begaf zich <strong>in</strong> de richt<strong>in</strong>g van de ondergaande<br />

zon.<br />

146<br />

Hoofdstuk<br />

147<br />

4<br />

Zaterdag<br />

11 <strong>mei</strong> <strong>1940</strong><br />

4.1 Terugblik<br />

Aan het e<strong>in</strong>d van de eerste oorlogsdag waren de militairen nog vol goede<br />

moed. De Duitse aanval op de vliegvelden was mislukt. De opmars naar<br />

Den Haag voork<strong>om</strong>en. En wat betreft de strijd <strong>om</strong> <strong>Valkenburg</strong>: De Duitse<br />

troepen waren verjaagd van Den Deijl en de Maaldrift. De Rijnbrug bij de<br />

Haagse Schouw en het gebied tot de Korte Water<strong>in</strong>g waren bevrijd. De<br />

Sandtlaanbruggen, het sem<strong>in</strong>arie en de kalkzandsteenfabriek <strong>in</strong> Katwijk<br />

aan de Rijn waren gezuiverd. Het vliegveld was heroverd. Dat was weliswaar<br />

tegen de nacht weer verlaten maar het werd vanuit de du<strong>in</strong>en onder<br />

schot gehouden. De Nederlandse kanonnen beheersten het gehele gebied.<br />

Drie bataljons <strong>in</strong>fanterie hadden het du<strong>in</strong>gebied vanaf Katwijk aan Zee tot<br />

Kle<strong>in</strong> Berkheide onder Wassenaar uitgekamd. Eén ervan was zelfs doorgestoten<br />

tot voorbij de Wassenaarseslag en daar <strong>in</strong> stell<strong>in</strong>g gegaan. Een<br />

c<strong>om</strong>pagnie versterkt met zware mitrailleurs lag <strong>in</strong> bivak dicht bij de Kle<strong>in</strong>e<br />

Water<strong>in</strong>g ten noord-westen van het dorp <strong>Valkenburg</strong>.<br />

Er waren nog twee Duitse vlooien <strong>in</strong> de Hollandse pels overgebleven:<br />

de hoofdmacht van ongeveer zeshonderd man, die zich teruggetrokken had<br />

op het dorp <strong>Valkenburg</strong> en de rest van de luchtland<strong>in</strong>gstroepen die zich<br />

verzameld hadden <strong>in</strong> de du<strong>in</strong>en bij de Wassenaarseslag. Ruim driehonderd<br />

lieden. Aan moed ontbrak het hen niet. Door de lucht werden ze bevoorraad.<br />

Maar beide groepen waren geïsoleerd en hadden voor zover bekend<br />

nauwelijks weet van elkaar.


In het dorp waren de krijgsgevangenen toen al ondergebracht <strong>in</strong> de<br />

kerk. De doden en gewonden, burgers en militairen, lagen <strong>in</strong> het<br />

noodhospitaal. De twaalf gijzelaars sliepen op Torenvliet. S<strong>om</strong>mige burgers<br />

waren al begonnen met zandzakken en van alles en nog wat zich te<br />

beschermen. Anderen g<strong>in</strong>gen gewoon naar bed. Ze hadden allen één d<strong>in</strong>g<br />

gemeen, na de ervar<strong>in</strong>gen van die dag zagen ze met bange ogen de volgende<br />

tegemoet.<br />

4.2 De Wassenaarse slag<br />

Hadden de Duitsers de Nederlanders zien k<strong>om</strong>en en opgewacht? Of waren<br />

ze toevallig net op pad gegaan <strong>om</strong> hun bedreigde broeders op het vliegveld<br />

te hulp te snellen? Omtrent Belvedère werd de vroege schemer<strong>in</strong>g begroet<br />

met het geratel van mitrailleurs, rauwe onverstaanbare stemmen en geluiden<br />

die iedere soldaat deden opspr<strong>in</strong>gen. Er ontstonden vuurgevechten. De<br />

meesten keken slaapdronken <strong>om</strong> zich heen. S<strong>om</strong>migen grepen naar hun<br />

wapens. In de consternatie die volgde klonk een stem: "Niet schieten!<br />

Staakt het vuren! Het zijn eigen troepen!" Het was de c<strong>om</strong>mandant, die<br />

heftig met zijn zakdoek zwaaide <strong>om</strong> zijn woorden kracht bij te zetten.<br />

Zelfs zag hij nog kans de hoornblazer het signaal "e<strong>in</strong>de vuren" te laten<br />

blazen. Helaas had hij een witte zakdoek gebruikt. Het werd verkeerd<br />

begrepen. Maar al te gretig werd door iemand anders een wit gordijn afgescheurd.<br />

Het dreigde een algemene oproep tot overgave te worden. Dat<br />

was La Roi's <strong>in</strong>tentie niet. Hij dacht dat er e<strong>in</strong>delijk contact gemaakt werd<br />

met het bataljon dat, naar hij meende, ergens aan zijn rechterzijde was<br />

opgerukt. Niemand weet precies hoe het gegaan is.<br />

Ook Boersma onderg<strong>in</strong>g wat er gebeurde: de deuren van het huisje<br />

braken los, ruiten werden <strong>in</strong>geslagen en kapotgeschoten. Er klonken kreten<br />

en schoten door elkaar. In de schemer<strong>in</strong>g ontstond er paniek. Een wilde<br />

vlucht door enkelen begonnen werd door allen gevolgd. De majoor stoof<br />

achter een du<strong>in</strong>enrij <strong>om</strong> dekk<strong>in</strong>g te zoeken. Boersma vloog hem achterna.<br />

Paarden werden geraakt en lagen trappelend voor een goederenwagen.<br />

Aan tegenstand scheen niemand meer te denken. Het was duidelijk dat de<br />

majoor de toestand niet begrepen had. Boersma zag drie Duitsers op zich<br />

af k<strong>om</strong>en! In een reflex probeerde hij te schieten. Het geweer weigerde.<br />

148<br />

Dicht bij hem stonden sergeant Stell<strong>in</strong>gwerf van de staf, een paar onderofficieren<br />

en drie soldaten. Stell<strong>in</strong>gwerf zag nog kans een Duitser neer te<br />

schieten maar viel een m<strong>om</strong>ent daarna zelf neer. Ook de majoor richtte<br />

zich op <strong>om</strong> te vuren maar het was te laat, een kogel trof hem voor hij een<br />

schot had kunnen lossen. Boersma wist zich <strong>in</strong> veiligheid te stellen <strong>in</strong> het<br />

achtergelegen bos. Kogels achtervolgden hem. Toen hij over een afraster<strong>in</strong>g<br />

kl<strong>om</strong> werd hij nogmaals onder vuur gen<strong>om</strong>en. Lichamelijk zonder<br />

noemenswaardig letsel bereikte hij Wassenaar. Dwars door het oude dorp<br />

liep hij naar Den Deijl en kwam bij een mitrailleurgroep. "Blijf voorlopig<br />

maar bij ons". Als een verdwaald schaap bij het wapen gezeten zag hij een<br />

bekende, luitenant Colthof, de adjudant van La Roi. Samen g<strong>in</strong>gen ze<br />

terug naar Wassenaar en vonden de resten van hun vertrouwde onderdeel.<br />

Er waren er meer ontk<strong>om</strong>en dan Boersma had durven hopen. Maar toch,<br />

een smadelijke nederlaag was hun deel geworden. Zeker tw<strong>in</strong>tig Nederlanders<br />

sneuvelden. Velen waren gewond. Driehonderd en vijftig werden<br />

vrijwel zonder slag of stoot krijgsgevangen gemaakt. Hoeveel Duitsers<br />

daadwerkelijk de aanval uitvoerden zag ik nergens vermeld. Zoiets weet je<br />

maar liever niet. Ook Hov<strong>in</strong>gh werd gevangen gen<strong>om</strong>en. "Hände hoch,<br />

schnell!.. Schnell!" Ze kregen een huis toegewezen, iets verder de du<strong>in</strong>en<br />

<strong>in</strong>. Dat werd hun aller onderk<strong>om</strong>en. Zonder eten. Dr<strong>in</strong>ken was er gelukkig<br />

wel.<br />

149<br />

4.3 Burgervader<br />

Viel er op de eerste dag van de oorlog hier en daar een granaat <strong>in</strong> het dorp,<br />

reeds <strong>in</strong> de vroege morgen van de tweede dag begon dat vuur zich hoe<br />

langer hoe meer op het centrum te concentreren. Toen de burgervader <strong>om</strong><br />

acht uur <strong>in</strong> café Ramp arriveerde waren daar alle burgers al aanwezig.<br />

Vandaar vertrok hij vergezeld van een Duits officier en het hoofd van de<br />

Luchtbescherm<strong>in</strong>gsdienst. Onderweg overlegden de heren wat te doen: het<br />

kan zo niet langer, straks valt er een granaat op het café of het hospitaal of<br />

de kerk en de ramp is niet te overzien! Ze liepen over de straatweg en<br />

waren tot op tien meter het raadhuis genaderd toen een granaat vlak voor<br />

de deur <strong>in</strong>sloeg. De twee schildwachten werden beiden gedood. De burgemeester<br />

kreeg een scherf <strong>in</strong> het hoofd maar wist die zelf er uit te trekken.


Zijn beide metgezellen mankeerden niets. In het raadhuis vroeg de Duitse<br />

officier hem de Nederlandse c<strong>om</strong>mandant op te bellen en te verzoeken het<br />

vuren te staken. De burgemeester had niet veel overred<strong>in</strong>g nodig, hij was<br />

het er geheel mee eens. Misschien had Buurman naar rede geluisterd als<br />

hij een paar fl<strong>in</strong>ke krachttermen had gebruikt. Of bijvoorbeeld gezegd had:<br />

Wilt u s<strong>om</strong>s als de slachter van <strong>Valkenburg</strong> de geschiedenis <strong>in</strong>gaan? Maar<br />

De Wilde was een zeer beschaafd man. Omstandig begon hij uiteen te<br />

zetten welke gevaren de bevolk<strong>in</strong>g van <strong>Valkenburg</strong> liep, dat er <strong>in</strong> het<br />

centrum van het dorp, rond en <strong>in</strong> de kerk vele burgers en krijgsgevangenen<br />

verzameld waren. Dat het mitsdien wenselijk was het vuren te staken.<br />

Overste Buurman beloofde hem het verzoek aan de bevoegde <strong>in</strong>stanties<br />

door te geven aangezien hij daarover zelf niet te beslissen had. Het verzoek<br />

had geen enkele uitwerk<strong>in</strong>g. Tijdens het gesprek hield de Duitser een<br />

pistool gericht op des burgervaders borst. Om hem te weerhouden van het<br />

doorgeven van gevoelige <strong>in</strong>formatie.<br />

4.4 Waar of niet waar?<br />

Wat te denken van een ludiek verhaaltje dat de majoor Wagtendonk, adjudant<br />

van Buurman, schreef <strong>in</strong> januari 1951. Onder de kop "U belt... Wij<br />

schieten" vertelt hij dat hij 's morgens <strong>in</strong> de c<strong>om</strong>mandopost bezig was de<br />

vele geruchten op hun merites te onderzoeken. Daaronder was een hardnekkig<br />

verhaal dat het gemeentehuis van <strong>Valkenburg</strong> als Duitse c<strong>om</strong>mandopost<br />

gebruikt werd. Hoe daarvan een bewijs te krijgen? Hij kreeg een<br />

<strong>in</strong>gev<strong>in</strong>g, pakte de telefoon en werd na enig vertoon door de telefoonjuffrouw<br />

met <strong>Valkenburg</strong> verbonden. De lijn leek dood maar nochtans luisterde<br />

hij aandachtig en werd zodoende oorgetuige van het overleg tussen<br />

enige Duitsers. Ze beraadslaagden waar hun mitrailleurs te plaatsen. Het<br />

werd de schuur tegenover het raadhuis (mogelijk de schuur van Gerrit<br />

Zandbergen). De artillerie werd op de hoogte gesteld van plaats en tijd. Na<br />

de oorlog <strong>in</strong>formeerde de officier bij de bollenkweker ter plekke naar de<br />

uitwerk<strong>in</strong>g. De kweker zou tegen hem gezegd hebben: "Meneer, de moffen<br />

zaten nog niet <strong>in</strong> die schuur of de hel brak los. Er zullen er niet veel van<br />

overgebleven zijn! Hoe wisten jullie zo precies waar die kerels zaten?" Het<br />

werd hem verteld.<br />

150<br />

151<br />

4.5 Tweede tegenaanval op het dorp<br />

De dag was voor de Duitsers al vroeg begonnen. Ze g<strong>in</strong>gen bijvoorbeeld<br />

de achterdeur van het huis van Paulus Noort b<strong>in</strong>nen. Bestormden de steile<br />

opgang naar de zolder. De <strong>mei</strong>sjes Noort lagen nog <strong>in</strong> hun bed en trokken<br />

de dekens angstig over hun gezicht. "M<strong>om</strong>ent bitte!" zei één van de soldaten<br />

<strong>in</strong> het voorbijgaan. Een ander struikelde <strong>in</strong> zijn haast en viel met donderend<br />

geraas van de trap af. Wat ze daar boven uitvoerden? Het laat zich<br />

raden, ze hadden vanaf dat dak een prachtig uitzicht op de pannenfabriek.<br />

En op de Straatweg die ze van daaruit onder schot hielden.<br />

Luitenant Guyt lag die morgen met zijn sectie en anderen nog steeds <strong>in</strong><br />

de luchtvaartloods aan de zeezijde halverwege de weg naar <strong>Valkenburg</strong>.<br />

Hoewel zijn sectie tot het bataljon van La Roi behoorde kreeg hij zijn<br />

opdrachten van Cramer. Zo kreeg hij <strong>om</strong> 14.00 uur de mededel<strong>in</strong>g: Te<br />

15.00 uur zal een c<strong>om</strong>pagnie van 4RI een aanval doen op <strong>Valkenburg</strong>.<br />

Deze aanval steunen met vuur. Om 14.50 kwam een tweede opdracht: Onmiddellijk<br />

terugtrekken op de molen! Guyt gaf daarop aan de achter hem<br />

gelegen manschappen bevel hem rugdekk<strong>in</strong>g te geven zodat hij veilig door<br />

hun midden terug kon trekken. Maar ja, die waren hem al gesmeerd!<br />

Daardoor moest hij zich met zijn mannen onder hevig vijandelijk vuur<br />

"sprongsgewijs" terugtrekken tot de molen. Daar kreeg hij <strong>om</strong> 16.30 bevel<br />

<strong>om</strong> zich aan de Rijnzijde van de weg <strong>in</strong> te richten ter verdedig<strong>in</strong>g. Guyt<br />

zag de gewezen plaats niet zo erg zitten en vroeg Cramer de kalkzandsteenfabriek<br />

daartoe te mogen gebruiken. Het werd hem toegestaan. S<strong>in</strong>dsdien<br />

is die plaats door Guyt en zijn mannen bezet gehouden. Iedere dag<br />

<strong>om</strong> vier uur bezetten ze de fabriek, de nacht brachten ze door <strong>in</strong> twee<br />

huizen bij de kerk.<br />

Cramer's eigen mannen (II-4RI) trokken, na een <strong>in</strong>leidende beschiet<strong>in</strong>g<br />

van de artillerie, <strong>om</strong>streeks drie uur die middag <strong>in</strong> de richt<strong>in</strong>g van het dorp.<br />

Daarbij geruggensteund door een zware mitrailleur die niet ver van de<br />

korenmolen was opgesteld. De eerste brug <strong>in</strong> de weg werd bereikt (bij de<br />

kistenfabriek). Daar trokken twee secties (1-II-4RI) de polder <strong>in</strong> <strong>om</strong> het<br />

dorp <strong>in</strong> de flank aan te vallen en de overigen (3-II-4RI) volgden gewoon<br />

de weg. Cramer persoonlijk was bij die laatste sectie. Ze drongen door tot<br />

midden <strong>in</strong> <strong>Valkenburg</strong> en kwamen bij een dwarsstraat die vanuit het oos-


ten zwaar onder vuur lag. Het moet de Broekweg geweest zijn. Verscheidene<br />

huizen daar waren door de Duitsers bezet. Toen Cramer achter een<br />

muurtje erover beraadslaagde hoe verder te gaan begonnen de Oegstgeester<br />

kanonnen te bulderen. De granaten kwamen precies <strong>in</strong> hun midden<br />

neer. Hiertegen was het moreel van de mannen niet bestand. Snel werd<br />

teruggetrokken. Cramer beschrijft de aftocht met: "Sauve qui peut!" Bij de<br />

uitgang van <strong>Valkenburg</strong> werd getracht de c<strong>om</strong>pagnie te verzamelen. Hetgeen<br />

na enige tijd lukte. De Duitsers maakten gelijk gebruik van de veranderde<br />

situatie en rukten op. Zij hadden kennelijk m<strong>in</strong>der last van de granaten!<br />

Zo waren de Hollanders gek<strong>om</strong>en tot hooguit vijftig meter verwijderd<br />

van het noodhospitaal met ongeveer tweehonderd patiënten. En niet veel<br />

verder van café Ramp met <strong>in</strong> de kelder nog meer mannen, maar ook vrouwen<br />

en k<strong>in</strong>deren die angstig opeengepakt lagen. Om maar te zwijgen van<br />

de kerk waar<strong>in</strong> driehonderd Nederlandse krijgsgevangenen, geen tw<strong>in</strong>tig<br />

meter verderop, hun k<strong>om</strong>st met spann<strong>in</strong>g afwachtten.<br />

4.6 Kanonnen van Katwijk<br />

Soldaat Henk Broer lag met de <strong>Valkenburg</strong>er Piet van Dijk <strong>in</strong> hun stell<strong>in</strong>g<br />

<strong>in</strong> de du<strong>in</strong>en langs de Wassenaarseweg. Over hun hoofden gierden de<br />

granaten richt<strong>in</strong>g <strong>Valkenburg</strong>. Het was de <strong>Valkenburg</strong>ers die daar lagen<br />

wijs gemaakt dat de burgers van hun dorp <strong>in</strong> veiligheid waren. Desondanks<br />

betrapte Henk zijn kameraad erop dat hem op zeker m<strong>om</strong>ent de<br />

tranen langs de wangen liepen. Dat was toen er een voltreffer op zijn<br />

ouderlijk huis viel. Dat huis lag dicht bij de kerk, het noodhospitaal en<br />

café Ramp waarover alle gramschap van de boze leek uitgestort te worden.<br />

De grond werd Dürst Britt te heet onder de voeten zodat hij <strong>in</strong> de loop<br />

van de avond en nacht de batterijen liet verplaatsen naar de Zwarteweg ten<br />

noorden van het Uitwater<strong>in</strong>gskanaal onder Katwijk aan Zee. Als waarnem<strong>in</strong>gspunt<br />

gebruikte hij de toren van de RK kerk te Katwijk aan de Rijn.<br />

Waarmee tevens een goede verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g met overste Buurman mogelijk<br />

leek, die had zijn c<strong>om</strong>mandopost <strong>in</strong> de onmiddellijke nabijheid van de<br />

kerk. In hoeverre zulke activiteiten midden <strong>in</strong> het dorp gevaar zouden<br />

152<br />

opleveren voor de burgerbevolk<strong>in</strong>g was niet overdacht. Klaarblijkelijk was<br />

die grotere afstand ook geen probleem voor de richtkunst. Vanaf toen was<br />

het bevel <strong>in</strong> handen van luitenant Ten Bosch en beperkte Dürst Britt zich<br />

tot toezicht houden.<br />

Ongeveer <strong>om</strong> 7.30 uur werd <strong>in</strong>geschoten op het centrum van <strong>Valkenburg</strong><br />

ter hoogte van de kerk. Toen de vuurmonden van de 1e batterij verzakten<br />

<strong>in</strong> het bollenveld is dat overgen<strong>om</strong>en door de 2e batterij. Daarna<br />

werd uitwerk<strong>in</strong>gsvuur afgegeven op de kalkovens. Ter ondersteun<strong>in</strong>g van<br />

een aanval van II-4RI op het dorp werd vervolgens <strong>in</strong>geschoten op het<br />

"witte huis" en drie m<strong>in</strong>uten uitwerk<strong>in</strong>gsvuur afgegeven, de <strong>in</strong>fanterie kon<br />

voorwaarts oprukken. Het vuur werd 400 meter voorwaarts verlegd en op<br />

dezelfde wijze uitgebracht. Allemaal volgens het boekje. Na enige tijd<br />

werden de granaten weer richt<strong>in</strong>g kerk gezonden. Daarbij werd een auto<br />

met munitie geraakt die daar stond opgesteld. Dürst Britt constateert dat<br />

met enige trots, overigens pas een maand na de capitulatie. Uit andere<br />

getuigenissen blijkt echter dat de munitiewagen een dag later, op zondag<br />

12 <strong>mei</strong>, getroffen werd.<br />

Omstreeks 18.00 uur opende luitenant Ten Bosch het vuur (<strong>in</strong><br />

afdel<strong>in</strong>gsvuur) op de <strong>om</strong>gev<strong>in</strong>g van de kerk en het raadhuis ter ondersteun<strong>in</strong>g<br />

van een aanval van I-9RI (eerste bataljon van het negende regiment<br />

<strong>in</strong>fanterie). Hierbij werden meerdere treffers gescoord en <strong>Valkenburg</strong> <strong>in</strong><br />

brand geschoten.<br />

Er wordt <strong>in</strong> het rapport met geen woord gerept of de c<strong>om</strong>mandanten al<br />

of niet op de hoogte waren van de aanwezigheid van de grote aantallen<br />

krijgsgevangenen, de gewonden en de gegijzelde mannen <strong>in</strong> en <strong>om</strong> de<br />

kerk. Toch was Buurman die morgen daarvan reeds op de hoogte gebracht<br />

door de burgemeester van <strong>Valkenburg</strong>. Dürst Britt besluit zijn bericht met<br />

de opmerk<strong>in</strong>g: "Gevangen gen<strong>om</strong>en Duitsche Officieren verklaarden dat<br />

groote verliezen waren geleden <strong>in</strong> <strong>Valkenburg</strong> door het artillerievuur; zij<br />

spraken van 'die verdammte Artillerie' waarover zij zich vol lof uitlieten".<br />

Waren de Duitsers vol bewonder<strong>in</strong>g voor de Nederlandse artillerie? Mogelijk<br />

wel als technisch apparaat maar elders is een andere uitspraak uit hun<br />

mond opgetekend: "De zwijnhonden, <strong>om</strong> zo hun eigen mensen onder vuur<br />

te nemen!"<br />

153


4.7 Kanonnen van Oegstgeest<br />

Een kijkje achter de schermen van de Oegstgeester kanonnen wordt ons<br />

aangereikt <strong>in</strong> het boek "Oegstgeest <strong>in</strong> bange dagen". In het Leidse Hout is<br />

6RA (zesde regiment artillerie) bezig vuur af te geven terwijl 15RA, net<br />

aangek<strong>om</strong>en van de Grebbeberg zich daar aan het nestelen is. Zodra gereed<br />

moet er uitwerk<strong>in</strong>gsvuur afgegeven worden op het vliegveld <strong>Valkenburg</strong>.<br />

We praten over het beg<strong>in</strong> van de middag. De waarnemer zit <strong>in</strong> de<br />

toren van de RK kerk aan de Rhijngeesterstraatweg. Bezig met de<br />

bereken<strong>in</strong>gen k<strong>om</strong>t <strong>in</strong>eens het bericht: "De Duitsers zijn van het vliegveld<br />

naar het dorp <strong>Valkenburg</strong> verhuist en zitten <strong>in</strong> de kerk! Zet daar onmiddellijk<br />

de batterij op over. Richtpunt de kerk over een breedte van 200 meter!"<br />

Na enig rekenwerk wordt de opdracht uitgevoerd. Er zit <strong>in</strong>derdaad<br />

een Duitser <strong>in</strong> de kerk, de schildwacht. En driehonderd Nederlandse<br />

krijgsgevangenen. Dat schijnt ook tot de Oegstgeester c<strong>om</strong>mandanten nog<br />

niet te zijn doorgedrongen! Om maar niet te spreken van de eigen <strong>in</strong>fanteristen<br />

die op dat m<strong>om</strong>ent een tegenaanval op het dorp uitvoerden en smadelijk<br />

moesten vluchten vanwege de eigen granaten.<br />

Wie de beschiet<strong>in</strong>g op <strong>Valkenburg</strong> coörd<strong>in</strong>eerde is mij niet duidelijk<br />

geworden. Het lijkt erop dat de Katwijker en de Oegstgeester kanonnen<br />

er<strong>om</strong> wedijverden wie van beide het beste resultaat kon bereiken. Hoe<br />

elkaar eruit te ploffen! Mogelijk paniekerde Buurman daar wat tussendoor.<br />

4.8 In het hospitaal<br />

De dageraad brak aan. De zon wierp haar eerste stralen over de aarde. De<br />

patiënten werden gewassen en de vloeren gedweild. Enkele helpsters, die<br />

naar huis waren gegaan, keerden niet terug. Er was een nijpend gebrek aan<br />

verband en dergelijke middelen. De Duitse artsen hadden drie kisten met<br />

verband, morf<strong>in</strong>e, anti-tetanus enz. verstrekt, zelfs <strong>in</strong>strumenten <strong>om</strong> te<br />

opereren en te amputeren. Maar dat was niet voldoende. Gerrit Bol en<br />

Antje van der Nagel slipten even naar hun huizen toe <strong>om</strong> te kijken hoe het<br />

daar g<strong>in</strong>g. De families zaten allemaal bij elkaar <strong>in</strong> de kelder van Klaas van<br />

der Nagel. Gerrit en Antje g<strong>in</strong>gen weer terug, een beetje gerustgesteld.<br />

154<br />

Het centrum van het dorp<br />

werd met granaten beschoten.<br />

Piet van Duyn schreef:<br />

De school kreeg ook de<br />

eerste treffers te <strong>in</strong>casseren.<br />

Een paniek ontstond.<br />

Verschillende gewonden<br />

vluchtten uit het raam<br />

naar buiten. Twee Duitsers<br />

en twee Hollanders bereikten<br />

de overkant van de<br />

Rijn waar ze zich schuilhielden<br />

<strong>in</strong> een oven waar<strong>in</strong><br />

dakpannen gebakken werden.<br />

Pas op Donderdag<br />

(16 <strong>mei</strong>) werden vriend en<br />

vijand gevonden, <strong>in</strong> zorgvolle<br />

<strong>om</strong>standigheden. Nog<br />

iemand sprong uit het<br />

raam maar het bekwam<br />

34 Het noodhospitaal werd getroffen hem slecht. Bij het vallen<br />

werd hij dodelijk getroffen.<br />

We konden hem onmogelijk bereiken. Het was Van Vuuren. In de zaal van<br />

Ramp (ongeveer vijftien meter ten zuiden van de school) die vol burgers<br />

zat, was het ook niet pluis. Ook daar sloeg een granaat <strong>in</strong>. R<strong>in</strong>us<br />

Ravensbergen, dodelijk getroffen, werd naar de gemeentezaal (het lazaret)<br />

gebracht waar hij 's-nachts stierf. De patiënten <strong>in</strong> de school waren onder<br />

hun bedden en matrassen gekropen. Lokaal twee kreeg een voltreffer. De<br />

jongens gaven geen kik maar maakten zich zo kle<strong>in</strong> mogelijk. S<strong>om</strong>mige gewonden<br />

werden voor de tweede maal geraakt. Ze kreunden zacht, zacht<br />

werd een rozenkrans gebeden. De granaten sloegen <strong>in</strong> naast de school.<br />

God, hoelang zal dat nog duren? Gillende granaten, doffe knallen van<br />

mortieren, het korte getik van de mach<strong>in</strong>egeweren en daartussendoor<br />

hoorden we de Hollandse zware mitrailleurs steeds nader k<strong>om</strong>en. Luitenant<br />

Brackel, een moedige vent, vertelde ons dat we nu spoedig een<br />

155


<strong>in</strong>fanterie-aanval verwachten konden. De Duitsers waren ten e<strong>in</strong>de raad.<br />

De munitie was op. Alles wat waarde had en niet <strong>in</strong> Hollandse handen<br />

mocht vallen werd verbrand. Ze spraken ervan zich over te geven. Toen<br />

wij de opmerk<strong>in</strong>g maakten dat een Duitser toch nooit capituleerde, braken<br />

ze een taaltje uit dat we niet konden verstaan maar gezien hun woede en<br />

gebaren des te beter begrepen! Intussen was de beschiet<strong>in</strong>g gestopt. We<br />

konden rustig de schade bekijken. Zaal twee was onbruikbaar geworden.<br />

De andere lokalen lagen vol. In de gang waren een aantal doden, ze werden<br />

elders gebracht. Wat stro op de vloer en de ruimte was weer beschikbaar.<br />

Grietje Postmus en Lena van Stijn, twee verpleegsters, waren ernstig<br />

gewond. Annie van Stijn was m<strong>in</strong>der ernstig geraakt. Grietje werd naar<br />

het huis van Rhijnsburger gebracht. Lena <strong>in</strong> zaal 1. Wat waren ze moedig,<br />

geen klacht werd gehoord. De daar aanwezige soldaten baden voor haar.<br />

Lena weigerde een spuitje: haar Heiland had aan het kruis meer geleden<br />

dan zij! Daarmee sterkte ze de anderen met haar vertrouwen. Haar zuster<br />

Corrie bleef trouw aan haar zijde.<br />

Het moet <strong>om</strong>trent die tijd geweest zijn dat Gerrit Bol en Antje van der<br />

Nagel opnieuw een kijkje g<strong>in</strong>gen nemen <strong>in</strong> de kelder waar hun families<br />

moesten zitten. De kelder was leeg en verlaten. Een Duitse soldaat werd<br />

aangeklampt die hen vertelde dat ze allemaal richt<strong>in</strong>g Achterweg gegaan<br />

waren. Gerrit en Antje er achteraan. Het kostte hen geen moeite de grote<br />

groep vrouwen en k<strong>in</strong>deren <strong>in</strong> te halen.<br />

Het was even stil geweest maar dat duurde niet lang naar het gevoel van<br />

Piet van Duyn, maar al te gauw begonnen de kanonnen van Katwijk en<br />

Oegstgeest weer te bulderen: Hoe langer hoe dichterbij vielen de granaten.<br />

Die st<strong>om</strong>merds zagen toch onze Rode Kruisvlag! Of was het hun mikpunt?<br />

Een granaat <strong>in</strong> de schoolbanken die voor het raam opgestapeld<br />

stonden op het schoolple<strong>in</strong>tje. De patiënten kropen onder de bedden. Toen<br />

kraakte de gevel. Ze hadden hun z<strong>in</strong>, ze waren goed <strong>in</strong>geschoten, die<br />

schoften. Een gewonde jongen kon niet gauw genoeg onder zijn bed k<strong>om</strong>en,<br />

negentien jaar, zijn rug werd opengereten. En weer werd het lokaal<br />

getroffen, en nog eens tot zes maal toe! Nou, ze hadden we<strong>in</strong>ig resultaat<br />

behalve dat het lokaal onbewoonbaar werd. De ruiten van de school waren<br />

toch al naar de maan. We hadden een dak boven ons hoofd, dat was<br />

156<br />

alles. Twee patiënten lagen te<br />

brullen. Ze lagen onder het pu<strong>in</strong><br />

en konden zich niet verroeren.<br />

Tot zover het briesend woeden<br />

van Piet van Duyn. De waterleid<strong>in</strong>g<br />

gaf het op. In de gang lagen<br />

allen stijf tegen elkaar aan, onder<br />

de str<strong>om</strong>atrassen. Weer begon het<br />

vuren. Mortieren en granaten. Gelukkig<br />

waren er veel bl<strong>in</strong>dgangers.<br />

In de gang kropen de lichtgewonden<br />

onder de zwaargewonden.<br />

Ook Lena lag daar. Ze<br />

begon te bidden. Ro<strong>om</strong>sen en<br />

protestanten, allen baden mee. Zij<br />

die dat niet konden, huilden<br />

slechts. In de hal sloeg een granaat<br />

<strong>in</strong>. Er lagen alleen lijken.<br />

Hun lugubere aanzien werd 35 Helena Wilhelm<strong>in</strong>a van Stijn 1911-<strong>1940</strong><br />

toegedekt met stof en kalk. E<strong>in</strong>delijk<br />

hield de nachtmerrie op. Het mitrailleurvuur bleef. Veldwachter Rous<br />

kwam een kijkje nemen. Hij zou proberen de ouders van Lena te waarschuwen<br />

dat ze zou gaan sterven. Hij zag geen mogelijkheid daar te k<strong>om</strong>en.<br />

Een regen van mitrailleurvuur maakte dat onmogelijk.<br />

Die avond zochten vluchtel<strong>in</strong>gen onderdak <strong>in</strong> de school, de families<br />

Russchenberg en Zandbergen. Ze kregen het personeelskamertje toegewezen.<br />

De familie L. Jansen lag tussen de gewonden <strong>in</strong> zaal 4. Moeder Jansen<br />

bemoedigde de soldaten door hen erop te wijzen dat ze spoedig voor<br />

Gods rechterstoel zouden verschijnen. Zij ook zat aan het bed van korporaal<br />

Herman ten Bensel. De jongen stierf die nacht. De toestand werd<br />

onhoudbaar. Geen water, de WC was vol, geen eten, geen verband en dat<br />

met een kle<strong>in</strong>e tweehonderd patiënten. Voorts was er tekort aan beddengoed,<br />

stierf er iemand, een ander nam graag zijn plaats <strong>in</strong>.<br />

Ook het huis van Rhijnsburger was als ziekenzaal <strong>in</strong>gericht. Zaalhoofd<br />

was H. Varkevisser. In de voorkamer lagen drie patiënten op matrassen op<br />

157


de vloer. In de kelder lagen en zaten 17 gewonden plus het huisgez<strong>in</strong> van<br />

Rhijnsburger, zijn moeder en schoonmoeder. De ruimte was veel te kle<strong>in</strong><br />

voor die allen. Daar ook lag Grietje Postmus die tegelijk met Lena van<br />

Stijn gewond geraakt was. Op een bed midden <strong>in</strong> de kelder. Ze leed ontzettend<br />

veel pijn en wist niet lang meer te zullen leven. Haar zusters kwamen<br />

zo nu en dan eens kijken. Een soldaat, aan beide benen gewond, was<br />

de zorg voor haar opgedragen. Hij deed het goed, ondanks de pijn die het<br />

hem kostte. Tijdens het b<strong>om</strong>bardement werden de patiënten onrustig.<br />

Grietje troostte hen, zong het Wilhelmus en bad met hen. Daarna werden<br />

geestelijke liederen gezongen. Opoe Rhijnsburger was <strong>in</strong> de war en g<strong>in</strong>g<br />

nogal tekeer op al dat vreemde volk. Ze wilde steeds maar gaan fietsen.<br />

Opoe Kl<strong>om</strong>p was er niet veel beter aan toe. Het was daar benauwd <strong>in</strong> de<br />

kelder, het rook naar bloed, zweet en tranen. En de emmer met uitwerpselen.<br />

Er was geen eten, geen dr<strong>in</strong>ken.<br />

In de oude pastorie, waar Anton van Delft de leid<strong>in</strong>g had en waar een<br />

dokter was, g<strong>in</strong>g het ook niet goed. Allen waren naar de kelder verhuisd.<br />

In de gemeentezaal waren twee krijgsgevangenen actief, zo <strong>om</strong> en nabij<br />

negentien jaar oud. De één noemden ze "burgemeester" en de ander "Otje".<br />

In het gewone leven Ab Joren en Jan Verburg. De burgemeester was<br />

de tolk, hij sprak goed Duits. Ootje verrichtte corveediensten en was ziekentrooster.<br />

Tijdens het b<strong>om</strong>bardement bracht hij de meeste tijd door aan<br />

het bed van een Duitser die niets deed dan huilen. De burgemeester vloekte,<br />

al naarmate de granaatuitbarst<strong>in</strong>gen, <strong>in</strong> het Hollands of het Duits.<br />

Ook Ben Collignon werd die morgen wakker <strong>in</strong> de gang van het hospitaal.<br />

Opmerkelijk is dat ook hij, <strong>in</strong> overeenstemm<strong>in</strong>g met Dürst Britt, de<br />

ontploff<strong>in</strong>g van de munitiewagen op zaterdag laat plaats v<strong>in</strong>den. Hij<br />

schrijft: Ik word wakker door stemmen. Verbaasd kijk ik <strong>om</strong> me heen.<br />

Langzaam dr<strong>in</strong>gt het tot me door waar ik ben. Allemachtig, wat is mijn<br />

bed hard. Ik ben <strong>in</strong> mijn slaap van het stro afgerold en lig nu op de harde<br />

planken vloer. Stijf k<strong>om</strong> ik <strong>om</strong>hoog en kijk eens <strong>om</strong> me heen. Allemaal<br />

Duitsers, ik ben een vreemde eend <strong>in</strong> de bijt! Naast me zit een gezellige<br />

dikkerd, hij stort een vloed van woorden over me uit waarvan ik slechts<br />

begrijp dat hij iets wil delen. Hij peutert een doosje met chocolade open en<br />

biedt me een stuk aan. Samen eten we. Dan zie ik de soldaat zitten waarmee<br />

ik de vorige dag heb zitten praten. Hij k<strong>om</strong>t naar me toe en zegt "Gute<br />

158<br />

Morgen!" Ik groet terug "Ook goede morgen". We begrijpen elkaar.<br />

"Karl" stelt hij zich daarop voor. "Ah Karl!" herhaal ik, "Mijn naam is<br />

Ben". Dat bevalt ook de anderen die daarop <strong>in</strong> koor hun naam doen horen.<br />

De dikkerd naast me k<strong>om</strong>t uit Beieren en heet He<strong>in</strong>z, dat hoor ik tussen<br />

twee happen chocolade door. Ik zal maar als gastheer optreden, we zijn<br />

immers hier op Hollandse grond, er k<strong>om</strong>t een platgedrukt pakje sigaretten<br />

uit mijn broekzak, het gaat rond. Ze maken er royaal gebruik van, mijn<br />

zestien North States zijn op. Karl, mijn eerste relatie, is naast mij k<strong>om</strong>en<br />

zitten en we proberen een gesprek aan te knopen. Hij praat duidelijker dan<br />

de anderen en als ik hem niet kan volgen herhaalt hij zijn woorden. Hij is<br />

bankbediende, is getrouwd, heeft twee k<strong>in</strong>deren en k<strong>om</strong>t uit Hamburg. Op<br />

zijn schouder zit een epaulet met een zilveren bies, hij is "unterofficier".<br />

He<strong>in</strong>z heeft <strong>in</strong> de hoek een kle<strong>in</strong> harmonium ontdekt en ontlokt er allerlei<br />

hartverscheurende klanken aan. Een ander vond een geïllustreerd geschiedenisboekje<br />

en duwt het onder mijn neus. Ineens ben ik gepr<strong>om</strong>oveerd tot<br />

docent <strong>in</strong> de geschiedenis. Het is nooit mijn sterkste vak geweest maar aan<br />

de hand van de platen vertel ik maar iets. Er is een hele groep <strong>om</strong> me heen<br />

k<strong>om</strong>en staan en ik voel me zeer gewichtig, Dan ziet er één een landkaart<br />

hangen. Vlug het touwtje los en er valt een kaart van Nederland uit. Nu<br />

word ik bestormd met vragen: "Waar zijn we nu?" Ik wijs hen waar Katwijk<br />

ligt en waar de zee. Dat de zee zo dichtbij is willen ze niet geloven. Ik<br />

wijs <strong>in</strong> de richt<strong>in</strong>g van de du<strong>in</strong>en: "E<strong>in</strong>e halbe stunde laufen" probeer ik.<br />

"Laufen?" herhalen ze niet begrijpend. Ik her<strong>in</strong>ner me dat laufen iets<br />

harder gaat en herstel: "Gehen!"<br />

Er k<strong>om</strong>t een soldaat b<strong>in</strong>nen, hij draagt zijn volle bepakk<strong>in</strong>g en ziet er<br />

afgemat uit. Direct wordt hij <strong>om</strong>r<strong>in</strong>gd <strong>om</strong> nieuws te vernemen. De vragen<br />

en antwoorden vliegen over en weer maar ik kan het niet volgen. Karl<br />

k<strong>om</strong>t even later naast me zitten. Eerst zwijgt hij een ogenblik maar dan<br />

hoor ik dat van de groep van 24 man waarmee hij daalde er nog maar vier<br />

over zijn. Ook de anderen zijn onder de <strong>in</strong>druk van het gehoorde. Het<br />

lachen en praten is verstild, kil kijken de mannen voor zich uit. Ik huiver<br />

en ga naar buiten.<br />

In de gang is alles tjokvol. Er is nog een gez<strong>in</strong> bijgek<strong>om</strong>en, moeder,<br />

vader en vijf k<strong>in</strong>deren. Hun huis ligt plat, alles zijn ze kwijt. Hun bezit<br />

bestaat uit de kleren, die ze aanhebben en de stoel, die de vader <strong>in</strong> zijn<br />

159


verwarr<strong>in</strong>g heeft meegen<strong>om</strong>en. Een bont gezelschap bev<strong>in</strong>dt zich <strong>in</strong> de<br />

laatste zaal, waar ik <strong>in</strong>ga. Zoiets als een groep Poolse landverhuizers die<br />

ik eens zag op de kade van Rotterdam. In het midden liggen bedden op de<br />

grond, daar slapen een zestal <strong>mei</strong>sjes. Langer dan vier en tw<strong>in</strong>tig uur<br />

hebben ze gewerkt. Diep is hun slaap, zelfs het schieten dat buiten is hervat,<br />

kan ze niet wakker maken.<br />

Om ons lazaret heen k<strong>om</strong>t ook bedrijvigheid. Er is geloop, c<strong>om</strong>mando's<br />

kl<strong>in</strong>ken. Als er schoten knallen kruipen de vrouwen dicht bijeen. "K<strong>om</strong>en<br />

de Hollandse soldaten dichterbij?" Deze verwacht<strong>in</strong>g is op aller gezichten<br />

te lezen. De Hollandse soldaten, dat betekent de vrijheid en het e<strong>in</strong>de van<br />

de knellende onzekerheid. Ik ben op een grote verbandkist gekropen, naast<br />

het bed van een sergeant, een stadgenoot van me (Van Alphen?). Zijn<br />

been, dat dienst doet als tijdelijke verblijfplaats van één of ander projectiel<br />

moet hem heel wat pijn bezorgen. Als ik het hem vraag, schudt hij van nee.<br />

Plots krimpen allen <strong>in</strong>een, een onbewust gebaar. Daar fluit een projectiel<br />

over ons heen, de luchtdruk doet de ruiten r<strong>in</strong>kelen en de gaskousjes dwarrelen<br />

naar beneden. Achter ons horen we een doffe knal en het ger<strong>in</strong>kel<br />

van scherven. Even een angstige stilte dan beg<strong>in</strong>nen de k<strong>in</strong>deren te huilen.<br />

In de ogen van de sergeant zie ik mijn vermoeden bevestigd, dat is een<br />

artilleriegranaat en die valt beangstigend dichtbij. De slapenden dr<strong>om</strong>men<br />

<strong>in</strong>eens wakker bijeen. Angstig vraagt iemand: "Is dat een b<strong>om</strong>?" Met een<br />

onverschillig gebaar wordt die mogelijkheid ontkend. Als ze de uitwerk<strong>in</strong>g<br />

zien is het vroeg genoeg. Een tijdlang blijft het rustig. De spann<strong>in</strong>g wijkt<br />

en men lacht en praat weer. Onder het bed naast me zijn twee <strong>mei</strong>sjes<br />

gekropen. "K<strong>om</strong> er maar weer onderuit!" roep ik en geef ze wat van mijn<br />

chocoladerepen. Hoewel het tegen een soldatenbroodje niet op weegt vult<br />

het toch de maag.<br />

Een boerenknecht, een korte stevige jongen met een glunderende rode<br />

kop, k<strong>om</strong>t b<strong>in</strong>nen. Hij is ondanks alle gevaar het dorp <strong>in</strong>gegaan en heeft<br />

levensmiddelen weten te v<strong>in</strong>den. Uit een mand tovert hij broden, flessen<br />

wijn, rollen pepermunt en een fles eau-de-cologne te voorschijn, vanonder<br />

zijn kiel een doos bonbons. Hij heeft heel wat meegebracht maar er zal<br />

voor allen niet genoeg zijn. Hij gaat weer op pad, met een schilder nog<br />

immer gekleed <strong>in</strong> zijn witte overall. Piet verdeelt alles en zo zit ik weldra<br />

een brok witbrood weg te spoelen met een kroes wijn erbij. Het nagerecht<br />

160<br />

bestaat uit twee bonbons en een paar pepermuntjes. Ik moet van mijn kist<br />

weg, een Duitse soldaat, een hospik, moet zijn spuit vullen. Hij maakt van<br />

de gelegenheid gebruik <strong>om</strong> ook mij een tetanus-<strong>in</strong>jectie toe te dienen en als<br />

bewijs daarvan krijg ik een kaartje op met naam, onderdeel en verwond<strong>in</strong>g.<br />

De hospik is een leuk kle<strong>in</strong> kereltje, iedereen kan goed met hem<br />

opschieten. Eén van de <strong>mei</strong>sjes wil hem een boterham geven, hij weigert<br />

maar niet van harte. Hij zwicht tenslotte voor de aandrang en pakt het<br />

brood aan. Veel valt er niet te genieten van zijn Hollandse boterham. Van<br />

buiten k<strong>om</strong>t er aanzwellend geloei, een w<strong>in</strong>dstoot en dan een zware plof<br />

gevolgd door tal van kle<strong>in</strong>e knallen, vlak achter het lazaret. Het bedrijvige<br />

gedoe is herschapen <strong>in</strong> een wassenbeeldenspel. Alle ruiten zijn uit de<br />

sponn<strong>in</strong>gen gevlogen, de schoolwandkaarten vallen, een wolk van kalkstof<br />

maakt alles onzichtbaar. Een rondvliegend stuk muur valt op mijn rug,<br />

terwijl ik toch als een struisvogel met mijn kop onder een bed gedoken lig.<br />

Blijkbaar helpt dat niet!<br />

Een niet meer zo jong <strong>mei</strong>sje ligt te trillen naast me: "Here Jezus help<br />

ons toch, die arme k<strong>in</strong>deren!" Ze heeft mijn arm vastgegrepen en bij ieder<br />

geluid knijpt ze er<strong>in</strong>. Aan mijn l<strong>in</strong>kerkant ligt een kle<strong>in</strong> blondje, een jaar of<br />

achttien, ouder is ze niet, het hoofd met de weelderige krullen verborgen <strong>in</strong><br />

haar handen en haar lichaam schokt van de snikken. De deur klapt open<br />

en ik hoor de gemoedelijke stem van Piet, de boerenknecht. Nieuwsgierig<br />

kruip ik uit mijn benarde positie na eerst mijn arm voor verdere aanvallen<br />

<strong>in</strong> veiligheid gebracht te hebben. Ik zie de glunderende oogjes van de<br />

b<strong>in</strong>nenk<strong>om</strong>ende en als ik zijn blikken volg, kost het me moeite <strong>om</strong> niet <strong>in</strong><br />

lachen uit te barsten. Allen zijn weggedoken onder bed en dekens. Twee<br />

patiënten hebben dekk<strong>in</strong>g gezocht onder de wandplaten van Karel de<br />

Vijfde en van Maarten Luther. Tussen de zwakker wordende knallen buiten<br />

kl<strong>in</strong>kt <strong>in</strong>eens een hoog en snerpend gehuil, een kreet die niets menselijks<br />

meer heeft. Struikelend over menselijke barricaden k<strong>om</strong>en we <strong>in</strong> de gang.<br />

Door een raam zien we achter het gebouw een geraamte staan, het restant<br />

van de vrachtauto met munitie die door de laatste granaat is getroffen. De<br />

ontploffende kogels veroorzaakten al die knallen. Weer kl<strong>in</strong>kt dat merg en<br />

been doordr<strong>in</strong>gende gehuil. Er k<strong>om</strong>en twee soldaten <strong>om</strong> de hoek, hun<br />

uniformen smerig en vies. Omzichtig naderen ze de plek waar de auto<br />

161


staat, bukken zich en vanonder een ruïne van kisten, takken en brokken<br />

klei wordt een lichaam opgetild, een vormloze mens besmeurd met bloed.<br />

Boem, Boem, de granaten vallen met de regelmaat van een klok maar<br />

het geluid verwijdert zich. Hier <strong>in</strong> de gang is het ook niet c<strong>om</strong>fortabel<br />

meer, daar<strong>om</strong> zoek ik mijn oude plekje maar weer op. Ik v<strong>in</strong>d een kussen<br />

en <strong>in</strong>stalleer me aan de andere kant van het blondje ter beveilig<strong>in</strong>g van<br />

mijn arm en al de blauwe plekken. Mijn hoofd stoot tegen een paar stenen.<br />

Daar ligt zowaar ons Duitse hospikje, zijn handen krampachtig tegen het<br />

hoofd, met de boterham. Het <strong>mei</strong>sje naast me snikt nog steeds. Ik probeer<br />

haar af te leiden, het heeft een averechtse uitwerk<strong>in</strong>g. Ze beg<strong>in</strong>t hardop te<br />

huilen en al mijn praten kan haar niet stil krijgen. Een nieuwe explosie,<br />

die de school heftig doet dreunen, doet haar zwijgen. Is dat op ons gebouw?<br />

Piet k<strong>om</strong>t b<strong>in</strong>nen, als ze zijn stem horen k<strong>om</strong>t iedereen overe<strong>in</strong>d, hij<br />

maakt een geruststellend handgebaar. "Maak je niet van streek, het valt<br />

nogal mee! Zijn er hier twee <strong>mei</strong>sjes? Willen die even meegaan?" Achter<br />

hen aan ga ik de gang <strong>in</strong>. Het is daar een grote ravage, brokken steen en<br />

kalk liggen rond<strong>om</strong>, het riet van de zolder dwarrelt <strong>om</strong>laag. In een hoek<br />

zijn de gewonden neergelegd. Er is een <strong>mei</strong>sje met een ernstige buikwond.<br />

Ook twee Duitse soldaten, die juist <strong>in</strong> de gang waren, zijn getroffen. De<br />

dokter is niet te bereiken; die is <strong>in</strong> de verbandplaats. Daar<strong>om</strong> pakt Piet<br />

zelf maar aan. Wat ik zie wekt me niet erg op en ik zoek mijn kwartier<br />

weer op. Net als ik de deur open, vliegt die met een smak weer dicht. Door<br />

de luchtdruk van nieuwe rondvliegende granaten. Drie, vier, telkens achter<br />

elkaar. Ze gaan daar zeker en gros werken! Dan treedt een pauze <strong>in</strong> en<br />

k<strong>om</strong>t ieder weer tot rust.<br />

"Kunnen jullie nog een paar gasten hebben?" vraagt Piet. Maar als hij<br />

het overvolle lokaal ziet, wacht hij zelfs het antwoord niet af en verdwijnt<br />

weer. Zullen er nieuwe gewonden k<strong>om</strong>en? Nieuwsgierig wandel ik weer de<br />

gang op. En ja hoor, daar k<strong>om</strong>en de eersten al, <strong>in</strong> Hollandse uniformen.<br />

De schilder vertelt me dat ze uit de kerk k<strong>om</strong>en, ook daar vielen de granaten,<br />

dit zijn de resultaten. Behoedzaam wordt er één op een matras gelegd.<br />

Een deksel van een sigarettendoosje doet dienst als kaartje en is aan zijn<br />

hals gehangen. Tot mijn grote verbaz<strong>in</strong>g lees ik de naam van een oudklasgenoot.<br />

Ik lees nog eens. Ja, het is 'm toch. Geschokt zak ik bij hem<br />

neer en noem hem bij de naam, die hij op school gekregen had: Jo<br />

162<br />

Schnabbel! Terwijl ik daar zit, vliegen gedachten door me heen over vroeger.<br />

Ik weet dat hij later een beetje afzakte en het niet zo nauw meer nam<br />

met zijn geloof, maar de Grote Baas boven zal hem wel b<strong>in</strong>nen laten k<strong>om</strong>en,<br />

hoop ik. Zachtjes bid ik een paar weesgegroetjes terwijl mijn hand<br />

zijn bebloede voorhoofd streelt, een onbewust gebaar. Een zachte zucht en<br />

dan zakt het lichaam slap weg, hij is dood.<br />

Steeds meer gewonden worden aangedragen, op stoelen of planken, of<br />

ondersteund door kameraden. Ik kan hier met mijn ene arm niets uitrichten<br />

en kruip weer naar mijn bivak. Mijn buurvrouw is stil geworden, een<br />

betraand gezicht, de haren verward. De rust is van korte duur. Opnieuw<br />

vallen schoten en veroorzaken een koor van huilen en snikken. Anderen<br />

m<strong>om</strong>pelen: "Here Jezus help ons!" Ik tracht het <strong>mei</strong>sje tot bedaren te<br />

brengen terwijl aan de ander kant iemand me smeekt: "Bid toch! Bid toch!<br />

Vraag aan de Here <strong>om</strong> hulp!" Dat wordt me te veel en ik kan haast de<br />

verleid<strong>in</strong>g niet weerstaan een potje mee te gaan grienen. Mijn arm protesteert,<br />

ik leun er op. Moeizaam probeer ik wat <strong>om</strong>hoog te k<strong>om</strong>en en een<br />

andere houd<strong>in</strong>g aan te nemen. Het <strong>mei</strong>sje naast me zoekt <strong>in</strong>st<strong>in</strong>ctief bescherm<strong>in</strong>g<br />

bij me, haar verdriet k<strong>om</strong>t los. Met horten en stoten vertelt ze<br />

dat ze ongerust is over haar vader en moeder, die nog ergens <strong>in</strong> het dorp<br />

moeten zijn. Misschien al dood. Met een nergens op gebaseerde overtuig<strong>in</strong>g<br />

probeer ik haar gerust te stellen. Het dorp zal niet beschoten zijn.<br />

Bijna lukt mijn opzet maar een nieuwe treffer gooit alles weer <strong>in</strong> duigen. Ik<br />

leg mijn arm <strong>om</strong> haar heen: "Weet je wel dat je er niet mooier op wordt<br />

als je zo huilt!" Ze blijkt gevoel voor humor te hebben als ze op haar beurt<br />

een beschrijv<strong>in</strong>g geeft van mijn uiterlijk. Ik moet wel erg st<strong>om</strong> kijken als ik<br />

het hoor, ze barst <strong>in</strong> een hartelijke lach uit. We zitten samen een poosje te<br />

praten onze rug geleund tegen het ledikant. Op zeker m<strong>om</strong>ent k<strong>om</strong>t er geen<br />

antwoord, ze is <strong>in</strong> slaap gevallen, haar mond half open. Gemakkelijk zit ik<br />

niet maar als ik mijn houd<strong>in</strong>g wil veranderen wordt ze onrustig. Een deken<br />

<strong>in</strong> mijn rug brengt uitk<strong>om</strong>st. Even later ben ik ook <strong>in</strong> het land der dr<strong>om</strong>en.<br />

163<br />

4.9 Café Ramp<br />

Jaap van der Zwart was die morgen reeds <strong>om</strong> vijf uur aanwezig <strong>in</strong> de zaal<br />

van het café. Met hem <strong>om</strong>trent 256 <strong>Valkenburg</strong>se mannen. Buiten werd


over en weer geschoten. Na acht uur werd door bakker Meurs en zijn<br />

personeel brood bezorgd. Ieder kreeg een stukje kuch. Vanuit Katwijk<br />

begonnen de kanonnen te schieten; toen de eerste granaten <strong>in</strong>sloegen,<br />

kwamen er Duitsers naar b<strong>in</strong>nen hollen: H<strong>in</strong>legen! H<strong>in</strong>legen! Allen lagen<br />

stijf tegen en op elkaar. Bijna direct daarop trof een granaat het huis van<br />

de weduwe van Duikeren aan de overzijde van de straat. Een groot gapend<br />

gat <strong>in</strong> de voorgevel. Van het café werden de ruiten vernield. Onophoudelijk<br />

bleven daarna de granaten vallen, rond<strong>om</strong> het huis. De mannen op de<br />

grond huiverden, was het van de koude tocht of van angst? Naast Jaap lag<br />

een Duitser, die over het hele lichaam trilde. Ook de Duitsers kenden<br />

angst. De beschiet<strong>in</strong>g duurde maar voort. Om ongeveer half twaalf was het<br />

raak. Een treffer precies <strong>in</strong> de zaal. Als door een wonder was er slechts één<br />

gewonde. Maar R<strong>in</strong>us Ravensbergen, een jongen van zeventien jaar, was<br />

zo zwaar gewond dat hij kort daarna is o<strong>verleden</strong>. Er ontstond een geweldige<br />

paniek <strong>in</strong> de zaal. Allen trachtten een goed heenk<strong>om</strong>en te zoeken. De<br />

Duitsers schreeuwden dat iedereen de kelder <strong>in</strong> moest gaan. Onder het huis<br />

was een grote kelder maar die begon zich al gauw te vullen. Jaap had<br />

andere plannen. Hij bedacht: "Als ik wat kalm aan doe, is de kelder zo vol.<br />

Dan ga ik naar huis en ga met vrouw en k<strong>in</strong>deren naar de kelder van Klaas<br />

van der Nagel!" Zo gedacht zo gedaan. Even later zag hij kans <strong>om</strong> weg te<br />

k<strong>om</strong>en.<br />

Ook burgemeester De Wilde beschreef dit gebeuren. Na zijn belevenissen<br />

<strong>in</strong> het raadhuis was hij, hoewel licht gewond, toch <strong>in</strong> goede doen weer<br />

teruggek<strong>om</strong>en en had plaats gen<strong>om</strong>en <strong>in</strong> de gelagkamer. Daar zat hij tussen<br />

de anderen op de grond. Met hen maakte hij zich zorgen over de<br />

achtergelaten vrouwen en k<strong>in</strong>deren. De granaten gierden over het dorp.<br />

Angstig bezag hij de ger<strong>in</strong>ge dikte van het platte dak boven hun schuilplaats.<br />

Zijn zorgen werden nog groter toen een zoon van smid Van Stijn<br />

kwam vertellen dat de school door een granaat getroffen was. Er waren<br />

twee verpleegsters zwaar gewond, Grietje Postmus en Helena van Stijn.<br />

Ook een paar militairen waren er gedood of zwaar gewond. Juist op dat<br />

m<strong>om</strong>ent sloeg de granaat door het platte dak boven zijn hoofd. Wolken<br />

van stof bedekten de mannen <strong>in</strong> de zaal. Wonder boven wonder waren er<br />

slechts twee gewonden: Krijn Postmus en R<strong>in</strong>us Ravensbergen. Net als<br />

Jaap van der Zwart koos ook de burgemeester de weg naar buiten. Hij wist<br />

164<br />

ongedeerd zijn huis te bereiken en voegde zich bij zijn gez<strong>in</strong>. Slechts de<br />

ruiten van zijn huis waren stuk. De burgemeester heeft zich daarna enige<br />

uren niet meer laten zien. "Ik had behoefte aan rust na al de doorgestane<br />

emoties".<br />

36 De foto is na de oorlog gemaakt. De situatie is echter na <strong>1940</strong> vrijwel ongewijzigd gebleven . De pastorie is het huis<br />

waar de vlaggenstok uitsteekt, <strong>in</strong> <strong>1940</strong> bewoond door ds. Veldkamp. In het eerste huis daar voorbij richt<strong>in</strong>g dorp, woonde Van<br />

Haarlem, <strong>in</strong> het huis daarnaast burgemeester de Wilde.<br />

165<br />

4.10 De pastorie<br />

De toenmalige pastorie van de N.H. gemeente werd bewoond door het<br />

gez<strong>in</strong> van de predikant. Het grote huis staat op de Hoofdstraat en draagt<br />

tegenwoordig het huisnummer 70. Er was een kelder onder. Ds. Veldkamp<br />

werd op de eerste dag van de oorlog op twee plaatsen gesignaleerd: Des<br />

morgens <strong>in</strong> garage Poot, daar verkreeg hij met de EHBO-ers verlof <strong>om</strong><br />

naar het noodhospitaal te gaan en werd op de lijst gezet van hen die s<strong>in</strong>dsdien<br />

zich vrijelijk door het dorp mochten bewegen. Vervolgens <strong>in</strong> het<br />

noodhospitaal <strong>in</strong> de school. Van zijn overige handel<strong>in</strong>gen staat niets be-


schreven. Zoals het een pastor betaamt, geschiedde zijn optreden <strong>in</strong> stilte.<br />

Ook het hoofd van de school A. van der Berg had <strong>in</strong> de kelder van de<br />

pastorie onderdak gevonden. Mogelijk waren er meer. Is er ergens <strong>in</strong> dit<br />

boek sprake van de oude pastorie dan wordt bedoeld de won<strong>in</strong>g die naast<br />

het toenmalige gemeentehuis stond (richt<strong>in</strong>g Katwijk) en <strong>in</strong> die dagen<br />

bewoond door Jansen.<br />

4.11 De Wassenaarse slag<br />

In de vroege morgen werd het bataljon van La Roi op een ouderwetse<br />

wijze overr<strong>om</strong>peld. Die l<strong>in</strong>kerflank van de aanval was te ver opgerukt, los<br />

van de belendende bataljons en desondanks "ongedekt" gaan slapen. Waar<br />

waren de belendende twee bataljons gebleven? Het middelste bataljon (I-<br />

4RI) was, overigens niet op volle sterkte, tot Kle<strong>in</strong> Berkheide opgerukt. De<br />

c<strong>om</strong>mandant, kapite<strong>in</strong> Dekker, besloot direct door te gaan terwijl hij toch<br />

geconstateerd had dat noch rechts noch l<strong>in</strong>ks van hem enige steun te<br />

verwachten was. Je zou haast denken dat de heren het er <strong>om</strong> deden wie er<br />

het eerste was! Vlak bij de Wassenaarseslag stuitte hij op tegenstand. En<br />

weer bleek de vijand veel sterker. Gelukkig kwam op dat m<strong>om</strong>ent het<br />

rechterbataljon opdraven (II-9RI) dat dapper meedeed. Toen werd er te<br />

velde overlegd tussen beide partners. Ze besloten <strong>om</strong> twee uur die middag<br />

werkelijk aan te vallen. Toevallig kwamen er kort voor dat tijdstip een<br />

aantal Duitse transportvliegtuigen over vliegen. In de rug van de Nederlanders<br />

daalden parachutes naar beneden. Het waren voorraden maar dat<br />

wisten ze niet. "We zijn verraden" riep de één, die het wel erg toevallig<br />

vond dat precies op dat m<strong>om</strong>ent die Junkers over kwamen. "Dat zijn<br />

parachutisten, straks wordt ons de terugweg afgesneden" bedacht een<br />

ander. En <strong>in</strong> plaats van onmiddellijk aan te vallen besloten ze de veilige<br />

weg te nemen en trokken zich terug. Of ze wisten van de ondergang van<br />

La Roi, hun l<strong>in</strong>kerflank, is niet duidelijk.<br />

4.12 Derde tegenaanval op het dorp<br />

Buurman liet het er niet bij zitten, hij had <strong>in</strong> zijn hoofd gezet <strong>Valkenburg</strong><br />

te bevrijden en zette alles op alles <strong>om</strong> dat nog die dag voor elkaar te krij-<br />

166<br />

gen. Er kwamen twee c<strong>om</strong>pagnieën beschikbaar (1-I-9RI en 3-I-9RI) versterkt<br />

met zware mitrailleurs. Bataljonsc<strong>om</strong>mandant was majoor Van der<br />

Schee. Het plan was <strong>om</strong> het dorp van twee zijden tegelijk aan te vallen: via<br />

de <strong>Valkenburg</strong>seweg en vanuit het westen, zeg maar door de polder. Weder<strong>om</strong><br />

na een <strong>in</strong>leidend b<strong>om</strong>bardement van de Katwijkse kanonnen, werd<br />

de aanval <strong>om</strong>streeks zes uur 's-avonds <strong>in</strong>gezet. De voortgang door de<br />

polder vlotte niet erg, ze hadden er niet aan gedacht planken mee te nemen<br />

<strong>om</strong> de brede sloten over te steken. Daarbij waren ze duidelijk zichtbaar <strong>in</strong><br />

het vlakke polderland. De aanval liep vast op hevige tegenstand van de<br />

bezett<strong>in</strong>g.<br />

Ook de gelijktijdige aanval via de <strong>Valkenburg</strong>seweg liep traag. werd<br />

door de eigen c<strong>om</strong>pagniesreserve onder vuur gen<strong>om</strong>en en liep tenslotte<br />

vast op de vijandelijke vuurkracht <strong>in</strong> het dorp. De artillerie had kennelijk<br />

niet zoveel bereikt als gehoopt werd. Hoewel de bataljonsc<strong>om</strong>mandant<br />

persoonlijk voorop g<strong>in</strong>g en buitengewone moed liet zien, was het geen<br />

doen en moesten ze terugtrekken. Er werd nog een patrouille van 25 man<br />

uitgezonden onder aanvoer<strong>in</strong>g van luitenant Nout en de vaandrig Van<br />

Elsen <strong>om</strong> te trachten <strong>in</strong> ieder geval de krijgsgevangenen te bevrijden, ze<br />

bereikten de kerk maar daar was ook voor hen verder voortgaan onmogelijk.<br />

Ook deze stootgroep moest terug. Pech gehad krijgsgevangenen,<br />

nog even geduld!<br />

Of het die avond was staat niet voor honderd procent vast maar Arie de<br />

Vries weet zeker dat de Hollanders tot m<strong>in</strong>stens de kalkovens gek<strong>om</strong>en<br />

zijn. Bovendien her<strong>in</strong>nert hij zich nog het geronk van een aanstormende<br />

vrachtauto. Zij waren <strong>in</strong> hun huis en durfden niet te kijken, lagen plat op<br />

de vloer. Ze hoorden het voertuig remmen, daarna keren en terugrijden<br />

naar Katwijk, met loeiende motor. De bo<strong>om</strong> over de brug had de Hollanders<br />

de doorgang versperd. De volgende morgen g<strong>in</strong>g hij bij de kalkovens<br />

kijken, op dat terre<strong>in</strong> naast dat van zijn vader vond hij tot zijn afgrijzen de<br />

restanten van een Nederlandse soldaat.<br />

167<br />

4.13 Café Ramp<br />

Aangezien de burgemeester verantwoordelijk was gesteld voor de<br />

aanwezigheid van de gijzelaars, begaf hij zich <strong>om</strong>streeks vijf uur <strong>in</strong> de


middag weer op pad na eerst het hoofd der school opgehaald te hebben uit<br />

de kelder van de pastorie. Samen liepen beiden naar het "Wapen van <strong>Valkenburg</strong>".<br />

De officier, die de <strong>om</strong>ruil van de gijzelaars tegen de overige<br />

mannen van <strong>Valkenburg</strong> moest controleren en toestaan, was echter <strong>om</strong><br />

zeven uur nog niet aanwezig. Hetgeen niet te verwonderen was! Maar wist<br />

de burgemeester veel. Hij begreep<br />

dat daar<strong>om</strong> niet slechts hij<br />

maar alle mannen gedoemd waren<br />

de nacht door te brengen <strong>in</strong><br />

het café. Na zeven uur was iedereen<br />

op straat vogelvrij! Dat had<br />

de vorige dag al drie slachtoffers<br />

gekost. Gelukkig was er geen<br />

granaatvuur meer. Wel werd er<br />

heftig geschoten met mitrailleurs.<br />

De burgemeester had het idee dat<br />

de Hollanders er een gewoonte<br />

van maakten overdag op te rukken<br />

<strong>om</strong> zich dan <strong>in</strong> de late avond<br />

en 's-nachts weer door de Duitsers<br />

te laten verjagen. Die avond<br />

waren er ongeveer tweehonderd<br />

mannen aanwezig. Voor al die<br />

mensen was de ruimte veel te<br />

kle<strong>in</strong>. Ze zaten tegen elkaar<br />

aangedrukt, als har<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> een<br />

ton. Bovendien was de kelder<br />

niet droog. Hoewel het daar gevaarlijk<br />

was zocht de burgemeester<br />

de gelagkamer op. Daar, geze-<br />

37 Café Ramp werd geraaakt.<br />

ten <strong>in</strong> een stoel, g<strong>in</strong>g hij de nacht <strong>in</strong>. Vandaar had hij zicht op de Broekweg<br />

aan de ene zijde en het raadhuis aan de andere zijde. Buiten was het<br />

tamelijk donker, er was geen maan. Mitrailleurschoten klonken zeer dichtbij.<br />

Twee donkere schimmen liepen op de Broekweg, op een brancard<br />

vervoerden ze iets wat zich raden laat. Waren het Duitsers of Hollanders?<br />

168<br />

Bij het raadhuis gebeurden vreemde d<strong>in</strong>gen. Aan de voorzijde van het<br />

gebouw werden regelmatig lichtse<strong>in</strong>en gegeven. Verschillende kleuren<br />

naar boven gericht. De bundels waaierden spiraalvormig uit. Boven <strong>in</strong> de<br />

lucht br<strong>om</strong>den vliegtuigmotoren. De burgemeester kon die avond de slaap<br />

niet vatten.<br />

169<br />

4.14 Krijgsgevangen <strong>in</strong> de kerk<br />

In de kerk was behoefte aan stro. Piet de Vries en zoon Arie werden daarvoor<br />

aangewezen. Was het vroeg, was het laat? Wie zal het zeggen. Stro<br />

was er genoeg, dat stond <strong>in</strong> de grote schuur achter hun huis even voorbij<br />

de Grote Water<strong>in</strong>g. Er was een platte boerenwagen. Daarop werden de<br />

pakken stro geladen. Maar er was geen paard, dat was elders ondergebracht.<br />

Geen nood, zoon Arie was bere-sterk en trok zelf de wagen, temidden<br />

van het krijgsgewoel, de Broekweg op. Als een paard tussen het lemoen.<br />

Een gedeelte van de rit zat vader Piet boven op de bok.<br />

Jaap van der Zwart zag later op de dag <strong>in</strong> het voorbijgaan de rook door<br />

het dak van de kerk <strong>om</strong>hoog kr<strong>in</strong>gelen, wat was er gebeurd? Berend Borst<br />

was daar en heeft een uitgebreid verslag gemaakt. Ook zij waren bij de<br />

eerste schemer<strong>in</strong>g van de dag al druk <strong>in</strong> de weer. Voornamelijk <strong>om</strong> de<br />

benen te strekken. Ze hadden honger maar moesten zich tevreden stellen<br />

met een kle<strong>in</strong> stukje Duits brood. De rust duurde niet lang, al spoedig werd<br />

het schieten hervat. Eerst was het veraf bij het vliegveld maar allengs<br />

kwamen de geluiden dichterbij. Tot zelfs zeer dichtbij zo te horen. Was het<br />

maar bij mitrailleurschoten gebleven maar ook de kanonnen kwamen weer<br />

<strong>in</strong> actie. Aan het geluid van de granaten te horen kwamen ze zelfs recht op<br />

hen af. Ze kropen onder de kerkbanken en wisten niet wanneer het raak<br />

zou zijn. Het was goed te horen dat de granaten her en der <strong>om</strong> de kerk<br />

heen doel troffen. Om de beurt schoten eerst de mitrailleurs en dan weer<br />

de kanonnen. Volgens Berend een tactiek die eenvoudig te verklaren was.<br />

De granaten moesten de Duitsers uit hun stell<strong>in</strong>gen, de huizen, verdrijven.<br />

Daarna begon de <strong>in</strong>fanterie weer op te rukken. Hoorbaar naderden de<br />

Hollanders steeds dichter het centrum van het dorp. Het was militair gezien<br />

een goede tactiek maar voor hen <strong>in</strong> de kerk een verschrikk<strong>in</strong>g. Onder<br />

de banken was veel te we<strong>in</strong>ig ruimte voor allen. Een luitenant gebruikte


38 Het centrum van <strong>Valkenburg</strong><br />

170<br />

Berends buik als hoofdkussen terwijl hij zich met het been van een wachtmeester,<br />

gestoken <strong>in</strong> een lederen laars, tevreden moest stellen! Het duurde<br />

te lang. Die houd<strong>in</strong>g was niet vol te houden. Een groot aantal kroop tenslotte<br />

maar onder de banken uit en g<strong>in</strong>g gewoon zitten, k<strong>om</strong>e wat k<strong>om</strong>en<br />

gaat! Maar met het vorderen van de tijd brandden er steeds meer granaten<br />

op het armzalige dorp af. Wat ze de hele morgen al gevreesd hadden gebeurde<br />

tenslotte. De kerk werd getroffen. Drie granaten ontploften vrijwel<br />

tegelijk <strong>in</strong> het dak boven het orgel. Een oorverdovend lawaai deed hen<br />

waar mogelijk nog dieper onder de kerkbanken verdwijnen. Na het donderend<br />

geraas trad een angstige stilte <strong>in</strong>, meteen gevolgd door kreten van<br />

pijn en ontzett<strong>in</strong>g. De gehele kerk was gevuld met een geweldige stofwolk.<br />

Berend vluchtte door de consistoriekamer onder de toren naar buiten.<br />

In een mum van tijd zocht iedereen overal dekk<strong>in</strong>g. Ook de Duitsers<br />

waren hun zelfbeheers<strong>in</strong>g kwijt. Ze lieten hen maar begaan.<br />

Enkelen zagen toen kans bij bewoners b<strong>in</strong>nen te vluchten en zich daar<br />

van burgerkled<strong>in</strong>g te voorzien. Anderen trokken <strong>in</strong> de huizen langs de Rijn<br />

en zw<strong>om</strong>men bij het donker worden naar de overzijde. Nog weer anderen<br />

werden door de Duitsers opgevangen en <strong>in</strong> de <strong>in</strong>makerij van Zwanenburg<br />

ondergebracht. Berend en zijn vrienden zochten een veilig heenk<strong>om</strong>en <strong>in</strong><br />

de huizen tegenover de kerk. Daar bleken de Duitsers te zitten. Die herstelden<br />

zich spoedig en begonnen de krijgsgevangenen weer te bewaken. Jammer,<br />

want buiten zagen ze de hangars. En daarop wapperde fier de Nederlandse<br />

vlag. Hetgeen hen op de gedachte bracht daarheen te vluchten.<br />

S<strong>om</strong>migen voegden de daad bij het woord en liepen de polder <strong>in</strong>. De Duitsers<br />

riepen hen terug. Enkelen liepen door. Ze werden neergeschoten. Kort<br />

daarna werden ze teruggedreven naar de kerk. Daar lagen doden, een<br />

Duitser en zes Nederlanders. Boven het orgel was de helderblauwe voorjaarshemel<br />

te zien. Ook het orgel was ernstig beschadigd, het dak begon te<br />

branden. De mededel<strong>in</strong>g werd gedaan dat een ieder, die het nog dorst<br />

wagen het hoofd buiten de deur te steken, zou worden neergeschoten.<br />

Daartoe werden buiten mitrailleurs opgesteld. De orgelengeltjes bemoeiden<br />

zich niet met de gang van zaken, ze hadden geen armen meer, noch<br />

hoofdjes.<br />

Zo hopeloos als toen hadden ze er nog niet voorgestaan. Buiten rukten<br />

de Hollanders steeds verder op, het was goed hoorbaar, en ieder begreep<br />

171


dat er slechts een kle<strong>in</strong>e kans was <strong>om</strong> ongedeerd dat treffen te overleven.<br />

Wat zouden de Duitsers doen als ze g<strong>in</strong>gen verliezen? S<strong>om</strong>migen grepen<br />

een potloodje en schreven een kort afscheidsbriefje. Er waren er die een<br />

schuilplaats g<strong>in</strong>gen bouwen van banken en alles wat daartoe dienen kon <strong>in</strong><br />

een hoek van de kerk. Een ander begon de brand te blussen <strong>in</strong> het dak van<br />

de kerk. Dat moest met een emmertje aan een lang touw dat door een<br />

waaghals op de balken <strong>om</strong>hoog getrokken werd. Langzamerhand kwam de<br />

avond en was de ontzettende dag voorbij. Met het vallen van de duisternis<br />

bedaarde het geweld daarbuiten. Maar slechts we<strong>in</strong>igen konden slapen.<br />

Piet van Duyn schreef daar<strong>om</strong>trent: Toen -de dag zette goed <strong>in</strong>- kreeg het<br />

dorp een granaatregen te verduren, wat wel wat anders is dan een mals<br />

<strong>mei</strong>regentje. Een treffer <strong>in</strong> het huis van de wed. van Duikeren. Ook <strong>in</strong> de<br />

<strong>om</strong>gev<strong>in</strong>g daarvan vielen er vele. Buiten de kerk, waar<strong>in</strong> ruim tweehonderd<br />

krijgsgevangenen zaten, sloegen granaten tegen de muren. Er brak<br />

brand uit. Paniek ontstond. De brandspuit stond klaar. Er werd gespoten.<br />

Een Hollands vliegtuig dook <strong>om</strong>laag en schoot de soldaat die stond te<br />

blussen, neer. Het was Bram Schakenbos. In de kerk was een soldaat uit<br />

Leiden, Toon Slijkhuizen. Hij kl<strong>om</strong> <strong>in</strong> de toren en stak de Rode-Kruisvlag<br />

uit. Die h<strong>in</strong>g er niet lang, een granaat schoot hem eraf. In de kerk sloeg<br />

een granaat naar b<strong>in</strong>nen. De jongens brulden als leeuwen, we konden ze<br />

<strong>in</strong> de school horen. Het gevolg was zeven doden en zeven en tw<strong>in</strong>tig<br />

gewonden, <strong>in</strong> één klap. Die werden naar de school gebracht. Op deuren<br />

gelegen en gedragen door hun kameraden. Een vreselijke en droevige<br />

stoet. Onder hen waren er verscheidenen zwaar gewond. Zij stierven<br />

onderweg en later op de dag en <strong>in</strong> de nacht nog meer. Een paar niet gewonde<br />

soldaten bleven bij ons <strong>in</strong> de school hangen. Het was mudvol. Het<br />

verband was op.<br />

4.15 Van Gunsteren<br />

Luitenant Van Gunsteren, eveneens te dien tijde <strong>in</strong> de kerk aanwezig,<br />

schreef: De volgende morgen begon de Nederlandse artillerie vanuit<br />

Katwijk het b<strong>om</strong>bardement op <strong>Valkenburg</strong>. Mij werd door de c<strong>om</strong>manderende<br />

officier opgedragen te telefoneren met de artillerie <strong>in</strong> Katwijk,<br />

tene<strong>in</strong>de mede te delen, dat dit b<strong>om</strong>bardement hoofdzakelijk zou gaan ten<br />

172<br />

koste van de Nederlandse burgerbevolk<strong>in</strong>g en de Nederlandse gevangenen.<br />

Op mijn weiger<strong>in</strong>g werd ik afzonderlijk gen<strong>om</strong>en. Kort daarna,<br />

tijdens het tweede b<strong>om</strong>bardement, wist ik voor een tweede maal te ontvluchten.<br />

Het artillerievuur zweeg echter weer spoedig zodat de Duitsers<br />

een patrouille naar mij konden uitzenden. Na anderhalf uur werd ik <strong>in</strong> een<br />

stal gevonden. Hierop werd ik onder speciale bewak<strong>in</strong>g van een onderofficier<br />

gesteld.<br />

In de loop van de morgen zette de Nederlandse artillerie <strong>in</strong> Katwijk en<br />

Oegstgeest een energiek en langdurig b<strong>om</strong>bardement door. Tijdens het<br />

<strong>in</strong>slaan van enige treffers <strong>in</strong> de <strong>om</strong>gev<strong>in</strong>g gelukte het mij de onderofficier<br />

voorover op zijn geweer te werpen en te ontk<strong>om</strong>en. De gehele zaterdag<br />

zwierf ik door <strong>Valkenburg</strong>, kruipend van stal tot stal en dat slechts tijdens<br />

het artillerievuur want dan hielden de Duitsers zich verborgen. In de<br />

avond en de nacht verkende ik de stell<strong>in</strong>gen van de Duitsers, voornamelijk<br />

<strong>in</strong> de zuidrand van <strong>Valkenburg</strong>. Ik stelde daarbij vast dat de Duitsers aan<br />

alle zijden tot de <strong>in</strong>gangen van het dorp waren teruggedrongen. Hierdoor<br />

waren hun wapens zo dicht naast elkaar opgesteld dat er voor mij geen<br />

doork<strong>om</strong>en aan was.<br />

173<br />

4.16 De kelder van de burgemeester<br />

Toen de burgemeester gehoorzaam aan het gegeven bevel die middag zijn<br />

huis verlaten had, dacht hij zijn gez<strong>in</strong> betrekkelijk veilig achtergelaten te<br />

hebben. Hij had nauwelijks zijn hielen gelicht toen er acht tot tien Duitse<br />

soldaten de keuken b<strong>in</strong>nenstormden. Niet dat de kelderbewoners dat konden<br />

zien, ze hoorden het en hun aantal kon achteraf worden vastgesteld. Er<br />

werd geschreeuwd, er klonken schoten <strong>in</strong> de gang en de kamers. Laarzen<br />

bonkten op de trap naar boven, ook daar vielen schoten. Opeens werd er<br />

gebruld: "Sie sitzen im Keller!" en daarna naar beneden: "Heraus! Heraus!"<br />

De angstige vrouwen durfden zich niet te verroeren en kropen onder<br />

de trap. De Duitsers <strong>in</strong> de keuken hadden we<strong>in</strong>ig geduld, lukraak werden<br />

enige schoten <strong>in</strong> het keldergat gelost. Kopjes en schotels vielen van de<br />

kelderplank <strong>in</strong> scherven op de stenen vloer. Het was een oorverdovend<br />

lawaai. De oudste dochter van de burgemeester, het was Nel, riep naar<br />

boven dat er alleen vrouwen en k<strong>in</strong>deren beneden zaten. In haar beste


school-Duits. Door het lawaai werd ze misschien niet gehoord. Het schieten<br />

g<strong>in</strong>g nog even door. Toen zei Nel: "Ze schieten ons toch dood, ik zal er<br />

wel het eerst uitgaan!" en kl<strong>om</strong> de trap op. De deur stond op een kier en ze<br />

duwde hem verder open. Op dat m<strong>om</strong>ent verscheen er een hand met een<br />

pistool, weer klonken schoten. De kogel g<strong>in</strong>g door haar mantel en sloeg <strong>in</strong><br />

de muur. Van schrik viel ze van de trap af. Buurvrouw Van Haarlem kon<br />

haar gelukkig nog half opvangen. Daarna durfde niemand zich nog te<br />

verroeren. Boven werd er klaarblijkelijk nagedacht over hoe nu te handelen.<br />

De deur g<strong>in</strong>g weer open en er werd iets naar beneden gegooid. Met<br />

een oorverdovende knal ontplofte het d<strong>in</strong>g. Verbl<strong>in</strong>d, ze zagen slechts<br />

vlammetjes voor de ogen, en doof kr<strong>om</strong>pen ze nog dichter <strong>in</strong> elkaar. Het<br />

beddengoed op de stenen vloer begon te branden. Buurvrouw Van Haarlem<br />

klaagde luid over pijn <strong>in</strong> haar voeten. De trap was naar beneden gevallen.<br />

Ze begrepen dat ze niet <strong>in</strong> de kelder konden blijven. De beide dochters<br />

De Wilde zetten de trap tegen de keldermuur en kropen achter elkaar naar<br />

boven. Vervolgens werd de buurvrouw <strong>om</strong>hoog geholpen. Die, op haar<br />

verbrijzelde voet, str<strong>om</strong>pelde de voordeur uit de straat op. De Duitsers<br />

hadden zich klaarblijkelijk teruggetrokken <strong>in</strong> de men<strong>in</strong>g dat één handgranaat<br />

voldoende moest zijn. Toen ze een vrouw de deur uit zagen gaan werden<br />

haar nog een paar schoten achterna gezonden. Ze verdween <strong>in</strong> het huis<br />

van Frans van der Meij. De Duitsers g<strong>in</strong>gen daarna het huis weer b<strong>in</strong>nen<br />

en betrapten Nel en Riet, die bezig waren <strong>om</strong> Tonny van Haarlem naar<br />

boven te trekken. Ze stormden de gang <strong>in</strong>, schoten en wierpen een tweede<br />

handgranaat. Het plafond kwam naar beneden. De beide dochters sprongen<br />

daarop weer de kelder <strong>in</strong> waar hun moeder bezig was het vuur te doven.<br />

"We houden ons stil, dan denken ze dat we dood zijn!" Ze durfden nauwelijks<br />

adem te halen. "Mijn been doet zo zeer!" fluisterde het twaalfjarige<br />

buurjongetje. De arme stakker verrekte van de pijn. "St... Stil!" Het had<br />

één voordeel, ze konden nu de Duitsers verstaan die <strong>in</strong> de gang stonden en<br />

hoorden hen zeggen: "Nu zitten ze nog <strong>in</strong> de kelder en ze k<strong>om</strong>en er maar<br />

niet uit!" Toen de Duitsers klaarblijkelijk aanstalten maakten <strong>om</strong> nog<br />

hardere maatregelen te treffen, sprong Nel naar voren en g<strong>in</strong>g breeduit <strong>in</strong><br />

hun zicht staan: "Wir k<strong>om</strong>men!" Boven haar verscheen een soldaat met<br />

een pistool <strong>in</strong> de ene en een handgranaat <strong>in</strong> de andere hand. Gelaten<br />

wachtte ze af tot ze zou worden doodgeschoten. "Heraus! Heraus!" het<br />

174<br />

bevel was duidelijk genoeg. De Duitsers trokken hen daarop aan de handen<br />

uit de kelder. Toen er slechts drie vrouwen en een k<strong>in</strong>d uitkwamen, de<br />

kelder was vanaf het trapgat niet geheel te overzien, vertrouwden ze de<br />

zaak nog niet. Waar is de man die geschoten heeft? De trap werd weer<br />

geïnstalleerd en Nel moest naar beneden gevolgd door een soldaat. Het<br />

vuur werd gedoofd en toen moesten ze wel toegeven dat er niemand <strong>in</strong> de<br />

kelder was. Daarna g<strong>in</strong>g Nel hen voor naar boven, alle kasten werden<br />

geopend en doorzocht. Het bleek dat de Duitsers bij het b<strong>in</strong>nenk<strong>om</strong>en uit<br />

de richt<strong>in</strong>g van de kelderdeur beschoten waren. Eén hunner was door een<br />

kogel geraakt. Er werd bedacht dat het mogelijk een afgeketste kogel was,<br />

ze waren vanaf het vliegveld beschoten. Hun houd<strong>in</strong>g veranderde op slag.<br />

Ze betuigden spijt en waren bereid hen met alles te helpen. Toch werd<br />

Tonny nog een m<strong>om</strong>ent argwanend bekeken. Zou hij het niet geweest<br />

kunnen zijn. De jongen was ernstig gewond aan het been en werd met<br />

spoed naar de pastorie gebracht. Zijn moeder is bij Van der Meij gebleven<br />

tot d<strong>in</strong>sdagmorgen zeven uur. Ze is ruim een week na de capitulatie <strong>in</strong> het<br />

ziekenhuis te Leiden o<strong>verleden</strong> aan haar verwond<strong>in</strong>gen. Van Haarlem zelf<br />

zat, onkundig van alles, tot de volgende dag <strong>in</strong> café Ramp.<br />

175<br />

4.17 De kelder van Gerrit O<strong>om</strong>s<br />

De eerste dag van de oorlog heeft het gez<strong>in</strong> van Gerrit O<strong>om</strong>s nog doorgebracht<br />

<strong>in</strong> het huis zelf. Dat stond aan de Straatweg. Zoon Piet was niet<br />

thuis, hij was dienstplichtig soldaat bij de mitrailleurc<strong>om</strong>pagnie van het<br />

vierde regiment <strong>in</strong>fanterie en als zodanig een groot bewonderaar van zijn<br />

c<strong>om</strong>mandant Mall<strong>in</strong>ckrodt. Piet heeft zowel de eerste als de tweede tegenaanval<br />

op het vliegveld onder diens aanvoer<strong>in</strong>g meegemaakt. Met de<br />

klewang tussen de tanden was deze vurige voorganger aan het hoofd van<br />

zijn troepen de vijand tegemoet gesneld! Piet kan helaas dit sterke verhaal<br />

niet meer bevestigen, we zullen het met een verklar<strong>in</strong>g uit de tweede hand<br />

moeten doen. Zijn broer Willem Johannes O<strong>om</strong>s was toen 19 jaar oud en<br />

her<strong>in</strong>nert zich nog haarscherp wat er allemaal gebeurde. Aangezien hun<br />

koeien <strong>in</strong> een stukje land aan de overzijde van de Rijn liepen, naast de<br />

pannenfabriek, en die hartverscheurend loeiden, zijn ze toch maar overgestoken<br />

met de roeiboot. Toen zich echter recht boven hun hoofd een ver


woed luchtgevecht begon te ontwikkelen tussen een Fokker G1 en Duitse<br />

jagers begrepen ze dat het beter was naar huis terug te gaan. Dat was<br />

<strong>om</strong>trent acht uur.<br />

Willem her<strong>in</strong>nert zich nog als de dag van gisteren dat Dirk van Dijk met<br />

zijn door een zwart-bonte pony getrokken wagen voor hun deur stopte.<br />

"Moet je nou eens kijken, Gerrit!" In de kar lagen mach<strong>in</strong>egeweren en<br />

munitie en dergelijk oorlogstuig. Paard en man waren <strong>om</strong>trent de Wassenaarse<br />

Water<strong>in</strong>g gevorderd door de parachutisten <strong>om</strong> de lad<strong>in</strong>g naar het<br />

dorp te brengen maar zijn opdrachtgevers waren op dat m<strong>om</strong>ent nergens<br />

meer te zien!<br />

Hun huis was toen al aardig vol. D<strong>om</strong><strong>in</strong>ee Veldkamp en zijn vrouw<br />

bivakkeerden er en meester Van der Berg maar die vertrokken de volgende<br />

dag naar de pastorie. De overige gasten betrokken de kelder, die onder de<br />

schuur achter het huis gelegen was. Daar<strong>in</strong> stonden op zeker m<strong>om</strong>ent drie<br />

baby's <strong>in</strong> drie veil<strong>in</strong>gkistjes boven op elkaar gestapeld! Het waren de<br />

oudste zoon van Henk Imthorn, van Gerrit Barnhoorn en nog één. Beide<br />

vaders waren elders <strong>in</strong> militaire dienst.<br />

Buurman Barend Imthorn hield de moed er<strong>in</strong>. Als iedereen <strong>in</strong> elkaar<br />

kr<strong>om</strong>p van angst bij de geluiden, die van buiten tot hen doordrongen, was<br />

hij het die een lied of een psalm <strong>in</strong>zette. Ook Willem Jansen de postbode,<br />

was er. Zijn huis, het is het huis dat tegenwoordig recht tegenover de<br />

<strong>in</strong>gang van de gereformeerde kerk gelegen is, werd op dat m<strong>om</strong>ent door de<br />

Duitse c<strong>om</strong>mandant Hündorff bezet gehouden. Proviand was er genoeg,<br />

Kees van Donk, de slagersknecht, was op zeker m<strong>om</strong>ent met een mand vol<br />

vleeswaren b<strong>in</strong>nengek<strong>om</strong>en, "Die sjouw ik niet verder!" en hij had alles<br />

daar achtergelaten. Ook was er nog een koe die gemolken kon worden.<br />

Iedere kelder had een Duitse bewaker. Die van de kelder ernaast, het boerderijtje<br />

van Piet van Dijk, kwam zes keer per dag een flesje vullen voor<br />

een k<strong>in</strong>dje dat daar volgens zeggen gevoerd moest worden! Maar wie daar<br />

precies <strong>in</strong> die toch wel ruime kelder zaten, wist niemand. Iedere kelder<br />

was een wereld apart. Met de buitenwereld bestond er nauwelijks contact,<br />

laat staan met de kelders onderl<strong>in</strong>g.<br />

Al met al was de kelder van Gerrit O<strong>om</strong>s, waar toch zo'n zestig mensen<br />

<strong>in</strong> verbleven, een goede schuilplaats. Er was een geest van saamhorigheid<br />

en vertrouwen, die <strong>in</strong> niet ger<strong>in</strong>ge mate gevoed werd door de bezielende<br />

176<br />

177<br />

39 Het dorp <strong>Valkenburg</strong> tussen de Torenvlietswater<strong>in</strong>g en de<br />

Punt


leid<strong>in</strong>g van buurman Barend Imthorn. Wie er nog meer aanwezig waren?<br />

De familie Bisd<strong>om</strong>. De familie Van Leeuwen, Jan vertelde: "We lagen<br />

allemaal op de grond. Ik lag op zeker m<strong>om</strong>ent bovenop Janus Zwaan. De<br />

vrouw van Henk Imthorn moest een fles melk hebben voor Arie. Een<br />

Duitse soldaat haalde voor haar een speen uit de w<strong>in</strong>kel van Meurs".<br />

4.18 De kelder van Klaas van der Nagel<br />

De boerderij was ooit van Cornelis Bol, daarna van Nicolaas van der<br />

Nagel en diens broer Hendrik van der Nagel en tegenwoordig van Cornelis<br />

Houwaard, die alles <strong>in</strong> het werk stelt <strong>om</strong> de oorspronkelijkheid ervan te<br />

behoeden en te herstellen. Het is <strong>in</strong> goede handen. Het pronkstuk van het<br />

huis is de kelder, een tonvormig gewelf onder het fundament. Geschatte<br />

ouderd<strong>om</strong> 400 jaar! In een hoek van de kelder is een ronde welput gemetseld<br />

waar<strong>in</strong> drabbig water zichtbaar is. Een meter of drie diep. In de wand<br />

is een nisvormige uitspar<strong>in</strong>g, daar<strong>in</strong> stond vroeger de kaars! De dikke<br />

muren van de kelder dienen weliswaar tot steun maar zijn nooit werkelijk<br />

één geworden met het fundament van het huis.<br />

In de kelder van Klaas van der Nagel waren op die zaterdagmorgen,<br />

met nog wat oude mannen, al veel vrouwen en k<strong>in</strong>deren ondergebracht.<br />

Bijvoorbeeld de vrouw en twee zoontjes van Willem Oosterlee. Zelf had<br />

hij zich moeten melden <strong>in</strong> café Ramp. De kelder heeft een kle<strong>in</strong> raampje<br />

op straathoogte aan de Middenweg. Toen de granaten vielen, kwam er één<br />

terecht op het wegdek. Het zou nogmaals gebeuren maar dit was de eerste<br />

keer. De donkere kelder werd gevuld met stof. Als een k<strong>om</strong>eet aan de<br />

hemel zagen de angstig <strong>om</strong>hoog kijkende vrouwen en k<strong>in</strong>deren een gloeiende<br />

scherf langs het gewelfde kelderdak schieten. Paniek! Daarna was er<br />

nog maar één weg, de vele treden tellende stenen wenteltrap op naar de<br />

uitgang. Willem Oosterlee moet op dat m<strong>om</strong>ent b<strong>in</strong>nengek<strong>om</strong>en zijn. Zelf<br />

gevlucht na de <strong>in</strong>slag <strong>in</strong> café Ramp. Toen hij begreep wat er aan de hand<br />

was, trachtte hij de stro<strong>om</strong> te keren. "Mensen, blijf toch <strong>in</strong> de kelder! Daar<br />

ben je veilig!" Hij probeerde de deur dicht te houden maar werd ondersteboven<br />

gelopen. De vlucht kwam tot bedaren <strong>in</strong> de aangebouwde schuur<br />

achter het huis. Daar hebben ze het nog een poosje uitgehouden maar ook<br />

daar vonden de granaten hun weg. Toen het woeden der kanonnen ten-<br />

178<br />

slotte verm<strong>in</strong>derde, vluchtten er velen de straat op. De gez<strong>in</strong>nen van Jaap<br />

van der Zwart en Henk Botermans. En Willem Oosterlee met vrouw en<br />

k<strong>in</strong>deren. En de vrouw van Klaas van der Nagel zelf. En nog veel meer.<br />

Op straat werden ze door de Duitsers naar de kelder van Gerrit Slootweg<br />

gestuurd.<br />

179<br />

4.19 De kelder van Gerrit Slootweg<br />

Er moeten daar twee kelders dicht bij elkaar gelegen hebben. De ene lag<br />

onder het huis van Gerrit Slootweg, de andere kelder was van Klaas van<br />

Egmond. In de annalen van <strong>Valkenburg</strong> wordt slechts meld<strong>in</strong>g gemaakt<br />

van de kelder van Gerrit Slootweg. Diens boerderij stond op de plaats van<br />

het huis dat thans op de hoek van de Burgemeester Lotsystraat en Het<br />

Marktveld het huisnummer 33 draagt. Het wordt nog steeds door een<br />

Slootweg bewoond. De kelder, die destijds zoveel <strong>Valkenburg</strong>ers onderdak<br />

bood, is echter gereduceerd tot een kle<strong>in</strong> vertrekje van hooguit twee<br />

meter lang en waar<strong>in</strong> slechts moeizaam rechtop gegaan kan worden.<br />

Nadat de granaat <strong>in</strong> café Ramp de verschrikte mannen de kelder deed<br />

kiezen, stak Jaap van der Zwart de Broekweg over, hij haalde de overzijde<br />

heelhuids. Daar bood het reeds beschadigde huis van de weduwe Van<br />

Duikeren hem <strong>in</strong> eerste <strong>in</strong>stantie bescherm<strong>in</strong>g. De granaten <strong>om</strong> hem heen<br />

klonken als evenzoveel donderslagen. Langs de andere huizen voortgaande<br />

kwam hij bij de kerk. Brandslangen lagen uitgerold. Voor de kerk stond<br />

een standpijp, het water bleef maar str<strong>om</strong>en. Rook kr<strong>in</strong>gelde door het dak<br />

van de kerk <strong>om</strong>hoog. Er waren geen mensen, iedereen had een goed<br />

heenk<strong>om</strong>en gezocht. Hij stond op de hoek van de Lange C<strong>om</strong>mandeursteeg<br />

bij het huis van A. de Vries. Hij keek <strong>om</strong> zich heen, van plan de<br />

Middenweg <strong>in</strong> te slaan. Een Duitser weerhield hem en wees hem de Kruisweg.<br />

Jaap dacht: dan neem ik het weggetje door het Marktveld zo k<strong>om</strong> ik<br />

ook thuis! Daartoe moest hij langs de boerderij van Gerrit Slootweg waar<br />

hij weer aangehouden werd. Kortaf werd hem bevolen de kelder onder het<br />

huis <strong>in</strong> te gaan. E<strong>in</strong>de reis.<br />

Nog geen honderd meter van zijn eigen huis zat Jaap <strong>in</strong> een vreemde<br />

kelder. Vrijwel alleen. Het duurde niet lang. Van lieverlede stro<strong>om</strong>de de<br />

kelder vol. Op zeker m<strong>om</strong>ent was er buiten geschreeuw en gepraat. Hij


spitste de oren. Was dat niet de stem van zijn vrouw, en die van zijn dochter?<br />

Vol blijde verwacht<strong>in</strong>g baande hij zich een weg naar buiten waar een<br />

grote groep mensen bijeen stond.<br />

4.20 Burgers op de vlucht<br />

Buiten op straat vond Jaap van der Zwart <strong>in</strong>derdaad zijn vrouw en k<strong>in</strong>deren<br />

weer. Allen schaarden zich vol vertrouwen <strong>om</strong> de man en vader van<br />

het gez<strong>in</strong>, ze stonden er alle zeven. De verloofde van zijn dochter was er<br />

ook bij. De kelder van Gerrit Slootweg was <strong>in</strong>middels volgestro<strong>om</strong>d. Toen<br />

Jaap tenslotte aan de beurt was, kon hij er niet meer <strong>in</strong>. Daar stond hij,<br />

temidden van hen waarvoor geen plaats meer was. Het waren er meer dan<br />

tachtig, voornamelijk vrouwen en k<strong>in</strong>deren. Slechts een paar mannen<br />

waren erbij. Ook Cornelis Meurs, die met twee knechts uit zijn bakkerij<br />

gevlucht was. En Cornelis van Donk, de knecht van slager van Kesteren,<br />

duwde <strong>in</strong> een veil<strong>in</strong>gkist op wieltjes de gehandicapte Mien Meurs voort.<br />

De vrouw van Klaas van der Nagel sjouwde met een veel te zware koffer,<br />

Jaap nam die van haar over.<br />

"Wegwezen!" beduidde de Duitse wacht hen. Het dorp <strong>in</strong>? Dat mocht<br />

niet. Waarheen nu? S<strong>om</strong>migen liepen het Marktveld op maar werden<br />

onmiddellijk teruggestuurd: "Wegwezen!" Als vissen <strong>in</strong> de fuik restte hen<br />

slechts één uitgang, de Achterweg. Daar was ook een Duitse wachtpost<br />

maar die liet hen gaan. "Helder denken was <strong>in</strong> die dagen onmogelijk"<br />

schreef Jaap later, "maar blijven staan kon ook niet!" en hij vervolgt:<br />

"Daar g<strong>in</strong>g de droeve stoet dan voorwaarts, de één liep hard, de ander<br />

zacht. De één huilde, de ander zuchtte. We waren nog maar pas aan het<br />

lopen, even voorbij het eerste huis aan de Achterweg of daar begonnen de<br />

granaten weer te fluiten. Een schreeuw van "Dekken!" g<strong>in</strong>g door de stoet.<br />

De één kroop nog dieper <strong>in</strong> de slootkant dan de ander." Het was tot dan<br />

een tijdje rustig geweest maar daarna werd de stoet doelwit voor de Hollandse<br />

granaten. Kropen ze na enige tijd hun schuilplaats uit <strong>om</strong> weer wat<br />

verder te lopen, dan begon het b<strong>om</strong>bardement opnieuw. Ze kwamen tenslotte<br />

ter hoogte van Torenvliet. De boerderij was <strong>in</strong>gericht als hospitaal,<br />

er was een Rode Kruisteken opgeschilderd. Er liepen soldaten. "Laten we<br />

daarheen gaan!" zei de een. "Zullen we dat wel doen?" de ander. Het<br />

180<br />

overleg werd gauw verstoord, weer kwamen granaten dreigend dicht <strong>in</strong> de<br />

buurt. Weer moesten ze greppels en sloten opzoeken. Toen het even rustig<br />

was besloten ze maar verder te trekken, de Slotslaan (Torenvlietslaan) op.<br />

Jaap was van men<strong>in</strong>g dat de Duitsers voornamelijk <strong>in</strong> het dorp zaten, hier<br />

bleek anders. Tussen het lage hout verscholen lagen ze <strong>in</strong> stell<strong>in</strong>g. Klaarblijkelijk<br />

had het granaatvuur hen niet kunnen verdrijven. Ze hadden ook<br />

geen behoefte zich met de vluchtel<strong>in</strong>gen te bemoeien. Wel schreeuwde er<br />

af en toe iemand iets <strong>in</strong> hun richt<strong>in</strong>g, ze verstonden het niet. De stoet vervolgde<br />

haar pad over de Achterweg en kwam zodoende <strong>in</strong> de landstreek<br />

van ouds bekend als de Woerd. Vanuit Oegstgeest zag de zwager van Jaap<br />

hen gaan. Duidelijk kon hij zien dat het burgers waren, aan de kleren, aan<br />

de bagage, de k<strong>in</strong>derwagens. Waar<strong>om</strong> Jaap dit verhaal zo <strong>in</strong> zijn verslag<br />

schreef? Hij zal zich afgevraagd hebben waar<strong>om</strong> de Hollanders niet zagen<br />

dat het vluchtel<strong>in</strong>gen waren waarop ze hun dure munitie verspilden. Hij<br />

g<strong>in</strong>g er nog van uit: granaten hebben geen hersens maar hun bazen wel.<br />

De stoet arriveerde vrijwel ongedeerd bij het huis van de familie Bos<br />

waar ook de weduwe B<strong>in</strong>nendijk en haar dochter onderdak gezocht hadden.<br />

Die waren gevlucht van Zonneveld, de boerderij aan het e<strong>in</strong>d van de<br />

Zonneveldslaan. Al met al voegden zich daar nog tien mensen bij de stoet,<br />

gepakt en gezakt. Ook zij waren ten e<strong>in</strong>de raad en van men<strong>in</strong>g dat het<br />

beter zou zijn met elkaar op te trekken. Nauwelijks waren ze vijftig meter<br />

verder gegaan toen opnieuw de granaten begonnen te vallen, aangevuld<br />

met heftig mitrailleurvuur. Een tijdlang lagen ze verscholen <strong>in</strong> greppels en<br />

sloten. Toen het geweld verst<strong>om</strong>d was bleek dat Maria, de dochter van<br />

Chris van Dijk, ernstig gewond was door mitrailleurkogels. Nog geen elf<br />

jaar oud. Ze werd naar Torenvliet gebracht en is daar o<strong>verleden</strong>. De stoet<br />

kwam <strong>in</strong> de Zonneveldslaan en g<strong>in</strong>g richt<strong>in</strong>g Straatweg. Bl<strong>in</strong>d voor alles<br />

wilden ze naar de Haagse Schouw vluchten.<br />

181<br />

4.21 Afwijkend gedrag<br />

De familie Van Egmond had de nacht doorgebracht <strong>in</strong> de boerderij van<br />

o<strong>om</strong> Willem op de Achterweg. Zij zagen de stoet vluchtel<strong>in</strong>gen voorbijtrekken.<br />

"We gaan naar de Haagse Schouw. Daar kunnen we het dorp uit!"<br />

werd er gezegd. De vrijheid wenkte en ze voegden zich bij hen. Hendrik


echter had het al gauw bekeken. Vanaf de Achterweg zag hij op de Zonneveldslaan<br />

de mortiergranaten <strong>in</strong>slaan. "Daar moeten we niet heen!" bedacht<br />

hij hardop en kreeg medestanders. Zijn vader, moeder en zuster. De<br />

gezusters Jo en Dit Varkevisser. En Arie de Vries met zes k<strong>in</strong>dertjes. Dus<br />

scheidden ze zich af ter rechterzijde en liepen dwars door het land recht op<br />

Hendriks boerderij af. Niemand verh<strong>in</strong>derde dat! Bij de boerderij stonden<br />

drie soldaten. Hendrik bekeek ze argwanend. Het leken Nederlandse uniformen<br />

maar werd er niet gezegd dat de Duitsers daar misbruik van maakten?<br />

De mannen waren duidelijk Hollands: "We zagen jullie k<strong>om</strong>en en<br />

hebben nog even gewacht. We kunnen nu nog het vliegveld op, ga maar<br />

met ons mee! Hier blijven is gevaarlijk!" De zusters Varkevisser volgden<br />

de raad op. Die kwamen behouden <strong>in</strong> Katwijk aan. De Van Egmonds<br />

piekerden er niet over! Arie de Vries weifelde. De k<strong>in</strong>deren echter hadden<br />

honger en op de boerderij was melk en eten. Ze <strong>in</strong>stalleerden zich <strong>in</strong> de<br />

geheel verlaten boerderij. Arie de Vries is de volgende morgen naar het<br />

dorp gegaan. Ook hij en zijn gez<strong>in</strong> kwamen er goed doorheen.<br />

4.22 Vuur op Rhijnvliet<br />

Er was we<strong>in</strong>ig overleg merkbaar tussen de troepen die gelegerd waren <strong>in</strong><br />

Rijnsburg, Oegstgeest, Leiden en Wassenaar en het leger van overste<br />

Buurman <strong>in</strong> Katwijk. In ieder geval stond een sectie zware mitrailleurs en<br />

mortieren op zeker m<strong>om</strong>ent opgesteld ter hoogte van de steenfabriek De<br />

Ridder. Op het grondgebied van Oegstgeest. Daar lagen bij mijn weten de<br />

mensen van Sieperda (5e c<strong>om</strong>p. 22e depot bat) uit de Morspoortkazerne.<br />

De vaandrig Jan Zwanenburg was één van hen. Hij zou later <strong>in</strong> <strong>Valkenburg</strong><br />

huize Us Thûs (t.o. de gereformeerde kerk) betrekken en daar jarenlang<br />

blijven wonen. Wat zij precies uitgespookt hebben daar aan de overzijde<br />

van het water is onduidelijk. Sergeant-majoor <strong>in</strong>structeur J. Bru<strong>in</strong><strong>in</strong>g<br />

(1RI-6e depot bat) heeft daarover <strong>in</strong> 1949 iets op schrift gesteld. Zijn<br />

sectie mortieren stond opgesteld tussen de gebouwen van de steenfabriek.<br />

De uitkijkpost zat op de zolder van het huis. Hij bracht vuur uit op doelen<br />

<strong>in</strong> de nabijheid van een boerderij aan de overkant van de rivier. Kapite<strong>in</strong><br />

Quak had hem eerst opdracht gegeven de boerderij <strong>in</strong> brand te schieten.<br />

Bru<strong>in</strong><strong>in</strong>g had gesteld dat zulks niet goed mogelijk was met mortiergrana-<br />

182<br />

ten. Majoor Alofs had <strong>in</strong> deze kwestie bemiddeld zodat de opdracht werd<br />

aangepast en het vuur naar de nabijheid van de boerderij verlegd werd!<br />

Bru<strong>in</strong><strong>in</strong>g zag op zeker m<strong>om</strong>ent een witte vlag verschijnen. Het vuren werd<br />

gestaakt. Er stelde zich een onderhandelaar op aan de overzijde die de<br />

c<strong>om</strong>mandant te spreken vroeg. Daarop vertelde deze <strong>in</strong> goed Nederlands<br />

dat ze zich over wilden geven. Ze hadden verschillende gewonden en<br />

zouden die neerleggen op de oever <strong>om</strong> te worden afgevoerd. De onderhandelaar<br />

g<strong>in</strong>g weer terug naar de boerderij maar er gebeurde niets. Toen<br />

begon de vijand opnieuw te vuren. Die was <strong>in</strong>tussen uit de lucht bevoorraad.<br />

Het verhaal stemt <strong>in</strong> grote trekken overeen met dat van Jaap van der<br />

Zwart. Met dien verstande dat de voorgen<strong>om</strong>en overgave der Duitsers wel<br />

eens een geheel andere reden gehad kan hebben dan Bru<strong>in</strong><strong>in</strong>g laat<br />

doorschemeren. Jaap van der Zwart had verwacht dat hoe verder van het<br />

dorp hoe m<strong>in</strong>der Duitsers ze zouden zien maar dat was niet het geval. In<br />

de slootkanten van de Zonneveldslaan lagen ze <strong>in</strong>gegraven, man aan man.<br />

"Hände Hoch!" schreeuwden ze. Anderen riepen: "Heil Hitler!" Zo moesten<br />

de honderd vluchtel<strong>in</strong>gen met de handen <strong>om</strong>hoog doorlopen. Voor<br />

zover ze die vrij hadden. Ze str<strong>om</strong>pelden verder en hadden het gevoel dat<br />

er iets helemaal mis g<strong>in</strong>g, ze waren midden <strong>in</strong> het front terecht gek<strong>om</strong>en.<br />

Tot de boerderij van J. v.d. Marel (Rhijnvliet) g<strong>in</strong>g alles echter goed. Daar<br />

<strong>in</strong> de achtertu<strong>in</strong> stond een Duits officier, luitenant Hessen. Een soldaat<br />

g<strong>in</strong>g naar hem toe en vroeg wat er met de burgers gebeuren moest. "Laat<br />

ze maar hierheen k<strong>om</strong>en!" Het was een lange stoet. De voorsten g<strong>in</strong>gen<br />

door het baggerslootje en door de doornenhaag naar hem toe, een afstand<br />

van ongeveer tw<strong>in</strong>tig meter. De anderen volgden. Toen de grootste helft<br />

reeds <strong>in</strong> de tu<strong>in</strong> was brak de hel los. Een granaat uit de richt<strong>in</strong>g Leiden<br />

barstte <strong>in</strong> hun midden uiteen. Jaap's eerste zorg gold zijn gez<strong>in</strong>, zijn dochter<br />

viel maar werd opgevangen door haar verloofde T<strong>in</strong>us van der Meij.<br />

Zijn jongste zoontje Jaap viel neer, licht gewond. De vrouw van Christiaan<br />

van Dijk lag met het gezicht voorover <strong>in</strong> de bagger. Zwaar gewond. Jaap<br />

zag nog kans <strong>om</strong> haar hoofd op te tillen. "Laat me maar liggen" zei ze,<br />

"aan mij is toch niets meer te doen". Ook Ger Bol was, hoewel dat uiterlijk<br />

niet te zien was, ernstig gewond. "Gerrit!" riep ze nog naar haar zoon die<br />

ook <strong>in</strong> de groep was, daarna stierf ze. Nog <strong>in</strong> de graskant lagen moeder en<br />

183


dochter De Roode, de dochter Sijtje was dood, voorover gevallen <strong>in</strong> een<br />

essenstruik. Hoe groot was het lijden van de moeder die zelf zwaar gewond<br />

aan benen en armen zich niet kon bewegen maar wel haar dertigjarige<br />

dochter zag liggen. Na ongeveer tien m<strong>in</strong>uten stierf ook zij. In de sloot<br />

lag het zoontje van Chris Gravekamp, Jantje oud acht jaar. Zijn moeder lag<br />

niet ver vandaar, zwaar gewond. Ze zag hem sterven. Ook de familie Bos<br />

was er erg aan toe. Man en vrouw waren radeloos, hun zoontje was deerlijk<br />

gewond. De man nam zijn zoontje <strong>in</strong> de armen en bracht hem, gaande<br />

temidden van het oorlogsgeweld, <strong>in</strong> de kelder van Rhijnvliet. Toen hij<br />

terugkwam werd zijn dochtertje Meta gevonden, eveneens zwaar gewond.<br />

De weduwe Y. Meurs had een gewonde arm en lag tegen een bo<strong>om</strong>. De<br />

k<strong>in</strong>derwagen met het ongedeerde k<strong>in</strong>d van bakker Meurs er<strong>in</strong> stond nog<br />

immer bij de sloot. Zelf was Meurs aan beide benen gewond. Zijn vrouw<br />

had een fl<strong>in</strong>ke verbandtr<strong>om</strong>mel bij zich en begon kordaat de wonden te<br />

verb<strong>in</strong>den. In de tu<strong>in</strong> lag Loes Rhijnsburger, bewusteloos naar later bleek.<br />

Ook de vrouw van Jan Postmus had een erge hoofdwond. De dochter van<br />

Johannes Rhijnsburger en haar zusje Alie waren eveneens getroffen. Het<br />

slootje lag vol met gewonden. Die niet gewond waren zaten onder slijk en<br />

modder. De granaten bleven k<strong>om</strong>en. De tu<strong>in</strong> van Rhijnvliet was veranderd<br />

<strong>in</strong> een jammerdal! Een Duitse soldaat had met hen te doen. Hij deed zijn<br />

wapens af en begon Annie Rhijnsburger te verb<strong>in</strong>den. Hij hielp Meurs op<br />

een ladder te leggen en verbond hem. Hij heette Karl.<br />

Zo g<strong>in</strong>g een uur voorbij. Opeens kwamen Duitse soldaten te voorschijn<br />

en zwaaiden met witte vlaggen. Het vuren hield op, van beide zijden.<br />

"Jullie kunnen nu wel gaan!" riepen ze naar de vluchtel<strong>in</strong>gen die nog <strong>in</strong> de<br />

tu<strong>in</strong> en daar<strong>om</strong>trent lagen. Van hen waren <strong>in</strong>tussen velen de boerderij <strong>in</strong><br />

gevlucht waaronder gewonden. Enkelen waren de Straatweg opgelopen<br />

richt<strong>in</strong>g Haagse Schouw, <strong>in</strong> de armen van de Hollanders die aan de overzijde<br />

van de Wassenaarse Water<strong>in</strong>g gelegen waren. De overblijvenden<br />

zagen zich genoodzaakt verder te trekken. De Straatweg op terug naar het<br />

dorp! Meurs op het laddertje. Een driewielige boerenwagen was <strong>in</strong>derhaast<br />

<strong>in</strong>gericht tot ziekenwagen. Op wat stro lagen daar<strong>in</strong> Ger van Dijk, Annie<br />

en Alie Rhijnsburger. De vrouw van Chris van Dijk werd op een k<strong>in</strong>derwagen<br />

vervoerd. Mevrouw Meurs werd gereden op een platte kruiwagen.<br />

Ze waren nauwelijks bij de Kr<strong>om</strong> gek<strong>om</strong>en toen het vuren alweer begon.<br />

184<br />

Eerst begonnen de Duitsers, waarna de Hollanders niet achterbleven. De<br />

vluchtel<strong>in</strong>gen zaten er precies tussen<strong>in</strong>. Het dichtstbijzijnde huis was dat<br />

van Langeveld, zodat ieder daarheen vluchtte.<br />

De strijd <strong>om</strong> Rhijnvliet g<strong>in</strong>g daarna onverm<strong>in</strong>derd voort. Een aantal<br />

Duitsers was verder opgerukt naar de Rijn en had zich daar <strong>in</strong>gegraven.<br />

Het Duitse geweld was gericht op Oegstgeest en de Rhijnzichtweg aan de<br />

overzijde van de rivier. Het over en weer vuren g<strong>in</strong>g haast ononderbroken<br />

door. Tegen de avond vlogen er zeer laag Duitse transportvliegtuigen over.<br />

Nieuwe voorraden daalden aan parachutes neer.<br />

Een geheel eigen weg was Abraham Oosterlee gegaan. Hij was negen<br />

jaar en liep aan de hand van zijn moeder. Zij waren <strong>in</strong> de achterhoede van<br />

de stoet. De granaat ontplofte <strong>in</strong> de tu<strong>in</strong> ter rechterzijde van de Zonneveldslaan.<br />

Moeder wierp zich <strong>in</strong> de sloot. Abraham bleef gewoon midden op<br />

de Zonneveldslaan staan. Met grote belangstell<strong>in</strong>g bekeek hij een zware<br />

mitrailleuropstell<strong>in</strong>g van de Duitsers ter plekke. Die stonden <strong>in</strong> de kant van<br />

een diepe sloot op veil<strong>in</strong>gkistjes <strong>om</strong> droge voeten te houden. Vanuit die<br />

positie bestookten ze de brug over de Wassenaarse Water<strong>in</strong>g. Voor zijn<br />

gevoel heeft hij daar zo m<strong>in</strong>uten lang gestaan. Heeft hij daarvan een nog<br />

immer durende belangstell<strong>in</strong>g voor allerlei wapens overgehouden? Volgens<br />

hem was het dan ook geen projectiel dat uit een kanon kwam maar<br />

een mortiergranaat. En als dat zo is dan zal die wel door de sectie van<br />

Bru<strong>in</strong><strong>in</strong>g bij de steenfabriek zijn afgevuurd. Hoe dan ook, Abraham g<strong>in</strong>g<br />

aan het hollen, zijn moeder trachtte hem nog te grijpen maar de jongen liep<br />

te hard. De Straatweg op richt<strong>in</strong>g <strong>Valkenburg</strong>. L<strong>in</strong>ks van hem lagen de<br />

Duitsers <strong>in</strong> de greppel langs de weg. Vanachter de mitrailleurs beschoten<br />

ze de Hollanders aan de overzijde van het water. Uit een hoek van zijn<br />

ogen zag hij het mond<strong>in</strong>gsvuur opvlammen, dodelijk, gevaarlijk, maar er<br />

was geen weg terug. Voort rende hij, zijn kl<strong>om</strong>pen klepperend over de<br />

straatstenen. Moeder nog steeds achter hem aan. De Duitsers zagen hen<br />

k<strong>om</strong>en. Het vuur werd gestopt. Moeder en zoon renden voorbij. Achter<br />

hen brandde het geratel opnieuw los. Ze renden en renden tot voorbij het<br />

huisje Langeveld. Richt<strong>in</strong>g dorp. Daar, voor hen aan de l<strong>in</strong>kerzijde van de<br />

Straatweg, stond een schuur. De deur kierde uitnodigend open. Hijgend<br />

renden ze naar b<strong>in</strong>nen.<br />

185


4.23 Schuur aan de Straatweg<br />

Eenmaal <strong>in</strong> de schuur bleef moeder Oosterlee stokstijf staan. Abraham<br />

keek nieuwsgierig langs haar heen naar b<strong>in</strong>nen. Daar, door een raampje de<br />

toestand buiten beschouwend, stond de pontificale gestalte van een Duitse<br />

onderofficier. Abraham had slechts oog voor de pofbroek, de strak gespannen<br />

pet, de uitmonster<strong>in</strong>gen op mouwen en kraag en het pistool <strong>in</strong> zijn<br />

hand. Hij keerde zich niet onvriendelijk naar de geschrokken vrouw: "Sitzen!"<br />

en wees op een stapeltje veil<strong>in</strong>gkistjes. Daarna weer terug naar het<br />

raampje. Buiten leek niet alles naar de z<strong>in</strong> van de onderaanvoerder te gaan.<br />

Nieuwsgierig keken moeder en zoon mee en zagen Duitsers met witte<br />

vlaggen aan de Rijnoever staan. Een soldaat kwam aangesneld door de<br />

greppels, veel te rechtop naar de z<strong>in</strong> van zijn meerdere. B<strong>in</strong>nengek<strong>om</strong>en<br />

werd de nog jonge soldaat afgeblaft tot er niets meer van hem over was.<br />

Zo maakten moeder en zoon geheel onverwacht kennis met de andere<br />

zijde van de bem<strong>in</strong>nelijke vijand. In de loop van de dag verdween de man<br />

meer op de achtergrond. Moeder en zoon bleven onafgebroken de<br />

Straatweg <strong>in</strong> de gaten houden. "Daar is hij!" riep moeder op zeker m<strong>om</strong>ent.<br />

Ze liep naar buiten en begon heftig te wuiven. Daar op de Straatweg<br />

liep vader Willem met Jan! Naast hem de knecht van Van Kesteren met<br />

een witte vlag <strong>in</strong> de hand. De laatste liep door maar Willem voegde zich<br />

bij zijn vrouw en zoon.<br />

Ze bleven die nacht <strong>in</strong> de schuur slapen. Toegedekt met zakken en alles<br />

wat daartoe dienen kon. Abraham werd slechts gestoord door een die nacht<br />

geboren kalf dat bonkig trachtte zijn gezelschap te zoeken. De Duitse<br />

onderofficier was bepaald van boerenafk<strong>om</strong>st, had het beest ter wereld<br />

geholpen en het moederdier gemolken.<br />

4.24 Huisje Langeveld<br />

Het bescheiden onderk<strong>om</strong>en van Cornelis, Willem en Maartje Langeveld<br />

stond temidden van hoge b<strong>om</strong>en aan de Kr<strong>om</strong>. Het is s<strong>in</strong>ds enkele jaren<br />

afgebroken en vervangen door een won<strong>in</strong>g van royaler afmet<strong>in</strong>gen. De<br />

Kr<strong>om</strong> is niet op de kaart te v<strong>in</strong>den, de (i)kaart van <strong>Valkenburg</strong> staat wel op<br />

186<br />

de Kr<strong>om</strong>. Het is <strong>om</strong> en nabij de benz<strong>in</strong>ep<strong>om</strong>p waar brandstoffen van het<br />

merk Total overgeslagen worden.<br />

Daar ter plekke was een losplaats waar een vracht straatstenen stond,<br />

daar neergezet <strong>om</strong> de Straatweg op te knappen. Zeven vluchtel<strong>in</strong>gen van<br />

de groep waartoe Jaap van der Zwart behoorde zochten daarachter dekk<strong>in</strong>g.<br />

Langs de oever was een schip afgemeerd. Nadat de zeven een tijdje<br />

achter de stenen gelegen hadden, zijn ze <strong>in</strong> de roef van het schip gekropen.<br />

Dat waren Maartje Botermans-Postmus met een heel kle<strong>in</strong> k<strong>in</strong>d en het<br />

gez<strong>in</strong> van Jaap van der Zwart met de verloofde van zijn dochter. Jaap zelf,<br />

zijn vrouw en zoontje Jaap betrokken het huisje Langeveld.<br />

Van het huisje werden twee kamers ontruimd, het kleed van de vloer,<br />

de meubels werden <strong>in</strong> de gang gezet. Bedden en dekens kwamen ervoor <strong>in</strong><br />

de plaats. In de ene kamer werden de gewonden gelegd: Jaap's vrouw bij<br />

de deur, daarnaast zijn zoontje Jaap, de vrouw van Relis Bol en tenslotte<br />

Meurs en zijn vrouw. Er was toen nog een kle<strong>in</strong> plekje over voor het verplegend<br />

personeel te weten: de vrouw van Henk van der Nagel, haar dochter<br />

Antje en Gerrit Bol. Bij de deur was nog een kle<strong>in</strong> plekje over voor<br />

Jaap zelf, mocht het nodig zijn. In de tweede kamer was de bedstede bezet<br />

door een moeder met een kle<strong>in</strong> k<strong>in</strong>d en Jo en Trien Rhijnsburger. Aan<br />

gewonden lagen er: voor de bedstede op twee stoelen Adrie Rhijnsburger,<br />

daarnaast Annie Rhijnsburger, daarnaast de vrouw van Chris van Dijk,<br />

daarna Marie Rhijnsburger en Ger van Dijk.<br />

Er was nog een derde vertrek, de keuken met stenen vloer. Daar zaten<br />

en stonden de niet-gewonden. Onder de tafel zat Mien Meurs, ze is gedurende<br />

al die dagen niet van haar plaats geweest. Maartje Langeveld was<br />

daar gastvrouw en verzorgster. Daarbij geholpen door de vrouw van Klaas<br />

van der Nagel met de oude vrouw Bos. Daar waren veel vrouwen en k<strong>in</strong>deren<br />

die voortdurend huilden van honger en ontber<strong>in</strong>g. De geiten <strong>in</strong> de<br />

schuur werden gemolken <strong>om</strong> de k<strong>in</strong>deren wat te dr<strong>in</strong>ken te kunnen geven.<br />

Gerrit Bol was de enige met het dipl<strong>om</strong>a EHBO en is van veel nut geweest.<br />

O ja, Karl was er ook nog. Die was met hen meegegaan. Ook hij<br />

had een dipl<strong>om</strong>a. De gewonden werden verzorgd. De won<strong>in</strong>g was overvol<br />

evenals de schuur.<br />

Toen er gedurende langere tijd niet meer geschoten werd, kwam iedereen<br />

wat tot rust. De slagersknecht Cornelis van Donk werd naar Valken-<br />

187


urg uitgezonden <strong>om</strong> hulp te halen. Hij was vergezeld van Willem Oosterlee<br />

en diens zoontje Jan. Cornelis kon niet verder k<strong>om</strong>en dan de stal van<br />

Dirk van Dijk, daar v<strong>in</strong>gen de Duitsers hem op.<br />

4.25 De familie Vis<br />

Cock Oesterholt-Vis was jarenlang secretaresse van de Verenig<strong>in</strong>g Oud-<br />

<strong>Valkenburg</strong>. Waarmee je overigens niet aan de weg timmert! Samen met<br />

de penn<strong>in</strong>gmeester van destijds, Henk Imthorn, maakte ze het boekje<br />

"<strong>Valkenburg</strong> <strong>in</strong> oorlog <strong>1940</strong>-1945". Toen ik haar <strong>in</strong> <strong>mei</strong> 1985 bezocht,<br />

vertelde ze me heel kort wat haar overk<strong>om</strong>en was <strong>in</strong> de <strong>mei</strong>dagen <strong>1940</strong>. Ze<br />

was toen zes jaar. De wagenschuur van haar ouderlijke boerderij had twee<br />

grote deuren. Als die open stonden keek je uit op de hangars van het vliegveld.<br />

De er tegenaan gebouwde schuur was gevuld met een groot aantal<br />

zakken slakkenmeel, een restproduct van de hoogovens en bedoeld <strong>om</strong> het<br />

vliegveld te bemesten. Het leek een ideale schuilplaats tegen de granaten<br />

uit Katwijk. Een aantal zakken werd verplaatst zodat <strong>in</strong> het midden een hol<br />

ontstond met een toegangspad. De vrijgek<strong>om</strong>en balen werden als een muur<br />

voor de <strong>in</strong>gang gestapeld. Laat ze nu maar k<strong>om</strong>en! Waar niemand aan<br />

gedacht had: er was geen dak <strong>in</strong> deze kunstmatige bunker! De granaten<br />

doorboorden met gemak de muren van de schuur, de zakkenwal doorstond<br />

hun aanval. Maar één raakte een b<strong>in</strong>t boven de schuilplaats en ontplofte<br />

daar met een verschrikkelijke knal. Het gez<strong>in</strong> telde zes k<strong>in</strong>deren. Vader<br />

Vis zag nog kans het deerlijk gewonde beentje van de zesjarig Cock af te<br />

b<strong>in</strong>den. Gijs nam daarna resoluut de beide kle<strong>in</strong>tjes als baaltjes onder zijn<br />

armen en rende de schuur uit, de Broekweg over. Daar stonden de huisjes<br />

die destijds als laatste bouwsels aan de Broekweg gelegen waren. Er zaten<br />

Duitsers <strong>in</strong>. Ze deden verband <strong>om</strong> de wonden en verwezen het gez<strong>in</strong> vervolgens<br />

naar de school, het hospitaal. Zo trok de familie Vis enige tijd<br />

later langs de brandende kerk, ze zagen de krijgsgevangenen alle kanten<br />

op stuiven. Het was nog dag. Piet van Duyn schrijft: Was het nacht of was<br />

het avond? We wisten het niet, het was <strong>in</strong> elk geval donker. De familie Vis<br />

bestaande uit acht personen werd b<strong>in</strong>nengebracht. Vader, moeder en drie<br />

k<strong>in</strong>deren gewond. Drie k<strong>in</strong>deren waren niet gewond. Met een lucifer werden<br />

de wonden bekeken maar er lagen al noodverbanden <strong>om</strong>heen. Deze<br />

188<br />

mensen hadden zelf een schuilgelegenheid gemaakt <strong>in</strong> de schuur want hun<br />

huis was <strong>in</strong>gericht als hospitaal, dat is een ziekenwijkpost. Hun kelder lag<br />

vol met gewonde Duitse soldaten, zodat het huisgez<strong>in</strong> naar onze kapotte<br />

school gebracht werd. Tot 's morgens was Cokkie erg lastig en had veel<br />

pijn. Toen het licht werd ontdekten we dat dit <strong>mei</strong>sje haar beentje op twee<br />

plaatsen gekneveld was. Wij hadden wel de bovenste knevel losgemaakt<br />

maar van de tweede, welke bijna onder het andere verband zat, hadden wij<br />

niets bemerkt. Toen de Duitse arts 's-morgens kwam, deelde hij mede dat<br />

het beentje geamputeerd zou moeten worden, liefst dadelijk. Maar wanneer<br />

zou het gebeuren? Hij wist het ook niet.<br />

189<br />

4.26 Vlucht naar Rijnsburg<br />

Toen de Hollanders die zaterdag voor de tweede keer optrokken <strong>om</strong> <strong>Valkenburg</strong><br />

te heroveren was het huis van Jan de Vries verlaten. Ook zijn<br />

buren hadden de wijk gen<strong>om</strong>en. Niet dat iemand hen geholpen had <strong>om</strong><br />

weg te k<strong>om</strong>en. Wat dat betreft had de legerleid<strong>in</strong>g simpele gedachten: gooi<br />

alles tussen jou en de vijand plat en storm vervolgens naar voren! Dat er<br />

daar nog een aantal burgers vertoefden legde klaarblijkelijk geen gewicht<br />

<strong>in</strong> de schaal. De kanonnen van Katwijk schoten die dag wel uit een andere<br />

hoek maar niet m<strong>in</strong>der raak. De familie de Vries, vader, moeder en zes<br />

k<strong>in</strong>deren, <strong>om</strong>a en een tante hadden de hele dag <strong>in</strong> de greppel gelegen. Hun<br />

huis stond net even voorbij de Kle<strong>in</strong>e Water<strong>in</strong>g, op Katwijks grondgebied,<br />

aan de Rijnzijde. Het is een prachtig plekje maar toen zaten ze precies<br />

tussen twee vuren. Toen het schieten even staakte besloten ze er vandoor<br />

te gaan en met de vlet het water over te steken naar Rijnsburg. Moeder zei<br />

nee! Maar goed ook want even later begonnen de granaten weer te vallen,<br />

s<strong>om</strong>migen vielen midden <strong>in</strong> de Rijn! Op de plaats waar ze geweest zouden<br />

zijn als...<br />

Weer moesten ze zich <strong>in</strong> alle bochten wr<strong>in</strong>gen <strong>om</strong> niet geraakt te worden.<br />

Wat er zich <strong>om</strong> hen heen afspeelde aan krijgsgebeurtenissen konden<br />

ze niet waarnemen. Moeder raakte ernstig gewond, tante wat m<strong>in</strong>der<br />

zwaar. In de loop van de middag, de herover<strong>in</strong>g van <strong>Valkenburg</strong> was<br />

<strong>in</strong>middels afgeblazen, werd tenslotte de oversteek gewaagd. Totaal 44<br />

mannen, vrouwen en k<strong>in</strong>deren waagden het er op en namen plaats <strong>in</strong> de


schuit. De Duitsers lieten hen met rust en de Hollanders hadden toen nog<br />

geen argwanende gedachten. Ze hadden het te druk met zichzelf te herv<strong>in</strong>den.<br />

Ongeh<strong>in</strong>derd kon de tocht worden voortgezet, de "Kees Wis" sloot <strong>in</strong><br />

tot vlak bij de Rijnsburgse <strong>Valkenburg</strong>erweg! Maar toen werd het vuur<br />

geopend. Door de Hollanders? Door de Duitsers? Wie zal het zeggen.<br />

Moeder moest tot het donker wachten voor iemand het durfde wagen haar<br />

met een brancard van boord naar het ziekenhuis te brengen.<br />

4.27 De dood van een boer<br />

Het moet ergens aan de Wassenaarseweg gebeurd zijn, <strong>in</strong> de<br />

ochtendschemer<strong>in</strong>g. De mannen van Mall<strong>in</strong>ckrodt lagen <strong>in</strong> hun stell<strong>in</strong>gen.<br />

Opeens stond er <strong>in</strong> hun schootsveld een vreemde gedaante. Hij maakte<br />

vreemde armbeweg<strong>in</strong>gen en liep van de ene naar de andere kant van de<br />

weg. Nader bekeken bleek het een burger te zijn met een pet op het hoofd.<br />

"Wat doet die daar nou?" De soldaten begrepen er niets van. De man trok<br />

de aandacht van Duitse mitrailleurs. "Staat hij s<strong>om</strong>s se<strong>in</strong>tjes aan de Duitsers<br />

te geven?" Er werd hem toegeschreeuwd met de handen <strong>in</strong> de hoogte<br />

naar de bosrand te k<strong>om</strong>en. Toen dit niet gebeurde en de verton<strong>in</strong>g doorg<strong>in</strong>g,<br />

steeds verder <strong>in</strong> de richt<strong>in</strong>g van het vliegveld werd een waarschuw<strong>in</strong>gsschot<br />

gegeven. De man dook weg maar naar de andere kant van de<br />

weg. Hij maakte zwaaibeweg<strong>in</strong>gen richt<strong>in</strong>g vliegveld wat weer tengevolge<br />

had dat de Duitsers nog harder begonnen te schieten. Toen de man weer te<br />

voorschijn kwam en verder g<strong>in</strong>g, bracht dat de vaandrig er toe het c<strong>om</strong>mando<br />

te geven: "Schiet hem neer!" Hetgeen geschiedde.<br />

190<br />

191<br />

40 Schets van de situatie aan het e<strong>in</strong>d van de tweede dag


Inhoud hoofdstuk 5<br />

5. 1 Terugblik<br />

5. 2 De nieuwe dag<br />

5. 3 In het hospitaal<br />

5. 4 Hospitaal Rhijnsburger<br />

5. 5 Café Ramp<br />

5. 6 Burgervader<br />

5. 7 De kuil van Noort<br />

5. 8 Villa Welgelegen<br />

5. 9 Boerderij Barnhoorn<br />

5.10 De stal van Dirk van Dijk<br />

5.11 Krijgsgevangen <strong>in</strong> de kerk<br />

5.12 Garage Poot<br />

5.13 Torenvliet<br />

5.14 Vierde tegenaanval op het dorp<br />

5.15 Wie krijgt een l<strong>in</strong>tje?<br />

5.16 Kanonnen van Katwijk<br />

5.17 Kanonnen van Oegstgeest<br />

5.18 Van Gunsteren<br />

5.19 Boerderij Doe <strong>in</strong> vuur en vlam<br />

5.20 Vuur op Rhijnvliet<br />

5.21 Huisje Langeveld<br />

5.22 Albertushof<br />

5.23 Wachtmeester Lensen<br />

5.24 Geallieerde akties (Gerrit Russchenberg)<br />

192<br />

Hoofdstuk<br />

193<br />

5<br />

Zondag 12 <strong>mei</strong><br />

eerste P<strong>in</strong>ksterdag<br />

5.1 Terugblik<br />

De tweede dag van de oorlog was begonnen met het grootste Nederlandse<br />

fiasco <strong>in</strong> de slag <strong>om</strong> <strong>Valkenburg</strong>: de overr<strong>om</strong>pel<strong>in</strong>g van een bataljon<br />

<strong>in</strong>fanterie door een handjevol Duitsers. Een handjevol want er zaten weliswaar<br />

zo'n driehonderd Duitsers <strong>om</strong> en nabij de Wassenaarseslag maar dat<br />

wil niet zeggen dat ze allemaal bij de strijd betrokken waren. Wat bedoeld<br />

was als een grote schoonmaak van de du<strong>in</strong>en van Katwijk tot Scheven<strong>in</strong>gen<br />

mislukte volk<strong>om</strong>en. Ook de later op de dag ondern<strong>om</strong>en pog<strong>in</strong>gen <strong>om</strong><br />

alsnog aan te vallen, haalden niets uit. Als oorzaken worden genoemd: de<br />

slechte verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen, gebrek aan samenwerk<strong>in</strong>g tussen de c<strong>om</strong>mandanten<br />

van de drie aanvallende groepen, vermoeidheid van de manschappen,<br />

gebrek aan discipl<strong>in</strong>e, overbelast<strong>in</strong>g van overste Buurman. Kort<strong>om</strong>, alles<br />

wat niet mocht gebeuren vond plaats.<br />

De Katwijkse kanonnen waren verplaatst naar de overzijde van het<br />

Uitwater<strong>in</strong>gskanaal richt<strong>in</strong>g Noordwijk en waren al vroeg begonnen het<br />

dorp te bestoken. Ook de Oegstgeester kanonnen deden mee onder het<br />

motto: De Duitsers zitten <strong>in</strong> de kerk! De burgemeester van <strong>Valkenburg</strong><br />

voldeed gaarne aan het verzoek van de Duitse c<strong>om</strong>mandant <strong>om</strong> de Hollanders<br />

te vragen het vuur van de k<strong>om</strong> van het dorp te verleggen. Buurman<br />

beloofde het door te zullen geven aan de bevoegde <strong>in</strong>stanties. Het<br />

b<strong>om</strong>barderen g<strong>in</strong>g echter gewoon door. De kerk (waar<strong>in</strong> honderden Nederlandse<br />

soldaten), het hospitaal (honderden soldaten en burgers) en café<br />

Ramp (honderden burgers) werden <strong>in</strong> pu<strong>in</strong> geschoten.


Desondanks mislukte ook de tweede tegenaanval op het dorp die <strong>in</strong> de<br />

loop van de middag werd <strong>in</strong>gezet. Via de <strong>Valkenburg</strong>erweg waren de<br />

Hollanders tot het gemeentehuis opgerukt en moesten terugtrekken door<br />

heftige tegenstand en granaten uit de Oegstgeester kanonnen. Al met al<br />

werd bewezen dat het urenlange b<strong>om</strong>bardement van de kerk, het hospitaal<br />

en de huizen <strong>in</strong> het centrum waar<strong>in</strong> de burgers schuilden, we<strong>in</strong>ig nut had<br />

gehad. De Hollanders waren gefixeerd op de k<strong>om</strong> van het dorp door een<br />

simpele redenatie: Als de vijand verzoekt <strong>om</strong> niet te schieten is er een<br />

reden <strong>om</strong> dat wel te doen! Dat uitgangspunt van Dürstt Britt, geformuleerd<br />

<strong>in</strong> de morgen van 10 <strong>mei</strong> toen hij op eigen houtje het vliegveld g<strong>in</strong>g beschieten,<br />

bleef lang nawerken <strong>in</strong> de hoofden van de strijdheren! Maar de<br />

huizen, boerderijen en stell<strong>in</strong>gen waar<strong>in</strong> de Duitsers werkelijk zaten werden<br />

nauwelijks getroffen.<br />

Een aantal burgers van <strong>Valkenburg</strong> sloeg radeloos van angst op de<br />

vlucht. Meer dan honderd mensen, voornamelijk vrouwen en k<strong>in</strong>deren,<br />

trokken over de Achterweg en de Zonneveldslaan en kwamen daar <strong>in</strong> de<br />

Duitse l<strong>in</strong>ies terecht. Gedurende die tocht werden ze beschoten door de<br />

Hollanders vanaf de du<strong>in</strong>en. Bij de boerderij Rhijnvliet aangek<strong>om</strong>en kwam<br />

een granaat uit Leiden <strong>in</strong> hun midden terecht. Er vielen zes doden en vele<br />

gewonden. De Duitse stell<strong>in</strong>gen daar werden beschoten vanaf de overzijde<br />

van de Oude Rijn. Bij steenfabriek De Ridder stonden mortieren opgesteld.<br />

Het vuren bleef doorgaan. De Duitsers zwaaiden met witte vlaggen<br />

naar de overkant. Daar dachten de Hollanders dat ze zich wilden overgeven,<br />

ze staakten het vuren. Zodoende konden de vluchtel<strong>in</strong>gen ontk<strong>om</strong>en<br />

richt<strong>in</strong>g <strong>Valkenburg</strong> naar huisje Langeveld. Een deel van hen was reeds <strong>in</strong><br />

de kelder van de boerderij gevlucht. Enkelen wisten te ontk<strong>om</strong>en via de<br />

Straatweg naar de Haagse Schouw.<br />

Tegen de avond werd nogmaals een pog<strong>in</strong>g gedaan het dorp te ontzetten.<br />

Nu met grotere en nieuwe mankracht. Van twee zijden werd aangevallen.<br />

Door de polder werd de voortgang bemoeilijkt door de brede sloten.<br />

Via de weg lagen ze onder het vuur van het dorp. De manschappen en<br />

s<strong>om</strong>mige officieren hadden we<strong>in</strong>ig animo <strong>om</strong> aan te vallen. De c<strong>om</strong>mandant<br />

moest persoonlijk voorop gaan. Het mocht niet baten. Ze drongen<br />

weer tot de Broekweg door maar kregen daar zoveel tegenstand van de<br />

Duitsers dat verdergaan z<strong>in</strong>loos leek.<br />

194<br />

195<br />

5.2 De nieuwe dag<br />

Overste Buurman was nog immer vastbesloten het dorp aan de bezetters te<br />

ontrukken. Hij had zijn strijdmacht verdubbeld en <strong>in</strong> twee kampen verdeeld.<br />

Geen bevel van boven dreef hem. Was het bezorgdheid <strong>om</strong> het lot<br />

van de krijgsgevangenen en de burgers? Hij maakte zich op voor de beslissende<br />

krachtmet<strong>in</strong>g. Een strijd, die na de Wassenaarse slag, tot de grootste<br />

flop van de strijd <strong>om</strong> <strong>Valkenburg</strong> gerekend mag worden. Dat was niet<br />

direct aan Buurman te wijten, noch aan de <strong>in</strong>zet van diens strijdheren en de<br />

manschappen.<br />

Het was de derde dag van de oorlog. Daarenboven was het zondag, de<br />

eerste p<strong>in</strong>ksterdag. De dag waarop <strong>in</strong> het bijzonder bedacht zou worden<br />

dat God zelf bij de mensen wil k<strong>om</strong>en wonen. De kerk was die dag gevuld<br />

met honderden krijgsgevangenen, <strong>in</strong> alle staten van verontrust<strong>in</strong>g. De<br />

christelijke school, de oude pastorie en het gemeentezaaltje volgepropt met<br />

gewonden en hun verzorgers. In de kelder en de zaal van café Ramp zaten<br />

de mannen opgesloten. Drie verzamelplaatsen <strong>in</strong> het hartje van het dorp.<br />

Er zaten wel wat Duitsers tussen maar de meesten zaten achter de mitrailleurs,<br />

verspreid over het dorp en er buiten.<br />

In de kelder van de pastorie zal de eerste p<strong>in</strong>ksterdag wel begonnen zijn<br />

met een korte kerkdienst. "Wat zal de d<strong>om</strong><strong>in</strong>ee voor ons bidden!" had de<br />

dag ervoor een <strong>Valkenburg</strong>se vol vertrouwen gezegd. Kort voor ze aan<br />

haar verwond<strong>in</strong>gen stierf <strong>in</strong> de tu<strong>in</strong> van Rhijnvliet.<br />

5.3 In het hospitaal<br />

Een witte ochtendnevel hangt boven de velden, drijft tussen de huizen. De<br />

zon k<strong>om</strong>t aarzelend boven de kim. Plotsel<strong>in</strong>g wordt de voordeur van de<br />

oude pastorie opengesmeten. Een Duitse soldaat, met grote angstogen, een<br />

spierwit gezicht en handen k<strong>om</strong>t b<strong>in</strong>nen: "Gas! Gas!" De EHBO-ers<br />

schrikken zich rot. Wat voor spook is dat nu weer? Ze hebben geen<br />

gasmaskers <strong>om</strong> naar te grijpen en langzaam beg<strong>in</strong>nen ze weer helder te<br />

denken. De Hollanders zullen toch niet zo gek zijn <strong>om</strong> op die manier de<br />

Duitsers te verjagen? Hoewel, ze hebben wat dat betreft al gekke d<strong>in</strong>gen<br />

meegemaakt! En wat er ook gezegd wordt, de soldaat blijft brullen: "Gas!


Gas!" Hij neemt hen mee naar buiten en wijst. Nu begrijpen ze het: de soldaat<br />

heeft de ochtendnevel zien k<strong>om</strong>en, dacht dat het mosterdgas was en<br />

heeft meteen handen en hoofd met chloor <strong>in</strong>gesmeerd en alarm geslagen.<br />

Zoals het hem geleerd is.<br />

Het was zondagmorgen, de<br />

eerste p<strong>in</strong>ksterdag en mooi<br />

weer. Enkele EHBO-ers zaten<br />

op de stoep van Rhijnsburger<br />

<strong>in</strong> de zon <strong>om</strong> wat te<br />

bek<strong>om</strong>en. Duitse soldaten<br />

liepen voorbij, anderen waren<br />

bezig hun wapens te onderhouden.<br />

Er werden foto's<br />

gemaakt. Feldwebel Wolfgang<br />

Schulz kwam op hen<br />

toelopen. Hij keek moeilijk.<br />

Piet moest mee. De Duitsers<br />

dachten een hekke-schutter te<br />

v<strong>in</strong>den. Die zou onmiddellijk<br />

worden doodgeschoten. Er<br />

was een soldaat gewond op<br />

41 De öude pastorie".<br />

de hoek bij smederij Van<br />

Stijn. Het schot kwam van<br />

een huis daar <strong>in</strong> de buurt. Een<br />

andere soldaat had het gezien. De stoet hield halt voor het huis van Kees<br />

Peet. Piet begon te lachen, daar een sluipschutter? De feldwebel keek hem<br />

bevreemd aan maar liet toch alle kamers doorzoeken. Met de EHBO-er als<br />

kogelvanger voor zich uit! In de bedstee lag Ger en daarachter Maarten op<br />

zijn knieën, de deur stijf dicht. Ger hield haar tas dicht tegen zich aan,<br />

waar<strong>in</strong> het kerkboek en wat sieraden. Ze wilde tot geen prijs die tas aan de<br />

soldaten afgeven, schold hen uit en trachtte Maarten te bewegen die onfatsoenlijke<br />

mensen de deur uit te gooien. Nou, vooruit, <strong>om</strong>dat Piet een<br />

<strong>Valkenburg</strong>er was kreeg hij de tas ter <strong>in</strong>zage. Daarop volgde een <strong>in</strong>spectie<br />

van het bed. Onder het bed werd een muizenval gevonden. Zonder muis<br />

want er zaten wel tien gaten <strong>in</strong>. Niet begrijpend werd er naar het vreemde<br />

196<br />

voorwerp gekeken. "Een geheim wapen!" grapte Piet die <strong>in</strong>middels al een<br />

mondjevol Duits opgepikt had. De soldaten lachten maar wat en staakten<br />

na nog wat rondgekeken te hebben de huiszoek<strong>in</strong>g.<br />

Dokter Huet<strong>in</strong>g had tot en met de zaterdagmorgen veel werk verzet <strong>in</strong><br />

het hospitaal. De zorg voor de gewonden werd daarna overgen<strong>om</strong>en door<br />

een Duitse arts. Zonder onderscheid des persoons. Ook die dag was hij<br />

present. Hij en Piet maakten hun ronde langs de bedden.<br />

Op zeker m<strong>om</strong>ent dachten de jongens dat er weer gevechten waren, nu<br />

wel zeer dicht bij het hospitaal. Het bleek dat er een munitiewagen <strong>in</strong> de<br />

lucht gevlogen was. Gevuld met 60.000 patronen. Zo g<strong>in</strong>g het de hele dag<br />

door met schieten en barstende granaten. Ze raakten er aan gewend.<br />

197<br />

42 Het hospitaal na de strijd.<br />

Piet van Duyn kon de gang van zaken moeilijk verkroppen. Hij was van<br />

men<strong>in</strong>g dat het allemaal niet nodig geweest was als de Hollandse officieren<br />

hun hersens wat beter gebruikt hadden. Die zaterdagmorgen hadden ze<br />

<strong>Valkenburg</strong> zonder slag of stoot kunnen <strong>in</strong>nemen. De munitie was op.


Alles wat de Hollanders niet <strong>in</strong> handen mocht vallen, werd verbrand. Maar<br />

ze kwamen niet. Waar<strong>om</strong> niet? Het was en bleef een raadsel. Ook het<br />

Rode Kruis liet verstek gaan. In Albanië en <strong>in</strong> F<strong>in</strong>land deden ze van alles<br />

en nog wat, maar hier, <strong>in</strong> eigen land, lieten ze de jongens doodgaan. Wist<br />

overste Buurman het? De Duitse c<strong>om</strong>mandant had hem gevraagd <strong>om</strong> een<br />

gevechtspauze <strong>om</strong> de gewonden af te voeren naar een ziekenhuis. Er was<br />

een voorwaarde, niet slechts de Hollandse gewonden maar ook de Duitse<br />

moesten verzorgd worden. Die laatsten moesten dan na herstel naar een<br />

neutraal land worden gebracht. Als antwoord schoten de Hollanders het<br />

hospitaal, de verbandplaats en de kerk <strong>in</strong> pu<strong>in</strong>. Gelukkig was er de feldwebel<br />

die alles wat hij bemachtigen kon aan sigaretten eerlijk verdeelde over<br />

de Hollandse en Duitse patiënten. Voor Piet viel er bovendien wel eens<br />

een fles wijn of dergelijke te ritselen.<br />

In het verhaal van Ben Collignon is het moeilijk vast te stellen welke<br />

dag het is. Wat hij hier beschrijft moet volgens zijn aanteken<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> het<br />

zakboekje op zondag 12 <strong>mei</strong> gebeurd zijn: Wat heb ik een raar gevoel <strong>in</strong><br />

mijn rechterarm? Bruusk ruk ik mijn arm terug, het <strong>mei</strong>sje wordt wakker.<br />

Allebei zijn we akelig stijf maar toch heeft het slaapje ons opgeknapt. Er<br />

wordt een reep chocolade aangereikt. Wel een wonderlijk menu, chocolade<br />

als ontbijt. Het <strong>mei</strong>sje huivert en ik wil haar de deken geven. "Nee, die<br />

moet jij houden", zegt ze. Dan besluiten we er samen mee te doen. Ik merk<br />

dat ze beg<strong>in</strong>t te piekeren. Dat wil ik ten koste van alles voork<strong>om</strong>en en<br />

beg<strong>in</strong> druk te praten over mijn werk, de dienst en mijn kameraden. Vanzelf<br />

k<strong>om</strong>t het gesprek op Schiedam waar ik mijn ouders weet en mijn <strong>mei</strong>sje.<br />

Het lijkt of al die d<strong>in</strong>gen duizend mijlen ver weg zijn. "Hoe ziet je <strong>mei</strong>sje er<br />

uit?" vraagt ze <strong>in</strong>eens met echt vrouwelijke nieuwsgierigheid. Er is nu een<br />

onderwerp aangesneden waarover ik met vuur kan praten en ik teken<br />

suggestief de figuur en het karakter van T<strong>in</strong>i. Zo k<strong>om</strong>en we tot een gesprek<br />

en ik hoor dat ze pas zeventien is, eigenlijk nog maar een k<strong>in</strong>d, geen wonder<br />

dat de <strong>om</strong>standigheden haar de baas worden. Het wordt donkerder,<br />

tenslotte zie ik alleen nog maar het profiel van het gezichtje naast me,<br />

<strong>om</strong>lijst met de blonde krullen. Ik hoor niet meer wat ze zegt, als ze maar<br />

praat, dat leidt de gedachten af. Ineens stokt haar stem, ze kruipt angstig<br />

tegen me aan. Er suist wat en dan boem! Een regen van steenbrokken<br />

vliegt door de ramen naar b<strong>in</strong>nen. Een granaat is tegen het muurtje voor<br />

198<br />

onze zaal gek<strong>om</strong>en, de ramen zijn uit de hengsels gerukt. Ik proef niets dan<br />

stof en vuil en een stuk steen bonkt op mijn been. Er ontstaat paniek, ieder<br />

vliegt <strong>om</strong>hoog en wil naar de deur. Eén, twee schimmen k<strong>om</strong>en naar me<br />

toe rennen en struikelen over mijn benen. Ik tracht de mensen te kalmeren<br />

maar het is onbegonnen werk. Dan verschijnt de al<strong>om</strong>tegenwoordige Piet.<br />

"Stilte mensen, er is niemand geraakt". Met zijn zaklantaarn v<strong>in</strong>dt hij een<br />

weg door de chaos van bed en mensen. Zijn rustige stem tracht wat kalmte<br />

te brengen. "K<strong>om</strong> maar langs deze deur dan kunnen we <strong>in</strong> de kelder van<br />

Rhijnsburger k<strong>om</strong>en!" Hij opent een zijdeur en er volgt een wilde uittocht.<br />

Waarheen weet niemand. Ik kruip wat dieper onder het bed, mijn benen<br />

zijn verscheidene keren vertrapt. Opeens mis ik het <strong>mei</strong>sje naast me. Ik<br />

hoor ze niet meer. Is ze misschien geraakt? Ik tast naast me maar er is<br />

niemand. "Annie, Annie, waar ben je?" Er volgt geen antwoord en ik zoek<br />

verder. Voel ik daar iets? Dat moet ze zijn. Angstig graai ik naar lucifers<br />

en steek er één aan. Ze ligt met bleek gelaat en gesloten ogen tegen de<br />

muur geleund. Achter me moet ergens een kraan zijn maar als ik het d<strong>in</strong>g<br />

v<strong>in</strong>d k<strong>om</strong>t er geen water uit. 't Is waar ook, de waterleid<strong>in</strong>g is afgesloten.<br />

Er ligt een kletsnatte doek <strong>in</strong> het fonte<strong>in</strong>tje en die wrijf ik over haar gezicht.<br />

Ze k<strong>om</strong>t bij, ik hoor zuchten. Dan grijpt ze wild mijn hand en<br />

smeekt: "Laten we toch weg gaan, dadelijk k<strong>om</strong>t er weer één!" Ik tracht<br />

haar te kalmeren, "We kunnen nu beter blijven, die kelder zal wel vol zijn".<br />

Ze is echter niet te overreden. Weg, weg, moeten we. Ik durf haar zo niet<br />

alleen te laten gaan, we kruipen over de achtergelaten bedden en het stro<br />

heen. Vanuit een hoek kl<strong>in</strong>kt een stem: "Neem mij ook mee!" Op het geluid<br />

af v<strong>in</strong>d ik een ledikant. "Wat heb je?" Het blijkt dat hij een scherf <strong>in</strong> zijn<br />

been heeft. "Als je me steunt kan ik wel lopen". Samen helpen we hem van<br />

het bed af en tussen ons <strong>in</strong> str<strong>om</strong>pelt hij naar de deur. Zijn mouw is kleverig.<br />

"Ben je ook aan je arm gewond?" "Nee" kl<strong>in</strong>kt het onverschillig, "er<br />

vloog een stuk steen tegen mijn arm". Ik struikel half over een deken en<br />

besluit die maar mee te nemen.<br />

199<br />

5.4 Hospitaal Rhijnsburger<br />

Ben Collignon: We k<strong>om</strong>en <strong>in</strong> een gang en lopen op goed geluk een huis <strong>in</strong>,<br />

we zullen wel goed zijn want iemand k<strong>om</strong>t naar boven met een kaars. We


v<strong>in</strong>den een trapje dat naar een kelder voert vol fluisterende stemmen. Een<br />

vaag luguber licht tovert groteske schaduwen op de muur. Het is er al vol<br />

maar we v<strong>in</strong>den nog een plaatsje op een hoopje aardappelen ergens langs<br />

de wand. Warm is het er allerm<strong>in</strong>st en ik ben blij dat we de deken meegen<strong>om</strong>en<br />

hebben. Als mijn ogen wat gewend zijn aan het halfduister, kan ik<br />

e<strong>in</strong>delijk de medebewoners onderscheiden. Tegenover mij zit het gez<strong>in</strong> dat<br />

hier woont, vader, moeder en een stuk of vier k<strong>in</strong>deren. Eén ervan is zoek<br />

hoor ik later. Ook zit er een oude grootmoeder die <strong>in</strong> de war is. Buiten ons<br />

drieën zitten er nog een paar mannen en een <strong>mei</strong>sje. Er kl<strong>in</strong>kt gest<strong>om</strong>mel<br />

boven. Twee mannen brengen een vrouw naar beneden. Het is de verpleegster<br />

die <strong>in</strong> de gang een buikwonde heeft opgelopen. Haar toestand<br />

moet hopeloos zijn en ze ijlt aldoor. Er is geen plaats meer, op de stenen<br />

vloer wordt een bed gespreid van wat dekens en een jas. Daarop wordt ze<br />

voorzichtig neergelegd.<br />

Mijn rug leunt tegen de muur maar mijn hoofd moet ik iets vooruit<br />

houden door een plank die daar bevestigd is. Pijnlijk nauwkeurig kan ik<br />

het aantal aardappels bepalen waarop ik zit. Verschuiven helpt niet veel,<br />

ze zijn alle even hard. Er kl<strong>in</strong>ken een paar harde slagen, <strong>in</strong> de stilte die<br />

erop volgt kl<strong>in</strong>kt de stem van <strong>om</strong>a "Jan, Jan, help me eens ik moet op de<br />

pot!" Een dergelijk apparaat blijkt niet aanwezig te zijn en haar zoon<br />

probeert met een smoesje het vrouwtje te kalmeren. Het stervende <strong>mei</strong>sje<br />

beg<strong>in</strong>t te ijlen. Of zou ze bij kennis gek<strong>om</strong>en zijn? Ze vraagt <strong>om</strong> water en<br />

meteen daarop: "Willen jullie bij mijn graf dit lied z<strong>in</strong>gen?" En ze zet met<br />

heldere stem een psalm <strong>in</strong>. Het oude moedertje beg<strong>in</strong>t opnieuw te praten.<br />

Naast me hoor ik snikken, de k<strong>in</strong>deren beg<strong>in</strong>nen ook al. Ik wens me terug<br />

<strong>in</strong> de zaal, liever daar onder een bed, dan hier waar ik alle z<strong>in</strong> krijg een<br />

deuntje mee te gaan doen.<br />

De schilder <strong>in</strong> zijn witte overal verschijnt met een veldfles water. Eerst<br />

mag het stervende <strong>mei</strong>sje dr<strong>in</strong>ken. Ze weten dat het verkeerd is maar hoe<br />

kan je dat weigeren? Daarna doet de fles de ronde. Halverwege is die<br />

leeg. De schilder heeft beloofd terug te k<strong>om</strong>en maar hij moet het water<br />

eerst gaan halen en overal is de waterleid<strong>in</strong>g stuk. Langzaam, heel langzaam<br />

kruipen de uren voorbij. Er hangt een bedorven bloemengeur <strong>in</strong> het<br />

keldertje. "Zijn hier bloemen?" Nee, maar op de plank staan twee emmers<br />

bloemenwater. Zullen we het dr<strong>in</strong>ken? "Niet doen" zegt de eigenaar. We<br />

200<br />

doen het toch, de dorst is sterker dan de angst. Mijn buurman die dezelfde<br />

pieper-ervar<strong>in</strong>g opdoet als ik even tevoren, k<strong>om</strong>t op het idee de plank op<br />

de aardappels te leggen. Daarmee vermeerdert het zitc<strong>om</strong>fort aanmerkelijk.<br />

Ik kan nu mijn benen uitstrekken onder die van mijn buurman. Annie,<br />

die al enige tijd niets meer heeft gezegd, is tegen me aan <strong>in</strong> slaap gevallen.<br />

Ik moet haar vasthouden anders rolt ze voorover. Dan dut ik ook weg <strong>in</strong><br />

een onrustig slaapje.<br />

"Au, wat is dat?" Iemand heeft me wakker gemaakt door op mijn been<br />

te gaan staan. De lucht ruikt bedorven, als een oude leren lap. Annie is al<br />

eerder wakker geworden maar heeft zich stil gehouden. "Wil jij ook rijst<br />

hebben?" vraagt ze. Er is een grote pan waterrijst gevonden en die gaat<br />

rond. Wie trek heeft, het zijn er veel, schept een handvol rijst en knabbelt<br />

maar. Een stem vraagt hoe laat het is maar niemand heeft een horloge.<br />

Fluisterend vraag ik aan Annie hoe het met het stervende <strong>mei</strong>sje is. Ze<br />

heeft een <strong>in</strong>jectie gekregen en is daarna rustig geworden. Dan horen we:<br />

"Zeggen jullie aan vader en moeder dat ik blij ben te sterven". En als haar<br />

zuster naast haar beg<strong>in</strong>t te snikken: "Waar<strong>om</strong> huil je nou, ik ga toch naar<br />

de Here Jezus toe!" Het verbaast me bij een protestants <strong>mei</strong>sje zulk een<br />

vertrouwen te v<strong>in</strong>den. Dan zwijgt de stervende en we voelen dat haar geest<br />

zich gereed maakt voor de reis naar boven. Op dat m<strong>om</strong>ent beg<strong>in</strong>t de<br />

grootmoeder weer te jammeren. Ik vergeet mezelf, er ontglipt me een<br />

verwens<strong>in</strong>g. Direct heb ik er spijt van en zwijg, boos op mezelf. Annie<br />

fluistert: "Niet doen jongen dat mens kan er toch ook niets aan doen!"<br />

Het wordt stil, er hangt een stemm<strong>in</strong>g van hulpeloosheid. Mijn buurman<br />

stoot me aan "Kan jij mijn vulpen en potlood meenemen, ik heb geen jas<br />

meer. Als we hier nog eens uitk<strong>om</strong>en, krijg ik ze wel weer terug". Ik ben<br />

blij met de afleid<strong>in</strong>g en knoop een gesprek aan. Wie ben je, van welke<br />

c<strong>om</strong>pagnie? Hij blijkt van het depot aan de boulevard te zijn, net een<br />

maand of drie <strong>in</strong> dienst. We betrekken ook de twee <strong>mei</strong>sjes <strong>in</strong> het gesprek,<br />

waarbij er één op het idee k<strong>om</strong>t dat we ieder een beschrijv<strong>in</strong>g van ons<br />

uiterlijk moeten geven, bij gebrek aan de mogelijkheid elkaar te zien. De<br />

depotman naast me luistert naar de naam Wim en het <strong>mei</strong>sje heet Floor.<br />

Op mijn beurt licht ik mijn doopceel en we kletsen over het een en ander.<br />

Wim vraagt Annie iets maar krijgt geen antwoord en als ik naast me kijk<br />

zie ik dat ze weer <strong>in</strong> slaap is gevallen. De kogel <strong>in</strong> mijn arm schijnt te gaan<br />

201


wandelen, overal prikt het. De nacht duurt lang, er lijkt geen e<strong>in</strong>d aan te<br />

k<strong>om</strong>en terwijl de lucht hier beneden hoe langer hoe bed<strong>om</strong>pter wordt.<br />

Piet van Duyn beschrijft hoe <strong>in</strong> de kelder van Rhijnsburger de toestand<br />

met opoe onhoudbaar werd. Als Grietje lag te bidden dan begon zij te<br />

schelden. "Hou je mond dicht!" Opoe werd naar boven gebracht en op een<br />

bed gelegd. Grietje maakte haar testament. Haar verzorgers kregen een<br />

foto van haar of een naamlepeltje. De soldaat die op haar paste, Bertus<br />

Slats, erfde een zilveren r<strong>in</strong>getje met Zeeuwse knop. Ze had nog wat d<strong>in</strong>getjes.<br />

Verdeel die maar onder elkaar. Als het straks<br />

weer vrede is en de <strong>mei</strong>sjesverenig<strong>in</strong>g weer bijeenk<strong>om</strong>t,<br />

willen ze dan lied 1 uit de bundel "Blijde<br />

Stemmen" z<strong>in</strong>gen? De mannen kenden het lied niet<br />

en dus zong Grietje het hen voor. Na afloop daarvan<br />

bleef het lange tijd stil. Temidden van het woeden<br />

<strong>om</strong> hen heen waren ze niet angstig meer. Met<br />

Grietje vatte iedereen moed. "Laten we het allemaal<br />

z<strong>in</strong>gen" vroeg ze: aarzelend begon de één,<br />

een mannenstem viel bij, tenslotte zongen ze het<br />

allemaal. Wie de woorden niet kende br<strong>om</strong>de maar<br />

43 Grietje Postmus.<br />

wat, maar met elkaar klonk luid en duidelijk:<br />

Loof nu den Heer, o mijn ziele<br />

ik wil Hem loven tot den dood.<br />

Ik wil hem loven wat mij geviele<br />

van morgenrood tot avondrood.<br />

Wie lijf en ziel zo mild ons gaf<br />

worde geprezen tot het graf.<br />

Halleluja, Halleluja.<br />

Mijn God heeft hemel, zee en aarde<br />

gemaakt en al wat daar<strong>in</strong> leeft<br />

En alles wordt vervuld op aarde<br />

wat Hij ons toebeschoren heeft.<br />

5.5 Café Ramp<br />

Hij is de Heerser overal<br />

Hij wien ik eeuwig loven zal.<br />

Halleluja, Halleluja.<br />

Zalig, ja zalig is Zijn verblijden<br />

wiens hulp de Heer van Jacob is<br />

die van 't geloof zich niet laat scheiden<br />

en v<strong>in</strong>d <strong>in</strong> God zijn lavenis.<br />

Wie zich door God beschermen laat<br />

v<strong>in</strong>d allerbeste raad en daad.<br />

Halleluja, Halleluja.<br />

Zodra het 's-morgens licht werd, kwamen de mensen uit de kelder en<br />

vulden de gelagkamer. Er werd brood en worst gebracht zodat ze iets<br />

202<br />

konden eten. Ook Van Haarlem had de nacht <strong>in</strong> de kelder doorgebracht<br />

maar vond het niet verstandig zo vroeg reeds, het was <strong>om</strong>trent vijf uur,<br />

naar huis te gaan. Waarop de burgemeester en meester Van der Berg alleen<br />

g<strong>in</strong>gen.<br />

Het was die dag weer bar en boos met de beschiet<strong>in</strong>gen. Arie de Vries<br />

her<strong>in</strong>nert zich nog dat het niet uit te houden was <strong>in</strong> de kelder. Sterk<br />

zwavelhoudend water droop van de wanden. De lucht was door de vele<br />

monden zo vervuild dat hij het als een oplucht<strong>in</strong>g ervoer toen er een gat <strong>in</strong><br />

het dak ontstond: er was een granaat <strong>in</strong>geslagen. Hij hield het niet meer<br />

uit. Buiten leefde hij weer op. Daar achter de kroeg zag hij de vrachtwagen<br />

van Krijn Postmus staan. Het leek hem een goede schuilplaats en hij kroop<br />

eronder. Toen Arie vandaar een poosje de gebeurtenissen had gade geslagen,<br />

hij voelde zich daar prima, werd hij ontdekt door een Duitse soldaat.<br />

"Mit! Mit!" schreeuwde de man hem toe. Arie had <strong>in</strong>middels geleerd <strong>in</strong><br />

zo'n geval niet lang te treuzelen, kwam onder zijn schuilplaats vandaan en<br />

voegde zich bij de opdrachtgever. Korte tijd later werd de wagen getroffen<br />

door een granaat. Een lange reeks van ontploff<strong>in</strong>gen was het gevolg. Met<br />

verbijster<strong>in</strong>g zag hij de vuurzee ontstaan. De totale verniel<strong>in</strong>g, waarvan de<br />

Duitser hem op het laatste nippertje gered had. Er brak brand uit, Duitse<br />

soldaten begonnen die te blussen. Niet alleen Arie was zeer ontsteld, ook<br />

veel van de andere mannen verlieten <strong>in</strong> allerijl café Ramp. Toen ze buiten<br />

grote vlammen uit de kerk zagen slaan, het stro dat Arie daar de dag ervoor<br />

had gebracht brandde best, deed dat <strong>in</strong> niet ger<strong>in</strong>ge mate hun snelheid<br />

vermeerderen.<br />

203<br />

5.6 Burgervader<br />

Reeds <strong>om</strong> vijf uur 's-morgens was de burgemeester naar huis gegaan.<br />

Dichtbij gek<strong>om</strong>en zag hij dat de zijkamer van zijn huis getroffen was. Een<br />

groot gat <strong>in</strong> de muur gaf vrije toegang tot de kamer waar<strong>in</strong> alles vernield<br />

was. Ook was er een groot gat <strong>in</strong> de vloer. Ontzett<strong>in</strong>g greep hem aan! Vlug<br />

naar de kelder waar<strong>in</strong> zijn vrouw en de buurvrouw met de k<strong>in</strong>deren moesten<br />

zijn. De deur was dicht! Bovendien werd geen geluid gehoord. Zo vlug<br />

hij kon daalde hij de trap af en keek het halfduister van de kelder <strong>in</strong>. Gelukkig,<br />

daar lagen zijn vrouw en dochters, te slapen. Maar waar was de


uurvrouw en haar zoontje? "Wat is hier gebeurd?" Waarop hij te horen<br />

kreeg wat er de dag ervoor allemaal gepasseerd was. Ontdaan hoorde hij<br />

hoe de buurvrouw tijdens haar vlucht nog beschoten was en dat het slechts<br />

aan het <strong>in</strong>grijpen van een goede Duitser te danken was dat daarmee gestopt<br />

werd. Waarop hij vervolgens constateerde dat het een wonder Gods mocht<br />

heten dat zijn eigen gez<strong>in</strong> gespaard gebleven was. De naam des Heren zij<br />

geloofd!<br />

Het gez<strong>in</strong> kwam die dag niet meer buiten. Om 1 uur 's-middags kwam<br />

Van Haarlem de kelder b<strong>in</strong>nenstormen. Overstuur begon hij te vertellen<br />

wat hij die morgen <strong>in</strong> café Ramp had meegemaakt. Toen pas merkte hij dat<br />

zijn vrouw en zoon er niet waren. Nog meer ontsteld g<strong>in</strong>g hij hen daarna<br />

onmiddellijk zoeken. Tegen de avond nam hij weer <strong>in</strong>trek <strong>in</strong> de kelder. Ze<br />

hadden geen rustige nacht, de mitrailleurs bleven ratelen. In de weilanden<br />

loeiden de koeien. Buiten hoorden ze de Duitsers bezig bij het mitrailleursnest<br />

<strong>in</strong> de tu<strong>in</strong>. Ze schreeuwden dat ze weer uit het huis beschoten werden!<br />

Meteen daarop verscheen er een soldaat <strong>om</strong> te kijken wie er <strong>in</strong> de kelder<br />

waren. Een c<strong>om</strong>mandant werd daarvan op de hoogte gesteld. Weer maakte<br />

de huisvader angstige uren door, oberleutnant Hündorff had hem duidelijk<br />

gezegd dat de bewoner aansprakelijk gesteld zou worden voor beschiet<strong>in</strong>gen<br />

uit een huis. Die zou gefusilleerd worden als de dader niet te v<strong>in</strong>den<br />

was. Er werd <strong>in</strong>derdaad een schildwacht voor de deur gezet die daar de<br />

hele nacht heen en weer liep. "Een rustige nacht heb ik niet gehad. Er was<br />

natuurlijk niet geschoten zodat de dader ook niet te grijpen was. Mitsdien<br />

zou ik zelf de verantwoordelijke persoon zijn. Ik verkeerde <strong>in</strong>derdaad <strong>in</strong><br />

levensgevaar. Toen besefte ik goed hoe verschrikkelijk het was <strong>in</strong>woner<br />

van een bezet dorp of land te zijn. Men is dan totaal aan de willekeur van<br />

de vijand overgeleverd die op de willekeurigste manier over het leven der<br />

burgers beschikken. Hoeveel begeerlijker kwam mij dan de strijd <strong>in</strong> het<br />

open veld tegen de vijand voor. Ik was jaloers op onze soldaten die zichzelf<br />

met de wapenen <strong>in</strong> de hand verdedigen konden."<br />

5.7 De kuil van Noort<br />

Ook <strong>in</strong> het huis van Paulus Noort kwam al vroeg bezoek. Het gez<strong>in</strong> kon<br />

niet meer rustig ontbijten, de soldaten liepen af en aan en deden of ze er<br />

204<br />

heer en meester waren. Paulus, die zich iedere dag diende te melden,<br />

besloot een veiliger schuilplaats te maken. Achter <strong>in</strong> de tu<strong>in</strong>, dicht bij de<br />

Rijn, stond een schuur en daar<strong>in</strong> groeven ze een diepe kuil. Veil<strong>in</strong>gkisten<br />

met grond er<strong>in</strong> werden er rond gestapeld. Ze kregen gasten: de vrouw van<br />

Niek Ouwersloot en hun zoontje. Haar zuster, de vrouw van Hannes<br />

Zandbergen was er ook. Die dag werd het dorp voor de zoveelste keer<br />

door de Hollanders bestormd. Er werd onophoudelijk geschoten. Het was<br />

levensgevaarlijk <strong>om</strong> zich buiten de schuilplaats te begeven. Toch slaagde<br />

één van de mannen er<strong>in</strong> nog wat rijst en een petroleumstel uit het huis te<br />

halen. De rijst werd gekookt, wat suiker erover en ieder smulde ervan.<br />

Veertien mensen <strong>in</strong> een kuil.<br />

205<br />

5.8 Villa "Welgelegen"<br />

De bewoners van de villa moesten het huis, dat een oorlogsbestemm<strong>in</strong>g<br />

kreeg, verlaten. De familie Schoneveld beraadde zich erop wat te doen. Er<br />

g<strong>in</strong>gen stemmen op <strong>om</strong> naar de overzijde te varen met de roeiboot die voor<br />

het huis <strong>in</strong> de Rijn lag. Bijna allen kozen daarvoor, slechts de jongste telg<br />

Arie was nog niet gehoord. Vader Schoneveld had een duidelijk voorbehoud<br />

gemaakt: Als er ook maar één tegen is doen we het niet! Het kwam<br />

dus op Arie aan. Die begon te huilen en zei: "Nee, ik durf niet". Waarop de<br />

Schoneveldjes zich reisvaardig maakten en vertrokken. Ze liepen over de<br />

Laan van Welgelegen, 't Boonrak van nu volgt ongeveer dezelfde weg. Bij<br />

het Weitje op de Straatweg gek<strong>om</strong>en kozen ze richt<strong>in</strong>g Haagse Schouw.<br />

Ze kwamen zelfs tot de plaats waar aan de overzijde de steenfabriek gelegen<br />

was, zeg maar tot <strong>om</strong> en nabij de Kr<strong>om</strong>. Maar daar werd het hen te benauwd.<br />

Overal Duitsers en knallende mitrailleurs. Ze keerden terug en betrokken<br />

een leegstaande won<strong>in</strong>g aan de Straatweg. Het huis van Gerrit van<br />

der Eijkel dat er nog steeds staat. Een viertal huizen voorbij garage Poot.<br />

Daar zijn ze gedurende de oorlog gebleven. Het huis werd nauwelijks<br />

beschadigd. De Duitsers zorgden voor eten.


5.9 Boerderij Barnhoorn<br />

Waar tegenwoordig het Botenpad een lusthof is voor vele woonbootbewoners<br />

was destijds het land van Cornelis Barnhoorn. De boerderij staat<br />

waar hij nu de langste tijd gestaan heeft, Hoofdstraat 99. De laatste nog<br />

levende van zijn gez<strong>in</strong>, Gré Nell-Barnhoorn, is onlangs 80 jaar geworden<br />

en bewoont met haar man een flat <strong>in</strong> Wassenaar noord.<br />

Tot zondag waren ze <strong>in</strong> de boerderij gebleven. Ze, dat waren vader en<br />

moeder, de gebroeders Pieter en Arie en de vrouw van Gerrit Barnhoorn<br />

met haar baby. De eerste dag reeds hadden de mannen zich moeten melden.<br />

's-Avonds waren ze gelukkig weer thuis gek<strong>om</strong>en. De dag daarop<br />

moesten ze zich weer melden. Het verhaal g<strong>in</strong>g dat, wanneer ze dat niet<br />

deden, de gijzelaars zouden worden doodgeschoten. Het gevolg was wel<br />

dat er op de tweede dag veel meer mannen kwamen opdagen dan op de<br />

eerste dag. Die tweede dag kwamen de mannen 's-avonds niet meer thuis.<br />

De weg was veel te gevaarlijk geworden. Die nacht bleven de drie vrouwen<br />

alleen achter <strong>in</strong> boerderij Barnhoorn. Nou ja, alleen. De stal en de<br />

schuur zat vol Duitsers. En die schro<strong>om</strong>den niet af en toe het huis b<strong>in</strong>nen<br />

te wandelen. Maar overigens gedroegen ze zich netjes, dat moet gezegd<br />

worden. De vrouwen schonken hen koffie.<br />

Die zondag was het echter weer bar en boos met de beschiet<strong>in</strong>gen. Het<br />

huis kraakte en steunde <strong>in</strong> alle voegen. Was de schuur al een paar keer getroffen<br />

door een granaat nu ook de aangebouwde stal. De mensen <strong>in</strong> het<br />

dorp raakten <strong>in</strong> paniek en vluchtten alle kanten heen. Dat hadden ze beter<br />

niet kunnen doen maar het werkte aanstekelijk. De vrouwen van boerderij<br />

Barnhoorn zagen hen gaan en kregen het ook op hun heupen. Moeder niet,<br />

die bleef zitten waar ze zat! Het k<strong>in</strong>d werd <strong>in</strong> een k<strong>in</strong>derwagen gelegd en<br />

even later g<strong>in</strong>gen zij richt<strong>in</strong>g dorp. In café Ramp waren de mannen, ze<br />

vonden onderdak <strong>in</strong> de kelder. Daar onderg<strong>in</strong>gen ze de ellende waar<strong>in</strong> de<br />

mannen reeds ged<strong>om</strong>peld waren. Toen niet veel later de munitiewagen<br />

achter het café ontplofte, was het hek van de dam. Gerrit Zandbergen<br />

trachtte de opk<strong>om</strong>ende paniek te bezweren door te zeggen dat ze allen<br />

door een kle<strong>in</strong>e uitgang moesten <strong>in</strong> zo kort mogelijke tijd. Hetgeen beter<br />

g<strong>in</strong>g als men zich rustig hield. De twee vrouwen konden als eersten het hol<br />

verlaten. In het voorbijgaan zagen ze de kerk branden en kwamen terecht<br />

206<br />

<strong>in</strong> de kelder van Gerrit O<strong>om</strong>s. De drie mannelijke Barnhoorns g<strong>in</strong>gen een<br />

andere weg. Twee kwamen terecht <strong>in</strong> de stal van Dirk van Dijk. Piet liep<br />

<strong>in</strong> ander gezelschap en kwam terecht <strong>in</strong> huisje Langeveld.<br />

In de kelder van Gerrit O<strong>om</strong>s hadden ze het goed. Daar troffen ze de<br />

familie van Leeuwen. En nog meer bekenden. De Duitsers? Och, die behandelden<br />

hen niet slecht. Moeder die thuis gebleven was had, achteraf<br />

bekeken, toch het beste deel gekozen.<br />

207<br />

5.10 De stal van Dirk van Dijk<br />

Toen de Boze toegestaan werd de gemeente <strong>Valkenburg</strong> te verdrukken<br />

werden hem enige beperk<strong>in</strong>gen opgelegd. Uiteraard weet niemand welke.<br />

Maar één ervan moet wel geweest zijn: Handen af van de stal van Dirk van<br />

Dijk!<br />

Gerrit Russchenberg bewoonde met zijn gez<strong>in</strong> het huis dat nu als<br />

Hoofdstraat 124 te boek staat. Op 10 <strong>mei</strong> kregen ze <strong>om</strong> zes uur al <strong>in</strong>kwartier<strong>in</strong>g.<br />

De eerste Duitser diende zich aan. Eenmaal b<strong>in</strong>nen g<strong>in</strong>gen ze niet<br />

meer weg. De koekoek had haar ei gelegd, het jong werkte al na twee<br />

dagen de oorspronkelijke bewoners het nest uit. Op zondag, de 1e p<strong>in</strong>ksterdag<br />

moest het gez<strong>in</strong> Russchenberg een ander onderk<strong>om</strong>en zoeken. Het<br />

werd <strong>in</strong> eerste <strong>in</strong>stantie de kelder onder het huis van Boekee, zo stond de<br />

won<strong>in</strong>g later bekend die toen door het gez<strong>in</strong> B<strong>in</strong>nekade bewoond werd.<br />

Meteen diezelfde avond al werden ze van af de brug zwaar beschoten, de<br />

schuur stond <strong>in</strong> lichter laaie. Ze verhuisden naar de stal van Dirk van Dijk<br />

schu<strong>in</strong> tegenover hun schuilplaats. Alsof die boerderij zoveel veiliger was<br />

met halfsteensmuurtjes, en slechts dakpannen tussen hen en de blote hemel.<br />

Want ook de boerderij van de familie van Dijk op Hoofdstraat 132<br />

(nu Leen van Tilburg) was doelwit van de Hollandse artillerie die dacht<br />

dat daar de Duitsers lagen. L<strong>in</strong>ks en rechts sloegen de granaten <strong>in</strong>. Wonder<br />

boven wonder werd niemand getroffen. Wel werd een buitenmuur van het<br />

woonhuis beschadigd (ze zijn dicht gesmeerd met cement en daar<strong>om</strong> nog<br />

steeds duidelijk te zien).<br />

In de stal schuilden zo'n 150 mannen, vrouwen en k<strong>in</strong>deren. De boer<strong>in</strong><br />

stookte het grote wasfornuis op en kookte er de aardappelen <strong>in</strong>. De<br />

schooljuffrouw Kuipers kon de Duitsers verstaan en met hen praten. Van


hen begreep ze dat het verstandig was <strong>om</strong> b<strong>in</strong>nen te blijven en de ramen en<br />

deuren te barricaderen met matrassen en alles wat daartoe dienen kon.<br />

Vanuit het huis zagen ze anderen <strong>in</strong> paniek voorbijtrekken over de straatweg,<br />

op de vlucht voor de Hollandse granaten.<br />

Uit café Ramp liepen de mannen als een kudde op hol geslagen paarden<br />

over de Middenweg, de Straatweg af tot aan de Torenvlietswater<strong>in</strong>g toe.<br />

Arie de Vries voorop. Daar stonden Duitse soldaten bij het huis van B<strong>in</strong>nekade.<br />

Eén ervan sprong naar voren, drukte vierkant de loop van zijn<br />

pistool tegen Arie's voorhoofd en brulde "Halt!" De briesende leider werd<br />

tot staan gebracht en daarmee de gehele meute. Arie kan er nog nijdig over<br />

worden als hij terugdenkt aan de behandel<strong>in</strong>g die deze mof hem gaf. Maar<br />

achteraf bezien was het hun redd<strong>in</strong>g. Of ze allemaal, hij schatte hun aantal<br />

op een kle<strong>in</strong>e honderd, naar de stal van Dirk van Dijk gedirigeerd werden<br />

weet hij niet meer. Die nacht had hij een koud en hard bed op de cementen<br />

vloer. Naast hem lag oude Bram Oosterlee. Dat weet hij nog heel goed.<br />

Want die lag steeds aan de jas te trekken, die hij als deken over zich heen<br />

had liggen.<br />

5.11 Krijgsgevangen <strong>in</strong> de kerk<br />

Berend Borst bedacht dat de kerk <strong>in</strong> de hel stond. De nacht was absolute<br />

duisternis geweest en kou. Wat zou de 1e P<strong>in</strong>ksterdag hen brengen? Zou<br />

oorlogsgeweld of de Heilige Geest over hen uitgestort worden? Langzaam<br />

werd hun verblijf weer met daglicht gevuld. In de banken lagen nog de foldertjes<br />

waarop stond dat ons volk het voorrecht had de P<strong>in</strong>ksterdagen <strong>in</strong><br />

vrede te mogen meemaken! Het was wel anders uitgepakt!<br />

Ze liepen al vroeg door de kerk te banjeren. Ongewassen, ongeschoren<br />

stijf van de nacht. Buiten was het nog stil. Uit de w<strong>in</strong>kel van Meurs tegenover<br />

de kerk werden koekjes, chocolade en andere etenswaren gehaald. De<br />

w<strong>in</strong>kel was door een granaat getroffen en onbeheerd. Het voedsel was welk<strong>om</strong><br />

want <strong>in</strong> twee dagen hadden ze niets behoorlijks te eten gehad. De hele<br />

w<strong>in</strong>kel werd leeggehaald en de voorraad <strong>in</strong> de kerk opgeslagen. Daarover<br />

nam een luitenant het beheer. De zes doden van de vorige dag werden naar<br />

buiten gebracht en naast de <strong>in</strong>gang gelegd. De strijd was <strong>in</strong>middels weer<br />

begonnen en net zo hevig als de vorige dag. Zoals toen barstten de grana-<br />

208<br />

ten rond de kerk uiteen <strong>in</strong> een nimmer aflatend geweld. Ze begonnen er<br />

aan te wennen. De kerk<strong>in</strong>gang werd vanaf dat m<strong>om</strong>ent weer bewaakt.<br />

Alles dreunde en daverde. Een groot stuk uit het plafond stortte naar<br />

beneden. Weer troffen twee granaten het dak van de kerk. Ze doken<br />

nauwelijks nog <strong>in</strong>een, hun z<strong>in</strong>tuigen waren afgest<strong>om</strong>pt. De kerk uit mocht<br />

niet. Met bijbels, emmers of banken beschermden ze hun hoofden. Steeds<br />

dichterbij ratelden de mitrailleurs. Het dak van de kerk vatte weer vlam.<br />

Zou de toren van de kerk het wel houden, als die het zou begeven, wat<br />

dan? Plotsel<strong>in</strong>g werden alle geluiden overstemd door een explosie zo<br />

dichtbij en zo langdurig dat dit wel het e<strong>in</strong>de van alles moest betekenen.<br />

De orgie van knetterende geluiden hield echter even plotsel<strong>in</strong>g op als ze<br />

begonnen was. De munitiewagen was geraakt maar de krijgsgevangenen<br />

hadden daar geen weet van. De strijdlust daarbuiten leek daarmee geblust<br />

te zijn. Het was middag geworden. Even daarna werden de deuren opengesmeten.<br />

Niet de Hollanders maar de Duitsers kwamen b<strong>in</strong>nen: "Heraus!<br />

Schnell!"<br />

209<br />

5.12 Garage Poot<br />

Onder gewapend geleide werden de krijgsgevangen uit de kerk gevoerd.<br />

"Bij elkaar blijven!" Ze hielden nog immer de kerkbankkussens, emmers,<br />

bijbels en psalmboeken boven hun hoofden. Er werd nog steeds geschoten.<br />

Ze hadden gehoopt een zo goed als verslagen bezetter aan te treffen maar<br />

g<strong>in</strong>gen langs een bijna ononderbroken haag van Duitse weermacht. De<br />

Middenweg over, de Straatweg op, naar garage Poot. Ze liepen zo hard ze<br />

konden. Daar zaten ze zo mogelijk nog m<strong>in</strong>der beschermd dan <strong>in</strong> de kerk.<br />

De muren waren niet half zo dik, de ramen veel lager, aan de voorkant was<br />

een schuifdeur van ijzeren golfplaten en het dak was van asbestplaten. Zo<br />

goed als zonder dekk<strong>in</strong>g dus. Maar gelukkig, de strijd speelde zich voornamelijk<br />

<strong>in</strong> het dorp af. Wel vlogen er wat verdwaalde kogels en granaten<br />

langs en over hen heen maar ze zaten er niet meer midden<strong>in</strong>. En dat gaf<br />

een zekere rust!<br />

De <strong>in</strong> de kerk opgeslagen voorraad etenswaren was voor het grootste<br />

deel achtergebleven. In de garage stonden blikjes met groente. De meesten<br />

waren bedorven. Die nog goed waren werden rauw gegeten. Ter dekk<strong>in</strong>g


waren de krijgsgevangenen zoveel mogelijk onder de auto's gekropen,<br />

anderen onder de werkbanken, de rest hield zich op bij de muren. De strijd<br />

kwam toch weer dichterbij. Door het dak boorden zich kogels, hier en daar<br />

sneuvelde <strong>in</strong>eens een ruitje. Het was hier veel gevaarlijker dan <strong>in</strong> de kerk.<br />

Plotsel<strong>in</strong>g werd motorgeronk gehoord, grote vliegtuigen vlogen laag over<br />

de bollenvelden achter de garage. Duitse soldaten stonden op en wuifden.<br />

Parachutes ontplooiden zich, er werden voorraden afgeworpen. De Hollanders<br />

schoten op de vliegtuigen maar zonder resultaat. Een granaat ontplofte<br />

dicht bij de garage. Even later werd een zwaargewonde Duitser<br />

b<strong>in</strong>nen gedragen. De man was er hopeloos aan toe, vier man werden aangewezen<br />

<strong>om</strong> hem te vervoeren en natuurlijk, weer moest Berend er aan<br />

geloven! Zij toonden we<strong>in</strong>ig animo maar hadden niets <strong>in</strong> te brengen. De<br />

patiënt werd op een deur gelegd. "Zie je daar die boerderij?" door een<br />

achterraam werd hen een boerderij (Torenvliet) gewezen die zo <strong>om</strong> en<br />

nabij 800 meter vandaar <strong>in</strong> het weiland lag. "Breng hem daar naar toe!"<br />

5.13 Torenvliet<br />

Een Duitse soldaat g<strong>in</strong>g de vier gewondendragers voor, een stok met een<br />

witte vlag <strong>om</strong>hoog. Dwars door de bollenvelden g<strong>in</strong>g het. Een zware tocht,<br />

de greppels waren h<strong>in</strong>derlijk. Stapte één der dragers daar midden<strong>in</strong> dan<br />

helde de deur vervaarlijk zodat de gewonde er bijna af viel. Een enkele<br />

keer moesten ze dekk<strong>in</strong>g zoeken voor de rondvliegende kogels. De gewonde<br />

scheen er niets van de merken, hij gaf geen kik. Ook de vlagdrager liep<br />

niet over van enthousiasme, diep bukkend g<strong>in</strong>g hij zijn weg. Opgelucht<br />

arriveerden ze tenslotte bij de boerderij waar twee Rode Kruis-vlaggen<br />

vrolijk wapperden. Eén op de boerderij, één op de schuur. Het was een<br />

veldlazaret. Ze verwonderden zich over het grote aantal gewapende soldaten<br />

dat <strong>om</strong> de boerderij liep maar op de deel waren <strong>in</strong>derdaad 25 gewonden<br />

onder gebracht. De gewonde Duitser werd er bij gelegd en de arts<br />

kwam kijken. Het was een hopeloos geval. De vier mannen maakten daarop<br />

kennis met een groepje burgers dat zich <strong>in</strong> een hoek van de stal ophield.<br />

Het waren boer Van Leeuwen en zijn knecht Geert, buurman Van Egmond<br />

met vrouw en dochtertje en J. de Roode, een arbeider. Boer Van Leeuwen<br />

was ongerust over zijn vrouw en k<strong>in</strong>deren die ergens <strong>in</strong> het dorp zaten. De<br />

210<br />

Duitsers hadden zijn boerderij <strong>in</strong> beslag gen<strong>om</strong>en <strong>om</strong> de gewonden daar<strong>in</strong><br />

te leggen. Ze zaten overal behalve <strong>in</strong> de voorkamer. Hijzelf mocht nergens<br />

k<strong>om</strong>en. Er waren ook enkele Nederlanders aanwezig, twee hospitaalsoldaten<br />

en drie <strong>in</strong>fanteristen. De vier uit de garage voelden er alles voor <strong>om</strong><br />

daar te blijven, het leek er heel wat veiliger dan <strong>in</strong> de garage. Bovendien<br />

was er eten en dr<strong>in</strong>ken en stro <strong>om</strong> <strong>in</strong> te slapen. Helaas, er werd hen gezegd<br />

dat ze teruggebracht zouden worden bij het <strong>in</strong>vallen van de duisternis. Dus<br />

hielden ze zich wat achteraf <strong>in</strong> de hoop dat ze vergeten zouden worden en<br />

dat gebeurde! Inderdaad, het was er heel wat rustiger dan <strong>in</strong> het dorp,<br />

slechts een enkele verdwaalde kogel vloog over het huis, nog m<strong>in</strong>der vaak<br />

een granaat en steeds zonder iets te raken. Er was echter een andere kant<br />

van de oorlog die ze nu te zien kregen, gewonden en stervenden. Er was<br />

ook een Nederlandse soldaat. Toen hij <strong>in</strong> stell<strong>in</strong>g lag had hij zijn patronen<br />

<strong>in</strong> zijn borstzak gestopt. Daar trof hem een kogel. Die kogel ketste af op<br />

een patroon die daarop ontplofte. De kogel daaruit velde de soldaat!<br />

Hij voelde zich niet erg thuis en had veel pijn. Ook met het eten werd hij<br />

wel eens overgeslagen.<br />

Berend kwam niettem<strong>in</strong> toch wel met de Duitsers <strong>in</strong> contact. Vooral<br />

militaire zaken hadden hun <strong>in</strong>teresse. Dat en het feit dat ze moeilijk te verstaan<br />

waren maakte dat het gesprek niet erg vlotte. Ze deelden de maaltijd<br />

met de burgers. Toen de duisternis <strong>in</strong>viel zochten ze zich een plaatsje op<br />

het stro, voor het eerst s<strong>in</strong>ds lange tijd sliepen ze redelijk goed. En rustig.<br />

211<br />

5.14 Vierde tegenaanval op het dorp<br />

Hoewel hun vastberadenheid begon te wankelen waren alle strijdheren het<br />

roerend eens geworden. Ze moesten en zouden nog een keer proberen de<br />

vijand uit het nest te roken. Desnoods met grof geweld. Besloten werd die<br />

dag te beg<strong>in</strong>nen met een b<strong>om</strong>bardement op het dorp en het dan nogmaals<br />

van twee zijden aan te vallen. Nu met twee bataljons (II-9RI en 1-9RI).<br />

Daarmee moest het toch wel kunnen. Maar door allerlei ger<strong>om</strong>mel kon de<br />

rechterflank pas <strong>om</strong> 17.00 uur de uitgangsstell<strong>in</strong>g <strong>in</strong>nemen. Ergens aan de<br />

Wassenaarseweg voorbij de Watertoren. Weer begon het gezeur hoe<br />

droogvoets de water<strong>in</strong>gen over te k<strong>om</strong>en. Weer was de Grote Water<strong>in</strong>g (6<br />

tot 7 meter breed) een welhaast niet over te k<strong>om</strong>en h<strong>in</strong>dernis, ondanks de


toen nog zwakke vijandelijke tegenstand. Ze modderden daar een uur of<br />

twee, drie wat rond toen van Buurman de opdracht kwam terug te trekken<br />

naar het p<strong>om</strong>pstation bij de watertoren. Toen de Duitsers zagen dat de<br />

aanvallers zich terugtrokken vatten ze moed en begonnen heftig te vuren.<br />

Toen vielen de meeste gewonden en kostte het de grootste moeite <strong>om</strong><br />

heelhuids thuis te k<strong>om</strong>en! De terugtocht duurde langer dan de heenreis.<br />

Henk Broer, tegenwoordig rustend bollenhandelaar te Sassenheim, was<br />

door Mall<strong>in</strong>ckrodt toegevoegd aan een sectie die tot taak had het du<strong>in</strong>terre<strong>in</strong><br />

rond de watertoren te beveiligen. Daar lagen ze <strong>in</strong> stell<strong>in</strong>g en bewonderden<br />

de aanval door de polder. Het was als een klassiek schouwspel. Het<br />

leek een grootscheepse oefen<strong>in</strong>g. Eerst werd gegroepeerd. Volgens de<br />

regels van het spel ontplooide het bataljon zich daarna ten aanval. Toen<br />

kwamen ze bij de brede sloot. Daar werd geschoten, er viel een soldaat.<br />

Als één man vluchtte het bataljon daarop terug. Toen vielen de doden, zag<br />

Henk. Hij had niet de <strong>in</strong>druk dat er opdracht gegeven was voor die haastige<br />

aftocht. Het leek hem meer een paniekreactie.<br />

Majoor Van der Schee was <strong>in</strong>middels met zijn mannen <strong>Valkenburg</strong><br />

b<strong>in</strong>nengedrongen. Het gros van de Duitse verdedig<strong>in</strong>g was aan die zijde<br />

van het dorp geconcentreerd. Er ontstonden hevige straatgevechten. Zelfs<br />

lijf aan lijf gevechten werden gemeld. Luitenant Nout velde op zeker m<strong>om</strong>ent<br />

met de blote vuist twee Duitsers bij de <strong>in</strong>gang van een <strong>Valkenburg</strong>s<br />

huis! Om te laten zien hoe het moest. Ze kregen vuur uit een won<strong>in</strong>g waarop<br />

een groot Rode Kruisteken stond. Van der Schee wierp er een handgranaat<br />

naar b<strong>in</strong>nen, was het de oude pastorie?. Daarna bleef het stil<br />

daarb<strong>in</strong>nen. Ze waren dichtbij de kerk gek<strong>om</strong>en. Daar werd het vijandelijk<br />

vuur zo zwaar dat een deel der troepen terug vloeide. Toen het donker<br />

werd liet Van der Schee ook hen die nog stand hielden terugk<strong>om</strong>en.<br />

Waar<strong>om</strong> blies Buurman de aanval door de polder af? Het <strong>in</strong>zicht was<br />

boven <strong>in</strong> de top geboren. Daar was iemand (Van Andel) tot de conclusie<br />

gek<strong>om</strong>en dat het niet goed was met een voorhamer een vlieg dood te<br />

slaan! Waarschijnlijk naar aanleid<strong>in</strong>g van grootscheepse klopjachten, die<br />

georganiseerd werden op allerlei her en der <strong>in</strong> Zuid-Holland verspreide<br />

kle<strong>in</strong>e groepjes Duitsers, spionnen en dergelijke. Dat goede hogere <strong>in</strong>zicht<br />

werd <strong>om</strong>gezet <strong>in</strong> een ongelukkig gestelde (of begrepen) algemene order<br />

aan de onderhebbende c<strong>om</strong>mandanten. Een verbod <strong>om</strong> sterke eenheden<br />

212<br />

aanvallen te laten uitvoeren op verspreide groepen Duitsers. Naar verluid<br />

was Buurman woedend toen hij het bevel door kreeg van Kraak. Dat pleit<br />

voor hem. Woedend liet hij <strong>in</strong> het heetst van de strijd de aanval afblazen.<br />

Naar later bleek ten onrechte. De acties kostten negen jongens het leven.<br />

Dürst Britt daarover: Op zondag 12 <strong>mei</strong> is er een grote aanval opgezet,<br />

naar ik meen met twee bataljons <strong>in</strong>fanterie gesteund door een afdel<strong>in</strong>g<br />

artillerie. Er werden goede vorder<strong>in</strong>gen gemaakt maar de aanval vond<br />

geen verdere voortgang, de opmars moest gestaakt worden op bevel van<br />

C.III-div. De majoor Breunesse gaf het bericht door. Overste Buurman<br />

protesteerde hevig doch de majoor zei: "Orders zijn orders, uitvoeren!"<br />

213<br />

5.15 Wie krijgt een l<strong>in</strong>tje?<br />

Ik, F.J.L. Berkenvelder, referendaris ter prov<strong>in</strong>ciale griffie te Gron<strong>in</strong>gen,<br />

was destijds reservekapite<strong>in</strong>. Op de eerste oorlogsdag moest ik met twee<br />

secties van mijn mitrailleurc<strong>om</strong>pagnie (MC-I-9RI) optrekken langs de weg<br />

van Katwijk aan de Rijn naar <strong>Valkenburg</strong>. Dat was <strong>om</strong> ongeveer 17.00<br />

uur. Op 620 meter van <strong>Valkenburg</strong> gaf ik het c<strong>om</strong>mando "Vuur!". Hetgeen<br />

onmiddellijk daarna werd beantwoord door de Duitsers. De beide secties<br />

moesten de c<strong>om</strong>pagnie tirailleurs ondersteunen die een aanval deden op<br />

het dorp. Luitenant Renalda had het c<strong>om</strong>mando over één der secties. Ik<br />

heb daarmee geen contact meer gehad. Of hij vuur uitgebracht heeft op<br />

eigen mensen weet ik niet.<br />

Op de tweede oorlogsdag heb ik met mijn beide secties een uitgangsstell<strong>in</strong>g<br />

<strong>in</strong>gen<strong>om</strong>en aan de zanddijk, vlak bij het dorp. Daar hebben we ons<br />

<strong>in</strong>gegraven. Tussen twee en drie uur <strong>in</strong> de morgen werd de aanval door de<br />

1e c<strong>om</strong>pagnie voortgezet en rukten wij verder op naar <strong>Valkenburg</strong>. Rechts<br />

was er niemand naast me. Daar<strong>om</strong> heb ik daar laten patrouilleren. Jammer<br />

genoeg niet <strong>in</strong> front; later bleek dat daar <strong>in</strong> de nacht een boerderij door de<br />

Duitsers bezet was. Het was de bedoel<strong>in</strong>g dat de bataljonsc<strong>om</strong>mandant, de<br />

majoor Van der Schee, gelijk met mij zou oprukken. Die nacht heb ik<br />

geprobeerd contact met hem krijgen. Op de plaats waar de staf behoorde te<br />

zijn trof ik de gasofficier aan (officier gespecialiseerd <strong>in</strong> verdedig<strong>in</strong>g tegen<br />

strijdgassen). Van der Schee is zelf al heel vroeg bij mij gek<strong>om</strong>en waarop<br />

de aanval is <strong>in</strong>gezet. Afgesproken was dat ik de tirailleurs zou steunen.


Door de kijker heb ik het één en ander kunnen waarnemen. We hebben<br />

rechtstreeks vuur afgegeven. De mitrailleurs met al het personeel zijn<br />

opgerukt tot <strong>in</strong> de voorste lijn, hoever weet ik niet precies meer, het is al<br />

tien jaar geleden. In ieder geval hebben we de Kle<strong>in</strong>e Water<strong>in</strong>g overschreden.<br />

Daar trof ik op zeker m<strong>om</strong>ent een luitenant die met zijn manschappen<br />

aan het terugtrekken was. Hij had daartoe geen bevel ontvangen maar zei<br />

dat hij het niet houden kon en terug moest. De situatie was <strong>in</strong>middels zo<br />

geworden dat ik met mijn beide secties, verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gsafdel<strong>in</strong>g en de c<strong>om</strong>mandogroep<br />

een soort golfbreker vormde <strong>in</strong> het voorterre<strong>in</strong>, er was geen<br />

<strong>in</strong>fanterie meer aanwezig. Van drie zijden ontv<strong>in</strong>gen we vijandelijk vuur.<br />

Het is niet uitgesloten dat daar ook eigen kogels rondvlogen. De secties<br />

lagen achter elkaar en de toestand werd hachelijk. Ik heb toen luitenant<br />

Banga, die één der secties had, op de hoogte gesteld van mijn voornemen<br />

de terugtocht te aanvaarden. Van der Schee was op dat m<strong>om</strong>ent nergens te<br />

zien. Zo trokken we man voor man terug. Ik ontmoette aldus sergeant<br />

Kuperus van de 1e c<strong>om</strong>pagnie. Samen dekten we ons voor hevig vuur uit<br />

<strong>Valkenburg</strong> en uit de boerderij <strong>in</strong> front. Naast me werd hij doodgeschoten.<br />

Onze dekk<strong>in</strong>g was dus niet goed genoeg en het werd tijd <strong>om</strong> verder terug<br />

te trekken. Ik was echter niet vlug genoeg en werd <strong>in</strong> mijn bovenarm<br />

getroffen. Dat gebeurde <strong>om</strong>trent 15.00 uur. Ik kroop langzaam achteruit en<br />

zag <strong>in</strong> een uitholl<strong>in</strong>g korporaal De Haan <strong>in</strong> dekk<strong>in</strong>g liggen. Hij heeft met<br />

zorg en toewijd<strong>in</strong>g mijn arm afgebonden met de mantelriemen die ik <strong>in</strong><br />

mijn broodzak had meegen<strong>om</strong>en. En dat onder voortdurend vuur! Men<br />

heeft mij later eerst over een smalle en daarna over een brede sloot gesleept.<br />

Ik her<strong>in</strong>ner me nog dat enige soldaten mij op een plank hebben<br />

gelegd en zo over de sloot schoven. Ik gleed eraf zodat ik met mijn<br />

onderlichaam <strong>in</strong> het water terechtkwam. Daarna ben ik naar een stenen<br />

hokje gesleept waar wij onder eigen vuur lagen. Met een pioniersschopje<br />

heeft iemand toen een gat gegraven waar<strong>in</strong> ze me neerlegden. Een ander<br />

zette zijn veldfles naast me neer. Ik dacht dat ik zou sterven en zei tegen<br />

De Haan: "Ga maar weg, ik ga toch dood!" Ze lieten me daarna enige uren<br />

alleen. Na verloop van tijd zag ik een donkere vlek boven me opdoemen.<br />

Het was sergeant Nijholt. Hij vroeg me of ik lopen kon. Hij hielp me op en<br />

door hem gesteund kon ik voetje voor voetje de terugtocht maken. Naar de<br />

214<br />

zanddijk die daar was. Hoe lang deze tocht duurde weet ik niet meer. Wel<br />

dat we weer onder vuur gen<strong>om</strong>en werden. We kwamen tenslotte bij de<br />

bataljonsarts die mij de eerste geneeskundige hulp verleende. Ik ben toen<br />

op een brancard door het terre<strong>in</strong> naar een berijdbare weg en vandaar verder<br />

vervoerd. Op een bakfiets voortbewogen door een hospitaalsoldaat. En<br />

nogmaals kwamen we onder vuur te liggen. Nijholt k<strong>om</strong>t naar mijn men<strong>in</strong>g<br />

het meest voor een onderscheid<strong>in</strong>g <strong>in</strong> aanmerk<strong>in</strong>g hoewel hij zijn<br />

daad zelf beschouwd als vanzelfsprekend. Het tekent de man dat zijn<br />

ouders, toen ik hen later bezocht, van niets wisten.<br />

Ik, A.W. Banga, houtimporteur te Opsterland, was tijdens de oorlog van<br />

<strong>1940</strong> eerste luitenant en sectiec<strong>om</strong>mandant <strong>in</strong> de c<strong>om</strong>pagnie van kapite<strong>in</strong><br />

Berkenvelder. De c<strong>om</strong>pagnie is op 12 <strong>mei</strong> op diens bevel teruggetrokken.<br />

Ik heb grote bewonder<strong>in</strong>g voor de manier waarop korporaal De Haan de<br />

kapite<strong>in</strong> verbonden heeft terwijl ze onder vuur lagen. De soldaten Abel en<br />

De Groot hebben geholpen de kapite<strong>in</strong> over de sloot te trekken. Bij de<br />

terugtocht moest de c<strong>om</strong>pagnie een brede vaart over die meer dan vier<br />

meter breed was. Dat gebeurde met behulp van een praam die dwars gelegd<br />

werd, sergeant Nijholt had daarbij de leid<strong>in</strong>g. Hij deed dat op een<br />

rustige beheerste wijze.<br />

Ik, W. de Haan, ambtenaar bij het Bureau Prov. Voedselc<strong>om</strong>missaris, was<br />

toen dienstplichtig korporaal en plaatsvervangend stuksc<strong>om</strong>mandant,<br />

luitenant Banga was mijn sectiec<strong>om</strong>mandant. Op 12 <strong>mei</strong>, toen we ons<br />

ongeveer 600 meter voor <strong>Valkenburg</strong> bevonden, gaf de kapite<strong>in</strong> opdracht<br />

terug te trekken. Het leek ons goed want er kwam vuur uit onverwachte<br />

hoek. De kapite<strong>in</strong> raakte gewond. Ik heb met de riem van zijn broodzak<br />

zijn arm afgebonden en hem te dr<strong>in</strong>ken gegeven. Luitenant Banga zat met<br />

een man of tien gedekt achter een schuurtje. Ze zagen me modderen <strong>om</strong> de<br />

kapite<strong>in</strong> over de sloten te krijgen maar deden eerst niets. Later kwamen er<br />

twee soldaten helpen. Ik heb hen een dekk<strong>in</strong>g laten graven waar<strong>in</strong> we de<br />

kapite<strong>in</strong> gelegd hebben. De kapite<strong>in</strong> gaf opdracht <strong>om</strong> terug te gaan en hem<br />

achter te laten <strong>om</strong>dat hij toch dood zou gaan. Ik ben toen met de anderen<br />

terug gegaan waar ik later veel spijt van had. Het was een ongeordende<br />

terugtocht naar Katwijk.<br />

215


5.16 Kanonnen van Katwijk<br />

Het gevechtsbericht van de 12e <strong>mei</strong> vermeldt dat <strong>om</strong>streeks 8.00 uur afdel<strong>in</strong>gsvuur<br />

werd <strong>in</strong>geschoten door luitenant Ten Bosch met de 2e batterij,<br />

daarna met de 1e batterij. Vervolgens dat met de 1e batterij uitwerk<strong>in</strong>gsvuur<br />

afgegeven werd op <strong>Valkenburg</strong> ter ondersteun<strong>in</strong>g van een aanval van<br />

I-9RI. Hierbij werd het vuren op zijn plaats gebracht door Van der Schee<br />

persoonlijk. Er werd een voltreffer geboekt op het gemeentehuis. Na 10.00<br />

uur is er niet meer geschoten. Er kwam een bericht b<strong>in</strong>nen dat vier "Vios"<br />

bussen met Duitsers <strong>in</strong> politie-uniform <strong>in</strong> aantocht waren!<br />

5.17 Kanonnen van Oegstgeest<br />

De c<strong>om</strong>mandant van de Instructie batterij 7-veld deed die dag een pog<strong>in</strong>g<br />

<strong>om</strong> met een afdel<strong>in</strong>g van 40 man door te dr<strong>in</strong>gen tot de pannenfabriek. De<br />

pog<strong>in</strong>g werd gestaakt <strong>in</strong> verband met heftig vuur uit het dorp <strong>Valkenburg</strong>.<br />

5.18 Van Gunsteren<br />

Ook op 1e P<strong>in</strong>ksterdag zette de eerste luitenant der huzaren, voor de derde<br />

keer ontvlucht uit Duitse gevangenschap, zijn verkenn<strong>in</strong>gstocht door het<br />

dorp voort. Als een engel des gerichts bezag hij hoe de <strong>in</strong>fanterie vanuit<br />

Katwijk het dorp b<strong>in</strong>nendrong. Dat was <strong>om</strong>streeks 12.00 uur. Iets beslister<br />

stormen had het dorp doen vallen, naar zijn men<strong>in</strong>g. De Duitsers hadden<br />

namelijk onder de druk van deze aanval hun verdedig<strong>in</strong>g ten noorden,<br />

langs de Oude Rijn, <strong>in</strong>gekr<strong>om</strong>pen. Toen de Hollandse aanval niet werd<br />

doorgezet werd dat onmiddellijk hersteld. Het bracht hem op het idee aan<br />

de noordzijde het dorp te verlaten. Des avonds, na het ondergaan der<br />

maan, begaf hij zich tussen de Duitse lichte en zware mitrailleurs te water<br />

<strong>om</strong> zwemmend de overzijde te bereiken. De mitrailleurs waren zo'n tweehonderd<br />

meter aan weerszijden van hem opgesteld en zo ook de Nederlandse<br />

tegenhangers op dezelfde plaats en afstand aan de overzijde. Na<br />

zijn <strong>om</strong>zwerv<strong>in</strong>gen had hij begrepen dat beide evenzeer te vrezen waren!<br />

Hij bond zijn uniform en wat ondergoed aan een tien meter lang touw <strong>in</strong><br />

een pakje. In het midden gek<strong>om</strong>en begon een waakzame Duitse mitrailleur<br />

216<br />

te vuren, hij was ontdekt! Meteen dook hij onder en liet het pakje met de<br />

stro<strong>om</strong> meedrijven. Dat werd het doelwit van de schutter. Van Gunsteren<br />

kon de overzijde bereiken. Een gewoon mens zou nu opgelucht aan wal<br />

gegaan zijn en verwacht<strong>in</strong>gsvol de eigen stell<strong>in</strong>gen hebben aangeroepen,<br />

<strong>om</strong> vervolgens door die jongens neergeknald te worden. Geheel anders<br />

deze rechtsgeleerde militair. In de schaduw van de pannenfabriek kroop<br />

hij tegen de walkant <strong>om</strong>hoog, als een rat uit het water, en sloop en kroop<br />

door sloten en bollenvelden naar de Leidseweg. Daar meldde hij zich na<br />

een tocht van bijna vijf uur bij de c<strong>om</strong>mandant van het daar gelegerde<br />

<strong>in</strong>fanteriebataljon, de majoor Mulder. Vandaar g<strong>in</strong>g hij naar overste Buurman<br />

die hem, <strong>in</strong> het huis van de pastoor van Katwijk aan de Rijn, van<br />

droge kleren voorzag en verhoorde. Nog twee verhoren moest hij ondergaan<br />

aleer hij zich bij zijn eigen c<strong>om</strong>mandant terug kon melden.<br />

217<br />

5.19 Boerderij Doe <strong>in</strong> vuur en vlam<br />

Bram Oosterlee bracht me <strong>in</strong> zijn met allerlei aannemersspullen volgestouwde<br />

auto het pad op dat tussen het huis van Leen de Mooy en Kees<br />

van der Eykel ligt. Aan de Voorschoterweg. Staande op het e<strong>in</strong>de daarvan<br />

kun je nu nog wat ongerepte weilanden zien liggen. Bram wees me een<br />

honderd meter land<strong>in</strong>waarts, daar lag de boerderij van Doe. Jarenlang is de<br />

ruïne daar blijven liggen.<br />

Op 12 <strong>mei</strong> kreeg vaandrig Joosten (2-I-1RI) opdracht <strong>om</strong> met zijn sectie<br />

een boerderij aan de Kaswater<strong>in</strong>g te bezetten. De actie maakte deel uit van<br />

een grotere operatie <strong>in</strong> die richt<strong>in</strong>g. De c<strong>om</strong>mandopost was gevestigd op<br />

L<strong>in</strong>quenda niet ver van daar. De boerderij die heroverd moest worden, was<br />

door de Duitsers bezet; herhaaldelijk werden de Nederlandse activiteiten<br />

van daaruit beschoten. Ze tirailleerde over open veld, door sloten en onder<br />

dekk<strong>in</strong>g van dode koeien. Met twee groepen want één groep was achtergebleven<br />

<strong>in</strong> boerderij Veldzicht <strong>om</strong> die bezet te houden. Sprongsgewijs<br />

rukten de twee groepen daarna op tot dicht bij de boerderij. Daarbij werden<br />

ze vanuit Rhijnvliet beschoten. Er werd een patrouille onder aanvoer<strong>in</strong>g<br />

van korporaal Ten Hoeve vooruitgezonden <strong>om</strong> te zien hoe de vijand<br />

<strong>in</strong> boerderij Doe daarop zou reageren. Daarbij werd soldaat Rooyenga<br />

gewond. "Er ist durch se<strong>in</strong>e Knie geschossen!" schreeuwde iemand <strong>in</strong> het


huis. De vijand had zich daarmee verraden. Rechts van hem begonnen de<br />

eigen troepen terug te trekken, ze werden beschoten door eigen artillerie<br />

en zware mitrailleurs. Zelf had hij reeds de boerderij bereikt, zijn mensen<br />

lagen ongeveer tw<strong>in</strong>tig meter achter hem. Zo te zien zaten de Duitsers op<br />

zolder. Maar aangezien hij vreesde afgesneden te worden gaf hij het bevel<br />

terug te trekken op de uitvalsbasis. Des middags is de aanval herhaald. Op<br />

dezelfde wijze werd de boerderij bereikt. Op dat m<strong>om</strong>ent daverden zware<br />

vliegtuigen over. L<strong>in</strong>ks van hen, hij schatte op 600 meter, ontplooiden zich<br />

parachutes. Hij dacht dat het parachutisten waren maar het moeten voorraden<br />

geweest zijn die afgeworpen werden. Desondanks g<strong>in</strong>gen ze de boerderij<br />

b<strong>in</strong>nen maar de Duitsers kwamen niet van de zolder af. De vaandrig<br />

schreeuwde door het trapgat dat ze naar beneden moesten k<strong>om</strong>en. "Wir<br />

k<strong>om</strong>men," werd er geantwoord maar er gebeurde niets. Ook een paar<br />

schoten door het plafond boekten geen resultaat. Daarop liet de vaandrig,<br />

die zijn mannen niet aan een bestorm<strong>in</strong>g wilde wagen, de boerderij <strong>in</strong><br />

brand steken die toen geheel is afgebrand. Joosten trok daarop terug en<br />

groef zich met zijn mannen <strong>in</strong> aan de andere zijde van de Wassenaarse<br />

Water<strong>in</strong>g tussen de Straatweg en de Oude Rijn en bracht daar de nacht en<br />

de volgende dag door.<br />

5.20 Vuur op Rhijnvliet<br />

Sergeant-majoor Bru<strong>in</strong><strong>in</strong>g was na zijn succesvolle beschiet<strong>in</strong>g van de<br />

<strong>om</strong>gev<strong>in</strong>g van boerderij Rhijnvliet naar Poelgeest gegaan en had daar de<br />

nacht doorgebracht. Hij was alweer vroeg bij de steenfabriek aanwezig. De<br />

munitie was aangevuld. Aangezien de Duitsers uit de boerderij waren<br />

weggetrokken verlegden zij het mortiervuur naar doelen dichterbij het<br />

vliegveld (arme Joosten!). Of hun fabriek die dag of de dag erna door de<br />

Duitsers beschoten is weet hij niet meer. In ieder geval is hij vrij exact als<br />

hij beschrijft dat hij op die dag met een boot en drie man naar de overzijde<br />

is gevaren en zijn uitkijkpost <strong>in</strong> de boerderij heeft gevestigd! Het contact<br />

met zijn sectie onderhield hij via een door het water aangelegde telefoonlijn!<br />

De verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g viel spoedig uit, na ongeveer een halve dag voer hij<br />

met zijn mannen weer terug. In de boerderij was op dat m<strong>om</strong>ent ook een<br />

vooruitgeschoven post aanwezig van een uit Wassenaar afk<strong>om</strong>stig lege-<br />

218<br />

ronderdeel, zijnde een korporaal en enige manschappen! Het zou betekenen<br />

dat Rhijnvliet die dag door de Hollanders bezet was. Het zou ook de<br />

brutale aanwezigheid van een Nederlandse pantserwagen op die plaats<br />

verklaren! Jaap van der Zwart vertelt dat de daar <strong>in</strong> de kelder gevluchte<br />

<strong>Valkenburg</strong>ers er niet konden blijven want de boerderij werd met granaten<br />

bestookt. De stallen vatten vlam en brandden geheel uit. Ook de won<strong>in</strong>g<br />

was voor een groot deel verwoest. Verderop, de huizen van A. Lagendijk<br />

en Van Doe, brandden eveneens geheel af. Zelfs aan de overkant van de<br />

Rijn werden vier of vijf huizen totaal vernield. Daardoor moesten reeds <strong>in</strong><br />

de vroege zondagmorgen de kelderbewoners van Rhijnvliet een goed<br />

heenk<strong>om</strong>en zoeken <strong>in</strong> huisje Langeveld!<br />

219<br />

5.21 Huisje Langeveld<br />

Gedurende de nacht waren de gasten van Maartje Langeveld wat tot rust<br />

gek<strong>om</strong>en, zelfs de gewonden. De k<strong>in</strong>deren echter lieten zich niet troosten<br />

en bleven maar huilen. De gevechten begonnen weer toen de dag nauwelijks<br />

aangebroken was. Om half vier 's-morgens kwamen de <strong>in</strong> Rhijnvliet<br />

achtergebleven mensen van hun groep het huisje b<strong>in</strong>nenlopen. Jaap van<br />

der Zwart en anderen hadden maatregelen gen<strong>om</strong>en <strong>om</strong> de Hollanders aan<br />

de overzijde te laten blijken dat er vluchtel<strong>in</strong>gen zaten. Aan de weg stonden<br />

twee witte vlaggen. Tegen de nok van het dak werd een lange ladder<br />

geplaatst, waaraan met een lange stok een grote witte vlag met een rood<br />

kruis erop. Die stak boven de b<strong>om</strong>en uit. Naar later bleek was de vlag tot<br />

zelfs <strong>in</strong> Oegstgeest duidelijk gezien. De Hollanders aan de overkant hadden<br />

blijkbaar munitie teveel en schoten er een mitrailleur op leeg! Van die<br />

kant was geen heil te verwachten. Het huisje werd desondanks gespaard.<br />

Misschien door de hoge b<strong>om</strong>en. De mensen b<strong>in</strong>nen voelden het anders:<br />

God was hun schild.<br />

Mevrouw Rous, ze had met haar beide dochters <strong>in</strong> de kelder van Rhijnvliet<br />

gezeten, kwam Jaap van der Zwart vanuit de andere kamer opzoeken.<br />

Ze had moeite zich te verplaatsen door de dik opeengepakte mensenmassa.<br />

Ook Jaap's gez<strong>in</strong> kwam uit de dekschuit sluipen, ze wisten dat kle<strong>in</strong>e Jaap<br />

en hun moeder gewond waren. Ook zijn dochter was gewond geraakt. Wat<br />

nu te doen? Met zovelen daar te blijven was onmogelijk. Er werd besloten


dat zij, die dat durfden, naar de overkant zouden varen met de schuit die<br />

bij de vuilnisbelt lag en dan door het land naar Oegstgeest lopen. Toen het<br />

erop aan kwam werd het plan toch wel erg riskant gevonden. T<strong>in</strong>us van<br />

der Meij en Jaap van der Zwart liepen richt<strong>in</strong>g Rhijnvliet <strong>om</strong> daar de<br />

Duitsers te vragen over te mogen steken. Die hadden zich kennelijk naar<br />

achteren verplaatst want er was niemand te zien. Slechts één gewonde<br />

Duitsers kwam uit de slootkant <strong>om</strong>hoog, de handen <strong>in</strong> de hoogte, of hij<br />

met hen mee mocht. Ze droegen hem tussen hen <strong>in</strong> naar de schuur achter<br />

hun huisje en legden hem daar bij de andere gewonde Duitsers. Nogmaals<br />

werd er gevraagd: "Wie wil er mee naar de overkant?" Er werden stokken<br />

gemaakt met witte vlaggen. Een stuk of twaalf personen waagden de oversteek.<br />

Daarbij was Kees Bos, die werd vervoerd <strong>in</strong> een veil<strong>in</strong>gkist op een<br />

karretje. En Truus Bisd<strong>om</strong> en een zekere mevrouw Zandbergen, een Rijnsburgse.<br />

En drie k<strong>in</strong>deren van Jaap van der Zwart, Kees, Koos en Jo. Met<br />

T<strong>in</strong>us als stuurman lieten ze zich <strong>in</strong> de vroege morgen naar de andere kant<br />

van het water drijven. Hen was op het hart gebonden een goed woordje te<br />

doen voor de achterblijvers. De boot werd nog wel beschoten maar ze<br />

kwamen ongedeerd aan de Oegstgeester zijde van de Rijn. Daar stond het<br />

huis van Giel Verhaar, verlaten. Een honderd meter naar l<strong>in</strong>ks stond het<br />

huis van de ouders van T<strong>in</strong>us. Ook verlaten. T<strong>in</strong>us wist precies de weg en<br />

besloot dwars door het land te gaan richt<strong>in</strong>g "Leiderweg". Het Nederlandse<br />

leger scheen te slapen want ongeh<strong>in</strong>derd konden ze die bereiken en vervolgens<br />

naar het viaduct lopen waar de kanonnen van Oegstgeest stonden.<br />

Daar vervoegden ze zich bij de artilleristen. De <strong>Valkenburg</strong>ers werden<br />

onder de bagger en doodmoe naar het gemeentehuis gebracht. T<strong>in</strong>us moest<br />

met de soldaten mee naar de toren van de RK kerk en vanuit die uitkijkpost<br />

hen vertellen waar de Duitsers zaten. Maar ook waar de vluchtel<strong>in</strong>gen<br />

zich bevonden! Er werd <strong>in</strong>derdaad van die zijde geen enkele treffer op het<br />

huisje geplaatst. "Maar ja" schrijft Jaap <strong>om</strong> alles wat gebeurd was te verklaren,<br />

"het g<strong>in</strong>g tegen de Duitsers en die hadden zich <strong>in</strong>gegraven vlak bij<br />

het huisje!" Omstreeks tien uur zijn drie jongens en mej. Bos richt<strong>in</strong>g<br />

Leiden gegaan, <strong>om</strong> hulp te zoeken voor de gewonden. Er kwam geen<br />

reactie van die kant. Zo ongeveer zestig anderen besloten tot de terugtocht<br />

naar <strong>Valkenburg</strong>. Dat g<strong>in</strong>g niet z<strong>om</strong>aar. Naar verluid nam mevrouw Hogewon<strong>in</strong>g<br />

het voortouw. "Als jullie mannen niet durven dan ga ik alleen!"<br />

220<br />

Waarop schoorvoetend de terugtocht werd aanvaard. Maartje Botermans<br />

en haar dochtertje van negen maanden waren daarbij, de k<strong>in</strong>derwagen was<br />

blijven staan bij Rhijnvliet. Onderweg werd de groep door veldwachter<br />

Rous opgevangen, die hen naar de kelder van Klaas van der Nagel bracht.<br />

Ze hadden witte vlaggen meegekregen, ook hen was gevraagd voor hulp te<br />

zorgen als ze goed aangek<strong>om</strong>en zouden zijn. Het was een hele oplucht<strong>in</strong>g<br />

voor hen die achterbleven, zo'n vijftig mensen! Ze hadden honger want<br />

gegeten was er nog niet. Op het fornuis werden aardappelen gekookt. Op<br />

een theeschoteltje met bijpassend lepeltje werd de aardappelpuree geserveerd.<br />

Het was we<strong>in</strong>ig maar smaakte heerlijk. Dat was op zondagmorgen<br />

<strong>om</strong>streeks acht uur. Toen werd gebeden en gedankt en Gods lof gezongen.<br />

Met alle gez<strong>in</strong>dten samen werd het een P<strong>in</strong>ksterfeest zoals ze dat nog nooit<br />

meegemaakt hadden<br />

De dag voer voort. De zieken werden er niet beter op. Ze voelden zich<br />

stram en stijf en vooral moe. De gezichten begonnen hoe langer hoe meer<br />

te betrekken. Meurs had veel pijn. Cornelis Langeveld had nog een fles<br />

bessensap die werd aangelengd met water, de gewonden vonden het heerlijk.<br />

In de schuur achter het huisje lagen de Duitse gewonden. Het waren<br />

er een stuk of vijf. Karl zorgde ook voor hen. Meestentijds hield hij zich<br />

op <strong>in</strong> de kamer waar Annie Rhijnsburger lag. Jaap hoefde maar te wenken<br />

of hij sprong op tot alles bereid. Zo werd het <strong>om</strong>streeks vier uur 's middags.<br />

Drie pantserauto's waren elders weggehaald <strong>om</strong> te assisteren bij de<br />

strijd <strong>om</strong> <strong>Valkenburg</strong>. Eén stond er opgesteld bij de steenfabriek schu<strong>in</strong><br />

tegenover Rhijnvliet. Op die morgen was deze beschoten vanuit dat Duitse<br />

bolwerk. De kogel had de wagen doorboord. Rhijnvliet begon lastig te<br />

worden. De beide andere pantserauto's stonden op de Haagse Schouw. Ze<br />

kregen opdracht op te rukken over de weg naar <strong>Valkenburg</strong> en vast te<br />

stellen of zich daar Duitsers bevonden en zo ja waar. Tot de Zonneveldslaan<br />

moesten ze gaan. Volgens de boeken zijn ze niet tot zover gek<strong>om</strong>en.<br />

Wij weten wel beter. Bovendien was Rhijnvliet te dien tijde <strong>in</strong> handen van<br />

sergeant-majoor Bru<strong>in</strong><strong>in</strong>g. De overige boerderijen lagen al <strong>in</strong> pu<strong>in</strong>. Bleef<br />

over een tussen de b<strong>om</strong>en verscholen armzalig huisje <strong>in</strong> de kr<strong>om</strong>m<strong>in</strong>g van<br />

de straatweg. Er stonden wel witte vlaggen <strong>in</strong> de tu<strong>in</strong>. En een grote<br />

rodekruisvlag wapperde van de nok van het dak. Maar ergens vandaan<br />

221


moest het schot op hun makkers toch gelost zijn! Witte vlaggen en rode<br />

kruisen hadden niets te betekenen werd er gezegd. De Duitsers maakten er<br />

gaarne misbruik van, dachten de Hollanders. Daarvoor werden ze<br />

herhaaldelijk gewaarschuwd.<br />

Jaap van der Zwart zag de auto bij Rhijnvliet staan en <strong>in</strong> hun richt<strong>in</strong>g<br />

k<strong>om</strong>en. De kleuren rood-wit-blauw deden hem verheugd naar b<strong>in</strong>nen<br />

lopen. "Het is een pantserwagen!" wist er iemand. "Dan zullen we gauw<br />

bevrijd worden!" Opgewonden keken ze elkaar aan. Het st<strong>om</strong>me d<strong>in</strong>g<br />

buiten bracht echter geen bevrijd<strong>in</strong>g maar de dood. Het vuur werd geopend<br />

en het huisje <strong>in</strong> de breedte beschoten. De bemann<strong>in</strong>g, doof voor alles <strong>in</strong><br />

hun stalen <strong>om</strong>hulsel, hoorde niets van het gillen <strong>in</strong> het huisje. Zagen ze<br />

nog de witte doek wapperen waarmee Jaap hen buiten liggend voor het<br />

raam probeerde op andere gedachten te brengen? Zo als ze gek<strong>om</strong>en waren<br />

verdwenen ze, al schietend. Geen <strong>in</strong>fanteristen kwamen het "veroverde"<br />

terre<strong>in</strong> bezetten. Weer een nutteloze actie was ten e<strong>in</strong>de.<br />

B<strong>in</strong>nen <strong>in</strong> de keuken was het chaos. Brokken pu<strong>in</strong> en balken waren naar<br />

beneden gek<strong>om</strong>en. Het gezicht van de vrouw van Harry Jansen zat onder<br />

het bloed, een schampwonde <strong>in</strong> het voorhoofd. Ze stond <strong>in</strong> de gang met<br />

haar twee k<strong>in</strong>deren onder de armen toen ze getroffen werd. "Wat moet ik<br />

nu beg<strong>in</strong>nen?" Gerrit Bol heeft haar verbonden. Toen Jaap <strong>in</strong> de kamer<br />

kwam begon iedereen te huilen. De ruimte was gevuld met kruitdamp.<br />

Daar waren twee bedsteden. In de ene lag de weduwe Meurs <strong>in</strong> de andere<br />

haar kle<strong>in</strong>dochter, het jongste k<strong>in</strong>d van Kees Meurs. Beiden waren dodelijk<br />

getroffen.<br />

In de loop van de middag kwamen verschillende manspersonen uit<br />

<strong>Valkenburg</strong> hun gelederen versterken. Zij waren uit café Ramp gevlucht<br />

en door sloten en greppels tot daar gek<strong>om</strong>en. Onder hen waren Johannes<br />

Imthorn, Piet Barnhoorn en Henk Ouwersloot. Droge kleren waren er niet<br />

zodat ze doornat en onder de modder tussen de anderen <strong>in</strong> de keuken<br />

moesten zitten. Met het eten en dr<strong>in</strong>ken was het slecht gesteld. De<br />

consumptietent van H. van Vugt stond niet ver vandaar, ongeveer honderd<br />

meter verderop. Gerrit Bol sprak erover daarheen te gaan. Het was gevaarlijk<br />

want aan de andere zijde van de straatweg lagen de Duitsers <strong>in</strong>gegraven.<br />

Toen het donker was g<strong>in</strong>g hij op weg en sloop op handen en voeten<br />

naar de eetgelegenheid. Het werd een goede vangst, er was zoveel dat niet<br />

222<br />

alles <strong>in</strong> één keer vervoerd kon worden. Cider, perl, chocolade, pepermunt,<br />

drop en nog wat gevulde koeken. Maar bovenal een emmer water. Jaap<br />

werd tot hofmeester aangesteld en kreeg het beheer.<br />

De gewonden werden er niet beter op, Meurs en zijn vrouw gaven te kennen<br />

bij elkaar te willen liggen <strong>om</strong> samen te sterven. Ook de vrouw van<br />

Chris van Dijk was zwaargewond, ze klaagde niet. De vrouw van Henk<br />

van der Nagel lag gedeeltelijk op de pedalen van een orgel hetgeen haar<br />

niet bepaald lekker deed slapen. Die slaap had ze nodig want ze heeft zich<br />

buitengewoon verdienstelijk gemaakt met het helpen der gewonden. Zo<br />

g<strong>in</strong>g de nacht voorbij.<br />

223<br />

5.22 Albertushof<br />

De Duitsers bezetten de Albertushof. Deze <strong>om</strong> en nabij de zuid-west zijde<br />

van het vliegveld onder Wassenaar gelegen boerderij was voor hen een<br />

sterke positie van waaruit het <strong>om</strong>liggende terre<strong>in</strong> onder mitrailleur- en<br />

mortiervuur gehouden kon worden. Een versterkt <strong>in</strong>fanteriepeloton werd<br />

er op uit gestuurd. Artillerie beschiet<strong>in</strong>g vooraf, welgeteld 57 granaten<br />

werden afgevuurd. Van de hoeve bleef niet veel over. Maar de Duitsers<br />

hadden zich <strong>in</strong>gegraven en hun weerstand was ongebroken, de Nederlanders<br />

werden teruggedreven. Majoor Mall<strong>in</strong>ckrodt, die nog immer het<br />

vliegveld onder zijn hoede had en zijn d<strong>om</strong>e<strong>in</strong> bedreigd achtte, trok er op<br />

uit <strong>om</strong> hen te steunen. Met twee versterkte c<strong>om</strong>pagnieën. Hij zuiverde<br />

eerst de Pan van Persijn en trok vervolgens naar de Albertushoeve. "Terug!"<br />

c<strong>om</strong>mandeerde Buurman, gedachtig aan de voorhamer en de vlieg.<br />

Mall<strong>in</strong>ckrodt moest hem wel gelijk geven.<br />

5.23 Wachtmeester Lensen<br />

Hij was het die op de eerste dag met zijn wielrijderspatrouille uit Rijnsburg<br />

kwam, de strijd aanbond met de het dorp b<strong>in</strong>nenstormende Duitsers,<br />

twee man verloor en zelf gewond gevangen gen<strong>om</strong>en werd. Hij moet al<br />

die dagen <strong>in</strong> het hospitaal zijn geweest. Tijdens een artillerie beschiet<strong>in</strong>g<br />

heeft hij kunnen ontsnappen, volgens hem was het 12 <strong>mei</strong>. Met twee <strong>in</strong>fanteristen<br />

en een <strong>mei</strong>sje zijn ze <strong>in</strong> een boot naar de overzijde gevaren. De


eerste pog<strong>in</strong>g mislukte. Ze werden beschoten. De tweede keer g<strong>in</strong>g het<br />

goed. Ze kwamen heelhuids <strong>in</strong> Rijnsburg, Lensen werd naar het ziekenhuis<br />

gebracht.<br />

5.24 Geallieerde akties (Gerrit Russchenberg)<br />

Werden op de vorige dag (11 <strong>mei</strong>) slechts enige patrouillevluchten uitgevoerd,<br />

<strong>in</strong> de vroege morgen van 12 <strong>mei</strong> voerden Supermar<strong>in</strong>e Spitfire<br />

jachtvliegtuigen en Boulton Paul Defiant jachtb<strong>om</strong>menwerpers<br />

mitrailleuraanvallen uit op vijandelijke doelen bij de Wassenaarse slag.<br />

Inhoud hoofdstuk 6<br />

6. 1 Terugblik<br />

6. 2 In het hospitaal<br />

6. 3 Oorlogsgraven<br />

6. 4 Burgervader<br />

6. 5 Huisje Bloemendaal<br />

6. 6 Parlementairs<br />

6. 7 De Wassenaarseslag<br />

6. 8 Ben Collignon vlucht<br />

6. 9 Garage Poot<br />

6.10 Torenvliet<br />

6.11 Huisje Langeveld<br />

6.12 Verkenner <strong>in</strong> niemandsland<br />

6.13 Kalkzandsteenfabriek<br />

6.14 Torens <strong>om</strong> <strong>Valkenburg</strong><br />

6.15 Kanonnen van Katwijk<br />

6.16 Kanonnen van Oegstgeest<br />

6.17 Steenfabriek De Ridder<br />

6.18 De watermolen aan de Zijlwater<strong>in</strong>g<br />

6.19 Albertushof<br />

224<br />

Hoofdstuk<br />

225<br />

6<br />

Maandag 13 <strong>mei</strong><br />

tweede P<strong>in</strong>ksterdag<br />

6.1 Terugblik<br />

Na een zware beschiet<strong>in</strong>g van de k<strong>om</strong> van het dorp was de bevrijd<strong>in</strong>g van<br />

<strong>Valkenburg</strong>, met de overw<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g <strong>in</strong> zicht, door een verkeerd begrepen opdracht<br />

van de c<strong>om</strong>mandant vest<strong>in</strong>g Holland, luitenant-generaal Van Andel<br />

afgeblazen. Dat is de gangbare verklar<strong>in</strong>g. In de gevechtsverslagen van<br />

ondermeer majoor Van der Schee is daar we<strong>in</strong>ig van terug te v<strong>in</strong>den. Het<br />

resultaat van de gehele actie was <strong>in</strong> ieder geval: een vernielde kerk, hospitaal<br />

en café Ramp. Jammer genoeg net de drie plaatsen waar de krijgsgevangenen,<br />

de gewonden en de burgers schuilden. Weer waren er doden<br />

gevallen onder hen. De grimmigheid van de Nederlandse leeuw was echter<br />

nog steeds niet geblust. Mochten er geen Nederlandse voorhamers gebruikt<br />

worden <strong>om</strong> op Duitse vliegen te meppen, het b<strong>om</strong>barderen van het<br />

dorp viel kennelijk niet onder die beperk<strong>in</strong>g en was tenslotte nog het enige<br />

wapen dat zonder militaire verliezen kon worden toegepast. Er werd een<br />

succes geboekt: een <strong>in</strong> het centrum van het dorp geparkeerde munitieauto<br />

ontplofte.<br />

Volgens Piet van Duyn was er overleg geweest tussen de Duitsers en de<br />

Hollanders voor de afvoer van de gewonden. De Duitsers hadden de eis<br />

gesteld dat hun gewonden na genez<strong>in</strong>g naar een neutraal land zouden<br />

mogen gaan. Buurman zei nee.<br />

Er werd die dag getracht een bruggehoofd te vestigen op het terre<strong>in</strong> van<br />

de dakpannenfabriek door 40 man van de <strong>in</strong>structie bat. 7-veld uit Rijnsburg.<br />

De pog<strong>in</strong>g mislukte. Wachtmeester Lensen zag kans tijdens de be-


schiet<strong>in</strong>gen uit het hospitaal te vluchten en over te varen naar Rijnsburg.<br />

Met nog twee soldaten en een <strong>Valkenburg</strong>s <strong>mei</strong>sje. De luitenant Van Gunsteren<br />

wist de overkant zwemmend te bereiken.<br />

Volgens gevechtsberichten hadden de pantserauto's, die vanaf de Haagse<br />

Schouw een verkenn<strong>in</strong>gstocht richt<strong>in</strong>g <strong>Valkenburg</strong> maakten, hun e<strong>in</strong>ddoel<br />

(de Zonneveldslaan) niet bereikt. Toch werd huisje Langeveld waar<strong>in</strong><br />

ruim honderd burgers als har<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> een ton opgesloten zaten, door één<br />

ervan beschoten. Gevolg: nog weer twee doden. De pantserauto stond bij<br />

boerderij Rhijnvliet, dus voorbij de Zonneveldslaan. De boerderij was<br />

gedurende een groot deel van de dag door de Hollanders bezet. De Duitsers<br />

waren weg, zo ook de <strong>Valkenburg</strong>ers die er <strong>in</strong> de kelder zaten.<br />

Hoewel het vliegveld een soort niemandsland vormde onder Nederlandse<br />

vlag, hadden de Duitsers toch kans gezien de Albertushof ten zuidwesten<br />

daarvan te bezetten. Na zware beschiet<strong>in</strong>g werd de boerderij bestormd<br />

door een <strong>in</strong>fanteriepeloton. Ze werden teruggeslagen. Mall<strong>in</strong>ckrodt wilde<br />

er op af met een c<strong>om</strong>pagnie maar werd teruggefloten door Buurman.<br />

6.2 In het hospitaal<br />

Piet van Duyn had geen begrip meer van dag noch tijd: Hoe lang duurt dit<br />

nu al? Dagen, maanden, we weten het niet. Een uur is een dag en een dag<br />

is een eeuwigheid. In de verbandplaats is het een chaos van je welste.<br />

Alles door elkaar. Instrumenten onder het bloed. Vuil, stof, kalk, kapotte<br />

ruiten, gebroken flessen, lege dozen. Het lijkt wel of hier de bliksem <strong>in</strong>geslagen<br />

is. In de kelder ernaast, op een stenen trap, de dokter en zijn helpers.<br />

De gewonden op brancards. Die staan <strong>in</strong> het water en zijn alleen met<br />

laarzen aan te bereiken. De toestand van de patiënten wordt hoe langer<br />

hoe slechter. Totdat bakker de Vries kwam met pannen vol bouillon en<br />

soep. Dat was een feest, e<strong>in</strong>delijk iets warms, wat hartigs. Jammer dat het<br />

maar mondjesmaat was. Maar ja, we hadden ook zo'n groot huisgez<strong>in</strong>! De<br />

patiënten smulden, dat was wat anders dan eens per dag een droge korst<br />

brood, of niets, of snoeperij. Allen dronken uit één kopje, dat was<br />

gemakkelijk. 't Was gelijk scheppen en dr<strong>in</strong>ken. We g<strong>in</strong>gen door het hospitaal,<br />

b<strong>in</strong>nendoor. Lokaal 4 was al ontruimd, er zaten drie Duitsers die het<br />

op de gang te benauwd vonden. Ook zij kregen soep van De Vries. Vlak<br />

226<br />

<strong>om</strong> de hoek bij de <strong>in</strong>gang lag ook nog iemand op een ledikant. Soep opgeschept.<br />

Voorzichtig de dekens opgetild. Sliep de man s<strong>om</strong>s? Ja, hij sliep en<br />

zou niet meer wakker worden. De soep weer terug <strong>in</strong> de pan. De Duitsers<br />

bespraken de toestand met de arts: "Morgenavond moeten alle verbanden<br />

vernieuwd worden. Dan moeten we maar zien de gewonden ergens anders<br />

onder te brengen!". Vooraf g<strong>in</strong>g echter nog een granaten-concert dat meer<br />

dan schunnig was. Afgewisseld met mitrailleurvuur en mortieren! Maar<br />

behalve dat je je zo kle<strong>in</strong> mogelijk maakt als een stelletje opgerolde egels<br />

zijn we ook daarvoor immuun geworden. Als je merkt dat er iemand getroffen<br />

is dan vloek je <strong>om</strong>dat zo'n beschiet<strong>in</strong>g z<strong>in</strong>loos is. We zijn al lang<br />

murw. Laat ze maar k<strong>om</strong>en. Het <strong>in</strong>teresseert ons niet meer. We zijn al zo<br />

ver dat we met de ergste d<strong>in</strong>gen de draak steken. Alles laat ons onverschillig;<br />

behalve als we merken dat de gewonden nog eens een veeg uit de pan<br />

krijgen. Dan breekt de hel <strong>in</strong> je net zo hard los als daarbuiten en zou je <strong>in</strong><br />

staat zijn <strong>om</strong> dwars door het vuur naar de soldaten te gaan en hun de strot<br />

af te bijten. Het getuigt wel van fijngevoeligheid <strong>om</strong> speciaal op de Rode-<br />

Kruis gelegenheden te schieten! Of van een grote onkundigheid van ons<br />

officieren-korps. De Duitsers krijgen wel gelijk: Als volgens hen de officieren<br />

waren als onze soldaten dan waren we al vanaf zaterdag vrij geweest!<br />

De korte en toch zo koude nacht brak aan. We waren door Ootje, die<br />

bevorderd was tot kok voor tien Duitsers die <strong>in</strong> de kelder van Wolthuis<br />

lagen, uitgenodigd die avond daar te k<strong>om</strong>en dr<strong>in</strong>ken. Hij had ook nog wat<br />

brood en vlees bewaard maar die film g<strong>in</strong>g niet door. Er waren andere<br />

haaien op de kust geweest! Wat overbleef was wat bessensap en suiker en<br />

nog wat. We mengden een beker limonade met wat brandewijn van mezelf,<br />

reuze hoor! We konden de eerste nachten nog een voetbad nemen, nu kon<br />

dat door gebrek aan water ook niet meer. We mochten 's-nachts wel op<br />

straat k<strong>om</strong>en want we kregen het wachtwoord maar een verdwaalde kogel<br />

en je was er geweest. Dus bleven we maar zoveel mogelijk b<strong>in</strong>nen.<br />

227<br />

6.3 Oorlogsgraven<br />

De burgemeester schrijft daarover <strong>in</strong> een brief aan de m<strong>in</strong>ister van<br />

Staat:"Ondanks het feit dat ik iedere dag, behalve des Zondags toen dit


door het voortdurend hevige granaatvuur niet mogelijk was, één of meer<br />

dere malen door de gemeente g<strong>in</strong>g, was het mij toch niet bekend dat door<br />

de Duitse weermacht op maandag 13 <strong>mei</strong>, het was dus nog oorlog, de<br />

gesneuvelde Hollandse en Duitse militairen<br />

en enkele gedode burgers <strong>in</strong> een<br />

tu<strong>in</strong> achter het raadhuis werden begraven.<br />

Hieraan hadden ook enkele burgers<br />

geholpen". De burgemeester gaf<br />

het aantal dat opgegraven was: Er was<br />

één graf waar<strong>in</strong> dertien Hollandse<br />

militairen lagen en twee burgers. In een<br />

tweede graf lagen twee Hollandse<br />

militairen. Uit een bijlage bij deze brief<br />

blijkt dat er zeventien militairen begraven<br />

zijn <strong>in</strong> de tu<strong>in</strong> van de oude pastorie<br />

en dat er acht begraven zijn naast de<br />

kerk. Volgens zeggen werd er begraven<br />

achter de oude pastorie, niet achter het<br />

raadhuis.<br />

44 oorlogsgraf naast het hospitaal.<br />

6.4 Burgervader<br />

"Gelukkig gebeurde er de volgende dag niets bijzonders" begon de burgemeester<br />

zijn verslag van de tweede p<strong>in</strong>ksterdag. Al vroeg begaf hij zich<br />

naar het huis van P. Zwaan op de Middenweg waar de Oberleutnant Hündorff<br />

op dat m<strong>om</strong>ent zijn d<strong>om</strong>e<strong>in</strong> had. De burgemeester had de onderbevelhebber<br />

verzocht met diens baas te mogen spreken, beide mannen stonden<br />

daar midden op de Middenweg. Vanaf "De Punt" werd een burger<br />

opgebracht door twee soldaten en dat alsof ze een zeer gevaarlijk beest <strong>in</strong><br />

hun midden hadden. De burgemeester herkende hem onmiddellijk: "Van<br />

Schayk, wat k<strong>om</strong> jij hier doen?" Maar voordat hij verder kon gaan, legde<br />

de officier hem het zwijgen op. Van Schayk werd voorgeleid en de Duitser<br />

ondervroeg hem. Die verklaarde het volgende: "Ik werk op de gemeentesecretarie<br />

hier <strong>in</strong> <strong>Valkenburg</strong>. Toen het vanmorgen wat rustiger geworden<br />

was, zei ik tegen mijn ouders: Ik zal gaan zien of ik <strong>in</strong> <strong>Valkenburg</strong> kan<br />

228<br />

k<strong>om</strong>en, dan kan ik de burgemeester wellicht met het één en ander van<br />

dienst zijn. Ik ben over de Haagse Schouw naar hier gereden. Even buiten<br />

het dorp werd ik door deze soldaten aangehouden die mij hierheen gebracht<br />

hebben!" Hündorff kon het verhaal maar moeilijk geloven "Is dat<br />

echt waar?" De burgemeester kon het met de hand op zijn hart bevestigen,<br />

hij werd geloofd. Onder diens geleide mocht hij daarna plaats nemen <strong>in</strong> de<br />

kelder van de gebroeders Van der Nagel. Daarheen onderweg vertelde hij<br />

nog dat hij ook door Nederlandse militairen aangehouden was. Hij had<br />

gevraagd of hij naar <strong>Valkenburg</strong> kon fietsen. Die hadden ja gezegd.<br />

Soldatenhumor!<br />

De burgemeester kreeg een gewapend geleide mee en begaf zich<br />

vervolgens op de door hem als zeer gevaarlijk beschreven weg naar de<br />

bevelhebber van de Duitsers, die zich <strong>in</strong> de boerderij van Willem van Egmond<br />

had genesteld. De boerderij stond aan de Achterweg op een thans<br />

braakliggend terre<strong>in</strong>tje ten zuidwesten van de flats aan de Mar<strong>in</strong>us Poststraat.<br />

Tot bij de zogenaamde "zeven huisjes" g<strong>in</strong>g het wel. Dat wijkje<br />

arbeiderswon<strong>in</strong>kjes stond destijds ongeveer daar waar nu het Marktveld<br />

zich met de Mar<strong>in</strong>us Poststraat verenigd. Ten noorden daarvan. Tussen die<br />

huisjes en de boerderij, die klaarblijkelijk het hoofdkwartier van de Duitsers<br />

was, lag het open veld. De burgemeester schatte de afstand op tweehonderd<br />

meter. Daar was een sloot naar de boerderij. Had de burgemeester<br />

de avond tevoren nog bedacht hoezeer het leven van een <strong>in</strong>fanterist te<br />

verkiezen was boven het lijden van een burgemeester <strong>in</strong> oorlogstijd, nu<br />

werden zijn dr<strong>om</strong>en werkelijkheid. Zijn geleide beduidde hem dat de open<br />

ruimte slechts met sprongen kon worden overgestoken. Na iedere sprong<br />

plat op de grond en wachten op zijn teken! Het g<strong>in</strong>g goed, ze bereikten de<br />

sloot. Nu was het ergste gevaar voorbij. De Duitse soldaat begaf zich te<br />

water, hij had laarzen aan, de burgemeester liep gebukt <strong>in</strong> de slootkant.<br />

Om hem voor vallen te behoeden hield de soldaat hem bij de hand vast. Zo<br />

kwamen ze veilig aan <strong>in</strong> de boerderij waar <strong>in</strong>derdaad de c<strong>om</strong>mandant<br />

(Oberst Heyser) met zijn staf aanwezig was. Welwillend werd hij aangehoord.<br />

Hij vertelde eerst over het gebeuren <strong>in</strong> zijn kelder en wat de<br />

soldaten hadden gedaan. De c<strong>om</strong>mandant, die schijnbaar de handelwijze<br />

van zijn soldaten afkeurenswaardig vond, beloofde maatregelen te nemen.<br />

229


Terloops feliciteerde hij de burgemeester met het feit dat ze nog levend uit<br />

de kelder gek<strong>om</strong>en waren! Die vatte daarop moed en deed het verzoek <strong>om</strong><br />

de vrouwen en k<strong>in</strong>deren en de gewonden te evacueren. Als de Hollandse<br />

c<strong>om</strong>mandant <strong>in</strong> Katwijk zijn medewerk<strong>in</strong>g zou verlenen was het te regelen.<br />

"Heeft u nog voldoende eten <strong>in</strong> huis?" werd hem gevraagd. Toen hij<br />

naar waarheid nee moest zeggen, werden hem nog twee met melk gevulde<br />

flessen meegegeven. De terugreis werd op dezelfde wijze volbracht.<br />

Aangezien hij toch <strong>in</strong> de buurt was, bracht de burgemeester daarop een<br />

bezoek aan de mensen <strong>in</strong> de kelders van Gerrit Slootweg en Nicolaas van<br />

Egmond. De kelders waren overvol, ondanks alle gevaar waren de burgers<br />

betrekkelijk kalm. Daarna begaf hij zich richt<strong>in</strong>g raadhuis. Daar even<br />

voorbij was de won<strong>in</strong>g van W. van Egmond. Het artillerie-b<strong>om</strong>bardement<br />

was weer begonnen. Toen hij bij de <strong>in</strong>gang van de kelder gek<strong>om</strong>en was,<br />

sloeg een granaat achter hem <strong>in</strong> een muur op de plaats waar hij zich enige<br />

seconden tevoren bevonden had. De kelder was vol met Duitse soldaten.<br />

Hij kon er niet bij. Toen het schieten ophield werden de soldaten naar<br />

buiten geroepen <strong>om</strong> hun stell<strong>in</strong>gen te betrekken. Klaarblijkelijk werd er<br />

gevreesd voor een nieuwe Hollandse aanval. De burgemeester achtte het<br />

raadzaam te vertrekken. Hij kwam langs de kerk waarvan slechts de muren<br />

en de toren nog overe<strong>in</strong>d stonden. Die was de dag ervoor <strong>in</strong> brand geschoten.<br />

Onder dekk<strong>in</strong>g van de deels stukgeschoten huizen op de Middenweg<br />

bereikte hij tenslotte veilig zijn eigen kelder.<br />

6.5 Huisje Bloemendaal<br />

De familie Van Egmond bracht de p<strong>in</strong>ksterdagen door op de boerderij. In<br />

niemandsland. Overdag hielden ze zich verborgen <strong>in</strong> de gierkelder. Door<br />

het deksel iets op te lichten konden ze zien wat er buiten gebeurde. Gelukkig<br />

was de put pas schoongemaakt. Ze lagen echter tussen twee vuren <strong>in</strong>.<br />

Op zeker m<strong>om</strong>ent hoorden ze glas r<strong>in</strong>kelen, soldaten drongen de stal b<strong>in</strong>nen.<br />

Waren het Duitsers of Hollanders? Toen ze weer naar buiten kwamen<br />

zagen ze laarzen voorbij lopen. Het waren dus Duitsers.<br />

Het leek niet wijs <strong>om</strong> daar te blijven. Toen het donker was hulden ze<br />

zich <strong>in</strong> witte lakens en liepen de Broekweg af naar het dorp toe. Het was<br />

hun bedoel<strong>in</strong>g goed op te vallen <strong>om</strong> niet van duistere praktijken verdacht<br />

230<br />

te kunnen worden. Bij het dorp werden ze dan ook opgevangen door Duitse<br />

soldaten, ze mochten niet naar de boerderij van o<strong>om</strong> Willem (daar had<br />

Oberst Heyser zijn c<strong>om</strong>mandopost). Zo kwamen ze bij de familie Leen<br />

Bloemendaal terecht, die <strong>in</strong> hun huisje aan de Kruisweg betere tijden<br />

afwachtte. Om precies te zijn: niet het grote huis dat met één been op de<br />

Broekweg staat maar het huis er naast. Het is er nog steeds. In de gang van<br />

dat huis hadden ze hun bivak opgeslagen. De ouders, opa en <strong>om</strong>a Slootweg,<br />

tante Neeltje en de vijf k<strong>in</strong>deren waarvan de oudste dochter 16 jaar<br />

was. Alles <strong>in</strong> en <strong>om</strong> de kerk was plat geschoten. Die huisjes bleven staan!<br />

De Van Egmonds werden gastvrij b<strong>in</strong>nengehaald. Ze kwamen niet met<br />

lege handen, de families konden een echt half brood delen! In een achterdeel<br />

van het huis hadden de Duitsers zich verschanst. Ze schoten door het<br />

raam en hadden zich genesteld onder een tafel, extra <strong>in</strong>gedekt met matrassen.<br />

Tante Neeltje was gewond. Trouw iedere dag kwam de Duitse arts<br />

haar behandelen. Hoewel het huisje dicht bij de kerk gelegen was bleef het<br />

vrijwel onbeschadigd.<br />

231<br />

6.6 Parlementairs<br />

De Duitsers stopten met schieten. Even was er een vuurpauze. Twee burgers<br />

van <strong>Valkenburg</strong> liepen over de Straatweg naar Katwijk aan de Rijn.<br />

Een witte vlag aan een stok hoog geheven. Beiden waren voorzien van een<br />

Rode Kruisband <strong>om</strong> de arm. Het waren Anton van Delft en Cock Heuvel,<br />

twee onderhandelaars namens de gemeente <strong>Valkenburg</strong>. Anton van Delft<br />

had zich op erewoord aan de Duitse bevelhebber verplicht terug te zullen<br />

k<strong>om</strong>en. Met argwaan werd hun k<strong>om</strong>st aangezien. Ze werden toegelaten tot<br />

de c<strong>om</strong>mandopost van overste Buurman. Was het <strong>in</strong> de kleuterschool, of<br />

<strong>in</strong> het huis van de pastoor van Katwijk aan de Rijn? Waar dan ook, ergens<br />

werden ze te woord gestaan. Het g<strong>in</strong>g niet zo maar. "Die Rode Kruisbanden?<br />

Die mogen jullie niet dragen! Jullie zijn niet van het Rode Kruis!<br />

Wat is de boodschap?" Anton bracht het verzoek over <strong>om</strong> de vrouwen en<br />

k<strong>in</strong>deren en de oude mensen uit het dorp te mogen evacueren. Tevens het<br />

aanbod van de Duitse c<strong>om</strong>mandant <strong>om</strong> zowel de Nederlandse als de Duitse<br />

militairen, die gewond waren, naar een hospitaal te brengen. Daaraan<br />

had deze een conditie verbonden: de Nederlanders moesten beloven de


Duitse soldaten zodra die genezen waren naar Zwitserland te brengen.<br />

Hoewel het een allesz<strong>in</strong>s redelijk aanbod was, bleek al gauw dat de realiteitsz<strong>in</strong><br />

bij de Nederlandse legerleid<strong>in</strong>g ver te zoeken was. "Geen sprake<br />

van!" Anton moest nog heel wat praten <strong>om</strong> het zover te krijgen dat de uittocht<br />

van de vrouwen, k<strong>in</strong>deren en de grijsaards de dag daarop plaats zou<br />

kunnen v<strong>in</strong>den.<br />

Piet van Duyn situeert dit gebeuren een dag later. Hij schrijft er dit<br />

over: Zo brak dan de d<strong>in</strong>sdag aan. 's-Morgens vroeg naar de c<strong>om</strong>mandant<br />

<strong>om</strong> hem te vertellen dat het zo niet langer g<strong>in</strong>g met de gewonden. Of hij<br />

raad wist? We moesten de burgemeester opzoeken en dan zouden ze<br />

maatregelen nemen <strong>om</strong> de burgers en de gewonden te evacueren. Wij<br />

dachten: zo dat is voor elkaar. Er werden vrijwilligers gevraagd <strong>om</strong> parlementair<br />

te zijn, Anton van Delft en Cock Heuvel gaven zich op. Zij naar<br />

Katwijk, verscheidene keren. Nul op het request. Tenslotte besloot de<br />

(Duitse) c<strong>om</strong>mandant de burgers naar Katwijk te sturen. Om zeven uur<br />

voormiddag Duitse tijd moesten ze bij het raadhuis staan.<br />

Was er nu wel of niet op maandag een afspraak gemaakt met Buurman?<br />

De burgemeester zegt ja. Volgens het verslag van Piet gebeurde dit alles<br />

echter pas de volgende morgen <strong>in</strong> de vroegte. Hetgeen dan wel <strong>in</strong> grote<br />

haast gebeurd moet zijn:<br />

1)- Onderhandelaars meerdere keren heen en weer naar Katwijk.<br />

2)- Besluit Duitse c<strong>om</strong>mandant <strong>om</strong> zeven uur (Duitse tijd) evacuatie.<br />

3)- Berichtgev<strong>in</strong>g <strong>in</strong> alle kelders en huizen.<br />

4)- Vertrek <strong>om</strong>trent zeven uur <strong>in</strong> de morgen (volgens anderen 06.15 uur)<br />

Als dat <strong>in</strong>derdaad zo gegaan is lijkt het erop dat het besluit <strong>om</strong> de vrouwen<br />

en k<strong>in</strong>deren desondanks te sturen eenzijdig gen<strong>om</strong>en werd. En dat de<br />

legeroverste <strong>in</strong> Katwijk daarmee voor het blok gezet werd.<br />

Hoe dan ook, op zeker m<strong>om</strong>ent g<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>Valkenburg</strong> van kelder tot<br />

kelder de heuglijke mededel<strong>in</strong>g dat alle vrouwen en k<strong>in</strong>deren alsmede de<br />

mannen ouder dan 65 jaar, zich d<strong>in</strong>sdagmorgen <strong>om</strong> zeven uur bij het raadhuis<br />

moesten verzamelen <strong>om</strong> vandaar naar Katwijk te vertrekken.<br />

232<br />

6.7 De Wassenaarseslag<br />

Ook bij de Wassenaarseslag hadden de Duitsers problemen met de verzorg<strong>in</strong>g<br />

van de gewonden, krijgsgevangenen en eigen mensen. Er g<strong>in</strong>g een<br />

Duitse hospitaalsoldaat met een witte vlag naar het Nederlandse front met<br />

het verzoek de gewonden te mogen overdragen. Er werd niet lang over<br />

gepraat. Het vuren werd gestopt. Ziekenauto's reden naar voren en de<br />

Nederlandse en de Duitse arts overlegden met elkaar. De gewonden werden<br />

<strong>in</strong>geladen. Wel wat vlug werd daarop het Nederlandse schieten weer<br />

hervat. Hun eigen arts moest maken dat hij wegkwam! Dat was het enige<br />

schoonheidsfoutje aan deze voorbeeldige snelle hulp.<br />

De honderden krijgsgevangenen, die daar nog steeds <strong>in</strong> een huisje<br />

opgesloten zaten, kregen die dag en de volgende niets te eten. Zo ook de<br />

dag ervoor.<br />

233<br />

6.8 Ben Collignon vlucht<br />

Ben had zich voorgen<strong>om</strong>en meteen na het ontwaken de kelder van<br />

Rhijnsburger te verlaten: Nauwelijks is het buiten licht of ik deel mijn plan<br />

aan de anderen mee. Annie en Floor zijn direct voor maar Wim kan niet<br />

meegaan. Hij wil wel maar we raden het hem af. Er valt door een rooster<br />

wat daglicht waardoor ik kan zien dat de rondvliegende scherven en stenen<br />

zijn gezicht lelijk hebben geschramd. Iets waarover hij niets gezegd<br />

heeft. De "big" heeft zijn vuurdoop goed doorstaan! We kruipen achter<br />

elkaar naar buiten, ik ben geradbraakt, alles is pijnlijk en stijf maar als ik<br />

de frisse morgenlucht <strong>in</strong>adem werkt dat als een verkwikkend bad.<br />

Buiten heerst een serene stilte. Nergens is enig gerucht. De natuur lijkt<br />

<strong>in</strong> rouw over het geweld van de vorige dag. Geleund tegen een muur zie ik<br />

<strong>om</strong> me heen. L<strong>in</strong>ks van me staat een toren en de ruïne van wat eens de<br />

kerk was. Er moeten heel wat voltreffers op gevallen zijn. Rechts van me<br />

zie ik het muurtje dat ons gisteren zo letterlijk <strong>in</strong> de schoot viel. Voor me<br />

liggen de weiden waar<strong>in</strong> nog een enkele koe zijn ontbijt zoekt. Daarachter<br />

rijzen de <strong>om</strong>trekken op van de hangars, als gewonde vogels er <strong>om</strong>heen de<br />

neergeschoten vliegtuigen. Hoe scherp ik tuur, er is niets te zien van enige<br />

beweg<strong>in</strong>g. Waar zal onze c<strong>om</strong>pagnie zijn? Zijn ze teruggetrokken? Even<br />

k<strong>om</strong>t het plan <strong>in</strong> me op <strong>om</strong> over het vliegveld heen naar de du<strong>in</strong>en te lo-


pen. Het plan is te dol. Ze doorzeven me voor ik halverwege ben. Met de<br />

<strong>mei</strong>sjes overleg ik welke kant we zullen gaan. Annie gebaart <strong>in</strong> de richt<strong>in</strong>g<br />

van Leiden. Daar zal vast wel ergens een veilig plekje te v<strong>in</strong>den zijn. De<br />

<strong>mei</strong>sjes hopen ook hun ouders te v<strong>in</strong>den, s<strong>in</strong>ds Vrijdag niet meer gezien.<br />

We gaan langs de kerk en zien het wrak van een auto, prooi der vlammen.<br />

We boffen, een bakker heeft waarachtig nog de moed gevonden te bakken,<br />

we krijgen een warm brood. Ieder een stuk en uit de vuist knabbelend gaan<br />

we verder. De <strong>mei</strong>sjes hebben de leid<strong>in</strong>g gen<strong>om</strong>en, ze zijn op bekend terre<strong>in</strong>.<br />

We k<strong>om</strong>en bij de boerderij waar Floor woont. Er is geen leven te<br />

bekennen. We lopen rond het huis maar alle deuren zijn gesloten. Toch is<br />

er aan de voorkant het geluid van stemmen. We kloppen tegen een kelderluik<br />

maar <strong>in</strong> plaats van antwoord te geven verst<strong>om</strong>t het geroezemoes<br />

b<strong>in</strong>nen. Nog eens geklopt. Floortje roept: "Zijn mijn vader en moeder<br />

hier? Ik ben het, Floor!" Nog wordt er geen luik open gedaan maar een<br />

stem zegt: "Nee, die zijn naar Van L. gegaan!" We kijken elkaar besluiteloos<br />

aan maar Annie hakt de knoop door; "Laten we maar verder gaan,<br />

misschien kunnen we er k<strong>om</strong>en." Ik wil meer weten: "Waar<strong>om</strong> dat misschien?"<br />

Het wordt me uitgelegd: "Het is buiten het dorp, aan de weg naar<br />

Leiden en het is de vraag of we ergens tegengehouden worden". We gaan<br />

verder de weg af. De ergste verwoest<strong>in</strong>gen liggen achter ons. Hier zijn<br />

slechts de ruiten gesneuveld. Nog steeds hebben we niemand ontmoet en ik<br />

bereken optimistisch dat we zo wel door kunnen gaan tot Leiden toe. In de<br />

verte zijn ze weer lustig aan het knallen. We storen ons er niet aan, tussen<br />

de huizen lopen we betrekkelijk veilig. Als we tal van boerderijen hebben<br />

doorzocht worden de <strong>mei</strong>sjes moedeloos en beg<strong>in</strong>nen te klagen. Ik weet<br />

hen echter op te monteren. Het is een lange rechte weg waarover we verder<br />

gaan. Aan beide zijden won<strong>in</strong>gen maar nergens een spoor van leven.<br />

Een openstaande deur lokt ons b<strong>in</strong>nen. In de kamer staat de tafel gedekt.<br />

Maar de eters ontbreken. Een stoel ligt <strong>om</strong>ver gesmeten. De bewoners zijn<br />

haastig gevlucht. We dr<strong>in</strong>ken thee en eten brood. Zonder erg bezie ik<br />

mezelf <strong>in</strong> een spiegel. De vreemde verschijn<strong>in</strong>g die me aanstaart herken ik<br />

nauwelijks. Een zwarte vlek met twee ogen er<strong>in</strong>. Op het voorhoofd een<br />

rode buil. Onder de neus en k<strong>in</strong> ontstaat een stoppelveld. Geen veldmuts<br />

op het hoofd, de haren wapperen rond. Het armverband meer zwart dan<br />

wit, de opengesneden mouw wappert er naast, als een noodvlag. Floor<br />

234<br />

naast me beg<strong>in</strong>t te lachen. Beledigd draai ik me naar haar toe. Dan bekijk<br />

ik haar en Annie nog eens goed. Even later staan we alle drie voor de<br />

spiegel te lachen. We schateren het uit zonder ophouden. Als we zijn bedaard<br />

weten we niet eens meer waar we <strong>om</strong> gelachen hebben. "Waar gaat<br />

deze weg naar toe?" vraag ik nog. Het blijkt dat we zo bij de Haagse<br />

Schouw k<strong>om</strong>en en dat betekent voor mij Leiden en een bed en slapen en<br />

vergetelheid. Met nieuwe moed gaan we op weg, we houden de berm van<br />

de weg <strong>om</strong> bij onraad <strong>in</strong> de sloot te kunnen duiken. Een tijdlang gaat alles<br />

goed, ik zie de toren <strong>in</strong> de verte steeds dichterbij k<strong>om</strong>en en ondersteun de<br />

<strong>mei</strong>sjes die vermoeid beg<strong>in</strong>nen te raken. De illusie wordt wreed verstoord<br />

door een harde stem: "Stehen bleiben!" Mijn eerste opwell<strong>in</strong>g is <strong>om</strong> hard<br />

weg te lopen maar de <strong>mei</strong>sjes blijven staan. Er gaat een deur open en een<br />

Duitse soldaat wenkt ons. We zijn blijkbaar erg gevaarlijk want zijn geweer<br />

blijft ons onafgebroken bedreigen. Onwillig volgen we zijn bevelen<br />

op, ons mooie plannetje valt <strong>in</strong> duigen. Even later staan we <strong>in</strong> een gang en<br />

worden als monsters bekeken. Nijdig m<strong>om</strong>pel ik: "Boerenkaffer!" De<br />

bewaker verstaat de woorden niet maar wel de vijandige toon. "Maul<br />

halten!" brult hij. Een onderofficier k<strong>om</strong>t de gang <strong>in</strong>, hij is heel wat correcter<br />

dan het c<strong>om</strong>ité van ontvangst en wijst ons een stoel. Heel snel beg<strong>in</strong>t<br />

hij te praten ons beurtel<strong>in</strong>gs aanwijzend. Ik haal mijn schouders op.<br />

Langzaam vertel ik op mijn beurt dat we gevlucht zijn: "Das Lazaret ganz<br />

kaput!" Daarop krijgen we te horen dat het niet verstandig is verder te<br />

gaan. Het is te gevaarlijk. Ik geef het niet op, "Diese Mädel müssen Ihren<br />

Vater und Mutter haben, und die s<strong>in</strong>d noch weiter". Pang, een kogel verbrijzelt<br />

de ruit en onderbreekt mijn verzoek. In een oogwenk liggen we<br />

allen op de grond, dat hebben deze dagen ons wel geleerd. "We k<strong>om</strong>en er<br />

nog wel uit!" fluister ik de <strong>mei</strong>sjes toe. De onderofficier is overstag en<br />

gaat ons voor naar buiten. In de keuken zit de soldaat en grijnst. We negeren<br />

hem. Vlug naar buiten, de vrijheid <strong>in</strong>.<br />

We zien nu weer het vliegveld <strong>in</strong> de verte liggen. Er wordt wel geschoten<br />

maar geen mens is te bekennen. De warmte danst boven de grond en<br />

de zon staat hoog aan de hemel, het moet ongeveer twaalf uur zijn. Nu<br />

beg<strong>in</strong>t er een vreemde tocht. Een Duitse soldaat holt <strong>in</strong> looppas met ons<br />

mee naar het volgende huis en zo steeds weer opnieuw van huis naar huis<br />

met een andere begeleider. Het is eigenlijk raar dat we achter langs de<br />

235


huizen lopen. Aan de voorkant hebben we de huizen tussen ons en het<br />

vliegveld. Als we bij een volgende halte zijn aangeland stel ik hun dat voor<br />

maar ze halen hun schouders op, we gaan gewoon verder: de achterdeur<br />

uit hollen en dan weer naar b<strong>in</strong>nen. Het verwondert me dat we zo maar<br />

verder mogen en ik ben nog zo naïef <strong>om</strong> te denken dat ze ons zullen laten<br />

gaan. Een paar huizen verder kan Annie niet meer. Ze wil dat we haar<br />

achterlaten maar dat kan niet: "Samen zijn we op stap gegaan, samen<br />

zullen we er ook k<strong>om</strong>en!". Haar voorhoofd wordt met een natte doek gebet,<br />

ze krijgt wat te dr<strong>in</strong>ken en tussen ons <strong>in</strong> gaat het verder.<br />

6.9 Garage Poot<br />

Ben Collignon en zijn gevolg wordt na vele wedervaardigheden naar een<br />

wat achteraf gelegen stenen gebouw gebracht: Opnieuw op een holletje<br />

naar het volgende huis maar dan houden de huizen op, een stenen schuur<br />

sluit een veertig meter verderop de rij af. Tot mijn verbaz<strong>in</strong>g staat daar<br />

een schildwacht voor. Als we er b<strong>in</strong>nengebracht worden begrijp ik de ware<br />

toedracht van de Duitse welwillendheid. Heb ik al die tijd zo braaf gehold<br />

<strong>om</strong> netjes <strong>in</strong> een krijgsgevangenkamp ondergebracht te worden! Door een<br />

kle<strong>in</strong> deurtje worden we naar b<strong>in</strong>nen geschoven, de deur gaat weer dicht<br />

en we zitten als ratten <strong>in</strong> de val. Het wemelt er van de Hollandse uniformen<br />

en we trekken grote belangstell<strong>in</strong>g. Ik zie iemand van onze c<strong>om</strong>pagnie<br />

op me afk<strong>om</strong>en, die me vraagt waar de anderen zijn maar ik weet er ook<br />

niets van. We zijn <strong>in</strong> een garage. Er staan een paar auto's en wat r<strong>om</strong>mel.<br />

Daartussen, er onder en boven, hangen, staan of liggen soldaten, wel een<br />

paar honderd man bij elkaar. Een jonge vaandrig k<strong>om</strong>t op ons af: "Moeten<br />

de <strong>mei</strong>sjes hier ook blijven?" Annie staat te tollen op haar benen: "Laten<br />

we eerst maar even gaan zitten." Midden <strong>in</strong> de garage staat een luxe auto,<br />

de jongens die er<strong>in</strong> zitten zijn direct bereid hun plaatsje af te staan, Floor<br />

en Annie v<strong>in</strong>den een zachte zitplaats <strong>in</strong> de kussen, toegedekt met een deken.<br />

Toch lijkt het me beter voor de <strong>mei</strong>sjes een andere plaats te v<strong>in</strong>den,<br />

met de vaandrig loop ik naar de schildwacht toe. Die is onverbiddelijk,<br />

over een uur k<strong>om</strong>t de Feldwebel, aan hem moeten we het vragen. We<br />

blijven daar<strong>om</strong> <strong>in</strong> de buurt van de deur rondhangen. Af en toe k<strong>om</strong>en er<br />

een paar soldaten b<strong>in</strong>nen stappen. Gehuld <strong>in</strong> een deken leggen ze zich te<br />

236<br />

slapen, bij voorkeur <strong>in</strong> een hoek. Bij de deur staan een paar kisten met<br />

peen. Wie honger heeft tast toe. Er staat een emmer water naast <strong>om</strong> ze te<br />

wassen. Ik krijg er gauw genoeg van, het zand knerst tussen de tanden. De<br />

deur gaat open, een Duits officier k<strong>om</strong>t de garage <strong>in</strong>, dat zal de bewuste<br />

zijn. Meteen erna k<strong>om</strong>en nog een paar mensen b<strong>in</strong>nen en opeens vliegen er<br />

kogels. We liggen onmiddellijk plat op de grond, de deur wordt dichtgesmeten.<br />

Nog een paar kogels boren een gaatje <strong>in</strong> de dunne plaatijzeren<br />

deur. Dan is het feest weer voorbij. De vaandrig doet het woord bij de<br />

officier, die met ons <strong>in</strong> de auto gaat kijken. Ze liggen te slapen. Een soldaat<br />

wordt weggezonden, als die na een paar m<strong>in</strong>uten terugk<strong>om</strong>t is het<br />

voor elkaar, de <strong>mei</strong>sjes mogen mee. Ze zullen naar een villa aan de andere<br />

kant van de weg worden gebracht. Ik loop mee tot de deur, de schildwacht<br />

houdt me tegen, als de <strong>mei</strong>sjes bemerken dat ik achter moet blijven, dreigt<br />

een scène. Er k<strong>om</strong>en tranen en daar ik mezelf ook niet helemaal meester<br />

ben geef ik ze gauw een hand. De deur slaat dicht. Het huilen staat me<br />

nader dan het lachen; de drie samen doorleefde dagen hebben ons met<br />

elkaar vertrouwd gemaakt, een band van samen doorstane angsten en<br />

zorgen.<br />

Zonder veel animo wandel ik mijn nieuwe won<strong>in</strong>g eens rond. Veel fut<br />

schijnt er onder de overal rondhangende mannen niet te zitten, overal zie<br />

je verveelde gezichten. De moed is eruit nu de leid<strong>in</strong>g ontbreekt. Toch zijn<br />

er verschillende officieren onder hen. Hebben die dan geen gre<strong>in</strong>tje courage<br />

meer <strong>in</strong> hun body? De vaandrig is druk bezig met een paar man een<br />

vrachtauto opzij te slepen <strong>om</strong> daarmee een schu<strong>in</strong>e hoek van de garage af<br />

te sluiten. De feldwebel k<strong>om</strong>t erbij en laat zich de bedoel<strong>in</strong>g uitleggen. Het<br />

plan krijgt zijn goedkeur<strong>in</strong>g, ook de kapite<strong>in</strong> wordt erbij betrokken. De<br />

soldaten worden bij elkaar getr<strong>om</strong>meld, de kapite<strong>in</strong> klimt op een werkbank<br />

en legt hun het plan voor. In iedere hoek wordt een auto gezet. Met behulp<br />

daarvan en nog allerlei andere materialen wordt zo de garage van b<strong>in</strong>nen<br />

beveiligd. De kapite<strong>in</strong>, twee luitenants en de vaandrig nemen ieder met<br />

een groep soldaten een hoek voor hun reken<strong>in</strong>g. Als zeer onnuttig mag ik<br />

<strong>in</strong> de luxe auto plaats nemen, er k<strong>om</strong>t nog iemand naast me zitten die zijn<br />

rechterarm <strong>in</strong> het verband heeft. We vormen een fraai duo.<br />

Mijn buurman vertelt dat hij uit Rotterdam k<strong>om</strong>t, daar woont zijn vrouw<br />

en een kle<strong>in</strong>tje van een half jaar. Hij lag op het vliegveld en is als<br />

237


krijgsgevangene <strong>in</strong> de kerk gebracht. Daar heeft hij zijn wond opgelopen.<br />

Ik hoorde de term "kapite<strong>in</strong> emmer" vallen en vraag hem waaraan die dat<br />

te danken heeft. Dan hoor ik hoe de kapite<strong>in</strong> <strong>in</strong> de kerk onder de preekstoel<br />

was gekropen met een emmer over zijn kop. Ik dacht aan dat wat ik<br />

kort tevoren gezien had. Een officier had, toen een soldaat een sigaret<br />

opstak, zich niet geschaamd hem <strong>om</strong> een sigaret te vragen! Het was dezelfde<br />

kapite<strong>in</strong>. De man naast me heeft <strong>in</strong>tussen zijn familierelaties verder<br />

toegelicht. Gelukkig k<strong>om</strong>t er afleid<strong>in</strong>g, er k<strong>om</strong>t eten! Een man of vier zijn<br />

onder geleide naar het dorp geweest en hebben brood gehaald. In een<br />

vrachtauto worden de broden verdeeld. Hoewel het niet veel moeite kost<br />

alles <strong>in</strong>eens op te eten besluit ik een stukje te bewaren voor kwade tijden.<br />

Een volle maag schijnt blij te maken, mijn buurman k<strong>om</strong>t met sigaretten<br />

op de proppen. Het gaat koud worden, ik zoek de deken op die de <strong>mei</strong>sjes<br />

hier achtergelaten hebben. Daardoor dwalen mijn gedachten af naar mijn<br />

tochtgenoten van die dag. Ik hoop dat ze een goed verblijf gevonden hebben.<br />

Ietwat weemoedig gestemd val ik <strong>in</strong> slaap.<br />

GSSST, PANG. Ik schrik op en wacht op de knal die volgen moet maar<br />

er k<strong>om</strong>t geen geluid meer. "Wat is er gebeurd". Mijn buurman weet er ook<br />

niets van. Aan de kant van het vliegveld zie ik wel een gat <strong>in</strong> de muur.<br />

Iemand tikt op het raampje, "K<strong>om</strong> er uit, er ligt een onontplofte granaat<br />

ergens op de vloer!" Mijn buurman neemt een duik en kruipt ergens anders<br />

weg. Ik voel me te slap <strong>om</strong> zijn voorbeeld te volgen, ga wat verliggen<br />

en slaap alweer.<br />

6.10 Torenvliet<br />

Berend Borst en zijn makkers werden alweer vroeg wakker gemaakt door<br />

een Duitse soldaat. Verschillende werkjes moesten worden gedaan. Gewonden<br />

opgehaald. Berend kreeg tot taak met bloed doordrenkte soldatenbroeken<br />

uit te spoelen. De dagelijkse strijd was nog niet hervat. Buiten zag<br />

hij de jong-groene weilanden en de tulpenvelden met als achtergrond de<br />

blanke du<strong>in</strong>en. Rook de zuivere morgenlucht vermengd met de geur van<br />

de tulpen. Dat alles was nu tot een slagveld verworden. De gewonden<br />

werden b<strong>in</strong>nengedragen. Het schieten begon weer. Berend werd er niet<br />

weer op uitgestuurd. Toch werden er die dag nog veel gewonden b<strong>in</strong>neng-<br />

238<br />

ebracht die <strong>in</strong> de karnkelder door de arts werden onderzocht. De zwaargewonden<br />

g<strong>in</strong>gen naar de kelder, de overigen naar de stal. Onder hen waren<br />

twee officieren van de "Luftwaffe". Beiden gewond, de één aan het hoofd,<br />

de ander aan het been. Het oorlogsgeweld van deze tweede p<strong>in</strong>ksterdag<br />

deed overigens niet onder voor dat van de vorige dagen. De gehele dag<br />

kwamen ze niet meer buiten. De gevechten bleven tot het dorp beperkt.<br />

Ver van de boerderij. Slechts enkele keren ketsten kogels tegen de muren,<br />

anderen vlogen hoog voorbij. B<strong>in</strong>nen deden ze allerlei karweitjes, het<br />

schoonmaken van de kamers, keuken en de karnkelder. Het te dr<strong>in</strong>ken<br />

geven van de gewonden, weckflessen werden gebruikt <strong>om</strong> daar<strong>in</strong> de ur<strong>in</strong>e<br />

op te vangen. Berend bevond zich het liefst <strong>in</strong> de keuken. De kok kwam<br />

uit Gronau, dicht bij de grens en was goed te verstaan. Duitse soldaten<br />

liepen <strong>in</strong> en uit en kregen te eten. De burgers schilden aardappelen. Van<br />

Egmond had een bijbeltje bij zich, daaruit werd meermalen voorgelezen.<br />

Het eten was op de Duitse manier klaargemaakt, aardappelensoep, witte<br />

bonen en vlees. De boer had genoeg <strong>in</strong> huis. S<strong>in</strong>ds Berends k<strong>om</strong>st werd<br />

ook de gewonde Nederlandse soldaat goed verzorgd. Door de raampjes<br />

konden ze de Duitse soldaten rond de boerderij <strong>in</strong> stell<strong>in</strong>g zien liggen. In<br />

het schuurtje stond een zender. Naar de men<strong>in</strong>g van Berend was de boerderij<br />

een vreemde c<strong>om</strong>b<strong>in</strong>atie van vest<strong>in</strong>g en hospitaal.<br />

239<br />

6.11 Huisje Langeveld<br />

Jaap van der Zwart was met de zijnen de dag begonnen <strong>in</strong> het kle<strong>in</strong>e huisje<br />

van Maartje Langeveld waarvan de luiken angstvallig gesloten waren. Ze<br />

besloten de doden te verplaatsen, het waren er drie. De derde was Meta<br />

Bos die <strong>in</strong> Rhijnvliet was gestorven. Om elf uur die morgen stelden Piet<br />

Barnhoorn, Hans Imthorn en Henk Ouwersloot zich beschikbaar <strong>om</strong> hulp<br />

te gaan halen. Voorzien van witte vlaggen liepen ze richt<strong>in</strong>g Leiden. Vanuit<br />

Rhijnvliet kwam geen teken van leven. Voorbij de brug werden ze<br />

opgevangen door Nederlandse soldaten. In boerderij Verboon (Veldzicht)<br />

werden ze aan een eerste verhoor onderworpen. Hans Imthorn werd voor<br />

een nader onderzoek aangehouden, Piet Barnhoorn en Henk Ouwersloot


45 Jaap van der Zwart <strong>in</strong> de pu<strong>in</strong>hopen van zijn huis.<br />

werden naar Leiden gebracht. Daar werden ze ergens <strong>in</strong> een opleid<strong>in</strong>gs<br />

school voor zeelieden ondergebracht. Hans werd met een militair voertuig<br />

naar de Rhijnhofweg gebracht en kwam terecht <strong>in</strong> steenfabriek De Ridder.<br />

Daar werd hijverwend met chocolade en sigaretten. Hoewel vaandrig<br />

Zwanenburg en nog anderen het meest geïnteresseerd waren <strong>in</strong> beweg<strong>in</strong>gen<br />

van de Duitsers, wist Hans hen te overtuigen van de nood der burgers<br />

en met name zij die dicht bij <strong>in</strong> het huisje Langeveld schuilden! Desondanks<br />

vielen er die avond en voornacht weer veel granaten <strong>om</strong> het huisje<br />

heen. Hans werd ondergebracht <strong>in</strong> de Ro<strong>om</strong>s Katholieke Vakschool voor<br />

<strong>mei</strong>sjes <strong>in</strong> Leiden. De vrouwen daar stonden gewoon de kleedjes uit te<br />

kloppen! Alsof er geen oorlog was.<br />

240<br />

241<br />

6.12 Verkenner <strong>in</strong> niemandsland<br />

Vanuit hun veilige loopgraven <strong>in</strong> de du<strong>in</strong>en werden leden van de sectie<br />

waartoe Henk Broer behoorde uitverkoren voor een patrouille naar het<br />

vliegveld met name de hangars. Op die gebouwen h<strong>in</strong>g wel de Nederlandse<br />

vlag maar het gebied was <strong>in</strong> feite niemandsland. Luitenant Van Kessel<br />

had op zich gen<strong>om</strong>en hen aan te voeren, ze waren met tien man. Voor hem<br />

was de route bekend terre<strong>in</strong>. Mogelijk had de luitenant niet veel z<strong>in</strong> meer<br />

<strong>om</strong> zelf voor de derde maal de gevaarlijke reis te maken. Halverwege was<br />

het bekende schuurtje, b<strong>in</strong>nen werd een dakpan opgelicht en vandaar<br />

werden <strong>in</strong>structies gegeven, Henk moest door het weiland langs de slootkant,<br />

een sloot doorwaden en vervolgens de weg over en <strong>in</strong> de hangar gaan<br />

kijken. "Kijk" zei hij: "zo moet je gaan; daar ligt Bouwmeester (het was<br />

Henks slapie). Naast de plank van die schuit ligt sergeant Scholten. Verderop<br />

Van der Schee (de soldaat niet te verwarren met majoor van der<br />

46 De ravage <strong>in</strong> de Sluipsteeg (Kerkstraat).


Schee) en de anderen." Op die wijze werd Henk gedemotiveerd <strong>om</strong> de<br />

gevaarlijke verkenn<strong>in</strong>g te maken. "Luit, ik krijg toch voldoende dekk<strong>in</strong>g?<br />

Want anders haal ik het nooit!" Van Kessel knikte geruststellend. Henk er<br />

alleen op uit. Via de precies uitgestippelde route. Markante punten waren<br />

de stoffelijke overschotten van zijn voorgangers. Het g<strong>in</strong>g precies zo als de<br />

luitenant gezegd had. Zeven of acht doden telde Henk. Toen kwam hij bij<br />

de dwarssloot. Hij vertrouwde het maar half en stak voorzichtig zijn helm<br />

op de loop van het geweer naar voren. Direct ratelde een Duitse mitrailleur<br />

die klaarblijkelijk de lengte van de sloot bestreek. Er was geen kijk op daar<br />

over te steken. Aangezien ook de hem beloofde rugdekk<strong>in</strong>g uitbleef, besloot<br />

Henk de terugtocht te aanvaarden. Doordat hij zijn aanwezigheid<br />

verraden had, was dat er niet eenvoudiger op geworden. Tot aan zijn hals<br />

<strong>in</strong> het water waadde hij door de sloot, zag nogmaals maar nu veel dichter<br />

bij en op ooghoogte de gezichten van zijn dode kameraden. Bij het schuurtje<br />

bleek iedereen vertrokken!<br />

Henk kwam heelhuids terug en zal zich daar niet bepaald lovend over<br />

zijn directe baas uitgelaten hebben. Welk rapport de luitenant uitgebracht<br />

heeft is niet bekend. Henk werd ontboden bij de grote baas. Die had met<br />

een verrekijker het doen en laten van de patrouille gevolgd. Drijfnat en<br />

huiverend van de kou stond hij voor Mall<strong>in</strong>ckrodt. Die deed zijn jas uit:<br />

"Hier trek die aan!" en zorgde er vervolgens voor dat hij overgeplaatst<br />

werd naar een andere sectie "We hebben doden genoeg, je gaat bij Van<br />

Kessel vandaan!". Henk werd <strong>in</strong>gedeeld bij de flankbeveilig<strong>in</strong>g.<br />

6.13 Kalkzandsteenfabriek<br />

Luitenant Guyt en zijn mannen (2-I-1RI) bezetten weder<strong>om</strong> <strong>om</strong> 4.00 uur <strong>in</strong><br />

de morgen de fabriek en brachten vuur uit op alle vijandelijke doelen die<br />

<strong>in</strong> het voorterre<strong>in</strong> konden worden waargen<strong>om</strong>en.<br />

6.14 Torens <strong>om</strong> <strong>Valkenburg</strong><br />

Dienstplichtig soldaat J.A. Heemskerk van de staf 4RI was optisch se<strong>in</strong>er.<br />

Met zes anderen was hij als waarnemer <strong>in</strong> de kerktoren van Katwijk aan de<br />

Rijn geplaatst en telefonisch verbonden met de staf. Zij zagen van verre de<br />

242<br />

vernietig<strong>in</strong>g van <strong>Valkenburg</strong>. De luitenants Jonkers en Ten Bosch van de<br />

artillerie observeerden het vliegveld en de <strong>om</strong>gev<strong>in</strong>g van het dorp dat door<br />

eigen artillerie beschoten werd. Naar verluid stonden de kanonnen ten<br />

noorden van het uitwater<strong>in</strong>gskanaal opgesteld, aan de Zwarte weg. De<br />

granaten schoten vandaar <strong>in</strong> een boog over Katwijk aan de Rijn heen naar<br />

het dorpje <strong>Valkenburg</strong>.<br />

In de toren van Rijnsburg stond korporaal Van Drogen. Na zijn avontuur<br />

<strong>in</strong> de pannenfabriek was hij te laat terug <strong>in</strong> Rijnsburg <strong>om</strong> nog met zijn<br />

onderdeel naar de Wassenaarseslag af te reizen en daar "<strong>in</strong> de pan gehakt"<br />

te worden. Hij had geluk. Hij meldde zich bij een zekere kapite<strong>in</strong> Tonnet<br />

van de artillerie en heeft onder diens bevel verschillende karweitjes gedaan.<br />

Deze dag moest hij de <strong>om</strong>gev<strong>in</strong>g van Rijnsburg observeren. Beneden<br />

zat een wachtmeester. Via een telefoon moest hij zijn bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen doorgeven.<br />

243<br />

6.15 Kanonnen van Katwijk<br />

In zijn gevechtsbericht schrijft Dürst Britt: "<strong>Valkenburg</strong> nog steeds bezet<br />

door hardnekkige tegenstanders, die voortdurend uit de lucht worden<br />

voorzien van aanvull<strong>in</strong>gen aan personeel, wapens, munitie en levensmiddelen.<br />

Voorgesteld heel <strong>Valkenburg</strong> plat te schieten; munitie <strong>in</strong> overvloed<br />

aanwezig." Had het aan hem gelegen dan zou er geen spaan overe<strong>in</strong>d<br />

gebleven zijn van <strong>Valkenburg</strong>. Bij het aanbreken van de dag kreeg hij wat<br />

te doen: Buurman gaf hem opdracht Zonneveld te beschieten. Omstreeks<br />

5.00 uur g<strong>in</strong>g de boerderij <strong>in</strong> vlammen op en vluchtte de vijand. Althans<br />

volgens de mededel<strong>in</strong>gen uit de voorste l<strong>in</strong>ie. Toen ze toch bezig waren<br />

werd <strong>om</strong> 6.00 uur het vliegveld beschoten waar parachutisten bezig waren<br />

te landen. Vreemd, het vliegveld was heroverd en lag onder direct vuur<br />

van de zware mitrailleurs van 4RI <strong>in</strong> de du<strong>in</strong>rand. Toch vond Buurman het<br />

gewenst de majoor voor deze ongevraagde bijstand dank te betuigen.<br />

Majoor Dürst Britt had <strong>om</strong> 11.30 uur opdracht gekregen zich met zijn<br />

kanonnen naar Delft te begeven en wilde afscheid nemen van zijn<br />

c<strong>om</strong>mandant. Hij g<strong>in</strong>g naar Katwijk aan de Rijn waar het personeel van de<br />

regimentsstaf <strong>in</strong> een gedrukte stemm<strong>in</strong>g werd aangetroffen. Overste Buurman<br />

verkeerde <strong>in</strong> een toestand van uitputt<strong>in</strong>g. Op dat m<strong>om</strong>ent g<strong>in</strong>g het


juist vrij goed <strong>in</strong> de <strong>om</strong>gev<strong>in</strong>g van <strong>Valkenburg</strong> en zelf verkeerde de majoor<br />

daardoor <strong>in</strong> een opperbeste stemm<strong>in</strong>g. Enige woorden van bemoedig<strong>in</strong>g<br />

en opwekk<strong>in</strong>g van hem deden de overste weer wat opfleuren. Dürst<br />

Britt beë<strong>in</strong>digt dit verslag met de woorden: De overste Buurman heeft <strong>in</strong><br />

de oorlogsdagen alle leid<strong>in</strong>g en steun van boven gemist en geheel zelfstandig<br />

<strong>in</strong> moeilijke <strong>om</strong>standigheden moeten handelen, waarbij hem herhaaldelijk<br />

verschillende onderdelen toegevoegd werden <strong>om</strong> daarmede te opereren.<br />

Dit heeft zeer veel van hem gevergd. Hij heeft met zijn kle<strong>in</strong>e <strong>in</strong>fanteriestaf<br />

gedaan wat <strong>in</strong> zijn vermogen lag.<br />

In het boekje "III-2RA 25 Augustus 1939 - 14 Juli <strong>1940</strong>" wordt "Het Lied<br />

der Veld-Artillerie" weergegeven. De laatste twee regels van ieder vers<br />

werden twee maal gezongen door deze besnorde vuurvreters, mogelijk op<br />

die 14e juli voor 't laatst:<br />

Wat dreunt daar op die heide?<br />

Wat bl<strong>in</strong>kt daar <strong>in</strong>'t verschiet?<br />

Wat dondert tussenbeide,<br />

dat men door stof niet ziet?<br />

Hoe flikkeren die zwaarden.<br />

Wat forse melodie!<br />

Hoe rennen daar die paarden?<br />

't Is Veld-Artillerie!<br />

De kruitdamp is hun leven,<br />

't Kanon is hun banier!<br />

De hoop daarvoor te sneven,<br />

bezielt elk Kannonnier.<br />

Zij haken naar den strijde<br />

voor Vaderland en Vorst.<br />

Voor land en Kon<strong>in</strong>g beide,<br />

klopt steeds hun mannenborst!<br />

Van 't paard bij 't stuk gevlogen,<br />

dra dondert reeds het schot.<br />

Weer vlug vooruit getogen,<br />

vernielt hij 's vijands rot.<br />

Rent d'overmacht hem tegen,<br />

manmoedig staat hij pal.<br />

Koopt door den dood den zegen<br />

en juicht nog <strong>in</strong> zijn val.<br />

Hoera dus, voor ons wapen,<br />

Lang leev' de Kannonnier!<br />

Lang leev' die forsche knapen,<br />

des legers schoonste sier!<br />

Hun leus zij: steeds te strijden,<br />

werwaarts ook d' Eer hen zendt.<br />

Voor land en Kon<strong>in</strong>g beide,<br />

tot roem van 't Regiment!!<br />

Voor wat betreft de beschiet<strong>in</strong>gen van <strong>Valkenburg</strong> wordt opgemerkt: Af en<br />

toe werd C.4RI vanuit het dorp <strong>Valkenburg</strong> van Duitse zijde telefonisch<br />

medegedeeld, dat het artillerievuur moest e<strong>in</strong>digen, aangezien onder de<br />

244<br />

burgerbevolk<strong>in</strong>g verliezen werden geleden. Inderdaad is na de oorlog<br />

helaas gebleken, dat ongeveer 30 burgers het leven hebben gelaten tijdens<br />

deze 4-daagse strijd. Doch niet het Nederlandse vuur is hiervoor verantwoordelijk,<br />

doch de Duitsers, die weigerden aan de bevolk<strong>in</strong>g toestemm<strong>in</strong>g<br />

te geven te evacueren; zij trachtten zich op deze wijze op de bevolk<strong>in</strong>g<br />

te dekken; eerst later is gelegenheid tot evacuatie gegeven. Weder<strong>om</strong><br />

Duitse praktijken! Wie nu <strong>in</strong> werkelijkheid de evacuatie van de burgerbevolk<strong>in</strong>g<br />

<strong>in</strong> de weg stond zal wel nooit te achterhalen zijn!<br />

245<br />

6.16 Kanonnen van Oegstgeest<br />

Om ongeveer kwart voor tien werd er beweg<strong>in</strong>g waargen<strong>om</strong>en bij het<br />

raadhuis van <strong>Valkenburg</strong>. "Het lijkt erop dat daar een c<strong>om</strong>mandopost<br />

gevestigd is!" De c<strong>om</strong>mandant van het <strong>in</strong>structiebataljon 7-veld belde<br />

Buurman. Die gaf toestemm<strong>in</strong>g tot vuren. De twee kanonnen 7-veld werden<br />

daarop verplaatst tot een plek ten zuiden van Rijnsburg. Daarna werden<br />

tien schoten afgevuurd die allen doel troffen. Althans volgens het<br />

rapport van de stuksc<strong>om</strong>mandant. In werkelijkheid werd het raadhuis <strong>in</strong> al<br />

die dagen nauwelijks getroffen! Wel de kerk en het hospitaal. Wat jammer<br />

nou!<br />

6.17 Steenfabriek De Ridder<br />

Sergeant-majoor Bru<strong>in</strong><strong>in</strong>g met zijn mortieren en mitrailleurs op de steenfabriek<br />

De Ridder bracht vuur uit op een weggetje, dat <strong>in</strong> de richt<strong>in</strong>g van het<br />

vliegveld liep en waarop zich verschillende <strong>in</strong> overall geklede Duitsers<br />

bevonden. Voorts werden boerderijen <strong>in</strong> de <strong>om</strong>gev<strong>in</strong>g van deze weg<br />

beschoten. Het is duidelijk dat het de Zonneveldslaan betreft.<br />

6.18 De watermolen aan de Zijlwater<strong>in</strong>g<br />

Luitenant Dyxhoorn (C.1e bat.6-veld) was een ambulant man die zich<br />

voornamelijk <strong>in</strong> Wassenaar ophield en bij voorkeur de hitte van de strijd<br />

zocht. Volgens hem had hij op 13 <strong>mei</strong> aan de majoor Tielrooy voorgesteld<br />

een patrouille naar de watermolen te maken. Hij en zijn manschappen


hadden zich na enige <strong>om</strong>zwerv<strong>in</strong>gen aan deze c<strong>om</strong>mandant van het tweede<br />

bataljon toevertrouwd. Van Tielrooy stemde <strong>in</strong> met het voorstel op<br />

voorwaarde dat hij mee mocht! Hetgeen hem zeer <strong>in</strong> de acht<strong>in</strong>g van de<br />

luitenant deed stijgen. De majoor was vergezeld van zijn adjudant, de<br />

luitenant Dirks, een mitrailleurschutter. Dyxhoorn deed zich vergezellen<br />

van ondermeer de soldaten De Vries en Kenter en de wachtmeester Geskus.<br />

Voorts was er een <strong>in</strong>fanterist, een sergeant, bij het gezelschap. Met<br />

elkaar zeker acht man. Niet over de brug bij de molen maar met een boot<br />

zijn ze de Water<strong>in</strong>g overgestoken. De boot lag aan de overkant, Kenter<br />

zw<strong>om</strong> er naar toe waarna ze droogvoets konden oversteken. Nu moesten<br />

ze te weten k<strong>om</strong>en of de molen al of niet bezet was. Kenter g<strong>in</strong>g als eerste<br />

naar b<strong>in</strong>nen en bevond dat de vogels gevlogen waren. Aan de achtergelaten<br />

uitrust<strong>in</strong>gsstukken te zien waren de Duitsers er wel geweest. Ze zijn<br />

vervolgens naar het vliegveld opgerukt. Ze bekeken de verschillende daar<br />

weggezakte vliegtuigen. Ze vonden een nauwkeurige detailkaart van <strong>Valkenburg</strong>.<br />

Plotsel<strong>in</strong>g werden ze beschoten uit de bosjes richt<strong>in</strong>g steenfabriek<br />

(Zonneveldslaan). Ze moesten zich terugtrekken. Op de buik kropen<br />

ze door greppels en gras <strong>om</strong> aan het vuur te ontk<strong>om</strong>en. De luitenant besef-<br />

47 De watermolen aan de Zijlwater<strong>in</strong>g<br />

246<br />

te toen pas hoe zwaar het leven van een tirailleur kan zijn! Op de terugweg<br />

zagen ze gesneuvelde huzarenmotorrijders liggen.<br />

Wat was er bij de molen gebeurd? Er was nog die dag geschoten uit dat<br />

Duitse bolwerk. Sergeant Nijkamp werpt daarop wat meer licht. Hij vertelde<br />

dat er die dag een plan werd gemaakt <strong>om</strong> met een motorboot de Zijlwater<strong>in</strong>g<br />

<strong>in</strong> te varen en de molen aan te vallen. De boot werd door een burger<br />

bestuurd. Een lichte mitrailleur werd aan boord gebracht. Zo voer het<br />

selecte gezelschap de weter<strong>in</strong>g <strong>in</strong>, aan boord waren de luitenants Gorter,<br />

Krooneman, de sergeant-majoor Meijer, een aantal soldaten achter de<br />

mitrailleur en Nijkamp zelf. Hij had de beschikk<strong>in</strong>g gekregen over een<br />

aantal handgranaten. Zonder moeite konden ze de molen naderen. Het<br />

aanleggen leverde wat moeite op maar Nijkamp en Gorter konden als<br />

eersten aan wal spr<strong>in</strong>gen, renden rechtstreeks naar de eerste de beste deur<br />

die ze zagen en ramden er met de karabijn op los. Niemand deed open. Ze<br />

liepen naar een belendende deur en trapten die <strong>in</strong>. "Nicht schiessen!"<br />

B<strong>in</strong>nen waren een achttal Duitsers met een officier. Ze gaven zich over.<br />

De krijgsgevangenen zijn later naar Den Haag afgevoerd. Kennelijk heeft<br />

niemand er aan gedacht de molen bezet te houden zodat Dyxhoorn c.s. die<br />

even later onbeheerd aantroffen.<br />

247<br />

6.19 Albertushof<br />

De soldaat ordonnans De Vries, soldaat Kenter en luitenant Dyxhoorn en<br />

nog wat manschappen vormden een onafscheidelijk gezelschap, dat zich<br />

gedurende de oorlogsdagen <strong>in</strong> Wassenaar op velerlei terre<strong>in</strong> bewoog.<br />

Volgens De Vries hadden ze de Duitsers, die <strong>om</strong>s<strong>in</strong>geld waren en opgesloten<br />

zaten <strong>in</strong> de Albertushof, de dag ervoor vanuit Wassenaar beschoten<br />

met hun batterij. Op 13 <strong>mei</strong> werd een aanval uitgevoerd van de andere<br />

zijde. Reeds bevond zich <strong>in</strong>fanterie aan het beg<strong>in</strong> van de weg waarlangs zij<br />

oprukten. De Duitsers kregen het benauwd en braken uit, rukten over de<br />

weilanden op en schoten met mitrailleurs op de batterij. Afstand circa<br />

vijftig meter. Er viel een gewonde. De luitenant heeft nog een schot gelost,<br />

kartetsvuur. Daarna kregen ze steun van de <strong>in</strong>fanterie. De Duitsers trokken<br />

terug naar de boerderij met medenem<strong>in</strong>g van een zware mitrailleur.


Dyxhoorn schrijft: Met de batterij zijn we steeds verder voorwaarts gegaan.<br />

Ik ben opgerukt met twee mitrailleurgroepen aan weerszijden van<br />

mij en <strong>in</strong> stell<strong>in</strong>g gek<strong>om</strong>en op de hoek van de Ruigelaan. Daar kregen we<br />

vuur van de Duitsers die op ongeveer 80 meter voor ons zaten. We hebben<br />

ons op de weg geworpen <strong>om</strong> te dekken. Van de begeleidende <strong>in</strong>fanteristen<br />

kregen we geen steun <strong>om</strong>dat zij zich ook dekten. Het stuk, dat nog met een<br />

brisantgranaat geladen was, heb ik op goed geluk afgeschoten <strong>in</strong> de richt<strong>in</strong>g<br />

van het vijandelijke vuur. Daardoor staakte het vijandelijk vuur een<br />

poosje. Kenter en ik hebben een soldaat, die gewond was, langs de weg<br />

naar een boerderij gedragen waar wij hem gedekt achter het huis legden.<br />

Daarop is Kenter voorwaarts gegaan naar de ons dekkende mitrailleur ter<br />

ener zijde <strong>om</strong> deze te waarschuwen; een andere soldaat is door een droge<br />

sloot naar de andere mitrailleur gegaan. De mitrailleurs hebben ons met<br />

vuur gedekt. Wij hebben met de l<strong>in</strong>ker sectie vier tot zes kartetsen afgevuurd.<br />

De vijand is voor dit vuur <strong>in</strong> een greppel <strong>in</strong> dekk<strong>in</strong>g gegaan. Toen<br />

heb ik zo snel mogelijk de batterij laten terugbrengen naar de Hogebo<strong>om</strong>seweg.<br />

Een afstand van ongeveer vijftig meter die wij <strong>in</strong> flankmars voor de<br />

vijand hebben<br />

afgelegd. Het is geschied met de normale bespann<strong>in</strong>g voor de stukken.<br />

48 De huizen van bakker De vries, de weduwe De<br />

Wilde en pontbaas Bol.<br />

248<br />

249<br />

49 Schets van de gevechtssituatie op 12 en 13 <strong>mei</strong> <strong>1940</strong>.


Inhoud hoofdstuk 7<br />

7. 1 Terugblik<br />

7. 2 Evacuatie met h<strong>in</strong>dernissen<br />

7. 3 Onderhandelaar<br />

7. 4 Burgervader<br />

7. 5 De kelder van Piet van Dijk<br />

7. 6 In het hospitaal<br />

7. 7 Huisje Langeveld<br />

7. 8 Garage Poot<br />

7. 9 Torenvliet<br />

7.10 De Wassenaarseslag<br />

7.11 Kalkzandsteenfabriek<br />

7.12 Kanonnen van Oegstgeest<br />

7.13 Een slechte verliezer<br />

7.14 De laatste klap met de voorhamer<br />

7.15 Huzarenstukje<br />

7.16 Terugtocht<br />

7.17 De dood van een (b)engel<br />

250<br />

Hoofdstuk<br />

251<br />

7<br />

D<strong>in</strong>sdag 14 <strong>mei</strong><br />

7.1 Terugblik<br />

capitulatie<br />

Piet van Duyn is alle begrip van dag en tijd kwijt en ondergaat de Hollandse<br />

b<strong>om</strong>bardementen met toenemende wrok. In het hospitaal maken we<br />

kennis met "de Burgemeester" en "Ootje". We k<strong>om</strong>en te weten waar Oberleutnant<br />

Hündorff zijn c<strong>om</strong>mandopost heeft en vervolgens die van zijn<br />

baas Oberst Heyser, die toestemm<strong>in</strong>g geeft de gewonden, vrouwen en<br />

k<strong>in</strong>deren te evacueren. Een gemeenteambtenaar ter secretarie weet ongeh<strong>in</strong>derd<br />

vanuit Leiden <strong>Valkenburg</strong> te bereiken <strong>om</strong> daar zijn werkzaamheden<br />

te hervatten. Een delegatie van twee burgers gaat naar overste Buurman<br />

en wordt niet bepaald voork<strong>om</strong>end ontvangen. Een voorstel van de<br />

Duits c<strong>om</strong>mandant <strong>om</strong> zowel de Nederlandse als de Duitse gewonde militairen<br />

naar ziekenhuizen te laten vervoeren wordt afgewezen. De gewonden<br />

van de Wassenaarseslag worden echter zonder veel problemen afgevoerd<br />

naar het ziekenhuis. Huisje Langeveld doorstaat de dag maar meer<br />

niet. Hans Imthorn, Piet Barnhoorn en Henk Ouwersloot gaan op stap <strong>om</strong><br />

<strong>in</strong> Leiden hulp te zoeken. Jaap van der Zwart en Gerrit Bol snijden <strong>in</strong> het<br />

holst van de nacht een emmer sp<strong>in</strong>azie. Ben Collignon k<strong>om</strong>t na enige <strong>om</strong>zwerv<strong>in</strong>gen<br />

door het dorp <strong>in</strong> garage Poot terecht. Berend Borst <strong>in</strong> Torenvliet.<br />

De watermolen aan de Zijlwater<strong>in</strong>g wordt heroverd.


7.2 Evacuatie met h<strong>in</strong>dernissen<br />

In de vroege morgen verzamelden de vrouwen, de mannelijke 65 plussers<br />

en de gewonde burgers zich bij het raadhuis. De gewonden voorzover ze<br />

konden lopen. Zij die dat niet meer konden, werden op een boerenwagen<br />

gelegd, er was nog ergens een paard gevonden <strong>om</strong> het voertuig te trekken.<br />

Het stemde de burgemeester tot grote droefheid wat hij daar zag. Door het<br />

lijden en de angst van vier dagen zagen de mensen er treurig uit. Alles wat<br />

ze mee konden nemen hadden ze bij zich. In koffers, pakken, karretjes en<br />

op fietsen geladen. Ouden van dagen werden op handkarren gereden. Zelfs<br />

werd er één <strong>in</strong> een k<strong>in</strong>derwagen voortgeduwd. Onder hen die zich daar<br />

verzameld hadden was zijn eigen gez<strong>in</strong>. Met een zwaar hart nam hij afscheid<br />

van hen. Ook Gerrit Russchenberg was met zijn vrouw en dochtertje<br />

meegegaan en moest achterblijven. Evenals Henk Botermans. Het moet<br />

volgens de burgemeester na zevenen geweest zijn toen de stoet zich <strong>in</strong><br />

beweg<strong>in</strong>g zette, richt<strong>in</strong>g Katwijk aan de Rijn. Voorafgegaan door een<br />

tweetal parlementairs, niet met name genoemd.<br />

Piet van Duyn schrijft: De familie Van Stijn neemt afscheid van Corrie,<br />

die niet te bewegen was mee te gaan. Annie was gewond en Lena moest<br />

begraven worden. Zo zette de droeve stoet zich <strong>in</strong> beweg<strong>in</strong>g. Oude mensen<br />

op kruiwagens, <strong>in</strong> k<strong>in</strong>derwagens, op platte wagens, nog eens wuiven en ze<br />

verdwenen uit ons zicht. Om de droeve ervar<strong>in</strong>g op te doen <strong>in</strong> Katwijk<br />

weer terug gedreven te worden! Ook de burgergewonden g<strong>in</strong>gen zoveel<br />

mogelijk mee. Grietje Postmus bleef liever bij ons, ze zou toch niet lang<br />

meer leven.<br />

T<strong>in</strong>y van de Berg-Russchenberg was toen pas acht jaar maar ze her<strong>in</strong>nert<br />

zich nog haarscherp dat ze naast haar moeder liep. Op de weg naar<br />

Katwijk lagen van die mooie koperen hulsjes. Onder het gaan raapte ze die<br />

op en propte de zakken van haar jasje er mee vol. Op zeker m<strong>om</strong>ent werden<br />

ze beschoten, het was een haar bekend geluid. Moeder sleurde haar<br />

mee de greppel <strong>in</strong>. Ze vielen op een soldaat die daar al lag. Moeder lag<br />

boven op haar. Zo lagen ze tot het vuren ophield. Het had T<strong>in</strong>y veel te lang<br />

geduurd. Toen ze opstonden bleef de soldaat liggen. "Die ligt te slapen!"<br />

zei moeder, "k<strong>om</strong> mee".<br />

252<br />

Halverwege Katwijk en <strong>Valkenburg</strong> lagen de Nederlandse stell<strong>in</strong>gen.<br />

Grenzeloos gefrustreerd door de vele nederlagen, de verwarrende c<strong>om</strong>mando's,<br />

de nog immer voortgaande stro<strong>om</strong> van geruchten over spionnen<br />

en Duitse wandaden. Dat zou kunnen verklaren wat toen gebeurde. De<br />

burgemeester schreef: Later pas vernam ik, dat dit niet zonder levensgevaar<br />

was geschied. Ongeveer op de helft tussen beide plaatsen gek<strong>om</strong>en<br />

zijnde, begon men opeens van Hollandsche zijde op de groep mensen te<br />

schieten. Een ieder trachtte zo spoedig mogelijk <strong>in</strong> de kant van de langs de<br />

weg lopende sloot te k<strong>om</strong>en. Er werd later een verklar<strong>in</strong>g gegeven: De<br />

telefoonverb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g met enkele troepen zou verbroken geweest zijn zodat<br />

die niet tijdig gewaarschuwd konden worden!.<br />

Zij die achteraan liepen merkten er we<strong>in</strong>ig van. Als verdoofd stonden ze<br />

stil. Ze kermden als de schoten gelost werden. Als de stoet weer voorwaarts<br />

g<strong>in</strong>g, sjokten ze mee. Wie er geschoten hebben is nergens te v<strong>in</strong>den.<br />

Uit een gevechtsrapport blijkt dat het <strong>in</strong> Rijnsburg gelegerde<br />

<strong>in</strong>structiebataljon 7-veld <strong>om</strong> 6.15 uur enige gewonde burgers <strong>in</strong> ellendige<br />

toestand waarnam, k<strong>om</strong>end uit <strong>Valkenburg</strong>. Buurman gaf opdracht het<br />

vuren te onderbreken tot na de evacuatie van de gewonden. Om 9.25 uur<br />

kon het vuur opnieuw geopend worden. Ook sergeant George Vreeburg<br />

was ergens op de Wassenaarseweg. Hij zag de vluchtel<strong>in</strong>gen gaan, een<br />

lange armzalige stoet. Hij hoorde ze duidelijk: het gehuil van de vrouwen<br />

en k<strong>in</strong>deren. Van die grote afstand was hij getuige van hun onafgebroken<br />

weeklacht vanaf <strong>Valkenburg</strong> tot Katwijk toe.<br />

Ze kwamen bij de molen. Daar had de bataljonsc<strong>om</strong>mandant zijn<br />

onderk<strong>om</strong>en. "Halt!" werd er geroepen. Geweren <strong>in</strong> aanslag. Angstig<br />

weken de vrouwen terug. Een kopstuk werd er bijgehaald. Die wist schijnbaar<br />

van niets. Zag echter zijn stell<strong>in</strong>g gevaar lopen! Werd er niet verteld<br />

dat de Duitsers zich bij voorkeur achter de rokken van de vrouwen verborgen?<br />

Bezorgd monsterde hij de stoet. Zouden ze s<strong>om</strong>s <strong>in</strong> de k<strong>in</strong>derwagens<br />

liggen? In die boerenwagen? Was dat oude mannetje daar op die kruiwagen<br />

niet een verm<strong>om</strong>de parachutist? Maar waarschijnlijk heeft hij helemaal<br />

niet gedacht. Militairen houden van snelle besliss<strong>in</strong>gen. Of ze goed<br />

zijn of verkeerd blijkt meestal achteraf. "Vijfhonderd meter terug die lui!"<br />

De soldaten gehoorzaamden. Er werden zelfs schoten <strong>in</strong> de lucht gelost <strong>om</strong><br />

de vluchtel<strong>in</strong>gen terug te drijven!<br />

253


Majoor Cramer zelf beschrijft de gang van zaken aldus: Op deze dag <strong>in</strong><br />

de vroege morgen kwamen twee burgers uit <strong>Valkenburg</strong> <strong>in</strong> opdracht van<br />

de Duitse c<strong>om</strong>mandant <strong>om</strong> over diverse d<strong>in</strong>gen te spreken, ondermeer <strong>om</strong><br />

toestemm<strong>in</strong>g te verkrijgen voor afvoer van de bugerbevolk<strong>in</strong>g. Beide burgers<br />

werden door mij doorgezonden naar de regimentsc<strong>om</strong>mandant. De<br />

burgers die reeds tot mijn stell<strong>in</strong>g waren doorgedrongen, heb ik 500 meter<br />

terug doen gaan. In de loop van de morgen ontv<strong>in</strong>g ik bevel deze burgers<br />

te doen passeren.<br />

De burgemeester beschreef (uiteraard van horen zeggen):<br />

Toen de schare de molen bij Katwijk aan den Rijn had bereikt, stonden<br />

daar eenige Hollandsche militairen, die de vluchtel<strong>in</strong>gen mededeelden, dat<br />

ze van den C<strong>om</strong>mandant opdracht hadden ontvangen, de menschen niet <strong>in</strong><br />

Katwijk toe te laten aangezien bericht zou zijn ontvangen dat te <strong>Valkenburg</strong><br />

een besmettelijke ziekte zou zijn uitgebroken. Nu berustte dit laatste<br />

op fantasie, maar men kan licht begrijpen, hoe de vluchtel<strong>in</strong>gen thans te<br />

moede waren. Zoo juist had men het gevaar van den beschiet<strong>in</strong>g meegemaakt<br />

en nu kregen de menschen te horen, dat ze niet werden toegelaten<br />

en weer terug moesten. Het valt gemakkelijk te begrijpen dat ze weigerden<br />

<strong>om</strong> terug te gaan. En toen gebeurde het haast ondenkbare dat Hollandsche<br />

militairen Hollandsche vluchtel<strong>in</strong>gen met de bajonet op het geweer terug<br />

dreven naar het oord der verschrikk<strong>in</strong>g! Deze diep treurige houd<strong>in</strong>g is<br />

haast niet <strong>in</strong> te denken, maar geeft zeker wel een beeld van de houd<strong>in</strong>g van<br />

de verantwoordelijke leid<strong>in</strong>g der Hollandse troepen <strong>in</strong> Katwijk gelegen.<br />

Tot op de helft van den afstand tusschen Katwijk en <strong>Valkenburg</strong> werden de<br />

vluchtel<strong>in</strong>gen weer teruggedreven, toen de mededel<strong>in</strong>g kwam dat ze <strong>in</strong><br />

Katwijk zouden worden toegelaten.<br />

Ze hadden geduldig gewacht. Cramer belde Buurman. Buurman moest<br />

eerst Kraak bellen. Om negen uur was het zo ver. Nou, vooruit dan maar.<br />

"Jullie mogen verder!" Die soldaten zullen toen toch wel wat m<strong>in</strong>der bars<br />

gedaan hebben? Adrie van der Meij-Noort en Maartje Botermans-Postmus<br />

her<strong>in</strong>neren zich niet meer dat er oponthoud geweest is. De laatste had<br />

"huisje Langeveld" meegemaakt en dan ben je wel wat gewend.<br />

De gemeenteontvanger Van Haarlem kwam geheel achteraan. Zijn<br />

deerlijk gewonde vrouw trok hij <strong>in</strong> een karretje voort. Zij was zo ernstig<br />

gewond dat ze niet lang meer leven zou.<br />

254<br />

255<br />

7.3 Onderhandelaar<br />

Het was half elf. Opnieuw werden de Nederlandse aanvalsplannen doorkruist.<br />

Majoor Cramer moest ten tweede male die morgen een afgezant uit<br />

<strong>Valkenburg</strong> te woord staan. Volgens de gevechtsverslagen was het een<br />

Duitse onderofficier. De witte vlag, die gevoerd werd, maakte de bedoel<strong>in</strong>g<br />

duidelijk. Hij had een verzoek van de Duitse c<strong>om</strong>mandant. Daarmee<br />

werd hij uiteraard weer doorverwezen naar de kleuterschool <strong>in</strong> Katwijk<br />

aan de Rijn, de c<strong>om</strong>mandopost van overste Buurman. De vraag was ongeveer:<br />

Laat toe dat de Nederlandse en de Duitse gewonden <strong>in</strong> het ziekenhuis<br />

opgen<strong>om</strong>en worden! Of dit officiële verzoek de conditie bevatte dat de<br />

Duitsers na herstel naar Zwitserland gebracht moesten worden, staat niet<br />

vast. Het antwoord van overste Buurman en zijn staf was <strong>in</strong> ieder geval<br />

duidelijk: Nee, tenzij u capituleert. Dat de rollen nog geen acht uur later<br />

<strong>om</strong>gedraaid zouden worden, beseften ze toen nog niet. Onverrichter zake<br />

moest de onderhandelaar terugkeren.<br />

Nadat de vluchtel<strong>in</strong>genstoet, waartoe ook de burgergewonden uit het<br />

hospitaal behoorden, <strong>Valkenburg</strong> verlaten had, slaakte Piet van Duyn een<br />

zucht van verlicht<strong>in</strong>g. Ziezo, dat geeft de burger moed! Nu de vrouwen en<br />

k<strong>in</strong>deren weg zijn zullen de gewonden wel gauw volgen. Voor de zoveelste<br />

keer g<strong>in</strong>gen de onderhandelaars naar overste Buurman, nu vergezeld van<br />

een Duitse officier. In de ene kamer werd overlegd door de officieren<br />

onderl<strong>in</strong>g. In de andere kamer zat een officier van gezondheid te overleggen<br />

met het hoofd van onze verbandplaats (Anton van Delft) over de<br />

Hollandse gewonden. De Duitse officier werd weggestuurd terwijl ze zijn<br />

begeleider vast hielden hoewel die zijn erewoord gegeven had terug te<br />

zullen k<strong>om</strong>en. Dokter Huet<strong>in</strong>g was ook op en overspannen naar Katwijk<br />

vertrokken. In school hoorden we niets. De gewonden waren vol goede<br />

moed, nu zou aan hun lijden spoedig een e<strong>in</strong>de k<strong>om</strong>en. Wanneer gaan we<br />

weg? Nou jongens, misschien nog wel voor de middag! Het werd een<br />

vrolijke boel. Er werd zelfs weer gelachen. De humor kwam weer boven.<br />

Maar de morgen verstreek. De Duitse c<strong>om</strong>mandant opgezocht. Die vertelde<br />

dat de Hollanders niet tot onderhandelen bereid waren. Dus de gewonden<br />

moesten tot het bittere e<strong>in</strong>de wachten. De verbanden moesten nodig<br />

vernieuwd worden. Bij s<strong>om</strong>mige patiënten liep het wondvocht er onder uit.


Maar wie moest het de jongens zeggen? Want het waren geen kle<strong>in</strong>e jongens<br />

meer die je iets kon wijsmaken. Op dat m<strong>om</strong>ent kwam de Duitse arts<br />

b<strong>in</strong>nen met een paar Rode Kruis soldaten. Hij oordeelde de toestand dermate<br />

ernstig dat de Duitsers er weg moesten. Naar zijn menig kon er door<br />

de grote vervuil<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de school ieder ogenblik een besmettelijke ziekte<br />

uitbreken. De jongens vonden het verdacht dat de Duitsers hun gewonden<br />

weg haalden. Wij zeiden maar dat het transport tegenliep <strong>om</strong>dat de bruggen<br />

rond<strong>om</strong> <strong>Valkenburg</strong> geb<strong>om</strong>bardeerd waren. Het hielp voor een poosje.<br />

Maar nee, het was nog geen vrede, een Duits officier kwam bij ons<br />

b<strong>in</strong>nenlopen en vertelde dat hedenmiddag het hele zaakje <strong>om</strong> <strong>Valkenburg</strong><br />

zou worden weg geb<strong>om</strong>bardeerd. Dan was alles geleden. De Duitsers<br />

waren al bij Den Haag en konden elk ogenblik arriveren <strong>om</strong> ons te ontzetten.<br />

7.4 Burgervader<br />

Na afscheid te hebben gen<strong>om</strong>en van zijn vrouw en k<strong>in</strong>deren zat de burgemeester<br />

aan bij een gezamenlijk ontbijt <strong>in</strong> de kelder van O<strong>om</strong>s. Daar<br />

heerste een warme geest van eensgez<strong>in</strong>dheid. Bart Imthorn had de leid<strong>in</strong>g<br />

en g<strong>in</strong>g voor <strong>in</strong> gebed. De burgemeester g<strong>in</strong>g daarna zeer gesterkt zijns<br />

weegs. Hij werd door Hündorff verzocht alle overgebleven <strong>Valkenburg</strong>ers<br />

op het kerkple<strong>in</strong> bijeen te roepen, hen daar <strong>in</strong> zeven groepen te verdelen en<br />

die <strong>in</strong> kelders onder te brengen. Uit het midden van iedere groep werd een<br />

verantwoordelijke persoon aangewezen. Daar stonden ze te wachten op de<br />

oberleutnant terwijl ieder ogenblik de gevechten opnieuw konden beg<strong>in</strong>nen.<br />

Het kerkple<strong>in</strong> was bepaald niet veilig. Het was <strong>in</strong>middels elf uur<br />

geworden en de burgemeester besloot naar zijn huis te gaan <strong>om</strong> de poes te<br />

eten te geven. Het bleek hem dat het dier naar de zolder gevlucht en niet te<br />

bewegen was naar beneden te k<strong>om</strong>en. Geen wonder, de Duitsers hadden<br />

zijn won<strong>in</strong>g <strong>in</strong> beslag gen<strong>om</strong>en, een bovenkamer zat op slot en hij vermoedde<br />

daar een mitrailleuropstell<strong>in</strong>g richt<strong>in</strong>g vliegveld. Er waren tien<br />

soldaten <strong>in</strong> zijn won<strong>in</strong>g zodat hij misnoegd zijn huis verliet.<br />

De burgemeester begaf zich vervolgens naar de school en de daarvoor<br />

staande won<strong>in</strong>g voorheen het huis van het schoolhoofd en op dat m<strong>om</strong>ent<br />

het onderk<strong>om</strong>en van de familie C. Rhijnsburger. In de kelder van die<br />

256<br />

won<strong>in</strong>g was een groot aantal gewonden ondergebracht <strong>om</strong>dat de school<br />

zwaar beschadigd was. Ze lagen ook <strong>in</strong> de kamer. De algehele toestand<br />

was treurig. Er waren verscheidene zwaar gewonden en er was onvoldoende<br />

medische hulp. Die arme mensen hadden nog steeds hoop dat ook zij<br />

zouden mogen vertrekken. De burgemeester had van Hündorff vern<strong>om</strong>en<br />

dat daarover geen overeenstemm<strong>in</strong>g bereikt was, hij durfde het hen niet te<br />

zeggen! Het schieten was <strong>in</strong>tussen weer begonnen, erger dan ooit, zodat<br />

hij een goed heenk<strong>om</strong>en moest zoeken. Dat vond hij <strong>in</strong> de kelder bij Klaas<br />

van der Nagel. Het granaatvuur was opnieuw geconcentreerd op het centrum<br />

van het dorp en dus liepen de gewonden, waaraan hij net een bezoek<br />

gebracht had, ernstig gevaar. Telkens als het schieten stopte, liep de burgemeester<br />

naar buiten <strong>om</strong> te zien of de school en het huis van Rhijnsburger<br />

er nog stonden. De kelder waar<strong>in</strong> ze zaten had een raampje waardoor de<br />

straatstenen van de Middenweg zichtbaar waren. Niemand mocht daar<br />

voor zitten. Een granaat sloeg <strong>in</strong> precies voor het raampje. Een golf van<br />

stof en steenspl<strong>in</strong>tertjes sloegen de kelder <strong>in</strong>. Gelukkig werd niemand gewond.<br />

Geen mens dacht er aan de kelder te verlaten! Als burgervader was<br />

hem de enige stoel <strong>in</strong> het vertrek aangeboden. Er werd brood uitgedeeld.<br />

Vanzelfsprekend was hij het die voorg<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het gebed voor de maaltijd.<br />

Reeds die morgen was hem door Hündorff verteld dat de reger<strong>in</strong>g<br />

gecapituleerd zou hebben. Pas tegen de avond bevestigde de oberleutnant<br />

de bewer<strong>in</strong>g. De kon<strong>in</strong>klijke familie was naar Engeland gevlucht. Hetgeen<br />

de burgemeester van veel bezorgdheid verloste! Hij wist dat <strong>in</strong> de stal van<br />

Dirk van Dijk een groot aantal burgers zat en hij besloot die verre groep<br />

als eerste van de capitulatie op de hoogte te brengen. Vergezeld van de<br />

veldwachter begaf hij zich op weg. Onderweg zag hij dat de schuur van A.<br />

van der Meij (Hoofdstraat 64) vol zat met Duitsers. Ze hadden de wapens<br />

afgelegd. Het was hen aan te zien dat ze blij waren het er levend afgebracht<br />

te hebben. De mensen <strong>in</strong> de boerderij van Dirk van Dijk waren<br />

eveneens gelukkig te horen dat het gevaar geweken was. De burgemeester<br />

nam daarop weder<strong>om</strong> zijn <strong>in</strong>trek bij Klaas van der Nagel.<br />

257


7.5 De kelder van Piet van Dijk<br />

Hendrik van Egmond had zijn ouders en zuster weggebracht naar het<br />

gemeentehuis waar ze zich bij de stoet voegden die het dorp verlaten<br />

mocht. Zelf kwam hij terecht <strong>in</strong> de kelder van Piet van Dijk op de Middenweg.<br />

Daar was een illuster gezelschap bijeen: Jaap van Gelderen, Jaap van<br />

Duyvenvoorde, Kees Ouwersloot en nog wel tw<strong>in</strong>tig anderen. Op zeker<br />

m<strong>om</strong>ent werd er op de deur gebonkt: "Heraus!" Niemand had haast <strong>om</strong><br />

open te doen. Het was uitstel. Uite<strong>in</strong>delijk moesten ze toch naar buiten<br />

k<strong>om</strong>en. Jaap van Gelderen mocht achterblijven. Die mat zich de functie<br />

van kok aan. De anderen werden meegen<strong>om</strong>en naar de overkant van de<br />

weg waar het onderk<strong>om</strong>en van Hündorff gevestigd was <strong>in</strong> het huis van<br />

Willem Oosterlee. Ze moesten loopgraven maken. Het was warm werk en<br />

de mannen zweetten behoorlijk. Een Duitser trachtte hun haastig graven<br />

wat af te remmen. "Doe maar kalm aan hoor!" Kees Ouwersloot was het<br />

daar niet mee eens. "We moeten maken dat we beneden k<strong>om</strong>en!" Ze zagen<br />

de (Hollandse) bui al hangen.<br />

7.6 In het hospitaal<br />

De Duitsers hadden de toestand <strong>in</strong> het hospitaal als medisch ontoelaatbaar<br />

beoordeeld en hun gewonden verplaatst. Een officier gaf Piet het advies de<br />

lijken op te ruimen. De man had <strong>in</strong> de gaten dat Piet niet bepaald gelukkig<br />

was met het Hollandse geweld en onbegrip. Met de bedoel<strong>in</strong>g hem moed<br />

<strong>in</strong> te spreken zei hij: "Nog deze middag zullen ze geb<strong>om</strong>bardeerd worden<br />

en dan is het gauw afgelopen!" Hetgeen ook geschiedde maar beperkt tot<br />

de kalkzandsteenfabriek. Piet verzocht hem een aantal burgers te sturen<br />

voor het begraven. Er kwamen <strong>in</strong>derdaad acht mannen. Henk Noort was<br />

één van hen. Met matras en al werden de o<strong>verleden</strong>en van de ledikanten<br />

getild. Anderen met brancards. Er was gewaarschuwd dat ze niet met de<br />

handen mochten worden aangeraakt. Een grote kuil werd gegraven. Daar<strong>in</strong><br />

werden ze gelegd. Toen het gat vol was kwam de officier er een foto van<br />

maken. Hij huilde. Beweerde dat het een noodzakelijk gevolg van de<br />

oorlog was. Piet noemde het moord. De officier klopte hem op de schouder<br />

en noemde hem een goede vaderlander. Vroeg of er nog chloor was.<br />

258<br />

Piet vertelde dat er nog wel een kistje was maar dat het beter was een zak<br />

ongebluste kalk <strong>in</strong> de kalkfabriek te halen. De Duitser zei daarop dat dat<br />

niet mogelijk was, dat de fabriek <strong>in</strong> Hollandse handen was. Piet bedoelde<br />

waarschijnlijk de kalkovens op <strong>Valkenburg</strong>s grondgebied, de Duitser de<br />

kalkzandsteenfabriek <strong>in</strong> Katwijk aan de Rijn. Piet begreep hieruit ten<br />

onrechte dat de Hollanders een paar honderd meter van hen af zaten.<br />

Waar<strong>om</strong> kwamen ze niet verder? En waar bleef het Rode Kruis? Al zouden<br />

ze alleen maar verband brengen! Nu gebeurde het dat tot twee maal<br />

toe een EHBO-er <strong>in</strong> lokaal 3, het enige lokaal dat nog een beetje bewoonbaar<br />

was, zijn handen stond te wassen <strong>in</strong> een wasbak met water dat van<br />

menselijke afk<strong>om</strong>st bleek te zijn. Die vergiss<strong>in</strong>g was te begrijpen, alle<br />

ramen waren dichtgetimmerd. Het was schemerdonker, daar moest <strong>in</strong><br />

gewerkt worden. Er waren toen nog 117 patiënten. De ur<strong>in</strong>alen moesten<br />

worden geleegd. De emmer was vol. Dan maar <strong>in</strong> de wasbak. Maar niet<br />

slechts de kraan stond droog, ook de afvoer zat verstopt. Het water bleef er<br />

<strong>in</strong> staan. Er h<strong>in</strong>g netjes een handdoek, er lag zelfs een stukje zeep. Wie zou<br />

daar<strong>in</strong> zijn handen niet wassen? In hospitaal Rhijnsburger werd een vaas<br />

die bedoeld was <strong>om</strong> de schoorsteen te sieren als ur<strong>in</strong>aal gebruikt. Na gebruik<br />

weer op de schoorsteen als 't u belieft! Voor de huiselijke sfeer.<br />

Het werd een dag waar<strong>in</strong> de vredesverhalen bleven circuleren. De<br />

Duitsers werden zichtbaar zorgelozer. Konden de soldaten kankeren, Piet<br />

wist ze te overtreffen. De burgemeester kon ook geen oploss<strong>in</strong>g voor de<br />

problemen geven. Totdat het gedonder weer begon. 't Was nog volop<br />

oorlog. Hoelang zou het duren? Elke m<strong>in</strong>uut leek een eeuwigheid. De<br />

school was vol kruitdamp. De gewonden smeekten hen niet weg te lopen.<br />

Piet en de zijnen beloofden te blijven al zou de hele school <strong>in</strong> pu<strong>in</strong> geschoten<br />

worden. Ze hadden mal<strong>in</strong>g aan hun leven. Ze hadden nu al vijf dagen<br />

<strong>in</strong> de hel geleefd. Als er een granaat ontplofte maakten ze zich wat kle<strong>in</strong>er.<br />

Velen baden: Heer laat deze dr<strong>in</strong>kbeker aan ons voorbijgaan! Hoelang het<br />

duurde, ze wisten het niet meer. Met strakke gezichten en grote ogen<br />

keken ze elkaar aan. Even plotsel<strong>in</strong>g als het begonnen was e<strong>in</strong>digde de<br />

beschiet<strong>in</strong>g. Eerst was er een gefluister, daar klonk een luider woord, een<br />

lach. De gezichten ontspanden zich en ze keken voor de zoveelste keer of<br />

er schade geleden was. Na afloop van de <strong>in</strong>spectie waren de EHBO-ers ten<br />

e<strong>in</strong>de raad. Ook de patiënten kregen door dat er geen hulp zou k<strong>om</strong>en.<br />

259


Besloten werd de gewonden over te brengen naar een ander huis. Op dat<br />

m<strong>om</strong>ent zagen ze een gebl<strong>in</strong>ddoekte officier <strong>in</strong> de gang staan. Een Hollandse<br />

officier als parlementair <strong>in</strong> <strong>Valkenburg</strong>? Zagen ze het goed? Een<br />

zenuwachtige spann<strong>in</strong>g maakte zich van de EHBO-ers meester. 't Leek wel<br />

of ze gek werden. En ja hoor, hij kwam de school b<strong>in</strong>nen. "Mall<strong>in</strong>ckrodt!"<br />

fluisterden de soldaten. Met grote ogen vol verwacht<strong>in</strong>g keken ze hem aan.<br />

Hij van zijn kant verbleekte bij het zien van de ellende waar<strong>in</strong> zijn jongens<br />

ged<strong>om</strong>peld waren. Hij wankelde, zou gevallen zijn als niet iemand hem<br />

gegrepen had. Ontzett<strong>in</strong>g tekende zich af op zijn gezicht. Hij kon de aanblik<br />

niet verdragen en keerde zich af. Daarop werd hij door het dorp geleid<br />

en mocht het droevige resultaat aanschouwen van dat wat de kanonnen<br />

van Oegstgeest en Katwijk aangericht hadden.<br />

Een uur daarna hoorden ze van de capitulatie. De éne soldaat was blij,<br />

de ander snikte bedroefd. Voor de EHBO-ers betekende het verloss<strong>in</strong>g,<br />

bevrijd<strong>in</strong>g. Ootje was bezig een feestmaaltijd te organiseren. Hij had van<br />

zijn keukenwerkzaamheden bij de Duitsers het één en ander achter gehouden,<br />

soep, rijst met appelmoes en vruchten uit blik, ze namen zich voor<br />

daarvan lekker te gaan eten.<br />

Toen kwamen midden <strong>in</strong> de nacht en geheel onverwacht de Rode Kruis<br />

auto's. Ze konden hun ogen niet geloven. Wel vijftig ziekenauto's kwamen<br />

voorgereden. Een kapite<strong>in</strong> kwam met kwieke pas uit de auto spr<strong>in</strong>gen.<br />

Verwachtte hij met open armen ontvangen te worden? Met strakke gezichten<br />

stonden de EHBO-ers voor hem. "Zo, zijn jullie er e<strong>in</strong>delijk? Dat werd<br />

eens tijd. Waar zaten jullie al die vijf dagen! Wel naar Abess<strong>in</strong>ië, maar<br />

konden jullie <strong>Valkenburg</strong> niet v<strong>in</strong>den?" Verachtelijk spuugden ze op de<br />

grond. Toen werd de man nog kwaad ook en vroeg naar het hoofd van de<br />

afdel<strong>in</strong>g. Daar stond hij mee te praten dus dat was gauw opgelost. Hij<br />

werd rondgeleid en begon iets te begrijpen van de wrok die hen bezielde,<br />

sloeg een andere toon aan en werd zelfs beleefd. De patiënten zouden vervoerd<br />

worden naar ziekenhuizen <strong>in</strong> Leiden, Noordwijk, Voorburg, Katwijk<br />

en Rijswijk. De kapite<strong>in</strong> kon ervan overtuigd worden dat ook de EHBOers<br />

toe waren aan verzorg<strong>in</strong>g. Een chauffeur kreeg opdracht voor een<br />

autobus te zorgen en de hele ploeg naar Katwijk te brengen, <strong>in</strong>clusief<br />

Ootje die door hen tot Rode Kruis-soldaat gepr<strong>om</strong>oveerd was. De reis <strong>in</strong><br />

de autobus was een belevenis op zichzelf. De zu<strong>in</strong>ig bewaarde drankfles<br />

260<br />

g<strong>in</strong>g van mond tot mond. De ene sigaret na de andere werd aangestoken.<br />

In Katwijk keken ze hun ogen uit. Ze hadden gedacht dat de wereld buiten<br />

<strong>Valkenburg</strong> ook <strong>in</strong> pu<strong>in</strong> zou liggen. Maar daar was alles nog schoon en<br />

netjes. Ze keken, de één lachte, de ander huilde maar verdwaasd waren ze<br />

allemaal. De <strong>mei</strong>sjes mochten naar hotel Zwaan, de mannen naar het<br />

Zeehospitium waar ook een deel van de gewonden ondergebracht was.<br />

Tonny Jansen, die bij het <strong>in</strong>laden van de laatste patiënt <strong>in</strong> elkaar gezakt<br />

was, werd daar eveneens ondergebracht. Ze werden ontvangen met sterke<br />

thee, ze waren een beetje dizzy. Daarna meteen naar bed. Met orders aan<br />

de verpleegsters hen niet wakker te maken.<br />

Drie mannen waren achtergebleven, ze moesten nog het één en ander<br />

regelen. Het licht uitdoen? Nee dat niet. De deuren sluiten? Er waren geen<br />

deuren meer. Misschien hebben ze de kranen dichtgedraaid voor het geval<br />

dat het water weer zou gaan str<strong>om</strong>en. Nog wat van de ergste smeertroep<br />

opgeruimd. In het holst van de nacht zaten ze daar, Piet van Duyn, Cock<br />

Heuvel en Jan Rhijnsburger en keken elkaar aan. Het was alsof hun hele<br />

wereld vergaan was. Wat moesten ze nu? Ze charterden een vrachtwagen<br />

en reden tenslotte ook maar naar het Zeehospitium. Daar kregen ze een<br />

verpleegsterskamertje toegewezen. Niet storen, ik slaap!<br />

261<br />

7.7 Huisje Langeveld<br />

Jaap, die het b<strong>in</strong>nen niet meer kon uithouden, g<strong>in</strong>g <strong>om</strong> half drie <strong>in</strong> de<br />

morgen buiten tegen de dijk aan liggen. De dauw en de frisse lucht deden<br />

hem goed. Hoe scherp hij ook luisterde, van de Duitsers aan de overzijde<br />

van de Straatweg hoorde hij niets meer. Op zijn buik kroop hij een meter<br />

vooruit. Luisterde en keek of hij iets hoorde of zag. Daarna weer een<br />

meter. Tenslotte kon hij over de dijk heen kijken maar er waren geen<br />

Duitsers meer te zien of te horen. Ze waren achterwaarts getrokken en<br />

hadden veel spullen achtergelaten. Snel kroop hij terug en waarschuwde<br />

Gerrit Bol. "De Duitsers zijn weg, laten we een emmer sp<strong>in</strong>azie gaan<br />

snijden!" Ook Dirk de Vries g<strong>in</strong>g mee. Zo sneden de drie mannen, gebukt<br />

vanuit de greppel, <strong>in</strong> de zeer vroege morgen een emmer sp<strong>in</strong>azie van een<br />

veld dat nodig geoogst moest worden. Jaap voelde zich tenslotte zo zeker


van zijn zaak dat hij het waagde zich op te richten, er werd niet op hem<br />

geschoten. Daarna konden ze wat gemakkelijker hun werk doen.<br />

De luiken g<strong>in</strong>gen open. Van het licht en de frisse lucht knapten allen op,<br />

vooral de gewonden deed het goed. Daarna volgde een fl<strong>in</strong>ke schoonmaakbeurt<br />

van het huisje. Ze haalden emmers water <strong>om</strong> te spoelen. Dat<br />

50 Jan van der Zwart en de zijnen.<br />

262<br />

moesten ze doen van de vrouwen. De dekens werden uitgeklopt, de vloeren<br />

geveegd, al met al was het een hele verbeter<strong>in</strong>g. Maar opeens werd er<br />

weer op hen geschoten, vanuit de Torenvlietslaan waar de Duitsers nog<br />

zaten. De gewonden wilden daarop de luiken weer gesloten hebben. Maar<br />

Jaap van der Zwart en Gerrit Bol raakten daar niet erg van onder de <strong>in</strong>druk.<br />

Ieder met een witte vlag <strong>in</strong> de hand zochten ze de Rijnoever af of er<br />

s<strong>om</strong>s ergens een schuit lag waarmee ze naar de overzijde konden varen. Er<br />

lag niets dan een gezonken roeiboot. In de gehele <strong>om</strong>trek was er geen<br />

levend wezen te zien of te horen. Tot hun grote verbaz<strong>in</strong>g kwam er wel<br />

een juffrouw op een fiets van de Haagse Schouw gereden! Ze hielden haar<br />

aan. Ze kwam van Wassenaar, moest naar Katwijk en zou daar bij het<br />

Rode Kruis gaan werken.<br />

Beide mannen verbaasden zich zeer. Ze lieten haar echter gewoon<br />

verder gaan. Erger nog, ze besloten iemand met haar mee te sturen. Er<br />

waren fietsen genoeg <strong>in</strong> de buurt, ze grepen er één. "Henk Ravensbergen,<br />

jij gaat met haar mee naar <strong>Valkenburg</strong> <strong>om</strong> voor ons hulp te halen!" Henk<br />

stribbelde eerst tegen. Die begreep wel hoe gevaarlijk dat plan was.<br />

Uite<strong>in</strong>delijk besteeg hij de fiets en reed met haar mee. Vanuit het huisje<br />

klonken aanmoedigende kreten van de gewonden. De onbekende vrouw<br />

verdween daarmee uit de geschiedenis van <strong>Valkenburg</strong>.<br />

De mannen hielden zich nu bij voorkeur buiten het huisje op. Ook Jo<br />

Rhijnsburger. Zij zag aan de overzijde van de Rijn iets bewegen. Gerrit en<br />

Jaap liepen, ieder met een witte vlag <strong>in</strong> de hand, naar de waterkant en riepen:<br />

"Holland, Holland, help ons!" Ze zwaaiden en schreeuwden <strong>om</strong> het<br />

hardst. E<strong>in</strong>delijk met succes. Een soldaat liet zich zien bij het huis van<br />

Giel Verhaar aan de overzijde van de rivier. Een geweer werd op hen<br />

gericht. Meer geweren volgden. Toen kwam er een luitenant naar voren:<br />

"Hoe k<strong>om</strong>en jullie daar? Zitten er nog Duitsers?" Gerrit en Jaap moesten<br />

met de armen <strong>om</strong>hoog aan de walkant blijven zitten. De soldaten<br />

doorzochten daarna het huis en de kassen van Giel Verhaar, een soldaat<br />

bleef achter <strong>om</strong> de <strong>Valkenburg</strong>ers <strong>in</strong>tussen onder schot te houden. Ze<br />

waren wel uiterst voorzichtig geworden na drie dagen oorlog. Naast de<br />

schildwacht stelde zich een militaire arts op die ook de nodige vragen<br />

stelde. De soldaten moeten <strong>in</strong>middels de boot, die T<strong>in</strong>us van der Meij de<br />

vorige dag daar achtergelaten had, gevonden hebben want na verloop van<br />

263


tijd staken een arts en een luitenant over. Hetgeen, onder de gegeven <strong>om</strong>standigheden,<br />

getuigde van niet ger<strong>in</strong>ge moed! Voorafgegaan door de<br />

beide <strong>Valkenburg</strong>ers namen ze de toestand van de gewonden <strong>in</strong> ogenschouw<br />

en zagen dat onmiddellijk handelen geboden was. De gewonden<br />

werden naar de boot getransporteerd. Zij die lopen konden, zaten op de<br />

roef. Daar ook zat Mien Meurs. De gewonde Duitse soldaten werden niet<br />

vergeten. De boot was geheel gevuld. Als oorlogsbuit werden nog wat<br />

door de Duitsers achtergelaten kisten munitie aan boord gedragen.<br />

Hoe nu verder te handelen? De vrouwen en k<strong>in</strong>deren, die konden lopen,<br />

waren al vertrokken met toestemm<strong>in</strong>g van de luitenant. Richt<strong>in</strong>g Haagse<br />

Schouw. Ze waren nog maar net over de brug van de Wassenaarse Water<strong>in</strong>g<br />

toen ze door Nederlandse soldaten werden aangehouden. Dat g<strong>in</strong>g<br />

niet bepaald zachtz<strong>in</strong>nig. De geweren werden dreigend op hen gericht<br />

hetgeen hen angstig deed schreeuwen. Ze kregen daarop te horen dat ze<br />

hun weg mochten vervolgen mits de handen <strong>om</strong>hoog gehouden werden.<br />

Zo liepen daar dezelfde vrouwen en k<strong>in</strong>deren, die twee dagen eerder ook<br />

al met de handen <strong>om</strong>hoog tussen een haag van <strong>in</strong>gegraven Duitse soldaten<br />

waren gewandeld over de Zonneveldslaan. Het kan verkeren! Het liep<br />

gelukkig met een sisser af, ze kwamen bij de "K<strong>in</strong>gsfarm", de boerderij<br />

van B. de Kon<strong>in</strong>g voorbij de Haagse Schouw en konden daar op verhaal<br />

k<strong>om</strong>en.<br />

De gewondenboot was afgevaren, de luitenant had de overgebleven<br />

manspersonen opgedragen eveneens richt<strong>in</strong>g Haagse Schouw te gaan<br />

waaraan gevolg gegeven werd. Ook zij werden bij de brug door de Hollanders<br />

opgebracht, de handen <strong>in</strong> de hoogte. Even voorbij de brug was een<br />

barricade op de weg, een auto, een stapel motorfietsen. Bij H. Verhaar was<br />

er een post waar ze ondervraagd werden. Daarna mochten ze verder gaan<br />

tot het huis van Piet Verboon (boerderij Veldzicht op Voorschoterweg 52).<br />

Daar was de hoofdmacht van de legereenheid verzameld. Weer werden ze<br />

ondervraagd nu door een kapite<strong>in</strong>. De mannen hadden honger en lieten dat<br />

blijken. De kapite<strong>in</strong> bracht hen naar de R.K. kerk aan de Haagse Schouw.<br />

Daar hebben ze, <strong>in</strong> de schuttersputjes bij de soldaten, <strong>om</strong>dat er telkens<br />

luchtalarm gegeven werd, heerlijk gegeten. Tenslotte kwamen ook zij bij<br />

De Kon<strong>in</strong>g terecht. Die laatste groep telde negentien mannen.<br />

264<br />

Voor hen allen was nu het ergste leed geleden. Ze zouden nog vaak<br />

nadenken over hun vlucht langs de Achterweg en de Zonneveldslaan. Over<br />

de granaat<strong>in</strong>slag <strong>in</strong> de tu<strong>in</strong> van Rhijnvliet en over hun verblijf <strong>in</strong> het huisje<br />

Langeveld. En over de doden die er vielen. Tien vrouwen en k<strong>in</strong>deren en<br />

een man. De overlevenden zagen <strong>in</strong> dat alles toch een gouden draad, de<br />

hand van God die hen ondanks alles bewaard had.<br />

265<br />

7.8 Garage Poot<br />

Ben Collignon wordt wakker <strong>in</strong> de luxe wagen die hem tot onderdak dient:<br />

Bij het ontwaken is het al klaarlichte dag. Mijn medepassagier is teruggek<strong>om</strong>en<br />

en we delen broederlijk het h<strong>om</strong>pje brood dat ik bewaard heb,<br />

ieders deel wordt nu wel heel erg kle<strong>in</strong>. Gedienstige handen brengen ons<br />

wat peentjes, gezellig kauwen, zand en peen. "Wat was dat vannacht met<br />

die granaat?" Een jongen heeft hem naar buiten gegooid. Niemand weet<br />

wie het was, het was immers donker. Een moedige daad!<br />

De Duitse officier k<strong>om</strong>t weer b<strong>in</strong>nen. Iedereen moet zijn naam opgeven.<br />

Een soldaat krijgt die taak toegewezen. Hij zat op het bureau van mijn<br />

c<strong>om</strong>pagnie. De nieuwe maatregel wordt druk besproken. "Ze gaan de<br />

verloflijst opmaken!" grapt de één. Anderen denken dat we verplaatst<br />

zullen worden. Hoe dan ook, er is weer bezigheid en daarmee afwissel<strong>in</strong>g.<br />

Er is een ploeg uitgegaan <strong>om</strong> eten op te halen, als die terug k<strong>om</strong>t valt de<br />

oogst tegen: twee potten met <strong>in</strong>gemaakte bonen en ook een kip <strong>in</strong> glas.<br />

Voorlopig zullen we het moeten doen met het zien ervan, alles verdwijnt <strong>in</strong><br />

de tot keuken benoemde auto. Wel is er een voorraad sigaretten en shag<br />

meegebracht. Eerlijk gaat het pakje shag rond en ieder mag er ééntje<br />

rollen. Er drentelen steeds belangstellenden rond bij het keukenheiligd<strong>om</strong><br />

maar de bewakers ervan zijn hard en laten niets los. Af en toe zie ik iemand<br />

naar buiten glippen. Om iets noodzakelijks te doen. Om de beurt<br />

mag er één naar buiten en niet verder dan vijf meter weg. Anders loop je<br />

kans op een kogel!<br />

In de garage lopen er heel wat die uit Schiedam k<strong>om</strong>en. Typisch is het dat<br />

de meesten denken dat daar wel geen oorlog zal zijn. Later zouden ze wel<br />

anders horen. Het is etenstijd, wat zal de kok opscheppen? We krijgen<br />

allemaal een stuk of zes bonen op een lepel. Wij <strong>in</strong> de auto krijgen stiekem


nog een kippenpootje. Als er we<strong>in</strong>ig smaak van kip te proeven is, stop ik<br />

het <strong>in</strong> mijn broekzak. Mijn buurman zit net zo krap als ik en gaat voor<strong>in</strong><br />

zitten. Het is een hele verbeter<strong>in</strong>g, we leunen achterover voor een dutje.<br />

Ik word na een poosje wakker met het gevoel alsof er iemand op mijn<br />

arm ligt. Naast me is er niemand. De arm blijkt naast het verband rood en<br />

opgezet. Het jeukt en prikt maar ik durf niet te wrijven. Mijn voorman ziet<br />

het ook en geeft het advies de hospik op te zoeken die ergens moet rondlopen.<br />

Ik ga op stap, het is niet leuk meer <strong>om</strong> te lopen, de arm klopt hevig,<br />

lijkt op spr<strong>in</strong>gen te staan. Staat daar niet de man met de Rode Kruis-band<br />

<strong>om</strong> de arm met de verbandtas? Daar<strong>in</strong> heeft hij van alles verzameld. Hij<br />

zal wel even naar mijn arm kijken! Maar daar blijft het bij. "Dat moet een<br />

dokter behandelen!" is zijn oordeel, "Daar beg<strong>in</strong> ik niet aan." De schildwacht<br />

wordt aangeklampt maar onze Cerberus haalt de schouders op:<br />

"Feldwebel!" is zijn oploss<strong>in</strong>g. Mijn bezorgde verpleger beweert dat ik<br />

persé niet mag lopen, hij weet er vermoedelijk net zo we<strong>in</strong>ig van als ik. Ik<br />

word dus weer <strong>in</strong> de kussens geïnstalleerd en krijg nog een opvull<strong>in</strong>g<br />

onder de arm. Deftig opgebaard. Alleen h<strong>in</strong>derlijk dat er daarna steeds<br />

verbaasde gezichten voor de deur van de wagen verschijnen. Aan de<br />

uitdrukk<strong>in</strong>g van de gezichten te zien behoor ik <strong>in</strong>eens tot de zwaar gewonden.<br />

Mijn medepassagier vertelt dat het gerucht gaat dat het vliegveld<br />

weer verlaten is nadat het eerst heroverd was. Een heftig gesprek <strong>in</strong> de<br />

buurt kan ik nog volgen: "Kerel, je bent gek, denk je dat majoor Mall<strong>in</strong>ckrodt<br />

zich over zal geven, die vecht zich liever kapot!" De feldwebel is<br />

b<strong>in</strong>nen gek<strong>om</strong>en. Een grote groep soldaten klit samen. Kapite<strong>in</strong> van Zuilen,<br />

die met hem heeft gepraat, beklimt zijn primitieve spreekstoel en zegt:<br />

"Mannen, ons land heeft zich overgegeven, de oorlog is afgelopen. Voorlopig<br />

moeten we allen nog hier blijven. Hou je dus rustig". De laatste woorden<br />

zijn niet overbodig, er ontstaat een c<strong>om</strong>pleet oproer. Enkele heethoofden<br />

willen de slapende Duitsers te lijf en de schildwacht overmeesteren.<br />

De gemoederen worden tot bedaren gebracht door wat kalmerende opmerk<strong>in</strong>gen.<br />

Het blijft echter onrustig, er wordt nog steeds hier en daar<br />

geschoten. De schildwacht haalt slechts zijn schouders op. Het wordt<br />

zachtjesaan donker. In de garage is niet veel meer te onderscheiden en ik<br />

kruip maar weer <strong>in</strong> mijn kussens. Opeens wordt er geschreeuwd, er ontstaat<br />

gedrang voor de ramen. In de verte, het moet <strong>in</strong> Katwijk zijn, brandt<br />

266<br />

een lange rij lantaarns. Het licht heeft op ieder een magische<br />

aantrekk<strong>in</strong>gskracht. Er is een gegons van stemmen. Hoewel niemand zijn<br />

buurman kan onderscheiden staan ze maar te praten, de meesten weten<br />

niet eens wat ze zeggen. Er wordt zelfs een liedje geneuried! Dat licht <strong>in</strong><br />

de verte heeft ons iets verteld: de oorlog is afgelopen. Weldra zullen we<br />

vrij zijn.<br />

"Waar is die soldaat met die verbonden arm?" wordt er geroepen. Ik<br />

veronderstel dat ze mij bedoelen en ga naar de deur. Daar verdr<strong>in</strong>gen zich<br />

verscheidene verbonden armen! Met een zaklantaarn worden we geïnspecteerd.<br />

Als het licht mij beschijnt hoor ik: "Ja, dat is hem!" Ik mag naar<br />

buiten. De hospik heeft iets geregeld met de dokter. Tussen twee soldaten<br />

word ik afgevoerd als een gewichtig personage.<br />

267<br />

7.9 Torenvliet<br />

Krijgsgevangene Berend Borst werd die dag al vroeg gewekt, "K<strong>om</strong>m<br />

mit". Met zijn makkers volgden ze de Duitser die hen een pioniersschopje<br />

<strong>in</strong> de hand drukte. Het was niet veel groter dan een k<strong>in</strong>derschopje. Achter<br />

de boerderij moesten twee kuilen gegraven worden. Het viel niet mee <strong>om</strong><br />

met dat onhandige gereedschap de graszoden weg te spitten. Daarbij had<br />

de Duitser haast, ieder ogenblik kon het oorlogsgeweld weer losbarsten. Al<br />

gauw brak van het ene schopje de steel. Het werk kon daarna slechts door<br />

één man gedaan worden. Daarbij moesten de kuilen precies vierkant en op<br />

maat zijn. Berend g<strong>in</strong>g er languit <strong>in</strong> liggen <strong>om</strong> de juiste maat te bepalen.<br />

De Duitse doden lagen <strong>in</strong> een schuurtje met een paar zakken er overheen.<br />

Ze legden hen <strong>in</strong> de kuilen. De Duitser nam daarop zijn helm af en nam<br />

een m<strong>om</strong>ent van stilte <strong>in</strong> acht. Ook de grafdelvers betoonden hun respect<br />

met de doden. Daarna mochten de kuilen dichtgegooid worden. Een tweetal<br />

reeds klaargemaakte kruizen werden geplaatst. Er zouden er daar nog<br />

twee begraven worden.<br />

Spoedig deed de oorlog zich weer gelden. Granaten en kogels bleven<br />

opvallend weigeren zich met de boerderij te bemoeien. In de loop van de<br />

dag werden er geregeld gewonden b<strong>in</strong>nen gebracht waaronder ook twee<br />

Nederlanders. Een Duitse gewonde liep op één been rond te banjeren met<br />

een stok, het andere been was gewond. Daarbij zong of floot hij het hoog-


ste lied. Of deed het geluid van de granaten zo kunstig na, dat de andere<br />

patiënten <strong>in</strong>eenkr<strong>om</strong>pen van schrik. Hij was de kluts kwijt.<br />

In de namiddag tegen zes uur werd het schieten buiten <strong>in</strong>eens opvallend<br />

m<strong>in</strong>der. Slechts enkele schoten vielen nog, de artillerie zweeg. De Duitsers<br />

wisten waar<strong>om</strong>: Nederland had gecapituleerd. Met een <strong>in</strong>fanterist moest<br />

Berend een gewonde gaan ophalen, uiteraard onder geleide. Het g<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de<br />

richt<strong>in</strong>g van <strong>Valkenburg</strong>. Dichtbij garage Poot. Door naar het dorp. Geen<br />

huis was daar ongeschonden gebleven. Hun gewapend geleide vroeg aan<br />

deze en gene waar de gewonde lag. Niemand wist het. Hij praatte met een<br />

stel Duitsers die naar de radio zaten te luisteren. Het nieuws van de capitulatie<br />

werd luid uiteengezet. De Duitsers hadden geen goed woord over<br />

voor de "zwijnhonden" die zo onbarmhartig hun eigen mensen beschoten<br />

hadden. Berend troostte zich ermee dat de Duitsers de eigenlijke aanstichters<br />

daarvan waren en g<strong>in</strong>g er maar niet op <strong>in</strong>. Er was geen gewonde dus<br />

werd de terugtocht aanvaard. Zij hoorden het appèlsignaal waarmee de<br />

Hollandse troepen teruggeroepen werden <strong>om</strong> te verzamelen. In de boerderij<br />

waren de burgers en gewonden duidelijk opgelucht. Mevrouw van<br />

Egmond en haar dochtertje verlieten de plaats <strong>om</strong> elders onderdak te zoeken.<br />

Er lagen ongeveer 50 gewonden. Er kwamen ziekenauto's <strong>om</strong> hen<br />

naar het ziekenhuis te brengen. Berend sliep die avond, hoewel nog steeds<br />

<strong>in</strong> uniform, heel wat rustiger dan de dag ervoor. In de andere kamertjes<br />

sliepen de Duitse soldaten na vijf zware dagen niet m<strong>in</strong>der goed.<br />

Ben Collignon schrijft: Buiten valt de duisternis wel mee, het levert<br />

geen moeilijkheden op <strong>om</strong> langs de sloot de weg te v<strong>in</strong>den. De soldaat aan<br />

mijn rechterzijde heeft zijn hand op mijn schouder gelegd, achter mij loopt<br />

mijn schaduw. Ik probeer ze aan het praten te krijgen maar een graf is nog<br />

luidruchtiger dan die twee. We stappen over een greppel heen maar een<br />

daarachter gelegen gat is ons noodlottig, we vallen <strong>in</strong> de kuil. Een laars<br />

raakt mijn arm en ik brul van de pijn. Snel kruip ik er van tussenuit. De<br />

twee <strong>in</strong> de put grijpen elkaar beet <strong>in</strong> de stellige overtuig<strong>in</strong>g dat ze mij<br />

tussen zich <strong>in</strong> hebben. We gaan verder en ik mag nu zowaar los lopen. Het<br />

is niet te zien waar we ons bev<strong>in</strong>den, <strong>in</strong> de verte straalt een kle<strong>in</strong> lichtje.<br />

We lopen <strong>in</strong> die richt<strong>in</strong>g. Plotsel<strong>in</strong>g kl<strong>in</strong>kt er een stem; "Kenwort!" De<br />

Duitser voor me geeft het wachtwoord "Hoocheberg". We zijn het lichtschijnsel<br />

genaderd, via een deur k<strong>om</strong>en we b<strong>in</strong>nen. We zijn <strong>in</strong> een boer-<br />

268<br />

derij, op de tafel staat een olielamp, er <strong>om</strong>heen en langs de muur zitten<br />

Duitsers. Mijn begeleiders brengen rapport uit. De officier staat op en<br />

beziet mijn arm. Hij kijkt bedenkelijk. Ze beg<strong>in</strong>nen me iets uit te leggen<br />

maar ik snap het niet. Er wordt een tolk bijgehaald, zowaar het is een<br />

oude bekende uit Katwijk. Hij vertelt me dat ik niemand een hand mag<br />

geven of aanraken. Er is een <strong>in</strong>fectie <strong>in</strong> mijn gewonde arm ontstaan, het is<br />

wondkoorts en dat is besmettelijk.<br />

Uit een deur <strong>in</strong> de hoek k<strong>om</strong>en lekkere geuren. Hongerig pols ik de<br />

hospik <strong>om</strong> wat te bikken te krijgen, hij geeft me niet veel hoop. "Je kunt<br />

beter gaan slapen, boven <strong>in</strong> het stro is nog wel plek." We st<strong>om</strong>melen de<br />

trap op. Op de tast kruip ik de zolder op, voel stro en wil gaan liggen. De<br />

plaats is al bezet door een boer. "Wie is dat?" wordt er gemopperd. Ik v<strong>in</strong>d<br />

nog een vrij plekje en leg me neer. Er is geroezemoes van stemmen, zeker<br />

vier mannen liggen daar. Ik hoor het gesnurk van een slapende. Probeer<br />

het voorbeeld te volgen. De geuren van beneden doen me eraan her<strong>in</strong>neren<br />

dat het al heel lang geleden is dat ik wat te eten kreeg. De stemmen<br />

zwijgen en ik hoor niets meer dan de rustige ademhal<strong>in</strong>g van de man naast<br />

me.<br />

269<br />

7.10 De Wassenaarseslag<br />

Gaastra Gerber was als c<strong>om</strong>mandant van de c<strong>om</strong>pagnie zware mitrailleurs<br />

eveneens krijgsgevangen gemaakt. Terwijl de sergeant Hov<strong>in</strong>gh verklaart<br />

s<strong>in</strong>ds zijn gevangennem<strong>in</strong>g op 11 <strong>mei</strong> geen snee brood te hebben gehad<br />

schreef de kapite<strong>in</strong> op 14 <strong>mei</strong> <strong>1940</strong> deze brief die niet werd <strong>in</strong>gewilligd:<br />

Aan den Heer Kantonnements C<strong>om</strong>mandant te Wassenaar<br />

Ondergeteekenden, Gaastra Gerber D, kapite<strong>in</strong>, C.M.C.-I-1RI sedert<br />

Zaterdag j.l. <strong>in</strong> Duitsche krijgsgevangenschap met nog 8 Officieren, 2<br />

Vaandrigs en 340 manschappen en O.O. deelt u beleefd het volgende mede<br />

Hoewel wij voor de behandel<strong>in</strong>g die wij van den Duitschen C<strong>om</strong>mandant,<br />

zijn Officieren en m<strong>in</strong>deren ontvangen, niets dan lof hebben (wij<br />

mochten onze helmen behouden en een eereteeken) en zij hun eten, sigaretten<br />

etc. tot nu toe kameraadschappelijk hebben gedeeld met ons, is het<br />

thans zover dat ons eten op is.


Beleefd verzoek ik u daar<strong>om</strong> voor 350 man voor 10 dagen levensmiddelen<br />

voor warm en koud te willen doen toek<strong>om</strong>en. De Duitsche Conmmandant<br />

heeft toegezegd dat alles uitsluitend onze menschen ten goede zal<br />

k<strong>om</strong>en en dat zijn eer het verbiedt hier gebruik van te maken, daar dit <strong>in</strong><br />

strijd is met de Conventie van Genève. Ik ben er van overtuigd, dat aan<br />

zijn woorden niet behoeft te worden getwijfeld. Verder ontv<strong>in</strong>gen wij<br />

gaarne de volgende artikelen: Zeep, handdoeken, rookartikelen, zakdoeken<br />

en speelkaarten.<br />

Op de volgende manier mogen ons de goederen worden doorgezonden:<br />

Op een vrachtauto met witte vlag wordt het gebracht. De chauffeur k<strong>om</strong>t<br />

<strong>in</strong> Wassenaar de richt<strong>in</strong>g en wordt op een bepaalde plaats gebl<strong>in</strong>ddoekt en<br />

de auto naar ons verblijf gereden waar wij de goederen <strong>in</strong> ontvangst nemen.<br />

Behalve de levensmiddelen en handdoeken zullen wij de andere<br />

artikelen, <strong>in</strong>dien dit nodig is, direct bij ontvangst betalen. Gaarne nog<br />

heden op Uwe medewerk<strong>in</strong>g gerekend<br />

de kapite<strong>in</strong> D. Gaastra Gerber<br />

Voigt (Oberleutnant)<br />

7.11 Kalkzandsteenfabriek<br />

Nadat de overblijvende <strong>Valkenburg</strong>ers de veilige kelders hadden opgezocht,<br />

voerden de Duitsers <strong>in</strong> de middag een luchtaanval uit op de kalkzandsteenfabriek<br />

onder Katwijk aan de Rijn. Ook met mitrailleurs werd er<br />

vanuit <strong>Valkenburg</strong> heftig geschoten. Ze waren kennelijk geprikkeld door<br />

de onverbiddelijke houd<strong>in</strong>g van de Hollanders. Die antwoordden met<br />

hernieuwde beschiet<strong>in</strong>gen met behulp van kanonnen.<br />

7.12 Kanonnen van Oegstgeest<br />

De kanonnen van Oegstgeest hadden die morgen weer aardig hun best gedaan.<br />

Het dorp <strong>Valkenburg</strong> was van alle kanten beschoten. De gewonden<br />

<strong>in</strong> het hospitaal en de krijgsgevangenen <strong>in</strong> garage Poot waren er nog een<br />

keer bij bepaald dat het zeer onverstandig geweest was zich krijgsgevangen<br />

te laten nemen of te laten verwonden.<br />

270<br />

Kort na de middag werd <strong>in</strong> Oegstgeest het bevel ontvangen het vuren te<br />

staken. Van Duitse zijde werd daar echter geen gevolg aan gegeven. De<br />

c<strong>om</strong>mandant IV-depot RA majoor W.W.E. von Hemert begaf zich daar<strong>om</strong><br />

gezeten <strong>in</strong> een motor met zijspan en voorzien van een witte vlag naar het<br />

dorp <strong>Valkenburg</strong> en werd zonder beschoten te worden <strong>in</strong> het dorp toegelaten.<br />

Daar kon hij met eigen ogen zien wat zijn kanonnen hadden aangericht.<br />

In het dorp wilde hij naar de c<strong>om</strong>mandant van de Duitsers <strong>om</strong> te<br />

vragen het vuren te staken. Deze gaf te kennen zulks toe te staan mits de<br />

Nederlander dat verzoek zwart op wit wilde zetten en ondertekenen. De<br />

majoor deed dat en werd vervolgens tot de vest<strong>in</strong>g van de vijand toegelaten.<br />

Deze was gewond en bevond zich temidden van andere gewonden <strong>in</strong><br />

een kelder. Waar en welke kelder wordt niet beschreven. Het zal wel een<br />

hard gelag geweest zijn voor de Nederlander <strong>in</strong> zijn smetteloze uniform<br />

bakzeil te moeten halen <strong>in</strong> een st<strong>in</strong>kende smerige <strong>Valkenburg</strong>se kelder. De<br />

Duitse c<strong>om</strong>mandant had slechts één voorwaarde, zorg ervoor dat de Duitse<br />

maar ook de Nederlandse gewonden zo snel mogelijk verzorg<strong>in</strong>g krijgen!<br />

271<br />

7.13 Een slechte verliezer<br />

De kanonnen van Katwijk (III-2RA) waren overgeplaatst naar Delft.<br />

Kapite<strong>in</strong> M. de Bru<strong>in</strong>, c<strong>om</strong>mandant van de 3e batterij schreef die dag:<br />

Bericht overgave vern<strong>om</strong>en door een burger welke hierdoor zijn leven <strong>in</strong><br />

gevaar bracht. Bedoelt hij te zeggen dat de brenger van de slechte tijd<strong>in</strong>g<br />

gevaar liep <strong>om</strong> onthoofd te worden? Zoals <strong>in</strong> oeroude tijden de boodschapper<br />

van een nederlaag door een primitieve legeraanvoerder terechtgesteld<br />

werd?<br />

7.14 De laatste klap met de voorhamer<br />

Tot een beslissende aanval op het dorp <strong>Valkenburg</strong> en de Albertushoeve<br />

was besloten. Kraak en de zijnen hadden begrepen dat er toch wel meer<br />

dan een man en een paardenkop <strong>in</strong>gezet mocht worden en dachten dat de<br />

vijand nu wel ongeveer plat zou zijn. Na wat <strong>in</strong>leidende schermutsel<strong>in</strong>gen<br />

bij de Albertushoeve kwam de order "Gereedmaken voor de aanval!" Net


op tijd kwam het bericht van de capitulatie. Alle wapens werden neergelegd.<br />

7.15 Huzarenstukje<br />

De <strong>Valkenburg</strong>er Piet Eikenbroek was er bij. Na zijn vlucht van het vliegveld<br />

was hij bij het korps huzarenmotorrijders <strong>in</strong>gedeeld en had verscheidene<br />

karweitjes voor hen opgeknapt. Op het Malieveld was de<br />

regimentsc<strong>om</strong>mandant aanwezig. De vier eskadronsc<strong>om</strong>mandanten en hun<br />

manschappen stonden opgesteld. In hun midden lagen de trekkers, de<br />

wagens, uitrust<strong>in</strong>gsstukken, de motorfietsen, de geweren, alles wat hen behoorde.<br />

Er waren er zelfs die hun particuliere spullen op de stapel legden.<br />

Na het voorlezen van het schriftelijk bevel "gramschap" van de<br />

opperbevelhebber werd onder het z<strong>in</strong>gen van het Wilhelmus de Standaard<br />

van 1-RHM, die net een jaar geleden namens de Kon<strong>in</strong>g<strong>in</strong> aan het regiment<br />

was uitgereikt, op een auto geplaatst. De vier werden verzocht elk bij<br />

een hoek van de stapel goederen te gaan staan. De manschappen werd<br />

bevolen zich met hun onderc<strong>om</strong>mandanten <strong>in</strong> het bos op te stellen. Het<br />

signaal werd gegeven en de vier staken er de brand <strong>in</strong>. Eerst aarzelend<br />

maar steeds feller laaiden de vlammen op. Daarmee verbrandden de motoren<br />

en auto's en alles wat tot het regiment behoorde. Een regiment waar<strong>in</strong><br />

kameraadschap bloeide, naast ruiterlijkheid en oprechtheid, naast<br />

zelfbewustheid en huzarentrouw. Was het te verwonderen dat zelfs de eenvoudigste<br />

natuur op dat ogenblik, toen het gedreun der motoren en het<br />

gebulder van het geschut niet meer was, een traan wegp<strong>in</strong>kte?<br />

Deze laatste woorden zijn van de eerste luitenant Jhr. A.J.E.E.C. van<br />

der Heijden Doornenburg, c<strong>om</strong>mandant van het pantserafweer eskadron<br />

van het eerste regiment huzaren-motorrijders.<br />

7.16 Terugtocht<br />

Nog steeds lagen de mannen van het 4RI <strong>in</strong> de stell<strong>in</strong>gen bij de Katwijkse<br />

watertoren. Toen Mall<strong>in</strong>ckrodt en zijn staf op hen toe liepen, zeiden enkele<br />

soldaten tegen elkaar: "Het wordt tijd dat we eens afgelost worden!" Het<br />

was als grapje bedoeld. De baas zag er vermoeid uit en reageerde verbit-<br />

272<br />

terd: "We zijn verraden! Jullie willen wel maar het mag niet meer!" De<br />

soldaten keken op: "Dat kan toch niet?" Mall<strong>in</strong>kcrodt vloekte hartgrondig:<br />

"Jongens, ik heb zelf de stem van de opperbevelhebber gehoord, het hele<br />

leger is gecapituleerd!" Zo ook sprak hij even later de hele c<strong>om</strong>pagnie toe.<br />

De wapens werden onklaar gemaakt en daarna begon een stille tocht naar<br />

het weeshuis. Het laatste stukje tussen een haag van Katwijkers door.<br />

273<br />

7.17 De dood van een (b)engel<br />

Ze hadden hun bedrijf op het Weitje dat als zodanig een begrip was bij de<br />

oude <strong>Valkenburg</strong>ers. Een stukje weiland, een boerderij, een bo<strong>om</strong>gaard en<br />

een met knotwilgen afgezette sloot en dat alles direct aan de Oude Rijn<br />

gelegen. Het stuk grond, vrijwel <strong>in</strong> het hartje van het dorp, is <strong>in</strong>middels<br />

opgeofferd aan het multifunctionele centrum dat daar verrezen is <strong>om</strong> andere<br />

behoeften van de bevolk<strong>in</strong>g te dienen. Al vroeg <strong>in</strong> de morgen van de<br />

10e <strong>mei</strong> had Jan hen met de roeiboot naar de overkant gevaren. Hen, dat<br />

waren zijn zuster Corrie en zijn broertjes<br />

Gerrit-Jan en Leen. Tante Corrie was er<br />

ook bij. Daar <strong>in</strong> Oegstgeest, <strong>in</strong> het grote<br />

huis naast de pannenfabriek, woonde<br />

Willem Rhijnsburger. Hij was familie.<br />

Met een tweede oversteek zouden moeder,<br />

de twee andere zusjes en <strong>om</strong>a<br />

overgezet worden. Opa Jan Varkevisser<br />

wilde onder geen bed<strong>in</strong>g mee. Vader<br />

moest het vee verzorgen. De tijd drong.<br />

Er werd geschoten. Vliegtuigen daverden<br />

over. Waar ze vandaan kwamen weet<br />

niemand maar er waren op dat m<strong>om</strong>ent al<br />

Nederlandse soldaten <strong>in</strong> het Weitje, die<br />

een tweede overtocht verboden. Nadat<br />

die krijgsgevangen gemaakt waren probeerde<br />

Jan het nog een keer, alleen. Van-<br />

51 Jan Varkevisser 1923-<strong>1940</strong>.<br />

af het Weitje zagen ze hem gaan. Midden op de Rijn liet hij zich pardoes<br />

<strong>in</strong> het water vallen. Toen pas hoorden ze het knallen van de mitrailleurs en


egrepen dat hij beschoten werd. Jan kwam doornat maar levend terug aan<br />

de wal. Daar langs de rivier werd het gevaarlijk. Moeder betrok met de<br />

dochters de kelder onder het huis. Jan nam uite<strong>in</strong>delijk zijn <strong>in</strong>trek op<br />

Torenvliet. Bij de Van Leeuwens. Jan was <strong>in</strong> <strong>Valkenburg</strong> bekend <strong>om</strong> zijn<br />

dolle streken. Was hij het niet die op zekere dag met een paardenwagen als<br />

een gek door de Lange Steeg scheurde? Op hemelvaartsdag kon je het <strong>in</strong><br />

<strong>Valkenburg</strong> niet maken <strong>om</strong> staande op een paard onder kerktijd door het<br />

dorp te galopperen. Daar<strong>om</strong> presteerde hij dat <strong>in</strong> Wassenaar. Helaas bleef<br />

zijn baldadige rit ook daar niet onopgemerkt, het kwam zijn vader ter ore!<br />

Tijdens de oorlogsdagen deed hij zich van een andere kant kennen. Onverschrokken<br />

reed hij die dagen met zijn bakfiets door het dorp. Een stel<br />

Duitse laarzen aan de voeten, een witte doek <strong>om</strong> de hals. Een witte vlag op<br />

de bakfiets. Waar niemand durfde te k<strong>om</strong>en g<strong>in</strong>g hij. Met voedsel, snoepgoed<br />

en melk voor de gewonden, de vrouwen en k<strong>in</strong>deren. De mensen, die<br />

<strong>in</strong> de kelders verstoken waren van alle nieuws, bracht hij berichten over<br />

van familieleden. Als men hem zag k<strong>om</strong>en leefde de hoop weer op.<br />

S<strong>om</strong>migen zeiden: Hij heeft een engelbewaarder! Andere meer reformatorisch<br />

geschoolden spraken van de hand Gods. Kort<strong>om</strong>, een zekere bijgelovigheid<br />

was niemand vreemd. Zo waarde Jan rond als een engel des lichts,<br />

doende wat zijn hand vond te doen. Volgens s<strong>om</strong>migen begon hij tenslotte<br />

zelf te geloven dat hij onkwetsbaar was. Zo was hij een keer van Torenvliet<br />

vertrokken onder geleide van twee Duitse militairen. Zonder hen<br />

kwam hij terug. Waar zijn die? Jan keek glunderend <strong>in</strong> de richt<strong>in</strong>g vanwaar<br />

hij gek<strong>om</strong>en was: "Die schijtlijsters zijn <strong>in</strong> de grep gedoken toen er<br />

geschoten werd!" Een nadere <strong>in</strong>spectie van de bakfiets bracht aan het licht<br />

dat de bak doorzeefd was met kogelgaten. De bewoners van de boerderij,<br />

Berend Borst was er bij, wisten hem er toen van te overtuigen dat voorzichtigheid<br />

geboden was. Besloten werd hem een Rode Kruisband <strong>om</strong> de<br />

arm te b<strong>in</strong>den. Jan er weer op uit <strong>om</strong> een lap rood en wit l<strong>in</strong>nen te halen.<br />

De naaimach<strong>in</strong>e werd van de zolder gehaald. Een Duitser naaide een<br />

pracht van een armband. Jan deed het teken van zijn waardigheid direct<br />

<strong>om</strong>. Tilde de naaimach<strong>in</strong>e op <strong>om</strong> die weer naar boven te brengen. Nog niet<br />

halverwege de trap gek<strong>om</strong>en liet hij de mach<strong>in</strong>e vallen, bracht de handen<br />

naar zijn nek en viel daarna zelf van de trap. Doodsbleek lag hij op de<br />

grond en kreunde: "Ik ben geraakt!" Door de voordeur van de boerderij<br />

274<br />

was een enkele fatale kogel gek<strong>om</strong>en en had zijn hals doorboord. Berend<br />

Borst schreef: Dat was wel erg sterk. Vele malen was hij door de hevigste<br />

vuurl<strong>in</strong>ies heen gefietst, terwijl de kogels <strong>in</strong> de bakfiets vlogen, zonder zelf<br />

ook maar het m<strong>in</strong>ste letsel op te lopen. En hier, b<strong>in</strong>nenshuis, met zijn<br />

nieuwe Rode-Kruisband <strong>om</strong>, die<br />

hem wel beveiligen zou zoals hij zo<br />

juist beaamd had, werd hij door een<br />

verdwaalde kogel getroffen. Uit het<br />

verhaal van Berend zou je denken<br />

dat dit gebeurde enige tijd voor de<br />

capitulatie, de jongen lag nog een<br />

tijdje <strong>in</strong> het zijkamertje en werd er<br />

door de Duitse arts herhaaldelijk<br />

behandeld. De burgemeester stelt<br />

echter heel expliciet dat het kort na<br />

het bekendmaken van de capitulatie<br />

geweest moet zijn. Hetgeen het<br />

voorval des te schrijnender doet<br />

zijn. Waren de dag ervoor nog twee<br />

Nederlanders gesneuveld <strong>in</strong> de strijd<br />

<strong>om</strong> <strong>Valkenburg</strong>, die laatste dag waren<br />

er voor zover ik weet geen do-<br />

delijk getroffen Nederlanders te<br />

betreuren, behalve Jan, die daaraan<br />

275<br />

52 Hulp aan <strong>Valkenburg</strong>.<br />

later <strong>in</strong> het ziekenhuis te Leiden o<strong>verleden</strong> is. <strong>Valkenburg</strong> heeft al vele<br />

straten genoemd naar van alles en nog wat. Wordt het niet de hoogste tijd<br />

<strong>om</strong> ook eens aan de eigen helden te denken!


Inhoud hoofdstuk 8<br />

8. 1 Terugblik<br />

8. 2 Burgervader<br />

8. 3 D<strong>om</strong><strong>in</strong>ee Veldkamp<br />

8. 4 Torenvliet<br />

8. 5 E<strong>in</strong>dpunt Zwanenburg<br />

8. 6 Weerzien<br />

8. 7 De Wassenaarseslag<br />

8. 8 Gerrit Russchenberg Gzn.<br />

8. 9 Vergader<strong>in</strong>g gemeenteraad<br />

8.10 Jaap van der Zwart<br />

8.11 Zonneveld<br />

8.12 Het plaatselijk bestuur (M.J. Vos)<br />

8.13 Rode-Kruis medaille<br />

8.14 Archeologisch onderzoek<br />

8.15 Twee kerken<br />

8.16 Ben Collignon<br />

8.17 Dodenappèl<br />

8.18 Bloemen leggen (Jan Pen)<br />

8.19 Herdenk<strong>in</strong>g (G.J. Hillenaar)<br />

276<br />

Hoofdstuk<br />

277<br />

8<br />

8.1 Terugblik<br />

Na de<br />

capitulatie<br />

Nog een vreemde streek wordt aan het optreden van de Nederlandse militaire<br />

gezaghebber toegeschreven: het aanvankelijk terugsturen van een<br />

grote stoet vrouwen, k<strong>in</strong>deren en gewonden die na vier dagen door hen<br />

beschoten te zijn, uit bezet <strong>Valkenburg</strong> gevlucht is. Een miskleun die<br />

wordt goedgepraat door te spreken van een voor de Nederlandse stell<strong>in</strong>gen<br />

onveilige situatie. Voor hen, die de situatie ter plekke kennen, is het moeilijk<br />

voor te stellen waaruit die bestaan kan hebben. Het gevaar was het<br />

grootst voor de vluchtel<strong>in</strong>gen. Overigens is het opmerkelijk dat een aantal<br />

vrouwen, daarnaar gevraagd, zich daar niets van her<strong>in</strong>neren. Wel dat ze<br />

beschoten zijn door de Hollanders zonder dat er iemand geraakt werd. En<br />

dat het lang duurde voor ze toegelaten werden. S<strong>om</strong>migen weten nog dat<br />

ze bang waren terug te worden gestuurd. Maar dat was alles. Had Cramer<br />

het niet zelf <strong>in</strong> zijn gevechtsbericht geschreven dan zou je gaan twijfelen<br />

dat het echt gebeurd is!<br />

Een Duitse onderhandelaar, die nogmaals verzoekt de gewonde Duitse<br />

en Nederlandse militairen op te nemen <strong>in</strong> een ziekenhuis, wordt teruggestuurd;<br />

eerst capituleren dan verder praten! Kort hierna is het artillerieb<strong>om</strong>bardement<br />

op het dorp hervat. Onder de burgers valt die dag slechts<br />

één slachtoffer, Jan Varkevisser en dat op het vrijwel onbeschadigde Torenvliet<br />

en door een verdwaalde kogel.


De Nederlanders moesten het vuren staken. De Duitsers g<strong>in</strong>gen door.<br />

De c<strong>om</strong>mandant van de "kanonnen van Oegstgeest" reed naar <strong>Valkenburg</strong><br />

<strong>om</strong> de Duitse c<strong>om</strong>mandant te verzoeken het vuren te staken. De Duitsers<br />

verwonderden zich over de harde opstell<strong>in</strong>g van de Hollanders, die zo<br />

precies die plaatsen wisten te treffen waar hun eigen mensen opgesloten<br />

zaten.<br />

Het bericht van de capitulatie enige uren daarna, wordt door de militairen<br />

<strong>in</strong> de stell<strong>in</strong>gen verschillend ervaren, s<strong>om</strong>migen vervielen tot razernij,<br />

anderen waren slechts bedroefd maar ook was er oplucht<strong>in</strong>g. De meeste<br />

<strong>Valkenburg</strong>ers voelden het als een bevrijd<strong>in</strong>g. Ook de meerderheid van de<br />

krijgsgevangenen dacht er zo over. Voor de gewonden was er e<strong>in</strong>delijk het<br />

Rode Kruis en het ziekenhuis.<br />

8.2 Burgervader<br />

Reeds de eerste de beste dag na de capitulatie liet een deel van de mensheid<br />

zich van een treurige zijde zien. Toen al waren er veel nieuwsgierigen<br />

die de verwoest<strong>in</strong>gen kwamen bekijken. De meeste huizen waren zwaar<br />

beschadigd. De straten lagen vol pu<strong>in</strong>. Ook de dieven konden vrij <strong>in</strong> en uit<br />

lopen. Het was nodig plakkaten aan te plakken: ieder die op stelen werd<br />

betrapt zou onmiddellijk worden doodgeschoten! Niemand mocht de<br />

gemeente betreden zonder toestemm<strong>in</strong>g van de burgemeester. De politie<br />

zette alle toegangswegen af.<br />

Volbeda, hoofd der school te Katwijk, maakte zich, als leider van een<br />

groepje mensen, zeer verdienstelijk bij het ophalen en begraven van de<br />

o<strong>verleden</strong> burgers. Daartoe werd de vrachtwagen van De Haan uit Rijnsburg<br />

beschikbaar gesteld. De meeste slachtoffers zijn op Rhijnhof ter<br />

aarde besteld. Enkelen op de begraafplaats aan de Sandtlaan. Ook gesneuvelde<br />

Duitse en Nederlandse militairen moesten worden geborgen. De<br />

Duitsers begroeven hun doden op woensdagavond <strong>om</strong>streeks zes uur bij de<br />

kerk. Daarna volgden de Nederlanders hun voorbeeld onder c<strong>om</strong>mando<br />

van kapite<strong>in</strong> van Zuilen. Onder "presenteer geweer!" bad Van Zuilen het<br />

Onze Vader.<br />

De krijgsgevangenen waren ondergebracht <strong>in</strong> de fabriek van Brussee.<br />

De eerste dagen hielpen ze met het opruimen van het pu<strong>in</strong> uit de straten en<br />

278<br />

het dichten van de won<strong>in</strong>gen. De w<strong>in</strong>kel van Meurs was zodanig beschadigd<br />

dat de bakkerij tijdelijk ondergebracht werd <strong>in</strong> de schuur van D. de<br />

Vries aan de Kruisweg.<br />

Donderdagmiddag zijn de Duitsers uit <strong>Valkenburg</strong> vertrokken. Daarmee<br />

verdwenen ook de hakenkruisvlaggen uit de gemeente. Een maand later<br />

was de toegebrachte schade aan de won<strong>in</strong>gen berekend:<br />

Totaal onbewoonbaar geworden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20%<br />

Zwaar beschadigd . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35%<br />

M<strong>in</strong>der zwaar beschadigd . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25%<br />

Licht beschadigd . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10%<br />

Geheel <strong>in</strong>tact . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10%<br />

Herstelkosten beraamd op ƒ 350.000 daar<strong>in</strong> niet begrepen de <strong>in</strong>ventaris der<br />

won<strong>in</strong>gen. Ongeveer honderd koeien vonden de dood. De kerk zowel als<br />

de toren (eigend<strong>om</strong> van de gemeente) die overe<strong>in</strong>d bleef, moest gesloopt<br />

worden. Er werd een kern-c<strong>om</strong>ité Hulpverlen<strong>in</strong>g <strong>Valkenburg</strong> opgericht<br />

waar<strong>in</strong> zitt<strong>in</strong>g hadden de burgemeester, Van Dijk, C. Zandbergen Wzn,<br />

Ds. Veldkamp, A. van der Berg en H. Jonker. De gemeente-opzichter Jac.<br />

Haasnoot werd opgedragen een twaalftal arbeiderswon<strong>in</strong>gen te ontwerpen.<br />

Op een stukje grond naast de verwoeste kerk wordt een aanvang gemaakt<br />

met de bouw van een noodkerk. De gemeente Wassenaar schonk vijfduizend<br />

gulden.<br />

279<br />

8.3 D<strong>om</strong><strong>in</strong>ee Veldkamp<br />

Toen d<strong>om</strong><strong>in</strong>ee Veldkamp op 14 <strong>mei</strong> weer uit zijn kelder kwam, was de<br />

oorlog voorbij. Veertig jaar nadien werd hij geïnterviewd vanwege een<br />

Leids dagblad. Hij vertelde hoe <strong>Valkenburg</strong> vijf volle dagen en nachten<br />

van de buitenwereld was afgesneden. Elektriciteit, gas en water was er<br />

niet. Daar<strong>om</strong> kon ook de radio niet aangezet worden. Praktisch alle <strong>Valkenburg</strong>ers<br />

zaten <strong>in</strong> kelders. Onderl<strong>in</strong>g was er geen contact. Aan de overzijde<br />

van de Rijn, dat was toen Oegstgeest, kon je de was aan de lijnen<br />

zien wapperen. Alsof er geen oorlog was. Na de capitulatie was het eten<br />

op en de Duitsers besloten de mannen te evacueren. De vrouwen waren al<br />

weg. Veldkamp deed zijn beklag bij de Duitse c<strong>om</strong>mandant, die toen <strong>in</strong> de<br />

Middenweg zijn c<strong>om</strong>mandopost had. Hij mocht voor eten zorgen en toog


met een vrachtauto waarop twee Duitse soldaten naar Leiden. Dat moet<br />

een bezienswaardigheid geweest zijn, de eerste Duitsers die Leiden b<strong>in</strong>nenreden,<br />

geloodst door een <strong>Valkenburg</strong>se d<strong>om</strong><strong>in</strong>ee! Door de burgemeester<br />

van Leiden werd hij dan ook niet bepaald vriendelijk ontvangen en nog<br />

m<strong>in</strong>der geholpen! Gelukkig kwam er een wethouder b<strong>in</strong>nen die beter met<br />

de situatie op de hoogte was. Zo kon de eerste wagen met voedsel voor<br />

<strong>Valkenburg</strong> worden volgeladen en mochten de mannen blijven.<br />

Er was veel bekijks van buitenaf en het dorp moest afgesloten worden.<br />

Er werd een burgerwacht <strong>in</strong>gesteld, de mannen moesten bij toerbeurt twee<br />

uur lang dienst doen op het gemeentehuis en door het dorp lopen. Dat<br />

duurde tot de zondag. Toen werd de eerste gezamenlijke kerkdienst gehouden.<br />

In de open lucht. "Laat ze nu maar k<strong>om</strong>en!" moet ds. Veldkamp<br />

gezegd hebben. "Maar als ze k<strong>om</strong>en moeten ze ook offeren!" Half Leiden<br />

liep volgens hem leeg. En er kwam 25.000 gulden b<strong>in</strong>nen, een grote hoeveelheid<br />

meubels en nog veel meer.<br />

Ds. Veldkamp was ook lid van het Hulp-C<strong>om</strong>ité dat de opbrengst van<br />

diverse collecten en hulpbijdragen beheerde. In het "Kerkenwerk" van 28<br />

september <strong>1940</strong> lucht hij zijn hart. Eerst hekelt hij de ondankbaarheid van<br />

s<strong>om</strong>mige <strong>Valkenburg</strong>ers die denken zelf het meest voor hulp <strong>in</strong> aanmerk<strong>in</strong>g<br />

te k<strong>om</strong>en. Ze willen een tafeltje, een pan of wat dan ook. Als niet aan<br />

hun wensen voldaan kan worden, k<strong>om</strong>en de verwijten aan het c<strong>om</strong>ité; dat<br />

zijn oneerlijke zakkenvullers. Het c<strong>om</strong>ité heeft niet voor de gemakkelijke<br />

weg van hulp aan de grotere en kle<strong>in</strong>ere eigenbelangetjes gekozen. "Dan<br />

zou er nu nog geen cent bedrijfsschade zijn uitgekeerd, dan zou er geen<br />

meubelmaker gek<strong>om</strong>en zijn. Ook zouden waarschijnlijk de boeren geen<br />

koeien gekregen hebben" En hij verzucht: "Achter deze ondankbaren<br />

werkt de duivel die een egoïst en leugenaar is geweest van den beg<strong>in</strong>ne".<br />

Tenslotte beklaagt hij zich erover dat ze vaak bedrogen zijn en bestolen.<br />

Op allerlei wijze. "Met een deemoedig gezicht en met een brutaal gelaat,<br />

overdag en ook <strong>in</strong> de nacht. Degenen die voor God en de mensen eerlijk<br />

gehandeld hebben behoeven zich van het bovenstaande niets aan te trekken.<br />

Ik had het echter zo anders verwacht na het oordeel Gods dat over<br />

onze Gemeente gegaan is. Maar helaas zijn niet allen uit de doodsslaap<br />

ontwaakt. Misschien worden er door deze rectificatie nog wakker geschud.<br />

Ik hoop en bid het van ganser harte."<br />

280<br />

281<br />

8.4 Torenvliet<br />

Berend Borst en zijn mede krijgsgevangenen moesten de dag na de capitulatie<br />

alweer vroeg uit het stro. Er moest een gewonde opgehaald worden<br />

die niet ver van daar <strong>in</strong> een huis lag. Het was nog schemerig en de Duitse<br />

soldaten <strong>in</strong> dat huis deden zo geheimz<strong>in</strong>nig en zenuwachtig dat Berend er<br />

nieuwsgierig van werd. Hij kwam echter niet te weten wat er aan de hand<br />

was. Er kwamen Rode Kruisauto's die de gewonden ophaalden van Torenvliet.<br />

Ook de zwaargewonden moesten uit de kelder worden gehaald.<br />

Berend kon de verpeste lucht die daar h<strong>in</strong>g niet verdragen en g<strong>in</strong>g naar de<br />

deel. De geur die daar h<strong>in</strong>g was ook niet lekker maar nog uit te houden.<br />

Daarna nam hij een kijkje bij boer Van Leeuwen die met Geert, de<br />

knecht, aan het melken was. In de dagen ervoor waren ze slechts af en toe<br />

gemolken en dan 's-nachts. Vervolgens moest hij de "b<strong>om</strong>men" ophalen<br />

die her en der gedropt waren. Ze waren ongeveer 150 cm lang en bevatten<br />

munitie en levensmiddelen en verbandstoffen. De boerderij was op een<br />

paar kogelgaten na ongeschonden gebleven.<br />

De dag daarop, het was donderdag 16 <strong>mei</strong>, mochten ze zich wat verder<br />

van de boerderij verwijderen. De Duitsers braken de mitrailleurstell<strong>in</strong>gen<br />

rond<strong>om</strong> de boerderij op. Ook de zend<strong>in</strong>stallatie uit het schuurtje werd<br />

<strong>in</strong>gepakt. De burgemeester van Katwijk kwam een kijkje nemen en vertelde<br />

de juiste toedracht van de capitulatie en het vertrek van de kon<strong>in</strong>g<strong>in</strong>.<br />

Enige tijd later kwam een vrachtauto het erf oprijden, de krijgsgevangenen<br />

moesten mee. De auto was lang niet leeg, er zat iemand <strong>in</strong> die Berend<br />

bekend voorkwam. Met enige moeite herkende hij <strong>in</strong> de verf<strong>om</strong>faaide<br />

soldaat zijn vriend Wielaard. Deze vertelde dat ze hem, Berend, als vermist<br />

opgegeven hadden aan de batterijc<strong>om</strong>mandant kapite<strong>in</strong> Von Hemert.<br />

Na vier dagen boerderij-hospitaal nam Berend afscheid van de familie Van<br />

Leeuwen.<br />

8.5 E<strong>in</strong>dpunt Zwanenburg<br />

Berend Borst werd op donderdag 16 <strong>mei</strong> van Torenvliet overgebracht naar<br />

garage Poot die <strong>in</strong>middels door de krijgsgevangenen verlaten was. Zij<br />

waren daar woensdagmiddag vertrokken. Er lagen Duitse en Nederlandse


legerspullen en die moesten worden uitgezocht. Daarna werden ze, Berend<br />

was niet alleen, verplaatst naar de kwekerij en zouterij van Zwanenburg en<br />

Co alwaar een krijgsgevangenkamp was <strong>in</strong>gericht. Dat bedrijf stond ergens<br />

<strong>in</strong> 't Boonrak ten zuiden van de "villa". Daar brachten ze hun tijd door met<br />

allerlei bezigheden. Ze sliepen <strong>in</strong> het gebouwtje van de kwekerij op de<br />

benedenvloer en op de zolder. Rieten matten en schotten dienden als matras.<br />

Twee man deelden een deken. De nachten waren koud.<br />

Vrijdagmiddag 17 <strong>mei</strong> moesten ze afmarcheren naar het vliegveld.<br />

Daarbij kwamen ze door het dorp <strong>Valkenburg</strong>. Ze konden goed zien wat<br />

voor pu<strong>in</strong>hoop het geworden was. Vooral rond<strong>om</strong> de kerk was het erg.<br />

Van de kerk zelf stonden slechts enkele muren overe<strong>in</strong>d en de toren. Ervoor<br />

lagen de gesneuvelden begraven. Aan de ene zijde van het pad de<br />

Duitsers, aan de andere kant de Nederlanders. De twee en tw<strong>in</strong>tig burgers<br />

lagen op het kerkhof. Op het vliegveld moesten de met parachutes afgeworpen<br />

conta<strong>in</strong>ers worden verzameld en <strong>in</strong> vrachtauto's geladen worden.<br />

Ze zagen de uitgebrande vliegtuigen, op de r<strong>om</strong>pen was een zwarte hand<br />

geschilderd waar<strong>in</strong> de kaart van Engeland. De <strong>in</strong>fanteristen zochten hun<br />

eigend<strong>om</strong>men <strong>in</strong> de hangars. De koffers waren geplunderd.<br />

Zaterdag 18 <strong>mei</strong> mochten ze onder geleide het kamp verlaten, tekenden<br />

53 De Duitsers lagen voor de kerk.<br />

282<br />

een verklar<strong>in</strong>g niet meer de wapens tegen de Duitsers te zullen opnemen<br />

en marcheerden door <strong>Valkenburg</strong> en Katwijk aan de Rijn naar Noordwijk.<br />

Berend en zijn makkers konden vandaar weer terug naar de Wittepoortkazerne<br />

<strong>in</strong> Leiden.<br />

283<br />

8.6 Weerzien<br />

Gerrit Barnhoorn was opgeroepen <strong>om</strong> als kok bij de veldartillerie het<br />

vaderland te verdedigen en werd <strong>in</strong> Rijswijk geplaatst. Oorspronkelijk<br />

maakte hij zich de meeste zorgen over zijn bedrijf. Hoe moest dat daarmee?<br />

Na de capitulatie en op zoek naar voedsel voor de immer hongerige<br />

soldatenmonden kwam hij zijn zwager tegen. Zeer toevallig! Die bekeek<br />

54 Aan de andere zijde werden de Nederlandse soldaten begraven.<br />

hem verwonderd, "Ben jij nog hier? Heel <strong>Valkenburg</strong> is platgeschoten!"<br />

Niet lang daarna zat de kok op de fiets, zijn dienstkoppel nog steeds <strong>om</strong><br />

het lijf, op weg naar huis. En dat niettegenstaande het uitdrukkelijk bevel<br />

van de bezetter <strong>in</strong> de kazerne te blijven. Het werd een avontuurlijke reis<br />

maar hij kwam behouden aan bij de "Villa" en het gespaard gebleven<br />

gez<strong>in</strong>.<br />

8.7 De Wassenaarseslag


In hun huisje <strong>in</strong> de du<strong>in</strong>en zaten de krijgsgevangenen mismoedig voor zich<br />

uit te staren, al die dagen en nachten zonder voedsel, rookwaar en speelkaarten!<br />

Gelukkig was er water genoeg. Vanuit hun verblijf hadden ze<br />

Rotterdam <strong>in</strong> brand zien staan. Het was een ellendige en teleurgestelde<br />

groep die tenslotte door de Duitsers naar Noordwijk werd afgevoerd. Door<br />

gebrek aan voedsel verslapt sleepten ze zich voort, die hele lange weg<br />

terug naar de plaats vanwaar ze <strong>in</strong> de morgen van de tiende <strong>mei</strong> nog vol<br />

moed vertrokken waren. Waar ze de kracht vandaan haalden? Sergeant<br />

Gerard Hov<strong>in</strong>gh, hij woont tegenwoordig <strong>in</strong> Rijnsburg en is getrouwd met<br />

de <strong>Valkenburg</strong>se Niesje Bisd<strong>om</strong>, zegt daarover: De hoop dat alles spoedig<br />

voorbij zou zijn. Dat hield ons op de been!<br />

8.8 Gerrit Russchenberg Gzn.<br />

Na de evacuatie van zijn vrouw en k<strong>in</strong>deren had Gerrit onderdak gevonden<br />

bij de familie Bol, onder<strong>in</strong> de kelder. Na de capitulatie kwamen de overlevenden<br />

te voorschijn, de ogen knipperend naar het felle licht. Beduusd,<br />

met een onwezenlijk gevoel, het was voorbij. <strong>Valkenburg</strong> lag <strong>in</strong> pu<strong>in</strong>. In<br />

zijn huis bivakkeerden enkele Duitse officieren <strong>in</strong> de voorkamer. Daar<br />

mochten ze niet k<strong>om</strong>en. Het gez<strong>in</strong> moest zich met de keuken tevreden<br />

stellen. "Mijn vrouw moest koffie zetten voor de heren maar er eerst zelf<br />

van dr<strong>in</strong>ken!" Gerrit <strong>in</strong>tussen speelde een partijtje dam met een onderofficier.<br />

"Een goeie, hij kwam uit Emden". De vrijdag erna vertrokken ze<br />

met achterlat<strong>in</strong>g van een aantal dozen met worsten en tabak. Made <strong>in</strong> Holland.<br />

En enig tafelzilver dat later van een buur bleek te zijn. De worsten en<br />

tabak werden broederlijk gedeeld met de <strong>om</strong>wonenden.<br />

8.9 Vergader<strong>in</strong>g gemeenteraad<br />

Alle leden waren aanwezig op vrijdag 19 juli <strong>1940</strong>, slechts de heer<br />

Schoneveld was verh<strong>in</strong>derd. Nadat hij het ambtsgebed had uitgesproken<br />

vatte de burgemeester de achterliggende gebeurtenissen samen. Hij achtte<br />

het een wonder Gods dat allen hier <strong>in</strong> deze vergader<strong>in</strong>g aanwezig konden<br />

zijn. Allen hadden de vijf dagen oorlog meegemaakt. Het Bijbelwoord dat<br />

er slechts één schrede is tussen de mens en de dood werd realiteit. De<br />

284<br />

gemeente werd wel zeer zwaar beproefd. Het waren dagen der verschrikk<strong>in</strong>g!<br />

Hoewel alle <strong>Valkenburg</strong>se soldaten heelhuids thuis kwamen, werden<br />

veel gez<strong>in</strong>nen <strong>in</strong> rouw ged<strong>om</strong>peld. Daarna noemde de burgemeester de namen<br />

en antecedenten van de o<strong>verleden</strong> <strong>in</strong>woners van <strong>Valkenburg</strong>. Hij<br />

noemde <strong>in</strong> het bijzonder de dames Postmus en Van Stijn die de dood<br />

vonden en Antje Rhijnsburger die zwaar gewond werd tijdens de uitoefen<strong>in</strong>g<br />

van hun werk <strong>in</strong> het noodhospitaal. Ook herdacht hij degenen die<br />

voor hun leven werden verm<strong>in</strong>kt zonder hen met name te noemen. De<br />

aangerichte schade werd <strong>in</strong> kaart gebracht. De herstelkosten begroot. Het<br />

was een zware beproev<strong>in</strong>g geweest maar de burgerz<strong>in</strong> van de <strong>in</strong>woners<br />

van het dorp was groot geweest. Men voelde zich één als een <strong>in</strong> het nauw<br />

gedreven schare die toen de horizontale uitweg was afgesneden, een<br />

gemeenschappelijke verticale lijn naar boven overhield. Nogmaals prees<br />

hij het werk van de EHBO-ers en sprak de hoop uit dat de beproev<strong>in</strong>g de<br />

gemeente tot zegen zou strekken. Voorts dankte hij het gemeentebestuur<br />

van Wassenaar voor de ontvangen gift, de verenig<strong>in</strong>g VEBO te Leiden<br />

voor de aankoop van koeien, het Leidsch Dagblad voor de gehouden<br />

<strong>in</strong>zamel<strong>in</strong>g die ƒ 4.300 opbracht en het C<strong>om</strong>ité Hulp aan <strong>Valkenburg</strong> voor<br />

al wat reeds verricht was. Tenslotte werden nog genoemd en bedankt de<br />

loco-burgemeester wethouder Bol, de burgemeester van Katwijk Wolder<strong>in</strong>gh<br />

van der Hoop, de heer Bloot en <strong>in</strong> het algemeen allen buiten de<br />

gemeente voor alles wat door hen gedaan of gegeven is. De burgemeester<br />

besloot dit open<strong>in</strong>gswoord met een aanmoedig<strong>in</strong>g moedig voorwaarts te<br />

gaan. "Het is Gods wil dat wij onze arbeid thans onder vreemden voort<br />

zetten. Laten wij het doen als goede Nederlanders, <strong>in</strong> grote plichtsbetracht<strong>in</strong>g<br />

en gehoorzaamheid, de uitk<strong>om</strong>st <strong>in</strong> alles overlatende aan de hand des<br />

Heren. Die de Here verwachten, zullen de kracht vernieuwen, zij zullen<br />

opvaren met vleugelen gelijk de arenden, zij zullen lopen en niet moede<br />

worden, zij zullen wandelen en niet mat worden".<br />

285


8.10 Jaap van der Zwart<br />

Jacob besloot op 12 november <strong>1940</strong> het verhaal van zijn vlucht uit <strong>Valkenburg</strong><br />

met de woorden: "Maar wel werden wij bewaard door Gods hand,<br />

hetgeen wij kennelijk ook ondervonden hebben. Dit is voor mij persoonlijk<br />

en ook wel voor vele anderen de gouden draad, die geweven is door al<br />

die moeilijke dagen. Ik wil e<strong>in</strong>digen met de mededel<strong>in</strong>g dat ik heel wat<br />

mensenkennis verkregen heb en heb leren kennen en <strong>in</strong>zien wat de kern is<br />

van de mens. Ik e<strong>in</strong>dig met dank aan God voor ons aller behoud". In een<br />

bijlage noemt hij vervolgens de elf die de dood vonden tijdens die<br />

verschrikkelijke tocht via Rhijnvliet en huisje Langeveld.<br />

8.11 Zonneveld<br />

Moeder en dochter B<strong>in</strong>nendijk besloten de verlaten boerderij te gaan bekijken.<br />

Wat ze zagen was een troosteloze ruïne. De granaten hadden een<br />

groot gat <strong>in</strong> één der muren geslagen. Van het dak was niet veel over. Ook<br />

<strong>in</strong> huis was er veel vernield. Het begon te regenen en ze zochten een<br />

schuilplaats <strong>in</strong> een kamer die nog redelijk waterdicht was. Zo werden ze<br />

ongewild getuige van het b<strong>in</strong>nendr<strong>in</strong>gen van twee manspersonen die tegen<br />

elkaar zeiden: "Zie je die tegels. Die zijn oud. Die halen we vanavond op!"<br />

De twee vrouwen hielden zich stil tot de kerels vertrokken waren en namen<br />

toen de nodige maatregelen <strong>om</strong> de kostbare oude tegels, voorstellende<br />

de Morspoort van Leiden met ijstaferelen, <strong>in</strong> veiligheid te brengen!<br />

8.12 Het plaatselijk bestuur (M.J. Vos)<br />

Geconstateerd moet worden, dat uit de <strong>in</strong> het archief aanwezige bescheiden<br />

over de periode 10 <strong>mei</strong> <strong>1940</strong> tot en met 15 <strong>mei</strong> <strong>1940</strong> we<strong>in</strong>ig blijkt over<br />

het functioneren van de Raad, het college van Burgemeester en Wethouders<br />

en de burgemeester zelf. Uit latere constater<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>1940</strong> en later<br />

wordt meld<strong>in</strong>g gemaakt van de dagen van verschrikk<strong>in</strong>g.<br />

De <strong>in</strong> 1939 gekozen raad bleef <strong>in</strong> functie tot 1 september 1941. Bij<br />

verorden<strong>in</strong>g van de Duitse bezett<strong>in</strong>gsmacht de dato 12 augustus 1941<br />

moesten alle gemeenteraden hun arbeid staken. In <strong>Valkenburg</strong> werd de<br />

286<br />

laatste maal vergaderd op 22 augustus 1941. Overigens had de bezetter<br />

reeds eerder leden van de C<strong>om</strong>munistische Partij Nederland en van de<br />

Revolutionair Socialistische Arbeiders Partij verboden deel te nemen aan<br />

het werk van gemeenteraden (telegram van de secretaris-generaal van het<br />

departement van B<strong>in</strong>nenlandse zaken van 29 juli <strong>1940</strong>).<br />

287<br />

8.13 Rode-Kruis medaille<br />

Het g<strong>in</strong>g niet zo maar. De burgemeester had het Rode Kruis gevraagd de<br />

EHBO-ers te onderscheiden. Maar de medailles mochten alleen aan leden<br />

van het Rode Kruis worden toegekend en dat waren ze niet. Er volgde<br />

hoog beraad en op 22 april 1941 mocht de voordracht <strong>in</strong>gediend worden.<br />

Na een ops<strong>om</strong>m<strong>in</strong>g van hun prestaties werden voorgesteld:<br />

Anton Lambertus van Delft, 17-2-1907, Middenweg 17.<br />

Pieter Jacobus van Duyn, 24-1-1907, <strong>Valkenburg</strong>erweg 147.<br />

Cornelis Heuvel, 28-9-1917, Huis ter Du<strong>in</strong>straat 12, Noordwijk.<br />

Jan Rhijnsburger Cz, 25-7-1920, <strong>Valkenburg</strong>erweg 27.<br />

Hendrik Varkevisser, 10-2-1902, <strong>Valkenburg</strong>erweg 70.<br />

Gerrit Bol, 22-7-1917, Middenweg 16d.<br />

Neeltje Jansje van Duyn, 24-12-1901, <strong>Valkenburg</strong>erweg 147.<br />

Anthonia Cornelia Jansen, 16-4-1909, Populierenstraat 76, Den Haag.<br />

Anne Petronella Jansen Jd. 1-8-1919, Middenweg 6c<br />

Cornelia Johanna Maria van Stijn, 16-2-1909, <strong>Valkenburg</strong>erweg 42.<br />

Johanna Wilhelm<strong>in</strong>a Maria van Stijn, 20-1-1917, idem<br />

Geertje Imthorn, 2-3-1918, Parklaan 2, Katwijk aan Zee.<br />

Johanna Zandbergen, 4-1-1914, <strong>Valkenburg</strong>erweg 99.<br />

Antje Rhijnsburger, 10-12-1922, <strong>Valkenburg</strong>erweg 27.<br />

Hendricus Margaretha Huet<strong>in</strong>g, 14-6-1908, arts te Katwijk.<br />

Je zou denken dat er nu wel een hoge piet van het Rode Kruis naar<br />

<strong>Valkenburg</strong> zou k<strong>om</strong>en <strong>om</strong> hoogstpersoonlijk de onderscheid<strong>in</strong>gen uit te<br />

reiken. Niets was m<strong>in</strong>der waar. De doos met 15 her<strong>in</strong>ner<strong>in</strong>gsmedailles<br />

bevatte een begeleidend briefje: Verzoeke de uitreik<strong>in</strong>g te doen plaatsv<strong>in</strong>den<br />

zonder dat daar publiciteit aan gegeven wordt!


De burgemeester nodigde allen uit <strong>om</strong> op zaterdag 6 juni 1942 <strong>om</strong> 16.00<br />

uur aanwezig te zijn en schreef een brief aan Antje Rhijnsburger <strong>in</strong> Biervliet<br />

die er niet bij kon zijn. Reeds op 10 <strong>mei</strong> moest hij tot zijn ontsteltenis<br />

bekennen dat er nog iemand vergeten was: Wilhelm<strong>in</strong>a Neeltje Ouwersloot,<br />

20-9-1912, Middenweg 1. Het Rode Kruis stuurde op zijn verzoek<br />

nog een her<strong>in</strong>ner<strong>in</strong>gsmedaille. Die kwam een dag later al b<strong>in</strong>nen!<br />

55 Achter: dr. Huet<strong>in</strong>g, burg. De Wilde, Piet van Duyn, Anton van Delft,<br />

Jan Rhijnsburger en Henk Varkevisser<br />

Midden: Annie van Stijn, Neeltje van Duyn, Jo Zandbergen, Geertje Imthorn en Toni Jansen<br />

Vooraan: Corrie van Stijn, Gerrit Bol en Annie Jansen<br />

8.14 Archeologisch onderzoek<br />

Wat reeds <strong>in</strong> 1923 was begonnen, daadwerkelijk onderzoek van de<br />

<strong>Valkenburg</strong>se bodem naar sporen van het R<strong>om</strong>e<strong>in</strong>se Rijk, werd <strong>in</strong> 1941<br />

voortgezet. De door de oorlogshandel<strong>in</strong>gen zwaar beschadigde kerk werd<br />

afgebroken en met de grond gelijk gemaakt. Het was toen of nooit! Het<br />

onderzoek stond onder leid<strong>in</strong>g van de <strong>in</strong>middels professor geworden Van<br />

Giffen. De opgrav<strong>in</strong>g heeft tijdens de bezett<strong>in</strong>gsjaren lange tijd het dorpsbeeld<br />

beheerst. Daarmee kwam aan het licht dat onder de grond de restanten<br />

lagen van zes opeenvolgende castella.<br />

288<br />

289<br />

8.15 Twee kerken<br />

De eerste kerken raadsvergader<strong>in</strong>g van de Nederlandse Hervormde gemeente<br />

constateerde dat Gods hand zwaar op hen gedrukt had. Er waren<br />

23 doden te betreuren waaronder 16 leden van de gemeente. De kerk was<br />

rijp voor de sloop, ook de <strong>in</strong>ventaris was zwaar beschadigd. Het archief,<br />

maar daar tilde men niet zo zwaar aan, was door brand grotendeels verwoest.<br />

De eerste bijeenk<strong>om</strong>st der gemeente was dan wel <strong>in</strong> de openlucht<br />

gehouden maar toch wilde men zo spoedig mogelijk weer onderdak zijn.<br />

Op 21 juli van dat jaar werd de noodkerk <strong>in</strong> gebruik gen<strong>om</strong>en, neergezet<br />

op het grasveld naast het oorspronkelijke gebouw. De noodkerk moest<br />

bijna tien jaar dienst doen. Tot die tijd werd er gekerkt <strong>in</strong> de <strong>in</strong>makerij<br />

Zwanenburg ook wel bekend als de fabriek van Brussee. In 1941 werd er<br />

een voorstel gedaan aan de gereformeerde kerkenraad <strong>om</strong> tijdens de week<br />

van 10 - 15 <strong>mei</strong> een gezamenlijke bidstond te houden. Ds Veldkamp speelde<br />

<strong>in</strong> dit alles een belangrijke rol.<br />

Op 23 <strong>mei</strong> vergaderden de kerkenraad en de c<strong>om</strong>missie van beheer van<br />

de gereformeerde kerk. "Om te bespreken hoe te handelen <strong>in</strong> de moeite<br />

waar<strong>in</strong> wij gek<strong>om</strong>en zijn door de oorlogstoestand en de <strong>in</strong>middels weer<br />

<strong>in</strong>getreden vrede, welke oorlogstoestand voor ons dorp zulke diepe sporen<br />

heeft nagelaten". Zij achtten van direct belang dat de ruimte waar<strong>in</strong> de<br />

gemeente placht bijeen te k<strong>om</strong>en, zaaltje De Vries dat beschadigd was,<br />

56 Kerkdienst <strong>in</strong> de <strong>in</strong>mekerij van Zwanenburg.


hersteld zou worden. Er waren enkele kerkdiensten gehouden <strong>in</strong> de <strong>in</strong>makerij<br />

Brussee. Ook konden de kerkleden, die voor een deel toch al elders<br />

vertoefden, <strong>in</strong> de <strong>om</strong>liggende plaatsen hun heil zoeken. Zij waren op 30<br />

juni al weer onder eigen dak. Tijdens de oorlog was de kas van de diaconie<br />

geplunderd. Schade honderd gulden. Van de kerk was er veertig gulden<br />

gestolen. De <strong>om</strong>liggende kerken boden hulp.<br />

8.16 Ben Collignon<br />

Op 19 <strong>mei</strong> <strong>1940</strong> werd door het Ned. Rode Kruis een briefje verzonden aan<br />

de familie T. Collignon, Willemshof 5 te Schiedam met de mededel<strong>in</strong>g dat<br />

de dienstplichtige soldaat B.J.H. Collignon gewond was en verpleegd werd<br />

<strong>in</strong> het Academisch Ziekenhuis te Leiden.<br />

8.17 Het eerste Dodenappèl<br />

De restanten van het vierde regiment <strong>in</strong>fanterie hadden de nacht doorgebracht<br />

<strong>in</strong> het weeshuis te Katwijk aan Zee. Er werd appèl gehouden, ze<br />

stonden aangetreden op hetzelfde terre<strong>in</strong>tje achter het weeshuis waarvan<br />

ze vijf dagen tevoren ten strijde waren getrokken. Voor de ligusterhaag,<br />

waarmee de plaats <strong>om</strong>he<strong>in</strong>d was, stonden tafeltjes opgesteld waarachter de<br />

schrijvers gezeten waren. De adm<strong>in</strong>istrateur voerde daar het bew<strong>in</strong>d. Eén<br />

voor één werden de namen afgeroepen. Als niemand "present!" riep werden<br />

er vragen gesteld. De antwoorden werden nauwkeurig opgeschreven.<br />

Het duurde lang en één van de jongens vond een slagpijpje van een handgranaat.<br />

Hij stond er wat mee te knoeien en opeens begon het apparaat te<br />

sissen. De c<strong>om</strong>pagnie had het geluid meer gehoord <strong>in</strong> de afgelopen dagen<br />

en het leren vrezen. "Een handgranaat!" schrok één van de <strong>om</strong>standers. Op<br />

dat woord stoof de hele troep uiteen. In hun vlucht liepen ze de tafeltjes<br />

<strong>om</strong>ver en sprongen over de heg heen. Anderen persten zich met alle geweld<br />

tegelijk door een nauw steegje en een deur. Zelfs de man die dit alles<br />

ontketend had rende mee! Net op dat m<strong>om</strong>ent kwam de vader van Piet van<br />

Dijk het terre<strong>in</strong> op lopen <strong>om</strong> zijn zoon op te zoeken. Verwonderd bekeek<br />

hij het gedoe van de soldaten. Zijn zoon kwam wat beduusd uit het fietsenhok.<br />

Hij mankeerde niets. Anderen werden <strong>in</strong> het gras gelegd <strong>om</strong> bijge-<br />

290<br />

bracht te worden of hadden kneuz<strong>in</strong>gen opgelopen! De volgende dag<br />

moesten ze <strong>in</strong> l<strong>in</strong>ie door de du<strong>in</strong>en en het vliegveld <strong>om</strong> de doden te zoeken<br />

en te bergen.<br />

291<br />

8.18 Bloemen leggen (Jan Pen)<br />

Het is 10 <strong>mei</strong> ergens <strong>in</strong> de vijftiger jaren. De <strong>Valkenburg</strong>se schoolk<strong>in</strong>deren<br />

hebben vandaag behalve hun schooltassen ook allemaal bloemen bij zich.<br />

Tersluiks bekijken ze elkaars boeket. Is het mijne wel groot genoeg? Eenmaal<br />

b<strong>in</strong>nen leggen meesters en juffen nog eens uit hoe het allemaal gaan<br />

zal. Dan k<strong>om</strong>t een jongen uit de zesde zeggen: "We gaan!" Op het ple<strong>in</strong><br />

57 De erebegraafplaats naast de NH. kerk.<br />

stellen de klassen zich op. Aan het hoofd Burgemeester De Wilde ??? en<br />

Meester van der Berg. Langzaam zet de stoet zich <strong>in</strong> beweg<strong>in</strong>g. Slechts<br />

een enkel<strong>in</strong>g moet tot stilte gemaand worden. De meesten begrijpen de<br />

ernst van hun missie zo wel. Bij de gedenksteen op de begraafplaats wordt


stilte <strong>in</strong> acht gen<strong>om</strong>en en s<strong>om</strong>mige k<strong>in</strong>deren leggen hun bloemen hier op<br />

het graf van een <strong>om</strong>gek<strong>om</strong>en familielid.<br />

Dan gaat het verder naar de nieuw aangelegde erebegraafplaats naast de<br />

NH kerk. De vlag hangt hier halfstok. Op een teken van de meester wordt<br />

het doodstil, 2 m<strong>in</strong>uten lang. Weer een teken en plechtig kl<strong>in</strong>kt uit hun<br />

jonge kelen het Wilhelmus. De ronde langs de graven wordt gemaakt. De<br />

namen gespeld. De bloemen gelegd. Eenmaal terug op de Broekweg maakt<br />

zich een soort oplucht<strong>in</strong>g meester van de k<strong>in</strong>deren en er mag weer worden<br />

gepraat. Weer op school vertelt de meester nog een verhaal over de oorlog.<br />

Hij heeft het allemaal zelf meegemaakt.<br />

58 Bloemen keggen door de jongeren-<br />

10 <strong>mei</strong> 1994. Ook nu k<strong>in</strong>deren met bloemen op school. De duurste boeketten<br />

s<strong>om</strong>s. "Mees, mag ik mijn bloemen even b<strong>in</strong>nen leggen?" Dat mag.<br />

Handen vrij voor een spelletje. Wat drukker toch dan anders k<strong>om</strong>en ze<br />

b<strong>in</strong>nen. "Leuk, bloemen leggen vandaag" "Nee jongens, niet leuk. Misschien<br />

is fijn een beter woord of mooi dat wij dit mogen doen vandaag."<br />

En dan nog maar weer eens het verhaal over die bange jaren en al die<br />

slachtoffers die wij straks gaan herdenken. Gisteren vertelde je het ook al.<br />

Om kwart voor elf gaat groep 3 als eerste. Klas voor klas nu. Niet meer zo<br />

292<br />

plechtig en vrolijk kwebbelend. Maar bij het hekje van de erebegraafplaats<br />

wordt het bijna vanzelf toch stil. Langzaam lopen we langs de graven. De<br />

namen worden zachtjes gelezen. "Probeer eens uit te rekenen hoe oud die<br />

293<br />

59 en zo g<strong>in</strong>gen de oudjes: Anton van Delft en Neeltje van Duyn voorop.<br />

soldaat was toen hij stierf." "Achttien, zo oud is mijn grote broer ook!<br />

"Dan lezen we de namen op de grote steen. "Daar staat mijn naam!"<br />

"Vraag maar eens aan je ouders wie dat was." De bloemen worden gelegd.<br />

S<strong>om</strong>migen verdelen hun boeket over alle graven. "Ze hebben allemaal<br />

evenveel verdiend." S<strong>om</strong>s ook een welgemeende traan. "Geeft niks hoor,<br />

maar je mag vandaag ook blij zijn." Nog maar net buiten het hek k<strong>om</strong>en de<br />

tongen weer los. Terug op school leest de meester nog een verhaal voor<br />

over de oorlog. Uit een boek, want hij heeft die oorlog ook niet meegemaakt.<br />

Moge dat zo blijven.<br />

8.19 Herdenk<strong>in</strong>g


(G.J. Hillenaar namens het bestuur van de Verenig<strong>in</strong>g van Oud-<strong>Strijd</strong>ers<br />

4RI) Tijdens de gevechten <strong>in</strong> en <strong>om</strong> het Vliegkamp <strong>Valkenburg</strong> zijn 63<br />

militairen van het 4e regiment <strong>in</strong>fanterie gevallen. Reeds <strong>in</strong> 1941, tijdens<br />

de bezett<strong>in</strong>g, werden herdenk<strong>in</strong>gsdiensten gehouden die door het bestuur<br />

van 4RI werden georganiseerd. Sedert 1945 k<strong>om</strong>t jaarlijks op Hemelvaartsdag<br />

een groot aantal leden bijeen. Enkele jaren op het vliegveld en<br />

later <strong>in</strong> de Ned. Hervormde Kerk te <strong>Valkenburg</strong> en na de dienst <strong>in</strong> het<br />

dorpshuis "De Terp" waar de lunch wordt geserveerd.<br />

De herdenk<strong>in</strong>gsdiensten <strong>in</strong> de kerk zijn vrijwel altijd begeleid door de Chr.<br />

Gemengde Zangverenig<strong>in</strong>g "Advendo". D<strong>om</strong><strong>in</strong>ee Veldkamp die tijdens de<br />

<strong>mei</strong>dagen <strong>in</strong> <strong>Valkenburg</strong> predikant was, heeft tot en met 1991 jaarlijks de<br />

liturgie verzorgd en de toespraken gehouden. Een aalmoezenier was veelal<br />

ook aanwezig. Sedert ca. 1984 werden de herdenk<strong>in</strong>gen enige jaren bijgewoond<br />

door een deputatie van het regiment Menno van Coehoorn en<br />

daarna door een afvaardig<strong>in</strong>g van de Prov. Mil. C<strong>om</strong>mandant Noord Brabant.<br />

Deze militaire <strong>in</strong>stanties bewaren de traditie van het 4e Regiment<br />

Infanterie. Na de lunch wordt een stille tocht door <strong>Valkenburg</strong> gehouden<br />

naar de erebegraafplaats. <strong>Valkenburg</strong>'s Harmonie begeleid deze stille tocht<br />

met doffe tr<strong>om</strong> en koraalmuziek op het ereveld. Tijdens de herdenk<strong>in</strong>g bij<br />

de graven van onze gevallen kameraden worden toespraken gehouden<br />

door de militaire c<strong>om</strong>mandanten en de burgemeester van <strong>Valkenburg</strong>. Er<br />

bestaat een goede band met het gemeentebestuur van <strong>Valkenburg</strong> die <strong>in</strong><br />

1980 werd bevestigd door het aanbieden van een wandkleed aan het<br />

gemeentebestuur. Aan de kerkvoogdij werden door 4RI en de club van 2-<br />

III-2RA twee kerkramen aangeboden, één <strong>in</strong> 1970 en één <strong>in</strong> 1978. In 1989<br />

werd geld bijeengebracht voor een kroonluchter <strong>in</strong> de kerk die daar nu kan<br />

worden bezichtigd.<br />

294<br />

Bijlage<br />

295<br />

1<br />

Omgek<strong>om</strong>en<br />

NB: Wat betreft buiten <strong>Valkenburg</strong>: voor zover bekend.<br />

burgers<br />

<strong>Valkenburg</strong><br />

Teunis van Beek, geboren te Snelrewaard 7-1-1916, ouders Hendrik van<br />

Beek en Maria Geertruida Methorst, wonende Kerkple<strong>in</strong> 17 te <strong>Valkenburg</strong>,<br />

was met sgt. Bertel met een schuit naar de overzijde van de Rijn<br />

gevlucht, werd dodelijk getroffen, viel <strong>in</strong> het water en verdronk (vlgs. Piet<br />

van Duyn).<br />

Gerritje Bol, geboren te <strong>Valkenburg</strong> 16-8-1883, ouders Dirk Bol en Johanna<br />

Petronella Schoonenberg, wonende Middenweg 22 te <strong>Valkenburg</strong>,<br />

dodelijk getroffen tijdens de vlucht naar huisje Langeveld (<strong>in</strong> tu<strong>in</strong> Rhijnvliet).<br />

Metje Bos, geboren te L<strong>in</strong>schoten 22-8-1922, ouders Cornelis Bos en<br />

Aletta Kruithof, wonende Achterweg 18 te <strong>Valkenburg</strong>, dodelijk getroffen<br />

tijdens de vlucht naar huisje Langeveld (<strong>in</strong> tu<strong>in</strong> Rhijnvliet).<br />

Adrianus Ridderus Brockhaus, geboren te Wassenaar 30-1-1885, getrouwd<br />

met Cornelia van Vliet, wonende <strong>Valkenburg</strong>erweg 3, o<strong>verleden</strong><br />

op de Straatweg tussen de Grote- en de Kle<strong>in</strong>e Water<strong>in</strong>g (Katwijkerweg)<br />

10-5-<strong>1940</strong>.<br />

Carol<strong>in</strong>a Derks, geboren te Pr<strong>in</strong>cenhage 22-07-1906, getrouwd met<br />

Arend van Haarlem, wonende <strong>Valkenburg</strong>erweg 104 te <strong>Valkenburg</strong>, dode-


lijk gewond <strong>in</strong> de kelder van de won<strong>in</strong>g van de burgemeester, o<strong>verleden</strong> <strong>in</strong><br />

het ziekenhuis te Leiden.<br />

Gerritje van Dijk, geboren te <strong>Valkenburg</strong> 1-2-1926, ouders Christiaan Johannes<br />

van Dijk en Gerritje Hogewon<strong>in</strong>g, wonende Middenweg 16d te<br />

<strong>Valkenburg</strong>, dodelijk getroffen tijdens de vlucht naar huisje Langeveld (<strong>in</strong><br />

tu<strong>in</strong> Rhijnvliet).<br />

Maria van Dijk, geboren te <strong>Valkenburg</strong> 8-7-1929, ouders Christiaan<br />

Johannes van Dijk en Gerritje Hogewon<strong>in</strong>g, wonende Middenweg 16d te<br />

<strong>Valkenburg</strong>, dodelijk getroffen tijdens de vlucht naar huisje Langeveld<br />

(gewond op de Achterweg, naar Torenvliet gebracht en daar o<strong>verleden</strong>).<br />

Gijsbertha Gravekamp, geboren te <strong>Valkenburg</strong> 15-3-1885, getrouwd<br />

met Daniel de Roode, wonende Middenweg 24 te <strong>Valkenburg</strong>, dodelijk<br />

getroffen tijdens de vlucht naar huisje Langeveld (<strong>in</strong> tu<strong>in</strong> Rhijnvliet).<br />

Jan Gravekamp, geboren te <strong>Valkenburg</strong> 1-11-1931, ouders Christiaan<br />

Gravekamp en Maria Cathar<strong>in</strong>a W<strong>in</strong>eke, wonende Middenweg 23 te <strong>Valkenburg</strong>,<br />

dodelijk getroffen tijdens de vlucht naar huisje Langeveld (<strong>in</strong><br />

tu<strong>in</strong> Rhijnvliet).<br />

Grietje Hoek, geboren te Noordwijk 8-10-1873, getrouwd met Th<strong>om</strong>as<br />

van der Meij, wonende <strong>Valkenburg</strong>erweg 2 te <strong>Valkenburg</strong>, zwaar gewond<br />

door een Duitse parachutist <strong>in</strong> haar won<strong>in</strong>g 10-5-<strong>1940</strong>.<br />

Gerritje Hogewon<strong>in</strong>g, geboren te Rijnsburg 13-1-1901, getrouwd met<br />

Christiaan Johannes van Dijk, wonende Middenweg 16d te <strong>Valkenburg</strong>,<br />

dodelijk getroffen tijdens de vlucht naar huisje Langeveld (<strong>in</strong> tu<strong>in</strong> Rhijnvliet).<br />

Cornelia Wilhelm<strong>in</strong>a Langeveld, geboren te <strong>Valkenburg</strong> 16-5-1879,<br />

weduwe van IJsbrand Meurs, wonende Kerkple<strong>in</strong> 4 te <strong>Valkenburg</strong>, dodelijk<br />

getroffen <strong>in</strong> het huisje Langeveld door beschiet<strong>in</strong>g Nederlandse pantserauto.<br />

Emma Jacobie Meurs, geboren te Leiden 11-5-1939, ouders Cornelis<br />

Meurs en Neeltje van Dijk, wonende Kerkple<strong>in</strong> 4 te <strong>Valkenburg</strong>, dodelijk<br />

getroffen <strong>in</strong> het huisje Langeveld door beschiet<strong>in</strong>g Nederlandse pantserauto.<br />

Th<strong>om</strong>as van der Meij, geboren te Oegstgeest 14-12-1913, ouders Th<strong>om</strong>as<br />

van der Meij en Grietje Hoek, getrouwd met Maria Noort, wonende<br />

296<br />

<strong>Valkenburg</strong>erweg 39b, neergeschoten door een parachutist bij de won<strong>in</strong>g<br />

van zijn ouders (Ora et Labora).<br />

Grietje Postmus, geboren te <strong>Valkenburg</strong> 18-7-1914, ouders Jan Postmus<br />

en Geertje den Heijer, wonende Middenweg 2, dodelijk getroffen door een<br />

granaat <strong>in</strong> het noodhospitaal, daarna <strong>in</strong> het ziekenhuis o<strong>verleden</strong> en begraven<br />

te Rijnsburg.<br />

Mar<strong>in</strong>us Hendrik Ravensbergen, geboren te <strong>Valkenburg</strong> 25-12-1922,<br />

ouders Hendrik Ravensbergen en Johanna van der Zwart, wonende<br />

<strong>Valkenburg</strong>erweg 34. Dodelijk getroffen door een granaat <strong>in</strong> café Ramp,<br />

o<strong>verleden</strong> <strong>in</strong> het noodhospitaal.<br />

(Sijtje) Stijntje de Roode, geboren te <strong>Valkenburg</strong> 27-5-1909, ouders<br />

Daniel de Roode en Gijsbertha Gravekamp, wonende Middenweg 24,<br />

dodelijk getroffen tijdens de vlucht naar huisje Langeveld (<strong>in</strong> tu<strong>in</strong> Rhijnvliet).<br />

Elsien Schweertman, geboren te <strong>Valkenburg</strong> 5-2-<strong>1940</strong>, ouders Jan<br />

Schweertman en Elsien Franzen, wonende Middenweg 16c. Ouders waren<br />

afk<strong>om</strong>stig uit Gron<strong>in</strong>gen. De man werkte op het vliegveld. Ze hadden een<br />

schuilplaats gemaakt onder de vloer van het huis. Daar is het k<strong>in</strong>d gestorven.<br />

Helena Wilhelm<strong>in</strong>a van Stijn, geboren te <strong>Valkenburg</strong> 7-12-1911, ouders<br />

Mart<strong>in</strong>us Henricus van Stijn en Maria de Bru<strong>in</strong>, wonende <strong>Valkenburg</strong>erweg<br />

42 te <strong>Valkenburg</strong>, dodelijk getroffen door een granaat <strong>in</strong> het noodhospitaal.<br />

Jan Varkevisser, geboren te <strong>Valkenburg</strong> 14-3-1923, ouders Jan Varkevisser<br />

en Grietje Burger, wonende <strong>Valkenburg</strong>erweg 125, dodelijk getroffen<br />

door een verdwaalde kogel <strong>in</strong> Torenvliet, vlak voor of kort na de capitulatie.<br />

O<strong>verleden</strong> <strong>in</strong> het ziekenhuis.<br />

Jan Roelof Voerman, geboren te Zwartsluis 31-1-1889, getrouwd met<br />

Jantje Veuger, wonende Rijnstro<strong>om</strong>laan 9, o<strong>verleden</strong> op de Straatweg<br />

tussen de Grote- en de Kle<strong>in</strong>e Water<strong>in</strong>g (Katwijkerweg) 10-5-<strong>1940</strong>.<br />

Jurriaan Hendrikus van der Weijden, geboren te Oegstgeest 7-4-1901,<br />

ouders Adrianus van der Weijden en Anna Maria Does, wonende<br />

Rijnstro<strong>om</strong>laan 19, o<strong>verleden</strong> op de Straatweg tussen de Grote- en de<br />

Kle<strong>in</strong>e Water<strong>in</strong>g (Katwijkerweg) 10-5-<strong>1940</strong>.<br />

297


Gerritje van Dijk, geboren te <strong>Valkenburg</strong> 28-5-1910, ouders Cornelis van<br />

Dijk en Geertruida Spierenburg, wonende Katwijk, dodelijk getroffen<br />

tijdens de vlucht naar huisje Langeveld.<br />

Oegstgeest<br />

Jacobus Albertus Wessendorp, oud 18 jaar, wonende Hoge Morsweg 29,<br />

dodelijk getroffen op 10-5-<strong>1940</strong> toen hij nieuwsgierig het gebeuren bij de<br />

Haagse Schouw stond te bekijken.<br />

Rijnsburg<br />

Jan van der Meij, geboren 20-9-1919, dodelijk gewond op 10-5-<strong>1940</strong> bij<br />

de Haagse Schouw (wordt onder Voorschoten opgegeven als J. van der<br />

Meij en dodelijk getroffen op de <strong>Valkenburg</strong>seweg. Zie ook herover<strong>in</strong>g<br />

Haagse Schouw met name de knecht van boer Van Dorp.<br />

Abraham van der Vijver, geboren 8-8-1919, dodelijk gewond op de Leidseweg<br />

op 11-5-<strong>1940</strong>.<br />

Voorschoten<br />

H.L. Buss<strong>in</strong>k, Leidseweg 359, o<strong>verleden</strong> ten gevolge van een b<strong>om</strong>aanval<br />

op de Hofweg 14 <strong>mei</strong> <strong>1940</strong>.<br />

Henri Deurloo, wonende Voorstraat 16, dodelijk getroffen door een<br />

mitrailleurkogel aan de Veurseweg.<br />

L. Verstoep, wonende Hofweg 4, o<strong>verleden</strong> ten gevolge van een b<strong>om</strong>aanval<br />

op de Hofweg 14 <strong>mei</strong> <strong>1940</strong>.<br />

G.J. Wickevoort Cr<strong>om</strong>mel<strong>in</strong>, wonende te Warmond. Aan de Haagweg<br />

(thans Leiden) dodelijk getroffen. Naar zeggen wilde hij een gewonde<br />

Duitse soldaat helpen, hij was arts. De soldaat pakte zijn pistool en schoot<br />

hem pardoes neer.<br />

Katwijk<br />

Teunis Geijteman, geboren 10-5-1890. Volgens zijn neef door een vliegtuig<br />

neergeschoten op het land <strong>in</strong> de Hoornes.<br />

F. Stevens, pater, geboren 1897.<br />

Cornelis Kuyt, geboren 10-8-1893.<br />

298<br />

Wassenaar<br />

Weduwe Knuppe-Mulder, o<strong>verleden</strong> op 12-5-<strong>1940</strong>.<br />

C.M. Buurman-Canbier, geboren 27-3 1911, o<strong>verleden</strong> 13-5-<strong>1940</strong>.<br />

299<br />

60 aangeboden door 4RI en 2.III-2-RA.


Bijlage<br />

2<br />

Gesneuvelde<br />

militairen<br />

In en door de strijd <strong>om</strong> het vliegveld <strong>Valkenburg</strong> gesneuvelde of dodelijk<br />

gewonde militairen naar het "Onderzoeksverslag gesneuvelde Nederlandse<br />

Militairen en hun graven van de strijd <strong>om</strong> het vliegkamp <strong>Valkenburg</strong> en<br />

<strong>om</strong>gev<strong>in</strong>g" door J. Teeuwissen en P. Verhoeven. Gilze Rijen 1994.<br />

* In dit verslag is er van uitgegaan dat de Haagse Schouw en de <strong>Valkenburg</strong>erweg<br />

vanaf dat punt tot de Wassenaarse Water<strong>in</strong>g aan Oegstgeest behoorde.<br />

In werkelijkheid was het Voorschoten.<br />

Totaal aantal gesneuvelde militairen: 208. Daarvan 69 o<strong>verleden</strong> <strong>in</strong> een<br />

ziekenhuis of hospitaal.<br />

Er waren 272 zwaargewonden, 24 daarvan bleven zwaar <strong>in</strong>valide en 81<br />

licht <strong>in</strong>valide. Ongeveer 300 lichtgewonden werden geregistreerd<br />

De volgende onderdelen namen deel aan de strijd:<br />

1RI; 4RI; 9RI; III-12RI; III-16RI; III-20RI; 1e ESK 1RHM; 2e ESK<br />

2RHM; mitr-ESK 1RHM; 10e Dep. Bat; 15e Dep. Bat; 22e Dep. Bat; III-<br />

2RA; 1-6RA; I-depot bereden Art; III-depot bereden Art; IV-depot bereden<br />

Art;<br />

4e c<strong>om</strong>p. AAT; Depot C<strong>om</strong>p Art. meetdienst; Depot Wielrijders; 21e Bat.<br />

Luchtdoel Art; Alg. Paarden Depot der Art; 3e Auto Bat; Ponton Afd. 3e<br />

Div; III-verkenn<strong>in</strong>gsgroep 2e Luchtvaart Regiment.<br />

300<br />

L.F.W. Baerveld, vw kpl 1-I-6RA,<br />

geboren te Dordrecht 11-5-1921, wonende<br />

te Dordrecht, o<strong>verleden</strong> te <strong>Valkenburg</strong><br />

12-5-<strong>1940</strong>, 1e graf te <strong>Valkenburg</strong><br />

12-5-<strong>1940</strong> (naast NH kerk), 2e<br />

graf <strong>Valkenburg</strong> 7-8-<strong>1940</strong>, 3e graf<br />

<strong>Valkenburg</strong> 23-10-1961.<br />

I. Bakker, dpl sld 3-III-4RI, geboren<br />

te Leiden 30-9-1909, wonende te Leiden,<br />

o<strong>verleden</strong> te Katwijk 10-5-<strong>1940</strong>,<br />

1e graf Katwijk Cant<strong>in</strong>eweg, 2e graf<br />

Oegstgeest (Rhijnhof) 22-5-<strong>1940</strong>, 3e<br />

graf Loenen 23-5-1957.<br />

H. Bamberg, dpl kpl 5e c<strong>om</strong>p 15e dep<br />

bat, geboren te Hoek van Holland<br />

31-5-1919, wonende te Hoek van Holland,<br />

o<strong>verleden</strong> te Oegstgeest Mil.<br />

hospitaal 10-5-<strong>1940</strong>, gewond te<br />

Haagse Schouw 10-5-<strong>1940</strong>, 1e graf<br />

O egstgeest (Groene Kerkje)<br />

14-5-<strong>1940</strong>, 2e graf Rhenen 8-12-1970.<br />

Th. Baron, dpl sld 2-II-4RI, geboren<br />

te Schiedam 8-10-1912, wonende te<br />

Schiedam, o<strong>verleden</strong> te Katwijk<br />

10-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Katwijk aan de<br />

Rijn, 2e graf <strong>Valkenburg</strong> 20-2-1968.<br />

W.H.M. Bartels, dpl kpl depot c<strong>om</strong>p<br />

AMD, geboren te Den Helder<br />

17-6-1910, wonende te Den Haag,<br />

o<strong>verleden</strong> <strong>in</strong> de Ursula kl<strong>in</strong>iek te Wassenaar<br />

11-5-<strong>1940</strong>, gewond op de weg<br />

Den Haag/Wassenaar 10-5-<strong>1940</strong>, 1e<br />

graf Wassenaar 13-5-<strong>1940</strong>, 2e graf<br />

Rhenen 26-2-1982.<br />

W.F. Bathoorn, dpl sld 3-I-1RI, geboren<br />

te Hoogkerk 5-2-1909, won.<br />

Noordwijk, o<strong>verleden</strong> te Wassenaar<br />

11-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Wassenaarseslag,<br />

301<br />

2e graf Wassenaar 22-5-<strong>1940</strong>, 3e graf<br />

Rhenen 26-2-1986.<br />

Ch. van der Beek, dpl sld 5e c<strong>om</strong>p<br />

15e dep bat, geboren te Amsterdam<br />

18-7-1921, wonende te Amsterdam,<br />

o<strong>verleden</strong> te Leiden AZL 10-5-<strong>1940</strong><br />

gewond te Haagse Schouw 10-5-<strong>1940</strong>,<br />

1e graf Oegstgeest (Groene Kerkje)<br />

13-5-<strong>1940</strong>, 2e graf Rhenen<br />

22-12-1970.<br />

J. Benjam<strong>in</strong>s, dpl sld staf I-1RI, geboren<br />

te Dalen 30-9-1907, wonende te<br />

Coevorden, o<strong>verleden</strong> te Wassenaar<br />

11-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Wassenaarseslag,<br />

2e graf Wassenaar 22-5-<strong>1940</strong>, 3e graf<br />

Coevorden 6-11-<strong>1940</strong>.<br />

H.T.M. ten Bensel, dpl kpl I-I-IV-Dep<br />

Ber Art, geboren te Utrecht 8-9-1915,<br />

wonende te Deventer, o<strong>verleden</strong> te<br />

<strong>Valkenburg</strong> 11-5-<strong>1940</strong>, 1e graf <strong>Valkenburg</strong><br />

12-5-<strong>1940</strong> (tu<strong>in</strong> achter oude<br />

pastorie), 2e graf <strong>Valkenburg</strong><br />

2-8-<strong>1940</strong>, 3e graf <strong>Valkenburg</strong><br />

23-10-1961.<br />

J. Berghuis, dpl sld staf-4RI, geboren<br />

te Velsen 25-12-1910, wonende te Beverwijk,<br />

o<strong>verleden</strong> te <strong>Valkenburg</strong><br />

11-5-<strong>1940</strong>, 1e graf <strong>Valkenburg</strong><br />

12-5-<strong>1940</strong> (tu<strong>in</strong> achter oude pastorie),<br />

2e graf <strong>Valkenburg</strong> 2-8-1948, 3e graf<br />

<strong>Valkenburg</strong> 23-10-1961.<br />

P.Fr. Bierman, dpl kpl MC-I-1RI,<br />

geboren te Sloten 8-12-1914, wonende<br />

te Amsterdam, o<strong>verleden</strong> te Oegstgeest<br />

Mil. hospitaal 10-5-<strong>1940</strong>, gewond<br />

te tussen *Oegstgeest en <strong>Valkenburg</strong><br />

10-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Oegstgeest<br />

(Groene Kerkje) 14-5-<strong>1940</strong>, 2e graf


Rhenen 22-12-1970.<br />

F. Blaak, dpl sld 3-I-1RI, geboren te<br />

Odoorn 27-10-1911, wonende te<br />

Odoorn, o<strong>verleden</strong> te Wassenaar<br />

11-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Wassenaarseslag,<br />

2e graf Wassenaar 22-5-<strong>1940</strong>, 3e graf<br />

Rhenen 26-2-1982.<br />

A. Blauwbroek, dpl sld MC I-1RI,<br />

geboren te Erkensschick (Dld)<br />

11-1-1912, wonende te Ooststell<strong>in</strong>gswerf,<br />

o<strong>verleden</strong> te Wassenaar<br />

(Ursulakl<strong>in</strong>iek) 13-5-<strong>1940</strong>, gewond te<br />

Wassenaarseslag 11-5-<strong>1940</strong>, 1e graf<br />

Wassenaar 13-5-<strong>1940</strong>, 2e graf Rhenen<br />

26-2-82.<br />

J.J.A. van Blijswijk, dpl sld 1-I-4RI,<br />

geboren te Den Haag 4-11-1917, wonende<br />

te Den Haag, o<strong>verleden</strong> te Leiden<br />

AZL 10-5-<strong>1940</strong>, gewond te Katwijk<br />

10-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Oegstgeest<br />

(Groene Kerkje) 13-5-<strong>1940</strong>, 2e graf<br />

Rhenen 13-1-1971.<br />

H. de Boer, dpl sld 1-I-1RI, geboren<br />

te Maastricht 2-8-1917, wonende te<br />

Beilen, o<strong>verleden</strong> te *Oegstgeest<br />

10-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Rijnsburg<br />

13-5-<strong>1940</strong>, 2e graf Beilen 3-8-<strong>1940</strong>.<br />

J.A. Bontje, dpl sld staf 4RI, geboren<br />

te Ter Aar 18-8-1917, wonende te Ter<br />

Aar, o<strong>verleden</strong> te Katwijk 10-5-<strong>1940</strong>,<br />

1e graf Katwijk Cant<strong>in</strong>eweg, 2e graf<br />

<strong>Valkenburg</strong> 23-10-1961.<br />

L. Bosman, dpl sld MC I-1RI, geboren<br />

te Westerbork 14-10-1913, wonende<br />

te Beilen, o<strong>verleden</strong> te Wassenaar<br />

11-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Albertushoeve<br />

13-5-<strong>1940</strong>, 2e graf Beilen 23-5-<strong>1940</strong>.<br />

P.N. Bouwmeester, dpl sld 2-III-4RI,<br />

geboren te Alkemade 22-9-1918, wonende<br />

te Roelofarendsveen, o<strong>verleden</strong><br />

te Katwijk 10-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Katwijk<br />

Cant<strong>in</strong>eweg, 2e graf Roelofarendsveen<br />

11-7-<strong>1940</strong>.<br />

H.C. Braat, dpl sld MC-III-4RI, geboren<br />

te Wassenaar 26-11-1914, wonende<br />

te Leiderdorp, o<strong>verleden</strong> te <strong>Valkenburg</strong><br />

10-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Katijk Cant<strong>in</strong>eweg,<br />

2e graf Leiderdorp 22-5-<strong>1940</strong>.<br />

Br<strong>in</strong>k J.J. van den, dpl sld 1-I-9RI,<br />

geboren te Nes Ameland 7-6-1920,<br />

wonende te Nes Ameland, o<strong>verleden</strong><br />

te Postbrug 10-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Postbrug<br />

11-5-<strong>1940</strong>, 2e graf Rhenen maart<br />

1973.<br />

Ch. L. van de Broek, dpl wmr<br />

1-I-6RA, geboren te Utrecht<br />

11-1-1919, wonende te Dordrecht,<br />

o<strong>verleden</strong> te Sassenheim weg bij de<br />

Sikkens fabrieken op 10-5-<strong>1940</strong>, 1e<br />

graf Oegstgeest (Groene Kerkje)<br />

12-5-<strong>1940</strong>, 2e graf Rhenen<br />

15-12-1970.<br />

A.C. de Bru<strong>in</strong>, res. elt staf 4RI, geboren<br />

te Groot Ammers 20-3-1907, wonende<br />

te Amsterdam, o<strong>verleden</strong> te<br />

Katwijk 10-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Katwijk<br />

aan Zee, 2e graf Amsterdam<br />

22-5-<strong>1940</strong>.<br />

P. Buitenlaar, dpl sld 2-II-4RI, geboren<br />

te Oudshoorn 18-5-1912, wonende<br />

te Woubrugge, o<strong>verleden</strong> te Katwijk<br />

10-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Katwijk aan de<br />

Rijn, 2e graf Woubrugge 25-6-<strong>1940</strong>.<br />

A. Bulthuis, dpl sld 1-I-9RI, geboren<br />

te Slochteren 18-4-1920, wonende te<br />

Slochteren, o<strong>verleden</strong> te Postbrug<br />

302<br />

10-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Oegstgeest (Groene<br />

Kerkje) 12-5-<strong>1940</strong>, 2e graf Rhenen<br />

10-12-1970.<br />

A.A. Bunt, dpl kpl 2-II-9RI, geboren<br />

te Nije Haske 17-1-1910, wonende te<br />

Terband, o<strong>verleden</strong> te Katwijk<br />

10-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Katwijk Cant<strong>in</strong>eweg,<br />

2e graf Terband 26-6-<strong>1940</strong>, 3e<br />

graf Rhenen 21-11-1990.<br />

S. Capel, dpl sld 2-II-4RI, geboren te<br />

Nieuwkoop 8-9-1912, wonende te<br />

Naarden, o<strong>verleden</strong> te Katwijk<br />

10-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Katwijk aan de<br />

Rijn, 2e graf Naarden 25-6-<strong>1940</strong>, 3e<br />

graf Naarden mrt 1973<br />

J. Corbijn, dpl kpl 1-I-6RA, geboren<br />

te S<strong>in</strong>t Laurens 14-11-1919, wonende<br />

te S<strong>in</strong>t Maarten, o<strong>verleden</strong> te <strong>Valkenburg</strong><br />

10-5-<strong>1940</strong>, 1e graf <strong>Valkenburg</strong><br />

11-5-<strong>1940</strong> (naast NH kerk), 2e graf<br />

<strong>Valkenburg</strong> 7-8-<strong>1940</strong>, 3e graf <strong>Valkenburg</strong><br />

23-10-1961.<br />

F. Couperus, dpl sgt 1-I-9RI, geboren<br />

te Wonseradeel 15-2-1908, wonende<br />

te Ermelo, o<strong>verleden</strong> te <strong>Valkenburg</strong><br />

12-5-<strong>1940</strong>, 1e graf <strong>Valkenburg</strong><br />

11-5-<strong>1940</strong> (naast NH kerk), 2e graf<br />

<strong>Valkenburg</strong> 7-8-<strong>1940</strong>, 3e <strong>Valkenburg</strong><br />

23-10-1961.<br />

K. Daan, dpl sld 4e c<strong>om</strong>p 10e Dep<br />

Bat, geboren te Uitgeest 7-9-1920, wonende<br />

te Haarlem, o<strong>verleden</strong> te <strong>Valkenburg</strong><br />

10-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Rijnsburg<br />

10-5-<strong>1940</strong>, 2e graf Haarlem 7-6-<strong>1940</strong>,<br />

3e graf Rhenen 28-6-1984.<br />

J. van Dalen, dpl kpl I-9RI, geboren<br />

te Bolsward 24-7-1917, wonende te<br />

Bolsward, o<strong>verleden</strong> te Postbrug<br />

303<br />

10-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Postbrug<br />

11-5-<strong>1940</strong>, 2e graf maart 1973.<br />

A.W. van Dam, dpl sld 3-III-4RI, geboren<br />

te Terheijden 21-12-1910, wonende<br />

te Terheijden, o<strong>verleden</strong> te <strong>Valkenburg</strong><br />

12-5-<strong>1940</strong>, 1e graf <strong>Valkenburg</strong><br />

12-5-<strong>1940</strong> (tu<strong>in</strong> achter oude<br />

pastorie), 2e graf Terheijden 2-8-<strong>1940</strong>,<br />

3e graf Rhenen 5-3-198..<br />

F.W. van Dam, dpl wmr 6-I-DEP<br />

BER ART, geboren te Rotterdam<br />

15-9-1916, wonende te Wassenaar,<br />

o<strong>verleden</strong> te Wassenaar (Ursulakl<strong>in</strong>iek)<br />

14-5-<strong>1940</strong>, gewond <strong>in</strong> de du<strong>in</strong>en<br />

tussen Wassenaar en Den Haag, 1e<br />

graf Wassenaar 14-5-<strong>1940</strong>.<br />

D. van Delft, dpl sld 2-II-4RI, geboren<br />

te Rijnsburg 26-7-1912, wonende te<br />

Rijnsburg, o<strong>verleden</strong> te Katwijk<br />

10-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Katijk aan de Rijn,<br />

2e graf Oegstgeest 16-5-<strong>1940</strong>.<br />

R. van Dijk, dpl kpl 1-I-1RI, geboren<br />

te Berlicum 13-4-1918, wonende te De<br />

Bilt, o<strong>verleden</strong> te Wassenaar<br />

11-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Wassenaarseslag,<br />

2e graf Wassenaar 22-5-<strong>1940</strong>, 3e graf<br />

Rhenen 26-2-1982.<br />

H.A. Dijkstra, dpl sld 1-I-1RI, geboren<br />

te Weststell<strong>in</strong>gwerf 15-12-1914,<br />

wonende te Weststell<strong>in</strong>gwerf, o<strong>verleden</strong><br />

te Wassenaar 11-5-<strong>1940</strong>, 1e graf<br />

Wassenaarseslag, 2e graf Wassenaar<br />

22-5-<strong>1940</strong>, 3e graf Rhenen 26-2-1982.<br />

L.J. Dohmen, dpl kpl <strong>in</strong>str. bat.<br />

7-veld, geboren te Klimmen 3-9-1919,<br />

wonende te Klimmen, o<strong>verleden</strong> te<br />

<strong>Valkenburg</strong> 10-5-<strong>1940</strong>, 1e graf<br />

<strong>Valkenburg</strong> 12-5-<strong>1940</strong> (tu<strong>in</strong> achter


oude pastorie), 2e graf Klimmen<br />

3-8-<strong>1940</strong>.<br />

J. van Dost, dpl sld 1-I-1RI, geboren<br />

te Veendam 5-4-1917, wonende te<br />

Veendam, o<strong>verleden</strong> te Wassenaar<br />

11-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Wassenaarseslag,<br />

2e graf Wassenaar 22-5-<strong>1940</strong>, 3e graf<br />

Rhenen 26-2-1982.<br />

K.A. van Eeuwen, dpl kpl 1-III-4RI,<br />

geboren te Alphen aan de Rijn<br />

15-6-1914, wonende te Boskoop, o<strong>verleden</strong><br />

te Katwijk 10-5-<strong>1940</strong>, 1e graf<br />

Katwijk Cant<strong>in</strong>eweg, 2e graf <strong>Valkenburg</strong><br />

23-10-1961.<br />

W. Dullemen, dpl kpl staf II-4RI, geboren<br />

te Den Haag, wonende te Den<br />

Haag, o<strong>verleden</strong> te <strong>Valkenburg</strong><br />

12-5-<strong>1940</strong>, 1e graf <strong>Valkenburg</strong><br />

12-5-<strong>1940</strong> (tu<strong>in</strong> achter oude pastorie),<br />

2e graf Den Haag 2-8-<strong>1940</strong>, 3e graf<br />

Loenen 16-1-1959.<br />

B. Duursma, dpl sld 2-I-1RI, geboren<br />

te Emmen 19-4-1918, wonende te Emmen,<br />

o<strong>verleden</strong> te Wassenaar<br />

11-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Wassenaarseslag,<br />

2e graf Wassenaar 22-5-<strong>1940</strong>, 3e graf<br />

Emmen 5-6-<strong>1940</strong>.<br />

P. van Egmond, dpl sld 3-III-4RI,<br />

geboren te Lisse 5-12-1910, wonende<br />

te Lisse, o<strong>verleden</strong> te Katwijk<br />

10-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Katwijk Cant<strong>in</strong>eweg,<br />

2e graf <strong>Valkenburg</strong> 23-10-1961.<br />

Fr. Eikens, dpl sld 1-I-1RI, geboren te<br />

Emmen 8-7-1917, wonende te Emmen,<br />

o<strong>verleden</strong> te *Oegstgeest<br />

10-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Rijnsburg<br />

13-5-<strong>1940</strong>, 2e graf Ter Apel<br />

30-5-<strong>1940</strong>.<br />

R. Eis<strong>in</strong>g, dpl sld 1-I-IV Dep Ber Art,<br />

geboren te Assen 17-11-1919, wonende<br />

te Assen, o<strong>verleden</strong> te Leiden AZL<br />

13-5-<strong>1940</strong>, gewond te tussen Katwijk<br />

en <strong>Valkenburg</strong> 12-5-<strong>1940</strong>, 1e graf<br />

O e gstgeest (Groene Kerkj e )<br />

14-5-<strong>1940</strong>, 2e graf Rhenen 8-12-1970.<br />

F. Eis<strong>in</strong>ga, dpl sld 1-I-9RI, geboren te<br />

't Zand 25-3-1920, wonende te 't Zand,<br />

o<strong>verleden</strong> te Postbrug 10-5-<strong>1940</strong>, 1e<br />

graf Postbrug 11-5-<strong>1940</strong>, 2e graf maart<br />

1973.<br />

F. van Elk, dpl sld MC-III-4RI, geboren<br />

te Woerden 27-8-1912, wonende te<br />

Woerden, o<strong>verleden</strong> te <strong>Valkenburg</strong><br />

11-5-<strong>1940</strong>, 1e graf <strong>Valkenburg</strong><br />

12-5-<strong>1940</strong> (tu<strong>in</strong> achter oude pastorie),<br />

2e graf <strong>Valkenburg</strong> 2-8-<strong>1940</strong>, 3e graf<br />

<strong>Valkenburg</strong> 23-10-1961.<br />

M.A. Engels, dpl sld I-1RI, geboren te<br />

Oude Pekela 8-3-1917, wonende te<br />

Oude Pekela, o<strong>verleden</strong> te Leiden<br />

AZL 10-5-<strong>1940</strong>, gewond te Oegstgeest<br />

10-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Oegstgeest (Groene<br />

Kerkje) 14-5-<strong>1940</strong>, 2e graf Rhenen<br />

26-12-1970.<br />

D. Oegema, dpl sld staf III-9RI, geboren<br />

te Tzum 7-6-1908, wonende te<br />

Eethen NB, o<strong>verleden</strong> te Wassenaar<br />

Ursulakl<strong>in</strong>iek 24-8-<strong>1940</strong>, gewond te<br />

Wassenaarseslag 11-5-<strong>1940</strong>, 1e graf<br />

Wartena 28-8-<strong>1940</strong>.<br />

H.M. Evenhuis, dpl sld 1-I-9RI, geboren<br />

te Gron<strong>in</strong>gen 17-4-1920, wonende<br />

te Gron<strong>in</strong>gen, o<strong>verleden</strong> te Postbrug<br />

10-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Oegstgeest (Groene<br />

Kerkje) 12-5-<strong>1940</strong>, 2e graf Rhenen<br />

22-12-1970.<br />

304<br />

J. Fennema, dpl kpl 1-I-9RI, geboren<br />

te Dantumadeel 8-2-1912, wonende te<br />

Dantumadeel, o<strong>verleden</strong> te <strong>Valkenburg</strong><br />

12-5-<strong>1940</strong>, 1e graf <strong>Valkenburg</strong><br />

15-5-<strong>1940</strong> (naast NH kerk), 2e graf<br />

<strong>Valkenburg</strong> 71-7-<strong>1940</strong>, 3e graf <strong>Valkenburg</strong><br />

23-10-1961.<br />

B. Gankema, dpl sld 1-I-9RI, geboren<br />

te App<strong>in</strong>gedam 11-8-1920, wonende te<br />

Gron<strong>in</strong>gen, o<strong>verleden</strong> te <strong>Valkenburg</strong><br />

12-5-<strong>1940</strong>, 1e graf <strong>Valkenburg</strong><br />

15-5-<strong>1940</strong> (naast NH kerk), 2e graf<br />

Gron<strong>in</strong>gen 19-7-<strong>1940</strong>.<br />

K.W. van Gelderen, dpl sld 1-III-4RI,<br />

geboren te Boskoop 27-2-1904, wonende<br />

te Boskoop, o<strong>verleden</strong> te Katwijk<br />

10-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Katwijk<br />

Cant<strong>in</strong>eweg, 2e graf <strong>Valkenburg</strong><br />

23-10-1961.<br />

J. Th. Gerards, dpl sld STAF I-1RI,<br />

geboren te Deventer 17-5-1915, wonende<br />

te Deventer, o<strong>verleden</strong> te Wassenaar<br />

11-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Wassenaarseslag,<br />

2e graf Wassenaar<br />

22-5-<strong>1940</strong>, 3e graf Diepenveen<br />

1-6-<strong>1940</strong>.<br />

Fr. C. Gödde, dpl sld 2-III-4RI, geboren<br />

te Schiedam 10-11-1918, wonende<br />

te Schiedam, o<strong>verleden</strong> te Katwijk<br />

10-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Katwijk aan de<br />

Rijn, 2e graf <strong>Valkenburg</strong> 20-2-1968.<br />

W.J.A. de Graaf, dpl sld 5e C<strong>om</strong>p<br />

10e Dep Bat, geboren te Haarlem<br />

11-7-1920, wonende te Haarlem, o<strong>verleden</strong><br />

te Katwijk 10-5-<strong>1940</strong>, 1e graf<br />

Katwijk Cant<strong>in</strong>eweg, 2e graf Haarlem<br />

1-6-<strong>1940</strong>, 3e graf Rhenen 12-4-1984.<br />

L. Griensven, dpl kpl Instr.<br />

305<br />

bat.7-veld, geboren te Ede 1-2-1919,<br />

wonende te Den Bosch, o<strong>verleden</strong> te<br />

<strong>Valkenburg</strong> 10-5-<strong>1940</strong>, 1e graf<br />

<strong>Valkenburg</strong> 11-5-<strong>1940</strong> (tu<strong>in</strong> achter<br />

oude pastorie), 2e graf <strong>Valkenburg</strong><br />

2-8-<strong>1940</strong>, 3e graf <strong>Valkenburg</strong><br />

23-10-1961.<br />

J. Groeneveld, dpl sld 1-I-IV Dep Ber<br />

Art, geboren te Ede 1-3-1919, wonende<br />

te Ede, o<strong>verleden</strong> te Katwijk<br />

10-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Katwijk Cant<strong>in</strong>eweg,<br />

2e graf Ede 1-6-<strong>1940</strong>, 3e graf<br />

Rhenen 20-11-1974.<br />

J.C. van Haastrecht, dpl sld<br />

MC-III-4RI, geboren te Wassenaar<br />

30-10-1915, wonende te Katwijk,<br />

o<strong>verleden</strong> te Katwijk 10-5-<strong>1940</strong>, 1e<br />

graf Katwijk Cant<strong>in</strong>eweg, 2e graf Katwijk<br />

4. aan de Rijn <strong>mei</strong>, 3e graf <strong>Valkenburg</strong><br />

20-2-1968.<br />

G. Hagen, sgt tit. luchtschutter 3e<br />

Ja.VA 2e LvR, geboren te Nunspeet<br />

27-10-1919, wonende te Nunspeet,<br />

o<strong>verleden</strong> tussen Voorschoten en<br />

Wassenaar op 10-5-<strong>1940</strong> <strong>in</strong> het luchtgevecht,<br />

1e graf Wassenaar 15-5-<strong>1940</strong><br />

(NH bergaafplaats), 2e graf Nunspeet<br />

4-8-1955.<br />

C.J. Halem, dpl sld 6e c<strong>om</strong>p 22e dep<br />

bat, geboren te Rotterdam 20-4-1920,<br />

wonende te Rotterdam, o<strong>verleden</strong> te<br />

Leiden AZL 10-5-<strong>1940</strong>, gewond te<br />

Haagse Schouw 10-5-<strong>1940</strong>, 1e graf<br />

O e gstgeest (Groene Kerk j e )<br />

14-5-<strong>1940</strong>, 2e graf Rotterdam<br />

22-5-<strong>1940</strong>, 3e graf Loenen<br />

28-11-1956.<br />

J. van der Ham, dpl sgt 5e c<strong>om</strong>p 15e


dep bat, geboren te Rotterdam<br />

11-3-1919, wonende te Rotterdam,<br />

o<strong>verleden</strong> te Leiden AZL 10-5-<strong>1940</strong>,<br />

gewond te Haagse Schouw 10-5-<strong>1940</strong>,<br />

1e graf Oegstgeest (Groene Kerkje)<br />

13-5-<strong>1940</strong>, 2e graf Rhenen 13-1-1971.<br />

J. Hardeman, dpl kpl spec. diensten<br />

Depot C<strong>om</strong>p ART MEET DIENST,<br />

geboren te Tegal (NOI) 11-8-1918,<br />

wonende te Zoeterwoude, o<strong>verleden</strong> te<br />

Wassenaar 10-5-<strong>1940</strong> tussen Waalsdorp<br />

en Wassenaar, 1e graf Den Haag<br />

16-5-<strong>1940</strong>, 2e graf Zoeterwoude 26-5<br />

H.C.W. Heestermans, dpl sld 1-5-IV<br />

Dep Ber art, geboren te Rotterdam<br />

9-11-1919, wonende te Rotterdam,<br />

o<strong>verleden</strong> te <strong>Valkenburg</strong> 10-5-<strong>1940</strong>,<br />

1e graf <strong>Valkenburg</strong> 15-5-<strong>1940</strong> (naast<br />

NH kerk), 2e graf Rotterdam<br />

18-7-<strong>1940</strong>.<br />

A.H.C. Heijlen, dpl sld 1-I-TV Dep<br />

Ber Art, geboren te Utrecht 14-3-1908,<br />

wonende te Utrecht, o<strong>verleden</strong> te Den<br />

Haag hospitaal 31-5-<strong>1940</strong>, gewond te<br />

Katwijk 10-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Utrecht<br />

3-6-<strong>1940</strong>, 2e graf Utrecht 3-1964.<br />

H. He<strong>in</strong>s, dpl sld chauffeur 4e c<strong>om</strong>p<br />

AAT, geboren te Veendam 5-3-1904,<br />

wonende te Veendam, o<strong>verleden</strong> te<br />

Leiden AZL 10-5-<strong>1940</strong>, gewond te<br />

tussen Oegstgeest en Katwijk<br />

10-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Oegstgeest (Groene<br />

Kerkje) 13-5-<strong>1940</strong>, 2e graf Rhenen<br />

15-1-1971.<br />

K.L. van Hekke, dpl sld 3-II-4RI, geboren<br />

te Schiedam 19-7-1916, wonende<br />

te Schiedam, o<strong>verleden</strong> te <strong>Valkenburg</strong><br />

10-5-<strong>1940</strong>, 1e graf <strong>Valkenburg</strong><br />

11-5-<strong>1940</strong> (tu<strong>in</strong> achter oude pastorie),<br />

2e graf <strong>Valkenburg</strong> 2-8-<strong>1940</strong>, 3e graf<br />

<strong>Valkenburg</strong> 23-10-1961.<br />

A.J. Hersbach, dpl sld 3-III-4RI, geboren<br />

te Alkmaar 4-12-1916, wonende<br />

te Schiedam, o<strong>verleden</strong> te <strong>Valkenburg</strong><br />

10-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Rijnsburg<br />

14-5-<strong>1940</strong>.<br />

J. Hidd<strong>in</strong>g, dpl sld 1-I-1RI, geboren te<br />

Onstwedde 5-11-1917, wonende te<br />

Onstwedde, o<strong>verleden</strong> te Wassenaar<br />

11-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Wassenaarseslag,<br />

2e graf Wassenaar 22-5-<strong>1940</strong>, 3e graf<br />

Onstwedde 30-5-<strong>1940</strong>.<br />

Hoeff J.H. van, dpl sld 3-I-1RI, geboren<br />

te Blesdijke 22-2-1913, wonende<br />

te Scherpenzeel, o<strong>verleden</strong> te Wassenaar<br />

11-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Wassenaarseslag,<br />

2e graf Wassenaar 22-5-<strong>1940</strong>, 3e<br />

graf Scherpenzeel, 4e graf Loenen.<br />

W.J.M. Hoefsmit, Sgt Mjr Mag<br />

Art-wpl-Delft, geboren te Hengelo<br />

10-5-1898, wonende te Ede, o<strong>verleden</strong><br />

te Leiden AZL 14-5-<strong>1940</strong>, gewond te<br />

Katwijk 10-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Oegstgeest<br />

(Groene Kerkje) 14-5-<strong>1940</strong>, 2e graf<br />

Rhenen 8-12-1970.<br />

C. Hoogedoorn, dpl sld 3-III-4RI,<br />

geboren te Boskoop 2-7-1916, wonende<br />

te Boskoop, o<strong>verleden</strong> te Katwijk<br />

10-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Katwijk Cant<strong>in</strong>eweg,<br />

2e graf <strong>Valkenburg</strong> 23-10-1961.<br />

H. Hoogendam, dpl sld 1-III-4RI, geboren<br />

te Zevenhuizen 26-8-1917, wonende<br />

te Hillegersberg, o<strong>verleden</strong> te<br />

L e i d e n E l i s a b e t h z i e k e n h u i s<br />

11-5-<strong>1940</strong>, gewond te Katwijk<br />

10-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Oegstgeest (Groene<br />

306<br />

Kerkje) 14-5-<strong>1940</strong>, 2e graf Rhenen<br />

26-11-1970.<br />

R. Hoogeterp, dpl kpl 1-I-9RI, geboren<br />

te Wijmbritseradeel 23-4-1916,<br />

wonende te Gron<strong>in</strong>gen, o<strong>verleden</strong> te<br />

Leiden AZL 10-5-<strong>1940</strong>, gewond te<br />

Postbrug 10-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Oegstgeest<br />

(Groene Kerkje) 13-5-<strong>1940</strong>, 2e<br />

graf Rhenen 15-1-1971.<br />

J. van Houten, dpl sld MC-I-1RI, geboren<br />

te Assen 19-7-1914, wonende te<br />

Assen, o<strong>verleden</strong> te Wassenaar Ursulakl<strong>in</strong>iek<br />

14-5-<strong>1940</strong>, gewond te<br />

Wassenaarseslag 11-5-<strong>1940</strong>, 1e graf<br />

Wassenaar 14-5-<strong>1940</strong>, 2e graf Assen<br />

25-5-<strong>1940</strong>.<br />

E. Huberts, dpl sld I-1RI, geboren te<br />

Roden 20-1-1919, wonende te Roden,<br />

o<strong>verleden</strong> te Wassenaar 11-5-<strong>1940</strong>, 1e<br />

graf Wassenaarseslag, 2e graf Wassenaar<br />

22-5-<strong>1940</strong>, 3e graf Rhenen<br />

26-2-1982.<br />

A. Huisman, geboren te Opsterland <strong>in</strong><br />

Tijnje 29-3-1916, wonende te Opsterland<br />

Tijnje, o<strong>verleden</strong> te Wassenaar<br />

11-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Wassenaarseslag.<br />

Jager J. de, dpl sld 5e c<strong>om</strong>p 15e dep<br />

bat, geboren te Rotterdam 5-1-1920,<br />

wonende te Rotterdam, o<strong>verleden</strong> te<br />

Leiden AZL 10-5-<strong>1940</strong>, gewond te<br />

Haagse Schouw 10-5-<strong>1940</strong>, 1e graf<br />

Oegstgeest ( Groene Kerkje)<br />

13-5-<strong>1940</strong>, 2e graf Rhenen 14-1-1971.<br />

H.J.A. Jansen, dpl sgt 5e c<strong>om</strong>p 15e<br />

dep bat, geboren te Tilburg<br />

12-11-1906, wonende te Rotterdam,<br />

o<strong>verleden</strong> te Oegstgeest Mil. hospitaal<br />

10-5-<strong>1940</strong>, gewond te Haagse Schouw<br />

307<br />

10-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Oegstgeest (Groene<br />

Kerkje) 14-5-<strong>1940</strong>, 2e graf Rhenen<br />

15-12-1970.<br />

Th.G. Jansen, dpl sld 6e c<strong>om</strong>p 22e<br />

dep bat, geboren te Aalst (België), wonende<br />

te Merxem (België), o<strong>verleden</strong><br />

te Leiden AZL 10-5-<strong>1940</strong>, gewond te<br />

Haagse Schouw 10-5-<strong>1940</strong>, 1e graf<br />

Oegstgeest ( G r o ene Kerkje)<br />

13-5-<strong>1940</strong>, 2e graf Rhenen 13-1-1971.<br />

R. Janssen, .... 6e c<strong>om</strong>p 22e dep bat,<br />

geboren te Ede 10-9-1920, wonende te<br />

Ede, o<strong>verleden</strong> te Leiden AZL<br />

10-5-<strong>1940</strong>, gewond te Haagse Schouw<br />

10-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Oegstgeest (Groene<br />

Kerkje) 14-5-<strong>1940</strong>, 2e graf Rhenen<br />

15-1-1971.<br />

Jong H.A. de, dpl sld I-1RI, geboren<br />

te Oldehamer 9-3-1914, wonende te<br />

Weststell<strong>in</strong>gwerf, o<strong>verleden</strong> te Leiden<br />

AZL 10-5-<strong>1940</strong>, gewond te *Oegstgeest<br />

10-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Oegstgeest<br />

(Groene Kerkje) 14-5-<strong>1940</strong>, 2e graf<br />

Rhenen 8-12-1970, 3e graf, 4e graf,<br />

bijzonderheden acte opgemaakt <strong>in</strong><br />

Oegstgeest 10-5-<strong>1940</strong>.<br />

Jong J.A. de, dpl sld MC-III-4RI, geboren<br />

te Reeuwijk 1-2-1917, wonende<br />

te Reeuwijk, o<strong>verleden</strong> te Katwijk<br />

10-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Katwijk Cant<strong>in</strong>eweg,<br />

2e graf <strong>Valkenburg</strong> 23-10-1961.<br />

A. Jongbloed, dpl kpl 2-III-4RI, geboren<br />

te Schiedam 4-4-1918, wonende te<br />

Schiedam, o<strong>verleden</strong> te AZL leiden<br />

12-5-<strong>1940</strong>, gewond te Katwijk<br />

10-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Oegstgeest (Groene<br />

Kerkje) 14-5-<strong>1940</strong>, 2e graf Rhenen<br />

26-11-1970.


D.J. Jongenburger, dpl sld 1-III-4RI,<br />

geboren te Boskoop 17-3-1904, wonende<br />

te Boskoop, o<strong>verleden</strong> te <strong>Valkenburg</strong><br />

10-5-<strong>1940</strong>, 1e graf <strong>Valkenburg</strong><br />

12-5-<strong>1940</strong> (tu<strong>in</strong> achter oude<br />

pastorie), 2e graf Boskoop 2-8-<strong>1940</strong>.<br />

A. Joosten, dpl kpl 4e c<strong>om</strong>p 22e dep<br />

bat, geboren te Rotterdam 15-8-1918,<br />

wonende te Rotterdam, o<strong>verleden</strong> te<br />

Den Haag Rode Kruishospitaal<br />

12-5-<strong>1940</strong>, gewond te Morspoort<br />

10-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Den Haag<br />

16-5-<strong>1940</strong> ere hof.<br />

C.M. Kamps, dpl wmr staf 1RHM,<br />

geboren te Zoeterwoude 26-5-1905,<br />

wonende te Apeldoorn, o<strong>verleden</strong> te<br />

Maaldrift Wassenaar 10-5-<strong>1940</strong>, 1e<br />

graf te Wassenaar 14-5-<strong>1940</strong>, 2e graf<br />

Rhenen 26-2-1982.<br />

P. Keijzer, dpl sgt I-9RI, geboren te<br />

Assen 12-8-1919, wonende te Assen,<br />

o<strong>verleden</strong> te Leiden AZL 27-5-<strong>1940</strong>,<br />

gewond te Postbrug 10-5-<strong>1940</strong>, 1e graf<br />

Assen 30-5-<strong>1940</strong>, 2e graf Loenen<br />

20-6-1967.<br />

G. Klaassens, dpl sld I-1RI, geboren<br />

te Gieten 19-9-1904, wonende te Gieten,<br />

o<strong>verleden</strong> te Leiden AZL<br />

10-5-<strong>1940</strong>, gewond te Oegstgeest<br />

10-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Oegstgeest (Groene<br />

Kerkje) 14-5-<strong>1940</strong>, 2e graf Oegstgeest<br />

(Groene Kerkje) 26-11-1970, 3e graf,<br />

4e graf, bijzonderheden op verzoek<br />

familie niet overgebracht naar Rhenen.<br />

H. Kl<strong>in</strong>khamer, .dpl sld 3-I-1RI, geboren<br />

te Anlo 17-9-1919, wonende te<br />

Anlo, o<strong>verleden</strong> te Wassenaar<br />

11-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Wassenaarseslag,<br />

2e graf Wassenaar 22-5-<strong>1940</strong>, 3e graf<br />

Anlo 27-5-<strong>1940</strong>.<br />

C.J.R. Koeleman, dpl sgt 1-III-4RI,<br />

geboren te Ter Aar 7-4-1908, wonende<br />

te Langeraar, o<strong>verleden</strong> te <strong>Valkenburg</strong><br />

10-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Rijnsburg<br />

14-5-<strong>1940</strong>, 2e graf Langeraar<br />

18-5-<strong>1940</strong>.<br />

S. Koen, dpl sld 3-1RI, geboren te<br />

Jubbega Schurega 25-2-1913, wonende<br />

te Uit<strong>in</strong>geradeel, o<strong>verleden</strong> te Wassenaar<br />

11-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Wassenaarseslag,<br />

2e graf Wassenaar<br />

22-5-<strong>1940</strong>, 3e graf Rhenen 26-2-1982.<br />

A. Kon<strong>in</strong>g, dpl sld 1-I-9RI, geboren te<br />

Hoogezand 13-3-1920, wonende te Ter<br />

Apel, o<strong>verleden</strong> te <strong>Valkenburg</strong><br />

12-5-<strong>1940</strong>, 1e graf <strong>Valkenburg</strong><br />

15-5-<strong>1940</strong> (naast NH kerk), 2e graf<br />

Ter Apel 17-7-<strong>1940</strong>.<br />

C.Ph. van Kooij, vw sld staf 17e<br />

grens bat, geboren te Voorschoten<br />

19-3-1917, wonende te Voorschoten,<br />

o<strong>verleden</strong> te Leiden AZL 14-5-<strong>1940</strong>,<br />

gewond te Voorschoten 13-5-<strong>1940</strong>, 1e<br />

graf Rhijnhof 16-5-<strong>1940</strong>, 2e graf Loenen<br />

23-5-1957.<br />

A. Koops, dpl sld MC-I-1RI, geboren<br />

te Schoonebeek 15-6-1916, wonende<br />

te Beilen, o<strong>verleden</strong> te Wassenaar<br />

11-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Wassenaarseslag,<br />

2e graf Wassenaar 22-5-<strong>1940</strong>, 3e graf<br />

Rhenen 26-2-1982.<br />

E.J. Kools, Res LT-KOL. tit staf<br />

WF-VH, geboren te Delft 14-8-1888,<br />

wonende te Den Haag, o<strong>verleden</strong> te<br />

Den Haag Mil. Hosp. 12-5-<strong>1940</strong>, gewond<br />

te Den Deijl, Leidse Straatweg<br />

308<br />

10-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Den Haag<br />

15-5-<strong>1940</strong>, 2e graf Rhenen 31-3-1972.<br />

J. Koopman, dpl sld 3-I-1RI, geboren<br />

te Emmen 9-9-1916, wonende te Emmen,<br />

o<strong>verleden</strong> te Wassenaar<br />

11-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Wassenaarseslag,<br />

2e graf Wassenaar 22-5-<strong>1940</strong>, 3e graf<br />

Emmen 6-6-<strong>1940</strong>.<br />

J. Koper, dpl sld 5e c<strong>om</strong>p 10e dep<br />

bat, geboren te Zandvoort 20-12-1919,<br />

wonende te Zandvoort, o<strong>verleden</strong> te<br />

Katwijk 10-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Katwijk<br />

Cant<strong>in</strong>eweg, 2e graf Zandvoort<br />

15-7-<strong>1940</strong>.<br />

W.M. Kors, burger chauffeur, geboren<br />

te Hoogkarspel 10-6-1896, wonende<br />

te Heemstede, o<strong>verleden</strong> te Postbrug<br />

10-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Postbrug<br />

11-5-<strong>1940</strong>, 2e graf Rhenen maart<br />

1973.<br />

H. Krau, dpl sld staf-III-4RI, geboren<br />

te Noordwijk 19-5-1917, wonende te<br />

Noordwijk, o<strong>verleden</strong> te Katwijk<br />

10-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Katwijk aan de<br />

Rijn, 2e graf <strong>Valkenburg</strong> 20-2-1968.<br />

H. Fr. Kuipers, dpl huzaar mitr. esk<br />

IRHM, geboren te Hengelo<br />

11-11-1917, wonende te Hengelo,<br />

o<strong>verleden</strong> te Hengelo ziekenhuis<br />

18-10-1941, gewond te Maaldrift<br />

Wassenaar 10-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Hengelo<br />

22-10-1941.<br />

T. Kulk, dpl sld 3-III-4RI, geboren te<br />

Lisse 22-6-1915, wonende te Lisse,<br />

o<strong>verleden</strong> te <strong>Valkenburg</strong> 11-5-<strong>1940</strong>,<br />

1e graf <strong>Valkenburg</strong> 15-5-<strong>1940</strong> (naast<br />

NH kerk), 2e graf Lisse 18-7-<strong>1940</strong>.<br />

H. Kuper, dpl huzaar 1e esk 1RHM,<br />

309<br />

geboren te App<strong>in</strong>gedam 14-11-1919,<br />

wonende te Tjamsweert, o<strong>verleden</strong> te<br />

Sassenheim 10-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Warmond<br />

14-5-<strong>1940</strong> NH begraafplaats, 2e<br />

graf Tjamsweert 18-6-<strong>1940</strong>.<br />

D. Lamb<strong>in</strong>on, dpl sgt 2-I-4RI, geboren<br />

te Leiden 16-5-1916, wonende te<br />

Leiden, o<strong>verleden</strong> te Wassenaar Ursulakl<strong>in</strong>iek<br />

18-5-<strong>1940</strong>, gewond te<br />

Wassenaarseslag 11-5-<strong>1940</strong>, 1e graf<br />

Oegstgeest (Rhijnhof) 21-2-<strong>1940</strong>, 2e<br />

graf Rhenen 25-6-8 .<br />

L. Landzaat, dpl sld 1-III-4RI, geboren<br />

te Schiedam 24-3-1914, wonende<br />

te Schiedam, o<strong>verleden</strong> te Leiden mil.<br />

hosp. 13-5-<strong>1940</strong>, gewond te Katwijk<br />

10-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Oegstgeest (Groene<br />

Kerkje) 14-5-<strong>1940</strong>, 2e graf Rhenen<br />

22-12-1970.<br />

Langen C.D. de, dpl sld 3-III-4RI,<br />

geboren te A<strong>mei</strong>de 16-2-1907, wonende<br />

te Meerkerk, o<strong>verleden</strong> te <strong>Valkenburg</strong><br />

10-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Rijnsburg<br />

14-5-<strong>1940</strong>, 2e graf Meerkerk<br />

2-8-<strong>1940</strong>.<br />

G. Langstra, dpl sld MC-I-1RI, geboren<br />

te Gorredijk 21-7-1915, wonende<br />

te Leeuwarden, o<strong>verleden</strong> te Wassenaar<br />

11-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Wassenaarseslag,<br />

2e graf Wassenaar 22-5-<strong>1940</strong>, 3e<br />

graf Rhenen 26-2-1982.<br />

J.J.D. van Leeuwen, dpl sld<br />

MC-III-4RI, geboren te Leimuiden<br />

28-10-1914, wonende te Alphen aan<br />

de Rijn, overl. te Katwijk 10-5-<strong>1940</strong>,<br />

1e graf Katwijk Cant<strong>in</strong>eweg, 2e graf<br />

Alphen aan de Rijn, 3e graf <strong>Valkenburg</strong><br />

12-6-1969.


C. Meerstadt, res. vaandrig 2-II-4RI,<br />

geboren te Zutphen 5-7-1919, wonende<br />

te Utrecht, o<strong>verleden</strong> te Katwijk<br />

10-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Katwijk aan de<br />

Rijn, 2e graf Utrecht <strong>mei</strong> <strong>1940</strong>, 3e graf<br />

Loenen 23-11-1960.<br />

W. Meijer<strong>in</strong>g, dpl sld MC-I-1RI, geboren<br />

te Beilen 1-11-1911, wonende te<br />

Beilen, o<strong>verleden</strong> te Wassenaar<br />

11-5-<strong>1940</strong>, gewond te Wassenaarseslag<br />

11-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Oegstgeest<br />

(Groene kerkje) 16-5-<strong>1940</strong>, 2e graf<br />

Beilen 1-6-<strong>1940</strong>, 4e graf, bijzonderheden<br />

O<strong>verleden</strong> op weg naar Leiden.<br />

Fr.W. Melgert, dpl sld 1-I-9RI, geboren<br />

te Emmen 28-3-1920, wonende te<br />

Emmen, o<strong>verleden</strong> te Postbrug<br />

10-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Postbrug<br />

11-5-<strong>1940</strong>, 2e graf Rhenen maart<br />

1973.<br />

A. Th. Meskers, dpl sld 2-III-4RI,<br />

geboren te Hilleg<strong>om</strong> 21-5-1918,<br />

wonende te Hilleg<strong>om</strong>, o<strong>verleden</strong> tussen<br />

<strong>Valkenburg</strong> en Katwijk 13-5-<strong>1940</strong>,<br />

1e graf Rijnsburg 14-5-<strong>1940</strong>, 2e graf<br />

Hilleg<strong>om</strong> 22-5-<strong>1940</strong>.<br />

L.W.W. Möller, res elt mr. 1-III-4RI,<br />

geboren te Amsterdam 29-5-1911, wonende<br />

te Tilburg, o<strong>verleden</strong> te <strong>Valkenburg</strong><br />

10-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Rijnsburg<br />

14-5-<strong>1940</strong>, 2e graf Tilburg 31-5-<strong>1940</strong>.<br />

D. Mulder, dpl sld 1-I-9RI, geboren te<br />

Wonseradeeel 13-12-1920, wonende te<br />

Voorburg, o<strong>verleden</strong> te Postbrug<br />

10-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Postbrug<br />

11-5-<strong>1940</strong>, 2e graf Rhenen maart<br />

1973.<br />

J. Mulder, dpl sld 3-III-16RI, geboren<br />

te Utrecht 18-10-1910, wonende te<br />

Utrecht, o<strong>verleden</strong> te Wassenaar<br />

14-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Wassenaar<br />

14-5-<strong>1940</strong>, 2e graf Utrecht 26-5-<strong>1940</strong>,<br />

3e graf Loenen 25-3-1966.<br />

J. Muskee, sgt capitulant 3-I-1RI, geboren<br />

te Assen 29-6-1916, wonende te<br />

Assen, o<strong>verleden</strong> te Wassenaar Ursulakl<strong>in</strong>iek<br />

25-8-<strong>1940</strong>, gewond te<br />

Wassenaarseslag 11-5-<strong>1940</strong>, 1e graf<br />

Assen 30-8-<strong>1940</strong>.<br />

A. Nie<strong>mei</strong>jer, dpl sld 1-I-1RI, geboren<br />

te Nijmegen 3-8-1918, wonende te<br />

Nijmegen, o<strong>verleden</strong> te Wassenaar<br />

11-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Wassenaarseslag,<br />

2e graf Wassenaar 22-5-<strong>1940</strong>, 3e graf<br />

Rhenen 26-2-1982.<br />

H. Niemijer, dpl sld I-1RI, geboren te<br />

Odoorn 28-12-1905, wonende te<br />

Odoorn, o<strong>verleden</strong> te Leiden AZL<br />

10-5-<strong>1940</strong>, gewond te *Oegstgeest<br />

10-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Oegstgeest (Groene<br />

Kerkje) 14-5-<strong>1940</strong>, 2e graf Oegstgeest<br />

(Groene Kerkje) 26-11-1970, 3e graf,<br />

4e graf, bijzonderheden acte ovl te<br />

Oegstgeest, niet overgebracht naar<br />

Rhenen op verzoek van familie.<br />

A.P. Noordam, .... 21e btr lu-art, geboren<br />

te Haarlemmermeer 2-7-1919,<br />

wonende te Haarlemmermeer, o<strong>verleden</strong><br />

te Den Haag Rode Kruis hospitaal<br />

12-5-<strong>1940</strong>, gewond te Haagse Schouw<br />

10-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Den Haag<br />

16-5-<strong>1940</strong>.<br />

P.H. Nouwen, dpl sld 6e c<strong>om</strong>p 22e<br />

dep bat, geboren te Weert 4-10-1905,<br />

wonende te Leiden, o<strong>verleden</strong> op de<br />

Hogemorsweg 10-5-<strong>1940</strong>, 1e graf<br />

310<br />

Oegstgeest (Groene K erkje)<br />

14-5-<strong>1940</strong>, 2e graf Rhenen 15-1-1971.<br />

J. Oliemans, dpl sld 4e c<strong>om</strong>p 10e dep<br />

bat, geboren te Aalsmeer 11-11-1920,<br />

wonende te Aalsmeer, o<strong>verleden</strong> te<br />

Katwijk 10-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Katwijk<br />

aan de Rijn, 2e graf Aalsmeer <strong>mei</strong><br />

<strong>1940</strong>, 3e graf Rhenen 25-10-1972.<br />

J.A.H. Olijhoek, dpl sld 4e c<strong>om</strong>p 10e<br />

dep bat, geboren te Den Bosch<br />

21-2-1919, wonende te Aalsmeer,<br />

o<strong>verleden</strong> te Katwijk 10-5-<strong>1940</strong>, 1e<br />

graf Katwijk aan de Rijn, 2e graf<br />

<strong>Valkenburg</strong> 20-2-1968.<br />

W. Olthof, sgt <strong>in</strong>str 3-I-1RI, geboren<br />

te Veendam 1-9-1913, wonende te<br />

Veendam, o<strong>verleden</strong> te Wassenaar<br />

11-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Wassenaarseslag,<br />

2e graf Wassenaar 22-5-<strong>1940</strong>, 3e graf<br />

Veendam 28-5-<strong>1940</strong>.<br />

W.A. van Ommen, dpl sgt 5e c<strong>om</strong>p<br />

10e dep bat, geboren te Heemstede<br />

22-4-1919, wonende te Heemstede,<br />

o<strong>verleden</strong> te Oegstgeest Mil. hospitaal<br />

11-5-<strong>1940</strong>, gewond te tussen *Oegstgeest<br />

en <strong>Valkenburg</strong> 10-5-<strong>1940</strong>, 1e<br />

graf Oegstgeest (Groene Kerkje)<br />

14-5-<strong>1940</strong>, 2e graf Rhenen 15-1-1971.<br />

A. van Oosten, dpl sld I-1RI, geboren<br />

te Jubbega Schurega 15-6-1917, wonende<br />

te Heerenveen, o<strong>verleden</strong> te<br />

*Oegstgeest weg naar <strong>Valkenburg</strong>, 1e<br />

graf Rijnsburg 13-5-<strong>1940</strong>, 2e graf<br />

Heerenveen 21-6-<strong>1940</strong>.<br />

A. Oudhof, dpl kpl 1e esk 1RHM,<br />

geboren te Tienhoven 23-12-1915, wonende<br />

te Deventer, o<strong>verleden</strong> te Den<br />

Haag ziekenhuis 10-5-<strong>1940</strong>, gewond te<br />

311<br />

Maaldrift Wassenaar 10-5-<strong>1940</strong>, 1e<br />

graf Den Haag 16-5-<strong>1940</strong>.<br />

Pater G.H. de, wmr 3-5-IV-dep ber<br />

art, geboren te Utrecht 9-6-1916, wonende<br />

te Amersfoort, o<strong>verleden</strong> te Leiden<br />

AZL 10-5-<strong>1940</strong>, gewond te tussen<br />

Katwijk en Oegstgeest 10-5-<strong>1940</strong>, 1e<br />

graf Oegstgeest (Groene Kerkje)<br />

13-5-<strong>1940</strong>, 2e graf Rhenen 13-1-1971.<br />

J.H. Pel, dpl sgt 3-III-4RI, geboren te<br />

Leiden 4-11-1909, wonende te Oegstgeest,<br />

o<strong>verleden</strong> te Leiden Anna-kl<strong>in</strong>iek<br />

22-6-<strong>1940</strong>, gewond te <strong>Valkenburg</strong><br />

10-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Rhijnhof<br />

24-6-<strong>1940</strong>.<br />

J. Poelman, dpl sld 1-I-9RI, geboren<br />

te Papenburg Dld 15-1-1920, wonende<br />

te Onstwedde, o<strong>verleden</strong> te Postbrug<br />

10-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Postbrug<br />

11-5-<strong>1940</strong>, 2e graf Rhenen maart<br />

1973.<br />

A. Poepe, dpl huzaar 1e esk 1RHM,<br />

geboren te De Wijk 17-6-1916,<br />

wonende te Avereest, o<strong>verleden</strong> te<br />

Leiden AZL 13-5-<strong>1940</strong>, gewond te<br />

Maaldrift Wassenaar 10-5-<strong>1940</strong>, 1e<br />

graf Oegstgeest (Groene kerkje)<br />

14-5-<strong>1940</strong>, 2e graf Rhenen 8-12-1970.<br />

P. Poot, dpl sld 1-I-9RI, geboren te<br />

Veendam 1-1-1920, wonende te Veendam,<br />

o<strong>verleden</strong> te Postbrug 10-5-<strong>1940</strong>,<br />

1e graf Oegstgeest (Groene Kerkje)<br />

12-5-<strong>1940</strong>, 2e graf Rhenen<br />

22-12-1970.<br />

O. Popkes, dpl sld MC-I-1RI, geboren<br />

te Rolde 26-1-1911, wonende te Rolde,<br />

o<strong>verleden</strong> te Wassenaar 11-5-<strong>1940</strong>,<br />

1e graf Wassenaarseslag, 2e graf Was-


senaar 22-5-<strong>1940</strong>, 3e graf Rolde<br />

27-5-<strong>1940</strong>.<br />

A. Post, dpl sld 3-III-4RI, geboren te<br />

Delft 4-10-1913, wonende te Schiedam,<br />

o<strong>verleden</strong> te Leiden Anna kl<strong>in</strong>iek<br />

12-5-<strong>1940</strong>, gewond te Katwijk<br />

10-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Oegstgeest (Groene<br />

Kerkje) 14-5-<strong>1940</strong>, 2e graf Rhenen<br />

26-11-1970.<br />

W. Pouw, .... 21 Bt.Lu.A, geboren te<br />

Utrecht 5-12-1920, wonende te<br />

Amersfoort, o<strong>verleden</strong> te Den Haag<br />

Rode Kruis ziekenhuis, gewond te<br />

Haagse Schouw, 1e graf Amersfoort<br />

24-5-<strong>1940</strong>.<br />

J.M.P. Rademakers, dpl sld 5e c<strong>om</strong>p<br />

22e dep bat, geboren te Rotterdam<br />

2-4-1920, wonende te Rotterdam,<br />

o<strong>verleden</strong> te Leiden AZL 10-5-<strong>1940</strong>,<br />

gewond te Haagse Schouw 10-5-<strong>1940</strong>,<br />

1e graf Oegstgeest (Groene Kerkje)<br />

13-5-<strong>1940</strong>, 2e graf Rhenen 13-1-1971.<br />

D.W. Ratt<strong>in</strong>k, dpl huzaar 2e esk<br />

1RHM, geboren te Apeldoorn<br />

4-1-1919, wonende te Apeldoorn,<br />

o<strong>verleden</strong> te Wassenaar Maaldrift<br />

10-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Rijnsburg<br />

13-5-<strong>1940</strong>, 2e graf Apeldoorn<br />

22-5-<strong>1940</strong>.<br />

W. van der Reek, dpl sld MC-III-4RI,<br />

geboren te Leiden 27-7-1912, wonende<br />

te Leiden, o<strong>verleden</strong> te Katwijk<br />

10-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Katwijk Cant<strong>in</strong>eweg,<br />

2e graf <strong>Valkenburg</strong> 23-10-1961.<br />

J. Re<strong>in</strong>ders, dpl sld 1-I-9RI, geboren<br />

te Zweelo 9-6-1920, wonende te<br />

Zweelo, o<strong>verleden</strong> te Postbrug<br />

10-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Postbrug<br />

11-5-<strong>1940</strong>, 2e graf Rhenen maart<br />

1973.<br />

C. Re<strong>in</strong>hardus, res kapt C-2-I-1RI,<br />

geboren te Assen 11-6-1895, wonende<br />

te Assen, o<strong>verleden</strong> te Wassenaar<br />

11-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Wassenaarseslag,<br />

2e graf Wassenaar 22-5-<strong>1940</strong>, 3e graf<br />

Assen 25-5-<strong>1940</strong>.<br />

G. van Rheenen, dpl kpl 1-II dep ber<br />

art, geboren te Voorhout 7-9-1917,<br />

wonende te Voorhout, o<strong>verleden</strong> te<br />

Oegstgeest 10-5-<strong>1940</strong> (bij de Sandtlaanbruggen),<br />

1e graf Voorhout<br />

13-5-<strong>1940</strong>.<br />

R. Rijke, dpl kpl 2-III-2RA, geboren<br />

te Rotterdam 1-5-1911, wonende te<br />

Rotterdam, o<strong>verleden</strong> te Katwijk<br />

10-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Katwijk aan zee, 2e<br />

graf Katwijk Cant<strong>in</strong>eweg 22-5-<strong>1940</strong>,<br />

3e graf <strong>Valkenburg</strong> 23-10-1961.<br />

A. Roggema, dpl sld 1-I-9RI, geboren<br />

te Hamborn Dld 9-4-1920, wonende te<br />

Assen, o<strong>verleden</strong> te Leiden AZL<br />

19-5-<strong>1940</strong>, gewond te Postbrug<br />

10-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Assen 22-5-<strong>1940</strong>,<br />

2e graf Rhenen 15-7-1979.<br />

Roi H.C. la, res. majoor C-I-1RI, geboren<br />

te Harl<strong>in</strong>gen 5-5-1892, wonende<br />

te Leeuwarden, o<strong>verleden</strong> te Wassenaar<br />

11-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Wassenaarseslag,<br />

2e graf Wassenaar 22-5-<strong>1940</strong>, 3e<br />

graf Leeuwarden 27-5-<strong>1940</strong>.<br />

Rood H. de, dpl sld 3-I-4RI, geboren<br />

te Haarlem 7-12-1916, wonende te<br />

Amsterdam, o<strong>verleden</strong> te Katwijk<br />

10-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Katwijk Cant<strong>in</strong>eweg,<br />

2e graf Diemerbrug 12-7-<strong>1940</strong>.<br />

J.G. Rueb, sgt <strong>in</strong>str I-1RI, geboren te<br />

312<br />

Rotterdan 24-1-1919, wonende te<br />

Rotterdam, o<strong>verleden</strong> te Oegstgeest<br />

Mil. hospitaal 10-5-<strong>1940</strong>, gewond tussen<br />

*Oegstgeest en <strong>Valkenburg</strong><br />

10-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Oegstgeest (Groene<br />

Kerkje) 14-5-<strong>1940</strong>, 2e graf Rhenen<br />

7-12-<strong>1940</strong>.<br />

Ruiter L. de, dpl sld 2-I-4RI, geboren<br />

te Schiedam 29-1-1916, wonende te<br />

Schiedam, o<strong>verleden</strong> te <strong>Valkenburg</strong><br />

10-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Rijnsburg<br />

13-5-<strong>1940</strong>, 2e graf Schiedam<br />

15-6-<strong>1940</strong>.<br />

M. Sakkers, sgt <strong>in</strong>str I-1RI, geboren<br />

te Dordrecht 9-8-<strong>1940</strong>, wonende te<br />

Utrecht, o<strong>verleden</strong> te Leiden AZL<br />

1 0 - 5 - 1 9 4 0 , g e w o n d t u s s e n<br />

*Oegstgeest en <strong>Valkenburg</strong> (bij de<br />

pannenfabriek) 10-5-<strong>1940</strong>, 1e graf<br />

O egstgeest (Groene Kerkje)<br />

14-5-<strong>1940</strong>, 2e graf Rhenen 15-1-1971.<br />

K. Schaafsma, dpl sld MC-II-9RI,<br />

geboren te Sneek 24-6-1912, wonende<br />

te W<strong>in</strong>schoten, o<strong>verleden</strong> te Wassenaar<br />

11-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Wassenaarseslag,<br />

2e graf Wassenaar 22-5-<strong>1940</strong>, 3e<br />

graf W<strong>in</strong>schoten 25-9-<strong>1940</strong>.<br />

D. van der Schaft, dpl sld 2e c<strong>om</strong>p<br />

10e dep bat, geboren te Hilversum<br />

12-3-1919, wonende te Hilversum,<br />

o<strong>verleden</strong> te Leiden AZL 10-5-<strong>1940</strong>,<br />

gewond tussen *Oegstgeest en <strong>Valkenburg</strong>,<br />

1e graf Oegstgeest (Groene<br />

Kerkje) 14-5-<strong>1940</strong>, 2e graf Rhenen<br />

15-1-1971.<br />

J. Schafthuizen, dpl sld 3-III-4RI,<br />

geboren te Schiedam 16-9-1916, wonende<br />

te Schiedam, o<strong>verleden</strong> te Val-<br />

313<br />

kenburg 13-5-<strong>1940</strong>, 1e graf <strong>Valkenburg</strong><br />

13-5-<strong>1940</strong>, 2e graf <strong>Valkenburg</strong><br />

2-8-<strong>1940</strong>, 3e graf <strong>Valkenburg</strong><br />

23-10-1961.<br />

A. Schakenbos, dpl sld 3-III-4RI, geboren<br />

te Hazerswoude 5-11-1915, wonende<br />

te Hazerswoude, o<strong>verleden</strong> te<br />

<strong>Valkenburg</strong> 10-5-<strong>1940</strong>, 1e graf <strong>Valkenburg</strong><br />

12-5-<strong>1940</strong> (tu<strong>in</strong> achter oude<br />

pastorie), 2e graf Hazerswoude<br />

2-8-<strong>1940</strong>, 3e graf Rhenen 25-11-1975.<br />

Werd, volgens Piet van Duyn op 11<br />

<strong>mei</strong> door een Nederlands vliegtuig beschoten<br />

tijdens het blussen van de<br />

kerk.<br />

J. van der Schee, dpl sld 2-III-4RI,<br />

geboren te Alphen aan de Rijn<br />

22-8-1920, wonende te Alphen aan de<br />

Rijn, o<strong>verleden</strong> te Katwijk 10-5-<strong>1940</strong>,<br />

1e graf Katwijk Cant<strong>in</strong>eweg, 2e graf<br />

<strong>Valkenburg</strong> 23-10-1961.<br />

J.H. Scholten, dpl sgt 2-III-4RI, geboren<br />

te Woerden 25-2-1912, wonende te<br />

Woerden, o<strong>verleden</strong> te Katwijk<br />

10-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Katwijk Cant<strong>in</strong>eweg,<br />

2e graf Woerden 22-5-<strong>1940</strong>, 3e<br />

graf Rhenen 1-6-1976.<br />

G. Schootstra, dpl sld MC-II-9RI,<br />

geboren te Workum 29-7-1917, wonende<br />

te Huizum, o<strong>verleden</strong> te Katwijk<br />

11-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Katwijk aan<br />

Zee, 2e graf Huizum 22-5-<strong>1940</strong>.<br />

J.M. Schrik, dpl sld 1-I-9RI, geboren<br />

te Emmen 28-12-1920, wonende te<br />

Emmen, o<strong>verleden</strong> te Leiden AZL<br />

10-5-<strong>1940</strong>, gewond te Postbrug<br />

10-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Oegstgeest (Groene<br />

Kerkje) 13-5-<strong>1940</strong>, 2e graf Rhenen


13-1-1971.<br />

J.F. Schultz, dpl sld 1-I-9RI, geboren<br />

te Hengelo 1-10-1920, wonende te<br />

Hengelo, o<strong>verleden</strong> te Leiden AZL<br />

10-5-<strong>1940</strong>, gewond te Postbrug<br />

10-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Oegstgeest (Groene<br />

Kerkje) 15-5-<strong>1940</strong>, 2e graf Hengelo<br />

31-5-<strong>1940</strong>.<br />

Schurer, dpl sld staf I-1RI, geboren te<br />

Makk<strong>in</strong>ga 16-7-1918, wonende te<br />

Makk<strong>in</strong>ga, o<strong>verleden</strong> te Den Haag Johan<br />

de Deo ziekenhuis 16-5-<strong>1940</strong>, gewond<br />

te Wassenaarseslag 11-5-<strong>1940</strong>,<br />

1e graf Makk<strong>in</strong>ga 21-5-<strong>1940</strong>.<br />

J. Setz, dpl sld 1-I-9RI, geboren te<br />

Emmen 25-6-1920, wonende te Emmen,<br />

o<strong>verleden</strong> te Postbrug 10-5-<strong>1940</strong>,<br />

1e graf Postbrug 11-5-<strong>1940</strong>, 2e graf<br />

Rhenen maart 1973.<br />

H. Siegers, dpl sld 1-I-9RI, geboren te<br />

Gron<strong>in</strong>gen 29-6-1920, wonende te<br />

Gron<strong>in</strong>gen, o<strong>verleden</strong> te Postbrug<br />

10-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Oegstgeest (Groene<br />

Kerkje) 12-5-<strong>1940</strong>, 2e graf Rhenen<br />

8-12-1970.<br />

W. van Silfhout, dpl sgt 5e c<strong>om</strong>p 22e<br />

dep bat, geboren te Ede 26-4-1915,<br />

wonende te Wagen<strong>in</strong>gen, o<strong>verleden</strong> te<br />

Leiden AZL 8-6-<strong>1940</strong>, gewond te<br />

Haagse Schouw 10-5-<strong>1940</strong>, 1e graf<br />

Wagen<strong>in</strong>gen 12-6-<strong>1940</strong>.<br />

D. Sl<strong>om</strong>p, dpl sld 1-I-9RI, geboren te<br />

Emmen 27-1-1920, wonende te Emmen,<br />

o<strong>verleden</strong> te Postbrug 10-5-<strong>1940</strong>,<br />

1e graf Postbrug 11-5-<strong>1940</strong>, 2e graf<br />

Rhenen maart 1973.<br />

W.C. Sloof, dpl sld 3-III-4RI, geboren<br />

te Noordwijk aan Zee 4-7-1915, wo-<br />

nende te Noordwijk aan Zee, o<strong>verleden</strong><br />

te Katwijk 10-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Katwijk<br />

Cant<strong>in</strong>eweg, 2e graf <strong>Valkenburg</strong><br />

23-10-1961.<br />

H. Smit, dpl sld 1-I-9RI, geboren te<br />

Vlagtwedde 23-9-1920, wonende te<br />

Vlagtwedde, o<strong>verleden</strong> te Katwijk<br />

10-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Katwijk Cant<strong>in</strong>eweg,<br />

2e graf <strong>Valkenburg</strong> 23-10-1961.<br />

J. Smit, dpl huzaar 2e esk 1RHM, geboren<br />

te Hoorn (Terschell<strong>in</strong>g)<br />

14-2-1919, wonende te Hoorn (Terschell<strong>in</strong>g),<br />

o<strong>verleden</strong> te Wassenaar<br />

Maaldrift 10-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Rijnsburg<br />

13-5-<strong>1940</strong>, 2e graf Hoorn (Terschell<strong>in</strong>g)<br />

14-8-<strong>1940</strong>.<br />

W.J. Snij<strong>in</strong>k, dpl huzaar 2e esk<br />

1RHM, geboren te Dennekamp<br />

3-1-1919, wonende te Dennekamp,<br />

o<strong>verleden</strong> te Wassenaarseslag<br />

Ursulakl<strong>in</strong>iek 10-5-<strong>1940</strong>, gewond te<br />

Wassenaar Maaldrift 10-5-<strong>1940</strong>, 1e<br />

graf Den Haag 16-5-<strong>1940</strong>.<br />

J.W. Spijker, dpl huzaar 2e esk<br />

1RHM, geboren te Zwollerkarspel<br />

19-2-1919, wonende te Zwollerkarspel,<br />

o<strong>verleden</strong> te Wassenaar Ursulakl<strong>in</strong>iek<br />

13-5-<strong>1940</strong>, gewond te Wassenaar,<br />

1e graf Wassenaar 13-5-<strong>1940</strong>, 2e<br />

graf Rhenen 26-2-1982.<br />

Star J. van de, dpl sld 3-III-4RI, geboren<br />

te Zwammerdam 14-8-1913,<br />

wonende te Reeuwijk, o<strong>verleden</strong> te<br />

<strong>Valkenburg</strong> 11-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Rijnsburg<br />

14-5-<strong>1940</strong>, 2e graf Oegstgeest<br />

2-8-<strong>1940</strong>, 3e graf Rhenen 28-6-1984,<br />

bijzonderheden tot 1994 als onbekende<br />

soldaat.<br />

314<br />

C. Stell<strong>in</strong>gwerf, sgt capitulant<br />

staf-I-1RI, geboren te Assen<br />

15-4-1916, wonende te Assen, o<strong>verleden</strong><br />

te Wassenaar 11-5-<strong>1940</strong>, 1e graf<br />

Wassenaarseslag, 2e graf Wassenaar<br />

22-5-<strong>1940</strong>, 3e graf Assen 23-5-<strong>1940</strong>.<br />

P.C. Streur, dpl sld 3-II-Dep Ber Art,<br />

geboren te Den Haag 8-6-1918, wonende<br />

te Den Haag, o<strong>verleden</strong> te Leiden<br />

AZL 10-5-<strong>1940</strong>, gewond te Katwijk<br />

10-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Oegstgeest<br />

(Groene Kerkje) 13-5-<strong>1940</strong>, 2e graf<br />

Rhenen 13-1-1971.<br />

G. Struijs, dpl kpl <strong>in</strong>str btr. 8-IV dep<br />

ber art, geboren te Amsterdam<br />

21-10-1919, wonende te Amsterdam,<br />

o<strong>verleden</strong> te Leiden AZL 14-5-<strong>1940</strong><br />

gewond tussen Katwijk en <strong>Valkenburg</strong>,<br />

1e graf Oegstgeest (Groene<br />

Kerkje) 13-5-<strong>1940</strong>, 2e graf Rhenen<br />

8-12-1970.<br />

J. Stuijt, dpl sld chauffeur IIIeVK-GR<br />

2e LvR, geboren te Rotterdam<br />

6-1-1919, wonende te Rotterdam,<br />

o<strong>verleden</strong> te Wassenaar Albertushoeve<br />

13-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Albertushoeve<br />

Wassenaar 13-5-<strong>1940</strong>, 2e graf Wassenaar<br />

23-5-<strong>1940</strong>, 3e graf Rotterdam<br />

1-6-<strong>1940</strong>, 4e Loenen 27-10-1951 W.<br />

Swart, dpl sld 2-II-9RI, geboren te<br />

Hantumhuizen 15-5-1917, wonende te<br />

Huizum, o<strong>verleden</strong> te Katwijk<br />

11-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Katwijk aan Zee,<br />

2e graf Huizum 15-6-<strong>1940</strong>.<br />

H.N. Tenderloo, dpl sld MC-II-4RI,<br />

geboren te Lieden 30-10-1914, wonende<br />

te Leiden, o<strong>verleden</strong> te Katwijk<br />

10-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Katwijk aan de<br />

315<br />

Rijn, 2e graf <strong>Valkenburg</strong> 20-2-19681.<br />

B.W. Tijssen, dpl sgt MC-III-4RI,<br />

geboren te Zoeterwoude 6-1-1918, wonende<br />

te Zoeterwoude, o<strong>verleden</strong> te<br />

<strong>Valkenburg</strong> 10-5-<strong>1940</strong>, 1e graf <strong>Valkenburg</strong><br />

11-5-<strong>1940</strong>, 2e graf Zoeterwoude<br />

16-5-<strong>1940</strong>, 3e graf Zoeterwoude<br />

9-6-1976.<br />

H. Tolsma, dpl huzaar 2e esk 1HRM,<br />

g e b o r e n t e S m a l l i n g e r l a n d<br />

17-11-1919, wonende te Opsterland,<br />

o<strong>verleden</strong> te Wassenaar Ursulakl<strong>in</strong>iek<br />

14-5-<strong>1940</strong>, gewond te Wassenaar<br />

Maaldrift 10-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Wassenaar<br />

14-5-<strong>1940</strong>, 2e graf Rhenen<br />

26-2-1982.<br />

H.C.A. Uijttenhout, dpl sgt<br />

staf-III-4RI, geboren te Den Haag<br />

30-4-1913, wonende te Voorburg,<br />

o<strong>verleden</strong> te <strong>Valkenburg</strong> 11-5-<strong>1940</strong>,<br />

1e graf <strong>Valkenburg</strong> 12-5-<strong>1940</strong> (tu<strong>in</strong><br />

achter oude pastorie), 2e graf Katwijk<br />

aan de Rijn 2-8-, 3e graf <strong>Valkenburg</strong><br />

20-2-1968.<br />

C. Uphus, dpl sld 1-III-4RI, geboren<br />

te St<strong>om</strong>pwijk 30-10-1920, wonende te<br />

Voorburg, o<strong>verleden</strong> te Leiden Anna<br />

kl<strong>in</strong>iek 12-5-<strong>1940</strong>, gewond te tussen<br />

Katwijk en <strong>Valkenburg</strong> 10-5-<strong>1940</strong>, 1e<br />

graf Oegstgeest (Groene Kerkje)<br />

14-5-<strong>1940</strong>, 2e graf Rhenen<br />

26-11-1970.<br />

H.W. van Veen, dpl sld MC-III-4RI,<br />

geboren te Wassenaar 29-2-1912, wonende<br />

te Wassenaar, o<strong>verleden</strong> te Katwijk<br />

10-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Katwijk aan<br />

de Rijn, 2e graf <strong>Valkenburg</strong><br />

20-2-1968.


J. van Veen, dpl kpl 3-III-4RI, geboren<br />

te Hazerswoude 20-9-1913,<br />

wonende te Hazerswoude, o<strong>verleden</strong> te<br />

Katwijk 10-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Katwijk<br />

Cant<strong>in</strong>eweg, 2e graf Hazerswoude<br />

21-5-<strong>1940</strong>.<br />

P. van der Velden, dpl sld 4e c<strong>om</strong>p<br />

10e Dep Bat, geboren te Schoten<br />

30-3-1920, wonende te Haarlem, o<strong>verleden</strong><br />

te <strong>Valkenburg</strong> 11-5-<strong>1940</strong>, 1e<br />

graf <strong>Valkenburg</strong> 12-5-<strong>1940</strong> (tu<strong>in</strong> achter<br />

oude pastorie), 2e graf Haarlem<br />

28-7-<strong>1940</strong>.<br />

A.W. Velders, dpl sld 3e c<strong>om</strong>p 22e<br />

dep bat, geboren te Rotterdam<br />

18-11-1919, wonende te Rotterdam,<br />

o<strong>verleden</strong> te Leiden AZL 10-5-<strong>1940</strong>,<br />

gewond te Haagse Schouw 10-5-<strong>1940</strong>,<br />

1e graf Oegstgeest (Groene Kerkje)<br />

12-5-<strong>1940</strong>, 2e graf Rhenen<br />

10-12-1970.<br />

C.L. van Velzen, dpl sld 1-III-4RI,<br />

geboren te Hazerswoude 4-8-1918,<br />

wonende te Zoeterwoude, o<strong>verleden</strong> te<br />

<strong>Valkenburg</strong> 10-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Rijnsburg<br />

14-5-<strong>1940</strong>, 2e graf Zoeterwoude<br />

21-5-<strong>1940</strong>.<br />

G.S. Venema, dpl sld 1-I-9RI, geboren<br />

te Onstwedde 18-4-1920, wonende<br />

te Stadskanaal, o<strong>verleden</strong> te Katwijk<br />

10-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Katwijk Cant<strong>in</strong>eweg,<br />

2e graf Stadskanaal 12-6-<strong>1940</strong>.<br />

M. Vergunst, .... 4e c<strong>om</strong>p 10e Dep<br />

Bat, geboren te Haarlem 21-12-<strong>1940</strong>,<br />

wonende te Haarlem, o<strong>verleden</strong> te<br />

<strong>Valkenburg</strong> 10-5-<strong>1940</strong>, 1e graf <strong>Valkenburg</strong><br />

11-5-<strong>1940</strong> (tu<strong>in</strong> oude pastorie),<br />

2e graf Haarlem 2-8-<strong>1940</strong>, 3e graf<br />

Rhenen 4-7-1985.<br />

E.H. Verhaal, dpl sld 2-II-4RI, geboren<br />

te Schiedam 3-8-1915, wonende te<br />

Schiedam, o<strong>verleden</strong> te Leiden AZL<br />

11-5-<strong>1940</strong>, gewond te Katwijk<br />

10-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Oegstgeest (Groene<br />

Kerkje) 14-5-<strong>1940</strong>, 2e graf Rhenen<br />

15-1-1971.<br />

H. Verhoog, dpl sld 1-III-4RI, geboren<br />

te Waarder 4-2-1920, wonende te<br />

Waarder, o<strong>verleden</strong> te Katwijk<br />

10-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Katwijk Cant<strong>in</strong>eweg,<br />

2e graf Waarder 30-5-<strong>1940</strong>.<br />

D. Visser, dpl sld MC-I-9RI, geboren<br />

te Harl<strong>in</strong>gen 18-12-1912, wonende te<br />

Leeuwarden, o<strong>verleden</strong> te Katwijk<br />

10-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Katwijk Cant<strong>in</strong>eweg,<br />

2e graf Leeuwarden 12-6-<strong>1940</strong>.<br />

H.M. Vlugman, dpl sld MC-II-4RI,<br />

geboren te Schiedam 6-5-1917,<br />

wonende te Schiedam, o<strong>verleden</strong> te<br />

Katwijk 10-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Katwijk<br />

aan de Rijn, 2e graf <strong>Valkenburg</strong><br />

20-2-1968.<br />

J.G. Vogelaar, dpl sld 6e c<strong>om</strong>p 10e<br />

dep bat, geboren te Nieuwer Amstel<br />

17-1-1910, wonende te Barneveld,<br />

o<strong>verleden</strong> te Oegstgeest Mil. hospitaal<br />

10-5-<strong>1940</strong>, gewond te Oegstgeest weg<br />

naar <strong>Valkenburg</strong> 10-5-<strong>1940</strong>, 1e graf<br />

Oegstgeest ( G r oene Kerkje)<br />

14-5-<strong>1940</strong>, 2e graf Rhenen 8-12-1970,<br />

3e graf, 4e graf, bijzonderheden acte te<br />

Leiden.<br />

M. Voogt, dpl sgt 6e c<strong>om</strong>p 22e dep<br />

bat, geboren te Rotterdam 11-11-1905,<br />

wonende te Schiedam, o<strong>verleden</strong> te<br />

Oegstgeest Mil. hospitaal 10-5-<strong>1940</strong>,<br />

316<br />

gewond te Haagse Schouw 10-5-<strong>1940</strong>,<br />

1e graf Oegstgeest (Groene Kerkje)<br />

14-5-<strong>1940</strong>, 2e graf Rhenen<br />

15-12-1970.<br />

H. van de Voort, vw huzaar 2e esk<br />

1RHM, geboren te Nederweert<br />

6-2-1917, wonende te Schiedam, o<strong>verleden</strong><br />

te Leiden AZL 15-5-<strong>1940</strong>, gewond<br />

te Wassenaar Maaldrift<br />

10-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Oegstgeest (Groene<br />

kerkje) 15-5-<strong>1940</strong>, 2e graf Rhenen<br />

22-12-1970.<br />

H. de Vos, dpl sld 1-III-4RI, geboren<br />

te Alphen aan de Rijn 6-9-1913, wonende<br />

te Alphen aan de Rijn, o<strong>verleden</strong><br />

te <strong>Valkenburg</strong> 10-5-<strong>1940</strong>, 1e graf<br />

<strong>Valkenburg</strong> 11-5-<strong>1940</strong> (tu<strong>in</strong> oude pastorie),<br />

2e graf <strong>Valkenburg</strong> 2-8-<strong>1940</strong>,<br />

3e graf <strong>Valkenburg</strong> 23-10-1961.<br />

M. de Vries, Adjudant <strong>in</strong>str. 4-II-dep<br />

ber art, geboren te Haarlem<br />

14-10-1885, wonende te Tilburg, o<strong>verleden</strong><br />

te Leiden AZL 10-5-<strong>1940</strong>, gewond<br />

te Haagse Schouw 10-5-<strong>1940</strong>,<br />

1e graf Oegstgeest (Groene Kerkje)<br />

13-5-<strong>1940</strong>, 2e graf Rhenen<br />

22-12-1970.<br />

A.J. van Vuuren, dpl sld 1-III-4RI,<br />

geboren te Wadd<strong>in</strong>xveen 29-5-1915,<br />

wonende te Wadd<strong>in</strong>xveen, o<strong>verleden</strong><br />

te <strong>Valkenburg</strong> 11-5-<strong>1940</strong>, 1e graf <strong>Valkenburg</strong><br />

11-5-<strong>1940</strong>, 2e graf <strong>Valkenburg</strong><br />

2-8-<strong>1940</strong>, 3e graf <strong>Valkenburg</strong><br />

23-10-1961.<br />

A. van der Waarde, dpl sld 1-I-9RI,<br />

geboren te Deventer 31-3-1920, wonende<br />

te Deventer, o<strong>verleden</strong> te Postbrug<br />

10-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Oegstgeest<br />

317<br />

(Groene Kerkje) 12-5-<strong>1940</strong>, 2e graf<br />

Rhenen 22-12-1970.<br />

G. Warmels, dpl huzaar 2e esk<br />

1RHM, geboren te Hoogeveen<br />

4-4-1919, wonende te Hoogeveen,<br />

o<strong>verleden</strong> te Wassenaar Ursulakl<strong>in</strong>iek<br />

12-5-<strong>1940</strong>, gewond te Wassenaar<br />

Maaldrift 10-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Wassenaar<br />

12-5-<strong>1940</strong>, 2e graf Hoogeveen<br />

29-6-<strong>1940</strong>.<br />

M.J. Warmerdam, dpl huzeer 2e esk<br />

1RHM, geboren te Leiden 25-2-1918,<br />

wonende te Lisse, o<strong>verleden</strong> te Wassenaar<br />

Ursulakl<strong>in</strong>iek 12-5-<strong>1940</strong>, gewond<br />

te Wassenaar Maaldrift 10-5-<strong>1940</strong>, 1e<br />

graf Wassenaar 12-5-<strong>1940</strong>, 2e graf<br />

Lisse 22-1-1944.<br />

J. Weber, dpl sld4e c<strong>om</strong>p 10e dep bat,<br />

geboren te Haarlem 30-12-1920, wonende<br />

te Haarlem, o<strong>verleden</strong> te Katwijk<br />

10-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Katwijk aan<br />

de Rijn, 2e graf <strong>Valkenburg</strong><br />

20-2-1968.<br />

S. Weiland, dpl huzaar staf-1RHM,<br />

geboren te Tijnje 2-12-1918, wonende<br />

te Ureterp, o<strong>verleden</strong> te Wassenaar<br />

Maaldrift 10-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Wassenaar<br />

10-5-<strong>1940</strong>, 2e graf Ureterp<br />

28-5-<strong>1940</strong>.<br />

P. Westers, dpl huzaar 2e esk 1RHM,<br />

geboren te Noordwolde 22-5-<strong>1940</strong>,<br />

wonende te Noordwolde, o<strong>verleden</strong> te<br />

Den Haag ziekenhuis 12-5-<strong>1940</strong>, gewond<br />

te Wassenaar Maaldrift<br />

10-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Den Haag<br />

16-5-<strong>1940</strong>.<br />

J. Wever, dpl sld MC-I-1RI, geboren<br />

te Vries 13-12-1917, wonende te Bei-


len, o<strong>verleden</strong> te Wassenaar<br />

11-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Wassenaarseslag,<br />

2e graf Wassenaar 22-5-<strong>1940</strong>, 3e graf<br />

Rhenen 26-2-1982.<br />

A. van Wierst, dpl kpl staf 4RI, geboren<br />

te Utrecht 18-11-1911, wonende te<br />

Utrecht, o<strong>verleden</strong> te *Oegstgeest weg<br />

naar <strong>Valkenburg</strong> 13-5-<strong>1940</strong>, 1e graf<br />

Rijnsburg 14-5-<strong>1940</strong>, 2e graf Utrecht<br />

3-6-<strong>1940</strong>, 3e graf Utrecht maart 1964.<br />

A. Wijsbeek, dpl sld 1-I-9RI, geboren<br />

te Oude Pekela 26-9-1920, wonende te<br />

Oude Pekela, o<strong>verleden</strong> te Postbrug<br />

10-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Postbrug<br />

11-5-<strong>1940</strong>,2e graf Rhenen maart 1973.<br />

C.H.M. Wilmot, dpl sgt MC-III-4RI,<br />

geboren te Den Haag 22-2-1918, wonende<br />

te Den Haag, o<strong>verleden</strong> te <strong>Valkenburg</strong><br />

12-5-<strong>1940</strong>, 1e graf <strong>Valkenburg</strong><br />

12-5-<strong>1940</strong> (achter oude pastorie),<br />

2e graf Den Haag 3-8-<strong>1940</strong>.<br />

P. de W<strong>in</strong>ter, dpl sld 1-III-4RI, geboren<br />

te Noordwijkerhout 7-2-1917, wonende<br />

te Noordwijkerhout, o<strong>verleden</strong><br />

te Katwijk 10-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Katwijk<br />

aan de Rijn, 2e graf Noordwijkerhout<br />

14-6-<strong>1940</strong>.<br />

J.H. Wouters, dpl sld 3-6-I Dep Ber<br />

Art, geboren te Borgharen, wonende te<br />

Borgharen, o<strong>verleden</strong> te Wassenaarse<br />

du<strong>in</strong>en zuid 11-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Den<br />

Haag 16-5-<strong>1940</strong>.<br />

H.T. IJkema, dpl huzaar 2e esk<br />

1RHM, geboren te Bolsward<br />

20-11-1919, wonende te Bolsward,<br />

o<strong>verleden</strong> te Leiden AZL 12-5-<strong>1940</strong>,<br />

gewond te Wassenaar Maaldrift<br />

10-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Oegstgeest (Groene<br />

kerkje) 15-5-<strong>1940</strong>, 2e graf Rhenen<br />

7-12-1970.<br />

A. Zijlstra, dpl sld 1-I-9RI, geboren te<br />

Franeker 29-10-1919, wonende te Franeker,<br />

o<strong>verleden</strong> te Postbrug<br />

10-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Oegstgeest (GroeneKerkje)<br />

12-5-<strong>1940</strong>, 2e graf Rhenen-<br />

22-12-1970.<br />

J. van Zuijlen, wachtmeester vlieger<br />

LvR, geboren te Kampen 4-1-1912,<br />

wonende te Soest, o<strong>verleden</strong> <strong>in</strong> het<br />

luchtgevecht boven de Wassenaarseslag<br />

10-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Wassenaarseslag,<br />

2e graf Wassenaar 22-5-<strong>1940</strong>, 3e<br />

graf Rhenen 26-2-1982.<br />

N. van Zuijlen, dpl sld MC-I-4RI,<br />

geboren te Zevenhuizen 7-8-1912, wonende<br />

te Zevenhuizen, o<strong>verleden</strong> te<br />

<strong>Valkenburg</strong> 10-5-<strong>1940</strong>, 1e graf Katwijk<br />

Cant<strong>in</strong>eweg, 2e graf <strong>Valkenburg</strong><br />

23-10-'61.<br />

318<br />

Bijlage<br />

319<br />

3<br />

NB: Naar Wilson<br />

Beschiet<strong>in</strong>g vliegveld<br />

Majoor H.J.J.W. Dürst Britt, Bronzen Kruis.<br />

Onderscheiden<br />

militairen<br />

Gevechten <strong>om</strong> de Haagse Schouw<br />

Majoor H. Mulder, Ridder 4e klas MWO. Luitenant-kolonel H. Sieperda, Bronzen<br />

Leeuw. 1e luitenant E.G. de Jager, Bronzen Leeuw. Sergeant A. van der<br />

Schoor, Bronzen Leeuw. Sergeant W. van Silfhout, Bronzen Leeuw (posthuum).<br />

Voorts 6 bronzen kruizen.<br />

Gevechten bij Wassenaar<br />

Onderdelen van 1RHM: zeven Bronzen Kruizen.<br />

Herover<strong>in</strong>g vliegveld<br />

Majoor J. Mall<strong>in</strong>ckrodt C.III-4RI Ridder 4e klas MWO. 1e luitenant J. van<br />

Kessel, Bronzen Leeuw. Sergeant C. van Gellecum, Bronzen Leeuw. Voorts zes<br />

Bronzen Kruizen.<br />

Herover<strong>in</strong>g sem<strong>in</strong>arie<br />

Majoor J.J.N. Cramer C.II-4RI Ridder 4e klas MWO.<br />

Gevechten Katwijk aan de Rijn<br />

Sergeant J. H. Groenewoud, Bronzen Leeuw. Sergeant J. van Strien, Bronzen<br />

Leeuw. Voorts acht Bronzen Kruizen.


Aanval op het dorp vanuit Rijnsburg<br />

Sergeant L. Lensen, Bronzen Leeuw.<br />

Derde aanval op het dorp (I-9RI)<br />

1e luitenant J.C.A. Nout Bronzen Leeuw. Vaandrig P.P. van Elsen, Bronzen<br />

Leeuw.<br />

Korporaal J. Gercama, Bronzen Leeuw. Voorts vier Bronzen Kruizen.<br />

Wassenaarseslag<br />

Wachtmeester Th. W. Rod<strong>in</strong>g (4RH), Bronzen Kruis.<br />

Aanval op het dorp 12 <strong>mei</strong><br />

Majoor L. van der Schee, Bronzen Kruis. Voorts nog twee Bronzen Kruizen.<br />

Bij acties <strong>in</strong> de <strong>om</strong>gev<strong>in</strong>g van Rijnsburg/ <strong>Valkenburg</strong><br />

Drie Bronzen Kruizen door depot <strong>in</strong>fanterie, uit Leiden. Een Bronzen Kruis door<br />

depot artillerie, uit Leiden.<br />

Aanval op boerderij bij de Kaswater<strong>in</strong>g<br />

1e luitenant H.G. Joosten (1RI) Bronzen Kruis.<br />

Nabij <strong>Valkenburg</strong> (4RA)<br />

1e luitenant T.C. Dyxhoorn, Bronzen Leeuw. Voorts nog een Bronzen Kruis.<br />

Patrouillelopen (4RI)<br />

C. van Gellecum, Bronze Leeuw.<br />

Bestormen watermolen te Wassenaar (1RI)<br />

1e luitenant J. Gorter, Bronzen Leeuw. Wachtmeester A. Moree, Bronzen<br />

Leeuw. Voorts twee Bronzen Kruizen.<br />

320<br />

Bijlage<br />

321<br />

4<br />

Enige gesneuvelde<br />

Duitse militairen<br />

NB: Het getal van de bij de acties <strong>in</strong> en <strong>om</strong> <strong>Valkenburg</strong> gesneuvelde Duitse<br />

militairen is niet bekend. Majoor Mall<strong>in</strong>ckrodt noemt <strong>in</strong> de "Herdenk<strong>in</strong>gs-uitgave<br />

Verenig<strong>in</strong>g van Oud-<strong>Strijd</strong>ers Voormalig 4RI" een aantal van 668 gesneuvelden,<br />

dat had hij gehoord van een Duitse arts. Ook voor de juistheid van de opgegeven<br />

naam, rang, onderdeel etc. kan niet worden <strong>in</strong>gestaan.<br />

Friedrich Ackermann, Gefreiter 6/F.J.-<br />

R.2, geboren Wenden 11-6-1917, gesneuveld<br />

of dodelijk gewond te <strong>Valkenburg</strong><br />

10-5-<strong>1940</strong>, 1e begraafplaats naast de kerk<br />

te <strong>Valkenburg</strong> nr. 3.4.<br />

Otto Adam, 10/Inf Rgt 47, geboren Neu<br />

Ebersdorf 8-2-1915, gesneuveld of dodelijk<br />

gewond te Katwijk 10-5-<strong>1940</strong>, 1e begraafplaats<br />

te Katwijk aan Zee, algemene<br />

begraafplaats, nr. 13.<br />

He<strong>in</strong>rich Augenste<strong>in</strong>, Gefreiter 3/Fallschirm<br />

Rgt 2, geboren S<strong>in</strong>gerhahn<br />

18-8-1919, gesneuveld of dodelijk gewond<br />

te Katwijk 10-5-<strong>1940</strong>, 1e begraafplaats<br />

te Katwijk aan Zee, algemene begraafplaats<br />

nummer 8.<br />

He<strong>in</strong>rich Bärenfänger, Gefreiter<br />

9/I.R.47, geboren Sprötze 7-7-1919, gesneuveld<br />

of dodelijk gewond te <strong>Valkenburg</strong><br />

12-5-<strong>1940</strong>, 1e begraafplaats naast de<br />

kerk te <strong>Valkenburg</strong> nummer 2.17.<br />

Artur Bergmann, Gefreiter Stab II/<strong>in</strong>f<br />

Rgt 47, geboren Wischtogallen<br />

28-5-1916, gesneuveld of dodelijk gewond<br />

te Katwijk 10-5-<strong>1940</strong>, 1e begraafplaats<br />

Katwijk aan Zee, algemene begraafplaats,<br />

nummer 11.<br />

Erw<strong>in</strong> Beutler, Unteroffizier 10/I.R.47,<br />

geboren Br<strong>om</strong>berg 8-9-1918, gesneuveld<br />

of dodelijk gewond te <strong>Valkenburg</strong><br />

12-5-<strong>1940</strong>, 1e begraafplaats naast de kerk<br />

te <strong>Valkenburg</strong> nummer 4.4.<br />

Herbert Bohm, Gefreiter 6/F.J.R.2,<br />

geboren Werder 29-12-1918, gesneuveld<br />

of dodelijk gewond te <strong>Valkenburg</strong><br />

10-5-<strong>1940</strong>, 1e begraafplaats naast de kerk<br />

te <strong>Valkenburg</strong> nummer 2.5.<br />

Friedric Karl von Bon<strong>in</strong>, Leutnant 10<br />

/I.R.47, geboren Stade 19-11-1915, gesneuveld<br />

of dodelijk gewond te <strong>Valkenburg</strong><br />

10-5-<strong>1940</strong>, 1e begraafplaats naast de<br />

kerk te <strong>Valkenburg</strong> nr. 1.1.


Otto Bustorff, Unteroffizier 9/I.R.47,<br />

geboren Neumünster 20-9-1915, gesneuveld<br />

of dodelijk gewond te <strong>Valkenburg</strong><br />

11-5-<strong>1940</strong>, 1e begraafplaats naast de kerk<br />

te <strong>Valkenburg</strong> nummer 4.3.<br />

Paul Erw<strong>in</strong>, Feldwebel 6/F.J.R.2, geboren<br />

Melle 5-10-1919, gesneuveld of dodelijk<br />

gewond te <strong>Valkenburg</strong> 10-5-<strong>1940</strong>, 1e<br />

begraafplaats naast de kerk te <strong>Valkenburg</strong><br />

nummer 2.6.<br />

Hans Fehl<strong>in</strong>g, 10/Inf Rgt 47, geboren<br />

Wistedt 11-2-1914, gesneuveld of dodelijk<br />

gewond te Katwijk 10-5-<strong>1940</strong>, 1e<br />

begraafplaats te Katwijk aan Zee, algemene<br />

begraafplaats nummer 14.<br />

Walter von F<strong>in</strong>tel, Oberschütze<br />

10/I.R.47, geboren Will<strong>in</strong>gen 19-6-1914,<br />

gesneuveld of dodelijk gewond te <strong>Valkenburg</strong><br />

12-5-<strong>1940</strong>, 1e begraafpl. naast de<br />

kerk te <strong>Valkenburg</strong> nr. 1.6.<br />

Anton Fitschen, Gefreiter 9/I.R.47, geboren<br />

Fredenbeek 7-7-1919, gesneuveld of<br />

dodelijk gewond te <strong>Valkenburg</strong><br />

11-5-<strong>1940</strong>, 1e begraafplaats naast de kerk<br />

te <strong>Valkenburg</strong>, nr. 2.16.<br />

Otto Frerichs, Schütze 10/I.R.47, geboren<br />

Moorlage 13-2-1919, gesneuveld of<br />

dodelijk gewond te <strong>Valkenburg</strong><br />

12-5-<strong>1940</strong>, 1e begraafplaats naast de kerk<br />

te <strong>Valkenburg</strong> nummer 4.7.<br />

Emil Götzl, Unteroffizier Stab II/<strong>in</strong>f. Rgt<br />

47, geboren Lichtenau 10-9-1917,<br />

gesneuveld of dodelijk gewond te Katwijk<br />

10-5-<strong>1940</strong>, 1e begraafplaats te Katwijk<br />

aan Zee, algemene begraafplaats nummer<br />

9.<br />

Ernst Gröbner, Gefreiter 6/F.J.R.2,<br />

geboren Joken 21-6-1920, gesneuveld of<br />

dodelijk gewond te <strong>Valkenburg</strong><br />

10-5-<strong>1940</strong>, 1e begraafplaats naast de kerk<br />

te <strong>Valkenburg</strong> nummer 3.5.<br />

Max Grosser, Gefreiter 6/F.J.R.2, geboren<br />

Wiesbaden-Sonnenberg 25-11-1919,<br />

gesneuveld of dodelijk gewond te <strong>Valkenburg</strong><br />

10-5-<strong>1940</strong>, 1e begraafplaats naast de<br />

kerk te <strong>Valkenburg</strong> nummer 2.3.<br />

Wilhelm Grünewald, Oberjäger 3/Fallschirm<br />

Rgt 2, geboren Gros Bob<strong>in</strong>gen<br />

6-9-1914, gesneuveld of dodelijk gewond<br />

te Katwijk 10-5-<strong>1940</strong>, 1e begraafplaats te<br />

Katwijk aan Zee, algemene begraafplaats<br />

nummer 2.<br />

Otto Häberlo, ..3/J/K.G.z.b.I, geboren<br />

Schmiden 22-5-1913, gesneuveld of dodelijk<br />

gewond te Leiden 10-5-<strong>1940</strong>, 1e<br />

begraafplaats naast de kerk te <strong>Valkenburg</strong><br />

nummer 2.12.<br />

Karl Halbensleben, Gefreiter 10/I.R.47,<br />

geboren Embsen 19-9-1916, gesneuveld<br />

of dodelijk gewond te <strong>Valkenburg</strong><br />

10-5-<strong>1940</strong>, 1e begraafplaats naast de kerk<br />

te <strong>Valkenburg</strong> nr. 3.14.<br />

Franz Hartman, Gefreiter 3/Fallschirm<br />

Rgt 2, geboren München 6-7-1917, gesneuveld<br />

of dodelijk gewond te Katwijk<br />

10-5-<strong>1940</strong>, 1e begraafplaats te Katwijk<br />

aan Zee, algemene begraafplaats nummer<br />

7.<br />

Michael Hass, Gefreiter 12/I.R.47, geboren<br />

Varrel 15-4-1917, gesneuveld of dodelijk<br />

gewond te <strong>Valkenburg</strong> 13-5-<strong>1940</strong>,<br />

1e begraafplaats naast de kerk te <strong>Valkenburg</strong>,<br />

nummer 1.11.<br />

Paul Hätzel, Unteroffizier, geboren<br />

Scherpenhufe 10-8-1912, gesneuveld of<br />

dodelijk gewond te Leiden 10-5-<strong>1940</strong>, 1e<br />

begraafplaats naast de kerk te <strong>Valkenburg</strong><br />

nummer 2.12.<br />

He<strong>in</strong>rich Jandl, Gefreiter Stab II/I.R.47,<br />

geboren Geestemünde 1-6-1913, gesneuveld<br />

of dodelijk gewond te <strong>Valkenburg</strong><br />

10-5-<strong>1940</strong>, 1e begraafplaats naast de kerk<br />

322<br />

te <strong>Valkenburg</strong> nr. 1.13.<br />

Frits Jungnickel, Gefreiter 6/F.J.R.2,<br />

geboren Letsch<strong>in</strong> 18-6-1920, gesneuveld<br />

of dodelijk gewond te <strong>Valkenburg</strong><br />

10-5-<strong>1940</strong>, 1e begraafplaats naast de kerk<br />

te <strong>Valkenburg</strong> nummer 2.4.<br />

Alfred Kaiser, Gefreiter Stab II/<strong>in</strong>f Rgt<br />

47, geboren Harburg 28-4-1921, gesneuveld<br />

of dodelijk gewond te Katwijk<br />

10-5-<strong>1940</strong>, 1e begraafplaats te Katwijk<br />

aan Zee, algemene begraafplaats nummer<br />

10.<br />

Albert Kauezer, Gefreiter 10/I.R.47,<br />

geboren Krähenbusch 10-7-1916, gesneuveld<br />

of dodelijk gewond te <strong>Valkenburg</strong><br />

12-5-<strong>1940</strong>, 1e begraafplaats naast de kerk<br />

te <strong>Valkenburg</strong> nummer 4.5.<br />

Rich. Kirchf<strong>in</strong>k, Gefreiter 6/Fallschirm<br />

Rgt 2, geboren Gladbach 24-3-1917,<br />

gesneuveld of dodelijk gewond te Katwijk<br />

10-5-<strong>1940</strong>, 1e begraafplaats te Katwijk<br />

aan Zee, algemene begraafplaats nummer<br />

6.<br />

Artur Kopitske, Obergefreiter 6/F.J.R.2,<br />

geboren Lantzen 24-7-1912, gesneuveld<br />

of dodelijk gewond te <strong>Valkenburg</strong><br />

10-5-<strong>1940</strong>, 1e begraafplaats naast de kerk<br />

te <strong>Valkenburg</strong> nummer 2.2.<br />

Werner Kruse, Schütze 12/I.R.47, geboren<br />

Kle<strong>in</strong> Nordende 15-7-1921, gesneuveld<br />

of dodelijk gewond te <strong>Valkenburg</strong><br />

10-5-<strong>1940</strong>, 1e begraafplaats naast de kerk<br />

te <strong>Valkenburg</strong> nr. 2.15.<br />

Wilhelm Krzykowsky, Unteroffizier<br />

I/K.G.zb.V.II, geboren Bochum<br />

21-7-1918, gesneuveld of dodelijk gewond<br />

te <strong>Valkenburg</strong> 11-5-<strong>1940</strong>, 1e begraafplaats<br />

naast de kerk te <strong>Valkenburg</strong><br />

nummer 2.14.<br />

Eberhard Kuhle, Ass.Arzt. 6/F.J.R.2,<br />

geboren Moers 29-1-1914, gesneuveld of<br />

323<br />

dodelijk gewond te <strong>Valkenburg</strong><br />

10-5-<strong>1940</strong>, 1e begraafplaats naast de kerk<br />

te <strong>Valkenburg</strong> nummer 3.3.<br />

Kurt Kulbas, Gefreiter 12/I.R.47, geboren<br />

Clebow 4-6-1919, gesneuveld of dodelijk<br />

gewond te <strong>Valkenburg</strong> 10-5-<strong>1940</strong>,<br />

1e begraafplaats naast de kerk te <strong>Valkenburg</strong><br />

nummer 1.10.<br />

Walter Leipold, Schütze 10/I.R.47, geboren<br />

Kassel 2-4-1918, gesneuveld of dodelijk<br />

gewond te <strong>Valkenburg</strong> 10-5-<strong>1940</strong>, 1e<br />

begraafplaats naast de kerk te <strong>Valkenburg</strong><br />

nummer 1.4.<br />

Rudolf Liebrecht, Gefreiter 10/I.R.47,<br />

geboren Settorf 11-10-1915, gesneuveld<br />

of dodelijk gewond te <strong>Valkenburg</strong><br />

10-5-<strong>1940</strong>, 1e begraafplaats naast de kerk<br />

te <strong>Valkenburg</strong> nummer 1.5.<br />

Johannes Löhden, Gefreiter Stab II/Inf<br />

Rgt 47, geboren Harsefeld 16-6-1920,<br />

gesneuveld of dodelijk gewond te Katwijk<br />

10-5-<strong>1940</strong>, 1e begraafplaats te Katwijk<br />

aan Zee, algemene begraafplaats, nummer<br />

12.<br />

Hans Wilhelm Lütht, Leutnant<br />

Nach-zug/I.R.47, geboren Flensburg<br />

29-9-1906, gesneuveld of dodelijk gewond<br />

te <strong>Valkenburg</strong> 10-5-<strong>1940</strong>, 1e begraafplaats<br />

naast de kerk te <strong>Valkenburg</strong><br />

nummer 1.2.<br />

Maknecke Friedric, Schütze, geboren<br />

Rosental 5-4-1913, gesneuveld of dodelijk<br />

gewond te <strong>Valkenburg</strong> 15-5-<strong>1940</strong>, 1e<br />

begraafplaats naast de kerk te <strong>Valkenburg</strong><br />

nummer 3.12.<br />

He<strong>in</strong>rich Meijer, Gefreiter 9/I.R.47,<br />

geboren Liesteg 5-10-1915, gesneuveld of<br />

dodelijk gewond te <strong>Valkenburg</strong><br />

13-5-<strong>1940</strong>, 1e begraafplaats naast de kerk<br />

te <strong>Valkenburg</strong> nummer 1.8.<br />

Emil Meijer, Gefreiter R.Z/I.R.47, gebo-


en W<strong>in</strong>gst 27-3-1917, gesneuveld of<br />

dodelijk gewond te <strong>Valkenburg</strong><br />

10-5-<strong>1940</strong>, 1e begraafplaats naast de kerk<br />

te <strong>Valkenburg</strong> nummer 1.7.<br />

Josef Moraveck, Gefreiter 4/K.G.zb.V.II,<br />

geboren München 30-3-1915, gesneuveld<br />

of dodelijk gewond te <strong>Valkenburg</strong><br />

10-5-<strong>1940</strong>, 1e begraafplaats naast de kerk<br />

te <strong>Valkenburg</strong> nr. 3.10.<br />

Ernet Morisse, Oberschütze 9/I.R.47,<br />

geboren Lehe 18-1-1917, gesneuveld of<br />

dodelijk gewond te <strong>Valkenburg</strong><br />

14-5-<strong>1940</strong>, 1e begraafplaats naast de kerk<br />

te <strong>Valkenburg</strong> nummer 1.15.<br />

Karl Mühr, Gefreiter 3/Fallschirm Rgt 2,<br />

geboren Ste<strong>in</strong>bach 15-10-1914, gesneuveld<br />

of dodelijk gewond te Katwijk<br />

10-5-<strong>1940</strong>, 1e begraafplaats Katwijk aan<br />

Zee, algemene begraafplaats nummer 5.<br />

Onbekende "Flieger unteroffizier", 1e<br />

begraafplaats naast de kerk te <strong>Valkenburg</strong><br />

nr. 2.13.<br />

Andreas Pachta, Gefreiter 6/F.J.R.2,<br />

geboren Scherent<strong>in</strong> 24-8-1919, gesneuveld<br />

of dodelijk gewond te <strong>Valkenburg</strong><br />

10-5-<strong>1940</strong>, 1e begraafplaats naast de kerk<br />

te <strong>Valkenburg</strong> nummer 3.1.<br />

Franz Pauli, Unterfeldwebel, geboren<br />

Düseldorf 17-11-1915, gesneuveld of<br />

dodelijk gewond te <strong>Valkenburg</strong><br />

10-5-<strong>1940</strong>, 1e begraafplaats naast de kerk<br />

te <strong>Valkenburg</strong> nummer 2.1.<br />

Rudolf Protzek, Gefreiter 12/I.R.47,<br />

geboren Her<strong>in</strong>gen 23-11-1915, gesneuveld<br />

of dodelijk gewond te <strong>Valkenburg</strong><br />

10-5-<strong>1940</strong>, 1e begraafplaats naast de kerk<br />

te <strong>Valkenburg</strong> nummer 4.8.<br />

Christoph Rah<strong>mei</strong>jer, Unteroffizier<br />

6/1.R,65, geboren Bremen 24/8/1918, gesneuveld<br />

of dodelijk gewond te <strong>Valkenburg</strong><br />

12-5-<strong>1940</strong>, 1e begraafplaats naast de<br />

kerk te <strong>Valkenburg</strong> nr. 4.2.<br />

Wilhelm Rahmel, Obergefreiter<br />

6/F.J.R.2, geboren Sampohl 14-2-1919,<br />

gesneuveld of dodelijk gewond te <strong>Valkenburg</strong><br />

10-5-<strong>1940</strong>, 1e begraafplaats naast de<br />

kerk te <strong>Valkenburg</strong> nr. 3.6.<br />

Karl Ramus, Unteroffizier Staf 1/KG<br />

z.b.V., geboren Wrexen 21-5-1912, gesneuveld<br />

of dodelijk gewond te Katwijk<br />

10-5-<strong>1940</strong>, 1e begraafplaats te Katwijk<br />

aan Zee, algemene begraafplaats nummer<br />

1.<br />

Willi Riebesell, Schütze 9/I.R.47, geboren<br />

Rostorf 2-10-1913, gesneuveld of dodelijk<br />

gewond te <strong>Valkenburg</strong> 15-5-<strong>1940</strong>,<br />

1e begraafplaats naast de kerk te <strong>Valkenburg</strong><br />

nummer 4.6.<br />

He<strong>in</strong>rich Rieke, Oberschütze, geboren<br />

Emden 12.6.1917, gesneuveld of dodelijk<br />

gewond te <strong>Valkenburg</strong> 13-5-<strong>1940</strong>, 1e begraafplaats<br />

naast de kerk te <strong>Valkenburg</strong><br />

nummer 1.12.<br />

Karl Roeker, Schütze 10/I.R.47, geboren<br />

Dietrichsfeld 22-12-1918, gesneuveld of<br />

dodelijk gewond te <strong>Valkenburg</strong><br />

10-5-<strong>1940</strong>, 1e begraafplaats naast de kerk<br />

te <strong>Valkenburg</strong> nummer 4.9.<br />

Oskar Rössler, Obergefreiter 6/F.J.R.2,<br />

geboren Rastatt 1-11-1918, gesneuveld of<br />

dodelijk gewond te Leiden 12-5-<strong>1940</strong>, 1e<br />

begraafplaats naast de kerk te <strong>Valkenburg</strong><br />

nummer 3.11.<br />

Herbert Schmidt, Obergefreiter<br />

Stab/K.G.zb.V.II, geboren Chemnitz<br />

7-1-1919, gesneuveld of dodelijk gewond<br />

te <strong>Valkenburg</strong> 10-5-<strong>1940</strong>, 1e begraafplaats<br />

naast de kerk te <strong>Valkenburg</strong> nummer<br />

3.2.<br />

Fritz Schröder, Oberschütze 10/I.R.47,<br />

geboren Nienburg 2-6-1920, gesneuveld<br />

of dodelijk gewond te <strong>Valkenburg</strong><br />

324<br />

10-5-<strong>1940</strong>, 1e begraafplaats naast de kerk<br />

te <strong>Valkenburg</strong> nr. 3.13.<br />

Paul Schulz, Obergefreiter 3/Fallschirm<br />

Regt 2, geboren Mückeburg 10-1-1915,<br />

gesneuveld of dodelijk gewond te Katwijk<br />

10-5-<strong>1940</strong>, 1e begraafplaats te Katwijk<br />

aan Zee, algemene begraafplaats nummer<br />

4.<br />

Jurgen Schünemann, Leutnant<br />

10/I.R.47, geboren Kell<strong>in</strong>ghusen<br />

24-6-1916, gesneuveld of dodelijk gewond<br />

te <strong>Valkenburg</strong> 10-5-<strong>1940</strong>, 1e begraafpl.<br />

naast de kerk te <strong>Valkenburg</strong> nr.<br />

1.3.<br />

Karl Strieder, Obergefreiter 1.A.J.G.I,<br />

geboren Rhe<strong>in</strong>völlen 29-3-1915, gesneuveld<br />

of dodelijk gewond te Katwijk<br />

31-3-1941, 1e begraafplaats naast de kerk<br />

te <strong>Valkenburg</strong> nummer 3.8.<br />

325<br />

61 Zo g<strong>in</strong>gen ze aan boord.<br />

Alfred Th<strong>om</strong>as, Fallschirmjäger<br />

3/K.G.zb.VI, geboren Neisse 24-5-1910,<br />

gesneuveld of dodelijk gewond te Leiden<br />

10-5-<strong>1940</strong>, 1e begraafplaats naast de kerk<br />

te <strong>Valkenburg</strong> nummer 2.8.<br />

He<strong>in</strong>rich Titschen, 10/Inf Rgt 47, geboren<br />

Ohlendorf 28-12-1916, gesneuveld of<br />

dodelijk gewond te Katwijk 10-5-<strong>1940</strong>,<br />

1e begraafplaats te Katwijk aan Zee,<br />

algemene begraafplaats nummer 15.<br />

Karl Tr<strong>in</strong>gl, Oberschütze 12/I.R.47,<br />

geboren Freundorf 2-10-1917, gesneuveld<br />

of dodelijk gewond te <strong>Valkenburg</strong><br />

13-5-<strong>1940</strong>, 1e begraafplaats naast de kerk<br />

te <strong>Valkenburg</strong> nummer 1.9.<br />

Benedikt Umlauf, Gefreiter 12/I.R.47,<br />

geboren Neu-Walterdorf 23-10-1915, gesneuveld<br />

of dodelijk gewond te <strong>Valkenburg</strong><br />

13-5-<strong>1940</strong>, 1e begraafplaats naast de


kerk te <strong>Valkenburg</strong> nummer 1.16.<br />

Edgar Utermark, Gefreiter 9/I.R.47,<br />

geboren Goldberg 23-8-1918, gesneuveld<br />

of dodelijk gewond te <strong>Valkenburg</strong><br />

11-5-<strong>1940</strong>, 1e begraafplaats naast de kerk<br />

te <strong>Valkenburg</strong> nr. 1.14.<br />

Alois Walrath, Fallschirmjäger 6/F.J.R.2,<br />

geboren Trier 28-8-1916, gesneuveld of<br />

dodelijk gewond te <strong>Valkenburg</strong><br />

10-5-<strong>1940</strong>, 1e begraafplaats naast de kerk<br />

te <strong>Valkenburg</strong> nummer 3.7.<br />

Hans Weber, Feldwebel, geboren Aligse<br />

6-10-1919, gesneuveld of dodelijk gewond<br />

te <strong>Valkenburg</strong> 10-5-<strong>1940</strong>, 1e begraafplaats<br />

naast de kerk te <strong>Valkenburg</strong><br />

nummer 2.10.<br />

He<strong>in</strong>rich Wehe, Oberschütze 9/I.R.47,<br />

geboren Adendorf 8-12-1917, gesneuveld<br />

of dodelijk gewond te <strong>Valkenburg</strong><br />

11-5-<strong>1940</strong>, 1e begraafplaats naast de kerk<br />

te <strong>Valkenburg</strong> nummer 3.9.<br />

John Werner, Obergefreiter 3/Fallschirm<br />

Rgt 2, geboren Sülsbach 8-5-1916,<br />

gesneuveld of dodelijk gewond te Katwijk<br />

10-5-<strong>1940</strong>, 1e begraafplaats te Katwijk<br />

aan Zee, algemene begraafplaats nummer<br />

3.<br />

Karl W<strong>in</strong>disch, Oberfeldwebel 6/F.J.R.2,<br />

geboren Olsnits 9-7-1913, gesneuveld of<br />

dodelijk gewond te Leiden 10-5-<strong>1940</strong>, 1e<br />

begraafplaats naast de kerk te <strong>Valkenburg</strong><br />

nummer 2.7.<br />

Frits Zenker, Gefreiter 6/F.J.R.2, geboren<br />

Werkleitss 5-2-1920, gesneuveld of<br />

dodelijk gewond te <strong>Valkenburg</strong><br />

10-5-<strong>1940</strong>, 1e begraafplaats naast de kerk<br />

te <strong>Valkenburg</strong> nummer 2.9.<br />

326<br />

Lijst<br />

327<br />

A<br />

Index op de<br />

persoonsnamen<br />

(NB de namen worden verwezen naar het oorspronkelijke boek. Voor deze<br />

digitale versie geldt: Zoek een naam <strong>in</strong> deze lijst en gebuik zoeken/f<strong>in</strong>d (Ctrl+F)<br />

en v<strong>in</strong>d!)<br />

NB: beperkt tot de namen die vermeld zijn <strong>in</strong> de hoofdstukken 1 t/m 8<br />

Abel, soldaat 165<br />

Adér, luitenant mr. H.J. 86<br />

Alofs, majoor 141<br />

Alphen, Jan van 72, 74<br />

Andel, luitenant-generaal Van 59, 91<br />

Baerveld, korporaal 56<br />

Bakker, J.P 36<br />

Balluseck, luitenant Von 59, 60<br />

Banga, luitenant 164<br />

Barnhoorn, Arie 158<br />

Barnhoorn, Cornelis 93, 158<br />

Barnhoorn, Gerrit 46, 137, 158, 218<br />

Barnhoorn, Piet 158, 170, 183, 193<br />

Beelen, W. van 100<br />

Beer, luitenant De 100<br />

Bensel, korporaal Herman ten 122<br />

Berg, Jan van den 14<br />

Berg, meester A. v.d. 96, 137, 128, 156, 214<br />

Berg-Russchenberg, T<strong>in</strong>y van de 194<br />

Bergmans, kapite<strong>in</strong> 83<br />

Berkenvelder, F.J.L. 164<br />

B<strong>in</strong>nekade, Cors 42, 96<br />

B<strong>in</strong>nendijk, Gijsbertus 33<br />

B<strong>in</strong>nendijk, moeder en dochter 219<br />

B<strong>in</strong>nendijk, weduwe 140<br />

Bisd<strong>om</strong>, familie 138<br />

Bisd<strong>om</strong>, Niesje 218<br />

Bisd<strong>om</strong>, Truus 169<br />

Bloemendaal, Leen 177<br />

Bloot, de heer 219<br />

Boersma, sergeant 84, 87, 99, 110, 116<br />

Bol, Cornelis 138<br />

Bol, D. 11, 18, 219<br />

Bol, familie 218<br />

Bol, Ger 142<br />

Bol, Gerrit 38, 98, 120, 121, 142, 144, 170, 193,<br />

200, 202, 219<br />

Bol, pontbaas 56<br />

Bol, Relis 144<br />

Borst, Berend 61, 81, 82, 87, 94, 131, 160, 162,<br />

182, 183, 193, 205, 210, 216<br />

Bos, Cornelis 33


Bos, familie 34, 140, 142<br />

Bos, Kees 169<br />

Bos, Maria 33<br />

Bos, mej. 169<br />

Bos, Meta 142, 183<br />

Bos, oude mevrouw 144<br />

Bosch, luitenant Ten 119, 166, 186<br />

Botermans, Henk 38, 138, 194<br />

Botermans-Postmus, Maartje 144, 169,<br />

195<br />

Bouwmeester, soldaat 103, 185<br />

Braaf, Dr. W. de 58<br />

Brackel, luitenant 58, 59<br />

Breunesse, majoor 164<br />

Br<strong>in</strong>k, soldaat 55<br />

Brockhaus, A.R. 107<br />

Broer, Henk 64, 65, 71, 119, 163, 185<br />

Bru<strong>in</strong>, kapite<strong>in</strong> M. de 208<br />

Bru<strong>in</strong><strong>in</strong>g, sgt.majoor J. 141, 167, 170, 188<br />

Brussee, fabriek van 214<br />

Brussee, schoonmoeder 46<br />

Buurman, overste 23, 36, 65, 74, 79, 87, 91,<br />

102, 107, 117, 119, 141, 149, 150, 152, 163, 164, 171,<br />

174, 177, 178, 186, 187, 194-196<br />

Carstens, generaal-majoor 91<br />

Collignon, Ben J.H. 63, 65, 69, 70, 96, 123,<br />

153, 154, 179, 181, 193, 203, 205, 223<br />

Colthof, luitenant 116<br />

Corbijn, korporaal 56, 57<br />

Couperus, sergeant 164<br />

Cramer, majoor 99, 100, 102, 105, 195, 213<br />

Deden, soldaat 55<br />

Dekker, kapite<strong>in</strong> 102, 129<br />

Delft, Anton Lambertus van 36, 37, 56,<br />

123, 177, 178, 196, 219<br />

Dijk, Chris van 140, 142, 144, 171<br />

Dijk, Cor van 38, 57<br />

Dijk, Dirk v. 35, 42, 57, 137, 159, 160, 197<br />

Dijk, Ger van 142, 144<br />

Dijk, J. van 10, 11, 18<br />

Dijk, Maria van 140<br />

Dijk, Piet van 64, 72, 119, 137, 198, 223<br />

Dijk, Van 214<br />

Dijkhof, sergeant 87, 108<br />

Dirks, luitenant 188<br />

Doe, boerderij van 167<br />

Doe, boer Van 168<br />

Donk, Cornelis van 137, 139, 144, 145<br />

Dorp, boer Van 49<br />

Drabbe, vaandrig 108<br />

Driebeek, kapite<strong>in</strong> 54<br />

Drogen, korporaal Van 85, 186<br />

Dubbelaar, B. 14<br />

Duikeren, weduwe van 127, 132, 139<br />

Dürst Britt, majoor 80, 82, 91, 119, 123, 149,<br />

163, 186<br />

Duyn, Neeltje Jansje van 219<br />

Duyn, Pieter Jacobus van 10, 11, 18, 20, 37,<br />

38, 44, 55, 59, 92, 94, 97, 98, 120-122, 125, 126, 145,<br />

151-153, 155, 174, 178, 193, 194, 196, 200, 219<br />

Duyvenvoorde, Jaap van 198<br />

Dyxhoorn, luitenant 188, 190<br />

Egmond, buurman Van 162<br />

Egmond, familie Van 140, 141, 177<br />

Egmond, Henk van 34, 45, 82, 88, 92, 198<br />

Egmond, Jan van 15, 34, 43<br />

Egmond, Klaas van 138, 176<br />

Egmond, Willem van 176<br />

Eijkel, Gerrit van der 158<br />

Eikenbroek, Piet 33, 60, 208<br />

Elsen, vaandrig Van 129<br />

Ende, boer Van der 53<br />

Engels, luitenant 102<br />

Enter, sergeant Van 58<br />

Erdman, leutnant 30<br />

Es, Adriaan van 72<br />

Eyer, soldaat 85<br />

Eykel, Kees van der 167<br />

Faber, korporaal 54<br />

328<br />

Fiévez, sgt. 112<br />

Fije, Leen 72<br />

Filippo, Frans 49<br />

Fransen, Jan 72<br />

Gaastra Gerber, kapite<strong>in</strong> D. 84, 206, 207<br />

Galen, luitenant Van 105<br />

Geerts, luitenant 84, 85<br />

Geervliet, Jan 39<br />

Gelderen, Jaap van 198<br />

Geskus, wachtmeester 189<br />

Giffen, professor Van 221<br />

Gijen, kapite<strong>in</strong> Van 79<br />

Gijs, Vis 145<br />

Gödde, Frans 72, 97<br />

Gorter, luitenant 189<br />

Graaf, De 50<br />

Graaf, Klaas Gelts de 83<br />

Gravekamp, Chris 142<br />

Gravekamp, Jantje 142<br />

Groot, soldaat De 165<br />

Grootendorst, J. 14<br />

Gunsteren, lt. W.F. van 51, 95, 133, 166<br />

Guyt, luitenant 87, 102, 104, 105, 118, 185<br />

Haan, korporaal W. de 165, 214<br />

Haarlem, A. van 96, 134, 156, 157, 195<br />

Haarlem, mevrouw Van 133, 134<br />

Haarlem, Tonny van 96, 134<br />

Haas, lt. De 76<br />

Haasnoot, Jac. 10, 36, 214<br />

Heemskerk, J.A. 186<br />

Heestermans, Cor 94<br />

Heestermans, Huub 94<br />

Heijden Doornenburg, Jhr. A.J.E.E.C.<br />

van der 59, 60, 208<br />

He<strong>in</strong>z, soldaat 55<br />

Helm, Giel van der 72<br />

Hemert, majoor W.W.E. von 207, 216<br />

Hessen, leutnant 142<br />

329<br />

Heuvel, Cornelis 38, 177, 178, 200, 219<br />

Heyser, Oberst 176<br />

Hilten, D.A. van 100<br />

Hoeve, korporaal Ten 167<br />

Hogewon<strong>in</strong>g, mevrouw 169<br />

Hohendorf (Hündorff), oberleutnant 80<br />

Houwaard, Arie 88<br />

Houwaard, Cornelis 138<br />

Hov<strong>in</strong>gh, sergeant Gerard 83, 84, 99, 110,<br />

116, 206, 218<br />

Huet<strong>in</strong>g, dokter H.M. 37, 105, 152, 196, 220<br />

Huizen, lt. Van 76<br />

Hündorff, oberleutnant 19, 80, 81, 95, 137,<br />

157, 175, 176, 193, 197, 198<br />

Imthorn, Arie 138<br />

Imthorn, Barend 137, 138<br />

Imthorn, Bart 196<br />

Imthorn, Geertje 220<br />

Imthorn, H. 14<br />

Imthorn, Hans 183, 193<br />

Imthorn, Henk 38, 137, 138, 145<br />

Imthorn, Johannes 170<br />

Iterson, Henk van 46<br />

Ittersum, huzaar Van 59<br />

Jager, adjudant De 53<br />

Jansen, Anne Petronella 220<br />

Jansen, Anthonia Cornelia 200, 219<br />

Jansen, Harry 170<br />

Jansen, L. 122<br />

Jansen, mevrouw 122<br />

Jansen, Willem 137<br />

Jenneveld, leutnant 30<br />

Jong, luitenant De 100, 102, 104<br />

Jongeburger, luitenant 65<br />

Jonker, H. 214<br />

Jonkers, luitenant 186<br />

Joosten, vaandrig 167<br />

Joren, Ab 123<br />

Karreman, Frans 41


Kenter, soldaat 189<br />

Kessel, luitenant Van 65-67, 70, 102, 185<br />

Kesteren, slager van 14, 43, 44, 56, 57<br />

Kiel, sgt. 76<br />

Kl<strong>om</strong>p, <strong>om</strong>a 123<br />

Kon<strong>in</strong>g, B. de 203<br />

Koopmans, sergeant 87, 102<br />

Korpershoek, 11<br />

Kort, P. 11, 14<br />

Kraak, kolonel 91, 163, 195, 208<br />

Krooneman, luitenant 189<br />

Kruiff van Dorssen, kapite<strong>in</strong> De 79<br />

Kuilder, soldaat 55<br />

Kuiper, gez<strong>in</strong> 47, 49, 53, 55<br />

Kuipers, schooljuffrouw 160<br />

La Roi, majoor 129<br />

Lagendijk, A. 168<br />

Langeveld, Cornelis 144, 169<br />

Langeveld, Maartje 144, 168, 183<br />

Langeveld, Willem 144<br />

Leeuwen, boer Van 162, 216<br />

Leeuwen, familie van 33, 138, 159<br />

Leeuwen, Gerrit van 34<br />

Leeuwen, Jan van 34<br />

Lefeber, Willem 75<br />

Lensen, wachtmeester 56, 171<br />

L<strong>om</strong>an, soldaat 55<br />

Lotsy, burgemeester P. 15, 18<br />

Majoor, Cramer 118<br />

Mall<strong>in</strong>ckrodt, majoor 21, 23, 58, 63, 65, 72,<br />

74, 79, 102, 103, 104, 163, 171, 174, 185, 199, 209<br />

Marel, J. v.d. 142<br />

Marel, Jan van der 18<br />

Marel, Stien van der 14, 107<br />

Matla, kapite<strong>in</strong> 74<br />

Meij, A. van der 197<br />

Meij, Albert van der 14<br />

Meij, Frans van der 134<br />

Meij, Jaap van der 39<br />

Meij, Neeltje van der 39<br />

Meij, Th<strong>om</strong>as van der 40, 38, 41<br />

Meij, T<strong>in</strong>us van der 142, 168, 202<br />

Meij-Hoek, Grietje van der 38, 40<br />

Meij-Noort, Adrie van der 195<br />

Meij-Noort, Rie van der 40, 41<br />

Meijer, sergeantmajoor 189<br />

Metzlar, lt. 76<br />

Meurs, Anna 107<br />

Meurs, bakker C. 14, 127, 138, 139, 142, 144,<br />

160, 170, 171, 214<br />

Meurs, mevrouw 142<br />

Meurs, Mien 139, 144, 202<br />

Meurs, weduwe 170<br />

Meurs, weduwe Y. 142<br />

Meyer 14, 107<br />

Moerman, weduwe 35<br />

Möller, Luitenant 21<br />

Mooy, Leen de 167<br />

Mulder, majoor 51, 53, 166<br />

Müller 30<br />

Muskee, sergeant 108<br />

Nagel, Antje van der 120, 121, 144<br />

Nagel, gebroeders Van der 176<br />

Nagel, Henk van der 138, 144, 171<br />

Nagel, Jan van der 45, 46<br />

Nagel, Klaas van der 18, 127, 138, 139, 144,<br />

169, 197<br />

Nell-Barnhoorn, Gré 158<br />

Nieuwe Giessen, vaandrig Van de 72<br />

Nijholt, sergeant 165<br />

Nijkamp, sergeant 189<br />

Noort, familie 43<br />

Noort, Henk 43, 198<br />

Noort, Jannie 43<br />

Noort, P. 14<br />

Noort, Paulus 42, 44, 56, 118, 158<br />

Noort, Piet 13, 14, 198<br />

Nout, luitenant 129, 163<br />

330<br />

Oesterholt-Vis, Cock 145<br />

O<strong>om</strong>s, Gerrit 137, 159<br />

O<strong>om</strong>s, Piet 137<br />

O<strong>om</strong>s, Willem 29<br />

O<strong>om</strong>s, Willem Johannes 137<br />

Oosterhof, huzaar 59<br />

Oosterlee, Bram 46, 57, 143, 144, 160, 167<br />

Oosterlee, Jan 144<br />

Oosterlee, Willem 57, 138, 144, 145, 198<br />

Ouwersloot, familie 107<br />

Ouwersloot, Henk 170, 183, 193<br />

Ouwersloot, Huig 105<br />

Ouwersloot, Kees 198<br />

Ouwersloot, Niek 42, 158<br />

Ouwersloot, Wilhelm<strong>in</strong>a Neeltje 220<br />

Pater, wachtmeester 54, 55<br />

Peet, Ger 151<br />

Peet, Kees 151<br />

Peet, Koen 96<br />

Peet, Maarten 151<br />

Perk, Pietertje van der 42<br />

Phenn<strong>in</strong>g, soldaat 59<br />

Plesman, lt. 76, 77<br />

Polyka, feldwebel 30<br />

Poot, Siem 42<br />

Post, Mar<strong>in</strong>us 15<br />

Postmus, Grietje 121, 123, 127, 155, 194, 219<br />

Postmus, Jan 44, 142<br />

Postmus, Krijn 39, 93, 127, 156<br />

Postmus, Pieter 39<br />

Quak, Kapite<strong>in</strong> 141<br />

Raaf, lt. De 77<br />

Raland, majoor 110<br />

Ramp, D. 14<br />

Ravensbergen, Henk 202<br />

Ravensbergen, R<strong>in</strong>us 120, 127<br />

Re<strong>in</strong>sma, soldaat Dirk 55<br />

Renalda, luitenant 164<br />

331<br />

Rheenen, korporaal Van 86<br />

Rhijnsburger 122<br />

Rhijnsburger, Adrie 144<br />

Rhijnsburger, Alie 142<br />

Rhijnsburger, Annie 142, 144, 169<br />

Rhijnsburger, Antje 219, 220<br />

Rhijnsburger, C. 197<br />

Rhijnsburger, huis van 151, 155, 179<br />

Rhijnsburger, Jan 38, 200, 219<br />

Rhijnsburger, Jo 144, 202<br />

Rhijnsburger, Johannes 142<br />

Rhijnsburger, Loes 142<br />

Rhijnsburger, Marie 144<br />

Rhijnsburger, <strong>om</strong>a 123<br />

Rhijnsburger, Trien 144<br />

Rhijnsburger, Willem 210<br />

Riessen, D. van 80<br />

Roest, Henk 74<br />

Roi, majoor La 108, 110, 116, 118<br />

Roode, J. de 162<br />

Roode, Sijtje De 142<br />

Roos, sgt. 76, 77, 110<br />

Rooy, kpt. Van 112<br />

Rooyenga, soldaat 167<br />

Rosmolen, D. 14<br />

Rous, Mevrouw 168<br />

Rous, veldwachter E. 35, 92, 93, 122, 169<br />

Russchenberg, familie 122<br />

Russchenberg, Gerrit 107, 159, 194, 218<br />

Russchenberg, Herman 107<br />

Sakkers, sergeant 99<br />

Schakenbos, Bram 132<br />

Schayk, gemeenteambtenaar Van 175<br />

Schee, majoor Van der 129, 163, 164, 166<br />

Schee, soldaat Van der 103, 185<br />

Schilstra, korporaal 59<br />

Scholten, sergeant 66, 102, 103, 185<br />

Schoneveld, Arie 158


Schoneveld, de heer 219<br />

Schoneveld, familie 158<br />

Schoneveld, Jan 10, 11, 46<br />

Schoneveld, Piet 46<br />

Schoneveld-Brussee, Teuna 46<br />

Schoor, sergeant Van der 54<br />

Schuddebeurs, sergeant 65<br />

Schulz, feldwebel Wolfgang 151<br />

Segaar, kapite<strong>in</strong> 65, 70<br />

Sieperda, overste 51, 53<br />

Sjouke, kapite<strong>in</strong> 104<br />

Slager, lt. 110<br />

Slats, Bertus 155<br />

Slegt, 38, 41<br />

Slijkhuizen, Toon 132<br />

Slootweg, Gerrit 45, 138, 139, 176<br />

Slootweg, opa en <strong>om</strong>a 177<br />

Snijders, kapite<strong>in</strong> 13<br />

Sponeck, generalleutnant L.W. Graf<br />

von 19, 20, 31<br />

Star, Bastiaan 39<br />

Star, Sam 39, 40<br />

Stell<strong>in</strong>gwerf, sergeant 116<br />

Stijn, Annie van 121, 194<br />

Stijn, Bernard van 96<br />

Stijn, Cornelia Joh. Maria van 121, 220,<br />

194<br />

Stijn, familie Van 194<br />

Stijn, Johanna Wilhelm<strong>in</strong>a Maria van<br />

220<br />

Stijn, Helena van 121, 122, 127, 194, 219<br />

Stijn, Piet van 56<br />

Stijn, smid M.H. van 14, 36, 127, 151<br />

Straten, H. van 54<br />

Student, generalmajor K. 19<br />

Ted<strong>in</strong>g van Berkhout, Jhr. J.J. 59<br />

Teussen, leutnant 51<br />

Thijssen, Lt. 76<br />

Tibbe, Paul 65<br />

Tielrooy, majoor 188<br />

Tijsen, Ben 75<br />

Tilburg, Leen van 35, 160<br />

T<strong>om</strong>pson, soldaat 75, 104<br />

Tonnet, kapite<strong>in</strong> 186<br />

Val, kapite<strong>in</strong> 104, 105<br />

Van Enter, sergeant 59<br />

Varkevisser 14<br />

Varkevisser, Corrie 209<br />

Varkevisser, Dit 140<br />

Varkevisser, Gerrit Jan 209<br />

Varkevisser, Henk 38, 122, 219<br />

Varkevisser, Jan 96, 209, 213<br />

Varkevisser, Jo 140<br />

Varkevisser, Leen 209<br />

Varkevisser, Opa Jan 210<br />

Varkevisser, zusters 141<br />

Veen, korporaal Van 69<br />

Veer, wachtmeester Van der 60<br />

Veldkamp, ds. 128, 137, 214, 215, 222, 226<br />

Verboon, Pieter 34, 203<br />

Verburg, Jan 123<br />

Vergunst, Matt. 98<br />

Verhaar, Giel 169, 202<br />

Verhaar, H. 203<br />

Verleun, kapite<strong>in</strong> 58, 73-75<br />

Vermaat, sgt. 76<br />

V<strong>in</strong>k, bloemist 47<br />

Vis, Gijs 29, 145<br />

Vis, Pieter 45, 56<br />

Voerman, J.R. 107<br />

Voigt, oberleutnant 30, 207<br />

Volbeda, hoofd der school te Katwijk<br />

214<br />

Vreeburg, George 73-75, 194<br />

Vries, A. de 139<br />

Vries, adjudant De 49<br />

Vries, Arie de 107, 129, 131, 140, 141, 156, 160<br />

Vries, bakker de 174<br />

332<br />

Vries, D. de 10, 11, 18, 214<br />

Vries, Jan de 146<br />

Vries, Dirk de 96, 200<br />

Vries, H.J. de 21<br />

Vries, Piet de 107, 131<br />

Vries, soldaat De 189<br />

Vugt, H. van 170<br />

Vuuren, soldaat A.J. van 120<br />

Wagtendonk, majoor 117<br />

Walenburg 50<br />

Walles, soldaat 55<br />

Weerden, Cornelis Johannes van 47<br />

Weerden, Gerrit Willem van 47<br />

Weert, lt. V.d. 112<br />

Weijden, J.H. van 107<br />

Westgeest, familie 49, 53<br />

Westgeest, Jaap 47, 50<br />

Wielaard, soldaat 216<br />

Wilde, burgemeester A.C. de 10, 18, 35,<br />

42, 95, 117, 127, 130, 133, 156, 157, 175, 176, 193, 196,<br />

197, 214<br />

Wilde, Nel de 133, 134<br />

Wilde, Riet de 134<br />

333<br />

W<strong>in</strong>kelman, generaal 79, 91<br />

Wissen, soldaat Van 104<br />

Wolder<strong>in</strong>gh van der Hoop, burgemeester<br />

van Katwijk 219<br />

Zandbergen, C. 214<br />

Zandbergen, familie 122<br />

Zandbergen, Gerrit 36, 95, 117, 159<br />

Zandbergen, Hannes 158<br />

Zandbergen, Johanna 220<br />

Zandbergen, mevrouw 169<br />

Zuilen, C. van 21, 32<br />

Zuilen, kapite<strong>in</strong> Van 25, 63, 214<br />

Zuylen, wachtmeester Van 76<br />

Zwaan, Janus 138<br />

Zwaan, P. 10, 11, 18, 175<br />

Zwan, Leen van de 41<br />

Zwanenburg, vaandrig Jan 141, 183<br />

Zwart, Jaap van der 11, 44-46, 56, 92, 95, 105,<br />

127, 131, 138-141, 144, 168-171, 183, 193, 200, 202, 219<br />

Zwart, Jo van der 169<br />

Zwart, Kees van der 169<br />

Zwart, Koos van der 169


Lijst<br />

B<br />

Betreffende de burgers<br />

Boeken en<br />

bronnen<br />

Jac. van der Zwart. Weergegeven <strong>in</strong>drukken van de <strong>in</strong> de gemeente <strong>Valkenburg</strong> <strong>ZH</strong> beleefde oorlogsdagen van<br />

Vrijdag 10 <strong>mei</strong> <strong>1940</strong> tot en met 14 <strong>mei</strong> <strong>1940</strong>. <strong>Valkenburg</strong>, 12 november <strong>1940</strong>.<br />

P. van Duyn. <strong>Valkenburg</strong> <strong>ZH</strong> 10-14 <strong>mei</strong> <strong>1940</strong>. <strong>Valkenburg</strong> 24 januari 1941.<br />

Jan P. Juffermans. <strong>Valkenburg</strong> aan de Rijn <strong>in</strong> oude ansichten deel 2. Zaltb<strong>om</strong>mel 1974.<br />

Oranjeverenig<strong>in</strong>g Wilhelm<strong>in</strong>a. <strong>Valkenburg</strong> vandaag. Uitgave van de Oranjeverenig<strong>in</strong>g Wilhelm<strong>in</strong>a te<br />

<strong>Valkenburg</strong> ter gelegenheid van het huwelijk van Pr<strong>in</strong>ses Beatrix en Claus von Amsberg. 10 maart 1966<br />

Jan Westerlaken. Korte <strong>in</strong>terviews met Ds. Veldkamp, Jan Varkevisser, Piet en Neeltje van Duyn, Simon Poot en<br />

gemeentebode Bos. Leiden 10 <strong>mei</strong> 1980.<br />

Laurens M. van Zijp. <strong>Valkenburg</strong> aan de Rijn <strong>in</strong> oude ansichten deel 2. Zaltb<strong>om</strong>mel 1980<br />

Cock Oesterholt-Vis en Henk Imthorn. <strong>Valkenburg</strong> <strong>ZH</strong> <strong>in</strong> oorlog <strong>1940</strong>-1945. <strong>Valkenburg</strong><br />

1985.<br />

A. Oosterlee, P.J. van der Meij, J.M.E. Post, W. Kon<strong>in</strong>g en D. de Vries. <strong>Valkenburg</strong> :<br />

50 jaar vrijwillige brandweer : 1939 - 1989.<br />

S. Oegema. 50 jaar Gereformeerde kerk van <strong>Valkenburg</strong> a/d Rijn. <strong>Valkenburg</strong> 1990.<br />

A. v.d. Beek, H. Imthorn, M.J. Vos en J. Boers. 400 jaar Hervormd <strong>Valkenburg</strong>. Katwijk<br />

1992.<br />

Jan Portengen. Zicht op oud <strong>Valkenburg</strong>. Van de R<strong>om</strong>e<strong>in</strong>se tot de Franse tijd. Delft 1991.<br />

Riet van Dort en Bert Driessen. Oegstgeest <strong>in</strong> bange dagen, <strong>1940</strong>-1945. Oegstgeest 1994.<br />

Leo van der Bijl. Dorp <strong>in</strong> oorlog : Voorschoten <strong>1940</strong> - 1945. Katwijk 1994.<br />

334<br />

335<br />

Militaire aspecten<br />

W.F. van Gunsteren. Mijn belev<strong>in</strong>gen bij <strong>Valkenburg</strong> 10-13 <strong>mei</strong> <strong>1940</strong>. Artikel <strong>in</strong> Militaire Spectator<br />

nov. <strong>1940</strong>.<br />

D.A. van Hilten. De gevechten op en <strong>om</strong> het vliegveld <strong>Valkenburg</strong> op 10 <strong>mei</strong> <strong>1940</strong>. Artikel <strong>in</strong> Militaire<br />

Spectator febr. 1941.<br />

Brend Borst. <strong>Valkenburg</strong> <strong>ZH</strong> <strong>1940</strong>. Als krijgsgevangene <strong>in</strong> en <strong>om</strong> <strong>Valkenburg</strong>. Oorlogsher<strong>in</strong>ner<strong>in</strong>gen van Berend<br />

Borst en ter her<strong>in</strong>ner<strong>in</strong>g aan: Jan Varkenvisser Jz. 5 <strong>mei</strong> t/m 10 <strong>mei</strong> <strong>1940</strong>. December 1941.<br />

Ben J.H. Collignon. Tussen Kogels en Granaten. Met foto's van Piet van Duyn. Schiedam 1941.<br />

G.H. Hoek. Doodenwacht bij onze gevallenen. Wagen<strong>in</strong>gen 1946.<br />

Verenig<strong>in</strong>g van Oud-<strong>Strijd</strong>ers voormalig 4RI. Herdenk<strong>in</strong>gs-uitgave, nummer 1. Januari<br />

1951.<br />

J.J.C.P. Wilson. Vijf oorlogsdagen en hun tw<strong>in</strong>tigjarige voorgeschiedenis. Baarn, 1960.<br />

F.J. Molenaar. De strijd op Nederlands grondgebied tijden de Wereldoorlog II. De Luchtverdedig<strong>in</strong>g <strong>mei</strong> <strong>1940</strong>.<br />

Uitgave van het Departement van Defensie, Hoofdkwartier Kon<strong>in</strong>klijke Landmacht,<br />

Sectie Krijgsgeschiedenis.<br />

R.C. de Bru<strong>in</strong>; P.J. Grimm, H. Hoit<strong>in</strong>g, P.H. Luijten en anderen. Illusies en <strong>in</strong>cidenten.<br />

De Militaire luchtvaart en de neutraliteitshandhav<strong>in</strong>g tot 10 <strong>mei</strong> <strong>1940</strong>. DMKlu.<br />

L. de Jong. Het Kon<strong>in</strong>krijk der Nederlanden <strong>in</strong> de tweede Wereldoorlog, deel 1 Voorspel. Den Haag 1969.<br />

L. de Jong. Het Kon<strong>in</strong>krijk der Nederlanden <strong>in</strong> de tweede Wereldoorlog, deel 3 <strong>mei</strong> '40. Den Haag 1970.<br />

A. Korthals Altes. Luchtgevaar, luchtaanvallen op Nederland <strong>1940</strong>-1945. Amsterdam 1984.<br />

E.H. Brongers. De slag <strong>om</strong> de residentie <strong>1940</strong>. 7e druk. Baarn, 1990.<br />

H. Amersfoort en P.H. Kamphuis. Mei <strong>1940</strong>. De strijd op Nederlands grondgebied. Den Haag,<br />

1990.<br />

J. Teeuwissen en P. Verhoeven. Onderzoeksverslag naar de gesneuvelde Nederlandse Militairen en hun<br />

graven van de strijd <strong>om</strong> het vliegkamp <strong>Valkenburg</strong> en <strong>om</strong>gev<strong>in</strong>g. Gilze Rijen 1994.<br />

H.J.J.W. Dürst Britt. III-2RA. 25 Augustus 1939 - 14 juli <strong>1940</strong>. Noordwijk 10 <strong>mei</strong> 1950.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!