Bijkomende agendapunten - Blankenberge
Bijkomende agendapunten - Blankenberge
Bijkomende agendapunten - Blankenberge
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Conform artikel 22 van het gemeentedecreet wordt op vraag van het VLAAMS<br />
BELANG volgende <strong>agendapunten</strong> toegevoegd aan de dagorde van de<br />
gemeenteraadszitting van 21 mei 2013:<br />
Openbare vergadering:<br />
32bis Aanvraag Vlaams Belang conform artikel 22 van het Gemeentedecreet<br />
en artikel 3§2 van het reglement van orde. Indiening aanvullend agendapunt<br />
gemeenteraad dd. 21 mei 2013.<br />
Voorstel van raadsbesluit om minstens voor het jaar 2013 de belasting op<br />
terrassen en koopwaren te schorsen. Goedkeuring. Stemming.<br />
TOELICHTING:<br />
In 2012 gingen in België 1.945 horecabedrijven failliet. Dat is een stijging met 28% in de voorbije 5<br />
jaar. Liefst 1.141 restaurants gingen vorig jaar over kop. Dat is een stijging met 19,2% tegenover<br />
2008. Voorts gingen 804 cafés en hotels failliet. Ook in 2013 waren er faillissementen in de horeca: in<br />
januari gingen181 zaken over kop en in februari 178. Uit cijfers van het Neutraal Syndicaat voor<br />
Zelfstandigen (NSZ) na een bevraging bij de 308 Vlaamse steden en gemeenten blijkt dat 53% van de<br />
Vlaamse steden en gemeenten belastingen heft op het gebruik van caféterrassen, afhankelijk van de<br />
locatie van de horecazaak en de oppervlakte van het terras. Bedragen variëren van 5 euro per m² tot 50<br />
euro per m². 53% van de steden en gemeenten heft dan weer belastingen op terrassen en dat op basis<br />
van de oppervlakte en de locatie.In het budget van de stad <strong>Blankenberge</strong> bijvoorbeeld stijgen de<br />
verwachte inkomsten voor de belasting op terrassen en koopwaren van 145.000 euro in 2012 naar<br />
161.000 euro in 2013.<br />
NSZ vraagt de lokale besturen om die belasting op te heffen. Christine Mattheeuws, voorzitter van<br />
NSZ: “De horecasector bevindt zich in erg slechte papieren. Door die belasting te schrappen kunnen<br />
ze cafés en restaurants iets meer ademruimte geven. Om de horecasector, die steevast hoog scoort op<br />
het vlak van de faillissementen en de stopzettingen, op lokaal vlak maximaal te ondersteunen, vragen<br />
wij 2 zaken. Enerzijds om de belastingen op terrassen af te voeren. Nu het bij veel horecazaken alle<br />
hens aan dek is, moeten de lokale besturen de uitbaters ten volle helpen door komaf te maken met die<br />
belasting. Ook vraagt NSZ aan alle steden en gemeenten die nog geen permanente terrassen toelaten<br />
om dat alsnog te doen. Dat is in het belang van de sector, want nu de sigaret in alle horecazaken<br />
taboe is, zien we dat rokende klanten ook tijdens de herfst en de winter op een terras terecht willen<br />
kunnen om een sigaret te roken.”<br />
VOORSTEL VAN BESLISSING:<br />
Artikel 1<br />
De gemeenteraad geeft opdracht aan het college van burgemeester en schepenen om minstens voor het<br />
jaar 2013 de belasting op terrassen en koopwaren te schorsen en de reeds voor het jaar 2013 geïnde<br />
belasting op terrassen en koopwaren terug te storten.
32 ter Aanvraag Vlaams Belang conform artikel 22 van het Gemeentedecreet<br />
en artikel 3§2 van het reglement van orde. Indiening aanvullend agendapunt<br />
gemeenteraad dd. 21 mei 2013.<br />
Voorstel van raadsbesluit opdat OCMW-uitkeringstrekkers naar vermogen<br />
door de gemeente opgedragen onbezoldigde werkzaamheden van<br />
maatschappelijk nut verrichten. Goedkeuring. Stemming.<br />
TOELICHTING:<br />
Wie niet over toereikende bestaansmiddelen beschikt, kan onder de in de wet van 26<br />
mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie bepaalde voorwaarden<br />
genieten van een leefloon of heeft krachtens artikel 1 van de organieke OCMW-wet<br />
recht op maatschappelijke dienstverlening die hem in staat moet stellen een leven te<br />
leiden dat beantwoordt aan de menselijke waardigheid. De meest courante vorm van<br />
maatschappelijke dienstverlening is financiële hulp, die hetzij eenmalig, hetzij als<br />
voorschot in afwachting van een sociale uitkering, hetzij periodiek wordt uitgekeerd.<br />
De bedragen van het leefloon worden vaak als richtsnoer gehanteerd bij het bepalen<br />
van de omvangt van de (periodieke) financiële hulp. Uit recente cijfers van de<br />
federale Programmatorische Overheidsdienst (POD) Maatschappelijke Integratie<br />
blijkt dat het aantal leefloners in België toeneemt en momenteel oploopt tot<br />
gemiddeld 94.947 begunstigden per maand. Dat cijfer ligt ver boven het peil van<br />
83.038 leefloners voor de economische en financiële crisis van 2008. Het recentste<br />
maandelijks groeipercentage bedraagt 0,3%. Uitschieter vormt de categorie van<br />
leefloongerechtigden jonger dan 25 jaar. Hun aantal groeit met 2%. Ook uit het<br />
jaarverslag van de Sociale Dienst van het OCMW van <strong>Blankenberge</strong> blijkt dat in<br />
2012 een record aantal nieuwe steunaanvragen werden geregistreerd;maar liefst 520<br />
personen tegen over 480 in 2011 dienden een nieuwe aanvraag in. Opvallend is wel<br />
dat in <strong>Blankenberge</strong> het aantal leefloners blijft dalen; in 2009 waren er nog<br />
365leefloondossiers, in 2011 daalde dat tot 309 dossiers, en in 2012 daalde het verder<br />
naar 299dossiers. Daarentegen stijgt in <strong>Blankenberge</strong> het aantal vreemdelingen dat<br />
leefloon wordt toegekend opnieuw: 93 in 2012 tegenover 77 in 2011.Zowel het recht<br />
op maatschappelijke integratie (een tewerkstelling en/of een leefloon, die al dan niet<br />
gepaard gaan met een geïndividualiseerd project voor maatschappelijke integratie),<br />
als het verschaffen van financiële dienstverlening door het OCMW kunnen, onder<br />
andere, afhankelijk worden gemaakt van de voorwaarde dat de aanvrager<br />
‘werkbereid’ moet zijn, tenzij dit onmogelijk moet worden geacht om gezondheids-<br />
of billijkheidsredenen. De werkbereidheid kan onder meer worden aangetoond door<br />
een inschrijving als werkzoekende, door het persoonlijk zoeken naar regulier werk,<br />
door een positieve houding ten aanzien van de werkaanbiedingen van het OCMW of<br />
van de VDAB, de deelname aan examens of het volgen van een bijkomende<br />
opleiding.<br />
In Nederland is wie een bijstandsuitkering geniet, niet slechts verplicht naar<br />
vermogen algemeen geaccepteerde arbeid te verkrijgen en te aanvaarden, maar moet<br />
de betrokkene sinds 1 januari 2012 eveneens naar vermogen door het college van<br />
burgemeester en wethouders opgedragen onbeloonde maatschappelijk nuttige<br />
werkzaamheden verrichten die worden verricht naast of in aanvulling op reguliere<br />
arbeid en die niet leiden tot verdringing op de arbeidsmarkt (artikel 9, eerste lid,
aanhef en onder c, van de Wet werk en bijstand). Deze verplichting staat ook wel<br />
bekend als de ‘tegenprestatie naar vermogen’. De onbeloonde maatschappelijk<br />
nuttige werkzaamheden die als tegenprestatie kunnen worden opgedragen, hoeven<br />
naar hun aard niet direct gericht te zijn op toeleiding tot de arbeidsmarkt. Daarin<br />
verschilt de ‘tegenprestatie naar vermogen’ van de sociale tewerkstelling krachtens<br />
artikel 60, §7, van onze organieke OCMW-wet, die behalve het in staat stellen van de<br />
betrokkene tot het verkrijgen van een sociale uitkering, eveneens tot doel kan hebben<br />
de werkervaring van de betrokkene te bevorderen en zo zijn kansen op de reguliere<br />
arbeidsmarkt te vergroten. De onbeloonde maatschappelijk nuttige werkzaamheden<br />
mogen niet in de weg staan aan de aanvaarding van algemeen geaccepteerde arbeid<br />
of aan een reïntegratieproject gericht op arbeidsinschakeling. Daarom moeten de<br />
omvang van de werkzaamheden en de duur ervan in de regel beperkt zijn. Een<br />
belangrijke voorwaarde is bovendien dat de werkzaamheden niet mogen leiden tot<br />
verdringing op de arbeidsmarkt. Zij dienen zich te onderscheiden van<br />
werkzaamheden die tot de reguliere arbeidsmarkt behoren. Het gaat met andere<br />
woorden altijd om additionele onbeloonde maatschappelijk nuttige werkzaamheden.<br />
Te denken valt onder andere aan kleine gemeenschapsdiensten zoals bladeren vegen,<br />
sneeuwruimen, het schoonhouden van een buurt, het ledigen van prullenbakken, de<br />
uitvoering van kleine klusjes enz. Het kan bijvoorbeeld ook gaan om allerhande<br />
sociale activiteiten of koffie schenken in een woonzorgcentrum, of om hulp aan een<br />
oudere of zieke buur. Een essentieel vereiste is tenslotte dat het moet gaan om<br />
werkzaamheden die door de betrokken uitkeringsgerechtigde moeten kunnen worden<br />
verricht, vandaar tegenprestatie ‘naar vermogen’.<br />
Dit voorstel van raadsbesluit strekt ertoe om aan de federale regering te vragen, naar<br />
analogie van wat in Nederland bestaat, een rechtsgrondslag te verschaffen voor de<br />
bevoegdheid van het college van burgemeester en schepenen van de gemeente waar<br />
een OCMW-uitkeringstrekker verblijft, om hem of haar op te dragen naar vermogen<br />
onbezoldigde werkzaamheden van maatschappelijk nut te verrichten die niet leiden<br />
tot verdringing op de arbeidsmarkt. De gemeenten kunnen al dan niet van deze<br />
mogelijkheid gebruik maken. Wie een beroep doet op de solidariteit van de<br />
gemeenschap, moet ook bereid zijn voor die gemeenschap iets terug te doen in de<br />
vorm van een maatschappelijk nuttige tegenprestatie waartoe hij in staat is. Dit is<br />
overigens ook in het belang van de betrokkene, omdat het sociaal isolement<br />
voorkomt, zijn of haar maatschappelijke betrokkenheid versterkt en zijn of haar<br />
gevoel van eigenwaarde ten goede komt. Hoewel dit niet de primaire doelstelling is<br />
van de maatregel, kan het ook bijdragen tot de ontwikkeling van (sociale)<br />
vaardigheden die de kansen op tewerkstelling doen toenemen.<br />
VOORSTEL<br />
Artikel 1<br />
§ 1. De gemeenteraad van de stad <strong>Blankenberge</strong> vraag aan de federale regering om, naar analogie van<br />
wat in Nederland bestaat, een rechtsgrondslag te verschaffen voor de bevoegdheid van het college van<br />
burgemeester en schepenen van de gemeente waar een OCMW-uitkeringstrekker verblijft, om hem of
haar op te dragen naar vermogen onbezoldigde werkzaamheden van maatschappelijk nut te verrichten<br />
die niet leiden tot verdringing op de arbeidsmarkt.<br />
§ 2. Artikel 3 van de Wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie dient<br />
te worden aangevuld met een punt 7°, dat luidt als volgt: “7° naar vermogen door het college van<br />
burgemeester en schepenen van de betreffende gemeente opgedragen onbezoldigde werkzaamheden<br />
van maatschappelijk nut te verrichten die niet leiden tot verdringing op de arbeidsmarkt.”<br />
Artikel 2<br />
De gemeenteraad geeft opdracht aan het college van burgemeester en schepenen om de tekst van dit<br />
voorstel van raadsbesluit aan de federale regering te bezorgen.<br />
Conform artikel 11 § 1 van het gemeentedecreet wordt op vraag van de CD&V en het<br />
VLAAMS BELANG volgende mondelinge vragen toegevoegd aan de dagorde van de<br />
gemeenteraadszitting van 21 mei 2013:<br />
Plaatsen van een schuilhuisje aan de halte Uitkerke Riga, richting<br />
<strong>Blankenberge</strong>, (thv HUBO) langs het traject van Lijn 33<br />
Mondelinge vraag van de CD&V-fractie cnform artikel 11 § 1 van het<br />
reglement van orde over het alternatief voor de verdwaalpalen.<br />
Mondelinge vraag van dhr. T. Veys conform artikel 11 § 1 van het reglement<br />
van orde over het aangekondigde alternatief voor de verdwaalpalen.<br />
Mondelinge vraag van dhr. T. Veys conform artikel 11 § 1 van het reglement<br />
van orde over de werking van de deontologische commissie en de evaluatie van de<br />
deontologische code voor lokale mandatarissen.<br />
Mondelinge vraag van dhr. T. Veys conform artikel 11 § 1 van het reglement<br />
van orde over de organisatie van het dance‐festival Beachland