23.09.2013 Views

Catharina van Rennes - Elza-Vis de Clercq Stichting

Catharina van Rennes - Elza-Vis de Clercq Stichting

Catharina van Rennes - Elza-Vis de Clercq Stichting

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Wie was <strong>Catharina</strong> <strong>van</strong> <strong>Rennes</strong> (ook bekend on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> naam Van Rennès);<br />

en wie waren haar gelijkwaardige kunstzusters Rika en Manna?<br />

Door musicoloog Dr. Pieter <strong>Vis</strong><br />

Even ter verdui<strong>de</strong>lijking: Soms leest men ‘Van <strong>Rennes</strong>,’ maar ook vaak ‘Van Rennès’.<br />

Zij zelf schreef het accent grave op <strong>de</strong> e om zo <strong>de</strong> klemtoon op <strong>de</strong> laatste lettergreep te leggen!<br />

<strong>Catharina</strong> werd geboren op 2 augustus 1858 en kwam te Utrecht in een muzikale familie terecht.<br />

Zodra va<strong>de</strong>r Jan <strong>van</strong> <strong>Rennes</strong>, graanhan<strong>de</strong>laar, en zelf een uitstekend pianist en vele jaren lang tenor<br />

in het Utrechtse Toonkunstkoor - evenals moe<strong>de</strong>r Marianna Josepha Van <strong>Rennes</strong>-De Jong -<br />

merkten dat <strong>Catharina</strong> (‘Catootje’), <strong>de</strong> oudste <strong>van</strong> <strong>de</strong> drie kin<strong>de</strong>ren, muzikaal begaafd was, stel<strong>de</strong>n<br />

zij alles in het werk om haar talent ver<strong>de</strong>r te ontwikkelen. Het speelse, wispelturige en snel<br />

geëmotioneer<strong>de</strong> meisje had echter weinig geduld voor <strong>de</strong> pianolessen die zij eerst <strong>van</strong> haar va<strong>de</strong>r kreeg in hun grote woning<br />

aan <strong>de</strong> Mariaplaats. Cato’s belangstelling ging eer<strong>de</strong>r uit naar <strong>de</strong> klanken <strong>van</strong> <strong>de</strong> draaiorgels, die ze in <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> Domstad<br />

dikwijls achterna liep. <strong>Catharina</strong> bezocht <strong>van</strong>af haar twaalf<strong>de</strong> jaar <strong>de</strong> zangschool <strong>van</strong> Richard Hol (1825-1904). Deze was een<br />

vooraanstaand musicus en had zich in 1862 in Utrecht gevestigd als dirigent <strong>van</strong> het stadsorkest. Hij was tevens organist <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> Dom en tot 1887 directeur <strong>van</strong> <strong>de</strong> plaatselijke ‘Muziekschool <strong>de</strong>r af<strong>de</strong>ling Utrecht <strong>van</strong> <strong>de</strong> Maatschappij ter Bevor<strong>de</strong>ring <strong>de</strong>r<br />

Toonkunst’.<br />

Naast haar serieuze vakopleiding on<strong>de</strong>r Hols leiding, waaron<strong>de</strong>r muziektheorie, pedagogie, compositie en solozang, stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> zij nog<br />

bij <strong>de</strong> beroem<strong>de</strong> baritonzanger Johannes Messchaert (1857–1922). Op 5 oktober 1883 slaag<strong>de</strong> zij - opgeleid door Th.L. <strong>van</strong> <strong>de</strong>r Wurff<br />

- voor klavierspel en pianolerares. Op 30 juni 1884 behaal<strong>de</strong> zij het diploma zangon<strong>de</strong>rwijs en solozang. Onmid<strong>de</strong>llijk na haar<br />

ein<strong>de</strong>xamen nam Daniël <strong>de</strong> Lange haar op in zijn Amsterdams a Capella-Koor, waarmee zij on<strong>de</strong>rmeer in 1885 als soliste in <strong>de</strong><br />

Lon<strong>de</strong>nse Albert Hall Oud-Ne<strong>de</strong>rlandse Volkslie<strong>de</strong>ren ten gehore gebracht. On<strong>de</strong>r leiding <strong>van</strong> Richard Hol zong Cato <strong>de</strong> sopraansolo<br />

in ‘Das Paradies und die Peri’ en ‘Der Rose Pilgerfahrt’ <strong>van</strong> Robert Schumann. Op talrijke lie<strong>de</strong>renavon<strong>de</strong>n en in verschei<strong>de</strong>ne<br />

oratoria oogstte zij veel succes on<strong>de</strong>r meer met haar vertolking <strong>van</strong> ‘De Schipbreuk’, een lang gedicht <strong>van</strong> De Schoolmeester, dat op<br />

muziek was gezet door haar studiegenoot Johan Wagenaar (1862-1941) en on<strong>de</strong>r diens leiding werd uitgevoerd. Vooral in dit door<br />

haar vaak gezongen meesterwerk kon zij haar grote gevoel voor humor tot uiting brengen. Aangezien Van <strong>Rennes</strong> over een weliswaar<br />

mooie, maar niet bijzon<strong>de</strong>re stem beschikte, zag zij voor zichzelf geen toekomst op het concertpodium weggelegd, al zou zij nog tot<br />

haar vijftigste blijven optre<strong>de</strong>n. Liever wil<strong>de</strong> zij zangpedagoge wor<strong>de</strong>n. In 1887 solliciteer<strong>de</strong> ze daarom bij <strong>de</strong> Utrechtse Muziekschool<br />

naar <strong>de</strong> functie <strong>van</strong> lerares solozang, die na het vertrek <strong>van</strong> Richard Hol was vrijgekomen. De fel begeer<strong>de</strong> betrekking ging echter aan<br />

<strong>Catharina</strong>’s neus voorbij. Vermoe<strong>de</strong>lijk werd ze niet benoemd omdat men vrees<strong>de</strong> dat haar scherpe tong tot conflicten met <strong>de</strong><br />

leerlingen zou lei<strong>de</strong>n. De teleurstelling was groot. Verbitterd on<strong>de</strong>rteken<strong>de</strong> zij korte tijd later een brief aan een vriendin met <strong>de</strong><br />

woor<strong>de</strong>n: ‘C.v.R., Gediplomeerd en gepasseerd door <strong>de</strong> Maatschappij tot bevor<strong>de</strong>ring <strong>de</strong>r Toonkunst’ aldus <strong>de</strong> oud-leerling Nancy <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong>r Elst. 1)<br />

‘Muziek leren moest voor <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren een soort spel zijn’<br />

<strong>Catharina</strong> <strong>van</strong> <strong>Rennes</strong> startte in 1884 een lespraktijk voor kin<strong>de</strong>ren. Zij<br />

ontwikkel<strong>de</strong> een lesmetho<strong>de</strong> die <strong>de</strong> belevingswereld <strong>van</strong> het kind centraal stel<strong>de</strong>.<br />

‘Muziek leren moest voor <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren een soort spel zijn’ aldus Van <strong>Rennes</strong>.<br />

Met dit doel componeer<strong>de</strong> ze verschillen<strong>de</strong> vertellingen aan <strong>de</strong> piano zoals ‘De<br />

avonturen <strong>van</strong> Pop Topsy’, ‘De poppenbruiloft’ en ‘Het Alfabet aan <strong>de</strong> piano’.<br />

Af en toe liet zij haar leerlingen zelf versjes schrijven waar<strong>van</strong> ze <strong>de</strong> beste in<br />

haar ‘Rooie Boekje’ noteer<strong>de</strong> en <strong>van</strong> muziek voorzag. Deze pedagogische<br />

innovaties bezorg<strong>de</strong>n haar grote faam, met als gevolg dat ze zelfs door het<br />

Amsterdamse conservatorium als zangpedagoge werd gevraagd. Van <strong>Rennes</strong> bedankte echter voor <strong>de</strong> eer en<br />

bleef zich toeleggen op haar eigen muziekpedagogie. In november 1887 open<strong>de</strong> zij haar zangschool met <strong>de</strong><br />

mooie naam ‘Bel Canto’. Eerst was <strong>de</strong> school gehuisvest in <strong>de</strong> Fransche Bewaarschool en <strong>van</strong>af 1901 <strong>de</strong>finitief in haar grote herenhuis<br />

aan <strong>de</strong> Brigittenstraat nr. 1 te Utrecht. Later open<strong>de</strong> zij nog <strong>de</strong>pendances in Hilversum, Amsterdam en Den Haag, waar ze eveneens<br />

zelf les gaf, geassisteerd door haar zuster Francine Esselink-<strong>van</strong> <strong>Rennes</strong> die haar langdurig ter zij<strong>de</strong> heeft gestaan. Cato’s zuster<br />

begeleid<strong>de</strong> <strong>de</strong> zanglessen aan <strong>de</strong> piano en nam ook <strong>de</strong> voorberei<strong>de</strong>n<strong>de</strong> klassen voor haar rekening. Maar ook enkele oud-leerlingen,<br />

zoals Mies Rinkel-De Vos (1889-1986) en <strong>de</strong> sopraan Jo IJzer-Vincent assisteer<strong>de</strong>n hun lerares menige jaren. De zangleerlingen <strong>van</strong><br />

Cato waren over het algemeen kin<strong>de</strong>ren <strong>van</strong> goe<strong>de</strong>n huize. Voor <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs en an<strong>de</strong>re belangstellen<strong>de</strong>n organiseer<strong>de</strong> zij ‘Matinees voor<br />

kin<strong>de</strong>ren en kin<strong>de</strong>rvrien<strong>de</strong>n’. Grote bekendheid kreeg haar school toen <strong>de</strong> jonge prinses Juliana <strong>van</strong> 1916 tot 1921 zangon<strong>de</strong>rwijs kreeg<br />

in klassikaal verband in het Haagse Paleis Noor<strong>de</strong>in<strong>de</strong>. In Van <strong>Rennes</strong>’ beroemd gewor<strong>de</strong>n: ‘Rooie Boekje’ staan 2 jeugdversjes <strong>van</strong><br />

Juliana, ‘Nu gaan wij vrolijk dansen’, dat ze op 8-jarige leeftijd schreef, en twee jaar later het dromerige ‘Mooi weer’. Bei<strong>de</strong> versjes<br />

kregen een frisse en sfeervolle pianobegeleiding <strong>van</strong> haar zanglerares en wer<strong>de</strong>n 2 jaar na haar dood (1940) nog postuum in het door<br />

Duitsland bezette Ne<strong>de</strong>rland uitgebracht en gestuurd naar Canada waarnaar prinses Juliana met haar 3 meisjes was uitgeweken.<br />

Nog enkele, later beroemd gewor<strong>de</strong>n, leerlingen hebben haar zangmetho<strong>de</strong> en lie<strong>de</strong>ren op het internationale podium uitgedragen. Met<br />

<strong>de</strong> vermaar<strong>de</strong> coloratuursopraan Hanna Verbena (1884-1965) ging Van <strong>Rennes</strong> als pianiste in 1912 op tournee naar het thans<br />

voormalige Ne<strong>de</strong>rlands-Oost-Indië. Ook <strong>de</strong> later zo populair gewor<strong>de</strong>n oratorium- en concertzangeres Jo Vincent (1898-1989)<br />

vertolkte met regelmaat <strong>Catharina</strong>’s ‘Madonnakindje’ en <strong>de</strong> ‘Kleengedichtjes’. Maar met het ‘Zonnelied’ maakte zij zich het meest<br />

geliefd bij het Ne<strong>de</strong>rlandse publiek.


Manna <strong>de</strong> Wijs-Mouton<br />

Toen <strong>de</strong> zangklassen <strong>van</strong> juffrouw Cato in 1902 <strong>van</strong> Hilversum naar <strong>de</strong> Nieuwe Muziekhan<strong>de</strong>l op <strong>de</strong><br />

Leidsestraat in Amsterdam werd verplaatst, kreeg ‘Jootje’ tussen haar negen<strong>de</strong> en veertien<strong>de</strong> jaar serieus<br />

zangles <strong>van</strong> juffrouw Van Rennès. Om <strong>de</strong>n bro<strong>de</strong> was Jo, als 18-jarige, een tijdlang assistente <strong>van</strong> haar eerste<br />

zanglerares Van Rennès. Ze kon zelfs boven <strong>de</strong> muziekhan<strong>de</strong>l inwonen. Al gauw werd ze door groot en klein<br />

'juffrouw Jo’ genoemd. 2) Nog een oud-leerlinge en later Cato’s goe<strong>de</strong> vriendin was Manna <strong>de</strong> Wijs-Mouton<br />

(1873-1947). Zij introduceer<strong>de</strong> <strong>de</strong>ze zingen<strong>de</strong> Haagse huismoe<strong>de</strong>r in 1917 in het klassieke muziekleven. De<br />

Wijs-Mouton trok met groot succes door het land en bracht haar eigen geschreven levensliedjes met<br />

gitaarbegeleiding voor het voetlicht.<br />

<strong>Catharina</strong> <strong>van</strong> Rennès ook wel vaak Carina of Cato genoemd, componeer<strong>de</strong><br />

voornamelijk vocale werken, waaron<strong>de</strong>r veel één- twee- en meerstemmige kin<strong>de</strong>rlie<strong>de</strong>ren. Haar<br />

beroemd gewor<strong>de</strong>n liedbun<strong>de</strong>l ‘Kleengedichtjes’ uit 1904, op verzen <strong>van</strong> <strong>de</strong> West-Vlaamse<br />

priester-dichter Guido Gezelle (1830-1899) werd in 1977 voor <strong>de</strong> 73 ste keer herdrukt en ken<strong>de</strong><br />

vertalingen zowel in het Engels als in het Frans en in het Duits. Over <strong>de</strong>ze bun<strong>de</strong>l (Opus 51) ken<strong>de</strong><br />

haar biograaf J.D.C. Van Dokkum in ‘Mannen en Vrouwen <strong>van</strong> Beteekenis’ <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> anekdote:<br />

‘<strong>Catharina</strong> <strong>van</strong> <strong>Rennes</strong> in 1917; on<strong>de</strong>r haar composities is haar bovenal lief <strong>de</strong> bun<strong>de</strong>l<br />

‘Kleengedichtjes’ <strong>van</strong> Guido Gezelle met welke zij, behalve het publiek succes, dat zeer groot was,<br />

ook een aantrekkelijker intiem succes behaal<strong>de</strong>. Met <strong>de</strong> Lie<strong>de</strong>kens in proefdruk bij zich, reis<strong>de</strong> zij<br />

naar Ingoyghem, waar zij ze voorzong en voorspeel<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> sympathieke grijze pastoor Hugo<br />

Verriest, Gezelle’s boezemvriend, die er allerlei fijne en mooie dingen over zei, en met <strong>van</strong><br />

aandoening trillen<strong>de</strong> stem zijn spijt te kennen gaf, dat Gezelle het niet had kunnen beleven, zijn<br />

poëzie zó begrepen en verklankt te zien…’.<br />

Twee Utrechtse muziekfenomenen: <strong>Catharina</strong> en Willem<br />

Van <strong>Rennes</strong> dirigeer<strong>de</strong> het Amsterdams Concertgebouworkest!<br />

Muziekpedagoge <strong>Catharina</strong> <strong>van</strong> <strong>Rennes</strong> had nog an<strong>de</strong>re ambities. Zo vond zij het heel jammer dat<br />

in haar tijd voor vrouwen nog geen dirigentencarrière was weggelegd. Het publiek was niet gewend<br />

aan vrouwen met een dirigeerstok in <strong>de</strong> hand. Maar in 1898 ging haar droom toch in vervulling en<br />

wel bij <strong>de</strong> kroningsfeesten voor Koningin Wilhelmina. Zij dirigeer<strong>de</strong> een koor <strong>van</strong> een 1800-tal<br />

jongens en meisjes met begeleiding <strong>van</strong> een militaire kapel in haar opus 33, ‘De Oranje Nassau-<br />

Cantate’. 3) Tot driemaal toe heeft zij door bemid<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> haar vroegere stadsgenoot en<br />

muziekvriend Willem Mengelberg (1871-1951) het Amsterdams Concertgebouworkest gedirigeerd.<br />

Een <strong>van</strong> haar hoogtepunten vond zij het optre<strong>de</strong>n in 1905 met haar cantate ‘Van <strong>de</strong> zeven<br />

zonnestraaltjes’ (opus 50). Dat benadrukte zij nog jaren later in het aprilnummer <strong>van</strong> 1927 ‘Eigen Haard’ - maandblad voor het gezin:<br />

‘Naar aanleiding <strong>van</strong> haar dirigeren in het Concertgebouw te Amsterdam <strong>van</strong> <strong>de</strong> eerste uitvoering <strong>van</strong> haar Cantate ‘De zeven<br />

Zonnestraaltjes’ door het ‘Dameskoor <strong>van</strong> Toonkunst Amsterdam’, met het “grootste orkest <strong>van</strong> het Concertgebouw”, in een<br />

orkestbewerking <strong>van</strong> Peter <strong>van</strong> Anrooy, zei<strong>de</strong> C. V. R. tij<strong>de</strong>ns een vraaggesprek vervolgens: “Daarom alléén kan ‘t me soms wel spijten<br />

dat ik géén man geboren ben. Want al heb ik ook als dirigente, zelfs over Mengelberg’s volmaakte orkest reeds driemaal mijn liefste<br />

illusie verwezenlijkt mogen zien, waar ik mijn collegialiteit bij W. beantwoord vind, die levenstaak staat jammer genoeg in <strong>de</strong>zen tijd<br />

voor een vrouw nog niet open”. Op 15 juni 1908: werkte het koor <strong>van</strong> <strong>Catharina</strong>’s leerlingen mee aan <strong>de</strong> opening <strong>van</strong> het twee<strong>de</strong><br />

internationale congres <strong>van</strong> <strong>de</strong> Wereldbond voor Vrouwenkiesrecht in het Amsterdams Concertgebouw. De componiste dirigeer<strong>de</strong> en<br />

Marie Landré begeleid<strong>de</strong> alle koorwerken aan <strong>de</strong> vleugel. Het programma vermeld<strong>de</strong> o.a., ‘Een Prinsje’ (manuscript). ‘Zwaluwen’,<br />

‘Het Angelus’ en ‘Dorpskin<strong>de</strong>rdans’, evenals <strong>de</strong> ‘Oranje-Nassau Cantate’ maar met veran<strong>de</strong>r<strong>de</strong> tekst ‘Oud Hollands Nieuwe Tijd’,<br />

opus 33bis. Uit respect en vriendschap droeg zij op ou<strong>de</strong>jaarsdag 1909 één <strong>van</strong> haar mooiste kerstlie<strong>de</strong>ren op aan haar 13 jaar jongere<br />

collega Mengelberg, Het kreeg <strong>de</strong> titel mee ‘Samenspraek <strong>van</strong> <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren met het Kerstkindje’. Haar opus 60, was oorspronkelijk een<br />

Oud-Duits versje dat vertaald was door Jan Dirk Cristiaan <strong>van</strong> Dokkum (1868-1938), een gezamenlijke huisvriend <strong>van</strong> <strong>de</strong> bei<strong>de</strong><br />

Utrechtse musici. De sopraan Hanna Verbena verzorg<strong>de</strong> samen met een Meisjeskoor o.l.v. <strong>de</strong> componiste een eerste uitvoering in <strong>de</strong><br />

Pieterskerk te Utrecht op maandagmiddag Twee<strong>de</strong> Kerstdag 1910 met Johan A. H. Wagenaar als organist. Opnieuw gaf Mengelberg als<br />

dank aan zijn muziekvriendin Van Rennès <strong>de</strong> ruimte tij<strong>de</strong>ns het ‘Ne<strong>de</strong>rlandsche Muziekfeest’ in juni 1912. Het muzikaal gebeuren<br />

vond in het Concertgebouw plaats on<strong>de</strong>r zijn algemene leiding. Op het eerste gehou<strong>de</strong>n muziekcongres, dat hieraan vooraf ging,<br />

<strong>de</strong>monstreer<strong>de</strong> en concerteer<strong>de</strong> <strong>Catharina</strong> <strong>de</strong> ‘Dalcroze-ritmiek’ voor het eerst in Ne<strong>de</strong>rland.<br />

Bijna drie jaar later, in mei 1915, schrijft ze verheugd aan haar Haagse vriendin en troubadourster Manna <strong>de</strong> Wijs-Mouton:<br />

“Amsterdam - woensdag; Ik ben door het Concertgebouwbestuur uitgenodigd om op don<strong>de</strong>rdag 6 mei daar te komen dirigeren, en<br />

wel: 2 cantates <strong>van</strong> mij die zullen ingestu<strong>de</strong>erd wor<strong>de</strong>n door ’t beroem<strong>de</strong> dameskoor <strong>van</strong> Toonkust en ’t niet min<strong>de</strong>r beroem<strong>de</strong> orkest.<br />

U begrijpt welk een on<strong>de</strong>rscheiding dat voor mij is. Nooit nog dirigeer<strong>de</strong> er ‘n an<strong>de</strong>re vrouwelijke dirigente in dat vermaar<strong>de</strong> Gebouw.<br />

Nu – wat ik al vermoed<strong>de</strong> is waarheid gebleken. De repetities zijn op dinsdag en vrijdag. Mengelberg gaf mij daarvoor dit consigne, en<br />

u weet wel – dit is onafwijsbaar.” 4) En zo stond ze dan voor <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> maal in haar loopbaan op <strong>de</strong> bok voor het Amsterdams<br />

Concertgebouworkest. Zij dirigeer<strong>de</strong> vol élan, tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong>ze serie ‘abonnementsconcerten rond Ne<strong>de</strong>rlandse muziek’, haar Avondcantate<br />

uitgevoerd door het goed zingend Toonkunstkoor afd. Amsterdam, met als soliste <strong>de</strong> sopraan Hanna Verbena. De orkestratie was <strong>van</strong><br />

Cornelis Dopper, 2 <strong>de</strong> dirigent <strong>van</strong> het Concertgebouworkest. Ook haar cantate ‘De Zeven Zonnestraaltjes’ klonk sprankelend in <strong>de</strong><br />

uitverkochte zaal <strong>van</strong> het Amsterdams Concertgebouw. Zowel het publiek alsook <strong>de</strong> lan<strong>de</strong>lijke pers waren vol lof.


Na al haar Amsterdamse hoogtepunten schreef <strong>Catharina</strong> een smakelijke gebeurtenis in het blad ‘Het Muziekcollege’ (twee<strong>de</strong><br />

jaargang, februari, nr 7). Het was een persoonlijke herinnering aan pater Prof. De Sonnaville, een beroemd musicoloog en<br />

muziekpedagoog uit die tijd. ‘Een viering in intieme kring <strong>van</strong> zijn zeventigste verjaardag vindt plaats in een <strong>van</strong> <strong>de</strong> bovenzalen <strong>van</strong><br />

het Amsterdamse Concertgebouw en wel op 17 januari 1915. En toen was <strong>de</strong> officiële ban gebroken, en allen schaar<strong>de</strong>n zich tot een<br />

genoeglijker feestpolonaise, op <strong>de</strong> muziek <strong>van</strong> Willem Mengelberg. die met ‘n leuk knipoogje naar <strong>de</strong> piano was gesprongen en daar<br />

een feestmars improviseer<strong>de</strong> op De Sonnaville‘s beroem<strong>de</strong>, maar muzikale notenrijtjes. C, E, G, B!- D, F, A! Dat was zό kluchtig-lelijk<br />

en toch zo artistiek-kranig, dat ik mij niet herinner ooit in mijn leven een Polonaise te hebben gedanst op ‘n origineler muziek en ook<br />

niet..., met zo’n hoflijker Cavalier als onze pater.’<br />

Begin voorjaar 1932 ging Van Rennès geheugen achteruit. Daarom besloten enkele familiele<strong>de</strong>n alsook haar goe<strong>de</strong> vriendin Hanna<br />

Verbena, dat zij kon gaan wonen in het Lutherse bejaar<strong>de</strong>noord 'Huize Klimop' te Amsterdam-Zuid. Daar had men haar Utrechtse<br />

zitkamer nauwkeurig nagebouwd, zodat Van Rennès niet in <strong>de</strong> gaten had dat ze was verhuisd. Op 23 november 1940 is <strong>de</strong>ze vrouw<br />

ook wel '<strong>Catharina</strong> <strong>de</strong> Grote’ genoemd – “geheel onverwachts zon<strong>de</strong>r enig lij<strong>de</strong>n” op 82-jarige leeftijd (zoals broer Jacob dat in <strong>de</strong><br />

rouwadvertentie plaatste) heengegaan. Zij werd in haar zo gelief<strong>de</strong> Domstad op <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> algemene begraafplaats begraven. In mei<br />

1941 werd on<strong>de</strong>r grote belangstelling aan haar voormalige woonhuis ‘Bel Canto’ aan <strong>de</strong> Brigittenstraat 1 een plaquette aangebracht<br />

door <strong>de</strong> Utrechtse beeldhouwster Bella <strong>van</strong> Beek Calkoen. De onthulling geschied<strong>de</strong> door twee voormalige zangleerlingen <strong>van</strong><br />

<strong>Catharina</strong> <strong>van</strong> <strong>Rennes</strong>, <strong>de</strong> tweelingzusters Hanny en Nancy <strong>van</strong> <strong>de</strong>r Elst.<br />

In <strong>de</strong> Domstad leef<strong>de</strong> en werkte nog een 4 jaar ou<strong>de</strong>re kunstzuster <strong>van</strong> Carina en ze werd ook in een a<strong>de</strong>m<br />

met haar genoemd. Hendrika <strong>van</strong> Tussenbroek (1854-1935) kan gezien wor<strong>de</strong>n als een <strong>de</strong>r belangrijkste<br />

pioniersters <strong>van</strong> het Ne<strong>de</strong>rlandse kin<strong>de</strong>rlied en kin<strong>de</strong>roperettes uit <strong>de</strong> 20 ste eeuw. Rika (zoals zij door<br />

vrien<strong>de</strong>n werd genoemd) was haar levenlang een beschei<strong>de</strong>n verschijning. Ze had het tegenovergestel<strong>de</strong><br />

karakter dan haar uitbundige en extraverte stadsgenote Carina. In haar laatste levensjaren koos Van<br />

Tussenbroek liever voor het lan<strong>de</strong>lijke Doorn. Ruim 10 jaar heeft ze nog rustig kunnen wonen bij haar<br />

vriendin en componiste Geertruida <strong>van</strong> Vla<strong>de</strong>racken (1880-1947) in het vrien<strong>de</strong>lijke Woudhuis aan <strong>de</strong><br />

Woestduinlaan. In 2010 is het 75 jaar gele<strong>de</strong>n dat Van Tussenbroek begraven werd op <strong>de</strong> Ou<strong>de</strong><br />

Dorpsbegraafplaats in <strong>de</strong> gemeente Doorn. Als je haar portret bekijkt, zie je<br />

een frêle gestalte – ze had een zachte stemvoering - maar een olijke blik in haar<br />

ogen. Zij bleek geliefd te zijn geweest bij zingend Ne<strong>de</strong>rland want na haar<br />

dood wer<strong>de</strong>n haar liedjes zoals ‘Wordt wakker, het zonnetje is al op’, en ‘Amsterdam, die grote stad’,<br />

naast <strong>de</strong> ‘Fabels <strong>van</strong> <strong>de</strong> La Fontaine’, nog generaties lang gezongen. Zo nam ik ter gelegenheid <strong>van</strong> haar<br />

50 ste sterfdag in 1985 met verschillen<strong>de</strong> zangleerlingen en het vermaar<strong>de</strong> Utrechts Kathedraalkoor twee<br />

grammofoonplaten op met circa 50 <strong>van</strong> haar mooiste liedjes. In 1994 wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong>ze platen opnieuw<br />

uitgebracht op drie CD’s, zodat haar composities ook nog in <strong>de</strong> 21 ste eeuw kunnen wor<strong>de</strong>n gehoord.<br />

In 1985 bezocht <strong>de</strong> auteur en zanger Pieter <strong>Vis</strong> het vervallen graf <strong>van</strong> Hendrika.<br />

Op ‘t afgelopen her<strong>de</strong>nkingsconcert t.g.v. Van Rennès’ 150ste geboortejaar (12 oktober 2008)<br />

klonk weer eens haar populaire ‘Zonnelied’<br />

<strong>Catharina</strong> <strong>van</strong> Rennès heeft zowel voor <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>rstem als voor <strong>de</strong> geschool<strong>de</strong> volwassenenstem tientallen sololie<strong>de</strong>ren gecomponeerd,<br />

naast duetten en kwartetten waaron<strong>de</strong>r het beroemd gewor<strong>de</strong>n opus 24 ‘Drei Quartette für Frauenstimmen’. Doch <strong>de</strong> meest populaire<br />

composities zijn: ‘Drie kleine kleutertjes’ en het ‘Zonnelied’. Het laatstgenoem<strong>de</strong> lied, op een tekst <strong>van</strong> Anna Fles (1854-1906),<br />

beleef<strong>de</strong> na het jaar <strong>van</strong> verschijnen al in 1898 <strong>de</strong> 50 ste herdruk. Ook in <strong>de</strong> 20 ste eeuw werd dit lied nog graag gezongen <strong>van</strong>wege <strong>de</strong><br />

tijdloze tekst en frisse componeerstijl. Uit circa 800 mon<strong>de</strong>n klonk het ‘Zonnelied’ in <strong>de</strong> volle Sint <strong>Catharina</strong> Kathedraal te Utrecht, na<br />

<strong>de</strong> presentatie <strong>van</strong> haar jubileum-platenbox. Hiermee werd <strong>de</strong> gehou<strong>de</strong>n viering ter gelegenheid <strong>van</strong> haar 125 ste geboortejaar in op<br />

zondag 4 november 1983 feestelijk afgesloten. Daar droeg ook bij het inspirerend pianospel <strong>van</strong> Nancy <strong>van</strong> <strong>de</strong>r Elst. Zowel dr. Nancy<br />

als schrijver <strong>de</strong>zes zorg<strong>de</strong>n er voor dat niet alleen <strong>Catharina</strong>’s composities wer<strong>de</strong>n opgenomen maar ook <strong>van</strong> haar kunstzusters<br />

Hendrika <strong>van</strong> Tussenbroek, Manna De Wijs-Mouton naast an<strong>de</strong>re tijdgenoten. Wij ston<strong>de</strong>n ook borg voor een lijvig biografisch<br />

naslagwerk, voorzien <strong>van</strong> talloze foto’s. Na 25 jaar blijkt het een muziekdocumentatie <strong>van</strong> betekenis te zijn gewor<strong>de</strong>n. Ook met het<br />

uitbrengen <strong>van</strong> <strong>de</strong> vier grammofoonplaten hebben we getracht een leemte rond <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis <strong>van</strong> <strong>de</strong> ‘Ne<strong>de</strong>rlandse Kin<strong>de</strong>r-, Volks-<br />

en Luisterliedjes’ in <strong>de</strong> 20 ste eeuw op te vullen! Thans 150 jaar na Van Rennès’ geboorte, komt men haar naam niet alleen in<br />

geschie<strong>de</strong>nis- of muziekboeken tegen, maar prijkt zij, wel of niet met een è, op hon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>n straatbor<strong>de</strong>n in ons land. Gelukkig klinken<br />

haar composities via <strong>de</strong> media door tot in onze huiskamers, dit dankzij <strong>de</strong> heruitgaven <strong>van</strong> <strong>de</strong> 4 grammofoonplaten op 5 cd’s. Daardoor<br />

kunnen wij al <strong>de</strong> mooie composities <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze bijzon<strong>de</strong>re en muzikale vrouw, blijven koesteren! 5)<br />

1. Dr. Nancy <strong>van</strong> <strong>de</strong>r Elst, ‘<strong>Catharina</strong> <strong>van</strong> Rennès’, in Zes vrouwelijke componisten. On<strong>de</strong>r red. <strong>van</strong> Helen Metzelaar (e.a.) (Zutphen, 1991) blz. 53-84.<br />

2. Jo Vincent. Zingend door het leven. Amsterdam, Elsevier, 1956.<br />

3. Opgenomen in: Biografisch Woor<strong>de</strong>nboek <strong>van</strong> Ne<strong>de</strong>rland <strong>de</strong>el 4 (Den Haag 1994)<br />

4. Brief <strong>van</strong> C.v. R. aan Manna <strong>de</strong> Wijs-Mouton, Woensdag – Amsterdam, 6 mei; met dank voor <strong>de</strong> inzage in <strong>de</strong> correspon<strong>de</strong>ntie <strong>van</strong> grootmoe<strong>de</strong>r De Wijs; <strong>de</strong><br />

heer Hugo <strong>de</strong> Wijs uit Vianen.<br />

5. In 1983 verscheen <strong>de</strong> platenbox met 4 LP’s on<strong>de</strong>r leiding <strong>van</strong> zanger en producer Pieter <strong>Vis</strong>. In 1993 verscheen <strong>de</strong>ze eer<strong>de</strong>re uitgave opnieuw, maar dan in<br />

een box met 5 cd’s. met ruim 200 lie<strong>de</strong>ren <strong>van</strong> o.a. C. <strong>van</strong> Rennès, H. <strong>van</strong> Tussenbroek, M. <strong>de</strong> Wijs-Mouton, R. De <strong>Clercq</strong>, N. <strong>van</strong> <strong>de</strong>r Elst, P. <strong>Vis</strong> e.v.a. Bij <strong>de</strong><br />

bei<strong>de</strong> audio-boxen was ook een boekwerk verzorgd door <strong>de</strong> musicologen dr. Nancy <strong>van</strong> <strong>de</strong>r Elst en dr. Pieter <strong>Vis</strong>. on<strong>de</strong>r auspiciën <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Elza</strong> <strong>Vis</strong>-De <strong>Clercq</strong><br />

<strong>Stichting</strong>; Kervelhof 6, Houten. E-mail: psaris@zonnet.nl / Zie ook www.elzavis<strong>de</strong>clercqstichting.nl / www.pietervis.com / telefonisch bereikbaar: 030-6382482<br />

/GSM 06-23149414<br />

31 Oktober 2008, Houten

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!