Sociologie en geschiedenis
Sociologie en geschiedenis
Sociologie en geschiedenis
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
SOCIOLOGIE EN GESCHIEDENIS<br />
door<br />
Dr. F. LEHOUCK<br />
Professor aan de Koninklijke Militaire School.<br />
1. WOORD VOORAF<br />
De verhouding sociologie-geschied<strong>en</strong>is is natuurlijk maatschappij-inzichtelijk<br />
<strong>en</strong> methodologisch e<strong>en</strong> probleem geword<strong>en</strong> met het<br />
ontstaan der sociologie welke zich, naar studieobject <strong>en</strong> methode,<br />
moest losmak<strong>en</strong> van de bestaande sociale wet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> waaronder<br />
de geschied<strong>en</strong>is ongetwijfeld de oudste briev<strong>en</strong> wan adeldom kan voorlegg<strong>en</strong>.<br />
De blijkbaar immer jong blijv<strong>en</strong>de sociologie (1) brak e<strong>en</strong><br />
aloude navelstr<strong>en</strong>g af, <strong>en</strong> de strijdlust welke zij in haar emancipatiepoging<br />
legde moet blijkbaar gezi<strong>en</strong> <strong>en</strong> beoordeeld word<strong>en</strong> in de<br />
scherpe antithese waarin de XlXe eeuw natuurwet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
geesteswet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>, empirisch-nomothetische <strong>en</strong> individualiser<strong>en</strong>dspeçulatieve<br />
wet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>, heeft geplaatst. Nu de broedertwist is geluwd,<br />
kan e<strong>en</strong> hernieuwde belangstelling van de e<strong>en</strong> voor de ander<br />
word<strong>en</strong> opgemerkt (2) welke niet <strong>en</strong>kel methodologisch moet word<strong>en</strong><br />
toegejuicht maar welke de spiraal zal op gang br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> waardoor e<strong>en</strong><br />
betere k<strong>en</strong>nis van het hed<strong>en</strong> nieuwe toegangsweg<strong>en</strong> op het verled<strong>en</strong><br />
op<strong>en</strong>t <strong>en</strong> e<strong>en</strong> diepere kijk op het verled<strong>en</strong> het b<strong>en</strong>ader<strong>en</strong> van het hed<strong>en</strong><br />
meer doelgericht zal mak<strong>en</strong>.<br />
Zoals het bij e<strong>en</strong> academisch bekgevecht past, werd<strong>en</strong> de geschill<strong>en</strong><br />
niet empirisch geïd<strong>en</strong>tificeerd maar wel normatief geformuleerd.<br />
De klacht<strong>en</strong> <strong>en</strong> verwijt<strong>en</strong> betreff<strong>en</strong> meer wat geschied<strong>en</strong>is <strong>en</strong><br />
sociologie zoud<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> zijn <strong>en</strong> op die manier kon de kloof zo<br />
(1) E. DURKHEIM, Les règles de la méthode sociologique, 1947, pp. Vll-Vlll.<br />
H. BAUDET, Geschied<strong>en</strong>is <strong>en</strong> sociologie, p. 22. -K. KUYPERS, Verhouding sociologie<br />
<strong>en</strong> geschiedwet<strong>en</strong>schap, p. 5. -A. CUVILLIER, Introduction à la sociologie,<br />
pp. 5-6. -G.C. HOMANS, The human group, pp. 5-6. -H.P.M. GODDIJN <strong>en</strong><br />
P. THOENES, Wat is sociologie ? , p. 11. -T.B. BOTTOMORE, Sociology, 1966 ,<br />
pp. 15, 28.<br />
(2) Cfr. Revue internationale des sci<strong>en</strong>ces sociales, Paris, 1965, XVI le année, 4.<br />
H. BAUDET, Historie <strong>en</strong> m<strong>en</strong>selijke verhouding<strong>en</strong>, 1957. -Th.J.G. LOCHER,<br />
"Geschied<strong>en</strong>isfilosofie in Nederland" in : Wijsgerig perspectief op maatschappij<br />
<strong>en</strong> wet<strong>en</strong>schap, 1965. -K. KUYPERS, Verhouding sociologie <strong>en</strong> geschiedwet<strong>en</strong>schap,<br />
Ass<strong>en</strong> 1961. -J.A.A. VAN DOORN, Geschied<strong>en</strong>is <strong>en</strong> <strong>Sociologie</strong>, Ass<strong>en</strong>,<br />
1961, pp. 30, 32-33.<br />
101
eed mogelijk word<strong>en</strong> gehoud<strong>en</strong>. Het robotbeeld vertoonde dan e<strong>en</strong><br />
g<strong>en</strong>eraliser<strong>en</strong>de <strong>en</strong> voorspell<strong>en</strong>de sociologie, op e<strong>en</strong> stevige empirische<br />
basis gebouwd, <strong>en</strong> e<strong>en</strong> idiomatische <strong>en</strong> ideografische geschied<strong>en</strong>is<br />
doorhe<strong>en</strong> e<strong>en</strong> persoonlijk-interpreter<strong>en</strong>de bril op geselecteerde data<br />
neerkijk<strong>en</strong>d.Van wet<strong>en</strong>schapstheoretisch standpunt uit kon niet anders<br />
of het oordeel van e<strong>en</strong> discipline, met nomothetische aansprak<strong>en</strong>,<br />
over het individualiser<strong>en</strong>d verhaal moest vernietig<strong>en</strong>d zijn(l);<strong>en</strong><br />
de historici liet<strong>en</strong> zich in het hoekje drumm<strong>en</strong>, verrast <strong>en</strong> niet bij<br />
machte zich te verdedig<strong>en</strong> <strong>en</strong> verget<strong>en</strong>d dat de aanval nog de beste<br />
verdediging is, iets waarvan sommige sociolog<strong>en</strong> niet meer hoefd<strong>en</strong><br />
overtuigd te word<strong>en</strong> (2).<br />
Het nuttigheidsargum<strong>en</strong>t werd niet achterwege gelat<strong>en</strong> <strong>en</strong> werd<br />
e<strong>en</strong> troef in het dossier der sociologie-advocat<strong>en</strong>. Met de k<strong>en</strong>nis van<br />
het verre verled<strong>en</strong> b<strong>en</strong>adert m<strong>en</strong> de hed<strong>en</strong>daagse problematiek der<br />
welvaarts- of verzorgingsmaatschappij niet, bij de aanpak van sociale<br />
knelpunt<strong>en</strong> in de contemporaine sam<strong>en</strong>leving heeft de historicus<br />
weinig aan medewerking aan te bied<strong>en</strong>. Integ<strong>en</strong>deel, de sociaalwet<strong>en</strong>schapper<br />
met zijn brokjes empirische maatschappijk<strong>en</strong>nis, met zijn<br />
begripp<strong>en</strong>associaties of theorieën <strong>en</strong> met zijn ongeëv<strong>en</strong>aarde methodiek<br />
boort zich e<strong>en</strong> toegang tot de sociale torsies <strong>en</strong> draagt effectief<br />
bij tot minst<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> partiële deproblematisering, tot e<strong>en</strong> draaglijker<br />
onev<strong>en</strong>wicht. Dat zijn meetbare verdi<strong>en</strong>st<strong>en</strong> welke t<strong>en</strong> slotte niet onopgemerkt<br />
blijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> in de betrokk<strong>en</strong> milieu's naar waarde word<strong>en</strong><br />
geschat. En eig<strong>en</strong>lijk miste het nuttigheidseffect zijn ontmoedigingsuitwerking<br />
niet op de historicus die moet toegev<strong>en</strong> dat in de onderzoekslaboratoria<br />
sociolog<strong>en</strong>, psycholog<strong>en</strong>, economist<strong>en</strong> <strong>en</strong> statistici<br />
mekaar geregeld terugvind<strong>en</strong> <strong>en</strong> zij zelf er buit<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gelat<strong>en</strong>,<br />
t<strong>en</strong>zij zij er één of meerdere van deze disciplines tijd<strong>en</strong>s hun vormingsjar<strong>en</strong><br />
bij hebb<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />
Is het dan werkelijk zo dat, van uit wet<strong>en</strong>schapstheoretisch <strong>en</strong><br />
nuttigheidsstandpunt uit, de geschied<strong>en</strong>is op het hell<strong>en</strong>d vlak komt<br />
te staan, is het dan werkelijk zo dat de geschied<strong>en</strong>is is wat de sociologische<br />
apologet<strong>en</strong> er van mak<strong>en</strong>, werkelijk zo dat de geschied<strong>en</strong>is<br />
mag word<strong>en</strong> afgeschrev<strong>en</strong> ?<br />
(1) K. KUYPERS, Verhouding... pp. 5-6, 10-11, 17. -H. BAUDET, Geschied<strong>en</strong>is<br />
<strong>en</strong> sociologie, p. 28. -E. DURKHEIM, Les règles..., pp. 116-117. -E. LOUSSE,<br />
Geschied<strong>en</strong>is, p. 17. -R.K. MERT"ON, Social Theory and Social Structure, 1957,<br />
pp. 447-448. -T.B. BOTTOMORE, Sociology, 1966, p. 37, vernietigt niet.<br />
(2) P.L. BERGER, Sociologisch d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>..., p. 41. -C.W. MILLS,De sociologische<br />
visie, p. 188.<br />
102
2. VERSCHILLEN EN OVEREENKOMSTEN TUSSEN<br />
GESCHIEDENIS EN SOCIOLOGIE<br />
1. De verschill<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> geschied<strong>en</strong>is <strong>en</strong> sociologie word<strong>en</strong><br />
meestal tot het onderstaande vlechtwerk herleid.<br />
De geschied<strong>en</strong>is laat zich hoofdzakelijk in met het e<strong>en</strong>malige,<br />
het bijzondere, het singuliere, het concrete, l'événem<strong>en</strong>tiel-, de sociologie<br />
richt haar aandacht naar het repetitieve, het gelijkvormige,<br />
het gelijkaardige, het constante, het wetmatige. Terwijl de eerste de<br />
individualiser<strong>en</strong>de methode beoef<strong>en</strong>t, houdt de tweede het liefst bij<br />
de structuralistisch-functionalistische methode (1).<br />
De geschied<strong>en</strong>is br<strong>en</strong>gt meer zin op voor het differ<strong>en</strong>tiële in<br />
overe<strong>en</strong>komstige verschijnsel<strong>en</strong>, voor het discontinue in het continu<br />
verloop, terwijl de sociologie precies het geme<strong>en</strong>schappelijke opspoort<br />
in de verschill<strong>en</strong>de verschijnsel<strong>en</strong>, het continue in het discontinu<br />
verloop (2).<br />
Aan de geschied<strong>en</strong>is wordt het verled<strong>en</strong> toegewez<strong>en</strong> omdat het<br />
hed<strong>en</strong> onhistoriseerbaar zou zijn, terwijl de sociologie zich precies tot<br />
hed<strong>en</strong> reserveert (3). Niettemin vervaagt wel e<strong>en</strong>s deze gr<strong>en</strong>safbak<strong>en</strong>ing<br />
in het boutadistisch chiasme : sociologie is de geschied<strong>en</strong>is van<br />
het hed<strong>en</strong>, geschied<strong>en</strong>is is de sociologie van het verled<strong>en</strong> (4).<br />
De geschied<strong>en</strong>is verkiest diachronisch te werk te gaan, de sociologie<br />
houdt het liefst bij de synchronie der feit<strong>en</strong> (5); ge<strong>en</strong> van beide<br />
kan ev<strong>en</strong>wel aanspraak mak<strong>en</strong> op volledigheid.<br />
Graag wordt gesteld dat de geschied<strong>en</strong>is—<strong>en</strong> dit sluit dan weer<br />
in dat het verled<strong>en</strong> niet haar exclusieve akkerland is—, van uit het<br />
verled<strong>en</strong> het hed<strong>en</strong> poogt te verklar<strong>en</strong>, terwijl de sociologie,—ook al<br />
weer het <strong>en</strong>ge hed<strong>en</strong> verlat<strong>en</strong>d—, het verled<strong>en</strong> tracht op te helder<strong>en</strong><br />
van uit het hed<strong>en</strong> (6). Het is dus niet de eerste keer dat de <strong>en</strong>e dicho-<br />
(1) G. GURVITCH, La vocation actuelle de la sociologie, p. 115. -R. ARON,<br />
Dix-huit leçons, pp. 201-202. -K. KUYPERS, Verhouding..., pp. 10-13. -A. CU-<br />
VI LU ER, Introduction..., p. 55. -F.C. SPITS, De oorlog..., pp. 77-78.<br />
(2) G. GURVITCH, La vocation actuelle..., pp. 9, 115. -H.P.M. GODDIJN-P.<br />
THOENES, Gesprek..., p. 53. -F.C. SPITS, De oorlog..., p. 77.<br />
(3) K. KUYPERS, Verhouding..., p. 4. -G.W. LOCHER, Geschied<strong>en</strong>is..., p.4.<br />
J. LECLERCQ, Introduction..., p. 228. -J.R. MENDOZA TROCONIS, Curso,<br />
I, pp. 1, 71-72.<br />
(4) H. JANNE, <strong>Sociologie</strong> générale, p. 65. -E. LOUSSE, Geschied<strong>en</strong>is, p. 69.<br />
(5) G.W. LOCHER, Geschied<strong>en</strong>is..., p. 3. -W.E. MOORE, La méthode comparative<br />
appliquée, pp. 549-558. -B. SIERTSEMA, Taalsociologie, p. 417. -J.R.<br />
MENDOZA TROCONIS, Curso..., I, p. 79.<br />
(6) M.C. BRANDS.Het 'onpolitieke'<strong>en</strong> het 'antinormatieve' elem<strong>en</strong>t in de Duitse<br />
geschiedwet<strong>en</strong>schap, p. 176. -H. BAUDET, Geschied<strong>en</strong>is <strong>en</strong> sociologie, pp. 26-<br />
27.<br />
103
tomie de andere verfranjelt.<br />
Ofwel zou het de taak zijn van de geschied<strong>en</strong>is het gebeurde van<br />
binn<strong>en</strong> in <strong>en</strong> liefst kwalitatief te b<strong>en</strong>ader<strong>en</strong>, waarbij de sociologie hetzelfde<br />
f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> van buit<strong>en</strong> uit, <strong>en</strong> dus liefst kwantitatief, zou moet<strong>en</strong><br />
aanpakk<strong>en</strong>; de <strong>en</strong>e bestudeert het feit in se, de andere analyseert<br />
bij voorkeur de <strong>en</strong>vironm<strong>en</strong>tal factors (1).<br />
Elders wordt voorgehoud<strong>en</strong> dat de geschied<strong>en</strong>is alle feit<strong>en</strong>, dus<br />
ook de ding-feit<strong>en</strong> <strong>en</strong> natuurgebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong>, te registrer<strong>en</strong> krijgt; de<br />
sociologie zou zich verg<strong>en</strong>oeg<strong>en</strong> of tooi<strong>en</strong> met de sociale feit<strong>en</strong> (2).<br />
Doch het ding of het natuurgebeur<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> cultureel aangemunt<br />
of verwaard word<strong>en</strong>, wat deze dichotomie weer naar de verdoezeling<br />
verwijst.<br />
Ernstiger wordt het wanneer wordt geponeerd dat de sociologie,<br />
in teg<strong>en</strong>stelling tot de geschied<strong>en</strong>is, niet cumulatief is (3). Hiermee<br />
wordt dan bedoeld dat e<strong>en</strong> sociologische theorie wel vandaag verklaart<br />
maar zeer waarschijnlijk morg<strong>en</strong> niet meer, dat e<strong>en</strong> sociologie<br />
welke bij definitie het hed<strong>en</strong> te verwerk<strong>en</strong> krijgt daardoor haar resultat<strong>en</strong><br />
niet meer kan "onthoud<strong>en</strong>" <strong>en</strong> moet toevertrouw<strong>en</strong> aan haar<br />
geheug<strong>en</strong>, de geschied<strong>en</strong>is, <strong>en</strong> dat de sociologie bij gebrek aan c.g.s.stelsel<br />
niet kan optell<strong>en</strong> zoals de natuurwet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>.<br />
Het micro-macroluikje wordt vaak gehanteerd om sociologie <strong>en</strong><br />
geschied<strong>en</strong>is van mekaar te onderscheid<strong>en</strong>, waarbij dus de eerste op<br />
de microsportjes <strong>en</strong> de andere op de macrosport<strong>en</strong> der ladder wordt<br />
geplaatst (4). Verbaal is deze tweedeling makkelijker te manipuler<strong>en</strong><br />
dan in de praktijk die niet bepaald weet of het criterium van geografische,<br />
demografische, chronologische of andere aard is.<br />
De tijds- <strong>en</strong> g<strong>en</strong>etische volgorde moet<strong>en</strong> het bij ander<strong>en</strong> voor<br />
mekaar br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> dat geschied<strong>en</strong>is <strong>en</strong> sociologie in de apartheid blijv<strong>en</strong>.<br />
De historici rijg<strong>en</strong> langshe<strong>en</strong> de tijdsdraad aane<strong>en</strong> <strong>en</strong> de verklar<strong>en</strong>de<br />
waarde van dit procédé wordt erg betwijfeld door de sociolog<strong>en</strong> welke<br />
er, in eig<strong>en</strong> og<strong>en</strong>, toe gekom<strong>en</strong> zijn via semantisch-filologische oef<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />
of reductie tot algem<strong>en</strong>ere concept<strong>en</strong> (rol, in/out group, sta-<br />
(1) J.A.A. VAN DOORN-C.J. LAMMERS, Moderne <strong>Sociologie</strong>, p. 279. -P.<br />
THOENES, De elite, p. 8. -R. ARON, Dix-huit leçons, p. 18.<br />
(2) J.A.A. VAN DOORN, Geschied<strong>en</strong>is, p. 30. -A. CUV ILLIER, Introduction,<br />
p. 108. - J.R. MENDOZA TROCONIS, Curso..., I, pp. 71-72.<br />
(3) C.W. MILLS, De sociologische visie, p. 73. -J. CUISENIER, La sociologie,<br />
pp. 367, 372.<br />
(4) PJ. BOUMAN, Fundam<strong>en</strong>tele sociologie, p. 123. -G.C. HOMANS, The<br />
human group, p. 338. -H.M. JOLLES, Probleemgevoeligheid, pp. 50, 59. -H.<br />
HOEFNAGELS, <strong>Sociologie</strong> <strong>en</strong> sam<strong>en</strong>leving, p. 211 waar ook R. König wordt geciteerd.<br />
-J.S. VAN HESSEN, Woord vooraf, p. X. -H.P.M. GODDIJN-P. THOE-<br />
NES, Het sociologisch onderzoek, p. 29. -H. DAUDT, Sociaalwet<strong>en</strong>schappelijke<br />
bestudering, p. 18.<br />
104
tus, klasse...) e<strong>en</strong> g<strong>en</strong>etische <strong>en</strong> dus verklar<strong>en</strong>de volgorde vast te legg<strong>en</strong><br />
(1).<br />
De sociologie heeft er, in bijkom<strong>en</strong>de orde, het vermaatschappelijkingscriterium<br />
op uitgevond<strong>en</strong> om zich te distantiër<strong>en</strong> van de geschied<strong>en</strong>is<br />
welke minder tijdsgebond<strong>en</strong> is, minder op de actualiteit<br />
betrokk<strong>en</strong>, minder de brand<strong>en</strong>de vrag<strong>en</strong> der sam<strong>en</strong>leving beantwoordt<br />
<strong>en</strong> natuurlijk minder onder de druk komt te staan van de maatschappij<br />
dan zulks het geval is voor de sociologie, minder met omring<strong>en</strong>de<br />
milieu dialogeert dan de sociologie (2). De sociologie der sociologie<br />
schijnt heel wat voorop te ligg<strong>en</strong> op de sociologie der geschied<strong>en</strong>is.<br />
Met e<strong>en</strong> kleine variante op wat hier bov<strong>en</strong> al werd gedichotomeerd<br />
wordt e<strong>en</strong> methodologisch diptiekje geschetst wanneer wordt<br />
geaffirmeerd dat de geschied<strong>en</strong>is subjectief-<strong>en</strong>kelvoudige <strong>en</strong> de sociologie<br />
objectief-meervoudige uitgangspunt<strong>en</strong> aanvatt<strong>en</strong> om hun onderwerp<br />
te b<strong>en</strong>ader<strong>en</strong> (3).<br />
En weer anders wordt de geschied<strong>en</strong>is naar het concrete verhaal<br />
verwez<strong>en</strong>, —e<strong>en</strong> id<strong>en</strong>titeitsfacet dat al meerdere mal<strong>en</strong> is opgedok<strong>en</strong>—<br />
daar waar de abstraher<strong>en</strong>de sociologie e<strong>en</strong> geschied<strong>en</strong>is zonder<br />
feit<strong>en</strong> <strong>en</strong> nam<strong>en</strong> wil schrijv<strong>en</strong> (4).<br />
De geschied<strong>en</strong>is, —althans in haar klassieke opvatting— hanteert<br />
liefst de kwalitatieve analyse, projecteert bij voorkeur teg<strong>en</strong> de achtergrond<br />
der grote ideeënstroming<strong>en</strong>; de sociologie —<strong>en</strong> de invloed<br />
der natuurwet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> is hier sterker merkbaar dan zelfs in de<br />
kwantificer<strong>en</strong>de sociale <strong>en</strong> economische geschied<strong>en</strong>is— poogt alles in<br />
cijfers uit te drukk<strong>en</strong> omdat de computer ge<strong>en</strong> andere taal begrijpt<br />
(5).<br />
Op het stuk der bronn<strong>en</strong> schijnt de microscopisch-kwantificer<strong>en</strong>de<br />
sociologie het eind van haar materiaal niet te kunn<strong>en</strong> overzi<strong>en</strong>,<br />
(1) G. GURVITCH, La vocation actuelle de la sociologie, p. 44. -R.K. MERTON,<br />
Social Theory and Social Structure, p. 434. -W.E. MOORE, Sociale verandering,<br />
1965. -G.W. LOCHER, Geschied<strong>en</strong>is, p. 5.<br />
(2) G. GURVITCH, La vocation, p. 1. -P.L. BERGER, Sociologisch d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>,<br />
p. 47. -H.M. JOLLES, Probleemgcvoeligheid, p. 48. -H.P.M. GODDIJN-P.<br />
THOENES, Hoofdmom<strong>en</strong>t<strong>en</strong>..., p. 84. -H. BAUDET, Geschied<strong>en</strong>is, pp. 22-23,<br />
27.<br />
(3) J.A.A. VAN DOORN, Geschied<strong>en</strong>is, p. 34. -H. BAUDET,Geschied<strong>en</strong>is, pp.<br />
28-29. -A. CUVILLIER, Introduction..., p. 55. -A. TOURAINE, Unité et diversité...,<br />
p. 121.<br />
(4) H.P.M. GODDIJN-P. THOENES. Gesprek..., p. 53. -J.A.A. VAN DOORN,<br />
Geschied<strong>en</strong>is, pp. 34-35. -G. GURVITCH, La vocation, p. 115. -K. KUYPERS,<br />
Verhouding sociologie, p. 8. -J. HOVY, J.G. VAN DILLEN, p. 480. -H.A. ENNO<br />
van GELDER, Nog e<strong>en</strong>s .Max Weber, p. 321.<br />
(5) R. ARON, Dix-huit leçons, p. 202. -H.P.M. GODDIJN-P. THOENES. Gesprek,<br />
p. 53. -G.W. LOCHER, Geschied<strong>en</strong>is, p. 8.<br />
105
terwijl de geschied<strong>en</strong>is —maar dan moet m<strong>en</strong> de moderne integrale<br />
historiografie uitsluit<strong>en</strong>— haar bronn<strong>en</strong> geteld weet; daar<strong>en</strong>bov<strong>en</strong><br />
gr<strong>en</strong>st de terminologische schepping der sociolog<strong>en</strong> aan die der verbeelding<br />
<strong>en</strong> heeft de geschied<strong>en</strong>is niet zoveel aan eponymische creativiteit<br />
opgebracht (1).<br />
En als de geschied<strong>en</strong>is ondanks alles toch tot wett<strong>en</strong>formulering<br />
wil kom<strong>en</strong> —<strong>en</strong> die opdracht gaf G. Vico haar al mee— dan blijft er<br />
toch nog e<strong>en</strong> hoger treetje waarop de sociologie zich zou kunn<strong>en</strong> hijs<strong>en</strong><br />
: zij verg<strong>en</strong>oegt zich niet met de verduurzaamde relaties tuss<strong>en</strong><br />
verschijnsel<strong>en</strong> in de maatschappij maar peilt naar de verband<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong><br />
de verklaringsinhoud <strong>en</strong> de omring<strong>en</strong>de sooiocultuur, niet met de empirische<br />
maar wel met de geesteswett<strong>en</strong> (2).<br />
2. Overe<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> zijn er ook. Zij kunn<strong>en</strong> vlugger geschetst<br />
<strong>en</strong> de richting waarin zij pleit<strong>en</strong> wordt in niets<br />
ontkracht door de m<strong>en</strong>igvuldige verschill<strong>en</strong> welke vaak meer gewild<br />
dan reëel zijn.<br />
De data in de geschied<strong>en</strong>is <strong>en</strong> de sociologie zijn dezelfde. De<br />
meest sociologisch-gewonn<strong>en</strong> data word<strong>en</strong> e<strong>en</strong>maal historie <strong>en</strong> de sociologie<br />
is haar carrière begonn<strong>en</strong> met historische data <strong>en</strong> ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel<br />
socioloog zal durv<strong>en</strong> bewer<strong>en</strong> dat historische sociologie ge<strong>en</strong> sociologie<br />
is (3).<br />
Is de tijd wel e<strong>en</strong> zinvol onderscheid wanneer m<strong>en</strong> bed<strong>en</strong>kt dat<br />
de sociologie zowel contemporaine als historische data aanw<strong>en</strong>dt, de<br />
geschied<strong>en</strong>is niet <strong>en</strong>kel de drempel van het hed<strong>en</strong> overschrijdt maar<br />
zelfs iets van de verre toekomst wil voorspell<strong>en</strong>; houdt de tijd wel e<strong>en</strong><br />
verklaringsmogelijkheid in ?(4).<br />
Heeft het nog veel zin diachronie <strong>en</strong> synchronie, individualiser<strong>en</strong>de<br />
<strong>en</strong> g<strong>en</strong>eraliser<strong>en</strong>de methode teg<strong>en</strong>over mekaar te stell<strong>en</strong> om geschied<strong>en</strong>is<br />
<strong>en</strong> sociologie te discriminer<strong>en</strong> ? De eerste heeft zich—op<br />
<strong>en</strong>kele principiële individualist<strong>en</strong> na—ook tot g<strong>en</strong>eralisaties lat<strong>en</strong> verleid<strong>en</strong>,<br />
heeft niet minder gepoogd <strong>en</strong> volhardt er in geschied<strong>en</strong>is in<br />
concept<strong>en</strong> te schrijv<strong>en</strong> of te herschrijv<strong>en</strong>, van uit bestaande (sociologische<br />
of economische) theorieën het verled<strong>en</strong> anders te belicht<strong>en</strong>.<br />
(1) J.A.A. VAN DOORN, Geschied<strong>en</strong>is, p. 37.<br />
(2) K. KUYPERS, Verhouding sociologie, pp. 9-11.<br />
(3) A.R. RADCLIFFE-BROWN, Foreword, p. VII.<br />
(4) G.W. LOCKER, Geschied<strong>en</strong>is, p. 2. -H.P.M. GODDIJN-P. THOENES, Gesprek,<br />
p. 53. -J.A.A. VAN DOORN, Geschied<strong>en</strong>is, pp. 33 <strong>en</strong> 32 noot 2. -H.<br />
BAUDET, Geschied<strong>en</strong>is, p. 25. -C.W. MILLS, De sociologische visie, p. 28.<br />
H. JANNE, <strong>Sociologie</strong> générale, p. 65.<br />
106
Er was ge<strong>en</strong> e<strong>en</strong>parigheid om deze theoretische geschied<strong>en</strong>is niet<br />
langer geschied<strong>en</strong>is te noem<strong>en</strong>, <strong>en</strong> zelfs vind<strong>en</strong> historici het al heel<br />
aardig hypothetische geschied<strong>en</strong>is te beoef<strong>en</strong><strong>en</strong> om de thetische<br />
meer doorzichtig te mak<strong>en</strong> (1).<br />
De sociologie k<strong>en</strong>t zich wel het monopoMum toe der wetmatigheid<br />
<strong>en</strong> voorspelbaarheid, maar de geschied<strong>en</strong>is maakt niet minder<br />
aanspraak op abstractie, repetitie, duurzame verband<strong>en</strong> <strong>en</strong> hieruit af<br />
te leid<strong>en</strong> voorspelbaarheid; zelfs de nog klassieke historicus wou in<br />
de toekomst doordring<strong>en</strong>, <strong>en</strong> is er zoveel verschil tuss<strong>en</strong> wanneer de<br />
theoretische of de counter/actual historicus hed<strong>en</strong>daagse wetmatigheid<br />
op het verled<strong>en</strong> projecteert (2) ?<br />
Ook de zin voor sociale verandering kan niet word<strong>en</strong> ingeroep<strong>en</strong>,<br />
want beide, geschied<strong>en</strong>is <strong>en</strong> sociologie, zijn opmerkelijk gevoelig<br />
voor het verander<strong>en</strong>de in de maatschappij. Het e<strong>en</strong>maligheidsknobbeltje<br />
der geschied<strong>en</strong>is <strong>en</strong> de ecologisch ingestelde g<strong>en</strong>eralisaties der<br />
sociologie mak<strong>en</strong> att<strong>en</strong>t op het voortdur<strong>en</strong>de verander<strong>en</strong>de ev<strong>en</strong>zeer<br />
als de macroconstructies der geschied<strong>en</strong>is <strong>en</strong> de d<strong>en</strong>kwett<strong>en</strong> der<br />
macrosociologie (3).<br />
En t<strong>en</strong> slotte heeft het toch zo weinig te betek<strong>en</strong><strong>en</strong> de segregatie<br />
geschied<strong>en</strong>is-sociologie al maar door te will<strong>en</strong> opvijzel<strong>en</strong>, terwijl.<br />
naast het franjel<strong>en</strong>d onderscheid <strong>en</strong> de treff<strong>en</strong>de overe<strong>en</strong>komst<strong>en</strong>,<br />
beide disciplines, meer dan welk ander paar, zo verstr<strong>en</strong>geld op de<br />
m<strong>en</strong>s betrokk<strong>en</strong> zijn (4).<br />
3. DE AANBRENG DER GESCHIEDENIS VOOR DE SOCIOLOGIE<br />
1. De geschied<strong>en</strong>is bezorgt de sociologie data.<br />
M<strong>en</strong> kan niet ontk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> dat, met betrekking tot de naamge-<br />
(1) G.W. LOCHER, Geschied<strong>en</strong>is, pp. 2-5. -H.A. ENNO van GELDER, Nog e<strong>en</strong>s :<br />
Max Weber, p. 323. -K. KUYPERS, Verhouding sociologie, p. 12. -H. BAUDET,<br />
Geschied<strong>en</strong>is, p. 25. -P.V. YOUNG, Sci<strong>en</strong>tific Social Survey and Research, p.<br />
150. -B.H. 5LICHER van BATH, Het probleem van theorie <strong>en</strong> practijk, passim.<br />
J.A. DE JONGE, Geschiedbeoef<strong>en</strong>ing in Frankrijk, passim. -A.M. VAN DER<br />
WOUDE. Historische demografie', passim. -B.H. SLICHER van BATH, Nieuwe<br />
weg<strong>en</strong>, passim.<br />
(2) IJ. BRUGMANS, D
ving aan de data, de geschied<strong>en</strong>is e<strong>en</strong> belangrijke rol heeft gespeeld.<br />
Wel heeft zij het met eponymie niet zo druk gehad omdat zij het bestaan<br />
van de naam <strong>en</strong>kel te registrer<strong>en</strong> had <strong>en</strong> niet uit te vind<strong>en</strong>. Maar<br />
de grote historische indeling<strong>en</strong>, waarop de sociologie zich zonder<br />
meer verlaat, zijn toch haar werk (1).<br />
Vervolg<strong>en</strong>s heeft de geschied<strong>en</strong>is de start der sociologie vergemakkelijkt<br />
door deze van data te voorzi<strong>en</strong>. Hoe waardevol de "fact<br />
finding" van Villermé, Le Play, Ducpétiaux, Cororiel e.a. moge geweest<br />
zijn, toch was het sociaal onderzoek nauwelijks zichtbaar in<br />
zijn kinderscho<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> de grote sociologische studies van Durkheim<br />
(over de zelfmoord), van Weber (over de Protestantse invloed<br />
op het kapitalisme) <strong>en</strong> van Merton b.v. (over de Puriteinse invloed op<br />
de XVIIe-eeuwse natuurwet<strong>en</strong>schap) zijn alle gestoeld op historische<br />
data. Zelfs wordt niet ontk<strong>en</strong>d dat die feit<strong>en</strong>, hoe weinig sociologisch<br />
ze werd<strong>en</strong> geboekstaafd <strong>en</strong> derhalve hoe weinig r<strong>en</strong>tabel ze war<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
vaak nog zijn voor sociologische syntheses, toch e<strong>en</strong> hoge "reliability 11<br />
bezitt<strong>en</strong> waarvoor de vaardigheid <strong>en</strong> eruditie van de historicus moet<strong>en</strong><br />
word<strong>en</strong> geloofd (2).<br />
Zoals net hierbov<strong>en</strong> war<strong>en</strong> die historische data niet immer sociologisch<br />
et<strong>en</strong>sklaar noch relevant, <strong>en</strong> dit inconv<strong>en</strong>i<strong>en</strong>t wordt gemakkelijk<br />
verklaard door de vaststelling dat de historicus niet de sociologische<br />
"approach" bezat, dat hij het feit gemakkelijk verweefde met<br />
beschouwing<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> poging om te verklar<strong>en</strong>, dat de geschied<strong>en</strong>isfilosofie<br />
hem sedert G. Vico steeds nauw heeft geleg<strong>en</strong> (3). Dat de<br />
historicus —bij het toezi<strong>en</strong> op de sociologische verwerking van zijn<br />
materiaal— nog meer naar het niet-sociologische feit overhelde is<br />
ruimschoots te begrijp<strong>en</strong> wanneer hij de sociologische wrong<strong>en</strong> <strong>en</strong> interpretaties<br />
te lez<strong>en</strong> kreeg welke de niet-historische socioloog er<br />
aan gaf (4).<br />
Toch is het zo dat de geschied<strong>en</strong>is —meer <strong>en</strong> meer geïnspireerd<br />
door e<strong>en</strong> sociologische geest— het door de sociologie te verwerk<strong>en</strong><br />
materiaal operationaliseert. Dit blijkt duidelijk uit de gespecialiseerde<br />
(1) P.L. BERGER, Sociologisch d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>, p. 179. -R.K. MERTON, Priorities in<br />
sci<strong>en</strong>tific discovery, pp. 462-463. -T.B. BOTTOMORE, Sociology, p. 15.<br />
(2) R. DAHRENDORF, <strong>Sociologie</strong> van industrie <strong>en</strong> bedrijf, p. 58. -J.A.A. VAN<br />
DOORN, Geschied<strong>en</strong>is, p. 33, noot 2. -C.W. MILLS, De sociologische visie,<br />
p. 76. -H. BAUDET, Geschied<strong>en</strong>is, p. 25. -H.P.M. GODDIJN-P. THOENES,<br />
Gesprek, pp. 53-54. -F.J. STENDENBACH, Colloque, p. 278. -E.E.G. VER-<br />
MEULEN, Wat is objectiviteit ? , p. 197. -G.W. LOCHER, Geschied<strong>en</strong>is, pi.<br />
P.V. YOUNG, Sci<strong>en</strong>tific, p. 150.<br />
(3) I. SCHöFFER, Het dode cijfer, p. 259. -P.V. YOUNG, Sci<strong>en</strong>tific, p. 150.<br />
(4) B.H. SLICHER van BATH, Het probleem van theorie <strong>en</strong> praktijk, pp. 153-<br />
154.<br />
108
geschied<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> over recht, economie, godsdi<strong>en</strong>st <strong>en</strong>z., <strong>en</strong> uit de sociale<br />
<strong>en</strong> economische geschied<strong>en</strong>is van vandaag welke op opvall<strong>en</strong>de<br />
wijze statistiek, demografie, <strong>en</strong> andere sociologische techniek<strong>en</strong> weet<br />
aan te w<strong>en</strong>d<strong>en</strong> (1).<br />
2. De druk van het verled<strong>en</strong>.<br />
Het verled<strong>en</strong> is e<strong>en</strong> onophoudelijk opstuw<strong>en</strong>de kracht waarvan<br />
de historicus de resultante tracht uite<strong>en</strong> te legg<strong>en</strong> in kwalitatieve <strong>en</strong><br />
kwantitatieve compon<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. Onmiddellijk moet gezegd dat dit analysewerk<br />
niet alle compon<strong>en</strong>t<strong>en</strong> bloot legt <strong>en</strong> dat kwalitatieve id<strong>en</strong>tificatie<br />
nog niet tot kwantificering leidt. De resultante van het verled<strong>en</strong><br />
zal dus nooit kunn<strong>en</strong> bepaald word<strong>en</strong>, haar vectoriële voorstelling<br />
op de drempel van het hed<strong>en</strong> <strong>en</strong> naar de toekomst gericht zal dus<br />
nooit kunn<strong>en</strong> vastgelegd word<strong>en</strong>. Hed<strong>en</strong> <strong>en</strong> toekomst zijn derhalve<br />
verre van historisch gedetermineerd, maar voor zover de resultante getek<strong>en</strong>d<br />
kunn<strong>en</strong> toch opties op het onmiddellijk nabije word<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong><br />
(2).<br />
De druk van het verled<strong>en</strong> —werk van de historicus^-behoort tot<br />
de onontbeerlijke k<strong>en</strong>nis van de socioloog hoe contemporain hij ook<br />
moge ingesteld zijn. Wat zoud<strong>en</strong> Durkheim, Weber <strong>en</strong> Merton van<br />
hun grote studies hebb<strong>en</strong> terecht gebracht zonder het historisch dossier;<br />
wat zou de waarde zijn geweest van zovele ''community studies'*,<br />
"middle towns"', "street corner societies", "Gemeindesoziologi<strong>en</strong>" <strong>en</strong><br />
noem maar op ? Zelfs met zijn directe observatietechniek<strong>en</strong>, zijn alledaagse<br />
voork<strong>en</strong>nis van het sociaal gebeur<strong>en</strong> zou de socioloog te kort<br />
schiet<strong>en</strong>, indi<strong>en</strong> hij niet wat afweet van de historische anteced<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />
want statistische correlaties <strong>en</strong> factoranalyse verklar<strong>en</strong> nog niet<br />
alles (3).<br />
Het past hier toch het belang te onderlijn<strong>en</strong> welke de lev<strong>en</strong>sge-<br />
(1) B.H. SLICHER van BATH, op.cit., passim. -J.A. DE JONGE, Geschied<strong>en</strong>isbeoef<strong>en</strong>ing<br />
in Frankrijk, passim. -A.M. VAN DER WOUDE, De historische demografie,<br />
passim.<br />
(2) A. PHILIP, Histoire des faits économiques et sociaux, II, p. 205. -P.L.<br />
BERGER, Sociologisch d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>, pp. 89-91. -H.M. JOLLES, Probleemgevoeligheid,<br />
p. 51. -L. MOULIN, De technocratie, p. 362. -A.J. WICHERS, Ti<strong>en</strong><br />
Stelling<strong>en</strong>, p. 75. -E. ALLARDT, 'Basic' Dim<strong>en</strong>sions, p. 173.<br />
(3) P.J. BOUMAN, Fundam<strong>en</strong>tele sociologie, p. 118. -M. JANOWITZ,.Armed<br />
forces and society, pp. 155-159. -C.W. MILLS, De sociologische visie, p. 60.<br />
E. DURKHEIM, Les règles..., pp. 136-137. -G. BALANDIER, <strong>Sociologie</strong> dynamique,<br />
p. 8. -P.L. BERGER, Sociologisch d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>, p. 31. -R. DAHREN-<br />
DORF, <strong>Sociologie</strong> van industrie <strong>en</strong> bedrijf, p. 58. ^R.K. MERTON, Priorities,<br />
pp. 462-463. -M. FREEDMAN, Sociology in and of China, p. 108.<br />
109
schied<strong>en</strong>iss<strong>en</strong>, de "life histories' 1 , hebb<strong>en</strong> verworv<strong>en</strong> in het sociologisch<br />
onderzoek. Niet <strong>en</strong>kel wordt gedacht aan de "grot<strong>en</strong>" welke<br />
de historicus steeds hebb<strong>en</strong> geboeid omdat zij hun tijd expon<strong>en</strong>tieerd<strong>en</strong>,<br />
maar ook aan de biografies der ontelbare anonymi waaraan G.<br />
Jacquemyns <strong>en</strong> E. Ginzberg <strong>en</strong> H. Berman lijvige boekdel<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong><br />
gewijd waarvan de moeizame inhoudsanalyse sociologisch lon<strong>en</strong>d is,<br />
<strong>en</strong> vooral aan de sociaal-economische geschied<strong>en</strong>is welke de nieuwe<br />
tijd onder de loepe neemt.<br />
Zodat —indi<strong>en</strong> het nog beklemtoning hoefde— de geschied<strong>en</strong>is<br />
helpt verklar<strong>en</strong> maar niet exclusief verklaart. De historische resultante<br />
is onvolledig, elk hed<strong>en</strong>daags verschijnsel heeft niet e<strong>en</strong> onverbiddelijk<br />
anteced<strong>en</strong>t, <strong>en</strong> de huidige maatschappij<strong>en</strong> zijn te zeer gediffer<strong>en</strong>tieerd<br />
om tot e<strong>en</strong>zelfde stamvader-maatschappij op te klimm<strong>en</strong><br />
(1). •<br />
3. In de sociologische methode kan de geschied<strong>en</strong>is niet<br />
weggedacht.<br />
De tijdsdim<strong>en</strong>sie heeft toch haar nut, wat m<strong>en</strong> er ook over<br />
d<strong>en</strong>ke. Eerst omdat de tijd e<strong>en</strong> hanteerbare schaal uitmaakt, net zoals<br />
e<strong>en</strong> andere, om maatschappij<strong>en</strong> te rangschikk<strong>en</strong>. Vervolg<strong>en</strong>s omdat<br />
het tijdsverschil e<strong>en</strong> weg op<strong>en</strong>t naar de verklaring van de f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong>verandering,<br />
gesteld dat de geografische plaats ongewijzigd is<br />
geblev<strong>en</strong>. Nogmaals omdat in alle klassieke typologieën —het wez<strong>en</strong><br />
de "Idealtypus", de "Gemeinschaf-Gesellschaft" of andere— onteg<strong>en</strong>zeggelijk<br />
e<strong>en</strong> tijdsdim<strong>en</strong>sie inhoud<strong>en</strong>. T<strong>en</strong> slotte omdat alle sociologische<br />
theorie tijdsgebond<strong>en</strong> is (2).<br />
Naar haar oorsprong is de vergelijk<strong>en</strong>de methode historisch. De<br />
vaders der geschied<strong>en</strong>is past<strong>en</strong> die methode reeds toe, <strong>en</strong> het doet er<br />
niet toe dat hun geschiedschrijving descriptief was. De geschiedfilosofie<br />
<strong>en</strong> de moderne theoretische geschied<strong>en</strong>is mak<strong>en</strong> er niet minder<br />
gebruik van wanneer zij tuss<strong>en</strong> anteced<strong>en</strong>s <strong>en</strong> corrolarium e<strong>en</strong> postulaat<br />
inschuiv<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> verklar<strong>en</strong>de ket<strong>en</strong> inhoudt. En m<strong>en</strong> bed<strong>en</strong>ke<br />
dat, zo de sociologie naam zoekt in de modische "comparative<br />
(1) E. DURKHEIM, Les règles..., p. 118. -C.W. MILLS, De sociologische visie,<br />
p. 188. -H. JANNE, <strong>Sociologie</strong> générale, p. 65.<br />
(2) J.H. FICHTER, Sociology, p. 83. -PJ. BOUMAN, Fundam<strong>en</strong>tele sociologie,<br />
pp. 64, 123. -G. BALANDIER, <strong>Sociologie</strong> dynamique, p. 8. -E. ALLARDT,<br />
'Basic' Dim<strong>en</strong>sions, p. 173. -E. DURKHEIM, Les règles..., pp. 136-137. -C.W.<br />
MILLS, De sociologische visie, pp. 164-165. -P.L. BERGER, Sociologisch<br />
d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>, p. 44. -R. DAHRENDORF, <strong>Sociologie</strong> van industrie, p. 24. -F.J.<br />
STENDENBACH, Colloque, p. 278.<br />
110
studies' 1 , zij de geschied<strong>en</strong>is moet bijhal<strong>en</strong> om uit te mak<strong>en</strong> in welke<br />
mate bepaalde variabels als constant<strong>en</strong> mog<strong>en</strong> word<strong>en</strong> beschouwd <strong>en</strong><br />
binn<strong>en</strong> welke spanwijdte andere variabels als onafhankelijke mog<strong>en</strong><br />
word<strong>en</strong> geïntroduceerd (1).<br />
Eig<strong>en</strong>lijk onderstelt het experim<strong>en</strong>t "post ex facto" e<strong>en</strong> soliede<br />
historische k<strong>en</strong>nis. Het kan niet immer vervang<strong>en</strong> door het "ex<br />
nunc" daar dit laatste tijdrov<strong>en</strong>d is, dan maar het verled<strong>en</strong> aftast<strong>en</strong><br />
om e<strong>en</strong> hypothese te toets<strong>en</strong>. Alle<strong>en</strong> vertrouwdheid met het historisch<br />
bedrijf zal de socioloog er voor behoed<strong>en</strong> e<strong>en</strong> normatieve theorie, aanlokkelijk<br />
g<strong>en</strong>oeg om als hypothese ingekleed te word<strong>en</strong>, door historische<br />
interpretatie te will<strong>en</strong> bevestig<strong>en</strong> (2).<br />
Terecht hebb<strong>en</strong> neutrale paneelleiders er op gewez<strong>en</strong> dat de geschied<strong>en</strong>is,<br />
dat ietwat aftandse zusje der sociologie, iets heeft bijgebracht<br />
dat onvervangbaar is in alle methodologie <strong>en</strong> dus ook in die<br />
der sociologie, met name hoe 's m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> van af de oudste<br />
tijd<strong>en</strong> sterk gebond<strong>en</strong> is geweest aan de socio-culturele patron<strong>en</strong><br />
waarin <strong>en</strong> waarrond dat d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> zich ontwikkelde; vooral de speciale<br />
geschied<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> zoals die der wis- <strong>en</strong> natuurkunde maar ook die der<br />
"Epoch<strong>en</strong>geschichte" zijn in dit opzicht leerrijk. Suggerer<strong>en</strong> wij <strong>en</strong>kel<br />
dat de Semitische, Arabische <strong>en</strong> Christelijke wereld er verschill<strong>en</strong>de<br />
d<strong>en</strong>kconcept<strong>en</strong> <strong>en</strong> d<strong>en</strong>kstructur<strong>en</strong> op nahield<strong>en</strong> welke tegelijk met<br />
metafysische <strong>en</strong> praktische problem<strong>en</strong> verband hield<strong>en</strong>. Comte's wet<br />
der drie stadia is er e<strong>en</strong> goed voorbeeld van, <strong>en</strong> heeft hij ongewild de<br />
sociologie der k<strong>en</strong>nis hiermee e<strong>en</strong> liftje gegev<strong>en</strong> dan ook aan de theoretische<br />
geschied<strong>en</strong>is welke bij hem niet ver verwijderd was van de<br />
sociologie. Hoe ook, de historisch-filologische d<strong>en</strong>kwijze, het d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>in-historie<br />
is e<strong>en</strong> vrucht der geschied<strong>en</strong>is waaraan de sociologie kan<br />
snoep<strong>en</strong> (3). Die vrucht toont e<strong>en</strong>s te meer de situationele gebond<strong>en</strong>heid,<br />
het relativisme van het m<strong>en</strong>selijk d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>, <strong>en</strong> is e<strong>en</strong> waarschuwing<br />
teg<strong>en</strong> de methodologische verstarring.<br />
(1) B. LYON, The feudalism of Marc Block, pp. 275-276. -C.W. Ml LLS, De sociologische<br />
visie, pp. 155, 159. -K. KUYPERS, Verhouding sociologie, p. 13.<br />
V. RYS, Etudes comparatives, pp. 255-256. -R.M. MARSH, Making comparative<br />
research cumulative, p. 204. -P.V. YOUNG, Sci<strong>en</strong>tific, pp. 150-151. -P.J. BOU-<br />
MAN, Fundam<strong>en</strong>tele sociologie, p. 123.<br />
(2) H.A. ENNO van GELDER, Nog e<strong>en</strong>s : Max Weber, p. 321. -R. ARON,<br />
Dix-huit leçons, pp. 372-373. -S. ROKKAN, Cross-national sociology, p. 170.<br />
I. SCHöFFER. Het dode cijfer, p. 259. -C.W. MILLS, De sociologische visie,<br />
p. 159. -N.J. SMELSER, Notés on the methodology, pp. 111-112. -J.A.A.<br />
VAN DOORN, Geschied<strong>en</strong>is, p. 45, noot 7.<br />
(3) K. KUYPERS, Verhouding sociologie, pp. 13, 15-16. -H. BAUDET, Geschied<strong>en</strong>is,<br />
pp. 23-24. -J.A.A. VAN DOORN, Geschied<strong>en</strong>is, pp. 39-43. -P.<br />
L. BERGER, Sociologisch d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>, p. 13.<br />
lit
4. De moderne geschied<strong>en</strong>is is meer de wet<strong>en</strong>schap van het<br />
hed<strong>en</strong> dan die van het verled<strong>en</strong>.<br />
Op<strong>en</strong> deur<strong>en</strong> mog<strong>en</strong> wijd-op<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gezet. Geschied<strong>en</strong>is is<br />
niet langer op het antiquariaat gericht, integ<strong>en</strong>deel ze tracht zich in<br />
te bouw<strong>en</strong> in de eig<strong>en</strong>tijdse maatschappij. Dit betek<strong>en</strong>t dat ze in eig<strong>en</strong><br />
"<strong>en</strong>vironm<strong>en</strong>t" het criterium zoekt volg<strong>en</strong>s welk het verled<strong>en</strong> moet<br />
word<strong>en</strong> bestudeerd; niet meer het verled<strong>en</strong> omwille van het verled<strong>en</strong>,<br />
maar wel het verled<strong>en</strong> omwille van het hed<strong>en</strong>. Dit laatste wil zij begrijpelijk<br />
mak<strong>en</strong> <strong>en</strong> waar de sociologie speurt naar contemporaine relaties<br />
grasduint de geschied<strong>en</strong>is in het voorbije om langshe<strong>en</strong> vertikale<br />
relaties eig<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>leving zinvol te mak<strong>en</strong> (1).<br />
De sociologie heeft zichzelf wel e<strong>en</strong>s gedefinieerd als de wet<strong>en</strong>schap<br />
van het voortdur<strong>en</strong>d veranderlijke in de maatschappij, waarbij<br />
impliciet wordt gesteld dat de geschied<strong>en</strong>is niet of minder veranderingsingesteld<br />
zou zijn. Waar is dat de sociologie op elk og<strong>en</strong>blik, zelfs<br />
binn<strong>en</strong> het tijdsbestek van haar onderzoek, geconfronteerd wordt met<br />
het discontinue binn<strong>en</strong> de grote historische tijdskaders welke gemakkelijk<br />
als continu word<strong>en</strong> voorgesteld. Maar waar is ook dat de historicus<br />
de discontinuïteit opmerkt in de continuïteit (2), zodat de verhouding<br />
sociologie-geschied<strong>en</strong>is niet <strong>en</strong>kel ligt in de semantiek van<br />
continuïteit <strong>en</strong> verandering, ook in de inbouw der sociologische verandering<br />
in de historische continuïteit <strong>en</strong> in de binding der sociologische<br />
continuïteit met de historische discontinuïteit.<br />
De waarheid is toch dat de sociologie haar id<strong>en</strong>titeit vond van<br />
het og<strong>en</strong>blik af dat Staat <strong>en</strong> Maatschappij, in Oudheid <strong>en</strong> Middeleeuw<strong>en</strong><br />
zo innig verknocht, van mekaar werd<strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong>. M<strong>en</strong><br />
vergeté hierbij niet dat, zo in de XlXe eeuw biologie <strong>en</strong> sociaal onderzoek<br />
daartoe hebb<strong>en</strong> bijgedrag<strong>en</strong>, de XVI Ie- <strong>en</strong> de XVIIIe-eeuwse<br />
staats- <strong>en</strong> geschiedfilosof<strong>en</strong> de schaar in die navelstr<strong>en</strong>g hadd<strong>en</strong> gezet<br />
in milieu's variër<strong>en</strong>d van Italië (Vico) tot Frankrijk (Montesquieu)<br />
<strong>en</strong> Schotland (Ferguson). De zin voor het veranderlijke, het relatieve,<br />
het onderling afhankelijke in de m<strong>en</strong>selijke sam<strong>en</strong>leving is de verre<br />
(1) C.W. MILLS, De sociologische visie, p. 188. -P.L. BERGER, Sociologisch<br />
d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>, p. 41. -E. DURKHEIM, Les règles..., pp. 136-137. -H. BAUDET,<br />
Geschied<strong>en</strong>is, pp. 23-24, 28.<br />
(2) G.W. LOCHER, Geschied<strong>en</strong>is, p. 2. -C.W. MILLS, op.cit., pp. 12, 160-161.<br />
G. GURVITCH, La vocation actuelle, pp. 0, 19. -R. DAHRENDORF, <strong>Sociologie</strong><br />
van industrie, p. 11. -A. CUVILLIER,Introduction, p. 20. -M.C. BRANDS,<br />
Cons<strong>en</strong>sus, pp. 165, 167. -P.L. BERGER, op.cit., p. 97. -AJ. WICHERS, Ti<strong>en</strong><br />
stelling<strong>en</strong>, p. 73.<br />
112
kiem waaruit de sociologische plant is opgeschot<strong>en</strong> (1).<br />
4. DE AANBRENG DER SOCIOLOGIE VOOR DE GESCHIEDENIS<br />
1. De sociologische werkelijkheid is vollediger dan<br />
de historische.<br />
Voor afligg<strong>en</strong>de period<strong>en</strong> zijn de geschied<strong>en</strong>isbronn<strong>en</strong> vrijwel definitief<br />
verlor<strong>en</strong> of uitgeploz<strong>en</strong>, voor het hed<strong>en</strong> zijn ze onoverzichtelijk<br />
geword<strong>en</strong>. De historicus heeft vele bevolkingsgroep<strong>en</strong> niet opgemerkt<br />
waarin het massaverschijnsel zich manifesteerde <strong>en</strong> precies dit verschijnsel<br />
is relevant voor de maatschappijk<strong>en</strong>nis. De historiografie<br />
k<strong>en</strong>t minder het contradictorisch onderzoek, grot<strong>en</strong>deels omdat haar<br />
beoef<strong>en</strong>ar<strong>en</strong> individualiser<strong>en</strong>d war<strong>en</strong> ingesteld, terwijl het sociologisch<br />
onderzoek kritiek <strong>en</strong> teg<strong>en</strong>onderzoek k<strong>en</strong>t waaruit objectievere<br />
<strong>en</strong> volledigere k<strong>en</strong>nis te voorschijn treedt. De geschiedschrijving<br />
ignoreert de m<strong>en</strong>igvuldige sociaalonderzoekélijke method<strong>en</strong> <strong>en</strong> techniek<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> moet wel toegev<strong>en</strong> dat kwantitatieve analyse ook e<strong>en</strong><br />
vorm is van werkelijkheidsachterhal<strong>en</strong> die meer toetsing mogelijk<br />
maakt dan kwalitatieve analyse. Vóór H. Pir<strong>en</strong>ne <strong>en</strong> M. Bloch war<strong>en</strong><br />
de historici minder "<strong>en</strong>vironm<strong>en</strong>t-minded", wat toch ook e<strong>en</strong> krachtlijn<br />
is in de reconstructie der realiteit. De geschied<strong>en</strong>is is er veel minder<br />
toe gekom<strong>en</strong> de "opinio communis" te boekstav<strong>en</strong> <strong>en</strong> niemand<br />
zal ontk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> dat hier e<strong>en</strong> "terra incognita" is geleg<strong>en</strong> in de historische<br />
exploratie. Om die red<strong>en</strong><strong>en</strong> schiet de historische werkelijkheid<br />
tekort (2).<br />
Bijzonder mag word<strong>en</strong> teruggekom<strong>en</strong> op de vaststelling dat de<br />
"klassieke" historicus voorbij is gestreefd door de hed<strong>en</strong>daagse sociologische<br />
method<strong>en</strong> <strong>en</strong> techniek<strong>en</strong> waarvan het indringingsvermog<strong>en</strong><br />
verbazingwekk<strong>en</strong>d is <strong>en</strong> die e<strong>en</strong> grote mogelijkheid tot toetsbare<br />
hypothes<strong>en</strong> inhoud<strong>en</strong>. De opsomming van wat sociaal onderzoek<br />
methodologisch tot stand heeft gebracht zou te ver feid<strong>en</strong>, doch<br />
het volstaat <strong>en</strong>kele handboek<strong>en</strong> op<strong>en</strong> te slaan <strong>en</strong> m<strong>en</strong> zal overtuigd<br />
(1) K. KUYPERS, Verhouding sociologie, p. 21. -F. FERRAROTTI, Introductory,<br />
p. 15. -L.J. ZIMMERMAN, Geschied<strong>en</strong>is van het economisch d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>,<br />
pp. 120-121. -P.L. BERGER, Sociologisch d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>, p. 44. -T.B. BOTTOMORE,<br />
Sociology, pp. 14-15.<br />
(2) J. NIEZING, Functies van de sociologie, p. 35. -C.W. MILLS, De sociologische<br />
visie, p. 157. -I. SCHöFFER, Nieuwe richting<strong>en</strong>, p. 1. -E. GINZBERG<br />
<strong>en</strong> H. BERMAN, The American Worker, pp. 12-13. -J.A.A. VAN DOORN,<br />
Geschied<strong>en</strong>is, p. 37. -H. BAUDET, Geschied<strong>en</strong>is, p. 23. -P.L. BERGER, Sociologisch<br />
d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>, p. 31. -T.B. BOTTOMORE, Sociology, 1966, p. 18.<br />
113
zijn (1). Gewis kan hier de geschied<strong>en</strong>is in de leer gaan (2), maar nijd<br />
of ontmoediging moet<strong>en</strong> haar niet beziel<strong>en</strong> want omwille van haar<br />
methodologische flora is de sociologie onder de sociale wet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong><br />
wellicht de meest controversiële <strong>en</strong> contraster<strong>en</strong> haar resultat<strong>en</strong><br />
met de gevorderde stand harer techniek<strong>en</strong>.<br />
2. Het sociologisch jargon is geleidelijk aan in het werkkabinet<br />
van de historicus binn<strong>en</strong>gedrong<strong>en</strong>.<br />
Term<strong>en</strong> als sociaal proces, sociale aanpassing, sociale rol, sociale status,<br />
sociale mobiliteit e.a. behor<strong>en</strong> tot het historisch bargo<strong>en</strong>s van hem<br />
die zich ietwat heeft "bijgewerkt". Sociologische (<strong>en</strong> economische)<br />
theorieën di<strong>en</strong><strong>en</strong> als uitgangspunt voor de theoretische <strong>en</strong> hypothetische<br />
geschiedschrijving wier pioniers nog voorlopig in de U.S.A. <strong>en</strong><br />
Frankrijk thuishor<strong>en</strong>. Het is e<strong>en</strong> feit dat ganse pakkett<strong>en</strong> sociologische<br />
bagage word<strong>en</strong> geïmporteerd, <strong>en</strong> de verwerking van de resultat<strong>en</strong><br />
van sociaal-economisch onderzoek door de sociale <strong>en</strong> economische<br />
geschied<strong>en</strong>is zal die tr<strong>en</strong>d nog versterk<strong>en</strong> (3).<br />
3. De sociologie profylaxeert teg<strong>en</strong> transhistorische<br />
vervorming<strong>en</strong>.<br />
De geprez<strong>en</strong> kwalitatieve analyse welke preconceptueel met de spade<br />
groef op zoek naar Vooruitgang of Achteruitgang van het m<strong>en</strong>sdom,<br />
<strong>en</strong> anderzijds de invloed der natuurwet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> welke tot universele<br />
wett<strong>en</strong> leidd<strong>en</strong>, hebb<strong>en</strong> de optimist<strong>en</strong> of pessimist<strong>en</strong> <strong>en</strong> de<br />
vernatuurwet<strong>en</strong>schappelijkte geschiedfilosof<strong>en</strong> in transhistorische ver-<br />
(1) L. GADOUREK, Sociologische onderzoekstechniek<strong>en</strong>. Ass<strong>en</strong> 1967. -Sj.<br />
GROENMAN, Method<strong>en</strong> der sociografie. Ass<strong>en</strong> 1965. -S. <strong>en</strong> B. WEBB,Methods<br />
of social study, 1932. -P.F. LAZARSFELD-M. ROSENBERG, 77ie languageof<br />
social research, 1955. -M. PARTEN, Surveys, polls and samples, 1950. -P.V.<br />
YOUNG, Sci<strong>en</strong>tific social research and surveys, 1956.<br />
(2) H. BAUDET, Geschied<strong>en</strong>is, p. 25. -J.A.A. VAN DOORN, Geschied<strong>en</strong>is,<br />
p. 36. -K. KUYPERS, Verhouding sociologie, p. 15.<br />
(3) K. KUYPERS, Verhouding sociologie, p. 17. -B. LYON, The feudalism of<br />
Marc Bloch, p. 278. -I. SCHöFFER, Nieuwe richting<strong>en</strong>, p. 5. -C.W. MILLS,<br />
De sociologische visie, p. 28. -B.H. SLICHER van BATH, Het probleem van<br />
theorie <strong>en</strong> praktijk, passim. -J.A. DE JONGE, Geschiedbeoef<strong>en</strong>ing in Frankrijk,<br />
passim. -A.M. VAN DER WOUDE, De historische demografie, passim. -B.H.<br />
SLICHER van BATH, Nieuwe weg<strong>en</strong> in Amerikaanse economische <strong>en</strong> sociale<br />
geschied<strong>en</strong>is, passim. -H. VAN DER WEE <strong>en</strong> Th. PEETERS, E<strong>en</strong> dynamisch<br />
model, passim.<br />
114
vorming<strong>en</strong>, oversimplificering<strong>en</strong> of karikaturale voorstelling<strong>en</strong> gestort.<br />
Minst<strong>en</strong>s zal het sociologisch feit<strong>en</strong>ars<strong>en</strong>aal <strong>en</strong> wellicht ook de toetsing<br />
van sociologisch-economische theorieën op het verled<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong><br />
meer bescheid<strong>en</strong> nauwkeurigheid <strong>en</strong> tot rechtzetting van m<strong>en</strong>ige<br />
w<strong>en</strong>s-werkelijkheid aanspor<strong>en</strong>. Als de historiologische realiteit de<br />
historische meer b<strong>en</strong>adert dank zij het sociologisch materiaal of het<br />
sociologisch d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>, dan moet de geschiedschrijving er bij winn<strong>en</strong>.<br />
Detailcorrectie is tijdrov<strong>en</strong>d <strong>en</strong> slop<strong>en</strong>d, gelukkig staat dergelijk alibi<br />
de waarheidsstreving niet overal in de weg. Het is niet verneder<strong>en</strong>d<br />
microscopist te zijn als het macroscopisme daardoor van onvergeeflijke<br />
vlekk<strong>en</strong> wordt gezuiverd (1).<br />
4. De sociologie helpt preconcept<strong>en</strong> opruim<strong>en</strong>.<br />
Positief is de bijdrage der sociologie bij het expliciet uitbouw<strong>en</strong><br />
der hed<strong>en</strong>daagse werkelijkheid als uitgangspunt voor de geschied<strong>en</strong>is;<br />
niet minder positief is haar bijdrage in de afbraak van vooroordel<strong>en</strong>,<br />
vooring<strong>en</strong>om<strong>en</strong>hed<strong>en</strong>, taboes, evid<strong>en</strong>ties, spookbeeld<strong>en</strong>, emoties, apriorism<strong>en</strong>,<br />
tradities, onwaarhed<strong>en</strong> <strong>en</strong> fabeltjes (2). Déze preconcept<strong>en</strong><br />
zijn zovele blinde punt<strong>en</strong>, nauwelijks doorzichtige nevels, vervorm<strong>en</strong>de<br />
spiegels, welke vaak nog mekaars effect versterk<strong>en</strong>. De vraag naar<br />
de waarde van het beeld dat in die voorwaard<strong>en</strong> tot stand komt,<br />
hoeft wel ge<strong>en</strong> antwoord : de vraag stell<strong>en</strong> is ze beantwoord<strong>en</strong>.<br />
5. De sociologie heeft de geschied<strong>en</strong>is geregionaliseerd.<br />
In de regionalisering der geschied<strong>en</strong>is, welke trouw<strong>en</strong>s op differ<strong>en</strong>tiële<br />
geografische niveau's kan word<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong>, hebb<strong>en</strong> gewis vele<br />
invloed<strong>en</strong> meegespeeld. Zo kan niet voorbijgegaan aan de regionaliseringst<strong>en</strong>d<strong>en</strong>s<br />
welke zich in de sociaal-economische planning <strong>en</strong> programmatie<br />
aftek<strong>en</strong>t. Maar vast staat dat de situationele gebond<strong>en</strong>heid<br />
der sociologische theorie, theorie die als startlijn fungeert voor de<br />
(1) M.H. FISCH, "V° Vicö", in : Éne. Brit, 23, p. 122. -C.W. MILLS, De sociologische<br />
visie, p. 28. -H. JANIME, <strong>Sociologie</strong> générale, p. 470; pp. 65-66.<br />
I. SCHÖFFER, Nieuwe richting<strong>en</strong>, p. 1.<br />
(2) J.H. FICHTER, Sociology, p. 24. -E. DURKHEIM, Les règles..., pp. 1,40-<br />
141. -G. GURVITCH, La vocation actuelle, pp. 29-33. -H. HOEFNAGELS,<br />
<strong>Sociologie</strong> <strong>en</strong> sam<strong>en</strong>leving, p. 220. -P.J. BOUMAN, Algem<strong>en</strong>e Maatschappijleer,<br />
p. 59. -C.W. MILLS, De sociologische visie, pp. 202-203. -RL. BERGER,<br />
Sociologisch d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>, pp. 25, 48-49. -A. CUVILLIER, Introduction, pp. 108-<br />
109. -J. LECLERCQ, Introduction, p. 169.<br />
115
herschrijving der geschied<strong>en</strong>is in de U.S.A. <strong>en</strong> in Frankrijk, tot het<br />
regionaliseringsproces bijdraagt, ev<strong>en</strong>als het feit dat deze nieuwe richting<br />
in de geschied<strong>en</strong>is wordt bevorderd door de aanw<strong>en</strong>ding van de<br />
overvloed van gegev<strong>en</strong>s verstrekt door het moderne sociaal-economisch<br />
onderzoek. Het verlang<strong>en</strong>, t<strong>en</strong> slotte, van m<strong>en</strong>ige historici om<br />
zich di<strong>en</strong>stbaar te mak<strong>en</strong> bij de probleemstelling <strong>en</strong> probleemoplossing<br />
van dring<strong>en</strong>de actualiteitsknelpunt<strong>en</strong> zal wel niet vreemd zijn<br />
aan de regionalisering <strong>en</strong> dan zal de sociologie uiteindelijk deze stimulus<br />
hebb<strong>en</strong> help<strong>en</strong> opwekk<strong>en</strong> (1).<br />
6. De sociologische geest in de geschied<strong>en</strong>is.<br />
Definiër<strong>en</strong> wij de sociologische geest als de zin voor plurifunctionele<br />
<strong>en</strong> reversiebele binding^tuss<strong>en</strong> deel <strong>en</strong> geheel, de overtuiging<br />
dat alles t<strong>en</strong> slotte alles beïnvloedt, de kunst van abstractie <strong>en</strong> g<strong>en</strong>eralisering,<br />
de hang naar horizontale <strong>en</strong> vertikale vergelijking, de ruk<br />
om theorie <strong>en</strong> feit teg<strong>en</strong> mekaar af te weg<strong>en</strong>, <strong>en</strong> dan moet m<strong>en</strong> toegev<strong>en</strong><br />
dat zulks het einde betek<strong>en</strong>t der ''histoire événem<strong>en</strong>tielle et<br />
historisante" waarteg<strong>en</strong> precies historici als M. Weber, H. Pir<strong>en</strong>ne,<br />
M. Bloch, H. Berr, L. Febvre, J. Romein e.a. de sociologische geest<br />
plaatst<strong>en</strong> (2).<br />
Is e<strong>en</strong>maal die sociologische geest e<strong>en</strong> verworv<strong>en</strong>heid, dan kan<br />
de historicus aan het herschrijv<strong>en</strong> gaan, aansporing <strong>en</strong> inspiratie<br />
vind<strong>en</strong>d in het werk der ev<strong>en</strong> g<strong>en</strong>oemde geschiedschrijvers <strong>en</strong> in de<br />
medewerking van alle sociale wet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> welke e<strong>en</strong> specifiek<br />
gezichtspunt op<strong>en</strong><strong>en</strong> op het historische. Het verled<strong>en</strong> kan aldus kritisch<br />
<strong>en</strong> zinvol gereconstrueerd <strong>en</strong> die werkwijze komt het interesse<br />
tegemoet van de tijdg<strong>en</strong>oot : niet voor de erflaters, wel voor de erf-<br />
(1) A. TOURAINE, Unité et diversité, pp. 122-123. -M<strong>en</strong> d<strong>en</strong>ke ev<strong>en</strong> aan de<br />
"New economie history" in de USA <strong>en</strong> aan de historische studies der Franse<br />
Ecole Pratique des Hautes Etudes.<br />
(2) G.W. LOCHER, Geschied<strong>en</strong>is, p. 7. -K.KUYPERS, Verhouding sociologie,<br />
p. 11. -F.J.H.M. VAN DER VEN, Theorie der sociale politiek, p. 8. -H.P.M.<br />
GODDIJN <strong>en</strong> P. THOENES, Gesprek, p. 54. -I. SCHöFFER, Nieuwe richting,<br />
pp. 1-4. -M.C. BRANDS, Cons<strong>en</strong>sus, pp. 164, 171. -R. DAHRENDORF, <strong>Sociologie</strong><br />
van industrie, p. 11. -J. HOVY, J.G. VAN DILLEN, p. 479. -H.W. von der<br />
DUNK, Friedrich Meinecke, p. 37. -J.P. KRUUT, Betek<strong>en</strong>is van Steinmetz, p.<br />
39. -J.A. DE JONGE, Geschied<strong>en</strong>isbeoef<strong>en</strong>ing, p. 158. -A.M. VAN DER WOU-<br />
DE, De historische demografie, pp. 188-189. -T.B. BOTTOMORE, Sociology,<br />
p. 18.<br />
116
g<strong>en</strong>am<strong>en</strong> wordt toch geschied<strong>en</strong>is bedrev<strong>en</strong> (1)<br />
5. GEEN DEMINUTIO CAPITIS HIST0R1AE !<br />
Ge<strong>en</strong> wet<strong>en</strong>schappelijke "deminutio" omdat wetmatigheid <strong>en</strong><br />
voorspelbaarheid —al te zeer natuurwet<strong>en</strong>schappelijk geïnspireerd—<br />
niet als "het" wet<strong>en</strong>schappelijk criterium kunn<strong>en</strong> geld<strong>en</strong>. Dat soort<br />
wetmatigheid kan trouw<strong>en</strong>s de sociologie zich zelf nïet veroorlov<strong>en</strong>,<br />
zij moet zich voorlopig met minder tevred<strong>en</strong> stell<strong>en</strong>. Ook e<strong>en</strong> systematische<br />
descriptie, vooral wanneer zij naar e<strong>en</strong> functioneel beginsel<br />
wordt geord<strong>en</strong>d of wanneer zij in e<strong>en</strong> pluridim<strong>en</strong>sioneel model wordt<br />
sam<strong>en</strong>gebracht, moet wet<strong>en</strong>schappelijk word<strong>en</strong> g<strong>en</strong>oemd. Het is nog<br />
niet het og<strong>en</strong>blik voor de historicus om moedeloosheid te ton<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
zich als handlanger van de socioloog te gaan beschouw<strong>en</strong> (2). G<strong>en</strong>eralisaties<br />
<strong>en</strong> wetmatighed<strong>en</strong> zijn hem t<strong>en</strong> andere niet onbek<strong>en</strong>d.<br />
Ge<strong>en</strong> sociale "deminutio 1 '. Deze affirmatie prangt wel wat,<br />
want hier ligt de geschied<strong>en</strong>is wel teg<strong>en</strong>over de sociologie achterop.<br />
Maar moet<strong>en</strong> wij het noodzakelijk houd<strong>en</strong> bij de "klassieke"historie<br />
die verhaalde <strong>en</strong> buit<strong>en</strong> tijdsdata e<strong>en</strong> afkeer had van cijfers ? Economische<br />
historici <strong>en</strong> demografische historici, zonder hun sociaal-gerichte<br />
collega's te verget<strong>en</strong>, mog<strong>en</strong> toch ook word<strong>en</strong> ingelijfd bij die<br />
niet-sociolog<strong>en</strong> die in de hed<strong>en</strong>daagse tijdsdrift zijn betrokk<strong>en</strong> <strong>en</strong> behor<strong>en</strong><br />
tot het "work team" dat zit te dokter<strong>en</strong> aan de dossiers waarop<br />
de politici e<strong>en</strong> dring<strong>en</strong>de beslissing moet<strong>en</strong> treff<strong>en</strong> (3).<br />
Ge<strong>en</strong> "demunitio" welke ook. Zou de sociologie devalbijl durv<strong>en</strong><br />
hanter<strong>en</strong>k zij die zelfs nog niet e<strong>en</strong>s aan e<strong>en</strong> mesotheorie toe<br />
is (4) ? Door de geschied<strong>en</strong>is zo <strong>en</strong>g mogelijk te definiër<strong>en</strong> zijn haar<br />
(1) E.H. KOSSMANN, E<strong>en</strong> crisis, p. 59. -F.J.H.M. VAN DER VEN, Geschied<strong>en</strong>is<br />
van de arbeid, p. 8. -H.W. von der DUNK, Friedrich Meinecke, p. 27. -C.<br />
W. MILLS, De sociologische visie, p. 156. -J.A.A. VAN DOORN, Geschied<strong>en</strong>is,<br />
pp. 39-41. -G.W. LOCHER, Geschied<strong>en</strong>is, p. 7. -H. JANNE, <strong>Sociologie</strong> générale,<br />
pp. 65-66, 470.<br />
(2) E. DURKHEIM, Les règles..., pp. 116-118. -K. KUYPERS, Verhouding sociologie,<br />
p. 12. -E.E.G. VERMEULEN, Geschied<strong>en</strong>is van e<strong>en</strong> begrip, p. 62. -<br />
E.H. KOSSMANN, E<strong>en</strong> crisis in de geschiedwet<strong>en</strong>schap ? , p. 59. -G.W. LO-<br />
CHER, Geschied<strong>en</strong>is, p. 1. -T.B. BOTTOMORE, Sociology, pp. 28-29, 37.<br />
(3) H. BAUDET, Geschied<strong>en</strong>is, p. 23. -G. GURVITCH, La vocation actuelle,<br />
p. 1. -P.L. BERGER, Sociologisch d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>, p. 47. -H.M. JOLLES, Probleemgevoeligheid,<br />
p. 48. -H.P.M. GODDIJN <strong>en</strong> P. THOENES, Hoofdmom<strong>en</strong>t<strong>en</strong>,<br />
p. 84.<br />
(4) P. VAN BERKEN, Boekbespreking, p. 384. -H.M^JOLLES, Probleemgevoeligheïd,<br />
pp. 50-51, 59. -H. HOEFNAGELS, <strong>Sociologie</strong> <strong>en</strong> sam<strong>en</strong>leving, p. 211,<br />
C.W. MILLS, op.cit., p. 138. -J. PIAGET, Le problème, p. 23.<br />
117
meest verwoede teg<strong>en</strong>standers er niet in geslaagd haar te berecht<strong>en</strong>; ze<br />
k<strong>en</strong>t analyse <strong>en</strong> synthese, gelijk<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> <strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>, repetities <strong>en</strong><br />
g<strong>en</strong>eralisaties, ze wordt conjecturele <strong>en</strong> hypothetische maatschappijkunde,<br />
creëert ideaaltypische constructies waarmee het e<strong>en</strong>malige<br />
beter kan "begrep<strong>en</strong>" word<strong>en</strong> (1). Of ze zo do<strong>en</strong>de nog geschied<strong>en</strong>is<br />
blijft (2), kan niet alle<strong>en</strong> door de sociologie word<strong>en</strong> uitgemaakt; zij<br />
vergeté niet dat er nog Droys<strong>en</strong>s <strong>en</strong> Diltheys zijn welke aan de wetmatigheidsbekwaamheid<br />
der sociologie twijfel<strong>en</strong> (3).<br />
De annexionitis is e<strong>en</strong> hypertrofie van e<strong>en</strong> jonge wet<strong>en</strong>schap<br />
—er wordt de sociologie bedoeld— waarvan op zijn minst mag word<strong>en</strong><br />
gezeefd dat zij de rumoerigste is onder de sociale wet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> maar<br />
ook dat haar resultat<strong>en</strong> niet in verhouding staan tot haar methodologisch<br />
apparaat. Het lijkt e<strong>en</strong> misplaatst imperialisme de sociografie<br />
<strong>en</strong> culturele antropologie al door de sociologie opgeslokt te zi<strong>en</strong> (4),<br />
de sociale geschied<strong>en</strong>is klaar gestoofd te zi<strong>en</strong> <strong>en</strong> dan maar de historische<br />
wet<strong>en</strong>schap als zodanig aan het m<strong>en</strong>u toe te voeg<strong>en</strong>; het is bed<strong>en</strong>kelijk<br />
dat m<strong>en</strong> er zich in die hoek over verwondert dat dit soort<br />
kannibalisme nog niet voltrokk<strong>en</strong> is. Alle<strong>en</strong> e<strong>en</strong> a-historische vorming<br />
of amnesie kunn<strong>en</strong> als excuus geld<strong>en</strong>.<br />
"Magistra vitae" noemd<strong>en</strong> de Oud<strong>en</strong> de geschied<strong>en</strong>is, "la sci<strong>en</strong>ce<br />
reine" noem<strong>en</strong> haar contemporanist<strong>en</strong> die "weise macht für immer"<br />
naar J.Burckhardt's woord (5). En op die eretitels kunn<strong>en</strong> de annexionist<strong>en</strong><br />
vooralsnog weinig afding<strong>en</strong> (6).<br />
6. BESLUIT :<br />
GESCHIEDENIS EN SOCIOLOGIE VULLEN MEKAAR AAN.<br />
Bij het overlop<strong>en</strong> der verschilpunt<strong>en</strong> drong zich impliciet al de<br />
conclusie op dat deze, bij hun formulering, sterk vervaagd<strong>en</strong>; de<br />
overe<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> van hun kant kom<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel deze overtuiging kracht<br />
bijzett<strong>en</strong>. Geschied<strong>en</strong>is <strong>en</strong> sociologie, ontsprot<strong>en</strong> uit e<strong>en</strong>zelfde strev<strong>en</strong><br />
van de m<strong>en</strong>s om zichzelf te k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> <strong>en</strong> daardoor zichzelf te bevrijd<strong>en</strong><br />
uit het maatschappelijk "<strong>en</strong>vironm<strong>en</strong>t", gesprot<strong>en</strong> uit e<strong>en</strong>zelfde<br />
m<strong>en</strong>swet<strong>en</strong>schappelijke stam kunn<strong>en</strong> niet anders dan mekaar<br />
aanvull<strong>en</strong>; verbond<strong>en</strong> in e<strong>en</strong>zelfde finaliteit, kunn<strong>en</strong> zij <strong>en</strong>kel in hun<br />
(1) K. KUYPERS, Verhouding sociologie, p. 8.<br />
(2) J.A.A. VAN DOORN, Geschied<strong>en</strong>is, p. 45.<br />
(3) T.B. BOTTOMORE, Sociology, pp. 27-28.<br />
(4) J.A.A. VAN DOORN, Geschied<strong>en</strong>is, p. 31 noot 4, 36. 38.<br />
(5) E. LOUSSE, Geschied<strong>en</strong>is, pp. 81-85. -R. ARON, Dix-huit leçons, p. 355.<br />
H. BAUDET, Geschied<strong>en</strong>is, p. 27.<br />
(6) J.AIA. VAN DOORN, op.cit., pp. 39-40.<br />
118
symbiotische binding acc<strong>en</strong>tverschill<strong>en</strong> maar ge<strong>en</strong> wez<strong>en</strong>lijk onderscheid<br />
opbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> (1).<br />
De sociologie stelt het hed<strong>en</strong> duidelijker <strong>en</strong> poogt tot wetmatigheid<br />
<strong>en</strong> dus tot voorspelbaarheid te kom<strong>en</strong>. Nu kan dé geschied<strong>en</strong>is<br />
zich makkelijker begev<strong>en</strong> op het pad der vermaatschappelijkinçj<br />
<strong>en</strong> dus der sociale di<strong>en</strong>stbaarheid, <strong>en</strong> anderzijds kan zij rustig hetzij<br />
door haar archief onmiddellijk te op<strong>en</strong><strong>en</strong> hetzij door de voorspelling<br />
af te wacht<strong>en</strong> de sociologie op haar mogelijkhed<strong>en</strong> toets<strong>en</strong> <strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tueel<br />
corriger<strong>en</strong>. De projectie der sociologische theorie op het verled<strong>en</strong><br />
is e<strong>en</strong> nieuwe richting waarin de geschied<strong>en</strong>is e<strong>en</strong> beloftevolle<br />
twijg kan in<strong>en</strong>t<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> oude stam die niets aan vitaliteit heeft verlor<strong>en</strong><br />
(2).<br />
De geschied<strong>en</strong>is behoedt èn teg<strong>en</strong> het universalisme èn het teleologisme<br />
die vaak hypertrofie bezorg<strong>en</strong> aan de sociologische theorie.<br />
Ook zij spijst de sociologie met data <strong>en</strong> daar<strong>en</strong>bov<strong>en</strong> zorgt zij voor<br />
de noodzakelijke empirische binding der sociologische theorie welke<br />
wel e<strong>en</strong>s de gew<strong>en</strong>ste voorzichtigheid uit het oog zou verliez<strong>en</strong> om<br />
zich uit haar mesokooi vrij te mak<strong>en</strong> (3).<br />
Beide hebb<strong>en</strong> er alle belang bij op mekaar ingespeeld te blijv<strong>en</strong>.<br />
In hoever ligt er niet e<strong>en</strong> e<strong>en</strong>voudig woord<strong>en</strong>spel in wat de <strong>en</strong><strong>en</strong> geschied<strong>en</strong>is<br />
der geschied<strong>en</strong>is <strong>en</strong> de ander<strong>en</strong> sociologie der sociologie<br />
noem<strong>en</strong> ? Van positieve betek<strong>en</strong>is is dat de socioloog de g<strong>en</strong>eraliser<strong>en</strong>de<br />
historie e<strong>en</strong> welkom toeroept <strong>en</strong> dat de historicus in zijn<br />
syntheses e<strong>en</strong> inv<strong>en</strong>tief-creatief mom<strong>en</strong>t ziet van zijn geschiedkundige<br />
geesteswerkzaamheid. Van alle sociale wet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> zijn beide<br />
het meest betrokk<strong>en</strong> op de m<strong>en</strong>s-in-de-sam<strong>en</strong>leving, op de formulering<br />
van 's m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> persoonlijke equatie, c?p het inzichtelijk mak<strong>en</strong><br />
van zijn vrijheid in het maatschappelijkHtjebeur<strong>en</strong>, op het bewust<br />
mak<strong>en</strong> van zijn persoonlijke verantwoordelijkheid (4).<br />
(1) Th.J.G. LOCHER, Geschied<strong>en</strong>isfilosofie in Nederland, pp. 2,4. -H.W. vc<br />
der DUNK, Friedrich Meinecke, p. 27. -H. BAUDET, Geschied<strong>en</strong>is, p. 25.<br />
(2) K. KUYPERS, Verhouding sociologie, pp. 8, 21. -J.M.J. VAN DER POT,<br />
Boekbespreking, pp. 445-456, waar hij P.A. Sorökin cfteert. -H. JANNE, <strong>Sociologie</strong><br />
générale, p. 65, -A. TOURAINE, Unité et -diversité, pp. 119, 121.<br />
(3) E. LOUSSE, Geschied<strong>en</strong>is, pp. 62-64. -M.C. BRANDS, Het 'onpolitieke',<br />
p. 176.<br />
(4) K. KUYPERS, Verhouding sociologie, pp. 19, 21. -J.A.A. VAN DOORN,<br />
Geschied<strong>en</strong>is, p. 44. -H. BAUDET, Geschied<strong>en</strong>is, pp. 28-29. -C.W. MILLS, De<br />
sociologische visie, p. 155. -A. CUVILLIER, Introduction, p. 52. -F.J. STEN-<br />
DENBACH, Colloque, p. 278.<br />
119
BIBLIOGRAFIE<br />
ALLARDT E. : "Basic" Dim<strong>en</strong>sions in the comparative study of social structures,<br />
in -.Translations of the Sixth World Congress of Sociology, 1966, vol. 1.<br />
ARON R. : Dix-huit leçons sur la société industrielle, Paris 1962.<br />
BALANDIER G. : "<strong>Sociologie</strong> dynamique et histoire à partir des faits africains",<br />
in : Cahiers internationaux de <strong>Sociologie</strong>, XXXIV, 1963.<br />
BAUDET H. : "Geschied<strong>en</strong>is <strong>en</strong> sociologie uit het gezichtspunt van de historicus",<br />
in : <strong>Sociologie</strong> <strong>en</strong> geschied<strong>en</strong>is, Ass<strong>en</strong> 1961.<br />
BAUDET H. : "M<strong>en</strong>s<strong>en</strong> <strong>en</strong> ding<strong>en</strong>", in : Tijdschrift voor Geschied<strong>en</strong>is, LXXXII,<br />
2, 1969.<br />
BERGER P.L. : Sociologisch d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> k<strong>en</strong>nismaking met de sociologie,<br />
Rotterdam 1965.<br />
BOTTOMORE T.B. : Sociology. A guide to Problems and Literature, London<br />
1966.<br />
BOUMAN PJ. : Algem<strong>en</strong>e Maatschappijleer, Groning<strong>en</strong> 1960.<br />
BOUMAN P.J. : Fundam<strong>en</strong>tele sociologie, Utrecht 1966.<br />
BRANDS M.C. : "Cons<strong>en</strong>sus <strong>en</strong> continuïteit als kernbegripp<strong>en</strong> der Amerikaanse<br />
geschiedschrijving", in : Tijdschrift voor Geschied<strong>en</strong>is, LXXXI, 2, 1968.<br />
BRUGMANS IJ. : "De oorlog als historisch verschijnsel", in : Polemologische<br />
Studiën, Ass<strong>en</strong> 1963.<br />
CUISENIER J. : "La sociologie et ses applications", in : Revue Française de sociologie,<br />
VU, 3, 1966.<br />
CUVILLIER A. : Introduction à la <strong>Sociologie</strong>, Paris 1960.<br />
DAHRENQQRF R. : <strong>Sociologie</strong> van industrie <strong>en</strong> bedrijf, Utrecht-Antwerp<strong>en</strong><br />
1965.<br />
DAUDT H- : "Sociaal-wet<strong>en</strong>schappelijke bestudering van politieke verschijnsel<strong>en</strong>",<br />
in : Het conflict als maatschappelijk verschijnsel, Utrecht-Antwerp<strong>en</strong><br />
1962.<br />
DE JONGE J.A. : "Geschied<strong>en</strong>isbeoef<strong>en</strong>ing in Frankrijk", in : Tijdschrift voor<br />
Geschied<strong>en</strong>is, LXXXII, 2, 1969.<br />
DURKHilM E. : Les règles de la méthode sociologique. Paris 1947.<br />
ENNO van GELDER H.A. : "Nog e<strong>en</strong>s : Max Weber", in : Tijdschrift voor Geschied<strong>en</strong>is,<br />
LXXIX.3, 1966.<br />
FERRAROTTI F. : "Introductory remarks on ideology and sociology", in :<br />
Transactions of the Sixth World Congress of Sociology, vol. 2, 1967.<br />
FICHTER J.-H. : La <strong>Sociologie</strong>, Paris 1961.<br />
FISCH M.H. : "V° Vico, Giambattista", in : Encyclopaedia Britannica, XXIII,<br />
1964.<br />
FREEDMAN M. : "Sociology in and of China", in : 77ie British Journal of<br />
Sociology, XII 1,2.<br />
FRIEDMANN G. : Le travail <strong>en</strong> miettes, Paris 1956,<br />
GADOUREK I. : Sociologische onderzoekstechniek<strong>en</strong>, Arnhem 1967.<br />
GODDIJN H.P.M, <strong>en</strong> THOENES P. : "Van verwondering tot wet<strong>en</strong>schap", in :<br />
Wegwijzer in de <strong>Sociologie</strong>, Amsterdam 1963.<br />
GODDIJN HrP,M. <strong>en</strong> THOENES P. : "Het sociologisch onderzoek", in : Wegwijzer<br />
in de <strong>Sociologie</strong>, Amsterdam 1963.<br />
GODDIJN H.P.M, <strong>en</strong> THOENES P. : "Wat is <strong>Sociologie</strong> ? ", in : Wegwijzer in de<br />
<strong>Sociologie</strong>, Amsterdam 1963.<br />
GODDIJN H.P.M, <strong>en</strong> THOENES P. : "Het Gesprek met de Buurwet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>",<br />
in : Wegwijzer in de <strong>Sociologie</strong>, Amsterdam 1963.<br />
120
GODDIJN H.P.M, <strong>en</strong> THOENES P. : "Waarde <strong>en</strong> waardeoordel<strong>en</strong> in de sociologie",<br />
in : Wegwijzer in de <strong>Sociologie</strong>, Amsterdam 1963.<br />
GODDIJN H.P.M, <strong>en</strong> THOENES P. : "Hoofdmom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> uit het verled<strong>en</strong> der<br />
westerse sociologie", in : Wegwijzer in de <strong>Sociologie</strong>, Amsterdam 1963.<br />
GROENMAN : Method<strong>en</strong> der Sociografie, Ass<strong>en</strong> 1965.<br />
GURVITCH G. : La vocation actuelle de la sociologie, Paris 1963.<br />
HOEFNAGELS H. : "<strong>Sociologie</strong> <strong>en</strong> sam<strong>en</strong>leving", in : Sociologische Gids,<br />
XI11,4, 1966.<br />
HOMANS G.C. : The Human Group, New-York 1950.<br />
HOVY J., VAN DILLEN J.G. : "M<strong>en</strong>s<strong>en</strong> <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>", in : Tijdschrift<br />
voor Geschied<strong>en</strong>is, LXXVII.4, 1964.<br />
JACQUEMYNS G. : La société belge sous l'occupation allemande 1940-1944,<br />
2 dln, Bruxelles 1950.<br />
JANNE H. : "Introduction à la sociologie générale", in : Revue de l'Institut de<br />
<strong>Sociologie</strong> Solvay, Bruxelles, 3, 1951.<br />
JANNE H. : <strong>Sociologie</strong> Générale (notes), Bruxelles s.d.<br />
JANOWITZ M. : "Armed forces and society in a world perspective", in :<br />
Transactions of the Sixth World Congress of Sociology, 2,1967.<br />
JOHNSON H.M. : Sociology, London 1961.<br />
JOLLES H.M. : "Probleemgevoeligheid <strong>en</strong> onderzoeksbeleid in de sociologie",<br />
in : M<strong>en</strong>s <strong>en</strong> Maatschappij, jan.-feb. 1968.<br />
KOSSMANN E.H. : "E<strong>en</strong> crisis in de geschiedwet<strong>en</strong>schap ? ", in : Tijdschrift<br />
voor Geschied<strong>en</strong>is, LXXVII.l, 1964.<br />
KRUIJT J.P. : "De betek<strong>en</strong>is van Steinmetz voor de sociografie <strong>en</strong> de sociologie",<br />
in : M<strong>en</strong>s <strong>en</strong> Maatschappij, jan.-feb. 1963.<br />
KUYPERS K. : "Verhouding sociologie <strong>en</strong> geschiedwet<strong>en</strong>schap wet<strong>en</strong>schapstheoretisch<br />
beschouwd", in : <strong>Sociologie</strong> <strong>en</strong> Geschied<strong>en</strong>is, Ass<strong>en</strong> 1961.<br />
LECLERCQ J. : Introduction à la sociologie, Louvain 1948.<br />
LOCHER G.W. : "Geschied<strong>en</strong>is <strong>en</strong> de andere sociale wet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>", in : Tijdschrift<br />
voor Geschied<strong>en</strong>is, LXXVI, 1,1963.<br />
LOUSSE E. -.Geschied<strong>en</strong>is, Brugge-Brussel 1945.<br />
LYON B. : "The feudalism of Marc Bloch", in : Tijdschrift voor Geschied<strong>en</strong>is,<br />
LXXVI.3, 1963.<br />
MARSH R.K. : "Making comparative research cumulative", in -.Transactions<br />
of the Sixth World Congress of Sociology, 1, 1966.<br />
MENDOZA TROCONIS J.R. : Curso de Sociologia, 2 din, Madrid s.d.<br />
MERTON R.K. : Social Theory and Social Structure, Gl<strong>en</strong>coe 1957.<br />
MILLS C.W. : De sociologische visie, Utrecht 1963.<br />
MOORE W.E. : "La méthode comparative appliquée au changem<strong>en</strong>t social",<br />
in : Revue internationale des Sci<strong>en</strong>ces sociales, XV,4, 1963.<br />
MOORE W.E. : De sociale verandering, Utrecht-Antwerp<strong>en</strong> 1965.<br />
MOULIN L. : "De technocratie, schrikbeeld <strong>en</strong> bekoring van de moderne wereld",<br />
in : Tijdschrift voor Sociale Wet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>, VI,4, 1961.<br />
NIEZING J. : Functies der sociologie, Meppel 1962.<br />
PHILIP A. : Histoire des faits économiques et sociaux depuis 1800 à nos jours,<br />
2 dln, Paris 1963.<br />
RADCLIFFE-BROWN A.R. : "Forword", in : StAnderzjewski, Military Organization<br />
and Society, London s.d.<br />
ROKKAN St. : "Cross-national sociology", in : Transactions of the Sixth<br />
World Congress of Sociology, 1, 1966.<br />
121
RYS V. : "Etudes internationales sur la sécurité sociale", in : Bulletin de l'Association<br />
internationale de la Sécurité Sociale, 7-8, 1966.<br />
SCHöFFER I. : "Het dode cijfer <strong>en</strong> het lev<strong>en</strong>de getal", in : Tijdschrift voor<br />
Geschied<strong>en</strong>is, LXXVIII.3, 1965.<br />
SIERTSEMA B. : "Taalsociologie ? ", in : M<strong>en</strong>s <strong>en</strong> maatschappij, XXXVIII,6,<br />
1963.<br />
SLICHER van BATH B.H. : "Het probleem van theorie <strong>en</strong> praktijk in de economische<br />
<strong>en</strong> sociale geschied<strong>en</strong>is", in : Tijdschrift voor Geschied<strong>en</strong>is,<br />
LXXXII.2, 1969.<br />
SLICHER van BATH B.H. : "Nieuwe weg<strong>en</strong> in de Amerikaanse economische <strong>en</strong><br />
sociale geschied<strong>en</strong>is", in : Tijdschrift voor Geschied<strong>en</strong>is, LXXXII.2, 1969.<br />
SMELSER N.J. : "Notes on the methodology of comparative analysis of<br />
economie activity", in : Transactions of the Sixth World Congress ofSociology^,<br />
1967.<br />
SPITS F.C. : "De oorlog in het licht der historie", in -. Polemologische Studiën,<br />
Ass<strong>en</strong> 1963.<br />
STENDENBACH F.J. : "Zur Theorie sozial<strong>en</strong> Handelns", in : Kölner Zeitschrift<br />
für Soziologie und Sozialpsychologie, XVI, 1, 1964.<br />
TOURAINE A. : "Unité et diversité de la sociologie", in : Transactions of the<br />
Sixth World Congress of Sociology, 2, 1967.<br />
VAN DER VEN F.J.H.M. -.Geschied<strong>en</strong>is van de arbeid, Utrecht-Antwerp<strong>en</strong> 1965.<br />
VAN DER WEE H. <strong>en</strong> PEETERS Th. : "E<strong>en</strong> dynamisch model voor seculiere<br />
ontwikkeling van de wereldhandel <strong>en</strong> de welvaart (12e-18e eeuw)", in : Tijdschrift<br />
voor Geschied<strong>en</strong>is, LXXXII.2, 1969.<br />
VAN DER WOUDE A.M. : "De historische demografie in de ontwikkeling der<br />
geschiedwet<strong>en</strong>schap", in : Tijdschrift voor Geschied<strong>en</strong>is, LXXXII.2, 1969.<br />
VAN DOORN J.A.A. <strong>en</strong> LAMMERS C.J. : Moderne <strong>Sociologie</strong>, Ut ree ht- Antwerp<strong>en</strong><br />
1959.<br />
VAN DOORN J.A.A. : "Geschied<strong>en</strong>is <strong>en</strong> sociologie van uit het gezichtspunt van<br />
de socioloog", in : <strong>Sociologie</strong> <strong>en</strong> Geschied<strong>en</strong>is, Ass<strong>en</strong> 1961.<br />
VAN HESSEN J.S., et al., : Wegwijzer in de <strong>Sociologie</strong>, Amsterdam 1963.<br />
VERMEULEN E.E.G. : "Geschied<strong>en</strong>is van e<strong>en</strong> begrip", in : Tijdschrift voor Geschied<strong>en</strong>is,<br />
LXXVII.l, 1964.<br />
von der DUNK : "Friedrich Meinecke <strong>en</strong> het historicisme", in : Tijdschrift voor<br />
Geschied<strong>en</strong>is, LXXIX.l, 1966.<br />
WICHERS A.J. : "Ti<strong>en</strong> stelling<strong>en</strong>", in -. Sociologische Gids, 2, 1966.<br />
YOUNG P.V. : Sci<strong>en</strong>tific social surveys and research, Englewood Cliffs 1956.<br />
ZIMMERMAN LJ. : Geschied<strong>en</strong>is van het economisch d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>, D<strong>en</strong> Haag 1957.<br />
122