You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Uit de inhoud<br />
3 Algemene Ledenvergadering<br />
NMVP 2009<br />
6 Symposium ‘Medische<br />
polemologie in de wetenschap’<br />
10 Nuclear Secrets<br />
14 De studie van de hedendaagse<br />
oorlog<br />
17 Presentatie IKV Pax Christirapport<br />
‘Verarmd Uranium -<br />
Tijd voor duidelijkheid’<br />
22 Het darwinisme en oorlog<br />
24 Arts en Oorlog<br />
29e jaargang herfst 2009<br />
NIEUWSBRIEF <strong>NVMP</strong>/AVV<br />
G E Z O N D H E I D S Z O R G E N V R E D E S V R A A G S T U K K E N / A R T S E N V O O R V R E D E<br />
/<br />
GEZONDHEIDSZORG EN VREDESVRAAGSTUKKEN<br />
ARTSEN VOOR VREDE<br />
IPPPN NW<br />
IINT.. PH HYSICIAANNS FOR T THEE PREVEN NTTIIONN OF NNUUCLLEEAAR WAARR<br />
3<br />
40 jaar <strong>NVMP</strong> 1969-2009
NIEUWSBRIEF <strong>NVMP</strong>/AVV<br />
GEZONDHEIDSZORG EN VREDESVRAAGSTUKKEN / ARTSEN VOOR VREDE<br />
Uitgave van Artsen voor Vrede / AVV<br />
en de Nederlandse Vereniging voor<br />
Medische Polemologie ‘Gezondheidszorg<br />
en Vredesvraagstukken’ / <strong>NVMP</strong><br />
Verschijnt vier keer per jaar.<br />
2<br />
Colofon<br />
Redactie<br />
M. Bakker<br />
A. Botzen-Gramsma<br />
H. D’aes<br />
J.M.G. van der Dennen (eindredacteur)<br />
H. van Iterson<br />
W. Kusters<br />
E.C. Mudde<br />
Samensteller van de Engelse synopsis:<br />
P. M. Moll-Huber.<br />
Corrector:A. Mercx<br />
Redactie-adres<br />
Voor Nederland: per e-mail naar:<br />
Bosschastraat 17, 3514 HN Utrecht,<br />
telefoon: (030) 272 29 40, e-mail: office@nvmp.org<br />
Internet: www.nvmp.org<br />
Voor Vlaanderen: Hugo D’aes,<br />
Van Stralenstraat 10, 2060 Antwerpen,<br />
e-mail: hugo.daes@pandora.be<br />
Internet: http://users.skynet.be/artsenvoorvrede<br />
Europese website: http://www.ippnw-europe.org<br />
Vormgeving / Druk<br />
Equipe Communicatie Collectief, Heerenveen<br />
Drukkerij Banda BV, Heerenveen<br />
Kopijsluiting<br />
Inleveren kopij voor ?? ?? 2009.<br />
Bureau / Secretariaat<br />
Voor <strong>NVMP</strong>: Bosschastraat 17, 3514 HN Utrecht,<br />
telefoon (030) 272 29 40, e-mail: office@nvmp.org<br />
Voor vragen over en bestellen van medischpolemologische<br />
literatuur (artikelen, boeken,<br />
documentatiemappen), audiovisueel materiaal,<br />
symposiumverslagen en eerder verschenen<br />
Nieuwsbrieven.<br />
Postrekening bestellingen 55 52 587.<br />
Voor Artsen voor Vrede / AVV (Vlaanderen):<br />
J. De Loof, Karel van de Woestijnestraat 18,<br />
9300 Aalst, telefoon: (053) 78 44 26.<br />
Lidmaatschap<br />
<strong>NVMP</strong>-lidmaatschap vanaf € 60,--/jaar.<br />
Postrekening <strong>NVMP</strong>: 43 95 340.<br />
Opzegging lidmaatschap uiterlijk 3 december.<br />
Artsen voor Vrede / AVV: het modale lidgeld<br />
bedraagt € 60,--/jaar.<br />
Bijdragen op rek.<strong>nr</strong>.: 429-8072731-15 of rek.<strong>nr</strong>.<br />
001-1066890-63 van Artsen voor Vrede.<br />
Copyright<br />
Overnemen van artikelen uit de <strong>Nieuwsbrief</strong> is<br />
toegestaan met vermelding van de bron.<br />
Bij de voorplaat<br />
40 jaar <strong>NVMP</strong> 1969 -2009 (tekening Opland).<br />
/<br />
GEZONDHEIDSZORG EN VREDESVRAAGSTUKKEN<br />
ARTSEN VOOR VREDE<br />
ISSN 1389-0247<br />
Heeft de <strong>NVMP</strong> zichzelf overleefd? Het kan<br />
geen kwaad regelmatig enige zelfreflectie te<br />
plegen, zoals nu naar aanleiding van het<br />
symposium ‘Arts en Oorlog’ (10-10-2009).<br />
<strong>NVMP</strong>-voorzitter Herman Spanjaard<br />
memoreerde een aantal mijlpalen uit de<br />
rijke geschiedenis van de <strong>NVMP</strong> (en de<br />
overkoepelende organisatie IPPNW) veertig<br />
jaar na oprichting (de meeste vergelijkbare<br />
actieverenigingen hebben een gemiddelde<br />
levensduur van een jaar of zeven).<br />
Een facsimile van de oprichtingsvergadering<br />
(12 juli 1969) van de toen nog ‘Medischbiologische<br />
Vereniging voor Polemologie’<br />
geheten kunt u in deze <strong>Nieuwsbrief</strong><br />
bewonderen.<br />
We mogen derhalve concluderen dat de<br />
vereniging tenminste IETS goed heeft gedaan,<br />
ondanks het feit dat preventief werk –<br />
nucleaire ontwapening en bestrijding en<br />
afkicken van de nucleaire verslaving (in de<br />
woorden van Auke van der Heide) – nooit<br />
erg populair is geweest. Het werk van de<br />
vereniging blijkt nog net zo noodzakelijk als<br />
veertig jaar geleden. Deze constatering<br />
stemt mij enigszins treurig. Nucleaire ontwapening<br />
kan gerekend worden tot de<br />
kerntaak van de <strong>NVMP</strong>, maar ook een uitgebreider<br />
(‘vervuilder’ zouden sommige<br />
critici beweren) gezichtsveld wordt niet<br />
geschuwd, zoals bemoeienissen met mense<strong>nr</strong>echtenschendingen,vluchtelingenproblematiek,<br />
(on)nut van ontwikkelingshulp en<br />
noodhulp (Linda Polman, Godelieve van<br />
Heteren), de rol (soms medeplichtigheid)<br />
van artsen en andere gezondheidwerkers in<br />
(burger)oorlogen en genociden, ethische<br />
dilemma’s, small arms,‘vergeten’ oorlogen,<br />
etc. etc., zoals blijkt uit het programma van<br />
het jubileumcongres.<br />
Algemene Ledenvergadering <strong>NVMP</strong><br />
2009 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3<br />
Symposium ‘Medische polemologie<br />
in de wetenschap’ . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6<br />
Friendly Fire (column) . . . . . . . . . . . . . 9<br />
Nuclear Secrets . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10<br />
Karl Jenkins (geb. 1944):<br />
The Armed Man - a Mass for Peace . . . 12<br />
Redactioneel<br />
Inhoud<br />
In dit nummer van de <strong>NVMP</strong>/AVV-<strong>Nieuwsbrief</strong><br />
kunt u, behalve het uitgebreide verslag<br />
van het symposium, een voortzetting van<br />
de reeks ‘De studie van de hedendaagse<br />
oorlog’ vinden, die in de komende nummers<br />
het empirische (meestal kwantitatieve)<br />
onderzoek naar oorlogsoorzaken zal<br />
behandelen. Zodra er zich interessante ontwikkelingen<br />
voordoen op het gebied van<br />
theorievorming over oorlog en vrede zal ik<br />
die melden.Verder wederom een ongeëvenaarde<br />
column van Leon Wecke, een<br />
antioorlogsmuziekstuk gepresenteerd door<br />
Christien, een vrijwel vergeten vredesactivist<br />
aan de vergetelheid ontrukt door<br />
Eduard, een verslag van de Algemene<br />
Ledenvergadering door Hans v. Iterson, en,<br />
uiteraard,Akke’s ‘Uit de tijdschriften’, en<br />
nog meer interessante artikelen. Lectio certa<br />
prodest, varia delectat (Degelijke lectuur is<br />
ons van nut; het lezen van allerlei houdt<br />
ons aangenaam bezig), schreef Seneca al<br />
vele eeuwen geleden.<br />
Het zal u niet ontgaan zijn dat het huidige<br />
tijdsgewricht wordt gekenmerkt door economisch<br />
zwaar weer. Bezuinigingen alom.<br />
Ook de <strong>Nieuwsbrief</strong> is niet ontkomen aan<br />
financiële noodmaatregelen. U ontvangt dit<br />
jaar slechts drie in plaats van vier edities,<br />
maar met een extra dik jubileumnummer<br />
hebben wij getracht dit leed enigszins te<br />
verzachten. De redactie is ook naarstig op<br />
zoek naar extra inkomstenbronnen.Wij<br />
staan dan ook open voor suggesties voor<br />
sponsors (alles, behalve reclame van de<br />
farma-industrie).<br />
JMG vd D<br />
De studie van de hedendaagse oorlog . . 14<br />
Presentatie IKV Pax Christi-rapport ‘Verarmd<br />
Uranium - Tijd voor duidelijkheid’ . . . . . 17<br />
Alfred Hermann Fried (1864-1921) . . . . 18<br />
Uit de tijdschriften . . . . . . . . . . . . . . . . . 21<br />
Het darwinisme en oorlog . . . . . . . . . . . . 22<br />
Arts en Oorlog . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
Hans van Iterson<br />
Algemene Ledenvergadering<br />
<strong>NVMP</strong> 2009<br />
Op zaterdagochtend 6 juni hield<br />
de <strong>NVMP</strong> in het Wilhelmina<br />
Kinderziekenhuis te Utrecht haar<br />
jaarlijkse Algemene Ledenvergadering.<br />
’s Middags vond het symposium<br />
‘Medische polemologie in<br />
de wetenschap’ plaats (zie verslag<br />
elders in deze nieuwsbrief).<br />
Daarnaast was er ook de uitreiking<br />
van de ‘Wout Klein<br />
Haneveld-scriptieprijs’ en de<br />
‘Dr. J.Verdoornprijs’ van de<br />
Stichting Studiefonds Medische<br />
Polemologie.<br />
Zorgelijke financiële situatie<br />
Een deel van de ochtend werd besteed<br />
aan de zorgelijke financiële situatie<br />
waarin de <strong>NVMP</strong> sinds een aantal<br />
jaren verkeerd maar die nu noopt tot<br />
daadkrachtig ingrijpen. Met alle activiteiten<br />
en symposia meegeteld komt de<br />
<strong>NVMP</strong> op een fors begrotingstekort<br />
uit. De kascontrolecommissie, die de<br />
financiële administratie over het afgelopen<br />
jaar beoordeeld heeft als aanvulling<br />
op haar taak, heeft zich uitgesproken<br />
tegen de begroting 2009. Het<br />
eigen vermogen komt hiermee te zeer<br />
onder druk te staan en ‘dit feit, gecombineerd<br />
met de trend van de laatste<br />
jaren, nl. die van een afkalvend ledenbestand<br />
en derhalve teruglopende inkomsten<br />
betekent dat de <strong>NVMP</strong> financieel<br />
gezien een koers volgt die tot<br />
ongelukken moet leiden’. Hoewel<br />
dergelijk commentaar niet tot de taken<br />
van de kascontrolecommissie behoort<br />
worden de opmerkingen zeer op prijs<br />
gesteld. Besloten wordt de penningmeester<br />
voor het gevoerde beleid in<br />
2008 te dechargeren. Het bestuur zal<br />
echter de begroting 2009 onder de loep<br />
nemen en de uitgaven meer in lijn met<br />
de inkomsten bijsturen.<br />
Nieuwe bestuursleden<br />
Herman Spanjaard vertelt dat er in<br />
korte tijd een aantal bestuursleden gevonden<br />
zijn. Christien Mudde en Jelle<br />
Vleer treden toe tot het Dagelijks<br />
Bestuur waarbij Christien de functie<br />
van penningmeester zal vervullen, met<br />
hulp van Hans, Herman en Wijnand, en<br />
Jelle die van vice-voorzitter. Bij het AB<br />
mogen wij Frans Meijman, Peter Buijs<br />
en studente Bettina Kortekaas verwelkomen.<br />
Alle nieuwe bestuursleden<br />
stellen zich kort voor.<br />
Frans Meijman was 27 jaar huisarts,<br />
nu 10 jaar hoogleraar wetenschaps- en<br />
publiekscommunicatie op de VUmc,<br />
afdeling metamedica. Al sinds jaar en<br />
dag ‘grijs’ lid van de <strong>NVMP</strong>.<br />
Betrokken bij onderwijs en bijzondere<br />
leerstoel Gezondheidszorg en<br />
Vredesvraagstukken.<br />
Peter Buijs: oud-huisarts, onderzoeker/<br />
adviseur TNO voor wat de gezondheidszorg<br />
betreft. Hij is al erg lang lid<br />
van de <strong>NVMP</strong>.<br />
Jelle Vleer heeft in Afrika gewerkt,<br />
ook in hongergebieden, en was verbonden<br />
met Terre des Hommes waarvan<br />
hij enige tijd voorzitter is geweest. Hij<br />
Twee nieuwe leden binnen het<br />
Dagelijks Bestuur van de <strong>NVMP</strong><br />
Het DB poseert hier voor het<br />
<strong>NVMP</strong>-bureau in Utrecht.<br />
Van links naar rechts:<br />
Jelle Vleer (nieuwe vice-voorzitter),<br />
Herman Spanjaard (voorzitter),<br />
Christien Mudde<br />
(nieuwe penningmeester),<br />
Margreet Bakker (secretaris).<br />
reisde de wereld rond, werkte ook in<br />
Libanon en Indonesië. Voltooide daarna<br />
zijn studie voor internist en werkte<br />
in Medisch Centrum Alkmaar (MCA).<br />
Sinds 10 jaar werkzaam in de palliatieve<br />
gezondheidszorg waarmee hij vier<br />
jaar geleden stopte. Is 25 jaar ‘of zo’<br />
lid van de <strong>NVMP</strong>. ‘Vrede op aarde’<br />
blijft het voornaamste interessegebied.<br />
Christien Mudde: al sinds 1980 lid.<br />
Actief geweest bij oprichting afdeling<br />
Rijnmond. Jeugdarts, sociale geneeskunde.<br />
Vaak naar IPPNW-congressen<br />
geweest en deze als zeer inspirerend<br />
ervaren. Dus geen ‘grijs/slapend’ lid.<br />
Zit ook in de redactie van de <strong>Nieuwsbrief</strong>.<br />
Wat betreft het penningmeesterschap,<br />
meer omdat iemand het moet<br />
doen, voor haar zeker een leermoment<br />
en gelukkig kan ze rekenen op voldoende<br />
steun. Kijken hoe het over een<br />
jaar gaat.<br />
Bettina Kortekaas: 5e-jaars medisch<br />
student aan de UVA, bezig met<br />
coschappen. Doel: uitbreiden studentengroep<br />
en ontplooien tal van leuke<br />
initiatieven.<br />
Na het officiële gedeelte is het tijd om<br />
een aantal mensen in het zonnetje te<br />
zetten. Hiervoor krijgt secretaris<br />
Margreet Bakker het woord. Zij bedankt<br />
twee mensen in het bijzonder, ten<br />
eerste An Mercx. An maakt zich al vele<br />
jaren verdienstelijk als tekstcorrector<br />
voor de <strong>Nieuwsbrief</strong>, voor het <strong>NVMP</strong>jaarverslag<br />
en voor brieven aan de<br />
politiek. Haar scherpe blik is van onschatbare<br />
waarde voor de manier<br />
waarop de <strong>NVMP</strong> zich naar buiten presenteert.<br />
Ten tweede wordt Petti Moll-Huber in<br />
het zonnetje gezet. Petti maakt van elke<br />
<strong>Nieuwsbrief</strong> een Engelstalige samenvatting<br />
(synopsis) die meegestuurd<br />
wordt naar de buitenlandse IPPNWafdelingen.<br />
Op deze manier is de<br />
inhoud van de <strong>Nieuwsbrief</strong> ook voor<br />
hen begrijpelijk. Een belangrijke taak<br />
die zij elke keer weer met veel toewijding<br />
verzorgd. Beiden krijgen een persoonlijk<br />
gesigneerd exemplaar van het<br />
boek Prescription for Survival. A doc-<br />
Vervolg op pagina 4<br />
3
Vervolg van pagina 3<br />
An Mercx (l) en Petti Moll (r) worden in het zonnetje gezet en ontvangen het boek<br />
‘Prescription for Survival’<br />
tor’s journey to end nuclear madness<br />
van dr. Bernard Lown, een van de<br />
oprichters van IPPNW.<br />
Vervolgens heeft Herman Spanjaard ter<br />
gelegenheid van ons 40-jarig bestaan<br />
een gelijksoortige verrassing voor een<br />
aantal oud-bestuursleden van de<br />
<strong>NVMP</strong>. In de loop van de dag worden<br />
Auke van der Heide, Wil Verheggen,<br />
Jos Weerts, Mimi Tyssen en Lori<br />
Postema bedankt voor hun jarenlange<br />
inzet voor de vereniging. Ook zij ontvangen<br />
het boek van Lown (zie foto).<br />
Verdoornprijs en scriptieprijs<br />
Na het middagsymposium wordt de<br />
dag afgesloten met de uitreiking van<br />
enkele prijzen. Bestuurslid Henk<br />
Groenewegen vertelt eerst iets over de<br />
‘Wout Klein Haneveld-scriptieprijs’.<br />
Wout Klein Haneveld (1955-2005) was<br />
bestuurslid en voorzitter van de <strong>NVMP</strong><br />
beginjaren ’90. Hij was een zeer inspirerend<br />
en innoverend persoon. Hij stond<br />
aan de wieg van onze nieuwe naam<br />
'<strong>NVMP</strong> - Vereniging voor Gezondheidszorg<br />
en Vredesvraagstukken', die<br />
recht deed aan onze bredere koers. Ook<br />
ontstond er onder zijn voorzitterschap<br />
een actieve Werkgroep Studenten. In<br />
1993 organiseerden zij het Europees<br />
IPPNW-studentencongres in Maastricht<br />
en werd er onderzoek gedaan naar de<br />
wenselijkheid en invulling van universitair<br />
onderwijs in ‘gezondheidszorg en<br />
vredesvraagstukken’. Onderwijs en<br />
wetenschap werd onder zijn voorzitterschap<br />
een belangrijk thema binnen de<br />
vereniging, Wout deed er alles aan om<br />
dit te stimuleren.<br />
Er zijn dit jaar 6 scripties die meedongen<br />
naar de prijs. Uiteindelijk is de<br />
keuze gevallen op Floor van Dijk voor<br />
haar scriptie ‘Psychiatrie in postcon-<br />
4<br />
V.l.n.r.: Mimi Tyssen, An Mercx,<br />
Herman Spanjaard, Wil Verheggen,<br />
Lori Postema, Petti Moll<br />
flict gebieden in ontwikkelingslanden.<br />
Welke rol heeft de westerse psychiatrie<br />
in ontwikkelingslanden vlak na een<br />
oorlog?’ Daarna is het woord aan Wil<br />
Verheggen. Het is al enige tijd geleden<br />
dat de Stichting Studiefonds Medische<br />
Polemologie de Dr. J.A. Verdoornprijs<br />
heeft uitgereikt. De viering van het 40jarig<br />
jubileum van de <strong>NVMP</strong> is hiervoor<br />
een mooie gelegenheid. Er zijn<br />
twee kandidaten voorgedragen voor het<br />
winnen van deze prijs te weten dr. Leo<br />
van Bergen en dr. Hans van der<br />
Dennen. Beiden hebben een indrukwekkend<br />
oeuvre op het gebied van oor-<br />
logs- en vredesvraagstukken. Zo is<br />
bijvoorbeeld het proefschrift van Hans<br />
van der Dennen The origin of war een<br />
standaardwerk over de oorzaken van<br />
oorlog.<br />
Leo van Bergen heeft met zijn proefschrift<br />
‘De zwaargewonden eerst?’ een<br />
nieuw licht laten schijnen op de<br />
geschiedenis van het Rode Kruis.<br />
Beiden heren hebben daarnaast een<br />
lijvige reeks publicaties. De SSMP<br />
heeft daarom geen intentie om één van<br />
hen tekort te doen en derhalve ontvangen<br />
zij beiden de Verdoornprijs.<br />
Tenslotte is na overleg tussen de besturen<br />
van SSMP en <strong>NVMP</strong> overeengekomen<br />
om de bestuurlijke taken van<br />
de SSMP over te dragen aan het<br />
<strong>NVMP</strong>-bestuur. Dit bestuur staat<br />
dichter bij studenten en het medisch<br />
polemologisch onderwijs. Het Studiefonds<br />
als zodanig alsmede de doelstellingen<br />
blijven daarbij onveranderd.<br />
De dag wordt afgesloten met een<br />
afscheidsborrel waarbij de aanwezigen<br />
kunnen terugblikken op het gevarieerde<br />
en boeiende programma.<br />
Floor van Dijk ontvangt uit handen van<br />
Henk Groenewegen de Wout Klein<br />
Haneveld-scriptieprijs<br />
Uit handen van Wil verheggen ontvangen Hans van der Dennen (l) en Leo van Bergen (r)<br />
de Verdoornprijs<br />
*
De naam: Nederlandse<br />
Vereniging voor<br />
Medische Polemologie<br />
De <strong>NVMP</strong> droeg eerst de naam<br />
‘Medisch-Biologische Vereniging<br />
voor Polemologie’. Hoe is men tot<br />
de huidige naam gekomen? Volgens<br />
de twee fragmenten hieronder had<br />
dit nog heel veel voeten in de aarde.<br />
In een brief aan leden d.d. 22<br />
augustus 1969 meldt het bestuur:<br />
‘Zoals men in artikel 1 van de statuten<br />
lezen kan willen wij gaarne de<br />
naam van de vereniging nog ter discussie<br />
tellen. In plaats van medischbiologische<br />
vereniging. Zoals op de<br />
vergadering van 12 juli jl. gesuggereerd<br />
werd, stellen wij voor: medische<br />
vereniging voor polemologie.<br />
De term medisch-biologisch werd<br />
verkozen, omdat men de doelstelling<br />
en het arbeidsveld zo ruim<br />
mogelijk wilde vatten. Het blijkt<br />
evenwel dat men in deze naamgeving<br />
juist een vereniging ziet:<br />
medisch-biologisch, d.w.z. niet<br />
medisch-psychologisch, sociologisch.<br />
Deze verenging past niet bij de<br />
doelstelling van de vereniging, noch<br />
werd zij gewenst door de toenmalige<br />
vergadering. Het tegendeel is het<br />
geval. Daarom achten wij het juist<br />
op dit punt nog even terug te<br />
komen.’<br />
In een brief aan leden d.d. 23 september<br />
1969 meldt het bestuur:<br />
‘De naam is nu vastgesteld op<br />
‘Vereniging voor Medische polemologie’,<br />
hopelijk de laatste verandering,<br />
waarmee wij weer teruggekomen<br />
zijn op het oorspronkelijke<br />
voorstel van dr.Verdoorn. In de<br />
vorige brief werd geargumenteerd<br />
waarom de term ‘biologisch’ kon<br />
wegvallen.Wanneer de term<br />
‘medisch’ voor vereniging geplaatst<br />
blijft, wekt dat de indruk dat hier<br />
een specifiek medische vereniging in<br />
het geding is, dit in strijd met ons<br />
interdisciplinair karakter. Met uitsluitend<br />
‘vereniging’ wordt geen uitspraak<br />
gedaan over de soort leden.<br />
We spreken nu van ‘medische polemologie’,<br />
zoals van med. sociologie<br />
of med. psychologie, en daarmee<br />
wordt duidelijk het doel der vereniging<br />
uitgedrukt en verkrijgt dat<br />
meer nadruk. Dat voor het bereiken<br />
van dit doel een multidisciplinaire<br />
benadering noodzakelijk is, moet<br />
evident heten.‘<br />
Hoogachtend, Het bestuur.<br />
Voor de notulen van de oprichtingsvergadering<br />
en de brief over<br />
de naamswijziging zijn wij Piet<br />
Voskuil, <strong>NVMP</strong>-lid van het eerste<br />
uur, veel dank verschuldigd.<br />
5
6 juni 2009<br />
6<br />
Symposium ‘Medische polemologie<br />
in de wetenschap’<br />
Hans van Iterson<br />
Het symposium wordt geopend<br />
door Lori Postema, die de<br />
sprekers Leo van Bergen en<br />
Wil Verheggen voorstelt.<br />
Van Bergen is gepromoveerd op<br />
het proefschrift ‘De zwaargewonden<br />
eerst? Het Nederlandsche<br />
Rode Kruis en het vraagstuk<br />
van oorlog en vrede’. Ook<br />
publiceerde hij recentelijk ‘Zacht<br />
en eervol. Lijden en sterven in<br />
een Grote Oorlog (1914-1918)’.<br />
Verheggen is oud-voorzitter van<br />
de <strong>NVMP</strong> en sinds haar oprichting<br />
in 1986 voorzitter van de<br />
Stichting Studiefonds Medische<br />
Polemologie, die zich bezighoudt<br />
met de promotie van wetenschappelijk<br />
onderzoek op het<br />
gebied van gezondheidszorg en<br />
vredesvraagstukken. Lori vertelt<br />
dat als je op internet googlet<br />
naar ‘medische polemologie’ er<br />
vooral hits zijn waarbij de<br />
namen van deze sprekers<br />
voorkomen.<br />
De <strong>NVMP</strong> en de wetenschap<br />
Als eerste spreker krijgt Wil<br />
Verheggen het woord. Vanuit kritische<br />
hoek wordt wel eens de vraag gesteld<br />
of medische polemologie wel wetenschap<br />
is, en of het niet een hobby is<br />
van medische idealisten. De polemologie,<br />
de leer van alle facetten van<br />
oorlog en vrede, kan zich rangschikken<br />
onder de alfawetenschappen.<br />
Er wordt nog steeds gepubliceerd in<br />
wetenschappelijk erkende tijdschriften.<br />
Zoeken op ‘PubMed’ geeft<br />
een lange lijst van hits, waarop te<br />
zien is dat de publicatiestroom de<br />
laatste jaren niet is afgenomen.<br />
Willekeurig zoeken geeft nuclear war<br />
ruim 4600 hits, biological weapons<br />
1300 en conventional wapens 270<br />
hits.<br />
Lori Postema bedankt Wil Verheggen en Leo van Bergen voor hun bijdragen<br />
Het streven naar kernontwapening<br />
blijft van levensbelang<br />
Waar heeft de <strong>NVMP</strong> zich mee<br />
beziggehouden? Een goede weerslag<br />
daarvan geeft de <strong>Nieuwsbrief</strong>.<br />
Waarover sprak de <strong>Nieuwsbrief</strong> de<br />
laatste tien jaar? De volgende indeling<br />
is hierover te maken: over organisatie<br />
33 keer, nucleaire onderwerpen<br />
48 keer, conflicten in de wereld<br />
33 keer, beschouwingen 34 keer en<br />
over preventie van oorlog 5 keer.<br />
Artikelen over de organisatie geven<br />
informatie over het beleid en acties<br />
van de <strong>NVMP</strong> en IPPNW.<br />
De afschaffing van kernwapens is een<br />
terugkerend aandachtspunt. Hoe staat<br />
het daar momenteel mee? In 1985<br />
waren er naar schatting mondiaal<br />
65.000 kernkoppen. Nu, in 2009, is<br />
het geschatte aantal operationele<br />
kernwapens ongeveer 10.000. Zo’n<br />
40.000 kernwapens heten ‘ontmanteld’<br />
en werden simpelweg opgeslagen<br />
of gedeeltelijk ontmanteld, niet<br />
vernietigd. Van ongeveer 15.000 kernwapens<br />
is het hoogwaardige U-253<br />
t.b.v. kerncentrales vermengd met<br />
natuurlijk gewonnen uranium of ver-<br />
bruikt uranium. Dit programma ‘van<br />
megaton naar megawatt’ is een commercieel<br />
gefinancierd partnerschap<br />
van overheid en bedrijfsleven, waarin<br />
bomgrade (HEU) uranium uit ontmantelde<br />
Russische kernkoppen<br />
wordt gerecycled tot laag verrijkt uranium<br />
(LEU), wat wordt gebruikt voor<br />
de productie van brandstof voor<br />
Amerikaanse kerncentrales. Het profileert<br />
zich als een succes-formule.<br />
Opmerkelijk en zorgelijk tegelijk is<br />
dat er niet wordt gesproken over het<br />
probleem van kernafval.<br />
We kunnen concluderen dat er van<br />
een duidelijke vermindering van<br />
kernwapens nog geen sprake is.<br />
Tactisch gebruik van kernwapens<br />
blijft nog steeds een militaire optie.<br />
Bovendien zal totale kernontwapening<br />
het onmogelijk maken dat via<br />
een kernexplosie in de stratosfeer op<br />
ca. 10 km hoogte een EMP (elektromagnetische<br />
puls) gecreëerd wordt,<br />
die een onomkeerbare beschadiging<br />
kan geven van alle elektronica over<br />
een gebied met een diameter van 1000<br />
km en meer. Vanuit de politiek wordt<br />
toch steeds luider de wens geuit van
een totale kernontwapening, vooral<br />
omdat de angst voor terroristisch<br />
gebruik van kernwapens groter wordt.<br />
Het bezit van kernwapens bij staten<br />
die het NPV (Non-Proliferatieverdrag)<br />
niet hebben ondertekend<br />
blijft een ernstige en bedenkelijke<br />
zaak. Het gaat dan om de landen<br />
India, Pakistan, Noord-Korea en<br />
Israël. Daarnaast heeft Iran duidelijk<br />
nucleaire ambities. Wat te denken van<br />
Pakistan dat dreigt te destabiliseren<br />
onder invloed van de Taliban? Het<br />
een en ander neemt niet weg dat we<br />
moeten blijven streven naar een totale<br />
kernontwapening.<br />
Meer aandacht naar oorlogspreventie<br />
noodzakelijk<br />
Zolang kernwapens de wereld nog<br />
niet uit zijn is het van belang militaire<br />
conflicten te voorkomen, met name in<br />
gebieden waar nucleaire escalatie kan<br />
dreigen. Het Iraëlisch-Palestijns conflict<br />
schreeuwt om een oplossing.<br />
Niet alleen vanwege de structurele op<br />
apartheid gelijkende discriminatie van<br />
de Palestijnse bevolking in de bezette<br />
gebieden en in Israël zelf, maar<br />
vooral omdat dit conflict een mondiaal<br />
symbool is van de botsing tussen<br />
de moslimwereld en het Westen.<br />
Met de sterk opkomende Aziatische<br />
machten als China en India is het niet<br />
meer mogelijk in het Westen te blijven<br />
denken dat de bestaande wereldverhoudingen<br />
tussen rijk en arm,<br />
tussen het grondstoffengebruik,<br />
gehandhaafd kunnen worden.<br />
Mondiaal zullen we moeten anticiperen<br />
op de preventie van klimaatoorlogen.<br />
Klimaatrampen zullen leiden<br />
tot vermindering van drinkwater en<br />
vermindering van de voedselproductie.<br />
Vele miljoenen mensen zullen<br />
zich genoodzaakt zien te migreren<br />
naar betere oorden. Het uitbreken van<br />
klimaatoorlogen ligt daarbij op de<br />
loer. Ronald McCoy, IPPNW-vicepresident<br />
heeft hierover tijdens de<br />
plenaire sessie van het IPPNW congres<br />
te Helsinki behartenswaardige<br />
woorden gesproken.<br />
In het licht van het bovenstaande is<br />
het interessant te kijken naar de prognoses<br />
van de demografische verhoudingen<br />
tussen de EU en Noord-Afrika<br />
en West-Azië. (zie figuur). Daar is<br />
veel over te zeggen. Wat ik daarbij<br />
wil opmerken is dat we in de EU in<br />
2050 te weinig mensen beschikbaar<br />
hebben om een leger te bemensen,<br />
terwijl Noord-Afrika en West-Azië uit<br />
een groot mensenpotentieel kunnen<br />
putten.<br />
Conclusie<br />
We moeten blijven streven naar<br />
nucleaire ontwapening. Conflicten in<br />
regio’s die mogelijkerwijs kunnen leiden<br />
tot een nucleaire escalatie dienen<br />
op korte termijn te worden opgelost.<br />
Daarnaast zal gewerkt moeten worden<br />
aan nieuwe wereldverhoudingen,<br />
waarbij het bouwen aan een gezamenlijke<br />
toekomst voor de wereldvrede<br />
de hoogste prioriteit moet krijgen.<br />
Zoals in Europa de wederzijdse<br />
afhankelijkheid van staten de beste<br />
bijdrage is geweest voor de vrede in<br />
Europa, zal dit ook noodzakelijk zijn<br />
op wereldniveau. Deze uitdaging<br />
moeten we met zijn allen aangaan!<br />
Er is geen alternatief.<br />
Medische polemologie en<br />
ideologie: drijfveren en oogkleppen<br />
Als tweede spreker komt dr. Leo van<br />
Bergen aan het woord. Zijn lezing is<br />
getiteld: ‘Medische Polemologie en<br />
ideologie: drijfveren en oogkleppen’.<br />
De ‘wetenschap van oorlog en<br />
geneeskunde’ geeft een oneindige<br />
waaier aan mogelijke onderzoeksvelden.<br />
Zo kun je denken aan de<br />
praktische medische zorg in oorlogstijd,<br />
misbruik van geneeskunde voor<br />
politiek-militaire doeleinden, de<br />
medische gevolgen van het gebruik<br />
van bepaalde wapens of het schenden<br />
van mense<strong>nr</strong>echten door artsen in<br />
oorlogstijd zoals lichamelijke inspectie<br />
bij foltering. Samengevat gaat het<br />
daarbij om de drie verschillende<br />
rollen van gezondheidswerkers: die<br />
van hulpverlener, die van onderzoeker,<br />
alarmbel betreffende gezondheid<br />
bedreigende zaken en die van medeplichtige<br />
aan het uitvoeren van gezondheidbedreigende<br />
zaken. Deze<br />
rollen zullen echter uitgebreid op het<br />
<strong>NVMP</strong>-symposium van 10 oktober<br />
aan de orde komen.<br />
Vandaag wordt de nadruk gelegd op<br />
‘de invloed van de ideologie’, immers<br />
invloed van een door de onderzoeker<br />
onderschreven ideologie kan funest<br />
zijn voor het wetenschappelijke<br />
gehalte van diens onderzoek. Van<br />
Demografische verhoudingen Europese Unie en Noord-Afrika en West-Azië.<br />
Bron: Joel Cohen, Human population the next half century, Science 141103<br />
Vervolg op pagina 8<br />
7
Vervolg van pagina 7<br />
Bergen benadrukt dat artsen en<br />
gezondheidswerkers wel degelijk een<br />
speciale rol hebben te vervullen in de<br />
strijd tegen oorlog en geweld, immers<br />
het gebruik van wapens en geweld is<br />
zonder meer een bedreiging voor de<br />
geestelijke en lichamelijk gesteldheid.<br />
Ook veel artsen zijn die mening toegedaan,<br />
zij worden gedreven door een<br />
ideologie. Een dergelijke passie bevordert<br />
echter de neiging om onderzoeksgegevens<br />
in ideologische richting<br />
bij te sturen. Het gaat daarbij om<br />
de neiging geen onbevooroordeeld<br />
onderzoek te doen maar om vooral de<br />
eigen opvatting te bewijzen. De ingenomen<br />
stelling wordt koste wat kost<br />
verdedigd en tegenovergestelde opvattingen<br />
worden als ridicuul afgedaan.<br />
Met een voorbeeld van overgeverfde<br />
leuzen, Amerikanen weg uit<br />
Nicaragua! - Russen weg uit Afghanistan!,<br />
geeft van Bergen aan dat in<br />
plaats van beiden te onderschrijven<br />
ideologen vaak kiezen voor het één<br />
en daarmee ‘automatisch’ tegen het<br />
ander zijn. Bepaalde zelf onderschreven<br />
hypotheses worden opgesteld<br />
waarna veel werk wordt gestoken<br />
in het bekrachtigen ervan. Het is<br />
echter veel vruchtbaarder en ook<br />
wetenschappelijk meer verantwoord<br />
om te proberen die zelf onderschreven<br />
hypotheses juist te ontkrachten.<br />
Zoals Popper al zei: zwanen<br />
zijn wit zolang je ondanks een intensieve<br />
speurtocht geen zwarte zwaan<br />
hebt kunnen ontdekken. Cru gesteld:<br />
een onderzoeker naar gezondheidsgevolgen<br />
van de atoombommen op<br />
Hiroshima en Nagasaki zal altijd de<br />
mogelijkheid open moeten houden<br />
dat die gevolgen wel mee zijn gevallen.<br />
Het is wetenschappelijk gezien<br />
wellicht zelfs sterker om van de<br />
hypothese uit te gaan dat die gezondheidsgevolgen<br />
wel meevielen. Als<br />
daar dan vele bewijzen van het tegendeel<br />
voor worden gevonden, is de<br />
stelling dat de gezondheidsgevolgen<br />
desastreus waren, alleen maar sterker<br />
geworden.<br />
Om dit nader toe te lichten poneert<br />
van Bergen drie hypotheses: ‘Oorlog<br />
is goed voor de geneeskunde’,<br />
‘Oorlog is slecht voor de volksgezondheid’<br />
en ‘Psychisch getrauma-<br />
8<br />
tiseerde soldaten mogen geen overheidssteun<br />
krijgen’.<br />
De stelling ‘Oorlog is goed voor de<br />
geneeskunde’ werd en wordt door<br />
menig arts onderschreven en is ook al<br />
vaak het onderwerp van onderzoek<br />
geweest. Degenen die de stelling<br />
onderschrijven, bewijzen dit steevast<br />
door te wijzen op allerhande zaken –<br />
zoals technieken en methodes, maar<br />
ook medische ervaring – die de<br />
geneeskunde aan bepaalde oorlogen<br />
zou hebben te danken. Daarbij wordt<br />
echter voorbijgegaan aan de negatieve<br />
effecten die de veelheid aan slachtoffers<br />
op de arts kan hebben. Evenals<br />
het feit dat een tijd van vrede ook zo<br />
zijn voordelen voor de ontwikkeling<br />
van de geneeskunde heeft.<br />
De medisch polemologen zul je<br />
echter vooral in het kamp van ‘oorlog<br />
is slecht voor de volksgezondheid’<br />
terugvinden. Ook die in meerderheid<br />
door pacifistisch ingestelde artsen<br />
onderschreven stelling, wordt echter<br />
vaak alleen maar bewezen door<br />
bevestiging in plaats van door een<br />
poging tot ontkrachting. De twee<br />
delen van War and Public Health,<br />
geredigeerd door Barry Levy en<br />
Vicor Sidel zijn daar een voorbeeld<br />
van. Hier komt duidelijk de neiging<br />
naar voren de eigen hypothese – in<br />
deze: oorlog is slecht voor de volksgezondheid<br />
– niet te willen onderzoeken,<br />
maar te bewijzen. Sterker<br />
nog, dat oorlog slecht voor de gezondheid<br />
is wordt als een voldongen<br />
feit, een vanzelfsprekendheid neergezet.<br />
War and Public Health is dan<br />
ook eerder het werk van medische<br />
pacifisten dan van min of meer neutrale<br />
wetenschappers. De bedoeling<br />
ervan is eerder politiek dan medischwetenschappelijk<br />
en het heeft niet de<br />
bedoeling om een vraag te onderzoeken,<br />
maar om een opvatting te bevestigen.<br />
Voor zaken die de hypothese<br />
kunnen ontkrachten worden de ogen<br />
gesloten. Maar de hypothese ‘Oorlog<br />
als veroorzaker van honger en ziekte’<br />
kun je evengoed omdraaien; ‘Oorlog<br />
is een gevolg van honger en ziekte’.<br />
De derde hypothese luidt: ‘Psychisch<br />
getraumatiseerde soldaten mogen<br />
geen overheidssteun krijgen’. Het<br />
lijkt een vreemde stelling maar Ben<br />
Shepard, auteur van War of Nerves<br />
haalt regelmatig uit naar wat hij<br />
noemt de ‘PTSD-industrie’(Post<br />
Traumatic Stress Disorder). Zo<br />
komen volgens Shepard de Iraksoldaten<br />
uit de Golfoorlog niet terug<br />
in een normale maatschappij, maar in<br />
een maatschappij doordrenkt van een<br />
cultuur van trauma en slachtofferschap,<br />
gecreëerd en gecultiveerd door<br />
de hedendaagse psychiaters, die<br />
ervoor hebben gezorgd dat de wil tot<br />
herstel is vervangen door een wens<br />
tot compensatie. Het was volgens<br />
Shepard veel beter geweest als we ons<br />
hadden gehouden aan de opvattingen<br />
van de bulk der oude psychiaters, de<br />
psychiaters van de eerste helft van de<br />
twintigste eeuw, de psychiaters van<br />
de beide wereld-oorlogen. Die opvattingen<br />
waren: niet medicaliseren van<br />
psychische problematiek; de ‘patiënten’<br />
– wederom tussen dikke aanhalingstekens<br />
– niet helpen, maar hen<br />
zelf eraan laten werken, tezamen met<br />
hun sociale omgeving, om over de<br />
problemen heen te komen. Ofwel: de<br />
alles helende tijd gewoon zijn werk<br />
laten doen. Dit was geen ontkenning<br />
van de problematiek, maar erkenning<br />
van de kracht van het gemiddelde<br />
individu.<br />
Daarmee roeit Shepard duidelijk<br />
tegen de stroom in maar hij vergeet<br />
vooral dat die oude psychiaters niet<br />
het heil van de patiënt maar dat van<br />
staat en krijgsmacht in het vizier hadden.<br />
Zij stonden als arts niet naast,<br />
maar tegenover de patiënt. Ook bij<br />
Shepard komt de wetenschappelijk<br />
gezien gerechtvaardigde kritiek dus<br />
voort uit een persoonlijke opvatting<br />
die niet in twijfel kan worden getrokken<br />
en waarbij alleen maar naar<br />
bevestiging wordt gezocht met weglating<br />
van alles wat daar niet in past.<br />
Het afhakken van wat niet past en het<br />
oprekken en vergroten van alles wat<br />
wel past.<br />
Van Bergen sluit af met de woorden:<br />
laat waarheid, of beter gezegd, laat de<br />
zoektocht naar waarheid zijn: een<br />
zoektocht voortkomend uit constante<br />
twijfel aan de eigen positie en uit de<br />
voortdurende bereidheid het eigen<br />
gelijk ter discussie te stellen. *
Column<br />
Leon Wecke<br />
Het is op het eerste gezicht een wat merkwaardige<br />
term: friendly fire, vriendschappelijk vuur. Het had ook de<br />
betekenis van een vrolijk vuurwerk kunnen zijn, georganiseerd<br />
door vrienden voor vrienden. Of alleen betrekking<br />
kunnen hebben op militaire bondgenootschappelijke bijstand<br />
in het gevecht tegen de vijand. Maar gebruikelijk is<br />
het om onder friendly fire te verstaan:‘eigen of bondgenootschappelijk<br />
vuur met de intentie om de vijand te treffen,<br />
dat echter de eigen troepen raakt’. Het is een nogal<br />
enge definitie.Want kunnen ze in Nijmegen bijvoorbeeld<br />
ook niet spreken van friendly fire, dat behalve de vernietiging<br />
van een deel van de binnenstad, ook 800 dodelijke<br />
slachtoffers opleverde? En wordt een deserteur in oorlogstijd<br />
niet door eigen kogels afgestraft? Werd de zogenaamde<br />
deserteur, sergeant Chris Meijer, indertijd niet op bevel van<br />
de generaal Harberts, na een vol vormfouten-zittende procedure,<br />
door eigen vuur gedood? En wat te denken van<br />
onmogelijke opdrachten aan troepen die zich naar de<br />
mening van de legerleiding laf gedragen hebben en voor<br />
straf tegen de vijandelijke kogelregen in onzinnige opdrachten<br />
moeten vervullen? Zijn de vijandelijke kogels dan<br />
eigenlijk geen eigen vuur? En wat te denken van de door<br />
de maarschalken Zjoekov en Koniev, op aanmoediging van<br />
Stalin, aangegane wedstrijd: ’Wie is het eerste in Berlijn’?<br />
Een bizarre wedloop, die ook door eigen vuur aan talloze<br />
Russische soldaten het leven kostte.<br />
Een andere vorm van eigen vuur is fragging. Fragging<br />
impliceert met name het tijdens de Vietnamoorlog door<br />
Amerikaanse soldaten doden van eigen officieren en<br />
onderofficieren waarvan men de gevaarlijk geachte bevelen<br />
niet wilde opvolgen. Het aantal dodelijke slachtoffers van<br />
fragging in Vietnam wordt geschat op 2000.<br />
Maar als we friendly fire in de beperkte, algemeen aanvaarde,<br />
betekenis opvatten, is het een verschijnsel dat veelal<br />
te weinig aandacht krijgt en gekregen heeft. Het is een<br />
verschijnsel waarmee de leiding van krijgsmachten niet<br />
graag te koop loopt.Als ‘held’ sneuvelen is immers nog wat<br />
anders dan door eigen kogels omkomen of gewond raken.<br />
Ook voor veel nabestaanden is het sneuvelen door vijandelijk<br />
vuur eerder acceptabel dan wanneer van friendly fire<br />
sprake is. In overzichten wordt al in het jaar 1461 van<br />
friendly fire gewag gemaakt, zij het dat in de slag bij Towton<br />
de wind ervoor zorgde dat de afgeschoten pijlen zowel<br />
vriend als vijand raakten. In 1690, bij de slag bij Fleurus, gingen<br />
twee Franse regimenten, per abuis, elkaar te lijf met als<br />
gevolg wederzijdse zware verliezen. In 1815, bij de Slag bij<br />
Waterloo, nam de Pruisische artillerie per ongeluk de<br />
Britse artillerie onder vuur, die in antwoord hierop de<br />
Pruisen beschoten. In de Eerste Wereldoorlog zouden,<br />
alleen aan Franse zijde, 75.000 soldaten slachtoffer van<br />
eigen vuur zijn geweest. De Tweede Wereldoorlog, evenals<br />
de Eerste, kent talloze incidenten met friendly fire. Zo had<br />
in augustus 1943 een geallieerde invasie plaats met 35.000<br />
Amerikaanse en Canadese soldaten van het eiland Kiska,<br />
wat, zo veronderstelde men, door de Jappen bezet was. Er<br />
werd hevig gevochten. Pas na een dag bleek dat er geen<br />
Friendly Fire<br />
Vaak werd een handgranaat gebruikt om een leidinggevende<br />
‘per ongeluk’ uit de weg te ruimens<br />
Jappen op het eiland waren, maar dat de landingstroepen<br />
elkaar bevochten hadden. In augustus 1944 vielen bij de<br />
operatie Totalize, vele honderden slachtoffers als gevolg van<br />
een bommentapijt dat zware geallieerde bommenwerpers<br />
legden op de hoofdkwartieren van de Derde Canadese<br />
Infanterie Divisie en de Eerste Poolse Pantserdivisie. Bij de<br />
operatie ‘Cobra’ kwamen geallieerde bommen bij twee<br />
verschillende gelegenheden terecht op Amerikaanse troepen,<br />
waarbij 241 dodelijke slachtoffers vielen en 620<br />
gewonden. Het in rang hoogste slachtoffer van friendly fire<br />
hierbij was de Amerikaanse Luitenant-generaal Lesly<br />
McNair.Voor Vietnam wordt het aantal friendly fire-slachtoffers<br />
op een totaal van 8000 of 16% van de verliezen<br />
geschat. In Korea verloren de Amerikanen 6500 man door<br />
eigen vuur, dat wil zeggen 19% van het verliescijfer van<br />
33.741. Bij ‘Desertstorm’ is het percentage friendly fireslachtoffers<br />
24%.Voor de gehele twintigste eeuw geldt, volgens<br />
een studie van het US Army War College, een percentage<br />
van 13 tot 24 procent. En bij de Nederlandse missie in<br />
Afghanistan zijn tot op heden twee Nederlandse slachtoffers<br />
te betreuren (en twee Afghaanse), hetgeen op de<br />
veertien Nederlandse gesneuvelden een percentage van<br />
14% bedraagt.<br />
Als oorzaken van friendly fire worden de chaos van de<br />
oorlog, de weersgesteldheid, het terrein, menselijke fouten<br />
en technische mankementen genoemd. Betere training en<br />
technische verworvenheden op het gebied van identificatie<br />
vormen het recept voor het vermijden van friendly fire,<br />
alhoewel dat verschijnsel in tijden van oorlog en de daarmee<br />
gegeven haastige beslissingen nimmer valt uit te sluiten.<br />
Overigens, ook in meer figuurlijke zin is in het dagelijkse<br />
burgerleven van friendly fire sprake. Hoe vaak zullen niet<br />
concurrenten van diverse aard door bewust of onbewust<br />
friendly fire het loodje leggen? Partijgenoten, die in de strijd<br />
om meer macht de gewaardeerde collega politiek om zeep<br />
helpen, zulks bewust of meer onbewust? In de beste families<br />
wordt figuurlijk op elkaar geschoten en soms, afhankelijk<br />
van de oorspronkelijke cultuur, kan eerwraak inhouden<br />
dat een familielid als gevolg van de activiteiten van medestamgenoten<br />
de pijp uit gaat.<br />
9
Vijfdelige BBC-serie uit op twee dvd’s<br />
Hans van Iterson<br />
Sinds kort is de vijfdelige BBCserie<br />
Nuclear Secrets uit op dvd.<br />
De twee schijfjes geven een<br />
fascinerend historisch overzicht<br />
van de ontwikkeling van de<br />
eerste atoomwapens tot de<br />
verontrustende situatie van<br />
nucleaire proliferatie nu. Rode<br />
draad vormen vijf ‘nucleaire spionnen’<br />
die cruciaal waren voor<br />
het uitlekken van de atoomgeheimen<br />
tussen Oost en West.<br />
Na het zien van alle afleveringen<br />
(ieder 50 minuten) moet ik bekennen<br />
dat ze grote indruk op me gemaakt<br />
hebben. In de eerste drie afleveringen<br />
wordt door een combinatie van historische<br />
beelden en sterke acteerprestaties<br />
de nucleaire nachtmerrie vanaf<br />
het begin tot aan de waterstofbom<br />
breed uitgesponnen.<br />
Olec Penkovsky<br />
Aflevering 1 gaat over Olec<br />
Penkovsky, the spy from Moscow.<br />
Kende u hem? Ik niet. Een Russische<br />
dubbelspion die door wrok gedreven<br />
– de communisten hebben zijn vader<br />
vermoord – een toegewijde spion<br />
voor het Westen wordt. Deze eerste<br />
aflevering geeft het meest stereotype<br />
beeld van spionnen die uiterst voorzichtig<br />
te werk moeten gaan met de<br />
geheime diensten, in dit geval de<br />
KGB, op hun hielen. Door de sterke<br />
acteerprestaties een beklijvende aflevering<br />
die meteen de toon zet.<br />
Penkovsky bezorgt Kennedy cruciale<br />
informatie over de plannen van<br />
Chroestjov (the atomic Hitler) om<br />
SS-4 en SS-5 raketten (bereik 3500<br />
km.) op Cuba te installeren. Hierdoor<br />
wordt op tijd ingegrepen en een kernoorlog<br />
voorkomen. Penkovsky wordt<br />
echter betrapt en bekoopt het met zijn<br />
leven<br />
Klaus Fuchs<br />
Met Klaus Fuchs-superspy doen we<br />
een stap terug in de tijd, namelijk<br />
10<br />
Nuclear Secrets<br />
naar waar het allemaal mee begon:<br />
het Manhattan project in Los Alamos.<br />
Robert Oppenheimer werkt daar met<br />
een groep experts aan het ontwikkelen<br />
van een atoombom tegen Hitler.<br />
Fuchs is een tot Brit genationaliseerde<br />
Duitser die in de jaren ’30 communist<br />
was en de Sovjet-Unie ziet als<br />
heilstaat, die zich moet kunnen<br />
verdedigen tegen de agressie van het<br />
Westen. Wat deze aflevering vooral<br />
boeiend maakt is de zoektocht van<br />
Oppenheimer naar de bom.<br />
Historische beelden van de eerste<br />
kernproeven en de uiteindelijke productie<br />
van een uraniumbom, Little<br />
Boy, voor Hiroshima en een plutoniumbom,<br />
Fat Boy, voor Nagasaki<br />
bezorgen de kijker soms kippenvel.<br />
De aanvankelijke begeestering van<br />
Oppenheimer (‘helaas waren we te<br />
laat om de bom tegen Hitler te<br />
gebruiken’), slaat om in depressiviteit<br />
als hij de effecten onder ogen krijgt.<br />
“Now I’ve become death, the destroyer<br />
of worlds”, wordt een dramatische<br />
realiteit. Het spionagewerk van Fuchs<br />
komt daarbij op de achtergrond te<br />
staan. Fuchs’ informatie zorgt er wel<br />
voor dat al vier jaar later Rusland zijn<br />
eerste geslaagde kernproef kan doen.<br />
Gedreven door schuldgevoelens,<br />
Stalin ontwikkelt zich namelijk tot<br />
een tiran, bekent Fuchs en draait voor<br />
acht jaar de cel in.<br />
Robert Oppenheimer<br />
De enige aflevering die eigenlijk niet<br />
om een spion draait, maar om een<br />
Superbomb: de waterstofbom.<br />
Oppenheimer wordt in het heetst van<br />
McCarthy’s communistenjacht in een<br />
kwaad daglicht gesteld vanwege vermeende<br />
communistische sympathieën.<br />
In werkelijkheid weigert<br />
Oppenheimer mee te werken aan de
A.Q. Khan<br />
ontwikkeling van een bom die 1000<br />
maal krachtiger is dan die, die boven<br />
Hiroshima tot ontploffing werd gebracht.<br />
Dit project wordt geleid door<br />
Edward Teller die overtuigd is dat dit<br />
wapen gemaakt moet worden om de<br />
vrede te garanderen. De werking van<br />
de bom is gebaseerd op de fusie van<br />
waterstof waarbij een ‘gewone atoombom’<br />
als ontstekingsmechanisme<br />
moet werken. De historische beelden<br />
uit 1952 waarop het Enewetak Atol<br />
van deze aardbol wordt geblazen<br />
geven de nucleaire waanzin hun voorlopige<br />
hoogtepunt. De Russische<br />
geleerde Sacharov ontwerpt, ook zonder<br />
spionagewerk, al snel een<br />
Russische variant.<br />
Deze eerste drie afleveringen staan op<br />
de eerste dvd en vormen vooral een<br />
zeer indrukwekkende documentaire<br />
van het ontstaan van de nucleaire<br />
nachtmerrie. Op de tweede schijf<br />
staan nog twee afleveringen: over<br />
Mordechai Vanunu en A.Q Khan.<br />
Mordechai Vanunu<br />
Omdat deze aflevering alleen over het<br />
werk van de spion Vanunu gaat is het,<br />
ondanks de wederom uitstekende<br />
acteerprestaties, met afstand de minst<br />
boeiende aflevering. Mordechai<br />
Vanunu is werkzaam als nucleair<br />
technicus in de geheime kernwapenfabriek<br />
in Dimona, Israël. In 1958<br />
geeft Ben Gorion opdracht tot het<br />
ontwikkelen van een atoombom.<br />
Omgeven door vijanden wil Israël<br />
beschikken over de ‘Samson-optie’,<br />
een laatste redmiddel dat anderen in<br />
zijn vernietiging kan meesleuren.<br />
Vanunu kan door de slechte veiligheidsmaatregelen<br />
foto’s doorspelen<br />
die door de Sunday Times worden<br />
gepubliceerd. Vanunu, inmiddels<br />
gevlucht naar Engeland, wordt uiteindelijk<br />
door Mossad ontvoerd en draait<br />
voor 18 jaar de cel in, waarvan<br />
11 jaar in isolatie.<br />
Abdul Qadeer Khan<br />
De minder goede Vanunu-aflevering<br />
wordt echter ruimschoots gecompenseerd<br />
door de meest verontrustende<br />
aflevering: die over A.Q. Khan.<br />
Degene die dacht dat deze atoomspion<br />
met zijn bij Urenco vergaarde<br />
informatie alleen verantwoordelijk<br />
was voor het Pakistaanse kernwapen,<br />
komt bedrogen uit. Op overtuigende<br />
wijze wordt Khan neergezet als ‘de<br />
terreurhandelaar’ die verantwoordelijk<br />
is voor nucleaire proliferatie over<br />
de hele wereld. Dat Khan’s succesverhaal<br />
in Nederland begon maakt het<br />
allemaal des te pijnlijker voor ons.<br />
Khan is begin jaren ’70 werkzaam als<br />
metallurg bij Urenco, hij wil zijn land<br />
beschermen tegen aartsvijand India<br />
dat dan al druk bezig is met een kernwapen<br />
en smokkelt zonder veel<br />
moeite geheimen van nucleaire<br />
centrifugetechnieken (nodig voor het<br />
verrijken van uranium) naar Pakistan.<br />
Begin 1976 geeft premier Bhutto hem<br />
carte blanche voor het ontwikkelen<br />
van een kernbom. Khan heeft in zijn<br />
tijd bij Urenco veel contacten opgedaan<br />
en weet wie hij moet benaderen<br />
in het nucleaire wereldje. Khan reist<br />
naar China om daar de rakettechnologie<br />
te verkrijgen nodig om zijn<br />
kernkoppen te lanceren. Hij heeft het<br />
geluk dat de VS Pakistan nodig<br />
hebben als bondgenoot in de strijd<br />
tegen de Russen in Afghanistan in de<br />
jaren ’80.<br />
Wat men niet doorheeft is dat Khan<br />
een wereldwijd netwerk opbouwt<br />
waardoor hij alles kan leveren wat<br />
nodig is om een kernwapen te maken,<br />
van nucleaire centrifuges tot blauwdrukken<br />
van Chinese kernkoppen.<br />
Voor miljoenen dollars is alles te<br />
koop. Saddam Hoessein kan zijn ogen<br />
niet geloven en denkt dat het een val<br />
van de CIA is. Meer succes heeft<br />
Khan bij Noord-Korea, Iran en vooral<br />
Libië. Als de aanwijzingen te sterk<br />
worden en zelfs een schip volgeladen<br />
met nucleaire onderdelen richting<br />
Libië wordt onderschept is de maat<br />
vol. Khadaffi doet in ruil voor opheffing<br />
van het isolement afstand van<br />
zijn kernwapenprogramma en pas dan<br />
blijkt hoe gevaarlijk Khan’s netwerk<br />
was. Al sinds de jaren ’90 leverde<br />
Khan voor een slordige $ 100 miljoen<br />
alles wat nodig was voor het maken<br />
van een kernbom aan Libië.<br />
Uiteindelijk moet Khan voor de<br />
Pakistaanse staatstelevisie bekennen<br />
dat hij nucleaire technologieën voor<br />
eigen gewin heeft verkocht en sindsdien<br />
staat hij onder huisarrest. Het<br />
geval Libië vergroot de zorgen over<br />
Iran dat ook op Khan’s klantenlijst<br />
stond. Na het zien van deze aflevering<br />
lijkt het vrijwel uitgesloten dat Iran<br />
slechts over nucleaire technologie<br />
voor vreedzame doeleinden wil beschikken.<br />
Kortom een verontrustend,<br />
open, einde.<br />
Ik zeg het niet vaak maar deze serie is<br />
eigenlijk verplichte kost voor <strong>NVMP</strong>leden.<br />
Naast een historisch document,<br />
dat laat zien waar wij ons nu ook alweer<br />
druk om maken, belicht het ook<br />
het gevaar van nucleaire proliferatie<br />
op realistische wijze.<br />
De dvd’s zijn hun aanschafprijs van<br />
slechts €15, - dan ook meer dan<br />
waard. Onder andere bij Bol.com te<br />
verkrijgen.<br />
*<br />
11
Componisten en het thema ‘Oorlog en Vrede’<br />
Christien Mudde<br />
De in Wales geboren Karl<br />
Jenkins kwam als zoon van een<br />
organist en koordirigent al vroeg<br />
met muziek in aa<strong>nr</strong>aking. Zelf<br />
leerde hij behalve piano ook<br />
enkele blaasinstrumenten bespelen<br />
(hobo, saxofoon) en haalde<br />
zijn Bachelor of Music degree in<br />
Cardiff. Daarna studeerde hij<br />
aan de Royal Academy of Music in<br />
Londen. Behalve klassieke<br />
muziek, new age, pop en country<br />
speelde hij vooral ook veel jazz.<br />
In feite combineert hij vaak<br />
allerlei stijlen in zijn composities<br />
en werd hij heel bekend als<br />
reclame- en filmmuziekcomponist.<br />
Zijn werken (o.a. het<br />
Adiemusproject) werden vele<br />
malen bekroond en ook ontving<br />
hij persoonlijk hoge onderscheidingen.<br />
The Armed Man - a Mass for Peace<br />
voor de millenniumviering geschreven<br />
in opdracht van The Royal<br />
Armouries, beleefde zijn première in<br />
2000 in Royal Albert Hall. Het<br />
muzikale thema is dat van de homme<br />
armé, een melodie waarop vooral<br />
renaissancecomponisten hun miscomposities<br />
baseerden. We horen<br />
Palestrina naast Braziliaanse ritmes,<br />
Gregoriaans naast The last Post en de<br />
klanken van de muezzin in de oproep<br />
tot het islamitisch gebed. Maar deze<br />
mis is vooral één grote roep om<br />
vrede. Jenkins componeerde het stuk<br />
tijdens de Kosovo-oorlog “aan het<br />
eind van de eeuw met de meeste en<br />
bloedigste oorlogen” en droeg het op<br />
aan de slachtoffers van die Kosovooorlog.<br />
De ‘mis’ is opgebouwd uit een aantal<br />
elementen: L’homme armé, Kyrië,<br />
Sanctus, Agnus Dei en Benedictus uit<br />
12<br />
Karl Jenkins (geb. 1944):<br />
The Armed Man - a Mass for Peace<br />
Karl Jenkins<br />
de Latijnse mis, een aantal teksten<br />
van Japanse en Engelse dichters, de<br />
Mahabharata (Sanskriet epos uit de<br />
6e eeuw vóór Christus uit de hindoetraditie,<br />
die gaat over de relatie tussen<br />
de mens en de wereld en de werking<br />
van de karma), de bijbel en de islamitische<br />
oproep tot het gebed.<br />
Eerst komt de homme armé aanmarcheren:<br />
een uit de verte aanzwellend<br />
geluid van een tamboerorkest<br />
met trommels en pijpers, en<br />
zingende soldaten: “Ieder moet zich<br />
wapenen met een ijzeren wape<strong>nr</strong>usting,<br />
de gewapende man moet men<br />
wantrouwen” (een Frans kruisvaarderslied<br />
, Anonymus 1450-1463).<br />
Dan volgt de muezzin, hij roept de<br />
gelovigen op tot de azan, het islamitisch<br />
gebed. Deel 3 is het Kyrië in de<br />
gebruikelijke tekst (Heer ontferm U)<br />
uit het mis-ordinarium. Uit de diepste<br />
diepte komen de klanken van hoorn,<br />
basfagot, contrabas en slagwerk; dan<br />
volgen andere instrumenten (fluiten)<br />
en zet de jongenssopraan het Kyrië in,<br />
in een prachtig gedragen sacrale<br />
melodie die door het koor wordt<br />
overgenomen.<br />
Deel 4: Save me from the bloody men<br />
voor mannenkoor a capella met<br />
teksten uit psalm 56-59: “Wees mij<br />
genadig God”, “Verlos mij van de<br />
bloeddorstige mannen”. Het Sanctus<br />
(Heilig, heilig,heilig) waarin de Heer<br />
Zebaoth wordt verheerlijkt, is getoonzet<br />
als een marche funèbre, met dreunende<br />
voeten en omfloerste trommels,<br />
en door de mineur-zetting en de<br />
donkere ondertonen klinkt het meer<br />
als een roep om erbarmen. Waar is<br />
die Heilige, waar blijft Zijn glorie?<br />
Een noodkreet eerder dan een<br />
Hosanna! Een zeer aangrijpend deel.<br />
Dan volgt ‘Hymne voor de Strijd’:<br />
“De aarde is vol boosheid” en eindigt<br />
met drie maal: “Heer schenk ons de<br />
kracht om te sterven” (een gedicht<br />
van Rudyard Kipling uit 1808).<br />
Charge! “Ten aanval!” (op tekst van<br />
John Dryden en Jonathan Swift)<br />
begint met trompetgeschal en fantastisch<br />
slagwerk, dat opzweept tot de<br />
strijd. Het koor zingt: “Hoe gezegend<br />
is hij, die voor het vaderland sterft”,<br />
maar het klinkt schril en vals. Het<br />
geluid zwelt aan en eindigt in gekrijs,<br />
waarna een doodse stilte valt. Dan<br />
klinkt The Last Post, de strijd is voorbij.<br />
Angry Flames is een gedicht van<br />
Toge Sanchiki over de verschrikkingen<br />
van de atoombom op Hiroshima<br />
en wordt gezongen, door alt, sopraan,<br />
bas en tenor:<br />
Een weg banend door de rook<br />
vanuit een half verduisterde wereld<br />
door overhangende wolken<br />
de lijkwade,<br />
die oprijst als een paddenstoel<br />
en de koepel van de hemel bedekt.......<br />
Dan volgt Torches (Fakkels) uit de<br />
Mahabharata. Koper, slagwerk en<br />
koor en een sonore fagot verklanken<br />
het lot van de brandende dieren, die<br />
ook onschuldig lijden en sterven in de<br />
oorlog. In het Agnus Dei (Lam Gods,<br />
dat de zonden van de wereld wegneemt),<br />
wederom uit het mis-ordinarium,<br />
keert ontspanning en rust terug<br />
en weerklinkt Dona nobis pacem,<br />
geef ons vrede.
Now the guns have stopped: “Stilte,<br />
zo stil nu, nu de kanonnen zijn gestopt”<br />
(een gedicht van Guy Wilson)<br />
wordt uitgevoerd door sopraan en<br />
violen. Het verbeeldt de eenzaamheid<br />
van de overlevende, die in de oorlog<br />
zijn of haar geliefden heeft verloren.<br />
Dan loopt de Benedictus, de<br />
Gezegende, gezongen door de cello<br />
voorop aan een éénstemmig koor. Nu<br />
wordt het Hosanna onderstreept met<br />
felle paukenslagen.<br />
Better is peace now is het slotdeel,<br />
waarin het thema van de homme armé<br />
van het begin terugkeert, maar nu in<br />
een oplaaien van vreugde en als een<br />
wervelende rondedans i.p.v. een<br />
marcherend leger. Onder belgerinkel<br />
klinkt<br />
Ring out the thousand wars of old<br />
Ring in the thousand years of peace<br />
...............<br />
Ring out the darkness of the land<br />
Ring in the Christ that is to be.<br />
(Alfred Lord Tennyson,1850)<br />
en hierna volgt nog een a capella gezongen<br />
hymne: “God zal alle tranen<br />
afwissen, en er zal geen dood meer<br />
zijn, geen zorgen, geen geween, er zal<br />
geen pijn meer zijn. Prijst de Heer”<br />
(Openbaringen 21).<br />
Een indrukwekkend antioorlogs-oratorium,<br />
zo kan men dit werk m.i. het<br />
best omschrijven, gecomponeerd in<br />
een zeer aansprekende, soms<br />
filmische, zeer ritmische, eigentijdse<br />
en toegankelijke stijl. Op YouTube<br />
zijn beelden te zien o.a. van een<br />
uitvoering o.l.v. de componist en met<br />
videobeelden. In het openingsdeel<br />
ziet men stampende nazilaarzen, in<br />
het slotdeel juichende en dansende<br />
bevrijde mensen. Bij het Kyrië ziet<br />
men o.a. de productie door fabrieksmeisjes<br />
van patronengordels en het<br />
marcheren van kindsoldaten, het<br />
onderschrift zou kunnen luiden:<br />
“Vergeef hen Vader, want zij weten<br />
niet wat zij doen“.<br />
Inmiddels is dit werk al meer dan 700<br />
maal in meer dan twintig landen uitgevoerd,<br />
zoals de Nederlandse première<br />
in het bijzijn van de componist<br />
op 26 april 2005 in de Janskerk te<br />
Gouda door de Christelijke<br />
Oratoriumvereniging Laus Deo o.l.v.<br />
Jan Stulp, waar ik getuige van was.<br />
Een uitvoering onder leiding van<br />
Jenkins zelf door The London<br />
Philharmonic en The National Youth<br />
Choir, koor en solisten in de Royal<br />
Albert Hall is verkrijgbaar in de<br />
platenhandel of via bol.com<br />
*<br />
Mohammed Omer,<br />
oorlogsfotograaf<br />
De foto op de cover van het eerste<br />
nummer, lente 2009, van onze<br />
<strong>Nieuwsbrief</strong> blijkt afkomstig te<br />
zijn van de bekende Palestijnse<br />
fotograaf Mohammed Omer.<br />
Omer was in Nederland voor<br />
medische behandeling toen hij<br />
toevalligerwijs op een nummer<br />
van de <strong>Nieuwsbrief</strong> stuitte.<br />
Mohammed Omer is winnaar van<br />
de 2007 Martha Gellhorn Prize for<br />
Journalism en een zeer bekende<br />
oorlogsfotograaf die zich met<br />
gevaar voor eigen leven in de<br />
oorlogsgebieden begeeft.<br />
Zijn bekendheid heeft ook keerzijden,<br />
zo werd hij in 2008 ernstig<br />
mishandeld door Israëlische soldaten,<br />
waardoor hij rugletsel opliep<br />
en waarschijnlijk enkele van<br />
zijn ribben moet missen. De<br />
<strong>NVMP</strong> wil Mohammed Omer<br />
graag alsnog danken voor het<br />
gebruik van zijn treffende beeldmateriaal.<br />
Meer van zijn werk kunt u<br />
vinden op<br />
http://www.rafahtoday.org/<br />
13
Deel XVI<br />
14<br />
De studie van de<br />
hedendaagse oorlog<br />
zoeksprojecten zijn David Singer’s zijn dat de factoren die bij de determi-<br />
Correlates of War (COW) en Rudolph nistische pool zijn gelegen het gemak-<br />
Rummel’s Dimensionality of Nations kelijkst kwantificeerbaar zijn, zodat de<br />
(DON), tegenwoordig gecompleteerd macrokwantitatieve studies ertoe nei-<br />
met de Conflict and Peace Data Bank gen zich bij de deterministische pool te<br />
(COPDAB), de Militarized Interstate groeperen (clusteren). Maar deze facto-<br />
Disputes data set (MID), en de Long- ren neigen er tezelfdertijd toe de cul-<br />
Range Analysis of War Project<br />
minatie van onpersoonlijke (structure-<br />
(LORANOW), Cross-Polity Time- le) krachten uit de dynamica van het<br />
Series (CPTS), Comparative Research internationale systeem te zijn: machts-<br />
on the Events of Nations (CREON), balans of machtsonbalans, veranderen-<br />
International Crisis Behavior Project, de machtsverhoudingen, ongelijke eco-<br />
J.M.G. van der Dennen<br />
(ICB), Managing Interstate Conflict nomische groei (die ten grondslag ligt<br />
Vertaling uit het Engels: Maartje Wis (MIC), Militarized Interstate Dispute aan politieke machtsdifferentialen),<br />
(MID), onder andere (David Singer conjuncturele golven, enz. Het feit dat<br />
Een kort overzicht van de macro- wordt met recht de grondlegger en het, uiteindelijk, menselijke wezens<br />
kwantitatieve evidentie (1)<br />
pionier van de macrokwantitatieve zijn die besluiten om oorlogen te voe-<br />
research beschouwd).<br />
ren en dat het menselijke wezens zijn<br />
Inleiding<br />
De resultaten van de vele honderden die in oorlogen vechten, dreigt soms te<br />
Op het gevaar af ‘anachronistisch’ macrokwantitatieve (correlatieve, worden verdonkeremaand in dit<br />
bezig te zijn (immers, de intersta- multifactoriële) studies van oorlog en abstracte perspectief.<br />
telijke oorlogen, die de in vorige de monadische (eigenschappen van een<br />
nummers behandelde theorieën natiestaat), dyadische (eigenschappen Kwantitatief onderzoek begint<br />
trachtten te verklaren, zijn sinds van natiestaatparen) en systemische met tellen<br />
deTweede Wereldoorlog steeds niveaus zijn samengevat door<br />
Merkwaardig genoeg werd de eerste<br />
zeldzamer geworden en anno nu Richardson (1960), Singer (1965, kwantitatieve studie van oorlog al in<br />
zo goed als non-existent), wil ik 1968, 1979, 1980, 1993, 1999), Singer 1820, bijna tweehonderd jaar geleden,<br />
toch proberen een summier over- & Small (1972), Haas (1974), Vasquez verricht, en wel door een Amerikaanse<br />
zicht te geven wat de empirische (1976, 1987, 1993), Rummel (1979), vredesbeweging: de Massachusetts<br />
poot van de vredeswetenschap Wilkinson (1980), Zinnes (1980), Beer Peace Society, en bestond uit een<br />
d.m.v. macrokwantitatief onder- (1981), Eberwein (1981), Van der inventarisatie van 286 oorlogen en hun<br />
zoek boven water heeft weten te Dennen (1981), Maoz (1982, 1995), categorisatie naar vermoedelijke oorza-<br />
halen.<br />
Small & Singer (1982), Levy (1989), ken, redenen of aanleidingen. Zie<br />
Hower & Zinnes (1989), Singer &<br />
Kader II.<br />
Macrokwan- Gibbs (1993), Geller & Singer (1998),<br />
Elke classifititatiefonder-<br />
en Cashman (1993/2000). Zie Kader I<br />
catie, zoals<br />
zoek probeert voor een samenvatting van de factoren<br />
deze, is<br />
correlaties en die de waarschijnlijkheid van oorlog<br />
natuurlijk van<br />
patronen te verhogen op monadisch, dyadisch,<br />
beperkte<br />
vinden en/of regionaal en systemisch niveau.<br />
waarde<br />
specifieke Het moge duidelijk zijn dat een macro-<br />
omdat slechts<br />
hypotheses kwantitatieve benadering van oorlog en<br />
een minder-<br />
over oorlog vrede slechts een beperkt domein<br />
heid van het<br />
en vrede te behandelt: deze benadering kan zich<br />
aantal oorlo-<br />
weerleggen alleen maar bezighouden met hypothegen<br />
een<br />
J. David Singer op basis van tische polemogene (oorlogsproduceren- Lewis Fry Richardson<br />
enkelvoudige<br />
enorme datade) factoren die in principe kwantifi-<br />
en eenvoudibases<br />
die alle meetbare aspecten en ceerbaar zijn. Als alle mogelijke polege oorzaak heeft. De oververtegen-<br />
dimensies van het fenomeen in kwestie mogene factoren op één enkele dimenwoordiging van economische oorza-<br />
omvatten, plus geavanceerde statistisie zouden kunnen worden geordend ken/redenen/aanleidingen in deze lijst<br />
sche (multivariabele) technieken om van zuiver voluntaristisch (of strate- kunnen de werkelijkheid weerspiege-<br />
deze data te analyseren. Sommigen van gisch) tot zuiver deterministisch (of len, maar kunnen ook te maken hebben<br />
deze ambitieuze data-based onder- cataclysmisch), dan zou het duidelijk met de toenmalige (1820) tijdsgeest.
Statistieken van dodelijke ruzies<br />
Een poging om gewelddadige conflicten<br />
te onderzoeken en te classificeren<br />
werd ondernomen door Lewis<br />
Richardson in zijn Statistics of Deadly<br />
Quarrels (1960). Richardson verzamelde<br />
grondige statistieken over gewelddadige<br />
conflicten (dodelijke of fatale<br />
ruzies, zoals hij ze noemde) van 1820<br />
tot 1929 (en aanvullende statistieken<br />
over de periode van 1930 tot 1949). De<br />
omvang van een fatale ruzie wordt<br />
bepaald door het logaritme met grondtal<br />
tien van het aantal mensen dat vanwege<br />
die ruzie omkwam. Deze omvang<br />
wordt aangeduid met µ [mu]. Het<br />
bereik van omvang breidt zich uit van<br />
log 0 voor een moord die slechts één<br />
dode impliceert, tot log 7,4 voor het<br />
aantal gedode slachtoffers van de<br />
Tweede Wereldoorlog (tegenwoordig<br />
geschat tussen 50 en 70 miljoen). Hij<br />
vond dat slechts 1,6 procent van alle<br />
sterfgevallen aan ‘fatale ruzies’, met<br />
inbegrip van oorlogen, toe te schrijven<br />
was. Eckhardt (1992: 173-174) vond<br />
zelfs een nog kleiner percentage:<br />
slechts 0,4 procent van alle sterfgevallen<br />
sinds 3000 v. C. kon aan oorlogen<br />
worden toegeschreven. Richardson<br />
becommentarieerde: “This is less than<br />
one might have guessed from the large<br />
amount of attention which quarrels<br />
attract. Those who enjoy wars can<br />
excuse their taste by saying that wars<br />
after all are much less deadly than disease”<br />
(Richardson, 1960: 153).<br />
Wilkinson (1980) analyseerde de gegevens<br />
van Richardson opnieuw, d.w.z.<br />
de 315 oorlogen die tussen 1820 en<br />
1952 eindigden (met ongeveer 780<br />
paren van tegengestelde oorlogvoerende<br />
partijen). Sommige van Wilkinson’s<br />
bevindingen zijn de volgende:<br />
1. Er is een patroon in het aantal uitbarstingen<br />
van oorlog per jaar hetgeen<br />
suggereert dat er per jaar veel vooroorlogse<br />
crises zijn, maar dat er voor elke<br />
crisis een lage waarschijnlijkheid is dat<br />
die echt uitbarst in een oorlog. De aanvang<br />
van oorlogen per jaar toont een<br />
Poissonverdeling (bevestigd door<br />
Singer & Small, 1972), net als de<br />
beëindiging van oorlogen. (De Poissonverdeling<br />
is een discrete kansverdeling<br />
die met name van toepassing is voor<br />
stochastische variabelen die het voorkomen<br />
van bepaalde voorvallen tellen<br />
gedurende een gegeven tijdsinterval,<br />
afstand, oppervlakte, volume, etc.)<br />
KADER I:<br />
FACTORS INCREASING THE PROBABILITY OF WAR<br />
Onset (occurrence/initiation) of war<br />
Factors increasing the probability of the onset (occurrence/initiation) of war<br />
Level of analysis: state<br />
* Power status (major power)<br />
* Power cycle (critical point if major power)<br />
* Alliance (alliance member)<br />
* Borders (number of borders)<br />
Level of analysis: dyad<br />
* Contiguity/proximity (common border/distance)<br />
* Political systems (absence of joint democracies)<br />
* Economic development (absence of joint advanced economies)<br />
* Static capability balance (parity)<br />
* Dynamic capability balance (unstable: shift/transition)<br />
* Alliance (unbalanced external alliance-tie)<br />
* Enduring rivalry<br />
Level of analysis: region<br />
* Contagion/diffusion (presence of ongoing regional war)<br />
Level of analysis: system<br />
* Polarity (weak unipolarity/declining leader)<br />
* Unstable hierarchy<br />
* Number of borders<br />
* Frequency of civil/revolutionary wars<br />
Seriousness (magnitude/duration/severity) of war<br />
Factors increasing the probable seriousness (magnitude/duration/severity) of war:<br />
Level of analysis: state<br />
* Power status (major power)<br />
Level of analysis: system<br />
* Alliance (high polarization)<br />
The Correlates of War (COW) Project definieert een internationale oorlog als<br />
“a military conflict waged between national entities, at least one of which is a<br />
state, and that results in at least 1,000 battle-deaths of military personnel”.<br />
War magnitude – the sum of all participating nations’ separate months of active<br />
involvement in each war.<br />
War duration – the length in months from the inception of the war to its<br />
termination.<br />
War severity – total battle deaths of military personnel in each war.<br />
2. Oorlogen werden korter gedurende<br />
het interval van Richardson.<br />
3. Er was geen duidelijke trend in de<br />
frequentie van oorlogen.<br />
4. Kleinere oorlogen komen veel meer<br />
voor dan grote oorlogen; frequentie<br />
varieert omgekeerd eve<strong>nr</strong>edig met<br />
omvang.<br />
5. Er is evidentie dat gedurende<br />
Richardson’s interval oorlogen groter<br />
werden, dat wil zeggen, er waren meer<br />
doden per oorlog; ook dat het totale<br />
aantal doden van alle oorlogen in een<br />
gegeven tijdsspanne groeide.<br />
6. Het totale dodental van oorlogen is<br />
grotendeels het product van de weinige<br />
Bron: Geller & Singer (1998: 27-28).<br />
extreem grote oorlogen.<br />
7. Er is evidentie voor een cyclus met<br />
een 20-40 jarige periode in oorlogsfrequentie<br />
en participatie. Mogelijk<br />
bestaat er ook een langere cyclus, of<br />
twee cycli, met perioden in de orde van<br />
100 of 200 jaar.<br />
8. Oorlogen lijken onafhankelijk te<br />
ontstaan, maar zich via besmetting<br />
(contagion) te verspreiden, door alliantie<br />
structuren, naar buurlanden.<br />
9. Eerdere vijandelijkheden lijken een<br />
aansporing om opnieuw te gaan vechten,<br />
al verminderen de effecten van<br />
Vervolg op pagina 16<br />
15
Vervolg van pagina 15<br />
vroegere oorlogen mettertijd. Zoals<br />
Richardson (1960: 202) becommentarieerde:<br />
“This decreasing frequency of<br />
retaliations as the interval of peace<br />
increased is what we should expect if a<br />
slow process of forgetting and forgiving<br />
went on”.<br />
10. De waarschijnlijkheid dat twee<br />
groepen in de toekomst zullen vechten<br />
wordt vergroot als ze buren zijn (contiguïteit).<br />
11. Een kleine groep van naties (grootmachten<br />
zoals Frankrijk, Engeland,<br />
Spanje, Ooste<strong>nr</strong>ijk, Rusland, Turkije,<br />
Zweden, de Nederlanden, Duitsland,<br />
Italië, de Verenigde Staten, Japan en<br />
China) hebben het meest gevochten en<br />
hadden de meeste slachtoffers te<br />
betreuren. Singer & Small (1972: 287)<br />
concluderen daarom terecht dat: “most<br />
of the wars in the system has been<br />
accounted for by a small fraction of the<br />
nations, most of which would be found<br />
near the top of any hierarchy based on<br />
diplomatic status, military-industrial<br />
capability, or related indicators”.<br />
Eckhardt (1992: 108) vulde daarbij aan<br />
dat “no one of these nations was significantly<br />
different from any other in war<br />
frequency when their years as a Great<br />
Power was considered. In other words,<br />
war frequency can be more readily<br />
explained by the fact of a nation being<br />
a Great Power (and vice versa) than by<br />
any national characteristic, none of<br />
which seems to have any explanatory<br />
power”.<br />
12. Economische oorzaken van oorlogen<br />
duiken vaak op, maar staan niet<br />
alleen en sluiten ook andere oorzaken<br />
niet uit. Er is geen ondersteuning voor<br />
de enkelefactortheorie dat ‘de econo-<br />
16<br />
mie’ oorlog veroorzaakt, tenzij economie<br />
en oorzaken zo breed gedefinieerd<br />
worden dat ze oninteressant zijn.<br />
13. De tendens van elke twee groepen<br />
om te vechten neemt toe als de verschillen<br />
tussen hen (in taal, religie, ras,<br />
en culturele stijl) toenemen.<br />
14. Het lijkt erop dat ‘militante ideologie’<br />
een oorzaak is van oorlog.<br />
Oorlogsfrequentie<br />
Volgens Quincy Wright (1942, 1965),<br />
werden er 278 oorlogen uitgevochten<br />
in de periode<br />
van 1480 tot<br />
1941, plus 30<br />
‘vijandelijkheden’<br />
van<br />
1945 tot<br />
1964. ‘Vijandelijkheden’<br />
werden gedefinieerd<br />
als<br />
gewapende<br />
Quincy Wright<br />
conflicten<br />
tussen men-<br />
selijke groepen “waarin meer dan 317<br />
personen werden gedood” (p. 1544).<br />
Voor perioden vóór 1941, werd een<br />
‘oorlog’ gedefinieerd door zijn wettige<br />
erkenning, of door de betrokkenheid<br />
van meer dan 50.000 soldaten, of door<br />
zijn belangrijke juridische en/of<br />
volke<strong>nr</strong>echtelijke resultaten (p. 636). Er<br />
waren 2.659 veldslagen van 1480 tot<br />
1941; een ‘veldslag’ werd gedefinieerd<br />
door het totale aantal slachtoffers van<br />
meer dan duizend, of meer dan vijfhonderd<br />
slachtoffers in het geval van zeeslagen<br />
(p. 625). Beer (1974: 20-21)<br />
vond een algemeen historische tendens<br />
in de richting van de ‘concentratie’ van<br />
KADER II:<br />
SIMPLE TALLYING: THE FIRST QUANTITATIVE STUDY OF WAR<br />
oorlog. Een vroege studie, gepubliceerd<br />
nabij het begin van de Eerste Wereldoorlog<br />
(Woods & Baltzly, 1915: 2),<br />
vermoedde deze tendens al. Rummel<br />
(1967: 178, 180, 182) concludeerde:<br />
“er is een of ander tendens waardoor<br />
de hevige conflicten tussen verschillende<br />
groepen intenser worden” in termen<br />
van meer oorlogsdoden. Met behulp<br />
van regressieanalyse en rangordecorrelatie<br />
vonden Levy (1982: 279; 1983:<br />
192; 1989: 213; Levy, Walker &<br />
Edwards, 2003: 17-19; Gat & Maoz,<br />
2003: 9) dat oorlog tussen grootmachten<br />
sinds het einde van de vijftiende<br />
eeuw, toen het moderne Europese<br />
grootmachtensysteem ontstond, in frequentie<br />
aanzienlijk is afgenomen maar<br />
in toenemende mate ‘ernstig’ is geworden<br />
in omvang, magnitude, zwaarte<br />
(severity), intensiteit en concentratie in<br />
tijd en ruimte – eigenlijk in elke mogelijke<br />
dimensie behalve tijdsduur (duration),<br />
welke relatief constant is gebleven.<br />
De severity van oorlogen tussen<br />
grootmachten is redelijk snel toegenomen<br />
in de tijd, tot het punt dat het verdubbeld<br />
is in ongeveer elke periode<br />
van 110 jaar (Levy, 1983: 192).<br />
Als we door de tijd gaan van 3600 v.C.<br />
tot A.D. 1980, impliceert de verspreiding<br />
van oorlog en vrede dat de vredesperiodes<br />
langer en minder frequent zijn<br />
geworden (Beer, 1981: 39-40).<br />
De evidentie gepresenteerd door Van<br />
der Dennen (1981: 143-53) lijkt ook de<br />
notie te onderschrijven dat er inderdaad<br />
een langetermijntrend bestaat van veel<br />
oorlogen met weinig slachtoffers naar<br />
minder oorlogen met veel slachtoffers<br />
(met de twintigste eeuw als meest verwoestende<br />
en bloedige).<br />
Summary of Causes of 286 Wars as Stated by the Massachusetts Peace Society’s Committee of Inquiry (1820; as reproduced in<br />
Allen, 1930: 686-87):<br />
First, Wars of ambition – to obtain extent of territory by conquest (44 cases);<br />
Second, Predatory wars – for plunder, or tribute, or to obtain a settlement for subsistence (22 cases);<br />
Third, Wars of revenge or retaliation (24 cases);<br />
Fourth, Wars to settle some question of honor or prerogative (8 cases);<br />
Fifth, Wars arising from disputed claims to some territory (6 cases);<br />
Sixth, Wars arising from disputed titles to crowns (41 cases)’;<br />
Seventh, Wars commenced under the pretense of assisting some ally, or some friend or person flying from alleged oppression<br />
(30 cases);<br />
Eighth, Wars which have arisen from the distrust of nations toward each other – jealousy of rival greatness, or fear of increasing<br />
armaments or extended conquests (23 cases);<br />
Ninth, Wars which have grown out of commerce, designed for its protection against foreign depredations (5 cases);<br />
Tenth, Civil wars, carried on by different parties in the same nation (55 cases);<br />
Eleventh, Wars on account of religion (28 cases).
Presentatie IKV Pax Christi-rapport<br />
‘Verarmd Uranium - Tijd voor duidelijkheid’<br />
Hans van Iterson<br />
Op 29 juni presenteerde IKV Pax<br />
Christi in Nieuwspoort haar factsheet<br />
overVerarmd Uranium om<br />
de discussie rondom de militaire<br />
toepassing van verarmd uranium<br />
nieuw leven in te blazen. De<br />
Belgische regering is de Nederlandse<br />
vorige week voorafgegaan<br />
en heeft inmiddels het gebruik<br />
van verarmd uranium als munitie<br />
of bepantsering verboden.<br />
Miriam Struyk (IKV) zit de bijeenkomst<br />
voor met als speciale sprekers<br />
Henk van de Keur (LAKA), Wim van<br />
den Burg (militaire vakbond AFMP) en<br />
dr. Jawed Al-Ali, oncoloog van het<br />
grootste ziekenhuis in Basra, Irak.<br />
Verarmd uranium (VU) is een zwaar<br />
metaal dat licht radioactief is. Het<br />
wordt gebruikt in munitie en als bepantsering<br />
van tanks vanwege de hoge<br />
dichtheid en daarbij komende voordelen<br />
van groot doordringend vermogen<br />
(munitie) en betere bescherming<br />
(bepantsering). Probleem is dat bij de<br />
inslag hoge temperaturen ontstaan<br />
waardoor het verarmd uranium verpulvert<br />
en er fijn VU-stof ontstaat dat<br />
door soldaten en burgers kan worden<br />
ingeademd. Hoewel hard wetenschappelijk<br />
bewijs ontbreekt, lijkt er een<br />
causaal verband te bestaan tussen het<br />
gebruik van VU op de Balkan en Irak<br />
en toenemende gezondheidsklachten.<br />
Het IKV is altijd voorzichtig bij het<br />
doen van harde uitspraken en roept dus<br />
niet op tot een verbod maar een moratorium<br />
is wel op zijn plaats. Daarnaast<br />
is nieuw wetenschappelijk onderzoek<br />
zeer gewenst.<br />
Verouderde rapporten<br />
Henk van de Keur benadrukt het belang<br />
van goed onderzoek. In 2001 is<br />
het gevaar van VU, naar aanleiding van<br />
berichten op de Balkan, door de media<br />
naar voren geschoven en is er door de<br />
Tweede Kamer ook een motie aangenomen<br />
die opriep tot een moratorium<br />
op VU-wapens totdat de werkelijke<br />
gezondheidseffecten bekend waren. Na<br />
een tijdje kalfde de politieke interesse<br />
echter af en de motie is nooit geëffectueerd.<br />
Op vragen van Tweede Kamerlid<br />
Krista van Velzen in 2004 grijpen<br />
bewindslieden terug naar oude rapporten<br />
van begin 2000 die geen causaliteit<br />
aantonen tussen VU en gezondheidsklachten.<br />
Dat is nog steeds de bestaande<br />
situatie terwijl er tal van nieuwe<br />
rapporten zijn verschenen gebaseerd op<br />
onderzoek onder slachtoffers die wel<br />
degelijk schade aantonen. Toch blijft<br />
staatssecretaris Jack de Vries teruggrijpen<br />
naar de oude, geruststellende,<br />
onderzoeksgegevens. Gelukkig steunt<br />
Nederland wel de intentie tot nieuw<br />
onderzoek. Daar moet dus stellig de<br />
nadruk op gelegd worden.<br />
Militaire vakbond AFMP<br />
Wim van den Burg van de AFMP gaat<br />
een stapje verder en pleit voor een verbod<br />
op verarmd uranium. Het klinkt<br />
misschien wat vreemd om wapensystemen<br />
te verbieden, maar wat hier zwaarder<br />
weegt is, dat militairen in situaties<br />
terecht kunnen komen waartegen ze<br />
minder goed beschermd zijn. In deze is<br />
het nogal tegenstrijdig dat je enerzijds<br />
zegt dat er geen gevaren zijn bij<br />
gebruik van VU, maar tegelijkertijd<br />
allerlei veiligheidsprotocollen in werking<br />
treden op het moment dat VU-stof<br />
wordt aangetroffen. De AFMP wil niet<br />
dat er pas maatregelen getroffen worden<br />
nadat er een causaal verband met<br />
gezondheidsklachten is aangetoond.<br />
Als militairen willen wij landen in<br />
nood vooruit helpen, maar hoe kan dat<br />
als je het voor vele jaren vervuilt met<br />
stof van verarmd uranium?<br />
Dr. Jawad Al-Ali<br />
De Iraakse arts Jawad Al-Ali is dé<br />
expert op het gebied van kanker veroorzaakt<br />
door verarmd uranium.<br />
Volgens Al-Ali was er na de Eerste<br />
Golfoorlog sprake van een spectaculaire<br />
stijging van het aantal gevallen<br />
van kanker door straling. Dat gaat om<br />
een grote diversiteit aan kankers:<br />
longkanker, botkanker, leukemie,<br />
maagkanker, nier- en leverkanker.<br />
Daarnaast worden misvormde kinderen<br />
geboren die ons doen denken aan<br />
Hiroshima. Rond Basra staan tal van<br />
stukgeschoten tanks die voor de VUbesmetting<br />
verantwoordelijk zijn.<br />
Desondanks doet Al-Ali iets wat een<br />
gewone oncoloog niet kan: het vaststellen<br />
of een geval van kanker al dan<br />
niet veroorzaakt is door straling. Dat<br />
straling kanker kan veroorzaken, dat<br />
weet iedereen. Maar in een specifiek<br />
geval ‘straling’ als oorzaak aanwijzen<br />
is eigenlijk onmogelijk. <strong>NVMP</strong>bestuurslid<br />
Jelle Vleer wijst hem daar<br />
ook op. Juist in deze situatie zou zoiets<br />
onomstotelijk bewezen moeten worden.<br />
De grote diversiteit aan kankergevallen<br />
verlaagt echter de causaliteit. Je loopt<br />
nu het risico alle kankergevallen en<br />
geboortedefecten op een hoop te vegen<br />
en daar het stempel verarmd uranium<br />
op te drukken. Sommige kankers openbaren<br />
zich binnen 4-5 jaar, maar voor<br />
botkanker is dat 10-15 jaar. Er is dus<br />
veel meer onderzoek over een langere<br />
periode nodig om een causaliteit vast te<br />
stellen. Andere mogelijke oorzaken zijn<br />
immers de oliebranden die veel verontreiniging<br />
in Irak veroorzaakt hebben.<br />
Meer onderzoek<br />
Conclusie van de middag is dat er meer<br />
onderzoek nodig is om causaliteit vast<br />
te stellen. Pas als er hard bewijs is kun<br />
je de speculaties ontstijgen. Vergelijk<br />
het met het Golfoorlogssyndroom.<br />
Hiervoor zijn een hele reeks oorzaken,<br />
zoals micro-organismen, experimentele<br />
Vervolg op pagina 18<br />
17
Alfred Hermann Fried (1864-1921)<br />
NicoVroenhof<br />
De reeks ‘Erflaters van deVredesbeweging’<br />
beschrijft een reeks<br />
persoonlijkheden die hebben<br />
bijgedragen tot de vredesbeweging.Vooral<br />
op het einde van de<br />
negentiende eeuw waren er veel<br />
mensen die zich inzetten tegen<br />
de wreedheid van een oorlog. De<br />
toenmalige tijdgeest deed het<br />
geloof toenemen dat niet alleen<br />
technische vooruitgang mogelijk<br />
was maar dat ook de samenleving<br />
tussen de volkeren zou verbeteren<br />
Na een korte biografie wordt<br />
vooral ingegaan op hun doelstellingen,<br />
hoe zij die wilden verwezenlijken<br />
en ten slotte in hoeverre<br />
zij daarin slaagden. Een van<br />
de vele markante figuren –<br />
hoewel tegenwoordig wat vergeten<br />
– is Alfred Hermann Fried.<br />
Leven<br />
Alfred Hermann Fried werd op 11<br />
november 1864 in Wenen geboren als<br />
eerste van negen kinderen. De ouders,<br />
Vervolg van pagina 17<br />
injecties maar ook verarmd uranium,<br />
van stal gehaald om het vage en diverse<br />
ziektebeeld dat er onder viel te verklaren.<br />
Het onderzoek dat nodig is<br />
duurt noodgedwongen 10-15 jaar. De<br />
vraag die daar bij gesteld kan worden<br />
is of dit onderzoek niet door de Verenigde<br />
Staten gefrustreerd zal worden<br />
teneinde hoge schadeclaims te voorkomen<br />
en we pas over 30-40 jaar de<br />
echte effecten zullen weten. Zoals<br />
Krista van Velzen al zegt, er is meer<br />
nodig om de bal aan het rollen te brengen.<br />
De gevaren van asbest werden<br />
destijds pas echt serieus genomen toen<br />
er schadeclaims kwamen van slachtoffers.<br />
Laten we daar niet op wachten.<br />
De noodzaak van verarmd uranium is<br />
ver te zoeken, wolfraam is een goede<br />
vervanger. Neem geen risico’s en stap<br />
over op een ander materiaal – aldus<br />
Krista van Velzen. *<br />
18<br />
Samuel Fried en Berta Engel, waren<br />
joods en stamden uit Hongarije. De<br />
vader was handelaar in stro- en vilthoeden.<br />
Aanvankelijk bezocht Alfred<br />
Hermann een Privatschule en kreeg<br />
tegelijk nog les van een privéleraar.<br />
Door de economische crisis verslechterde<br />
de financiële toestand van de<br />
familie en moest hij naar het gemeentelijk<br />
gymnasium. Terugblikkend<br />
schrijft hijzelf over die tijd: “Op mijn<br />
tiende kwam ik op het gymnasium.<br />
Maar ik was een slechte leerling. Ik<br />
was niet lui maar mijn fout was dat ik<br />
mij niet aan het leerplan hield. Ik was<br />
altijd met dingen bezig die niet op het<br />
leerplan stonden. Mijn schoolresultaten<br />
waren slecht.” Zo kwam het dat hij het<br />
tweede leerjaar al moest overdoen.<br />
Omdat in het derde leerjaar de problemen<br />
toenamen besloot hij op de leeftijd<br />
van 14 jaar – tegen de plannen van zijn<br />
ouders – de school te verlaten. Hij<br />
vertelde: “Daar het mij slecht afging op<br />
school, waren mijn ouders uiteindelijk<br />
blij toen ik verklaarde dat ik boekhandelaar<br />
wenste te worden en al een<br />
plaats als leerling had gevonden.”<br />
Misschien speelde de financiële toestand<br />
van de familie ook mee bij deze<br />
verandering van beroepskeuze.<br />
Verschillende broers en zusters waren<br />
vaak ziek en stierven vrij jong. De<br />
vader was in 1879 werkloos. Alfred<br />
Hermann gaf een deel van zijn loon<br />
aan zijn moeder. Hij las in die tijd zeer<br />
veel. Ik wilde mij los worstelen uit de<br />
modderpoel van onwetendheid en<br />
dilettantisme. Na het afsluiten van zijn<br />
leertijd vond hij een betrekking bij een<br />
boekhandelaar in Berlijn. Later keerde<br />
hij terug naar Wenen. Tijdens de Eerste<br />
Wereldoorlog week hij tijdelijk uit naar<br />
Zwitserland. Welstellend was hij nooit<br />
en bij de ineenstorting van Ooste<strong>nr</strong>ijk-<br />
Hongarije verloor hij praktisch al zijn<br />
bezittingen. Hij stierf in armoede aan<br />
de gevolgen van een longinfectie op<br />
5 mei 1921 te Wenen.<br />
Samenwerking met Bertha von<br />
Suttner<br />
Zijn opvattingen over politiek en pacifisme<br />
lagen binnen de normen van zijn<br />
omgeving: een zekere sympathie voor<br />
Pruisen, een zekere verachting voor de<br />
Fransen. Maar de oorlogen van zijn tijd<br />
tussen Servië en Turkije (1875-76),<br />
tussen Turkije en Rusland (1877-78) en<br />
de bezetting van Bosnië en Herzegovina<br />
(1878) maakten relatief weinig<br />
indruk op hem. Een keerpunt in die<br />
houding kwam bij een bezoek aan een<br />
tentoonstelling van de Russische<br />
schilder Wassil Wassiljewitch<br />
Wereschagin. De beelden troffen hem<br />
diep: een piramide van schedels waarrond<br />
raven cirkelden, groengele kadavers<br />
die gezegend werden door een<br />
pope en vooral het beeld ernaast van<br />
tsaar Alexander II, gezeten in een<br />
gemakkelijke zetel met rond zich zijn<br />
gevolg, terwijl hij van op afstand de<br />
veldslag volgde. Hoewel voor het jaar<br />
1880 al talrijke vredesbewegingen<br />
bestonden had Alfred Hermann geen<br />
idee hoe de georganiseerde vredesbewegingen<br />
functioneerden. In november<br />
1881 kwam de grote omslag in zijn<br />
leven. Tijdens een cafébezoek las hij<br />
dat Bertha von Suttner de volgende dag<br />
vanuit Wenen zou afreizen naar Rome<br />
om daar een vredescongres te leiden.<br />
“De schellen vielen van mijn ogen.<br />
Plots zag ik dat de ideeën die ik als<br />
kind koesterde, reeds in een werkzame<br />
organisatie waren verwezenlijkt… Nog<br />
diezelfde dag schreef ik een brief naar<br />
Bertha von Suttner met de uitdrukkelijke<br />
wens mee te mogen werken aan<br />
wat zij begonnen was.” Al in de eerste<br />
brief opperde Fried het voorstel om een<br />
maandblad uit te geven dat het vredesgedachtegoed<br />
in Duitsland en Ooste<strong>nr</strong>ijk<br />
de nodige bekendheid zal geven.
De eerste uitgave van het tijdschrift Die<br />
Waffen nieder! Monatschrift zur Förderung<br />
der Friedens Idee verscheen op<br />
1 februari 1882. Het tijdschrift bleef<br />
bestaan tot 1899 en vormde een<br />
belangrijk forum voor de vredesbewegingen.<br />
Nadien richtte Fried een eigen<br />
pacifistisch tijdschrift op, Die<br />
Friedenswarte. Het werd, vooral op<br />
aandringen van Bertha von Suttner, het<br />
officieel tijdschrift van het Öste<strong>nr</strong>eichische<br />
Friedensgesellschaft (ÖFG).<br />
Hoewel Fried zowel uitgever als redacteur<br />
was van het ÖFG stond hij toch<br />
vrij ambivalent tegenover de vredesbewegingen.<br />
Herhaaldelijk betoogde hij:<br />
“Ik werk voor een idee, niet voor een<br />
vereniging. Spijtig genoeg denken<br />
vooral mensen van het bestuur dat dit<br />
hetzelfde is.” Een van de voornaamste<br />
redenen om georganiseerde vredesbewegingen<br />
op te richten was gelegen in<br />
het feit dat men, onafhankelijk van de<br />
nationale staten, een stem wilde<br />
hebben op de wereldvredescongressen.<br />
Het initiatief hiertoe ging uit van<br />
Bertha von Suttner en Alfred Hermann<br />
Fried. Al vrij vroeg (het jaar nadien)<br />
vroeg het bestuur aan Fried om de<br />
vereniging te verlaten. Redenen waren<br />
zijn irriterende ijver en zijn gebrek aan<br />
sociaal functioneren. Bij dit alles kwam<br />
zijn jeugd, zijn geringe opleiding en<br />
zijn lage sociale afkomst. De hoofdreden<br />
was echter de uitgave van<br />
Sammlung Fried die in 1871 verscheen<br />
en als moreel aanstootgevend beschouwd<br />
werd. Hij was geïsoleerd.<br />
Toch bleef Fried actief in de beweging,<br />
al waren zijn standpunten soms weinig<br />
conform aan die van het bestuur.<br />
Herhaaldelijk oefende hij kritiek uit op<br />
hun doelstellingen en methodes. Door<br />
immobilisme duurde het vele jaren eer<br />
het bestuur haar programma publiceerde.<br />
De onderwerpen waren: ontwapening,<br />
oplossen van conflicten door<br />
arbitrage en het oprichten van een<br />
supranationale statenbond.<br />
Theorie en Methode – het<br />
Wetenschappelijk Pacifisme<br />
Hoewel Alfred Fried in het begin<br />
volledig achter het ideeëngoed van<br />
Bertha von Suttner stond, begon hij<br />
geleidelijk te twijfelen. Was haar concept<br />
om alle conflicten op basis van<br />
ethische principes vreedzaam op te<br />
lossen wel haalbaar? De eerste Haagse<br />
conferentie (1899) bewees dat de<br />
betrekkingen tussen de staten niet vlug<br />
zouden veranderen. Fried pleitte voor<br />
een theoretische, wetenschappelijke<br />
benadering. Hij wilde de vredesbeweging<br />
van het odium van het utopische<br />
bevrijden en wendde zich hiervoor tot<br />
universiteitsprofessoren. Het zich afkeren<br />
van ethische en sentimentele uitgangspunten<br />
was in zijn benaderingswijze<br />
niet nieuw. De monografie Die<br />
Grundlagen des revolutionairen<br />
Pacifismus (1908) bevatte de basis van<br />
wat als ´organisatorisch´ of ´wetenschappelijk´<br />
pacifisme zou omschreven<br />
worden. Alle staten zijn heden ten dage<br />
van elkaar afhankelijk en op elkaar<br />
aangewezen. Een geïsoleerde staat is<br />
niet meer denkbaar. Toch handelen<br />
staten of zij alleen staan. Dit zelfstandig<br />
handelen leidt tot conflicten met de<br />
belangen van andere staten. Oorlog kan<br />
dan als een bevrijding werken. Oorlog<br />
is niet een conditie op zichzelf maar<br />
een symptoom van een conditie.<br />
Oorlog is het gevolg van de internationale<br />
anarchie. Dus moet er een<br />
supernationale organisatie komen die<br />
als scheidsrechter kan optreden. Fried<br />
pleitte voor een fundamenteel pacifisme<br />
dat de internationale anarchie<br />
aan banden legt door wettelijke regelgeving<br />
en spirituele bezieling. Hij<br />
trachtte dit als volgt aan barones Von<br />
Suttner uit te leggen: “Het fundamenteel<br />
pacifisme geeft het ‘Noorden’<br />
aan terwijl uw stijl van ageren eerder<br />
het ‘Zuiden’ vertegenwoordigt, Hart en<br />
intellect horen samen en kunnen niet<br />
afzonderlijk bestaan.” Anderzijds uitte<br />
Bertha von Suttner in haar dagboek<br />
harde kritiek: … Fried Pacifismus<br />
gelesen. Der mangel an Ethik gefällt<br />
mir nicht…. Tegelijk erkende zij dat het<br />
zogenaamde revolutionaire pacifisme<br />
ook positieve kanten had. Volgens<br />
Fried was het verkeerd de nadruk te<br />
leggen op ontwapening, omdat oorlog<br />
en bewapening enkel symptomen zijn<br />
van de bestaande internationale anarchie.<br />
Met invloedrijke internationale<br />
instellingen zou de kans op succes<br />
kunnen toenemen. In de pan-Amerikaanse<br />
beweging zag hij een model<br />
waarbij de nationale identiteit kon<br />
behouden worden binnen een internationale<br />
organisatie. Fried noemde deze<br />
vorm van pacifisme ‘wetenschappelijk’<br />
en ‘revolutionair’. Karl Marx als voorbeeld<br />
nemend, betoogde hij dat de wetten<br />
van de vooruitgang onvermijdelijk<br />
tot een nieuwe internationale orde<br />
zouden leiden. De vredesbewegingen<br />
zouden de bevolking moeten bewustmaken<br />
van de geschiedenis en hen<br />
helpen weerstanden uit de weg te<br />
ruimen om die vooruitgang mogelijk te<br />
maken. Ondanks veel kritiek (het<br />
diffuse van het internationale en zijn<br />
lineair vooruitgangsdenken) schiep<br />
Fried het eerste theoretische basisconcept<br />
van een vredesbeweging. Dit idee<br />
werd later uitgewerkt, eerst in de vorm<br />
van de Volkenbond en later, na de<br />
Tweede Wereldoorlog, als de Verenigde<br />
Naties. De publicaties waarin hij zijn<br />
ideeën uiteenzette waren omvangrijk<br />
maar de belangrijkste blijven het<br />
tweedelige Handbuch der Friedensbewegung<br />
(1911– 1913, (Handbook of<br />
the Peace Movement) en het vierdelige<br />
Mein Kriegtagebuch (1918–20, (My<br />
War Diary).<br />
Bij de methoden om de doelstellingen<br />
te bereiken werd nadruk gelegd op de<br />
informatie van de algemene bevolking<br />
en de bewuste beïnvloeding van de<br />
beleidsmakers. De financiële middelen<br />
bleven echter beperkt. Fried omschreef<br />
dit later als een vicieuze cirkel: door<br />
geldgebrek was er te weinig aandacht,<br />
te weinig aandacht leidde tot geldgebrek.<br />
Toch steeg het ledenaantal van<br />
200 in 1898 tot 10.000 in 1914, vooral<br />
na de conferentie in Den Haag. Maar<br />
de vredesbeweging bleef in Duitsland<br />
weinig impact hebben in vergelijking<br />
met Frankrijk, Engeland of de VS.<br />
Vooral de hogere standen zagen in het<br />
pacifisme een antinationale, antipatriottische<br />
en staatsgevaarlijke stroming.<br />
“Het is een onnatuurlijke richting,<br />
(…) een overgevoelige en warrige<br />
woordenbrij die het Germaanse heldendom<br />
en de mannelijke daadkracht aan<br />
de Duitse mannen wil onttrekken, (…)<br />
ze tot hazenharten en mosselachtige<br />
zwakkelingen wil herleiden.” De<br />
Pruisische generaal Von Moltke formuleerde<br />
het als volgt: “Vrede is een<br />
droom en zelfs niet een mooie….<br />
Oorlog is de leidraad van de goddelijke<br />
wereldorde.” Hoe dan ook, door zijn<br />
vele publicaties werd Fried, ondanks<br />
zijn conflicten met het Deutsche<br />
Friedensgesellschaft, toch de leidende<br />
theoreticus in het Duitse taalgebied.<br />
Nobelprijs voor de Vrede in 1911<br />
Bertha von Suttner – die de Nobelprijs<br />
enkele jaren voordien had gekregen –<br />
informeerde Fried regelmatig over de<br />
jaarlijkse selectie van de kandidaten.<br />
Zij was ook de eerste die hem op de<br />
hoogte bracht van zijn prijstoekenning<br />
Vervolg op pagina 20<br />
19
Vervolg van pagina 19<br />
door het comité. Hij deelde de prijs<br />
met Tobias Michael Carel Asser (1838-<br />
1913) een joods-Nederlandse jurist.<br />
Fried kreeg de prijs vooral voor het<br />
oprichten van het tijdschrift Die Waffen<br />
Nieder! en zijn vele bijdragen hierin.<br />
Asser kreeg de prijs vanwege zijn rol<br />
bij het tot stand komen van het<br />
Permanent Hof van Arbitrage op de<br />
eerste Haagse Vredesconferentie. In het<br />
jaar waarin hij de Nobelprijs kreeg,<br />
ontving Fried tevens een gift van het<br />
instituut Carnegie Endowment for<br />
International Peace. In 1913 volgde<br />
een doctoraat honoris causa aan de<br />
Leidse Universiteit in Nederland. De<br />
ergste geldzorgen leken nu voorbij. Iets<br />
wat Bertha von Suttner echter minder<br />
vreugde bezorgde was Frieds plan om<br />
in Wenen een Wereldvredescongres te<br />
organiseren. Zij vond Wenen ongeschikt<br />
wegens de vijandige houding<br />
van het Hof, de adel en de Kerk.<br />
Eerste Wereldoorlog - Dagboek<br />
Hoewel de vredesactivisten de mogelijkheid<br />
van een Europese oorlog nooit<br />
helemaal hadden uitgesloten, achtten<br />
zij de kans hierop van jaar tot jaar<br />
geringer. Dit optimisme berustte<br />
duidelijk op een tekort aan informatie.<br />
De eerste wereldoorlog kwam dan ook<br />
zoals Fried het formuleerde: als een<br />
Golgotha des Pacifismus. Toch hoopten<br />
ook zij bij het begin van de oorlog nog<br />
op een vlugge vrede. Alfred Hermann<br />
Fried was door de gebeurtenissen in<br />
augustus 1914 melancholiek en gedeprimeerd<br />
maar hij beschouwde dit niet<br />
als een bewijs voor het mislukken van<br />
het pacifisme. Integendeel, hij zag zijn<br />
pacifistisch concept bevestigd. De<br />
Wereldoorlog is het gevolg van het niet<br />
bestaan van een wereldorganisatie<br />
boven de individuele naties. Vrede in<br />
de wereld is alleen mogelijk indien dit<br />
verwezenlijkt wordt. In andere landen<br />
ontstonden na het uitbreken van de<br />
oorlog juist nieuwe vredesbewegingen.<br />
De initiatiefnemers waren teleurgesteld<br />
in de vooroorlogse bewegingen en<br />
wilden dat na de oorlog een nieuwe<br />
weg zou ingeslagen worden. Voorbeelden<br />
waren de Nederlandsche Anti-<br />
Oorlog-Raad (NAOR) die in april 1915<br />
een internationaal congres in Den Haag<br />
organiseerde en de Internationale<br />
Frauenausschusses für einen dauerhaften<br />
Frieden.<br />
In Ooste<strong>nr</strong>ijk en ook in Duitsland werd<br />
de censuur strenger. De uitgave van het<br />
20<br />
tijdschrift en ook andere publicaties<br />
werden zeer moeilijk voor Fried.<br />
Dankbaar nam hij een aanbod aan om<br />
naar Zwitserland uit te wijken. Hier<br />
kon hij de Friedens-Warte verder uitgeven.<br />
Tegelijk begon hij een Kriegs-<br />
Tagesbuch. Hierin benadrukte hij herhaaldelijk<br />
het verschrikkelijke en misdadige<br />
van de oorlog. Hij behandelde<br />
juist veelvuldig de emoties die hij<br />
voorheen bij Bertha von Suttner had<br />
bekritiseerd. In zijn pogingen om pacifistische<br />
leerstellingen te valideren<br />
bestudeerde hij de oorsprong van oorlogen.<br />
“Dat deze oorlog anders zou zijn<br />
dan andere oorlogen moet ontkend<br />
worden. De houding van Duitsland kan<br />
alleen begrepen worden indien men<br />
ervan uitgaat dat het een oorlog onvermijdelijk<br />
achtte en daarom zelf het tijdstip<br />
wenste te kiezen ... De anarchie<br />
tussen de staten is een van de grootste<br />
oorzaken … Men gelooft nog altijd in<br />
het oude sprookje dat de mensen eerst<br />
engelen moeten worden voor zij stoppen<br />
met oorlog voeren. Wij pacifisten<br />
zijn verstandige egoïsten omdat wij ons<br />
van deze verschrikkelijke plaag willen<br />
bevrijden.” Hij protesteerde tegen het<br />
Verdrag van Versailles maar waarschuwde<br />
anderzijds ook de Duitsers<br />
om dit niet te bestrijden met geweld. In<br />
zijn pacifistisch concept nam Fried het<br />
standpunt in dat de Eerste Wereldoorlog<br />
had kunnen vermeden worden.<br />
Hij stelde de vraag of werkelijk alles<br />
was gedaan om de oorlog in juli 1914<br />
te verhinderen. Wanneer slechts één<br />
regering van de vijf deelnemende landen<br />
de oorlog absoluut had willen vermijden,<br />
dan was er geen oorlog gekomen.<br />
Alle rechtvaardigingen – van<br />
waar zij ook komen – tonen enkel aan<br />
dat de deelnemende staten de oorlog<br />
wilden. Is de veronderstelling van de<br />
Rijkskanselier dat de Russische mobilisatie<br />
de schuld is van alles, steekhoudend?<br />
Het is duidelijk dat een conferentie<br />
die mobilisatie had kunnen<br />
verhinderen. Dat de oorlog uiteindelijk<br />
toch losbarstte weet Fried vooral aan<br />
de internationale statenanarchie, de<br />
bewapeningsindustrie en de wil – maar<br />
nog meer het fatalisme – van de politieke<br />
elite. In zijn Kriegs-Tagebuch<br />
behandelde Alfred Hermann Fried<br />
verder meerdere vragen die ook vandaag<br />
nog belangrijk zijn. De rol van de<br />
media in de verklaring en de voorstelling<br />
van geweld en oorlog, vragen<br />
over de volledigheid en waarheid van<br />
informatie versus tendentieuze propa-<br />
ganda en verder vragen over de invloed<br />
van de stereotypie in taal en afbeeldingen.<br />
Hoe wordt de legitimiteit van een<br />
oorlogshandeling verklaard?<br />
Rechtvaardigen gevechtshandelingen<br />
altijd het beoogde doel of bestaat er<br />
een potentiële vermijdbaarheid voor<br />
oorlog en geweld?<br />
Slot<br />
Alfred Hermann Fried was een paradox<br />
gedurende zijn leven (en ook nog lang<br />
daarna). Hij zat als het ware altijd<br />
tussen twee stoelen: jood zonder<br />
religieuze overtuiging, links zonder<br />
partijlidmaatschap, intellectueel zonder<br />
academische opleiding en (minstens tot<br />
1913) zonder titel. Een man die zijn<br />
leven lang erkenning zocht als intellectuele<br />
burger zonder dat hij ooit echt<br />
geaccepteerd werd. Hij bleef altijd een<br />
buitenstaander zelfs in de pacifistische<br />
gemeenschap. Het benadrukken door<br />
Fried van een wetenschappelijke<br />
benadering met verwaarlozing van<br />
ethische componenten kan als een<br />
reactie op de sentimentele utopie van<br />
zijn tijd gezien worden. Toch is het zijn<br />
verdienste geweest antipacifistische<br />
stereotiepen met wetenschappelijke<br />
argumenten te weerleggen. In historisch<br />
perspectief komen vele vormen<br />
van samenwerking tussen staten, zoals<br />
de Europese eenmaking en de<br />
Verenigde Naties, overeen met de concepten<br />
van Fried. Een ander activiteit<br />
van Fried die zijdelings met zijn vredeswerk<br />
verband hield, was zijn prominente<br />
rol in de Esperanto-beweging.<br />
Deze beweging steunde op het idee dat<br />
een universele tweede taal zou helpen<br />
in de appreciatie van alle culturen en<br />
zo tot een betere wereldvrede zou leiden.<br />
Hij publiceerde in 1903 zelfs een<br />
studieboek Lehrbuch der internationalen<br />
Hilfssprache Esperanto voor<br />
het aanleren van deze taal.<br />
Verantwoording<br />
De tekst is voornamelijk gebaseerd op<br />
het werk van Bernard Tuider: Alfred<br />
Hermann Fried, Pazifist im Ersten<br />
Weltkrieg. Illusion und Vision. Het gaat<br />
om een Diplomarbeit voor het bekomen<br />
van de titel van Magister der<br />
Philosophie aan de Universiteit van<br />
Wenen. Het werk is vlot leesbaar en is<br />
in PDF-vorm beschikbaar op het web.<br />
Het is niet zozeer een biografie maar<br />
behandelt vooral het pacifistische<br />
concept en de toenmalige vredesbewegingen.<br />
*
Akke Botzen<br />
PN werd in 1993 opgericht in<br />
Nederland (Hilversum) door<br />
journalisten, politici en geëngageerde<br />
individuen, met<br />
steun van de Nederlandse<br />
Vereniging van Journalisten<br />
NVJ en politiek-cultureel<br />
centrum ‘De Balie’.<br />
Bij de viering van het 15-jarig bestaan<br />
complimenteerde minister<br />
Verhagen van BuZa de organisatie:<br />
“ . . . het belang van persvrijheid.<br />
De Nederlandse regering<br />
zal Press Now hierbij van harte<br />
ondersteunen”.<br />
PN ontstond vanuit bezorgdheid<br />
om de oorlog in Joegoslavië, met<br />
als doel het ondersteunen van<br />
onafhankelijke media in dat land,<br />
als tegenwicht tegen de propaganda<br />
en haatcampagnes van de<br />
staatsmedia. In Servië, Kroatië,<br />
Bosnië en Herzegovina werden<br />
radio,TV, kranten, tijdschriften en<br />
sommige internetmedia ondersteund.<br />
Door de conflicten in<br />
Kosovo en Macedonië en de crisis<br />
in Albanië breidde PN ook in<br />
die regionen zijn activiteiten uit.<br />
Nog groter werd het actieterrein<br />
in 2003 met Wit-Rusland,<br />
Moldavië en Oekraïne en met<br />
een 'terreinverkenning' in de<br />
Kaukasus en Centraal Azië.<br />
Algemener werd de doelstelling<br />
in 2004, waarbij het meer dan<br />
voorheen ging om conflictregionen<br />
en landen in transitie op weg<br />
naar democratie.Vandaag de dag<br />
ondersteunt PN ruim 100 projecten<br />
(Balkan, Oost-Europa,<br />
Kaukasus, Centraal- Azië,Afrika<br />
Uit de tijdschriften<br />
Persvrijheid? Press Now, 16 jaar<br />
Bron: <strong>Nieuwsbrief</strong> Press Now, voorjaar 2009<br />
en het Midden-Oosten).<br />
Missie vanaf het begin is het promoten<br />
van democratie en mense<strong>nr</strong>echten<br />
door het ondersteunen<br />
van onafhankelijke media,<br />
met continue aanpassing aan<br />
plaatselijke en politieke ontwikkelingen<br />
in het gebied. Beperkte<br />
de steun zich in het begin tot<br />
noodgevallen, nu heeft PN zijn<br />
focus verschoven naar investeringen<br />
en strategieën voor de lange<br />
termijn met als resultaat meerjarige<br />
overeenkomsten voor projecten<br />
met partners in de betreffende<br />
regionen.Aan onafhankelijke<br />
journalisten wordt steun<br />
en training geboden.<br />
Het 15-jarig bestaan van PN in<br />
2008 viel samen met de directeurswisseling.<br />
Vertrekkend was<br />
Wilco de Jonge, nu werkzaam bij<br />
mense<strong>nr</strong>echten van AI. De aangetreden<br />
directeur Leon Willems<br />
werkte jarenlang voor de IKONtelevisie<br />
(Midden-Oosten en<br />
Afrika) en was de laatste tijd<br />
actief voor de VN in Soedan.<br />
Willems: 'ik vond het al in de<br />
jaren ’90 inspirerend om te zien<br />
hoe PN een activistische opstelling<br />
combineert met een langetermijnvisie.<br />
Wereldwijd staan de<br />
media – (ontwikkelingsorganisaties)<br />
onder sterke politieke en<br />
economische druk. Samenwerking<br />
is noodzakelijk zoals dit<br />
gebeurt in het Global Forum for<br />
Media Development met ethische<br />
regels voor media in conflictgebieden'.<br />
WIllems is gekozen in de<br />
stuurgroep Internationale ngo’s<br />
van het Forum. Staten hebben<br />
weinig geld over voor vrije<br />
media. Nederland vormt een uitzondering:<br />
onze ambassades in<br />
conflictlanden nemen veel initiatieven.<br />
Ook de vrije journalistiek wordt<br />
toenemend bedreigd: embedded<br />
journalism (Afghanistan) en<br />
belemmering van toegang (Gaza).<br />
Bij exiled (hybride) media<br />
(Zimbabwe, Eritrea) wordt het<br />
nieuws locaal vergaard, doorgestuurd<br />
naar een externe zender<br />
en weer beluisterd in het land<br />
van herkomst. De rol van civiele<br />
media zal in dit soort landen<br />
steeds groter worden<br />
(Ethiopische blogs in de diaspora,<br />
het uitdelen van camera's aan<br />
Palestijnse boeren, waarvoor<br />
B'tselem in Israël de Geuzenpenning<br />
ontving).Voor professionele<br />
media en voor PN gaat het<br />
erom, deze berichtgeving in te<br />
passen met behoud van kwaliteit<br />
en integriteit. Door hard te werken<br />
aan de kwaliteitseisen is PN<br />
nu I.S.O.-gecertifeerd.*<br />
Resultaten<br />
Koerdistan/Noord-Irak<br />
31 maart 2009 presenteerde<br />
Judit Neurink in Felix Meritis in<br />
Amsterdam haar boek ‘De Bange<br />
Stad’, over de lotgevallen van drie<br />
bevriende families in Bagdad met<br />
verschillende etnische achtergronden.<br />
Niet toevallig, want<br />
schrijfster is directeur van het<br />
IMCK, het Independent Media<br />
Centre Kurdistan. Dit Centrum<br />
vierde april 2009 haar eerste<br />
verjaardag. Het onderging in deze<br />
korte tijd een stormachtige groei<br />
en netwerkbekendheid. Behalve<br />
allround scholing aan media verzorgt<br />
het IMCK ook trainingen<br />
voor Koerdische politici: voor<br />
het verbeteren van hun omgang<br />
met de media en het bieden van<br />
meer transparantie. Er zijn voorbereidingen<br />
voor een post-doc<br />
opleiding journalistiek, dit jaar<br />
nog te beginnen. De financiering<br />
gaat lukken. Helaas is de vergunning<br />
als locale ngo nog niet rond.<br />
Armenië<br />
Een Nederlandse delegatie (RTV<br />
Oost) bezocht in 2008 het commerciële<br />
tv station in Sevan, de<br />
armste regio van Armenië. Het<br />
station is opgezet door een<br />
Armeense ondernemer, om geld<br />
te verdienen maar ook vanuit een<br />
ideologie: 'voor het brengen van<br />
vermaak en informatie aan een<br />
bevolking die weinig heeft'. Boven<br />
het vanuit het station al bestaande<br />
trainingsprogramma van studenten<br />
journalistiek werd nu via<br />
gezamenlijke personeelstraining<br />
en het installeren van gesponsorde<br />
apparatuur de basis gelegd<br />
voor een langdurige samenwerking.<br />
De uitzendingen van het<br />
Armeense station zijn lokaal/<br />
regionaal gericht met dagelijks<br />
nieuws en informatieve programma's<br />
en met veel aandacht voor<br />
sociale problematiek. De medewerkers<br />
tonen veel betrokkenheid.<br />
RTV Oost kan helpen door<br />
structureel training te verzorgen<br />
en de apparatuur te verbeteren.<br />
'Maar de Armeense zender zal<br />
het niet redden zonder verdere<br />
materiële ondersteuning van<br />
Press Now', aldus Marcel Oude<br />
Wesselink, programmadirecteur<br />
van RTV Oost. Radio Darfur: opgezet<br />
april 2008 door PN directeur<br />
Willems en sinds december<br />
2008 vanuit Hilversum bezig met<br />
radio-uitzendingen over en voor<br />
Soedan (website Eng. www.radio<br />
dabanga. org.) Willems ontwikkelde<br />
de afgelopen 3 jaar al in Zuid-<br />
Soedan een uitgebreid werk van<br />
FM-zenders voor de VN.<br />
*) normen voor mediagerelateerde<br />
bedrijven.
Jef De Loof<br />
De opvatting dat het leven op<br />
onze planeet een ontwikkeling<br />
heeft gekend, waarbij de verschillende<br />
soorten geleidelijk<br />
geëvolueerd zijn vanuit gemeenschappelijke<br />
voorouders, vinden<br />
we al terug bij bepaalde Griekse<br />
filosofen.Waarschijnlijk zijn in<br />
de daaropvolgende eeuwen nog<br />
andere filosofen en biologen<br />
hiermee bezig geweest, maar<br />
hiervan zijn geen sporen meer<br />
terug te vinden wegens repressie<br />
en onbespreekbaarheid van<br />
het probleem.<br />
Lamarck (1744-1829) was de eerste<br />
om een wetenschappelijke hypothese<br />
te formuleren in verband met biologische<br />
evolutie. Hij veronderstelde<br />
dat onder invloed van het leefmilieu<br />
veranderingen konden ontstaan die<br />
erfelijk waren. Een van zijn voorbeelden<br />
was de giraf die een langere<br />
hals ontwikkelde toen de laagste<br />
bladeren van de bomen moeilijk<br />
bereikbaar werden.<br />
Het was echter Charles Darwin<br />
(1809-1882) die, na uitgebreid onderzoek<br />
en vele contacten met andere<br />
wetenschappers, de basis legde van de<br />
huidige evolutietheorie. Het ontstaan<br />
van de verschillende soorten is volgens<br />
zijn stelling het gevolg van drie<br />
factoren: genetische variaties, voortplanting<br />
en natuurlijke selectie. Zijn<br />
voornaamste publicatie: On the origin<br />
of species by means of natural selection<br />
(1859) werd positief onthaald in<br />
wetenschappelijke kringen. De<br />
stelling van Darwin bracht niet alleen<br />
een plausibele verklaring voor een<br />
aantal vastgestelde feiten, ze volgde<br />
een logische gedachtegang en was<br />
gebaseerd op ernstig wetenschappelijk<br />
onderzoek. In het licht van de<br />
viering van het jaar van Darwin leek<br />
het opportuun zijn evolutieleer te<br />
bekijken, speciaal in verband met<br />
competitie en oorlog. Het darwinisme<br />
steunt enerzijds op de vaststelling dat<br />
erfelijke mutaties veel voorkomen en<br />
anderzijds dat in de competitie tussen<br />
22<br />
Het darwinisme en oorlog<br />
Charles Darwin<br />
de al dan niet gemuteerde afstammelingen<br />
de sterkste of liever de best<br />
aan zijn omgeving aangepaste – the<br />
fittest, zoals hij die noemde – het<br />
uiteindelijk haalt. Dit mechanisme<br />
zorgt voor een permanente vooruitgang<br />
van de kwaliteit en de leefbaarheid.<br />
Sociaaldarwinisme<br />
Het darwinisme paste dan ook in het<br />
denkkader van de activisten, van de<br />
strebers. Wij, mensen, staan aan de<br />
top, en alles wijst er op dat we het<br />
nog veel verder kunnen schoppen.<br />
Sommigen gingen die Survival of the<br />
Fittest interpreteren als een mechanisme<br />
waaraan we actief moeten<br />
meewerken, willen we de ontwikkeling<br />
van de mensheid stimuleren. Ze<br />
vonden hierin een reden om de zorg<br />
voor de zwakken als contraproductief<br />
te zien. Als 'sociaaldarwinisten' –<br />
een wat misleidende benaming –<br />
waren ze ervan overtuigd dat de aandacht<br />
van de overheid in de eerste<br />
plaats moet gaan naar de sterken. Dit<br />
vinden we ook enigszins terug in het<br />
neoliberale denken: zorg in de eerste<br />
plaats voor de sterken. Zij zorgen<br />
voor een welstellende samenleving,<br />
waarvan ook de zwakkeren zullen<br />
genieten.<br />
Sommigen gingen verder en vonden<br />
dat de samenleving de zwakkeren aan<br />
zichzelf moest overlaten, zoals de<br />
natuur het geregeld had. Extreme aanhangers<br />
waren er van overtuigd dat<br />
we de natuur een hand moesten toesteken<br />
door het nemen van eugenetische<br />
maatregelen, zoals steriliseren<br />
of een zachte dood laten sterven van<br />
gehandicapten, dementen, onaangepasten<br />
en…al wie behoorde tot een<br />
minderwaardige cultuur. Uitwassen<br />
gingen zeer ver. Ze maakten een<br />
onderscheid tussen culturen en<br />
rassen. Superieure rassen, zoals het<br />
arische ras, hadden binnen het evolutionaire<br />
denkkader het recht de minderwaardige<br />
uit te schakelen, in de<br />
lijn van de natuurlijke ontwikkeling.<br />
Een evolutie gebaseerd op een survival<br />
of the fittest leek op het eerste<br />
gezicht een samenleving te veronderstellen<br />
waarin competitie, het vechten<br />
om te overleven, een belangrijke<br />
plaats innam. Vijandschap, oorlog,<br />
massavernietiging, 'oog om oog, tand<br />
om tand', racisme, egocentrisch gedrag,<br />
het lijken allemaal noodzakelijke<br />
elementen van groei en vooruitgang.<br />
Groepsselectie<br />
Darwin zelf had problemen met deze<br />
negatieve interpretaties van de<br />
natuurlijke selectie. Hij vond zorg<br />
voor de zwakkeren een absolute<br />
noodzaak en een positief element in<br />
de evolutie van het mensdom. Op een<br />
bepaald moment gebruikte hij de<br />
term 'groepsselectie' om te wijzen op<br />
het belang van de groep, op de nood<br />
aan sociaal gedrag, voor de groei van<br />
het welzijn van de gemeenschap.<br />
Sociaal gedrag heeft in de loop van<br />
de geschiedenis nergens de ontwikkeling<br />
tegengehouden. Integendeel.<br />
Van in het begin van de menselijke<br />
geschiedenis zien we zorg voor de<br />
zwakke, voor de mindere. Overal ter<br />
wereld, in alle beschavingen, zie je<br />
mensen tegen de darwinistische competitie<br />
in hun voordelige positie prijsgeven,<br />
de zwakkere bijstaan en voorrang<br />
geven. Aanvankelijk waren het<br />
uitzonderingen die onafhankelijk van<br />
mekaar zich inzetten voor de medemens,<br />
voor een nieuwe, menselijker<br />
wereld. Stilaan gaan ze samenwerken,<br />
vandaag vormen ze ngo's, een teken<br />
dat de tendens doorgroeit en veralge-
meent. Meer nog, bevolkingsgroepen<br />
die macht uitoefenen staan geleidelijk<br />
een deel van die macht af ten<br />
voordele van zwakkeren, verplicht of<br />
gewoon om de wereld leefbaar te<br />
houden. Afschaffing van de slavernij,<br />
ontwikkeling van een sociale wetgeving,<br />
algemeen stemrecht, emancipatie<br />
van de vrouw, ontstaan van een<br />
belastingsysteem als aanzet tot herverdeling<br />
van de welvaart, het zijn<br />
allemaal situaties waarin een deel van<br />
de macht van de sterkere groep overgedragen<br />
wordt naar de zwakkeren.<br />
En je kunt nu zeggen dat het nog veel<br />
te weinig is, het is in elk geval een<br />
nieuw, groeiend verschijnsel, dat<br />
recht ingaat tegen de principes van<br />
het sociaaldarwinisme.<br />
Doortrekken van de<br />
evolutielijnen<br />
De menselijke beschaving kent in de<br />
jongste tijd op alle terreinen een ongelooflijk<br />
snelle, almaar snellere<br />
ontwikkeling. Zeker als je die vergelijkt<br />
met de uiterst trage evolutie<br />
van de eerste homo sapiensgeneraties,<br />
die ongeveer 160.000 jaar geleden<br />
hebben geleefd. In die ontwikkeling<br />
kan je bepaalde richtingen herkennen<br />
die bij extrapolatie een aantal perspectieven<br />
geven, maar wat het uiteindelijk<br />
wordt is een groot vraagteken.<br />
Blijft het een beheersbare, in<br />
toom te houden groei of wordt het<br />
een reis bergaf, op een trein zonder<br />
remmen, die uiteindelijk eindigt op<br />
een totale crash? Niemand kan het<br />
voorspellen. We weten enkel dat de<br />
mens zelf in toenemende mate verantwoordelijk<br />
wordt, niet alleen voor<br />
zijn eigen toekomst, maar voor de<br />
toekomst van onze planeet<br />
Een algemene bezinning is noodzakelijk,<br />
uitgaande van een aantal onbetwistbare<br />
vaststellingen.<br />
- Onze kennis neemt toe op een exponentiële<br />
wijze. Waar deze bij de primitieve<br />
mens beperkt was tot zijn onmiddellijke<br />
omgeving en ervaring,<br />
ging ze almaar verder zoeken, diepgaander<br />
graven en ruimer interpreteren.<br />
De groeiende hoeveelheid basisgegevens<br />
waarover we beschikken<br />
kunnen we op een gestructureerde<br />
wijze opslaan, wat het mogelijk<br />
maakt verbanden te onderzoeken.<br />
Meer en meer slagen we erin een<br />
wereld te scheppen die voor ons<br />
werkt.<br />
- We worden steeds onafhankelijker,<br />
lichamelijk en geestelijk, minder en<br />
minder gebonden aan de zorg voor<br />
onze basale levensbehoeften. Deze<br />
evolutie gaat verder. Van groeiende<br />
onafhankelijkheid van de omgevingsfactoren,<br />
naar een toenemende impact<br />
op de natuur om uiteindelijk richting<br />
te geven aan de verdere ontwikkeling<br />
van onze planeet en van het leven op<br />
aarde. Door manipulatie van onze<br />
genen zien we een toekomstbeeld<br />
waarin we zelfs in staat zijn onze<br />
eigen menselijke evolutie te richten.<br />
- Meer impact op de toekomst van<br />
onze wereld betekent meer verantwoordelijkheid,<br />
een verantwoordelijkheid<br />
op een totaal ander niveau.<br />
We krijgen een wereld in handen en<br />
beschikken over steeds ingrijpender<br />
middelen, die we met toenemende<br />
voorzichtigheid moeten leren manipuleren.<br />
Deze ontwikkeling heeft zeker vele<br />
positieve gevolgen. We beheersen<br />
tegenwoordig de natuur in die mate<br />
dat we, althans in het rijkere deel van<br />
de wereld, niet meer moeten vechten<br />
voor ons bestaan, maar ons de luxe<br />
kunnen permitteren de zwakkere op<br />
te vangen, zonder als gemeenschap<br />
hiervan echt nadeel te ondervinden.<br />
Vandaag kunnen we, zonder ons pijn<br />
te doen, mensen langer laten leven<br />
met behulp van dure geneesmiddelen<br />
en al even dure zorg. Kunnen we<br />
kinderen, waarvan we weten dat ze<br />
door chronische ziekte nooit productief<br />
zullen zijn maar de maatschappij<br />
veel zullen kosten, een lang leven bezorgen.<br />
Maatregelen die totaal indruisen<br />
tegen het sociaaldarwinisme.<br />
Anderzijds moeten we onze prioriteiten<br />
grondig herbekijken. In de eerste<br />
plaats worden we geconfronteerd met<br />
zware problemen die het<br />
voortbestaan van de mensheid<br />
bedreigen zoals de opwarming<br />
van de aarde en de uitputting<br />
van onze grondstoffen. Een<br />
ander prioritair probleem,<br />
waarop te weinig nadruk wordt<br />
gelegd, is de toenemende vernietigingskracht<br />
van de wapens.<br />
Kernwapens, chemische, biologische<br />
wapens bedreigen het<br />
voortbestaan van de mens op<br />
aarde. Veel te vlug zijn we het<br />
vergeten of werd het nieuws<br />
weggemoffeld, dat we op een<br />
bepaald ogenblik tijdens de<br />
Koude Oorlog (26 september<br />
1983) zeer dicht stonden bij een<br />
ongewilde massale atoomoorlog<br />
na een foutief gesignaleerd<br />
vertrek van vijf Amerikaanse<br />
raketten. Enkel de koelbloedigheid<br />
en ongehoorzaamheid van<br />
de sovjetverantwoordelijke die<br />
het automatisch vertrek van<br />
Russische raketten uitschakelde,<br />
heeft ons voor de<br />
explosie van honderden kernwapens<br />
gespaard.<br />
Ontwikkelen van steeds gevaarlijker<br />
wapens is het logisch gevolg van<br />
enerzijds de toename van onze technische<br />
mogelijkheden en anderzijds<br />
het nog altijd aanvaarden van oorlogen<br />
als laatste oplossing van een<br />
conflict. Terugdringen van de oorlog<br />
door meer dialoog en samenwerking,<br />
is onze prioriteit. Het kan als we er<br />
aan willen werken. Inzet voor vrede is<br />
geen vechten meer tegen de bierkaai.<br />
In het licht van de evolutie wordt het<br />
een zinnige, realiseerbare, meer dan<br />
ooit noodzakelijke actie. *<br />
23
Symposium bij het 40-jarig <strong>NVMP</strong>-jubileum<br />
Hugo D’aes, Hans van Iterson<br />
Op zaterdag 10 oktober organiseerde<br />
de <strong>NVMP</strong> ter gelegenheid<br />
van haar 40-jarig bestaan<br />
het toepasselijke symposium<br />
‘Arts en Oorlog’ in het UMC te<br />
Utrecht. Het was niet alleen een<br />
terugblik maar ook een poging<br />
tot verbreding van haar blik.<br />
Welke dilemma’s komt de arts<br />
tegen bij oorlog?<br />
Introductie<br />
Historicus Leo van Bergen bereidt<br />
ons voor op de hoofdthema’s van de<br />
dag met een bondige maar prikkelende<br />
introductie: ‘De drie rollen van<br />
de gezondheidswerker ten opzichte<br />
van oorlog’ te weten: het streven naar<br />
een kernwapenvrije wereld, noodhulp<br />
en oorlog en schending van medische<br />
mense<strong>nr</strong>echten in oorlogstijd. Als we<br />
het over oorlog hebben is de gezondheidswerker<br />
nooit ver weg. Bij<br />
beelden van een oorlog horen beelden<br />
van ambulances, artsen en verpleegkundigen.<br />
Maar hun rol is veelal<br />
curatief, niet preventief: het genezen<br />
van door oorlog geslagen wonden.<br />
Op dit symposium schenken we aandacht<br />
aan drie minder belichte rollen<br />
van de gezondheidswerker tijdens een<br />
oorlog.<br />
Vooreerst de actievoerder: artsen kunnen<br />
en moeten voorlichting geven<br />
over de gevaren van oorlog en<br />
wapens. Zeker sinds de atoomaanvallen<br />
op Hiroshima en Nagasaki is<br />
het een must dat artsen duidelijk<br />
maken dat efficiënte hulpverlening in<br />
oorlogstijd onmogelijk is. Maar ook<br />
landmijnen en clusterbommen geven<br />
door hun niet-discriminatoire werking<br />
genoeg redenen tot bezorgdheid.<br />
Vervolgens focussen we op de helper<br />
in nood, vooral toegespitst op de<br />
ethische dilemma’s: wat doe je als<br />
anderen beslissen over wie de hulp<br />
krijgt, welke mensen medische zorg<br />
of voedselhulp ontvangen en welke<br />
niet? En wat met het onthutsende<br />
24<br />
Arts en Oorlog<br />
gegeven dat je als hulpverlener een<br />
conflict langer laat duren of in stand<br />
houdt? Tenslotte zullen we het hebben<br />
over de arts als dader of medeplichtige:<br />
hem als monster afschilderen is<br />
misschien net iets te gemakkelijk.<br />
Enige zelfreflectie over onze eigen<br />
attitudes kan tot het besef leiden dat<br />
oorlog eerder een verzachtende dan<br />
een verzwarende omstandigheid is.<br />
Deel I: Nucleaire wapens<br />
<strong>NVMP</strong>-voorzitter Herman Spanjaard<br />
opent met een boeiende powerpointpresentatie<br />
het onderwerp 'nucleaire<br />
wapens'. De mijlpalen in de geschiedenis<br />
van de <strong>NVMP</strong> passeren de<br />
revue: de IPPNW-Nobelprijs voor de<br />
Vrede in 1985, het World Court<br />
Project, The Hague Appeal for Peace in<br />
Den Haag in 1999, Mayors for Peace.<br />
De waanzin van de oorlog wordt door<br />
Herman uitgelicht. Hij geeft aan dat<br />
een kogel van 1 cent, die in een Afrikaans<br />
land iemand verwondt, een materiële<br />
schade kan aa<strong>nr</strong>ichten van<br />
$ 6000,00. Voor datzelfde geld kun je<br />
bijvoorbeeld 250 kinderen volledig<br />
vaccineren, 100 kinderen één jaar<br />
basiseducatie geven of een gezin van<br />
vijf mensen tien jaar voeden. Er staan<br />
nog steeds 4.000 kernwapens op hair<br />
trigger alert. Op iedere grote Nederlandse<br />
stad staat nog altijd een ker<strong>nr</strong>aket<br />
met de juiste coördinaten gericht,<br />
ook hier op Utrecht. Dat is een meer<br />
dan verontrustende gedachte.<br />
Vervolgens kreeg de burgemeester<br />
van Wassenaar Jan Hoekema het<br />
woord. Hoekema is een van de 53<br />
‘Burgemeesters voor Vrede’ die<br />
Nederland inmiddels telt. Hoekema<br />
stelt vast dat antikernwapenmensen<br />
vaak als ‘links’ te boek staan. Bij de<br />
Burgemeesters voor Vrede ligt dat<br />
anders. Ze zijn lang niet allemaal<br />
PvdA maar ook CDA en VVD. Alle<br />
kleuren zijn vertegenwoordigd, dat<br />
wil zeggen: burgemeesters zijn bezig<br />
met kernwapens. Een middel om aandacht<br />
te krijgen is het maken van een<br />
link met de millenniumdoelen (er zijn<br />
immers ook al 140 ‘millenniumgemeenten’).<br />
Het is de taak van de<br />
burgemeester deze doelen aaibaar te<br />
maken. Een wereld waar het kernwapen<br />
bestaat als verweer omdat je je<br />
bedreigd voelt door een ander, van<br />
dat soort denken, van die structuren<br />
moeten we proberen af te komen. Het<br />
afbouwen van kernwapens is niet onmogelijk<br />
als er politieke wil is bij de<br />
landen die er toe doen: de Verenigde<br />
Staten, China en Rusland. Als die drie<br />
landen het met elkaar eens worden is<br />
het visioen van een kernwapenvrije<br />
wereld niet meer ondenkbaar. Maar<br />
dat zal wel een soort veiligheidsordening<br />
vergen en technische afspraken<br />
over het op een fatsoenlijke<br />
manier opruimen van kernwapenvoorraden.<br />
Hoekema moedigt de aanwezigen<br />
aan: laat uw stem horen aan<br />
burgemeesters en gemeenteraadsleden<br />
op weg naar die kernwapenvrije<br />
wereld. Zij zitten er toch allemaal<br />
namens de bevolking, zijn allemaal<br />
gekozen of benoemd. Die gevoelens<br />
moeten ook vertolkt worden richting<br />
Den Haag met hulp van de Vereniging<br />
van Nederlandse Gemeenten.<br />
Denk niet, dat kernwapen gaat<br />
vanzelf weg, dat is iets te makkelijk.<br />
Laten we daar onze agenda op richten<br />
gedurende de eerste drie, vier jaar dat<br />
Obama president is. Daar zitten<br />
kansen, maak daar gebruik van!<br />
Oud-<strong>NVMP</strong>-voorzitter Auke van der<br />
Heide gaat vervolgens meer in op de<br />
details van de medische verantwoordelijkheid<br />
daar waar het preventie<br />
van kernwapens betreft. In 1986<br />
stelde de KNMG in een verklaring<br />
dat na een nucleaire aanval artsen<br />
‘niet kunnen voldoen aan de basisvoorwaarden<br />
voor een georganiseerde<br />
gezondheidszorg’. De World Medical<br />
Association zei in een verklaring over<br />
kernwapens: Het is de plicht van<br />
iedere medicus de afschaffing van<br />
kernwapens te bevorderen. Wat is er<br />
nog meer nodig om aan te tonen dat<br />
artsen een verantwoordelijkheid<br />
hebben wanneer het gaat om middelen<br />
die de potentie in zich hebben<br />
hele populaties uit te roeien? Auke<br />
maakt een vergelijking met roken:
Jan Hoekema<br />
tegenwoordig is roken not done. Zo<br />
moeten we ook af van de nucleaire<br />
wapens. Je weet dat het slecht is voor<br />
je eigen mensen om de wapens te<br />
produceren. Je weet dat het gevaarlijk<br />
is om deze wapens te bezitten en toch<br />
is de aantrekkingskracht kennelijk zo<br />
groot dat er steeds meer staten zijn<br />
die deze wapens in bezit hebben.<br />
Vervolgens wordt een stuk uit de film<br />
Wargame (1965) getoond die de<br />
gruwelen en medische chaos en wanhoop<br />
laat zien na een atoomaanval op<br />
Groot-Brittannië. De film werd destijds<br />
gecensureerd en mocht niet op<br />
het publieke net worden uitgezonden.<br />
Discussie<br />
Daarna is het tijd voor vragen. Een<br />
medisch student confronteert ons<br />
direct met een volgend dilemma:<br />
volledige kernontwapening zelf is<br />
eerder gevaarlijk dan ongevaarlijk. De<br />
kennis is er immers toch, je kunt<br />
waarschijnlijk nooit zonder.<br />
Leo van Bergen beaamt dat: aan<br />
alleen ontwapenen heb je niks dat<br />
moet gepaard gaan met geopolitieke<br />
ontspanning, dat moet gepaard gaan<br />
met het ontwapenen van andere<br />
wapensystemen en met andere<br />
manieren van conflictoplossing.<br />
Herman Spanjaard vult aan: de kans<br />
Auke van der Heide<br />
dat de laatste kernwapens deze aarde<br />
verlaten is heel klein maar de overkill<br />
die er nu is slaat helemaal nergens<br />
op; die kost heel veel geld. Dat geld<br />
kun je inzetten voor onderwijs, voor<br />
medische wetenschap en voor nog<br />
een hoop andere programma's. Er<br />
wordt vooral veel geld uitgegeven dat<br />
op een andere manier besteed kan<br />
worden. Verder is het opruimen van<br />
de kernwapens uit Nederland een heel<br />
concreet doel. Ook zou het fijn zijn<br />
als de Russen en Amerikanen alleen<br />
nog hun kernwapens op elkanders<br />
steden zouden richten en niet meer op<br />
de Europese. Dat zijn heel concrete<br />
doelen om na te streven.<br />
Herman Spanjaard<br />
Linda Polman<br />
Deel II: Noodhulp en oorlog<br />
Eerst kwam Linda Polman aan het<br />
woord over ‘Medische noodhulp en<br />
geweld’. Polman is freelance journaliste,<br />
die als oorlogscorrespondente<br />
aanvankelijk rapporteerde over<br />
diverse vredesmissies van de VN. In<br />
1993 was ze in Somalië, waar ze het<br />
grote verschil constateerde tussen de<br />
succesverhalen die in de krant verschenen<br />
en de realiteit op het veld. Ze<br />
was er ook bij in Rwanda in 1994,<br />
waar de VN-soldaten opnieuw<br />
machteloos moesten toekijken tijdens<br />
de genocide. Vervolgens kwam ze in<br />
Siërra Leone terecht, waar het verdrag<br />
van Lomé in 1999 de humanitaire<br />
hulpkaravaan op gang bracht. Ze<br />
stelde met verbazing vast waar de<br />
massale financiële en materiële hulp<br />
naar toe ging: het bleek namelijk dat<br />
de vroegere machthebbers het gemakkelijkst<br />
toegang kregen tot die<br />
hulp en konden beslissen waar die<br />
naartoe ging. En de armen bleven<br />
even arm als voorheen. Vanuit deze<br />
ontnuchterende waarnemingen begon<br />
ze te schrijven aan haar boek ‘De<br />
crisiskaravaan’, dat ook in deze<br />
<strong>Nieuwsbrief</strong> al aandacht kreeg<br />
(winternummer 2008). Om meer<br />
materiaal te verzamelen ging Linda<br />
Polman andere humanitaire hulpacties<br />
bestuderen, van eenmans-ngo’s tot<br />
mastodonten als UNICEF en Artsen<br />
zonder Grenzen. Ze kwam tot harde<br />
en voor veel hulpverleners moeilijk te<br />
verteren vaststellingen. De hulpverlening<br />
in acute oorlogssituaties is een<br />
echte industrie, zowel voor de gevers<br />
als voor de ontvangers. In het kamp<br />
van deze laatsten is het de kwestie te<br />
zorgen dat je zelf zo veel mogelijk<br />
krijgt en de tegenstander zo weinig<br />
mogelijk.<br />
Voor een deel heeft deze kwalijke<br />
evolutie te maken met het einde van<br />
de Koude Oorlog: doordat de supermachten<br />
zich terugtrekken uit de oorlogsfronten<br />
wordt de noodhulp overgelaten<br />
aan allerhande organisaties.<br />
Deze worden gesubsidieerd door de<br />
overheid en/of privésponsors en daar<br />
is héél veel geld mee gemoeid. Het<br />
meest bloedstollende aspect van het<br />
hele verhaal is de manipulatie van de<br />
media die een essentiële rol spelen:<br />
hoe meer geweld en gruwel, hoe meer<br />
media-aandacht, hoe meer hulp. Als<br />
je geen verhongerende of verminkte<br />
baby’s kunt laten zien krijg je geen<br />
geld. Zonder aandacht van CNN geen<br />
hulp. Linda Polman hoorde persoonlijk<br />
getuigenissen van rebellen in<br />
Siera Leone, die doelbewust slachtingen<br />
en vernielingen aa<strong>nr</strong>ichten: door<br />
steeds meer geweld te gebruiken<br />
komt er uiteindelijk toch hulpverlening<br />
op gang en kunnen ze profiteren<br />
van de hulpverleningsindustrie.<br />
Het motto tutti fratelli van He<strong>nr</strong>i<br />
Dunant (alle mensen zijn broeders en<br />
iedereen heeft recht op dezelfde hulp)<br />
Vervolg op pagina 26<br />
25
Vervolg van pagina 25<br />
is dan wel ontstaan uit een nobel<br />
meevoelen met de lijdende mens,<br />
maar blijkt er in de praktijk soms<br />
voor te zorgen dat er slachtoffers worden<br />
gecreëerd en dat een conflict<br />
wordt verlengd.<br />
Toen was het de beurt aan Godelieve<br />
van Heteren om te reageren. Zelf arts<br />
met ervaring in de medische noodhulp,<br />
begon ze met te zeggen dat het<br />
verhaal van Linda Polman spijtig genoeg<br />
klopt. Maar de vraag stelt zich<br />
welk debat je hiermee nu wilt voeren.<br />
Het mag geen zwart-wit discussie<br />
worden (“Er zijn alleen maar mislukkingen,<br />
of alleen maar goede<br />
resultaten”; of: “Ontwikkelen kan<br />
alleen maar zonder, of mét, hulp”),<br />
waarna gekozen moet worden tussen<br />
gewoon verder doen en alle hulp<br />
stopzetten. Het debat moet genuanceerd<br />
gevoerd worden.<br />
Godelieve van Heteren<br />
26<br />
Herkenbare dilemma’s zijn voor Van<br />
Heteren:<br />
• Noodhulp is ‘kluitjesvoetbal’.<br />
• We are feeding the bad guys.<br />
• Blijven versus weggaan.<br />
• Belangenconflicten (kiezen voor de<br />
noodlijdende bevolking of compromissen<br />
sluiten met de machthebbers).<br />
• Incidentele in plaats van structurele<br />
aanpak (enkel wat in de schijnwerpers<br />
staat krijgt hulp).<br />
Punten van kritiek zijn:<br />
• De visie van Polman is dichotoom:<br />
óf goed óf slecht is te simpel gesteld.<br />
• Polman biedt te weinig alternatieven,<br />
want hoe ga je om met die<br />
dilemma’s? Zomaar stoppen met<br />
alles?<br />
• Teveel invloed wordt toegedicht aan<br />
ngo’s.<br />
• Noodhulp en structurele ontwikkeling<br />
moet je meer in elkaars verlengde<br />
zien; in de noodhulpfase meer<br />
aansluiting zoeken bij lokale initiatieven.<br />
• Ngo’s zijn zich al goed bewust van<br />
de problematiek en proberen er iets<br />
aan te doen.<br />
• Global health perspective: de verbetering<br />
van de gezondheidstoestand<br />
moet wereldwijd bekeken worden, en<br />
dit moet nu net buiten de rampen<br />
gebeuren.<br />
We kregen even tijd om de standpunten<br />
te laten bezinken tijdens het film-<br />
V.l.n.r.: Herman Spanjaard, Leo van Bergen, Auke vd Heide en Peter Buijs (dagvoorzitter)<br />
fragment uit Fernando Meirelles’ The<br />
constant gardener. Verschillende van<br />
de aangehaalde problemen kwamen in<br />
tien minuten aan bod, zoals het droppen<br />
van voedselhulp, de dubieuze<br />
praktijken van de farma-industrie, het<br />
dilemma van de hulpverlener die een<br />
kind moet achterlaten en zelf zijn<br />
hachje redt.<br />
Discussie<br />
De discussie die volgde bracht nog<br />
enige verduidelijking in de standpunten.<br />
Een oud-medewerkster van<br />
Artsen zonder Grenzen stelde dat<br />
AZG niet thuishoort in dit verhaal en<br />
nooit de media heeft ‘gebruikt’ om<br />
hulp te vragen. Waarop Polman<br />
antwoordde dat AZG willens nillens<br />
deel uitmaakt van het ‘circus’, de<br />
crisiskaravaan: de actoren zien het<br />
niet anders, ze worden even goed<br />
gemanipuleerd. Volgens Van Heteren<br />
zien de hulpverleners echter wel<br />
degelijk dat ze in gemanipuleerde<br />
situaties terechtkomen en maken<br />
keuzes.<br />
Linda Polman haalde ook nog het<br />
voorbeeld Darfur aan. Niet minder<br />
dan 130 hulporganisaties van alle slag<br />
zijn hier aan het werk, het is de grootste<br />
hulpverleningsactie ter wereld:<br />
meer dan €800 miljoen per jaar! De<br />
besteding van geld en mankracht zou<br />
veel efficiënter kunnen als deze<br />
organisaties zouden samenwerken en<br />
één front vormen tegen de lokale
Lisette Luykx en Edwin Bakker<br />
machthebbers. Een organisatie als<br />
Artsen zonder Grenzen, die noodgedwongen<br />
keuzes moet maken, zou<br />
ook projecten kunnen selecteren waar<br />
de hulp minder gemanipuleerd wordt<br />
dan in bijvoorbeeld Soedan. De donaties<br />
en de hulp zouden veel beter<br />
besteed zijn. Godelieve van Heteren<br />
vindt echter dat, alles bijeen, de<br />
balans van de hulpverlening zeker<br />
niet negatief is, er gebeurt ook veel<br />
goeds met het gedoneerde geld.<br />
Literatuur die ter sprake kwam:<br />
Linda Polman: De crisiskaravaan, uitg. Balans<br />
Tobias Reijngoud: Ontwikkelingshulp in 2 uur<br />
en 53 minuten, uitg. Kosmos<br />
James Orbinski: An Imperfect Offering, uitg.<br />
Random House<br />
Deel III: Schending medische<br />
mense<strong>nr</strong>echten in oorlogstijd,<br />
ook door artsen zelf<br />
De eerste spreker is Lisette Luykx,<br />
tegenwoordig huisarts en docent aan<br />
de VU maar voorheen voorzitter van<br />
Artsen zonder Grenzen. Zij vertelt<br />
van haar ervaringen als arts in het<br />
vluchtelingenkamp Goma waar ze<br />
vluchtelingen uit Rwanda verzorgde.<br />
Daar werkte ze samen met Hutuartsen<br />
die uit het conflictgebied kwamen<br />
en die zich onmiskenbaar hadden<br />
schuldig gemaakt aan schendingen<br />
van mense<strong>nr</strong>echten en misschien<br />
wel aan genocide. Dat leverde toch<br />
een enigszins gespannen werksituatie<br />
op waarbij niet ontkend kon worden<br />
dat deze artsen zich als gewone collega’s<br />
gedroegen, kennelijk zonder<br />
geestelijke ballast.<br />
Daarna maakt zij een overstap naar de<br />
Tweede Wereldoorlog en nazi-Duitsland;<br />
welke voorbeelden zijn daar te<br />
vinden? Het naziregime dringt diep<br />
door in het medische domein doordat<br />
er een euthanasieprogramma ontstaat:<br />
mensen die zwakzinnig zijn of een<br />
handicap hebben horen niet bij ons<br />
Arische ras thuis en die kunnen we<br />
maar beter doden. Er zijn ook veel<br />
experimenten met medicijnen gedaan.<br />
Er zijn allerlei gruwelijke operaties<br />
uitgevoerd. Dr. Mengele is daarbij de<br />
bekendste naam die een fascinatie<br />
had voor tweelingenexperimenten.<br />
Toch was hij zeker niet de enige arts<br />
die zich aan dit soort praktijken<br />
schuldig maakte. Uiteindelijke zijn in<br />
Neurenberg twintig artsen veroordeeld;<br />
de meesten vonden echter dat<br />
zij helemaal niets gedaan hadden wat<br />
niet kon. Zij verdedigden zich met het<br />
argument Befehl ist Befehl, het was in<br />
het belang van de staat, die levens<br />
waren toch zinloos, zijn wij zoveel<br />
slechter dan de mensen die Dresden<br />
en Hamburg hebben gebombardeerd?<br />
Sindsdien proberen wij door allerlei<br />
verdragen te voorkomen dat dit in de<br />
toekomst nog eens kan plaatsvinden.<br />
Ondanks deze verdragen en afspraken<br />
word je toch altijd weer geconfronteerd<br />
met dilemma’s die niet makkelijk<br />
op te lossen zijn. Een voorbeeld<br />
is de positie van Dutchbat in<br />
Srebrenica. Daar werd in een benarde<br />
situatie met gebrekkige voorraden<br />
besloten een vrouw niet te helpen en<br />
alle voorraad te reserveren voor de<br />
soldaten. Achteraf is beoordeeld dat<br />
dit een medisch juiste beslissing is<br />
geweest. Guantanamo Bay is een<br />
voorbeeld uit de tegenwoordige tijd.<br />
Uiteindelijk moeten we streven naar<br />
artsen die trots zijn op hun artseneed,<br />
die bekend zijn met het juridische<br />
kader, die bewust zijn van de<br />
dualiteiten in de medische praktijk.<br />
Die moeilijke beslissingen kunnen<br />
nemen en die samenwerken en elkaar<br />
solidair bijstaan.<br />
Patient comes first vs security<br />
comes first<br />
Edwin Bakker is de laatste spreker.<br />
Hij is werkzaam bij het instituut<br />
Clingendael waar hij onderzoek verricht<br />
naar terrorisme en proliferatie<br />
van massavernietigingswapens.<br />
Bijzonder is, dat hij een van de gijzelaars<br />
was van Sadam Hoessein bij het<br />
begin van de Golfoorlog.<br />
Edwin Bakker vertelt van deze ervaring<br />
toen hij als student het land bezocht<br />
en vervolgens dat niet meer kon<br />
verlaten. Er was daar ook een groep<br />
buitenlandse artsen die in dezelfde<br />
situatie zat. Voortbordurend op wat<br />
Lisette gezegd heeft gaat het om twee<br />
zaken, óf: patient comes first, óf:<br />
security comes first. In de praktijk zie<br />
je dan dat er veelal gekozen wordt<br />
voor security comes first. De collectieve<br />
veiligheid gaat voor die van de<br />
individuele veiligheid. Daarbij gaat<br />
het bij collectieve veiligheid vaak om<br />
een inschatting, en die inschatting<br />
staat vaak lij<strong>nr</strong>echt tegenover de acute<br />
situatie waarin een patiënt zich bevindt.<br />
Voorbeelden daarvan zijn de luchtaanvallen<br />
in Afghanistan. Een F-16<br />
doet een luchtaanval omdat de militairen<br />
daar in het nauw zijn gedreven.<br />
Kies je dan voor de kans en het risico<br />
dat er een paar doden vallen onder de<br />
militairen of neem je het risico van<br />
collateral damage (burgerdoden en<br />
-gewonden bij een militair gerichte<br />
aanval). De afweging is dan, dat de<br />
commandant de levens van de soldaten<br />
prioriteit geeft. Twee dode militairen<br />
is een ernstiger gevolg dan een<br />
twintigtal collateral damage-doden.<br />
Immers met die twee dode militairen<br />
heb je een probleem als de kisten<br />
terugkomen naar Nederland, en met<br />
die anonieme twintig burgerslachtoffers<br />
bestaat er (hier) een veel minder<br />
groot probleem. Dat werkt high-<br />
Vervolg op pagina 28<br />
27
Vervolg van pagina 27<br />
tech approaches in de hand, je gaat<br />
het zoeken in technologische oplossingen<br />
om zo min mogelijk menselijke<br />
soldaten in te hoeven zetten.<br />
Dan is een paar dagen later zo’n<br />
filmadvertentie op tv, waarin een<br />
legerverpleegkundige getuigt dat ze<br />
het zo fijn vindt dat ze mensen kan<br />
helpen in Afghanistan, erg wrang in<br />
relatie tot die schade die die F-16<br />
heeft aangericht onder de burgers.<br />
Ander voorbeeld is de oefening<br />
Bonfire in Amsterdamse ArenA op<br />
6 april 2005, waar een bomaanslag<br />
wordt nagespeeld. Grote oefening. Na<br />
die ‘aanslag’ wordt besloten te wachten<br />
met het naar binnen sturen van de<br />
medische hulpdiensten omdat men<br />
bang is voor de doubleblast, dat is<br />
een tweede aanslag die medisch personeel<br />
kan treffen. Je moet eerst<br />
zeker zijn dat er nergens meer een<br />
tweede bom ligt. Dat wachten duurt<br />
lang en in die tussentijd gaan er dus<br />
slachtoffers van de eerste bom dood<br />
die geen verzorging krijgen. Dat is<br />
dus weer zo’n voorbeeld van kiezen<br />
voor een mogelijk groter gevaar ten<br />
koste van het acute individuele gevaar.<br />
Dat is heel moeilijk te beoordelen<br />
en een lastig medisch dilemma,<br />
maar toch kiest men dan voor de<br />
algemene veiligheid. Effectiviteit van<br />
foltering/verhoortechnieken zoals die<br />
in Guantanamo Bay gehouden zijn:<br />
werk je daaraan mee of niet?<br />
Tegenstrijdige berichten hierover,<br />
maar het komt er op neer dat algemene<br />
veiligheid belangrijker is dan individuele<br />
veiligheid en dat rechtvaardigt<br />
dan ook het folteren en de<br />
harde verhoortechnieken zoals je dat<br />
in afleveringen van de Amerikaanse<br />
televisieserie 24 ziet gebeuren.<br />
Die veiligheid is echter vaak meer<br />
theoretisch dan werkelijkheid.<br />
Hierna wordt een aflevering van ‘24’<br />
vertoond, waarin een chirurg met een<br />
pistool tegen zijn hoofd gedwongen<br />
wordt over te gaan van behandeling<br />
van een patiënt die acute hulp nodig<br />
heeft tot behandeling van een gewonde<br />
terrorist die cruciale informatie<br />
kan hebben over een aanslag<br />
die veel mensen het leven kan kosten.<br />
Discussie<br />
Overheden zijn bereid om grondrechten<br />
van de mens te schenden voor<br />
28<br />
Karel Koster in gesprek met Carolien van de Stadt<br />
V.l.n.r.: Linda Polman, Peter Buijs, Godelieve van Heteren, Leo van Bergen<br />
de collectieve veiligheid. Heel veel<br />
mensen zijn het daar toch mee eens.<br />
Het is dus niet alleen de overheid die<br />
daarin doorschiet, we doen het allemaal.<br />
Die algemene veiligheid staat<br />
toch voorop en dat wordt breed geaccepteerd.<br />
In Nederland zijn we daar<br />
zelfs behoorlijk ver in doorgeschoten.<br />
Kliklijnen worden hier breed geaccepteerd.<br />
Medische informatie is<br />
ook niet meer geheim. Alle informatie<br />
moet van jongs af aan beschikbaar<br />
zijn omdat we geen risico’s meer<br />
willen nemen. We zijn bang dat we<br />
later op iets afgerekend zullen worden,<br />
dat veiligheid voor iedereen<br />
vooropstaat en dat dat gaat ten koste<br />
van de individuele vrijheden. De<br />
vingerafdruk in het nieuwe paspoort<br />
bijvoorbeeld. Zoiets wordt doorgevoerd<br />
omdat Amerika daar om vraagt.<br />
Nederland heeft daar dan opvallend<br />
weinig problemen mee. Toch zijn dat<br />
gevaarlijke ontwikkelingen waartegen<br />
meer weerstand zou mogen bestaan.<br />
Hiermee werd een volle, boeiende<br />
dag afgesloten.<br />
*<br />
Aan een volledig verslag van het<br />
symposium wordt gewerkt en deze zal<br />
in brochurevorm worden uitgebracht.