Snelle behandeling bij galblaasproblemen.pdf - Ziekenhuis ...
Snelle behandeling bij galblaasproblemen.pdf - Ziekenhuis ...
Snelle behandeling bij galblaasproblemen.pdf - Ziekenhuis ...
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>Snelle</strong> <strong>behandeling</strong> <strong>bij</strong><br />
<strong>galblaasproblemen</strong><br />
<strong>Ziekenhuis</strong> Gelderse Vallei
Binnenkort wordt u in het <strong>Ziekenhuis</strong> Gelderse Vallei<br />
opgenomen voor een operatie aan uw galblaas. In deze folder<br />
kunt u lezen wat u kunt verwachten van de operatie, het verblijf<br />
in het ziekenhuis en de revalidatie thuis. Verder staat in deze<br />
folder uitleg over de functie van de galblaas, het ontstaan van<br />
galstenen en wanneer het verstandig is om hiervoor een<br />
operatie te verrichten.<br />
De afdeling chirurgie van <strong>Ziekenhuis</strong> Gelderse Vallei biedt patiënten<br />
met klachten, die door galstenen worden veroorzaakt, sinds korte<br />
tijd de mogelijkheid om hen snel te helpen via de zogenaamde<br />
galblaasstraat geopereerd te worden.<br />
De galblaas<br />
De galblaas is een peervormig orgaan dat aan de onderkant van de<br />
lever ligt, rechts boven in de buik. De galblaas is door een<br />
afvoergang verbonden met de hoofdgalgang (ductus choledochus),<br />
die gal vervoert van de lever naar het bovenste gedeelte van de<br />
dunne darm (de twaalfvingerige darm). De lever maakt 24 uur per<br />
dag gal (een vloeistof die belangrijk is voor de vertering van vetten in<br />
ons voedsel) en voert de gal via de hoofdgalgang naar de dunne<br />
darm en naar de galblaas. In de galblaas wordt de gal ingedikt en<br />
opgeslagen totdat er (vet) voedsel in dunne darm komt. De galblaas<br />
reageert hierop door extra gal in de hoofdgalgang te persen.<br />
Wanneer de galblaas is verwijderd, wordt de functie ervan volledig<br />
overgenomen door de lever.<br />
Klachten en symptomen<br />
Meestal hebben mensen met galstenen weinig of helemaal geen<br />
klachten. Een (operatieve) <strong>behandeling</strong> is dan niet nodig. Van<br />
gasteenlijden is sprake als er stenen in de galblaas zitten, die<br />
klachten veroorzaken. Iedereen kan galstenen krijgen, maar met<br />
name vrouwen met overgewicht hebben een hoger risico.<br />
De meest voorkomende klachten of symptomen van galstenen zijn:<br />
• Aanvallen van een onbehaaglijk gevoel in de bovenbuik, die<br />
gepaard gaan met misselijkheid en/of braken, na het eten<br />
van onder andere chocolade, koffie, vet of bepaalde<br />
groenten.<br />
2
• Opboeren of een branderige pijn in de maagstreek.<br />
• Aanvallen van scherpe pijn rechts boven in de buik, gepaard<br />
gaande met bewegingsdrang. Dit zijn koliekpijnen die ook uit<br />
kunnen stralen naar de rug. Ze worden veroorzaakt door een<br />
galsteen die vast komt te zitten in de afvoergang van de<br />
galblaas.<br />
• Geelzucht (gelige verkleuring van de huid en het wit van de<br />
ogen) komt voor als een galsteen vast komt te zitten in de<br />
hoofdgalgang, die de gal naar de darm leidt. De gal kan nu<br />
niet meer in de darm lopen en komt in het bloed terecht.<br />
Behalve een gelige verkleuring van huid en het wit van de<br />
ogen veroorzaakt dit een ontkleuring van de ontlasting en<br />
wordt de urine donkerbruin. Als de patiënt geelzucht heeft,<br />
moeten de galwegen met een scoop worden onderzocht en<br />
eventueel vastzittende galstenen verwijderd worden, voordat<br />
een (kijk) operatie van de galblaas kan worden verricht.<br />
Hoe wordt de diagnose gesteld?<br />
Stenen in de galblaas worden <strong>bij</strong> voorkeur vastgesteld met<br />
echografie. Dit is een veilig en pijnloos onderzoek, waar<strong>bij</strong> gebruik<br />
gemaakt wordt van hoogfrequente geluidsgolven om een beeld van<br />
de galblaas en de zich daarin bevindende galstenen te verkrijgen.<br />
Met echografie kunnen ook de galwegen worden beoordeeld om te<br />
kijken of hierin eventuele stenen aanwezig zijn. Bloedonderzoek kan<br />
worden gebruikt om te kijken of er ontsteking van de galblaas of<br />
geelzucht aanwezig is.<br />
Wanneer is een galblaasoperatie nodig?<br />
Wanneer galstenen klachten en/of complicaties (ontsteking,<br />
geelzucht) veroorzaken is chirurgische <strong>behandeling</strong> noodzakelijk.<br />
Hier<strong>bij</strong> is het noodzakelijk om de galblaas met hierin de stenen te<br />
verwijderen en niet alleen de galstenen aangezien deze terugkomen<br />
wanneer de galblaas aanwezig blijft. Hierdoor gaan de klachten over<br />
en worden gevaarlijke complicaties zoals galblaasontsteking en<br />
alvleesklierontsteking voorkomen.<br />
Nagenoeg alle patiënten zijn na de operatie van hun klachten af.<br />
Soms blijven er geringe klachten over die over het algemeen<br />
gemakkelijk kunnen worden bestreden met een speciaal dieet.<br />
3
Operatietechniek<br />
Er zijn twee methoden om de galblaas te verwijderen:<br />
O kijkoperatie, waar<strong>bij</strong> de galblaas via meerdere buisjes door<br />
de buikwand wordt verwijderd (laparoscopische<br />
cholecystectomie).<br />
O De klassieke operatie; waar<strong>bij</strong> de galblaas via een snede<br />
(rechts) in de bovenbuik.<br />
Snel <strong>behandeling</strong>straject<br />
Bij de zogenaamde ‘galblaasstraat’ wordt vaak als eerste gekozen<br />
voor een kijkoperatie. Deze methode is voor patiënten minder pijnlijk<br />
en belastend. Het herstel na een operatie is hierdoor sneller en de<br />
opnameduur aanzienlijk korter. Hier<strong>bij</strong> is het zelfs mogelijk om<br />
dezelfde dag nog naar huis te gaan (dag<strong>behandeling</strong>).<br />
De ‘galblaasstraat’ is een snel <strong>behandeling</strong>straject, waar<strong>bij</strong><br />
meerdere patiënten met galsteenklachten op dezelfde dag door<br />
dezelfde ervaren chirurg en hetzelfde behandelteam worden<br />
geopereerd.<br />
Bij deze operatie maakt de chirurg gebruik van een videocamera en<br />
speciale instrumenten om de galblaas te verwijderen zonder een<br />
grote snee te maken. In plaats daarvan maakt hij enkele kleine<br />
sneetjes. Een van deze sneetjes wordt <strong>bij</strong> de navel gemaakt, zodat<br />
de chirurg een camera en lichtbron (laparoscoop) in de buikholte<br />
kan brengen. Voordat de camera in de buikholte wordt gebracht,<br />
wordt de buikholte gevuld met een gas (kooldioxide) dit is nodig om<br />
ruimte te krijgen voor de operatie. Door deze oprekking van het<br />
middenrif kunt u na de operatie gedurende enkele dagen een<br />
gevoelige rechter schouder hebben. Dit verdwijnt vanzelf en u hoeft<br />
zich daar geen zorgen over te maken. De galblaas wordt, nadat<br />
deze is losgemaakt, uiteindelijk verwijderd via de het wondje <strong>bij</strong> de<br />
navel, dit is dan ook vaak groter dan de overige wondjes en kan<br />
hierdoor ook enigszins geïrriteerd zijn. Klachten van dit wondje<br />
verdwijnen meestal vanzelf en behoeven geen verdere <strong>behandeling</strong>.<br />
4
Attentie:<br />
Een enkele keer komt het voor dat een kijkoperatie moet worden<br />
omgezet naar een klassieke open operatie <strong>bij</strong>voorbeeld omdat de<br />
chirurg tijdens de operatie het niet veilig vindt om de galblaas met<br />
een kijkoperatie te verwijderen. Hoewel de kans hierop erg klein is<br />
moet u altijd rekening houden met de kans dat er <strong>bij</strong> een geplande<br />
kijkoperatie toch een grotere snede gemaakt moet worden.<br />
De chirurg en de anesthesioloog onderzoeken u voor de ingreep en<br />
bepalen of u voor deze manier van opereren in aanmerking komt.<br />
Belangrijke voordelen van een <strong>behandeling</strong> via de galblaasstraat<br />
zijn:<br />
• Bij een galblaasstraat worden alle handelingen, die<br />
noodzakelijk zijn voor de operatie, op dezelfde dag snel<br />
achter elkaar verricht.<br />
• Wanneer u behandeld wordt via de galblaasstraat is het<br />
mogelijk om uit de beschikbare data een datum voor uw<br />
<strong>behandeling</strong> te kiezen.<br />
• U wordt behandeld door een ervaren maag-darm chirurg, die<br />
wordt ondersteund door een ervaren operatieteam, die deze<br />
ingreep vele malen gezamenlijk hebben uitgevoerd.<br />
• Wanneer de operatie zonder problemen is verlopen wordt<br />
aan het eind van de dag in overleg met uw behandelende<br />
chirurg besloten of u dezelfde of de volgende ochtend naar<br />
huis mag.<br />
Uw verblijf op de holding<br />
U wordt met uw bed naar de holding (voorbereidingsruimte) gereden.<br />
Vanuit de holding gaat u door naar de operatiekamer. Vanwege<br />
zorgvuldigheid en een goede informatieoverdracht kan het voorkomen dat<br />
u wat langer in deze voorbereidingsruimte moet verblijven.<br />
Op de holding komt de arts die de operatie uitvoert altijd <strong>bij</strong> u langs.<br />
5
Het snelle behandeltraject is niet voor elke patiënt met<br />
galsteenklachten geschikt:<br />
• Gecompliceerd galsteenlijden, wanneer er complicaties van<br />
het hebben van galstenen zijn ontstaan: galblaasontsteking,<br />
alvleeskierontsteking en galstenen in de galwegen.<br />
• Wanneer patiënten naast klachten van galstenen ook andere<br />
ernstige ziekten van <strong>bij</strong>voorbeeld hart en longen hebben,<br />
waardoor het risico van een operatie duidelijk toeneemt.<br />
• Wanneer patiënten in het verleden een operatie in de<br />
bovenbuik hebben ondergaan. Door dergelijke operaties<br />
neemt de kans op verklevingen rond de galblaas duidelijk toe<br />
met als gevolg dat hierdoor een kijkoperatie minder goed<br />
mogelijk is.<br />
Hoe werkt het?<br />
• De chirurg stelt allereerst vast of uw klachten ook<br />
daadwerkelijk door galstenen worden veroorzaakt. Mocht dit<br />
niet het geval zijn dan volgt verder onderzoek om andere<br />
oorzaken op te sporen. Indien de klachten wel <strong>bij</strong> galstenen<br />
passen bepaalt de chirurg vervolgens welk behandeltraject<br />
<strong>bij</strong> uw situatie past.<br />
• Wanneer er geen bezwaren zijn voor een snelle <strong>behandeling</strong><br />
via de galblaasstraat bespreekt de chirurg dit met u.<br />
Wanneer u hiervoor kiest gaat de polikliniek assistente alles<br />
voor u in werking zetten: u gaat direct na het gesprek met de<br />
chirurg naar het preoperatieve spreekuur waar u<br />
achtereenvolgens gesprekken heeft met de anesthesioloog,<br />
verpleegkundige en de apotheker. Wanneer nog geen nader<br />
onderzoek heeft plaats gevonden, wordt ook meteen<br />
bloedonderzoek en een echografie van de galblaas geregeld.<br />
De anesthesioloog geeft definitief toestemming voor het<br />
snelle behandeltraject.<br />
6
Wanneer u behandeld wordt via de galblaasstraat is het mogelijk om<br />
uit de beschikbare data een datum voor uw <strong>behandeling</strong> te kiezen.<br />
U meldt zich als laatste <strong>bij</strong> de opname afdeling voor de verdere<br />
afspraken zoals opname datum, tijd van opname en nacontrole, die<br />
over het algemeen telefonisch zijn. Bij een telefonische afspraak belt<br />
de chirurg u thuis en hoeft u niet naar het ziekenhuis te komen dan<br />
wel zelf te bellen.<br />
Afspraken overzicht<br />
galblaas<strong>behandeling</strong><br />
Operatie datum:<br />
Opname tijd op afdeling kort<br />
verblijf:<br />
Telefonische nacontrole:<br />
…………………………………….<br />
…………………………………….<br />
…………………………………….<br />
Als de kijkoperatie toch een klassieke operatie wordt<br />
Bij deze operatie wordt de galblaas verwijderd via een grotere incisie<br />
Deze snede verloopt meestal schuin onder de rechter ribbenboog.<br />
Soms wordt een slangetje (drain) achtergelaten die via een aparte<br />
opening in de buikwand naar buiten wordt geleid. Het herstel na<br />
deze operatie verloopt over het algemeen langzamer dan <strong>bij</strong> een<br />
kijkoperatie.<br />
Mogelijke complicaties<br />
Bij elke ingreep bestaat er een kans op complicaties. Zo zijn er ook<br />
<strong>bij</strong> deze operaties de normale risico’s op complicaties van een<br />
operatie, zoals trombose, longontsteking, nabloeding en<br />
wondinfectie of abces. Een mogelijke complicatie <strong>bij</strong> deze operatie is<br />
een beschadiging van de hoofdgalgang. Dit gebeurt zeer zelden.<br />
De gevolgen daarvan zijn afhankelijk van de aard van het letsel en<br />
het tijdstip dat het wordt vastgesteld. Een hersteloperatie kan tot de<br />
mogelijkheden behoren.<br />
7
Na de operatie<br />
• Terug op de afdeling ontvangt u een beschuitje en kopje<br />
thee, gaat dat goed dan mag u een maaltijd bestellen.<br />
• Wel kunt u na de operatie misselijk zijn u kunt hiervoor<br />
medicijnen krijgen.<br />
• Om er voor te zorgen dat u voldoende vocht krijgt, heeft u<br />
een infuus met vocht in de arm. Zodra u weer zelf voldoende<br />
kunt drinken, kan het infuus verwijderd worden.<br />
• De eerste dagen na de operatie zijn de wondjes nog<br />
gevoelig.<br />
• In het begin kunnen alle bewegingen pijnlijk zijn, evenals<br />
diep ademhalen en hoesten. Na een kijkoperatie kunt u ook<br />
kunt last hebben van schouderpijn, dit wordt veroorzaakt<br />
door het koolstofdioxide gas wat is ingespoten tijdens de<br />
operatie. Dit gas veroorzaakt een prikkeling van het<br />
middenrif wat dan de pijn rond de schouderbladen geeft. U<br />
krijgt pijnstillers volgens een pijnschema.<br />
• Indien u een nachtje blijft krijgt u een spuitje om trombose te<br />
voorkomen.<br />
8
Wanneer kunt u naar huis<br />
Bij een kijkoperatie bestaat de mogelijkheid om dezelfde dag of<br />
avond al naar huis te gaan, dit beslist de chirurg in overleg met de<br />
afdelingsverpleegkundige, als hij u aan het eind van de middag<br />
bezoekt op de afdeling. Wanneer hij of u dit nog niet verstandig<br />
vindt, kan hij ook kiezen voor een korte opname, waar<strong>bij</strong> u de<br />
volgende ochtend om 9.30 uur naar huis gaat.<br />
Wanneer er na een kijkoperatie uiteindelijk toch een grotere snede is<br />
gemaakt blijft u gewoonlijk langer in het ziekenhuis. Ook wanneer er<br />
sprake is van een complicatie blijft u langer in het ziekenhuis.<br />
Voor het sluiten van de wondjes wordt gebruik gemaakt van<br />
oplosbare hechtingen. Deze hechtingen lossen vanzelf op en<br />
hoeven niet verwijderd te worden. Het oplossen duurt enkele weken.<br />
Wanneer u op het moment van vertrek nog vragen heeft of afscheid<br />
wil nemen van de medewerkers dan verzoeken wij u om naar onze<br />
teampost van kort verblijf te komen. U heeft van de opname afdeling<br />
de afspraak gekregen van het telefonisch consult. Van de<br />
verpleegkundige krijgt u voor ontslag een voorlopige ontslagbrief<br />
mee die u mee kunt nemen <strong>bij</strong> eventuele complicaties. Uw huisarts<br />
wordt automatisch op de hoogte gesteld binnen enkele dagen.<br />
9
Herstel na ontslag<br />
U kunt zelf het beste aanvoelen wat u wel en niet kunt. U kunt de<br />
komende week nog snel moe zijn. Hieronder staan een aantal<br />
specifieke richtlijnen.<br />
• U mag zich de eerste dag na de operatie al weer douchen.<br />
De pleisters gaan er na het douchen af, hier komen alleen<br />
nieuwe pleisters op wanneer de wondjes nog niet helemaal<br />
droog zijn. Anders hebben de wondjes geen extra verzorging<br />
meer nodig.<br />
• Baden, zwemmen en saunabezoek worden de eerste twee<br />
weken ontraden.<br />
• U hoeft geen vetarm dieet te volgen. Met grote<br />
hoeveelheden vet tegelijkertijd moet u nog voorzichtig zijn.<br />
Probeer uit wat u kunt verdragen. Heeft u klachten na<br />
gebruik van bepaalde voedingsmiddelen laat deze dan weg<br />
en probeer het later nog eens. Het is de bedoeling dat u na<br />
korte tijd weer kunt eten eet wat u voordien gewend was.<br />
• Met alle bewegingen en activiteiten die pijnlijk zijn, moet u de<br />
eerste weken na het ontslag voorzichtig aan doen. Wanneer<br />
de wondjes genezen zijn en niet pijnlijk zijn, mag u alle<br />
normale activiteiten weer hervatten.<br />
• Er worden hechtingen gebruikt die vanzelf oplossen.<br />
• Autorijden is vaak de eerste 48 uur na de operatie,<br />
verzekeringstechnisch, niet toegestaan. Dit kunt u <strong>bij</strong> uw<br />
verzekering navragen.<br />
Medicatie<br />
U kunt uw eigen medicatie weer gebruiken na ontslag, tenzij de arts<br />
iets anders met u heeft afgesproken.<br />
10
Richtlijnen inname van de pijnmedicatie thuis<br />
Hieronder staan de verschillende medicijnen die voorgeschreven<br />
kunnen worden. Afhankelijk van de door de verpleegkundige<br />
aangekruiste medicijnen houdt u onderstaand schema aan:<br />
O Paracetamol: 4 maal daags 2 tabletten van 500 mg.<br />
Tijdstip van inname: 8.00 – 12.00 – 18.00 – 22.00 uur.<br />
O Diclofenac: 3 maal daags 1 tablet van 50 mg.<br />
Tijdstip van inname: 8.00 – 14.00 – 21.00 uur.<br />
Gebruik naast Diclofenac ook 1 maal daags 20 mg<br />
Omeprazol om 8.00 uur. Dit is een maagbeschermer.<br />
O Tramadol: 3 maal daags 1 tablet van 50 mg.<br />
Tijdstip van inname: 8.00 – 14.00 – 21.00 uur.<br />
Wanneer u het idee heeft dat de pijn minder wordt, begint u met het<br />
afbouwen van de pijnmedicatie. Gebruikt u Tramadol, dan stopt u<br />
daar als eerste mee. Vervolgens stopt u met de Diclofenac en de<br />
Omeprazol. Als laatste stopt u met de paracetamol.<br />
Calamiteiten of problemen<br />
Wanneer u de situatie niet vertrouwd of er zijn problemen zoals:<br />
• Ontstekingsverschijnselen van de wondjes (toename<br />
lekkage, roodheid, pus uit de wondjes, koorts)<br />
• Toenemende pijn<br />
• Andere klachten die te maken zouden kunnen hebben met<br />
uw opname of operatie<br />
Neem dan contact op met het ziekenhuis:<br />
Tijdens kantooruren: Polikliniek chirurgie - (0318) 43 52 00<br />
Buiten kantooruren: SEH - (0318) 43 37 00<br />
Deze telefoonnummers kunt u gebruiken tot aan het telefonisch<br />
consult met chirurg. Mocht het nodig zijn een arts te bezoeken dan<br />
kunt u de ontslagbrief die u heeft meegekregen aan deze arts<br />
afgeven zodat hij/zij op de hoogte is van de ingreep.<br />
Voor overige klachten kunt u contact opnemen met uw huisarts.<br />
11
Vragen<br />
Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, stelt u ze dan<br />
gerust aan de polikliniekassistent (0318) 43 52 00 of aan de<br />
verpleegkundige van de afdeling kort verblijf (0318) 43 47 50.<br />
VIP – 13.51 Chirurgie: 7/2013<br />
12