22.09.2013 Views

Nieuwsbrief nr. 4, 2008.qxd - NVMP

Nieuwsbrief nr. 4, 2008.qxd - NVMP

Nieuwsbrief nr. 4, 2008.qxd - NVMP

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Uit de inhoud<br />

3 Algemene Ledenvergadering<br />

NMVP 2009<br />

6 Symposium ‘Medische<br />

polemologie in de wetenschap’<br />

10 Nuclear Secrets<br />

14 De studie van de hedendaagse<br />

oorlog<br />

17 Presentatie IKV Pax Christirapport<br />

‘Verarmd Uranium -<br />

Tijd voor duidelijkheid’<br />

22 Het darwinisme en oorlog<br />

24 Arts en Oorlog<br />

29e jaargang herfst 2009<br />

NIEUWSBRIEF <strong>NVMP</strong>/AVV<br />

G E Z O N D H E I D S Z O R G E N V R E D E S V R A A G S T U K K E N / A R T S E N V O O R V R E D E<br />

/<br />

GEZONDHEIDSZORG EN VREDESVRAAGSTUKKEN<br />

ARTSEN VOOR VREDE<br />

IPPPN NW<br />

IINT.. PH HYSICIAANNS FOR T THEE PREVEN NTTIIONN OF NNUUCLLEEAAR WAARR<br />

3<br />

40 jaar <strong>NVMP</strong> 1969-2009


NIEUWSBRIEF <strong>NVMP</strong>/AVV<br />

GEZONDHEIDSZORG EN VREDESVRAAGSTUKKEN / ARTSEN VOOR VREDE<br />

Uitgave van Artsen voor Vrede / AVV<br />

en de Nederlandse Vereniging voor<br />

Medische Polemologie ‘Gezondheidszorg<br />

en Vredesvraagstukken’ / <strong>NVMP</strong><br />

Verschijnt vier keer per jaar.<br />

2<br />

Colofon<br />

Redactie<br />

M. Bakker<br />

A. Botzen-Gramsma<br />

H. D’aes<br />

J.M.G. van der Dennen (eindredacteur)<br />

H. van Iterson<br />

W. Kusters<br />

E.C. Mudde<br />

Samensteller van de Engelse synopsis:<br />

P. M. Moll-Huber.<br />

Corrector:A. Mercx<br />

Redactie-adres<br />

Voor Nederland: per e-mail naar:<br />

Bosschastraat 17, 3514 HN Utrecht,<br />

telefoon: (030) 272 29 40, e-mail: office@nvmp.org<br />

Internet: www.nvmp.org<br />

Voor Vlaanderen: Hugo D’aes,<br />

Van Stralenstraat 10, 2060 Antwerpen,<br />

e-mail: hugo.daes@pandora.be<br />

Internet: http://users.skynet.be/artsenvoorvrede<br />

Europese website: http://www.ippnw-europe.org<br />

Vormgeving / Druk<br />

Equipe Communicatie Collectief, Heerenveen<br />

Drukkerij Banda BV, Heerenveen<br />

Kopijsluiting<br />

Inleveren kopij voor ?? ?? 2009.<br />

Bureau / Secretariaat<br />

Voor <strong>NVMP</strong>: Bosschastraat 17, 3514 HN Utrecht,<br />

telefoon (030) 272 29 40, e-mail: office@nvmp.org<br />

Voor vragen over en bestellen van medischpolemologische<br />

literatuur (artikelen, boeken,<br />

documentatiemappen), audiovisueel materiaal,<br />

symposiumverslagen en eerder verschenen<br />

Nieuwsbrieven.<br />

Postrekening bestellingen 55 52 587.<br />

Voor Artsen voor Vrede / AVV (Vlaanderen):<br />

J. De Loof, Karel van de Woestijnestraat 18,<br />

9300 Aalst, telefoon: (053) 78 44 26.<br />

Lidmaatschap<br />

<strong>NVMP</strong>-lidmaatschap vanaf € 60,--/jaar.<br />

Postrekening <strong>NVMP</strong>: 43 95 340.<br />

Opzegging lidmaatschap uiterlijk 3 december.<br />

Artsen voor Vrede / AVV: het modale lidgeld<br />

bedraagt € 60,--/jaar.<br />

Bijdragen op rek.<strong>nr</strong>.: 429-8072731-15 of rek.<strong>nr</strong>.<br />

001-1066890-63 van Artsen voor Vrede.<br />

Copyright<br />

Overnemen van artikelen uit de <strong>Nieuwsbrief</strong> is<br />

toegestaan met vermelding van de bron.<br />

Bij de voorplaat<br />

40 jaar <strong>NVMP</strong> 1969 -2009 (tekening Opland).<br />

/<br />

GEZONDHEIDSZORG EN VREDESVRAAGSTUKKEN<br />

ARTSEN VOOR VREDE<br />

ISSN 1389-0247<br />

Heeft de <strong>NVMP</strong> zichzelf overleefd? Het kan<br />

geen kwaad regelmatig enige zelfreflectie te<br />

plegen, zoals nu naar aanleiding van het<br />

symposium ‘Arts en Oorlog’ (10-10-2009).<br />

<strong>NVMP</strong>-voorzitter Herman Spanjaard<br />

memoreerde een aantal mijlpalen uit de<br />

rijke geschiedenis van de <strong>NVMP</strong> (en de<br />

overkoepelende organisatie IPPNW) veertig<br />

jaar na oprichting (de meeste vergelijkbare<br />

actieverenigingen hebben een gemiddelde<br />

levensduur van een jaar of zeven).<br />

Een facsimile van de oprichtingsvergadering<br />

(12 juli 1969) van de toen nog ‘Medischbiologische<br />

Vereniging voor Polemologie’<br />

geheten kunt u in deze <strong>Nieuwsbrief</strong><br />

bewonderen.<br />

We mogen derhalve concluderen dat de<br />

vereniging tenminste IETS goed heeft gedaan,<br />

ondanks het feit dat preventief werk –<br />

nucleaire ontwapening en bestrijding en<br />

afkicken van de nucleaire verslaving (in de<br />

woorden van Auke van der Heide) – nooit<br />

erg populair is geweest. Het werk van de<br />

vereniging blijkt nog net zo noodzakelijk als<br />

veertig jaar geleden. Deze constatering<br />

stemt mij enigszins treurig. Nucleaire ontwapening<br />

kan gerekend worden tot de<br />

kerntaak van de <strong>NVMP</strong>, maar ook een uitgebreider<br />

(‘vervuilder’ zouden sommige<br />

critici beweren) gezichtsveld wordt niet<br />

geschuwd, zoals bemoeienissen met mense<strong>nr</strong>echtenschendingen,vluchtelingenproblematiek,<br />

(on)nut van ontwikkelingshulp en<br />

noodhulp (Linda Polman, Godelieve van<br />

Heteren), de rol (soms medeplichtigheid)<br />

van artsen en andere gezondheidwerkers in<br />

(burger)oorlogen en genociden, ethische<br />

dilemma’s, small arms,‘vergeten’ oorlogen,<br />

etc. etc., zoals blijkt uit het programma van<br />

het jubileumcongres.<br />

Algemene Ledenvergadering <strong>NVMP</strong><br />

2009 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3<br />

Symposium ‘Medische polemologie<br />

in de wetenschap’ . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6<br />

Friendly Fire (column) . . . . . . . . . . . . . 9<br />

Nuclear Secrets . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10<br />

Karl Jenkins (geb. 1944):<br />

The Armed Man - a Mass for Peace . . . 12<br />

Redactioneel<br />

Inhoud<br />

In dit nummer van de <strong>NVMP</strong>/AVV-<strong>Nieuwsbrief</strong><br />

kunt u, behalve het uitgebreide verslag<br />

van het symposium, een voortzetting van<br />

de reeks ‘De studie van de hedendaagse<br />

oorlog’ vinden, die in de komende nummers<br />

het empirische (meestal kwantitatieve)<br />

onderzoek naar oorlogsoorzaken zal<br />

behandelen. Zodra er zich interessante ontwikkelingen<br />

voordoen op het gebied van<br />

theorievorming over oorlog en vrede zal ik<br />

die melden.Verder wederom een ongeëvenaarde<br />

column van Leon Wecke, een<br />

antioorlogsmuziekstuk gepresenteerd door<br />

Christien, een vrijwel vergeten vredesactivist<br />

aan de vergetelheid ontrukt door<br />

Eduard, een verslag van de Algemene<br />

Ledenvergadering door Hans v. Iterson, en,<br />

uiteraard,Akke’s ‘Uit de tijdschriften’, en<br />

nog meer interessante artikelen. Lectio certa<br />

prodest, varia delectat (Degelijke lectuur is<br />

ons van nut; het lezen van allerlei houdt<br />

ons aangenaam bezig), schreef Seneca al<br />

vele eeuwen geleden.<br />

Het zal u niet ontgaan zijn dat het huidige<br />

tijdsgewricht wordt gekenmerkt door economisch<br />

zwaar weer. Bezuinigingen alom.<br />

Ook de <strong>Nieuwsbrief</strong> is niet ontkomen aan<br />

financiële noodmaatregelen. U ontvangt dit<br />

jaar slechts drie in plaats van vier edities,<br />

maar met een extra dik jubileumnummer<br />

hebben wij getracht dit leed enigszins te<br />

verzachten. De redactie is ook naarstig op<br />

zoek naar extra inkomstenbronnen.Wij<br />

staan dan ook open voor suggesties voor<br />

sponsors (alles, behalve reclame van de<br />

farma-industrie).<br />

JMG vd D<br />

De studie van de hedendaagse oorlog . . 14<br />

Presentatie IKV Pax Christi-rapport ‘Verarmd<br />

Uranium - Tijd voor duidelijkheid’ . . . . . 17<br />

Alfred Hermann Fried (1864-1921) . . . . 18<br />

Uit de tijdschriften . . . . . . . . . . . . . . . . . 21<br />

Het darwinisme en oorlog . . . . . . . . . . . . 22<br />

Arts en Oorlog . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24


Hans van Iterson<br />

Algemene Ledenvergadering<br />

<strong>NVMP</strong> 2009<br />

Op zaterdagochtend 6 juni hield<br />

de <strong>NVMP</strong> in het Wilhelmina<br />

Kinderziekenhuis te Utrecht haar<br />

jaarlijkse Algemene Ledenvergadering.<br />

’s Middags vond het symposium<br />

‘Medische polemologie in<br />

de wetenschap’ plaats (zie verslag<br />

elders in deze nieuwsbrief).<br />

Daarnaast was er ook de uitreiking<br />

van de ‘Wout Klein<br />

Haneveld-scriptieprijs’ en de<br />

‘Dr. J.Verdoornprijs’ van de<br />

Stichting Studiefonds Medische<br />

Polemologie.<br />

Zorgelijke financiële situatie<br />

Een deel van de ochtend werd besteed<br />

aan de zorgelijke financiële situatie<br />

waarin de <strong>NVMP</strong> sinds een aantal<br />

jaren verkeerd maar die nu noopt tot<br />

daadkrachtig ingrijpen. Met alle activiteiten<br />

en symposia meegeteld komt de<br />

<strong>NVMP</strong> op een fors begrotingstekort<br />

uit. De kascontrolecommissie, die de<br />

financiële administratie over het afgelopen<br />

jaar beoordeeld heeft als aanvulling<br />

op haar taak, heeft zich uitgesproken<br />

tegen de begroting 2009. Het<br />

eigen vermogen komt hiermee te zeer<br />

onder druk te staan en ‘dit feit, gecombineerd<br />

met de trend van de laatste<br />

jaren, nl. die van een afkalvend ledenbestand<br />

en derhalve teruglopende inkomsten<br />

betekent dat de <strong>NVMP</strong> financieel<br />

gezien een koers volgt die tot<br />

ongelukken moet leiden’. Hoewel<br />

dergelijk commentaar niet tot de taken<br />

van de kascontrolecommissie behoort<br />

worden de opmerkingen zeer op prijs<br />

gesteld. Besloten wordt de penningmeester<br />

voor het gevoerde beleid in<br />

2008 te dechargeren. Het bestuur zal<br />

echter de begroting 2009 onder de loep<br />

nemen en de uitgaven meer in lijn met<br />

de inkomsten bijsturen.<br />

Nieuwe bestuursleden<br />

Herman Spanjaard vertelt dat er in<br />

korte tijd een aantal bestuursleden gevonden<br />

zijn. Christien Mudde en Jelle<br />

Vleer treden toe tot het Dagelijks<br />

Bestuur waarbij Christien de functie<br />

van penningmeester zal vervullen, met<br />

hulp van Hans, Herman en Wijnand, en<br />

Jelle die van vice-voorzitter. Bij het AB<br />

mogen wij Frans Meijman, Peter Buijs<br />

en studente Bettina Kortekaas verwelkomen.<br />

Alle nieuwe bestuursleden<br />

stellen zich kort voor.<br />

Frans Meijman was 27 jaar huisarts,<br />

nu 10 jaar hoogleraar wetenschaps- en<br />

publiekscommunicatie op de VUmc,<br />

afdeling metamedica. Al sinds jaar en<br />

dag ‘grijs’ lid van de <strong>NVMP</strong>.<br />

Betrokken bij onderwijs en bijzondere<br />

leerstoel Gezondheidszorg en<br />

Vredesvraagstukken.<br />

Peter Buijs: oud-huisarts, onderzoeker/<br />

adviseur TNO voor wat de gezondheidszorg<br />

betreft. Hij is al erg lang lid<br />

van de <strong>NVMP</strong>.<br />

Jelle Vleer heeft in Afrika gewerkt,<br />

ook in hongergebieden, en was verbonden<br />

met Terre des Hommes waarvan<br />

hij enige tijd voorzitter is geweest. Hij<br />

Twee nieuwe leden binnen het<br />

Dagelijks Bestuur van de <strong>NVMP</strong><br />

Het DB poseert hier voor het<br />

<strong>NVMP</strong>-bureau in Utrecht.<br />

Van links naar rechts:<br />

Jelle Vleer (nieuwe vice-voorzitter),<br />

Herman Spanjaard (voorzitter),<br />

Christien Mudde<br />

(nieuwe penningmeester),<br />

Margreet Bakker (secretaris).<br />

reisde de wereld rond, werkte ook in<br />

Libanon en Indonesië. Voltooide daarna<br />

zijn studie voor internist en werkte<br />

in Medisch Centrum Alkmaar (MCA).<br />

Sinds 10 jaar werkzaam in de palliatieve<br />

gezondheidszorg waarmee hij vier<br />

jaar geleden stopte. Is 25 jaar ‘of zo’<br />

lid van de <strong>NVMP</strong>. ‘Vrede op aarde’<br />

blijft het voornaamste interessegebied.<br />

Christien Mudde: al sinds 1980 lid.<br />

Actief geweest bij oprichting afdeling<br />

Rijnmond. Jeugdarts, sociale geneeskunde.<br />

Vaak naar IPPNW-congressen<br />

geweest en deze als zeer inspirerend<br />

ervaren. Dus geen ‘grijs/slapend’ lid.<br />

Zit ook in de redactie van de <strong>Nieuwsbrief</strong>.<br />

Wat betreft het penningmeesterschap,<br />

meer omdat iemand het moet<br />

doen, voor haar zeker een leermoment<br />

en gelukkig kan ze rekenen op voldoende<br />

steun. Kijken hoe het over een<br />

jaar gaat.<br />

Bettina Kortekaas: 5e-jaars medisch<br />

student aan de UVA, bezig met<br />

coschappen. Doel: uitbreiden studentengroep<br />

en ontplooien tal van leuke<br />

initiatieven.<br />

Na het officiële gedeelte is het tijd om<br />

een aantal mensen in het zonnetje te<br />

zetten. Hiervoor krijgt secretaris<br />

Margreet Bakker het woord. Zij bedankt<br />

twee mensen in het bijzonder, ten<br />

eerste An Mercx. An maakt zich al vele<br />

jaren verdienstelijk als tekstcorrector<br />

voor de <strong>Nieuwsbrief</strong>, voor het <strong>NVMP</strong>jaarverslag<br />

en voor brieven aan de<br />

politiek. Haar scherpe blik is van onschatbare<br />

waarde voor de manier<br />

waarop de <strong>NVMP</strong> zich naar buiten presenteert.<br />

Ten tweede wordt Petti Moll-Huber in<br />

het zonnetje gezet. Petti maakt van elke<br />

<strong>Nieuwsbrief</strong> een Engelstalige samenvatting<br />

(synopsis) die meegestuurd<br />

wordt naar de buitenlandse IPPNWafdelingen.<br />

Op deze manier is de<br />

inhoud van de <strong>Nieuwsbrief</strong> ook voor<br />

hen begrijpelijk. Een belangrijke taak<br />

die zij elke keer weer met veel toewijding<br />

verzorgd. Beiden krijgen een persoonlijk<br />

gesigneerd exemplaar van het<br />

boek Prescription for Survival. A doc-<br />

Vervolg op pagina 4<br />

3


Vervolg van pagina 3<br />

An Mercx (l) en Petti Moll (r) worden in het zonnetje gezet en ontvangen het boek<br />

‘Prescription for Survival’<br />

tor’s journey to end nuclear madness<br />

van dr. Bernard Lown, een van de<br />

oprichters van IPPNW.<br />

Vervolgens heeft Herman Spanjaard ter<br />

gelegenheid van ons 40-jarig bestaan<br />

een gelijksoortige verrassing voor een<br />

aantal oud-bestuursleden van de<br />

<strong>NVMP</strong>. In de loop van de dag worden<br />

Auke van der Heide, Wil Verheggen,<br />

Jos Weerts, Mimi Tyssen en Lori<br />

Postema bedankt voor hun jarenlange<br />

inzet voor de vereniging. Ook zij ontvangen<br />

het boek van Lown (zie foto).<br />

Verdoornprijs en scriptieprijs<br />

Na het middagsymposium wordt de<br />

dag afgesloten met de uitreiking van<br />

enkele prijzen. Bestuurslid Henk<br />

Groenewegen vertelt eerst iets over de<br />

‘Wout Klein Haneveld-scriptieprijs’.<br />

Wout Klein Haneveld (1955-2005) was<br />

bestuurslid en voorzitter van de <strong>NVMP</strong><br />

beginjaren ’90. Hij was een zeer inspirerend<br />

en innoverend persoon. Hij stond<br />

aan de wieg van onze nieuwe naam<br />

'<strong>NVMP</strong> - Vereniging voor Gezondheidszorg<br />

en Vredesvraagstukken', die<br />

recht deed aan onze bredere koers. Ook<br />

ontstond er onder zijn voorzitterschap<br />

een actieve Werkgroep Studenten. In<br />

1993 organiseerden zij het Europees<br />

IPPNW-studentencongres in Maastricht<br />

en werd er onderzoek gedaan naar de<br />

wenselijkheid en invulling van universitair<br />

onderwijs in ‘gezondheidszorg en<br />

vredesvraagstukken’. Onderwijs en<br />

wetenschap werd onder zijn voorzitterschap<br />

een belangrijk thema binnen de<br />

vereniging, Wout deed er alles aan om<br />

dit te stimuleren.<br />

Er zijn dit jaar 6 scripties die meedongen<br />

naar de prijs. Uiteindelijk is de<br />

keuze gevallen op Floor van Dijk voor<br />

haar scriptie ‘Psychiatrie in postcon-<br />

4<br />

V.l.n.r.: Mimi Tyssen, An Mercx,<br />

Herman Spanjaard, Wil Verheggen,<br />

Lori Postema, Petti Moll<br />

flict gebieden in ontwikkelingslanden.<br />

Welke rol heeft de westerse psychiatrie<br />

in ontwikkelingslanden vlak na een<br />

oorlog?’ Daarna is het woord aan Wil<br />

Verheggen. Het is al enige tijd geleden<br />

dat de Stichting Studiefonds Medische<br />

Polemologie de Dr. J.A. Verdoornprijs<br />

heeft uitgereikt. De viering van het 40jarig<br />

jubileum van de <strong>NVMP</strong> is hiervoor<br />

een mooie gelegenheid. Er zijn<br />

twee kandidaten voorgedragen voor het<br />

winnen van deze prijs te weten dr. Leo<br />

van Bergen en dr. Hans van der<br />

Dennen. Beiden hebben een indrukwekkend<br />

oeuvre op het gebied van oor-<br />

logs- en vredesvraagstukken. Zo is<br />

bijvoorbeeld het proefschrift van Hans<br />

van der Dennen The origin of war een<br />

standaardwerk over de oorzaken van<br />

oorlog.<br />

Leo van Bergen heeft met zijn proefschrift<br />

‘De zwaargewonden eerst?’ een<br />

nieuw licht laten schijnen op de<br />

geschiedenis van het Rode Kruis.<br />

Beiden heren hebben daarnaast een<br />

lijvige reeks publicaties. De SSMP<br />

heeft daarom geen intentie om één van<br />

hen tekort te doen en derhalve ontvangen<br />

zij beiden de Verdoornprijs.<br />

Tenslotte is na overleg tussen de besturen<br />

van SSMP en <strong>NVMP</strong> overeengekomen<br />

om de bestuurlijke taken van<br />

de SSMP over te dragen aan het<br />

<strong>NVMP</strong>-bestuur. Dit bestuur staat<br />

dichter bij studenten en het medisch<br />

polemologisch onderwijs. Het Studiefonds<br />

als zodanig alsmede de doelstellingen<br />

blijven daarbij onveranderd.<br />

De dag wordt afgesloten met een<br />

afscheidsborrel waarbij de aanwezigen<br />

kunnen terugblikken op het gevarieerde<br />

en boeiende programma.<br />

Floor van Dijk ontvangt uit handen van<br />

Henk Groenewegen de Wout Klein<br />

Haneveld-scriptieprijs<br />

Uit handen van Wil verheggen ontvangen Hans van der Dennen (l) en Leo van Bergen (r)<br />

de Verdoornprijs<br />

*


De naam: Nederlandse<br />

Vereniging voor<br />

Medische Polemologie<br />

De <strong>NVMP</strong> droeg eerst de naam<br />

‘Medisch-Biologische Vereniging<br />

voor Polemologie’. Hoe is men tot<br />

de huidige naam gekomen? Volgens<br />

de twee fragmenten hieronder had<br />

dit nog heel veel voeten in de aarde.<br />

In een brief aan leden d.d. 22<br />

augustus 1969 meldt het bestuur:<br />

‘Zoals men in artikel 1 van de statuten<br />

lezen kan willen wij gaarne de<br />

naam van de vereniging nog ter discussie<br />

tellen. In plaats van medischbiologische<br />

vereniging. Zoals op de<br />

vergadering van 12 juli jl. gesuggereerd<br />

werd, stellen wij voor: medische<br />

vereniging voor polemologie.<br />

De term medisch-biologisch werd<br />

verkozen, omdat men de doelstelling<br />

en het arbeidsveld zo ruim<br />

mogelijk wilde vatten. Het blijkt<br />

evenwel dat men in deze naamgeving<br />

juist een vereniging ziet:<br />

medisch-biologisch, d.w.z. niet<br />

medisch-psychologisch, sociologisch.<br />

Deze verenging past niet bij de<br />

doelstelling van de vereniging, noch<br />

werd zij gewenst door de toenmalige<br />

vergadering. Het tegendeel is het<br />

geval. Daarom achten wij het juist<br />

op dit punt nog even terug te<br />

komen.’<br />

In een brief aan leden d.d. 23 september<br />

1969 meldt het bestuur:<br />

‘De naam is nu vastgesteld op<br />

‘Vereniging voor Medische polemologie’,<br />

hopelijk de laatste verandering,<br />

waarmee wij weer teruggekomen<br />

zijn op het oorspronkelijke<br />

voorstel van dr.Verdoorn. In de<br />

vorige brief werd geargumenteerd<br />

waarom de term ‘biologisch’ kon<br />

wegvallen.Wanneer de term<br />

‘medisch’ voor vereniging geplaatst<br />

blijft, wekt dat de indruk dat hier<br />

een specifiek medische vereniging in<br />

het geding is, dit in strijd met ons<br />

interdisciplinair karakter. Met uitsluitend<br />

‘vereniging’ wordt geen uitspraak<br />

gedaan over de soort leden.<br />

We spreken nu van ‘medische polemologie’,<br />

zoals van med. sociologie<br />

of med. psychologie, en daarmee<br />

wordt duidelijk het doel der vereniging<br />

uitgedrukt en verkrijgt dat<br />

meer nadruk. Dat voor het bereiken<br />

van dit doel een multidisciplinaire<br />

benadering noodzakelijk is, moet<br />

evident heten.‘<br />

Hoogachtend, Het bestuur.<br />

Voor de notulen van de oprichtingsvergadering<br />

en de brief over<br />

de naamswijziging zijn wij Piet<br />

Voskuil, <strong>NVMP</strong>-lid van het eerste<br />

uur, veel dank verschuldigd.<br />

5


6 juni 2009<br />

6<br />

Symposium ‘Medische polemologie<br />

in de wetenschap’<br />

Hans van Iterson<br />

Het symposium wordt geopend<br />

door Lori Postema, die de<br />

sprekers Leo van Bergen en<br />

Wil Verheggen voorstelt.<br />

Van Bergen is gepromoveerd op<br />

het proefschrift ‘De zwaargewonden<br />

eerst? Het Nederlandsche<br />

Rode Kruis en het vraagstuk<br />

van oorlog en vrede’. Ook<br />

publiceerde hij recentelijk ‘Zacht<br />

en eervol. Lijden en sterven in<br />

een Grote Oorlog (1914-1918)’.<br />

Verheggen is oud-voorzitter van<br />

de <strong>NVMP</strong> en sinds haar oprichting<br />

in 1986 voorzitter van de<br />

Stichting Studiefonds Medische<br />

Polemologie, die zich bezighoudt<br />

met de promotie van wetenschappelijk<br />

onderzoek op het<br />

gebied van gezondheidszorg en<br />

vredesvraagstukken. Lori vertelt<br />

dat als je op internet googlet<br />

naar ‘medische polemologie’ er<br />

vooral hits zijn waarbij de<br />

namen van deze sprekers<br />

voorkomen.<br />

De <strong>NVMP</strong> en de wetenschap<br />

Als eerste spreker krijgt Wil<br />

Verheggen het woord. Vanuit kritische<br />

hoek wordt wel eens de vraag gesteld<br />

of medische polemologie wel wetenschap<br />

is, en of het niet een hobby is<br />

van medische idealisten. De polemologie,<br />

de leer van alle facetten van<br />

oorlog en vrede, kan zich rangschikken<br />

onder de alfawetenschappen.<br />

Er wordt nog steeds gepubliceerd in<br />

wetenschappelijk erkende tijdschriften.<br />

Zoeken op ‘PubMed’ geeft<br />

een lange lijst van hits, waarop te<br />

zien is dat de publicatiestroom de<br />

laatste jaren niet is afgenomen.<br />

Willekeurig zoeken geeft nuclear war<br />

ruim 4600 hits, biological weapons<br />

1300 en conventional wapens 270<br />

hits.<br />

Lori Postema bedankt Wil Verheggen en Leo van Bergen voor hun bijdragen<br />

Het streven naar kernontwapening<br />

blijft van levensbelang<br />

Waar heeft de <strong>NVMP</strong> zich mee<br />

beziggehouden? Een goede weerslag<br />

daarvan geeft de <strong>Nieuwsbrief</strong>.<br />

Waarover sprak de <strong>Nieuwsbrief</strong> de<br />

laatste tien jaar? De volgende indeling<br />

is hierover te maken: over organisatie<br />

33 keer, nucleaire onderwerpen<br />

48 keer, conflicten in de wereld<br />

33 keer, beschouwingen 34 keer en<br />

over preventie van oorlog 5 keer.<br />

Artikelen over de organisatie geven<br />

informatie over het beleid en acties<br />

van de <strong>NVMP</strong> en IPPNW.<br />

De afschaffing van kernwapens is een<br />

terugkerend aandachtspunt. Hoe staat<br />

het daar momenteel mee? In 1985<br />

waren er naar schatting mondiaal<br />

65.000 kernkoppen. Nu, in 2009, is<br />

het geschatte aantal operationele<br />

kernwapens ongeveer 10.000. Zo’n<br />

40.000 kernwapens heten ‘ontmanteld’<br />

en werden simpelweg opgeslagen<br />

of gedeeltelijk ontmanteld, niet<br />

vernietigd. Van ongeveer 15.000 kernwapens<br />

is het hoogwaardige U-253<br />

t.b.v. kerncentrales vermengd met<br />

natuurlijk gewonnen uranium of ver-<br />

bruikt uranium. Dit programma ‘van<br />

megaton naar megawatt’ is een commercieel<br />

gefinancierd partnerschap<br />

van overheid en bedrijfsleven, waarin<br />

bomgrade (HEU) uranium uit ontmantelde<br />

Russische kernkoppen<br />

wordt gerecycled tot laag verrijkt uranium<br />

(LEU), wat wordt gebruikt voor<br />

de productie van brandstof voor<br />

Amerikaanse kerncentrales. Het profileert<br />

zich als een succes-formule.<br />

Opmerkelijk en zorgelijk tegelijk is<br />

dat er niet wordt gesproken over het<br />

probleem van kernafval.<br />

We kunnen concluderen dat er van<br />

een duidelijke vermindering van<br />

kernwapens nog geen sprake is.<br />

Tactisch gebruik van kernwapens<br />

blijft nog steeds een militaire optie.<br />

Bovendien zal totale kernontwapening<br />

het onmogelijk maken dat via<br />

een kernexplosie in de stratosfeer op<br />

ca. 10 km hoogte een EMP (elektromagnetische<br />

puls) gecreëerd wordt,<br />

die een onomkeerbare beschadiging<br />

kan geven van alle elektronica over<br />

een gebied met een diameter van 1000<br />

km en meer. Vanuit de politiek wordt<br />

toch steeds luider de wens geuit van


een totale kernontwapening, vooral<br />

omdat de angst voor terroristisch<br />

gebruik van kernwapens groter wordt.<br />

Het bezit van kernwapens bij staten<br />

die het NPV (Non-Proliferatieverdrag)<br />

niet hebben ondertekend<br />

blijft een ernstige en bedenkelijke<br />

zaak. Het gaat dan om de landen<br />

India, Pakistan, Noord-Korea en<br />

Israël. Daarnaast heeft Iran duidelijk<br />

nucleaire ambities. Wat te denken van<br />

Pakistan dat dreigt te destabiliseren<br />

onder invloed van de Taliban? Het<br />

een en ander neemt niet weg dat we<br />

moeten blijven streven naar een totale<br />

kernontwapening.<br />

Meer aandacht naar oorlogspreventie<br />

noodzakelijk<br />

Zolang kernwapens de wereld nog<br />

niet uit zijn is het van belang militaire<br />

conflicten te voorkomen, met name in<br />

gebieden waar nucleaire escalatie kan<br />

dreigen. Het Iraëlisch-Palestijns conflict<br />

schreeuwt om een oplossing.<br />

Niet alleen vanwege de structurele op<br />

apartheid gelijkende discriminatie van<br />

de Palestijnse bevolking in de bezette<br />

gebieden en in Israël zelf, maar<br />

vooral omdat dit conflict een mondiaal<br />

symbool is van de botsing tussen<br />

de moslimwereld en het Westen.<br />

Met de sterk opkomende Aziatische<br />

machten als China en India is het niet<br />

meer mogelijk in het Westen te blijven<br />

denken dat de bestaande wereldverhoudingen<br />

tussen rijk en arm,<br />

tussen het grondstoffengebruik,<br />

gehandhaafd kunnen worden.<br />

Mondiaal zullen we moeten anticiperen<br />

op de preventie van klimaatoorlogen.<br />

Klimaatrampen zullen leiden<br />

tot vermindering van drinkwater en<br />

vermindering van de voedselproductie.<br />

Vele miljoenen mensen zullen<br />

zich genoodzaakt zien te migreren<br />

naar betere oorden. Het uitbreken van<br />

klimaatoorlogen ligt daarbij op de<br />

loer. Ronald McCoy, IPPNW-vicepresident<br />

heeft hierover tijdens de<br />

plenaire sessie van het IPPNW congres<br />

te Helsinki behartenswaardige<br />

woorden gesproken.<br />

In het licht van het bovenstaande is<br />

het interessant te kijken naar de prognoses<br />

van de demografische verhoudingen<br />

tussen de EU en Noord-Afrika<br />

en West-Azië. (zie figuur). Daar is<br />

veel over te zeggen. Wat ik daarbij<br />

wil opmerken is dat we in de EU in<br />

2050 te weinig mensen beschikbaar<br />

hebben om een leger te bemensen,<br />

terwijl Noord-Afrika en West-Azië uit<br />

een groot mensenpotentieel kunnen<br />

putten.<br />

Conclusie<br />

We moeten blijven streven naar<br />

nucleaire ontwapening. Conflicten in<br />

regio’s die mogelijkerwijs kunnen leiden<br />

tot een nucleaire escalatie dienen<br />

op korte termijn te worden opgelost.<br />

Daarnaast zal gewerkt moeten worden<br />

aan nieuwe wereldverhoudingen,<br />

waarbij het bouwen aan een gezamenlijke<br />

toekomst voor de wereldvrede<br />

de hoogste prioriteit moet krijgen.<br />

Zoals in Europa de wederzijdse<br />

afhankelijkheid van staten de beste<br />

bijdrage is geweest voor de vrede in<br />

Europa, zal dit ook noodzakelijk zijn<br />

op wereldniveau. Deze uitdaging<br />

moeten we met zijn allen aangaan!<br />

Er is geen alternatief.<br />

Medische polemologie en<br />

ideologie: drijfveren en oogkleppen<br />

Als tweede spreker komt dr. Leo van<br />

Bergen aan het woord. Zijn lezing is<br />

getiteld: ‘Medische Polemologie en<br />

ideologie: drijfveren en oogkleppen’.<br />

De ‘wetenschap van oorlog en<br />

geneeskunde’ geeft een oneindige<br />

waaier aan mogelijke onderzoeksvelden.<br />

Zo kun je denken aan de<br />

praktische medische zorg in oorlogstijd,<br />

misbruik van geneeskunde voor<br />

politiek-militaire doeleinden, de<br />

medische gevolgen van het gebruik<br />

van bepaalde wapens of het schenden<br />

van mense<strong>nr</strong>echten door artsen in<br />

oorlogstijd zoals lichamelijke inspectie<br />

bij foltering. Samengevat gaat het<br />

daarbij om de drie verschillende<br />

rollen van gezondheidswerkers: die<br />

van hulpverlener, die van onderzoeker,<br />

alarmbel betreffende gezondheid<br />

bedreigende zaken en die van medeplichtige<br />

aan het uitvoeren van gezondheidbedreigende<br />

zaken. Deze<br />

rollen zullen echter uitgebreid op het<br />

<strong>NVMP</strong>-symposium van 10 oktober<br />

aan de orde komen.<br />

Vandaag wordt de nadruk gelegd op<br />

‘de invloed van de ideologie’, immers<br />

invloed van een door de onderzoeker<br />

onderschreven ideologie kan funest<br />

zijn voor het wetenschappelijke<br />

gehalte van diens onderzoek. Van<br />

Demografische verhoudingen Europese Unie en Noord-Afrika en West-Azië.<br />

Bron: Joel Cohen, Human population the next half century, Science 141103<br />

Vervolg op pagina 8<br />

7


Vervolg van pagina 7<br />

Bergen benadrukt dat artsen en<br />

gezondheidswerkers wel degelijk een<br />

speciale rol hebben te vervullen in de<br />

strijd tegen oorlog en geweld, immers<br />

het gebruik van wapens en geweld is<br />

zonder meer een bedreiging voor de<br />

geestelijke en lichamelijk gesteldheid.<br />

Ook veel artsen zijn die mening toegedaan,<br />

zij worden gedreven door een<br />

ideologie. Een dergelijke passie bevordert<br />

echter de neiging om onderzoeksgegevens<br />

in ideologische richting<br />

bij te sturen. Het gaat daarbij om<br />

de neiging geen onbevooroordeeld<br />

onderzoek te doen maar om vooral de<br />

eigen opvatting te bewijzen. De ingenomen<br />

stelling wordt koste wat kost<br />

verdedigd en tegenovergestelde opvattingen<br />

worden als ridicuul afgedaan.<br />

Met een voorbeeld van overgeverfde<br />

leuzen, Amerikanen weg uit<br />

Nicaragua! - Russen weg uit Afghanistan!,<br />

geeft van Bergen aan dat in<br />

plaats van beiden te onderschrijven<br />

ideologen vaak kiezen voor het één<br />

en daarmee ‘automatisch’ tegen het<br />

ander zijn. Bepaalde zelf onderschreven<br />

hypotheses worden opgesteld<br />

waarna veel werk wordt gestoken<br />

in het bekrachtigen ervan. Het is<br />

echter veel vruchtbaarder en ook<br />

wetenschappelijk meer verantwoord<br />

om te proberen die zelf onderschreven<br />

hypotheses juist te ontkrachten.<br />

Zoals Popper al zei: zwanen<br />

zijn wit zolang je ondanks een intensieve<br />

speurtocht geen zwarte zwaan<br />

hebt kunnen ontdekken. Cru gesteld:<br />

een onderzoeker naar gezondheidsgevolgen<br />

van de atoombommen op<br />

Hiroshima en Nagasaki zal altijd de<br />

mogelijkheid open moeten houden<br />

dat die gevolgen wel mee zijn gevallen.<br />

Het is wetenschappelijk gezien<br />

wellicht zelfs sterker om van de<br />

hypothese uit te gaan dat die gezondheidsgevolgen<br />

wel meevielen. Als<br />

daar dan vele bewijzen van het tegendeel<br />

voor worden gevonden, is de<br />

stelling dat de gezondheidsgevolgen<br />

desastreus waren, alleen maar sterker<br />

geworden.<br />

Om dit nader toe te lichten poneert<br />

van Bergen drie hypotheses: ‘Oorlog<br />

is goed voor de geneeskunde’,<br />

‘Oorlog is slecht voor de volksgezondheid’<br />

en ‘Psychisch getrauma-<br />

8<br />

tiseerde soldaten mogen geen overheidssteun<br />

krijgen’.<br />

De stelling ‘Oorlog is goed voor de<br />

geneeskunde’ werd en wordt door<br />

menig arts onderschreven en is ook al<br />

vaak het onderwerp van onderzoek<br />

geweest. Degenen die de stelling<br />

onderschrijven, bewijzen dit steevast<br />

door te wijzen op allerhande zaken –<br />

zoals technieken en methodes, maar<br />

ook medische ervaring – die de<br />

geneeskunde aan bepaalde oorlogen<br />

zou hebben te danken. Daarbij wordt<br />

echter voorbijgegaan aan de negatieve<br />

effecten die de veelheid aan slachtoffers<br />

op de arts kan hebben. Evenals<br />

het feit dat een tijd van vrede ook zo<br />

zijn voordelen voor de ontwikkeling<br />

van de geneeskunde heeft.<br />

De medisch polemologen zul je<br />

echter vooral in het kamp van ‘oorlog<br />

is slecht voor de volksgezondheid’<br />

terugvinden. Ook die in meerderheid<br />

door pacifistisch ingestelde artsen<br />

onderschreven stelling, wordt echter<br />

vaak alleen maar bewezen door<br />

bevestiging in plaats van door een<br />

poging tot ontkrachting. De twee<br />

delen van War and Public Health,<br />

geredigeerd door Barry Levy en<br />

Vicor Sidel zijn daar een voorbeeld<br />

van. Hier komt duidelijk de neiging<br />

naar voren de eigen hypothese – in<br />

deze: oorlog is slecht voor de volksgezondheid<br />

– niet te willen onderzoeken,<br />

maar te bewijzen. Sterker<br />

nog, dat oorlog slecht voor de gezondheid<br />

is wordt als een voldongen<br />

feit, een vanzelfsprekendheid neergezet.<br />

War and Public Health is dan<br />

ook eerder het werk van medische<br />

pacifisten dan van min of meer neutrale<br />

wetenschappers. De bedoeling<br />

ervan is eerder politiek dan medischwetenschappelijk<br />

en het heeft niet de<br />

bedoeling om een vraag te onderzoeken,<br />

maar om een opvatting te bevestigen.<br />

Voor zaken die de hypothese<br />

kunnen ontkrachten worden de ogen<br />

gesloten. Maar de hypothese ‘Oorlog<br />

als veroorzaker van honger en ziekte’<br />

kun je evengoed omdraaien; ‘Oorlog<br />

is een gevolg van honger en ziekte’.<br />

De derde hypothese luidt: ‘Psychisch<br />

getraumatiseerde soldaten mogen<br />

geen overheidssteun krijgen’. Het<br />

lijkt een vreemde stelling maar Ben<br />

Shepard, auteur van War of Nerves<br />

haalt regelmatig uit naar wat hij<br />

noemt de ‘PTSD-industrie’(Post<br />

Traumatic Stress Disorder). Zo<br />

komen volgens Shepard de Iraksoldaten<br />

uit de Golfoorlog niet terug<br />

in een normale maatschappij, maar in<br />

een maatschappij doordrenkt van een<br />

cultuur van trauma en slachtofferschap,<br />

gecreëerd en gecultiveerd door<br />

de hedendaagse psychiaters, die<br />

ervoor hebben gezorgd dat de wil tot<br />

herstel is vervangen door een wens<br />

tot compensatie. Het was volgens<br />

Shepard veel beter geweest als we ons<br />

hadden gehouden aan de opvattingen<br />

van de bulk der oude psychiaters, de<br />

psychiaters van de eerste helft van de<br />

twintigste eeuw, de psychiaters van<br />

de beide wereld-oorlogen. Die opvattingen<br />

waren: niet medicaliseren van<br />

psychische problematiek; de ‘patiënten’<br />

– wederom tussen dikke aanhalingstekens<br />

– niet helpen, maar hen<br />

zelf eraan laten werken, tezamen met<br />

hun sociale omgeving, om over de<br />

problemen heen te komen. Ofwel: de<br />

alles helende tijd gewoon zijn werk<br />

laten doen. Dit was geen ontkenning<br />

van de problematiek, maar erkenning<br />

van de kracht van het gemiddelde<br />

individu.<br />

Daarmee roeit Shepard duidelijk<br />

tegen de stroom in maar hij vergeet<br />

vooral dat die oude psychiaters niet<br />

het heil van de patiënt maar dat van<br />

staat en krijgsmacht in het vizier hadden.<br />

Zij stonden als arts niet naast,<br />

maar tegenover de patiënt. Ook bij<br />

Shepard komt de wetenschappelijk<br />

gezien gerechtvaardigde kritiek dus<br />

voort uit een persoonlijke opvatting<br />

die niet in twijfel kan worden getrokken<br />

en waarbij alleen maar naar<br />

bevestiging wordt gezocht met weglating<br />

van alles wat daar niet in past.<br />

Het afhakken van wat niet past en het<br />

oprekken en vergroten van alles wat<br />

wel past.<br />

Van Bergen sluit af met de woorden:<br />

laat waarheid, of beter gezegd, laat de<br />

zoektocht naar waarheid zijn: een<br />

zoektocht voortkomend uit constante<br />

twijfel aan de eigen positie en uit de<br />

voortdurende bereidheid het eigen<br />

gelijk ter discussie te stellen. *


Column<br />

Leon Wecke<br />

Het is op het eerste gezicht een wat merkwaardige<br />

term: friendly fire, vriendschappelijk vuur. Het had ook de<br />

betekenis van een vrolijk vuurwerk kunnen zijn, georganiseerd<br />

door vrienden voor vrienden. Of alleen betrekking<br />

kunnen hebben op militaire bondgenootschappelijke bijstand<br />

in het gevecht tegen de vijand. Maar gebruikelijk is<br />

het om onder friendly fire te verstaan:‘eigen of bondgenootschappelijk<br />

vuur met de intentie om de vijand te treffen,<br />

dat echter de eigen troepen raakt’. Het is een nogal<br />

enge definitie.Want kunnen ze in Nijmegen bijvoorbeeld<br />

ook niet spreken van friendly fire, dat behalve de vernietiging<br />

van een deel van de binnenstad, ook 800 dodelijke<br />

slachtoffers opleverde? En wordt een deserteur in oorlogstijd<br />

niet door eigen kogels afgestraft? Werd de zogenaamde<br />

deserteur, sergeant Chris Meijer, indertijd niet op bevel van<br />

de generaal Harberts, na een vol vormfouten-zittende procedure,<br />

door eigen vuur gedood? En wat te denken van<br />

onmogelijke opdrachten aan troepen die zich naar de<br />

mening van de legerleiding laf gedragen hebben en voor<br />

straf tegen de vijandelijke kogelregen in onzinnige opdrachten<br />

moeten vervullen? Zijn de vijandelijke kogels dan<br />

eigenlijk geen eigen vuur? En wat te denken van de door<br />

de maarschalken Zjoekov en Koniev, op aanmoediging van<br />

Stalin, aangegane wedstrijd: ’Wie is het eerste in Berlijn’?<br />

Een bizarre wedloop, die ook door eigen vuur aan talloze<br />

Russische soldaten het leven kostte.<br />

Een andere vorm van eigen vuur is fragging. Fragging<br />

impliceert met name het tijdens de Vietnamoorlog door<br />

Amerikaanse soldaten doden van eigen officieren en<br />

onderofficieren waarvan men de gevaarlijk geachte bevelen<br />

niet wilde opvolgen. Het aantal dodelijke slachtoffers van<br />

fragging in Vietnam wordt geschat op 2000.<br />

Maar als we friendly fire in de beperkte, algemeen aanvaarde,<br />

betekenis opvatten, is het een verschijnsel dat veelal<br />

te weinig aandacht krijgt en gekregen heeft. Het is een<br />

verschijnsel waarmee de leiding van krijgsmachten niet<br />

graag te koop loopt.Als ‘held’ sneuvelen is immers nog wat<br />

anders dan door eigen kogels omkomen of gewond raken.<br />

Ook voor veel nabestaanden is het sneuvelen door vijandelijk<br />

vuur eerder acceptabel dan wanneer van friendly fire<br />

sprake is. In overzichten wordt al in het jaar 1461 van<br />

friendly fire gewag gemaakt, zij het dat in de slag bij Towton<br />

de wind ervoor zorgde dat de afgeschoten pijlen zowel<br />

vriend als vijand raakten. In 1690, bij de slag bij Fleurus, gingen<br />

twee Franse regimenten, per abuis, elkaar te lijf met als<br />

gevolg wederzijdse zware verliezen. In 1815, bij de Slag bij<br />

Waterloo, nam de Pruisische artillerie per ongeluk de<br />

Britse artillerie onder vuur, die in antwoord hierop de<br />

Pruisen beschoten. In de Eerste Wereldoorlog zouden,<br />

alleen aan Franse zijde, 75.000 soldaten slachtoffer van<br />

eigen vuur zijn geweest. De Tweede Wereldoorlog, evenals<br />

de Eerste, kent talloze incidenten met friendly fire. Zo had<br />

in augustus 1943 een geallieerde invasie plaats met 35.000<br />

Amerikaanse en Canadese soldaten van het eiland Kiska,<br />

wat, zo veronderstelde men, door de Jappen bezet was. Er<br />

werd hevig gevochten. Pas na een dag bleek dat er geen<br />

Friendly Fire<br />

Vaak werd een handgranaat gebruikt om een leidinggevende<br />

‘per ongeluk’ uit de weg te ruimens<br />

Jappen op het eiland waren, maar dat de landingstroepen<br />

elkaar bevochten hadden. In augustus 1944 vielen bij de<br />

operatie Totalize, vele honderden slachtoffers als gevolg van<br />

een bommentapijt dat zware geallieerde bommenwerpers<br />

legden op de hoofdkwartieren van de Derde Canadese<br />

Infanterie Divisie en de Eerste Poolse Pantserdivisie. Bij de<br />

operatie ‘Cobra’ kwamen geallieerde bommen bij twee<br />

verschillende gelegenheden terecht op Amerikaanse troepen,<br />

waarbij 241 dodelijke slachtoffers vielen en 620<br />

gewonden. Het in rang hoogste slachtoffer van friendly fire<br />

hierbij was de Amerikaanse Luitenant-generaal Lesly<br />

McNair.Voor Vietnam wordt het aantal friendly fire-slachtoffers<br />

op een totaal van 8000 of 16% van de verliezen<br />

geschat. In Korea verloren de Amerikanen 6500 man door<br />

eigen vuur, dat wil zeggen 19% van het verliescijfer van<br />

33.741. Bij ‘Desertstorm’ is het percentage friendly fireslachtoffers<br />

24%.Voor de gehele twintigste eeuw geldt, volgens<br />

een studie van het US Army War College, een percentage<br />

van 13 tot 24 procent. En bij de Nederlandse missie in<br />

Afghanistan zijn tot op heden twee Nederlandse slachtoffers<br />

te betreuren (en twee Afghaanse), hetgeen op de<br />

veertien Nederlandse gesneuvelden een percentage van<br />

14% bedraagt.<br />

Als oorzaken van friendly fire worden de chaos van de<br />

oorlog, de weersgesteldheid, het terrein, menselijke fouten<br />

en technische mankementen genoemd. Betere training en<br />

technische verworvenheden op het gebied van identificatie<br />

vormen het recept voor het vermijden van friendly fire,<br />

alhoewel dat verschijnsel in tijden van oorlog en de daarmee<br />

gegeven haastige beslissingen nimmer valt uit te sluiten.<br />

Overigens, ook in meer figuurlijke zin is in het dagelijkse<br />

burgerleven van friendly fire sprake. Hoe vaak zullen niet<br />

concurrenten van diverse aard door bewust of onbewust<br />

friendly fire het loodje leggen? Partijgenoten, die in de strijd<br />

om meer macht de gewaardeerde collega politiek om zeep<br />

helpen, zulks bewust of meer onbewust? In de beste families<br />

wordt figuurlijk op elkaar geschoten en soms, afhankelijk<br />

van de oorspronkelijke cultuur, kan eerwraak inhouden<br />

dat een familielid als gevolg van de activiteiten van medestamgenoten<br />

de pijp uit gaat.<br />

9


Vijfdelige BBC-serie uit op twee dvd’s<br />

Hans van Iterson<br />

Sinds kort is de vijfdelige BBCserie<br />

Nuclear Secrets uit op dvd.<br />

De twee schijfjes geven een<br />

fascinerend historisch overzicht<br />

van de ontwikkeling van de<br />

eerste atoomwapens tot de<br />

verontrustende situatie van<br />

nucleaire proliferatie nu. Rode<br />

draad vormen vijf ‘nucleaire spionnen’<br />

die cruciaal waren voor<br />

het uitlekken van de atoomgeheimen<br />

tussen Oost en West.<br />

Na het zien van alle afleveringen<br />

(ieder 50 minuten) moet ik bekennen<br />

dat ze grote indruk op me gemaakt<br />

hebben. In de eerste drie afleveringen<br />

wordt door een combinatie van historische<br />

beelden en sterke acteerprestaties<br />

de nucleaire nachtmerrie vanaf<br />

het begin tot aan de waterstofbom<br />

breed uitgesponnen.<br />

Olec Penkovsky<br />

Aflevering 1 gaat over Olec<br />

Penkovsky, the spy from Moscow.<br />

Kende u hem? Ik niet. Een Russische<br />

dubbelspion die door wrok gedreven<br />

– de communisten hebben zijn vader<br />

vermoord – een toegewijde spion<br />

voor het Westen wordt. Deze eerste<br />

aflevering geeft het meest stereotype<br />

beeld van spionnen die uiterst voorzichtig<br />

te werk moeten gaan met de<br />

geheime diensten, in dit geval de<br />

KGB, op hun hielen. Door de sterke<br />

acteerprestaties een beklijvende aflevering<br />

die meteen de toon zet.<br />

Penkovsky bezorgt Kennedy cruciale<br />

informatie over de plannen van<br />

Chroestjov (the atomic Hitler) om<br />

SS-4 en SS-5 raketten (bereik 3500<br />

km.) op Cuba te installeren. Hierdoor<br />

wordt op tijd ingegrepen en een kernoorlog<br />

voorkomen. Penkovsky wordt<br />

echter betrapt en bekoopt het met zijn<br />

leven<br />

Klaus Fuchs<br />

Met Klaus Fuchs-superspy doen we<br />

een stap terug in de tijd, namelijk<br />

10<br />

Nuclear Secrets<br />

naar waar het allemaal mee begon:<br />

het Manhattan project in Los Alamos.<br />

Robert Oppenheimer werkt daar met<br />

een groep experts aan het ontwikkelen<br />

van een atoombom tegen Hitler.<br />

Fuchs is een tot Brit genationaliseerde<br />

Duitser die in de jaren ’30 communist<br />

was en de Sovjet-Unie ziet als<br />

heilstaat, die zich moet kunnen<br />

verdedigen tegen de agressie van het<br />

Westen. Wat deze aflevering vooral<br />

boeiend maakt is de zoektocht van<br />

Oppenheimer naar de bom.<br />

Historische beelden van de eerste<br />

kernproeven en de uiteindelijke productie<br />

van een uraniumbom, Little<br />

Boy, voor Hiroshima en een plutoniumbom,<br />

Fat Boy, voor Nagasaki<br />

bezorgen de kijker soms kippenvel.<br />

De aanvankelijke begeestering van<br />

Oppenheimer (‘helaas waren we te<br />

laat om de bom tegen Hitler te<br />

gebruiken’), slaat om in depressiviteit<br />

als hij de effecten onder ogen krijgt.<br />

“Now I’ve become death, the destroyer<br />

of worlds”, wordt een dramatische<br />

realiteit. Het spionagewerk van Fuchs<br />

komt daarbij op de achtergrond te<br />

staan. Fuchs’ informatie zorgt er wel<br />

voor dat al vier jaar later Rusland zijn<br />

eerste geslaagde kernproef kan doen.<br />

Gedreven door schuldgevoelens,<br />

Stalin ontwikkelt zich namelijk tot<br />

een tiran, bekent Fuchs en draait voor<br />

acht jaar de cel in.<br />

Robert Oppenheimer<br />

De enige aflevering die eigenlijk niet<br />

om een spion draait, maar om een<br />

Superbomb: de waterstofbom.<br />

Oppenheimer wordt in het heetst van<br />

McCarthy’s communistenjacht in een<br />

kwaad daglicht gesteld vanwege vermeende<br />

communistische sympathieën.<br />

In werkelijkheid weigert<br />

Oppenheimer mee te werken aan de


A.Q. Khan<br />

ontwikkeling van een bom die 1000<br />

maal krachtiger is dan die, die boven<br />

Hiroshima tot ontploffing werd gebracht.<br />

Dit project wordt geleid door<br />

Edward Teller die overtuigd is dat dit<br />

wapen gemaakt moet worden om de<br />

vrede te garanderen. De werking van<br />

de bom is gebaseerd op de fusie van<br />

waterstof waarbij een ‘gewone atoombom’<br />

als ontstekingsmechanisme<br />

moet werken. De historische beelden<br />

uit 1952 waarop het Enewetak Atol<br />

van deze aardbol wordt geblazen<br />

geven de nucleaire waanzin hun voorlopige<br />

hoogtepunt. De Russische<br />

geleerde Sacharov ontwerpt, ook zonder<br />

spionagewerk, al snel een<br />

Russische variant.<br />

Deze eerste drie afleveringen staan op<br />

de eerste dvd en vormen vooral een<br />

zeer indrukwekkende documentaire<br />

van het ontstaan van de nucleaire<br />

nachtmerrie. Op de tweede schijf<br />

staan nog twee afleveringen: over<br />

Mordechai Vanunu en A.Q Khan.<br />

Mordechai Vanunu<br />

Omdat deze aflevering alleen over het<br />

werk van de spion Vanunu gaat is het,<br />

ondanks de wederom uitstekende<br />

acteerprestaties, met afstand de minst<br />

boeiende aflevering. Mordechai<br />

Vanunu is werkzaam als nucleair<br />

technicus in de geheime kernwapenfabriek<br />

in Dimona, Israël. In 1958<br />

geeft Ben Gorion opdracht tot het<br />

ontwikkelen van een atoombom.<br />

Omgeven door vijanden wil Israël<br />

beschikken over de ‘Samson-optie’,<br />

een laatste redmiddel dat anderen in<br />

zijn vernietiging kan meesleuren.<br />

Vanunu kan door de slechte veiligheidsmaatregelen<br />

foto’s doorspelen<br />

die door de Sunday Times worden<br />

gepubliceerd. Vanunu, inmiddels<br />

gevlucht naar Engeland, wordt uiteindelijk<br />

door Mossad ontvoerd en draait<br />

voor 18 jaar de cel in, waarvan<br />

11 jaar in isolatie.<br />

Abdul Qadeer Khan<br />

De minder goede Vanunu-aflevering<br />

wordt echter ruimschoots gecompenseerd<br />

door de meest verontrustende<br />

aflevering: die over A.Q. Khan.<br />

Degene die dacht dat deze atoomspion<br />

met zijn bij Urenco vergaarde<br />

informatie alleen verantwoordelijk<br />

was voor het Pakistaanse kernwapen,<br />

komt bedrogen uit. Op overtuigende<br />

wijze wordt Khan neergezet als ‘de<br />

terreurhandelaar’ die verantwoordelijk<br />

is voor nucleaire proliferatie over<br />

de hele wereld. Dat Khan’s succesverhaal<br />

in Nederland begon maakt het<br />

allemaal des te pijnlijker voor ons.<br />

Khan is begin jaren ’70 werkzaam als<br />

metallurg bij Urenco, hij wil zijn land<br />

beschermen tegen aartsvijand India<br />

dat dan al druk bezig is met een kernwapen<br />

en smokkelt zonder veel<br />

moeite geheimen van nucleaire<br />

centrifugetechnieken (nodig voor het<br />

verrijken van uranium) naar Pakistan.<br />

Begin 1976 geeft premier Bhutto hem<br />

carte blanche voor het ontwikkelen<br />

van een kernbom. Khan heeft in zijn<br />

tijd bij Urenco veel contacten opgedaan<br />

en weet wie hij moet benaderen<br />

in het nucleaire wereldje. Khan reist<br />

naar China om daar de rakettechnologie<br />

te verkrijgen nodig om zijn<br />

kernkoppen te lanceren. Hij heeft het<br />

geluk dat de VS Pakistan nodig<br />

hebben als bondgenoot in de strijd<br />

tegen de Russen in Afghanistan in de<br />

jaren ’80.<br />

Wat men niet doorheeft is dat Khan<br />

een wereldwijd netwerk opbouwt<br />

waardoor hij alles kan leveren wat<br />

nodig is om een kernwapen te maken,<br />

van nucleaire centrifuges tot blauwdrukken<br />

van Chinese kernkoppen.<br />

Voor miljoenen dollars is alles te<br />

koop. Saddam Hoessein kan zijn ogen<br />

niet geloven en denkt dat het een val<br />

van de CIA is. Meer succes heeft<br />

Khan bij Noord-Korea, Iran en vooral<br />

Libië. Als de aanwijzingen te sterk<br />

worden en zelfs een schip volgeladen<br />

met nucleaire onderdelen richting<br />

Libië wordt onderschept is de maat<br />

vol. Khadaffi doet in ruil voor opheffing<br />

van het isolement afstand van<br />

zijn kernwapenprogramma en pas dan<br />

blijkt hoe gevaarlijk Khan’s netwerk<br />

was. Al sinds de jaren ’90 leverde<br />

Khan voor een slordige $ 100 miljoen<br />

alles wat nodig was voor het maken<br />

van een kernbom aan Libië.<br />

Uiteindelijk moet Khan voor de<br />

Pakistaanse staatstelevisie bekennen<br />

dat hij nucleaire technologieën voor<br />

eigen gewin heeft verkocht en sindsdien<br />

staat hij onder huisarrest. Het<br />

geval Libië vergroot de zorgen over<br />

Iran dat ook op Khan’s klantenlijst<br />

stond. Na het zien van deze aflevering<br />

lijkt het vrijwel uitgesloten dat Iran<br />

slechts over nucleaire technologie<br />

voor vreedzame doeleinden wil beschikken.<br />

Kortom een verontrustend,<br />

open, einde.<br />

Ik zeg het niet vaak maar deze serie is<br />

eigenlijk verplichte kost voor <strong>NVMP</strong>leden.<br />

Naast een historisch document,<br />

dat laat zien waar wij ons nu ook alweer<br />

druk om maken, belicht het ook<br />

het gevaar van nucleaire proliferatie<br />

op realistische wijze.<br />

De dvd’s zijn hun aanschafprijs van<br />

slechts €15, - dan ook meer dan<br />

waard. Onder andere bij Bol.com te<br />

verkrijgen.<br />

*<br />

11


Componisten en het thema ‘Oorlog en Vrede’<br />

Christien Mudde<br />

De in Wales geboren Karl<br />

Jenkins kwam als zoon van een<br />

organist en koordirigent al vroeg<br />

met muziek in aa<strong>nr</strong>aking. Zelf<br />

leerde hij behalve piano ook<br />

enkele blaasinstrumenten bespelen<br />

(hobo, saxofoon) en haalde<br />

zijn Bachelor of Music degree in<br />

Cardiff. Daarna studeerde hij<br />

aan de Royal Academy of Music in<br />

Londen. Behalve klassieke<br />

muziek, new age, pop en country<br />

speelde hij vooral ook veel jazz.<br />

In feite combineert hij vaak<br />

allerlei stijlen in zijn composities<br />

en werd hij heel bekend als<br />

reclame- en filmmuziekcomponist.<br />

Zijn werken (o.a. het<br />

Adiemusproject) werden vele<br />

malen bekroond en ook ontving<br />

hij persoonlijk hoge onderscheidingen.<br />

The Armed Man - a Mass for Peace<br />

voor de millenniumviering geschreven<br />

in opdracht van The Royal<br />

Armouries, beleefde zijn première in<br />

2000 in Royal Albert Hall. Het<br />

muzikale thema is dat van de homme<br />

armé, een melodie waarop vooral<br />

renaissancecomponisten hun miscomposities<br />

baseerden. We horen<br />

Palestrina naast Braziliaanse ritmes,<br />

Gregoriaans naast The last Post en de<br />

klanken van de muezzin in de oproep<br />

tot het islamitisch gebed. Maar deze<br />

mis is vooral één grote roep om<br />

vrede. Jenkins componeerde het stuk<br />

tijdens de Kosovo-oorlog “aan het<br />

eind van de eeuw met de meeste en<br />

bloedigste oorlogen” en droeg het op<br />

aan de slachtoffers van die Kosovooorlog.<br />

De ‘mis’ is opgebouwd uit een aantal<br />

elementen: L’homme armé, Kyrië,<br />

Sanctus, Agnus Dei en Benedictus uit<br />

12<br />

Karl Jenkins (geb. 1944):<br />

The Armed Man - a Mass for Peace<br />

Karl Jenkins<br />

de Latijnse mis, een aantal teksten<br />

van Japanse en Engelse dichters, de<br />

Mahabharata (Sanskriet epos uit de<br />

6e eeuw vóór Christus uit de hindoetraditie,<br />

die gaat over de relatie tussen<br />

de mens en de wereld en de werking<br />

van de karma), de bijbel en de islamitische<br />

oproep tot het gebed.<br />

Eerst komt de homme armé aanmarcheren:<br />

een uit de verte aanzwellend<br />

geluid van een tamboerorkest<br />

met trommels en pijpers, en<br />

zingende soldaten: “Ieder moet zich<br />

wapenen met een ijzeren wape<strong>nr</strong>usting,<br />

de gewapende man moet men<br />

wantrouwen” (een Frans kruisvaarderslied<br />

, Anonymus 1450-1463).<br />

Dan volgt de muezzin, hij roept de<br />

gelovigen op tot de azan, het islamitisch<br />

gebed. Deel 3 is het Kyrië in de<br />

gebruikelijke tekst (Heer ontferm U)<br />

uit het mis-ordinarium. Uit de diepste<br />

diepte komen de klanken van hoorn,<br />

basfagot, contrabas en slagwerk; dan<br />

volgen andere instrumenten (fluiten)<br />

en zet de jongenssopraan het Kyrië in,<br />

in een prachtig gedragen sacrale<br />

melodie die door het koor wordt<br />

overgenomen.<br />

Deel 4: Save me from the bloody men<br />

voor mannenkoor a capella met<br />

teksten uit psalm 56-59: “Wees mij<br />

genadig God”, “Verlos mij van de<br />

bloeddorstige mannen”. Het Sanctus<br />

(Heilig, heilig,heilig) waarin de Heer<br />

Zebaoth wordt verheerlijkt, is getoonzet<br />

als een marche funèbre, met dreunende<br />

voeten en omfloerste trommels,<br />

en door de mineur-zetting en de<br />

donkere ondertonen klinkt het meer<br />

als een roep om erbarmen. Waar is<br />

die Heilige, waar blijft Zijn glorie?<br />

Een noodkreet eerder dan een<br />

Hosanna! Een zeer aangrijpend deel.<br />

Dan volgt ‘Hymne voor de Strijd’:<br />

“De aarde is vol boosheid” en eindigt<br />

met drie maal: “Heer schenk ons de<br />

kracht om te sterven” (een gedicht<br />

van Rudyard Kipling uit 1808).<br />

Charge! “Ten aanval!” (op tekst van<br />

John Dryden en Jonathan Swift)<br />

begint met trompetgeschal en fantastisch<br />

slagwerk, dat opzweept tot de<br />

strijd. Het koor zingt: “Hoe gezegend<br />

is hij, die voor het vaderland sterft”,<br />

maar het klinkt schril en vals. Het<br />

geluid zwelt aan en eindigt in gekrijs,<br />

waarna een doodse stilte valt. Dan<br />

klinkt The Last Post, de strijd is voorbij.<br />

Angry Flames is een gedicht van<br />

Toge Sanchiki over de verschrikkingen<br />

van de atoombom op Hiroshima<br />

en wordt gezongen, door alt, sopraan,<br />

bas en tenor:<br />

Een weg banend door de rook<br />

vanuit een half verduisterde wereld<br />

door overhangende wolken<br />

de lijkwade,<br />

die oprijst als een paddenstoel<br />

en de koepel van de hemel bedekt.......<br />

Dan volgt Torches (Fakkels) uit de<br />

Mahabharata. Koper, slagwerk en<br />

koor en een sonore fagot verklanken<br />

het lot van de brandende dieren, die<br />

ook onschuldig lijden en sterven in de<br />

oorlog. In het Agnus Dei (Lam Gods,<br />

dat de zonden van de wereld wegneemt),<br />

wederom uit het mis-ordinarium,<br />

keert ontspanning en rust terug<br />

en weerklinkt Dona nobis pacem,<br />

geef ons vrede.


Now the guns have stopped: “Stilte,<br />

zo stil nu, nu de kanonnen zijn gestopt”<br />

(een gedicht van Guy Wilson)<br />

wordt uitgevoerd door sopraan en<br />

violen. Het verbeeldt de eenzaamheid<br />

van de overlevende, die in de oorlog<br />

zijn of haar geliefden heeft verloren.<br />

Dan loopt de Benedictus, de<br />

Gezegende, gezongen door de cello<br />

voorop aan een éénstemmig koor. Nu<br />

wordt het Hosanna onderstreept met<br />

felle paukenslagen.<br />

Better is peace now is het slotdeel,<br />

waarin het thema van de homme armé<br />

van het begin terugkeert, maar nu in<br />

een oplaaien van vreugde en als een<br />

wervelende rondedans i.p.v. een<br />

marcherend leger. Onder belgerinkel<br />

klinkt<br />

Ring out the thousand wars of old<br />

Ring in the thousand years of peace<br />

...............<br />

Ring out the darkness of the land<br />

Ring in the Christ that is to be.<br />

(Alfred Lord Tennyson,1850)<br />

en hierna volgt nog een a capella gezongen<br />

hymne: “God zal alle tranen<br />

afwissen, en er zal geen dood meer<br />

zijn, geen zorgen, geen geween, er zal<br />

geen pijn meer zijn. Prijst de Heer”<br />

(Openbaringen 21).<br />

Een indrukwekkend antioorlogs-oratorium,<br />

zo kan men dit werk m.i. het<br />

best omschrijven, gecomponeerd in<br />

een zeer aansprekende, soms<br />

filmische, zeer ritmische, eigentijdse<br />

en toegankelijke stijl. Op YouTube<br />

zijn beelden te zien o.a. van een<br />

uitvoering o.l.v. de componist en met<br />

videobeelden. In het openingsdeel<br />

ziet men stampende nazilaarzen, in<br />

het slotdeel juichende en dansende<br />

bevrijde mensen. Bij het Kyrië ziet<br />

men o.a. de productie door fabrieksmeisjes<br />

van patronengordels en het<br />

marcheren van kindsoldaten, het<br />

onderschrift zou kunnen luiden:<br />

“Vergeef hen Vader, want zij weten<br />

niet wat zij doen“.<br />

Inmiddels is dit werk al meer dan 700<br />

maal in meer dan twintig landen uitgevoerd,<br />

zoals de Nederlandse première<br />

in het bijzijn van de componist<br />

op 26 april 2005 in de Janskerk te<br />

Gouda door de Christelijke<br />

Oratoriumvereniging Laus Deo o.l.v.<br />

Jan Stulp, waar ik getuige van was.<br />

Een uitvoering onder leiding van<br />

Jenkins zelf door The London<br />

Philharmonic en The National Youth<br />

Choir, koor en solisten in de Royal<br />

Albert Hall is verkrijgbaar in de<br />

platenhandel of via bol.com<br />

*<br />

Mohammed Omer,<br />

oorlogsfotograaf<br />

De foto op de cover van het eerste<br />

nummer, lente 2009, van onze<br />

<strong>Nieuwsbrief</strong> blijkt afkomstig te<br />

zijn van de bekende Palestijnse<br />

fotograaf Mohammed Omer.<br />

Omer was in Nederland voor<br />

medische behandeling toen hij<br />

toevalligerwijs op een nummer<br />

van de <strong>Nieuwsbrief</strong> stuitte.<br />

Mohammed Omer is winnaar van<br />

de 2007 Martha Gellhorn Prize for<br />

Journalism en een zeer bekende<br />

oorlogsfotograaf die zich met<br />

gevaar voor eigen leven in de<br />

oorlogsgebieden begeeft.<br />

Zijn bekendheid heeft ook keerzijden,<br />

zo werd hij in 2008 ernstig<br />

mishandeld door Israëlische soldaten,<br />

waardoor hij rugletsel opliep<br />

en waarschijnlijk enkele van<br />

zijn ribben moet missen. De<br />

<strong>NVMP</strong> wil Mohammed Omer<br />

graag alsnog danken voor het<br />

gebruik van zijn treffende beeldmateriaal.<br />

Meer van zijn werk kunt u<br />

vinden op<br />

http://www.rafahtoday.org/<br />

13


Deel XVI<br />

14<br />

De studie van de<br />

hedendaagse oorlog<br />

zoeksprojecten zijn David Singer’s zijn dat de factoren die bij de determi-<br />

Correlates of War (COW) en Rudolph nistische pool zijn gelegen het gemak-<br />

Rummel’s Dimensionality of Nations kelijkst kwantificeerbaar zijn, zodat de<br />

(DON), tegenwoordig gecompleteerd macrokwantitatieve studies ertoe nei-<br />

met de Conflict and Peace Data Bank gen zich bij de deterministische pool te<br />

(COPDAB), de Militarized Interstate groeperen (clusteren). Maar deze facto-<br />

Disputes data set (MID), en de Long- ren neigen er tezelfdertijd toe de cul-<br />

Range Analysis of War Project<br />

minatie van onpersoonlijke (structure-<br />

(LORANOW), Cross-Polity Time- le) krachten uit de dynamica van het<br />

Series (CPTS), Comparative Research internationale systeem te zijn: machts-<br />

on the Events of Nations (CREON), balans of machtsonbalans, veranderen-<br />

International Crisis Behavior Project, de machtsverhoudingen, ongelijke eco-<br />

J.M.G. van der Dennen<br />

(ICB), Managing Interstate Conflict nomische groei (die ten grondslag ligt<br />

Vertaling uit het Engels: Maartje Wis (MIC), Militarized Interstate Dispute aan politieke machtsdifferentialen),<br />

(MID), onder andere (David Singer conjuncturele golven, enz. Het feit dat<br />

Een kort overzicht van de macro- wordt met recht de grondlegger en het, uiteindelijk, menselijke wezens<br />

kwantitatieve evidentie (1)<br />

pionier van de macrokwantitatieve zijn die besluiten om oorlogen te voe-<br />

research beschouwd).<br />

ren en dat het menselijke wezens zijn<br />

Inleiding<br />

De resultaten van de vele honderden die in oorlogen vechten, dreigt soms te<br />

Op het gevaar af ‘anachronistisch’ macrokwantitatieve (correlatieve, worden verdonkeremaand in dit<br />

bezig te zijn (immers, de intersta- multifactoriële) studies van oorlog en abstracte perspectief.<br />

telijke oorlogen, die de in vorige de monadische (eigenschappen van een<br />

nummers behandelde theorieën natiestaat), dyadische (eigenschappen Kwantitatief onderzoek begint<br />

trachtten te verklaren, zijn sinds van natiestaatparen) en systemische met tellen<br />

deTweede Wereldoorlog steeds niveaus zijn samengevat door<br />

Merkwaardig genoeg werd de eerste<br />

zeldzamer geworden en anno nu Richardson (1960), Singer (1965, kwantitatieve studie van oorlog al in<br />

zo goed als non-existent), wil ik 1968, 1979, 1980, 1993, 1999), Singer 1820, bijna tweehonderd jaar geleden,<br />

toch proberen een summier over- & Small (1972), Haas (1974), Vasquez verricht, en wel door een Amerikaanse<br />

zicht te geven wat de empirische (1976, 1987, 1993), Rummel (1979), vredesbeweging: de Massachusetts<br />

poot van de vredeswetenschap Wilkinson (1980), Zinnes (1980), Beer Peace Society, en bestond uit een<br />

d.m.v. macrokwantitatief onder- (1981), Eberwein (1981), Van der inventarisatie van 286 oorlogen en hun<br />

zoek boven water heeft weten te Dennen (1981), Maoz (1982, 1995), categorisatie naar vermoedelijke oorza-<br />

halen.<br />

Small & Singer (1982), Levy (1989), ken, redenen of aanleidingen. Zie<br />

Hower & Zinnes (1989), Singer &<br />

Kader II.<br />

Macrokwan- Gibbs (1993), Geller & Singer (1998),<br />

Elke classifititatiefonder-<br />

en Cashman (1993/2000). Zie Kader I<br />

catie, zoals<br />

zoek probeert voor een samenvatting van de factoren<br />

deze, is<br />

correlaties en die de waarschijnlijkheid van oorlog<br />

natuurlijk van<br />

patronen te verhogen op monadisch, dyadisch,<br />

beperkte<br />

vinden en/of regionaal en systemisch niveau.<br />

waarde<br />

specifieke Het moge duidelijk zijn dat een macro-<br />

omdat slechts<br />

hypotheses kwantitatieve benadering van oorlog en<br />

een minder-<br />

over oorlog vrede slechts een beperkt domein<br />

heid van het<br />

en vrede te behandelt: deze benadering kan zich<br />

aantal oorlo-<br />

weerleggen alleen maar bezighouden met hypothegen<br />

een<br />

J. David Singer op basis van tische polemogene (oorlogsproduceren- Lewis Fry Richardson<br />

enkelvoudige<br />

enorme datade) factoren die in principe kwantifi-<br />

en eenvoudibases<br />

die alle meetbare aspecten en ceerbaar zijn. Als alle mogelijke polege oorzaak heeft. De oververtegen-<br />

dimensies van het fenomeen in kwestie mogene factoren op één enkele dimenwoordiging van economische oorza-<br />

omvatten, plus geavanceerde statistisie zouden kunnen worden geordend ken/redenen/aanleidingen in deze lijst<br />

sche (multivariabele) technieken om van zuiver voluntaristisch (of strate- kunnen de werkelijkheid weerspiege-<br />

deze data te analyseren. Sommigen van gisch) tot zuiver deterministisch (of len, maar kunnen ook te maken hebben<br />

deze ambitieuze data-based onder- cataclysmisch), dan zou het duidelijk met de toenmalige (1820) tijdsgeest.


Statistieken van dodelijke ruzies<br />

Een poging om gewelddadige conflicten<br />

te onderzoeken en te classificeren<br />

werd ondernomen door Lewis<br />

Richardson in zijn Statistics of Deadly<br />

Quarrels (1960). Richardson verzamelde<br />

grondige statistieken over gewelddadige<br />

conflicten (dodelijke of fatale<br />

ruzies, zoals hij ze noemde) van 1820<br />

tot 1929 (en aanvullende statistieken<br />

over de periode van 1930 tot 1949). De<br />

omvang van een fatale ruzie wordt<br />

bepaald door het logaritme met grondtal<br />

tien van het aantal mensen dat vanwege<br />

die ruzie omkwam. Deze omvang<br />

wordt aangeduid met µ [mu]. Het<br />

bereik van omvang breidt zich uit van<br />

log 0 voor een moord die slechts één<br />

dode impliceert, tot log 7,4 voor het<br />

aantal gedode slachtoffers van de<br />

Tweede Wereldoorlog (tegenwoordig<br />

geschat tussen 50 en 70 miljoen). Hij<br />

vond dat slechts 1,6 procent van alle<br />

sterfgevallen aan ‘fatale ruzies’, met<br />

inbegrip van oorlogen, toe te schrijven<br />

was. Eckhardt (1992: 173-174) vond<br />

zelfs een nog kleiner percentage:<br />

slechts 0,4 procent van alle sterfgevallen<br />

sinds 3000 v. C. kon aan oorlogen<br />

worden toegeschreven. Richardson<br />

becommentarieerde: “This is less than<br />

one might have guessed from the large<br />

amount of attention which quarrels<br />

attract. Those who enjoy wars can<br />

excuse their taste by saying that wars<br />

after all are much less deadly than disease”<br />

(Richardson, 1960: 153).<br />

Wilkinson (1980) analyseerde de gegevens<br />

van Richardson opnieuw, d.w.z.<br />

de 315 oorlogen die tussen 1820 en<br />

1952 eindigden (met ongeveer 780<br />

paren van tegengestelde oorlogvoerende<br />

partijen). Sommige van Wilkinson’s<br />

bevindingen zijn de volgende:<br />

1. Er is een patroon in het aantal uitbarstingen<br />

van oorlog per jaar hetgeen<br />

suggereert dat er per jaar veel vooroorlogse<br />

crises zijn, maar dat er voor elke<br />

crisis een lage waarschijnlijkheid is dat<br />

die echt uitbarst in een oorlog. De aanvang<br />

van oorlogen per jaar toont een<br />

Poissonverdeling (bevestigd door<br />

Singer & Small, 1972), net als de<br />

beëindiging van oorlogen. (De Poissonverdeling<br />

is een discrete kansverdeling<br />

die met name van toepassing is voor<br />

stochastische variabelen die het voorkomen<br />

van bepaalde voorvallen tellen<br />

gedurende een gegeven tijdsinterval,<br />

afstand, oppervlakte, volume, etc.)<br />

KADER I:<br />

FACTORS INCREASING THE PROBABILITY OF WAR<br />

Onset (occurrence/initiation) of war<br />

Factors increasing the probability of the onset (occurrence/initiation) of war<br />

Level of analysis: state<br />

* Power status (major power)<br />

* Power cycle (critical point if major power)<br />

* Alliance (alliance member)<br />

* Borders (number of borders)<br />

Level of analysis: dyad<br />

* Contiguity/proximity (common border/distance)<br />

* Political systems (absence of joint democracies)<br />

* Economic development (absence of joint advanced economies)<br />

* Static capability balance (parity)<br />

* Dynamic capability balance (unstable: shift/transition)<br />

* Alliance (unbalanced external alliance-tie)<br />

* Enduring rivalry<br />

Level of analysis: region<br />

* Contagion/diffusion (presence of ongoing regional war)<br />

Level of analysis: system<br />

* Polarity (weak unipolarity/declining leader)<br />

* Unstable hierarchy<br />

* Number of borders<br />

* Frequency of civil/revolutionary wars<br />

Seriousness (magnitude/duration/severity) of war<br />

Factors increasing the probable seriousness (magnitude/duration/severity) of war:<br />

Level of analysis: state<br />

* Power status (major power)<br />

Level of analysis: system<br />

* Alliance (high polarization)<br />

The Correlates of War (COW) Project definieert een internationale oorlog als<br />

“a military conflict waged between national entities, at least one of which is a<br />

state, and that results in at least 1,000 battle-deaths of military personnel”.<br />

War magnitude – the sum of all participating nations’ separate months of active<br />

involvement in each war.<br />

War duration – the length in months from the inception of the war to its<br />

termination.<br />

War severity – total battle deaths of military personnel in each war.<br />

2. Oorlogen werden korter gedurende<br />

het interval van Richardson.<br />

3. Er was geen duidelijke trend in de<br />

frequentie van oorlogen.<br />

4. Kleinere oorlogen komen veel meer<br />

voor dan grote oorlogen; frequentie<br />

varieert omgekeerd eve<strong>nr</strong>edig met<br />

omvang.<br />

5. Er is evidentie dat gedurende<br />

Richardson’s interval oorlogen groter<br />

werden, dat wil zeggen, er waren meer<br />

doden per oorlog; ook dat het totale<br />

aantal doden van alle oorlogen in een<br />

gegeven tijdsspanne groeide.<br />

6. Het totale dodental van oorlogen is<br />

grotendeels het product van de weinige<br />

Bron: Geller & Singer (1998: 27-28).<br />

extreem grote oorlogen.<br />

7. Er is evidentie voor een cyclus met<br />

een 20-40 jarige periode in oorlogsfrequentie<br />

en participatie. Mogelijk<br />

bestaat er ook een langere cyclus, of<br />

twee cycli, met perioden in de orde van<br />

100 of 200 jaar.<br />

8. Oorlogen lijken onafhankelijk te<br />

ontstaan, maar zich via besmetting<br />

(contagion) te verspreiden, door alliantie<br />

structuren, naar buurlanden.<br />

9. Eerdere vijandelijkheden lijken een<br />

aansporing om opnieuw te gaan vechten,<br />

al verminderen de effecten van<br />

Vervolg op pagina 16<br />

15


Vervolg van pagina 15<br />

vroegere oorlogen mettertijd. Zoals<br />

Richardson (1960: 202) becommentarieerde:<br />

“This decreasing frequency of<br />

retaliations as the interval of peace<br />

increased is what we should expect if a<br />

slow process of forgetting and forgiving<br />

went on”.<br />

10. De waarschijnlijkheid dat twee<br />

groepen in de toekomst zullen vechten<br />

wordt vergroot als ze buren zijn (contiguïteit).<br />

11. Een kleine groep van naties (grootmachten<br />

zoals Frankrijk, Engeland,<br />

Spanje, Ooste<strong>nr</strong>ijk, Rusland, Turkije,<br />

Zweden, de Nederlanden, Duitsland,<br />

Italië, de Verenigde Staten, Japan en<br />

China) hebben het meest gevochten en<br />

hadden de meeste slachtoffers te<br />

betreuren. Singer & Small (1972: 287)<br />

concluderen daarom terecht dat: “most<br />

of the wars in the system has been<br />

accounted for by a small fraction of the<br />

nations, most of which would be found<br />

near the top of any hierarchy based on<br />

diplomatic status, military-industrial<br />

capability, or related indicators”.<br />

Eckhardt (1992: 108) vulde daarbij aan<br />

dat “no one of these nations was significantly<br />

different from any other in war<br />

frequency when their years as a Great<br />

Power was considered. In other words,<br />

war frequency can be more readily<br />

explained by the fact of a nation being<br />

a Great Power (and vice versa) than by<br />

any national characteristic, none of<br />

which seems to have any explanatory<br />

power”.<br />

12. Economische oorzaken van oorlogen<br />

duiken vaak op, maar staan niet<br />

alleen en sluiten ook andere oorzaken<br />

niet uit. Er is geen ondersteuning voor<br />

de enkelefactortheorie dat ‘de econo-<br />

16<br />

mie’ oorlog veroorzaakt, tenzij economie<br />

en oorzaken zo breed gedefinieerd<br />

worden dat ze oninteressant zijn.<br />

13. De tendens van elke twee groepen<br />

om te vechten neemt toe als de verschillen<br />

tussen hen (in taal, religie, ras,<br />

en culturele stijl) toenemen.<br />

14. Het lijkt erop dat ‘militante ideologie’<br />

een oorzaak is van oorlog.<br />

Oorlogsfrequentie<br />

Volgens Quincy Wright (1942, 1965),<br />

werden er 278 oorlogen uitgevochten<br />

in de periode<br />

van 1480 tot<br />

1941, plus 30<br />

‘vijandelijkheden’<br />

van<br />

1945 tot<br />

1964. ‘Vijandelijkheden’<br />

werden gedefinieerd<br />

als<br />

gewapende<br />

Quincy Wright<br />

conflicten<br />

tussen men-<br />

selijke groepen “waarin meer dan 317<br />

personen werden gedood” (p. 1544).<br />

Voor perioden vóór 1941, werd een<br />

‘oorlog’ gedefinieerd door zijn wettige<br />

erkenning, of door de betrokkenheid<br />

van meer dan 50.000 soldaten, of door<br />

zijn belangrijke juridische en/of<br />

volke<strong>nr</strong>echtelijke resultaten (p. 636). Er<br />

waren 2.659 veldslagen van 1480 tot<br />

1941; een ‘veldslag’ werd gedefinieerd<br />

door het totale aantal slachtoffers van<br />

meer dan duizend, of meer dan vijfhonderd<br />

slachtoffers in het geval van zeeslagen<br />

(p. 625). Beer (1974: 20-21)<br />

vond een algemeen historische tendens<br />

in de richting van de ‘concentratie’ van<br />

KADER II:<br />

SIMPLE TALLYING: THE FIRST QUANTITATIVE STUDY OF WAR<br />

oorlog. Een vroege studie, gepubliceerd<br />

nabij het begin van de Eerste Wereldoorlog<br />

(Woods & Baltzly, 1915: 2),<br />

vermoedde deze tendens al. Rummel<br />

(1967: 178, 180, 182) concludeerde:<br />

“er is een of ander tendens waardoor<br />

de hevige conflicten tussen verschillende<br />

groepen intenser worden” in termen<br />

van meer oorlogsdoden. Met behulp<br />

van regressieanalyse en rangordecorrelatie<br />

vonden Levy (1982: 279; 1983:<br />

192; 1989: 213; Levy, Walker &<br />

Edwards, 2003: 17-19; Gat & Maoz,<br />

2003: 9) dat oorlog tussen grootmachten<br />

sinds het einde van de vijftiende<br />

eeuw, toen het moderne Europese<br />

grootmachtensysteem ontstond, in frequentie<br />

aanzienlijk is afgenomen maar<br />

in toenemende mate ‘ernstig’ is geworden<br />

in omvang, magnitude, zwaarte<br />

(severity), intensiteit en concentratie in<br />

tijd en ruimte – eigenlijk in elke mogelijke<br />

dimensie behalve tijdsduur (duration),<br />

welke relatief constant is gebleven.<br />

De severity van oorlogen tussen<br />

grootmachten is redelijk snel toegenomen<br />

in de tijd, tot het punt dat het verdubbeld<br />

is in ongeveer elke periode<br />

van 110 jaar (Levy, 1983: 192).<br />

Als we door de tijd gaan van 3600 v.C.<br />

tot A.D. 1980, impliceert de verspreiding<br />

van oorlog en vrede dat de vredesperiodes<br />

langer en minder frequent zijn<br />

geworden (Beer, 1981: 39-40).<br />

De evidentie gepresenteerd door Van<br />

der Dennen (1981: 143-53) lijkt ook de<br />

notie te onderschrijven dat er inderdaad<br />

een langetermijntrend bestaat van veel<br />

oorlogen met weinig slachtoffers naar<br />

minder oorlogen met veel slachtoffers<br />

(met de twintigste eeuw als meest verwoestende<br />

en bloedige).<br />

Summary of Causes of 286 Wars as Stated by the Massachusetts Peace Society’s Committee of Inquiry (1820; as reproduced in<br />

Allen, 1930: 686-87):<br />

First, Wars of ambition – to obtain extent of territory by conquest (44 cases);<br />

Second, Predatory wars – for plunder, or tribute, or to obtain a settlement for subsistence (22 cases);<br />

Third, Wars of revenge or retaliation (24 cases);<br />

Fourth, Wars to settle some question of honor or prerogative (8 cases);<br />

Fifth, Wars arising from disputed claims to some territory (6 cases);<br />

Sixth, Wars arising from disputed titles to crowns (41 cases)’;<br />

Seventh, Wars commenced under the pretense of assisting some ally, or some friend or person flying from alleged oppression<br />

(30 cases);<br />

Eighth, Wars which have arisen from the distrust of nations toward each other – jealousy of rival greatness, or fear of increasing<br />

armaments or extended conquests (23 cases);<br />

Ninth, Wars which have grown out of commerce, designed for its protection against foreign depredations (5 cases);<br />

Tenth, Civil wars, carried on by different parties in the same nation (55 cases);<br />

Eleventh, Wars on account of religion (28 cases).


Presentatie IKV Pax Christi-rapport<br />

‘Verarmd Uranium - Tijd voor duidelijkheid’<br />

Hans van Iterson<br />

Op 29 juni presenteerde IKV Pax<br />

Christi in Nieuwspoort haar factsheet<br />

overVerarmd Uranium om<br />

de discussie rondom de militaire<br />

toepassing van verarmd uranium<br />

nieuw leven in te blazen. De<br />

Belgische regering is de Nederlandse<br />

vorige week voorafgegaan<br />

en heeft inmiddels het gebruik<br />

van verarmd uranium als munitie<br />

of bepantsering verboden.<br />

Miriam Struyk (IKV) zit de bijeenkomst<br />

voor met als speciale sprekers<br />

Henk van de Keur (LAKA), Wim van<br />

den Burg (militaire vakbond AFMP) en<br />

dr. Jawed Al-Ali, oncoloog van het<br />

grootste ziekenhuis in Basra, Irak.<br />

Verarmd uranium (VU) is een zwaar<br />

metaal dat licht radioactief is. Het<br />

wordt gebruikt in munitie en als bepantsering<br />

van tanks vanwege de hoge<br />

dichtheid en daarbij komende voordelen<br />

van groot doordringend vermogen<br />

(munitie) en betere bescherming<br />

(bepantsering). Probleem is dat bij de<br />

inslag hoge temperaturen ontstaan<br />

waardoor het verarmd uranium verpulvert<br />

en er fijn VU-stof ontstaat dat<br />

door soldaten en burgers kan worden<br />

ingeademd. Hoewel hard wetenschappelijk<br />

bewijs ontbreekt, lijkt er een<br />

causaal verband te bestaan tussen het<br />

gebruik van VU op de Balkan en Irak<br />

en toenemende gezondheidsklachten.<br />

Het IKV is altijd voorzichtig bij het<br />

doen van harde uitspraken en roept dus<br />

niet op tot een verbod maar een moratorium<br />

is wel op zijn plaats. Daarnaast<br />

is nieuw wetenschappelijk onderzoek<br />

zeer gewenst.<br />

Verouderde rapporten<br />

Henk van de Keur benadrukt het belang<br />

van goed onderzoek. In 2001 is<br />

het gevaar van VU, naar aanleiding van<br />

berichten op de Balkan, door de media<br />

naar voren geschoven en is er door de<br />

Tweede Kamer ook een motie aangenomen<br />

die opriep tot een moratorium<br />

op VU-wapens totdat de werkelijke<br />

gezondheidseffecten bekend waren. Na<br />

een tijdje kalfde de politieke interesse<br />

echter af en de motie is nooit geëffectueerd.<br />

Op vragen van Tweede Kamerlid<br />

Krista van Velzen in 2004 grijpen<br />

bewindslieden terug naar oude rapporten<br />

van begin 2000 die geen causaliteit<br />

aantonen tussen VU en gezondheidsklachten.<br />

Dat is nog steeds de bestaande<br />

situatie terwijl er tal van nieuwe<br />

rapporten zijn verschenen gebaseerd op<br />

onderzoek onder slachtoffers die wel<br />

degelijk schade aantonen. Toch blijft<br />

staatssecretaris Jack de Vries teruggrijpen<br />

naar de oude, geruststellende,<br />

onderzoeksgegevens. Gelukkig steunt<br />

Nederland wel de intentie tot nieuw<br />

onderzoek. Daar moet dus stellig de<br />

nadruk op gelegd worden.<br />

Militaire vakbond AFMP<br />

Wim van den Burg van de AFMP gaat<br />

een stapje verder en pleit voor een verbod<br />

op verarmd uranium. Het klinkt<br />

misschien wat vreemd om wapensystemen<br />

te verbieden, maar wat hier zwaarder<br />

weegt is, dat militairen in situaties<br />

terecht kunnen komen waartegen ze<br />

minder goed beschermd zijn. In deze is<br />

het nogal tegenstrijdig dat je enerzijds<br />

zegt dat er geen gevaren zijn bij<br />

gebruik van VU, maar tegelijkertijd<br />

allerlei veiligheidsprotocollen in werking<br />

treden op het moment dat VU-stof<br />

wordt aangetroffen. De AFMP wil niet<br />

dat er pas maatregelen getroffen worden<br />

nadat er een causaal verband met<br />

gezondheidsklachten is aangetoond.<br />

Als militairen willen wij landen in<br />

nood vooruit helpen, maar hoe kan dat<br />

als je het voor vele jaren vervuilt met<br />

stof van verarmd uranium?<br />

Dr. Jawad Al-Ali<br />

De Iraakse arts Jawad Al-Ali is dé<br />

expert op het gebied van kanker veroorzaakt<br />

door verarmd uranium.<br />

Volgens Al-Ali was er na de Eerste<br />

Golfoorlog sprake van een spectaculaire<br />

stijging van het aantal gevallen<br />

van kanker door straling. Dat gaat om<br />

een grote diversiteit aan kankers:<br />

longkanker, botkanker, leukemie,<br />

maagkanker, nier- en leverkanker.<br />

Daarnaast worden misvormde kinderen<br />

geboren die ons doen denken aan<br />

Hiroshima. Rond Basra staan tal van<br />

stukgeschoten tanks die voor de VUbesmetting<br />

verantwoordelijk zijn.<br />

Desondanks doet Al-Ali iets wat een<br />

gewone oncoloog niet kan: het vaststellen<br />

of een geval van kanker al dan<br />

niet veroorzaakt is door straling. Dat<br />

straling kanker kan veroorzaken, dat<br />

weet iedereen. Maar in een specifiek<br />

geval ‘straling’ als oorzaak aanwijzen<br />

is eigenlijk onmogelijk. <strong>NVMP</strong>bestuurslid<br />

Jelle Vleer wijst hem daar<br />

ook op. Juist in deze situatie zou zoiets<br />

onomstotelijk bewezen moeten worden.<br />

De grote diversiteit aan kankergevallen<br />

verlaagt echter de causaliteit. Je loopt<br />

nu het risico alle kankergevallen en<br />

geboortedefecten op een hoop te vegen<br />

en daar het stempel verarmd uranium<br />

op te drukken. Sommige kankers openbaren<br />

zich binnen 4-5 jaar, maar voor<br />

botkanker is dat 10-15 jaar. Er is dus<br />

veel meer onderzoek over een langere<br />

periode nodig om een causaliteit vast te<br />

stellen. Andere mogelijke oorzaken zijn<br />

immers de oliebranden die veel verontreiniging<br />

in Irak veroorzaakt hebben.<br />

Meer onderzoek<br />

Conclusie van de middag is dat er meer<br />

onderzoek nodig is om causaliteit vast<br />

te stellen. Pas als er hard bewijs is kun<br />

je de speculaties ontstijgen. Vergelijk<br />

het met het Golfoorlogssyndroom.<br />

Hiervoor zijn een hele reeks oorzaken,<br />

zoals micro-organismen, experimentele<br />

Vervolg op pagina 18<br />

17


Alfred Hermann Fried (1864-1921)<br />

NicoVroenhof<br />

De reeks ‘Erflaters van deVredesbeweging’<br />

beschrijft een reeks<br />

persoonlijkheden die hebben<br />

bijgedragen tot de vredesbeweging.Vooral<br />

op het einde van de<br />

negentiende eeuw waren er veel<br />

mensen die zich inzetten tegen<br />

de wreedheid van een oorlog. De<br />

toenmalige tijdgeest deed het<br />

geloof toenemen dat niet alleen<br />

technische vooruitgang mogelijk<br />

was maar dat ook de samenleving<br />

tussen de volkeren zou verbeteren<br />

Na een korte biografie wordt<br />

vooral ingegaan op hun doelstellingen,<br />

hoe zij die wilden verwezenlijken<br />

en ten slotte in hoeverre<br />

zij daarin slaagden. Een van<br />

de vele markante figuren –<br />

hoewel tegenwoordig wat vergeten<br />

– is Alfred Hermann Fried.<br />

Leven<br />

Alfred Hermann Fried werd op 11<br />

november 1864 in Wenen geboren als<br />

eerste van negen kinderen. De ouders,<br />

Vervolg van pagina 17<br />

injecties maar ook verarmd uranium,<br />

van stal gehaald om het vage en diverse<br />

ziektebeeld dat er onder viel te verklaren.<br />

Het onderzoek dat nodig is<br />

duurt noodgedwongen 10-15 jaar. De<br />

vraag die daar bij gesteld kan worden<br />

is of dit onderzoek niet door de Verenigde<br />

Staten gefrustreerd zal worden<br />

teneinde hoge schadeclaims te voorkomen<br />

en we pas over 30-40 jaar de<br />

echte effecten zullen weten. Zoals<br />

Krista van Velzen al zegt, er is meer<br />

nodig om de bal aan het rollen te brengen.<br />

De gevaren van asbest werden<br />

destijds pas echt serieus genomen toen<br />

er schadeclaims kwamen van slachtoffers.<br />

Laten we daar niet op wachten.<br />

De noodzaak van verarmd uranium is<br />

ver te zoeken, wolfraam is een goede<br />

vervanger. Neem geen risico’s en stap<br />

over op een ander materiaal – aldus<br />

Krista van Velzen. *<br />

18<br />

Samuel Fried en Berta Engel, waren<br />

joods en stamden uit Hongarije. De<br />

vader was handelaar in stro- en vilthoeden.<br />

Aanvankelijk bezocht Alfred<br />

Hermann een Privatschule en kreeg<br />

tegelijk nog les van een privéleraar.<br />

Door de economische crisis verslechterde<br />

de financiële toestand van de<br />

familie en moest hij naar het gemeentelijk<br />

gymnasium. Terugblikkend<br />

schrijft hijzelf over die tijd: “Op mijn<br />

tiende kwam ik op het gymnasium.<br />

Maar ik was een slechte leerling. Ik<br />

was niet lui maar mijn fout was dat ik<br />

mij niet aan het leerplan hield. Ik was<br />

altijd met dingen bezig die niet op het<br />

leerplan stonden. Mijn schoolresultaten<br />

waren slecht.” Zo kwam het dat hij het<br />

tweede leerjaar al moest overdoen.<br />

Omdat in het derde leerjaar de problemen<br />

toenamen besloot hij op de leeftijd<br />

van 14 jaar – tegen de plannen van zijn<br />

ouders – de school te verlaten. Hij<br />

vertelde: “Daar het mij slecht afging op<br />

school, waren mijn ouders uiteindelijk<br />

blij toen ik verklaarde dat ik boekhandelaar<br />

wenste te worden en al een<br />

plaats als leerling had gevonden.”<br />

Misschien speelde de financiële toestand<br />

van de familie ook mee bij deze<br />

verandering van beroepskeuze.<br />

Verschillende broers en zusters waren<br />

vaak ziek en stierven vrij jong. De<br />

vader was in 1879 werkloos. Alfred<br />

Hermann gaf een deel van zijn loon<br />

aan zijn moeder. Hij las in die tijd zeer<br />

veel. Ik wilde mij los worstelen uit de<br />

modderpoel van onwetendheid en<br />

dilettantisme. Na het afsluiten van zijn<br />

leertijd vond hij een betrekking bij een<br />

boekhandelaar in Berlijn. Later keerde<br />

hij terug naar Wenen. Tijdens de Eerste<br />

Wereldoorlog week hij tijdelijk uit naar<br />

Zwitserland. Welstellend was hij nooit<br />

en bij de ineenstorting van Ooste<strong>nr</strong>ijk-<br />

Hongarije verloor hij praktisch al zijn<br />

bezittingen. Hij stierf in armoede aan<br />

de gevolgen van een longinfectie op<br />

5 mei 1921 te Wenen.<br />

Samenwerking met Bertha von<br />

Suttner<br />

Zijn opvattingen over politiek en pacifisme<br />

lagen binnen de normen van zijn<br />

omgeving: een zekere sympathie voor<br />

Pruisen, een zekere verachting voor de<br />

Fransen. Maar de oorlogen van zijn tijd<br />

tussen Servië en Turkije (1875-76),<br />

tussen Turkije en Rusland (1877-78) en<br />

de bezetting van Bosnië en Herzegovina<br />

(1878) maakten relatief weinig<br />

indruk op hem. Een keerpunt in die<br />

houding kwam bij een bezoek aan een<br />

tentoonstelling van de Russische<br />

schilder Wassil Wassiljewitch<br />

Wereschagin. De beelden troffen hem<br />

diep: een piramide van schedels waarrond<br />

raven cirkelden, groengele kadavers<br />

die gezegend werden door een<br />

pope en vooral het beeld ernaast van<br />

tsaar Alexander II, gezeten in een<br />

gemakkelijke zetel met rond zich zijn<br />

gevolg, terwijl hij van op afstand de<br />

veldslag volgde. Hoewel voor het jaar<br />

1880 al talrijke vredesbewegingen<br />

bestonden had Alfred Hermann geen<br />

idee hoe de georganiseerde vredesbewegingen<br />

functioneerden. In november<br />

1881 kwam de grote omslag in zijn<br />

leven. Tijdens een cafébezoek las hij<br />

dat Bertha von Suttner de volgende dag<br />

vanuit Wenen zou afreizen naar Rome<br />

om daar een vredescongres te leiden.<br />

“De schellen vielen van mijn ogen.<br />

Plots zag ik dat de ideeën die ik als<br />

kind koesterde, reeds in een werkzame<br />

organisatie waren verwezenlijkt… Nog<br />

diezelfde dag schreef ik een brief naar<br />

Bertha von Suttner met de uitdrukkelijke<br />

wens mee te mogen werken aan<br />

wat zij begonnen was.” Al in de eerste<br />

brief opperde Fried het voorstel om een<br />

maandblad uit te geven dat het vredesgedachtegoed<br />

in Duitsland en Ooste<strong>nr</strong>ijk<br />

de nodige bekendheid zal geven.


De eerste uitgave van het tijdschrift Die<br />

Waffen nieder! Monatschrift zur Förderung<br />

der Friedens Idee verscheen op<br />

1 februari 1882. Het tijdschrift bleef<br />

bestaan tot 1899 en vormde een<br />

belangrijk forum voor de vredesbewegingen.<br />

Nadien richtte Fried een eigen<br />

pacifistisch tijdschrift op, Die<br />

Friedenswarte. Het werd, vooral op<br />

aandringen van Bertha von Suttner, het<br />

officieel tijdschrift van het Öste<strong>nr</strong>eichische<br />

Friedensgesellschaft (ÖFG).<br />

Hoewel Fried zowel uitgever als redacteur<br />

was van het ÖFG stond hij toch<br />

vrij ambivalent tegenover de vredesbewegingen.<br />

Herhaaldelijk betoogde hij:<br />

“Ik werk voor een idee, niet voor een<br />

vereniging. Spijtig genoeg denken<br />

vooral mensen van het bestuur dat dit<br />

hetzelfde is.” Een van de voornaamste<br />

redenen om georganiseerde vredesbewegingen<br />

op te richten was gelegen in<br />

het feit dat men, onafhankelijk van de<br />

nationale staten, een stem wilde<br />

hebben op de wereldvredescongressen.<br />

Het initiatief hiertoe ging uit van<br />

Bertha von Suttner en Alfred Hermann<br />

Fried. Al vrij vroeg (het jaar nadien)<br />

vroeg het bestuur aan Fried om de<br />

vereniging te verlaten. Redenen waren<br />

zijn irriterende ijver en zijn gebrek aan<br />

sociaal functioneren. Bij dit alles kwam<br />

zijn jeugd, zijn geringe opleiding en<br />

zijn lage sociale afkomst. De hoofdreden<br />

was echter de uitgave van<br />

Sammlung Fried die in 1871 verscheen<br />

en als moreel aanstootgevend beschouwd<br />

werd. Hij was geïsoleerd.<br />

Toch bleef Fried actief in de beweging,<br />

al waren zijn standpunten soms weinig<br />

conform aan die van het bestuur.<br />

Herhaaldelijk oefende hij kritiek uit op<br />

hun doelstellingen en methodes. Door<br />

immobilisme duurde het vele jaren eer<br />

het bestuur haar programma publiceerde.<br />

De onderwerpen waren: ontwapening,<br />

oplossen van conflicten door<br />

arbitrage en het oprichten van een<br />

supranationale statenbond.<br />

Theorie en Methode – het<br />

Wetenschappelijk Pacifisme<br />

Hoewel Alfred Fried in het begin<br />

volledig achter het ideeëngoed van<br />

Bertha von Suttner stond, begon hij<br />

geleidelijk te twijfelen. Was haar concept<br />

om alle conflicten op basis van<br />

ethische principes vreedzaam op te<br />

lossen wel haalbaar? De eerste Haagse<br />

conferentie (1899) bewees dat de<br />

betrekkingen tussen de staten niet vlug<br />

zouden veranderen. Fried pleitte voor<br />

een theoretische, wetenschappelijke<br />

benadering. Hij wilde de vredesbeweging<br />

van het odium van het utopische<br />

bevrijden en wendde zich hiervoor tot<br />

universiteitsprofessoren. Het zich afkeren<br />

van ethische en sentimentele uitgangspunten<br />

was in zijn benaderingswijze<br />

niet nieuw. De monografie Die<br />

Grundlagen des revolutionairen<br />

Pacifismus (1908) bevatte de basis van<br />

wat als ´organisatorisch´ of ´wetenschappelijk´<br />

pacifisme zou omschreven<br />

worden. Alle staten zijn heden ten dage<br />

van elkaar afhankelijk en op elkaar<br />

aangewezen. Een geïsoleerde staat is<br />

niet meer denkbaar. Toch handelen<br />

staten of zij alleen staan. Dit zelfstandig<br />

handelen leidt tot conflicten met de<br />

belangen van andere staten. Oorlog kan<br />

dan als een bevrijding werken. Oorlog<br />

is niet een conditie op zichzelf maar<br />

een symptoom van een conditie.<br />

Oorlog is het gevolg van de internationale<br />

anarchie. Dus moet er een<br />

supernationale organisatie komen die<br />

als scheidsrechter kan optreden. Fried<br />

pleitte voor een fundamenteel pacifisme<br />

dat de internationale anarchie<br />

aan banden legt door wettelijke regelgeving<br />

en spirituele bezieling. Hij<br />

trachtte dit als volgt aan barones Von<br />

Suttner uit te leggen: “Het fundamenteel<br />

pacifisme geeft het ‘Noorden’<br />

aan terwijl uw stijl van ageren eerder<br />

het ‘Zuiden’ vertegenwoordigt, Hart en<br />

intellect horen samen en kunnen niet<br />

afzonderlijk bestaan.” Anderzijds uitte<br />

Bertha von Suttner in haar dagboek<br />

harde kritiek: … Fried Pacifismus<br />

gelesen. Der mangel an Ethik gefällt<br />

mir nicht…. Tegelijk erkende zij dat het<br />

zogenaamde revolutionaire pacifisme<br />

ook positieve kanten had. Volgens<br />

Fried was het verkeerd de nadruk te<br />

leggen op ontwapening, omdat oorlog<br />

en bewapening enkel symptomen zijn<br />

van de bestaande internationale anarchie.<br />

Met invloedrijke internationale<br />

instellingen zou de kans op succes<br />

kunnen toenemen. In de pan-Amerikaanse<br />

beweging zag hij een model<br />

waarbij de nationale identiteit kon<br />

behouden worden binnen een internationale<br />

organisatie. Fried noemde deze<br />

vorm van pacifisme ‘wetenschappelijk’<br />

en ‘revolutionair’. Karl Marx als voorbeeld<br />

nemend, betoogde hij dat de wetten<br />

van de vooruitgang onvermijdelijk<br />

tot een nieuwe internationale orde<br />

zouden leiden. De vredesbewegingen<br />

zouden de bevolking moeten bewustmaken<br />

van de geschiedenis en hen<br />

helpen weerstanden uit de weg te<br />

ruimen om die vooruitgang mogelijk te<br />

maken. Ondanks veel kritiek (het<br />

diffuse van het internationale en zijn<br />

lineair vooruitgangsdenken) schiep<br />

Fried het eerste theoretische basisconcept<br />

van een vredesbeweging. Dit idee<br />

werd later uitgewerkt, eerst in de vorm<br />

van de Volkenbond en later, na de<br />

Tweede Wereldoorlog, als de Verenigde<br />

Naties. De publicaties waarin hij zijn<br />

ideeën uiteenzette waren omvangrijk<br />

maar de belangrijkste blijven het<br />

tweedelige Handbuch der Friedensbewegung<br />

(1911– 1913, (Handbook of<br />

the Peace Movement) en het vierdelige<br />

Mein Kriegtagebuch (1918–20, (My<br />

War Diary).<br />

Bij de methoden om de doelstellingen<br />

te bereiken werd nadruk gelegd op de<br />

informatie van de algemene bevolking<br />

en de bewuste beïnvloeding van de<br />

beleidsmakers. De financiële middelen<br />

bleven echter beperkt. Fried omschreef<br />

dit later als een vicieuze cirkel: door<br />

geldgebrek was er te weinig aandacht,<br />

te weinig aandacht leidde tot geldgebrek.<br />

Toch steeg het ledenaantal van<br />

200 in 1898 tot 10.000 in 1914, vooral<br />

na de conferentie in Den Haag. Maar<br />

de vredesbeweging bleef in Duitsland<br />

weinig impact hebben in vergelijking<br />

met Frankrijk, Engeland of de VS.<br />

Vooral de hogere standen zagen in het<br />

pacifisme een antinationale, antipatriottische<br />

en staatsgevaarlijke stroming.<br />

“Het is een onnatuurlijke richting,<br />

(…) een overgevoelige en warrige<br />

woordenbrij die het Germaanse heldendom<br />

en de mannelijke daadkracht aan<br />

de Duitse mannen wil onttrekken, (…)<br />

ze tot hazenharten en mosselachtige<br />

zwakkelingen wil herleiden.” De<br />

Pruisische generaal Von Moltke formuleerde<br />

het als volgt: “Vrede is een<br />

droom en zelfs niet een mooie….<br />

Oorlog is de leidraad van de goddelijke<br />

wereldorde.” Hoe dan ook, door zijn<br />

vele publicaties werd Fried, ondanks<br />

zijn conflicten met het Deutsche<br />

Friedensgesellschaft, toch de leidende<br />

theoreticus in het Duitse taalgebied.<br />

Nobelprijs voor de Vrede in 1911<br />

Bertha von Suttner – die de Nobelprijs<br />

enkele jaren voordien had gekregen –<br />

informeerde Fried regelmatig over de<br />

jaarlijkse selectie van de kandidaten.<br />

Zij was ook de eerste die hem op de<br />

hoogte bracht van zijn prijstoekenning<br />

Vervolg op pagina 20<br />

19


Vervolg van pagina 19<br />

door het comité. Hij deelde de prijs<br />

met Tobias Michael Carel Asser (1838-<br />

1913) een joods-Nederlandse jurist.<br />

Fried kreeg de prijs vooral voor het<br />

oprichten van het tijdschrift Die Waffen<br />

Nieder! en zijn vele bijdragen hierin.<br />

Asser kreeg de prijs vanwege zijn rol<br />

bij het tot stand komen van het<br />

Permanent Hof van Arbitrage op de<br />

eerste Haagse Vredesconferentie. In het<br />

jaar waarin hij de Nobelprijs kreeg,<br />

ontving Fried tevens een gift van het<br />

instituut Carnegie Endowment for<br />

International Peace. In 1913 volgde<br />

een doctoraat honoris causa aan de<br />

Leidse Universiteit in Nederland. De<br />

ergste geldzorgen leken nu voorbij. Iets<br />

wat Bertha von Suttner echter minder<br />

vreugde bezorgde was Frieds plan om<br />

in Wenen een Wereldvredescongres te<br />

organiseren. Zij vond Wenen ongeschikt<br />

wegens de vijandige houding<br />

van het Hof, de adel en de Kerk.<br />

Eerste Wereldoorlog - Dagboek<br />

Hoewel de vredesactivisten de mogelijkheid<br />

van een Europese oorlog nooit<br />

helemaal hadden uitgesloten, achtten<br />

zij de kans hierop van jaar tot jaar<br />

geringer. Dit optimisme berustte<br />

duidelijk op een tekort aan informatie.<br />

De eerste wereldoorlog kwam dan ook<br />

zoals Fried het formuleerde: als een<br />

Golgotha des Pacifismus. Toch hoopten<br />

ook zij bij het begin van de oorlog nog<br />

op een vlugge vrede. Alfred Hermann<br />

Fried was door de gebeurtenissen in<br />

augustus 1914 melancholiek en gedeprimeerd<br />

maar hij beschouwde dit niet<br />

als een bewijs voor het mislukken van<br />

het pacifisme. Integendeel, hij zag zijn<br />

pacifistisch concept bevestigd. De<br />

Wereldoorlog is het gevolg van het niet<br />

bestaan van een wereldorganisatie<br />

boven de individuele naties. Vrede in<br />

de wereld is alleen mogelijk indien dit<br />

verwezenlijkt wordt. In andere landen<br />

ontstonden na het uitbreken van de<br />

oorlog juist nieuwe vredesbewegingen.<br />

De initiatiefnemers waren teleurgesteld<br />

in de vooroorlogse bewegingen en<br />

wilden dat na de oorlog een nieuwe<br />

weg zou ingeslagen worden. Voorbeelden<br />

waren de Nederlandsche Anti-<br />

Oorlog-Raad (NAOR) die in april 1915<br />

een internationaal congres in Den Haag<br />

organiseerde en de Internationale<br />

Frauenausschusses für einen dauerhaften<br />

Frieden.<br />

In Ooste<strong>nr</strong>ijk en ook in Duitsland werd<br />

de censuur strenger. De uitgave van het<br />

20<br />

tijdschrift en ook andere publicaties<br />

werden zeer moeilijk voor Fried.<br />

Dankbaar nam hij een aanbod aan om<br />

naar Zwitserland uit te wijken. Hier<br />

kon hij de Friedens-Warte verder uitgeven.<br />

Tegelijk begon hij een Kriegs-<br />

Tagesbuch. Hierin benadrukte hij herhaaldelijk<br />

het verschrikkelijke en misdadige<br />

van de oorlog. Hij behandelde<br />

juist veelvuldig de emoties die hij<br />

voorheen bij Bertha von Suttner had<br />

bekritiseerd. In zijn pogingen om pacifistische<br />

leerstellingen te valideren<br />

bestudeerde hij de oorsprong van oorlogen.<br />

“Dat deze oorlog anders zou zijn<br />

dan andere oorlogen moet ontkend<br />

worden. De houding van Duitsland kan<br />

alleen begrepen worden indien men<br />

ervan uitgaat dat het een oorlog onvermijdelijk<br />

achtte en daarom zelf het tijdstip<br />

wenste te kiezen ... De anarchie<br />

tussen de staten is een van de grootste<br />

oorzaken … Men gelooft nog altijd in<br />

het oude sprookje dat de mensen eerst<br />

engelen moeten worden voor zij stoppen<br />

met oorlog voeren. Wij pacifisten<br />

zijn verstandige egoïsten omdat wij ons<br />

van deze verschrikkelijke plaag willen<br />

bevrijden.” Hij protesteerde tegen het<br />

Verdrag van Versailles maar waarschuwde<br />

anderzijds ook de Duitsers<br />

om dit niet te bestrijden met geweld. In<br />

zijn pacifistisch concept nam Fried het<br />

standpunt in dat de Eerste Wereldoorlog<br />

had kunnen vermeden worden.<br />

Hij stelde de vraag of werkelijk alles<br />

was gedaan om de oorlog in juli 1914<br />

te verhinderen. Wanneer slechts één<br />

regering van de vijf deelnemende landen<br />

de oorlog absoluut had willen vermijden,<br />

dan was er geen oorlog gekomen.<br />

Alle rechtvaardigingen – van<br />

waar zij ook komen – tonen enkel aan<br />

dat de deelnemende staten de oorlog<br />

wilden. Is de veronderstelling van de<br />

Rijkskanselier dat de Russische mobilisatie<br />

de schuld is van alles, steekhoudend?<br />

Het is duidelijk dat een conferentie<br />

die mobilisatie had kunnen<br />

verhinderen. Dat de oorlog uiteindelijk<br />

toch losbarstte weet Fried vooral aan<br />

de internationale statenanarchie, de<br />

bewapeningsindustrie en de wil – maar<br />

nog meer het fatalisme – van de politieke<br />

elite. In zijn Kriegs-Tagebuch<br />

behandelde Alfred Hermann Fried<br />

verder meerdere vragen die ook vandaag<br />

nog belangrijk zijn. De rol van de<br />

media in de verklaring en de voorstelling<br />

van geweld en oorlog, vragen<br />

over de volledigheid en waarheid van<br />

informatie versus tendentieuze propa-<br />

ganda en verder vragen over de invloed<br />

van de stereotypie in taal en afbeeldingen.<br />

Hoe wordt de legitimiteit van een<br />

oorlogshandeling verklaard?<br />

Rechtvaardigen gevechtshandelingen<br />

altijd het beoogde doel of bestaat er<br />

een potentiële vermijdbaarheid voor<br />

oorlog en geweld?<br />

Slot<br />

Alfred Hermann Fried was een paradox<br />

gedurende zijn leven (en ook nog lang<br />

daarna). Hij zat als het ware altijd<br />

tussen twee stoelen: jood zonder<br />

religieuze overtuiging, links zonder<br />

partijlidmaatschap, intellectueel zonder<br />

academische opleiding en (minstens tot<br />

1913) zonder titel. Een man die zijn<br />

leven lang erkenning zocht als intellectuele<br />

burger zonder dat hij ooit echt<br />

geaccepteerd werd. Hij bleef altijd een<br />

buitenstaander zelfs in de pacifistische<br />

gemeenschap. Het benadrukken door<br />

Fried van een wetenschappelijke<br />

benadering met verwaarlozing van<br />

ethische componenten kan als een<br />

reactie op de sentimentele utopie van<br />

zijn tijd gezien worden. Toch is het zijn<br />

verdienste geweest antipacifistische<br />

stereotiepen met wetenschappelijke<br />

argumenten te weerleggen. In historisch<br />

perspectief komen vele vormen<br />

van samenwerking tussen staten, zoals<br />

de Europese eenmaking en de<br />

Verenigde Naties, overeen met de concepten<br />

van Fried. Een ander activiteit<br />

van Fried die zijdelings met zijn vredeswerk<br />

verband hield, was zijn prominente<br />

rol in de Esperanto-beweging.<br />

Deze beweging steunde op het idee dat<br />

een universele tweede taal zou helpen<br />

in de appreciatie van alle culturen en<br />

zo tot een betere wereldvrede zou leiden.<br />

Hij publiceerde in 1903 zelfs een<br />

studieboek Lehrbuch der internationalen<br />

Hilfssprache Esperanto voor<br />

het aanleren van deze taal.<br />

Verantwoording<br />

De tekst is voornamelijk gebaseerd op<br />

het werk van Bernard Tuider: Alfred<br />

Hermann Fried, Pazifist im Ersten<br />

Weltkrieg. Illusion und Vision. Het gaat<br />

om een Diplomarbeit voor het bekomen<br />

van de titel van Magister der<br />

Philosophie aan de Universiteit van<br />

Wenen. Het werk is vlot leesbaar en is<br />

in PDF-vorm beschikbaar op het web.<br />

Het is niet zozeer een biografie maar<br />

behandelt vooral het pacifistische<br />

concept en de toenmalige vredesbewegingen.<br />

*


Akke Botzen<br />

PN werd in 1993 opgericht in<br />

Nederland (Hilversum) door<br />

journalisten, politici en geëngageerde<br />

individuen, met<br />

steun van de Nederlandse<br />

Vereniging van Journalisten<br />

NVJ en politiek-cultureel<br />

centrum ‘De Balie’.<br />

Bij de viering van het 15-jarig bestaan<br />

complimenteerde minister<br />

Verhagen van BuZa de organisatie:<br />

“ . . . het belang van persvrijheid.<br />

De Nederlandse regering<br />

zal Press Now hierbij van harte<br />

ondersteunen”.<br />

PN ontstond vanuit bezorgdheid<br />

om de oorlog in Joegoslavië, met<br />

als doel het ondersteunen van<br />

onafhankelijke media in dat land,<br />

als tegenwicht tegen de propaganda<br />

en haatcampagnes van de<br />

staatsmedia. In Servië, Kroatië,<br />

Bosnië en Herzegovina werden<br />

radio,TV, kranten, tijdschriften en<br />

sommige internetmedia ondersteund.<br />

Door de conflicten in<br />

Kosovo en Macedonië en de crisis<br />

in Albanië breidde PN ook in<br />

die regionen zijn activiteiten uit.<br />

Nog groter werd het actieterrein<br />

in 2003 met Wit-Rusland,<br />

Moldavië en Oekraïne en met<br />

een 'terreinverkenning' in de<br />

Kaukasus en Centraal Azië.<br />

Algemener werd de doelstelling<br />

in 2004, waarbij het meer dan<br />

voorheen ging om conflictregionen<br />

en landen in transitie op weg<br />

naar democratie.Vandaag de dag<br />

ondersteunt PN ruim 100 projecten<br />

(Balkan, Oost-Europa,<br />

Kaukasus, Centraal- Azië,Afrika<br />

Uit de tijdschriften<br />

Persvrijheid? Press Now, 16 jaar<br />

Bron: <strong>Nieuwsbrief</strong> Press Now, voorjaar 2009<br />

en het Midden-Oosten).<br />

Missie vanaf het begin is het promoten<br />

van democratie en mense<strong>nr</strong>echten<br />

door het ondersteunen<br />

van onafhankelijke media,<br />

met continue aanpassing aan<br />

plaatselijke en politieke ontwikkelingen<br />

in het gebied. Beperkte<br />

de steun zich in het begin tot<br />

noodgevallen, nu heeft PN zijn<br />

focus verschoven naar investeringen<br />

en strategieën voor de lange<br />

termijn met als resultaat meerjarige<br />

overeenkomsten voor projecten<br />

met partners in de betreffende<br />

regionen.Aan onafhankelijke<br />

journalisten wordt steun<br />

en training geboden.<br />

Het 15-jarig bestaan van PN in<br />

2008 viel samen met de directeurswisseling.<br />

Vertrekkend was<br />

Wilco de Jonge, nu werkzaam bij<br />

mense<strong>nr</strong>echten van AI. De aangetreden<br />

directeur Leon Willems<br />

werkte jarenlang voor de IKONtelevisie<br />

(Midden-Oosten en<br />

Afrika) en was de laatste tijd<br />

actief voor de VN in Soedan.<br />

Willems: 'ik vond het al in de<br />

jaren ’90 inspirerend om te zien<br />

hoe PN een activistische opstelling<br />

combineert met een langetermijnvisie.<br />

Wereldwijd staan de<br />

media – (ontwikkelingsorganisaties)<br />

onder sterke politieke en<br />

economische druk. Samenwerking<br />

is noodzakelijk zoals dit<br />

gebeurt in het Global Forum for<br />

Media Development met ethische<br />

regels voor media in conflictgebieden'.<br />

WIllems is gekozen in de<br />

stuurgroep Internationale ngo’s<br />

van het Forum. Staten hebben<br />

weinig geld over voor vrije<br />

media. Nederland vormt een uitzondering:<br />

onze ambassades in<br />

conflictlanden nemen veel initiatieven.<br />

Ook de vrije journalistiek wordt<br />

toenemend bedreigd: embedded<br />

journalism (Afghanistan) en<br />

belemmering van toegang (Gaza).<br />

Bij exiled (hybride) media<br />

(Zimbabwe, Eritrea) wordt het<br />

nieuws locaal vergaard, doorgestuurd<br />

naar een externe zender<br />

en weer beluisterd in het land<br />

van herkomst. De rol van civiele<br />

media zal in dit soort landen<br />

steeds groter worden<br />

(Ethiopische blogs in de diaspora,<br />

het uitdelen van camera's aan<br />

Palestijnse boeren, waarvoor<br />

B'tselem in Israël de Geuzenpenning<br />

ontving).Voor professionele<br />

media en voor PN gaat het<br />

erom, deze berichtgeving in te<br />

passen met behoud van kwaliteit<br />

en integriteit. Door hard te werken<br />

aan de kwaliteitseisen is PN<br />

nu I.S.O.-gecertifeerd.*<br />

Resultaten<br />

Koerdistan/Noord-Irak<br />

31 maart 2009 presenteerde<br />

Judit Neurink in Felix Meritis in<br />

Amsterdam haar boek ‘De Bange<br />

Stad’, over de lotgevallen van drie<br />

bevriende families in Bagdad met<br />

verschillende etnische achtergronden.<br />

Niet toevallig, want<br />

schrijfster is directeur van het<br />

IMCK, het Independent Media<br />

Centre Kurdistan. Dit Centrum<br />

vierde april 2009 haar eerste<br />

verjaardag. Het onderging in deze<br />

korte tijd een stormachtige groei<br />

en netwerkbekendheid. Behalve<br />

allround scholing aan media verzorgt<br />

het IMCK ook trainingen<br />

voor Koerdische politici: voor<br />

het verbeteren van hun omgang<br />

met de media en het bieden van<br />

meer transparantie. Er zijn voorbereidingen<br />

voor een post-doc<br />

opleiding journalistiek, dit jaar<br />

nog te beginnen. De financiering<br />

gaat lukken. Helaas is de vergunning<br />

als locale ngo nog niet rond.<br />

Armenië<br />

Een Nederlandse delegatie (RTV<br />

Oost) bezocht in 2008 het commerciële<br />

tv station in Sevan, de<br />

armste regio van Armenië. Het<br />

station is opgezet door een<br />

Armeense ondernemer, om geld<br />

te verdienen maar ook vanuit een<br />

ideologie: 'voor het brengen van<br />

vermaak en informatie aan een<br />

bevolking die weinig heeft'. Boven<br />

het vanuit het station al bestaande<br />

trainingsprogramma van studenten<br />

journalistiek werd nu via<br />

gezamenlijke personeelstraining<br />

en het installeren van gesponsorde<br />

apparatuur de basis gelegd<br />

voor een langdurige samenwerking.<br />

De uitzendingen van het<br />

Armeense station zijn lokaal/<br />

regionaal gericht met dagelijks<br />

nieuws en informatieve programma's<br />

en met veel aandacht voor<br />

sociale problematiek. De medewerkers<br />

tonen veel betrokkenheid.<br />

RTV Oost kan helpen door<br />

structureel training te verzorgen<br />

en de apparatuur te verbeteren.<br />

'Maar de Armeense zender zal<br />

het niet redden zonder verdere<br />

materiële ondersteuning van<br />

Press Now', aldus Marcel Oude<br />

Wesselink, programmadirecteur<br />

van RTV Oost. Radio Darfur: opgezet<br />

april 2008 door PN directeur<br />

Willems en sinds december<br />

2008 vanuit Hilversum bezig met<br />

radio-uitzendingen over en voor<br />

Soedan (website Eng. www.radio<br />

dabanga. org.) Willems ontwikkelde<br />

de afgelopen 3 jaar al in Zuid-<br />

Soedan een uitgebreid werk van<br />

FM-zenders voor de VN.<br />

*) normen voor mediagerelateerde<br />

bedrijven.


Jef De Loof<br />

De opvatting dat het leven op<br />

onze planeet een ontwikkeling<br />

heeft gekend, waarbij de verschillende<br />

soorten geleidelijk<br />

geëvolueerd zijn vanuit gemeenschappelijke<br />

voorouders, vinden<br />

we al terug bij bepaalde Griekse<br />

filosofen.Waarschijnlijk zijn in<br />

de daaropvolgende eeuwen nog<br />

andere filosofen en biologen<br />

hiermee bezig geweest, maar<br />

hiervan zijn geen sporen meer<br />

terug te vinden wegens repressie<br />

en onbespreekbaarheid van<br />

het probleem.<br />

Lamarck (1744-1829) was de eerste<br />

om een wetenschappelijke hypothese<br />

te formuleren in verband met biologische<br />

evolutie. Hij veronderstelde<br />

dat onder invloed van het leefmilieu<br />

veranderingen konden ontstaan die<br />

erfelijk waren. Een van zijn voorbeelden<br />

was de giraf die een langere<br />

hals ontwikkelde toen de laagste<br />

bladeren van de bomen moeilijk<br />

bereikbaar werden.<br />

Het was echter Charles Darwin<br />

(1809-1882) die, na uitgebreid onderzoek<br />

en vele contacten met andere<br />

wetenschappers, de basis legde van de<br />

huidige evolutietheorie. Het ontstaan<br />

van de verschillende soorten is volgens<br />

zijn stelling het gevolg van drie<br />

factoren: genetische variaties, voortplanting<br />

en natuurlijke selectie. Zijn<br />

voornaamste publicatie: On the origin<br />

of species by means of natural selection<br />

(1859) werd positief onthaald in<br />

wetenschappelijke kringen. De<br />

stelling van Darwin bracht niet alleen<br />

een plausibele verklaring voor een<br />

aantal vastgestelde feiten, ze volgde<br />

een logische gedachtegang en was<br />

gebaseerd op ernstig wetenschappelijk<br />

onderzoek. In het licht van de<br />

viering van het jaar van Darwin leek<br />

het opportuun zijn evolutieleer te<br />

bekijken, speciaal in verband met<br />

competitie en oorlog. Het darwinisme<br />

steunt enerzijds op de vaststelling dat<br />

erfelijke mutaties veel voorkomen en<br />

anderzijds dat in de competitie tussen<br />

22<br />

Het darwinisme en oorlog<br />

Charles Darwin<br />

de al dan niet gemuteerde afstammelingen<br />

de sterkste of liever de best<br />

aan zijn omgeving aangepaste – the<br />

fittest, zoals hij die noemde – het<br />

uiteindelijk haalt. Dit mechanisme<br />

zorgt voor een permanente vooruitgang<br />

van de kwaliteit en de leefbaarheid.<br />

Sociaaldarwinisme<br />

Het darwinisme paste dan ook in het<br />

denkkader van de activisten, van de<br />

strebers. Wij, mensen, staan aan de<br />

top, en alles wijst er op dat we het<br />

nog veel verder kunnen schoppen.<br />

Sommigen gingen die Survival of the<br />

Fittest interpreteren als een mechanisme<br />

waaraan we actief moeten<br />

meewerken, willen we de ontwikkeling<br />

van de mensheid stimuleren. Ze<br />

vonden hierin een reden om de zorg<br />

voor de zwakken als contraproductief<br />

te zien. Als 'sociaaldarwinisten' –<br />

een wat misleidende benaming –<br />

waren ze ervan overtuigd dat de aandacht<br />

van de overheid in de eerste<br />

plaats moet gaan naar de sterken. Dit<br />

vinden we ook enigszins terug in het<br />

neoliberale denken: zorg in de eerste<br />

plaats voor de sterken. Zij zorgen<br />

voor een welstellende samenleving,<br />

waarvan ook de zwakkeren zullen<br />

genieten.<br />

Sommigen gingen verder en vonden<br />

dat de samenleving de zwakkeren aan<br />

zichzelf moest overlaten, zoals de<br />

natuur het geregeld had. Extreme aanhangers<br />

waren er van overtuigd dat<br />

we de natuur een hand moesten toesteken<br />

door het nemen van eugenetische<br />

maatregelen, zoals steriliseren<br />

of een zachte dood laten sterven van<br />

gehandicapten, dementen, onaangepasten<br />

en…al wie behoorde tot een<br />

minderwaardige cultuur. Uitwassen<br />

gingen zeer ver. Ze maakten een<br />

onderscheid tussen culturen en<br />

rassen. Superieure rassen, zoals het<br />

arische ras, hadden binnen het evolutionaire<br />

denkkader het recht de minderwaardige<br />

uit te schakelen, in de<br />

lijn van de natuurlijke ontwikkeling.<br />

Een evolutie gebaseerd op een survival<br />

of the fittest leek op het eerste<br />

gezicht een samenleving te veronderstellen<br />

waarin competitie, het vechten<br />

om te overleven, een belangrijke<br />

plaats innam. Vijandschap, oorlog,<br />

massavernietiging, 'oog om oog, tand<br />

om tand', racisme, egocentrisch gedrag,<br />

het lijken allemaal noodzakelijke<br />

elementen van groei en vooruitgang.<br />

Groepsselectie<br />

Darwin zelf had problemen met deze<br />

negatieve interpretaties van de<br />

natuurlijke selectie. Hij vond zorg<br />

voor de zwakkeren een absolute<br />

noodzaak en een positief element in<br />

de evolutie van het mensdom. Op een<br />

bepaald moment gebruikte hij de<br />

term 'groepsselectie' om te wijzen op<br />

het belang van de groep, op de nood<br />

aan sociaal gedrag, voor de groei van<br />

het welzijn van de gemeenschap.<br />

Sociaal gedrag heeft in de loop van<br />

de geschiedenis nergens de ontwikkeling<br />

tegengehouden. Integendeel.<br />

Van in het begin van de menselijke<br />

geschiedenis zien we zorg voor de<br />

zwakke, voor de mindere. Overal ter<br />

wereld, in alle beschavingen, zie je<br />

mensen tegen de darwinistische competitie<br />

in hun voordelige positie prijsgeven,<br />

de zwakkere bijstaan en voorrang<br />

geven. Aanvankelijk waren het<br />

uitzonderingen die onafhankelijk van<br />

mekaar zich inzetten voor de medemens,<br />

voor een nieuwe, menselijker<br />

wereld. Stilaan gaan ze samenwerken,<br />

vandaag vormen ze ngo's, een teken<br />

dat de tendens doorgroeit en veralge-


meent. Meer nog, bevolkingsgroepen<br />

die macht uitoefenen staan geleidelijk<br />

een deel van die macht af ten<br />

voordele van zwakkeren, verplicht of<br />

gewoon om de wereld leefbaar te<br />

houden. Afschaffing van de slavernij,<br />

ontwikkeling van een sociale wetgeving,<br />

algemeen stemrecht, emancipatie<br />

van de vrouw, ontstaan van een<br />

belastingsysteem als aanzet tot herverdeling<br />

van de welvaart, het zijn<br />

allemaal situaties waarin een deel van<br />

de macht van de sterkere groep overgedragen<br />

wordt naar de zwakkeren.<br />

En je kunt nu zeggen dat het nog veel<br />

te weinig is, het is in elk geval een<br />

nieuw, groeiend verschijnsel, dat<br />

recht ingaat tegen de principes van<br />

het sociaaldarwinisme.<br />

Doortrekken van de<br />

evolutielijnen<br />

De menselijke beschaving kent in de<br />

jongste tijd op alle terreinen een ongelooflijk<br />

snelle, almaar snellere<br />

ontwikkeling. Zeker als je die vergelijkt<br />

met de uiterst trage evolutie<br />

van de eerste homo sapiensgeneraties,<br />

die ongeveer 160.000 jaar geleden<br />

hebben geleefd. In die ontwikkeling<br />

kan je bepaalde richtingen herkennen<br />

die bij extrapolatie een aantal perspectieven<br />

geven, maar wat het uiteindelijk<br />

wordt is een groot vraagteken.<br />

Blijft het een beheersbare, in<br />

toom te houden groei of wordt het<br />

een reis bergaf, op een trein zonder<br />

remmen, die uiteindelijk eindigt op<br />

een totale crash? Niemand kan het<br />

voorspellen. We weten enkel dat de<br />

mens zelf in toenemende mate verantwoordelijk<br />

wordt, niet alleen voor<br />

zijn eigen toekomst, maar voor de<br />

toekomst van onze planeet<br />

Een algemene bezinning is noodzakelijk,<br />

uitgaande van een aantal onbetwistbare<br />

vaststellingen.<br />

- Onze kennis neemt toe op een exponentiële<br />

wijze. Waar deze bij de primitieve<br />

mens beperkt was tot zijn onmiddellijke<br />

omgeving en ervaring,<br />

ging ze almaar verder zoeken, diepgaander<br />

graven en ruimer interpreteren.<br />

De groeiende hoeveelheid basisgegevens<br />

waarover we beschikken<br />

kunnen we op een gestructureerde<br />

wijze opslaan, wat het mogelijk<br />

maakt verbanden te onderzoeken.<br />

Meer en meer slagen we erin een<br />

wereld te scheppen die voor ons<br />

werkt.<br />

- We worden steeds onafhankelijker,<br />

lichamelijk en geestelijk, minder en<br />

minder gebonden aan de zorg voor<br />

onze basale levensbehoeften. Deze<br />

evolutie gaat verder. Van groeiende<br />

onafhankelijkheid van de omgevingsfactoren,<br />

naar een toenemende impact<br />

op de natuur om uiteindelijk richting<br />

te geven aan de verdere ontwikkeling<br />

van onze planeet en van het leven op<br />

aarde. Door manipulatie van onze<br />

genen zien we een toekomstbeeld<br />

waarin we zelfs in staat zijn onze<br />

eigen menselijke evolutie te richten.<br />

- Meer impact op de toekomst van<br />

onze wereld betekent meer verantwoordelijkheid,<br />

een verantwoordelijkheid<br />

op een totaal ander niveau.<br />

We krijgen een wereld in handen en<br />

beschikken over steeds ingrijpender<br />

middelen, die we met toenemende<br />

voorzichtigheid moeten leren manipuleren.<br />

Deze ontwikkeling heeft zeker vele<br />

positieve gevolgen. We beheersen<br />

tegenwoordig de natuur in die mate<br />

dat we, althans in het rijkere deel van<br />

de wereld, niet meer moeten vechten<br />

voor ons bestaan, maar ons de luxe<br />

kunnen permitteren de zwakkere op<br />

te vangen, zonder als gemeenschap<br />

hiervan echt nadeel te ondervinden.<br />

Vandaag kunnen we, zonder ons pijn<br />

te doen, mensen langer laten leven<br />

met behulp van dure geneesmiddelen<br />

en al even dure zorg. Kunnen we<br />

kinderen, waarvan we weten dat ze<br />

door chronische ziekte nooit productief<br />

zullen zijn maar de maatschappij<br />

veel zullen kosten, een lang leven bezorgen.<br />

Maatregelen die totaal indruisen<br />

tegen het sociaaldarwinisme.<br />

Anderzijds moeten we onze prioriteiten<br />

grondig herbekijken. In de eerste<br />

plaats worden we geconfronteerd met<br />

zware problemen die het<br />

voortbestaan van de mensheid<br />

bedreigen zoals de opwarming<br />

van de aarde en de uitputting<br />

van onze grondstoffen. Een<br />

ander prioritair probleem,<br />

waarop te weinig nadruk wordt<br />

gelegd, is de toenemende vernietigingskracht<br />

van de wapens.<br />

Kernwapens, chemische, biologische<br />

wapens bedreigen het<br />

voortbestaan van de mens op<br />

aarde. Veel te vlug zijn we het<br />

vergeten of werd het nieuws<br />

weggemoffeld, dat we op een<br />

bepaald ogenblik tijdens de<br />

Koude Oorlog (26 september<br />

1983) zeer dicht stonden bij een<br />

ongewilde massale atoomoorlog<br />

na een foutief gesignaleerd<br />

vertrek van vijf Amerikaanse<br />

raketten. Enkel de koelbloedigheid<br />

en ongehoorzaamheid van<br />

de sovjetverantwoordelijke die<br />

het automatisch vertrek van<br />

Russische raketten uitschakelde,<br />

heeft ons voor de<br />

explosie van honderden kernwapens<br />

gespaard.<br />

Ontwikkelen van steeds gevaarlijker<br />

wapens is het logisch gevolg van<br />

enerzijds de toename van onze technische<br />

mogelijkheden en anderzijds<br />

het nog altijd aanvaarden van oorlogen<br />

als laatste oplossing van een<br />

conflict. Terugdringen van de oorlog<br />

door meer dialoog en samenwerking,<br />

is onze prioriteit. Het kan als we er<br />

aan willen werken. Inzet voor vrede is<br />

geen vechten meer tegen de bierkaai.<br />

In het licht van de evolutie wordt het<br />

een zinnige, realiseerbare, meer dan<br />

ooit noodzakelijke actie. *<br />

23


Symposium bij het 40-jarig <strong>NVMP</strong>-jubileum<br />

Hugo D’aes, Hans van Iterson<br />

Op zaterdag 10 oktober organiseerde<br />

de <strong>NVMP</strong> ter gelegenheid<br />

van haar 40-jarig bestaan<br />

het toepasselijke symposium<br />

‘Arts en Oorlog’ in het UMC te<br />

Utrecht. Het was niet alleen een<br />

terugblik maar ook een poging<br />

tot verbreding van haar blik.<br />

Welke dilemma’s komt de arts<br />

tegen bij oorlog?<br />

Introductie<br />

Historicus Leo van Bergen bereidt<br />

ons voor op de hoofdthema’s van de<br />

dag met een bondige maar prikkelende<br />

introductie: ‘De drie rollen van<br />

de gezondheidswerker ten opzichte<br />

van oorlog’ te weten: het streven naar<br />

een kernwapenvrije wereld, noodhulp<br />

en oorlog en schending van medische<br />

mense<strong>nr</strong>echten in oorlogstijd. Als we<br />

het over oorlog hebben is de gezondheidswerker<br />

nooit ver weg. Bij<br />

beelden van een oorlog horen beelden<br />

van ambulances, artsen en verpleegkundigen.<br />

Maar hun rol is veelal<br />

curatief, niet preventief: het genezen<br />

van door oorlog geslagen wonden.<br />

Op dit symposium schenken we aandacht<br />

aan drie minder belichte rollen<br />

van de gezondheidswerker tijdens een<br />

oorlog.<br />

Vooreerst de actievoerder: artsen kunnen<br />

en moeten voorlichting geven<br />

over de gevaren van oorlog en<br />

wapens. Zeker sinds de atoomaanvallen<br />

op Hiroshima en Nagasaki is<br />

het een must dat artsen duidelijk<br />

maken dat efficiënte hulpverlening in<br />

oorlogstijd onmogelijk is. Maar ook<br />

landmijnen en clusterbommen geven<br />

door hun niet-discriminatoire werking<br />

genoeg redenen tot bezorgdheid.<br />

Vervolgens focussen we op de helper<br />

in nood, vooral toegespitst op de<br />

ethische dilemma’s: wat doe je als<br />

anderen beslissen over wie de hulp<br />

krijgt, welke mensen medische zorg<br />

of voedselhulp ontvangen en welke<br />

niet? En wat met het onthutsende<br />

24<br />

Arts en Oorlog<br />

gegeven dat je als hulpverlener een<br />

conflict langer laat duren of in stand<br />

houdt? Tenslotte zullen we het hebben<br />

over de arts als dader of medeplichtige:<br />

hem als monster afschilderen is<br />

misschien net iets te gemakkelijk.<br />

Enige zelfreflectie over onze eigen<br />

attitudes kan tot het besef leiden dat<br />

oorlog eerder een verzachtende dan<br />

een verzwarende omstandigheid is.<br />

Deel I: Nucleaire wapens<br />

<strong>NVMP</strong>-voorzitter Herman Spanjaard<br />

opent met een boeiende powerpointpresentatie<br />

het onderwerp 'nucleaire<br />

wapens'. De mijlpalen in de geschiedenis<br />

van de <strong>NVMP</strong> passeren de<br />

revue: de IPPNW-Nobelprijs voor de<br />

Vrede in 1985, het World Court<br />

Project, The Hague Appeal for Peace in<br />

Den Haag in 1999, Mayors for Peace.<br />

De waanzin van de oorlog wordt door<br />

Herman uitgelicht. Hij geeft aan dat<br />

een kogel van 1 cent, die in een Afrikaans<br />

land iemand verwondt, een materiële<br />

schade kan aa<strong>nr</strong>ichten van<br />

$ 6000,00. Voor datzelfde geld kun je<br />

bijvoorbeeld 250 kinderen volledig<br />

vaccineren, 100 kinderen één jaar<br />

basiseducatie geven of een gezin van<br />

vijf mensen tien jaar voeden. Er staan<br />

nog steeds 4.000 kernwapens op hair<br />

trigger alert. Op iedere grote Nederlandse<br />

stad staat nog altijd een ker<strong>nr</strong>aket<br />

met de juiste coördinaten gericht,<br />

ook hier op Utrecht. Dat is een meer<br />

dan verontrustende gedachte.<br />

Vervolgens kreeg de burgemeester<br />

van Wassenaar Jan Hoekema het<br />

woord. Hoekema is een van de 53<br />

‘Burgemeesters voor Vrede’ die<br />

Nederland inmiddels telt. Hoekema<br />

stelt vast dat antikernwapenmensen<br />

vaak als ‘links’ te boek staan. Bij de<br />

Burgemeesters voor Vrede ligt dat<br />

anders. Ze zijn lang niet allemaal<br />

PvdA maar ook CDA en VVD. Alle<br />

kleuren zijn vertegenwoordigd, dat<br />

wil zeggen: burgemeesters zijn bezig<br />

met kernwapens. Een middel om aandacht<br />

te krijgen is het maken van een<br />

link met de millenniumdoelen (er zijn<br />

immers ook al 140 ‘millenniumgemeenten’).<br />

Het is de taak van de<br />

burgemeester deze doelen aaibaar te<br />

maken. Een wereld waar het kernwapen<br />

bestaat als verweer omdat je je<br />

bedreigd voelt door een ander, van<br />

dat soort denken, van die structuren<br />

moeten we proberen af te komen. Het<br />

afbouwen van kernwapens is niet onmogelijk<br />

als er politieke wil is bij de<br />

landen die er toe doen: de Verenigde<br />

Staten, China en Rusland. Als die drie<br />

landen het met elkaar eens worden is<br />

het visioen van een kernwapenvrije<br />

wereld niet meer ondenkbaar. Maar<br />

dat zal wel een soort veiligheidsordening<br />

vergen en technische afspraken<br />

over het op een fatsoenlijke<br />

manier opruimen van kernwapenvoorraden.<br />

Hoekema moedigt de aanwezigen<br />

aan: laat uw stem horen aan<br />

burgemeesters en gemeenteraadsleden<br />

op weg naar die kernwapenvrije<br />

wereld. Zij zitten er toch allemaal<br />

namens de bevolking, zijn allemaal<br />

gekozen of benoemd. Die gevoelens<br />

moeten ook vertolkt worden richting<br />

Den Haag met hulp van de Vereniging<br />

van Nederlandse Gemeenten.<br />

Denk niet, dat kernwapen gaat<br />

vanzelf weg, dat is iets te makkelijk.<br />

Laten we daar onze agenda op richten<br />

gedurende de eerste drie, vier jaar dat<br />

Obama president is. Daar zitten<br />

kansen, maak daar gebruik van!<br />

Oud-<strong>NVMP</strong>-voorzitter Auke van der<br />

Heide gaat vervolgens meer in op de<br />

details van de medische verantwoordelijkheid<br />

daar waar het preventie<br />

van kernwapens betreft. In 1986<br />

stelde de KNMG in een verklaring<br />

dat na een nucleaire aanval artsen<br />

‘niet kunnen voldoen aan de basisvoorwaarden<br />

voor een georganiseerde<br />

gezondheidszorg’. De World Medical<br />

Association zei in een verklaring over<br />

kernwapens: Het is de plicht van<br />

iedere medicus de afschaffing van<br />

kernwapens te bevorderen. Wat is er<br />

nog meer nodig om aan te tonen dat<br />

artsen een verantwoordelijkheid<br />

hebben wanneer het gaat om middelen<br />

die de potentie in zich hebben<br />

hele populaties uit te roeien? Auke<br />

maakt een vergelijking met roken:


Jan Hoekema<br />

tegenwoordig is roken not done. Zo<br />

moeten we ook af van de nucleaire<br />

wapens. Je weet dat het slecht is voor<br />

je eigen mensen om de wapens te<br />

produceren. Je weet dat het gevaarlijk<br />

is om deze wapens te bezitten en toch<br />

is de aantrekkingskracht kennelijk zo<br />

groot dat er steeds meer staten zijn<br />

die deze wapens in bezit hebben.<br />

Vervolgens wordt een stuk uit de film<br />

Wargame (1965) getoond die de<br />

gruwelen en medische chaos en wanhoop<br />

laat zien na een atoomaanval op<br />

Groot-Brittannië. De film werd destijds<br />

gecensureerd en mocht niet op<br />

het publieke net worden uitgezonden.<br />

Discussie<br />

Daarna is het tijd voor vragen. Een<br />

medisch student confronteert ons<br />

direct met een volgend dilemma:<br />

volledige kernontwapening zelf is<br />

eerder gevaarlijk dan ongevaarlijk. De<br />

kennis is er immers toch, je kunt<br />

waarschijnlijk nooit zonder.<br />

Leo van Bergen beaamt dat: aan<br />

alleen ontwapenen heb je niks dat<br />

moet gepaard gaan met geopolitieke<br />

ontspanning, dat moet gepaard gaan<br />

met het ontwapenen van andere<br />

wapensystemen en met andere<br />

manieren van conflictoplossing.<br />

Herman Spanjaard vult aan: de kans<br />

Auke van der Heide<br />

dat de laatste kernwapens deze aarde<br />

verlaten is heel klein maar de overkill<br />

die er nu is slaat helemaal nergens<br />

op; die kost heel veel geld. Dat geld<br />

kun je inzetten voor onderwijs, voor<br />

medische wetenschap en voor nog<br />

een hoop andere programma's. Er<br />

wordt vooral veel geld uitgegeven dat<br />

op een andere manier besteed kan<br />

worden. Verder is het opruimen van<br />

de kernwapens uit Nederland een heel<br />

concreet doel. Ook zou het fijn zijn<br />

als de Russen en Amerikanen alleen<br />

nog hun kernwapens op elkanders<br />

steden zouden richten en niet meer op<br />

de Europese. Dat zijn heel concrete<br />

doelen om na te streven.<br />

Herman Spanjaard<br />

Linda Polman<br />

Deel II: Noodhulp en oorlog<br />

Eerst kwam Linda Polman aan het<br />

woord over ‘Medische noodhulp en<br />

geweld’. Polman is freelance journaliste,<br />

die als oorlogscorrespondente<br />

aanvankelijk rapporteerde over<br />

diverse vredesmissies van de VN. In<br />

1993 was ze in Somalië, waar ze het<br />

grote verschil constateerde tussen de<br />

succesverhalen die in de krant verschenen<br />

en de realiteit op het veld. Ze<br />

was er ook bij in Rwanda in 1994,<br />

waar de VN-soldaten opnieuw<br />

machteloos moesten toekijken tijdens<br />

de genocide. Vervolgens kwam ze in<br />

Siërra Leone terecht, waar het verdrag<br />

van Lomé in 1999 de humanitaire<br />

hulpkaravaan op gang bracht. Ze<br />

stelde met verbazing vast waar de<br />

massale financiële en materiële hulp<br />

naar toe ging: het bleek namelijk dat<br />

de vroegere machthebbers het gemakkelijkst<br />

toegang kregen tot die<br />

hulp en konden beslissen waar die<br />

naartoe ging. En de armen bleven<br />

even arm als voorheen. Vanuit deze<br />

ontnuchterende waarnemingen begon<br />

ze te schrijven aan haar boek ‘De<br />

crisiskaravaan’, dat ook in deze<br />

<strong>Nieuwsbrief</strong> al aandacht kreeg<br />

(winternummer 2008). Om meer<br />

materiaal te verzamelen ging Linda<br />

Polman andere humanitaire hulpacties<br />

bestuderen, van eenmans-ngo’s tot<br />

mastodonten als UNICEF en Artsen<br />

zonder Grenzen. Ze kwam tot harde<br />

en voor veel hulpverleners moeilijk te<br />

verteren vaststellingen. De hulpverlening<br />

in acute oorlogssituaties is een<br />

echte industrie, zowel voor de gevers<br />

als voor de ontvangers. In het kamp<br />

van deze laatsten is het de kwestie te<br />

zorgen dat je zelf zo veel mogelijk<br />

krijgt en de tegenstander zo weinig<br />

mogelijk.<br />

Voor een deel heeft deze kwalijke<br />

evolutie te maken met het einde van<br />

de Koude Oorlog: doordat de supermachten<br />

zich terugtrekken uit de oorlogsfronten<br />

wordt de noodhulp overgelaten<br />

aan allerhande organisaties.<br />

Deze worden gesubsidieerd door de<br />

overheid en/of privésponsors en daar<br />

is héél veel geld mee gemoeid. Het<br />

meest bloedstollende aspect van het<br />

hele verhaal is de manipulatie van de<br />

media die een essentiële rol spelen:<br />

hoe meer geweld en gruwel, hoe meer<br />

media-aandacht, hoe meer hulp. Als<br />

je geen verhongerende of verminkte<br />

baby’s kunt laten zien krijg je geen<br />

geld. Zonder aandacht van CNN geen<br />

hulp. Linda Polman hoorde persoonlijk<br />

getuigenissen van rebellen in<br />

Siera Leone, die doelbewust slachtingen<br />

en vernielingen aa<strong>nr</strong>ichten: door<br />

steeds meer geweld te gebruiken<br />

komt er uiteindelijk toch hulpverlening<br />

op gang en kunnen ze profiteren<br />

van de hulpverleningsindustrie.<br />

Het motto tutti fratelli van He<strong>nr</strong>i<br />

Dunant (alle mensen zijn broeders en<br />

iedereen heeft recht op dezelfde hulp)<br />

Vervolg op pagina 26<br />

25


Vervolg van pagina 25<br />

is dan wel ontstaan uit een nobel<br />

meevoelen met de lijdende mens,<br />

maar blijkt er in de praktijk soms<br />

voor te zorgen dat er slachtoffers worden<br />

gecreëerd en dat een conflict<br />

wordt verlengd.<br />

Toen was het de beurt aan Godelieve<br />

van Heteren om te reageren. Zelf arts<br />

met ervaring in de medische noodhulp,<br />

begon ze met te zeggen dat het<br />

verhaal van Linda Polman spijtig genoeg<br />

klopt. Maar de vraag stelt zich<br />

welk debat je hiermee nu wilt voeren.<br />

Het mag geen zwart-wit discussie<br />

worden (“Er zijn alleen maar mislukkingen,<br />

of alleen maar goede<br />

resultaten”; of: “Ontwikkelen kan<br />

alleen maar zonder, of mét, hulp”),<br />

waarna gekozen moet worden tussen<br />

gewoon verder doen en alle hulp<br />

stopzetten. Het debat moet genuanceerd<br />

gevoerd worden.<br />

Godelieve van Heteren<br />

26<br />

Herkenbare dilemma’s zijn voor Van<br />

Heteren:<br />

• Noodhulp is ‘kluitjesvoetbal’.<br />

• We are feeding the bad guys.<br />

• Blijven versus weggaan.<br />

• Belangenconflicten (kiezen voor de<br />

noodlijdende bevolking of compromissen<br />

sluiten met de machthebbers).<br />

• Incidentele in plaats van structurele<br />

aanpak (enkel wat in de schijnwerpers<br />

staat krijgt hulp).<br />

Punten van kritiek zijn:<br />

• De visie van Polman is dichotoom:<br />

óf goed óf slecht is te simpel gesteld.<br />

• Polman biedt te weinig alternatieven,<br />

want hoe ga je om met die<br />

dilemma’s? Zomaar stoppen met<br />

alles?<br />

• Teveel invloed wordt toegedicht aan<br />

ngo’s.<br />

• Noodhulp en structurele ontwikkeling<br />

moet je meer in elkaars verlengde<br />

zien; in de noodhulpfase meer<br />

aansluiting zoeken bij lokale initiatieven.<br />

• Ngo’s zijn zich al goed bewust van<br />

de problematiek en proberen er iets<br />

aan te doen.<br />

• Global health perspective: de verbetering<br />

van de gezondheidstoestand<br />

moet wereldwijd bekeken worden, en<br />

dit moet nu net buiten de rampen<br />

gebeuren.<br />

We kregen even tijd om de standpunten<br />

te laten bezinken tijdens het film-<br />

V.l.n.r.: Herman Spanjaard, Leo van Bergen, Auke vd Heide en Peter Buijs (dagvoorzitter)<br />

fragment uit Fernando Meirelles’ The<br />

constant gardener. Verschillende van<br />

de aangehaalde problemen kwamen in<br />

tien minuten aan bod, zoals het droppen<br />

van voedselhulp, de dubieuze<br />

praktijken van de farma-industrie, het<br />

dilemma van de hulpverlener die een<br />

kind moet achterlaten en zelf zijn<br />

hachje redt.<br />

Discussie<br />

De discussie die volgde bracht nog<br />

enige verduidelijking in de standpunten.<br />

Een oud-medewerkster van<br />

Artsen zonder Grenzen stelde dat<br />

AZG niet thuishoort in dit verhaal en<br />

nooit de media heeft ‘gebruikt’ om<br />

hulp te vragen. Waarop Polman<br />

antwoordde dat AZG willens nillens<br />

deel uitmaakt van het ‘circus’, de<br />

crisiskaravaan: de actoren zien het<br />

niet anders, ze worden even goed<br />

gemanipuleerd. Volgens Van Heteren<br />

zien de hulpverleners echter wel<br />

degelijk dat ze in gemanipuleerde<br />

situaties terechtkomen en maken<br />

keuzes.<br />

Linda Polman haalde ook nog het<br />

voorbeeld Darfur aan. Niet minder<br />

dan 130 hulporganisaties van alle slag<br />

zijn hier aan het werk, het is de grootste<br />

hulpverleningsactie ter wereld:<br />

meer dan €800 miljoen per jaar! De<br />

besteding van geld en mankracht zou<br />

veel efficiënter kunnen als deze<br />

organisaties zouden samenwerken en<br />

één front vormen tegen de lokale


Lisette Luykx en Edwin Bakker<br />

machthebbers. Een organisatie als<br />

Artsen zonder Grenzen, die noodgedwongen<br />

keuzes moet maken, zou<br />

ook projecten kunnen selecteren waar<br />

de hulp minder gemanipuleerd wordt<br />

dan in bijvoorbeeld Soedan. De donaties<br />

en de hulp zouden veel beter<br />

besteed zijn. Godelieve van Heteren<br />

vindt echter dat, alles bijeen, de<br />

balans van de hulpverlening zeker<br />

niet negatief is, er gebeurt ook veel<br />

goeds met het gedoneerde geld.<br />

Literatuur die ter sprake kwam:<br />

Linda Polman: De crisiskaravaan, uitg. Balans<br />

Tobias Reijngoud: Ontwikkelingshulp in 2 uur<br />

en 53 minuten, uitg. Kosmos<br />

James Orbinski: An Imperfect Offering, uitg.<br />

Random House<br />

Deel III: Schending medische<br />

mense<strong>nr</strong>echten in oorlogstijd,<br />

ook door artsen zelf<br />

De eerste spreker is Lisette Luykx,<br />

tegenwoordig huisarts en docent aan<br />

de VU maar voorheen voorzitter van<br />

Artsen zonder Grenzen. Zij vertelt<br />

van haar ervaringen als arts in het<br />

vluchtelingenkamp Goma waar ze<br />

vluchtelingen uit Rwanda verzorgde.<br />

Daar werkte ze samen met Hutuartsen<br />

die uit het conflictgebied kwamen<br />

en die zich onmiskenbaar hadden<br />

schuldig gemaakt aan schendingen<br />

van mense<strong>nr</strong>echten en misschien<br />

wel aan genocide. Dat leverde toch<br />

een enigszins gespannen werksituatie<br />

op waarbij niet ontkend kon worden<br />

dat deze artsen zich als gewone collega’s<br />

gedroegen, kennelijk zonder<br />

geestelijke ballast.<br />

Daarna maakt zij een overstap naar de<br />

Tweede Wereldoorlog en nazi-Duitsland;<br />

welke voorbeelden zijn daar te<br />

vinden? Het naziregime dringt diep<br />

door in het medische domein doordat<br />

er een euthanasieprogramma ontstaat:<br />

mensen die zwakzinnig zijn of een<br />

handicap hebben horen niet bij ons<br />

Arische ras thuis en die kunnen we<br />

maar beter doden. Er zijn ook veel<br />

experimenten met medicijnen gedaan.<br />

Er zijn allerlei gruwelijke operaties<br />

uitgevoerd. Dr. Mengele is daarbij de<br />

bekendste naam die een fascinatie<br />

had voor tweelingenexperimenten.<br />

Toch was hij zeker niet de enige arts<br />

die zich aan dit soort praktijken<br />

schuldig maakte. Uiteindelijke zijn in<br />

Neurenberg twintig artsen veroordeeld;<br />

de meesten vonden echter dat<br />

zij helemaal niets gedaan hadden wat<br />

niet kon. Zij verdedigden zich met het<br />

argument Befehl ist Befehl, het was in<br />

het belang van de staat, die levens<br />

waren toch zinloos, zijn wij zoveel<br />

slechter dan de mensen die Dresden<br />

en Hamburg hebben gebombardeerd?<br />

Sindsdien proberen wij door allerlei<br />

verdragen te voorkomen dat dit in de<br />

toekomst nog eens kan plaatsvinden.<br />

Ondanks deze verdragen en afspraken<br />

word je toch altijd weer geconfronteerd<br />

met dilemma’s die niet makkelijk<br />

op te lossen zijn. Een voorbeeld<br />

is de positie van Dutchbat in<br />

Srebrenica. Daar werd in een benarde<br />

situatie met gebrekkige voorraden<br />

besloten een vrouw niet te helpen en<br />

alle voorraad te reserveren voor de<br />

soldaten. Achteraf is beoordeeld dat<br />

dit een medisch juiste beslissing is<br />

geweest. Guantanamo Bay is een<br />

voorbeeld uit de tegenwoordige tijd.<br />

Uiteindelijk moeten we streven naar<br />

artsen die trots zijn op hun artseneed,<br />

die bekend zijn met het juridische<br />

kader, die bewust zijn van de<br />

dualiteiten in de medische praktijk.<br />

Die moeilijke beslissingen kunnen<br />

nemen en die samenwerken en elkaar<br />

solidair bijstaan.<br />

Patient comes first vs security<br />

comes first<br />

Edwin Bakker is de laatste spreker.<br />

Hij is werkzaam bij het instituut<br />

Clingendael waar hij onderzoek verricht<br />

naar terrorisme en proliferatie<br />

van massavernietigingswapens.<br />

Bijzonder is, dat hij een van de gijzelaars<br />

was van Sadam Hoessein bij het<br />

begin van de Golfoorlog.<br />

Edwin Bakker vertelt van deze ervaring<br />

toen hij als student het land bezocht<br />

en vervolgens dat niet meer kon<br />

verlaten. Er was daar ook een groep<br />

buitenlandse artsen die in dezelfde<br />

situatie zat. Voortbordurend op wat<br />

Lisette gezegd heeft gaat het om twee<br />

zaken, óf: patient comes first, óf:<br />

security comes first. In de praktijk zie<br />

je dan dat er veelal gekozen wordt<br />

voor security comes first. De collectieve<br />

veiligheid gaat voor die van de<br />

individuele veiligheid. Daarbij gaat<br />

het bij collectieve veiligheid vaak om<br />

een inschatting, en die inschatting<br />

staat vaak lij<strong>nr</strong>echt tegenover de acute<br />

situatie waarin een patiënt zich bevindt.<br />

Voorbeelden daarvan zijn de luchtaanvallen<br />

in Afghanistan. Een F-16<br />

doet een luchtaanval omdat de militairen<br />

daar in het nauw zijn gedreven.<br />

Kies je dan voor de kans en het risico<br />

dat er een paar doden vallen onder de<br />

militairen of neem je het risico van<br />

collateral damage (burgerdoden en<br />

-gewonden bij een militair gerichte<br />

aanval). De afweging is dan, dat de<br />

commandant de levens van de soldaten<br />

prioriteit geeft. Twee dode militairen<br />

is een ernstiger gevolg dan een<br />

twintigtal collateral damage-doden.<br />

Immers met die twee dode militairen<br />

heb je een probleem als de kisten<br />

terugkomen naar Nederland, en met<br />

die anonieme twintig burgerslachtoffers<br />

bestaat er (hier) een veel minder<br />

groot probleem. Dat werkt high-<br />

Vervolg op pagina 28<br />

27


Vervolg van pagina 27<br />

tech approaches in de hand, je gaat<br />

het zoeken in technologische oplossingen<br />

om zo min mogelijk menselijke<br />

soldaten in te hoeven zetten.<br />

Dan is een paar dagen later zo’n<br />

filmadvertentie op tv, waarin een<br />

legerverpleegkundige getuigt dat ze<br />

het zo fijn vindt dat ze mensen kan<br />

helpen in Afghanistan, erg wrang in<br />

relatie tot die schade die die F-16<br />

heeft aangericht onder de burgers.<br />

Ander voorbeeld is de oefening<br />

Bonfire in Amsterdamse ArenA op<br />

6 april 2005, waar een bomaanslag<br />

wordt nagespeeld. Grote oefening. Na<br />

die ‘aanslag’ wordt besloten te wachten<br />

met het naar binnen sturen van de<br />

medische hulpdiensten omdat men<br />

bang is voor de doubleblast, dat is<br />

een tweede aanslag die medisch personeel<br />

kan treffen. Je moet eerst<br />

zeker zijn dat er nergens meer een<br />

tweede bom ligt. Dat wachten duurt<br />

lang en in die tussentijd gaan er dus<br />

slachtoffers van de eerste bom dood<br />

die geen verzorging krijgen. Dat is<br />

dus weer zo’n voorbeeld van kiezen<br />

voor een mogelijk groter gevaar ten<br />

koste van het acute individuele gevaar.<br />

Dat is heel moeilijk te beoordelen<br />

en een lastig medisch dilemma,<br />

maar toch kiest men dan voor de<br />

algemene veiligheid. Effectiviteit van<br />

foltering/verhoortechnieken zoals die<br />

in Guantanamo Bay gehouden zijn:<br />

werk je daaraan mee of niet?<br />

Tegenstrijdige berichten hierover,<br />

maar het komt er op neer dat algemene<br />

veiligheid belangrijker is dan individuele<br />

veiligheid en dat rechtvaardigt<br />

dan ook het folteren en de<br />

harde verhoortechnieken zoals je dat<br />

in afleveringen van de Amerikaanse<br />

televisieserie 24 ziet gebeuren.<br />

Die veiligheid is echter vaak meer<br />

theoretisch dan werkelijkheid.<br />

Hierna wordt een aflevering van ‘24’<br />

vertoond, waarin een chirurg met een<br />

pistool tegen zijn hoofd gedwongen<br />

wordt over te gaan van behandeling<br />

van een patiënt die acute hulp nodig<br />

heeft tot behandeling van een gewonde<br />

terrorist die cruciale informatie<br />

kan hebben over een aanslag<br />

die veel mensen het leven kan kosten.<br />

Discussie<br />

Overheden zijn bereid om grondrechten<br />

van de mens te schenden voor<br />

28<br />

Karel Koster in gesprek met Carolien van de Stadt<br />

V.l.n.r.: Linda Polman, Peter Buijs, Godelieve van Heteren, Leo van Bergen<br />

de collectieve veiligheid. Heel veel<br />

mensen zijn het daar toch mee eens.<br />

Het is dus niet alleen de overheid die<br />

daarin doorschiet, we doen het allemaal.<br />

Die algemene veiligheid staat<br />

toch voorop en dat wordt breed geaccepteerd.<br />

In Nederland zijn we daar<br />

zelfs behoorlijk ver in doorgeschoten.<br />

Kliklijnen worden hier breed geaccepteerd.<br />

Medische informatie is<br />

ook niet meer geheim. Alle informatie<br />

moet van jongs af aan beschikbaar<br />

zijn omdat we geen risico’s meer<br />

willen nemen. We zijn bang dat we<br />

later op iets afgerekend zullen worden,<br />

dat veiligheid voor iedereen<br />

vooropstaat en dat dat gaat ten koste<br />

van de individuele vrijheden. De<br />

vingerafdruk in het nieuwe paspoort<br />

bijvoorbeeld. Zoiets wordt doorgevoerd<br />

omdat Amerika daar om vraagt.<br />

Nederland heeft daar dan opvallend<br />

weinig problemen mee. Toch zijn dat<br />

gevaarlijke ontwikkelingen waartegen<br />

meer weerstand zou mogen bestaan.<br />

Hiermee werd een volle, boeiende<br />

dag afgesloten.<br />

*<br />

Aan een volledig verslag van het<br />

symposium wordt gewerkt en deze zal<br />

in brochurevorm worden uitgebracht.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!