Catharina van Rennes - Elza-Vis de Clercq Stichting
Catharina van Rennes - Elza-Vis de Clercq Stichting
Catharina van Rennes - Elza-Vis de Clercq Stichting
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Manna <strong>de</strong> Wijs-Mouton<br />
Toen <strong>de</strong> zangklassen <strong>van</strong> juffrouw Cato in 1902 <strong>van</strong> Hilversum naar <strong>de</strong> Nieuwe Muziekhan<strong>de</strong>l op <strong>de</strong><br />
Leidsestraat in Amsterdam werd verplaatst, kreeg ‘Jootje’ tussen haar negen<strong>de</strong> en veertien<strong>de</strong> jaar serieus<br />
zangles <strong>van</strong> juffrouw Van Rennès. Om <strong>de</strong>n bro<strong>de</strong> was Jo, als 18-jarige, een tijdlang assistente <strong>van</strong> haar eerste<br />
zanglerares Van Rennès. Ze kon zelfs boven <strong>de</strong> muziekhan<strong>de</strong>l inwonen. Al gauw werd ze door groot en klein<br />
'juffrouw Jo’ genoemd. 2) Nog een oud-leerlinge en later Cato’s goe<strong>de</strong> vriendin was Manna <strong>de</strong> Wijs-Mouton<br />
(1873-1947). Zij introduceer<strong>de</strong> <strong>de</strong>ze zingen<strong>de</strong> Haagse huismoe<strong>de</strong>r in 1917 in het klassieke muziekleven. De<br />
Wijs-Mouton trok met groot succes door het land en bracht haar eigen geschreven levensliedjes met<br />
gitaarbegeleiding voor het voetlicht.<br />
<strong>Catharina</strong> <strong>van</strong> Rennès ook wel vaak Carina of Cato genoemd, componeer<strong>de</strong><br />
voornamelijk vocale werken, waaron<strong>de</strong>r veel één- twee- en meerstemmige kin<strong>de</strong>rlie<strong>de</strong>ren. Haar<br />
beroemd gewor<strong>de</strong>n liedbun<strong>de</strong>l ‘Kleengedichtjes’ uit 1904, op verzen <strong>van</strong> <strong>de</strong> West-Vlaamse<br />
priester-dichter Guido Gezelle (1830-1899) werd in 1977 voor <strong>de</strong> 73 ste keer herdrukt en ken<strong>de</strong><br />
vertalingen zowel in het Engels als in het Frans en in het Duits. Over <strong>de</strong>ze bun<strong>de</strong>l (Opus 51) ken<strong>de</strong><br />
haar biograaf J.D.C. Van Dokkum in ‘Mannen en Vrouwen <strong>van</strong> Beteekenis’ <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> anekdote:<br />
‘<strong>Catharina</strong> <strong>van</strong> <strong>Rennes</strong> in 1917; on<strong>de</strong>r haar composities is haar bovenal lief <strong>de</strong> bun<strong>de</strong>l<br />
‘Kleengedichtjes’ <strong>van</strong> Guido Gezelle met welke zij, behalve het publiek succes, dat zeer groot was,<br />
ook een aantrekkelijker intiem succes behaal<strong>de</strong>. Met <strong>de</strong> Lie<strong>de</strong>kens in proefdruk bij zich, reis<strong>de</strong> zij<br />
naar Ingoyghem, waar zij ze voorzong en voorspeel<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> sympathieke grijze pastoor Hugo<br />
Verriest, Gezelle’s boezemvriend, die er allerlei fijne en mooie dingen over zei, en met <strong>van</strong><br />
aandoening trillen<strong>de</strong> stem zijn spijt te kennen gaf, dat Gezelle het niet had kunnen beleven, zijn<br />
poëzie zó begrepen en verklankt te zien…’.<br />
Twee Utrechtse muziekfenomenen: <strong>Catharina</strong> en Willem<br />
Van <strong>Rennes</strong> dirigeer<strong>de</strong> het Amsterdams Concertgebouworkest!<br />
Muziekpedagoge <strong>Catharina</strong> <strong>van</strong> <strong>Rennes</strong> had nog an<strong>de</strong>re ambities. Zo vond zij het heel jammer dat<br />
in haar tijd voor vrouwen nog geen dirigentencarrière was weggelegd. Het publiek was niet gewend<br />
aan vrouwen met een dirigeerstok in <strong>de</strong> hand. Maar in 1898 ging haar droom toch in vervulling en<br />
wel bij <strong>de</strong> kroningsfeesten voor Koningin Wilhelmina. Zij dirigeer<strong>de</strong> een koor <strong>van</strong> een 1800-tal<br />
jongens en meisjes met begeleiding <strong>van</strong> een militaire kapel in haar opus 33, ‘De Oranje Nassau-<br />
Cantate’. 3) Tot driemaal toe heeft zij door bemid<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> haar vroegere stadsgenoot en<br />
muziekvriend Willem Mengelberg (1871-1951) het Amsterdams Concertgebouworkest gedirigeerd.<br />
Een <strong>van</strong> haar hoogtepunten vond zij het optre<strong>de</strong>n in 1905 met haar cantate ‘Van <strong>de</strong> zeven<br />
zonnestraaltjes’ (opus 50). Dat benadrukte zij nog jaren later in het aprilnummer <strong>van</strong> 1927 ‘Eigen Haard’ - maandblad voor het gezin:<br />
‘Naar aanleiding <strong>van</strong> haar dirigeren in het Concertgebouw te Amsterdam <strong>van</strong> <strong>de</strong> eerste uitvoering <strong>van</strong> haar Cantate ‘De zeven<br />
Zonnestraaltjes’ door het ‘Dameskoor <strong>van</strong> Toonkunst Amsterdam’, met het “grootste orkest <strong>van</strong> het Concertgebouw”, in een<br />
orkestbewerking <strong>van</strong> Peter <strong>van</strong> Anrooy, zei<strong>de</strong> C. V. R. tij<strong>de</strong>ns een vraaggesprek vervolgens: “Daarom alléén kan ‘t me soms wel spijten<br />
dat ik géén man geboren ben. Want al heb ik ook als dirigente, zelfs over Mengelberg’s volmaakte orkest reeds driemaal mijn liefste<br />
illusie verwezenlijkt mogen zien, waar ik mijn collegialiteit bij W. beantwoord vind, die levenstaak staat jammer genoeg in <strong>de</strong>zen tijd<br />
voor een vrouw nog niet open”. Op 15 juni 1908: werkte het koor <strong>van</strong> <strong>Catharina</strong>’s leerlingen mee aan <strong>de</strong> opening <strong>van</strong> het twee<strong>de</strong><br />
internationale congres <strong>van</strong> <strong>de</strong> Wereldbond voor Vrouwenkiesrecht in het Amsterdams Concertgebouw. De componiste dirigeer<strong>de</strong> en<br />
Marie Landré begeleid<strong>de</strong> alle koorwerken aan <strong>de</strong> vleugel. Het programma vermeld<strong>de</strong> o.a., ‘Een Prinsje’ (manuscript). ‘Zwaluwen’,<br />
‘Het Angelus’ en ‘Dorpskin<strong>de</strong>rdans’, evenals <strong>de</strong> ‘Oranje-Nassau Cantate’ maar met veran<strong>de</strong>r<strong>de</strong> tekst ‘Oud Hollands Nieuwe Tijd’,<br />
opus 33bis. Uit respect en vriendschap droeg zij op ou<strong>de</strong>jaarsdag 1909 één <strong>van</strong> haar mooiste kerstlie<strong>de</strong>ren op aan haar 13 jaar jongere<br />
collega Mengelberg, Het kreeg <strong>de</strong> titel mee ‘Samenspraek <strong>van</strong> <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren met het Kerstkindje’. Haar opus 60, was oorspronkelijk een<br />
Oud-Duits versje dat vertaald was door Jan Dirk Cristiaan <strong>van</strong> Dokkum (1868-1938), een gezamenlijke huisvriend <strong>van</strong> <strong>de</strong> bei<strong>de</strong><br />
Utrechtse musici. De sopraan Hanna Verbena verzorg<strong>de</strong> samen met een Meisjeskoor o.l.v. <strong>de</strong> componiste een eerste uitvoering in <strong>de</strong><br />
Pieterskerk te Utrecht op maandagmiddag Twee<strong>de</strong> Kerstdag 1910 met Johan A. H. Wagenaar als organist. Opnieuw gaf Mengelberg als<br />
dank aan zijn muziekvriendin Van Rennès <strong>de</strong> ruimte tij<strong>de</strong>ns het ‘Ne<strong>de</strong>rlandsche Muziekfeest’ in juni 1912. Het muzikaal gebeuren<br />
vond in het Concertgebouw plaats on<strong>de</strong>r zijn algemene leiding. Op het eerste gehou<strong>de</strong>n muziekcongres, dat hieraan vooraf ging,<br />
<strong>de</strong>monstreer<strong>de</strong> en concerteer<strong>de</strong> <strong>Catharina</strong> <strong>de</strong> ‘Dalcroze-ritmiek’ voor het eerst in Ne<strong>de</strong>rland.<br />
Bijna drie jaar later, in mei 1915, schrijft ze verheugd aan haar Haagse vriendin en troubadourster Manna <strong>de</strong> Wijs-Mouton:<br />
“Amsterdam - woensdag; Ik ben door het Concertgebouwbestuur uitgenodigd om op don<strong>de</strong>rdag 6 mei daar te komen dirigeren, en<br />
wel: 2 cantates <strong>van</strong> mij die zullen ingestu<strong>de</strong>erd wor<strong>de</strong>n door ’t beroem<strong>de</strong> dameskoor <strong>van</strong> Toonkust en ’t niet min<strong>de</strong>r beroem<strong>de</strong> orkest.<br />
U begrijpt welk een on<strong>de</strong>rscheiding dat voor mij is. Nooit nog dirigeer<strong>de</strong> er ‘n an<strong>de</strong>re vrouwelijke dirigente in dat vermaar<strong>de</strong> Gebouw.<br />
Nu – wat ik al vermoed<strong>de</strong> is waarheid gebleken. De repetities zijn op dinsdag en vrijdag. Mengelberg gaf mij daarvoor dit consigne, en<br />
u weet wel – dit is onafwijsbaar.” 4) En zo stond ze dan voor <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> maal in haar loopbaan op <strong>de</strong> bok voor het Amsterdams<br />
Concertgebouworkest. Zij dirigeer<strong>de</strong> vol élan, tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong>ze serie ‘abonnementsconcerten rond Ne<strong>de</strong>rlandse muziek’, haar Avondcantate<br />
uitgevoerd door het goed zingend Toonkunstkoor afd. Amsterdam, met als soliste <strong>de</strong> sopraan Hanna Verbena. De orkestratie was <strong>van</strong><br />
Cornelis Dopper, 2 <strong>de</strong> dirigent <strong>van</strong> het Concertgebouworkest. Ook haar cantate ‘De Zeven Zonnestraaltjes’ klonk sprankelend in <strong>de</strong><br />
uitverkochte zaal <strong>van</strong> het Amsterdams Concertgebouw. Zowel het publiek alsook <strong>de</strong> lan<strong>de</strong>lijke pers waren vol lof.