22.09.2013 Views

ARTillerie op papier - OSK 1977

ARTillerie op papier - OSK 1977

ARTillerie op papier - OSK 1977

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

De vormentaal van de typografie van zowel Behrens als andere kunstenaars was niet helemaal<br />

nieuw, maar baseerde zich <strong>op</strong> veel oudere vormen van lettertypen. In de twintigste eeuw, maar ook in<br />

de eeuwen daarvoor werden de ontwerpen voor gedrukte letters met name <strong>op</strong> twee hoofdvormen<br />

gebaseerd: het Gotische en het Romeinse lettertype. De eerste hoofdgroep van Gotische lettertypen<br />

[afb.5] was in haar vormentaal gebaseerd <strong>op</strong> het Gotisch schrift dat zich vanaf de twaalfde eeuw<br />

ontwikkelde. In tegenstelling tot haar voorgangers gingen gebogen lijnen een ondergeschikte rol<br />

spelen in de vormentaal. Daardoor moesten rondingen ‘gebroken’ worden in rechte stukken en werden<br />

letters steeds dikker en dichter <strong>op</strong> elkaar geschreven. In Duitsland werd de naam van de subgroep<br />

Fraktur ook wel gebruikt om alle Gotische types aan te duiden. De tweede hoofdgroep is het<br />

Romeinse type dat ook wel wordt aangeduid als Romein. Deze heeft als belangrijkste subgroep de<br />

Antiqua [afb.6]. Het Romeinse type is als drukletter ontstaan tussen 1470 en 1600 en werd vooral in<br />

Italië tijdens de renaissance gebruikt. Deze lettervormen zijn gemodelleerd naar een synthese van<br />

Romeinse inscriptie hoofdletters en een lettervorm uit Karolingische manuscripten. 11<br />

De nadruk lag tijdens de twintigste-eeuwse ‘letterhype’ voornamelijk <strong>op</strong> het Gotisch vs. Romeins<br />

dilemma (of Antiqua vs. Fraktur). 12 Er is veel geschreven over de rol van nationalisme, identiteit en<br />

ideologie in het keuzeproces voor typografische types: in een tijd van grote economische en politieke<br />

veranderingen zou de stijl van lettertypes een symptoom van de continue zoektocht naar een Duitse<br />

culturele stem zijn welke in de eeuwen daarvoor in gang was gezet. 13 Het teruggrijpen naar deze<br />

oudere vormentalen zou dus niet alleen esthetische redenen hebben, maar ook nationaal ideologische.<br />

Peter Behrens is een typograaf en kunstenaar die een zeer ambivalente plaats lijkt in te nemen<br />

binnen deze zoektocht. Hij was naar eigen zeggen <strong>op</strong>zoek naar een nieuwe moderne vormentaal, niet<br />

alleen in zijn typografisch werk, maar ook in zijn werk als architect en vormgever. Hij behoorde tot<br />

diegenen die zich afzetten tegen het historisme uit de eeuwen daarvoor, maar nam tegelijkertijd een<br />

aantal oudere vormentalen over. In zijn letterontwerpen grijpt Peter Behrens zowel terug naar de<br />

Gotische als naar de Romeinse lettervormen. Zo prees hij het simpele en heldere karakter van het<br />

Romeinse type als hij deze als uitgangspunt of basisvorm nam. Echter was hij ook zeer te spreken over<br />

het handwerk van de middeleeuwse monniken in het Gotisch schrift, dat hij in 1902 zelfs aanduidde<br />

als de ‘eerste echte afkondiging van de Duitse geest’. Hij combineerde de twee, zocht tussenvormen,<br />

maar was vooral <strong>op</strong>zoek naar een nieuwe letter voor Duitsland.<br />

Hoewel hij in zijn ontwerpen uitging van een oudere vormentaal en soms erg specifieke<br />

traditionele technieken gebruikte, zou het niet juist zijn Behrens als onderdeel te zien van het<br />

ideologische strijdtoneel. Hij speelde met de twee vormen, niet omdat de een beter was dan de ander,<br />

maar omdat hij in beide goede esthetische eigenschappen zag. Hoewel hij in zijn eigen geschriften<br />

11 Kapr, Albert:, Schriftkunst: Geschichte, Anatomie und Schoenheit der lateinisch, Dresden 1971<br />

12 Kapr, Albert:, Fraktur: Form und Geschichte der gebrochenen Schriften, mit einem Aufsatz "Vom falschen<br />

Image der Fraktur" von Hans Peter Willberg und einem Beitrag über den richtigen Satz gebrochener Schriften<br />

von Friedrich Forssman, Mainz: Schmidt, 1993, 42- 43.<br />

13 Bain 1998, 32-39.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!