Beeldkwaliteit openbare ruimte 1 - Gemeente Ede

53
Beeldkwaliteitplan Het Nieuwe Landgoed
Referentie
Gemeente Ede

4.2 Hoofdstructuur: lanen & omzoming - open ruimten
4.2.1 Lanen & omzoming
De ruimten worden gevormd door de lanen, de bosranden, de
bebouwing en de boomweiden. De lanen vormen de verbindingen
met de omgeving, de laan van de N224 naar het westen en het
zuidoosten, het Veenselaantje naar het oosten. Het grillige verloop
van het Veenselaantje zal niet worden aangepast.
De bebouwing van de omzoming begrenzen de open ruimte rond
het Cluster. Een haag geheel buitenom op openbare grond versterkt
de omzoming en benadrukt de eenheid van dit deel van het
landgoed. De groene openbare ruimte van de omzoming en deze
rondom het cluster vormen een eenheid en bestaat uit gazon met
landschappelijk vormgegeven glooiingen met verspreid staande
bomen en boomgroepen. Binnen de omzoming wordt het gazon
aangevuld met grote siervakken. Het doorzicht vanuit de wijken op
het landgoed is van belang en mag niet worden onderbroken.
4.2.2 Open ruimten
De maat van de ruimte wordt benadrukt door deze zoveel mogelijk
open te houden en op een eenduidige manier in te richten en
vorm te geven. Het zorgt voor een rustig beeld. De padenstructuur
die door deze ruimte en het park loopt vormen een eenheid. Alle
paden in het gebied hebben een divergerend verloop. Naast de
kijkfunctie heeft het gazon ook een verblijf- en speelfunctie. Hoogteverschillen
met toegevoegde accenten voor recreatief gebruik
dragen bij aan de recreatieve functie. Landschappelijk gevormde
hoogtes passen op een subtiele wijze de N224, het voorzieningencluster
en de parkeerplaatsen in.
De doorgangen naar buiten zijn scherp afgebakend door de omzomende
haag. Enkele zorgvuldig geplaatste solitaire bomen en
lage sierbeplating zorgen voor diepte en contrast in lichtval. Deze
bomen hebben sierwaarde die het parkachtige karakter versterken.
De groene open ruimte loopt om het cluster heen. De parkeerplaatsen
aan de noord en zuidzijde maken onderdeel uit van
de groene parkruimte en dienen daarnaar te worden ingepast met
voldoende groen. Een groene loper aan bomen verbindt de parkzone
aan weerszijden van de parkeerplaats. Bij de uitwerking dient
voldoende maat voor het groen gevonden te worden.
54

55
Beeldkwaliteitplan Het Nieuwe Landgoed
Referentie
Gemeente Ede

4.2.3 Hoofdstructuur: boszone
4.2.3 boszone
De zone langs de Lunterseweg wordt gekenmerkt door bosuitlopers
en bomen. Deze sluiten aan op de bosstroken en bosranden
van Kernhem maar krijgen meer variatie in soorten en
plantafstanden. Deze verschillen zijn gebaseerd op de kavels die
ontstaan door de lanen en de verschillende gebouwen en sferen
van de woningen. De vijver en de vijverrandwoningen maken onderdeel
uit van de boszone. Aanplant van enkele bomen en kleine
groepen struweelbeplanting op de oever en het eiland dragen bij
aan het boskarakter. Het zicht vanuit de vijverrandwoningen op
het water blijft behouden.
De bomen kunnen deels exotisch zijn en in het water staan (bv.
taxodium) en zo een mystieke plek vormen.
Bij het Carré is het bomendak meer open. Het Veenselaantje en
de N224 hoeven nauwelijks aangevuld te worden. Bij het Carré
zijn de bomen in groepen geplaatst of als een boomweide met
gras als ondergrond.
56

57
Beeldkwaliteitplan Het Nieuwe Landgoed
Referentie
Gemeente Ede

4.3.1 Specials: De verbindingsas en verbinding N224
De verbindingsas
De verbindingsas loopt van zuid naar noord en verbindt Veldhuizen
met Kernhem en de verschillende onderdelen van het plangebied
met elkaar met als centraal punt het cluster.
De as bestaat uit de langzaamverkeersroute vanaf de Parkrand
met de onderdoorgang ter hoogte van de N224, het winkelplein
ter hoogte van het cluster en de entreeruimte aan de Stakenberg
zijde. De verbindingsas verandert van karakter; van een groen
aangeklede langzaamverkeersverbinding tot een hoogwaardig ingericht
winkelplein ter hoogte van het cluster en het entreeplein
aan de Stakenberg. Voor de gehele verbindingsas is de kleur
rood het leidmotief. De kleur rood wordt als accentkleur steeds
zichtbaar, maar terughoudend en wisselend per onderdeel ingezet.
De kleur rood wordt niet als repeterend element in de openbare
ruimte ingezet. De verbindingsas wordt ter hoogte van de
parkeerplaats in materialisering en ruimte gecontinueerd. De as
wordt ruimtelijk versterkt door een boomstructuur, waarbij soort
en standplaats per deelgebied verschilt. Het entreeplein wordt
uitnodigend ingericht voor fietsers en voetganger.
Onderdoorgang N224
De onderdoorgang voor fietsers en voetgangers wordt passend
bij het cluster en als herkenbaar onderdeel van de as en met
aandacht voor sociale veiligheid vorm gegeven.
De wanden van de onderdoorgang zijn licht wijkend uitgevoerd
en daar waar mogelijk begroeid vanuit het maaiveld. Bomen aan
weerszijde versterken het entreekarakter en de verbinding.
Als blijkt dat uit veiligheidsoverwegingen bovenlangs een afscherming
geplaatst moet worden dient deze passend bij de
tunnel te worden vormgegeven. Verlichting wordt waar mogelijk
in de wanden van de tunnel geïntegreerd. De toegangstrap wordt
uitgevoerd in een afwijkende kleur en de randen van de trap worden
geintegreerd met het landschap.
Bermen N224
Het cluster vormt een visuele en functionele verbinding tussen
de wijken Veldhuizen en Kernhem. De eenheid van het cluster
wordt versterkt door een stroken beplanting in de bermen van de
N224 aan te brengen.
De wand van de expeditiehof wordt uitgevoerd als keerwand met
talud. Het talud heeft een plateau waarop een beukenhaag van
2 meter ononderbroken wordt opgenomen.
58

59
Beeldkwaliteitplan Het Nieuwe Landgoed
Referentie
Gemeente Ede

4.3.2 Specials: vijvers
De bestaande vijver wordt visvriendelijk gedempt. De nieuwe vijver
komt bij de vijverrandwoningen. Deze wordt voortijdig gegraven
zodat de fourageerfunctie voor vleermuizen en amfibieën van
de oude vijver voortijdig wordt overgenomen. De aanwezigheid
van de dieren stelt eisen aan de inrichting.
De nieuwe vijver krijgt een cultuurlijke vorm met natuurlijke
oevers. De noordelijke oever is beplant met eiken en bestaande
heesterbeplanting blijft zo veel mogelijk behouden, of wordt
aangevuld. Aan de zijde van woningen zorgt een gevarieerde
oeverbeplanting ervoor dat lichtuitstraling op het water vanuit de
woningen wordt beperkt. Enkele bomen worden op de oever en
een eiland toegevoegd om het boskarakter van de zone waarin
de vijver ligt te versterken. De zijde van de woningen wordt deels
verblijfsgebied met een vlonder of kade bij het water. De keuze
en plek van verlichting wordt afgestemd op de aanwezigheid van
vleermuizen.
Tussen de vijverrandwoningen en de vijver komt een fietspad die
Veldhuizen aantakt op de omgeving. Tussen het trottoir voor de
vijverrandwoningen en het fietspad komt een lage haag.
Met de keuze en wijze van beplanten wordt rekening gehouden
met voldoende zicht op het water vanuit de vijverrandwoningen.
De zuidoever van de verbindende watergang wordt flauw vormgegeven
er is ruimte voor vergroten van het wateroppervlak, een
rijke oevervegetatie en een wandelpad.
De vijver blijft (ondergronds) verbonden met de watergangen in
Veldhuizen om de waterkwaliteit en waterstand in stand te houden.
60

61
Beeldkwaliteitplan Het Nieuwe Landgoed
Referentie
Gemeente Ede

4.3.3 Specials: accenten & kunst
In het landgoed zijn een twee of drietal accenten. Deze zijn gelegen
langs routes of geven aanleiding om een route te volgen.
De accenten zijn net als alle elementen op het landgoed stoer en
stevig met een heldere vormgeving.
Mogelijke accenten zijn de entree van het winkelgebied aan de
noordzijde van de As. Een trap of muur opgenomen in de vormgeving
van de grasplooiingen is een accent dat tevens als spelaanleiding
kan worden gebruikt. Ook bijzondere beplanting op een
specifieke plek kan een accent zijn. Hierbij zal dit wel in de maat
van het landgoed worden vormgegeven, met grote groepen van
een soort.
De zichtlijnen van het landgoed kunnen worden ondersteund door
Eye-catchers of kunst. Ook kunnen hiermee zichtlijnen worden
gecreëerd, bijvoorbeeld tussen de parken aan weerszijde van de
N224 en met de buitenruimte rond het Carré. Dit kan met groene
middelen ( een boom op een specifieke plek) of met kunst. Ze
ondersteunen het cultuurlijke karakter van Het Nieuwe Landgoed
ter onderscheiding van landgoed Kernhem.
62

63
Beeldkwaliteitplan Het Nieuwe Landgoed
Referentie
Gemeente Ede

4.4.1 Facetten: beplanting
De lanen in het parkgebied bestaan uit de statige eikenlanen van
de N224 en het Veenselaantje die grilliger is. De bomen in de
rand, aansluitend op de boszones van de Lunterseweg, zijn afwisselend.
Langs de noordrand van de vijver komt een menging van
eik en berk met een onderbeplanting/kruidenlaag. Aan de zuid en
westzijde van de vijver komt een gevarieerde oevervegetatie met
kleine groepen struweel en enkele bomen (berk en eik) op het
talud. In de vijver komt een bomengroep (taxodium) op een strak
vormgegeven eiland.
Bij het Veenselaantje en de N224 zoveel mogelijk instandhouding
van de huidige bomen, heesters en biotoop. De bomenstructuur
langs de N224 wordt gecontinueerd ter hoogte van het cluster en
aangevuld. Vanuit ecologisch oogpunt is het gewenst het Veenselaantje
af te sluiten voor publiek en beplanting aan te brengen in
openingen langs de buitenranden van het laantje om de invloed
van licht en geluid te verminderen.
Rond het Carré komt een boomweide met grasbodem, mogelijk
door de grotere plantafstanden.
De bomen kunnen een menging van twee a drie inheemse soorten
zijn om het meer natuurlijke karakter van dit gebied te versterken
(bijvoorbeeld berk). De solitaire bomen zijn bijzonder/exotisch.
De beplanting van het landgoed wordt vooral bepaald door de
bomen in een glooiend gazon. Een menging van eik, beuk en
berk met accentbomen zoals bijvoorbeeld vlaggetjesboom. In het
gebied wordt op een enkele plaats een fruit- en/of notenboom
geplant om de gebruikswaarde van het groen te verhogen. Daarnaast
zorgen beukenhagen langs de buitenrand voor strakke
groene omzoming en kleden beukenhagen de parkeerplaatsen
binnen de omzoming rondom aan. De openbare ruimte binnen
de omzoming wordt verrijkt met kleurige laagblijvende heesters/
vaste planten. De doorzichten vanuit de wijken op het park blijven
open. Bij de accenten kan opvallende beplanting in grote groepen
worden gebruikt.
De verbindingsas wordt aangekleed met een wisselende bomenstructuur
waarbij de soort en plantwijze is afgestemd op de functie
met oog op veiligheid en hoogstedelijkheid. Aan de zuidzijde
aan weerszijde een bomenrij te planten met een transparante
kroon of kleine bomen met een sierwaarde. Voor de noordzijde:
het winkelgebied, parkeerplaats en entreeplein wordt een boom
gekozen die goed in de verharding past en het winkelklimaat
ondersteunt.
64