Een goed paard denkt met de ruiter mee - Wapening in Beton

14
Bart Henstra met het veulen van de eerste merrie
van Stal Henstra
Belevenissen buiten werktijd (4)
Een goed paard denkt
met de ruiter mee
Dat het werk binnen de wapeningsbranche
mooi is, dat
hoeft de lezers van dit blad
niet verteld te worden. Dat het
ook hard werken is, is evenzeer
bekend. Maar gelukkig
bestaat het leven niet uit werken
alleen. Veel mensen die
binnen de branche actief zijn,
hebben in hun vrije tijd eenzelfde
dadendrang. In deze
vierde aflevering van de artikelenreeks
‘Belevenissen buiten
werktijd’ aandacht voor
Bart Henstra, de inspecteur
voor Friesland van het KWPN.
“Wij vinden het belangrijk om ook
buiten het eigen bedrijf te kijken,”
vertelt Bart Henstra van de Friese
wapeningscentrale Wadro. “Als je je
teveel focust op het werk, krijg je
een tunnelvisie. Veel problemen op
het werk zijn juist beter op te lossen
als je er even afstand van neemt.
Bovendien vinden we het belangrijk
om je blik te verbreden en je ook op
andere gebieden dan alleen het werk
te ontwikkelen. Dat komt het werk
alleen maar ten goede. Ik ben in
principe elke avond en in het weekend
met de paarden bezig. Dat klinkt
misschien vermoeiend, maar ik krijg
er juist energie van.”
Naast het intensieve werk voor de
wapeningscentrale is Bart Henstra
dan ook nauw betrokken bij de
werkzaamheden van de paardenfokkerij
voor spring- en dressuurpaarden
Stal Henstra uit Drogeham. Nu
hij inspecteur van de landelijke organisatie
voor paardenfokkers KWPN
(Koninklijk Warmbloed Paardenstamboek
Nederland) is geworden, zal dit
ook veel tijd en energie gaan vergen.
Maar daar is binnen het wapeningsbedrijf
rekening mee gehouden:
Henstra krijgt de ruimte om zich op
jaarbasis zo’n 30 à 40 dagen met
inspecties en cursussen voor het
KWPN bezig te houden.
Keuringen
Het begon allemaal in 1989, toen de
familie Henstra een merrie kocht.
Daarvoor was men al fanatiek bezig
met de paardensport, maar op dat
moment begon de hobby serieuze
vormen te krijgen. Sindsdien is het
snel gegaan. De Stal Henstra is inmiddels
in het bezit van zo’n 60 paarden,
er worden per jaar 10 tot 12 nieuwe
veulens geboren. Dit zijn allemaal
raspaarden, wat betekent dat ze worden
gekeurd voor het KWPN
Stamboek. Hiermee wordt in principe
een beslissing genomen of het paard
in de sport (dressuur en/of springsport)
wordt uitgebracht of wordt ingezet
voor de fokkerij en/of wordt
verkocht. De keuringen zijn dus zeer
belangrijk om de waarde van het
paard te bepalen. Henstra: “De selectie
van de paarden is in Nederland zeer
streng; Nederland loopt in dit opzicht
internationaal gezien voorop.”
Wat houden deze keuringen in? “Er
zijn merriekeuringen en hengstenkeuringen,”
legt Henstra uit. “De
hengstenkeuring vindt centraal plaats
in Ermelo (eerste bezichtiging) en
vervolgens (de betere hengsten) in
de Brabanthallen in Den Bosch
(tweede en derde bezichtiging). Deze

keuring vindt maar één keer per jaar
plaats. Vervolgens worden de beste
hengsten aangewezen voor de verrichtingstest.
Hierbij wordt met behulp
van röntgen de bottenstructuur
van de paarden onderzocht en de
duurzaamheid van de beenderen
bepaald. Hierna kunnen ze worden
goedgekeurd voor het stamboek.”
“De merriekeuring vindt decentraal
plaats (per provincie). De merries
kunnen worden ingeschreven in het
stamboek en de betere merries krijgen
een predikaat en kunnen worden
doorverwezen naar de Nationale
Merrie Keuring. Voor de sport geldt
dat er drie niveaus zijn: landelijk,
nationaal en internationaal. Per niveau
zijn er vier tot vijf klassen; er
kunnen promotiepunten worden behaald
om in een volgende klasse te
kunnen starten.”
Henstra: “Als een paard op driejarige
leeftijd goed scoort, wordt in de
meeste gevallen besloten het paard
verder op te leiden. Hengsten worden,
als ze worden opgeleid voor de
paardensport, gecastreerd. De opleiding
is zeer intensief en vindt intern
plaats door mijn vriendin Pytrick
Adema, in samenwerking met stagiaires.
Als het paard na zes à zeven
jaar nog steeds goed presteert, dan
wordt hij voor de paardensport verkocht.
Dekhengsten worden via de
hengstenkeuringen en de verrichtingstest
goedgekeurd.”
De stapmolen
Belevenissen buiten werktijd (4)
Vanwege zijn verdiensten voor de
paardensport werd Henstra onlangs
gevraagd om inspecteur voor het
KWPN in Friesland te worden. De
taken van een inspecteur zijn divers.
Zijn voornaamste taak is het onderhouden
van de contacten tussen de
fokkers in zijn provincie en het
KWPN. Hij verzorgt in dit kader voor
de fokkers vijf tot zeven opleidingsdagen
per jaar. Tijdens de cursusdagen
worden zaken behandeld als:
hoe wordt een paard beoordeeld,
hoe kijken we tegen het paard aan?
Dit is van belang voor het toekennen
van predikaten aan het paard, wat
weer van belang is voor het stamboek.
De inspecteur is tevens aanwezig
bij de stamboekkeuringen, bij de
centrale keuringen, vervolgkeuringen
en hij jureert bij wedstrijden.
Fokkerij
Voor een fokkerij is het dus van
groot belang dat de kwaliteit van de
paarden optimaal is. Hoe waarborgt
en ontwikkelt men deze kwaliteit?
Henstra: “Een goede fokmerrie is
dominant, dat betekent dat haar
veulen in de meeste gevallen een
groot deel van haar eigenschappen
zal erven. Door met een goede moederlijn
te fokken is de kans dus groter
op een kwalitatief beter paard.
Een dominante hengst heet een
stempelhengst. Om een merrie door
een dekhengst te laten dekken, be-
taalt men dekgeld. Een veulen uit
een goede merrie en een goede
hengst betekent niet automatisch
een goed paard: de begeleiding van
het paard moet goed zijn. Veel hangt
dan ook af van de ruiter; er is geen
standaard manier om met paarden
om te gaan, het is per paard verschillend
hoe je hem moet behandelen.
Een goed paard is niet alleen lichamelijk
in goede conditie, maar ook
geestelijk; een goed paard is intelligent
en denkt met de ruiter mee.”
Daarom moet ook worden gezorgd
voor een prettige omgeving voor de
paarden. De stal is zodanig ingericht,
dat de paarden zich ook geestelijk
goed voelen. Ze hebben een licht en
ruim onderkomen. Drie keer per dag
komen de paarden uit hun box voor
de nodige beweging. Ze worden een
uur per dag bereden, ook lopen ze
regelmatig in een stapmolen om
conditie op te bouwen. Momenteel
wordt gebouwd aan een extra stal
waar de jonge paarden (tot drie jaar)
vrij in de buitenlucht kunnen rondlopen,
maar in een ander gedeelte
droog en beschut kunnen liggen.
Een goede merrie is dus van essentieel
belang voor een paardenfokkerij,
maar is ook moeilijk te houden
omdat goede merries veel geld
waard zijn. De eerste merrie van Stal
Henstra, waar alles in 1989 mee
begon, is nog steeds in het bezit van
de stal. Ze heeft pasgeleden, op de
leeftijd van 23 jaar, haar twintigste
veulen geworpen en mag vanaf nu
van een rustige oude dag genieten.
Dat is iets, waar Bart Henstra nog
lang niet aan toe is!
■
15