Publicatie: Nazorg, onze zorg - Veiligheidshuis.nl
Publicatie: Nazorg, onze zorg - Veiligheidshuis.nl
Publicatie: Nazorg, onze zorg - Veiligheidshuis.nl
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Plenaire slotsessie:<br />
volop vragen<br />
Na de workshops zwengelt dagvoorzitter Karel van<br />
Duijvenbooden de discussie aan. Hij legt de<br />
aanwezigen twee vragen voor: wat gaat er goed en<br />
wat moet beter? Pascal Zegers (Humanitas,<br />
workshop ‘<strong>Na<strong>zorg</strong></strong> aan vrouwen met kinderen’)<br />
vertelt: “Knelpunt is de onzichtbaarheid van<br />
gedetineerde moeders. Per jaar zitten 3.000<br />
vrouwen in detentie. Daarvan is 70% moeder.<br />
Als een moeder wordt gedetineerd, geeft dat vaak<br />
grote problemen met de kinderen. Zij lopen dan<br />
een verhoogd risico op uitval in de maatschappij.<br />
Veel meer dan wanneer hun vader in detentie zou<br />
zitten. Bovendien gaat het vaak om eenoudergezinnen.<br />
De problematiek achter een vrouw met<br />
kinderen krijgt tijdens en na detentie veel te weinig<br />
aandacht. Er wordt gemeld dat er kinderen zijn,<br />
maar daar blijft het bij.”<br />
Meer oog nodig voor gedetineerde moeders<br />
Wie moet zo’n situatie nou melden en waar? Bij Bureau Jeugd<strong>zorg</strong>?<br />
Bij de Raad voor de Kinderbescherming? Een medewerkster van de<br />
gemeente Cranendonck vertelt dat ze nog nooit een melding van een<br />
MMD’er heeft gezien. Zegers: “Dat bedoel ik nou. Er is veel onduidelijk,<br />
de informatie-uitwisseling is niet goed en niemand is - of voelt - zich<br />
verantwoordelijk. Wat goed gaat, of in ieder geval beter dan voorheen,<br />
is de samenwerking tussen MMD’ers en gemeenten. Maar helaas zijn<br />
er weinig mogelijkheden om iets voor gedetineerde moeders te doen<br />
tijdens de detentie. Je zou in vrouweninrichtingen iemand moeten<br />
hebben die zich buigt over de problematiek van moeders in detentie.<br />
Die is er niet.”<br />
Een MMD’er bevestigt dit en zegt: “Als er problemen zijn, schakelen<br />
we Gezin in Balans* in. Maar als de kinderen thuis zijn, is het moeilijk.<br />
Moeders zeggen vaak: ‘mijn kinderen zitten bij oma’, maar niemand<br />
checkt dat en niemand controleert of ze daar goed zitten.” Volgens<br />
Koby Kooijmans (<strong>Veiligheidshuis</strong> regio Eindhoven) is zoiets een taak<br />
voor Bureau Jeugd<strong>zorg</strong> – overigens niet aanwezig op het congres.<br />
Sommige aanwezigen denken hier anders over. Zegers. “Voordat de<br />
opvang daadwerkelijk in gang wordt gezet halen verschillende<br />
instanties vaak de schouders op als iemand vraagt wiens verantwoordelijkheid<br />
het is.” Iemand in de zaal merkt op dat iedereen een<br />
melding kan doen bij Bureau Jeugd<strong>zorg</strong>. Iemand anders vraagt:<br />
“Moet er niet een toeziend voogd zijn als een van de ouders<br />
wegvalt?” Dat blijkt inderdaad het geval, maar in de praktijk werkt<br />
het zo niet, aldus een aantal aanwezigen.<br />
Langere stok<br />
Jos van Lokven (Dienst Justitiële Inrichtingen Vught, workshop<br />
veelplegers) heeft beroepshalve veel ervaring opgedaan met<br />
veelplegers en met de ISD-maatregel. “De ISD heeft de ketensamenwerking<br />
in een stroomversnelling gebracht. Er gaat veel goed, maar<br />
er zijn ook aandachtspunten. Na twee jaar ISD is het justitiële kader<br />
eraf en valt het geld voor na<strong>zorg</strong> weg. Dat is niet goed; er zou geld<br />
moeten komen voor langere <strong>zorg</strong>. Verder: er hangen heel veel<br />
professionals rond de ISD’ers. Het is de moeite waard te onderzoeken<br />
* Een project van Humanitas; zie www.gezin-in-balans.<strong>nl</strong><br />
54 55