Beeldkwaliteit openbare ruimte 1 - Gemeente Ede

4.4.1 Facetten: beplanting
De lanen in het parkgebied bestaan uit de statige eikenlanen van
de N224 en het Veenselaantje die grilliger is. De bomen in de
rand, aansluitend op de boszones van de Lunterseweg, zijn afwisselend.
Langs de noordrand van de vijver komt een menging van
eik en berk met een onderbeplanting/kruidenlaag. Aan de zuid en
westzijde van de vijver komt een gevarieerde oevervegetatie met
kleine groepen struweel en enkele bomen (berk en eik) op het
talud. In de vijver komt een bomengroep (taxodium) op een strak
vormgegeven eiland.
Bij het Veenselaantje en de N224 zoveel mogelijk instandhouding
van de huidige bomen, heesters en biotoop. De bomenstructuur
langs de N224 wordt gecontinueerd ter hoogte van het cluster en
aangevuld. Vanuit ecologisch oogpunt is het gewenst het Veenselaantje
af te sluiten voor publiek en beplanting aan te brengen in
openingen langs de buitenranden van het laantje om de invloed
van licht en geluid te verminderen.
Rond het Carré komt een boomweide met grasbodem, mogelijk
door de grotere plantafstanden.
De bomen kunnen een menging van twee a drie inheemse soorten
zijn om het meer natuurlijke karakter van dit gebied te versterken
(bijvoorbeeld berk). De solitaire bomen zijn bijzonder/exotisch.
De beplanting van het landgoed wordt vooral bepaald door de
bomen in een glooiend gazon. Een menging van eik, beuk en
berk met accentbomen zoals bijvoorbeeld vlaggetjesboom. In het
gebied wordt op een enkele plaats een fruit- en/of notenboom
geplant om de gebruikswaarde van het groen te verhogen. Daarnaast
zorgen beukenhagen langs de buitenrand voor strakke
groene omzoming en kleden beukenhagen de parkeerplaatsen
binnen de omzoming rondom aan. De openbare ruimte binnen
de omzoming wordt verrijkt met kleurige laagblijvende heesters/
vaste planten. De doorzichten vanuit de wijken op het park blijven
open. Bij de accenten kan opvallende beplanting in grote groepen
worden gebruikt.
De verbindingsas wordt aangekleed met een wisselende bomenstructuur
waarbij de soort en plantwijze is afgestemd op de functie
met oog op veiligheid en hoogstedelijkheid. Aan de zuidzijde
aan weerszijde een bomenrij te planten met een transparante
kroon of kleine bomen met een sierwaarde. Voor de noordzijde:
het winkelgebied, parkeerplaats en entreeplein wordt een boom
gekozen die goed in de verharding past en het winkelklimaat
ondersteunt.
64