22.09.2013 Views

Nieuwsbrief nr. 4, 2008.qxd - NVMP

Nieuwsbrief nr. 4, 2008.qxd - NVMP

Nieuwsbrief nr. 4, 2008.qxd - NVMP

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Uit de inhoud<br />

3 Algemene Ledenvergadering<br />

NMVP 2009<br />

6 Symposium ‘Medische<br />

polemologie in de wetenschap’<br />

10 Nuclear Secrets<br />

14 De studie van de hedendaagse<br />

oorlog<br />

17 Presentatie IKV Pax Christirapport<br />

‘Verarmd Uranium -<br />

Tijd voor duidelijkheid’<br />

22 Het darwinisme en oorlog<br />

24 Arts en Oorlog<br />

29e jaargang herfst 2009<br />

NIEUWSBRIEF <strong>NVMP</strong>/AVV<br />

G E Z O N D H E I D S Z O R G E N V R E D E S V R A A G S T U K K E N / A R T S E N V O O R V R E D E<br />

/<br />

GEZONDHEIDSZORG EN VREDESVRAAGSTUKKEN<br />

ARTSEN VOOR VREDE<br />

IPPPN NW<br />

IINT.. PH HYSICIAANNS FOR T THEE PREVEN NTTIIONN OF NNUUCLLEEAAR WAARR<br />

3<br />

40 jaar <strong>NVMP</strong> 1969-2009


NIEUWSBRIEF <strong>NVMP</strong>/AVV<br />

GEZONDHEIDSZORG EN VREDESVRAAGSTUKKEN / ARTSEN VOOR VREDE<br />

Uitgave van Artsen voor Vrede / AVV<br />

en de Nederlandse Vereniging voor<br />

Medische Polemologie ‘Gezondheidszorg<br />

en Vredesvraagstukken’ / <strong>NVMP</strong><br />

Verschijnt vier keer per jaar.<br />

2<br />

Colofon<br />

Redactie<br />

M. Bakker<br />

A. Botzen-Gramsma<br />

H. D’aes<br />

J.M.G. van der Dennen (eindredacteur)<br />

H. van Iterson<br />

W. Kusters<br />

E.C. Mudde<br />

Samensteller van de Engelse synopsis:<br />

P. M. Moll-Huber.<br />

Corrector:A. Mercx<br />

Redactie-adres<br />

Voor Nederland: per e-mail naar:<br />

Bosschastraat 17, 3514 HN Utrecht,<br />

telefoon: (030) 272 29 40, e-mail: office@nvmp.org<br />

Internet: www.nvmp.org<br />

Voor Vlaanderen: Hugo D’aes,<br />

Van Stralenstraat 10, 2060 Antwerpen,<br />

e-mail: hugo.daes@pandora.be<br />

Internet: http://users.skynet.be/artsenvoorvrede<br />

Europese website: http://www.ippnw-europe.org<br />

Vormgeving / Druk<br />

Equipe Communicatie Collectief, Heerenveen<br />

Drukkerij Banda BV, Heerenveen<br />

Kopijsluiting<br />

Inleveren kopij voor ?? ?? 2009.<br />

Bureau / Secretariaat<br />

Voor <strong>NVMP</strong>: Bosschastraat 17, 3514 HN Utrecht,<br />

telefoon (030) 272 29 40, e-mail: office@nvmp.org<br />

Voor vragen over en bestellen van medischpolemologische<br />

literatuur (artikelen, boeken,<br />

documentatiemappen), audiovisueel materiaal,<br />

symposiumverslagen en eerder verschenen<br />

Nieuwsbrieven.<br />

Postrekening bestellingen 55 52 587.<br />

Voor Artsen voor Vrede / AVV (Vlaanderen):<br />

J. De Loof, Karel van de Woestijnestraat 18,<br />

9300 Aalst, telefoon: (053) 78 44 26.<br />

Lidmaatschap<br />

<strong>NVMP</strong>-lidmaatschap vanaf € 60,--/jaar.<br />

Postrekening <strong>NVMP</strong>: 43 95 340.<br />

Opzegging lidmaatschap uiterlijk 3 december.<br />

Artsen voor Vrede / AVV: het modale lidgeld<br />

bedraagt € 60,--/jaar.<br />

Bijdragen op rek.<strong>nr</strong>.: 429-8072731-15 of rek.<strong>nr</strong>.<br />

001-1066890-63 van Artsen voor Vrede.<br />

Copyright<br />

Overnemen van artikelen uit de <strong>Nieuwsbrief</strong> is<br />

toegestaan met vermelding van de bron.<br />

Bij de voorplaat<br />

40 jaar <strong>NVMP</strong> 1969 -2009 (tekening Opland).<br />

/<br />

GEZONDHEIDSZORG EN VREDESVRAAGSTUKKEN<br />

ARTSEN VOOR VREDE<br />

ISSN 1389-0247<br />

Heeft de <strong>NVMP</strong> zichzelf overleefd? Het kan<br />

geen kwaad regelmatig enige zelfreflectie te<br />

plegen, zoals nu naar aanleiding van het<br />

symposium ‘Arts en Oorlog’ (10-10-2009).<br />

<strong>NVMP</strong>-voorzitter Herman Spanjaard<br />

memoreerde een aantal mijlpalen uit de<br />

rijke geschiedenis van de <strong>NVMP</strong> (en de<br />

overkoepelende organisatie IPPNW) veertig<br />

jaar na oprichting (de meeste vergelijkbare<br />

actieverenigingen hebben een gemiddelde<br />

levensduur van een jaar of zeven).<br />

Een facsimile van de oprichtingsvergadering<br />

(12 juli 1969) van de toen nog ‘Medischbiologische<br />

Vereniging voor Polemologie’<br />

geheten kunt u in deze <strong>Nieuwsbrief</strong><br />

bewonderen.<br />

We mogen derhalve concluderen dat de<br />

vereniging tenminste IETS goed heeft gedaan,<br />

ondanks het feit dat preventief werk –<br />

nucleaire ontwapening en bestrijding en<br />

afkicken van de nucleaire verslaving (in de<br />

woorden van Auke van der Heide) – nooit<br />

erg populair is geweest. Het werk van de<br />

vereniging blijkt nog net zo noodzakelijk als<br />

veertig jaar geleden. Deze constatering<br />

stemt mij enigszins treurig. Nucleaire ontwapening<br />

kan gerekend worden tot de<br />

kerntaak van de <strong>NVMP</strong>, maar ook een uitgebreider<br />

(‘vervuilder’ zouden sommige<br />

critici beweren) gezichtsveld wordt niet<br />

geschuwd, zoals bemoeienissen met mense<strong>nr</strong>echtenschendingen,vluchtelingenproblematiek,<br />

(on)nut van ontwikkelingshulp en<br />

noodhulp (Linda Polman, Godelieve van<br />

Heteren), de rol (soms medeplichtigheid)<br />

van artsen en andere gezondheidwerkers in<br />

(burger)oorlogen en genociden, ethische<br />

dilemma’s, small arms,‘vergeten’ oorlogen,<br />

etc. etc., zoals blijkt uit het programma van<br />

het jubileumcongres.<br />

Algemene Ledenvergadering <strong>NVMP</strong><br />

2009 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3<br />

Symposium ‘Medische polemologie<br />

in de wetenschap’ . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6<br />

Friendly Fire (column) . . . . . . . . . . . . . 9<br />

Nuclear Secrets . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10<br />

Karl Jenkins (geb. 1944):<br />

The Armed Man - a Mass for Peace . . . 12<br />

Redactioneel<br />

Inhoud<br />

In dit nummer van de <strong>NVMP</strong>/AVV-<strong>Nieuwsbrief</strong><br />

kunt u, behalve het uitgebreide verslag<br />

van het symposium, een voortzetting van<br />

de reeks ‘De studie van de hedendaagse<br />

oorlog’ vinden, die in de komende nummers<br />

het empirische (meestal kwantitatieve)<br />

onderzoek naar oorlogsoorzaken zal<br />

behandelen. Zodra er zich interessante ontwikkelingen<br />

voordoen op het gebied van<br />

theorievorming over oorlog en vrede zal ik<br />

die melden.Verder wederom een ongeëvenaarde<br />

column van Leon Wecke, een<br />

antioorlogsmuziekstuk gepresenteerd door<br />

Christien, een vrijwel vergeten vredesactivist<br />

aan de vergetelheid ontrukt door<br />

Eduard, een verslag van de Algemene<br />

Ledenvergadering door Hans v. Iterson, en,<br />

uiteraard,Akke’s ‘Uit de tijdschriften’, en<br />

nog meer interessante artikelen. Lectio certa<br />

prodest, varia delectat (Degelijke lectuur is<br />

ons van nut; het lezen van allerlei houdt<br />

ons aangenaam bezig), schreef Seneca al<br />

vele eeuwen geleden.<br />

Het zal u niet ontgaan zijn dat het huidige<br />

tijdsgewricht wordt gekenmerkt door economisch<br />

zwaar weer. Bezuinigingen alom.<br />

Ook de <strong>Nieuwsbrief</strong> is niet ontkomen aan<br />

financiële noodmaatregelen. U ontvangt dit<br />

jaar slechts drie in plaats van vier edities,<br />

maar met een extra dik jubileumnummer<br />

hebben wij getracht dit leed enigszins te<br />

verzachten. De redactie is ook naarstig op<br />

zoek naar extra inkomstenbronnen.Wij<br />

staan dan ook open voor suggesties voor<br />

sponsors (alles, behalve reclame van de<br />

farma-industrie).<br />

JMG vd D<br />

De studie van de hedendaagse oorlog . . 14<br />

Presentatie IKV Pax Christi-rapport ‘Verarmd<br />

Uranium - Tijd voor duidelijkheid’ . . . . . 17<br />

Alfred Hermann Fried (1864-1921) . . . . 18<br />

Uit de tijdschriften . . . . . . . . . . . . . . . . . 21<br />

Het darwinisme en oorlog . . . . . . . . . . . . 22<br />

Arts en Oorlog . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24


Hans van Iterson<br />

Algemene Ledenvergadering<br />

<strong>NVMP</strong> 2009<br />

Op zaterdagochtend 6 juni hield<br />

de <strong>NVMP</strong> in het Wilhelmina<br />

Kinderziekenhuis te Utrecht haar<br />

jaarlijkse Algemene Ledenvergadering.<br />

’s Middags vond het symposium<br />

‘Medische polemologie in<br />

de wetenschap’ plaats (zie verslag<br />

elders in deze nieuwsbrief).<br />

Daarnaast was er ook de uitreiking<br />

van de ‘Wout Klein<br />

Haneveld-scriptieprijs’ en de<br />

‘Dr. J.Verdoornprijs’ van de<br />

Stichting Studiefonds Medische<br />

Polemologie.<br />

Zorgelijke financiële situatie<br />

Een deel van de ochtend werd besteed<br />

aan de zorgelijke financiële situatie<br />

waarin de <strong>NVMP</strong> sinds een aantal<br />

jaren verkeerd maar die nu noopt tot<br />

daadkrachtig ingrijpen. Met alle activiteiten<br />

en symposia meegeteld komt de<br />

<strong>NVMP</strong> op een fors begrotingstekort<br />

uit. De kascontrolecommissie, die de<br />

financiële administratie over het afgelopen<br />

jaar beoordeeld heeft als aanvulling<br />

op haar taak, heeft zich uitgesproken<br />

tegen de begroting 2009. Het<br />

eigen vermogen komt hiermee te zeer<br />

onder druk te staan en ‘dit feit, gecombineerd<br />

met de trend van de laatste<br />

jaren, nl. die van een afkalvend ledenbestand<br />

en derhalve teruglopende inkomsten<br />

betekent dat de <strong>NVMP</strong> financieel<br />

gezien een koers volgt die tot<br />

ongelukken moet leiden’. Hoewel<br />

dergelijk commentaar niet tot de taken<br />

van de kascontrolecommissie behoort<br />

worden de opmerkingen zeer op prijs<br />

gesteld. Besloten wordt de penningmeester<br />

voor het gevoerde beleid in<br />

2008 te dechargeren. Het bestuur zal<br />

echter de begroting 2009 onder de loep<br />

nemen en de uitgaven meer in lijn met<br />

de inkomsten bijsturen.<br />

Nieuwe bestuursleden<br />

Herman Spanjaard vertelt dat er in<br />

korte tijd een aantal bestuursleden gevonden<br />

zijn. Christien Mudde en Jelle<br />

Vleer treden toe tot het Dagelijks<br />

Bestuur waarbij Christien de functie<br />

van penningmeester zal vervullen, met<br />

hulp van Hans, Herman en Wijnand, en<br />

Jelle die van vice-voorzitter. Bij het AB<br />

mogen wij Frans Meijman, Peter Buijs<br />

en studente Bettina Kortekaas verwelkomen.<br />

Alle nieuwe bestuursleden<br />

stellen zich kort voor.<br />

Frans Meijman was 27 jaar huisarts,<br />

nu 10 jaar hoogleraar wetenschaps- en<br />

publiekscommunicatie op de VUmc,<br />

afdeling metamedica. Al sinds jaar en<br />

dag ‘grijs’ lid van de <strong>NVMP</strong>.<br />

Betrokken bij onderwijs en bijzondere<br />

leerstoel Gezondheidszorg en<br />

Vredesvraagstukken.<br />

Peter Buijs: oud-huisarts, onderzoeker/<br />

adviseur TNO voor wat de gezondheidszorg<br />

betreft. Hij is al erg lang lid<br />

van de <strong>NVMP</strong>.<br />

Jelle Vleer heeft in Afrika gewerkt,<br />

ook in hongergebieden, en was verbonden<br />

met Terre des Hommes waarvan<br />

hij enige tijd voorzitter is geweest. Hij<br />

Twee nieuwe leden binnen het<br />

Dagelijks Bestuur van de <strong>NVMP</strong><br />

Het DB poseert hier voor het<br />

<strong>NVMP</strong>-bureau in Utrecht.<br />

Van links naar rechts:<br />

Jelle Vleer (nieuwe vice-voorzitter),<br />

Herman Spanjaard (voorzitter),<br />

Christien Mudde<br />

(nieuwe penningmeester),<br />

Margreet Bakker (secretaris).<br />

reisde de wereld rond, werkte ook in<br />

Libanon en Indonesië. Voltooide daarna<br />

zijn studie voor internist en werkte<br />

in Medisch Centrum Alkmaar (MCA).<br />

Sinds 10 jaar werkzaam in de palliatieve<br />

gezondheidszorg waarmee hij vier<br />

jaar geleden stopte. Is 25 jaar ‘of zo’<br />

lid van de <strong>NVMP</strong>. ‘Vrede op aarde’<br />

blijft het voornaamste interessegebied.<br />

Christien Mudde: al sinds 1980 lid.<br />

Actief geweest bij oprichting afdeling<br />

Rijnmond. Jeugdarts, sociale geneeskunde.<br />

Vaak naar IPPNW-congressen<br />

geweest en deze als zeer inspirerend<br />

ervaren. Dus geen ‘grijs/slapend’ lid.<br />

Zit ook in de redactie van de <strong>Nieuwsbrief</strong>.<br />

Wat betreft het penningmeesterschap,<br />

meer omdat iemand het moet<br />

doen, voor haar zeker een leermoment<br />

en gelukkig kan ze rekenen op voldoende<br />

steun. Kijken hoe het over een<br />

jaar gaat.<br />

Bettina Kortekaas: 5e-jaars medisch<br />

student aan de UVA, bezig met<br />

coschappen. Doel: uitbreiden studentengroep<br />

en ontplooien tal van leuke<br />

initiatieven.<br />

Na het officiële gedeelte is het tijd om<br />

een aantal mensen in het zonnetje te<br />

zetten. Hiervoor krijgt secretaris<br />

Margreet Bakker het woord. Zij bedankt<br />

twee mensen in het bijzonder, ten<br />

eerste An Mercx. An maakt zich al vele<br />

jaren verdienstelijk als tekstcorrector<br />

voor de <strong>Nieuwsbrief</strong>, voor het <strong>NVMP</strong>jaarverslag<br />

en voor brieven aan de<br />

politiek. Haar scherpe blik is van onschatbare<br />

waarde voor de manier<br />

waarop de <strong>NVMP</strong> zich naar buiten presenteert.<br />

Ten tweede wordt Petti Moll-Huber in<br />

het zonnetje gezet. Petti maakt van elke<br />

<strong>Nieuwsbrief</strong> een Engelstalige samenvatting<br />

(synopsis) die meegestuurd<br />

wordt naar de buitenlandse IPPNWafdelingen.<br />

Op deze manier is de<br />

inhoud van de <strong>Nieuwsbrief</strong> ook voor<br />

hen begrijpelijk. Een belangrijke taak<br />

die zij elke keer weer met veel toewijding<br />

verzorgd. Beiden krijgen een persoonlijk<br />

gesigneerd exemplaar van het<br />

boek Prescription for Survival. A doc-<br />

Vervolg op pagina 4<br />

3


Vervolg van pagina 3<br />

An Mercx (l) en Petti Moll (r) worden in het zonnetje gezet en ontvangen het boek<br />

‘Prescription for Survival’<br />

tor’s journey to end nuclear madness<br />

van dr. Bernard Lown, een van de<br />

oprichters van IPPNW.<br />

Vervolgens heeft Herman Spanjaard ter<br />

gelegenheid van ons 40-jarig bestaan<br />

een gelijksoortige verrassing voor een<br />

aantal oud-bestuursleden van de<br />

<strong>NVMP</strong>. In de loop van de dag worden<br />

Auke van der Heide, Wil Verheggen,<br />

Jos Weerts, Mimi Tyssen en Lori<br />

Postema bedankt voor hun jarenlange<br />

inzet voor de vereniging. Ook zij ontvangen<br />

het boek van Lown (zie foto).<br />

Verdoornprijs en scriptieprijs<br />

Na het middagsymposium wordt de<br />

dag afgesloten met de uitreiking van<br />

enkele prijzen. Bestuurslid Henk<br />

Groenewegen vertelt eerst iets over de<br />

‘Wout Klein Haneveld-scriptieprijs’.<br />

Wout Klein Haneveld (1955-2005) was<br />

bestuurslid en voorzitter van de <strong>NVMP</strong><br />

beginjaren ’90. Hij was een zeer inspirerend<br />

en innoverend persoon. Hij stond<br />

aan de wieg van onze nieuwe naam<br />

'<strong>NVMP</strong> - Vereniging voor Gezondheidszorg<br />

en Vredesvraagstukken', die<br />

recht deed aan onze bredere koers. Ook<br />

ontstond er onder zijn voorzitterschap<br />

een actieve Werkgroep Studenten. In<br />

1993 organiseerden zij het Europees<br />

IPPNW-studentencongres in Maastricht<br />

en werd er onderzoek gedaan naar de<br />

wenselijkheid en invulling van universitair<br />

onderwijs in ‘gezondheidszorg en<br />

vredesvraagstukken’. Onderwijs en<br />

wetenschap werd onder zijn voorzitterschap<br />

een belangrijk thema binnen de<br />

vereniging, Wout deed er alles aan om<br />

dit te stimuleren.<br />

Er zijn dit jaar 6 scripties die meedongen<br />

naar de prijs. Uiteindelijk is de<br />

keuze gevallen op Floor van Dijk voor<br />

haar scriptie ‘Psychiatrie in postcon-<br />

4<br />

V.l.n.r.: Mimi Tyssen, An Mercx,<br />

Herman Spanjaard, Wil Verheggen,<br />

Lori Postema, Petti Moll<br />

flict gebieden in ontwikkelingslanden.<br />

Welke rol heeft de westerse psychiatrie<br />

in ontwikkelingslanden vlak na een<br />

oorlog?’ Daarna is het woord aan Wil<br />

Verheggen. Het is al enige tijd geleden<br />

dat de Stichting Studiefonds Medische<br />

Polemologie de Dr. J.A. Verdoornprijs<br />

heeft uitgereikt. De viering van het 40jarig<br />

jubileum van de <strong>NVMP</strong> is hiervoor<br />

een mooie gelegenheid. Er zijn<br />

twee kandidaten voorgedragen voor het<br />

winnen van deze prijs te weten dr. Leo<br />

van Bergen en dr. Hans van der<br />

Dennen. Beiden hebben een indrukwekkend<br />

oeuvre op het gebied van oor-<br />

logs- en vredesvraagstukken. Zo is<br />

bijvoorbeeld het proefschrift van Hans<br />

van der Dennen The origin of war een<br />

standaardwerk over de oorzaken van<br />

oorlog.<br />

Leo van Bergen heeft met zijn proefschrift<br />

‘De zwaargewonden eerst?’ een<br />

nieuw licht laten schijnen op de<br />

geschiedenis van het Rode Kruis.<br />

Beiden heren hebben daarnaast een<br />

lijvige reeks publicaties. De SSMP<br />

heeft daarom geen intentie om één van<br />

hen tekort te doen en derhalve ontvangen<br />

zij beiden de Verdoornprijs.<br />

Tenslotte is na overleg tussen de besturen<br />

van SSMP en <strong>NVMP</strong> overeengekomen<br />

om de bestuurlijke taken van<br />

de SSMP over te dragen aan het<br />

<strong>NVMP</strong>-bestuur. Dit bestuur staat<br />

dichter bij studenten en het medisch<br />

polemologisch onderwijs. Het Studiefonds<br />

als zodanig alsmede de doelstellingen<br />

blijven daarbij onveranderd.<br />

De dag wordt afgesloten met een<br />

afscheidsborrel waarbij de aanwezigen<br />

kunnen terugblikken op het gevarieerde<br />

en boeiende programma.<br />

Floor van Dijk ontvangt uit handen van<br />

Henk Groenewegen de Wout Klein<br />

Haneveld-scriptieprijs<br />

Uit handen van Wil verheggen ontvangen Hans van der Dennen (l) en Leo van Bergen (r)<br />

de Verdoornprijs<br />

*


De naam: Nederlandse<br />

Vereniging voor<br />

Medische Polemologie<br />

De <strong>NVMP</strong> droeg eerst de naam<br />

‘Medisch-Biologische Vereniging<br />

voor Polemologie’. Hoe is men tot<br />

de huidige naam gekomen? Volgens<br />

de twee fragmenten hieronder had<br />

dit nog heel veel voeten in de aarde.<br />

In een brief aan leden d.d. 22<br />

augustus 1969 meldt het bestuur:<br />

‘Zoals men in artikel 1 van de statuten<br />

lezen kan willen wij gaarne de<br />

naam van de vereniging nog ter discussie<br />

tellen. In plaats van medischbiologische<br />

vereniging. Zoals op de<br />

vergadering van 12 juli jl. gesuggereerd<br />

werd, stellen wij voor: medische<br />

vereniging voor polemologie.<br />

De term medisch-biologisch werd<br />

verkozen, omdat men de doelstelling<br />

en het arbeidsveld zo ruim<br />

mogelijk wilde vatten. Het blijkt<br />

evenwel dat men in deze naamgeving<br />

juist een vereniging ziet:<br />

medisch-biologisch, d.w.z. niet<br />

medisch-psychologisch, sociologisch.<br />

Deze verenging past niet bij de<br />

doelstelling van de vereniging, noch<br />

werd zij gewenst door de toenmalige<br />

vergadering. Het tegendeel is het<br />

geval. Daarom achten wij het juist<br />

op dit punt nog even terug te<br />

komen.’<br />

In een brief aan leden d.d. 23 september<br />

1969 meldt het bestuur:<br />

‘De naam is nu vastgesteld op<br />

‘Vereniging voor Medische polemologie’,<br />

hopelijk de laatste verandering,<br />

waarmee wij weer teruggekomen<br />

zijn op het oorspronkelijke<br />

voorstel van dr.Verdoorn. In de<br />

vorige brief werd geargumenteerd<br />

waarom de term ‘biologisch’ kon<br />

wegvallen.Wanneer de term<br />

‘medisch’ voor vereniging geplaatst<br />

blijft, wekt dat de indruk dat hier<br />

een specifiek medische vereniging in<br />

het geding is, dit in strijd met ons<br />

interdisciplinair karakter. Met uitsluitend<br />

‘vereniging’ wordt geen uitspraak<br />

gedaan over de soort leden.<br />

We spreken nu van ‘medische polemologie’,<br />

zoals van med. sociologie<br />

of med. psychologie, en daarmee<br />

wordt duidelijk het doel der vereniging<br />

uitgedrukt en verkrijgt dat<br />

meer nadruk. Dat voor het bereiken<br />

van dit doel een multidisciplinaire<br />

benadering noodzakelijk is, moet<br />

evident heten.‘<br />

Hoogachtend, Het bestuur.<br />

Voor de notulen van de oprichtingsvergadering<br />

en de brief over<br />

de naamswijziging zijn wij Piet<br />

Voskuil, <strong>NVMP</strong>-lid van het eerste<br />

uur, veel dank verschuldigd.<br />

5


6 juni 2009<br />

6<br />

Symposium ‘Medische polemologie<br />

in de wetenschap’<br />

Hans van Iterson<br />

Het symposium wordt geopend<br />

door Lori Postema, die de<br />

sprekers Leo van Bergen en<br />

Wil Verheggen voorstelt.<br />

Van Bergen is gepromoveerd op<br />

het proefschrift ‘De zwaargewonden<br />

eerst? Het Nederlandsche<br />

Rode Kruis en het vraagstuk<br />

van oorlog en vrede’. Ook<br />

publiceerde hij recentelijk ‘Zacht<br />

en eervol. Lijden en sterven in<br />

een Grote Oorlog (1914-1918)’.<br />

Verheggen is oud-voorzitter van<br />

de <strong>NVMP</strong> en sinds haar oprichting<br />

in 1986 voorzitter van de<br />

Stichting Studiefonds Medische<br />

Polemologie, die zich bezighoudt<br />

met de promotie van wetenschappelijk<br />

onderzoek op het<br />

gebied van gezondheidszorg en<br />

vredesvraagstukken. Lori vertelt<br />

dat als je op internet googlet<br />

naar ‘medische polemologie’ er<br />

vooral hits zijn waarbij de<br />

namen van deze sprekers<br />

voorkomen.<br />

De <strong>NVMP</strong> en de wetenschap<br />

Als eerste spreker krijgt Wil<br />

Verheggen het woord. Vanuit kritische<br />

hoek wordt wel eens de vraag gesteld<br />

of medische polemologie wel wetenschap<br />

is, en of het niet een hobby is<br />

van medische idealisten. De polemologie,<br />

de leer van alle facetten van<br />

oorlog en vrede, kan zich rangschikken<br />

onder de alfawetenschappen.<br />

Er wordt nog steeds gepubliceerd in<br />

wetenschappelijk erkende tijdschriften.<br />

Zoeken op ‘PubMed’ geeft<br />

een lange lijst van hits, waarop te<br />

zien is dat de publicatiestroom de<br />

laatste jaren niet is afgenomen.<br />

Willekeurig zoeken geeft nuclear war<br />

ruim 4600 hits, biological weapons<br />

1300 en conventional wapens 270<br />

hits.<br />

Lori Postema bedankt Wil Verheggen en Leo van Bergen voor hun bijdragen<br />

Het streven naar kernontwapening<br />

blijft van levensbelang<br />

Waar heeft de <strong>NVMP</strong> zich mee<br />

beziggehouden? Een goede weerslag<br />

daarvan geeft de <strong>Nieuwsbrief</strong>.<br />

Waarover sprak de <strong>Nieuwsbrief</strong> de<br />

laatste tien jaar? De volgende indeling<br />

is hierover te maken: over organisatie<br />

33 keer, nucleaire onderwerpen<br />

48 keer, conflicten in de wereld<br />

33 keer, beschouwingen 34 keer en<br />

over preventie van oorlog 5 keer.<br />

Artikelen over de organisatie geven<br />

informatie over het beleid en acties<br />

van de <strong>NVMP</strong> en IPPNW.<br />

De afschaffing van kernwapens is een<br />

terugkerend aandachtspunt. Hoe staat<br />

het daar momenteel mee? In 1985<br />

waren er naar schatting mondiaal<br />

65.000 kernkoppen. Nu, in 2009, is<br />

het geschatte aantal operationele<br />

kernwapens ongeveer 10.000. Zo’n<br />

40.000 kernwapens heten ‘ontmanteld’<br />

en werden simpelweg opgeslagen<br />

of gedeeltelijk ontmanteld, niet<br />

vernietigd. Van ongeveer 15.000 kernwapens<br />

is het hoogwaardige U-253<br />

t.b.v. kerncentrales vermengd met<br />

natuurlijk gewonnen uranium of ver-<br />

bruikt uranium. Dit programma ‘van<br />

megaton naar megawatt’ is een commercieel<br />

gefinancierd partnerschap<br />

van overheid en bedrijfsleven, waarin<br />

bomgrade (HEU) uranium uit ontmantelde<br />

Russische kernkoppen<br />

wordt gerecycled tot laag verrijkt uranium<br />

(LEU), wat wordt gebruikt voor<br />

de productie van brandstof voor<br />

Amerikaanse kerncentrales. Het profileert<br />

zich als een succes-formule.<br />

Opmerkelijk en zorgelijk tegelijk is<br />

dat er niet wordt gesproken over het<br />

probleem van kernafval.<br />

We kunnen concluderen dat er van<br />

een duidelijke vermindering van<br />

kernwapens nog geen sprake is.<br />

Tactisch gebruik van kernwapens<br />

blijft nog steeds een militaire optie.<br />

Bovendien zal totale kernontwapening<br />

het onmogelijk maken dat via<br />

een kernexplosie in de stratosfeer op<br />

ca. 10 km hoogte een EMP (elektromagnetische<br />

puls) gecreëerd wordt,<br />

die een onomkeerbare beschadiging<br />

kan geven van alle elektronica over<br />

een gebied met een diameter van 1000<br />

km en meer. Vanuit de politiek wordt<br />

toch steeds luider de wens geuit van


een totale kernontwapening, vooral<br />

omdat de angst voor terroristisch<br />

gebruik van kernwapens groter wordt.<br />

Het bezit van kernwapens bij staten<br />

die het NPV (Non-Proliferatieverdrag)<br />

niet hebben ondertekend<br />

blijft een ernstige en bedenkelijke<br />

zaak. Het gaat dan om de landen<br />

India, Pakistan, Noord-Korea en<br />

Israël. Daarnaast heeft Iran duidelijk<br />

nucleaire ambities. Wat te denken van<br />

Pakistan dat dreigt te destabiliseren<br />

onder invloed van de Taliban? Het<br />

een en ander neemt niet weg dat we<br />

moeten blijven streven naar een totale<br />

kernontwapening.<br />

Meer aandacht naar oorlogspreventie<br />

noodzakelijk<br />

Zolang kernwapens de wereld nog<br />

niet uit zijn is het van belang militaire<br />

conflicten te voorkomen, met name in<br />

gebieden waar nucleaire escalatie kan<br />

dreigen. Het Iraëlisch-Palestijns conflict<br />

schreeuwt om een oplossing.<br />

Niet alleen vanwege de structurele op<br />

apartheid gelijkende discriminatie van<br />

de Palestijnse bevolking in de bezette<br />

gebieden en in Israël zelf, maar<br />

vooral omdat dit conflict een mondiaal<br />

symbool is van de botsing tussen<br />

de moslimwereld en het Westen.<br />

Met de sterk opkomende Aziatische<br />

machten als China en India is het niet<br />

meer mogelijk in het Westen te blijven<br />

denken dat de bestaande wereldverhoudingen<br />

tussen rijk en arm,<br />

tussen het grondstoffengebruik,<br />

gehandhaafd kunnen worden.<br />

Mondiaal zullen we moeten anticiperen<br />

op de preventie van klimaatoorlogen.<br />

Klimaatrampen zullen leiden<br />

tot vermindering van drinkwater en<br />

vermindering van de voedselproductie.<br />

Vele miljoenen mensen zullen<br />

zich genoodzaakt zien te migreren<br />

naar betere oorden. Het uitbreken van<br />

klimaatoorlogen ligt daarbij op de<br />

loer. Ronald McCoy, IPPNW-vicepresident<br />

heeft hierover tijdens de<br />

plenaire sessie van het IPPNW congres<br />

te Helsinki behartenswaardige<br />

woorden gesproken.<br />

In het licht van het bovenstaande is<br />

het interessant te kijken naar de prognoses<br />

van de demografische verhoudingen<br />

tussen de EU en Noord-Afrika<br />

en West-Azië. (zie figuur). Daar is<br />

veel over te zeggen. Wat ik daarbij<br />

wil opmerken is dat we in de EU in<br />

2050 te weinig mensen beschikbaar<br />

hebben om een leger te bemensen,<br />

terwijl Noord-Afrika en West-Azië uit<br />

een groot mensenpotentieel kunnen<br />

putten.<br />

Conclusie<br />

We moeten blijven streven naar<br />

nucleaire ontwapening. Conflicten in<br />

regio’s die mogelijkerwijs kunnen leiden<br />

tot een nucleaire escalatie dienen<br />

op korte termijn te worden opgelost.<br />

Daarnaast zal gewerkt moeten worden<br />

aan nieuwe wereldverhoudingen,<br />

waarbij het bouwen aan een gezamenlijke<br />

toekomst voor de wereldvrede<br />

de hoogste prioriteit moet krijgen.<br />

Zoals in Europa de wederzijdse<br />

afhankelijkheid van staten de beste<br />

bijdrage is geweest voor de vrede in<br />

Europa, zal dit ook noodzakelijk zijn<br />

op wereldniveau. Deze uitdaging<br />

moeten we met zijn allen aangaan!<br />

Er is geen alternatief.<br />

Medische polemologie en<br />

ideologie: drijfveren en oogkleppen<br />

Als tweede spreker komt dr. Leo van<br />

Bergen aan het woord. Zijn lezing is<br />

getiteld: ‘Medische Polemologie en<br />

ideologie: drijfveren en oogkleppen’.<br />

De ‘wetenschap van oorlog en<br />

geneeskunde’ geeft een oneindige<br />

waaier aan mogelijke onderzoeksvelden.<br />

Zo kun je denken aan de<br />

praktische medische zorg in oorlogstijd,<br />

misbruik van geneeskunde voor<br />

politiek-militaire doeleinden, de<br />

medische gevolgen van het gebruik<br />

van bepaalde wapens of het schenden<br />

van mense<strong>nr</strong>echten door artsen in<br />

oorlogstijd zoals lichamelijke inspectie<br />

bij foltering. Samengevat gaat het<br />

daarbij om de drie verschillende<br />

rollen van gezondheidswerkers: die<br />

van hulpverlener, die van onderzoeker,<br />

alarmbel betreffende gezondheid<br />

bedreigende zaken en die van medeplichtige<br />

aan het uitvoeren van gezondheidbedreigende<br />

zaken. Deze<br />

rollen zullen echter uitgebreid op het<br />

<strong>NVMP</strong>-symposium van 10 oktober<br />

aan de orde komen.<br />

Vandaag wordt de nadruk gelegd op<br />

‘de invloed van de ideologie’, immers<br />

invloed van een door de onderzoeker<br />

onderschreven ideologie kan funest<br />

zijn voor het wetenschappelijke<br />

gehalte van diens onderzoek. Van<br />

Demografische verhoudingen Europese Unie en Noord-Afrika en West-Azië.<br />

Bron: Joel Cohen, Human population the next half century, Science 141103<br />

Vervolg op pagina 8<br />

7


Vervolg van pagina 7<br />

Bergen benadrukt dat artsen en<br />

gezondheidswerkers wel degelijk een<br />

speciale rol hebben te vervullen in de<br />

strijd tegen oorlog en geweld, immers<br />

het gebruik van wapens en geweld is<br />

zonder meer een bedreiging voor de<br />

geestelijke en lichamelijk gesteldheid.<br />

Ook veel artsen zijn die mening toegedaan,<br />

zij worden gedreven door een<br />

ideologie. Een dergelijke passie bevordert<br />

echter de neiging om onderzoeksgegevens<br />

in ideologische richting<br />

bij te sturen. Het gaat daarbij om<br />

de neiging geen onbevooroordeeld<br />

onderzoek te doen maar om vooral de<br />

eigen opvatting te bewijzen. De ingenomen<br />

stelling wordt koste wat kost<br />

verdedigd en tegenovergestelde opvattingen<br />

worden als ridicuul afgedaan.<br />

Met een voorbeeld van overgeverfde<br />

leuzen, Amerikanen weg uit<br />

Nicaragua! - Russen weg uit Afghanistan!,<br />

geeft van Bergen aan dat in<br />

plaats van beiden te onderschrijven<br />

ideologen vaak kiezen voor het één<br />

en daarmee ‘automatisch’ tegen het<br />

ander zijn. Bepaalde zelf onderschreven<br />

hypotheses worden opgesteld<br />

waarna veel werk wordt gestoken<br />

in het bekrachtigen ervan. Het is<br />

echter veel vruchtbaarder en ook<br />

wetenschappelijk meer verantwoord<br />

om te proberen die zelf onderschreven<br />

hypotheses juist te ontkrachten.<br />

Zoals Popper al zei: zwanen<br />

zijn wit zolang je ondanks een intensieve<br />

speurtocht geen zwarte zwaan<br />

hebt kunnen ontdekken. Cru gesteld:<br />

een onderzoeker naar gezondheidsgevolgen<br />

van de atoombommen op<br />

Hiroshima en Nagasaki zal altijd de<br />

mogelijkheid open moeten houden<br />

dat die gevolgen wel mee zijn gevallen.<br />

Het is wetenschappelijk gezien<br />

wellicht zelfs sterker om van de<br />

hypothese uit te gaan dat die gezondheidsgevolgen<br />

wel meevielen. Als<br />

daar dan vele bewijzen van het tegendeel<br />

voor worden gevonden, is de<br />

stelling dat de gezondheidsgevolgen<br />

desastreus waren, alleen maar sterker<br />

geworden.<br />

Om dit nader toe te lichten poneert<br />

van Bergen drie hypotheses: ‘Oorlog<br />

is goed voor de geneeskunde’,<br />

‘Oorlog is slecht voor de volksgezondheid’<br />

en ‘Psychisch getrauma-<br />

8<br />

tiseerde soldaten mogen geen overheidssteun<br />

krijgen’.<br />

De stelling ‘Oorlog is goed voor de<br />

geneeskunde’ werd en wordt door<br />

menig arts onderschreven en is ook al<br />

vaak het onderwerp van onderzoek<br />

geweest. Degenen die de stelling<br />

onderschrijven, bewijzen dit steevast<br />

door te wijzen op allerhande zaken –<br />

zoals technieken en methodes, maar<br />

ook medische ervaring – die de<br />

geneeskunde aan bepaalde oorlogen<br />

zou hebben te danken. Daarbij wordt<br />

echter voorbijgegaan aan de negatieve<br />

effecten die de veelheid aan slachtoffers<br />

op de arts kan hebben. Evenals<br />

het feit dat een tijd van vrede ook zo<br />

zijn voordelen voor de ontwikkeling<br />

van de geneeskunde heeft.<br />

De medisch polemologen zul je<br />

echter vooral in het kamp van ‘oorlog<br />

is slecht voor de volksgezondheid’<br />

terugvinden. Ook die in meerderheid<br />

door pacifistisch ingestelde artsen<br />

onderschreven stelling, wordt echter<br />

vaak alleen maar bewezen door<br />

bevestiging in plaats van door een<br />

poging tot ontkrachting. De twee<br />

delen van War and Public Health,<br />

geredigeerd door Barry Levy en<br />

Vicor Sidel zijn daar een voorbeeld<br />

van. Hier komt duidelijk de neiging<br />

naar voren de eigen hypothese – in<br />

deze: oorlog is slecht voor de volksgezondheid<br />

– niet te willen onderzoeken,<br />

maar te bewijzen. Sterker<br />

nog, dat oorlog slecht voor de gezondheid<br />

is wordt als een voldongen<br />

feit, een vanzelfsprekendheid neergezet.<br />

War and Public Health is dan<br />

ook eerder het werk van medische<br />

pacifisten dan van min of meer neutrale<br />

wetenschappers. De bedoeling<br />

ervan is eerder politiek dan medischwetenschappelijk<br />

en het heeft niet de<br />

bedoeling om een vraag te onderzoeken,<br />

maar om een opvatting te bevestigen.<br />

Voor zaken die de hypothese<br />

kunnen ontkrachten worden de ogen<br />

gesloten. Maar de hypothese ‘Oorlog<br />

als veroorzaker van honger en ziekte’<br />

kun je evengoed omdraaien; ‘Oorlog<br />

is een gevolg van honger en ziekte’.<br />

De derde hypothese luidt: ‘Psychisch<br />

getraumatiseerde soldaten mogen<br />

geen overheidssteun krijgen’. Het<br />

lijkt een vreemde stelling maar Ben<br />

Shepard, auteur van War of Nerves<br />

haalt regelmatig uit naar wat hij<br />

noemt de ‘PTSD-industrie’(Post<br />

Traumatic Stress Disorder). Zo<br />

komen volgens Shepard de Iraksoldaten<br />

uit de Golfoorlog niet terug<br />

in een normale maatschappij, maar in<br />

een maatschappij doordrenkt van een<br />

cultuur van trauma en slachtofferschap,<br />

gecreëerd en gecultiveerd door<br />

de hedendaagse psychiaters, die<br />

ervoor hebben gezorgd dat de wil tot<br />

herstel is vervangen door een wens<br />

tot compensatie. Het was volgens<br />

Shepard veel beter geweest als we ons<br />

hadden gehouden aan de opvattingen<br />

van de bulk der oude psychiaters, de<br />

psychiaters van de eerste helft van de<br />

twintigste eeuw, de psychiaters van<br />

de beide wereld-oorlogen. Die opvattingen<br />

waren: niet medicaliseren van<br />

psychische problematiek; de ‘patiënten’<br />

– wederom tussen dikke aanhalingstekens<br />

– niet helpen, maar hen<br />

zelf eraan laten werken, tezamen met<br />

hun sociale omgeving, om over de<br />

problemen heen te komen. Ofwel: de<br />

alles helende tijd gewoon zijn werk<br />

laten doen. Dit was geen ontkenning<br />

van de problematiek, maar erkenning<br />

van de kracht van het gemiddelde<br />

individu.<br />

Daarmee roeit Shepard duidelijk<br />

tegen de stroom in maar hij vergeet<br />

vooral dat die oude psychiaters niet<br />

het heil van de patiënt maar dat van<br />

staat en krijgsmacht in het vizier hadden.<br />

Zij stonden als arts niet naast,<br />

maar tegenover de patiënt. Ook bij<br />

Shepard komt de wetenschappelijk<br />

gezien gerechtvaardigde kritiek dus<br />

voort uit een persoonlijke opvatting<br />

die niet in twijfel kan worden getrokken<br />

en waarbij alleen maar naar<br />

bevestiging wordt gezocht met weglating<br />

van alles wat daar niet in past.<br />

Het afhakken van wat niet past en het<br />

oprekken en vergroten van alles wat<br />

wel past.<br />

Van Bergen sluit af met de woorden:<br />

laat waarheid, of beter gezegd, laat de<br />

zoektocht naar waarheid zijn: een<br />

zoektocht voortkomend uit constante<br />

twijfel aan de eigen positie en uit de<br />

voortdurende bereidheid het eigen<br />

gelijk ter discussie te stellen. *


Column<br />

Leon Wecke<br />

Het is op het eerste gezicht een wat merkwaardige<br />

term: friendly fire, vriendschappelijk vuur. Het had ook de<br />

betekenis van een vrolijk vuurwerk kunnen zijn, georganiseerd<br />

door vrienden voor vrienden. Of alleen betrekking<br />

kunnen hebben op militaire bondgenootschappelijke bijstand<br />

in het gevecht tegen de vijand. Maar gebruikelijk is<br />

het om onder friendly fire te verstaan:‘eigen of bondgenootschappelijk<br />

vuur met de intentie om de vijand te treffen,<br />

dat echter de eigen troepen raakt’. Het is een nogal<br />

enge definitie.Want kunnen ze in Nijmegen bijvoorbeeld<br />

ook niet spreken van friendly fire, dat behalve de vernietiging<br />

van een deel van de binnenstad, ook 800 dodelijke<br />

slachtoffers opleverde? En wordt een deserteur in oorlogstijd<br />

niet door eigen kogels afgestraft? Werd de zogenaamde<br />

deserteur, sergeant Chris Meijer, indertijd niet op bevel van<br />

de generaal Harberts, na een vol vormfouten-zittende procedure,<br />

door eigen vuur gedood? En wat te denken van<br />

onmogelijke opdrachten aan troepen die zich naar de<br />

mening van de legerleiding laf gedragen hebben en voor<br />

straf tegen de vijandelijke kogelregen in onzinnige opdrachten<br />

moeten vervullen? Zijn de vijandelijke kogels dan<br />

eigenlijk geen eigen vuur? En wat te denken van de door<br />

de maarschalken Zjoekov en Koniev, op aanmoediging van<br />

Stalin, aangegane wedstrijd: ’Wie is het eerste in Berlijn’?<br />

Een bizarre wedloop, die ook door eigen vuur aan talloze<br />

Russische soldaten het leven kostte.<br />

Een andere vorm van eigen vuur is fragging. Fragging<br />

impliceert met name het tijdens de Vietnamoorlog door<br />

Amerikaanse soldaten doden van eigen officieren en<br />

onderofficieren waarvan men de gevaarlijk geachte bevelen<br />

niet wilde opvolgen. Het aantal dodelijke slachtoffers van<br />

fragging in Vietnam wordt geschat op 2000.<br />

Maar als we friendly fire in de beperkte, algemeen aanvaarde,<br />

betekenis opvatten, is het een verschijnsel dat veelal<br />

te weinig aandacht krijgt en gekregen heeft. Het is een<br />

verschijnsel waarmee de leiding van krijgsmachten niet<br />

graag te koop loopt.Als ‘held’ sneuvelen is immers nog wat<br />

anders dan door eigen kogels omkomen of gewond raken.<br />

Ook voor veel nabestaanden is het sneuvelen door vijandelijk<br />

vuur eerder acceptabel dan wanneer van friendly fire<br />

sprake is. In overzichten wordt al in het jaar 1461 van<br />

friendly fire gewag gemaakt, zij het dat in de slag bij Towton<br />

de wind ervoor zorgde dat de afgeschoten pijlen zowel<br />

vriend als vijand raakten. In 1690, bij de slag bij Fleurus, gingen<br />

twee Franse regimenten, per abuis, elkaar te lijf met als<br />

gevolg wederzijdse zware verliezen. In 1815, bij de Slag bij<br />

Waterloo, nam de Pruisische artillerie per ongeluk de<br />

Britse artillerie onder vuur, die in antwoord hierop de<br />

Pruisen beschoten. In de Eerste Wereldoorlog zouden,<br />

alleen aan Franse zijde, 75.000 soldaten slachtoffer van<br />

eigen vuur zijn geweest. De Tweede Wereldoorlog, evenals<br />

de Eerste, kent talloze incidenten met friendly fire. Zo had<br />

in augustus 1943 een geallieerde invasie plaats met 35.000<br />

Amerikaanse en Canadese soldaten van het eiland Kiska,<br />

wat, zo veronderstelde men, door de Jappen bezet was. Er<br />

werd hevig gevochten. Pas na een dag bleek dat er geen<br />

Friendly Fire<br />

Vaak werd een handgranaat gebruikt om een leidinggevende<br />

‘per ongeluk’ uit de weg te ruimens<br />

Jappen op het eiland waren, maar dat de landingstroepen<br />

elkaar bevochten hadden. In augustus 1944 vielen bij de<br />

operatie Totalize, vele honderden slachtoffers als gevolg van<br />

een bommentapijt dat zware geallieerde bommenwerpers<br />

legden op de hoofdkwartieren van de Derde Canadese<br />

Infanterie Divisie en de Eerste Poolse Pantserdivisie. Bij de<br />

operatie ‘Cobra’ kwamen geallieerde bommen bij twee<br />

verschillende gelegenheden terecht op Amerikaanse troepen,<br />

waarbij 241 dodelijke slachtoffers vielen en 620<br />

gewonden. Het in rang hoogste slachtoffer van friendly fire<br />

hierbij was de Amerikaanse Luitenant-generaal Lesly<br />

McNair.Voor Vietnam wordt het aantal friendly fire-slachtoffers<br />

op een totaal van 8000 of 16% van de verliezen<br />

geschat. In Korea verloren de Amerikanen 6500 man door<br />

eigen vuur, dat wil zeggen 19% van het verliescijfer van<br />

33.741. Bij ‘Desertstorm’ is het percentage friendly fireslachtoffers<br />

24%.Voor de gehele twintigste eeuw geldt, volgens<br />

een studie van het US Army War College, een percentage<br />

van 13 tot 24 procent. En bij de Nederlandse missie in<br />

Afghanistan zijn tot op heden twee Nederlandse slachtoffers<br />

te betreuren (en twee Afghaanse), hetgeen op de<br />

veertien Nederlandse gesneuvelden een percentage van<br />

14% bedraagt.<br />

Als oorzaken van friendly fire worden de chaos van de<br />

oorlog, de weersgesteldheid, het terrein, menselijke fouten<br />

en technische mankementen genoemd. Betere training en<br />

technische verworvenheden op het gebied van identificatie<br />

vormen het recept voor het vermijden van friendly fire,<br />

alhoewel dat verschijnsel in tijden van oorlog en de daarmee<br />

gegeven haastige beslissingen nimmer valt uit te sluiten.<br />

Overigens, ook in meer figuurlijke zin is in het dagelijkse<br />

burgerleven van friendly fire sprake. Hoe vaak zullen niet<br />

concurrenten van diverse aard door bewust of onbewust<br />

friendly fire het loodje leggen? Partijgenoten, die in de strijd<br />

om meer macht de gewaardeerde collega politiek om zeep<br />

helpen, zulks bewust of meer onbewust? In de beste families<br />

wordt figuurlijk op elkaar geschoten en soms, afhankelijk<br />

van de oorspronkelijke cultuur, kan eerwraak inhouden<br />

dat een familielid als gevolg van de activiteiten van medestamgenoten<br />

de pijp uit gaat.<br />

9


Vijfdelige BBC-serie uit op twee dvd’s<br />

Hans van Iterson<br />

Sinds kort is de vijfdelige BBCserie<br />

Nuclear Secrets uit op dvd.<br />

De twee schijfjes geven een<br />

fascinerend historisch overzicht<br />

van de ontwikkeling van de<br />

eerste atoomwapens tot de<br />

verontrustende situatie van<br />

nucleaire proliferatie nu. Rode<br />

draad vormen vijf ‘nucleaire spionnen’<br />

die cruciaal waren voor<br />

het uitlekken van de atoomgeheimen<br />

tussen Oost en West.<br />

Na het zien van alle afleveringen<br />

(ieder 50 minuten) moet ik bekennen<br />

dat ze grote indruk op me gemaakt<br />

hebben. In de eerste drie afleveringen<br />

wordt door een combinatie van historische<br />

beelden en sterke acteerprestaties<br />

de nucleaire nachtmerrie vanaf<br />

het begin tot aan de waterstofbom<br />

breed uitgesponnen.<br />

Olec Penkovsky<br />

Aflevering 1 gaat over Olec<br />

Penkovsky, the spy from Moscow.<br />

Kende u hem? Ik niet. Een Russische<br />

dubbelspion die door wrok gedreven<br />

– de communisten hebben zijn vader<br />

vermoord – een toegewijde spion<br />

voor het Westen wordt. Deze eerste<br />

aflevering geeft het meest stereotype<br />

beeld van spionnen die uiterst voorzichtig<br />

te werk moeten gaan met de<br />

geheime diensten, in dit geval de<br />

KGB, op hun hielen. Door de sterke<br />

acteerprestaties een beklijvende aflevering<br />

die meteen de toon zet.<br />

Penkovsky bezorgt Kennedy cruciale<br />

informatie over de plannen van<br />

Chroestjov (the atomic Hitler) om<br />

SS-4 en SS-5 raketten (bereik 3500<br />

km.) op Cuba te installeren. Hierdoor<br />

wordt op tijd ingegrepen en een kernoorlog<br />

voorkomen. Penkovsky wordt<br />

echter betrapt en bekoopt het met zijn<br />

leven<br />

Klaus Fuchs<br />

Met Klaus Fuchs-superspy doen we<br />

een stap terug in de tijd, namelijk<br />

10<br />

Nuclear Secrets<br />

naar waar het allemaal mee begon:<br />

het Manhattan project in Los Alamos.<br />

Robert Oppenheimer werkt daar met<br />

een groep experts aan het ontwikkelen<br />

van een atoombom tegen Hitler.<br />

Fuchs is een tot Brit genationaliseerde<br />

Duitser die in de jaren ’30 communist<br />

was en de Sovjet-Unie ziet als<br />

heilstaat, die zich moet kunnen<br />

verdedigen tegen de agressie van het<br />

Westen. Wat deze aflevering vooral<br />

boeiend maakt is de zoektocht van<br />

Oppenheimer naar de bom.<br />

Historische beelden van de eerste<br />

kernproeven en de uiteindelijke productie<br />

van een uraniumbom, Little<br />

Boy, voor Hiroshima en een plutoniumbom,<br />

Fat Boy, voor Nagasaki<br />

bezorgen de kijker soms kippenvel.<br />

De aanvankelijke begeestering van<br />

Oppenheimer (‘helaas waren we te<br />

laat om de bom tegen Hitler te<br />

gebruiken’), slaat om in depressiviteit<br />

als hij de effecten onder ogen krijgt.<br />

“Now I’ve become death, the destroyer<br />

of worlds”, wordt een dramatische<br />

realiteit. Het spionagewerk van Fuchs<br />

komt daarbij op de achtergrond te<br />

staan. Fuchs’ informatie zorgt er wel<br />

voor dat al vier jaar later Rusland zijn<br />

eerste geslaagde kernproef kan doen.<br />

Gedreven door schuldgevoelens,<br />

Stalin ontwikkelt zich namelijk tot<br />

een tiran, bekent Fuchs en draait voor<br />

acht jaar de cel in.<br />

Robert Oppenheimer<br />

De enige aflevering die eigenlijk niet<br />

om een spion draait, maar om een<br />

Superbomb: de waterstofbom.<br />

Oppenheimer wordt in het heetst van<br />

McCarthy’s communistenjacht in een<br />

kwaad daglicht gesteld vanwege vermeende<br />

communistische sympathieën.<br />

In werkelijkheid weigert<br />

Oppenheimer mee te werken aan de


A.Q. Khan<br />

ontwikkeling van een bom die 1000<br />

maal krachtiger is dan die, die boven<br />

Hiroshima tot ontploffing werd gebracht.<br />

Dit project wordt geleid door<br />

Edward Teller die overtuigd is dat dit<br />

wapen gemaakt moet worden om de<br />

vrede te garanderen. De werking van<br />

de bom is gebaseerd op de fusie van<br />

waterstof waarbij een ‘gewone atoombom’<br />

als ontstekingsmechanisme<br />

moet werken. De historische beelden<br />

uit 1952 waarop het Enewetak Atol<br />

van deze aardbol wordt geblazen<br />

geven de nucleaire waanzin hun voorlopige<br />

hoogtepunt. De Russische<br />

geleerde Sacharov ontwerpt, ook zonder<br />

spionagewerk, al snel een<br />

Russische variant.<br />

Deze eerste drie afleveringen staan op<br />

de eerste dvd en vormen vooral een<br />

zeer indrukwekkende documentaire<br />

van het ontstaan van de nucleaire<br />

nachtmerrie. Op de tweede schijf<br />

staan nog twee afleveringen: over<br />

Mordechai Vanunu en A.Q Khan.<br />

Mordechai Vanunu<br />

Omdat deze aflevering alleen over het<br />

werk van de spion Vanunu gaat is het,<br />

ondanks de wederom uitstekende<br />

acteerprestaties, met afstand de minst<br />

boeiende aflevering. Mordechai<br />

Vanunu is werkzaam als nucleair<br />

technicus in de geheime kernwapenfabriek<br />

in Dimona, Israël. In 1958<br />

geeft Ben Gorion opdracht tot het<br />

ontwikkelen van een atoombom.<br />

Omgeven door vijanden wil Israël<br />

beschikken over de ‘Samson-optie’,<br />

een laatste redmiddel dat anderen in<br />

zijn vernietiging kan meesleuren.<br />

Vanunu kan door de slechte veiligheidsmaatregelen<br />

foto’s doorspelen<br />

die door de Sunday Times worden<br />

gepubliceerd. Vanunu, inmiddels<br />

gevlucht naar Engeland, wordt uiteindelijk<br />

door Mossad ontvoerd en draait<br />

voor 18 jaar de cel in, waarvan<br />

11 jaar in isolatie.<br />

Abdul Qadeer Khan<br />

De minder goede Vanunu-aflevering<br />

wordt echter ruimschoots gecompenseerd<br />

door de meest verontrustende<br />

aflevering: die over A.Q. Khan.<br />

Degene die dacht dat deze atoomspion<br />

met zijn bij Urenco vergaarde<br />

informatie alleen verantwoordelijk<br />

was voor het Pakistaanse kernwapen,<br />

komt bedrogen uit. Op overtuigende<br />

wijze wordt Khan neergezet als ‘de<br />

terreurhandelaar’ die verantwoordelijk<br />

is voor nucleaire proliferatie over<br />

de hele wereld. Dat Khan’s succesverhaal<br />

in Nederland begon maakt het<br />

allemaal des te pijnlijker voor ons.<br />

Khan is begin jaren ’70 werkzaam als<br />

metallurg bij Urenco, hij wil zijn land<br />

beschermen tegen aartsvijand India<br />

dat dan al druk bezig is met een kernwapen<br />

en smokkelt zonder veel<br />

moeite geheimen van nucleaire<br />

centrifugetechnieken (nodig voor het<br />

verrijken van uranium) naar Pakistan.<br />

Begin 1976 geeft premier Bhutto hem<br />

carte blanche voor het ontwikkelen<br />

van een kernbom. Khan heeft in zijn<br />

tijd bij Urenco veel contacten opgedaan<br />

en weet wie hij moet benaderen<br />

in het nucleaire wereldje. Khan reist<br />

naar China om daar de rakettechnologie<br />

te verkrijgen nodig om zijn<br />

kernkoppen te lanceren. Hij heeft het<br />

geluk dat de VS Pakistan nodig<br />

hebben als bondgenoot in de strijd<br />

tegen de Russen in Afghanistan in de<br />

jaren ’80.<br />

Wat men niet doorheeft is dat Khan<br />

een wereldwijd netwerk opbouwt<br />

waardoor hij alles kan leveren wat<br />

nodig is om een kernwapen te maken,<br />

van nucleaire centrifuges tot blauwdrukken<br />

van Chinese kernkoppen.<br />

Voor miljoenen dollars is alles te<br />

koop. Saddam Hoessein kan zijn ogen<br />

niet geloven en denkt dat het een val<br />

van de CIA is. Meer succes heeft<br />

Khan bij Noord-Korea, Iran en vooral<br />

Libië. Als de aanwijzingen te sterk<br />

worden en zelfs een schip volgeladen<br />

met nucleaire onderdelen richting<br />

Libië wordt onderschept is de maat<br />

vol. Khadaffi doet in ruil voor opheffing<br />

van het isolement afstand van<br />

zijn kernwapenprogramma en pas dan<br />

blijkt hoe gevaarlijk Khan’s netwerk<br />

was. Al sinds de jaren ’90 leverde<br />

Khan voor een slordige $ 100 miljoen<br />

alles wat nodig was voor het maken<br />

van een kernbom aan Libië.<br />

Uiteindelijk moet Khan voor de<br />

Pakistaanse staatstelevisie bekennen<br />

dat hij nucleaire technologieën voor<br />

eigen gewin heeft verkocht en sindsdien<br />

staat hij onder huisarrest. Het<br />

geval Libië vergroot de zorgen over<br />

Iran dat ook op Khan’s klantenlijst<br />

stond. Na het zien van deze aflevering<br />

lijkt het vrijwel uitgesloten dat Iran<br />

slechts over nucleaire technologie<br />

voor vreedzame doeleinden wil beschikken.<br />

Kortom een verontrustend,<br />

open, einde.<br />

Ik zeg het niet vaak maar deze serie is<br />

eigenlijk verplichte kost voor <strong>NVMP</strong>leden.<br />

Naast een historisch document,<br />

dat laat zien waar wij ons nu ook alweer<br />

druk om maken, belicht het ook<br />

het gevaar van nucleaire proliferatie<br />

op realistische wijze.<br />

De dvd’s zijn hun aanschafprijs van<br />

slechts €15, - dan ook meer dan<br />

waard. Onder andere bij Bol.com te<br />

verkrijgen.<br />

*<br />

11


Componisten en het thema ‘Oorlog en Vrede’<br />

Christien Mudde<br />

De in Wales geboren Karl<br />

Jenkins kwam als zoon van een<br />

organist en koordirigent al vroeg<br />

met muziek in aa<strong>nr</strong>aking. Zelf<br />

leerde hij behalve piano ook<br />

enkele blaasinstrumenten bespelen<br />

(hobo, saxofoon) en haalde<br />

zijn Bachelor of Music degree in<br />

Cardiff. Daarna studeerde hij<br />

aan de Royal Academy of Music in<br />

Londen. Behalve klassieke<br />

muziek, new age, pop en country<br />

speelde hij vooral ook veel jazz.<br />

In feite combineert hij vaak<br />

allerlei stijlen in zijn composities<br />

en werd hij heel bekend als<br />

reclame- en filmmuziekcomponist.<br />

Zijn werken (o.a. het<br />

Adiemusproject) werden vele<br />

malen bekroond en ook ontving<br />

hij persoonlijk hoge onderscheidingen.<br />

The Armed Man - a Mass for Peace<br />

voor de millenniumviering geschreven<br />

in opdracht van The Royal<br />

Armouries, beleefde zijn première in<br />

2000 in Royal Albert Hall. Het<br />

muzikale thema is dat van de homme<br />

armé, een melodie waarop vooral<br />

renaissancecomponisten hun miscomposities<br />

baseerden. We horen<br />

Palestrina naast Braziliaanse ritmes,<br />

Gregoriaans naast The last Post en de<br />

klanken van de muezzin in de oproep<br />

tot het islamitisch gebed. Maar deze<br />

mis is vooral één grote roep om<br />

vrede. Jenkins componeerde het stuk<br />

tijdens de Kosovo-oorlog “aan het<br />

eind van de eeuw met de meeste en<br />

bloedigste oorlogen” en droeg het op<br />

aan de slachtoffers van die Kosovooorlog.<br />

De ‘mis’ is opgebouwd uit een aantal<br />

elementen: L’homme armé, Kyrië,<br />

Sanctus, Agnus Dei en Benedictus uit<br />

12<br />

Karl Jenkins (geb. 1944):<br />

The Armed Man - a Mass for Peace<br />

Karl Jenkins<br />

de Latijnse mis, een aantal teksten<br />

van Japanse en Engelse dichters, de<br />

Mahabharata (Sanskriet epos uit de<br />

6e eeuw vóór Christus uit de hindoetraditie,<br />

die gaat over de relatie tussen<br />

de mens en de wereld en de werking<br />

van de karma), de bijbel en de islamitische<br />

oproep tot het gebed.<br />

Eerst komt de homme armé aanmarcheren:<br />

een uit de verte aanzwellend<br />

geluid van een tamboerorkest<br />

met trommels en pijpers, en<br />

zingende soldaten: “Ieder moet zich<br />

wapenen met een ijzeren wape<strong>nr</strong>usting,<br />

de gewapende man moet men<br />

wantrouwen” (een Frans kruisvaarderslied<br />

, Anonymus 1450-1463).<br />

Dan volgt de muezzin, hij roept de<br />

gelovigen op tot de azan, het islamitisch<br />

gebed. Deel 3 is het Kyrië in de<br />

gebruikelijke tekst (Heer ontferm U)<br />

uit het mis-ordinarium. Uit de diepste<br />

diepte komen de klanken van hoorn,<br />

basfagot, contrabas en slagwerk; dan<br />

volgen andere instrumenten (fluiten)<br />

en zet de jongenssopraan het Kyrië in,<br />

in een prachtig gedragen sacrale<br />

melodie die door het koor wordt<br />

overgenomen.<br />

Deel 4: Save me from the bloody men<br />

voor mannenkoor a capella met<br />

teksten uit psalm 56-59: “Wees mij<br />

genadig God”, “Verlos mij van de<br />

bloeddorstige mannen”. Het Sanctus<br />

(Heilig, heilig,heilig) waarin de Heer<br />

Zebaoth wordt verheerlijkt, is getoonzet<br />

als een marche funèbre, met dreunende<br />

voeten en omfloerste trommels,<br />

en door de mineur-zetting en de<br />

donkere ondertonen klinkt het meer<br />

als een roep om erbarmen. Waar is<br />

die Heilige, waar blijft Zijn glorie?<br />

Een noodkreet eerder dan een<br />

Hosanna! Een zeer aangrijpend deel.<br />

Dan volgt ‘Hymne voor de Strijd’:<br />

“De aarde is vol boosheid” en eindigt<br />

met drie maal: “Heer schenk ons de<br />

kracht om te sterven” (een gedicht<br />

van Rudyard Kipling uit 1808).<br />

Charge! “Ten aanval!” (op tekst van<br />

John Dryden en Jonathan Swift)<br />

begint met trompetgeschal en fantastisch<br />

slagwerk, dat opzweept tot de<br />

strijd. Het koor zingt: “Hoe gezegend<br />

is hij, die voor het vaderland sterft”,<br />

maar het klinkt schril en vals. Het<br />

geluid zwelt aan en eindigt in gekrijs,<br />

waarna een doodse stilte valt. Dan<br />

klinkt The Last Post, de strijd is voorbij.<br />

Angry Flames is een gedicht van<br />

Toge Sanchiki over de verschrikkingen<br />

van de atoombom op Hiroshima<br />

en wordt gezongen, door alt, sopraan,<br />

bas en tenor:<br />

Een weg banend door de rook<br />

vanuit een half verduisterde wereld<br />

door overhangende wolken<br />

de lijkwade,<br />

die oprijst als een paddenstoel<br />

en de koepel van de hemel bedekt.......<br />

Dan volgt Torches (Fakkels) uit de<br />

Mahabharata. Koper, slagwerk en<br />

koor en een sonore fagot verklanken<br />

het lot van de brandende dieren, die<br />

ook onschuldig lijden en sterven in de<br />

oorlog. In het Agnus Dei (Lam Gods,<br />

dat de zonden van de wereld wegneemt),<br />

wederom uit het mis-ordinarium,<br />

keert ontspanning en rust terug<br />

en weerklinkt Dona nobis pacem,<br />

geef ons vrede.


Now the guns have stopped: “Stilte,<br />

zo stil nu, nu de kanonnen zijn gestopt”<br />

(een gedicht van Guy Wilson)<br />

wordt uitgevoerd door sopraan en<br />

violen. Het verbeeldt de eenzaamheid<br />

van de overlevende, die in de oorlog<br />

zijn of haar geliefden heeft verloren.<br />

Dan loopt de Benedictus, de<br />

Gezegende, gezongen door de cello<br />

voorop aan een éénstemmig koor. Nu<br />

wordt het Hosanna onderstreept met<br />

felle paukenslagen.<br />

Better is peace now is het slotdeel,<br />

waarin het thema van de homme armé<br />

van het begin terugkeert, maar nu in<br />

een oplaaien van vreugde en als een<br />

wervelende rondedans i.p.v. een<br />

marcherend leger. Onder belgerinkel<br />

klinkt<br />

Ring out the thousand wars of old<br />

Ring in the thousand years of peace<br />

...............<br />

Ring out the darkness of the land<br />

Ring in the Christ that is to be.<br />

(Alfred Lord Tennyson,1850)<br />

en hierna volgt nog een a capella gezongen<br />

hymne: “God zal alle tranen<br />

afwissen, en er zal geen dood meer<br />

zijn, geen zorgen, geen geween, er zal<br />

geen pijn meer zijn. Prijst de Heer”<br />

(Openbaringen 21).<br />

Een indrukwekkend antioorlogs-oratorium,<br />

zo kan men dit werk m.i. het<br />

best omschrijven, gecomponeerd in<br />

een zeer aansprekende, soms<br />

filmische, zeer ritmische, eigentijdse<br />

en toegankelijke stijl. Op YouTube<br />

zijn beelden te zien o.a. van een<br />

uitvoering o.l.v. de componist en met<br />

videobeelden. In het openingsdeel<br />

ziet men stampende nazilaarzen, in<br />

het slotdeel juichende en dansende<br />

bevrijde mensen. Bij het Kyrië ziet<br />

men o.a. de productie door fabrieksmeisjes<br />

van patronengordels en het<br />

marcheren van kindsoldaten, het<br />

onderschrift zou kunnen luiden:<br />

“Vergeef hen Vader, want zij weten<br />

niet wat zij doen“.<br />

Inmiddels is dit werk al meer dan 700<br />

maal in meer dan twintig landen uitgevoerd,<br />

zoals de Nederlandse première<br />

in het bijzijn van de componist<br />

op 26 april 2005 in de Janskerk te<br />

Gouda door de Christelijke<br />

Oratoriumvereniging Laus Deo o.l.v.<br />

Jan Stulp, waar ik getuige van was.<br />

Een uitvoering onder leiding van<br />

Jenkins zelf door The London<br />

Philharmonic en The National Youth<br />

Choir, koor en solisten in de Royal<br />

Albert Hall is verkrijgbaar in de<br />

platenhandel of via bol.com<br />

*<br />

Mohammed Omer,<br />

oorlogsfotograaf<br />

De foto op de cover van het eerste<br />

nummer, lente 2009, van onze<br />

<strong>Nieuwsbrief</strong> blijkt afkomstig te<br />

zijn van de bekende Palestijnse<br />

fotograaf Mohammed Omer.<br />

Omer was in Nederland voor<br />

medische behandeling toen hij<br />

toevalligerwijs op een nummer<br />

van de <strong>Nieuwsbrief</strong> stuitte.<br />

Mohammed Omer is winnaar van<br />

de 2007 Martha Gellhorn Prize for<br />

Journalism en een zeer bekende<br />

oorlogsfotograaf die zich met<br />

gevaar voor eigen leven in de<br />

oorlogsgebieden begeeft.<br />

Zijn bekendheid heeft ook keerzijden,<br />

zo werd hij in 2008 ernstig<br />

mishandeld door Israëlische soldaten,<br />

waardoor hij rugletsel opliep<br />

en waarschijnlijk enkele van<br />

zijn ribben moet missen. De<br />

<strong>NVMP</strong> wil Mohammed Omer<br />

graag alsnog danken voor het<br />

gebruik van zijn treffende beeldmateriaal.<br />

Meer van zijn werk kunt u<br />

vinden op<br />

http://www.rafahtoday.org/<br />

13


Deel XVI<br />

14<br />

De studie van de<br />

hedendaagse oorlog<br />

zoeksprojecten zijn David Singer’s zijn dat de factoren die bij de determi-<br />

Correlates of War (COW) en Rudolph nistische pool zijn gelegen het gemak-<br />

Rummel’s Dimensionality of Nations kelijkst kwantificeerbaar zijn, zodat de<br />

(DON), tegenwoordig gecompleteerd macrokwantitatieve studies ertoe nei-<br />

met de Conflict and Peace Data Bank gen zich bij de deterministische pool te<br />

(COPDAB), de Militarized Interstate groeperen (clusteren). Maar deze facto-<br />

Disputes data set (MID), en de Long- ren neigen er tezelfdertijd toe de cul-<br />

Range Analysis of War Project<br />

minatie van onpersoonlijke (structure-<br />

(LORANOW), Cross-Polity Time- le) krachten uit de dynamica van het<br />

Series (CPTS), Comparative Research internationale systeem te zijn: machts-<br />

on the Events of Nations (CREON), balans of machtsonbalans, veranderen-<br />

International Crisis Behavior Project, de machtsverhoudingen, ongelijke eco-<br />

J.M.G. van der Dennen<br />

(ICB), Managing Interstate Conflict nomische groei (die ten grondslag ligt<br />

Vertaling uit het Engels: Maartje Wis (MIC), Militarized Interstate Dispute aan politieke machtsdifferentialen),<br />

(MID), onder andere (David Singer conjuncturele golven, enz. Het feit dat<br />

Een kort overzicht van de macro- wordt met recht de grondlegger en het, uiteindelijk, menselijke wezens<br />

kwantitatieve evidentie (1)<br />

pionier van de macrokwantitatieve zijn die besluiten om oorlogen te voe-<br />

research beschouwd).<br />

ren en dat het menselijke wezens zijn<br />

Inleiding<br />

De resultaten van de vele honderden die in oorlogen vechten, dreigt soms te<br />

Op het gevaar af ‘anachronistisch’ macrokwantitatieve (correlatieve, worden verdonkeremaand in dit<br />

bezig te zijn (immers, de intersta- multifactoriële) studies van oorlog en abstracte perspectief.<br />

telijke oorlogen, die de in vorige de monadische (eigenschappen van een<br />

nummers behandelde theorieën natiestaat), dyadische (eigenschappen Kwantitatief onderzoek begint<br />

trachtten te verklaren, zijn sinds van natiestaatparen) en systemische met tellen<br />

deTweede Wereldoorlog steeds niveaus zijn samengevat door<br />

Merkwaardig genoeg werd de eerste<br />

zeldzamer geworden en anno nu Richardson (1960), Singer (1965, kwantitatieve studie van oorlog al in<br />

zo goed als non-existent), wil ik 1968, 1979, 1980, 1993, 1999), Singer 1820, bijna tweehonderd jaar geleden,<br />

toch proberen een summier over- & Small (1972), Haas (1974), Vasquez verricht, en wel door een Amerikaanse<br />

zicht te geven wat de empirische (1976, 1987, 1993), Rummel (1979), vredesbeweging: de Massachusetts<br />

poot van de vredeswetenschap Wilkinson (1980), Zinnes (1980), Beer Peace Society, en bestond uit een<br />

d.m.v. macrokwantitatief onder- (1981), Eberwein (1981), Van der inventarisatie van 286 oorlogen en hun<br />

zoek boven water heeft weten te Dennen (1981), Maoz (1982, 1995), categorisatie naar vermoedelijke oorza-<br />

halen.<br />

Small & Singer (1982), Levy (1989), ken, redenen of aanleidingen. Zie<br />

Hower & Zinnes (1989), Singer &<br />

Kader II.<br />

Macrokwan- Gibbs (1993), Geller & Singer (1998),<br />

Elke classifititatiefonder-<br />

en Cashman (1993/2000). Zie Kader I<br />

catie, zoals<br />

zoek probeert voor een samenvatting van de factoren<br />

deze, is<br />

correlaties en die de waarschijnlijkheid van oorlog<br />

natuurlijk van<br />

patronen te verhogen op monadisch, dyadisch,<br />

beperkte<br />

vinden en/of regionaal en systemisch niveau.<br />

waarde<br />

specifieke Het moge duidelijk zijn dat een macro-<br />

omdat slechts<br />

hypotheses kwantitatieve benadering van oorlog en<br />

een minder-<br />

over oorlog vrede slechts een beperkt domein<br />

heid van het<br />

en vrede te behandelt: deze benadering kan zich<br />

aantal oorlo-<br />

weerleggen alleen maar bezighouden met hypothegen<br />

een<br />

J. David Singer op basis van tische polemogene (oorlogsproduceren- Lewis Fry Richardson<br />

enkelvoudige<br />

enorme datade) factoren die in principe kwantifi-<br />

en eenvoudibases<br />

die alle meetbare aspecten en ceerbaar zijn. Als alle mogelijke polege oorzaak heeft. De oververtegen-<br />

dimensies van het fenomeen in kwestie mogene factoren op één enkele dimenwoordiging van economische oorza-<br />

omvatten, plus geavanceerde statistisie zouden kunnen worden geordend ken/redenen/aanleidingen in deze lijst<br />

sche (multivariabele) technieken om van zuiver voluntaristisch (of strate- kunnen de werkelijkheid weerspiege-<br />

deze data te analyseren. Sommigen van gisch) tot zuiver deterministisch (of len, maar kunnen ook te maken hebben<br />

deze ambitieuze data-based onder- cataclysmisch), dan zou het duidelijk met de toenmalige (1820) tijdsgeest.


Statistieken van dodelijke ruzies<br />

Een poging om gewelddadige conflicten<br />

te onderzoeken en te classificeren<br />

werd ondernomen door Lewis<br />

Richardson in zijn Statistics of Deadly<br />

Quarrels (1960). Richardson verzamelde<br />

grondige statistieken over gewelddadige<br />

conflicten (dodelijke of fatale<br />

ruzies, zoals hij ze noemde) van 1820<br />

tot 1929 (en aanvullende statistieken<br />

over de periode van 1930 tot 1949). De<br />

omvang van een fatale ruzie wordt<br />

bepaald door het logaritme met grondtal<br />

tien van het aantal mensen dat vanwege<br />

die ruzie omkwam. Deze omvang<br />

wordt aangeduid met µ [mu]. Het<br />

bereik van omvang breidt zich uit van<br />

log 0 voor een moord die slechts één<br />

dode impliceert, tot log 7,4 voor het<br />

aantal gedode slachtoffers van de<br />

Tweede Wereldoorlog (tegenwoordig<br />

geschat tussen 50 en 70 miljoen). Hij<br />

vond dat slechts 1,6 procent van alle<br />

sterfgevallen aan ‘fatale ruzies’, met<br />

inbegrip van oorlogen, toe te schrijven<br />

was. Eckhardt (1992: 173-174) vond<br />

zelfs een nog kleiner percentage:<br />

slechts 0,4 procent van alle sterfgevallen<br />

sinds 3000 v. C. kon aan oorlogen<br />

worden toegeschreven. Richardson<br />

becommentarieerde: “This is less than<br />

one might have guessed from the large<br />

amount of attention which quarrels<br />

attract. Those who enjoy wars can<br />

excuse their taste by saying that wars<br />

after all are much less deadly than disease”<br />

(Richardson, 1960: 153).<br />

Wilkinson (1980) analyseerde de gegevens<br />

van Richardson opnieuw, d.w.z.<br />

de 315 oorlogen die tussen 1820 en<br />

1952 eindigden (met ongeveer 780<br />

paren van tegengestelde oorlogvoerende<br />

partijen). Sommige van Wilkinson’s<br />

bevindingen zijn de volgende:<br />

1. Er is een patroon in het aantal uitbarstingen<br />

van oorlog per jaar hetgeen<br />

suggereert dat er per jaar veel vooroorlogse<br />

crises zijn, maar dat er voor elke<br />

crisis een lage waarschijnlijkheid is dat<br />

die echt uitbarst in een oorlog. De aanvang<br />

van oorlogen per jaar toont een<br />

Poissonverdeling (bevestigd door<br />

Singer & Small, 1972), net als de<br />

beëindiging van oorlogen. (De Poissonverdeling<br />

is een discrete kansverdeling<br />

die met name van toepassing is voor<br />

stochastische variabelen die het voorkomen<br />

van bepaalde voorvallen tellen<br />

gedurende een gegeven tijdsinterval,<br />

afstand, oppervlakte, volume, etc.)<br />

KADER I:<br />

FACTORS INCREASING THE PROBABILITY OF WAR<br />

Onset (occurrence/initiation) of war<br />

Factors increasing the probability of the onset (occurrence/initiation) of war<br />

Level of analysis: state<br />

* Power status (major power)<br />

* Power cycle (critical point if major power)<br />

* Alliance (alliance member)<br />

* Borders (number of borders)<br />

Level of analysis: dyad<br />

* Contiguity/proximity (common border/distance)<br />

* Political systems (absence of joint democracies)<br />

* Economic development (absence of joint advanced economies)<br />

* Static capability balance (parity)<br />

* Dynamic capability balance (unstable: shift/transition)<br />

* Alliance (unbalanced external alliance-tie)<br />

* Enduring rivalry<br />

Level of analysis: region<br />

* Contagion/diffusion (presence of ongoing regional war)<br />

Level of analysis: system<br />

* Polarity (weak unipolarity/declining leader)<br />

* Unstable hierarchy<br />

* Number of borders<br />

* Frequency of civil/revolutionary wars<br />

Seriousness (magnitude/duration/severity) of war<br />

Factors increasing the probable seriousness (magnitude/duration/severity) of war:<br />

Level of analysis: state<br />

* Power status (major power)<br />

Level of analysis: system<br />

* Alliance (high polarization)<br />

The Correlates of War (COW) Project definieert een internationale oorlog als<br />

“a military conflict waged between national entities, at least one of which is a<br />

state, and that results in at least 1,000 battle-deaths of military personnel”.<br />

War magnitude – the sum of all participating nations’ separate months of active<br />

involvement in each war.<br />

War duration – the length in months from the inception of the war to its<br />

termination.<br />

War severity – total battle deaths of military personnel in each war.<br />

2. Oorlogen werden korter gedurende<br />

het interval van Richardson.<br />

3. Er was geen duidelijke trend in de<br />

frequentie van oorlogen.<br />

4. Kleinere oorlogen komen veel meer<br />

voor dan grote oorlogen; frequentie<br />

varieert omgekeerd eve<strong>nr</strong>edig met<br />

omvang.<br />

5. Er is evidentie dat gedurende<br />

Richardson’s interval oorlogen groter<br />

werden, dat wil zeggen, er waren meer<br />

doden per oorlog; ook dat het totale<br />

aantal doden van alle oorlogen in een<br />

gegeven tijdsspanne groeide.<br />

6. Het totale dodental van oorlogen is<br />

grotendeels het product van de weinige<br />

Bron: Geller & Singer (1998: 27-28).<br />

extreem grote oorlogen.<br />

7. Er is evidentie voor een cyclus met<br />

een 20-40 jarige periode in oorlogsfrequentie<br />

en participatie. Mogelijk<br />

bestaat er ook een langere cyclus, of<br />

twee cycli, met perioden in de orde van<br />

100 of 200 jaar.<br />

8. Oorlogen lijken onafhankelijk te<br />

ontstaan, maar zich via besmetting<br />

(contagion) te verspreiden, door alliantie<br />

structuren, naar buurlanden.<br />

9. Eerdere vijandelijkheden lijken een<br />

aansporing om opnieuw te gaan vechten,<br />

al verminderen de effecten van<br />

Vervolg op pagina 16<br />

15


Vervolg van pagina 15<br />

vroegere oorlogen mettertijd. Zoals<br />

Richardson (1960: 202) becommentarieerde:<br />

“This decreasing frequency of<br />

retaliations as the interval of peace<br />

increased is what we should expect if a<br />

slow process of forgetting and forgiving<br />

went on”.<br />

10. De waarschijnlijkheid dat twee<br />

groepen in de toekomst zullen vechten<br />

wordt vergroot als ze buren zijn (contiguïteit).<br />

11. Een kleine groep van naties (grootmachten<br />

zoals Frankrijk, Engeland,<br />

Spanje, Ooste<strong>nr</strong>ijk, Rusland, Turkije,<br />

Zweden, de Nederlanden, Duitsland,<br />

Italië, de Verenigde Staten, Japan en<br />

China) hebben het meest gevochten en<br />

hadden de meeste slachtoffers te<br />

betreuren. Singer & Small (1972: 287)<br />

concluderen daarom terecht dat: “most<br />

of the wars in the system has been<br />

accounted for by a small fraction of the<br />

nations, most of which would be found<br />

near the top of any hierarchy based on<br />

diplomatic status, military-industrial<br />

capability, or related indicators”.<br />

Eckhardt (1992: 108) vulde daarbij aan<br />

dat “no one of these nations was significantly<br />

different from any other in war<br />

frequency when their years as a Great<br />

Power was considered. In other words,<br />

war frequency can be more readily<br />

explained by the fact of a nation being<br />

a Great Power (and vice versa) than by<br />

any national characteristic, none of<br />

which seems to have any explanatory<br />

power”.<br />

12. Economische oorzaken van oorlogen<br />

duiken vaak op, maar staan niet<br />

alleen en sluiten ook andere oorzaken<br />

niet uit. Er is geen ondersteuning voor<br />

de enkelefactortheorie dat ‘de econo-<br />

16<br />

mie’ oorlog veroorzaakt, tenzij economie<br />

en oorzaken zo breed gedefinieerd<br />

worden dat ze oninteressant zijn.<br />

13. De tendens van elke twee groepen<br />

om te vechten neemt toe als de verschillen<br />

tussen hen (in taal, religie, ras,<br />

en culturele stijl) toenemen.<br />

14. Het lijkt erop dat ‘militante ideologie’<br />

een oorzaak is van oorlog.<br />

Oorlogsfrequentie<br />

Volgens Quincy Wright (1942, 1965),<br />

werden er 278 oorlogen uitgevochten<br />

in de periode<br />

van 1480 tot<br />

1941, plus 30<br />

‘vijandelijkheden’<br />

van<br />

1945 tot<br />

1964. ‘Vijandelijkheden’<br />

werden gedefinieerd<br />

als<br />

gewapende<br />

Quincy Wright<br />

conflicten<br />

tussen men-<br />

selijke groepen “waarin meer dan 317<br />

personen werden gedood” (p. 1544).<br />

Voor perioden vóór 1941, werd een<br />

‘oorlog’ gedefinieerd door zijn wettige<br />

erkenning, of door de betrokkenheid<br />

van meer dan 50.000 soldaten, of door<br />

zijn belangrijke juridische en/of<br />

volke<strong>nr</strong>echtelijke resultaten (p. 636). Er<br />

waren 2.659 veldslagen van 1480 tot<br />

1941; een ‘veldslag’ werd gedefinieerd<br />

door het totale aantal slachtoffers van<br />

meer dan duizend, of meer dan vijfhonderd<br />

slachtoffers in het geval van zeeslagen<br />

(p. 625). Beer (1974: 20-21)<br />

vond een algemeen historische tendens<br />

in de richting van de ‘concentratie’ van<br />

KADER II:<br />

SIMPLE TALLYING: THE FIRST QUANTITATIVE STUDY OF WAR<br />

oorlog. Een vroege studie, gepubliceerd<br />

nabij het begin van de Eerste Wereldoorlog<br />

(Woods & Baltzly, 1915: 2),<br />

vermoedde deze tendens al. Rummel<br />

(1967: 178, 180, 182) concludeerde:<br />

“er is een of ander tendens waardoor<br />

de hevige conflicten tussen verschillende<br />

groepen intenser worden” in termen<br />

van meer oorlogsdoden. Met behulp<br />

van regressieanalyse en rangordecorrelatie<br />

vonden Levy (1982: 279; 1983:<br />

192; 1989: 213; Levy, Walker &<br />

Edwards, 2003: 17-19; Gat & Maoz,<br />

2003: 9) dat oorlog tussen grootmachten<br />

sinds het einde van de vijftiende<br />

eeuw, toen het moderne Europese<br />

grootmachtensysteem ontstond, in frequentie<br />

aanzienlijk is afgenomen maar<br />

in toenemende mate ‘ernstig’ is geworden<br />

in omvang, magnitude, zwaarte<br />

(severity), intensiteit en concentratie in<br />

tijd en ruimte – eigenlijk in elke mogelijke<br />

dimensie behalve tijdsduur (duration),<br />

welke relatief constant is gebleven.<br />

De severity van oorlogen tussen<br />

grootmachten is redelijk snel toegenomen<br />

in de tijd, tot het punt dat het verdubbeld<br />

is in ongeveer elke periode<br />

van 110 jaar (Levy, 1983: 192).<br />

Als we door de tijd gaan van 3600 v.C.<br />

tot A.D. 1980, impliceert de verspreiding<br />

van oorlog en vrede dat de vredesperiodes<br />

langer en minder frequent zijn<br />

geworden (Beer, 1981: 39-40).<br />

De evidentie gepresenteerd door Van<br />

der Dennen (1981: 143-53) lijkt ook de<br />

notie te onderschrijven dat er inderdaad<br />

een langetermijntrend bestaat van veel<br />

oorlogen met weinig slachtoffers naar<br />

minder oorlogen met veel slachtoffers<br />

(met de twintigste eeuw als meest verwoestende<br />

en bloedige).<br />

Summary of Causes of 286 Wars as Stated by the Massachusetts Peace Society’s Committee of Inquiry (1820; as reproduced in<br />

Allen, 1930: 686-87):<br />

First, Wars of ambition – to obtain extent of territory by conquest (44 cases);<br />

Second, Predatory wars – for plunder, or tribute, or to obtain a settlement for subsistence (22 cases);<br />

Third, Wars of revenge or retaliation (24 cases);<br />

Fourth, Wars to settle some question of honor or prerogative (8 cases);<br />

Fifth, Wars arising from disputed claims to some territory (6 cases);<br />

Sixth, Wars arising from disputed titles to crowns (41 cases)’;<br />

Seventh, Wars commenced under the pretense of assisting some ally, or some friend or person flying from alleged oppression<br />

(30 cases);<br />

Eighth, Wars which have arisen from the distrust of nations toward each other – jealousy of rival greatness, or fear of increasing<br />

armaments or extended conquests (23 cases);<br />

Ninth, Wars which have grown out of commerce, designed for its protection against foreign depredations (5 cases);<br />

Tenth, Civil wars, carried on by different parties in the same nation (55 cases);<br />

Eleventh, Wars on account of religion (28 cases).


Presentatie IKV Pax Christi-rapport<br />

‘Verarmd Uranium - Tijd voor duidelijkheid’<br />

Hans van Iterson<br />

Op 29 juni presenteerde IKV Pax<br />

Christi in Nieuwspoort haar factsheet<br />

overVerarmd Uranium om<br />

de discussie rondom de militaire<br />

toepassing van verarmd uranium<br />

nieuw leven in te blazen. De<br />

Belgische regering is de Nederlandse<br />

vorige week voorafgegaan<br />

en heeft inmiddels het gebruik<br />

van verarmd uranium als munitie<br />

of bepantsering verboden.<br />

Miriam Struyk (IKV) zit de bijeenkomst<br />

voor met als speciale sprekers<br />

Henk van de Keur (LAKA), Wim van<br />

den Burg (militaire vakbond AFMP) en<br />

dr. Jawed Al-Ali, oncoloog van het<br />

grootste ziekenhuis in Basra, Irak.<br />

Verarmd uranium (VU) is een zwaar<br />

metaal dat licht radioactief is. Het<br />

wordt gebruikt in munitie en als bepantsering<br />

van tanks vanwege de hoge<br />

dichtheid en daarbij komende voordelen<br />

van groot doordringend vermogen<br />

(munitie) en betere bescherming<br />

(bepantsering). Probleem is dat bij de<br />

inslag hoge temperaturen ontstaan<br />

waardoor het verarmd uranium verpulvert<br />

en er fijn VU-stof ontstaat dat<br />

door soldaten en burgers kan worden<br />

ingeademd. Hoewel hard wetenschappelijk<br />

bewijs ontbreekt, lijkt er een<br />

causaal verband te bestaan tussen het<br />

gebruik van VU op de Balkan en Irak<br />

en toenemende gezondheidsklachten.<br />

Het IKV is altijd voorzichtig bij het<br />

doen van harde uitspraken en roept dus<br />

niet op tot een verbod maar een moratorium<br />

is wel op zijn plaats. Daarnaast<br />

is nieuw wetenschappelijk onderzoek<br />

zeer gewenst.<br />

Verouderde rapporten<br />

Henk van de Keur benadrukt het belang<br />

van goed onderzoek. In 2001 is<br />

het gevaar van VU, naar aanleiding van<br />

berichten op de Balkan, door de media<br />

naar voren geschoven en is er door de<br />

Tweede Kamer ook een motie aangenomen<br />

die opriep tot een moratorium<br />

op VU-wapens totdat de werkelijke<br />

gezondheidseffecten bekend waren. Na<br />

een tijdje kalfde de politieke interesse<br />

echter af en de motie is nooit geëffectueerd.<br />

Op vragen van Tweede Kamerlid<br />

Krista van Velzen in 2004 grijpen<br />

bewindslieden terug naar oude rapporten<br />

van begin 2000 die geen causaliteit<br />

aantonen tussen VU en gezondheidsklachten.<br />

Dat is nog steeds de bestaande<br />

situatie terwijl er tal van nieuwe<br />

rapporten zijn verschenen gebaseerd op<br />

onderzoek onder slachtoffers die wel<br />

degelijk schade aantonen. Toch blijft<br />

staatssecretaris Jack de Vries teruggrijpen<br />

naar de oude, geruststellende,<br />

onderzoeksgegevens. Gelukkig steunt<br />

Nederland wel de intentie tot nieuw<br />

onderzoek. Daar moet dus stellig de<br />

nadruk op gelegd worden.<br />

Militaire vakbond AFMP<br />

Wim van den Burg van de AFMP gaat<br />

een stapje verder en pleit voor een verbod<br />

op verarmd uranium. Het klinkt<br />

misschien wat vreemd om wapensystemen<br />

te verbieden, maar wat hier zwaarder<br />

weegt is, dat militairen in situaties<br />

terecht kunnen komen waartegen ze<br />

minder goed beschermd zijn. In deze is<br />

het nogal tegenstrijdig dat je enerzijds<br />

zegt dat er geen gevaren zijn bij<br />

gebruik van VU, maar tegelijkertijd<br />

allerlei veiligheidsprotocollen in werking<br />

treden op het moment dat VU-stof<br />

wordt aangetroffen. De AFMP wil niet<br />

dat er pas maatregelen getroffen worden<br />

nadat er een causaal verband met<br />

gezondheidsklachten is aangetoond.<br />

Als militairen willen wij landen in<br />

nood vooruit helpen, maar hoe kan dat<br />

als je het voor vele jaren vervuilt met<br />

stof van verarmd uranium?<br />

Dr. Jawad Al-Ali<br />

De Iraakse arts Jawad Al-Ali is dé<br />

expert op het gebied van kanker veroorzaakt<br />

door verarmd uranium.<br />

Volgens Al-Ali was er na de Eerste<br />

Golfoorlog sprake van een spectaculaire<br />

stijging van het aantal gevallen<br />

van kanker door straling. Dat gaat om<br />

een grote diversiteit aan kankers:<br />

longkanker, botkanker, leukemie,<br />

maagkanker, nier- en leverkanker.<br />

Daarnaast worden misvormde kinderen<br />

geboren die ons doen denken aan<br />

Hiroshima. Rond Basra staan tal van<br />

stukgeschoten tanks die voor de VUbesmetting<br />

verantwoordelijk zijn.<br />

Desondanks doet Al-Ali iets wat een<br />

gewone oncoloog niet kan: het vaststellen<br />

of een geval van kanker al dan<br />

niet veroorzaakt is door straling. Dat<br />

straling kanker kan veroorzaken, dat<br />

weet iedereen. Maar in een specifiek<br />

geval ‘straling’ als oorzaak aanwijzen<br />

is eigenlijk onmogelijk. <strong>NVMP</strong>bestuurslid<br />

Jelle Vleer wijst hem daar<br />

ook op. Juist in deze situatie zou zoiets<br />

onomstotelijk bewezen moeten worden.<br />

De grote diversiteit aan kankergevallen<br />

verlaagt echter de causaliteit. Je loopt<br />

nu het risico alle kankergevallen en<br />

geboortedefecten op een hoop te vegen<br />

en daar het stempel verarmd uranium<br />

op te drukken. Sommige kankers openbaren<br />

zich binnen 4-5 jaar, maar voor<br />

botkanker is dat 10-15 jaar. Er is dus<br />

veel meer onderzoek over een langere<br />

periode nodig om een causaliteit vast te<br />

stellen. Andere mogelijke oorzaken zijn<br />

immers de oliebranden die veel verontreiniging<br />

in Irak veroorzaakt hebben.<br />

Meer onderzoek<br />

Conclusie van de middag is dat er meer<br />

onderzoek nodig is om causaliteit vast<br />

te stellen. Pas als er hard bewijs is kun<br />

je de speculaties ontstijgen. Vergelijk<br />

het met het Golfoorlogssyndroom.<br />

Hiervoor zijn een hele reeks oorzaken,<br />

zoals micro-organismen, experimentele<br />

Vervolg op pagina 18<br />

17


Alfred Hermann Fried (1864-1921)<br />

NicoVroenhof<br />

De reeks ‘Erflaters van deVredesbeweging’<br />

beschrijft een reeks<br />

persoonlijkheden die hebben<br />

bijgedragen tot de vredesbeweging.Vooral<br />

op het einde van de<br />

negentiende eeuw waren er veel<br />

mensen die zich inzetten tegen<br />

de wreedheid van een oorlog. De<br />

toenmalige tijdgeest deed het<br />

geloof toenemen dat niet alleen<br />

technische vooruitgang mogelijk<br />

was maar dat ook de samenleving<br />

tussen de volkeren zou verbeteren<br />

Na een korte biografie wordt<br />

vooral ingegaan op hun doelstellingen,<br />

hoe zij die wilden verwezenlijken<br />

en ten slotte in hoeverre<br />

zij daarin slaagden. Een van<br />

de vele markante figuren –<br />

hoewel tegenwoordig wat vergeten<br />

– is Alfred Hermann Fried.<br />

Leven<br />

Alfred Hermann Fried werd op 11<br />

november 1864 in Wenen geboren als<br />

eerste van negen kinderen. De ouders,<br />

Vervolg van pagina 17<br />

injecties maar ook verarmd uranium,<br />

van stal gehaald om het vage en diverse<br />

ziektebeeld dat er onder viel te verklaren.<br />

Het onderzoek dat nodig is<br />

duurt noodgedwongen 10-15 jaar. De<br />

vraag die daar bij gesteld kan worden<br />

is of dit onderzoek niet door de Verenigde<br />

Staten gefrustreerd zal worden<br />

teneinde hoge schadeclaims te voorkomen<br />

en we pas over 30-40 jaar de<br />

echte effecten zullen weten. Zoals<br />

Krista van Velzen al zegt, er is meer<br />

nodig om de bal aan het rollen te brengen.<br />

De gevaren van asbest werden<br />

destijds pas echt serieus genomen toen<br />

er schadeclaims kwamen van slachtoffers.<br />

Laten we daar niet op wachten.<br />

De noodzaak van verarmd uranium is<br />

ver te zoeken, wolfraam is een goede<br />

vervanger. Neem geen risico’s en stap<br />

over op een ander materiaal – aldus<br />

Krista van Velzen. *<br />

18<br />

Samuel Fried en Berta Engel, waren<br />

joods en stamden uit Hongarije. De<br />

vader was handelaar in stro- en vilthoeden.<br />

Aanvankelijk bezocht Alfred<br />

Hermann een Privatschule en kreeg<br />

tegelijk nog les van een privéleraar.<br />

Door de economische crisis verslechterde<br />

de financiële toestand van de<br />

familie en moest hij naar het gemeentelijk<br />

gymnasium. Terugblikkend<br />

schrijft hijzelf over die tijd: “Op mijn<br />

tiende kwam ik op het gymnasium.<br />

Maar ik was een slechte leerling. Ik<br />

was niet lui maar mijn fout was dat ik<br />

mij niet aan het leerplan hield. Ik was<br />

altijd met dingen bezig die niet op het<br />

leerplan stonden. Mijn schoolresultaten<br />

waren slecht.” Zo kwam het dat hij het<br />

tweede leerjaar al moest overdoen.<br />

Omdat in het derde leerjaar de problemen<br />

toenamen besloot hij op de leeftijd<br />

van 14 jaar – tegen de plannen van zijn<br />

ouders – de school te verlaten. Hij<br />

vertelde: “Daar het mij slecht afging op<br />

school, waren mijn ouders uiteindelijk<br />

blij toen ik verklaarde dat ik boekhandelaar<br />

wenste te worden en al een<br />

plaats als leerling had gevonden.”<br />

Misschien speelde de financiële toestand<br />

van de familie ook mee bij deze<br />

verandering van beroepskeuze.<br />

Verschillende broers en zusters waren<br />

vaak ziek en stierven vrij jong. De<br />

vader was in 1879 werkloos. Alfred<br />

Hermann gaf een deel van zijn loon<br />

aan zijn moeder. Hij las in die tijd zeer<br />

veel. Ik wilde mij los worstelen uit de<br />

modderpoel van onwetendheid en<br />

dilettantisme. Na het afsluiten van zijn<br />

leertijd vond hij een betrekking bij een<br />

boekhandelaar in Berlijn. Later keerde<br />

hij terug naar Wenen. Tijdens de Eerste<br />

Wereldoorlog week hij tijdelijk uit naar<br />

Zwitserland. Welstellend was hij nooit<br />

en bij de ineenstorting van Ooste<strong>nr</strong>ijk-<br />

Hongarije verloor hij praktisch al zijn<br />

bezittingen. Hij stierf in armoede aan<br />

de gevolgen van een longinfectie op<br />

5 mei 1921 te Wenen.<br />

Samenwerking met Bertha von<br />

Suttner<br />

Zijn opvattingen over politiek en pacifisme<br />

lagen binnen de normen van zijn<br />

omgeving: een zekere sympathie voor<br />

Pruisen, een zekere verachting voor de<br />

Fransen. Maar de oorlogen van zijn tijd<br />

tussen Servië en Turkije (1875-76),<br />

tussen Turkije en Rusland (1877-78) en<br />

de bezetting van Bosnië en Herzegovina<br />

(1878) maakten relatief weinig<br />

indruk op hem. Een keerpunt in die<br />

houding kwam bij een bezoek aan een<br />

tentoonstelling van de Russische<br />

schilder Wassil Wassiljewitch<br />

Wereschagin. De beelden troffen hem<br />

diep: een piramide van schedels waarrond<br />

raven cirkelden, groengele kadavers<br />

die gezegend werden door een<br />

pope en vooral het beeld ernaast van<br />

tsaar Alexander II, gezeten in een<br />

gemakkelijke zetel met rond zich zijn<br />

gevolg, terwijl hij van op afstand de<br />

veldslag volgde. Hoewel voor het jaar<br />

1880 al talrijke vredesbewegingen<br />

bestonden had Alfred Hermann geen<br />

idee hoe de georganiseerde vredesbewegingen<br />

functioneerden. In november<br />

1881 kwam de grote omslag in zijn<br />

leven. Tijdens een cafébezoek las hij<br />

dat Bertha von Suttner de volgende dag<br />

vanuit Wenen zou afreizen naar Rome<br />

om daar een vredescongres te leiden.<br />

“De schellen vielen van mijn ogen.<br />

Plots zag ik dat de ideeën die ik als<br />

kind koesterde, reeds in een werkzame<br />

organisatie waren verwezenlijkt… Nog<br />

diezelfde dag schreef ik een brief naar<br />

Bertha von Suttner met de uitdrukkelijke<br />

wens mee te mogen werken aan<br />

wat zij begonnen was.” Al in de eerste<br />

brief opperde Fried het voorstel om een<br />

maandblad uit te geven dat het vredesgedachtegoed<br />

in Duitsland en Ooste<strong>nr</strong>ijk<br />

de nodige bekendheid zal geven.


De eerste uitgave van het tijdschrift Die<br />

Waffen nieder! Monatschrift zur Förderung<br />

der Friedens Idee verscheen op<br />

1 februari 1882. Het tijdschrift bleef<br />

bestaan tot 1899 en vormde een<br />

belangrijk forum voor de vredesbewegingen.<br />

Nadien richtte Fried een eigen<br />

pacifistisch tijdschrift op, Die<br />

Friedenswarte. Het werd, vooral op<br />

aandringen van Bertha von Suttner, het<br />

officieel tijdschrift van het Öste<strong>nr</strong>eichische<br />

Friedensgesellschaft (ÖFG).<br />

Hoewel Fried zowel uitgever als redacteur<br />

was van het ÖFG stond hij toch<br />

vrij ambivalent tegenover de vredesbewegingen.<br />

Herhaaldelijk betoogde hij:<br />

“Ik werk voor een idee, niet voor een<br />

vereniging. Spijtig genoeg denken<br />

vooral mensen van het bestuur dat dit<br />

hetzelfde is.” Een van de voornaamste<br />

redenen om georganiseerde vredesbewegingen<br />

op te richten was gelegen in<br />

het feit dat men, onafhankelijk van de<br />

nationale staten, een stem wilde<br />

hebben op de wereldvredescongressen.<br />

Het initiatief hiertoe ging uit van<br />

Bertha von Suttner en Alfred Hermann<br />

Fried. Al vrij vroeg (het jaar nadien)<br />

vroeg het bestuur aan Fried om de<br />

vereniging te verlaten. Redenen waren<br />

zijn irriterende ijver en zijn gebrek aan<br />

sociaal functioneren. Bij dit alles kwam<br />

zijn jeugd, zijn geringe opleiding en<br />

zijn lage sociale afkomst. De hoofdreden<br />

was echter de uitgave van<br />

Sammlung Fried die in 1871 verscheen<br />

en als moreel aanstootgevend beschouwd<br />

werd. Hij was geïsoleerd.<br />

Toch bleef Fried actief in de beweging,<br />

al waren zijn standpunten soms weinig<br />

conform aan die van het bestuur.<br />

Herhaaldelijk oefende hij kritiek uit op<br />

hun doelstellingen en methodes. Door<br />

immobilisme duurde het vele jaren eer<br />

het bestuur haar programma publiceerde.<br />

De onderwerpen waren: ontwapening,<br />

oplossen van conflicten door<br />

arbitrage en het oprichten van een<br />

supranationale statenbond.<br />

Theorie en Methode – het<br />

Wetenschappelijk Pacifisme<br />

Hoewel Alfred Fried in het begin<br />

volledig achter het ideeëngoed van<br />

Bertha von Suttner stond, begon hij<br />

geleidelijk te twijfelen. Was haar concept<br />

om alle conflicten op basis van<br />

ethische principes vreedzaam op te<br />

lossen wel haalbaar? De eerste Haagse<br />

conferentie (1899) bewees dat de<br />

betrekkingen tussen de staten niet vlug<br />

zouden veranderen. Fried pleitte voor<br />

een theoretische, wetenschappelijke<br />

benadering. Hij wilde de vredesbeweging<br />

van het odium van het utopische<br />

bevrijden en wendde zich hiervoor tot<br />

universiteitsprofessoren. Het zich afkeren<br />

van ethische en sentimentele uitgangspunten<br />

was in zijn benaderingswijze<br />

niet nieuw. De monografie Die<br />

Grundlagen des revolutionairen<br />

Pacifismus (1908) bevatte de basis van<br />

wat als ´organisatorisch´ of ´wetenschappelijk´<br />

pacifisme zou omschreven<br />

worden. Alle staten zijn heden ten dage<br />

van elkaar afhankelijk en op elkaar<br />

aangewezen. Een geïsoleerde staat is<br />

niet meer denkbaar. Toch handelen<br />

staten of zij alleen staan. Dit zelfstandig<br />

handelen leidt tot conflicten met de<br />

belangen van andere staten. Oorlog kan<br />

dan als een bevrijding werken. Oorlog<br />

is niet een conditie op zichzelf maar<br />

een symptoom van een conditie.<br />

Oorlog is het gevolg van de internationale<br />

anarchie. Dus moet er een<br />

supernationale organisatie komen die<br />

als scheidsrechter kan optreden. Fried<br />

pleitte voor een fundamenteel pacifisme<br />

dat de internationale anarchie<br />

aan banden legt door wettelijke regelgeving<br />

en spirituele bezieling. Hij<br />

trachtte dit als volgt aan barones Von<br />

Suttner uit te leggen: “Het fundamenteel<br />

pacifisme geeft het ‘Noorden’<br />

aan terwijl uw stijl van ageren eerder<br />

het ‘Zuiden’ vertegenwoordigt, Hart en<br />

intellect horen samen en kunnen niet<br />

afzonderlijk bestaan.” Anderzijds uitte<br />

Bertha von Suttner in haar dagboek<br />

harde kritiek: … Fried Pacifismus<br />

gelesen. Der mangel an Ethik gefällt<br />

mir nicht…. Tegelijk erkende zij dat het<br />

zogenaamde revolutionaire pacifisme<br />

ook positieve kanten had. Volgens<br />

Fried was het verkeerd de nadruk te<br />

leggen op ontwapening, omdat oorlog<br />

en bewapening enkel symptomen zijn<br />

van de bestaande internationale anarchie.<br />

Met invloedrijke internationale<br />

instellingen zou de kans op succes<br />

kunnen toenemen. In de pan-Amerikaanse<br />

beweging zag hij een model<br />

waarbij de nationale identiteit kon<br />

behouden worden binnen een internationale<br />

organisatie. Fried noemde deze<br />

vorm van pacifisme ‘wetenschappelijk’<br />

en ‘revolutionair’. Karl Marx als voorbeeld<br />

nemend, betoogde hij dat de wetten<br />

van de vooruitgang onvermijdelijk<br />

tot een nieuwe internationale orde<br />

zouden leiden. De vredesbewegingen<br />

zouden de bevolking moeten bewustmaken<br />

van de geschiedenis en hen<br />

helpen weerstanden uit de weg te<br />

ruimen om die vooruitgang mogelijk te<br />

maken. Ondanks veel kritiek (het<br />

diffuse van het internationale en zijn<br />

lineair vooruitgangsdenken) schiep<br />

Fried het eerste theoretische basisconcept<br />

van een vredesbeweging. Dit idee<br />

werd later uitgewerkt, eerst in de vorm<br />

van de Volkenbond en later, na de<br />

Tweede Wereldoorlog, als de Verenigde<br />

Naties. De publicaties waarin hij zijn<br />

ideeën uiteenzette waren omvangrijk<br />

maar de belangrijkste blijven het<br />

tweedelige Handbuch der Friedensbewegung<br />

(1911– 1913, (Handbook of<br />

the Peace Movement) en het vierdelige<br />

Mein Kriegtagebuch (1918–20, (My<br />

War Diary).<br />

Bij de methoden om de doelstellingen<br />

te bereiken werd nadruk gelegd op de<br />

informatie van de algemene bevolking<br />

en de bewuste beïnvloeding van de<br />

beleidsmakers. De financiële middelen<br />

bleven echter beperkt. Fried omschreef<br />

dit later als een vicieuze cirkel: door<br />

geldgebrek was er te weinig aandacht,<br />

te weinig aandacht leidde tot geldgebrek.<br />

Toch steeg het ledenaantal van<br />

200 in 1898 tot 10.000 in 1914, vooral<br />

na de conferentie in Den Haag. Maar<br />

de vredesbeweging bleef in Duitsland<br />

weinig impact hebben in vergelijking<br />

met Frankrijk, Engeland of de VS.<br />

Vooral de hogere standen zagen in het<br />

pacifisme een antinationale, antipatriottische<br />

en staatsgevaarlijke stroming.<br />

“Het is een onnatuurlijke richting,<br />

(…) een overgevoelige en warrige<br />

woordenbrij die het Germaanse heldendom<br />

en de mannelijke daadkracht aan<br />

de Duitse mannen wil onttrekken, (…)<br />

ze tot hazenharten en mosselachtige<br />

zwakkelingen wil herleiden.” De<br />

Pruisische generaal Von Moltke formuleerde<br />

het als volgt: “Vrede is een<br />

droom en zelfs niet een mooie….<br />

Oorlog is de leidraad van de goddelijke<br />

wereldorde.” Hoe dan ook, door zijn<br />

vele publicaties werd Fried, ondanks<br />

zijn conflicten met het Deutsche<br />

Friedensgesellschaft, toch de leidende<br />

theoreticus in het Duitse taalgebied.<br />

Nobelprijs voor de Vrede in 1911<br />

Bertha von Suttner – die de Nobelprijs<br />

enkele jaren voordien had gekregen –<br />

informeerde Fried regelmatig over de<br />

jaarlijkse selectie van de kandidaten.<br />

Zij was ook de eerste die hem op de<br />

hoogte bracht van zijn prijstoekenning<br />

Vervolg op pagina 20<br />

19


Vervolg van pagina 19<br />

door het comité. Hij deelde de prijs<br />

met Tobias Michael Carel Asser (1838-<br />

1913) een joods-Nederlandse jurist.<br />

Fried kreeg de prijs vooral voor het<br />

oprichten van het tijdschrift Die Waffen<br />

Nieder! en zijn vele bijdragen hierin.<br />

Asser kreeg de prijs vanwege zijn rol<br />

bij het tot stand komen van het<br />

Permanent Hof van Arbitrage op de<br />

eerste Haagse Vredesconferentie. In het<br />

jaar waarin hij de Nobelprijs kreeg,<br />

ontving Fried tevens een gift van het<br />

instituut Carnegie Endowment for<br />

International Peace. In 1913 volgde<br />

een doctoraat honoris causa aan de<br />

Leidse Universiteit in Nederland. De<br />

ergste geldzorgen leken nu voorbij. Iets<br />

wat Bertha von Suttner echter minder<br />

vreugde bezorgde was Frieds plan om<br />

in Wenen een Wereldvredescongres te<br />

organiseren. Zij vond Wenen ongeschikt<br />

wegens de vijandige houding<br />

van het Hof, de adel en de Kerk.<br />

Eerste Wereldoorlog - Dagboek<br />

Hoewel de vredesactivisten de mogelijkheid<br />

van een Europese oorlog nooit<br />

helemaal hadden uitgesloten, achtten<br />

zij de kans hierop van jaar tot jaar<br />

geringer. Dit optimisme berustte<br />

duidelijk op een tekort aan informatie.<br />

De eerste wereldoorlog kwam dan ook<br />

zoals Fried het formuleerde: als een<br />

Golgotha des Pacifismus. Toch hoopten<br />

ook zij bij het begin van de oorlog nog<br />

op een vlugge vrede. Alfred Hermann<br />

Fried was door de gebeurtenissen in<br />

augustus 1914 melancholiek en gedeprimeerd<br />

maar hij beschouwde dit niet<br />

als een bewijs voor het mislukken van<br />

het pacifisme. Integendeel, hij zag zijn<br />

pacifistisch concept bevestigd. De<br />

Wereldoorlog is het gevolg van het niet<br />

bestaan van een wereldorganisatie<br />

boven de individuele naties. Vrede in<br />

de wereld is alleen mogelijk indien dit<br />

verwezenlijkt wordt. In andere landen<br />

ontstonden na het uitbreken van de<br />

oorlog juist nieuwe vredesbewegingen.<br />

De initiatiefnemers waren teleurgesteld<br />

in de vooroorlogse bewegingen en<br />

wilden dat na de oorlog een nieuwe<br />

weg zou ingeslagen worden. Voorbeelden<br />

waren de Nederlandsche Anti-<br />

Oorlog-Raad (NAOR) die in april 1915<br />

een internationaal congres in Den Haag<br />

organiseerde en de Internationale<br />

Frauenausschusses für einen dauerhaften<br />

Frieden.<br />

In Ooste<strong>nr</strong>ijk en ook in Duitsland werd<br />

de censuur strenger. De uitgave van het<br />

20<br />

tijdschrift en ook andere publicaties<br />

werden zeer moeilijk voor Fried.<br />

Dankbaar nam hij een aanbod aan om<br />

naar Zwitserland uit te wijken. Hier<br />

kon hij de Friedens-Warte verder uitgeven.<br />

Tegelijk begon hij een Kriegs-<br />

Tagesbuch. Hierin benadrukte hij herhaaldelijk<br />

het verschrikkelijke en misdadige<br />

van de oorlog. Hij behandelde<br />

juist veelvuldig de emoties die hij<br />

voorheen bij Bertha von Suttner had<br />

bekritiseerd. In zijn pogingen om pacifistische<br />

leerstellingen te valideren<br />

bestudeerde hij de oorsprong van oorlogen.<br />

“Dat deze oorlog anders zou zijn<br />

dan andere oorlogen moet ontkend<br />

worden. De houding van Duitsland kan<br />

alleen begrepen worden indien men<br />

ervan uitgaat dat het een oorlog onvermijdelijk<br />

achtte en daarom zelf het tijdstip<br />

wenste te kiezen ... De anarchie<br />

tussen de staten is een van de grootste<br />

oorzaken … Men gelooft nog altijd in<br />

het oude sprookje dat de mensen eerst<br />

engelen moeten worden voor zij stoppen<br />

met oorlog voeren. Wij pacifisten<br />

zijn verstandige egoïsten omdat wij ons<br />

van deze verschrikkelijke plaag willen<br />

bevrijden.” Hij protesteerde tegen het<br />

Verdrag van Versailles maar waarschuwde<br />

anderzijds ook de Duitsers<br />

om dit niet te bestrijden met geweld. In<br />

zijn pacifistisch concept nam Fried het<br />

standpunt in dat de Eerste Wereldoorlog<br />

had kunnen vermeden worden.<br />

Hij stelde de vraag of werkelijk alles<br />

was gedaan om de oorlog in juli 1914<br />

te verhinderen. Wanneer slechts één<br />

regering van de vijf deelnemende landen<br />

de oorlog absoluut had willen vermijden,<br />

dan was er geen oorlog gekomen.<br />

Alle rechtvaardigingen – van<br />

waar zij ook komen – tonen enkel aan<br />

dat de deelnemende staten de oorlog<br />

wilden. Is de veronderstelling van de<br />

Rijkskanselier dat de Russische mobilisatie<br />

de schuld is van alles, steekhoudend?<br />

Het is duidelijk dat een conferentie<br />

die mobilisatie had kunnen<br />

verhinderen. Dat de oorlog uiteindelijk<br />

toch losbarstte weet Fried vooral aan<br />

de internationale statenanarchie, de<br />

bewapeningsindustrie en de wil – maar<br />

nog meer het fatalisme – van de politieke<br />

elite. In zijn Kriegs-Tagebuch<br />

behandelde Alfred Hermann Fried<br />

verder meerdere vragen die ook vandaag<br />

nog belangrijk zijn. De rol van de<br />

media in de verklaring en de voorstelling<br />

van geweld en oorlog, vragen<br />

over de volledigheid en waarheid van<br />

informatie versus tendentieuze propa-<br />

ganda en verder vragen over de invloed<br />

van de stereotypie in taal en afbeeldingen.<br />

Hoe wordt de legitimiteit van een<br />

oorlogshandeling verklaard?<br />

Rechtvaardigen gevechtshandelingen<br />

altijd het beoogde doel of bestaat er<br />

een potentiële vermijdbaarheid voor<br />

oorlog en geweld?<br />

Slot<br />

Alfred Hermann Fried was een paradox<br />

gedurende zijn leven (en ook nog lang<br />

daarna). Hij zat als het ware altijd<br />

tussen twee stoelen: jood zonder<br />

religieuze overtuiging, links zonder<br />

partijlidmaatschap, intellectueel zonder<br />

academische opleiding en (minstens tot<br />

1913) zonder titel. Een man die zijn<br />

leven lang erkenning zocht als intellectuele<br />

burger zonder dat hij ooit echt<br />

geaccepteerd werd. Hij bleef altijd een<br />

buitenstaander zelfs in de pacifistische<br />

gemeenschap. Het benadrukken door<br />

Fried van een wetenschappelijke<br />

benadering met verwaarlozing van<br />

ethische componenten kan als een<br />

reactie op de sentimentele utopie van<br />

zijn tijd gezien worden. Toch is het zijn<br />

verdienste geweest antipacifistische<br />

stereotiepen met wetenschappelijke<br />

argumenten te weerleggen. In historisch<br />

perspectief komen vele vormen<br />

van samenwerking tussen staten, zoals<br />

de Europese eenmaking en de<br />

Verenigde Naties, overeen met de concepten<br />

van Fried. Een ander activiteit<br />

van Fried die zijdelings met zijn vredeswerk<br />

verband hield, was zijn prominente<br />

rol in de Esperanto-beweging.<br />

Deze beweging steunde op het idee dat<br />

een universele tweede taal zou helpen<br />

in de appreciatie van alle culturen en<br />

zo tot een betere wereldvrede zou leiden.<br />

Hij publiceerde in 1903 zelfs een<br />

studieboek Lehrbuch der internationalen<br />

Hilfssprache Esperanto voor<br />

het aanleren van deze taal.<br />

Verantwoording<br />

De tekst is voornamelijk gebaseerd op<br />

het werk van Bernard Tuider: Alfred<br />

Hermann Fried, Pazifist im Ersten<br />

Weltkrieg. Illusion und Vision. Het gaat<br />

om een Diplomarbeit voor het bekomen<br />

van de titel van Magister der<br />

Philosophie aan de Universiteit van<br />

Wenen. Het werk is vlot leesbaar en is<br />

in PDF-vorm beschikbaar op het web.<br />

Het is niet zozeer een biografie maar<br />

behandelt vooral het pacifistische<br />

concept en de toenmalige vredesbewegingen.<br />

*


Akke Botzen<br />

PN werd in 1993 opgericht in<br />

Nederland (Hilversum) door<br />

journalisten, politici en geëngageerde<br />

individuen, met<br />

steun van de Nederlandse<br />

Vereniging van Journalisten<br />

NVJ en politiek-cultureel<br />

centrum ‘De Balie’.<br />

Bij de viering van het 15-jarig bestaan<br />

complimenteerde minister<br />

Verhagen van BuZa de organisatie:<br />

“ . . . het belang van persvrijheid.<br />

De Nederlandse regering<br />

zal Press Now hierbij van harte<br />

ondersteunen”.<br />

PN ontstond vanuit bezorgdheid<br />

om de oorlog in Joegoslavië, met<br />

als doel het ondersteunen van<br />

onafhankelijke media in dat land,<br />

als tegenwicht tegen de propaganda<br />

en haatcampagnes van de<br />

staatsmedia. In Servië, Kroatië,<br />

Bosnië en Herzegovina werden<br />

radio,TV, kranten, tijdschriften en<br />

sommige internetmedia ondersteund.<br />

Door de conflicten in<br />

Kosovo en Macedonië en de crisis<br />

in Albanië breidde PN ook in<br />

die regionen zijn activiteiten uit.<br />

Nog groter werd het actieterrein<br />

in 2003 met Wit-Rusland,<br />

Moldavië en Oekraïne en met<br />

een 'terreinverkenning' in de<br />

Kaukasus en Centraal Azië.<br />

Algemener werd de doelstelling<br />

in 2004, waarbij het meer dan<br />

voorheen ging om conflictregionen<br />

en landen in transitie op weg<br />

naar democratie.Vandaag de dag<br />

ondersteunt PN ruim 100 projecten<br />

(Balkan, Oost-Europa,<br />

Kaukasus, Centraal- Azië,Afrika<br />

Uit de tijdschriften<br />

Persvrijheid? Press Now, 16 jaar<br />

Bron: <strong>Nieuwsbrief</strong> Press Now, voorjaar 2009<br />

en het Midden-Oosten).<br />

Missie vanaf het begin is het promoten<br />

van democratie en mense<strong>nr</strong>echten<br />

door het ondersteunen<br />

van onafhankelijke media,<br />

met continue aanpassing aan<br />

plaatselijke en politieke ontwikkelingen<br />

in het gebied. Beperkte<br />

de steun zich in het begin tot<br />

noodgevallen, nu heeft PN zijn<br />

focus verschoven naar investeringen<br />

en strategieën voor de lange<br />

termijn met als resultaat meerjarige<br />

overeenkomsten voor projecten<br />

met partners in de betreffende<br />

regionen.Aan onafhankelijke<br />

journalisten wordt steun<br />

en training geboden.<br />

Het 15-jarig bestaan van PN in<br />

2008 viel samen met de directeurswisseling.<br />

Vertrekkend was<br />

Wilco de Jonge, nu werkzaam bij<br />

mense<strong>nr</strong>echten van AI. De aangetreden<br />

directeur Leon Willems<br />

werkte jarenlang voor de IKONtelevisie<br />

(Midden-Oosten en<br />

Afrika) en was de laatste tijd<br />

actief voor de VN in Soedan.<br />

Willems: 'ik vond het al in de<br />

jaren ’90 inspirerend om te zien<br />

hoe PN een activistische opstelling<br />

combineert met een langetermijnvisie.<br />

Wereldwijd staan de<br />

media – (ontwikkelingsorganisaties)<br />

onder sterke politieke en<br />

economische druk. Samenwerking<br />

is noodzakelijk zoals dit<br />

gebeurt in het Global Forum for<br />

Media Development met ethische<br />

regels voor media in conflictgebieden'.<br />

WIllems is gekozen in de<br />

stuurgroep Internationale ngo’s<br />

van het Forum. Staten hebben<br />

weinig geld over voor vrije<br />

media. Nederland vormt een uitzondering:<br />

onze ambassades in<br />

conflictlanden nemen veel initiatieven.<br />

Ook de vrije journalistiek wordt<br />

toenemend bedreigd: embedded<br />

journalism (Afghanistan) en<br />

belemmering van toegang (Gaza).<br />

Bij exiled (hybride) media<br />

(Zimbabwe, Eritrea) wordt het<br />

nieuws locaal vergaard, doorgestuurd<br />

naar een externe zender<br />

en weer beluisterd in het land<br />

van herkomst. De rol van civiele<br />

media zal in dit soort landen<br />

steeds groter worden<br />

(Ethiopische blogs in de diaspora,<br />

het uitdelen van camera's aan<br />

Palestijnse boeren, waarvoor<br />

B'tselem in Israël de Geuzenpenning<br />

ontving).Voor professionele<br />

media en voor PN gaat het<br />

erom, deze berichtgeving in te<br />

passen met behoud van kwaliteit<br />

en integriteit. Door hard te werken<br />

aan de kwaliteitseisen is PN<br />

nu I.S.O.-gecertifeerd.*<br />

Resultaten<br />

Koerdistan/Noord-Irak<br />

31 maart 2009 presenteerde<br />

Judit Neurink in Felix Meritis in<br />

Amsterdam haar boek ‘De Bange<br />

Stad’, over de lotgevallen van drie<br />

bevriende families in Bagdad met<br />

verschillende etnische achtergronden.<br />

Niet toevallig, want<br />

schrijfster is directeur van het<br />

IMCK, het Independent Media<br />

Centre Kurdistan. Dit Centrum<br />

vierde april 2009 haar eerste<br />

verjaardag. Het onderging in deze<br />

korte tijd een stormachtige groei<br />

en netwerkbekendheid. Behalve<br />

allround scholing aan media verzorgt<br />

het IMCK ook trainingen<br />

voor Koerdische politici: voor<br />

het verbeteren van hun omgang<br />

met de media en het bieden van<br />

meer transparantie. Er zijn voorbereidingen<br />

voor een post-doc<br />

opleiding journalistiek, dit jaar<br />

nog te beginnen. De financiering<br />

gaat lukken. Helaas is de vergunning<br />

als locale ngo nog niet rond.<br />

Armenië<br />

Een Nederlandse delegatie (RTV<br />

Oost) bezocht in 2008 het commerciële<br />

tv station in Sevan, de<br />

armste regio van Armenië. Het<br />

station is opgezet door een<br />

Armeense ondernemer, om geld<br />

te verdienen maar ook vanuit een<br />

ideologie: 'voor het brengen van<br />

vermaak en informatie aan een<br />

bevolking die weinig heeft'. Boven<br />

het vanuit het station al bestaande<br />

trainingsprogramma van studenten<br />

journalistiek werd nu via<br />

gezamenlijke personeelstraining<br />

en het installeren van gesponsorde<br />

apparatuur de basis gelegd<br />

voor een langdurige samenwerking.<br />

De uitzendingen van het<br />

Armeense station zijn lokaal/<br />

regionaal gericht met dagelijks<br />

nieuws en informatieve programma's<br />

en met veel aandacht voor<br />

sociale problematiek. De medewerkers<br />

tonen veel betrokkenheid.<br />

RTV Oost kan helpen door<br />

structureel training te verzorgen<br />

en de apparatuur te verbeteren.<br />

'Maar de Armeense zender zal<br />

het niet redden zonder verdere<br />

materiële ondersteuning van<br />

Press Now', aldus Marcel Oude<br />

Wesselink, programmadirecteur<br />

van RTV Oost. Radio Darfur: opgezet<br />

april 2008 door PN directeur<br />

Willems en sinds december<br />

2008 vanuit Hilversum bezig met<br />

radio-uitzendingen over en voor<br />

Soedan (website Eng. www.radio<br />

dabanga. org.) Willems ontwikkelde<br />

de afgelopen 3 jaar al in Zuid-<br />

Soedan een uitgebreid werk van<br />

FM-zenders voor de VN.<br />

*) normen voor mediagerelateerde<br />

bedrijven.


Jef De Loof<br />

De opvatting dat het leven op<br />

onze planeet een ontwikkeling<br />

heeft gekend, waarbij de verschillende<br />

soorten geleidelijk<br />

geëvolueerd zijn vanuit gemeenschappelijke<br />

voorouders, vinden<br />

we al terug bij bepaalde Griekse<br />

filosofen.Waarschijnlijk zijn in<br />

de daaropvolgende eeuwen nog<br />

andere filosofen en biologen<br />

hiermee bezig geweest, maar<br />

hiervan zijn geen sporen meer<br />

terug te vinden wegens repressie<br />

en onbespreekbaarheid van<br />

het probleem.<br />

Lamarck (1744-1829) was de eerste<br />

om een wetenschappelijke hypothese<br />

te formuleren in verband met biologische<br />

evolutie. Hij veronderstelde<br />

dat onder invloed van het leefmilieu<br />

veranderingen konden ontstaan die<br />

erfelijk waren. Een van zijn voorbeelden<br />

was de giraf die een langere<br />

hals ontwikkelde toen de laagste<br />

bladeren van de bomen moeilijk<br />

bereikbaar werden.<br />

Het was echter Charles Darwin<br />

(1809-1882) die, na uitgebreid onderzoek<br />

en vele contacten met andere<br />

wetenschappers, de basis legde van de<br />

huidige evolutietheorie. Het ontstaan<br />

van de verschillende soorten is volgens<br />

zijn stelling het gevolg van drie<br />

factoren: genetische variaties, voortplanting<br />

en natuurlijke selectie. Zijn<br />

voornaamste publicatie: On the origin<br />

of species by means of natural selection<br />

(1859) werd positief onthaald in<br />

wetenschappelijke kringen. De<br />

stelling van Darwin bracht niet alleen<br />

een plausibele verklaring voor een<br />

aantal vastgestelde feiten, ze volgde<br />

een logische gedachtegang en was<br />

gebaseerd op ernstig wetenschappelijk<br />

onderzoek. In het licht van de<br />

viering van het jaar van Darwin leek<br />

het opportuun zijn evolutieleer te<br />

bekijken, speciaal in verband met<br />

competitie en oorlog. Het darwinisme<br />

steunt enerzijds op de vaststelling dat<br />

erfelijke mutaties veel voorkomen en<br />

anderzijds dat in de competitie tussen<br />

22<br />

Het darwinisme en oorlog<br />

Charles Darwin<br />

de al dan niet gemuteerde afstammelingen<br />

de sterkste of liever de best<br />

aan zijn omgeving aangepaste – the<br />

fittest, zoals hij die noemde – het<br />

uiteindelijk haalt. Dit mechanisme<br />

zorgt voor een permanente vooruitgang<br />

van de kwaliteit en de leefbaarheid.<br />

Sociaaldarwinisme<br />

Het darwinisme paste dan ook in het<br />

denkkader van de activisten, van de<br />

strebers. Wij, mensen, staan aan de<br />

top, en alles wijst er op dat we het<br />

nog veel verder kunnen schoppen.<br />

Sommigen gingen die Survival of the<br />

Fittest interpreteren als een mechanisme<br />

waaraan we actief moeten<br />

meewerken, willen we de ontwikkeling<br />

van de mensheid stimuleren. Ze<br />

vonden hierin een reden om de zorg<br />

voor de zwakken als contraproductief<br />

te zien. Als 'sociaaldarwinisten' –<br />

een wat misleidende benaming –<br />

waren ze ervan overtuigd dat de aandacht<br />

van de overheid in de eerste<br />

plaats moet gaan naar de sterken. Dit<br />

vinden we ook enigszins terug in het<br />

neoliberale denken: zorg in de eerste<br />

plaats voor de sterken. Zij zorgen<br />

voor een welstellende samenleving,<br />

waarvan ook de zwakkeren zullen<br />

genieten.<br />

Sommigen gingen verder en vonden<br />

dat de samenleving de zwakkeren aan<br />

zichzelf moest overlaten, zoals de<br />

natuur het geregeld had. Extreme aanhangers<br />

waren er van overtuigd dat<br />

we de natuur een hand moesten toesteken<br />

door het nemen van eugenetische<br />

maatregelen, zoals steriliseren<br />

of een zachte dood laten sterven van<br />

gehandicapten, dementen, onaangepasten<br />

en…al wie behoorde tot een<br />

minderwaardige cultuur. Uitwassen<br />

gingen zeer ver. Ze maakten een<br />

onderscheid tussen culturen en<br />

rassen. Superieure rassen, zoals het<br />

arische ras, hadden binnen het evolutionaire<br />

denkkader het recht de minderwaardige<br />

uit te schakelen, in de<br />

lijn van de natuurlijke ontwikkeling.<br />

Een evolutie gebaseerd op een survival<br />

of the fittest leek op het eerste<br />

gezicht een samenleving te veronderstellen<br />

waarin competitie, het vechten<br />

om te overleven, een belangrijke<br />

plaats innam. Vijandschap, oorlog,<br />

massavernietiging, 'oog om oog, tand<br />

om tand', racisme, egocentrisch gedrag,<br />

het lijken allemaal noodzakelijke<br />

elementen van groei en vooruitgang.<br />

Groepsselectie<br />

Darwin zelf had problemen met deze<br />

negatieve interpretaties van de<br />

natuurlijke selectie. Hij vond zorg<br />

voor de zwakkeren een absolute<br />

noodzaak en een positief element in<br />

de evolutie van het mensdom. Op een<br />

bepaald moment gebruikte hij de<br />

term 'groepsselectie' om te wijzen op<br />

het belang van de groep, op de nood<br />

aan sociaal gedrag, voor de groei van<br />

het welzijn van de gemeenschap.<br />

Sociaal gedrag heeft in de loop van<br />

de geschiedenis nergens de ontwikkeling<br />

tegengehouden. Integendeel.<br />

Van in het begin van de menselijke<br />

geschiedenis zien we zorg voor de<br />

zwakke, voor de mindere. Overal ter<br />

wereld, in alle beschavingen, zie je<br />

mensen tegen de darwinistische competitie<br />

in hun voordelige positie prijsgeven,<br />

de zwakkere bijstaan en voorrang<br />

geven. Aanvankelijk waren het<br />

uitzonderingen die onafhankelijk van<br />

mekaar zich inzetten voor de medemens,<br />

voor een nieuwe, menselijker<br />

wereld. Stilaan gaan ze samenwerken,<br />

vandaag vormen ze ngo's, een teken<br />

dat de tendens doorgroeit en veralge-


meent. Meer nog, bevolkingsgroepen<br />

die macht uitoefenen staan geleidelijk<br />

een deel van die macht af ten<br />

voordele van zwakkeren, verplicht of<br />

gewoon om de wereld leefbaar te<br />

houden. Afschaffing van de slavernij,<br />

ontwikkeling van een sociale wetgeving,<br />

algemeen stemrecht, emancipatie<br />

van de vrouw, ontstaan van een<br />

belastingsysteem als aanzet tot herverdeling<br />

van de welvaart, het zijn<br />

allemaal situaties waarin een deel van<br />

de macht van de sterkere groep overgedragen<br />

wordt naar de zwakkeren.<br />

En je kunt nu zeggen dat het nog veel<br />

te weinig is, het is in elk geval een<br />

nieuw, groeiend verschijnsel, dat<br />

recht ingaat tegen de principes van<br />

het sociaaldarwinisme.<br />

Doortrekken van de<br />

evolutielijnen<br />

De menselijke beschaving kent in de<br />

jongste tijd op alle terreinen een ongelooflijk<br />

snelle, almaar snellere<br />

ontwikkeling. Zeker als je die vergelijkt<br />

met de uiterst trage evolutie<br />

van de eerste homo sapiensgeneraties,<br />

die ongeveer 160.000 jaar geleden<br />

hebben geleefd. In die ontwikkeling<br />

kan je bepaalde richtingen herkennen<br />

die bij extrapolatie een aantal perspectieven<br />

geven, maar wat het uiteindelijk<br />

wordt is een groot vraagteken.<br />

Blijft het een beheersbare, in<br />

toom te houden groei of wordt het<br />

een reis bergaf, op een trein zonder<br />

remmen, die uiteindelijk eindigt op<br />

een totale crash? Niemand kan het<br />

voorspellen. We weten enkel dat de<br />

mens zelf in toenemende mate verantwoordelijk<br />

wordt, niet alleen voor<br />

zijn eigen toekomst, maar voor de<br />

toekomst van onze planeet<br />

Een algemene bezinning is noodzakelijk,<br />

uitgaande van een aantal onbetwistbare<br />

vaststellingen.<br />

- Onze kennis neemt toe op een exponentiële<br />

wijze. Waar deze bij de primitieve<br />

mens beperkt was tot zijn onmiddellijke<br />

omgeving en ervaring,<br />

ging ze almaar verder zoeken, diepgaander<br />

graven en ruimer interpreteren.<br />

De groeiende hoeveelheid basisgegevens<br />

waarover we beschikken<br />

kunnen we op een gestructureerde<br />

wijze opslaan, wat het mogelijk<br />

maakt verbanden te onderzoeken.<br />

Meer en meer slagen we erin een<br />

wereld te scheppen die voor ons<br />

werkt.<br />

- We worden steeds onafhankelijker,<br />

lichamelijk en geestelijk, minder en<br />

minder gebonden aan de zorg voor<br />

onze basale levensbehoeften. Deze<br />

evolutie gaat verder. Van groeiende<br />

onafhankelijkheid van de omgevingsfactoren,<br />

naar een toenemende impact<br />

op de natuur om uiteindelijk richting<br />

te geven aan de verdere ontwikkeling<br />

van onze planeet en van het leven op<br />

aarde. Door manipulatie van onze<br />

genen zien we een toekomstbeeld<br />

waarin we zelfs in staat zijn onze<br />

eigen menselijke evolutie te richten.<br />

- Meer impact op de toekomst van<br />

onze wereld betekent meer verantwoordelijkheid,<br />

een verantwoordelijkheid<br />

op een totaal ander niveau.<br />

We krijgen een wereld in handen en<br />

beschikken over steeds ingrijpender<br />

middelen, die we met toenemende<br />

voorzichtigheid moeten leren manipuleren.<br />

Deze ontwikkeling heeft zeker vele<br />

positieve gevolgen. We beheersen<br />

tegenwoordig de natuur in die mate<br />

dat we, althans in het rijkere deel van<br />

de wereld, niet meer moeten vechten<br />

voor ons bestaan, maar ons de luxe<br />

kunnen permitteren de zwakkere op<br />

te vangen, zonder als gemeenschap<br />

hiervan echt nadeel te ondervinden.<br />

Vandaag kunnen we, zonder ons pijn<br />

te doen, mensen langer laten leven<br />

met behulp van dure geneesmiddelen<br />

en al even dure zorg. Kunnen we<br />

kinderen, waarvan we weten dat ze<br />

door chronische ziekte nooit productief<br />

zullen zijn maar de maatschappij<br />

veel zullen kosten, een lang leven bezorgen.<br />

Maatregelen die totaal indruisen<br />

tegen het sociaaldarwinisme.<br />

Anderzijds moeten we onze prioriteiten<br />

grondig herbekijken. In de eerste<br />

plaats worden we geconfronteerd met<br />

zware problemen die het<br />

voortbestaan van de mensheid<br />

bedreigen zoals de opwarming<br />

van de aarde en de uitputting<br />

van onze grondstoffen. Een<br />

ander prioritair probleem,<br />

waarop te weinig nadruk wordt<br />

gelegd, is de toenemende vernietigingskracht<br />

van de wapens.<br />

Kernwapens, chemische, biologische<br />

wapens bedreigen het<br />

voortbestaan van de mens op<br />

aarde. Veel te vlug zijn we het<br />

vergeten of werd het nieuws<br />

weggemoffeld, dat we op een<br />

bepaald ogenblik tijdens de<br />

Koude Oorlog (26 september<br />

1983) zeer dicht stonden bij een<br />

ongewilde massale atoomoorlog<br />

na een foutief gesignaleerd<br />

vertrek van vijf Amerikaanse<br />

raketten. Enkel de koelbloedigheid<br />

en ongehoorzaamheid van<br />

de sovjetverantwoordelijke die<br />

het automatisch vertrek van<br />

Russische raketten uitschakelde,<br />

heeft ons voor de<br />

explosie van honderden kernwapens<br />

gespaard.<br />

Ontwikkelen van steeds gevaarlijker<br />

wapens is het logisch gevolg van<br />

enerzijds de toename van onze technische<br />

mogelijkheden en anderzijds<br />

het nog altijd aanvaarden van oorlogen<br />

als laatste oplossing van een<br />

conflict. Terugdringen van de oorlog<br />

door meer dialoog en samenwerking,<br />

is onze prioriteit. Het kan als we er<br />

aan willen werken. Inzet voor vrede is<br />

geen vechten meer tegen de bierkaai.<br />

In het licht van de evolutie wordt het<br />

een zinnige, realiseerbare, meer dan<br />

ooit noodzakelijke actie. *<br />

23


Symposium bij het 40-jarig <strong>NVMP</strong>-jubileum<br />

Hugo D’aes, Hans van Iterson<br />

Op zaterdag 10 oktober organiseerde<br />

de <strong>NVMP</strong> ter gelegenheid<br />

van haar 40-jarig bestaan<br />

het toepasselijke symposium<br />

‘Arts en Oorlog’ in het UMC te<br />

Utrecht. Het was niet alleen een<br />

terugblik maar ook een poging<br />

tot verbreding van haar blik.<br />

Welke dilemma’s komt de arts<br />

tegen bij oorlog?<br />

Introductie<br />

Historicus Leo van Bergen bereidt<br />

ons voor op de hoofdthema’s van de<br />

dag met een bondige maar prikkelende<br />

introductie: ‘De drie rollen van<br />

de gezondheidswerker ten opzichte<br />

van oorlog’ te weten: het streven naar<br />

een kernwapenvrije wereld, noodhulp<br />

en oorlog en schending van medische<br />

mense<strong>nr</strong>echten in oorlogstijd. Als we<br />

het over oorlog hebben is de gezondheidswerker<br />

nooit ver weg. Bij<br />

beelden van een oorlog horen beelden<br />

van ambulances, artsen en verpleegkundigen.<br />

Maar hun rol is veelal<br />

curatief, niet preventief: het genezen<br />

van door oorlog geslagen wonden.<br />

Op dit symposium schenken we aandacht<br />

aan drie minder belichte rollen<br />

van de gezondheidswerker tijdens een<br />

oorlog.<br />

Vooreerst de actievoerder: artsen kunnen<br />

en moeten voorlichting geven<br />

over de gevaren van oorlog en<br />

wapens. Zeker sinds de atoomaanvallen<br />

op Hiroshima en Nagasaki is<br />

het een must dat artsen duidelijk<br />

maken dat efficiënte hulpverlening in<br />

oorlogstijd onmogelijk is. Maar ook<br />

landmijnen en clusterbommen geven<br />

door hun niet-discriminatoire werking<br />

genoeg redenen tot bezorgdheid.<br />

Vervolgens focussen we op de helper<br />

in nood, vooral toegespitst op de<br />

ethische dilemma’s: wat doe je als<br />

anderen beslissen over wie de hulp<br />

krijgt, welke mensen medische zorg<br />

of voedselhulp ontvangen en welke<br />

niet? En wat met het onthutsende<br />

24<br />

Arts en Oorlog<br />

gegeven dat je als hulpverlener een<br />

conflict langer laat duren of in stand<br />

houdt? Tenslotte zullen we het hebben<br />

over de arts als dader of medeplichtige:<br />

hem als monster afschilderen is<br />

misschien net iets te gemakkelijk.<br />

Enige zelfreflectie over onze eigen<br />

attitudes kan tot het besef leiden dat<br />

oorlog eerder een verzachtende dan<br />

een verzwarende omstandigheid is.<br />

Deel I: Nucleaire wapens<br />

<strong>NVMP</strong>-voorzitter Herman Spanjaard<br />

opent met een boeiende powerpointpresentatie<br />

het onderwerp 'nucleaire<br />

wapens'. De mijlpalen in de geschiedenis<br />

van de <strong>NVMP</strong> passeren de<br />

revue: de IPPNW-Nobelprijs voor de<br />

Vrede in 1985, het World Court<br />

Project, The Hague Appeal for Peace in<br />

Den Haag in 1999, Mayors for Peace.<br />

De waanzin van de oorlog wordt door<br />

Herman uitgelicht. Hij geeft aan dat<br />

een kogel van 1 cent, die in een Afrikaans<br />

land iemand verwondt, een materiële<br />

schade kan aa<strong>nr</strong>ichten van<br />

$ 6000,00. Voor datzelfde geld kun je<br />

bijvoorbeeld 250 kinderen volledig<br />

vaccineren, 100 kinderen één jaar<br />

basiseducatie geven of een gezin van<br />

vijf mensen tien jaar voeden. Er staan<br />

nog steeds 4.000 kernwapens op hair<br />

trigger alert. Op iedere grote Nederlandse<br />

stad staat nog altijd een ker<strong>nr</strong>aket<br />

met de juiste coördinaten gericht,<br />

ook hier op Utrecht. Dat is een meer<br />

dan verontrustende gedachte.<br />

Vervolgens kreeg de burgemeester<br />

van Wassenaar Jan Hoekema het<br />

woord. Hoekema is een van de 53<br />

‘Burgemeesters voor Vrede’ die<br />

Nederland inmiddels telt. Hoekema<br />

stelt vast dat antikernwapenmensen<br />

vaak als ‘links’ te boek staan. Bij de<br />

Burgemeesters voor Vrede ligt dat<br />

anders. Ze zijn lang niet allemaal<br />

PvdA maar ook CDA en VVD. Alle<br />

kleuren zijn vertegenwoordigd, dat<br />

wil zeggen: burgemeesters zijn bezig<br />

met kernwapens. Een middel om aandacht<br />

te krijgen is het maken van een<br />

link met de millenniumdoelen (er zijn<br />

immers ook al 140 ‘millenniumgemeenten’).<br />

Het is de taak van de<br />

burgemeester deze doelen aaibaar te<br />

maken. Een wereld waar het kernwapen<br />

bestaat als verweer omdat je je<br />

bedreigd voelt door een ander, van<br />

dat soort denken, van die structuren<br />

moeten we proberen af te komen. Het<br />

afbouwen van kernwapens is niet onmogelijk<br />

als er politieke wil is bij de<br />

landen die er toe doen: de Verenigde<br />

Staten, China en Rusland. Als die drie<br />

landen het met elkaar eens worden is<br />

het visioen van een kernwapenvrije<br />

wereld niet meer ondenkbaar. Maar<br />

dat zal wel een soort veiligheidsordening<br />

vergen en technische afspraken<br />

over het op een fatsoenlijke<br />

manier opruimen van kernwapenvoorraden.<br />

Hoekema moedigt de aanwezigen<br />

aan: laat uw stem horen aan<br />

burgemeesters en gemeenteraadsleden<br />

op weg naar die kernwapenvrije<br />

wereld. Zij zitten er toch allemaal<br />

namens de bevolking, zijn allemaal<br />

gekozen of benoemd. Die gevoelens<br />

moeten ook vertolkt worden richting<br />

Den Haag met hulp van de Vereniging<br />

van Nederlandse Gemeenten.<br />

Denk niet, dat kernwapen gaat<br />

vanzelf weg, dat is iets te makkelijk.<br />

Laten we daar onze agenda op richten<br />

gedurende de eerste drie, vier jaar dat<br />

Obama president is. Daar zitten<br />

kansen, maak daar gebruik van!<br />

Oud-<strong>NVMP</strong>-voorzitter Auke van der<br />

Heide gaat vervolgens meer in op de<br />

details van de medische verantwoordelijkheid<br />

daar waar het preventie<br />

van kernwapens betreft. In 1986<br />

stelde de KNMG in een verklaring<br />

dat na een nucleaire aanval artsen<br />

‘niet kunnen voldoen aan de basisvoorwaarden<br />

voor een georganiseerde<br />

gezondheidszorg’. De World Medical<br />

Association zei in een verklaring over<br />

kernwapens: Het is de plicht van<br />

iedere medicus de afschaffing van<br />

kernwapens te bevorderen. Wat is er<br />

nog meer nodig om aan te tonen dat<br />

artsen een verantwoordelijkheid<br />

hebben wanneer het gaat om middelen<br />

die de potentie in zich hebben<br />

hele populaties uit te roeien? Auke<br />

maakt een vergelijking met roken:


Jan Hoekema<br />

tegenwoordig is roken not done. Zo<br />

moeten we ook af van de nucleaire<br />

wapens. Je weet dat het slecht is voor<br />

je eigen mensen om de wapens te<br />

produceren. Je weet dat het gevaarlijk<br />

is om deze wapens te bezitten en toch<br />

is de aantrekkingskracht kennelijk zo<br />

groot dat er steeds meer staten zijn<br />

die deze wapens in bezit hebben.<br />

Vervolgens wordt een stuk uit de film<br />

Wargame (1965) getoond die de<br />

gruwelen en medische chaos en wanhoop<br />

laat zien na een atoomaanval op<br />

Groot-Brittannië. De film werd destijds<br />

gecensureerd en mocht niet op<br />

het publieke net worden uitgezonden.<br />

Discussie<br />

Daarna is het tijd voor vragen. Een<br />

medisch student confronteert ons<br />

direct met een volgend dilemma:<br />

volledige kernontwapening zelf is<br />

eerder gevaarlijk dan ongevaarlijk. De<br />

kennis is er immers toch, je kunt<br />

waarschijnlijk nooit zonder.<br />

Leo van Bergen beaamt dat: aan<br />

alleen ontwapenen heb je niks dat<br />

moet gepaard gaan met geopolitieke<br />

ontspanning, dat moet gepaard gaan<br />

met het ontwapenen van andere<br />

wapensystemen en met andere<br />

manieren van conflictoplossing.<br />

Herman Spanjaard vult aan: de kans<br />

Auke van der Heide<br />

dat de laatste kernwapens deze aarde<br />

verlaten is heel klein maar de overkill<br />

die er nu is slaat helemaal nergens<br />

op; die kost heel veel geld. Dat geld<br />

kun je inzetten voor onderwijs, voor<br />

medische wetenschap en voor nog<br />

een hoop andere programma's. Er<br />

wordt vooral veel geld uitgegeven dat<br />

op een andere manier besteed kan<br />

worden. Verder is het opruimen van<br />

de kernwapens uit Nederland een heel<br />

concreet doel. Ook zou het fijn zijn<br />

als de Russen en Amerikanen alleen<br />

nog hun kernwapens op elkanders<br />

steden zouden richten en niet meer op<br />

de Europese. Dat zijn heel concrete<br />

doelen om na te streven.<br />

Herman Spanjaard<br />

Linda Polman<br />

Deel II: Noodhulp en oorlog<br />

Eerst kwam Linda Polman aan het<br />

woord over ‘Medische noodhulp en<br />

geweld’. Polman is freelance journaliste,<br />

die als oorlogscorrespondente<br />

aanvankelijk rapporteerde over<br />

diverse vredesmissies van de VN. In<br />

1993 was ze in Somalië, waar ze het<br />

grote verschil constateerde tussen de<br />

succesverhalen die in de krant verschenen<br />

en de realiteit op het veld. Ze<br />

was er ook bij in Rwanda in 1994,<br />

waar de VN-soldaten opnieuw<br />

machteloos moesten toekijken tijdens<br />

de genocide. Vervolgens kwam ze in<br />

Siërra Leone terecht, waar het verdrag<br />

van Lomé in 1999 de humanitaire<br />

hulpkaravaan op gang bracht. Ze<br />

stelde met verbazing vast waar de<br />

massale financiële en materiële hulp<br />

naar toe ging: het bleek namelijk dat<br />

de vroegere machthebbers het gemakkelijkst<br />

toegang kregen tot die<br />

hulp en konden beslissen waar die<br />

naartoe ging. En de armen bleven<br />

even arm als voorheen. Vanuit deze<br />

ontnuchterende waarnemingen begon<br />

ze te schrijven aan haar boek ‘De<br />

crisiskaravaan’, dat ook in deze<br />

<strong>Nieuwsbrief</strong> al aandacht kreeg<br />

(winternummer 2008). Om meer<br />

materiaal te verzamelen ging Linda<br />

Polman andere humanitaire hulpacties<br />

bestuderen, van eenmans-ngo’s tot<br />

mastodonten als UNICEF en Artsen<br />

zonder Grenzen. Ze kwam tot harde<br />

en voor veel hulpverleners moeilijk te<br />

verteren vaststellingen. De hulpverlening<br />

in acute oorlogssituaties is een<br />

echte industrie, zowel voor de gevers<br />

als voor de ontvangers. In het kamp<br />

van deze laatsten is het de kwestie te<br />

zorgen dat je zelf zo veel mogelijk<br />

krijgt en de tegenstander zo weinig<br />

mogelijk.<br />

Voor een deel heeft deze kwalijke<br />

evolutie te maken met het einde van<br />

de Koude Oorlog: doordat de supermachten<br />

zich terugtrekken uit de oorlogsfronten<br />

wordt de noodhulp overgelaten<br />

aan allerhande organisaties.<br />

Deze worden gesubsidieerd door de<br />

overheid en/of privésponsors en daar<br />

is héél veel geld mee gemoeid. Het<br />

meest bloedstollende aspect van het<br />

hele verhaal is de manipulatie van de<br />

media die een essentiële rol spelen:<br />

hoe meer geweld en gruwel, hoe meer<br />

media-aandacht, hoe meer hulp. Als<br />

je geen verhongerende of verminkte<br />

baby’s kunt laten zien krijg je geen<br />

geld. Zonder aandacht van CNN geen<br />

hulp. Linda Polman hoorde persoonlijk<br />

getuigenissen van rebellen in<br />

Siera Leone, die doelbewust slachtingen<br />

en vernielingen aa<strong>nr</strong>ichten: door<br />

steeds meer geweld te gebruiken<br />

komt er uiteindelijk toch hulpverlening<br />

op gang en kunnen ze profiteren<br />

van de hulpverleningsindustrie.<br />

Het motto tutti fratelli van He<strong>nr</strong>i<br />

Dunant (alle mensen zijn broeders en<br />

iedereen heeft recht op dezelfde hulp)<br />

Vervolg op pagina 26<br />

25


Vervolg van pagina 25<br />

is dan wel ontstaan uit een nobel<br />

meevoelen met de lijdende mens,<br />

maar blijkt er in de praktijk soms<br />

voor te zorgen dat er slachtoffers worden<br />

gecreëerd en dat een conflict<br />

wordt verlengd.<br />

Toen was het de beurt aan Godelieve<br />

van Heteren om te reageren. Zelf arts<br />

met ervaring in de medische noodhulp,<br />

begon ze met te zeggen dat het<br />

verhaal van Linda Polman spijtig genoeg<br />

klopt. Maar de vraag stelt zich<br />

welk debat je hiermee nu wilt voeren.<br />

Het mag geen zwart-wit discussie<br />

worden (“Er zijn alleen maar mislukkingen,<br />

of alleen maar goede<br />

resultaten”; of: “Ontwikkelen kan<br />

alleen maar zonder, of mét, hulp”),<br />

waarna gekozen moet worden tussen<br />

gewoon verder doen en alle hulp<br />

stopzetten. Het debat moet genuanceerd<br />

gevoerd worden.<br />

Godelieve van Heteren<br />

26<br />

Herkenbare dilemma’s zijn voor Van<br />

Heteren:<br />

• Noodhulp is ‘kluitjesvoetbal’.<br />

• We are feeding the bad guys.<br />

• Blijven versus weggaan.<br />

• Belangenconflicten (kiezen voor de<br />

noodlijdende bevolking of compromissen<br />

sluiten met de machthebbers).<br />

• Incidentele in plaats van structurele<br />

aanpak (enkel wat in de schijnwerpers<br />

staat krijgt hulp).<br />

Punten van kritiek zijn:<br />

• De visie van Polman is dichotoom:<br />

óf goed óf slecht is te simpel gesteld.<br />

• Polman biedt te weinig alternatieven,<br />

want hoe ga je om met die<br />

dilemma’s? Zomaar stoppen met<br />

alles?<br />

• Teveel invloed wordt toegedicht aan<br />

ngo’s.<br />

• Noodhulp en structurele ontwikkeling<br />

moet je meer in elkaars verlengde<br />

zien; in de noodhulpfase meer<br />

aansluiting zoeken bij lokale initiatieven.<br />

• Ngo’s zijn zich al goed bewust van<br />

de problematiek en proberen er iets<br />

aan te doen.<br />

• Global health perspective: de verbetering<br />

van de gezondheidstoestand<br />

moet wereldwijd bekeken worden, en<br />

dit moet nu net buiten de rampen<br />

gebeuren.<br />

We kregen even tijd om de standpunten<br />

te laten bezinken tijdens het film-<br />

V.l.n.r.: Herman Spanjaard, Leo van Bergen, Auke vd Heide en Peter Buijs (dagvoorzitter)<br />

fragment uit Fernando Meirelles’ The<br />

constant gardener. Verschillende van<br />

de aangehaalde problemen kwamen in<br />

tien minuten aan bod, zoals het droppen<br />

van voedselhulp, de dubieuze<br />

praktijken van de farma-industrie, het<br />

dilemma van de hulpverlener die een<br />

kind moet achterlaten en zelf zijn<br />

hachje redt.<br />

Discussie<br />

De discussie die volgde bracht nog<br />

enige verduidelijking in de standpunten.<br />

Een oud-medewerkster van<br />

Artsen zonder Grenzen stelde dat<br />

AZG niet thuishoort in dit verhaal en<br />

nooit de media heeft ‘gebruikt’ om<br />

hulp te vragen. Waarop Polman<br />

antwoordde dat AZG willens nillens<br />

deel uitmaakt van het ‘circus’, de<br />

crisiskaravaan: de actoren zien het<br />

niet anders, ze worden even goed<br />

gemanipuleerd. Volgens Van Heteren<br />

zien de hulpverleners echter wel<br />

degelijk dat ze in gemanipuleerde<br />

situaties terechtkomen en maken<br />

keuzes.<br />

Linda Polman haalde ook nog het<br />

voorbeeld Darfur aan. Niet minder<br />

dan 130 hulporganisaties van alle slag<br />

zijn hier aan het werk, het is de grootste<br />

hulpverleningsactie ter wereld:<br />

meer dan €800 miljoen per jaar! De<br />

besteding van geld en mankracht zou<br />

veel efficiënter kunnen als deze<br />

organisaties zouden samenwerken en<br />

één front vormen tegen de lokale


Lisette Luykx en Edwin Bakker<br />

machthebbers. Een organisatie als<br />

Artsen zonder Grenzen, die noodgedwongen<br />

keuzes moet maken, zou<br />

ook projecten kunnen selecteren waar<br />

de hulp minder gemanipuleerd wordt<br />

dan in bijvoorbeeld Soedan. De donaties<br />

en de hulp zouden veel beter<br />

besteed zijn. Godelieve van Heteren<br />

vindt echter dat, alles bijeen, de<br />

balans van de hulpverlening zeker<br />

niet negatief is, er gebeurt ook veel<br />

goeds met het gedoneerde geld.<br />

Literatuur die ter sprake kwam:<br />

Linda Polman: De crisiskaravaan, uitg. Balans<br />

Tobias Reijngoud: Ontwikkelingshulp in 2 uur<br />

en 53 minuten, uitg. Kosmos<br />

James Orbinski: An Imperfect Offering, uitg.<br />

Random House<br />

Deel III: Schending medische<br />

mense<strong>nr</strong>echten in oorlogstijd,<br />

ook door artsen zelf<br />

De eerste spreker is Lisette Luykx,<br />

tegenwoordig huisarts en docent aan<br />

de VU maar voorheen voorzitter van<br />

Artsen zonder Grenzen. Zij vertelt<br />

van haar ervaringen als arts in het<br />

vluchtelingenkamp Goma waar ze<br />

vluchtelingen uit Rwanda verzorgde.<br />

Daar werkte ze samen met Hutuartsen<br />

die uit het conflictgebied kwamen<br />

en die zich onmiskenbaar hadden<br />

schuldig gemaakt aan schendingen<br />

van mense<strong>nr</strong>echten en misschien<br />

wel aan genocide. Dat leverde toch<br />

een enigszins gespannen werksituatie<br />

op waarbij niet ontkend kon worden<br />

dat deze artsen zich als gewone collega’s<br />

gedroegen, kennelijk zonder<br />

geestelijke ballast.<br />

Daarna maakt zij een overstap naar de<br />

Tweede Wereldoorlog en nazi-Duitsland;<br />

welke voorbeelden zijn daar te<br />

vinden? Het naziregime dringt diep<br />

door in het medische domein doordat<br />

er een euthanasieprogramma ontstaat:<br />

mensen die zwakzinnig zijn of een<br />

handicap hebben horen niet bij ons<br />

Arische ras thuis en die kunnen we<br />

maar beter doden. Er zijn ook veel<br />

experimenten met medicijnen gedaan.<br />

Er zijn allerlei gruwelijke operaties<br />

uitgevoerd. Dr. Mengele is daarbij de<br />

bekendste naam die een fascinatie<br />

had voor tweelingenexperimenten.<br />

Toch was hij zeker niet de enige arts<br />

die zich aan dit soort praktijken<br />

schuldig maakte. Uiteindelijke zijn in<br />

Neurenberg twintig artsen veroordeeld;<br />

de meesten vonden echter dat<br />

zij helemaal niets gedaan hadden wat<br />

niet kon. Zij verdedigden zich met het<br />

argument Befehl ist Befehl, het was in<br />

het belang van de staat, die levens<br />

waren toch zinloos, zijn wij zoveel<br />

slechter dan de mensen die Dresden<br />

en Hamburg hebben gebombardeerd?<br />

Sindsdien proberen wij door allerlei<br />

verdragen te voorkomen dat dit in de<br />

toekomst nog eens kan plaatsvinden.<br />

Ondanks deze verdragen en afspraken<br />

word je toch altijd weer geconfronteerd<br />

met dilemma’s die niet makkelijk<br />

op te lossen zijn. Een voorbeeld<br />

is de positie van Dutchbat in<br />

Srebrenica. Daar werd in een benarde<br />

situatie met gebrekkige voorraden<br />

besloten een vrouw niet te helpen en<br />

alle voorraad te reserveren voor de<br />

soldaten. Achteraf is beoordeeld dat<br />

dit een medisch juiste beslissing is<br />

geweest. Guantanamo Bay is een<br />

voorbeeld uit de tegenwoordige tijd.<br />

Uiteindelijk moeten we streven naar<br />

artsen die trots zijn op hun artseneed,<br />

die bekend zijn met het juridische<br />

kader, die bewust zijn van de<br />

dualiteiten in de medische praktijk.<br />

Die moeilijke beslissingen kunnen<br />

nemen en die samenwerken en elkaar<br />

solidair bijstaan.<br />

Patient comes first vs security<br />

comes first<br />

Edwin Bakker is de laatste spreker.<br />

Hij is werkzaam bij het instituut<br />

Clingendael waar hij onderzoek verricht<br />

naar terrorisme en proliferatie<br />

van massavernietigingswapens.<br />

Bijzonder is, dat hij een van de gijzelaars<br />

was van Sadam Hoessein bij het<br />

begin van de Golfoorlog.<br />

Edwin Bakker vertelt van deze ervaring<br />

toen hij als student het land bezocht<br />

en vervolgens dat niet meer kon<br />

verlaten. Er was daar ook een groep<br />

buitenlandse artsen die in dezelfde<br />

situatie zat. Voortbordurend op wat<br />

Lisette gezegd heeft gaat het om twee<br />

zaken, óf: patient comes first, óf:<br />

security comes first. In de praktijk zie<br />

je dan dat er veelal gekozen wordt<br />

voor security comes first. De collectieve<br />

veiligheid gaat voor die van de<br />

individuele veiligheid. Daarbij gaat<br />

het bij collectieve veiligheid vaak om<br />

een inschatting, en die inschatting<br />

staat vaak lij<strong>nr</strong>echt tegenover de acute<br />

situatie waarin een patiënt zich bevindt.<br />

Voorbeelden daarvan zijn de luchtaanvallen<br />

in Afghanistan. Een F-16<br />

doet een luchtaanval omdat de militairen<br />

daar in het nauw zijn gedreven.<br />

Kies je dan voor de kans en het risico<br />

dat er een paar doden vallen onder de<br />

militairen of neem je het risico van<br />

collateral damage (burgerdoden en<br />

-gewonden bij een militair gerichte<br />

aanval). De afweging is dan, dat de<br />

commandant de levens van de soldaten<br />

prioriteit geeft. Twee dode militairen<br />

is een ernstiger gevolg dan een<br />

twintigtal collateral damage-doden.<br />

Immers met die twee dode militairen<br />

heb je een probleem als de kisten<br />

terugkomen naar Nederland, en met<br />

die anonieme twintig burgerslachtoffers<br />

bestaat er (hier) een veel minder<br />

groot probleem. Dat werkt high-<br />

Vervolg op pagina 28<br />

27


Vervolg van pagina 27<br />

tech approaches in de hand, je gaat<br />

het zoeken in technologische oplossingen<br />

om zo min mogelijk menselijke<br />

soldaten in te hoeven zetten.<br />

Dan is een paar dagen later zo’n<br />

filmadvertentie op tv, waarin een<br />

legerverpleegkundige getuigt dat ze<br />

het zo fijn vindt dat ze mensen kan<br />

helpen in Afghanistan, erg wrang in<br />

relatie tot die schade die die F-16<br />

heeft aangericht onder de burgers.<br />

Ander voorbeeld is de oefening<br />

Bonfire in Amsterdamse ArenA op<br />

6 april 2005, waar een bomaanslag<br />

wordt nagespeeld. Grote oefening. Na<br />

die ‘aanslag’ wordt besloten te wachten<br />

met het naar binnen sturen van de<br />

medische hulpdiensten omdat men<br />

bang is voor de doubleblast, dat is<br />

een tweede aanslag die medisch personeel<br />

kan treffen. Je moet eerst<br />

zeker zijn dat er nergens meer een<br />

tweede bom ligt. Dat wachten duurt<br />

lang en in die tussentijd gaan er dus<br />

slachtoffers van de eerste bom dood<br />

die geen verzorging krijgen. Dat is<br />

dus weer zo’n voorbeeld van kiezen<br />

voor een mogelijk groter gevaar ten<br />

koste van het acute individuele gevaar.<br />

Dat is heel moeilijk te beoordelen<br />

en een lastig medisch dilemma,<br />

maar toch kiest men dan voor de<br />

algemene veiligheid. Effectiviteit van<br />

foltering/verhoortechnieken zoals die<br />

in Guantanamo Bay gehouden zijn:<br />

werk je daaraan mee of niet?<br />

Tegenstrijdige berichten hierover,<br />

maar het komt er op neer dat algemene<br />

veiligheid belangrijker is dan individuele<br />

veiligheid en dat rechtvaardigt<br />

dan ook het folteren en de<br />

harde verhoortechnieken zoals je dat<br />

in afleveringen van de Amerikaanse<br />

televisieserie 24 ziet gebeuren.<br />

Die veiligheid is echter vaak meer<br />

theoretisch dan werkelijkheid.<br />

Hierna wordt een aflevering van ‘24’<br />

vertoond, waarin een chirurg met een<br />

pistool tegen zijn hoofd gedwongen<br />

wordt over te gaan van behandeling<br />

van een patiënt die acute hulp nodig<br />

heeft tot behandeling van een gewonde<br />

terrorist die cruciale informatie<br />

kan hebben over een aanslag<br />

die veel mensen het leven kan kosten.<br />

Discussie<br />

Overheden zijn bereid om grondrechten<br />

van de mens te schenden voor<br />

28<br />

Karel Koster in gesprek met Carolien van de Stadt<br />

V.l.n.r.: Linda Polman, Peter Buijs, Godelieve van Heteren, Leo van Bergen<br />

de collectieve veiligheid. Heel veel<br />

mensen zijn het daar toch mee eens.<br />

Het is dus niet alleen de overheid die<br />

daarin doorschiet, we doen het allemaal.<br />

Die algemene veiligheid staat<br />

toch voorop en dat wordt breed geaccepteerd.<br />

In Nederland zijn we daar<br />

zelfs behoorlijk ver in doorgeschoten.<br />

Kliklijnen worden hier breed geaccepteerd.<br />

Medische informatie is<br />

ook niet meer geheim. Alle informatie<br />

moet van jongs af aan beschikbaar<br />

zijn omdat we geen risico’s meer<br />

willen nemen. We zijn bang dat we<br />

later op iets afgerekend zullen worden,<br />

dat veiligheid voor iedereen<br />

vooropstaat en dat dat gaat ten koste<br />

van de individuele vrijheden. De<br />

vingerafdruk in het nieuwe paspoort<br />

bijvoorbeeld. Zoiets wordt doorgevoerd<br />

omdat Amerika daar om vraagt.<br />

Nederland heeft daar dan opvallend<br />

weinig problemen mee. Toch zijn dat<br />

gevaarlijke ontwikkelingen waartegen<br />

meer weerstand zou mogen bestaan.<br />

Hiermee werd een volle, boeiende<br />

dag afgesloten.<br />

*<br />

Aan een volledig verslag van het<br />

symposium wordt gewerkt en deze zal<br />

in brochurevorm worden uitgebracht.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!